Voortgangsrapportage 2013 Actieplan luchtkwaliteit Den Haag
Juni 2014
Inhoud 1 Inleiding……………………………………………………………….....…..3 2 Haagse luchtkwaliteit……………………………………………….….…4 2.1 Monitoringstool berekeningen………………………………....…...4 2.2 Metingen NO2………………………………………………..…...….7 2.3 Stikstofdepositie………………………………………………….......9
3 Uitvoering van de maatregelen………………………………………..10
2
1 Inleiding In deze voortgangsrapportage, die jaarlijks wordt opgesteld, wordt verslag gedaan van de resultaten van de Monitoringstool en de stand van zaken van de uitvoering van het Actieplan luchtkwaliteit in 2013. Algemeen Door de Europese Commissie zijn grenswaarden gesteld aan de luchtverontreiniging voor de concentraties van bepaalde schadelijke stoffen in de buitenlucht. In Noordwest-Europa zijn de belangrijkste schadelijke stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). Deze stoffen zijn in heel Nederland in de lucht aanwezig, ook op plekken waar geen bron in de buurt is. Deze vorm van luchtverontreiniging is de achtergrondconcentratie. De totale concentratie is een optelsom van de achtergrondconcentratie plus de uitstoot van vervuilende stoffen door nabijgelegen verkeer, industrie en veehouderijen. In Den Haag is verkeer de belangrijkste bron van luchtverontreiniging. Veel kleinere bronnen zijn de schepen in Scheveningen en alle gasgestookte verwarmingsketels in de stad. Systematiek in regelgeving en beleid De Wet milieubeheer stelt Burgemeester en Wethouders verantwoordelijk voor het hebben van een plan om de luchtkwaliteit aan de normen te laten voldoen. Eind 2007 is door de gemeenteraad daarvoor het actieplan luchtkwaliteit 2007-2015 vastgesteld (RIS 152993). Op 8 april 2008 is dit plan onderdeel geworden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) (RIS 154079) dat door het kabinet is vastgesteld. De Europese Commissie heeft Nederland op basis van het NSL uitstel verleend voor het voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit. Aan de norm voor fijn stof moest worden voldaan in 2011 en aan de norm voor stikstofdioxide moet worden voldaan in 2015. Samen met het Rijk en andere NSL-partners, zoals de provincies en andere grote steden werkt Den Haag aan de verbetering van de luchtkwaliteit. De gemeente heeft zich verplicht tot het uitvoeren van de in het actieplan beschreven maatregelen. Daarnaast heeft de gemeente zich verplicht tot het oplossen van overschrijdingen die op een aantal locaties nog resteren na het nemen van deze maatregelen. Deze locaties worden de resterende knelpunten genoemd. In de nota actualisatie maatregelenpakket, dat in 2012 door de Raad is vastgesteld (RIS 181258), wordt aangegeven welke maatregelen worden genomen om de resterende knelpunten op te lossen. Het Rijk heeft voor het uitvoeren van maatregelen een subsidie beschikbaar gesteld. Monitoring en topindicator luchtkwaliteit. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu bewaakt de luchtkwaliteit in heel Nederland met behulp van een rekenmodel, de zogenaamde Monitoringstool. De input daarvoor bestaat uit verkeers- en bebouwingsgegevens en de achtergrondconcentraties van vervuilende stoffen. Met dit model wordt op alle relevante locaties in Nederland berekend of de normen uit de Wet Milieubeheer zijn gehaald. Ook wordt voorspeld of de maatregelen uit het NSL leiden tot het halen van de normen voor fijn stof en stikstofdioxide (NO2). Omdat het uitstel om aan de normen voor fijn stof te voldoen pas halverwege 2011 afliep, is 2012 het eerste jaar waarvoor (voor het hele jaar) aan de normen kon worden getoetst. In de monitoringsrapportage van 2013 is aangetoond dat de norm voor fijn stof in 2011 is gehaald. Of in 2015 daadwerkelijk aan de grenswaarden voor NO2 wordt voldaan wordt uiteindelijk bepaald in de monitoringsrapportage van 2016.
3
Eind 2013 is de landelijke monitoringsrapportage over 2012 beschikbaar gekomen. Deze rapportage en de onderliggende gegevens in de Monitoringstool zijn te raadplegen via www.nsl-monitoring.nl. In voorliggende rapportage worden de resultaten voor Den Haag nader toegelicht en wordt onder andere inzicht gegeven in de consequenties voor de blootstelling. Overleg G6 en het Rijk De recente landelijke monitoringsrapportage over 2012 voorspelt voor 2015 een lichte toename van de concentraties voor stikstofdioxide (NO2). Er zijn dan nog een aantal overschrijdingslocaties die zich bevinden bij binnenstedelijke (gemeentelijke) wegen van andere grote steden (dus niet in Den Haag). De oorzaken van de toename zijn niet te beïnvloeden door de gemeenten. De toename is namelijk toe te schrijven aan een hogere (NO2) raming voor 2015 in de achtergrondconcentraties. Die hogere raming heeft o.a. te maken met nieuwe (minder ambitieuze) plafonds voor de emissies uit het buitenland en hoger geraamde emissies van Euro 5 dieselpersonenauto’s. Er is vorig jaar veel contact geweest over het halen van de normen in 2015 met de andere grote steden (G6) en het ministerie van I&M, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Daarbij is afgesproken dat er een gezamenlijk plan wordt opgesteld, dat voorgenomen aanvullende maatregelen bevat om de luchtkwaliteit te verbeteren omdat de andere grote steden anders de normen niet halen. De gemeente Den Haag heeft in dat verband aangegeven door te gaan met het huidige maatregelenpakket, omdat extra maatregelen niet nodig zijn om de normen te halen. Met name de drie steden met de meeste knelpunten (Amsterdam, Rotterdam en Utrecht) zijn genoodzaakt wel extra maatregelen te nemen. Het Rijk richt zich vooral op het extra ontmoedigen van vervuilende auto’s en het stimuleren van schone technieken en schone brandstoffen. De huidige stimuleringsregeling voor schone taxi-en bestelauto’s wordt uitbreid met particuliere bestelauto’s. Of deze extra maatregelen zorgen dat in 2015 de normen nergens meer worden overschreden in Nederland wordt duidelijk in de monitoringsrapportage in 2016.
