Familie van Jezus. Preek over Lucas 8 vs. 9-21. Uit onderzoek blijkt dat er in Nederland zo’n 600.000 mensen zitten met verwantschapsvragen. Mensen, die niet weten wie hun biologische vader is. Of moeder natuurlijk, maar meestal andersom. Er zijn mensen die geadopteerd zijn. Of donorkinderen. Of nog weer anders. Hoe dan ook, mensen die willen weten wie hun biologische ouders zijn. Misschien jij wel. Er zijn ook mensen die er voor kiezen om niet te willen weten van wie ze familie zijn. Want, zou het lukken? Wat haal je overhoop als het lukt en … kan je het aan? N.a.v. een bekende zedenzaak in Amsterdam werd pas weer duidelijk voor wat voor duivelse dilemma’s ouders kunnen komen te staan. Een heel jong kind is misbruikt. Moet je het later vertellen, of niet? Wat zijn de gevolgen als je het niet doet? Of juist wel? Wat haal je overhoop wanneer je kind misschien niet eens bewuste herinneringen heeft overgehouden aan een drama?
Familiegeheimen Kinderen of volwassenen die onbewust gebukt gaan onder de last van een geheim, verliezen soms hun zelfvertrouwen, klagen over buikpijn, worden ziek of hebben problemen op school. De paradox van geheimen is, dat ze nooit helemaal geheim zijn. Een vrouw die al van haar kindertijd twijfelt of haar vader wel haar biologische vader is, specialiseert zich als volwassene in de kennis van bloedgroepen. Een man die niet weet dat zijn grootvader gestorven is als dronkenlap, weigert systematisch elke druppel alcohol.1 In Lucas 8, of eigenlijk is dat een rode draad door de hele bijbel, is er ook zoiets aan de hand. Jezus is op aarde gekomen om het grootste familiegeheim ooit te ontrafelen. Een geheim waarvan de gevolgen ergens voor iedereen merkbaar zijn. Maar, wil je het weten? Wat haal je overhoop. En kan je het aan? Ook dit geheim is niet helemaal geheim. Waarom ben je hier? IS ER MEER? Is er (I)emand die heeft gewild dat ik er zou zijn? Het zijn vragen die doen vermoeden dat er meer aan de hand is dan je misschien zelf weet.
1
Bron: http://www.verwantschapsvragen.nl/pagina/107/familiegeheimen
Jezus vormt – nog steeds – een nieuw soort familie. ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’ Ze sloegen in als een bom bij de luisteraars van toen. Maar ook bij ons. Als je begrijpt wat Jezus zegt.
Gelijkenissen Maar laten we beginnen bij het begin. Jezus bereidt de mensen voor op die schokkende uitspraak (vs. 21) door te praten in gelijkenissen. En gelijkenissen zijn precies bedoeld om je nieuwsgierig te maken en uit de tent te lokken. Gelijkenissen zijn geen kinderverhalen. Ze zijn bizar, provocerend, irritant. ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van God kennen, maar anderen krijgen alles in gelijkenissen te horen, opdat ze zien zonder inzicht en horen zonder iets te begrijpen.’ En: ‘(…) wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.’ Heeft Jezus dat echt gezegd? Ja, het staat er echt. Dat gelijkenissen niet alleen bedoeld zijn om iets duidelijk te maken, om te openen. Maar juist ook om onduidelijk te maken, te sluiten. En dat laatste dan niet als onbedoeld bijeffect. Het is echt de bedoeling van Jezus. Maar wat betekent dat? Is Gods liefde alleen weggelegd voor een klein clubje uitverkorenen en staat de rest daar buiten? Hoe elitair is een doopritueel? Ik hoop dat je aanvoelt wat ik bedoel met irritant, provocerend. Maar ik zei ook, gelijkenissen zijn bedoeld om je uit de tent te lokken. Bij een gelijkenis gaat het niet om de uitleg, hoewel Jezus die erbij geeft. Het is eerder andersom. Een gelijkenis legt jóu uit. Jezus had niet het patent op gelijkenissen. Andere profeten deden dat ook. Natan bijvoorbeeld, bij David. Eenmaal verteld laat een gelijkenis je niet meer los. Totdat je ontdekt hebt waar je zelf staat in het verhaal. Waar sta jij in het verhaal van Jezus? Laat het verhaal even op je inwerken. Er was eens een zaaier die kwistig strooit met zaad. Zelfs tot op de weg. Wacht even. Had deze zaaier z’n voorwerk niet wat beter kunnen (en moeten) doen voor hij überhaupt begon met zaaien? Ont-stenen, onkruid wieden, nauwkeuriger strooien? Het verhaal is tegelijk herkenbaar, maar bizar. Net als het verhaal van de profeet Natan (1 Sam. 12). Het roept, alleen al door het verhaal, allerlei vragen op.
