Actieplan luchtkwaliteit Leusden 2009-2013 1.1
Inleiding
Dit actieplan heeft als doel de (Leusdense) luchtkwaliteit te verbeteren door het nemen van maatregelen. Via dit plan wordt het thema lucht uit het Milieubeleidsplan 2009-2013 verder uitgewerkt. In het Milieubeleidsplan is het uitvoeren van het Actieplan luchtkwaliteit als doelstelling opgenomen. Dit plan is gebaseerd op het Actieplan luchtkwaliteit dat in regionaal verband (RAAM, regionale agenda milieu) tot stand is gekomen. In samenwerking met drie andere gemeenten uit de regio Eemland (Bunschoten, Eemnes en Woudenberg) en de GGD-Eemland heeft Adviesbureau Syncera in opdracht van de provincie Utrecht een basisactieplan opgesteld. Destijds is gekozen voor een regionale aanpak om de krachten te kunnen bundelen. Vervolgens heeft de gemeente Leusden bij de uiteindelijke keuze voor de maatregelen haar eigen afweging gemaakt. Bij deze keuze zijn medewerkers van de vakgebieden ruimtelijke ordening, verkeer en milieu van de gemeente Leusden betrokken geweest. Na een inventarisatie van de aanwezige gegevens, knelpunten en aangrijpingspunten is een lijst met maatregelen opgesteld die de komende jaren worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 3). Allereerst volgt nu het kader van waaruit de behoefte voor dit actieplan is ontstaan.
1.2
Probleemschets luchtkwaliteit
De basis voor alle wet- en regelgeving wordt gevormd door de effecten van luchtverontreinigende stoffen op de gezondheid. In deze paragraaf volgt een beschrijving van deze effecten. Belangrijk uitgangspunt voor dit actieplan is dat ook beneden de wettelijke grenswaarden gezondheidseffecten kunnen optreden. Gezondheidseffecten Luchtverontreiniging leidt tot een toename van de ziektelast, vroegtijdige sterfte en schade aan ecosystemen. Gezondheidskundige studies wijzen uit dat in Nederland jaarlijks naar schatting enige duizenden personen enkele dagen tot enkele maanden eerder overlijden door kortdurende 1 blootstelling aan piekconcentraties fijn stof (PM10) en ozon (O3) . Circa tweederde hiervan wordt toegeschreven aan PM10 en eenderde aan O3. De risico’s van langdurige blootstelling aan PM10 (gedurende vele jaren) zijn nog onzeker, maar worden hoger ingeschat dan die van kortdurende blootstelling. Als gevolg van langdurige blootstelling zouden in Nederland jaarlijks mogelijk tienduizend tot enige tienduizenden mensen meerdere jaren eerder overlijden. Om negatieve effecten van luchtverontreiniging op de gezondheid en ecosystemen te verminderen, zijn in EU-verband luchtkwaliteitsnormen vastgelegd. Deze normen zijn in de Nederlandse wetgeving verankerd via de Wet Luchtkwaliteit (zie bijlage regelgeving). Uit onderzoek is gebleken dat er waarschijnlijk geen drempelwaarde aan te geven is, waar beneden geen gezondheidseffecten optreden. Concentraties van PM10 die onder de wettelijk vastgestelde grenswaarde liggen, kunnen dus nog steeds gezondheidseffecten veroorzaken. Bij stikstofdioxide (NO2) is een direct gezondheidseffect niet aangetoond bij de huidige concentratieniveaus. Wel wordt NO 2 gezien als indicator voor een verkeersgerelateerd mengsel van luchtverontreiniging dat schadelijk is voor de gezondheid. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met “onverdachte” bronnen. Dit zijn bronnen waarvan op dit moment (nog) geen vermoeden bestaat dat ze schadelijk zijn en dus ook (nog) niet onderzocht zijn.
