Kanters Bouw en Vastgoed B.V.
Kopenhagen 5 2993 LL Barendrecht Postbus 425 2990 AK Barendrecht 13
Toelichting CO2-inventarisatie Kanters Bouw en Vastgoed B.V.
Telefoon 0180 - 64 50 00 Fax 0180 - 64 51 70
[email protected] www.kanterstbi.nl
onderdeel van het Energiemanagementprogramma
Versiedatum
12 oktober 2010 Opgesteld door
JRO
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
1/13
13
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
1.1. Algemeen
3
1.2. De CO2 Prestatieladder
3
1.3. Organizational Boundary
4
1.4. Operational Boundary
2. Uitgangspunten berekening 2.1. Algemeen 2.2. Uitgangspunten
3. Voorblad 3.1. Werklocaties 3.2. Bepaling uitsluitingen
4. Vestigingen
4
6 6 6
8 8 8
9
4.1. Kantoren
9
4.2. Verwarming
9
4.3. Elektriciteit
5. Projecten
9
10
5.1. Projectlocaties
10
5.2. Verwarming
10
5.3. Elektriciteit
10
5.4. Overig
6. Transport
10
11
6.1. Vervoer
11
6.2. Lease-auto’s
11
6.3. Sta-Rij regeling
11
7. Samenvatting
12
7.1. Overzicht
12
7.2. Conclusies
8. Indicatoren
12
13
8.1. Aandachtsvelden
13
8.2. Meten
13
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
2/13
Kanters Bouw en Vastgoed B.V.
Kopenhagen 5 2993 LL Barendrecht Postbus 425 2990 AK Barendrecht Telefoon 0180 - 64 50 00
Toelichting CO2-inventarisatie
Fax 0180 - 64 51 70
[email protected]
Onderdeel van het
www.kanterstbi.nl
Energiemanagementprogramma Versiedatum
1. Inleiding
12 oktober 2010 Opgesteld door
1.1. Algemeen Sinds begin 2010 is Kanters Bouw en Vastgoed actief om haar energieverbruik, en de daarmee samenhangende CO2-uitstoot, te reduceren. Aan de hand van de CO2 Prestatieladder van ProRail worden energieverbruiken inzichtelijk gemaakt en worden concrete reductiedoelstellingen geformuleerd. Kanters Bouw en Vastgoed heeft een emissie-inventarisatie op laten stellen om haar ‘carbon footprint’ vast te stellen. De ‘broeikasgasemissie’ van Kanters Bouw en Vastgoed over 2009 was 1.219 ton CO2. In deze rapportage zijn de uitgangspunten van de CO2 emissie-inventarisatie oftewel de ‘carbon footprint’ berekening van Kanters Bouw en Vastgoed B.V. over 2009 weergegeven. Dit rapport heeft tot doel om aan de verifiërende instelling inzage te geven in de manier waarop de carbon footprint tot stand gekomen is en welke brongegevens als uitgangspunten voor de berekening genomen zijn. Dit document is als intern document bedoeld. Voor externe communicatie over de carbon footprint zullen andere documenten opgesteld worden. De inventarisatie over 2009 is een Excel rekenmodel en zal als een apart document worden bijgevoegd en deze toelichting zal de inventarisatie qua indeling volgen. Over het jaar 2009 heeft Kanters Bouw en Vastgoed voor het eerst haar emissies inzichtelijk gemaakt. Daarom dient 2009 dan ook als basis- en referentiejaar. 1.2. De CO2 Prestatieladder Vanaf 1 december 2009 beloont ProRail bedrijven die klimaatbewust produceren door dit als onderdeel van de gunningcriteria bij de aanbesteding mee te nemen. Aan de hand van het GHG (Green House Gas, of broeikasgas) protocol heeft ProRail de CO2 Prestatieladder opgesteld. ProRail heeft dit instrument ontwikkeld om de bedrijven die deelnemen aan ProRail aanbestedingen uit te dagen en te stimuleren hun eigen CO2-productie te kennen en te verminderen. Concreet geldt: hoe meer een organisatie zich inspant om CO2 te reduceren, hoe meer kans op gunning. Het voordeel is verdeeld over zes niveaus en kan oplopen tot 10% ten opzichte van een bedrijf die nog geen trede bereikt heeft. Bedrijven kunnen een CO2 bewust certificaat behalen voor hun inspanningen op de CO2 Prestatieladder. NB: Hoewel het werkgebied van Kanters Bouw en Vastgoed niet primair lig in de Infra en zij daarom geen direct commercieel belang heeft bij certificering, heeft het management van Kanters Bouw en Vastgoed de systematiek van de certificering CO2 prestatieladder aangegrepen om inzicht te krijgen in haar verbruiken, en actief te werken aan reductie van energieverbruiken en CO2-emissie. Naar alle waarschijnlijkheid zal het initiatief op korte termijn opgevolgd worden door Rijkswaterstaat (reeds officieel aangekondigd), Rijksgebouwendienst, gemeente Rotterdam en provincie Zuid-Holland. Samen hebben deze partijen de intentie om tot een Nationale CO2 prestatieladder te komen welke breed in alle sectoren inzetbaar is.