2 Haagse luchtkwaliteit 2.1 Monitoringstool berekeningen In deze paragraaf wordt aangegeven of er in Den Haag nog normoverschrijdingen zijn in 2012 of te verwachten zijn in 2015. Het is een samenvatting voor Den Haag van de landelijke ‘Monitoringsrapportage NSL 2013'. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in december 2013 de landelijke Monitoringsrapportage NSL 2013 met de stand van zaken in 2012 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden. Basis voor alle informatie is de zogenaamde Monitoringstool, deze is te vinden op de website www.nsl-monitoring.nl. Dit landelijke rekenmodel wordt gevuld met gegevens van alle aan het NSL deelnemende overheden. De gegevens betreffen alle maatregelen en alle ruimtelijke en verkeersontwikkelingen die voor de luchtkwaliteit van belang zijn, maar ook omgevingskenmerken. In de tussentijd is het rekenmodel in verschillende opzichten belangrijk aangepast waardoor vergelijking met rapportages uit eerdere jaren lastig is. Zo is dit jaar de toerekening van achtergrondconcentraties verfijnd, waardoor de NO2-concentraties langs de drukste wegen enkele microgrammen hoger uitkomen dan met het vorige model.
4
Stikstofdioxide (NO2) 2012 In Den Haag werd volgens de Monitoringstool in 2012 nog over ongeveer 7 km weglengte de toekomstige (per 2015 geldende) grenswaarde van 40 µg/m3 NO2 per jaar overschreden. In 2011 was dit nog 11 km.
Figuur 1
Jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (µg/m3) in 2012 in Den Haag
2015 De Monitoringstool houdt bij de prognose voor 2015 rekening met de vastgestelde maatregelen en ruimtelijke en verkeersontwikkelingen. Dit geldt zowel op landelijk niveau (schoner wagenpark, verkeersscenario’s, achtergrondconcentraties) als lokaal (het in 2011 geactualiseerde Actieplan luchtkwaliteit, lokale verkeersprognoses). Volgens de Monitoringstool zijn er dan in 2015 geen normoverschrijdingen meer.
5
Figuur 2
Jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (µg/m3) in 2015 in Den Haag
Het RIVM heeft landelijk de berekende NO2-uitkomsten van Monitoringstool vergeleken met die van een eigen geavanceerder rekenmodel. Daaruit bleek dat de overeenstemming van de Monitoringstool met het geavanceerde model sterk is toegenomen ten opzichte van eerdere jaren. In 2013 heeft het RIVM bovendien voor de beschikbare NO2-meetpunten (ook die in Den Haag) de gemeten waarden vergeleken met wat de Monitoringstool voor die punten berekent. De overeenkomst bleek groot en zelfs beter dan verwacht. De Monitoringstool kan dus als een bruikbaar instrument worden beschouwd voor de bepaling van de luchtkwaliteit. Fijn stof (PM10) De concentratie (jaargemiddelde) fijn stof (PM10) blijft volgens de Monitoringstool in alle onderzochte jaren (2012, 2015 en 2020) op alle toetspunten in Den Haag ver onder de grenswaarde van 40 µg/m3. Het jaargemiddelde is een maat voor chronische blootstelling. Per medio 2011 geldt ook een grenswaarde voor het aantal dagen dat de etmaalgemiddelde concentratie hoger is dan 50 µg/m3. Dit mag maximaal 35 dagen per jaar gebeuren. Ook deze grenswaarde voor etmaalgemiddelden werd volgens de Monitoringstool in 2012 nergens in Den Haag overschreden of benaderd. In de komende jaren zullen de PM10concentraties verder dalen onder meer als gevolg van het schoner worden van voertuigen. De Monitoringstool brengt tegenwoordig ook de jaargemiddelde PM2.5 –concentraties in beeld. Hiervoor geldt nu nog een norm van 25 µg/m³ . Deze norm wordt mogelijk in de toekomst aangescherpt tot 20 µg/m³.
