Januarinota financiële ontwikkeling UWV-fondsen 2011-2012 Januari 2012
Colofon Uitgave
Uitvoering Werknemersverzekeringen Financieel Economische Zaken afdeling Planning, Control en Analyse Postadres
Postbus 58285 1040 HG Amsterdam Bezoekadres
Hoofdkantoor UWV Gebouw D La Guardiaweg 116 1043 DL Amsterdam Inlichtingen
W.S.H. Jeurissen E-mail
[email protected]
Inhoud
Inhoud
1
2
3
4
Inleiding en samenvatting 1.1
Inleiding
5
1.2
Belangrijkste resultaten
6
1.3
Onderliggende volume-ontwikkelingen
8
1.4
Premie 2012
11
1.5
Opzet van de nota
11
Prognoses Aok, Aof en Whk 2011-2012
6
13
2.1
Ontwikkelingen volume WAO
14
2.2
Ontwikkeling volume WIA
15
2.3
Ontwikkeling volume WAZ
17
2.4
Ontwikkeling volume WAZO
17
2.5
Aok 2010
18
2.6
Prognoses Aof
19
2.7
Prognoses Whk
21
2.8
Ramingsbijstellingen
22
Prognoses Afj 2011-2012
25
3.1
Ontwikkeling volume en daguitkering
25
3.2
Financiële ontwikkeling
26
3.3
Ramingsbijstellingen
27
Prognoses re-integratie 2011-2012 4.1
5
5
Overzicht programmakosten re-integratie
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
29 29 33
5.1
Ontwikkeling volume ontslagwerkloosheid
33
5.2
Ontwikkeling volume vangnet ZW
34
5.3
Ontwikkeling volume WAZO
36
5.4
Ontwikkeling volume vangnet WGA
36
5.5
Prognoses Sfn
37
5.6
Prognoses AWf
40
5.7
Prognoses Ufo
43
5.8
Ramingsbijstellingen
44
Prognoses Tf 2011-2012
49
6.1
Ontwikkeling volume en gemiddelde toeslag
49
6.2
Financiële ontwikkeling
51
6.3
Ramingsbijstellingen
52
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Bijlage 1 Nieuwe wet- en regelgeving
I
Bijlage 2 Premies
III
Bijlage 3 Balansen
VI
Bijlage 4 ZW naar vangnetgroep, WAZO en WW
IX
Bijlage 5 WAO, WIA en WAZ naar fonds
XI
Bijlage 6 Re-integratie Bijlage 7 Financieel overzicht sectorfondsen Begrippenlijst Lijst van afkortingen
XII XV XXII XXV
Inleiding
1 1.1
Inleiding en samenvatting Inleiding
De Januarinota financiële ontwikkeling UWV-fondsen 2011-2012 geeft de actuele inzichten weer in de verwachte ontwikkeling van de programmakosten en de uitvoeringskosten UWV in 2011 en 2012. De publicatie dient verschillende, onderling samenhangende doeleinden: De Januarinota levert actuele verwachtingen over de ontwikkeling van de programmakosten UWV, die gebruikt worden als referentiepunt voor de control op die programmakosten en voor effectberekeningen van nieuw beleid en nieuwe wetgeving. De prognoses in de Januarinota zijn zodanig uitgewerkt, dat zij het Ministerie van SZW en via SZW het Centraal Planbureau (CPB) en het Ministerie van Financiën voorzien van basismateriaal voor de Voorjaarsnota. De nadruk ligt in de financiële nota op de ontwikkeling van de programmakosten UWV (uitgaven en verplichtingen voor uitkeringen, sociale werkgeverslasten, re-integratiebudgetten e.d.) en de onderbouwing daarvan. Deze programmakosten maken in 2011 ongeveer 93% uit van de totale UWV-lasten. De resterende 7% bestaat uit de uitvoeringskosten UWV. In dit inleidende hoofdstuk worden de belangrijkste uitgangspunten en resultaten van de prognoses weergegeven. Ook bevat het hoofdstuk de calculatiepremies en premieadviezen. De prognoses worden, geclusterd per wet en/of UWV-fonds, meer in detail besproken in de vervolghoofdstukken. Bij de ramingen van de volume- en financiële ontwikkelingen van de verschillende fondsen is gebruik gemaakt van de beschikbare statistische en financiële gegevens tot en met oktober 2011 en in een enkel geval tot en met november 2011. Verder zijn de macro-economische prognoses van het CPB als uitgangspunt genomen, afkomstig uit de Decemberraming 2011. De uitvoeringskosten UWV 2011 zijn een schatting op basis van de gerealiseerde kosten. De uitvoeringskosten 2012 zijn gebaseerd op het UWV-jaarplan 2012, dat door de Minister is goedgekeurd. De bedragen opgenomen in de resultatenrekeningen en balansen 2010 in deze nota sluiten aan bij de UWV jaarrekening 2010. De ontwikkelingen van de fondsen zijn onderhevig aan veranderende wet- en regelgeving. Van de volgende maatregelen, geordend op chronologische volgorde van invoering, zijn de effecten meegenomen in de berekeningen van de volume- en financiële ontwikkelingen: • De uitkeringen zijn gekoppeld aan de loonontwikkeling; • Subsidieregeling ESF 2007-2013; • Deeltijd WW vanaf 1 april 2009, inclusief verlenging tot 1 juli 2011; • Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (“nieuwe Wajong”) per 1 januari 2010; • Wet Voorzieningen startende zelfstandigen per 1 januari 2010; • Spontaan vergoeden wettelijke rente voor bepaalde groepen per 1 januari 2010, voor alle groepen per 1 januari 2011; • Experimenten plaatsingscheque voor scholen per 1 juli 2010; • Europese Coördinatieverordening (833/2004) per 1 januari 2011; • Opheffing van Rf en Aok per 1 januari 2011; • Afschaffing dubbele heffingskorting per 1 januari 2012; • Afschaffen afdracht WSW-besparingen per 1 januari 2012; • Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld per 1 juli 2012;
5
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
• Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden per 1 juli 2012; • Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid per 1 juli 2012; • Budget re-integratievoorzieningen per 1 januari 2012; • Aflopen budgetten LKS en WW in 2012. Ten opzichte van de Juninota zijn de Europese Coördinatieverordening, de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld en de budgettering van re-integratievoorzieningen toegevoegd. Niet meegenomen zijn de anticumulatie ZW en WW. De berekeningen voor deze nota zijn afgesloten op 23 december 2011. In de navolgende tabellen worden aantallen en bedragen afgerond. Door deze afronding kunnen de gepresenteerde totalen afwijken van de som van de afzonderlijke aantallen of bedragen.
1.2
Belangrijkste resultaten
Tabel 1.1 geeft een overzicht van de geraamde lasten, baten en vermogens van UWV, uitgesplitst naar de verschillende UWV-fondsen. Het totale vermogen van de UWV-fondsen daalt in de periode 2011-2012 met € 6,8 mld. van + € 5,0 mld. naar - € 1,9 mld. Deze daling vindt plaats bij de WW-fondsen. Tabel 1.1
Financiële ontwikkeling UWV-fondsen (mln. euro) 2010
Aok Aof Whk Afj 1 Sfn AWf Ufo Tf 1 Subtotaal
1) 2)
2012
Vermogen 3 2.141 1.258 -943 2.451 61 -
Lasten 9.906 457 2.996 3.624 6.704 671 799
9.688 580 2.996 3.765 3.227 555 799
1.926 1.380 -803 -1.026 -55 -
9.494 487 2.841 4.122 6.607 745 795
9.725 565 2.841 3.870 3.397 610 795
2.156 1.458 -1.055 -4.236 -190 -
4.970
25.157
21.609
1.422
25.091
21.802
-1.867
773
773
202
202
24.384
20.836
24.889
21.600
Fondsbijdragen2 Totaal
2011
4.970
Baten Vermogen
1.422
Lasten
Baten Vermogen
-1.867
AfJ en Tf kennen geen vermogen en worden gefinancierd door de Rijksoverheid De Sfn ontvangen bijdragen van Aof en AWf. Om dubbeltellingen te voorkomen in de totale lasten vindt er een correctie plaats.
Het totale vermogen van de ao-fondsen neemt in 2011-2012 toe van € 3,3 mld. naar € 3,6 mld. Het resterende vermogen van het Aok is op 1 januari 2011 overgenomen door het Aof. De door SZW vastgestelde Aof-premie voor 2011 (5,10%) is lager dan de lastendekkende calculatiepremie (5,27%). Hierdoor daalt het vermogen in 2011. In 2012 neemt het vermogen toe door een lagere inschatting van de uitkeringslasten voor 2012 en lagere uitvoeringskosten in vergelijking met de Juninota 2011. Het vermogen van de Whk neemt in beide jaren toe, voornamelijk als gevolg van de rentehobbelopslag in de WGA-premie.
6
Inleiding
Door de economische crisis in 2008-2009 en de genomen crisismaatregelen ontstaat een negatief vermogen bij de WW-fondsen in 2011 van € 1,9 mld., terwijl eind 2010 nog een positief vermogen bestond van € 1,6 mld. In 2012 neemt het gezamenlijke vermogen van de WW-fondsen verder af tot - € 5,4 mld. door een verwachte nieuwe economische terugval. Vooral het AWf kent een forse vermogensdaling. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een extra bijdrage aan de Sfn in 2011. In 2012 daalt het AWf-vermogen verder. De bijdrage aan de Sfn neemt weliswaar af maar de uitkeringslasten nemen toe. De vermogenspositie van de Sfn verbetert in 2011 licht als gevolg van de iets meevallende economische ontwikkeling in 2011, maar blijft negatief. In 2012 verslechtert de vermogenspositie van de Sfn door een toename van de uitkeringslasten als gevolg van een tegenvallende economische ontwikkeling. Tabel 1.2 laat voor elk fonds een onderverdeling van de lasten zien naar uitkeringen, sociale lasten, overige lasten en uitvoeringskosten. De indeling is conform andere UWV-rapportages. Tussen de uitkeringen en de andere lastensoorten bestaat samenhang. Belangrijke uitzondering hierop is de categorie overige lasten. Bij Aof en Afj wordt deze post vooral door de reintegratielasten bepaald, die bij deze fondsen relatief hoog zijn. Bij het AWf worden de overige lasten vooral door de bijdrage aan de Sfn bepaald (2011 € 749 mln.) en daarnaast door de reintegratielasten. Tabel 1.2
Lasten naar fonds per categorie (mln. euro) 2011
Uitkering Aof Whk Afj Sfn AWf Ufo Tf Totaal
8.791 412 2.681 3.002 4.569 588 772 20.814
Sociale lasten 610 31 0 221 342 47 25 1.277
2012
Overig 119 5 172 36 890 1 0 1.224
Uitvoering 386 9 143 365 903 34 2 1.842 0
Uitkering 8.408 436 2.480 3.469 5.050 654 769 21.266
Sociale lasten 622 36 0 272 407 56 24 1.417
Overig
Uitvoering
132 6 197 30 304 3 0 671
333 9 165 351 846 33 2 1.737
Bijstellingen 2011 In totaal vallen zowel de lasten als de baten in 2011 € 0,3 mld. lager uit. Ten opzichte van de Juninota treden de volgende belangrijke mutaties (meer dan € 50 mln.) op bij de lasten van 2011: • Uitkeringen Afj - € 56 mln. • Uitkeringen Sfn - € 125 mln. • Uitkeringen AWf + € 84 mln. • Overig AWf - € 124 mln. De uitkeringen Afj zijn gedaald door een neerwaartse bijstelling van het Wajong-volume. De uitkeringen Sfn dalen door een kleiner volume en een lagere gemiddelde daguitkering. De uitkeringen AWf stijgen door een groter volume en een hogere gemiddelde daguitkering. De overige lasten AWf dalen door een lagere bijdrage aan de Sfn en lagere re-integratielasten. Bijstellingen 2012 In totaal vallen de lasten € 1,0 mld. en de baten € 0,6 mld. hoger uit dan in de Juninota. Ten opzichte van de Juninota treden de volgende belangrijke mutaties (meer dan € 50 mln.) op bij de lasten van 2012: • Uitkeringen Aof - € 124 mln. • Uitkeringen Afj - € 75 mln. • Uitkeringen Sfn + € 403 mln. • Uitkeringen AWf + € 709 mln. • Sociale lasten AWf + € 55 mln. • Overig AWf + € 66 mln.
