J.M.G. Leune
LILLO EN LIEFKENSHOEK
Repertorium van personen in en nabij deze Scheldeforten 1585-1786 namen L-O
Capelle a.d. IJssel, webversie januari 2016
La(e)ne(n) (de) 1.
Guillaeme de Laene, fungerend (“bedienelijke”) meier te Doel-Kieldrecht 1596-1600. 1
2.
Jacob Laenen, pastoor te Doel 1704-1724; 2 overl. aldaar 24-3-1724; had een halfbroer Pieter Laenen en een eigen zuster Maria Laenen die gehuwd was met Marten van Genechten. 3
3.
Joannes Lanen, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 24-11-1715 Elisabeth Lamberechts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
d. e.
Anna Catharina Lanen, 2-2-1717; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-3-1756; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 17-10-1751 Joannes Baptist van Uffelen. Joanna Lanen, 5-10-1719; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-11-1720. Joanna Lanen, 3-2-1722 of 23-2-1722; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-12-1758; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 28-6-1748 Joannes Theuns, weduwnaar van Susanna Embrechts. Maria Lanen, 7-12-1723; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-3-1727. Cornelis Lanen, 22-9-1726.
4.
Joannes Lanen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-6-1728; tr. Elisabeth Cools.
5.
Joannes Baptist La(e)nen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-11-1781; tr. r.k. LilloKruisweg 9-5-1777 Elisabeth Braem, geb. Lillo-Zuidland ca. 1753, weduwe van Joannes Francken; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 4 a. b. c.
Anna Isabella Laenen, 1-2-1778; overl. Zandvliet 23-9-1858 (ongehuwd). Joannes Ignatius Laenen, 27-5-1779; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-2-1782. Joannes Baptist Laenen, 14-3-1782.
1 D. Verelst, 1984, p. 376. 2 P. van Landeghem, Doel in heden en verleden, Kloosterzande, z.j., p. 30. 3 RAB, DK, inv. 23, fol. 237, 8-11-1724. 4 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Laan (Laen), van der Tobias van der Laen, werd in 1704 te Lillo betaald voor het inventariseren van de ammunitiën van oorlog in het magazijn in het fort Lillo; 1 geweldige provoost te Lillo en te Liefkenshoek met ingang van 9-2-1712; 2 ontving hiervoor in 1717 een traktement van 50 pond Vlaams en in 1725 een traktement van 55 pond (50 pond voor Lillo, 5 pond voor Liefkenshoek); 3 werd in die functie opgevolgd op 27-12-1729; tr. Maria Smit, begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 2-7-1740; uit dit huwelijk verm. (volgorde onbekend): a.
Johanna van der Laan, geb. Lillo; otr. Lillo 2-11-1715 (vermeld in het trouwboek van Hulst) Bernard Bertram, geb. Hamburg, soldaat.
2
a. b. c. d.
Claas van der Laan, werd in 1724 betaald als arbeider te Lillo. 4 Catrina van der Laan, begr. Lillo 15-1-1733. Cornelis van der Laan, geb. Lillo; soldaat; otr. Vlissingen 10-5-1732 Martha Saint San, geb. Dieppe. 5 Lucas van der Laan, geb. Lillo; op 2-5-1729 werd hij benoemd als roeier in de vloot van Lillo; op 1-4-1730 werd hij ontslagen omdat hij soldaat werd; 6 was adelborst op het VOC-schip “Huis te Rensburg”; op 22-5-1741 vertrok hij met dit schip richting Ceylon; daar kwam hij nooit aan want op 10-12-1741 overleed hij op de Caap [Kaap de Goede Hoop]. 7
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80880, fol. 57 v. 2 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 94; ZA, SZ, inv. 720, 9-2-1712. 3 ZA, SZ, inv. 527, 26-4-1718; ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 14. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81080, fol. 44. 5 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 544, fol. 44, boek 11. 6 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2549 en 2444. 7 NA, VOC-archief, inv. 12986, fol. 181.
Laarman Antonij Laarman, was als sergeant werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1701 tot 30-4-1703. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7324 en 7323.
Laat(s) (de) (van) 1.
Passchier de Laet, inwoner van de St. Annapolder onder Liefkenshoek; had op 5-41640 een conflict met commandeur Severijn Hoemaker omtrent de verkoop en het vervoer van twee jonge paarden naar Antwerpen; hij eiste een bedrag van fl. 150; 1 doopgetuige Liefkenshoek 4-8-1641, 15-3-1643, 2-10-1644 en 22-9-1647.
2.
Jan van Laat (mog. identiek met Jan van Laten; zie aldaar); tr. Geertien Willems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Pieternelle, 4-9-1652 (biddag); getuigen: Adriaen van Hoeke en Syntie Geiens.
3.
Jacobus Laets, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 3-2-1693 Maria Anthonissen. 2
4.
Jan Laets, bakker te Lillo-Zuidland; 3 op 19-9-1712 vermeld als gedaagde in een proces met Jan Pauwels te Lillo-Zuidland; 4 had op 2-5-1718 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Cornelis van Ende. 5
5.
Sijmon de Laet, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 23-10-1723 Maria Anna Huijberechts. 6
3
6.
N.N. Laats, kapitein in het garnizoen te Lillo in 1782; op 22-8-1782 werd in of vanuit fort Lillo zijn vrouw Anna begraven en op 16-9-1782 zijn kind Johannis Adrianus Laats. 7
7.
Pieter Laats, militair; verm. identiek met nr. 6; militair, verm. in het tweede bataljon van het regiment Oranje-Nassau nr. 2; kwam 2-6-1784 met att. van Lillo naar Grave; vertrokken aldaar naar Maastricht 17-1-1785; 8 werd bevorderd tot luitenant-kolonel van het genoemde tweede bataljon op 1-1-1793. 9
1 ZA, SZ, inv. 498, 5-4-1640, fol. 36 v. 2 Aannemelijk is dat hij verwant is met een familie De Laet die in de tweede helft van de 17de en in de 18de eeuw in Zandvliet woonde. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 19-10-1712. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 19-9-1712. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 2-5-1718. 6 Zie noot 2. 7 Vermoedelijk is hij identiek met Peter Laats, die op 21-6-1763 werd benoemd tot onder-luitenant in de compagnie van kapitein Bunge in het regiment van de markgraaf van Baden-Dourlach (ZA, SZ, inv. 1673, fol. 212 v). 8 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74. 9 Ringoir, 1981 b, p. 24.
Labestraeten Francisco Ignatius Labestraeten, jonkheer, eigenaar van een boerderij in de polder van Lillo; liet op 22-5-1707 beslag leggen op de bezittingen van de pachter i.v.m. een pachtschuld. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Lacarts Daniel Lacarts, tr. Anna Naesters; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Lacarts, 2-10-1707.
Lachauw, van de Henricus van de Lachauw, tr. Catharina Coutaillie; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruiweg: a.
Gaspar van de Lachauw, 1735 (geen andere datum bekend).
Lacher 1.
Simon Janssen Lacher, ontving op 26-10-1616 van de majoor te Lillo £ 8:15 wegens geleverde waren; 1 mog. identiek met Sijmoen Lacher wiens echtgenote Anna Dupre op 23-11-1660 te Middelburg werd begraven. 2
4
2.
Cornelis Janssen Lacher, koopman uit Middelburg; vermeld als belastingplichtige ald. in 1623; 3 op 30-1-1640 verzocht hij de Gec. Raden om arrest te mogen leggen op de gage van Anthonis Janssen Barrou; het betrof een bedrag van ₤ 21:13:4 wegens het leveren van wijnen; 4 op 5-4-1640 werd hem arrest verleend op de gage van deze Anthonis Janssen Barrou voor een bedrag van ₤ 21:13:3; 5 leverde ook in 1643 wijn voor Lillo. 6
1 ZA, SZ, inv. 484, 26-10-1616. 2 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 435. 3 ZA, Kohier 1000ste penning Middelburg 1623. 4 ZA, SZ, inv. 498, 30-1-1640, fol. 17 v. 5 Idem, 5-4-1640, fol. 36 v. 6 ZA, SZ, inv. 499, fol. 237.
Lacour Joannes Baptist Lacour, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 17-9-1741 Elisabeth Gijs; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Joanna Lacour, 7-11-1742. Joanna Maria Lacour, 17-5-1743.
Lacque, Lack (van) 1.
Isaacq Lacque, geb. Champagne; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-7-1702 tot 30-4-1703. 1
2.
Gerrit van Lack, afkomstig uit Middelburg; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1707 tot 1714. 2
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324. 2 Idem, inv. 7373 en 7452.
Laden, van Jan van Laden, geb. Assenede; was in 1643 soldaat in de compagnie van kapitein Martijn de Ridder te Liefkenshoek; weduwnaar van Martijntje Costers; otr. Liefkenshoek 7-3-1643, tr. aldaar 29-3-1643 Sara Andries, geb. Vlaardingen, wonend in Liefkenshoek, weduwe van Matthijs Rijckaart.
Laderier (Ladereir, Ladreer) Nicolaes Laderier (Ladereir, Ladreer), als inwoner van de polder van Lillo vermeld op 9-71657; 1 overl. vóór 19-1-1665, toen zijn weduwe in Lillo-Zuidland is vermeld als echtgenote van Cornelis Adriaenssen. 2 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.
5
2 Idem, inv. 28; idem, 26-10-1665.
Laer(e), van 1.
Adriaen van Laere, schepen van Doel-Kieldrecht 1599, 1600, 1603 en 1604. 1
2.
Paulus van Laer, woonde in Keetenisse en later in Doel; tr. (1) Neelken Jobs (ook: Neeltje Jansen); tr. (2) Anneken Aerts; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a. Joos van Laer, geb. in de polder Keetenisse, ged. 24-12-1623; getuigen: Dingeman Jans, Wauter Janse, Cryn Jobs, Christiaen Treyck, Fransyn Jacobs en Cateleyn Bastiaens. b. Cornelia van Laer, geb. in Liefkenshoek, ged. 1-11-1626; getuigen: Maria Creyns en Mayeken Mertens. Uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: c. Levyntje van Laer, geb. Doel, ged. 4-6-1628; getuigen: Alewijn en Dingetje Aarts. d. Joost van Lare, geb. Doel, ged. 9-6-1630; getuige: Mayeken Cryns.
3.
Jan de Laer, woonde in Doel; tr. Heyleke Claessen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Cattalyne de Laer, geb. Doel, ged. 20-5-1629; getuigen: Mr. Jelis (chirurgijn) en Elisabeth de Wevers.
4.
Merten van Laer, op 12-5-1638 vermeld als inwoner van Lillo [= fort Lillo]; hij werd toen door Josijntien Wouters, wonend te Steenbergen (en daar gehuwd met Joannes Cools), gemachtigd om iets te regelen met Lieven Wouters, zwager van Josijntien Wouters. 2
5.
Pieter van Laer(e), ontving op 30-5-1685 en op 4-6-1685 7 schellingen en 2 penningen van de diaconie van Liefkenshoek voor het leveren van derrinck (= turf) met zijn schuit voor de armen. 3
6.
Adriaan Laer, was in 1694 knecht op de boerderij van Hendrick de Backer in de polder van Lillo. 4
7.
Wilhelmus van Laren, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-12-1712.
8.
Peeter van Laer, betaalde in 1743/1744 17,75 stuivers belasting over de opbrengst van 4 gemeten en 136,5 roeden pachtgrond in de polder van Lillo. 5
1 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 2 MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 14, 12-5-1638. 3 ZA, RB, inv. 275. 4 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694.
6
5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h.
Laer, toe 1.
Johannes Adrianus toe Laer (Toe Laer), geboren Nijmegen 8 juni 1734, zoon van de predikant Reynier Toelaer en Jacoba van Texell; 1 als student te Leiden ingeschreven op 8 mei 1753; 2 door de classis Leiden en Neder-Rijnland op 26 juni 1758 als proponent toegelaten; beroepen tot predikant te Liefkenshoek op 15 mei 1759; hield op 31 juli 1759 een proefpreek voor de classis Tholen en Bergen op Zoom en werd gecomplimenteerd met “zijn vlugge en vaardige antwoorden”; 3 werd op 19 augustus 1759 te Liefkenshoek bevestigd; beroepen tot predikant te Lillo op 19 februari 1766, als zodanig bevestigd op 11 mei 1766; bewoonde in fort Lillo het huis “Het Wapen van Zeeland”; betaalde cijns voor een erf naast dit huis, o.m. in 1770, 1780 en 1783; 4 beklaagde zich op 3-2-1769 over zijn dienstmeid Catharina Lemmens die vroegtijdig vertrok; 5 op 18-11-1783 beklaagde bakker Gorez zich bij de magistraat van fort Lillo dat toe Laer een minderjarige dienstmeid (i.c. Leuntie Voogd) in dienst had, die ten laste kwam van de diaconie; 6 vanuit Lillo werd toe Laer op 25 april 1786 (toen de fortkerk aldaar reeds was ontmanteld) beroepen te Wouw; bevestigd aldaar op 28 mei 1786; hij overleed te Wouw op 15 oktober 1788 aan een “kwijnende ziekte”; in 1789 bracht een verkoop van zijn zilverwerk 762 gulden en 8 stuivers op; zijn boeken werden verkocht voor 317 gulden en 16 stuivers; 7 otr. Poortvliet 14-10-1761, tr. aldaar 5-11-1761 Angelina Adriana Gaaswijck, ged. te Poortvliet op 19 augustus 1742, dochter van Christoffel Gaaswijck en Jannetje Gijse, overl. Lillo 27-3-1774; 8 het codicil van Johannes en Angelina werd te Lillo vermeld op 16-5-1771; 9 uit dit huw. ged. Liefkenhoek: a.
b.
Jacoba Christophora toe Laer, 17-7-1763; getuigen: Samuel toe Laer (theologiestudent te Leiden) en Jacoba van Texell, weduwe van ds. R. toe Laer; overl. Amsterdam 1-5-1836; zij otr. Wouw 10-5-1789 Joannes Marcus Vissers, geb. Leur, zoon van Johannes Gerardus Vissers en Antonia Petronella van Hout, toen wonend in Roosendaal en beroepen als predikant te Hoeven. Christoffel Reinhart Samel toe Laer, 17-2-1765; getuigen: Christoffel Gaaswijck en zijn vrouw Jannetje Cornelia Gijsen uit Poortvliet; werd notaris te Amsterdam; overl. ald. 2-10-1827; tr. Deventer 15-4-1792 Barendina Schimmelpenninck, zuster van de raadspensionaris Rutger Jan Schimmelpenninck.
Uit dit huwelijk ged. fort Lillo: c. Christina Adriana Toelaer, 11-1-1767; getuigen: Adriaan Toelaer (koopman OostIndische Compagnie) en Christina Toelaer, gehuwd met Hendrik Verheik, rector van de Latijnse School te Amsterdam; zij overl. Amsterdam 1-12-1817. d. Reinhart Toelaer, 12-3-1769; getuige: Cornelis Gaaswijck; werd kapitein der infanterie in het Staatse leger; sneuvelde in de slag bij Castricum op 19-9-1799; tr. 1798 Joanna Dirkje Tijmens, geb. Ressen, dochter van Willem Ressen en Augustina Timmer, overl. Nijmegen 21-8-1843. e. Robbertus Reinhart Toelaer, 11-3-1770; getuige: Johanna Rosendaal, weduwe van Robbertus van Texell.
7
f.
2.
Johan Cornelis Toelaer, 1-3-1772; getuigen: Abraham du Mont en Cornelia Jacoba Gaaswijck; werd op 13-9-1796 als student medicijnen ingeschreven aan de Hogeschool van Harderwijk; promoveerde daar op 18-2-1797 tot doctor in de medicijnen; 10 werd medisch doctor te Amsterdam, waar hij op 7-7-1800 overleed. 11
Joanna Maria toe Laer, geb. Nijmegen 17-1-1746, zuster van nr. 1; belijdenis Liefkenshoek 29-3-1764; 12 ongehuwd overl. Amsterdam 17-6-1800, begr. aldaar in de Oude Kerk. 13
1 ANF, jrg. VII, 1890, p. 167; A. Vorsterman van Oijen, Stam- en wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche familiën, Groningen, 1885, 1888 en 1890, p. 429. 2 De Navorscher, 1886, p. 10. 3 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 8, 31-7-1759. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81530, fol. 17 e.v.; idem, 81630, fol. 18 v e.v.; idem, 81660, fol. 11 e.v.. 5 ZA, SZ, inv. 1941. 6 ZA, SZ, inv. 1945. 7 ANF, jrg. VII, 1890, p. 167. 8 Het Nederlands Patriciaat, 1911, p. 307. 9 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 84. 10 O. Schutte, Het Album Promotorum van de Academie te Harderwijk, Arnhem 1980, p. 272; VS, jrg. 22, 1986, p. 334; ANF, jrg. 1883, p. 2). 11 P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Leiden, 1914, p. 1243. 12 ZA, RB, inv. 259, fol. 141. 13 A. Vorsterman van Oijen, op. cit., p. 429.
Laerhoven, van 1.
Petrus van Laerhoven, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-1-1677.
2.
Fransijn Laerhoven, was in 1709 meid bij de landbouwer Jan Philips (zie aldaar) in de polder van Lillo. 1
1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.
Lafeber (Lefeber) (zie ook Le Feb(v)re) 1. Jan Lefeber, was in 1703 tamboer in het regiment van brigadier Willem van Soutelande te Lillo; otr. Willemstad (met att. van Lillo) 10-11-1703 Adriana Coomans, geb. Willemstad; att. gegeven te Willemstad op 9-2-1703 om te Lillo of elders te trouwen. 2.
Pieter Lefeber, ontving in november 1708 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding voor het maken van ruiten voor het armenhuis [het huis van de diaconie] te Liefkenshoek. 1
8
3.
Gaspar Lefeber, tr. Gertrudis Riga; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
4.
Philippus Lefeber, militair in het fort Lillo in 1714; huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
5.
Catharina Lefeber, 28-1-1711. 2
tr. Catharina Lekens; uit dit
Elisabeth Lefeber, 29-11-1715 (geb. in fort Lillo).
Joannes Josephus Lafeber (Lefeber, Lefebre, Lefever), was (o.m. vermeld in 1732, 1733 en 1735) militair in het fort Lillo; 3 tr. Anna van de(r) Walle; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Franciscus Josephus Lafeber, 23-8-1732; werd als klein kind (= baby) op 18-111732 te Lillo begraven. Anna Maria Lafeber, 5-9-1733. Alexandria Maria Lafeber, 16-4-1735; werd als baby op 27-11-1736 te Lillo begraven. Anna Lafeber, 25-2-1737; otr. Breda 9-4-1768, tr. aldaar (Grote Kerk, geref.) 244-1768 Cornelis Adriaanszn. Schets, weduwnaar van Maria Bouwens. 4
6.
Guilliam Joseph Lefeever, afkomstig uit Lillo; vertrok op 27-10-1743 als soldaat met het VOC-schip “Akerendam” naar Batavia; overl. in Azië 29-6-1745. 5
7.
Petrus Jacobus Lefebre (de Febur), geb. Boscapellen ca. 1760 (34 jaar oud bij huwelijk); tr. Maria Catharina Koeck, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 15-9-1770 (zie Koek nr. 5); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Antonius Lefebre, 2-1-1797.
1 ZA, RB, inv. 276. 2 Blijkens het doopboek van de parochie Lillo-Kruisweg 1674-1722. 3 Blijkens het doopboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754. 4 Stadsarchief Breda, DTB nr. 45, fol. 83. 5 NA, VOC-arch., inv. 6157, fol. 189.
Lagran Jan Baptista Lagran, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot 31-12-1704. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363.
9
Lainbart Petrus Lainbart, was in 1745 militair in het fort Lillo; Maria Josepha Lelu.
1
tr. r.k. Lillo-Kruisweg 27-8-1732
1 Blijkens het trouwboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754.
Laker, de Jan de Laker, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Lalier Karel Lalier (soms ook: La Lier), climmer op het schip “Vos” van de Admiraliteit van Zeeland in 1621; 1 roeier van de commiezen in de vloot te Lillo vanaf 1-9-1622 tot zijn overlijden in mei 1628; 2 was in 1626 waard in de herberg “De Vergulde Roose” te Lillo; 3 mogelijk is hij de vader van: a.
b. c. d.
Mayken Lalier, geb. Vlissingen; tr. (1) Jan Moens, schipper (zie aldaar); otr. (2) Liefkenshoek 30-10-1642, tr. (2) aldaar 23-11-1642 David Cornelisse Verstrate, schipper, weduwnaar van Kathalina Pieterse (zie aldaar); zij overl. vóór 27-1-1647. Eva Lalier, tr. Liefkenshoek 21-8-1639 Abraham van de Leen (zie aldaar). Michiel Laliers, geb. Lillo; climmer op het schip “Vos” van de Admiraliteit van Zeeland in 1621. 4 Jacob Lalier, doopgetuige Bergen op Zoom 26-4-1648; zie Van de Leen.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8114 en 8124. Hij is vermoedelijk verwant met het geslacht Laliers dat in de 17de eeuw is vermeld in Vlissingen en dat als wapen voerde: in blauw een antiek zilveren schip (tweemaster) met volle zeilen, op een zee, de masten, de boeg en de achtersteven voorzien van de Hollandse vlag, alles in een natuurlijke kleur (D.G. van Epen, Het geslacht Van Hoorn, Brussel, 1899, p. 12). 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, div. rekeningen (zie voor specificatie deel 3); ook: NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2456. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79730. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8153.
Lam(s) 1.
Isaacq Lam, werd op 20-11-1642 betaald voor het leveren (samen met Thomas Janssen) van 9.582 pond tarwebeschuit voor de wintervoorraad te Lillo. 1
2.
Thomas Lam(s), afkomstig uit Borristenis (?); was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705. 2
3.
N.N. Lams, zij verpachtte in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Peeter Adriaenssen. 3
10
1 ZA, SZ, inv. 499, fol. 162. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363 en 7383/7432. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h.
Lamagie (Lamaige, Lamague), de 1.
Jan de Lamagie (Lamaige), voster te Lillo-Zuidland, vanaf zeker 12-10-1677 tot zeker 19-6-1693. 1
2.
Jan de Lamague, afkomstig uit Lillo; vertrok als matroos op het VOC-schip “Coevorden” op 4-2-1685 naar Ceylon. 2
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28 en 29. 2 NA, VOC-arch., inv. 12333, fol. 1.
Lamasie Andries Lamasie, korporaal; op 13-1-1744 werd in of vanuit fort Lillo zijn kind Emanuel Lamasie begraven.
Lambers Dierck Lambers, kreeg in februari 1617 £ 0:4:2 betaald voor het schilderen van de zonnewijzer in fort Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79540.
Lambert Frederik Lambert, jager (= militair); begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 30-9-1750.
Lambrechts (Lambreg(h)ts) 1.
Gillis Lambrechtz., vermeld als bakker in fort Lillo op 2-11-1593; 1 was in de periode 1-4-1600 tot 1-10-1600 pachter van de impost op allerhande wijnen te Lillo en Liefkenshoek; 2 waarsch. overl. vόόr 31-3-1605 toen Abraham de Neve, eveneens bakker, om de woning vroeg waarin Gillis Lambrechtz had gewoond; 3 in ieder geval overl. vόόr 4-11-1605 toen zijn kinderen als wezen werden genoemd; 4 tr. Catharina Putters; op 2-7-1610 verzocht zij de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een tegemoetkoming vanwege reparaties aan de bakkerij te Lillo; haar verzoek werd afgewezen. 5
2.
Joris Lambrechtsen, was in 1609 mede-aannemer van de verbouwing van het fort Lillo; 6 idem te Liefkenshoek in 1614; kwam uit Zierikzee. 7
3.
Bastiaan Lambregts, loodgieter; werkzaam in Lillo en/of Liefkenshoek in 1616. 8
11
4.
Jan Lambrechtsen, verm. militair te Lillo of Liefkenshoek; overl. vόόr 19-9-1634 toen zijn weduwe de Gec. Raden verzocht om betaling van twee maanden gage van haar overleden man; haar verzoek werd afgewezen. 9
4a Joris (Goris?) Lambrechtsen, tr. Goolken (Godelief) Marinis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c.
4b
Lambrecht Lambrechtsen, 6-6-1655; getuigen: Meerten van Dycke, Lysebet de Bruyne en Tanneken Philips; jong overleden. Lambrecht Lambrechtsen, 23-7-1656; getuigen: Claes Pietersen, Jan Stappaerts, Maria Boenders en Janneken Jans. Margarieta Lambrechts, 29-8-1660; getuigen: Paschier Boudewyn, Janneken Verhoeven en Cornelia Pieters.
Pieter Lambrechts, mog. identiek met nr. 5; tr. Mayeken Claes; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Janneken Lambrechts, 30-5-1660; getuige: Janneken de Grave.
5.
Pieter Lambrechts, bezat een huis in de Noordvoorstraat te Doel, dat door zijn erfgenamen op 3-8-1666 werd verkocht aan Matthijs Jansen en Elisabet Kerckhoven; tr. Maeyken Buys; uit dit huwelijk: 10 a. b. c. d. e.
Antoon Lambrechts. Anneke Lambrechts. Maeyken Lambrechts. Josijnken Lambrechts. Pieter Lambrechts, tr. Paulijne van Laer.
5a Jan Janssen Lambrechts, woonde in de polder van Lillo; overl. vóór 12-12-1667 toen melding werd gemaakt van de koopdag van zijn boedel. 11 6.
Norbertus Lambrechts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-9-1685.
6a Mattheus Lambrechts, eiste op 29-5-1690 te Lillo-Zuidland betaling van weipacht. 12 7.
Cornelius Lambrechts, arbeider in de polder van Lillo in 1694; tot zijn huishouden behoorden toen zijn echtgenote, zijn zoon Peeter en dochter Elisabeth; 13 komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 14 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-3-1715; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 27-4-1688 Catharina Maes; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Joanna Lambrechts, 15-11-1688; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-12-1688. Petrus Lambrechts, 19-12-1689; tweeling; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-51702. Leonardus Lambrechts, 19-12-1689; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-81691.
12
d. e. f. g. 8.
Joannes (Petrus) Lambrechts, landbouwer in de polder van Lillo; bezat in 1694 twee werkpaarden; tot zijn fiscale huishouden behoorden toen zijn echtgenote, vier kinderen en een knecht; 15 komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te LilloKruisweg betreffende de periode 1692-1708; 16 schepen van Lillo-Zuidland in 1696 en 1698; 17 diende 16-3-1705 de chirurgijn te betalen wegens een kwaal aan zijn been; 18 begr. Lillo-Kruisweg 7-10-1705; staat en inv. 26-7-1706; 19 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 5-51686 Passchasia Braem (in 1694 is zij omschreven als Josina Braem); zij hertrouwde met (1) Norbertus van der Hofstadt en (2) Paulus Wirickx; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
9.
Elisabeth Lambrechts, 25-4-1693. Cornelia Lambrechts, 18-2-1696. Gerardus Lambrechts, 2-2-1699; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-5-1701. Jacobus Lambrechts, 21-10-1705.
Joannes Lambrechts, 4-7-1687. Maria Lambrechts, 2-2-1689. Geeraert Lambrechts, 4-3-1691. Anna Lambrechts, 24-2-1693. Arnoldus Lambrechts, 8-5-1695; zie mog. verder nr. 21. Joanna Lambrechts, 27-12-1696; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-1-1697. Joanna Lambrechts, 2-4-1698. Barbara Lambrechts, 22-4-1700. Susanna Lambrechts, 27-12-1701; tr. R.K. Lillo-Kruisweg 12-1-1727 Cornelis Aerts (zie Aerts B 22). Catharina Lambrechts, 3-2-1704; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-10-1705.
Jan Lambregts (Lambrechtsen), geb. Vlissingen; van 19-5-1691 tot 12-1-1692 was hij commandeur van de snaauw “De Galleij” van de Admiraliteit van Zeeland; 20 was als commandeur werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 28-2-1693 tot 1700; 21 tr. N.N., zij ontving (als weduwe) in maart 1700 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:11:8 i.v.m. een proces tegen Maerten en Jacob Cornelisse Verkouteren; 22 zij betaalde in 1703 cijns voor een erf te Lillo aan het einde van de Klinkerstraat, tegen de wallen. 23
9a Cornelia Lambregts, was in 1694 meid op de boerderij van David van Ransbeeck in de polder van Lillo. 24 10. Vervallen. 11. Fransois Lambrechts, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1701 tot 30-4-1703. 25 12. Andries Lambrechtsen, afkomstig uit Vlissingen; was als schipper/bootsman werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1705. 26
13
13. Jacob Lambrechtsen, afkomstig uit Vlissingen; was als bottelier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-7-1702 tot 30-41703. 27 14. Cornelis Lambrechtsen, afkomstig uit Maassluis; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot hij deserteerde op 31-7-1704. 28 15. Joannes Lambreghts, overl. te Lillo op 7-9-1705; staat en inv. 26-7-1706. 29 15a Catharina Lambrechts, woonde in 1709 in de polder van Lillo bij het gezin van Jan Stoffel Janssen. 30 16. Jacobus Lambregtsen, ontving in 1718 £ 1:8:4 voor het opladen van steengruis i.v.m. het “bekwaam maken” van de rijweg naar fort Lillo. 31 17. Willem Barend Lambrechtsen, afkomstig uit Vlissingen; was als schrijver werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1718 tot 1737. 32 18. Jan Lambregtse, betaalde in 1721 cijns voor de windmolen in Liefkenshoek.
33
19. Adrianus Lamberechts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-5-1723. 20. Phillipus Lamberechts, testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 7-6-1724; 34 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 14-9-1723 Anna Maria Lathouwers; zij werd op 9-6-1724 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. LilloKruisweg 13-5-1725 Anna Catharina van der Keelen; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Adrianus Lamberechts, 5-5-1724.
21. Arnoldus (Aernout) Lambreghts (mog. zoon van nr. 8), woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 5 personen; bezat toen 4 paarden en 6 koeien; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 14 gulden en 13 stuivers; 35 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland in 1730; 36 schepen van Lillo en Zuidland in 1736, 1743, 1745, 1746, 1748, 1749, 1750, 1751, 1753 en 1755; 37 betaalde in 1743/1744 15 gulden en 14 stuivers belasting over de opbrengst van 79 gemeten en 146 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 38 kreeg in 1746 tijdens de toenmalige oorlog als bestuurder van de ambachtsheerlijkheid van Lillo extra betaald (fl. 30) wegens salarissen, vacatiegelden, schrijflonen en/of voorschotten; 39 kreeg toen tevens een vergoeding van fl. 47 en 16 stuivers wegens het beschikbaar stellen van een wagen met een paard; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-12-1764; tr. (1) Adriana Willemsen Mee(u)s; zij werd op 27-5-1742 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 1743 Amelberg Michielsen, zij hertr. Petrus Joannes Lemmens; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
14
a. b. c. d. e. f. g.
Joanna Catharina Lambrechts, 13-7-1727; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-7-1727. Martinus Lambrechts, 31-10-1729; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-7-1741. Joanna Ida Lambrechts, 13-2-1731. Petrus Joannes Lambrechts, 23-7-1732. Jacobus Joannes Lambrechts, 4-8-1734. Sijmon Lambrechts, 24-9-1736. Joannes Baptist Lambrechts, 14-7-1738; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-21742. h. Maria Catharina Lambrechts, 23-5-1740. Op 19-5-1742 werd te Lillo-Kruisweg een zoon van Arnoldus begraven (r.k.). uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: i. Benedictus Lambrechts, 12-2-1744; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-3-1754. j. Anna Isabella Lambrechts, 20-8-1746; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-5-1751. k. Adriana Lambrechts, 3-12-1747. l. Joannes Lambrechts, 14-5-1751. m. Maria Elisabeth Lambrechts, 18-2-1754. n. Joannes Franciscus Lambrechts, 5-4-1756; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-4-1757. o. Joannes Franciscus Lambrechts, 11-4-1759; zie verder nr. 34. p. Isabella Lambrechts, 1-9-1763; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-9-1763. 22. Pieter Lambregts (van Langeraat), was als bottelier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 28-7-1732 tot 31-12-1732; 40 overl. op of omstreeks 14-2-1733. 41 23. Matthijs Cornelis Lambrechts, smidsknecht; had op 25-4-1735 (als eiser) in LilloZuidland een geschil met Dierck van de Leur, meestersmid; Lambrechts eiste de betaling van zijn ‘bodeloon’ als smidsknecht ad fl. 17 en 10 stuivers. 42 24. Adrianus Anton Lambregts, vermoedelijk landbouwer te Lillo-Zuidland; begr. LilloKruisweg (r.k.) 18-9-1746; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 7-7-1744 Catharina Verhoeven; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 5-5-1745 Elisabeth Geuens; zij kreeg in 1746 een vergoeding van fl. 16 en 2,5 stuivers wegens het beschikbaar stellen van een wagen met een paard i.v.m. de toenmalige oorlog (= de Oostenrijkse Successieoorlog); 43 zij hertr. Jacobus Josephus Madereel; uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Petrus Joannes Lambregts, 6-8-1746; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-9-1746.
25. Joanna Lambrechts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-8-1747. 25a Peeter Lambrechts, woonde in 1755 als “vreemdeling” op de boerderij van Severijn Adriaenssen in de polder van Lillo. 44 25b Maria Lambrechts, woonde in 1755 als “vreemdeling” op de boerderij van de weduwe van Alphonsus de Keijser in de polder van Lillo, evenals Cornelis Huysmans. 45
15
25c Anna Lambrechts, was in 1755 meid op de boerderij van de weduwe van Alphonsus de Keijser in de polder van Lillo. 46 26. Joannes Jacobus Lambrechts, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-5-1765 Elisabeth Janssen. 27. Adrianus Lambrechts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-11-1768. 28. Anthony Lambrechts (Lambregts), geb. Ekeren ca. 1740, woonde in Oud-Lillo; kreeg op 2-1-1762 toestemming om daar een winkel te houden; 47 kocht op 22-3-1768 voor fl. 551 een huis met tuin in Oud-Lillo waarin hij reeds sinds 22-2-1762 woonde, gelegen tegen het kerkhof op 24 roeden grond; 48 winkelier Oud-Lillo in 1774; 49 armmeester aldaar in 1774; 50 kleermaker aldaar in 1796; kocht op 6-10-1780 voor fl. 750 een huis met tuin te Oud-Lillo uit de boedel van Joannes Nicolaas Boogers en Joanna Boei; Cornelis de Zeeuw verstrekte een hypotheek van fl. 400; 51 verkocht dit huis op 26-2-1783 voor fl. 1000 aan Adriaan Meijs; 52 otr. r.k. Lillo-Kruisweg 13-61767, tr. aldaar 29-6-1767 Maria Catharina de Backer, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 13-21742, dochter van Henricus de Backer en Cornelia Rens. 53 29. Jan Lambrechts, op 2-2-1774 en 14-3-1774 werden van hem goederen publiekelijk te Lillo verkocht. 54 30. Joannes Lambrechts, woonde in Hoeven; verdronk te Saaftinge op 10-4-1776. 55 31. Henricus Lambrechts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-3-1776; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 76-1774 Anna Cornelia Verswijvelen (Verswijver), geb. Ekeren ca. 1750; zij vestigde zich in 1776 in Lillo-Zuidland; weduwe aldaar in 1796; uit dit huwelijk: 56 a.
Maria Elisabeth Lambrechts, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 14-10-1776; woonde in 1796 bij haar moeder.
32. Joannes Baptist Lambrechts, ged. Rijkevorsel 23-3-1737, zoon van Joseph Lamberechts en Joanna Barvoets; overl. Stabroek 17-1-1810; tr. Ekeren 29-4-1772 Lucia Hesters (Essers), geb. Bergen op Zoom; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: 57 a.
Petrus Joannes Lambrechts, 7-12-1777; overl. Stabroek 1845; tr. Oorderen 18-11804 Anna Claesen, ged. Ekeren 22-4-1785, overl. Stabroek 27-11-1862.
33. Petrus Joannes Lambrechts, tr. Maria van Bouwel; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Helena Lambrechts, 12-11-1783.
34. Joannes Franciscus Lambrechts, zoon van nr. 21; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-11-1785 Anna Cornelia Verhulst, geb. Zuidgeest (bij Bergen op Zoom) ca. 1764 (21 jaar oud bij huwelijk); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
16
a.
Cornelius Benedictus Lambrechts, 5-10-1785.
35. Jacobus Ludovicus Lambrechts, geb. ca. 1772 (25 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. Lillo 4-7-1797 Rosalia Vermeulen, geb. ca. 1768 (29 jaar oud bij huwelijk). 1 ZA, SZ, inv. 473, fol. 67, 2-11-1593. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 270, fol. 141-143. 3 ZA, SZ, inv. 478, 31-3-1605. 4 Idem, 4-11-1605. 5 ZA, SZ, inv. 481, 2-7-1610. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81690. 7 Idem, inv. 81700, fol. 25. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79530. 9 ZA, SZ, inv. 495, 19-9-1634, fol. 60. 10 RAB, DK, inv. 15, fol. 224 v, 3-8-1666. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 13 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 14 Parochielijst Lillo-Kruisweg 1692-1708, op. cit.. 15 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 16 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 17 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 18-11-1696 en 14-10-1698. 18 Idem, 16-3-1705. 19 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 20 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2514 en 2515. 21 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7223 en 7313. 22 ZA, RB, inv. 276. 23 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80860, fol. 24. 24 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 25 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7324 en 7323.
17
26 Idem, inv. 7323/7324 en 7383/7432. 27 Idem, inv. 7323/7324. 28 Idem, inv. 7363. 29 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 30 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 31 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81020, fol. 62 v. 32 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7482 en 7672. 33 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81050, fol. 19 v. 34 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 35 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 36 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37 en 38. 37 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 7-5-1736, 29-3-1745 en 12-7-1751 en M. Bollen (red.), Lillo in goede en in slechte dagen, Ekeren, 1997, p. 14 en zie ook: het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 38 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 39 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3. 40 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7622. 41 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2551. 42 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 25-4-1735. 43 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3. 44 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 45 Idem. 46 Idem. 47 ZA, SZ, inv. 1937, 2-1-1762. 48 ZA, SZ, inv. 1977. 49 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 50 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c. 51 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 569. 52 Idem, fol. 765. 53 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 54 ZA, SZ, inv. 1997. 55 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 577, 10-5-1776. 56 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 57 Uit dit huwelijk werden voorts zeven kinderen gedoopt te Ekeren en Stabroek.
Lameer Jasper Lameer, werd in 1634 betaald voor het vervoeren van turf van Lillo naar Oud-Lillo. 1
18
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79880.
Lameter Jan Lameter, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 9-2-1733.
Lammeken Jan Lammeken, tr. Cathalina Jans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Elisabet, 4-9-1633; getuigen: ?
Lammens 1.
Matthijs Lammens, ged. Axel 15-11-1682, zoon van Adriaen Lammens en Jacoba van Campen; benoemd tot ontvanger van de 15de en 20ste penning der collaterale successie te Axel, Terneuzen, Biervliet, Lillo en Liefkenshoek op 21-4-1729; 1 burgemeester van Axel in 1730; otr. (als j.m.) Axel 13-12-1715, tr. ald. 30-12-1715 Sara Rochefort, j.d., geb. Sluis, dochter van Francois Rochefort en Maria Schutz; uit dit huwelijk o.m.: 2 a.
2.
Matthijs Lammens; zie nr. 2.
Matthijs Lammens, zoon van nr. 1; ged. Axel 17-3-1720 (getuigen: Pieter Josephus van Campen, David Rochefort en Catalina Elisabeth de Ridder); benoemd tot vaandrig in de compagnie van kapitein Van den Brande in het regiment van Soute 9-4-1739 (was voorheen kadet); 3 benoemd tot luitenant in de compagnie van kapitein J.J. d’Aillij in het regiment van Pieter de la Rocque 24-4-1742; 4 diende als luitenant in dit regiment vervolgens kapitein Pieter Jacob Bodel; benoemd tot kapitein in het regiment van brigadier Cornelis Evertsen 26-3-1745; 5 volgde Adolph Zommerzee op; benoemd tot sergeant-majoor van het eerste bataljon van het regiment van luitenant-geneaal Evertsen 18-6-1759; 6 benoemd tot luitenant-kolonel van het eerste bataljon van dit regiment 18-3-1766; 7 dit bataljon verbleef in 1766 in Lillo en/of Liefkenshoek (zie Evertsen ad A 6); overl. 24-6-1791. 8
1 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 162 v. 2 VZS, nr. 45, p. 100 en 101. 3 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 177. 4 Idem. 5 Idem, fol. 189 v. 6 Idem, inv. 1673, fol. 186 v. 7 Idem, fol. 229. 8 VZS, nr. 47, p. 200.
Lammering Tjalleke (Tjalke) Lammering, was in 1701-1702 als aannemer betrokken bij diverse werkzaamheden in Oud-Lillo, w.o. het maken van een nieuwe contrescarp, het “opmaken”
19
van de binnenborstwering en wallen, het opbreken van oude muren en het ruimen van de gracht; borg was zijn zwager Johan Ogiers; 1 getuige bij de opstelling van een notarisakte te Bergen op Zoom 14-1-1701; 2 verrichtte fortificatiewerk te Bergen op Zoom; 3 overl. vóór 26-1-1717 toen zijn weduwe, Petronella Ogiers (doopgetuige Bergen op Zoom 3-12-1706), vergeefs verzocht om betaling van werken die door haar man waren uitgevoerd in OudLillo. 4 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81720, fol. 53 v. 2 MHC, not. arch., inv. 345, akte nr. 1. 3 Idem, inv. 395, akte nr. 38, 9-12-1719. 4 ZA, SZ, inv. 724, 26-1-1717.
Lammers 1.
Geerardus Lammers, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorde 1 persoon; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 1 gulden en 1 stuivers. 1
2.
Cornelis Lammers, was in april 1760 soldaat in het [tweede] bataljon Oranje-Drenthe in het garnizoen te Liefkenshoek; 2 belijdenis Liefkenshoek 10-4-1760. 3
3.
Jan Lammers, militair; kwam op 2-4-1775 vanuit Lillo naar het garnizoen te Sas van Gent. 4
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 2 Dit regiment heeft in de ordening van eenheden van het Staatse leger door Will Hermsen (DutchRegiments) het nr. IR 647 a. 3 ZA, RB, inv. 259, fol. 117. 4 ZA, arch. Herv. Gemeente Sas van Gent, inv. 514, register lidmaten 1752-1818, onderdeel garnizoen.
Lamoend Jacob Lamoend, afkomstig uit Oudenaerde; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot 31-12-1704. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363.
Lampers Jacob Lampers, afkomstig uit Middelburg; was als loods werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1701 tot 1703; 1 van 1710 tot 1719 was hij op dit schip werkzaam als bottelier; 2 mog. identiek met Jacob Lampers, begr. Middelburg 28-5-1722. 3 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7303 en 7324. 2 Idem, inv. 7403 en 7492.
20
3 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 440.
Lamsweerde, van Alexander Franciscus van Lamsweerde, zoon van Willem van Lamsweerde (raadsheer van de graaf van Auvergne, markies van Bergen op Zoom), meerderjarig op 10-3-1680; toen als vaandrig te Bergen op Zoom vermeld; 1 op 21-7-1672 daar vermeld als getuige bij de opstelling van een notarisakte; 2 berichtte de GR van Zeeland op 27-1-1682 vanuiut Liefkenshoek over de grote schade die de hoge vloed op 26-1-1682 daar had aangericht; 3 was op 11-5-1684 vaandrig in de compagnie van kapitein Valck (in het regiment van kolonel Sedlenitzky) te Liefkenshoek; de weduwe van Samuel Bodel liet toen voor een bedrag van 38 guldens en 16 stuivers beslag leggen op zijn gage wegens het leveren van brood, boter en andere levensmiddelen. 4 1 MHC, not. arch., inv. 298, akte nr. 14, 10-3-1680. 2 Idem, inv. 158, akte nr. 36, 21-7-1672. 3 ZA, SZ, inv. 1297. 4 ZA, SZ, inv. 692, 11-5-1684.
Lamze, van de 1.
Pieter van de Lamze, bezat in 1679 [het huis] de Caprane [Caprave?] in de Langestraat in het fort Lillo. 1
2.
Daniel Lamse, woonde met echtgenote op 12-6-1709 in de polder van Lillo; tr. Cathalijne Roms. 2
1 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 2 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.
Lan(dt)schot, van Zie Besteknecht en Lantschot.
Lan(n)oy, de 1.
Niclaes de Lanoye, geb. Rijssel; was in april 1588 soldaat onder kapitein Hans van Gale te Liefkenshoek; werd op 10-4-1588 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg. 1
2.
Samuel de Lan(n)oy 2, was militair in de compagnie van commandant Buvrij op 1-91614; 3 majoor van het fort van Lillo van 12-10-1615 tot in ieder geval 1627; 4 verdiende daarmee in 1625 40 gulden per maand van 32 dagen; 5 vermeld als sergeantmajoor te Liefkenshoek in de periode 1-4-1618 tot 1-10-1618; 6 wederom vermeld als sergeant-majoor te Liefkenshoek in 1622, 1631 en 1632; op 2-5-1625 had hij vermoedelijk samen met drie anderen Franchois Covijn aangevallen en diens logement geplunderd en beroofd; op 23-11-1625 werd hij i.v.m. deze zaak gedagvaard voor Gec.
21
Raden; 7 op 8-5-1625 werd hij door de Gecommitteerde Raden van Zeeland aangeschreven dat hij niet langer met de Antwerpse of andere schippers mocht drinken en zich niet in dronkenschap mocht verlopen, anders zouden er maatregelen genomen worden; 8 op 27-5-1627 verzocht hij de Gec. Raden om een van zijn zonen, ongeveer 15 jaar oud, te mogen stellen op een kapiteinsrol; besloten werd dat hij geduld moest hebben; 9 op 23-11-1628 besloten de Gec. Raden om de brief van de Raad van State van 17-11-1628 waarbij verzocht werd om Samuel Lannoij te laten blijven als majoor te Lillo onbeantwoord te laten; 10 op 5-3-1630 werd zijn verzoek om aangesteld te worden als majoor te Lillo door de Gec. Raden afgewezen; 11 op 8-3-1630, hij was toen majoor te Terneuzen, werd hij aangesteld als majoor te Liefkenshoek als opvolger van de overleden Godefroij Markeij; 12 verzocht de Gec. Raden op 17-5-1630 om een extra toelage van 10 gulden per maand voor de zorg en bewaring van de turf, kaarsen en munitie te Liefkenshoek; 13 ontving in 1631-1632 als uitdeler van turf te Liefkenshoek een traktement van 6 pond Vlaams; 14 op 27-1-1632 verzocht hij de Gec. Raden om zich te mogen laten assisteren door zijn zoon Robrecht de Lannoij; de Gec. Raden besloten hierover advies te vragen aan commandant Severijn Hoemaker, met name ten aanzien van diens bekwaamheid en gedrag; 15 op 6-2-1632 besloten de Gec. Raden niet in te gaan op zijn verzoek, indien hij oud of gebrekkig werd, zou hierover een nader besluit genomen worden; 16 was majoor te Liefkenshoek tot hij overleed; overl. vóór 16-7-1633; 17 op 26-1-1649 claimde Davidt Sijmonssen van der Louff uitbetaling van 50 pond Vlaams uit zijn nalatenschap; 18 tr. Maria de Moor; op 3-4-1634 verzocht zij de Gec. Raden om ontslagen te worden van hetgeen commies De Gomme van haar eiste inzake het arrest op haar goederen; 19 uit dit huwelijk: 20 a.
b.
Robrecht (Robert) de Lannoij, op 16-7-1633 verzocht hij de Gec. Raden om de plaats van zijn overleden vader als majoor van Liefkenshoek te mogen innemen; de beslissing werd uitgesteld; 21 op 24-5-1634 behandelden de Gec. Raden van Zeeland zijn verzoek om uitbetaling van zeven maanden gage voor zijn dienst als majoor van Liefkenshoek; 22 werd er toen voor berispt dat hij eigenmachtig als luitenant van een compagnie soldaten voor de West-Indische Compagnie had gerecruteerd; hij kreeg opdracht de betreffende soldaten terug te sturen naar hun garnizoen; 23 overl. vóór 19-1-1649. 24 Johannis de Lannoij, op 19-1-1649 vermeld als erfgenaam van zijn broer Robert; 25 hij kreeg op 2-2-1649 het verzoek van de Gecommitteerde Raden van Zeeland om te bewijzen dat hij het sterfhuis van zijn vader Samuel de Lannoij in Liefkenshoek had geabandonneerd. 26
1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21. 2 Mogelijk is hij verwant met het geslacht De Lannoij dat in de tweede helft van de 16de eeuw vanwege geloofsvervolging vluchtte uit Henegouwen en Doornik naar de Noordelijke Nederlanden; tot deze familie behoort Martin de Lannoij (geb. Doornik ca. 1555) die getrouwd was met Sonnette Bulteel, dochter van Thomas Bulteel (koopman te Doornik) en Jeanne de Cocquiel, alias Le Merchier; van Martin en Sonnette zijn vier kinderen bekend: Martgareta, Marc, Arnoud en Johan (ZA, Collectie Zeeuwse Genealogieën, nr. 133). Dit gezin woonde in 1587 in Dordrecht en in 1590 in Wesel (Ned. Adelsboek, jrg. 41, 1958, p. 252). Het is ook goed denkbaar dat de onderhavige familie afkomstig is uit de streek rondom Calais; daar behoorde een familie De Lannoy in de 17de
22
eeuw tot de Hugenoten (W. Minet en W.C. Waller, Registers of the Church of Guines, Londen, Huguenot Society of London, publ. vol. III, 1891). Er is mogelijk verwantschap met Valentinus de Lannoij, commandeur van Hulst rond 1624; zie voor hem: De Navorscher, jrg. 26, 1876, p. 490-491. Er eveneens verwantschap denkbaar met Johan de Lannoye; hij behoorde in de periode 1568-1572 tot de Zeeuwse kapiteins van de vloot van de Watergeuzen (VZS, nr. 4, april 1972, p. 22). 3 ZA, SZ, inv. 483, 1-9-1614. 4 ZA, SZ, inv. 921, 12-10-1615, inv. 487, 19-5-1622, inv. 488, 8-5-1625 en inv. 489, 27-5-1627. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 315-315 v. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79570. 7 ZA, SZ, inv. 488, 23-11-1625. 8 Idem, 8-5-1625. 9 ZA, SZ, inv. 489, 27-5-1627. 10 ZA, SZ, inv. 490, 23-11-1628. 11 ZA, SZ, inv. 491, 5-3-1630. 12 Idem, 8-3-1630. 13 Idem, 17-5-1630. 14 ZA, SZ, inv. 487, 29-3-1622 en ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79810. 15 ZA, SZ, inv. 492, 27-1-1632. 16 Idem, 6-2-1632. 17 ZA, SZ, inv. 494, 16-7-1633, fol. 15. 18 ZA, SZ, inv. 502, fol. 11; idem, inv. 504, fol. 20 v. 19 ZA, SZ, inv. 494, 3-4-1634, fol. 230 v. 20 Tot zijn nageslacht behoort mogelijk Samuel de Lannoy, geb. 25-1-1637, benoemd tot majoor van een Staats regiment op 26-7-1673, bevorderd tot luitenant-kolonel op 15-8-1674 en tot kolonel op 4-12-1769; overl. 2-5-1692 (Ringoir, 1981 b, p. 48 en 55). 21 ZA, SZ, inv. 494, 16-7-1633, fol. 15. 22 Idem, 24-5-1634, fol. 275. 23 Idem, fol. 275. 24 ZA, SZ, inv. 502, fol. 7 v. 25 Idem. 26 ZA, SZ, inv. 502, fol. 12 v.
Lande, van de 1.
Pieter van de Lande, timmerman vanwege het gewest Zeeland te Lillo vanaf 14-51658; 1 vermeld als timmerman te Lillo in 1659; 2 werd daarna jaarlijks t/m 1679 betaald voor timmerwerkzaamheden in het fort Lillo; 3 was in 1662 opzichter bij de bouw van de nieuwe kerk in fort Lillo; kreeg hiervoor in april 1662 20 pond Vlaams; 4 was in 1662 ook opzichter bij de bouw van een nieuw magazijn te Lillo; ontving hiervoor 40 pond Vlaams; 5 op 28-7-1664 toonde commies Gallieris zich ontevreden
23
over zijn werk als timmerman; 6 ontving op 10-4-1668 £ 37:10 voor het repareren van logementen te Lillo; 7 overl. kort voor 11-1-1673; 8 werd toen opgevolgd door zijn zoon Pieter (= nr. 2). 2.
Pieter van de Lande (zoon van nr. 1), volgde op 11-1-1673 zijn vader op als timmerman vanwege het gewest Zeeland in het fort Lillo; 9 ontving in maart 1673 £ 111:13:5 wegens diverse reparatiewerkzaamden te Lillo; 10 kreeg in 1681 een (vermeende?) verhouding met Neeltje Bleijckers, weduwe van Anthonij de Raedt; raakte vervolgens met haar in onmin en liet beslag leggen op haar goederen; 11 werd vanwege zijn “inpudijct en schandalis leven en ommeganck” met Neeltje op 4-9-1681 (samen met haar en een andere minnaar van haar, de timmerman Constant de Vrient) uit het fort Lillo verbannen voor een periode van drie jaren; de Gecommitteerde Raden van Zeeland gaven de gedelegeerde rechters te Lillo opdracht hem zonodig met de sterke hand uit het fort “te doen ruymen”; 12 zijn veroordeling werd op 30-9-1681 opgeheven naar aanleiding van attestaties van de commandeur en de gedelegeerde rechters van Lillo over zijn “goet comportement en leven”; 13 werd in 1682 betaald voor timmermanswerk te Lillo; 14 benoemd tot portier, venduemeester en (lijke)bidder te Lillo op 27-11-1682; 15 vervulde deze functies tot 13-3-1720; 16 verdiende als portier 2 pond Vlaams per maand en kreeg voor huishuur een vergoeding van 5 pond Vlaams per jaar; 17 werd in 1684 door de commandeur van Lillo gevangen genomen omdat hij gedurende twee weken in de polder van Doel als timmerman werkzaamheden had verricht, waarmee de commandeur zich kennelijk niet kon verenigen, hoewel Van de Lande in Lillo voor een vervanger (“een goeteerlijck man”) had gezorgd; uit de gevangenis werd hij op 16-11-1684 naar de commandeur gebracht die hem met een stok “seer jammerlyc” had geslagen; hij liep daarbij een wond aan zijn hoofd en enkele blauwe plekken op zijn armen op; nadat hij vergeefs had getracht om te vluchten werd hij met bloedende wonden opnieuw gevangen gezet; Van de Lande beklaagde zich hierover bij de Gecommitteerde Raden van Zeeland; 18 verzocht in december 1685 om verlenging van de hem verleende concessie om doodskisten te maken; 19 had op 15-101688 een schuld van 150 pond Vlaams bij de wezen van Gillis Verstraten; 20 in april 1694 liet Philippus Stroobant, predikant te Hoek, voor een bedrag van £ 23:16:8 beslag leggen op de gage van Van den Lande i.v.m. een verstrekte lening; 21 werd in o.m. 1699, 1700 en 1711 ook belast met het schoonmaken van de vesten te Lillo; 22 kreeg er in 1711 een toelage voor van 5 pond Vlaams; 23 werd in 1701 betaald voor diverse werkzaamheden te Lillo en Liefkenshoek; 24 werd ook in 1704 betaald voor timmerwerk te Lillo; 25 op 28-6-1707 benoemd tot sluiswachter te Lillo; 26 werd hiervoor ook betaald door het bestuur van de polder van Lillo c.s., te weten fl. 43 per jaar; 27 werd in 1708 betaald voor het repareren van de barrièren in fort Lillo; 28 werd in 1715 nog betaald als poortier te Lillo; 29 was op 24-3-1709 gehuwd met Johanna Breijers; testeerde toen met haar (en met Maria van de Lande (= nr. 3)) te Bergen op Zoom; 30 met haar (“Joanna Breyders”) vermeld op 4-11-1710; 31 waarsch. uit dit huwelijk: a.
N.N., een zoon die op 20-4-1717 tien jaar oud was; zijn vader verzocht toen vergeefs dat deze zoon hem als portier te Lillo mocht opvolgen. 32
24
3.
Maria van Landen (van de Lande), zuster van nr. 2; huisvrouw van Cornelis van Eynde; op 4-5-1711 vermeld als gedaagde in een proces met Elizabeth Govaarts (dienstmeid bij Cornelis van Eynde) te Lillo-Zuidland; zij beschuldigde Elizabeth Govaarts van hoererij en diefstal, maar deze werd in het gelijk gesteld en Maria van Landen diende de kosten van het geding te betalen. 33
1 ZA, SZ, inv. 510, fol. 235. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80380, fol. 30 v. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7080, fol. 174. 4 ZA, SZ, inv. 516, fol. 216. 5 ZA, SZ, inv. 517, fol. 21 v. 6 ZA, SZ, inv. 1279, brief van 28-7-1664. 7 ZA, SZ, inv. 663, 10-4-1668. 8 ZA, SZ, inv. 670, 11-1-1673. 9 Idem. 10 ZA, SZ, inv. 670, 7-3-1673. 11 ZA, SZ, inv. 686, 23-8-1681. 12 ZA, SZ, inv. 687, 4-9-1681. 13 Idem, 30-9-1681. 14 ZA, SZ, inv. 689, 25-9-1682. 15 Idem, 27-11-1682. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81020, fol. 69 v; ZA, SZ, inv. 1672, fol. 123 v. 17 ZA, SZ, inv. 691, 23-12-1683; idem, 692, 12-12-1684; idem, inv. 693, 3-4-1685; ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1610, fol. 44 v-45; idem, inv. 1910, fol. 66 v. 18 ZA, SZ, inv. 692, 14-11-1684 en 21-11-1684. 19 ZA, SZ, inv. 693, 6-12-1685. 20 ZA, SZ, inv. 696, 15-10-1688. 21 ZA, SZ, inv. 702, 6-4-1694. 22 ZA, SZ, inv. 707, 28-7-1699; ZA, SZ, inv. 708, 10-6-1700. 23 ZA, SZ, inv. 719, 1-10-1711. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81720, fol. 69 v en 71. 25 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81740, fol. 16. 26 ZA, SZ, inv. 715, 28-6-1707. 27 RAA, arch. polder van Lillo c.s., inv. 127. 28 ZA, SZ, inv. 708, 24-8-1700; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80920, fol. 39 v. 29 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2210, fol. 24. 30 MHC Bergen op Zoom, not. arch inv. 324, aktenr. 11, 24-3-1709. 31 ZA, SZ, inv. 718, 4-11-1710. 32 ZA, SZ, inv. 725, 20-4-1717. 33 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 4-5-1711.
25
Landeghem, van 1.
Pieter van Landegem, woonde in Doel; 1 tr. Elisabet de Gaber; uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]: a. Jasper van Landegem, 8-9-1626; getuigen: Jasper van Landegem en Catelyne Moens.
2.
Amelberga van Landegem, herbergierster; gedaagde te Lillo-Zuidland op 13-9-1655 en eiseres op 14-1-1658; 2 tr. Pieter de Schutter.
3.
Jan van Landeghem, schepen van Doel-Kieldrecht van 1658 tot 1663. 3
4.
Joos van Landeghem, schepen van Doel-Kieldrecht van 1674 tot 1703; presidentschepen van Doel-Kieldrecht van mei 1677 tot sept. 1679 en in 1698. 4
1 In 1622-1623 vermeld als broer van Joos en Antoon van Landegem (RAB, DK, inv. 14, fol. 192-197). 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 3 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 4 Idem.
Landman Barend Landman, verm. militair; op 11-9-1747 werd in of vanuit fort Lillo zijn kind Barend Landman begraven.
Lanfferman 1.
Gerard Herman Lanfferman, gedelegeerd rechter en commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege Zeeland van 17-8-1759 t/m februari 1786; was daarna nog enige tijd als commies werkzaam in de vloot bij Fort Bath; 1 kocht op 26-6-1760 het huis De Kroon in fort Lillo, gelegen tegen de Markt en de Gevulde Haven op perceel nr. 56; betaalde toen (en in latere jaren, zoals 1770, 1780 en 1783) cijns voor een erf achter dit huis; 2 dit huis was op 29-11-1781 gehypothekeerd voor fl. 400 bij Gerrit Post, koopman en schipper te Gouda; 3 was in 1766 brandmeester in het fort Lillo; 4 vermeld als belastingplichtige te Lillo op 5-6-1767; 5 werd in Lillo op 7-7-1769 opgevolgd als ouderling in de fortkerk aldaar; 6 testeerde te Lillo met echtgenote 16-2-1769; 7 overl. 2-6-1792; 8 tr. Justina Elisabeth Jeanette Gernandt; uit dit huw. ged. fort Lillo: a. b.
c.
Jan Koenraad Lanfferman, 10-8-1760; getuigen: geen/onbekend; was op 21-31794 boekhouder-generaal te Rio Demerary. 9 Hermanus Friedericus Lanfferman, 25-12-1763; getuigen: Georgius Friedericus Gernandt (broer van Justina) en Maria Elisabeth Klempling, weduwe van Gernandt; zie verder nr. 2. 10 Anna Maria Lanfferman, 27-7-1766; getuige: Maria Elisabeth Klempling; otr. Bergen op Zoom 16-10-1802, tr. aldaar 31-10-1802 (voor de Schepenbank)
26
d. e.
f. g.
2.
Willem Carel Peter van Riemsdijk, geb. Bergen op Zoom, weduwnaar van S.E. Keer. Gijsbertus Mattheus Lanfferman, 26-2-1769; getuigen: geen/onbekend; begr. Lillo 7-6-1773. Jacobus Augustinus Lanfferman, 3-5-1772; getuigen: geen/onbekend; vertrok als jongmatroos op 5-8-1787 met het VOC-schip “Oud Haarlem” naar Batavia, waar hij op 13-3-1788 aankwam; trad in Azië op 14-9-1790 uit dienst van de VOC; 11 leefde nog in 1792. N.N., een doodgeboren kind; begr. Lillo 25-11-1774. Elisabeth Johanna Lanfermann, 13-9-1778; getuigen: geen/onbekend; schreef 212-1802 te Bergen op Zoom een bijdrage aan het Album Amicorum van de letterkundige Petronella Moens (1762-1843). 12
Hermanus Friedericus Lanfferman (zoon van nr. 1), ged. fort Lillo 25-12-1763: was in 1781 cadet der marine in dienst van de Staat der Verenigde Nederlanden; was zijn vader toen 400 gulden schuldig; 13 was als constabelsmaat werkzaam op het VOCschip “Stavenisse”; vertrok met dit schip op 8-4-1784 naar Ceylon, kwam daar op 2712-1784 aan; 14 was als sous-luitenant werkzaam op de VOC-hoeker “Surseance”; vertrok op 1-4-1787 met dit schip naar Batavia, kwam daar op 25-10-1787 aan; 15 uit een relatie (geen huwelijk) met Anna Cornelia van Eps: a.
Hermanus Jacobus Lanfferman, Ned. Geref. ged. Ossendrecht 4-7-1790 (als “onecht” kind); getuigen: Gerhard Herman Lanfferman en Maria Jacoba Mens, weduwe van Eps.
1 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 54, 16-2-1769 en ZA, SZ, inv. 1945, 4-1-1782; RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 655; ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8060. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81430, fol. 17 e.v.; 81530, fol. 17 e.v.; idem, 81630, fol. 18 v e.v.; idem, 81660, fol. 11 e.v.. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 655. 4 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 51 a, fol. 5. 5 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767. 6 ZA, SZ, inv. 1941, 7-7-1769. 7 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 54. 8 GA Goes, RAZE 2523, Goes, 1792. 9 MHC, not. arch. 1028, akte nr. 20. Demerary was onderdeel van de kolonie Essequibo, gevestigd door de WIC, thans liggend in Brits Guiana. 10 De doopgetuige Georgius Friedericus Gernandt is mogelijk identiek met Frederic Gernand, geb. “Sint Goar au bord du Rhin” ca. 1736 (75 jaar oud in 1811); verhuisde in 1796 van Bergen op Zoom naar Poortvliet (ZA, arch. Prefectuur, inv. 370). 11 NA, VOC-archief, inv. 13268, fol. 84. 12 www.kb.nl/galerie/moens. 13 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1091, 29-11-1781.
27
14 NA, VOC-archief, inv. 13245, fol. 68. 15 Idem, inv. 13266, fol. 115.
Lang(e), (de) 1.
Pieter Cornelissen de Lange, woonde in 1621 in Gouda; had op 15-6-1621 een vordering van 480 gulden als hypotheek op een huis te Liefkenshoek; 1 op 12-4-1622 verzocht hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland het huis waarop de hypotheek rustte te mogen verkopen om daarmee zijn hypothecaire vordering te verhalen; 2 op 110-1622 werd door de Gec. Raden ordonnantie verleend t.b.v Pieter Cornelis de Lange voor 25 pond Vlaams wegens de verkoop van het betreffende huis te Liefkenshoek aan het gewest Zeeland en op 13-10-1622 ontving hij 450 gulden als koopsom met 22 gulden en 10 stuivers als kooppenningen. 3
2.
Jooris Lang, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 4
3.
Jan de Langhe, was op 2-6-1645 piekenier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 5
4.
Aernoud de Lange, was als soldaat/marinier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 6
5.
Hendrick de Lange, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705. 7
6.
Arnoldus de Lang, geb. Deventer; rooms-katholiek; was in juli 1772 grenadier onder Douglas in het garnizoen van het Staatse leger te Bergen op Zoom; verzocht op 5-111773 om zich in Oud-Lillo vanuit Bergen op Zoom als kleermaker te mogen vestigen, hetgeen door de magistraat van Lillo op 3-12-1773 werd toegestaan; 8 kocht op 16-61775 voor fl. 505 een huis in de Burgerstraat te Lillo, eerder eigendom van Pieter van der Goten; 9 werd 6-6-1783 wegens een ongehoorzaamheid (“desobedientie”) beboet met 5 schellingen; 10 kreeg van de magistraat van Lillo op 5-8-1785 een verklaring van goed gedrag; 11 nog vermeld als kleermaker te Lillo op 15-9-1793; 12 otr. Bergen op Zoom 4-7-1772, tr. aldaar 19-12-1772 Anna Catharina Binken, geb. Halsteren, toen wonend in Bergen op Zoom; uit dit huw.: a. Adriana de Lang, r.k. ged. te Bergen op Zoom 9-10-1772. 13 b. Machiel de Lang, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-8-1775. voorts r.k. ged. Lillo-Kruisweg: c. Leopoldus Constantinus de Lang, 20-3-1774; overl. Lillo 25-12-1775. d. Michaël de Lang, 18-7-1775; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-3-1776. e. Maria Catharina de Lang, 25-8-1777; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-9-1777. f. Joannes de Lang, 28-8-1778; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-8-1780. g. Maria Antonia de Lang, 6-3-1781. h. Petronella Maria de Lang, 21-2-1783; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-2-1783.
28
i. j.
Leopoldus de Lang, 21-10-1784; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-10-1784. Isabella de Lang, 31-1-1791.
7.
Anna Barbara Lang, op 12-4-1778 werd te Lillo-Kruisweg haar zoon Joannes Baptist r.k. gedoopt (zonder vermelding van de vader).
8.
Johan Gottsvriend Lange, overl. Liefkenshoek 14-11-1779.
9.
Joannes Baptist de Langhe, begr. Lillo (r.k.) 19-10-1789.
10. Joanna de Langhe, begr. Lillo (r.k.) 4-12-1789. 11. Joannes de Lang, begr. Lillo (r.k.) 11-2-1794. 1 ZA, SZ, inv. 486, 15-6-1621. 2 ZA, SZ, inv. 487, 12-4-1622. 3 Idem, 1-10-1622 en 13-10-1622. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 13; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363. 7 Idem, inv. 7363 en 7383/7432. 8 ZA, SZ, inv. 1943, 3-12-1773. 9 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek., inv. 36, fol. 41-45. 10 ZA, SZ, inv. 1945, 6-6-1783. 11 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 211, 5-8-1785. 12 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 102, akte nr. 45. 13 ZA, SZ, inv. 2013, 11-1-1774.
Langenhove, van 1.
Joost Jansse van Langenhove, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 6-5-1720 tot hij ontslagen werd op 26-81723. 1
2.
Lieven van Langenhove, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 23-8-1723 tot hij ontslagen werd op 26-81723. 2
1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2542 en 2544. Mog. is hij identiek met Joos Joossen van Langenhove; deze otr. Zierikzee sept. 1693 Jannetje Marinis. 2 Idem, inv. 2441.
29
Langeraad, van Jozina van Langeraad, vestigde zich op 4-9-1717 met attestatie van fort Lillo in Sint Laurens (bij Middelburg). 1 1 ZA, Lidmatenregister Sint Laurens 1610-1811.
Langerack, de Guilliaume de Langerack, was in januari 1661 voormalig “sergeant des armes” in de compagnie van kapitein Arent van Thuyll van Serooskercke; de Gecommitteerde Raden van Zeeland besloten op 20-1-1661 dat hij weer deel van deze compagnie moest gaan uitmaken; 1 op 24-11-1661 werd hij weer als sergeant in deze compagnie vermeld. 2 1 ZA, SZ, inv. 514, fol. 38 v. 2 ZA, SZ, inv. 515, fol. 251.
Langeveld(e) (van) 1.
Matthijs (van) Langeveld(e), woonde op 3-9-1650 in Leiden; wijnstoker te Lillo, o.m. vermeld op 10-3-1665 en 10-4-1670; 1 kocht op 9-2-1663 land te Doel van commandeur Marten de Ridder; 2 had op 8-4-1665 bezittingen waarvan de waarde werd geschat op fl. 12.000; 3 kreeg op 27-5-1665 uit de boedel van Magdalena de Witte land in de St. Annapolder; 4 vermeld i.v.m. een zakelijk geschil op 26-8-1665; 5 verkocht (omschreven als koopman te Lillo) op 1-10-1670 land te Doel aan Joos van Schaveren; 6 overl. in of vóór 1673; 7 zijn kinderen verkochten op 19-9-1690 land te Doel aan Hendrik Godijn te Rotterdam, verm. kort na het overlijden van hun moeder; 8 otr. Leiden 3-9-1650 Margriet van Oortegem, verm. dochter van Isaack van O(o)rtegem en Maeyken Paulus, toen wonend te Lillo; bezat in 1673 rondom Lillo of Liefkenshoek 48 gemeten grond, vallend onder de jurisdictie van Zeeland; 9 zij bezat in 1679 vijf panden in de Langestraat in het fort Lillo, waaronder de huizen Den Eekel, De Gulde Roos en De Hoop; bezat een pakhuis op de Gevulde Haven te Lillo; 10 uit dit huwelijk: 11 a. b. c.
2.
Matthijs van Langevelt, was in 1690 wijnkoopman te Rotterdam. Cornelis van Langevelt, overl. vóór 19-9-1690; tr. Joanna Nolthenius; zij woonde in 1690 in Den Briel. Maria van Langevelt, tr. (1) Adriaan Boone (zie aldaar); 12 tr. (2) Petrus ’s Gravenhage (zie aldaar) en woonde met hem in 1690 in het fort Lillo; op 9-121698 woonde zij (dan weduwe) in Ginneken; 13 in 1712 wordt zij te Lillo vermeld wegens de betaling van verteringen t.b.v. een begrafenis. 14
Marij Ferdenandis Langevelt, geb. Lillo; verm. dochter of echtgenote van een militair; verbleef van 16-9-1701 tot 29-9-1701, van 13-6-1702 tot 29-6-1702 en van 24-11-1704 tot haar overlijden aldaar op 27-11-1704 als patiënt in het Gasthuis te Middelburg. 15
1 ZA, SZ, inv. 521, fol. 144 v; idem, inv. 666, 10-4-1670. 2 RAB, DK, inv. 15, fol. 4, 9-2-1663.
30
3 NA, Raad van State, inv. 2145. 4 RAB, DK, inv. 15, fol. 49, 27-5-1665. 5 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 88 , akte nr. 67. 6 RAB, DK, inv. 15, fol. 217, 1-10-1670. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 23700. 8 RAB, DK, inv. 18, fol. 244, 19-9-1690. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 23700. 10 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 11 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 23700. 12 RAB, DK, inv. 16, fol. 15, 4-3-1679. 13 Idem, fol. 326, 26-5-1682. 14 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712. 15 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 23. In de laatste fase van haar verblijf in het Gasthuis is zij waarsch. foutief omschreven als Marij Langemeer.
Langerhuys Abraham van Langerhuys, verm. militair; tr. Adriaentie van der Haa; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Anna, 5-1-1698; getuigen: Jan Bennick en Catharina Harichs.
Langstraat Simon Langstraat, doopgetuige fort Lillo 25-1-1711; zie Dronkers ad V-9, sub 6.
Lankeren, van Joosdokus van Lankeren, geb. Lillo; woonde in mei 1740 in de polder “Bewesten Ede”; tr. Sluis 21-5-1740 Bresyte Lamotte, j.d. van Cysele, wonend in Heyle. 1 1 ANF, 1890, p. 37.
Lankhorst Albertus Lankhorst, geb. Schoonbeek; luitenant in het garnizoen van Lillo in 1760, regiment Oranje-Drenthe; testeerde fort Lillo met echtgenote op 19-4-1760; 1 otr. Geertruidenberg 9-1-1760, tr. aldaar Sara Meyboom (Meybaum), geb. Geertruidenberg. 1 ZA, SZ, inv. 1968, fol. 120.
Lanot, de Francois de Lanot, sergeant; op 29-8-1732 werd in of vanuit fort Lillo zijn kind Helena begraven.
31
Lanser Janneken Lanser, verm. dochter of echtgenote van een militair; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 25-6-1740.
Lantein Petrus Josephus Lantein, tr. r.k. Lillo 15-8-1793 Maria Elisabeth Engelen.
Lants(en) 1.
Cornelis Joos Lantsen, overl. vóór 19-3-1662; staat en inv. 19-3-1662; tr. Elizabeth Adriaensen. 1
2.
De weduwe Lants, genoemd wegens het leveren van lakens ten behoeve van een begrafenis te Lillo in 1712. 2
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
Lantschot (zie ook Besteknecht) 1. Cornelis Servaeszn. Lantschot, was in juli 1628 kapitein op het wachtschip in de vloot te Lillo. 1 2.
Catharina Lantschot, was als mede-erfgenaam van Jan Baptista Brems medeeigenaresse van 7 gemeten land in de polder van Lillo op 2-3-1698. 2
1 NA, Resoluties Staten-Generaal, 7-7-1628, fol. 14. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Lapa Zie Lepa.
Laparire Cathelyne Laparire, verm. dochter of echtgenote van een militair; woonde in 1596 bij de tol aan het bolwerk te Arnemuiden; kwam op 14-1-1596 met att. van Lillo naar Arnemuiden. 1 1 ZA, Lidmatenregister Arnemuiden 1584-1607.
Laren, van Zie Van Laer(e).
Larij (Larri) 1.
Catharina Larri, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-11-1702.
2.
Jacobus Larij (Larri), werd in 1721 betaald als arbeider te Lillo; 1 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-12-1722; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 13-7-1704 Cornelia Geldermans; zij werd
32
op 22-4-1705 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 11-6-1705 Josina Janssen Broos; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Benedictus Larri, 6-4-1705; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-4-1705. Jacobus Larri, 6-4-1705; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-4-1705.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: c. Elisabeth Larri, 9-3-1706. d. Joanna Larri, 11-2-1708; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-10-1708. e. Catharina Larri, 29-12-1709; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-3-1712. f. Cornelia Larri, 25-2-1712; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-8-1712. g. Clara Larri, 4-9-1713; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-3-1714. h. N.N. Larri, dochter van Jacobus; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-10-1715. i. N.N. Larri, kind van Jacobus; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-10-1716. j. Anna Maria Larri, 22-8-1717. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81050, fol. 55.
Larot Simon Larot, soldaat; op 28-10-1745 werd in of vanuit fort Lillo zijn kind Maria Larot begraven.
Lassero (Lassaro, Lastero) Cornelius Lassero, ged. Zandvliet 25-11-1691, zoon van Matheus Lazaro en Henrica Buys; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 22-10-1734 Catharina Somers, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 4-41699, dochter van Marten Somers en Anna Catharina Boermans (Boelmans), begr. Berendrecht 12-1-1744; tr. (2) ca. 1731 Catharina Dekinderen; uit het eerste huwelijk drie en uit het tweede zeven kinderen, r.k. ged. te Berendrecht.
Lasson Frans Ignatius Lasson, drossaard van Lillo en Zuidland (verschillende malen als zodanig vermeld tussen 1739 en 1768); 1 had op 22-6-1739 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Dierck van de Leur; 2 op 15-2-1740 had hij (als eiser) te Lillo-Zuidland een geschil met ‘de boedel van Jan Prins’; 3 kreeg in 1746 tijdens de toenmalige oorlog als bestuurder van de ambachtsheerlijkheid van Lillo (extra) betaald (fl. 877 en 6 stuivers) wegens salarissen, vacatiegelden, schrijflonen en/of voorschotten; 4 op 3-2-1755 had hij (als eiser) in LilloZuidland een geschil met Jacobus Huijbreghts, erfgenaam van zijn vader Joannes Huijbreghts; tevens had hij toen (als eiser) een geschil met Francois Domus; 5 had op 1010-1757 te Lillo-Zuidland (als eiser) een geschil met Peeter Brouwers; 6 had op 30-6-1760 te Lillo-Zuidland (als eiser) een geschil met Franciscus de Roos; 7 had in juni en juli 1761 te Lillo-Zuidland achtereenvolgens (als eiser) geschillen met Adriaen Verbiest, Jacobus Huysman, Joannes Lens en Franciscus Lenaerts; 8 op 25-1-1762 had hij (als eiser) in LilloZuidland een geschil met Willem de Meulder. 9 (NB: de familie Lasson speelde een belangrijke rol te Stabroek en omgeving, waar het “Hof van Lasson” was gelegen). 10 1 R. Havermans, op. cit. 1967, p. 320.
33
2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 22-6-1739. 3 Idem, 15-2-1740. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 3-2-1755. 6 Idem, 10-10-1757. 7 Idem, 30-6-1760. 8 Idem, 15-6-1761 en 6-7-1671. 9 Idem, 25-1-1762. 10 R. Havermans, op. cit. 1967, p. 320.
Lastro Zie ook Lassero. Wilhelmus Lastro, tr. Anna Gertrudis Blockaerts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joanna Jacoba Lastro, 6-11-1746.
Laten, van (zie ook Van Laat) Jan van Laten, verm. militair; tr. (1) Sara Andriessen, mog. weduwe van Mathys Rijckaert (zie aldaar); tr. (2) Geertruyt Pieters; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a. Janneken, 9-10-1644; getuigen: Pieter Corstiaens en Tannken van den Ende. uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: b. Pieternella, 20-11-1650; getuigen: Jan Geunes en Dingetje Jans.
Lathouwer(s) (de) 1.
Jan Lathouwers, werd op 18-11-1685 betaald door de diaconie van Liefkenshoek voor het onderhouden van een kind; 1 verm identiek met Jan de Lathouwer, in 1670 te Lillo als schipper vermeld. 2
2.
Cornelis (de) Lathouwer, landbouwer in de polder van Lillo, vermeld van 14-7-1687 t/m 21-7-1701; had op 2-10-1700 een pachtschuld. 3
3.
Daniel de Lathouwer, in 1662 te Lillo als schipper vermeld. 4
4.
Anna Lathouwers, was in 1694 meid bij de herbergier Jan Meeus in de polder van Lillo (zie Meeus ad A 5). 5
5.
Elisabeth Lathouwer, woonde in 1709 met haar kinderen Joanna en Maria Lathouwer in de polder van Lillo; bij haar woonde toen ook Jan Baptist Pieters (NB: niet als echtgenoot of vader vermeld). 6
34
6.
Cornelius Lathouwers, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 4-7-1725 Cornelia Stoffels.
7.
Maria de Lathouwer, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-11-1726.
8.
Pieter (Petrus) de Lathouwer, geb. Hoevenen 3-3-1711, zoon van Willem de Lathouwer en Anna Woumans; woonde in Oud-Lillo (1774); 7 op 11-7-1755 huurde hij een perceel te Oud-Lillo van Cerillis de Bie; 8 armmeester aldaar in 1759; 9 begr. LilloKruisweg (r.k.) 22-8-1778; boedelinv. 3-12-1778; boedelsaldo fl. 491; 10 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 3-2-1750 Martina (ook: Matthea) Re(g)aal (Reael); zij werd op 30-81765 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 4-5-1769 Maria van Bouwel; zij hertr. Pieter Jan Hembrechts; uit het eerste huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: 11 a.
Maria Anna Lathouwers, 8-7-1753; tr. Christianus Janssen (zie aldaar); woonde in 1796 als weduwe met vier kinderen jonger dan 12 jaar in Oud-Lillo; 12 begr. Lillo (r.k.) 7-5-1796. b. Joannes Jacobus Lathouwers, 2-2-1757. c. Petrus Joannes Lathouwers, 4-8-1759; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-101759. d. Petrus Lathouwers, 1-7-1765; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-7-1765. Voogden van deze kinderen waren Pieter Kloots en Wouter de Fié. Volgens een andere bron kwamen uit het eerste huwelijk voort (met hun leeftijd op 312-1778): 13 e. Marianne de Lathouwer, 15 jaar oud. f. Joanna de Lathouwer, 29 jaar oud. uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 14 g. Joannes Baptist Lathouwers, 4-10-1770; werkman in Oud-Lillo in 1796. 15 h. Petrus Lathouwers, 2-2-1772. i. Anna Maria Lathouwers, 27-12-1773; woonde in 1796 te Oud-Lillo samen met haar broer Joannes Baptist. 16 j. Anna Cornelia Lathouwers, 20-2-1776; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-111783. Op 22-2-1777 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Petrus (r.k.) begraven. Voogden van deze kinderen waren Pieter van Bouwel (vanaf 7-5-1782 opgevolgd door Pieter Jan Hembrechts, stiefvader van de kinderen) en Cornelis Wuijten. 9.
Joannes Baptist Lathouwers, op 12-6-1776 werd te Lillo-Kruisweg een kind van hem (r.k.) begraven.
10. Adrianus Lathouwers, geb. Hoogerheide ca. 1754 (26 jaar oud bij huwelijk); woonde in juni 1780 onder Hoevene; otr. Putte (geref.) (als j.m.) 24-6-1780; tr. ald. (geref.) 97-1780; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 10-7-1780 Anna Maria Aerts, j.d., geb. Putte ca. 1754 (26 jaar oud bij huwelijk).
35
11. Jacobus Lathouwers (mog. identiek met nr. 8 b), begr. Lillo (r.k.) 3-2-1790. 1 ZA, RB, inv. 275. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland, B 6611. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland,, B 6431. 5 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 6 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 7 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 8 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 31. 9 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c. 10 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 3-12-1778. 11 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 74, 3-5-1769.
12 Idem. 13 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 3-12-1778. 14 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 110, 8-10-1778. 15 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 16 Idem.
Latin Petrus Latin, begr. Lillo (r.k.) 12-4-1794; tr. Barbara Laen.
Latour (van) (zie ook De la Tour) 1. Pieter van Latour, werd in 1659 betaald voor reparatie van loodwerk in fort Lillo. 1 2.
Franchois Latour, geb. Axelerambacht; soldaat op fort Hoogerwerf 14-12-1667; 2 idem op 21-4-1668; werd daar in 1664 en 1669 betaald voor onderhoudswerkzaamheden aan de wal en de contrescarp; 3 werd in 1669 en 1670 betaald voor het binnenbrengen van turf aldaar; 4 op 8-11-1677 stonden de Gecommitteerde Raden van Zeeland hem toe om beslag te leggen op de gelden die Anthony de Baudous (“gewesen commandeur”) nog tegoed had van het gewest Zeeland teneinde een som te verhalen van fl. 93 en 8 stuivers “over soetelinge van vier leeningen, aen en ten behoeve van syne onderhebbende soldaten gedaen”; 5 tr. (1) N.N.; otr. (2) Bergen op Zoom 21-4-1668 (wegens absentie van de predikant te Ossendrecht/Woensdrecht en met att. van de commandeur van Hoogerwerf), tr. (2) fort Hoogerwerf Cornelia (Neeltgen) Anthonissen, j.d. van Woensdrecht; woonde met haar in 1669 en 1671 (mogelijk ook eerder en later) op het fort Hoogerwerf; uit dit huwelijk geb. op het fort Hoogerwerf en ged. Ossendrecht (geref.):
36
a.
b. 3.
Maria Latour, 19-5-1669; getuigen: Lieven Hermanssen en Baijken Bernaerts; otr. fort St. Anna in de Polder van Namen 26-5-1696, tr. Ossenisse 11-6-1696 (met att. van fort St. Anna d.d. 10-6-1696) Cornelis van den Berg, geb. Doel. Anna Latour, 1-3-1671; getuigen: Pieter Hendericksen Fiers en Leuntgen Janssen.
Mattheijs (Mattheus) Latour, afkomstig uit Lillo; was als gegageerd trompetter werkzaam op het transportjacht “Tryton” van de Admiraliteit van Zeeland van 1-11704 tot 30-6-1704; 6 vermeld als opvarende op dit schip van 1-1-1705 tot 31-3-1705 en van 1-1-1706 tot 31-3-1706. 7
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80380, fol. 32 v. 2 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 117, akte nr. 123. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22840 en 22890. 4 Idem, 22890 en 22900. 5 ZA, SZ, inv. 679, 8-11-1677. 6 ZA, Rekenkamer C, inv. 7343. 7 Idem, inv. 7353 en 7363.
Latter, de Adriaen de Latter, soldaat; begr. fort [= verm. Oud-Lillo] Lillo 6-4-1736.
Latum (Latem), van 1.
Pieter van Latem, verm. militair; tr. Syken Joossens; uit dit huw.: doopboek Liefkenshoek 1627-1635]:
[NB: hiaten
a. N.N., ged. Liefkenshoek 26-11-1634; getuigen: ? b. Paulus van Latem, ged. Liefkenshoek 10-10-1637; getuigen: Paulus van Eel, Hendrik Schutters, Geertruyt Machielsen en Machteleken Adriaens. c. Antony van Latem, ged. Liefkenshoek 12-2-1640; getuigen: Jan Anthonyssen, Anthony Frank, Mayeken Jans en Sandryn Cempenaars. Uit dit huw. ged. fort St. Anna in de Polder van Namen: d. Geert van Latum, geb. 23-2-1642; doopgetuigen: Geert Vellebrouck, Willem van Warenneskercke, Janneken Andries en Catelijn de Sonvijlle. e. Cornelia van Latum, geb. 14-8-1644; doopgetuigen: Lucas Jooss en Leuntie Calant. 2.
Gysbrecht van Latem, verm. militair; tr. Adriaentie Maerschalk of Meerschaers; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Josyntie van Latem, 28-2-1644; getuigen: Pieter Walthens (ook: Balthens) van Geel, Gabriel Gabrielsen, Maria de Witte, Neelken Adriaensen en Gilemette N.N.. b. Jacquemyne van Latem, 22-9-1647; getuigen: Passchier de Laat, Floor de Meulenaar, Jan Smit, Lysbet Gasselaar en Anneken Meyers. c. Gysbrecht van Latem, 11-1-1654 (helft tweeling); getuigen: Pauwels Meerschaers, Pieter Machielssen, Neeltie Keulenaar en Martyntie de Buf.
37
d. Joos van Latem, idem. 3.
Aernout van Latem (Latum), ged. Breda 30-9-1645 (Grote Kerk), zoon van Gerrit van Latem en Jenneken Adriaenssen; 1 commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1672 t/m 1674; 2 op 25-5-1679 nog als zodanig beschreven, hoewel hij die functie toen niet meer vervulde; 3 otr. (als j.m.) Bergen op Zoom 29-81671, tr. Halsteren 13-9-1671 (met att. van Bergen op Zoom en Lillo) Margrieta Wolfaerts (Wolfers), j.d., ged. Bergen op Zoom 11-2-1648, dochter van Joannes Wolfaerts en Janneken Voordeels.
4.
Jacob van Latem, verm. militair; tr. Geertie Willems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Josyntie van Latem, 26-4-1648; getuigen: Willem de Snyder, Laureys Roetpens, Adriaentie van Latem en Anneke Vink.
5.
Willem van Latum, afkomstig uit Lillo; was adelborst op het VOC-schip “Gent”; op 411-1701 vertrok hij met dit schip naar Batavia waar hij op 21-6-1702 aankwam; overl. Batavia Garnizoen 20-6-1710. 4
6.
Frans van Latum, afkomstig uit Lillo; werd op 7-4-1739 op het schip “Delfland” uitgezonden door de VOC-kamer Delft; was geelgieter; 5 overl. in Azië 22-5-1740. 6
1 Vermoedelijk had Aernout een broer Pieter van Latum, geb. Breda. Deze was in aug. 1672 korporaal onder Van Dam te Bergen op Zoom. Hij otr. aldaar 24-8-1672, tr. Wouw 11-9-1672 Elysabeth Claessen, weduwe van Jan de Haen. Er is voorts mog. verwantschap met Daniel van Lathum, geb. in Middelburg en in aug. 1610 wonend in de stad Tholen. Deze otr. Bergen op Zoom (als j.m.) 21-8-1610 Maijken Jans, j.d. van St. Maartensdijk. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8350 en 7050. 3 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 216, akte nr. 25; een mogelijke nazaat van hem is Aernoud van Laatum die in 1719 in Bergen op Zoom woonde en gehuwd was met Geertruijd Brus; zij lieten op 6-10-1719 aldaar hun dochter Janna van Laatum (geref.) dopen; doopgetuige was Janna van Lillo (MHC Bergen op Zoom, DTB Bergen op Zoom, inv. 23). 4 NA, VOC-archief, inv. 12688, fol. 217. 5 Een geelgieter is iemand die gietproducten vervaardigt van geelkoper of messing. 6 NA, VOC-archieven, inv. 13967, fol. 50.
Laubespine Zie Hau(l)terive.
Lauerman Adam Lauerman, verm. militair; begr. Doel (vanuit Liefkenshoek) 29-8-1782.
Laurens Zie Lauwerissen.
38
Laurentius Joannes Baptist Laurentius, was in 1734 militair in het fort Lillo; 24-4-1734 Gommarina Mees.
1
tr. r.k. Lillo-Kruisweg
1 Blijkens het trouwboek van de parochie van Lillo-Kruisweg betreffende 1734.
Laurier 1
1.
Jan Laurier, was in 1650 kanonnier te Lillo; verdiende daarmee toen 32 pond Vlaams.
2.
Dubois de Laurriers, afkomstig uit Lillo; vertrok op 24-6-1783 met het VOC-schip “Hoolwerf” als soldaat naar Batavia; verliet dit schip op Kaap de Goede Hoop op 1312-1783. 2
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 940, fol. 234 v-235 v. 2 NA, VOC-arch., inv. 6715, fol. 255.
Lauters Joannes Lauters, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-11-1755.
Lauvens Jacob Lauvens, werd op 24-3-1673 vanuit Bergen op Zoom als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1 1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.
Lauwen, van Jan van Lauwen, overl. vóór 7-4-1676; zijn weduwe Maria Pauwels verkocht op 7-4-1676 een huis te Doel aan de koopman Jan Bies(e)mans. 1 1 RAB, DK, inv. 15, fol. 335, 7-4-1676.
Lauwerissen (Lau(we)rijssen, Laureys, Loureijsen) 0
Willem Lourens, geb. in Schotland; was in oktober 1591 soldaat in de compagnie van Hans van Gale te Lillo; werd op 24-10-1591 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg. 1
1.
Jan Laureijnsz., is rijswerker geweest te Lillo vóór 1-8-1609. 2
2.
Dierick Laureyns (ook: Lauwers), was op 30-9-1611 ten behoeve van de kerkenraad te Lillo werkzaam als voorlezer, ziekentrooster en schoolmeester in Liefkenshoek; voor zijn onderhoud waren geen middelen, maar hij genoot een wedde onder de compagnie van kapitein Pieter van Calcker; na het vertrek van deze compagnie verzocht de kerkenraad van Lillo de Gecommitteerde Raden van Zeeland om verlenging van zijn gage onder die compagnie omdat zijn dienst nodig en stichtelijk werd geacht; hiervoor
39
werd toestemming gegeven; 3 op 27-6-1617 werd hem door de Gecommitteerde Raden van Zeeland 2 pond Vlaams toegekend t.b.v. zijn brandvoorziening; tevens werd hij op de Staat van Oorlog van de Generaliteit gebracht en gesalarieerd zoals de scholaster te Lillo, met een jaarlijks traktement van 25 pond Vlaams per jaar; 4 op 28-9-1617 werd hem toegestaan te gaan wonen in het huis te Liefkenshoek waaruit de majoor was vertrokken; 5 vermeld als scholaster te Liefkenshoek op 24-9-1619; 6 vervulde deze functie tot zijn overlijden, vóór 20-10-1622, toen hij werd opgevolgd; tr. N.N.; uit dit huw: a.
Jacob Dircxs (zie verder bij Dircxs). 7
3.
Cornelis Laureys, aannemer; was op 28-10-1614 aannemer van de westzijde van het grote contrescarp te Liefkenshoek. 8
4.
Pauwel Laureijs, geb. Lillo; was als “climmer” werkzaam op één van de schepen van het gewest Zeeland; in december 1614 werd hij gevangen gezet te Veere op verdenking van muiterij. 9
5.
Jacob Lauwerissen (Laurenssen), was in het tijdvak 1-10-1599 tot 1-10-1600 pachter van de impost op de tonnen bieren ten laste van de brouwer, op de hoornbeesten, op het slaan van de beesten en het mangelen van de paarden en op de twintig stuivers op het vat zout te Lillo en Liefkenshoek; 10 werd in 1620 betaald voor het lossen van een schip te Lillo; 11 op 2-7-1622 werd hem samen met Cornelis de Ricke en Dignus Jansen toegestaan om buiten Lillo over het dammetje een hok te bouwen om daar ’s nachts hun beesten in te stallen; 12 op 25-11-1622 vermeld als oud-inwoner van Lillo toen zijn verzoek aan de Gecommitteerde Raden om in de winter enige koeien in het fort te mogen stallen werd afgewezen; 13 behoorde op 25-11-1622 tot de eigenaars van enige rietvelden onder het fort van Lillo, beklaagde zich toen bij de Gec. Raden over commandant Calcar, die deze rietvelden liet afsnijden zonder hem daarover genoegdoening te geven; 14 woonde op 21-9-1623 te Lillo; stond toen borg voor zijn dochter Maria, weduwe van Willem Cornelissen en wonend in Doel; 15 werd in 1625 betaald voor werkzaamheden te Lillo; 16 vermeld als bierdrager te Lillo op 18-2-1628 toen hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland verzocht om betaling wegens verdiend loon tijdens het leven van commies Schillemans; 17 is vermoedelijk identiek met Jacob Laurens die als kerkbestuurder van Lillo op 2-4-1630 te Poortvliet samen met de predikant Cornelis Bosschardus de vergadering van de classis Tholen en Bergen op Zoom bijwoonde; 18 had zoon Abraham (zie Jacobs) en waarsch. ook een dochter Digna; deze is als moeder van Vincent Vincentszn. Keuvelaer vermeld op 18-6-1659 (zie Keuvelaer ad 1). 19
6.
Laurens Laurenssen, leverde in 1614-1615 rijshout ten behoeve van Liefkenshoek. 20
7.
Laureijs Laureijsz., mog. identiek met nr. 6; verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 28-4-1622 om admissie als kanonnier te Lillo; 21 zijn verzoek werd afgewezen.
8.
Remingius Laurens, had op 15-8-1623 een geschil met Elisabeth Matheus. 22
40
8a Huybrecht Lauwerens, woonde in Doel; tr. Anneken Jansen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]: a. b. c. d. 9. 9a
Lauwerens, 29-9-1630; getuigen: Geert Jansen, Dirck Dirckens en Anna Paulus. Cornelis, 14-12-1636; getuigen: Dingeman Jansen, Cornelis Louwereyns, Passchyntie Leunis en Altie Gysbrechts. Jan, 15-1-1640; getuigen: Lauwereyns Hendrick Hendrickx en Dirckje Pieters. Maria, 6-4-1643; getuigen: Hendrik Cornelis en Elisabet Machiels.
Guilliam Laureys, werd in 1634 te Lillo betaald voor het leveren van kalk. 23 Marinus Lauwereys, tr. Adriaenken Bastiaensen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Trijntie, 7-11-1638; getuigen: Mathys Adriaensen, Joos Jansen van den Ende en Dingne Passchiers.
9b
Meerten Lauwereys, tr. Mayeken Meertens; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Lauwereys, 25-5-1642; getuigen: Adriaen Cornelis, Claes Romboudt [Nicolaas Rombouts Verbert], Nelle de Witte en Mayeken Lucas. b. Anna, 1-10-1645; getuigen: Leendert Geerts, David Jacobs, Elisabet Jans en Leyntie Lyssen.
9c Hendrick Laurens (Lauwerens), was op 25-11-1643 korporaal in de compagnie van de heer Van Echten te Lillo. 24 9d
Adriaen Laurensen, geb. Wilmersdonck; schippergast in mei 1643, toen verblijvend op Liefkenshoek; otr. (als j.m.) Dordrecht 10-5-1643 Anneken Adriaen Cornelissendr, geb. Dordrecht, wonend bij de Munt.
9e Alaert (ook: Ollaert) Laureijssen (in 1656 steeds omschreven met de toevoeging: van Daelem), schepen te Lillo-Zuidland 1653-1656; 25 belijdenis Ossendrecht 12-4-1654, toen wonend in Berendrecht; 26 had op 1-11-1658 te Ossendrecht een geschil met de erfgenamen van Merten Jacobs; 27 doopgetuige Ossendrecht 12-10-1661; 28 op 4-51666 werd beslag gelegd op penningen van hem i.v.m. verschuldigde weipacht; 29 idem op 7-6-1667 wegens sinds kerst 1665 verschuldigde landpacht ad fl. 65. 30 10. N.N. Laureyssens, pastoor te Berendrecht; ontfermde zich ca. 1655 tevens over de rooms-katholieken in de polder van Lillo. 31 10a Anthonette Lauwereys, moeder van Hendrickxen N.N., ged. Liefkenshoek 6-6-1655; getuigen: Jacob Jansen Dronckaart, Jan de Vos en Maria de Labeeke; de voornaam van de vader is in het doopboek genoteerd als Hendrick, zijn achternaam is niet meer leesbaar. 10b Jan Laureyssen, tr. Paschyntie Symonssen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:
41
a. Esyas, 30-10-1661; getuigen: Cornelis Willemsen en Elisabet Schuts. 10c Magdaleentje Laurens, werd op 1-5-1659 lidmaat van de geref. kerk te Brielle, komend uit Liefkenshoek. 32 11. Hans Loureijsen, geb. Meckelenburg; was als trompetter werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1677 en 1680; 33 in 1681 was hij op datzelfde schip werkzaam als timmerman; 34 was in 1683 als matroos werkzaam op het wachtschip in de vloot te Lillo. 35 12. Govert Loureijsen, afkomstig uit Vlissingen; was als kok werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1680. 36 13. Frans Loureijsse, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1686 tot 1696. 37 14. Elisabeth Laureijssens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-11-1693. 15. Maria Laureijssens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-11-1693. 16. Joanna Laureijssens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-1-1705. 17. Jacob Laurens, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1706. 38 17a Joanna Laurijns, behoorde in 1709 (verm. als meid) tot het huishouden van de landbouwer Jan Pippinck in de polder van Lillo. 39 18. Peeter Lauwereijssen, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 3 personen; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 3 gulden en 3 stuivers; 40 op 6-5-1739 vermeld als schoenmaker in Lillo-Zuidland; 41 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 9-10-1730; 42 begr. LilloKruisweg (r.k.) 18-4-1759; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 11-6-1718 Maria Anna Rollingh, weduwe van Petrus de Ries; zij werd op 6-2-1748 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f. g.
Anna Maria Lauwereijssen, 8-7-1720; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-9-1720. Petrus Lauwereijssen, 5-12-1721; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-2-1722. Theodorus Lauwereijssen, 27-1-1724; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-2-1724. Joannes Lauwereijssen, 15-7-1725; zie verder nr. 23. Petrus Joannes Lauwereijssen, 24-11-1726. Norbertus Lauwereijssen, 1-11-1731; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-10-1732. Norbertus Lauwereijssen, 7-2-1734; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-2-1734.
19. Jan Laureys, schepen van Doel-Kieldrecht 1733-1737; president-schepen van DoelKieldrecht 1740-1750 en 1761. 43
42
20. Jacobus Laurenssen, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 19-5-1737 Anna Catharina Stelders; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Anna Catharina Laurenssen, 22-10-1738; otr. Vlissingen 17-10-1761 Christiaan Egers, geb. Wurtenburg, weduwnaar van Barbara Raculie. 44 Petrus Laurenssen, 4-12-1742.
21. Wolter Lauwrensens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 27-9-1739 Digna Sijmons. 22. Adriaen Loureijs, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 6-5-1747. 23. Joannes Laurijssens (Laureyssens) (zoon van nr. 18), schoenmaker; vestigde zich in 1761 in Zandvliet; 45 begr. aldaar 9-5-1797; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 3-5-1757 Lucia Panen, ged. Lillo-Kruisweg 8-1-1729, dochter van Joannes Panen en Christina Janssens (Jaspers); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Petrus Joannes Laureys, 4-3-1758; begr. Zandvliet 5-9-1764. Jacobus Franciscus Laureys, 4-12-1760; zie verder nr. 25.
voorts r.k. ged. Zandvliet: c. Cecilia Laureijssens, 6-3-1764, overl. Zandvliet 25-3-1837. d. Joanna Catharina Laureijssens, begr. Zandvliet 30-5-1764. e. Petrus Johannes Laureijssens, 17-3-1766, overl. Zandvliet 10-3-1802. f. Andreas Laureijssens, 15-10-1768; werd schoenmaker; bleef ongehuwd; overl. Zandvliet 20-5-1840. 24. Joannes Franciscus Laureijns, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 15-8-1763 Joanna Catharina de Carton. 25. Jacobus Franciscus Laureijssen (zoon van nr. 23), schoenmaker; overl. Zandvliet 9-11842; tr. Zandvliet 11-8-1801 Agnes Snacken, r.k. ged. Zandvliet 1-8-1762, dochter van Henricus Snacken (bakker) en diens tweede echtgenote Eva Schepers. 46 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21. 2 ZA, SZ, inv. 480, fol. 182, 1-8-1609. 3 ZA, SZ, inv. 481, 30-9-1611. 4 ZA, SZ, inv. 484, 27-6-1617 en inv. 485, 24-9-1619. 5 ZA, SZ, inv. 484, 28-9-1617 idem, inv. 487, 20-10-1622. 6 ZA, SZ, inv. 485, 24-9-1619. 7 ZA, SZ, inv. 488, 26-1-1624. 8 ZA, SZ, inv. 483, 28-10-1614. 9 ZA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2453. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 270, fol. 141-143. 11 ZA, Rekenmaker Zeeland D, inv. 79620.
43
12 ZA, SZ, inv. 487, 2-7-1622. 13 ZA, SZ, inv. 487, 25-11-1622. 14 Idem. 15 RAB, DK, inv. 14, fol. 5, 21-9-1623. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79710. 17 ZA, SZ, inv. 490, 18-2-1628. 18 ZA, arch. classsis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 273, nr. 2. 19 RAB, Staten van Goed Kallo, inv. 156, fol. 108. 20 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 163. 21 ZA, SZ, inv. 487, 28-4-1622. 22 ZA, SZ, inv. 487, 15-8-1623. 23 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79880. 24 ZA, SZ, inv. 1258, nrs. 182-185. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. Op 8-6-1652 was Laureys Oilaerts schepen van Lillo-Zuidland. Mogelijk is hij de vader van Alaert Laureijssen. 26 MHC Bergen op Zoom, Lidmatenlijst Ossendrecht 1653-1721. 27 Idem, Dingrol Ossendrecht 1657-1669, fol. 15; idem, fol. 44 v, 28-10-1659. 28 De Ned. Leeuw, 1976, p. 88. 29 MHC Bergen op Zoom, Dingrol Ossendrecht 1657-1669, fol. 158 v. 30 Idem, fol. 183. 31 F. Prims, Kerkelijk Lillo in de XVIIde eeuw, in: Antwerpsia, reeks 23, Antwerpen 1953, p. 197. 32 Streekarchief Voorne-Putten Rozenburg, Lidmatenlijst geref. kerk Brielle (met dank aan Léon van der Hoeven). 33 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7103 en 2502. 34 Idem, inv. 7132. 35 Idem, inv. 7143. 36 Idem, inv. 7103. 37 Idem, inv. 7163 en 7264. 38 Idem, inv. 7363/7383/7432. 39 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 40 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 41 Idem, inv. 37. 42 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 43 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 44 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 546, fol. 87, boek 10. 45 VS, jrg. 32, 1996, p. 416. 46 De Brabantse Leeuw, jrg. 47, 1998, p. 146; zie voor het geslacht Snacken: idem, jrg. 47, 1998, p. 139; de bakermat van dit geslacht ligt in het gehucht Wildert bij Kalmthout.
44
Lauwers (Lauwaert, Louwerse) 1.
Dirck Lauwers, scholaster te Liefkenshoek; zie verder Lauwerissen ad 2.
2.
Jaques Louwerse, geb. Baarland in het land van Goes; was in febr. 1630 soldaat onder Arent van Serooskercke in het garnizoen te Liefkenshoek; tr. (1) Neeltken Jacobs; otr. (2) Tholen 8-2-1630 Janneken Pieters, j.d., geb. Liefkenshoek, toen wonend te Tholen; getuigen voor de bruidegom: Paulus Janssen (adelborst van de compagnie) en Cornelis Marinisse Backer; voor de bruid: Adriaentken Vlams en Neeltken Marinis.
3.
Jan Lauwers, overl. Ouden Doel 27-3-1701; tr. Jacquemijne Stappaerts; uit dit huw. (met hun leeftijd op 31-1-1707): 1 a. b.
Jacob Lauwers, 15 jaar. Leendert Lauwers (Lauwaert), 13 jaar; op 20-12-1738 vermeld als medeerfgenaam van Katelijne Roelen. 2 c. Pieter Lauwers (Lauwaert), 5 jaar; zie verder nr. 4. Voogden van deze kinderen waren in 1707 David Ruys en Jacob Stappaert. 4.
Pieter Lauwers (Lauwaert) (zoon van nr. 3), op 20-12-1738 vermeld als medeerfgenaam van Katelijne Roelen; 3 overl. Doel febr. 1743; tr. Maria Caterenberg; uit dit huwelijk: 4 a. Jan Lauwaert. b. Maria Lauwaert. Voogden van deze kinderen in 1744 waren Jan Gillis en Pieter Camerman.
1 RAB, DK, inv. 21, fol. 60, 31-1-1707. 2 RAB, DK, inv. 25, fol. 221 v, 20-12-1738. 3 Idem. 4 RAB, DK, inv. 27, fol. 40, 8-6-1744.
Lavoren Pieter Lavoren, afkomstig uit Lillo; vertrok op 24-12-1684 met het VOC-schip “Stavenisse” naar Batavia waar hij 26-7-1685 aankwam. 1 1 NA, VOC-arch. 12232, fol. 1.
Leardin Pascual Leardin, verzocht op 18-9-1607 samen met Lievin de Meulenaer en Geerard de Bury de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een advocaat en een procureur uit Antwerpen te Lillo te mogen ontbieden vanwege hun proces tegen Jeronimus Verbrugge; dit werd toegestaan. 1 1 ZA, SZ, inv. 479, 18-9-1607.
45
Lebrun Jaeck Lebrun, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Ledicque, de Louis de Ledicque, afkomstig van Lillo; 1 vertrok als schrijnwerker (kastenmaker) op 2212-1791 met het VOC-schip “Westkapelle” naar Batavia; arriveerde daar 12-9-1792; trad in Azië uit dienst van de VOC op 17-8-1793. 2 1 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 2 NA, VOC-arch., inv. 13290, fol. 321.
Lee, de (van) 1.
Lievin van Lee, mede-aannemer van fortificatiewerkzaamheden te Liefkenshoek 16141615; 1 nam op 26-4-1616 het onderhoud van de fortificatie van Liefkenshoek voor de duur van een jaar aan voor 76 pond Vlaams. 2
2.
Jaspar de Lee, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 3
3.
Jan de Lee, woonde in de Rijkestraat te Doel; overl. vóór 14-4-1780; tr. Elisabet Joppen; uit dit huwelijk: 4 a.
b.
Pieter Jan de Lee, verkocht op 4-12-1779 een huis in de Achterstraat te Doel aan Frans Engels; 5 op 14-4-1780 volgde hij Joos de Lee op als voogd van zijn broer Jan Baptist. 6 Jan Baptist de Lee, overl. 29-7-1773.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, o.m. fol. 113. 2 ZA, SZ, inv. 484, 26-4-1616. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 13; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 4 RAB, DK, inv. 32, fol. 247, 14-4-1780. 5 Idem, fol. 223, 4-12-1779. 6 RAB, DK, inv. 33, fol. 140, 14-4-1780.
Leege, de Pieter de Leege, weduwnaar van Willemijntje Moes; otr. fort Lillo 18-2-1747, tr. Axel Francina Baale, geb. Axel, laatst wonend in Lillo.
Leek, van Judocus van Leek, betaalde op 6-12-1751 fl. 5 rente aan de diaconie van Liefkenshoek wegens een lening van fl. 50. 1
46
1 ZA, RB, inv. 278, 6-12-1751.
Leemans A. De familie van Petrus Leemans 1.
Petrus Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-4-1692; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 28-111685 Anna Huijbrechts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Petrus Joannes Leemans, 12-5-1686; eiste op 7-5-1703 van een landbouwer in de polder van Lillo betaling van loon voor het dragen van granen en wegens andere daggelden. 1 b. Gerardus Leemans, 23-6-1688; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-4-1689. c. Henricus Leemans, 3-9-1690; zie verder nr. A 2.
2.
Hendrick Leemans (zoon van nr. A1), op 19-10-1712 legde hij samen met zijn broer Peeter een verklaring af tijdens een proces te Lillo-Zuidland. 2
B. De familie van Cornelis Leemans 1.
Cornelis Leemans, ged. Kapellen 11-3-1703, zoon van Peeter Leemans (ged. Ekeren 27-2-1667) en Magdalena Wouters; landbouwer in de polder van Lillo; was r.k.; was in 1743 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 3 betaalde in 1743/1744 15 gulden en 1 stuiver belasting over de opbrengst van 75 gemeten en 76 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 4 kreeg in 1746 tijdens de toenmalige oorlog een vergoeding van fl. 67 en 15 stuivers voor het beschikbaar stellen van wagens en paarden; 5 op 16-3-1750 vermeld als gedaagde in een proces met Hendrick van Gansen te Lillo-Zuidland, deze eiste betaling van bodeloon; 6 testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 8-3-1742; 7 tot zijn huishouden behoorden in 1755 (behalve zijn (derde) echtgenote en zijn kinderen) een knecht en een dienstmeid; 8 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-6-1758; verkoop nagelaten bezittingen op 5-7-1759 en 25-7-1759; boedelboni fl. 2.949, boedelmali fl. 2.742; 9 tr. (1) Anna Cornelia Govaerts; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 26-7-1748 Maria Theresia van de Wiel; zij werd op 15-11-1749 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (3) r.k. Lillo-Kruisweg 30-61750 Anna Cornelia Somers; zij hertr. Joannes Baptista Woumans; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
e.
Petrus Joannes Leemans, 5-10-1738; zie verder nr. B 2. Laurentius Leemans, 28-8-1740. Maria Magdalena Leemans, 21-5-1743; begr. Stabroek 8-12-1807; tr. Joes Joannes Janssens, geb. Ekeren 1737, r.k. begr. Stabroek 8-6-1807. Joanna Catharina Leemans, 10-4-1745; verm. identiek met de Anna Catharina Leemans die trouwde met Petrus van der Goten en op 27-11-1774 begr. werd (r.k.) te Lillo-Kruisweg. Henricus Leemans, 21-1-1747.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
47
f.
Maria Elisabeth Leemans, 11-11-1749.
uit het derde huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: g. Christianus Leemans, 17-9-1751. h. Anna Isabella Leemans, 4-9-1753. i. Anna Catharina Leemans, 26-10-1755; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 5-7-1784 Antonius Aertsen (zie aldaar). 2.
Peeter (Petrus) Leemans (zoon van nr. B 1), landbouwer in de polder van Lillo; was in 1765 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 10 begr. Lillo-Zuidland (r.k.) 21-1-1783; tr. Anna Maria van Hesbeen, geb. Ekeren 1739; zij had een hypothecaire schuld van fl. 2300 bij de erfgenamen van Peeter van Hes(p)been 11; zij woonde in mei 1796 met haar vijf kinderen in de polder van Lillo; inwonend was toen Anna Cornelia Claessens, toen 17 jaar oud; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 12 a. b. c. d.
e. f. g. h.
Petrus Stephanus Leemans, 18-9-1762; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-101762. Petrus Joannes Leemans, 4-2-1765. Cornelius Leemans, 9-9-1767. Anna Catharina Leemans, 25-3-1770; overl. Hoevenen 3-6-1803; tr. (1) Petrus de Winter; tr. (2) Hoevenen 28-4-1802 Jan Frans Janssens, geb. Zandvliet, overl. Hoevenen 3-6-1803. Engelbertus Leemans, 3-2-1773. Adrianus Leemans, 31-1-1777. Stephanus Leemans, 25-1-1780; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-3-1780. Maria Leemans, 14-3-1781.
C. Overige personen met de naam Leemans 0
Hans Lemans, was in februari 1594 soldaat onder kapitein Ram, waarsch. in het garnizoen te Lillo; trouwgetuige Goes 13-2-1594. 13
1.
Joos Leeman(sen), was op 19-3-1637 soldaat in het garnizoen in fort Kruisschans; werd toen aangeklaagd i.v.m. een sexuele kwestie ten opzichte van Marij Gripdon; 14 tr. Iswipote Derwede [?]; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
2.
Vintken, 6-6-1633; getuigen: Matynus Wolvelaer, Fransois Commersen en Vintken Hendriks.
Claes Leemans, geb. Capelle in Brabant; woonde 1644 in Doel; otr. Liefkenshoek 9-41644, tr. aldaar 8-5-1644 Pieternella de Raet, geb. Doel, verm. dochter van Lieven de Raet en Mayken Jacobs, overl. vóór 14-3-1680; haar dochters verkochten uit haar boedel op 15-3-1680 een huisje tegen de dijk van Ouden Doel aan Jan de Bock; 15 uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek:
48
a. b. c. d. e. f.
Claes Leemans, 19-11-1645; getuigen: Hans van den Ende, Maarten de Bruyn, Cathalina Stappaerts en Mayeken Boos. Maria Leemans, 18-8-1647; getuigen: Elisabet Anthonis en Margrieta de Raet. Janneken Leemans, 12-9-1649; getuigen: Maarten Gabriels en Anneken de Witte; tr. Antoon Lenaerts. Sacharyntie (Zacharijne) Leemans, 28-5-1651; getuigen: Jan de Coninck, Jan Geerts, Maria Meulenaar en Sakerina Looses; tr. Jacob de Wilde. Gys Leemans, 15-6-1653; getuigen: Gys Jansen, Frans de Coninck en Tanneken Bouts. Lieven Leemans, 2-5-1655; getuigen: Jacob Lievens de Raat, Jan Gleyne van Syde, Madaleen de Raat en Elisabet Lembrechts.
2a Cornelis Leemans, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland. 16 3.
Jacobus Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-3-1735; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 191-1723 Anna Maria Somers; zij werd op 13-1-1729 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 12-7-1729 Anna Maria van Leuven; zij werd op 7-3-1731 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (3) r.k. Lillo-Kruisweg 26-2-1732 Elisabeth Stoffels; zij hertr. Cornelius van Bauwel; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Anna Catharina Leemans, 17-11-1723; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-12-1726. Cornelius Josephus Leemans, 15-4-1726; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-12-1726. Maria Catharina Leemans, 21-11-1727; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-111728. d. Cornelius Leemans, 29-2-1731. uit het derde huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: e. Jacobus Leemans, 16-11-1732. f. Arnoldus Leemans, 4-1-1735. 4.
Joanna Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-2-1730.
5.
Maria Catharina Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-3-1730.
6.
Laureys Leemans, betaalde in 1743/1744 10,87 stuivers belasting over de opbrengst van 2 gemeten en 209 roeden pachtgrond in de polder van Lillo. 17
7.
Matthijs Leemans, overl. vóór juni 1744; zijn weduwe betaalde in 1743/1744 1 gulden belasting over de opbrengst van 5 gemeten eigen grond in de polder van Lillo. 18
8.
Isabella Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-10-1750.
8a Anna Leemans, was in 1755 meid op de boerderij van Cornelis Leemans in LilloZuidland. 19 8b
Maria Leemans, kwam in 1758 verm. als echtgenote van een militair naar Steenbergen met att. van Breevoort d.d. 29-5-1758; vertrok met att. begin juli 1758 naar Liefkenshoek. 20
49
9.
Cornelis Leemans, was in 1764 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland. 21
10. Cornelis Leemans, in 1766 brouwer in de polder van Lillo; naar aanleiding van een lek in een brouwketel legden in dat jaar Francus Lenaerts en Rombout Jacobs ten gunste van hem een verklaring af. 22 11. Maria Anna Leemans, tr. r.k. Lillo-Kruisweg mei 1766 N.N. 12. Cornelis Leemans, woonde in Doel; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 9-2-1762 Elisabeth Jacoba van den Brande (dochter van Pieter van den Brande en Elisabeth van Innevelt), overl. Doel 8-8-1787; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 23 a. b. c.
Maria Elisabeth Leemans, 5-3-1763. Petrus Joannes Baptist Leemans, 27-2-1764. Elisabeth Christina Leemans, 7-7-1766; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-91768. d. Petrus Joannes Leemans, 24-5-1769. e. Joannes Cornelis Leemans, 5-2-1772; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-21772. Hun voogden waren Merten Gillis en Jan Leemans. 13. Jan Baptist Leemans, woonde in Oud-Lillo; 24 had op 11-3-1754 een schuld van fl. 200 bij Johannis Franciscus Michiel Lunden te Antwerpen; 25 cijnsplichtig in Oud-Lillo op 11-7-1755, Cornelis Valkenburg woonde toen bij hem; 26 had op 4-9-1761 van de weduwe van Jan Mathijsen fl. 11 en 2 stuivers aan kamerhuur tegoed; 27 kocht op 6-31769 een huis met tuin in Oud-Lillo; dit huis werd op 12-2-1784 voor fl. 300 verkocht aan Jakobus Mortelmans; 28 armmeester aldaar in 1775; 29 idem van het r.k. armbestuur aldaar in 1777; 30 overl. Oud-Lillo 11-12-1783; boedelinv. 29-12-1783; 31 tr. r.k. LilloKruisweg 15-1-1754 Anna Maria Namen (Marien), zij werd op 1-3-1782 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; boedelinv. 13-4-1782; batig boedelsaldo fl. 178 en 17 stuivers; 32 uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 33 a.
Anna Catharina Leemans, 29-11-1755; tr. Jakobus Bochoven; zij woonden op 122-1784 in Doel. 34 b. Joanna Maria Leemans, 18-10-1758; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-101758; tr. Kornelis Roelands. c. Cornelius Leemans, 7-6-1763; overl. Graauw en Langendam 9-7-1831; tr. Hulst 75-1786 Jacoba de Koninck, geb. Graauw en Langendam, overl. aldaar 21-3-1832, 70 jaar oud, dochter van Jan de Koninck en Anna Catharina Truijman. d. Joannes Baptist Leemans, 15-10-1766; zie verder nr. C 15. Op 4-5-1763 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Joannes Baptist (r.k.) begraven. Voogden van deze kinderen waren Kornelis Roelands en Jan Claeren. 13a Anna Catharina Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-11-1771.
50
14. Joannes Baptist Leemans, geb. Oud-Lillo ca. 1730 (52 jaar oud bij tweede huwelijk)testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 42-1780; 35 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-12-1783; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 4-5-1775 Anna Catharina Cornelissen; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 23-6-1782 Isabella Maria Willemsens, geb. Antwerpen ca. 1737 (45 jaar oud bij huwelijk in 1782); zij werd op 27-5-1783 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit het eerste huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a. b. c.
(verm.) N.N. Leemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-1-1777. Joanna Catharina Leemans, 28-8-1778; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-11-1778. Petrus Joannes Leemans, 15-10-1779.
15. Joannes Baptist Leemans (zoon van nr. C 13), werkman te Oud-Lillo in 1796; tr. r.k. Lillo 3-5-1791 Emerentia Adriana Michielsen(s), geb. Oorderen ca. 1770 (21 jaar oud bij huwelijk); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 36 a. b. c. d.
Maria Catharina Leemans, 15-5-1792; verm. begr. Lillo (r.k.) 27-9-1794. Joanna Leemans, 13-6-1793. N.N. Leemans, omschreven als zoon van Joannes Baptist; werd op 10-7-1797 begr. (r.k.) te Lillo. Johanna Maria Leemans, geb. Lillo ca. 1801; overl. Lillo 11-4-1857 (56 jaar oud); tr. Bergen op Zoom 30-7-1835 Johannes Hazebroek, geb. Kerkwerve, zoon van Jan Hazebroek en Maria van Hoeke.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 19-10-1712. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 16-3-1750. 7 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 8 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 9 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 25. 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 11 Stadsarch. Antwerpen, arch. Notaris Smout, N 3064, akte nr. 90. 12 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 13 De Ned. Leeuw, jrg. 13, p. 293. 14 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 70, akte nr. 25. 15 RAB, DK, inv. 16, fol. 30, 15-3-1680. 16 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts. 17 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 18 Idem.
51
19 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 20 MHC, arch. Herv. Gemeente Steenbergen, inv. 34. 21 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 22 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout te Stabroek, inv. N 3057, akte nr. 27. 23 RAB, DK, inv. 35, fol. 146, 5-9-1790. 24 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 25 ZA, SZ, inv. 1977. 26 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 31. 27 ZA, SZ, inv. 1937. 28 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 809; bij de verkooptransactie kon Catharina Leemans (gehuwd met Jakobus Bochoven en wonend in Doel) niet “overkomen” vanwege zware ijsgang in de Schelde. 29 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 10 c. 30 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 31 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 29-12-1783. 32 Idem, 13-4-1782. 33 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 127, 9-4-1782. 34 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 809. 35 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 36 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Leen(t), van (de) 1.
Abraham van de Leen, geb. Utrecht; werd op 4-10-1633 gekozen tot schoolmeester van Liefkenshoek i.p.v. meester Hendrick Hermanszoon; kreeg een zelfde gage en woning als zijn voorganger; een toelage voor zijn verhuizing van Breskens (waar hij schoolmeester was sedert 1632) naar Liefkenshoek werd afgewezen; 1 in 1634 en 1635 kwartiermeester en uitdeler van de ammunitie-turf in Liefkenshoek; 2 in 1635 wederom vermeld als schoolmeester te Liefkenshoek; 3 idem in 1639, 1641, 1644 en 1646; 4 op 26-2-1641 werd hem door de Gec. Raden toegestaan tot wederopzegging een ‘zeker camerken’ op Liefkenshoek te gebruiken; 5 werd in 1644 betaald voor tamboerswerk (voor “ommeslagen en publicatiën”); 6 vertrok als schoolmeester te Liefkenshoek vóór 12-4-1647; 7 verbleef op 20-11-1647 te Bergen op Zoom; berichtte toen de GR van Zeeland naar aanleiding van een brief van deze GR d.d. 18-11-1647 dat er bij hem nog penningen berustten waarop ooit beslag was gelegd door de gewezen commies Pieter de Gomme (zie aldaar); dit had Willem Jan Cabeljau, commandeur van Liefkenshoek, hem verzocht toen hij Liefkenshoek verliet; 8 werd in 1649 schoolmeester te OudGastel; 9 tr. (1) Catalijntje Cornelis(se); otr. (2) Liefkenshoek 6-8-1639, tr. (2) aldaar 21-8-1639 Eva Lalier, geb. Lillo, dochter van Karel Lalier (zie aldaar), toen wonend in Liefkenshoek; zij was doopgetuige Liefkenshoek 5-10-1642; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten in doopboek Liefkenshoek 1627-1635]:
52
a. Guilham van de Leen, 23-6-1630; getuigen: Pieter de la Ville, Cornelis Dircksen Roos en Sara Pieters. b. Eva van Leen, 19-11-1634; getuigen: Pieter de Gomme (commies), Cornelis Jansen, Willem Adriaenssen, Francoys Loncke, Mayeken Cornelis Thomas, Maddalena Jacobs en Geertjen van Bilderbeek. c. Abraham van der Leen, 29-3-1637; getuigen: Thomas Paulier, Cornelis Noorman, Neelken Pieters en Grietje Adriaens. uit het tweede huw.: d. Maria van der Leen, ged. Liefkenshoek 15-7-1640; getuigen: Charles Lalier en Nelken de Witte. e. Abraham van der Leen, ged. Liefenshoek 9-2-1642; getuigen: Nicolaas Rombout [Verbert], Jacob Aendriks [= verm. Hendricks], Mayeken Tans [= verm. Jans] en Neeltie Hendrics. f. Abraham van der Leen, ged. Liefkenshoek 15-2-1643; getuigen: Pieter Osaan, Janneken Willems en Mayeken Carels; hij was doopgetuige Bergen op Zoom 5-11667; verm. identiek met Abraham van der Leen, pachter van de wijnen en bieren in Oud- en Nieuw-Gastel in 1671; otr. Bergen op Zoom 6-7-1668 (met att. van Woensdrecht) Elisabet Buddings, geb. Zwolle, toen wonend in Bergen op Zoom. g. Charel van der Leen, ged. Liefkenshoek 2-10-1644; getuigen: vaandrig Emmanuel Oliphant, Passchier de Laat en Jaquemijne van de Putten. h. Guiljam van der Leen, ged. Liefkenshoek 3-12-1645; getuigen: David Verstraaten, Neeltie Besaen en Jaquemyntie Cornelis van Zoeten. i. Joanna van der Leen, ged. Liefkenshoek 30-12-1646; getuigen: Jacob Zenten, Hendrik Volmaar, Elisabet de Laat, Dingene Centen en Aeltie Dircks. j. Sara van de Leen, ged. Bergen op Zoom 26-4-1648; getuigen: Jacob Lalier en Sara Pieters van Oers. 2.
Theunis Jansen van der Leen, verm. militair; tr. Neeltje de Seyter [de Feyter?];
3.
Alexander van Leen(t), soldaat; tr. Helena Thielen; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Gerardus van Leen, 24-1-1747; begr. Lillo (r.k.) 4-2-1747.
1 ZA, SZ, inv. 494, 4-10-1633, fol. 67. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79880 en 79910. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 640, fol. 156. 4 ZA, Gen. Afsch. 130, nr. 174; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80120, fol. 104 en ZA, SZ, inv. 498, 26-21641, fol. 214. 5 ZA, SZ, inv. 498, 26-2-1641, fol. 214. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80070, fol. 34 v. 7 ZA, inv. nr. 1289; register van ordonnanties van betaling op de rentmeesters van de geannoteerde geestelijke en wereldlijke goederen in verschillende kwartieren van Vlaanderen 1592-1699, vermelding op 15-7-1649; ZA, SZ, inv. 501, fol. 236 v. 8 ZA, SZ, inv. 1262, brief van Abraham van de Leen aan de GR van Zeeland d.d. 20-11-1647, nr. 198.
53
9 ZA, classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 3, 27-4-1649.
Leender(t)s (zie ook Lenaerts) 1. Jacob Leenderts, 51 jaar oud op 29-10-1615; verklaarde toen dat hij met zijn smalschuit hout had vervoerd ten behoeve van Liefkenshoek. 1 1a
Claes Leenderts, woonde in Doel; tr. Neelken Cornelis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacob Leenderts, 15-6-1625; getuigen: Cornelis Jobsen, Mayeken Leenderts en Barbara Cornelis.
1b
Damus Leenderts (Lenaerts), tr. Elisabet Jans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Cornelis Leenderts, 24-3-1636; getuigen: Hendrick Jansen en Anneken Pouwels. b. Adriaentjen Leenaerts, 23-1-1639; getuigen: Jan de Munnick, Berent Jansen Groenevelt, Hester Jansen en Aelken Lambrechts.
1c
Wouter Leenderts, geb. Piershil; verbleef in sept. 1638 in het fort St. Anna in de Polder van Namen; otr. Lillo 19-8-1638, tr. Liefkenshoek (vermeld in het trouwboek van St. Anna) Susanna Mattheus, geb. Middelburg, toen wonend in Doel.
2.
Blaes Leendertssen, op 5-7-1640 werd hem door de Gec. Raden van Zeeland arrest verleend op penningen van Franchois Bienamij, die deze had verkregen van de aannemers van werk te Lillo. 2
3.
Cornelis Leendertszn. alias Swartekees, 54 jaar oud op 27-9-1643; schipper “op de vloot voor Lillo”; verklaarde dat hij in Lillo ten onrechte had rondverteld dat een knecht in een brouwerij te Rotterdam (“De Witte Leeuw”) in een brouwketel was gevallen en was omgekomen; door dit verhaal had een biersteker van de brouwer in Lillo schade ondervonden. 3
4.
Gerrit Leendersen, woonde in Doel (mog. de stamvader van het schippersgeslacht Stoop te Doel; zie aldaar; zie ook Leenaerts); was in de periode 1644-1648 deels werkzaam als constabelsmaat en kwartiermeester op het schip “Tholen” van de Admiraliteit van Zeeland en deels als matroos op het schip “Hollandia” van deze Admiraliteit. 4
4a
Reynier Leenders, verm. militair; tr. Peryne Muerens; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Tryntie Lunders, 19-4-1643; getuigen: Adriaen Dyden, Jan Leenderts en Adriaentie Spelle.
54
b. Adriaentie Leenders, 18-3-1646; getuigen: Lieven Jansen, Machiel Mette en Adriaentie Leenderts. 5.
Claes Leenderts, geb. Doel; mog. identiek met Claes Claessen (zie Claessen ad B 4a); was in 1667 soldaat in de compagnie van Ockers te Liefkenshoek; mog. identiek met de gelijknamige schipper, die in 1698 te Lillo is vermeld; 5 otr. Liefkenshoek 29-41667, tr. aldaar 8-5-1667 Cijtje Jans van Overbeke, geb. Doel (zie aldaar).
6.
Jan Leenders, ontving van de diaconie van Liefkenshoek in juli 1688 een vergoeding voor de belck (kelck?) tot het Armhuijs op den Ouden Doel; 6 verm. identiek met Jan Leendertse Stoop (zie aldaar).
7.
Jan Leendertsen, afkomstig uit Vlissingen; was als kok werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1689 tot 1694; 7 was op datzelfde schip werkzaam als matroos van 1697 tot 1705. 8
8.
Jacob Leendertsen, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1692 tot 1701. 9
9.
Jan Leendertzen (mog. identiek met nr. 6), afkomstig uit Lillo/Doel; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705 en 1706; 10 van 1707 tot 1709 was hij op dit schip werkzaam als bottelier. 11
10. Jan Hendrik Leendertse, afkomstig uit Lillo; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 14-8-1730 tot hij ontslagen werd op 4-9-1731. 12 11. Jan Leenderts (mog. identiek met nr. 10), ontving in 1733 £ 1:10:8 voor het schoonmaken en removeren van stenen en andere vuiligheden van de wallen te Lillo. 13 12. Leenderd Leendertse, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot van Lillo; overl. 21-2-1733. 14 13. Clara Leenderts, kwam op 30-7-1733 met attestatie van fort Lillo naar Sluis. 15 14. Jan Leenders, geb. in Gelderland; soldaat; brandweerman te Lillo 20-5-1740; 16 begr. Lillo 20-1-1747; tr. (1) Maria van der Laan, begr. Lillo 5-9-1737 (verm. in het kraambed); otr. (2) Bergen op Zoom (gereformeerd) 8-5-1739, tr. aldaar (met attestatie van Lillo) 3-6-1739 Lijsabeth Vilanchet, geb. Bergen (Henegouwen), weduwe van Johannes Mulders; van Jan Leenders werden in of vanuit fort Lillo de volgende kinderen begraven: a. b. c. d. e.
Cornelis Leenders, 16-9-1737. Jan Leenders, 12-7-1740. Johanna Leenders, 7-2-1742. N.N., een doodgeboren kind, 18-4-1744. N.N., een doodgeboren kind, 12-4-1745.
55
f. N.N., een doodgeboren kind, 12-11-1746. Tot zijn kinderen behoorden voorts: g. (verm.) Maria Leenderts, behoorde tot de elf weeskinderen van Lillo die na de beschietingen van het fort Lillo door Franse troepen in 1747 (waarbij het Weeshuis verloren ging) via Bergen op Zoom en Tholen vanaf 17 augustus 1747 tijdelijk in het Weeshuis van Vlissingen waren opgevangen; zij vertrok daar op 5-2-1748. 17 h. (verm.) Catharina Leenderts, idem; zij keerde op 6-5-1749 terug naar fort Lillo; zij werd opgehaald door een van de leden van de kerkenraad van Lillo. 18 15. Elena Leenders, vrouw van de soldaat Jooris Mik; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 6-3-1742. 16. Hermanus Leenders, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 29-7-1741. 17. Lieven Leendersen, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1748. 19 1 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 49, akte 142/232. 2 ZA, SZ, inv. 498, 5-7-1640, fol. 91. 3 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 170, akte 180, fol. 271. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6804 en 6814. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland B, inv. 7131. 6 ZA, RB, inv. 275. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7214 en 7234. 8 Idem, inv. 7274 en 7383/7432. 9 Idem, inv. 7214 en 7303. 10 Idem, inv. 7383/7432. 11 Idem, inv. 7373 en 7393. 12 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2444 en 2445. 13 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81190, fol. 42. 14 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2551. 15 ZA, arch. Herv. Gemeente Sluis, inv. 147, lidmatenregister Sluis 1700-1769. 16 ZA, SZ, inv. 1960, 20-5-1740. 17 GA Vlissingen, inv. 4010, Weesboek 1665-1786. 18 Idem. 19 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7783.
Leenen, van Ary van Leenen, had op 28-3-1750 een geschil met Jacobus de Munck (veerman van Lillo op Liefkenshoek) over het laden van hoornbeesten. 1 1 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 37 v.
56
Leerdam, (van) 1.
Jan Jansen Leerdam, geb. Krabbendijke; zoon van Johannes Dirkszn. (van) Leerdam; 1 voorzanger te Krabbendijke 1737-1740; 2 benoemd tot schoolmeester en voorzanger te Liefkenshoek op 1-10-1743, nadat hij ten overstaan van de classis Tholen en Bergen op Zoom met succes enkele proeven van bekwaamheid had afgelegd op het terrein van lezen en zingen; 3 ontving in 1744 een traktement van fl. 204 en 8 stuivers; 4 woonde binnen het fort Liefkenshoek in een huis op perceel nr. 4; diende voor dit huis te beschikken over 2 brandemmers; 5 werd te Liefkenshoek ook betaald voor het onderhouden van het uurwerk op de kerktoren; ontving hiervoor (o.m. in 1744, 1745, 1755, 1757, 1760, 1761, 1766, 1767) 1 pond Vlaams per jaar; 6 ontving in 1746 10 schellingen voor het schoonmaken van de kerk te Liefkenshoek en het wegzetten van stoelen en banken in deze kerk in verband met een verblijf gedurende twee dagen en nachten van een detachement van het regiment van Zwanenbergh; 7 vermeld als lidmaat van de fortkerk van Liefkenshoek op 20-1-1749; was toen mede-ondertekenaar van een klaagschrift over het functioneren van de predikant Renatus Stenhuys; 8 ontving in 1749 £ 4:18:3 voor het spitten en zuiveren van de doornenhaag rondom Liefkenshoek; 9 ontving op 3-7-1751 van de diaconie van Liefkenshoek fl. 27 voor het kosterschap en het zuiveren van de goten; 10 werd in 1751 betaald voor het repareren van de vloer in de kerk van Liefkenshoek en het opnieuw vullen van drie ingestorte graven in die kerk; 11 administrerend diaken Liefkenshoek 1752-1753; 12 was op 5-121766 verplicht om twee brandemmers in huis te hebben; 13 overl. Liefkenshoek 30-81768; boedelinventarisatie op 8-9-1768; 14 de erfgenamen lieten op 25-9-1768 nagelaten goederen publiekelijk verkopen, hetgeen fl. 279 en 12 stuivers opbracht; 15 op 16-9-1768 werd de schoolmeestersplaats te Liefkenshoek vacant verklaard; 16 op 710-1768 nam de magistraat van Lillo een besluit over de te volgen procedure bij de opvolging; 17 tr. Krabbendijke 1-7-1738 Elisabeth Pieters Bakeroet (Bakerhoet, Bakkroet, Bakrout, Backroet), weduwe van Maarten Verschure, overl. Liefkenshoek 28-6-1767; 18 boedelinventarisatie 4-10-1767; 19 haar nalatenschap bestond uit een huisje op het Plein in het fort Liefkenshoek ter waarde van fl. 125; in dit huis woonden op 16-12-1769 haar zoons Pieter en Johannis; deze tekenden toen een schuldbekentenis jegens hun minderjarige broer Cornelis van fl. 186, met het huis als onderpand; 20 voorts liet Elisabeth meubelen, kleding, goud en zilver na ter waarde van fl. 175; uit dit huw. geb. Krabbendijke: a. b.
Pieter (van) Leerdam, 27 jaar oud op 20-11-1767; zie verder nr. 2. Johannes van Leerdam, 25 jaar oud op 20-11-1767; belijdenis Liefkenshoek 10-41760; 21 vestigde zich met attestatie van Liefkenshoek op 9-1-1772 te Grijpskerke; 22 herbergier aldaar; 23 vertrok met echtgenote 29-6-1777 naar Middelburg; 24 vestigde zich met echtgenote op 24-10-1779 in Serooskerke (Walcheren); werd daar op 11-6-1780 gekozen tot diaken; vertrok op 5-11-1785 met echtgenote naar Middelburg; 25 was landbouwer te Kattendijke in 1811; 26 otr. Liefkenshoek 25-5-1772, tr. aldaar 18-6-1772 (wonend in Grijpskerke) Adriana Dronkers, geb. te Doel, ged. Liefkenshoek 28-11-1751, dochter van Adriaan Vincentszn. Dronkers en Johanna van Oosdorp.
voorts ged. Liefkenshoek:
57
c.
d. e.
2.
Maria Leerdam, 10-1-1744; getuigen: Jan Denijs en Janna Jansen Leerdam; belijdenis Liefkenshoek 10-4-1760; 27 zij tr. J.N. Densted. en hertr. Jan Jansen (zie Jansen B.3.3.) (uit dit huwelijk zoon Pieter, geb. Doel ca. 1770). Maatje Leerdam, 6-3-1746; getuigen: Louis van den Berge en Maria Heins; zij tr. Joannes Nicolaas den Slot (?). 28 Cornelis (van) Leerdam, 19-7-1750; zijn voogden op 20-11-1767 waren zijn oudste broer Pieter en Joannes Roggeband (die gehuwd was met Pieternella Verschure); zie verder nr. 3.
