Jesode Hatorah van goed naar beter © 1998
Om mij onbegrijpelijke redenen hult zich het Comité van de Jesode Hatorah-Scholen in een bescheiden stilzwijgen, dat niet in verhouding staat met de grootse verwezenlijkingen van de school op het gebied van de zuiverheid van het geloof en de orthodoxie. Daar waar wij in onze tijd, vergeleken bij de huidige verreikende vooruitgang, werden opgevoed in een complete permissiviteit qua religie en het een waar mirakel is dat onze generatie een zo vergaande vervroming heeft gekend, is het de school thans gelukt om niets meer aan het toeval over te laten. In het verleden werd inderdaad het een en ander niet onder controle gehouden: het profane onderwijs had een veel te overweldigende positie en ook het aantal lesuren dat aan seculiere studie werd gewijd was schromelijk overdreven. De vestimentaire controle voor jongens en meisjes was maar oppervlakkig en het overplakken van afgoddelijke of afvallige leerstof in de leerboeken werd toen nog niet bedreven. Hoe kon het trouwens destijds beter functioneren: het naoorlogse schoolcomité bestond grotendeels uit baardloze leden die in de Oosteuropese Shtetl nog te weinig orthodox inzicht hadden verworven. Ook het religieus onderwijzend personeel liet op het vlak van de ware orthodoxie te wensen over en het kan vandaag vreemd lijken dat toen zelfs Directeur en Rebbes werden aanvaard die geen baard hadden. Het profane onderwijzend corps werd toen
© 1992 dr. hr. 1
op vestimentair vlak zelfs volledig vrijgelaten, wat tot de grootste misbruiken leidde en de schoolkinderen die wij waren confronteerde met ongeoorloofde zienswaardigheden. Het schoolcomité legde op zijn beurt teveel de nadruk op de wettelijke vereisten m.b.t. het profane onderwijs en sommige leden ervan bleken zelfs een overmatige en misplaatste overevaluatie, zeg maar een mateloze bewondering, aan de dag te leggen voor het einddiploma der jongens (lagere cyclus middelbaar onderwijs). Bij het in herinnering brengen van deze toestanden huivert men bij de gedachte welke rotjeugd uit deze (relatief) losbandige educatie had kunnen voortspruiten en het kan maar de hand G'ds zijn dat uitgerekend deze overmatig permissieve opvoeding een generatie Joden op de been heeft gebracht die in grote getale de profane opvoeding de rug heeft toegekeerd, de baard en de traditionele zwarte klederdracht heeft aangenomen en die zich massaal en jarenlang in Jeshivas en Kollels exclusief aan de religieuze studie wijdt. Wij kunnen dus van geluk spreken en het is precies deze op het vlak van de orthodoxie gezegende generatie die sedert enkele jaren beslist heeft de koers van de school te helpen bijsturen naar meer orthodoxie en minder profaan gedoe. Men moet toegeven dat het schoolcomité o.l.v. deze neo-orthodoxen (maar waarin de oude baardloze garde bleef zetelen) op uitmuntende wijze geslaagd is in haar opzet om de school tot meer eerbied voor het geloof en de orthodoxie te bewegen. Niets meer zou zoals vroeger zijn: joods onderricht werd ten koste van het seculiere programma uitgebreid (met de zogenaamde E.R.C.lessen), vestimentair werd alles tot in de kleinste details uitgewerkt (niet te kort, maar ook niet te lang voor de meisjes), de profane vrouwelijke leerkrachten moeten nu over hun kledij verplichtend een lang model-coat aantrekken bij het betreden van de schoolinstelling, de leerboeken worden thans nauwlettend
© 1992 dr. hr. 2
