Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering
Inhoud 1
Inleiding ......................................................................................................................................................... 3
2
Financieringsbehoefte = Schuldgroei.............................................................................................. 4
3
Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort ........................................... 5
4
Hoe is Schuldgroei gefinancierd .......................................................................................................... 6
5
Oplopende kosten van de schuldgroei .............................................................................................. 7
6
Ontbrekende informatie voor controle door de Raad ............................................................... 8
Appendix : Overzicht Lopende Investeringen ..................................................................................... 9
2
1
Inleiding
Op vrijdag 2 oktober 2014 is de Programmabegroting 2015‐2018 gepubliceerd, waarin conform het BBV de gemeentelijke financiën worden gepresenteerd in het Baten en Lasten stelsel. Hiermee wordt voldaan aan wettelijke eisen m.b.t. de gemeentelijke begroting. Eind 2013 heeft de VNG in haar handreiking “Houdbare gemeentefinanciën” beargumenteerd dat ‐voor gezond gemeentelijk financieel beheer‐ alleen sturen op Baten en Lasten niet voldoende is. Dit heeft immers als nadeel dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds baten en lasten, en anderzijds inkomsten en uitgaven. Hierdoor wordt het zicht ontnomen op de daadwerkelijke geldstromen die de gemeente binnenkomen en uitgaan. Juist op de middellange en lange termijn hangt ‐ volgens deze VNG handreiking ‐ de houdbaarheid van de gemeentefinanciën af van de vraag of in de toekomst jaarlijks genoeg geld overblijft om ‐ naast de noodzakelijke uitgaven voor publieke voorzieningen ‐ de schuldverplichtingen in de vorm van rente en aflossingen te betalen. Zicht hebben op de geldstromen is dus van groot belang, bij een gemeente werkt het immers feitelijk niet anders dan thuis : als er meer uitgaven zijn dan inkomsten, moet geld worden geleend : de schulden nemen dan toe. De schuldontwikkeling van de gemeente wordt ‐ behalve door tekorten in de exploitatie ‐ met name gedreven door nieuwe leningen ten behoeve van investeringen. Vanuit dit perspectief is Paragraaf 4 van de Begroting het meest interessante hoofdstuk van de begroting. Hier wordt immers informatie gegeven over de omvang van het financieringstekort, ofwel de toename van schulden, en de omvang van nieuwe leningen die de gemeente moet afsluiten ten gevolge van het voorgenomen investeringsniveau en voorziene exploitatieresultaat. In deze notitie wordt gekeken naar de schuldgroei in de komende jaren, de wijze waarop deze wordt gefinancierd en de gevolgen die dit heeft voor de gemeentelijke financiën . Hierbij wordt in het bijzonder natuurlijk stilgestaan bij de wijze waarop dit in de voorliggende Begroting is verwerkt.
3
2
Financieringsbehoefte = Schuldgroei
In Paragraaf 4 van de Begroting wordt de financieringsbehoefte gepresenteerd., d.w.z. de behoefte aan nieuwe leningen. Deze dienen ter dekking van beoogde nieuwe investeringen, (mutatie in de balanswaarde van bezittingen en bouwgrondexploitaties), zowel als ter dekking van exploitatietekorten ( vermindering van reserves en voorzieningen). Onderstaand wordt de vergelijking gemaakt tussen de balanswaarden zoals voorzien in de Begroting 2015 en de feitelijke waarden per 01‐01‐2014 uit de Jaarrekening 2013. Boekwaarde investeringen vaste activa Boekwaarde bouwgrondexploitaties Totaal investeringenniveau Reserves en voorzieningen
Begroting 2015 144
Jaarekening 2013 126
Mutatie
49
39
10
193
165
28
18
58
61
‐3
Langlopende geldleningen o/g
103
97
6
Totaal financieringsmiddelen
161
158
3
32
7
25
Financieringsbehoefte = Schuldgroei
Hieruit blijkt dat : 1 de waarde van vaste activa ( Gebouwen etc.) toeneemt met € 18 mln. 2 de waarde van bouwgronden toeneemt met € 10 mln. 3 de reserves en voorzieningen afnemen met € 3 mln. 4 de langlopende schuld toeneemt met € 6 mln. In de Begroting wordt de oorzaak van het financieringstekort van € 32 mln. niet nader onderbouwd. De geplande totale omvang van investeringen in de komende jaren wordt niet gespecificeerd, waardoor niet duidelijk is waarvoor de geprognosticeerde financieringsbehoefte precies nodig is. Ook kan daardoor niet worden beoordeeld of in de Begroting ingecalculeerde meevallers door “fasering” van investeringen, zoals een voordeel van € 250.000 wordt verklaard in Programma 6 “Algemene dekkingsmiddelen”, ook daadwerkelijk worden gerealiseerd In de volgende hoofdstukken wordt de ontbrekende onderbouwing nader ingevuld. Hierbij komen een aantal inconsistenties in de gepresenteerde begroting naar voren die om nadere aandacht vragen.
