Kadernotitie functiemix Plateau Openbaar Onderwijs Assen
Instemming PGMR: op 19 april 2010 Besluitvorming bestuurscommissie: op 29 april 2010
m.m.v. Algemene Vereniging Schoolleiders
INHOUDSOPGAVE
I. II III III.1 III.2 III.3 IV
Inleiding Wijze van totstandkoming van het beleid Voorwaarden van de functiemix De functies van leraren De functie van leraar basisonderwijs en leraar SBO/SO De functie van senior leraar basisonderwijs en senior leraar SBO/SO De functie van leraar LC op de basisscholen van Plateau Vervolgstappen Bijlage I Convenant Leerkracht van Nederland Bijlage II Sollicitatieprocedure Senior Functies Bijlage III Lijst opleidingen Bijlage IV Functieboek Plateau
Pagina 3 4 4 5 5 5 6 7 8 11 12 14
2
INLEIDING
Plateau Openbaar Onderwijs Assen (hierna te noemen Plateau) heeft beleid ontwikkeld rond de functiemix. De functiemix is een afspraak uit het Convenant Leerkracht van Nederland, dat op 1 juli 2008 is gesloten tussen Minister, PO-raad en de vakorganisaties. Het belangrijkste doel van het Convenant Leerkracht van Nederland is om de positie van de leraar te verbeteren in nauwe samenhang met het doel om een kwaliteitsverbetering binnen het primaire onderwijsproces te bewerkstelligen. Een van de maatregelen in dit convenant is dat er meer hogere lerarenfuncties worden gecreëerd (de functiemix) zowel in het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs als het speciaal onderwijs. De afspraak is dat in 2014 40% LB functies en 2% LC functies in het basisonderwijs en 14% LC functies in het speciaal (basis)onderwijs zijn gerealiseerd. Het percentage LC functies in het basisonderwijs kan door de werkgever met instemming van het personeelsdeel van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (PGMR) worden omgezet in LB functies. De bekostiging van de functiemix vindt voor het grootste gedeelte plaats uit convenantmiddelen. Het Convenant Leerkracht van Nederland is uitgewerkt in de CAO-PO. De relevante bepalingen omtrent de functiemix treft u in bijlage I. Plateau onderschrijft de doelstellingen uit het Convenant Leerkracht van Nederland. De regeling ten aanzien van de functiemix sluit aan bij het al ingezette beleid van Plateau om hogere lerarenfuncties in te voeren. De functiemix geeft hier een extra impuls aan. Tegelijkertijd ziet Plateau zich voor de opdracht gesteld om dit proces waarbij bijna de helft van alle leraren in aanmerking kunnen komen voor een hogere lerarenfunctie zorgvuldig en transparant te laten verlopen. Plateau wil in ieder geval met het beleid realiseren dat:
Er meer loopbaanmogelijkheden ontstaan voor de leraren die werkzaam zijn op de scholen van Plateau
de professionalisering binnen de klas verder wordt ontwikkeld waarbij deze professionalisering van de individuele werknemer een meerwaarde moet hebben naar de gehele school en wellicht ook naar andere scholen;
er een evenwicht wordt gezocht tussen de autonomie van scholen om invulling te geven aan de functiemix enerzijds en het in de toekomst te ontwikkelen beleid Plateaubreed anderzijds.
3
Deze notitie wil het beleid op hoofdlijnen uiteenzetten.
In hoofdstuk I wordt kort ingegaan op de wijze van totstandkoming van dit beleid. In hoofdstuk II wordt in het kort de wet- en regelgeving aangegeven die van belang is voor de beleidsontwikkeling van Plateau. In hoofdstuk III wordt vervolgens het beleid gepresenteerd rond de invulling van de functiemix. Voor de procedurele aspecten met betrekking tot de invoering van de functiemix wordt verwezen naar het stappenplan in bijlage II.
