Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-1-
2011-2012
Inhoudsopgave 1. Een woord vooraf 1 De school 1.1 De identiteit 1.2 Het management van de school 1.3 De situering van de school 1.4 Schoolgrootte 1.5 Adresgegevens van de school 1.6 Stichting Keender 2. Waar de school voor staat 2.1 Met elkaar maken we ’t voor elkaar 2.2 Onze visie op 3. De organisatie van het onderwijs 3.1 De organisatie van de school 3.2 Activiteiten voor de kinderen 3.3 Ons onderwijs 3.4 Feesten vieringen 3.5 Buitenschoolse activiteiten 3.6 Overige zaken 4. De zorg voor kinderen 4.1 Weer Samen Naar School (WSNS) 4.2. Het leerling & onderwijsvolgsysteem 4.3 De interne begeleider 4.4 De leerlingbespreking 4.5 Extra zorg 4.6 Speciale zorg 4.7 Remedial Teacher 4.8 Speciale zorg extern 4.9 Zorgplatform ZAT 4.10 Zorgplan WSNS 4.11 Passend Onderwijs 4.12 Het ‘rugzakje’ 4.13 Klachtenregeling van WSNS Berkeldal 4.14 Procedures 4.15 Herfstkinderen 4.16 Logopedie 4.17 De schoolarts/ jeugdgezondheidszorg GGD Gelre-IJssel 4.18 Centrum voor Jeugd en Gezin 4.19 Verwijsindex 4.20 De overgang van leerlingen van groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs 4.21 Gegevens die aan de VO-school worden verstrekt 4.22 Onderwijskundig rapport 4.23 Rapportage aan en contacten met ouders/verzorgers 4.24 Beleid bij het naar huis sturen van leerlingen 5. De leraren 5.1 De leerkrachten met hun desbetreffende functie binnen de school 5.2 Compensatieverlof, BAPO en studieverlof 5.3 Vervanging en het naar huis sturen van leerlingen 5.4 Stagiaires 5.5 Scholingsplan 5.6 Vergaderingen 6. De ouders 6.1 De medezeggenschapsraad 6.2 De ouderraad 6.3 De klassenouders 6.4 Werkgroep verkeersouders 6.5 De luizencommissie 6.6 De fotocommissie 6.7 De tussenschoolse en buitenschoolse opvang 6.8 Verzekeringen Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-2-
4 5 5 5 5 5 5 5 6 6 7 8 8 12 13 14 17 18 19 19 19 19 20 20 20 21 21 21 22 23 23 24 24 24 25 25 25 25 26 27 28 29 29 29 30 30 31 31 31 32 32 32 32 33 2011-2012
6.9 Verantwoordelijkheden m.b.t. persoonlijke eigendommen 6.10 Klachtenprocedure 7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school 8. De resultaten van het onderwijs 8.1 De resultaten van het onderwijs 9. Regeling school- en vakantietijden 9.1 Vakanties en vrije dagen 9.2 Rapporten en 10-minutenavonden 9.3 Maatregelen ter voorkoming van schoolverzuim: afmelding bij ziekte 9.4 Leerplicht 10. Namen en adressen 10.1 Team 10.2 Medezeggenschapsraad 10.3 Ouderraad 10.4 De coördinator van de overblijfregeling 10.5 Werkgroep verkeersouders 10.6 Contactpersoon luizenouders en de fotocommissie 10.7 Van externe personen en instanties 10.8 Ons bestuur 11. Bijlagen 11.1 Besmettelijke ziekten 11.2 Afspraken m.b.t. de verkeersveiligheid 11.3 De schoolregels en het pestprotocol 11.4 Het mediaprotocol 11.5 De plattegrond van de school 11.6 De tussen- en buitenschoolse opvangregeling 11.7 De pengreep en de letterlijn 11.8 Lijst met afkortingen
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-3-
33 33 36 37 38 38 38 40 40 40 42 42 42 42 42 43 44 44 44 47 50 51 54 55
2011-2012
Een woord vooraf Geachte ouders/verzorgers,
Deze gids is bestemd voor ouders als naslagwerk en voor ouders die zich oriënteren op een school voor hun kind. In deze gids stellen we met trots de Kardinaal Alfrinkschool aan u voor! Met de wettelijke eisen als uitgangspunt werken scholen elk op hun eigen manier en leggen zelf de accenten. Elke school, ook de onze, wil aan de kinderen zo goed mogelijk onderwijs geven, maar doen dat op basis van eigen achtergrond en uitgangspunten. Past onze school bij uw kind en bij uw opvattingen over zaken zoals opvoeding en geloof? Hoe komt u erachter waar de school voor staat? Hoe de school werkt? Hoe de school presteert? Kortom: hoe komt u die dingen te weten die nodig zijn om een juiste keuze te maken en waar moet u op letten? Via deze schoolgids hopen wij u goed te informeren over de gang van zaken op de Kard. Alfrinkschool. Niet alleen de organisatorische kant, maar ook de meer inhoudelijke zaken worden aan de orde gesteld. Zo wordt u de gelegenheid geboden zich een beeld van de school te vormen. Niet alleen proberen wij een kind wat betreft kennis voor te bereiden op onze maatschappij, maar wij geven ook de sociaal- emotionele ontwikkeling van het kind een ruime plaats binnen ons onderwijs. Zo hopen wij er mede voor te zorgen dat uw kind zal uitgroeien tot een gelukkig, evenwichtig lid van onze samenleving met de flexibiliteit om zich waar nodig aan te passen. Binnen onze school wordt veel aandacht besteed aan de basisvaardigheden taal, lezen en rekenen/wiskunde. Daarnaast komen natuurlijk ook de overige vakken ruimschoots aan de orde. Belangrijke onderdelen van het vernieuwingsonderwijs zijn de laatste jaren op onze school ingevoerd en nog steeds houden wij de laatste vernieuwingen nauwlettend in de gaten om die elementen die een werkelijke verbetering van het onderwijs in zich mee dragen in te voeren. Een recent voorbeeld daarvan is ons beleid m.b.t. het verbeteren van het leesonderwijs, dat geresulteerd heeft in de implementatie van een Leesverbeterplan. De komende jaren richten wij ons op de verbetering van het rekenonderwijs. Natuurlijk geeft deze gids slechts een "papieren" indruk. We nodigen u dan ook graag uit voor een gesprek om het een en ander toe te lichten en vragen van u te beantwoorden. Tevens kunnen we u dan rondleiden door de school, zodat u de sfeer ook werkelijk kunt proeven. Samen met de ouders/verzorgers proberen wij de kinderen een goede en leerzame tijd op onze school te geven. We hopen dat het schooljaar 2011-2012 voor iedereen een fijn jaar wordt.
Met vriendelijke groeten,
Team, medezeggenschapsraad en ouderraad van de Kard. Alfrinkschool
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-4-
2011-2012
1. De school. 1.1 De identiteit. De Kard. Alfrinkschool is een katholieke school. Dit houdt voor ons in dat we onderwijs geven vanuit deze geloofsovertuiging met de daarbij behorende normen en waarden. Dit zien wij terug in de dagelijkse omgang met elkaar en ook specifiek bij een aantal vieringen, zoals de dagopening, het deelnemen aan gezinsvieringen, adventsvieringen, Witte Donderdagviering en bij de voorbereiding e van de 1 H. Communie en het H. Vormsel. Deze visie is bepalend voor de sfeer binnen school, het respect waarmee leerkrachten en leerlingen met elkaar omgaan, het beleven van de schoolgemeenschap en het dragen van verantwoordelijkheid voor elkaar. Ook niet katholieke kinderen kunnen als leerling op school worden toegelaten. Voorwaarde is wel dat de ouders/verzorgers onze uitgangspunten accepteren en dat hun kinderen meedoen aan de e levensbeschouwelijke lessen en de eventuele voorbereidingen op de 1 H. Communie en het H. Vormsel die op school plaats vinden. 1.2 Directie van de school De directie bestaat uit een tweetal personen, namelijk de directeur (dhr. Jos Stapelbroek), adjunctdirecteur (mevr. Bianca Kiffen). Binnen de directie wordt gewerkt met een duidelijke taakverdeling, waarbij elk lid verantwoordelijk is voor bepaalde taken. Met uitzondering van de woensdag is de directeur in principe op bepaalde dagdelen op school bereikbaar. De adjunct-directeur van dinsdag t/m vrijdag. Deze taakverdeling ligt op school ter inzage. De directeur is eindverantwoordelijk voor het beleid van de school. 1.3 De situering van de school De Kardinaal Alfrinkschool is tamelijk centraal gelegen in Neede. De school staat midden in een rustige woonwijk waardoor wij goed en voor kinderen op een veilige manier bereikbaar zijn. De school heeft 8 leslokalen, een groepsruimte tevens overblijfruimte met eigen keuken, een ruimte voor de intern begeleider, een ict-kamer, een directiekamer, een personeelskamer, een kopieerruimte en een speelzaal. 1.4 Schoolgrootte. Onze school heeft ongeveer 170 leerlingen. Het team bestaat uit een negental groepsleerkrachten, een vakleerkracht muziek en een conciërge. 1.5
Adresgegevens van de school
Kardinaal Alfrinkschool Adres Telefoonnummer E-mail adres Website 1.6
: Koordsteeg 11 7161 WP Neede : 0545 - 292686 :
[email protected] of
[email protected] : www.alfrinkneede.nl
Stichting Keender
De Stichting Keender is het bevoegd gezag van 19 katholieke en openbare basisscholen in Beltrum, Buurse, Goor, Haaksbergen, Hengevelde, Neede, Rietmolen en St.Isidorushoeve met in totaal 350 personeelsleden en 3600 leerlingen. Het bestuur stuurt op hoofdlijnen. De dagelijkse leiding van de organisatie is in handen van het bovenschools management met op alle scholen integraal schoolleiders.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-5-
2011-2012
2. Waar de school voor staat. 2.1
Met elkaar maken wij ’t voor elkaar
De Kardinaal Alfrinkschool wil een school zijn waar kinderen zich veilig voelen in een warme en uitnodigende omgeving. De basis voor het leren is wanneer een kind zich veilig voelt. Door kinderen positief te benaderen en uit te gaan van hun mogelijkheden, zal de leerling zich veilig voelen en zichzelf kunnen ontplooien en kan het werken aan zijn eigen ontwikkeling. Samen met de ouders is de school verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kinderen. Daarom vinden we het meedenken en meewerken van ouders erg belangrijk. Dat willen we doen door te werken in een rustige, regelmatige en ordelijke omgeving. We richten ons op een samenspel van emotionele, verstandelijke en creatieve ontwikkeling en het verkrijgen van kennis en sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. Prioriteiten leggen we bij de zorg voor de individuele leerlingen. We hechten grote waarde aan het goed functioneren van het leerlingvolgsysteem (zie ook hoofdstuk 4). Een belangrijk middel om de leerlingen individueel te kunnen benaderen, te stimuleren en hun ontwikkeling te kunnen begeleiden. Daarnaast is het schoolplan 2011–2015 een belangrijk document waarin onze prioriteiten staan beschreven. Jaarlijks stellen we aan de hand van het schoolplan een jaarplan op. In hoofdstuk 8 staat een opsomming. Dit schoolplan beschrijft verder ook de doelen, die aangeven welke kennis een kind bij het verlaten van de basisschool moet bezitten en/of beheersen en wat we met de schoolontwikkeling willen bereiken. Het schoolplan ligt ter inzage op school. Om dit alles uit te voeren en na te streven is geen gemakkelijke opgave. We hebben elkaar nodig om dit alles waar te maken. Het motto van de school……. ‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’ zal ons daar zeker bij helpen. 2.2
Onze visie op…
De leef- en leeromgeving Uw kind is een uniek persoon die van nature de behoefte heeft om zich te ontwikkelen en te groeien. Hier willen we de ruimte voor geven door een veilige, warme, open en gestimuleerde omgeving te creëren waarin uw kind die ruimte krijgt. Ononderbroken ontwikkelingsproces Wij willen uw kind in de gelegenheid stellen via een ononderbroken ontwikkelingsproces die persoonlijke talenten te ontwikkelen die het nodig heeft om een zelfstandig, sociaal en kritisch denkend mens te worden. Om dit te realiseren volgen we de ontwikkeling van uw kind systematisch met behulp van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS). Uitgangspunt is altijd dat zorg op maat niet ten koste mag gaan van het groepsproces. Waarden en normen Door opvoeding, opleiding en levenservaring ontwikkelt uw kind zijn eigen waarden en normen. Wij willen onze kinderen leren om zorgvuldig en respectvol om te gaan met de omgeving, er te zijn voor een ander, leren zonder vooroordelen de medemens tegemoet te treden, onderlinge verschillen te zien en te waarderen. De volwassene vervult hierbij een voorbeeldfunctie. Samenwerking Wij vinden het van wezenlijk belang dat we vanuit gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid als school samenwerken met de directe leefomgeving van de kinderen, ouders en buurt. Personeel De functies van leerkrachten en leidinggevenden zijn veelomvattend. Het is ook voor de school van belang dat zij zich in een veilige, uitdagende en stimulerende werkomgeving bewegen. Door een duidelijke overlegstructuur, aandacht voor onderlinge contacten en mogelijkheden voor onze eigen ontwikkeling komen we hier aan tegemoet.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-6-
2011-2012
3. De organisatie van het onderwijs. 3.1
De organisatie van de school.
De school kent een jaarklassensysteem van 8 groepen. De onderbouw bestaat uit de groepen 0 t/m 4, de middenbouw uit de groepen 5 en 6 en de bovenbouw uit de groepen 7 en 8. De groepsverdeling De school werkt met groepen die ingedeeld zijn in jaarklassen. Afhankelijk van de interne schoolorganisatie behoren combinatiegroepen, delen van of de gehele week, tot de mogelijkheden. * Instroomleerlingen worden bij groep 1. Dan ontstaat de combigroep 0-1. ** Op woensdag en vrijdagmorgen wordt de combinatie 6-7a en 6b-8 gevormd. Op het lesprogramma na de ochtendpauze staat handvaardigheid en tekenen. Op vrijdagmiddag hebben de groep 6 , 7 en 8 gym en gebruik van nieuwe media groep/ combi
aantal lln.
0-1
18
JV
JV
JV
JV
JV
JV
JV
JV
2
27
SG
SG
BU
BU
BU
SG
SG
SG
3
22
AH
AH
AH
AH
AH
AH
AH
AH
4
20
AL
AL
AL
AL
AL
AL
AL
AL
5
19
BU
BU
NH
NH
NH
NH
NH
NH
NH
6
24
PK
PK
PK
PK
PK
PK
7
17
DH
DH
DH
DH
DH
DH
6a-7
33
DH
DH
6b-8
33
MK
MK
DH MK SG
8
25
maandag
MK
MK
dinsdag
MK
woensdag
MK
donderdag
MK
vrijdag
MK
JV=juf José Visschedijk, SG= juf Stephanie Geldof, AH= juf Areke Hassink, AL= juf Annemiek Luttikhold, BU=juf Brenda van Uem, NH=juf Nathalie Hoens, DH=juf Debby Harbers, PK=juf Pierrette Kluivers, MK= juf Martine Kleinsman. Juf Bianca Kiffen is als adjunct-directeur ambulant op dinsdag. Als intern-begeleider op donderdag en vrijdag. Men. Jos Stapelbroek is de eerste helft van het schooljaar op dinsdag en vrijdag op school. Vanaf 1 februari 2012 op maandag en donderdag. De groepsleraren zijn voor de kinderen en voor de ouders/verzorgers de verantwoordelijke personen. De schooltijden zijn het komende jaar als volgt: • • •
‘s morgens van 08.30 tot 12.00 uur (3,5 uur) met pauze van 10.15 tot 10.30 uur. ‘s middags van 13.15 tot 15.15 uur (2 uur) op woensdag is de lestijd van 08.30 uur tot 12.15 uur (3,75 u.) met pauze van 10.15 tot 10.30 u. Groepen Aantal uren berekend Gemiddeld aantal uren over 4 leerjaren per jaar 1 t/m 4 Min. 3520 880 5 t/m 8 min. 4000 1000
De groepen 0 t/m 4 hebben de woensdagmiddag en de vrijdagmiddag vrij, de groepen 5 tot en met 8 hebben de woensdagmiddag vrij. Om 8.20 uur mogen de kleuters naar binnen. Om 8.25 uur en 13.10 uur gaat de bel voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8. Zij mogen dan naar binnen. De aanwezige ouders worden dan verzocht de school te verlaten. De school krijgt 10 minuten voor aanvang van de schooltijden de verantwoordelijkheid over de kinderen. Daarom mogen de kinderen ook pas 10 minuten voor aanvang van school (8.20 en 13.05 uur) op het schoolplein komen. Om 12.00 uur en 15.15 uur gaat ook de bel. De kinderen gaan dan naar huis, of naar de opvang. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-7-
2011-2012
3.2
Activiteiten voor de kinderen
In een schoolweek vinden er voor een kind veel activiteiten plaats. Soms vinden deze plaats naar aanleiding van een actuele gebeurtenis, maar in de regel wordt er gewerkt volgens een bepaald weekrooster waarbij de diverse vakgebieden aan bod komen. In de kleutergroepen wordt via de principes van ontwikkelingsgericht onderwijs gewerkt. In deze periode vindt ontwikkeling van de spelactiviteit in de richting van leeractiviteit plaats, waarin het leren om het leren zelf de aandacht heeft. Spelontwikkeling leidt tot motivatie om te leren en tot het verkrijgen van vaardigheden die kinderen nodig hebben om aan het onderwijs deel te kunnen nemen. Daarnaast wordt er veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Dit is vooral te zien aan materialen die zelfcontrolerend zijn en aan bepaalde afspraken en routines, zoals: zelf naar het toilet gaan, werkjes in de eigen mandjes leggen leren om zelf op te ruimen en lijsten in te vullen van werkjes die zij hebben gedaan het planbord ( zelfstandig werken ) dat er gewerkt wordt met duidelijke signalen wanneer er even ‘stil’ gewerkt moet worden en de leerkracht met een ander groepje bezig is. In groep 3 wordt er steeds meer van de leerlingen gevraagd wat betreft stil werken en even zonder leerkracht. Hier krijgen de leerlingen keuzemogelijkheden aangeboden naast het vaste programma. Zo werken zij met een planbord maar ook al met een taakbrief. In de midden- en bovenbouw wordt verder gewerkt aan het vergroten van de zelfstandigheid van de leerlingen. Met behulp van de taakbrief, waar ze in groep 3 al mee beginnen wordt het kind geleerd dat hij/zij zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar werk en kan het ook zelf (leren) plannen. Elke dag staat er een moment gepland voor taaktijd. Tijdens deze tijd gaat het kind aan de hand van zijn taakbrief zelf aan het werk. Het maakt dus een bewuste keuze voor het werk waar hij/zij mee begint. Daarnaast moet het kind leren overzien hoeveel tijd een les kost, zodat het dus leert plannen. Vindt een kind het moeilijk, dan zal de leerkracht dit samen met het kind doen. Binnen de taaktijd leren kinderen om samen te werken en elkaar te helpen. Tijdens taaktijd observeert de leerkracht en/of geeft hij/zij remediërende hulp. Verderop vindt u een beknopte beschrijving van de vakgebieden en de gebruikte methodieken.