JRO
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
4 van 13
13
1.3. Organizational Boundary Een van de eerste stappen bij het opstellen van een CO2 emissieinventarisatie is het bepalen van de ‘organizational boundary’. De organizational boundary definieert ‘het bedrijf’ dat voor certificatie in aanmerking komt. In wijzigingsblad 4 van de CO2 Prestatieladder van ProRail onder ‘toelichtingen brochure punt 3 (TB3)’ word uitgebreid ingegaan op het bepalen van deze boundary. Kanters Bouw en Vastgoed B.V. heeft er voor gekozen gebruik te maken van methode 2: de laterale methode voor het bepalen van haar boundary. Er is niet voor methode 1 gekozen omdat de organizational boundary te ruim zou worden als TBI Holdings, TBI Bouw of TBI Infra als top van de hiërarchie gezien zou worden. Vanuit dit te hoge niveau komen er bedrijven in de boundary die ver van de activiteiten van Kanters Bouw en Vastgoed af staan, maar die wel in de boundary opgenomen dienen te worden. Onderstaande figuur geeft de plaats van Kanters Bouw en Vastgoed BV weer in de organisatie van TBI Holdings BV.
Bij methode 2 – de laterale methode – is Kanters Bouw en Vastgoed B.V. gekozen als top van de hiërarchie van bedrijven. Bij deze methode vallen in 2009 concernaanbieders binnen de Organizational Boundary van Kanters Bouw en Vastgoed, kijkend naar 80% van de inkoopomzet. Deze bedrijven vormen met samen met Kanters Bouw en Vastgoed dan “het bedrijf” waarvan de CO2 prestatie wordt gemeten. Het volledige overzicht van aanbieders gerangschikt naar de inkoopomzet van Kanters Bouw en Vastgoed is weergegeven in de bijlagen. De MDB (verhuur van bouwplaatsinrichtingen, gereedschappen en materieel) en het SSC (levering van ICT-diensten) vallen binnen de Organizational Boundary van Kanters Bouw en Vastgoed. Toch is het effect van deze bedrijven slechts beperkt op de totale emissie van Kanters Bouw en Vastgoed. Zij maken met elkaar 4,95% van de totale inkoop van Kanters Bouw en Vastgoed over 2009 uit. Zowel de MDB als het SSC hebben het CO2-bewust certificaat behaald. 1.4. Operational Boundary Voor de ‘Operational Boundary’ conform ISO 14064-1 wordt gebruikgemaakt van het scopediagram van ProRail. Deze is in de onderstaande figuur weergegeven. Het GHG-Protocol alsmede de ISO 14064-1 definiëren drie scopes waarbinnen emissies kunnen optreden. Deze scopes kunnen als volgt omschreven worden: Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
4/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
5 van 13
13
• Scope 1 emissies (directe emissies) zijn emissies door de eigen organisatie, zoals emissies door brandstof verbruik (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en emissies door het eigen wagenpark. • Scope 2 emissies (indirecte emissies) zijn emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie verbruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. ProRail rekent “Business Travel” en “Personal Cars for business travel ” tot scope 2. • Scope 3 emissies (overige indirecte) emissies zijn emissies, veroorzaakt door activiteiten van overige indirecte de eigen organisatie, zoals emissies van zakenreizen, gebruik taxi, papierverbruik, emissies afvalverwerking.