HOOFDSTUK I WIJZE VAN TOTSTANDKOMING VAN HET BELEID Deze notitie is tot stand gebracht door de werkgroep ‘functiemix’. Deze werkgroep is bewust breed samengesteld. De werkgroep bestond uit een directeur van een van de scholen die tevens voorzitter was, verschillende leerkrachten van de scholen, de personeelsadviseur van het stafbureau en een afgevaardigde van het Personeelsdeel van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Een adviseur van de Algemene Vereniging Schoolleiders heeft geadviseerd over het tot stand gekomen beleid. Er is gekozen voor een brede werkgroep om vanuit verschillende invalshoeken het beleid te kunnen ontwikkelen en om visies, meningen en gedachten van werknemers via de leden van de werkgroep optimaal te betrekken in de beleidsontwikkeling. De werkgroep is zich bewust geweest van het feit dat door het invoeren van hogere leraarsfuncties, binnen teams een onderscheid wordt gemaakt in competenties die leiden tot een verschillende salarisschaal. Dit kan op zijn minst vragen oproepen maar ook leiden tot teleurstellingen/concurrentie/cultuuromslag. Om hier vorm aan te geven, heeft de werkgroep zowel met de directeuren, als met de PGMR als met de leerkrachten bijeenkomsten gehad over het voorgenomen beleid.
II.
VOORWAARDEN VOOR DE FUNCTIEMIX
Voor de volledige uitwerking van het Convenant Leerkracht van Nederland wordt verwezen naar bijlage I. Enkele afspraken worden hier kort weergegeven omdat ze van invloed zijn op het beleid dat hierna wordt gepresenteerd. Uit het Convenant: ‘In de beschrijving van de voorbeeldfunctie schaal LB dienen sociale partners de volgende onderdelen op te nemen: - een opleidingsniveau HBO+ door: relevante cursussen, masterclasses dan wel HBO-masters; in aansluiting op de Kwaliteitsagenda primair onderwijs onder andere op de deelgebieden rekenen en taal, zorg en achterstand; - (mede)verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van, het uitdragen van en verdedigen van onderwijskundig beleid; - Het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren. Uitgangspunt blijft hierbij dat de werkzaamheden van de leraar in LB onderscheidend zijn qua niveau en complexiteit ten opzichte van de werkzaamheden van de leraar LA. In De CAO-PO is als uitwerking van het Convenant Leerkracht van Nederland het begrip leraar als volgt gedefinieerd:
4
‘Uitsluitend voor de benoeming of aanstelling in de hogere leraarsfunctie(s) van de functiemix, zoals genoemd in artikel 5.3A van deze cao, geldt dat de werknemer dient te voldoen en uitvoering dient te geven aan de criteria van de volgende definitie van leraar. Een leraar is diegene die voldoet aan de eisen van de WPO/WEC en de Wet BIO, die pedagogische en didactische verantwoordelijkheid draagt voor een groep leerlingen en die voor de helft of meer van de 930 lesuren per schooljaar (deeltijders naar rato) lesgeeft’.
III.
DE FUNCTIES VAN LERAREN
1. De functie van leraar basisonderwijs en leraar SBO/SO Bij de invoering van het functiebouwwerk van Plateau zijn de functies van leraar basisonderwijs en leraar SBO/SO als niet-normfuncties opgenomen. Met nietnormfuncties wordt bedoeld dat deze functies zijn beschreven op basis van het functiewaarderingssysteem FUWASYS-PO en van een waarderingsadvies zijn voorzien door een daartoe gecertificeerd functiewaardeerder. De voorbeeldfuncties zoals deze door de sociale partners zijn ontwikkeld zijn destijds als uitgangspunt genomen. De functies zijn dermate breed en gevarieerd in taken beschreven dat er geen aanleiding bestaat om de beschrijving aan te passen. Naast de lesgevende taak kan een leraar een coördinerende taak hebben ten aanzien van het eigen aandachtsgebied danwel een bijdrage kunnen leveren aan de onderwijsvoorbereiding en - ontwikkeling. Door de invoering van meer hogere leerkrachtenfuncties in het basisonderwijs respectievelijk het speciaal (basis)onderwijs is het uitdrukkelijk niet de bedoeling dat hiermee de bijdrage van de leraren LA af gaat nemen aan taken die buiten het directe lesgeven liggen. Juist met meer hogere lerarenfuncties is het belangrijk dat de functie van leraren niet wordt uitgehold en dat leraren LA ervaring kunnen opdoen met klasoverstijgende werkzaamheden dat wellicht als opstap kan dienen om door te groeien naar de hogere leraarsfunctie.