3.3 Ons onderwijs. 3.3.1 De groepen 1 en 2: We werken grotendeels aan de hand van inhouden en thema’s die voor de kinderen interessant en vooral betekenisvol zijn. Dit doen we mede met de nieuwe methode van Schatkist taal en rekenen. Deze sluiten goed aan op het Veilig Leren Lezen in groep 3. Betekenisvol wil zeggen dat het aansluit bij de beleving en het ontwikkelingsniveau van het kind en het kan toepassen in zijn/haar dagelijkse leven. Dat dagelijkse leven moet geordend worden om het overzicht te bewaren, kinderen varen daar wel bij. Vandaar dat wij een vast dagritme hebben en dat ziet er als volgt uit: ’s Morgens: inloopactiviteiten (ouders mogen samen met hun kind een klein werkje uit de kast kiezen), dagopening (bidden/namen/datum), grote of kleine kring, taalactiviteiten, muzikale vorming, bewegingsvormen (binnen of buiten) en speelwerktijd. We gebruiken dagritmekaarten om zo de dag structuur te geven en voor kinderen overzichtelijk te maken. Het ‘tien-uurtje’ wordt genuttigd tussen 9.00 uur - 11.00 uur. Het kan zijn dat dit gezamenlijk in de kring gebeurt of op eigen initiatief in het ‘eetcafé’. Dit betekent dat kinderen naar eigen behoefte mogen gaan eten en drinken op een daarvoor gezellig ingericht plekje in de klas. ‘s Middags: inloopactiviteiten, taalvorming, spel en/of bewegingsvormen (binnen of buiten). We vinden het belangrijk dat de kinderen ook veel samen spelen, want hierdoor leren ze bijv. overleggen, compromissen sluiten, oplossingen bedenken, met elkaar afspraken maken en nakomen, enz. Dit is voor de zelfredzaamheid van het kind erg belangrijk. Hierdoor wordt het kind ook steeds zelfstandiger. Deze zelfstandigheid wordt langzaam verder uitgebouwd, bijvoorbeeld door ‘het werkje van de week’. De kinderen moeten ergens in de week leren om zelf dit werkje in te plannen. Daarnaast leren we de kinderen hun aandacht uit te stellen, door afspraken te maken wanneer ze de juf wel of niet iets kunnen vragen. Dat kan bijvoorbeeld door een bordje met een rode en groene kant. Op deze wijze kan de juf ook even ‘ongestoord’ met een klein groepje aan het werk. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-8-
2011-2012
Verder proberen we de kinderen die hulp en begeleiding te geven die ze nodig hebben. Omdat er verschillen in die ontwikkeling zijn, proberen we de hulp zo veel mogelijk af te stemmen op de behoeften van de kinderen. Ons leerlingvolgsysteem is daarbij zeer belangrijk, omdat we hiermee het ontwikkelingsniveau van uw kind goed in de gaten kunnen houden en ons onderwijsaanbod hierop kunnen afstemmen. 3.3.2 Basisvaardigheden (lezen, taal, rekenen en schrijven) Lezen; In groep 3 beschikken we over de nieuwste methode van Veilig Leren Lezen. Bij deze methode is een uitgebreide hoeveelheid materiaal, ook voor het digibord om zo goed mogelijk af te stemmen op het niveau van het individuele kind. De methode werkt met 4 niveaus, namelijk; ster, maan, raket en zon. Deze termen hebben te maken met het differentiatiemodel van Veilig leren lezen. Maan staat voor de ‘gemiddelde’ kinderen die bij de start van groep 3 (nog niet) kunnen lezen. Kinderen in deze groep volgen de methode. Met Zon bedoelen we een aanpak die geschikt is voor kinderen die al kunnen lezen bij de start van groep 3. Zij werken zelfstandig op hun eigen niveau met zon-leesboekjes en zon-werkboekjes, die aansluiten bij het thema van de kern. Ster staat voor een aanpak die u kunt kiezen voor kinderen binnen de maangroep die moeite blijken te hebben met lezen. Deze kinderen krijgen verlengde instructie of preteaching en begeleide inoefening. Eventueel maken zij herhalingsopdrachten of (een deel van de) verdiepingsopdrachten. Verder volgen zij de methode, net als de maangroep. Raket-activiteiten zijn bedoeld voor kinderen binnen de maangroep die zich snel ontwikkelen. Zij krijgen na de verwerking iets uitdagendere vervolgopdrachten, waarbij ze letters kunnen gebruiken die nog niet expliciet zijn aangeboden. Ook zij maken deel uit van de maangroep. Hun snelle ontwikkeling is geen doel op zich. In het voortgezet technisch lezen worden de kinderen ingedeeld in niveaus (AVI). Zoals u misschien al hebt gehoord of hebt gezien hanteren wij vanaf dit jaar in onze eigen bieb en in bepaalde groepen al het nieuwe avi-systeem. Hieronder de uitleg en een schema: Het AVI heeft te maken met technisch lezen. Bij technisch lezen gaat het om de techniek van het lezen: kan een kind snel en zonder fouten een tekst lezen? Kinderen die snel en (bijna) foutloos kunnen lezen, hebben een hoog AVI-niveau. Kinderen die nog niet snel kunnen lezen, of die daarbij veel fouten maken, hebben een lager AVI-niveau. Er zijn twaalf AVI-niveaus. Het laagste AVI-niveau is Start. Dat is het niveau van kinderen die nét begonnen zijn met lezen. Het hoogste AVI-niveau is Plus. Dat is het niveau van kinderen die snel en zonder fouten een lastige tekst kunnen lezen. Tussen AVI-Start en AVI-Plus liggen tien AVI-niveaus: M3, E3, M4, E4, M5, E5, M6, E6, M7 en E7. 'M' betekent 'midden' en 'E' betekent 'eind'. De cijfers 3 tot en met 7 geven aan in welke groep dat niveau gemiddeld bereikt wordt. Een AVI-niveau E5 wordt dus gemiddeld aan het einde van groep 5 behaald. En een AVI-niveau M7 wordt gemiddeld halverwege groep 7 behaald. Maar let op: het gaat hier om een gemiddelde! AVI oud 1 2 3 4 5 6 7 8 9 >9
AVI nieuw Start / M3 M3 / E3 E3 / M4 M4 – E4 M4 – E4 – M5 E4 – M5 – E5 E5 – M6 E5 – M6 – E6 – M7 M6 – E6 – M7 M7 – E7 – Plus
Om het technisch lezen te oefenen maken een aantal groepen gebruik van het TUTOR-lezen. Een kind uit een hogere groep wordt gekoppeld aan een jongere leerling. Samen lezen ze in een boek, om op deze wijze het technische lezen van de jongere te verbeteren. Maar ook de oudere leerling leert hiervan, bijv. hulp geven, etc.(in het zorgplan staat een uitgebreide beschrijving over TUTOR-lezen, deze ligt op school ter inzage). Ook maken wij gebruik van de methode Estafette, om de leesvaardigheid te onderhouden en de leesontwikkeling voort te zetten. Vanaf groep 4 werken de kinderen hiermee om het technisch lezen op een hoger niveau te krijgen. Dit gaat door tot eind groep Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
-9-
2011-2012
8. Ook hebben wij een abonnement op Nieuwsbegrip. Iedere week krijgen de groepen 5 t/m 8 actuele teksten die kinderen begrijpend gaan lezen, hier zitten ook vragen bij. Taal; Wij vinden het als school erg belangrijk dat een leerling de Nederlandse taal goed beheerst. Daarvoor zijn wij zelf alert, maar gebruiken daar natuurlijk ook een methode bij; Taal actief. Dit geldt ook voor spelling. Schrijven; bij de kleuters beginnen ze al met voorbereidend schrijven zodat er in groep 3 een goede aansluiting plaatsvindt. Wij werken met de methode pennenstreken van groep 3 t/m 8. Eerst behandelen zij het aan elkaar schrijven, maar in de bovenbouw oefenen zij ook met blokletters. Rekenen; Bij de kleuters krijgen de leerlingen een voorbereiding op het rekenen in de andere groepen. Wij proberen hierbij zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. Dit jaar hebben wij een nieuwe rekenmethode, namelijk de Wereld in Getallen 3.3.3 Het overige onderwijs: Naast de basisvaardigheden komen er nog veel meer vakken aan bod, zoals aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, verkeer, Engels en natuurlijk de creatieve vakken als muziek, tekenen en handvaardigheid. Daarnaast geven we onderwijs in lichamelijke opvoeding en krijgen bepaalde groepen de mogelijkheid om hun zwemvaardigheid te verbeteren. Voor het merendeel van deze vakken gebruiken we methoden die aan de kerndoelen voldoen. 3.3.3.1 Cultuureducatie Onder cultuureducatie verstaan we het inzetten van de kunsten en het cultureel erfgoed als doel of middel om leerlingen actief en receptief met cultuur in aanraking te brengen. Tot de kunsten rekenen wij alle uitingen op het gebied van literatuur, beeldende kunst, drama,muziek, dans en media educatie. Onder cultureel erfgoed verstaan wij alle materiële en immateriële overblijfselen van onze beschaving. Doordat kinderen al van jongs af aan kennis nemen van en in aanraking komen met kunst en cultuur,raken ze hiermee vertrouwd en verrijken zo hun kennis en vaardigheden. Bovendien heeft het een positieve uitwerking op het algemene schoolklimaat. Voor tekenen en handvaardigheid werken we met de methode Uit de kunst. Hierbij staat het creatieve proces centraal. Voor muziek hebben we een vakleerkracht:Mevr. Annemarie Schoenmaker. Zij geeft iedere week les aan de kinderen uit de gr. 3 t/m 8, gr. 5 krijgt ook blokfluitles. Naast muziek is er ook aandacht voor dans. Neede beschikt over een culturele commissie die om het jaar een theatervoorstelling voor alle kinderen organiseert. Het jaar erna organiseren we zelf een activiteit. Hierbij kinnen we gebruik maken van het aanbod van de muziekschool De Triangel. Te denken valt bijv. aan het inhuren van een kunstenaar die ons begeleidt bij een kunstweek rondom een thema. Ook kunnen we gebruik maken van het aanbod van de plaatselijke bibliotheek bijv. n.a.v. de Kinderboekenweek (themakisten) Iedere zes weken gaan de groepen 1 t/m 8 naar de bieb om boeken te lenen. Op school besteden we ook aandacht aan literatuur d.m.v. gedichten,verhalen vertellen,schrijven en lezen. Ook zijn er contacten met de stichting EDU-ART . 3.3.3.2. Sociaal-Emotionele Ontwikkeling De sociaal-emotionele vorming van de kinderen vinden wij een belangrijk onderdeel van de vorming van de kinderen. Wij vinden dat de ontwikkeling niet alleen een taak voor thuis is, maar ook een schooltaak. In alle groepen wordt aandacht besteed aan sociaal-emotionele vorming d.m.v. de methode ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’. Wat is sociale competentie. Sociale competentie is het vermogen om op een adequate manier sociaal en emotioneel te functioneren. Met adequaat bedoelen we dat iemand in zijn handelen een balans vindt tussen handelen uit eigen belang en handelen met het oog op de belangen van een ander, binnen de maatschappij waarin hij/zij leeft. Een kind is sociaal competent als het zowel rekening houdt met zijn eigen belangen als met die van een ander en wanneer hij dit doet volgens de waarden en normen die in zijn samenleving gelden. Hiervoor heeft een kind sociale kennis, vaardigheden en houdingen nodig. De methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ bestaat uit acht gedragscategorieën: 1. Ervaringen opdoen Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 10 -
2011-2012
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Aardig doen Samen spelen en werken Een taak uitvoeren Jezelf presenteren Een keuze maken Opkomen voor jezelf Omgaan met ruzie
Per categorie hebben we drie gereedschappen: 1. Kennis = Wat moet je weten voor het vertonen van sociaal competent gedrag. 2. Vaardigheden = Wat moet je kunnen om dat gedrag te tonen. 3. Houding = Wat moet je willen om dat gedrag te laten zien. De gereedschappen die een kind gebruikt zijn afhankelijk van zijn leeftijd. Gebruik van de gereedschappen in drie dimensies 1. Waarden en normen 2. Gevoelens van jezelf en de ander 3. Beeld van jezelf en de ander De drie dimensies zijn persoonlijke inkleuringen, met die inkleuringen beïnvloed je de kennis, vaardigheden en houdingen. 3.3.3.3 Lichamelijke Oefening en zwemmen In groep 1 en 2 wordt iedere dag aandacht besteed aan spel en beweging. De groepen 3, 6, 7 en 8 hebben ieder week twee gymlessen in de sporthal aan de Oranjelaan. De groepen 4 en 5 éénmaal per week. De tweede bewegingsles van beide groepen is zwemonderwijs in het Spilbroekbad. Zij gaan daar per fiets naar toe onder begeleiding van een leerkracht en ouder. Daar krijgen zij een half uur “zwemles”. Deze lessen zijn in eerste instantie bedoeld om de zwemcapaciteiten van de kinderen te verbeteren. Deze lessen komen in plaats van een gymles. De gymlessen worden gegeven aan de hand van de nieuwe methode Bewegingslessen basisonderwijs van Van Gelder en Stroes. Zo is er een planmatige opbouw van de lesstof en komen alle ‘beweeggebieden’ aan bod. De gym- en zwemtijden zijn als volgt: Op maandag hebben de groepen 3, 6 en 7-8 gym. Op vrijdag hebben de groepen 3 t/m 8 gym. Voor de gym hebben de kinderen gymkleding en goed schoeisel nodig met witte zolen. De gymkleding van de kleuters moeten in een stoffen tas zitten, dit kan een gympakje, maar ook korte broek en t-shirt zijn en de gymschoenen. Het is een afspraak op de Kardinaal Alfrinkschool dat alle kinderen (vanaf groep 4) zich na het gymmen douchen. Dit in verband met de hygiëne! Vergeet dus niet uw kind een handdoek mee te geven. Op maandagochtend hebben groepen 4 en 5 les in het zwembad ‘Het Spilbroek’. Groep 4: 10.45 uur – 11.15 uur Groep 5: 11.15 uur – 11.45 uur (kinderen zijn rond 12.15 uur terug bij school) 3.3.3.4 Actief Burgerschap en sociale integratie Artikel 8 lid 3 WPO geeft aan: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Ieder mens heeft de behoefte zich te binden. Om psychologische, sociale en materiële redenen gaan mensen deel uitmaken van gemeenschappen. In een gemeenschap worden visies gedeeld en identiteiten ontwikkeld. Een gemeenschap kan meer of minder gebaseerd zijn op één visie. Levensbeschouwelijke gemeenschappen kenmerken zich door een sterke verbondenheid van mensen met de visie van die gemeenschap. Het zich binden aan een gemeenschap is belangrijk voor de psychosociale ontwikkeling van mensen. In een gemeenschap, ook de school is een gemeenschap, kunnen leerlingen veel burgerschapcompetenties en houdingen ontwikkelen. Ze kunnen in school reflecteren op de burgerschapsvorming in andere gemeenschappen. De school is een oefenplaats voor goed burgerschap en sociale integratie. In de groep, op het schoolplein krijgt de leerling te maken met processen, gedragingen en gebeurtenissen die ook voorkomen in de ‘echte’ samenleving. Op school wordt de leerling gestimuleerd voor zijn mening uit te Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 11 -
2011-2012
komen en respect te hebben voor mensen die anders zijn. Hij kan zijn sociale competenties verder ontwikkelen, wordt zich bewust van zijn sociale rechten en plichten en kan meedenken en meebeslissen. De school is voor de leerling een venster op de samenleving. Sociale integratie is gebaat bij de menselijke schaal en een nadruk op de mogelijkheden die een school heeft. Het ligt daarbij voor de hand om de invloedssfeer van de school als uitgangspunt te nemen. Allereerst is dat alles wat zich in de school afspeelt. Daarnaast is de betrokkenheid van ouders van belang. Nog iets verder verwijderd van de invloedssfeer is de directe omgeving van de school. De ontwikkeling van burgerschap komt tijdens diverse lessen aan de orde in alle groepen van de school. Denk hierbij aan de vakgebieden levensbeschouwing (Hemel & Aarde), geschiedenis, aardrijkskunde, biologie en de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’. Ook schooltv-uitzendingen geven een bijdrage aan de ontwikkeling van burgerschap. 3.3.3.5 De methoden die wij gebruiken Vakgebied: Rekenen Taal Taal/Lezen groep 3 Begrijpend en studerend lezen Voortgezet technisch lezen Spelling Schrijven Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs Verkeer Engels Catechese / Levensbeschouwing Sociaal Emotionele Ontwikkeling Muziek Bewegingsonderwijs 3.4
Methode / materiaal: De Wereld in Getallen Taal actief e Veilig Leren Lezen 2 maanversie Goed Gelezen en Nieuwsbegrip Estafette Taal actief Spelling Pennenstreken Meander Brandaan Naut Op voeten en fietsen ( 3vo ) Hello World Twins Talk en Film Friend Hemel & Aarde Kinderen en hun sociale talenten Muziek op de basisschool en eigen ideeën Basislessen bewegingsonderwijs versie 2009
Feesten en vieringen
3.4.1 Sinterklaas Het Sinterklaasfeest wordt dit jaar op vrijdag 2 december gevierd. De kinderen van groep 1 tot en met 4 krijgen door de Goedheiligman van de OR een presentje aangeboden. De kinderen van de overige groepen krijgen een financiële bijdrage van de OR om voor elkaar presentjes en surprises te maken. Nadere informatie krijgt u te zijner tijd. 3.4.2 Kerst 3.4.2.1 Advent Tijdens de vier weken voorafgaand aan Kerstmis komen alle leerlingen en leerkrachten 1 x per week in de speelzaal bij elkaar om de voorbereiding op het kerstfeest met elkaar te vieren. Centraal binnen de vieringen staat het ontsteken van een adventskaars op de adventskrans, met lied en gebed. 3.4.2.2 Kerstknutselochtend Elk jaar wordt er, in de laatste week voor de kerstvakantie, een Kerstknutselochtend georganiseerd. De kinderen gaan in verschillende groepen knutselwerkjes maken, die met kerst te maken hebben. Denk hierbij aan het maken van kerstbakjes, kerstkaarten, etc. Ouders helpen eventueel hierbij. 3.4.2.3 Kerstviering Jaarlijks verzorgen de OR en het team een kerstviering. De kinderen komen ’s avonds naar school, waar samen met de leerkracht een maaltijd genuttigd wordt. Tijdens deze avond wordt er ook stilgestaan bij het kerstverhaal. Voor de ouders wordt er aan het einde van de viering een gezellig samenzijn op het schoolplein, bij slecht weer binnen, georganiseerd. Waarna zij de kinderen mee naar huis kunnen nemen. 3.4.4 Carnaval Ieder jaar wordt er op school carnaval gevierd. Het programma ieder jaar verschillend. Het kan worden afgewisseld door disco, spelletjes en polonaise! Dat gebeurt onder leiding van onze eigen Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 12 -
2011-2012
schoolprins en –prinses. Zij worden jaarlijks gekozen door de kinderen van groep 8. Het carnaval vieren wij in de gymzaal aan de Oranjelaan waar ook de prins, de adjudant en de dansmarietjes van het NCG de Vlearmuze het feest met ons meevieren. 3.4.5 Paasactiviteiten Pasen wordt bij ons op school verzorgd door de raadscommissie. Deze commissie bestaat uit leerkrachten en OR-leden. Voorafgaand aan Pasen wordt de school versierd in paassfeer, waar de kinderen een belangrijk aandeel in hebben. Ook wordt in overleg met de parochie een doel gekozen voor de vastenactie. Hier worden op school ook enkele lessen aan besteed, waaronder door de pastor, die de school dan bezoekt. Op Witte Donderdag gaan we met alle klassen naar de kerk om daar de Witte Donderdagviering mee te maken. Na de viering eten we op school gezamenlijk brood. De middag bestaat uit het doen van spelletjes die met Pasen te maken hebben zoals het zoeken van eieren. 3.4.6 Verjaardagen Als een kind jarig is, wil het meestal op school trakteren en dat kan natuurlijk. We hopen, dat u met de onderstaande afspraken rekening wilt houden: 1. Er wordt alleen in de eigen groep getrakteerd. Als het kind wil mag het de klassen rondgaan voor felicitaties van de overige leerkrachten. Ouders van kinderen t/m groep 3 mogen tijdens groep 3 hierbij aanwezig zijn. 2. Er mogen geen cadeautjes bij de traktaties worden toegevoegd! Misschien kunt u bij het trakteren rekening houden met een alternatief voor kinderen die allergisch zijn voor bepaalde voedingsmiddelen. Dit is bij de leerkracht na te vragen. 3.4.7 Verjaardagen van de leerkrachten De leerkracht geeft zelf aan wanneer zij de verjaardag houdt. De kinderen zijn “vrij” in wat ze kopen, of maken. Dit kan een gezamenlijk cadeau zijn van de klas, maar het kan ook een eigen cadeau zijn. 3.4.8 Wensjes Niet alleen aan de verjaardagen van de kinderen en de leerkrachten wordt aandacht besteed, maar ook aan die van hun vader en moeder. Als uw kind ter gelegenheid van deze feesten een wensje wil maken, dan kan dat. Voor gr. 1-2 kunt u tijdens de informatieavond in september de verjaardagen aangeven. 3.5
Schoolse activiteiten.