6
De PM2.5 concentraties in Den Haag blijven hier met waarden tussen 12 en 17 µg/m³ in 2012 onder en zullen naar verwachting ook in 2015 onder de norm blijven. 2.2 Metingen NO2 Sinds 2005 laat Den Haag (net als enkele andere grote gemeenten) NO2-metingen verrichten. Ze vormen een aanvulling op de juridisch maatgevende berekeningen met de Monitoringstool. Deze metingen zijn indicatief. Ze kunnen daarom niet worden gebruikt om aan grenswaarden te toetsen. Op dit moment wordt de luchtkwaliteit op ruim 100 locaties gemeten. Meetresultaten 2012 De metingen worden in opdracht van de gemeente uitgevoerd door Buro Blauw. De complete jaarlijkse rapportage van Buro Blauw is te vinden op de gemeentelijke website (zoekterm ‘luchtkwaliteit meten’). Hier wordt volstaan met een samenvatting. De NO2-concentraties zijn gemeten met de zogenaamde passieve monsternamemethode, ook wel aangeduid met Palmes diffusiebuisjes. Het meetprogramma is in 2012 vrijwel ongewijzigd gebleven. Ten opzichte van voorgaande jaren zijn 3 extra achtergrondmeetpunten toegevoegd. De metingen zijn verspreid over de stad uitgevoerd, waarbij onder andere onderscheid is gemaakt tussen (buiten)wijken, drukke doorgaande wegen en het stadscentrum. De metingen zijn vrijwel zonder storingen uitgevoerd. De metingen zijn geijkt op de RIVMmeetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) aan de De Constant Rebecquestraat en de Amsterdamse Veerkade. De meetfout in 2012 bleef beperkt: 5,5 %. Trendanalyse In 2012 is de gemeten concentratie over de hele linie afgenomen ten opzichte van 2011, gemiddeld met 1,5 µg/m³ NO2 . Tabel 1
gemeten NO2-concentraties
Door de gemeten achtergrondconcentraties af te trekken van de gemeten totale concentraties ontstaat een beeld van de bijdrage van de lokale bronnen (i.e. verkeer). De zo bepaalde verkeersbijdrage was in 2012 in Den Haag 0,4 µg/m3 op een totaal van ongeveer 35 μg/m3. Dit is minder dan voorgaande jaren.
7
Tabel 2
NO2-concentraties als verhoging t.o.v. de achtergrond
Mogelijke oorzaken van de dalende verkeersbijdrage zijn het Verkeerscirculatieplan, de op diverse plaatsen in de stad verbeterde afstelling van verkeersregelinstallaties (VRI’s), het schoner wordende wagenpark en de economische crisis. Ook het weer kan een van jaar tot jaar verschillende uitwerking op de verspreiding van de verkeersemissies hebben.
Figuur 4
NO2-meetpunten en RIVM-meetstations in Den Haag
Vergelijking van metingen met berekeningen De berekeningen met de Monitoringstool zijn vergeleken met metingen van de Palmesbuisjes waarmee Buro Blauw de metingen verricht. Zoals eerder gemeld kunnen metingen niet rechtstreeks worden getoetst aan de normen. Ze zijn echter wel geschikt om een algemeen beeld te geven van de luchtkwaliteit. In figuur 5 is de samenhang tussen de metingen en de berekeningen weergegeven. Gemiddeld genomen lagen in 2012 de concentraties van de berekeningen 3,5 µg/m3 hoger dan de metingen.
8
Vergelijking rekenen en meten luchtkwaliteit 2012 Den Haag 50 45 Gemeten concentraties
40 35 30 25 20 15 10 5 0 0
10
20
30
40
50
60
Berekende concentraties NO2 (µg/m3)
Figuur 5
Rekenen versus meten in 2012
2.3 Stikstofdepositie De vorige paragrafen in dit hoofdstuk gingen over luchtkwaliteit en de gezondheid van mensen. Maar een goede luchtkwaliteit is ook belangrijk voor de natuur. Nederland heeft zich verplicht te zorgen voor een goede instandhouding van natuurgebieden met de Europese Natura 2000 status. In Den Haag gaat het wat betreft luchtkwaliteit vooral om stikstofdepositie uit de lucht in de drie Haagse Natura 2000-gebieden. Nederland heeft zich verplicht te zorgen voor een goede instandhouding van deze gebieden. De Haagse duinnatuur in deze gebieden heeft te maken met een overmaat aan stikstof afkomstig van onder meer verkeer en huishoudens. De lokale verkeersbijdrage aan de stikstofdepositie in deze Natura 2000-gebieden is beperkt. Specifiek lokaal luchtkwaliteitsbeleid heeft een beperkt tot verwaarloosbaar effect. Voor grote projecten wordt de stikstofdepositie standaard in een milieueffectrapportage in beeld gebracht. Om de stikstofdepositie sneller te laten dalen, stelt het rijk samen met de provincies (bevoegd gezag) en beheerders van Natura 2000-gebieden een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) op. Informatie over PAS-maatregelen die relevant zijn voor de Haagse Natura 2000-gebieden ontvangt u in het kader van het gemeentelijk groenbeleid.
