Vrijstellingsregel voor huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen -inzake de keur voor het waterschap Hollandse Delta-
Vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden te Ridderkerk d.d. 4 augustus 2009
Leefbaar land, leefbaar water
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1
Definities
1
Hoofdstuk 2
Reikwijdte
2
Hoofdstuk 3
Meldingsplicht
2
Hoofdstuk 4
Algemene Voorschriften
3
Hoofdstuk 5
Voorschriften ten aanzien van waterkeringen
3
Hoofdstuk 6
Voorschriften ten aanzien van wateren
5
Hoofdstuk 7
Voorschriften ten aanzien van wegen
6
Aandachtspunten
8
Toelichting
9
Artikelsgewijze toelichting
11
Bijlage
13
Colofon Opdrachtgever:
Afdeling Vergunningverlening H.A. Zevenbergen-Barendregt Waterschap Hollandse Delta Handelsweg 100 2988 DC RIDDERKERK
B T E
Postbus 4103 2980 GC RIDDERKERK 0900-2005005 www.wshd.nl
Hoofdstuk 1
Definities
Artikel 1. 1. Beschermingszone:
Begrippenlijst de langs waterstaatswerken gelegen gronden en wateren die dienen voor de instandhouding van de waterstaatswerken en die als zodanig in de legger zijn weergegeven. landwaarts gelegen snijpunt van dijkkruin en dijktalud. het 'waterzijdig' gelegen snijpunt van dijkkruin en dijktalud. horizontale bovenzijde van een fysiek dijklichaam. de periode van 1 oktober tot 1 april, waarin in beginsel geen werkzaamheden binnen de begrenzing van de primaire waterkering zijn toegestaan. waterschap Hollandse Delta. aftakkingen van het distributienetwerk met behulp van een kabel ten behoeve van nutsvoorzieningen bedoeld voor huishoudelijk gebruik. verordening van het waterschap Hollandse Delta waarin geboden en verboden zijn opgenomen voor waterkeringen, wateren en wegen. document als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de Waterschapswet, artikel 13, onder b, van de Wet op de waterkering en artikel 5, van het Reglement, waarin de functie, de richting, de vorm, de afmeting en constructie van de waterkering is omschreven. Tevens geeft het document de onderhoudsverplichtingen en de onderhoudsplichtigen weer. een schriftelijke mededeling van een voorgenomen activiteit binnen het beheersgebied van waterschap Hollandse Delta. een activiteit die onder algemene voorschriften is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd. boezemwateren en watergangen onder welke benaming dan ook en, als zodanig aangegeven in de legger, die dienen voor de afvoer, aanvoer of berging van water, de boven en onder water gelegen taluds daaronder begrepen. de zeewering, duinen, stranden, dijken, kaden en andere kunstmatige of natuurlijke hoogten, onder welke benaming dan ook, die dienen tot kering van wateren en die als zodanig in de leggers zijn aangegeven. openbare wegen in de zin van de Wegenwet en in beheer bij Hollandse Delta, evenals feitelijk in aanleg zijnde openbare wegen, waarvan het beheer bij het waterschap zal berusten. Tot de wegen behoren, naast de in artikel 1 van de Wegenwet gegeven uitbreiding, ook de bermen, taluds, tussenstroken bij twee of meer rijbanen, stoepen, glooiingen, wegsloten, duikers, sluizen, beschoeiingen, geluidswerende voorzieningen en andere zich in die wegen bevindende of daarmee rechtstreeks verbonden werken.
2. 3. 4. 5.
Binnenkruinlijn: Buitenkruinlijn: Dijkkruin: Gesloten seizoen:
6. 7.
Hollandse Delta: Huisaansluitingen:
8.
Keur:
9.
Legger:
10.
Melding:
11.
Vrijstelling:
12.
Wateren:
13.
Waterkeringen:
14.