3.5.1 Sponsorloop De sponsorloop is een activiteit die om het jaar plaatsvindt. Voor dit jaar staat het op de planning. De datum is nog niet bekend. De kinderen lopen, skeeleren of skelteren 10 rondjes en krijgen daarvoor een bijdrage van mensen met wie ze voor aanvang van de activiteit een afspraak hebben gemaakt. Het geld dat opgehaald wordt komt ten goede aan twee doelen. Eén doel binnen school en een actueel doel. 3.5.2 Sportweek Dit is een activiteit die opgezet is voor alle “Needse” basisscholen. Dit jaar is de sportweek gepland van 13 t/m 17 september voor de groepen 3 t/m 8. Kinderen maken kennis met verschillende sporten in verschillende schooljaren. Per groep doen ze twee middagen mee, waarbij zij begeleid worden door de leerkracht, ouders en instructeur. 3.5.3 Toneelactiviteiten Twee keer per jaar wordt er een toneelactiviteit georganiseerd. Dit houdt in dat de kinderen op school activiteiten instuderen. Deze worden vertoond op de toneeldag. Hierbij zijn ouders, (oppas, opa’s en oma’s) van harte uitgenodigd. Van deze activiteiten worden foto’s gemaakt door de fotocommissie, deze zijn op een later tijdstip bij te bestellen. U mag dus zelf geen opnamen maken! Dit om de kinderen niet onnodig af te leiden. 3.5.4 Schoolreisjes Ieder jaar gaan alle kinderen op schoolreisje. Meestal gaan de groepen 0-1-2, de groepen 3-4 en de groepen 5-6-7 samen op pad. Ieder jaar is het weer een verrassing waar de kinderen heen zullen gaan. We proberen dit zo leuk en gevarieerd mogelijk aan te bieden.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 13 -
2011-2012
3.5.5 Schoolverlaterskamp en eindmusical groep 8 Deze twee activiteiten horen echt bij groep 8. Begin juni gaat groep 8 onder begeleiding van een aantal leerkrachten 4 dagen op kamp. De laatste jaren is dit de locatie Stayokay te Gorssel. Of dat dit jaar weer is, blijft nog een verrassing. De musical vindt plaats in de laatste week op dinsdag voor de grote vakantie. ’s Middags is er een voorstelling voor alle kinderen van de school en ’s avonds is er een voorstelling voor genodigden. 3.5.6 Excursies Iedere groep heeft de mogelijkheid om zich in te schrijven voor een aantal excursies. Welke en waar dat bepaald de groepsleerkracht zelf. Hierbij wordt rekening gehouden met lesstof, seizoenen en vrije keuze. 3.5.7 Barbecue De één na laatste vrijdag voor de zomervakantie wordt er een gezellige barbecue georganiseerd door de ouderraad. Deze is bedoeld om het jaar onder het genot van een hapje en een drankje af te sluiten. De start is rond 18.00 uur. Eindtijd is 23.00 uur. De kinderen krijgen een bon waarop staat aangegeven wat ze kunnen halen. Ouders kunnen betalen met “kardinaaltjes”. Dit zijn gele munten die worden verkocht op de avond zelf. Ze blijven natuurlijk ieder jaar geldig. 3.5.8 Activiteiten vanuit de ouders georganiseerd Een aantal activiteiten worden georganiseerd ‘buiten’ school om. De verantwoordelijkheid ligt dan bij de groep ouders die de activiteit organiseren, zoals de avondvierdaagse en de deelname aan de carnavalsoptocht. 3.6
Overige zaken.
3.6.1. Eten en drinken De kinderen mogen ’s morgens eten en drinken meenemen voor in de pauze. Zorgt u ervoor dat uw kind gezonde voeding meeneemt, dus geen koeken met chocolade, snoep en dergelijke. Wij zien graag drinken in een beker, zodat onze ‘afvalberg’ niet zo hoog wordt. 3.6.2 Schoolmaterialen De kinderen mogen vanaf groep 3 een eigen etui meenemen. Hebben ze deze niet, dan krijgen ze een etui van school. In het etui mogen alleen materialen van school zitten, zoals gum, vulpen en potlood. In groep 3,5 en 7 krijgen de kinderen een nieuwe vulpen. Gaat de vulpen door eigen toedoen tussentijds stuk, dan moet een nieuwe vulpen voor eigen rekening aangeschaft worden. Kosten € 5,-. 3.6.3 Oud-papier en kleding inzameling Wij zamelen oud papier in. De opbrengst wordt gebruikt om wat extra zaken te kunnen bekostigen. Eens in de zes weken staat er een container op de parkeerplaats bij de school. Op de Infokalender en het Alfrink Journaal kunt u zien wanneer dat het geval is. Twee keer per jaar wordt er kleding en oud ijzer ingezameld. De opbrengst hiervan is ook voor de school. Op de Infokalender en/of via het Alfrink Journaal krijgt u hierover nadere informatie. 3.6.4 Kleding: gevonden of verloren Het is handig om in de kleding van de kinderen een naam of merkteken te maken. Vaak gebeurt het dat er kleding of schoeisel blijft liggen. We kunnen dan makkelijker de eigenaar opsporen. Het is wel de bedoeling dat de leerlingen van groep 3 t/m 8 hun gym- en zwemkleding op dezelfde dag meenemen naar school en naar huis. In de overblijfruimte staat een rode krat, hierin kunt u kijken als u wat kwijt bent. De gevonden kleding die niet wordt opgehaald gaat naar verloop van tijd naar de kledingactie. 3.6.5 Hoofdluis Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kunnen deze vervelende diertjes gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is, ongewild, een dergelijke plaats. Wij zijn van mening dat zowel school als ouders verantwoordelijkheid dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding van hoofdluis zoveel mogelijk wordt beperkt. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen. Om het hoofdluisprobleem systematisch aan te pakken hebben wij een werkgroep. Deze werkgroep heeft als Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 14 -
2011-2012
taak om op een aantal vaste tijdstippen, ± 5 keer per jaar alle leerlingen op school te controleren op hoofdluis. Ouders dienen eenmalig, schriftelijk toestemming te geven voor dit onderzoek. Wanneer ouders geen toestemming geven voor dit onderzoek, worden zij verzocht zelf hun kind(eren) te controleren. Tevens kan de werkgroep extra ingeschakeld worden in periodes dat het hoofdluisprobleem weer wat actiever is. 3.6.6 Sponsoring Ten aanzien van sponsoring hanteren wij de volgende uitgangspunten: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van de leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid van het onderwijs, de school en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die onze school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsorgelden. De school voert een terughoudend beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiele of geldelijke bijdragen (sponsoring) om hun onderwijs vorm te kunnen geven. Mochten er in het kader van dit onderdeel financiële middelen binnenkomen zullen ze te allen tijde worden opgenomen in de boekhouding van de school en zullen uitgaven ervan op dezelfde manier verantwoord worden als met de geoormerkte financiële middelen. 3.6.7 Fietsen naar school Hoewel het fietsen naar school voor elk kind vrij is, verzoeken wij de kinderen die op loopafstand wonen niet met de fiets te komen. Onze stallingruimte is beperkt. Op de speelplaats, de oprit en uiteraard op de stoep mag niet worden gefietst. In verband met de speelruimte moeten de fietsen in de stalling geplaatst worden. Voor hier opgetreden schade, bijvoorbeeld omgevallen fietsen, is de school niet aansprakelijk. 3.6.8 Kleding Kinderen van groep 0-1-2 nemen aan het begin van het schooljaar gymschoenen mee (bij voorkeur met klittenband), voorzien van naam. De stoffen gymtassen blijven het hele jaar op school hangen (inclusief de gymschoenen). Gymkleding kunt u in de vakanties thuis wassen. Voor de kinderen van de groepen 3 t/m 8 wijzen wij u op het volgende: zorg ervoor, dat kinderen hun naam in gymkleding, zwemkleding, jassen en laarzen hebben staan. Op dagen dat de kinderen gym of zwemmen hebben, stellen we het op prijs dat de kinderen gemakkelijke kleding dragen, anders gaat er zoveel tijd verloren bij het aan- en uitkleden. Horloges, ringen e.d. dan graag thuis laten daar deze snel vergeten worden of zoek raken. Hiervoor dragen wij geen verantwoording. 3.6. 9 Jeugdbladen Aan het begin van het schooljaar krijgt u folders mee voor verschillende jeugdtijdschriften. Wanneer u voor uw kind een abonnement wilt, kunt u het formulier invullen en inleveren bij de groepsleerkracht. Voelt u zich niet verplicht een tijdschrift te nemen, u bent vrij in uw keuze! Eenmaal per jaar wordt u de mogelijkheid geboden een pakket leesboeken te kopen uit de Lijsterserie. 3.6.10 Wegbrengen en ophalen van uw kind In verband met de veiligheid van uw kind willen wij u vragen uw auto niet te stoppen en te parkeren voor de schooluitgang. Wij hanteren de rijrichting Wolfersweg-Koordsteeg. Hierdoor wordt tweerichtingsverkeer voorkomen. U kunt uw auto kwijt in de parkeerhavens aan de Meijersweg, Koordsteeg, of de Wolfersweg (zie ook 11.2). 3.6.11 Kerst- en eindejaarswensen Om te voorkomen dat kinderen allemaal kaarten en dergelijke meenemen naar school mogen ze een kerstwens opschrijven. Er hangt in school een grote “wensboom” waar iedereen iets op mag schrijven. Zo hoeven ze geen kerstkaarten uit te delen, maar is de wens voor iedereen.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 15 -
2011-2012
3.6.12 Uitnodigingen kinderfeestjes Kinderen mogen op school geen uitnodigingen uitdelen voor kinderfeestjes. Dit mogen ze wel na schooltijd doen bij de poort, maar niet binnen school! Dit om teleurstellingen bij de niet-genodigden te voorkomen. 3.6.13 Wat te doen bij een besmettelijk ziekte Het komt gelukkig niet vaak voor, maar soms krijgen wij te maken met besmettelijke ziekten. Voor informatie verwijzen wij naar de bijlage 11.1. 3.6.14 Wat te doen bij een ongeval/ziekte tijdens schooltijd e Op de 1 plaats proberen wij de ouders/verzorgers te bereiken. Mochten wij echter geen contact krijgen en vinden het raadplegen van een arts noodzakelijk, dan nemen wij zelf contact op met de arts.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 16 -
2011-2012
4. De zorg voor kinderen. Er zijn op elke school kinderen die binnen de reguliere lespraktijk onvoldoende mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen. Het gaat daarbij niet alleen om leerlingen voor wie de ‘gewone’ lesstof te moeilijk is of te snel gaat, en die daardoor soms ook sociaal emotioneel in de problemen dreigen te komen, maar ook om leerlingen die aan de reguliere lesstof ‘niet genoeg hebben’ of voor wie het tempo veel te laag ligt (de zogenaamde meerbegaafde kinderen) en die als gevolg daarvan, omdat ze te weinig worden uitgedaagd, ook sociaal emotioneel in moeilijkheden kunnen raken. Als we het over dergelijke kinderen hebben, spreken we over zorgleerlingen. Daarmee wil niet gezegd zijn dat er voor de andere leerlingen geen zorg zou zijn. Het gaat in dit geval echter om kinderen die meer aandacht en zorg nodig hebben dan andere. 4.1 Weer Samen Naar School Onze school behoort tot het samenwerkingsverband: Berkeldal. Het bestaat uit 43 deelnemende basisscholen, 1 speciale school voor basisonderwijs en 14 schoolbesturen. Wij zijn van mening dat in principe alle leerlingen van 4 t/m 12 jaar op onze school thuishoren. Er kan zich echter een belemmering voordoen waardoor niet ieder kind die aandacht kan krijgen die het nodig heeft. Het kan voorkomen dat het ontbreekt aan bepaalde deskundigheden op psychologisch, medisch of maatschappelijk terrein. Soms ontbreekt het ons ook aan specifieke hulpmiddelen om een kind goed op te kunnen vangen. Op de basisscholen die aangesloten zijn bij dit samenwerkingsverband wordt gewerkt met vijf niveaus van zorgstructuur:
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 17 -
2011-2012
4.2 Het leerling- en onderwijs volgsysteem Natuurlijk weet elke leerkracht welke kinderen in zijn of haar groep problemen hebben. Om echter meer en beter inzicht te krijgen in hoe de ontwikkeling van de kinderen in elke groep verloopt, is meer nodig dan alleen een indruk van de groepsleerkracht(en). Daartoe dient in de allereerste plaats het Leerling- en Onderwijs Volg Systeem (LOVS). Dit volgsysteem is de systematische wijze waarop de vorderingen van de leerling gedurende zijn gehele schoolloopbaan worden gemeten en geregistreerd. Het doel van het leerlingvolgsysteem is drieledig: 1. De ontwikkelingen en vorderingen worden systematisch geregistreerd en in beeld gebracht, zodat elke leerkracht zich een beeld kan vormen van de leerling. (Vooral ook de leerkracht die een volgend schooljaar de kinderen krijgt); 2. Wanneer zich eventuele problemen voordoen, worden deze met behulp van het LOVS sneller en duidelijker gesignaleerd, zodat eerder maatregelen genomen kunnen worden. 3. Ook voor andere instanties (bijvoorbeeld externe hulpverleners, voortgezet onderwijs) is een dossier voorhanden waarin de leerling voor wat betreft zijn vorderingen en ontwikkeling ‘in kaart is gebracht’. Het LOVS maakt gebruik van een aantal gestandaardiseerde methodeonafhankelijke toetsen. (gestandaardiseerd wil zeggen dat de toetsen zodanig zijn samengesteld dat de resultaten voor een uitleg vatbaar zijn, methodeonafhankelijk betekent dat de toetsen niet zijn opgenomen in een op school in gebruikzijnde methode). 1. Rekenen: Toets voor kleuters dat twee keer per jaar wordt afgenomen. Met behulp van deze toets worden de rekenvaardigheden geregistreerd. 2. Taal: Ook dit is een toets voor kleuters met behulp waarvan taalvaardigheden worden geregistreerd. Ook deze toets wordt twee keer per jaar afgenomen. 3. Technisch lezen. In de groepen 3, 4 en 5 wordt deze toets twee keer per jaar klassikaal afgenomen. Het brengt de technische leesvaardigheid van uw kind in beeld. De vaardigheid kan worden uitgedrukt in een vaardigheidsniveau (I tot en met V) en in een AVI-niveau (AVIstart tot en met AVI-plus). 4. AVI en DMT: De Drie Minuten Test (DMT) wordt afgenomen bij de kinderen die uitval vertonen bij de technisch lezen toets. Een analyse van de technische leesvaardigheid is dan noodzakelijk. Ditzelfde geldt voor de afname van de AVI-toetsen. Beide toetsen worden dus incidenteel, dus niet standaard op elk afnamemoment, en alleen bij bepaalde leerlingen afgenomen. 5. Schaal vorderingen in spellingvaardigheid: Twee toetsmomenten om de spellingsvaardigheid van kinderen in groep 3 t/m 8 te toetsen. 6. Begrijpend lezen: Hierin staat niet de technische leesvaardigheid centraal, maar de vraag in hoeverre kinderen een gelezen tekst ook begrijpen. 7. Woordenschat: Twee toetsmomenten om de spellingsvaardigheid van kinderen in groep 3 t/m 6 te toetsen. Deze toets wordt de komende jaren uitgebreid tot aan groep 8. 8. Rekenen en wiskunde: Toets geeft inzicht in de onderdelen getallen & bewerking en meten, tijd & geld. Ook op sociaal-emotioneel gebied worden de leerlingen gevolgd. Dit doen we door middel van het invullen van de vragenlijsten van SCOL. Twee keer per jaar vullen de leerkrachten voor elk kind een vragenlijst in op de computer. De leerlingen van groep 5 t/m 8 vullen eveneens twee keer per jaar een vragenlijst voor zichzelf in op de computer. Met deze gegevens verkrijgen we dan een goed beeld, zowel op individueel- als op groepsniveau. Daarnaast maken wij gebruik van de methode “Kinderen en hun sociale talenten”. De thema’s van deze methode corresponderen met de probleemgebieden van SCOL, zodat de methode zowel preventief als bij signalering kan worden ingezet. Overige toetsen die nog afgenomen worden zijn de Entreetoets aan het eind van groep 7, en de bekende Eindtoets in februari groep 8. Deze beide toetsen vallen echter buiten het kader van het LOVS. De gegevens die het LOVS oplevert, bewaart de groepsleerkracht in de groepsmap, die aan het eind van het jaar mee gaat naar de volgende klas. Ook de interne begeleider bewaart de toetsgegevens centraal. Van de kinderen die op school zitten worden deze gegevens bewaard in de dossierkast. Ouders mogen het dossier van hun kind, op afspraak met de interne begeleider, inzien. Gegevens van oud-leerlingen worden nog vijf jaar bewaard nadat het kind de school heeft verlaten. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 18 -
2011-2012
De uitslagen worden onderverdeeld in I-II-III-IV-V scores. Ze zijn van grote betekenis voor het al dan niet verlenen van extra hulp. De uitslagen worden in de computer opgeslagen. De verrichtingen van ieder kind en de groep kunnen zodoende op langere termijn worden gevolgd. De individuele resultaten worden door de IB-er en de leerkracht besproken en zo nodig in de teamvergadering aan de orde gesteld. De uitkomsten worden tevens gebruikt om ons onderwijs te evalueren. Zo nodig wordt het onderwijs, groepsgewijs of individueel bijgesteld. 4.3 De Interne Begeleider De Interne Begeleider (IB-er) is de leerkracht die binnen de school belast is met de coördinatie van de leerlingenzorg. Zij beheert de leerlingendossiers, bewaakt het proces van het LOVS, neemt initiatieven met betrekking tot gesprekken met externe deskundigen en leidt de leerling-besprekingen. De IB-er heeft een veelomvattende taak, waarvoor op onze school een leerkracht een hele donderdag heeft vrij geroosterd, te weten: Bianca Kiffen. Wanneer een leerling tijdens een leerling-bespreking aan de orde is geweest, worden indien nodig de ouders benaderd door de IB-er of door de leerkracht. De IB-er is ook bij een gesprek met de ouders aanwezig. De Interne Begeleider zal zich in de toekomst steeds meer gaan richten op het coachen van leerkrachten, zodat die een groter deel van de zorg zelf vorm kunnen geven binnen de eigen groep. Daarnaast is de IB-er degene die contacten onderhoudt met allerlei externe hulpverlenerinstanties. 4.4 De Leerling-bespreking, intervisie en consultatie Periodiek wordt er onder leiding van de IB-er een leerling-bespreking gehouden. Alle kinderen komen tijdens dit gesprek, tussen leerkracht en IB-er, aan bod. Wanneer er toetsen in het kader van het LOVS zijn afgenomen, dan worden de resultaten daarvan bekeken door de Interne Begeleider. Zij kan naar aanleiding hiervan besluiten om leerkrachten uit te nodigen op de consultatie om leerlingen te bespreken. Ook de leerkrachten kunnen tijdens deze wekelijkse consultatie leerlingen ‘inbrengen’ indien zij dat noodzakelijk achten. Dan zijn er nog vijf tot zes keer per jaar intervisie bijeenkomsten met alle leerkrachten. Leerkrachten kunnen tijdens deze bijeenkomst hun zorg uitspreken over hele diverse zaken. Samen wordt er dan gekeken naar oplossingen en/of ondersteuningsmogelijkheden. Wanneer een leerling tijdens één van deze drie contactmomenten is besproken, zal er meestal door de groepsleerkracht een afspraak worden gemaakt met de ouders. Bij dit gesprek zal als regel ook de Interne Begeleider aanwezig zijn. In dit gesprek wordt aan de ouders meegedeeld waarom er zorg bestaat, wat er besproken is, en wat de school voorstelt om aan het probleem te gaan doen en wat daarbij van de ouders verwacht wordt. Ook kan het gevolg zijn dat de interne begeleider de leerling bespreekt met een extern deskundige voor extra informatie of om een nader onderzoek te doen plaatsvinden. Van alle besprekingen die deze procedure vergt, wordt telkens een verslag gemaakt, dat in in het (digitale) dossier van het desbetreffende kind wordt gevoegd. Het beheer van de dossiers berust bij de Interne Begeleider. Als regel krijgen ook de ouders een exemplaar van de verslagen, maar dat is niet altijd het geval. 4.5 Extra Zorg Van alle leerlingen die onvoldoende scoren op een toets van het LOVS wordt met regel een individueel- of een groepshandelingsplan geschreven. Daarin wordt naast de probleemanalyse ook beschreven hoe en wat de leerkracht aan extra zorg en aandacht geeft in de groep. Deze extra zorg wordt gegeven gedurende een periode van 6 tot 8 weken. Hierna wordt gekeken of het handelingsplan verlengt, bijgesteld of afgerond kan worden. 4.6 Speciale Zorg Het is ook mogelijk dat de problemen dermate ernstig of complex zijn, dat de groepsleerkracht daar binnen de groep onvoldoende op kan inspelen, omdat dit ten koste zou gaan van de rest van de groep, of dat het de mogelijkheden en de deskundigheid van de groepsleerkracht te boven gaat. De mogelijkheid bestaat dat de groepsleerkracht begeleiding krijgt van een externe deskundige (als regel van de Schoolbegeleidingsdienst of van een School voor Speciaal Basisonderwijs, maar er zijn ook andere mogelijkheden, afhankelijk van de aard en/of ernst van het probleem). Zo´n Ambulante begeleider of Collegiale Consulent gaat meestal niet met de leerling aan het werk, maar voorziet de Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 19 -
2011-2012
