Voortgangsrapportage 2014 Actieplan luchtkwaliteit Den Haag
April 2015
Inhoud 1 Inleiding……………………………………………………………….....…..3 2 Haagse luchtkwaliteit……………………………………………….…….6 2.1 Monitoringstool berekeningen………………………………....…...6 2.2 Metingen NO2………………………………………………..…...….9 2.3 Blootstelling aan luchtverontreiniging………………………….…13 2.4 Stikstofdepositie…………………………………………………....16
3 Uitvoering van de maatregelen……………………………………….18
2
1 Inleiding Deze jaarlijkse voortgangsrapportage doet verslag van de Haagse luchtkwaliteit volgens de landelijke Monitoringstool en het Haagse meetnet en van de stand van zaken van de uitvoering van het Haagse Actieplan luchtkwaliteit 2007-2015 in 2014. Algemeen De Europese Commissie heeft grenswaarden gesteld aan de luchtverontreiniging voor de concentraties van bepaalde schadelijke stoffen in de buitenlucht. In Noordwest-Europa gaat het dan vooral om stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De totale concentratie is een optelsom van de achtergrondconcentratie plus de uitstoot van vervuilende stoffen door nabijgelegen verkeer, industrie en veehouderijen. In Den Haag is verkeer de belangrijkste bron van luchtverontreiniging. Veel kleinere bronnen zijn de schepen in Scheveningen, verwarmingsketels, en houtstook, zoals houtkachels, barbecues en openhaarden. Den Haag heeft in het Actieplan luchtkwaliteit 2007-2015 vastgelegd welke maatregelen de gemeente neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren. Omdat er ook onder de grenswaarden nog gezondheidsrisico’s zijn wil het college daarbij verder gaan dan alleen voldoen aan de normen. Dit draagt ook bij aan het verminderen van concentraties van schadelijke stoffen waarvoor geen grenswaarden gelden, zoals roet. Systematiek in regelgeving en beleid De Wet milieubeheer stelt Burgemeester en Wethouders verantwoordelijk voor het hebben van een plan om de luchtkwaliteit aan de normen te laten voldoen. Eind 2007 is door de gemeenteraad daarvoor het actieplan luchtkwaliteit 2007-2015 vastgesteld (RIS 152993). Op 8 april 2008 is dit plan onderdeel geworden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) (RIS 154079) dat door het kabinet is vastgesteld. De Europese Commissie heeft Nederland op basis van het NSL uitstel verleend voor het voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit. Aan de norm voor fijn stof moest worden voldaan in 2011 en aan de norm voor stikstofdioxide moet worden voldaan in 2015. Samen met het Rijk en andere NSL-partners, zoals de provincies en grote steden werkt Den Haag aan de verbetering van de luchtkwaliteit. De gemeente heeft zich verplicht tot het uitvoeren van de in het actieplan beschreven maatregelen. Daarnaast heeft de gemeente zich verplicht tot het oplossen van overschrijdingen die op een aantal locaties nog resteren na het nemen van deze maatregelen. Deze locaties worden de resterende knelpunten genoemd. In de nota Actualisatie maatregelenpakket ( in 2012 door de Raad vastgesteld, RIS 181258) wordt aangegeven welke maatregelen worden genomen om de resterende knelpunten op te lossen. Het Rijk heeft voor het uitvoeren van de maatregelen een subsidie beschikbaar gesteld. Monitoring en topindicator luchtkwaliteit. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu bewaakt de luchtkwaliteit in heel Nederland met behulp van een rekenmodel, de zogenaamde Monitoringstool. De input daarvoor bestaat uit verkeers- en bebouwingsgegevens en de achtergrondconcentraties van vervuilende stoffen. Met dit model wordt op alle relevante locaties in Nederland berekend of de normen uit de Wet Milieubeheer zijn gehaald. Ook wordt voorspeld of de maatregelen uit het NSL leiden tot het halen van de normen voor fijn stof en stikstofdioxide (NO2). In de landelijke Monitoringsrapportage NSL 2013 is aangetoond dat Den Haag aan de vanaf medio 2011 geldende norm voor fijn stof (PM10 en PM2.5) voldoet. Of aan de in 2015 van kracht 3
geworden grenswaarden voor NO2 is voldaan wordt uiteindelijk bepaald in de monitoringsrapportage van 2016. Eind 2014 is de landelijke monitoringsrapportage over 2013 beschikbaar gekomen. Deze rapportage en de onderliggende gegevens in de Monitoringstool zijn te raadplegen via www.nsl-monitoring.nl. In voorliggende rapportage worden de resultaten voor Den Haag nader toegelicht en is onder andere inzicht gegeven in de consequenties voor de blootstelling.