9
3 Uitvoering van de maatregelen Dit hoofdstuk gaat in op de voortgang van het Actieplan luchtkwaliteit. Het jaar 2014 is het laatste jaar van het actieplan. In 2015 moeten in principe de maatregelen zijn uitgevoerd en moet de norm zijn gehaald. Om te zorgen dat ook ná 2014 minimaal aan de norm kan worden voldaan is er een aantal maatregelen dat nog doorloopt in 2015. Dat is bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van oplaadpalen voor elektrische auto’s en de milieuzone voor vrachtverkeer . Ook loopt een aantal maatregelen door na 2014 omdat de werkzaamheden nog niet zijn afgerond, zoals de reconstructie van de Neherkade. Verder schrijft de systematiek van het NSL voor dat als een maatregel geheel of gedeeltelijk niet doorgaat deze moet worden vervangen door een andere maatregel of door intensivering van bestaande maatregelen, waarmee een vergelijkbaar effect wordt bereikt. Dit doet zich voor bij de maatregel die zou worden genomen aan de Lekstraat bij de Koningstunnel. De bouw van een scherm blijkt niet nodig om aan de normen te voldoen. De maatregel is daarmee formeel afgerond. In plaats daarvan kan een aantal succesvolle maatregelen worden geïntensiveerd. Deze maatregelen betreffen fietsvoorzieningen en het asfalteren van extra fietspaden in de (kracht)wijken en specifiek bij het winkelcentrum De Leyweg. Daarnaast is er dekking voor de meerkosten van de verbouw van de remise voor de aardgasbussen aan de Telexstraat. Den Haag heeft sinds 2008 veel aandacht besteed aan uitvoering van maatregelen. In 2012 is het maatregelenpakket geactualiseerd. De nadruk is meer komen te liggen op maatregelen voor het oplossen van de resterende knelpunten. Onderstaand zijn de belangrijkste ontwikkelingen per maatregel opgenomen, evenals een tabel met een overzicht van de bestedingen tot en met 2013. Maatregelen die al in voorgaande rapportages als afgerond of afgevallen zijn aangemerkt, worden hier niet meer besproken. 1 Milieuzone vrachtverkeer De milieuzone voor vrachtverkeer bestaat sinds 2008. Sinds die tijd zijn de toelatingseisen om binnen de milieuzone te mogen rijden een aantal keren aangescherpt. Deze eisen zijn landelijk afgesproken tussen overheden en de branche organisaties. De laatste aanpassing vond plaats in 2013: sinds juli 2013 mogen alleen nog maar vrachtauto’s die voldoen aan de norm Euro IV de milieuzone in. De naleving is nog steeds groot, namelijk boven de 98% en vrijwel zonder het uitdelen van boetes. De handhaving in de Haagse milieuzone wordt uitgevoerd met behulp van een geautomatiseerd systeem met camera’s (ANPR). 2 Stadsdistributie In 2013 heeft er naar aanleiding van een initiatiefvoorstel van GroenLinks een werkconferentie plaatsgevonden over de bevoorrading van de binnenstad en de vraag op welke wijze de distributie zo inventief en effectief mogelijk kan worden aangepakt. Alle relevante partijen waren aanwezig: gemeente Den Haag, vervoerders, ondernemers, raadsleden, belangenorganisaties en deskundigen uit andere gemeenten en van andere overheden. De werkconferentie heeft samen met initiatieven uit de raad geresulteerd in het voornemen om de mogelijkheid van een haalbaarheidsstudie in samenwerking met Maatwerk en een studie naar de eigen logistieke stromen van de gemeente te onderzoeken. Over de uitkomsten hiervan wordt de raad apart geïnformeerd.
10
11
3 Nieuwe sloopregeling voor particulieren en bedrijven Oude auto’s, met name diesels, dragen in verhouding sterk bij aan een verminderde luchtkwaliteit. Om te stimuleren om die versneld van de weg te halen, heeft Den Haag sinds 1 juli 2013 een sloopregeling ingesteld. Ruim 1000 personen- en bestelauto’s zijn al ter sloop aangeboden door zowel particulieren als bedrijven. Ook de afstemming met landelijke en regionale stimuleringsregelingen werpt zijn vruchten af. Door hier gebruik van te maken hebben namelijk sommige bedrijven hun vervuilende diesel bestelauto’s kunnen inruilen voor een duurzame auto op groen gas of elektriciteit. 4 Dynamisch Verkeersmanagement op CentrumRing en Buitenruit Om de doorstroming van het verkeer in de gemeente Den Haag te verbeteren en tegelijk de leefbaarheid te verhogen is het project Doorontwikkeling Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) opgestart. Over de voortgang van DVM wordt de raad apart geïnformeerd. 5 Resterend knelpunt: Neherkade Zonder extra maatregelen verwacht de Monitoringstool langs de Neherkade op enkele plaatsen in 2015 een normoverschrijding. Deze herinrichting van de Neherkade heeft als doel om de verkeersafhandeling en de luchtkwaliteit te verbeteren. De Neherkade wordt zo herontworpen dat de luchtkwaliteit naar verwachting aan de normen zal voldoen en er geen knelpunt meer is. In 2012 is het effect van de maatregel doorgerekend in het kader van een MER-procedure. Hieruit blijkt dat met de maatregel in 2015 de concentraties onder de grenswaarde zijn. De voorbereidende werkzaamheden zijn gestart in 2012. De start van de herinrichting zelf is gepland in 2014. Over de voortgang van deze maatregel wordt de raad apart geïnformeerd. 