groepsleerkracht van adviezen. We spreken in dit geval van Speciale Interne Zorg. Voor deze vormen van speciale zorg moet uitdrukkelijk door de ouders toestemming worden gegeven. 4.7 Remedial Teacher De Remedial Teacher (een goed Nederlands woord bestaat er niet voor) of RT-er, is een leerkracht die een speciale opleiding heeft gevolgd om kinderen met ernstige en complexe problemen op cognitief (=leer-) gebied of sociaal emotioneel te helpen. Wij creëren tijd voor de individuele leerling, door met de taakbrief te werken. Op het moment van taakwerk werken alle kinderen zelfstandig of overleggen samen. De leerkracht heeft op dat moment de handen vrij om individuele kinderen, of groepjes kinderen, extra aandacht te geven. Van te voren wordt er (in overleg met de IB-er) een handelingsplan gemaakt, waarin duidelijk wordt beschreven wat er wordt verwacht van de groepsleerkracht (die op dat moment dus RT-er is) en de ouders. Voordat de leerkracht met dit handelingsplan aan het werk gaat, wordt het eerst met de ouders besproken. Als regel wordt ervan uitgegaan dat deze speciale zorg intern wordt gegeven gedurende een periode van ongeveer zes weken tot acht weken, maar het kan ook langer duren. Het handelingplan wordt dan verlengd en/of aangepast. 4.8 Speciale Zorg Extern Het kan voorkomen dat de problemen met een leerling dermate ernstig zijn dat zij de mogelijkheden die de basisschool heeft om dit kind nog te helpen, te boven gaan. Het kan bijvoorbeeld zijn dat het kind zeer specialistische hulp nodig heeft die op de basisschool niet voorhanden is, of dat de speciale zorg die de leerling nodig heeft een dusdanige claim legt op de groepsleerkracht, dat hij of zij onvoldoende meer in staat zou zijn om ook de rest van de groep voldoende aandacht te geven. In zo´n geval kan een procedure worden gestart om de leerling te verwijzen naar de SBO of het SO. De SBO is de school voor Speciaal Basisonderwijs, vroeger de LOM of MLK geheten. Onder SO verstaan we een aantal andere vormen van speciaal onderwijs, zoals ZMLK, ZMOK, school voor kinderen met ernstige spraak/taalstoornissen enzovoort. Wanneer de school het vermoeden heeft dat het kind binnen het reguliere basisonderwijs niet voldoende geholpen kan worden, zal de leerling door de ouders worden aangemeld bij een commissie die een beslissing neemt op welke vorm van speciaal onderwijs de leerling is aangewezen. Wanneer een school denkt dat een SBO de beste plaats is, dan wordt het kind aangemeld bij het ZAT van het samenwerkingsverband, waarvan de basisschool en de speciale basisschool deel uitmaken. 4.9 Zorgplatform ZAT Een stapje verder in de Zorgroute kan door school of ouders advies gevraagd worden aan het ZORGen ADVIESTEAM (ZAT). Het ZAT is een bovenschools adviesteam waar alle scholen gebruik van kunnen maken. Het ZAT wordt ingeschakeld als er vragen zijn over het functioneren van het kind binnen de school- en / of thuissituatie. Met alle betrokkenen wordt gekeken naar de onderwijs- en begeleidingsbehoeften van het kind én de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht en de ouders om zo gezamenlijk tot een passend onderwijszorgarrangement te komen. Het ZAT bestaat uit meerdere teamleden, afkomstig uit verschillende disciplines: - een jeugdverpleegkundige GGD - een maatschappelijk werkster/schakelfunctionaris - een ontwikkelingspsycholoog - een medewerker van Bureau Jeugdzorg - een deskundige op het gebied van het basisonderwijs - een deskundige op het gebied van het speciaal basisonderwijs - een deskundige op het gebied van het speciaal onderwijs - medewerkers van WSNS Berkeldal Afhankelijk van de vraagstelling nemen bovenstaande personen deel aan de ZAT-bespreking. Ouders en school worden altijd uitgenodigd om bij de bespreking aanwezig te zijn. Het ZAT komt op 10 vaste momenten per jaar bij elkaar. Indien gewenst, wordt een ZAT-bespreking op maat gearrangeerd. Het ZAT is een zorgadviesteam waar ook bredere problematiek wordt besproken en de wettelijk verplichte aansluiting met Jeugdzorg wordt gemaakt. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 20 -
2011-2012
Wat is de werkwijze van het ZAT? Scholen kunnen dus mailen met hun vragen of bellen op donderdag. Het brede ZAT vergadert eenmaal per maand op donderdagmorgen. Een keer in de twee weken is er zonodig een “ smalle” bespreking voor de kinderen die niet in het multidisciplinaire team besproken hoeven te worden. De voorzitter en de vertegenwoordiger van het SBO maken in overleg met de betrokken IB-er/ leerkracht/ ouder deze afweging. Daarnaast is er ongeveer vier keer per jaar een Zorg Team op school. Hierbij zijn de collegiale consulent (ZAT), de schoolarts (Jeugdgezondheidszorg), de maatschappelijk werker (Sensire), de IBer en eventueel op uitnodiging, de leerkracht aanwezig. Samen wordt dan besproken wat de beste zorg zal zijn voor het betreffende kind/gezin. Aanmelden bij het ZAT gebeurt altijd door de school in samenspraak met u als ouders. Het ZAT kan zowel leerprestaties, de leerprocessen als de emotionele persoonlijkheid van het betreffende kind onderzoeken. Soms wordt aan andere instanties (RIAGG, het Roessingh) meer specialistisch onderzoek gevraagd. Regelmatig vindt er op school overleg plaats. Bij dit overleg is de groepsleerkracht, de Intern Begeleider en soms de directeur aanwezig. In de meeste gevallen wordt vervolgens een hulpverleningstraject opgezet met een handelingsplan voor het betreffende kind, de groepsleerkracht, de Remedial Teacher en/of de Ambulant Begeleider om aangepast onderwijs te kunnen geven op de eigen school. In enkele gevallen kan een hulpvraag bij het ZAT leiden tot een advies tot plaatsing op een andere basisschool of op een SBO. De plaatsing kan overigens alleen geschieden met de toestemming van de ouders/verzorgers. 4.10 Zorgplan WSNS Het zorgplan is het kerndocument van het samenwerkingsverband Berkeldal. Het beleid van het samenwerkingsverband wordt hierin geformuleerd. De centrale opdracht is het inrichten van een zorgstructuur, waarbij alle leerlingen die zorg krijgen, die ze nodig hebben om een ononderbroken ontwikkelingsproces te kunnen doorlopen. 4.11 Passend Onderwijs Vanaf 2012 geldt voor alle scholen zorgplicht. Dit houdt in dat elke school ieder kind goed en passend onderwijs moet bieden. Passend Onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Het schoolbestuur, Stichting Keender, krijgt de verantwoordelijkheid om voor elke leerling een passend onderwijszorgaanbod te ontwikkelen. Als het bestuur het passende aanbod niet (of niet helemaal) zelf kan bieden, dan wordt met andere besturen en scholen afgestemd wie dat aanbod wel kan bieden. Deze afstemming vindt plaats in de regionale netwerken. Voor ons is dit het WSNS samenwerkingsverband Berkeldal. Om Passend Onderwijs te kunnen bieden hebben voor al haar scholen gekozen voor de invoering van de 1-zorgroute. De 1-zorgroute kan gezien worden als een invulling van Passend Onderwijs. Het houdt in dat er binnen scholen en binnen de regio een uniform en transparant zorgtraject opgebouwd wordt. Centraal in de 1-zorgroute staan de mogelijkheden en talenten van de leerlingen. Het past dan ook helemaal binnen Passend Onderwijs en de zorgplicht. Het biedt leerkrachten, directeuren en Intern Begeleiders steun om planmatig om te gaan met de vaak grote verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen in een groep. Uitgaan van onderwijsbehoeften betekent dat de leerkracht naar de kansen van kinderen kijkt en zo na gaat wat een kind nodig heeft om een volgend doel te bereiken. Dit zgn. handelingsgericht werken biedt de school handvatten om het onderwijs af te stemmen op de eerder genoemde onderwijsbehoefte. 4.12
Leerling Gebonden Financiering / Het “rugzakje”
Met het aanvragen van het zogenaamde rugzakje vragen ouders voor hun kind een plek aan op het speciaal onderwijs van een bepaald cluster. Een positieve beschikking van de CVI (Commissie Van Indicatiestelling) hoeft echter niet te betekenen dat het kind op een SO-school geplaatst moet worden. Daarover beslissen uiteindelijk de ouders. Mochten de ouders besluiten om het kind ondanks een SO beschikking toch naar de basisschool te laten gaan (of op de basisschool te laten blijven), dan kan de basisschool (mist deze de mogelijkheden heeft om dat kind voldoende te begeleiden) een beroep doen op de (Wet op de-) Leerling Gebonden Financiering, om daarmee bepaalde faciliteiten te kunnen ‘inkopen’. De som geld die aan deze maatregel is verbonden, is bij de meeste betrokkenen Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 21 -
2011-2012
bekend als “het Rugzakje”. Hiermee kan de school bijvoorbeeld Ambulante Begeleiding of Collegiale Consultatie ‘inkopen’ bij de SO-cluster, waarna de Indicatie Commissie had verwezen. De Wet op de Expertise Centra (WEC) onderscheidt in dit verband 4 clusters, waarin de speciale scholen worden ingedeeld: Cluster 1 Onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen Cluster 2 Onderwijs aan auditief en/of communicatief gestoorde kinderen Cluster 3 Onderwijs aan geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen Cluster 4 Onderwijs aan kinderen met ernstige gedragsproblemen. Binnen ons Samenwerkingsverband (SWV) Berkeldal willen wij op alle scholen een onderwijsleeromgeving creëren waarin verschillen in kennis, vaardigheden, gedrag en onderwijsbehoeften als vanzelfsprekend worden beschouwd. De leerkracht houdt rekening met de behoeften van alle leerlingen, in het bijzonder van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Dit uitgangspunt impliceert dat in principe kinderen met een handicap toelaatbaar zijn op de scholen binnen het SWV en dus ook op de Kardinaal Alfrinkschool. Mocht toch blijken dat de problemen dusdanig zijn, dat het kind beter af is op het SO dan zal het kind, in overleg met ouders, doorverwezen worden naar de clusterschool waar destijds het “rugzakje” voor is aangevraagd. De besluitvorming/procedure bij de plaatsing van een leerling met specifieke behoeften binnen onze school bestaat uit 7 fasen. Deze 7 fasen geven we hier summier weer. Bij de Interne Begeleider kunt u, indien nodig, de uitgewerkte versie opvragen. Fase 1: Aanmelding Fase 2: Informatie verzamelen Fase 3: Informatie bestuderen Fase 4: Inventarisatie
Fase 5: Overwegingen Fase 6: Besluitvorming Fase 7: Advies
4.13
Aanmelding bij de directie van de school; gesprek, visie van de school, procedures, enz. Gegevens verzamelen bij de huidige school, begeleidingsdienst, MKD, zorgcircuit, medisch circuit, enz. Binnengekomen stukken worden bestudeerd en besproken door Directie, Interne Begeleider, PCL. Eventueel een observatie van het kind in de huidige situatie. Vraag van het kind in samenhang met de mogelijkheden van de onmogelijkheden van de school op pedagogisch, didactisch, leerkrachtvaardigheden, school- en klassenorganisatorisch, materieel en intermenselijk gebied. Mogelijkheden van de school zelf en ondersteuningsmogelijkheden door derden. Het team besluit! Na inventarisatie van de hulpvragen worden deze afgezet tegen de visie van de school en de mogelijkheden om een voldoende onderwijsaanbod te realiseren. Bij plaatsing: Opstellen van een plan van aanpak. Bij niet-plaatsing: een inhoudelijke beargumenteerde onderbouwing door de school. Deze schriftelijke afwijzing wordt aan de ouders en inspectie overhandigd.
Klachtenregeling van WSNS “Berkeldal”.
Deze klachtenregeling is alleen van toepassing op werkzaamheden die al of niet verricht zijn door het ZPF/ZAT uit ons werkgebied. De “Modelklachtenregeling Permanente Commissie Leerlingenzorg” voor ons werkgebied is aangenomen. De letterlijke tekst ligt op de school van uw kind ter inzage, wat nu volgt is een samenvatting op hoofdpunten. Een klacht is meer dan “het er niet mee eens zijn”. Klachten worden meestal rechtstreeks of via bemiddeling, bijv. via de school opgelost. Klachten in dit geval moeten gaan over gedragingen dan wel het nalaten daarvan van de permanente commissie leerlingenzorg. Hierbij kan men denken aan de situatie dat de ZPF/ZAT de ouders niet voldoende gelegenheid heeft gegeven gegevens aan de commissie mee te delen. Er kan niet middels deze procedure geklaagd worden over beslissingen van de ZPF/ZAT over toelaatbaarheid van een leerling tot een speciale school voor basisonderwijs. Deze beslissing valt onder de algemene wet bestuursrecht (AWB). Wanneer kan ik een klacht indienen? Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 22 -
2011-2012
Het mag duidelijk zijn dat als men zich tekort gedaan voelt, er een klacht ingediend kan worden. De vertrouwenspersoon heeft hierin een bemiddelende rol. Men moet het gevoel hebben elders met de klacht niet verder te kunnen komen. Bemiddeling heeft niet tot tevredenheid plaats gevonden. Hoe dien ik een klacht in? Een klacht kan ingediend worden bij: A. Het bestuur van het samenwerkingsverband. B. De klachtencommissie. Vertrouwenspersoon WSNS Een bemiddelende rol kan hier worden gespeeld door de vertrouwenspersoon S. Haasjes -v.d. Berg. Als iemand de weg van een officiële klacht opgaat, is de vertrouwenspersoon het eerste aanspreekpunt. Deze heeft geen directe bemoeienis met het samenwerkingsverband en heeft tot taak te onderzoeken of bemiddeling wel of geen kans van slagen heeft. De vertrouwenspersoon helpt ook bij het verwijzen naar de klachtencommissie of het bestuur van het samenwerkingsverband. De Klachtencommissie WSNS Het bestuur van ons samenwerkingsverband “Berkeldal” heeft zich aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. Deze heeft tot taak de klacht te onderzoeken door o.a. klager, aanklager en derden te horen; te oordelen of de klacht al dan niet gegrond is en vervolgens in het rapport aan het bestuur een aanbeveling doen over te nemen maatregelen. Het bestuur neemt een besluit naar aanleiding van de bevindingen van de klachtencommissie, nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze te geven op het voorgenomen besluit van het bestuur. Samenvatting Dit was een samenvatting op hoofdpunten van een regeling, waar vele details ongenoemd zijn gebleven zoals: anonieme klachten worden niet in behandeling genomen alles komt op schrift altijd hoor en wederhoor De bedoeling van de regeling is niet het klagen te stimuleren, maar wel om de klacht in goede banen te leiden. Het verdient aanbeveling bij het indienen van een klacht de volledige tekst, die op school ligt, door te nemen. Bestuur “Berkeldal”: Bert Pijnenborg Vertrouwenspersoon: S. Haasjes-v.d. Berg Wehlseweg 4 6998 CA Laag Keppel Klachtencommissie Postbus 162 3440 AD Woerden Tel: 0348 405245 4.14
Procedures
Bij alle maatregelen zoals die in dit hoofdstuk zijn beschreven met betrekking tot leerlingen met problemen, zijn het uiteindelijk de ouders die beslissen. Een uitzondering hierop vormt de aanmelding van een leerling voor een leerlingbespreking. Daarover beslist als regel de groepsleerkracht of de IBer. Dit houdt in dat u als ouders nauw bij de hele procedure wordt betrokken: onderzoek wordt alleen met uw (schriftelijke) toestemming gedaan, en van het resultaat van onderzoeken wordt u zoveel mogelijk op de hoogte gehouden. Eventuele plaatsing in een vorm van Speciaal (Basis-) Onderwijs wordt door de ouders aangevraagd. Ook het inschakelen van een Ambulante Begeleider of Collegiale Consulent gebeurt pas na schriftelijke toestemming van de ouders. 4.15
Herfstkinderen
Herfstkinderen zijn kleuters die in de periode van 1 oktober tot 1 januari 4jaar worden. In het verleden was de grens voor de overgang naar groep drie op 1 oktober gesteld. Was je in enig schooljaar vóór 1 oktober jarig, dan ging je dat schooljaar naar groep 3, was je ná 1 oktober jarig, dan bleef je nog in groep 2. De categorie kinderen die geboren zijn tussen de oude en de nieuwe grensdatum zijn dus de herfstkinderen. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 23 -
2011-2012
De regelgeving is veranderd. De grens is verlegd naar 1 januari, met daarbij gesteld dat niet de geboortedatum van het kind bepalend moet zijn, maar het eigenlijke ontwikkelingsniveau van het kind. Wat betekent dat voor onze school. Ouders van herfstkinderen worden er tijdens de 10-minutengesprekken in maart door de leerkracht op geattendeerd dat hun kind een herfstkind is en wat de aanpak van onze hieromtrent is, te weten: Vanaf begin groep 2 wordt het kind extra geobserveerd en in de omstandigheid gebracht zich te ontwikkelen in de richting die nodig is om in groep 3 het aanvankelijk lezen en rekenen met succes aan te kunnen. Ontluikende geletterdheid noemen we dit. Het kind wordt dus “uitgedaagd”. Ontwikkeling kun je echter niet afdwingen, dus volgt de leerkracht heel nauwgezet of het kind deze uitdaging aangaat of niet. Van deze observaties wordt nauwlettend verslag gedaan in de groepsadministratie. Ook zaken als werkhouding, zelfstandigheid en sociaal emotionele ontwikkeling zijn heel belangrijke items. Bij het eerste 10-minutengesprek in groep 2 (november) wordt verslag gedaan van de ontwikkeling van het kind. De leerkracht zal in dat gesprek aangeven of uw kind al dan niet de uitdaging aangegaan is en wat het perspectief is. Er zijn dan 3mogelijkheden: • ja; we weten zeker: dit kind kan komend schooljaar naar groep 3 • er is twijfel: beslissing valt in het komende voorjaar (ong. mei) • nee; we weten zeker: dit kind is er nog niet aan toe Voorjaar groep 1: gesprek met de “twijfelgevallen”: hoe staat het er voor. De leerkracht verwoord in dit gesprek de vorderingen van het kind en tevens het schoolstandpunt t.a.v. het wel / niet naar groep 3 gaan van het kind. Dit standpunt is uitvoerig onderbouwd en bindend. Het schoolstandpunt t.a.v. de overgang van groep 2 naar groep 3 is bindend. Wij nemen onze rol hierin zeer serieus en gaan daarbij niet bepaald over één nacht ijs. 4.16
Logopedie
De logopedische screening verloopt als volgt door de GGD – Gelre IJssel. Zowel de leerkracht als de ouders vullen een vragenlijst in. Aan de hand van de antwoorden wordt bepaald of een kind tot de risicogroep voor spraak- en taalproblemen behoort. Deze groep leerlingen komt in aanmerking voor een screening van de logopedist. Ook de nabespreking wordt gedaan door de logopedist, evenals de mogelijke hercontrole, na advisering. 4.17
De schoolarts/ jeugdgezondheidszorg GGD Gelre-IJssel
Bij gezondheid en ziekte denkt u waarschijnlijk al snel aan de huisarts of het ziekenhuis. Maar ook de GGD speelt een belangrijke rol in de gezondheidszorg, waarbij het belangrijkste doel is: het bevorderen van de gezondheid van inwoners en het voorkomen van ziekten. De afdeling Jeugdgezondheidszorg heeft de taak om de gezondheid, groei en ontwikkeling van jeugdigen van 4 tot 19 jaar te bevorderen en te beschermen. Iedere school heeft te maken met een vast JGZ-team, bestaande uit een arts, een verpleegkundige en een doktersassistent. De op het individuele kind gerichte onderzoeken zijn in groep 2 en 7. Deze onderzoeken worden uitgevoerd door de schoolarts en/of verpleegkundige. Het onderzoek in groep 2 betreft een medisch onderzoek in aanwezigheid van een van de ouders en een gesprek over het functioneren van het kind thuis en op school. Ook komen de leefgewoonten aan de orde, zoals slapen, eten, bewegen, sport, eventueel doorgemaakte ziekten, operaties en medicijngebruik. De ouders wordt verzocht vooraf een vragenlijst hierover in te vullen. De schoolarts houdt (met toestemming van de ouders) een nabespreking over de resultaten van het onderzoek, met de desbetreffende leerkracht, die voor de school relevant zijn. Het onderzoek voor groep 7 vindt op school plaats. Ook hier worden de ouders verzocht om vooraf een vragenlijst in te vullen. Bij dit onderzoek wordt aandacht besteed aan: gezichtsvermogens, lengte en gewicht, lichamelijke en psychosociale ontwikkeling, leefgewoonten en hygiëne. Naast deze standaardonderzoeken kan een leerling voor een extra onderzoek worden uitgenodigd. Dit naar aanleiding van een eerder onderzoek of bijvoorbeeld op verzoek van de ouders of leerkracht of andere hulpverleners. Daarnaast kun je bij de GGD informatie inwinnen op diverse terreinen. Wij verwijzen hiervoor naar de website; www.ggdgelreijssel.nl. 4.18 Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin Berkelland is voor ouders, kinderen jongeren (-9 maanden tot 23 jaar) een herkenbaar en laagdrempelig centraal punt voor opgroei- en opvoedvragen, adequate en passende hulp, en coördinatie van die hulp. Het centrum is er voor alle ouders, kinderen en jongeren, Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 24 -
2011-2012
juist als er nog geen (grote) problemen zijn. Want opvoeden en opgroeien is leuk, maar soms ook lastig. Het centrum is ook een centraal punt voor professionals bij vroegtijdige signalering. Het Centrum voor Jeugd en Gezin Berkelland is tijdens kantooruren te bereiken via telefoonnummer 0545-273666. Het adres is Buizerdstraat 1. De openingstijden zijn te vinden op de website www.cjgberkelland.nl Ook via de website, met veel praktische informatie en adressen, kunt u uw vragen stellen en ontvangt u binnen twee dagen een antwoord. Kijk op www.cjgberkelland.nl 4.19 Verwijsindex Sommige jongeren of kinderen hebben even hulp nodig. Bijvoorbeeld omdat ze regelmatig spijbelen, met politie in aanraking komen of vanwege een problematische gezinssituatie. Om hen goed te helpen, is een soepele samenwerking nodig tussen alle leerkrachten, hulpverleners en instanties. De Verwijsindex Gelderland zorgt daarvoor. De Verwijsindex is een systeem waarin hulpverleners en andere professionals de persoonsgegevens registreren van de jongeren (tot 23 jaar) waarover zij zich zorgen maken. Dat zorgt ervoor dat de jongeren die hulp nodig hebben tijdig worden opgemerkt, en dat hun hulpverleners elkaar snel vinden. De Verwijsindex is een systeem waarmee zorgverleners, maar ook instanties als politie en jeugdreclassering, een signaal af kunnen geven dat zij zich zorgen maken over een kind. Zorgverleners van diverse instanties kunnen een signaal afgeven in de Verwijsindex om met elkaar in contact te komen. Onderstaande instanties zijn aangesloten bij de Verwijsindex in de diverse regio’s. Per regio zijn er ook nog lokale instanties aangesloten. Ook wij als school zijn hierbij aangesloten. 4.20
Overgang van leerlingen van groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs.