Beleidsmatige ontwikkelingen Verlenging NSL (inclusief bestedingen) Het NSL is door het Rijk vastgesteld op 1 augustus 2009 met een looptijd van vijf jaar, dus tot 1 augustus 2014. Het Rijk heeft vorig jaar, met instemming van de andere NSL-partners, besloten om het NSL te verlengen tot 31 december 2016. De jaarlijkse landelijke monitoringsrapportages laten namelijk zien dat de luchtkwaliteit over het geheel genomen steeds beter wordt, maar dat er nog een aantal hardnekkige knelpunten zijn, wat betreft het jaargemiddelde NO2 op binnenstedelijke wegen van andere grote steden (dus niet in Den Haag). Pas in 2016 is er meer duidelijkheid in hoeverre daar in 2015 de NO2-norm is overschreden. Daarom is de systematiek van het NSL, waaronder het monitoren, gecontinueerd. Met het verlengen van het NSL is tevens besloten om de bestedingstermijn van de NSL-middelen met een jaar te verlengen tot 1 januari 2016. Dat betekent voor Den Haag dat de NSL-middelen ook nog in 2015 mogen worden besteed. De verlenging betekent overigens geen uitstel van de verplichting om aan de normen de voldoen. Europa De Europese commissie heeft haar zorg uitgesproken over de slechte luchtkwaliteit in met name de steden. Daarom heeft zij plannen bekend gemaakt voor een nieuw Europees beleidspakket voor schonere lucht. De belangrijkste voorstellen zijn een betere controle op de uitstoot van voertuigen in de praktijk, reductie van de toegestane uitstoot aan vervuilende stoffen per land (ECN) en aanscherping van de regels voor de uitstoot van (grote) stookinstallaties. Er zijn echter geen nieuwe normen gesteld voor de luchtkwaliteit. Bovendien waren er in 2014 signalen dat de plannen zullen worden afgezwakt of op de lange baan geschoven. Samen met onder andere de G4 heeft Den Haag zich via de beschikbare lobbykanalen bij het Rijk, de VNG en Europese instanties ingezet voor blijvende aandacht voor het grote belang van Europese bronmaatregelen. Samenwerking G4 en het Rijk In 2013 en 2014 is er veel contact geweest over het halen van de normen in 2015 met de andere grote steden en het ministerie van I&M, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Er is in 2013 een gezamenlijk plan opgesteld om resterende NO2-knelpunten in de andere grote steden op te lossen. Den Haag heeft in dat verband aangegeven in 2014 door te gaan met de bestaande maatregelen, omdat wordt verwacht dat Den Haag daarmee de normen haalt. Het nieuwe college heeft echter in 2014 aangekondigd om in het belang van de gezondheid in 2015 met een nieuw maatregelenpakket te komen. Het Rijk richt zich vooral op het extra ontmoedigen van vervuilende auto’s en het stimuleren van schone technieken en schone brandstoffen. In 2014 was er een stimuleringsregeling voor schone taxi-en bestelauto’s. Het Rijk heeft verder aangegeven te streven naar (fiscaal) beleid
4
om het aandeel oude dieselauto’s in het Nederlandse wagenpark te verkleinen. In 2015 wordt de samenwerking van de G4 met het Rijk voortgezet. Backcastingstudie fijn stof en studie uitbreiding milieuzone In 2014 is een backcastingstudie fijn stof uitgevoerd naar de mogelijkheden om op termijn te voldoen aan de richtlijnen voor luchtkwaliteit van de WHO. De richtlijnen voor fijn stof (PM10 en PM2.5) van de WHO liggen een factor twee lager de huidige EU-normen. In de studie is naar aanleiding van een burgerinitiatief ook gekeken naar de opties om met plaatselijke maatregelen de gezondheidssituatie in het Bezuidenhout te verbeteren. Hierbij zijn bewonersorganisaties en de indieners van het burgerinitiatief geraadpleegd. Naast deze backcastingstudie is een onderzoek gedaan naar de effecten van uitbreiding van de milieuzone. De rapporten van beide studies zijn aan de raad aangeboden (RIS 276829) en met de commissie Leefomgeving besproken. Naar aanleiding van de commissiebehandeling is ter voorbereiding van een nieuw actieplan in 2015 een ronde tafel conferentie gehouden met verschillende Haagse partijen, bewoners en externe deskundigen. De bevindingen van de commissiebehandeling en de conferentie worden meegenomen bij het opstellen van een nieuw actieplan luchtkwaliteit in 2015. GGD-advies GGD Haaglanden heeft in haar advies ‘Luchtkwaliteit en gevoelige bestemmingen’ aan het college aanvullende maatregelen voorgesteld om gevoelige groepen langs drukke wegen extra te beschermen tegen mogelijke effecten van luchtverontreiniging. Gevoelige groepen zijn kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met luchtweg- of hartvaatziekten. In het advies is geen sprake van nieuwe normen, maar van extra aandacht voor de gevoelige groepen in de stad. Het advies is in 2014 aangeboden aan de raad (RIS 277762) en wordt meegenomen bij het opstellen van een nieuw actieplan in 2015.