2. De functie van senior leraar basisonderwijs en senior leraar (V)SO Binnen Plateau zijn al twee hogere lerarenfuncties ingevoerd binnen het functiebouwwerk, te weten de functie van senior leraar basisonderwijs en senior leraar (V)SO. Tussen de functie van leraar en die van senior leraar bestaat een vloeiende lijn van taakuitoefening die qua complexiteit en verantwoordelijkheid oploopt. Er bestaat geen aanleiding om de huidige functies van senior leraar inhoudelijk aan te passen in het kader van de wet- en regelgeving rond de functiemix. In de functiebeschrijvingen is een lesgevende taak opgenomen zodat in principe bij aanstelling in deze functie voldaan kan worden aan de voorwaarde van minimaal 50% lesgeven. De enige toevoeging in de functiebeschrijving van de senior leraar basisonderwijs en senior leraar (v)so is de vereiste van een opleidingsniveau HBO+. De leraren die nu reeds zijn aangesteld in de functie van senior leraar en tevens voor minimaal dan 50% van hun betrekkingsomvang lesgeven, zullen deel gaan uitmaken van de functiemix. Overgangsregeling huidige senior leraren met minder dan 50% lesgevende taken. Niet alle senior leraren binnen Plateau hebben een lesgevende taak. De huidige situatie is dat de directies van de scholen hierin een eigen beleid voeren. Afhankelijk van de doelstelling/speerpunten van de school worden senior leraren ingezet
5
waarbij het huidige beleid is dat het de keuze van de directie is om al dan niet het ‘lesgeven’ in het takenpakket op te nemen. Er wordt voor gekozen om de situatie van deze groep leraren los te koppelen van de invoering van de functiemix en in een parallel traject in gesprek te gaan met de betreffende directeur van de school en deze leraren. Alle senior leraren zijn bevoegd om les te geven en in de toekomst kan de situatie zich voordoen dat een senior leraar weer gedeeltelijk gaat lesgeven. Door geen aparte OOP-functies in te voeren behouden de werkgever en werknemer meer flexibiliteit bij formatieplanning en taaktoedeling en blijft het voor senior leraren mogelijk om naast hun senior taken ook les te geven. De financiering hiervan zal worden opgenomen in een bovenschools frictiebudget. Daarnaast is het uitgangspunt dat op het moment dat een van deze leraren bij Plateau vertrekt, de vacature die daardoor ontstaat minimaal 50% lesgevende taken omvat. Vanaf het schooljaar 2010-2011 zal in principe iedere vacature voor een senior leraar bestaan uit minimaal 50% lesgeven. De functie van senior leraar moet voldoende onderscheidend zijn t.o.v. de leraar en er moet sprake zijn van een passend takenpakket. De vacatures voor senior functies worden per school opengesteld met een minimale werktijdfactor van 0,5430 (voor fulltimers lesgevende taken voor de helft of meer van 930 lesuren per schooljaar en deeltijders naar rato maar minimaal 2 hele dagen lesgevende taken). Bij vacatures voor leerkracht LA bao en LB in het (v)so is dit niet altijd mogelijk. In het geval er geen interne uitbreidingen meer mogelijk zijn en er toch nog formatie moet worden ingezet kunnen er kleinere vacatures ontstaan. De WAA (Wet Aanpassing Arbeidsduur) speelt bij de functiemix ook een rol. Op grond van de WAA heeft de werknemer het recht om vermindering of vermeerdering van de arbeidsduur aan te vragen. In artikel 2.5 van de CAO-PO is de WAA nader uitgewerkt. Het Plateau-beleid is er op gericht om geen zogenaamde snipperbanen te creëren. Dit heeft namelijk tot gevolg dat er meer dan twee leerkrachten voor een groep moeten worden ingezet. Bovendien is het een knelpunt voor personeel in kleine part-time banen om werkelijk onderdeel van een team te kunnen zijn. Bij verzoeken tot urenvermindering wordt een aanstellingsomvang van 0,5430 (halve weektaak) als minimaal beschouwd. Dit mede in relatie tot CAO-PO artikel 2.5 "..rekening houdend met onderwijskundige en schoolorganisatorische belangen en individuele belangen van de werknemer". Bovenschools zal worden vastgesteld wat per school per 1 augustus 2010 de vereiste omvang van fte’s LB functies (bao) en LC functies (v)so is. Uitgangspunt is dat scholen geen voorstellen doen die uitstijgen boven de gestelde percentages. Voor de vacatures die per 1 augustus 2010 ontstaan zullen de directies, in overleg met hun PMR-en de invulling van de senior functies bepalen vanuit de schoolspecifieke speerpunten of aandachtspunten. Vanaf 1 augustus 2010 zal er in breed verband binnen Plateau een kader ontwikkeld worden voor de verdere ontwikkeling van de functiemix. Dit kader is bedoeld om een evenwichtige spreiding te vinden van bepaalde deskundigheden en eenduidigheid te verkrijgen over het niveau en de verantwoordelijkheden van de LA, LB en LC functie. Daarnaast kan het kader als doel krijgen om Plateaubreed bepaalde doelstellingen te realiseren. Centraal hierin blijft overigens staan de autonomie van de scholen.