Groep 8 is de laatste groep die de leerlingen doorlopen op het basisschool. Daarna gaan ze naar een vorm van Voortgezet Onderwijs. Voor de kinderen en hun ouders is de keuze voor welke vorm van VO dan ook vaak niet eenvoudig. Zeker niet als die keus voor de eerste keer moet worden gemaakt. We hechten er dan ook aan om ouders zoveel mogelijk voor te lichten over de mogelijkheden en we hebben daarvoor een vaste procedure ontwikkeld. Tijdens de informatieavond aan het begin van het nieuwe schooljaar wordt hier in het algemeen al kort aandacht aan besteed. Op het eerste tienminutengesprek wordt daarna vaak met ouders van gedachten gewisseld over de schoolkeuze. Rond diezelfde tijd (december) houden diverse vormen van VO al een z.g. “open huis”, waar kinderen met hun ouders welkom zijn om informatie in te winnen. Vervolgens wordt, zo snel mogelijk na het meegeven van het tweede rapport (de uitslag van de Eindtoets CITO is dan meestal ook al bekend), met de ouders en het kind een afspraak gemaakt om te komen tot een definitieve keuze. In de meeste gevallen zorgt de school voor de verdere afhandeling van de aanmeldingsprocedure. 4.21
Gegevens die aan de VO-school worden verstrekt
Vanzelfsprekend heeft het VO bij haar beslissing om een leerling al dan niet toe te laten, gegevens nodig. Deze gegevens zijn afkomstig van de basisschool. De belangrijkste gegevens die de school verstrekt zijn: • • • •
Een onderwijskundig rapport. De gegevens die op het aanmeldingsformulier worden vermeld. De uitslag van de CITO- Eindtoets. Het schooladvies.
Meestal worden deze gegevens tijdens het gesprek met een docent van het VO doorgenomen en overhandigd. Kinderen die de einddoelen van groep 8 niet hebben behaald hoeven, in overleg met de ouders, niet mee te doen met de CITO-Eindtoets. Zij maken een z.g. Intelligentie toets (uitgevoerd door een daarin gespecialiseerd bureau) om eventueel in aanmerking te komen voor Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO). Ook kinderen die tijdens de CITO-Eindtoets een score hebben gehaald van 123 of lager zijn verplicht deze intelligentietoets alsnog te maken.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 25 -
2011-2012
4.22
Onderwijskundig rapport.
Het onderwijskundig rapport wordt aan de ouders verstrekt, wanneer een leerling naar een andere school gaat. Het rapport is bestemd voor de nieuwe school. Een verantwoorde voortgang van het onderwijs leerproces wordt zo gecontinueerd en gegarandeerd. In het onderwijskundig rapport worden de vorderingen van de leerlingen bij de verschillende vormingsgebieden, de algemene leerling-gegevens en de gebruikte methoden aangegeven. 4.23
Rapportage aan en contacten met ouders/verzorgers
De rapportage aan en de contacten met ouders onderhouden wij op de volgende manieren: Informatieavond nieuwe gezinnen Deze avond is bedoeld voor ouders die nieuw zijn bij ons op school. De avond wordt aan het begin van het schooljaar gehouden. Onderwerpen die in de schoolgids beschreven staan zullen hier aan bod komen. Uiteraard is er voor u veel ruimte voor het stellen van vragen. Algemene informatieavond Deze avond is bedoeld voor ouders van alle groepen. Deze wordt eveneens aan het begin van het schooljaar gehouden. In het middengedeelte van de avond zit een algemeen deel voor alle ouders. Voor en na het algemene gedeelte kunnen ouders kiezen over welke groep zij meer informatie willen. De leerkracht vult dit tweede deel met informatie over groepsspecifieke zaken. Rapport Twee keer per jaar (maart en juni/juli) wordt middels een rapport verslag gedaan van de vorderingen van de kinderen van de groepen 1 t/m 8. Het betreft hier een digitaal rapport van de ontwikkelingen van uw kind(eren). Het betreft hier rapportage op het gebied van de methode afhankelijke en methode onafhankelijke toetsingen, zoals CITO. 10-minuten gesprekken Dit zijn momenten waarop elke ouder een persoonlijk gesprek heeft met de leerkracht van zijn of haar kind. De ontwikkeling van uw kind wordt dan besproken (de sociaal-emotionele ontwikkeling, de behaalde cijfers/waarderingen). De gesprekken vinden plaats in de maanden november en maart. Het derde gesprek vindt plaats op aanvraag van ouders of de leerkracht aan het eind van het schooljaar. Inloopavonden In november en maart worden inloopavonden gehouden. Ouders komen dan met hun kinderen op school om het eigen werk te laten zien. Alfrink Journaal en Info-Kalender Ongeveer eens per vier weken brengen wij een nieuwsbrief uit. Bij ons beter bekend als het Alfrink Journaal. De brief wordt uitgebracht om actuele zaken onder uw aandacht te brengen. Het is dan ook raadzaam om het Alfrink Journaal goed te lezen en zo nodig notitie te maken van bijvoorbeeld data op de Info-Kalender. Het Alfrink Journaal kunt u ook inzien en/of downloaden van de website. Website www.alfrinkneede.nl Op onze website vindt u een flinke hoeveelheid (actuele) informatie over hoe het er op onze school toegaat. Ook plaatsen we regelmatig teksten en fotopresentaties uit de verschillende groepen en van bijzondere gebeurtenissen. Andere momenten Als team vinden we het erg belangrijk dat we goed contact hebben met alle ouders. We stellen het zeer op prijs dat ouders met vragen, problemen of zomaar voor een praatje bij ons komen. Het omgekeerde kan ook het geval zijn. Zo kan de leerkracht u ook vragen voor een gesprek over de ontwikkeling van uw kind.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 26 -
2011-2012
4.24
Beleid bij het naar huis sturen van leerlingen.
Problematiek vervanging in het onderwijs. Alle scholen onder de Stichting Keender hebben na instemming van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad het volgende afgesproken t.a.v. de vervangingsproblematiek in het onderwijs. Onderstaand protocol is ook besproken in het Directie Overleg Neede (DON) en overgenomen voor alle Needse scholen. Protocol: Naar huis sturen van leerlingen. De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte van leerkrachten in het onderwijs een toenemend probleem aan het worden. In de nabije toekomst zal dit probleem alleen maar groter worden. Tijdens schooldagen wordt onderwijs gegeven aan de leerlingen die op school staan ingeschreven. De school is dan verantwoordelijk voor het toezicht op deze leerlingen. Bij lesuitval tijdens schooldagen moet de school zorgen voor adequate opvang van de leerlingen; ouders moeten er vanuit kunnen gaan dat de school gedurende de schooldag, ongeacht of de leerlingen les ontvangen, toezicht houdt. Wanneer er door onvoorziene omstandigheden, onverwacht ziekteverzuim is, zullen de leerlingen de eerste dag zeker niet naar huis worden gestuurd. Is het vooraf duidelijk dat de leerlingen de volgende dag geen onderwijs kunnen krijgen, dan zal de directie de leerlingen een brief meegeven met een mededeling. Wanneer de periode dat de leerlingen geen onderwijs krijgen langer duurt, zullen de lesvrije dagen over meerdere groepen worden verdeeld. Maar voordat er leerlingen thuis moeten blijven, worden de volgende mogelijkheden bekeken: 1. Kunnen er groepen gecombineerd worden, kunnen de leerlingen over andere groepen verdeeld worden. 2. Kan intern vervanging geregeld worden door het inzetten van vakleerkracht, IB-er, directie of stagiaires. Deze interne vervanging moeten we zoveel mogelijk beperken. Dit om te vermijden dat bepaalde werkzaamheden blijven liggen. Indien besloten wordt leerlingen naar huis te sturen, wordt er melding gedaan aan het bestuur en de inspectie voor het basisonderwijs.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 27 -
2011-2012
5. De leraren 5.1
De leerkrachten met hun desbetreffende functie binnen de school: LEERKRACHTEN Dhr. J.A.M. (Jos) Stapelbroek
Mevr. B. (Bianca) Leverink
Directeur
Adjunct-directeur Intern-Begeleider Remedial Teacher
Mevr. J. (José) Visschedijk
Mevr. S. (Stephanie) Geldof
Leerkracht gr. 0-1 Schoolcontactpersoon
Leerkracht gr. 2
Mevr. B. (Brenda) van Uem
Mevr. A. (Areke) Hassink
Leerkracht gr.2 en gr. 5
Leerkracht gr. 3 Schaduw IB-er
Mevr. E. (Annemiek) Luttikhold
Mevr. N. (Nathalie) Nijenhuis
Leerkracht gr. 4
Leerkracht gr. 5 Voorzitter MR
Mevr. P. (Pierrette) Kluivers
Mevr. D. (Debby) Harbers
Leerkracht gr. 6
Leerkracht gr. 7
Mevr. M. (Martine) Kleinsman
Leerkracht gr.8
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 28 -
2011-2012
Harrie klein Gebbink
Annemarie Schoenmaker
Conciërge
Muziekleerkracht
De dagelijkse zorg voor de leerlingen, de groep en de school wordt verzorgd door de leerkrachten. Juf Bianca is op donderdag vrijgesteld van lesgeven om uitvoering te kunnen geven aan haar taken als intern begeleider. Indien gewenst kunnen wij ondersteuning vragen van leerkrachten uit het speciale basisonderwijs, de Diekmaat uit Neede. Deze zogenaamde ambulante begeleiders komen dan op school om, samen met de leerkracht te kijken hoe een kind het beste geholpen kan worden. 5.2
BAPO en studieverlof
Juf José en meneer Jos hebben vanwege hun leeftijd recht op de regeling Bevordering Arbeidsparticipatie Onderwijs (BAPO). Voor zowel compensatatieverlof als BAPO is een rooster opgesteld. Meneer Jos maakt op woensdag gebruik van de BAPO-regeling, juf José op vrijdag. In het komende schooljaar wordt door teamleden deelgenomen aan nascholing. Soms na schooltijd, soms onder schooltijd. In geval van het laatstgenoemde zal/zullen die leerkracht(en) worden vervangen. 5.3
Vervanging en het naar huis sturen van leerlingen.
Het is niet meer vanzelfsprekend dat een leerkracht vijf dagen werkt en daarmee de enige leerkracht van een groep is. Door taakrealisatie, bijscholing, compensatieverlof krijgen groepen met meerdere leerkrachten te maken. We proberen het zo te regelen dat het aantal leerkrachten voor een groep zo klein mogelijk is. Vooral bij de kleuters hechten we hier zeer aan. Toch is het niet altijd mogelijk. Vooral bij vervanging van een zieke leerkracht kan het voorkomen dat de kinderen met meerdere leerkrachten te maken krijgen. We proberen te grote wisselingen te vermijden. Mochten we niet in staat zijn om vervanging te regelen, dan gaat het volgende protocol in werking: Protocol: Naar huis sturen van leerlingen. De afgelopen jaren is het vinden van vervanging bij ziekte en/of verlof van leerkrachten in het onderwijs een toenemend probleem aan het worden. Tijdens de schooldagen wordt onderwijs gegeven aan de leerlingen die op de school staan ingeschreven. De school is dan verantwoordelijk voor het toezicht op deze leerlingen. Bij lesuitval tijdens de schooldagen moet de school zorgen voor adequate opvang van de leerlingen. Ouders moeten er vanuit kunnen gaan dat de school gedurende de schooldag, ongeacht of de leerlingen les ontvangen, toezicht houdt. Wanneer er door onvoorziene omstandigheden, onverwacht ziekteverzuim is, zullen de leerlingen de eerste dag zeker niet naar huis worden gestuurd. Is het vooraf duidelijk dat ook de volgende dag/dagen de leerlingen geen onderwijs kunnen krijgen, zal de directie de leerlingen een brief meegeven met een mededeling daarover. Wanneer de periode dat de leerlingen geen onderwijs krijgen langer duurt, zullen de lesvrije dagen over meerdere groepen verdeeld worden. Maar voordat de leerlingen thuis moeten blijven, zijn de volgende mogelijkheden van opvang bekeken: 1. Kunnen er groepen gecombineerd worden? 2. Kunnen de leerlingen over andere groepen verdeeld worden? 3. Kan intern vervanging geregeld worden door het inzetten van vakleerkracht, intern begeleider, ambulante tijd directie, stagiaire, enz. Deze interne vervanging moeten we zoveel mogelijk beperken. Dit om te vermijden dat ook deze werkzaamheden teveel in de knel komen. Indien groepen thuis moeten blijven wordt daar melding van Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 29 -
2011-2012
gedaan aan het bestuur en aan de inspectie voor het basisonderwijs. Dit protocol wordt jaarlijks besproken in de teamvergadering, met de ouderraad en met de medezeggenschapsraad. 5.4
Stagiaires.
Onze school staat centraal voor een drietal PABO’s: Saxion, Iselinge en de Edith Stein. Jaarlijks proberen we bij de opgave van het aantal stageplekken rekening te houden met de indeling van de groepen, de wijze waarop ze het schooljaar ervoor zijn ‘belast’ en met de wens van de leerkrachten. Zo proberen we het aantal stagiaires evenredig te verdelen. Ons uitgangspunt hierbij is dat wij toekomstige collega’s de kans willen bieden ervaring in het lesgeven op te doen. Daardoor kan het zijn dat uw kind les krijgt van een student(e) van deze school. Daarnaast hebben wij ook stagiaires van het Graafschapcollege. Hierbij laten we alleen stagiaires onderwijsassistenten toe. Ook bij deze plaatsing nemen we de bovengenoemde overwegingen mee. 5.5
Scholingsplan.
Ieder jaar wordt er voor en door het team van de school een scholingsplan opgesteld. Scholing wordt ingekocht bij verschillende instellingen, zoals Expertis uit Hengelo, Dalton Deventer, het Seminarium voor Orthopedagogiek, of bij de PABO’s in Hengelo, Zwolle, of Deventer. Ook kan persoonlijke interesse aan de nascholing ten grondslag liggen. Dit jaar volgen individuele leerkrachten cursussen op het gebied van leerlingenzorg en bedrijfshulpverlening. 5.6
Vergaderingen.
In de regel vergadert het team van de Kardinaal Alfrinkschool op dinsdagmiddag. Dat kan een vergadering zijn met het gehele team, of een bouwvergadering (een cluster van groepen, zoals de groepen 0-1-2, 3-4-5 of 6-7-8). Daarnaast zijn er een aantal leerlingenzorgvergaderingen tijdens het schooljaar. Dan worden de leerlingen besproken die op de zorglijst van de school staan.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 30 -
2011-2012
6. De ouders. 6.1
De medezeggenschapsraad.
Aan onze school is een medezeggenschapsraad verbonden. In deze raad zitten 2 ouders en 2 teamleden. De taak van de MR is belangen behartigen van leerlingen, ouders en personeel. Dit houdt in dat wij mee denken over het beleid dat op school wordt gevoerd. Over sommige zaken mogen wij adviseren, en over andere zaken wordt instemming gevraagd. Wij werken via een werkplan dat vanaf dit schooljaar in te zien is via de schoolsite. Tijdens de vergaderingen die ongeveer 6x per jaar zijn worden wij voor een deel bijgepraat door een directielid. Ook heeft een van de MR-leden zitting in de GMR, dit is de overkoepelende MR van Keender. In onze MR is de zittingstermijn 3 jaar, daarna kun je nog voor een termijn van 3 jaar gekozen worden. Heb je nog vragen of interesse neem dan contact op met een van ons (zie hiervoor 10.2). 6.2
De ouderraad.
Onze school heeft net als alle andere scholen een ouderraad. Het doel van de ouderraad van de Kardinaal Alfrink school is het organiseren van verschillende activiteiten voor de leerlingen, samen met het onderwijsteam om school nog leuker te maken voor kinderen, ouders en team. Dit zijn activiteiten zoals het sinterklaasfeest, het kerstfeest, de jaarlijkse afsluitende barbecue, de sponsorloop, het schoolreisje, het carnavalsfeest, ed. Mede dankzij deze activiteiten is er een goed contact en goede samenwerking tussen het team en de ouders. De OR zorgt tijdens deze activiteiten voor een goede informatie-uitwisseling en taakverdeling tussen team en ouders. Het is de bedoeling dat ALLE leerlingen op onze school deel kunnen nemen aan alle activiteiten welke er voor en door hen worden georganiseerd. De ouderraad wil voorkomen dat er kinderen, om welke reden dan ook, buiten de boot vallen. Om alle activiteiten goed te laten verlopen is een regelmatig contact tussen de ouderraad, ouders en het team. Dit contact verloopt vaak op informele wijze, maar ook door als ouderraad te vergaderen samen met de directie en/of een teamlid. De ouderraad vergadert ongeveer een keer per 6 weken op een donderdagavond. De vergaderdata worden aan het begin van het jaar vastgelegd door ouderraad en team. Ouders kunnen voor een periode van drie jaar in de ouderraad gekozen worden. Na deze drie jaar kan men herkozen worden voor een volgende periode van drie jaar. De maximale periode dat men lid kan zijn is 6 jaar. Dit is om iedereen een kans te geven dichter bij school betrokken te raken. De verkiezing heeft plaats tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering. Deze vergadering wordt altijd gehouden in de maand oktober. De ouderraad van onze school vraagt de ouders om een bijdrage om de kosten van de activiteiten te kunnen betalen. Er wordt door de ouderraad geen geld aan extra leerkrachten, schoolinrichting en/of leermiddelen besteed, maar louter en alleen aan de leerlingen direct. De ouderbijdrage voor het schooljaar 2010 – 2011 was als volgt: Gezinsbijdrage: € 12,50 Leerling bijdrage:
€ 36,50 (voor alle leerlingen gelijk.)
Het bedrag voor schooljaar 2010-2011 wordt tijdens de jaarvergadering in oktober vastgesteld. Tevens legt de ouderraad dan verantwoording af over de bestede gelden. Deze bijdrage heeft een vrijwillig karakter. Dat betekent dat u niet verplicht bent om deze bijdrage aan de ouderraad te voldoen. Het eventuele gevolg kan dan zijn dat uw kind niet kan deelnemen aan de genoemde activiteiten. In dat mogelijke geval zal de school voor activiteiten tijdens de schooluren uw kind(eren) een alternatief programma bieden, uw kind(eren) zijn dan verplicht aan dit alternatieve programma deel te nemen. Ook waarderen we de hulp van alle ouders bij de vele activiteiten op school. Mocht je lid willen worden van de ouderraad of mee willen helpen tijdens een van bovengenoemde activiteiten, dan kun je altijd een van de ouderraadleden aanspreken. De namen van alle ouderraadleden zijn te vinden onder hoofdstuk 10.3 in de schoolgids en op het bord in de hal van school. 6.3 De klassenouders De klassenouder is het aanspreekpunt voor de leerkracht van die groep om praktische zaken te regelen. Denk bijvoorbeeld aan vervoer naar een buitenschoolse activiteit of het organiseren van een schoonmaakmoment. De klassenouder zal dan op verzoek van de leerkracht ouders benaderen.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 31 -
2011-2012
Hoe: 1. 2. 3. 4.