4
3
Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort
Investeringen in vaste activa De toename in vaste activa van € 18 mln. is het resultaat van nieuwe investeringen minus afschrijvingen. Uitgaande van een jaarlijkse post afschrijvingen van ca. € 4mln. (zie Jaarrekeningen 2010 t/m 2013) betekent dit bedrag dat in totaal nieuwe investeringen ter waarde van € 22 mln. worden voorzien t.o.v. 1/1/2014. Dit is in lijn met het overzicht Lopende Investeringen zoals gepresenteerd in een memo met schriftelijke beantwoording van vragen van 4 november 2013 n.a.v. de Najaarsnota 2013, waarin sprake is van in totaal ca € 23 mln. in de periode 2014‐2015. (Dit overzicht is ter informatie bijgevoegd in de Appendix). NB 1 : In de EMU saldo berekening van de Begroting (pg 157) is sprake van een investeringsniveau van slechts ca. € 6 mln. in materiële vaste activa voor 2014 ‐ 2015. NB 2 : In het Meerjarig Investeringsprogramma in Bijlage 1 van de Begroting is sprake van een investeringsniveau van maar € 2.5 mln. in 2015. Het betreft hier waarschijnlijk slechts nieuwe investeringen t.o.v. het programma Lopende Investeringen uit nov. 2013. Een geactualiseerd totaal overzicht van investeringen ontbreekt echter. Investeringen in bouwgronden De toename in waarde van bouwgronden ( € 10 mln.) is het resultaat van nieuwe investeringen (nb. : er wordt niet afgeschreven op grond). Het betreft hier hoofdzakelijk de €9 mln. t.b.v. derde tranche van “uit te nemen gronden uit de Grondbank RZG Zuidplas” (zie Par. 6 van de Begroting). Daarnaast vallen onder deze balanspost ook de vanuit de exploitatie toegerekende plankosten, ontwikkelingskosten en rente over de financiering van in totaal ca. € 1 mln. NB 3 : Een detaillering van de toegerekende kosten aan bouwgrondexploitaties ontbreekt in voorliggende Begroting. Reserves en Voorzieningen De afname van reserves en voorzieningen van € 3 mln. wordt veroorzaakt door een exploitatietekort dat voor 2014 wordt voorzien (zie Najaarsnota 2014).
5
4
Hoe is Schuldgroei gefinancierd
Langlopende leningen Volgens Par. 4 van de Begroting groeit de langlopende schuld van € 97 mln. per 1/1/2014 ‐ naar €103 mln. per 1/1/2015. De toename van € 6 mln. is het netto resultaat van nieuwe leningen en aflossingen. Omdat in 2014 ca. €4 mln. op lopende leningen is afgelost (zoals vermeld in Jaarrekening 2013), moet in de eerste helft van 2014 dus reeds een nieuwe langlopende lening van €10 mln. afgesloten zijn. Omdat volgens Par. 4 van de Begroting de langlopende schulden dalen in de periode 2015‐ 2018, worden blijkbaar geen nieuwe langlopende leningen voorzien Kortlopende leningen In Par. 4 van de Begroting wordt verondersteld dat de financieringsbehoefte van € 32 mln. kan worden gedekt door leningen met rente van 2%. In praktijk betekent dit dat wordt verondersteld dat een belangrijk deel van deze leningen bestaat uit goedkope kortlopende leningen (<1jaar). De vraag is of dit realistisch is. In mijn eerdere notitie “Budgettering en realisatie van rentelasten” 1 werd de periode 2010‐2012 geanalyseerd, waaruit bleek dat jaarlijks optimistische begrotingen werden aangenomen die uitgingen van rentemeevallers t.g.v. goedkope leningen. In de P&C rapportage van opvolgende jaren kwamen vervolgens rentetegenvallers naar voren i.v.m. omzetting van goedkope kortlopende‐ naar dure langlopende leningen. Dit bleek noodzakelijk t.g.v. wettelijke restricties m.b.t. de maximale toegestane omvang van kortlopende leningen (de kasgeldlimiet). Zelfs in 2014 heeft zich dit weer voorgedaan. Enerzijds is de kortlopende schuld immers in 2014 met €10 mln. afgenomen (vergelijk de in Paragraaf 4 genoemde kortlopende schuld van € 3 mln. met de balanswaarde op 1/1/2014 van €13 mln.) Anderzijds bleek al dat in 2014 een langlopende lening is afgesloten van € 10 mln. NB 4 : Gezien het financieringstekort voor 2015 van € 32.mln. enerzijds, en de kasgeldlimiet voor Zuidplas van ca. € 6.5 mln. anderzijds, zal ook in de komende jaren een substantieel gedeelte van de financieringsbehoefte moeten worden gedekt met “dure”langlopende leningen. De afgelopen jaren varieerde het rentepercentage voor nieuwe langlopende leningen van Zuidplas tussen de 2,91% (juli 2012, 10 jaar vast) en 3,84% (jan 2013, 25 jaar vast), afhankelijk van de datum van afsluiten van de lening en de gekozen looptijd. Het verschil tussen de in de begroting aangenomen kortlopende rente van 2% en het te verwachten langlopende rentepercentage zal variëren tussen de 1% ‐ 2%, hetgeen zich vertaalt in ca. €300.000 tot €600.000 extra rentekosten.
1 op 31 augustus 2013 verstuurd aan toenmalige commissieleden P&C en alle fractievoorzitters
6
6
Ontbrekende informatie voor controle door de Raad
Uit Paragraaf 4 van de Begroting is te herleiden dat van half 2014 tot eind 2015 € 32 mln. wordt geïnvesteerd, waarvan €22mln. in gemeentelijke vaste activa. Dit komt vrijwel overeen met het overzicht Lopende Investeringen van 4 november 2013. Daarnaast wordt €10 mln. geïnvesteerd in bouwgrond. De informatie in de Begroting over beoogd investeringsniveau in vaste activa is niet consistent : zie bijv. de EMU saldo berekening (€6 mln) en het Meerjarig Investeringsplan in Bijalge 1 (€ 2.5 mln.). Beide staan overigens in geen verhouding tot het beoogde niveau van € 22 mln. In de Begroting wordt uitgegaan van financiering van investeringen d.m.v. kortlopende leningen met bijbehorende lage rente. Gegeven de wettelijke kasgeldlimiet, dienen de langlopende schulden echter vrijwel volledig te worden gedekt met langlopende leningen, zoals ook is gebleken in voorgaande jaren. De kosten van financiering van schulden zijn gestegen met € 1.5 mln. over de afgelopen twee jaar, waarvan het grootste gedeelte rente van langlopende leningen betreft. Dit bevestigd nogmaals de conclusie dat financieringstekorten t.g.v. investeringen moeten worden gedekt (en ook in Zuidplas zijn gedekt !) met langlopende leningen. Omdat in de begroting wordt uitgegaan van dekking van het financieringstekort d.m.v. kortlopende leningen met bijbehorende lagere rente, dient voor de komende jaren rekening te worden gehouden met een tegenvaller van minimaal €300.000 en maximaal €600.000 in rentekosten. Het financieringstekort dat ontstaat t.g.v. investeringen en exploitatietekorten, leidt tot groeiende schulden van de gemeente, waarbij de netto schuld per inwoner oploop tot € 3500, hetgeen ruim als onvoldoende kwalificeert volgens de accountant PWC in het Jaarverslag 2013. Hierin waarschuwt PWC verder dat de rentelasten zo zwaar gaan drukken op de exploitatie, dat de grens van het acceptabele is bereikt. De Raad zou, teneinde haar controlerende rol serieus te kunnen vervullen betreffende de ontwikkeling van schulden en de daarbij behorende kosten, de volgende informatie moeten opvragen aan het college ‐ Volledig Meerjarig Investeringsprogramma d.w.z. inclusief lopende investeringen ‐ Overzicht uitstaande langlopende leningen: Bedrag/Rente/Looptijd/Aflossingsschema ‐ Prognose nieuw aan te trekken langlopende leningen, consistent met verstrekte informatie over investeringen en aflossingen ‐ Overzicht van te verwachten uitgaven en inkomsten externe financieringsmiddelen
8
Appendix : Overzicht Lopende Investeringen
9