gecontroleerd en terecht gecensureerd d.m.v. zwarte stift of overplakking en niets ontsnapt meer aan de speciaal hiervoor aangestelde verantwoordelijke. De joodse leerkrachten dragen hun steentje bij en onderwijzen de joodse wet in haar meest rigoureuze vorm (één daas jochid lehachmier volstaat dikwijls). Het streefdoel blijft: eindelijk een einde stellen aan de frustrerende suprematie van de profane Directeurs boven de joodse Directeur, alsook de onbegrijpelijke voorrang die het seculiere onderwijs tot nu toe kreeg boven het religieuze. Ook aan dit fossiel overblijfsel van het oud (te) modern-gerichte comité komt binnenkort een einde. Men ziet immers niet in waarom uitgerekend het toch tot niets dienende profaan onderricht prioriteit zou moeten genieten. De grootste verwezenlijking van het Schoolcomité is en blijft echter dat de school erin geslaagd is de trend van afkeer tegenover het profane onderwijs voor de jongens definitief te consolideren (alle Mesivta-pogingen zijn gelukkiglijk definitief de grond ingeboord). Voor de meisjesschool kan men echter (nog) niet van een dergelijke succesvolle aanpak spreken: er wordt heden ten dage slechts één uur en veertig minuten joods onderwijs per dag verstrekt (plus een drietal uren E.R.C.-lessen per week) en de overgrote meerderheid onder de meisjes streeft nog te passioneel naar het einddiploma (hoger cyclus middelbaar onderwijs) en behaalt het. Hier komt binnenkort verandering in en ook op dit vlak zal de school vooruitgang boeken. Wellicht schatte men de reforme in de meisjessschool (en de geplande verdere vooruitgang ook in de jongensschool, want het optimale schijnt ook daar nog niet bereikt te zijn) als te problematisch in, om deze met het huidige gemengde schoolcomité door te voeren. De oude garde die noch met haar Weltanschauung noch met haar uiterlijk uitzicht nog kon blijven doorgaan als het boegbeeld van de
© 1992 dr. hr. 3
school, werd bedankt en nieuwe meer betrouwbare comitéleden werden aangewezen (gelukkiglijk maar dat de statuten niet voorzien in democratische verkiezingen van het schoolcomité, waar zouden we anders naar toe gaan?): de Heren Baruch (ex Emile) WASSYNG, Mechel SPIEGEL, Henri (sic) INFELD, Meïr MARULIS, Isi BRONNER en Dov (v/h Bernie) PERL. Een sterke en eensgezinde ploeg, waarvan niemand nog twijfelt dat ze qua orthodoxe zuiverheid opgewassen is voor haar nieuwe taak. Precies omdat de overgrote meerderheid der onwetende ouders niet het nut inziet van de verdere orthodoxisatie van de school, kan het comité af te rekenen hebben met bepaalde recalcitrante tegenstribbelingen uit die hoek en staat de eensgezindheid en samenhorigheid van deze nieuwe ploeg er borg voor dat de onmisbare reformes ten alle prijze zullen doorgevoerd, desnoods opgedrongen worden. Het nieuwe homogene schoolcomité zal vrij vlug de doortastende reformes moeten kunnen doorvoeren, die eindelijk zullen leiden tot een school die op optimale en maximale wijze compromisloos beantwoordt aan de zuiverste orthodoxie-vereisten. Het zal niet meer excuses kunnen inroepen en falen op de rug van de minder orthodoxe leden van het comité kunnen schuiven, die nu tot ex-leden werden weggepromoveerd. De eerste beslissing van dit comité is reeds hoopgevend en demonstreert dat wij op de goede weg zijn: geen geldelijke steun meer aanvaarden van mensen die niet honderd procent orthodox zijn en het nieuwe uit te bouwen ultra-orthodoxe karakter van de school niet conditieloos onderschrijven. Immers moeten ook de sponsors en supporters enkel uit eigen rang komen en dat is ook best zo. Zij die op anachronische en voorbijgestreefde wijze blijven jammeren over profane studies en broodwinningsmogelijkheden mogen, voor wat ons orthodoxen betreft, dan elders met hun geld naar toe… Immers een orthodoxe instelling kan zich niet compromitteren door giften te aanvaarden van mensen die zelf de wetsvoorschriften
© 1992 dr. hr. 4
overtreden en i.p.v. zich aan het lernen te wijden, hun bestaan (en dikwijls ook dat van hun kinderen, die prematuur hun zaak vervoegen!) onledig houden met Parnosse-aangelegenheden, waarin -tot overmaat van ramp- dan nog gebruik wordt gemaakt van seculier schrijven en rekenen.
Dr. Henri ROSENBERG, LL.D., Ph.D.
© 1992 dr. hr. 5