De activiteit wordt op de mail kenbaar gemaakt naar alle ouders van die groep. Ouders kunnen zich aanmelden door terug te mailen naar de klassenouder. De klassenouder moet zorgen dat alle ouders een mogelijkheid krijgen om te helpen. In deze tijd worden ouders steeds drukker. Dus als het moeizaam gaat om een activiteit rond te krijgen, wordt dit terug gecommuniceerd naar de leerkracht. Dan wordt gekeken hoe verder. 5. Mochten er onduidelijkheden zijn volgt er een terugkoppeling naar de leerkracht of duo – leerkracht. Aanmelden: - Elk jaar wordt er een klassenouder gekozen. - Vaders of moeders die interesse hebben kunnen zich VOOR de groepsinformatie avond aanmelden bij de groepsleerkracht. - Op de informatie avond worden de namen van de mensen op een blaadje geschreven en volgt er een loting. 6.4 Werkgroep verkeersouders Zou het niet mooi zijn: minder verkeersongevallen, minder slachtoffers en iedereen, van jong tot oud, met een veilig gevoel over straat? Verkeer is mensenwerk, verkeers(on)veiligheid echter ook! De verkeersouders weten als geen ander dat het verkeersveiligheidsbeleid ook moet worden uitgevoerd. De werkgroep draagt bij aan het uitvoeren van het verkeersveiligheidsbeleid door zich in te zetten voor de verkeersveiligheid rondom de school. Een aantal ouders vormt samen de werkgroep verkeersouders binnen onze school. Het doel van deze werkgroep is: overleg met ouders, school en/of derden over verkeersveiligheid rondom school geven of organiseren van voorlichting organiseren van verkeersactiviteiten en themadagen aanschaf van materialen bijv. verkeershesjes op de hoogte blijven van ontwikkelingen die betrekking hebben op de verkeersveiligheid door middel van themabijeenkomsten van 3VO. Rondom de school gelden de 10 gouden verkeersregels (zie bijlage 11.2), waardoor de verkeersveiligheid verbeterd wordt. Door als ouder, oppasouder, opa of oma of als verzorger zich te houden aan deze afspraken werkt u mee aan de verhoging van de verkeersveiligheid rondom de school. Wilt u meer weten? Vraag op school naar één van de verkeersouders of gebruik de ideeënbus in het overblijflokaal. 6.5 De luizencommissie Na elke vakantie (meestal op dinsdag en woensdag) controleert de luizencommissie de kinderen. Als een kind last van luizen heeft wordt er contact opgenomen met de ouders en krijgen de kinderen van school een briefje mee om de ouders op de hoogte stellen dat er luis is geconstateerd. 6.6 De fotocommissie Bij belangrijke activiteiten, zoals Sinterklaas en Kerst maakt de fotocommissie foto’s. De foto’s kunnen via een speciale website (www.mijnalbum.nl) besteld worden. Daarvoor moet u wel uw e-mailadres ter beschikking stellen. 6.7 De Tussenschoolse (TSO) en Buitenschoolse opvang (BSO) De Alfrinkschool heeft met de Stichting de OverblijfKlup een overeenkomst afgesloten voor het verzorgen van de ‘overblijf’. Een en ander is tot stand gekomen in overleg met de schooldirectie en de MR. Natuurlijk is het allerbelangrijkste dat uw kind met plezier overblijft. De OverblijfKlup zorgt daarnaast voor een professionele organisatie van de overblijf en de administratieve afhandeling. De OverblijfKlup is onderdeel van SKE Kinderopvang. SKE is een grote kinderopvangorganisatie. Daarnaast verzorgen zij voor veel scholen de Tussenschoolse Opvang. De (pedagogische) kwaliteit van de dienstverlening - en dus ook van tussenschoolse opvang – staat bij hen voorop. De ‘overblijfgroep’ die momenteel de tussenschoolse opvang op school verzorgt zijn veelal ouders van school. De OverblijfKlup levert een coördinator. Zij wordt uw contactpersoon voor vragen over de overblijf. Voor meer informatie over de inhoud en tarieven verwijzen wij u naar de bijlage 11.6.1. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 32 -
2011-2012
De buitenschoolse opvang (BSO) wordt ook door de Stichting Kinderopvang Enschede extern georganiseerd. Voor informatie verwijzen wij naar de bijlage 11.6.2. 6.8
Verzekeringen.
Het bestuur heeft verzekeringen afgesloten op een zogenaamde ‘secundaire basis’. Dat wil zeggen dat te allen tijde eerst de gekeken wordt naar het verzekeringspakket van de betrokkene of diens ouders/ verzorgers. Afgesloten zijn: Ongevallenverzekering voor alle personeelsleden en leerlingen. Schade aan materiële zaken als brillen, kleding en vervoermiddelen (ook fietsen) zijn geschrapt vanwege de hoeveelheid claims. Aansprakelijkheidsverzekering Het bestuur en/of zijn medewerkers en/of de vrijwilligers en/of zijn leerlingen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor schade aan anderen toegebracht. Het bestuur heeft zichzelf, de medewerkers, vrijwilligers en leerlingen van haar scholen tegen dit risico verzekerd door middel van een zgn. wettelijke aansprakelijkheidsverzekering. Werkgeversaansprakelijkheidsverzekering verkeersdeelnemers. Het bestuur van de Stichting Keender heeft voor haar werknemers en vrijwilligers een werkgeversaansprakelijkheidsverzekering verkeersdeelnemers afgesloten. Verzekerd zijn: Rubriek 2 Werkgeversaansprakelijkheid motorrijtuigen (basisdekking werknemers) Deze dekking geeft recht op vergoeding na een ongeval indien de werknemer voor de werkgever met zijn privé motorrijtuig zakelijk op weg is. Rubriek 3: SVI PIus Deze dekking geeft recht op vergoeding van de materiële schade aan het privé motorrijtuig. Rubriek 4: Werkgeversaansprakelijkheid plus Deze dekking geeft tevens recht op vergoeding als de werknemer ten tijde van een ongeval aan het verkeer deelneemt in welke hoedanigheid dan ook, zoals voetganger, fietser, deelname aan het openbaar vervoer, trein en vliegtuig. Een afschrift van de polisvoorwaarden zijn verkrijgbaar op school of bij het Secretariaat Bovenschools Management. 6.9
Verantwoordelijkheden m.b.t. persoonlijke eigendommen
Het bestuur heeft géén verzekering afgesloten voor leerlingen, medewerkers en/of vrijwilligers tegen verlies, diefstal of vernieling van eigen spullen. Wij kunnen dus geen verantwoordelijkheid nemen voor vermissing van persoonlijke eigendommen. Op school is er uiteraard een vorm van toezicht op elkaar en de persoonlijke eigendommen van leerlingen, leerkrachten, ouders en andere bezoekers van onze school. Toch kan het voorkomen dat persoonlijke (waardevolle) eigendommen vermist raken. De school kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld, tenzij er sprake is van grove nalatigheid. Dit geldt ook voor het meenemen van persoonlijke eigendommen naar andere (buitenschoolse) activiteiten, zoals het meenemen van de fiets naar de sportzaal, schoolreisjes of excursie. Ook is het niet mogelijk een verzekering hiervoor af te sluiten. Het meenemen van dergelijke persoonlijke eigendommen gebeurt dus op eigen risico. Wie hier moeite mee heeft moet dit schriftelijk kenbaar maken bij de directie van de school. 6.10 Klachtenprocedure. Met de inwerkingtreding van de Kwaliteitswet zijn schoolbesturen verplicht een klachtenregeling te hebben. Met deze regeling beoogt het bestuur van de Stichting Keender een zorgvuldige behandeling van klachten. De Stichting Keender wil haar leerlingen en medewerkers een veilig en uitdagend leer- en werkklimaat bieden. Wat betekent dat voor onze school? Overal waar mensen samen leven en werken, ook op onze school, zijn voor een goede gang van zaken regels en afspraken nodig. Net als in de gewone maatschappij hebben regels en afspraken voor een groot deel betrekking op gezondheid en veiligheid en worden ze uit preventief oogpunt vastgesteld. Toch kan het voorkomen dat u het ergens niet mee eens bent. Naast ouders en (oud)leerlingen kan eenieder die deel uitmaakt van de school klachten indienen. Deze klachten kunnen betrekking hebben Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 33 -
2011-2012
op gedragingen en beslissingen van het bevoegd gezag en personeel, of het nalaten daarvan en ook op gedragingen van anderen die deel uitmaken van de school. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in eerste instantie in goed overleg worden opgelost. In onderstaand schema wordt aangegeven over welke klachten het gaat en welke stappen daarbij kunnen worden ondernomen. Klacht van onderwijskundige aard, o.a.: -
Klacht van schoolorganisatorische aard (maatregelen, nalatigheid)
Methode Aanpassing programma Toetsing, beoordeling Pedagogische benadering
-
Klacht over ongewenste gedragingen: -
Vakanties, vrije dagen Ouderbijdrage Schoonmaken
Gesprek met groepsleerkracht
Seksuele intimidatie Agressie Geweld Racisme Discriminatie Pesten
Gesprek met groepsleerkracht Gesprek met interne contactpersoon
Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met schoolleiding Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met externe vertrouwenspersoon Indien geen bevredigend resultaat: klacht indienen bij klachtencommissie
Gesprek met schoolleiding Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met externe vertrouwenspersoon Indien geen bevredigend resultaat: klacht indienen bij klachtencommissie
Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met schoolleiding Indien geen bevredigend resultaat: gesprek met externe vertrouwenspersoon Indien geen bevredigend resultaat: klacht indienen bij klachtencommissie
Behandeling klacht door klachtencommissie
Bevoegd gezag neemt maatregelen
1. De interne contactpersoon bij ons op school is: José Visschedijk, tel: 074-3761071 Deze contactpersoon is benoemd door het bevoegd gezag. Hij/zij zal u eventueel verwijzen naar de vertrouwenspersoon. De schoolcontactpersoon: - Is het aanspreekpunt bij klachten binnen onze school; - Zorgt voor eerste opvang van de klager; - Geeft informatie over de klachtenprocedure; - Zorgt ervoor dat teamleden, ouders en leerlingen op de hoogte worden gebracht van zijn of haar taak en rol; - Neemt initiatieven om preventieactiviteiten binnen school op te zetten; - Verwijst door naar de externe vertrouwenspersoon. 2. De vertrouwenspersonen zijn: Dhr. J.A.G. Vermeulen Voortsweg 307 7523 CE Enschede Telefoon : 053-4335375 e-mail:
[email protected] Kard. Alfrinkschool
Mevr. J. Kuypers-van Hulten Lansinkstraat 51 7481 JN Haaksbergen Telefoon: 053-5723258 e-mail:
[email protected]
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 34 -
2011-2012
De vertrouwenspersonen zijn benoemd door het bevoegd gezag, voor alle scholen onder de Stichting Keender. De vertrouwenspersonen hebben geen onderlinge verdeling van scholen en taken. De vertrouwenspersoon: - Probeert de klacht door bemiddeling op te lossen; - Gaat na of de klacht terecht is en kan begeleiden bij de procedure; - Kan de klager in overweging geven de klacht bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie in te dienen; - Kan de klager ondersteunen en begeleiden en evt. bijstand verlenen bij het doen van aangifte bij de politie; - Kan doorverwijzen naar gespecialiseerde hulpverleningsinstanties. 3. Wanneer de directie van de school, de vertrouwenspersoon en het bevoegd gezag de klachten niet op een bevredigende manier kunnen afhandelen, kan de klager bij een onafhankelijke klachtencommissie terecht. De Stichting Keender heeft zich aangesloten bij een regionale klachtencommissie. De vertrouwenspersoon wijst u de weg naar de klachtencommissie en zal u begeleiden bij een klachtenprocedure. De klachtenregeling ligt op school ter inzage.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 35 -
2011-2012
7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school. 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school. Een school is continue in beweging. Vele zaken worden opgezet, geëvalueerd en weer bijgesteld. Op deze wijze ontstaat er een lerende organisatie. Een aantal van die zaken staan vermeld in ons schoolplan 2011-2015. Van belang is dat dit plan jaarlijks tegen het licht wordt gehouden en dat we kijken waar we staan en hoe we het schooljaar verder gaan. Dit wordt jaarlijks vastgelegd in het jaarplan. In het jaarplan staan de volgende ontwikkelingen waar we komend schooljaar mee aan het werk gaan: Implementatie de nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen en het opzetten van een Rekenverbeterplan. Effectief onderwijs: team wordt geschoold in het effectief lesgeven volgens het directe instructiemodel. Verder uitwerken van het veiligheidsbeleidsplan i.s.m. de MR. Implementatie nieuwe natuurmethode Naut. Passend Onderwijs: Het door Sardes opgestelde schoolzorgprofiel en het Zorgplan 2011-2012 vormt het uitgangspunt voor verdere implementatie van het Passend Onderwijs traject. Verbeteren van het spellingonderwijs (Spellingverbeterplan) Implementatie van projecten van Beweegwijs binnen ons onderwijsaanbod. Volgen van cursussen door leerkrachten van de school, zoals de: BHV-herhalingscursus, WSNS-studiemiddagen en themabijeenkomsten m.b.t. Passend Onderwijs, Opbrengstgericht werken. 7.2
Zorg voor de relatie school en omgeving
7.2.1 Samenwerking met andere scholen: Binnen Neede wordt er door de verschillende scholen samengewerkt op het gebied van sport (sportdagen, de Needse sportweek), cultuur (een culturele voorstelling voor alle basisschoolleerlingen), muziekonderwijs, logopedie, afspraken over de vakantieplanning, studiedagen, directieoverleg (DON) en cursussen op het gebied van de BHV. 7.2.2 Samenwerking met andere instellingen: Onze school werkt samen met Expertis, de schooladvies- en begeleidingsdienst. Zij geven advies en begeleiding over allerlei onderwijskundige zaken. Daarnaast verzorgen zij nascholingen. Deze worden in samenwerking met Hogeschool Edith Stein gegeven. Verder werkt onze school samen met de bibliotheek, de politie, de gemeente, 3VO, GGD Gelre-IJssel, ed.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 36 -
2011-2012
8. DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 8.1
De resultaten van het onderwijs
Door de ontwikkeling van de kinderen te volgen via een leerlingvolgsysteem, is ons streven erop gericht de kinderen zoveel mogelijk onderwijs op maat aan te bieden (adaptief onderwijs). Op deze manier trachten we te bewerkstelligen dat alle leerlingen de einddoelen van het basisonderwijs bereiken. In het kader van gegevensverstrekking naar het V.O. en als objectief meetinstrument doen alle leerlingen van groep 8 mee aan de CITO toets. De resultaten hiervan worden meegegeven aan de leerlingen en zonodig ook gebruikt door het voortgezet onderwijs i.v.m. hun plaatsingsbeleid. Ook ontvangt elke school het schoolrapport = schoolresultaat. Hierop is af te lezen hoe de kinderen van onze school gepresteerd hebben t.o.v. andere scholen. Deze gegevens gebruiken wij als school om ons onderwijs eventueel aan te passen op onderdelen en daarmee de kwaliteit te verhogen. 8.1.1. De uitstroom van de leerlingen
2007
2008
2009
2010
2011
Gymnasium
-
-
-
-
7%
HAVO / VWO
50%
39%
40%
65%
50%
VMBO T
25%
56%
30%
35%
43%
VMBO P
25 %
-
-
-
-
-
5%
30%
-
-
VMBO P + LWOO
8.1.2. Resultaten van de CITO-eindtoets Schooljaar Aantal leerlingen Aantal leerlingen LWOO of PRO Schoolscore Gemiddeld % goed op taal Gemiddeld % goed op rekenen & wiskunde Gemiddeld % goed op studievaardigheden Gemiddeld % goed op wereldoriëntatie
Kard. Alfrinkschool
2007-2008
2008 - 2009
2009 - 2010
2010-2011
18 van 18
10 van 11
17 van 17
14 van 14
1 (LWOO)
3 (LWOO)
0
0
533,1
529,9
538,2
536,8
70%
68%
79%
77%
70%
59%
75%
73%
73%
73%
83%
77%
72%
66%
76%
75%
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 37 -
2011-2012
9. Regeling school- en vakantietijden. 9.1 Vakanties en vrije dagen 2011-2012 Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Pasen Meivakantie Hemelvaart e 2 pinksterdag Zomervakantie
17 oktober t/m 26 december t/m 27 februari t/m 06 april t/m 25 april t/m 17 en 18 mei 2012 28 mei 2012 09 juli t/m
21 oktober 2011 06 januari 2012 02 maart 2012 09 april 2012 04 mei 2012
17 augustus 2012
Overige vrije dagen, ochtenden, of middagen: • Groepen 0 t/m 8: 14-09-2011 (ochtend) Teamdag Studieochtend • Groepen 0 t/m 8: 07-10-2011 (ochtend) • Groepen 0 t/m 4: 14-11-2011 (hele dag) Werkdag • Groepen 0 t/m 4: 05-12-2011 (hele dag) Werkdag • Groepen 0 t/m 4: 20-02-2012 (hele dag) Werkdag Werkdag • Groepen 0 t/m 4: 12-03-2012 (hele dag) • Groepen 0 t/m 4: 16-05-2012 (ochtend) Werkochtend • Groepen 0 t/m 4: 29 mei t/m 01 juni 2012 Onderbouwvakantie Studiemiddag • Groepen 0 t/m 8: 19-06-2012 (middag) Het vakantierooster in de gemeente Neede wijkt in sommige gevallen af van het landelijk vakantierooster en omliggende plaatsen. Dit komt omdat de scholengemeenschap ‘Het Assink’ locaties heeft in twee regio’s, namelijk regio Noord (Haaksbergen en regio Midden (Eibergen, Neede). Het Assink houdt rekening met de verschillende vakantieperiodes in de beide regio’s. Het vakantierooster Neede is hierop afgestemd., omdat ouders met kinderen op zowel het voortgezet onderwijs als het basisonderwijs in de problemen zouden kunnen komen. Wij willen u wijzen op maatregelen die wij nemen ter voorkoming van ziekteverzuim. Zie hiervoor hoofdstuk 9.3. 9.2
Rapporten en 10- minutenavonden
Voortgangsgesprekken Rapport 1 op 9 mrt 2012
10-minutengesprekken: 14 en 15 nov. 2011
Voortgangsgesprekken Rapport 2 op 22 juni 2012
10-minutengesprekken: 12 en 13 mrt. 2012
9.3
Maatregelen ter voorkoming van schoolverzuim: afmelding bij ziekte
Elk jaar weer worden we geconfronteerd met de vraag van ouders of ze hun leerlingen meer dagen van school mogen houden: het is niet mogelijk om zonder geldige redenen een kind buiten de reguliere vakanties extra verlof te verlenen. HOUDT U ZICH HIER S.V.P. AAN! De directie is verplicht om de leerplichtambtenaar op de hoogte te stellen van verzuim van leerlingen! Dagelijks wordt de presentie/absentiemap bijgehouden. Leerlingen die zonder bericht absent zijn, worden z.s.m. benaderd door de leerkracht of de directie. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt doorgegeven aan de leerplicht ambtenaar van de gemeente Berkelland. Hieronder vindt u de richtlijnen die wij moeten hanteren bij het verlenen van verlof en/of vrij geven van school. Er kunnen echter bijzondere omstandigheden zijn die niet hieronder vallen. U kunt dan altijd overleg plegen met de directie in hoeverre verlof/vrij van school tot de mogelijkheden behoort. ATTENTIE: Wilt u ons niet de vraag stellen of uw kind eerder vrij mag hebben, of later naar school mag komen vanwege zomaar een paar dagen weg. Het antwoord staat immers vast. Wij kunnen en Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 38 -
2011-2012
mogen hiervoor geen verlof geven. Met het stellen van dergelijke vragen brengt u ons onnodig in verlegenheid. Toelichting op de verlofmogelijkheden buiten de schoolvakanties Sinds de herziening van de Leerplichtwet 1969 zijn de regels omtrent extra verlof of vakantie aangescherpt. Wij kennen twee soorten verlof: A. extra vakantieverlof B. extra verlof wegens gewichtige omstandigheden: 1. tot maximaal tien schooldagen 2. meer dan tien schooldagen De extra vakantie buiten de reguliere schoolvakanties is alleen nog maar mogelijk in verband met de aard van het beroep van een van de ouders/verzorgers/voogden van een leerling. Ad. A. Extra vakantieverlof Algemeen uitgangspunt is: Verlof buiten de schoolvakanties is niet mogelijk, tenzij er sprake is van artikel 13a van de Leerplichtwet 1969, waarin staat aangegeven dat het alleen wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders/verzorgers/voogden slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Onder “aard van het beroep” verstaan we een beroep dat volledig afhankelijk is van de schoolvakanties. Als voorbeeld kan hier een campinghouder genoemd worden. Een werknemer met een willekeurig beroep, die in de vakantieperiode bij zijn werkgever om organisatorische redenen niet gemist kan worden, kan geen verlof wegens ”aard van het beroep” worden gegeven. Ouders dienen hiervoor minimaal twee maanden van tevoren bij de directeur van de school schriftelijk een verzoek in te dienen. Tevens moet een werkgeversverklaring worden overgelegd, waaruit blijkt dat geen verlof binnen de officiële schoolvakantie mogelijk is. Het verlof: - kan slechts eenmaal per schooljaar worden verleend; - mag niet langer duren dan tien schooldagen; - mag niet plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Voor partieel leerplichtigen geldt een evenredig deel. De leerplichtambtenaar komt bij deze aanvragen niet in beeld. Wanneer men langer wegblijft dan is toegestaan door de directeur van de school is er dus sprake van ongeoorloofd schoolverzuim dat bij de leerplichtambtenaar gemeld moet worden. Ad. B1. Gewichtige omstandigheden, tien schooldagen per schooljaar of minder Dit kunnen plezierige, maar ook minder plezierige omstandigheden zijn. Een verzoek om extra verlof in geval van gewichtige omstandigheden op grond van het gestelde in artikel 14, lid 1 van de Leerplichtwet 1969, voor tien schooldagen per schooljaar of minder, dient vooraf of binnen twee dagen na ontstaan van de verhindering aan de directeur van de school te worden voorgelegd en door deze op basis van de wet te worden afgehandeld. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: a. voor het voldoen aan een wettelijke verplichting voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden; b. voor verhuizing voor ten hoogste één dag; c. gezinsuitbreiding voor ten hoogste één dag; d. voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten t/m de derde graad voor één of ten hoogste twee dagen, afhankelijk van de vraag of dit huwelijk wordt gesloten in of buiten de woonplaats van belanghebbende; e. bij ernstige ziekte van ouders of bloed- of aanverwanten t/m de derde graad, duur in overleg met de directeur op school; f. bij overlijden; - van bloed- of aanverwanten in de eerste graad voor ten hoogste vier dagen; - van bloed- of aanverwanten in de tweede graad voor ten hoogste twee dagen; - van bloed- of aanverwanten in de derde of vierde graad voor ten hoogste één dag; Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 39 -
2011-2012
g.
bij 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders voor één dag.