5
2 Haagse luchtkwaliteit 2.1 Monitoringstool berekeningen In deze paragraaf wordt aangegeven of er in Den Haag nog normoverschrijdingen zijn in 2013 of te verwachten zijn in 2015. Het is een samenvatting voor Den Haag van de landelijke ‘Monitoringsrapportage NSL 2014'. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft in december 2014 de landelijke Monitoringsrapportage NSL 2014 met de stand van zaken in 2013 aan de Tweede Kamer der Staten Generaal aangeboden. Basis voor alle informatie is de zogenaamde Monitoringstool, deze is te vinden op de website www.nsl-monitoring.nl. Dit landelijke rekenmodel wordt gevuld met gegevens van alle aan het NSL deelnemende overheden. Deze invoergegevens betreffen alle maatregelen en alle ruimtelijke en verkeersontwikkelingen die voor de luchtkwaliteit van belang zijn, maar ook omgevingskenmerken. Jaarlijks worden de invoergegevens maar ook het rekenmodel zelf geactualiseerd en zo mogelijk verbeterd. Zo heeft het RIVM dit jaar de toerekening van de uitstoot van houtstook en de bepaling van de achtergrondconcentraties verfijnd. Elk jaar worden de achtergrondconcentraties geijkt aan de gegevens van de meetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit van het RIVM. Ook actualiseert het RIVM jaarlijks de emissiefactoren van voertuigen, scheepvaart, industrie en landbouw. Ook de gemeente Den Haag heeft haar invoer van verkeersgegevens en omgevingsparameters geheel herzien en verbeterd. Zo is het nieuwe verkeersmodel gebruikt, met onder meer een betere aansluiting op de informatie uit verkeerstellingen. Ook de stagnatiefactoren (de mate van verkeerscongestie) zijn verbeterd. Eerdere jaren was er kritiek van het RIVM op de bepaling van stagnatiefactoren voor een aantal zwaar belaste wegen op basis van expert judgement. Ditmaal zijn op basis van GPS-gegevens van autonavigatie systemen stagnatiefactoren bepaald voor àlle wegen in de monitoringstool. Zo is voor het smalste deel van de Javastraat de hoogste stagnatiefactor toegepast. Deze innovatieve methode is door het RIVM positief ontvangen en wordt mogelijk voortaan geadviseerd aan andere grote steden. Rotterdam heeft al interesse getoond.
6
Stikstofdioxide (NO2) De monitoringstool berekent op ruim vijfduizend toetspunten in de stad de luchtkwaliteit in het voorbije jaar en in de jaren 2015 en 2020. Dit zijn de punten waar tijdig aan de normen moet worden voldaan. Elk toetspunt is representatief voor ongeveer 100 meter wegvak. 2013 In Den Haag werd volgens de Monitoringstool in 2013 nog op één toetspunt, representatief voor ongeveer 100 meter weg, de toekomstige (per 2015 geldende) grenswaarde van afgerond 40 µg/m3 NO2 per jaar overschreden. In 2012 was dit nog ongeveer 7 km.
Figuur 1
Jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (µg/m3) in 2013 in Den Haag
2015 De Monitoringstool houdt bij de prognose voor 2015 rekening met de vastgestelde maatregelen en ruimtelijke en verkeersontwikkelingen. Dit geldt zowel op landelijk niveau (schoner wagenpark, verkeersprognoses, achtergrondconcentraties) als lokaal (het in 2011 geactualiseerde Actieplan luchtkwaliteit, lokale verkeersprognoses). De Monitoringstool bevestigt de eerdere prognoses dat Den Haag in 2015 overal aan de normen voldoet. Extra aandacht moet besteed worden aan wegen waar op sommige plaatsen de marge kleiner is dan 2 µg/m³ onder de NO2-norm. Het gaat dan om enkele toetspunten langs Raamweg, Neherkade, Zuid-Hollandlaan, Parallelweg, Weteringkade en Schenkkade (zie figuur 2). Dit beeld is enigszins verschoven ten opzichte van vorige jaren door het nieuwe verkeersmodel.