Wegen:
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 1 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Hoofdstuk 2
Reikwijdte
Artikel 2. Toepassingsbereik Deze vrijstellingsregel is van toepassing op: 1.
het leggen, hebben, herstellen, vernieuwen, wijzigen of opruimen van huisaansluitingen betreffende elektrakabels (laagspanning), cai-kabels, glasvezelkabels of telecomkabels binnen de begrenzing van waterkeringen en beschermingszones in het beheersgebied van Hollandse Delta waarbij: de kabels overeenkomstig de in de bijlage opgenomen tekeningen, een maximale tracélengte hebben van 50 meter vanaf het aan te sluiten object binnen de begrenzing en beschermingszones van de waterkering; glasvezelkabels inclusief bijbehorende doorgaande mantelbuizen een maximale diameter hebben van ø 40 mm. de mantelbuizen van kabels een maximale diameter hebben van ø 125 mm.
2.
het spitten, graven en het verrichten van grondroeringen binnen de begrenzing van waterkeringen en beschermingszones in verband met de in het eerste lid genoemde activiteiten.
3.
het uitvoeren van de in het eerste en tweede lid genoemde activiteiten ten behoeve van de aanleg buiten het gesloten seizoen voor primaire waterkeringen.
4.
het uitvoeren van de in het eerste en tweede lid genoemde activiteiten in de binnen de begrenzing en beschermingszones van waterkeringen gelegen wateren en/of wegen in beheer bij Hollandse Delta.
Hoofdstuk 3
Meldingsplicht
Artikel 3. Eisen 1. Voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 2 van deze vrijstellingsregel moet een schriftelijke melding worden ingediend bij Hollandse Delta. 2.
De schriftelijke melding zoals bedoeld in het eerste lid dient te worden gedaan door het insturen van een volledig ingevuld en ondertekend meldingformulier en bevat tenminste: a. de naam, adres en woonplaats van degene die verantwoordelijk is voor het leggen, beheren en onderhouden van de kabels; b. de naam van de aannemer die het werk namens de opdrachtgever uitvoert; c. de naam van een contactpersoon die tijdens de werkzaamheden verantwoordelijk is voor de uitvoering van de werkzaamheden; d. de locatie van de werkzaamheden (straatnaam, huisnummer, plaatsnaam, gemeente) op grond van kadastrale vermelding of GBKN; e. de aanvang en duur van de werkzaamheden; f. de aard en omschrijving van de werkzaamheden; g. één overzichtstekening op gangbare, goed leesbare schaal waarin de ligging van de kabels, de kabelgegevens en bijkomende werken duidelijk valt af te lezen; h. één detailtekening van kruisingen met andere waterstaatswerken (wegen en watergangen) inclusief kabelgegevens; i. het aantal m2 op te breken wegverharding in het geval van het opbreken van een weg; j. het type wegverharding.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 2 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Artikel 4. Meldingsprocedure 1. Een schriftelijke melding voor het verrichten van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 2, dient minimaal vier weken vóór aanvang van de werkzaamheden bij Hollandse Delta te worden ingediend. 2.
Op een schriftelijke melding wordt door Hollandse Delta gereageerd binnen drie weken na ontvangst van de melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens.
3.
Hollandse Delta laat de melding buiten behandeling indien: a. de melding niet valt binnen de reikwijdte van de vrijstellingsregel; b. de melder niet heeft voldaan aan één of meerdere eisen zoals vermeld in artikel 3, tweede lid, voor het in behandeling nemen van de melding; c. de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding.
Hoofdstuk 4
Algemene voorschriften
Artikel 5. Voorschriften voor uitvoering en revisie 1. Het verrichten van de vrijgestelde activiteiten en werkzaamheden dient 48 uur voor aanvang van de werkzaamheden telefonisch of digitaal te worden gemeld bij Hollandse Delta. 2.
Aanwijzingen die door of namens Hollandse Delta bij de uitvoering van de werkzaamheden worden gegeven ter bescherming van het waterstaatkundig belang, dienen onmiddellijk te worden opgevolgd.
3.
Tijdens de uitvoering van het werk moet een exemplaar van het meldingformulier en de akkoordverklaring van Hollandse Delta op het werk aanwezig zijn.
4.
Na het gereedkomen van de werken moeten binnen 2 maanden de revisietekeningen conform het Rijksdriehoeksstelsel bij voorkeur digitaal of anders in drievoud aan Hollandse Delta worden toegezonden.