Dit uitgangspunt houdt in, dat een extra vakantie (bijvoorbeeld wegens wintersport), een extra weekend, deelname van leerlingen aan evenementen (bijvoorbeeld sport), een langdurig bezoek aan de familie in het land van herkomst enzovoort, in principe niet kunnen worden aangemerkt als gewichtige omstandigheid. Ook een dag verlof (of een deel van de dag) voorafgaand of aansluitend aan een schoolvakantie kan niet aangemerkt worden als bijzondere reden. Is een leerling om een van deze redenen niet op school, dan is er sprake van luxeverzuim dat bij de leerplichtambtenaar gemeld moet worden. Ad. B2. Gewichtige omstandigheden, meer dan tien schooldagen per schooljaar Indien meer dan tien schooldagen per schooljaar verlof wordt aangevraagd wegens de onder B1 vermelde omstandigheden, dan moet het verlof schriftelijk (eventueel via de directeur van de school) bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente worden aangevraagd. Daarnaast is in artikel 13 opgenomen, dat door de ouders/verzorgers/voogden slechts een beroep op vrijstelling wegens vervulling van plichten voortvloeiend uit de aangehangen godsdienst of levensovertuiging kan worden gedaan, indien daarvoor uiterlijk twee dagen vooraf aan de directeur van de school schriftelijk mededeling is gedaan. 9.4
Leerplicht
Bij de wet is de nieuwe leerplicht geregeld. Ouders hebben de verplichting er zorg voor te dragen dat hun kinderen op een school worden ingeschreven en de school bezoeken. Wat het inschrijven betreft: Elk kind kan op zijn 4e verjaardag (in de praktijk meestal de dag erna) onmiddellijk naar de basisschool. Wat de 4-jarigen betreft: Voor deze kinderen bestaat de leerplicht dus niet. Het kind kan/mag naar de basisschool. Wat de 5-jarigen betreft: 1. Voor de kinderen die 5 jaar zijn geldt, dat zij gedurende ten hoogste vijf uur per week zijn vrijgesteld van het verplichte schoolbezoek (art. 11a, Leerplichtwet), totdat zij de leeftijd van 6 jaar hebben bereikt. De ouders doen van dit verzuim van vijf uur bericht aan het bestuur en de directie van de school. 2. De directeur van de basisschool kan de leerlingen die vijf jaar zijn nog eens vijf uur extra vrijstelling verlenen van het schoolbestuur op verzoek van de ouders. In totaal kunnen de leerlingen van 5 jaar dus tien uur per week vrijstelling van school bezoek krijgen.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 40 -
2011-2012
10. Namen en adressen 10.1 Team Directeur Dhr. Jos Stapelbroek
Mw. Bianca Kiffen - Leverink Adjunct-Directeur, Intern Begeleider Mw. José Visschedijk Groepsleerkracht groep 0-1 Schoolcontactpersoon en Intern Cultuur Coördinator (ICC’er) Mw. Stephanie Geldof Groepsleerkracht groep 2 BHV/EHBO Mw. Pierrette Kluivers Groepsleerkracht groep 6 Mw. Martine Kleinsman Groepsleerkracht groep 8 BHV/EHBO, MRT
Hengeler 41 7161 ET Neede 0545-293914, of 06-51503618
[email protected] Hemstea 19 7152 BD Eibergen 06-23933175
[email protected] Kamille 36 7491 LE Delden 074-3761071
[email protected] Kwartelstraat 16 7161JS Neede 0545-292717
[email protected] Sikkinkweg 12 7107BD Winterswijk-Kotten 0543-538441
[email protected] H.W. Bentinckstraat 3 7478 BM Diepenheim 0547-851101
[email protected]
Brenda van Uem Groepsleerkracht groep 2, 5 Leescoördinator, BHV Mw. Nathalie Hoens - Nijenhuis Groepsleerkracht groep 5, MRT, BHV/EHBO
Hugo de Grootstraat 16 7131 XZ Lichtenvoorde 0544-375659
[email protected] Derde Broekdijk 3 7122 LA Aalten 06-14976156.
[email protected] Mw. Debby Harbers Papendijk 51 Groepsleerkracht groep 7 7141 KG Groenlo Coördinator spel- en beweegonderwijs, MRT 06-25402899
[email protected] Mw. Areke Hassink Van Reedestraat 26 Groepsleerkracht groep 3 7131 BE Lichtenvoorde Schaduw IB-er/gedragsspecialist, Leescoördinator 0544-842560
[email protected] Mw. Annemiek Luttikhold Kremersweide 12 7478 DB Diepenheim Groepsleerkracht groep 4 0547-850636
[email protected] Mw. Annemarie Schoenmaker Morslaan 70 Vakleerkracht muziek 7576 CW Oldenzaal 0541-533269 Dhr. Harrie Klein Gebbink Grofsmid 26 Conciërge, BHV/EHBO 7141 PZ Groenlo 0544-464968
10.2 Medezeggenschapsraad Oudergeleding: José Lammersen 0545-29610 Femke de Jonge 0545-295513
Kard. Alfrinkschool
Personeelsgeleding: Natalie Hoens - Nijenhuis 06-48107708 Brenda van Uem 0544-375659
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 41 -
2011-2012
10.3 Ouderraad Astrid Vreemann Jan Veldhuis Marleen Bolster Els Dijkhuis Miranda ten Elsen Karin ter Haar Karin Lammersen Bert Leferink Veronie Aalderink Tamara Nuis Joyce Maaswinkel
voorzitster secretaris penningm.
Koordsteeg 2 Meyersweg 51 Moeshof 29 Rozenkamp 52 Rozenkamp 57 Meyersweg 9 Roggestraat 8 Meyersweg 38 Moeshof 14a Weemerhof 11 Weemerhof 11
0545-481548 0545-296945 0545-292638 0545-295035 0545-296492 0545-294069 0545-292688 0545-295181 0545-295844 0545-842677 0545-842677
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
10.4 De coördinator van de overblijfregeling Voor informatie kunt u terecht bij de coördinator van de overblijfregeling. Opgave, maar ook afmelding dient ‘s ochtends tussen 7.30 en 8.00 uur te geschieden bij de overblijfcoördinator mevr. Jo van Dijke
[email protected] Tel.: 06-22775972 10.5 Werkgroep verkeersouders Hetty Geerdink 0545-291491
Angelique ter Woerd 0545-292721
10.6 Contactpersonen luizenouders en de fotocommissie Voor vragen m.b.t. beide commissies kunt u contact opnemen met Luizencommissie: Miranda Konniger Tel: 0545 – 296558 Peter Smit Tel: 0545 – 293292 Fotocommissie: Astrid Boeve Tel: 0545 – 292559 Yvonne Gordijn Tel: 0545 – 295374 10.7 Van externe personen en instanties Managementteam KEENDER Mevr. I. van Hoof en dhr. W. ten Voorde Sterrebosstraat 2 7481 DD Haaksbergen Tel. 053-5723503
[email protected] In verband met ziekte van het bovenschools Management is mevr. M. Voets tot 1-1-2012 aangesteld als interim bestuursmanager. Hogeschool Edith Stein (PABO) M.A. de Ruyterstraat 3 7556 CW Hengelo Tel. 074-2559100 De Overblijfklup (TSO) van Stichting Kinderopvang Enschede 053-480023
[email protected] Centrum voor Jeugd en Gezin Buizerdstraat 1 0545-273666 www.cjgberkelland.nl
Kard. Alfrinkschool
Samenwerkingsverband WSNS Coördinator: A. Stegenga Wheemerstraat 10 7161 AN Neede Tel. 06-29543753
SBO school “De Diekmaat, Wheemerstraat 10 7161 AN Neede Tel. 0545-291416 GGD Gelre-IJssel Postbus 90, 7400AB Deventer 0570 664664 www. ggdgelre-ijssel.nl Wheme 2b, 7141BV Groenlo Stichting Kinderopvang Enschede Buitenschoolse Opvang. Mr. H.J.A.M. Schaepmanplein 2, 7161 GE Neede. Tel.: 0545-293484
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 42 -
2011-2012
10.8 Ons bestuur van de stichting Keender: De Stichting Keender is het bevoegd gezag van 19 katholieke en openbare basisscholen in Beltrum, Buurse, Goor, Haaksbergen, Hengevelde, Neede, Rietmolen en St.Isidorushoeve met in totaal 350 personeelsleden en 3500 leerlingen. Dhr. H.L.G.M. Wensink, voorzitter Mevr. M. Boswinkel-Lowik, vice-voorzitter Mevr. C. de Hoog, secretaris Dhr. L.P.F.M.C. Leeters, penningmeester Dhr. J. Beekman, lid In de loop van het schooljaar 2011-2012 worden bestuur en toezicht gescheiden.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 43 -
2011-2012
11 BIJLAGEN. 11.1
Besmettelijke ziekten
11.1.1 Krentenbaard (impetigo) Wat is het? Krentenbaard of impetigo is een besmettelijke aandoening van de huid die veroorzaakt wordt door een bacterie. Door de infectie ontstaan rode plekken, blaasjes met geel vocht en geelbruine korstjes. De infectie komt meestal in het gezicht voor rond de neus of mond, vandaar de naam krentenbaard. De infectie kan ook op andere plaatsen optreden. Krentenbaard komt geregeld voor. Waar en hoe kan je het oplopen? Mensen kunnen besmet raken door direct contact met krentenbaardplekken van een ander. Dat gebeurt vooral bij kinderen, omdat zij elkaar veel aanraken. Door te krabben aan de krentenbaardplekken kan de bacterie op de handen komen en zo op bijvoorbeeld speelgoed terechtkomen. Daardoor kunnen andere kinderen besmet raken. Door krabben kunnen de kinderen zichzelf ook opnieuw besmetten. Mensen kunnen ook door indirect contact besmet raken. Veel mensen dragen de bacterie namelijk bij zich zonder ziek te zijn. De bacterie zit in de neus, keel of op de huid. De bacterie kan door hoesten en niezen in de lucht terechtkomen. De bacterie kan door krabben via kleine wondjes in het lichaam komen. Ook kunnen anderen de bacterie via de lucht inademen. Ziekteverschijnselen De ziekte begint met rode vlekken of bultjes in het gezicht, vooral rond de neusgaten en mond. De bultjes worden blaasjes waarin gelig vocht zit. Als de blaasjes opengaan ontstaan natte plekjes en geelbruine korstjes. Duur tot verschijnselen Na besmetting duurt het één tot drie dagen voordat er verschijnselen van krentenbaard optreden. Immuniteit Tegen de ziekte ontstaat geen immuniteit. Mensen kunnen meerdere keren krentenbaard krijgen. Welke mensen lopen (extra) risico Krentenbaard komt het meest voor bij jonge kinderen omdat ze elkaar veel aanraken. Wanneer de huid in het gezicht is kapot gekrabd, door eczeem of jeuk, is de kans op krentenbaard groter. Besmettelijkheid voor anderen Het vocht in de blaasjes is (erg) besmettelijk. Zonder behandeling kunnen kinderen twee weken besmettelijk zijn. Pas als de blaasjes opgedroogd zijn, is de besmettelijkheid verdwenen. Als een kind antibiotica krijgt is het na twee dagen niet meer besmettelijk. Maatregelen om ziekte te voorkomen Er is geen vaccin tegen de ziekte en er zijn geen medicijnen om de ziekte te voorkomen. Vermijd contact met de krentenbaardplekken en was de handen na contact. Was de handen ook na contact met speelgoed van kinderen met krentenbaard. Huisarts Neem contact op met de huisarts bij klachten die passen bij krentenbaard. Behandeling De huidaandoening kan worden behandeld met antibiotica (in zalf of in een andere vorm). Genezing De ziekte is goed te behandelen. Complicaties Complicaties komen zelden voor. Extra maatregelen Was de handen met water en zeep, zeker na direct contact met de huid van een kind met krentenbaard. Droog de handen daarna aan een schone, droge doek. Maak speelgoed dat in de mond gestopt kan worden goed schoon. Probeer te voorkomen dat een kind aan de krentenbaardplekken Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 44 -
2011-2012
gaat krabben. Door krabben kan het anderen of zichzelf opnieuw besmetten. Gebruik een aparte handdoek voor het kind met krentenbaard en verschoon die dagelijks. Leer kinderen de hand voor de neus en mond te houden bij hoesten en niezen. Het is het beste om daarna de handen te wassen. Een papieren zakdoekje gebruiken en na eenmalig gebruik weggooien is nog beter. Dagverblijf, school, werk Een kind met krentenbaard kan gewoon naar het dagverblijf, de peuterspeelzaal of school. Het kind is al besmettelijk voordat de verschijnselen optreden. Daarom kunnen andere kinderen al besmet zijn. Thuishouden van het kind met krentenbaard helpt niet om verspreiding van de huidaandoening te voorkomen. Informeer wel de leiding omdat het om een besmettelijke aandoening gaat. De leiding kan dan andere ouders informeren, zodat die alert kunnen zijn op verschijnselen van krentenbaard bij hun kind. 11.2.2 Waterpokken Wat is het? Waterpokken is een besmettelijke ziekte die wordt veroorzaakt door een virus. De meeste mensen maken als kind waterpokken door. Waar en hoe kan je het oplopen? Het waterpokvirus zit in de neus en keel van iemand die besmet is, Door hoesten, niezen en praten komt het virus in de lucht terecht en kan door een ander ingeademd worden. Zo kan besmetting plaatsvinden. Ook door contact met het vocht uit (waterpokken)blaasjes kan besmetting plaatsvinden. De korstjes zijn niet besmettelijk. Ziekteverschijnselen Het kind kan lichte koorts hebben en hangerig zijn. Na een of twee dagen komen er kleine rode bultjes op de huid. Daarop ontstaan blaasjes. Ze veroorzaken veel jeuk. Als de blaasjes in de mond zitten geven ze veel pijn. De blaasjes kunnen kapot gaan. Na een paar dagen drogen ze op en worden korstjes. Duur tot verschijnselen Na besmetting duurt het twee tot drie weken voordat ziekteverschijnselen optreden. Immuniteit Iemand die waterpokken heeft gehad kan de ziekte daarna niet meer krijgen. Welke mensen lopen (extra) risico Mensen die de ziekte nog niet hebben doorgemaakt zijn vatbaar voor de ziekte. Pasgeboren baby’s, kinderen met afweerstoornissen en zwangere vrouwen die de ziekte nog niet gehad hebben lopen risico op complicaties wanneer zij de ziekte krijgen. Besmettelijkheid voor anderen De ziekte is heel besmettelijk. Iemand is besmettelijk vanaf vijf dagen voor het optreden van ziekteverschijnselen totdat alle blaasjes een korstje hebben. Maatregelen om ziekte te voorkomen Inenting tegen waterpokken is niet mogelijk. Besmetting is moeilijk te voorkomen, omdat een waterpokkenpatiënt al besmettelijk is voordat de ziekteverschijnselen optreden. Mensen die risico lopen op complicaties kunnen beter geen contact hebben met een waterpokkenpatiënt. Huisarts Wanneer u of uw kind risico loopt op een ernstig verloop en er is contact geweest met een waterpokkenpatiënt, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de huisarts. Behandeling Behandeling is meestal niet nodig. Mentholpoeder kan de jeuk verminderen. Gebruik geen mentholpoeder op open waterpokken. De ziekte geneest zonder medicijnen. Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 45 -
2011-2012
Genezing Als de korstjes afgevallen zijn is de ziekte voorbij. Soms ontstaan littekentjes. Complicaties Complicaties komen zelden voor. Extra maatregelen Pasgeboren baby’s krijgen een injectie met antistoffen als de moeder rond de geboorte waterpokken heeft (tussen vijf dagen voor de geboorte en twee dagen na de geboorte). Dan lopen ze minder kans om besmet te raken. Ook kinderen met afweerstoornissen en baby’s die veel te vroeg geboren zijn en contact hebben gehad met een waterpokkenpatiënt krijgen antistoffen. Dagverblijf, school, werk Als kinderen met waterpokken zich goed voelen kunnen ze gewoon naar het dagverblijf, de peuterspeelzaal of school. Een kind met waterpokken is al besmettelijk voordat het ziek is. Daarom kunnen andere kinderen al besmet zijn. Thuishouden van het zieke kind helpt niet om verspreiding van de ziekte te voorkomen. Informeer wel de leiding, omdat het om een besmettelijke ziekte gaat. De leiding kan dan andere ouders informeren, zodat die alert kunnen zijn op verschijnselen van waterpokken bij hun kind. 11.2 Afspraken m.b.t. verkeersveiligheid • • • • •
• • • • •
Heb respect voor elkaar. Auto’s in de parkeervakken. Dit kan dus ook iets verder van de school af in aangrenzende straten. Niet fietsen op de stoep. Niet steppen op de stoep rondom de school. Wachtende ouders van groep 1 en 2 worden verzocht hun fiets te parkeren op de speciaal daarvoor aangelegde tegelstrook bij het groene hek. Dus niet op straat of voor de uitgang van de speelplaats. De stoep ook vrijhouden voor passerende voetgangers. Groep 3t/m 8 = Houd de verkeersvakken voor de uitgang van de speelplaats en de stoep vrij zodat de kinderen veilig de straat opkunnen. Geef de kinderen de ruimte om rustig en veilig deel te kunnen gaan nemen aan het verkeer. Tijdens halen en brengen van kinderen de rijrichting Wolfersweg / Koordsteeg aanhouden. Hierdoor voorkomen we tweerichtingsverkeer. Probeer zo min mogelijk met de auto’s achteruit te rijden. Spreek elkaar aan op gedrag. Neem de tijd en de rust om samen met uw kind naar school en naar huis te gaan.