7
Figuur 2
Jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (µg/m3) in 2015 in Den Haag
2020 Langs de drukste wegen neemt het jaargemiddelde NO2 volgens de monitoringstool tot 2020 ongeveer 2 µg/m³ per jaar af. Op een kaartje (niet afgebeeld) voor 2020 zouden alle wegen groen zijn. Fijn stof (PM10) Evenals voorgaande jaren blijft de concentratie fijn stof (PM10) met jaargemiddelden van 20 tot 27 µg/m³ in alle onderzochte jaren (2013, 2015 en 2020) op alle toetspunten in Den Haag ver onder de grenswaarde van 40 µg/m3. Ook de grenswaarde voor het etmaalgemiddelde werd en wordt volgens de Monitoringstool in Den Haag niet overschreden of benaderd. In de komende jaren zullen de PM10-concentraties verder dalen onder meer als gevolg van het schoner worden van voertuigen. Hierdoor neemt langs de drukste wegen het jaargemiddelde PM10 met ongeveer 0,4 µg/m³ per jaar af. Fijn stof (PM2.5) De Monitoringstool brengt tegenwoordig ook de jaargemiddelde PM2.5 –concentraties in beeld. Hiervoor geldt nu nog een norm van 25 µg/m³ . Deze norm wordt mogelijk in de toekomst aangescherpt tot 20 µg/m³. De PM2.5 concentraties in Den Haag blijven hier met waarden tussen 12 en 17 µg/m³ in 2013 onder en zullen naar verwachting ook in 2015 en daarna onder de norm blijven.
8
Langs de drukste wegen neemt het jaargemiddelde PM2.5 volgens de monitoringstool met ongeveer 0,5 µg/m³ per jaar af. Voor roet, als onderdeel van PM2.5, wordt ook een daling verwacht. Steeds meer dieselauto’s hebben een filter, waarmee roet effectief wordt afgevangen. Op basis van het huidige beleid wordt geschat dat de roetconcentratie de komende jaren verder daalt, en in 2020 bijna zal zijn gehalveerd ten opzicht van het huidige niveau. 2.2 Gemeentelijke metingen NO2 Sinds 2005 laat Den Haag (net als enkele andere grote gemeenten) NO2-metingen verrichten. Ze vormen een aanvulling op de juridisch maatgevende berekeningen met de Monitoringstool. Deze metingen zijn indicatief en kunnen niet worden gebruikt om aan grenswaarden te toetsen. Op dit moment wordt de luchtkwaliteit op ruim 100 locaties gemeten. Meetresultaten 2013 De gemeente laat de metingen uitvoeren door Buro Blauw. De complete jaarlijkse rapportage van Buro Blauw is te vinden op de gemeentelijke website (zoekterm ‘luchtkwaliteit meten’). Hier wordt volstaan met een samenvatting. De NO2-concentraties zijn gemeten met de zogenaamde passieve monsternamemethode, ook wel aangeduid met Palmes diffusiebuisjes. Het meetprogramma is in 2013 ongewijzigd gebleven. De metingen zijn verspreid over de stad uitgevoerd, waarbij onder andere onderscheid is gemaakt tussen (buiten)wijken, drukke doorgaande wegen en het stadscentrum. De metingen zijn vrijwel zonder storingen uitgevoerd. De metingen zijn geijkt op de RIVMmeetstations van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML) aan de De Constant Rebecquestraat en de Amsterdamse Veerkade. De meetfout in 2013 bleef beperkt: 4,0 %. Trendanalyse In 2013 is de gemeten jaargemiddelde concentratie over de hele linie afgenomen ten opzichte van 2012, gemiddeld met 1,4 µg/m³ NO2 . De dalende trend zet zich op alle soorten locaties voort, zoals ook te zien is in de volgende figuur.
9
Figuur 3
Trend gemeten jaargemiddelden stikstofdioxide (µg/m3) in Den Haag
Figuur 3 laat zien dat niet alleen de achtergrondconcentratie daalt, maar ook de verkeersbijdrage van de wegen zelf, ongeacht het soort weg. De schommelingen van jaar tot jaar laten ook zien dat voor uitspraken over trends er meerdere jaren gemeten moet worden. Mogelijke oorzaken van de dalende verkeersbijdrage zijn de op diverse plaatsen in de stad verbeterde afstelling van verkeersregelinstallaties (VRI’s), maar vooral het schoner wordende wagenpark. Ook het weer heeft een van jaar tot jaar verschillende uitwerking op de verspreiding van de verkeersemissies. Overigens past dit in de landelijke dalende trend voor gemeten stikstofdioxide en fijn stof (zie figuur 4).