Pieter (van) Leerdam (zoon van nr. 1), geb. Krabbendijke ca. 1740; belijdenis Liefkenshoek 12-4-1758; 29 werd op 15-1-1759 benoemd tot wijn- en bierwerker te Liefkenshoek; 30 werd op zijn verzoek op 5-2-1767 als zodanig ontslagen; 31 schoolmeester te Ouden Doel in 1763; werd door de stadhouder van Doel belet om zijn werk te doen; werd wederom aangesteld op 27-4-1769; 32 werd als schoolmeester beroepen naar Liefkenshoek op 6-9-1772; 33 aldaar vanaf 7-9-1772 werkzaam als opvolger van J. van der Bel tot 12-2-1786; 34 was in Liefkenshoek ook klokkensteller; ontving hiervoor (o.m. in 1773, 1782 en 1785) 1 pond Vlaams per jaar; 35 was in 1775 aannemer van het onderhouden van de aardewerken te Liefkenshoek; 36 werd op 3-71782 door de Gecommitteerde Raden van Zeeland gelast om in Liefkenshoek zowel ‘s zomers als ‘s winters school te houden; hij kreeg de beschikking over een kachel om daarin ieder jaar een halve hoed kolen te stoken; 37 (administrerend) diaken Liefkenshoek 1772-1774; 38 diaken aldaar 1785-1786 (als zodanig medeondertekenaar van de laatste diaconierekening van deze kerk); leende in 1786 fl. 50 van de diaconie van Liefkenshoek; 39 was schoolmeester in Fort Bath, waarschijnlijk vanaf 1786 t/m zeker maart 1791; 40 kreeg van de voormalige diaconie van de fortkerk van Lillo een maandelijkse alimentatie van fl. 6 voor het onderhouden van Maria Voogd in de periode 1786-1791; 41 overl. vóór 1811; otr. Liefkenshoek 14-4-1770, tr. aldaar 27-41770 Leuntje van Boven, ged. Liefkenshoek 21-11-1745, dochter van Tobias Jorissen van Boven en Maria Heins; zij vestigde zich in 1790 vanuit Middelburg in Fort Bath; woonde daar in 1811 als weduwe met dochter Seijke; 42 uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d.
e. f. g.
h.
Jan van Leerdam, 28-4-1771; getuigen: Johannes van Leerdam en Maria Heyns. Maria van Leerdam, 28-6-1772; getuigen: Joris van Boven en Petronella Verschuur. Johannes van Leerdam, 1-8-1773; getuigen: Jan Roggeband en Maria van Boven; begr. Doel (vanuit Liefkenshoek) 3-8-1773. Elisabeth van Leerdam, 12-6-1774; getuigen: Jan Roggeband en Maria van Boven.; tr. verm. Fort Bath 6-3-1811 Leendert Jansen, geb. Oud-Vossemeer, laatst weduwnaar van Arentje Groen. Seyke van Leerdam, 12-6-1774; getuigen: Cornelis van Leerdam en Seyke Janssen; woonde in 1811 bij haar moeder in Fort Bath. Johannes van Leerdam, 9-3-1777; getuigen: Jan Voogt en Adriana Dronkers. Adriana van Leerdam, 3-10-1779; getuigen: Pieter Verpoorten en Adriana van Oostdorp; otr. Fort Bath 27-1-1804, tr. aldaar 12-2-1804 Pieter van Es, geb. Rotterdam 1769; woonde met hem in 1811 in Fort Bath. Cornelia van Leerdam, 25-12-1784; getuigen: Jacobus Verkouteren en Adriana Dronkers.
58
3.
Cornelis van Leerdam (zoon van nr. 1), ged. Liefkenshoek 19-7-1750; volgde (na sollicitatie op 2-11-1772) in 1772 zijn broer Pieter op als schoolmeester in Ouden Doel; 43 vervulde die functie tot 1-10-1780 (verzocht op 1-10-1779 om ontslag); 44 ontving hiervoor een jaartraktement van 10 pond Vlaams; 45 administrerend diaken Liefkenshoek 1780-1784; 46 ouderling aldaar 1785-1786 (als zodanig medeondertekenaar van de laatste diakonierekening van deze kerk); kocht op 20-51776 voor fl. 181 een huis op het Plein te Liefkenshoek, eerder eigendom van Gommert Schalk; 47 kreeg op 14-6-1776 toestemming om in Liefkenshoek een winkel te houden en diverse waren te verkopen; 48 op 21-4-1781 benoemd tot wijn- en bierwerker te Liefkenshoek; 49 leende bij de diaconie aldaar op 28-12-1779 fl. 300 tegen een rente van 4 % per jaar, verm. een hypotheek; 50 deze schuld bestond nog in 1786; 51 kocht op 19-11-1782 voor fl. 250 een huis op het Plein te Liefkenshoek, eerder eigendom van Jan Willem Prins; 52 verkocht dit huis op 12-2-1783 voor fl. 325 aan Guillelmus Kouwenberg; 53 was van 1782 tot 1786 samen met Andries Dronkers pachter van het veer Lillo-Liefkenshoek; 54 was in deze periode tevens pachter van het veer Liefkenshoek-Antwerpen; 55 op 15-3-1783 mede-ondertekenaar van een petitie waarin middenstanders te Lillo en Liefkenshoek verzochten om ieder jaar een jaarmarkt te mogen houden i.v.m. hun geheel vervallen negotie; 56 kwam met attestatie van Liefkenshoek 17-9-1786 naar Oud-Vossemeer; 57 woonde daar op het Botshoofd; 58 verm. veerman aldaar; leverde kleren voor het weeskind Christina Voogt en ontving hiervoor in de periode 1786-1791 een vergoeding van de diaconie van de fortkerk van Lillo van fl. 20 en 14 stuivers; 59 overl. Oud-Vossemeer 17-5-1795; otr. Liefkenshoek 23-10-1779, tr. aldaar 9-11-1779 Seijke (ook: Josijne) Janssen, dochter van Jan Janssens en Maria Bolssens, weduwe van Joris van Boven; zij vestigde zich in 1796 in Fort Bath; verzocht op 1-6-1796 om daar een woonhuis met schuur en stalling te mogen bouwen om hoornvee te houden; ze mocht voorlopig wonen in een van de landspaviljoenen tegen een huur van 10 pond Vlaams per jaar; 60 zij overl. Fort Bath 58-1815; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Pieter van Leerdam, 14-1-1781; getuigen: Pieter van Leerdam en Leuntje van Boven. b. Leuntje van Leerdam, 28-4-1782; getuigen: Pieter van Leerdam en Leuntje van Boven; otr. fort Bath 4-2-1802, tr. aldaar 24-2-1802 Jan Leendertse Delzenne, geb. Lillo. c. Elisabeth van Leerdam, 25-1-1784; getuigen: Pieter Poelman en Elisabeth Janssen; verm. begr. Doel (vanuit Liefkenshoek) 30-6-1784. d. Pieter van Leerdam, 5-6-1785; getuigen: Pieter Poelmans en Elisabeth Janssen; bakker; vestigde zich op 20-7-1809 vanuit Sint-Annaland in Rilland-Bath; otr. Fort Bath 10-10-1806, tr. (1) aldaar 26-10-1806 Johanna Poelmans, geb. Lillo; uit dit huwelijk dochters Cornelia Pieternella Leerdam (ged. Fort Bath 26-4-1807, overl. vóór 1811) en Jacoba Leerdam (ged. Fort Bath 9-12-1810, overl. vóór 1811); voorts dochter Pieternella, geb. ca. 1809; zij was in 1811 2 jaar oud; tr. (2) Rilland en Maire 28-12-1818 Anna Catharina van Gijse, geb. Doel, toen 27 jaar oud, dochter van Antoni van Gijse en Johanna Catharina Speetst. Voorts: e. Pieternella Leerdam, geb. Oud-Vossemeer 1790 (21 jaar oud in 1811). 61
59
f.
Elizabeth Leerdam, geb. Oud-Vossemeer 1791 (20 jaar oud in 1811); overl. Fort Bath 6-2-1831; vestigde zich in 1790 vanuit Oud-Vossemeer in Fort Bath, waar zij op 6-3-1811 huwde met Leendert Jansen, geb. Oud-Vossemeer 1779, zoon van Jacob Janssen en Joanna van Oeveren, weduwnaar van Jacoba Dronkers en van Arentje Groen; Leendert was in 1811 herbergier in Fort Bath en overleed daar 139-1834.
1 Deze trouwde vier maal, te weten met Cornelia van Boven (otr. Kruiningen 17-10-1705, tr. Krabbendijke 9-111705), Maatje Cole (otr. Krabbendijke 20-4-1708), Marie Cornelisse Spruijt (otr. Krabbendijke 19-4-1709) en Elizabeth Janssen Weststrate (otr. Krabbendijke 15-12-1715); zijn zoon Jan zal zijn voortgekomen uit zijn tweede of zijn derde huwelijk (NB: doopgegevens van Krabbendijke betreffende de eerste decennia van de 18de eeuw zijn goeddeels verloren gegaan). Jan Dirkse (van) Leerdam overleed kort vóór 30-11-1726 en liet toen zes kinderen na: Neeltie, Dirk, Cornelis, Jan, Margrieta en Janna (RAZE 3213). 2 ZA, NADT 60, p. 30. 3 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 7, 1-10-1743; ZA, SZ, inv. 790; zie ook: RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 7, 8 en 35. 4 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 5. 5 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 5 b. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81280, fol. 84 v; 81290, fol. 99; inv. 81380; 81400, fol. 55; 81430, fol. 70; 81440, fol. 58; 81490, fol. 75; 81500, fol. 70 v. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81300, fol. 97. 8 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81320, fol. 81 v. 10 ZA, RB, inv. 278, 3-7-1751. 11 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81340, fol. 58. 12 ZA, RB, inv. 278, rekening 1751-1752. 13 ZA, SZ, inv. 1981. 14 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 30, 8-9-1768. 15 ZA, SZ, inv. 2003, 25-9-1768. 16 ZA, SZ, inv. 1955, fol. 92. 17 ZA, SZ, inv. 1941, 7-10-1768. 18 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 64, 20-11-1767. 19 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 4-10-1767 (ongefolieerd). 20 ZA, SZ, inv. 1977, 16-12-1769. 21 ZA, RB, inv. 259, fol. 99. 22 ZA, arch. Herv. Gemeente Grijpskerke, inv. 29. 23 Idem, inv. 1, 5-12-1773. 24 Idem, inv. 29. 25 ZA, arch. Herv. Gemeente Serooskerke, inv. 4. 26 ZA, Inwonerslijst Kattendijke 1811.
60
27 ZA, RB, inv. 259, fol. 99. 28 ZA, SZ, inv. 1977, 16-12-1769. 29 ZA, RB, inv. 259, fol. 99. 30 ZA, SZ, inv. 1936, 15-1-1759. 31 ZA, SZ, inv. 1940, 5-2-1767. 32 ZA, SZ, inv. 1956, fol. 23. 33 De classis Tholen en Bergen op Zoom keurde dit beroep pas op 20-4-1773 goed, nadat Pieter van Leerdam reeds bijna acht maanden als schoolmeester en voorlezer werkzaam was geweest; ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 8, 20-4-1773. Hij werd gekozen uit vier sollicitanten. Zijn concurrenten waren: Dirk Suurland (ondermeester in De Leur), Leo Lorrens (schoolmeester op de Klad nabij Steenbergen) en Cornelis Arent (schoolmeester te Rotterdam) (ZA, RB, inv. 259, 6-9-1772). 34 ZA, SZ, inv. 1942, 7-9-1772; ook: RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 7, 8 en 35. 35 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81560, fol. 74; idem, 81650, fol. 56; idem, 81680, fol. 78. 36 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 3410, fol. 80 v-82 v. 37 ZA, SZ, inv. 1958, fol. 432; ook: ZA, SZ, inv. 1962, 3-7-1782. 38 ZA, RB, inv. 278, rekening 1772-1773; idem, inv. 259; hij trad als diaken af op 17-6-1774. 39 ZA, RB, inv. 279. 40 ZA, RB, inv. 258, blz. 32 en 45. 41 Idem, blz. 42 t/m 45. 42 ZA, Inwonerslijst Fort Bath 1811. 43 ZA, SZ, inv. 1943, 2-11-1772. 44 ZA, SZ, inv. 1944, 1-10-1779; ZA, SZ, inv. 1958, fol. 335; RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 7, 8 en 35. 45 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81560, fol. 73 v; idem, 81580, fol. 82. 46 ZA, RB, inv. 278, rekeningen 1780-1782 en 1782-1784. 47 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek., inv. 36, fol. 50-54. 48 ZA, SZ, inv. 1944. 49 ZA, SZ, inv. 1978. 50 ZA, RB, inv. 263, 11-5-1780. 51 ZA, RB, inv. 279. 52 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 715. 53 Idem, fol. 749. 54 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81650, fol. 27 en inv. 81680 en fol. 39 v. 55 Idem, fol. 27v en inv. 81680, fol. 40. 56 ZA, SZ, inv. 1945, 15-3-1783; onduidelijk is of dit verzoek is ingewilligd; het werd door de magistraat van Lillo voorgelegd aan de Gecommitteerde Raden van Zeeland. 57 GA Tholen, arch. Herv. Gemeente Oud-Vossemeer, inv. 11. 58 ZA, SZ, inv. 1440.2, 1-6-1796. 59 ZA, RB, inv. 258, blz. 32.
61
60 ZA, SZ, inv. 1440.2. 1-6-1796 en 9-6-1796. 61 Idem.
Leest, van Adriana van Leest, geb. Lillo; verm. dochter van een militair; woonde in 1752 in Willemstad; gereformeerd; otr. Willemstad 8-9-1752 Arij Vreesen, geb. Noordschans.
Leeuw, de 1.
Nicolaes de Leeuw, werd in 1654 betaald voor het leveren van vier turfmanden voor het fort Lillo; 1 idem in 1659 voor vijf turfmanden. 2
2.
Davidt de Leeuw (ook: De Lion en De Leu), commies; zie De Leu.
3.
Dierck de Leeuw, procureur; trad in de periode 1661-1671 diverse malen op als eiser tijdens processen te Lillo-Zuidland. 3
4.
Cornelis de Leeuw, landbouwer (pachter) in de polder van Lillo, vermeld in de periode 1669-1689; pachtte op 12-6-1689 57 gemeten. 4
5.
Meerten Leeuwe, turfschipper; verzocht in januari 1683 om betaling van geleverde turf voor het garnizoen te Lillo. 5
6.
Jacobus de Leeuw, op 30-9-1709 te Lillo-Zuidland vermeld i.v.m. een handgemeen met Ad de Backer; 6 tr. Lillo-Kruisweg 13-4-1717 Catharina Wijnen.
7.
Gillis Niklaes de Leeuw, geb. ca. 1686 (82 jaar oud bij overlijden); fungerend (“bedienelijke”) meier te Doel-Kieldrecht 1703-1712; 7 stadhouder te Doel en Kieldrecht; dijkgraaf te Doel; hoofdman van het St. Sebastiaansgilde te Doel; werd op 15-10-1752 door de diaconie van Liefkenshoek betaald voor zijn rol bij de publieke verkoop van goederen van de weduwe van Anthony Torre (= Maria Nagelkerke); ontving fl. 7, 11 stuivers en 4 penningen; 8 begr. Doel 15-9-1768.
8.
Thomas de Leeuwe, kleermakersknecht in de polder van Lillo in 1694. 9
9.
Cornelius de Leeuw, kleermaker in de polder van Lillo in 1755. 10
10. Fredericus Ignatius de Leeuw, fungerend (“bedienelijke”) meier te Doel-Kieldrecht 1768-1779; 11 stadhouder te Doel op 13-3-1784. 12 11. Maria de Leeuw, geb. Oosterhout; testeerde te Lillo op 20-2-1771; had een broer Jan de Leeuw te Oosterhout en een (buitenechtelijke) dochter Eva de Waghter, die huwde met Machiel Willemse; 13 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-10-1771; op 29-11-1771 werden op verzoek van haar erfgenamen nagelaten goederen van haar publiekelijk verkocht; netto-opbrengst: fl. 291, 11 stuivers en 8 penningen. 14
62
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80270, fol. 31. 2 Idem, inv. 80380, fol. 47 v. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28, o.m. 5-12-1661 en 20-4-1671. 4 Idem, 6-9-1669; idem, inv. 29, o.m. 27-1-1681 en 12-6-1689. 5 ZA, SZ, inv. 690, 14-1-1683. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 7 D. Verelst, 1984, p. 377. 8 ZA, RB, inv. 278, 15-10-1752. 9 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 10 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 11 D. Verelst, 1984, p. 377. 12 ZA, SZ, inv. 1954, fol. 134; ZA, SZ, inv. 1958, fol. 497. 13 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 73; ZA, SZ, inv. 1943, 25-3-1774; ZA, SZ, inv. 2013, 22-1-1774; Middelburgsche Courant, 6-11-1773. 14 ZA, SZ, inv. 2004.
Leeuwen, van 1.
Gerrit van Leeuwen, kapitein van een compagnie van het Staatse leger; in de zomer van 1633 werd hem door de Gec. Raden een lening van 7200 gulden verstrekt voor het ‘onderhoudt van ’t bootsvolck op de chaloupen ende ponten’; 1 diverse malen vermeld als kapitein in 1634; 2 op 7-5-1636 mocht hij zich met zijn sloep naar Lillo begeven om zijn volk aldaar ‘haere leeninghe ende drinckbier te brenghen’; 3 op 12-8-1637 hield hij de wacht aan het rijshooft van Lillo; 4 wederom vermeld als kapitein op 4-10-1638, toen commies Pieter de Gomme hem van een zodanige hoeveelheid turf en kaarsen diende te voorzien, als nodig werd geacht voor een corps de garde. 5
2.
Willem Claessen van Leeuwen, geb. Nieuwkoop; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot hij ontslagen werd op 11-5-1715. 6
3.
Gillis van Leeuwe, vermeld als schipper op één van de “opslagschepen” van het gewest Zeeland te Lillo op 7-3-1722. 7
4.
Sara Catharina van Leeuwen, kwam op 29-6-1730 met attestatie van Lillo naar Sluis, vermoedelijk als echtgenote van een militair. 8
5.
Jan van Leeuwen, afkomstig uit Lillo; vertrok als oploper met het VOC-schip “Opperdoes” op 12-5-1735 naar Batavia; arriveerde in Batavia op 20-12-1735; overl. Batavia 9-10-1736. 9
1 ZA, SZ, inv. 494, 14-2-1634, fol. 199 v en 24-6-1634, fol. 309 v.
63
2 ZA, SZ, inv. 494, 16-6-1634, fol. 295v en inv. 495, 12-8-1634. 3 ZA, SZ, inv. 496, 7-5-1636, fol. 82. 4 Idem, 12-8-1637, fol. 137. 5 ZA, SZ, inv. 497, 4-10-1638, fol. 167. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7343 en NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2540. 7 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2543. 8 ZA, arch. Herv. Gemeente Sluis, inv. 147, Lidmatenregister Sluis 1700-1769. 9 NA, VOC-archief, inv. 12929, fol. 101.
Leeve, van Andreas Carolus van Leeve, tr. Joanna de Winter; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b.
Maria Christina van Leeve, begr. Lillo (r.k.) 1-4-1791. Maria Christina van Leeve, 2-3-1792.
Leevens Jacob Leevens, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot 31-12-1704. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363.
Leewer N.N. Leewer, verbleef als luitenant en zeeofficier in september 1747 in de vloot bij Lillo.
1
1 ZA, SZ, inv. 1377.2, brief van R. van Kinschot aan de GR van Zeeland d.d. 28-9-1747.
Leezel (ook: Sezel) Willem Leezel, kanonnier; 1 begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 14-11-1775; tr. Anna Catarina de Jong, overl. Lillo 1-2-1775; uit dit huwelijk: a. b.
Johanna Sezel, 2 kind uit het Weeshuis, overl. fort Lillo 25-1-1781. Johannes Leezel (Sezel), 16 jaar oud op 12-11-1784; arriveerde op 5-11-1784 met drie andere wezen vanuit fort Lillo in het Armweeshuis van Middelburg; 3 zijn onderhoudskosten kwamen nog tot zeker maart 1791 ten laste van de diaconie van fort Lillo. 4
1 Leezel is een plaatsnaam; zie het trouwboek van de geref. kerk van Bergen op Zoom, otr. 25-12-1744, p. 148. 2 Aangenomen moet worden dat de naam Sezel berust op een schrijffout. 3 VZS, nr. 32, p. 209 (per abuis omschreven als Johannes Leeser). 4 ZA, RB, inv. 258, fol. 30.
64
Lefeber Zie Lafeber.
Legal Antoine Legal, geb. Bordeaux; weduwnaar; laatst wonend in Londen (Parochie St. Anne); otr. Lillo 11-11-1761; tr. aldaar 15-11-1761 Francoise Gendre, geb. Londen; Parochie St. Anne.
Legast, de Jan de Legast, verm. militair; tr. Maria Thomas; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Lowys de Legast, 1-4-1630; getuigen: J. van Bruninck van Often, Hans Nys, juffr. Lowyse Robbe en Janneken Walrave.
Leger, de 1.
Adriaen de Leger, tr. Joanna Rottier; dochter van Cornelis Rottier en Katelijne Cauwe; zij overl. vóór 10-10-1749 en liet in Nattenhaasdonk twee hofstedekens na; 1 uit dit huwelijk: 2 a. b. c. d. e. f.
2.
Joanna Maria de Leger. Katelijne de Leger. Pieter de Leger. Engelbert de Leger. Barbara de Leger, tr. Jacob van der Leenen. Jozef de Leger, zie verder nr. 2.
Jozef de Leger (zoon van nr. 1), overl. Doel 30-4-1745; 3 tr. (1) Katelijne Roelen, dochter van Antoon Roelen, weduwe van Cornelis Spijtincks; 4 zij overleed te Doel in april 1736 zonder nakomelingen; 5 tr. (2) Isabella van Duyse (ook: Van Duppen), overl. Doel kort voor 1-4-1741; tr. (3) Elisabet van Miegem; zij hertr. Anthony Hulst; 6 uit het tweede huwelijk (met hun leeftijd op 1-4-1741): 7 a. Jozef de Leger, 2 jaar. b. Anna Margareta, 11 maanden. Hun voogden waren Lundert Roelen en Engelbert de Leger. Heyndrick Dhaes was hun oom van moederskant. uit het derde huwelijk (met hun leeftijd op 15-1-1746): 8 c. Adriana de Leger, 3 jaar. d. Peternelle de Leger, 14 maanden. Hun voogden waren Engelbert de Leger, Lundert Roelen en Jan Perdaens.
1 RAB, DK, inv. 27, fol. 15 v, 10-10-1749. 2 Idem, fol. 278, 29-9-1752. 3 Idem, fol. 62 v, 15-1-1746. 4 RAB, DK, inv. 24, fol. 321 v, 21-11-1735.
65
5 RAB, DK, inv. 25, fol. 221 v, 20-12-1738. 6 RAB, DK, inv. 27, fol. 54 v, 13-12-1745. 7 RAB, DK, inv. 25, fol. 313 v, 1-4-1741. 8 RAB, DK, inv. 27, fol. 62 v, 15-1-1746.
Legra Jan Legra, vermeld op 24-9-1692; tr. Maria Lichtendach, dochter van Pieter Lichtendach (zie aldaar); 1 uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jan Legra, 26-10-1681; getuigen: Lieven Lievens en Janneken Verstraate.
1 RAB, DK, inv. 19, fol. 94, 24-9-1692.
Leij, de Arnoldus de Leij (Lij), benoemd tot vaandrig in de compagnie van Guilliaam Alvarez in het regiment van Gideon Soute op 1-1-1747; 1 behoorde tot de 30 officieren uit het regiment van generaal Gideon Soute die in 1747 door Franse troepen (waarschijnlijk in of nabij het fort Lillo) krijgsgevangen werden gemaakt; 2 begr. in de Grote Kerk van Bergen op Zoom 18-2-1749. 3 1 ZA, SZ, inv. 1673, fol. 29. 2 ZA, SZ, inv. 739, ongefol. 3 Er werd dubbel “kerkeregt” voor betaald: fl. 16 (MHC Bergen op Zoom, Begraafboek Krankenbezoeker 16781774).
Leijnssen 1.
W. Leynssen, was in de periode 1-10-1599 tot 1-3-1600 pachter van de impost op het vat zout te Lillo en Liefkenshoek. 1
2.
Jaspar Leijnssen, werd in 1634 te Lillo betaald voor het leveren van dakpannen; 2 op 54-1639 werd hem door de Gec. Raden een som van ₤ 33:3 toegekend wegens het leveren van moppensteen (gebakken metselstenen) voor de poort van Lillo; 3 op 24-41640 verzocht hij de Gec. Raden om arrest te mogen leggen op de gage van Michiel Gillissen, wegens een resterende schuld van ₤ 8:16 voor het leveren van steen. 4
3.
Jan Leijnssen, op 29-8-1641 werden de twee nieuw te bouwen redoutes op Liefkenshoek aan hem en Gillis Fransen uitbesteed voor ieder een bedrag van ₤ 230; 5 op 23-9-1641 werd hem ₤ 76:13:4 toegezegd als eerste betaling van zijn bedongen loon als aannemer van een redoute op Liefkenshoek. 6
4.
Cornelis Leijnssen, op 29-8-1641 werd het verzorgen van vier grote en zes kleine batterijen te Liefkenshoek aan hem uitbesteed voor een niet nader genoemd bedrag. 7
66
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 270, fol. 141-143. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79880. 3 ZA, SZ, inv. 497, 5-4-1639, fol. 58. 4 ZA, SZ, inv. 498, 24-4-1640, fol. 49 v. 5 Idem, 29-8-1641, fol. 331. 6 Idem, 23-9-1641, fol. 346 v. 7 Idem, 29-8-1641, fol. 331 v.
Leijpen N.N. Leijpen, korporaal; betaalde in december 1701 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:3:0 wegens een legaatje. 1 1 ZA, RB, inv. 276.
Leijs(sens) 1.
Laurens Leijssens, vermeld als veerman op het fort Kruisschans op 20-7-1656. 1
2.
Peeter Leijs, als eiser en als gedaagde vermeld tijdens processen te Lillo-Zuidland in de periode 1658-1679; 2 eiste op 14-1-1664 betaling van arbeidsloon (fl. 20) uit 1654; 3 is verm. nr. 3.
3.
Petrus Leijs (verm. identiek met nr. 2), tr. Petronilla Keijpers; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Maria Leijs, 1676. b. Petronilla Leijs, 11-2-1682; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-5-1682. Op 22-12-1678 en op 31-12-1678 werden twee kinderen van Petrus begr. (r.k.) te LilloKruisweg.
4.
Anna Leijs, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-2-1696.
1 ZA, SZ, inv. 508, 20-7-1656. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27, 14-1-1658, en inv. 28, o.m. 27-6-1661, 9-10-1662, 9-3-1665 en 10-7-1679. 3 Idem, inv. 28, 14-1-1664.
Leliaert Adriaen Leliaert, vermeld te Doel op 14-3-1691. 1 1 RAB, DK, inv. 18, fol. 295 v, 14-3-1691.
67
Lelie, van (der) 1.
Claes Leendertsen van der Lelij, afkomstig uit Maassluis; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705; 1 in 1706 was hij op dit schip werkzaam als koksmaat. 2
2.
Gaspar Frederik de Lelie (Lely), geb. Sluis; was in dec. 1743 kapitein-luitenant in het regiment van brigadier Evertsen in het garnizoen te Oudenaarde; was kapitein in het regiment van luitenant-generaal Montese in het garnizoen te Lillo in maart 1755; benoemd tot majoor bij het tweede bataljon in het regiment van luitenant-generaal Evertsen op 21-4-1766; 4 verbleef in april 1760 in het garnizoen te Bergen op Zoom; 5 begr. in de Grote Kerk van Bergen op Zoom 28-1-1769; 6 otr. Bergen op Zoom (als j.m.) 28-12-1743, tr. aldaar 5-1-1744 Anna Maria van der Wal, geb. Brussel, toen wonend in Bergen op Zoom. 7
3
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363 en 7838/7432. 2 Idem. 3 Hij is mog. verwant met Frederik van Lely die van de Raad van State op 19-12-1731 commissie verwierf als sergeant-majoor (wachtmeester) van [het Staatse garnizoen te] Yperen (NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1537, fol. 224 v). 4 ZA, SZ, inv. 1673, fol. 224. 5 MHC Bergen op Zoom, trouwboek geref. kerk Steenbergen 1749-1779, otr. 19-4-1760. 6 De klok luidde 3 uren; de begraafkosten bedroegen fl. 37 en 18 stuivers (MHC Bergen op Zoom, Begraafboek Krankenbezoeker 1678-1774). 7 In de bewerking van de aantekeningen van Van der Baan van het trouwboek van de fortkerk van Lillo door G.E. op ’t Hof d.d. oktober 1970 (zie ZA, Verz. Gen. Afsch. inv. 130, nr. 409) staat foutief dat dit paar te Lillo ondertrouwde op 26-3-1755. In de aantekeningen van Van der Baan zelf komt deze ondertrouw niet voor. Aannemelijk is wel dat De Lelie in maart 1755 in Lillo verbleef.
Lembergh(en), van Bartholomeus van Lembergh (Lembergen), geb. Vrasen; vermeld te Doel op 27-9-1706; 1 otr. Liefkenshoek 12-2-1700, tr. aldaar 7-3-1700 Mayken (Maria) Wouters Dronkers, dochter van Wouter Dronkers en Christijntje Centse Keuvelaar, weduwe van Philip de Maeyer, beide wonend in Doel. 1 RAB, DK, inv. 21, fol. 50, 27-9-1706.
Lemens, van Franchois van Lemens, fortificatiemeester te Antwerpen in 1579; werd op 22-7-1579 (samen met zijn collega Adriaen van Breen) door het stadsbestuur van Antwerpen belast met het toezicht op een versterking van het fort Lillo. 1 1 Antwerpsch Archievenblad, deel 15, p. 462.
68
Lemmanich (Lemannigh, Lemmenich, Lenningh) Jacob Lemmanich (Lemannigh, Lemmenich, Lenningh), werd op 5-12-1668 benoemd als majoor en commies op het fort Frederik Hendrik in plaats van Jacques Fasseau; 1 werd als zodanig opgevolgd op 24-12-1670. 2 1 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 117; ZA, SZ, inv. 665, 4-4-1669. 2 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 117; ZA, SZ, inv. 667, 27-8-1671.
Lemmen(s) 1.
Joos Lemmens, aannemer/metselaar in de polder van Lillo, vermeld op 30-4-1657 en 17-12-1674. 1
2.
Guilielmus Lemmens, benoemd tot vrijschipper te Lillo op 22-9-1685; was eerder knecht van de vrijschipper Jan Cuijper en later van diens weduwe Aelien Conincx; 2 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-4-1708.
3.
Franciscus (Francois) Lemmens, schipper te Lillo; bezat een kromstevenschip en een huis met erf te Lillo; werd op 16-11-1691 benoemd tot vrijschipper te Lillo, Doel en St. Anna-Ketenisse; 3 was op 14-11-1692 (wonend te Lillo) fl. 225 schuldig aan Elisabeth Doogen, weduwe van Christoffel Knollaert; 4 vermeld als inwoner van Lillo op 15-21695; 5 tr. (1) Josina Soetaers; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 23-9-1689 Christina Vermeren; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Maria Lemmens, 8-7-1683.
4.
Joannes Lemmens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-12-1692.
5.
Joanna (Anna) Lemmens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-5-1694.
6.
Jacop Lemmens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-12-1701.
7.
Cornelius Lemmens, verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-8-1702; tr. r.k. LilloKruisweg 26-2-1702 Elisabeth Pooters.
8.
Christoffel Lemmens (Leenmans), afkomstig uit Haegh [= ’s Gravenhage]; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1703. 6
9.
Adolphus Lemmens, afkomstig uit Haeije [’s Gravenhage?]; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-121703 tot 31-12-1704. 7
10. Adam Lemmen, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 25-7-1741. 11. Catharina Lemmens, was in 1769 dienstmeid bij de predikant toe Laer te Lillo; was 32-1769 vroegtijdig vertrokken; 8 zij trouwde met de schoenmaker Pieter van der Goten,
69
weduwnaar van Catharina Franssen (zie aldaar); 9 zij testeerde met hem te Lillo op 2111-1774; 10 op 27-11-1774 werd zij te Lillo-Kruisweg begraven (r.k.). 12. Petrus Joannes Lemmens, was in 1755 knecht op de boerderij van de weduwe van Arnout Huyser in Lillo-Zuidland; 11 was in 1770 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 12 schepen van Lillo en Zuidland in 1783, 1784, 1785 en 1786; 13 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 25-6-1765 Amelberg Michielsen, weduwe van Arnoldus Lambrechts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Catharina Lemmens, 24-6-1768; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-7-1768.
13. Jacobus Lemmens, militair; kwam 15-7-1783 met att. van Lillo naar Grave; vertrokken aldaar 20-12-1784. 14 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27 en 28. 2 ZA, SZ, inv. 693, 22-9-1685. 3 ZA, SZ, inv. 699, 16-11-1691. 4 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Cornelis van Booren, inv. 336, akte nr. 37. 5 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 339, akte nr. 9. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7343. 7 Idem, inv. 7363. 8 ZA, SZ, inv. 1941, 3-2-1769. 9 ZA, SZ, inv. 1943, 5-5-1775. 10 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 381. 11 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 13 Zie voor de bronnen het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 14 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74.
Lemssens 1.
Marten Lemmsen, schepen van Doel-Kieldrecht in mei 1581 en juni 1583. 1
2.
Jacob Lemssens, zoon van Pieter Lemssens en Maria de Wolf; overl. Doel 27-4-1780; tr. (1) Maria Broers; tr. (2) Katelijne van Croonenborch, dochter van Jan Baptist van Croonenborch en Petronella Beck; zij hertr. Jacob de Maeyer; uit het tweede huwelijk (met hun leeftijd op 27-5-1781): 2 a. Maria Petronella Lemssens, 19 jaar. b. Pieter Jacob Lemssens, 14 jaar. c. Adriaan Jacob Lemssens, 12 jaar; was gehuwd op 12-3-1792. 3 d. Jan Frans Lemssens, 8 jaar. e. Jan Cornelis Lemssens, 7 jaar. Hun voogden waren Jan Cornelis van Croonenborch en Merten de Bruyn.
70
1 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 2 RAB, DK, inv. 32, fol. 373, 27-5-1781; zie ook: RAB, DK, inv. 33, fol. 288, 14-6-1783. 3 RAB, DK, inv. 35, fol. 238.
Lenaerts (zie ook Leender(t)s) 1. Jacob Leenertszn, 40 jaar oud op 19-3-1605; verm. identiek met Jacob Leenderts (= Leenderts ad 1); schipper te Lillo; ruilde toen met de schipper Hans van Nuffelen zalm (bestemd voor Antwerpen) tegen hout (bestemd voor Lillo); 1 leverde in 1614-1615 Hollandse steen voor reparaties te Liefkenshoek; 2 mog. identiek met Jacob Leendertszn., alias Swart Jacobge, vermeld als schipper te Lillo op 14-1-1632 wegens het afleveren (te Lillo) van twee balen “canefas”. 3 1a
Pieter Leenaerts, woonde in Doel; tr. Anneken Ariessen [Adriaensen]; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Ariaen Leenaerts, 29-1-1625; getuigen: Anneken Mens en Ariaenken Govaarts.
1b
Anthony Leenaart, verm. militair; tr. Janneken Vrettingh; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Leenaart Leenaarts, 12-2-1625; getuigen: Jan Markey en Mayeken de Gomme.
1c Pieter Leenaerts, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 4 1d Geert Leenaerts, woonde in Doel; tr. Cathaline (Leyntie) Verstraten; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. 1e
Margriet Leenaerts, 11-11-1629; getuigen: Aryen Leunis en Margriet Verstraten. Cornelia Leenaerts, 25-12-1631; getuigen: Geert Jansen en Sara Leunissen.
Jacob Leenaerts, tr. N.N. [onleesbaar]; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Leenaart Leenaerts, 30-10-1639; getuigen: Pieter Jansen van Kruyningen, Jan Zeegers, Louwts Koujaart en Mayeken Machiels.
1f Peer Lenaert, was op 2-6-1645 korporaal in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 5 1g Renier Lenderts, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 6
71
2.
Gerardus (ook: Charles) Lenaerts, woonde in de polder van Lillo, verm. aannemer, vermeld op 2-3-1671; 7 was 27-1-1676 Heilige Geestmeester te Lillo-Zuidland; 8 leende 17-5-1677 (vermeld op 28-6-1688) geld van de Armen van Lillo-Zuidland; kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland; 9 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-12-1683; tr. Ludovica (Louisken) Maes; vermeld als pachteres in de polder van Lillo in 1694; bezat toen vier werkpaarden; tot haar fiscale huishouden behoorden toen haar zoon Pieter en dochter Maria (beide ouder dan 15 jaar), het kind Elisabeth de Bommel (10 jaar oud), een knecht, een meid en een schaapwachter van 11 jaar oud (i.c. Anthoni N.N.); 10 zij tr. (2) Lillo-Kruisweg 22-3-1685 Joannes Cornelis Buijlens en tr. (3) Lillo-Kruisweg 8-1-1692 David Danis; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Petrus (Peeter) Lenaerts, 27-9-1674; in 1709 vermeld als crediteur en debiteur te Lillo-Zuidland. 11 b. Catharina Lenaerts, 13-9-1676. c. Leonardus Lenaerts, 1679; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-1-1679. d. Joanna Lenaerts, jan. 1681. Voorts: e. Maria Lenaerts, als dochter vermeld in 1694, ouder dan 15 jaar. f. David Lenaerts (Lenders), als zoon vermeld in 1693; 12 zie nr. 10. g. Jan Lenaerts; als broer van David en Peeter vermeld op 13-5-1709; woonde toen in Zandvliet. h. Cornelis Lenaerts, als broer van David vermeld in 1709. 13 3.
Pieter Lenaerts, overl. vóór 1-8-1678; 14 tr. Geertruy de Backer, dochter van Jacob de Backer; zij hertr. Guilliam Jacobs; zij kocht uit de boedel van haar ouders land te Doel op 1-18-1678; verkocht 14-12-1682 land in de polder van Keetenisse aan Pauwel de Vlieger; zij was op 4-9-1683 nalatig om dijkgeschot te betalen; 15 uit dit huwelijk: 16 a. b. c.
Jacob Lenaerts, ouder dan 25 jaar op 14-12-1682. Katelijne Lenaerts, idem; tr. Adriaan Gijsen. Voorts vijf minderjarige kinderen, waarvan de oudste twee op 14-12-1682 voogd waren.
4.
Antoon Lenaerts, op 15-3-1680 met echtgenote vermeld als mede-erfgenamen van Pieternelle de Raet, die een huisje naliet in Ouden Doel; tr. Janneken Leemans, dochter van N.N. Leemans en Pieternelle de Raet. 17
5.
Niklaas Lenaerts, geb. ca. 1683; als belastingplichtige in de polder van Lillo vermeld in 1718; 18 tr. (1) Ida Peeters; zij werd op 9-7-1711 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 13-3-1712 Catherina Geerts (Caerts) (dochter van Adriaan Quirinus Geerts en Dymphna Geldermans); zij werd op 3-6-1714 begr. (r.k.) te LilloKruisweg; uit het tweede huw.: a.
Joannes Lenaerts, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 17-1-1713; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-2-1713.
72
6.
Benedikt Lenaerts, was met echtgenote op 18-3-1688 betrokken bij de kaveling van land in de polder van Doel, afkomstig van zijn schoonfamilie; tr. Anna van de Kerckhove. 19
7.
Cornelis Leenaars (= verm. Lenaerts), ged. Stabroek 6-5-1675, zoon van Joannes Lenaerts en Adriana Johannesdr. Wilms; komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 20 was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-121701 tot 18-2-1702. 21
8.
Pieter Lenaerts, tr. Petronella Smits; overl. Doel 4-12-1704; zij erfden op 5-12-1705 van Jan van Causbroeck te Bornem. 22
9.
Maria Lenaerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-7-1706.
10. David Lenaerts, zoon van nr. 2; komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 23 was in 1694 knecht op de boerderij van Arnout Joossen in de polder van Lillo; 24 landbouwer; pachter van de Blauwhoeve op de Cruysweg in de polder van Lillo; leverde in 1704 stro voor het garnizoen te Lillo; 25 schepen van Lillo en Zuidland in 1709, 1710 en 1711; 26 tot zijn huishouden behoorden in 1709 zijn broer Cornelis Lenaerts en voorts twee knechten en twee meiden; 27 staat en inv. maart 1711; liet bezit na ter waarde van fl. 2.449 en 5 stuivers; na aftrek van schulden resteerde fl. 1.972 en 16 stuivers; 28 testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 14-10-1708; 29 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-3-1711; 30 tr. (1) Elisabeth Wouters; zij werd op 29-11-1708 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) Catharina Noorthoeck; zij hertr. Joachim Modereel (zie aldaar); 31 uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Maria Lenaerts, 15-11-1708; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-1-1709.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: b. Joanna Francisca Lenaerts, 30-12-1710; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-1-1711. 11. Peeter Lenaerts, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te LilloKruisweg betreffende de periode 1692-1708; 32 had op 27-5-1709 en 10-6-1709 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Cornelis van Houwen. 33 12. Martinus Lenaerts, had op 8-11-1751, 13-12-1751 en 4-12-1752 als vader en voogd van zijn minderjarige zoon samen met Peeter Lucas (zijn schoonzoon) en zijn zonen Martinus, Frans, Gommarus en Cornelis Lenaerts (als eisers) in Lillo-Zuidland een geschil met de weduwe van Arnoud Huijsers, Catharina Poelmans; het geschil ging over de betaling van fl. 380; 34 tr. N.N.; uit dit huw: a. b. c. d.
Joanna Lenaerts, tr. Peeter Lucas Martinus Lenaerts. Frans Lenaerts, zie verder nr. 13. Gommarus Lenaerts, zie verder nr. 14.
73
e. f.
Cornelis Lenaerts. N.N.
13. Franciscus Lenaerts (zoon van nr. 12), arbeider in Lillo-Zuidland in 1755; 35 vermeld te Lillo-Zuidland op 16-6-1760; kon toen niet schrijven; 36 op 6-7-1761 te Lillo-Zuidland vermeld als gedaagde in een proces met de drossaard Lasson; 37 was in 1766 40 jaar oud; woonde toen in de polder van Lillo; 38 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-2-1773; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 5-7-1744 Joanna Maria Jaspers; zij werd op 25-5-1759 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 8-7-1759 Elisabeth Michielsen; 39 zij werd op 6-5-1764 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Anna Cornelia Lenaerts, 14-7-1745. Joannes Franciscus Lenaerts, aug. 1748; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-21773. c. Isabella Lenaerts, dec. 1752; begr. Lillo (r.k.) 21-8-1787; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 32-1774 Antonius van Aer(d)en. d. Joanna Elisabeth Lenaerts, 21-11-1756; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-41773. uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: e. Martina Lenaerts, 3-5-1760. f. Anna Catharina Lenaerts, 27-6-1762. Op 30-11-1762 werd een kind van Franciscus te Lillo-Kruisweg (r.k.) begraven. 14. Gommerus Lenaerts (zoon van nr. 12), had op 31-8-1744 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met de landbouwer Willem Pippinckx (zie aldaar); hij eiste betaling van bodeloon als dienstknecht ad fl. 21 over de periode van 10 maart tot half juni 1744 à fl. 6 per maand; 40 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 14-7-1748 Maria Dingemans. 15. Joanna Lenaerts, tr. r.k. Lillo-Kruisweg juni 1758 N.N. 16. Petrus Lenaerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-1-1742. 17. Andreas Lenaerts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-4-1750. 18. Joanna Lenaerts, geb. Ekeren ca. 1759; vestigde zich in 1779 in Lillo-Zuidland; was in 1796 dienstmeid bij de onderpastoor Verrijd. 41 1 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 29 B, akte 350, fol. 485. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 143. 3 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 149, akte 44, fol. 111. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 13; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843. 6 Idem. 7 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.
74
8 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 9 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts. 10 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 18-2-1709, 13-5-1709, 10-6-1709 en 15-7-1709. 12 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 358. 13 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 14 RAB, DK, inv. 16, fol. 1, 1-18-1678. 15 Idem, fol. 238, 4-9-1683. 16 Idem, fol. 198, 14-12-1682. 17 Idem, fol. 30, 15-3-1680. 18 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 19 RAB, DK, inv. 18, fol. 78, 18-3-1688. 20 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 21 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7324. 22 RAB, DK, inv. 20, fol. 254 v, 5-12-1705. 23 Parochielijst Lillo-Kruisweg 1692-1708, op. cit.. 24 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 25 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80880, fol. 36. 26 Zie voor de bronnen het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 27 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 28 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 29 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 30 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 31 M. Bollen (red.), Lillo in goede en in slechte dagen, Ekeren 1997 (bijzondere uitgave van Polderheem, jrg. 32, nr. 2, 1997, p. 10. 32 Parochielijst Lillo-Kruisweg 1692-1708, op. cit.. 33 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 27-5-1709 en 10-6-1709. 34 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 8-11-1751, 13-12-1751 en 4-12-1752. 35 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
75
36 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 17, ongefol. 37 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 6-7-1761. 38 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout te Stabroek, inv. N 3057, akte nr. 27. 39 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 8-11-1751, 13-12-1751 en 4-12-1752. 40 Idem, 31-8-1744. 41 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Lendonck, van Sebastianus van Lendonck, tr. Anna Testers; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
a. Anna Isabella van Lendonck, 6-11-1750. b. Elisabeth van Lendonck, 25-5-1752.
Lennep, van Johan van Lennep, verm. militair; tr. Johanna N.N.; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Gerardus Ernestus, 24-3-1704; getuigen: Martinus Creuts en Catharina Creuts.
Lennyngen, van (Zie ook Lemmanich) Berent van Lennyngen, was als aannemer betrokken bij de bouw van de nieuwe stenen poort te Liefkenshoek in 1614. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 114.
Lens 1.
Jan (Joannes) Lens, op 6-7-1761 te Lillo-Zuidland vermeld als gedaagde in een proces met de drossaard Lasson; 1 was in 1762 en 1781 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 2 op 27-2-1777 vermeld als executeur en voogd; 3 was in 1779 pachter van grond in de polder van Lillo, grenzend aan de Soeckwegh; 4 begr. Lillo (r.k.) 12-1-1788; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 30-3-1757 Maria Catharina Woumans, zij werd op 13-6-1768 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; boedelboni fl. 2.497, boedelmali fl. 1.183; 5 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 16-8-1768 Maria Catharina Eggermonts; zij werd op 28-1-1782 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit het eerste huw. r.k. ged. Lillo: a. b. c. d.
Maria Elisabeth Lens, 23-6-1758; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-9-1783. Maria Anna Lens, 25-7-1759; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-12-1777. Joannes Josephus Lens, 19-2-1761; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-4-1761. Joanna Catharina Lens, 25-7-1762; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 18-10-1784 Petrus Joannes van Raemdonck.
76
e. f. g.
Maria Catharina Lens, 31-1-1764; begr. Lillo (r.k.) 27-5-1796; tr. r.k. Lillo 2-41788 Cornelius van Duijnen. Joannes Cornelis Lens, 16-3-1766; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-6-1766. Joanna Jacoba Lens, 4-2-1768; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-10-1768.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: h. Anna Catharina Lens, 26-9-1769; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-9-1769. i. Cornelius Lens, 24-8-1770. j. N.N. Lens, kind van Joannes (mog. identiek met nr. i); begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-8-1771. k. Jacobus Lens, 3-10-1772; zie verder nr. 2. l. Joanna Jacoba Lens, 6-7-1775; tr. Joannes Franciscus Janssens, geb. Ekeren; dit paar woonde in 1796 in Muysbroek-Ekeren. 6 m. Joanna Maria Lens, 4-9-1777; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-5-1787. n. Anna Cornelia Lens, 12-3-1779. o. Martina Lens, 4-2-1781; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-10-1781. p. (verm.) Martina Lens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-9-1783. 2.
Jacobus Lens (zoon van nr. 1), tr. Maria Catharina van Bouwel; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Joanna Catharina Lens, 18-7-1797.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 6-7-1761. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 3 ZA, SZ, inv. 2005. 4 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, inv. N 3061, nr. 55. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 25. 6 RAA, Volkstelling Ekeren 1796.
Lent, van Augustinus van Lent, tr. Maria Gemps; weduwe van Gillis Maes; uit dit huwelijk, vermeld te Doel-Kieldrecht (met hun leeftijd op 12-7-1734): 1 a. b. c.
Pieter van Lent, 8 jaar. Maria van Lent, 4 jaar. Antoon van Lent, 20 maanden.
1 RAB, DK, inv. 24, fol. 256 v, 12-7-1734.
Lenyssen Jan Lenyssen, woonde in Doel; tr. Esther Huyberts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Abraham, 15-9-1630; getuigen: Isebrant Smit, Paulus Steenwinkel, Cathalena de Swarte en Janneke Meulers.
77
Lepa, Lapa, Lupa Martyn (Meerten) Lepa (Lapa, Lupa), verm. militair; doopgetuige Liefkenshoek 13-7-1642, 5-2-1645, 26-2-1645 en 16-3-1659; tr. Tanneke Poorters (Poorte, Portos); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d.
Jacob Lupa, 4-1-1643; getuigen: Nicolaas Caljo, Joris Reygers, Bette Verdicx en Mayeken Berbiliaerts. Janneken Lapa, 2-10-1644; getuigen: Samuel Jansen, Gillis Cartie en Passchyntie Bernaarts. Abraham Lepa, 28-4-1647; getuigen: vaandrig Oliphant, Jacob Flammery en Martyntie Goeman. Lieven Lepa, 23-6-1652; getuigen: Barbilias Cornelissen Verlicht en Sloor Karlier.
Lepelaer 1.
Johan Francois Lepelaer, ged. Amsterdam 22-1-1698 (Zuider Kerk), zoon van Frans Lepelaer en Maria van der Velden; was in juni 1722 soldaat onder Van Piershil in het garnizoen te Bergen op Zoom; otr. (geref.) aldaar 27-5-1722, tr. aldaar (met attestatie naar Liefkenshoek) 18-6-1722 Josina Vreecke (Vereecke, Wreeck), geb. Bergen op Zoom, weduwe van Pieter Marto (ook: Morte); 1 doopgetuige Bergen op Zoom (r.k.) 48-1725.
2.
Joannes Baptista (Jan) Lepelaar, woonde in Doel; 2 veerman; verzocht op 4-4-1760 om te mogen havenen in Liefkenshoek met zijn hengstschuit; hij verzocht om vrijstelling van pacht wanneer hij naar Antwerpen en Lillo voer; dit verzoek werd op 1-5-1760 ingewilligd; hij diende zich in Liefkenshoek te vestigen en aan passagiers en bevrachters geld te vragen voor zijn diensten (voor iedere passagier op Antwerpen 4 stuivers); op 3-10-1760 bleek hij onwillig om in Liefkenshoek te wonen; hij weigerde bovendien een keer om naar Antwerpen te varen; 3 daarop werd zijn akte als veerman ingetrokken op 20-10-1760; 4 overl. in 1761.
3.
Pieter Lepelaer, was in 1755 knecht op de boerderij van Frans Domus in LilloZuidland. 5
1 Dit huwelijk is ook vermeld in het trouwboek van Liefkenshoek, gedateerd op 21 juni 1722. 2 Hij is mog. identiek met Joannes Baptist Lepelaer, tr. r.k. Doel 2-6-1737 Joanna Weijmans. 3 ZA, SZ, inv. 1937, 3-10-1760. 4 ZA, SZ, inv. 1954, fol. 3, 12, 22 en 26. 5 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
Leplat Bries Joseph Leplat, afkomstig van Lillo; 1 vertrok als soldaat op 18-12-1785 met het VOCschip “Draak” naar Ceylon; overl. aan boord van dit schip 19-5-1786. 2
78
1 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 2 NA, VOC-arch., inv. 6740, fol. 197.
Lerche Johan George Lerche, geb. in Silezië; was in juli 1703 luitenant in het regiment van Ernst Willem van Salisch (zie aldaar); dit regiment (of een onderdeel daarvan) verbleef in juli 1703 “in het leger te Lillo”; waarschijnlijk was Lerche betrokken bij de Slag bij Ekeren op 30-6-1703; otr. (als j.m.) Bergen op Zoom (geref.) 24-7-1703 (de ondertrouw werd namens de bruidegom aangegeven door Johan Turcq krachtens een procuratie te Lillo d.d. 21-71703 opgesteld door de auditeur van Lillo, Cornelis van Schetsen, en met (een latere) att. van Breda d.d. 13-8-1703); 1 overl. vóór 13-1-1729; tr. Breda (Grote Kerk) 16-11-1703 Maria Prangers, j.d. van Roosendaal; zij overl. Breda 13-1-1729 en werd daar begr. 18-11729, omschreven als weduwe van luitenant Lerch. 1 De genoemde Johan Turcq was in Bergen op Zoom notaris en procureur.
Lescofflie Thoma Lescofflie, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 9; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Lespijne Andries Lespijne, ontving in november 1645 £ 28:10 wegens werkzaamheden te Lillo.
1
1 ZA, SZ, inv. 500, 14-11-1645. De familienaam is vermoedelijk oorspronkelijk De l’Espine; zie bijv. Francois de l’Espine, j.m. uit Frankrijk, in maart 1638 soldaat onder Famars, otr. Bergen op Zoom 17-3-1638, tr. aldaar 13-41638. Op 25-1-1634 is Justinus de Lespine vermeld als vaandrig in de compagnie van Johan de Coninck te Steenbergen; hij testeerde toen, reeds langdurig ziek (MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 10). Zie ook Jehenne de Lespine, echtgenote van Jaspar de Busigny (zie aldaar).
Lesquier Nicolaas Lesquier, verm. militair; tr. Elisabet Engels; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Geeraert Lesquier, 10-3-1675; getuigen: Jan Geersinck en Susanna de Munninck.
Lestray, de Jacobus de Lestray, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-5-1699.
Lesux, de Samuel de Lesux, was op 2-6-1645 piekenier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1
79
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Lettes Antonij Lettes, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 11; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Leu, le (de) 1.
Bernaert le Leu, door Robert graaf van Leycester benoemd tot commies van de ammunitiën te Lillo en Liefkenshoek op 13-6-1587. 1
2.
Geervaert [?] le Leu, maakte op 14-1-1589 een inventaris van de munitie in de forten van Lillo en Liefkenshoek; 2 verm. identiek met nr. 1.
3.
David de Leu, geb. Goedereede, zoon van Johan de Leu (baljuw van Goedereede en Westvoorne 1618-1661, overleden te Goedereede in 1661) en één van diens echtgenotes, te weten, een dochter van Jean Wieland of Anna Neuijts; had op 8-4-1665 bezittingen waarvan de waarde werd geschat op fl. 12.000; 3 benoemd tot commies en ontvanger van de convooien en licenten vanwege Holland te Lillo op 7-2-1666; 4 licentmeester van het Hollandse kantoor te Lillo vanwege de Admiraliteit de Maze op 28-5-1666 en 30-8-1675; 5 bezat in 1674 landerijen in Goedereede; 6 overleden vóór 25 september 1685 wanneer te Rotterdam zijn nalatenschap wordt gedeeld tussen zijn minderjarige kinderen, bestaande uit een hoeve met land in het Westnieuwland te Ouddorp; deze hoeve (groot 25 gemeten kostbaar land) was eigendom van Barbara Casteleijn en verërfd voor de ene helft op de kinderen van David de Leu en de andere helft op hun tante Cornelia Dijkland; otr. (als j.m.) Rotterdam 12-10-1664, tr. Delfshaven 29-10-1664 Hugonia Dijcklandt, j.d. van Sommelsdijk, dochter van Job Teunisz. Dijcklandt en Barbera Baltens Casteleijn; uit dit huwelijk: 7 a. a.
Leonard de Leu, op 29 september 1699 koopman in kruidenierswaren te Den Haag. Job de Leu, overl. Goedereede, aangifte impost 23 februari 1745.
1 NA, Raad van State, inv. 1524, fol. 156 [betreft een Franstalige akte]. Er is mogelijk verwantschap met Hans le Leu, benoemd tot chercher van de convooien en licenten vanwege Zeeland te Amsterdam ter assistentie van Cornelis Croone (ZA, SZ, inv. 1668, fol. 50 v en 51). 2 ZA, SZ, inv. 1203I en II, Ingekomen stukken Gecommitteerde Raden, 1589. Er is mogelijk verwantschap met het geslacht Le Leu dat in de 17de eeuw behoorde tot de Hugenootse families in de streek rondom Calais ((W. Minet en W.C. Waller, Registers of the Church of Guines, Londen, Huguenot Society of London, publ. vol. III, 1891). 3 NA, Raad van State, inv. 2145. 4 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 134 v en 135.
80
5 ZA, SZ, inv. 523, fol. 209 v; ZA, SZ, inv. 675, 30-8-1675. 6 VZS, nr. 67, p. 237. 7 Met dank aan Mr. T.N. Schelhaas voor het verstrekken van deze gegevens.
Leunis(sen) (zie ook Pieters) 1.
Daniel Leunisse (Leune), commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1609 tot november 1613. 1
2.
Ingel Leunissen, lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland namens de stad Vlissingen 1608-1631; 2 op 8-3-1614 werd hij door de Gec. Raden aangewezen om de aanbesteding van de reparatie van de fortificatie van Liefkenshoek bij te wonen volgens het plan vastgesteld door de Prins; 3 op 14-10-1614 werd hij door de Gec. Raden gemachtigd tot het opnemen van de derde termijn van de werken te Liefkenshoek; 4 op 19-7-1616 bracht hij rapport uit van zijn werkzaamheden te Lillo; 5 op 19-8-1616 werd hij wederom afgevaardigd naar Lillo om de werken aldaar op te nemen. 6
2a Willem Leunissen, woonde in Doel; tr. Cornelia Willems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]: a. Cornelia Leunissen, 22-3-1626; getuigen: Pieter Cornelis, Jacob Melsen Bogaert, Paschyne Leunis [echtgenote van Jacob Cornelis] en Helena Goetberghe. 2b
Willem Leunissen, woonde in Doel; mog. identiek met nr. 2a; tr. Dingentje Jans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]: a. Aryaentjen Leunis, 18-3-1629; getuigen: Cornelis Braems, Cornelis Jans, Willemken Jans, Betteken Cornelis en Nelleke de Witte. b. Joannes Leunissen, 15-12-1630; getuigen: Jacob Mathyssen, Hendrick Moelenaer, Helena Aryssen en Mayeken Jacobs.
3.
Jacob Leunis(sen), kwam 4-7-1654 met att. van Groede naar Aardenburg; was in 1662 soldaat in de compagnie van wijlen Ferdinand de Chantraine dict Broucqsault; nam met zijn verm. eerste echtgenote 1-10-1662 deel aan het Avondmaal te Sluis; 7 militair in de compagnie van Johan de Vassy; vertrok 19-1-1676 vanuit Sluis naar Liefkenshoek; tr. (1) vóór 1-10-1662 Margarite van Grevelingen; tr. (2) vóór 19-11676 Cornelia Tak; omdat zij in het openbaar had gevochten diende zij in Sluis ten overstaan van de kerkenraad schuldbelijdenis te doen; 8 uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a. Joryne [Josyne?] Leunissen, 30-1-1678; getuige: Maria Willaart.
81
4.
Leunis Pieters; zie Pieters ad 55; woonde in Ouden Doel; overl. vóór 2-4-1692; 9 tr. Adriaenken Snoyens; op 2-4-1692 was zij te oud "om haar kost te kunnen winnen"; 10 uit dit huwelijk: a. b. c.
d. e. f. g. 5.
Cornelis Leunis; overl. kort voor 4-5-1718, verm. te Doel. 11 Lambrecht Leunis. Laureys Leunis, samen met broer Jan en een inwonende neef Cornelis (= 5 d) vermeld op de lidmatenlijst van de fortkerk van Liefkenshoek van maart 1720; 12 werd op 13-4-1722 benoemd als matroos op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo; 13 werd samen met zijn broer Jan in december 1722 in hun huis in de polder van Doel tegen de Scheldedijk, niet ver van de verbinding met de dijk van de Luyspolder, met een knuppel doodgeslagen; 14 bleef ongehuwd. Jan Leunis, vermoord in december 1722; bleef ongehuwd. Pieter Leunis, zie verder nr. 5. Pirijne Leunis, tr. Bartel van Diepenbeeck (zie aldaar). Cornelia Leunis, overl. sept. 1717; tr. Jan (Jansen) Jacobs (zie verder Jansen ad B).
Pieter Leunis(sen) (zoon van nr. 4), verm. geb. Doel ca. 1660; woonde in Ouden Doel; op 30-10-1693 benoemd tot vrijschipper te Lillo, Doel en St. Anna-Ketenisse; 15 zijn schippersakte werd verlengd op 4-6-1699 t/m 5-1-1702; 16 begr. Doel juli 1709, vrijwel tegelijk met zijn tweede echtgenote, met het beste doodskleed, waarvoor 13 schellingen en 4 groten Vlaams werd betaald aan de diaconie van de fortkerk van Liefkenshoek; tevens werd op 7-7-1709 2 gulden betaald voor iedere reis (= begrafenis); 17 tr. (1) Maycken (Maria) Adriaensen, dochter van Petronella Vaen, kleindochter van Simon Vaen; 18 zij overleed in Doel juni 1704; tr. (2) Mechelina Joosen (ook omschreven als Van der Kisten); 19 begr. Doel juli 1709; uit het eerste huwelijk ged. Liefkenshoek: 20 a.
Pieternelle (Petronella) Leunis, 13-6-1694 (getuigen: Johannis Leunis en Pieternelle Vaen); begr. Lillo 13-8-1746, met het beste doodskleed en de grote barrij; 21 tr. Jan Romijn (zie aldaar). b. Adriaen (Ary) Leunis, 23-10-1695 (getuigen: Adriaen Jansen en Dina Gastelaars); zie verder nr. 6. c. Adriana Leunis, 15-9-1697 (getuigen: Cornelis Gastelaer en Neeltie Leunis); tr. (1) Gijsbrecht van Velre; tr. (2) Jan Baptist Marlies. d. Cornelis Leunis, 16-5-1700; getuigen: geen; zie verder nr. 7. e. Johanna Leunissen, 10-4-1701; getuigen: Machiel Mattenburgh en Geertruyt Huyrlants; waarsch. jong overleden. f. Johannes Leunissen, 7-1-1703; getuigen: Machiel Mattenburgh en Esther Adriaensen; waarsch. jong overleden. Voogden van de kinderen ad a t/m d waren Cornelis Leunis en Jan Vaen. uit het tweede huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1707 tot 19-1-1715]: g. Huybrechtken Leunis, overl. Doel vóór 30-6-1733; 22 tr. Louis van den Berge, die te Liefkenshoek als weduwnaar van Hubrechtje op 27-7-1733 hertrouwde met Ammerentia Vercouteren.
82
6.
Ary Leunis (zoon van nr. 5), geb. Ouden Doel, ged. Liefkenshoek 23-10-1695; poonschipper en koopman; 23 vrijschipper van 8-10-1722 tot 27-11-1749; 24 woonde in Doel; bezat sinds 3-6-1735 een huis in het fort Liefkenshoek, op de zuidzijde van het Plein, naast het huis van de predikant en dat van de weduwe van majoor Rijkebag; 25 verkocht dit huis op 28-3-1750 voor fl. 20 aan Gommert Schalk, die toen naast hem woonde; 26 administrerend diaken Liefkenshoek 1735-1736; 27 vermeld als lidmaat aldaar op 20-1-1749; 28 otr. Axel 14-10-1722, tr. aldaar 22-11-1722 Jacomijna Gijsels, ged. Axel 20-10-1699, dochter van Pieter Gijssels en Cornelia Eekman; overl. Axel kort voor 27-12-1775 (datum boedelinventaris); de executeurs van haar boedel verkochten op 27-4-1776 een huis met stal en erf te Axel; 29 uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
b. c. d. e. f. g. h.
7.
Cornelis Leunis (zoon van nr. 5), geb. Doel, ged. Liefkenshoek 16-5-1700; vrijschipper van 1-2-1726 tot 14-5-1744; 31 woonde in maart 1720 in bij zijn ooms Jan en Laureys Leunis, broers van zijn vader; 32 overl. Doel 5-4-1746; 33 otr. (1) Liefkenshoek 4-31724, tr. (1) aldaar 19-3-1724 Pieternella de Bruin, weduwe van Jacob Arysse de Jonge, geb. Ouden Doel; zij kreeg van de diaconie te Liefkenshoek in 1723 1 gulden en 6 stuivers voor het maken van zes hemden; 34 otr. (2) Liefkenshoek 22-6-1726 Janna Passchier Aryssen, geb. Ouden Doel; 35 uit het tweede huwelijk geen kinderen; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a.
8.
Maria Leunis, 19-12-1723; getuigen: Cornelis Leunissen en Adriana Jacobsen; otr. Liefkenshoek 20-4-1743, tr. aldaar 12-5-1743 Job Dronkers, geb. Doel, zoon van Vincent Dronkers en Lena van der Gijsen; testeerde met hem te Lillo 9-5-1771. 30 Pieter Leunis, 15-7-1725; getuigen: Gerrit Vetjes en Cornelia Eekman. Cornelia Leunis, 24-11-1726; getuigen: Pieter Snijders en Janna Paschier Ariesen, vr. van Cornelis Leunis. Cornelis Leunis, 13-2-1729; getuigen: Jacob Janssen en Adriana Leunis; zie verder nr. 8. Anna Leunis, 12-11-1730; getuigen: Pieter Adriaanse en Anna Gijsels. Jacob Leunis, 7-6-1733; getuigen: Louis van den Berge en Sara Gijsels. Jan Leunis, 31-7-1735; getuigen: Jan Vercouteren en Jacomijntje van Kaam. Pieternella Leunis, 25-1-1739; getuigen: Pieter Adriaanse, Cornelia Eekman, Jan Vercouteren en Adriana Jansen; tr. Axel 13-9-1760 Pieter Eekman, ged. Axel 2810-1722, beurtschipper en handelaar, overl. Axel 29-2-1804; Pieternella overleed te Axel 18-3-1813.
Pieternella Leunis, 12-11-1724; getuigen: Ary Leunis en Maria de Bruin; overl. vóór 3-11-1747. 36
Cornelis Leunis (zoon van nr. 6), ged. Liefkenshoek 13-2-1729; (poon)schipper; schipper op het veer van Zaamslag naar Middelburg; overl. Zaamslag 5-3-1801; otr. Zaamslag 26-12-1754 Mechelina van Doorn, geb. ca. 1735, dochter van Abraham van Doorn (veerschipper) en Pauwelina Brand, overl. Zaamslag 2-11-1801 (66 jaar oud); 37 uit dit huwelijk kwamen te Zaamslag tussen 1757 en 1778 tien kinderen voort.
83
9.
Adriaen Leunen, had op 30-6-1760 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Joannes Laureijssens; hij eiste betaling van fl. 12 voor hout dat in 1759 geleverd was. 38
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6460. 2 ZA, Gids nr. 18, p. 21. 3 ZA, SZ, inv. 483, 8-3-1614. 4 Idem, 14-10-1614. 5 ZA, SZ, inv. 484, 19-7-1616. 6 Idem, 19-8-1616. 7 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147. 8 Idem. 9 RAB, DK, inv. 19, fol. 32, 2-4-1692. 10 Idem. 11 RAB, DK, inv. 22, fol. 352. 12 De Navorscher, 1903, p. 628. 13 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2543. 14 RAB, DK, inv. 23, fol. 204, 23-6-1723. 15 ZA, SZ, inv. 701, 30-10-1693. 16 ZA, SZ, inv. 1931. 17 ZA, RB, inv. 276, juli 1709. 18 RAB, DK, inv. 21, fol. 103, 16-1-1708. 19 RAB, DK, inv. 27, fol. 128, 3-11-1747. 20 RAB, DK, inv. 20, fol. 254, 1-10-1705. 21 ZA, RB, inv. 255, 13-8-1746. 22 RAB, DK, inv. 24, fol. 217, 30-6-1733. 23 ZA, RB, inv. 278, 1737-1738. 24 ZA, SZ, inv. 1931. 25 ZA, SZ, inv. 1976, 10-8-1736. 26 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 91. 27 ZA, RB, inv. 278, 1735-1736. 28 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 29 GA Axel, Transporten Axelambacht, inv. 692, fol. 36, 27-4-1776. 30 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 81, 9-5-1771. 31 ZA, SZ, inv. 1931. 32 De Navorscher, 1903, p. 628. 33 RAB, DK, inv. 27, fol. 128, 3-11-1747. 34 ZA, RB, inv. 1728, 1723.
84
35 In het trouwboek van de Ned. Geref. Kerk te Axel is over dit tweede huwelijk vermeld op 22-6-1726: “De bovenstaande persoonen hebben het 1e gebod alhier gehad, dogh het 2e is door order van de Magistraat op den 6e juli geschort”. 36 RAB, DK, inv. 27, fol. 128, 3-11-1747. 37 Gens Nostra, jrg. 15, 1960, p. 150. 38 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 30-6-1760.
Leur, van de 1.
Cornelis van de Leur, bezat in 1670 14 gemeten en 198,75 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet; 1 was in 1680 samen met Joannes de Wijse eigenaar van 90 gemeten blicken nabij het fort Lillo; de pachter daarvan had toen een pachtschuld; 2 tr. Anna Molemans, als eiseres te Lillo-Zuidland vermeld op 10-11-1681. 3
2.
Dierck (ook Theodor) van de Leur, smid; op 26-6-1724 vermeld als gedaagde in een proces met Peeter Verheyen te Lillo-Zuidland; 4 woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 5 personen; bezat toen 3 koeien; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 7 gulden en 19 stuivers; 5 op 25-4-1735 vermeld als gedaagde in een proces met zijn smidsknecht, Matthijs Cornelis Lambreghts, die bodeloon eiste; op 27-6-1735 had hij een geschil met Peeter Bilkin, die terugbetaling van een lening eiste; 6 op 5-11-1736 had hij wederom een geschil over de betaling van bodeloon en terugbetaling van geleend geld, ditmaal met Peeter Janssen Belle; 7 op 226-1739 vermeld als gedaagde in een proces met drossaard Lasson te Lillo-Zuidland; 8 werd in 1737 betaald voor het boren en drillen van twee gaten in de poortklok te Lillo; 9 betaalde in 1743/1744 8,75 stuivers belasting over de opbrengst van 2 gemeten en 54 roeden eigen grond in de polder van Lillo; 10 ontving in 1743 een vergoeding van £ 2:8:4 voor smidswerk te Lillo; 11 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-7-1749; tr. r.k. LilloKruisweg 21-8-1723 Maria van de Landen, zij was weduwe van Cornelis van den Eijnden; 12 op 5-11-1736 vermeld als gedaagde in een proces met de wezen van Cornelis van den Enden, over de toedeling van de vaderlijke erfportie van de wezen; 13 op 19-2-1750 en 23-2-1750 vermeld als gedaagde in een proces met Hendrick van Hertsen te Lillo-Zuidland over de betaling van fl. 7 en 14 stuivers wegens het leveren van ‘waslight’; 14 vermeld als winkelierster in Lillo-Zuidland in 1755; 15 zij werd op 15-9-1760 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joanna Maria van de Leur, 17-8-1724; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-4-1741.
1 RAA, arch. Polder van Lillo, inv. 84. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 3 Idem. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 26-6-1724. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 25-4-1735 en 27-6-1735.
85
7 Idem, 5-11-1736. 8 Idem, 22-6-1739. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81210, fol. 45. 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 11 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81270, fol. 51. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 26-6-1724. 13 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 5-11-1736. 14 Idem, 19-2-1750 en 23-2-1750. 15 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
Leusden, van Rudolph van Leusden, was in 1774 commandant van een regiment infanterie waarvan toen een bataljon verbleef in Lillo/Liefkenshoek; 1 in januari 1775 vertrok deze eenheid naar Bergen op Zoom; 2 verkreeg op 12-9-1731 commissie als kapitein; 3 werd op 2-8-1736 benoemd tot majoor in een infanterie-regiment van het Staatse leger; werd op 19-4-1742 bevorderd tot luitenant-kolonel, op 16-5-1747 tot generaal-majoor en op 14-3-1766 tot luitenant-generaal der infanterie. 4 1 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 30. 2 Leeuwarder Courant, 8-2-1775, bericht van 1-2-1775. 3 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1537, fol. 222. 4 H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 6 en 16; H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 70 en 71. In laatstgenoemde bron dateert Ringoir de benoeming van Van Leusden tot luitenant-generaal op 19-11-1774.
Leuven, van 1.
Michael van Leuven, inwoner van Lillo-Zuidland, vermeld op 21-5-1685 en 11-111 1686; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-12-1692; tr. Cornelia Peeters; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
2.
Anna van Leuven, 26-9-1688; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-4-1719; tr. r.k. LilloKruisweg 8-2-1711 Joannes Hendrickx. Francisca van Leuven, 20-2-1691; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-6-1728; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-5-1713 Joannes Koen. Joannes van Leuven; zie verder nr. 5. Maria van Leuven; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 14-9-1710 Cornelius Guns (zie aldaar); tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 26-9-1717 Joannes Mertens (zie aldaar).
Joannes van Leuven, tr. Maria Schippers; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joannes van Leuven, 30-8-1706.
86
3.
Joannes van Leuven (mog. identiek met nr. 2 of 2a), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-21707.
4.
Peeter (Petrus) van Leuven, woonde in 1709 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden toen zijn echtgenote, hun dochter Anna Maria en twee kinderen uit het eerste huwelijk van Joanna Roemmens (i.c. Joanna en Cornelis); 2 had op 8-5-1713 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Jan Prins; 3 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 52-1720; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-1-1703 Joanna Roemmens (Rommens), weduwe van Peeter Bertels (zie aldaar); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
5.
Anna Maria van Leuven, 31-10-1703; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-10-1707. Anna Maria van Leuven, 21-4-1708; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-3-1731; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 12-7-1729 Jacobus Leemans. Joannes Baptist van Leuven, 5-7-1712; zie verder nr. 7.
Jan (Joannes) van Leuven, zoon van nr. 1; werd in 1718 (samen met Jan Braem) betaald (£ 3:8:4) voor het graven en uitbaggeren van 50 roeden aarde rondom de buitengracht van “het fort Oud-Lillo” “om daar het soet en vers water naar den buijtengragt van Lillo te doen afkomen ten dienste van het garnizoen”; 4 begr. LilloKruisweg (r.k.) 5-12-1727; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 29-6-1710 Maria Magdalena Verschuren; zij werd op 2-2-1723 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. LilloKruisweg 12-4-1723 Jacomine van Tilborgh; uit het eerste huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a. Michael van Leuven, 10-4-1711; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-10-1718. b. Cornelius van Leuven, 28-12-1713; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-1-1719. c. Joannes van Leuven, 19-3-1716; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-8-1719. d. Catharina van Leuven, 4-2-1720; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-9-1720. e. Josephus van Leuven, 26-12-1721. uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: f. Maria van Leuven, 11-6-1724.
6.
Jakobus van Leuven, geb. Kapellen (of Ekeren) ca. 1729; vestigde zich in 1760 in Lillo-Zuidland; woonde in Oud-Lillo; 5 armmeester aldaar in 1768; 6 verkocht op 8-51782 zijn huis te Oud-Lillo aan Jodocus de Vree voor fl. 350; 7 werkman in Oud-Lillo in 1796; 8 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 4-5-1756 Joanna Jakobs, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-1-1780; boedelinv. 10-3-1780; batig boedelsaldo fl. 499; 9 tr. (2) r.k. LilloKruisweg 8-1-1782 Clara Pauwels, geb. Ekeren ca. 1732 (verm. ged. aldaar 28-6-1731, dochter van Jan Franciscus Pauwels en Maria van Bavel), weduwe van Jacobus Taeymans; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 10 a. Rombout (Rumoldus) van Leuven, 6-3-1765; zie verder nr. 8. b. Joannes Cornlius van Leuven, 12-9-1769. Voogden van deze kinderen in 1780 waren Rombout Jakobs en Adriaan van Leuven.
7.
Jan (Joannes) Baptista van Leuven (zoon van nr. 4), betaalde in 1743/1744 5,12 stuivers belasting over de opbrengst van 1 gemeten en 87,5 roeden pachtgrond in de
87
polder van Lillo; 11 werd in 1747 door de magistraat van Lillo betaald voor transportdiensten met zijn schuit; 12 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-11-1747; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 16-6-1737 Anna Maria Jansens; zij werd op 30-1-1747 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Petrus Joannes van Leuven, 14-3-1738. Joanna Cornelia van Leuven, 19-1-1740. Joannes Baptist van Leuven, 14-2-1742; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-5-1742. Joanna Maria van Leuven, 23-2-1744.
8.
Rumoldus van Leuven (zoon van nr. 6), werkman te Oud-Lillo in 1796; woonde toen in bij het gezin Cleiren-Janssens; 13 tr. r.k. Lillo 18-2-1794 Joanna Adriana Cleiren, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 6-6-1777 (zie Cleiren ad B 3); zij werd op 23-12-1794 begr. (r.k.) te Lillo; op 19-12-1794 werd te Lillo een kind van hen begraven.
9.
Franciscus van Leuven, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-1-1745.
10. Joannes Cornelius van Leuven (mog. identiek met nr. 6 b), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-12-1783. 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 2 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 8-5-1713. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81020, fol. 62. 5 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 6 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c. 7 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 679. 8 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 9 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 10-3-1780. 10 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 117, 11-3-1780. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 12 ZA, SZ, inv. 1377.1, brief van Jacobus Ermerins aan de GR d.d. 17-9-1747 met bijlage (“memorie”), behandeld door de GR op 20-9-1747. 13 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Leuvenhage (Leugenhage), van Hendrick van Leuvenhage, schepen van Doel-Kieldrecht 1718-1723. 1 1 D. Verelst, 1984, p. 380-390.
88
Levin, de (Livin) 1.
Anthony Livin; woonde in 1573 in Lillo; tr. Catharina Rogeau; uit dit huwelijk: a.
2.
Maria Livin, geb. Lillo 12-4-1573; overl. 5-4-1638; tr. Ebersvelt 9-11-1598 David le Comte, geb. Antwerpen 24-10-1567, zoon van Jacques le Comte en Marguerite Prévost de Basserode, weduwnaar van Maria d’ Ellebo, overl. Antwerpen 8-51645. 1
Willem de Levin, heer van Famars; 2 ged. Bergen op Zoom (Ned. Geref.) 3-1-1618; zoon van jonkheer Filips de Levin, heer van Famars (kolonel) en jonkvrouwe Louise van St. Aldegonde, dochter van Marnix van St. Aldegonde; 3 behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de polder van Lillo na de herbedijking in 1652; bezat op 24-41652 50 % van de hoeve “Vogelensanck”; 4 kocht 7-10-1654 van de kerkenraad van het fort Lillo 2 gemeten en 104 roeden in kavel 14 voor fl. 750; 5 verhuurde op 11-121654 met ingang van 1-10-1655 60 gemeten land in de polder van Lillo; 6 overl. in 1659; zijn erfgenamen bezaten in 1670-1671 89 gemeten en 222 roeden land in de polders van Lillo c.s.; 7 tr. Joanna Maria Chantraines, alias (dict) Brouxsault (Broucqsaut) (zie aldaar, nr. 4 b); als zijn weduwe vermeld op 16-5-1661 i.v.m. een schuld in het Vrije van Sluis; 8 als eigenaresse van grond in de polder van Lillo is zij in de periode 1663-1668 diverse malen vermeld, veelal i.v.m. de inning van pachtschulden; als eigenaresse van de korenmolen in het fort St. Anna in de polder van Namen vermeld in maart 1665; 9 zij is verm. overl. tussen 12-10-1665 en 12-3-1668; 10 op 21-11-1675 werden de belangen van de erfgenamen van Willem de Levin in de polder van Lillo behartigd door Mr. Joos Abrahams, voogd van de (minderjarige) kinderen van De Levin en omschreven als diens zwager; 11 op 16-6-1692 is Mr. Jan van Vrijbergen vermeld als erfgenaam van de heer van Famars en als grondeigenaar in de polder van Lillo; 12 uit dit huwelijk geref. ged. Bergen op Zoom: 13 a. b. c. d. e.
f.
Filips de Levin, 5-12-1642. Filips de Levin, 6-12-1647. Alisse de Levin, 5-4-1650. Louise de Levin, 29-10-1651; overl. Bergen op Zoom 25-9-1693. Charles de Levin, 23-2-1655; majoor; bezat grond in de polder van Lillo; sneuvelde 1-7-1690 bij Fleurus (in Henegouwen) in het kader van de Negenjarige Oorlog; 14 otr. Den Haag 29-8-1646 Anna Morgan, weduwe van Louis Morgan (ridder). Elizabeth Jacoba de Levin, 27-9-1656.
1 A.A. Vorsterman van Oijen, Stam- en wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche familiën, Groningen, 1885, 1888 en 1890, p. 321. Zie voor dit geslacht ook: J.W. te Water, Historie van het verbond en de smeekschriften der Nederlandsche edelen, ter verkrijginge van vrijheid in den godsdienst en burgerstaat, in de jaaren 1565-1567; uit veele oorspronglijke gedenkstukken saamgesteld, deel 2, Middelburg, 1779, p. 495-497. 2 Een naamgenoot van hem was in 1619 kapitein te Bergen op Zoom. Deze otr. aldaar 29-5-1619, tr. ald. 21-61619 Anna Maria Berck, weduwe van Marcelis Bacx, in leven gouverneur van Bergen op Zoom. Anno 2014 is Famars een plaats in het Noorderdepartement van Frankrijk, zuidelijk van Valenciennes.
89
3 Filips (Philippe) de Levin was een zoon van Charles de Levin, heer van Famars, wiens vader gouverneur was van Kamerijk. Charles bood in 1577 zijn diensten aan aan Willem van Oranje. In 1580 werd hij hoofd van de ruiterij van het Staatse leger en gouverneur van Mechelen. Op 24-3-1586 verkreeg hij van de Raad van State commissie als generaal van de artillerie (NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1524, fol. 73).Van1588 tot zijn overlijden was hij gouverneur van Heusden. Op 23-2-1591 verkreeg hij van de Raad van State commissie als kapitein (NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1524, fol. 133). Op 30-7- 1592 sneuvelde hij bij het beleg van Ootmarsum (Gustaaf Asaert, 1585; de val van Antwerpen en de uittocht van Vlamingen en Brabanders, Tielt, 2004, p. 214-215; Ten Raa en De Bas, 1913, p. 274). Hij behoorde volgens Schulten tot de zeer ervaren krijgslieden in het veldleger van Maurits van Nassau (K. Schulten, Ontstaan van de Republiek en het Staatse Leger, in: J.R. Bruijn en C.B. Wels (red.), Met man en macht; de militaire geschiedenis van Nederland 1550-2000, p. 38). Een geschilderd portret van hem hangt in het Rijksmuseum te Amsterdam. Zie voor het geslacht De Levin verder: J. Gailliard, Bruges et le Franc, Brugge, 1860, p. 407. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 5 Idem, ongedateerd vermeld tussen 18-10-1688 en 15-11-1688. 6 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 135, 11-12-1654. 7 RAA, arch. polder van Lillo, inv. 84. 8 MHC Bergen op Zoom, not. arch. inv. 85, akte 16-5-1661. 9 NA, Raad van State, inv. 1572, fol. 23. 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. Op laatstgenoemde datum is melding gemaakt van de erfgenamen van Willem de Levin, op de eerstgenoemde datum wordt zijn weduwe nog vermeld. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 12 Idem, inv. 29. 13 De Navorscher, jrg. 26, 1876, p. 306. 14 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 335, akte nr. 13; idem, akte nr. 22.
Levra Jean Levra, lidmaat geref. kerk Brielle 31-12-1620 met att. van Lillo, soldaat onder Lansbergen. 1 1 Streekarch. Voorne-Putten Rozenburg, Lidmatenlijst Brielle (met dank aan Léon van der Hoeven).
Lewe van Aduard Berent baron Lewe van Aduard, geb. Groningen 2-9-1710; benoemd tot kapitein van een compagnie in het Staatse leger in 1729; was in 1740 kolonel-commandant te Steenbergen en Doornik; werd op 1-1-742 benoemd tot generaal-majoor in het Staatse leger; op 16-51747 bevorderd tot luitenant-generaal; op 18-12-1772 bevorderd tot generaal; 1 gouverneur van Sluis in 1774 en in de periode 1779-1790; 2 het tweede bataljon van zijn regiment arriveerde in april 1784 vanuit Zierikzee in Lillo; 3 op 24-10-1785 verstrekte de Prins van Oranje de opdracht om dit bataljon uit de forten Lillo en Liefkenshoek terug te trekken,
90
hetgeen kort daarna gebeurde; 4 overl. 2-12-1791; tr. Goch 1-8-1741 Catharina van Wijhe, ged. Tiel 11-12-1722, overl. Groningen 14-6-1770. 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 32. 2 Koninklijk Huisarchief, Archief Willem V, inv. 1953. 3 ZA, SZ, inv. 1419.1, brief van A. van Pabst aan de GR van Zeeland d.d. 8-4-1784. 4 ZA, SZ, inv. 1422, brief van A. van Pabst aan de GR van Zeeland d.d. 21-11-1785
Leydecker 1.
Melchior Fransen Leydecker, geb. 1589; zoon van Frans Melchiorsen Leydecker en Digna Cole; dijkgraaf van Scherpenisse en Westkerke ca. 1620-1657; schepen Scherpenisse ca. 1620-1629 en schepen Tholen 1632-1640; op 16-11-1633 vermeld als commies toen hij van de Gec. Raden opdracht kreeg zich naar Lillo te begeven om daar enkele zaken te inspecteren en rapporteren; 1 diverse malen vermeld als commies tot in ieder geval 1641; 2 op 5-9-1634 te Lillo vermeld i.v.m. het inspecteren van uitgevoerde reparaties aan de contrescarpen; 3 op 14-6-1639 vermeld als dijkgraaf en commies, toen hij samen met commandeur Vassij diende na te gaan of de sluis bij Liefkenshoek kon volstaan met reparaties en of de grond van de contrescarp geschikt zou zijn voor het aanleggen van een sluis; 4 diende zich op 9-11-1640 naar Liefkenshoek te begeven om daar de diepte te peilen en te onderzoeken hoe de aardverschuivingen (grondbracken) voorkomen konden worden; 5 op 18-12-1640 bracht hij aan de Gec. Raden rapport uit van zijn bevindingen te Liefkenshoek; 6 bracht op 29-4-1641 wederom rapport uit aan de Gec. Raden, ditmaal over zijn bevindingen omtrent de rijswerken op Lillo en Liefkenshoek; 7 op 21-5-1641 mocht hij vanuit Tholen een vervanger voor de meesterrijswerker op Liefkenshoek laten komen en kreeg hij toestemming om stenen voor de werken te Lillo te laten leveren; 8 inspecteerde herstelwerkzaamheden te Lillo in april 1652; 9 idem te Liefkenshoek in augustus 1656; 10 overl. Tholen 30-8-1657, begr. aldaar 3-9-1657 in de Wandelkerk (grafzerk nr. 5); tr. (1) Scherpenise 29-7-1615 Geertruidt Jans Smout, geb. St. Annaland ca. 1595, overl. Tholen 29-9-1628, begr. aldaar in de Wandelkerk 11-10-1628; tr. (2) Middelburg 27-8-1633 Johanna de Backer (Bucker), weduwe van Jan Hoors, begr. Tholen 31-7-1661; uit het eerste huwelijk: 11 a. b. c. d. e. f.
Cornelis Leydecker, ged. Scherpenisse 15-11-1617. Petronella Leydecker, ged. Scherpenisse 6-4-1619. Francois Leydecker, ged. Scherpenisse 21-5-1620. Johannes Leydecker, ged. Scherpenisse 22-5-1622. Johannes Leydecker, ged. Scherpenisse 7-4-1624. Digna Leydecker, ged. Scherpenisse 2-9-1626.
uit het tweede huwelijk: g. Johanna Leydecker, geb. ca. 1631. h. Martinus Leydecker, geb. ca. 1633. 2.
Cornelis Gentman Leydecker, ged. Heusden 23 juli 1692, zoon van de predikant Jacobus Leydecker en Machtilde Cornelisdochter Gentman; 12 studeerde aan het
91
athenaeum illustre te ‘s-Hertogenbosch en werd door de classis Walcheren op 27 september 1714 als proponent toegelaten; werd als predikant beroepen te Liefkenshoek op 8 januari 1715 en legde op 12 februari 1715 voor de classis Tholen en Bergen op Zoom het gebruikelijke toelatingsexamen af (met als tekstopgave: Romeinen 8 vers 2) en betaalde hiervoor 130 gulden legeskosten; 13 werd in Liefkenshoek bevestigd op 10 maart 1715; 14 kreeg een traktement van 100 pond Vlaams per jaar, een vergoeding van huishuur van £ 16:13:4 en een vergoeding van classicale onkosten van £ 6:13:4; 15 reeds op 9 oktober 1715 beroepen te Ritthem en bevestigd aldaar op 29 maart 1716, nadat dit beroep op 14 oktober 1715 was goedgekeurd door de classis Walcheren; 16 werd vervolgens predikant te Sas van Gent (1729), Bergen op Zoom, Rotterdam en wederom te Bergen op Zoom, waar hij op 1 maart 1761 overleed; hij werd begraven in de Grote Kerk van Bergen op Zoom (zijn grafzerk werd in 1972 door brand vernietigd) en wel op 6 maart 1761, waarbij de klok gedurende 4,5 uur had geluid; 17 hij publiceerde in 1752 te Bergen op Zoom “Het laatste huis verheerlijkt boven het eerste huis” en voorts enkele gedichten; huwde te Middelburg op 29 mei 1715 met Josina de Back (een jonge dochter uit Middelburg), die op 19 februari 1772 te Bergen op Zoom overleed en daar op 26 februari 1772 werd begraven. 18 1 ZA, SZ, inv. 494, 16-11-1633, fol. 121 v. 2 ZA, SZ, inv. 498, 29-4-1641, fol. 240 v. 3 ZA, SZ, inv. 495, 5-9-1634, fol. 52 v. 4 ZA, SZ, inv. 497, 14-6-1639, fol. 101. 5 ZA, SZ, inv. 498, 9-11-1640, fol. 168 v. 6 Idem, 18-12-1640, fol. 187. 7 Idem, 29-4-1641, fol. 240 v. 8 Idem, 21-5-1641, fol. 259. 9 ZA, SZ, inv. 505, fol. 144 v. 10 ZA, SZ, inv. 508, 4-8-1656 en 11-8-1656. 11 A. Romeijn, De stadsregering van Tholen (1577-1702), Giessen, 2001, p. 210-211. 12 P.C. Molhuysen en P.J. Blok (red.), Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, Leiden, 1918, p. 913; zijn vader Jacobus Leydecker werd in 1698 predikant in Middelburg (De Navorscher, jrg. 24, 1874, p. 140). 13 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 6, 8-1-1715, 12-2-1715, 1-10-1715 en 3-12-1715. 14 ZA, SZ, inv. 723, 9-4-1715. 15 ZA, SZ, inv. 723, 9-4-1715. 16 ZA, arch. classis Walcheren, inv. 15. 17 K. Booij en W. van Ham, Grafmonumenten in de Grote of Sint-Gertrudiskerk te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom (Geschiedkundige Kring van Stad en Land van Bergen op Zoom), 1993, p. 82 en 83. 18 De Navorscher, 1886, p. 136-137; haar overlijdensdatum is in deze bron niet juist genoteerd; blijkens het Overlijdensregister van de Krankenbezoeker van Bergen op Zoom 1769-1801 overleed zij niet op 17 maar op 192-1772. Zij werd in de Grote Kerk van Bergen op Zoom begraven.
92
Leyden, van 1.
Jacob Simonsz. van Leyden, soldaat in het garnizoen van Lillo; op 20-2-1607 ontving hij 50 gulden wegens het ontdekken van verraad door Pieter van Tameyden, die probeerde het fort in handen van de vijand te leveren. 1
2.
Jan Pietersz. van Leyden, verm. identiek met Jan Pieterszn. (= Pieters(en) nr. 6 en verm. ook met nr. 5 a; werd in 1609-1610 betaald voor het leveren van zes honderd mutsaerts (= takkenbossen) voor de reparatie van de contrescarpen van het fort Lillo; 2 woonde op 15-10-1610 te Lillo; 3 leverde in 1614-1615 rijshout ten behoeve van Liefkenshoek; 4 op 6-6-1614 werd hem het onderhoud van de fortificatie van Lillo voor een jaar, tot mei 1615, gegund door de Gecommitteerde Raden van Zeeland voor een bedrag van ₤ 76; 5 op 11-4-1615 werd hij door de Gec. Raden aangewezen om recht te spreken in een geschil betreffende Abraham de Neve te Lillo; 6 op 5-10-1615 betaalde de Gec. Raden 25 pond Vlaams aan zijn huisvrouw, 17 pond uit het geld dat hem toekwam wegens het maken van hutten te Liefkenshoek, en 8 pond wegens het maken van corps de garden aldaar; 7 op 6-10-1615 mocht hij beslag leggen op de gelden die Dirck Janssen de Vriese toekwamen om daaraan 1621 gulden te verhalen wegens geleverde materialen (i.c. steen, kalk en andere materialen voor de poort te Liefkenshoek); 8 op 28-7-1620 werd hij omschreven als schipper woonachtig te Lillo; hij had toen een vordering van 400 gulden op Lenaert Anthonissen en een vordering van 12 pond Vlaams op Lambrecht den Backer; 9 behoorde op 25-11-1622 tot de eigenaars van enige rietvelden onder het fort van Lillo, beklaagde zich toen bij de Gec. Raden over commandant Calcar, die deze rietvelden liet afsnijden zonder hem daarover genoegdoening te geven; 10 op 9-2-1623 ontving hij 25 pond Vlaams voor het dichtmaken van een buisje naast de grote sluis te Lillo. 11
3.
Pieter van Lijde, smid te Lillo in 1747. 12
1 ZA, SZ, inv. 479, 20-2-1607. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 95. 3 ZA, SZ, inv. 481, 15-10-1610. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 130. 5 ZA, SZ, inv. 483, 6-6-1614. 6 Idem, 11-4-1615. 7 ZA, SZ, inv. 1230, 5-10-1615. 8 ZA, SZ, inv. 483, 6-10-1615; ook: ZA, SZ, 484, 31-3-1616. 9 ZA, SZ, inv. 486, 28-7-1620. 10 ZA, SZ, inv. 487, 25-11-1622. 11 Idem, 9-2-1623. 12 ZA, SZ, inv. 1377.1, brief van Jacobus Ermerins aan de GR d.d. 17-9-1747 met bijlage (“memorie”), behandeld door de GR op 20-9-1747.
93
Leyen Thomas Leyen, verm. militair; tr. Eva Thomas, mog. weduwe van Pieter van Korssel (Gorsel?) (zie aldaar); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Mailjaart, 8-2-1637; getuigen: Leunis Pieters, Mathys Machielsen, Mailjaart Heymans, Martyntje Schapers en Cathalina Huybrechts.
Leyten(s) 1.
Balthasar Leyten(s), woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden twee personen; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 2 gulden en 2 stuivers; 1 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-7-1728; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 2-91722 Gertrudis van den Branden, weduwe van Antonius Berden; zij werd op 1-4-1724 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 10-7-1724 Catharina Huijsmans.
2.
Cornelis Leytens, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden drie personen; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 3 gulden en 3 stuivers; 2 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 1111-1743; 3 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-1-1744; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 24-2-1727 Maria Smidts (weduwe van N.N.); zij werd op 28-11-1766 begr. (r.k.) te LilloKruisweg.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 2 Idem. 3 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780.
Lia (de) 1.
Joos Lia, tr. Josijne van de Perre; uit dit huwelijk: 1 a. b.
Maria Elisabet Lia, tr. (1) Philip Scheers, overl. Doel 24-5-1789; tr. (2) Jan Paschiersens. (verm.) Pieter de Lia, als voogd vermeld op 17-8-1789.
2.
Petrus de Lia (mog. identiek met nr. 1b), tr. r.k. Lillo-Kruisweg 3-7-1775 Cornelia Adriaenssen.
3.
Joannes Baptista de Lia, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-6-1777.
1 RAB, DK, inv. 35, fol. 131, 17-8-1789.
Librechts Maria Librechts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-10-1686.
Lichtaert Jacobus Lichtaert, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 27-7-1704 Elisabeth Abels.
94
Lichtenberg 1. Johan Carel van Lichtenberg, militair, verm. in het tweede bataljon van het regiment Oranje-Nassau nr. 2; kwam 15-7-1783 met att. van Lillo naar Grave; vertrokken aldaar 17-1-1785. 1 2. Albertina Charlotta Henriette van Lichtenberg; kwam 15-7-1783 met att. van Lillo naar Grave; vertrokken aldaar 17-1-1785. 2 1 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74. 2 Idem.
Lichtendag (Luchtendag, Lugtendach) 1.
Pieter Corstiaensen Lichtendag, woonde in Doel; bezat aldaar een huis in de Zuidvoorstraat; 1 overl. in de polder van Doel 21-2-1692; 2 tr. (1) Peryntie Bartlomeus; tr. (2) Janneke Gillis Verstraeten; 3 op 24-9-1692 werd zij voor de schepenbank van Doel-Kieldrecht vertegenwoordigd door de armmeesters van Liefkenshoek Adriaen Willemsen en Ary Anthonissen i.v.m. de afhandeling van de nalatenschap van Pieter; werd tussen april 1693 en oktober 1694 onderhouden door de diaconie van Liefkenshoek; 4 uit het eerste huwelijk ged. Liefkenshoek: a.
Christiaen Pietersen Lichtendag, 9-6-1652; getuigen: sergeant Hendriks, Michiel van Weert, Amelken Baart en Cathalina Bartholomeus. Uit het tweede huwelijk ged. Liefkenshoek: b. Seeltien (Celia) Pietersen Lichtendag, 22-8-1655; getuigen: meester Leendert [Wadde], Jan Smit, David N.N. en Catalina Machielsen; doopgetuige Liefkenshoek 1-2-1693; zij tr. Thomas Heyndriksen (zie aldaar). c. Maria Pietersen Lichtendag, 26-12-1656; getuigen: Jan Verstraate, Jacob Adriaensen en Maria Boenders; zij is verm. de Maria Lichtendach waarvan op 291-1679 te Liefkenshoek de buitenechtelijke zoon Jacobus Lichtendag werd gedoopt (getuigen: Pieter Lichtendag en Pieternelle van N.N.); Maria tr. Jan Legra (zie aldaar). d. Katelijne Pieters Lichtendag, 17-3-1658; getuigen: Lieven Vlam en Catryn Huybrechts; tr. vóór 14-3-1691 Carel Pin; 5 op 24-9-1692 vermeld als diens weduwe. e. Elizabet Pietersen Lichtendag, was op 24-9-1692 volwassen en ongehuwd; doopgetuige Liefkenshoek 19-8-1696.
2.
Lisabet Lugtendach (mog. identiek met nr 1 e), betaalde in mei 1689 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:4:0 voor een zitplaats in de kerk; 6 in april 1694 ontving zij van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding volgens kwitantie. 7
1 RAB, DK, inv. 19, fol. 93, 24-9-1692. 2 RAB, DK, inv. 19, fol. 94, 24-9-1692. 3 RAB, DK, inv. 18, fol. 5 v, 11-1-1692.
95
4 ZA, RB, inv. 275. 5 RAB, DK, inv. 18, fol. 295 v, 14-3-1691. 6 ZA, RB, inv. 275. 7 Idem.
Lichtermans Grietje Lichtermans, verm. dochter of echtgenote van een militair; kwam op 31-3-1668 met att. van Liefkenshoek naar Oostburg. 1 1 ZA, arch. Kerkenraad Herv. Gemeente Oostburg, inv. 1.
Lieberman Pieter Lieberman, verm. militair; verkreeg op 13-8-1763 van de kerkenraad van Veere een attestatie wegens vertrek naar Lillo. 1 1 ZA, arch. Herv. Gemeente Veere, inv. 16.
Liebors Zie Lievens.
Liek Johannes Jodicus Albertus Liek, waarsch. militair; kwam in sept. 1762 met echtgenote en met att. vanuit Lillo naar Zutphen; zij vertrokken met att. d.d. 27-9-1764 naar Wedde in West Woldingerland. 1 1 Lidmatenlijst geref. kerk Zutphen 1745-1769.
Lienet Olivier Lienet (Zievet), geb. Schotland; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705 en 1706. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432.
Liens (zie voor dit geslacht met name: A. Romeijn, De stadsregering van Tholen (1577-1702), Giessen, 2001, p. 216-228) 1.
Joachim Liens, geb. St. Maartensdijk ca. 1575, zoon van Johan Liens (rentmeester van de Nassause domeinen te St. Maartensdijk en Scherpenisse) en diens eerste echtgenote Anna Dallens; burgemeester van Tholen en als zodanig lid van de Staten-Generaal; rentmeester te St. Maartensdijk in 1610-1613; pensionaris te Tholen 1615-1626; behoorde in 1614 tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte van polder van Doel; 1 overl. Tholen 18-3-1625; 2 tr. (1) ca. 1595 Elisabeth van Borsselen, dochter van
96
Philibert van Borsselen en Lucretia van Hertsbeeke; tr. (2) 1612 Sara van Hertsbeeke, geb. Bruinisse, dochter van jonkheer Paulus van Hertsbeeke (ambachtsheer van Bruinisse) en Elisabeth van Zuydtlandt; Sara hertr. Jonas de Monier, weduwnaar van Josina Aarts, predikant te Tholen 1620-1637. 2.
Jan Liens, geb. St. Maartensdijk ca. 1582; broer van nr. 1; zoon van Johan Liens en diens tweede echtgenote Philippina Werckendet (dochter van Cornelis Lievense Werckendet en Susanna Pieters van Strijen); heer van Westkerke vanaf 1625; schepen van Tholen 1624-1626; ouderling Tholen 1621; dijkgraaf St. Maartensdijk 1626-1650; op 12-3-1622 vermeld als oud-burgemeester aldaar; behoorde in 1614 tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte van polder van Doel; 3 bezat ook land onder Lillo; 3 gemeten daarvan werd op 25-6-1662 door zijn erfgenamen verkocht; 4 begr. Tholen 4-5-1650; tr. (1) Cornelia Vermuyden (dochter van Bartel Vermuyden en Engelken van Rijen) (uit dit huwelijk drie kinderen); tr. (2) ca. 1626 Elisabeth Werckendet, dochter van Marinus Werckendet en Maria van Hertsbeeke (uit dit huwelijk vijf kinderen).
1 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181. 2 Encyclopedie van Zeeland , deel 2, Middelburg 1982, p. 252. 3 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181. 4 Romeijn, 2001, p. 221.
Lier(e), van (de) 1.
Emmery (Amory) van (de) Lier(e), zoon van Cornelis van Liere (heer van Berchem) en Wijbrecht van Berchem; 1 was van 1583 tot 1618 de eerste gouverneur van Willemstad, Klundert en Noordam; 2 op 4-7-1613 vermeld als bezitter van grond en gelande in de toen geïnundeerde polder van Doel en als zodanig betrokken bij de herbedijking van deze polder in 1615; 3 zijn erfgenamen zijn in oktober 1625 vermeld als bezitters van 7 gemeten en 71 roeden grond in de polder St. Anna-Ketenisse; 4 overl. Den Haag 6-12-1618, begr. in de Grote of St. Jacobskerk aldaar; tr. (1) 1586 Maria Smit, vrouwe van Baarland, dochter van Jacob Smit en Anna van Bourgogne van Fontaines; tr. (2) 25-8-1593 Elisabeth Booms.
2.
Nicolaes van Liere (jonkheer), bezat in 1670 3 gemeten en 166 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet. 5
3.
Jan van Lier, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland; Roovers ad 2.
4.
Mary van Lier, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-10-1690.
5.
Jacob van Liere, op 5-5-1755 werd hem door de magistraat van Lillo-Liefkenshoek toegestaan met vrouw en vier kinderen in Liefkenshoek te komen wonen “voor het meeplanten [het planten van mee, een wortel voor de bereiding van rode verfstof] in den polder van den Doel bij der hant te nemen”, mits hij een acte van indemniteit kon overleggen; 7 het gezin kwam uit Oosterland; daarvan is het volgende bekend: 8 Jacob
97
6
zie verder
van Lier, tr. (1) Jannetje Anthonisse Ellewit; tr. (2) Maria Kleeuwert; uit het eerste huwelijk, gedoopt te Oosterland: a. b.
Lena van Liere, 3-9-1742. Anthony van Liere, 4-1746.
uit het tweede huwelijk, gedoopt te Oosterland: c. Caatje van Liere, 20-4-1749. d. Adriaantje van Liere, 2-1751. e. Jobje van Liere, 6-2-1753. 1 C.A.I.L. van Nispen, Jonkheer Emmery de Liere (1583-1618), in: C.A.I.L. van Nispen, De gouverneurs van Willemstad (1583-1795), eerste deel, Zevenbergen, 1978, p. 7-22. 2 C.A.I.L. van Nispen, Jonkheer Emmery de Liere, eerste gouverneur van Willemstad, Klundert en Noordam (1583-1618), in: De Ghulden Roos, jaarboek nr. 34, 1974, p. 93; ook: R.J. van den Bergh, Het verlaten Westbrabantse platteland (1583-1593), in: De Ghulden Roos, jaarboek nr. 55, 1995, p. 31. 3 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren 1977, p. 345 en 362. 4 Idem, p. 379-381. 5 RAA, arch. Polder van Lillo, inv. 84. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts. 7 ZA, Staten van Zeeland, inv. 1935, 5-5-1755. 8 ZA, Gen. Afsch. 653, p. 24.
Liessens Zie Lijssens.
Lievens(e)(n) 1.
Anthonis Lievens, ordinaris schipper te Lillo; verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een erf op de kaai te mogen hebben nabij de nieuwe ‘gordijne’ [= courtine] t.b.v. het bouwen van een huis omdat hij wilde gaan wonen in Lillo; op 11-9-1603 gaf commies De Witte hierover een positief advies aan de Gec. Raden. 1
2.
Pieter Lievensz. (soms met de toevoeging Turck), zoon van Lieven Pieterszn. Turck; 2 inwoner van Lillo; werd op 22-5-1628 toegelaten als kanonnier te Lillo i.p.v. Adriaen Hamerlinck; 3 wederom vermeld als kanonnier te Lillo op 25-4-1629 en 14-11-1631; 4 had op 14-11-1631 een schuld bij winkelier Adriaen Metteneije; 5 op 9-9-1632 besloten de Gecommitteerde Raden van Zeeland hem over te plaatsen van Lillo naar fort Hoogerwerff; 6 verzocht de Gec. Raden op 13-1-1633 om overplaatsing naar het fort Hoogerwerff; 7 op 31-3-1633 had hij 7 maanden als kanonnier gediend op het fort van Hoogerwerve en verzocht de Gec. Raden toen om een tegemoetkoming en aflossing van deze standplaats; besloten werd hem af te lossen en hem geen tegemoetkoming toe te kennen; 8 was in 1635 kanonnier te Lillo; 9 idem op 2-6-1638 toen hij door de Gec. Raden op de Kruisschans gelegerd werd; 10 op 30-9-1638 nogmaals vermeld als kanonnier op de Kruisschans, toen hij de Gec. Raden verzocht om terug te mogen
98
keren naar zijn garnizoen op Lillo; 11 op 17-2-1639 was hij nog steeds kanonnier op de Kruisschans; 12 op 18-10-1639 mocht hij zich van de Kruisschans naar Lillo vervoegen. 13 2a
Pieter Lievens, tr. Adriaenken Marinis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Leunken Lievens, 5-1-1642; getuigen: Leyn Jansen en Sarel [verm. Carel] Brouwet.
3.
Cornelis Lievenssen, woonde in 1641 in Zierikzee; timmerman; op 1-10-1641 verzochten de Gecommitteerde Raden van Zeeland hem om zijn werk aan de batterijen te Liefkenshoek zo snel mogelijk aan te vangen; 14 ontving op 19-11-1641 237 ponden en 10 schellingen Vlaams voor de helft van zijn aangenomen werk aan de acht batterijen van Liefkenshoek; 15 op 2-1-1642 werd zijn werk aan de batterijen te Liefkenshoek geïnspecteerd; 16 kreeg hiervoor £ 308:18:10. 17
4.
Pouwels Lievens, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek; 18 tr. Janneken van Wolfelaer, mog. dochter van Marcus d’Ameau alias Wolfelaer; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d. e. f.
Elisabet Lievens, 25-1-1643; getuigen: Gerrit Roose en Bette Veermans. Maria Lievens, 11-3-1646; getuigen: Cornelis Vermeersch en Mayeken Snoucx. Pieter Lievens, 5-7-1648; getuige: Daniel Peryn Broeck. Pieter Lievens, 6-3-1650; getuigen: Anthony Faveloie en Tanneken Ceuvelaar. Janneken Lievens, 5-11-1651; getuigen: Pieter Rykaart en Aeken Hans Harinckx. Pieter Lievens, 5-11-1656 (helft tweeling); getuigen: Pieter Ryckaart, Hans Geens, Mayeken Anthonissen en Peryntie Reins. g. Pauwel Lievens; idem. 4a
Jacob Lievens, verm. zoon van Lieven Jacobs; tr. Mayeken Teunis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacobus Lievens (Jacobs?), 18-6-1645; getuigen: Lieven Jacobs, Anthony Willemsen Mattenborgh, Adriaentie Egbart, Mayeken Jacobs en Dingene Mathys.
4b
Pieternelleken Lievens, moeder van Pieter N.N., ged. Liefkenshoek 3-8-1659; getuigen: Frans de Koninck en Jan Gyssen; de voornaam van de vader is Marinus, zijn achternaam is in het kopie-doopboek van Liefkenshoek niet aangetroffen.
5.
N. Lievens, was in maart 1672 luitenant in de compagnie van Lieven van Vrijberghe te Lillo. 19
6.
Elisabet Lievens, eiste 23-3-1674 van Anthonis Compasser te Lillo-Zuidland betaling van fl. 15 wegens bodeloon [= loon als dienstmeid] van haar dochter (N.N.) gedurende vijf maanden. 20
99
7.
Tannitje Lievensz., geb. Lillo; otr. Vlissingen 25-4-1676 Abraham Andriesz. Hooftman, geb. Beekerke, weduwnaar van Neeltje Andriesz. 21
7a
Anthony Lievens (ook: Liebors), korporaal; tr. Berbel Liebens (ook: Liese); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Hoemraet Liebors, 27-6-1681; getuigen: Willem Wins, Anna van der Veen, huisvr. van Christiaen Cghristiaensen. b. Adriaentie Lievens, 28-12-1683; getuigen: Jacob Snoeck en Abigail de Ridder.
8.
Adolphus Lievensen, afkomstig uit Bergen op Zoom; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1699 tot 1706; 22 vermeld als comparant op 28-1-1703. 23
9.
Pieter Lievense(n), afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1711 en 1712. 24
10. Joost Lievens, tr. Johanna Rouveroy, ged. Tholen 26-10-1687, dochter van Anthony Willemse Rouveroy en Maria Jacobse Pooij; zij hertr. Hendrik Gerrits (zie aldaar) en Johannes Croesten (zie aldaar); uit dit huw. : a.
Levinus Lievens, ged. Liefkenshoek 22-5-1718; getuigen: Willem van Hoven en Catharina van der Heijde.
11. N.N. Lievens, kapitein; verpachtte in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Jacob Rheebouts. 25 12. Marinus Lievense(n), afkomstig uit Arnemuiden; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1747 en 1748. 26 1 ZA, SZ, inv. 1218, Ingekomen stukken Gec. Raden, 11-9-1603. 2 Idem, inv. 1256, brief van de commandeur van Lillo d.d. 3-5-1641. 3 ZA, SZ, inv. 490, 22-5-1628. 4 Idem, 25-4-1629. 5 ZA, SZ, inv. 492, 14-11-1631. 6 ZA, SZ, inv. 493, 9-9-1632. 7 Idem, 13-1-1633. 8 Idem, 31-3-1633. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 640, fol. 159-161. 10 ZA, SZ, inv. 497, 2-6-1638, fol. 91. 11 Idem, 30-9-1638, fol. 164v. 12 Idem, 17-2-1639, fol. 35. 13 Idem, 18-10-1639, fol. 168v. 14 ZA, SZ, inv. 498, fol. 352 v.
100
15 Idem, fol. 393. 16 ZA, SZ, inv. 499, 2-1-1642, fol. 1v. 17 ZA, SZ, inv. 499, fol. 69 v. 18 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843. 19 NA, Raad van State, inv. 1576, verbaal maart 1672, fol. 11 en 11 v. 20 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 21 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 538, fol. 99, boek 11. 22 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7313 en 7383/7432.. 23 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 373, akte nr. 11. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7412 en 7423. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 26 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7773 en 7783.
Ligne, van Prins van Ligne, passeerde Lillo op 29-3-1621 toen hij zijn secretaris aan land zond vanwege restitutie van door hem betaalde licenten en tol voor het vervoer van zijn tapijten en meubels. 1 1 ZA, SZ, inv. 1235, Ingekomen stukken bij Gec. Raden, 29-3-1621.
Ligte (Lichte), de 1.
Adriaen de Licht, voster te Lillo-Zuidland 26-9-1667 en 4-7-1670. 1
2.
Joos de Ligte (Lichte), was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 2
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363.
Lijens (Liens?) N.N. Lijens (is verm. Liens), vermeld als dijkgraaf van Beveren op 9-5-1619. 1 1 ZA, SZ, inv. 1234, Ingekomen stukken bij Gec. Raden, 9-5-1619.
Lijmans Gommarus Lijmans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-3-1725.
Lijssens (Lissens, Liessens) 0 Jacob Cornelis Lissens, auditeur van de krijgsraad in fort Lillo op 4-12-1643.
101
1
1.
Guilliam Lijssens, testeerde met echtgenote te Doel-Kieldrecht 26-1-1688; 2 tr. (1) Margriet Peterincks (zuster van Jan Peterincks), overl. Doel 28-8-1688 zonder kinderen; 3 tr. (2) Janneke de Graef, weduwe van Joos Bilt. 4
2.
Josijne Lijssens, op 7-1-1687 vermeld als echtgenote van notaris Servaes Engelberts. 5
3.
Jacob Lijsens, woonde in 1691 in Kallo, kocht op 28-3-1691 land in de St. Annapolder, gepacht door Jan Nuyens; 6 kocht op 22-5-1692 land te Doel. 7
4.
Andreas Lijssens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-8-1692.
5.
Anneke Lijsen, was in 1694 16 jaar oud; verbleef toen als pleegkind (arm kind) op de boerderij van Peeter Pallemans in de polder van Lillo. 8
6.
Jan Lijssens, overl. vóór 20-7-1746; tr. Anna Maria Stoop (dochter van Martijne Verbeelen); zij hertr. Gillis Cant; uit dit huwelijk: 9 a.
7.
Jacob Frans Lijssens, tr. Katelijne van Houcke.
Jan Baptist Lijssens, tr. Geertruy Fesis; uit dit huwelijk: 10 a. Pieter Lijssens, 5 jaar oud op 1-9-1732; zie verder nr. 8. b. Jan Baptist Lijssens, 3 jaar oud op 1-9-1732; zie verder nr. 9. Hun voogden waren Pieter Coolsens en Cornelis Fesis.
8.
Pieter Liesens (Lijssens, Lissens) (zoon van nr. 7), geb. ca. 1727; schoenmaker; kocht op 5-2-1739 het huis “het Sweirt” op de dijk van St. Anna-Ketenisse van Jan van Landegem; 11 overl. Doel 14-9-1746; tr. Maria Catharina Weyns, overl. 6-6-1756; uit dit huwelijk: a.
Jacob Liesens, 7 jaar oud op 3-3-1750; op 11-8-1757 erfde hij van Maria Liessens (overl. te Kallo), echtgenote van Joos Balfliet; 12 leverde in het boekjaar 17741775 klompen en sokken aan de diaconie te Liefkenshoek. 13 b. Pieter Bernard Lissens, 5 jaar oud op 3-3-1750. c. Maria Catharina Lissens, overl. tussen 14-9-1746 en 3-3-1750. Hun voogden waren Jan Baptist Liessens (meester-schoenmaker te Beveren) en Jacob Weyns. 9.
Jan Baptist Lijssens (zoon van nr. 7), geb. ca. 1729; overl. Doel kort voor 17-4-1780; 14 tr. Joanna Maria Rottier; uit dit huwelijk 5 kinderen; hun voogden waren Cornelis van Roeyenacker en Andries Rottier.
1 ZA, SZ, inv. 1258, stuk nr. 183. 2 RAB, DK, inv. 18, fol. 69, 26-1-1688. 3 Idem, fol. 132 v, 10-3-1689. 4 RAB, DK, inv. 21, fol. 50, 27-9-1706.
102
5 RAB, DK, inv. 18, fol. 1, 7-1-1687. 6 Idem, fol. 299 v, 28-3-1691. 7 RAB, DK, inv. 19, fol. 39, 22-5-1692. 8 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 9 RAB, DK, inv. 26, fol. 117 v, 20-7-1746. 10 RAB, DK, inv. 24, fol. 175, 1-9-1732. 11 RAB, DK, inv. 27, fol. 180, 3-3-1750. 12 RAB, DK, inv. 29, fol. 6, 11-8-1757. 13 ZA, RB, inv. 278, rekening 1774-1775. 14 RAB, DK, inv. 33, fol. 139 v, 17-4-1780.
Lil, van 1.
N.N. van Lil, als zijn kinderen te Doel zijn bekend: a. b. c.
2.
Katelijne van Lil, overl. Doel vóór 25-6-1678; tr. Goosen Ingenslag; woonde met hem in huis "den Bonten Os" te Doel; 1 Pieter van Lil, zie verder nr. 2. Maria van Lil, op 29-5-1691 vermeld als echtgenote van Willem Bavelaer, toen voogd van de kinderen van Pieter van Lil. 2
Pieter van Lil (zoon van nr. 1), kocht van de erfgenamen van Willemijntge Roosen een huis naast de Scheldedijk te Doel; had in verband hiermee op 27-4-1671 een hypotheekschuld bij Adriaan Boonen, wijnkoopman te Lillo; 3 verkocht 17-2-1672 aan Gerard Leendersen Stoop een huis in de Westvoorstraat te Doel (zuidelijk van Jan de Vivier, westelijk de gang van Geeme Joppen, noordelijk van Jacob Lambrechts van Overbeke en westelijk van de Heerestraat); 4 op 25-6-1678 te Doel vermeld als voogd van de twee kinderen van zijn overleden zuster Katelijne; 5 had verm. broer Merten; werd op 24-3-1683 vermeld i.v.m. de nalatenschap van Karel van Lil, overl. Antwerpen 1681 (zijn broer?); 6 schepen te Doel-Kieldrecht van 1683 tot 1686; 7 werd in 1689 vermeld als oud-schepen van Doel-Kieldrecht en als borg van Albert van de Vijver, die getr. was met Livijne van Nieuwelande, zulks tot ontlasting van de Armen van Haasdonk; 8 overl. te Doel in zijn huis tegen de Scheldedijk (omschreven als schepen) op 24-6-1690; 9 tr. Maria van Nieuwelande; zij leefde nog 3-3-1692; 10 uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 29-5-1691): 11 a. b. c.
Katelijne van Lil (20 jaar). Petronella van Lil (10 jaar). Josijne van Lil (8 jaar).
1 RAB, DK, inv. 16, fol. 17 v, 25-6-1678. 2 RAB, DK, inv. 18, fol. 314 v, 29-5-1691. 3 RAB, DK, inv. 15, fol. 217, 27-4-1671.
103
4 Idem, fol. 242 v, 17-2-1672. 5 RAB, DK, inv. 16, fol. 17 v, 25-6-1678. 6 Idem, fol. 263, 24-3-1683. 7 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 8 RAB, DK, inv. 18, fol. 166 v, 1689. 9 Idem, fol. 314 v, 29-5-1691. 10 RAB, DK, inv. 19, fol. 21 v, 3-3-1692. 11 RAB, DK, inv. 18, fol. 314 v, 29-5-1691.
Lillo, van Thomas van Lillo, zijn zuster (N.N.) woonde op 17-2-1644 en 19-5-1644 te Lillo. 1 1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 68 , akte nr. 88; idem, inv. 68, akte nr. 89.
Limborch, van Elisabeth van Limborch, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-6-1700.
Limoge Andreas Limoge, tr. Joanna Catharina van Tael; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Emmanuel Limoge, 20-12-1743.
Limstange Zie Fredericx (nr. 1).
Linck Christophorus Linck, tr. Maria Joanna Tinnisen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Elisabeth Linck, 18-8-1763.
Linda(a)l Andreas (Andries) Linda(a)l, geb. Noorwegen ca. 1742; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1776 tot 19-10-1778; 1 verhuisde naar Middelburg; 2 vermeld als lidmaat van de lutherse gemeente van Middelburg op 25-12-1778; 3 vermeld als inwoner van Middelburg Ambachten op 6-111798, omschreven als gehuwd, 56 jaar oud, knecht, arm en wonend op het adres Z 89; 4 kocht 3-5-1805 voor £ 70 een huis in de Palingstraat te Vlissingen; 5 begr. Vlissingen 2-101806; 6 tr. Johanna Ravia, geb. Middelburg, belijdenis Vlissingen (als j.d.) 29-3-1763, wonend aan de Steenen Beer; 7 verkreeg een att. naar fort Lillo op 29-6-1776; 8 vermeld als lidmaat te Vlissingen (wonend aan de Palingstraat) in de periode okt.-dec. 1798 met att. van Middelburg; 9 uit dit huwelijk (volgorde deels onbekend):
104
a.
b.
c. d. e.
Joannes Andreas Lindaal, geb. fort Lillo 24-6-1777; ten behoeve van dit kind verkreeg de vader van de magistraat van fort Lillo op 6-11-778 een akte van indemniteit; 10 overl. Middelburg (in het Molenstraatje) 5-10-1795. 11 Johanna Pieternella (meestal alleen omschreven als Pieternella) Lindaal, geb. Middelburg 29-3-1779; belijdenis (geref.) Vlissingen 2-7-1799; 12 met att. terug naar Middelburg 27-8-1808; 13 overl. Middelburg 12-10-1834, 56 jaar oud; tr. Middelburg 24-10-1816 Johannes Hendrik Teunis, geb. Middelburg 24-6-1781, zoon van Jan Teuniszen en Sara Catharina Hondermark; in 1816 omschreven als bootsman; was op 2-4-1818 varensgezel en op 16-2-1822 dagloner te Middelburg. (mog.) Geertruij Lindal, belijdenis Vlissingen 2-7-1799, wonend aan de Pottenkaai ald.. 14 Huijbregt Lindaal, overl. Middelburg (Molenstraat) 9-5-1787, begr. op het Westkerkhof 12-5-1787. 15 Susanna Lindaal, begr. Vlissingen 24-11-1798 (wonend in de Palingstraat), vermeld als dochter van Andris Lindaal. 16
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8035. 2 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 136. 3 ZA, DTBL Middelburg nr. 5. 4 ZA, arch. Gewestelijke Besturen inv. 257. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 69851. 6 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 556. 7 ZA, DTBL Vlissingen nr. 26. 8 Idem, nr. 27. 9 Idem. 10 ZA, SZ, inv. 1944, 6-11-1778. 11 ZA, Overledenen Middelburg 1792-1810. 12 ZA, DTBL Vlissingen nr. 27. 13 Idem. 14 Idem. 15 ZA, Verz. Gen. Afsch. 448. 16 Idem, nrs. 462 en 555.
Lindeboom Karel Lindeboom, benoemd tot majoor in het regiment van Waldeck van het Staatse leger op 20-8-1674; bevorderd tot luitenant-kolonel op 31-8-1681, tot kolonel-commandant op 26-8-1682, tot kolonel op 6-5-1692 en tot generaal-majoor op 30-9-1695; 1 zijn regiment arriveerde in augustus 1704 te Lillo; 2 dit (of een deel daarvan) verbleef op 23-6-1706 in het fort Sint Anna in de Polder van Namen. 3 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 54, 55 en 56. 2 ZA, SZ, inv. 712, 16-8-1704.
105
3 Blijkens het trouwboek van dit fort betreffende de periode 1678-1717.
Lindekens Joannes Baptista Franciscus Lindekens, ged. Ekeren 9-8-1752; zoon van Melchior Lindekens en Joanna Maria van Deuren; metselaar in het fort Lillo in 1780; overl. Ekeren 4-3-1838; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 4-5-1780 Elisabeth Verbert, geb. Oud-Lillo 9-3-1756, dochter van Cornelis Verbert en Anna Catharina Buyens; uit dit huwelijk negen kinderen geb. Ekeren 1781-1797.
Linde(n), van (der) 1.
Michiel van de Linde, werd in 1632 te Lillo betaald als trommelslager (tamboer) i.v.m. diverse publicaties. 1
2.
Jacobus van der Linden, horlogiemaker te Bergen op Zoom; ontving in de tweede helft van 1640 £ 19:5 voor het repareren van het uurwerk (“de horlogie”) te Lillo. 2
3.
Adriaen van Linde(n), was inwoner van Lillo-Zuidland op 31-7-1656; 3 landbouwer; overl. vóór 27-6-1672 toen zijn weduwe in Lillo-Zuidland is vermeld i.v.m. een pachtschuld over de jaren 1670-1672; zij was hertrouwd met Wouter tot Berendregt. 4
4.
Petrus Verlinden, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 4-10-1682 Catharina Danis.
5.
Petrus van Linden (mog. identiek met nr. 4), verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-11702; tr. Maria Schippers, zij hertr. verm. Joannes van Leuven; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Anna van Linden, 18-10-1693. Petrus van Linden, 17-5-1697. Joannes van Linden, 10-6-1701.
6.
Engel van der Linde, diaken te Lillo in 1700. 5
7.
Jan (Johan) van der Linde, commies ter recherche van de convooien en licenten te Lillo vanwege Holland te Lillo vanaf maart 1691; 6 verdiende daarmee 50 pond Vlaams per jaar; werd in die functie in 1708 opgevolgd; was op 26-6-1693 betrokken bij de koop of verkoop van 2 gemeten en 260 roeden land in de polder van Doel; woonde toen in Lillo; 7 vermeld als eiser in een proces te Lillo-Zuidland op 3-12-1696 en 28-1-1697, trad op namens de kerkenraad van Lillo; vermoedelijk was hij dus diaken of ouderling aldaar; 8 verving in 1700 (bij een transactie) Engel van der Linde (verm. zijn broer) in diens functie als diaken te Lillo; 9 verm. overleden in 1708, toen hij als commies te Lillo werd opgevolgd. 10
8.
Franciscus van der Linden, tr. Elisabeth van Remunt; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg:
106
a. b. 9.
Sebastianus van der Linden, 11-1-1709. Lucia van der Linden, 23-3-1710.
Cornelis van der Linden, op 6-5-1713 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenoot van Elisabet de Bock. 11
10. Adriaantje van der Linde, begr. Lillo 20-11-1741 met het beste doodskleed en de grote barrij. 11. Theodorus Linden, tr. Anna Maria Godtschalck; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a. b.
Maria Anna Linden, 17-10-1760; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-1-1761. N.N. Linden, dochter; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-7-1761.
12. Josephus (Joos) van (der) Linden, geb. Putte ca. 1726; vestigde zich in 1760 in OudLillo; woonde in 1774 in Oud-Lillo; gezinshoofd aldaar; 12 armmeester aldaar in 1767; 13 kreeg op 7-3-1777 toestemming om in Oud-Lillo Jan Mees op te volgens als herbergier (in “Het Kroontje”) en winkelier; 14 was in 1779 pachter van een weiland van de armen van het fort Lillo in de polder van Lillo, grenzend aan de Soeckwegh; 15 betaalde hier 32 guldens per jaar voor; 16 bezat op 9-6-1780 drie runderen; 17 omschreven als werkman in 1796; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 23-2-1762 Isabella Vingerhoet(s), geb. Lillo-Zuidland 1730; uit dit huwelijk: 18 a. b. c. d. e.
Elisabeth van der Linden, 3-2-1763; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-3-1763. Cornelius van der Linden, 17-2-1764. Maria Elisabeth van der Linden, 22-2-1766. Anna Cornelia van der Linden, 17-5-1767. Barbara van der Linden, 7-1-1769; tr. r.k. Lillo 31-6-1791 Cornelis Martinus de Vree (zie aldaar). f. Joanna Catharina van der Linden, 2-3-1771. Op 9-12-1764 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Josephus (verm. identiek met nr. 10 b) (r.k.) begraven. 13. Adam van der Linden, tr. Adriana Gijsen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Wilhelma van der Linden, 23-6-1763.
14. Petrus van der Linden, tr. r.k. Lillo-Kruisweg jan. 1775 Anna Catharina van Bouwel. 15. Jan van der Linden, geb. te Boxel; timmermansknecht bij aannemer Leendert de Munck te Lillo; kreeg op 2-2-1775 toestemming om in Oud-Lillo te wonen; 19 brak op 27-9-1783 zijn been bij het maken van een nieuwe sortiebrug te Lillo. 20 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79770 en 79850. 2 Idem, inv. 80010, fol. 46.
107
3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 4 Idem, inv. 28. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80840, fol. 58. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7200 en 7380. 7 Het Utrechts Archief, inv. U 123 a 1, akte 231, 26-6-1693. 8 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 3-12-1696 en 28-1-1697. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80840, fol. 58. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland C. inv. 7380. 11 RAB, DK, inv. 22, fol. 79, 6-5-1713. 12 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 13 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c. 14 ZA, SZ, inv. 1944, 7-3-1777. 15 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3061, nr. 55. 16 ZA, RB, inv. 258. 17 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 18 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 19 ZA, SZ, inv. 1943, 2-2-1775. 20 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 199.
Linders, Lunders 1. Cornelis Linders (Lunders), geb. Doel, 48 jaar op 27-3-1684; woonde toen in Doel; 1 tr. Martijntien Jans, overl. Doel 9-10-1682; uit dit huwelijk: 2 a.
2.
Janneken Linders, 13 jaar oud op 18-1-1683; haar voogden waren Jacob Eyens en Arie Jacobs.
Anna Lunders, was als mede-erfgenaam van Jan Baptista Brems mede-eigenaresse van 7 gemeten land in de polder van Lillo op 2-3-1698. 3
1 RAB, DK, inv. 17, fol. 10, 27-3-1684. 2 RAB, DK, inv. 16, fol. 196, 18-1-1683. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Lindonk, van 1.
Janneke Meeuwisdr. van Lindonk, belijdenis Ossendrecht/Woensdrecht 31-3-1730; vertrok kort daarna naar Lillo. 1
2.
Helena van Lindonk, ged. Ossendrecht 19-3-1755 (getuigen: Nicolaas de Graauw en Adriana Schalk), dochter van Cornelis van Lindonk en Pieternella Verpoorten (zie
108
Verpoorte(n), nr. 6 ad k); belijdenis Ossendrecht/Woensdrecht 8-4-1774; vertrok kort daarna naar Doel. 2 1 MHC Bergen op Zoom, DTB Ossendrecht, inv. 1. Zij is vermoedelijk een dochter van Meeus Pieterszn. van Lindonck en Anna Domus van de Sande. Dit paar otr. Prinsland (Dinteloord) 1-5-1698, tr. Ossendrecht 19-5-1698, hij als j.m. van Ossendrecht, zij als j.d. van Ossendrecht en toen wonend in Prinsland. Meeus (Matheus) van Lindonk deed 24-6-1691 belijdenis te Ossendrecht, samen met zijn zuster Marij. Hij is verm. een zoon van Pieter Meeussen en Janneken Janssen. Dit paar deed belijdenis te Ossendrecht 3-10-1670. Op 21-4-1677 werd Pieter Meeussen gekozen tot diaken te Ossendrecht, waar hij op 16-5-1677 werd bevestigd. 2 MHC Bergen op Zoom, DTB Ossendrecht, inv. 1.
Lindsay Johan Lindsay, sergeant; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 7-8-1775.
Lindt, van J. van Lindt, vermeld als diaken van de armen van het fort Lillo in 1712, i.v.m. de inning van een jaar landpacht. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712. De fortkerk van Lillo beschikte in de polder van Lillo over een perceel land dat werd verpacht.
Lindtman, van Karel Hendrik van Lindtman, benoemd tot majoor der infanterie in het Staatse leger (in het bataljon van de kroonprins van Pruisen) op 21-2-1726; bevorderd tot luitenant-kolonel op 4-8-1727, tot kolonel-commandant op 16-9-1729 en tot generaal-majoor op 1-1-1742; 1 was leider van een naar hem genoemd regiment van het Staatse leger waarvan een deel der manschappen in november 1746 overnachtte in de kerk van Lillo; 2 een deel van zijn regiment verbleef van 25-4-1747 tot 13-6-1747 in Lillo; 3 vertrok vanuit Lillo in 1747 naar Steenbergen; bevorderd tot luitenant-generaal der infanterie met ingang van 16-5-1747; 4 commandeur van Maastricht in 1753. 5 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 54, 55 en 56; H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 15. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81300, fol. 88; ook: H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 31. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2850, fol. 192 v-193. 4 H. Ringoir, op. cit. 1981 a, p. 5. 5 NA, arch. van de Legatie in de Oostenrijkse Nederlanden, 1717-1810, inv. 145.
Lint (Lind) Marijnis Lint (Lind), ged. Bergen op zoom 10-3-1743, zoon van Cornelis Lindt (in 1739 soldaat in het regiment van Montese in de compagnie van kapitein Pasturel) en Margrieth Beerents; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de
109
vloot te Lillo van 1779 tot in ieder geval 31-4-1790; 1 verdiende daarmee 28 pond Vlaams per jaar; 2 had op 5-3-1784 een schuld bij bakker L. Gorez te Lillo; 3 otr. (1) Bergen op Zoom 17-5-1766, tr. (1) aldaar 1-6-1766 Maria Vetten, ged. Bergen op Zoom 2-5-1742, dochter van Adriaan Vetten en Pieternella Harten; doopgetuige aldaar 5-7-1772 en 3-101779; otr. (2) Bergen op Zoom 23-1-1802, tr. (2) aldaar 7-2-1802 Sara Luiks, geb. Bergen op Zoom, weduwe van Pieter Lefebre; uit het eerste huw. geref. ged. Bergen op Zoom: a. b. c. d.
Margaretha Lint, 30-12-1767; getuigen: Marinus Beerrens en Margaretha Beerrens; tr. Aart van Merckenstein; zie aldaar. Adrianus Lint, 18-2-1770; getuigen: Adriaan Vetten en Pieternella Harten. Cornelis Lint, 15-9-1771; getuigen: Hendrik Bogelaar en Cornelia Lint. Pieternella Lint, 5-1-1774; getuigen: Adriaan Vetten en Pieternella Harten.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8043 en 8084. 2 NA, arch. Admiraliteit, inv. 2877. 3 ZA, SZ, inv. 1945, 5-3-1784.
Lintacker, van Pieter van Lintacker, overl. Doel-Kieldrecht in 1781; tr. Elisabet Baert; zij hertr. Willem Lateur; uit haar huwelijk met Lintacker twee kinderen (N.N.) waarvan voogden waren in 1781 Jan Baptist Lateur en Pieter Cornelis Feusels. 1 1 RAB, DK, inv. 33, fol. 142, 1781.
Linterman Jacob Linterman, was op 15-1-1644 soldaat in de compagnie van Cabbeliau te Liefkenshoek; werd ervan verdacht met de vijand te corresponderen; 1 was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 2 1 ZA, SZ, inv. 1259, nrs. 9 e.v., 14-1-1644; ZA, SZ, inv. 500, 15-1-1644. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Linthoudt Joos Linthoudt, vermeld als stadstimmerman van Middelburg in 1623 en op 21-9-1627; 1 inspecteerde toen werkzaamheden aan het sluisje te Lillo; vermeld in het archief van de Weeskamer van Middelburg op 8-5-1637 en 22-6-1639, toen vermeld als voogd (“Joos de oude Linthout”). 2 1 ZA, Kohier 1000ste penning Middelburg 1623; ZA, SZ, inv. 489, 12-7-1627. 2 ZA, RAZE 115a, fol. 101 v en 183 v
Lion, de Zie De Leeuw.
110
Lip, van den Casper van den Lip (Lips), verm. militair; tr. Mayeken Lambrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
Maria van Lips, 1-10-1628; getuigen: Gillis Keymeulen, Jacob de Ruy, Leenert Cleen en Geertyen Cornelis. Cornelia van den Lip, 23-8-1633; getuigen: Michiel Jarenes, Joos Adriaensen, Adam Nees, Paulus Fransen en Jan Strange.
Lipaart Olivier Lipaart (Lypaart), verm. militair; tr. Neeltje Adriaens de Bode; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d. e. f.
Jacob Lipaart, 28-6-1648; getuigen: Pieter Floris Cornelissen, Karel de Meeter en Adriaentie de Ridder. Adriaen Lipaart, 16-10-1650; getuigen: Pauwels Braem en Janneken Cornelissen. Maria Lipaart, 24-11-1652; getuigen: Philip Louwyssen en Tanneken Braems. Anna Lipaart, 29-3-1655; getuigen: Jan de Munnick en Anneken Jans. Abraham Lipaart, 27-5-1657; getuige: Daneel Adriaensen. Daniel Lipaart, 11-4-1660; getuigen: Daniel de Bode en Aeltie Cornelis.
Lippe, van der Lodewijk van der Lippe, militair; kwam met echtgenote in juni 1762 uit Liefkenshoek naar 1 Zutphen; verkreeg een attestatie naar Doetinchem op 25-4-1763; tr. Meintje Corneliszen. 1 Lidmatenlijst geref. kerk Zutphen 1745-1769.
Lippens 1.
Bartholomeus Lippens, geb. Eeklo (Vlaanderen); woonde in sept. 1598 in fort Lillo; tr. (als j.m.) Zierikzee 27-9-1598 Charitas van den Ende, j.d., geb. Middelburg (Walcheren), toen wonend in Zierikzee.
2.
Arnout (Aert, Aernoult) Lippens, werd tussen 1600 en 1623 verschillende malen door de Gecommitteerde Raden van Zeeland aangewezen als gedelegeerd rechter; 1 vertegenwoordigde in 1606 als ouderling de fortkerk van Lillo en Liefkenshoek in de classis Tholen en Bergen op Zoom; 2 bezat een huis te Lillo op 4-6-1610; 3 op 8-101613 omschreven als Aernoult Sir Lippens toen hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland verzocht om een rechter; 4 behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614; 5 was in 1614 penningmeester van de herdijkte polder van Doel; ontving hiervoor een gage van 800 gulden; 6 kocht in 1615 grond in de polder van Doel; 7 op 21-3-1617 omschreven als facteur (= zaakgelastigde) te Lillo, toen aan hem en zijn huisvrouw toegestaan werd om na hun overlijden in de kerk te Lillo begraven te mogen worden; 8 op 25-5-1621 werd hem toegestaan om voor een maand heen en weer naar Antwerpen te reizen i.v.m zijn zaken; 9 had op 3-6-1621 samen met Cornelis van Alphen een schuld van 18 pond Vlaams bij Gillis Claessen; 10
111
betaalde in 1622 (en ook in latere jaren) aan de ontvanger van de gemene middelen van consumptie van Lillo en Liefkenshoek namens de ingelanden van de polders van Doel en van de polder van St. Anna-Ketenisse een “contributie” van £ 16:13:4 voor het onderhoud van de contrescarpen van het fort Liefkenshoek (die tevens fungeerden als buitendijken van de genoemde polders); 11 nogmaals vermeld als factoor te Lillo op 138-1622; 12 idem op 22-11-1624; 13 behoorde op 25-11-1622 tot de eigenaars van enige rietvelden onder het fort van Lillo, beklaagde zich toen bij de Gec. Raden over commandant Calcar, die deze rietvelden liet afsnijden zonder hem daarvoor “genoegdoening” te geven; 14 in de polder van Doel werd (o.m. op 19-9-1678) een boerderij omschreven als de “Lippenshoeve”; deze is vermoedelijk naar Arnout (of diens nageslacht) genoemd. 15 3.
David Lippens, geb. Lillo ca. 1599; verm. zoon van nr. 2; ingeschreven als student te Leiden op 29-5-1621 (22 jaar oud); 16 predikant te Sluis 1623 tot 1637; daarna te Middelburg; overl. aldaar 1637; 17 tr. (1) (als j.g.) Sluis 9-9-1626 Maria de Blocq, j.d. van Vlissingen; tr. (2) Sluis 21-3-1629 (als weduwnaar van Lillo) Susanna Moens, j.d. van Gent. 18
4.