11.3 De schoolregels en het pestprotocol 11.3.1 De schoolregels We willen een kindvriendelijke en een oudervriendelijke school zijn. Een school waar iedereen zich thuis voelt. Waar veel mensen samen zijn is het nodig afspraken met elkaar te maken. Zodat er ook daadwerkelijk sprake is van een "veilig klimaat". Een plek waar ruimte is voor iedereen. Waar je gezien en gehoord wordt. Waar aandacht is voor normen en waarden en voor goede omgangsvormen. Regels geven structuur, duidelijkheid en daarmee ook veiligheid. Volgens de ouderenquête mochten de regels wel wat duidelijker. We zijn hier als team de laatste tijd flink mee aan het werk gegaan. We houden al enige tijd samen toezicht op het plein en proberen problemen met en tussen kinderen goed op te lossen. Vanaf nu hanteren we op en rond school regels die voor iedereen duidelijk moeten zijn en waar iedereen zich aan dient te houden. Met iedereen bedoelen we KINDEREN, LEERKRACHTEN & OUDERS. De afspraken die we nu hebben gemaakt hebben natuurlijk alleen kans van slagen als we als school en ouders één lijn trekken. Het team van de school heeft op vier gebieden regels opgesteld. Regels die te maken hebben met gedrag in school, op het schoolplein, hoe we met materialen omgaan en hoe wij met elkaar horen om te gaan. Omdat het om heel veel regels gaat hebben wij een viertal kapstokregels bedacht, die wij met elkaar willen uitdragen onder ons motto: Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 46 -
2011-2012
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
Deze vier regels vormen de basis voor alle regels. In elke groep wordt regelmatig aandacht besteed aan deze regels. De regels zijn ook op diverse plekken in school zichtbaar opgehangen. Aangepast aan de leeftijd van de kinderen heeft de groepsleerkracht daarmee een instrument om met de groep en/of individuele kinderen te werken aan het inoefenen van de regels en het bevorderen van gezond gedrag. 11.3.2 Het pestprotocol Word je gepest, praat er thuis en op school over. Je mag het niet geheim houden!! Samen met de leerlingen bekijken we de volgende regels en n.a.v. deze regels maken ze zelf een lijst met regels waaraan ze zich dienen te houden. Wie zich niet kan houden aan de regels weet dat er dan consequenties aan verbonden zijn. Dit kan door de leerlingen zelf bedacht worden of door de leerkracht aangegeven worden. De gouden regels vanuit het pestprotocol voor de kinderen zijn: 1. Je beoordeelt andere kinderen niet op hun uiterlijk. 2. Je sluit een ander kind niet buiten van activiteiten. 3. Je komt niet zonder toestemming aan de spullen van een ander kind. 4. Je scheldt een kind niet uit en je verzint geen bijnamen. 5. Je lacht een ander kind niet uit en je roddelt niet over andere kinderen. 6. Je bedreigt elkaar niet en je doet elkaar geen pijn. 7. Je accepteert een ander kind zoals hij of zij is. 8. Je bemoeit je niet met een ruzie door zomaar partij te kiezen. Als je zelf ruzie hebt, praat het eerst uit lukt dat niet dan meld je dat bij de overblijfkracht of de leerkracht. 9. Als je ziet dat een kind gepest wordt, dan vertel je dat aan de overblijfmoeder of de leerkracht. Dat is dan geen klikken!!! 11.4 Het mediaprotocol In dit protocol staan de afspraken die we samen hebben gemaakt om te komen tot een verantwoord en een zo veilig mogelijk media gebruik. De school bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel bij leerlingen door de toegang tot media te begeleiden. De school ziet het als opvoedkundige taak om kinderen ervan bewust te maken waarom bepaalde uitingen niet geaccepteerd worden.(‘Respect voor jezelf, de ander en zijn/haar omgeving’)
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 47 -
2011-2012
Vertonen van films De leerkracht vertoont alleen films (via bv. video, DVD, internet) waarin kinderen niet worden geconfronteerd met beelden van geweld, seks en racisme. Bij het vertonen van films wordt de leeftijdscategorie in acht genomen, met dien verstande dat films voor 12 jaar en ouder niet vertoond worden. Internetgebruik De startpagina op internet is van Kennisnet. Deze site is speciaal bedoeld voor kinderen het basisonderwijs. De leerling mag alleen op internet iets opzoeken via het mapje zoeken. Hierin staan internet zoek websites speciaal voor kinderen. De leerling surft op internet als een leerkracht toestemming heeft gegeven. De leerling geeft aan wat hij/ zij wil gaan doen/zoeken. De leerling bezoekt geen chatboxen en profielsites (bv. Hyves) en maakt geen afspraken via internet, tenzij dit past binnen een activiteit en onder begeleiding van de leerkracht plaatsvindt. De leerling maakt nooit haar/zijn achternaam, adres, telefoonnummer e.d. bekend op het internet. De leerkracht geeft aan op welk moment het spelen van (educatieve) spelletjes op het internet toegestaan is. Geweldspelletjes ed. zijn niet toegestaan. De leerling steelt geen virtuele eigendommen. Filtering van het internet Om de volgende redenen zien wij af van filtering: Filtering is nooit 100% waterdicht. Dit houdt in dat er iets gepretendeerd wordt naar ouders en leerlingen toe dat we niet kunnen waarmaken. Door filtering worden vaak ook veilige/ normale/ goed bruikbare Internetpagina's geblokkeerd. Filtering is kostbaar. Filtering is betuttelend. Wat doen we De leerkracht vertelt wat de mogelijkheden en gevaren van internet zijn en welke sites niet bezocht mogen worden. De leerkracht houdt zicht op de activiteiten van de leerlingen. De leerkracht blijft eindverantwoordelijk. Elk jaar zal met de leerlingen aandacht besteedt worden aan dit protocol. De leerling wordt bewust gemaakt van en aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid, en van de waarden en normen die gelden binnen de school. Leerlingen en leerkrachten worden op de hoogte gebracht dat de ict-er te allen tijde het surfgedrag kan nagaan en het recht heeft om e-mailboxen te bekijken als er sprake is van of het vermoeden bestaat dat leerlingen/ leerkrachten zich niet houden aan de afspraken zoals vermeld in dit protocol. Leerlingen worden verteld dat stelen van virtuele eigendommen wettelijk strafbaar is. Leerlingen vertellen aan de leerkracht als zij per ongeluk op het internet iets vinden dat suggestief, obsceen of bedreigend is of waardoor ze zich anderszins ongemakkelijk voelen. Leerlingen weten wat de afspraak is bij het niet opvolgen van deze afspraken. Dit kan variëren van een waarschuwing tot en met een periode geen toegang meer tot het internet. De ouders zullen hiervan op de hoogte worden gebracht. Kinderen, leerkrachten en ouders dienen verkeerd gebruik van internet te melden bij de mentor, directie of ict-er. Schoolwebsite De school heeft een eigen schoolwebsite: www.alfrinkneede.nl Deze website bevat up to date informatie over de school voor ouders, leerkrachten, leerlingen en andere geïnteresseerden. Indien ouders niet willen dat foto's waar zijzelf of hun kinderen op staan, gebruikt worden op de schoolwebsite of de website door de kinderen zelf gemaakt, dienen ze de school hiervan schriftelijk op de hoogte te brengen. De directie van de school is verantwoordelijk voor de inhoud van de schoolwebsite. Achternamen in combinatie van foto's of werkjes worden niet op de website gepubliceerd. Regels en wetten met betrekking tot copyright worden in acht genomen. Er is een disclaimer geplaatst op de website. Beheer Binnen KEENDER wordt gebruik gemaakt van netwerken die aangesloten zijn via de eigen schoolserver met het internet. Het beheer is uitbesteed aan Hoinet. HOInet is een bestuurlijk ICT samenwerkingsverband van 4 schoolbesturen in de regio zuid-oost Twente en de Achterhoek. HOInet stelt zich ten doel de ICT toepassingen en het ICT gebruik binnen het basisonderwijs te ondersteunen en te vergemakkelijken. Enerzijds proberen we dat door middel van scholing, demonstratie en informatie bijeenkomsten te verwezenlijken, anderzijds laten we onderdelen van het systeembeheer over aan een daarvoor gespecialiseerd bedrijf (Unilogic). Tevens denken zij de implementatie van ICT in de school in de toekomst op een hoger plan te kunnen brengen door visie ontwikkeling (visie op Leren met ICT), door aansluiting bij andere samenwerkingsverbanden en door gebruik te maken van Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 48 -
2011-2012
de expertise van derden ( Expertis, APS,Kennisnet , Iso-ict ). De school betaalt jaarlijks een bedrag voor de diensten van het Hoinet. Toekomst Bij het opstellen van dit protocol hebben we rekening gehouden met de ons nu bekende media mogelijkheden in het basisonderwijs. Door toekomstige ontwikkelingen zullen we dit protocol moeten herbespreken en actualiseren.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 49 -
2011-2012
11.5 De plattegrond van de school
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 50 -
2011-2012
11.6 Tussen- en Buitenschoolse Opvang (TSO en BSO) door Stg. Kinderopvang Enschede 11.6.1 Hoe werkt de overblijfadministratie overblijfadministratie precies van de tussenschoolse opvang? opvang? • De kinderen kunnen gebruik maken van de overblijf na aanmelding via het aanmeldingsformulier en registratieformulier (op school in een mapje verkrijgbaar; zie rekje in het overblijflokaal) • Na aanmelding via het aanmeldingsformulier wordt een digitale overblijfkaart per gezin aangemaakt die voorzien is van een uniek nummer, het zgn. overblijfnummer. • De kaart geeft u een overzicht op welke dagen uw kind(eren) zijn overgebleven, wanneer u saldo heeft ingekocht en welk saldo u nog over heeft. • U dient vooraf saldo in te kopen voor het overblijven van uw kind(eren). Het bedrag bepaalt u zelf. Bijvoorbeeld het aantal overblijfbeurten per maand x overblijftarief of een mooi afgerond bedrag dat daar boven ligt. Het mag ook een bedrag zijn waarmee u enkele maanden vooruit kunt. • Het bedrag kunt u overmaken op bankrekeningnummer; 57.12.06.700 t.n.v. SOK Alfrinkschool • Vermeldt u bij de storting alstublieft uw unieke overblijfnummer. Hebt u dit nog niet ontvangen of is dit niet bekend bij u, zet dan de naam van het jongste kind en de groep erbij. Hiermee kan uw storting snel herkend en geregistreerd worden. • Elke maand ontvangt u een digitale overblijfkaart per e-mail (indien u dit heeft ingevuld op uw aanmeldingsformulier) of een geprinte versie die aan uw jongste kind wordt meegegeven. • De eerste keer dat u deze digitale overblijfkaart ontvangt, zal deze begeleid worden door een uitgebreide toelichting. • Indien u zich al wel heeft aangemeld, maar er gaat nog een gezinslid starten met overblijven, dan kunt u opnieuw een aanmeldingsformulier invullen (te verkrijgen bij het overblijfteam). • Heeft u vaste overblijfdagen ingevuld op het aanmeldingsformulier maar uw kind blijft op een van deze dagen niet over, dan wordt dit niet van uw tegoed afgeschreven mits u dit vooraf heeft doorgegeven op de gebruikelijke werkwijze van uw school. • Weet u nog niet exact wanneer er overgebleven wordt of zal dit incidenteel zijn, dan kunt u dit aangeven op het aanmeldingsformulier als “flexibel”. U dient dan wel van te voren op de gebruikelijke werkwijze aan te geven wanneer er overgebleven wordt. • Het overblijftarief voor onze school is € 2,35 per overblijfbeurt. Algemene Voorwaarden In het informatiemapje treft u ook de Algemene Voorwaarden voor het overblijven aan. Wij raden u aan die goed door te lezen. Vragen? Hebt u nog vragen over de overblijfadministratie, dan kunt u contact opnemen met het Team van Murlen dienstverlening. Telefoonnummer is (076) 5935684 of per e-mail naar
[email protected] (dagelijks bereikbaar van 8.00 uur tot 22.00 uur). 11.6.2 Het overblijfreglement van de Alfrinkschool. 11.6.2. 1 Verantwoordelijkheid •
• • • •
De verantwoordelijkheid voor het organiseren van het overblijven (TSO = Tussen Schoolse Opvang) ligt bij de school. Per 1 augustus 2008 is de school een contract aangegaan met de Overblijfklup van de Stichting Kinderopvang Enschede (SKE). De dagelijkse verantwoordelijkheid voor de organisatie en opvang van de kinderen ligt bij de SKE. Omdat de TSO onder de schoolwet valt ligt de eindverantwoordelijkheid bij de school. De ouders van de kinderen die overblijven zijn verantwoordelijk voor hun eigen kinderen. Zij dragen die verantwoordelijkheid over aan de overblijfouder(s) tijdens het overblijven van 12.00 tot 13.00 uur. De ouders onderschrijven het overblijfreglement. De overblijfouders zijn verantwoordelijk voor en zien toe op het naleven van het overblijfreglement. Bij het (herhaaldelijk) niet nakomen van het overblijfreglement kan door SKE na overleg met de school passende maatregelen nemen.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 51 -
2011-2012
11.6.2.2 Aanmelden en afmelden • • • • •
De coördinator van het overblijven is mevr. Jo van Dijke. Voor incidentele aanmelding kunt u bellen 06- 22 77 59 72 tussen 7.30 en 8.00 uur, of haar mailen naar
[email protected] Aanvraagformulieren met een gratis antwoordenvelop kunt u vinden in het overblijfrek in het overblijflokaal. Als kinderen niet op tijd zijn afgemeld worden de kosten in rekening gebracht afmelden voor 8.00 uur U hoeft zich niet af te melden voor de vastgestelde vakanties en vrije dagen zoals die staan vermeld in de schoolgids en de Info-Kalender.
11.6.2.3 Het overblijven: vooraf • • • • •
Voorzie de meegenomen trommel + beker duidelijk van eigen naam. Alle overblijvende kinderen gaan om 12.00 uur naar de overblijfruimte. Zo nodig gaan kinderen eerst naar het toilet (ook voor het handen wassen). Tijdens het eten is dit niet meer geoorloofd! Bij binnenkomst van de overblijfruimte nemen de kinderen direct plaats aan tafel. In het lunchpakket mag geen snoep zitten.
11.6.2.4 Afspraken aan tafel • Tijdens de lunch blijft iedereen aan tafel zitten. • Er wordt pas begonnen met eten als de overblijfouders dit hebben aangegeven. • Praten met elkaar mag natuurlijk. Schreeuwen, of onbehoorlijk taalgebruik is niet geoorloofd. • Het is niet geoorloofd van tafel te gaan, zonder dat daar toestemming voor is gegeven. • Tijdens de lunch is het niet toegestaan om naar het toilet te gaan. Zie hiervoor de opmerking bij ‘Het overblijven: vooraf’. • De overblijfouders geven het teken wanneer van tafel mag worden gegaan. • De kinderen ruimen op dit wil zeggen: Afval in de daarvoor bestemde mandjes en de eigen materialen in de tas. 11.6.2.5 Het overblijven: na de lunch • •
Bij slecht weer blijven de kinderen in het overblijflokaal. Het is niet geoorloofd door de school te zwerven. Binnen mag niet gerend en geschreeuwd worden. • De kinderen kunnen van verschillende materialen gebruik maken die van de overblijf zijn om zich binnen te vermaken. Voor alles geldt dat hiermee zorgzaam moet worden omgegaan. Wat men pakt, ruimt men ook weer op. • Bij goede weersomstandigheden gaat men naar buiten. De kinderen spelen op de speelplaats. • De kinderen spelen met die materialen die bestemd zijn voor het overblijven. Materialen van de school mag men niet gebruiken, tenzij daar toestemming voor gegeven is. • Er mag met het buitenspelmateriaal alleen na de lunch gespeeld worden. • De buitenspelmaterialen moeten om13.00 uur weer opgeruimd zijn. • Als sprake is van bewuste vernieling van de (spel-)materialen dient dit door de ouders vergoed te worden. 11.6.2.6 Tot slot: • De kinderen dienen de aanwijzingen van de overblijfouders strikt op te volgen. • Het geven van een grote mond of het gebruik van onbehoorlijk taalgebruik wordt niet geaccepteerd • Op deze wijze hopen wij met elkaar uw kind een stukje thuis te kunnen geven!
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 52 -
2011-2012
11.6.2 De buitenschoolse opvang Doelstelling: 1 Als doelstelling is overeengekomen: Het realiseren van een laagdrempelig en financieel toegankelijk sluitend dagarrangementen aanbod voor alle leerlingen op de desbetreffende school/scholen, op een kwalitatief verantwoorde wijze, zowel in pedagogisch opzicht alsmede vanuit een continuïteit perspectief. 2 In het kader van ontwikkeling van dagarrangementen het tot stand brengen van samenwerking en afstemming met plaatselijke aanbieders, instanties en verenigingen op het gebied van opvang, sport en vrije tijd. 3 Het aanbod voor de naschoolse opvang is ook toegankelijk voor niet-leerlingen van de onder bovengenoemde besturen ressorterende scholen. De overeenkomst loopt van 1 augustus 2011 t/m 31 juli 2012. Daar waar nodig is SKE in staat en bereid om ouders te ondersteunen bij de beschikkingsaanvraag van de Belastingdienst in het kader van de Toeslagenwet. De diensten die door SKE worden verzorgd, geschieden volgens de richtlijnen en de kwaliteitseisen die de Wet Kinderopvang stelt. Tevens hanteert zij haar eigen pedagogisch beleidsplan. Aanvraag en kosten opvang: 1 De aanvraag voor kinderopvang en de daaruit voortvloeiende kosten zijn de verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers. 2 SKE sluit een overeenkomst met de ouders. 3 De kosten voor de buitenschoolse opvang worden jaarlijks bepaald en bekend gemaakt. 4 Het KEENDER schoolbestuur heeft geen verantwoordelijkheid met betrekking tot de betaling van de kosten van de buitenschoolse kinderopvang. De opvangperiode voor buitenschoolse opvang is het gehele jaar, uitgezonderd de weekeinden en de erkende nationale feestdagen. De buitenschoolse opvang vindt plaats op een aantal locaties in Neede. Het centrale telefoonnummer is 0545-293484. SKE organiseert vanaf het hek van de school het vervoer naar de buitenschoolse opvang op de volgende wijze: lopend, fietsend, auto of taxi tenzij met de ouders/verzorgers en /of de school – schriftelijk- is afgesproken. SKE spant zich in om aan ouders de gevraagde opvang te bieden. Indien SKE niet in staat is de gevraagde opvang te bieden, verwijst zij ouders door naar andere plaatselijke aanbieders Ouders/verzorgers, die buitenschoolse opvang wensen, zijn niet verplicht tot afname van de buitenschoolse opvang bij SKE. Ouders/verzorgers zijn vrij in hun keuze voor het aanbod van een aanbieder buitenschoolse opvang. Dat kunnen dus ook andere plaatselijke aanbieders zijn.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 53 -
2011-2012
11.7 De pengreep en de letterlijn Zoals u weet is een juiste pengreep van groot belang bij het aanleren van de schrijfletters. Dit gebeurt voornamelijk in groep 3. Maar omdat kinderen al vroeger beginnen met tekenen e.d. willen wij u vragen deze juiste pengreep ook thuis te bevorderen. Het is namelijk erg moeilijk om kinderen, die zichzelf een andere greep hebben aangeleerd, dit weer af te leren. Daarnaast zijn er al heel wat kinderen die al eerder belangstelling krijgen voor het geschreven schrift. Om ook dit thuis goed te kunnen begeleiden hebben we op de achterzijde de letterkaart afgedrukt die wij hier op school hanteren. Wij willen u dan ook verzoeken om deze letters te gebruiken als u thuis met uw kind (spelenderwijs) bezig gaat met het voorbereidend schrijven.
Een goede potloodgreep
Het potlood wordt te dicht bij de punt vastgehouden.
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 54 -
2011-2012
11.8 LIJST MET AFKORTINGEN ARBO
Arbeidsomstandigheden wet
BM
Bovenschools Management
BSO
Buitenschoolse Opvang
CJG
Centrum voor Jeugd en Gezin
CITO
Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling
DON
Directieoverleg Neede
GGD
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
HGPD
Handelings Gerichte Proces Diagnostiek
IB-er
Intern Begeleider
ICT
Informatie en Communicatie Technologie (computergebruik)
ICT-er
Coördinator Informatie en Communicatie Technologie (t.b.v. het computergebruik)
ICC-er
Intern Cultuur Coördinator
ISB-er
Intern Stage Begeleider
LGF
Leerling Gebonden Financiering
LOVS
Leer- en Onderwijs VolgSysteem
LWOO
LeerWeg Ondersteunend Onderwijs
MR
Medezeggenschapsraad
MRT
Motorische Remedial Teaching
OR
OuderRaad
PABO
Pedagogische Academie Basisonderwijs
PCL
Permanente Commissie Leerlingenzorg
SBD
Schoolbegeleidingsdienst
SBO
Speciale school voor Basisonderwijs
SWV
SamenWerkingsVerband (WSNS Berkeldal)
TSO
Tussen Schoolse Opvang
V.O.
Voortgezet Onderwijs
W.S.N.S.
Weer Samen Naar School
ZAT
Zorg Advies Team
ZTL
Zorg Team Leerlingen
Kard. Alfrinkschool
‘Met elkaar maken we ’t voor elkaar!’
- 55 -
2011-2012