6 Walstroom Scheveningenhaven Met deze maatregel worden de emissies van diepvriestrawlers en andere grote schepen verminderd door de schepen die in de haven van Scheveningen liggen aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk ter vervanging van stroomopwekking met eigen dieselaggregaat. Op de wal moeten hiervoor installaties worden gerealiseerd die het mogelijk maken om deze schepen aan te koppelen met voldoende vermogen. Voor de schepen van Rijkswaterstaat zal een aansluiting worden gemaakt in de eerste en derde haven. De werkzaamheden voor deze maatregel zijn al gestart. De daadwerkelijke aanleg van de walinstallatie vindt plaats in 2014. 7 Meerjarenprogramma Fiets Met het vaststellen van het Actieplan luchtkwaliteit in 2008 en de actualisatie daarvan in januari 2012 is er NSL-budget beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van het MJP Fiets 2011-2014. Met dit programma wil de gemeente Den Haag onder andere bereiken dat de groei van het autoverbruik in de stad wordt beperkt en dat een verschuiving plaatsvindt van het autovervoer naar openbaar vervoer en fiets (modal shift). Dit draagt bij aan het behalen van de doelstellingen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. De NSL-middelen worden onder andere ingezet voor de aanleg van fietspaden en het realiseren van fietsenstallingen. Over de voortgang van het meerjarenprogramma Fiets wordt de raad apart geïnformeerd. 13 Vergroening gemeentelijk wagenpark (hybride, aardgas, vervroeg Euro VI/6) Het aantal voertuigen van de gemeente dat op aardgas / groen gas rijdt is ook in 2013 weer toegenomen. Dit wordt weergegeven in onderstaande tabel. 2011 2012 2013 170 214 245 Tabel: aantal aardgasvoertuigen in het gemeentelijke wagenpark
12
De vergroening van het gemeentelijke wagenpark zal onverkort worden doorgezet. Daar waar vervanging naar aardgas / groen gas niet mogelijk is, zal - indien mogelijk - worden ingezet op elektrisch vervoer of vervroegde introductie van Euro VI voor zware voertuigen en Euro 6 voor lichtere voertuigen (Euro VI/6 is de meest strenge Europese norm voor schone voertuigen). Op basis van de inventarisatie van het gemeentelijke wagenpark en de verwachte vervanging in de komende jaren zijn wagenparkbeheerders geadviseerd over de mogelijkheden om aardgasvoertuigen dan wel andere duurzame voertuigen aan te schaffen. 16 Taxi’s op aardgas/elektrisch/Euro 6 De taxibranche heeft in 2012 aangegeven dat er te weinig (openbare) vulpunten in de stad zijn voor omschakeling op aardgas / groen gas. Daarom neemt de gemeente samen met het stadsgewest Haaglanden vanaf dat moment een actieve rol in om samen met diverse exploitanten te bepalen hoe het aantal vulpunten in Den Haag en omgeving kan worden opgeschroefd, zodat dit knelpunt wordt weggenomen. Deze actieve rol heeft in 2013 geresulteerd in een derde openbaar aardgasvulpunt in Ypenburg. Op basis van gesprekken met exploitanten is de verwachting dat in 2014 nog meer openbare aardgasvulpunten in Den Haag (en omgeving) worden gerealiseerd. Om het gebruik van elektrische taxi’s te stimuleren is er een subsidieregeling voor TTO’s (Toegelaten Taxiorganisaties) die gebruik maken van elektrische voertuigen. Daarnaast kunnen taxiondernemingen gebruik maken van de sloopregeling en diverse andere subsidieregelingen voor duurzame voertuigen van Haaglanden of het Rijk. 18 Stimuleren verduurzaming wagenpark derden De grootste plaatselijke en door de gemeente beïnvloedbare bijdrage aan de luchtverontreiniging is afkomstig van het vrachtverkeer en bestelauto’s. Het verduurzamen van de aandrijving hiervan kan een substantieel effect hebben op de concentraties op de knelpunten. De inzet van Den Haag is al vele jaren het stimuleren van aardgas en het faciliteren van elektrisch vervoer. Aardgas/groengas is voor de korte en middellange termijn de meest duurzame en breed inzetbare voertuigbrandstof. Er zijn momenteel diverse landelijke, regionale en gemeentelijke subsidie- en stimuleringsregelingen. De gemeente Den Haag ondersteunt deze regelingen door communicatie via de website en door het gericht benaderen van ondernemers die er gebruik van kunnen maken. Ook het plaatsen van laadpunten voor elektrische auto’s zijn ondersteunende acties voor de subsidieregelingen. Oplaadpalen In 2013 is door de gemeente het plaatsen en exploiteren van oplaadpalen aanbesteed. In het kader daarvan zijn er vanaf de zomer 2013 circa 150 oplaadpalen geplaatst. Samen met de laadpalen van stichting E-laad, die in 2012 zijn geplaatst, stonden er eind 2013 circa 200 oplaadpalen in de openbare ruimte. Het plaatsen van laadpalen wordt in 2014 voortgezet. Ook wordt in 2014 een studie gedaan naar een optimalisatie van de laadinfrastructuur in de toekomst, in samenwerking met Haaglanden en de regiogemeenten. Elektrische scooters De stimuleringsregeling voor elektrische scooters die in 2012 van start is gegaan, is succesvol geweest. Eind 2013 was het budget voor 100 scooters nagenoeg uitgeput. Een nadere analyse van de subsidieaanvragen leert dat twee derde van de aanvragen is gedaan door particulieren en een derde door zakelijke kleingebruikers in de dienstverlenende sector (bijv. makelaars).
