Corporate finance & treasury
Balanslezen door
de bril van een bankier Onder de vele definities van het begrip ‘bankier’ is er een satirische die luidt: ‘Een bankier is iemand die je een lening wil verstrekken als je in voldoende mate kunt bewijzen dat je die niet nodig hebt.’ De ‘bewijslast’ die de ondernemer dient aan te leveren bestaat doorgaans uit een retrospectief en een prospectief deel. Het retrospectieve deel omvat de door een accountant samengestelde/ goedgekeurde jaarrekeningen over de afgelopen drie à vier jaar. Het prospectieve deel bevat de financiële prognoses alsmede de kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing voor de scenario periode; de toekomstige periode waarvoor de lening wordt aangevraagd.
46
juni 2011
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
juni 2011
Tekst: Jean Gieskens Drs. Jean Gieskens AC CCM QT is verbonden als hoofddocent aan de VVCM opleidingen en als kerndocent aan diverse hogescholen en universiteiten in Nederland en Vlaanderen (
[email protected])
Werkkapitaalbeheer (10) Dat een bankier bij het verstrekken van een lening zwaar leunt op de jaarverslaggeving uit recente jaren blijkt ondermeer uit de van oudsher veelgenoemde 5 C’s of good credit die het uitgangspunt vormen voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van de onderneming: »» Capital: eigen vermogen. Het eigen vermogen, en hiermee de vermogensstructuur (credit), geeft inzicht in de mate waarin vorderingen op de onderneming kunnen worden verhaald. »» Collateral: onderliggende waarde, zekerheden. De mate waarin de ondernemer in staat en bereid is om zekerheden (onderpand) aan de bank te verschaffen uit de kapitaalstructuur (debet) die relatief snel in geld zijn om te zetten bij wanbetaling. »» Capacity: cash generating capacity, betaalcapaciteit. De mate waarin de ondernemer in staat is om een inkomende operationele cashflow (OpEx, noff) te genereren waarmee de betalingsverplichtingen jegens de financier kunnen worden voldaan. »» Character: betalingsmoraal. De mate waarin de ondernemer in het verleden de betalingsverplichtingen is nagekomen. »» Conditions: conjuncturele omstandigheden. De mate waarin de onderneming en/of de branche van de onderneming fluctueert ten opzichte van de conjunctuurgolven (cyclisch, anti-cyclisch, cyclisch neutraal, vroeg-cyclisch, laat-cyclisch).
De wijze waarop aan de laatste C (conditions) invulling wordt gegeven is voor veel ondernemers een vraagteken. Toch kan deze C relatief gemakkelijk worden ingevuld aan de hand van de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (sbi 2008). De sbi 2008 is de hiërarchische indeling van economische activiteiten die is gebaseerd op de Europese nace-codering. Per 1 juni 2009 is de sbi 2008 van kracht; hiermee komen de sbi’93 en de bik (Bedrijfsindeling KvK) te vervallen. Met de overgang van de bik en de sbi’93 naar de sbi 2008 is er in Nederland één uniforme code voor bedrijfsindeling ontstaan die aansluit op de Europese bedrijfsindeling en die bovendien ook nog fijnmaziger van aard is dan de voorgaande versies. Ten behoeve van de periodieke cbs-opgave dient de ondernemer over één of meer sbi-codes te beschikken (afhankelijk van het aantal soorten werkzaamheden en branches). Banken en kredietinstellingen hanteren deze sbi-code eveneens voor de classificatie van de organisatie bij een kredietaanvraag; de sbi-codering vormt dan de basis voor de financiële benchmark per branche. Een adequaat ingericht werkkapitaalbeheer kan een positieve bijdrage leveren aan de kapitaalstructuur (collateral), de betaalcapaciteit (capacity) en de betalingsmoraal (character). De bijdrage van het werkkapitaalbeheer aan de vermogensstructuur (capital) is relatief beperkt.