7
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
• •
Uitvoeringskosten Aof - € 158 mln. Uitvoeringskosten AWf + € 73 mln.
De uitkeringslasten Aof dalen door een kleiner volume en een lagere gemiddelde daguitkering. De uitkeringslasten Afj dalen door een kleiner volume. De uitkeringslasten Sfn en AWf stijgen door een fors groter volume. De sociale lasten AWf stijgen mee met de hogere uitkeringslasten. De overige lasten AWf stijgen door een hogere bijdrage aan de Sfn. De uitvoeringskosten Aof dalen fors door een foutieve vermelding van de uitvoeringskosten in de Juninota. De neerwaartse bijstelling ten opzichte van de gecorrigeerde uitvoeringskosten in de Juninota is € 21 mln. De uitvoeringskosten AWf stijgen door een forse toename van het WW-volume. In de navolgende hoofdstukken wordt een meer gedetailleerde toelichting op de bijstellingen gegeven. De toedeling naar fonds van de uitvoeringskosten 2011 is gebaseerd op de notitie “Toerekening uitvoeringskosten UWV 2011”, die in overleg met het Ministerie van SZW is opgesteld. De verdeling van de uitvoeringskosten 2012 is gemaakt op basis van de verdeling van de uitvoeringskosten 2011, de volumeontwikkelingen per fonds en het UWV-jaarplan 2012.
1.3
Onderliggende volume-ontwikkelingen
De hierboven geschetste financiële resultaten worden in belangrijke mate bepaald door de verwachte volumeontwikkelingen in de diverse werknemersverzekeringen. Deze paragraaf geeft daarvan in hoofdlijnen een overzicht voor de arbeidsongeschiktheidsfondsen en de WW-fondsen. De volumeontwikkelingen worden op geaggregeerd niveau weergegeven. Voor een onderbouwing van de volumeramingen wordt verwezen naar de hoofdstukken 2 tot en met 6. Volume-ontwikkeling arbeidsongeschiktheidsfondsen In de onderstaande grafieken is de historie geschetst vanaf 2003 (inclusief een voorspelling voor 2011 en 2012) van de instroom, de uitstroom en het bestand van de WAO, WAZ, WIA en Wajong. Figuur 1.1
In- en uitstroom ao
Figuur 1.2
x 1.000
100
1000
Aantal ao-uitkeringen
x 1.000
90 900
80 70
800
60 50 40
700
30 20
instro o m
10
uitstro o m
600
0
500 03
04
05
06
07
08 jaar
09
10
11
12
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
jaar
In de periode 2003-2005 daalde de instroom, onder meer door de invoering van de Wet Verbetering Poortwachter. Vanaf 2006 is de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) van kracht. Door de strengere toelatingscriteria is de instroom in de WIA lager dan de instroom WAO voor de introductie van de WIA.
8
Inleiding
De instroom en uitstroom liggen vanaf 2008 veel dichter bij elkaar, waardoor er een stabilisatie in het totale aantal uitkeringen optreedt. In 2011 en 2012 is er een extra daling doordat uitkeringsgerechtigden geboren in de naoorlogse geboortegolf met pensioen gaan. Het aantal Wajong-uitkeringen neemt gestaag toe. Dit komt door de vooralsnog beperkte uitstroom vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast is er sinds 2007 sprake van extra instroom vanuit de WWB. De herleide uitkeringsjaren geven een beeld van de volumeontwikkeling per fonds. De Aok financierde de eerste vijf jaar van de WAO en is per 1 januari 2011 opgeheven. Het Aof financiert uitkeringen van verschillende wetten. Het aantal uitkeringsjaren WAO is het grootst en kent de grootse (neerwaartse) mutatie. Gevolg is een daling van het aantal herleide uitkeringsjaren Aof, dat daarnaast ook de volledige WAZ en een deel van de WIA financiert. Bij de Whk nemen de uitkeringsjaren toe met het stijgende aantal uitkeringen WIA. Bij het Afj nemen de herleide uitkeringsjaren in 2011 toe door een stijgend aantal uitkeringen Wajong. In 2012 neemt het aantal uitkeringsjaren af ondanks een toename van het volume. Oorzaak is de afschaffing van de anticumulatie WSW. De herleide uitkeringsjaren Sfn en het Ufo stijgen door een toename van het aantal WGA-uitkeringen aan flex-werkers. Tabel 1.3
Volume-ontwikkeling arbeidsongeschiktheid (x 1.000)
WAO-uitkeringen WIA- uitkeringen WAZ- uitkeringen Wajong-uitkeringen Totaal ao-uitkeringen Herleide Herleide Herleide Herleide Herleide Herleide
uitkeringsjaren uitkeringsjaren uitkeringsjaren uitkeringsjaren uitkeringsjaren uitkeringsjaren
Aok Aof Whk Afj Sfn Ufo
2010 486 110 30 205
2011 442 140 26 216
2012 402 169 22 228
832
824
821
2 473 20 188 14 1
459 20 194 19 1
435 21 179 25 1
9
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Volume-ontwikkeling WW-fondsen In onderstaande grafieken is de historie van de instroom, de uitstroom en het bestand van de werkloosheidsverzekering opgenomen. Figuur 1.3
In- en uitstroom WW
Figuur 1.4
x 1.000 500
400
450
Aantal WW-uitkeringen
x 1.000
350
400 300 350 300
250
250
200
200
150
150 100
100
instro o m
50
uitstro o m
50
0
0 03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
03
04
05
jaar
06
07
08 jaar
09
10
11
12
De ontwikkeling van de ontslagwerkloosheid volgt de conjunctuur. In 2008 vond een omslag in de conjunctuurontwikkeling plaats. De instroom in de WW overtrof in 2009 de uitstroom en het aantal WW-uitkeringen nam toe. Daarna namen zowel instroom als het aantal uitkeringen weer af. Dit weerspiegelt het herstel van de economie in 2010 en 2011. In 2012 neemt de instroom weer toe vanwege een verwachte economische neergang. In tabel 1.4 is de ontwikkeling van het aantal WW-uitkeringen van 2010 tot 2012 weergegeven. In 2011 daalt de instroom door het economische herstel. In 2012 neemt de instroom toe door een nieuwe economische teruggang. De uitstroom hangt samen met de instroom en volgt met vertraging een vergelijkbare ontwikkeling. Per saldo zal het aantal WW-uitkeringen in 2011 dalen met 2% en in 2012 stijgen met 17%. Het aantal uitkeringsjaren laat zien hoe de volumina zich per fonds ontwikkelen. Deze volumina nemen bij het AWf en de Sfn in 2011 af en in 2012 toe. De Sfn zijn het meest gevoelig voor de conjunctuurverandering omdat uit deze fondsen de eerste maanden werkloosheid worden gefinancierd. De verandering in de instroom in de WW is hier het eerste zichtbaar. Na zes maanden stromen uitkeringen door naar het AWf. De volumeontwikkelingen zijn hierdoor bij het AWf vertraagd zichtbaar. Bij het Ufo zijn werknemers van de overheid verzekerd, waar de gevolgen van de crisis in eerste instantie beperkt waren. Het kabinetsvoornemen om te komen tot een krachtige en kleine overheid zorgt er echter voor dat het verwachte aantal uitkeringsjaren voor dit fonds stijgt in zowel 2011 als 2012. Tabel 1.4
Volume-ontwikkeling werkloosheid (x 1.000)
Instroom Uitstroom Totaal WW-uitkeringen Uitkeringsjaren Sfn Uitkeringsjaren AWf Uitkeringsjaren Ufo
10
2010 415 421
2011 408 413
2012 470 425
264 108 117 9
259 99 115 11
304 113 129 13
Inleiding
De financiering van de vangnetlasten ZW loopt via de WW-fondsen. De ontwikkeling van het ZWvolume is conjunctuur afhankelijk. In tabel 1.5 is zichtbaar dat het aantal uitkeringsjaren licht groeit. De stijging wordt veroorzaakt door een toename van het aantal zieke werklozen bij het AWf in 2011 en 2012. De getoonde uitkeringsjaren AWf en Ufo zijn inclusief WAZO. Het aantal uitkeringsjaren WAZO is in alle jaren vrijwel constant. Tabel 1.5
Volume-ontwikkeling ZW en WAZO (x 1.000)
Uitkeringsjaren Sfn Uitkeringsjaren AWf Uitkeringsjaren Ufo
1.4
2010 49 79 13
2011 46 85 13
2012 45 87 13
Premie 2012
In tabel 1.6 zijn de premies voor 2011 en 2012 weergegeven. UWV heeft in de Juninota voor AWf geen adviespremie gegeven, maar alleen een calculatiepremie (7,65%). Redenen hiervoor was de onzekerheid op dat moment over de bijdrage van het AWf aan de Sfn in 2012. De vastgestelde Aof-premie voor 2012 ligt hoger dan de adviespremie van UWV. De premiebaten zijn hierdoor hoger dan noodzakelijk om de lasten te dekken. Het Aof vermogen neemt hierdoor toe in 2012. De premies voor AWf en Ufo zijn door de Minister lager vastgesteld dan respectievelijk de calculatiepremie en het premieadvies van UWV. De premiebaten zijn daardoor niet lastendekkend in 2012 en beide fondsen eindigen met een lager, negatief vermogen. Tabel 1.6
Premies 2011 en 2012 (in procenten) 2011 Premie 5,10 4,20 0,78
Aof AWf Ufo
1.5
2012 Advies UWV 4,89 1,15
Premie 5,05 4,55 0,78
Opzet van de nota
Hoofdstuk 2 behandelt de Aok, het Aof en de Whk. Hieruit worden de uitkeringen WAO, WAZ en WIA (exclusief eigenrisicodragers) gefinancierd. In hoofdstuk 3 komt het Afj aan de orde. Het Afj betaalt de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan jonggehandicapten (Wajong). In hoofdstuk 4 is een toelichting op de re-integratielasten opgenomen die door de verschillende fondsen worden gefinancierd. De fondsen die de WW financieren voor het bedrijfsleven (Sfn en AWf) en voor de overheid (Ufo) komen in hoofdstuk 5 aan de orde. Deze fondsen financieren tevens de ZWvangnetgevallen en de WAZO. De begroting van het Tf is opgenomen in hoofdstuk 6. Bijlage 1 beschrijft de relevante wet- en regelgeving. Bijlage 2 bevat een overzicht van de gebruikte rekenpremies en premies Sfn. Bijlage 3 behandelt de balansen per fonds. In bijlage 4 is een uitsplitsing opgenomen van de verschillende categorieën uitkeringsgerechtigden bij de WWfondsen. Bijlage 5 bevat dezelfde uitsplitsing voor de WAO en WIA. Bijlage 6 geeft een overzicht van de programmakosten re-integratie per fonds. Tenslotte worden in bijlage 7 de financiële overzichten van de afzonderlijke sectorfondsen samengevat.