5.
De werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 dienen binnen één werkdag te worden uitgevoerd en afgerond.
Hoofdstuk 5
Voorschriften ten aanzien van waterkeringen
Artikel 6. Voorschriften ten aanzien van de kabels 1. De kabels moeten in open ontgraving worden aangelegd. 2.
Kabels in waterkeringen moeten haaks of parallel aan de hartlijn van de waterkering worden aangelegd.
3.
De kabels moeten binnen de begrenzing van de waterkering een gronddekking hebben van 1,00 meter ten opzichte van het maaiveld. In de beschermingszones kan worden volstaan met een dekking van 0,60 tot 0,80 meter.
4.
Bij vervanging van huisaansluitingen dienen de niet meer in gebruik zijnde kabels te worden verwijderd uit de begrenzing van de waterkering en beschermingszones.
5.
Bij vervanging en/of verwijdering van huisaansluitingen dienen de vrijkomende doorvoeren door de fundering met een visco-elastische corrosiewerende dichtingmassa blijvend waterdicht te worden afgedicht.
6.
Mantelbuizen van glasvezelkabels moeten van buiten de beschermingszone tot in het aan te sluiten object uit een geheel bestaan zonder lassen.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 3 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Artikel 7. Voorschriften voor grondroeringen 1. Al het uit ontgravingen komend puin of andere voorwerpen moet worden afgevoerd. 2.
De sleuven moeten laagsgewijs in lagen van 20 cm goed worden verdicht, waarbij eventueel ontstane lagen tot het oorspronkelijke maaiveld moeten worden aangevuld.
3.
Direct na de voltooiing van de werkzaamheden dient het oppervlak geheel in overeenstemming met de omgeving worden afgewerkt en bekleed en moet direct worden voorzien van de oorspronkelijke steenbekleding/verharding of worden bezood of ingezaaid met een rassenlijstmengsel wat afgestemd is op het type waterkering.
4.
Voor primaire waterkeringen geldt dat wanneer op 1 oktober geen grasmat aanwezig is, of de grasmat zich naar het oordeel van Hollandse Delta in slechte staat bevindt, op het werkterrein een weefseldoek Geolon Nicolon PP 40 of gelijkwaardig moet worden aangebracht. Het weefseldoek moet met torstaal krammen worden aangebracht met een doorsnede van 15 m.m. en een lengte van 800 mm. De krammen moeten worden aangebracht in vakken van 2 x 1 meter en kruislings worden afgelijnd met staaldraad. Tussen de aangebrachte krammen moet per vak een zandzak worden aangebracht die ook met twee krammen wordt vastgezet.
Artikel 8. Voorschriften voor open ontgravingen 1. Voordat met het graven van de sleuf wordt begonnen moet het grasgewas kort worden afgemaaid en de bezoding worden afgenomen. 2.
De sleuf voor het aanleggen van de kabels moet tenminste 1,00 meter uit de teen van de waterkering worden gegraven.
3.
De sleuf voor het aanleggen van de kabels bij lintbebouwing moet tenminste 1,00 meter uit de rand van de weg worden gegraven.
Artikel 9.
Voorschriften ten aanzien van las,- of aansluitgaten of handholes
1.
Las,- of aansluitgaten of handholes mogen niet groter zijn dan strikt noodzakelijk met een maximum van 1,00 meter bij 2,00 meter.
2.
Daar waar las- of aansluitgaten of handholes vanwege plaatselijke omstandigheden, minder dan 1,00 meter uit de wegverharding worden gelegd, kan hier met toestemming van Hollandse Delta vanaf worden geweken. Hierbij moet de afstand tot de wegverharding zo groot mogelijk worden gehouden. In dit geval moet de sleuf worden gevuld met laagsgewijs goed verdicht zand, afgedekt met 0,10 meter grond, doch mag de afstand tot de wegkant niet kleiner worden dan de diepte waarop deze wordt gelegd.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 4 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Hoofdstuk 6
Voorschriften ten aanzien van wateren
Indien in het kader van de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden zoals vermeld in artikel 2 van deze vrijstellingsregel, huisaansluitingen van kabels worden gelegd in en langs wateren dan gelden de volgende voorschriften:
Artikel 10. Voorschriften voor kabels bij watergangen in de waterkeringzone 1. Las- of aansluitgaten of handholes voor het aansluiten van de kabels moeten tenminste 0,50 meter uit de insteek van de watergang worden gegraven. 2.