J.P. Lippens, verrichtte als aannemer in 1740 werkzaamheden te Lillo en Liefkenshoek. 19
1 ZA, SZ, inv. 474, 2-10-1600, inv. 486, 28-7-1620, inv. 487, 12-7-1622, 3-8-1623 en 15-8-1623; volgens Smallegange behoort het geslacht Lippens tot de “edele” Vlaamse geslachten (M. Smallegange, Nieuwe Cronyk van Zeeland, Middelburg 1696, naschrift over de Zeeuwse adel, p. 4). 2 ZA, inv. 273, inv. 1, 4-4-1606 en 4-7-1606. 3 ZA, SZ, inv. 481, 4-6-1610. 4 ZA, SZ, inv. 482, 8-10-1613. 5 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181. 6 Van Gerven, op. cit., p. 359. 7 RAZE 2045, fol. 259 v –260, 25-8-1615. 8 ZA, SZ, inv. 484, 21-3-1617. 9 ZA, SZ, inv. 486, 25-5-1621. 10 ZA, SZ, inv. 486, 3-6-1621. 11 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79650. 12 ZA, SZ, inv. 487, 13-8-1622. 13 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 20, akte nr. 93. 14 ZA, SZ, inv. 487, 25-11-1622. 15 RAB, DK, inv. 16, fol. 23 v, 19-9-1678. 16 Album Studiosorum Academiae Lugduno Batavae 1576-1875, Den Haag, 1925. 17 H. Bots, I. Matthey en M. Meijer, Noordbrabantse Studenten 1550-1750, Tilburg, 1979, p. 480. 18 ANF, 1886, p. 42 en 43.
112
19 ZA, SZ, inv. 788, 21-4-1740 en 29-8-1740. Hij is mog. identiek met Joannes Philippus Lippens, vermeld als doopgetuige (r.k.) te Hulst op 8-5-1769.
Lishout, van Adriaen van Lishout, diende op 5-5-1670 te Lillo-Zuidland weipacht te betalen; collecteur van de impost aldaar op 19-5-1670. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.
Lisse Jacob Cornelis Lisse, in 1712 vermeld wegens het ontvangen van arbeidsloon i.v.m. het maken en repareren van een huis te Lillo. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
Lisuwe Michiel Lisuwe, verm. militair; tr. Cathalina Barbie; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Cathalina, 17-5-1637; getuigen: Willem Keymeule, sergeant Jacob Marynissen, Desick de Vos, Menie Rombout, Cathalina Ellebuickx en Elisabet Gastelaer.
Lith, van 1.
Johanna Clara van Lith, geb. Lillo, dochter van Jakob van Lith (luitenant van een Zeeuwse compagnie in 1666) en N.N.; 1 belijdenis Sluis 4-10-1671; nam daar deel aan het Avondmaal 2-4-1673; 2 otr. Bergen op Zoom 12-12-1674 (met att. naar Sluis 3-11675); h.v. Sluis 12-12-1674; 3 tr. Sluis 10-1-1675 Benjamin de Mageron, ged. Bergen op Zoom 6-9-1650, zoon van Jean de Mageron en Catelijn Wijmers (getuigen: Benjamin de St. Aubin en Maryken Jans); chirurgijn te Tholen in januari 1675; 4 overl. te Bergen op Zoom kort voor 30-8-1678 (datum doop van zijn dochter Catarina te Bergen op Zoom).
2.
Jan van Lith, verm. zoon van Willem van (der) Lit; benoemd tot majoor op het fort Kruisschans op 6-10-1705; 5 overl. vóór 22-11-1723; 6 verm. identiek met Jan van der Lit, vermeld te Bergen op Zoom op 19-10-1681 als vader van Wilhelmus van der Lit en als echtgenoot van Catharina van Leempoel (Lempol); 7 dit paar otr. te Bergen op Zoom 31-10-1679 en tr. aldaar 22-11-1679 (met att. van Breda), hij als geboren te Wesel en verblijvend in het garnizoen te Breda als ruiter onder De Heijde, zij als geboren te Mechelen en wonend te Bergen op Zoom; dit paar (hij als Johan van Lith) testeerde te Bergen op Zoom op 25-9-1695. 8
3.
Evert van Lith, geb. Bergen op Zoom; mog. zoon van nr. 2; majoor op het fort Kruisschans in de periode 1715 tot en met 1724; 9 werd in 1725 als majoor op de Kruisschans opgevolgd; overl. vóór 14-5-1729; 10 otr. Bergen op Zoom (geref.) 18-121716 (met att. van Lillo), tr. aldaar 5-1-1717 Catharina Cornelia Smulders, ged. Bergen
113
op Zoom 4-3-1693, dochter van Anthonij Smulders en Susanna Stamperius; zij otr. (2) Bergen op Zoom (geref.) 14-5-1729, tr. (2) aldaar 29-5-1729 Johan Georg Pourgoltt, geb. in Duitsland, luitenant en adjudant onder Holsteijn in het garnizoen te Bergen op Zoom; uit dit huw. geb. op de Kruisschans en ged. fort Lillo: a.
b. c. d.
e.
Susanna Catharina van Lith, 2-1-1718; getuigen: Nicolaas van Lith en Susanna Stamperius; werd 30-6-1739 lidmaat van de geref. kerk te Vlissingen, wonend op de Paardenmarkt. Jan Willem van Lith, 31-3-1719; getuigen: Willem Fay en Anna Catharina van Lith. Maurits van Lith, 28-6-1720; getuigen: Maurits Koninck en Catharina Geertruida Berk. Adriana Magdalena van Lith, 11-1-1722; getuigen: Adrianus Eversdijk en Elisabeth van Lith; werd 30-6-1739 lidmaat van de geref. kerk te Vlissingen, wonend op de Paardenmarkt. Jan Willem van Lith, 17-10-1723; getuigen: Jan Rebbers en Janna Smulders; was in 1771 sous-luitenant; begr. Hulst 19-11-1771. 11
4.
Nicolaas van Lith, doopgetuige fort Lillo 28-11-1717 (zie Koninck ad 25 a) en 2-112 1718 (zie nr. 3 a).
5.
Joannes Lit; verm. militair; otr. Zierikzee 1781 (met att. naar Lillo 12-9-1781), tr. fort Lillo 1781 Anna Tak. 13
1 Jakob van Lith hertr. te Sluis op 3-6-1666 met Lijsbeth Joris en overleed te Sluis kort voor 16-10-1679 (VZS, nr. 138, p. 168 en 171). 2 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147. 3 ZA, not. arch. Zeeuws-Vlaanderen, Huwelijkscontracten Sluis, inv. 1950. 4 Algemeen Nederlandsch Familieblad, jrg. IV, 1887, p. 285. 5 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 5; ZA, SZ, inv. 2793 en 2806; NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1535, fol. 61 v. 6 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 469, akte nr. 43. 7 MHC Bergen op Zoom, DTB Bergen op Zoom, inv. 20. Hij zou ook identiek kunnen zijn met Jan van Lidt, benoemd tot auditeur-militair te Geertruidenberg op 9-5-1697 (NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1533, fol. 227 v). 8 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 200, akte nr. 107. 9 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1536, fol. 191; ZA, SZ, inv. 2809 en 2825; in de Staten van Oorlog van Zeeland betreffende de jaren 1722 tot en met 1724 is hij per abuis omschreven als Evert van Loo. 10 MHC Bergen op Zoom, DTB Bergen op Zoom, inv. 34. 11 De Navorscher, 1895, p. 316. 12 Hij is mog. identiek met Nicolaas de Lith, begr. Hulst 8-10-1725 (GA Hulst, DTB Hulst, inv. 24, p. 172 v). 13 ZA, DTBL Zierikzee 5 B.
114
Litsenborch, van Jan Jansen van Litsenborch, vermeld als gedaagde tijdens een proces te Lillo-Zuidland op 12-4-1655; het geschil betrof land in de polder van Lillo; eiser was Pieter Wits, koopman te Antwerpen. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. Er is mogelijk verwantschap met het geslacht Van Litsenburg uit Leende in de Meierij van Den Bosch. De familienaam is een vervorming van Luxemburg; zie: Gens Nostra, 1967, p. 234-240.
Livin, de Zie Levin.
Lizet, de 1.
Maria de Lizet, begr. Lillo-Kruistweg (r.k.) 23-1-1694.
2.
Cornelius de Lizet, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-7-1712.
3.
Petrus de Lizet, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-2-1727.
4.
Cornelius de Lizet, begr. Lillo (r.k.) 3-11-1794.
Lobbens Jan Lobbens, sergeant te Lillo ca. 1653-1657; vermeld in een notarisakte te Goes uit die periode; 1 tr. Janneke Cornelisdr. Verlorekost, dochter van Tanneke Jans. 1 GA Goes, RAZE 2082, fol. 211; ook: ZA, Gen. Afsch. 304, nr. 13.
Lobit, van 1.
Hendrik van Lobit, afkomstig uit Nijmegen; was als schipper werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705 en 1706; 1 van 1-71707 tot 30-6-1712 was hij op dit schip werkzaam als constabel; 2 door afwezigheid van commandeur Mosselman was hij tussen 1704 en 1713 ook regelmatig werkzaam als commandeur van dit wachtschip; 3 op 4-9-1713 verzocht hij om gage en ontslag. 4
2.
Ewout van Lobit, afkomstig uit Middelburg; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1721 tot zijn ontslag op 26-8-1723. 5
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432. 2 Idem, inv. 7373 en 7423. 3 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2437 en 2538. 4 Idem, inv. 2538. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7513 en 7532.
115
Locht, van der Fernand van der Locht, koopman te Antwerpen; betaalde 6-5-1666 rente over land te Doel. 1 1 RAB, DK, inv. 15, fol. 85, 6-5-1666.
Lock Adriaen (Ary) Lock, verbleef op 13-10-1730 voor korte tijd in Steenbergen; toonde een procuratie, opgesteld door de gedelegeerde rechters te Lillo Jan Verschuur en Jan van Koten d.d. 22-9-1730, houdende een machtiging aan Corstiaan Leest, schepen te Prinsenland, om zaken te regelen; 1 tr. Elisabeth Dijkmans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Maria Adriana Lock, 22-4-1731; getuigen: Pieter Dijkmans en Janna Rouveroy.
1 MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 92, akte 13-10-1730.
Lodewijks 1.
Goossen Lodewijx, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1
2.
Lijsabeth Lodewijks, geb. Lillo; otr. Vlissingen 12-12-1705 Michiel Boone, soldaat, geb. Oostende. 2
3.
Pieter Lodewijk, geb. Lillo; tr. (1) Dina Kornelisdr., zij overl. vóór 26-7-1727; otr. (2) Vlissingen 26-7-1727 Janna Roedolfs, geb. Bergen op Zoom. 3
4.
Martinus Lodewijckx, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-6-1752 Maria Anna Lenaerts.
5.
Cornelis Lodewijckx, was in 1755 knecht op de boerderij van Cornelis Leemans in Lillo-Zuidland. 4
6.
Pieter Lodewijks, testeerde met zijn echtgenote te Lillo op 18-11-1761; begr. LilloKruisweg (r.k.) 10-12-1761; tr. Johanna Catharina Couwenberg. 5
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 12; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 2 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 540, fol. 98, boek 10. 3 Idem, reg. K 542, fol. 139, boek 11. 4 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 5 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 29.
Loeff, van der Zie Van der Louff.
116
Loeij, van (den) 1.
Joanna van den Loeij, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-12-1702.
2.
Petrus van Loeij, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-8-1747.
Loeke Adriaen Loeke, afkomstig uit Oostende; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1703 en 1704. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7343 en 7363.
Loele Willem Loele, werd op 2-7-1689 ontslagen als roeier in de vloot van Lillo wegens ouderdom. 1 1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2512.
Loemans Mathijs Loemans, als eiser vermeld te Lillo-Zuidland 16-4-1657. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.
Loenen, van Ary Hermansen van Loenen, chirurgijn te Doel; 1 op 3-7-1684 stond Jan Aertsen Moormans borg voor hem; 2 ontving van de diaconie van Liefkenshoek in mei 1690 een vergoeding van ₤ 1:13:4 voor het meesteren van “de stomme”; 3 testeerde te Doel (ziek) op 29-7-1691; 4 woonde in de Noordvoorstraat te Doel; 5 overl. vóór 5-11-1691; 6 in december 1692 ontving de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:5:0 “bestroocks” (strijkgeld?) op de verkoop van zijn huis; 7 tr. Lucretia (ook: Cornelia) Bertels van Diepenbeeke, weduwe van N.N. Pieters. 8 1 Had een broer Merten Hermansen van Loenen en een stiefzuster Anna Roelants van Thol die gehuwd was met Dirck Hermanse van der Heijden (RAB, DK, inv. 18, fol. 355). 2 RAB, DK, inv. 17, fol. 60 v, 3-7-1684. 3 ZA, RB, inv. 275. 4 RAB, DK, inv. 18, fol. 331, 29-7-1691. 5 RAB, DK, inv. 19, fol. 133, 20-4-1693. 6 RAB, DK, inv. 18, fol. 350, 5-11-1691. 7 ZA, RB, inv. 275. 8 RAB, DK, inv. 19, fol. 161 v, 9-11-1693.
117
Loenhout, van 1.
Pieter Loenhoud, afkomstig uit IJzendijke; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705. 1
2.
Pieter van Loenhout, woonde verm. in de polder van Lillo; overl. in 1777 of 1778; tr. Catharina Timmerman (ook: Timmers); uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 9-21780): 2 a. Anna Maria van Loenhout, 23 jaar. b. Michiel van Loenhout, 10 jaar. c. Adriaan van Loenhout, 8 jaar. d. Catharina van Loenhout, 6 jaar. e. Jan van Loenhout, 4 jaar. Voogden van deze kinderen waren Levinus de Nijs en Francois Boogers; zij waren op 2-2-1780 mede-erfgenamen van Jan van Loenhout (= nr. 3).
3.
Joannes van Loenhout, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-2-1780; staat en inventaris 8-11780; 3 op 16-2-1780 bracht een publieke verkoop van zijn goederen netto fl. 264 en 12 stuivers op; 4 het boedelsaldo bedroeg fl. 175 en 13 stuivers; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 307-1775 Anna Catharina Aarts, weduwe van Jan Baptist van den Brande(n); zij werd op 19-12-1779 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; erfgenamen van Jan waren: 5 a. b.
Anna Maria van Loenhout en haar man Pieter Jakobs. De minderjarige kinderen van Anna Catharina Aarts uit haar huwelijk met J.B. van den Branden. c. De vijf minderjarige nagelaten kinderen van Pieter van Loenhout (= nr. 2) en Catharina Timmers. Op 17-9-1775 en 19-11-1778 werden twee kinderen van Joannes begraven (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432. 2 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 116, 9-2-1780. 3 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 881. 4 ZA, SZ, inv. 2009, 16-2-1780. 5 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 18, 2-2-1780; zie ook SZ, inv. 1944, 7-9-1781.
Loeys Andries Loeys, op 15-1-1711 is een rekening gedateerd van zijn sterfhuis en dat van zijn echtgenote in de parochie van Lillo; tr. Elisabeth Wils. 1 1 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo.
Loggum (Lochem), van 1.
Henricus van Lochhom, was in 1732 militair in het fort Lillo; 1 tr. Catharina Koddelier; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
118
a. 2.
Joannes Jacobus van Lochhom, 26-1-1732.
Casper van Loggum (Lochem), geb. te Lillo; was in 1755 als zeilmaker werkzaam op het schip “De Jonge Prins van Orange” van het gewest Zeeland; 2 vestigde zich op 282-1764 vanuit Lillo als poorter in Vlissingen; 3 tr. (1) Adriana van der Made (otr. Vlissingen 18-8-1759), geb. Oosterhout; zij overl. vóór 19-3-1768; 4 otr. (2) Vlissingen 19-3-1768 Janna de Rijke, geb. Middelburg, zij was weduwe van Jacobus Donse. 5
1 Blijkens het doopboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754. 2 ZA, Rekenkamer C, inv. 7852. 3 GA Vlissingen, Poortersboeken Vlissingen, nr. 59 b. 4 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 546, fol. 70, boek 11. 5 Idem, fol. 136, boek 11.
Logier 1.
Charles Logier, geb. Valenciennes; benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie voetknechten op 11-11-1600; 1 was in dat jaar met zijn compagnie betrokken bij de Slag bij Nieuwpoort en het beleg van Oostende; 2 zijn compagnie verbleef in de periode 1602-1603 in de forten aan de Eendracht; 3 woonde in 1605 in Arnemuiden; verbleef op 15-7-1612 met zijn compagnie (van 62 koppen) in Liefkenshoek; 4 tr. N.N.; als zijn kinderen zijn bekend, ged. te Arnemuiden 27-4-1605: a. b.
2.
Charlotte; getuigen: Pierre Coqeau (koopman te Middelburg) en de weduwe van kapitein Tuijtelaer [Tutelaer; de weduwe is Michele Heymans]. Florence; getuigen: kapitein Cabillau en juffrouw Caulier.
Thomas Logier, geb. Nieuwerkerk; was in 1642 soldaat onder commandeur W. Cabeljauw in fort Liefkenshoek en weduwnaar van Anthonetta Heerman; 5 otr. Liefkenshoek 18-10-1642, tr. aldaar 9-11-1642 Tanneke Lievens, geb. Melsen, wonend in Liefkenshoek.
1 ZA, SZ, inv. 1668, fol. 155. 2 A. Duyck, De slag bij Nieuwpoort. Journaal van de tocht naar Vlaanderen in 1600, Nijmegen, 2000, p. 101. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1811. 4 ZA, SZ, inv. 1227, 15-7-1612. 5 Op de monsterrol van de compagnie van Willem Jan Cabelliau d.d. 2-6-1645 is hij omschreven als Thommas Logie en is zijn functie aangeduid als musketier (ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843).
Loijssen Zie Louisse.
119
Lomans Gerrit Lomans, sloeproeier te Lillo op 21-7-1676; verzocht toen vergeefs om, naast de vrijschippers, met sloepen passagiers naar Antwerpen te mogen vervoeren. 1 1 ZA, SZ, inv. 676, 21-7-1676, 30-7-1676 en 1-8-1676.
Lombaart(s) 1.
Herman Lombaers, verm. militair; tr. Margriet Geerts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Herman, 3-11-1624; getuigen: Coenraat Essen, Gillis Keymeulen, Elisabet Gijsbrechts en Albertken Geerts.
2.
Daniel Lombaart(s), inwoner van het fort Lillo; verkocht op 23-10-1724 als medeerfgenaam van zijn schoonmoeder Anna Verstraten het huis “Het Wapen van Zeeland” in de Voorstraat te Lillo voor fl. 1710 aan Jacobus de Munck; tr. r.k. LilloKruisweg 23-4-1715 Elisabet Prins, verm. dochter van Thomas Prins en Anna Verstraten; 1 uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f. g. h.
Sara Lombaerts, 28-11-1714; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-3-1718. Susanna Maria Lombaerts, 29-6-1716; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-5-1727. Angelina Josepha Lombaerts, 6-10-1717. Maria Theresia Lombaerts, 17-5-1719; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-11-1726. Joanna Jacoba Lombaerts, 7-6-1720; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-7-1720. Catharina Josepha Lombaerts, 27-8-1721; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-10-1721. Daniel Lombaerts, 24-9-1724; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-6-1726. Isabella Maria Lombaerts, 10-7-1728; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-8-1728.
1 ZA, SZ, inv. 1976, 23-10-1724.
Lombach Frederik Lombach, werd op 2-7-1780 benoemd tot kapitein van een artillerie-compagnie van het Staatse leger; bevorderd tot majoor op 16-7-1783, tot luitenant-kolonel op 22-21793 en tot kolonel op 22-7-1794; ontslagen in 1795; 1 was in 1785 commandant van een artillerie-compagnie die in Lillo/Liefkenshoek verbleef, als laatste onderdeel van het Staatse leger vóór de overdracht van de Scheldeforten aan de Oostenrijkse autoriteiten; 2 1 H. Ringoir, Afstammingen en voortzettingen der Artillerie, Den Haag, 1979, p. 22. 2 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 103.
Loncke (Lonque, Loncq) 1.
Cornelis Symonsen Loncke, geb. Roosendaal 1545; 1 was als kapitein werkzaam op verschillende schepen van het gewest Zeeland voor (onder meer) de kust van Vlaanderen en in de vloot te Lillo van 1576 tot 1618; 2 op 27-5-1606 werd hij aangesteld als commandeur over de schepen in de binnenwateren te Zeeland; 3 in mei 1607 vermeld als kapitein van een Zeeuws fregat met als ligplaats Vlissingen; 4
120
verzocht op 14-5-1618 of zijn zoon geappointeerd mocht worden op een schip; 5 overl. 24-9-1619, begraven St. Jacobskerk Vlissingen; 6 tr. Anthonette Aernouts Charlet; uit dit huw: a.
Cornelis Loncke, geb. 1596.
2.
Claes Loncke, vermeld als schipper op een transportschuit te Lillo op 8-6-1595. 7
3.
Gelijn Aernouts Loncke, ged. Vlissingen 29-7-1607; werd op 3-9-1641 door de Prins van Oranje verkozen tot kapitein van de compagnie van kapitein Huijbert (= Hieronymus de Huybert), die destijds regelmatig in Liefkenshoek gelegerd was; 8 commandeur van Cadzand in 1650; tr. N.N.; uit dit huwelijk: 9 a. b.
Adriaen Loncke, geb. Vlissingen; zie nr. 5. (verm.) Jan Geleijns.
4.
Marinus Loncke, geb. Zierikzee; werkzaam als kapitein op diverse van schepen van het gewest Zeeland tussen 1659 en 1661; 10 voer verschillende malen convooien naar Frankrijk; was op 8-10-1664 kapitein op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo. 11
5.
Adriaen Loncke (Loncque), geb. Vlissingen, zoon van nr. 3; belijdenis Sluis dec. 1652; was toen vaandrig; 12 kapitein van een Zeeuwse compagnie van het Staatse Leger op 16-12-1664 (volgde Martijn de Ridder op); 13 verbleef in mei en juni 1665 in Liefkenshoek; 14 kreeg op 15-6-1665 opdracht om met zijn compagnie naar Vlissingen te vertrekken; 15 kreeg op 6-7-1665 opdracht om naar Liefkenshoek terug te keren; 16 zijn compagnie werd in september 1665 per schip verplaatst naar Wezel; 17 in maart 1666 verbleef zijn compagnie in Sluis; 18 commandeur te Vlissingen; overl. 31-121674; 19 otr. Sluis 30-8-1651 Susanna Everwijn, ged. Bergen op Zoom 30-1-1629, dochter van Pierre Everwyn (luitenant) en Marie Baldran; belijdenis Sluis 5-7-1648; met att. van Sluis kwam zij in juli 1653 naar Vlissingen; 20 overl. Vlissingen 12-71667; uit dit huwelijk: a. b. c. d. e.
6.
Charles Loncke (Loncque), ged. Sluis 12-1-1653; zie nr. 6. Catharina Adriaens, geb. Vlissingen; otr. aldaar 14-10-1673, tr. aldaar 30-10-1673 Nicolaas Pelletier, geb. Oost-Souburg. N.N., een doodgeboren kind te Vlissingen op 14-3-1656. Aernout Adriaens, ged. Vlissingen 6-6-1659, overl. vóór 10-1661. Aernout Adriaens Loncke, ged. Vlissingen 29-10-1661; was op 23-11-1683 vaandrig in de compagnie van kapitein Reynier van der Beke; 21 was op 19-8-1701 vaandrig in de compagnie van de heer van Piershil; kreeg toen opdracht om zich met deze compagnie ten spoedigste naar Lillo te begeven; 22 werd op 27-10-1704 bevorderd tot luitenant in de compagnie van kapitein Paul de Bivrij; 23 had in 1686 een geschil met zijn broer Charles over een financiële kwestie. 24
Charles Lon(c)que, ged. Sluis 12-1-1653, zoon van nr. 5; 25 belijdenis Vlissingen januari 1672; was ambachtsheer van de heerlijkheden Oosterland en Sirjansland; kocht
121
deze in 1701 van Henriëtta Jacoba de Jonge, dochter van Cornelis de Jonge, kleindochter van Bonifacius de Jonge; verbleef regelmatig op de buitenplaats “Het Heerenhof” te Oosterland; 26 kapitein (voorheen luitenant) in dienst van het Staatse leger met ingang van 21-12-1674; 27 verkreeg op 28-4-1690 van de Raad van State commissie als adjudant-generaal van de luitenant-generaal Delwich; 28 sergeant-majoor in het regiment van generaal-majoor graaf van Noyelles in 1693; 29 verbleef op 15-61700 met een onderdeel van dit regiment in Bergen-Henegouwen; 30 op 15-10-1701 tekende Willem III op ’t Loo een besluit over het traktement van Loncke als majoor; 31 vanaf 11-7-1703 tot zijn overlijden in 1715 commandeur van de forten Lillo en Liefkenshoek (en de bijbehorende steunforten); 32 de Gecommitteerde Raden van Zeeland overwogen o.m. dat hij een geboren Zeelander was, dat hij goed bekend was met de kwartieren van Brabant en Vlaanderen, dat hij afkomstig was uit een familie die al sinds 1572 de provincie had gediend, dat hij al 32 jaar kapitein was en 10 jaar officier en dat hij uiting had gegeven aan zijn militaire kwaliteiten in diverse veldslagen; 33 op 20-7-1703 legde hij als commandeur de eed af; 34 werd op 10-101703 benoemd tot gedelegeerd rechter te Lillo; 35 in 1703 ontstond over zijn positie een competentiegeschil, toen de Gecommitteerde Raden van Zeeland voor Liefkenshoek een afzonderlijke commandeur benoemden; 36 op 6-10-1703 werd dit geschil in het voordeel van Lonque beslecht; 37 werd op 14-7-1704 bevorderd tot kolonel titulair; 38 kreeg op 28-3-1704 toestemming om in zijn logement te Lillo voor een bedrag van 4 pond Vlaams in de schoorstenen in de kamer achter het voorhuis en in de kinderkamer twee ijzeren platen te laten zetten; 39 kreeg op 5-11-1705 toestemming om voor een bedrag van maximaal 100 gulden een privaat (= w.c.) in zijn huis te laten aanleggen; 40 het bleek uiteindelijk £ 17:10 te kosten; 41 kreeg over het jaar 1705 een traktement als sergeant-majoor van het regiment van graaf van Falais van 120 pond Vlaams; 42 verdiende als commandeur van Lillo en Liefkenshoek veelal 80 en soms 100 pond Vlaams per jaar; 43 de ingelanden van de polder van Lillo betaalden hem jaarlijks een recognitie; over de gezamenlijke jaren 1706 en 1707 ontving hij fl. 832 en 13,25 stuivers en over het jaar 1713 fl. 350; 44 had in 1710 een hoog opgelopen conflict met commies Willem Ferleman; 45 leverde in 1712 niet met name genoemde diensten aan Adriaan Huysers (landbouwer in de polder van Lillo) tegen een nog openstaand bedrag van fl. 150; 46 in 1715 vermeld als luitenant-kolonel en kapitein van een “vacante” compagnie; 47 bezat land in de polder van Lillo; 48 had op 7-9-1697 bezittingen ter waarde van fl. 67.577 en 4 stuivers en schulden ten bedrage van fl. 2.230; 49 overl. Vlissingen januari 1715, begraven aldaar; 50 de wapens van zijn compagnie (“het geweer”) werden getaxeerd op fl. 688; in verband hiermee ontving zijn weduwe in januari 1718 een bedrag van 105 pond Vlaams; 51 in 1717 werd de compagnie door de 52 Raad van State opgeheven (“gecasseerd”); otr. (1) Vlissingen 1-3-1675, tr. (1) aldaar 19-3-1675 Johanna de la Palma, dochter van Mattheus de la Palma (schepen en raad van Vlissingen) en Catharina Evertsen (dochter van admiraal Jan Evertsen); 53 otr. (2) Heusden 25-11-1691, tr. (2) Dubbeldam (met att. van Dordrecht) 9-12-1691 Maria Heusdina Droste, ged. Heusden 21-4-1656, dochter van kolonel Mathijs Droste en van Anna van Hedickhuizen; zij test. te Dordrecht 2-8-1692; tr. (3) Zierikzee 3-9-1697 Quirina Cecilia Verheye (1667-1731), ged. 6-11-1667, dochter van mr. Jacob Verheye (1640-1718), raadspensionaris van Zeeland (1687-1718) en Johanna de Jonge van Ellemeet; 54 uit het eerste huwelijk:
122
a. Adriaen Charles (Loncque), ged. Vlissingen 28-2-1676, overl. aldaar juli 1676. uit het derde huwelijk: b. Susanna Maria Lonque, ged. Middelburg 1-9-1699, overl. Oosterland 1-9-1752; otr. Domburg 12-8-1718 Johan Cau, ged. Zierikzee 27-9-1676, zoon van Nicolaas Cau en Maria Stavenisse; haar nicht Jacoba Magdalena Ockerse erfde van haar de ambachtsheerlijkheden Ooster- en Sirjansland. c. Johanna Jacoba Lonque, ged. Middelburg 13-12-1700, overl. Zierikzee 7-3-1752, begr. Oosterland 13-3-1752; otr. Oosterland 1-5-1725 Anthonie Ockersse, ged. Zierikzee 25-5-1702, zoon van Cornelis Ockersse en Jacoba Stoffer, overl. Middelburg 10-3-1758. Loncke had voorts een buitenechtelijke dochter Charlotte, voortgekomen uit zijn relatie met “juffrouw” Geertruidt van der Bemck of Banck. Op 15 juni 1700 legateerde hij aan deze dochter gedurende haar gehele leven 200 Carolus guldens per jaar. 55 7.
Maria Susanna Loncq, werd (vanuit Den Haag) benoemd tot vroedvrouw te Lillo en Liefkenshoek op 21-2-1783; 56 zij legde de eed af op 2-5-1780; ontving uit de kas van de diaconie te Lillo op 12-2-1783 fl. 48; 57 op 2-1-1784 drong de magistraat van Lillo er bij de GR van Zeeland op aan dat haar traktement werd verhoogd, omdat zij zich anders genoodzaakt zou zien om te vertrekken vanwege de “kleinheid dezer Plaatzen”; 58 vermoedelijk bleef deze verhoging achterwege; in 1784 ontving zij een traktement van 12 pond Vlaams; 59 zij werd ook nog betaald uit de kas van de diaconie van Lillo, waardoor haar totaalinkomen in 1784 vermoedelijk 20 pond Vlaams bedroeg; vluchtte in december 1784 (in het zicht van een dreigende verovering van fort Lillo door Oostenrijkse troepen) naar Bergen op Zoom; kreeg op 6-1-1785 van de magistraat van Lillo een verklaring van goed gedrag; 60 idem op 6-1-1786; 61 zij was gehuwd met Willem de la Haye (optisch instrumentmaker) en had twee kinderen toen ze naar Lillo kwam (zie verder De la Haije). 62
1 Zijn voorgeslacht in de mannelijke lijn kan worden herleid tot het einde van de 14de eeuw; de stamvader woonde in het West-Brabantse Roosendaal; zie: F.E. Hijmans, Genealogie rondom Hendrick Corneliszn. Loncke van Roosendaele, z.pl., z.j., opgenomen in de collectie van het Genealogisch Centrum Zeeland te Middelburg onder nummer G 383. Ook: Br. [broeder] Albertinus, De familie Loncke of het heimwee naar de zee, in: De Ghulden Roos, jaarboek nr. 13, 1953, p. 48-63. Vanaf het einde van de 16de eeuw waren diverse nazaten in leidinggevende functies actief in het Staatse leger, met name in het gewest Zeeland, en in de Admiraliteiten van de Republiek der Verenigde Nederlanden. 2 C. Reijnders Rolmer-van Prooijen: Van Goederenhandel naar Slavenhandel, de Middelburgse Commercie Compagnie, bijlage XI en XIII, 1914, 065. 3 NA, Admiraliteitsrarchieven 1.01.46, inv. 2451. 4 D. Roos, op. cit., p. 93. 5 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2453. 6 Mr. P.C. Bloys van Treslong: Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit Kerken der Provincie Zeeland. 7 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2448.
123
8 ZA, SZ, inv. 498, 3-9-1641, fol. 338; ZA, SZ, inv. 1669, fol. 213 v; NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1527, fol. 25. 9 F.E. Hijmans, op. cit. p. 24. 10 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2478 en 2480. 11 Idem, inv. 2483. 12 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147. 13 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 126. 14 ZA, SZ, inv. 1280.1, brief van Adriaen Loncque aan de GR van Zeeland d.d. 4-5-1665. 15 ZA, SZ, inv. 521, fol. 329 en 329 v. 16 ZA, SZ, inv. 522, fol. 4 en 4 v. 17 Idem, fol. 340 v. Wezel was een vestingstad bij de monding van de Lippe in de Rijn, die in 1629 door Staatse troepen werd veroverd. In 1672 kwam de vesting in handen van Frankrijk (Stichting Menno van Coehoorn, Kwartaalbericht 1995, nr. 1, p. 8-9). 18 ZA, SZ, inv. 523, fol. 96. 19 NA, arch. familie Steengracht, inv. 239. 20 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147. 21 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 144 v. 22 ZA, SZ, inv. 709, 19-8-1701. 23 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 40. 24 BHIC, Raad van Brabant, Civiele processen, inv. 29, nrs. 3828 en 3831. 25 Verm. een nazaat van nr. 1 (Kwartierstaat van Andries Steketee, nrs. 2622 en 2623). Van en over Charles Loncke zijn in de Verzameling Ermerins-Wiltschut onder inventarisnummer 1 uiteenlopende stukken opgenomen, waaronder brieven aan zijn vader. 26 J.H. Simmelink en H. Uil, Susanna Maria Lonque (1699-1752); ambachtsvrouwe van Ooster- en Sirjansland in: Vereniging Stad en Lande van Schouwen- Duiveland, Kroniek van het land van de Zeemeermin (SchouwenDuiveland), jrg. 25, Zierikzee, 2000, p. 37-64; Het Heerenhof te Oosterland werd in de Tweede Wereldoorlog verwoest. 27 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 176 v. 28 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1532, fol. 262 v. Delwich = Hendrik van Delwich, vrijheer van Wiebendorf, Saxendorf en De Blink (Ringoir, 1981 b, p. 56). 29 Jaarboek CBG, 1979, p. 222. 30 NA, arch. familie Steengracht, inv. 231. 31 ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 1. 32 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 24. De Gecommitteerde Raden van Zeeland gaven hem “commissie” voor het commandeurschap van Liefkenshoek op 6-10-1703 (idem, fol. 31 v). Op de aanstelling van één commandeur voor de forten Lillo, Liefkenshoek, Frederik Hendrik en Kruisschans was in 1703 aangedrongen door Menno van Coehoorn. Hij wenste “dat er een persoon gestelt worde die het generaal opsigt hebbe over alle de forten”
124
(vermeld in een brief van Van Slingeland aan de Raad van State d.d. 10-8-1703, opgenomen in: ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 1). 33 ZA, SZ, inv. 711, 7-11-1703. 34 Idem, 20-7-1703. 35 Idem, 10-10-1703. 36 Idem, 16-7-1703; ZA, SZ, inv. 1672, fol. 24 v. 37 ZA, SZ, inv. 712, 5-1-1704; ZA, SZ, inv. 1672, fol. 31 v. 38 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 42. 39 ZA, SZ, inv. 712, 28-3-1704. 40 ZA, SZ, inv. 713, 5-11-1705. 41 ZA, SZ, inv. 714, 18-12-1706. 42 ZA, SZ, inv. 715, 15-1-1707. 43 ZA, SZ, inv. 2789, 2795 en 2811. 44 RAA, arch. polder van Lillo c.s., inv. 122 en 127. 45 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 1. Het conflict had betrekking op declaraties van Loncke. 46 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712. 47 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2210, fol. 9. 48 In 1742 ontving zijn dochter Susanna Maria een bedrag van £ 23:10:7 wegens pacht van dit land over het jaar 1740 (NA, arch. familie Steengracht, inv. 246-251). 49 NA, arch. familie Steengracht, inv. 242. Inclusief vijf paarden werden de wapens van zijn compagnie getaxeerd op fl. 1500. De waarde van zijn bezittingen werd vermeld exclusief de waarde van zijn meubelen, “camer behangsels”, stoelen, spiegels, schilderijen, tafels, “gerridons”, kasten en kabinetten, ledikanten, porcelein, tafelkleden, beddegoed e.d.. Deze staat en inventaris werd opgemaakt i.v.m. het derde huwelijk van Loncke. 50 In 1691 schilderde A. Coxie een portret van Charles Loncque. Anno 2011 bevindt dit zich in het kasteel Keukenhof te Hillegom. 51 ZA, SZ, inv. 527, 14-1-1718. 52 ZA, SZ, inv. 1330, brief van Johan Idsinga (commandeur van Lillo) aan de GR van Zeeland d.d. 15-9-1717. 53 In 1682 sloten Charles Loncque en de familieleden van zijn overleden vrouw Johanna de la Palma een overeenkomst, waarbij beide partijen afstand deden van “nog hangende pretensien of nalatenschappen” (NA, arch. familie Steengracht, inv. 241). 54 Zij trouwden onder huwelijkse voorwaarden; voor de betreffende akte: NA, arch. familie Steengracht, inv. 243. 55 NA, arch. familie Steengracht, inv. 231 (holografisch testament van Charles Loncque). 56 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 14; ZA, SZ, inv. 1978. 57 ZA, RB, inv. 257, fol. 35, 12-2-1785. 58 ZA, SZ, inv. 1419, brief van de magistraat van Lillo aan de GR van Zeeland d.d. 2-1-1784. 59 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81670, fol. 83. 60 ZA, SZ, inv. 1945, 13-12-1784 en 6-1-1785. 61 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 214.
125
62 ZA, SZ, inv. 1945, 21-2-1783.
Lonckeren, van Judocus van Lonckeren, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-5-1745.
Longerstaeije, Longerstraet Joannis Baptista Longerstaeije (Longerstraet), was in mei en juni 1735 militair in Liefkenshoek; tr. r.k. Doel 11-6-1735 Joanna Gijsbrecht, ook omschreven als Joanna Maria Schorremans; uit dit huw. r.k. ged. Doel: a. Joanna Catharina Longerstraet, 26-5-1735; getuigen: Joannes Baptista Tisson en Catharina Nijsensheer.
Lonisse Arend Lonisse, matroos op het wachtschip De Triton in de vloot te Lillo; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 1-6-1744.
Lonque Zie Loncke.
Loo, van 1.
Joachim van Loo (Joachim Fransen), ged. Bergen op Zoom 18-4-1618, zoon van Franchoys Fransen en Apollonia (Leuntje) Adriaens (van Lee); doopgetuigen: Willem Cornelis, Geeraet Cool, Agneta Heeren en Beyken Hutmans; was op 14-11-1654 soldaat onder “kapitein” Johan Vijser; verbleef toen in het garnizoen te Meurs; had een broer Frans (zie nr. 2), een broer Jan (gesneuveld te Brazilië tijdens een missie van de kamer Middelburg van de WIC) en zusters Appollonia (ged. Bergen op Zoom 7-11620) en Elijsabeth van Loo (ged. Bergen op Zoom 24-3-1623). 1
2.
Frans Franse van Loo (Franchoys Fransen), ged. Bergen op Zoom 13-4-1621 (getuigen: Pieter Philipsen en Janneken Jobs), broer van nr. 1; was in november 1654 soldaat onder “kapitein” Johan Vijser; verbleef toen op het fort Hoogerwerf; otr. Bergen op Zoom (als j.m.) 11-12-1654, tr. ald. 29-12-1654 Mariken Pieters, geb. Bergen op Zoom; zij werden bij hun ondertrouw beide geassisteerd door hun moeder; uit dit huwelijk geref. ged. Bergen op Zoom: a. b.
3.
Apollonia van Loo, 5-10-1655; getuigen: Pieter Pieterssen, Leuntghen Adriaens en Paulyntgen Jelis. Francijntie van Loo, 6-4-1659; geen getuigen vermeld.
Maerten van Loo, turfdrager te Lillo in 1644 en 1647; 2 ontving in 1655 £ 11:10 voor het maken van een duikeldam aan de noordzijde van de contrescarp te Lillo; 3 was op 28-9-1655 aannemer van aardewerken te Lillo. 4
126
4.
Jan van Loo, aannemer; was als zodanig ca. 1725 betrokken bij het verdiepen van de ravelijnsvest te Liefkenshoek; overl. in of kort voor 1725. 5
5.
Antonius de Loo, tr. Joanna Fermer; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
6.
Maria Joanna de Loo, 4-11-1731.
Cornelis van Loo, overl. vóór 7-2-1738; 6 zijn weduwe was cijnsplichtig te Oud-Lillo in 1738; 7 tr. Elizabeth (van) Noijen; zij kocht op 7-2-1738 voor fl. 121 een huisje te Oud-Lillo; 8 zij hertr. met Hendrik Joris (met wie zij op 12-1-1746 testeerde) en overleed te Oud-Lillo 4-2-1750; 9 op 10-2-1750 verkocht Anthony Willemse, voogd van de wees van Cornelis van Loo en Elizabeth van Noijen, voor fl. 130 een huis met twee tuinen te Oud-Lillo aan Jacobus Adriaanse; 10 op 24-6-1750 verkocht secretaris R.G. Temet in plaats van de overleden voogd van de wees van Cornelis van Loo en Elizabeth van Noijen, Anthonij Willemse, voor fl. 131 een huis met tuin te Oud-Lillo, gelegen tussen de hovenieringe van de armen van de Kruisweg en het huis van Adriaan Valkenburg; 11 op 8-1-1751 gaf de magistraat van Lillo aan Adriaen Aartsen advies over het onderhoud van de wezen van Cornelis van Loo en Elizabeth van Noyen; 12 uit dit huwelijk: 13 a.
Anthony (“Nouth”) van Loo, 14 jaar oud op 4-2-1750; zijn voogden waren toen Anthony Willemse (zwager van Elizabeth van Noijen) en Robbert G. Temet.
1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 78, akte d.d. 14-11-1654. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80080, fol. 33 v; idem, 80140, fol. 31. 3 Idem, inv. 80300, fol. 34. 4 ZA, SZ, inv. 508, 28-9-1655. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 22 v. 6 ZA, SZ, inv. 1976, 7-2-1738. 7 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 4. 8 ZA, SZ, inv. 1976, 7-2-1738. 9 ZA, SZ, inv. 1990, ongedateerde boedelinv. 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 104. 11 ZA, SZ, inv. 1976, 24-6-1750. 12 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 58 v. 13 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 9, 4-2-1750; ook: inv. 19, fol. 11 v en 12.
Loock, van 1.
Antonius van Loock, tr. N.N.; uit dit huwelijk: a.
2.
N.N. van Loock, werd op 11-4-1774 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg.
Egidius van Loock, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 2-2-1777 Joanna Maria van Woonsel.
127
3.
Cornelius Emanuel van Loock, ged. Niel 2-1-1746, zoon van Joannis Baptiste van Loock en Elisabeth Boeye; broer van nr. 4; tr. r.k. Lillo 11-2-1789 Esther Huijsmans, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 29-10-1765 (zie Huysmans ad 7 f); overl. Lillo 3-1-1801; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
4.
Cornelius Emmilius van Loock, 22-4-1791; overl. Oorderen 7-1-1849; tr. Zandvliet 16-4-1820 Isabella Schellekens, ged. Zandvliet 16-4-1791, overl. Oorderen 16-4-1837.
Petrus Franciscus (Frans) van Loock, ged. Niel 14-7-1756, zoon van Joannis Baptiste van Loock en Elisabeth Boeye; vestigde zich in 1783 in Lillo-Zuidland; woonde op 127-1791 aldaar; werkman aldaar in 1796; overl. Lillo 2-5-1814; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 5-8-1783 Joanna Maria D’Hert, geb. Doel ca. 1744, dochter van Jacob D’Hert en Maria Mennes (die in Doel woonden) en weduwe van Rombout Jacobs (zie Rombouts nr. G 51); 1 haar dochter Isabella Jacobs woonde in 1796 bij hen; 2 zij (Joanna) overl. in Doel.
1 RAB, DK, inv. 35, fol. 206, 12-7-1791. 2 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Looij(en), van (der) 0.
Jean de Loij, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1
1.
Cornelis van Looij, zijn erfgenamen bezaten in 1670 7 gemeten en 114 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet. 2
2.
Henricus Loijens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 6-6-1701 Joanna Janssens.
3.
Joanna van Looij, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-12-1730.
4.
Cornelius van Loij, tr. Elisabeth van Hoeij; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Maria Anna van Loij, 4-10-1732; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-12-1732. Joanna Catharina van Loij, 22-10-1734; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-91737. Antonius van Loij, 24-10-1735; zie verder nr. 7.
5.
Martinus Harmans van Looijen, sergeant in het regiment van Aijlva onder de compagnie van kapitein La Sarraz in het garnizoen te Lillo (1746); tr. (1) Francijntje Schrijvers; otr. (2) fort Lillo 5-1-1746; tr. (2) fort Lillo met att. van Bergen op Zoom 23-1-1746 Dirkje Bosvoogel, weduwe van Krijn de Paauw, toen wonend in Bergen op Zoom.
6.
Joannes van der Looij, tr. Maria van Extel; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
128
a. 7.
Gertrudis van der Looij, 17-12-1746.
Antonius van Looij (zoon van nr. 4), was in 1755 knecht op de boerderij van Christiaen de Zeeuw in Lillo- Zuidland; 3 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-9-1775; tr. r.k. LilloKruisweg 16-4-1765 Gertrudis Wensch, zij hertr. Antonius Swagemaekers; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Barbara van Looij, 26-6-1766; tr. r.k. Lillo 5-9-1793 [NB: foute datum in trouwboek] Henricus Josephus Sijmons (zie aldaar). b. Elisabeth van Looij, 2-6-1769; tr. r.k. Lillo 8-5-1796 Joannes Baptist Peeters (Pieters) (zie aldaar). c. Isabella van Looij, 2-8-1771. d. Joanna Catharina van Looij, 14-11-1773. Op 23-8-1778 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Antonius van Looij begraven (r.k.). 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 5; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 2 RAA, arch. Polder van Lillo, inv. 84. 3 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
Loon, van (der) 1.
Maerten van der Loon, was in juli 1647 aannemer van de reparaties aan de wallen en de borstwering van het fort Lillo; 1 idem in juni 1651; 2 was op 7-6-1653 burger in het fort Lillo. 3
2.
Arnoldus van Loon, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-3-1724; tr. Elisabeth de Bommel; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Wilhelmus van Loon, 11-3-1724; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-6-1728 of 13-2-1731.
3.
Franciscus van Loon (Loven), overl. vóór 7-6-1745; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 6-5-1743 Maria Anna Swijndrechts; zij hertr. Joannes Dierckx.
4.
Hendrik van Loon, geb. Zandvliet; weduwnaar van Maria van Putten, wonend in Ossendrecht, otr. Liefkenshoek 6-12-1761 Cornelia Pagé, ged. Woensdrecht 4-7-1723 (zie Pagee ad 4.1 sub e), toen wonend in Ouden Doel.
1 ZA, SZ, inv. 501, fol. 192. 2 ZA, SZ, inv. 504, fol. 150. 3 ZA, SZ, inv. 506, fol. 194 v.
129
Looper, de Bartholomeus de Looper, geb. ca. 1615 (2,5 jaar oud op 3-3-1617), verm. te Middelburg, zoon van Adriaen de Looper en Maria Raquets; 1 op 3-3-1617 verkochten de Staten van Zeeland hem een lijfrente van 5 pond Vlaams per jaar; 2 werd op 28-9-1637 door prins Frederik Hendrik benoemd tot vaandrig in de compagnie van kapitein Cromstrien; 3 werd kapitein van deze compagnie op 10-4-1659; 4 verbleef met deze compagnie medio 1661 in Liefkenshoek en vanaf oktober 1661 in Terneuzen; 5 werd daar toen commandeur; 6 een of meer soldaten uit zijn compagnie verbleven begin 1671 op het fort Hoogerwerf; 7 overl. Gent, begr. Terneuzen 1-1-1674; 8 tr. Catrina de Bruyne; zij kwam op 16-4-1666 met attestatie van Middelburg als huisvrouw van commandeur Looper naar Terneuzen; 9 als dochter van Bartholomeus de Looper is bekend: 10 a. Maria de Looper; zij kwam op 8-10-1661 vanuit Liefkenshoek met haar vader mee naar Terneuzen; zij is op 1-2-1666 is in Terneuzen vermeld als echtgenote van de vaandrager Willem Snel. b. Mog. voorts: Angenita de Looper, geb. St. Marck [verm. fort St. Marcus, zuidelijk van Axel], otr. als j.d. Terneuzen 9-1-1672, tr. ald. 2-2-1672 Jacob van Oldenburgh, j.m., vaandrig in de compagnie van kapitein [Paulus van] Oldenburgh. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland A, inv. 502, inv. 266. Hij is vermoedelijk een nazaat van Bartholomeus de Looper, raad van Middelburg in de periode 1590-1593 (ZA, Magistraat Middelburg 1560-1810). 2 ZA, Rekenkamer Zeeland A, inv. 502, inv. 266. 3 ZA, SZ, inv. 496, 28-9-1637, fol. 151v en 152. 4 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 116. 5 ZA, SZ, inv. 515, fol. 32 en 68 v. 6 ZA, SZ, inv. 515, fol. 68 v; ook: ZA, SZ, inv. 518, fol. 118. 7 Idem, inv. 667, 12 en 13-3-1671. 8 Dootboeck Neusen 1666-1753, p. 16; ZA, Rekenkamer Zeeland A, inv. 502, inv. 266. 9 ZA, arch. Herv. Gemeente Terneuzen, inv. 1. 10 Vermoedelijk had De Looper nog twee dochters, al dan niet voortgekomen uit zijn huwelijk met Catrina de Bruyne, te weten Johanna en Angenita de Looper die beide belijdenis deden te Terneuzen op 1-1-1666.
Loops Christiaen Loops, overl. vόόr 25-8-1639; tr. N.N.; op 25-8-1639 besloten de Gec. Raden van Zeeland dat zij voorlopig in het logement mocht blijven dat zij in het fort Lillo bewoonde. 1 1 ZA, SZ, inv. 497, 25-8-1639, fol. 145.
Loos(e) (de) 1.
Pieter Cornelissen Loose, rijswerker te Lillo in 1609-1610; geschil met Charles Simonaert te Lillo. 2
130
1
had op 16-12-1621 een
2.
Corstiaen Loos(e), verm. militair; tr. Anna van Hemberghen (Anneke Jans); uit dit huw.: a. Geertruyt Loos, ged. Liefkenshoek 10-9-1628; getuigen: Anthony Jansen, Jacob de Palm, Cornelis Anthonis, Maria de Witte, Seyken Crachts en Maria Swartel. b. Margriet Loos, ged. fort Lillo 27-9-1631; getuigen: Hendrik Stoffels, Adriaen Vermeulen, Jan van Hembergen, Elisabet Julis, Mayeken Daniels en Mayeken Adolf. c. Johannes Loose, ged. Liefkenshoek 3-9-1634; getuigen: Willem Graff, Thomas Thomassen Poulier, Pieter Aramanssen, Hans van der Vaere, Tanneken van Hadden, Tanneke Marinis en Elisabet Stadthouders. d. Margariete, ged. Liefkenshoek 31-8-1636; getuigen: Cornelis van Streyn, Hans Hendricx, Perynken Pieters, Petronella Leenders en Elisabet Mattyssen. e. Angeneta, ged. Liefkenshoek 15-5-1639; getuigen: Mr. Leendert Wadde, Aert Snyder, juffr. Hoemaker en Mayeken Bisschops.
3.
Gerrit Loose, ontving in 1644 3 pond Vlaams voor het schoonmaken van goten, straten, riolen en wallen te Liefkenshoek; 3 verm. soldaat.
4.
Daniel de Loos, als belastingplichtige in de polder van Lillo vermeld in 1718; 4 testeerde met tweede echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 31-31722; 5 tr. (1) Catharina Rom; zij werd op 16-8-1731 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) Anna Vigné.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 113. 2 ZA, SZ, inv. 486, 16-12-1621. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80070, fol. 35. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 5 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780.
Looser Arnoldus Looser, tr. Joanna Hensterman; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Wilhelmus Looser, 28-4-1784.
Loots 1.
Jeronimus Loots, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1
2.
Hendrik Loots, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 28-8-1778.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 4; zie ook: deel 3c, p. 546-552.
131
Looymans Abraham Looymans, geb. Antwerpen; was in februari soldaat onder kapitein Potayn [= verm. Pottey] te Lillo; werd op 19-2-1590 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg; overl. ald. 4-3-1590. 1 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.
Loschart Leenaert Loschart (Lossaart), verm. militair; tr. Abigail Coorenmans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
Gillis, 30-10-1644; getuigen: David de Buf, Jan Perre, Willemynken Jans en Tanneken Cools. Gillis, 10-6-1647; getuigen: Laurens Leyse, Andries van Bultense, Josyne Bluyters en Tanneken de Nevel.
Losoer Gilliaem Losoer, was op 2-6-1645 als appointier geplaatst op de monsterrol van de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Lossaart Zie Loschart.
Lossie 1.
Dominicus Lossie, tr. (1) vóór 29-9-1782 Maria Catharina (Katelijne) Verhaegen, weduwe van Jacob de Bock en van Gerard van de Vijver; 1 tr. (2) vóór 2-4-1785 Joanna de Rop, dochter van Jan Baptist de Rop en Amelberga van Walle. 2
2.
Pieter Lossie, overl. vóór maart 1789; tr. Katelijne de Roeck; zij hertr. Pieter Frans Verbraecken; uit dit huwelijk drie kinderen (N.N.) (en uit huwelijk met Verbraecken twee). 3
1 RAB, DK, inv. 32, fol. 74 v, 11-1-1777; idem RAB, DK, inv. 33, fol. 129 v, 29-9-1782. 2 RAB, DK, inv. 33, fol. 413, 2-4-1785. 3 RAB, DK, inv. 34, fol. 172 v, 1789.
Losten Catharina Losten, was in 1755 meid op de boerderij van Jan Baptist Bril in LilloZuidland. 1 1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
132
Louff, van der 1.
Cornelis Simonse van der Louf(f) (Loeff) (soms ook kortweg: meester Cornelis), geb. Lillo; chirurgijn in de compagnie van kapitein Hoemaker; op 26-2-1641 verzocht hij de Gec. Raden om de aankoop of de huur van een behuizing te Lillo; 1 was op 19-8-1642 inwoner van fort Lillo; 2 woonde op 8-10-1642 in Liefkenshoek; kreeg toen een braakliggend stuk grond achter zijn woning in gebruik; 3 chirurgijn (“meester”) te Liefkenshoek op 8-1-1643; 4 doopgetuige Liefkenshoek 5-12-1638; ouderling te Liekenshoek op 20-11-1646; 5 tr. (verm. 1) Mayeken Adriaenssen; otr. (verm. 2) Liefkenshoek 28-3-1643 (toen weduwnaar), tr. aldaar 26-4-1643 Janneken Alemans, geb. Den Haag, beide wonend in Liefkenshoek; Janneken is verm. identiek met Tanneke Aleman, doopgetuige Liefkenshoek 27-3-1639 (zie Aleman); uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a.
Willem, 19-11-1634; getuigen: Cornelis Symoenssen, David Symoenssen, Samuel Adriaenssen, Anna Sweryens en Susanna Symoenssen. b. Anna, 26-4-1637; getuigen: Adriaen Metteney, Matthys Eerbrugge, Mayeken Adriaans, Jaquemina Swerins en Antonette Boys; zie verder nr. 3. c. Susanna, 2-9-1639 (helft tweeling); getuigen: Willem Symoens van der Louff, Geeraert Vaen, Symon Vaen, Anneken Botschaert [verm. Bosschaert] en Adriaentje Andriessen. d. Catharina, idem. e. Willem, 6-10-1641; getuigen: kapitein Mathys Hoemaker, Willem Symons van der Louff en Mayeken Vaen. Uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: f. Maria, 20-12-1646; getuigen: Willem Symons van Louf, Willem Alleman, Pieter van Berghen en Anna Alleman; zie verder nr. 4. 2.
David Sijmonssen van der Louff, verm. broer van nr. 1; claimde op 26-1-1649 uitbetaling van 50 ponden Vlaams uit de nalatenschap van Samuel de Lannoij, in leven majoor te Liefkenshoek. 6
3.
Anna van der Loeft, geb. Liefkenshoek, dochter van nr. 1; otr. Zierikzee 31-1-1664 als j.d. van Liefkenshoek met att. van Goes d.d. 22-2-1664 Jan Schalck, weduwnaar van Goes.
4.
Maria van der Louff, geb. Liefkenshoek, dochter van nr. 1; otr. Goes 25-5-1668, tr. ald. 13-6-1668 Daniel Walrand, j.m. van Middelburg.
1 ZA, SZ, inv. 498, 26-2-1641, fol. 214. 2 ZA, SZ, inv. 499, fol. 124 v. 3 Idem, fol. 150. 4 Idem, fol. 180 v. 5 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 3, 20-11-1646. 6 ZA, SZ, inv. 502, fol. 11; idem, inv. 504, fol. 20 v.
133
Louisse, Louis (Loijssen, Louwijsen, Lowijssen) 1.
Joos Loijssen, was in 1609 rijswerker te Lillo. 1
2.
Cornelis Louyssen, aannemer van fortificatiewerkzaamheden te Liefkenshoek 16141615. 2
2a
Lowys Lowyssen, woonde in Doel; tr. Hester Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Elisabeth Lowyssen, 1-4-1629; getuige: Anna Paulus.
2b
Philips Lowyssen, verm. militair; tr. Passchyntie Berents; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
b. c. d.
Willemyntie, 24-8-1642; getuigen: jonkheer Daniel de Saverine [de Savornin], luitenant Andries Willaert, Noewe Neynie, Maria Berents en Mayeken Baarbiljaarts [Barbilias]. Johannis, 26-2-1645; getuigen: Emanuel Oliphant, Jan Berents, Martyn Lapa, juffr. Sabyne Jolyt en Mayeken Snoucx. Anneken, 17-3-1647; getuigen: Getalluver Bypaart, Jonas Vincaart, Neelken Adriaens, Tanneken Lapa en Mayeken Anthonis. Cathalina, 12-9-1649; getuigen: Lauwereys Broeckaart, Cornelis van der Laen en Cathalyna Jans.
2c Daniel Louisse, werd majoor op het fort Rammekens; tr. Maria Grand (zie Grand ad 7); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Daniel Louisse, 5-2-1662; getuigen: Petrus Regnensu en Sara Coutsaert.
3.
Abraham Louijssen, werd op 21-4-1666 benoemd als derde roeier in de vloot van Lillo; 3 vermeld als roeier te Zijpe op 23-8-1666. 4
4.
Philips Louwijsen, kwam op 30-12-1667 met attestatie van Liefkenshoek naar Terneuzen. 5
5.
Anneken Lowijsen, kwam op 30-6-1673 met attestatie van Liefkenshoek naar Terneuzen. 6
6.
Absalom Louisse (Lowijssen), was in 1666 soldaat in de compagnie van Adriaan Loncke te Sluis; nam daar 4-7-1666 met echtgenote deel aan het Avondmaal; 7 later soldaat te Liefkenshoek; werd op 4-2-1673 benoemd tot konstabel te Liefkenshoek als opvolger van Leunis Pietersen nadat hij in Vlissingen met succes ten overstaan van de vice-admiraal van Zeeland, de equipagemeester en een konstabel een proeve van bekwaamheid had afgelegd; 8 had op 13-12-1674 een schuld van 12 pond Vlaams bij Jan de Vassij (de jonge); 9 bezat in 1679 twee huizen in het fort Liefkenshoek; 10 was op 3-11-1679 nog steeds als kanonnier in Liefkenshoek werkzaam; 11 verdiende daarmee 24 pond Vlaams per jaar; 12 was in 1682 mede-aannemer van het herstellen en het opmaken van de brug te Liefkenshoek; 13 doopgetuige Liefkenshoek 12-12-1660,
134
24-5-1676, 23-2-1681, 1-11-1682, 3-12-1684 en 16-2-1687; betaalde in november 1686 aan de diaconie van Liefkenshoek 1 schelling voor zijn trouwaffiliatie; 14 woonde in 1698 nog in Liefkenshoek; 15 tr. vóór 19-11-1662 Anna de Wolf (ook: Anneken Jans); hij hertr. november 1686 Margrieta Smits, die op 5-8-1690/27-8-1690 in Liefkenshoek hertrouwde met Jan de Bruijn (zie aldaar); uit het huwelijk met Anna de Wolf [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a. Johannes Louissen, ged. Liefkenshoek 25-12-1660; getuigen: Jan de Wolf en Paschier Louissen. b. Rebecca Louissen, ged. Liefkenshoek 19-11-1662; getuigen: Jan de Wolf en juffr. Rebecca de Ridder. 7.
Jan Louijs (Lowijs), geb. Luik; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 16
8.
Wilhelmus Louis, r.k. ged. Breda (Waterstraat) 3-9-1744, zoon van Abraham Louis en Elisabeth Franken; verbleef in september 1769 in het garnizoen te Lillo; 17 verkreeg op 4-5-1772 van het stadsbestuur van Breda een borgbrief i.v.m. verhuizing naar Den Haag; 18 otr. Breda 12-8-1769, tr. aldaar r.k. (Waterstraat) 10-9-1769 Maria van Wesel, geb. Amsterdam (getuigen: Francisca le Court en Helena Stolwerk); uit dit huwelijk: a.
Gertrudis Louis, r.k. ged. Breda 14-10-1769 (getuigen: Gerardus van Wesel en Elisabeth Francken). 19
1 ZA, SZ, inv. 480, fol. 182, 1-8-1609; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, o.m. fol. 77 en 109. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 83. 3 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2488. 4 Idem, inv. 2489. 5 ZA, arch. Herv. Gemeente Terneuzen, inv. 1. 6 Idem. 7 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 147. 8 ZA, SZ, inv. 670, 23-1-1673 en 4-2-1673. 9 ZA, SZ, inv. 673, 13-12-1674. 10 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 11 ZA, SZ, inv. 683, 3-11-1679. 12 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1450, fol. 83-83 v. 13 ZA, SZ, inv. 690, 8-4-1683. 14 ZA, RB, inv. 275. 15 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 50. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363. 17 Stadsarchief Breda, DTB nr. 45, fol. 102. 18 Stadsarchief Breda, oud-administratief archief Stad Breda 1-1a, nr. 2131, fol. 43. 19 Stadsarchief Breda, DTB nr. 22, fol. 174.
135
Loureijs(en) Zie Lauwerissen c.s.
Lous Jean Joseph Lous, geb. Namen, 18 jaar oud in 1772; rooms-katholiek; wolwever; werd soldaat in de compagnie van Daniel Anthony baron van Plettenberg uit het tweede bataljon van het regiment Nationalen nr. 17 o.l.v. Martinus van Acronius op 27-11-1772; deze compagnie verbleef in 1772 in Lillo/Liefkenshoek; kreeg te Lillo ontslag op 24-12-1772. 1 1 NA, arch. Raad van State, inv. 1949, fol. 94.
Louwe, Louw (van de) 1.
Nicolaes Louwe, commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1598 tot april 1599. 1
2.
Anthoni Janssen van de Louw, zijn weduwe is als debiteur vermeld te Lillo-Zuidland op 23-1-1662. 2
3.
Willem de Louw, ged. Steenbergen (als Willem de Lauw) 27-9-1665, zoon van Jan Franssen de Lauw en Lena Wilhems; meester-metselaar te Steenbergen, vermeld in 1703; kreeg opdracht van de Raad van State om op elk van de forten Frederik Hendrik en Kruisschans een kruitmagazijn te bouwen, waarmee fl. 2500 was gemoeid; hij machtigde op 6-6-1703 Joan Ribbers te Bergen op Zoom (zie Ribbers) om de betaling in ontvangst te nemen; 3 tr. Pieternella de Weert; uit dit huw. geref. ged. Steenbergen: a.
4.
Johanna de Lauw, 4-9-1695; getuigen: Cornelis de Weert en Geertruijdt de Lauw.
Alida Maria Louwe, op 5-10-1740 werd in Lillo (= waarsch. Oud-Lillo) haar “onecht” kind Willem Louwe begraven.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6310. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 3 MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 59, 6-6-1703, fol. 219-219 v.
Louwers Zie Lauwers.
Louwkens Joost Louwkens, afkomstig uit Lillo; vertrok op 20-4-1711 als ondertimmerman op het schip “Voorburg” van de VOC-kamer Delft naar Batavia; arriveerde daar op 26-12-1711; keerde in 1716 terug met het schip “Wijnendaal”. 1 1 NA, VOC-arch., inv. 13899, fol. 38.
136
Lovon (zie ook Lovyn) Adriaen Lovon, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 9; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Lovyn (zie ook Lovon) Loryn Lovyn, was op 2-6-1645 piekenier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Löwenthal, von Ulrich Frederik Graaf von Löwenthal, werd in 1743 benoemd tot luitenant-generaal in het Franse leger; zag in oktober 1747 kans om het fort Lillo te veroveren, een maand na de overgave van Bergen op Zoom. 1 1 W.A. Bachiene, Nieuwe Tegenwoordige Staat en Geographie der Nederlanden, deel 4 (betreffende o.m. StaatsVlaanderen en Staats-Brabant), Amsterdam, 1791, p. 460; J. Sinke, Kroniek van de Roovere 1628-1993; de verlaten schans, Halsteren, 1993, p. 42-70.
Loykens Elisabeth Loykens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-7-1716.
Lozanne, de Jacobus de Lozanne, verkocht in 1758 een boerderij met 20 gemeten en 16 roeden land in de Beoostenblij Benoordenpolder te Axel; 1 was op 13-1-1760 luitenant-baljuw; 2 was op 35-1766 voogd van Laurens Gabriel de Pauw (zie aldaar); declareerde toen bij de magistraat van Lillo kostgeld; 3 hij is waarsch. een nazaat uit het geslacht De Lozanne uit Axel. 4 1 P.J. van Cruyningen, De Hofsteden van Axel, Axel 1991, p. 53. 2 ZA, SZ, inv. 1953, fol. 120. 3 ZA, SZ, inv. 1940, 3-5-1766. 4 Vanaf 1699 tot 1746 wordt ene Jacobus de Lozanne vele malen vermeld als schepen van Axel. Hij was gehuwd met Pieternella Biscop (Buskop), ged. Axel 15-11-1665, dochter van Pieter Biscop en Maria de Let (De Navorscher, jrg. 25, 1875, p. 429); zij werd op 20-12-1721 in de kerk van Axel begraven. Waarschijnlijk is de in dit repertorium beschreven Jacobus de Lozanne een kleinzoon van dit echtpaar.
137
Lubber(t)s 1.
Evert Lubbers, soldaat in de compagnie van kapitein La Salle, in het regiment van kolonel Maximiliaen van Steenhuysen; werd op 28-12-1711 door de krijgsraad te Lillo ter dood veroordeeld; hij werd opgehangen. 1
2.
Gerrit Lubberts, militair; werd lidmaat te Grave vanuit Zwolle op 16-12-1763; vertrok uit Grave naar Liefkenshoek 26-3-1765. 2
3.
Hendrik Lubbers, soldaat; belijdenis Liefkenshoek 28-3-1766; verm. Oud-Lillo] 6-4-1773.
3
begr. fort Lillo [=
1 ZA, SZ, inv. 720, 5-1-1712 en 8-1-1712. 2 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74. 3 ZA, RB, inv. 259, fol. 161.
Lubeecq, van Jan Cornelissen van Lubeecq, op 3-11-1634 verzocht hij de Gec. Raden van Zeeland om aangesteld te worden als kanonnier op Nieuweschans of Oud Lillo; omdat er geen plaats vacant was werd hij doorverwezen naar de Raad van State. 1 1 ZA, SZ, inv. 495, 3-11-1634, fol. 87.
Lucart Wilhelmus Lucart, begr. Lillo (r.k.) 24-10-1787.
Lucas 0.
Pieter Luycas, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1
1.
Jacomijntje Lucas, doopgetuige Liefkenshoek 26-11-1645 en 19-12-1646. 2
2.
Lucas Pieters (Treete?) (identiek met Pieters ad 17), landbouwer in de polder van Doel; 3 doopgetuige Liefkenshoek 5-10-1625; schepen van Doel-Kieldrecht van 1632 tot 1639; 4 op 23-3-1638 verzocht hij de Gec. Raden om drie werkpaarden naar Doel te mogen brengen omdat zijn paarden aldaar gestorven waren; 5 op 2-6-1638 werd hem door de Gec. Raden toegestaan om drie werkpaarden vanuit de Verenigde Provincien in te voeren; hij diende wel een borg te betalen om te voorkomen dat de paarden naar vijandelijk gebied gevoerd werden; 6 bezat land in Steenbergen (zie ad 3); op 8-3-1641 vermeld als dijkgraaf van Doel; 7 doopgetuige Liefkenshoek 29-8-1649; overl. voor 62-1653; tr. Maeijken Jacobs; 8 als hun kinderen zijn bekend [NB: hiaten doopboek Liefkenshoek in de periode 1627-1635]: 9 a.
Christijne (Stijntie) Lucas, doopgetuige Liefkenshoek 27-9-1643 en 30-7-1645; overl. Doel kort vóór 19-6-1651; tr. Jan Heyndrik van Innevelt (zie aldaar). 10
138
b.
c. d. e. f. g.
2a
Pieter Lucas(se), ged. Liefkenshoek 1-1-1626 (getuigen: Cent Joosten, Jan Jansen, Jan Michiels, Magdalene Huybregts en Maria Barbes) (NB: bij doop is de vader omschreven als Lucas Pieters Treete); zie verder nr. 3. Magdalena Lucas, ged. Liefkenshoek 17-3-1630 (getuigen: Pieter de Gomme en Janneke Pieters); tr. Jacob Jacobse Verstraeten (zie aldaar). Cathalina Lucas, ged. Liefkenshoek 1-4-1632 (getuigen: Lauwerens Verbeek en Susanna Pieters). Adriaenken Lucas, ged. Liefkenshoek 12-2-1634 (getuigen: geen); tr. Pieter van den Bogeaert (zie aldaar). Maria Lucas, ged. Liefkenshoek 1-9-1636; getuigen: Geeraert Vaen, Jan Brunincx, Jacob Eyens, Ranneke de Witte en Maddalena de Witte. Cathalina Lucas, ged. Liefkenshoek 7-11-1638 (getuigen: Steven de Munck en Elisdabet Jans); tr. David Lambrechtse van Overbeke (zie aldaar).
Pieter Lucas; tr. Mayeken N.N.; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Elisabet Lucas, 6-11-1629; getuigen: Judith van Gastel en Susanna Clemens. NB: mog is nr. 2a identiek met nr. 2 en zijn in het doopboek van Liefkenshoek zijn voor- en achternaam verwisseld.
3.
Pieter Lucas(se), zoon van nr. 2, ged. Liefkenshoek 1-1-1626; schepen van DoelKieldrecht van 1654 tot 1659; 11 kocht op 19-11-1637 van Jacques van Soest, koopman te Antwerpen, 21,5 gemeten grond in de polder van Doel; 12 kocht op 6-2-1653 tijdens een publieke verkoop te Steenbergen uit de boedel van zijn overleden vader Lucas Pietersen 4 gemeten land in het Westland te Steenbergen “op den Noort” voor fl. 108 per gemet; de veiling was door hem mede namens de andere erfgenamen van Lucas Pietersen geëntameerd; 13 had op 2-8-1658 nog een pachtschuld wegens het gebruik van een weiland te Steenbergen, eigendom van Dingeman Lenaertsen van Driel, winkelier aldaar; 14 overl. vóór 13-3-1665; 15 tr. (1) Catelijntien Geerts, overl. vóór 1-91638; tr. (2) Maria de Keyser, vermeld als weduwe en boedelhoudster van Pieter Lucas op 13-3-1665; had toen een schuld van fl. 32 bij Nicolaes Huybrechtsen Hagens, landman te Steenbergen; 16 uit het eerste huwelijk: a. Susanneken Pieters; zij huwde met Gillis Simons Waeytack; hieruit kwam een zoon Lucas voort; op 1-9-1638 transporteerde Pieter Lucas aan Gillis Waeytack 40 pond Vlaams i.v.m. het recht van Susanneken Pieters op haar moederlijk goed. 17 Uit het tweede huwelijk: b. Maria Lucas, ged. Liefkenshoek 4-9-1650; getuigen: Pieter Boogaart en Dingene Jacobs.
4.
Pieter Lucas(sen), tr. Levyntie Gysbrecht; uit dit huwelijk: a. Gysbrecht Lucas, ged. Liefkenshoek 13-11-1644; getuige: Cornelia Cornelis. b. Janneken Lucas, ged. Liefkenshoek 1-1-1646; getuigen: Stoffel Verschuere, Hendrik Jansen, Clasyne Dominicus en Geertje Leenderts.
139
c. Lucas Lucas, ged. Liefkenshoek 27-12-1646; getuigen: Maarten Thiers en Eva Adriaensen. d. Mayeken Lucas, ged. Liefkenshoek 18-7-1649; getuigen: Aert Cornelissen en Janneken Cornelissen. e. Gysbrecht Lucas, ged. Liefkenshoek 22-10-1651; getuigen: Andries Willaart en Lysebet Braems. c. Janneken Lucas, ged. Liefkenshoek 23-11-1653; getuigen: Gillis de Vos, Pieter de Roose en Tanneken Gillis. d. Mayken Lucas, ged. Liefkenshoek 12-1-1656; getuigen: Marcus de Rycke, Lieven Jansen Boudonck en Janneken Gillis. e. Lucretia Lucas, ged. Liefkenshoek 3-3-1658; getuigen: Lucretia Schenck en Geertruyt Smits. 5.
Maetje Lucas, geb. Liefkenshoek ca. 1654; mog. identiek met nr. 4 d; komt voor op de lidmatenlijst van Waterland van april 1717; overl. Groede 10-5-1730, begr. aldaar 125-1730, 76 jaar oud; tr. Pieter Slok; zij woonden in maart 1688 in de Oranjepolder in IJzendijke-Ambacht. 18
6.
Guillelmus Lucas, eiser te Lillo-Zuidland 13-9-1655. 19
7.
Suzan Lucas, werd tussen september 1691 en december 1695 onderhouden door de diaconie van Liefkenshoek; 20 ontving in mei 1694 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding voor het onderhouden van de kerk. 21
8.
Wilhelmus Lucas, tr. Regina van der Welen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
9.
Joannes Lucas, 9-5-1719.
Peeter Lucas, r.k. schoolmeester en koster in het dorp Kruisweg in de polder van Lillo; compareerde met eerste echtgenote te Lillo-Zuidland op 11-8-1727; 22 vermeld als provisioneel koster en schoolmeester in het dorp Kruisweg op 20-3-1730, toen hij (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil had met Michiel Martien Martens; het betrof een geschil over paarden; 23 was ook in 1741 r.k. schoolmeester in Cruyswegh in de polder van Lillo; 24 had op 8-11-1751, 13-12-1751 en 4-12-1752 samen met Martinus Lenaerts, Frans en Elizabeth Lenaerts, Gommarus Lenaerts, Cornelis Lenaerts en Martinus Lenaerts (als eisers) in Lillo-Zuidland een geschil met de weduwe van Arnoud Huijsers, Catharina Poelmans; het geschil ging over de betaling van fl. 380, i.v.m. een claim op een erfenis; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-10-1756; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 26-7-1727 Elisabeth de Wachter; zij woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot haar huishouden behoorde 1 persoon; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 1 gulden en 1 stuiver; 25 zij werd op 8-1-1735 begr. (r.k.) te LilloKruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 10-9-1735 Anna Maria Wissens; zij werd op 264-1744 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (3) r.k. Lillo-Kruisweg 26-6-1744 Joanna Lenaerts; 26 uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Joannes Franciscus Lucas, 19-5-1729; zie verder nr. 10. Jacobus Lucas, 1-1-1731; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-11-1731.
140
c. d. e.
Antonius Lucas, 6-3-1732; woonde in Ekeren; overl. ald. 9-5-1789; tr. Cornelia Vloemans, geb. Turnhout, overl. Ekeren 1-10-1794. 27 Maria Catharina Lucas, 2-6-1733; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 25-9-1757 Joannes Vingerhoedt, geb. Kapellen, overl. Stabroek 5-3-1766. Anna Maria Lucas, 6-1-1735.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: f. Joanna Catharina Lucas, 15-4-1736. g. Anna Isabella Lucas, 29-4-1738. h. Rumoldus Lucas, 1-4-1740; werd 14-1-1768 poorter te Zierikzee. 28 i. Joanna Isabella Lucas, 5-1-1742. 10. Jan Franciscus Lucas (zoon van nr. 9), had op 15-6-1761 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Hendrick Bries; 29 vermeld als koster en schoolmeester in het dorp Kruisweg op (o.m.) 6-7-1761 en 16-11-1761 toen hij (als eiser) in Lillo-Zuidland wederom een geschil had met Hendrick Bries; 30 op 7-3-1763 was het geschil nog steeds niet opgelost en was Jan Franciscus Lucas eiser in een proces tegen de dochter van Hendrick Bries, Elizabeth; 31 bezat in 1761 een herberg te Lillo-Zuidland; 32 had in maart 1775 een geschil met Peter Jan Hermans (erfgenaam van Engel Hermans; zie Hermans A 2.3); werd door de schepenbank van Lillo-Zuidland op 6-3-1775 in het gelijkgesteld; 33 nogmaals vermeld als koster van de r.k. kerk te Kruisweg op 3-111775; 34 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-11-1778; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 14-9-1757 Anna Maria Cleiren; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Cornelius Lucas, 1-11-1758; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-12-1758. Petrus Joannes Lucas, 3-2-1760; zie verder nr. 11. Adrianus Benedictus Lucas, 11-10-1764; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-111764. d. Benedictus Franciscus Lucas, 15-9-1766; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-101766. e. Joanna Lucas, 4-12-1767; tr. r.k. Lillo 13-5-1790 Adrianus Kuypers (zie aldaar). f. Joannes Cornelius Lucas, 29-10-1769. g. Maria Catharina Lucas, 31-1-1772. Op 6-6-1762 en 12-9-1763 werden twee kinderen van Joannes Franciscus begraven (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 11. Petrus Joannes Lucas (zoon van nr. 10), tr. (1) Anna Isabella van Dam; zij werd op 242-1787 begr. (r.k.) te Lillo; tr. (2) r.k. Lillo 20-8-1787 Joanna Maria Meeuws, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 2-11-1764 (zie Mees nr. A 17); uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b. c. d.
Maria Lucas, 31-7-1789; begr. Lillo (r.k.) 31-7-1789. Maria Catharina Lucas, 10-10-1790. Cecilia Lucas, 25-3-1793. Angelina Joanna Lucas, 17-11-1795.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
141
2 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.. 3 Mog. zoon van Pieter Lucasse, vermeld als landbouwer in de polder Westland te Steenbergen in 1598 (MHC, oud-gemeentearch. Steenbergen, inv. 1769), idem als pachter van 35 gemeten en 138 roeden land in het Westland dat eigendom was van het Gasthuis van Steenbergen (bron: idem, inv. 1657); vermeld als borg te Steenbergen op 23-1-1600 (MHC, oud-recht. arch. Steenbergen, inv. 1511) en als landman in de polder Westland te Steenbergen op 28-4-1610 (MHC, oud-recht. arch. Steenbergen, inv. 1718, fol. 100) en mog. getrouwd met Lijngen Geerts. Zij otr. (hertr.) Steenbergen 4-4-1615, tr. ald. aldaar 17-5-1615 Jan Jansen. Lucas Pieterse behoorde vermoedelijk tot de pioniers in de in 1614 herdijkte polder van Doel. 4 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 5 ZA, SZ, inv. 497, 23-3-1638, fol. 47 v. 6 Idem, 2-6-1638, fol. 90 v. 7 ZA, SZ, inv. 498, 8-3-1641, fol. 218. 8 RAB, DK, inv. 817, 27-11-1653. 9 RAB, DK, inv. 14, fol. 97, 21-1-1656. 10 Idem, fol. 16, 19-6-1651. 11 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 12 RAB, DK, inv. 172. 13 MHC, oud-recht. arch. Steenbergen, inv. 299, fol. 6. 14 MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 41, fol. 28, 2-8-1658. 15 Idem, inv. 49. 16 MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 49, 13-3-1665. 17 MHC, oud-recht. arch. Steenbergen, inv. 1726, fol. 425 v. 18 ZA, arch. Vrije van Sluis, inv. 497, nr. 12. 19 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 20 ZA, RB, inv. 275. 21 Idem. 22 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 11 v. 23 Idem, inv. 30, 20-3-1730. 24 Idem, inv. 37. 25 Idem, inv. 2. 26 Idem, inv. 31, 8-11-1751, 13-12-1751 en 4-12-1752. 27 RAA, Volkstelling Ekeren 1796. 28 GA Schouwen-Duiveland, Poorterboeken Zierikzee 1302-1809. 29 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 15-6-1761. 30 Idem, 6-7-1761 en 16-11-1761. 31 Idem, 7-3-1763. 32 Idem, 25-1-1762. 33 RAA, not. arch., inv. 2089 (notaris Jac. Mertens te Ekeren), akte van 13-3-1775.
142
34 ZA, SZ, inv. 1943, 3-11-1775.
Luchtendach Zie Lichtendag.
Lucie, de Gillis de Lucie, winkelier en koopman te Doel (1789); tr. Maria van Croonenborch, dochter van Jan Baptist van Croonenborch en Petronella van Daele. 1 1 RAB, DK, inv. 35, fol. 46, 27-1-1789.
Lucini Jonkvrouwe Francoise Lucini, behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614. 1 1 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181.
Ludders Jurrien Ludders, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 14; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Lueter Jan Lueter, afkomstig uit of wonend in Lillo (“van Lillo”); had op 21-2-1660 een schuld van £ 35:5:0 bij een steenplaats in Dordrecht. 1 1 Regionaal Archief Dordrecht, oud-not. arch. Dordrecht 20, inv. 195, fol. 354.
Luijks (Luyckx, Luyk, Luijkens) (van) 1.
Berbilias Luycx, verm. militair; tr. Mayeken Boudewyns; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Susanna, 2-8-1643; getuigen: Nys Nouse, Jacob Willems, Passchyne N.N. en Susanna Snoucx. b. Maria, 30-4-1645; getuigen: Martyn Lapa, Anneken Verstraate en Mayeken Goverts.
2.
Elisabeth Luijckx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-9-1676.
3.
Henricus Luijcx, op 25-10-1681 werd te Lillo-Kruisweg een dochter van Henricus (r.k.) begraven.
143
4.
Catherina Luyckx, verkocht op 10-5-1683 een huis te Lillo-Kruisweg aan de pastoor Adrianus van Hooff. 1
5.
Dingen Luijckens, woonde in 1694 als weduwe (van N.N.) in de polder van Lillo met haar minderjarige dochter Maria Luijckens. 2
6.
Huibrecht Janse Luiks, geb. in de polder van Lillo; woonde aldaar in 1693 als “costgast” in het gezin van Peter van den Brande; 3 crediteur te Lillo-Zuidland op 27-31698; 4 op 1-12-1698 vermeld als zwager van Peeter van den Branden (die toen getrouwd was met Catharina Luyckx); 5 otr. Ierseke 8-1-1700, tr. Kruiningen 11-21700 Maria Marinisse Kole, geb. Olsende. 6
7.
Wilhelmus Luijkens, tr. Josina van de Wiel; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Maria Catharina Luijkens, 5-9-1717.
8.
Andries van Luyk, geb. Doel ca. 1722 (17 jaar oud in 1739); woonde in 1739 als boerenknecht in de Kruispolder (Hulster-Ambacht). 7
9.
Joannes van Luijck, afkomstig uit Lillo; vertrok als jongmatroos op 23-4-1722 met het VOC-schip “Middelwoud” naar Batavia waar hij op 9-6-1723 aankwam; keerde in 8 1724 terug met het VOC-schip “Zoetelingskerke”.
10. Jan Luijks, soldaat; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 1-6-1740. 11. Pieter Johannes Luik, geb. Lillo; woonde in 1790 in Nieuw-Gastel; otr. (als j.m.) Dinteloord 29-5-1790, tr. aldaar 13-6-1790 Willemijn van der Vorst, j.d., geb. te 9 Dinteloord. 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 2 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 3 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 358. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 5 Idem. 6 VS, jrg. 8, 1972, p. 53. 7 V.J.M. de Bliek, De inwoners van Hulster-Ambacht in 1739, Kapelle, 1980, p. 59. 8 NA, VOC-arch., inv. 12817, fol. 73 9 Zij is mog. r.k. ged. in Oud en Nieuw Gastel 27-1-1768 als dochter van Joannes van der Vorst en Margarita van Rijen. In Dinteloord was destijds een r.k. doop niet mogelijk.
Luijten, Luijts (van) 1.
Joannes Luijts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-1-1716; tr. Catharina Huijgens.
144
2.
Adriana Luijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-1-1719.
3.
Anna Maria Luijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-10-1721.
4.
Adriana van Luijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-6-1724.
5.
Maria Catharina van Luijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-6-1724.
6.
Anna Maria van Luijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-8-1727.
7.
Jan van Luijten, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden twee personen; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 2 gulden en 2 stuivers; 1 verm. identiek met de Joannes van Luijten die op 28-5-1741 te LilloKruisweg (r.k.) begraven werd.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2.
Luijter Jan Luijter, samen met Jan van den Ham en Valentijn Perisz. verzocht hij de Gec. Raden van Zeeland op 23-11-1638 om betaling van het schachtwerk voor de fortificatie van Lillo dat door Michiel Pieterssen, Dirick Hamel en Thobias Bres aan hen uitbesteed was; de Gec. Raden stelden dat zij zich moesten wenden tot hun werkbazen. 1 1 ZA, SZ, inv. 497, 23-11-1638, fol. 209.
Luis, van Gerrit van Luis, tr. Johanna Vercouteren; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jacobus Gerardus van Luis, 10-10-1728; getuigen: Willem Rouveroy en Neeltje Scheels (= Scheele).
Lükens Mari Lükens, ontving in januari 1695 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding voor het leveren van 6 ellen rooden karsaij plus 6 ellen linden. 1 1 ZA, RB, inv. 275.
Lullin Charles Lullin, aangesteld als luitenant-kolonel (titulair) van een Zwitsers regiment van het Staatse leger op 13-4-1748; 1 kapitein van een compagnie van het Staatse leger die van 26-3 tot 9-10-1750 in Lillo verbleef. 2 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 134. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2910, fol. 22 v-23.
145
Lunden 1.
Guilliam Lunden, koopman te Antwerpen; ontving op 16-2-1671 rente over land te Doel-Kieldrecht; 1 kocht op 2-12-1680 land te Doel-Kieldrecht; 2 vermeld i.v.m. een betaling te Doel-Kieldrecht op 29-11-1688. 3
2.
Jan Baptist Lunden, op 18-3-1686 te Doel-Kieldrecht vermeld i.v.m. een betaling. 4
3.
Juffrouw Helena Constantia Lunden, had op 23-3-1733 (als eiseres) in Lillo-Zuidland een geschil met Maria Meerts, de weduwe van Cornelis Vermijlen. 5
4.
Guillelmo Carolo Lunden, jonkheer; verpachtte in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Cornelis Leemans. 6
5.
Franciscus Michiel Lunden, woonde in Antwerpen, leende op 11-3-1754 fl. 200 aan Jan Baptist Leemans te Oud-Lillo. 7
6.
Dirck Lunden, op 15-6-1761 te Lillo-Zuidland vermeld als gedaagde in een proces met Sebastiaan Devenu; het geschil ging over achterstallige huishuur van fl. 102 over een periode van twee jaar. 8
1 RAB, DK, inv. 15, fol. 211, 16-2-1671. 2 Idem, inv. 16, fol. 61 v, 2-12-1680. 3 Idem, inv. 18, fol. 105, 29-11-1688. 4 Idem, inv. 17, fol. 174. 18-3-1686. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 23-3-1733. 6 Idem, inv. 2, stuk h. 7 ZA, SZ, inv. 1977, 11-3-1754. 8 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 15-6-1761.
Lunders Zie Linders.
Lundie Jeronimus Lundie, was in 1709 knecht bij de landbouwer Cornelis van den Eijnden in de polder van Lillo. 1 1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.
Luning N.N. Luning, zijn echtgenote Luning-den Hartog eiste op 3-5-1782 dat Pieter Moorman te Lillo een schuld van fl. 232 afbetaalde. 1 1 ZA, SZ, inv. 1945, 3-5-1782.
146
Lunken Jacobus Lunken, tr. Elisabeth Vermeiren; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b.
Jacobus Lunken, 15-4-1792. Joanna Catharina Lunken, 5-5-1795.
Luringa N.N. Luringa, vaandrig; betaalde in december 1701 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:18:8 wegens zijn huwelijk. 1 1 ZA, RB, inv. 276.
Lussis Balduinis Michael Lussis, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te LilloKruisweg betreffende de periode 1692-1708. 1 1 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten.
Lust 1.
Jacob Lust, koopman uit Middelburg; op 24-3-1639 kreeg hij van de Gec. Raden toestemming om Lonijs de Bra, koopman uit Antwerpen, door de commandeur of majoor van Liefkenshoek te laten arresteren, zodat deze zijn schuld zou afbetalen. 1
2.
Johannes Lust, soldaat; op 9-11-1737 werd in Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn kind Maria Lust begraven.
1 ZA, SZ, inv. 497, 24-3-1639, fol. 52.
Lutijch Jean Lutijch, maakte als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die o.m. in 1625 gelegerd was in Liefkenshoek; hij verbleef in juni op een schip [= verm. een oorlogsschip van de Admiraliteit van Zeeland]. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 8; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Luyringa Joost Luyringa, geb. Leeuwarden; vaandrig in het regiment van overste Amama in 1701; verbleef in 1701 in het garnizoen te Liefkenshoek; otr. Hulst 12-11-1701, tr. Liefkenshoek
147
4-12-1701 Maria Cornelia de Valck, geb. Hulst en toen wonend in Liefkenshoek (zie De Valck ad 3 f); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Anthony Luyringa, 19-3-1792; getuigen: mevrouw Dina Kievits (weduwe van de commandeur Anthony Valck) en de heer Sybe Luyringa.
M(e)ijlemans 1.
Hendrick M(e)ijlemans, gedaagde in een proces te Lillo-Zuidland op 17-12-1696 vanwege een vechtpartij met een soldaat uit het garnizoen te Zandvliet; 1 tot zijn huishouden behoorde in 1709 (behalve zijn vrouw en kinderen) Geert van den Branden; 2 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-12-1712; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 8-2-1695 Catharina Smidts; zij werd verm. op 1-4-1696 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) Catharina de Cort (Ceurt); uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f. g.
Maria Meijlemans, 28-10-1697; tr. (1) Daniel de Meulemeester; tr. (2) Wilhelmus Patrijs. Joannes Meijlemans, 23-1-1699. Guilielmus Meijlemans, 27-12-1700. Cornelius Meijlemans, 18-3-1703; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-8-1703. Anna Catharina Meijlemans, 12-10-1704. Cornelius Meijlemans, 14-2-1708. Henricus Meijlemans, 15-9-1710.
2.
Cornelia Meijlemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-11-1735.
3.
Maria Anna Meijlemans, tr. N.N.; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Anna Cornelia N.N., 12-3-1795; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-3-1795.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 2 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.
Ma(a)le(n) (van der) 1.
Lieven Male, vermeld als bierdrager te Lillo op 18-2-1628 toen hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland verzocht om betaling wegens verdiend loon tijdens het leven van commies Schillemans. 1
2.
Tanneke Male, geb. Lillo; otr. fort St. Anna in de Polder van Namen 10-1-1644, tr. ald. 24-1-1644 Jacob Imberghts, geb. IJzendijke, toen soldaat onder commandeur Broucqsaut in fort St. Anna.
3.
Pieter van Male, afkomstig uit Lillo; was op 1-4-1664 matroos op het schip “Vlissingen” en op 11-7-1664 matroos op het schip “Hof van Zeeland”, beide van de Admiraliteit van Zeeland; 2 op 11-5-1665 ontving hij een dagvaardiging omdat hij uit dienst deserteerde als opvarende op één van de schepen van het gewest Zeeland. 3
148
4.
Cornelis van der Male(n), geb. ca. 1603; 75 jaar oud op 8-3-1678; had toen gediend onder commandeur De Baudoux, o.m. op het fort Kruisschans; kwam in aanmerking voor een plaats als appointé (= oude en/of verminkte militair); 4 als sergeant en kanonnier op het fort Hoogerwerf vermeld in de periode 1662-1671; 5 werd lidmaat van de geref. kerk te Ossendrecht met att. van Hoogerwerf d.d. 13-11-1662; 6 waarsch. doopgetuige Bergen op Zoom 17-11-1672, 17-1-1674, 3-7-1679, 3-6-1681 en 29-81684; overl. Bergen op Zoom in 23-3-1687; zijn gage als appointé werd uitbetaald tot 29-7-1687. 7
5.
Franchois van Male, geb. Lillo; was in nov. 1644 soldaat onder kapitein Broucqsaut in het fort St. Anna in de Polder van Namen; otr. Middelburg 6-11-1644 Catelijne de Cattenaer, geb. Middelburg.
6.
Johannis van der Maalen, kanonnier te Lillo in 1690; werd toen betaald voor het afmeten en visiteren van de kanonnen in de forten Frederik Hendrik en Cruysschans. 8
1 ZA, SZ, inv. 490, 18-2-1628. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6984. 3 ZA, archief Directe en Indirecte belastingen, inv.nr. 50, inv. 022. 4 ZA, SZ, inv. 680, 8-3-1678. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22820-22910. 6 MHC Bergen op Zoom, Lidmatenlijst Ossendrecht 1653-1721. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 13100-13150. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80740, fol. 42.
Maagh Abraham Maagh, ged. Alkmaar (Grote Kerk) 28-11-1748 (vermeld als 22 jaar oud op 19-71770), zoon van Jacob Maagh (begr. Grote Kerk Alkmaar 30-7-1771) en Cornelia Catharina Ras (begr. Grote Kerk Alkmaar 28-8-1779); gereformeerd; werd werd op 19-71770 aangenomen als gezel van de vrijmetselaarsloge De Eendracht te Lillo/Hulst; was lid van deze loge tot in elk geval 14-4-1773 (datum laatst overgebleven lidmatenlijst); 1 was waarsch. militair. 1 Cultureel Maçonniek Centrum “Prins Frederik” (te Den Haag), archief van de Vrijmetselaarsloge “De Eendracht” resp. “L’ Harmonie” te Lillo/Hulst, (separate) lidmatenlijsten 1768-1773. In Alkmaar huwden op 13-41777, 14-5-1780 en 6-5-1781 personen met de naam Abraham Maagh. Het is niet duidelijk wie van hen identiek is met de hier genoemde Abraham. Zeker is wel dat deze niet identiek is met de Abraham Maagh die in Alkmaar op 20-4-1786 werd begraven; deze was toen namelijk 57 jaar oud.
Maber, de Joannes Baptist de Maber, op 23-9-1768 werd te Lillo-Kruisweg een kind (N.N.) van hem (r.k.) begraven.
149
Macbeen Sara Macbeen, geb. Liefkenshoek; waarsch. dochter van een militair aldaar; otr. Breda 261-1788, tr. aldaar (in de Grote Kerk) 10-2-1788 Willem Reddel, sergeant. 1 1 Stadsarchief Breda, Collectie DTB Breda, IV-9, nr. 46, fol. 103.
Machel, van Eduwart van Machel, op 19-3-1610 te Lillo vermeld als man en voogd van jonkvrouwe Maria Bacquerelles. 1 1 ZA, SZ, inv. 481, 19-3-1610.
Machielsen Zie Michielsen(s).
Machij 1.
Fransois Machij, maakte in juni 1625 als jongen [page] van de luitenant Melcior Vailliant deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1
2.
Hans Machij, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 2
3.
Jean (Jan) Machij, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek; 3 tr. Tanneken Lowys; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Pieter, 3-11-1624; getuigen: Pieter de Gomme, Jacques Warnier en Janneke Carels.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 2; zie ook: deel 3c, p. 546-552. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 7; zie ook: deel 3c, p. 546-552. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 8; zie ook: deel 3c, p. 546-552.
Mackay Daniel Mackay, werd op 19-9-1780 benoemd tot majoor van een Schots regiment infanterie van het Staatse leger; 1 was als majoor vanaf een onbekend moment tot 5-6-1785 belast met het commando over Liefkenshoek. 2 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 109. 2 ZA, SZ, inv. 1421, brief van A. van Pabst aan de GR van Zeeland d.d. 5-6-1785. Hij is waarschijnlijk een zoon van Daniel Mackay (geb. 5-5-1696, kolonel in het Staatse leger, gesneuveld bij het beleg van Doornik op 18-51745) en diens nicht Arnolda Margaretha van den Steen. Mackay is van oorsprong een Schots geslacht; zie: A.A.
150
Vorsterman van Oijen, Stam- en Wapenboek van aanzienlijke Nederlandsche Familieën met genealogische en heraldische aantekeningen, Groningen, 1885, 1888 en 1890; ook: Den Haag (collectie CBG), z.j., diverse delen.
Mackeling (Meckeling) Robert Mackeling (Meckeling), afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7343 en 7383/7432.
Macquet Willem Macquet, brouwer; werd in 1747 betaald voor het leveren van zes oxhoofden bier ten behoeve van het fort Lillo. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2850, fol. 87-88.
Maden, van der Cornelis van der Maden, burger en schipper van Veere; kreeg op 25-5-1759 geen vergunning om te havenen in Liefkenshoek en daar te handelen in sterke drank, zout, tabak en andere consumabele waren. 1 1 ZA, SZ, inv. 1953, fol. 101, 25-5-1759.
Madereel(s) A. De familie van Joachim Mad(d)ereel(s) 1.
Joachim Madereel(s), werkte in 1709 op de boerderij van David Lenaerts in de polder van Lillo; 1 op 27-10-1712 vermeld te Doel-Kieldrecht i.v.m. landpacht; armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland in 1716 en 1727; 2 als landbouwer (pachter) vermeld in de polder van Lillo in 1718; 3 idem in 1724; 4 in 1725 werden van hem publiekelijk te Lillo-Zuidland granen te velde verkocht; 5 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 12-3-1727; 6 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 223-1727; staat en inventaris 23-12-1728; 7 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 8-12-1711 Katelijne (Catharina) Noorthouck (Noorthoeck); 8 zij was weduwe van David Lenaerts, pachter van de boerderij de Blauwhoef in de polder van Lillo; 9 zij woonde op 13-9-1728 als weduwe in de polder van Lillo; tot haar huishouden behoorden 8 personen; zij bezat toen 9 paarden en 6 koeien en werd als belastingplichtige aangeslagen voor 22 gulden en 16 stuivers; 10 zij werd op 30-1-1730 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Petrus Madereel, 28-11-1712; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-4-1715. Elisabeth Madereel, 30-1-1714. Catharina Madereel, 26-3-1716; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-4-1716.
151
d. e. f. g. h. i.
2.
Jacobus Josephus Madereel (zoon van nr. A 1), landman in de polder van Lillo; woonde vanaf 1748 in Lillo-Zuidland; was in 1751 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 11 tot zijn huishouden behoorden in 1755 behalve zijn derde echtgenote en kinderen twee knechten en twee meiden; 12 schepen van Lillo en Zuidland in 1761, 1765, 1767, 1768, 1770, 1771, 1774, 1779 en 1781; begr. LilloKruisweg (r.k.) 9-3-1784; tr. (1) Elisabet van Innevelt (dochter van Christiaen van Innevelt); tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 17-1-1747 Elisabeth Geuens, ged. Ekeren 11-111705, weduwe van Adrianus Anton Lambrechts; zij werd op 7-3-1748 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (3) r.k. Lillo-Kruisweg 14-11-1748 Joanna van den Branden, dochter van Pieter van den Branden; zij verkocht via notaris Smout te Stabroek in augustus 1789 granen (o.m. gerst, bonen en haver) in de polder van Oordam voor fl. 472; 13 uit het derde huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 14 a. b. c. d. e. f. g. h. i.
3.
Jacobus Josephus Madereel, 27-2-1717; zie verder nr. A 2. Maria Catharina Madereel, 19-12-1718. Adriana Catharina Madereel, 2-9-1720; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-7-1724. Antonius Franciscus Madereel, 20-4-1722; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-9-1726. Cornelia Madereel, 17-3-1724; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-8-1724. Ferdinandus Joachim Madereel, 12-4-1726; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-111748.
Christianus Madereel, 29-1-1750; zie verder nr. A 3. Petrus Joachim Madereel, 2-1-1752. Jacobus Madereel, 1 jaar oud in 1755. 15 Michaël Josephus Madereel, 19-7-1756; woonde in mei 1796 met zijn moeder te Lillo-Zuidland. Elisabeth Adriana Madereel, 14-11-1758; tr. r.k. Lillo 7-8-1792 Petrus Joannes Michilsen. Joannes Jacobus Madereel, 20-3-1759; begr. Wilmarsdonk 20-9-1836; tr. Joanna Catharina Michielsens. Joanna Jacoba Madereel, 26-5-1761; begr. Lillo (r.k.) 3-10-1794. Anna Catharina Madereel, 31-1-1764; tr. r.k. Lillo 13-4-1790 Joannes Franciscus Wuijts. Petronella Cornelia Madereel, 15-9-1768.
Christianus Madereel (zoon van nr. A 2), werkman te Lillo-Zuidland in mei 1796; tr. r.k. Lillo 18-9-1793 [NB: fout jaartal in trouwboek] Elisabeth Gijsbrechts, geb. Ekeren ca. 1743 (50 jaar oud bij huwelijk); in 1796 woonden bij hen in vijf kinderen uit het gezin van N.N. van Broekhoven uit Wilmersdonk. 16
B. Overige personen met de naam Madereel(s) 1.
Amelberga Modereels, op 14-1-1715 vermeld als weduwe van Joos van Landegem te Kieldrecht; 17 zij hertr. met Jaspar van Nespen en met Jan Cool.
152
2.
Maria Catharina Madereels, op 14-7-1729 vermeld als weduwe van Pieter van Strijdonck te Kieldrecht; 18 zij hertr. Frans Volckerik, zoon van Jacob Volckerik en overleed in de polder van Kieldrecht kort voor 8-11-1734. 19
3.
Andries Madereels (broer van nr. B 2 en B 3), voogd van hun kinderen op 14-1-1715 en 14-7-1729. 20
1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, kaart in stuk 1, 19-5-1724. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 6 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 7 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 8 RAB, DK, inv. 22, fol. 36, 27-10-1712. 9 M. Bollen (red.), Lillo in goede en in slechte dagen, Ekeren 1997 (bijzondere uitgave van Polderheem, jrg. 32, nr. 2, 1997, p. 10). 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 12 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 13 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout te Stabroek, inv. N 3064, nr. 86. 14 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 15 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 16 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 17 RAB, DK, inv. 22, fol. 138, 14-1-1715. 18 Idem, inv. 24, fol. 70, 14-7-1729. 19 Idem, inv. 24, fol. 266 v, 8-11-1734. 20 Idem, inv. 22, fol. 138, 14-1-1715; Idem, inv. 24, fol. 70, 14-7-1729.
Maendecker Johan Maendecker, lidmaat van de geref. kerk te Veere 1-2-1675; 1 benoemd tot ontvanger van de 200ste penning van de losse goederen, het familie- en hoofdgeld te Veere c.a. op 612-1676; 2 benoemd tot ontvanger van het dienstbodegeld te Veere c.a. op 24-10-1680; 3 woonde op 28-5-1692 in Veere; verkocht toen aan Johan Godijn [= verm. de vader van Godin ad 3] land te Doel. 4 1 ZA, DTBL Veere nr. 2. 2 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 186 v. 3 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 76.
153
4 RAB, DK, inv. 19, fol. 44, 28-5-1692.
Maertens Zie Martens.
Maes 0
Mr. Jacobus Simonis Maes, geb. Hulst; otr. fort Lillo 20-7-1612 (vermeld te Bergen op Zoom) Catharina Arnants, geb. Timpscht.
1.
Guilliaem Maes, behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614. 1
1a Gysbrecht Maes, verm. militair; tr. Mayke Huybrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Gysbrecht, 15-11-1622; getuige: Adam Gysbrechtx [NB: de eerste inschrijving in het oudste doopboek van Liefkenshoek]. 1b
Adriaen Maes, woonde in Doel; tr. Willemyn Cornelis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jan, 9-7-1623; getuigen: Ariaen Leunis, Cornelis van Stryen, Hendrik de Meulenaer en Neelken Pieters.
1c Jean Maessen, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 2 2.
2a
Abigael Maes, geb. Liefkenshoek; woonde in 1633 in Axel; otr. aldaar (als j.d.) 1-101633 Anthony Boulin, j.m. van Ieperen, soldaat in het Staatse leger onder kapitein Serooskerke. 3 Samson Maes, verm. militair; tr. Mayeken Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Maria, 13-7-1642; getuigen: Meerten Lapa, Philips Floryn, Pieter Vincke, Grietie Gabriels en Cathalina Jansen.
3.
Manasse Maes, zijn weduwe (N.N.) werd in 1651 betaald voor het leveren (in juni 1651) van zes schrijfboeken voor het kantoor van de licentmeester Cornelis van Alphen in fort Lillo. 4
3a Jan Adriaensen Maes, tr. Anneken Cramers; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Lysebet, 26-1-1656; getuigen: Jan Stapparts en Dingena Adriaens.
154
4.
Jan Maes, op 21-8-1659 te Doel-Kieldrecht met echtgenote vermeld als medeerfgenaam van Joris de Witte, die (o.m.) land bezat in de polder St. Anna-Ketenisse; tr. Anneke de Witte. 5
4a Jan Janssen Maes, landbouwer in de polder van Lillo, o.m. vermeld op 23-1-1662 i.v.m. de leverantie van stro; diende op 31-10-1667 bodegeld (voor zijn knecht of dienstmeid) te betalen; diende 16-1-1668 schutgeld te betalen. 6 5.
Jan Adriaanse Maes, was op 26-1-1662 en 21-5-1667 landman in de polder van Lillo; 7 bezat in 1670-1671 9 gemeten en 183 roeden grond aldaar; 8 testeerde met eerste echtgenote op 13-12-1656 te Bergen op Zoom; 9 tr. (1) vóór 13-12-1656 Johanna Hoemaeckers, ged. Liefkenshoek 1-6-1631 (zie Hoemaker ad 5 c); tr. (2) Catharina Janssen; otr. (3) Ossendrecht 21-5-1667, tr. ald. 12-6-1667 Margarita Claassen, j.d. van Zierikzee, toen wonend in Ossendrecht.
6.
Michiel Maes, bezat in 1670 4 gemeten en 269,75 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet. 10
7.
Jan Maes, overl. vóór 8-6-1672; tr. Katelijne Jansen, overl. vóór 8-6-1672; uit dit huwelijk: 11 a. b.
Katelijne Maes, was op 8-6-1672 weduwe van Pieter Paulsen van Assendelft. Joanna Maes, haar voogd was Willem Jacobsen.
7a Franchois Maes, trad op als gemachtigde van de weduwe van Johan Bollaert, Susanna Sint Stevens, tijdens processen te Lillo-Zuidland op 27-6-1672 en 30-5-1681 i.v.m. de inning van pachtschulden. 12 8.
Joanna Maes (mog. identiek met nr. 7 b), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-3-1677.
9.
Adriaen Maes (zoon van Meynaert Maes), kocht op 1-7-1680 te Doel-Kieldrecht van Boudewijn Engels diens paard; 13 op 3-8-1688 vermeld i.v.m. de financiering van de aankoop van land te Doel. 14
9a Jan Carel Maes, procureur; overl. vóór 10-3-1681 toen zijn weduwe, Dorothea van Arenbodegem, te Lillo-Zuidland optrad als eiseres in een proces i.v.m. de inning van pachtschuld; idem 5-4-1682. 15 10. Levinus Mase, vermeld als schipper op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo op 1-3-1681. 16 11. Pieter Maes, woonde in een dijkhuis in de polder van Doel dat i.v.m. dijkverhoging kort voor 29-4-1688 werd afgebroken; toen reeds overleden; tr. Elisabet Mattheussen, vermeld als weduwe op 29-4-1688. 17 12. Huijbrecht Maes, afkomstig uit Doel; was als matroos werkzaam op ’s lands schip (d.w.z. schip van het gewest Zeeland) “Veere” van 5-4-1689 tot 10-11-1690. 18
155
12a Peeter Maes, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708. 19 12b Jan Baptist Maes, pastoor te Lillo-Kruisweg 1708-1733; vermeld op het kohier van de volkstelling te Lillo-Zuidland d.d. 12-6-1709; 20 tot zijn huishouden behoorde zijn meid Barbara Janssen en het kind Pieternella Wouters; verm. identiek met nr. 27. 12c Jan Maes, werd 20-10-1704 en 7-5-1714 gedaagd te Lillo-Zuidland wegens achterstallige huishuur; mog. identiek met nr. 13, 16a of 18. 21 13. Joannes Maes, testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 114-1712; 22 had een zus Cathelijn Maes en een halfbroer Cornelis Maes; tr. r.k. LilloKruisweg 28-11-1700 Cornelia den Backer, zij hertr. Gerardus Tugels. 14. Anna Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-9-1703. 15. Adrijaan Maes, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot 31-12-1704. 23 16. Ludovica (Louisa) Maes, landbouwster in de polder van Lillo in 1705; 24 begr. LilloKruisweg (r.k.) 13-4-1707; tr. (1) Gerardus (Charles) Lenaerts (zie aldaar); tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 22-3-1685 Joannes Cornelius Buijlens (zie aldaar); tr. (3) r.k. LilloKruisweg 8-1-1692 David Danis (zie aldaar). 16a Jan Maes, woonde in 1709 in de polder van Lillo, met zijn echtgenote Cornelia Schoon en hun dochter Joanna. 25 17. Adriaen Maes, molenaar; was in 1717 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 26 als belastingplichtige in de polder van Lillo vermeld in 1718; 27 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-1-1723; 28 staat en inv. 29-4-1723; 29 tr. Anna Maria Verheyen (zij hertr. Johannes van den Sanden); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b.
Isabella Maes, 11-7-1716. Jacobus Adrianus Maes, 29-3-1718; testeerde bij de pastoor van de parochie van Lillo op 15-9-1747. 30 Voorts (doop niet gevonden): c. Guillelmus Maes; zie nr. 30. Uit een ander huwelijk: d. Peeter Maes, als halfboer van Guillelmus vermeld op 28-1-1730; als halfbroer van Jacobus vermeld op 15-9-1747. e. Anna Catharina Maes, als halfzuster van Guillelmus vermeld op 28-1-1730. 18. Jan Maes, op 15-9-1717 vermeld als gedaagde in een proces met Jan Christoffel van Horn (chirurgijn) te Lillo-Zuidland; wederom vermeld als gedaagde op 7-3-1718, ditmaal in een proces met Jacobus Beijaerts te Lillo-Zuidland; 31 verm. identiek met de
156
Joannes Maes die tr. (1) Maria van Gauw; tr. (2) Helena van der Poel; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joannes Maes, 1-2-1709; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-2-1713.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: b. Petronilla Maes, 21-8-1714. c. Joannes Maes, 17-11-1716; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-6-1718. d. Anna Maria Maes, 24-11-1718; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-1-1719. e. Anna Maria Maes, 26-12-1719; verm. identiek met Anna Maria Maas, geb. Lillo, rooms-katholiek; otr. Bergen op Zoom (gereformeerd) 21-4-1753, tr. aldaar 9-51753 Jan Pouré, geb. Bergen op Zoom, toen wonend in Roosendaal, roomskatholiek. 19. Cornelis Maas, afkomstig uit Vlissingen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van in 1719 tot 6-5-1720 toen hij ontslagen werd of overleden was. 32 20. Cornelia Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-5-1720. 21. Sijmon Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-4-1722. 22. Jan Frans Maes, op 24-12-1726 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenoot van Josijne Maria Dullaert. 33 23. Michiel Maes, landbouwer in de polder van Lillo; had op 13-5-1730 een hypotheek op een hoeve met 35 gemeten land; 34 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland in 1734; 35 betaalde in 1743/1744 11 gulden en 14,5 stuivers belasting over de opbrengst van 58 gemeten en 198 roeden eigen grond; voorts 11 gulden en 17 stuivers belasting over de opbrengst van 59 gemeten en 74 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 36 schepen van Lillo en Zuidland in 1745, 1749 en 1750; 37 schepen van deze ambachtsheerlijkheid in 1746; ontving toen een vergoeding van fl. 32 en 8 stuivers i.v.m. extra salaris, vacatiegeld en/of voorschotten i.v.m. de toenmalige oorlog; ontving toen voorts een vergoeding van fl. 51 en 17 stuivers wegens het beschikbaar stellen van een wagen met een paard; 38 werd in 1747-1748 te Lillo betaald voor het leveren van 200 bossen stro voor de garnizoenen; 39 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 17-1729 Catharina van Poeck; zij werd op 10-9-1748 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 24. Francois Maes, vermeld als schepen van Doel-Kieldrecht op 11-7-1730. 40 25. Anna Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-2-1731. 26. Cornelia Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-4-1731. 27. Joannes Baptist Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-8-1733. 28. Cornelia Maes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-2-1734.
157
29. Francois Maes, timmerman te Doel, o.m. vermeld in 1737-1738; 1762 de doodskist voor Maria Torre. 42
41
maakte in 1761-
30. Guillelmus Maes, zoon van nr. 17; molenaar te Lillo; woonde in de polder van Lillo; r.k.; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-9-1742; tr. Maria Anna van Swijndrecht (Swendricks); zij had op 11-3-1743 en 28-4-1743 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Joannes Deckers; 43 zij hertr. r.k. Lillo 7-6-1745 Jan Dierckx en overleed in de polder van Lillo 13-2-1748; staat en inv. 27-1-1750; haar boedelboni: fl. 407 en haar boedelmali: fl. 63; 44 uit dit huw. r.k. ged. Lillo: 45 a. b. c.
Anne Maria Maes, 23-12-1738; zie verm. verder nr. 35. Joannes Maes, 26-5-1740; zie verm. verder nr. 31 of nr. 36. Petrus Joannes Maes, 17-1-1742; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-10-1742.
31. Joannes Maes (mog. identiek met nr. 30 b), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-6-1741. 32. Francois Maes, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 3-12-1745. 33. Jan Maes; tr. vóór 4-5-1746 Katelijne Hellemont, weduwe van Jan Claessens de jonge; zij overl. te Doel-Kieldrecht 28-4-1745; uit dit huwelijk: 46 a. Maria Catharina Maes, 13 jaar oud op 4-5-1746. Haar voogden waren Heyndrik Hellemont en Judocus de Potter. 34. Jacobus Maes, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 13-1-1750 Anna Catharina Delhaen. 35. Anna Maria Maes (mog. identiek met nr. 30a), geb. Lillo-Zuidland; woonde in mei 1753 in Roosendaal; tr. Bergen op Zoom (Ned. Geref.) 9-5-1753 Jan Poure, geb. Bergen op Zoom, toen wonend in Roosendaal; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 20-2-1757 Severinus Adriaenssen. 36. Jan Maes (zoon van Willem Maes, nr. 30), overl. Doel-Kieldrecht kort voor 28-4-1769; tr. (1) Cornelia Masenaer; tr. (2) Maria Braem; 47 uit het eerste huwelijk: a. Willem Maes. b. Adriaan Maes. uit het tweede huwelijk: c. Joanna Maes. Voogden van de kinderen waren Jozef Feyens en Christiaen Staes. 37. N.N. Maes, op 24-8-1778 zijn te Doel-Kieldrecht als zijn kinderen vermeld: 48 a. b.
Frans Maes, overl. kort vóór 24-8-1778; tr. Catharina Theresia de Leeuw, dochter van de stadhouder en boekhouder Gillis de Leeuw en Maria Theresia van Kessel. Jan Maes, overl. vóór 24-8-1778; zijn kinderen waren Isabella, Catharina (tr. Pieter Bastiaenssens), Franchoise en Theresia Maes.
158
c. d. e.
Philip Maes, overl. vóór 24-8-1778; tr. Katelijne Rombout; uit dit huwelijk: Theresia, Jacob en Katelijne (tr. Jozef Adriaenssens) Maes. Maria Maes, overl. vóór 24-8-1778; tr. Willem Dujardin. Petronella Maes, op 24-8-1778 weduwe van Frans Hertog.
38. Cornelius Maas, geb. Zierikzee ca. 1739 (42 jaar oud bij huwelijk); woonde in 1781 in Oud-Lillo; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 2-11-1781 Joanna Booy, geb. Doel ca. 1725 (56 jaar oud bij huwelijk). 39. Joannes Maes, begr. Lillo (r.k.) 18-2-1790. 1 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 10; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 3 VZS, nr. 14, p. 218. Anthony Boulin is vermoedelijk een afstammeling uit het geslacht Boulin waarvan de wortels zijn getraceerd in Rijssel (in Waals-Vlaanderen). Wegens geloofsvervolging weken enkele nazaten van de stamvader Niclaes Boulin aan het einde van de 16de eeuw uit naar Zeeland, met name naar Middelburg. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6840, fol. 215. 5 RAB, DK, inv. 14, fol. 20, 21-8-1659. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 7 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Govaert Stempel, inv. 86, 26-1-1662. 8 RAA, arch. polder van Lillo, inv. 84. 9 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 80, akte nr. 124. 10 RAA, arch. Polder van Lillo, inv. 84. 11 RAB, DK, inv. 15, fol. 232 v, 8-6-1672. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28 en 29. 13 RAB, DK, inv. 16, fol. 44, 1-7-1680. 14 RAB, DK, inv. 18, fol. 93 v, 3-8-1688. 15 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 16 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2506. 17 RAB, DK, inv. 18, fol. 85 v, 29-4-1688. 18 ZA, Rekenkamer C, inv. 7184, 7194 en 7205. 19 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 20 RA Aanderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 21 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
159
22 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 23 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363. 24 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3 e. 25 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 26 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 27 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 28 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 29 Idem. 30 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 31 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 15-9-1717 en 7-3-1718. 32 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7492 en NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2542. 33 RAB, DK, inv. 23, fol. 285 v, 24-12-1726. 34 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 34. 35 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 36 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 37 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 29-3-1745; ook: het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 38 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3. 39 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81310, fol. 46. 40 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 41 ZA, RB, inv. 278. 42 Idem. 43 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 11-3-1743 en 28-4-1743. 44 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 26. 45 De kinderen worden anoniem vermeld op 18-12-1752 in: RAA, oud-arch. Lillo, inv. 17 (ongefol.). 46 RAB, DK, inv. 26, fol. 111, 4-5-1746. 47 RAB, DK, inv. 31, fol. 37 v, 28-4-1769. 48 RAB, DK, inv. 32, fol. 257, 24-8-1778.
Maescant N.N. Maescant, majoor; in 1712 vermeld wegens het leveren van palissaden (puntige palen) te Lillo. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
Maet(en), Maets 1.
Matthijs Adriaensen Maet(en), zoon van Adriaen Cornelis Maet (schipper en koopman in hout te Bergen op Zoom en Tanneken Stoffels); 1 houtkoper te Bergen op Zoom; had op 10-2-1633 een vordering op de aannemer van de kerk te Liefkenshoek; daarom werd hem door de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 10-2-1633 een bedrag van 1630 gulden toegekend, zijnde de laatste termijn van de aanneemsom; 2 leverde in de
160
periode 1644-1649 hout ten behoeve van het fort Hoogerwerf; vanaf 1650 werd deze leverantie tot en met 1655 voortgezet door zijn weduwe en vanaf 1656 t/m 1671 door zijn zoon Cornelis Maten (zie nr. 3); 3 tr. Tanneken Christoffels (Stoffels); uit dit huwelijk ged. Bergen op Zoom: a. b. c. d. e. f.
Stoffel Adriaensen, 12-2-1619; getuigen: Claes Cornelissen, Tanneken Stoffels [= verm. de oma van vaderszijde] en Huybeken Henricx; jong overleden. Tanneken Maet, 15-7-1625; getuigen: Michiel Pieterssen en Stoffelken Adriaens. Stoffel Adriaensen, 2-9-1629; getuige: Matthys Adriaens; zie verder nr. 2. Cornelis Adriaensen, 30-11-1631; getuigen: Cornelis Claessen en Lijsbeth Jochu[ms]; zie verder nr. 3. Pieternelleken Maet, 5-11-1635; getuigen: Willem de Vries en Sijken Jans. Mathijs Mate, 13-11-1639; getuigen: Cornelis Aelbrechtssen de Greffier, Nicolaes van der Swalme en Engeltgen Willems.
2.
Christoffel Maeten, verm. identiek met Stoffel Adriaensen, zoon van nr. 1, ged. Bergen op Zoom 2-9-1629; predikant in de Polder van Namen 1654-1655 en mogelijk tevens incidenteel (als vervanger) op het fort Hoogerwerf; vanaf 3-1-1656 predikant te ’s Heer Arendskerke en vanaf 13-4-1666 te Bergen op Zoom; overl. ald. 28-10-1700. 4
3.
Cornelis Maeten, zoon van nr. 1, ged. Bergen op Zoom 30-11-1631; houtkoper te Bergen op Zoom; leverde in de periode 1656-1671 hout ten behoeve van het fort Hoogerwerf; 5 tr. Susanna Simons; uit dit huwelijk: a.
4.
Maria Maeten, ged. Bergen op Zoom 6-6-1660; getuigen: Maerten Frederick en Janneke Joosten.
Josyna Maets, verm. dochter of echtgenote van een militair; kwam op 17-10-1653 met attestatie van Liefkenshoek naar Ossenisse; overleden of vertrokken vóór 1660. 6
1 MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 22, akte 20-3-1627. Hij was eigenaar van het pand “De (Cleynen) Voetboog” in de Lievevrouwestraat te Bergen op Zoom, thans (2011) genummerd als 32 (J.L.C. Weyts, De Lievevrouwestraat; zes eeuwen stadsstraat in Bergen op Zoom, Bergen op Zoom, z.j., p. 171). 2 ZA, SZ, inv. 493, 10-2-1633. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22630-22910. 4 Nijenhuis, op. cit., p. 267; De Mooij, op. cit. 1998, p. 667. 5 Idem, 22750-22910. 6 ZA, arch. Herv. Gemeente Hontenisse, inv. 1 (acta Ossenisse).
Maeyer (de) Zie Meijer(s), Meyer(s) (de).
161
Magenbroek Johan Magenbroek, waarsch. identiek met Johannes Muggebroek (zie aldaar); waarsch. militair; otr. Liefkenshoek 19-11-1729 Johanna Sabina Vercouteren; ged. Liefkenshoek 114-1705, dochter van Jacob Engels Vercouteren en Johanna Sabina de Ridder (zie aldaar).
Magerman 3.
Cornelis Marinusse Magerman, rijswerker te Lillo in 1609-1610. 1
4.
N.N. Magerman, overl. vóór 16-6-1712; tr. Josijne de Graef; zij hertr. Pauwel Jacobs en overl. ook vóór 16-6-1712; uit haar huwelijk met N.N. Magerman, vermeld te DoelKieldrecht: 2 a.
N.N. Magerman, een dochter.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 110. 2 RAB, DK, inv. 22, fol. 32 v, 16-6-1712.
Maget Coenraat Maget (mog. Magot), waarsch. militair; ontving in 1729 samen met Adam Kleijndijck £ 2:7:6 voor het opladen en vervoeren van 183 korven steengruis gelegen bij de poort van fort Lillo ten behoeve van het vullen van putten en “quade slagen” in de bedekte weg te Lillo; 1 kwam met att. van Lillo 7-10-1731 naar Sluis. 2 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81130, fol. 48 v. 2 ZA, arch. Herv. Gemeente Sluis, inv. 147, Lidmatenregister Sluis 1678-1769.
Magnus 1.
Johan Magnus, benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie op 24-7-1596 als opvolger van kapitein Johan van Berchem; 1 zijn compagnie verbleef in de jaren 1596/1597 en 1605/1606 in de forten aan de Eendracht; 2 kapitein te Lillo op 7-7-1610; woonde toen in de Lange Delft aldaar; 3 overl. 1613; begr. in de St. Jacobskerk te Vlissingen. 4
2.
Joost Magnus, was op 30-5-1629 vaandrig in de compagnie van Dorp te Lillo; 5 diende op 29-6-1633 als vaandrig onder overste Milander te Lillo; 6 op 12-4-1634 werd verlof, aan hem verleend door de Gec. Raden op 29-6-1633, verlengd voor de tijd van zes maanden. 7
3.
Jacob Magnus, zoon van Niklaes Magnus en Maria de Backer (beide overl. vóór 11-71671), verkocht als jonge man op 11-7-1671 een rente op land te Doel, verkregen van zijn grootvader Jacob de Backer. 8
4.
Peter Magnus, verkocht (als vader en voogd van zijn kinderen) op 4-5-1736 voor fl. 450 het huis De Croon in het fort Lillo; 9 tr. Cornelia Teerlincx; zij verkocht op 19-
162
10-1731 het huis van haar overleden zuster Fransina Teerlinckx in de Burgerstraat te Lillo aan de schoenmaker Jan Pantelon voor fl. 180. 10 5.
Frans Magnus (Magnes), tr. Brigitta Pieters; uit dit huwelijk (vermeld te DoelKieldrecht op 6-7-1785, verm. n.a.v. het overlijden van een of beide ouders): 11 a. Jan Magnus (meerderjarig; mede-voogd van de overige twee kinderen). b. Jozef Cornelis Magnus. c. Joanna Catharina Magnus. Hun voogden waren Theodoor Joos en Jan Magnus.
1 ZA, SZ, inv. 2038, fol. 26. 2 A.M. Bosters, De forten aan de Brabantse kant van de Eendracht, Voorburg, 2008, p. 40 (deel 8 van Genealogische en historische aantekeningen betreffende Nieuw-Vossemeer). 3 ZA, SZ, inv. 1225. 4 Bosters, op. cit. 2008, p. 40. 5 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 24, akte nr. 63. 6 ZA, SZ, inv. 493, 29-6-1633, fol. 330. 7 ZA, SZ, inv. 494, 12-4-1634, fol. 239. 8 RAB, DK, inv. 15, fol. 222, 11-7-1671. 9 ZA, SZ, inv. 1976, 4-5-1736. 10 Idem, 19-10-1731. 11 RAB, DK, inv. 33, fol. 455 v, 6-7-1785.
Maheu, Mahuy (zie ook Martens ad 10a en 13). 1. Jan Maheu (ook: Manhuij en Mersen), afkomstig uit Lillo; was op 1-3-1674 als matroos werkzaam op het schip “Uytrecht” van de Admiraliteit van Zeeland; 1 idem op 20-5-1675 op het schip “Somer”; 2 was als matroos werkzaam op het VOC-schip “Tiodore”; op 1-12-1675 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 24-6-1676 aankwam; tr. Dina Carsons. 3 2.
Magdalena Mahuy; tr. Joos Baert; zie aldaar.
3.
Magdalena Cornelisse Mahuy; verm. identiek met nr. 2; tr. David Lambrechtse van Overbeeke; zie aldaar.
4.
Maria Mahu; tr. Matthijs Bastiaensen; zie Sebastiaensen nr. 8.
5.
Claertie Mahuy, vermeld als de moeder van Cornelis, ged. Liefkenshoek 22-11-1699, buitenechtelijke dochter, waarvan als vader is opgegeven: Johannis (Jan) Vetjes (zie aldaar); doopgetuige: Elisabet Jansen; nogmaals vermeld als moeder van Cornelis, ged. Liefkenshoek 19-7-1702; doopgetuige wederom Elisabet Jansen; naam van de vader in doopboek onleesbaar.
163
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8362. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7063. 3 NA, VOC-archief, inv. 12228, fol. 1.
Maije Cornelis Maije, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1716 tot 1723. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7464 en 7532.
Maillant Aelken Maillant, op 1-2-1635 verzocht zij de Gec. Raden om solliciteur Beijdaels opdracht te geven haar ₤ 6:13:4 te betalen, die haar door kapitein Buvry (te Lillo) was toegezegd. 1 1 ZA, SZ, inv. 495, 1-2-1635, fol. 161.
Maitre, le Baptist le Maitre, afkomstig van Lillo; 1 vertrok als fuselier met het VOC-schip “Zeepaard” op 7-7-1782 naar Batavia; arriveerde daar 18-7-1783 en trad toen uit dienst van de VOCkamer Amsterdam. 2 1 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 2 NA, VOC-arch., inv. 6701, fol. 293.
Majeur Niclaas Majeur, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432.
Majoor 1.
Flip Majoor, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1
2.
Anthony Majoor, verm. militair; doopgetuige Liefkenshoek 20-11-1650; tr. Maria Tielmans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Anthony, 19-1-1648; getuigen: Adriaen Pieters en Elisabet Lambrechts. b. Barbara, 11-12-1650; getuigen: Jan Tybout en Maria Cornelis. c. Anthony, 7-6-1654; getuigen: Adam Brou en Tanneken Adriaensen.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
164
Makasker Leonardus Makasker, commies ter recherche van de convooien en licenten vanwege Zeeland te Lillo; testeerde met echtgenote te Lillo op 7-9-1776; 1 overl. fort Lillo 9-9-1776; tr. Maria Catharina Steens. 1 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 603.
Makker Cornelis Makker, was als kok werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 21-10-1742 tot hij overleed in 1743; 1 begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 27-3-1743. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7722.
Mal(e)pas (zie ook De Maupas dict d’Ailleur) 1.
Dominicle Malpas, soldaat in de compagnie van kapitein Broucqsaulx; in de nacht van 14-02-1632 op 15-02-1632 werd hij in fort Lillo doodgeslagen. 1
2.
Jan (de) Mal(l)epas, doopgetuige Liefkenshoek 2-10-1661; was sergeant te Liefkenshoek op 20-6-1662; had toen een vordering van 50 carolusguldens op de overleden sergeant-majoor Nicolaas Berckenbosch wegens “logijs, cost ende dranckgelt”; 2 deze werd door de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 9-11-1662 afgewezen; 3 overl. vóór 28-7-1667; tr. Janneken Commelets; zij verzocht in juli 1677 eveneens om betaling van het kostgeld gedurende vier maanden van majoor Berckenbosch ten bedrage van 10 pond Vlaams. 4
3.
Janneke Malepas, doopgetuige Liefkenshoek 15-10-1662.
1 ZA, SZ, inv. 492, 20-4-1632; ZA, SZ, gedrukte notulen, inv. 48, blz. 75. Hij is waarschijnlijk verwant met Dominicus Malplas waarvan op 11-7-1670 in Terneuzen een kind N.N.) werd begraven. 2 ZA, SZ, inv. 516, fol. 315. 3 ZA, SZ, inv. 517, fol. 190 en 190 v. 4 ZA, SZ, inv. 525, fol. 141, 28-7-1667.
Malard Etiene Malard, was als soldaat/marinier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363.
165
Maldegem, van Jan van Maldegem, afkomstig uit Vlissingen; was als ‘jongen’ werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705; 1 in 1706 was hij op dit schip werkzaam als matroos. 2 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363 en 7383/7432. 2 Idem.
Malder, van Petrus van Malder, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te LilloKruisweg betreffende de periode 1692-1708. 1 1 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald.
Malderee, de Jonkheer Jacob de Malderee, baljuw van Veere; op 2-5-1596 beëdigd als lid namens de eerste edele in de Gecommitteerde Raden van Zeeland; 1 op 14-8-1614 rapporteerde hij de Gec. Raden over zijn tocht naar Liefkenshoek, Tholen en Reimerswaal i.v.m. advisering over de aanbesteding van de bouw van hutten, poorten en bruggen; 2 overl. 16-11-1617. 1 ZA, Gids nr. 18, p. 4; de eerste edele was destijds prins Maurits van Nassau. 2 ZA, SZ, inv. 483, 14-8-1614.
Maleprade, de 1.
Elie de Maleprade, geb. 6-1-1661, zoon van Elie de Maleprade (heer van Caussinat) en Marie de Geneste; heer van Beauregard; verliet in 1685 Frankrijk na de herroeping van het Edict van Nantes; werd officier in het Staatse leger; werd 25-11-1704 benoemd tot majoor ion het regiment van Frans Jacob baron van Waes, heer van Kessenich, Hunsel en Kindero; 1 werd 25-4-1715 kolonel van het regiment De Baye du Theil; 2 overl. 261-1733, begr. in de St. Janskerk te Utrecht 2-2-1733; tr. Maastricht 27-4-1687 Susanna Alpée, geb. 10-9-1655, dochter van Jacques Alpée (heer van St. Maurice en van St. Mair) en van Marie de Praissi de Morgni, overl. Maastricht 6-7-1741; uit dit huwelijk o.m.: 3 a. b.
Jacques Elie de Maleprade; zie nr. 2. Louis de Maleprade; zie nr. 3.
166
2.
Jacques Elie de Maleprade, zoon van nr. 1, geb. 4-10-1693; benoemd tot luitenantkolonel van het Staatse leger 6-3-1738 en bevorderd tot kolonel-commandant 20-51745; 4 bevorderd tot generaal-majoor der infanterie 16-5-1747; 5 bevorderd tot kolonel van het regiment De Aquilla 3-10-1747; 6 werd in 1752 kolonel van het tweede bataljon van het regiment Guy dat van 1715-1733 werd geleid door zijn vader; bevorderd tot luitenant-generaal der infanterie 14-3-1766; 7 in jan. 1774 vertrokken het eerste en het tweede bataljon van zijn regiment naar Philippine, Tholen, Lillo en bijbehorende forten; 8 overl. 15-10-1774; tr. (1) De Bilt 16-4-1731, vervolgens in de Franse kerk te Utrecht Elisabeth Aletta Maria Marchman Wuytiers, geb. 25-9-1691, weduwe van Jan Roest, overl. 5-9-1732, begr. in de St. Janskerk te Utrecht; tr. (2) Amsterdam (Oude Kerk) 6-4-1734 Henriëtta Visscher, geb. 12-10-1715, dochter van Jan Volkaartszn. Visscher en Hillegonda de Wilde; uit het tweede huwelijk elf kinderen 1735-1754. 9
3.
Louis de Maleprade, zoon van nr. 1, geb. 14-7-1695; was als militair betrokken bij het beleg van Bethune in 1710 en bij het beleg van Quesnoi in 1712 als ingenieur in het regiment van De Vilattes; 10 benoemd tot extra-ordinaris ingenieur in de Dienst der Fortificatiën van de Republiek op 18-11-1726; 11 verkreeg van de Raad van State op 23-12-1728 commissie als ingenieur (fortificatiemeester); 12 verkreeg van de Raad van State commissie als kapitein op 26-7-1745; 13 benoemd tot luitenant-kolonel (in het regiment van Vilattes) op 8-8-1747 (“adjudant van Zijne Hoogheid”); benoemd tot majoor op 15-9-1747; bevorderd tot kolonel-commandant op 1-1-1748; 14 was in 1765 commandant van een infanterie-regiment dat in Lillo/Liefkenshoek verbleef; 15 werd op 14-3-1766 bevorderd tot generaal-majoor der infanterie in het Staatse leger; overleed 1-5-1766; tr. Georgette Gertrude Eckhard, dochter van Josias Eckhard (ontvanger en rentmeester der domeinen van de prins van Oranje te Breda) en Jeanne Georgette de Villegas; uit dit huwelijk kwamen geen kinderen voort. 16
1 Wijn, 1964 (deel VIII, band III), p. 474. 2 Dit regiment werd in 1772 omschreven als het regiment Nationalen 11 en is in de ordening door Will Hermsen (DutchRegiments) genummerd als IR 672 b. 3 De Ned. Leeuw, jrg. 1885, p. 11. 4 Ringoir, 1981 b, p. 72. 5 Ringoir, 1981 a, p. 16. 6 Ringoir, 1981 b, p. 72. 7 Ringoir, 1981 a, p. 6. 8 Leeuwarder Courant, 19-2-1774, bericht van 29-1-1774. 9 De Ned. Leeuw, jrg. 1885, p. 11 en 12. 10 Wijn, 1964 (deel VIII, band III), p. 418. 11 www.milwiki.nl/dutchregiments (Genie Regiment 688a). 12 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1537, fol. 183. 13 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1538, fol. 157 v. 14 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 42, 43 en 44.
167
15 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 30. 16 De Ned. Leeuw, jrg. 1885, p. 11.
Malerne Nicolaas Malerne, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 29-11-1735 Maria Margaretha Foconfère.
Malihan Louijs Malihan, benoemd tot commissaris van de monstering te Liefkenshoek door de Raad van State op 1-9-1588. 1 1 NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 1524, fol. 29.
Mallesch Jacob Mallesch, verm. soldaat; werd in 1737 betaald voor het dragen van turf in het fort Lillo. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81210, fol. 52.
Mallet Pieter Mallet, afkomstig uit Vlissingen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1701 tot 30-4-1703; 1 hij is mog. de vader van Jacob Malet, begr. Vlissingen 12-3-1710. 2 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7324 en 7323. 2 ZA, Verz. Gen. Afsch. 460.
Mampo(e)y Jacobus Mampo(e)y, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 3-1-1691 Catharina Ne(i)rincx, zij hertr. Joannes Quistwater (zie aldaar); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Maria Mampoy, 27-1-1692; in 1694 omschreven als Anna Maria Poij. 1
1 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694.
Man, de 1.
Elisabet de Man, op 20-3-1661 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenote van Jacob Ballast; zij verkochten toen land. 1
2.
Jan de Man, woonde op 26-8-1666 in Antwerpen; kocht toen met echtgenote een rente op land te Doel van Jacob Verstraten de jonge; 2 bezat in 1670/1671 13 gemeten en 127 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet; 3 tr.
168
(1) Cornelia Gabriels; tr. (2) Cornelia Lemsen; zij hertr. vóór 15-12-1681 Jan Baptist Lamberty. 4 3.
Willem Bertholomeusen de Man, overl. Doel 20-3-1686; tr. Katelijne van der Burcht; uit dit huwelijk: 5 a. Bertholomeus de Man, geb. 10-4-1683. b. Huybrecht de Man, geb. 5-1-1686. Hun voogd was Cornelis Bartholomeusen de Man.
4.
Jan en Pedro de Man, verm. nazaten van nr. 2; eigenaren van een boerderij in de polder van Lillo, vermeld op 23-11-1701 en 23-9-1704 i.v.m. pachtschuld. 6
5.
Peeter de Man, overl. vóór juni 1744; zijn erfgenamen verpachtten in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Joseph Bries. 7
6.
Judocus (Joost) de Man, schipper te Doel (1768) en eerder te Zierikzee; 8 verzocht op 15-4-1768 om zout te mogen vervoeren en verkopen, evenals haring, zoute vis, mosselen en kreeft; dit tastte de desbetreffende monopolies aan van Vincent Brager en Joris van Boven; De Man mocht van de magistraat van Lillo wel “havenen” in Liefkenshoek, niet in Doel; 9 op 6-6-1768 kreeg hij toestemming om met zijn kleine poonschuit zout te halen uit Zeeland, mits hij zijn uitgaande rechten betaalde; 10 Pieter Brager (die huwde met de weduwe van De Man; zie aldaar) 11 kocht na zijn overlijden zijn schuitje; overl. Doel 10-7-1779; 12 otr. (1) r.k. Doel 5-1-1746, tr. (1) ald. 16-11746 Amelberga van Put; tr. (2) Maria Judoca van Lippevelt; zij hertr. r.k. Doel 1780 Pieter Willem Brager (zie aldaar).
7.
Jakobus de Man, ged. Breskens 16-4-1724, zoon van Hendrik de Man en Jacomijna Kerfijser; 13 overl. Middelburg 1-12-1773; 14 tr. (1) N.N.; otr. (2) fort Lillo 6-11-1756 (met att. naar Middelburg) Cornelia de Munck, ged. fort Lillo 31-12-1730, dochter van Leendert Jacobszn. de Munck en Sara Adriaanse, overl. Middelburg 12-5-1781; uit dit huwelijk zes kinderen, waarvan de volgende drie in 1781 werden opgenomen in het Burgerweeshuis van Middelburg: 15 a. b. c.
8.
Hendrik de Man, geb. Middelburg ca. 1765. Anna de Man, geb. Middelburg ca. 1768. Jacobus Johannes de Man, geb. Middelburg ca. 1775.