13
Eind 2013 is de stimuleringsregeling verlengd en uitgebreid met een apart deel voor zakelijke grootgebruikers zoals bezorgdiensten. Zij kunnen per elektrische scooter een bijdrage van maximaal 1000 euro krijgen (aanschaf of lease). Volgens de laatste gegevens waren er in december 2013 in Den Haag totaal 543 elektrische brommers en scooters geregistreerd. 19 Financieringsregeling aardgasvulpunten De financieringsregeling aardgasvulpunten kende de mogelijkheid om vijf aardgasvulpunten te subsidiëren, verdeeld over Den Haag. Er kwamen 4 aanvragen in aanmerking voor subsidie. Op het Forepark en in de Telexstraat zijn de aardgasvulpunten in werking. De subsidie voor het vulpunt aan de Dekkershoek is in 2013 op nihil vastgesteld, aangezien de aanvrager niet tijdig aan de subsidieverplichtingen kon voldoen. De vierde aanvraag is ingetrokken. Om toch te blijven stimuleren dat het aantal openbare vulpunten in Den Haag wordt uitgebreid is budget opgenomen in de subsidieregeling voor groengasvulpunten van het stadsgewest Haaglanden. Om aan de vraag naar aardgas tegemoet te komen is een aantal thuisvulpunten geplaatst op gemeentelijk terrein. Zodra er een openbaar vulpunt in de buurt operationeel is, worden deze thuisvulpunten weer verwijderd. Dit om ongewenste concurrentie in het aanbieden van aardgas te voorkomen. Buiten de financieringsregeling om neemt de gemeente een actieve rol in om samen met potentiële exploitanten het aantal vulpunten in Den Haag en omgeving op te schroeven (zie maatregel 16). 24 Grote energieprojecten In 2012 is samen met bedrijven gekeken naar de haalbaarheid om gebouwen op het bedrijventerrein Zichtenburg/Kerketuinen/Dekkershoek (ZKD-terrein) aan te sluiten op aardwarmte. In het onderzoek is gekeken naar de investeringen in de gebouwen, de investeringen voor het aanleggen van de benodigde infrastructuur, de exploitatiekosten, de energiebesparingen en de CO2- en NOx reductie. Op basis van de resultaten van het onderzoek stonden bedrijven positief tegenover aansluiting. Door de ontwikkelingen rond de aardwarmtecentrale heeft dit in 2013 nog niet geleid tot concrete acties. In 2014 wordt bekeken of en op welke wijze aansluiting nog opportuun is. Over de voortgang wordt de raad apart geïnformeerd. 25 CV-tuning gemeentelijke gebouwen Het goed inregelen van CV- en luchtinstallaties in gebouwen kan het gasverbruik en daarmee ook de uitstoot fors verminderen. De verdeling van de waterstromen in bestaande en nieuwe grote CV-installaties blijken vaak verre van optimaal. Ook kan veel energie en daarmee uitstoot van NO2 (en CO2) bespaard worden door zowel de warmte- en luchtvoorziening in gemeentelijke gebouwen aan te pakken. De gemeente Den Haag heeft samen met de Rijksgebouwendienst (RGD) een systematiek ontworpen die vruchten afwerpt. Besparingen van 5-40 % op het energiegebruik en de uitstoot zijn mogelijk. In 2013 is een nieuwe analyse gemaakt van de te ondernemen maatregelen in gemeentelijke panden en van het aantal gebouwen waarop deze maatregel toegepast kan worden. De rapportages en aanbevelingen worden beschikbaar gesteld aan de gebouwbeheerders en ingezet bij het CEB (Concernbreed Energie Besparingsbeleid). 27 Groene daken Sinds 2009 heeft de gemeente een succesvolle subsidieregeling voor particulieren en bedrijven voor de aanleg van groene daken, die wordt meegefinancierd uit NSL-middelen.