10
Figuur 4
Dalende trend gemeten fijn stof en stikstofdioxide in Nederland.
Wie tot voor kort de ontwikkeling van de meetwaarden op een bepaald punt wilde achterhalen diende daarvoor alle jaarrapporten te doorzoeken. Wie tegenwoordig op denhaag.nl de pagina “meten Haagse luchtkwaliteit” bezoekt kan op een interactieve kaart dat meetpunt aanwijzen om vervolgens de gemeten gemiddelden van de laatste 5 jaar te zien,
11
Figuur 5
NO2-meetpunten en RIVM-meetstations in Den Haag
Vergelijking van metingen met berekeningen Zoals eerder gemeld mogen NO2-metingen met Palmes-buisjes niet gebruikt worden voor toetsing aan normen. Maar ze geven wel een redelijk algemeen beeld van de luchtkwaliteit, en van de langjarige trend. Voor de NO2-meetpunten die qua locatie redelijk voldoen aan de wettelijke criteria voor zogenaamde toetspunten en berekening met de monitoringstool zijn de metingen vergeleken met de NO2-concentratie die de NSL-monitoringstool voor die punten berekent. In figuur 6 is de samenhang tussen de metingen en de berekeningen weergegeven. Gemiddeld genomen lagen in 2013 de concentraties van de berekeningen 0,5 µg/m3 hoger dan de metingen. Over het algemeen komen meten en rekenen goed overeen, met enkele overschattingen door het rekenmodel.
12
Figuur 6
Rekenen versus meten in 2013
2.3 Metingen fijn stof Niet alleen stikstofdioxide (NO2) maar ook fijn stof (PM10 en PM2.5 , deels bestaand uit roet) neemt volgens de berekeningen af, zowel landelijk als in Den Haag. Maar wordt dit ook gemeten? Anders dan voor NO2 bestaat er voor fijn stof geen goedkope meetmethode. Vanwege de hoge kosten en de beperkte meerwaarde hebben DCMR en RIVM de gemeente afgeraden om ook fijn stof te gaan meten. Wel meet het RIVM in Den Haag op drie plaatsen fijn stof. De drie meetstations maken deel uit van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Het LML bestaat uit 60 vaste stations met geavanceerde meetapparatuur voor een aantal stoffen en levert de achtergrondconcentraties in de monitoringstool. De uurgemiddelden zijn direct zichtbaar op www.lml.rivm.nl . De bijlage laat zien dat het gemeten jaargemiddelde fijn stof de afgelopen 40 jaar landelijk sterk gedaald is. Fijn stof blijft de laatste jaren in Den Haag ver onder de norm voor het jaargemiddelde (40 µg/m³).
13
3 Uitvoering van de maatregelen Dit hoofdstuk gaat in op de voortgang van het Actieplan luchtkwaliteit in 2014. Het jaar 2014 zou het laatste jaar van het NSL zijn. Het Rijk heeft echter besloten om de looptijd van het NSL te verlengen en de bestedingstermijn voor de NSL-middelen met een jaar te verlengen tot eind 2015, zie ook hoofdstuk 1. De uitvoering van het actieplan loopt dan ook door tot minimaal eind 2015. Om te zorgen dat ook ná 2015 minimaal aan de norm kan worden voldaan zijn er een aantal maatregelen die nog doorlopen in 2015. Dat is bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van oplaadpalen voor elektrische auto’s en de milieuzone voor vrachtverkeer. In dit hoofdstuk zijn de belangrijkste ontwikkelingen van de lopende maatregelen weergegeven, evenals een tabel met een overzicht van de bestedingen tot en met 2014. Maatregelen die al in voorgaande jaren zijn aangemerkt als afgerond of die in een ander kader zijn uitgevoerd en waarover afzonderlijk aan de raad is geïnformeerd (bijvoorbeeld met de rapportages over het Meerjarenplan Fiets), worden hier niet meer besproken. Milieuzone vrachtverkeer De milieuzone voor vrachtverkeer bestaat sinds 2008. Sinds die tijd zijn de toelatingseisen om binnen de milieuzone te mogen rijden een aantal keren aangescherpt. Deze eisen zijn landelijk afgesproken tussen overheden en de branche organisaties. De laatste aanpassing vond plaats in 2013: sinds juli 2013 mogen alleen nog maar vrachtauto’s die voldoen aan de norm Euro IV de milieuzone in. De naleving is groot, het aantal boetes blijft beperkt. De handhaving in de Haagse milieuzone wordt uitgevoerd met behulp van een geautomatiseerd systeem met camera’s (ANPR). Stadsdistributie In 2013 vond de werkconferentie ‘slimme stadsdistributie’ plaats. Deze bijeenkomst ging over de bevoorrading van de binnenstad en de vraag op welke wijze de distributie zo inventief en effectief mogelijk kan worden aangepakt. Alle betreffende partijen waren aanwezig: vervoerders, ondernemers, raadsleden, belangenorganisaties, deskundigen uit andere gemeenten en van andere overheden. De bijeenkomst was een initiatief van GroenLinks en vond plaats in de Haagse Lobby. In 2014 is uitvoering gegeven aan de