1
Ozon (O3) is een vorm van zuurstof (O2) dat niet wordt uitgestoten, maar in de lucht onder invloed van zonlicht ontstaat uit o.a. stikstofoxiden (NOx) en koolwaterstoffen (CxHx). Dit treedt vooral op in periodes van (zomer)smog. Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
1
1.3
Doel actieplan
Ook onder de wettelijke grenswaarden kunnen gezondheidsproblemen door toedoen van een slechte luchtkwaliteit optreden. Daarom vindt de gemeente Leusden het van belang om luchtkwaliteit meer aandacht te geven. Met het oog op de toekomst, is het van belang om luchtkwaliteit een vaste plek te geven in de besluitvorming rond ruimtelijke ontwikkelingen. Alleen op deze manier kunnen wettelijke overschrijdingen in de toekomst worden voorkomen. Dit zijn de argumenten op basis waarvan de gemeente heeft besloten om, door middel van dit actieplan, luchtkwaliteit meer aandacht te geven. Het doel van dit actieplan valt uiteen in de volgende subdoelstellingen: 1. het continu verbeteren van de luchtkwaliteit en zo veel mogelijk beperken van de blootstelling van de inwoners van de gemeente aan een matige luchtkwaliteit; 2. het (blijvend) voldoen aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit; 3. het maken van keuzes voor maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Bij de keuze van maatregelen is onder meer gezocht naar aansluiting bij het Provinciaal Programma Luchtkwaliteit. De gekozen maatregelen zijn maatregelen die de gemeente zelf op lokaal niveau kan uitvoeren. Daarnaast worden op rijksniveau maatregelen genomen ter verbetering van de luchtkwaliteit, bijvoorbeeld vanuit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (zie bijlage Overzicht Regelgeving). Vanuit verkeersoptiek worden Pakketstudies uitgevoerd voor de ring Utrecht en de Driehoek UtrechtAmersfoort-Hilversum. In deze studies worden naast maatregelen op het rijkswegennet (ook) concrete maatregelen voor het onderliggend wegennet, het openbaar vervoer en de fiets uitgewerkt. Ook krijgt het onderwerp mobiliteitsmanagement nadrukkelijk aandacht. De provincie Utrecht wil via het Strategisch Mobiliteitplan Provincie Utrecht (SMPU) de bereikbaarheidsproblemen en de daarmee gepaard gaande verkeersonveiligheid en aantasting van de leefbaarheid aanpakken. Leeswijzer Achtereenvolgens treft u in hoofdstuk 2 een beeld aan van de huidige luchtkwaliteit in de gemeente Leusden. In hoofdstuk 3 leest u welke maatregelen getroffen kunnen worden en op basis van welke afwegingen het pakket maatregelen tot stand is gekomen.
2.
Luchtkwaliteit in Leusden
2.1
Situatieschets en huidige luchtkwaliteit
Het grondgebied van Leusden beslaat zo'n 6.000 ha. De gemeente heeft vier woonkernen, te weten Leusden, Leusden-Zuid, Achterveld en Stoutenburg. Ook heeft de gemeente een aantal buurtschappen, waaronder Oud-Leusden, Bavoort en Waterloo. In totaal telt de gemeente 29.000 inwoners. In het westelijk deel van de gemeente ligt het natuurgebied Den Treek en de Leusderheide. Het laatstgenoemde gebied is deels in gebruik als militair oefenterrein. De gemeente heeft een rustig, groen karakter. De ruimtelijke structuur van Leusden laat zich karakteriseren als stedenbouwkundig compact, met een gevarieerd en groen woonmilieu en tegelijk een stedelijk voorzieningenniveau in een landelijke omgeving. Huidige Luchtkwaliteit De gemeente Leusden stelt 3-jaarlijks een rapportage luchtkwaliteit op gebaseerd op berekeningen. Deze rapportage biedt een overzicht van de luchtkwaliteit en eventuele knelpunten in de gemeente. De provincie stelt jaarlijks met behulp van de gemeentelijke rapportages, informatie van Rijkswaterstaat en berekeningen voor de provinciale wegen een provinciedekkend beeld van de luchtkwaliteit op. In de rapportage luchtkwaliteit 2006 is opgenomen dat er zich binnen de gemeente Leusden geen grote knelpunten voordoen. Wel wordt de grenswaarde van de 24-uursgemiddelde concentratie voor PM10 in de buurt van de A28 en de Randweg (Groene Zoom) vaker overschreden dan maximaal toegestane aantal van 35 keer. Aangezien zich binnen dit overschrijdingsgebied geen woningen bevinden, worden er binnen de gemeente Leusden inwoners niet te vaak blootgesteld aan te hoge concentraties PM10. Op basis van deze informatie is de themakaart lucht in het Milieubeleidsplan 2009-2013 opgesteld (zie bijlage 2). Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
2
Op basis van een aantal plantoetsen in voorgaande jaren heeft Leusden te maken gehad met overschrijdingen van de grenswaarden voor PM10 en NO2. Inmiddels blijkt uit de meest recente berekeningen dat de concentraties net onder de wettelijke grenswaarden liggen. Als gevolg van onder meer de nabijheid van de snelweg A28 is de achtergrondconcentratie echter blijvend hoog.