14
28 P+R/transferia Het doel van P+R locaties is het voorkomen van autokilometers in de binnenstad. Vanuit het NSL is budget beschikbaar gesteld voor de P+R locatie Hoornwijck. De P+R Hoornwijck is inmiddels in gebruik en kent ieder jaar een toenemend aantal gebruikers. 31 Meetprogramma NO2 De gemeente Den Haag meet al enkele jaren de NO2-concentratie met ruim100 meetbuisjes. Deze meetbuisjes worden gebruikt ter validatie van de monitoringstool. Daar waar de concentraties tussen meten en rekenen sterk afwijken, wordt bekeken wat de oorzaak is. Bijvoorbeeld de invoergegevens in het rekenmodel. In 2011 heeft DCMR Milieudienst Rijnmond geadviseerd om het huidige meetnet in aard en omvang te handhaven, geen eigen (automatische) meetpunten voor NO2 of andere stoffen in te richten (niet nodig en te duur), het RIVM te vragen haar meetstations ook in Den Haag uit te breiden met roetmeetapparatuur, en nog eens te bezien of nog meer uit de meetcijfers van het eigen NO2meetnet kan worden gehaald. Het RIVM heeft de gemeente in 2013 geadviseerd om geen eigen roetmetingen te laten verrichten. Dat zou geen meerwaarde hebben ten opzichte van de Monitoringstool, gelet op de kosten, het ontbreken van normen, en het ontbreken van een langjarige meethistorie voor trendanalyse en prognoses. Zie ook paragraaf 2.2 . 32 Verbeterslag website www.denhaag.nl/lucht De geboden informatie is in 2013 opgeschoond en waar nodig verbeterd en geactualiseerd. Zo is informatie over de Koningstunnel toegevoegd, en is een link gelegd naar de Atlas voor de leefomgeving. DSB/M&V, GGD en DSO/Verkeer werken samen aan een presentatie waarmee de gemeentelijke informatie over luchtkwaliteit op de website beter en in samenhang toegankelijk wordt en helder wordt toegelicht. Hierbij worden natuurlijk ook de informatie over elektrisch rijden en het duurzaamheidsportaal betrokken. 34 Gedragscampagnes Net als in 2012 zijn in 2013 diverse acties uitgevoerd om bewustwording te creëren en de eigen bijdrage van mensen aan luchtverontreiniging te verminderen. Zo zorgt onvoldoende spanning op de banden van auto’s voor meer brandstofgebruik en daardoor voor meer luchtverontreiniging. In het kader van de campagne Band op Spanning zijn in 2013 zeventien acties gehouden, waarbij bijna 1600 auto's van bandenspanning zijn voorzien en de chauffeurs van informatie. Met de acties van 2012 erbij staat de teller op ruim 2500 auto's. De acties zijn gedaan op zes verschillende locaties, deels in samenwerking met studenten van het Mondriaan college die daarmee een maatschappelijke stage deden. In 2013 is daar ook de samenwerking met Sleutelen met Jongeren bijgekomen. De reacties van de autobestuurders op het initiatief waren doorgaans positief. Er is in december een bandenpomp op zonneenergie geplaatst bij stadsboerderij Op den Dijk, welke voor vijf jaar wordt onderhouden door de organisatie achter Band op Spanning. Ook het rijgedrag is van invloed op de uitstoot van auto’s. Het Nieuwe Rijden (HNR), waarin bestuurders wordt geleerd om milieuvriendelijker te rijden, is in 2013 aangeboden bij 15 rijscholen. Intussen zijn er onderhandelingen met het CBR om de nieuwe rijstijl als verplicht onderdeel in het rijexamen op te nemen. Op Europees niveau is dit al afgesproken. Er wordt geprobeerd in samenwerking met Bovag en CBR om deze afspraken in Den Haag te lanceren in 2014. Het Nieuwe Rijden is geprofileerd op de Haagse energiebeurs in oktober met een simulator en proefritten.
15
Voor middelbare scholen en basisscholen is in 2013 het aanbod van lespakketten uitgebreid met keuzes voor duurzame mobiliteit. Om hier ruchtbaarheid aan te geven, wordt in 2014 een dag georganiseerd in de tram Remise die wordt gekoppeld aan een uitdaging om over duurzaam vervoer na te denken. Hierbij worden ook de scholen gevraagd die nieuwe vervoermiddelen op schone brandstoffen ontwikkelen, zoals Hofstad Lyceum, Haagse Hogeschool en TU Delft. Deze dag wordt gecombineerd met een aanbod van Het Nieuwe Rijden op simulatoren. In het kader van Het Nieuwe Werken (HNW) bleken de voorgenomen abonnementen voor het gebruik van flex-kantoren al in een andere versie te bestaan en een nieuwe versie met korting voor forensen zou weinig nieuwe winst mogelijkheden bieden. Er is daarnaast uitgewerkt of vermelding van HNW plekken in een mobiele applicatie het gedrag kan beïnvloeden om dichter bij huis een werkplek te zoeken (naast het doel om lopen en gebruik van de fiets te stimuleren in plaats van de auto). Voor conclusies hierover zou deze applicatie nog breder getest moeten worden. Er zijn hiertoe connecties gelegd met het landelijk project Beter Benutten via afdeling Verkeer van DSO. 35 Resterend knelpunt: Lekstraat/Koningstunnel De Koningstunnel ligt naast het Centraal Station en vormt een snelle, ondergrondse verbinding langs het station, onderdeel van de stadsroute