Hoe eerlijk is God eigenlijk? Jezus zegt in zijn uitleg: ‘Het zaad dat is het Woord van God.’ (vs. 11). Het gaat over God die zijn woorden kwistig uitstrooit over de mensen. Door de tijden, bij monde van de profeten. Door Jezus. Maar ook vanochtend. Maar wat is deze God voor een zaaier? Had Hij zijn grond niet wat beter kunnen (en moeten) bewerken? Nauwkeuriger mikken? Dat is toch zeker niet te veel gevraagd? Niet voor een zaaier. En al helemaal niet voor … God! Dat zijn vragen áán het verhaal, de gelijkenis. Maar nu even een stapje terug. De gelijkenis stelt vooral ook zelf vragen. Aan de luisteraars. Aan jou dus. Zíj zijn de grond, jij. De keus is aan jou. Welke rol wil je spelen? Die van de weg, de rotsgrond, het onkruid, enz. Speel je de rol van de weg dan ben je iemand die ervoor kiest om de vragen die ik zonet stelde te blijven stellen. En dus zelf buiten het verhaal te blijven staan. Of speel je de rol van de rotsgrond? Ben je wel geïnteresseerd maar zijn andere dingen in je leven belangrijker zijn? Je luistert voor even. Het kan trouwens ook een leven lang. Dan speel je de rol van de grond met onkruid. In ieder geval, de gelijkenis zegt iets over jou en over hoe je luistert naar de woorden van Jezus. De gelijkenis doet ook een appèl op je om te zijn zoals de vruchtbare grond, waarin het zaad van het woord van God tot bloei kan komen. Zie je dat de gelijkenis zelf z’n werk doet? Bekend maakt wat geheim is, openbaart wat verborgen is? Die gelijkenis, die ga je niet uitleggen. Daar gaat het ook niet om. Het is een bizar verhaal. Het verhaal legt jou uit. Zeg jíj nu maar eens, waar sta jij in dit verhaal? De gelijkenis doet z’n werk. Je moet kiezen. De gelijkenis is een klein voorbeeld van hoe de hele bijbel eigenlijk van karakter is. Het gaat er niet om, uit te leggen wat er staat zodat je het zou kunnen begrijpen ofzo. Het verhaal is bizar. Het gaat erom dat je kiest, positie bepaalt.
Nóg een gelijkenis De doop is eigenlijk ook een gelijkenis. Net zo iets. Een handeling, een ritueel met een vraag. Voor iedereen die er getuige van is. want de doop is nu niet bedoeld voor Esther zelf. Ja, het teken gebeurt áán Esther maar het is vóór de ouders en jullie allemaal. Esther begrijpt er nog niks van. Dat mogen jullie haar uitleggen, wat het betekent om gedoopt te zijn. De doop is een uitdagende gelijkenis.
De doop is geen extra op het toch al fijne leventje van Dirk, Heleen en de kinderen. Wie dat denkt die blijft er zelf buiten staan. Dopen is noodzakelijk voor iedereen die wil binnengaan in het koninkrijk van God. Je moet dood en weer opnieuw tot leven komen. Eén keer geboren worden is niet genoeg. Ook niet als je Folkerts heet. Of anders. Waar sta jij in dit verhaal? Jezus zegt: ‘Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen.’ Wat bedoelt Jezus? Dan moet je denken aan allerlei zaken die je als mens belangrijk vindt. Prima, zegt Jezus dan. Maar als dat alles is, dan was het ook alles als je straks 40, 70 of 80 jaar geleefd hebt. Opleiding, status, geld? Een fijn gezinsleven. Profetie? Veel mensen zagen in Jezus een profeet, een soort Elia, of Johannes de Doper 2.0. Wij zouden denk ik zeggen: een wijze man. Maar als dat alles is, dan ís het straks ook alles geweest. Maar wie ook maar iets heeft begrepen van wie Jezus is en waar het in Gods Koninkrijk om gaat, die zal nog meer krijgen. Zoals er maar één zaadje nodig is om een grote boom te laten groeien. We komen nu dichterbij die woorden van Jezus in vers 21. Het familiegeheim dat Jezus ontrafelt is dat er inderdaad Iemand is die gewild heeft dat je hier bent. Dat je er bent … maar dat er bekering voor nodig is om daarvan echt te profiteren. De keus is aan jou.