afspraken van de werkconferentie. Over de uitkomsten hiervan is de raad in februari 2015 apart geïnformeerd (RIS 280597). Sloopregeling voor particulieren en bedrijven Oude auto’s, met name diesels, dragen in verhouding sterk bij aan een verminderde luchtkwaliteit. Om die versneld van de weg te halen, heeft Den Haag van 1 juli 2013 tot eind 2014 een sloopregeling ingesteld. Aanvragers konden ervoor kiezen om alleen hun auto te laten slopen of de auto te laten slopen en direct een schonere auto terug te kopen. In het laatste geval was de subsidiebijdrage hoger. Van de ruim 2000 gesloopte auto’s ging het in 85% van de gevallen om een oude dieselauto. Vaak auto’s die anders nog 5 tot 7 jaar zouden rondrijden. De regeling heeft daarom een positief effect gehad op het verbeteren van de luchtkwaliteit. De succesvolle Haagse regeling is een inspiratiebron geweest voor andere steden als Rotterdam en Utrecht die een soortgelijke sloopregeling hebben.
14
Dynamisch Verkeersmanagement op CentrumRing en Buitenruit Om de doorstroming van het verkeer in de gemeente Den Haag te verbeteren en tegelijk de leefbaarheid te verhogen is het project Doorontwikkeling Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) opgestart. Stilstaand verkeer is een belangrijke bron voor luchtverontreiniging. Over de voortgang van DVM wordt de raad apart geïnformeerd. Walstroom Scheveningenhaven Met deze maatregel worden de emissies van diepvriestrawlers en andere grote schepen verminderd door de schepen die in de haven van Scheveningen liggen aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk ter vervanging van stroomopwekking met eigen dieselaggregaat. Op de wal moeten hiervoor installaties worden gerealiseerd die het mogelijk maken om deze schepen aan te koppelen met voldoende vermogen. Voor de schepen van Rijkswaterstaat zal een aansluiting worden gemaakt in de eerste en derde haven. De werkzaamheden voor deze maatregel zijn al gestart. In 2014 is een aanbesteding gehouden voor het ontwerp, de realisatie en het beheer van de installaties. Deze aanbesteding heeft niet tot een resultaat geleid. Er kon geen overeenstemming worden bereikt met de inschrijvende partij. In 2015 wordt een nieuwe aanbesteding gehouden, waarbij het ontwerp en de realisatie apart zullen worden opgedragen. Meerjarenprogramma Fiets Met het vaststellen van het Actieplan luchtkwaliteit in 2008 en de actualisatie daarvan in januari 2012 is er NSL-budget beschikbaar gesteld voor het MJP Fiets 2011-2014. Met dit programma wil de gemeente Den Haag onder andere bereiken dat de groei van het autoverbruik in de stad wordt beperkt en dat een verschuiving plaatsvindt van het autovervoer naar openbaar vervoer en fiets (modal shift). Dit draagt bij aan het behalen van de doelstellingen voor het verbeteren van de luchtkwaliteit. De NSL-middelen worden onder andere ingezet voor de aanleg van fietspaden en het realiseren van fietsenstallingen. Over de voortgang van het meerjarenprogramma Fiets wordt de raad apart geïnformeerd. Vergroening gemeentelijk wagenpark Net als eerdere jaren zijn de gemeentelijke wagenparkbeheerders geadviseerd over de mogelijkheden om aardgasvoertuigen dan wel andere duurzame voertuigen aan te schaffen. In 2014 is specifiek door een voertuigadviseur aangegeven welke verduurzamingsmogelijkheden reëel zijn voor zwaardere en functiespecifieke voertuigen, zoals strooivoertuigen en veegwagens. Daarmee is de maximaal haalbare verduurzaming van het gemeentelijke wagenpark in kaart gebracht. Verdere voortzetting en/of toekomstige vergroening wordt verankerd in het inkoopbeleid van de gemeente waar duurzaamheid onderdeel van uitmaakt. In 2014 reed ruim 60% van de gemeentelijke voertuigen op groen gas of elektriciteit. Stimuleren verduurzaming wagenpark derden De inzet van Den Haag is al vele jaren het stimuleren van aardgas en het faciliteren van elektrisch vervoer. In 2014 waren er diverse landelijke, regionale en gemeentelijke subsidieen stimuleringsregelingen. De gemeente Den Haag ondersteunt deze regelingen door communicatie via de website en door het gericht benaderen van ondernemers die er gebruik van kunnen maken. Ook het plaatsen van laadpunten voor elektrische auto’s zijn ondersteunende acties voor de subsidieregelingen. Net als eerder jaren heeft Den Haag in samenwerking met de stadsregio Haaglanden de aanschaf van een duurzaam voertuig op aardgas/groen gas gestimuleerd. In 2014 zijn 45 subsidieaanvragen voor de aanschaf van een duurzaam voertuig op aardgas/groen gas verstrekt.