S100. Ook is er een ondergrondse afslag naar de Bezuidenhoutseweg. De tunnel is onderdeel van de 'Centrumring' en werd in juli 2000 geopend. De verkeerstunnel bestaat uit twee tunnelbuizen van 500 meter en een zijtak van 150 meter. De uitgang van de Koningstunnel aan de Lekstraat (“stad uit”) levert een luchtkwaliteitprobleem op, gelet op de woningen bij de tunnelmond. Als meest geëigende oplossing was hier gekozen voor de plaatsing van een scherm vlak bij de tunnelmond. Daarnaast heeft de gemeente de tunnel beschikbaar gesteld voor het uitvoeren van een proef om met titaandioxide (TiO2) verontreinigende stoffen uit de lucht te halen. Proeven elders in Europa lieten hoopvolle resultaten zien. Onlangs is door TNO geconcludeerd dat de verfproef niet het gewenste minimumresultaat heeft opgeleverd. De proef is daarom gestopt. Wegens het no cure, no pay beding hoeft de gemeente niets aan het bedrijf dat de proef uitvoerde te betalen. De verfproef heeft wel belangrijke informatie over luchtkwaliteit en verkeer geleverd. Ook blijkt uit berekeningen met de geactualiseerde Monitoringstool een scherm niet meer nodig, ook niet als het verkeer sterker toeneemt dan verwacht. Deze conclusie wordt ondersteund door TNOwindtunnelonderzoek en door luchtkwaliteitsmetingen van DCMR bij de woninggevel. De raadscommissie Leefomgeving is hierover separaat geïnformeerd. De maatregel wordt niet voortgezet. 36 Resterend (bijna) knelpunt: Vaillantlaan Uit berekeningen in voorgaande jaren zijn delen van de Vaillantlaan aangemerkt als bijna– knelpunt. Dit betrof het zuidelijke deel van deze straat tussen de Hoefkade en spoorwegonderdoorgang De Put. De Vaillantlaan maakt onderdeel uit van de CentrumRing. Door het verkeerscirculatieplan is het verkeer op de Vaillantlaan toegenomen. Tegelijkertijd gaat de komende jaren nog veel veranderen, onder andere door aanpassingen aan de Neherkade en de aanleg van de Rotterdamsebaan. Uit berekeningen met de meest actuele verkeersgegevens blijkt dat de concentraties langs de Vaillantlaan in 2015 overal beneden de norm blijven. In 2014 wordt opnieuw bekeken of dat met berekeningen op basis van het nieuwe verkeersmodel kan worden gestaafd.
16
38 Resterend knelpunt: Raamweg (nieuwe maatregel) Uit berekeningen in voorgaande jaren zijn delen van de Raamweg aangemerkt als bijna– knelpunt. Uit berekeningen met de meest actuele verkeersgegevens blijkt dat de concentraties langs de Raamweg in 2015 overal beneden de 38,5µg/m3 blijven. Daarmee is de Raamweg geen (bijna-) knelpunt meer. In 2014 wordt opnieuw bekeken of dat met berekeningen op basis van het nieuwe verkeersmodel kan worden gestaafd. 39 Gevoelige bestemmingen De GGD werkt, in samenwerking met Dienst Stadsbeheer en Dienst Stedelijke ontwikkeling, aan een advies met betrekking tot gevoelige groepen langs drukke wegen, waar de luchtkwaliteit ònder de grenswaarde is.
17
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestedingen tot en met 2013 en de ramingen van 2014. Maatregel actieplan 2007-2015
Raming Actieplan
Besteed en verplicht t/m 2013
Raming 2014
Basismaatregelen schoner vervoer 1 Milieuzone 2 Stadsdistributie 3.a. Schoner wagenpark particulieren Den Haag; roetfilterpremie 3 Schoner wagenpark particulieren Den Haag; slooppremie 4 Dynamisch verkeersmanagement 6 Walstroom Totaal schoner vervoer
27.955.000
15.218.851
12.736.149
modal shift 7 Meerjarenprogramma Fiets 11 Verkeerscirculatieplan Centrumgebied Totaal model shift
12.043.000
11.793.344
5.249.656
8.255.000
5.964.037
3.290.963
3.825.000
757.767
1.567.233
1.446.000
762.119
683.881
17.000.000 7.000.000 1.000.000 50.000 500.000 25.550.000 79.074.000 19.295.000 98.369.000
11.923.812 46.419.930 16.866.050 63.285.980
9.126.188 32.654.070 2.428.950 35.083.020
Ondersteunende maatregelen schonere voertuigen 13 Vergroening gemeentelijk wagenpark 15 Verduurzamen OV 16 Verduurzamen taxi’s 18 Stimulering verduurzaming wagenpark derden 19 Financieringsregeling aardgasvulpunten 28 Transferia/P&R Totaal schone voertuigen energieprojecten 23 Aanpak stationaire bronnen 24 Diverse grote energieprojecten 25 CV-tuning gemeentelijke gebouwen 27 Groene daken Totaal energieprojecten kennis en communicatie 12 Het nieuwe rijden 29 Het nieuwe werken 31 Meetprogramma NO2 32 Verbeterslag www.denhaag.nl/lucht 34 Communicatie rond actieplan 39 Gevoelige bestemmingen Totaal kennis en communicatie Maatregelen ter plaatse van de knelpunten 5 Neherkade 35 Koningstunnelmond / Lekstraat 36 Vaillantlaan 37 Hubertustunnelmond 38 Raamweg Totaal knelpunten Subtotaal Cofinanciering uit andere financieringsbronnen Totaal Actieplan lucht
De “Cofinanciering uit overige financieringsbronnen” bestaat uit middelen die niet specifiek voor luchtmaatregelen beschikbaar zijn gesteld en wordt onder meer gevonden in het MIP Neherkade, Dynamisch verkeersmanagement en het MJP Fiets.
18