Kanters Bouw en Vastgoed heeft deze rapportage en haar CO2 emissieinventarisatie opgesteld conform het scopediagram van ProRail. Koelgassen zijn hierbij conform wijzigingsblad 5 van de CO2 Prestatieladder buiten beschouwing gelaten. Tijdens de inventarisatie zijn geen koelgaslekkages geconstateerd (gesloten systemen) waardoor het niet meenemen geen impact zal hebben op de uitkomsten van de inventarisatie.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
5/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
6 van 13
13
2. Uitgangspunten berekening 2.1. Algemeen In dit hoofdstuk zijn de uitgangspunten beschreven voor de berekening van de carbon footprint van Kanters Bouw en Vastgoed over het jaar 2009. 2.2. Uitgangspunten Bij de totstandkoming van de emissie-inventarisatie van Kanters Bouw en Vastgoed zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1.
Deze berekening is opgesteld conform de eisen aan de CO2 Prestatieladder op Niveau 3 volgens eis 3.A.1. 2. De Organizational Boundary is bepaald in hoofdstuk 2. Kanters Bouw en Vastgoed inventariseert en verifieert haar CO2 emissies zelfstandig. Bedrijven binnen haar boundary inventariseren hun emissies ook zelfstandig en laten deze zelf verifiëren. Samen vormen de inventarisaties de organizational boundary van Kanters Bouw en Vastgoed. 3. Projecten waar de energie door opdrachtgever ter beschikking is gesteld, zijn niet in de berekening meegenomen. Projecten waar stroom, gas of huisvesting door de Opdrachtgever beschikbaar gesteld zijn, valt de daardoor ontstane CO2 emissie onder Scope 3 en dus buiten deze CO2inventarisatie. Het betreft werken met een beperkte impact. Hierbij is het uitgangspunt gehanteerd dat de CO2 emissie gerelateerd kan worden aan de omzet. 4. Deze berekening gaat uit van Scope 1 en 2 CO2 emissies volgens de methodiek van ProRail. Voor de berekening worden de door ProRail aangeleverde conversiefactoren gebruik. 5. CO2 emissies veroorzaakt door onderaannemers of leveranciers op projecten van Kanters Bouw en Vastgoed vallen onder scope 3 en zullen daarom niet meegnomen worden in deze CO2-inventarisatie. 6. Kanters Bouw en Vastgoed transporteert zelf niets, er worden daarom geen CO2-uitstoot voor transport kilometers berekend. Transporten geschieden middels onderaanneming of leveranciers. Dit valt onder scope 3 en dus buiten deze inventarisatie. 7. Kanters Bouw en Vastgoed maakt gebruik van 2 autoregelingen: Lease en Sta-Rij Regeling. 8. Bij Lease auto’s is het niet mogelijk onderscheid te maken tussen zakelijke, privé en woon-werk kilometers. Leaseauto gebruik valt onder zakelijke kilometers en dus onder scope 1. Feitelijk betaald de werknemer bijtelling voor privégebruik en zouden de privé kilometers dus niet meegenomen hoeven worden. Daarnaast valt woon-werk verkeer (commuter travel) onder scope 3. Deze analyse gaat uit van scope 1+2 waardoor woon-werk verkeer niet meegenomen hoeft te worden. Omdat het niet mogelijk is om onderscheid te maken word er dus nu in feite teveel emissie meegenomen bij scope 1. 9. Bij de Sta-Rij regeling worden woon-werk en zakelijke kilometers gedeclareerd (woon-werk en werk-werk). Privé kilometers worden niet vergoed. Er kan bij deze regeling geen onderscheid gemaakt worden tussen de woon-werk kilometers (scope 3) en de werk-werk kilometers (scope 2). Scope 3 emissies vallen buiten deze inventarisatie. Omdat onderscheid niet mogelijk is zullen de emissies meegenomen worden bij scope 2. 10. Voor personeelleden in de periode tot levering van de lease-auto wordt een huurauto te beschikking gesteld. Voor huurauto’s wordt geen overzicht Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
6/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
7 van 13
13
11.