15
Oplaadpalen In 2013 is door de gemeente het plaatsen en exploiteren van oplaadpalen aanbesteed. In het kader daarvan zijn er in 2014 circa 150 oplaadpalen geplaatst, waarmee het totaal aantal laadpalen in de openbare straat op circa 350 komt (700 laadpunten). In 2014 is een plan van aanpak naar de raad gestuurd (RIS 279666) voor het realiseren van laadinfrastructuur voor de komende jaren. het plan van aanpak voorziet onder andere in het plaatsen van 2000 extra laadpunten in de openbare straat, in parkeergarages en op parkeerplaatsen. Elektrische scooters Eind 2013 is de stimuleringsregeling van de gemeente en de stadsregio Haaglanden voor de aanschaf van een elektrische scooter verlengd en uitgebreid met een apart deel voor zakelijke grootgebruikers zoals bezorgdiensten. Zij konden per elektrische scooter een bijdrage van maximaal 1000 euro krijgen (aanschaf of lease). Met deze laatste regeling zijn ongeveer 50 elektrische scooters door bedrijven aangeschaft. In totaal is er sinds het begin van de regeling voor 160 elektrische scooters een subsidie verstrekt. Volgens de laatste gegevens waren er in eind 2014 in Den Haag in totaal 646 elektrische brommers en scooters geregistreerd. Financieringsregeling aardgasvulpunten Om de omschakeling naar het rijden op aardgas/groen gas aantrekkelijk te maken, zijn voldoende (openbare) vulpunten in de stad onmisbaar. De gemeente heeft in 2014 haar actieve rol voortgezet richting exploitanten om het aantal vulpunten in Den Haag op te schroeven. Inmiddels is er meer aanbod en kan men op vijf locaties in Den Haag aardgas en/of groen gas tanken: in het Forepark, op de Telexstraat, op de Ypenburgse Stationsweg, op de Meppelweg en op de Machiel Vrijenhoeklaan. Daarnaast is in december 2014 via stadsregio Haaglanden subsidie verleend voor de realisatie van een zesde en zevende openbaar vulpunt, die in 2015 worden gerealiseerd. Met deze vulpunten zijn er voldoende tankmogelijkheden om het rijden op gas blijvend te stimuleren. Grote energieprojecten In voorgaande jaren is samen met bedrijven gekeken naar de haalbaarheid om gebouwen op het bedrijventerrein Zichtenburg/Kerketuinen/Dekkershoek (ZKD-terrein) aan te sluiten op aardwarmte. In het onderzoek is gekeken naar de investeringen in de gebouwen, de investeringen voor het aanleggen van de benodigde infrastructuur, de exploitatiekosten, de energiebesparingen en de CO2- en NOx reductie. Op basis van de resultaten van het onderzoek stonden bedrijven positief tegenover aansluiting. Door de ontwikkelingen rond de aardwarmtecentrale heeft dit in 2014 nog niet geleid tot concrete acties. In 2015 wordt bekeken of en op welke wijze aansluiting nog opportuun is. Over de voortgang wordt de raad apart geïnformeerd. Groene daken Sinds 2009 heeft de gemeente een succesvolle subsidieregeling voor particulieren en bedrijven voor de aanleg van groene daken, die is meegefinancierd uit NSL-middelen. In 2014 is daarnaast vanuit NSL-middelen een bijdrage verleend voor een groen dak op de nieuwe sportcampus in het Zuiderpark. Gedragscampagnes Een bewuste rijstijl, bewuste omgang met transport en een bewuste keuze voor duurzame mobiliteit kan bijdragen aan een betere luchtkwaliteit. De gemeente heeft dit ook in 2014 gestimuleerd. Net als voorgaande jaren zijn diverse acties uitgevoerd om bewustwording te creëren en de eigen bijdrage van mensen aan luchtverontreiniging te verminderen.