3. De functie van leraar LC op de basisscholen van Plateau In het Convenant Leerkracht van Nederland is de bepaling opgenomen dat in 2011 1% en in 2014 in totaal 2% LC functies op de basisscholen onderdeel uit gaan maken van de functiemix.
6
Met instemming van de PGMR mag deze 2% LC functies omgezet worden in 6% LB functies. Per 1 augustus 2010 bestaat er nog geen verplichting vanuit het Convenant Leerkracht van Nederland om ten aanzien van de LC functies/extra LB functies een besluit te nemen. Om die reden zal het besluit over het al dan niet omzetten van LC functies genomen worden in het licht van de bredere Plateaubrede discussie die in het schooljaar 20102011 gevoerd zal gaan worden.
IV. DE VERVOLGSTAPPEN 1 augustus 2010 – tijdelijk aanpassen werving en selectiebeleid. De werving en selectie van medewerkers voor de functie van senior leraar zal voor de vacatures die ontstaan per 1 augustus 2010 op schoolniveau plaatsvinden. Bij scholen zonder nieuw in te vullen formatieruimte betekent benoeming van een kandidaat van een andere school dat een van de zittende leraren gedwongen overgeplaatst moet worden naar een andere school. Om dit te voorkomen worden de vacatures op schoolniveau opengesteld. Dit wijkt af van het huidige beleid. In de bijlage is een aangepaste sollicitatieprocedure opgenomen. Voor de daaropvolgende jaren is de intentie om de vacatures meteen bestuursbreed open te stellen. 1 augustus 2010-1 augustus 2011. Vanaf het schooljaar 2010-2011 zal flankerend beleid worden ontwikkeld om de functiemix in te bedden binnen het integraal personeelsbeleid. De meerwaarde van een functiemix wordt namelijk pas gerealiseerd als de hogere leraarsfunctie in relatie wordt gebracht met andere personeelsinstrumenten. Scholingsbeleid: beoordeeld zal worden of het huidige scholingsbeleid voldoende ondersteunend werkt voor de leraren die willen voldoen aan de opleidingscriteria die gesteld worden vanuit het convenant alsmede die door Plateau aanvullend gesteld worden. De PGMR heeft met betrekking tot dit beleid instemmingsrecht. Mobiliteitsbeleid: indien vacatures in het kader van de functiemix meteen bestuursbreed worden opengesteld heeft dit gevolgen voor de (verplichte) mobiliteit van leraren. In het schooljaar 2010-2011 zal beoordeeld worden of het mobiliteitsbeleid hierop een aanpassing behoeft. De PGMR heeft met betrekking tot dit beleid adviesrecht. Competentiebeleid in relatie tot de gesprekkencyclus: de verschillende gesprekken in de gesprekkencyclus en het in kaart brengen van de aanwezige, benodigde en te ontwikkelen competenties zal in de komende jaren aandacht krijgen. Zeker in het licht van meer differentiatie in taken en verantwoordelijkheden kan dit in belangrijke mate de doelstelling van de functiemix ondersteunen. Ook zal dit ondersteunend gaan werken voor die leraren die de ambitie hebben door te groeien naar de functie van senior leraar. De PGMR heeft met betrekking tot dit beleid instemmingsrecht. Ontslagbeleid: Plateau hanteert momenteel het zogenoemde ‘ontslagbeleid’. Dit houdt in dat bij ontslag om formatieve redenen er wordt afgevloeid op basis van de totale tijd in dienst van het onderwijs binnen de verschillende functiecategorieën onderwijzend personeel, onderwijsondersteunend personeel en directiepersoneel. In het schooljaar 2010-2011 zal overwogen worden om over te gaan tot het voeren van werkgelegenheidsbeleid. Met dit beleid wordt er bij dreigende ontslagen om formatieve redenen in overleg met de vakbonden een sociaal plan opgesteld waarbij er objectieve afvloeiingscriteria worden vastgesteld (waaronder het afspiegelingsbeginsel, zoals weergegeven in het Ontslagbesluit en een anciënniteitcriterium) die van toepassing zijn. De PGMR heeft met betrekking tot dit beleid instemmingsrecht.