De kabel moet door middel van een open ontgraving of in het geval er sprake is van een hoofdwatergang door middel van persing (boogzinker), haaks onder de watergang worden aangebracht.
3.
Kruising van de watergang via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de kabel en de bovenkant van de duiker circa 0,30 meter bedraagt.
4.
In de beschermingszone zijn geen boringen toegestaan met uitzondering van het in of uittreden van de boring ten behoeve van de kruising van de waterkering.
5.
Bij het uitvoeren van de activiteiten en werkzaamheden moet van de maten van de betreffende watergangen volgens de legger worden uitgegaan, met dien verstande dat wanneer de watergang ruimere afmetingen heeft, van deze ruimere afmetingen moet worden uitgegaan.
6.
Kabels moeten onder de taluds en de slootbodem een dekking hebben van minimaal 1,50 meter bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 meter bij alle andere watergangen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 10, vijfde lid.
Artikel 11.
Voorschriften ten aanzien van zinkers / boogzinkers in watergangen
1.
De waterhuishouding mag tijdens de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden niet worden gestremd. Hiertoe moeten afdoende maatregelen getroffen worden.
2.
Geen grond, bagger of vuil mag in het water geraken of achterblijven. Direct na gereedkomen van de werkzaamheden moet ter plaatse de watergang worden opgeschoond tot het vereiste profiel volgens de legger.
Artikel 12. 1.
Voorschriften ten aanzien van persingen
Tijdens de werkzaamheden mag geen bentoniet of mud in de watergangen terecht komen. De houder van de vrijstelling dient in overleg met en op aanwijzing van Hollandse Delta alle mogelijke maatregelen te nemen om verspreiding van bentoniet in het oppervlaktewater als gevolg van calamiteiten en/of blow-outs te voorkomen.
Artikel 13.
Voorschriften ten aanzien van duikerkruisingen
1.
Kruising van de watergang via een dam met duiker moet zodanig worden uitgevoerd, dat de afstand tussen de kabels en de bovenkant van de duiker 0,30 meter bedraagt.
2.
Indien de gronddekking niet voldoende is om de kabels boven de duiker te leggen moeten deze onder de duiker worden gelegd.
3.
De kabels moeten onder de duiker een dekking hebben van minimaal 1,50 meter bij hoofdwatergangen en minimaal 1,00 meter bij alle overige watergangen, ten opzichte van het profiel overeenkomstig artikel 10, vijfde lid.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 5 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Hoofdstuk 7
Voorschriften ten aanzien van wegen
Indien in het kader van de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden zoals vermeld in artikel 2 van deze vrijstellingsregel, huisaansluitingen van kabels worden gelegd in en langs wegen in beheer bij Hollandse Delta, dan gelden de volgende voorschriften:
Artikel 14.
Voorschriften ten aanzien van kabels in wegen
1.
In het geval er sprake is van kabelkruisingen met wegen gelegen in de begrenzing van de waterkering, moeten de kabels in de weg worden gelegd met behulp van een open ontgraving.
2.
In het geval er sprake is van kabelkruisingen met wegen gelegen in de beschermingszones van waterkeringen, moeten de kabels en mantelbuizen (ten behoeve van de doorvoering van de kabels) in de weg worden gelegd door middel van een persing of boring op een diepte van tenminste 1,25 meter onder de bovenzijde van de wegverharding, zodat de verharding onaangeroerd blijft.
3.
De kabels moeten wegverhardingen haaks kruisen.
4.
Het start- en ontvangstgat ten behoeve van het maken van de persing of boring moet tenminste 1,00 meter uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven.
5.
Pers- of boorgaten mogen geen grotere doorsnede verkrijgen dan de uitwendige doorsnede van de door te persen buizen.
6.