2.2
Bronnen van luchtverontreiniging
De belangrijkste lokale bronnen van luchtverontreiniging binnen de gemeente Leusden zijn het verkeer en de bedrijven, waaronder pluimveehouderijen. Verkeer Het autoverkeer gaat gepaard met de uitstoot van een mengsel aan luchtverontreinigende stoffen waaronder NO2 en PM10. Al deze stoffen dragen bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. De uitstoot is onder meer afhankelijk van het type voertuig, de motoruitvoering en de soort brandstof. Ten westen van Leusden ligt de A28 die aan de noordkant van de Leusderheide voor een klein gedeelte het grondgebied van de gemeente kruist. Ten noorden van de gemeente ligt de A1. Binnen de gemeente zijn twee provinciale wegen gelegen, de Arnhemseweg (N226) en de Doornseweg (N227). De ontsluiting van de woonkern loopt voornamelijk via de Randweg, de Groene Zoom en de Noorderinslag. De doorgaande stadswegen zijn deels voorzien van een middenberm, zijn 2 maal 1 baan en voorzien van aparte fietsstroken. Hierdoor is de afstand tussen het verkeer en de woningen relatief groot. Binnen de gemeente ligt één spoorlijn die uitsluitend dient voor de aan- en afvoer van goederen per spoor voor autohandel PON. Direct naast de A28 is een motorcrossterrein gelegen. Bedrijven Bedrijvigheid gaat gepaard met de uitstoot van onder meer NO 2, PM10, maar ook SO2 (zwaveldioxide is in Leusden zeer beperkt). De uitstoot is sterk afhankelijk van de soort bedrijfsactiviteiten. De eisen aan de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen door bedrijven zijn vastgelegd in de Nederlandse emissierichtlijnen (NeR). Verder dienen bedrijven te voldoen aan de best beschikbare technieken (IPPC-richtlijn). Naast productieprocessen draagt ook transport van en naar het bedrijf of op het bedrijvengebied bij aan de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen. In de gemeente zijn circa 540 bedrijven aanwezig die onder de Wet milieubeheer vallen. Het betreft grotendeels detailhandel, horeca, dienstverlening en kantoren. Er zijn circa 90 vergunningplichtige bedrijven aanwezig, waarvan 35 vergunningplichtige agrarische bedrijven. De meeste bedrijvigheid vindt plaats op bedrijventerreinen. Ook langs de Hamerveldseweg bevinden zich bedrijven. Verder bevinden zich detailhandel, horeca en voorzieningen in de woongebieden. De gemeente Leusden beschikt over een zestal bedrijventerreinen: In het noorden van de bebouwde kom zijn de bedrijventerreinen De Horst, Princenhof en ‘t Ruige Veld gelegen. De bedrijven op deze terreinen bestaan vooral uit kantoorgebouwen en daarmee overeenkomstige activiteiten. Daarnaast is op bedrijventerrein De Horst een tankstation (Total) gevestigd. In het noordoosten van de bebouwde kom is het bedrijventerrein 't Spieghel gelegen. De bedrijvigheid op dit bedrijventerrein is erg divers, o.a. een tuincentrum (Eurofleur), de milieustraat van de gemeente Leusden, een afvaloverslagbedrijf (Sita) en een sportcentrum (Theo Meijer). In de komende jaren wordt 't Spieghel uitgebreid. De uitbreiding betreft een aantal kantoorgebouwen (ca. 4 ha) en een gedeelte voor overige bedrijvigheid (ca. 5 ha, maximaal milieucategorie 2). In het zuiden van de bebouwde kom zijn de bedrijventerreinen Paardenmaat en Ambachtsweg gelegen. Het bedrijventerrein Paardenmaat wordt voor het grootste deel in beslag genomen door PON's automobielhandel, importeur van Volkswagen, Audi, Skoda, Porsche en Volkswagen bedrijfsauto's. PON maakt ook gebruik van de aanwezige spoorlijn voor het lossen van auto's. Daarnaast wordt een groot deel getransporteerd over de weg met vrachtauto's. Paardenmaat wordt ontsloten via de Zuiderinslag en de Groene Zoom/Maanweg. Bedrijventerrein Ambachtsweg is een relatief klein bedrijventerrein met een vrij diverse bedrijvigheid. De Ambachtsweg wordt ontsloten via de Hamersveldseweg.
Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
3
Veehouderij In het buitengebied van de gemeente Leusden bevinden zich kleinschalige veehouderijen en zeker één intensieve pluimveehouderij. Bij de (intensieve) veehouderijen betreft de emissie met name PM10. Bij de emissie van PM10 gaat het om zowel primair als secundair fijn stof. Een belangrijke bron van primair fijn stof is emissie uit stallen (huid-, mest-, voer- en strooiseldeeltjes in ventilatielucht). Secundair fijn stof ontstaat in de atmosfeer en wordt gevormd uit NH3 (ammoniak), NOx (stikstofoxiden) en SO2 (zwaveldioxide). Vorming hiervan vindt op grotere afstand van de veehouderijen plaats, waardoor deze bijdrage moeilijk te achterhalen is en opgaat in de achtergrondconcentratie. In het kader van de verplichte EU rapportage over haalbaarheid van PM10 emissie doelstellingen is landelijk onderzoek uitgevoerd naar reductiemogelijkheden in veehouderijstallen. Deze bron omvat ongeveer 20% van de totale Nederlandse emissie van PM10. Bekeken zijn de volgende mogelijkheden: toevoegen van vet of olie aan het veevoer, biowassers, chemische wassers, filters, olie of water sproeien in de stal. De goedkoopste optie is het sproeien van olie of water. Er dient nog praktijkervaring te worden opgedaan. Zodra er meer informatie beschikbaar is, zal de gemeente hierop inspelen bij de milieuvergunningverlening en -handhaving. Daarom is bij het opstellen van een maatregelenpakket in eerste instantie alleen naar verkeer en bedrijven gekeken. Belangrijk is dat bij nieuwe initiatieven voor intensieve veehouderijen getoetst wordt aan de normen voor de luchtkwaliteit, zodat in ieder geval wordt voorkomen dat er nieuwe knelpunten ontstaan. In Leusden zijn er geen saneringsgevallen voor wat betreft de intensieve veehouderij.
