3. Samen eten Een Afrikaanse vrouw nodigt de Vlaamse buurkinderen uit voor het eten. De buurvrouw komt thuis en vindt haar kinderen niet. Ze is ongerust en maakt zich kwaad. Je gaat toch niet zomaar bij de buren eten! De Afrikaanse vrouw op haar beurt is geschrokken en ontgoocheld door deze reactie. Ze was bezorgd om de kinderen en wilde ze niet alleen op straat achterlaten. Beide moeders handelen vanuit hun eigen referentiekader: ze zijn bezorgd om het welzijn van de kinderen. Het is echter belangrijk dat ze dit ook uitspreken, dat ze met elkaar in dialoog gaan en niet elk met een vervelend gevoel blijven rondlopen. Wat als het twee Vlaamse buurvrouwen waren geweest? Had zich dan hetzelfde tafereel afgespeeld?
Vaardigheid 4
Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.
Iedere persoon handelt volgens eigen normen en waarden, eigen logica en eigen behoeften. Van een deel van dit referentiekader ben je je bewust: het zijn regels en principes die je meekreeg in je opvoeding of later in je leven. Referentiekaders zijn ook beïnvloed door maatschappelijke breuklijnen: zo maakt het een verschil of je ouders zelfstandig zijn, arbeider of kaderpersoneel; of ze gelovig zijn of vrijzinnig. Maar van een groot deel van je referentiekader ben je je niet bewust. Het blijft onuitgesproken en vooral, het wordt nooit in vraag gesteld. De interne logica van iemands referentiekader sluit zo goed aan bij de omgeving waarin je je bevindt, dat het lijkt alsof je handelt volgens universele waarden en normen. De confrontatie met anderen die anders denken en andere prioriteiten stellen, komt dan bevreemdend over. Een referentiekader maakt deel uit van iemands persoonlijkheid. Niemand kan zich ervan losmaken. Het vraagt geduld en openheid om de interne logica van anderen te erkennen. Wie inziet dat de motivaties en behoeften van anderen binnen een eigen context tot stand kwamen, brengt gemakkelijker respect op voor andere referentiekaders. Sommige referentiekaders botsen op fundamentele wijze met elkaar. Wanneer mensen vanuit hun omgeving consequent vijandige boodschappen kregen of wanneer persoonlijk leed diep gegroefd zit. Oorlogen, bezettingen of kolonisatie
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
1
laten diepe sporen na in de referentiekaders van mensen. Een wederzijdse openheid tot stand brengen zal niet altijd lukken en vraagt steeds immense inzet en geduld.
Vaardigheid 4
Werkvorm: Ade en Mieke
Doelstellingen: • •
Beseffen dat iedereen een eigen waarheid heeft, er bestaat niet “één waarheid”. Beseffen dat we door een gekleurde bril naar de werkelijkheid kijken.
Tijd: 30 min. Groepsgrootte: 8-10 deelnemers (een grotere groep kan onderverdeeld worden) Wat heb je nodig: een ruim lokaal een bal flip-over en viltstiften pen en papier voor waarnemers
Verloop 1.
Vraag aan de deelnemers om (per 8) in een cirkel te gaan zitten.
2.
Vraag per groep iemand om waarnemer te zijn. De waarnemer gaat buiten de cirkel zitten om het verhaal neer te schrijven dat de rest van de groep zal vertellen.
3.
Leg aan de groep uit dat ze samen een verhaal gaan maken. Hierbij wordt een bal gebruikt.
4.
In elk deelgroepje wordt dezelfde aanzet tot het verhaal gegeven: ‘Ade is een vrouw uit Oost-Congo die nu met haar man en vijf kinderen in Antwerpen woont.’ Na de start wordt de bal naar één van de deelnemers gegooid die één of twee zinnen aan het verhaal toevoegt.
5.
De bal wordt doorgegeven tot iedereen aan de beurt is geweest.
6.
Dan wordt door de begeleider een tweede element aan het verhaal toegevoegd: ‘ Naast Ade woont Mieke, een alleenstaande moeder met twee kinderen’.
7.
Hetzelfde scenario herhaalt zich waarbij de bal terug wordt doorgegeven tot iedereen aan de beurt is geweest. (of tot er voldoende gesprekstof in het verhaal zit)
Nabespreking De waarnemers lezen het verhaal aan hun eigen groep voor.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
2
Daarna kunnen volgende vragen aan bod komen: • • •
Wat vertelt het verhaal over de levensstijl van de twee vrouwen? Wat vertelt het verhaal over de manier waarop de deelnemers naar de vrouwen kijken? Door welke bril kijken ze (vanuit welk referentiekader)?
Mogelijk vervolg Je kan terug groepjes van 8 vormen, waarin telkens twee mensen in de rol van de vrouwen kruipen. Ze spelen het vervolg op de scène uit de dvd en volgen hierbij de aanwijzingen die door de groep worden gegeven. Het is hierbij belangrijk dat de groep zoekt naar een positieve, constructieve oplossing/uitweg.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
3
Vaardigheid 4
Extra werkvorm Zie jij wat ik zie?