Het definitieve herstel van de wegopbreking als gevolg van graafwerkzaamheden in de wegverharding, geschiedt door Hollandse Delta op kosten van de houder van de vrijstelling, met toepassing van de beleidsregel Opbreken wegverhardingen.
Artikel 15. Voorschriften voor het graven van sleuven of gaten langs wegen 1. De sleuf voor het aanleggen van de kabels moet tenminste 1 meter uit de aanliggende kant van de wegverharding worden gegraven. 2.
Langs wegen mag de uit te graven grond niet op de wegverharding of de bermen binnen 1 meter uit de kant van de wegverharding worden opgeslagen.
3.
Voordat met het graven van de sleuf wordt begonnen, bepaald de aannemer de indringingsweerstand van de te ontgraven grond door middel van sonderen.
4.
De indringingsweerstand moet worden gemeten met behulp van een continu registrerend sondeerapparaat. Het meetbereik moet tenminste 5 MPa bedragen en het dieptebereik tenminste 1,0 meter.
5.
De sonderingen moeten zodanig worden uitgevoerd dat een redelijk beeld van de indringingsweerstand over de diepte van de te ontgraven sleuf wordt verkregen.
6.
De meetgegevens moeten worden gedateerd en voorzien van een eenduidige plaatsaanduiding. Deze gegevens moeten desgevraagd aan Hollandse Delta worden verstrekt.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 6 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Artikel 16.
Voorschriften ten aanzien van werkzaamheden langs wegen
1.
Het werkterrein moet duidelijk zichtbaar zijn aangegeven zodat deze geen gevaar oplevert voor de verkeersveiligheid.
2.
De aannemer of uitvoerder die werkzaamheden uitvoert in of langs een weg in beheer en onderhoud bij Hollandse Delta dient, indien dit voor de uitvoering van de werkzaamheden noodzakelijk is, gedurende de werkzaamheden tijdelijk verwijsborden en markeringen conform de CROW 96b richtlijn te plaatsen. Gelijktijdig met de indiening van het meldingformulier dient de uitvoerder een plan over de te nemen verkeersmaatregelen (plaats en soort van de borden, omleidingroutes, verlichting en dergelijke) ter goedkeuring in te dienen bij Hollandse Delta.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 7 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Aandachtspunten a.
Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 2 van deze vrijstellingsregel, ontslaat de aannemer of diens uitvoerder van de werkzaamheden niet van de verplichting tot het vragen van toestemming voor het gebruik van de grond aan de perceeleigenaar.
b.
Een vrijstelling voor de uitvoering van de activiteiten en werkzaamheden die vallen onder artikel 2 van deze vrijstellingsregel, maakt het hebben van andere vergunningen en/of ontheffingen niet overbodig.
c.
Het informeren omtrent de aard en uitvoering van de werkzaamheden richting derde belanghebbenden berust bij de houder van de vrijstelling.
d.
Het dagelijks bestuur heeft op grond van artikel 52 van de Keur van waterschap Hollandse Delta de bevoegdheid om vrijstellingen geheel of gedeeltelijk in te trekken of te wijzigen indien waterstaatkundige belangen dit vereisen.
e.
Het intrekken of wijzigen van een vrijstelling voor de toepassing van de 'Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen waterschap Hollandse Delta' wordt beschouwd als ware het betreft het intrekken of wijzigen van een vergunning.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 8 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Toelichting Inleiding Waterschap Hollandse Delta heeft binnen haar beheersgebied het beheer en onderhoud van primaire en regionale waterkeringen. In artikel 9 van de Keur voor het waterschap Hollandse Delta (hierna: Keur) zijn verbodsbepalingen opgenomen ten aanzien van het verrichten c.q. uitvoeren van diverse activiteiten/werkzaamheden in en nabij waterkeringen. Deze verbodsbepalingen hebben als doel de bescherming van de waterstaatkundige belangen en het waarborgen van de veiligheid van de waterkeringen die zijn gelegen binnen het beheersgebied van Hollandse Delta. De aanleg en aanwezigheid van kabels in waterkeringen is op grond van de Keur verboden omdat deze werken afbreuk kunnen doen aan de veiligheid van waterkeringen. Vanuit maatschappelijk belang bezien kan het echter noodzakelijk zijn dat het leggen, hebben en onderhouden van kabels in of nabij waterkeringen dient te worden toegestaan. Daarom is door Hollandse Delta de beleidsregel 'kabels in of nabij waterkeringen' opgesteld waarin een duidelijk toetsingskader is opgenomen dat wordt gehanteerd bij de vergunningverlening. Deze vrijstellingsregel heeft betrekking op huisaansluitingen van kabels (ten behoeve van nutsvoorzieningen) in en nabij waterkeringen en is een aanvulling op de hiervoor genoemde beleidsregel.