Willem de Man, zijn weduwe Anna Jansen (geb. Lillo), hertrouwde op 11-5-1730 te Sluis met Jan van den Driest, militair in de compagnie van La Garique. 16
1 RAB, DK, inv. 15, fol. 106 v, 20-3-1661. 2 Idem, fol. 93 v, 26-8-1666. 3 RAA, arch. polder van Lillo, inv. 84. 4 RAB, DK, inv. 16, fol. 161, 15-12-1681. 5 RAB, DK, inv. 18, fol. 188, 9-5-1690.
169
6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 7 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 8 ZA, SZ, inv. 1401.1. 9 ZA, SZ, inv. 1955, fol. 63. 10 ZA, SZ, inv. 1960, 6-6-1768. 11 ZA, SZ, inv. 1958, fol. 474, 12-9-1783. 12 ZA, SZ, inv. 1945, 5-9-1783. 13 Dit paar vestigde zich in december 1724 in Sluis. 14 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 689. 15 VZS, 1984, p. 181, 182 en 207. 16 ANF, jrg. VI, 1889, p. 202.
Manderse(n) 1.
Adriaan Mandersen, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1729. 1
2.
Willem Manderse, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1729 tot 2-7-1736; 2 begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 3-7-1736.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7593. 2 Idem, inv. 7593 en 7662.
Mangelij Jacobus Mangelij, soldaat; op 29-4-1746 werd in Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn zoon Pieter Mangelij begraven.
Manmaker, (de) van (zie ook Broucqsaut ad 4 a) 1. Jonkheer Adriaan de (van) Manmaker, geb. Middelburg 1579; ridder; lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland namens de Eerste Edele, beëdigd op 3-2-1618, ontslagen in september 1630 en vervangen door De Knuyt; 1 was op 9-12-1624 aanwezig bij het afleggen van enkele proeven voor het kanonnierschap te Liefkenshoek; 2 bracht op 4-1-1625 rapport uit aan de Gec. Raden i.v.m. verpachtingen te Lillo; 3 op 6-7-1630 werd hij door de Gec. Raden gemachtigd om de bouw van de nieuwe kerk te Liefkenshoek aan te besteden; 4 tr. 1609 Maria van Berchem, dochter van Pieter van Berchem (burgemeester van Tholen) en Lijsbeth Resen; 5 uit dit huwelijk: a. b.
Jacob de Manmaker, 20 jaar oud in 1632. Adriaan de Manmaker, 18 jaar oud in 1632; vermeld als leerling van het gymnasium te Middelburg 1629-1632; 6 verkreeg commissie als kapitein op 17-8-
170
c. 2.
1641 als opvolger van Adriaen Beaumont; was eerder luitenant in deze compagnie; 7 verbleef als kapitein met zijn compagnie in het fort St. Anna in de polder van Namen 1641-1646 (en mogelijk nog langer). 8 Maurits de Manmaker, 15 jaar oud in 1632; zie verder nr. 2.
Maurits de (van) Manmaecker (zoon van nr. 1), vermeld als leerling van de Latijnse school te Middelburg in 1629 (klas V); 9 werd op 28-9-1637 door prins Frederik Hendrik benoemd tot vaandrig in de compagnie van kolonel Haultain, die o.m. in Lillo verbleef; 10 overl. vóór 13-6-1649; tr. Franchoise de St. Hilaire; zij hertr. (omschreven als weduwe van jonkheer Maurits van Manmaecker, kapitein-luitenant) te Groede (met att. van Sluis d.d. 13-6-1649) met jonkheer Thomas Sondts (zie aldaar).
1 ZA, Gids nr. 18, p. 4. 2 ZA, SZ, inv. 488, 9-12-1624. 3 Idem, 4-1-1625. 4 ZA, SZ, inv. 491, 6-7-1630. 5 F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, deel 2, Middelburg 1893, p. 126-127. A. Romeijn, op. cit. 2001, p. 128. 6 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 956. 7 ZA, SZ, inv. 1669, 17-8-1641. 8 Blijkens het trouwboek van dit fort 1633-1647. 9 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 956. 10 ZA, SZ, inv. 496, 28-9-1637, fol. 151 v en 152.
Mannaars, Mannaert 1.
Jan Mannaert, werd in de eerste helft van de 17 de eeuw betaald voor het dragen van turf in fort Lillo. 1
2.
Hendrik Mannaars, soldaat te Lillo in 1741; later (tot zijn overlijden) metselaarsopperman bij Pieter Moorman; overl. fort Lillo 18-9-1751; op 1-10-1751 werden executeurs van zijn boedel aangewezen; 2 boedelinv. 21-9-1751; 3 tr. Elisabet Rotiers, begraven Lillo [= verm. Oud-Lillo] 29-4-1741.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 79990. 2 ZA, SZ, inv. 1933, 1-10-1751. 3 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 87.
Mannes Pieter Mannes, schoenmaker; op 19-11-1596 werd door de Gecommitteerde Raden van Zeeland aan hem toestemming verleend om zijn ambacht te mogen uitoefenen in het fort van Lillo; 1 als zodanig vermeld op 6-8-1601. 2 1 ZA, SZ, inv. 473, fol. 281 v, 19-11-1596.
171
2 MHC Bergen op Zoom, not. arch. Bergen op Zoom, inv. 5, akte nr. 53.
Mannteuffel, von Joachim Ernst baron von Mannteuffel, benoemd tot majoor in het regiment Baden van het Staatse leger op 15-2-1748; 1 bevorderd tot kapitein in het tweede bataljon van het tweede regiment Oranje-Nassau op 5-9-1763; 2 bevorderd tot luitenant-kolonel in dit regiment op 18-3-1766, tot kolonel-commandant op 24-8-1772 en tot generaal-majoor op 15-10-1787; 3 verbleef in 1769/1770 met zijn compagnie (van 50 man) te Doesburg; 4 was als kolonel werkzaam te Lillo in juli 1782; 5 tr. N.N., kwam 15-7-1783 met att. van Lillo naar Grave; vertrokken aldaar naar Maastricht juni 1786. 6 1 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1538, fol. 221 v, 20-2-1748; verkreeg toen tevens commissie als kapitein. 2 ZA, SZ, inv. 1673, fol. 211 v. 3 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 24. 4 GA Doesburg, oud-arch. Doesburg, inv. 2612. 5 ZA, SZ, inv. 1477.2, brief van kolonel Von Mannteuffel aan de GR van Zeeland d.d. 21-7-1782; Koninklijk Huisarchief, Archief Willem V, inv. 1957. 6 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74.
Mansion Daniel Mansion, werd op 24-3-1673 vanuit Bergen op Zoom als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1 1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.
Mantall Zie Mantel.
Manteau 1.
Francois Manteau (jr.) (ook omschreven als Franciscus Manteau); 1 werd in december 1646 in de forten Kruisschans en Frederik-Hendrik als predikant beroepen; 2 werd door de classis Tholen en Bergen op Zoom op 4-12-1646 in verband hiermee geëxamineerd over de bijbeltekst Romeinen 1 vers 16; 3 in 1647 werd hij in de genoemde twee forten bevestigd en aldaar in 1651 opgevolgd; de Raad van State besloot op 20-6-1647 hem een traktement van 500 gulden per jaar toe te staan, vermeerderd met 100 gulden vanwege de combinatie van twee predikantsplaatsen; voorts kreeg hij 40 gulden voor classikale onkosten en eenmalig 50 gulden voor zijn transportkosten; 4 in 1648 was hij als predikant (waarschijnlijk slechts kort) werkzaam op het fort Sint Martijn op Hoogerwerf; 5 hij overleed kort vóór 30-5-1651. 6
2.
Pieter Manteau (van Dalem), geb. Poortvliet 1607, zoon van Jacques Manteau (o.m. schepen en burgemeester van Tholen) en diens tweede echtgenote Catharina Vermuyden; 7 benoemd tot landmeter van het gewest Zeeland op 3-5-1626; 8 op 1-7-
172
1636 door de Raad van State benoemd tot militair ingenieur c.q. fortificatiemeester; 9 op 28-11-1637 vermeld als ingenieur tijdens een inspectie van het fort Lillo; 10 wederom vermeld als ingenieur op 11-4-1638 toen hij de Gec. Raden een rapport leverde m.b.t. de fortificatiewerken van Lillo; 11 op 10-5-1638 besloten de Gec. Raden hem als opzichter aan te stellen bij deze fortificatiewerken, totdat hij zich weer bij het leger diende te vervoegen; 12 werd vanaf 1645 in Engeland betrokken bij bedijkingswerkzaamheden; 13 schepen te Tholen in 1649, 1650 en 1652; griffier te Sluis in 1656 en schepen aldaar in 1673; overl. Sluis 17-4-1688 (begr. in de St. Janskerk aldaar); otr.Tholen 27-10-1638, tr. ald. 24-11-1638 Margaretha Dallens, geb. Tholen 1613, dochter van Jacques Dallens (schepen en burgemeester te Tholen) en Catharina de Huybert; 14 uit dit huwelijk: a.
Jacques Manteau, ged. Tholen 13-8-1645.
1 Hij is de oudste zoon zoon van Francois Manteau (predikant te Oud-Vossemeer 1619-1665) en diens eerste echtgenote Magdalena Huyghen, geboren ca. febr. 1619; zijn moeder was zwanger van hem op 31-5-1618 (GA Tholen, Weeskamer Vossemeer, RAZE 5585, fol. 155, 10-10-1628); zie voor dit geslacht: Romeijn, 2001, p. 228232; Nagtglas, 1893, p. 127-130; ook: Booij en Van Ham, 1993, p. 49. Francois Manteau sr., predikant te OudVossemeer, werd geb. te Bergen op Zoom. Hij overl. 22-1-1665. Hij otr. (1) Nisse 26-7-1617, tr. (1) Tholen 27-81617 Magdalena Huyghen, dochter van Huybrecht Jansen Huyghen en Susanna Marinus Colle, begr. OudVossemeer 4-4-1627; tr. (2) Margriete Therij [mog. Thierrij]. Met zijn tweede echtgenote testeerde hij te Steenbergen 27-2-1657 (MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 40, fol. 42 v, 27-2-1657); zie verder: http://www.hanleune.nl/genealogie/177-de-oud-vossemeerse-predikant-francois-manteau. 2 De Navorscher, 1883, p. 407. 3 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 3, 4-12-1646. 4 NA, arch. Raad van State, inv. 189, 20-6-1647. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22670. 6 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom,, inv. 3, 30-5-1651; MHC, not. arch. Bergen op Zoom, inv. 112, akte nr. 70. 7 A. Romeijn, 2001, p. 231-232; De Navorscher, jrg. 18, 1868, p. 545-553; idem, jrg. 19, 1869, p. 4-5. 8 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 28 v; F. Westra, Bouwers van Sterke Werken; Nederlandse ingenieurs in het tweede tijdperk van de Tachtigjarige Oorlog, 1605-1648, Utrecht, 2010, p. 31 en 34. 9 E. Muller en K. Zandvliet (red.), Admissies als landmeter in Nederland voor 1811, Alphen aan den Rijn, 1987, p. 231. 10 ZA, SZ, inv. 496, 28-11-1637, fol. 182 v. 11 ZA, SZ, inv. 497, 11-4-1638, fol. 61 v. 12 Idem, 10-5-1638, fol. 77 v. 13 Muller en Zandvliet, p. 200. 14 Zie voor dit paar: A. Romeijn, 2001, p. 171-172.
173
Mantel(s), Mantall 1.
Carel Mantel, was in 1670 sergeant onder Sijbrandt van Hittinga op het fort Frederik Hendrik; 1 verm. identiek met Samuel Mantall, eveneens sergeant in dit fort op 7-101670; hij beklaagde zich er toen over dat de predikant van het fort hem zonder toestemming van de kerkenraad had verboden om deel te nemen aan het Avondmaal. 2
2.
Sara Mantels, geb. Lillo; verm. dochter van nr. 1; woonde in 1693 in Hulst; otr. aldaar (als j.d.) 11-5-1693 Pieter Popin, weduwe van Maria Goossens, sergeant in het regiment van de overste Scheltinga in het garnizoen te Nieuwpoort.
3.
Jan Mantel, knecht van Adriaan Huysers; in 1712 genoemd wegens het verrichten van kruiersarbeid te Lillo gedurende 2,5 maand en een betaling wegens zomerdienst. 3
1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 92, akte nr. 61. 2 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 4, 7-10-1670. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
Marant (Marandt) Antonius (Anthonie) Marant, geb. te Nijmegen in 1735, verm. zoon van Peter Martinus Marant en Sara Smits; 1 werd op 9 augustus 1763 als proponent door de classis Utrecht aanvaard; zijn eerste predikantsplaats was Lienden waar hij op 23 december 1763 werd beroepen en op 11 maart 1764 werd bevestigd; hij preekte er op 23 december 1770 voor het laatst; werd op 5 september 1770 beroepen te Liefkenshoek; de classis Tholen en Bergen op Zoom keurde dit beroep op 13 november 1770 goed; 2 werd in Liefkenshoek bevestigd op 20 januari 1771; 3 op 24 november 1775 overleed hij te Lillo op 40-jarige leeftijd; op 30 april 1771 huwde hij te Lillo met Adriana van Toulon, een jonge dochter uit Bladel die toen in Lillo woonde; 4 Adriana overleed te Lillo op 20-4-1776; op die dag werd het testament van Antonius en Adriana te Lillo geopend; 5 op 16-5-1776 en 18-5-1776 werden in Lillo publiekelijk nagelaten goederen van “juffrouw Marant” verkocht; de netto-opbrengst was fl. 431 en 14 stuivers; 6 uit het huwelijk kwamen drie (in het fort Lillo gedoopte) kinderen voort (NB: het laatste kind werd geboren na het overlijden van haar vader); deze kinderen (met hun doopdata) zijn: a. b.
Adriana Marant, 1-8-1773; getuige: Adriaan 't Hooft. Cornelia Marant, 9-10-1774; getuige: Izaak Marant, predikant te Aardenburg (broer van de vader); zij overleed te Lillo 21-3-1775. c. Antonia Marant, 5-4-1776; getuigen: Izaak Marant en Justina Elisabeth Jeanette Gernandt, vrouw van Gerard Herman Lanfferman; Antonia otr. Biervliet 18-4-1801, tr. Kruiningen 3-5-1801 Anthony Jurijn (Juin), geb. Zierikzee 27-1-1769, zoon van Antonij Jurijn (Juin) en Catharina van Merum; hij was in 1811 zeilmaker in Goes; Antonia Marant en Anthony Jurijn (Juin) (jr.) overleden beiden in Vlaardingen; hun dochter Catharina Joanna Juijn tr. sept. 1823 in Vlaardingen met Samuel van Percil. 7 Op 20-4-1776 waren Isaak Marant en Gerhard Herman Lanfferman voogden van Adriana en Antonia. 8 Eerstgenoemde verzocht de magistraat van Lillo op 20-4-1776 om te voorzien in het onderhoud van de kinderen Adriana en Antonia. 9 De kinderen kregen op 2-11-1781 geen akte van indemniteit ten behoeve van Middelburg. 10
174
1 De Ned. Leeuw, jrg. 1981, p. 22. 2 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 8, 13-11-1770. 3 De Navorscher, 1886, p. 139. 4 Idem, 1889, p. 442. 5 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 513, 20-4-1776; zij testeerden te Ossendrecht 30-4-1773, hij omschreven als Antonius Marrant (MHC Bergen op Zoom, r.a. Ossendrecht (toegang 470), inv. 49). 6 ZA, SZ, inv. 2005, 16-5-1776 en 18-5-1776. 7 NA, Vredegerecht Vlaardingen (3.03.18.20), inv. 10, no. 70, 11-9-1823 (met dank aan Léon van der Hoeven). 8 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 103, 20-4-1776. 9 ZA, SZ, inv. 1943, 20-4-1776. Op 29-12-1777 verzocht de magistraat van Aardenburg aan ds. Izaak Marant (geboren te Nijmegen op 4-10-1740) of deze voor de kinderen van zijn overleden broer, die toen bij hem in Aardenburg verbleven, een akte van indemniteit kon verkrijgen. Deze akte werd door de diaconie van Liefkenshoek voor een periode van 1 jaar en 6 weken verstrekt. Deze termijn werd door de magistraat van Aardenburg ontoereikend geacht. Op 29-6-1778 besloot deze magistraat, mochten de kinderen onverhoopt ten laste van de diaconie van Aardenburg komen, Marant op te dragen om de diaconie te Liefkenshoek “van hun misbegrip zullen tragten te overtuijgen” (GA Sluis, arch. Stad Aardenburg, inv. 13). Marant kwam overigens later in dat jaar als predikant te Aardenburg in moeilijkheden, vooral wegens dronkenschap (ZA, arch. classis Walcheren, inv. nr. 33, K 40). Hij werd ontslagen, doch dit werd door de Raad van State ongedaan gemaakt. Hij werd “onder bijzonder opzicht gesteld” en vervangen door een adjunct. Marant verliet Aardenburg in 1781 (Met dank aan Huib Uil die mij hierop attendeerde). Was daarna predikant te Oudelande, Philippine en Biervliet; werd emeritus in 1809 en overleed in Goes op 22-11-1818. 10 ZA, SZ, inv. 1944, 2-11-1781.
Marcelis Merten Marcelis, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts.
Marchand Martinus Marchand, tr. Ludovica Melger; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Maria Josepha Marchand, 18-1-1792.
Marckel, van Hendrick van Marckel, benoemd tot majoor in het regiment van Rutger van Haersholte op 27-10-1691; benoemd tot luitenant-kolonel in dit regiment (toen onder kolonel Willem Florentijn Rijn- en Wildgraaf van Salm) op 11-2-1701; 1 was in juli en september 1701 als commanderend officier (toen onder kolonel Coenraad Ranck) in het fort Lillo werkzaam. 2 1 Ringoir, 1981 b, p. 152.
175
2 Blijkens het trouwboek van de geref. kerk van Steenbergen (otr. 30-7-1701); ook: ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81720, fol. 25.
Marckx 1.
Michaël Marckx, tr. Cornelia Bus; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
2.
Anna Marckx, oktober 1682; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-5-1692.
Joannes Marckx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-9-1691; tr. Eva Adriaenssens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Maria Marckx, april 1691; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-4-1691.
Marcus 1.
Claes Marcus, afkomstig uit Lillo; was 11-7-1664 matroos op het schip “Hof van Zeeland” van de Admiraliteit van Zeeland; nog als matroos vermeld op 20-4-1665. 1
2.
Michaël Marcus, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 2-7-1748 Catharina Verelst.
3.
Jacobus Marcus, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-5-1785.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6984 en 6995.
Mare, de (van) 1.
Cornelis de Mare, zoon van Elisabet Goosens (weduwe van N.N. de Mare, van Jan Verbulck en van Adriaen Boone); 1 werd op 26-10-1660 vrijschipper te Doel in de plaats van zijn stiefvader Jan Verbulck; 2 overl. kort vóór 24-10-1686. 3
2.
Pieter van Ma(a)re, was als soldaat/marinier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1701 tot 1704. 4
1 ZA, SZ, inv. 694, 24-10-1686. 2 ZA, SZ, inv. 651, 26-10-1660; ZA, SZ, inv. 513, fol. 281. 3 ZA, SZ, inv. 694, 24-10-1686. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7324 en 7363.
Mareijnen 1.
Stephanus Mareinen (Marijnes), vermeld te Lillo-Zuidland als eiser in een proces op 910-1690; 1 wever in de polder van Lillo, o.m. in 1694; in zijn gezin woonde toen het pleegkind Cornelis Hendricx, 4 jaar oud; 2 komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 3 tr. (1) Catharina Lenaerts; zij werd verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-1-1695; tr. (2) r.k. LilloKruisweg 31-7-1696 Lucia Goris; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
176
a. b.
Maria Mareijnen, okt. 1680 (NB: in 1694 omschreven als 12 jaar oud). Elisabeth Mareijnen, 3-5-1682; verm. begr. Lillo-Kruisweg 17-3-1685.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: c. Elisabeth Mareinen, 12-6-1697. 2.
Michaël Mareijnen, tr. Maria Elisabeth Heijnen; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Maria Elisabeth Mareijnen, 14-3-1746.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 2 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 3 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald.
Marichal Clement Marichal, leverde in 1614 rijshout ten behoeve van Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 163.
Marien 1.
Andreas Marien, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-1-1747 Maria Bukens, weduwe van Lambertus van Horen en Dionisius de Kijser.
2.
Jacobus Marie(n), geb. Borsbeek ca. 1740; vestigde zich in 1766 in Lillo-Zuidland; werkman aldaar in 1796; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 14-4-1771 Anna Isabella Smidts (Smets), geb. Lillo-Zuidland ca. 1744; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 1 a. b. c. d. e. f.
Joannes Baptist Marien, 19-2-1772; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-9-1782. Petrus Franciscus Marien, 30-8-1775; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-5-1776. Petrus Franciscus Marien, 4-4-1777. Benedictus Marien, 21-1-1780; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-1-1780. Joanna Catharina Marien, 1-9-1783. Joannes Baptist Marien, maart 1786.
177
1 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Marin Henricus Marin, tr. Anna Maria de Wever; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joannes Baptist Marin, 6-2-1779.
Marinusse(n), Marinusz, Marijnissen A. In of rondom Liefkenshoek 1.
Cornelisen Marinusz., veerschipper in den Doel; werd op 18-3-1606 samen met Jannen Dierixsz. omschreven als ‘getrouw ende beproefde veerluyden’; zij voeren op Holland en Zeeland. 1
2.
Jacob Marinis, militair; vermeld als doopgetuige en sergeant te Lioefkenshoek op 17-51637; tr. Geertruyt Adriaensen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Catelyn, 3-12-1623; getuigen: Gillis Verman en Mayeken Hendrickxen.
3.
Pieter Marinusse, werd in 1624 samen met Coenraedt Nijssen betaald voor het graven van een put op het Plein van Liefkenshoek, bestemd voor het verkrijgen van zoet water. 2
4.
Hans (Jan) Marynis, woonde in Doel; tr. Fransyne Verstraeten; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Fransyne, 14-12-1625; getuigen: Jacob Engels en Susanna Joris.
5.
Dingenis Marynissen, woonde in de polder St. Anna-Keetenisse; tr. Janneke Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Barbara, 20-5-1630 (helft tweeling); getuigen: Steven de Munck, Paulus Kegelaar, Toonken Pieters, Janneken Pieters en Mayeken Jacobs. b. Catalina, idem. c. Catelene, 23-5-1632; getuigen: Zent Joosten [Vincent Joos Keuvelaer], Jelis [Gillis] Baart, sergeant Jelis en Mayeken Verstraten. d. Geeraert, 3-5-1643; getuigen: Pieter Baart, Marinis Pieters en Geertje Pieters.
6.
Pieter Marinussen, tr. Maddalena Andriessen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Tobias, 18-9-1639; getuigen: Willem Govertsen, Pieter Jansen, Janneken van Steenland en Susanna Snoecx. b. Susanna, 4-11-1640; getuigen: Adriaen Lambrechts, Andries Jacobs, Maria Cornelis en Susanna Snoecx.
178
7.
Pauwel Marinissen (Smet), verm. smid; overl. Doel 10-2-1675; tr. (1) Digne (Dingentie) Matthijs; tr. (2) Katelijne Pietersen; uit het eerste huwelijk: 3 a. Marinis, ged. Liefkenshoek 1-11-1648; getuigen: Bastiaen Mathysen, Huybrecht Nottinck en Grietie Marinis; mog. identiek met Marinis Pauwelse (zie Pauwels ad 15). uit het tweede huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: b. Anneken (Tanneke), ged. Liefkenshoek 1-11-1654; getuigen: Meerten Muyts en Neeltie Dirckx. c. Pieter, ged. Liefkenshoek 9-2-1659; getuigen: Ary Nooremans [Noorman] en Ariaentie Leunis; verm. jong overleden. d. Jacob (Cobus), verm. geb. tussen 1663 en 17-11-1674; zie verder nr. A 11. Op 27-4-1675 waren Gommaer de Vinck en Cornelis Pietersen voogden van Jacob (Cobus) en Tanneke.
8.
Paulus Marijnisse, betaalde in april 1705 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:4:0 “kamerhuur”. 4
9.
Jacob Marinusse (waarsch. Nagelkercke), geb. Doel; ontving in 1706 £ 3:5 voor het gedurende 26 dagen vletten, krammen en opmaken van de uitgeslagen contrescarp te Liefkenshoek; 5 verm. overl. kort voor juli 1709, toen Crijn Pippinck zijn vaste stoel in de kerk van Liefkenshoek overnam; 6 voor deze stoel betaalde hij in juni 1696 ₤ 0:2:2 aan de diaconie van Liefkenshoek; 7 otr. (1) Liefkenshoek 25-3-1679, tr. (1) aldaar 234-1679 Barbara Verstraten, weduwe van Andries de Munnik; zij overleed kort voor 167-1685; tr. (2) Dina Cornelissen, halfzuster van Digman Cornelissen, overl. kort voor 6-2-1690; 8 uit het eerste huwelijk gedoopt Liefkenshoek: a. Marinis, 7-7-1680; getuigen: Cornelis Marinissen, Jacobus Vercouteren en Huybrechtie Swygers. b. Jacomyntie of Pieternella, 25-4-1683; getuigen: Cornelis Moermans en Elisabet Jansen. Op 16-6-1685 waren Cornelis Marijnissens en Jan Arens Moormans hun voogden. 9 uit het tweede huwelijk ged. Liefkenshoek: c. Kornelis, 25-12-1689 (helft tweeling); getuigen: Kryn Pippincks, Dingeman Jacobsen Bommelaar, Josyne Vercouteren en Janna Moermans. d. Bert, idem.
10. Cornelis Marijnissen, verm. broer van nr. 5; zie Nagelkercke. 11. Jacobus (Kobus) Marinussen (zoon van nr. A 7), geb. Doel; kocht in 1709 van Adriaan van Overbeeke een huis in het fort Liefkenshoek; 10 op 24-9-1711 benoemd tot straatschoonmaker te Liefkenshoek tegen een traktement van 6 pond Vlaams per jaar; 11 waarschijnlijk overl. vóór 19-3-1720 toen twee van zijn kinderen (Mary en Marinus) als zijn wezen zijn vermeld, inwonend bij het gezin van Jacob de Bruin en Magdalena Verstraten; 12 op 13-4-1721 is vermeld dat zijn kinderen ten laste kwamen van de diaconie van Liefkenshoek; in oktober 1721 en april 1725 ontving Magdalena
179
Verstraten geld van de diaconie voor hun onderhoud (op 17-10-1721 fl. 1 en 4 stuivers); 13 de kinderen zetten het werk van hun vader als straatschoonmaker te Liefkenshoek voort; het bijbehorende traktement werd door de diaconie aan hen gegund; 14 otr. Liefkenshoek 6-4-1709, tr. aldaar 28-4-1709 Elisabeth de Munck, geb. Kieldrecht, dochter van Steven Jansen de Munck en Maria Verstraten (zie aldaar), ged. Hulst 7-5-1683, wonend in de Keetenissepolder; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
Johanna Marinussen, 10-11-1715; getuigen: Hubertus Biesman en Johanna van Assendelft. Jan Marinussen, 26-12-1716; getuigen: Jan van Wijk, Anna van Overbeeke; zie verm. verder nr. A 8.
Voorts als wezen vermeld op 19-3-1720 (doop onbekend): c. Mary Marinus, waarsch. identiek met Maria Marinusze, geb. Liefkenshoek, otr. Bergen op Zoom (Ned. Geref.) 5-5-1753, tr. aldaar 20-5-1753 Jan Roef, geb. Voorburg, wonend in Wouw. d. Marinus Marinus. 12. Jan Marinuszn. (verm. zoon van nr. A 7), woonde verm. in Ouden Doel; vermeld als lidmaat te Liefkenshoek op 20-1-1749; 15 overl. vóór 8-10-1772 (datum doop laatste kind, waarbij werd aangetekend dat de vader was overleden); tr. (1) Tanneke Verpoorte, verm. begr. Doel januari 1752, met het beste doodskleed, waarvoor fl. 3 werd betaald; 16 tr. (2) Seijke (ook: Josijne)Vettens, dochter van Geert Vettens en Adriana Janssen (Jacobs), ged. Liefkenshoek 22-12-1729; in het boekjaar 1772-1773 betaalde de diaconie van Liefkenshoek aan Jan Baptist Weemaes fl. 8 en 6 stuivers wegens het leveren van medicamenten voor het koebeest van de weduwe van Jan Marijnis; Jan Perdaans ontving toen van de diaconie 12 stuivers wegens het leveren van draf voor dit koebeest; Adriaan Spaanhoven werd toen betaald door de diaconie voor het leveren van kleren voor haar kinderen; Pieter van Pagee werd door de diaconie betaald (fl. 4) voor het leveren van turf aan haar; 17 de diaconie van Liefkenshoek betaalde in 1773-1774 voor de doodskist voor een van hun kinderen 2 gulden; Seyke is in 1774-1774 omschreven als een arme weduwe; de diaconie betaalde haar huishuur (aan Mertinus de Bruijn); 18 uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jacobus Marinus, 16-2-1749; getuigen: Crijn Vercouteren en Josina Verpoorte; leefde nog op 24-6-1772; mog. identiek met nr. A 9. 19
uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: b. Geert Marinus, 4-2-1753; getuigen: Geert Vettens en Maria Marinus. c. Adriana Marinus, 1-9-1754; getuigen: Geert Vettens en Cornelia Vettens; otr. Ossendrecht 7-6-1789, tr. aldaar 21-6-1789 Cornelis Vetten, geb. Hinkelenoord. 20 d. Elisabeth Marinus, 26-12-1756; getuigen: Jan Vetten en Maria de Vos. e. Cornelia Marinusse, 20-5-1759; getuigen: Jan Janssen en Adriaan Vettens. f. Geert Marinusz, 4-3-1762; getuigen: Jan Roeff en Maria Marinus. g. Johannes Marinusz, 25-10-1764; getuigen: Willem van Putten en Catharina Jacobs.
180
h. i.
Cornelis Marinusz, 4-1-1767; getuigen: Pieter Page en Adriana Vercouteren.Jakob Marinusz, 22-8-1769; getuigen: Cornelis Vettens en Jacoba Vercouteren. Maria Catharina Marinusz, 8-10-1772; getuigen: Lena Huisers en Jacobus Marinusz.
13. Jacob Marynis (mog. zoon van nr. A 8), geb. Ouden Doel; mog. overl. Fort Bath 10-31809; 21 otr. Liefkenshoek 23-10-1773, tr. (1) aldaar 7-11-1773 Cornelia Dronkers, geb. Ouden Doel, overl. Doel 10-10-1779; tr. (2) Helena van Zweden; uit het eerste huwelijk: 22 a.
Jacoba Marijnisse, haar voogden waren Cornelis Dronckers en Jacob Vercauteren.
uit het tweede huwelijk: b. Jan Marijnisse, geb. Doel 9-11-1788; hij was in 1813 werkman in Fort Bath. 23 14. Elisabeth Marinessen (mog. identiek met nr. A 8d), geb. Liefkenshoek; otr. Vlissingen 16-10-1790 Pieter van Hoeve, geb. Vlissingen, weduwnaar van Neeltje Kaas. 24
B. In of rondom Lillo 1.
Marinus Marinusse, metselaar; verrichtte in 1625 werkzaamheden aan het logement van de scholaster (= schoolmeester) van Lillo. 25
2.
Barent Marinusse (Marijnissen), werd in 1636,1638 en 1639 betaald voor werk als glazenmaker in het fort Lillo; 26 vermoedelijk identiek met de Baerent Marinussen, kanonnier in het fort Frederik Hendrik vanaf mei 1635, die daar omstreeks 3-4-1640 overleed. 27
3.
Stoffel Marinusse, verzocht op 30-6-1668 om een (matroos)plaats aan boord van één van ‘s lands jachten te Lillo; zijn verzoek werd aangehouden. 28
4.
Lieven Marijnisz., afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1689 tot 1690. 29
5.
Hans Marinus, was als soldaat/marinier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 30
6.
Anthonij Marinussen, timmerman in dienst van het gewest Zeeland te Veere; inspecteerde in april 1709 het scheepshoofd te Lillo. 31
7.
David Marinussen, afkomstig uit Veere; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1729; 32 doopgetuige fort Lillo 7-41730.
8.
Pieter Marinusse, afkomstig uit Arnemuiden; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1747 en 1748. 33
181
1 ZA, SZ, inv. 1221, Ingekomen stukken Gec. Raden, 18-3-1606. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79700. 3 RAB, DK, inv. 15, fol. 328, 27-4-1675. 4 ZA, RB, inv. 276. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81760, fol. 9 v. 6 ZA, RB, inv. 276. 7 ZA, RB, inv. 275. 8 RAB, DK, inv. 18, fol. 176 v, 6-2-1690. 9 RAB, DK, inv. 17, fol. 141 v, 16-7-1685. 10 ZA, RB, inv. 290. 11 ZA, SZ, inv. 719, 24-9-1711; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80960, fol. 70. 12 De Navorscher, 1903, p. 628. 13 ZA, RB, inv. 278. 14 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81050, fol. 83 v; ook: o.m. 81120, fol. 67 en 81150, fol. 76. 15 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 16 ZA, RB, inv. 278, jan. 1752. 17 Idem, rekening 1772-1773. 18 ZA, RB, inv. 278. 19 RAB, DK, inv. 31, fol. 265, 24-6-1772. 20 MHC Bergen op Zoom, DTB Ossendrecht, inv. 2 b. 21 ZA, Gen. Afsch. 304, nr. 15. 22 RAB, DK, inv. 34, fol. 30, 10-4-1786. 23 ZA, Garde Nationale Zuid-Beveland Oost 1813. 24 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K548, fol. 139, boek 11. 25 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79710. 26 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6700, fol. 302; idem, 6720, fol. 242-243; ZA, Rekenkamer D, inv. 79920. 27 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 640, fol. 159-161; ZA, SZ, inv. 498, 3-4-1640, fol. 35 en 5-4-1640, fol. 35 v. 28 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2493. 29 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7214. 30 Idem, inv. 7323/7324 en 7363. 31 ZA, SZ, inv. 717, 4-4-1709. 32 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7593. 33 Idem, inv. 7773 en 7783.
Maris 1.
Jan (ook Hans) Maris, waarsch. geboren te Rupelmonde in de wijk Poortgoed bij Bazel; ged. Bazel 6-10-1597; zoon van Judocus (Joost) Maris en Elisabeth Daniels Weyn; kocht op 5-6-1624 een huis met erf in het dorp Doel; 1 landbouwer; verhuisde naar de polder van St. Anna-Ketenisse; in het boekjaar 1639-1640 betaalde zijn
182
weduwe 10 pond Vlaams voor de pacht van gorzen en dijkzettingen bij Calishoek (gelegen aan de dijk van de St. Annapolder); 2 tr. ca.. 1636 Fansyne Maets, geb. Doel; zij hertr. te Liefkenshoek op 22-6-1642 met Jacob Rummers, weduwnaar van Mientje Pieters; 3 uit dit huw.: 4 a.
b.
c.
2.
Josyna Maris, geb. in de St. Annapolder, overl. vóór 28-12-1659; tr. Joos van Pelt, j.m. van Marykerke; deze hertrouwde te Liefkenshoek tweemaal, t.w. (data otr.) op 28-12-1659 (met Lijntje Teunis) en op 6-5-1663 (met Maeyken Jans). Margaretha Maris, ged. Liefkenshoek 13-8-1628; getuigen: Hendrick Verhulst, Pieter Willemse, Lyntjen Verstraeten en Susanna Matthysen; tr. (1) Christiaan Hubrechts; otr. (2) Liefkenshoek 24-1-1671, tr. (2) aldaar 15-2-1671 Cornelis de Keyser, weduwnaar van Eva Aernouts. Jan Jansen Maris, ged. Liefkenshoek 13-11-1630; getuigen: Gysbrecht Cornelis, Hans Verhulst, Marten Engels, Pieter Verstraten en Irma Verstraten; zie verder nr. 2.
Jan Jansen Maris (zoon van nr. 1), geb. in de St. Annapolder; ged. Liefkenshoek 13-111630; aanvankelijk landbouwer in de polder St. Anna-Ketenisse; op 17-1-1675 pachter van een boerderij in de polder van Heijningen; 5 overl. te Heiningen ca. 1677; 6 otr. (1) Liefkenshoek 26-1-1669 Tonyntie (Teuntje) Ariens Pietermans, j.d. van Oudelantsambacht; tr. (2) Kallo 30-1-1674 (huw. voorwaarden 17-1-1675 bij notaris A. de Pieter te Antwerpen) Maria Willems Vercouteren, dochter van Willem Jacobs Vercouteren en Geertruid de Backere, weduwe van Cornelis Janszn. Vermunten; 7 zij hertr. te Fijnaart op 8-5-1678 met Simon Janse Otten, schepen en tresorier van Heiningen; uit het eerste huwelijk: 8 a.
Josijntje Maris, ged. Liefkenshoek 18-5-1669; getuigen: Willem Jansen en Adriaenken Pieters; zij tr. (1) Fijnaart 16-3-1687 Aert Janszn. Ruysenaers, geb. Breda, weduwnaar van Catlyna van Loo; zij otr. (2) Fijnaart 2-7-1689 Bastiaen Jacobse de Peuter, j.m. van Ter Heyde.
uit het tweede huwelijk: b. Jan Janszn. Maris, geb. Doel 27-11-1671; diaken, ouderling, armmeester en schepen te Fijnaart in de periode 1705-1728; gezworene en directeur van de sluizen van de Elisabetspolder en Slobbegors in de periode 1716-1747; overl. Willemstad 15-10-1747; tr. (1) Willemstad 4-1-1696 Elisabeth Coomans, ged. Willemstad 16-7-1662, dochter van Huibert Coomans en Tanneke Goers, weduwe van Leendert Adriaens Hoorenaar, overl. Fijnaart 4-6-1729; tr. (2) Fijnaart 1-101730 Janneke Smiths, geb. Heiningen, dochter van Jan Janse Smith (schepen van Heiningen), weduwe van Jan Geerts Bezan, van Ignatius Vogels, van Jan Adriaans Vissers en van Dirk Willems van Sliedrecht. 9 c. Jacob Maris, ged. Fijnaart 4-3-1676. 3.
Michiel Maris (Maryssen, Mares), woonde in Doel; tr. Susanna Matheus (ook: Susanna van Engheuvel en van Eyndheuvel); doopgetuige Liefkenshoek 25-4-1639; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:
183
a. Susanna, 1-6-1631; getuigen: Pieter Arjaans, Pieter Mattheus, Mayeken Cornelis en Susanna Moens. b. Susanna, 31-5-1632; getuigen: Daniel de la Becque, Susanna Moens, Tomas Poulier en Barber Hulster. c. Janneken, 30-10-1633; getuigen: Cornelis Jansen, Claes Huybrechts en Janneken Mattheus. d. Maria, 3-12-1634; getuigen: Franchoys Stales, Mayeken Bulstraen en Mayeken Cornelis. e. Mattheus, 2-11-1636; getuigen: Pieter Baart, Jacob van Oortell en Coentie Pieters. 1 De Nederlandsche Leeuw, 1973, p. 99. 2 Idem. 3 Ned. Patriciaat, 1933-1934, p. 269. 4 De Nederlandsche Leeuw, 1929, p. 330. 5 Kwartierstatenboek Prometheus, XVII, Delft 2001, p. 159. 6 De Nederlandsche Leeuw, 1951, p. 78. 7 Idem, 1963, p. 130. 8 Idem, 1929, p. 330. 9 Idem, 1963, p. 130.
Markeij (Marcey, Marquey, Marquers) 1.
Godefroy Markeij, soldaat sinds 1580; was tussen 1605 en 1614 luitenant in de compagnie van kapitein De Buvrij; 1 majoor te Liefkenshoek vanaf 1614 tot 1630; volgde op 10-9-1614 Michiel Meyers op; 2 als majoor vermeld op 22-11-1624; 3 verdiende daarmee in 1625 40 gulden per maand van 32 dagen; 4 overl. vόόr 8-3-1630, toen hij als majoor te Liefkenshoek werd opgevolgd door Samuel Lannoij; 5 otr. (1?) Lillo 6-2-1610 (omschreven als Godefroy Marquers), tr. Bergen op Zoom 1-3-1610 Catelijne de Putters, weduwe van Joos Hardewijn (= verm. Joos de Harduyn; zie aldaar), ook omschreven als Cattalena Doorhooft (verm. zuster van Joris Dooroft; zie aldaar); zij verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 27-5-1630 om betaling van de maand gage waarin haar man stierf en van de daaropvolgende maand; alleen betaling van de maand maart werd haar toegestaan door Gec. Raden; 6 uit dit huw, ged. Liefkenshoek: a.
2.
Janneke Marckey, 30-6-1630; getuigen: Joris Doorhooft, Cornelis Jansen Timmerman, Hendrick Hertshouwer en Janneken Carels.
Jan Markeij, turfmeter te Liefkenshoek in 1629. 7
1 ZA, SZ, inv. 1229, 30-8-1614. 2 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 44 v en 45; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79500. 3 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 20, akte nr. 93. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 315-315 v. 5 ZA, SZ, inv. 491, 8-3-1630.
184
6 ZA, SZ, inv. 491, 27-5-1630. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79780.
Marons Anthony Marons, verm. militair; tr. Madelene Dentreeberq; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Pieter, 7-8-1633; getuigen: Pieter Dentreeberq, Susanna Nammels en Jenne Jacobs.
Marre Stoffel Marre (ook: Merel), verm. militair; tr. Aeltie Lambrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c.
Margriete, 30-3-1636 (helft tweeling); getuigen: Nicolaas Berou, Aert Snijder, Janneken Luyens, Anneken Ritsaert en Mayeken Maertens. Attra, idem. Altra [?], 13-12-1637; getuigen: Pieter Geerts, Jacob Adriaenssen, Peryne Cornelis, Josyne Hendrickx en Pleynken Dircx.
Marrets van Crijtsma Dirck Marrets van Crijtsma, was in september 1668 luitenant in de compagnie van Sybrant van Hittinga (zie aldaar) in het fort Frederik Hendrik. 1 1 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1575.
Mars Johanna Mars, op 31-5-1732 besloot de kerkenraad van Aardenburg haar een attestatie te verlenen naar Liefkenshoek; zij woonde toen reeds enkele jaren niet meer in Aardenburg, maar had daar belijdenis gedaan (verm. op 2-4-1717 als Janna Mars). 1 1 ZA, Herv. Gemeente Aardenburg, Acta Kerkenraad 1721-1745.
Marsijn Thomas Marsijn, afkomstig uit Bergen op Zoom; was als ondermeester werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-7-1702 tot 30-4-1703. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324.
Marsillac (de) Francois (de) Marsillac, was op 2-8-1672 vaandrig in de compagnie van Jan de Vassij te Liefkenshoek; 1 overl. vóór 22-8-1673; 2 tr. N.N., als weduwe vermeld op 22-8-1673; uit dit huwelijk:
185
a.
Francois de Marsillac, was vaandrig op 22-8-1673.
1 ZA, SZ, inv. 668. 2 ZA, SZ, inv. 671.
Martens, Mertens (Maertens, Meertens) (zie ook Meerts) 1.
Pieter Martens, behoorde in 1567 tot de eerste eigenaren van grond (tevens gezworenen) in de polder van Doel met een bezit van 67 gemeten en 246 roeden. 1
2.
Gabriel Martens (Mertens), geb. eind 16de eeuw; woonde circa 1625 in Doel; vermeld (met zijn overleden zuster Marie Mertens) in schepenakte te Doel 30-08-1653 i.v.m. de erfenis van Geertgen Pietersen van Hoogeveen (getr. met Jacob Verstraeten en overl. te Doel 05-08-1647); Maria Mertens was een halfzuster van de overledene; tot de boedel behoorden bezittingen in Honteveen (bij Delft) en in Zeeland; 2 tr. Doel 22-10-1623 (huw. voorwaarden) Geertge (Geertruit) Cornelisdr., weduwe van Pieter Huyge van Hoogeveen; deze overleed kort voor 08-8-1622; 3 uit dit huwelijk (volgorde deels onbekend): 4 a. b.
c. d. e. f. 3.
Cornelia Gabriels, ged. Liefkenshoek 25-8-1624; getuigen: Jacob Engels, Barbara Cornelis en Pyrynken Anthonis. Marten Gabriels, ged. Liefkenshoek 30-11-1625 (getuigen: Claes Hendricks, Hendrik Mertyns, Fransyne Verstraaten en Catalyne Hermans); zie verder Gabriels. Maria Gabriels, ged. Liefkenshoek 28-1-1629; getuigen: Ary Teuniss, Hilleke Verstraaten en Tannege Martys [Martens]. Cornelia Gabriels, ged. Liefkenshoek 19-19-1631; getuigen: Cornelis Gastelaer en Anneken Huybrechts. Cornelis Gabriels. Petronella Gabriels, overl. vóór 8-6-1672.
Marten Meertsen (Maerten Maertenssen), kanonnier te Liefkenshoek in 1600; timmerman te Liefkenshoek in 1615. 6
5
3a Roelant Maertenssen, geb. Lillo; was op 25-10-1624 busschieter op het schip “Vos” van de Admiraliteit van Zeeland; 7 otr. Tholen (als j.m.) 15-7-1628, tr. ald. 6-8-1628 Janneken Clements, j.d. van Tholen; getuigen: Magdalena Roelandts (moeder van de bruidegom), Frans Stoffels, Maerten Bouwenss Verheyd en Sara Dirickx voor de bruid. 3b
Michiel Martens, woonde in Doel; tr. Susanna Matthyssens; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Pieter, 14-2-1629; getuigen: Hans Martens, juffr. Lippens [verm. echtgenote van Arnout Lippens; zie aldaar] en Passchyntie Hulsters.
186
4.
Jan Maertensen, meester-metselaar te Lillo, o.m. in 1628, 1631, 1641, 1644 en 1645; 8 ontving in 1631-1632 47 pond Vlaams voor het repareren van dubbele stenen hutten met logimenten in het fort Lillo; 9 op 24-1-1640 werden door hem verrichtte werkzaamheden in fort Lillo door een “neutrale” metselaar gecontroleerd; 10 op 15-101641 kreeg hij ₤ 4:12:8 uitgekeerd voor het maken van twee oprellen bij de poort van fort Lillo alsmede voor geleverd zand; 11 overl. in of vóór 1650, toen zijn weduwe (N.N.) werd vermeld. 12
4a
Pieter Martens, woonde in Doel; tr. Mayeken Cornelis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Pieter, 8-9-1630; getuigen: Paschier Louwers, Leenaert Claessen, Leentje Hermans en Anna Huybrechts.
4b
Jan Martenssen, tr. Perynken Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Adriaenken, 5-11-1634; getuigen: Thomas Jansen, Jacob Eyens, Adriaenke Bastiaens en Helena Arents. b. Martijntje, 27-9-1637; getuigen: Jacob de Witte, Jan Jansen Brom, Mayeken de Witte en Mayeken Joossen.
4c
Jaeckemijntken Maertens, geb. Lillo; woonde febr. 1634 in de stad Tholen; otr. ald. (als j.d.) 24-2-1634, tr. ald. 19-3-1634 Jan Heinderixsse, j.m., geb. Hasselt in het land van Luik en wonend in Tholen; getuigen voor de bruidegom: Frans Stoffelse en Roelandt Maertensse en voor de bruid: Tanneken Cornelis en Janneken Maertens.
4d
Anneken Maertens, geb. Lillo; verm. zuster van nr. 4c; woonde in maart 1635 in de stad Tholen; otr. ald. (als j.d.) 17-3-1635, tr. ald. 15-4-1635 Anthonius Pleune, j.m., geb. Tholen; getuigen voor de bruidegom: Dignus Pleune en Roelandt Maertensse; voor de bruid: Jaeckemijntken Maertens [verm. identiek met 4c] en Pieterken Jobs.
5.
Jan Maertenszoon, geb. Lillo; 13 kreeg op 7-8-1636 samen met Davidt Jacobszoon toestemming om voor zes maanden met hun schuiten, naast de andere vijf beëdigde schippers, de vloot van Lillo te bedienen; hiertoe dienden zij een borgsom te betalen en de eed van trouw af te leggen; 14 op 11-1-1639 verzocht hij de Gec. Raden om het veer van Lillo en Liefkenshoek te mogen bedienen i.p.v. zijn schoonvader Nicolaes Provo (Provoost); de Gec. Raden vroegen de commiezen op de vloot van Lillo om advies omtrent zijn betrouwbaarheid en bekwaamheid; 15 op 18-1-1639 werd hem toegestaan het veer van Lillo te bedienen, nu zijn schoonvader Nicolaes Provo ‘zieckelijck ende creupel’ op bed lag; na diens overlijden mocht hij het veer blijven bedienen; 16 vermeld als schipper te Lillo op 7-7-1645; 17 tr. N.N., dochter van Nicolaes Provo (Provoost).
6.
Jacob Adriaen Maertsz. [van der Maersse], schepen en raad van Zierikzee; 18 mocht op 17-9-1636 Lillo passeren op voorwaarde dat hij een behoorlijk paspoort van Staatse zijde had. 19
6a
Hendrik Meertens, tr. Mayeken Beuns; uit dit huw. ged. Liefkenshoek:
187
a. Martynus, 28-4-1641; getuigen: Lauwereyns Crauwers, Pieter Goens, Heiltjen Lambrechts en Pleuntje Meerten. 6b
Jacob Meertens (Maartens), tr. Esther Aryens (Arents); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Betjen, 9-4-1640; getuigen: Jan Jacobsen, Adriaen Gysen, Maria Maartens en Neelken Pieters. b. Adriaentie, 11-1-1643; getuigen: de heer commandant Willem Joan Cabbellau, Gysbrecht Arents, Judicht Aryens en Dingene Jacobs. c. Adriaentie, 24-4-1644; getuigen: Claes Adriaensen, Mr. Leendert Wadde, Maria Mertens en Elisabet Rommens. d. Maarten, 18-3-1646; getuigen: Jacob Hendricks en Neeltie Aerts. e. Ariaen, 13-10-1647; getuigen: Arien Jacobs op den handt, Anthony Davidsen Pilaar en Anneken Baarts. f. Elisabet, 5-4-1649; getuigen: Ary Jansen Vlam en Tanneken Centen. g. Martynus, 10-9-1653; getuigen: Adriaen Jansen Vlam en Adriaentie Meertens.
7.
Jan Maertense, roeier in de vloot van Lillo; werd op 14-5-1646 overleden gemeld. 20
8.
Matthijs Meertens (Martens), op 2-7-1647 vermeld als lakenkoper te Lillo; 21 kocht in 1647 en 1648 “laeckenen en carsayen” van Lucas Antoniszn. te Rotterdam; 22 kreeg op 13-5-1650 een erf toegewezen in het fort Lillo, grenzend aan het huis van Willem Grande; 23 werd in 1652 te Lillo betaald (£ 0:4:8) voor het leveren van lijnwaad en garen voor het maken van cardousen voor de constabels; 24 gedelegeerd rechter te Lillo vanaf 9-7-1647 tot zijn overlijden, kort vóór 1-10-1664; 25 pachter van het “arme lant” in de polder van Lillo op 20-1-1657. 26
9.
Joos Meertens (Mertensen), schepen van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland 29-4-1652; 27 idem op 25-8-1664; 28 was op 1-9-1660 dijkgraaf en gezworene van de polders van Lillo, Stabroek, Zandvliet en Berendrecht; 29 idem 3-12-1668; 30 overl. vóór 18-1-1672; 31 was op 15-12-1664 gehuwd met Lambertine van Hantswijck; 32 zij leefde nog op 2-12-1686; 33 op 18-1-1672 werden (naamloos) minderjarige kinderen vermeld; hun voogd was toen Melchior Patrijs.
9a
Jan Maartens, tr. Maria Levaen; uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek: a. Catharina, 15-10-1662; getuigen: Gillis Vergult, Paulus van Putte, Adam Daems en Janneken Malepas.
9b Jacob Maertenssen, afkomstig uit Lillo; was op 1-10-1665 en 1-1-1666 matroos op het schip “Hof van Holland” van de Admiraliteit van Zeeland. 34 10. Matthijs Maertens, werd op 24-3-1673 vanuit Retranchement als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 35
188
10a Jan Mersen, afkomstig uit Lillo; vertrok 1-12-1675 als matroos met het VOC-schip “Tidore” naar Batavia; als zijn begunstigde werd vermeld: Dina Carsons, verm. zijn 36 echtgenote; verm. identiek met nr. 13; zie ook Maheu. 10b Hendrik Martens, tr. Adriaentie Jochems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Adriaentie, 24-5-1676; getuigen: Willem Adriaensen van Tiel, Absalom Louyssen en Cornelia Hendrik. 11. Jan Mertens, op 9-12-1687 benoemd tot vrijschipper te Lillo, Doel en St. AnnaKetenisse; was toen schipper te Antwerpen. 37 12. Michael Mertens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-12-1694; tr. Lucia Verhaeren; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Henricus Mertens, 1677. Op 18-2-1679 werd een kind van Michael (mog. identiek met nr. 12a) begraven (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 12a Michiel Mertens, werkte in 1694 als arbeider in de polder van Lillo; mog. identiek met nr. 12; was toen waarschijnlijk weduwnaar; tot zijn huishouden behoorde Jan Vermaas, 4 jaar oud; als zijn kinderen onder de 15 jaar zijn in 1694 vermeld: 38 a. b.
Michiel Mertens. Cornelia Mertens.
13. Jan Meertens, afkomstig uit Lillo; was als bosschieter werkzaam op VOC-schip “America”; op 11-3-1677 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 19-9-1677 aankwam. 39 14. Joannes Mertens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-3-1679. 15. Johan Mertens, advocaat; verkocht 14-12-1679 land te Doel en Kieldrecht; 40 kocht op 2-12-1680 land te Kieldrecht; 41 woonde op 29-1-1691 ten huize van Gillis van de Voorde in de “heerenkeete” in de polder van Arenberg. 42 16. Cornelius Mertens, tr. Magdalena Willemsen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Cornelia Mertens, 4-3-1680; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-2-1681.
17. Joannes Mertens, op 10-7-1680 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Joannes (r.k.) begraven. 18. Jan Mertens, ontving van de diaconie van Liefkenshoek in oktober 1683 weekgeld voor zijn kind Adriaantje Mertens; en in maart 1684 ontving hij van de diaconie van Liefkenshoek twee schellingen i.v.m. drie hemden voor zijn kind. 43
189
19. Maria (Maeyken) Mertens, op 27-3-1684 vermeld als echtgenote van Jan Meeus en op 29-4-1688 als zijn weduwe; 44 ontving in mei 1696 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:13:4 voor een jaar mondkost voor Pouwelijntje Brom. 45 20. Anna Mertens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-4-1685. 21. Joannes (Baptist) Mertens, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 46 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 24-1-1687 Maria Peeters; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Cornelia Mertens, 8-2-1688. Elisabeth Joanna Mertens, 6-1-1693. Anna Maria Mertens, 21-3-1695. Angela Mertens, 4-3-1699.
22. Jan Maertense, afkomstig uit Lillo; was als botteliersmaat werkzaam op het VOC-jacht “Boswijk”; op 13-5-1685 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 4-2-1686 aankwam; tr. Christijntje Meertens. 47 23. Willem Maartensen, afkomstig uit Zierikzee; was als kwartiermeester werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1689 tot 1690. 48 24. Jan Meertens, afkomstig uit Lillo; was als matroos werkzaam op ’s lands snaauwschip “De Galleij” van 27-2-1694 tot hij deserteerde op 1-5-1694. 49 24a Maria Mertens, was in 1694 meid op de boerderij van Wouter Feijens in de polder van Lillo. 50 24b Adriaentje Meertens, geb. Lillo; werd van 22-9-1699 tot 9-11-1699 en van 9-12-1699 tot 21-1-1700 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg. 51 25. Roeland Maertensen, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot 31-12-1704. 52 26. Maerten Maertense, geb. Doel; otr. Tholen 17-12-1698, tr. ald. (geref.) 9-1-1699 Ariaentie Joos, geb. onder Tholen, beiden wonend onder Schakerloo. 26a Merten Mertensen, broer van Maria Mertens (tr. Guilliam Verbiest); overl. Doel vóór 10-10-1704; tr. Adriana de Min, overl. vóór 10-10-1704. 53 27. Heindric Meertens, was in juni 1707 door een kapitein te Lillo gevangen gezet; de gedelegeerde rechters van Lillo vonden dit een schending van hun jurisdictie. 54 27a Martijn Mertens, was in 1709 meid op de boerderij van Anthony van Oosdorp in de polder van Lillo. 55
190
28. Pieter Mertens, op 14-7-1710 te Doel vermeld als timmerman; 56 overl. vóór 8-11721; 57 tr. (1) Josijne Marie Dullaert; tr. (2) Pieternelle (Petronella) Tijssens; zij hertr. Cornelis de Bruyn; uit het tweede huwelijk: a.
Merten Mertens, 20 jaar oud op 27-1-1727; zijn voogden waren toen Pieter van Urck en Jan Mertens. 58
29. Matthias Mertens, was in april 1716 militair in het fort Lillo; 59 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 18-4-1716 Maria van Vijfhuijsen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joanna Francisca Mertens, 4-4-1716.
30. Joannes Mertens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 26-9-1717 Maria van Leuven. 31. Joannes Mertens, tr. Elisabeth de Bommel; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Cornelius Mertens, 21-4-1718; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-9-1718.
32. Wilhelma Mertens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-7-1719. 33. Leendert Maartens, was in september 1723 als constabel werkzaam te Liefkenshoek.
60
34. Michiel Martien (Mertinus) Martens, was in april 1722 militair in het fort Lillo; 61 op 20-3-1730 vermeld als gedaagde in een proces met Peeter Lucas te Lillo-Zuidland; het betrof een geschil over paarden; 62 betaalde in 1743/1744 5 gulden en 7,37 stuivers belasting over de opbrengst van 26 gemeten en 240,75 roeden eigen grond en 3 gulden en 8,87 stuivers belasting over de opbrengst van 17 gemeten en 70 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 63 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 27-4-1722 Elisabeth Swenderickx; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 23-7-1727 Catharina Noorthoeck, weduwe van Joachim Madereel; tr. (3) Catharina Rouwens; uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Nicasius Mertens, 20-4-1729.
uit het derde huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: b. Joannes Henricus Mertens, 18-10-1732. c. Joanna Mertens, 29-3-1734. 35. Adrianus Mertens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 29-6-1738 Maria Mertens. 36. Gerardus Meertens (Martens), testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 29-2-1742; 64 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-3-1742; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 8-5-1740 Susanna Hembreghts, zij hertr. Joannes Theunis en werd op 12-9-1747 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joanna Martens, 17-11-1742.
191
37. Cornelius Mertens, tr. Anna Bierens; zij werd op 31-11-1744 begr. (r.k.) te LilloKruisweg. 38. Pieter Martensz., afkomstig van Lillo; 65 vertrok als soldaat op 31-7-1744 met het VOC-schip “Ketel” naar Batavia; arriveerde daar 14-7-1745; overl. in Azië 27-11750. 66 39. G. Mertens, ontving in 1750 £ 1:5 voor het maken en leveren van houten kistjes voor het opbergen van musketlood te Liefkenshoek. 67 40. Joannes Mertens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-1-1752 Anna Catharina van Tilborgh. 41. Joannes Mertens, tr. Wilhelmina Court; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Elisabeth Mertens, 1-10-1754.
42. Abram Meertens(en), afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1755 tot hij overleed op 16-3-1764. 68 43. Gerardus Mertens, tr. Anna Theresia Roevens; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Wilhelmus Mertens, 8-9-1761.
44. Jan Cornelis Mertens, tr. Adriana Judoca Camerman; dochter van Pieter Camerman en Maria Catharina van den Brande; overl. Doel 16-7-1782; uit dit huwelijk: 69 a.
Maria Catharina Mertens, 5 jaar oud op 8-3-1784; haar voogden waren Engelbert Camerman en Jan Baptist van Sittaert.
45. Adrianus Mertens, geb. Schooten ca. 1748 (34 jaar oud bij huwelijk); woonde in OudLillo; begr. Lillo (r.k.) 26-11-1790; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-10-1782 Anna Catharina Vermeulen, geb. Lillo-Zuidland ca. 1745 (37 jaar oud bij huwelijk); zij werd op 6-21791 begr. (r.k.) te Lillo. 1 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren, 1977, p. 284-285. 2 RAB, DK, inv. 14, fol. 53. 3 Idem, fol. 3. 4 RAB, DK, inv. 15, fol. 232 v, 8-6-1672. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 270, fol. 292-294. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79520; idem, inv. 81700, fol. 141. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8184. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80070, fol. 20; inv. 80100, fol. 34; Rekenkamer C, o.m. inv. 6620. 9 Idem, inv. 79810; zie ook 79890.
192
10 ZA, SZ, inv. 498, 24-1-1640, fol. 15. 11 ZA, SZ, inv. 498, 15-10-1641, fol. 365. 12 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80190, fol. 24; idem, Rekenkamer C, inv. 6830, fol. 308; ook: ZA, SZ, inv. 504, fol. 71. 13 ZA, SZ, inv. 1251.1, brief van de commandeur van Lillo aan de GR d.d. 7-8-1636. 14 ZA, SZ, inv. 496, 7-8-1636, fol. 137. 15 ZA, SZ, inv. 497, 11-1-1639, fol. 11 v. 16 Idem, 18-1-1639, fol. 20. 17 ZA, SZ, inv. 500, 7-7-1645. 18 Zie voor hem: De Vos, 1931, p. 357. 19 ZA, SZ, inv. 496, 17-9-1636, fol. 156. 20 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2466. 21 ZA, SZ, inv. 1262, brief van de commandeur van Lillo, Johan Seijs, aan de GR van Zeeland d.d. 2-7-1647, nr. 93; Meertens (Martens) werd toen voorgedragen als gedelegeerd rechter. 22 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 154, akte 399, fol. 651. 23 ZA, SZ, inv. 503, fol. 75 v en 76. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80240, fol. 37. 25 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Govaert Stempel, inv. 77, akte nr. 133; ZA, SZ, inv. 501, fol. 195; ZA, SZ, inv. 520, fol. 352 en 352 v. 26 ZA, SZ, inv. 1270, brief commies Jacob Gallieris aan de GR van Zeeland d.d. 20-1-1657. 27 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 28 Idem, inv. 28. 29 ZA, SZ, inv. 513, fol. 201. 30 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 31 Idem. 32 Idem. 33 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 34 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6998. 35 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673. 36 NA, VOC-arch., inv. 12228, fol. 1. 37 ZA, SZ, inv. 695, 9-12-1687. 38 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 39 NA, VOC-archief, inv. 12228, fol. 1. 40 RAB, DK, inv. 16, fol. 54 v. 16-9-1680. 41 Idem, fol. 63, 2-12-1680. 42 RAB, DK, inv. 18, fol. 266, 29-1-1691. 43 ZA, RB, inv. 275.
193
44 RAB, DK, inv. 17, fol. 9 v, 27-3-1684 en RAB, DK, inv. 18, fol. 85 v, 29-4-1688. 45 ZA, RB, inv. 275. 46 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 47 NA, VOC-archief, inv. 12233, fol. 1. 48 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7214. 49 ZA, Rekenkamer C, inv. 7235. 50 Idem. 51 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 23. 52 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363. 53 RAB, DK, inv. 20, fol. 200, 10-10-1704. 54 ZA, SZ, inv. 715, 21-6-1707. 55 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 56 RAB, DK, inv. 21, fol. 245 v, 14-7-1710. 57 RAB, DK, inv. 23, fol. 83, 8-1-1721. 58 Idem, fol. 318, 27-1-1727. 59 Blijkens het trouwboek van de parochie St. Benedictus Lillo-Kruisweg 1713-1722. 60 ZA, SZ, inv. 1337, brief van A. van Huls, d.d. 17-9-1723. 61 Blijkens het trouwboek van de parochie St. Benedictus Lillo-Kruisweg 1713-1722. 62 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 20-3-1730. 63 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 64 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 65 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 66 NA, VOC-arch., inv. 14200, fol. 217. 67 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81330, fol. 67. 68 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7852 en 7943. 69 RAB, DK, inv. 33, fol. 255, 8-3-1784.
Martfeldt 1 Johan Frederik Martfeld [senior], was in 1702 luitenant van de artillerie; 26-1-1703 bevorderd tot kapitein van een (in 1677 opgerichte) artillerie-compagnie van het Staatse leger; 2 bevorderd tot majoor in 1717 en tot luitenant-kolonel in 1718; 3 werd 2-9-1733 opgevolgd door Sebastiaan van Glabbeek (zie aldaar); was van 1731 tot 2-9-1733
194
commandant van een artillerie-compagnie te Lillo en/of Liefkenshoek; 4 werd 26-9-1723 lidmaat van de lutherse gemeente te Breda; 5 overl. vóór 27-2-1743; 6 otr. (1) Breda 21-11702 (met att. naar Ginneken), tr. (1) Breda (Grote Kerk) 13-2-1702 Maria Francoise Polion (Pouilion), j.d., toen woonachtig in Bergen op Zoom; otr. (2) Breda (geref.) 22-21715, tr. (2) Princenhage (luthers) 10-3-1715 Barta (Bertha) Vereijck, weduwe van Jacob Artope; begr. Breda 1-4-1749; uit het eerste huwelijk: a. b.
c.
Joseph August Martfeldt, ged. Breda 14-8-1704; werd op 24-8-1772 benoemd tot generaal-majoor der infanterie in het Staatse leger; overl. Nijmegen 24-7-1780. 7 Johan Frederik Martfeldt [junior], geb. 1706; verkreeg commissie als kapiteinluitenant in het Staatse leger op 26-11-1745; 8 werd op 24-8-1772 benoemd tot generaal-majoor der infanterie in het Staatse leger; overl. Den Haag 31-12-1784. 9 Maria Elisabeth Martfeld, geb. Breda; otr. (als j.d.) Breda (Grote Kerk) 23-2-1736 baron Cornelis Jekermans, majoor (der cavalerie) en weduwnaar, toen wonend te Bergen op Zoom en garnizoen houdend te Maastricht; hij werd op 19-7-1737 bevorderd tot luitenant-kolonel der cavalerie. 10
1 Martfeld is een gemeente in de Duitse deelstaat Nedersaksen. 2 Deze compagnie heeft in de ordening van eenheden van het Staatse leger door Will Hermsen (DutchRegiments) het nummer AC 677 d. 3 GA Breda, DTB III-116 nr. 167, fol. 48; DTB III-120 a nr. 13 fol. 63; DTB nr. 144, fol. 31. 4 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 101. 5 Stadsarch. Breda, DTB Afd. IV-9, nr. 93, fol. 85 v. 6 Het Utrechts Archief, not. akte U 167 a 9, akte nr. 9. 7 H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 18; Koninklijk Huisarchief, Archief Willem V, inv. 1958; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 2, p. 875-876. 8 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1538, fol. 135. 9 Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, deel 2, p. 875-876. 10 H. Ringoir, Afstammingen en voortzettingen der cavalerie en wielrijders, Den Haag, 1978, p. 30.
Martijn Christiaen Martijn, soldaat; op 201-1739 werd te Lillo [=verm. Oud-Lillo] zijn dochter Anna Martijn begraven.
Martin Leopoldus Martin, tr. Theresia Nagels; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Maria Josepha Martin, 21-1-1793.
Martini 1.
Willem Martini, burgemeester van Breda in 1593; behoorde tot de vier personen aan wie de Staten-Generaal der Verenigde Nederlanden op 13-8-1593 octrooi verleenden om de geïnundeerde polder van Doel (omschreven als “den Hoogen Doel”) te herbedijken; 1 dit octrooi werd niet geëffectueerd; de herbedijking vond pas in 1614
195
plaats; behoorde op 17-10-1602 tot de ingelanden in de geïnundeerde polder van de Hoogen Doel; was op 18-10-1602 raad-ordinaris in de Raad van Brabant; 2 was in 1615 eigenaar van grond in dat deel van de polder van Doel dat werd omschreven als “het bedijkt Polderke” (totaal 355 gemeten en 176 roeden omvattend); bezat in dit deel 60 gemeten grond; 3 werd toen omschreven als raadsheer. 2.
Cornelis Martini, behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614. 4
1 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 2 ZA, SZ, inv. 908, 17-10-1602 en 18-10-1602. 3 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren 1977, p. 377. 4 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181.
Martinin Anna Clara Martinin, kwam in 1758 verm. als echtgenote van een militair naar Steenbergen met att. van Leeuwarden; vertrok met att. begin juli 1758 naar Liefkenshoek. 1 1 MHC, arch. Herv. Gemeente Steenbergen, inv. 34.
Martinus Robert Martinus, als kuiper in het fort Lillo vermeld in 1622. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79650.
Martuyt Jaques Martuyt (Matruijt), was in 1620 vaandrig in Liefkenshoek; verbleef begin 1630 als luitenant in Liefkenshoek; tr. (1) Rijswijk (Z.H.) 12-4-1620 Maria Bertrij, weduwe uit Den Haag; tr. (2) Loywse de Boeland dit Rollé; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jacob Martuyt, 6-1-1630; getuigen: Dirck Boeland dit Rollé en juffrouw Dangenus Boeland dit Rollé.
Marwel Zie Narwell.
Marx Pieter Marx, verm. militair; kwam op 5-10-1675 met zijn echtgenote met att. van Liefkenshoek naar Scherpenisse; tr. Tannetje Hubrechts.
Marxplas Cornelis Cornelissen Marxplas, zoon van Cornelis Lambrechts van Marxplas en Tanneke Jans; woonde 24-6-1662 te Lillo. 1
196
1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 112, akte nr. 59.
Mascamp Godefridus (Godfried) Mascamp, benoemd tot sergeant-majoor op het fort Frederik Hendrik op 24-5-1698; 1 vervulde die functie tot en met 1728; 2 werd in 1709 en 1714 betaald door het bestuur van de polder van Lillo c.s. vanwege extra-ordinaire diensten; ontving hiervoor in 1709 fl. 42; 3 tr. Maria Blommendaal; uit dit huw.: a.
(verm.) Catharina Elisabeth Maskamp, kwam in 1721 naar Breda met een attestatie van Lillo. 4 voorts. ged. fort Lillo (NB: dopen aldaar pas bekend vanaf 14-7-1706): b. Gerrit Jan Mascamp, 25-11-1708; getuigen: Jan van den Ende en Magdalena Mazuer. c. Hermanna Wilhelmina Mascamp, 31-8-1710; getuigen: ds. Hermannus van Essen (predikant te Ossendrecht) en Wilhelmina Blommendaal. d. Johanna Cornelia Mascamp, 13-12-1711; getuigen: ds. Lambertus Slicher en Johanna Catharina Smits, echtgenote van de luitenant-kapitein in het regiment van generaal Plettenburg. e. Helena Mascamp, 3-9-1713; getuigen: Johan Blommendaal en Helena Deyts, echtgenote van ds. Hermannus van Essen, predikant te Ossendrecht. f. David Johannes Mascamp, 16-5-1717; getuigen: het echtpaar David Coutry (predikant te Lillo) en Anna Maria van der Gugte; verkocht in april 1768 een groentetuin (“oofttuin”) aan de Jacob van Sluipwijkskade (Tweede Kade) te Gouda voor fl. 230. 5 1 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 52. 2 ZA, SZ, inv. 2778 en 2834. 3 RAA, arch. polder van Lillo c.s., inv. 122 en 127. 4 Stadsarchief Breda, DTB Afd. III-116, nr. 140, fol. 319. 5 Streekarch. Midden-Holland, Gaarder 40ste/80ste penning Gouda 1768, inv. 126, blz. 6 v.
Masenaer, de Jacques (Jacob) de Masenaer, inwoner van de polder van Lillo op 9-7-1657; 1 vermeld als eiser in een proces aldaar op 21-3-1661; op 28-4-1664 werd op goederen in zijn huis aldaar beslag gelegd; op 14-11-1667 werd van hem geëist dat hij (voor hemzelf of voor iemand anders) mondkost betaalde (fl. 5 en 16 stuivers). 2 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 2 Idem, inv. 28.
Maseroen Jan Maseroen, verm. militair; tr. Catharina Wymers; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Esther, 25-11-1646; getuigen: Frederik Hagh, Jan Lauwereyns en Maria Christoffelsen.
197
Massen, de (= identiek met Willem Eugecu; zie aldaar) Guillaume de Massen, kapitein van een compagnie van het tweede bataljon van het regiment van Oranje-Nassau nr. 2 in 1782; verbleef met deze compagnie (51 man sterk) op 31-5-1782 in Liefkenshoek; 1 bevorderd tot majoor op 18-7-1793. 2 1 ZA, SZ, inv. 1417.1. 2 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 24.
Massieu Nicolaes Massieu, was in juni 1635 ambachtsheer van Lillo en Zuidland; tr. Anna van Dale de Cocquiel, dochter van Peter van Dale; 1 hun nazaten voegden de afzonderlijke namen Van Dale en Massieu samen tot de geïntegreerde familienaam Massieu van Dale; 2 de wapens van beide families figureren in het wapen van de ambachtsheerlijkheid van Lillo en Zuidland, zoals dit in 1709 (en mogelijk al eerder) in gebruik was. 3 1 ZA, Rekenkamer Zeeland A, inv. 366, 14-7-1635. 2 F. Reynaerts, Lillo’s lief en lied, Ekeren, 1971, p. 13. 3 Idem, p. 15.
Mast (van der) 1.
Willem van der Mast, biersteker te Lillo op 7-7-1655; 1 pachter van de bieren en de slacht van beesten te Lillo op 13-10-1656; 2 beenhouwer te Lillo op 1-3-1657; 3 op 29 maart 1661 vermeld als schipper te Lillo; klaagde toen (met andere schippers) over concurrentie door beëdigde landsschippers (= de vrijschippers) van de polders (van Lillo c.s.); 4 verzocht in april 1664 (samen met drie andere schippers uit Lillo) om bij toerbeurt als beurtschipper van Lillo op Antwerpen te mogen varen; dit verzoek werd conform een desbetreffend advies van de gedelegeerde rechters van Lillo door de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 10-6-1664 afgewezen; het recht om als beurtschipper op Antwerpen te varen kwam exclusief toe aan twee door hen aangestelde schippers (i.c. aan Goossen van der Helst en Heijndrick Cuijpers); 5 op 308-1664 werd hij benoemd tot roeier in de vloot van Lillo. 6
2.
Jan van der Mast, woonde 19-1-1665 in het fort Lillo; diende toen fl. 28 te betalen wegens de koop (in de polder van Lillo) van twee vette beesten [varkens] omstreeks 110-1662; 7 vestigde zich met echtgenote (N.N.) op 2-1-1671 vanuit fort Lillo in Aardenburg; 8 werd als vrijschipper van Lillo op Antwerpen op 21-4-1671 opgevolgd; 9 vermeld als [verm. ex-] vrijschipper te Lillo op 28-7-1676. 10
3.
Dirk Mast, was in 1759 korporaal in de compagnie van Rutger van Welvelde (zie aldaar); verkreeg in Heusden op 6-5-1759 een attestatie vanwege vertrek van zijn compagnie naar Lillo. 11
198
1 ZA, SZ, inv. 508, 7-7-1655. 2 ZA, SZ, inv. 508, 13-10-1656. 3 ZA, SZ, inv. 509, 1-3-1657. 4 ZA, SZ, inv. 652, 29-3-1661. 5 ZA, SZ, inv. 520, fol. 144, 155 en 212 v. 6 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2483. 7 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 8 ZA, Lidmatenregister Aardenburg 1605-1812, fol. 19 v. 9 ZA, SZ, inv. 667, 21-4-1671. 10 ZA, SZ, inv. 676, 28-7-1676. 11 Streekarch. Langstraat, Heusden en Altena, Lidmatenlijst geref. kerk Heusden.
Masur Crys Masur, was in maart 1594 soldaat onder kapitein Ram, waarsch. in het garnizoen te Lillo; trouwgetuige Goes 5-3-1594. 1 1 De Ned. Leeuw, jrg. 13, p. 294.
Masyn Maddelyn Masyn, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Matack David Pieter Matack, benoemd tot kapitein van een artillerie-compagnie van het Staatse leger op 27-11-1777; bevorderd tot majoor op 1-8-1780; 1 was in 1784 commandant van een artillerie-compagnie die toen in Lillo/Liefkenshoek verbleef; 2 tr. Anna Maria Catrina Lantmeeter; uit dit huw.: a.
Persia Johanna Matak, geref. ged. Den Bosch 9-5-1779.
1 H. Ringoir, Afstammingen en voortzettingen der Artillerie, Den Haag, 1979, p. 23. 2 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 106. Hij is mog. een nazaat van Peter Matack, tamboer in de compagnie van kapitein-majoor Drost te Heusden in december 1647. Deze otr. ald. 8-11-1647, tr. ald. 3-12-1647 Neeltjen Cornelis (Streekarch. Land van Heusden en Altena, Coll. DTB De Kruijff, inv. 6, fol. 33).
Matens Adriaen Matens, op 4-6-1610 werd hem door de Gecommitteerde Raden van Zeeland toegestaan een erf te betimmeren vanaf het oude corps de garde tot aan het nieuwe corps de
199
garde te Lillo, breed 21 voeten en 4 roeden lang, tegen een cijns van 20 schellingen per jaar. 1 1 ZA, SZ, inv. 481, 4-6-1610; mogelijk is Adriaen Matens afkomstig uit Bergen op Zoom, waar diverse leden uit het geslacht Maten in de 17de eeuw betrokken waren bij de houthandel.
Matin, Mattyn 1.
Machiel Mattyn, tr. Peryntie Lauwreys; uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek: a. Pieter, 7-11-1649; getuigen: Lieven Jansen en Janneken Lauwrens.
2.
Simon Matin, soldaat; op 7-12-1745 werd in Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn zoon Simon Pieter Matin begraven.
Matruijt Zie Martuyt.
Mats Dominique Mats, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 3; zie ook: deel 3c, p. 546-552.
Matten, van Pieter van Matten, geb. Lillo; was in 1652 kapitein des armes in de compagnie van kapitein Hubert (= verm. Hieronymus de Huybert) te Hulst; otr. Hulst 6-4-1652 Trijntgen Muijs, j.d. van Axel.
Mattenburg(h) 1.
Anthony Willemsen Mattenborgh, doopgetuige Liefkenshoek 18-6-1645; zie verder noot 1.
2.
Merten (Maarten) Teunissen Mattenburg; geval): a.
b. 3.
1
tr. Lillo 1645 N.N.;
2
kinderen (in elk
Adriaentien Mertens Mattenburg, otr. Liefkenshoek 14-3-1681 Jan Dirkse Dronkers (zie aldaar); overleed (vóór de huwelijksvoltrekking) te Doel in maart 1681, vermoedelijk in het kraambed, na de geboorte van haar dochter Pieternella, ged. Liefkenshoek 15-3-1681. Anthony Mertens Mattenburg, zie verder nr. 3.
Anthony Mertens Mattenburg (zoon van nr. 1), overl. in de polder van Doel 11-1-1692 (staten van goed 15-2-1692); 3 otr. Liefkenshoek 23-6-1668, tr. ald. 15-7-1668 Levina (Levijntje) Jacobsdr. de Raet, overl. Doel 4-4-1682; 4 tr. (2) vóór 26-9-1687 (mog. 266-1687) Maria Huybrechts Nottincks, weduwe van Jan Engels de Trouw; 5 uit het
200
eerste huwelijk (deels met hun leeftijd op 26-9-1687) [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1662 tot 17-11-1674]: 6 a. b. c. d.
4.
Josijne Mattenburg (16 jaar), geb. Doel; otr. Liefkenshoek 9-2-1697, tr. ald. 3-31697 Cornelis Arisse (ook: Adriaensen Arens). Michiel (ook: Machiel) Mattenburg (13 jaar), zie verder nr. 4. Maria Martens, ged. Liefkenshoek 23-7-1679; getuigen: Anthony Jacobs en Tanneken Centen. Jacobus Mattenburgh, ged. Liefkenshoek 6-10-1680; getuigen: Ary Teunis, Zander Lambrechts en Mayeken Pieters.
Michiel Antonissen Mattenburg (zoon van nr. 2), geb. Doel ca. 1674; leefde nog 25-81705 (vermeld als erfgenaam van een oom van moederszijde); 7 otr. Liefkenshoek 276-1699, tr. ald. 19-7-1699 Cornelia Jacobsdr. Eyens, weduwe van Ary Jansen de Jongh, overl. Doel 1700; uit dit huw. vermoedelijk geen nageslacht. 8
1 Het bleek niet mogelijk om een genealogische verwantschap te traceren tussen hem en het geslacht Van (aanvankelijk: Uyt) Mattemburgh, dat waarschijnlijk verwijst naar een locatie in West-Brabant nabij het latere Nieuw-Vossemeer, waarnaar de in 1526 bedijkte Mattemburghpolder is genoemd. Een dergelijke verwantschap is goed denkbaar, bijv. op grond van het feit dat op 4-1-1633 ene Anthonis Willemsen Mattemburch (de vader van Merten Teunissen Mattenburg??) grond pachtte in Prinsenland (Dinteloord), de plaats waar in 1645 het huwelijk van Merten Teunissen Mattenburg is ingeboekt (zie noot 2); zie hiervoor: W.J.F. Juten, Het geslacht Van Mattemburgh (I en II), in: Taxandria, jrg. 1903, p. 81 en 146. 2 Dit is vermeld in het trouwboek van de Gereformeerde kerk te Dinteloord, zonder vermelding van de exacte datum en zonder opgave van de naam van de bruid. Het trouwboek van de fortkerk van Lillo betreffende het jaar 1645 is verloren gegaan. 3 RAB, DK, inv. 19, fol. 19, 15-2-1692. 4 RAB, DK, inv. 18, fol. 52, 26-9-1687. 5 RAB, DK, inv. 18, fol. 50, 26-9-1687; RAB, DK, inv. 19, fol. 19, 15-2-1692. 6 RAB, DK, inv. 18, fol. 52, 26-9-1687. 7 RAB, DK, inv. 20, fol. 249, 25-8-1705. 8 Idem, fol. 170, 9-5-1702.
Matteriael Pieter Matteriael, gedaagde tijdens een proces te Lillo-Zuidland op 10-7-1679. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.
Mattheussen(s) (zie ook Matthijssen) 1.
Adriaen Mattheuszn., op 27-11-1603 was hij “ bij provisie” smid te Lillo en vroeg hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een gage, o.m. voor het repareren van het
201
uurwerk; gezien de attestatie van de majoor en de predikant t.a.v. zijn bekwaamheid werd dit toegestaan; 1 woonde als ouderling van de fortkerk van Lillo op 1 en 2 april 1604 (samen met de predikant Cornelis Boscchaert) de vergadering bij van de classis Tholen en Bergen op Zoom te Bergen op Zoom; 2 als smid te Lillo vermeld in 1608, 1609 en 1622; 3 ontving uit het Zeeuwse budget voor de oorlogsvoering een vast traktement van £ 4:3:4; 4 werd op 24-10-1614 door de Gec. Raden aangenomen om het ijzerwerk voor drie valbruggen te Liefkenshoek te maken, mits hij goed werk zou leveren tegen een gangbare prijs; 5 tevens verzocht hij de Gec. Raden op 24-10-1614 om een plaatsje binnen het fort van Liefkenshoek om een smidse te bouwen, hij kreeg tijdelijk een plaats aangewezen voor het maken van zekere werken aldaar; 6 horlogesteller te Lillo in 1615;7 op 14-9-1617 verzocht Cornelis van den Broecke, brouwer te Middelburg, de Gec. Raden om te mogen procederen tot verkoop van het huis van Adriaen Mattheusz. vanwege een schuld van 36 pond Vlaams; besloten werd dat deze schuld binnen een maand afbetaald moest worden; 8 vermeld als pachter van ’s lands middelen op 20-4-1621; had toen enkele vorderingen op Willem Davidsz. Schotsman, Joris Dorhoff, Henric Willemsen en Henry Goddaert; 9 betaalde in 1622 20 schell. cijns voor een huis in fort Lillo; 10 overl. vόόr 1-10-1622; 11 op 23-7-1626 bedroeg zijn schuld aan Cornelis van den Broecke nog 16 pond Vlaams, deze verzocht de Gec. Raden het huis van Adriaen Mattheusz. te mogen verkopen om op deze wijze de 16 pond te kunnen verhalen; 12 op 16-11-1628 was zijn schuld aan Cornelis van den Broecke nog steeds niet afbetaald; 13 tr. Elisabeth N.N., op 12-5-1623 verzocht zij de Gec. Raden om betaling van enige imposten door Willem Davitsz. en Henrij Goddart; 14 verzocht de Gec. Raden op 30-6-1623 om het erf, haar door het gewest Zeeland vergund en waarvoor zij cijns betaalde, te mogen behouden; dit perceel werd haar betwist door Henrij Goddart en Dignus Jansen; 15 zij werd op 1-4-1631 nogmaals als zijn weduwe vermeld; 16 zij overleed vóór 1634, toen haar huis in fort Lillo werd bewoond door Cornelis Jan Pietersen; 17 uit dit huwelijk: a.
1a
Jan Mattheussen, 15 jaar oud op 10-11-1622; veroorzaakte een ongeluk tijdens “het proeven van een roer”, waarbij het dochtertje van de korporaal Hendrick de Meyer betrokken was; werd als “onnozel” omschreven; hij werd hiervoor door de Staten van Zeeland “geremitteert” op verzoek van zijn moeder. 18 Pieter Matheus, woonde in Doel; tr. Elisabet Jans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacob, 1-9-1624; getuigen: Jacob Verstraeten, Jacob Engels, Barbara Cornelis, Leynken Erasmus en Mayeken Ariaensen.
2.
2a
Jacob Mattheussen, geb. Lillo; varende man in 1632; otr. Vlissingen 24-4-1632 Leonora Engels, geb. Antwerpen. 19 Maggriet [?] Mattheus, tr. Janneken Adriaens; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. David, 4-9-1633; getuigen: Ariaen Commers, Janneken Ariaens, Fluwine Jansen en Elisabet Hendriks.
3.
Davidt Mateeuszn., werd in 1640 betaald voor het schoonmaken van de “steen” in het magazijn te Lillo gedurende drie dagen; ontving hiervoor £ 0:8:9. 20
202
4.
Simon Mattheussen, was op 25-11-1685 meerderjarig (25 jaar of ouder); zijn voogden Cornelis Marijnis en Jacob Noorthouck werden ontlast op basis van een attest van de schoolmeester van Liefkenshoek; 21 kocht op 16-5-1689 een huis te Doel van Gerard de Coninck; 22 ontving in maart 1695 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 3:8:7 kostgeld voor het onderhouden van een arme; in februari 1697 ontving hij van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 4:16:8 wegens mondkost voor stomme Jan (= Jan Schalck); 23 tr. Anneken Aryssen; uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek: a.
Anneken Mattheusen, 17-11-1699; getuigen: Bastiaen Schalck en Josyntie Anthonissen. b. N.N. Mattheusen. Deze kinderen werden in januari 1709 onderhouden door Gillis Roelants (zie aldaar). 24 5.
Peeter Matteeusen, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 2 personen; bezat toen 1 koe en werd als belastingplichtige aangeslagen voor 3 gulden; 25 tr. Catharina Stijnen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
6.
Anna Catharina Matteussen, 8-9-1729; tweeling. Maria Theresia Matteusen, 8-9-1729; tweeling.
Cornelis Mattheeusen, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 3 personen; bezat toen 2 koeien en werd als belastingplichtige aangeslagen voor 4 gulden en 19 stuivers; 26 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 16-5-1724 Maria van Valckenborgh; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e.
Maria Mattheussen, 8-9-1725. Joannes Cornelius Mattheussen, 4-8-1728; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-2-1733. Cornelius Mattheussen, 31-1-1731; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-2-1733 of 22-31733. Joannes Cornelius Mattheussen, 15-7-1734; tweeling. Aldegondis Mattheussen, 15-7-1734; tweeling.
7.
Petrus Mattuesen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-2-1727.
8.
Theresia Mattheussen, had op 4-2-1754 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Judocus Menseur over de betaling van een half jaar huishuur ad fl. 15; 27 zij trouwde N.N.; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
9.
Cornelius N.N., 8-7-1750; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-8-1750. Theresia N.N., 16-6-1751; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-6-1751.
Franciscus Matheusen, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1760 N.N.
10. Arnoldus Mattheussens, woonde op 23-2-1762 in Lillo-Zuidland; had toen een hypotheekschuld van fl. 150 bij de molenaar Dilis Roevens; 28 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-9-1778; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 25-6-1758 Joanna Catharina Fijen, geb. Lillo-
203
Zuidland ca. 1736; woonde als weduwe met haar zonen in 1796 in Lillo-Zuidland; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 29 a.
Rosalia Mattheussen, 14-10-1759; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-101759. b. Joannes Franciscus Mattheussen, 14-10-1759; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-10-1759. c. Anna Catharina Mattheussen, 15-2-1761; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-1-1774. d. Joannes Franciscus Mattheussen, 2-12-1763; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-121763. e. Rebecca Mattheussen, 25-1-1765; tweeling; tr. (1) Melchioris de Vocht, geb. Ekeren, overl. aldaar 5-4-1811; zij woonden in 1796 in Plaats HagelkruisEkeren; 30 tr. (2) Ekeren 1814 Waltherus de Roy. f. Martina Mattheussen, 25-1-1765; tweeling. g. Wilhelmus Mattheussen, 20-9-1767; werkman in 1796. h. Cornelius Mattheussen, 8-2-1770. i. Adrianus Mattheusen, 28-7-1772; werkman in 1796, dagloner in 1825; overl. Terneuzen 12-6-1825. j. Isabella Mattheussen, 25-9-1774. Op 5-2-1767 en op 31-5-1778 werden te Lillo-Kruisweg twee van zijn kinderen begraven (r.k.) 11. Petrus Mattheussens, tr. (1) Cornelia Pluijm; zij werd op 6-7-1769 begr. (r.k.) te LilloKruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 15-10-1769 Cornelia de Nijs. 12. Cornelius Matheeusen (mog. identiek met nr. 10 h), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-61785. 1 ZA, SZ, inv. 478, 27-11-1603. 2 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 273, nr. 1, fol. 226. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79370; idem, inv. 81690, fol. 144. 4 ZA, SZ, inv. 2688, 2690 en 2691. 5 ZA, SZ, inv. 483, 24-10-1614. 6 Idem; ook: ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 185. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79510. 8 ZA, SZ, inv. 484, 14-9-1617. 9 ZA, SZ, inv. 486, 20-4-1621. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79650. 11 ZA, SZ, inv. 487, 1-10-1622. 12 ZA, SZ, inv. 489, 23-7-1626. 13 ZA, SZ, inv. 490, 16-11-1628. 14 ZA, SZ, inv. 487, 12-5-1623. 15 Idem, 30-6-1623. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79830.
204
17 Idem, inv. 79890, fol. 11; ook: 80070, fol. 9. 18 ZA, SZ, gedrukte notulen, inv. 38, blz. 377. 19 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 534, fol. 124, boek 11. 20 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80000. 21 RAB, DK, inv. 17, fol. 160 v, 25-11-1685. 22 RAB, DK, inv. 18, fol. 141, 16-5-1689. 23 ZA, RB, inv. 275. 24 ZA, RB, inv. 276. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 26 Idem. 27 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 4-2-1754. 28 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 17, ongefol. 29 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 30 RAA, Volkstelling Ekeren 1796.
Matthijssen, Matthias (zie ook Adriaanse en Mattheussen(s)) 1.
Adriaenken Matthijs, geb. Lillo; tr. (1) Andries Borck, hij overl. vóór 8-4-1600; otr. (2) Vlissingen 8-4-1600 Rogier Joons, Engelsman, was soldaat en weduwnaar van Mayken Rutt. 1
2.
Adriaen Mathyssen, was op 27-8-1603 schipper binnen Zandvliet. 2
3.
Adriaen Matthysz., smid te Lillo; op 25-11-1603 besloten de Gecommitteerde Raden van Zeeland hem 12 pond Vlaams traktement per jaar toe te kennen mits hij het horloge (uurwerk) te Lillo zou blijven onderhouden; 3 zie voor hem verder Mattheussen.
4.
Geert Mathijssen, werd in 1609 betaald voor (rijs)werkzaamheden te Lillo. 4
4a Pieter Matthijs, woonde in Doel; tr. Mayeken Andriessen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]: a. Elysabeth Matthys, 10-10-1627; getuigen: Willem Leunissen, Cornelis Andriessen, Jacob Melsen, Martyn Jans, Madelene Gasselaers, Mayeken Cornelis en Janneke Claessen. b. Francyne Mathijssen, 9-12-1629; getuigen: Jacob den Decker, Joost Martens, Staes Driessen, Anneken Andriessen en Styne Andriessen. c. Cornelia Mathijssen, 25-1-1632; getuigen: Paulus Segelaar, Andries Janssen, Fransyntie Deckers en Janneken de Bruyne.
205
d. Matheus Matheussen, 6-9-1637; getuigen: Symon Vaen, Mathys van Erbrugge, Dingenis Copmaker, Anneken Paulus, Anneken Stevens en Neelke de Witte. e. Ariaentje Matheus, 1-7-1640; getuigen: Adriaen Commers, Adriaen Bastiaensen, Elisabet Bastiaensen en Tanneken Andriessen. 5.
Jacob Matthijssen (Mattheeussen), inwoner van den Doel; op 12-1-1629 werd hem door de Gecommitteerde Raden van Zeeland toegestaan om met zijn schuit van zeven of acht ton gedurende drie maanden alle bieren en andere waren te mogen vervoeren van de contrescarpen te Liefkenshoek naar den Doel; 5 op 10-4-1629 werd hem nogmaals toegestaan gedurende twee maanden alle Antwerpse bieren en andere waren van de contrescarp van Liefkenshoek naar het dorp van den Doel te mogen vervoeren; 6 op 20-8-1632 werd hem door de Gec. Raden een akte verleend opdat de commiezen hem ter wille zouden zijn ten aanzien van zijn vaart naar Antwerpen overeenkomstig zijn vergunning onder recherche; 7 wederom vermeld als schipper uit Doel op 18-11634; 8 op 19-1-1634 werd hij door de baljuw van Vlissingen ‘uut de apprehentie’ ontslagen. 9
6.
Jan Matthijssen, geb. Liefkenshoek; otr. (als j.m.) Hoek 14-8-1655, tr. ald. 17-11-1655 Maycken Jansdr. Arents, j.d., geb. ’s Gravenzande, dochter van Jan Adriaensen en Neeltje Remijns, wonend in de Koudenpolder; trouwgetuigen: Mr. Jacob Dankert en Josijntje Smidts Davidts; voor de bruid haar ouders; uit dit huwelijk: a.
Jacobus Matthijssen, ged. Hoek 21-6-1676.
6a Adriaen Mathijssen, eiser te Lillo-Zuidland 26-10-1655 en 6-12-1655; mog. identiek met nr. 7. 10 6b Bastiaen Mathijssen, eiser te Lillo-Zuidland 16-10-1656. 11 6c Govaert Mathijssen, inwoner te Lillo-Zuidland 9-7-1657. 12 7.
Adriaan Matthijssen, geb. Doel; zoon van Matthijs Adriaensen; wagenmaker te Doel (1658, 1675); verkocht op 21-5-1675 aan Joos Cornelissen van Heirbruggen een huis in de Zuidvoorstraat te Doel, grenzend aan de aspergebedden; 13 had op 15-9-1683 een schuld bij Frans van der Tombe (factoor te Lillo); stelde zijn huis (geërfd van zijn vader Matthijs Adriaensen) als onderpand; 14 overl. in het dorp Doel 29-6-1688; liet een winkel en een brouwerij na in de Zuidvoorstraat te Doel; 15 otr. Liefkenshoek 8-61658, tr. aldaar 7-7-1658 Pieternella Vaen, geb. in de polder van Keetenisse, dochter van Simon Vaen en Magdalena Gastelaer; uit dit huwelijk (deels met hun leeftijd op 15-11-1688) (NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674): a. b.
Matthijs Adriaensen, 24 jaar oud op 15-11-1688. Maeyken Adriaensen, ged. Liefkenshoek 29-6-1659; getuigen: Jan van der Houwen, Bastiaen Matthyssen en Maria Vaen; ontving in maart 1699 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding wegens mondkost voor Anna Vissers; 16 tr. Pieter Leunis (zie aldaar). 17
206
c.
Symon Adriaensen, ged. Liefkenshoek 18-12-1661; getuigen: Marten Jans, Jan van den Heuvel en Christina Geemans [= Geene Foppen]. d. Ary Adriaensen, ged. Liefkenshoek 20-6-1683; getuigen: Ary Dronkers, Cornelis Leendertsen en Barbel Verstraate; verm. overl. vóór 15-11-1688. e. Pieter Adriaensen, 18 jaar oud op 15-11-1688; op 17-7-1705 samen met zijn zuster Maeyken vermeld als mede- erfgenaam van Cornelis Gastelaer. 18 f. Cornelis Adriaensen, ged. Liefkenshoek 19-12-1677 (getuigen: Matthys Cornelisse Boenders en Mayeken Corn. Dronkers); vermeld als 11 jaar oud op 1511-1688 en omschreven als “onnoosel”. Hun voogden waren in 1688 Matthijs Sebastiaensen en Jan Vaen. 8.
Willem Matthijssen, taxeerde als “busmaker” in juli 1660 de wapens van de compagnie van wijlen kapitein Gideon Pottey te Liefkenshoek.; kreeg hiervoor op 20-7-1660 20 guldens. 19
9.
Matis Matissen, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1681. 20
10. Symon Matthijsen, betaalde in juli 1693 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 2:0:10 wegens interest op een huis, gekocht van Gerrit de Coningh. 21 11. Jan Matthijssen, was als commandeur werkzaam op diverse van ‘s lands schepen van 1693 t/m 1695. 22 12. N.N. Matthijssen, was in 1694 knecht op de boerderij van Louisken Maes, weduwe van Gerardus Lenaerts, in de polder van Lillo. 23 13. Jan Matthijsen, afkomstig uit Vlissingen; was als timmerman werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-7-1702 tot 30-41703. 24 14. Jan Mattijs, was als sergeant werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1706. 25 15. Franciscus Matteijssens, was in 1709 knecht bij de landbouwer Jan Philips in de polder van Lillo. 26 16. Bastiaen Mattijssen, behoorde in 1709 tot het huishouden van de landbouwer Mertinus Jacobs (van der Gijsen) in de polder van Lillo, waarsch. als knecht. 27 17. Bastiaan Matthijssen, mogelijk zoon van Matthijs Sebastiaense (en Elizabeth N.N.?); waarsch. landbouwer; betaalde in maart 1712 aan de diaconie te Liefkenshoek twee patacons (zilveren munten) ter waarde van 16 schellingen en 8 groten Vlaams voor het onderhoud van zijn (niet met name genoemde) broeder; 28 komt met vrouw en drie kinderen (Lijsbet, Ary en Thijs) voor op de lidmatenlijst van de fortkerk van Liefkenshoek van 19-3-1720, wonend in de polder van Doel; 29 kerkbestuurder Liefkenshoek 1725-1726; 30 begr. Doel (vanuit Liefkenshoek) 21-4-1729, met het beste
207
doodskleed; 31 tr. Cornelia Ariese van der Gijsen (Cornelia Arissen), dochter van Ary Jacobs en Maria Lindersen, geb. Doel, ged. Liefkenshoek 25-2-1691; 32 begr. Doel (vanuit Liefkenshoek) 20-11-1728, met het beste doodskleed, waarvoor fl. 3 werd betaald; 33 uit dit huw.: a. b. c.
Lijsbet Matthijssen, vermeld op lidmatenlijst Liefkenshoek 19-3-1720. Ary Matthijsen, idem. Thijs Matthijssen (Bastiaense), idem; otr. (1) Dinteloord 13-12-1749, tr. (2) aldaar 28-12-1749 Pieternella Kreeft, geb. Stad aan het Haringvliet, weduwe van Hendrik van Oirschot; otr. (2) Dinteloord 22-9-1780 Elysabeth Kroese, geb. Wateringe, weduwe van Pieter Verhoeve. voorts ged. te Liefkenshoek: d. Bastiaan Matthijssen, 8-1-1719; getuigen: Adriaan Eversdijk en Cathalina Eijens. e. Cornelis Matthijssen, 1-2-1721; getuigen: Pieter Verpoorte en Maria Cornelissen. f. Martinus Matthijssen, 26-4-1722; getuigen: Bastiaan Gommertse Schalk en Maria Heins. g. Maria Matthijssen, 23-1-1724; getuigen: Cornelis Bastiaansen en Helena van der Gijsen. h. Leendert Matthijssen, 27-2-1726; getuigen: Cent Dronkers en Elisabeth Ariesen (van der Gijsen), vrouw van Bastiaan Schalk. i. Maria Matthijssen, 16-11-1727; getuigen: Jan Heins en Cornelia Rouveroy. Op 21-10-1729 werden als voogden van de kinderen vermeld: Vincent Jobsen Dronckert en Joos van de Voorde. 18. Cornelius Mattijsen, tr. Joanna Adriaensens; zij werd op 22-10-1719 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 19. Cornelis Matthijsen, vestigde zich op 20-6-1720 met attestatie van Liefkenshoek in Steenbergen. 20. Peeter Matthijssen, als landbouwer (pachter) vermeld in de polder van Lillo in 1718. 34 21. Petrus Mattijs, was in april 1720 militair in het fort Lillo; 4-1720 Tijske Geurt.
35
tr. r.k. Lillo-Kruisweg 30-
22. Joannes Mathijssen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-9-1726. 23. Elisabeth Matthijssen, geb. Lillo; woonde in mei 1742 in Steenbergen; otr. ald. (als j.d. van Lillo) 26-5-1742, tr. aldaar 14-6-1742 Jacobus Baggers, j.m., geb. Bergen op Zoom, waarsch. ged. aldaar 8-5-1720 als zoon van Wynand Baggers en Catherina van Lugtenborg. 36 24. Andries Matthijssen, op 21-5-1744 vermeld als aannemer te Lillo. 37 25. Jaques Joseph Matthias, afkomstig van Lillo; 38 vertrok als soldaat op 5-1-1748 met het VOC-schip “Tolsduin” naar Batavia; arriveerde daar 5-9-1748; overl. in Azië 15-11757. 39
208
26. Jan Matthijssen, werd op 23-7-1750 aangesteld als opzichter voor de herbouw van de fortkerk te Lillo; 40 werd als zodanig ontslagen op 13-1-1752. 41 27. Jan Mathijssen, op 11-7-1755 huurde hij een perceel te Oud-Lillo van Cerillis de Bie; 42 zijn weduwe (N.N.) werd op 4-9-1761 gedaagd wegens achterstallige kamerhuur ad. fl. 11 en 2 stuivers te Oud-Lillo. 43 28. Mathias Matthijssens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 29-6-1759 Joanna Dierckx. 1 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 531, fol. 8, boek 11. 2 ZA, SZ, inv. 909, 27-8-1603. 3 ZA, SZ, inv. 1716, 25-11-1603. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 117. 5 ZA, SZ, inv. 490, 12-1-1629. 6 Idem, 10-4-1629. 7 ZA, SZ, inv. 493, 20-8-1632. 8 ZA, SZ, inv. 494, 18-1-1634, fol. 175 v. 9 Idem, 19-1-1634, fol. 178. 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 13 RAB, DK, inv. 15, fol. 368, 21-5-1675. 14 RAB, DK, inv. 16, fol. 238, 15-9-1683. 15 RAB, DK, inv. 18, fol. 102 v, 15-11-1688. 16 ZA, RB, inv. 276. 17 RAB, DK, inv. 20, fol. 233, 17-7-1705. 18 Idem. 19 ZA, SZ, inv. 512, fol. 122 v. 20 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7132. 21 ZA, RB, inv. 275. 22 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2430, 2517 en 2518. 23 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324. 25 Idem, inv. 7363/7383/7432. 26 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 27 Idem. 28 ZA, RB, inv. 276, maart 1712. 29 De Navorscher, 1903, p. 630. 30 ZA, RB, inv. 278.
209
31 ZA, RB, inv. 278, 21-4-1729. 32 RAB, DK, inv. 19, fol. 232, 1-3-1695. 33 ZA, RB, inv. 278, 20-11-1728. 34 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 35 Blijkens het trouwboek van de parochie St. Benedictus Lillo-Kruisweg 1713-1722. 36 Uit dit huw. ged. Bergen op Zoom 24-11-1745: Kornelia Baggers; getuigen: Arij Mathijssen en Catharina Baggers. 37 ZA, SZ, inv. 791, fol. 38 v. 38 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 39 NA, VOC-arch., inv. 6220, fol. 278. 40 ZA, SZ, inv. 798, 23-7-1750. 41 ZA, SZ, inv. 799. 42 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 31. 43 ZA, SZ, inv. 1937.
Mau(l)pas, de, dict d’ Ailleur (zie ook Mal(e)pas) 1.
Dominique de Maulpas, dict d’Ailleur; vermeld als kapitein te Liefkenshoek in juni 1597; 1 tr. Maria Boyemer, dochter van Frederik van Boyemer en Peterke Frans Anthonis Mattheusdr.; 2 uit dit huwelijk: a.
2.
Sara de Maulpas; zie Hoemaker ad 4.
Jan de Maupas dict d’ Ailleur, vermeld als vaandrig van kapitein Dorp op 2-7-1622; diens compagnie verbleef in 1629 en 1630 in het fort Lillo; 3 mog. identiek met Jan Maulpas, geb. Dordrecht, belijdenis Sluis 5-4-1609. 4
1 A.P. van Vliet, Adriaan Willem Simonsz. (ca. 1550-1597), admiraal van Zierikzee, in: Kroniek van het Land van de Zeemeermin (Schouwen-Duiveland), jrg. 35, Zierikzee, 2010, p. 30. 2 VZS, nr. 49, p. 104. 3 ZA, SZ, inv. 487, 2-7-1622. Er is mog. verwantschap met Steven Mappas, op 23-10-1605 te Sluis vermeld als luitenant van kapitein Donninck (ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 146). 4 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 146.
Maulpas, de Zie De Maupas, dict d’Ailleur; zie ook Mal(e) pas.
Mauregnault, de Gaspar de Mauregnault, geb. Veere 10-4-1612, ged. aldaar 16-4-1612, zoon van Johan de Mauregnault (baljuw te Veere) en Maria van Vosbergen; 1 luitenant (in de compagnie van
210
Van Cruyningen), kapitein en uiteindelijk kolonel in dienst van het Staatse leger; werd op 10-5-1634 door prins Frederik Hendrik verzocht zich met zijn compagnie vanuit Mauritsfort naar Axel te begeven; 2 op 17-5-1634 werd zijn halve compagnie weer terug naar Mauritsfort gestuurd; 3 wederom vermeld als kapitein op 14-6-1635 toen zijn troepen aan verversing toe waren; 4 nogmaals vermeld als kapitein in 1637; 5 benoemd tot commandeur te Veere op 3-5-1652; 6 baljuw van het markiezaat onder Veere op 10-121659; 7 benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie voetknechten op 16-12-1659 (als opvolger van Giedeon Potteij); 8 verm. identiek met commandeur De Mauregnault die op 27-4-1660 opdracht kreeg om zijn compagnie te verplaatsen van Liefkenshoek naar Veere; 9 benoemd tot kolonel van een Zeeuws regiment op 16-12-1664; 10 weer vermeld als commandeur te Veere op 13-1-1665; 11 raakte in 1674 gewond in een slag bij Seneffe (in Henegouwen); overl. Veere 29-10-1680, begr. Middelburg november 1680; otr. (1) Veere 24-6-1636, tr. (1) Leiden 24-7-1636 Catharina Panhuys, geb. Bremen 4-4-1607, dochter van jonkheer Gillis van Panhuijs (koopman) en Maria Vivien; overl. Middelburg 21-81637; otr. (2) Middelburg 1644 Maria Kemp, geb. Middelburg 5-3-1612, ged. aldaar 21-31612, dochter van Marten Kemp en Anneken van der Stringe, weduwe van Christoffel de Vriendt, rentmeester van de geestelijke en wereldlijke domeinen van Axel, Neuzen en Biervliet; Maria overl. (verm. te Veere) 4-2-1651; otr. (3) Veere, tr. (3) Middelburg 27-121651 (toen omschreven als baljuw van het markiezaat van Veere, kapitein van een compagnie voetknechten en sergeant-majoor commandant van Sas van Gent) jonkvrouwe Agnes Boreel, geb. Middelburg 1624, dochter van Johan Boreel (ridder, heer van Duinbeke, Westhoven en Bloys; voorts o.m. raadspensionaris van Zeeland) en Agnes Hayman; in 1655 vermeld als lidmaat van de geref. kerk te Veere, wonend in de Wijngaardstraat; 12 overl. Veere of Middelburg 1-4-1667. 1 VZS, nr. 51, p. 210-212; volgens Smallegange liggen de wortels van dit geslacht in Kamerijk (M. Smallegange, Nieuwe Cronyk van Zeeland, Middelburg 1696, naschrift over de Zeeuwse adel, p. 4). 2 ZA, SZ, inv. 494, 10-5-1634, fol. 260. 3 Idem, 17-5-1634, fol. 266. 4 ZA, SZ, inv. 495, 14-6-1635, fol. 240 v. 5 ZA, SZ, inv. 496, 11-8-1637, fol. 135 v. 6 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 71 en 72. 7 Idem, inv. 1677, fol. 16 v. 8 Idem, inv. 1670, fol. 84. 9 ZA, SZ, inv. 512, fol. 64; ZA, SZ, inv. 521, fol. 60 v – 63. 10 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 133 v. 11 Idem, fol. 73. 12 ZA, DTBL Veere nr. 2, Lidmatenregister 1610-1700.
Mauritius Hyrenomus Mauritius, een als krankzinnig omschreven pater die in mei 1684 in of in de omgeving van het fort Lillo was aangehouden; de Gecommitteerde Raden van Zeeland verzochten op 1-6-1684 de commandeur van Lillo om opheldering. 1
211
1 ZA, SZ, inv. 692, 1-6-1684.
Me(e)rsche, van (der) 1.
Philip van Mersche, schepen van Doel-Kieldrecht ± 1610/1612. 1
2.
Jacob van der Meersche, benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie van het Staatse leger op 27-4-1612 als opvolger van Philips de Zoete de Haultain; 2 op 1-121614 werd hij met zijn compagnie uit Veere naar Liefkenshoek ontboden; 3 deze compagnie verbleef in november 1614 in Liefkenshoek; daarna o.m. te Veere, fort Rammekens, Biervliet (1629), Sluis en IJzendijke; 4 vermeld als kapitein op 6-121633; 5 doopgetuige Sluis 23-10-1612 (zie De Vassy ad 1 d) en te Ritthem 18-9-1616 (zie De Vassy ad 1 e).
3.
Lieven van der Meerssen (Maersse), ged. Zierikzee 9-5-1632, zoon van Anthonie van der Maersse (o.m. raad en schepen te Zierikzee) en Cunera de Cocq; aanvankelijk keurmeester van de meekrap en brouwer te Nieuwerkerk (Duiveland); 6 was later als schipper werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1680 tot 1683; 7 daarna was hij werkzaam als commandeur op ‘s lands schip “Orangieboom” tot zijn overlijden op 11-4-1685; 8 otr. (1) Zierikzee 12-3-1656 Helena Marinusdr., j.d. van Nieuwerkerk; otr. (2) Zierikzee 25-3-1663 Anna Elisabeth Wederholt, j.d. van Wijdenhove, toen wonend te Neerbosch bij Nijmeghen; otr. (3) Zierikzee 25-10-1682 Maria Grand, op 30-7-1682 weduwe van Daniel Leweijssen (zie Grand nr. 7); 9 Van der Meerssen verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland in februari 1683 of zij in een logement mocht wonen in het fort Lillo dat leeg stond; dit verzoek werd toegestaan op 6-3-1683; 10 op 10-11-1684 besloten de Gecommitteerde Raden dat de commandeur van Lillo dit besluit zonder enige uitstel diende uit te voeren; 11 op 29-7-1689 besloten de Gecommitteerde Raden dat Maria niet uit haar huis mocht worden gezet; 12 zij bemoeiden zich in 1689 ook met een zitplaats voor Maria in de fortkerk van Lillo; 13 op 20-10-1690 besloten de Gecommitteerde Raden om haar aan te stellen als appointé, waardoor zij verzekerd was van een weduwepensioen; 14 verm. overl. zij in 1702 omdat toen voor het laatst aan haar een appointégage werd uitbetaald; 15 uit het eerste huw. ged. Nieuwerkerk (Duiveland): a. Anthonie van der Maersse, 13-5-1657. b. Marinus van der Maersse, 13-10-1658. c. Jacobus van der Maersse, 13-2-1661. uit het tweede huw. ged. Nieuwerkerk: d. Gregorius Reynaert van der Maersse, 23-3-1664.
1 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 2 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 36 en 37. Aannemelijk is verwantschap met Johan van der Meersche. Deze werd in jan. 1597 benoemd tot rentmeester-generaal voor de Staten van Zeeland (ZA, SZ, inv. 1668, fol. 123 v). In de jaren 1608, 1611, 1614, 1620 en 1623 is hij vermeld als tresorier te Middelburg en in de jaren 1611, 1614, 1617, 1620
212
en 1623 als raad te Middelburg. In de stadsrekening van Middelburg van 1625 is hij als overleden vermeld (H.M. Kesteloo (bew.), Stadsrekeningen Middelburg 1600-1625). 3 ZA, SZ, inv. 483, 1-12-1614. 4 Bruin, S. de, Biografie en genealogie van Robert Wassy, een kapitein tijdens de 80-jarige oorlog, z.j., geplaatst op de site: http://home.hetnet.nl/~fleppie1/Genealogie/GenealogieDeVassy.html. 5 ZA, SZ, inv. 494, 6-12-1633, fol. 138. 6 P.D. de Vos, 1931, p. 297-298. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7103 en 7143. 8 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2509. 9 ZA, SZ, inv. 688, 30-7-1682. 10 ZA, SZ, inv. 690, 6-3-1683. 11 ZA, SZ, inv. 692, 10-11-1684; zie ook 28-12-1684. 12 ZA, SZ, inv. 697, 29-7-1689; ook: inv. 697, 25-8-1689 en 30-8-1689. 13 Idem, 30-8-1689 en 29-9-1689. 14 ZA, SZ, inv. 698, 20-10-1690. 15 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 13300.
Meckelenburg Jacobus Meckelenburg, afkomstig uit Brugge; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705 en 1706. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432.
Medivini Manteau Medivini, was in maart 1666 als “doctor” (= chirurgijn) in het fort Lillo werkzaam; verzocht toen de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een jaarlijks traktement voor zijn diensten onder de arme inwoners en de soldaten in het fort, hetgeen werd afgewezen. 1 1 ZA, SZ, inv. 523, fol. 123, 30-3-1666.
Mee, de, du 1.
Lucas du Mee, benoemd tot vaandrig in de compagnie van kapitein Thilo van Thilaw(u) op 6-1-1694; 1 militair ingenieur in dienst van de Republiek 1692-1701; 2 bevorderd tot kapitein van een infanterie-compagnie op 27-10-1704 als opvolger van Pieter Casembroot; 3 benoemd tot ingenieur 2e klasse in 1702 en bevorderd tot ingenieur 1e klasse op 8-3-1704; was in juli 1703 als ingenieur betrokken bij het ontwerpen van een (niet gerealiseerde) schipbrug tussen Lillo en Liefkenshoek; 4 werd in de nacht van 27 op 28-8-1709 zwaar gewond tijdens het beleg van Doornik; overl. 59-1709. 5
213
2.
Jacobus de Mee, geb. Lillo; belijdenis Vlissingen 31-3-1711, komend van Lillo en wonend bij de IJzeren Brug; 6 otr. Vlissingen 1-11-1710 Tannetje Markus, geb. Vlissingen; zij was weduwe van Pieter van Langeraad. 7
1 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 174; NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1533, fol. 176 v. 2 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1533, 5-6-1692, fol. 32; E. Muller en K. Zandvliet (red.), Admissies als landmeter in Nederland voor 1811, Alphen aan den Rijn, 1987, p. 231. 3 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 22 v. 4 J.W. Wijn, Het Staatsche Leger, deel 8, band 1, Den Haag, 1956, p. 312. 5 Idem, deel 8, band 2, Den Haag, 1959, p. 506. Vermeld werd dat hij overleed bij het onschadelijk maken van een mijn; door een weggeslingerde steen werd hij “getrepaneerd” (ontdaan van zijn schedeldak) (www.milwiki.nl/dutchregiments; zie Genie Regiment nr. 688 a). 6 ZA, DTBL Vlissingen nr. 24, Lidmatenregister 1673-1716. 7 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 542, fol. 17, boek 11.
Meel, van Joannes van Meel, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-12-1766.
Meenen, van 1.
Adriaen van Meenen, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 29-1-1739.
2.
Adriaen van Meenen, verm. soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 6-5-1750; met het beste doodskleed en de grote barrij.
Meer(en), van (der) (zie ook Vermeer en Berendrecht) 0 Joannes van der Meeren, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708. 1 1.
Martinus van der Meeren, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-10-1712.
2.
Pieter van Meer, geb. Bergen op Zoom; ontving in 1743 te Lillo £ 0:9:8 voor het maken van handvatten aan twee trekzagen, het “scherpen” van deze zagen en het repareren van een kruiwagen; 2 kocht (toen burger te Lillo) op 17-12-1743 van Jan Baptist Vermeer voor fl. 150 een huis in de Klinkerstraat te Lillo; 3 had op 9-12-1746 een hypotheekschuld van fl. 400 bij Jacobus Ermerins; 4 tijdens de beschietingen van fort Lillo in 1747-1748 door Franse troepen werd een huis van hem in het OudQuartier te Lillo (op perceel nr. 56) veel beschadigd en een huis van hem in de Klinkerstraat (op perceel nr. 63) werd tot de grond toe vernietigd; 5 kocht op 4-10-1749 een stuk van een bleekveld, liggende bij het huis De Vergulde Nagel, achter zijn huis in de Klinkerstraat; 6 leende op 24-11-1750 fl. 100 aan de timmerman Pieter van Tongeren; 7 werd op 4-12-1750 gedagvaard door Jan de Hartog uit Beveren; 8 kreeg op 5-2-1751 toestemming om in het fort Lillo een grote herberg te houden; 9 verkocht op 5-12-1750 voor fl. 400 het huis De Drie Switsers in het Oud-Kwartier te Lillo aan zijn
214
schoonzoon Pieter Hiele; 10 werd op 5-4-1751 gevonnisd wegens dronkenschap; 11 testeerde te Lillo met tweede echtgenote op 16-12-1750; 12 overl. vóór 8-8-1772; tr. (1) Joanna de Klein, begr. in Kruisweg 18-12-1747; haar boedelsaldo bedroeg fl. 470; 13 otr. (2) Lillo 21-11-1750, tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 6-12-1750 Magdalena de Jong(e), geb. Bergen op Zoom; zij hertr. Bergen op Zoom 23-8-1772 (otr. aldaar 8-8-1772) Anthoon Ziek, geb. “Nederbever in het graafschap Nieuwied”; uit het eerste huwelijk: 14 a. b.
Anna Maria van Meer, getrouwd op 4-12-1750; tr. Pieter Hiele(n), metselaar. Pieter van Meer, 15 jaar oud op 4-12-1750; hij had op 7-4-1758 nog recht op zijn moederlijk goed ad. fl. 120. 15
1 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81270, fol. 65. 3 ZA, SZ, inv. 1976, 17-12-1743. 4 ZA, SZ, inv. 1977, 9-12-1746. 5 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 6 ZA, SZ, inv. 1977, 4-10-1749 en 29-4-1751. 7 Idem, 24-11-1750. 8 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 56. 9 Idem, fol. 62 en 62 v. 10 ZA, SZ, inv. 1976, 5-12-1750; RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 125. 11 ZA, SZ, inv. 1933, 5-4-1751. 12 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 57. 13 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. 14 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 11, 4-12-1750. 15 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 19, fol. 74, 7-4-1758.
Meerbeek (van) 1.
Jasper van Meerbeek, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 20-9-1746.
2.
Isak Meerbecq, afkomstig uit Doel; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1754. 1
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7842.
215
Meerbergen Petrus Joannes Meerbergen, geb. Merksem ca. 1761 (26 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. Lillo 20-5-1787 Anna Cornelia Driesen, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 14-4-1768 (zie Driesen ad 9); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b. c. d. e.
Petrus Joannes Meerbergen, 22-3-1790. Catharina Meerbergen, 23-5-1791; begr. Lillo (r.k.) 30-5-1791. Henricus Meerbergen, 5-1-1793. Cornelius Meerbergen, 21-11-1794. Petrus Franciscus Meerbergen, 21-11-1797.
Meere, de Jacobus de Meere, was in 1731 militair in het fort Lillo; 1 tr. Susanna Ras; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joannes Josephus de Meere, 24-12-1731.
1 Blijkens het doopboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754.
Meerendonck, van Lieven Janssen van Meerendonck, op 22-8-1634 ontving hij van de Gec. Raden 98 Vlaamse ponden voor het leveren van ‘bricken en harden steen aende hooffden ende rijsbermen te Lillo’. 1 1 ZA, SZ, inv. 495, 22-8-1634, fol. 38v.
Meerle, van Jacobus van Meerle, betaalde in 1743/1744 3 gulden belasting over de opbrengst van 15 gemeten en 12 roeden pachtgrond in de polder van Lillo. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h.
Meerling N.N. Meerling, kapitein van een compagnie die op 17-1-1586 in Lillo verbleef. 1 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.
Meermans (Mermans, Maermans Meremans, Meerman, Meirmans) 1.
Cornelis Pieters Meerman, tr. Mayeken (Maria) Servaes; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Pieter Meerman, 10-3-1658; getuigen: Gommert Cornelissen en Maryken Anthonis Munck.
216
b. Geertruyt Meerman, 4-7-1660; getuigen: Jan Serdyn en Elisabet Jans. 2.
Joos Maermans, op 8-10-1661 vanuit Liefkenshoek ingekomen te Terneuzen met de compagnie van Barholomeus de Looper. 1
3.
Pieter Meerman(s), werd in 1683, 1684 en 1685 (mogelijk ook al eerder) onderhouden door de diaconie te Liefkenshoek; 2 in juni 1681 ontving hij van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding wegens schoenlapperswerk; 3 op 20-10-1683 betaalde de diaconie van Liefkenshoek voor hem 1 schelling en 4 gr. Vlaams wegens schoenlapperswerk; 4 hij woonde op 15-12-1685 bij Jan van Eeckelen die hiervoor toen van de diaconie mondkost ontving; op 1-3-1686 was hij in de kost bij Jacob Bodel. 5
4.
Cornelis Meermans, werd in 1683, 1684 en 1685 (mogelijk ook al eerder) onderhouden door de diaconie te Liefkenshoek. 6
5.
Abraham Meermans, werd in 1680, 1681, 1683, 1684 en 1685 onderhouden door de diaconie te Liefkenshoek; 7 ontving van de diaconie van Liefkenshoek in juli 1680 mondkost; 8 op 25-4-1684 betaalde de diaconie kousen voor hem.
6.
Dina Mereman, werd op 14-10-1683 onderhouden door de diaconie van Liefkenshoek; 9 op 9-6-1686 woonde zij bij Jacob Nonius die hiervoor 2 pond Vlaams ontving.
7.
Maria Meirmans, overl. Doel 6-12-1690; tr. Jan de Bruyn, zoon van Cornelis de Bruyn. 10
8.
Dilia Meirmans, baarde (verm. als ongehuwd moeder) in de herberg St. Sebastiaan te Doel 8 dagen na St. Jacobs 1687 tijdens het dansen een kind dat werd “weggedragen” door Marie de Bruyn uit Antwerpen; 11 betaalde in september 1690 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:2:0 wegens een attestatie. 12
1 ZA, arch. Herv. Gemeente Terneuzen, inv. 1. 2 ZA, RB, inv. 275, div. plaatsen, ongefol. 3 ZA, RB, inv. 275. 4 Idem. 5 Idem. 6 Idem. 7 Idem. 8 Idem. 9 Idem. 10 RAB, DK, inv. 18, fol. 275, 21-2-1691. 11 Idem, fol. 295 v, 14-3-1691. 12 ZA, RB, inv. 275.
217
Meerop Engel Meerop, meester-metselaar te Lillo in 1684; overl. vóór 29-3-1686; 1 tr. Marga Pieters; zij werd door de gedelegeerde rechters van Lillo in april 1684 wegens “een pretens wyvegevecht” veroordeeld tot het betalen van een boete van 25 pond Vlaams aan de commandeur van Lillo en tot een gevangenisstraf van zes weken op water en brood; 2 haar echtgenoot verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland om verzachting van deze straf; op 29-9-1684 besloten de Gecommitteerde Raden om de zaak vooralsnog te seponeren. 3 1 ZA, SZ, inv. 694, 29-3-1686. 2 ZA, SZ, inv. 692, 24-4-1684, 27-4-1684, 16-6-1684 en 1-8-1684. 3 Idem, 29-9-1684.
Meertens, Mertens Zie Martens.
Meerts (zie ook Martens c.s.) 1.
Philippus Meerts, landbouwer in de polder van Lillo; schepen van Lillo en Zuidland in 1700, 1701, 1704, 1706, 1709, 1710, 1711, 1712, 1714, 1715, 1722 en 1723; 1 president-schepen op 12-6-1709; op 4-10-1706 vermeld als gedaagde in een proces met zijn dienstknecht Pieter Gijsen te Lillo-Zuidland; 2 tot zijn huishouden behoorden in 1709 zijn tweede echtgenote, vier kinderen uit haar eerdere huwelijk met Joannes Wijnen, vijf kinderen uit haar huwelijk met Meerts, drie knechten en twee meiden; 3 was in 1719 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 4 als landbouwer (pachter) vermeld in de polder van Lillo in 1718; 5 idem in 1724; 6 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-5-1725; 7 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 17-6-1694 Catharina de Backer; zij werd op 2-10-1707 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) Dimphena Sijmens (Simons) (met haar vermeld op o.m. 18-2-1719), weduwe van Joannes Wijnen; 8 zij woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot haar huishouden behoorden 7 personen; zij bezat 8 paarden en 5 koeien en werd als belastingplichtige aangeslagen voor 23 gulden en 9 stuivers; 9 testeerde bij de pastoor van de parochie van Lillo op 229-1733; 10 uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f.
2.
Henricus Meerts, 3-6-1698; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-7-1717. Maria Catharina Meerts, 6-8-1699. Maria Catharina Meerts, 6-11-1700; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-11-1724. Joanna Maria Meerts, 12-9-1702. Elisabeth Meerts, 14-12-1704; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-2-1708. Joannes Jacobus Meerts, 13-8-1706; zie verder nr. 2.
Joannes Jacobus Meerts (zoon van nr. 1), was in 1730 en 1731 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 11 schuldbekentenis (met echtgenote) op 30-6-1739 i.v.m. koop van drie percelen land te Lillo-Zuidland; 12 betaalde in 1743/1744 4 gulden en 5,37 stuivers belasting over de opbrengst van 21 gemeten en 96,5 roeden eigen grond en 15 gulden belasting over de opbrengst van 75 gemeten pachtgrond in de
218
polder van Lillo; verpachtte in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Jan Braem; 13 compareerde met echtgenote te Lillo-Zuidland op 10-5-1742; 14 bezat in 1779 grond in de polder van Lillo, grenzend aan de Soeckwegh; 15 testeerde op 25-5-1770 bij notaris J.B. van Dijck te Antwerpen; testeerde op 26-6-1779 (toen weduwnaar) te Ekeren; schonk een legaat aan de parochiekerk van Lillo-Kruisweg; wees als erfgenaam o.m. zijn neef Joannes Henricus van Immerseel aan; 16 overl. Ekeren 27-11-1779; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 9-9-1728 Isabella Elisabeth Verhoeven, geb. Ekeren 1700. 17 3.
Cornelius Meerts (mog. zoon van nr. 1), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-5-1706.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 4-10-1706 en 31-8-1711 en RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712, 27-5-1714 en 11-5-1722 en zie ook: het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 4-10-1706. 3 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, kaart in stuk 1, 19-5-1724. 7 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 21-24. 8 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 15, fol. 306; idem, inv. 16, fol. 37. 9 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 10 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 38; idem, inv. 37. 12 Idem, fol. 134. 13 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 14 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 168; de naam van zijn echtgenote is in deze schepenakte vermeld als Isabella Verhoeven. 15 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3061, nr. 55. 16 VS, jrg. 12, 1976, p. 388. 17 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 25.
Mees (Me(e)us(ch), Meeusen, Meeuws, Meeuwsen) A. Diverse personen met de naam Mees in en rondom Lillo 1.
Gabriel Meeusz., vorster binnen Zandvliet; was op 27-8-1603 53 jaar oud. 1
2.
Herman(us) Meeus(sen) (de jonge), zoon van Herman Meeus (de oude); 2 schoolmeester te Middelburg vanaf 1613; “scholaster en voorlezer” te Lillo vanaf 195-1618; 3 verdiende per half jaar 12 pond en 10 schellingen Vlaams; dit traktement werd betaald uit de opbrengst van de “gemene middelen” te Lillo; 4 in 1638 werd deze belastingopbrengst te Lillo voor dit doel niet meer aangewend, mogelijk i.v.m. het bestaan van een vacature; op 25-4-1625 verzocht hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een geschikt huis te mogen hebben; 5 was tussen 1-10-1627 en 31-3-1628 pachter van de impost op gebrouwen bier te Lillo en Liefkenshoek voor ₤ 301; zijn
219
borg was Heyndrick Hermans; zelf stond hij borg voor Jacques van der Tomben, eveneens pachter; 6 fungeerde in Lillo tevens als secretaris van de magistraat aldaar; als zodanig o.m. vermeld op 13-4-1628; 7 wederom vermeld als scholaster te Lillo op 511-1631 toen hij de Gec. Raden verzocht om een vergoeding wegens zijn werkzaamheden als secretaris van gedelegeerde rechters en het schrijven van verscheidene akten, plakkaten e.d.; tevens verzocht hij om een klein jaarlijks traktement; besloten werd hem geen traktement toe te kennen; voor de door hem gedane diensten enige jaren geleden moest hij een specificatie indienen; 8 op 13-2-1632 besloten de Gec. Raden hem gezien zijn specificatie ₤ 4:9:10 toe te kennen; 9 nogmaals vermeld als schoolmeester te Lillo op 28-2-1634 toen hij de Gec. Raden verzocht om een grotere woning, omdat zijn huidige woning door ‘de groothe van sijne familie hem veel te cleijn valt’; 10 werd op 28-12-1635 als schoolmeester te Lillo opgevold door Willem Munsterman; 11 vertrok naar de stad Tholen; werd daar (vanaf 1636) schoolmeester en voorzanger in de Nederduitse en de Waalse kerk tot zijn overlijden aldaar op 3-3-1649; 12 werkte in Tholen ook als notaris; begr. in de Grote Kerk te Tholen 9-3-1649; tr. Maria (Maeijken) Barnaerts Langenes(se), geb. Tholen 23-41593, dochter van Bernard Langenes en Francina Cappoens, overl. Tholen 12-2-1658, begr. in de Grote Kerk ald. 15-2-1658; 13 uit dit huwelijk: a.
Herman Mevius, geb. Middelburg 9-3-1615; zie Mevius.
2a Jan Willemse Meeus, landman te Oorderen; eiser/crediteur te Lillo-Zuidland 14-41656, mede namens zijn broers Adriaen en Sijmon. 14 3.
Jan Meeussen (Meese, Meuse), vermeld als ’s lands metselaar (d.w.z. metselaar ten behoeve van het gewest Zeeland) in fort Lillo in (o.m.) 1660, 1667 en 1680; 15 bezat in 1679 een hoekhuis in het Quartier en een huis op de Gevulde Haven te Lillo. 16
4.
Jan Cornelis Meus, bezat in 1670/1671 13 gemeten en 127 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet. 17
5.
Joannes Meeus, eiste op 17-1-1689 te Lillo-Zuidland betaling van arbeidsloon; 18 was in 1694 herbergier in de polder van Lillo; tot zijn fiscale huishouden behoorden toen zijn echtgenote en een meid; 19 op 30-9-1692 werd beslag gelegd op de meubilaire goederen in zijn huis; 20 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 24-9-1684 Maria Neerincx.
6.
Maria Meeus, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-5-1687.
7.
Elias Meeusen, ontving in 1694 een vergoeding voor het waarnemen van het kanon te Lillo wegens absentie van de constabel; 21 mog. identiek met Elias Meraes (zie aldaar).
8.
Hugo Meuwsen (Meeusen), afkomstig uit Vlaardingen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1703 en 1704; 22 op 11-8-1704 werd hij kwartiermeester op dit schip, dit was hij tot 30-6-1706. 23
220
9.
Joannes Meeus, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-11-1708; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-11706 Maria Vergouwen; zij woonde in 1709 met haar dochter in de polder van Lillo; 24 uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Cornelia Meeus, 17-3-1707.
9a Peeter Meeus, vermeld als landbouwer in de polder van Lillo op 2-9-1709. 25 10. Joannes Mees, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-5-1709. 10a Tanneken Meeussen, geb. in de polder van Lillo; woonde in april 1717 in Ossendrecht; tr. (1) Jan Pieterszn.; otr. (2) Ossendrecht 24-4-1717 Melsen Willems, geb. Ekeren, weduwnaar van Margriet de Beukelaar en toen wonend te Ossendrecht; dit huwelijk werd niet voltrokken omdat de bruidegom de bruid verliet. 11. Cornelis Meeus (Meusch), mog. identiek met nr. 13; tussen 6-7-1739 en 1-2-1740 diverse malen vermeld als gedaagde in een proces met juffrouw Anna Theresia van Haelen te Lillo-Zuidland; 26 betaalde in 1743/1744 15,62 stuivers belasting over de opbrengst van 3 gemeten en 269 roeden eigen grond in de polder van Lillo. 27 12. Peeter Willemse Mees (Meeus), was in 1740 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 28 betaalde in 1743/1744 16 gulden en 4,37 stuivers belasting over de opbrengst van 80 gemeten en 293 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 29 had op 6-7-1744 en 28-9-1744 samen met Cornelis de Zeeuw (als voogden) in LilloZuidland een geschil met Jan van de Moer en zijn vrouw Maria Wijnen op wiens gronden, erf en veldvruchten beslag werd gelegd; 30 schepen van Lillo en Zuidland in 1745 en 1749; 31 was ook in 1746 schepen van deze ambachtsheerlijkheid; ontving toen een extra salaris, vacatiegeld en/of voorschot i.v.m. de toenmalige oorlog van fl. 35; kreeg toen voorts een vergoeding van fl. 53 en 15 stuivers voor het beschikbaar stellen (aan militairen) van wagens en paarden; 32 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 20-12-1749; 33 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-11764; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 10-2-1733 Catharina Wijnen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Joannes Franciscus Willemsen Meeus, 19-4-1736; zie verder nr. A 18. Joannes Jacobus Willemsen Meeus, 2-2-1738; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-8-1742. Anna Willemsen Meeus, 9-4-1740; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 24-5-1761 Petrus de Bie.
13. Cornelius Meeus, mog. identiek met nr. 11; woonde in Lillo-Zuidland; testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 5-4-1734; 34 begr. LilloKruisweg (r.k.) 31-3-1754; op 16-7-1760 was Joannes Huysers voogd van zijn enige wees (N.N.); tr. r.k. Lillo-Kruisweg 16-10-1736 Elisabeth Verschueren, ged. Ekeren 611-1710; 35 herbergierster in de polder van Lillo in 1755; tot haar huishouden behoorde toen haar zoon Cornelius; 36 zij werd op 25-5-1760 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
221
a. b.
Cornelius Meeus, 12-1-1740. Antonius Meeus, 13-6-1743; waarsch. over. vóór 1755. 37
14. Antonius Cornelius Meeus, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-5-1742. 15. Bartholomeus Meeus, tr. Isabella de Bruijn; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Adriana Francisca Meeus, 10-10-1742.
16. Jan Meeus, betaalde in 1743/1744 12,75 stuivers belasting over de opbrengst van 3 gemeten en 54 roeden pachtgrond in de polder van Lillo. 38 17. Petrus Meeus, geb. Zandvliet; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-4-1771; tr. (1) r.k. LilloKruisweg 22-11-1750 Theresia Neefs, weduwe van Cornelius Braem; zij werd op 1310-1763 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 18-12-1763 Catharina Jacops, geb. Berendrecht; uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Maria Meeus, 2-11-1764; tr. R.k. Lillo-Kruisweg 20-8-1787 Petrus Joannes Lucas (zie aldaar). b. Joannes Franciscus Meeus, 30-10-1765; tr. Anna Cornelia Woumans, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 23-9-1765, dochter van Henricus Woumans en Elisabeth Bries. 39 c. Henricus Meeus, 17-10-1767; zie verder nr. A 20 d. Maria Theresia Meeus, 22-8-1769; tr. Antonius Wouters, geb. Oorderen 1766, zoon van Martinus Wouters en Cornelia Bouwens. e. Maria Catharina Meeus, 28-8-1771. Op 20-10-1771 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Petrus Meeus begraven (r.k.). 18. Joannes Franciscus Willemsen Meeus (zoon van nr. A 12), tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-81757 Catharina Jacobs. 19. Joannes Mees, herbergier (in Het Croontje) en winkelier te Oud-Lillo; armmeester Oud-Lillo in 1770; 40 woonde als gezinshoofd in Oud-Lillo op 11-3-1774; 41 had eind 1775 een hypotheekschuld van fl. 200 bij Johanna Akkermans, weduwe van Willem de Regter; 42 op 7-3-1777 kreeg Joost van der Linden toestemming om hem als herbergier en winkelier te Oud-Lillo op te volgen; 43 testeerde met tweede echtgenote te Lillo op 23-9-1771; 44 leefde nog op 27-12-1776; 45 overl. vóór 27-2-1777 toen, op verzoek van de voogden van zijn kinderen, te Lillo publiekelijk goederen van hem werden verkocht met een netto-opbrengst van fl. 322, 1 stuiver en 12 penningen; 46 tr. (1) Maria Catharina Braam; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 1-5-1768 Joanna Catharina Eggermonts, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 5-3-1736, dochter van Michiel Eggermonts en Elisabeth Nuijten; weduwe van Joannes van Puyvelde; zij werd op 9-11-1776 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg, overl. in het kraambed; staat en inv. van haar boedel op 27-12-1776; 47 uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Brigitta Mees, 17-1-1769; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-9-1771. Helena Mees, 2-12-1771.
222
c. Joanna Maria Mees, 15-2-1775; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-3-1775. d. Joannes Cornelius Mees, 30-10-1776. Voogden van deze kinderen waren Jan Lens en Jan Kornelis Aarts. Een van deze kinderen werd in 1781 onderhouden ten laste van de armenzorg te OudLillo. David Dilles ontving hiervoor in dat jaar fl. 36 en 2 stuivers. 48 20. Henricus Meeuws (zoon van nr. A 17), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 17-10-1767; werkman in Lillo-Zuidland in 1796; tr. r.k. Lillo 9-7-1791 Anna Isabella van Geel, ged. Stabroek 24-12-1770, dochter van Adrianus van Geel en Anna Catharina Verbiest; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: 49 a. b. c. d. e.
Maria Catharina Meeuws, 23-9-1793. Apolonia Meeuws, 14-8-1796. Antonius Meeuws, 11-11-1803. Idem, 20-4-1806. Anna Maria Meeuws, 16-12-1808.
21. Jacobus Meeuws, verm. r.k. ged. Stabroek 25-1-1747, verm. zoon van Anthonius Meeuws en Anna Catharina Taeymans; meester-kuiper te Stabroek; werd in 1777 betaald voor arbeid in het fort Lillo. 50 22. Jacobus Willemse Mees, geb. Berendrecht ca. 1761 (25 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. Lillo 27-2-1786 Joanna Maria de Zeeuw, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 23-3-1760 (zie De Zeeuw ad B 2). 23. Joannes Franciscus Mees, identiek met nr. A 17 b; tr. r.k. Lillo 21-4-1789 Anna Cornelia Woumans, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 23-9-1765 (zie Woumans nr. 20); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b.
Henricus Mees, 20-7-1789. Petrus Joannes Mees, 24-7-1793.
B. Diverse personen met de naam Mees (Meeus) in en rondom Liefkenshoek 1.
Aert Meeus(sen), tr. Lysbet Huybrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d.