‘Een bankier zal anders naar een balans kijken dan de accountant’
Deze 5 C’s vormen de legacy of creditworthiness van de onderneming; het ‘kredietwaardigheidlegaat’ dat een onderneming over een periode van vijf of meer jaren bij de huisbank heeft opgebouwd. Bij de aanvraag van een krediet staat de ondernemer dan ook sterker als hij over minimaal vijf jaren een positief trackrecord op deze vijf C’s kan aantonen. De eerste drie C’s (capital, collateral en capacity) kunnen worden afgeleid uit de jaarrekening. De laatste twee C’s komen daarentegen niet direct tot uitdrukking in de jaarstukken. De betalingsmoraal (character) wordt door de bank afgeleid uit de mate waarin aflossingen, intrestbedragen en provisies op tijd en volledig door de onderneming worden voldaan. Het zijn de banksystemen die dit per account bijhouden. Enige vorm van wanbetaling kan bij de onderneming in de boekhouding tot uitdrukking worden gebracht de grootboekrekening ‘boeterente’, maar deze post wordt niet expliciet getoond in de jaarrekening.
juni 2011
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
Balanslezen door de bril van de bankier Hieruit blijkt dat met name de eerste drie C’s zijn af te leiden uit de jaarrekening. Om inzicht te krijgen in deze drie C’s zal de kredietverstrekker bij de analyse van de jaarrapporten onder meer gebruik maken van de ratio’s die werden behandeld in de voorgaande delen uit deze artikelenreeks. De ratioanalyse wordt omwille van het cijfermatige
Serie werkkapitaalbeheer De eerste vier delen uit de artikelenreeks over werkkapitaalbeheer behandelden de statische en dynamische methodes van werkkapitaalbeheer. In de daarop volgende drie delen werd ingegaan op de diverse soorten cashflows die van belang kunnen zijn bij de beheersing van de onderscheiden posities van het netto werkkapitaal. In deel 8 van de serie werd voor het eerst de term werkzaam vermogen geïntroduceerd en de daarmee samenhangende alternatieve opstelling van de balans en de resultatenrekening. Dit artikel zal eveneens een alternatieve presentatiewijze van de jaarstukken bieden. Het betreft hier een opstelling zoals die door financiële instellingen kan worden gemaakt bij de aanvraag van een werkkapitaalfinanciering door de ondernemer.
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
juni 2011 47
Corporate finance & treasury BeTwo BV
euro
Balans - actief
2009
VASTE ACTIVA MVA Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen FVA Deelnemingen in groepsmij Overige effecten VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Voorraden Vorderingen op handelsdebiteuren op groepsmaatschappijen Belastingen en premies Overige vorderingen RC bestuurder Overlopende activa Liquide Middelen Bank
125.500 25.000 8.000
2008
128,000 26.500 7.000 158.500
5.500 63.000
161.500 5.500 30.000
68.500
35.500
960.000
577.000
105.000 34.500 15.500 13.500 0 3.000
162.000 0 7.500 21.500 13.500 0
21.500
17.500 1.153.000
799.000
TOTALE ACTIVA
1.380.000
996.000
Balans - passief
2009
2008
EIGEN VERMOGEN Geplaatst kapitaal Herwaarderingsreserve Overige reserves VOORZIENINGEN Voorziening latente VpB Pensioenen
20.500 30.000 532.500 583.000 11.000 43.500
LANGLOPENDE SCHULDEN Schulden aan kredietinstellingen 103.000 Achtergestelde lening bestuurder 15.000 KORTLOPENDE SCHULDEN RC Kredietinstelling Aflossingen langlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies Overige schulden Overlopende passiva TOTAAL PASSIVA
20.500 30.000 495.500 546.000 0 38.500 54.500
38.500 114.000 15.000
118.000
129.000
131.500
0
11.000 410.500 12.000 32.500 27.000
7.500 191.000 52.000 7.500 24.500 624.500
282.500
1.380.000
996.000
karakter ook wel de kwantitatieve analyse genoemd. Indien deze kwantitatieve analyse over een reeks van jaren plaats vindt, dan spreekt men van een horizontale analyse. Vindt de analyse plaats ten opzichte van een benchmark dan is dit een verticale analyse. Een verticale analyse over een reeks van jaren ten slotte, wordt ook wel vertizontale analyse genoemd. Ondanks dat de controller bekend is met de set ratio’s die de bank toepast, kan er discussie ontstaan over de uitkomsten van de ratio’s. Eén van de belangrijkste oorzaken die
48
juni 2011
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
ten grondslag kan liggen aan deze onenigheid ligt verscholen in de definitie van de inputvariabelen van de ratio’s. De wijze waarop de bankier naar een balans kijkt, kan afwijken van de winst- en waarderingspostulaten die een accountant hanteert. Aan de hand van de jaarrekening van onderneming BeTwo bv zal dit worden toegelicht.