11
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
De WIA, WAO en WAZ in hoofdlijnen WIA De wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) voorziet werknemers en ambtenaren van een uitkering als ze arbeidsongeschikt raken. De wet is in werking getreden per 29 december 2005. Werknemers ziek geworden vanaf 1 januari 2004 kunnen (na een wachttijd van 104 weken) een beroep doen op de WIA. In de WIA wordt een onderscheid gemaakt tussen: -
Volledig en duurzaam arbeidsongeschikten.
-
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten en volledig niet-duurzaam arbeidsongeschikten (met een meer dan geringe kans op herstel).
De regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) verstrekt uitkeringen aan volledig en duurzaam arbeidsongeschikten. De uitkeringshoogte bedraagt 75% * grondslag. De grondslag is gelijk aan het (gemaximeerde) laatstverdiende loon. De IVA-uitkeringen worden betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof). De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) verstrekt uitkeringen aan gedeeltelijk arbeids(on)geschikten en aan volledig niet-duurzaam arbeidsongeschikten. De uitkeringsduur is verdeeld in twee uitkeringsfases. In de eerste fase is de uitkeringshoogte gelijk aan 70% van de grondslag (de eerste 2 maanden 75%), waarbij de grondslag het (gemaximeerde) laatstverdiende loon is. De duur van deze eerste fase is afhankelijk van het arbeidsverleden van de arbeidsongeschikte (tot 2008 was de leeftijd leidend). In de tweede fase is de uitkeringshoogte afhankelijk van de mate waarin de arbeidsongeschikte zijn vastgestelde verdiencapaciteit benut. Wanneer een arbeidsongeschikte ten minste 50% van zijn verdiencapaciteit benut, krijgt hij een loonaanvulling ter hoogte van 70% van het verschil tussen het laatstverdiende loon (vóór de arbeidsongeschiktheid) en de vastgestelde verdiencapaciteit. Wanneer een arbeidsongeschikte minder dan 50% van zijn verdiencapaciteit benut, komt hij in aanmerking voor een WGA-vervolguitkering. De hoogte van deze uitkering is maximaal 70% * arbeidsongeschiktheidspercentage * minimumloon. Eventuele inkomsten uit arbeid tot 50% van de verdiencapaciteit worden niet verrekend met de uitkering. Voor de WGA kan een werkgever eigenrisicodrager worden. WAO De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) voorziet werknemers en ambtenaren in geval van arbeidsongeschiktheid van een uitkering. Alleen personen die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden, kunnen nog beroep doen op de WAO. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het laatstverdiende loon, de mate van arbeidsongeschiktheid, de leeftijd bij aanvang en de duur van de uitkering. De Arbeidsongeschiktheidskas (Aok) is per 1 januari 2011 opgeheven. Vanaf die datum worden alle uitkeringen gefinancierd uit het Aof. WAZ De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) is een verzekering tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeurgrootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten. Alleen personen die op of vóór 1 augustus 2004 ziek zijn geworden, kunnen nog beroep doen op de WAZ. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en de grondslag is ten hoogste het wettelijk minimumloon. WAZ-uitkeringen worden gefinancierd uit het Aof.
12
Prognoses Aok, Aof, Whk 2011-2012
2
Prognoses Aok, Aof en Whk 2011-2012
In dit hoofdstuk worden de volume- en financiële ontwikkelingen weergegeven van de wetten en regelingen die gefinancierd worden uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en de Werkhervattingskas (Whk). Het Aof financiert uitkeringen voor de wetten WAO, WIA, WAZ en WAZO. De Whk financiert uitsluitend WIA-uitkeringen. De Aok financierde tot en met eind 2010 een deel van de WAO-uitkeringen en is per 1 januari 2011 opgeheven. Met ingang van 2012 wordt de anticumulatie WSW afgeschaft. Dit heeft tot gevolg dat UWV niet langer via het Aof een bedrag afdraagt aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter compensatie voor niet uitgekeerde WAO- en WAZ-uitkeringen. De anticumulatie WSW heeft geen effect op het volume van de WAO en WAZ, wel op de uitkeringsdagen en –bedragen. Het recht op uitkering blijft onveranderd, de verdiensten in WSW-verband worden niet meer geboekt als uitkeringslasten. Hierdoor daalt het aantal uitkeringsdagen en de uitkeringslasten. Figuur 2.1
Uitkeringen WAO en WIA x 1.000
900 WA O
800
WIA
700 600 500 400 300 200 100 0 2002
2003
2004
2005
2006
2007 jaar
2008
2009
2010
2011
2012
Figuur 2.1 laat de volumeontwikkeling van de WAO en WIA zien. In 2006 zijn de eerste WIA uitkeringen toegekend. Sindsdien neemt het volume WIA toe en neemt het volume WAO verder af. In de paragrafen 2.1 tot en met 2.4 worden de volumeontwikkelingen behandeld bij achtereenvolgens de wetten WAO, WIA, WAZ en WAZO. In de paragrafen 2.5, 2.6 en 2.7 worden de financiële gevolgen voor de arbeidsongeschiktheidsfondsen beschreven. In paragraaf 2.8 staan de ramingsbijstellingen.
13
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
2.1
Ontwikkelingen volume WAO
In deze paragraaf zijn de ontwikkelingen van het volume WAO weergegeven. Bij de raming van het volume van de WAO is uitgegaan van: • de in- en uitstroomkansen in het verleden in combinatie met • de omvang van de verzekerde populatie en • de leeftijdsverdeling van de WAO-gerechtigden. In de ramingen zijn de realisaties tot en met oktober 2011 verwerkt. Aantal uitkeringen In tabel 2.1 zijn de volumegegevens van de WAO weergegeven. Het aantal WAO-uitkeringen daalt tot 401.700 eind 2012. De instroom neemt in 2011 net als in 2012 af. Dit komt doordat er bij de WAO alleen nog instroom is op basis van oud recht. De uitstroom is in de gehele periode hoger dan de instroom. In 2011 en in mindere mate in 2012 is deze extra hoog vanwege de pensionering van uitkeringsgerechtigden die deel uitmaakte van de naoorlogse geboortegolf, de zogenaamde babyboomers. Met het dalen van het aantal uitkeringen WAO neemt ook het aantal niet-herleide en herleide uitkeringsjaren af. De herleidingsfactor stijgt licht door de vergrijzing van het bestand. Tabel 2.1
Ontwikkeling volume en uitkeringsjaren WAO (x 1.000)1,2 2010 4,3 39,7
2011 2,9 46,8
2012 1,6 42,3
Bestand
486,3
442,4
401,7
Niet-herleide uitkeringsjaren Herleidingsfactor (%)
497,0 81,5
458,6 82,0
415,5 82,2
Herleide uitkeringsjaren
405,0
376,0
341,4
Instroom Uitstroom
1) Instroom, uitstroom, uitwisseling en bestand inclusief eigen risicodragers. 2) Uitkeringsjaren en herleidingsfactor exclusief eigen risicodragers.
Uitkeringsjaren en daguitkering per fonds In tabel 2.2 staan de ontwikkeling van de herleide uitkeringsjaren en de gemiddelde daguitkering. De herleide uitkeringsjaren nemen af door een dalend aantal uitkeringen. In 2011 stijgt de gemiddelde daguitkering van de WAO slechts in geringe mate door de pensionering van de babyboomers. Ook in 2012 is de stijging lager dan de voorziene indexatie. Dit komt omdat met ingang van 2012 de anticumulatie WSW niet langer in de uitkeringslasten opgenomen wordt. Tabel 2.2
Uitkeringsjaren en daguitkering WAO1
Herleide uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 405,0
w.v. Aok Aof
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. Aok Aof 1) Exclusief eigen risicodragers.
14
2011 376,0 2,0 403,0
62,98
2012 341,4 376,0
63,30 60,14 63,00
341,4
64,25 63,30
64,25
Prognoses Aok, Aof, Whk 2011-2012
2.2
Ontwikkeling volume WIA
In deze paragraaf zijn de ontwikkelingen van het volume WIA weergegeven. De WIA bestaat uit twee regelingen: de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA) en de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Bij de raming van het volume van de WIA is uitgegaan van: • de in- en uitstroomkansen in combinatie met • de omvang van de verzekerde populatie en • de leeftijdsverdeling van de WIA-gerechtigden. In de ramingen zijn de realisaties tot en met oktober 2011 verwerkt. Aantal uitkeringen Tabel 2.3 laat een toename van de instroom zien. Binnen de populatie van WIAuitkeringsgerechtigden neemt het aandeel IVA toe. Deze toename hangt samen met een doorstroom van volledig arbeidsongeschikten van WGA naar IVA. De uitstroom neemt jaarlijks toe omdat de WIA een relatief jonge wet is met een stijgend aantal uitkeringen. Tabel 2.3
Ontwikkeling volume, uitkeringsjaren en daguitkering WIA (x 1.000)1,2
Instroom WIA
2010 35,7
w.v. IVA WGA
Uitwisseling binnen WIA
7,3 28,4
3,0
w.v. Van WGA naar IVA Van IVA naar WGA
Uitstroom WIA
Uitkeringsjaren IVA Niet-herleide uitkeringsjaren WGA Herleidingsfactor WGA (%) Herleide uitkeringsjaren WGA Gemiddelde daguitkering IVA (euro/dag) Gemiddelde daguitkering WGA (euro/dag)
3,2
8,5
4,2
9,6
110,1
8,3 32,8
3,2 0,0
2,1 6,4
w.v. IVA WGA
2012 41,1 8,0 31,0
3,0 0,0
w.v. IVA WGA
Bestand WIA
2011 39,0
4,2 0,0
11,3 3,0 6,6
139,5 28,2 81,9
3,9 7,4
169,3 36,4 103,1
45,0 124,3
24,1 63,8 83,9 53,5
32,3 79,0 84,1 66,4
40,7 93,5 84,9 79,4
69,65 64,17
70,73 65,06
71,95 66,44
1) Instroom, uitstroom, uitwisseling en bestand inclusief eigen risicodragers. 2) Uitkeringsjaren, herleidingsfactor en daguitkering exclusief eigen risicodragers.
