Julian krijgt een bril
II
Inleiding: Julian heeft veel last van hoofdpijn, daarom neemt zijn moeder hem mee naar de dokter. Het is al heel lang geleden dat Julian naar de dokter is geweest, daarom moet hij even meteen alles laten onderzoeken. De dokter moet wat onderzoeken doen voordat hij weet wat er met Julian aan de hand is (laat de masseurs hun handen warm wrijven). Julian moet bij de dokter vertellen wat hij voelt. “Sinds wanneer heb je last van hoofdpijn?” vraagt de dokter. “Nou, sinds een tijdje” zegt Julian. “Aan het einde van de dag krijg ik meestal hoofdpijn, alsof ik moet ben” zegt hij. “Ben je een keer gevallen? Of heb je een bal op je hoofd gehad?” Vraagt zijn moeder. Julian denkt goed na. Hij is wel een keer gevallen met voetballen, toen draaide alles om hem heen. (Maak rondjes met je hand over de rug van je maatje) De dokter bekijkt de plaats waar Julian met voetballen op is gevallen. Hij wrijft van boven naar beneden over zijn rug, maar ziet niets geks. (Wrijf met beide handen op en neer over de rug van je maatje)
Dan kijkt de dokter naar de nek van Julian. De spieren in zijn nek voelen een beetje stijf. De dokter knijpt zachtjes in de spieren. (Leg je handen op de schouders van je maatje en maak rondjes met je duimen) De dokter wil ook even weten hoe zijn amandelen in zijn keel eruitzien. Met een stokje duwt de dokter de tong van Julian naar beneden en kijkt hij in zijn mond. “Niks bijzonders” zegt de dokter. Dan test de dokter Julian’s oren. Met een soort verrekijker kijkt hij in zijn oren. Julian vindt het maar gek, het kietelt een beetje. “Ik wil ook nog even naar je hart luisteren” zegt de dokter. Hij pakt zijn stethoscoop en houdt het uiteinde tegen Julian’s hart. Zachtjes hoort hij het bonzen. (Klop zachtjes met je vuisten op de rug van je maatje) Dan schijnt de dokter met zijn lampje in de ogen van Julian. Julian vindt dat niet fijn. Hij ziet niks, alleen maar een rond lichtje.
(Maak met je handen rondjes op de rug van je maatje) Daarna mag Julian zijn trui weer aantrekken. Hij mag op het laatst kleine letters voorlezen die op een grote plaat staan. Dat vindt hij heel moeilijk. Hij moet zijn ogen samenknijpen tot kleine spleetjes om het te kunnen zien. (Wrijf met platte handen van de ruggengraat naar de zijkant van de rug) “Ik denk al dat ik weet waarom jij hoofdpijn hebt”. Zegt de dokter. “Je hebt een bril nodig”. Julian kijkt hem starend aan. “Een bril”? Denkt hij. Hij ziet het al voor zich, een bril met ronde glazen. Wat een gek idee. (Draai rondjes met je hand over de rug van je maatje) De moeder van Julian besluit hem maar meteen even mee te nemen naar die andere dokter: de oogarts. Julian moet in allerlei apparaatjes kijken. Dan maakt de oogarts een soort foto van zijn ogen. Julian lacht nog, maar dat komt helemaal niet op de foto legt de oogarts uit. Met een speciale oogfoto meten ze hoe goed zijn
ogen werken. Een bril kan je ogen helpen om nog beter en verder te zien. (Ga met je vingertoppen van boven naar beneden over de rug) Dan mag Julian een bril gaan uitkiezen in de winkel. Zijn lievelingskleur is rood, dus hij kiest een rode bril. Mama vindt hem ook mooi. De bril heeft lange pootje en twee ronde glazen. (Draai rondjes met de hand over de rug) Als Julian op school komt zien alle kinderen in zijn klas het meteen. Een paar kinderen moeten lachen. “Moet je hem nou zien, brillenwipper.” De kinderen lachen. Julian lacht een beetje mee met het grapje. (Leg de handen op de schouders van je maatje en schudt ze zachtjes heen en weer) Julian denkt na en kijkt in de spiegel nog een keer naar zichzelf met de bril. “Ziet het er gek uit”? Hij weet het niet zo goed. Waarom zouden de kinderen het gek vinden? In de pauze, als alle kinderen buiten zijn blijft er een groepje flauwe grapjes maken. Nu vindt Julian het niet meer leuk. Hij doet de bril af. “Zo, en nu
is het genoeg”, denkt hij. Zou Julian de bril later weer opdoen? (Wrijf een paar keer met de handen over de armen, van boven naar beneden) Als beide kinderen zowel een massage hebben gegeven als ontvangen dan geven zij elkaar een hand en bedanken zij elkaar voor de massage. Suggesties om met de kinderen te bespreken: • Waarom heeft Julian hoofdpijn? • Heb jij ook wel eens hoofdpijn gehad? Hoe voelt dat? • Als Julian op school komt moeten er een paar kinderen lachen om zijn bril. Waarom doen ze dat? Wat vindt Julian daarvan? • Julian lacht een beetje mee als er een grapje wordt gemaakt. Waarom lacht hij mee? • Als Julian in de spiegel kijkt naar zichzelf met de bril weet hij niet of de bril nu wel of niet stom is. Waarom weet hij het niet? • Waarom twijfelt Julian eraan of het stom is? • In de pauze blijven er kinderen flauwe grapjes maken. Julian doet zijn bril af. Waarom doet hij dat? • Denk jij dat dat een goede oplossing is? Waarom wel/niet? • Wat zou Julian kunnen doen als kinderen hem uitlachen? • Denk jij dat Julian het fijn vindt om de bril te dragen? • Wat kun je doen als iemand wordt uitgelachen met een bril?