Vrij om te kiezen Zo, nu heb ik het gezegd. Maar Jezus nog niet in Lucas 8. Daarmee doet Jezus nóg twee dingen. Jezus laat mensen vrij. Vrij om te kiezen. Je kunt ook om de woorden van Jezus heen. Jij bent vrij. Maar het is belangrijk om te zien dat ook Jezus vrij is. Hij doet geen concessies aan de boodschap, de vraag of de uitnodiging. Hij vraagt geen toestemming, van niemand. Maar Jezus dwingt niemand. De keuze is aan jou. En het antwoord wordt altijd in vrijheid gegeven, dat kan niet anders. Dat is ook de bedoeling in de opvoeding van Esther. Dat ze de mogelijk krijgt om in vrijheid te kiezen, en niet omdat het moet van jullie, Dirk en Heleen.
Een bekend misverstand over opvoeden in deze tijd, ook de geloofsopvoeding: een vrije opvoeding in de zin van je kinderen niks meegeven, dat gaat niet. Denk even terug aan hoe ik de preek begon. Je geeft je kinderen altijd boodschappen mee. Is het niet met woorden, dan wel met daden. Opvoeden is richting geven. Voordoen. Duidelijk zijn. Maar wel zo dat iemand uiteindelijk uit zichzelf kan kiezen. Het zal ook niet anders gaan, trouwens. Niemand kan zijn kinderen geloof geven. Ook jullie niet. Maar je kunt wel het goede voorbeeld geven. Vaak als in een gelijkenis. Door te laten zien wat je belangrijk vindt. In waar je over praat, en hoe. In welke keuzes je maakt.
De ontknoping, kan je het aan? Het laatste dat ik over deze geschiedenis wil zeggen, is dit. De keuze wordt gemaakt in vrijheid. Maar de vraag is niet vrijblijvend. Ik zei net: je kunt er omheen. Ik bedoel natuurlijk: je kunt ervoor kiezen om er omheen te gaan. Om de gelijkenis naast je neer te leggen te leggen en buitenstaander te blijven. Het verhaal zelf doet een appèl op je om dat niet te doen. Iedereen heeft de vrijheid om erin of eruit te stappen. Uit het verhaal van Jezus. En wie eruit stapt die moet ook buiten blijven staan. Die zal het niet begrijpen. Als je erin stapt, of weer opnieuw, mag je de geheimen van het koninkrijk van God kennen. Het familiegeheim. Ervaren, van binnenuit dat er iemand is die van je houdt. Die wil dat je hier bent vanochtend. Dat je er bent. Maar het leren kennen van dit geheim vraagt bekering. Dat je erin stapt. Je eigen wil, wensen en verlangens verloochent en de wil van de Vader doet. Dat dit schokkend is, blijkt als er iets onverwachts gebeurt (*). M’n telefoon gaat – ik neem ‘m op en zeg dat ik er helaas vandoor moet gaan. Kan dat? Het zou wel heel gek zijn! Waarom doe ik dit? Omdat je zo, hopelijk, aanvoelt hoe bizar het is wat Jezus zegt als zijn moeder en broers Hem willen spreken. In de samenleving van Israël in de tijd van Jezus was je familie alles. Zeker in Israël. Voor een Israëliet is de bloedband cruciaal om te begrijpen wie je bent. Stam, familie, clan, geslacht, land. Het hoort allemaal onlosmakelijk bij elkaar. Je hoorde bij Israël omdat je kind was van Abraham, via de bloedlijn. Waarom Abraham? Omdat God zijn beloften had gedaan aan Abraham: Ik zal jouw God zijn en die van je kinderen. Ik geef je land (o.a. Gen. 17). Vanuit die houding konden ze nu achterover leunen. Wij zijn er. Nu nog even wachten op de Messias tot die de Romeinen het land uit schopt, de ballingen verzamelt en dan is het klaar.
Maar Jezus zegt hier dat wie bij God wil horen niet kan volstaan met een simpel bloedonderzoek. ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’ (vs. 21) Eigenlijk grijpt Jezus ook terug op Abraham, maar dan anders. Je kunt jezelf wel zoon (of dochter) van Abraham noemen en zo de erfenis van Gods beloften claimen. Maar hoe werd Abraham eigenlijk eigenaar van Gods belofte? Hoe werd Abraham gelukkig? Wil je weten hoe? Door roeping. Door te luisteren én te gehoorzamen (Galaten 3:69). Wat we vanochtend horen en zien is dus niet alleen weggelegd voor een elitair clubje uitverkorenen. Het is zélf geroepen worden. Geroepen om de wil van God te doen. En zo te ontdekken dat er (I)emand is om jou intens gelukkig te maken. Iemand die jou al vanaf het begin hier zag. Waar sta jij in het verhaal van Jezus? [amen]