De uitkeringsjaren IVA stijgen met het aantal uitkeringen. De IVA kent uitsluitend volledig arbeidsongeschikten, waardoor er geen onderscheid is tussen niet-herleide en herleide uitkeringsjaren. De gemiddelde daguitkeringen stijgen door de halfjaarlijkse indexatie van de uitkeringen. De gemiddelde daguitkering is bij de IVA hoger dan bij de WGA. Dit verschil hangt samen met het hogere effectieve uitkeringspercentage bij de IVA.
15
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Uitkeringsjaren en daguitkering per fonds De WGA-uitkeringen worden gefinancierd uit: • de Whk voor - uitkeringen korter dan 10 jaar (niet vangnetgroepen) gestart in 2007 of later; - uitkeringen korter dan 4 jaar (niet vangnetgroepen) gestart in 2006; - uitkeringen aan vrijwillige verzekerden WIA. • het Aof voor - alle uitkeringen vanaf een duur van 10 jaar gestart in 2007 of later; - alle uitkeringen vanaf een duur van 4 jaar gestart in 2006; - loonaanvullingen voor het deel boven de vervolguitkering, behalve bij flex-werkers; - uitkeringen aan vangnetgroepen (niet flex-werkers); • de Sfn voor - uitkeringen korter dan 10 jaar aan flex-werkers (niet-overheid) gestart in 2007 of later; - uitkeringen korter dan 4 jaar aan flex-werkers (niet-overheid) gestart in 2006; • het Ufo voor - uitkeringen korter dan 10 jaar aan flex-werkers (overheid) gestart in 2007 of later; - uitkeringen met een duur van minder dan 4 jaar aan flex-werkers (overheid) gestart in 2006. Alle IVA-uitkeringen worden uit het Aof gefinancierd. De herleide uitkeringsjaren WIA (exclusief eigen risicodragers) stijgen in de periode 2010-2012 aanzienlijk. Deze stijging is bij alle fondsen zichtbaar, behalve bij de Whk. Hier blijft het aantal herleide uitkeringsjaren redelijk constant in 2011 en in 2012. Dat komt onder andere door een stijging van het aandeel van eigenrisicodrager in het aantal uitkeringen. Deze uitkeringen komen niet (langer) voor rekening van de Whk. Verder zijn er in 2011 en 2012 veel overgangen van loongerelateerde fase naar een vervolgfase met een gemiddeld lager uitkeringspercentage en veelal een gedeeltelijke financiering uit het Aof. Beide effecten spelen in 2012 een minder grote rol. Hierdoor is er in 2012 weer een geringe stijging van het aantal herleide uitkeringsjaren bij de Whk. Ook de herleide uitkeringsjaren Sfn en Ufo vertonen in 2011 en 2012 een toename. Dit is het gevolg van een hoog niveau van het aantal ZW-uitkeringen onder de flex-werkers sinds 2009. Tabel 2.4
Uitkeringsjaren en daguitkering WIA1
Herleide uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 77,7
w.v. Aof Whk Sfn Ufo
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. Aof Whk Sfn Ufo
2011 98,7 43,4 20,2 13,5 0,5
65,87
2012 120,1 58,9 19,9 19,2 0,7
66,91 66,47 69,61 58,10 72,00
73,1 20,7 25,3 1,0
68,30 67,67 71,10 59,98 73,28
69,15 72,77 61,86 77,00
1) Exclusief eigen risicodragers.
De gemiddelde daguitkering over alle fondsen stijgt. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de indexatie. Bij de afzonderlijke fondsen kan de relatieve stijging groter of kleiner zijn. Ook andere invloeden spelen namelijk een rol bij ontwikkeling van het gemiddelde dagloon. Zo is bij fondsen die relatief veel nieuwe uitkeringen financieren de invloed van de loonontwikkeling in de markt sterker.
16
Prognoses Aok, Aof, Whk 2011-2012
2.3
Ontwikkeling volume WAZ
In deze paragraaf zijn de ontwikkelingen van het volume WAZ weergegeven. Bij de raming van het volume van de WAZ is uitgegaan van: • de in- en uitstroomkansen in het verleden in combinatie met • de leeftijdsverdeling van het bestand WAZ-gerechtigden. In de ramingen zijn de realisaties tot en met oktober 2011 verwerkt. Het aantal uitkeringen WAZ zal de komende jaren dalen. Zelfstandigen die na 1 augustus 2004 ziek zijn geworden, hebben geen recht meer op een WAZ-uitkering. De instroom is dan ook klein. Alleen degenen die opnieuw ziek worden na het beëindigen van hun uitkering hebben nog recht op een uitkering WAZ. De uitstroom blijft substantieel vanwege de gemiddeld hoge leeftijd van het bestand de komende jaren en is in 2011 extra hoog vanwege de pensionering van de babyboomers. Tabel 2.5
Ontwikkeling volume, uitkeringsjaren en daguitkering WAZ (x 1.000)
Instroom Uitstroom
2010 0,2 4,0
2011 0,1 4,6
2012 0,1 3,6
Bestand
30,4
25,9
22,4
Niet-herleide uitkeringsjaren Herleidingsfactor (%)
29,8 82,3
26,1 82,4
22,4 82,3
Herleide uitkeringsjaren
24,5
21,5
18,5
44,67
45,23
45,93
Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
De herleidingsfactor van de WAZ is in de gehele periode ongeveer gelijk. De gemiddelde daguitkering stijgt in 2011 en 2012 vanwege indexaties.
2.4
Ontwikkeling volume WAZO
De regeling ZEZ binnen de WAZO geeft recht op een zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor zelfstandigen. De financiering van deze WAZO-uitkeringen gaat via een rijksbijdrage aan het Aof. Zwangerschaps- en bevallingsuitkeringen voor werknemers worden gefinancierd uit het AWf (zie hoofdstuk 5). Tabel 2.6
Ontwikkeling volume, uitkeringsjaren en daguitkering WAZO (x 1.000) 2010 2011 Instroom 7,5 7,5 Herleide uitkeringsjaren 2,4 2,4 Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
57,69
59,44
2012 7,5 2,4 60,43
De instroom en de herleide uitkeringsjaren van de ZEZ zijn in de gehele periode gelijk. De gemiddelde daguitkering stijgt door indexering.
17
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
2.5
Aok 2010
De Arbeidsongeschiktheidskas (Aok) financierde tot en met eind 2010 de eerste vijf jaren WAO1 . Per 1 januari 2011 is de Aok opgeheven en zijn de resterende WAO rechten en plichten overgenomen door het Aof. Voor de jaren 2011 en verder zijn om die reden geen Aok-prognoses gemaakt. In deze paragraaf worden enkel nog de cijfers over 2010 gepresenteerd. Volume en daguitkering Tabel 2.7
Uitkeringsjaren en daguitkering Aok
Herleide uitkeringsjaren (x 1.000) Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
2010 2,0 60,14
Financieel overzicht Exploitatiesaldo en vermogenspositie In 2010 was er sprake van een positief exploitatiesaldo van € 109 mln. Dit was voldoende om het negatieve vermogen van begin 2010 geheel te compenseren. Eind 2010 is de Aok geëindigd met een positief vermogen van € 3 mln. Dit vermogen is overgenomen door het Aof. Tabel 2.8
Financieel overzicht Aok (mln. euro) 2010
LASTEN Uitkeringslasten Uitkeringen Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Toevoeging voorzieningen Programmakosten overig
26 2 2 3 1
Totale lasten
33
BATEN Premiebaten Overig
138 Rentebaten Overige baten
0 4
Totale baten
142
SALDO
109
VERMOGENSPOSITIE Vermogen1 Liquiditeitsreserve
3 1
Dekkingssaldo
2
1) Vermogen is op 1 januari 2011 toegevoegd aan vermogen Aof.
1 Bij betalingen uit de Aok ging het om arbeidsongeschikten die vóór 1-1-2004 ziek geworden waren en daarna de wachttijd van 52 weken voltooid hadden. Die wachttijd kon soms door korte perioden van herstel onderbroken zijn, waardoor een klein aantal uitkeringen ook nog in 2005 gestart zijn en in de loop van 2010 doorstroomden naar het Aof.
18
Prognoses Aok, Aof, Whk 2011-2012
2.6
Prognoses Aof
Het Aof financiert arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor de wetten WAO, WAZ, WAZO en WIA. Ontwikkeling volume en daguitkering In tabel 2.9 staat de ontwikkeling van de herleide uitkeringsjaren en van de daguitkering van het Aof. In 2011 en 2012 daalt het aantal uitkeringsjaren bij het Aof. De ontwikkeling is de resultante van een toename bij de WIA en een afname bij WAO en WAZ. Tabel 2.9
Uitkeringsjaren en daguitkering Aof
Herleide uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 473,3
w.v. WAO WIA (IVA) WIA (WGA) WAZ WAZO
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. WAO WIA (IVA) WIA (WGA) WAZ WAZO
2011 458,7 403,0 24,1 19,3 24,5 2,4
62,34
2012 435,3 376,0 32,3 26,6 21,5 2,4
63,00 63,00 69,65 62,50 44,67 57,69
341,4 40,7 32,4 18,5 2,4
64,27 63,30 70,73 63,98 45,23 59,44
64,25 71,95 65,64 45,93 60,43
De gemiddelde daguitkering stijgt in zowel 2011 als 2012 door indexaties van de uitkeringen. Ook de samenstelling van de populatie naar wet speelt een rol. De daguitkering WAO in 2011 stijgt minder dan de indexatie vanwege de pensionering van de babyboomers. Hierdoor valt een deel van de hogere uitkeringen weg. Financiële ontwikkeling In tabel 2.10 staat een overzicht van de baten en lasten voor de periode 2010-2012. Lasten De totale uitkeringslasten nemen in 2011 en 2012 af. De uitkeringlasten WAO dalen in beide jaren door een daling in het volume. Deze uitkeringslasten bestaan in 2011 naast reguliere arbeidsongeschiktheidsuitkeringen uit anticumulatie WSW. In 2011 is rekening gehouden met een bedrag van € 134,8 mln. voor de WAO (en € 1,5 mln. voor de WAZ). Vanaf 2012 zullen de anticumulatie WSW niet langer ten laste gebracht worden van het Aof. Hierdoor is er een extra daling van de uitkeringslasten in 2012. De uitkeringslasten WAZ blijven net als het WAZ-volume dalen en de IVA- en WGA-uitkeringslasten stijgen conform de toename van het bijbehorende volume. De ZVW-bijdrage stijgt in 2011 door een hogere ZVW-premiepercentage (7,75%) en in 2012 daalt deze bijdrage door een lager ZVW premiepercentage (7,10%). De sociale lasten dalen in 2011 door een lagere basispremie WAO/WIA. In 2012 nemen de sociale lasten licht toe vanwege een stijging van de sociale werkgeverspremies. Programmakosten overig bevat naast algemene kosten een bijdrage van Aof aan het sectorfonds van de sector Uitzendbedrijven. Deze bijdrage bedraagt € 24 mln. in 2011 en € 30 mln. in 2012.