Doelstelling: •
De deelnemers zijn zich bewust van hun referentiekader en kunnen waarden en normen die de interpretatie van hun observaties beïnvloeden, benoemen.
Groepsgrootte: min. 8 personen Tijd: vanaf 30 min. Wat heb je nodig: - een foto per groepje deelnemers - blad en balpen per deelnemer
Verloop: De deelnemers verdelen zich in groepjes van ongeveer 4 personen. Elk groepje krijgt een foto (als je foto’s neemt van een bepaalde reclame, zorg dan dat dit niet zichtbaar is) De deelnemers van elk groepje bekijken individueel de foto die ze gekregen hebben. Op hun blad beantwoorden ze 3 vragen onderverdeeld in 3 kolommen: Wat zie je op de foto?
Wat roept dit bij je op? Hoe interpreteer je dit?
Vanwaar komen die interpretaties?
In de kleine groepjes vergelijken de deelnemers hun antwoorden.
Nabespreking Elke foto wordt getoond aan de grote groep. De deelnemers die de foto bekeken hebben, vertellen wat zij gezien hebben en hoe ze dat geïnterpreteerd hebben. Ze vertellen ook waarop hun interpretaties gebaseerd zijn. Meestal zijn er verschillende interpretaties van wat men op de foto ziet. Dit biedt je de gelegenheid om te praten over het referentiekader dat bij iedereen verschillend is, over waarden en normen die iedereen meegekregen heeft in de opvoeding, over ieders persoonlijke geschiedenis.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
4
Belangrijk is dat de deelnemers zich realiseren dat • iedereen observeert en interpreteert vanuit zijn eigen referentiekader; • ieder referentiekader zijn waarde heeft; • we te snel waardeoordelen geven vanuit ons eigen referentiekader. Tot slot kan je vertellen waarover de foto werkelijk gaat. Meestal is dit nog een heel ander verhaal.
Mogelijke variatie In plaats van te werken met foto’s, stuur je duo’s of kleine groepjes (maximum 4 personen) de straat op. Zij observeren dezelfde persoon, situatie,… Daarna vullen zij de vragen in de kolommen individueel in en bespreken dit met de andere deelnemers. Ze kunnen ook aan de geobserveerde persoon vragen of hun interpretatie klopt. De nabespreking gebeurt op dezelfde manier als bij de oefening met de foto’s.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
5
Vaardigheid 5
Je zoekt het gemeenschappelijke binnen een bepaalde context.
Mensen verschillen van elkaar en hebben tegelijk heel wat gemeenschappelijk. Iedere persoon omvat tal van deelidentiteiten en stelt daarbovenop de meest uiteenlopende handelingen. Verschil structureert de samenleving, onderscheidt groepen en levert inzichten. Maar gemeenschappelijkheid brengt mensen dichter bij elkaar, overbrugt tegenstellingen en brengt oplossingen in zicht. Zoeken naar het gemeenschappelijke is daarom een constructieve reflex. In dagelijkse meningsverschillen of conflicten helpt het om steeds te zoeken naar gemeenschappelijkheden. In zware onderhandelingen begint men ook met de eenvoudigste dossiers, waar de gelijkgezindheid het grootst is. Zo creëren onderhandelaars een goede sfeer om van daaruit de moeilijkere dossiers aan te pakken. Wie actief gemeenschappelijke interesses, zorgen of waarden benoemt, legt de basis voor constructief samenwerken.
Vaardigheid 5
Werkvorm: Wat hebben we gemeen?
Doelstellingen: • •
Zoeken van het gemeenschappelijke doorheen de verschillen. Positief en constructief denken en handelen vanuit gemeenschappelijkheden.
Tijd: 30 min. Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: - een ruim lokaal - pen en papier - grote papierflappen en viltstiften
Verloop 1. Vraag de deelnemers om individueel minimum vijf kenmerken op te schrijven waarin de vrouwen uit de scène van elkaar verschillen en minimum vijf gemeenschappelijke kenmerken. 2. Vorm groepjes van vier waarin de lijstjes met kenmerken van elke deelnemer met elkaar vergeleken worden en vorm een nieuwe lijst met de 5 belangrijkste verschillen en gemeenschappelijkheden. 3. Herhaal dezelfde oefening opnieuw in groepjes van 8 deelnemers 4. Bekijk het resultaat in de grote groep, schrijf de verschillen en gemeenschappelijkheden uit de verschillende groepjes op grote flappen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
6
Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: • • • •
Welke gemeenschappelijkheden zijn er tussen de vrouwen en welke mogelijkheden bieden ze? Was het moeilijk om tot een gemeenschappelijk resultaat te komen? Welke discussiepunten waren er? Hoe zit het in de eigen groep? Waarin verschillen de deelnemers en wat bindt hen? Zien ze het belang van het zoeken naar gemeenschappelijkheden?
Tip voor begeleider Je kan de oefening ook doen aan de hand van verschillen en gemeenschappelijkheden van de eigen groep.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
7