3.
Maatregelen
In deze paragraaf zijn de maatregelen opgenomen die de gemeente Leusden gaat uitvoeren ter verbetering van de luchtkwaliteit. De keuze voor de maatregelen is gebaseerd op mate van beïnvloedbaarheid door de gemeente, het verwachte rendement en de voorbeeldfunctie van de gemeente. Een absolute toename en het stagneren van het verkeer veroorzaakt een verslechtering van de luchtkwaliteit. Daarbij vormt het gemotoriseerde wegverkeer de grootste bron van luchtverontreiniging. Daarom hebben we voor het benoemen van de maatregelen vooral gekeken naar de mogelijkheden voor beïnvloeding van het verkeer. Bevordering doorstroming De Pakketstudies (zie pagina 2) richten zich onder andere op het bevorderen van de doorstroming. Daarnaast is de gemeente bezig met het opstellen van een nota verkeersregelingen om de doorstroming te bevorderen op punten waar een Verkeersregelinstallatie (VRI) aanwezig is. In het kader van het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 2001-2010 (en eventueel nieuw op te stellen Verkeers- en vervoersplan) worden ook fysieke maatregelen genomen op het wegennet (zoals omlegging Maanweg en in 2008 de verbreding Randweg). Maatregel Opstellen nota verkeersregelingen
Trekker RB
Nemen van fysieke maatregelen op het Onderliggend Wegennet
RB
Jaar 2009 (loopt) 2009 e.v. (loopt)
Middelen Via Uitvoeringsprogramma V&V Via Uitvoeringsprogramma V&V
Reductie autoverkeer Bij de afslag Leusden van de A28 is een carpoolplaats aanwezig en bij de afrit Leusden-Zuid een tijdelijke P+R-plaats. Inzicht in het gebruik van de carpoolplaats en eventuele wensen van gebruikers is wenselijk aangezien de carpoolplaats onlangs opnieuw is ingericht. Het reguleren van parkeren in het centrum kan de keuzes van inwoners beïnvloeden om het korte verbruik terug te dringen. Parkeerregulering zoals betaald parkeren levert een bijdrage aan het beperken van de automobiliteit en het vergroten van de bereikbaarheid. De maatregel levert een bijdrage aan het verminderen van schadelijke emissies, aangezien automobilisten in het bijzonder gevoelig zijn voor parkeermaatregelen en -prikkels.
Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
4
Daarbij kent de invoering van de maatregel voor parkeermeters veruit de gunstigste effectiviteit. In absolute zin betreft het hier echter beperkte reducties op de totale emissies van het stedelijke gemotoriseerde vervoer. Tot op heden heeft de gemeente Leusden geen betaald parkeren ingevoerd. Het coalitieakkoord 2006-2010 biedt geen ruimte voor de invoering van betaald parkeren. Om deze reden is de maatregel niet in het Actieplan Luchtkwaliteit opgenomen. De discussie over parkeerregulering/ betaald parkeren kan in het kader van de komende gemeenteraadsverkiezingen worden gevoerd. De invoer van parkeerregulering wordt ten dele gevoed vanuit het oogpunt van verbetering van de luchtkwaliteit. (Goede) bereikbaarheid en leefbaarheid spelen hierbij ook een belangrijke rol. Maatregel Onderzoek gebruik carpoolplaats
Trekker RB
Jaar 2011
Discussie betaald parkeren
RB
2010
Middelen P.M. aanvraag nieuw beleid 2011 P.M.