Cornelia, 23-7-1651; getuigen: Adriaen Adriaensen, Pieter Jansen, Cornelia Jansen en Cornelia Rasser. Maria, 22-9-1652; getuigen: Jacob Stappaert, Jan Stappaert, Grietie Jans en Maria van Driessen. Huybrecht, 18-10-1654; getuigen: Dirck Jansen Dronkaart, Joos Centen en Janneken Jans. Adriaen, 14-1-1657; getuigen: Joos van Staveren en Anneken Adriaens.
223
2.
2a
Jan Mees (Meus), woonde in een dijkhuis te Doel; had op 27-3-1684 een geschil met Adriaan Geerts; 51 overl. vóór 29-4-1688; tr. Maeyken Mertens; haar dijkhuisje werd in april 1688 afgebroken i.v.m. dijkverhoging. 52 Cornelis Janse Meeuwe, tr. Mayeken Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jan, 1-4-1691; getuigen: Dingeman Bommelaar en Cornelia Pietersen.
3.
Antoon (Anthony) Meeus (Meus), betaalde in mei 1696 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:0:0 wegens huishuur van het huis van Susanna Rapenborgh; 53 op 181-1697 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenoot van Maria de Bock, dochter van Jan de Bock en Elisabet Cools. 54
4.
Jan Mees (ook: Meeus), overl. Doel kort voor 3-3-1713; 55 tr. (1) Katelijne Stoffels, overl. Doel 29-12-1702; 56 tr. (2) Maria Joos; tr. (3) Anna de Maeyer, zij hertr. Thomas Stuer en Jan de Bock; 57 uit het eerste huwelijk: 58 a.
Janneke Mees, 14 jaar oud op 3-3-1713; haar voogden waren Guilliam Lijssens en Pieter Mees.
uit het tweede huwelijk: b. Pieter Mees, 9 jaar oud op 3-3-1713. uit het derde huwelijk: c. Maria Mees, 2 jaar oud op 3-3-1713; tr. Jan van Blijenberg. 5.
Maria Mees (verm. zuster van nr. B 3), tr. Niklaes Cool, overl. Doel dec. 1703. 59
6.
Guilliam Mees, vermeld te Doel op 3-3-1721 als voogd van de kinderen van Adriaentien Mees (overl. Doel 25-1-1721 en eerst weduwe van Jan de Vree) en Christiaen Balliauw. 60
7.
Willem Mees (verm. identiek met nr. B 5), tr. (1) Maria Keysers; tr. (2) Joanna Peeters; uit een of beide huwelijken (vermeld in 1759): 61 a. b. c. d. e. f.
8.
Elisabet Mees, tr. Cornelis Hofkens. Pieter Mees. Anna Mees. Cornelia Mees. Jacob Mees, zie verm. verder nr. B 9. Monica Mees.
Jan Willemsen Meeusch, overl. Doel kort voor 7-2-1721; na zijn overlijden verkochten zijn kinderen zijn huis aan Adriaen van Overbeeck; tr. Jacoba Steps, overl. Doel april 1719; uit dit huwelijk: 62 a.
Maria Meeusch.
224
b. Jacob Meeusch. c. Willem Meeusch. Hun voogden waren Willem Rouveroy en Willem van Overbeeck. 9.
Pieter Mees, tr. Adriana van Caem; uit dit huwelijk (vermeld op 3-8-1770): 63 a. b. c. d. e. f.
Katelijne Mees, tr. Dominicus Staes, die in Doel overl. in april 1790. 64 Jacoba Mees, tr. Jan Mets. Anna Maria Mees, tr. Jan Bogaert(s), die in Doel kort voor 20-3-1790 overleed. 65 Petronella Mees, tr. ca. 1764 Christiaen Staes (weduwnaar van Petronella de Bock); hij overleed op tweede kerstdag 1786 in Doel. 66 Pieter Mees. Jan Mees.
10. Jacob Mees (verm. zoon van nr. B 6), geb. Doel; woonde in februari 1772 in OudVossemeer; was rooms-katholiek; tr. Magdalene Rauman; uit dit huwelijk geboren in Oud-Vossemeer en r.k. ged. Halsteren: a.
Guilielmus Mees, 13-2-1772 (getuigen: Cornelius de Konink en Petronilla van Rijen).
11. Jan Peter Mees, woonde in Doel; tr. Anna Catharina Vercauteren, dochter van Antoon Vercauteren en Joanna Maria van Put), overl. Doel 23-1-1787; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 23-9-1787): 67 a. Joanna Maria Mees, 8 jaar. b. Jan Cornelis Mees, 4 jaar. Hun voogden waren Pieter Mees en Joos Vercauteren. 68 12. Catharina Mees, vestigde zich op 30-6-1763 vanuit Doel in Ossendrecht; tr. Gabriel Antonissen. 1 ZA, SZ, inv. 909, 27-8-1603. 2 Herman Meeus (de oude) was voorzanger in de ’s Gravenhofkerk te Middelburg in de periode 1601-1608; idem in de St. Pieterskerk te Middelburg in de periode 1608-1610; was ziekentrooster te Middelburg in de periode 16111628 (ZA, NADT 60, p. 34). 3 ZA, SZ, inv. 485, 6-10-1618. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland, D 79570, 79660, 79740, 79810, 79880 en 79920. 5 ZA, SZ, inv. 488, 25-4-1625. 6 ZA, SZ, inv. 1242, Ingekomen stukken bij Gec. Raden, 1-10-1627. 7 ZA, SZ, inv. 1243, 13-4-1628. 8 ZA, SZ, inv. 492, 5-11-1631. 9 Idem, 13-2-1632. 10 ZA, SZ, inv. 494, 28-2-1634, fol. 211.
225
11 ZA, SZ, inv. 495, 28-12-1635, fol. 370. 12 ZA, NADT 60, p. 34. 13 P.D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795, Middelburg, 1931, p. 643. 14 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 15 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6930, fol. 418; idem, 7090, fol. 178 en 179; ZA, SZ, inv. 525, fol. 42 v. 16 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 17 RAA, arch. polder van Lillo, inv. 84. 18 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 19 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 20 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 21 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80780, fol. 45. 22 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7343 en 7363. 23 Idem, inv. 7363/7383/7432. 24 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 26 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 1739 en 1740. 27 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 28 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37; onduidelijk (maar plausibel) is familieverwantschap met Peeter Willemse Meeus die eind 1712 met zijn huisvrouw (Maria Ida Lenaers) en drie kinderen in Oorderen woonde; deze kinderen zijn daar r.k. gedoopt: Dympna (2-2-1707), Adriana (25-10-1707) en Petrus (5-5-1711) (Polderheem, jrg. 26, nrs. 3 en 4, 1991, p. 13 en 15). 29 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 30 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 6-7-1744 en 28-9-1744. 31 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 29-3-1745; ook: het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 32 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3. 33 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 34 Idem. 35 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 17, ongefol. 36 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 37 Idem. 38 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 39 Uit dit huwelijk r.k. ged. Stabroek: Anna Maria Meeuws (7-7-1796) en Anna Catharina Meeuws (19-4-1798). 40 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c. 41 Idem, inv. 51 b. 42 RAA, arch. Lillo, inv. 16 b. 43 ZA, SZ, inv. 1944, 7-3-1777.
226
44 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 100. 45 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 633. 46 ZA, SZ, inv. 2005, 27-2-1777. 47 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 633. 48 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 a. 49 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 50 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81600, fol. 48. 51 RAB, DK, inv. 17, fol. 9 v, 27-3-1684. 52 RAB, DK, inv. 18, fol. 85 v, 29-4-1688. 53 ZA, RB, inv. 275. 54 RAB, DK, inv. 20, fol. 67 v, 18-1-1697. 55 RAB, DK, inv. 22, fol. 54, 3-3-1713. 56 RAB, DK, inv. 20, fol. 195 v, 23-6-1704. 57 RAB, DK, inv. 22, fol. 111, 14-10-1713; RAB, DK, inv. 25, fol. 53 en 54 v, 6-10-1736. 58 RAB, DK, inv. 22, fol. 54, 3-3-1713. 59 RAB, DK, inv. 21, fol. 19 v, 21-6-1706. 60 RAB, DK, inv. 23, fol. 109, 3-3-1721. 61 RAB, DK, inv. 29, fol. 75, 22-7-1759. 62 RAB, DK, inv. 23, fol. 92 v, 7-2-1721. 63 RAB, DK, inv. 31, fol. 166, 3-8-1770. 64 RAB, DK, inv. 35, fol. 143 v, 17-8-1790. 65 Idem, fol. 137, 20-3-1790. 66 Idem, fol. 6 v, 11-1-1788. 67 RAB, DK, inv. 34, fol. 117 v, 23-9-1787. 68 RAB, DK, inv. 35, fol. 26, 16-5-1788.
Meester, de Frederik de Meester, verm. militair; tr. Janneken van Hattens [Hattum?]; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Syntie, 10-3-1903; getuigen: Moses Traversor en Elysabet Adriaensen.
Meesters Helena (Lena) Meesters, r.k. ged. Steenbergen 5-2-1730 (getuigen: Petrus Vermeulen en Gertrudis Nijs), dochter van Christiaan Meesters en Joanna Nijs; belijdenis (geref.) te Steenbergen 18-4-1753; verkreeg een attestatie naar Lillo d.d. 14-10-1754; keerde uit Lillo naar Steenbergen terug en vertrok naar Middelburg met att. van de geref. kerk van Steenbergen d.d. 2-10-1760. 1
227
1 MHC, arch. Herv. Gemeente Steenbergen, inv. 34.
Meeusauders Maria Meeusauders, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-5-1700.
Meeusch Zie Mees.
Meeusen Zie Mees.
Meeuw, de 1.
Mattheeus de Meeuw, was op 7-6-1653 burger in het fort Lillo. 1
2.
Jacobus de Meeuw, verm. zoon van nr. 1; mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1695, 1697, 1700, 1704 en 1713, met name van wijnen en brandewijnen; 2 betaalde in maart 1704 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:10:0 over de koop van zijn huis te Liefkenshoek, zijnde het besproken geld voor de armen. 3
3.
Jacobus de Meeuwe, geb. te Lillo; vestigde zich op 21-10-1710 vanuit Lillo als poorter in Vlissingen. 4
4.
Jacobus Meeuw (verm. identiek met nr. 3), vestigde zich op 6-6-1717 met attestatie van fort Lillo met echtgenote in Sint Laurens (bij Middelburg); tr. Tanneke Marens. 5
5.
Matthijs de Meeuw, verm. zoon van nr. 2; vermeld als wijnleverancier te Lillo in 1712; diaken van de armen van het fort Lillo in 1712; 6 mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1713, 1718, 1721 en 1723; 7 betaalde in (o.m.) 1713 en 1721 cijns voor het huis “’s Lands Welvaren” in fort Lillo; 8 doopgetuige Lillo 4-7-1723; in 1725 (en in latere jaren, zoals in 1733) werd deze cijns betaald door zijn erfgenamen. 9
6.
Sara de Meeuw, verm. dochter van nr. 5; tr. Karel Reijniersen van Vossemeir, wijnkoopman te Lillo (zie aldaar). 10
1 ZA, SZ, inv. 506, fol. 194 v. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80790, 80840, 80880 en 80970; ZA, SZ, inv. 705, 10-10-1697; idem, inv. 708, 9-4-1700. 3 ZA, RB, inv. 276. 4 GA Vlissingen, Poortersboeken Vlissingen, nr. 59b. 5 ZA, Lidmatenregister Sint Laurens 1610-1811. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
228
7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80970, 81020, 81050 en 81070. 8 Idem, inv. 80970, fol. 20 v e.v.; idem, 81050, fol. 17. 9 Idem, inv. 81090, fol. 16 e.v; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81170, fol. 16 e.v. 10 Zij was mede-erfgenaam van haar volle nicht Margaretha de Meeuw, ongehuwd overleden te Bergen op Zoom (ten huize van Maria Blom, weduwe van Leendert Coopland) 19-6-1729 (MHC, not. arch. 379, akte nr. 38, 22-61729). Deze is mog. identiek met Margriet de Meeuw, geref. ged. Bergen op Zoom 5-11-1679, dochter van Nicolaes de Meeuw (bakker te Bergen op Zoom) en Janneken de Vriendt; doopgetuigen: Marcus de Meeuw, Jacob van Dalen en Catlijn van Dalen.
Meeuws Zie Mees.
Mehuys Jan Martens Mehuys, had verm. zus Anna Mehuys (tr. Gerard van Pamelen); woonde in de polder van Doel; overl. aldaar 14-2-1692; tr. Maria van der Kelen, dochter van Jan van der Kelen en Elisabet de Coster; 1 uit dit huwelijk: 2 a. Anna Mehuys, 3 jaar oud op 2-6-1692. b. Janneke Mehuys, 1 jaar oud op 2-6-1692. Hun voogden waren Gerard van Pamelen en Pieter van der Kelen. 1 RAB, DK, inv. 18, fol. 127, 16-2-1689. 2 RAB, DK, inv. 19, fol. 45, 2-6-1692.
Meij, (van) de(r) 1.
Michiel de Meij, was trommelslager in de compagnie van kapitein Severijn Hoemaker; op 26-10-1623 beklaagde hij zich bij de Gecommitteerde Raden omdat hij vond dat hij ten onrechte met zijn gezin was verbannen; zijn verzoek om een vrijgeleide om het fort Liefkenshoek te mogen bezoeken werd afgewezen. 1
2.
Johannes Meij, tr. Tholen (geref.) 27-11-1643 (met att. van [fort] Frederik Hendrik) Catalina Hendrickx.
3.
Cornelis van der Meij, werd op 14-4-1703 benoemd als schipper op ’s lands jacht “Zeepaert” in de vloot van Lillo. 2
1 ZA, SZ, inv. 487, 26-10-1623. 2 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2524.
Meijer(s), Meyer(s), Maeyer (de) 1.
Michiel Meyers, op 4-12-1599 benoemd tot sergeant-majoor te Liefkenshoek; 1 op 1312-1605 vermeld als majoor te Liefkenshoek; 2 op 7-11-1606 verzocht hij de
229
Gecommitteerde Raden van Zeeland om verhoging van zijn traktement, in het bijzonder vanwege het feit dat zijn voorouders onder iedere compagnie aldaar in garnizoen liggend een maandelijks bedrag hadden ontvangen, zijn verzoek werd afgewezen; 3 vroeg op 30-9-1611 de Gec. Raden om verhoging van zijn gage daar deze in de Staat van Oorlog verminderd was terwijl zijn last eerder zwaarder was geworden; ditmaal werd zijn verzoek wel gehonoreerd; 4 beklaagde zich op 26-6-1612 bij de Gec. Raden wederom over het feit dat zijn traktement verlaagd was van 50 naar 30 gulden per maand, terwijl zijn lasten toegenomen waren; gezien zijn staat van dienst werd zijn traktement verhoogd van 30 naar 40 gulden per maand; 5 overl. omstreeks 30-8-1614 na een ziekte van 7 dagen; 6 werd op 10-9-1614 opgevolgd door Godefroij Markeij; 7 tr. Cathelyne de Witte; verzocht de Gec. Raden op 30-9-1614 om een maand gage over de maand waarin haar man begraven was, een tegemoetkoming voor de materialen van haar afgebroken huis en een bedrag voor de werkzaamheden van haar overleden man m.b.t levensmiddelen, munitie enz.; de maand gage werd haar toegekend, voor het overige werd haar eenmalig 25 pond Vlaams toegekend. 8 2.
Hendrick de Meyer, was in november 1622 korporaal in de compagnie van Pyron te Liefkenshoek; zijn dochtertje (N.N.) overkwam een ongeluk tijdens “het proeven van een roer”, veroorzaakt door de 15-jarige, “onnozele” Jan Mattheussen, die hiervoor door de Staten van Zeeland werd “geremitteert” op verzoek van zijn moeder. 9
3.
Adam de Meyer, was in 1625 pachter van de impost op de vier stuivers op de tonnen bier te Lillo en Liefkenshoek. 10
4.
Michiel (de) Meijer(s), benoemd tot sergeant-majoor over de stad en het fort van Terneuzen op 1-7-1627; 11 vermeld als majoor te Lillo op 18-11-1628; 12 op 15-1-1630 ontvingen de Gecommitteerde Raden een brief van hem, waarin hij bezwaar maakte tegen de beschuldigingen die tegen hem en zijn vrouw werden geuit alsof hij fraude zou plegen; 13 hem werd aangezegd zijn functie getrouw te bedienen; 14 was op 30-11630 beheerder van de nagelaten goederen en gelden van de overleden vaandrig Pauwels van Rijswijck; 15 wegens schulden werd er op 11-7-1631 door de Gec. Raden arrest gelegd op zijn gage; 16 omdat er geen criminele vierschaar aanwezig was te Lillo werd hij op 29-4-1632 met zes anderen door de Gec. Raden aangewezen om een vonnis te vellen inzake Hendrick Janssen en het ongeluk van soldaat Dominicle Malpas in de nacht van 14 op 15 februari; 17 wederom vermeld als majoor te Lillo op 26-21633; 18 nogmaals vermeld als majoor te Lillo op 12-8-1633 toen 10 gulden op zijn gage werd ingehouden t.b.v. Simon Rijswercker vanwege een schuld; 19 overl. kort voor 9-8-1637; 20 tr. Isabel van Zalingen; op 23-3-1638 verzocht zij de Gec. Raden of zij de drie maanden soldij ‘in de welcke haeren man overleden was’ mocht ontvangen. 21
4a
Gillis Meyer, tr. Janneken Snoucx; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Maddalena, 18-3-1646; getuigen: Jan van Straten, (de meeter) Geertie Pieters en Anneken Willems.
230
5.
5a
Herman Meijer, was op 16-1-1648 een oude en impotente (= arbeidsongeschikte) soldaat in de compagnie van kapitein Cabeljau te Liefkenshoek. 22 Adriaen de Meyer, tr. Janneken Bruyne; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Janneken, 2-4-1656; getuigen: Hendrik Keulenaar en Fransyntie Cornelis.
6.
Michiel de Meijer, verzocht in november 1657 om beslag te mogen leggen op de gelden die de erfgenamen van Gillis Franssen tegoed hadden i.v.m. de bouw van de kruittoren te Liefkenshoek. 23
6a
Philip de Meyer, tr. Mayeken Dronkers, ged. Liefkenshoek 30-4-1656, dochter van Wouter Jobse Dronkers en Christijntje Centse Keuvelaar (Christina Centen) (zie aldaar); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jan, 2-3-1681; getuigen: Job Dronckers en Janneken Sentens. b. Jan, 24-5-1682; getuigen: Job Dronkers, Machiel de Raet en Adriaentie Sents.
7.
Pieternelle de Meyer, verm. broer van Joos de Meyer (= nr. 8), overl. Doel kort voor 29-11-1688; tr. Jan Pisaer. 24
8.
Joos de Meyer, vermeld als voogd te Doel op 29-11-1688; 25 overl. 6-5-1706; tr. Josijne van Walle; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 11-7-1707): 26 a. Maria de Meyer, 22 jaar. b. Jan de Meyer, 14 jaar. c. Josijne Catharina de Meyer, 12 jaar. Hun voogden waren Joos van Eetvelde en Dirk van Walle.
9.
Philippus de Meyer (Maeyer), overl. vóór 12-2-1700; tr. Maeyke Dronkers, ged. Liefkenshoek 30-4-1656, dochter van Wouter Jobse Dronkers en Christijntje Centse Keuvelaar; zij hertrouwde te Liefkenshoek (otr. aldaar 12-2-1700) met Bartholomeus van Lembergh (Lembergen); uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek: 27 a. b.
Jan de Meyer, 2-3-1681; getuige: Job Dronkers en Janneken Sentens. Jan de Meyer, 24-5-1682; getuige: Job Dronkers, Machiel de Raet en Adriaentie Sent. c. Styntie de Mayer, 24-11-1686; getuigen: Jan Kil en Dina Engelsen Vercouteren. d. Wouter de Meyer, 5-3-1694; getuige: Pieter Dronkers en Mayeken Pieters. Op 27-9-1706 is als voogd van de kinderen ad a, b en d Job Wouterse Dronckert vermeld. 28 10. Gerard Meyers, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 19-10-1684 Anna Smits, op 24-3-1707 te DoelKieldrecht vermeld als zijn weduwe. 29 11. Fredericus Meyer, werd in 1704 te Lillo betaald voor het dragen van turf; soldaat; tr. Catharina Borelli; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
231
30
verm.
a.
Joannes Jacobus Meyer, 27-6-1706.
12. Hans Dirk Meijer, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705. 31 13. Mattijs Jampson Meijers, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1706. 32 14. Hans Meijer, geb. Hamburg; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1715 tot 1728. 33 15. Livinus de Meyer, tr. Maria Elisabeth Audenaerde; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Livinus Petrus de Meyer, 20-10-1717.
16. Cornelius Meijers, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-12-1726; tr. Catharina de Lathouwers; zij werd op 6-11-1726 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk: a.
Susanna Meijers, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 5-7-1722; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 31-8-1722. Voorts vermoedelijk nog twee kinderen, als erfgenamen vermeld van Martinus Meijers (zie nr. 18). 17. Andreas Meijers, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-10-1727; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 18-111723 Anna Maes, weduwe van Jacobus van Puijvelt. 18. Martinus (Merten) Meijers, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 3 personen; werd toen als belastingplichtige aangeslagen voor 3 gulden en 3 stuivers; 34 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 20-3-1730; 35 als zijn broers werden vermeld: Antoni (= verm. nr. 19) en Cornelis (= verm. nr. 16; erfgenamen waren diens drie wezen) en als zijn zusters Elisabeth en Geertruij; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-3-1730; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 11-7-1722 Maria Somers. 19. Antonius Meijers, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1-5-1730 Anna Claessens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Cornelius Meijers, 24-6-1741. b. Joanna Catharina Meijers, 30-1-1733; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-2-1733. c. Joanna Catharina Meijers, 15-1-1734. d. Anna Maria Meijers, 18-10-1735. Op 17-3-1738 werd te Lillo-Kruisweg een dochter van Antonius (mog. identiek met nr. 19 c of d) (r.k.) begraven.
232
20. Joannes David Meyer, tr. Maria Elisabeth N.N.; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Maria Henrica Meyer, 30-5-1747.
21. Willem Meijer, geb. Zwanenberge; werd op 16-2-1747 benoemd tot venduemeester, lijkdienaar, sluiswachter, portier en klokkensteller te Lillo als opvolger van Guilliam van den Houte; 36 legde hiertoe op 18-2-1747 de eed af; 37 verdiende als poortier per jaar (incl. vergoeding voor huishuur ad 5 ponden) 29 ponden, als klokkensteller 10 ponden en als sluiswachter 8 ponden Vlaams per jaar; 38 gedelegeerd rechter te Lillo 1759-1781; 39 administrerend diaken (rendant) fortkerk Lillo 1751; 40 idem 1755, 1759 en 1760; 41 waarnemend ontvanger van de Tol van Zeeland te Lillo in de periode 1750 t/m 1772; 42 op 16-12-1750 had Anthony van Oosdorp bij hem een schuld van fl. 300; 43 was in 1765 brandmeester in het fort Lillo; 44 vermeld als belastingplichtige te Lillo op 5-6-1767; 45 testeerde te Lillo met echtgenote op 27-4-1763 (tevens huwelijkse voorwaarden); 46 overl. fort Lillo 24-2-1781; 47 zijn erfgenamen verkochten op 30-61781 aan Frans Dronkers voor fl. 650 het huis “De Princes Carolina” in het OudKwartier in fort Lillo, dat sinds 11-6-1754 werd bewoond door Pieternella van Duijsel; 48 zij verkochten toen voorts het huis “Amsterdam” in de Klinkerstraat in fort Lillo voor fl. 250 aan Laurens van Pagee; 49 otr. fort Lillo 28-4-1763, tr. aldaar 18-51763 Pieternella van Duysel (Duijzel), weduwe van Willem Provo, overl. fort Lillo 154-1774; vermoedelijk kwam uit een eerder huwelijk voort: a.
Christiaen Meijer, als zoon van Willem Meijer vermeld op 1-1-1783. 50
21a Anna de Meyers, was in 1755 meid bij de wagenmaker Jan Cornelissen in LilloZuidland. 51 22. Pieter Sebastiaen de Maeyer, smid in het gehucht Caleshoek te Doel; overl. aldaar 265-1785; 52 tr. vóór 4-2-1757 Judoca Spaenhoven, weduwe van Jozef Buyens (smid, overl. Doel 17-4-1754); 53 uit dit huwelijk (deels met hun leeftijd op 26-7-1788): 54 a. Frans de Maeyer, zie mog. verder nr. 25 b. Petronella de Maeyer, 31 jaar. c. Pieter de Maeyer, 22 jaar. d. Adriana de Maeyer, 20 jaar. e. Catherina de Maeyer, op 26-7-1788 omschreven als imbecille. Hun voogden waren Frans de Maeyer en Jan Buyens. 23. Joannes de Meijer (mog. identiek met nr. 24), had op 10-10-1757 (als eiser) in LilloZuidland een geschil met Nicolaas Pagé. 55 24. Joannes de Meyer, arbeider in Lillo-Zuidland in 1755; 56 testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 8-11-1746; 57 begr. LilloKruisweg (r.k.) 12-5-1763; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 7-10-1742 Joanna Turck, weduwe van Cornelis Joris; zij werd op 8-7-1748 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 14-4-1749 Maria Philips(en); zij werd op 23-11-1757 begr. (r.k.) te
233
Lillo-Kruisweg; tr. (3) r.k. Lillo-Kruisweg 18-6-1758 Catharina van Wesenbeeck, geb. Kalmthout 12-10-1724, overl. Lillo 12-1-1786; uit het eerste huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a. b.
Catharina de Meyer, 6-2-1744; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-11-1746. Petrus Joannes de Meyer, 23-2-1748; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-5-1749.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: c. Jacobus de Meyer, 9-5-1750. d. Joannes de Meyer, 15-5-1752; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-3-1772. e. Adrianus de Meyer, 7-4-1755. uit het derde huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: f. Petrus Joannes de Meyer, 30-5-1759; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-9-1764. g. Anna Catharina de Meyer, 22-5-1762; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-7-1763. 25. Jan Meijers, geb. Lillo; werd op 16-5-1767 op het schip “Walenburg” als matroos uitgezonden door de VOC-kamer Rotterdam; arriveerde te Batavia op 26-12-1767; overl. in Azië 7-5-1768. 58 26. Frans de Meyer (mog. zoon van nr. 22), woonde in 1784 in de ambachtsheerlijkheid Doel-Kieldrecht; tr. Petronella Thieleman, overl. kort voor 10-7-1784; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 10-7-1784): 59 a. Jozef de Meyer, 3 jaar. b. Maria Catharina de Meyer, 2 jaar. Hun voogden waren Joos Thieleman en Jan de Meyer. 27. Stephanus Franciscus Meyers, tr. r.k. Lillo 7-2-1796 Joanna Bogaerts. 28. Joannes Baptist de Meyer, tr. Anna Catharina Pauwels; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Joannes Josephus de Meyer, 18-3-1797.
1 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1525, fol. 231 v. 2 ZA, SZ, inv. 478, 13-12-1605. 3 ZA, SZ, inv. 479, fol. 123, 7-11-1606. 4 ZA, SZ, inv. 481, 30-9-1611. 5 ZA, SZ, inv. 482, 26-6-1612. 6 ZA, SZ, inv. 1229, 30-8-1614. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79500. 8 ZA, SZ, inv. 483, 30-9-1614. 9 ZA, SZ, gedrukte notulen, inv. 38, blz. 377. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 179 v-181 v. 11 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 137 v, 138 en 139.
234
12 ZA, SZ, inv. 490, 18-11-1628. 13 ZA, SZ, inv. 1245.1, Ingekomen stukken bij Gec. Raden, 10-1-1630. 14 ZA, SZ, inv. 491, 15-1-1630. 15 Idem, 30-1-1690. 16 ZA, SZ, inv. 492, 11-7-1631. 17 Idem, 29-4-1632. 18 ZA, SZ, inv. 493, 26-2-1633. 19 ZA, SZ, inv. 494, 12-8-1633, fol. 34. 20 ZA, SZ, inv. 1252.1, brief van Jacques Broucqsaut aan de GR d.d. 9-8-1637; ZA, SZ, inv. 496, 11-8-1637, fol. 135 v. 21 ZA, SZ, inv. 497, 23-3-1638, fol. 47 v. 22 ZA, SZ, inv. 502, fol. 6 v. 23 ZA, SZ, inv. 509, 1-11-1657. 24 RAB, DK, inv. 18, fol. 107, 29-11-1688. 25 Idem. 26 RAB, DK, inv. 21, fol. 84, 11-7-1707. 27 De Nederlandsche Leeuw, 1889, p. 73. 28 RAB, DK, inv. 21, fol. 50, 27-9-1706. 29 Idem, fol. 62, 24-3-1707. 30 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80880, fol. 48 v. 31 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432. 32 Idem, inv. 7363/7383/7432. 33 Idem, inv. 7452 en 7582. 34 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 35 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 36 ZA, SZ, inv. 1673, fol. 32; ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2850, fol. 50-51. 37 ZA, SZ, inv. 794, fol. 44. 38 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2910, fol. 55-55 v. 39 ZA, SZ, inv. 1932, fol. 21. 40 ZA, RB, inv. 255. 41 ZA, SZ, inv. 1935, 3-10-1755; inv. 1937, 5-12-1760. 42 G.F. Sandberg, F. Fierst van Wijnandsbergen en J.H.F. Schwartz, Overzicht van de rekeningen van de Tol van Zeeland gedurende de periode 1584-1805, aangetroffen in de stukken van de rentmeesters-generaal der domeinen bewesten- en beoosten Schelde, Middelburg, 1990, p. 31. 43 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 131. 44 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 51 a, fol. 5. 45 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767; ook: ZA, SZ, inv. 1972, fol. 999. 46 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 64.
235
47 ZA, SZ, inv. 1944, 26-2-1781; zie ook: ZA, SZ, inv. 1945, 3-5-1782. 48 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 623. 49 Idem, fol. 627. 50 Idem, fol. 745. 51 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 52 RAB, DK, inv. 35, fol. 29, 26-7-1788. 53 RAB, DK, inv. 27, fol. 346, 4-2-1757. 54 RAB, DK, inv. 35, fol. 29, 26-7-1788. 55 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 10-10-1757. 56 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 57 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 58 NA, VOC-archieven, inv. 14249, fol. 107. 59 RAB, DK, inv. 33, fol. 324 v, 10-7-1784.
Meijere, de Jacobus Servaas de Meijere, bakkersknecht bij Esther van Oosdorp (zie aldaar) te Lillo; verdronk 7-4-1757 in een sloot in de polder van Lillo; boedelinventarisatie 8-4-1757; 1 mog. identiek met Jacob de Meire (zie aldaar). 1 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 8-4-1757.
Meijnaert(s) 1.
Lambrecht Meynerts, werd in 1609 betaald voor rijswerkzaamheden te Lillo. 1
2.
Hans Meijnaert, werd in 1643 te Lillo betaald voor het dragen van turf; 2 verm. soldaat.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 115. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80060.
Meijnckers (Mynekens) 1.
Maria Mynekens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-1-1729.
2.
Cornelius Meijnckens, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 22-9-1761 Anna Cornelia Aerts.
3.
Maria Meijnckers, verm. dochter of echtgenote van een militair; overl. Liefkenshoek 31-5-1779.
Meijnen N.N. Meijnen (Mijnen), bezat land in de polder van Lillo dat werd verpacht; als crediteur vermeld op 4-12-1687, 21-7-1698 en 22-7-1698 i.v.m. pachtschulden. 1
236
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Meijns Cornelis Meijns (identiek met Mens, Mensch?), op 13-5-1726 vermeld als vorster te LilloZuidland. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 82.
Meijs (Meysen, Meys) A. De familie van Jacobus Meijs 1.
Jacobus Meijs, kocht op 15-5-1751 voor fl. 351 uit de boedel van Jacobus Braem van diens erfgenamen een huis met tuin te Oud-Lillo, gelegen “op de court van de armen”; 1 leende toen van Jan Kegelers fl. 200 en van de voogd van Jacobus Dingemans fl. 150; 2 leende van secretaris Temet fl. 130 i.v.m. de financiering van zijn huis in Oud-Lillo, waarvan op 3-2-1774 nog fl. 115 resteerde; 3 cijnsplichtig te OudLillo op 11-7-1755; 4 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-3-1767; had eind 1775 nog een hypotheekschuld van fl. 210 bij Johanna Akkermans, weduwe van Willem de Regter; 5 zijn weduwe woonde op 11-3-1774 in Oud-Lillo; 6 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 16-12-1749 Maria Boeij; zij testeerde te Lillo op 31-3-1780; 7 bezat op 9-6-1780 twee runderen; 8 uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f. g. h. i.
Cornelius Meijs, 20-4-1750; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-6-1750. Catharina Meijs, 27-5-1751. Adrianus Meijs, 21-5-1753; zie verder nr. A 2.1. Jacobus Meijs, 21-2-1756; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-2-1756. Cornelius Meijs, 21-2-1756; tweeling: begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-2-1756. Petrus Cornelius Meijs, 12-12-1758; zie verder nr. A 2.2. Benedictus Meijs, 21-3-1761; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-7-1762. Joanna Meijs, 25-10-1763; verm. identiek met de Joanna Meys die in 1796 vermeld werd als dienstmeid aldaar te Lillo-Zuidland. 9 Gerardus Benedictus Meijs, 22-1-1766; zie verder nr. A 2.3.
2.1 Adriaan Meys (zoon van nr. A 1), werd (na het overlijden van Jan Baptist Vermeer) op 22-8-1782 benoemd tot aannemer van aardewerken te Lillo en Liefkenshoek; was bekend van het onderhoud der rijswerken te Liefkenshoek; 10 aanvaardde dit onderhoud in de periode 1781-1788 voor een bedrag van 630 pond Vlaams; 11 kocht op 26-2-1783 voor fl. 1000 van Anthony Lambrechts diens huis met tuin in Oud-Lillo; 12 kocht op 28-4-1786 van Willem Zip een huis op de hoek van de Langestraat in fort Lillo op perceel nr. 72; verkocht dit huis op 8-2-1788 voor fl. 970 aan Cornelis Spinroot en diens eerste echtgenote; 13 kocht op 14-10-1786 uit de boedel van Jacobus de Munck voor fl. 800 een huis in de Langestraat in fort Lillo op perceel nr. 14; 14 tr. r.k. LilloKruisweg 29-4-1783 Maria Catharina de Fié, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 27-1-1761 (zie aldaar); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo:
237
a. b. c. d. e. f. g.
Maria Catharina Meys, 11-3-1784; verm. begr. Lillo (r.k.) 2-11-1789. Maria Elisabeth Meys, 17-3-1785. Petrus Franciscus Meys, 13-10-1786; begr. Lillo (r.k.) 8-6-1788. Joanna Maria Meys, 17-12-1787. Cornelius Meys, 23-10-1789. Joannes Baptista Meys, 21-10-1794. Benedictus Meys, 11-2-1796.
2.2 Petrus Meys (zoon van nr. A 1), tr. Agnes Catharina Eeckelmans; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. Joanna Josepha Meys, 27-7-1794; begr. Lillo (r.k.) 3-9-1794. b. Gerardus Meys, 15-8-1797; tweeling; begr. Lillo (r.k.) 15-8-1797. c. Catharina Meys, 15-8-1797; tweeling; begr. Lillo (r.k.) 16-8-1797. 2.3 Gerardus Benedictus Meijs (verm. zoon van nr. A 1), geb. Oud-Lillo; was als matroos werkzaam op ’s lands schip “Tholen” van 1-1-1794 tot 4-3-1796; dit schip werd door de Engelsen geïnterneerd en de bemanning werd krijgsgevangen gemaakt. 15
B. Overig personen met de naam Meijs 1.
Christianus Meijs, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 12-11-1723 Anna Hake.
2.
N.N. Meijs, zijn weduwe bezat in de periode 1738-1746 het huis Den Bonten Os in de Langestraat in het fort Lillo op perceel nr. 17 en voorts tot 1739 een huisje in die straat op perceel nr. 25. 16
3.
Mathias Meijs, begr. Lillo (r.k.) 15-10-1791; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 15-1-1754 Adriana Schoors.
4.
Jacobus Meijs (verm. zoon van nr. A 1), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-4-1757.
5.
Pieter Joos Meys (Mijs), was op 23-10-1768 schoolmeester te Doel; tr. Petronella Joanna Perdaens.
6.
Gerardus Meysen, geb. Zandvliet 1720; vestigde zich in 1746 in Lillo-Zuidland; tr. Joanna Catharina de Keyser, geb. Lillo-Zuidland ca. 1765. 17
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 147; ZA, SZ, inv. 1976, 15-5-1751. 2 ZA, SZ, inv. 1977, 15-5-1751. 3 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 16 b, 3-2-1774. 4 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 31. 5 RAA, arch. Lillo, inv. 16 b. 6 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 7 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 931, 31-3-1780. 8 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b.
238
9 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 10 ZA, SZ, inv. 1958, fol. 434. 11 ZA, SZ, inv. 1815. Borg stonden Adrianus Vingerhoedt en Cornelis Meijs. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 765. 13 Idem, fol. 873. 14 Idem, fol. 845. 15 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2949. 16 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. 17 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Meijser (zie ook Muijser) Jan Hendrik Meijser (Muser), geb. fort Lillo; waarsch. zoon van een militair aldaar; woonde in 1774 in Helvoirt; otr. (1) (als j.m.) Helvoirt 3-9-1774, tr. (1) aldaar 18-9-1774 (geref.) Barbara Walraven, j.d., geb. Son; 1 otr. (2) (als Jan Muser, weduwnaar van Barbara Walraven) Helvoirt 14-1-1786; tr. (2) aldaar 29-1-1786 (geref.) Johanna Maria Jansen Kling, j.d., geb. Helvoirt. 2 1 BHIC, DTB Helvoirt, inv. 10, fol. 92. 2 Idem, fol. 120.
Meijts Anthonis Meijts, was als musketier werkzaam op één van de schepen van de Admiraliteit van Zeeland; werd op 1-4-1604 doodgeschoten bij een aanval van sloepen vanuit Antwerpen bij Lillo; tr. Thonintken Rope; zij verzocht na zijn overlijden om gage. 1 1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2451.
Meini(n)ck Joachim Meini(n)ck (van Rostock), afkomstig uit Lillo; zat op 13-5-1638 in detentie te Lillo; 1 op 20-5-1638 werd hij naar Middelburg gestuurd om gehoord te worden door de Gec. Raden. 2 1 ZA, SZ, inv. 497, 13-5-1638, fol. 78 v. 2 Idem, 20-5-1638, fol. 83.
Meir, van 1.
Michaël van Meir, tr. Joanna Cornelia Rombouts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo:
239
a. Apolonia van Meir, 1-11-1788. b. Petrus Joannes van Meir, 18-6-1791. c. Joannes Jacobus van Meir, 8-3-1794; begr. Lillo (r.k.) 12-8-1794. Op 24-9-1789 werd te Lillo een kind van Michaël (r.k.) begraven. 2.
Veronica van Meir (verm. dochter van nr. 1), begr. Lillo (r.k.) 28-1-1789.
Meire, de Jacob de Meire, was in 1731 militair in het fort Lillo; 1 tr. 5-9-1731 r.k. Lillo-Kruisweg Maria Teresia Mintaers; mog. identiek met Jacobus de Meijere (zie aldaar). 1 Blijkens het trouwboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754.
Meirsman, Meersman (NB: er is mogelijk een relatie met het geslacht Meerman; zie aldaar) 1.
Jacques Meirsman, woonde op 2-6-1687 in Doel; was toen niet in staat om een gekocht huis te betalen aan Thomas Pulaer; 1 kocht op 10-9-1691 van de molenaar Jan van Craenenbroeck de helft van de pacht van de molen te Doel; 2 had mog. een zoon Joos Jacobs Meersman die in 1728 in Sinoutskerke (Zuid-Beveland) woonde. 3
2.
Frans Meirsman, overl. kort vóór 13-4-1787; 4 tr. (1) Joanna Baert, dochter van Joanna Baert en Cornelia van Tilborg, overl. in 1781; 5 tr. (2) N.N., overl. vóór 4-10-1787; 6 uit het eerste huwelijk: a. Pieter Jacob Meersman. b. Maria Petronella Meersman. Hun voogden waren Frans Baert en Gillis Baert, in 1787 opgevolgd door Jan Paschasius Meersman. uit het tweede huwelijk: c. Jan Meersman.
1 RAB, DK, inv. 18, fol. 20 v, 2-6-1687. 2 Idem, fol. 330, 10-9-1691. 3 Kwartierstatenboek Prometheus, deel XVII, Delft 2001, p. 332. 4 RAB, DK, inv. 34, fol. 87, 13-4-1787. 5 RAB, DK, inv. 33, fol. 181 v. 6 RAB, DK, inv. 34, fol. 113, 4-10-1787.
Meirstraten 1. Jan van de Merstraten, door de Raad van State in 1587 benoemd tot commies van de ammunitie te Lillo. 1
240
2. Balthazar Meirstraten, als sergeant-majoor te Doel-Kieldrecht vermeld op 27-4-1682; 2 tr. vóór 3-3-1687 Petronella Maria van Cromstreyn, weduwe van Marcelus van Eversdijck. 3 1 NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 1524, fol. 156. 2 RAB, DK, inv. 16, fol. 163, 27-4-1682. 3 RAB, DK, inv. 18, fol. 13, 3-3-1687.
Meker(e)n, van Adriaan (van) Meker(e)n, luitenant in het regiment van kolonel Vinck op 6-9-1738 in het garnizoen te Heusden; 1 was in januari 1747 kapitein van een compagnie van het regiment van kolonel Lindman (die in 1743 Vinck was opgevolgd); deze compagnie verbleef toen in Lillo; 2 verbleef met zijn compagnie op 11-3-1762 in Den Briel; tr. (1) Engelbertina van Coehoorn; otr. (2) Heusden 6-9-1738, tr. (2) aldaar 22-9-1738 Susanna Hendriette Vos van Steenwijk, ged. Heusden 8-4-1710, dochter van Hyacinthus Fredericus Vos van Steenwijk en Wilhelmina Godefrida Reck van Mulhuijsen; uit het tweede huwelijk geref. ged. Heusden: a. b.
Martinus Hermanus Mekern, 25-8-1739; getuige: Hermina van Mekern (grootmoeder van vaderszijde). Frederica Wilhelmina Mekern, 29-8-1741; getuigen: de ouders van de moeder.
1 Dit infanterie-regiment is in de ordening van eenheden van het Staatse leger door Will Hermsen (DutchRegiments) genummerd als IC 701 c. 2 MHC Bergen op Zoom, geref. trouwboek Bergen op Zoom, otr. 21-1-1747.
Mel Thomas Mel, woonde in Bergen op Zoom; vermeld als doopgetuige ald. op 25-9-1613, 112-1613 en 9-4-1617; verrichtte in opdracht van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden werkzaamheden te Lillo (in compagnieschap met Clement Janssen uit Schardam ten westen van Hoorn), waarvoor hij in mei 1624 van de commies Francois Schillemans fl. 301 als restant van het overeengekomen bedrag ontving. 1 1 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 92, akte 128, fol. 261.
Melam Abraham Melam, koopman te Antwerpen; had op 5-12-1617 een ordonnantie van Meerten Melssen (timmerman te Lillo) in pand, wegens door hem gemaakte bedden in het fort Lillo; zijn verzoek om uitbetaling werd door de Gecommitteerde Raden van Zeeland toegestaan. 1 1 ZA, SZ, inv. 484, 5-12-1617.
241
Melckebeke N.N. Melckebeke, commies; kreeg op 6-5-1591 opdracht van de Gecommitteerde Raden van Zeeland om ten behoeve van de kerk in het fort Lillo een predikstoel met hemel en andere "toebehoorten" alsmede drie glazen vensters te kopen en te verzenden. 1 1 ZA, SZ, inv. 472, fol. 162, 6-5-1591. Hij is mog. identiek met of verwant met Dominicus van Melkebeke, bevestigd als diaken van de geref. kerk te Middelburg op 11-12-1616 (ZA, Verz. Gen. Afsch. 952).
Melis(sen) 1.
Jan Melis, ontving in 1691 5 schellingen voor het maken van een schijf voor het uurwerk op de kerktoren te Lillo. 1
2.
Jonkheer Pieter Melis, heer van Saeftinge; vroeg in juli 1663 toestemming aan de Gecommitteerde Raden van Zeeland om via de vloot van Lillo gewassen te mogen vervoeren vanuit de nieuw bedijkte 150 gemeten land annex de polder van Doel en de Luyspolder, onder dezelfde voorwaarden als de ingelanden van laatstgenoemde polder; hij verkreeg die toestemming op 26-7-1663 op voorwaarde dat hij jaarlijks £ 41:13:4 recognitie zou betalen; 2 begraven in de r.k. kerk van Doel 23-9-1678; 3 tr. Cornelia van Floswijck. 4
3.
Pieter Melis, schipper te Antwerpen; beweerde op 2-10-1710 om bij aktes van 14-11664, 11-1-1669, 4-7-1699 en 18-5-1708 te zijn aangesteld als vrijschipper van de polders van Lillo, Doel en St. Anna-Ketenisse; tegen het vernieuwen van zijn akte werd geprotesteerd door de overige vrijschippers die erop wezen dat er krachtens een resolutie van de Gecommitteerde Raden van Zeeland d.d. 15-5-1708 niet meer dan zes vrijschippers tegelijk in functie zouden zijn. 5
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80750, fol. 41 v. 2 ZA, SZ, inv. 519, fol. 45 en 45 v. 3 P. van Landeghem, Doel in heden en verleden, Kloosterzande, z.j., p. 20. 4 RAB, GO Saaftingen, inv. 8, fol. 68. 5 ZA, SZ, inv. 718, 2-10-1710.
Melleyn Michiel Melleyn, koopman; kocht op 4-8-1690 land in de polder van Doel en de hoeve “de Olifant” waarvan toen de kinderen van Adriaan Verpoorten (zie aldaar) pachters waren. 1 1 RAB, DK, inv. 18, fol. 238, 4-8-1690.
Melieff Gillis Melieff, eiser in een proces te Lillo-Zuidland op 16-6-1692; idem op 14-7-1692 en 10-11-1692. 1
242
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Mels(sen) 1.
Merten Melssen, aannemer/timmerman; op 28-8-1614 was hij aannemer van de sluis in de contrescherpen te Liefkenshoek; 1 op 1-1-1615 werd hij door de Gecommitteerde Raden van Zeeland verzocht binnen acht dagen zijn schuld van 40 pond Vlaams aan Willem Willemsz. Keyser te betalen; 2 op 20-3-1615 werd hem door de Gec. Raden ₤ 3:13:4 toegekend voor extra werk; 3 in opdracht van de Gec. Raden voltooide hij in november 1615 de corps de garde aan de poort te Liefkenshoek alsmede de twee logementen van de kapiteinen aldaar; 4 hiervoor ontving hij op 5-1-1616 de resterende termijn en een bedrag van ₤ 5:10 voor het buitenwerk aan de kapiteinslogementen; 5 nam op 26-4-1616 de reparatie van het houten hoofd te Liefkenshoek aan voor 59 pond Vlaams; 6 leverde op 23-11-1617 ribben en eiken planken voor het opmaken van de vier batterijen te Liefkenshoek. 7
2.
Adriaantje Mels, geb. te Lillo; otr. Kruiningen, tr. Yerseke 12-11-1625 Michiel Jacob, schoolmeester. 8
3.
Job Melsen, verm. militair; tr. Mayeken Huybrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacomynken, 8-10-1634; getuigen: Dirck Boele [vaandrig], Willem Graeff, Machiel Claessen, Maria Janse en Jacomeynken Symoens.
1 ZA, SZ, inv. 483, 28-8-1614. 2 Idem, 1-1-1615. 3 Idem, 20-3-1615. 4 ZA, SZ, inv. 1230, 30-11-1615. 5 ZA, SZ, inv. 484, 5-1-1616. 6 Idem, 26-4-1616. 7 Idem, 23-11-1617. 8 ZA., Verz. Gen. Afschr. 20, nr. 211.
Melun, van (de) Robert van (de) Melun, zoon van Hugo van Melun (prins van Espinoij) en van Jolande van Werchin (vrouwe van Roubaix); 1 markies van Roubaix en Richebourg; burggraaf van Gent; aanvankelijk (1577-1579) generaal van de cavalerie van het opstandelingenleger van Willem van Oranje; liep in 1579 over naar het Spaanse kamp; aanvoerder van een Spaanse legereenheid die op 15 juli 1584 Liefkenshoek veroverde; 2 sneuvelde bij de slag om Antwerpen in 1585; 3 tr. Anna van Rolin. 1 J.W. te Water, Historie van het verbond en de smeekschriften der Nederlandsche edelen, ter verkrijginge van vrijheid in den godsdienst en burgerstaat, in de jaaren 1565-1567; uit veele oorspronglijke gedenkstukken saamgesteld, deel 3, Middelburg, 1795, p. 121-124.
243
2 L. de Vos (red.), Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2002, p. 129. 3 E. Swart, Krijgsvolk; militaire professionalisering en het ontstaan van het Staatse leger, 1568-1590, Amsterdam, 2006, p. 258.
Mendouck (Mendonck) Lieven Janssen Mendouck (Mendonck), schipper; vanaf 1-5-1636 stond hij commandeur Broucqsaut te Liefkenshoek bij met zijn schuit van zestien lasten groot; op 22-1-1637 besloten de Gec. Raden na te gaan wat zij hem hiervoor precies dienden te betalen; 1 op 195-1637 besloten de Gec. Raden ₤ 89:3:4 in te houden op de gage van commandeur Broucqsaut en dit bedrag aan hem te betalen. 2 1 ZA, SZ, inv. 496, 22-1-1637, fol. 15. 2 Idem, 19-5-1637, fol. 72.
Meneur Wilhelmus Meneur, tr. Barbara Elisabeth Matthei; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Catharina Ludovica Meneur, 11-1-1759.
Menne(n)s 1.
David Menne(n)s, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 3 personen; bezat toen 2 koeien en werd als belastingplichtige aangeslagen voor 4 gulden en 19 stuivers; 1 op 17-10-1742 vermeld als gedaagde in een proces met Jan van Wellen te Lillo-Zuidland; het geschil ging over een huis met erf, gelegen aan het gat van Couwensteyn, genaamd den Ouden Deyck; 2 verpachtte in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Joos van Herck; 3 tr. Joanna Sijmens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
2.
Maria Catharina Mennes, 3-2-1727; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-7-1727. Catharina Mennes, juli 1728; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-10-1728.
Joannes Mennes, verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 31-3-1733; tr. Elisabeth Hofkens; zij werd op 15-12-1733 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Isabella Mennes, 12-8-1732.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 17-10-1742. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h.
Mennekens Petrus Mennekens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-12-1783.
244
Mens(ch) 1.
Remigius Mens, tr. Adriana Boy; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Adriana Mens, 1-3-1689.
2.
Anna Mens, was in 1694 meid bij de smid en winkelier Cornelis van den Eijnde in de polder van Lillo (zie aldaar). 1
3.
Cornelis Mensch (Mens), compareerde met echtgenote te Lillo-Zuidland op 25-51727; 2 verpachtte in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Michiel Martien Martens; 3 mog. identiek met Cornelis Meijns, vermeld als vorster te Lillo-Zuidland op 13-5-1726. 4
4.
Jan Christiaan Mens, militair te Liefkenshoek; belijdenis aldaar 30-3-1763. 5
1 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 6. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 82. 5 ZA, RB, inv. 259, fol. 132.
Mensel, van Christ. van Mensel, r.k. pastoor te Doel in 1671. 1 1 P. van Landeghem, Doel in heden en verleden, Kloosterzande, z.j., p. 30.
Menseur Judocus Menseur, op 4-2-1754 te Lillo-Zuidland vermeld als gedaagde in een proces met Theresia Mattheussen over de betaling van een half jaar huishuur ad fl. 15. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 4-2-1754.
Menten N.N. Menten, vermeld als kapitein te Lillo op 18-4-1606. 1 1 ZA, SZ, inv. 479, fol. 42v, 18-4-1606. Op 28-3-1632 hield de compagnie van kapitein Roelof Menten garnizoen te Steenbergen (MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 6, testament van Jan Boneth).
Mentkens Arnoldus Mentkens, tr. Elisabeth Willems; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
245
a.
Joannes Mentkens, 31-7-1689.
Menu A. Menu, ontving in 1746 3 pond Vlaams voor het maken en leveren van een armstoel met “pruijsleer” overtrokken voor het corps du garde van de officieren te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81300, fol. 41.
Mepsche, de Jochem de Mepsche, werd in september 1686 door de prins van Oranje (Willem III) benoemd tot luitenant in de compagnie van kapitein Anthony de Valck; 1 deze compagnie was toen gelegerd in Liefkenshoek; 2 vervulde die functie nog op 8-9-1689 en op 1-3-1701 (toen in de compagnie van kapitein Van Wijnen). 3 1 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 105 v (commissie van de Staten van Zeeland). Hij is vermoedelijk verwant met Christiaen de Mepsche, benoemd tot kapitein van een compagnie voetknechten op 5-5-1673 en voorheen kapiteinluitenant onder kolonel Vrijberge. Zijn voorganger was Abraham Schut (ZA, SZ, inv. 1670, fol. 153). Vermoedelijk had Jochem de Mepsche een zoon of broer Christiaen die op 5-6-1694 werd benoemd tot vaandrig in de compagnie van kapitein d’Alencon (ZA, SZ, inv. 1671, fol. 192 v). 2 ZA, SZ, inv. 694, 12-9-1686. 3 ZA, SZ, inv. 697, 8-9-1689; ZA, SZ, inv. 1671, fol. 212.
Meraes Elias Meraes, verm. militair; mog. identiek met Elias Meeuwsen (zie Mees ad 7); tr. Magdalena Willems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Elias Meraes, 6-9-1691; getuigen: Albert Dames en Magdalene Sanderts.
Merburch (Menburch), van der Jan van der Merburch, door de hertogin van Aerschot aangesteld als secretaris te Kieldrecht en den Doele; zijn verzoek aan de Gecommitteerde Raden van Zeeland om erkend te worden als secretaris werd op 30-5-1624 afgewezen; 1 was op 30-8-1653 griffier te Doel. 2 1 ZA, SZ, inv. 488, 30-5-1624. 2 RAB, DK, inv. 14, fol. 53, 30-8-1653.
Mercelissen 1.
Arnout Mercelissen, eiser tijdens een proces te Lillo-Zuidland 12-3-1668. 1
2.
Anna Marcelis, eiseres tijdens een proces te Lillo-Zuidland 21-5-1672. 2
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 2 Idem.
246
Merchijs Guilliam Merchijs (Mersys), vermeld als kanonnier te Lillo op 14-1-1589. 1 1 ZA, SZ, inv. 1203I en II, Ingekomen stukken Gec. Raden, 1589.
Mercier Petrus Mercier, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 21-9-1717 Christina Alpers.
Merckens Guilielmus Merckens, tr. Jacoba Walraeven; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Gerardus Merckens, 5-9-1778.
Merckenstein, van Aart van Merckenstein, ged. Bergen op Zoom 8-4-1753, zoon van Hendrik van Merkensteijn en Krina Touw; was als kok werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 9-10-1780 tot 30-6-1784; 1 in 1784 was hij tevens werkzaam als kwartiermeester; 2 van 1-7-1785 tot in ieder geval 31-4-1790 was hij op dit schip werkzaam als matroos; 3 otr. (als j.m.) Bergen op Zoom 12-8-1786, tr. ald. 30-8-1786 Margaritha Lind, j.d., ged. Bergen op Zoom 30-12-1767, dochter van Marinus Lint en Maria Vetten (zie aldaar); uit dit huw. geref. ged. Bergen op Zoom: a. b. c.
Hendrik van Merkensteyn, 19-9-1787; getuigen: Marinus Lind en Cornelia Lind. Maria van Merkesteijn, 11-10-1789; getuigen: Marijn Lind en Maria Vetten. Kryna van Merkestijn, 17-2-1793; getuigen: Maria Vetten en Marinus Lint.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8043 en 8056. 2 NA, archief Staten Generaal 1550-1796, inv. 5700. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8065 en 8084.
Mercks 1.
Adriaen Mercx, was in 1694 knecht op de boerderij van Jan van den Eynde in de polder van Lillo. 1
2.
Jan Merckx, was in 1709 waarsch. knecht op de boerderij van Arnout Huijsers in de polder van Lillo; 2 verm. identiek met Jan Mercx, in 1693 vermeld als zoon van Eva Adriaenssen en als stiefzoon van Cornelis Jacobs; woonde toen op diens boerderij in de polder van Lillo. 3
3.
Gillis Mercks, overl. vóór 17-6-1726; tr. Janneken Deckers; hun twee wezen erfden op 17-6-1726 land te Doel uit de boedel van Johanna de Vinck (familie van hun moeder); voogden van de kinderen waren toen Pieter Mercks en Antoon Deckers. 4
247
4.
Cornelis Mercks, tr. Katelijne van Daele, dochter van Hendrik van Daele en Maria Broers, overl. in het kraambed (verm. in Doel-Kieldrecht) kort vóór 19-8-1747. 5
1 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 2 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 3 Idem, nr. 358. 4 RAB, DK, inv. 23, fol. 293 v, 17-6-1726. 5 Idem, inv. 27, fol. 137 v, 19-8-1747.
Merel Zie Marre.
Mergel George Mergel, waarsch. militair; doopgetuige Liefkenshoek 13-2-1734; zie Otto ad 2 a.
Meriel Christoffel (Stoffel) Meriel (Merel), verm. militair; tr. Aelken Lambrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
Maria, 9-10-1633; getuigen: Christiaen Loos, Dirk Aelst en Lysbet Jans. Altra [?], 13-12-1637; getuigen: Pieter Geerts, Jacob Adriaenssen, Peryne Cornelis, Josyne Hendricx en Pleynken Dircx.
Merip (Mierp), van de 1.
Adrianus van de Merip, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-8-1720; tr. Maria Smits; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Anna Catharina van de Merip, 10-3-1715. Maria Francesca van de Merip, 21-8-1718. Maria Anna van de Merip, februari 1721; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 142-1723. Adriana van de Merip, februari 1721; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-91724.
2.
Maria van de Merip (mog. identiek met nr. 1 b), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-1-1726.
3.
Catharina van de Mierp (mog. identiek met nr. 1 a), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-71744.
Merren, van Jan van Merren, op 22-10-1703 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenoot van Martijne de Graef, verm. dochter van Jacob de Graef en Katelijne de Turck. 1
248
1 RAB, DK, inv. 20, fol. 194, 22-10-1703.
Mersys Zie Merchijs.
Merteleers Joannes Merteleers, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-3-1718.
Mertens Zie Martens.
Mes 1.
Gerardus Mes, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-12-1702.
2.
Adriaan Mes, op 7-2-1786 vermeld als voogd van de dochter van Kornelis Koek en Margot Mes (verm. zijn zuster). 1
1 ZA, SZ, inv. 1945, 7-2-1786.
Mesgates Jacques Mesgates, was op 24-1-1648 en 2-9-1649 werkzaam als vaandrig in de compagnie van kapitein Christiaen de Buvry in het fort Lillo. 1 1 ZA, SZ, inv. 502, fol. 9 v en 92.
Mesier Marck Mesier, werd op 24-3-1673 vanuit Bergen op Zoom als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1 1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.
Messchart Carel Messchart, werd op 8-1-1712 met ingang van 1-1-1712 benoemd tot appointé in de compagnie van Charles Lonque te Lillo tegen een soldatenloon van fl. 10 per maand van 42 dagen. 1 1 ZA, SZ, inv. 720, 8-1-1712.
Messers Krijn Messers, soldaat; op 20-11-1745 werd in Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn klein kind (= baby) Pieter Messers begraven.
249
Messing Jacob Messing, was in november 1707 soldaat in de compagnie van kapitein Bersieux te Liefkenshoek; tr. (1) Petronella de Rijke; otr. (2) Liefkenshoek 12-11-1707 (vermeld in het trouwboek van Hulst) Adriana Huijsers, j.d., toen wonend in Hulst, mogelijk dochter van Adriaen Huyser en Maria Boenders; het paar kreeg van de geref. kerk te Hulst op 28-111707 een attestatie naar Liefkenshoek.
Mestdach Janneken Mestdach, op 1-9-1628 werd haar verzoek aan de Gecommitteerde Raden van Zeeland om toestemming voor haar zoon Michiel van Borsselaer om in den Doel te mogen wonen afgewezen. 1 1 ZA, SZ, inv. 490, 1-9-1628.
Mesuer Judocus Mesuer, arbeider in Lillo-Zuidland in 1755; 1 tr. Maria van Heuvel; als hun kinderen zijn in 1755 vermeld (met hun leeftijd in 1754): 2 a. b. c. d.
Anna Mesuer, 4 jaar. Antoni Mesuer, 3 jaar. Merten Mesuer, 2 jaar. Cornelis Mesuer, 0,5 jaar.
1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 2 Idem.
Met, de 1.
Elisabeth de Met, op 19-7-1687 werd te Lillo-Kruisweg haar dochter Petronilla r.k. gedoopt.
2.
Cornelius de Met, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-8-1687.
Meteren, van Cuyck van Jacob van Cuyck van Meteren, geb. 1635, zoon van Adriaan van Cuyck van Meteren (kolonel der infanterie) en Emerentia van Aerssen; 1 heer van Meteren en Drakenburg (1672-1694); kolonel-commandant van een executiepeleton voor landverraders te Den Helder in juli 1665; 2 kapitein van een Zeeuwse compagnie die in mei 1668 werd verplaatst van Bergen op Zoom naar Lillo; 3 op 16-6-1668 besloten de Gecommitteerde Raden van Zeeland dat deze compagnie vanuit Lillo naar Axel diende te vertrekken teneinde daar garnizoen te houden; 4 op 20-6-1668 besloten zij dat de helft van deze compagnie van Lillo naar Liefkenshoek verplaatst diende te worden; 5 in september 1668 omvatte zijn compagnie in fort Lillo 58 koppen (34 musketiers en 24 piekeniers); 17 militairen van deze compagnie verbleven toen elders: 10 op het schip van kapitein Cruijninghe, 3 met verlof in Rijnberck, 2 in het gasthuis te Antwerpen en 2 in Diest; 6 solliciteerde in 1668 vergeefs naar de functie van commandeur van het fort Kruisschans na het overlijden van Francois
250
Cabeljau (zie aldaar); 7 zijn compagnie behoorde in 1670-1672 tot het regiment van [Lewis] Erskine, telde toen 60 koppen en kwam toen ten laste van het gewest Holland; 8 op 21-91671 besloten de Gecommitteerde Raden van Zeeland dat de compagnie van Van Meteren met de volle wapenen diende te vertrekken vanuit Lillo naar Vlissingen; 9 op 20-10-1671 werd een schipper betaald voor het transport van een deel van deze compagnie van Lillo naar Vlissingen; 10 idem op 10-11-1671 (toen betrof het drie schippers); 11 in mei 1672 hield (een deel van) zijn compagnie garnizoen te Lillo; 12 in maart 1674 verbleef (een deel van) zijn compagnie te Steenbergen; 13 werd op 13-2-1690 benoemd tot kolonelcommandant in het regiment van Frederik Johan van Baer, heer van Slangenburg; 14 werd op 10-6-1691 benoemd tot majoor-commandant (commandeur) van de forten te Bergen op Zoom; 15 op 9-8-1686 is hij vermeld als eigenaar van een boerderij met 117 gemeten grond in de Triangelpolder te Steenbergen die ingaande 1-10-1686 werd verpacht voor fl. 945 per jaar; 16 hij overl. in 1694; tr. Arnoldina van Beaumont, ged. Breda 17-8-1643, dochter van Johan van Beaumont (kapitein in het Staatse leger) en Maria de Witte, overl. 1703; dit huwelijk bleef kinderloos. 1 Zie voor het geslacht Van Cuyck van Meteren: De Nederlandsche Leeuw, jrg. 124, nr. 4, augustus 2007, p. 130141; idem, jrg. 127, nr. 1, febr. 2010, p. 11-14; idem, jrg. 131, nr. 3, september 2014, p. 89-112. Op 30-7-1650 verkreeg kolonel Adriaen Cuyck van Meteren commissie als commandeur van Woudrichem en Loevestein (Ten Raa en De Bas, deel V, 1921, p. 525); hij vervulde deze gecombineerde functie nog in 1666 (NA, Staten van Holland en West-Friesland, inv. 1399, fol. 193 v, 22-6-1666). 2 De Nederlandsche Leeuw, jrg. 1957, p. 368. 3 ZA, SZ, inv. 663, 4-5-1668. 4 Idem, 16-6-1668. 5 Idem, 20-6-1668. 6 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1575. 7 NA, Staten-Generaal, inv. 7489, requesten 1668. 8 NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 2067, fol. 56. 9 ZA, SZ, inv. 667, 21-9-1671. 10 Idem, 20-10-1671. 11 Idem, 10-11-1671. 12 J.W. van Sijpestein en J.P. de Bordes, De verdediging van Nederland in 1672 en 1673, Den Haag, 1850, p. 88; NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 2067, fol. 56. 13 Blijkens het trouwboek van de geref. kerk van Steenbergen, otr. van een van zijn soldaten d.d. 3-3-1674. 14 Ten Raa, 1950, p. 308. 15 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 117. 16 MHC, ora Steenbergen, inv. 1653, 9-8-1686.
Metselaar, de Jan de Metselaar, ontving in juni 1693 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding wegens metselwerk verricht aan het huis van Thomas Janse Brom. 1
251
1 ZA, RB, inv. 275.
Mette (Zie ook Mettenye) Machiel Mette, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Metteneye Deze familienaam kwam reeds voor in Brugge in de eerste helft van de 16 de eeuw; de financier van de bedijking van een polder, oostelijk van Nieuwvliet in Staats-Vlaanderen, gereed gekomen in 1543, te weten J. van Adornis (koopman te Brugge), noemde deze polder naar zijn echtgenote, Catharina Mettenye. 1 Adriaen Metteneye (met den Eije), winkelier en inwoner van Lillo; op 5-4-1622 werd hem door de Gecommitteerde Raden van Zeeland toegestaan een woning te bouwen in het fort Lillo; 2 op 19-4-1622 had hij een vordering van 162 guldens en 8 stuivers op kapitein Buvrij wegens geleverde kleren; 3 op 26-11-1626 verzocht hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland om arrest op de gage van Barholomeus Hoetmaker voor een bedrag van 28 gulden en 16 stuivers wegens geleverde goederen; 4 op 19-11-1627 kreeg hij toestemming om arrest te leggen op diens gage; 5 vermeld als winkelier te Lillo in 1630 en 1648; 6 op 2310-1631 verzocht hij de Gec. Raden om arrest op de gages van drie van zijn debiteuren, besloten werd dat hij voor elke debiteur afzonderlijk een rekest moest indienen; 7 op 14-111631 verzocht hij daarom de Gec. Raden om arrest op de gages van Pieter Lievenssen Turck, Nicolaes Verlet en Laurens Janssen; 8 op 23-12-1631 werd hem toegestaan arrest te leggen op de gage van Nicolaes Verlet vanwege diens schuld van 15 pond Vlaams; 9 doopgetuige Bergen op Zoom 28-1-1632; 10 op 10-3-1632 werd hem toegestaan arrest te leggen op de gage van Laurens Jansz. voor 32 gulden en 16¼ stuivers wegens de levering van winkelwaren; 11 kerkbestuurder Lillo 30-3-1632 en 3-9-1637 (toen ouderling); 12 omdat er geen criminele vierschaar aanwezig was te Lillo werd hij op 29-4-1632 met zes anderen door de Gec. Raden aangewezen om een vonnis te vellen inzake Hendrick Janssen en een ongeluk van soldaat Dominicle Malpas in de nacht van 14 op 15 februari; 13 op 10-2-1634 werd hem door de Gec. Raden een leeg erf op het Antwerpsche bolwerk te Lillo toegewezen; 14 vermeld als winkelier te Lillo op 2-9-1649; 15 gedelegeerd rechter te Lillo, als zodanig opgevolgd op 24-3-1662 (door Jan de Putter); was op 5-12-1653 samen met Anthonij van der Heijden curator van de nalatenschap van Cornelis van Alphen; 16 doopgetuige Rotterdam (geref.) 8-9-1652 (zie De Bra ad 3 a); overl. kort vóór 14-3-1662; 17 zijn erfgenamen bezaten in 1679 een huis in de Langestraat (op de Markt) in het fort Lillo; 18 tr. N.N. (Clarisse?); had op 8-4-1665 als weduwe waarvan de waarde werd geschat op fl. 6.000; 19 uit dit huwelijk waarschijnlijk: a.
Maijke (Matie) Metteneije, zij had op 12-12-1687 te Lillo een geschil met Pieter ’s Gravenhage over de betaling van £ 19:4:6; 20 tr. (1) Gerrit Coole (Cools) (zie Co(o)len
252
b.
ad 1); tr. (2) (h.v. 29-9-1667) David Hendrixen (zie aldaar), weduwnaar van Elisabeth Barens. 21 Stoffel Adriaens met den Eye, vermeld als leverancier van goederen te Valkenisse in de periode 1646-1671; 22 schepen van Waarde op 3-5-1659; 23 belastingplichtige te Waarde in 1664; 24 op 5-6-1670 is Nilken Wagenaar (weduwe van Simon Marinissen) vermeld als zijn schoonzuster; 25 kinderen van Stoffel Adriaens met den Eye zijn: Adriaen (tr. Maria Geertse Stoop; zie aldaar) en Wilhelmina (tr. Willem Hooglander). 26
1 M.H. Wilderom, Tussen Afsluitdammen en Deltadijken, deel 4, Zeeuwsch-Vlaanderen, Middelburg, 1973, p. 90; https://nl.wikipedia.org/wiki/Nieuwvliet. 2 ZA, SZ, inv. 487, 5-4-1622. 3 Idem, 19-4-1622. 4 ZA, SZ, inv. 489, 26-11-1626. 5 Idem, 19-11-1627. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79820; ZA, SZ, inv. 502, fol. 9 v. 7 ZA, SZ, inv. 492, 23-10-1631. 8 Idem, 14-11-1631. 9 Idem, 23-12-1631. 10 Bij de doop van Catharina Swerius [Suerius], dochter van Marcus Swerius [Suerius] en Maria Bollaert. 11 ZA, SZ, 10-3-1632. 12 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 2, 30-3-1632 en 3-9-1637. 13 ZA, SZ, inv. 492, 29-4-1632. 14 ZA, SZ, inv. 494, 10-2-1634, fol. 198. 15 ZA, SZ, inv. 502, fol. 92. 16 ZA, SZ, inv. 506, fol. 333. 17 ZA, SZ, inv. 516, fol. 151. 18 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 19 NA, Raad van State, inv. 2145. 20 ZA, SZ, inv. 695, 12-12-1687. 21 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 117, akte nr. 94. 22 ZA, RAZE 3507, 22-2-1646 en RAZE 3510, 29-4-1662, 19-3-1665 en 30-10-1671. 23 Idem, RAZE 3573, 3-5-1659. 24 Idem, RAZE 3566, 1-1-1665. 25 Idem, RAZE 3517 (Weeskamer Valkenisse), 5-6-1670. 26 http://www.hanleune.nl/lillo-en-liefkenshoek/163-de-familie-de-munck-en-staten-kieldrecht.
Metternich Joannes Metternich, tr. Maria Elisabeth Beckers; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joannes Metternich, 7-8-1766.
253
Mettiens Quirinus Mettiens, tr. (1) Gertrudis Steijns; tr. verm. (2) Gertrudis Bernaerts; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Mathias Mettiens, 6-9-1744.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg; b. Petrus Mettiens, 19-8-1745.
Metz, Mets 1.
Joannes Mets, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 26-12-1714; tr. Maria Peeters; zij werd op 92-1709 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f.
Antonius Mets, 8-9-1689. Cornelius Mets, 12-10-1693; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-11-1693. Catharina Mets, 13-6-1695. Joanna Maria Mets, 19-3-1697. Leonardus Mets, 5-5-1699. Henricus Mets, 28-10-1701.
2.
Catharina Mets (mog. dochter van nr. 1), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-9-1693.
3.
Casper (Gaspar) Mets, korporaal; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 13-10-1739 Anna Catharina Lassero; uit dit huw. r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
4.
Joanna Mets, 13-7-1740; begr. Lillo 6-10-1740. Adriana Mets, 18-12-1742; begr. Lillo 17-5-1742. Henricus Mets, 2-4-1743. Joannes Antonius Mets, 18-8-1746.
Reinhout Metz, soldaat; overl. fort Lillo 25-11-1777.
Meul Frans Leo Meul, op 2-6-1780 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenoot van Brigitta de Potter, weduwe van Jan Peter Janssens. 1 1 RAB, DK, inv. 32, fol. 276, 2-6-1780.
Meulder, de Zie Mulder(s) (de).
Meulemans (Mulemans) 1.
Hendrick Meulemans, was in 1693 knecht op de boerderij van Adriaen Adriaenssen Huijser in de polder van Lillo (zie aldaar). 1
254
2.
Cornelis Meulemans, woonde in maart 1694 onder Lillo; komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 2 otr. (als j.m.) Halsteren (geref.) 28-3-1694, tr. ald. 25-4-1694 (met att. van Bergen op Zoom en Lillo) Elysabet de Kock, j.d., wonend op de Noordgeest (bij Bergen op Zoom).
3.
Guilielmus Meulemans (de Meulenaer), arbeider in de polder van Lillo in 1694; tot zijn fiscale huishouden behoorde toen ook Maria Meulemans, arbeidster (mog. identiek met nr. 3); 3 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-6-1701; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 26-7-1679 Maria Janssen; tr. (2) Anna van den Bosch; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Anna Meulemans, 26-2-1680; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 12-12-1680. Mattheus Meulemans, 13-1-1682; zie verder nr. 4. Cornelius Meulemans, 11-6-1686. Cornelius Meulemans, 11-3-1690.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: e. Anna Maria Meulemans, 7-7-1692; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-6-1696. f. Joanna Meulemans, 5-8-1695; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-9-1695. g. Catharina Meulemans, 23-10-1696. h. Maria Meulemans, 18-6-1699; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-5-1701. 4.
Mattheus Meulemans (zoon van nr. 3), was op 11-1-1724 de stiefvader van de twee kinderen van Catharina Goossens, weduwe van Jan de Smet; kreeg van de voogden van deze kinderen toestemming om een huis te Kallo te verkopen. 4
5.
Maria Mulemans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-9-1708; verm. identiek met Maria Molemans, vermeld als kleermaakster te Lillo-Zuidland op 16-10-1702. 5
6.
Catharina Mulemans (mog. identiek met nr. 3 g), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-21709.
1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 358. 2 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 3 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694.
255
4 ZA, RB, inv. 291, 11-1-1724. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Meulemeester (de) A. De familie van Daniel de Meulemeester 1.
Daniel de Meulemeester (Meulemaker), komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 1 kleermakersknecht in de polder van Lillo in 1694; 2 werd tijdens een vechtpartij in de polder van Lillo gewond aan zijn hoofd; de dader werd hiervoor veroordeeld en kreeg een boete van fl. 30; 3 vermeld als kleermaker te Lillo in 1712; 4 vermeld als kleermaker in LilloZuidland in mei 1715; 5 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-5-1724; tr. (1) Cornelia van Osta; zij stierf in het kraambed en werd op 4-5-1712 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 27-9-1712 Maria M(e)ijlemans, zij hertr. Wilhelmus Patrijs; (NB: aan beide huwelijken van Daniel de Meulemeester gingen mogelijk twee eerdere huwelijken vooraf; zie de halfzusters van nr. 1 b); uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e.
Maria de Meulemeester, 1-3-1701. Joannes de Meulemeester, 9-10-1705; zie verder nr. A 2.1. Henricus de Meulemeester, 28-10-1709; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 123-1711. Gerardus de Meulemeester, 28-10-1709; tweeling; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-41710. Cornelia de Meulemeester, 4-5-1712; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) juli 1712.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: f. Cornelius de Meulemeester, 5-11-1713; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-1-1714. g. Daniel de Meulemeester, 21-8-1715; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-12-1719. h. Petrus Joannes de Meulemeester, 14-2-1717; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 155-1740. i. Jacobus de Meulemeester, 18-12-1718; zie verder nr. A 2.2. j. Catharina de Meulemeester, 11-5-1720; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-9-1720. k. Maria Catharina de Meulemeester, 8-9-1721; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-4-1726. l. Anna de Meulemeester, 27-12-1722. m. Josephus de Meulemeester, 21-3-1724; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 19-12-1724. 2.1 Joannes de Meulemeester (zoon van nr. A 1), kreeg in 1747 een vergoeding van fl. 14 voor het vervoeren met zijn schip van 9000 ponden buskruit van het fort Frederik Hendrik naar het fort Lillo; 6 kreeg in dat jaar ook een vergoeding van fl. 148 voor het vervoer van vers water van Stabroek naar fort Lillo; 7 op 6-6-1752 vaandrig in de burgerwacht te Oud-Lillo; 8 testeerde te Lillo op 16-3-1754; 9 cijnsplichtig in Oud-Lillo op 11-7-1755; 10 testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 10-3-1726 en 15-3-1726 (aanvullend codicil); idem op 10-12-1743 11 als zijn halfzusters werden vermeld: Helena Kil en Anna Kentsers (?); begr. Lillo-Kruisweg
256
(r.k.) 8-2-1765; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 5-2-1726 Anna van Gestel; zij werd op 1412-1743 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 25-5-1751 Elizabeth Denissen; zij woonde als weduwe in 1774 in Oud-Lillo; 12 bezat op 9-6-1780 één rund; 13 zij werd op 21-2-1788 begr. (r.k.) te Lillo; uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 14 a.
Petrus Joannes de Meulemeester, 20-8-1751; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-101751. b. Maria Catharina de Meulemeester, 29-11-1752; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-91753. c. Maria Catharina de Meulemeester, 27-6-1754. d. Petrus Joannes de Meulemeester, 24-5-1756; zie verder nr. A 3. e. Daniel de Meulemeester, 20-8-1759. f. Joannes Baptist de Meulemeester, 29-3-1762; tweeling; verm. begr. LilloKruisweg (r.k.) 3-3-1764. g. Agnes de Meulemeester, 29-3-1762; tweeling; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 18-2-1783 Martinus de Meulder, landman in de polder van Lillo; zij hadden op 21-2-1784 een schuld van fl. 600 bij de moeder van Agnes. 15 h. Anna Cornelia de Meulemeester, 5-11-1764; haar voogden waren toen haar broers Pieter Jan en Daniel de Meulemeester; tr. r.k. Lillo 10-2-1789 Franciscus Janssens. Deze kinderen hadden op 27-1-1786 nog wat tegoed uit de boedel van Nicolaas Boogers en Joanna de Boei. 16 2.2 Jacobus (de) Meulemeester (zoon van nr. A 1), woonde aanvankelijk in het dorp Cruijsweg in de polder van Lillo, waar de dochters Anna en Maria Catharina geboren werden; was in 1741 kleermaker; 17 idem op 1-3-1749; 18 op 3-1-1749 verklaarde de pastoor van de parochie van Lillo dat zijn parochie zich zou ontfermen over de genoemde kinderen indien de ouders zouden overlijden of armoedig zouden worden (betrof dus een verklaring van indemniteit); 19 kocht op 25-10-1748 voor fl. 100 het huis “Amsterdam” in de Klinkerstraat te Lillo; 20 tijdens de beschietingen door Franse troepen van het fort Lillo in 1748 werd dit huis (op perceel nr. 65) ernstig beschadigd; 21 kreeg op 10-1-1749 toestemming voor een kleine tapnering te Lillo; 22 op 20-2-1752 beklaagde de chirurgijn van het wachtschip te Lillo zich over hem omdat hij zonder toestemming het baardscheren beoefende; 23 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 11-41741 Maria Mertens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Anna de Meulemeester, 1-4-1742. b. Maria Catharina de Meulemeester, 20-9-1743. c. Petrus Josephus de Meulemeester, 5-3-1745. d. Helena de Meulemeester, 5-10-1746. e. Antonius de Meulemeester, 6-10-1748; tweeling. f. Daniel de Meulemeester, 6-10-1748; tweeling; begraven Lillo 17-1-1748. g. Catharina Jacoba de Meulemeester, 17-9-1750. h. Eva de Meulemeester, 20-3-1752. Op 7-6-1746 en op 23-9-1747 werden twee van zijn kinderen begraven (r.k.) te LilloKruisweg.
257
3.
Petrus Joannes de Meulemeester (zoon van nr. A 2.1), kreeg op 26-4-1775 van de magistraat van Lillo een verklaring van goed gedrag; 24 eiste op 2-4-1779 terugbetaling door de weduwe van Cornelis Franck van een obligatie van fl. 100 die door zijn vader was verstrekt; 25 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 18-2-1783 Anna Catharina de Meulder, geb. Berendrecht ca. 1765 (18 jaar oud bij huwelijk); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b. c. d. e. f. g. h.
Elisabeth de Meulemeester, 19-11-1783. Daniel de Meulemeester, 28-9-1785; begr. Lillo (r.k.) 24-12-1786. Agnes de Meulemeester, 20-9-1787; begr. Lillo (r.k.) 16-9-1794. Maria Catharina de Meulemeester, 21-1-1790. Maria Catharina de Meulemeester, 21-1-1791. Cornelia de Meulemeester, 26-12-1791. Daniel de Meulemeester, 7-4-1793; begr. Lillo (r.k.) 16-1-1794. Joannes de Meulemeester, 26-5-1794; begr. Lillo (r.k.) 2-7-1794.
B. Overige personen met de naam De Meulemeester 1.
Daniel de Meulenmeester, vermeld als schipper te Lillo op 24-10-1686; 26 tr. N.N., dochter van Elisabeth Goosens, weduwe van N.N. de Mare, Jan Verbulck en Adriaen Boone.
2.
Jacoba de Meulemeester, geb. Lillo (mog. identiek met A 2.2. sub g); woonde in jan. 1773 in Antwerpen; otr. Ossendrecht (als j.d.) 2-1-1773, tr. ald. 17-1-1773 Johannes van Hien, j.m., geb. Antwerpen, toen wonend in Hoogerheide.
1 Parochiearchief van de Sint Benedictuskerk van Lillo-Fort, Lijst met de namen van de leden van “Het Godtvruchtig broederschap der geloovighe zielen in dese parochiale kercke van Lillo”. Deze lijst werd door pastoor Guillielmus Franciscus de Vriese voor het eerst opgesteld op 3 augustus 1692 en is nadien door hem en zijn opvolgers aangevuld. De door De Vriese genoteerde namen betreffen het tijdvak 1692-1708. Niet genoteerd werd wanneer de genoemden tot de parochie toetraden. Wel genoteerd werd de dag waarop de parochiaan geacht werd “eenige goede wercken tot laevenisse van de geloovighe zielen” te verrichten. Voorts werd bij sommigen aangetekend dat na hun overlijden (“aflijvigheijt”) een mis zou worden opgedragen, waarvoor 8 stuivers diende te worden betaald. 2 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 6 ZA, SZ, inv. 1377.1, brief van Jacobus Ermerins aan de GR d.d. 17-9-1747 met bijlage (“memorie”), behandeld door de GR op 20-9-1747. 7 Idem. 8 ZA, SZ, inv. 1934, 6-6-1752. 9 ZA, SZ, inv. 1968, fol. 24.
258
10 RAA, arch. Lillo, Oud-Lillo en Liefkenshoek, inv. 31. 11 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 12 RAA, arch. Lillo, inv. 51 b. 13 Idem. 14 RAA, arch. Lillo, inv. 23, fol. 140, 27-1-1786. 15 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1353. 16 ZA, SZ, inv. 1945, 27-1-1786. 17 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 18 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 26. 19 ZA, SZ, inv. 2013, 3-1-1749. 20 ZA, SZ, inv. 1976, 25-10-1748. 21 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 22 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 3. 23 ZA, SZ, inv. 1949, fol.14. 24 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 90. 25 ZA, SZ, inv. 1944, 2-4-1779. 26 ZA, SZ, inv. 694, 24-10-1686.
Meulen, van der Zie ook Vermeulen. 1.
Geert van der Meulen, verm. militair; tr. Anna Irp [?]; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacques, 21-8-1633; getuigen: de heer Jaques Rinzac, Philips de Campe, juffr. Machtelt van der Meulen en juffr. Madelene van Bomberge.
2.
Joos van der Meulen, op 26-2-1641 vermeld als soldaat in de compagnie van kapitein Orleans [David van Orliens]. 1
3.
Cornelis van der Meulen; zijn vrouw Sijken Jacobs is te Lillo-Zuidland vermeld op 265-1664. 2
4.
W. van der Meulen, vermeld als schipper op één van ’s lands waterschepen voor Lillo op 20-1-1703. 3
5.
Jeroen Joossen (Jansse) van der Meulen, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1732 tot 31-8-1736; 4 kwam op 14-4-1737 met een attestatie van de fortkerk van Lillo naar Zierikzee. 5
1 ZA, SZ, inv. 498, 26-2-1641, fol. 214. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.
259
3 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2524. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7622 en 7662. 5 GA Schouwen-Duiveland, arch. Herv. Gemeente Zierikzee, inv. 32.
Meulepas Angelus Franciscus Stephanus Meulepas, tr. r.k. Lillo 7-11-1786 Joanna Hippolitha Gregoire; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b. c. d. e. f. g.
Maria Hippolitha Meulepas, 22-11-1787. Eugenius Josephus Meulepas, 11-7-1789. Petrus Leopoldus Meulepas, 15-5-1791. Albertus Gregorius Meulepas,16-3-1794. Albertus Gregorius Meulepas, 13-3-1795; begr. Lillo (r.k.) 4-1-1797. Carolina Theresia Meulepas, begr. Lillo (r.k.) 30-12-1796. Constantia Regina Livina Meulepas, 14-1-1797.
Meur(en)s, Muerens Laurens Meur(en)s (Muerens), geb. Bergen op Zoom; doopgetuige Liefkenshoek 6-101643; was o.m. in 1645 en 1647 sergeant in de compagnie van Cabeljauw te Liefkenshoek; 1 tr. (1) Margrieta Gabriels; otr. (2) Zierikzee 11-8-1647, tr. Liefkenshoek Janneke Clocke, geb. Vosmeer, toen wonend in Zierikzee; doopgetuige Liefkenshoek 30-11650; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a.
Lauwereys Mueren, 24-4-1644; getuigen: Jan de Massater, Steven Sykaart [=Sicquart, Dirck Cornelis, Maria de Ridder, Dingene Aryssen en Anneken van Dam. b. Lauwereys Muerens, 2-7-1645; getuigen: Willem van Boschhuysen, Maarten Jordaans, Nelleken Dicks en Cornelia Huymans. Uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: c. Maria Muerens, 12-7-1648; getuigen: Maryn Coppens, Michiel Mets en Mayeken Muerens. d. Jacomeyntie Muerens, 15-8-1649; getuigen: Lieven Janse [gehuwd met Mayeken Muerens] en Anneken de Munck. e. Maria Meurens, 22-12-1652; getuigen: vaandrig Oliphant, Cornelis Jordaens en Maria de Ridder. f. Janneken Meurens, 30-8-1654; getuigen: Nicolaas Berkenbosch, Herman van Santen en Peryntie Meurens. g. Martinus Meurens, 1-7-1657; getuigen: Johan Pigghe, Janneke Maurens en Jacomyntie Klocke. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Meus(e) Zie Mees.
260
Meuyte Nicolaes Meuyte, luitenant in de Zeeuwse compagnie van Jacques de Buvry; verbleef met deze compagnie waarschijnlijk in 1597 in fort Lillo; werd 17-9-1604 benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie als opvolger van Serooskercke; 1 was in 1622 commandeur van Axel; is daar op 26-1-1622 vermeld als oom van Maria Coorens die toen huwde met Jacques de Buvry (zie De Buvry ad 1 d). 1 ZA, SZ, inv. 1668, fol. 216.
Mevius Herman(nus) Mevius, geb. Middelburg 9-3-1615; zoon van Herman Meeus(sen), schoolmeester te Middelburg, later te Lillo (1618-1635) en in Tholen (1636-1647) (zie aldaar); werd in de forten Kruisschans en Frederik-Hendrik als predikant gekozen op 5 juli 1639, nadat hij op 17 mei 1639 als proponent door de classis Tholen en Bergen op Zoom was aanvaard; 1 deze classis stemde met zijn benoeming in op 16-8-1639, nadat hij was geëxamineerd over de bijbeltekst Johannes 3 vers 16; 2 werd in december 1640 beroepen te Sint-Maartensdijk, waar hij begin 1641 zijn ambt aanvaardde; beklaagde zich op 17-8-1672 bij de Staten van Zeeland dat de krijgsraad van St. Maartensdijk hem wilde inzetten bij de versterking van dijken en fortificatiën en hem had opgedragen om wacht te lopen; in 1686 werd hij er emeritus en op 9 juli 1688 overleed hij aldaar, 73 jaar oud; tr. (1) Philippina Liens, geb. ca. 1612, verm. dochter van Hendrik Liens (dijkgraaf en burgemeester van St. Maartensdijk, geb. ald. ca. 1587, overl. aldaar 24-6-1639) en Abigael (mog. Digna) Couwenberg, dochter van Pieter Couwenberg en Heylwich Bogaert; 3 tr. (2) vóór 15-101669 Margarieta van Renialme; zij testeerde te St. Maartensdijk 15-10-1669; 4 uit het eerste huwelijk: a.
b.
Helena Mevius, geb. Lillo 2-2-1631; doopgetuige Tholen 13-10-1658, 28-10-1663 en 25-7-1685; 5 overl. Zierikzee 13-10-1694; otr. (1) Bergen op Zoom 8-11-1658, tr. (1) ald. 19-1-1659 Pieter van Nommer (Noemer), geb. Tholen, licentmeester te Bergen op Zoom 14-11-1662; tr. (2) Servaas Adriaanszn. van der Eijken. 6 Francina Mevius, geb. Lillo ca. 1634; begr. Tholen 6-10-1669; otr. Tholen (als j.d.) 2011-1654, tr. ald. 16-12-1654 Jan Jansen Strijdt, geb. Tholen (zoon van Jan Jansen Strijdt en Apollonia Anthonis), weduwnaar van Adriaantje Claessen Negenooghe, begr. Tholen 29-10-1671. 7
1 De Navorscher, 1883, p. 406-407. 2 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 3. 3 A. Romeijn, De stadsregering van Tholen (1577-1702), Giessen, 2001, p. 222. 4 GA Tholen, RAZE 5388, fol. 103. 5 Romeijn, op. cit., p. 246, 262 en 272. 6 P.D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795, Middelburg, 1931, p. 643; in deze bron wordt Helena Mevius per abuis vermeld als een zuster, in plaats van als een dochter van Herman(nus) Mevius. 7 Romeijn, op. cit., p. 233.
261
Meyer, de Zie Meijer(s), Meyer(s), Maeyer, (de).
Meyls Joannes Meyls, tr. Maria Peeters; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Catharina Meyls, 19-10-1691.
Meynentre Francis Meynentre, pachtte in 1737 samen met anderen een stuk land bij de redoute van Liefkenshoek. 1 1 ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 4, stukken betreffende de boedel van Evert Jan de Vassy.
Meyros Nicolaas Adriaansen Meyros, lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland namens de stad Middelburg 1596-1605; als zodanig vermeld te Lillo op 13-3-1598 en 2-10-1600. 1 1 ZA, SZ, inv. 474, fol. 28v, 13-3-1598 en inv. 474, 2-10-1600.
Micelis Jacob Micelis, werd op 24-3-1673 vanuit Vlissingen als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1 1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.
Michiel(sen(s)), Machielsen 1.
Michiel, kolonel; zie Michel Caulier.
1a Lodewijck Michielssen, was in juni 1586 grove greinwerker en soldaat in de compagnie van kapitein Geelkluijt te Lillo; werd op 3-6-1586 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg; tr. Berbel N.N.; uit dit huwelijk: 1 a. b.
Jan Michielssen. Willemque Michielssen (een dochter).
2.
Jacob Michielsse, geb. Rotterdam; was als kapitein werkzaam op diverse van ’s lands schepen (d.w.z. schepen van het gewest Zeeland) in 1599 en 1600. 2
3.
Michiel Michielse, turfdrager te Liefkenshoek in 1605; 3 verm. soldaat.
3a Bartel Magielssen, arbeider te Lillo in 1615; werd toen betaald voor het dragen van goederen uit het magazijn van het fort naar het havenhoofd; 4 verm. soldaat.
262
3b Jan Michiels, verm. militair; tr. Elysabet Jansen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
Janneken, 20-6-1626 (helft tweeling); getuigen: Jan de Cramer, Antony de Cramer, Siele Chrats en Siele Corstiaens. Hendricken, idem.
4.
Job Michielsz., timmerman te Zierikzee; op 19-10-1627 kreeg hij de tweede termijn voor de bouw van drie dubbele hutten met een gevangenhuis te Lillo; 5 op 3-2-1628 werd besloten hem de derde en laatste termijn uit te keren, indien zou blijken dat het werk behoorlijk was “opgenomen”. 6
4a
Gretien Michiels, ged. fort Lillo (vermeld te Liefkenshoek) 9-3-1631, 24 jaar oud en jonge dochter (ongehuwd).
5.
Jacob Michielsen, soldaat in de compagnie van Severijn Hoemaecker te Liefkenshoek; overl. vóór 18-10-1631. 7
5a Machiel Machielsen, woonde in Ouden Doel; tr. Barbelken Jacobs; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d. e.
Maria, 3-7-1633; getuigen: Jacob Eyens, Cornelis Gastelaar, Sara Verstraten en Neelken Arnouts. Jacob, 26-12-1636; getuigen: Jacob Jansen, Pieter Taen, Mayeken Aryaens en Mayeken Cornelis. Adriaen, 29-8-1638; getuigen: Jan Jacobs en Mayeken Joost; mog. identiek met 9a. Cornelis, 17-6-1640; getuigen: Hans van den Ende, Cornelis Jansen en Sara Jacobs. Maria, 25-12-1642; getuigen: Cornelis Dingemans, Pieter van Boom, Madalena de Witte en Sara Cornelis.
6.
Jan Michielsen, adelborst in de compagnie van kapitein Van der Muijden; op 2-3-1634 verzocht hij de Gec. Raden om uitbetaling van 7 maanden dienst op de Kruisschans in 1632; op 7-3-1634 werd besloten dat hij hiervoor een bedrag van ₤ 8-6-8 zou ontvangen. 8
6a
Coenraat Machielsen, verm. militair; tr. Janneken Annys; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Janneken, 6-1-1636; getuigen: Bredael [= mog. Beydael], Frans Pieters, Geertruyt Maliaarts en Adriaenken Pieters.
7.
Leendert Michielszn., was op 28-1-1637 knecht bij Dirck Blom, schipper op Lillo. 9
8.
Abraham Michielssen, op 7-11-1641 kreeg hij ₤ 226:11:6 voor het leveren van 8366 pond kaas voor de wintervoorraad van Lillo; 10 kreeg op 21-11-1642 £ 251 voor het
263
leveren van 500 pond Edammer meikazen ten behoeve van Lillo; 11-1644 kaas voor Lillo en Liefkenshoek. 12
11
leverde ook op 8-
8a Adryaen Machilse, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 13 8b Adriaan Machiels (Michiels), mog. identiek met nr. 8a; tr. Mayeken Somermans (ook: Roms); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d. e.
Cathalina, 19-3-1651; getuigen: Hans Schilders, Jan Servaes en Mayeke Kacke. Johan, 24-8-1653; getuigen: Aernout Coolman, Jan Lauereys en Catarina Jans. Machiel, 15-8-1655; getuigen: Jan Machielsen, Lambrecht Hoek en Lysebet Machielsen. Guillam, 18-2-1657; getuigen: Pauwels Lievensen en Neeltie Cornelis. Aelken, 23-12-1657; getuigen: Meerten Anthonissen en Aeltie Willemsen.
8c Floris Machielsen, tr. Jacomyntie de Bruyne; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Michiel, 29-11-1648; getuigen: Pieter Jacobsen en Dina Machielsen. b. Johannis, 17-3-1652; getuige: Cornelis Sicke. 8d
David Machielsen, tr. Maria Huybrechts (ook: Hoeckens); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Machiel, 1-11-1654; getuigen: Meerten Muyts en Neeltie Dirckx. b. Idem, 5-12-1655; getuigen: Meerten Lauweryssen en Pieternella, huisvr. van meester Leendertsen [Wadde]. c. Huybrecht, 22-9-1658; getuigen: Jan Pietersen de Min en Tenyntie Huybrechts.
8e Andries Michielsen, inwoner van Lillo-Zuidland op 9-7-1657. 14 8f Maggiel Maggielsen, tr. Maria Schoons Roms; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. 9. 9a
Machiel, 20-7-1659; getuigen: Machiel Senaes en Mayeken Caskens.
Pedro Michielsen, koopman te Antwerpen; bezat 10-11-1672 land te Doel. 15 Adriaen Michielsen, mog. identiek met nr. 5a ad c; tr. Mayeke Gillis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Michiel, 20-2-1661; getuigen: Michiel Michielsen, Pieter de Wolff en Adriaentie Jans.
10. Michiel Michielsen, zoon van Pieter Michielsen; kocht 18-3-1671 rente op land te Doel; 16 tr. ca. 1680 Joanna van Dijck, dochter van Merten van Dijck en Barbara de Vinalmont, weduwe van Adriaen Lenaerts; 17 zij hertr. vóór 6-5-1713 Jan
264
Houdenaede; 18 uit het huwelijk met Michiel Michielsen drie kinderen, w.o. Pieter en Adriaen Michielsen, als zonen vermeld op 6-5-1713. 19 11. Jan Machielsen, woonde 28-3-1672 in Lillo (= verm. Oud-Lillo); was r.k.; testeerde toen te Berendrecht. 20 12. Pieter Michielsen, vrijschipper te Lillo van zeker 14-5-1677 tot april 1692; vóór 24-3-1704. 22
21
overl.
12a N.N. Michielssens; zijn weduwe Tanneken Pauwels woonde in 1694 in de polder van Lillo, omschreven als arbeidster; tot haar huishouden behoorden toen haar kinderen: 23 a. b.
Jan Peeter Michielssens, toen ouder dan 15 jaar. Clara Michielssens, idem.
13. Gidion Michielsen, afkomstig uit Veere; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705. 24 14. Petrus (Peeter) Michielsen, als belastingplichtige in de polder van Lillo vermeld in 1718; 25 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-11-1720; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 11-1-1714 Josina van Sallen (Schelle). 15. Egbertus Michilsen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-2-1725. 16. Jacob Machielsen, tr. Maria de Vos (dochter van Boudewijn de Vos en Maria van Overbeke); uit dit huwelijk: 26 a.
Cornelis Machielsen, hij werd opgevoed door de armen van Lillo, vermeld op 166-1734. 27
17. Cornelius Michielsens, tr. Joanna van den Berghe; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a. b. c.
Elisabeth Michielsens, 11-5-1734; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-5-1764; tr. Franciscus Lenaerts. Maria Catharina Michielsens, 29-9-1735; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-5-1764; tr. Albertus Heijboers. Joannes Baptist Michielsens, 20-2-1737.
18. Jan Machielsens, schepen van Doel-Kieldrecht 1750-1761. 28 19. Jan Michielsen, had zuster Isabella Michielsen; overl. Doel-Kieldrecht vóór 4-10-1763; tr. (1) Agnes Blommaert; tr. (2) Maria Brijs, weduwe van Jan van Hessen en van Hendrik van de Brande; uit het eerste huwelijk: 29 a.
Pieter Jacob Michielsen.
265
b.
c.
Jan Hendrik Michielsen, woonde in Kieldrecht, overl. kort voor 8-10-1758; 30 tr. (1) Maria Catharina van Leugenhage (overl. Kieldrecht 24-6-1749); 31 tr. (2) Rosa DHollander. Maria Catharina Michielsen; tr. (1) Hendrik Mets; tr. (2) Pieter Roggeman.
20. Joannes Michielssen, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 25-2-1772 Maria Catharina Cleiren. 21. Jacobus Migielsen, geb. Hinkelenoord ca. 1758 (27 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. LilloKruisweg 26-4-1785 Anna Catharina de Bie, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 5-12-1763 (zie De Bye ad A 3). 22. Joannes Baptist Michielssen, geb. Zandvliet ca. 1755 (36 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. Lillo 1-3-1791 Anna Catharina Verhulst, geb. Huybergen ca. 1770 (21 jaar oud bij huwelijk). 23. Petrus Joannes Michilsen, geb. Oorderen ca. 1763 (29 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. Lillo 7-8-1792 Elisabeth Adriana Madereel, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 14-11-1758 (zie Madereels ad A 2); uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a. b.
Joanna Francisca Michielsens, 10-5-1794. Maria Elisabeth Michielsens, 5-11-1796.
24. Joanna Michielsen (mog. identiek met nr. 23a), begr. Lillo (r.k.) 26-3-1797. 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21. 2 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2450. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79350. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 205. 5 ZA, SZ, inv. 489, 19-10-1627. 6 ZA, SZ, inv. 490, 3-2-1628. 7 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 26, akte nr. 158. 8 ZA, SZ, inv. 494, 2-3-1634 en 7-3-1634, fol. 216 en 219. 9 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 151, akte 23, fol. 54. 10 ZA, SZ, inv. 498, 7-11-1641, fol. 380 v. 11 ZA, SZ, inv. 499, fol. 162 v. 12 ZA, SZ, inv. 500, 8-11-1644. 13 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843. 14 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 15 RAB, DK, inv. 15, fol. 245, 10-11-1672. 16 RAB, DK, inv. 15, fol. 216 v, 18-3-1671. 17 RAB, DK, inv. 19, fol. 99, 27-10-1692. 18 RAB, DK, inv. 22, fol. 79, 6-5-1713. 19 Idem.
266
20 Gens Brabantica, Jaarboek 1997, p. 165. 21 ZA, SZ, inv. 678, 14-5-1677; idem, inv. 700, 22-4-1692. 22 ZA, SZ, inv. 1931; idem, inv. 712, 24-3-1704. 23 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363 en 7383/7432. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 26 RAB, DK, inv. 24, fol. 251 v, 16-6-1734. 27 Idem. 28 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 29 RAB, DK, inv. 29, fol. 216, 4-10-1763. 30 Idem, fol. 44, 8-10-1758. 31 RAB, DK, inv. 26, fol. 239 v, 1-3-1751.
Middernacht Jacques Middernacht, kocht 10-5-1677 van Christiaen Janssens een huis te Doel bij het kerkhof. 1 1 RAB, DK, inv. 15, fol. 353 v, 10-5-1677.
Midy Thomas Midy, was op 7-11-1669 65 jaar oud; was soldaat in de compagnie van kapitein De la Forest die toen in Lillo en Liefkenshoek verbleef; werd toen aangesteld als appointé (= oude en/of verminkte soldaat). 1 1 ZA, SZ, inv. 665, 7-11-1669.
Mie, van Jan van Mie, werd op 11-7-1749 te Lillo als burger toegelaten; was toen timmermansbaas. 1 1 ZA, SZ, inv. 1933.
Miegem (Migom), van (deze familienaam verwijst mogelijk naar het plaatsje Meigem, oostelijk van Gent) 1.
Anthony van Miegem, griffier van Kruibeke; verkocht op 3-3-1692 geërfd land te Doel; tr. Maria van Ardenbodegem. 1
2.
Dielis (Egidius) Janse van Migom, geb. onder Lillo; otr. Steenbergen (geref.) 20-11703, met att. naar Nieuw-Vossemeer 4-2-1703 Sijken Jansen (ofwel: Lucia Johannes),
267
geb. onder Steenbergen, toen wonend onder Nieuw-Vossemeer; uit dit huw. r.k. ged. Steenbergen: a. Anna van Migem, 21-11-1724. 3.
N.N. van Miegem, overl. vóór 14-5-1708; tr. Hendrica Pietersen; zij hertr. Christiaen van der Heyden; uit dit huwelijk: 2 a.
4.
Maria van Miegem, tr. David Verroken.
Joos van Miegom, overl. Doel in 1733; tr. Adriana Kiemans, overl. Doel voor 23-31737; 3 zij hertr. Gillis Verbeelen; uit dit huwelijk: 4 a. Joos van Miegom. b. Elisabet van Miegom. Hun voogden waren Jan Perdaen (tr. Maria van Miegom) en Gijsbrecht Kiemans.
5.
Jacob van Miegem, zoon van Michiel van Miegem; woonde in Doel; overl. kort voor 31-12-1745; 5 tr. (1) Katelijne Severeyns, overl. Doel kort voor 5-1-1739 (staten van goed); tr. (2) Katelijne Staes, overl. Doel 1-5-1744; 6 tr. (3) Katelijne van Camp; 7 uit het tweede huwelijk: 8 a. Maria Catharina van Miegem, tr. Pieter Peters Loos. 9 b. Jozef van Miegem. Hun voogden waren Jan Baptist Staes en David Cornelis van Miegem.
1 RAB, DK, inv. 19, fol. 27 v, 3-3-1692. 2 RAB, DK, inv. 21, fol. 116, 14-5-1708. 3 Boedelrekening: RAB, DK, inv. 25, fol. 154, 23-11-1737. 4 RAB, DK, inv. 25, fol. 116, 23-3-1737. 5 RAB, DK, inv. 27, fol. 58, 31-12-1745. 6 Idem, fol. 48, 7-11-1744. 7 Idem, fol. 58, 31-12-1745. 8 Idem, fol. 48, 7-11-1744. 9 RAB, DK, inv. 35, fol. 81, 20-6-1789.
Mierlo, van Christophorus van Mierlo, tr. Gerdina van Gaelen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Laurentius van Mierlo, 9-11-1754. Bernardus Antonius van Mierlo, 4-7-1757.
Mierou Joseph Mierou, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 26-10-1735.
268
Miers Jan Miers, overl. vóór juni 1744; zijn erfgenamen verpachtten in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Matthijs Bresseleirs. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h.
Migro, van Jan van Migro, visser te Antwerpen; beklaagde zich er in augustus 1684 over dat hem door de commiezen van Lillo was verboden om in de Schelde en aangrenzende wateren te vissen, hoewel hij hiervoor toestemming had van de hertog van Arenberg. 1 1 ZA, SZ, inv. 692, 1-8-1684.
Mihlheim Joannis Georgi Mihlheim, was in april 1757 militair in Liefkenshoek; tr. Hermina Stockmans; uit dit huw. r.k. ged. Doel: a. Anna Barbara Mihlheim, 26-4-1757; getuigen: Petrus Fransens en Hendrica Hekters [?].
Mijlemans Zie M(e)ijlemans.
Mijll, van der Jan Nicolaas van der Mijll, benoemd tot extra-ordinaris ingenieur in de Dienst der Fortificatiën van de Republiek op 8-9-1769 en bevorderd tot eerste luitenant-ingenieur op 10-10-1777; 1 vermeld als luitenant-ingenieur in het garnizoen te Lillo vanaf 27-11-1784; arriveerde daar vanuit Venlo; 2 verrichtte in de periode 27-11-1784 tot en met 14-4-1785 inspectie-werkzaamheden te Liefkenshoek i.v.m. het herstellen en vernieuwen van de fortificatie aldaar en het maken van nieuwe kazematten en kruitmagazijnen; hij declareerde 39 pond Vlaams (2 guldens per dag); deze declaratie werd goedgekeurd door A.W. Kiers, majoor-ingenieur (zie aldaar); 3 ontslagen als luitenant-ingenieur in april 1785. 4 1 Ringoir, 1980, p. 40. Een verre voorvader van hem is (beroepsmatig bezien) vermoedelijk Engelbert van der Mijll die op 26-11-1641 door de Raad van State werd benoemd tot contrerolleur van de fortificatiewerken van de Republiek (NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1527, fol. 33 v). Hij is verm. voorts verwant met Jan Hendrik van der Mijll, benoemd tot kapitein in de compagnie van luitenant-kolonel De la Croix in het tweede bataljon van het regiment mariniers van kolonel Douglas op 29-12-1774 (ZA, SZ, inv. 1673, fol. 246 v). Deze otr. (als j.m.) Bergen op Zoom 22-11-1765, tr. ald. 4-12-1765 Adriana Michels, j.d., geb. Den Haag. 2 ZA, SZ, inv. 1420, brief van A.W. Kiers aan de GR van Zeeland d.d. 27-11-1784. 3 ZA, SZ, inv. 1421; de declaratie d.d. 15-4-1785 werd behandeld door de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 5-5-1785. 4 www.milwiki.nl/dutchregiments (Genie Regiment 688a).
269
Mijnaer Jaque Mijnaer, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 7; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Mijnekens, Mijnicus 1.
Andries Mijnicus, eiste op 18-6-1663 betaling van een verkochte koe te Oud-Lillo; op 10-5-1666 omschreven als Andries Dominicus. 1
2. Cornelis Mijnekens, als belastingplichtige in de polder van Lillo vermeld in 1718. 2 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718.
Mijnendonck Andreas (Andries) Mijnendonck, vermeld als inwoner van Lillo-Kruisweg op 26-3-1675 en als deskundige tijdens een proces te Lillo-Zuidland op 27-1-1681; 1 kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland; 2 verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-5-1682; tr. Elisabeth Daems; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Guilielmus Mijnendonck, 31-1-1677. Andreas Mijnendonck, 10-11-1678. Catharina Mijnendonck, 5-10-1680; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-10-1680.
Voogd van de kinderen was (op 20-3-1695) Franchois Daems. 3 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27 en 28. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Mik Joris Mik, soldaat; op 9-4-1742 werd te Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn dochter Elisabet Mik begraven.
Miliore Jan Jaque Miliore, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 9; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Miller 2. Sebastianus Miller, verm. militair; tr. Barbara Tillin; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg:
270
a. Gaspar Miller, 20-9-1754. 2. Adam Miller, was in 1751 militair in Liefkenshoek; tr. Gertrudis Costen; uit dit huw. r.k. ged. Doel: a. Alexandria Miller, 21-9-1751; getuigen: Alexander de Geltmeijer en Maria Cornelia Ampsens.
Min, de 1.
Jan Pietersen de Min; tr. Neelken Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Johannis de Min, 5-10-1659; getuigen: Jan Cornelissen Verburgt, Leunis Pieters en Catarina Pieters.
2.
Catalyntie Pieters de Min; van haar werd te Liefkenshoek op 16-4-1674 zoon Isaak gedoopt; getuige: Cornelia Pieters; de naam van de vader is niet bekend.
3.
Jan de Min; tr. Cornelia Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
4.
Adriantie de Min, 14-4-1676; getuigen: Ary Leunis, Jan Thomas Brom en Cornelia Pieters; begr. Doel juli 1703 (met het beste doodskleed); waarvoor aan de diaconie van Liefkenshoek 5 schellingen werd betaald; 1 tr. Merten Mertensen, overl. Doel vóór 10-10-1704. 2
Jan de Min, woonde in Doel en later in Steenbergen; had op 30-1-1681 een schuld bij Geeme Foppen; 3 hij verklaarde op 1-1-1699 (hij was toen landman in de Aanwas- of Sint Ontcommerpolder te Steenbergen) dat hij onvermogend was om deze schuld ad fl. 1100 af te betalen, maar hij zegde toe om aan de erfgenamen van Foppen uiterlijk in 1703 fl. 600 terug te betalen; getuigen bij de opstelling van de desbetreffende notarisakte waren Cornelis Gastelaar en Cent Dronckers; 4 tr. Livijne Henricx, dochter van Pieter Henricx en Clara Pauwels, kleindochter van Joos Hendricx, afkomstig uit Aaltert bij Aalst; 5 uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Cornelia de Min, 9-3-1681; getuigen: Jan van Schaveren [= mog. Kerschaveren; zie ald.], Joost Bomput en Cornelia Bommelaars. Waarschijnlijk hertrouwde Jan de Min met Adriaentje Bil; uit dit huw. ged. Steenbergen: b. Cornelia de Min, 22-11-1699; getuigen: Grietje Jansse en Laureijs de Sout; zij was doopgetuige in Steenbergen 17-11-1754.
5.
Jannetje Jans de Min, geb. Doel, verm. dochter nr. 3 of 4 (die mogelijk identiek zijn); woonde in okt. 1694 onder Tholen; otr. ald. als j.d. 6-10-1694, tr. ald. 3-11-1694 Cornelis Thomasse, geb. Tholen, weduwnaar van Matie Jans; tot de trouwgetuigen behoorden Jan de Min en Pieternella Jans de Min.
271
6.
Jan de Min, mog. identiek met nr. 4; tr. Vyntie Kuningh; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jannes de Min, 11-1-1682; getuigen: Joos Jacobsen, Ary Dronkers en Heyltie van den Ende.
1 ZA, RB, inv. 276. 2 RAB, DK, inv. 20, fol. 200. 3 RAB, DK, inv. 16, fol. 67. 4 MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 57, 1-1-1699, fol. 101-101 v. 5 RAB, DK, inv. 16, fol. 185 v.
Mindonck Lieven Janssen Mindonck, werd in 1633 te Lillo als schipper betaald. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79870.
Mingnot Zie Minjot.
Minjon (Mion) 1.
Marijn Minjon, op 8-6-1682 onderhield hij (verm. te Doel) de wezen van Jan Blondeel en Elisabet de Bruyn. 1
2.
Frans Minjon, overl. Ouden Doel 19-1-1691; tr. (1) Elisabet Geertsens; tr. (2) Elisabet de Backer; uit het eerste huwelijk: 2 a.
Joos Minjon.
uit het tweede huwelijk: b. Gillis Minjon, zie verder nr. 3. c. Joanna (Janneke) Minjon, overl. Doel-Kieldrecht kort voor 17-6-1705; tr. (1) Michiel Buyens (overl. te Kallo); tr. (2) Gillis Pijl. 3 3.
Gillis Minjon (zoon van nr. 2), overl. Doel in 1704; tr. Katelijne van Puyvelde, overl. Doel in 1704; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 15-5-1705): 4 a. Frans Minjon, 9 jaar. b. Anneken Minjon, 8 jaar. Hun voogden waren Gillis van Puyvelde en Gillis Pijl.
4.
Anna Mion, woonde in 1709 in het gezin van Pieter Verbocht in de polder van Lillo; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-8-1718.
1 RAB, DK, inv. 16, fol. 168 v, 8-6-1682.
272
5
2 RAB, DK, inv. 18, fol. 292, 6-3-1691. 3 RAB, DK, inv. 20, fol. 238, 17-6-1705. 4 Idem, fol. 219, 15-5-1705. 5 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.
Minjot (Mingnot) Franciscus Hubertus Minjot (Mingnot), soldaat; tr. Isabella Drijvoet; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Maria Margaretha Minjot, 23-10-1737; begr. Lillo 12-12-1740. Jacoba Minjot, 7-12-1739. Jacobus Minjot, begr. Lillo 5-11-1740. Anna Carline Minjot, begr. Lillo 1-8-1741.
Minnaar, Minnaert 1.
Joos Jacobszn. Minnaert, zoon van de chirurgijn Jacob Jacobszn. Minnaert en Huybrechtken Coldeways; 1 was in 1621 chirurgijn in de compagnie van kapitein Ghistelles te Liefkenshoek; vermeld in een notarisakte te Goes in 1620; 2 overl. Kapelle 1626; 3 tr. Sara Dignusse; uit dit huwelijk, met hun leeftijd op 2-5-1626: b. c. d.
2.
Johannes Minnaert, 5 jaar. Jacob Minnaert, 3 jaar. Digneken Minnaert, 1 jaar.
Simon Jacobse Minnaar, geb. Yerseke, verm. zoon van Jacob Simonszn. Minnaert, vermeld als voogd te Ovezande op 25-5-1647; 4 woonde in Doel (1654, 1657); otr. (1) Liefkenshoek 14-3-1654, tr. (1) aldaar 12-4-1654 Tanneke Lowijs Bellekens, geb. Hoboke; otr. (2) Liefkenshoek 13-1-1657, tr. (2) aldaar 11-2-1657 Cornelia Gastelaars, weduwe van Pieter Cornelisse; uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacob Minnaart, 23-12-1657; getuigen: Cornelis Minnaart, Simon Geensen, Adriaentie Minnaarts en Mayeken Vaen. b. Theuntie Minnaart, 20-4-1659; getuigen: Adriaen Matthysen en Christina Geen van der Lynt. c. Jacob Minnaart, 13-6-1660; getuigen: Marinus Jacobsen en Pieternella Vaen. d. Cornelis Minnaart, 25-12-1661; getuigen: Cornelis Gys, Elisabet Gastelaars en Neelken Minnaart.
3.
Niklaes Minnaert, bezat een huis in de Noordvoorstraat te Doel; woonde daar op 6-41648 met zijn eerste echtgenote; overl. vóór 12-9-1684; 5 tr. (1) Sara Thits; tr. (2) Anna van Loo; uit een of beide huwelijken: 6 a. b.
Maria Anna Minnaert, tr. Jacob Schoof. Niklaes Minnaert, meerderjarig en innocent op 12-9-1684; zijn voogd was toen Reynier van Loo.
273
1 Met dank aan P.A. Harthoorn die mij hierop attendeerde. 2 GA Goes, RAZE 2050, 1621; zie ook: ZA, Gen. Afsch. 304, p. 121. 3 RAZE 2955, 2-5-1626. 4 RAZE 3419, fol. 164 v. 5 RAB, DK, inv. 17, fol. 91, 12-9-1684. 6 Idem.
Minne (De Min) 1.
Pieter Minne (de Min), verm. militair; tr. Adewyn Jans; uit dit huwelijk: a. Claeyken Minne, ged. Liefkenshoek 11-3-1635; getuigen: Cornelis Aertssen, Denys Hendricx, Mayeken Vaen en Aeriaentgen Bastiaens. b. Bastiaentie Minne, ged. Liefkenshoek 16-8-1637; getuigen: Geeraert Vaen, Mathys van Eerbrugge, Janneken Meulenaar, Janneken Boenders en Janneken Aerts. Uit dit huw. ged. fort St. Anna in de Polder van Namen: c. Martijntie de Min, geb. 22-7-1646; doopgetuigen: Johannis van de Velde, Cornelis ?, Soetie Cornelis en Tanneken Geerits.
2.
Huibregt Adriaan (Samuel) Minne, geb. Sluis ca. 1707 (12 jaar oud op 20-10-1719), zoon van Nicolaes Minne en diens tweede echtgenote Johanna Bijbau; 1 schoolmeester te Veere in 1725 tot zijn vertrek naar Liefkenshoek; 2 vanaf oktober 1732 tot ca. mei 1743 werkzaam als schoolmeester en voorzanger te Liefkenshoek; zijn benoeming werd op 7-10-1732 door de classis Tholen en Bergen op Zoom goedgekeurd, nadat hij met succes het toelatingsexamen had afgelegd; 3 vermeld als klokkensteller te Liefkenshoek in 1733 toen hij £ 1:1:8 ontving voor het smeren en het verhangen van de bakken van het uurwerk op de kerktoren; 4 op 11-6-1737 klaagde de commandeur van Lillo-Liefkenshoek zich bij de Gecommitteerde Raden van Zeeland over zijn functioneren; 5 op 13-3-1743 verzocht de kerkenraad van Liefkenshoek om toestemming van de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een vordering (“pretentie”) op hem van zijn traktement te mogen inhouden; 6 op 13-5-1743 is genoteerd dat Minne met achterlating van zijn kinderen van Liefkenshoek was vertrokken (NB: Minne werd omstreeks 1741 weduwnaar); 7 besloten werd een opvolger te zoeken; op 20-5-1743 besloten de Gecommitteerde Raden van Zeeland om bij gebrek aan een “bekwaam subject” nog geen opvolger te benoemen; 8 Minne bleek in 1743 door de kerkenraad van Liefkenshoek te zijn “gedeporteerd” en gecensureerd als lidmaat vanwege “ergerlijk gedrag”; Minne vertrok in 1743 vanuit Liefkenshoek naar Brigdamme waar hij in oktober 1743 woonde; 9 daarna woonde hij tot ca. 1745 in ’s Heer-Hendrikskinderen; vanaf ca. 1745 was hij chirurgijn te Baarland; op 1-3-1747 berichtte de predikant van Liefkenshoek aan de kerkenraad van Baarland dat Minne in 1743 was gedeporteerd vanwege wangedrag inzake zijn diensten als schoolmeester, kwade bejegeningen van de kerkenraad en omdat hij tot tweemaal toe zijn kinderen had verlaten zodat die door de diaconie (van Liefkenshoek) moesten worden onderhouden; de predikant achtte Minne “in verscheijde opsigten gantsch ongeschikt”;
274
hij berichtte ook nog dat een kind van Minne gedurende enkele weken ongedoopt was, omdat Minne er niet in was geslaagd om doopgetuigen te vinden; 10 Minne verzocht de kerkenraad aldaar een- en andermaal om weer als lidmaat te worden aangenomen; 11 de kerkenraad aldaar aarzelde om dit verzoek in te willigen en wendde zich hierover op 75-1748 tot de classis Zuid-Beveland; gewezen werd op “zeer schandelijke getuijgenissen van den kerkenraad van Liefkenshoek” en op het feit dat Minne “zeer onagtsaam is in ’t waarneemen van den openbaren Godsdienst”; Minne wendde zich toen eveneens tot de classis met een uitvoerige brief, waarin hij trachtte om de tegen hem ingebrachte beschuldigingen betreffende zijn functioneren en gedrag te Liefkenshoek te weerleggen; daaruit blijkt o.m. dat er een onwerkbare verhouding bestond tussen Minne en de toenmalige predikant van Liefkenshoek, Renatus Stenhuys; 12 uiteindelijk werd Minne in Baarland niet als lidmaat van de gereformeerde kerk aanvaard; hij solliciteerde in 1750 vergeefs naar de functie van stadsschoolmeester te Veere; 13 woonde eind 1758 in Grijpskerke en in mei 1759 in Meliskerke, waar hij eveneens chirurgijn was; werd daar op 31-8-1759 “na voorgaande beproeving” weer aangenomen als lidmaat van de gereformeerde kerk; 14 bleef ook daar slechts kort; op 13-2-1763 namelijk liet zijn opvolger te Meliskerke (i.c. Jan Plomp) een kind dopen; tr. (1) Anna Portes, overl. ca. 1741; otr. (2) Sint Laurens 1210-1743, tr. aldaar 27-10-1743 Ida Admiraal, j.d., geb. Prinsenland, waarsch. dochter van Cornelis Admiraal; zij kwam in 1758 met attestatie naar Grijpskerke en vertrok in mei 1759 met attestatie naar Meliskerke; uit het eerste huwelijk: a. N.N., vermeld te Liefkenshoek in 1743. b. Idem. uit het tweede huwelijk: c. Augustus Johannis Minne, ged. Baarland 3-10-1745; getuigen: Augustus Godlos van Leeuwen en Anna Helena Rivero. d. Nicolaas Hamathdor Minne, ged. Baarland 19-3-1747; getuige: de vader. e. Adriana Minne, ged. Baarland 29-1-1751; getuigen: Jan Lavoij en Anna Pieters. f. Nicolaas Minne, ged. Baarland 9-7-1752; getuige: de moeder. g. Jacobus Minne, ged. Baarland 13-10-1754; getuigen: Nicolaas Schippers en Johanna Paulussen Onderdijk. h. Cornelis Minne, ged. Grijpskerke 17-12-1758; doopgetuigen: Mattheus Tuinman en Catharina Verschuur. i. Johanna Adriana Minne, ged. Meliskerke 20-3-1760 (er waren geen doopgetuigen). j. Johanna Minne, ged. Meliskerke 27-4-1761; doopgetuige: Jacomijntje Coole. 1 Veelal is hij met twee voornamen vermeld (Huibregt en Adriaan); bij de inschrijving van zijn tweede huwelijk (op 12-10-1743 te Sint Laurens) en bij de doop van zijn kinderen te Baarland is een derde voornaam genoteerd: Samuel. Zijn ouders en zijn leeftijd zijn vermeld in een weesakte te Sluis, na het overlijden van zijn vader op 10-41719; zijn moeder overleed eerder en wel op 7-11-1716 (ZA, Weeskamer Sluis, inv. 1820 B-28, staat en inv. 2010-1719; idem, inv. 1820 C-2, 28-10-1720; idem, inv. 1820 D-31, 21-7-1726; idem, inv. 1820 E-3, 24-12-1728; idem, inv. 1821-2-25, 1-10-1731; idem, inv. 1822-22, 2-8-1734. 2 ZA, arch. Stad Veere, inv. 15, 30-12-1724 en 20-1-1725.
275
3 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 7, 7-10-1732. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81170, fol. 59 v.; voor zijn werk als klokkesteller te Liefkenshoek werd hij ook betaald in o.m. 1735 (81190, fol. 56), 1736 (81200, fol. 56), 1737 (81210, fol. 60), 1738 (81220, fol. 55 v), 1740 (81240, fol. 59) en 1741 (81250, fol. 62 v). 5 ZA, SZ, inv. 788. 6 ZA, SZ, inv. 790, fol. 38. 7 ZA, SZ, inv. 790, fol. 39. 8 ZA, SZ, inv. 790. 9 ZA, Trouwboek Sint Laurens, 12-10-1743. 10 ZA, archief classis Zuid-Beveland, inv. 19. 11 Idem, inv. 10, o.m. 7-5-1748. 12 Idem, inv. 33. 13 ZA, arch. Stad Veere, inv. 354, 15-1-1750. 14 ZA, arch. Herv. Gemeente Meliskerke, inv. nr. 2.
Minnewit Pieter Minnewit, verm. soldaat; werd in 1640 te Lillo betaald voor turfdragen. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80000.
Mion Zie Minjon.
Mirevoorden, van Petronilla van Mirevoorden, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-5-1701.
Mischau (Mischou) Cornelia Mischau (Mischou), was in 1755 meid op de boerderij van Cornelis de Roos in Lillo-Zuidland. 1 1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
Miseroij Dirk Miseroij, geb. Amsterdam; was als meester [= chirurgijn] werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1747 en 1748. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7773 en 7783.
Miseur Judocus Miseur, tr. Maria van den Heuvel; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
276
a.
Cornelius Miseur, 14-12-1754.
Mittendorp Jan Mittendorp, overl. Doel-Kieldrecht vóór 13-11-1684; tr. Margriet Cornelis; de voogden van hun kinderen verkochten op 13-11-1684 land te Doel aan Gerard Volmerincx; uit dit huwelijk: 1 a. Jan Mittendorp. b. Tobias Mittendorp. Hun voogden waren Isaac van Steenbergen (woonde in 1684 in Middelburg) en Jan Blondel. 1 RAB, DK, inv. 17, fol. 93 v, 13-11-1684.
Mittillo (Mitello), de Marco de Mittillo (Mitello), geb. Ragoese; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1703. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7343.
Mock 1.
Pieter Mock, tr. Maria Willemse Visser, dochter van Willem Jansen Visser en Katelijne Geertsen Roose (zie aldaar); zij hertr. Huibrecht (Huibert) Korneliszn. Verduin (Verduijnen) (zie aldaar); uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1707 tot 17-11-1715]: a. Willem Mock, 18-4-1705; getuigen: Fransoys Eyens en Janneken Thomas Brom. b. Catryn Mock, 24-4-1706; getuigen: Samuel Cornelissen en Elisabet Eyens. c. Pieter Mock, vermeld als 4 jaar oud op 14-2-1718; zijn voogden waren Jan Thomasse Brom en Cornelis Verduijnen. 1
2.
Piet Mock, verm. identiek met 1 c; op 24-7-1728 werd hij onderhouden door Jan Dronckaert die van de diaconie te Liefkenshoek voor twee maanden kostgeld fl. 8, 6 stuivers en 8 penningen ontving. 2
1 RAB, DK, inv. 22 (nieuw: 777), fol. 243 v. 2 ZA, RB, inv. 278, 24-7-1728.
Moedersoon Jan Moedersoon, afkomstig uit Lillo; vertrok op 13-5-1685 met het VOC-schip “Boswijk” als koksmaat naar Batavia; kwam daar 4-2-1686 aan. 1 1 NA, VOC-arch., inv. 12233, fol. 1.
277
Moeje (Moey, de) 1.
Helena de Moey, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-5-1702.
2.
Janne (Tanne) Moeje, voor haar begrafenis te Doel werd in december 1703 aan de diaconie van Liefkenshoek 8 schellingen en 4 groten Vlaams betaald (toen een kostbare begrafenis), met gebruik van het beste doodskleed (“de eerste die daermede is begraven”; er was toen net een nieuw doodskleed aangeschaft). 1
3.
Jacobus de Moey, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 7-4-1739 Elisabeth Bogaerts.
1 ZA, RB, inv. 276.
Moelants Servaes Moelants, op 20-3-1661 te Doel vermeld met echtgenote i.v.m. de verkoop van land; 1 kocht op 17-5-1677 van Jan Bismans een huis in de Zuidvoorstraat te Doel; 2 overl. vóór 15-11-1688; 3 tr. Anna van Bocxem (was weduwe van N.N. Smeyers en hertr. met Reynier van Stijnen, Verstijnen); zij woonde op 15-11-1688 nog in Doel; zij overleed kort voor 17-11-1708; 4 uit dit huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-111674]: 5 a.
Elisabet Moelants, ged. Liefkenshoek 22-2-1660; getuigen: Guillelmus Vaen en Elisabet van Boxem; overl. Doel 31-3-1690; tr. Joris Timmermans. 6 b. Jan Moelants, 18 jaar oud op 22-4-1686. c. Pieter Moelants, 14 jaar op 22-4-1686. Voogd van de twee laatstgenoemde kinderen was op 15-11-1688 hun stiefbroer Anthony Smeyers. 1 RAB, DK, inv. 15, fol. 106 v, 20-3-1661. 2 Idem, fol. 353, 17-5-1677. 3 RAB, DK, inv. 18, fol. 102 v, 15-11-1688. 4 RAB, DK, inv. 21, fol. 135, 17-11-1708. 5 RAB, DK, inv. 17, fol. 187, 22-4-1686. 6 RAB, DK, inv. 18, fol. 255 v, 4-11-1690.
Moelen, van der Hendrik van der Moelen (Meulen), ged. Bergen op Zoom 25-1-1614 (getuigen: Danckaert Basyn (rentmeester), Jaques Anthonis en Truytken Huijbrechts), zoon van Cornelis van der Moelen (griffier) en Marie Bazyn; 12-8-1648 omschreven als edelman onder Ruijsch; 1 was in september 1657 vaandrig van de kapitein en commandeur De Bonte in het garnizoen op het fort Frederik Hendrik [omschreven als het Frederix fort]; doopgetuige Bergen op Zoom 11-11-1661; otr. Bergen op Zoom (omschreven als jonkheer) 14-9-1657, tr. aldaar 2-101657 Catharina Bollaert, j.d. van Bergen op Zoom.
278
1 Was toen getuige bij de opstelling van een notarisakte betreffende de nalatenschap van Cornelis Snouck, commandeur van het fort Frederik Hendrik (MHC Bergen op Zoom, not. arch. 43, akte 102). Ruijsch is vermoedelijk kapitein Willem Ruysch.
Moelijker Dingeman Moelijker, was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-7-1763 tot 4-3-1764. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7943. Hij behoort zeer waarschijnlijk tot het Zeeuwse geslacht Moelker; zie hiervoor ZA, collectie Zeeuwse Genealogieën, nr. 762.
Moens 1.
Robert Moens, schipper; bezat op 16-6-1622 een zeilschuit; toen vermeld te Lillo. 1
2.
Francois Moens, deelde de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 20-5-1624 mee dat hij bij de pensionaris geweest was en dat hij voornemens was in den Doel te gaan wonen. 2
3.
Jan Moens, schuitman; op 15-8-1631 omschreven als jongeman wonende te Lillo toen hem door de Gec. Raden werd toegestaan om voor zes maanden het veer van den Doel op Antwerpen te bedienen i.p.v. Maerten de Ruijter; 3 op 12-2-1632, 18-5-1632, 8-101632 en 3-10-1633 werd hem wederom toegestaan, toen telkens voor drie maanden, om het veer van den Doel op Antwerpen te bedienen; 4 was bediener van het ‘cleijnveer’ van Doel naar Lillo en Liefkenshoek; werd op 18-7-1636 als bediener van dit veer vervangen door Isaacq Jacobsz; 5 hij werd op 4-5-1638 te Doel doodgeslagen door Spaanse soldaten uit Zandvliet; hij liet een vrouw en kleine kinderen achter; 6 tr. Mayeken Laliers; zij hertr. 1642 David Cornelissen Verstraten (zie ald.) en overl. vóór 1647; uit dit huw.: a. Cornelis Moens, 10-1-1637, ged. Liefkenshoek; getuigen: David Charels, Cornelis Symoens, Machiel Laliers en Leynken Huybrechts. b. (mog.) Anneken Moens; tr. Isebrand Pieters (zie aldaar). c. (mog.) Geertruyt Moens; tr. Leendert van Uffelen (zie aldaar).
4.
Cornelis Moens, geb. Lillo, verm. broer van nr. 2; was in 1633, 1634 en 1648 ordinaris roeier te Lillo; 7 op 20-6-1634 samen met Dignus Jansen vermeld als ‘schuijtluyden te Lillo’, toen hen door de Gec. Raden werd toegestaan hun veerdienst tussen Lillo, Liefkenshoek en andere forten voor de tijd van een jaar te continueren, op voorwaarde dat zij de inkomsten half om half zouden verdelen; 8 in 1636 vermeld als schipper; vervoerde toen vrachten naar de forten Hoogerwerf, St. Anna en Cruysschans; 9 op 149-1637 verzocht hij de Gec. Raden om zijn diensten als roeier te mogen continueren; 10 op 9-11-1637 werd dit door de Gec. Raden met het zweren van de eed en het betalen van de borg tot nader order toegestaan; 11 woonde in 1640 in Lillo; overl. op of
279
omstreeks 15-11-1653; 12 otr. Liefkenshoek 14-1-1640 Maria de Witte, geb. te Doel; doopgetuige Liefkenshoek 24-12-1656, omschreven als weduwe van Cor Moens. 5.
Jacobus Moens, geb. Lillo; matroos op schepen van de Admiraliteit van Zeeland op 110-1665 en 1-6-1666. 13
6.
Francois Moens, geb. Gent; medisch doctor te Middelburg; 14 ouderling en diaken in de geref. kerk te Middelburg 1641-1662; 15 vermeld als “barbier” in de polder van Namen 16 op 14-6-1652; verkocht ooit land in de polder het Paerdeschor aan Johan Faber, commies te Lillo; 17 overl. vóór 2-3-1672; zijn weduwe kocht toen een huis en/of land van Antoon en Adriaen de Vin; 18 bezat land in de polders van Lillo en van Doel dat door zijn erfgenamen op 21-1-1676 werd verkocht aan Abraham Vercouteren, penningmeester te Doel; 19 tr. Jacoba (“Anna”) d’ Orville; zij hertr. Joos de Smedt en woonde op 21-1-1676 op de Turfmarkt in Amsterdam; 20 uit dit huwelijk: a. b.
Francois Moens. Esther Moens, tr. Jacob Boreel, muntmeester. 21
7.
Dalette Moens, doopgetuige Liefkenshoek 4-3-1691.
8.
Cornelis Moens, betaalde in 1703 cijns (£ 1:6:8) voor een erf, gelegen naast zijn huis Het Wapen van Zeeland in fort Lillo; het erf is eertijds genoemd “de Vuijkstrate” en is van twee zijden afgeschut met poorten. 22
9.
Kornelis Moens, ontving in 1785 £ 13:2:6 voor het leveren van 900 bossen stro voor de garnizoenen te Lillo en/of Liefkenshoek. 23
1 ZA, SZ, inv. 487, 16-6-1622. 2 ZA, SZ, inv. 488, 20-5-1624. 3 ZA, SZ, inv. 492, 15-8-1631. 4 ZA, SZ, inv. 492, 12-2-1632 en 18-5-1632 en inv. 493, 8-10-1632 en 3-10-1633. 5 ZA, SZ, inv. 496, 18-7-1636, fol. 122 v. 6 ZA, SZ, inv. 1253.1, brief van Pieter de Gomme aan de GR d.d. 5-5-1638. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79880; idem 80160, fol. 31 v, en SZ, inv. 494, 16-11-1633, fol. 122. 8 ZA, SZ, inv. 494, 20-6-1634, fol. 297 v. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79920. 10 ZA, SZ, inv. 496, 14-9-1637, fol. 150. 11 Idem, 9-11-1637, fol. 170. 12 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2472. 13 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6998. 14 F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, deel 2, Middelburg 1893, p. 193 en 194. 15 VZS, nr. 79, p. 213. 16 GA Hulst, RAZVL, inv. 2191a, 14-6-1652.
280
17 RAB, DK, inv. 16, fol. 216, 4-5-1682. 18 RAB, DK, inv. 15, fol. 238, 2-3-1672. 19 RAB, DK, inv. 15, fol. 327, 21-1-1676. 20 Idem. 21 Idem. 22 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80870, fol. 23. 23 Idem, inv. 81680, fol. 55.
Moer(s) (van de) 1.
Jan Moers, was vrijschipper te Doel; overl. vóór 7-2-1641; zijn vrijschippersakte ging over naar Cornelis Janssen Cappendijck; tr. N.N., als weduwe vermeld op 7-2-1641. 1
2.
Cornelis Sebrechtssen (Sijbertse) van der Moer, als schipper vermeld te Lillo op 7-61669; 2 vrijschipper te Doel en St. Anna-Ketenisse; overl. kort vóór 18-10-1674. 3
3.
Cornelis van der Moer, was op 4-3-1672 matroos op het schip “Domburch” van de Admiraliteit van Zeeland; 4 nog als matroos vermeld op 9-5-1672. 5
4.
Anne Moer, ontving voor zichzelf of voor iemand anders op 5-8-1685, oktober 1686 en februari 1687 weekgeld van de diaconie van Liefkenshoek; in januari 1688 bracht haar koopdag voor de diaconie van Liefkenshoek ₤ 7:11:5 op; 6 zij is dus waarsch. eind 1687 overleden.
5.
Willem Pietersen van der Moer, afkomstig uit Leuven (of Leur); was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1714; 7 overl. op of omstreeks 16-2-1715. 8
6.
Jan van de Moer, woonde aanvankelijk “op de Couweheijde” onder Putte; leende met echtgenote op 1-4-1743 (inmiddels wonend in Lillo-Zuidland) fl. 350 voor de koop van land (o.m. 3 gemeten en 250 roeden in de “clijnen Gouthoeck”); 9 betaalde in 1743/1744 18,75 stuivers belasting over de opbrengst van 4 gemeten en 21 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 10 op 6-7-1744 vermeld als gedaagde in een proces te Lillo-Zuidland met Cornelis de Zeeuw en Peeter Willemse Meeus; er werd beslag gelegd op zijn gronden, erf en veldvruchten; tr. Maria Wijnen. 11
1 ZA, SZ, inv. 1645, 7-2-1641, fol. 11. 2 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 91, akte nr. 44. 3 ZA, SZ, inv. 673, 18-10-1674. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8317. 5 Idem, inv. 8316. 6 ZA, RB, inv. 275. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7452.
281
8 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2540. 9 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 175. 10 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 11 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 6-7-1744.
Moerbeke Hans Moerbeke, tr. Sara Jacobs; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Cornelis, 24-11-1647; getuigen: Willem Leunis, Cornelis Jacobs, Anneken Huybrechts en Tanneken Jans.
Moerdijck Jan Moerdijck, als voogd van de kinderen van Antoon Smeyers en Magdalena Vercruyssen vermeld te Doel op 11-1-1689. 1 1 RAB, DK, inv. 18, fol. 112, 11-1-1689.
Moerloos Jan Moerloos, overl. Doel in 1703; tr. N.N.; uit dit huwelijk diverse kinderen; de oudste dochter was Maria Moerloos; het jongste kind (N.N.) werd op 25-5-1705 verzorgd door de weduwe van Frans van Dam. 1 1 RAB, DK, inv. 20, fol. 221 v, 25-5-1705.
Moerman(s) (NB: de familienamen Moerman(s) en Moorman zijn soms identiek; zie dus ook Moorman) 1.