Balans De balans wordt door de accountant opgesteld aan de hand van de toepasselijke wet- en regelgeving voor de jaarverslaggeving (ifrs, ifrs for sme, T9B2 bw, rj, Rjk en/of fiscale regels); de zogenoemde winst- en waarderingspostulaten. De accountant stelt deze stukken op ten behoeve van het algemeen belang en niet ten behoeve van één specifieke belanghebbende. De bankier is bij uitstek zo’n specifiek belanghebbende. Zoals uit het voorgaande reeds bleek gaat zijn interesse uit naar de inschatting van de kredietwaardigheid van de potentiële klant en het daarmee samenhangende kredietrisico. Daarenboven legt de bankier ook nog een link met het marktrisico (branche kredietnemer). Afhankelijk van de risk appetite van de bankier (risk-averse, neutral, taking) zal deze voorts besluiten of de lening wordt verstrekt. Naarmate de risk appetite van de bankier meer naar risk-averse neigt, zal deze meer op zoek gaan naar capital (ev; risicodragend vermogen) en collateral (onderliggende waarden; zekerheden) in de balans. De posten uit de balans van de accountant zullen worden herrangschikt op basis van de mate van zekerheid (debet) en risicodragendheid (credit). De balans uit het voorbeeld van BeTwo bv wordt omgevormd tot een ‘bankbalans’. Zoals blijkt uit de hier volgende opstellingen zijn de mutaties in de balans van materieel belang. De veranderingen in de resultatenrekening zijn daarentegen verwaarloosbaar klein en worden derhalve niet behandeld in dit artikel. Vaste activa: tangibles & intangibles De vaste activa worden herrangschikt naar tangible en intangible fixed assets. Op de gebouwen, terreinen, machines en installaties kunnen zekerheden worden gevestigd; deze worden geschaard onder de post ‘Tangible fixed assets’. De financiële en immateriële vaste activa bieden minder zekerheid en vallen onder de klasse ‘Intangible fixed assets’. Bovendien wordt aan de intangibles de post ‘Andere vaste bedrijfsmiddelen’ toegevoegd omdat deze geen zekerheid bieden of omdat het onduidelijk is wat hieronder wordt geschaard. Vlottende activa: tangibles & intangibles Naar analogie van de vaste activa worden ook de vlottende activa onderverdeeld naar tangibles en intangibles. Ook bij deze indeling is het criterium van onderverdeling gebaseerd op de mate waarin een zekerheid op een asset kan worden gevestigd of de mate waarin deze assets direct opeisbaar of zelfs liquide zijn. Tot de tangible current assets behoren de voorraden, de debiteuren, vorderingen op de belastingdienst en de lm. Tot de intangibles behoren: »» de overige vorderingen, wegens onduidelijkheid, gebrek aan zekerheid of onzakelijk karakter;
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
juni 2011
»» de vorderingen op groepsmaatschappijen en rc-bestuurder, wegens onduidelijkheid, niet voldoen aan het arm’s length principle (alp) of onzakelijk karakter; »» overlopende activa, wegens reeds uitgegeven cashflow die niet meer recupereerbaar is.
BeTwo BV
Eigen vermogen: net worth Net worth staat voor het zuiver eigen vermogen; dit is het eigen vermogen dat gevormd is buiten de wettelijke verplichte reserves. Het zuiver eigen vermogen wordt derhalve gevormd door de som van het aandelenvermogen en de winstreserve.