12.
13.
14.
15.
16. 17. 18.
bijgehouden door de leasemaatschappijen; derhalve zijn verbruiksgegevens niet te achterhalen. Het percentage qua verbruiken zal evenwel ten opzichte van het geheel te verwaarlozen zijn. Stroom, gas en stadswarmteverbruik zijn gebaseerd op jaarafrekeningen welke door de energiemaatschappijen en de verhuurder ter beschikking gesteld worden. Vaak lopen deze niet van 1 januari tot 31 december. Indien dit het geval is, zal een representatief verbruik bepaald worden aan de hand van jaarrekeningen die betrekking hebben op het onderzoeksjaar. Per jaarrekening zal gekeken worden welk deel aan het onderzoeksjaar toegewezen kan worden op basis van de looptijd van de afrekening en het aandeel van het onderzoeksjaar. Indien blijkt dat een jaarafrekening slechts een zeer beperkte verschuiving van minder dan een maand bevat ten opzichte van het onderzoeksjaar, dus bijvoorbeeld van 17 januari 2009 tot 16 januari 2009, wordt de jaarrekening als representatief beschouwd voor het onderzoeksjaar. De conversiefactor voor stadswarmte voor Capelle aan den IJssel zoals vermeld in de conversietabellen van ProRail is aangehouden voor de locatie te Barendrecht. Conform wijzigingsblad 5 van ProRail worden koelgassen in deze inventarisatie niet meegenomen. Airconditioningsystemen die ingezet worden door Kanters Bouw en Vastgoed dienen voornamelijk ter koeling van kantooromgevingen. Deze systemen worden als gesloten systeem beschouwd. Voor airconditioning zit stroomverbruik bij de elektriciteitsrekening inbegrepen. Kanters Bouw en Vastgoed geeft geen ‘sinks’ (afvang van CO2 e.d.) als bedoeld in ISO 14064-1. Er heeft geen verbranding van biomassa plaatsgevonden bij Kanters Bouw en Vastgoed.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
7/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
8 van 13
13
3. Voorblad 3.1. Werklocaties Kanters Bouw en Vastgoed heeft in Barendrecht een tweetal locaties waar vanuit zij haar activiteiten ontplooid. Het hoofdkantoor aan de Kopenhagen en de locatie van Bouwservice aan de Stockholm. Daarnaast zijn er projectlocaties ingericht op de werken die door Kanters Bouw en Vastgoed worden uitgevoerd. In deze inventarisatie is een splitsing gemaakt tussen de kantoorlocaties en de projectlocaties. 3.2. Bepaling uitsluitingen Om een zo nauwkeurig mogelijk beeld te verkrijgen van de werkelijke emissie door Kanters Bouw en Vastgoed zijn alle verbruiken per locatie uitgesplitst. Op een aantal projecten is er ofwel nauwelijks energie verbruikt of is de benodigde energie door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Vaststellen van de verbruiken is in die gevallen, zelfs bij benadering, in alle redelijkheid niet mogelijk. In deze gevallen zijn de (omzet-)gegevens uitgesloten van het geheel omdat deze anders het totaalbeeld zouden beïnvloeden. Het betreffen hier voornamelijk werken van de afdeling Bouwservice, waarbij de verbruiken relatief laag zijn. Er zijn geen torenkranen gebruikt, geen gebouwen drooggestookt, geen grote bouwinstallaties aangelegd etc. Welke projecten zijn uitgesloten wordt op het voorblad inzichtelijk gemaakt.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
8/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
9 van 13
13