Cornelis Moerman, doopgetuige Liefkenshoek 1-11-1637; tr. Petronella de Witte; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: 1 a.
N.N., ged. 14-3-1638 (doopnaam in transcriptie weggevallen); getuigen: jonkheer Charles de Chantraines (dit de Broucqsaulx), Cornelis Centen en Elisabeth de Witte.
2.
Andreas Moermans, in 1712 te Lillo vermeld als belangenbehartiger van de weduwe van Cornelis de Wijs bij het innen van een jaar landpacht. 2
3.
Janna Moermans, geb. Lillo; otr. Vlissingen 16-4-1740 Matthijs Bout, geb. Vlissingen. 3
1 De Nederlandsche Leeuw, 1889, p. 50. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
282
3 GA Vlisssingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 544, fol. 108, boek 10.
Moeser Gerrit Moeser, waarsch. militair; tr. Willemyntie Willems; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Christiaen Moeser, 16-8-1648; getuigen: Christiaen Granser, Jan Lauwereys en Mayeken Jansen Mueren.
Moet Sampsone Cornelissen Moet, verm. militair; tr. Mayeken Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Cornelia, 8-3-1651; getuigen: Pieter Jansen, Symon Pieters, Pieter Leenderts en Aelke Bels.
Mogge (Mugge) 1.
Pieter Mogge (de jonge), geb. Zierikzee 1628; jongste zoon van Pieter Mogge en Suzanna Hagel; 1 brouwer te Zierikzee; overl. vóór 1-12-1690 (staat en inventaris); otr. (1) Liefkenshoek 30-5-1665, tr. (1) aldaar 5-7-1665 Johanna van der Willigen, geb. Doel, oudste dochter van David Simonsen van der Willigen (alias Clomp) en Pieternelle Pietersdr. de Moor, overl. Zierikzee 1668; 2 otr. (2) Zierikzee 1-9-1669 Janneken Brouwers, j.d. van Oostburg; uit het eerste huwelijk: a.
Pieter Mogge, geb. Zierikzee 1668.
uit het tweede huwelijk: b. Johannis Mogge. 2.
Christiaen Mogge, ged. Zierikzee 21-3-1646, zoon van Rochus Mogge en Dana de Vager; 3 was in juli 1668 vaandrig in de compagnie van kapitein Jacques Perot de la Forest (zie aldaar) die toen in Liefkenshoek verbleef; 4 kreeg op 23-8-1668 toestemming van de Gecommitteerde Raden van Zeeland om als commandeur van de soldaten op het schip “Delft” mee te gaan naar Spanje; 5 verbleef daar in september 1668; 6 overl. (ongehuwd) in 1674. 7
3.
Hendrik Mogge, op 16-10-1732 werd van hem een naamloos kind in Lillo [= verm. Oud-Lillo] begraven.
4.
Eduart Mogge (Mugge), was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 14-12-1739 tot hij ontslagen werd op 15-9-1742. 8
1 P.D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16de eeuw tot 1795, Middelburg 1931, p. 164-165. 2 RAB, DK, inv. 15, fol. 112, 9-5-1667.
283
3 P.D. de Vos, 1931, p. 364. 4 ZA, SZ, inv. 663, 17-7-1668. 5 ZA, SZ, inv. 664, 23-8-1668. 6 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1575, verbaal najaar 1668. 7 P.D. de Vos, 1931, p. 364. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7692 en 7722 en NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2558.
Mol(le), (de) (van) 1.
Dierick van Mol, werkte in de tweede helft van de 16 de eeuw als militair ingenieur in Antwerpen en was daar betrokken bij de bouw, de verbouw en het onderhoud van de vestingwerken, samen met Hans Vredeman de Vries en Abraham Andriessen; was betrokken bij de (ver)bouw van de forten Lillo (1579) en Liefkenshoek (1582). 1
2.
Hans Mol, was in december 1585 smid in het fort Lillo; als patiënt in het Gasthuis te Middelburg opgenomen op 13-12-1585; overl. aldaar. 2
3.
Marten de Mol, werd in de periode 1-10-1600 tot 1-4-1601 betaald als rietdekker; hij dekte in Liefkenshoek een nieuwe dubbele hut. 3
4.
Joos Ingelse (Engelse) Mol, verm. zoon van Ingelbrecht Jooszn. Mol (schoolmeester te Reimerswaal 1582-1592, later o.m. burgemeester en baljuw aldaar); was in 1609 aannemer van werkzaamheden aan de contrescarpen te Lillo. 4
5.
Jan de Mol, aannemer van fortificatiewerkzaameden te Liefkenshoek in 1614. 5
6.
Marques de Mol, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 6
7.
Jan de Mol, kapitein van een oorlogsschip van de Zeeuwse Admiraliteit dat op 29-71634 geposteerd was voor het Stoofgat; 7 in 1634 vermeld als kapitein te Lillo en/of Liefkenshoek. 8
8.
Hendrick Harmansen Moll, werkte in 1667 en 1668 als arbeider mee aan het ophogen van de contrescarp van Liefkenshoek. 9
9.
Willem de Mol, geb. Lillo; was op 22-10-1676 werkzaam als matroos op het (wacht)schip “Orangienboom” van de Admiraliteit van Zeeland in de vloot te Lillo. 10
10. Claes Molle, sergeant; bezat in 1679 een huis in het fort Liefkenshoek; 2-7-1685 zijn huis aldaar aan de diaconie te Liefkenshoek. 12
11
verkocht op
11. Adriaen van Mol, was in 1694 knecht op de boerderij van Jeronimus de Bruyn in de polder van Lillo (zie aldaar). 13
284
12. N.N. de Mol, tr. Catharina Gerts; uit dit huwelijk: a.
Elisabeth de Mol, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 30-11-1708; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-1-1709.
13. Frans de Mol, vermeld als halfbroer van Anna van Heynen (zij tr. Joos Maes); overl. vóór 19-6-1724; tr. Barbara Mees, weduwe van N.N. Wingers, soldaat uit Zweden. 14 14. Ferdinandus Egidius de Mol, tr. (1) Joanna Kleermaeckers; zij werd op 10-9-1733 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 1-11-1736 Petronilla Willems; uit het eerste huwelijk: a.
Maria de Mol, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 19-1-1733; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-61733. uit het tweede huwelijk: b. Joanna Baptist de Mol, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 15-7-1737. c. Guilielmus de Mol, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 25-9-1738. 15. Joannes Ludovicus van Mol, r.k. ged. Zandvliet 23-12-1719, zoon van Simon van Mol en Anna Cecilia Catharina Mindeleers, overl. Zandvliet 21-3-1808; tr. r.k. LilloKruisweg 17-11-1750 Joanna Jacoba Wijnen, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 23-3-1728, dochter van Joannes Franciscus Wijnen en Joanna Catharina de Seeuw, overl. Zandvliet 6-1-1793. 16. Cornelis de Mol, meester-smid te Doel; overl. kort voor 18-12-1765; tr. Maria Magdalena Rogier, weduwe van Jan Thielman; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 1812-1765): 15 a. Pieter Cornelis de Mol, 5 jaar. b. Jan Baptist de Mol, 4 jaar. c. Jacob de Mol, 3 jaar. d. Ferdinand Gillis de Mol, 4 maanden. Hun voogden waren Laureys Rogier en Pieter Drossaert. 17. Casparus de Mol, geboren te Jisp op 8-7-1731 als zoon van de predikant Petrus de Mol; werd op 31-5-1749 in Leiden als student ingeschreven en op 3-11-1755 werd hij door de classis Leiden en Neder-Rijnland als proponent toegelaten; werd als predikant beroepen te Liefkenshoek op 20-4-1756; op 31-8-1756 werd hem door de classis Tholen en Bergen op Zoom een examen afgenomen; hij hield een proefpreek over 1 Petrus, 11 vers 5 en werd ondervraagd over “verscheidene stukken van de Godgeleerdheid” die door hem “op gepaste wijze” werden beantwoord; 16 op 26-91756 werd hij te Liefkenshoek bevestigd; 17 nam op 3-12-1758 afscheid van Liefkenshoek en op 10-12-1758 werd hij als predikant bevestigd in Oost-Kapelle, nadat de classis Walcheren daarmee op 2-11-1758 had ingestemd; 18 overl. 28-2-1787 (ruim 55 jaar oud) en begraven in de Oude Kerk van Middelburg; tr. Pieternella
285
Johanna Estor, dochter van Jacques Daniel Estor, predikant van de Waalse gemeente te Middelburg. 18. Francis Mol, soldaat; overl. fort Lillo 17-5-1776. 19. Ivo de Mol, geb. Doel ca. 1751 (30 jaar oud bij tweede huwelijk), zoon van Jan Baptist de Mol en Petronella Willemsens; tr. (1) Maria Catharina van Ongena (dochter van Pauwel Ongena en Maria Balliauw), weduwe van Leonard de Vogelaer en overl. te Doel op 25-10-1780; 19 tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 27-5-1781 Anna Catharina Dillen, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 1-4-1748 (zie Dillen). 20. Jean Louis (Joannes Ludovicus) van Mol, was in de periode 1786-1797 lid van het college van schepenen van de fortificatie van Lillo; 20 tr. r.k. Lillo 7-1-1793 Maria Elisabeth Broeckhoven. 1 F. Westra, Nederlandse ingenieurs en de fortificatiewerken in het eerste tijdperk van de Tachtigjarige Oorlog 1573-1604, Alphen aan den Rijn, 1992, p. 27; L. de Vos (red.), Burchten en forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2002, p. 129 en 131. 2 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21 . 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79290. 4 Idem, inv. 81690, o.m. fol. 102, 105,106 en 108. Hij is mogelijk een zoon van Inghel Joossen Mol, benoemd tot baljuw van Reimerswaal op 13-10-1592 (ZA, SZ, inv. 1668, fol. 87). 5 ZA, SZ, inv. 483, 2-9-1614; ook: ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 26. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 5; zie ook: deel 3 c, p. 546-552. 7 ZA, SZ, inv. 1249.2. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79880. 9 ZA, SZ, inv. 663, 8-6-1668. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7074. 11 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 12 ZA, RB, inv. 264. 13 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 14 RAB, DK, inv. 23, fol. 225, 19-6-1724. 15 RAB, DK, inv. 29, fol. 316, 18-12-1765. 16 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 8, 31-8-1756. 17 De Navorscher, 1886, p. 138. 18 ZA, arch. classis Walcheren, inv. 15. 19 RAB, DK, inv. 32, fol. 392, 15-6-1781. 20 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 825-1062.
286
Molenaer(s), Meulenaer (de) 1.
Antonis de Molenaer, behoorde in 1567 tot de eerste eigenaren van grond (tevens gezworenen) in de polder van Doel met een bezit van 37 gemeten en 150 roeden. 1
2.
Lievin de Meulenaer, verzocht op 18-9-1607 samen met Pascual Leardin en Geerard de Bury de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een advocaat en een procureur uit Antwerpen te Lillo te mogen ontbieden vanwege hun proces tegen Jeronimus Verbrugge; dit werd toegestaan. 2
3.
Guilielmus de Meulenaer, zie verder Meulemans.
4.
Stephanus (de) Molenaer(s), verkocht op 25-11-1749 voor fl. 600 een huis met tuin te Oud-Lillo, gelegen op het einde van het kerkhof, aan Adriaen Brantson; 3 tr. r.k. LilloKruisweg 15-6-1738 Catharina Verbraecken; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Jacobus Meulenaer, 19-8-1738. Joanna Meulenaer, 5-1-1743; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 2-9-1744. Maria Elisabeth Meulenaer, 25-1-1746.
1 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren, 1977, p. 284-285. 2 ZA, SZ, inv. 479, 18-9-1607. 3 ZA, SZ, inv. 1976; RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 68.
Molier, de Abraham de Molier, op 7-5-1640 verzocht hij de Gec. Raden van Zeeland om enige van zijn debiteuren in de vloot van Lillo en Biervliet te mogen arresteren; zijn verzoek werd in bedenking gehouden; 1 vermeld als lid van de magistraat van Middelburg in 1637 (raad) en 1645-1646 (schepen); 2 als diaken te Middelburg vermeld in 1632, 1636 en 1640. 3 1 ZA, SZ, inv. 498, 7-5-1640, fol. 59 v. 2 ZA, Stadsrekeningen Middelburg 1626-1650 (bew. Kesteloo). 3 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 952.
Mombalye David Mombalye, verm. militair; tr. Zandryn Churens; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Margriete, 31-7-1627; getuigen: David Chuerens, Isaak Buyby en Grietjen Arryaens.
Mommaert Huybrecht Mommaert, bezat als erfgenaam land in de polder van Lillo op 5-4-1657. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27.
287
Mommerency Jozef Mommerency, op 16-1-1709 te Doel vermeld als facteur (= verm. boekhouder, zaakgelastigde) n.a.v. het overlijden van Adriaan Geerts. 1 1 RAB, DK, inv. 21, fol. 216 v, 16-1-1709.
Monderick, van Hayo Hendrik van Monderick (ook: van Maurick), vermeld als lidmaat van de gereformeerde kerk te Leeuwarden op 8-10-1647; 1 zijn compagnie bevond zich op 25-21665 in het fort Frederik Hendrik; 2 was in oktober 1665 als kapitein werkzaam in fort Lillo; 3 werd op 10-8-1667 bevorderd tot majoor in het Friese regiment van Watzo van Burmania. 4 1 Gens Nostra, 1991, p. 133; zie voor zijn afstamming W.H. Morel van Mourik, Van Mauderick 1270-1695; de geschiedenis van een schildboortig geslacht, Assen, 1990. 2 NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 2061 (I), 25-2-1665. 3 Vermeld in het trouwboek van de geref. kerk te Bergen op Zoom op 15-10-1665. 4 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 31.
Mondragon Christoffel Mondragon, veldheer in Spaanse dienst; deed in juli 1584 een vergeefse poging om het fort Lillo te veroveren; daarbij sneuvelden ca. 2000 Spaanse soldaten. 1 1 P. Stockman en P.Everaers, “Frontier Steden en Sterckten”; vestingwerken in Oost-Vlaanderen en OostZeeuws-Vlaanderen 1584-1839, Hulst, 1997, p. 93.
Monse Gerrit Monse, verm. militair; tr. Willemyntie Katoer; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Hendrik Ceulenaar en Mayeken Maris.
Mont, du (de) 1.
Daniel du Mont, tamboer in de compagnie van kapitein Adelaer; verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 2-3-1629 om kanonnier te mogen zijn op het fort Frederik Hendrik i.p.v. Jeronimus Bournoillie; op 5-3-1629 werd hij na het afleggen van een proef te Vlissingen aangesteld als kanonnier op dit fort; 1 vertrok eind april 1635 naar Tholen. 2
2.
Henricus de Mont, tr. Joanna Hermans; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
3.
Joannes Franciscus de Mont, 15-7-1705.
Abraham du Mont, geb. Middelburg ca. 1740, zoon van Abraham du Mont en Catharina Sas; 3 doopgetuige fort Lillo 1-3-1772; zie toe Laer ad 1 f; overl. Poortvliet
288
28-1819, omschreven als penningmeester; otr. Poortvliet 26-5-1772, tr. ald. 19-6-1772 (als j.m.) Cornelia Jacoba Gaaswijk, j.d. van Poortvliet, geb. ca. 1744, dochter van Christoffel Gaaswijck en Johanna Gijse; zij hertr. Poortvliet 6-12-1820 (76 jaar oud) Pieter Daane, geb. St. Philipsland, 42 jaar oud, zoon van Cornelis Daane en Adriaantie Laban, weduwnaar van Helena Daane en negotiant; hij overl. Tholen 20-3-1868, 89 jaar oud. 1 ZA, SZ, inv. 490, 2-3-1629 en 5-3-1629. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 640, fol. 159-161. 3 Mog. kleinzoon van Abraham du Mont, benoemd tot landmeter in het Vrije van Sluis op 3-3-1674, toen wonend te Groede (ZA, Vrije van Sluis, inv. 172, fol. 113 v).
Montal Catrien Montal, ontving in april 1694 weekgeld van de diaconie van Liefkenshoek; 1 in maart 1699 ontving zij een vergoeding van de diaconie van Liefkenshoek wegens het maken van hemden voor Jan Schalck. 2 1 ZA, RB, inv. 275. 2 ZA, RB, inv. 276.
Montanu (zie ook Montanus) N.N. Montanu, vaandrig in 1747; behoorde tot de 30 officieren uit het regiment van generaal Gideon Soute die in 1747 door Franse troepen (waarschijnlijk in het fort Lillo) krijgsgevangen werden gemaakt; 1 waarsch. identiek met Anthoni Stephanus Montanus, benoemd tot vaandrig in de compagnie van Iman Bonifacius Cau in het regiment van Soute op 1-1-1747; was voorhen kadet. 2 1 ZA, SZ, inv. 739, ongefol. 2 ZA, SZ, inv. 1673, fol. 29.
Montanus Antonius Montanus, geb. Doornik 21-8-1752, zoon van Johannes Henricus Montanus (adjudant te Namen in 1760) 1 en Jacoba Velge; 2 verbleef in oktober/november 1783 als kapitein van het tweede bataljon van het regiment van kolonel Van Pabst in Liefkenshoek; 3 luitenant-kolonel van het eerste bataljon van de tweede halve brigade van het Bataafse leger van 21-12-1797 tot 18-6-1803; overl. Delft 4-12-1829; tr. Zutphen 25-9-1796 Carolina Isabella Elbertina Corn, barones van Haersholte. 1 NA, arch. van de Legatie in de Oostenrijkse Nederlanden, 1717-1810, inv. 137. 2 R. Ringoir, Afstammingen en voortzettingen der infanterie, Den Haag, 1977. 3 ZA, SZ, inv. 1129.1, verklaring van 14-11-1783.
289
Monteer Passchier Monteer, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 25-2-1741.
Montenacq Francois Montenacq, controleur van het Hollands licent te Lillo vanaf oktober 1708 tot zijn overlijden in maart 1729; 1 o.m. vermeld op 4-11-1710; 2 doopgetuige fort Lillo 28-1-1714. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7380 en 7590. 2 ZA, SZ, inv. 718, 4-11-1710.
Montese Henry de la Trémouille de Montese, was op 1-1-1709 brigadier der infanterie in het Staatse leger; 1 werd op 23-2-1711 bevorderd tot generaal-majoor der infanterie in dit leger; 2 met ingang van 11-3-1727 luitenant-generaal der infanterie in dit leger; 3 was in de jaren 1731 t/m 1736 luitenant-generaal van een regiment van een infanterie-compagnie dat in Lillo/Liefkenshoek verbleef; 4 kreeg in 1736 een traktement van 200 pond Vlaams. 5 1 H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 38. 2 Idem, p. 15. 3 Idem, p. 4. 4 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 20; zie voor het jaar 1734 ook ZA, Gen. Afsch. 130, nr. 350. 5 ZA, SZ, inv. 2850.
Montignij Jacob Joseph Montignij, afkomstig van Lillo; 1 verm. eerst militair aldaar; vertrok als onderkuiper op 19-10-1785 met het VOC-schip “Oud Haarlem” naar Batavia; de bestemming is (vooralsnog?) niet geregistreerd. 2 1 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 2 NA, VOC-arch., inv. 12312, fol. 1.
Montvoirt Hendrick Montvoirt, bezat land in de polder van Lillo; zijn weduwe (N.N.) eiste op 18-11683 betaling van pacht. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Mooninckx Joannes Mooninckx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-4-1754; tr. Elisabeth van Hoogaerden; zij werd op 24-10-1756 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg.
290
Moor, de 1.
Joos de Moor, geb. Vlissingen in 1548; zoon van Jan de Moor (vice-admiraal te Vlissingen, gesneuveld tijdens de slag bij Rammekes op 22-5-1573) en Cornelia N.N.; 1 vice-admiraal van Zeeland; werd in 1586 benoemd tot vice-admiraal “op de vlote ende wachte opte riviere van Antwerpen”; 2 was werkzaam op diverse schepen van de Admiraliteit van Zeeland tot zijn overlijden op 14-5-1618; 3 tr. (1) ca. 1574 Dina Crijns van Gelée, overl. Vlissingen 18-4-1583; tr. (2) ca. 1584 Janneken Leunis, dochter van Leunis Appolonius en Maria de Doodt, overl. Vlissingen 9-11-1604; tr. (3) Vlissingen ca. 1610 Catharina Struyvingst, weduwe van P. de Wachter, overl. Vlissingen 2-8-1613; uit deze huwelijken: a. b. c. d.
Jan de Moor. Abraham de Moor. Daniel de Moor. Josias de Moor.
2.
Jan de Moor (verm. identiek met nr. 1a), equipagemeester te Lillo en Liefkenshoek van 1614 tot in ieder geval 1622. 4
3.
Bartholomeus de Moor, inwoner van Utrecht; zijn verzoek aan de Gecommitteerde Raden van Zeeland om in den Doel te mogen gaan wonen werd op 7-4-1626 afgewezen. 5
4.
Johan de Moor, zoon van nr. 1; burgemeester van Vlissingen; in 1634, 1635, 1638, 1639 en 1640 diverse malen vermeld als lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland (namens de stad Vlissingen) i.v.m. kwesties betreffende Lillo en Liefkenshoek; 6 tr. Dina Loncque; uit dit huw.: a.
b. c. 5.
Joos de Moor, schepen en raad van Vlissingen; behoorde tot de genodigden bij de begrafenis van Jacoba Duvelaer op 10-2-1667 te Middelburg; 7 overl. 25-2-1672; tr. Dina Ketelaer, overl. 1667. (verm.) Dina de Moor, doopgetuige Liefkenshoek 26-12-1643; 8 idem te Lillo op 25-6-1646; 9 verm. echtgenote van Joos Adriaenssen Ketelaer (zie Ketelaar ad 1). (verm.) Johanna de Moor, doopgetuige fort Lillo 3-3-1645. 10
Jacob (Jacques) de Moor, pestmeester te Lillo; 11 op 21-8-1636 was hij zelf besmet met de pest en werd Evert Janssen in zijn plaats aangesteld als pestmeester; overl. tussen 21 en 23-8-1636; 12 tr. N.N.; uit dit huwelijk: a.
Janneken de Moor, geb. Lillo; otr. (als j.d.) Tholen 27-7-1644, tr. ald. 31-8-1644 Gillis Panten (Pantins), geb. Zierikzee, weduwnaar van Clara Buijts, vermoedelijk zoon van Gillis Panten (schoolmeester, voorzanger, secretaris van de magistraat en baljuw te Reimerswaal 1626-1629) en van Willemijntghen Willems; trouwgetuigen waren: Johannes Pantins, Jacob Spaphrodijts, Susanna Pantins en Paschina Jans.
291
6.
Johan de Moor, werd op 28-9-1637 door prins Frederik Hendrik benoemd tot vaandrig in de compagnie van kapitein Orleans; 13 kwam op 2-4-1645 met att. en met echtgenote naar Aardenburg; nam op 2-10-1650 met echtgenote deel aan het Avondmaal te Sluis; was toen luitenant onder kapitein Orleans; 14 tr. vóór 2-4-1645 Cornelia de Leur.
7.
Dina de Moor, verm. dochter van Johannes de Moor en Dina Loncque; doopgetuige Liefkenshoek 26-12-1643; 15 idem te Lillo op 25-6-1646; 16 verm. echtgenote van Joos Adriaenssen Ketelaer (zie Ketelaar ad 1).
8.
Johanna de Moor (verm. zuster van nr. 7), doopgetuige fort Lillo 3-3-1645. 17
9.
Lieven Moor, werd in 1665 als aannemer betaald wegens werkzaamheden in het fort Lillo. 18
10. Wouter de Moor, bezat in 1670 2 gemeten en 86 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet; 19 tr. Philipijne Blocq; hun erfgenamen waren op 28-3-1689 eisers in een proces te Lillo-Zuidland. 20 11. Geeraert de Moor, gedaagde tijdens een proces te Lillo-Zuidland op 14-7-1687. 21 12. Jacob de Moor, was op 4-7-1706 gewezen constabel (kanonnier) te Lillo; was gewond geraakt aan zijn been en kreeg een vergoeding van £ 14:1:4 wegens gemaakte kosten van genezing. 22 13. Jan de Moor, in 1712 vermeld als knecht van Adriaan Huysers te Lillo wegens het ontvangen van bodeloon; 23 had op 4-11-1718 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Guilliam Willems; 24 had op 14-12-1733 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Adriaen Huybrechts; geëist werd een betaling van fl. 18 en 19 stuivers. 25 14. Gerardus de Moor, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 4-2-1749 Isabella van der Biest. 15. Cornelis de Moor, overl. Doel-Kieldrecht kort voor 8-9-1776; tr. Katelijne Brees; uit dit huwelijk vier kinderen; zij waren erfgenamen van Joanna Amelberga de Winter te Antwerpen, weduwe van Arnold de Pastel; voogden van de kinderen waren Alexander Brees en Cornelis van Roeyenacker. 26 16. Frans de Moor, was in 1779 landbouwer in de polder van Lillo; bewerkte land (eigendom van de heer W. Meyer) grenzend aan de Soeckwegh. 27 1 Op zijn beurt was Jan de Moor een zoon van Lieven de Moor, geb. te Gent, kapitein onder Keizer Karel V; vestigde zich op 6-9-1519 in Vlissingen; hij tr. Elisabeth N.N.; zie de kwartierstaat van Andries Steketee, de nummers 5240, 5241, 10480 en 10481. 2 Encyclopedie van Zeeland, deel 2, p. 344. 3 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2449 en 2453. 4 ZA, SZ, inv. 483, 24-10-1614, 1-12-1614 en 30-6-1615 en inv. 487, 2-7-1622.
292
5 ZA, SZ, inv. 489, 7-4-1626. 6 ZA, SZ, inv. 494, 24-3-1634, fol. 224, 21-6-1634, fol. 298v, inv. 495, 12-8-1634, 30-3-1635, fol. 192 en 24-51635, fol. 221 v, inv. 497, 31-3-1638, fol. 51 v, 24-3-1639, fol. 55 v en inv. 498, 26-8-1640, fol. 122. 7 M.G.A. de Man, De opleesrol der begrafenis van Jacoba Duvelaer, 18 februari 1667, Middelburg, 1932, p. 29. 8 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.. 9 De Nederlandsche Leeuw, 1884, p. 21. 10 Idem. 11 Hij is mog. identiek met Jacob Jacobsen de Moor die in de periode 1626-1632 is vermeld als zoon van de kanonnier Jacques de Moor (ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2135-2148); laatstgenoemde was als konstabel (kanonnier) werkzaam bij een of meer van de forten aan de Eendracht in de periode 1606-1612 en 1617-1632 (ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1815-1817 en 1820-1827). Jacob (Jacques) de Moor sr. is voorts vermeld als leverancier van turf en bezorger van ammunitie (ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2110, 2111, 2112-2139 en 2143). Hij overleed omstreeks1632 (idem, inv. 2143 en 2148). 12 ZA, SZ, inv. 1251.1, brieven van Jacques Broucqsault aan de GR d.d. 21 en 23-8-1636; ZA, SZ, inv. 496, 238-1636, fol. 143 en 25-8-1636, fol. 144. 13 Idem, 28-9-1637, fol. 151 v en 152. 14 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 146. 15 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.. 16 De Nederlandsche Leeuw, 1884, p. 21. 17 Idem. 18 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6980, fol. 338 en 339. 19 RAA, arch. Polder van Lillo, inv. 84. 20 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 21 Idem. 22 ZA, SZ, inv. 714, 4-7-1706 en 14-7-1706. 23 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712. 24 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 4-11-1718. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 14-12-1733. 26 RAB, DK, inv. 32, fol. 60, 8-9-1776; idem, inv. 32, fol. 241, 5-4-1780. 27 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3061, nr. 55.
Moorman(s), alias Vlam (zie ook: Moerman(s)) 1.
Arent Janssen Vlam, op 16-7-1616 had hij in opdracht van de Gecommitteerde Raden van Zeeland de palissaden te Liefkenshoek aan de redouten aan weerszijden van het fort gemeten; 1 woonde op 8-1-1643 in het fort Liefkenshoek; 2 ‘s lands timmerman te Liefkenshoek in 1647 en 1656; 3 verrichtte in 1651 werkzaamheden aan de brug van Liefkenshoek; ontving hiervoor 48 ponden en 10 schellingen Vlaams; 4 werd op 17-121643 aangesteld als buitengewoon onbezoldigd constabel (= kanonnier) te
293
Liefkenshoek; 5 werd in december 1647 betaald voor timmerwerkzaamheden te Liefkenshoek; 6 idem in 1650; ontving toen de tweede en laatste termijn (zijnde £ 198:10) voor het maken van het houten (scheeps)hoofd te Liefkenshoek; 7 verrichtte in 1651 voor £ 48:10 werkzaamheden aan de brug te Liefkenshoek; 8 ontving in 1658 £ 29:15 voor het maken van een sluisje in de contrescarp van het fort Hoogerwerf conform een ordonnantie van 15-2-1658; 9 overl. kort vóór 29-12-1659; Johan Pottier (zie aldaar) was curator van zijn sterfhuis; 10 tr. (1) Elisabet Paulier (ook: Elisabet Cornelis), mog. dochter van Cornelis Thomaszn. Paulier (zie aldaar); tr. (2) ca. 16481649 Maria Meertens; tr. (3) Ossendrecht (geref.) 21-11-1655 (met att. van Liefkenshoek) als weduwnaar van Maria Meertens met Janneke Huijbrechts, j.d. van Middelburg; zij is als zijn weduwe met kinderen vermeld op 29-12-1659 (zie nr. 2); uit het eerste huwelijk ged. Liefkenshoek: a. Maria Vlam, 25-1-1643; getuigen: Geleyn Jansen, Mr. Leendert Wadde, Jan Claes, Martyne Goddaert en Adriaentie Jans. b. Johannis Vlam, 23-10-1644; getuigen: Willem van Boschuyse en Dingene Centen; jong overleden. c. Maria Vlam, 21-5-1646; getuigen: Nicolaas Berkenbos (majoor) en Tanneken Centen Ceuvelaar. d. Maria Vlam, 16-1-1647; getuigen: Gerrit Moesert, Joannis Aelbrechts, Gerrit Vaelburgh en Cornelia de Kinders [NB: de naam van de moeders is in de kopieversie van het doopboek niet duidelijk; mogelijk was zij niet Elisabet Paulier maar Janneken N.N.]. Uit het tweede huwelijk ged. Liefkenshoek: e. Jan Vlam, 24-10-1649; getuigen: Jacob Maartens, Cornelis Hildernissen, Dinga Centen en Hester Zeegers; hij is later hoofdzakelijk omschreven als Jan Aertsen Moorman, alias Vlam (zie nr. 5). f. Maarten Vlam, 27-11-1650; getuigen: monsr. Oliphant, Jan Hendriksen en Adriaentie Meertens; doopgetuige Liefkenshoek 5-1-1687 rn 17-4-1689. g. Lysebet Vlam, 24-11-1652; getuigen: Dirck Dircksen, Lieven Jansen Vlam, Lysebet Rommel en Ammerens Jansen. Uit het derde huwelijk ged. Liefkenshoek: h. Raghel Vlam, 9-1-1656; getuigen: Anthony Jacvalouwe [?] en Huybrechtie Cornelis. 2.
Lieven Janse Moorman (Moerman, Moermans), ook: Lieven Vlam; geb. Zierikzee, broer van nr. 1; woonde in 1653 in Liefkenshoek; verrichtte als aannemer in december 1656 werkzaamheden in het fort Lillo; 11 volgde op 29-12-1659 zijn broer Arent op als timmerman te Liefkenshoek; hij diende te beloven dat de weduwe van zijn broer zolang zij niet zou zijn hertrouwd geen beroep zou doen op de armenzorg; 12 ’s lands timmerman te Liefkenshoek in 1662; 13 idem in 1664; 14 idem in 1665; 15 idem in 1668; 16 ontving op 9-4-1671 £ 98:11:9 voor het bouwen van een nieuwe keuken en een galerij aan het huis van kapitein De la Forest te Liefkenshoek; 17 op 20-4-1673 omschreven als dodelijk ziek; 18 overl. vóór 25-4-1673; 19 otr. Liefkenshoek 20-9-1653, tr. aldaar 16-11-1653 Hubregtje Cornelis (ook: Hubregtje Swijgers en Hubrechtjen Vlaems), geb. Hoedekenskerke, verm. dochter van Cornelis Janszn. Swijgers; 20 zij kreeg op 25-4-1673 toestemming om de timmermanszaak van haar man te
294
Liefkenshoek voort te zetten op voorwaarde dat zij een goede en bekwame knecht zou aanstellen; 21 zij bezat (vermeld als weduwe) in 1679 een huis in het fort Liefkenshoek; 22 zie verder Swijgers; uit dit huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]:
a.
b. c. d. e.
Jan (Jannes) Moorman, ged. Liefkenshoek 11-10-1654; getuigen: Arent Jansen Vlam, Marinis Eversen en Kerstyntie Geene; werd op 26-4-1683 benoemd tot opperchirurgijn op het VOC-schip “Vrijheid”; op 5-8-1683 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 3-3-1684 aankwam. 23 Cornelis Lievens Moormans, ged. Liefkenshoek 7-1-1657; getuigen: Abraham Snoeck en Pieternelle Boenders; zie verder nr. 4. Anthony, 12-10-1659; getuigen: Adriaen Mathyssen en Anna Maria N.N.. Antonette Moerman, 9-10-1661; getuigen: Robbert de Ridder, Simon Berkenbosch en Isebeau Marinis. (verm.) Johanna Moerman (Moorman), tr. Liefkenshoek 8-6-1687 Cornelis Willemse Pippinck (zie verder Pippinck ad IV b).
3.
Leonardt Janssen Moorman, mog. broer van nrs. 1 en 2; was op 24-1-1654 soldaat; kwam toen naar Veere met een attestatie van Liefkenshoek. 24
4.
Cornelis Lievens Moormans (Moermans) (zoon van nr. 2), geb. Doel; timmermanaannemer; werd in 1685 belast met onderhoudswerken te Liefkenshoek voor 120 pond Vlaams per jaar; 25 administrerend diaken in de fortkerk van Liefkenshoek in 1693, 1694, 1708, 1709 en 1710; betaalde in januari 1687 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 8:6:8 wegens de koop van het armenhuis in het fort; 26 op 19-2-1694 vond bij hem thuis de openbare verkoop plaats van een huis van de diaconie te Liefkenshoek; 27 ontving in maart 1694 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding van 8 schellingen voor het onderhouden van bekers en tafelkleed (verm. t.b.v. het avondmaal) gedurende twee jaar; 28 ontving in 1695 een vergoeding voor het vervoer van soldaten naar het fort Frederik Hendrik; 29 bezat in 1698 het huis “De Koninck van Engelant” in het westeinde van Liefkenshoek met een bijbehorend “kalckhuis”, zuidoostelijk van het huis van Absolom Lowijssen en noord-oostelijk van het huis van de armen; verkocht dit huis met kalckhuis in 1698 aan Gillis Sijmonsen; 30 werd in 1700 betaald voor diverse werkzaamheden te Liefkenshoek (ontving hiervoor £ 8:15:2); werd toen ook betaald voor het overbrengen van diverse expressen van Liefkenshoek naar Lillo (ontving hiervoor £ 3:1:8); 31 pachtte in 1700 (samen met Thomas Prins) voor 30 pond Vlaams per jaar het dwarsveer Lillo-Liefkenshoek; 32 op 2-7-1700 vermeld als aannemer van onderhoudswerken te Liefkenshoek voor 166 pond Vlaams per jaar; 33 werd in 1701 betaald voor het stellen van palissaden en het zagen van stormpalen te Liefkenshoek; 34 ontving in december 1701 een vergoeding van £ 37:2:2 voor het timmeren van barakken en logementen te Liefkenshoek; 35 werd in 1703 betaald voor onderhoudswerk te Liefkenshoek; 36 vermeld als meester-timmerman te Liefkenshoek in 1704; werd in 1704 betaald voor het leveren van hout; 37 was in maart 1705 tijdelijk sluiswachter te Liefkenshoek; 38 verdiende daarmee 100 gulden per jaar; 39 ontving in 1707 als aannemer van onderhoudswerk te Liefkenshoek 265 pond Vlaams; 40 overl. in of vóór 1708, toen zijn tweede echtgenote als zijn weduwe werd
295
vermeld; zij ontving toen £ 6:19:8 wegens het (doen) keren van de raderen van het kanon te Lillo, het planten van enige palissaden op de Cruysschans en het repareren van kruiwagens; 41 voor de onderhoudswerken te Liefkenshoek ontving zij in 1711 415 pond Vlaams; 42 tr. (1) Liefkenshoek 15-10-1684, tr. (1) aldaar 20-11-1684 Johanna Pieters, geb. fort Frederik Hendrik, dochter van Lucretia Bertels van Diepenbeke uit haar verm. eerste huwelijk met N.N. Pieters of Pieter N.N. (Lucretia hertrouwde met de chirurgijn Ary van Loenen); 43 betaalde in juli 1687 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:4:0 vanwege een stoel; 44 ontving op 31-3-1693 volgens kwitantie een vergoeding van de diaconie van Liefkenshoek; in januari 1694 ontving zij wederom een vergoeding van de diaconie van Liefkenshoek; 45 otr. (2) Liefkenshoek 7-1-1696, tr. (2) Liefkenshoek 29-1-1696 Janneken Cornelis, geb. Doel, woonde toen in Liefkenshoek; 46 in november 1703 werd voor haar twee jaar bochtgeld (₤ 0:10:6) aan de diaconie van Liefkenshoek betaald; 47 betaalde in september 1710 voor het opnemen van haar testament aan de diaconie te Liefkenshoek 10 schellingen en 6 groten Vlaams; 48 uit het eerste huwelijk ged. Liefkenshoek: a. Pieternelle Moermans, 23-6-1686; getuigen: Mr. Ary van Loenen en Huybrechtje Swygers. b. Huybertus Moereman, 30-11-1687; getuigen: Jan Moorman en Lucresia Bartels van Diepenbeek; werd in 1713 betaald voor diverse soorten timmerwerk te Lillo; 49 stond in aug. 1714 borg voor Pieter Janse Moorman; 50 was in oktober 1714 medeaannemer van de onderhoudswerken te Liefkenshoek; 51 vertrok op 3-2-1720 als huistimmerman met het VOC-schip “Gouda” naar Indië; arriveerde 22-11-1720 op Kaap de Goede Hoop; overl. in Azië (dus aan boord) 11-12-1720. 52 c. Pieternella Moermans, 14-1-1691; getuigen: Cornelis Pippincks en Elisabet Pieters. Uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek: d. Cornelis Moorman, 27-5-1696; getuigen: Johan Vercouteren en juffr. Sara Blockeel; otr. Middelburg 22-2-1719, tr. aldaar Josina Tuinman, geb. Middelburg. e. Lieven Moerman, 10-5-1699; getuigen: Fransoys Deckers en Amerens Meermans. f. Johannes Moorman, 10-2-1702; getuigen: Cornelis Marinissen Nagelkerke en Janna Moormans. g. Herman Moorman, 12-10-1704; getuigen: majoor Herman van Wyck en Johanna Moermans. 5.
Jan Arysen (Aartsen) Moorman, ged. Liefkenshoek 24-10-1649, zoon van nr. 1; werd in 1701 omschreven als “alias Vlam”; 53 timmerman en aannemer; vermeld te Doel 215-1680; was toen geld schuldig aan Adriaan van Dooren wegens het leveren van hout voor het maken van diens huis in de Zuidvoorstraat te Doel; 54 betaalde in maart 1687 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:4:2 uit de verkoop van zijn land; betaalde juli 1687 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:4:0 vanwege de stoel van zijn vrouw; in november 1694 betaalde hij aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 4:17:9 t.b.v. Tanne Koppens; 55 betaalde in maart 1694 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:15:0 wegens kortinge van vervallen interest; 56 ontving in 1695 een vergoeding voor het leveren van pektonnen, staken, sparren, mutsaert, stro e.d. ten behoeve van de “viering van Namur”; 57 werd in 1700 en 1701 betaald voor timmerwerk; 58 idem (te Lillo) in 1704; 59 vermeld als meester-timmerman te Lillo in 1703; 60 op 2-7-1700 vermeld als
296
aannemer van onderhoudswerken te Lillo voor 189 pond Vlaams per jaar; 61 op 31-71705 benoemd tot sluiswachter te Liefkenshoek; 62 was ook roeier in de vloot te Lillo; overl. kort vóór 12-1-1706; 63 werd op 13-3-1706 als roeier afgelost door zijn zoon Arij Moorman; 64 otr. (1) Axel (als j.m.) 19-2-1677, tr. aldaar 19-4-1677 Jacquemijntje Stoels, j.d. van Middelburg; tr. (2) Catharina Jans van Langenbergh, weduwe van Wouter Jobse Dronckaert; zij overleed vóór 21-6-1683; 65 tr. (3) Elisabeth Pieters, dochter van Lucretia Bertels van Diepenbeke; 66 uit het derde huw. ged. Liefkenshoek: a. Arij Moorman, 13-8-1684; getuigen: Cornelis Moermans, Cornelis Vlam en Janneken Pieters; werd op 12-1-1706 benoemd tot sluiswachter te Lillo in de plaats van zijn vader; 67 was vanaf 13-3-1706 werkzaam als roeier in de vloot te Lillo; op 23-8-1706 legde hij hiervoor een eed af; 68 op 30-8-1706 vermeld als aannemer van onderhoudswerken te Lillo; verzocht toen om in het fort Lillo een houttuin (= werf voor de opslag van hout) te mogen oprichten, met het recht om anderen hiervan uit te sluiten; 69 kreeg op 6-1-1707 toestemming om in het fort Lillo op eigen grond een houttuin op te richten ten behoeve van zijn eigen materialen en “koopmanschappen”; 70 overl. kort voor 28-6-1707; 71 tr. N.N., als weduwe vermeld op 19-10-1713. 72 b. Cornelis Moerman, 5-1-1687; getuigen: Michiel de Raat, Maarten Aertsen Mooremans, Huybrechtie Swygers en Cornelia Vlam. c. Lucretia Moormans, 17-4-1689; getuigen: Jacobus Eyens, Meerten Moormans en Maria Cornelissen Boenders. d. Janna Moorman, 4-3-1691; getuigen: Cornelis Pippins [Pippincks] en Dalette Moens. Vermoedelijk zijn voorts kinderen van Jan Aartsen Moorman (geboorte-volgorde en moeder onbekend): e. Albertus Moermans, woonde in aug. 1714 in Liefkenshoek; stond toen borg voor Jan van Wijk; werd toen aangesteld als opzichter van de aanleg van een nieuwe sluis te Liefkenshoek. 73 f. Pieter Janse Moorman; zie nr. 6. g. Jan Moorman (Moermans); zie nr. 7. h. Jacobus Moorman (Moerman); zie nr. 8. 6.
Pieter Janse Moorman, verm. zoon van nr. 5; op latere leeftijd vaak omschreven als Pieter Moorman de oude; soms ook omschreven als Pieter Moermans, zoals in 1725, toen hij voogd was van de wees Michiel de Munninck en in 1740 toen hij cijnsplichtig was; 74 werd in 1708 betaald voor o.m. het halen en brengen van turf, het leveren van astonnetjes en het vegen van schoorstenen; 75 werd in 1709 omschreven als meestertimmerman te Lillo; 76 verrichtte in 1710 als timmerman werkzaamheden in het fort Lillo; 77 ontving in februari 1711 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:3:2 wegens reparaties aan het armenhuis; 78 in 1712 vermeld te Lillo wegens het verrichten van reparaties; 79 werd in augustus 1714 voor een periode van zeven jaren belast met de onderhoudswerken te Lillo voor een bedrag van 212 pond Vlaams per jaar; 80 in 1715 aannemer van een nieuwe brug over de vest te Lillo voor een som van £ 633:6:8; 81 betaalde in (o.m.) 1713, 1721,1725, 1733 cijns voor een erf tegen de wal in fort Lillo ”aan de gewezen groote batterij”; 82 deze cijns werd door zijn erfgenamen o.m. betaald in 1760 en 1770; 83 op 6-2-1720 vermeld als ’s lands onderhoudswerker te Lillo-
297
Liefkenshoek; werd in 1725 betaald als aannemer van ’s lands werken te Lillo voor werkzaamheden ten behoeve van de fortificatiën (£ 391:13:4); 84 compareerde met echtgenote voor de schepenbank van Lillo-Zuidland op 19-5-1732; 85 op 20-5-1740 vermeld als brandweerman (pomper) te Lillo; 86 betaalde in 1743/1744 3,75 stuivers belasting over de opbrengst van 280 roeden eigen grond in de polder van Lillo; 87 tijdens de beschietingen van het fort Lillo door Franse troepen in 1748 werden twee huizen van hem en een schuur in het Oud-Kwartier (op de percelen nrs. 53, 54 en 55) volledig verwoest; bezat voorts in het fort Liefkenshoek een huisje in de Barakken dat in 1748 vrijwel geheel werd verwoest; 88 bezat ook een erf aan het einde van de Klinkerstraat op perceel nr. 41; 89 overl. vóór 1750, toen zijn cijnsplicht in Lillo overging op zijn erfgenamen; 90 tr. (1) Anna de Munninck, dochter van Machiel de Munninck en Levina de Mulder; tr. (2) Catharina Franke; 91 uit het eerste huw. ged. fort Lillo: a.
Jan Moorman, 12-2-1708; getuigen: Machiel de Munninck en Elisabeth Moorman; mog. identiek met Jan Moorman de jonge, in 1746 betaald voor werkzaamheden te Lillo. 92 b. Machiel Moorman, 17-11-1709; getuigen: Andries de Munninck en Margrieta Janssen. c. Levina Moorman, 8-3-1711; getuigen: Hubertus Moorman, Andries de Munninck en Janneke Biesman; tr. (1) Lodewijk van Hoorn, hij overl. vóór 14-9-1748; tr. (2) Jacob Frederik Reijnders (otr. Vlissingen 14-9-1748), geb. Bremen, omschreven als ‘varend persoon; 93 hij overl. vóór 19-11-1757; otr. (3) Vlissingen 19-11-1757 David Koole, geb. Yerseke. 94 d. Pieter Moorman, 30-10-1712; getuigen: Cornelis Moorman; zie verder nr. 9. e. Francois Moorman, 31-3-1715; getuigen: Andries de Munninck en Janna de Munninck. f. Francois Moorman, 3-7-1716; getuigen: Jan Moorman en Susanna Rombouts; mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1770, 1776. 95 g. Jacobus Moorman, 26-12-1717; getuigen: capitein Jacobus Moorman en Janna de Munninck. h. Elisabeth Moorman, 17-12-1719; getuigen: Andries de Munninck en Elisabeth Pieters; tr. Pieter Duinkerk(e). i. Anna Jacoba Moorman, 17-8-1721 (ook geregeld omschreven als Jacoba Moorman); getuigen: Andries de Munninck en juffr. Anna de Ruijter; mog. identiek met Jacoba Moorman, belijdenis Hulst 1743; vertrok met att. in 1745 naar Lillo; 96 otr. (1) Lillo 12-8-1749, tr. (1) aldaar 31-8-1749 Huibrecht Kiemans, geb. Doel; testeerde met hem te Lillo 22-8-1750; 97 otr. (2) Lillo 19-2-1752 Joannes Voogt (Voogd), geb. Wezel; zij kreeg op 4-2-1752 van de magistraat van Lillo toestemming voor het sluiten van dit tweede huwelijk, eerder dan toen mocht, d.w.z. reeds binnen negen maanden na het overlijden van haar eerste echtgenoot die te Lillo overleed op 15-7-1751; 98 zij bezat in 1751 stoel nr. 23 in de kerk van Lillo; 99 in 1755 ontving zij £ 1:10 voor het opmaken en naaien van 20 paar nieuwe slaaplakens voor het garnizoen te Lillo; 100 Anna Jacoba overleed vóór 134-1765 (datum ondertrouw Johannes Voogd met Maria van Boven). Uit het tweede huwelijk geb. fort Lillo:
298
j. k. l.
Johannes Jacobus Moorman, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] (als baby) 14-6-1738. Johannes Moorman, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 9-9-1740. Pieternella Moorman, ged. Lillo 1740 (exacte datum niet genoteerd); getuigen: Pieter Moorman junior en zijn vrouw Levina de Munnink. m. Johanna Moormans, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 3-8-1750. 7.
Jan Moorman (Moermans), verm. zoon van nr. 5; werd in 1725 samen met Jan van Wijk betaald als aannemer van ’s lands werken te Liefkenshoek voor werkzaamheden ten behoeve van de fortificatiën; 101 overl. vóór 30-4-1729; tr. Maria Kruit (Kruyt), geb. Middelburg (zij hertrouwde te Liefkenshoek 15-5-1729 Willem Rouveroy, weduwnaar van Pieternella Maroes; zie aldaar); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
b. c. 8.
Jacobus Moorman (Moerman), geb. Lillo; verm. zoon van nr. 4; op 26-12-1717 omschreven als capitein (zie nr. 5 g) [= verm. kapitein van de burgerwacht]; vrijschipper te Lillo van 31-5-1718 tot 19-7-1723; 103 werd op 28-10-1720 benoemd tot roeier in de vloot van Lillo; 104 tavernier in de Willem Hendrikspolder; overl. kort voor 27-2-1730; 105 tr. Hulst 19-4-1720 Maria van den Enden, j.d., toen wonend in de Willem Hendrikspolder (zie Van den Eynde nr. 6a, ad g); uit dit huw. ged. fort Lillo: a. b.
9.
Willem Moorman, 26-4-1722; getuigen: Cornelis Moorman en Adriana van der Straten, weduwe van Willem Kruit; geb. Liefkenshoek; was als oploper werkzaam op VOC-schip “Nieuwvliet”; op 3-1-1742 vertrok hij met dit schip vanuit Rammekens naar Indië; aan bord van dit schip overl. 14-1-1742. 102 Pieter Moorman, 26-2-1724; getuigen: Pieter Moorman en Adriana van Overbeeke. Pieternella Moorman, 2-6-1726; getuigen: Willem Rouveroy en Janna Moorman.
Cornelis Moorman, 2-3-1721; Pieter Moorman en Cornelia Bommeleers. Johanna Jacoba Moorman, 6-12-1722; getuigen: Jan Moorman en Elisabeth Pieterse; tr. Johan Hendrik Berkemeijer; testeerde met hem in het fort Lillo 9-21774; 106 Johanna overleed fort Lillo 7-1-1777.
Pieter Moorman (vaak omschreven als Pieter Moorman de jonge), ged. fort Lillo 3010-1712, zoon van nr. 6; aannemer van 's lands werken te Lillo; brandweerman te Lillo (pijphouder) 20-5-1740; 107 kreeg op 28-7-1745 van de magistraat van Lillo en verklaring van goed gedrag; 108 idem op 7-4-1768; 109 kocht in 1745 voor £ 5:3:4 een wachthuis in het zuid-oost bastion te Liefkenshoek, teneinde dit af te breken; 110 was in 1745 aannemer van het driejarig onderhoudswerk, incl. de doornhaag te Liefkenshoek; 111 bezat in 1748 een huis op de Gevulde Haven in het fort Lillo (aan de zijde van de kerk op perceel nr. 37) dat tijdens de beschietingen ven het fort door Franse troepen in 1748 geheel verbrandde; 112 verrichtte in 1749 en 1750 diverse reparaties in het fort Lillo na de Franse belegering en bezetting; 113 kreeg op 29-6-1754 toestemming om het puin van de in 1748 verwoeste huizen te Lillo op te ruimen; 114 kocht op 2-5-1750 van Engel Hermans voor fl. 120 een huis in de Burgerstraat te Lillo, gelegen naast het Weeshuis; 115 op 21-9-1751 vermeld als werkgever van de metselaarsopperman Hendrik Mannaars; 116 bezat in 1751 stoel nr. 24 in de kerk van Lillo; 117 verzocht op 3-3-1752 om executie van de boedel van zijn overleden vader
299
i.v.m. boedelschulden; 118 op 6-7-1756 betaalde de diaconie van Liefkenshoek hem fl. 11 en 5 stuivers voor een reis met een "faaijton" (een koetsje) en twee paarden naar en van Gastel in Brabant; 119 kocht op 17-1-1757 voor fl. 550 het huis ’s Lands Welvaren in de Burgerstraat te Lillo; 120 betaalde hiervoor o.m. in 1760 cijns; 121 kocht op 12-111759 een huis in het fort Liefkenshoek, eerder eigendom van de diaconie van de fortkerk aldaar, voor 35 gulden; 122 kreeg op 6-3-1761 toestemming om te grossieren in zout; 123 kreeg op 5-6-1761 toestemming voor het houden van een winkel en het verkopen van wijn, sterke drank en tabak te Lillo; 124 verzocht op 2-3-1764 toestemming om post te mogen vervoeren van Lillo naar Antwerpen; 125 mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1750 en 1760; 126 pachter van de gemene middelen te Lillo op 20-7-1764; 127 was op 16-2-1767 vaandrig in de compagnie van de burgerwacht te Lillo; 128 vermeld als belastingplichtige te Lillo op 56-1767; 129 verkocht op 16-4-1768 voor fl. 510 het huis De Blikke Doos in het OudKwartier te Lillo (op perceel nr. 44) aan Cornelis van der Valk; 130 leverde op 6-4-1770 een doodskist voor een begrafenis; 131 was in 1772 verwikkeld in een niet gedocumenteerde affaire; de sergeant-majoor van Lillo schreef er een brief over aan de legatie [= ambassade] van de Republiek der Verenigde Nederlanden te Brussel; hij omschreef Moorman als “meer als 30 jaaren mijnen goeden vriend”en als “een braaff man”; hij deed een goed woordje voor hem; 132 op 9-5-1777 vermeld als voogd van de nagelaten kinderen van zijn zuster Anna Jacoba; 133 had op 16-3-1778 een hypotheekschuld van fl. 300 bij de diaconie van de fortkerk te Lillo; 134 pachtte in 1778 en 1779 (en mogelijk ook al eerder en later) land van deze diaconie; 135 legde op 18-41781 voor de magistraat van Lillo een verklaring af over de afstamming van Jakobus Dronkers, zoon van de veerman Maarten Dronkers en Pieternella Hugo; 136 verkocht op 2-8-1782 (gewoond hebbend in Lillo) voor fl. 1100 aan Jakobus Hoffman het huis “De Florentijnsche Lelie” op de Gevulde Haven in fort Lillo, achter tegen de kerk, inclusief een daarachter gelegen erf waarop een pakhuis had gestaan; 137 verkocht eveneens op 2-8-1782 voor fl. 394 aan Hendrik Kluit een paardenstal op de Gevulde Haven ter zijde van de kerk op perceel nr. 62; 138 had op 3-5-1782 een schuld van fl. 232 bij mevr. Luning-den Hartog; 139 otr. (1) Lillo 21-6-1738, tr (1) ald. 6-7-1738 Levina de Munck, ged. Lillo 15-3-1716, dochter van Andries de Munninck en Susanna Rombouts, overl. fort Lillo 9-1-1745; 140 op 11-7-1749 toonde Pieter Moormans als weduwnaar zijn testament voor de Weeskamer van Lillo; 141 otr. (2) Oud-Vossemeer 13-5-1749 Maria Verdonk, geb. Tholen, laatst wonend in Middelburg; testeerde met haar te Lillo maart 1750; 142 idem 27-10-1752; 143 uit het eerste huw. ged. fort Lillo: a.
b. c.
Andries Moorman, 5-1739; getuigen: Andries de Munninck en Catharina Franke; vrijschipper te Lillo van 9-1-1758 t/m 8-3-1760; 144 vertrok op 9-12-1762 als lademaker [maker van een geweer- of pistoollade] met het VOC-schip “Baarzande” naar Batavia; 145 arriveerde daar 20-6-1763; overl. in Azië 5-1-1773 aan boord van het VOC- schip “Bothland”. 146 Jan Moorman, 9-1742; getuigen: Pieter Moorman de oude en Jacoba Moorman; begr. Oud-Lillo 13-6-1759. 147 Susanna Moorman, 11-1744; getuigen: Jacobus Quist en Joanna Moorman; otr. Lillo 2-12-1765 Job Janszn. Dronkers, geb. Doel, wonend in Liefkenshoek, vrijschipper; testeerde met hem te Lillo 12-2-1776; 148 Susanna overleed te Liefkenshoek 13-2-1776.
300
uit het tweede huw. ged. fort Lillo: d. Francois Moorman, 4-4-1751; getuigen: Huibrecht Kiemans en Jacoba Moorman; werd poorter te Veere 3-9-1785; was toen ongehuwd. 149 e. Anna Catharina Moorman, 5-11-1752; getuigen: Johannes Voogd en Catharina Imans; kreeg op 4-5-1781 toestemming voor een naai- en kinderschool te Lillo. 150 10. Johanna Moorman, overl. fort Lillo 18-3-1783. 11. Pieter Moorman, geb. Lillo; werd op 1-6-1782 poorter te Veere, toen 40 jaar oud. 151 Aanvulling: In het kohier van de huizen te Lillo betreffende de periode 1738-1746 komen de volgende huizen voor op naam van Pieter Moorman: 152 Het huis op perceel nr. 30, achter de kerk; in diens bezit vanaf 1745. Het huis op perceel nr. 45 in het Oud-Quartier. Het huis op perceel nr. 46 aldaar genaamd De Swaan. De schuur op perceel nr. 50 op de hoek van de Klinkerstraat en de Achterstraat. Het is onduidelijk welke persoon of personen met de naam Pieter Moorman is c.s. zijn bedoeld, Pieter de oude of de jonge; zie de nrs. 6 en 9. 1 ZA, SZ, inv. 1231, Ingekomen stukken Gec. Raden, 16-7-1616. 2 ZA, SZ, inv. 499, fol. 180 v. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80130, fol. 109; idem, 80310, fol. 44. 4 ZA, SZ, inv. 504, fol. 374 v. 5 ZA, SZ, inv. 499, fol. 327 v. 6 ZA, SZ, inv. 501, fol. 248. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 940, fol. 250-252. 8 ZA, SZ, inv. 504, fol. 374 v. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1100, fol. 97. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80380, fol. 51. 11 ZA, SZ, inv. 508, 1-12-1656. 12 ZA, SZ, inv. 511, 29-12-1659. 13 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80440, fol. 50; ZA, SZ, inv. 517, fol. 127. 14 ZA, SZ, inv. 520, fol. 16. 15 ZA, SZ, inv. 522, fol. 391. 16 ZA, SZ, inv. 663, 3-5-1668. 17 ZA, SZ, inv. 667, 9-4-1671. 18 ZA, SZ, inv. 670, 20-4-1673. 19 ZA, SZ, inv. 670, 21-7-1673. 20 In de Overloper van Hoedekenskerke van 1636 zijn de (niet met name genoemde) kinderen van Cornelis Janszn. Swijgers diverse malen als grondeigenaren vermeld.
301
21 Idem, 27-4-1673. 22 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 23 NA, VOC-archief, inv. 12232, fol. 1. 24 ZA, Herv. Gemeente Veere, inv. 5, acta kerkenraad 1630-1661. 25 ZA, SZ, inv. 693, 24-8-1685. 26 ZA, RB, inv. 275. 27 ZA, RB, inv. 264, 19-2-1694. 28 ZA, RB, inv. 275. 29 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80790, fol. 46. 30 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 50. 31 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80840, fol. 46 en 46 c. 32 Idem, fol. 30. 33 ZA, SZ, inv. 708, 2-7-1700. 34 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81720, fol. 79 v. 35 ZA, SZ, inv. 709, 5-12-1701. 36 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81730, fol. 20. 37 Idem, inv. 81740, fol. 10. 38 ZA, SZ, inv. 713, 3-3-1705. 39 Idem, 26-6-1705. 40 ZA, SZ, inv. 715, 11-10-1707. 41 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80920, fol. 37 v. 42 ZA, SZ, inv. 719, 23-10-1711 en 15-12-1711. 43 RAB, DK, inv. 19, fol. 161 v, 9-11-1693. 44 ZA, RB, inv. 275. 45 Idem. 46 Volgens een andere bron heette zij Joanna Leenderts; zie: ZA, SZ, inv. 720, 16-11-1712. 47 ZA, RB, inv. 276. 48 ZA, RB, inv. 276, september 1710. 49 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80970, fol. 56. 50 ZA, SZ, inv. 722, 14-8-1714. 51 Idem, 19-10-1714. 52 NA, VOC-arch., inv. 5751, fol. 13. 53 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81720, fol. 72. 54 RAB, DK, inv. 16, fol. 40, 21-5-1680. 55 ZA, RB, inv. 275. 56 ZA, RB, inv. 275. 57 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80790, fol. 44 v. 58 Idem, inv. 80840, fol. 36; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81720, fol. 72.
302
59 Idem, inv. 80880, fol. 37. 60 Idem, inv. 81730, fol. 5 v. 61 ZA, SZ, inv. 708, 2-7-1700. 62 ZA, SZ, inv. 713, 31-7-1705. 63 ZA, SZ, inv. 714, 12-1-1706. 64 NA, Admiraliteitsarchieven, inv. 2528. 65 RAB, DK, inv. 16, fol. 233, 21-6-1683. 66 RAB, DK, inv. 19, fol. 133, 20-4-1693. 67 ZA, SZ, inv. 714, 12-1-1706. 68 NA, Admiraliteitsarchieven, inv. 2528. 69 ZA, SZ, inv. 714, 30-8-1706. 70 ZA, SZ, inv. 715, 6-1-1707. 71 ZA, SZ, inv. 715, 28-6-1707. 72 ZA, SZ, inv. 721, 19-10-1713. 73 ZA, SZ, inv. 722, 14-8-1714. 74 ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 18; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81170, fol. 22. 75 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80920, fol. 45. 76 Idem, inv. 80930, fol. 36. 77 ZA, SZ, inv. 718, 2-10-1710. 78 ZA, RB, inv. 276. 79 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712. 80 ZA, SZ, inv. 722, 14-8-1714. 81 ZA, SZ, inv. 723, 9-4-1715. 82 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80970, fol. 20 v e.v.; idem 81050, fol. 19; idem 81090, fol. 16 e.v.; 81170, fol. 16 v e.v.. Voor de financiering van dit huis leende hij op 30-3-1712 fl. 200 van Willem Ferleman. Het huis is omschreven als gelegen tussen het huis van Levina de Munninck en ’s Lands barakken en met een erf palende achter de wal en voren ’s Heerenstrate (ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 32). 83 Idem, inv. 81430, fol. 17 e.v.; 81530, fol. 17 e.v.. 84 ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 20 v. 85 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 69 v. 86 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 87 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 88 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 89 ZA, SZ, inv. 1949, fol. 111. 90 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81330, fol. 17 e.v.; ZA, SZ, inv. 1976, 25-11-1751. 91 Zij is mogelijk identiek met Catrina Franke, geb. Lillo, otr. Vlissingen 22-4-1724 Jan de Wilde, geb. Schoondijke. 92 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81810.
303
93 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 544, fol. 166 v, boek 12. 94 Idem, boek 11. 95 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81530 en 81590. 96 GA Hulst, arch. Herv. Gemeente Hulst, inv. 60, lidmatenregister 1745-1860. 97 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 53, 22-8-1750. 98 ZA, SZ, inv. 1934, fol. 7, 4-2-1752. 99 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 11 e. 100 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81380, fol. 45. 101 ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 20 v. 102 NA, VOC-archief, inv. 12991, fol. 106.. 103 ZA, SZ, inv. 1931. 104 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2542. 105 Idem, inv. 516, fol. 147 v. 106 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 315, 9-2-1774. 107 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 108 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 11. 109 Idem, fol. 45. 110 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81290, fol. 17. 111 ZA, SZ, inv. 792, fol. 41. 112 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 113 NA, arch. Raad van State, inv. 1916; brief van Casimir Abraham graaf van Schlippenbach (toen commandeur van Lillo c.s.) aan de Prins van Oranje d.d. 28-8-1749, geschreven vanuit Den Haag. 114 ZA, SZ, inv. 1949, fol. 116. 115 ZA, SZ, inv. 1976, 2-5-1750. 116 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 87, 21-9-1751. 117 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 11 e. 118 ZA, SZ, inv. 1934, fol. 12 v, 3-3-1752; idem, ZA, SZ, inv. 1964, 3-3-1752. 119 ZA, RB, inv. 278, 6-7-1756. 120 ZA, SZ, inv. 1976, 17-1-1757. 121 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81430, fol. 17 e.v.. 122 ZA, RB, inv. 272, 12-11-1759. 123 ZA, SZ, inv. 1937, 6-3-1761. 124 Idem, 5-6-1761. 125 ZA, SZ, inv. 1939, 2-3-1764. 126 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81330 en 81430. 127 ZA, SZ, inv. 1939, 20-7-1764. 128 ZA, SZ, inv. 1940, 16-2-1767. 129 Idem, 5-6-1767.
304
130 ZA, SZ, inv. 1976, 16-4-1768. 131 ZA, SZ, inv. 1941, 6-4-1770. 132 NA, arch. van de Legatie in de Oostenrijkse Nederlanden, 1717-1810, inv. 144, brief van A. van Schweinitz d.d. 22-2-1772. 133 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 681, 9-5-1777. 134 ZA, SZ, inv. 1944, 16-3-1778. 135 ZA, RB, inv. 258. 136 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1065, 18-4-1781. 137 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 691. 138 Idem, fol. 695. 139 ZA, SZ, inv. 1945, 3-5-1782. 140 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 130; ZA, SZ, , inv. 1980, fol.72. 141 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 18, 11-7-1749. 142 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 41, maart 1750. 143 ZA, SZ, inv. 1968, fol. 10, 27-10-1752; dit testament werd buiten werking gesteld op 2-2-1765. 144 ZA, SZ, inv. 1931; zie ook: ZA, SZ, inv. 1968, fol. 82, 28-1-1758. 145 NA, VOC-arch., inv. 14787, fol. 226. 146 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 72. 147 Idem. 148 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 471, 12-2-1776. 149 ZA, Poortersboek Veere. 150 ZA, SZ, inv. 1944, 4-5-1781. 151 ZA, Poortersboek Veere. 152 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4.
Moors Adriaen Moors, eiser tijdens processen te Lillo-Zuidland op 4-2-1688 en 9-2-1688; eiste op 2-3-1693 betaling van verkochte lakens. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Moorthamers Maetien Moorthamers, kwam op 30-3-1663 met attestatie van Liefkenshoek naar Terneuzen, waarsch. als echtgenote of weduwe van een militair. 1 1 ZA, arch. Herv. Gemeente Terneuzen, inv. 1. Mogelijk is zij identiek met Maeyken Moorthamer, otr. Axel 298-1620, tr. ald. 4-10-1620 Jaques Floriss, j.m. van Vlissingen, toen soldaat onder kapitein Potteij. Maeyken was j.d. van Axel, toen wonend “in den But”. Voor de bruidegom getuigde de luitenant Lenart Hendricks en voor de bruid Jooris Verstrate (ZA, DTBL Axel nr. 8).
305
Moos Karel Moos, op 28-9-1737 te Doel-Kieldrecht vermeld als echtgenoot van Cornelia Muys. 1 1 RAB, DK, inv. 25, fol. 137, 28-9-1737.
Mooser Samuel Mooser, geb. Bern ca. 1738 (25 jaar oud op 22-7-1763); gereformeerd; onderluitenant in de artillerie te Lillo in 1763; was betrokken bij de oprichting (in 1763) van een vrijmetselaarsloge te Lillo; lidmaat (meester) van deze loge tot zijn overlijden; 1 overleden 14-2-1768. 2 1 Cultureel Maçonniek Centrum “Prins Frederik” (te Den Haag), archief van de Vrijmetselaarsloge “De Eendracht” resp. “L’ Harmonie” te Lillo/Hulst, lidmatenlijsten 1764-1768. 2 Idem, lidmatenlijst 9-4-1768.
Morbo Jan Morbo, geb. Valenciennes; was in maart 1589 soldaat onder kapitein Michiel [Caulier] te Lillo; werd op 22-3-1589 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg. 1 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.
Morden Pieter Morden, kanonnier in de artillerie-compagnie van Laurens Smedeken; werd samen met de kanonnier Simon Boers (zie aldaar) op 14-7-1767 bij het afvuren van ereschoten in Lillo zwaar gewond waaraan zij korte tijd later overleden. 1 1 NA, Raad van State, inv. 1032.1, ingekomen brief uit Lillo d.d. 30-9-1767.
Morel 1.
Francois Morel, meester-roermaker te Beveren; werd in 1718 betaald (£ 2:5) voor het repareren van het handgeweer te Lillo. 1
2.
Hendrik Morel, overl. Doel 23-7-1790; tr. Maria Roelands; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 8-4-1791): 2 a. Jan Baptist Morel, meerderjarig; zie verder nr. 3. b. Jacob Morel, 24 jaar. c. Pieter Morel, 22 jaar. d. Frans Morel, 21 jaar. Voogden van de minderjarige kinderen waren Jan Cornelis Mertens en Jan Baptist Morel.
306
3.
Jan Baptist Morel (zoon van nr. 2), meerderjarig op 8-4-1791; tr. Jacoba Claessens; uit dit huwelijk: 3 a.
4.
Jan Baptist Morel.
N.N. Morel, tr. Catharina Goffoy; zij werd op 10-6-1794 begr. (r.k.) te Lillo.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81020, fol. 39 v. 2 RAB, DK, inv. 35, fol. 192, 8-4-1791. 3 Idem.
Moretus Balthasar Moretus, vermeld als executeur-testamentair van Margriet Steijmans in de polder van Lillo op 25-5-1685 en 2-7-1685; was op 20-3-1688 samen met Sijmon de Neuff eigenaar van de hoeve Vogelensanck in de polder van Lillo; de pachter daarvan had toen een pachtschuld; idem op 29-5-1690. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. Hij is vermoedelijk identiek met Balthasar Moretus III, die leefde van 1646 tot 1696.
Morgan N.N. Morgan, 1 op 6-12-1633 vermeld als kapitein van een compagnie die waarsch. te Lillo of Liefkenshoek verbleef; 2 verm. identiek met Maurits Morgan, benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie op 20-3-1632 als opvolger van Justinus van Nassau; 3 deze compagnie is vermeld op 25-11-1633. 4 1 Hij is mog. verwant met Walter Morgan die in 1572 behoorde tot de Engelse huurlingen in het geuzenleger van Willem van Oranje (C. Dekker, Een Schamele Landstede; geschiedenis van Goes tot aan de Satisfactie in 1577, Goes, 2002, p. 552; zie ook Duyck, op. cit. 1866, p. 391, 432 en 482). In de periode 1587-1593 was Thomas Morgan militair gouverneur (kolonel-commandant) te Bergen op Zoom; hij otr. ald. 14-1-1589, tr. ald. 31-1-1589 Anna de Merode, dochter van Johan, baron van Merode; zie voor hen: L. Toorians, Migratie; Thomas en Charles Morgan, in: De Waterschans, jrg. 42, nr. 4, december 2012, p. 121-136. In 1645 was Thomas Morgan (de jonge) kapitein van een te Bergen op Zoom gelegerde compagnie (trouwboek aldaar, o.m. 31-3-1645). Deze verkreeg op 27-1-1643 als kapitein commissie van de Raad van State (NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1527, fol. 65 v). 2 ZA, SZ, inv. 494, 6-12-1633, fol. 138. 3 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 128 v. 4 ZA, Notulen Staten van Zeeland 25-11-1633, gedrukte versie, p. 114; ZA, SZ, inv. 494, 6-12-1633, fol. 138.
Morgenrood Anna Maria Morgenrood, waarsch. dochter of echtgenote van een militair; begr. fort Lillo [= verm. Oud-Lillo] 18-4-1750; met het beste doodskleed en de grote barrij.
307
Morteleque Henrij Morteleque, afkomstig van Lillo; 1 vertrok als soldaat op 16-1-1776 met het VOCschip “Willem Frederik” naar Batavia; arriveerde daar 13-7-1776; overl. in Azië 12-91776. 2 1 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 2 NA, VOC-arch., inv. 13217, fol. 219.
Mortelmans (Murtelmans) 1.
Petrus (Pieter) Mortelmans, was in 1755 knecht op de boerderij van Engel Hermans in Lillo-Zuidland; 1 armmeester Oud-Lillo in 1762; 2 werd op 6-1-1764 door de magistraat van Lillo vermaand omdat hij had verzuimd gedurende een halve dag mee te werken aan het maken van een weg; 3 begr. Lillo (r.k.) 2-6-1795; tr. r.k. LilloKruisweg 13-4-1755 Joanna Petit; zij werd op 31-3-1776 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e.
Jacobus Mortelmans, 18-7-1756; zie verder nr. 3. Engelbertus Mortelmans, 10-2-1759; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-2-1759. Engelbertus Mortelmans, 31-7-1760; helft tweeling. Joannes Baptist Mortelmans, 31-7-1760; helft tweeling. Joanna Cornelia Mortelmans, 6-9-1763; tr. r.k. Lillo 22-5-1786 Jacobus Wijckmans. f. Clara Maria Mortelmans, 1-12-1767; tr. r.k. Lillo 23-11-1790 Bernardus Arsen (zie aldaar). Op 28-3-1762 en 20-5-1762 werden twee kinderen van Petrus (verm. identiek met nr. 1 c en d) begraven (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 2.
Jan Mortelman, woonde als gezinshoofd in 1774 in Oud-Lillo. 4
3.
Jakobus Mortelmans (zoon van nr. 1), kocht op 12-2-1784 uit de boedel van Jan Baptist Leemans voor fl. 300 een huis in Oud-Lillo. 5
1 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 2 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c. 3 ZA, SZ, inv. 1939. 4 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 809.
Mortem Jan Mortem, geb. Schotland; was in juli 1588 soldaat onder kapitein Dollewy te Lillo; werd op 7-7-1588 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg. 1 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.
308
Mortier Adriaan Mortier, werd in 1700 te Lillo betaald voor het vervoer van twee kisten met kaarsen; ontving hiervoor resp. £ 0:14:0 en £ 0:4:8; 1 idem in 1704 (ontving toen 19 schellingen). 2 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80840, fol. 44 v. 2 Idem, inv. 80880, fol. 54.
Mosel Franco Mosel, werd op 24-3-1673 vanuit Vlissingen als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1 1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.
Moshoorn Meyndert Moshoorn, verm. militair; tr. Elftje Hermans; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Lucretia, 16-11-1698; getuigen: geen.
Mosijn Caesar Mosijn, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 10; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Mosselman(s) 1.
Jan Mosselman, geb. Veere; was als luitenant werkzaam op de schepen “Roosenburg” en Cortgeen” van de Admiraliteit van Zeeland in de periode 1701 tot 1704; 1 daarna was hij als commandeur werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo tot zijn overlijden; 2 testeerde te Lillo 7-12-1724; 3 overl. fort Lillo 2412-1726; 4 tr. Pieternella Cornelisse; doopgetuige fort Lillo 8-12-1709 en 3-10-1721; overl. vóór 7-12-1724; uit dit huwelijk (volgorde onduidelijk): h. i.
j.
k.
Johanna Mosselman, overl. vóór 7-12-1724; tr. Andries de Jager, schoolmeester te Lillo (zie aldaar). Jacob Jansen Mosselman, geb. Veere; was als constabel werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1705; 5 mog. identiek met Jacob Mosselman, vermeld als lidmaat te Veere met att. van Utrecht 1-8-1704; 6 tr. N.N., mog. begr. Veere 14-9-1730. 7 Cornelis Jansen Mosselman, geb. Veere; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1705 tot 1717; 8 in 1706 was hij op dit schip werkzaam als oploper; 9 doopgetuige fort Lillo met echtgenote 7-2-1723 (zie Mosselman ad 2 sub d); hij leefde nog op 14-4-1729; tr. Zierikzee, met att. naar elders d.d. 12-12-1722 Maria Boogaars. Jan Mosselman (de jonge); zie nr. 2.
309
l.
2.
Neelken Mosselmans, vertrok 13-4-1715 vanuit Veere met attestatie naar Lillo; 10 zij leefde nog op 14-4-1729; tr. vóór 3-2-1727 Pieter Bodt, zeeman te Zierikzee. 11
Jan Mosselman jr. (ook: de jonge), geb. Veere; vermeld als roeier in de vloot van Lillo op 2-6-1717; 12 was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1720 tot 15-10-1724. 13 werd op 1-6-1724 te Lillo betaald voor het bezorgen van een expresbrief; 14 was als jongen werkzaam op het schip “Veere” van de Admiraliteit van Zeeland van 15-2-1725 tot 8-11-1725; 15 was als oploper werkzaam op het schip “Tholen” van 11-5-1726 tot 9-12-1726; 16 betaalde in (o.m.) 1713,1721 en 1725 cijns voor een huis aan het einde van de Klinkerstraat (tegen de wallen) te Lillo; deze cijns werd in 1729 (en latere jaren, zoals in 1733) betaald door zijn erfgenamen; 17 het betreffende huis werd vanaf 1738 bewoond door secretaris Temet; 18 verliet omstreeks september 1724 heimelijk zijn vrouw en kinderen en vertrok vanuit Amsterdam naar Oost-Indië; vrouw en kinderen kwamen ten laste van de diaconie van de fortkerk van Lillo; de kerkenraad van Lillo wendde zich op 14-41729 tot de Staten van Zeeland met het verzoek om te mogen beschikken over het erfdeel dat Jan Mosselman sr. aan de kinderen van Jan Mosselman jr. had toegekend ten bedrage van fl. 604, 12 stuivers en 4 penningen en dat berustte bij de Weeskamer van Lillo; de kerkenraad becijferde dat de diaconie aan vrouw en kinderen reeds een bedrag van fl. 192, 3 stuivers en 6 penningen had uitgegeven en dat deze last ondraaglijk werd; het verzoek van de kerkenraad werd door de Staten van Zeeland ingewilligd op 14-4-1729; 19 tr. Cornelia Meesters; uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
b. c.
d.
Martinus Mosselman, 14-4-1715; getuigen: Andries de Jager en Neeltje Mosselman; was als oploper werkzaam op VOC-schip “Hillegonda ”; op 29-11733 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 10-8-1734 aankwam; overl. in Azië 18-11-1734. 20 Pieternella Mosselman, 13-11-1718; getuigen: Pieter Bot en Janna Mosselman. Andries Mosselman, 3-10-1721; getuigen: Andries de Jager en Pieternella Cornelissen; was als oploper werkzaam op VOC-schip “Everswaart”; op 25-11740 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 18-8-1740 aankwam; overl. Cochin 18-3-1741. 21 Cornelis Mosselman, 7-2-1723; getuigen: Cornelis Mosselman en Maria Boogaart; begr. Lillo (van den armen) 30-10-1732.
1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2434 en 2437. 2 Idem, inv. 2437 en ZA, Rekenkamer C, inv. 7562. 3 ZA, SZ, inv. 1037; ingekomen stukken, nr. 131. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7562. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7343 en 7383/7432. 6 ZA, DTBL Veere nr. 3. 7 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 456. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432 en 7473. 9 Idem, inv. 7383/7432. 10 ZA, Herv. Gemeente Veere, inv. 7, acta kerkenraad 1686-1724.
310
11 GA Schouwen-Duiveland, RAZE 4101, fol. 65, 3-2-1727. 12 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2541. 13 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7502 en 7542. 14 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81081. 15 ZA, Rekenkamer C, inv. 7552. 16 Idem, inv. 7562. 17 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81130, fol. 20 v.; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81170, fol. 16 v e.v.. 18 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80970, fol. 20 v e.v.; idem, 81050, fol. 18 v; idem, 81090, fol. 16 e.v.; ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 19 Jan Mosselman sr. had op 7-12-1724 testamentair bepaald dat zijn zoon Jan vanwege diens vele schulden slechts het vruchtgebruik van diens erfportie zou mogen genieten en dat het eigendom van dit erfdeel zou toekomen aan diens kinderen; deze waren echter toen hun vader met de noorderzon vertrok nog niet volwassen en daardoor nog niet gerechtigd om over hun erfdeel te beschikken; zie voor de kwestie: ZA, SZ, inv. 1037, stuk nr. 131 met bijlagen. 20 NA, VOC-archief, inv. 12911, fol. 126. 21 Idem, inv. 12977, fol. 156.
Most, van der 1.
Joannes Cornelius van der Most, als belastingplichtige in de polder van Lillo vermeld in 1718 (omschreven als Jan Most); 1 verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-6-1742; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 6-10-1716 Maria van Velthoven; zij werd op 21-7-1745 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
3.
Catharina van der Most, 5-1-1718; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-1-1718. Catharina van der Most, 24-3-1720. Joannes van der Most, febr. 1724.
N.N. Most, geb. Bergen op Zoom; woonde in mei 1722 in de ambachtsheerlijkheid van Lillo; had op 11-5-1722 nog niet voldaan de verplichting om een borgbrief te overleggen van zijn plaats van herkomst. 2
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 2 De Ned. Leeuw, jrg. 1965, p. 212.
Mostaert Nicolaus Mostaert, was in mei 1728 militair in Liefkenshoek; tr. r.k. Doel 11-5-1728 Petronilla de Bruijn.
Mostinck (Mostingh) Franchois Mostinck, werd op 21-8-1614 door de Gecommitteerde Raden van Zeeland aangewezen om de bestekken gereed te maken voor de bouw van een nieuwe stenen poort
311
te Liefkenshoek; 1 op 2-3-1617 werden de bestekken van de vier batterijen te Liefkenshoek en de logementen van de majoors te Lillo en Liefkenshoek in handen gesteld van Mostinck; 2 op 29-6-1623 was hij op last van de G.R. te Lillo geweest en bracht hij advies uit over enkele werken te Lillo. 3 1 ZA, SZ, inv. 483, 21-8-1614. 2 ZA, SZ, inv. 484, 2-3-1617. 3 ZA, SZ, inv. 487, 29-6-1623.
Mostman Matthijs Mostman, ged. Bergen op Zoom 17-8-1700, zoon van Jacobus Mostman en Barbara Knollaert; houtkoper te Bergen op Zoom; leverde in 1747 voor een bedrag van £ 65:8:2 hout ten behoeve van het fort Lillo; 1 tr. Elysabeth van der Rijp. 2 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2850, fol. 78 v-82 v. 2 Uit dit huwelijk vijf kinderen, ged. te Bergen op Zoom 1737-1746.
Mottin Ludovicus Hubertus Mottin, tr. r.k. Lillo 30-4-1794 Maria Elisabeth van de Poel.
Moubailie Davidt Moubailie, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 6; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Moulin, du Zie Dumoulin.
Mourik, van Willem van Mourik, werd op 2-12-1747 benoemd tot kapitein van een artillerie-compagnie van het Staatse leger, op 1-6-1762 bevorderd tot majoor, op 21-4-1775 tot luitenant-kolonel en op 22-6-1779 tot kolonel; 1 was in 1749, 1751 en 1752 commandant van een artilleriecompagnie te Lillo/Liefkenshoek; 2 op 11-8-1749 verbleven er van zijn compagnie 10 manschappen te Lillo (1 officier, 1 bombardier en 8 kanonniers), 1 te Liefkenshoek, 1 op het fort Frederik Handerik en 1 op de Kruisschans (in de laatste drie gevallen betrof het kanonniers); 3 overl. in 1785. 1 H. Ringoir, Afstammingen en voortzettingen der Artillerie, Den Haag, 1979, p. 43 en 95. 2 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 104. Dit betreft de artillerie-compagnie die in de ordening door Will Hermsen (DutchRegiments) is aangeduid als AC 747 c. 3 NA, Raad van State, inv. 1916.
312
Mouw, de Nicolaes de Mouw, geb. fort Lillo; verm. zoon van een militair; woonde in mei 1677 in Bergen op Zoom; otr. aldaar 15-5-1677, tr. aldaar 1-6-1677 Janneken de Vriendt, ged. Bergen op Zoom 5-1-1650, dochter van Pieter de Vrient en Claesken van Dalem (doopgetuigen: Johannes Wolfaerts, Jop van Dalem, Cornelia Pieters en Catalina van Dalem). 1 1 Van dit paar zijn in Bergen op Zoom kinderen geref. gedoopt waarbij de achternaam van de waarschijnlijke vader steeds anders is genoteerd, te weten als De Meeuw (5-11-1679), De Meuch (26-5-1682) en als De Maen (249-1683).
Mouwe 1.
Anthonij Mouwe, werd op 23-4-1703 vermeld als schipper op een van het gewest Zeeland gehuurd schip; het schip werd te Vlissingen schoongemaakt en daarna kwam het retour naar Lillo. 1
2.
Jeronimus Mouwe, afkomstig uit Brugge; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1703 tot hij deserteerde op 31-12-1704; 2 was wederom werkzaam als matroos op dit schip van 11-1705 tot hij weer deserteerde op 11-8-1705. 3
3.
Jacoba Mouwe, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 5-6-1744; met het beste doodskleed en de grote barrij.
1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2436. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363. 3 Idem, inv. 7383/7432.
Moyaert(s) Pauwel Moyaert(s), had op 9-9-1686 een schuld bij Gerard de Bruyn; 1 overl. vóór 8-11689; zijn testamentaire executeur was Jan Gabriel van der Hofstad; deze procedeerde over de nalatenschap met J.B. Deens. 2 1 RAB, DK, inv. 17, fol. 223, 9-9-1686. 2 RAB, DK, inv. 18, fol. 114 v, 8-1-1689.
Muddese Dirk Muddese, soldaat; op 30-12-1746 werd te Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn zoon Francois Muddese begraven.
Mudescherm Theodorus Mudescherm, tr. Anna Maria Timmermans; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg:
313
a.
Franciscus Mudescherm, 10-12-1746.
Muggebroek Johannes Muggebroek, sergeant te Lillo in 1745; waarsch. identiek met Johan Magenbroek (zie aldaar); ontving in 1745 een vergoeding van £ 1:15 voor het bezorgen van een brief van Lillo naar Middelburg; 1 tr. N.N.; uit dit huw.: a. b. c. d.
N.N. Muggebroek, een doodgeboren kind, begr. Lillo 15-2-1740. Maria Catrina Muggebroek, begr. Lillo 7-9-1741. Frederik Muggebroek, begr. Lillo 5-9-1743. Johan Muggebroek, begr. Lillo 1-9-1746.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81290, fol. 83.
Muiers Rochus Muiers, waarsch. militair; overl. Liefkenshoek 31-10-1779; begr. te Doel.
Muijden, van der Guillaume van der Muijden, benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie op 2-81619 als opvolger van Charles Loger; 1 vermeld als kapitein van een compagnie te Lillo en/of Liefkenshoek op 2-7-1622; 2 wederom vermeld als kapitein op 6-12-1633; 3 overl. 151-1634. 4 1 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 82. 2 ZA, SZ, inv. 487, 2-7-1622. 3 ZA, SZ, inv. 494, 6-12-1633, fol. 138. 4 Idem, 17-1-634, fol. 173v.
Muijser (zie ook Meijser en Muser) Bartholomeus Muijser, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 20-2-1742.
Muijswinckel Augustinus Muijswinckel, afkomstig uit Anwerpen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-7-1702 tot 30-4-1703. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324.
Muijts Adriaan Muijts, roeier in de vloot van Lillo; overl. op of omstreeks 30-5-1711. 1 1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2537.
314
Muilman Jan Hendrik Muilman, benoemd tot geweldige provoost te Lillo en Liefkenshoek op 19-51738; werd in die functie opgevolgd op 8-1-1739. 1 1 ZA, SZ, inv. 788, fol. 21; ZA, SZ, inv. 1672, fol. 94.
Mul Frans Leo Mul, tr. Brigitta de Potter; weduwe van Pieter Janssens; overl. Doel-Kieldrecht kort voor 12-4-1780; voogden van hun kind(eren) waren Jozef Janssens en Passchier de Potter. 1 1 RAB, DK, inv. 32, fol. 242, 12-4-1780.
Mulder(s) (de) 1.
Thobias de Mulder(e), aannemer van fortificatiewerken; op 28-8-1614 verzocht hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland, als aannemer van de 10de besteding van Liefkenshoek (betreffende de aanleg van het ravelijn aan de oostzijde van dit fort), om vergoeding voor hetgeen hij buiten het bestek gemaakt had; 1 was in de periode 16321634 als aannemer betrokken bij de af- c.q. herbouw van het fort St. Anna in de polder van Namen; was op 31-8-1634 aannemer van de fortificatiewerken op dit fort toen hij de Gec. Raden om betaling verzocht van tweederde van de aanneemsom ad fl. 7028:6:8; 2 op 8-9-1634 werd hem door de Gec. Raden ordonnantie verleend van nog eens drieduizend guldens; 3 en op 6-10-1634 werd hem het laatste deel van zijn aanneemsom betaald ad. 2023 guldens, 6 stuivers en 8 penningen; 4 op 10-4-1635 besloten de Gec. Raden hem geen ordonnanties van betaling meer te verlenen omdat zij Thobias de Mulder al meer betaald hadden i.v.m. de fortificatiewerken op de forten St. Anna en Hoogerwerve dan zij volgens de quota van 1633 en 1634 dienden te doen; 5 in maart 1636 verrichtte hij als aannemer werkzaamheden op het fort St. Anna; 6 op 1812-1636 kreeg hij voor zijn fortificatiewerkzaamheden te Lillo in het jaar 1636 een bedrag van ₤ 145:16:8 Vlaams; 7 hij was doopgetuige te Steenbergen op 6-6-1627 en op het fort St. Anna op 9-9-1635.
2.
Isaacq de Mulder, op 22-7-1639 samen met Hendrick Papon vermeld als aannemer van een werk op Lillo, toen zij de Gec. Raden om een voorschot verzochten; 8 vermeld als “fortificatiemeester” aldaar op 10-9-1641 en 19-8-1642; 9 werd als aannemer in 1643 betaald (£ 30) voor reparatiewerkzaamheden op het fort Hoogerwerf; 10 was in 1628 mog. ook betrokken bij de bouw van het fort Henricus te Steenbergen; ene Isaac de Mulder is ca. 1628 vermeld als pachter van de zoutimpost op dit fort; 11 deze is ook vermeld als bewoner van dit fort op 15-7-1629; hij verkocht toen voor fl. 400 een huis in dit fort aan Geerit Michielsen, bakker en inwoner van Steenbergen. 12
3.
Elias de Mulder, werd in 1640 betaald voor o.m. het reinigen van het magazijn te Lillo; 13 verm. soldaat.
4.
Mr. Livinus de Meulder, verm. wever; eiste op 31-7-1656 te Lillo-Zuidland betaling van een geleverd kleed; was toen gehuwd met de weduwe van Jan Deckers. 14
315
5.
Pieter de Mulder, overl. in het gehucht St. Antoniushoek (in de polder van Doel) 8-31684; tr. Jacquemijne van Geel; uit dit huwelijk: 15 a. b.
Gerard de Mulder. Hendrik de Mulder, zie verder verm. nr. 9.
6.
Jan Matthijssen (de) Mulder, werd op 2-7-1675 benoemd tot vrijschipper te Lillo, Doel en St. Anna-Ketenisse; 16 overl. vóór 9-10-1685; tr. N.N.; zij hertr. Pieter van Frayenhove, die Jan de Mulder op 9-10-1685 als vrijschipper opvolgde. 17
6a
Husyn Regem [?] Mulder, verm. militair; tr. Margarieta N.N.; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Maria, 12-10-1704; getuige: Catharina Sporenburgh.
6b
Heyndrick Mulder, tr. Janna van Bueren; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Eva, 15-3-1705; getuigen: Pieter Lanny en Geertruyt Hanee.
7.
Rombout de Mulder, als landbouwer (pachter) vermeld in de polder van Lillo in 1718; 18 compareerde met echtgenote te Lillo-Zuidland op 23-10-1710; 19 betaalde in 1743/1744 17,5 stuivers belasting over de opbrengst van 4 gemeten en 113 roeden eigen grond en 5 gulden en 16,74 stuivers belasting over de opbrengst van 29 gemeten en 55 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 20 tr. vóór 23-10-1710 Anna Willemsen, weduwe van Jan de Moor.
8.
Mary Muldersen, op 25-7-1711 werd aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:10:6 betaald wegens haar trouwen op een extraordinaire tijd. 21
9.
Hendrik de M(e)ulder (verm. zoon van nr. 5), overl. Doel 16-6-1715; tr. Anna van Royen, overl. vóór 9-6-1738; uit dit huwelijk (met hun leeftijd op 11-9-1715): 22 a. Maria de M(e)ulder, 5 jaar oud. b. Jan de M(e)ulder, 6 maanden oud. Hun voogden waren Mercus van Royen en Gerard de Meulder.
10. Levina Mulders (de Mulder), op 19-5-1707 vermeld als een door de kerkenraad van Lillo aangestelde vroedvrouw; verdiende daarmee 6 pond Vlaams per jaar ingaande 12-3-1706; 23 idem in 1715; 24 benoemd tot vroedvrouw van Liefkenshoek op 2-21719; vermoedelijk in functie tot uiterlijk 10-6-1720; 25 tr. Machiel de Munninck (zie aldaar). 11. Daniel Mulder, tr. Maria Catharina Torté; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Antonius Mulder, 20-9-1726.
316
12. N.N. Mulder, constabel; op 17-10-1735 werd te Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn vrouw Elena N.N. begraven. 13. Dionisius Mulder, soldaat; tr. Catrina Schilder, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 26-81741; op 4-9-1742 werd te Lillo hun dochter Margriet Mulder begraven. 14. Frederik Mulder, soldaat; op 1-5-1745 werd te Lillo [= verm. Oud-Lillo] van hem een naamloos kind begraven. 15. Jacob Mulder, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 7-1-1746. 16. Maria Mulders, dienstmeid bij Asuaris van Weelden (zie aldaar) te Lillo; zij overleed op 8-4-1754 te Lillo in het kraambed, nadat zij bevallen was van een “onecht” kind; vermoedelijk was Van Weelden de vader. 26 17. Joannes Baptist Meulders, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-12-1783; tr. r.k. LilloKruisweg 12-11-1758 Dorothea van den Bergh; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a. b. c. d. e.
Anna Catharina Meulders, 4-10-1759; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-2-1763. Rosalia Meulders, 15-9-1761; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 8-12-1779. Joannes Franciscus Meulders, 4-2-1765; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-11-1783. Maria Catharina Meulders, 3-4-1769; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 31-5-1784. Martina Meulders, 25-1-1772; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 3-2-1772.
18. Willem de Meulder, op 25-1-1762 te Lillo-Zuidland vermeld als gedaagde in een proces met drossaard Lasson; de drossaard kwalificeerde Willem de Meulder als een ‘onbeleefden, grammoedigen ende boosaerdigen persoon’, vanwege een vechtpartij in november 1761 in de herberg van Francis Lucas met Cornelis Gijsen uit Oorderen; 27 tr. Anna Catharina Lambrechts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Anna Cornelia de Meulder, 28-1-1760. Joanna Catharina de Meulder, 13-8-1761; tr. Matheus Jonckers, ged. Ekeren 12-91764, zoon van Cornelius Jonckers en Joanna Maria Celes, overl. Ekeren 1805; zij woonden in 1796 in Driehoek-Ekeren. 28
19. Jacob de Mulder, overl. Doel kort voor 31-5-1776; tr. Maria Josijne Lepelaer (dochter van Jan Lepelaer); uit dit huwelijk: 29 a. Jan Baptist de Mulder. b. Maria Magdalena de Mulder. Hun voogden waren Merten de Mulder en Passchier Bolssens. 20. Martinus de Mulder (Meulder), geb. Berendrecht ca. 1741 (42 jaar oud bij tweede huwelijk); vestigde zich in 1776 in de polder van Lillo; landbouwer; leende in 1777 samen met Jacobus Reaal fl. 1000; leende toen voorts fl. 1700 voor de aankoop van een stuk land in de polder van Lillo; leende op 28-8-1777 fl. 700 aan het echtpaar
317
Antoni van Aerden en Isabella Lenaerts; 30 was in 1778 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 31 had op 21-2-1784 met zijn echtgenote een schuld van fl. 600 bij Elizabeth Denissen, weduwe van Jan de Meulemeester; 32 begr. Lillo (r.k.) 13-12-1796; tr. (1) Elisabeth Peijnen; 33 zij werd op 24-1-1782 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 18-2-1783 Agnes de Meulemeester, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 29-3-1762 (zie De Meulemeester ad A 2.1); uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 34 a. b. c.
Mathijs de Mulder, geb. Berendrecht ca. 1770. P.J. de Mulder, geb. Berendrecht ca. 1774. Jacobus de Meulder, 26-2-1778; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-3-1778.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo: d. Elisabeth de Meulder, 17-11-1783; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 18-11-1783. e. Anna Elisabeth de Meulder, 21-12-1784. f. Jacobus de Meulder, 6-2-1787. g. Maria Catharina de Meulder, 27-8-1788. h. Rumoldus de Meulder, 20-10-1790. i. Petrus Franciscus de Meulder, 28-10-1792; verm. begr. Lillo (r.k.) 25-7-1796. j. Isabella de Meulder, 2-3-1795; begr. Lillo (r.k.) 27-7-1796. k. Franciscus de Meulder, 23-3-1797. 1 ZA, SZ, inv. 483, 28-8-1614; zie ook: ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 24. 2 ZA, SZ, inv. 495, 31-8-1634. 3 ZA, SZ, inv. 495, 8-9-1634, fol. 54 v. 4 ZA, SZ, inv. 495, 6-10-1634, fol. 72. 5 ZA, SZ, inv. 495, 10-4-1635, fol. 201. 6 NA, Raad van State, inv. 1569, Verbaal St. Anna voorjaar 1636, fol. 7. 7 ZA, SZ, inv. 496, 18-12-1636, fol. 220. 8 ZA, SZ, inv. 497, 22-7-1639, fol. 117 v. 9 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 36, akte nr. 89; ZA, SZ, inv. 499, fol. 125. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 800. 11 MHC, oud-recht. arch. Steenbergen, inv. 394. 12 Idem, inv. 1518, fol. 140 v, 15-7-1629. 13 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80000. 14 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 15 RAB, DK, inv. 17, fol. 22, 8-5-1684. 16 ZA, SZ, inv. 674, 2-7-1675. 17 ZA, SZ, inv. 693, 9-10-1685. 18 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 19 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 15, fol. 54. 20 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 21 ZA, RB, inv. 276.
318
22 RAB, DK, inv. 22, fol. 164 v, 11-9-1715 en inv. 25, fol. 196, 9-6-1738 23 ZA, SZ, inv. 715, 19-5-1707. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2210, fol. 35 v. 25 ZA, SZ, inv. 787. 26 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 29, 9-4-1754. 27 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 25-1-1762. 28 RAA, Volkstelling Ekeren 1796. 29 RAB, DK, inv. 32, fol. 39, 31-5-1776. 30 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 17, ongefol. 31 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 32 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1353. 33 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3059, nrs. 3 en 12. 34 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Mulemans Zie Meulemans.
Mulert tot de Leemkuil Herman Willem baron Mulert tot de Leemkuil, benoemd tot kolonel van een regiment van het Staatse leger op 21-3-1731; 1 benoemd tot generaal-majoor van de infanterie van het Staatse leger op 1-1-1742; bevorderd tot luitenant-generaal op 16-5-1747; 2 in 1746 verbleef een detachement van zijn regiment voor korte tijd in fort Lillo en overnachtte daar in de kerk; 3 op 8-8-1747 verbleven 172 militairen uit zijn compagnie (waaronder 1 hoofdofficier, 2 kapiteins, 4 (andere) officieren, 6 sergeants, 4 tamboers, 5 zieken en 150 soldaten) in het garnizoen te Lillo. 4 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 101; zie voor het geslacht Mulert tot de Leemcule Nederland’s Adelsboek, deel 88 (1999), p. 462-485. 2 H. Ringoir, Nederlandse generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 5 en 15. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81300, fol. 56. 4 ZA, SZ, inv. 1377.1, brief van 8-8-1747.
Muller 1.
Frederik Muller, jager [= militair]; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 1-1-1750.
2.
Jacobus Muller, kwam in 1758 als militair naar Steenbergen met att. van Ebersbach d.d. 7-2-1758; vertrok met att. begin juli 1758 naar Liefkenshoek. 1
3.
Jacob Muller, woonde op 5-9-1760 met vrouw en kinderen in of nabij Lillo; was toen arbeider bij Pieter Moormans. 2
319
4.
Frederik Muller, soldaat; op 3-1-1778 overleed in fort Lillo zijn zoon Christiaan Muller.
5.
Heinrich Muller, overl. Liefkenshoek 13-12-1779; begr. te Doel.
6.
Jacob Muller, militair; kwam 15-7-1783 met att. van Lillo naar Grave; vertrokken aldaar 20-12-1784. 3
7.
Johan Pieter Muller, militair; werd lidmaat te Grave vanuit Liefkenshoek 15-7-1783; vertrok vervolgens naar Maastricht 20-1-1785; 4 hij was mog. gehuwd met Johanna de Kan (zie aldaar).
8.
Johanna Muller, geb. Liefkenshoek; werd op 31-12-1810 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg; verbleef daar tot 4-2-1811. 5
1 MHC, arch. Herv. Gemeente Steenbergen, inv. 34. 2 ZA, SZ, inv. 1937, 5-9-1760. 3 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74. 4 Idem. 5 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 26.
Mulot Jonkheer Adriaen Mulot, heer van d’Espreaux, alias Van Preux; kornet onder De Metz; doopgetuige Bergen op Zoom 15-5-1618; overl. vóór 1-9-1622; otr. fort Lillo; tr. Bergen op Zoom 20-12-1617 Susanna de Buvry, dochter van Jacques de Buvry en Jeanne de Jamaer (zie De Buvry ad 1 a); uit dit huwelijk geref. ged. Bergen op Zoom: 1 a. b.
Francois Mulot, 19-2-1619; getuigen: Francois du Tour, heer van Metz, en Jeanne Jamaer, weduwe van Jacques de Buvry, commandeur van Lillo. Adriaan Mulot, 1-9-1622 (vader reeds overleden); getuigen: kapitein Gualtherus Bruce en Anna de Reygere, huisvrouw van mons. La Case [= kapitein Pierre de Baldran, heer van La Case]. 2
1 De Ned. Leeuw, 1884, p. 22. 2 MHC, not. arch., inv. 49, akte nr. 35, 22-9-1627.
Mulstro, van Willem van Mulstro, kapitein van een compagnie van het Staatse leger; prins Frederik Hendrik gaf hem op 3-4-1644 opdracht om zich met zijn compagnie en met complete bewapening van Bergen op Zoom voor enige tijd naar Liefkenshoek te begeven; 1 de huisvesting aldaar leverde problemen op, onder meer voor de luitenant en zijn gezin met zes tot zeven kinderen; 2 tr. Anna Margriet; uit dit huwelijk:
320
a.
Gerrit van Mulstro, ged. Bergen op Zoom 21-12-1642; geen getuigen vermeld.
1 ZA, SZ, inv. 1259, nr. 85. 2 Idem, brief van Isaak de Brauw aan de GR d.d. 2-5-1644, nr. 117.
Munck, Munninck, Munk, de A. Diverse personen met de naam De Munck c.s. 1.
Pieter de Munck, in oktober 1625 vermeld als bezitter van twee percelen grond in de polder St. Anna-Ketenisse. 1
2.
Jeroen de Muynck, werd in 1635 betaald voor het stouwen van turf te Lillo.
3.
Steven de Munnick (Munck), landbouwer in de polder van Doel; leverancier van stro ten behoeve van het fort Hoogerwerf in 1643; 3 vermeld als schepen van DoelKieldrecht in december 1644; 4 doopgetuige Liefkenshoek 1-11-1637; 5 tr. (verm. 1) Arjaentje de Munck; tr. (verm. 2) Cornelia (Neelken) de Witte, verm. dochter van Joris de Witte (zie aldaar); zij hertr. verm. met Pieter Baert (zie aldaar); uit het verm. eerste huw. [NB: doopgegevens Liefkenshoek pas beschikbaar vanaf 15-11-1622]:
2
a.
Maria de Monnik, ged. Liefkenshoek 8-1-1623; getuigen: Mattheys de Witte en Maeyken Jacobs Doel. b. Margriete de Munck, ged. Liefkenshoek 30-11-1625; getuigen: Jan Ary Janssen Dronckaert [= Jan Aryensse Dronckaert], Paschier de Witte en Mayeken Aryssen; doopgetuige Liefkenshoek 6-11-1644. c. (waarsch.) Jan Stevens de Munck; zie verder C 1. Uit het verm. tweede huwelijk ged. Liefkenshoek: d. Elisabet de Munnick, 9-9-1629; getuigen: Hans van den Eynde, Hans Stappert en Anneken Hendriks. Zie voorts de parenteel van Steven de Munck, samengesteld door Henk Knoester en geplaatst op de webversie van het repertorium in de rubriek Lillo-Liefkenshoek, hoofdstuk 15. 4.
Anthony de Munninck, geb. te Maes; overl. vóór 10-1-1654 (datum otr. (2) echtgenote); otr. Liefkenshoek 12-4-1636, tr. ald. 4-5-1636 Annetje Pieters, geb. Merck; zij hertr. Liefkenshoek 25-1-1654 Jan Hendrick Donck (zie aldaar); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Elisabeth de Munck, 15-2-1637; getuigen: Hans Carels, Andries de Munck, Cornelis Jansen, Naenken de Witte en Syncken Vercouteren. b. Pieter de Munninck, 12-12-1638; getuigen: Gillis Keymeule, sergeant Guiljam Hendricx, Anneken Huybrechts en Dingene Stevens. c. Maria de Munnick, 26-12-1640; getuigen: Symon Fryde en Dingene Mathys. d. Andries de Munnick, 6-4-1643; getuigen: Passchier Kil, Elisabet Jans en Martyne Geerts; verm. identiek met A 14.
321
e. Christina de Munnick, 14-5-1645; getuigen: Passchier Kelleman, Wouter Claessen, Mayeken Stevens en Martyntie Geens. f. Steven de Munnick, 7-10-1646; getuigen: Lauwereys Verbrugge, Adriaen Janse, Grietien Stevens en Elisabet Jacobs. g. Anneken de Munnick, 29-8-1649; getuigen: Jacob Stappaerts, Cornelis de Witte en Maria de Witte. 5.
5a
Aelbrecht Huybrechtszn. de Muynck, ontving in 1640 £ 0:16:8 voor het schrijven en aanslaan van biljetten te Lillo op 4-6-1640; idem 3 schellingen voor het copiëren van het bestek van de neergevallen bressen in de wallen van Lillo. 6 Gillis de Munnick, verm. militair; tr. Martine Casseels; Liefkenshoek:
uit dit huw. ged.
a. Franchoys de Munnick, 30-3-1642; getuigen: Anthony Jansen, Pieter Muckou, Mayeken Barbilaers en Soetie Eyermans. 5b
Lauwereys de Munnick, verm. militair; tr. Anneken de Perck; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Guyllamette de Munnick, 17-2-1647; getuigen: Nicolaes Servaes, Pieter Perdon en Guyllamette Couvert.
6.
6a
Adriaen Huybrechtszn. de Muynck, ontving in 1649 15 schellingen voor het opschrijven van de ammunitiën te Lillo. 7 Jan Pieterse de Munck, tr. Neeltie Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Pieter de Munck, 28-4-1658; getuigen: Leendert Geertsen, Adriaen Willemsen en Catalynken Huybrechts.
7.
Paschier de Munck, verm. geb. Kieldrecht; zoon van Adriaen de Munck en Susanna Claessens; eigenaar van de brouwerij "De Valck" te Melsele; had broers Adriaen en Frans (griffier te Kallo); schepen van Doel-Kieldrecht van 1663 tot 1672; 8 overl. 20-41678; 9 tr. (1) Kallo (r.k.) 30-5-1658 Magdalena Michielsens, weduwe van Jacob de Backer, dijkgraaf van de polder St. Anna-Ketenisse; Magdalena overleed te Kallo op 14-6-1660 (uit dit huw. geen nakomelingen); tr. (2) Beveren (r.k.) 18-9-1661 Maria Hilleger (Heillegiers), dochter van Jan Hillegers, schepen van Beveren; zij overleed in de St. Annapolder op 1-10-1666; tr. (3) Anna de Mil; uit het tweede huwelijk: 10 a. Anna Maria de Munck. b. Elisabet de Munck. c. Jacob de Munck. Op 20-6-1682 worden als hun voogden vermeld: Franchois de Munck en Gijsbrecht Noens; zij beheren voor de kinderen grond in de polders van Kallo en van St. AnnaKetenisse. 11 Deze overstroomden op 26-1-1682. 12
322
8.
Jacobus de Munck, geb. fort Lillo; was in 1658 soldaat in de compagnie van kapitein Potteij; tr. (1) Axel 1658 (exacte datum onbekend) als j.m. Lijsebeth Geschiere, j.d. van Axel; trouwgetuigen: de ouders van de bruidegom en de moeder van de bruid; otr. (2) Axel 14-4-1663, tr. (2) Axel 23-5-1663 Catalyntje Claeys, j.d. van Axel; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a. Adriaen de Munck, 5-10-1659; getuigen: Michiel Claessen, Meerten Gysschieter [= Geschiere], juffr. Racelle Pattey [= verm. Pottey] en Josyne Philipsen.
9.
Niclaes de Munck, schepen van Doel-Kieldrecht van 1659 tot 1675. 13
10. Pieter de Munck, schepen van Doel-Kieldrecht van 1677 tot 1681; 14 tr. Doel 7-4-1677 Jenneke van Innevelt, dochter van Jan Heyndrick van Innevelt en Christijne Lucas en weduwe van Gillis Vermeere (Vermeiren). 15 11. Steven de Munck, schepen te Doel-Kieldrecht van 1677 tot 1684; 16 overl. vóór 17-21686; 17 tr. (1) Vrasene (r.k.) 22-4-1664 Elisabet Nijs, overl. 16-8-1678; tr. (2) SintGillis-Waas (r.k.) 8-2-1682 Katelijne Dhanens (D' Haens, Danis); uit het eerste huwelijk (met hun leeftijd in 1678): 18 a. Maria de Munck (11 jaar). b. Elisabet de Munck (8 jaar). Hun voogden op 13-2-1685 zijn Joos de Hond en Joos de Munck. 19 12. Gillis de Munck, in 1662 te Lillo als schipper vermeld. 20 13. Dingena de Munck, geb. Den Doel; tr. (1) Kallo (r.k.) 12-10-1642 Laurens Verbrugge; otr. (2) Ossenisse 5-5-1663 Jan Martens, j.m. van Hontenisse; getuigen: de broers Gillis, Andries en Cornelis Martens en de broer Jan Stevensen (verm. de Munck). 14. Andries de Munnink (Munnick), geb. Liefkenshoek, verm. identiek met A 4 d; verbleef in oktober 1668 in Bergen op Zoom; in 1671 soldaat in de compagnie van capitein Happert te Liefkenshoek; overl. vóór 25-3-1679 (toen zijn tweede echtgenote hertrouwde); otr. (1) Bergen op Zoom 27-10-1668, tr. (1) Liefkenshoek 5-12-1668 Francijntje Craemer (Cramers), geb. Gorinchem; otr. (2) Liefkenshoek 24-10-1671, tr. (2) ald. 18-11-1671 Barbara Verstraten, geb. Doel, ged. Liefkenshoek 5-4-1649 (zie Verstraten ad B 7); zij otr. (2) Liefkenshoek 25-3-1679, tr. (2) aldaar 23-4-1679 Jacob Marinusse (zie aldaar); uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a. Johannes de Munnink, 14-4-1675; getuigen: Jan Moorman, Jan de Lalous, Anna Jaspers en Adriaentie Donck.
B. De familie van de chirurgijn Michiel de Munck 1.
Michiel de Munck, chirurgijn te Liefkenshoek; was in 1650 (ook) pachter van de impost op allerhande bieren, het zout en het gemaal (“de maelderie”) te Lillo en
323
Liefkenshoek; 21 was in 1659 (ook) substituut auditeur-militair; werd toen betaald voor “ommeslagen en publicatiën” te Liefkenshoek (£ 0:15:8); 22 op 29-4-1660 omschreven als substituut-griffier van de krijgsraad te Liefkenshoek; 23 overl. vóór 10-3-1661; 24 tr. Anneke (Janneke) Jaspers; zij hertr. Liefkenshoek op 28-1-1666 (otr. 30-12-1665) met Hendrik van Hattum, soldaat in de compagnie van Nicolaas Ockers te Liefkenshoek; 25 uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Johannis de Munnick, 18-1-1643; getuigen: jonker Daniel de Savennie [Savornin], mr. Leendert Wadde, Dyna Verschage en Elisabet Vlams. b. Susanna de Munnick, 27-11-1644; getuigen: Gooltien Gillis en Janneken Verschragen. c. Andries de Munnick, 15-4-1646; getuigen: Emanuel Oliphant en Martyntie Goemans. d. Jasper de Munnick, 11-10-1648; getuigen: Pieter Aersen, Ary Vlam en Barber Andriessen. e. Josyntie de Munnick, 26-12-1649; getuigen: Nicolaas van Dries (geseyt Brouw), Machiel Karlier en Anna Alleman. f. Susanna de Munnick, 26-12-1651; getuigen: Jan Reymeersen Lely, Pieter Osaen en juffr. Oliphant. g. Idem, 10-8-1653; getuigen: Geleyn Jansen en Catalina Berkenbosch. h. Huybertus de Munnick, 16-7-1656; getuigen: jonkheer Van Boshuysen, Balten Kappers en juffr. Adriaena de Ridder. i. Josyna de Munnick, 3-3-1658; getuigen: Robbert de Ridder en Janneken Coster. j. Michiel de Munnick, 31-10-1660; getuigen: Pieter de Buff en Margriete Grisperle; zie nr. B 2. 2.
Machiel de Munnink, zoon van B 1; werd op 2-6-1689 benoemd tot straatschoonmaker te Lillo; 26 werd in 1690 betaald voor het schoonmaken van de grote komme bij de poort te Lillo; 27 ondercommies van het magazijn te Lillo (waarin o.m. turf en kaarsen werden bewaard); werd in 1706 betaald voor vletten en krammen aan de contrescarp te Liefkenshoek; 28 verm. identiek met de Michiel de Munnink die van 14-2-1705 tot 296-1706 als matroos werkzaam was op ’s lands schip “Standvastigheid”; 29 overl. vóór 27-10-1710; 30 tr. Levina de Mulder, vroedvrouw te Liefkenshoek van 2-2-1719 tot uiterlijk 10-6-1720; 31 uit dit huwelijk verm.: a. b. c. d.
3.
Machiel de Munninck, zie verder nr. B 3. Andries de Munninck, zie verder nr. B 4. Joanna de Munninck, begr. Lillo 4-2-1733; tr. Jan Francois Berenger. 32 Anna de Munninck, op 25-11-1751 vermeld als zuster van Andries (= B 2b); tr. Pieter Janse Moorman de oude (zie aldaar).
Machiel (Michiel) de Munninck (verm. zoon van nr. B 2), benoemd tot straatschoonmaker te Lillo op 3-5-1696 als opvolger van zijn vader; 33 berichtte de Gecommitteerde Raden van Zeeland in 1717 [niet nader gedateerd] dat hij inkomsten miste nadat (doordat) er in het fort Lillo vier gemetselde bakken waren geplaatst waarin de burgers hun huisvuil konden deponeren; voorheen ontving hij van de burgers een recognitie voor het ophalen van huisvuil; hij verzocht nu om een jaartraktement
324
van 4 pond Vlaams teneinde met vrouw en kinderen te kunnen bestaan, hetgeen door de GR op 2-4-1717 werd afgewezen; 34 overl. kort vóór 9-11-1717; 35 tr. Margrieta Janssen (ook: Margrita Potters); zij werd op 9-11-1717 in plaats van haar overleden man aangesteld als straatschoonmaakster te Lillo; 36 uit dit huw. ged. fort Lillo: a. b. c.
d.
e.
4.
Levina de Munninck, 19-8-1708; getuigen: Andries de Munninck en Levina Mulder. Machiel de Munninck, 6-6-1710; getuigen: Pieter Moorman en Levina Mulder. Machiel de Munninck, 26-6-1712; getuigen: Thomas Biesmans en Anna de Munninck; mocht van de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 23-5-1720 voor een periode van drie jaar de straten in Lillo schoonmaken; 37 deze termijn werd op 18-1-1725 met nog eens drie jaar verlengd; 38 ontving hiervoor in 1725 (toen hij nog minderjarig was) via zijn voogd Pieter Moorman (die toen werd omschreven als Pieter Moermans) een jaartraktement van 14 pond Vlaams; 39 werd poorter te Zierikzee op 8-4-1751; 40 tr. aldaar (als j.m.) 4-12-1754 Susanna van Verre, j.d. van Zierikzee. Jan de Munninck, 23-9-1714; getuigen: Pieter Moorman, Andries de Munninck en Janna de Munninck; was als jongen werkzaam op het VOC-schip “Den Dam”; met dit schip vertrok hij op 14-1-1732 naar Batavia, waar hij op 20-7-1732 aankwam; overl. Batavia hospitaal 20-6-1733. 41 Elisabeth de Munninck, 10-1-1717; getuigen: Levina Mulder en Francois Berendse (= Berenger).
Andries de Munninck (verm. zoon van nr. B 2), mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1725, 1738, 1740 en 1748; 42 werd in 1725 betaald voor het schoonmaken van de grote kom te Lillo; 43 brandweerman (pomper) te Lillo mei 1740; 44 op 3-9-1742 benoemd tot vervanger (substituut) van Jan van der Blo(o)ke als portier, sluiswachter, kloksteller en lijkdienaar te Lillo; 45 bezat in de periode 1738-1746 het huis De Steijgerboodt op de Gevulde Haven te Lillo, gelegen op perceel nr. 39; 46 dit huis werd in 1747 geheel verwoest, evenals een huis van hem aan de Sortie Poort; twee andere huizen van hem aldaar werden enigszins resp. veel beschadigd; 47 kocht op 13-10-1749 voor fl. 425 het huis “De Vergulde Valck” in de Langestraat te Lillo; 48 administrerend diaken (rendant) fortkerk Lillo 1743-1744; 49 was op 2-5-1749 ouderling van deze kerk; 50 meester-kleermaker te Lillo 1733, 1751, 1749, 1756; 51 in 1746 opzichter van de ammunitie-goederen te Lillo; 52 werd in de periode 1740-1749 betaald voor het leveren van matrassen ten behoeve van het garnizoen te Lillo; 53 op 25-11-1751 vermeld als erfgenaam van zijn zusters Johanna en Anna; verkocht toen voor fl. 425 het huis De Nagtegaal, op de hoek van het Nieuw Kwartier te Lillo, aan Pieter Hielen; 54 was op 2-11-1764 mede-pachter van de visserij te Lillo; 55 op 20-2-1765 vermeld als ondercommies en burger te Lillo; 56 testeerde te Lillo op 20-2-1765 en 15-3-1765; 57 overl. vóór 29-6-1771 toen op verzoek van zijn erfgenamen te Lillo publiekelijk goederen van hem werden verkocht met een nettoopbrengst van fl. 194 en 6 stuivers; 58 tr. (1) Susanna Rombouts, overl. Lillo vóór 20-21765; 59 tr. (2) Susanna Bikster; uit het eerste huw. ged. Lillo: a.
Levina de Munninck, 15-3-1716; getuigen: Pieter Moormans en Levina Mulders; otr. Lillo 21-6-1738, tr. aldaar 6-7-1738 Pieter Moorman (zoon van Pieter
325
b. c.
Moorman en Anna de Munnink); zij werd op 30-1-1745 te Lillo begraven met het beste doodskleed en de grote barrij. Janna de Munninck, 15-1-1719; getuigen: Pieter Moormans en Anna de Munninck. 60 Andries de Munninck, 4-2-1720; getuigen: Albertus Biesman en Janna de Munninck.
C. De familie van Jan Stevense de Munck (NB: zie hiervoor ook de parenteel van Steven de Munck, samengesteld door Henk Knoester in december 2012, aangepast in februari 2014 en geplaatst op de webversie van het repertorium in de rubriek Lillo-Liefkenshoek, hoofdstuk 15). 1.
Jan Stevense de Munck, waarsch. zoon van A 3; landbouwer in het Staatse deel van de polder van Kieldrecht; werd in 1674 aangeslagen voor het betalen van dijkgeschot voor 7 gemeten en 276 roeden in kavel 11; 61 komt met echtgenote voor op de lidmatenlijst van de geref. kerk ald. betreffende de periode ca. 1687-ca. 1700; tr. Elisabet van den Eynde, dochter van Jan (Hans) van den Eynde en Amelberga (Amelken) Laurens (zie Van den Eynde ad 3); uit dit huwelijk (volgorde deels onduidelijk): 62 a. Johannis (Jan) de Munck, ged. Liefkenshoek 18-10-1643 (getuigen: Hans van den Ende, Passchier Kille, Janneken Lauereus en Janneken de Munnick); zie verder C.2. b. Amelberga (ook: Amelken en Ameltien) de Munck, ged. Liefkenshoek 6-11-1644 (getuigen: Joos van den Ende, Pieter Lucas, Dingeltie van den Ende en Margrieta de Munnick); tr. Cornelis Bouwens van Putte (zie Van Putte ad A 1 sub b); woonde met hem 22-1-1680 in Colijnsplaat en vanaf 2-7-1696 in Vrouwenpolder. 63 c. Steven de Munck, ged. Liefkenshoek 25-11-1646; getuigen: Joos Centen Ceuvelaar en Janneken Eyens; zie verder C.3. d. Adriaentie de Munck, ged. Liefkenshoek 6-12-1648; getuigen: Laureys van den Eynde, Jan Jansen Brom, Elisabet de Munk en Elisabet Kille. e. Joseph de Munck, ged. Liefkenshoek 7-8-1650; getuigen: Gillis van den Ende, Boudewyn N.N. en Mayeken de Witte. f. Maria de Munck, ged. Liefkenshoek 8-12-1652; getuige: Cornelis Meertens. g. Idem, 20-12-1654; getuigen: Pieter Boogaart en Maria de Witte; tr. Jacob Jansen de Kave (Cavé); woonde met hem in 1678 in Colijnsplaat; komt met echtgenoot voor op de lidmatenlijst van de geref. kerk te Kieldrecht betreffende de periode ca. 1687-ca. 1700. h. Elisabet de Munck; komt voor op de lidmatenlijst van de geref. kerk te Kieldrecht betreffende de periode ca. 1687-ca. 1700. i. Jacob de Munck; hij is in 1704 vermeld als schipper in [fort] Zandberg (Hulsterambacht); tr. (1) Petronella Mahu (Mahuij); zij komt voor op de lidmatenlijst van de geref. kerk te Kieldrecht betreffende de periode ca. 1687-ca. 1700; zij overleed kort voor 13-12-1704; als hun kinderen zijn toen met hun leeftijd vermeld: Cornelis (13), Jan (12), Jacobus (9), Cornelia (7), Leendert (5) en Pieter (3); hun voogd was Cornelis Mahuij; 64 tr. (2) Polder van Namen (met att.
326
van Hulst) 22-12-1704 Wilhelmina Metteneye, dochter van Stoffel Metteneye (zie aldaar) en weduwe van Willem Hooglander (Hooghlant). 2.
Jan Jansen de Munck (zoon van nr. C 1), woonde 1683 in Kieldrecht; komt met echtgenote voor op de lidmatenlijst van de geref. kerk te Kieldrecht betreffende de periode ca. 1687-ca. 1700; overl. vóór 19-3-1720; otr. Liefkenshoek 2-5-1683, tr. ald. 23-5-1683 Janneke Eyens, geb. Doel, dochter van Frans Eyens en Elisabet van Boucxom; zij komt als weduwe voor op de lidmatenlijst van de fortkerk van Liefkenshoek van 19-3-1720, wonend in het dorp Doel, met een thuiswonende dochter Sijke; 65 er was verm. voorts een dochter Elisabeth die 24-4-1717 (als j.d., geb. Kieldrecht) te Zaamslag trouwde met Abraham Warnaers, j.m. van Neuzen (Terneuzen).
3.
Steven Jansen de Munck, ged. Liefkenshoek 25-11-1646; woonde in Kieldrecht; komt met echtgenoot voor op de lidmatenlijst van de geref. kerk te Kieldrecht betreffende de periode ca. 1687-ca. 1700; doopgetuige Colijnsplaat 21-8-1678; tr. Mayeken Verstraate, mog. dochter van Jacob Jacobse Verstraaten en Magdalena Lucas (zie Verstraaten ad A 1.1.), ged. Liefkenshoek 15-3-1654; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jan de Munck, 8-3-1676; getuigen: Jan Stevens [de Munck] en Magdalena Verstraate. b. Maria de Munck, 6-12-1677; getuigen: Pieter Verstraate, Joannis van Assendelft en Geertruyt Maartens. Voorts geref. ged. Hulst: c. Margrieta de Munck, 7-5-1683 (helft tweeling); getuigen: Jan Button en Elisabeth de Munck. d. Lisabeth de Munck, idem; getuigen: Jan Jansen de Munck en Catalijna N.N..; tr. Jacob Marinusse (zie aldaar ad A 11). e. Jacobus de Munck, 7-4-1686; getuigen: Jacobus Jansen de Munck en Maeiken Verstraten.
D. De familie van ene Jacob de Munck 1.
Jacob Jacobszn. de Munck, soms vermeld als Jacobus de Munck den ouden; vrijschipper Lillo van 31-10-1720 (als opvolger van zijn schoonvader Thomas Prince) tot 25-4-1778 (dus tot kort voor zijn overlijden); 66 kreeg op 12-6-1741 opdracht om een vervallen redout te Lillo af te breken; 67 op 9-10-1745 vermeld als aannemer van het “bezanden” van de gedekte weg en de contrescarp van het fort Lillo; 68 verrichtte in 1749 en 1750 diverse reparaties in het Lillo en Liefkenshoek na de Franse belegering en bezetting, waarmee toen een bedrag van 1191 ponden Vlaams was gemoeid; 69 veerman (1749, 1750); 70 kocht op 23-10-1724 voor fl. 1710 het huis het Wapen van Zeeland te Lillo, in de Voorstraat (later omschreven als de Langestraat), gelegen naast de huizen Den Eesel en De Vergulde Valk; 71 betaalde in 1725 (en later o.m. in 1733) cijns voor de bijbehorende grond; 72 dit huis werd in 1748 als gevolg van beschietingen door Franse troepen zodanig werd beschadigd dat het tot de grond toe moest worden afgebroken; 73 een gelijknamig herbouwd huis werd op 2-10-1759 gekocht door de predikant Josua van Iperen; 74 kocht op 28-2-1760 een huis in de Langestraat in fort
327
Lillo op perceel nr. 14; uit de boedel van zijn echtgenote werd dit huis op 14-10-1786 voor fl. 800 verkocht aan Adriaen Meijs en diens echtgenote; 75 betaalde o.m. in 1760 en 1770 cijns voor een erf naast het huis “Antwerpen” in de Klinkerstraat te Lillo ; 76 in 1780 werd deze cijns betaald door zijn weduwe; 77 voer op 16-7-1745 met een poonschuitje; kreeg toen een verklaring van goed gedrag; 78 pachter van het veer LilloLiefkenshoek in 1750, 1755 en 1762; 79 op 26-10-1762 veroordeeld wegens het opkopen van granen; 80 sloot op 25-9-1766 een overeenkomst met de magistraat van Lillo over het onderhoud van de rijswerken aan de forten voor een periode van 7 jaar; 81 brandweerman (opzichter van de pompers) te Lillo mei 1740; 82 werd in 1746 betaald voor werkzaamheden te Lillo; 83 bezat in 1751 de stoelen nrs. 41 en 42 in de kerk van Lillo; 84 kocht tijdens een publieke verkoping te Lillo op 27-12-1756 hout; 85 vermeld als belastingplichtige te Lillo op 5-6-1767; 86 testeerde Lillo 5-5-1773 (met echtgenote); 87 verkocht het huis te Lillo waarin zijn zoon Pieter had gewoond kort voor 4-4-1777 aan Kornelis Koek; 88 op zijn verzoek werd te Lillo op 25-9-1777 een partij hout verkocht met een netto-opbrengst van fl. 221, 3 stuivers en 2 penningen; 89 overl. Lillo 5-10-1778; tr. Cornelia Prins, verm. dochter van Thomas Prins en Anna Verstrate; codicil d.d. 15-9-1783; 90 uit dit huw. ged. fort Lillo: a. b. c. d. e. f. g. h.
i. j.
k. l.
2.
Thomas de Munck, 21-7-1720; getuigen: Leendert de Munck en Geertruid Prins. Jacobus de Munck, 7-9-1721; getuigen: Jacobus de Munck en Anna Verstraten. Pieternella de Munck, 27-9-1722; getuigen: Pieter de Munck en Anna Verstraten. Jacobus de Munck, 28-11-1723; getuigen: Wouter Dronkers en Anna Verstraten. Jacobus de Munck, 9-9-1725; getuigen: geen/onbekend; zie verder nr. D 3. Pieternella de Munck, 16-11-1727; getuigen: Andries de Munninck en Susanna Baxter; verm. begr. Lillo 18-9-1736. Pieter de Munck, 26-2-1730; getuigen: Pieter de Munck en Sara Adriaanse; zie verder nr. D 4. Abraham de Munck, 16-3-1732; getuigen: Andries de Munninck en Janna Hermans; woonde medio 1757 in Axel; otr. Axel 4-6-1757, tr. aldaar (met att. van Hulst)19-6-1757 Amelia Drabbe, j.d., geb. onder Axel. Anna Pieternella de Munck, 27-1-1737; getuigen: geen/onbekend; kwam in 1756 met att. van Tholen naar Hulst; vertrok vanuit Hulst in 1759 naar fort Lillo. 91 Johanna de Munck, 5-10-1739; getuigen: geen/onbekend; overl. Fort Bath 4-21812; otr. Lillo 13-8-1772, tr. ald. 5-9-1772 Francois Delzenne, weduwnaar van Rachel Hentzenberger; testeerde met hem te Lillo 30-4-1773. 92 Leendert de Munck, 9-3-1742; getuigen: geen/onbekend; zie verder nr. D 5. (verm.) Johannes de Munk, begr. Lillo 14-10-1745; verm. identiek met Jan de Muinck, vermeld als “particulier” roeier in de vloot te Lillo op 1-3-1745. 93
Leendert Jacobszn. de Munck, verm. broer van D 1; werd op 18-4-1722 benoemd tot sloeproeier te Lillo; 94 van 29-1-1728 tot 14-1-1731 vrijschipper bij het fort Frederik Hendrik als opvolger van Cornelis de Rechter; 95 vervulde die functie nog op 22-41745, toen Pieter Duinkerke een schuld bij hem had van fl. 700; 96 later winkelier en koopman te Lillo; 97 op 5-1-1758 weer vermeld als schipper te Lillo; 98 bezat in de periode 1738-1746 het huis Den Coningh van Engelant op perceel nr. 44 in het OudQuartier te Lillo; 99 bezat in 1739 een huis op de Gevulde Haven te Lillo dat in 1748 geheel werd verwoest tijdens de belegering van het fort door Franse troepen; 100
328
brandweerman (opzichter van de waterscheppers) te Lillo mei 1740; 101 mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1745 en 1748; 102 bezat in 1751 stoel nr. 37 in de kerk van Lillo; 103 testeerde te Lillo 27-8-1764 en 17-9-1766; 104 vermeld als belastingplichtige te Lillo op 5-6-1767; 105 overl. ald. 3-7-1777; 106 op verzoek van zijn erfgenamen werden nagelaten goederen op 25-8-1777 te Lillo publiekelijk verkocht; de netto-opbrengst was fl. 448 en 12 stuivers; 107 tr. Sara Adriaanse; uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
Jacobus de Munck, 14-2-1723; getuigen: Jacobus de Munck en Cornelia de Munck; brandweerman (waterschepper) te Lillo 20-5-1740. 108 b. Pieter de Munck, 16-7-1724; getuigen: Pieter de Munck en Tanneke Adriaanse. c. Pieter de Munck, 9-9-1725; getuigen: idem; verm. identiek met Pieter de Munck, legde op 1-4-1747 de eed af als roeier te Lillo. 109 d. Josina de Munck, 26-1-1727; getuigen: Adriaan Adriaanse en Cornelia Prins; woonde kort voor 10-11-1753 in Middelburg; otr. Lillo 10-11-1753, tr. ald. 8-121753 Jan Stouten, geb. Oud-Vossemeer, weduwnaar van Jannetje Stouten. e. Pieternella de Munck, 2-1-1729; getuigen: Pietertje Peyl en Gabriel Adriaanse; otr. Lillo 10-4-1761, tr. ald. 28-4-1761 commandeur Gerrit Verboom, weduwnaar van Jannetje de Gruyter; testeerde met hem te Lillo 13-9-1761; 110 overl. Lillo 24-91782. f. Cornelia de Munck, 31-12-1730; getuigen: Jan de Munck en Cornelia Prins; overl. Middelburg 12-5-1781, begr. ald. 18-5-1781; tr. Jacobus de Man, ged. Breskens 16-4-1724, overl. Middelburg 1-12-1773, begr. ald. 6-12-1773 op 11-9-1777; zie verder De Man. g. Jan de Munck, 23-3-1732; getuigen: Gabriel Adriaanse en Tanneke Adriaanse. h. N.N., een doodgeboren kind, begr. Lillo 12-6-1739. Op 11-9-1777 leefden van deze kinderen nog: Jakobus, Jan, Pieternella en Cornelia. 111 3.
Jacobus de Munck (zoon van nr. D 1), ged. Lillo 9-9-1725; soms omschreven als Jacobus de Munk de jonge; op 29-7-1749 te Lillo aangesteld als wijn- en bierwerker; 112 werd in die functie op 7-11-1760 opgevolgd; 113 test. Lillo (met echtgenote) 11-6-1750; 114 bezat in 1751 stoel nr. 38 in de kerk van fort Lillo; 115 kreeg op 5-2-1751 toestemming voor een grote herberg te Lillo; 116 vocht 21-9-1751 te Lillo met Simon Dronkers; 117 werd op 20-6-1752 voor korte tijd gearresteerd (i.v.m. een onduidelijke kwestie); 118 kocht op 12-5-1753 voor fl. 650 een huis in de Klinkerstraat te Lillo; 119 op 5-6-1767 vermeld als belastingplichtige te Lillo; 120 verkreeg als borg op 18-1-1774 een verklaring van goed gedrag; 121 tr. Francina Arends (otr. Vlissingen 172-1748), geb. Sas; 122 uit dit huw. ged. fort Lillo: a. b. c. d.
Cornelia de Munck, 26-4-1750; getuigen: Marinus Arends en Cornelia Prins. Pieternella de Munck, 29-10-1752; getuigen: Abraham de Munck en Pieternella de Munck. Huibrecht de Munck, 18-12-1755; getuigen: Huibrecht Arends en Pieternella de Munck; woonde 1796 in Middelburg; tr. Susanna la Gra (zie Poel(e)man(s) ad 5). Abraham de Munck, 6-11-1757; getuigen: Leendert Jacobszn. de Munck (= D 5) en Amelia Drabbe.
329
e. f. g. 4.
Abraham de Munck, 3-12-1758; getuigen: Leendert Jacobszn. de Munck en Amelia Drabbe. Francois de Munck, 25-12-1761; getuigen: Jan van der Vore en Janna de Munck. Joanna Jacoba de Munck, 4-9-1763; getuigen: Pieter Voorn en Joanna Voorn.
Pieter de Munck (zoon van nr. D 1), ged. Lillo 26-2-1730; was schippersgast op 5-31743; kreeg toen een verklaring van goed gedrag; 123 was op 29-10-1762 samen met Vincent Brager pachter van het veer Lillo-Liefkenshoek; zij beklaagden zich toen over de aannemer Jacobus de Munck die hun monopolie aantastte door zijn arbeiders zelf te vervoeren; 124 herbergier te Lillo op 20-6-1763; 125 woonde in een pand dat eigendom was van zijn vader; wederom vermeld als pachter van het veer Lillo-Liefkenshoek in 1767, toen samen met Joris van Boven; 126 test. Kruiningen 1754; 127 overl. 4-9-1767; staat en inventaris 27-11-1767; baten van de boedel fl. 1.034; 128 otr. Kruiningen 7-21754, tr. ald. 1-3-1754 (“voor ’t bed in prasentie van 2 ouderlingen en 2 diakenen”) Willemina Prins, geb. in de polder van Lillo, dochter van Jan Prins (zie aldaar), in 1754 wonend in Kruiningen; 129 in 1768 was zij samen met Joris van Boven pachter van het veer Lillo-Liefkenshoek; 130 zij kocht op 11-9-1781 het huis van (schoolmeester en koster) Jakob van der Bel op de zuidoostzijde van het plein in het fort Liefkenshoek, naast de kerk; 131 uit dit huw. ged. Kruiningen: a.
Johannis de Munck, 3-3-1754 (twee dagen na het huwelijk); getuigen: Cornelia Claasdr. Prins en Abraham de Munck; de dopeling werd “geheven” door Maria Christiaensdr. en overleed op jonge leeftijd (zie kind nr. d). uit dit huw. ged. fort Lillo: b. Anna Jacoba de Munck, 30-3-1755; getuigen: Anna Pieternella de Munck; kreeg op 7-5-1779 voor een periode van een jaar een akte van indemniteit t.b.v. Rotterdam. 132 c. Pieter de Munck, 30-7-1758; getuigen: Johanna de Munck. d. Johannes de Munck, 26-8-1764; getuigen: geen/ onbekend; jong overleden. e. Johan de Munck, 10-5-1767; getuigen: geen/ onbekend. Voogden van deze kinderen in 1767 waren Jakobus de Munck (later vervangen door Leendert de Munck) en Jan Willem Prins. 5.
Leendert de Munck (zoon van nr. D 1), ged. fort Lillo 9-3-1742; aannemer te Lillo (1775, 1778, 1781); op zijn verzoek werd op 5-7-1779 te Lillo een partij hout verkocht met een netto-opbrengst van fl. 221, 3 stuivers en 2 penningen; 133 vrijschipper te Lillo van 25-4-1778 t/m 10-1-1784 als opvolger van zijn vader; 134 kocht op 8-9-1777 het huis “De Koning van Engeland” in het Oud-Kwartier in fort Lillo, op de hoek, tegen het officierspaviljoen en naast de herberg “De Prins van Oranje” op perceel nr. 47; verkocht dit huis op 14-10-1786 voor fl. 985 en 14,5 stuivers aan Ferdinandus Kummens; 135 was in 1781 aannemer van de nieuwe hoofdpoort en de sortiebrug te Lillo; 136 aanvaardde op 20-12-1781 diverse timmer- en metselwerkzaamheden te Liefkenshoek voor een periode van zeven jaren voor de som van 1950 ponden Vlaams; 137 op 7-3-1782 buurman van de herbergier Pieter van Assendelft in het fort Lillo; 138 testeerde te Lillo (met echtgenote) op 8-5-1778; 139 mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1778, 1780 en 1782; 140 op 28-71781 beklaagde Pieter van Assendelft zich erover dat De Munck hem niet naar
330
Middelburg wilde vervoeren; De Munck meende dat het niet zijn beurt was; hij kreeg ongelijk; 141 behoorde (als diaken) tot de laatste kerkbestuurders van de in 1786 ontmantelde fortkerk van Liefkenshoek; 142 ondertekende op 30-3-1784 de akte inzake de overdracht van goederen uit het Weeshuis van Lillo aan het Weeshuis van Middelburg; 143 ondertekende in 1786 de akte inzake de goederen die vanuit de kerk van Lillo vanaf april 1786 werden overgebracht naar Fort Bath; 144 kerkbestuurder Liefkenshoek in de periode van ontmanteling van deze kerk in 1786; 145 verbleef op 14-10-1786 in Veere; 146 vestigde zich op 16-12-1794 vanuit Lillo als poorter in Vlissingen; 147 otr. Lillo 11-10-1777 Anna Snull, geb. Middelburg; uit dit huw.: a. b.
c.
Cornelia de Munk, overl. fort Lillo 18-8-1778. Cornelia de Munck, ged. fort Lillo 21-11-1779; getuigen: Michiel Snull en Cornelia Prins; otr. Vlissingen 13-12-1800 Pieter Joos Mortier, geb. Middelburg; ten tijde van ondertrouw woonden beiden te Vlissingen. 148 Anna Pieternella de Munck, ged. fort Lillo 9-2-1783; getuigen: Jacobus de Munck en Anna Pieternella de Munck (= nr. D 1 i); verm. overl. fort Lillo (als Petronella de Munk) 29-9-1783.