7
BIJLAGE I CONVENANT LEERKRACHT VAN NEDERLAND De sociale partners in het primair en voortgezet onderwijs en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn op 1 juli 2008 een aantal afspraken overeengekomen die betrekking hebben op het aantrekkelijker maken van het leraarsberoep en over de inzet van financiële middelen om dit te realiseren. In deze paragraaf zal de relatie worden gelegd tussen de beleidsvoornemens zoals ze in deze notitie worden beschreven en de afspraken die tussen sociale partners en de Minister zijn gemaakt.
Omdat er in het onlangs afgesloten Convenant ‘Leerkracht van Nederland’ een afspraak is gemaakt die gevolgen heeft voor de functiebouwwerken op bestuursniveau en op schoolniveau, zal hieronder kort op de bestreffende afspraak worden ingegaan en de consequenties die dit heeft.
De afspraken in het Convenant Leerkracht van Nederland hebben zich vertaald in de volgende CAO-PO 2009 bepalingen: 5.3a Functiemix 1. De werkgever dient uiterlijk per 1 augustus 2014 de volgende functiemix te hebben gerealiseerd: * in het basisonderwijs op bestuursniveau: LA functies 58%, LB functies 40% (waarvan op brinnummerniveau 30%) en LC functies 2%. * in het speciaal (basis)onderwijs op brinnummer- en bestuursnivau: LB functies 86%, LC functies 14%. 2. Het percentage LC-functies in het basisonderwijs, zoals genoemd in het eerste lid, kan door de werkgever met instemming van de PGMR worden omgezet in LB-functies in afwijking van de genoemde afspraken functiemix conform artikel 5.3A en 5.3B van deze cao. 3. Aan het percentage van 40% LB-functies en 14% LC-functies, zoals genoemd in eerste lid, dient op 1 augustus volgens de volgende reeks van de hieronder genoemde jaren te zijn voldaan: * Basisonderwijs 2010 8% waarvan op brinnummerniveau 6% 2011 16% waarvan op brinnummerniveau 12% 2012 24% waarvan op brinnummerniveau 18% 2013 32% waarvan op brinnummerniveau 24% 2014 40% waarvan op brinnummerniveau 30% * Speciaal (Basis)Onderwijs
2010 2011 2012 2013 2014
3% 6% 8% 11% 14%
4. De percentages voor het jaar 2010, genoemd in het eerste en derde lid, worden voor het basisonderwijs vastgesteld op grond van het aantal LA-FTE’s op bestuursniveau dat wordt vastgesteld in het bestuursformatieplan van mei 2010 op grond van artikel 2.7 van deze cao. Met LA–fte wordt bedoeld FTE naar bezoldigingschaal ongeacht de taakstelling van de werkzame personen.