4. Vestigingen 4.1. Kantoren Kanters Bouw en Vastgoed heeft in Barendrecht een tweetal locaties waar vanuit zij haar activiteiten ontplooid. Het hoofdkantoor aan de Kopenhagen en de locatie van Bouwservice aan de Stockholm. Beide panden worden gehuurd van DPB. De uitstoot door energieverbruiken op de kantoorlocaties is relatief laag. Beide kantoorlocaties samen maken nog geen 13% uit van de totale emissie. 4.2. Verwarming Het hoofdkantoor aan de Kopenhagen wordt verwarmd door middel van aardwarmte. Hiervoor is een warmtepompinstallatie aangelegd waar de drie grote kantoorpanden aan de Kopenhagen op zijn aangesloten. DPB maakt jaarlijks een verdeling van de verbruikskosten tussen de verschillende panden. Het kantoor en de loods van Bouwservice aan de Stockholm wordt verwarmd door middel van stadsverwarming. Ook deze verbruiksgegevens worden jaarlijks door DPB aangeleverd ter onderbouwing van de facturatie. 4.3. Elektriciteit Omdat het hoofdkantoor geen gas verbruikt voor haar verwarming en het kantoor van Bouwservice middels stadsverwarming wordt gestookt, is er bijna uitsluitend sprake van emissie door elektriciteitsverbruik. Hierbij wordt opgemerkt dat een relatief groot deel (16%) van het elektriciteitsverbruik van het hoofdkantoor wordt veroorzaakt door de warmtepompinstallatie.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
9/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
10 van 13
13
5. Projecten 5.1. Projectlocaties De projecten van Kanters Bouw en Vastgoed bevinden zich verspreid over het westelijke deel van Nederland. Bouwplaatsen worden ingericht met ketenparken en (tijdelijke) elektrische installaties. De keten zijn uitgerust met koeling. Het verbruik van elektriciteit bepaalt voor het grootste deel (93%) de emissie. Van een tweetal projecten, te weten Buitenban Hoogvliet en Blijvenburg Rotterdam zijn nog geen verbruiksgegevens bekend omdat deze projecten pas gestart zijn. De verbruiksgegevens van deze projecten zullen in de inventarisatie over 2010 worden opgenomen. 5.2. Verwarming De ketenparken worden soms elektrisch, soms met gas verwarmd. Het is afhankelijk van de situatie welke middelen er beschikbaar zijn. De verbruiken worden aan de hand van de facturering van de nutsbedrijven vastgesteld. 5.3. Elektriciteit Per project wordt er een (tijdelijke) elektriciteitsinstallatie aangelegd. Op een aantal werken wordt een torenkraan opgesteld, wat als grootverbruiker de capaciteit van de installatie sterk beïnvloed. Ook het droogstoken van nieuwbouwcomplexen vraagt veel energie. Dit zijn dan ook aandachtspunten bij het reduceren van de energieverbruiken op de projectlocaties. 5.4. Overig Brandstofgestookte machines worden door Kanters Bouw en Vastgoed nauwelijks gebruikt. Een enkele keer gaat het om een ingehuurde mobiele rupskraan waar Kanters Bouw en Vastgoed de brandstoffen voor inkoopt.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
10/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
11 van 13
13