19
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Baten De premiebaten laten in 2011 een daling zien door een lager premiepercentage 5,10% (2010: 5,70%) en 2012 laat een lichte toename zien door een hogere premieplichtige loonsom bij een premiepercentage van 5,05%. De overige baten zijn in 2011 en 2012 fors lager dan in 2010. In 2010 was er sprake van een incidentele vrijval bij de voorziening premiedebiteuren van € 56 mln. Daarnaast dalen de regresbaten in 2011 met ongeveer € 15 mln. ten opzichte van 2010. Exploitatiesaldo en vermogenspositie Het exploitatiesaldo in 2011 daalt naar - € 218 mln. In 2012 is er een positief exploitatiesaldo door lagere uitkeringslasten bij hogere premiebaten. Het vermogen ontwikkelt zich overeenkomstig het saldo van baten en lasten. Tabel 2.10
Financieel overzicht Aof (mln. euro) 2010
2011
2012
7.270 300 462 315 38 561 642
6.807 276 614 438 40 616 610
6.208 239 796 567 41 557 622
87 12 0 32 415
66 11 0 42 386
75 8 0 49 333
Totale lasten
10.135
9.906
9.494
BATEN Premiebaten Overig
10.524
9.579
9.626
20 43 98
35 47 28
25 47 28
10.685
9.688
9.725
551
-218
231
VERMOGENSPOSITIE Vermogen1 Liquiditeitsreserve
2.141 462
1.926 453
2.156 436
Dekkingssaldo
1.678
1.472
1.720
LASTEN Uitkeringslasten Uitkeringen WAO Uitkeringen WAZ Uitkeringen IVA Uitkeringen WGA Uitkeringen WAZO Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Re-integratielasten Toevoeging voorzieningen Rentelasten Programmakosten overig Uitvoeringskosten
Rentebaten Rijksbijdrage WAZO Overige baten Totale baten SALDO
1) Het vermogen Aok van € 3 mln. is in het vermogen 2011 van het Aof opgenomen.
20
Prognoses Aok, Aof, Whk 2011-2012
2.7
Prognoses Whk
De financiering van de eerste tien jaar van de WGA vindt plaats vanuit de Whk. Werkgevers betalen een individueel gedifferentieerde premie WGA. Eigenrisicodragers WGA Werkgevers kunnen eigenrisicodrager worden voor het Whk-deel van de WGA. Begin 2010 waren 87.000 werkgevers eigenrisicodrager voor de WGA. Dit niveau is begin 2011 gestegen naar 99.000. Momenteel zijn 101.000 werkgevers eigenrisicodragers. Er is rekening gehouden met een geringe toename van het aantal eigenrisicodragers in 2012. Rentehobbel UWV en de private verzekeraars vormen een hybride stelsel voor de WGA-verzekeringen. Werkgevers kunnen kiezen of ze zich voor de eerste tienjaarslasten verzekeren bij UWV of bij een private verzekeraar. Verzekerden bij UWV betalen de gedifferentieerde premie WGA (Whk-premie). Private verzekeraars passen een kapitaaldekkingsystematiek toe, waardoor zij genoodzaakt zijn in de eerste jaren een vermogen op te bouwen. UWV is daarom door regelgeving verplicht een hogere premie te heffen dan noodzakelijk zou zijn binnen het omslagstelsel. Hierdoor bouwt de Whk vermogen op. Dit betekent dat werkgevers verzekerd bij UWV een extra opslag op de (lastendekkende) premie krijgen. Het opslagpercentage wordt de rentehobbel genoemd en de hoogte wordt jaarlijks door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgesteld. In het rekenpercentage 2011 van 0,62% is 0,09% rentehobbelopslag, in het rekenpercentage 2012 van 0,55% zit een opslag van 0,07%. Vanaf 2013 wordt er geen rentehobbelopslag meer opgelegd. Ontwikkeling volume en daguitkering In tabel 2.11 staan de herleide uitkeringsjaren en gemiddelde daguitkering Whk voor 2010 tot en met 2012. Tabel 2.11
Uitkeringsjaren en daguitkering Whk
Herleide uitkeringsjaren (x 1.000) Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
2010 20,2 69,61
2011 19,9 71,10
2012 20,7 72,77
Het aantal herleide uitkeringsjaren neemt in 2011 af en in 2012 toe (zie paragraaf 2.2). De gemiddelde daguitkering stijgt in de periode 2010-2012 door indexatie. Financiële ontwikkeling In tabel 2.12 staat een overzicht van de baten en lasten voor 2010-2012. Lasten De uitkeringslasten nemen toe in 2011 en 2012. In 2011 is dit het gevolg van een stijgende gemiddelde daguitkering, in 2012 een combinatie van een stijgend volume en gemiddelde daguitkering. De ZVW bijdrage in 2011 neemt toe vanwege hoger premiepercentage (7,75%) en in 2012 neemt de ZVW bijdrage af vanwege een lager premiepercentage (7,10%). Baten De premiebaten dalen in beide jaren. De daling in 2011 wordt veroorzaakt door een daling in de loonsom als gevolg van een toename van het aantal eigenrisicodragers, in 2012 is dit het gevolg van een lager premiepercentage. In 2011 zullen de rentebaten meestijgen met de kasstand. De rentebaten in 2012 nemen af vanwege een lagere rentevergoeding.
21
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Exploitatiesaldo en vermogenspositie Het exploitatiesaldo daalt in zowel 2011 als 2012. Dit wordt veroorzaakt door dalende baten en stijgende lasten. Een deel van de daling van de baten wordt veroorzaakt door een dalende rentehobbelopslag. Het vermogen is verdeeld in een rentehobbeldeel en een regulier deel. Het rentehobbeldeel stijgt gestaag door de premieopbrengsten van het rentehobbelpercentage en rentebaten. Tabel 2.12
Financieel overzicht Whk (mln. euro) 2010
2011
2012
376 26 31
382 30 31
407 29 36
6 1 0 0 15
4 0 0 0 9
6 1 0 0 9
455
457
487
131 521
81 461
68 465
15 0 13
24 0 14
18 0 14
Totale baten
680
580
565
SALDO
225
122
77
1.242 15 19
1.344 36 19
1.430 28 20
-3
17
7
LASTEN Uitkeringslasten Uitkeringen Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Re-integratielasten Toevoeging voorzieningen Rentelasten Programmakosten overig Uitvoeringskosten Totale lasten BATEN Premiebaten Rentehobbel Regulier Overig Rentebaten rentehobbel Rentebaten regulier Overige baten
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Rentehobbel Regulier Liquiditeitsreserve Dekkingssaldo
2.8
Ramingsbijstellingen
Aof De uitkeringsjaren Aof zijn voor 2011 en 2012 licht naar beneden bijgesteld (2011: -0,1%, 2012: 0,3%). De gemiddelde daguitkering is voor beide jaren lager dan in de Juninota (2011: -0,5%; 2012: -0,3%). De uitkeringslasten 2011 en 2012 zijn naar beneden bijgesteld. Deze bijstelling komt voornamelijk voort uit een neerwaartse bijstelling van de uitkeringslasten WAO en WAZ. Voor het overige zijn de uitkeringslasten WAZO naar boven bijgesteld en IVA/WGA naar beneden bijgesteld.
22
Prognoses Aok, Aof, Whk 2011-2012
De sociale lasten 2012 zijn naar beneden bijgesteld vanwege lagere uitkeringslasten versterkt door een lager vastgesteld WAO-percentage (5,05%) dan de calculatiepremie (4,96%) waarmee in de Juninota gerekend is. De uitvoeringskosten 2012 zijn naar beneden bijgesteld. Hieraan ligt een foutieve vermelding in Juninota ten grondslag. In deze nota zijn uitvoeringskosten ter hoogte van € 491 mln. opgenomen, terwijl een toedeling van € 354 mln. correct zou zijn geweest. Ten opzichte van dit bedrag bedraagt de neerwaartse bijstelling € 21 mln. In hoofdstuk 1 is aangegeven hoe de hoogte van de uitvoeringskosten UWV is geraamd. De premiebaten 2011 zijn naar boven bijgesteld vanwege hogere ontvangsten. In 2012 zijn de premiebaten naar beneden bijgesteld vanwege hogere verwachte premiekortingen voor oudere werknemers en een lichte neerwaartse bijstelling van de premieplichtige loonsom. Tabel 2.13
Bijstellingen Aof (mln. euro) 2011 -56
LASTEN Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
BATEN
2012 -321 -26 2 -11 -21
106
Premiebaten Overig
-125 -30 -8 -159
-84 111 -5
SALDO
162
-64 -20
238
Whk De uitkeringsjaren voor beide jaren zijn naar beneden bijgesteld (2011: -1,5%, 2012: -5%). De gemiddelde daguitkering voor beide jaren is hoger dan in de Juninota (2011: 0,3%, 2012: 0,8%). De neerwaartse bijstelling van de uitkeringsjaren voor 2012 leidt tot een daling van de uitkeringslasten. De premiebaten 2011 zijn naar beneden bijgesteld vanwege lagere ontvangsten. Als gevolg hiervan is de premieplichtige loonsom voor 2012 bijgesteld, wat lagere premiebaten tot gevolg heeft. Tabel 2.14
Bijstellingen Whk (mln. euro)
LASTEN
2011 -9
Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
BATEN
-6 0 -3 -1
-47
Premiebaten Overig
SALDO
2012 -34 -24 -3 -2 -6
-54 -50 3
-38
-44 -10
-20
23
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
De Wajong in hoofdlijnen De Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) verstrekt in geval van arbeidsongeschiktheid uitkeringen aan degenen die vóór hun 17e levensjaar of als student arbeidsongeschikt zijn geworden. Tot en met 2009 werd de uitkeringshoogte als volgt berekend: 70%* mate van arbeidsongeschiktheid * grondslag. Bij volledige arbeidsongeschiktheid wordt 75% van de grondslag uitgekeerd. De grondslag van de Wajong is het minimumloon. Vanaf 1 januari 2010 staat bij de Wajong het recht op arbeidsondersteuning centraal, en niet meer het recht op een uitkering. Als onderdeel van de arbeidsondersteuning kunnen jonggehandicapten inkomensondersteuning aanvragen. Hierbij worden drie groepen onderscheiden: • Jongeren zonder perspectief op een gewone baan, om medische of arbeidskundige redenen: Deze groep heeft recht op een Wajong-uitkering, conform de oude regeling (75% van het minimumloon) • Jongeren met perspectief op een gewone baan: Deze groep komt in de “Werkregeling jonggehandicapten”. In de eerste fase (tussen 18 en 27 jaar) wordt een aanvulling op het inkomen uit werk verstrekt. Het totaal van de inkomensondersteuning en het inkomen uit arbeid is minimaal 75% en maximaal 100% van het minimumloon. In de tweede fase, vanaf uiterlijk het 27e jaar, is de aanvulling afhankelijk van de benutting van de resterende arbeidscapaciteit. Wordt deze volledig benut, dan volgt een aanvulling tot 100% van het minimumloon. Zo niet, dan wordt aangevuld tot 75%. • Jongeren die studeren: Naast studiefinanciering heeft deze groep recht op inkomensondersteuning ter hoogte van 25% van het minimumloon. De nieuwe Wajong wordt uitsluitend toegepast voor nieuwe gevallen. Aanvragen van vóór 1 januari 2010 en de dan al lopende uitkeringen vallen onder de oude regeling. De Wajong wordt gefinancierd uit het Arbeidsondersteuningsfonds jonggehandicapten (Afj), dat wordt beheerd door UWV. De uitgaven van het Afj worden gedekt door een rijksbijdrage.