Doelstelling Hollandse Delta wil met deze vrijstellingsregel de aanleg van huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen eenvoudig reguleren. Huisaansluitingen zijn werken die een geringe inbreuk maken (laag risico) op de veiligheid van waterkeringen en vormen in die zin een laag/gering risico voor de waterstaatkundige belangen. Het is dan ook doelmatig om de vergunningverlening te vereenvoudigen door de inzet van een vrijstellingsregel. Door gebruik te maken van een vrijstellingsregel wordt de proceduretijd aanzienlijk verkort. Voordelen zijn: tijdsbesparing (zowel voor de burger als voor Hollandse Delta) en administratieve lastenverlichting. De vrijstellingsregel beoogt duidelijk aan te geven onder welke voorwaarden het aanleggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen is toegestaan zonder dat daarvoor een vergunningsprocedure dient te worden gevolgd, maar kan worden volstaan met een melding. In deze vrijstellingsregel staat de reikwijdte, het juridische kader, de belangenafweging en de voorschriften genoemd die in dit kader van belang zijn.
Juridisch kader Voor het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels in waterkeringen zijn de volgende keurbepalingen van belang: 1.
In Hoofdstuk 2, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het leggen, hebben en onderhouden van kabels binnen de begrenzing van waterkeringen, beschermingszones en buitenbeschermingszones en het verrichten van de daarbij behorende werkzaamheden zoals spitten, graven en het verrichten van grondroeringen.
2.
In Hoofdstuk 3, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het leggen, hebben en onderhouden van kabels in en nabij wateren en binnen de begrenzing van de beschermingszones van wateren en het verrichten van de daarbij behorende werkzaamheden zoals spitten, graven en het verrichten van grondroeringen.
3.
In Hoofdstuk 6, van de Keur zijn verboden opgenomen ten aanzien van het leggen, hebben en onderhouden van kabels in wegen en het verrichten van de daarbij behorende werkzaamheden zoals spitten, graven en het verrichten van grondroeringen.
4.
Artikel 52, tweede lid, van de Keur geeft het bestuur van Hollandse Delta de mogelijkheid om vrijstelling te verlenen van deze verbodsbepalingen.
5.
In artikel 52, derde lid, van de Keur is bepaald dat aan een vrijstelling voorwaarden, beperkingen en voorschriften kunnen worden verbonden.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 9 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Belangenafweging De waterstaatkundige belangen kunnen in het geval van het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels in en nabij waterkeringen, gelet op het uniforme karakter van de werken en de geringe risico's die deze werken vormen voor de veiligheid van waterkeringen, voldoende worden gewaarborgd door het stellen van een vrijstellingsregel. Rechtsbescherming Bij vrijstellingen is er geen sprake van rechtsbescherming voor belanghebbenden volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Er kan door belanghebbenden dus geen bezwaar en/of beroep worden ingesteld tegen een vrijstelling.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 10 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
Artikelsgewijze toelichting Hoofdstuk 1
Definities
Artikel 1. Begrippenlijst In dit artikel zijn de begrippen gedefinieerd die van toepassing zijn op deze regeling.