6. Transport 6.1. Vervoer Kanters Bouw en Vastgoed heeft geen eigen goederentransport. Alle transporten worden door derden verzorgd. Wel had Kanters Bouw en Vastgoed in 2009 een 10tal bedrijfsbussen en ruim 70 lease-autos in gebruik. Meer dan de helft van de totale emissie van Kanters Bouw en Vastgoed wordt veroorzaakt door de auto’s. Dit is dus de grootste en eerste post waar Kanters Bouw en Vastgoed aan reductie werkt. 6.2. Lease-auto’s In 2009 waren er ruim 70 lease-auto’s in gebruik bij 2 verschillende leasemaatschappijen. De auto’s konden binnen een bepaalde bandbreedte uitgezocht worden door de werknemers. Zoals uit de inventarisatie blijkt, zijn er nog veel auto’s in gebruik die een relatief hoge CO2-uitstoot hebben. 6.3. Sta-Rij regeling Voor het zakelijk gebruik van privé-autos hanteert Kanters Bouw en Vastgoed de zogenaamde Sta-Rij regeling. Werknemers worden gestimuleerd zoveel mogelijk met elkaar mee te rijden naar de projectlocaties. Aan de hand van de door de medewerkers gedeclareerde kilometers is het aantal zakelijk verreden kilometers met privé-auto’s bepaald. Om inzicht te krijgen in de CO2-emissie zijn de kentekengegevens van betrokken auto’s verzameld. Van een bepaalde groep auto’s was dat niet mogelijk, onder meer omdat mensen niet meer in dienst waren. Voor deze auto’s is een gemiddelde uitstoot aangenomen. Het betreft hier een nauwkeurige schatting van een aandeel van 7,5% van het totale wagenpark. Tegenwoordig worden de kentekengegevens standaard geïnventariseerd bij de declaratie van zakelijk verreden kilometers. Voor het volgende jaar zal de nauwkeurigheid van deze gegevens dus toenemen.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
11/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
12 van 13
13
7. Samenvatting 7.1. Overzicht Van alle gegevens uit de emissie-inventarisatie is een overzicht opgesteld waar de gegevens per rubriek zijn samengevat. Dit overzicht dient onder meer als basis voor de communicatie door Kanters Bouw en Vastgoed over haar energieverbruiken en CO2-emissies. 7.2. Conclusies Uit het overzicht blijken een aantal zaken: 1. 2. 3. 4.
Meer dan de helft (52%) van de totale emissie van Kanters Bouw en Vastgoed wordt veroorzaakt door het gebruik van de auto’s. Elektriciteit is de tweede grote post, welke verantwoordelijk is voor 45% van de totale uitstoot. Bijna driekwart (72%) van het totale elektriciteitsverbruik vindt plaats op de projecten. Bij het elektriciteitsverbruik op de projecten vallen de projecten ECL Rotterdam en het project in Herkingen op omdat hier verhoudingsgewijs veel verbruik heeft plaatsgevonden. Niet is kunnen achterhalen waar deze verschillen mee te verklaren zijn. ECL Rotterdam is wel een intensief project geweest waar ook een torenkraan heeft gestaan; toch zijn de verschillen dermate groot dat hier nog nader onderzoek naar plaats zal vinden.
De reductiedoelstellingen zullen zich in de eerste plaats moeten richten op de grootste posten; de uitstoot door de auto’s en de electriciteitsverbruiken.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
12/13
Versiedatum
12 oktober 2010 Blad
13 van 13
13
8. Indicatoren 8.1. Aandachtsvelden Om een goed vergelijk te kunnen maken tijdens de monitoring van de energieverbruiken binnen Kanters Bouw en Vastgoed, zijn er een aantal indicatoren opgesteld. Deze indicatoren richten zich, naast de totale emissie, op 4 specifieke aandachtsvelden, te weten 1. 2. 3. 4.
De emissie door de kantoorlocaties De emissie op de projecten De emissie door de elektriciteitsverbruiken De emissie door de auto’s
8.2. Meten Tweemaal per jaar zullen de indicatoren worden afgezet tegen de gegevens van de voorliggende perioden om zo een helder beeld te krijgen van de verschuivingen in emissie en de reductie ervan.
Toelichting CO2 inventarisatie/Versie 12.10.10 Beheerder: KAM-coördinator
13/13