8
Voor het speciaal (basis)onderwijs wordt het percentage voor het jaar 2010, genoemd in het derde lid, vastgesteld op grond van het aantal LB-FTE’s op bestuursniveau dat wordt vastgesteld in het bestuursformatieplan ven mei 2010 op grond van artikel 2.7 van deze cao. Ook hier geldt het aantal FTE’s naar bezoldigingsschaal ongeacht de taakstelling van de werkzame personen. Voor de jaren 2011 tot en met 2014 worden de percentages genoemd in het eerste en derde lid, voor het basisonderwijs vastgesteld op grond van het aantal LA-FTE’s vermeerderd met het aantal reeds gerealiseerde LB-FTE’s in het kader van de functiemix op bestuursniveau dat wordt vastgesteld in het bestuursformatieplan van mei in het betreffende jaar op grond van artikel 2.7 van deze cao. Ook hier geldt het aantal FTE’s naar bezoldigingsschaal ongeacht de taakstelling van de werkzame personen. Voor het speciaal (basis)onderwijs worden de percentages voor de jaren 2011 tot en met 2014, genoemd in het eerste en derde lid vastgesteld op grond van het aantal LB-FTE’s vermeerder met het aantal reeds gerealiseerde LC-FTE’s in het kader van de functiemix op bestuursniveau dat wordt vastgesteld in het bestuursformatieplan van mei in het betreffende jaar op grond van artikel 2.7 van deze cao. Ook hier geldt het aantal FTE’s naar bezoldigingsschaal ongeacht de taakstelling van de werkzame personen. 5.Om de functiemix op zowel brinnummerniveau als bestuursniveau te realiseren hanteert de werkgever de “sleutels”, zoals genoemd in bijlage XIV van deze cao, ter vaststelling van het aantal LB- resp. LC-functies. 5.3b Definitie leraar 1. Uitsluitend voor de benoeming of aanstelling in de hogere leraarsfunctie(s) van de functiemix, zoals genoemd in artikel 5.3A van deze cao, geldt dat de werknemer dient te voldoen en uitvoering dient te geven aan de criteria van de volgende definitie van leraar. Een leraar is diegene die voldoet aan de eisen van de WPO/WEC en de Wet BIO, die pedagogische en didactische verantwoordelijkheid draagt voor een groep leerlingen en die voor de helft of meer van de 930 lesuren per schooljaar (deeltijders naar rato) lesgeeft. 2. Om in aanmerking te komen voor een hogere leraarfunctie dient de werknemer te voldoen aan de kenmerken behorende bij FUWA PO en de voorbeeldfuncties zoals door de cao-po partners in deze cao zijn vastgesteld.
5.4 Functiedifferentiatie 1. Bij het bepalen van het samenstel van werkzaamheden binnen een niet-normfunctie draagt de werkgever zorg voor een voldoende breed takenpakket en betrekt hierbij de gevolgen van het besluit voor de inhoud en waardering van bestaande functies. 2. Voordat de werkgever de functie en de daarbij behorende waardering definitief vaststelt, kan hij besluiten om gedurende minimaal één en maximaal twee jaar ervaring met de functie op te doen. Na afloop van deze termijn wordt, in overleg met de P(G)MR, de betekenis van de voorgenomen nieuwe functie voor de schoolorganisatie en de voorlopig vastgestelde waardering geëvalueerd. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing bij de ontwikkeling en realisatie van de functiemix als bedoeld in artikel 5.3.A en B. 3. Een werknemer die gedurende de in het tweede lid genoemde periode deze functie vervult, wordt bezoldigd overeenkomstig de voorlopig vastgestelde waardering en heeft recht op terugkeer in de oorspronkelijke
9
functie als de werkgever besluit om de functie na deze periode niet in de bestuursformatie op te nemen. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing bij de ontwikkeling en realisatie van de functiemix als bedoeld in artikel 5.3.A en B. 4. Voor de beschrijving en waardering van niet-normfuncties maakt de werkgever gebruik van FUWA PO. In FUWA-PO is voor het primair onderwijs een set van voorbeeldfuncties opgenomen die specifiek voor het primair onderwijs is ontwikkeld. De werkgever kan functies ontwikkelen die afwijken van de voorbeeldfuncties. Indien afgeweken wordt van de voorbeeldfuncties voor leraren in het kader van de functiemix als bedoeld in artikel 5.3.A en B dienen in de beschrijving van de leraar LB voor het basisonderwijs in ieder geval de volgende onderdelen opgenomen te worden: - een werk en denkniveau HBO+ door: relevante cursussen, master-classes, HBOmasters of een EVC-bewijs afgegeven door een gecertificeerde aanbieder; in aansluiting op de Kwaliteitsagenda primair onderwijs onder andere op de deelgebieden rekenen en taal, zorg en achterstand; - (mede)verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van, het uitdragen van en verdedigen van onderwijskundig beleid; - het signaleren en analyseren van behoeften tot vernieuwing van het onderwijs en hiervoor concepten aanleveren. 