Groen tankstation De gemeente Leusden zoekt een locatie voor een groen tankstation waar in ieder geval een aardgasvulpunt deel van uitmaakt. De gemeente Leusden neemt deel aan het provinciale project om een provinciedekkend net voor aardgastankstations te realiseren. Aardgas is een schone brandstof wat gunstig is voor de luchtkwaliteit en het klimaat. Door het ontbreken van aardgastankstations in Nederland rijden er geen aardgasvoertuigen en omgekeerd. Het doel van dit project is om deze impasse te doorbreken. Nadat het provinciedekkend net is gerealiseerd, kan hiermee rekening worden gehouden door de gemeente (zie pagina 6 onder Eigen organisatie). Rijden op aardgas vormt één van de transitiepaden naar duurzame mobiliteit. Elektrisch rijden is één van de andere transitiepaden naar duurzame mobiliteit. De gemeente Leusden doorloopt nu het transitiepad van aardgas, maar volgt tegelijkertijd de ontwikkelingen en lessen van andere transitiepaden zodat daar te zijner tijd op ingespeeld kan worden. Maatregel Meewerken aan de realisatie van een ‘groen’ tankstation
Trekker Mil
Jaar 2009 e.v.
Middelen Uren via mbp
Openbaar vervoer De provincie is concessieverlener voor het streekvervoer. Dit betekent dat zij eisen kan stellen aan het materieel waarmee het openbaar vervoer (busvervoer) plaatsvindt. In de concessievoorschriften is opgenomen dat dieselbussen moeten voldoen aan de Euro- 5 / EEV norm (Enhanced Environmentally friendly Vehicle). De EEV norm is nog iets strenger dan de Euro-5 norm. De EEV norm wordt in het najaar 2009 landelijk verplicht. Daarnaast kan de gemeente kan haar wensen met betrekking tot het openbaar vervoer bij de provincie neerleggen. Een aantal wensen kan worden gerealiseerd via de Pakketstudies (zie pagina 2). Maatregel Uitbreiden OV met buslijn Leusden-Centrum – Amersfoort-Noord, overstapplaats Noorderinslag en uitbreiden diensten spitsbus Tariefsdifferentatie OV bij knelpunten Schoon OV (voldoen aan de EEV-norm) Aanleg vrijliggende busbaan Spitsbus A28
Trekker Rijk / Prov.
Jaar 2010 e.v.
Middelen Via Pakketstudies
Prov. Prov. Rijk / Prov.
Proef loopt 2009 -
Via Pakketstudies
Fietsverkeer Voor de korte afstanden is de fiets een goed alternatief voor de auto. De insteek is om het autogebruik met name voor korte ritten terug te dringen. Korte ritten zijn een aanzienlijke belasting voor de luchtkwaliteit. De fietsinfrastructuur in Leusden is in het algemeen goed te noemen, er zijn vrijliggende fietspaden op doorgaande fietsroutes. Daarom wordt voornamelijk ingezet op aanvullende acties zoals verbeteren fietsparkeervoorzieningen en bewustwordingsacties. Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
5
Maatregel Aanleg fietstunnel onder A28
Trekker Prov.
Jaar loopt
Verbeteren fietsparkeervoorzieningen (investeren in stallingsvoorzieningen bij OV) Uitvoeren Bewustwordingsactie ‘Met belgerinkel naar de winkel’
RB / Prov. Mil
2010 e.v.
Middelen Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer Prov.
2010
Via mbp
Ruimtelijke Ordening Plannen die niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de luchtkwaliteit hoeven niet meer afzonderlijk te worden getoetst aan de grenswaarden voor de buitenlucht. Voor deze kleinere plannen heeft VROM in samenwerking met InfoMil een specifieke rekeninstrument ontwikkeld waarmee op een eenvoudige en snelle manier kan worden bepaald of er sprake is van een NIBM bijdrage. Dit instrument wordt gehanteerd bij de ruimtelijke advisering. Daarnaast is de gemeente van plan een lucht- en geluidmodule aan te schaffen om kleine ruimtelijke plannen door te rekenen voor lucht- en geluidbelasting. Maatregel Een goede ruimtelijke onderbouwing v.w.b. de luchtkwaliteit Aanschaffen lucht- en geluidmodule
Trekker Mil / RO
Jaar Structureel
Middelen Via mbp
Mil
2010
Via voorjaarsnota 2009
Eigen organisatie In het Milieubeleidsplan 2009-2013 heeft de gemeente aangegeven dat zij een voorbeeldfunctie wil vervullen. Vanuit deze voorbeeldfunctie wil de gemeente haar beleid uitdragen, aangeven wat zij belangrijk vindt en zelf het ‘goede’ voorbeeld geven. Dit geldt uiteraard ook voor maatregelen die de gemeentelijke organisatie zelf kan nemen om de luchtkwaliteit te verbeteren, zoals het uitvoeren van de actie ‘Fietsen Scoort’. In het milieubeleidsplan is de keuze gemaakt om de landelijke duurzaamheidscriteria te volgen b.v. door groen aan te besteden. Daarnaast kan de gemeentelijke organisatie rekening houden met en gebruik maken van het provinciale net van aardgasvulpunten wanneer deze is gerealiseerd. Maatregel Greenwheels standplaats bij stadhuis
Trekker RB
Jaar Afgerond
Schoner eigen wagenpark
RB
2011
Toepassen landelijke duurzaamheidscriteria duurzaam inkopen bij aanbestedingen, inkoop en concessieverlening door gemeente Uitvoeren actie ‘Fietsen Scoort’
Gehele organisatie
Continue
Mil
Loopt
Actualiseren vervoerplan voor de gemeentelijke organisatie
P&O / Mil / RB
2012
Middelen Abonnement op Greenwheels loopt via budgetten dienstreizen Binnen mogelijkheden afschrijvingstermijn conform advies 2009/6918 Via contracten. Via gemeentelijke vervoersplan Via Mbp
Communicatie In het Milieubeleidsplan 2009-2013 is milieucommunicatie een speerpunt. Milieuvoorlichtingsactiviteiten vinden plaats via een voorlichtingskalender in het milieu-uitvoeringsprogramma. Er wordt ingezet op het volgen van landelijke en provinciale campagnes op het gebied van milieu. Daarnaast is het uitvoeren van bewustwordingsacties zoals ‘het Nieuwe rijden’ en ‘Met belgerinkel naar de winkel’ in het beleidsplan opgenomen.
Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
6
Maatregel Uitvoeren voorlichtingsactiviteiten Aansluiten bij Landelijke campagnes op het gebied van luchtkwaliteit / bewustwording Uitvoeren Bewustwordingsactie ‘het Nieuwe rijden’ Uitvoeren Bewustwordingsactie ‘Met belgerinkel naar de winkel’
Trekker Mil Mil
Jaar structureel structureel
Middelen Via Mbp Via Mbp
Mil Mil
2010 e.v. 2010
Via Mbp Via Mbp
Monitoring De gemeente Leusden stelt 3-jaarlijks een rapportage luchtkwaliteit op gebaseerd op berekeningen. Deze rapportage biedt een overzicht van de luchtkwaliteit en eventuele knelpunten in de gemeente en levert hiermee een bijdrage aan het provinciedekkende beeld van de luchtkwaliteit. In 2010 stelt de gemeente een rapportage luchtkwaliteit over 2009 op. Indien er een concrete aanleiding bestaat, bijvoorbeeld bij klachten, kan er voor worden gekozen om naast de berekening een luchtmeting uit te voeren. Maatregel Kennisuitwisseling via Platform Luchtkwaliteit Opstellen 3-jaarlijkse rapportage luchtkwaliteit
3.4
Trekker Mil Mil
Jaar Loopt 2010
Middelen Via Mbp Via Mbp
Conclusie
De gemeente Leusden draagt door het opstellen en uitvoeren van dit Actieplan luchtkwaliteit haar steentje bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Aanleiding voor het opstellen van dit plan is dat ook onder de wettelijke grenswaarden gezondheidsproblemen kunnen optreden door toedoen van een slechte luchtkwaliteit. In de rapportage luchtkwaliteit 2006 is opgenomen dat er zich binnen de gemeente Leusden geen grote knelpunten voordoen. De concentraties liggen veelal net onder de wettelijke grenswaarden. De belangrijkste lokale bronnen van luchtverontreiniging binnen de gemeente Leusden zijn het verkeer en de bedrijven, waaronder veehouderijen. De bedrijven worden via de milieuvergunningverlening en –handhaving geregeld. Een toename van en het stagneren van het verkeer veroorzaakt een verslechtering van de luchtkwaliteit. De maatregelen richten zich vooral op de mogelijkheden voor beïnvloeding van het verkeer. Het gaat dan voornamelijk om bevordering van de doorstroming, reductie van het autoverkeer, stimuleren van alternatieve brandstoffen, bevorderen fietsverkeer en Openbaar Vervoer. De gemeente kan ook zelf een steentje bijdragen bijvoorbeeld door de landelijke duurzaamheidscriteria te volgen. Daarnaast kan de gemeente rekening houden met het provinciale net van aardgasvulpunten wanneer deze is gerealiseerd. Communicatie is een instrument dat wordt ingezet richting inwoners en bedrijven. Hierbij wordt aansluiting gezocht met landelijke of provinciale campagnes. Een voorbeeld hiervan is de campagne ‘Met belgerinkel naar de winkel’. Daarnaast stelt gemeente in 2010 de rapportage luchtkwaliteit over 2009 op.
Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
7
Bijlage Overzicht regelgeving Het inzichtelijk maken van de luchtkwaliteit en het oplossen van knelpunten voor luchtkwaliteit, is verplicht op basis van EU- en nationale regelgeving. Onderstaand volgt een overzicht van de regelgeving. Kaderrichtlijn luchtkwaliteit In 1996 heeft de Raad van de Europese Unie de (nieuwe) richtlijn 96/62/EG opgesteld inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (verder te noemen: kaderrichtlijn). In deze richtlijn zijn grondbeginselen opgenomen van een gemeenschappelijke strategie voor het vaststellen van de luchtkwaliteit ter bescherming van mens en milieu, alsmede een programma waarin de Europese Unie zich ten doel stelt om voor dertien luchtverontreinigende stoffen voorstellen te formuleren voor de grenswaarden van de buitenluchtkwaliteit. Op 11 juni 2008 is Richtlijn 2008/50/EG betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (Pb EG L 152), in werking getreden. Een onderdeel van de ze richtlijn betreft de normstelling PM2,5 Er kan nog geen drempelwaarde worden vastgesteld waaronder PM2,5 geen risico vormt. Daarom is de aanpak van PM2,5 gericht op algemene vermindering van concentraties in stedelijke achtergrondgebieden (te bereiken via een nationale streefwaarde en blootstellingsconcentratieverplichting), in combinatie met een streefwaarde en grenswaarde. In 2013 worden de PM 2,5 bepalingen geëvalueerd met het oog op het formuleren van een nieuw voorstel. Voor PM2,5 gelden nu de volgende normen: 3 - De streefwaarde is 25 ug/m als jaargemiddelde concentratie die ingaat op 1 januari 2010 (bijlage XIV onder D). 3 - De grenswaarde is 25 ug/m als jaargemiddelde concentratie die ingaat op 1 januari 2015 (bijlage XIV onder E). - Tot 1 januari 2015 gelden overschrijdingsmarges. Deze waarden voor PM2,5 zijn nieuw, maar volgen de systematiek die ook voor andere stoffen wordt gehanteerd. Daarnaast staat in de richtlijn een nationale streefwaarde inzake de vermindering van de blootstelling aan PM2,5 voor de bescherming van de gezondheid van de mens die op 1 januari 2020 zo veel mogelijk bereikt moet zijn. Een nationale streefwaarde houdt een procentuele vermindering in van de gemiddelde blootstelling van de bevolking van een lidstaat die voor het referentiejaar wordt vastgesteld met het doel de schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid te verminderen en die waar mogelijk binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt. Tot slot is er in de laatste fase van het onderhandelingsproces nog een blootstellings3 concentratieverplichting aan de richtlijn toegevoegd van 20 microgram per m , gedefinieerd als gemiddelde blootstellingsindex en ingaande op 1 januari 2015 (bijlage XIV, onder C). Een blootstellingsconcentratieverplichting is een op grond van de gemiddelde blootstellingsindex vastgesteld niveau waardoor de schadelijke gevolgen voor de gezondheid van de mens worden verminderd en waaraan binnen een bepaalde termijn moet worden voldaan. Deze waarde heeft een verplichtend karakter, maar is niet identiek aan een grenswaarde omdat het een waarde is die op nationale schaal gerealiseerd moet worden. Wet milieubeheer De Kaderrichtlijn luchtkwaliteit is in het Nederlandse beleid geborgd door de Wet milieubeheer. Voor een pakket aan stoffen gelden in Nederland grenswaarden die juridisch bindend zijn. In de praktijk wordt voornamelijk gewerkt met de grenswaarden van PM10 en NO2. Dit is omdat PM10 aantoonbare gezondheidseffecten heeft en omdat NO2 gezien wordt als een soort indicator voor een hoeveelheid aan andere stoffen in de lucht. Sinds 2001 moeten bestuursorganen bij ruimtelijke plannen de grenswaarden voor PM10 en NO2 in acht nemen. Besluit luchtkwaliteit 2001 en 2005 Het Besluit luchtkwaliteit 2005, dat het eerdere Besluit luchtkwaliteit 2001 verving, bevatte regels ter implementatie van de Wet milieubeheer betreffende de grenswaarden voor SO2, NOx, CO, PM10 en Pb in de lucht. De grenswaarden voor PM10 (vanaf 2005) en voor NO2 (vanaf 2010) hebben de laatste jaren aanleiding gegeven tot problemen rond de realisatie van bouwplannen. Vooral knellend hierbij 3 zijn de daggemiddelde grenswaarde voor PM10 (50 g/m ), die op niet meer dan 35 dagen per jaar Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
8
3