24
Prognoses Afj 2011-2012
3
Prognoses Afj 2011-2012
De Wajong voorziet in een uitkering aan personen die al op jonge leeftijd arbeidsongeschikt zijn. Ook arbeidsongeschikte studenten kunnen een beroep doen op deze wet. De uitkeringen Wajong worden betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds jonggehandicapten (Afj). Re-integratielasten van jongehandicapten worden eveneens ten laste van het Afj gebracht. Dit fonds wordt volledig gefinancierd door een rijksbijdrage. In paragraaf 3.1 en 3.2 worden de volume- en financiële ontwikkeling van de Wajong in de periode 2010 tot en met 2012 geschetst. In paragraaf 3.3 worden de ramingsbijstellingen ten opzichte van de Juninota 2011 gepresenteerd.
3.1
Ontwikkeling volume en daguitkering
Instroom, uitstroom en bestand In tabel 3.1 wordt de ontwikkeling van de instroom, uitstroom en lopend bestand van Wajonggerechtigden weergegeven voor de periode 2010-2012. De cijfers over 2010 zijn realisaties, over 2011 en 2012 ramingen. Het aantal nieuwe uitkeringsbeslissingen zal in 2011 naar verwachting lager uitkomen dan in 2010. De belangrijkste twee redenen zijn: het aantal aanvragen nieuwe Wajong is lager en het afwijspercentage is hoger dan bij de oude Wajong. Dit heeft te maken met het veranderde doel van de nieuwe Wajong, waarbij de nadruk ligt op wat Wajongers nog wel kunnen in plaats van wat ze niet kunnen. De instroom daalt in 2011 ten opzichte van 2010 met 1.100. Voor 2012 wordt uitgegaan van een verdere geringe daling van de instroom. Bij deze ramingen wordt uitgegaan van: • de in- en uitstroomkansen in het verleden; gezien de beperkte historie zijn de uitstroomkansen per regeling onder de nieuwe Wajong onzeker; • de omvang van de populatie 18-jarigen; • het aantal leerlingen in het Speciaal Voortgezet Onderwijs en Praktijkonderwijs; • de leeftijdsverdeling van het bestand Wajonggerechtigden. In de ramingen zijn de realisaties tot en met oktober 2011 verwerkt. In 2011 is voor het eerst het verschil tussen instroom en uitstroom kleiner geworden. De introductie van de nieuwe Wajong remt de instroom af. De instroom in de Wajong blijft echter hoger dan de uitstroom. Hierdoor neemt het lopend bestand verder toe. De relatief geringe uitstroom heeft te maken met de invoering van de uitkeringsregeling voor jonggehandicapten in 1976. Daardoor zijn ouderen in het bestand nog schaars en komt uitstroom door pensionering weinig voor. Tabel 3.1 Instroom Uitstroom Bestand
Ontwikkeling volume Wajong (x 1.000) 2010 17,8 4,6
2011 16,7 5,4
2012 16,6 5,5
205,1
216,4
227,5
25
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Uitkeringsjaren en herleidingsfactoren Met ingang van 2012 wordt de anticumulatie WSW afgeschaft. Dit heeft tot gevolg dat het Afj niet langer een bedrag afdraagt aan het Ministerie van SZW voor niet uitgekeerde Wajong-uitkeringen. De afschaffing van de anticumulatie WSW heeft geen effect op het volume van de Wajong, wel dalen hierdoor de uitkeringsdagen en –bedragen. Het recht op uitkering blijft onveranderd. Eind 2011 zijn er naar verwachting 216.400 Wajong-uitkeringsgerechtigden. Hiervan werken 25.600 personen in WSW-verband. Het aantal herleide uitkeringsjaren (tabel 3.2) wordt afgeleid uit het gemiddelde bestand in een jaar. Dit aantal neemt in 2011 ten opzichte van 2010 met 6.200 toe en daalt in 2012 met 14.400. Deze daling is het resultaat van een toename met 9.600 herleide uitkeringsjaren door de groei van het bestand en een daling als gevolg van afschaffing van de anticumulatie WSW met 25.600. De herleidingsfactor geeft de gemiddelde mate van arbeidsongeschiktheid weer van alle uitkeringsgerechtigden. Bij de Wajong is deze herleidingsfactor hoog maar daalt in 2011 en 2012. Dit komt door de nieuwe Wajong waarin het recht op arbeidsondersteuning centraal staat en niet langer de mate van arbeidsongeschiktheid. De studieregeling bijvoorbeeld geeft altijd recht op 25% van het minimumloon. Het verdwijnen van de anticumulatie WSW heeft een verdere daling van de herleidingsfactor in 2012 tot gevolg. Personen werkzaam in WSW-verband hebben veelal een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering. Het verdwijnen van deze groep uit de uitkeringsgegevens draagt bij aan de daling van de herleidingsfactor. Daguitkering De grondslag van de uitkering van een jonggehandicapte is het minimumloon. Dit minimumloon, en daarmee de uitkering, wordt twee keer per jaar geïndexeerd. De gemiddelde daguitkering ontwikkelt zich globaal volgens de indexering. Tabel 3.2
Uitkeringsjaren en daguitkering Afj
Niet-herleide uitkeringsjaren (x 1000) Herleidingsfactor (%)
2010 192,0 97,7
2011 200,6 96,6
2012 186,6 96,2
Herleide uitkeringsjaren (x 1000)
187,7
193,9
179,5
Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
43,70
44,46
45,05
3.2
Financiële ontwikkeling
Lasten De lasten van het Afj zijn weergegeven in onderstaande tabel. De uitkeringslasten, inclusief de bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW), zijn voor 2010 vastgesteld op € 2.507 mln. De raming voor 2011 komt uit op € 2.680 mln. een toename met 6,9%. De toename van het volume levert de grootste bijdrage aan de lastenstijging, verder neemt de gemiddelde daguitkering toe en stijgt het ZVW percentage in 2011. In 2012 dalen de uitkeringslasten naar € 2.479 mln. Dit is de resultante van een toename van het volume, een toename van de gemiddelde daguitkering, afschaffing van de anticumulatie WSW en een daling van de ZVW-premie. De uitkeringslasten Wajong bestaan naast reguliere uitkeringen uit anticumulatie WSW. In 2010 en 2011 zijn de besparingen vastgesteld op respectievelijk € 359 mln. en € 363 mln. Voor 2012 is de anticumulatie WSW op nihil gesteld.
26
Prognoses Afj 2011-2012
Tabel 3.3
Lasten Afj (mln. euro)
Uitkeringslasten Uitkeringen Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Bijdrage Rf Re-integratielasten Onderwijsvoorzieningen Extra Re-integratie Jonggehandicapten Toevoeging voorziening Overig Uitvoeringskosten Onderwijsvoorzieningen Overig Totale lasten
2010
2011
2012
2.342 165 0
2.492 188 0
2.320 159 0
0 134 20 1 1 -5
0 152 22 0 1 -3
0 173 23 0 1 0
2 140
2 141
2 162
2.800
2.996
2.841
1) Baten zijn, met uitzondering van de rijksbijdragen, in mindering gebracht op de overige lasten.
De overige lasten bestaan grotendeels uit re-integratielasten. In 2011 stijgen deze lasten van € 134 mln. naar € 152 mln. Werkvoorzieningen en inkoop van arbeidsbemiddeling maken samen het grootste deel van de re-integratielasten uit. De werkvoorzieningen veroorzaken een stijging van de re-integratielasten. In 2012 stijgen de re-integratielasten verder. Baten vanwege regres zijn in tabel 3.3 opgenomen als negatieve overige lasten. De herindelingsoperatie bij de Wajong heeft een toename van de uitvoeringskosten in 2012 tot gevolg. In hoofdstuk 1 is aangegeven hoe de uitvoeringskosten UWV zijn geraamd en hoe de verdeling over de fondsen tot stand is gekomen.
3.3
Ramingsbijstellingen
De bijstelling voor de lasten Afj staan in tabel 3.4. Ten opzichte van de Juninota is het volume 2011 met 4.400 uitkeringsjaren afgenomen (-2,2%) en het volume 2012 met 2.600 uitkeringsjaren (-1,4%). De gemiddelde daguitkering neemt in 2011 toe met 0,1% en in 2012 af met 0,6%. De lasten voor 2011 zijn met € 93 mln. naar beneden bijgesteld. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door een bijstelling in de uitkeringslasten. Deze dalen als gevolg van een kleiner volume. De lasten voor 2012 zijn met € 54 mln. naar beneden bijgesteld. De uitkeringslasten zijn met € 76 mln. naar beneden bijgesteld. Dit wordt deels veroorzaakt door een kleiner volume en deels door een lager ZVW-percentage. De uitvoeringskosten nemen toe als gevolg van de herindelingsoperatie bij de Wajong in het kader van de invoering van de wet Werken Naar Vermogen. Tabel 3.4
Bijstellingen Afj (mln. euro) 2011
2012
LASTEN Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
Totale lasten
-57 0 -26 -10
-93
-76 0 -13 35
-54
27
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Re-integratie in hoofdlijnen In dit hoofdstuk worden de totale programmakosten re-integratie integraal weergegeven. De financiering van de re-integratie is via de moederwetten geregeld. Het gaat hierbij om de Wajong, WGA, WAO, WAZ, WW en ZW. De kosten voor re-integratie-inspanningen komen ten laste van hetzelfde fonds als waaruit de oorspronkelijke uitkering wordt gefinancierd. De re-integratie WW en ZW worden gefinancieerd uit het AWf, de re-integratie WAO en WAZ uit het Aof, de re-integratie Wajong uit het Afj. Voor de WGA geldt een gespreide financiering over de fondsen Aof, Whk, Sfn en Ufo. Uit de UWV-fondsen worden de volgende re-integratielasten gefinancierd: • ZW no risk uitkeringen; • subsidie aan werkgevers; • subsidie aan personen; • subsidie aan instellingen; • inkoop van re-integratiediensten bij re-integratiebedrijven.