5. Voor het waarderen van functies die afwijken van de voorbeeldfuncties maakt de werkgever gebruik van een hiertoe door de Stichting Personeelsinstrumenten Onderwijs gecertificeerde adviseur. 6. Functies waarvoor een wettelijke bevoegdheid tot het geven van schoolonderwijs nodig is, zoals vastgelegd in de WPO en WEC, moeten minimaal op LA-niveau worden gewaardeerd en per 1 augustus 2014 in het speciaal (basis) onderwijs op minimaal LB-niveau. 7. Indien tot functiedifferentiatie binnen het primaire proces wordt overgegaan, worden alle binnen de schoolorganisatie voorkomende lerarenfuncties en functies met onderwijsassisterende taken beschreven en gewaardeerd met FUWA PO, met inachtneming van het bepaalde in het vijfde en zevende lid van dit artikel. 8. Ingeval een werknemer door toepassing van FUWA PO in een lagere functie wordt geplaatst dan geldt het bepaalde in artikel 6.20, tweede lid. 9. De werkgever deelt de werknemer schriftelijk zijn besluit mede met betrekking tot de beschrijving en waardering van de functie waarin de werknemer, vanaf het moment dat FUWA PO door de werkgever wordt toegepast, benoemd of aangesteld zal zijn. 10. De mededeling als bedoeld in het voorgaande lid bevat tevens de inpassing van de werknemer in het carrièrepatroon dat behoort bij de functie en indien van toepassing het uitzicht zoals genoemd in artikel 6.20, tweede lid.
10
BIJLAGE II
Sollicitatieprocedure vacatures senior leraar basisonderwijs en senior leraar (voortgezet) speciaal onderwijs per 1 augustus 2010. 1. De Algemeen Directeur (AD) bepaalt wie op grond van rechtspositionele gronden bij voorrang in een senior leraar functie benoemd moeten worden (voorrangsverplichtingen conform CAO-PO). Indien er geen verplichtingen zijn, dan volgt de school de sollicitatieprocedure conform de sollicitatiecode (CAO-PO bijlage XII). In afwijking van het Plateau beleid dat vacatures Plateau-breed worden opengesteld, is het voor de invulling van de vacatures per 1-8-10 wenselijk om de vacatures op schoolniveau open te stellen. Vacatures worden per school opengesteld met een minimale werktijdfactor van 0,5430 (voor fulltimers lesgevende taken voor de helft of meer van 930 lesuren per schooljaar en deeltijders naar rato maar minimaal 2 hele dagen lesgevende taken). De functie van senior leraar moet voldoende onderscheidend zijn t.o.v. de leraar en er moet sprake zijn van een passend takenpakket. 2. De functiebeschrijvingen van de senior leraar basisonderwijs en senior leraar (voortgezet) speciaal onderwijs zoals deze zijn opgenomen in de Functieboek van Plateau zijn van toepassing. 3. Om te kunnen solliciteren/benoembaar te zijn moeten de leraren in elk geval aan de HBO+ opleidingseisen (gaan) voldoen. (zie lijst in bijlage III – de lijst is wellicht nog onvolledig; indien een personeelslid een andere opleiding wil volgen of heeft gevolgd, dan wordt door de AD bepaald of dit het gewenste HBO+ niveau heeft). 4. Toetsingskader beoordeling kandidaten : • Opleidingsniveau Hbo+ (zie lijst) : volledig gecertificeerd HBO+; studerende voor een HBO+ opleiding en verklaring binnen reguliere termijn de opleiding af te ronden; bereid binnen 1 jaar te starten met de benodigde opleiding HBO+ en verklaring binnen reguliere termijn de opleiding af te ronden of een EVC bewijs (eerder verworven competenties) van een erkende HBO instelling. • Kennis/vaardigheden zoals opgenomen in de functiebeschrijving • Te vervullen senior rol op schoolniveau of bovenschools niveau m.b.t. een bepaald inhoudelijk terrein • (schoolspecifieke) competenties/bekwaamheidseisen wet BIO. 5. Er wordt op elke school een benoemingsadviescommissie gevormd door : een directielid, een lid uit of namens een van de geledingen van de MR en de personeelsadviseur of de onderwijskundig medewerker van Plateau. De BAC stelt het profiel op en stelt de selectiecriteria vast, voert de gesprekken en brengt de voordracht uit aan de AD. De AD benoemt als aan alle formele regels en bepalingen is voldaan.