E.
Overige personen met de naam De Munck
1.
Pieter Jansen de Munck, geb. Doel; woonde febr. 1693 in de stad Tholen; otr. ald. (geref.) 27-2-1693 als j.m. Neeltje Cornelis, j.d., geb. Tholen; getuige: Jan de Min.
1 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren 1977, p. 379-381. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79910. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22620. 4 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 5 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80000. 7 Idem, inv. 80180, fol. 31. 8 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 9 RAB, DK, inv. 16, fol. 276, 7-11-1679. 10 RAB, DK, inv. 15, fol. 173, 8-2-1669. 10 Idem, fol. 173, 8-2-1669. 11 RAB, DK, inv. 16, fol. 170, 20-6-1682. 12 RAB, DK, inv. 19, fol. 33 v, 4-8-1692. 13 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 14 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 15 De Brabantse Leeuw, jrg. 49, 1991, p. 146. 16 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 17 RAB, DK, inv. 17, fol. 169 v, 17-2-1686. 18 RAB, DK, inv. 16, fol. 98, 4-3-1681.
331
19 RAB, DK, inv. 17, fol. 109, 13-2-1685; ook: RAB, DK, inv. 17, fol. 201 v, 1-7-1686. 20 ZA, Rekenkamer Zeeland, B 6431. 21 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 930, fol. 193 v-197 v. 22 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 80380, fol. 59. 23 ZA, SZ, inv. 512, fol. 66 v. 24 ZA, SZ, inv. 514, fol. 153, 153 v en 328. 25 Anneke Jaspers is toen omschreven als Anneken van Roo. 26 ZA, SZ, inv. 697, 2-6-1689. 27 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80740, fol. 43. 28 Idem, inv. 81760, fol. 10 v. 29 ZA, Rekenkamer C, inv. 7384 en 7442. 30 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 1. 31 ZA, SZ, inv. 787, ongefol. 32 ZA, SZ, inv. 1976, 25-11-1751. 33 ZA, SZ, inv. 787, ongefol. 33 ZA, SZ, inv 704, 3-5-1696. 34 ZA, SZ, inv. 1330. 35 ZA, SZ, inv. 725, 9-11-1717. 36 Idem. 37 ZA, SZ, inv. 786. 38 ZA, SZ, inv. 534, 18-1-1725. 39 ZA, Rekenkamer Zeeland C 2410, fol. 18. 40 GA Schouwen-Duiveland, Poorterboeken Zierikzee 1302-1809. 41 NA, VOC-archief, inv. 12904, fol. 93. 42 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81090, 81220, 81240 en 81310. 43 Idem, inv. 81090, fol. 42. 44 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 45 ZA, SZ, inv. 735, 3-9-1742. 46 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. 47 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 48 ZA, SZ, inv. 1976, 21-4-1749; RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 59. 49 ZA, RB, inv. 255. 50 GA Vlissingen, arch. Ned. Herv. Gemeente Vlissingen, K 306, 2-5-1749. 51 ZA, SZ, inv. 1977, 2-12-1733; ZA, SZ, inv. 1976, 25-11-1751; ZA, SZ, inv. 1968, fol. 60, 28-12-1756. 52 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81300, fol. 50 v. 53 Idem, inv. 81800, fol. 9 e.v.. 54 ZA, SZ, inv. 1976, 25-11-1751. 55 ZA, SZ, inv. 1939, 2-11-1764.
332
56 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 92, 20-2-1765. 57 Idem, fol. 92 en 95. 58 ZA, SZ, inv. 2004, 29-6-1771. 59 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 92 en 95. 60 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 72. 61 ZA arch. Hulsterambacht, inv. 612. 62 RAB, DK, inv. 20, fol;. 214, 11-4-1705. 63 RAB, DK, inv. 16, fol. 64, 30-1-1680. 64 ZA, arch. Hulsterambacht, inv. 514. 65 De Navorscher, jrg. 1903, p. 627. 66 ZA, SZ, inv. 1931; ook: ZA, SZ, inv. 1935, 27-12-1754. 67 ZA, SZ, inv. 788. 68 ZA, SZ, inv. 792, fol. 41. 69 NA, arch. Raad van State, inv. 1916; brief van Casimir Abraham graaf van Schlippenbach (toen commandeur van Lillo c.s.) aan de Prins van Oranje d.d. 28-8-1749, geschreven vanuit Den Haag. 70 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 37 v, 13-12-1749; idem, fol. 44 v, 28-3-1750. Waarschijnlijk bediende hij het veer niet zelf, maar fungeerde hij als pachter. 71 ZA, SZ, inv. 1976, 23-10-1724. 72 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81090, fol. 16 e.v; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81170, fol. 20 e.v..; ook: RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. 73 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 74 ZA, SZ, inv. 1976, 23-10-1724 en 2-10-1759. 75 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 845. 76 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81430, fol. 17 e.v.; 81530, fol. 17 e.v. 77 Idem, inv. 81630, fol. 18 v e.v.. 78 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 7. 79 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81330, fol. 33, inv. 81340, fol. 28 v en inv. 81450, fol. 32 v. 80 ZA, SZ, inv. 1938, 26-10-1762. 81 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 42. 82 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 83 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81810. 84 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 11 e. 85 ZA, SZ, inv. 1997, 27-12-1756. 86 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767. 87 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 147, 5-5-1773. 88 ZA, SZ, inv. 1944, 4-4-1777. 89 ZA, SZ, inv. 2006, 25-9-1777. 90 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1327, 15-9-1783.
333
91 GA Hulst, arch. Herv. Gemeente Hulst, inv. 60, lidmatenregister 1745-1860. 92 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 139, 30-4-1773. 93 NA, Admiraliteitsarchieven, inv. 2560. 94 NA, Admiraliteitsarchieven, inv. 2543, notulen Admiraliteit Zeeland, 18-4-1722. 95 ZA, SZ, inv. 1931. 96 ZA, SZ, inv. 1977, 22-4-1745. 97 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 1, 21-2-1761. 98 ZA, SZ, inv. 1390.1. 99 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. 100 ZA, SZ, inv. 1976, 18-12-1739; ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v., febr. 1749. 101 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 102 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81290 en 81310. 103 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 11 e. 104 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 77, 27-8-1764 en fol. 117 v, 17-9-1766. 105 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767. 106 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 689, 11-9-1777. 107 ZA, SZ, inv. 2005, 25-8-1777. 108 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 109 NA, Admiraliteitsarchieven, inv. 2562. 110 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 24, 13-9-1761. 111 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 689, 11-9-1777. 112 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 26, 29-7-1749. 113 ZA, SZ, inv. 1937, 7-11-1760. 114 ZA, SZ, inv. 1967, fol. 49, 11-6-1750. 115 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 11 e. 116 ZA, SZ, inv. 1933, fol. 62 en 62 v. 117 ZA, SZ, inv. 1933, 1-10-1751. 118 ZA, SZ, inv. 1934, 20-6-1752. 119 ZA, SZ, inv. 1976, 12-5-1753. 120 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767. 121 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 74. 122 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 544, fol. 159, boek 11. 123 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 22. 124 ZA, SZ, inv. 1955, fol. 88. 125 ZA, SZ, inv. 1938, 20-6-1763. 126 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81500, fol. 30 v. 127 RAZE 3299. 128 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 18, 27-11-1767.
334
129 GA Goes, serie multobanden, K 29, nr. 932. 130 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81510, fol. 34. 131 ZA, SZ, inv. 1975, 11-9-1781; RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 643. 132 ZA, SZ, inv. 1944, 7-5-1779; ZA, SZ, inv. 1980, fol. 139. 133 ZA, SZ, inv. 2006, 5-7-1779. 134 ZA, SZ, inv. 1931. 135 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 847. 136 ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 2; ook: deel 3 c, hoofdstuk 9, p. 417. 137 ZA, SZ, inv. 1815. Zijn borgen waren Frans Delzenne en Frans Dronkers. 138 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1127, 7-3-1782. 139 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 737, 8-5-1778. 140 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81610, 81630 en 81650. 141 ZA, SZ, inv. 1944, 28-7-1781. 142 ZA, RB, inv. 278 en 279. 143 ZA, RB, inv. 274, 30-3-1784. 144 ZA, RB, inv. 258. 145 Idem, inv. 278. 146 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 847. 147 GA Vlissingen, Poortersboeken Vlissingen, nr. 59 b. 148 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 550, fol. 37 v, boek 11.
Munster, van 1.
Gommarus van Munster, was in 1615 samen met Hans Hase (de jonghe) bode van de polders van Doel en van St. Anna-Ketenisse. 1
2.
Bernardus van Munster, tr. Susanna Ketelaar; uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
Jacobus van Munster, 12-3-1724; getuigen: Jacobus Lucas en Janneke Mispelaar.
1 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren 1977, p. 360.
Munsterman Willem (Wilhelmus) Munsterman, geb. IJsselstein; notaris te Lillo op 4-1-1635; idem op 41-1645; 1 op 4-12-1635 verzocht de kerkenraad van Lillo de Gec. Raden om hem aan te stellen als schoolmeester; 2 werd op 28-12-1635 door de Gec. Raden gekozen tot schoolmeester te Lillo i.p.v. Herman Meeuwsz.; 3 was evenals zijn voorganger tevens secretaris van de magistraat te Lillo; 4 op 6-3-1636 besloten de Gec. Raden dat hij ook het ambt van gedelegeerd rechter mocht bekleden, aangezien hij daarvoor bekwaam werd geacht; 5 werd in 1640 betaald voor diverse publicatiën en het afficheren van biljetten te Lillo; ontving hiervoor £ 0:7:0; 6 wederom vermeld als schoolmeester te Lillo op 26-21641, toen hij de Gec. Raden verzocht om belast te worden als omroeper van de
335
verpachtingen van ’s landts middelen’, alsmede om jaarlijks een last turf te mogen genieten, evenals zijn voorgangers; de Gec. Raden lieten hem weten dat hij eerst moest bewijzen of zijn voorganger omroeper was en tevens jaarlijks een last turf kreeg; 7 op 26-7-1641 verzocht hij de Gec. Raden de kohieren te mogen schrijven van alle verpachtingen, en om jaarlijks een last turf te krijgen zoals zijn voorgangers; dit laatste diende hij wederom te bewijzen en de commies zou beslissen over het schrijven van de kohieren; 8 schreef in de periode 1643-1647 tegen een vergoeding van doorgaans 12 schellingen per jaar de kohieren van de verpachting van de gemene middelen van consumptie op het fort Hoogerwerf; 9 een last turf werd hem op 7-5-1642 toegewezen; 10 toen werd ook zijn monopolie als schoolmeester te Lillo bevestigd; op 5-4-1642 vermeld als schoolmeester te Lillo; 11 op 8-11644 besloten de Gecommitteerde Raden van Zeeland hem op te dragen de gelden die onder hem berustten van het kleinzegel van de Generaliteit te verantwoorden, zoals verlangd door de Staten-Generaal; 12 overl. vóór 24-12-1647; 13 otr. Bergen op Zoom (geref.) 15-4-1636 Catharina Valcke, dochter van Cornelis Valcke (in leven secretaris van de heerlijkheid van Vosmeer) en Catharina Willemsdr., die op 4-1-1635 aan haar zoon Cornelis en haar dochter Catharina bezittingen legateerde; 14 Catharina test. Bergen op Zoom 4-1-1645; 15 zij overl. vóór 11-7-1661; 16 zij otr. (2) Bergen op Zoom 10-12-1649, tr. (2) aldaar 29-12-1649 Jasper Jans, weduwnaar, chirurgijn, geb. Axel [later veelal omschreven als Jasper van Axel]; deze otr. Bergen op Zoom 18-12-1660, tr. (geref.) Halsteren 9-1-1661 Helena de Roover, weduwe van meester Jacob Bolck. 1 MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 11, akte nr. 70. 2 ZA, SZ, inv. 495, 4-12-1635, fol. 355 v. 3 Idem, 28-12-1635, fol. 370. 4 Hij werd op 5-3-1636 voor deze functie voorgedragen door de commandeur van het fort Lillo (ZA, SZ, inv. 1251.1). 5 ZA, SZ, inv. 496, 6-3-1636, fol. 40 en 41 v. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80000. 7 ZA, SZ, inv. 498, 26-2-1641, fol. 214. 8 Idem, 26-7-1641, fol. 309. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22620-22660. 10 ZA, SZ, inv. 499, fol. 77. 11 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 68, akte nr. 140. 12 ZA, SZ, inv. 500, 8-1-1644. 13 ZA, SZ, inv. 501, fol. 252 v. 14 MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 68, akte nr. 140. 15 Idem, inv. 11, akte 70. 16 Idem, inv. 85, akte 76.
Munter, de Christiaen de Munter, soldaat; op 16-9-1747 werd te Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn dochter Cornelia de Munter begraven.
336
Muny, de Jacobus de Muny, tr. Catharina Marteleu; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joanna de Muny, 28-5-1702.
Murtelman Zie Mortelmans.
Muser Zie Meijser.
Muskes Mattheus Muskes, verm. militair; op 28-10-1737 werd te Lillo [= verm. Oud-Lillo] zijn dochter Johanna Muskes begraven.
Muss(ch) 1.
Bartholomeus Musch, afkomstig uit Vlissingen; was als schrijver werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1680 tot 1682; 1 in 1683 was hij op datzelfde schip werkzaam als stuurman; 2 tr. N.N.; uit dit huwelijk: a. b.
N.N., begr. Vlissingen 6-6-1679. 3 Lisebeth Musch, begr. Vlissingen 2-8-1710. 4
2.
Gilbert Musch, afkomstig uit Vlissingen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1680. 5
3.
Adriaen Musch (broer van nr. 4), afkomstig uit Vlissingen; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1680 tot 1686. 6
4.
Casper Musch (broer van nr. 3), afkomstig uit Vlissingen; was als equipagemeester werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1686 en 1687; 7 van 1688 tot 1690 was hij werkzaam als matroos op dit wachtschip; 8 op 106-1704 werd te Vlissingen zijn zoon Roogier Musch begraven. 9
5.
Frans Muss, overl. Liefkenshoek 29-10-1781.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7103 en 7132. 2 Idem, inv. 7143. 3 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 458. 4 Idem, nr. 460. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7103. 6 Idem, inv. 7103 en 7152. 7 Idem, inv. 7152 en 7173. 8 Idem, inv. 7184 en 7214.
337
9 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 460.
Mussill Winceslas Mussill, begr. Lillo (r.k.) 16-2-1791.
Mustere N.N. Mustere, kapitein van een compagnie die in april 1644 in Liefkenshoek verbleef.
1
1 ZA, SZ, inv. 500, 11-4-1644.
Muys, Muijs 1.
Jan Muijs, geb. Yperen; was in juni 1586 grove greinwerker en soldaat in de compagnie van kapitein Geelkluijt te Lillo; werd op 2-6-1586 opgenomen als patiënt in het Gasthuis te Middelburg; tr. Mechielijnne N.N.; uit dit huwelijk: 1 a. Guilliam Muijs.
2.
Jan Thonissen Muijs, was in 1635 gewond geraakt bij het blussen van afgebrande hutten in Lillo; de kosten van verzorging van zijn hoofd door de chirurgijn (“meestergeld”) werden vergoed. 2
3.
Adriaen Muys, overl. Doel-Kieldrecht 6-2-1752; tr. Anna Maria Anthonissen, weduwe van Frans Wandelaer; uit dit huwelijk zes kinderen; hun voogden waren Jan Ruys en Adriaan Anthonissen. 3
1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79910. 3 RAB, DK, inv. 26, fol. 277 v, 23-5-1752.
Muysenhol Pieter Muysenhol, doopgetuige Liefkenshoek 6-10-1636; tr. Josyna Andriessen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c. d.
Pieter Muysenhol, 22-2-1637; getuigen: Lauwereyns Hendricx, Jacob Mahieu, Elisabet Bertels en Mayeken Jans. Cathalijntje Muysenhol, 1-5-1640; getuigen: Cornelis Andriessen, Pieter Francke, Cathalina Staes en Neelken Corendyke. Adriaentie Muysenhol, 3-5-1643; getuigen: Pieter Frenken [Francke], Jan Beeckman, Willem Wouters, Lysbet Jans en Josyntie Cornelis. Joris Muysenhol, 26-3-1645; getuigen: Pieter Baart, Joos Andriessen, Lyntie Bartholomeus en Bettie Pieters.
338
Muysvinck Pieter Muysvinck, woonde in Doel; tr. Clara Lambrechts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Guileam Muysvinck, 14-1-1624; getuigen: Ariaen Ariaensen, Cornelis Verstraeten, Susanne Godefroy, Christine Hubrechts en Sara Mathys.
Muytien Cragt Muytien, verm. militair; tr. Leyke de Witte; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Nicolaes, 19-9-1627; getuigen: Jacob Gershoven, Philips Campe, Pieter de Gomme, Jan van Baele, Maria Jans, Mayeke van Stryen en Maria de Guelkers.
Muzijn Franciscus Muzijn, tr. Adriana Braems; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Petrus Muzijn, 9-9-1741.
Mynekens Zie Meijnckers.
Nachte(r)gael 1.
Abraham Nachtergael, was op 2-6-1645 solliciteur van de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek; 1 mog. identiek met Abraham Nachtegael die 27-7-1618 werd benoemd tot collecteur van de Grafelijke tol te Middelburg; 2 tr. Adriana van der Stel; uit dit huw. zoon Adriaen Nachtegael. 3
2.
Jan Nachtegael, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1-12-1701 tot 30-4-1703. 4
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843. 2 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 80. 3 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 1443. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7324 en 7323.
Nagel Joos Nagel, op 23-7-1641 vermeld als vaandrig in de compagnie van kapitein Beaumont; was in die tijd o.m. gelegerd op het fort Hoogerwerf.
1
1 ZA, SZ, inv. 498, 23-7-1641, fol. 308.
Nagelkercke (NB: de betekenis van deze familienaam is niet duidelijk; volgens sommigen is de naam een verbastering van de plaatsnaam Aagtekerke op Walcheren). 1
339
Cornelis Marijnisse Nagelkercke (ook: Cornelis Marijnisse, Marinusse), geb. eerste helft 17de eeuw; 2 kerkbestuurder Liefkenshoek maart 1681 (mogelijk ook al eerder) t/m december 1711; 3 landbouwer in de St. Annapolder; was daar in 1676 (en latere jaren) eigenaar van 21 gemeten grond, onder de jurisdictie van Zeeland, dus vlakbij het fort Liefkenshoek; 4 verkocht met zijn eerste echtgenote op 19-9-1678 aan Jan Nuyens een zesde deel van de boerderij "Lippenshoeve" te Doel; 5 was op 16-7-1685 voogd van de kinderen van Jacob Marijnissens (een zoon uit zijn eerste huwelijk of een broer?), weduwnaar van Barbara Verstraeten; 6 op 17-6-1685 bekostigde de diaconie van Liefkenshoek een mutsje voor een meisje dat bij hem woonde; 7 in oktober 1686 betaalde hij 5 pond Vlaams aan de diaconie van Liefkenshoek wegens een legaat van Noorman; 8 betaalde in augustus 1688 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:5:0 wegens huishuur van Anneken Jacobs; 9 betaalde in juli 1689 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:1:0 wegens huishuur van Jan Donck; betaalde in juni 1695 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:4:0 voor zijn stoel in de kerk; 10 ontving in maart 1699 van de diaconie van Liefkenshoek 7 pond, 16 schellingen en 1 groten Vlaams wegens onderhoud van Maarten Brom (deze onderhield hij ook al in september 1693) en Jan de Bruyn; 11 in december 1699 ontving hij van de diaconie van Liefkenshoek een paar kousen, sokken en klompen; 12 ontving in april 1700 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 6:13:4 wegens een jaar mondkost voor Maarten Brom; in juli en december 1701 ontving hij een vergoeding van de diaconie van Liefkenshoek wegens het leveren van brood voor het avondmaal; 13 werd diverse malen (o.m. in 1708 en 1713) betaald voor het leveren van stro voor de garnizoenen te Lillo en Liefkenshoek; 14 leefde nog op 2-12-1726; woonde toen bij zijn dochter Maria en haar tweede echtgenoot Willem Vetjes; 15 tr. (1) Ammerentia Jans, weduwe van Adriaan Cornelis Noorman, van Jacob Davidse Verstraten en van Cornelis Digmans; otr. (2) Liefkenshoek 6-12-1681, tr. (2) aldaar 25-12-1681 Amarens (Amarentia) [verm. Cornelisse] Meermans, geb. Zevenbergen, weduwe van Pleun Jans (geb. Tholen, met wie zij op 26-10-1675 te Hulst ondertrouwde) en toen wonend in Hulst; zij ontving in juni 1687 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding voor het maken van hemden; 16 zij was doopgetuige Liefkenshoek 9-1-1698; uit het eerste huw. ged. Liefkenshoek: a.
Marinus, 23-6-1675; getuigen: Cornelis Mooremans [Moorman, Moerman], Jacob Marinis en Huybrechtie Swijger. b. Johannis, 9-9-1677; getuigen: Gommert Cornelis en Mayeken Claessen. uit het tweede huwelijk: c. Maria Marijnissen Nagelkercke, ged. Liefkenshoek 26-3-1684; getuigen: Cornelis Moermans en Sara Blockeel; verm. begr. Doel op of kort voor 14-11-1752; 17 tr. (1) Liefkenshoek 29-11-1703 Jacob Janse Vercouteren (zie aldaar); tr. (2) na 25-2-1715 Willem van Oosdorp, weduwnaar van Janneke Arnoutse Boenders (zie aldaar); tr. (3) Liefkenshoek 30-7-1725 Anthony Torre (zie aldaar). d. Cornelia Nagelkerke, ged. Liefkenshoek 19-3-1686; getuigen: Jan Chassyn en Janneken Meermans; tr. (1) Liefkenshoek april 1704 Crijn Willemse Pippinck, weduwnaar van Catharina Kille en van Paulina Busigny (zie aldaar); tr. (2) Willem Vetjes; met hem vermeld op de lidmatenlijst van de fortkerk van Liefkenshoek van 193-1720, wonend in de polder St. Anna-Ketenisse; inwonend waren toen Cornelia's vader Cornelis Nagelkerke, voorts vier "voorkinderen" van Cornelia (Armerins, Mary, Johanna en Crijn), voortgekomen uit haar eerste huwelijk en Catharina, een gezamenlijk kind van Willem Vetjes en Cornelia Nagelkerke; 18 zie verder Vetjes ad 5.
340
1 F.G. Goethals, Kwartierstaat van het gezin Goethals-Nagelkerke, Oss, 1997, p. 65. 2 Qua naam en leeftijd en gelet op de naam van zijn dochter Maria zou hij een zoon kunnen zijn van Marinus Evertse (Nagelkerke) die vóór 25-6-1633 huwde met Mayken Jacobs (Jobs) (dochter van Jacob Adriaens Drossaert); dit paar woonde in ’s Gravenpolder; van hen zijn drie zonen bekend: Jacob, Dominicus en Geert; zie F.G. Goethals, op. cit., p. 71; Geert Marinusse Nagelkerke betaalde in 1678 te ’s Gravenpolder 7 schellingen en 8 groten Vlaams familiegeld (GA Goes, inv. 4611); Jacob Marinusse Nagelkerke huwde met Anthonijntje Frans. 3 ZA, RB, inv. 276. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland, D 23710. 5 RAB, DK, inv. 16, fol. 23 v, 19-9-1678. 6 RAB, DK, inv. 17, fol. 141 v, 16-7-1685. 7 ZA, RB, inv. 275. 8 Idem. 9 Idem. 10 Idem. 11 Idem, inv. 276. 12 Idem. 13 Idem. 14 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80920, fol. 35 v.; idem, 80970, fol. 35 v. 15 RAB, DK, inv. 23, fol. 311 v, 2-12-1726. 16 ZA, RB, inv. 275. 17 ZA, RB, inv. 278, 14-11-1752; zie voor nalatenschap: RAB, DK, inv. 27, fol. 307 v, 10-12-1753. 18 De Navorscher, 1903, p. 630.
Nahuys, van Willem Adriaan van Nahuys, werd op 24-8-1772 benoemd tot majoor in het regiment van de kolonel Frederik August prins van Holstein-Gottorp; 1 kwam met een detachement van dit regiment op 18-10-1784 vanuit Bergen op Zoom naar het fort Lillo; 2 tr. Anna Cornelia Zoutmaat; uit dit huwelijk: j.
Willem Frederik Nahuis, geb. Heusden 13-7-1771, ged. ald. 14-7-1771.
1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981b, p. 46. 2 ZA, SZ, inv. 1420, brief van W.A. van Nahuys aan de GR van Zeeland d.d. 27-10-1784; idem, brief van A. van Pabst aan de GR van Zeeland d.d. 21-10-1784.
Napen Henricus Napen, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 14-7-1716 Catharina van den Branden; zij werd op 18-11-1717 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg.
341
Narwell Jacob Narwell (Marwel), was soldaat in de compagnie van kapitein Gijseling te Liefkenshoek; op 29-3-1663 werd hij door de Gecommitteerde Raden van Zeeland vanwege zijn ouderdom en impotentie (= arbeidsongeschiktheid) gegratificeerd met een appointés-gage en wel met ingang van 1-4-1663. 1 1 ZA, SZ, inv. 518, fol. 137 v.
Nassau, van 1.
Justinus van Nassau, geb. 1559; bastaardzoon van Willem van Oranje, voortgekomen uit diens relatie met de burgemeestersdochter Eva Elinc; werd in 1585 benoemd tot opperbevelhebber van de Zeeuwse vloot, met de titel luitenant-generaal; werd als zodanig op 7-3-1585 beëdigd; gaf samen met Philips von Hohenlohe leiding aan de herovering in april 1585 van het fort Liefkenshoek op een Spaanse bezetting, die het fort op 10-7-1584 in handen had gekregen; 1 trad als luitenant-generaal van Zeeland terug in april 1601 omdat hij “de zee ganschelijck niet en konde verdragen”; 2 kreeg op 29-5-1601 eervol ontslag van de Staten van Zeeland met een levenslang pensioen van duizend Rijnse guldens; 3 gouverneur van Breda 1601-1625; overl. 26-6-1631, begr. in de Hooglandse Kerk te Leiden; tr. IJsselmonde 4-12-1597 Anna van Merode, dochter van Jan IV van Merode en Margaretha van Palland. 4
2.
Joris van Nassau, vermeld als roeier in de vloot van Lillo, Liefkenshoek en Doel op 234-1629. 5
3.
Willem van Nassau-Siegen, geb. Dillenburg 12-8-1592, zoon van Jan van NassauDillenburg (1561-1623) en Magdalena van Waldeck (ca. 1558-1599); trad in 1621 als militair in dienst van de Republiek der Verenigde Nederlanden; gouverneur van Emmerik (1625), Heusden (1626-1637) en Sluis (1637-1642); bevelvoerder van Staatse troepen die in 1632 kans zagen om de forten Kruisschans, St. Jacob, Stoofgat, Hoogerwerf en St. Anna (in de polder van Namen) op de Spanjaarden te veroveren; 6 gaf op 10-9-1633 leiding aan de verovering van Philippine op de Spanjaarden; 7 leed als aanvoerder van Staatse troepen eind juni 1638 een zware nederlaag tegen Spaanse troepen (onder aanvoering van Ferdinand van Oostenrijk) tijdens de “Slag bij Kallo”; daarbij sneuvelde o.m. zijn 17-jarige zoon Maurits van Nassau; overl. Orsoy (Westfalen) 18-7-1642, begr. Heusden 24-7-1642; tr. Siegen 16-1-1619 Christina van Erbach, geb. 5-6-1596, dochter van George III van Erbach en Maria van Barby Muhlingen; zij was getuige bij de doop van Roeland Clouck in het fort St. Anna in de polder van Namen op 21-5-1634; overl. Culemborg 6-7-1646; uit dit huwelijk: a. b.
c. d.
Johann Wilhelm van Nassau-Siegen, geb. 1620, overl. 1623. Maurits Frederik van Nassau-Siegen, geb. 20-1-1621; benoemd tot kapitein van een compagnie voetknechten van 150 hoofden op 27-5-1636; 8 overl. tijdens de slag bij Kallo 17-6-1638, begr. Heusden 1-7-1638. Maria Magdalena van Nassau-Siegen, geb. Culemborg 26-10-1622, overl. Spa 308-1647. Ernesta Juliana van Nassau-Siegen, geb. 1624, begr. Heusden 12-7-1634.
342
e. f. g.
Elisabeth Charlotte van Nassau-Siegen, geb. Culemborg 11-3-1626; overl. aldaar 16-11-1694; tr. 1643 Georg Frienrich von Waldeck (1620-1692). Hollandina van Nassau-Siegen, ged. Heusden 26-3-1628, begr. ald. 20-10-1629. Wilhelmina Christina van Nassau-Siegen, geb. Heusden 10-6-1629; overl. Saalfeld 22-1-1707; tr. 1660 graaf Josias von Waldeck (1636-1669).
1 P. Stockman en P.Everaers, “Frontier Steden en Sterckten”; vestingwerken in Oost-Vlaanderen en OostZeeuws-Vlaanderen 1584-1839, Hulst, 1997, p. 95. 2 A. Duyck, Journael van tgeene daegelijcx gepasseert is in de oirlogen der Staeten Generael tegens de Spangiaerden ende andere vianden van de Vereenichde Nederlanden, Den Haag, Arnhem, 1866, p. 45 en 226. 3 A. de Smit, Bastaarden van Nassau, in: Nederlandse Historiën, jrg. 1968, p. 1 t/m 3. 4 A.W.E. Dek, Genealogie van het vorstenhuis Nassau, Zaltbommel, 1970, p. 145. 5 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2457. 6 I. Tirion, Hedendaegsche historie, of tegenwoordige staet van alle volkeren, deel XII (betreffende o.m. StaatsBrabant en Staats-Vlaanderen), Amsterdam 1751, p. 341. 7 ZA, Kaartencollectie De Waard, inv. 292. 8 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 195 v-196.
Nassau-Weilburg, van Karel Christiaan prins van Nassau-Weilburg, geb. 16-1-1735; benoemd tot kolonel van een regiment van het Staatse leger op 10-2-1758; 1 werd op 16-2-1760 benoemd tot generaal der infanterie in het Staatse leger; 2 was in 1763 en 1764 commandant van een infanterieeenheid die in Lillo/Liefkenshoek verbleef; 3 het betrof militairen uit zijn tweede bataljon; uit dit bataljon werden in maart 1764 vanuit Bergen op Zoom verplaatst: de staf en drie compagnieën naar Tholen en vier compagnieën naar Lillo en de bijbehorende forten; 4 overl. 28-11-1784. 1 H. Ringoir, Hoofdofficieren der infanterie van 1568 tot 1813, Den Haag, 1981 b, p. 101. 2 H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 2. 3 H. Ringoir, Vredesgarnizoenen van 1715 tot 1795 en 1815 tot 1940, Den Haag, 1980, p. 40. 4 Leeuwarder Courant, 31-3-1764, bericht van 10-3-1764.
Nassauwen, van Willem van Nassauwen, werd in 1659 te Lillo betaald voor het lossen van een schip. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80380, fol. 41.
Nassette Jacobus Nassette, tr. Catharina Schoonerts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Isabella Nassette, juli 1754.
343
Nebbens 1.
Andries (Andreas) Nebbens, leerling van het gymnasium te Middelburg in de tweede helft van 1725; 1 lidmaat van de geref. kerk te Veere op 30-7-1728; 2 ontvanger van de convooien en licenten in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van augustus 1726 tot 26-12-1771; verdiende daarmee 75 pond Vlaams per jaar; 3 voorts commies van de octrooien en licenten vanwege het gewest Holland te Lillo, o.m. in 1767, 1768, 1769 en 1770; 4 ontvanger van de Tol van Zeeland te Lillo vanaf 15-4-1737 tot zijn overlijden; 5 werd vrijwel voortdurend in deze functie vervangen; 6 overl. 26-121771; 7 begr. Veere jan. 1772; 8 tr. Johanna Catharina Chombach; 9 zij werd lidmaat van de geref. kerk te Veere 25-8-1759 met att. van Middelburg. 10
2.
Adriaan Willem Nebbens, woonde in 1761 in Middelburg; test. 3-9-1761 in het fort Lillo; 11 begr. Middelburg 18-5-1770; woonde in het Manhuis aldaar. 12
1 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 956. Het is onduidelijk of er verwantschap is met Laurents Nebbens, burgemeester, schepen en raad van Veere die op 26-1-1715, 77 jaar oud overleed en in de Grote Kerk van Veere werd begraven, evenals zijn echtgenote, Sara van Eepen, die op 19-1-1723 overleed, 74 jaar oud (P.C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zeeland, Utrecht, 1919, p. 291; zie ook: F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, deel 2, Middelburg 1893, p. 265). 2 ZA, DTBL Veere nr. 3, Lidmatenregister 1701-1756. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8020, fol. 115-116. 4 NA, arch. Generaliteits Rekenkamer, inv. 974 t/m 977. 5 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 2. Hij volgde in die functie Johan Verschuur op (zie aldaar). 6 G.F. Sandberg, F. Fierst van Wijnandsbergen en J.H.F. Schwartz, Overzicht van de rekeningen van de Tol van Zeeland gedurende de periode 1584-1805, aangetroffen in de stukken van de rentmeesters-generaal der domeinen bewesten- en beoosten Schelde, Middelburg, 1990, p. 31. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8020, fol. 115-116. 8 ZA, Verz. Gen. Afsch. 456. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8020, fol. 115-116. 10 ZA, Lidmatenregister Veere 1757-1776. 11 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 20. 12 ZA, Verz. Gen. Afsch. 447/1.
Nechel Albertus Nechel, korporaal; overl. fort Lillo 14-9-1782.
Neck, van Pauwel van Neck, was waard in Liefkenshoek; zijn weduwe is te Doel-Kieldrecht vermeld op 27-4-1675; 1 tr. Anneken Cornelis Pauwels; zie voor haar verder Pauwels ad 13. 1 RAB, DK, inv. 15, fol. 328, 27-4-1675.
344
Nederveen Jacob Nederveen, geb. Amsterdam; ontving in 1746 te Lillo £ 28:13:4 voor het leveren van 400 dijkhorden (= vlechtwerken, meestal van wilgenhout); 1 was als timmerman werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1747 tot 2-3-1748. 2 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81810, fol. 11 v. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7773 en 7783.
Neef(f)(s) (de) 1. 2.
Adriaen de Neeff, vermeld als inwoner van Liefkenshoek op 15-7-1643. 1 Philippus de Neef, tr. Heyltie Hungerder (van Hongeren); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Pieter de Neef, 27-1-1692; getuigen: Johan Mulder en Janneken Hackermans. b. Johanna Elisabet de Neef, 8-5-1695; getuigen: Jacob Neynes [= Eyens], Johannis Vermeulen en Maria Vischers.
3.
Egidius Neeffs, tr. Catharina Vael; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joanna Maria Neeffs, 22-2-1700; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-5-1700.
3.
Jan de Neef, ontving in 1725 voor het repareren van het uurwerk op de toren van Liefkenshoek £ 39:3:10; 2 diende op 31-1-1726 een rekening in voor het herstellen van de “horlogien” (= de klokken op de kerken) te Lillo en Liefkenshoek. 3
4.
Jan Baptist de Neef, vermeld als voogd te Doel-Kieldrecht op 14-9-1737. 4
5.
Pieter de Neef, kreeg te Lillo op 4-4-1760 een boete van fl. 100 wegens mestrekken jegens Cornelis Verbert. 5
1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 68, akte nr. 63. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 2410, fol. 23. 3 ZA, SZ, inv. 787; idem in 1725; ontving toen voor het reperareren van het uurwerk in Liefkenshoek £ 39:3:10 (ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 23). 4 RAB, DK, inv. 25, fol. 129 v, 14-9-1737. 5 ZA, SZ, inv. 1937, 4-4-1760.
Neels 1.
Adrianus Neels, woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden drie personen; werd als belastingplichtige aangeslagen voor 3 gulden en 3 stuivers; 1 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-10-1730; tr. Anna Francen (Fransen); zij werd op 2-5-1712 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
345
a.
Cosmas Neels, 14-4-1712.
2.
Joanna Neels, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-3-1727.
3.
Cornelius Neels, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-3-1765.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2.
Neerho(e)ff, Neerhoeft, van (de) 1.
N.N. Neerhoef, tr. N.N.; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
N.N. Neerhoef, december 1674.
2.
Anthonij van de Neerhoeff (mog. identiek met nr. 1 a), geb. Lillo; vestigde zich in 1699 met een “ontlastbrief” (= akte van indemniteit, destijds ook borgbrief genoemd) als poorter te Turnhout, samen met zijn echtgenote; als eigenaar van grond vermeld in de polder van Lillo in 1707 (toen samen met Catharina van de Neerhoeff) en 1718; 1 tr. Maria van den Bergh, geb. Boxmeer. 2
3.
Jan Baptista van de Neerhoeff, overl. vóór 4-6-1692 (staat en inv.). 3
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 2-7-1707; RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 2 VS, jrg. 18, 1982, p. 492. 3 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24.
Neesen, van (der) 1.
Philip van Neesen, leefde in de eerste helft van de 17 de eeuw; tr. N.N.; kinderen: 1 a. b. c.
Jan van Neesen, overl. vóór 1674; tr. Maria Waumans, overl. Doel 25-10-1689; zij hertr. Gaspar van Coten; uit dit huwelijk Jacob van Neesen, overl. vóór 6-2-1690. Marie van Neesen, ca. 1670 vertrokken en verdwenen. Janneken van Neesen, overl. Doel 6-8-1680; tr. Pieter Braem.
2.
Petrus Joseph van der Neesen, benoemd tot procureur te Lillo per 1-2-1760; 2 vermoedelijk in die functie werkzaam tot 1-8-1766; 3 was (in 1748 en 1779) secretaris van de schepenbank van Lillo en Zuytland; 4 test. 10-11-1748 (hij ziek te bed), toen wonend te Berendrecht; 5 tr. Maria Theresia Cleaz.
3.
Johannes van Neessen, geb. Maastricht, 19 jaar oud in 1776; toen ongehuwd; roomskatholiek; op 26-7-1776 aangesteld als soldaat in het tweede bataljon van het regiment Nationalen nr. 2 dat in 1784 in de forten Lillo en Kruisschans verbleef; uit deze dienst (met paspoort) te Lillo op 22-11-1784. 6
1 RAB, DK, inv. 18, fol. 178, 6-2-1690.
346
2 ZA, SZ, inv. 1937, 1-2-1760. 3 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 21 t/m 23. 4 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3061, nr. 55. 5 RAA, notariaat inv. 2127, nr. 37. 6 NA, Raad van State, inv. 1956, fol. 19.
Negrij, de 1.
Egidius de Negrij, was op 30-3-1786 werkzaam in het fort Lillo als “ontvangerprincipaal van de inkomende en uitgaande rechten van de majesteit [= de keizer van Oostenrijk]”; kocht toen voor fl. 700 van Frans Conrad Bodmer het huis “Bohemen” in de Langestraat in fort Lillo; 1 tr. Petronella Immens.
2.
Gislenus Franciscus de Negrij (mog. identiek met nr. 1), begr. Lillo (r.k.) 4-3-1788; tr. Isabella Immens; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo: a.
Joannes Baptist de Negrij, 21-2-1787.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 34, fol. 825; de betreffende transportakte was de eerste in zijn soort, opgesteld door de “schepenen der fortificatie van Lillo”, een schepenbank ingesteld door de Oostenrijkse autoriteiten. Dit magistraatscollege nam de taken over van het college van gedelegeerde rechters in het fort Lillo.
Neijnes Jacob Neijnes; zie Nonnius.
Neijt Jacobus Neijt, geb. Lillo; was op 11-3-1676 als busschieter werkzaam op het schip “Wapen van Zierikzee” van de VOC; arriveerde 25-9-1676 in Batavia. 1 1 NA, VOC-archief, inv. 12228.
Nelen 1.
Petrus Joannes Nelen, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 4-5-1782.
2.
Cornelius Nelen, geb. Stabroek ca. 1767 (23 jaar oud bij huwelijk); tr. r.k. Lillo 16-81790 Anna Cornelia van den Berg, geb. Stabroek (26 jaar oud bij huwelijk).
Nepveu, le 1.
Philips le Nepveu, commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1609 tot mei 1618; 1 werd verplaatst naar Vlissingen waar hij van 1620 tot oktober 1627 commies ter recherche was; 2 kwam op 28-6-1609 met een attestatie van Lillo naar Hoek, samen met zijn echtgenote Lidia N.N.; 3 in 1622 vermeld te Lillo als commies ter visitatie van de goederen, passerend te water; 4 vermeld als commies te
347
Lillo op 18-1-1627 en 14-4-1627; 5 zou op 31-8-1623 een erf hebben overgedragen aan een zekere weduwe. 6 2.
Sara le Neveù, geb. Lillo; tr. (1) Christiaen van den Berghe (otr. Vlissingen 10-11643), geb. Rees, omschreven als ‘varende man’; 7 hij overl. vóór 22-8-1671; otr. (2) Vlissingen 22-8-1671 Joris de Witte, geb. Vlissingen; omschreven als ‘varende man’ en weduwnaar van Maetje Pieters. 8
1 Hij is waarschijnlijk niet identiek met Philip Lenepveu wiens huisvrouw, Debora van Miggrode, op 30-7-1610 overleed, 42 jaar oud; zij werd in de Grote Kerk van Veere begraven. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6600. 3 ZA, arch. Herv. Gemeente Hoek, inv. 1. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79650. 5 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 64, akte nr. 64; idem, 22, akte nr. 34. 6 ZA, SZ, inv. 487, 31-8-1623. 7 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 535, fol. 113, boek 10. 8 Idem, reg. K 538, fol. 31, boek 12.
Nerinc(k)x 1.
Adrianus Neerincx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-4-1679.
2.
Maria Nerinx (mog. identiek met nr. 4 of 6), had een relatie met N.N.; uit deze relatie r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Catharina N.N., 28-10-1674.
3.
Adrianus Neerincx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-4-1681.
4.
Maria Neerincx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 15-4-1682.
5.
Cornelia Neirincx, was in 1694 meid op de boerderij van Christoffel Alens in de polder van Lillo. 1
6.
Maria Nerinckx, was in 1694 meid op de boerderij van Nicolaes Dielen (zie aldaar) in de polder van Lillo; 2 mog. identiek met nr. 6.
7.
Maria Neirinx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-11-1701; mog. identiek met Maria (ook: Maeycken) Neerincx (Neirincx), tr. Lillo-Kruisweg 24-9-1684 Joannes Meeus (zie Mees ad A 5).
6.
Petrus (Pieter) Nerinc(k)x, was in 1694 knecht op de boerderij van Nicolaes Dielen (zie aldaar) in de polder van Lillo; 3 was in 1709 knecht op de boerderij van Elisabeth Claessens, weduwe van Christoffel Alens, in de polder van Lillo; 4 in 1712 vermeld wegens het ontvangen van bodeloon en het verrichten van kruiersarbeid te Lillo
348
gedurende 2,5 maand; 5 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-1-1715; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 16-2-1710 Anna van Bergen; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Maria Anna Nerinckx, 1-5-1710. b. Elisabeth Nerinckx, 18-1-1712; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-3-1713. c. Petrus Nerinckx, 16-1-1715. Op 6-3-1714 werd een kind van Petrus (mog. identiek met nr. 6 a) begraven (r.k.) te Lillo-Kruisweg. 8.
Joannes Baptist Neerincksx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-9-1738.
1 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 2 Idem. 3 Idem. 4 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 5 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
Nes, van 1.
Jacob van Nes, in 1599 vermeld als commies te Lillo van Jacob Valcke; deze was toen tresorier-generaal van de Rekenkamer van Zeeland. 1
2.
Adriaen van Nes (Janszn.), commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1597 tot april 1599. 2
3.
Christiaen van Nes (Janszn.), commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1597 tot april 1599 (een broer van of identiek met nr. 2 ?). 3
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79270. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6290. 3 Idem.
Nespen , van 1.
Gillis van Nespen, op 23-5-1707 te Doel-Kieldrecht vermeld als voogd van de kinderen van Elisabet van Nespen (verm. zijn zuster) en Frans Feremans. 1
2.
Jaspar van Nespen, vermeld te Doel-Kieldrecht op 2-10-1723; tr. Amelberga Madereel(s), weduwe van Jan Cool; uit dit huwelijk: 2 a. b. c.
Joos van Nespen. Katelijne van Nespen, overl. vóór 27-5-1725. 3 (verm.) Andries van Nespen, op 27-5-1725 vermeld als enig erfgenaam van Katelijne van Nespen.
349
1 RAB, DK, inv. 21, fol. 74 v. 2 RAB, DK, inv. 23, fol. 215, 2-10-1723. 3 Idem, fol. 265, 27-5-1725.
Nesselaer (Nesseler, Nesseleer) Carel August Nesselaer, werd op 20-11-1767 te Lillo wijn- en bierwerker i.p.v. Simon Dronkers; 1 klaagde op 28-3-1769 over mishandeling door soldaten te Lillo; 2 op 6-10-1769 verzocht Bastiaan Verpoorten hem als wijn- en bierdrager op te mogen volgen (hetgeen werd afgewezen); 3 beval op 17-2-1770 vergeefs zijn schoonvader Adam Wassum als zijn opvolger aan; 4 op 2-3-1770 werd als zijn opvolger Jan Valentijn Breijl benoemd. 5 1 ZA, SZ, inv. 1940, 20-11-1767. 2 ZA, SZ, inv. 1941, 28-3-1769. 3 Idem, 6-10-1769. 4 ZA, SZ, inv. 1964, 17-2-1770. 5 ZA, SZ, inv. 1941, 2-3-1770.
Nest, van der 1.
Jan van der Nest, schoenmaker; verzocht op 29-3-1688 om zich met zijn huisvrouw in Doel te vestigen. 1
2.
Francois van der Nest, vermeld te Lillo-Zuidland op 21-4-1766 i.v.m. een geschil met de smid Jacobus Bullens, waarbij hij als eiser optrad. 2
1 RAB, DK, inv. 18, fol. 85, 29-3-1688. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 32 c.
Net, van der Jacob van der Net, was in juli 1709 mede-aannemer van [reparaties aan] het scheepshoofd te Lillo. 1 1 ZA, SZ, inv. 717, 19-7-1717.
Neuff, de 1.
Simon de Neuff; zijn weduwe Anna Steijmans overl. vóór 29-10-1669; 1 haar kinderen bezaten in 1670/1671 66 gemeten en 175 roeden land. 2
2. Simon de Neuff, was met echtgenote op 3-3-1687 betrokken bij de verkoop van de meierij en schutterij te Doel en Kieldrecht (afkomstig uit de boedel van Marcelus van Eversdijck en Petronella Maria van Cromstreyn) aan Simon Diaz; tr. jonkvrouwe Jacoba Martina van Eversdijck. 3
350
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 2 RAA, arch. polder van Lillo c.s., inv. 84. 3 RAB, DK, inv. 18, fol. 13, 3-3-1687.
Neuha Bernard Neuha, waarsch. militair; overl. Liefkenshoek 29-12-1781.
Neuhaus Christiaan Neuhaus, soldaat; overl. fort Lillo 22-2-1782.
Neuits Adriaan Neuits, vermeld op 30-5-1696 als echtgenoot van Anneken Adriaens, moeder van Pieter Cente, roeier in de vloot te Lillo. 1 1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2519.
Neut, de Domenijck de Neut, bierdrager te Lillo in 1662. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80440.
Neve, de 1.
Abraham de Neve, vermeld als bakker in fort Lillo op 31-3-1605; 1 op 11-4-1615 verzocht hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland om rechters aan te wijzen i.v.m. een geschil te Lillo; 2 vermeld als enige bakker te Lillo op 19-5-1622; 3 doopgetuige Liefkenshoek 26-12-1625; 4 was in 1625 pachter van de impost op de hoornbeesten te Lillo en Liefkenshoek; 5 hij is mog. de vader van Janneken de Neve, geb. Lillo, die op 6-10-1630 in fort Lillo als j.d. otr. en op 28-10-1630 in Tholen trouwde met Andries Bodel (zie aldaar).
2.
Gillis de Neve, vermeld als timmerman in fort Lillo op 30-8-1619. 6
1 ZA, SZ, inv. 478, 31-3-1605. 2 ZA, SZ, inv. 483, 11-4-1615. 3 ZA, SZ, inv. 487, 19-5-1622. 4 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v.. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 179 v-181 v. 6 ZA, SZ, inv. 1234, Ingekomen stukken bij Gec. Raden, 30-8-1619.
351
Neven Jan Neven, was in 1759 korporaal in de compagnie van Rutger van Welvelde (zie aldaar); verkreeg in Heusden op 6-5-1759 met echtgenote een attestatie vanwege vertrek van zijn compagnie naar Lillo; tr. Jannetje Jacobs. 1 1 Streekarch. Langstraat, Heusden en Altena, Lidmatenlijst geref. kerk Heusden.
Nevelsteijn N.N. Nevelsteijn, vermeld als schuldeiser te Lillo-Zuidland (vermoedelijk als landeigenaar) op 22-12-1703, tesamen met N.N. Schouwin. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Nic(o)laas 1
1.
Matthijs Niclaes, werd in 1677 betaald voor het dragen van turf in fort Lillo; soldaat.
verm.
2.
Niclaes Niclaessen, verm. militair; tr. Maria Pottuyck; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Johanna, 19-3-1684; getuigen: Niclaes Gerquesson en Berbel Liebers.
3.
N.N. Niklaas, waarschijnlijk chirurgijn; ontving van de diaconie van Liefkenshoek in april 1689 een vergoeding voor een “dienst” bewezen aan Catelijn Jacobs. 2
4.
Hubertus Nicolaes, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 27-7-1692 Anna Somers; tr. (vervolgens) geref. Putte 3-8-1692 (met att. van Lillo), hij omschreven als weduwnaar, zij als j.d..
5.
Johannes Hendrik Niclaas, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 17-12-1743.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80610, fol. 41. 2 ZA, RB, inv. 275.
Nicolai 1.
Willem Nicolai, geb. Brussel; commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland vanaf 11 september 1604 tot november 1610; 1 woonde op 7-7-1610 op de Markt in het fort Lillo; 2 op 18-12-1610 vermeld als licentmeester te Bergen op Zoom; idem op op 26-6-1615; 3 idem op 13-3-1619; 4 verkreeg 3-9-1619 commissie als commies, collecteur en controleur van de convooien en licenten te Amsterdam wegens Zeeland; 5 was in 1625 nog als zodanig werkzaam; 6 op 28-3-1622 vermeld als oudwethouder te Bergen op Zoom; 7 otr. IJzendijke 18-12-1610 (als j.m. van Brussel) Isabeau (later: Lysabet) Fijfs (Fyf, Fieff), j.d. van Veere; 8 uit dit huw. ged. Bergen op Zoom: a.
Marie Nicolai, 18-3-1614; getuigen: Jeremias Nicolai (luitenant), Cornelis Walschart, Beliken Cornelis en Katharina Vincken.
352
b. c. d. 2.
N.N., 15-1-1616. Melchior Nicolai, 27-3-1620; getuige: Jan de Schafter. N.N., 13-7-1621; getuigen: Danckaert Basyn (secretaris) en Marie Duguartte.
Jeremias Nicolai, geb. Brussel, verm. broer van nr. 1; vaandrig van kapitein Elder in februari 1605; luitenant in de compagnie van Hendrik de Potter in maart 1614; 17-41620 benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie voetvolk als opvolger van kapitein Hendrick de Potter; 9 zijn compagnie verbleef in 1631 in Bergen op Zoom; 10 vermeld als kapitein op 5-7-1633 toen hij met zijn schepen voor de polder van Namen lag; 11 op 16-7-1633 werd hij verzocht vanuit Hoogerwerve en Stoofgat terug te keren naar Liefkenshoek; 12 op 8-8-1633 werd zijn compagnie op Hoogerwerf en Stoofgat afgelost door de compagnie van kapitein Remeeus van den Ende; 13 wederom vermeld als kapitein in 1634; 14 vermeld als kapitein op het fort Sint Anna in de polder van Namen in 1635, 1636 en 1637; 15 in jan. 1638 verbleven soldaten uit zijn compagnie onder leiding van een vaandrig (N.N.) wederom op het fort Hoogerwerf; 16 doopgetuige Bergen op Zoom 26-5-1600 en 18-3-1614; otr. Bergen op Zoom (als j.m.) 19-2-1605, tr. aldaar 20-3-1605 Jaquelijne de Was, geb. Bergen op Zoom; zij was doopgetuige aldaar 10-6-1615.
1 ZA, SZ, inv. 1221, Ingekomen stukken Gec. Raden, 15-2-1606. Hij is mog. een zoon van Jan Nicolaij. Deze werd 18-1-1586 aangesteld als fiscaal van de Admiraliteit van Zeeland als opvolger van Franchois Valerius. Eerder was hij schepen van de stad Brussel (ZA, SZ, inv. 1667, fol. 87). Jan Nicolaij is vermoedelijk verwant met Adriaen Nicolaï, secretaris van de Admiraliteit van Zeeland in de periode 1586-1627; hij overleed in 1632 (Wij van Zeeland, jrg. 14, nr. 4, oktober 2012, p. 21). 2 ZA, SZ, inv. 1225. 3 ZA, SZ, inv. 483, 26-6-1615. 4 Hij had toen als licentmeester in kas: gouden munten met een waarde van 1104 car. guldens en 5 stuivers en zilveren munten met een waarde van 335 guldens en 13 stuivers (MHC Bergen op Zoom, not. arch. 15, akte 13-31619). 5 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 84 v. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6590; op 12-5-1608 was Cornelis Nicolai vertegenwoordiger van het gewest Zeeland in het Admiraliteiscollege “Op de Maze” te Rotterdam (ANF, 1883, nr. 34, p. 3); die vertegenwoordiger werd destijds aangewezen door de stad Vlissingen (Encyclopedie van Zeeland, deel 1, Middelburg, 1982, p. 39). 7 MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 18, 28-3-1622. 8 Zij stamt vermoedelijk af van een Schots geslacht; haar achternaam verwijst vermoedelijk naar het Schotse Fife; zie: P. Fagel, Zeven eeuwen Veere, Middelburg, 1983, p. 163. 9 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 92 en 93. Er is mogelijk verwantschap met Abraham Nicolai. Deze otr. Bergen op Zoom 24-10-1642, tr. fort St. Anna (in de polder van Namen) 26-11-1642, wonend in dit fort, toen weduwnaar, met Cornelia Moreel, j.d. van Middelburg, eveneens wonend op het fort St. Anna. 10 MHC Bergen op Zoom, trouwboek geref. kerk aldaar 1626-1637, o.m. juli 1631. 11 ZA, SZ, inv. 494, 5-7-1633, fol. 6. 12 Idem, 16-7-1633, fol. 15.
353
13 Idem, 8-8-1633, fol. 31. 14 Idem, 17-2-1634, fol. 203 v en 204. 15 Blijkens het trouwboek van de fortkerk aldaar betreffende de periode 1633-1647. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22580, fol. 3.
Nieman, Christoffel Nieman, verm. militair; kwam met att. van Leeuwarden 3-4-1763 naar Grave en vertrok 30-3-1765 naar Lillo. 1 1 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74.
Niemantse Adam Niemantsen, afkomstig uit Lillo; was in de periode 1688-1694 als matroos werkzaam op diverse schepen van de Admiraliteit van Zeeland, w.o. het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7184, 7193, 7204, 7214, 7223 en 7234.
Nier, van Gerrit van Nier, commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1690 t/m 1694; 1 verzocht op 25-1-1694 om aanstelling van een vervanger tijdens zijn afwezigheid; 2 op 12-7-1689 is in Sas van Gent vermeld dat hij daar geen schepen kon worden (anders dan J. van Nier in 1688) omdat hij toen in Lillo woonde. 3 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7190 en 7230. 2 RA Noord-Brabant, arch. Raad en Rentmeester-Generaal der Domeinen, inv. 16, document nr. 53. 3 GA Terneuzen, Stadsarch. Sas van Gent, inv. 5.
Nierop, van den Gerbrant van den Nierop, koopman te Rotterdam; werd in 1704 betaald voor het leveren van 12 tonnen teer en teerkwasten voor het fort Lillo. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81740, fol. 9.
Nieucoop Maerten Janssen Nieucoop, was in april 1642 leverancier van turf voor de wachten van Lillo en Liefkenshoek. 1 1 ZA, SZ, inv. 499, fol. 54 v.
Nieuman Andries Nieuman, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 26-7-1746.
354
Nieustad, van der Gertruid van der Nieustad, kwam in januari 1676 met Johan de Vassy en een deel van diens compagnie vanuit Sluis naar Liefkenshoek. 1 1 ZA, arch. Herv. Gemeente Sluis, Lidmatenregister 1678-1769. Het is denkbaar dat zij de tweede echtgenote van Johan de Vassy was.
Nieuwburgh(en) Jacobus (van) Nieuwburgh(en), was in september 1734 en oktober 1736 militair in Liefkenshoek; tr. r.k. Doel 4-9-1734 Petronelle Bosschaert; uit dit huw. r.k. ged. Kallo: a. Petrus August Nieuwburgh, 14-10-1736; getuigen: Petrus Glaudus en Elisabella Vaen.
Nieuwelande, van Augustijn van Nieuwelande, schoolmeester te Doel; bezat een huis in de Noordvoorstraat te Doel, eertijds gekocht van Aug. Theunissens; overl. vóór 17-3-1681; tr. N.N.; kinderen (erfgenamen): 1 a.
b. c.
Maria van Nieuwelande, tr. (1) vóór 8-6-1672 Pieter van Lil, schepen van DoelKieldrecht; 2 zij verkocht op 4-5-1693 een huis met bakkeet in de Noordvoorstraat te Doel en kocht een huis in de Dweirsstraat achter het Herenhuis; 3 zij tr. (2) tussen 4-51693 en 15-1-1699 Anthony de Vinck, burgemeester van Doel, weduwnaar van Helena van Innevelt. 4 Livijne van Nieuwelande, tr. (1) Franchois Rijns, chirurgijn, weduwnaar van Katelijne Bagijn; tr. (2) tussen 25-6-1680 en 17-3-1681 Albert van de Vijver. 5 Barbara van Nieuwelande, overl. Doel 20-9-1692; 6 tr. (1) Laureys de Blieck; tr. (2) vóór 17-3-1681 Cornelis van den Brande.
1 RAB, DK, inv. 16, fol. 86 v, 17-3-1681. 2 RAB, DK, inv. 15, fol. 232 v, 8-6-1672. 3 RAB, DK, inv. 19, fol. 136, 4-5-1693. 4 RAB, DK, inv. 20, fol. 128, 15-1-1699. 5 RAB, DK, inv. 16, fol. 164 v, 25-6-1680. 6 RAB, DK, inv. 19, fol. 109, 11-12-1692.
Nieuwendijk, van den 1.
Barbara Maria (veelal omschreven als Maria) van den Nieuwendijk, ontving in 1735 een vergoeding van 1 pond Vlaams voor het leveren van bezems en het schoonhouden van het “landshuys” te Lillo; idem in 1737; 1 benoemd tot vroedvrouw te Lillo en Liefkenshoek op 20-4-1757; 2 vervulde deze functie tot haar overlijden in 1771; 3 verkocht op 30-3-1767 (toen weduwe) haar huis De Geleersden Haan in de Burgerstraat te Lillo voor fl. 400 aan Adriaan ’t Hooft; 4 kocht op 3-4-1767 van Lambert van der Slijk voor fl. 650 het huis De Stad van Leijden in de Klinkerstraat te
355
Lillo; 5 overl. fort Lillo 26-7-1771; 6 tr. Wouter Pieterse Dronkers, zoon van Pieter Wouterse Dronkers en Christine van der Heyde, weduwnaar van Anna de Graaf (zie aldaar). 2.
Johanna (Anna) van den Nieuwendijk, geb. Klundert, mog. dochter van Arie van den Nieuwendijk en Lijsbet Fredriks; 7 testeerde te Lillo (toen voor de tweede maal weduwe) op 19-8-1780; 8 kreeg op 22-4-1784 van de magistraat van Lillo een akte van indemniteit voor Middelburg; 9 begr. Middelburg (Oostkerkhof) 14-3-1785; 10 otr. (1) fort Lillo 16-10-1734, tr. (1) ald. 14-11-1734 Jean Pierre Delzenne (zie aldaar); otr. (2) fort Lillo 3-6-1752, tr. (2) ald. 2-7-1752 Lambert Gerhard van der Slijk (zie aldaar); testeerde met hem te Lillo op 18-9-1761. 11
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81190, fol. 47 v; idem, 81210, fol. 48 v. 2 RA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 14; ZA, SZ, inv. 1952, fol. 35-36. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81450, fol. 75 v; 81460, fol. 76 v; 81490, fol. 82 v; 81500, fol. 77 v; 81510, fol. 78 v. 4 ZA, SZ, inv. 1976, 30-3-1767. 5 Idem, 3-4-1767. 6 ZA, SZ, inv. 1957, fol. 32. 7 Dit paar otr. Klundert 8-12-1715. 8 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 947. 9 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 195. 10 ZA, Verz. Gen. Afsch. nr. 448. 11 ZA, SZ, inv. 1969, fol. 27.
Nieuwenhuijse (van) 1.
Joos (van) Nieuwenhuize, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1705 en 1706. 1
2.
Jasper Nieuwenhuijse, vermeld als vleesleverancier in fort Lillo in 1712. 2
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7383/7432. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 9-4-1712.
Nieuwman Adam Nieuwman, verm. soldaat; werd in 1677 te Lillo betaald voor het dragen van turf. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80610, fol. 40 v.
Nijmegen, van Wijnand van Nijmegen, soldaat; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 10-9-1746.
356
1
Nijs (Denijs), de, Danijs (zie ook Danis) 1. Gillis de Nijs, werd in de periode 1-10-1600 tot 1-4-1601 betaald als bierdrager te Liefkenshoek. 1 2.
Hans Nijs, schipper; werd in 1621 betaald voor het leveren van metselzand voor Lillo of Liefkenshoek. 2
3.
Sara de Nijs, doopgetuige Liefkenshoek 12-11-1623, 15-7-1629 (“Sara viceadmiraals”) en 1-11-1637; 3 mog. identiek met Sara Deynse, doopgetuige Liefkenshoek 19-3-1634.
3a Coenraat de Nyssen, verm. militair; tr. Neelken Geeraerts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Joannis de Nyssen, 22-12-1624; getuigen: Hysbert Gysbrechts, Hans Carels, Neelken Tanneberg, Cathelyn Commies en Maeyken van Streyen. 3b Jan Nyssen, woonde in Doel; tr. Neelken Geerts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Elisabeth Nyssen, 27-7-1625; getuigen: Melssen Janssen en Sartjens Leenaerts.
4.
Pauwels Denys(z), sergeant des armes onder de compagnie van kapitein Jaques de Chantraine dict Broucqsaut; afkomstig uit Kortrijk (Vlaanderen) dat hij vanwege de religie met vrouw en kinderen had moeten verlaten; op 4-4-1626 verzocht hij de Gecommitteerde Raden van Zeeland om aangesteld te mogen worden als poortier en boomsluiter te Lillo; 4 vermoedelijk werd hij als zodanig benoemd; op 31-3-1626 werd zijn verzoek om verlenging van het eigendom van een huisje aan de ingang van het fort Lillo door hem gekocht van Gillis de Wale door de Gecommitteerde Raden van Zeeland toegestaan; 5 verm. overl. vóór 22-8-1628, toen in Lillo een nieuwe poortier werd aangesteld; tr. N.N., overl. vóór 4-4-1626; uit dit huwelijk zeven of acht kinderen.
4a Sander Nys, verm. militair; tr. Maria N.N.; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Fransyne Nys, 5-8-1629; getuigen: N.N. Perisel, Jan de Vos, Maria Nys en Anna Perisel. 5.
Susanna Denijs, vermeld te Lillo op 14-10-1632, toen Hendrick Godaert de Gecommitteerde Raden van Zeeland verzocht om haar “in rechten te mogen betrekken”. 6
5a Hans Nysen, tr. Anneken Dircks; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Bastiaenken Nysen, 25-9-1633; getuigen: Cornelis Aertsen Beerensheyck [Bergeyck?] en Cornelis Schulken.
357
6.
Jan Nijs, woonde op 3-5-1636 te Bergen op Zoom; handelaar; verkocht toen land in de polder St. Anna-Ketenisse; 7 ook vermeld te Doel op 17-1-1637; 8 tr. Anna du Bois.
6a Willem Denis, geb. Lillo; was in dec. 1641 soldaat onder kapitein Verdoes in het garnizoen te Bergen op Zoom; otr. ald. 18-12-1641 (als j.m. van Lillo), tr. ald. 13-11642 Maijken Jacobs, weduwe van Aert Hoppenbrouwer, toen wonend in Bergen op Zoom; kapitein Verdoes was getuige. 6b
Jan Jansen Nys, tr. Aeltie Willemsen Iseman; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Cornelia Nys, 7-4-1652; getuigen: Cornelis Jacobsen, Andries Vinalmont, Jacob de Witte, Jacolintie Nicolaas en Maria Hendriks.
7.
Mahiuwe Denijs, geb. Lillo; ‘varende man’; otr. Vlissingen 12-9-1654 Elisabeth Alphers, geb. Lillo. 9
8.
Jan de Nijs, geb. vóór 1640; woonde in Ouden Doel; tr. N.N.; uit dit huwelijk: a.
b. c.
10
Cornelis Jansen de Nijs (Denijs), geb. Ouden Doel vóór 1665; poorter te Goes op 9-7-1687; kocht 2-4-1691 een huis met schuur bij de ’s-Heer Hendrikskinderenpoort te Goes; 11 otr. Goes 13-9-1687, tr. aldaar 10-10-1687 Janneken Cornelis Boschman, geb. Goes, dochter van Cornelis Pieters Bosman. Macheltje (Machelyntje) Jans de Nijs, geb. Ouden Doel vóór 1670. Jan Janse de Nijs, geb. Ouden Doel vóór 1680; otr. Krabbendijke 25-2-1718, tr. aldaar 16-3-1718 Matie Boone, weduwe van Jannis Spruyt.
8a Geert Danijs; zijn erfgenamen waren gedaagden tijdens een proces te Lillo-Zuidland op 23-10-1653. 12 8b Jan de Nijs, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland. 13 8c Peeter Danijs (de Nijs), koopman te Antwerpen; bezat grond in de polder van Lillo op 19-7-1663; zijn erfgenamen werden daar vermeld op 22-2-1683. 14 8d Jan Jansen de Nys, tr. Maria Vermout [?];uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Jacobus de Nys, 16-12-1691; getuigen: Pieter Torre en Janneken Jacobs van der Heyde. 9.
Pieter (Peter) Nijs, vermeld als schepen van Doel-Kieldrecht op 20-5-1686; 15 testeerde (ziek op bed liggend) aldaar 15-2-1687; 16 had broer Jan (te Vrasene) en zusters Anna (te Beveren) en Katelijne (te Kallo, tr. Bertelmeus Theunissens); 17 overl. Doel vóór 22-2-1687; 18 tr. Elisabet de Bruyn, weduwe van Jan van Innevelde (zie aldaar); zij tr. (3) Jan Vaen (zie aldaar). 19
358
10. Dionius de Nijs, schepen van Lillo en Zuidland in 1704; 20 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-4-1705; tr. (1) Susanna Haezenberchs; tr. (2) Anna Joris (ook: Joos); zij hertr. vóór 12-6-1709 Herbertus van de Kercken (zie aldaar); 21 uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Maria Anna de Nijs, 27-3-1697; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 25-11-1698.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: b. Cornelius de Nijs, 7-6-1701. c. Anna Maria de Nijs, 23-10-1703. Voorts: d. Nicolaus de Neijs, als zoon vermeld op 12-6-1709. 22 11. Gerardus de Nijs (Denijs), r.k. ged. Zandvliet 6-9-1668; zoon van Adrianus de Nijs en Dymphna Janse Antonisse; was in 1693 inwonende knecht in het gezin HuygensJansen te Zandvliet; als knecht van Jacob Jacobse Verstraten in de polder van Lillo vermeld op 8-10-1696; 23 woonde in 1709 in de polder van Lillo; 24 was in 1712 pachter van tienden van de Kathedraal van Antwerpen in de polder van Lillo; 25 overl. Stabroek 1721; tr. (1) Berendrecht (r.k.) 23-9-1699 Helena Verstraeten, geb. Lillo; zij werd op 18-4-1707 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg, nadat zij in het kraambed was overleden; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 9-7-1707 (getuigen waren Joannes Stoffelse Janssens en Joachim van den Eijnden) Catharina de Greef, geb. Lillo 27-4-1683, dochter van Joannes de Greef en Joanna van (N)uijten; uit het eerste huwelijk: a. b.
Jacobus de Nijs (Denijs), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 11-1-1699, zie verder nr. 12. Maria de Nijs (Denijs), r.k. ged. Zandvliet 18-12-1701; verm. identiek met de Maria de Nijs die op 16-8-1703 begraven werd (r.k.) te Lillo-Kruisweg. c. Franciscus de Nijs (Denijs), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 9-9-1704; tr. (1) r.k. Zandvliet 12-7-1734 Joanna Deckers, geb. Zandvliet; tr. (2) r.k. Zandvliet 28-41742 Maria Anna Deckers, geb. Zandvliet. d. Cornelia de Nijs (Denijs), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 14-4-1707. uit het tweede huwelijk : e. Joannes de Nijs (Denijs), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 5-6-1708; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 7-7-1708. f. Joannes de Nijs (Denijs), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 28-5-1710. g. Adrianus de Nijs (Denijs), r.k. ged. Stabroek 8-10-1715. h. Anna Catharina de Nijs, r.k. ged. Stabroek 30-1-1721. i. Cornelius de Nijs (Denijs), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 12-3-1722. 12. Jacobus de Nijs (zoon van nr. 11), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 11-1-1699; overl. Essen 232-1736; tr. Stabroek 11-4-1728 Anna Cornelissen van den Bergh, geb. Nieuwmoer; 26 overl. in februari 1748; zij hertr. 10-2-1737 Nicolaus Wouterse Meijvis; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Josephus de Nijs, 18-10-1728.
359
13. Jan de Nijs, vermeld als aannemer te Liefkenshoek in 1701-1702; 27 als crediteur vermeld te Lillo-Zuidland op 16-3-1705 i.v.m. gekochte kleding; 28 verm. identiek met Joannes de Nijs die tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 20-4-1698 Anna Janssens; tr. (2) Maria Lambrechts; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Dymphna de Nijs, 8-11-1704.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: b. Joanna de Nijs, 29-6-1709. 13a Jan de Nijs, was in 1712 pachter van tienden van de Kathedraal van Antwerpen in de polder van Lillo; 29 verm. identiek met nr. 13. 14. Antonius de Nijs, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 24-6-1704 Catharina Rens. 15. Guilielmus de Nijs, tr. Maria Wijlaerts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Guilielmus de Nijs, 7-12-1706; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-12-1706.
15a Joannis de Nijs, was in nov. 1717 militair in Liefkenshoek, vermeld als niet-katholiek; tr. Levina Cornelis (r.k.); uit dit huw. r.k. ged. Doel: a. Catharina de Nijs, 26-11-1717; getuigen: Jacoba de Sodt en Susanna van Bracht. 16. Lieven de Nijs, als landbouwer (pachter) vermeld in de polder van Lillo in 1718.
30
17. Pieter (Pierre) de Nijs (ook: Denijs en Denis), geb. Palzdorf in de Elzas; vestigde zich begin 1718 als chirurgijn te Stavenisse; 31 werd daar veelvuldig door de kerkenraad vermaand vanwege ruzie met zijn echtgenote; 32 woonde nog in Stavenisse in juli 1727; 33 op 24-2-1728 vermeld als chirurgijn en majoor onder Rechteren van Hemert; 34 idem op 9-4-1728 toen hij met dit regiment en met zijn echtgenote uit Sluis vertrok; 35 op 7-11-1731 vermeld als oud-chirurgijn onder Van Hemert; 36 was werkzaam als chirurgijn op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 7-41731 tot zijn overlijden; 37 verdiende daarmee per jaar £16:13:4; 38 administrerend diaken (rendant) fortkerk Lillo 1736-1737; 39 bezat in de periode 1738 t/m 1741 het huis De Roos in de Langestraat in het fort Lillo; 40 dit huis was gelegen naast het huis van de commandeur en werd op 14-3-1743 door de voogden van zijn kinderen voor fl. 600 verkocht aan zijn stiefzoon Jacob Quist (die hem als chirurgijn te Lillo opvolgde); cijns voor een erf naast dit huis werd o.m. betaald in 1745; 41 in 1740 vermeld als brandweerman (pomper) te Lillo; 42 begr. in de kerk van fort Lillo 2-1-1743 met het beste doodskleed en de grote barrij; otr. Stavenisse 17-11-1719, tr. aldaar 4-12-1719 Anna Sybilla Olivier, ged. te Aken 16-6-1684, dochter van Adolphus Olivier (predikant, o.m. te Stavenisse 1702-1706) en Maria Niset; 43 zij werd vermeld op de lidmatenlijst van Stavenisse uit 1702, wonend buiten het dorp; op 13-5-1707 huwde zij als j.d. te Sint Maartensdijk met Cornelis Jacobsen Quist (ged. Stavenisse 22-2-1660, zoon van Jacobus Quist en Rachel Pieters Houck), weduwnaar van Maeyken Cornelis, ouderling te Stavenisse (o.m. in 1710) en schepen aldaar (o.m. in 1712); na het
360
overlijden van Cornelis Quist vertrok zij in 1717 naar Lillo; 44 zij keerde begin 1718 in Stavenisse terug; 45 op 28-8-1726 was zij met haar tweede echtgenoot (“Pierre Denies”) te Bergen op Zoom getuige bij de doop van Abraham Plaatman, zoon van Adriaan Plaatman en Catharina Hester Olivier, halfzuster van Anna Sibilla; zij werd in Lillo op 30-9-1737 begraven; op 14-3-1743 is Jacobus Quist vermeld als toeziend voogd van de kinderen van Pierre de Nijs en Anna Sibilla Olivier; 46 in 1743 trad Pieter Hollander op voor de erfgenamen van Pieter de Nijs; 47 uit dit huwelijk: a. b. c. d. e.
N.N., begr. Stavenisse 1-12-1720. Johannes Henricus de Nijs, ged. Stavenisse 3-11-1721 (helft tweeling). Marie Esther de Nijs, idem. Pieter Gideon de Nijs, ged. Stavenisse 2-1-1724. Gerardus Adolfus de Nijs, ged. Stavenisse 3-2-1726.
18. Hendrik de Nijs, in 1740 vermeld als brandweerman (waterschepper) te Lillo met de ongedateerde toevoeging: overleden. 48 19. Cornelis de Nijs, overl. vóór juni 1744; zijn weduwe betaalde in 1743/1744 1 gulden en 6,37 stuivers belasting over de opbrengst van 6 gemeten en 178 roeden pachtgrond in de polder van Lillo. 49 20. Guilliam de Nijs, betaalde in 1743/1744 2 gulden en 0,53 stuivers belasting over de opbrengst van 10 gemeten en 21 roeden eigen grond in de polder van Lillo; 50 vermeld als voogd op 4-2-1750; 51 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 11-6-1741; 52 testeerde met echtgenote te Oud-Lillo op 12-6-1745; 53 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 9-6-1750; zijn erfgenamen waren de wezen van Johanna de Nijs en haar echtgenoot Anthony Wijnants; 54 voorts Maria Anna Dirks; 55 tr. Anna van den Heuvel, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-10-1747. 21. Frans de Nijs, overl. Doel 1754 in de herberg “De Redout de Spar”; tr. (1) Jero van Eetvelde, overl. kort voor 12-9-1744; tr. (2) Anna Catharina de Bruyn; zij hertr. Jozef Hellemont en overl. te Kieldrecht in 1774; 56 uit het eerste huwelijk: 57 a. Katelijne de Nijs, tr. Pieter Rijlof. uit het tweede huwelijk: vijf kinderen; hun voogd was op 19-12-1766 Jan Antoon van Steen. 22. Pieter de Nijs, geb. te Lier; kreeg op 7-12-1759 toestemming om met zijn vrouw in Oud-Lillo te wonen; er waren toen geen kinderen; tr. Johanna Goossen, geb. Balder (of Baeder). 58 23. Jan de Nijs, was op 8-12-1749 onwillig om zijn “contributie” (een soort belasting) te Oud-Lillo te betalen; 59 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-12-1765; het batig saldo van zijn boedel bedroeg fl. 94; 60 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 21-7-1744 Pieternella de Rooy, zij werd op 12-11-1747 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 1-9-1748 Elizabeth Geens, weduwe van Jan Baptist Taaimans; zij werd op 28-9-1786 begr. (r.k.) te Lillo; op 13-3-1788 werden te Lillo-Zuidland publiekelijk haar nagelaten goederen verkocht; 61 uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
361
a.
Joanna Catharina de Nijs, 31-12-1746; Franciscus Bogaerts.
62
tr. verm. r.k. Lillo-Kruisweg 21-5-1775
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: b. Guillelmus de Nijs, 22-4-1750; 63 verm. begr. Lillo (r.k.) 5-9-1786. 24. Godefridus de Nijs, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 12-1-1749 Elisabeth Sijmons. 24a Cornelia de Nijs, was in 1755 meid in het gezin van Arnout Lambrechts in LilloZuidland. 64 25. Jan Baptist de Nijs, was in 1755 herbergier in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden een knecht en een meid; 65 was in 1761 armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland; 66 verkocht in 1777 te Lillo voor fl. 194 en 14 stuivers paarden en landbouwgereedschappen; 67 testeerde met eerste echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 2-3-1761; 68 tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 3-4-1754 Catharina van Gool, weduwe van Joannes van de Sanden; zij werd op 27-9-1770 begr. (r.k.) te LilloKruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 26-6-1771 Anna Catharina Woumans; zij werd op 30-1-1774 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit het tweede huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Rebecca de Nijs, 16-11-1772.
26. Adriaan Denis, meester-kuiper; ontving in 1767 £ 0:8:6 voor het leveren en leggen van hoepels om kruittonnen voor fort Lillo; 69 werd te Lillo ook in 1769 voor kuiperswerk betaald; 70 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 6-6-1759 Joanna Mertens. 27. Levinus de Nijs, armmeester Oud-Lillo in 1770; 71 woonde in 1774 in Oud-Lillo; 72 vermeld als voogd van de kinderen van Jan Baptist van den Brande en Anna Catharina Aarts op 8-1-1780; 73 bezat op 9-6-1780 drie runderen; 74 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 21-7-1783; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 15-8-1763 Catharina Taaymans, zij werd op 27-101782 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; inventarisatie van hun boedel op 5-4-1783; er waren schamele bezittingen; 75 uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Martinus de Nijs, 24-8-1764; verm. begr. Lillo (r.k.) 1-2-1793. Joanna Catharina de Nijs, 8-11-1766; tr. r.k. Lillo 18-11-1787 Jacobus Duijgers (Doijgers) (zie Doijgers). c. Maria Elisabeth de Nijs, 21-4-1769. d. Joannes Baptist de Nijs, 30-9-1771; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 31-3-1773. e. Joannes Baptist de Nijs, 1-7-1774. f. Helena de Nijs, 28-12-1777; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-1-1778. g. Helena de Nijs, 13-7-1781. Voogden van deze kinderen waren Martinus de Nijs, Jan Jakobus Taaymans en Wouter de Fié.
362
28. Gerardus de Nijs, geb. Zandvliet ca. 1746; vestigde zich in 1775 in Lillo-Zuidland; woonde in mei 1777 onder Halsteren en kort daarna weer in Lillo-Zuidland; wagenmaker; tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 18-10-1773 Anna de Koninck, geb. Steenbergen; otr. (2) Halsteren (geref.) 31-5-1777, tr. (2) ald. (geref.) 15-6-1777, tr. (2) (r.k.) Lillo-Kruisweg 17-6-1777 Rosalie Huijgens, geb. Zandvliet ca. 1740; zij vestigde zich in 1758 in Lillo-Zuidland; zij tr. (1) Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-4-1758 Joannes Dierickx (zie Dirks nr. 38); uit het eerste huwelijk: 76 a. b.
Franciscus de Nijs, geb. in de Auvergnepolder, r.k. ged. Halsteren 5-8-1775 (helft tweeling). Maria de Nijs, idem.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: c. Joannes de Nijs, 28-4-1778; tr. Oudenbosch 30-11-1813 Francoise Francken, geb. Oudenbosch, toen 23 jaar oud. d. Joanna Maria de Nijs, 15-10-1781. e. Maria Catharina de Nijs, 18-9-1784. 29. Joannes Franciscus de Nijs, tr. Isabella Huijsmans; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Joannes Baptist de Nijs, 21-2-1783.
30. Franciscus Denis (mog. identiek met nr. 28 a), begr. Lillo (r.k.) 2-11-1788; tr. Helena Ferere. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79290. 2 Idem, inv. 79630. 3 De Nederlandsche Leeuw, 1889, p. 46. 4 ZA, SZ, inv. 1241, Ingekomen stukken bij Gec. Raden, 4-4-1626. 5 ZA, SZ, inv. 489, 31-3-1626. 6 ZA, SZ, inv. 493, 14-10-1632. 7 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 31, akte nr. 61. 8 Idem, not. arch. 32, akte nr. 5. 9 GA Vlissingen, Trouwboek Vlissingen (Ned. Geref.), reg. K 536, fol. 2 v, boek 10. 10 Kwartierstaat van Johanna Adriana Frederica Vlijberge, nummer 362. 11 GA Goes, RAZE 1763, fol. 83 v. 12 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. 13 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts. 14 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28 en 29. 15 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 16 RAB, DK, inv. 18, fol. 11 v, 15-2-1687. 17 RAB, DK, inv. 18, fol. 12, 22-2-1687.
363
18 Idem. 19 RAB, DK, inv. 18, fol. 262, 15-12-1690. 20 Zie voor de bron het overzicht van schepenen van Lillo-Zuidland in deel 3 c. 21 RA Aanderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330/191. 22 Idem. 23 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 24 RA Aanderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330/191. 25 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 26 Zeeuws Kwartierstatenboek deel 4, p. 65; GTMWB, jrg. 1990, p. 216. 27 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81720, fol. 39 v en 63 v. 28 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 29 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 30 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3, dorpsboek Lillo “21 stuivers per gemeth” anno 1718. 31 GA Tholen, arch. Ned. Herv. Gemeente Stavenisse, inv. 3, p. 181 (transcriptie door D. Roozemond). 32 Idem, o.m. p. 213, 234, 235. 33 Idem, p. 256. 34 Zijn zwager Gideon van Schweinitz maakte toen als luitenant deel uit van deze compagnie (MHC Bergen op Zoom, not. arch. 479, akte nr. 10). Van Hemert is vermoedelijk Willem Rechteren van Hemert, benoemd tot brigadier van de infanterie van het Staatse leger op 11–3-1727, overleden in 1728 (H. Ringoir, Nederlandse Generaals van 1568 tot 1940, Den Haag, 1981 a, p. 38). 35 ZA, arch. Herv. Gemeente Sluis, inv. 148, met att. vertrokken lidmaten. 36 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 482, akte nr. 24, 7-11-1731. 37 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7730, fol. 147; NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2445 en 2558. 38 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7620, fol. 158. 39 ZA, RB, inv. 255. 40 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 4. 41 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81290, fol. 20 e.v.. 42 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 43 Een halfzuster van Anna Sibilla was Elisabeth Barbara Olivier, ged. Beek 26-10-1695; zij was gehuwd met Gideon van Schweinitz (zie Van Schweinitz nr. 1). 44 GA Tholen, arch. Ned. Herv. Gemeente Stavenisse, inv. 3, p. 168 (transcriptie door D. Roozemond). 45 Zij werd op 1 januari 1718 door de kerkenraad van Stavenisse uitgenodigd om wederom deel te nemen aan het Avondmaal (idem, p. 180). 46 ZA, SZ, inv. 1976. 47 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7730, fol. 147. 48 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 49 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 50 Idem.
364
51 RAB, DK, inv. 27, fol. 171, 4-2-1750. 52 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 53 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 109. 54 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 19, fol. 14, 7-8-1750. 55 ZA, SZ, inv. 1935, 1-4-1757. 56 RAB, DK, inv. 30, fol. 331, 23-10-1774. 57 RAB, DK, inv. 29, fol. 348, 19-12-1766. 58 ZA, SZ, inv. 1936, 7-12-1759. 59 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b, 8-12-1749. 60 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 11-12-1765. 61 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24. 62 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 23, fol. 69, 12-12-1768. 63 Idem. 64 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 65 Idem. 66 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 67 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3059, nr. 82. 68 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 69 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81500, fol. 52. 70 Idem, inv. 81520, fol. 51 v. 71 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 10 c; ZA, SZ, inv. 1941, 5-1-1770. 72 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 73 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 881. 74 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 b. 75 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 20, 5-4-1783. 76 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10.
Nijssen 1.
Coenraedt Nijssen, werd in 1624 samen met Pieter Marinusse betaald voor het graven van een put op het Plein van Liefkenshoek, bestemd voor het verkrijgen van zoet water. 1
2.
Jan Nijssen, afkomstig uit Bergen op Zoom; op 18-4-1637 vermeld als pachter van de Brabantse landtol, toen hij een controleur in Lillo wilde aanstellen. 2
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79700. 2 ZA, SZ, inv. 496, 18-4-1637, fol. 55.
365
Nike Simon Nike, begr. Lillo (r.k.) 10-3-1791.
Nimwegen, van Hendricus van Nimwegen, doopgetuige te Breda 29-11-1695; was toen vaandrig, vermoedelijk in de compagnie van de overste-luitenant Gregorius Philippus Jongheim; 1 was in 1710 luitenant in de compagnie van N.N. Verhuchten (Verkuchten?); 2 op 8-10-1710 werd een machtiging verstrekt tot verkoop van zijn huis te Lillo omdat hij was overleden; 3 hij liet twee minderjarige kinderen na; hun voogd was Christiaen Ewalt, burger te Breda. 4 1 GA Breda, DTB, inv. 93. 2 Hij is hoogstwaarschijnlijk identiek met Hendricus van Nimwegen, ged. Breda 18-3-1671 (Luthers), zoon van Andries van Nimwegen en Catharina Verwers (getuigen: Leonardus van der Vlies, Pieter Schagen en diens echtgenote Anna Verwers). Vermoedelijk voorts identiek met Hendrik van Nimwegen, overl. 22-9-1710, begr. Breda 26-9-1710 (GA Breda, DTB III-8, inv. 105). 3 ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 4 Christiaen Ewalt was een zwager van Hendricus van Nimwegen. In Breda was hij collecteur van de accijns. Hij tr. (1) Elisabeth van der Steen. Hij otr. (2) Breda 21-3-1696, tr. (2) aldaar 8-4-1696 Wilhelmina van Nimwegen, ged. Breda (Luthers) 6-3-1669, dochter van Andries van Nimwegen en Catharina Verwers.
Ninette Jean Pierre (Joannes Petrus) Ninette, soldaat; tr. (1) Maria Josepha Denes Ferbe; zij overleed op 19-9-1775 te Lillo; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 16-6-1776 Anna Maria Lauterbaeck.
Nishoven(s) (van) 1.
Lucia Nishovens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-11-1693.
2.
Petrus van Nishoven, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 13-6-1751 Joanna Heestermans.
Nispen, van 1.
Cornelis van Nispen, administrateur van het gewest Zeeland; op 23-7-1641 kreeg hij toestemming om de schorren en weiden ‘aencommende de heer van Lillo’ en liggend in de heerlijkheid, te verhuren om er beesten te laten weiden, om er te laten hooien of anderszins te gebruiken. 1
2.
Pieter Jaspers van Nispen, lidmaat van de geref. kerk te Vlissingen op 1-10-1720 met att. van Rotterdam; 2 vermeld als lidmaat ald. op 19-9-1733 met att. naar de Waalse Kerk; 3 werd op 26-10-1741 (wonend te Vlissingen) benoemd tot commies ter uitlevering van de turf en de kaarsen aan de corps du gardes te Vlissingen als opvolger van Ephraim Turner; 4 was schepen van de landsvierschaar te Vlissingen; 5 was als schrijver werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1738 tot hij overleed op 22-8-1769; 6 verdiende van 1-7-1769 tot 22-8-1769 als schrijver 5 pond en 4 schellingen Vlaams. 7
366
1 ZA, SZ, inv. 498, 23-7-1641, fol. 306 v en 307. 2 ZA, DTBL Vlissingen nr. 25. 3 Idem. 4 ZA, SZ, inv. 1672, fol. 190 v. 5 ZA, arch. familie Schorer, inv. 655. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7682 en 8002. 7 NA, Admiraliteitsarchieven, inv. 2844.
Nisse, van der David van der Nisse, heer van Nisse en Waarde; lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland namens de stad Goes 1677-1705; was als zodanig in 1679 verantwoordelijk voor de inkoop van rijshout, gaarden en staken ten behoeve van de Zeeuwse forten. 1 1 ZA, SZ, inv. 682, 10-4-1679.
Nobel Cornelis Nobel, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1703 tot 1706. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363 en 7383/7432.
Nodebadt Rogier Nodebadt, was in februari 1587 soldaat onder kapitein Michiel [Caulier] te Lillo; werd op 6-2-1587 als patiënt opgenomen in het Gasthuis te Middelburg; was toen weduwnaar. 1 1 ZA, Godshuizen Middelburg, inv. 21.
Noë 1.
Philips Noe, koetsier te Antwerpen; eiste op 26-10-1665 te Lillo-Zuidland betaling van fl. 72 wegens de mangeling [ruil] van een bruin merriepaard. 1
2.
Joannes Noë, tr. Cornelia Godtschalck; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Guilielmus Noë, 26-2-1702.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.
Noeijen, van Petrus van Noeijen, tr. Joanna Joris; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Anna Isabella van Noeijen, 6-1-1742; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-1-1742.
367
Noens 1.
Pieter Noens (zoon van Frans Noens), vestigde zich op 12-4-1681 vanuit Vrasene in Doel als chirurgijn; voor hem stelde Charles Noens zich toen borg; 1 kocht op 15-61681 en huis te Doel; 2 verkocht op 19-3-1682 een huis te Doel; 3 kocht 13-4-1683 een huis in de Zuidvoorstraat te Doel; 4 had op 10-6-1683 een geschil met Adriaan Gijsens en de weduwe van Boudewijn Tombal te Kallo; 5 ontving in september 1704 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 2:6:8 per kwitantie; werd in juli 1705 door de diaconie van Liefkenshoek betaald (₤ 2:6:8) voor het cureren van “de stomme”. 6
2.
Pieter Noens, meester-timmerman te Doel; ontving in het boekjaar 1776-1777 van de diaconie van Liefkenshoek fl. 70 wegens het repareren van het schuurtje van de weduwe van Jan Jansen de jonge (= Maria Bolsins) te Ouden Doel. 7
1 RAB, DK, inv. 15, fol. 368 v, 12-4-1681. 2 RAB, DK, inv. 16, fol. 218 v, 15-6-1681. 3 Idem, fol. 219, 19-3-1682. 4 Idem, fol. 220, 13-4-1683. 5 Idem, fol. 225, 10-6-1683. 6 ZA, RB, inv. 276. 7 ZA, RB, inv. 278, rekening 1776-1777.
Noit, de Jacobus de Noit, was in 1676 pachter van 1 gemet grond in de polder van Doel, vlakbij het fort Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland, D 23710.
Nolde 1.
Jan Nolde, kanonnier te Liefkenshoek; op 7-11-1589 door kolonel Michiel [Caulier] in zijn dienst geschorst en verzocht Liefkenshoek te verlaten. 1
2.
Joos Nolde, vermeld als kanonnier te Lillo of Liefkenshoek op 14-1-1589; 2 had in 1604 bemoeienis met de aanstelling van een kanonnier te Sluis; 3 kapitein van de kanonniers te Bergen op Zoom in april 1611; omschreven als meester-constapel op 205-1623; de Gecommitteerde Raden van Zeeland ontvingen toen een brief van de Prins (= Maurits van Nassau) met het verzoek om hem zijn traktement van 30 gulden per maand uit te betalen; zijn traktement werd enige tijd ingehouden vanwege zijn langdurige afwezigheid in de Palts, ten dienste van de koning van Bohemen; besloten werd hem zijn traktement weer uit te betalen mits hij voor de Gecommitteerde Raden zou verschijnen; 4 doopgetuige Bergen op Zoom (geref.) 17-12-1602 en 13-11-1614; otr. Bergen op Zoom (toen weduwnaar) 23-4-1611, tr. aldaar 10-5-1611 Cornelia Cornelis, j.d. van Bergen op Zoom.
368
1 ZA, SZ, inv. 471, fol. 270, 7-11-1589. 2 ZA, SZ, inv. 1203I en II, ingekomen stukken Gec. Raden, 1589. 3 ZA, SZ, inv. 1219, ingekomen stukken Gec. Raden, 11-12-1604. 4 ZA, SZ, inv. 487, 20-5-1623.
Nolkens Herman Nolkens, ontving in november 1645 £ 34:10 wegens werkzaamheden in fort Lillo. 1 1 ZA, SZ, inv. 500, 14-11-1645.
Nolthenius Pieter Nolthenius, overl. vóór 11-2-1732; tr. Maria de Carpentière; zij had op 11-2-1732 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met haar pachter Jan Prins, landbouwer in de polder van Lillo. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 11-2-1732.
Nonnius (zie ook Nunius) 1.
Sander Nonnius, werd in 1614 betaald voor het lossen van een schip, geladen met metselstenen voor de nieuwe poort te Liefkenshoek. 1
2.
Nicolaes (Claeijs) Nonnius, tr. Axel 1673 (exacte datum onbekend) Anna (Tanneken) van Kruyssen, met attestatie van fort Moerspui (bij Axel) en van Liefkenshoek; 2 uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Joris Nonnius, 13-9-1676 (helft tweeling); getuigen: Jacobus Nonnius, Adriaentie Donc en Maria Carlier. b. Adriaen Nonnius, idem.
3.
Jacob Nonnius, mog. broer van nr. 2; bezat in 1679 een huis in het fort Liefkenshoek; 3 “schipperhandelaar” te Liefkenshoek op 12-12-1680; 4 “werkbaas” (= aannemer) vanwege het gewest Zeeland te Liefkenshoek op 25-9-1682; 5 ontving toen voor diverse werkzaamheden te Liefkenshoek (waaronder het herstel van de brug van het fort) 450 pond Vlaams; verzocht in maart 1694 om betaling van 160 ponden wegens onderhoudswerkzaamheden te Lillo; 6 werd op 9-6-1686 door de diaconie te Liefkenshoek betaald voor het onderhouden van Dina Meermans; ontving hiervoor toen 2 pond Vlaams; 7 mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1695 en 1704; 8 diaken in de fortkerk van Liefkenshoek in de periode maart 1693 t/m juli 1696; 9 tr. Jacomintjen van Latem; zij werd door commandeur De Vassij begin 1676 in Liefkenshoek gevangen gezet; haar man beklaagde zich daarover
369
bij de Gecommitteerde Raden van Zeeland; 10 uit dit huw. ged. Liefkenshoek [NB: hiaat in doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a. Johannes Nonnius, 1-9-1675; getuigen: Andries de Munnink, Hendrik Schaper, Cornelis Gilde en Dina Visschers; zie verder nr. 5. b. Gysbert Nonnius, 16-9-1677; getuigen: Samuel Bodel en Annrken Louyssen. c. Adriane [= verm. Adriaena] Nonnius, 13-8-1679; getuigen: Claes Welle en Janneken Nonnius. d. Dina Nonnius, 7-12-1681; getuigen: Jacob Snoeck en Maria Sywaarts. e. Adriaen Nonnius, 9-1-1684; getuigen: Cornelis Mooremans [ = Moormans] en Sara Blockeel. f. Adriaena Nonnius, 4-3-1685 (verm. helft tweeling); getuigen: majoor Johan Chassyn en Tanneken Senten. g. Gysbrecht Nonnius, 6-5-1685 (verm. helft tweeling); getuigen: Michiel de Raet en Catryne Spillinckx [= Timmers], huisvr. van Jacob Snoeckx. h. Maria Nonnius, 22-6-1687; getuigen: Jacob de Viller [de Vilder] en Hubrechtje Swygers. i. Gysbrecht Nonnius, 24-10-1688; getuigen: Cornelis Cornelissen Smytegelt en Sara Blockeel. 4.
Jacob Nonnius, verm. zoon van nr. 3; woonde in 1693 in het fort Lillo; werd op 16-31693 benoemd tot roeier in de vloot van Lillo; 11 was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1701 tot 1704; 12 kreeg op 18-1-1704 toestemming om tot nader order het veer te Lillo te bedienen, dat door de pachter was verlaten; 13 op 16-1-1708 werd hij ontslagen als roeier in de vloot van Lillo; 14 tr. (verm.) Janna Valcx; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Adriaen Nonnius, 6-4-1692; getuigen: Marinus Brouw en Margriete Simmen.
5.
Jan Nonnius, verm. identiek met nr. 3 a; was op 7-4-1694 als matroos werkzaam op het schip “Cortgene” van de Admiraliteit van Zeeland. 15
6.
Johanna Nonnius, geb. fort Lillo; mog. dochter van nr. 4; otr. Fijnaart 29-8-1733, tr. aldaar 20-9-1733 Gillis Haasdonk.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 200. 2 Claeijs is mogelijk een zoon van Joris Nonnius die in Axel woonde en overleed vóór 21-10-1684; als zijn kinderen werden toen vermeld: Claes, Pieter en Marij (die gehuwd was met Marcus Janszoon) (GA Axel, Transporten Axel 1673-1688, inv. 681, fol. 251). Het is ook denkbaar dat Claeijs een zoon is van Jan Nonnius, geb. Vlissingen. Deze was in maart 1647 soldaat in de compagnie van kapitein Serooskercke te Axel. Hij otr. ald. (als j.m.) 30-3-1647, tr. ald. 22-4-1647 Dijna de Vissers, j.d. van Axel. 3 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2. 4 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 166, akte nr. 46. 5 ZA, SZ, inv. 689, 25-9-1682. 6 ZA, SZ, inv. 702, 15-3-1694.
370
7 ZA, RB, inv. 275. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80790 en 80880. 9 ZA, RB, inv. 276. 10 ZA, SZ, inv. 676, 25-2-1676. 11 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2516. 12 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7303 en 7363. 13 ZA, SZ, inv. 712, 18-1-1704. 14 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2532. 15 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7244.
Noo, de la Jan de la Noo, verrichtte in 1609-1610 als rijswerker werkzaamheden aan de contrescarpen te Lillo. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 121 en 123.
Noom(s) 1.
Pieter Cornelisz. Noom, commies ter recherche in de vloot te Lillo vanwege het gewest Zeeland van 1597 tot oktober 1603; 1 werkte waarschijnlijk overwegend in de vloot te Philippine; overl. vóór 15-2-1606 toen zijn vrouw als weduwe vermeld werd; tr. N.N. 2
2.
Andries Nooms, inwoner van Lillo op 19-4-1684; kocht of verkocht toen een schip. 3
3.
Dingeman Lievense Noom, vertrok als gehuwde man op 1-6-1750 vanuit Zierikzee (waar hij woonde in de Nieuwe Bogerdstraat) met attestatie naar Lillo; 4 matroos op het wachtschip “Triton” in de vloot te Lillo 1750 t/m 12-9-1755; 5 keerde op 3-5-1757 met attestatie van Lillo in Zierikzee terug; 6 tr. N.N.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 6290. 2 ZA, SZ, inv. 1221, Ingekomen stukken Gec. Raden, 15-2-1606. 3 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 170 , akte nr. 19. 4 GA Schouwen-Duiveland, Arch. Kerkenraad Herv. Gemeente Zierikzee, inv. 40. 5 ZA, Rekenkamer Zeeland C, 7802, 7842 en 7852. 6 GA Schouwen-Duiveland, arch. Herv. Gemeente Zierikzee, inv. 32.
Noord, van (de) 1.
Joos van de Noord, turfdrager te Lillo in 1656; 1 verm. soldaat.
2.
Jacobus van Noort, aanvankelijk militair (waarsch. soldaat) op het fort Cruijsschans, later op het fort Hoogerwerf; werd op 19-12-1677 met zijn vrouw (met attestatie van Cruijsschans) lidmaat van de Ned. Geref. kerk van Ossendrecht/Woensdrecht; tr. Magdalena N.N. 2
371
3.
Jan van de(n) Noord, gedelegeerd rechter te Lillo (o.m. 1738); werd op 16-11-1715 benoemd tot baas van ’s lands chaloup in de vloot te Lillo; 3 dit bleef hij t/m 1742; 4 hij verdiende daarmee per jaar £ 78:12 en moest hiervoor ook twee knechten betalen; 5 mede-pachter gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek 1727, 1730, 1733, 1735, 1738 en 1740; 6 benoemd tot venduemeester te Lillo en Liefkenshoek op 7-1-1723; 7 vervulde deze functie nog in 1740; 8 op 4-11-1717 verstrekte Judith van Berlecom hem een hypotheek van fl. 400 i.v.m. de financiering van een huis op de Markt in fort Lillo; 9 bezat in de periode 1738-1746 twee huizen op de Markt in het fort Lillo, gelegen op de percelen nrs. 66 en 67; 10 kocht een van deze huizen op 31-1-1731 voor fl. 675; 11 ontving 30-12-1738 (evenals de andere leden van de magistraat van Lillo) fl. 4 en 17 stuivers aan recognitiegelden; 12 brandmeester Lillo 1-5-1740; 13 in 1747 werden twee huizen van zijn weduwe in de Langestraat te Lillo tijdens het beleg van het fort door Franse troepen verbrand; 14 overl. fort Lillo 11-1-1743; 15 begr. in de kerk van fort Lillo 15-1-1743; tr. Bresetta Jacobs; uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
b. c.
d. e.
4.
Adriana Jacoba van den Noord, geb. 26-5-1717; beoogde getuigen: Andries de Jager en Johanna Breijers; overl. nog voor haar doop, die voorzien was op 30-51717. Jacobus Andries van den Noord, 24-7-1718 (geb. 19-7-1718); getuigen: Andries de Jager en Anna Maria Ferleman. Martha van den Noord, 17-8-1721; getuigen: Gabriel le Bleu en Sara de Meeuw; op 16-1-1760 verzocht de diaconie van Lillo de gedelegeerde rechters aldaar om borg te staan voor de kosten van levensonderhoud van Martha van den Noord, die reeds enige tijd ten laste van de diaconie kwam en die zich niet inspande om te werken. De rechters besloten een brief te sturen naar de diaconie-armen van de stad Middelburg, waar zij enige jaren had gewoond; 16 zij keerde terug naar Lillo zonder “borgbrief”’; op 27-6-1760 werd over haar gedrag geklaagd; 17 op 6-81762 autoriseerde de magistraat van Lillo het besluit om haar te confineren in het Simpelhuis te Middelburg. 18 Johannes van den Noord, 16-7-1724; getuige: Johan Verschuer. Jacobus Johannes van den Noord, 2-2-1727; getuigen: Hendrik Fagel en Amelia van den Noord.
Amelia van den Noord, doopgetuige Lillo 2-2-1727, begr. fort Lillo 13-4-1744, met het beste doodskleed en de grote barrij.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80310, fol. 34 v. 2 MHC Bergen op Zoom, DTB Ossendrecht, inv. 1. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7450, fol. 138-139. 4 Idem, inv. 7720, fol. 155; NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2540 en 2557. 5 Idem, inv. 7460, fol. 143-144. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81110, 81140, 81170, 81190, 81220 en 81240. 7 ZA, SZ, inv. 787; ZA, SZ, inv. 1672, fol. 123 v. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81240, fol. 27.
372
9 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 143. 10 RAA, arch. Lillo, inv. 4. 11 ZA, SZ, inv. 1976, 31-1-1731. 12 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 4. 13 ZA, SZ, inv. 1960, 20-5-1740. 14 ZA, SZ, inv. 1948, fol. 5 e.v.. 15 ZA, SZ, inv. 736, 19-1-1743. 16 ZA, SZ, inv. 1936, 16-1-1760. 17 ZA, SZ, inv. 1937, 27-6-1760. 18 ZA, SZ, inv. 1938, 6-8-1762.
Noorman 1.
Cornelis Aertse Noorman, landbouwer in de polder van St. Anna-Ketenisse; leverde in 1636 stro voor het garnizoen te Liefkenshoek; 1 idem in 1647 (toen 900 bossen); 2 testeerde thuis (ziek te bedde) 14-4-1650; bepaalde dat zijn zwager Cornelis de Witte (stadhouder te Doel) zijn sterfhuis niet zou mogen betreden en geen voogd zou mogen zijn van zijn kinderen; 3 overl. vóór 10-6-1666; tr. Pieternelle de Witte, dochter van Matthijs de Witte; uit dit huwelijk [NB: diverse hiaten doopboek Liefkenshoek 16271635]: 4 a.
b. c. d. e. f.
g.
2.
Adriaan Cornelissen Noorman, ged. Liefkenshoek 31-10-1632 (getuigen: Cornelis van Streyen en Mayeken Arissen); zie verder nr. 2. overl. maart 1659; 5 tr. Amarens (Emmerentia) Jans, dochter van Jan Janssen (zoon van Jacob Janssens) en Adriana Mertens; 6 zij is soms omschreven als Emmerentia Jacobs; zij hertr. met Jacob Davidse Verstraten (zie aldaar), met Cornelis Dingemans (zie aldaar) en met Cornelis Marijnissen (Nagelkerke) (zie aldaar). Maria Noorman, ged. Liefkenshoek 9-7-1634; getuigen: Nicolaas Rombouts, Hans Jacobs, Johannes Elebouth, Maddalena de Witte en Jasperyne Pitersen. Joachim Noorman, ged. Liefkenshoek 16-3-1636; getuigen: Jacob Leunders, Cathalina Cornelis en Tanneken Adriaens de Bode. Mathys Noorman, ged. Liefkenshoek 14-3-1638; getuigen: jonker Charles de Bruxellis [= de Broucqsault], Cornelis Centen en Elisabet de Witte. Cornelis Noorman, ged. Liefkenshoek 22-7-1640; getuigen: Gherart Vaen, Mr. Abraham van der Leen, Mayeken Cornelis en Elisabet Cornelis. Cornelis Noorman, ged. Liefkenshoek 29-1-1645; getuigen: Cornelis van Alphen, Mr. Leendert [verm. chirurgijn] en Jaquemyntie Cappers; vermeld als 22 jaar oud op 10-6-1666. Maria Noorman, ged. Liefkenshoek 29-9-1647; getuigen: de heer Jaques Bouxelles [= de Broucqsault], Matheus Dyremans, Fransina Cornelis en Neeltie Ariens.
Adriaan Cornelissen Noorman, ged. Liefkenshoek 31-10-1632, zoon van nr. 1; overl. maart 1659; tr. Amarens (Emmerentia) Jans, dochter van Jan Janssen (zoon van Jacob Janssens) en Adriana Mertens; zij is soms omschreven als Emmerentia Jacobs; zij
373
hertr. met Jacob Davidse Verstraten (zie aldaar), met Cornelis Dingemans (zie aldaar) en met Cornelis Marijnissen (Nagelkerke) (zie aldaar); uit haar huwelijk met Adriaan Noorman ged. Liefkenshoek: a. Cornelis Noorman, 17-4-1656; getuigen: Claes Rombauts, Cornelis van Geertruy en Ester Arents. b. Adriaentie Noorman, 27-5-1657; getuigen: Hendrick Ceulenaar en Tanneke Cents. c. Johannis Noorman, 12-5-1658; getuigen: Jacob Geertsens en Tanneken Cents. 3.
Aman Noorman, was als soldaat werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1706. 7
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79930. 2 Idem, inv. 80140, fol. 21. 3 RAB, Staten van Goed Kallo, inv. 156, fol. 26. 4 RAB, DK, inv. 15, fol. 88, 10-6-1666. 5 RAB, Staten van Goed Kallo, inv. 79, fol. 66, 16-12-1668; idem, inv. 80, fol. 13, 17-12-1688. 6 Idem. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7363/7383/7432.
Noort Zie Noutse.
Noorthoek 1.
Marcus Noorthouck, op 29-10-1641 ontving hij ₤ 116:15:4 voor het leveren van 113 zakken tarwe voor de wintervoorraad van fort Lillo. 1
2.
Jacob Adriaensen Noorthoeck, op 13-5-1681 had Willem Bertholomeus (inwoner van Doel) bij hem een schuld; 2 schepen te Doel-Kieldrecht van 1681 tot 1693; 3 landbouwer op een hoeve in de buurtschap Caleshoek; 4 overl. Doel 27-3-1704; 5 op 66-1707 waren er na het overlijden van zijn vierde echtgenote meer schulden dan baten; 6 tr. (1) Maria Franssens (ook: Maria Francisca Hoondert 7), overl. Doel 23-11685; tr. (2) vóór 30-1-1692 Katelijne de Bruyn, dochter van Merten de Bruyn en Lucia Maes; 8 zij overl. te Doel (op de boerderij in Caleshoek) kort vóór 26-6-1698; 9 tr. (3) ca. 1700 Katelijne van Royen; tr. (4) Margriet de Leeuw; zij hertr. Pieter Vergoes; 10 uit het eerste huwelijk (met hun leeftijd op 28-9-1685): 11 a.
b.
c.
Adriaentien Noorthoeck, 16 jaar; overl. in de polder van Doel in 1703; 12 tr. Christiaen van Innevelt, zoon van Jan Heyndrick van Innevelt en diens tweede echtgenote Elisabeth de Bruyn 13 Jan Noorthoeck, 13 jaar; overl. te Doel kort vóór 5-8-1709, zonder nakomelingen; tr. Joanna van Goethem, weduwe van Jan Heyman; 14 zij hertr. Marcus Seps; 15 zij overl. te Doel 11-10-1711. 16 Jacomijne Noorthoeck, 10 jaar; overl. vóór 26-6-1698. 17
374
d.
Frans Noorthoeck, 5 jaar; overl. vóór 26-6-1698.
uit het tweede huwelijk: 18 e. Pieternelle Noorthouck, 5 jaar oud op 26-6-1698, overl. vóór 27-4-1706. f. Katelijne Noorthouck, 1 jaar oud op 26-6-1698, minderjarig op 27-4-1706; tr. Joachim Madereel(s); 19 verm. identiek met de Catharina Noorthoeck die op 30-11730 te Lillo-Kruisweg (r.k.) begraven werd. uit het derde huwelijk: g. Ferdinand Noorthouck, 5 jaar oud op 27-4-1706; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-9-1719. 3.
Joris Noorthouck, op 6-5-1689 te Doel vermeld als betrokkene bij de verkoop van een huis. 20
4.
Laurens Noorthoek, geb. Goes; burgemeester van Hoge en Lage Sas van Gent op 2-41685; 21 verkocht toen met echtgenote land te Doel; kocht op 2-10-1690 via de handelaar Wouter Dieltiens land te Doel, afkomstig van de erfgenamen van Ary Dirksen Dronckert; 22 was op 28-7-1691 mede-erfgenaam van zijn schoonmoeder, Elisabet Jans Herweyer; 23 otr. Liefkenshoek 26-3-1672, tr. elders Beatrix (ook: Barbara) Vercouteren, geb. te Doel, weduwe van David Davidszn. Verstraten; omschreven als Barbara Vercouteren op 28-7-1691. 24
5.
Job Leendertsen Noorthoeck, afkomstig uit Goes; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1689 tot 1703; 25 tr. (1) Anna Bijstermans; otr. (2) Goes 22-2-1676 Caterina Forts, geb. Kapelle; verm. uit het eerste huwelijk: a.
6.
N.N., begr. Goes 2-5-1675.
N.N. Noorthoeck, in juli 1697 ontving de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:5:0 van de griffier over de koopdag van Noorthoeck. 26
1 ZA, SZ, inv. 498, 29-10-1641, fol. 371. 2 RAB, DK, inv. 16, fol. 88 v. 3 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 4 RAB, DK, inv. 20, fol. 98, 26-6-1698. 5 RAB, DK, inv. 21, fol. 1, 27-4-1706. 6 Idem, fol. 80, 6-6-1707. 7 Idem, fol. 1, 27-4-1706. 8 RAB, DK, inv. 19, fol. 18, 30-1-1692. 9 RAB, DK, inv. 20, fol. 98, 26-6-1698. 10 RAB, DK, inv. 21, fol. 1, 27-4-1706. 11 RAB, DK, inv. 17, fol. 154 v, 28-9-1685.
375
12 RAB, DK, inv. 22, fol. 15, 14-5-1712. 13 RAB, DK, inv. 21, fol. 1, 27-4-1706. 14 Idem, fol. 209, 5-8-1709. 15 RAB, DK, inv. 22, fol. 15, 14-5-1712. 16 Idem, fol. 36, 27-10-1712. 17 RAB, DK, inv. 20, fol. 98, 26-6-1698. 18 RAB, DK, inv. 21, fol. 1, 27-4-1706. 19 RAB, DK, inv. 22, fol. 36, 27-10-1712. 20 RAB, DK, inv. 18, fol. 140, 6-5-1689. 21 RAB, DK, inv. 17, fol. 119, 2-4-1685. 22 RAB, DK, inv. 18, fol. 247 v, 2-10-1690. 23 RAB, DK, inv. 18, fol. 327, 28-7-1691. 24 Idem. 25 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7214 en 7343; ZA, SZ, inv. 133, 11-10-1703. 26 ZA, RB, inv. 275.
Noorthooren, van Jan van Noorthooren, werd op 24-3-1673 vanuit Bergen op Zoom als appointé (= oude en/of verminkte militair) geplaatst op het fort Kruisschans. 1 1 ZA, SZ, inv. 670, 24-3-1673.
Noorwegen, van Isaack van Noorwegen, roeier in de vloot van Lillo op 22-6-1647; werd toen vermeld vanwege het “opbrengen” van een wijnkelder. 1 1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2466.
Noot, van der Charles (Karel) van der Noot, zoon van Karel van der Noot (deze was heer van Ryfoir in Henegouwen en behoorde tot het Verbond der Edelen en ondertekenaars van het Smeekschrift der Edelen in 1566); 1 was in 1590 kapitein van de lijfwacht van prins Maurits van Nassau; werd op 13-7-1597 benoemd tot luitenant-kolonel van het (toen enige) Zeeuwse regiment van het Staatse leger; 2 in juni 1602 bestond dit regiment uit zeven compagnieën, incl. die van hemzelf; 3 op 4-8-1602 telde zijn eigen compagnie 121 en op 21-9-1602 90 koppen; 4 van zijn regiment verbleven eenheden in Lillo en Liefkenshoek, w.o. de compagnie van Jaques de Buvry; was als bevelvoerder in 1601 betrokken bij de verdediging van Oostende; gouverneur aldaar van 31-5-1603 tot 9-12-1603; 5 was in 1604 betrokken bij de belegering van Sluis, dat op 19-8-1604 op de Spanjaarden werd veroverd; 6 benoemd tot gouverneur van Sluis bij afwezigheid van graaf Hendrik Frederik van Nassau (broer van prins Maurits van Nassau) op 23-3-1605; werd 3-7-1606 tevens superintendent (commandeur) in Vlaanderen; 7 met echtgenote (N.N.) en zijn moeder vermeld op de
376
lidmatenlijst van Sluis van 14-1-1605; 8 was ambachtsheer van Hoog- en Aartswoude; begr. Sluis 1614. 1 J.W. te Water, Historie van het verbond en de smeekschriften der Nederlandsche edelen, ter verkrijginge van vrijheid in den godsdienst en burgerstaat, in de jaaren 1565-1567; uit veele oorspronglijke gedenkstukken saamgesteld, deel 3, Middelburg, 1795, p. 168. 2 ZA, SZ, inv. 1668, fol. 129. 3 A. Duyck, Journael van tgeene daegelijcx gepasseert is in de oirlogen der Staeten Generael tegens de Spangiaerden ende andere vianden van de Vereenichde Nederlanden, deel 3, zesde en zevende boek, Den Haag, Arnhem, 1866, p. 391. 4 Idem, p. 432 en 483. 5 Idem, p. 41, 133, 200 en 205; Ten Raa en De Bas, 1913, p. 275. 6 Te Water, op. cit., p. 168. 7 Ten Raa en De Bas, 1913, p. 280. 8 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 146.
Noppen Jacob Noppen, overl. vóór 28-11-1718; tr. Catharina Cock; zij had op 28-11-1718 (als eiser) in Lillo-Zuidland een geschil met Simon van Enden. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 30, 28-11-1718.
Noremans Pieter Noremans, afkomstig uit Vlissingen; was als timmerman werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1786 tot in ieder geval 314-1790. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8065 en 8084. Hij is vermoedelijk identiek met Pieter Noremans, vermeld als vader van een doodgeboren zoon (N.N.), geb. Midelburg 30-6-1800. Dit kind kwam voort uit een buitenechtelijke relatie met Johanna Kraaijnest, weduwe van Franse (ZA, In onecht geboren kinderen te Middelburg 1795-1802).
Noret Katelijntie Noret, geb. Lillo, verm. dochter van een militair; otr. fort St. Anna in de Polder van Namen 6-9-1637 Jan van de Velde, geb. Brussel, toen soldaat onder kapitein [Philips] Wassij; hij otr. (2) in fort St. Anna 9-7-1645, tr. (2) ald. 30-7-1645 (nog steeds soldaat onder Wassij) Leijntie Jacobs, toen wonend in fort St. Anna.
Nosse Lieven Dingemansen Nosse, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo in 1700 en 1701. 1
377
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7313 en 7303. Hij is mog. een zoon van Dingeman Lievense Nosse; deze otr. (verm. hertrouwde) Zierikzee 26-9-1694 Catharina Liens. Het is ook denkbaar dat hij identiek is met deze Dingeman en dat diens voornaam in de aangehaalde bron foutief is opgetekend.
Notelaer Augustinus Notelaer, was in april 1716 militair in het fort Lillo; 1 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 164-1716 Helena Blotteurs [Blottaers?]; uit dit huwelijk:
a. Adam Notelaer, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 11-8-1715. 1 Blijkens het trouwboek van de parochie St. Benedictus Lillo-Kruisweg 1713-1722.
Notelteirs, Notel(t)iers 1.
Joannes Baptist Notelteirs (Noteliers), r.k. ged. Berendrecht 27-4-1761; zoon van Jacobus Notelteirs en Maria de Wolf; landbouwer; r.k. begr. Ossendrecht 12-6-1845; tr. r.k. Lillo 6-6-1786 Martine Woumans, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 11-5-1766, dochter van Joannes Baptist Woumans en Anna Cornelia Somers, r.k. begr. Ossendrecht 31-71831; uit dit huwelijk: a.
2.
Maria Elisabeth Noteliers, r.k. ged. Berendrecht 28-5-1787, r.k. begr. Ossendrecht 14-7-1863; tr. Berendrecht 20-1-1805 Pieter Johannes Wils.
Cornelis Notelteirs (Noteliers) (broer van nr. 1), r.k. ged. Berendrecht 17-8-1767; zoon van Jacobus Notelteirs en Maria de Wolf, r.k. begr. Berendrecht 9-10-1794; tr. r.k. Lillo 12-2-1793 Elisabeth Adriaensen, geb. Berendrecht.
Nottynk, Notting(s), Nottinck 1.
Aard Nottynk, soldaat in de compagnie van Vassy te Liefkenshoek (o.m. vermeld in 1637 en 1639); militair in het fort St. Anna in de Polder van Namen (vermeld in 1642 en 1644); doopgetuige Liefkenshoek 19-3-1640; zijn sterfhuis is vermeld in een notarisakte te Goes in 1676; 1 tr. Janneken Andries; uit dit huw.: a. N.N. Nottinck, gedoopt Liefkenshoek op 25-10-1637 (naam onleesbaar geworden); getuigen: geen. b. Catharina Nottingh, ged. Liefkenshoek 2-10-1639; getuigen: Adriaen de Bode, Jeroen Anthonissen, Betjen Adriaensen en Janneken Gryndit [Grindet]. c. N.N., geb. 16-3-1642, ged. in het fort St. Anna; getuigen: N.N. [van] Latum en N.N. Mels. d. Johannes Nottinck, geb. 25-9-1644, ged. in het fort St. Anna; getuigen: David Wissels, Cornelis Andriesse en Lisabeth Barbe.
2.
Hubrecht Nottinck, verm. broer van nr. 1; woonde rond 1635 als militair in het fort Liefkenshoek en waarsch. vanaf 1643 in het fort Hoogerwerf; vervulde daar in de periode 1643-1655 diverse functies: sergeant, kanonnier, klusjesman en bode; 2 was
378
daar ook schipper; haalde bijv. in de periode 1651-1655 het stro voor het fort uit Strijenham op het eiland Tholen; tr. (1) in of vóór 1638 Cathalina Hellebuyck, waarsch. dochter van Arnoult (Amand) Hellebuyck (zie aldaar); tr. (2) ca. 1639 Janneke Grindet (Greijndets), dochter van Philips Philipszn. Grindet (schoenmaker te Tholen) en Maeyke Jacobsdr.; zij woonde april 1659 in het fort Hoogerwerf, komende van het fort St. Anna met een attestatie van de predikant Bake aldaar; 3 zij tr. (2) Jan Meertens, mog. weduwe van de dochter (N.N.) van Nicolaes Provo of Provoost; zij otr. (3) Ossendrecht 15-8-1665, tr. (3) aldaar 6-9-1665 Rochus Danielssen, geb. Gastel, weduwnaar van Mayken Pieters (met wie hij te Ossendrecht 10-10-1655 huwde); uit het eerste huwelijk: a. Johannis Notting, ged. Liefkenshoek 14-11-1638; getuigen: Jacob Hendriks, Aert Notting, Amant Hellebuyck, Margriete Corssen en Elisabet Strange; jong overleden. uit het tweede huw.: b. Maria Nottinck, ged. Liefkenshoek 7-10-1640; getuigen: Johan Vyser, Jan Geel, Frans Block en Willemyntje Willems; leefde nog op 25-6-1693; 4 otr. (1) fort Hoogerwerf 16-3-1657, tr. (1) Woensdrecht 28-4-1657 Gerrit Janssen, geb. Bergen op Zoom, soldaat onder kapitein Veijser (zie Janssen ad A 66); tr. (2) Ossendrecht 26-5-1670 Jan Engelen (Engels, ook: Engels de Trouw), geb. Steenbergen, soldaat onder commandeur Anthony Badoux op het fort Hoogerwerf (zie Engels ad 7); tr. (3) tussen 1684 en 26-9-1687 Anthony Mertens Mattenburg, weduwnaar van Levina Jacobsdr. de Raet (zie Mattenburg ad 2). 5 c. Johannis Nottinck, geb. fort Hoogerwerf 9-5-1643, ged. fort St. Anna (getuigen: Joris Losvelt, Pouwels Marinius, Anneken Jacobs, Marij Vijzer en Lisabeth N.N.); zie verder nr. 3. d. Geeraert Nottinck, geb. fort Hoogerwerf 12-2-1645, ged. fort St. Anna (getuigen: Aernout N.N., Catherijne Willems en Lisabeth N.N.). e. Sijtgen Nottinck, mog. geb. op het fort Hoogerwerf, ged. Liefkenshoek 6-10-1647; getuigen: Wouter David van Ravel [= Raphaels], Jubune Adams, Jan Ver, Dingetje Mathyssen en Janneken Willems; overl. vóór 25-12-1677; otr. Ossendrecht (als j.d.) 11-6-1667, tr. fort Hoogerwerf Lieven Hermanssen, j.m. uit Vlaanderen, aanvankelijk soldaat, later sergeant onder Badous op Hoogerwerf; hij hertr. vóór 25-12-1677 Janneken Cornelissen (zie Hermans ad B 4). f. Huybrecht Nottinck, ged. Ossendrecht 7-3-1655 (getuigen: Jan Reyser, Joris Vos, Jan Verbeeck, Henderick Bartels, Catharina Beecker, Geertgen Severijns en Cornelia Lemsen); overl. na 23-10-1672. 3.
Jan Nottinck (Nottingh, Nottinx), zoon van nr. 2; belijdenis Ossendrecht 20-12-1677, wonend op het fort Hoogerwerf; 6 ontving op 9-12-1655 £ 42:13:4 wegens werkzaamheden op het fort Hoogerwerf; 7 vermeld als soldaat op het fort Hoogerwerf in o.m. 1665, 1671, 1673, 1676 en 1679; verrichtte er schoonmaakwerkzaamheden en andere klussen in de periode 1664-1670; 8 vermeld als schipper in 1669; 9 ontving op 8-12-1672 33 pond Vlaams vanwege het onderhouden van de aardewerken te Liefkenshoek; 10 woonde verm. nog op het fort Hoogerwerf op 8-6-1681 (“wonend op de Stelle”); adelborst in de compagnie van kapitein Famars in het regiment van Van
379
Hofwegen in 1678; 11 otr. Ossendrecht 10-1-1665 (als j.m., wonend op Hoogerwerf), tr. Woensdrecht 25-1-1665 Baijken Bernaerts, j.d. van Ossendrecht; uit dit huwelijk: a. b. c. d. e. f.
4.
Huybrechtge Notinck, geb. Hoogerwerf, ged. Ossendrecht 6-2-1667; getuigen: Augustinus Nuytens, Lieven Hermans, Catharina Beeckers, Mayken Bernaerts. Johannes Nottingh, ged. Ossendrecht 24-5-1671; getuigen: Adam Haan, Pieter Govers Kas en Anneken Kerckhoven. Johanna Nottingh, ged. Ossendrecht 24-12-1673; getuigen: Willem van Bremt, Pieter Pietersen Vermeulen, Margarita Wielants en Catharina Beeckers. Johanna Nottingh, ged. Woensdrecht 5-4-1676; getuigen: Adriaen Eijffers, Crijn Stoffels, Maijken Janssen en Janneken Jans. Sijtge Nottingh, ged. Woensdrecht 12-3-1679; getuigen: Pieter Hendrik Fiers en Eijckje Brootmans. Bernardus Nottinc (van de Stelle), ged. Ossendrecht 8-6-1681; getuigen: Jan de Witte en Prijnje Jans Stuijck.
Jacob Notting(s), bezat in 1679 het huis ’t Wapen van Zeeland in het fort Lillo en een huis in het fort Liefkenshoek. 12
1 GA Goes, RAZE 2076, 1676, fol. 9; zie ook: ZA, Gen. Afsch. 304, p. 31. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22620-22740. 3 MHC Bergen op Zoom, Lidmatenlijst geref. kerk Ossendrecht/Woensdrecht 1653-1721, 11-4-1659. 4 RAB, DK, inv. 19, fol. 143. 5 RAB, DK, inv. 18, fol. 50; inv. 19, fol. 19 en 143. 6 MHC Bergen op Zoom, Lidmatenlijst geref. kerk Ossendrecht/Woensdrecht 1653-1721. 7 ZA, SZ, inv. 508, 9-12-1655. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22840-22900. 9 Idem, inv. 22890. 10 ZA, SZ, inv. 669, 8-12-1672. 11 De Ned. Leeuw, 1976, p. 39 en 40. 12 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 2.
Noue, de la 1.
Francois de la Noue (alias Bras de fer), geb. Nantes 1531; Frans edelman en hugenoot; maakte deel uit van het opstandelingen leger van Willem van Oranje; was betrokken bij de versterking (mogelijk ook de bouw) van het fort Lillo; 1 werd door de Spanjaarden gevangengenomen en in aug. 1585 weer vrijgelaten, op voorwaarde dat hij niet meer tegen Spanje zou strijden; om dit te waarborgen bleef zijn zoon Odet in gevangenschap; overl. Moncontour 4-8-1591; uit zijn eerste huwelijk: a.
2.
Odet de la Noue; zie nr. 2.
Odet de la Noue, zoon van nr. 1; was heer van Teligny; maakte evenals zijn vader deel uit van het opstandelingenleger van Willem van Oranje; verkreeg in juli 1584 van de
380
Staten-Generaal commissie als generaal van de cavalerie van het Staatse leger; 2 was belast met de verdediging van het fort Lillo toen dit in juli 1584 vergeefs door Spaanse troepen werd belegerd; werd in november 1584 door Spaanse eenheden gevangengenomen; zat gevangen in Gent en Doornik; kwam pas vrij na het overlijden van zijn vader in 1591; nam in Frankrijk dienst in het leger van Hendrik IV en was betrokken bij de inname van Parijs; was betrokken bij de totstandkoming van het Edict van Nantes; eindigde zijn loopbaan als raadsheer van de koning, kamerheer en veldmaarschalk; overl. Parijs aug. 1608. 1 J. Brouwer, Kronieken van Spaansche soldaten uit het begin van den Tachtigjarigen Oorlog, Zutphen, 1933, p. 306. 2 Ten Raa en De Bas, Het Staatsche Leger, deel 1, Breda 1911, p. 183.
Noutse (zie verder Aernoutsen) Tanneke Nouts(e) (Noort?), op 14-1-1721 benoemd tot vroedvrouw van Lillo en Liefkenshoek; 1 ontving in 1725 van de ontvanger van de gemene middelen van consumptie van Lillo en Liefkenshoek een jaartraktement als vroedvrouw van 12 pond Vlaams; 2 vervulde deze functie tot haar overlijden; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 5-8-1740; 3 tr. Bartholomeus Claessen (zie Claessen ad A 36). 4 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81090, fol. 69 v; 81120, fol. 68; 81160, fol. 69; 81170, fol. 68 v; 81260, fol. 85. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland, C 2410, fol. 27. 3 ZA, SZ, inv. 786. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81050, fol. 83.
Nouwen Cornelis Joseph Nouwen, secretaris van de ambachtsheerlijkheid van Lillo en Zuidland in 1746. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3.
Noval Lowie Noval, mog. identiek met N.N. Donewael; verm. militair; tr. Adriaentie Aerdoys (mog. Aerduys), mog. weduwe van N.N. Donewael; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Jan Noval, 9-10-1650; getuigen: Jan Cordou, Nicolas Dupart en Gillemette N.N..
Nuffelen, van Zie Van Uffelen.
Nuffle, le (Van Nuffele?) Hij was chirurgijn op het fort St. Anna in de polder van Namen en op 11-8-1637 tijdelijk pestmeester te Lillo. 1
381
1 ZA, SZ, inv. 496, fol. 136.
Nuijten 1.
Jan Janssen Nuijten, bezat in 1670 2 gemeten en 242,5 roeden grond in een van de polders van Lillo, Stabroek, Berendrecht of Zandvliet; 1 had 9-2-1688 een 2 obligatieschuld van fl. 900.
2.
Christina Nuijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-4-1703.
3.
Joannes Nuijten, woonde in Oud-Lillo; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-3-1733; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 9-3-1724 Maria Wijlaerts; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
4.
Anna Cornelia Nuijten, 16-11-1723; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 31-8-1727.
Maria Catharina Nuijten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-10-1747.
1 RAA, arch. polder van Lillo, inv. 84. 2 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29.
Nuijts 1.
Adriaen Nuyts, schipper te Lillo; ontving in oktober 1701 £ 8:6:8 wegens diverse reizen die hij in opdracht van het gewest Zeeland had gemaakt van Lillo naar Middelburg in de periode 6-7-1701 tot 20-9-1701. 1
2.
Anna Nuijts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 17-2-1707.
3.
Adrianus Nuijts, verm. identiek met nr. 1; komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te Lillo-Kruisweg betreffende de periode 1692-1708; 2 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-5-1711.
4.
Cornelia Nuyts, testeerde bij de onderpastoor van Turnhout op 19-2-1725; was toen “geestelijk dochter”; het testament is opgenomen in het testamentenarchief van de parochie van Lillo. 3
5.
N.N. Nuijts, zijn weduwe was in 1738 cijnsplichtig te Oud-Lillo. 4
6.
Henricus Nuijts, tr. Petronilla Meyers; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b.
Petrus Nuijts, 8-4-1742. Cornelius Nuijts, 15-12-1744.
1 ZA, SZ, inv. 709, 7-10-1701. 2 Parochielijst Lillo-Kruisweg 1692-1708, op. cit.. 3 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780.
382
4 ZA, Verz. Ermerins-Wiltschut, inv. 4.
Numans Joannes Numans, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 13-6-1697.
Nunius (zie ook Nonnius) Doctor Lowis Nunius, behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614; 1 was in 1615 eigenaar van grond in dat deel van de polder van Doel dat werd omschreven als “het bedijkt Polderke” (totaal 355 gemeten en 176 roeden omvattend); bezat in dit deel 30 gemeten grond. 2 1 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181. 2 R. van Gerven, De Scheldepolders van de Linkeroever, Beveren 1977, p. 377.
Nutte, le Dominicus le Nutte, geb. bij Luik; was in maart 1643 soldaat onder kapitein Van de Barenc [?] in het garnizoen van het fort St. Anna in de Polder van Namen; otr. fort Lillo 22-3-1643 (weduwnaar van Marij Mennij) Magdeleene Jeanmare, geb. bij Luik (weduwe van Nicola Grogrere) (de ondertrouw is vermeld in het trouwboek 1633-1647 van het fort St. Anna). Nuyens 1. Jan Nuyens, landbouwer; kocht op 19-9-1678 een zesde deel van de Lippenshoeve te Doel van Cornelis Marijnissen (Nagelkercke) en Emmerence Jans; 1 op 8-5-1679 vermeld als pachter te Doel; 2 kocht op 26-11-1685 land te Doel; 3 vermeld als schepen te Doel-Kieldrecht in april 1683; 4 pachtte op 28-3-1691 land in de St. Annapolder van Jacob Lijsens te Kallo; 5 kocht op 3-3-1692 land te Doel; 6 kocht 21-7-1692 land onder Doel, genaamd “de Plaete”; 7 was op 27-7-1693 gezworene van de polder van Doel; kocht toen wederom land in deze polder; 8 tr. (1) Magdalena Fierens, 20-3-1692; 9 tr. (2) vóór 20-7-1699 Joanna Blom, overl. vóór 28-6-1700; 10 uit het eerste huwelijk: 11 a. Jan Nuyens. b. Marie Nuyens. c. Sijmoen Nuyens. d. Cornelia Nuyens. e. Elisabeth Nuyens. Uit het tweede huwelijk: 12 f. Jacob Nuyens. g. Jozef Nuyens. 2.
Jan Nuijens, mog. identiek met nr. 1; vermeld als borg te Lillo-Zuidland op 14-1-1686; was op 9-2-1688 pachter van de hoeve Vogelensanck in de polder van Lillo; wegens pachtschuld werd toen op al zijn bezittingen beslag gelegd; nog vermeld als gedaagde te Lillo-Zuidland 8-12-1692. 13
383
1 RAB, DK, inv. 16, fol. 23 v, 19-9-1678. 2 Idem, fol. 22. 3 RAB, DK, inv. 17, fol. 161 v en 163. 4 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 5 RAB, DK, inv. 18, fol. 299 v, 28-3-1691. 6 RAB, DK, inv. 19, fol. 25 en 27 v. 7 Idem, fol. 86. 8 Idem, fol. 154. 9 RAB, Staten van Goed Kallo, inv. 81, fol. 25. 10 Idem, fol. 177, 28-6-1700. 11 RAB, DK, inv. 832, 9-1-1693. 12 RAB, Staten van Goed Kallo, inv. 81, fol. 177, 28-6-1700. 13 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28, 14-1-1686, 27-8-1687, 17-11-1687, 9-2-1688, 20-3-1688, 5-4-1688 en 8-121692.
Nuysen Jan Nuysen, woonde in Doel; tr. Neelken Geerts; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Martine, 28-11-1629; getuigen: Cornelis Janse Smit, Willem Gysen, Toentie Jacobs en Madelena Corssen.
Nydt (Nuyt) 1.
Willem (Guilielmus) Nydt (Nuyt), geb. rond 1649; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-71713; otr. 25-3-1679 en tr. (1) r.k. Lillo-Kruisweg 11-4-1679 Judith Pellens; op 16-11680 werd zij begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; otr. 19-4-1681 en tr. (2) r.k. LilloKruisweg 15-5-1681 Cornelia van Kraenen; op 8-10-1708 werd zij begr. (r.k.) te LilloKruisweg; tr. (3) r.k. Lillo-Kruisweg 2-9-1711 Catherina van Steen; uit het tweede huw. r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. Joanna Nydt, 24-8-1685. b. Joannes Nydt, 3-8-1696. Op 22-1-1682 werd te Lillo-Kruisweg een kind van Guilielmus begraven (r.k.).
2.
Petrus Nuyt, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-4-1701.
3.
Joanna Nuyt (mog. identiek met nr. 1a), begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 20-7-1711.
O(o)rtegem, van 1.
Isaack van O(o)rtegem, aanvankelijk adelborst onder kapitein Calcker; 1 op 16-7-1616 was hij aannemer van het verhogen van het contrescarp tot de steenweg aan de poort te Lillo voor 6 schellingen per roede; Joris Willems stond borg voor hem; 2 had op 4-61620 het jaarlijks onderhoud van de wallen en contrescarpen rondom het fort Lillo
384
aangenomen; wegens de stormen en hoge vloeden in november 1619 had hij meer dan 500 gulden schade geleden; hij verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland om een tegemoetkoming om zijn ondergang te voorkomen; de Gec. Raden besloten hem 100 gulden toe te kennen; 3 was aannemer van de onderhoudswerken te Liefkenshoek; met hem was een onderhoudsloon afgesproken van 200 pond Vlaams; daarop werd na afloop van de werkzaamheden in 1625 25 ponden in mindering gebracht; 4 verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 17-2-1626 deze werken op te nemen; 5 ontving in 1625 20 pond Vlaams voor het repareren van de gaten die door een zware storm waren gevallen in de contrescarpen van Liefkenshoek; 6 was in 1625 en 1626 pachter van de impost op de verhogingen op de bieren en op de impost op het zout te Lillo en Liefkenshoek; 7 was in 1626 “zoetelaer”en herbergier (in herberg “Amsterdam”) te Lillo; 8 was op 8-3-1627 vettewarier (= handelaar in o.m. olie) te Lillo; 9 was op 18-111628 samen met Cornelis Jan Pieterssen aannemer van het overbrengen van de vrijkomende materialen van fort Haultain naar fort Lillo voor 387 gulden; 10 werd wederom vermeld als zoetelaar te Lillo op 9-4-1630 toen hij de Gec.Raden verzocht om arrest te mogen leggen op de gelden van Roelant van Hattum ad 500 gulden wegens van hem geleend geld en door hem geleverde winkelwaren; op 23-4-1630 werd zijn verzoek toegestaan; 11 idem in 1635, toen van de impost betreffende de verhoging op de bieren en de vier guldens op het zout; 12 was op 9-10-1631 pachter van de gemene middelen te Lillo en Liefkenshoek; 13 op 14-5-1633 vermeld als koopman te Lillo; 14 op 31-12-1638 vermeld als winkelier te Lillo toen hij weigerde de rest van de pacht op de impost van bieren te betalen; de Gec. Raden besloten dat hij binnen 8 dagen aan zijn verplichtingen moest voldoen; zou hij blijven weigeren dan werd zijn winkel gesloten tot hij aan zijn verplichtingen voldaan had; 15 op 14-1-1639 werd zijn verzoek om uitstel van betaling tot 1-6-1639 door de Gec. Raden toegestaan; 16 doopgetuige Liefkenshoek 9-6-1642; doopgetuige Bergen op Zoom 5-11-1645 (bij de doop van Cornelia Hendricksdr. Poulier) en 27-5-1648 (bij de doop van Thomas Hendrickszn. Paulier); tr. Maeijken Paulus [= waarsch. Maeijken Poullier]; 17 zij betaalde in 1656, 1659 en 1682 cijns voor de herberg “Amsterdam” te Lillo; 18 in april 1665 liet zij beslag leggen op de gage van Hans Wils (geweldige provoost) wegens geleverde winkelwaren; zij had 24 pond Vlaams te vorderen; 19 uit dit huwelijk verm.: a. Margriet van Oortegem, zij tr. Matthijs (van) Langeveld (zie aldaar). b. (mog.) Levyne van Oordegem; zij tr. David de Buf; uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek 9-6-1642 dochter Maria de Buf (getuigen: Isaak van Ordegem, Jacob de Turck, Susanna Merten en Petronella van Ordegem). 2.