Tangible current assets Intangible current assets
Hybride vermogen: quasi equity Quasi equity is hybride vermogen ofwel mezzanine vermogen. Deze post wordt gevormd door vermogensposten die niet tot het eigen vermogen behoren maar wel een risicodragend karakter hebben. Hybride vermogen is vanuit juridisch standpunt te classificeren als vreemd vermogen. Toch heeft dit vermogen kenmerken van eigen vermogen omwille van het risicodragend karakter. Voorbeelden: achtergestelde leningen, convertibles, warrant leningen, winstdelende leningen. Voorzieningen: provisions Tot de voorzieningen mogen enkel posten worden gerekend die niet terug te voeren zijn op een activa post. Meestal bestaan de voorzieningen dan ook uit fiscaal gedreven posten (belastinglatentie) en pensioenen (dga). In het onderhavige voorbeeld is de belastinglatentie ontstaan als gevolg van de herwaarderingsreserve. vvl:
long term liabilities Onder deze post worden alle langlopende schulden geschaard voor zover deze geen mezzanine karakter hebben. Daarnaast vallen onder deze post de ongerealiseerde herwaarderingreserves (kapitaalbescherming crediteuren). vvk:
current liabilities In tegenstelling tot de vlottende activa worden de vlottende passiva niet onderverdeeld naar tangible en intangible. De gedachte hierachter is dat al de posten uit de vlottende passiva op korte termijn opeisbaar zijn door de crediteuren die daarmee in beginsel een concurrente positie hebben op de kredietverlener. Uiteraard zal de bankier bij het verstrekken van het krediet ten opzichte van deze schuldeisers een preferente of bevoorrechte (separatist) positie bedingen. Net working capital (nwc) De term Net working capital staat uiteraard voor ‘netto werkkapitaal’ (nwk). Zoals uit onderstaande formule blijkt, wijkt de berekeningswijze van het nwk door de bankier af van die van het nwk zoals de controller deze doorgaans berekent. NWC
= Tangible current assets -/- Current liabilities
juni 2011
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
euro
Bankbalans Tangible fixed assets Intangible fixed assets
2009 150.500 76.500
Total fixed assets
2008 154.500 42.500
227.000 1.102.000 51.000
197.000 764.000 35.000
Total current assets
1.153.000
799000
TOTAL ASSETS
1.380.000
996.000
Neth worth Quasi equity Provisions Long term liabilities Current liabilities
553.000 15.000 54.500 133.000 624.500
TOTAL LIABILITIES
516.000 15.000 38.500 144.000 282.500 1.380.000
996.000
Net working capital (NWC)
477.500
481.500
Tangible net worth (TNW)
440.500
453.500
BeTwo BV
euro
Resultatenrekening Omzet Kostprijs omzet
2009 4.050.000 3.409.000
Bruto-omzetresultaat Overige bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Salaris en sociale lasten Huisvestingskosten Verkoopkosten Overige bedrijfskosten Afschrijvingen
Financiële baten & lasten Rentebaten Rentelasten
Resultaat voor belasting: EbT
641.000 1.000
600.000 1.000
642.000
601.000 278.500 23.500 3.500 175.500 19.000
583.500
500.000
58.500
101.000
11.000 16.500
Resultaat voor VpB en buitengew. posten: Buitengewone baten en lasten Buitengewone baten Buitengewone lasten
3.580.000 2.980.000
333.000 26.000 5.500 208.500 10.500
Bedrijfsresultaat: EbIT
2008
7.000 7.000 -5.500
0
53.000
101.000
2.500 5.500
0 3.500 -3.000
-3.500
50.000
97.500
Belastingen: Tax (T)
13.000
30.000
Resultaat na belasting: EaT
37.000
67.500
Deze alternatieve bancaire berekeningswijze van het nwkheeft een negatieve impact op de liquiditeit- en werkkapitaalratio’s zoals die in voorgaande artikelen uit de doeken zijn gedaan! Tangible net worth (tnw) Tangible net worth staat voor ‘netto vermogenswaarde on-
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
juni 2011 49
Corporate finance & treasury BeTwo BV
euro
Resultatenrekening cfm bank Sales Cost of sales
2009 4.050.000 3.409.000
Gross margin
2008 3.580.000 2.980.000
641.000
600.000
SG&A
364.500
305.500
Other expenses Depreciation
208.500 10.500
175.500 19.000
Operating profit Interest income Interest expense Profit before taxes
500.000
57.500
100.000 8.000 7.000
-4.500
1.000
53.000
101.000
Extraordinary gain/loss
Net profit
TNW
583.500
12.000 16.500
der aftrek van immateriële activa’. Deze post is gelijk aan de som van de materiële activa minus vlottende passiva, minus de langlopende schulden en voorzieningen.
-3.000
-3.500
50.000
97.500
13.000
30.000
37.000
67.500
= Tangible fixed assets + Tangible current assets -/- Current liabilities -/- Long term liabilities -/Provisions = Tangible fixed assets + NWC -/- Long term liabilities -/- Provisions
Deze berekening geeft de netto materiële asset base aan waaruit de bank kan putten bij wanbetaling door de klant en vormt daarmee een variant voor de berekening van het bancair aansprakelijk vermogen. In lijn met de berekening van het NWC valt ook deze berekening lager uit dan de berekening van het werkzaam vermogen!
Meer lezen »» Werkkapitaal versus werkzaam vermogen, drs. J.H. Gieskens, Tijdschrift Controlling 2011, afl. 1/2, Kluwer. www.cbs.nl. »» Standaard Bedrijfsindeling 2008, cbs,
advertentie
50
juni 2011
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
TIJDSCHRIFT CONTROLLING
juni 2011