28
Prognoses re-integratie 2011-2012
4
Prognoses re-integratie 2011-2012
Uitkeringen, subsidies en voorzieningen re-integratie worden via de moederwetten geregeld. Om zicht te houden op de totale programmakosten die met re-integratie gemoeid zijn, wordt in dit hoofdstuk een samenvattend overzicht gegeven.
4.1
Overzicht programmakosten re-integratie
In de tabellen 4.1 tot en met 4.3 wordt een overzicht gegeven van de programmakosten reintegratie 2010-2012. Voor een verdere uitsplitsing van deze kosten voor het jaar 2010 wordt verwezen naar tabel 2 van bijlage 6. Een uitsplitsing van de prognoses voor de jaren 2011 en 2012 is te vinden in tabel 3 en 4 van bijlage 6. Tabel 4.1
Overzicht programmakosten re-integratie 2010 (mln. euro)
Uitkeringslasten Overig Subsidies aan werkgevers Subsidies aan personen Onderwijsvoorzieningen Werkvoorziening en ov. subsidies Subsidies aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Inkoop arbeidsbemiddeling WW Extra re-integratie Jonggehand. ZW Arbo Interventies Overig Totale Programmakosten
Tabel 4.2
Rf 1
Afj 0
Aof 0
Whk
AWf 94
Ufo
Sfn
Tot 94
0
8
4
0
3
0
0
15
1 1 1
20 62 12 51
0
0
0
0
31 0
0
0
20 121 13 110 162 1 31 0
3
155
87
6
315
0
0
567
56
1
27
6
25 162
0
1
Overzicht programmakosten re-integratie 2011 (mln. euro)
Uitkeringslasten Overig Subsidies aan werkgevers Subsidies aan personen Onderwijsvoorzieningen Werkvoorziening en ov. subsidies Subsidies aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Inkoop arbeidsbemiddeling WW Extra re-integratie Jonggehand. ZW Arbo Interventies Overig Totale Programmakosten
Afj 0
Aof 0
Whk
AWf 103
Ufo
Sfn
Tot 103
12
4
0
6
0
0
22
22 83 11 45
15
4
0
1
0
32 0
0
0
22 130 11 83 68 0 32 1
174
66
4
227
0
0
472
47
0 18 68
0
0
29
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 4.3
Overzicht programmakosten re-integratie 2012 (mln. euro)
Uitkeringslasten Overig Subsidies aan werkgevers Subsidies aan personen Onderwijsvoorzieningen Werkvoorziening en ov. subsidies Subsidies aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Inkoop arbeidsbemiddeling WW Extra re-integratie Jonggehand. ZW Arbo Interventies Overig Totale Programmakosten
Afj 0
Aof 0
Whk
AWf 114
Ufo
Sfn
Tot 114
8
4
0
3
0
0
15
23 91 14 58
19
6
2
1
0
30 0
0
0
23 142 14 106 28 0 30 2
196
75
6
197
0
0
474
51
0 23 28
0
0
Uitkeringslasten Op grond van de ZW kan een werkgever het ziekengeld van een gere-integreerde arbeidsgehandicapte declareren en compensatie krijgen voor loonkosten bij ziekte van oudere werknemers. De uitkeringslasten stijgen in 2011 en 2012 door een toenemend beroep op deze regelingen. Subsidies aan werkgevers Subsidies aan werkgevers hebben voornamelijk betrekking op loonkostensubsidies. Financiering vindt plaats vanuit alle fondsen. In 2011 wordt een groei verwacht die onder andere wordt veroorzaakt door de tweede betaling van loonkostensubsidies gestart in het voorgaande jaar. In 2012 worden uitsluitend in de eerste drie maanden nieuwe loonkostensubsidies verstrekt en vinden betalingen plaats over in 2011 gestarte loonkostensubsidies. De uitgaven in 2012 zullen hierdoor dalen. De uitgaven aan loonkostensubsidies blijven binnen het budget van € 27 mln. Voorzieningen Voorzieningen worden onderverdeeld in Onderwijsvoorzieningen en Werkvoorzieningen. Onderwijsvoorzieningen worden uitgevoerd in opdracht van OCW. Het betreft meeneembare voorzieningen, vervoersvoorzieningen en intermediaire voorzieningen die worden verstrekt in het kader van de regeling Overige onderwijsvoorzieningen (OOS). Deze voorzieningen worden gefinancierd uit het Afj met een rijksbijdrage van OCW. De programmakosten Onderwijsvoorzieningen zullen voor heel 2011 uitkomen op € 22 mln. en stijgen licht naar € 23 mln. in 2012. De uitvoeringskosten bedragen € 2 mln. zowel in 2011 als 2012. Voor de Werkvoorzieningen geldt vanaf 1 januari 2012 een taakstellend budget. De categorieën die onder dit budget vallen, zijn Werkvoorziening arbeidsgehandicapte, Werkvoorziening werknemer, Subsidie aan personen overig en Subsidie aan werkgevers overig. De uitgaven per categorie zijn te vinden in bijlage 6. Werkvoorzieningen voor jonggehandicapten worden uit het Afj gefinancierd en voor overige arbeidsongeschikten uit het Aof. In 2011 wordt € 132 mln. aan Werkvoorzieningen uitgegeven. Voor 2012 is het budget vastgesteld op € 144 mln. Subsidies aan instellingen De lasten betreffen subsidies aan onderwijsinstellingen. Deze komen sinds de opheffing van het Rf volledig voor rekening van het Afj.
30
Prognoses re-integratie 2011-2012
Inkoop arbeidsbemiddeling Voor inkoop arbeidsbemiddeling AG en WW stelt SZW een taakstellend budget vast. De uitputting van het budget AG zal in 2011 naar verwachting uitkomen op € 83 mln. van het toegekende budget van € 119 mln. Het beschikbare budget AG voor 2012 bedraagt € 106 mln. De uitgaven aan re-integratieactiviteiten WW zullen voor heel 2011 uitkomen op € 68 mln. van het toegekende budget van € 124 mln. In 2012 is er geen budget meer voor inkoop arbeidsbemiddeling WW. Overlopende betalingen zorgen voor een uitgave van € 28 mln. in 2012. Extra re-integratie Jonggehandicapten In het kader van IDM (Iedereen doet mee) heeft SZW een apart budget beschikbaar gesteld voor extra re-integratie Jonggehandicapten. De programmakosten betreffen het experiment jobcoaches bij stage en de plaatsingscheque voor scholen. Beide projecten lopen af in 2011. ZW arbo interventies De ZW arbo interventies betreffen interventies ter bevordering van de re-integratie van werknemers vangnetgroepen ZW. In 2011 nemen deze lasten toe. In 2012 wordt een daling van de lasten verwacht. Daar waar in het verleden in bepaalde gevallen interventies werden ingezet, zal in 2012 een traject als middel worden gekozen. Overig De post programmakosten overig heeft voor het Afj, Aof en Whk betrekking op onder andere de Interne Jobcoach. De kosten van deze regeling vallen voornamelijk in 2012. Subsidie Europees sociaal fonds (ESF) In het kader van het subsidieregeling ESF 2007-2013 kan het UWV subsidie krijgen ten behoeve van re-integratie voor de projecten Talent 55+, Scholing gedeeltelijk arbeidsgeschikten, Pilot Wajong en Inzet Jobcoach. Zowel in 2011 als 2012 worden vooralsnog geen ESF-baten opgenomen.
31
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
De WW, ZW, WAZO en vangnet-WGA in hoofdlijnen De Werkloosheidswet (WW) heeft tot doel werknemers en ambtenaren te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid. Daarnaast geeft de wet aan werknemers van wie de werkgever onmachtig is het verschuldigde loon te betalen, recht op vergoeding van achterstallig loon. De WW bevat ook regels met betrekking tot re-integratie. De Ziektewet (ZW) geeft bepaalde (vangnet)groepen werknemers en ambtenaren die door ziekte, ongeval of gebreken niet in staat zijn om hun arbeid te verrichten recht op een ZW-uitkering. Dit geldt als hun werkgever niet verplicht is tot loondoorbetaling. De belangrijkste vangnetgroepen zijn: zieke flexwerkers, zieke werklozen, zieke werknemers als gevolg van zwangerschap, compensatieregeling loonkosten bij ziekte oudere werknemers en herintredende arbeidsongeschikten met een “no-risk polis”. De Wet arbeid en zorg (WAZO) bundelt een aantal wettelijke verlofvormen, zoals het zwangerschaps- en bevallingsverlof, kraamverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof, ouderschapsverlof en kort- en langdurend zorgverlof. Soms bestaat er recht op (gedeeltelijke) loondoorbetaling of op een uitkering van UWV. De regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten (WGA) voorziet in een uitkering aan flexwerkers (voor de eerste 10 jaar) bij de sectorfondsen en het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo). De financiering van WW, vangnet WGA, vangnet ZW en (het grootste deel van de) WAZO vindt plaats via sectorfondsen, het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) en het Ufo. Dit gebeurt door middel van premieheffing over het loon. Een verschil in financiering is het eigenrisicodragerschap voor de WW van de overheid. De WW-uitkeringen voor de overheid worden verstrekt door UWV en vervolgens rechtstreeks verhaald bij de overheidswerkgevers. De WW-uitkeringen voor het bedrijfsleven zijn in het eerste halfjaar voor rekening van de Sfn en vervolgens voor het AWf. De sectorpremie komt geheel voor rekening van de tot die sector behorende werkgevers. De AWf-premie bestaat uit zowel een werknemers- als een werkgeversdeel. De verdeling daartussen wordt door de Minister bepaald. De Ufo-premie wordt betaald door de werkgevers in de overheidssector. Voor de flexwerkers ZW (Sfn, Ufo) kan een werkgever eigenrisicodrager worden.
32
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
5
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
In dit hoofdstuk worden de volume- en financiële ontwikkelingen weergegeven van de wetten en regelingen die gefinancierd worden uit de sectorfondsen (Sfn), het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) en het Uitvoeringsfonds voor de Overheid (Ufo). In paragraaf 5.1 wordt de volumeontwikkeling voor de totale WW en per fonds geschetst. Paragraaf 5.2 behandelt het ZW-volume naar vangnetgroepen en fondsen. Paragraaf 5.3 gaat in op de ontwikkelingen bij arbeid- en zorgverlof. De uitkeringen vangnet WGA komen aan bod in paragraaf 5.4. In paragraaf 5.5 volgt de financiële ontwikkeling van de Sfn. In de daaropvolgende paragrafen 5.6 en 5.7 komen de financiële ontwikkeling van AWf en Ufo aan bod. Ten slotte worden in paragraaf 5.8 de bijstellingen van de ramingen besproken. In bijlage 4 is een totaaloverzicht van de verschillende uitkeringen naar fonds gepresenteerd. De ontwikkeling van de lasten, baten en vermogen per sector is opgenomen in bijlage 7.