mag worden overschreden en de grenswaarde voor NO2, (40 g/m ) voor de jaargemiddelde concentratie. Met de problemen rond de realisatie van bouwplannen is een nieuwe dimensie ontstaan in de luchtkwaliteitsproblematiek. Het huidige beleid is er daarom niet alleen op gericht de effecten voor de gezondheid en natuur te reduceren maar ook om de knelpunten bij ruimtelijke plannen te voorkomen. Wet luchtkwaliteit In de Wet milieubeheer is een nieuw hoofdstuk opgenomen over luchtkwaliteit. Dit hoofdstuk is op 15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer gaat over luchtkwaliteitseisen en en staat bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Een belangrijke wijziging in de Wet ten opzichte van het Besluit is de introductie van ruimtelijke projecten die ‘niet in betekende mate’ (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Een NIBM project hoeft niet verder getoetst te worden aan de Wet luchtkwaliteit en kan zo gemakkelijker doorgang vinden. In de algemene maatregel van bestuur ‘Niet in betekenende mate bijdragen’ (Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) zijn de uitvoeringsregels vastgelegd die betrekking hebben op het begrip NIBM. Voor de periode tussen het in werking treden van de ‘Wet luchtkwaliteit’ en het verlenen van derogatie door de EU is het begrip 'niet in betekenende mate' gedefinieerd als 1% van de grenswaarde voor NO2 en PM10. Na verlening van derogatie treedt het NSL in werking en wordt de definitie van NIBM verschoven naar 3% van de grenswaarde. In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen (inrichtingen, kantoor- en woningbouwlocaties) opgenomen die niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Ook als het bevoegd gezag op een andere wijze, bijvoorbeeld door berekeningen, aannemelijk kan maken dat het geplande project NIBM bijdraagt, kan toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege blijven. Om versnippering van ‘in betekenende mate’ (IBM) projecten in meerdere NIBM-projecten te voorkomen is een anti-cumulatieartikel opgenomen. In de Handreiking NIBM is de toepassing van het Besluit NIBM en de Regeling NIBM toegelicht en uitgewerkt. De bijdrage van NIBM-projecten aan de luchtverontreiniging wordt binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) gecompenseerd met algemene maatregelen. Projecten die wel ‘in betekenende mate’ bijdragen, zijn vaak al opgenomen in het NSL. Het NSL is erop gericht om overal de Europese grenswaarden te bewerkstelligen. Daartoe is een pakket aan maatregelen opgenomen in het NSL: zowel (generieke) rijksmaatregelen als locatiespecifieke maatregelen van gemeenten en provincies. Dit pakket maatregelen zorgt ervoor dat alle negatieve effecten van de geplande ruimtelijke ontwikkelingen ruim worden gecompenseerd. Bovendien worden alle huidige overschrijdingen tijdig opgelost, d.w.z. binnen de gestelde termijn na verlening van derogatie door de EU Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) De kern van de Wet luchtkwaliteit wordt gevormd door het NSL. Op 7 april 2009 heeft de Europese Commissie laten weten in te stemmen met het Nederlandse verzoek tot uitstel voor het voldoen aan de luchtkwaliteitsnormen. Daarmee geeft de Commissie aan vertrouwen te hebben in de Nederlandse aanpak en in het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL). Het tijdstip waarop aan de normen voor fijn stof (PM10) moet worden voldaan wordt uitgesteld tot juni 2011 (drie jaar na inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn) en dat voor de jaargrenswaarde voor stikstofdioxide (NO2) wordt voor Nederland 1 januari 2015. Dat komt overeen met de uiterste data van de richtlijn. Het Nederlandse verzoek is vrijwel geheel gehonoreerd. Voor de agglomeratie Heerlen/Kerkrade verleent de Europese Commissie vrijstelling voor de PM10-normen, maar is het uitstel voor NO2 geldig tot 1 januari 2013 (en niet tot 1 januari 2015). Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden. Het NSL bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel is een overzicht van alle maatregelen ter verbetering van de luchtkwaliteit op nationaal, provinciaal, regionaal en lokaal niveau. Het tweede deel is een overzicht van de IBM-projecten (projecten die wel in betekende mate bijdragen) die al zijn gepland, maar waarover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden. Middels een zogenaamde saneringstool worden de te nemen maatregelen bepaald. Alle maatregelen samen moeten voldoende zijn om de verslechtering van de luchtkwaliteit door alle ruimtelijke projecten samen te compenseren. Bovendien dienen de maatregelen te zorgen voor een verbetering van de luchtkwaliteit tot onder de Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
9
luchtkwaliteitsnormen. Zo moet het NSL ertoe leiden dat uiteindelijk aan de Europese richtlijnen wordt voldaan in Nederland. Binnen de saneringstool is een rapportagetool ontwikkeld die gemeenten kunnen gebruiken om hun drie-jaarlijkse rapportage mee op te stellen. Een gemeente die is opgenomen in het NSL hoeft geen rapportage op te stellen. Als B-gemeente, die niet in het NSL is opgenomen, geldt de verplichting van rapporteren met de rapportagetool wel. Om te waarborgen dat de normen in 2011 en 2015 inderdaad gehaald worden, vindt monitoring van het NSL plaats. SenterNovem/InfoMil vormt samen met het RIVM het Bureau Monitoring NSL dat de monitoring van het NSL gaat uitvoeren Het wetsvoorstel dat strekt tot implementatie van de nieuwe Europese richtlijn 2008/50/EG en van de daaruit volgende derogatie is in september 2008 ingediend bij de Tweede Kamer (Kamerstukken 31 589).
Actieplan Luchtkwaliteit Gemeente Leusden Versie 20-11-2009
10