Hoofdstuk 2
Reikwijdte vrijstellingsregel
Artikel 2. Toepassingsbereik In dit artikel is de activiteit gedefinieerd waarvoor de regeling van toepassing is. Het artikel bepaalt aan welke voorwaarden moet zijn voldaan om een vrijstelling te krijgen van de verbodsbepalingen van de Keur voor het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels (inclusief bijbehorende activiteiten/werkzaamheden) in en nabij waterkeringen gelegen in het beheersgebied van Hollandse Delta. Indien de hiervoor genoemde activiteiten passen binnen de reikwijdte van deze vrijstellingsregel dan is het mogelijk de melding volgens de meldingsprocedure in behandeling te nemen. Passen de activiteiten niet binnen de reikwijdte van deze vrijstellingsregel, dan is het volgen van een vergunningsprocedure noodzakelijk.
Hoofdstuk 3
Meldingsplicht
Artikel 3. Eisen Het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels (inclusief bijbehorende activiteiten/werkzaamheden) in of nabij waterkeringen zijn werken/activiteiten die een geringe inbreuk maken op de veiligheid van waterkeringen. Het is echter wel gewenst dat de ligging van de kabels bij Hollandse Delta bekend is voor de uitoefening van het toezicht op de naleving van de in de vrijstellingsregel opgenomen voorschriften en voor de registratie van de objecten in het beheersregister (GIS via Geo Data). Het beheersregister dient actueel te zijn in verband met uit te voeren onderhoudswerkzaamheden aan de waterkeringen. In het tweede lid van dit artikel zijn de eisen opgenomen waaraan een melding moet voldoen om in behandeling te worden genomen. De melding dient schriftelijk plaats te vinden conform een door het Dagelijks Bestuur van Hollandse Delta vastgesteld meldingformulier. Dit meldingformulier kan door degene die verantwoordelijk is voor het leggen, hebben en onderhouden van de werken worden gedownload via internet of telefonisch worden opgevraagd bij Hollandse Delta.
Artikel 4. Meldingsprocedure Dit artikel verwoordt de procedure die van toepassing is op de behandeling van de schriftelijke melding voor het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels (inclusief bijbehorende activiteiten/werkzaamheden) in of nabij waterkeringen. Artikel 4, tweede lid, bepaald dat door Hollandse Delta binnen drie weken na ontvangst van de schriftelijke melding en alle voor de beoordeling relevante gegevens, dient te worden gereageerd. -
Valt de melding binnen de reikwijdte van de vrijstellingsregel en voldoet de melding aan de vereisten zoals vermeld in artikel 3, tweede lid, dan verstrekt Hollandse Delta binnen drie weken na ontvangst van de melding, een schriftelijke akkoordverklaring aan de indiener van de melding.
-
Indien de melding niet voldoet aan de in artikel 3, tweede lid, opgenomen vereisten of de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de melding, zal door Hollandse Delta binnen drie weken na ontvangst van het meldingformulier een schriftelijk verzoek worden gedaan de melding aan te vullen met de benodigde gegevens binnen een termijn van twee weken. Voldoet de melder niet aan deze eis, dan wordt de melding op grond van artikel 4, derde lid, buiten behandeling gelaten. Hiervan wordt de melder door Hollandse Delta binnen vier weken nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken, schriftelijk op de hoogte gesteld.
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 11 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
-
Indien een schriftelijke melding niet valt binnen de reikwijdte van de vrijstellingsregel, dient een vergunningsprocedure te worden gevolgd. In dit geval laat Hollandse Delta de melding op grond van artikel 4, derde lid, buiten behandeling en deelt de indiener van de melding binnen drie weken na ontvangst van de melding schriftelijk mee dat de melding niet voldoet aan de reikwijdte van deze vrijstellingsregeling en dat een vergunningsprocedure zal worden opgestart.
Hoofdstuk 4
Voorschriften
De houder van de vrijstelling moet zich bij het leggen, hebben en onderhouden van huisaansluitingen van kabels (inclusief bijbehorende activiteiten/werkzaamheden) in of nabij waterkeringen houden aan de voorschriften (verplichtingen) zoals opgenomen in deze vrijstellingsregel. Voor de vrij gestelde activiteiten gelden alleen de in hoofdstuk 4 opgenomen voorschriften (afhankelijk van de aard en omvang van de werkzaamheden).
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 12 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen
_______________________________________________________________________________ Vrijstellingsregel huisaansluitingen van kabels 13 Waterschap Hollandse Delta in en nabij waterkeringen