11
BIJLAGE III
Functie LA functie bao
LB functie (v)so
Opleiding Alle leraren : PABO Voor een specifieke onderwijskundige richting is het diploma (o.a. Dalton, Jenaplan, EGO) vereist Alle leraren SBO/(V)SO : diploma speciaal onderwijs/master SEN
Onderstaande lijst is wellicht nog onvolledig; indien een personeelslid een andere opleiding wil volgen of heeft gevolgd, dan wordt door de AD bepaald of dit het gewenste HBO+ niveau heeft. Daarnaast moet een verzoek tot een EVC -traject aan de AD worden voorgelegd. Indien HBO-instellingen nieuwe opleidingen ontwikkelen wordt bekeken of de lijst kan worden aangepast. Leraren kunnen met eigen middelen of bijv. via de Lerarenbeurs opleidingstrajecten volgen. SPECIALISTISCHE KENNIS HBO + NIVEAU (MINIMAAL EEN KENNISSPECIALISATIE) SENIOR FUNCTIES LB (BAO) EN LC (V)SO Zorg en begeleiding
Taal
Rekenen/wiskunde
Zaakvakken
ICT Pedagogiek
Master Special Educational Needs/specialisatie IB (SEN 2 jaar) Oude 2 jarige IB-opleiding MO-A/B orthopedagogiek/HBO orthopedagogiek/ontwikkelingspsychologie Universitair orthopedagogiek/psychologie Post HBO Gedragsspecialist Ambulante begeleiding 2 jarige Opleiding kinder-en jeugdtherapeut Post HBO Remedial Teaching Post HBO Creatief Therapeut Universitair Nederlands MO-A of MO-B Nederlands Post HBO Taalcoördinator Post HBO coördinator rekenen en taal Post HBO taalspecialist Post HBO dyslexiespecialist Post HBO NT2 Universitair wiskunde MO-A of MO-B wiskunde Lerarenopleiding wiskunde Post HBO Rekencoördinator of Rekenspecialist Post HBO coördinator rekenen en taal Universitair aardrijkskunde/geschiedenis/sociologie MO-A of MO-B of Lerarenopleiding aardrijkskunde/geschiedenis/maatschappijleer Post HBO ICT coordinator HBO Pedagogiek/MO-A of MO-B
Hogeschool Utrecht/Windesheim HBO/universiteit Universiteit Hogeschool Utrecht/Windesheim Stenden BGL
Universiteit HBO Stenden
Universiteit HBO HBO Stenden Universiteit HBO HBO HBO
12
Onderwijsorganisatie Schoolleidersopleiding (nvao-geaccrediteerd)
Muziek Coachen
Adjunctopleiding Basisopleiding startbekwaam schoolleider Post HBO muziekspecialist Post HBO video interactie begeleiding Post HBO Supervisor in het onderwijs
NVAOgeaccrediteerde opleidingen (o.a. NES, Interstudie) idem idem
13
BIJLAGE IV Functieboek Plateau
Conciërge
schaal 3
Klassenassistent
schaal 3
Administratief medewerker
schaal 4
Onderwijsassistent
schaal 4
Psychologisch assistent
schaal 4
Secretaresse
schaal 5
Onderwijsassistent
schaal 5
Onderwijsassistent
schaal 6
Leraarondersteuner
schaal 7
Logopedist
schaal 8
Logopedist
schaal 9
Adjunct-directeur
schaal 9
Leraar basisonderwijs
schaal 9
Adjunct-directeur
schaal 10
Directeur
schaal 10
Leraar SBO-SO
schaal 10
Senior leraar basisonderwijs
schaal 10
Adjunct-directeur
schaal 11
Leidinggevend leraar
schaal 11
Senior leraar (voortgezet) speciaal onderwijs
schaal 11
Directeur
schaal 11
Orthopedagoog/Psycholoog
schaal 11
Directeur
schaal 12
Algemeen Directeur
schaal 13
Voor de volledige functiebeschrijvingen en het FUWA-plan zie : www.plateau-assen.nl
14