16
In 2014 is het project Band op Spanning afgerond, waarmee ruim 3300 auto’s van de juiste bandenspanning zijn voorzien en ruim 10.000 mensen hierover zijn geïnformeerd. Dat heeft een geschatte brandstofbesparing opgeleverd van bijna 17.000 liter, waarmee op basis van berekeningen 63 kiloton CO2, 22 kilo NOx en 3,6 kilo fijn stof is bespaard. Tijdens een evenement bij de Haagse tramremise is ruchtbaarheid gegeven aan de twee ontwikkelde lespakketten voor jongeren: voor Primair Onderwijs over openbaar vervoer en voor Voortgezet Onderwijs over het vervoer en de lucht op de route naar school (Schone luchtwegen). Daarnaast is een prijsvraag uitgeschreven (http://www.mobilitychallenge.nl/) voor scholen om een duurzaam vervoermiddel te ontwikkelen in het technocentre van de TU Delft. Als onderdeel van de Haagse Energiebeurs is in 2014 een mobiliteitsplein ingericht, waar aan Haagse inwoners en ondernemers actuele informatie is verstrekt over schone (groengas- en/of elektrische) vrachtauto’s, bestelauto’s, personenauto’s, scooters, motoren, fietsen en bijbehorende vul-, oplaad en financieringsmogelijkheden. Meetprogramma NO2 Ook in 2014 heeft de gemeente de luchtkwaliteit gemeten op honderd locaties in de stad. De resultaten over 2013 zijn toegelicht in paragraaf 2.2. De resultaten over 2014 worden medio 2015 gepresenteerd op de gemeentelijke website. Gevoelige bestemmingen GGD Haaglanden heeft in haar advies ‘Luchtkwaliteit en gevoelige bestemmingen’ aan het college aanvullende maatregelen voorgesteld om gevoelige groepen langs drukke wegen extra te beschermen tegen mogelijke effecten van luchtverontreiniging. Gevoelige groepen zijn kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en mensen met luchtweg- of hartvaatziekten. In het advies is geen sprake van nieuwe normen, maar van extra aandacht voor de gevoelige groepen in de stad. Het advies is in 2014 aangeboden aan de raad (RIS 277762) en wordt meegenomen bij het opstellen van een nieuw actieplan in 2015.
17
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bestedingen tot en met 2014 en de ramingen van 2015. Maatregel actieplan 2007-2015
Raming Actieplan 2012
Besteed t/m 2014
Raming 2015
Basismaatregelen schoner vervoer Milieuzone Stadsdistributie Schoner wagenpark particulieren Den Haag; slooppremie Dynamisch verkeersmanagement Walstroom Totaal schoner vervoer
27.955.000
20.293.918
6.161.082
modal shift Meerjarenprogramma Fiets Verkeerscirculatieplan Centrumgebied Totaal model shift
12.043.000
9.583.760
7.909.240
8.255.000
7.292.202
6.512.798
3.825.000
798.667
526.333
1.446.000
825.414
120.586
25.550.000 79.074.000 19.295.000 98.369.000
18.994.514 57.788.475 19.295.000 77.083.475
55.486 21.285.525
Ondersteunende maatregelen schonere voertuigen Vergroening gemeentelijk wagenpark Verduurzamen OV Verduurzamen Taxi's Stimulering verduurzaming wagenpark derden Financieringsregeling aardgasvulpunten Transferia/P&R Totaal schone voertuigen energieprojecten Aanpak stationaire bronnen Diverse grote energieprojecten CV-tuning gemeentelijke gebouwen Groene daken Totaal energieprojecten kennis en communicatie Gedragscampagnes Meetprogramma NO2 Verbeterslag www.denhaag.nl Communicatie rond actieplan Gevoelige bestemmingen Totaal kennis en communicatie Maatregelen ter plaatse van de knelpunten Neherkade Totaal knelpunten Subtotaal Cofinanciering uit andere financieringsbronnen Totaal Actieplan lucht
21.285.525
18