Jacob van Ortegem, betaalde in 1644 cijns voor de herberg “Amsterdam” te Lillo. 20
3.
Isaack van Ordegem, geb. Lillo, verm. zoon van nr. 2; was op 4-3-1672 matroos op het schip “Domburch”van de Admiraliteit van Zeeland. 21
1 Deze familienaam verwijst waarschijnlijk naar de plaats Oordegem, noordwestelijk van Aalst. 2 ZA, SZ, inv. 1231, Ingekomen stukken Gec. Raden, 16-7-1616. 3 ZA, SZ, inv. 486, 4-6-1620. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 364-366 v.
385
5 ZA, SZ, inv. 489, 17-2-1626. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 364-366 v. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 520, fol. 179 v-181 v. Bij de impost op het zout werd in september 1627 vermeld dat deze moest worden betaald door de boeren wanneer het zout in de huizen te Lillo zou zijn gezet (ZA, SZ, inv. 1242). 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79730. 9 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 64, akte nr. 85. 10 ZA, SZ, inv. 490, 18-11-1628; zie voor het fort Haultain Leune, 2006, deel 1, p. 149. 11 ZA, SZ, inv. 491, 9-4-1630 en 23-4-1630. 12 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 630, fol. 196-198 v. 13 ZA, SZ, inv. 492, 9-10-1631. 14 GA Rotterdam, oud-notarieel archief Rotterdam, inv. 138, akte 36, fol. 59. 15 ZA, SZ, inv. 497, 31-12-1638, fol. 223. 16 Idem, 14-1-1639, fol. 16. 17 Zie Paulier B 2. 18 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80310, fol. 11; idem, inv. 80380; idem 80660; in 1703 werd de cijns voor dit huis betaald door Adriaan Willemsen Snol. 19 ZA, SZ, inv. 521, fol. 210. 20 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80070, fol. 7 v. 21 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 8317.
Obdam Zie Van Wassenaar.
Obijn (zie ook Aubijn) 1. Jan Obijn, werd in 1609 betaald voor reparatiewerkzaamheden in het fort Lillo. 1 2.
Laurens Obijn de jonge, geb. Lillo; overl. Schoondijke als gevolg van een vechtpartij op de kermis aldaar 16-7-1687; 2 otr. Waterland 22-6-1686 (met att. van Schoondijke, verwijzend naar geboden op 23-6, 3-6 en 1-7-1686 die “onderhinderd waren gegaan”) Josijna Baert, j.d. van Oostburg; 3 zij otr. (2) Waterland 24-7-1688, tr. (2) aldaar augustus 1688 Dirck Cornelissen, geb. Vlissingen
3.
Jan Obijn, was als sergeant/marinier werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1702 tot 1704. 4
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81690, fol. 75. Hij is verm. verwant met Jan Obijn, vermeld als oud-soldaat te Veere in 1682; verkreeg toen tot 6-5-1690 een pensioen als appointé (ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1310013180).
386
2 ZA, arch. Vrije van Sluis, inv. 898, 17-7-1687. 3 ZA, Trouwboek Geref. Gemeente Schoondijke 1680-1746. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7323/7324 en 7363.
Obseelant, van Henricus van Obseelant, tr. Adriana van Gauw; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Thomas van Obseelant, 18-3-1708.
Ockema, van S. van Ockema, commandeur van het fort Kruisschans op 9-7-1647; compagnie verplaatst naar Sas van Gent. 2
1
in 1649 werd zijn
1 ZA, SZ, inv. 501, fol. 195. 2 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 940, fol. 289-292 v.
Ockens 1.
Judocus Ockens, tr. Catharina Hens; zij werd op 30-4-1709 begr. (r.k.) te LilloKruisweg.
2.
Maria Catharina Ockens, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-5-1714.
Ockers(e)(n) 1.
Nicolaes Ockers(e), ged. Zierikzee 27-3-1633, zoon van Jan Ockers (o.m. raad en schepen te Zierikzee) en diens tweede echtgenote Josina van Kinschot; benoemd tot vaandrig in 1656 en tot luitenant in 1660; tot 30-12-1662 luitenant in de compagnie van kapitein Sedlenitskij; op 30-12-1662 bevorderd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie; 1 op verzoek van de Staten-Generaal werd zijn compagnie in mei 1664 verplaatst van Oostburg naar Lillo; 2 kreeg 8-5-1664 opdracht van de Raad van State om zich met zijn compagnie onder het bevel te plaatsen van prins Willem Frederik van Nassau i.v.m. de strijd tegen de troepen van de bisschop van Münster in OostFriesland; 3 benoemd tot commandeur van Liefkenshoek als opvolger van Martijn de Ridder op 24-10-1664; 4 was in februari 1667 kapitein van een compagnie te Liefkenshoek; 5 in 1664 had deze compagnie een omvang van 47 koppen en in 1669 van 50 koppen voetvolk; 6 in september 1668 omvatte deze compagnie in Lillo 56 koppen (39 musketiers en 17 piekeniers); vaandrig Cornelis Jolijt verbleef in Suriname evenals 6 andere militairen; op fort Hogerwerf was één soldaat geposteerd en drie waren er ziek; 7 in maart 1672 omvatte deze compagnie te Lillo 48 musketiers en 24 piekeniers; 8 een of meer soldaten uit zijn compagnie werden in april 1671 geplaatst op het fort Hoogerwerf; 9 als commandeur vermeld te Liefkenshoek op 14-12-1667 en 127-1671; 10 van 21-9-1671 tot nov. 1679 commandeur van Lillo; 11 op 5-3-1672 bevorderd tot sergeant-majoor in de compagnie van kolonel Simon Schotte; 12 deze compagnie werd in oktober 1672 (tezamen met 29 andere Zeeuwse compagnieën) in opdracht van Prins Willem III tijdelijk overgeplaatst naar Bodegraven in het kader van
387
de oorlog met Frankrijk; 13 ontving krachtens een besluit van de Raad van State van 18-11-1673 over de periode 4-3-1672 tot 4-9-1672 een traktement van 60 guldens per maand; 14 idem over het jaar 1674; 15 in 1675 was zijn traktement gedaald tot 80 pond Vlaams; 16 kwam enige malen in aanvaring met de Gecommitteerde Raden van Zeeland, bijv. toen hij de aannemer Floris Bedloo in 1678 gevangen zette en in 1679 toen hij zonder daartoe bevoegd te zijn Pieter Surij verbood om nog langer als vrijschipper te functioneren; 17 de Gecommitteerde Raden van Zeeland stelden vast dat Ockers “sijne handen begint te slaen in dingen die afhangen vande hooghe polytique regeringe”; 18 hij werd hierover vermaand; vermeld als gedaagde in een proces te LilloZuidland op 14-10-1680; het betrof een geschil over zijn recht om zich in de polder van Lillo te begeven; 19 behoorde tot de genodigden bij de begrafenis van Jacoba Duvelaer op 10-2-1667 te Middelburg; 20 begr. Middelburg 16-1-1687; tr. (1) Middelburg 2-5-1663 Sara Pietersdr. Engels, vermeld op 10-2-1678; 21 tr. (2) Goes 1678 Esther Stilte, geref. ged. Goes 5-10-1639, dochter van Mattheus Stilte en Digna van der Straten; zij was weduwe van Marinus Westerwijck (met wie zij otr. Goes 9-71660 en tr. ald. 11-8-1660); kort voor 29-4-1688 overleed te Lillo haar dienstmeid Maria Verstraeten; 22 Esther overl. Goes 22-1-1709; uit het eerste huw.: 23 a. b. c.
2.
Isabella Ockers, ged. Middelburg 9-7-1664; begr. aldaar 25-8-1666. Jan Ockers, ged. Middelburg 7-10-1665; begr. aldaar 25-8-1666. Jan Ockers, ged. Middelburg 22-12-1666; werd o.m. bewindhebber van de VOC, Kamer Zeeland; overl. 24-5-1723.
Jan (Joan) Cornelis Ockersse, geb. Zierikzee 9-11-1673; zoon van Cornelis Ockersse (raad en schepen te Zierikzee 1665-1674) en Margaretha Pous; was als kapitein in dienst van de Admiraliteit van Zeeland in 1704 betrokken bij het Beleg van Gibraltar; werd in 1709 bevorderd tot schout bij nacht; behoorde in 1719 tot de “vlagofficieren” in dienst van de Admiraliteit van Zeeland; 24 bevorderd tot vice-admiraal in 1723 en tot luitenant-generaal (van Zeeland) in 1730; was als admiraal werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1730 tot 30-6-1745; 25 overl. Middelburg 10-6-1745; tr. Middelburg 6-5-1710 Cornelia Butler, geb. Middelburg 5-1-1694, dochter van Jan Thomas Butler (commissaris van de monstering) en Anna van der Stringe, overl. Middelburg 7-3-1763; uit dit huwelijk: 26 a. b. c. d. e. f. g. h.
Cornelis Jacob Ockersse, geb. Middelburg 1-9-1711; overl. ’s-Gravenhage 26-61785. Anna Wilhelmina Ockersse, geb. Middelburg 10-10-1712. Margaretha Johanna Ockersse, geb. Middelburg 10-2-1714, overl. aldaar 25-21715. Jan Cornelis Ockersse, geb. Middelburg 15-1-1715, overl. aldaar 25-2-1715. Margaretha Johanna Ockersse, geb. Middelburg 14-8-1716; overl. Vlissingen 2811-1757. Sara Jacoba Ockersse, geb. Middelburg 19-11-1717, overl. aldaar 21-1-1794. Cornelia Adriana Ockersse, geb. Middelburg 16-3-1719, overl. Vlissingen 29-121750. Jan Cornelis Ockersse, geb. Veere 26-3-1721, overl. 1-3-1753.
388
3.
Adriaen Ockers; tr. Angenis van Leenhoven; uit dit huw. ged. Liefkenshoek 26-121693: a. Ockert Ockers; getuigen: Leunis Jansen en Cornelia Lents.
4.
Dielis (Gillis) Ockers, woonde in 1709 in de polder van Lillo; tr. vóór 20-10-1704 Anna Jacobs, weduwe van Nicolaes Dielbeeck (Dilbeek) (zie aldaar); 27 zij was te Lillo-Zuidland op 20-10-1704 “schutgeld” verschuldigd t.b.v. een koe; idem 16-31705.
5.
Dingeman Okkersen, overl. fort Lillo 6-2-1780; verm. militair.
1 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 126. Vanaf 22-12-1664 behoorde zijn compagnie tot het regiment van Simon Schotte (Ringoir, 1981 b, p. 68). 2 ZA, SZ, inv. 520, fol. 169 v en 170. 3 NA, Raad van State, toegang 1.01.19, inv. 2061 (I), fol. 71. 4 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 82; ZA, SZ, inv. 520, fol. 381 v en 382. 5 ZA, Gen. Afsch. 130, nr. 264. 6 NA, arch. Generaliteitsrekenkamer, inv. 112, fol. 46-47 v; ZA, SZ, inv. 2725. 7 NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1575, verbaal najaar 1668. 8 NA, Raad van State, inv. 1576, verbaal maart 1672, fol. 11 en 11 v. 9 ZA, SZ, inv. 667, 21-4-1671. 10 ZA, Gen. Afsch. 130, nrs. 72 en 324. 11 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 149 v en 150; ZA, SZ, inv. 667, 21-9-1671; F.J.G. ten Raa, Het Staatsche Leger , deel 6, Den Haag 1940, p. 298. 12 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 129 v. 13 ZA, SZ, inv. 669, 14-10-1672. 14 ZA, SZ, inv. 671, 14-12-1673. 15 ZA, SZ, inv. 674, 19-6-1675. 16 ZA, SZ, inv. 676, 2-7-1676. 17 ZA, SZ, inv. 681, 12-10-1678. 18 ZA, SZ, inv. 682, 11-4-1679. 19 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29, 27-5-1680, 14-10-1680, 29-10-1680 en 11-11-1680. 20 M.G.A. de Man, De opleesrol der begrafenis van Jacoba Duvelaer, 18 februari 1667, Middelburg, 1932, p. 44. 21 Op die datum voerde Nicolaas Ockers, als echtgenoot van Sara Engels, een proces tegen Sara Scholastica de la Torre te Capelle i.v.m. de wettigheid van haar huwelijk met Engel Engels, vermoedelijk een broer van Sara Engels (BHIC, arch. Raad van Brabant, inv. 29, nr. 3822; idem, inv. 834, vonnis 10.221). 22 RAB, DK, inv. 18, fol. 90. 23 P.D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16e eeuw tot 1795, Middelburg, 1931, p. 348. 24 D. Roos, Twee eeuwen varen en vechten 1550-1750; het admiralengeslacht Evertsen, Vlissingen 2003, p. 401.
389
25 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7602 en 7753. 26 P.D. de Vos, op. cit., p. 447-449. 27 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330.
Odan Micie Odan, maakte in juni 1625 als soldaat deel uit van de compagnie van kapitein Ferdinand de Chantraines dict Broucqsault die toen gelegerd was in Liefkenshoek. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 522, fol. 6; zie ook: deel 3 c, p. 546-552.
Oeij, van Franciscus van Oeij, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 29-3-1730.
Oepels Joannes Oepels, tr. Joanna Belinckx; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Rudolphus Oepels, 26-6-1768.
Offerman Fredericus Offerman, soldaat; was in 1730 militair in het fort Lillo; 1 begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 18-11-1737; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 20-1-1730 Barbara Sels; uit dit huw.: a.
Mouwerus Offerman, begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 21-6-1737.
1 Blijkens het trouwboek van de parochie van Lillo-Kruisweg 1722-1754.
Officiers Katrien Officiers, weduwe van N.N.; ontving tussen mei 1695 en oktober 1712 weekgeld van de diaconie van Liefkenshoek, zij is vaak omschreven als “Oude Catrien”. 1 1 ZA, RB, inv. 276.
Ogiers Jan Ogiers, zoon van Jan Ogiers (meester-timmerman) en Elisabeth Pietersen; 1 aannemer van fortificatiewerkzaamheden te Oud-Lillo in 1701 en 1702; 2 doopgetuige Bergen op Zoom 25-3-1689, 25-9-1691 en 20-5-1694; overl. vóór 5-12-1706. 3 1 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 200, akte 167, 5-5-1701. 2 ZA, SZ, inv. 722, 5-1-1714. 3 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 321, akte 117.
390
Oillaartsen 1.
Adriaen Oillaartsen, lid van de Gecommitteerde Raden van Zeeland namens de stad Vlissingen 1601-1605; was op 1-3-1601 in Lillo i.v.m. de uitwisseling van gevangenen; 1 op 30-8-1605 reisde hij wederom af naar Lillo om de Gecommitteerde Raden te rapporteren inzake een rekest van commies Pauwels de Bruyne; 2 overl. in 1608. 3
2.
Laureys Oilaerts, schepen van Lillo-Zuidland op 8-6-1652. 4
1 Zie voor Lillo als uitwisselingsplaats van gevangenen aan het begin van de 17de eeuw: A.P. van Vliet, Vissers in oorlogstijd; de Zeeuwse zeevisserij in de jaren 1568-1648, Middelburg 2003, p. 152. 2 ZA, SZ, inv. 475, 1-3-1601 en inv. 478, 30-8-1605. 3 ZA, Gids nr. 18, p. 21. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 27. Mogelijk is hij de vader van Alaert Laureijssen (van Daelem), schepen van LilloZuidland 1653-1656.
Okhif (mog. Oklis) Theodorus Okhif (Oklis?), barbier in fort Lillo; op 28-10-1735 werd te Lillo [= verm. OudLillo] zijn dochter Anna Elisabeth begraven.
Oldenbarnevelt, van, genaamd Tullingh Johan Gerard van Oldenbarnevelt genaamd Tullingh, geb. 27-2-1737, zoon van Johan Gerard van Oldenbarnevelt (majoor der cavallerie) en Johanna Moralla van Cattenburch; advocaat-fiscaal van de Generaliteit in 1783; stelde een onderzoek in naar de gebeurtenissen betreffende de begrafenis te Doel van een soldaat uit Liefkenshoek in oktober 1783; verbleef hiervoor in november 1783 enige tijd in Lillo en Liefkenshoek. 1 1 ZA, SZ, inv. 1129.1, rapport en memorie d.d. 2 en 7-12-1783 van de advocaat-fiscaal van de generaliteit, J.G. van Oldenbarnevelt genaamd Tullingh, betreffende de begrafenisaffaire te Doel in oktober 1783.
Olingius De heer N.N. [Hermanus?] Olingius, waarsch. militair; op 27-9-1746 werd in of vanuit fort Lillo zijn vrouw Elisabet van Gogh begraven met het beste doodskleed en de grote barrij.
Oliphant Stamvader van deze familie is Willem Jansen Oliphant, zouthandelaar, schepen en burgemeester te Reimerswaal; 1 in 1572 vluchtte hij naar Bergen op Zoom met een belangrijk deel van de kerkschatten en stedelijke bezittingen van Reimerswaal teneinde deze uit de handen te houden van beeldenstormers en muitende soldaten; 2 in 1592 was hij schepen te Poortvliet; hij overleed in 1593; nr. 1 in onderstaand overzicht is zijn kleinzoon. 3 1.
Gillis Oliphant, geb. Vossemeer ca. 1585; zoon van Emanuel Oliphant (pensionaris van Tholen) en Catharina de Meulenaar; burgemeester en notaris te Tholen; 4 doopgetuige
391
Liefkenshoek 13-6-1646 en 27-3-1650; 5 begr. Tholen 29-3-1659; 6 tr. (1) Sophia Adriaans; tr. (2) Mayken Hendriks; otr. (3) Tholen 21-7-1629, tr. (3) ald. 15-8-1629 Barbara Jacobs de Vriese, j.d. van Bergen op Zoom; getuigen: Jacob de Moor en Maiken Kuwliers [Kuveliers]; voorts Jacob Jacobs de Vriese d’oude en Sara Vermeulen, vader en stiefmoeder van de bruid; uit het eerste huwelijk onder meer: a. 2.
Emanuel Oliphant, zie verder nr. 2.
Emanuel Oliphant, zoon van Gillis Oliphant (burgemeester en notaris te Tholen) en diens eerste echtgenote Sophia Adriaans; 7 benoemd tot landmeter ten behoeve van het gewest Zeeland op 29-11-1635; 8 vaandrig te Liefkenshoek onder kapitein Martijn de Ridder (o.m. in 1643); werd in 1647 (wegens absentie van de auditeur) betaald voor tamboerswerk (“ommeslagen en publicatiën”) te Liefkenshoek (ontving £ 1:6:8); 9 op 11-11-1653 vermeld als aannemer van het verhogen van de contrescarp te Liefkenshoek; 10 doopgetuige Liefkenshoek 26-4-1654; was op 8-11-1657 (en in 1659) luitenant te Liefkenshoek; 11 overl. kort voor 20-1-1661, verm. te Sas van Gent; 12 otr. Gorinchem 1-8-1643 Cornelia Hendrikse van der Laen; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: 13 a. b. c. d. e. f. g.
Sophia Oliphant, 25-6-1644; getuigen: Jacob de Busimgnee [Busigny], Mr. Abraham van der Leen, Barbara de Vriese en Belyke Dircx. Hendrik Oliphant, 13-6-1646; getuigen: kapitein Martinus de Ridder, Gillis Oliphant, Clara de Busigny en Leyntje Hendrikse van der Laen. Hendrik Oliphant, 25-8-1647; getuigen: majoor Nicolaas Berkenbos, vaandrig Johan de Vassy en Sabina de Ridder. Gillis Oliphant, 27-3-1650; getuigen: Gillis Oliphant, Boudewyn Geertsen, Janneke de Busigny en Clara Oliphant. Anna Maria Oliphant, 30-7-1651; getuigen: commandeur Willem Johan Cabeljau, juffr. Anna Aleman en Beelken Dircks. Sophia Oliphant, 14-6-1654; getuigen: Dirk Jansen Dronkers en zijn vrouw Pieternella Willems, Hendrik en Jacoba Oliphant. Gilles Oliphant, 16-2-1656; getuigen: jonkheer Willem van Boshuyzen en zijn vrouw Maria de Ridder, Anna van Grijpskerke en Jan Jansen Loreyn.
3.
Clara Oliphant (waarsch. zus van nr. 2), doopgetuige Liefkenshoek 27-3-1650; 14 begr. Tholen 4-7-1652. 15
4.
Jacoba Oliphant (waarsch. zus van nr. 2), doopgetuige Liefkenshoek 14-6-1654. 16
5.
Hendrik Oliphant (waarsch. broer van nr. 2), doopgetuige Liefkenshoek 14-6-1654; was in de periode 1652-1654 en 1656-1658 schepen van Schakerloo. 18
1 De familienaam Oliphant verwijst oorspronkelijk naar de naam van een huis (vermoedelijk een herberg) in de stad Reimerswaal; zie: M.P. Neuteboom-Dieleman, “Van Rommerswale gesproten”. De geschiedenis van twee Reimerswaalse families tegen de achtergrond van een ten dode opgeschreven stad, in: B. de Keijzer (eindred.), Spelerieë, Kapelle, 1992, p. 122.
392
17
2 Zie de kwartierstaat van Iris en Erik Neuteboom, op cd-rom gepubliceerd door de Stichting Genealogische Publikaties Zeeland in april 2003, p. 754 en 755; zie ook: Mirjam Neuteboom, Attestatie van een Reimerswalenaar: Marinus Mattheusz. Groeninck (1585), in: Wij van Zeeland, jrg. 14, nr. 4, oktober 2012, p. 2327. 3 A. Romeijn, De stadsregering van Tholen (1577-1702), Giessen, 2001, p. 236. 4 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 69. 5 De Nederlandsche Leeuw, 1889, p. 50. 6 A. Romeijn, op cit. 2001, p. 237. 7 Idem. 8 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 165 v. 9 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80140, fol. 44. 10 ZA, SZ, inv. 506, fol. 311. 11 ZA, SZ, inv. 509, 8-11-1657. 12 ZA, SZ, inv. 514, fol. 48 v. 13 De Nederlandsche Leeuw, 1889, p. 50. 14 Idem, 1885, p. 45 e.v. 15 A. Romeijn, op cit., 2001, p. 237. 16 De Nederlandsche Leeuw, 1885, p. 45 e.v. 17 Idem. 18 A. Romeijn, op cit., 2001, p. 238.
Olivarius (Oliviers) 1.
Henricus Olivarius, schoolmeester te Lillo vanaf 1-10-1604 tot 25-7-1607; 1 hij ontving van de Gecommitteerde Raden van Zeeland een traktement van 25 pond Vlaams per jaar; 2 toen hij in 1606 beoordeeld werd als proponent stelde de classis Tholen en Bergen op Zoom op gezag van de predikant Cornelis Bosschaerts (Busschardo) vast dat hij niet alleen blijk had gegeven van godzaligheid doch dat hij zich ook enigszins kon behelpen met de Latijnse, Hebreeuwse en Griekse taal; 3 vertrok in 1607 uit Lillo met onbekende bestemming. 4
2.
Anthony Olivier, tr. Janneken Pieters; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Maria, 13-1-1647; getuige: Mayeken Jans.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 79340 en 79410 en ZA, SZ, inv. 479, 25-7-1607. Hij is mog. identiek met Heijndrick Oliviers wiens echtgenote Pieternelleken Pieters in juni 1632 lidmaat werd van de geref. kerk te Vlissingen met att. van Breskens (ZA, DTBL Vlissingen nr. 21). 2 ZA, SZ, inv. 1716, 2-11-1604. 3 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. nr. 1, blz. 247.
393
4 Voor zover te achterhalen viel werd hij geen predikant; hij komt als zodanig niet voor in: F.A. van Lieburg, Repertorium van Nederlandse Hervormde predikanten tot 1816, Dordrecht 1996.
Ollemans Zie Hollemans.
Ommis Zie Honnis.
Ong(h)ena 1.
Louis Onghena, schepen van Doel-Kieldrecht 1735-1758. 1
2.
L. Ongena, r.k. pastoor te Doel 1761-1764. 2
3.
Jacques Franciscus Onghena, vermeld als schepen van Doel-Kieldrecht op 10-1-1784. 3
1 D. Verelst, 1984, p. 380-390. 2 P. van Landeghem, Doel in heden en verleden, Kloosterzande, z.j., p. 30. 3 D. Verelst, 1984, p. 380-390.
Oninckx 1.
Adrianus Petrus Oninckx, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 14-2-1708 Maria van Broeck; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
2.
Maria Oninckx, 5-11-1708.
Maria Cornelia Oninckx, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 14-6-1712.
Onninck Zie Ovinck.
Onrugge, van Zie Ouderogge.
Oodonck (zie Hoedonk).
Oolandt, van Joannes van Oolandt, tr. Wilhelma Catharina Alberts; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Joannes van Oolandt, 16-10-1760.
394
Oole 1
1.
Andries Oole, meester-timmerman te Middelburg in 1661; 1661 de bouw van de nieuwe kerk in fort Lillo. 2
inspecteerde in oktober
2.
Adriaen Oole, afkomstig uit Zierikzee; was als matroos werkzaam op het wachtschip (uitlegger, schip van oorlog) in de vloot te Lillo van 1682 tot 1686; 3 tr. N.N. Lensen. 4
1 Het is onduidelijk of er verwantschap is met het geslacht Van Oolen dat aan het einde van de 16de en het begin van de 17de eeuw in West-Brabant woonde, met name in Bergen op Zoom, Nieuw-Vossemeer en Steenbergen; zie hiervoor: A.M. Bosters, Van Oolen, in: De Brabantse Leeuw, jrg. 53, nr. 4, 2004, p. 215-225. 2 ZA, SZ, inv. 515, fol. 205 v, 206, 214 v. 3 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7132 en 7152. 4 Idem, inv. 7152.
Ooms A. De familie van Andries Ooms 1.
Andries (Andreas) Ooms, kocht op 19-4-1684 een schip; 1 vrijschipper te Lillo vanaf 24-7-1685 tot 28-3-1725; 2 in 1685 stond Cornelis Broer (poorter van de stad Tholen) voor hem borg; op 2-11-1686 verzocht hij om een benoeming als roeier in de vloot van Lillo; 3 werd in 1707 betaald voor het leveren van spijkers; 4 pachter van het veer LilloAntwerpen in 1714, voor een pachtsom van 15 pond Vlaams per jaar; 5 idem in 1718; 6 idem in 1721, toen voor een pachtsom van 26 pond Vlaams per jaar; 7 idem in 1723; verzocht toen om verlaging van de pachtsom; 8 werd in februari 1721 ontslagen als sluiswachter te Lillo, nadat hij met geweld het slot van de sluis bij het fort Lillo had afgeslagen; 9 overl. vóór 28-3-1725; 10 tr. (1) Maria de Recht; tr. (2) r.k. LilloKruisweg 18-5-1704 Catharina Meeus; zij bezat tot 1742 twee huizen in het fort Lillo, t.w. een huis op de hoek van de Markt (op perceel nr. 28) en een huis naast de kerk op de Markt (op perceel nr. 29); vanaf 1742 zijn deze panden eigendom van Cornelis Blommen (zie aldaar); begr. fort Lillo 28-6-1742, met het beste doodskleed en de grote barrij; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c.
Cornelius Ooms, 25-4-1690; zie verder nr. A 2.1. Guilielmus Ooms, 29-11-1698; zie verder nr. A 2.2. Joanna Maria Ooms, 4-3-1700.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: d. Joannes Ooms, 19-4-1705. e. Maria Catharina Ooms, 19-4-1707; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 6-9-1708. f. Petrus Ooms, 18-12-1708. g. Jacobus Ooms, 30-10-1710. h. Anna Ooms, 15-2-1713; begr. fort Lillo 23-11-1741, met het beste doodskleed en de grote barrij; otr. fort Lillo (geref.) 27-5-1741, tr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-61741 Cornelis Blommers (Blommen), geb. Zandvliet (zie Blommen ad 8). i. Franciscus Ooms, 12-2-1716; zie verder nr. A 2.3.
395
j. k. l. m.
Daniel Ooms, 13-6-1718. Maria Anna Ooms, 29-5-1719. Martinus Ooms, 1-9-1721. Emmanuel Josephus Ooms, 25-12-1723; zie verder nr. A 2.4.
2.1 Cornelis Ooms (zoon van nr. A 1), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 25-4-1690; werd op 5-121722 benoemd als particulier roeier in de vloot van Lillo; 11 ontving in 1725 £ 1:5:6 voor het bezorgen van een brief van Lillo naar Middelburg; 12 vermeld als vrijschipper te Lillo op 15-5-1726; 13 pachter van het veer Lillo-Liefkenshoek in 1729; idem in 1733, toen voor een pachtsom van 38 pond Vlaams per jaar; 14 was in 1729 tevens pachter van het veer Lillo-Antwerpen; idem in 1733, toen voor een pachtsom van 15 pond Vlaams per jaar. 15 2.2 Willem (Guilielmus) Ooms (zoon van nr. A 1), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 29-11-1698, begr. Lillo 21-1-1739; pachter van het veer Lillo-Liefkenshoek in 1735; 16 was in 1735 en 1738 tevens pachter van het veer Lillo-Anwerpen, voor een pachtsom van 15 pond Vlaams per jaar; 17 tr. (1) N.N.; otr. (2) Zierikzee 17-11-1734, tr. (2) fort Lillo 12-121734 Joanna van 't Land, geb. Zierikzee; zij ontving in 1738 £ 1:7:4 voor het leveren van 150 lonten door de wachten en de kanonniers te Lillo; 18 zij hertr. fort Lillo 30-81739 (otr. 1-8-1739) Willem van Dinteren, geb. Dussen; uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 19 a. b.
Joanna Ooms, 8-9-1735. Andreas (Andries) Ooms, 13-2-1738; zie verder nr. A 3.
2.3 Frans Ooms (zoon van nr. A 1), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 12-2-1716; brandweerman (waterschepper) te Lillo mei 1740; 20 begr. Lillo 30-1-1741 (geref.), met het beste doodskleed. 2.4 Emanuel Ooms (zoon van nr. A 2), r.k. ged. Lillo-Kruisweg 25-12-1723, begr. Lillo (geref.) 8-5-1741. 3.
Andries Ooms (zoon van nr. A 2.2), schipper te Lillo; op 5-5-1758 had Cornelis Blommen een hypotheekschuld bij hem van fl. 250; 21 moest op 2-11-1759 aan Amour Poelemans fl. 18, 18 stuivers en 4 penningen betalen; 22 deze had kleermakerswerk geleverd voor de moeder van Andries; 23 pachter van het veer Lillo-Antwerpen van 1762 tot 1779; 24 in 1760, 1775 en 1781 veerman van Lillo op Antwerpen; 25 verzocht op 9-7-1768 om vermindering van de pacht van dit veer wegens teruggelopen inkomsten; deze vloeiden voort uit een verminderde vaart met vis; ook andere schippers hadden de vrijheid gekregen om in Antwerpen vis te lossen; zijn verzoek werd gesteund door de magistraat van Lillo, die voorstelde om de pachtsom te reduceren met 2 à 3 pond tot 10 pond Vlaams; 26 klaagde op 15-2-1771 over concurrentie door schippers uit Willebroek; 27 op 5-12-1760 mede-ondertekenaar van een petitie waarin werd verzocht om rooms-katholieke pastoors toe te laten tot het fort Lillo; 28 kreeg op 6-4-1764 toestemming om in Lillo een winkel te houden; 29 vermeld als belastingplichtige te Lillo op 5-6-1767; 30 verkreeg op 17-7-1775 het monopolie op het vervoer van mest vanuit Lillo; 31 idem op 25-7-1781; 32 testeerde te Lillo met zijn
396
echtgenote 14-8-1776; 33 op 16-8-1780 omschreven als halfbroer en erfgenaam van Cornelis van Dinteren (j.m., geb. te Lillo) 34; kreeg op 1-11-1782 van de magistraat van Lillo een attestatie van goed gedrag; 35 idem op 30-11-1782; 36 op 15-3-1783 medeondertekenaar van een petitie waarmee middenstanders te Lillo en Liefkenshoek verzochten elk jaar een jaarmarkt te mogen houden i.v.m. hun geheel vervallen negotie; 37 bij hem thuis was op 2-1-1784 gelegenheid voor inkwartiering van officieren; 38 op 16-12-1785 was zijn huis te Lillo verlaten; 39 otr. Lillo 14-4-1759 en tr. r.k. Lillo-Kruisweg 29-4-1759 Maria Catharina de Kepper, ged. Eekeren 11-4-1736, dochter van Adriaan de Kepper en Petronella Govaerts; zij werd op 10-4-1781 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d. e. f. g.
Maria Catherina Ooms, 28-2-1760. Anna Maria Ooms, 14-10-1761. Wilhelmus Ooms, 2-3-1763. Joannes Antonius Ooms, 3-1-1765. Maria Theresia Ooms, 9-11-1766. Petronella Francesca Ooms, 23-2-1768. Joannes Baptist Ooms, 23-4-1769; tr. Anna Verbeek, geb. Steenbergen; uit dit huwelijk vijf kinderen r.k. ged. Roosendaal 1797-1811. h. Michaël Ooms, 6-3-1771; over. te Lillo 4-7-1774. 40 i. Adrianus Franciscus Ooms, 23-10-1773; begr. Lillo 23-8-1783. j. Joanna Maria Ooms, 9-3-1775. k. Anna Elisabeth Ooms, 1-10-1777. l. Joanna Jacoba Ooms, 20-9-1778; begr. Lillo 3-10-1778. Op 8-3-1766, 13-3-1766, 4-6-1768, 10-10-1768, 5-7-1774 (identiek met nr. A 3h) en 15-2-1776 werden 6 kinderen van Andreas begraven (r.k.) te Lillo-Kruisweg. Voogden van de kinderen die in 1781 nog leefden waren Joannes Dekkers en Michiel Willems.
B. Overige personen met de naam Ooms 1.
Tanneken Ooms, woonde in Lillo; samen met haar echtgenoot Adriaen van der Heijden op 23-11-1669 vermeld als mede-erfgenamen van Maijken Goverts, weduwe van Marinus Dignisse. 41
2.
Willems Ooms, geb. Kapellen; zoon van Mattijs Ooms en Anna Cools; testeerde met bij de pastoor van de parochie van Lillo op 25-3-1721; 42 had broers Merten, Jan en Frederik Ooms en zus Maria Ooms.
3.
Marten (Martinus) Ooms, arbeider in Lillo-Zuidland in 1755; 43 met echtgenote vermeld te Lillo-Zuidland op 27-2-1736; kon toen niet schrijven; 44 betaalde in 1743/1744 1 gulden en 0,5 stuivers belasting over de opbrengst van 5 gemeten en 33,5 roeden eigen grond in de polder van Lillo; 45 compareerde met echtgenote te LilloZuidland op 24-2-1744; 46 testeerde met echtgenote bij de pastoor van de parochie van Lillo op 22-10-1757; 47 begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 16-7-1761; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 3-5-1719 Elisabet (van der) Roelen; zij werd op 17-1-1765 begr. (r.k.) te LilloKruisweg; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg:
397
a. b. c. d. e.
Wilhelmus Ooms, 31-7-1720; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 28-3-1724. Gerardus Ooms, 8-2-1723; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 11-10-1729. Franciscus Joannes Ooms, 26-2-1729; thuis wonend in 1755. Petrus Joannes Ooms, 2-6-1731. Maria Catharina Ooms, 5-6-1734; thuis wonend in 1755.
4.
Merten Ooms, woonde in 1755 bij het gezin van Merten Ooms (= B 3) in LilloZuidland; werd onderhouden door de “Taefel des H. Geest” van de parochie LilloKruisweg. 48
5.
Arnoldus Ooms, was in sept. 1752 militair in Liefkenshoek; tr. Carina Barbara Schevers; uit dit huw. r.k. ged. Doel: b. Hendrica Arnoldina Ooms, 2-9-1752; getuigen: Hendricus Cole [?] en Maria Schevers.
6.
Joannes Ooms, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 1758 Barbara van Gilse.
7.
Petrus Joannes Ooms, geb. Lillo-Zuidland ca. 1726; landbouwer in de polder van Lillo; armmeester van het r.k. armbestuur van Lillo en Zuidland in 1772; 49 legde in 1776 een verklaring af over de veepest in de polder van Lillo; 50 tr. (1) Elisabeth Cabus (Cabes); zij werd op 25-3-1769 begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg; tr. (2) r.k. Lillo-Kruisweg 5-21770 Helena Adriaenssens, geb. Berendrecht ca. 1741; zij vestigde zich in LilloZuidland in 1772; uit het eerste huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Amelberg Ooms, 23-12-1758; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 24-12-1758. Emerentiana Ooms, 5-8-1762; overl. Berenrecht 7-11-1828; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 30-7-1782 Petrus Franciscus Janssens (zie aldaar). Petrus Franciscus Ooms, 9-3-1764; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 1-4-1764. Joanna Catharina Ooms, 6-11-1765; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 30-11-1767; overl. Zandvliet 14-7-1848; tr. Henricus Wens.
uit het tweede huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: 51 e. Joannes Franciscus Ooms, 21-10-1770; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 22-2-1771. f. Josephus Ooms, 1-3-1772. g. Petrus Joannes Ooms, 16-8-1776. h. Maria Catharina Ooms, 19-12-1778; overl. 6-2-1845; tr. Joannes Baptista van Alsenoy, zoon van Petrus Joannes van Alsenoy en Maria Adolfs, overl. Oorderen 2-10-1837. 52 i. Jacobus Ooms, 23-3-1781; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 31-3-1781. j. Franciscus Ooms, 9-7-1782; verm. begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 23-8-1783. k. Jacoba Ooms, 5-10-1787. 8.
André Ooms, woonde ca. 1768 in Lillo; tr. Elisabeth van der Linden; uit dit huwelijk:
398
a.
Jean Ooms, geb. Lillo ca. 1768, overl. Roosendaal 6-6-1812, 44 jaar oud; tr. Anne Verbeek.
1 MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 170, akte nr. 19. 2 ZA, SZ, inv. 693, 24-7-1685. 3 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2510. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80910, fol. 53. 5 Idem, inv. 80980, fol. 29. 6 Idem, inv. 81020. 7 Idem, inv. 81050, fol. 25. 8 ZA, SZ, inv. 787. 9 ZA, Verz. Verheye van Citters, inv. 17. 10 ZA, ZA, SZ, inv. 1931. 11 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2441. 12 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81090, fol. 46 v. 13 ZA, ZA, inv. 1340. 14 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81130, fol. 27 en inv. 81170, fol. 27. 15 Idem. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81190, fol. 28. 17 Idem en inv. 81220, fol. 28. 18 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81220, fol. 48 v. 19 ZA, SZ, inv. 1936, 5-5-1758. 20 ZA, SZ, inv. 1960, 5-5-1742. 21 ZA, SZ, inv. 1936, 5-5-1758. 22 ZA, SZ, inv. 1936, 2-11-1759. 23 ZA, SZ, inv. 1939, 1-6-1764. 24 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81450, fol. 32 en inv. 81620, fol. 33. 25 ZA, SZ, inv. 1943, 2-6-1775; ZA, SZ, inv. 1958, fol. 420. 26 ZA, SZ, inv. 1955, fol. 80; ZA, SZ, inv. 1404.1 27 ZA, SZ, inv. 1957, fol. 22. 28 ZA, SZ, inv. 1954, fol. 34, 5-12-1760. 29 ZA, SZ, inv. 1939, 6-4-1764. 30 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767. 31 ZA, SZ, inv. 1958, fol. 191. 32 Idem, fol. 420. 33 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 591, 14-8-1776. 34 Idem, fol. 941, 16-8-1780. 35 ZA, SZ, inv. 1945, 1-11-1782. 36 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 175.
399
37 ZA, SZ, inv. 1945, 15-3-1783. 38 ZA, SZ, inv. 1945, 2-1-1784. 39 Idem, 16-12-1785. 40 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 16 b. 41 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Govaert Stempel, inv. 91, 23-11-1669. 42 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 43 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 44 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 96 v. 45 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 46 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, ongefol. 47 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 48 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 49 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 37. 50 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk 2. 51 RAA, gemeente-archief Lillo, ref. J-174-A, Volkstelling Lillo en Oud-Lillo 24 mei 1796; deze volkstelling is bewerkt door Guy Bauwens en uitgegeven door de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde, publicatie nr. VT-10. 52 VS, jrg. 11, 1975, p. 332-333.
Oordenbagh, van Willem van Oordenbagh, beurtschipper; verklaarde op 9-3-1773 te Lillo dat op zijn schip in de nacht van 4 op 5 maart 1773 een passagier (vermoedelijk een Zwitser) zelfmoord had gepleegd. 1 1 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 62.
Oorloff Guilliam Oorloff, sergeant in 1742; werd toen betaald (£ 1:5) voor het overbrengen van processtukken betreffende de soldaat Ruut van de Wouw op bevel van de krijgsraad te Lillo; 1 tr. r.k. Lillo-Kruisweg 9-4-1738 Maria Margaritha Melschor. 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81260, fol. 67.
Oort, van 1. Jacob Janssen van Oort, verm. zoon van Jan Jacobsen van Oort; 1 was in aug. 1670 soldaat onder Badoux op het fort Hoogerwerf; overl. vóór 28-10-1685; tr. (1) vóór 116-1656 Susanna Janssen Kerckhoven; tr. (2) vóór 6-5-1668 Lijsbeth Janssen; otr. (3) Ossendrecht 16-8-1670, tr. (3) fort Hoogerwerf Magdalena Oort, weduwe van Cornelis Crols; zij otr. (3) Ossendrecht 28-10-1685, tr. (3) Woensdrecht 25-11-1685 Jacob Janssen de Witte, j.m. van Bergeijck; uit het eerste huwelijk:
400
a.
Maria Janssen van Oort, ged. Woensdrecht 11-6-1656; getuigen: Reynier Huijbregts, Willem Claessen Couwenbergh, Huijbreght Gommerts, Pieter Janssen, Anthony Janssen van Holsteijn, Pieter Cornelissen, Willem Joosten, Leuntgen Janssen, Martijntge Jacobs en Aeltgen Janssen. b. Jacob Janssen van Oort, ged. Woensdrecht 18-5-1659; getuigen: Henderijck Fiers, Gabriel Cornelissen en Janneken Damis. c. Jacobus Janssen van Oort, ged. Woensdrecht 29-8-1660; getuigen: Cornelis Janssen en Dirckjen Janssen Wirix. d. Catharina Janssen van Oort, ged. Ossendrecht 25-9-1661; getuigen: Arnoldus Fabricius (predikant), Jan Huygens (ouderling), Margarita Wieland en Dina de Haes. uit het tweede huwelijk: e. Baijken Janssen van Oort, geb. op Hoogerwerf, ged. Ossendrecht 6-5-1668; getuigen: Meerten Adriaanssen, Maijken Janssen en Maria Adriaansen. vermoedelijk uit het derde huwelijk: f. Johannis Janssen van Oort, ged. Ossendrecht 23-2-1670 (NB: de naam van de moeder werd niet genoteerd); getuigen: Pieter Anthonissen en Maria Cornelissen. 2.
N.N. van Oort, zijn weduwe weigerde op 27-11-1772 te Oud-Lillo een bepaalde belasting (“contributie”) te betalen. 2
1 Jan Jacobsen van Oort deed belijdenis Woensdrecht 3-4-1654. 2 ZA, SZ, inv. 1943, 27-11-1772.
Oos(t)dorp, van De meest voorkomende schrijfwijze van deze familienaam is Van Oosdorp. De stamvader van onderstaande familie zou qua naam en leeftijd identiek kunnen zijn met Willem Janss Oostdorp, vermeld te Haamstede op 11-6-1646, omschreven als zoon van de halve zuster van Neelken Cornelis, weduwe van Cornelis Adriaens Janss. 1 Bij Poortugaal lag ooit een boerderij genaamd Oostdorp. 2. Denkbaar is ook een verwijzing naar Osdorp (bij Amsterdam). 3 In de eerste helft van de 17de eeuw was de polder van Lillo door inundatie vrijwel onbewoonbaar; aannemelijk is dat Willem van Oosdorp (nr. 1) zich pas in de tweede helft van die eeuw in (de polder van) Lillo vestigde. 1.
Willem van Oosdorp, geb. eerste helft 17 de eeuw; woonde verm. in (de polder van) Lillo in de tweede helft van de 17de eeuw; tr. N.N.; uit dit huwelijk (volgorde onbekend): a.
Leendert van Oosdorp, geb. tweede helft 17e eeuw; zie verder nr. 1.1.
1.1 Leendert Willemse (van Oosdorp), veelal omschreven als Leendert Willemse (zoon van nr. 1), geb. eerste helft 17de eeuw; landbouwer in de polder van Lillo; op 14-101669 vermeld als pachter van de boerderij die eerder was gepacht door Joos Boudewijns; 4 legde op 17-4-1679 in Lillo een verklaring af over dronkenschap van schipper Pieter Surij (zie aldaar); 5 was op 8-7-1680 mede-eigenaar (voor de helft) van land in kavel 31 in de polder van Lillo, groot 12 gemeten; op dit land en de
401
veldvruchten daarop werd toen beslag gelegd wegens een pachtschuld betreffende zijn boerderij; deze kwestie sleepte voort tot zeker 8-6-1682; vermeld (als eiser of gedaagde) in een proces te Lillo-Zuidland op 14-3-1672; 6 als pachter vermeld op 18-51682; 7 24-5-1683 gedaagde in een proces te Lillo-Zuidland wegens het weghalen van riet op de schorren nabij fort Lillo; 8 vermeld als gedaagde in een proces te LilloZuidland op 9-8-1683; 9 pachter van een tiende van de Kathedraal van Antwerpen in de polder van Lillo op 15-10-1689; 10 op 3-4-1691 vermeld als oom van Pieter Reijniersen; 11 overl. tussen 3-4-1691 en 7-11-1693; 12 zijn echtgenote is in 1694 vermeld als pachteresse van zijn boerderij; zij beschikte toen over zes werkpaarden; tot haar huishouden behoorden zes thuiswonende kinderen, een knecht en een meid; tr. vóór 14-10-1669 Johanna (Janneken) de Coninck, dochter van de landbouwer Frans de Coninck en Janneke Cornelis, ged. Liefkenshoek 14-6-1645, weduwe van Joos Boudewijns (zie aldaar; hij overl. vóór 17-7-1668); 13 zij overl. verm. vóór 12-6-1709; 14 uit dit huwelijk: 15 a.
b. c.
d. e. f. g.
Cornelia van Oosdorp, geb. ca. 1670; kwam op 15-3-1694 met attestatie van Lillo naar Hinkelenoord; werd toen lidmaat van de Ned. Geref. Kerk te Woensdrecht/Ossendrecht; komt met echtgenoot voor op de lidmatenlijst van Ossendrecht/Woensdrecht van 8-12-1720 en niet meer op die van 1734; waarsch. (evenals echtgenoot) overl. tussen 1721 en 1734; tr. ca. 1694 Cornelis van Putte, waarsch. geboren in de polder van Lillo, zoon van Passchier Boudewijns van Putte en Maria Boenders (zie Van Putte ad A 3.2). Willem van Oosdorp, geb. ca. 1671; zie 2.1. Jan van Oosdorp, geb. ca. 1676, overl. vóór 2-2-1709; tr. Hester Adriaense (Esther Arisse); uit dit huw. zoon Leendert, ged. Liefkenshoek 7-10-1703 (getuigen: Isaak Eyens en Janneken Conincks); zij hertr. (otr.) Steenbergen 2-2-1709, tr. NieuwVossemeer 24-2-1709 (met att. van Steenbergen d.d. 17-2-1709) Jan Hendrikse van Bilsen, j.m., geref. ged. Steenbergen 14-1-1676, zoon van Hendrick van Bilsen en Heijltjen Jans. Anthony van Oosdorp, geb. ca. 1676; zie verder nr. 2.2. Francois van Oosdorp, geb. ca. 1683 (mog. helft tweeling); zie verder nr. 2.3. Cornelis van Oosdorp, geb. ca. 1683 (mog. helft tweeling); 16 op 10-6-1711 was zijn broer Anthony zijn voogd; 17 doopgetuige Biervliet 19-4-1716. Abigel (Abigail) van Oosdorp, 18 doopgetuige Ossendrecht (Ned. Geref.) 2-21698; vermeld als lidmaat van de fortkerk van Lillo op 27-8-1712; 19 tr. (1) Jan Jansen van Zwijmeren; tr. (2) vóór 1703 Willem Finjee (Vinjee, Vinjey, Vune), ged. Woensdrecht 21-2-1672, zoon van Willem Finjee en Willemina Rosebooms, militair op het fort Kruisschans; uit dit huw. zoon Leendert Vinjey, ged. Liefkenshoek 23-9-1703; getuigen: Willem van Oosdorp en Cornelia van Oosdorp; voorts zoon Frans, ged. Liefkenshoek 19-10-1704 (getuigen: Frans van Oosdorp en Maye Kille) (NB: de naam van de vader is verbasterd in Armey).
2.1 Willem van Oosdorp (zoon van nr. 1), geb. ca. 1671; woonde in 1694 nog op de boerderij van zijn moeder in de polder van Lillo; 20 werd landbouwer in de polder van Doel bij het gehucht Ouden Doel; gezworene van deze polder (1713); 21 administrerend diaken Liefkenshoek 1697, 1703 t/m 1707; 22 ouderling Liefkenshoek in 1712 en 1714 en in de periode 1720 t/m 1723; 23 leende in 1710 aan iemand 1000 gulden; 24 komt
402
voor op de lidmatenlijst van Liefkenshoek van 19 maart 1720, wonend in de polder van Doel; behalve Willem en zijn tweede echtgenote bestaat zijn gezin dan uit zijn kinderen Leendert, Willem, Anthony en Cornelia; voorts uit zes kinderen van Maria Nagelkerke, voortgekomen uit haar eerste huwelijk (t.w. Cornelis, Jan, Jacoba, Amerins, Dirk en Adriana), en Willem Jansen, zoon van de overleden Jan Willems; 25 overl. tussen 31-10-1723 (nog vermeld als doopgetuige te Liefkenshoek) en 14-3-1725 (tweede echtgenote bij doop Liefkenshoek omschreven als zijn weduwe); tr. (1) Janneke Arnoutse Boender(s), dochter van Arnout Cornelisse Boender en Katelijne de Gom, weduwe van Jabob Eyens; Janneke Boender(s) overleed op de boerderij waar zij met Willem van Oosdorp woonde op 26-9-1713; 26 tr. (2) Maria Cornelisse Nagelkerke, weduwe van Jacob Janssen Vercouteren; zij hertrouwde na het overlijden van Willem van Oosdorp te Liefkenshoek op 30-7-1725 (otr. 14-7-1725) met Anthony Torree; Maria Nagelkerke overleed te Doel op 2-9-1752; 27 in het boekjaar 1750-1751 ontving zij van de diaconie van Liefkenshoek fl. 24 voor het onderhoud van het weeskind Maria Crom (zie Krom); 28 uit het eerste huw.: a. b.
Leendert van Oosdorp, ged. Liefkenshoek 7-10-1696; getuigen: Cornelis de Konings, Cornelis van der Putte en Janneken de Koningh; zie verder nr. 3.1. Maria van Oosdorp, ged. Liefkenshoek 21-8-1701; getuigen: Jan Pippinkcks, Jan van Oosdorp en Berbel Adriaense Huysers.
uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek (NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1708-1714): c. Willem van Oosdorp, 26-1-1716; getuigen: Johannes Ruighaver en Janna Leenderts, weduwe van Moorman; zie verder nr. 3.2. d. Anthony van Oosdorp, 13-3-1718; getuigen: Willem Vetjes en Cornelia van Oostdorp; woonde 10-12-1753 "bij Sluis in Vlaanderen". 29 e. Cornelia van Oosdorp, 14-5-1719; getuigen: ds. Eco Ecoma en Pieternella Maroes, vr. van Willem Rouveroy; otr. (1) Liefkenshoek 9-5-1750, tr. (1) aldaar 24-5-1750 Wouter Brus, geb. te Doel; otr. (2) Liefkenshoek 10-2-1753 Pieter Janssen, geb. Ouden Doel, weduwnaar van Maria Pieterse. f. Johanna van Oosdorp, 22-5-1720; getuigen: Willem Rouveroy en Margrieta de Swart; otr. Liefkenshoek 20-11-1745 Cornelis Vettens, geb. Ouden Doel; woonde 10-12-1753 met hem in Ossendrecht. 30 g. Benjamin van Oosdorp, 1-3-1722; getuigen: Leonard van Oosdorp en Catharina Eijens, vr. van Adriaan Eversdijk (zie aldaar); overl. vóór 10-12-1753. h. Francois van Oosdorp, 17-10-1723; getuigen: Hendrik van Oosdorp en Johanna van der Gijsen; overl. vóór 10-12-1753. 2.2 Antony van Oosdorp (zoon van nr. 1.1), verm. geb. in de polder van Lillo; op 21-51745 vermeld als neef van Hendrik de Koning; 31 landbouwer in de polder van Lillo, o.m. vermeld in 1705; 32 werd in 1708 te Lillo betaald voor het vervoeren met zijn paarden en wagen van munitie van Oud-Lillo naar fort Lillo; 33 tot zijn huishouden behoorden op 12-6-1709 vijf kinderen uit het eerste huwelijk van zijn eerste echtgenote (t.w. Lauwerijs, Maria, Lisabeth, Jan en Hendrick van Dijck; zie aldaar) en voorts drie mannelijke personen (waarsch. knechten) en een meid; 34 kocht 19-9-1710 (van Frans de Zoete van Laecke, heer van Viller en van Potshoeck) voor fl. 13.700 de hoeve “Potshoeck” in deze polder die eerder door hem werd gepacht; de hoeve was onderdeel
403
van de heerlijkheid Potshoeck, met een grondbezit van 75 gemeten en 156,5 roeden; 35 zijn boerderij lag vlakbij de Couwenstijnsendijk, westelijk van het fort Cruysschans; 36 doopgetuige Biervliet 15-7-1714; kapitein van de burgerwacht in de polder van Lillo op 10-6-1711; 37 vermeld als lidmaat van de fortkerk van Lillo op 27-8-1712; 38 de vrijschippersacte van de eerste echtgenote van zijn (tweede) echtgenote Joanna Meertens kwam op 2-7-1716 voor een periode van een jaar op zijn naam (als “gesubstitueerde”); 39 woonde op 13-9-1728 in de polder van Lillo; tot zijn huishouden behoorden 10 personen; bezat toen 11 paarden en 9 koeien en werd als belastingplichtige aangeslagen voor 29 gulden en 12 stuivers; 40 tevens ontving hij op 13-9-1728 een aanslag van 8 gulden en 2 stuivers over 9 koeien “bij hem aengenomen te wijen van Out-Lillo; 41 werd diverse malen (o.m. in 1708, 1721 en 1742) betaald voor het leveren van stro voor de garnizoenen te Lillo en Liefkenshoek; 42 in 1745 ontving zijn weduwe hiervoor £ 19:13 (voor 1350 bossen); 43 in 1733 diverse malen vermeld als gedaagde in een proces met Joan Ploijsteen te Lillo-Zuidland; 44 op 7-21735 vermeld als gedaagde in een proces met Cornelis Braem te Lillo-Zuidland; 45 compareerde te Lillo-Zuidland met echtgenote op 7-8-1737 i.v.m. een lening van fl. 1500; 46 administrerend diaken (rendant) fortkerk Lillo 1741-1742; 47 betaalde in 1743/1744 20 gulden en 12,74 stuivers belasting over de opbrengst van 103 gemeten en 52,5 roeden eigen grond en 13 gulden en 18,99 stuivers belasting over de opbrengst van 69 gemeten en 223 roeden pachtgrond in de polder van Lillo; 48 ontving in 1743 2 pond Vlaams voor de verhuur van drie koppels paarden voor het transport van het kanon te Lillo; 49 was baas van ’s lands chaloup te Lillo (de sloeproeiers in de vloot te Lillo vanwege de Admiraliteit van Zeeland) vanaf medio 1743 tot zijn overlijden; 50 verdiende hiermee 12 pond Vlaams per jaar; twee van zijn knechten (roeiers) verdienden elk £ 27:6 per jaar; 51 had op 16-12-1750 een schuld van fl. 300 bij Willem Meijer; 52 begr. Lillo (met het beste doodskleed en de grote barrij) 26-1-1745; 53 8-71750 werden zijn nagelaten bezittingen publiekelijk verkocht; 54 staat en inventaris Lillo 3-7-1751; de boni van de boedel bedroegen fl. 1.692, de mali fl. 1.597; 55 tr. (1) Maeijcken Kil, dochter van Laurens Passchierse Kille en diens eerste echtgenote Maria Stappaerts, weduwe van Cornelis Janssen van Dijck; zij overl. vóór 12-6-1709; tr. (2) ca. 1715 Johanna Meertens van der Gijzen (Geijssen), dochter van Merten (Marten) Jacobs (van der Gijzen) en diens tweede echtgenote, Maria Boenders; 56 zij was weduwe van Pieter Wouterse Dronckaert, ged. Liefkenshoek, zoon van Wouter Jobse Dronckaert en Catharina Jans van Langenbergh, weduwnaar van Christine van der Heyde; Johanna stond borg voor Jacob Dronkers toen deze op 10-7-1750 voor fl. 500 het huis Den Bonten Os kocht in de Langestraat te Lillo; 57 Johanna bezat in 1751 stoel nr. 30 in de kerk van Lillo; 58 Johanna kocht 29-3-1753 van Anthonij Brager voor 160 gulden een huis in de Burgerstraat te Lillo; 59 zij verkocht 29-12-1753 aan Lambertus Goedemont het huis Den Bonten Os in de Burgerstraat te Lillo voor 525 gulden; 60 zij verschafte hem hiervoor een hypotheek; 61 zij was belastingplichtige te Lillo (ter bekostiging van het branden en onderhouden der lantaarns en de brandspuit) 5-61767; 62 zij stelde op 6-1-1768 (twee dagen voor haar dood) executeurs en voogden aan; 63 zij overleed te Lillo 8-1-1768; op 18-3-1768 bracht een publieke verkoop van haar boedel 400 gulden en 2 stuivers op; 64 uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
Esther van Oosdorp, 29-3-1716; getuigen: Maarten Jacobs van der Gijzen en Cornelia van Oosdorp; zij vestigde zich op 13-6-1763 met haar tweede echtgenoot
404
b. c. d. e.
f.
vanuit Lillo in Ossendrecht; 65 zij werd begr. in de kerk van Ossendrecht op 2-41789; otr. (1) Steenbergen 27-6-1739, tr. (1) Putten 26-7-1739 Joost Kok, geb. Steenbergen, weduwnaar van Maria Willemse Deume (zie Kok); otr. (2) Lillo 241-1753, tr. (2) aldaar 12-2-1753 Dirk Vercouteren (zie aldaar), geb. in de polder St. Anna-Ketenisse, zoon van Jacob Janse Verkouteren en Maria Cornelisdr. Nagelkerke (beide echtgenoten waren bakker). Wilhelmus van Oosdorp, 3-7-1718 (geb. 2-7-1718); getuigen: baljuw Wilhelmus Ferleman en Barbara van der Burgt. Wilhelmus van Oosdorp, 24-9-1719 (geb. 23-9-1719); getuigen: baljuw Wilhelmus Ferleman en Catalina Eijens; verm. begr. Oud-Lillo 24-12-1738. Francois van Oosdorp, 22-2-1722 (geb. 18-2-1722); getuigen: Francois Ermerins en de echtgenote van ds. Coutry, juffr. Van der Guchte. Johanna Maria van Oosdorp, 29-8-1723; getuigen: Jacob Dronkers en Elisabeth van Dijk; otr. Lillo 26-7-1748 Pieter Torré, geb. te Doel, overl. Doel 26-5-1778; in september 1780 werd in haar woning ingebroken; zij was toen weduwe; 66 begr. op het Grote Kerkhof te Bergen op Zoom 1-12-1795. 67 Anthony van Oosdorp, 3-2-1726; getuigen: Anthonis de Kuijser en Cornelis van Putte; zie nr. 3.3.
De kinderen Anthony, Johanna en Esther behoorden tot de erfgenamen van hun oom Henrik de Koning, overleden te Steenbergen op 25-3-1747, toen weduwnaar van Heiltje Willems Snol (zie aldaar). 68 2.3 Francois van Oosdorp (zoon van nr. 1.1), geb. in de polder van Lillo ca. 1683; woonde 12-6-1709 met echtgenote in de polder van Lillo; 69 landbouwer in de Helenapolder bij Biervliet (vermoedelijk vanaf ca. 1712-1714); beschikte in 1747 over 135 Gentse gemeten grond; 70 burgemeester van Biervliet (1726); 71 overl. Biervliet 1759; tr. vóór 12-6-1709 Anna van Dijck, geb. ca. 1692, verm. dochter van Cornelis Janssen van Dijck en Maeijcken Kil; zij overl. vóór 22-9-1755 (staat en inventaris); 72 uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
b.
Johanna van Oosdorp, 31-8-1710; getuigen: Johannes Kil en Cornelia van Oosdorp; overl. vóór 28-7-1742; 73 otr. Biervliet 18-7-1733, tr. ald. 9-8-1733 Gillis de Meijer, ged. Biervliet 18-1-1705, weduwnaar van Levina Hamers; hij tr. (3) ca. 1743 Catharina van den Broeke. Maria van Oosdorp, zij was 10-12-1752 52 jaar oud; overl. Terneuzen 18-7-1747; tr. Biervliet 24-5-1733 Cornelis Janszn. Verplanken, geb. Biervliet 22-11-1705; hij tr. (2) Terneuzen 1-6-1754 Elisabeth de Vrijelant.
uit dit huw. voorts ged. te Biervliet: c. Leendert van Oosdorp, 15-7-1714. d. Cornelia van Oosdorp, 19-4-1716. e. Cornelis van Oosdorp, 10-4-1718. f. Leendert van Oosdorp, 25-2-1720; landbouwer en schepen in de polder van Biervliet, tevens landmeter; overl. Biervliet 19-4-1772. g. Helena van Oosdorp, 6-4-1722. h. Thona van Oosdorp, 19-9-1723.
405
i. Jakoba van Oosdorp, 3-3-1726. j. Francois van Oosdorp, 15-2-1728. Voorts verm. (doop niet gevonden): k. Willem van Oosdorp; tr. Catharina Steenhart, verm. dochter van Aarnoud Steenhart (uit dit huw. negen kinderen ged. Biervliet 1756-1770). 74 3.1 Leendert van Oosdorp (zoon van nr. 2.1), geb. Doel; vermeld als lidmaat te Liefkenshoek op 19-3-1720, toen nog thuiswonend; 75 in 1731 omschreven als inwoner van Doel; 76 woonde in of bij het gehucht Ouden Doel; gezworene van de polder van Doel; kerkbestuurder Liefkenshoek 1727 t/m 1733 en 1737; 77 overl. in de polder van Doel 1-1-1742; 78 otr. Liefkenshoek 29-8-1723, tr. aldaar 12-9-1723 Adriana Verkouteren, geb. in de polder St. Anna-Ketenisse, ged. Liefkenshoek 2-7-1704, dochter van Jacob Janse Verkouteren en Maria Cornelisdr. Nagelkerke; zij hertr. Liefkenshoek 23-10-1743 (otr. 21-9-1743) Jan Brom; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Willem van Oosdorp, 31-10-1723; getuigen: Willem van Oosdorp en Cornelia Nagelkerke, vr. van Willem Vetjes. b. Maria van Oosdorp, 14-3-1725; getuigen: Anthonie van Oosdorp en Maria Nagelkerke, weduwe van Willem van Oosdorp; otr. Liefkenshoek 16-7-1748, tr. aldaar 11-8-1748 Simon Dronkers, geb. onder het fort Frederik Hendrik in de polder van Berendrecht, ged. Lillo 25-1-1711, zoon van Pieter Wouterse Dronckaert en Johanna Meertens van der Gijzen. c. Willem van Oosdorp, 16-3-1727; getuigen: Anthonie Thorree en Catharina Eijens, vr. van dhr. Eversdijk; zie verder nr. 4. d. Janna van Oosdorp, 24-9-1728; getuigen: Cornelis Verkouteren en Janna Eijens. e. Janna van Oosdorp, 22-12-1729; getuigen: idem; tr. Ary Dronckers (vrijschipper te Liefkenshoek) (zie aldaar); testeerde met hem te Lillo 28-3-1774; 79 overl. Terneuzen 13-12-1810. f. Jacobus van Oosdorp, 12-9-1732; getuigen: Jacob Dronkers en Ammerentia Verkouteren. g. Leendert van Oosdorp, 18-4-1734; getuigen: Vincent Dronkers en Jacoba Verkouteren. h. Leendert van Oosdorp, 22-5-1735; getuigen: idem. i. Leendert van Oosdorp, 17-3-1737; getuigen: Johannes Vercouteren en Helena van der Gijzen. j. Adriana van Oosdorp, 30-3-1738; getuigen: Dirk Vercouteren en Ammerentia Vercouteren; belijdenis Liefkenshoek 12-4-1758; otr. Liefkenshoek 17-4-1773, tr. aldaar 6-5-1773 Cornelis Dronkers, geb. Ouden Doel. Op 1-1-1742 leefden van deze kinderen nog: Maria, Willem, Joanna, Leendert en Adriana. Hun voogden waren Anthonie Torré en Joannes Jacobszn. Verkouteren. 3.2 Willem van Oosdorp (zoon van nr. 2.1), ged. Liefkenshoek 26-1-1716; behoorde op 20-1-1749 tot de ondertekenaars van een brief waarin lidmaten van de fortkerk van Liefkenshoek klaagden over het functioneren van hun predikant, ds. Renatus Stenhuys; 80 pachtte in 1750 van de diaconie van Liefkenshoek vier gemeten land; betaalde daar toen fl. 70, 17 stuivers en 8 penningen voor; 81 overleed vóór 10-12-
406
1753; 82 tr. Jacomijne Smits (Smith); woonde met haar ook in Sluis; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Maria Cornelia van Oosdorp, 19-1-1753; getuigen: Nicolaas Smith (schoolmeester te Ossenisse) en Cornelia van Oosdorp, weduwe van Wouter Brus.
3.3 Anthony van Oosdorp (zoon van nr. 2.2), ged. fort Lillo 3-2-1726; landman in de polder van Lillo; op zijn boerderij werkten in 1755 twee knechten en twee meiden; 83 bezat in 1751 stoel nr. 32 in de kerk van Lillo; 84 verkreeg van de magistraat van Lillo op 2-6-1751 een verklaring van goed gedrag; 85 verm. identiek met Anthony van Oosdorp, op 17-5-1776 vermeld als landman in de polder van Lillo; hij verzoekt dan aan de magistraat om een akte van indemniteit te geven aan Joannes Pietersol; deze is ter ontlasting van de armen door hem grootgebracht en wil in Prinsenland trouwen; 86 bezat (in 1779) grond in de polder van Lillo, grenzend aan de Soeckwegh; 87 pachtte van de diaconie van de fortkerk van Lillo voor fl. 15 guldens per gemet per jaar 6 gemeten en 246 roeden land in kavel 22 ten noord-westen van Oud-Lillo; 88 verkocht in 1782 meubelen, bestiaelen e.d. voor fl. 2.625; 89 ontving in 1785 £ 2:1:8 voor het leveren van 150 bossen stro voor het garnizoen te Lillo; 90 verstrekte in december 1789 een hypothecaire lening van fl. 2600 aan Adrianus Tops en diens echtgenote Cecilia Huysmans op hun boerderij “De Suythoeve” in de zuidoosthoek van de polder van Lillo; 91 leende in 1791 aan Jacobus Michielsens en Isabella Montré fl. 2000; 92 leende in 1791 fl. 1400 aan Adriaen de Beuckelaer en zijn echtgenote Maria van Hesbeen; 93 ouderling te Ossendrecht in 1791 en 1793; begr. in de kerk van Ossendrecht op 1-91794; in 1795 werden Jacobus Vercouteren en Ilger Vriens vermeld als executeurs van het sterfhuis van Anthony van Oosdorp, die werd omschreven als schepen van Ossendrecht; 94 otr. Steenbergen 6-3-1751, tr. aldaar 28-3-1751 Elisabeth Vriends, ged. Steenbergen 16-10-1729, dochter van Herman Vriens en Catharina Jans van Westlant (zie aldaar), belijdenis te Steenbergen met Pasen 1749 en met att. van Steenbergen d.d. 23-6-1751 naar Lillo; begr. in de Ned. Geref. Kerk van Ossendrecht 5-4-1793. 95 4.
Willem van Oosdorp (zoon van nr. 2.3), geb. Ouden-Doel; ged. Liefkenshoek 16-31727; landbouwer in Lillo-Zuidland; op zijn boerderij werkten in 1755 een knecht en een meid; 96 overl. vóór 28-4-1763; otr. Liefkenshoek 1-5-1754 Pieternella Verschuure, geb. Krabbendijke, toen wonend in Liefkenshoek; zij hertr. te Lillo 24-5-1763 (otr. aldaar 28-4-1763) Johannes Roggeband (zie aldaar), geb. Oud-Vossemeer, weduwnaar, wonend te Halsteren; uit dit huw. ged. fort Lillo: a.
b. c.
Adriana van Oosdorp, 8-6-1755; getuigen: Jan Jansen van Leerdam en Adriana Vercouteren; overl. Terneuzen 7-1-1836; otr. (1) Lillo 3-3-1775 Pieter Verpoorte, geb. te Doel; otr. (2) Liefkenshoek 7-2-1783, tr. aldaar 23-2-1783 Jacobus Crijnse Verkouteren, geb. Ouden Doel, weduwnaar van Helena van Lindonk (zie aldaar). Elisabeth van Oosdorp, 4-9-1757; getuige: Jan Brom. Leendert van Oosdorp, 20-4-1760; getuigen: Pieter van Leerdam en Maria van Oosdorp; overl. Lillo 27-6-1774.
407
5.
Joannes van Oosdorp, verpachtte in 1782 een hoeve onder Lillo aan Joannes Quist voor fl. 1.017 per jaar. 97
1 RAZE 4985, fol. 229, 11-6-1646 en fol. 244, 29-7-1646. 2 Ons Voorgeslacht, jrg. 4, 1949, p. 40. 3 Op 2-2-1685 woonde in Axel Maria van Osdorp, weduwe van de griffier Martin van Dijck; zij verkocht toen een “pannenschuur” te Axel (GA Axel, Transporten Axel 1673-1688, inv. 681, fol. 257 v; zie ook fol. 273 v). Leden van het geslacht Van Oosdorp die in de polder van Lillo woonden zijn soms omschreven als Van Osdorp; zie bijv. RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3 e en RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 4 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 5 ZA, SZ, inv. 1294. 6 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28, 14-3-1672. 7 MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 168, akte nr. 25, 18-5-1682. De boerderij was toen eigendom van Jan de Grande en de licentmeester De Cocq die in het fort Lillo woonden. Zij kochten de boederij voor fl. 7000, waarschijnlijk van de familie Seijs. Daarbij waren broer en zus Levinus en Leonora Seijs betrokken (zie Seijs). 8 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 29. 9 Idem. 10 Idem. 11 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 5, 3-4-1691. 12 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 358. 13 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28. 14 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330; zie ook: RAA, oud-arch. Lillo, inv. 15, fol. 66 t/m 67 v. 15 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 16 Hij is mogelijk identiek met het “voorkind” Cornelis van Osdorp dat in 1709 woonde bij het gezin van Jan Pippinck en Anna van Caem (zie aldaar). 17 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 15, fol. 66 t/m 67 v, 10-6-1711. 18 Gens Nostra, maart 1997, p. 170. 19 VZS, nr. 111, p. 223-226. 20 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694. 21 RAB, arch. polder van Doel, inv. 190. 22 ZA, RB, inv. 275 en 276. 23 ZA, arch. classis Tholen en Bergen op Zoom, inv. 6, 17-4-1714 (per abuis genoteerd als Willem Oostland); ZA, RB, inv. 276 en 278. 24 RAB, DK, inv. 41, fol. 149 en 149 c. 25 De Navorscher, 1903, p. 629. 26 RAB, DK, inv. 22, fol. 148, 25-2-1715. 27 RAB, DK, inv. 31, fol. 56 v, 10-10-1753.
408
28 ZA, RB, inv. 278, rekening 1750-1751. 29 RAB, DK, inv. 31, fol. 56 v, 10-10-1753. 30 RAB, DK, inv. 27, fol. 307 v, 10-12-1753. 31 MHC Bergen op Zoom, oud-arch. Steenbergen, toegang nr. 909, inv. 118; MHC, not. arch. Steenbergen, akte nr. 4, 21-5-1745. Hendrik de Koning is mogelijk een zoon van Anthonij Franssen de Koning (zie De Koning ad 1 h); zie voor zijn erfgenamen MHC, not. arch. Steenbergen, inv. 122, 3-12-1751, fol. 30-31 v. 32 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 3 e. 33 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80920, fol. 47. 34 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 35 W. D’hooge, De heerlijkheid Potshoeck te Lillo, in: Polderheem, jrg. 41, 2006, nr. 2, p. 7-11. 36 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, kaart in stuk nr. 1, 19-5-1724. 37 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 15, fol. 66 t/m 67 v. 38 VZS, nr. 111, p. 223-226. 39 ZA, SZ, inv. 1931. 40 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2. 41 Idem. 42 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80920, fol. 34; idem, 81050, fol. 31; idem, 81260, fol. 44. 43 Idem, inv. 81290, fol. 48. 44 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 31, 1733. 45 Idem, 7-2-1735. 46 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 16, fol. 117. 47 ZA, RB, inv. 255; ook: ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81250, fol. 43. 48 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h. 49 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81270, fol. 54 v. 50 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7730, fol. 151-152; idem, inv. 7750, fol. 186-187; NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2560. 51 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7730, fol. 151-152. 52 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 131. 53 ZA, RB, inv. 255. 54 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 25; verreweg de meeste nagelaten goederen en beesten werden gekocht door zijn zoon Anthoni. 55 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 26, 3-7-1751. 56 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24, 17-5-1719. 57 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 33, fol. 108. 58 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 11 e. 59 ZA, SZ, inv. 1976, 29-3-1753. 60 Idem, 29-12-1753. 61 ZA, SZ, inv. 1977, 24-11-1768.
409
62 ZA, SZ, inv. 1940, 5-6-1767. 63 ZA, SZ, inv. 1970, fol. 1, 6-1-1768. 64 ZA, SZ, inv. 2003, 18-3-1768. 65 MHC Bergen op Zoom, DTB Ossendrecht, inv. 3. 66 ZA, SZ, inv. 1972, fol. 965, 30-9-1780. 67 De klok werd 2,5 uur geluid; de begraafkosten bedroegen fl. 12 en 5 stuivers (MHC Bergen op Zoom, Begraafboek Krankenbezoeker 1777-1807). 68 N. van der Graaff, Johannes op Padmos; de familie Van der Graaff uit Scherpenisse in de achttiende eeuw, GigaBoek, Heerhugowaard, 2011, p. 12-17; MHC, oud-recht. arch. Steenbergen, inv. 122, fol. 30 e.v., 3-12-1751. 69 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 330. 70 GA Terneuzen, arch. Biervliet, inv. 36, deel 1, ongefol., 1747. 71 ZA, Biervliet, dopen 1705-1754, inv. nr. 2, aantekening bij doop d.d. 6-1-1726. 72 ZA, r.a. Biervliet, inv. 1042, 22-9-1755. 73 Zeeuwse Kwartierstaten, nr. 45, p. 150. 74 Deze kinderen zijn resp. Francois (1756), Aarnoud (1758), Maria (1759), Anna (1762), Adriana (1763), Francois (1765), Willemina (1766), Anna (1768) en Leendert (1770). 75 De Navorscher, 1903, p. 629. 76 ZA, RB, inv. 264, 12-10-1731. 77 ZA, RB, inv. 278. 78 RAB, DK, inv. 27, fol. 13, 10-9-1743 (Staten van Goed). 79 ZA, SZ, inv. 1971, fol. 339, 28-3-1774. 80 ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 2. 81 ZA, RB, inv. 278. 82 RAB, DK, inv. 27, fol. 307 v, 10-12-1753. 83 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373. 84 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 11 e. 85 ZA, SZ, inv. 1980, fol. 18, 2-6-1751. 86 ZA, SZ, inv. 1944, 17-5-1776. 87 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, inv. N 3061, nr. 55. 88 ZA, RB, inv. 258. 89 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, , N 3063, nr. 44. 90 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81680, fol. 54 v. 91 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3064, nr. 113. 92 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Hanssen, N 1932, akte nr. 9. 93 Idem, akte nr. 17. 94 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Hanssen, N 1934, 1795, akte nr. 16. 95 MHC Bergen op Zoom, DTB Ossendrecht, inv. 6. 96 RA Anderlecht, Fiscaal Officie van Brabant, nr. 373.
410
97 Stadsarch. Antwerpen, arch. notaris Smout, N 3063, nr. 51. Dit betrof de hoeve “Potshoeck” (zie Quist). Vermoedelijk is in de betreffende notarisakte dan wel in de bewerking daarvan door A. Marcus de naam van de verpachter foutief genoteerd en had er moeten staan: Anthony van Oosdorp.
Oos(t)dyck 1.
Willem Adriaenszn. Oos(t)dyck, behoorde tot de eerste eigenaren van grond in de herdijkte polder van Doel in 1614; 1 verkocht in 1615 land in deze polder. 2
2.
Jonas Oostdijck, ged. Goes 4-4-1627, zoon van Nicolaes Oostdijck en Anna van Reygersberghe; bezocht de Latijnse School te Middelburg in 1639; lidmaat te Vlissingen 30-5-1649; poorter te Zierikzee 29-7-1653; apotheker aldaar; was in 1662 schepen te Hulst; 3 commies ter recherche in de vloot te Lillo en Sas van Gent vanwege het gewest Zeeland van 1663 t/m 1674; 4 tr. Middelburg 26-3-1653 Anna Vergruwe, geb. Middelburg. 5
3.
Jan Oostdijk, doopgetuige fort Lillo 12-1-1721 en 28-11-1728; zie Van den Eynde ad 18 b en d.
1 RAB, arch. polder van Doel, inv. 181. 2 GA Goes, RAZE 2045, fol. 259 v–260, 25-8-1615. 3 GA Hulst, arch. stad Hulst, inv. 1, resoluties van de magistraat, 4-7-1662. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7010 en 8350. 5 De Ned. Leeuw, jrg. 1938, p. 254.
Oost, van der 1. Lieven van der Oost, was op 2-6-1645 piekenier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek. 1 2.
Joannes Oost, tr. Cornelia Regelmans; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Philippus Oost, 27-3-1760.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Oosterlant N.N. Oosterlant, commandeur; identiek met Charles Loncke, heer van Oosterland (zie aldaar); zijn erfgenamen verpachtten in 1743/1744 land in de polder van Lillo aan Jacobus van Meerle. 1 1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 2, stuk h.
411
Oostwalt (Oostwald, Ostwalt, Olwath) 1.
Fabiaen (soms ook omschreven als Sebastiaen) Oostwalt (Ostwalt, Olwath), zoon van F. Oostwalt; 1 was in oktober 1665 soldaat onder Van Monderick te Lillo; ontving op 2-12-1666 7 pond Vlaams voor het schilderen van het huis van commandeur Seijs te Lillo; 2 benoemd tot geweldige provoost te Lillo op 19-5-1668; 3 verdiende daarmee in 1675 fl. 25 per maand; 4 verzocht in 1683 om betaling van zijn traktement als provoost over het jaar 1682; 5 ontving in september 1676 £ 13:8:28 voor het schilderen van een aantal logementen te Lillo; 6 ontving in 1679 £ 15:8:4 voor diverse diensten te Lillo; 7 werd op 5-8-1679 benoemd tot chirurgijn op het wachtschip in de vloot te Lillo; 8 was tot zijn overlijden (in 1713) als chirurgijn werkzaam op dit schip; 9 verdiende daarmee per jaar £ 16:13:4; 10 ontving in 1682 6 pond Vlaams voor het leveren van 800 bossen stro voor het garnizoen te Lillo; 11 vermeld als borg te Lillo op 4-11-1683; 12 verzocht in oktober 1689 vergeefs om te Lillo als substituut-commies te worden aangesteld; 13 mede-pachter der gemene middelen van consumptie te Lillo en Liefkenshoek in 1690, 1695, 1700, 1704; 14 werd in 1695 te Lillo betaald voor o.m. het luiden van de poortklok en geleverd bier aan de soldaten i.v.m. “de viering van Namur”; 15 werd in 1704 betaald voor het dragen van turf te Lillo; 16 beklaagde zich in januari 1707 over commies Willem Ferleman; 17 overl. vóór 14-10-1713, toen zijn zoon om een gage verzocht; 18 otr. (als j.m.) fort Lillo 15-10-1665, tr. (geref.) Halsteren 15-11-1665 (met att. van Bergen op Zoom en Lillo) Maria Barendts (Bernards), geb. Bergen op Zoom; uit dit huw: a. b. c.
Jeronimus Oostwalt, zie verder nr. 2. Adriaan Oostwalt, zie verder nr. 3. (verm.) Catharina Oostwald; zij werd lidmaat van de geref. kerk te Den Haag in 1701 met att. van fort Lillo d.d. 1700. 19
2.
Jeronimus Oostwalt, zoon van nr. 1; werd in 1699 en 1704 betaald voor schoonmaakwerkzaamheden te Lillo; 20 was op 24-3-1709 te Bergen op Zoom getuige bij de opstelling van een testament; 21 volgde in 1714 zijn vader op als chirurgijn op het wachtschip in de vloot te Lillo; 22 vervulde deze functie t/m 1718. 23
3.
Adriaan Oostwalt, geb. Lillo, zoon van nr. 1; zijn moeder was Maria Benars (= verm. Barendts); was als derde chirurgijn werkzaam op het VOC-schip “Land van Schouwen”; op 26-3-1689 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 5-101689 aankwam; 24 was als soldaat werkzaam op het VOC-schip “Kockengen”; op 27-11718 vertrok hij met dit schip naar Batavia, waar hij op 30-6-1718 aankwam; overl. Semarang 15-11-1719. 25
1 Hij zou een zoon kunnen zijn van Felten Oostwalt. Deze was in aug. 1649 majoor op het fort Oranje te Emmerick (NA, Resoluties Raad van State, inv. 67, 31-8-1649 en 10-9-1649). Deze is wellicht identiek met Valentijn (ook wel afgekort als Velten) Oostwalt, militair te Hulst in 1644 (zie Wiltschut ad 1). 2 ZA, SZ, inv. 523, fol. 417. 3 ZA, SZ, inv. 663, 19-5-1668; ZA, SZ, inv. 1670, fol. 106. 4 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 1450, fol. 64 v.
412
5 ZA, SZ, inv. 691, 16-11-1683. 6 ZA, SZ, inv. 677, 10-9-1676. 7 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80630, fol. 43. 8 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2504. 9 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2536; ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7420, fol. 148. 10 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7180, fol. 192. 11 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80660, fol. 39 v. 12 ZA, SZ, inv. 691, 4-11-1683. 13 ZA, SZ, inv. 697, 27-10-1689. 14 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80740; idem, 80790, fol. 8; idem, 80840, fol. 11; idem, 80880, fol. 12. 15 Idem, inv. 80790, fol. 44. 16 Idem, inv. 80880, fol. 46. 17 ZA, SZ, inv. 715, 6-1-1707. 18 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2538. 19 GA Den Haag, Lidmaten geref. kerk Den Haag 1700-1719, p. 428. 20 ZA, SZ, inv. 707, 28-7-1699; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80880, fol. 57. 21 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 324, akte nr. 11. 22 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 7440, fol. 138. 23 Idem, inv. 7480, fol. 127. 24 NA, VOC-archief, inv. 12234. 25 Idem, 12787, fol. 178.
Opdenal Mary Opdenal, begr. Doel juli 1703; met het beste doodskleed, waarvoor aan de diaconie te Liefkenshoek 5 schellingen werd betaald. 1 1 ZA, RB, inv. 276.
Opoogen, van Jacobmyna van Opoogen, vroedvrouw te Lillo en Liefkenshoek; verzocht de Gecommitteerde Raden van Zeeland op 2-11-1612 om een toelage vanwege haar leeftijd en diensten aan arme, schamele personen; haar werd eenmalig zes pond Vlaams toegekend; 1 op 26-9-1613 werd haar verzoek om een jaarlijks traktement afwezen, wel werd haar 4 pond Vlaams toegekend; 2 op 12-11-1615 werd haar wederom 4 pond Vlaams toegekend als “gratuiteit”. 3 1 ZA, SZ, inv. 482, 2-11-1612. 2 Idem, 26-9-1613. 3 ZA, SZ, inv. 483, 12-11-1615.
413
Opstal, van 1.
Peeter van Opstal, testeerde bij de pastoor van de parochie van Lillo op 5-2-1708. 1
2.
Pieter van Opstal, knecht van de wagenmaker Pieter van Royen te Doel; overl. vóór 21-4-1736. 2
3.
Joannes van Opstal, tr. Maria Elisabeth Struijf; uit dit huwelijk r.k. ged. LilloKruisweg: a.
Catharina Petronilla van Opstal, 18-3-1755.
1 Lillo-Fort, arch. kerkbestuur van de parochie van Lillo, testamenten 1701-1780. 2 RAB, DK, inv. 25, fol. 29 v, 21-4-1736.
Opzomers Johannes Baptist Opzomers, verm. militair; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 15-4-1736. 1 1 Hij is mog. verwant met Jan Opsomer, geb. Oudenaarde en in mei 1646 vermeld als soldaat onder kapitein Manmaker in het garnizoen van fort Moerspui; hij otr. fort St. Anna in de Polder van Namen 20-5-1646, tr. ald. 36-1646 Engeltie Breen, geb. Bergen op Zoonm. Hij was doopgetuige in fort St. Anna 1-11-1648 en is vermeld als vader aldaar in de periode 1641-1657. Onduidelijk is een mogelijke verwantschap met Johannes Opsomer, boekverkoper te Middelburg; deze leefde in 1739 nog; F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, deel 2, Middelburg 1893, p. 309.
Orduijn(en), van 1.
Dignus van Orduijnen, kocht 3-1-1680 goederen op een veiling in Lillo-Zuidlland. 1
2.
Antonius van Orduijn(en), woonde in 1718 in de polder van Hinkelenoord; landbouwer op de tweede hoeve aldaar; tr. (1) Joanna Pieterse Brants, weduwe van Jacobus Jacobs; 2 otr. (2) Ossendrecht 22-6-1713, tr. (2) ald. 6-7-1713 Maria Aerts (Aerssen), j.d., geb. Ossendrecht; tr. (3) Woensdrecht (geref.) 28-8-1718, tr. (3) r.k. LilloKruisweg 29-8-1718 Petronilla de Bruijn, dochter van Jeronimus de Bruyn en Katelijne Janssen (zie De Bruyn ad A 5 f).
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 24; betreft de publieke verkoop van de nagelaten goederen van Jeroen Slachvelts. 2 Eug. Jansen, “Accoord” zei van Putte; de geschiedenis van de Oude-Hinkelenoordpolder van Woensdrecht 1685-2004, Hoogerheide, 2004, p. 32.
Orij, d’ Jacob d’ Orij, kanonnier te Lillo in 1635. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 640, fol. 159-161.
414
Orliens, van 1.
David van Orliens (Orleans), geb. ca. 1570; zoon van Pieter van Orliens (predikant te Terneuzen 1578-1580 en in de periode 1-5-1580 tot zijn overlijden in 1605 te Wemeldinge) en Godelieve N.N.; 1 werd op 25-6-1598 door de Raad van State benoemd tot militair ingenieur; 2 was als zodanig o.m. werkzaam in Oostende (waar hij in juli 1600 betrokken was bij het beleg aldaar en in zijn voet werd geschoten) 3, Harderwijk, Zutphen, Axel, Steenbergen en Bergen op Zoom; vestigde zich in 1604 in Sluis; 4 overlegde op 27-4-1607 met de Gecommitteerde Raden van Zeeland over plannen ten aanzien van het fort van Lillo; nadat hij bestekken had gemaakt werd besloten dat hij deze plannen zou voorleggen aan de Prins (= Maurits van Nassau) te Den Haag om te vernemen voor welk plan deze zou kiezen; 5 in 1609 en 1610 werden ingrijpende aanpassingen gepleegd aan het fort Lillo op basis van een door hem gemaakt plan; 6 nam op 3-1-1610 (met att.) deel aan het Avondmaal te Sluis, omschreven als sergeant-majoor; 7 op 23-1-1614 had hij een overleg met de Gec. Raden, ditmaal i.v.m. een brief van de Prins van Oranje over de het “hermaken” van het fort Liefkenshoek; 8 op 28-2-1614 en 11-3-1615 verzochten de Gec. Raden hem om over te komen om werken rond het fort van Liefkenshoek “af te steken”; 9 was in 1616 betrokken bij fortificatiewerkzaamheden te Rotterdam; 10 werd op 7-4-1623 naar Lillo gezonden om de wallen nader te onderzoeken, te bekijken of het aanbrengen van stormpalissaden nodig was en of de aanleg van fortificatiewerken op Oud-Lillo wenselijk was; 11 benoemd tot kapitein van een Zeeuwse compagnie voetvolk op 6-111623; 12 kreeg in juli 1632 opdracht om de op de Spanjaarden veroverde forten Kruisschans, St. Jacob, Ambrosius en Hoogerwerf in vestingbouwkundig opzicht te visiteren; 13 nogmaals vermeld als ingenieur in 1633 en 1634; 14 op 14-9-1634 en 4-31637 vermeld als kapitein-meester; 15 in febr. 1638 verbleef een luitenant (N.N.) van zijn compagnie met enkele soldaten op het fort Hoogerwerf; 16 werd op 26-2-1641 als kapitein (van een compagnie voetknechten) vermeld; 17 overl. 22-4-1652, 82 jaar oud; begr. in de St. Janskerk te Sluis; 18 tr. Catharina Nicolay; nam 6-1-1613 deel aan het Avondmaal te Sluis; 19 overl. 6-5-1659, 72 jaar oud, eveneens begr. in de St. Janskerk te Sluis; uit dit huwelijk: 20 a.
Cornelis Orliens, overl. 10-6-1647, 39 jaar oud; begr. in de St. Janskerk te Sluis.
2.
Pieter van Orliens, broer van nr. 1; belijdenis Wemeldinge 27-9-1615; bezat daar (in 1610) 13 gemeten land; was in 1609 mede-aannemer van de verbouwing van het fort Lillo, op basis van een bestek van zijn broer David; 21 werd op 14-3-1614 benoemd tot opzichter bij de herbouw van het fort Liefkenshoek; 22 was daar toen ook rijswerker; 23 hield in 1621 toezicht op fortificatiewerkzaamheden te Steenbergen die waren ontworpen door zijn broer David; 24 overl. 1623; tr. Adriaanken, dochter van Lenaart Adriaanszn. Paerdecooper, belijdenis Wemeldinge 21-12-1614, begr. aldaar 11-6-1632.
3.
Daniel van Orliens, op 15-12-1618 bracht hij rapport uit aan de Gec. Raden n.a.v. het bezichtigen van de schorren van Santvliet. 25
415
1 C. Dekker, Een Zeeuws dorp in de middeleeuwen; Wemeldinge voor het jaar 1600, Goes, 2007, p. 216; zie voor diverse bijzonderheden over het geslacht Van Orliens: ZA, Families Van Orliens en Mogge, toegangsnr. 487; op 28-10-1606 was Elisabet Lenarts weduwe van de predikant Pieter van Orliens (RAZE 3590). 2 E. Muller en K. Zandvliet (red.), Admissies als landmeter in Nederland voor 1811, Alphen aan den Rijn, 1987, p. 231; NA, Raad van State, 1.01.19, inv. 1525, fol. 176 v. 3 A. Duyck, De slag bij Nieuwpoort. Journaal van de tocht naar Vlaanderen in 1600, Nijmegen, 2000, p. 83. 4 F. Westra, Nederlandse ingenieurs en de fortificatiewerken in het eerste tijdperk van de Tachtigjarige Oorlog, 1573-1604, Alphen aan den Rijn, 1992, p. 64-66. 5 ZA, SZ, inv. 479, 27-4-1607. 6 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81690, fol. 1. 7 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 146. 8 ZA, SZ, inv. 483, 23-1-1614. 9 ZA, SZ, inv. 483, 28-2-1614 en 11-3-1615. 10 A. van Schoor, Stad in aanwas; geschiedenis van Rotterdam tot 1813, Zwolle, 1999, p. 187. Hij ontwierp een plan tot “besluijtinge vande stadt” dat voorzag in een wal met bastion en een gracht, de Schiedamsevest. Dit plan werd binnen enkele jaren gerealiseerd. 11 ZA, SZ, inv. 487, 7-4-1623. 12 ZA, SZ, inv. 1669, fol. 93. 13 De opdracht werd verstrekt door graaf Willem van Nassau-Siegen; de commandeur van Lillo informeerde de Gecommitteerde Raden van Zeeland erover op 23-7-1632, kort na de verovering van de genoemde forten (ZA, SZ, inv. 1247.1). 14 ZA, SZ, inv. 494, fol. 43, 48 en 264 v. 15 ZA, SZ, inv. 495, 14-9-1634, fol. 56 v en inv. 496, 4-3-1637, fol. 36 v. 16 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 22580, fol. 3 v. 17 ZA, SZ, inv. 498, 26-2-1641, fol. 214. 18 P.C. Bloys van Treslong Prins en J. Belonje, Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Zeeland, Utrecht, 1919, p. 239. 19 ZA, Herv. Gemeente Sluis, inv. 146. 20 De Navorscher, jrg. 4, Bijblad 1864, p. XXXVI. 21 ZA, Rekenkamer Zeeland D, 81690, fol. 14. 22 ZA, SZ, inv. 483, 14-3-1614; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81700, fol. 166 en 207. 23 Idem, fol. 159. 24 A. Delahaye, De vesting Steenbergen, Zevenbergen, 1975, p. 26. 25 ZA, SZ, inv. 1233, Ingekomen stukken bij de Gec. Raden, 15-12-1618. Waarschijnlijk is zijn voornaam foutief genoteerd en had er David moeten staan.
Orneholm, van Zie Wurts.
416
Orsen, van Jooris van Orsen, werd in 1640 betaald voor werk als loodgieter in fort Lillo. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80000.
Orts, van 1.
Charles van Orts, was op 29-1-1674 kortstondig schepen van Lillo-Zuidland. 1
2.
Cornelius Orts, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 5-4-1767; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 25-5-1766 Adriana Bogaerts; weduwe van Cornelis Bolders; zij hertrouwde met Wilhelmus Delwarel; uit dit huwelijk: a.
Antonius Orts, r.k. ged. Lillo-Kruisweg 24-2-1767; begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 214-1767.
1 RAA, oud-arch. Lillo, inv. 28.
Orysom Mourits Orysom, verm. militair; tr. Elisabeth de Berbaes; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a.
Maria, 20-1-1626; getuigen: Huybregt Huybregsen, Melchior Oudam, Janneken van Steven en Maria Barbes.
Osaen 1.
Pieter Osaen, geb. Frankrijk; was in sept. 1629 soldaat in de compagnie van Arent van Serooskercke te Liefkenshoek; later schoenmaker te Liefkenshoek; doopgetuige ald. 21-3-1642; overl. vóór 9-6-1657; otr. Bergen op Zoom (als j.m. uit Frankrijk) 11-91629, tr. aldaar 29-10-1629 Susanna Adriaensen Gauloos (Gauweloos), j.d. van Tholen, toen wonend te Bergen op Zoom; zij hertr. Liefkenshoek 9-6-1657 de adelborst Reijnier Molleret (ook: Reinier Jansen); op 28-9-1671 stelde de huidenvetter en koopman van leer Aernout de Lij te Bergen op Zoom een vordering tegen haar in in verband met geleverd leer dat nog niet betaald was; 1 uit dit huwelijk [NB: hiaten doopboek Liefkenshoek 1627-1635]: Maria Osaen; tr. Salomon Willaart; zie aldaar. Johannes (Jan) Osaen, ged. Liefkenshoek 22-10-1634; getuigen: Jacob den Decker, Remy Desien en Mayeken Goverts; zie verder nr. 2. c. Adriaen Osaen, ged. Liefkenshoek 6-10-1636; getuige: Tanneken Adriaensen de Code [?]; hij was doopgetuige Liefkenshoek 24-12-1656 en 31-7-1661. uit dit huw. voorts ged. Liefkenshoek: d. Susanna Osaen, 24-8-1642; getuigen: Mr. Abraham van der Leen, Cornelis Dingemans (majoor op de Cruysschans), Peryntie Pieters en Jaquemyntie Cappers. e. Susanna Osaen, 28-8-1644; getuigen: Nicolaas Berkenbos, Hans verhulst en Janneken Alleman. f. Franchoys Osaen, 1-1-1646; getuigen: Adriaen Jansen en Fransyne Vlam. a. b.
417
g. h.
2.
Jan Osaen, zoon van nr. 1; tr. Aeltie de Moor; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
3.
Fransyntie Osaen, 2-5-1649; getuigen: Floris Cornelissen, Andries Lambrechts en Fransyntie Joos. Pieter Osaen, 10-8-1653; getuigen: Johannis Pottier, Machiel de Munninck, Johannis Elias en Maria Osaen.
Susanna Osaen, 26-1-1659; getuigen: Jan de Moor, Salomon Willaart en Susanna Reyniers. Jan Osaen, 31-7-1661; getuigen: Adriaen Osaen en juffr. Maria Pottiers.
Cornelis Osaen, werd onderhouden door de diaconie van Liefkenshoek in juli 1680, april 1681 (mondkost) en januari 1682. 2
1 MHC Bergen op Zoom, arch. notaris Adriaan Schippers, inv. 255, 28-9-1671, akte nr. 38. 2 ZA, RB, inv. 275.
Osfort Francois Osfort, afkomstig van Lillo; 1 vertrok als soldaat op 27-10-1742 met het VOCschip “Eendracht” naar Batavia; overl. aan boord van dit schip tijdens de reis (tussen Kaap de Goede Hoop en Batavia) op 8-4-1743 . 2 1 Afkomstig van betekent hier waarschijnlijk: daar gerecruteerd. 2 NA, VOC-arch., inv. 6143, fol. 226.
Osmans Geert Osmans, was in 1694 knecht op de boerderij van Christoffel Alens in de polder van Lillo. 1 1 Rijksarchief Brussel (Anderlecht), Staten van Brabant, carton nr. 391; kohier van het hoofd-, paarden- en beestengeld (een belasting) betreffende de inwoners van de ambachtsheerlijkheid van Lillo-Zuidland in 1694.
Ossendorp, van Geert van Ossendorp, was op 2-6-1645 musketier in de compagnie van Willem Jan Cabbeliau te Liefkenshoek; 1 tr. Styne Bachter(um); uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b. c.
Johan van Ossendorp, 12-4-1643; getuigen: Marcus de Rycke en Margriete Schotte. Erenken van Ossendorp, 11-3-1646; getuigen: Jacob de Hond en Erenken Jans. Hendrik van Ossendorp, 6-10-1647; getuigen: Hendrik Jansen en Catharina Mavou.
1 ZA, Rekenkamer Zeeland C, inv. 843.
Osta, van 1.
Paulus van Osta, tr. r.k. Lillo-Kruisweg 15-7-1691 Dymphna de Bruycker.
418
2.
Pieter (Petrus) van Osta, moest op 7-11-1760 met zijn vrouw wegens dieverij OudLillo verlaten; 1 op 15-5-1759 werd een kind van hem begr. (r.k.) te Lillo-Kruisweg.
3.
Adrianus van Ostay, komt voor op de lijst van parochianen van de r.k. kerk te LilloKruisweg betreffende de periode 1692-1708; 2 begr. Lillo-Kruiswg (r.k.) 13-5-1701.
1 ZA, SZ, inv. 1937, 7-11-1760. 2 Parochielijst Lillo-Kruisweg 1692-1708, op. cit..
Ostheim, van Barthold van Ostheim (Oostheim), zoon van Hessel van Ostheim en Wilhelmina Bartholdsdr. van Ghendt; werd in 1637 benoemd tot kapitein onder graaf Hendrick van Nassau; 1 zijn compagnie verbleef met 102 koppen op 30-4-1644 in het fort Kruisschans; 2 overl. 16-1-1654, begr. te Franeker. 1 G. Nauta, Register van de resolutieën der Ed. Mog. Heren Ged. Staten van Friesland 1600-1754, Tresoar, nadere toegang 5.09 (benoemingen tot “capitein of hopman”). 2 ZA, SZ, inv. 1259, nr. 111.
Ostin Jacobus Ostin, tr. Amelberg Thilis; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a. b. c. d.
Theodorus Ostin, september 1742; helft tweeling. Andreas Ostin, september 1742; helft tweeling. Petrus Joannes Ostin, 15-12-1743; helft tweeling. Margaretha Ostin, 15-12-1743; helft tweeling; tr. Koekelare 15-1-1764 (omschreven als Margareta Constantia) Joannes Baptiste Cornille, ged. Frelinghien (Frankrijk) 2510-1713, overl. Koekelare 26-4-1774.
Otsen Arent Otsen, vermeld als ‘opvarende extraordinair’ in dienst bij de vloot te Lillo op 21-71632. 1 1 NA, Admiraliteitsarchieven 1.01.46, inv. 2458.
Otten Nicolaes Otten, ontving in 1745 £ 1:9:2 voor het maken en leveren van 350 nieuwe pulverzakbuizen voor het laboratorium te Lillo ten behoeve van de artillerie; leverde toen ook 100 buizen voor handmortiergranaten. 1 1 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81290, fol. 42 en 43.
419
Otterijck, van Carolus van Otterijck, woonde in het fort Lillo; verm. militair; tr. Margaretha van Tandt; uit dit huwelijk r.k. ged. Lillo-Kruisweg: a.
Joannes Baptist van Otterijck, 21-6-1691.
Otto 1.
Godfried Otto, kapitein van een compagnie van het Staatse leger die begin 1721 in het fort Lillo verbleef; hij verving toen tijdelijk Johan Idsinga als commandeur van Lillo wegens diens verblijf in Friesland; 1 tr. Johanna van Coutten; uit dit huw. ged. fort Lillo 11-5-1721: a.
2.
Helena Otto, getuigen: Pieter Tollius en Justina Constantia Otto-Becker; otr. (als j.d.) Venlo 14-8-1740, tr. ald. 28-8-1740 Wilhelm Henrick baron van Reede, geb. Issum, weduwnaar van Eva Catharina van Roor. 2
Bernardus Wilhelmus Otto, benoemd tot vaandrig in de compagnie en het regiment van brigadier Cornelis Evertsen op 1-1-1747; 3 doopgetuige Liefkenshoek 8-7-1736; tr. Adriana Brom; uit dit huw. ged. Liefkenshoek 13-2-1734: a.
Petronella Otto, getuigen: George Mergel en Paulina Brom.
1 ZA, Verz. Verheye van Citters, inv. 17. 2 De Ned. Leeuw, jrg. 1914, p. 186. 3 ZA, SZ, inv. 1673, fol. 29 v.
Oub, van Jan van Oub, geb. Zettert; kanonnier in de compagnie van luitenant-kolonel Du Bois in 1780; otr. Lillo 7-4-1780, tr. aldaar 23-4-1780 Maria Scheffer, geb. fort Kruisschans, ged. fort Lillo 16-9-1759, dochter van Willem Scheffer en Joanna Maria de Baudemaker.
Oude, d’ Zie Doude en Van (den) Houwe(n).
Oudenhove, van Cornelis van Oudenhove, overl. kort voor 12-11-1726; had broer Antoon en zuster Elisabet; 1 tr. (1) Katelijne Roomers, weduwe van Jan Joossens Rijlof, overl. kort voor 185-1721; 2 tr. (2) Katelijne Guns. 1 RAB, DK, inv. 23, fol. 311, 12-11-1726. 2 Idem, fol. 122 v, 18-5-1721.
Ouderogge Paulus Francou (van) Ouderogge (Ourugge), verm. militair; tr. Fransyne Katrie (ook: Carponys); uit dit huwelijk ged. Liefkenshoek:
420
a. b.
Josyntie, 20-2-1650; getuigen: Jaques Laens, Pieter Aertsen, Vintie Jans en Baeye Jacobs van Blinckvliet. Cathalina, 8-4-1657; getuigen: Huybrecht Houke, Marcus de Rycke en Geertruyt Jans.
Oudstraten, van Jan van Oudstraten (ook: Rietstraate), tr. Tryntie van Ravensbergh; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. b.
Abraham, 26-12-1661; getuigen: Mathys Gillis en Cornelia Pieters. Catalyne, 26-5-1675; getuigen: Gillis Baart en Paulina Aerts Dykmans.
Outermans Jan Outermans, was in 1678 mede-aannemer van de bouw van een nieuwe brug te Lillo; 1 verrichtte in 1680 werkzaamheden aan de hoofden van Lillo en Liefkenshoek; 2 idem in 1683. 3 1 ZA, SZ, inv. 680, 25-7-1678. 2 ZA, SZ, inv. 685, 15-8-1680. 3 ZA, SZ, inv. 691, 14-9-1683.
Outrein, d’ Gillius d’ Outrein, advocaat; liet in januari 1689 beslag leggen op de gage van Anthonij de Valck, commandeur te Liefkenshoek. 1 1 ZA, SZ, inv. 696, 11-1-1689; ook: 5-5-1689.
Ouwe, den Zie Van (den) Houwe(en).
Ouweleck Job Ouweleck, benoemd tot ’s lands metselaar van Zeeland op 3-2-1670 als opvolger van Jan Carre; 1 verrichtte werkzaamheden aan het Hof (de Abdij) te Middelburg in 1671; 2 was in 1678 “werkbaas” in dienst van het gewest Zeeland en belast met het visiteren van onderhouds- en bouwwerken in o.m. Lillo en Liefkenshoek. 3 1 ZA, SZ, inv. 1670, fol. 125 v. 2 ZA, Leveranciers en uitvoerders 1583-1805. 3 ZA, SZ, inv. 680, 5-5-1678.
Ouwens Joost van Ouwens, pachtte in 1738 en 1740 samen met Jan Aerts een weiland bij Liefkenshoek; zij betaalden daar per jaar fl. 15, 3 stuivers en 8 duiten voor. 1
421
1 ZA, Verzameling Ermerins-Wiltschut, inv. 4, stukken betreffende de boedel van Evert Jan de Vassy.
Ouwerkerck Josua Ouwerkerck, werd op 22-1-1693 benoemd tot ontvanger van de 15 de en 20ste penning van de collaterale successie van de roerende en onroerende goederen te Axel, Terneuzen, Biervliet, Lillo en Liefkenshoek. 1 1 ZA, SZ, inv. 1671, fol. 112 v.
Overbe(e)ke, van A. De familie van David Danielszn. van Overbeeke 1.
David Danielszn. van Overbeke, woonde in Bergen op Zoom; tr. (1) Truytken Cornelis; tr. (2) Maeyken Xanders; uit het eerste huw.: a. Lambrecht Davidse van Overbeke, ged. Bergen op Zoom 1-8-1604 (getuigen: Jan Laureys en Thanneken Cornelisse); zie verder nr. 3. Uit het tweede huwelijk: b. Jan Davidse van Overbeke, ged. Bergen op Zoom (geref.) 4-7-1610 (getuigen: Anthony Vernatt, Job Cornelis, Mayken Diercx en Lintken Willems); 1 zie verder nr. 2.
2.
Jan Davidse van Overbeke, zoon van nr. 1, stiefbroer van nr. 3; woonde in Doel, o.m. vermeld in 1638 en 1640; otr. (2) Liefkenshoek 20-3-1638 Elisabeth Kegelaars, geb. Doel; otr. (3) Liefkenshoek 14-7-1640 Janneke Pieters, geb. Gastel; uit het eerste huwelijk ged. Liefkenshoek [NB: diverse hiaten in doopboek Liefkenshoek 16271635]: a.
Maria van Overbeke, 12-2-1634; getuigen: David van Overbeke, Anthony Alaerts, Mathys van Eertbrugge, Goudelieve Aerts en Mayeken Jacobs; zij was doopgetuige Liefkenshoek 8-11-1676. b. David van Overbeek, 2-3-1636; getuigen: Willem Aerentsen, Thomas Jansen en Mayeken Pauwels. uit het tweede huwelijk: c. Paulus van Overbeke, ged. Liefkenshoek 18-9-1639; getuigen: Passchier de Witte, Pieter Baart, Naentie Stevens en Lyntie van Gelder. uit het derde huwelijk ged. Liefkenshoek: d. Cijtje Jans van Overbeke, 16-6-1641 (getuigen: Stoffel van den Boogaert, Jan Janssen, Betje Cornelis en Leuntje Pieters); otr. (1) Liefkenshoek 29-4-1667, tr. (1) ald. 8-5-1667 Claes Leenderts, geb. Doel, soldaat; otr. (2) Tholen (geref.) 203-1680, tr. (2) ald. 7-4-1680 Abraham Cousijn, weduwnaar van Tholen. e. Pietronella van Overbeeke, 26-10-1642; getuigen: Hans Geerstenhaver, Adriaen Govaarts, Neelken Pieters en Elisabet Jansen.
422
3.
Lambrecht Davidse van Overbeke, zoon van nr. 1; stiefbroer van nr. 2; woonde in Doel; kocht daar in de Noordvoorstraat een huis van Niklaes Rombouts Verbert; overl. Doel in of voor 1669; zijn kinderen verkopen in 1669 het genoemde huis aan Abraham Jacobs Verstaten; 2 tr. Goedele Aertsen; zij kocht 25-9-1679 een huis aan de westzijde van het dorp Doel; 3 uit dit huw. [NB: diverse hiaten in doopboek Liefkenshoek 16271635]: a. b.
Jacob Lambreghts van Overbeke, zie verder nr. 3.1. David van Overbeeck, ged. Liefkenshoek 14-3-1632; getuigen: Hans Bogaerts, Zander van Overbeek, Janneken Jacobs en Janneken Pieters [NB: naam van de vader in doopboek verm. foutief genoteerd als Huybrecht van Overbeeck]. c. Arnout van Overbeeck, ged. Liefkenshoek 13-11-1633; getuigen: Nicolaas Rombouts, Jeronymus Coenraets, Teunken Jacobs en Tanneken Pieters Boogaarts. d. Alexander Lambreghts van Overbeke, ged. Liefkenshoek 13-2-1639; getuigen: Passchier Kille, Gerrit Theunis en Elisabet Kegelaar; zie verder nr. 3.2. e. David van Overbeeck, ged. Liefkenshoek 21-3-1642; getuigen: Joos van den Ende en Mayeken Cornelis; zie verder 3.3. f. Janneken van Overbeek, ged. Liefkenshoek 25-9-1644; getuigen: David Verstraaten, Hans Adriaens, Janneken Jacobs en Geertie Pieters. Mog. voorts: g. Daniel Lambreghts van Overbeeke, kocht 22-2-1700 een huis te Bergen op Zoom genaamd Agter Eyke. 4 h. Cornelia Lambregtse van Overbeeke, op 21-4-1694 vermeld als de innocente weduwe van Jan Jansen Tuereluer i.v.m. de verpachting van land in de polder 5 Mattenburgh te Nieuw-Vossemeer. 3.1 Jacob Lambrechtse van Overbeke (zoon van nr. 3), geb. Doel; woonde in 1672 in de Westvoorstraat te Doel; 6; voogd te Doel 22-9-1683; 7 overl. Doel 14-3-1684; 8 otr. (1) Liefkenshoek 22-5-1660, tr. (1) ald. 13-6-1660 Anneken Gillis (Anneken Adriaens), geb. Ouden Doel, dochter van Adriaen Gillissen en Anneken Guchtenare (zie Gillissen nr. 6); otr. (2) Liefkenshoek 5-12-1665, tr. (2) ald. 3-1-1666 Janneke Jacobs Blok, geb. Doel, overl. Doel kort voor 23-6-1687; 9 uit het eerste huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a. b.
Lambrecht van Overbeke, ged. Liefkenshoek 27-11-1661; getuigen: David Lambrecht en Maria Jans. Adriaan van Overbeke, zie verder nr. 4.1.
uit het tweede huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: c. Jacob van Overbeke, zie verder nr. 4.2. d. Maeyken van Overbeke, geb. 1669 (18 jaar op 23-6-1687); 10 samen met broer Jacob op 16-12-1692 vermeld als erfgenaam van hun moederlijke oom Engel Jacobsen Block; 11 zij tr. de landbouwer Passchier Arissen (ook: Antheunissen) die in 1728 overleed (zie Adriaensen ad A ; uit dit huw. Engel, Joanna, Anthony en Rebecca; Maeyken is vermeld op 24-11-1728; 12 zij was doopgetuige te Dinteloord in 1735.
423
3.2 Alexander (Sander) Lambrechtse van Overbeke (zoon van nr. 3), geb. Doel; ged. Liefkenshoek 13-2-1639; woonde 9-11-1672 in de Zuidvoorstraat te Doel; 13 had op 18-7-1679 als pachter een schuld bij de erfgenamen van Michiel van den Kerckhove; borg stond de wagenmaker Adriaan Mathijssen; 14 overl. vόόr mei 1695; 15 otr. Liefkenshoek 9-5-1665, tr. ald. 7-6-1665 Maria Maertens, geb. Doel; in februari 1695 ontving zij kostgeld van de diaconie van Liefkenshoek; zij ontving in mei 1695 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 2:1:4 voor het onderhouden van Paulijntje Brom; 16 uit dit huwelijk [NB hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a.
b. c. d.
Maeyken (Maria) Sanders van Overbeke, geb. Doel; overl. kort voor 16-61734; 17 tr. (1) Lieven Jacobus Hoeck, overl. Doel 15-3-1691 (zie aldaar); otr. (2) Liefkenshoek 5-1-1697, tr. (2) ald. 27-1-1697 Boudewijn de Vos, geb. Doel (zie aldaar); 18 woonde maart 1720 met hem, drie kinderen (Mari, Sander en Dina) en Cornelis van Overbeek (inwonend; een broer?) in het dorp Doel. 19 Lambrecht van Overbeeke, zie verder nr. 4.3. Martinus van Overbeeke, ged. Liefkenshoek 6-12-1676; getuigen: David van Overbeeke, Anthony Meertens Mattenburgh en Adriaentie Cents. Cycken van Overbeeke, ged. Liefkenshoek 11-2-1680; getuigen: Mathys Boenders, Jan Martens en Janneken Blockx.
3.3 David Lambrechtse van Overbeke (zoon van nr. 3), geb. Doel ca. 1643 (41 jaar oud op 27-3-1684; ged. te Liefkenshoek); 20 bezat twee huizen aan de Noordvoorstraat te Doel; op 7-6-1684 betaalde de diaconie van Liefkenshoek hem 10 gr. Vlaams voor het maken (= verm. repareren) van kleren; 21 verkocht 1-3-1685 een huis te Doel aan Cornelis Pippincks; 22 verkocht 27-10-1688 land te Doel aan Hendrik Pin; 23 betaalde in december 1688 aan de diaconie van Liefkenshoek ₤ 1:13:0; 24 straatschoonmaker te Liefkenshoek vanaf 11-10-1707 tegen een jaartraktement van 6 pond Vlaams; 25 ontving in januari 1711 van de diaconie van Liefkenshoek een vergoeding van ₤ 0:2:0; 26 overl. kort vόόr 24-9-1711; 27 in september 1711 ontving de diaconie van Liefkenshoek ₤ 6:9:5 uit de opbrengst van zijn koopdag; deze diaconie van betaalde in september 1711 voor zijn begrafenis o.m. de kosten van het afleggen door Catrina Montal en Catharina Officiers en aan de weduwe van Moormans werd ₤ 0:16:8 betaald voor de doodskist; 28 werd als straatschoonnmaker te Liefkenshoek opgevolgd door Jacobus Marinussen; 29 otr. (1) Liefkenshoek 9-7-1661, tr. (1) ald. 30-7-1661 Catharyna (Katelijne) Lucas, geb. Doel, dochter van Lucas Pieters en Maeijken Jacobs (zie Lucas ad 2), ged. Liefkenshoek 7-11-1638, overl. Doel kort voor 22-9-1683; 30 tr. (2) ca. 1684 Magdalena Mahuy, dochter van Cornelis Mahuy en verm. Maijke Bartels; zij was weduwe van Joos Baert; uit het eerste huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1663 tot 17-11-1674]: a.
b. c.
Maria van Overbeke, ged. Liefkenshoek 23-4-1662 (getuigen: Anthony van der Heyden, Boudewyn Cornelissen en Maria de Keyser); vermeld als 20 jaar oud op 22-9-1683. 31 Lambrecht van Overbeke, 19 jaar op 22-9-1683. 32 Pieter van Overbeke, 15 jaar op 22-9-1683. 33 Uit het tweede huw. ged. Liefkenshoek:
424
d. e.
Lambrecht van Overbeek, 24-9-1684; getuigen: Adriaen Jacobse van Overbeek, Leendert Cornelissen Mahuy en Mayeken Sanders van Overbeek. Geertruyt van Overbeeke, 10-11-1686; getuigen: Jan Thomassen Brom en Anneken Dronkers.
4.1 Adriaan Jacobse van Overbeke (zoon van nr. 3.1), geb. Doel ca. 1667 (17 jaar oud op 14-3-1684); 34 kocht 2-6-1692 uit de boedel van zijn vader een huis aan de Dweisstraat te Doel achter het Herenhuis; 35 betaalde in juni 1695 ₤ 0:12:0 interest en in juni 1697 ₤ 1:4:0 interest aan de diaconie van Liefkenshoek; ontving in juni 1697 van de diaconie van Liefkenshoek ₤ 0:3:8 wegens het leveren van een broek; 36 in april 1709 te Liefkenshoek vermeld als kleermaker; 37 verkocht in 1709 een huis met erf gelegen binnen het fort Liefkenshoek aan Jacobus Marinusse; 38 kerkbestuurder Liefkenshoek 1706-1728; 39 kocht in 1721 het huis te Doel van Jan Willemsen Meusch en Jacoba Steps; 40 doopgetuige Liefkenshoek 19-10-1704; begr. Doel (met het beste doodskleed, waarvoor schoonzoon Gijsbrecht Kiemans aan de diaconie fl. 3 betaalde) 26-8-1731; 41 tr. (1) Cornelia Klos; tr. (2) Hester Coppens; 42 uit het eerste huwelijk ged. Liefkenshoek: a.
Magdalena van Overbeeke, 19-12-1688; getuigen: Engel Block, Magdalena Cranendonck. b. Jacob van Overbeke, 21-1-1691; getuigen: Machiel Jacobsen en Mary van Overbeeke; jong overleden. c. Anna (Anneke) van Overbeke, 4-5-1692 (getuigen: Paschier Arissen en Mayeken Dronkers); begr. Doel (waarbij het nieuwe, beste baarkleed werd gebruikt voor fl. 3) 14-4-1720; 43 tr. Gijsbrecht Kiemans, herbergier te Doel (zie aldaar); uit dit huwelijk zoon Cornelis, ged. Liefkenshoek 3-3-1720 (getuigen Adriaan van Overbeeke en Elisabeth Verhage). d. Jacobus van Overbeeke, 23-1-1695; getuigen: Jacobus van Overbeeke en Janna Moormans. Uit het tweede huwelijk ged. Liefkenshoek: e. Tanneken van Overbeeke, 23-4-1696; getuigen: Jacob van Overbeeke, Pieter Willemsen en Tanneken Willemsen. f. David van Overbeek, 20-7-1697; getuigen: Boudewyn de Vos en Tanneken Willems. g. Idem, 16-8-1705; getuigen: Lambrecht van Overbeeke en Tanneken Willems. Voorts: h. N.N. van Overbeeke, overl. kort vόόr 16-3-1704; toen werd voor het doodskleed van het kind van Adriaan van Overbeeke ₤ 0:5:0 betaald aan de diaconie van Liefkenshoek. 44 4.2 Jacob Jacobse van Overbeke (zoon van nr. 3.1), geb. Doel ca. 1667 (20 jaar op 23-61687), zoon van Jacob Lambrechtse van Overbeke en Janneken Jacobs Block; 45 woonde 16-12-1692 in Dordrecht. 46 4.3 Lambrecht van Overbeke, geb. Doel, zoon van Alexander Lambrechtse van Overbeke en Maria Maertens; lidmaat Liefkenshoek met vier kinderen maart 1720; 47 tr. Janneke Janse Brom, ged. Liefkenshoek 4-1-1682, dochter van Jan Thomassen Brom en Maria
425
Jansen (de) Visser (zie aldaar), overl. vóór 19-3-1720; uit dit huwelijk [NB: hiaat doopboek Liefkenshoek 1707 tot 19-1-1715]: a. b. c. d.
e.
Maria van Overbeeke, ged. Liefkenshoek 16-7-1702; getuigen: Cornelis van Overbeeke en Elisabet Broms; jong overleden. Alexander (Sander) van Overbeeke, ged. Liefkenshoek 26-8-1703; getuigen: Cornelis van Overbeeke en Beatrix Brom. Maria van Overbeeke, 11-7-1706; getuigen: Jan Brom en Seyken van Overbeeke. Sijke van Overbeeke; begr. Lillo [= verm. Oud-Lillo] 15-8-1744 als vrouw van de korporaal Nicolaas Sloot; 48 tr. Axel 4-5-1738 (als j.d. van den Doele), omschreven als Lessia [= Lucia, roepnaam Sijke] van Overbeek, Nicolaas Sloot (zie aldaar). Johanna van Overbeeke, gedoopt te Liefkenshoek op 25-10-1716 (getuigen: Boudewijn de Vos en Esther Koppens).
B.
Overige personen met de naam (Van) Overbeeke
1.
Jan van Overbeke, in 1596 wordt zijn weduwe, Barbera Cornelisdr. Wouters, te Lillo vermeld als echtgenote van de soldaat Jacques Fuxquet; zij komen voor in een notarisakte te Goes. 49
2.
Dries van Overbeke, verm. militair; tr. Mayeken Buytees; uit dit huw. ged. Liefkenshoek: a. Betjen van Overbeke, 28-8-1639; getuigen: Hector van Collegem en Treyntje Symoens.
3.
Klasyntie Lambrechts van Overbeeke; tr. in of vóór 1701 Geert Hendrikse; zie aldaar.
4.
Johanna van Overbeek, otr. als j.d. Hulst 26-7-1710, tr. ald. 20-8-1710 Marcus Adonus, j.m.; geboorteplaats van beiden niet genoteerd, wel dat de ondertrouw ook is aangekondigd in Liefkenshoek.
5.
Jacob van Overbeecke, mog. identiek met 4.1 ad d; aan hem betaalde de diaconie van de fortkerk van Liefkenshoek in het boekjaar 1729-1730 fl. 18 en 19 stuivers voor het onderhouden van Thomas Janse. 50
1 David Danielszn. van Overbeke was timmerman te Bergen op Zoom. Deze tr. (1) Truytken Cornelis.; tr. (2) Maeyken Xanders; otr. (3) Bergen op Zoom 29-4-1623, tr. (3) aldaar 7-5-1623 Catelijne Cornelis, j.d. van Bergen op Zoom; zij otr. (2) (als weduwe van David Danielse van Overbeke) Bergen op Zoom 28-2-1626, tr. (2) aldaar 18-3-1626 Bartholomeus Cijriaens. David Danielse van Overbeke is overl. tussen 26-9-1625 (toen doopgetuige te Bergen op Zoom) en 28-2-1626 (datum hertr. van zijn derde echtgenote). Hij had een broer Lambrecht Daniels van Overbeeck (naar wie nr. 3 zal zijn genoemd). David en Lambrecht zijn zonen van Daniel van Overbeeke (metselaar te Bergen op Zoom) en Pieternelleken Symons (van Wouwe); zie o.m. MHC Bergen op Zoom, not. arch., inv. 51, akte 43, 25-8-1637.
426
2 RAB, DK, inv. 15, fol. 192, 1669. 3 RAB, DK, inv. 16, fol. 247, 25-9-1679. 4 MHC, rechterlijk archief 246, fol. 118; De Brabantse Leeuw, jrg. 5, 1956, p. 73. 5 MHC, ora Steenbergen, inv. 1659, 21-4-1694. De pacht betrof 11,5 gemeten à fl. 6 en 10 stuivers per gemet. 6 RAB, DK, inv. 15, fol. 242 v, 17-2-1672. 7 RAB, DK, inv. 16, fol. 254, 22-9-1683. 8 RAB, DK, inv. 17, fol. 17, 29-4-1684 9 RAB, DK, inv. 18, fol. 43, 23-6-1687. 10 Idem. 11 RAB, DK, inv. 19, fol. 110, 16-12-1692. 12 RAB, DK, inv. 24, fol. 43, 24-11-1728. 13 RAB, DK, inv. 15, fol. 268 v, 9-11-1672. 14 RAB, DK, inv. 16, fol. 22, 18-7-1679. 15 ZA, RB, inv. 275. 16 Idem. 17 RAB, DK, inv. 24, fol. 251 v, 16-6-1734. 18 RAB, DK, inv. 19, fol. 134, 4-5-1693. 19 De Navorscher, 1903, p. 627. 20 RAB, DK, inv. 17, fol. 10, 27-3-1684. 21 ZA, RB, inv. 275. 22 RAB, DK, inv. 17, fol. 109 v, 1-3-1685. 23 RAB, DK, inv. 18, fol. 101, 27-10-1688. 24 ZA, RB, inv. 275. 25 ZA, SZ, inv. 715, 11-10-1707; ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80930, fol. 69. 26 ZA, RB, inv. 276. 27 ZA, SZ, inv. 719, 24-9-1711. 28 ZA, RB, inv. 276. 29 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 80960, fol. 70; ZA, SZ, inv. 719, 24-9-1711. 30 RAB, DK, inv. 16, fol. 254, 22-9-1683. 31 RAB, DK, idem. 32 Idem. 33 Idem. 34 RAB, DK, inv. 17, fol. 17, 29-4-1684. 35 RAB, DK, inv. 19, fol. 52, 2-6-1692. 36 ZA, RB, inv. 275. 37 ZA, RB, inv. 276. 38 ZA, RB, inv. 290, ongefol. 39 Idem, inv. 276 en 277.
427
40 RAB, DK, inv. 23, fol. 92 v, 7-2-1721. 41 ZA, RB, inv. 278, ongefol. 42 RAB, DK, inv. 24, fol. 134 v, 2-4-1731. 43 ZA, RB, inv. 278, ongefol. 44 ZA, RB, inv. 276. 45 RAB, DK, inv. 18, fol. 43, 23-6-1687. 46 RAB, DK, inv. 19, fol. 110, 16-12-1692. 47 De Navorscher, 1903, p. 627. 48 Idem, inv. 255, ongefol. 49 GA Goes, RAZE 2040, Goes, 1596. 50 ZA, RB, inv. 278, ongefol.
Overhooft Maria van Overhooft, verm. echtgenote van een militair; lidmaat Grave vanuit Hellevoetsluis 3-4-1763; vertrok naar Lillo 26-3-1765. 1 1 BHIC, arch. Ned. Herv. Kerk Grave, inv. 74. Zij is mogelijk identiek met Maria Overhooft die op 4-12-1784 is vermeld als de overleden echtgenote van Cornelis Alders. Deze was toen sergeant in het regiment van kolonel Graaf van Efferen; hij (geboren in Emmerich en r.k.) hertrouwde (ondertrouwde) toen voor de Schepenbank van Breda met Maria van den Brule, j.d. uit Den Haag.
Overloop, van Gillis van Overloop, schepen van Doel-Kieldrecht 1754-1758. 1 1 D. Verelst, 1984, p. 380-390.
Overmaeckers Gisbertus Overmaeckers, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 27-10-1688; tr. r.k. Lillo-Kruisweg 19-3-1688 Catharina Veltmans, zij hertr. Gerardus Boogaerts.
Overstra(a)ten, van Over deze familie publiceerde J.W.M. Weijts een uitgebreide genealogie, met correcties op een eerdere genealogie van A.J.L. Juten. Dit geslacht blijkt te kunnen worden herleid tot ene Antonij Cornelis die op 17-7-1624 als j.m. van Brussel in Bergen op Zoom huwde met Lijnken Antonis, j.d. uit Bergen op Zoom. De familie heeft een wapen (in goud drie zwarte kookpotten met lange halsen, twee oren en drie poten) dat vermoedelijk verwijst naar het pottenbakkersambacht dat werd beoefend door de voorvader Hendrick Anthonissen. 1 1.
Jan Hendrik van Overstraten, zoon van Engelbert van Overstraten (schepen en weesmeester te Bergen op Zoom) en Adriana Schroots, ged. Bergen op Zoom 11-61727; notaris te Bergen op Zoom; bezat in Bergen op Zoom talrijke huizen; voorts
428
landerijen in de omgeving van Bergen op Zoom, waaronder het landgoed “Visvliet” onder Steenbergen; procureur te Lillo vanaf 5-3-1779; 2 was in 1791 buitenburgemeester van Bergen op Zoom; behoorde tot de oprichters van een afdeling aldaar van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen; 3 overl. 21-3-1809; begr. in de kerk van Bergen op Zoom 26-3-1809; het batig saldo van zijn boedel bedroeg fl. 176.689; 4 tr. Bergen op Zoom 6-9-1751 Catharina Wilhelmina Aelmans, ged. Bergen op Zoom 22-12-1728, dochter van Pieter Aelmans en Geertruida Pets, overl. 14-11-1806, begr. in de kerk van Bergen op Zoom 15-11-1806; uit dit huwelijk: a. b. c.
d.
e. f. g. h.
2.
Engelbert van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 23-7-1752; zie verder nr. 2. Petronella Geertruda van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 6-1-1754; overl. ald. 5-2-1754. Pieter Gerardus van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 19-2-1755; hij werd luitenant-generaal der cavalerie en gouverneur-generaal van Oost-Indië; overl. Batavia 22-8-1801; 5 tr. Johanna Maria Lodisio. Adriana van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 14-7-1756; dichteres; overl. aldaar 10-1-1820; tr. (1) Bergen op Zoom 4-1-1804 Sebastiaan Rauws, kapitein ter zee; tr. (2) Bergen op Zoom 29-7-1819 Nicolaas van Cuylenburgh, drossaart van Zuiden Westkwartier van Bergen op Zoom, weduwnaar van Aleida Tulbach. Helena van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 8-10-1757; overl. ald. 25-10-1771. Anthoni van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 11-3-1759; overl. ald. 16-5-1759. Idem, ged. Bergen op Zoom 20-6-1760; overl. ald. 2-9-1760. Idem, ged. Bergen op Zoom 28-7-1761; advocaat en auditeur-militair en lid van de municipaliteit te Bergen op Zoom; overl. aldaar 14-4-1809 (aan “zinking- en zenuwkoortsen”); begr. in de kerk van Bergen op Zoom 18-4-1809; tr. aldaar 212-1798 Lucia Rebecca Lemmers, geb. Molenbeek (Borgvliet) 12-8-1779, ged. Bergen op Zoom 15-8-1779, dochter van Jacobus Johannes Lemmers en Charlotte Rebekka von Freijtag.
Engelbert van Overstraten (zoon van nr. 1), ged. Bergen op Zoom 23-7-1752; 6 woonde in 1778 in de Rijkebuurtstraat te Bergen op Zoom; was toen met zijn echtgenote lidmaat van de Ned. Geref. Kerk aldaar; assistent-secretaris van de magistraat te Lillo m.i.v. 7-1-1779; 7 in 1780 tevens als auditeur te Lillo en Liefkenshoek vermeld; 8 ook ondercommies in het magazijn aldaar; liet in 1779 schoonmaakwerkzaamheden verrichten in het magazijn van Lillo (met name het schuren, stoffen en schoonmaken van de ammunitiegoederen) en ontving hiervoor £ 3:14:4; 9 verkocht op 25-8-1780 voor fl. 150 zijn paardenstal en koetshuis te Lillo aan Hendrik Kluit; 10 was ontvanger der tollen te Lillo; werd als waarnemend secretaris en auditeur te Lillo ontslagen op 243-1784; 11 vluchtte uit Lillo in december 1784; woonde op 6-5-1785 in het Oudland te Steenbergen, zonder echtgenote, met de kinderen Catharina, Maria en Adriana; 12 op 13-10-1785 besloot de magistraat van Lillo om zijn achtergelaten goederen publiekelijk te verkopen; 13 deze goederen werden geïnventariseerd op 15-10-1785; 14 een publieke verkoop in december 1785 leverde 10 pond Vlaams op; 15 was toen nog steeds voortvluchtig; leende van de fortkerk van Lillo 172 guldens, 14 stuivers en 11 penningen; deze lening bleek op 3-8-1786 te zijn afgelost; 16 overl. in of voor 1806, mog. nov. 1799; tr. Bergen op Zoom (in de Waalse kerk) 9-10-1775 (otr. 22-9-1775)
429
Cornelia Adriana van Biesenbroek, j.d. van Delft, dochter van Johannes Biesenbroek en Antonia van Huis, begr. te Bergen op Zoom in januari 1795; 17 uit dit huw.: a.
b.
c. d.
e.
Catharina Johanna van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 7-8-1776, overl. 2-11859; tr. Bergen op Zoom 26-4-1801 Marinus Paulus Marinissen, ged. te Veere, kapitein der artillerie. Maria Antonia van Overstraten, ged. Bergen op Zoom 2-12-1778; overl. aldaar 161-1799 in het kraambed; tr. luitenant Gilles Matrasse, ged. Chartres, arts in ’s lands hospitaal te Bergen op Zoom. N.N., overl. Lillo 8-9-1780. Adriana van Overstraten, geb. onder de jurisdictie van Steenbergen (maart 1781 ?); overl. 6-4- 1850; tr. Bergen op Zoom 25-6-1809 (otr. 10-6-1809) Pieter Soethoudt, j.m., geb. Groot Zundert. Pieter Johannis van Overstraaten, overl. Lillo 14-9-1782.
Overige personen met de naam Van Overstraten 1.
Marcelius van Overstraeten, begr. Lillo-Kruisweg (r.k.) 10-8-1729.
1 J.W.M. Weijts, Van Overstraten (Bergen op Zoom, 17de en 18de eeuw), in: Mensen van vroeger, jrg. 6/7, nr. 7, 8 en 9, 1979, p. 142-150; A. Juten, De Familie Van Overstraten, in: Taxandria, jrg. 37, 1930, p. 210 e.v.; zie ook: De Brabantse Leeuw, jrg. 5, 1956, p. 73-75. 2 RAA, arch. Lillo c.s., inv. 51 a, fol. 21 t/m 23; ZA, SZ, inv. 1944, 5-3-1779. 3 Ch. de Mooij, op. cit. 1998, p. 649. 4 Zijn erfgenamen waren: zijn dochter Adriana (voor een derde), zijn schoondochter Lucia Rebekka Lemmers, weduwe van zijn zoon Anthonij (voor een derde) en de twee kinderen van zijn overleden zoon Engelbert, Catharina en Adriana, samen eveneens voor een derde. 5 Zijn portret hangt in het oude stadhuis van Bergen op Zoom. 6 ZA, SZ, inv. 1945, 15-10-1785. 7 ZA, SZ, inv. 1958, fol. 302. 8 ZA, Rekenkamer Zeeland D, inv. 81630, fol. 64 v. 9 Idem, inv. 81620, fol. 55. 10 ZA, SZ, inv. 1975, 25-8-1780. 11 ZA, SZ, inv. 1945, 24-3-1784; ZA, SZ, inv. 1958, fol. 505. 12 MHC, oud-gemeentearch. Steenbergen, inv. 1324, fol. 31. Hij woonde daar in 1790 niet meer. 13 ZA, SZ, inv. 1958, fol. 560. 14 ZA, SZ, inv. 1973, fol. 1425, 15-10-1785. 15 ZA, SZ, inv. 1422, brief van H. Kluit aan de GR van Zeeland d.d. 17-12-1785. 16 ZA, RB, inv. 258. 17 Taxandria, 1930, p. 214.
430
Ovinck (Ovingh) 1.
N.N. Ovinck (Ovingh), kapitein van een compagnie van het Staatse leger; 1 was op 311-1637 met zijn compagnie gelegerd in de schepen voor Liefkenshoek toen de Gec. Raden besloten enkele van zijn troepen naar het fort Hoogerwerf te zenden; 2 wegens een mogelijke aanslag op de Kruisschans diende hij zich op 4-4-1638 met zijn compagnie vanuit Vlissingen naar Lillo te begeven; daar werd zijn compagnie verdeeld over de Kruisschans en de andere forten om en nabij de Schelde; 3 op 25-4-1638 schreef Frederik Hendrik aan de Gec. Raden van Zeeland dat de compagnie van kapitein Ovinck gebruikt diende te worden voor de “verzekering” van Lillo en Liefkenshoek; 4 verbleef met zijn compagnie in april 1638 in het fort Lillo; 5 op 5-71638 besloten de Gec. Raden zijn gehele compagnie binnen Liefkenshoek te legeren; 6 op 10-7-1638 diende de commandeur van Lillo erop toe te zien dat al het volk van de compagnie van kapitein Ovinck, over verschillende posities verdeeld, samen werd gelegerd in Lillo en dat de kapitein en zijn officieren ‘naer behoren werden gelogeert’; 7 op 19-7-1638 diende de commandeurs van Lillo en Liefkenshoek er zorg voor te dragen dat “het volk” van kapitein Ovinck op de Kruisschans en Oud-Lillo naar fort Lillo verplaatst werd; 8 op 7-2-1639 was zijn compagnie nog steeds gelegerd aldaar; 9 idem op 26-11-1639. 10
2.
Johan Ovinck, zoon van Harmen Oving en Sophia Brants (zie nr. 1), geb. ca. 1621; benoemd tot luitenant in de compagnie van Gerrit ten Ham op 15-12-1643; 11 was als zodanig op 27-10-1648 aanwezig in het fort Lillo; 12 idem op 21-8-1651; 13 overl. tussen 18-10-1653 en 21-10-1658; tr. Meidina Schaffer.
1 Hij is vermoedelijk identiek met Harmen Oving (Ovinck), zoon van Johan Oving en Johanna Knoppers; Harmen otr. (1) Sophia Brants, dochter van Johan Brants en Ellegen Schaffer; otr. (2) Groningen 6-6-1629 (toen vaandrig), tr. (2) ald. 28-6-1629 Sophia Schaffer, dochter van Claes Schaffer en Lucke Ompteda; otr. (3) Groningen 31-31638, tr. (3) ald. 1638 Dorothea de Mepsche, dochter van Egbert Mepsche en Machteld van Besten; Harmen Oving overleed vóór 5-12-1639; uit zijn eerste huwelijk kwamen o.m. twee zoons voort, Johan en Claas, die beiden eveneens kapitein werden in het Staatse leger (De Ned. Leeuw, jrg. 1958, p. 146 en jrg. 1970, p. 328-329). In 1727 is Herman Barendse Ovinck te Steenbergen vermeld als konstabel (kanonnier), komende uit en vertrekkende naar Deventer (MHC, arch. Herv. Gemeente Steenbergen, arch. nr. 957, inv. 34). Hij is waarschijnlijk een nazaat van Ovinck ad 1. 2 ZA, SZ, inv. 496, 3-11-1637, fol. 167. 3 ZA, SZ, inv. 497, 4-4-1638, fol. 58 v. 4 Idem, 25-4-1638, fol. 71 v. 5 Idem, 26-4-1638, fol. 72 v. 6 Idem, 5-7-1638, fol. 109 v. 7 Idem, 10-7-1638, fol. 112. 8 Idem, 19-7-1638, fol. 119 v. 9 Idem, 7-2-1639, fol. 30 v. 10 Idem, fol. 179 v. 11 De Ned. Leeuw, jrg. 1970, p. 330.
431
12 MHC Bergen op Zoom, not. arch. 43, akte nr. 130. 13 ZA, SZ, inv. 1266, extract uit de notulen van een krijgsraad te Lillo, gehouden op 21-8-1651.
Oyens 1.
Janneke Oyens, overl. vóór 26-12-1654; tr. Joost van den Ende (zie aldaar), geb. Doel; hij hertr. Liefkenshoek 28-2-1655 (otr. aldaar 26-12-1654) Catharina Geense Foppen (zie Foppen).
2.
Jacob Oyens, otr. Liefkenshoek (toen wonend in Doel) 1-6-1658; tr. aldaar 7-7-1658 Janneke Verstraten, wonend in Doel (zie Verstraten ad A 1 e).
432