5.1
Ontwikkeling volume ontslagwerkloosheid
In deze paragraaf zijn de ontwikkelingen van het volume WW weergegeven. Bijzondere regelingen, zoals de regeling deeltijd-WW, de regeling werktijdverkorting en de regeling “onwerkbaar weer” blijven hierbij buiten beschouwing. Deze bijzondere regelingen worden wel in de financiële verantwoording meegenomen. Bij de raming van het volume is uitgegaan van de bestandsopbouw en de macro-economische ontwikkelingen volgens de Decemberraming 2011 van het Centraal Planbureau (CPB) 2 . Het CPB raamt een toename van het Bruto Binnenlands Product met 1,5% in 2011 en afname met 0,5% in 2012. Bij de raming van het volume is verder uitgegaan van: • Een daling van het aantal faillissementen in 2011 en een stijging in 2012; • Een toename van de werkloosheid bij de overheid in 2011 en 2012 als gevolg van het streven van het kabinet naar een kleinere overheid; • Een lichte daling van de deeltijdfactor 3 ontslagwerkloosheid WW in 2011 en een toename van de deeltijdfactor in 2012; • Een stabilisatie van de uitstroomkans WW in 2011 en een verwachte verlaging van de uitstroomkans met 7% in 2012. In de ramingen zijn de realisaties tot en met november 2011 verwerkt. Prognoses WW In tabel 5.1 zijn de volumegegevens van de WW weergegeven (excl. deeltijd-WW). De instroom daalt in 2011 met 2% en stijgt in 2012 met 15%. De verwachte grote stijging in 2012 houdt verband met een teruggang over de gehele breedte van economische bedrijvigheid inclusief de publieke sector. De uitstroom neemt in 2011 met 2% af en stijgt in 2012 met 3%. De stijging in 2012 is de resultante van een hogere verwachte instroom en een verlaging van de uitstroomkans. Als gevolg van deze ontwikkelingen komt het bestand eind 2011 bijna 2% lager uit. Ultimo 2012 is het bestand ruim 17% gestegen.
2 3
Decemberraming 2011, Economische vooruitzichten 2012; CPB Policy Brief | 2011/13. De deeltijdfactor is een correctie van het gemiddelde bestand werklozen naar uitkeringsdagen in fulltime eenheden.
33
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
In 2011 wordt een daling van het aantal uitkeringsjaren verwacht met 4%. Voor 2012 wordt een toename van het aantal uitkeringsjaren verwacht met 13%. Tabel 5.1
Ontwikkeling volume en uitkeringsjaren WW (x 1.000)
Instroom Uitstroom Bestand Uitkeringsjaren Deeltijdfactor
2010 414,6 420,8
2011 408,0 413,0
2012 470,0 425,0
263,7 234,3 87,8%
259,0 225,6 87,0%
304,0 254,4 89,0%
Prognoses WW per fonds In tabel 5.2 staan de ontwikkeling van uitkeringsjaren en daguitkering van Sfn, AWf en Ufo. Per fonds zijn er in 2011 en 2012 verschillen in de ontwikkeling. In 2011 nemen de uitkeringsjaren van het AWf en de Sfn af. De daling is het sterkst bij de Sfn: de gunstige economische ontwikkeling komt het eerst naar voren bij de Sfn. Het AWf neemt na de aanvangsfase van 6 maanden de uitkeringen over en ondervindt daardoor vertraging in de daling van het volume in 2011. In 2012 nemen de uitkeringsjaren bij de Sfn en AWf toe met respectievelijk 13% en 12% door sombere economische vooruitzichten. De uitkeringsjaren Ufo nemen in 2011 met 15% en in 2012 met 20% toe. Dit komt door het streven van het kabinet naar een kleinere overheid. Er zullen als gevolg hiervan bij de overheid arbeidsplaatsen verloren gaan. Tabel 5.2
Uitkeringsjaren en daguitkering WW
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 234,3
w.v. AWf Sfn Ufo
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. AWf Sfn Ufo
2011 225,6 117,3 107,7 9,4
72,36
2012 254,4 115,3 99,5 10,8
73,30 71,96 72,27 78,38
128,8 112,6 13,0
74,42 74,57 70,95 81,33
75,39 72,33 82,83
De hoogte van de daguitkering is gekoppeld aan de gemiddelde contractloonstijging en de halfjaarlijkse indexering van de uitkeringen. De gemiddelde daguitkering WW neemt in 2011 toe met 1,3%. De stijging bij het Ufo is met 4% het grootst. Bij de Sfn is in 2011 sprake van een daling met bijna 2%. Deze daling is het gevolg van een daling van de gemiddelde leeftijd van de instroom met als gevolg een gemiddeld lagere uitkering. In 2012 stijgt de gemiddelde daguitkering weer met de verwachte loonontwikkeling.
5.2
Ontwikkeling volume vangnet ZW
De financiering van de vangnetlasten ZW loopt via de fondsen Sfn, AWf en Ufo. Uit deze fondsen worden de volgende ZW-uitkeringen gefinancierd: • uitkeringen aan ex-werknemers met een WW-uitkering (zieke werklozen); • uitkeringen aan werknemers zonder arbeidsverhouding (flexwerkers); • uitkeringen in verband met ziekte gerelateerd aan zwangerschap en bevalling; • uitkeringen aan herintredende ex-arbeidsongeschikten (ex-ao) en compensatieregeling loonkosten bij ziekte oudere werknemers; • uitkeringen in overige situaties (vrijwillig verzekerden, orgaandonoren, nawerking). Uitgangspunten voor de raming zijn de demografische en conjuncturele ontwikkelingen. Verder is
34
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
gebruik gemaakt van informatie over de ontwikkeling bij de WW, de WAO en de WIA. Meegenomen zijn de realisaties tot en met november 2011. In 2011 neemt het totaal aantal uitkeringsjaren ZW met 3% toe. Verwacht wordt dat dit aantal in 2012 met 2% stijgt. Prognoses ZW per vangnetcategorie Het aantal zieke werklozen hangt samen met het aantal werkloosheidsuitkeringen. De ontwikkeling van het aantal zieke werklozen reageert met vertraging op een stijging of daling van de WWuitkeringen. In 2011 is er om die reden nog sprake van een toename van het aantal uitkeringsjaren zieke werklozen met 17% terwijl het uitkeringsvolume WW licht daalt. Voor 2012 stijgt het uitkeringsvolume zieke werklozen met 5% bij een grotere stijging voor de WW. De groep flexwerkers bestaat uit uitzendkrachten en mensen met een tijdelijk arbeidscontract. De uitkeringsjaren bij uitzendkrachten zullen in 2011 met 14% afnemen. Deze daling heeft te maken met een vertraagde doorwerking van de sterke daling van de toekenningen in zowel 2009 als 2010. Daarnaast speelt ook de stijging van het aantal eigen risicodragers in de uitzendsector een rol. Zieke werknemers van eigenrisicodragers vallen niet onder het vangnet. Voor 2012 is uitgegaan van een daling met 4%. Bij de mensen met een tijdelijk arbeidscontract wordt voor 2011 een afname met 2% en in 2012 een stabilisatie verwacht. Tezamen resulteert dit in een daling van het totaal aantal uitkeringsjaren bij de flexwerkers in 2011 met 6%. In 2012 wordt een daling met 1% van het uitkeringsvolume flexwerkers verwacht. Bij de vangnetcategorie ziekte bij zwangerschap (voor en/of na de reguliere zwangerschapsperiode) wordt voor zowel 2011 als 2012 een toename verwacht van de uitkeringsjaren ZW. Op grond van de ZW kan een werkgever het ziekengeld van een ex-arbeidsongeschikte declareren. Daarnaast worden werkgevers gecompenseerd voor loonkosten bij ziekte van oudere werknemers. Deze groepen zijn in de tabel bij de categorie No risk ondergebracht. De raming van het aantal dagen bij deze categorie laat een stijging zien voor zowel 2011 als 2012 van 8%. De vangnetgroep overig bestaat vrijwel geheel uit een kleine groep vrijwillig verzekerden. Tabel 5.3
Uitkeringsjaren ZW (x 1.000)
Zieke werklozen Flexwerkers Ziekte bij zwangerschap No risk Overig
2010 24,2 50,4 15,3 6,6 1,8
2011 28,3 47,5 16,3 7,2 1,8
2012 29,7 47,0 16,7 7,8 1,7
Totaal
98,3
101,1
102,8
Prognoses ZW per fonds De Sfn financieren de ZW-uitkeringen aan flexwerkers. Het AWf financiert ZW-uitkeringen aan zieke werklozen, in geval van ziekte bij zwangerschap, de categorie No risk en de categorie Overig. Bij het Ufo behoren alle vangnetcategorieën van overheidsinstellingen. De ontwikkeling per fonds in tabel 5.4 weerspiegelt de volumeontwikkeling van de vangnetcategorieën. Bij de Sfn beweegt het volume mee met het volume bij de flexwerkers. De ontwikkeling van het AWf sluit aan bij de toename van het aantal zieke werklozen. De hoogte van de daguitkering is gekoppeld aan de gemiddelde contractloonstijging en de halfjaarlijkse indexering van de uitkeringen. Een stijging van de contractlonen komt tot uitdrukking in hogere grondslagen van nieuwe uitkeringen, terwijl indexeringen doorwerken in de uitkeringshoogte van bestaande uitkeringen. De gemiddelde daguitkering neemt bij alle fondsen in 2011 en 2012 toe. De totale stijging komt in 2011 uit op 3% en in 2012 op 2%.
35
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 5.4
Uitkeringsjaren en daguitkering ZW
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 98,3
w.v. AWf Sfn Ufo
Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
44,6 48,8 4,9
57,20
w.v. AWf Sfn Ufo
5.3
2011 101,1
2012 102,8 50,2 45,8 5,1
59,01 62,09 52,01 64,30
52,4 45,2 5,2
60,22 64,54 52,11 66,60
65,59 53,13 67,84
Ontwikkeling volume WAZO
Deze paragraaf schetst de ontwikkeling van het volume arbeid- en zorgverlof. De ramingen zijn gebaseerd op realisaties tot en met november 2011 en demografische en arbeidsmarktontwikkelingen zoals werkgelegenheid en arbeidsparticipatie van vrouwen. De uitkeringen die worden verstrekt voor regulier zwangerschaps- en bevallingsverlof (16 weken) en de uitkeringen adoptie en pleegzorg vallen onder de WAZO. De lasten worden gefinancierd via de fondsen AWf en Ufo. In 2011 wordt een lichte toename van het aantal uitkeringsjaren verwacht. Voor 2012 is uitgegaan van een stabilisatie. De gemiddelde daguitkering neemt in zowel 2011 als 2012 toe met 2%. Tabel 5.5
Uitkeringsjaren en daguitkering WAZO
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 42,9
w.v. AWf Ufo
Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
34,5 8,3
94,61
w.v. AWf Ufo
5.4
2011 43,3
2012 43,3 35,0 8,3
96,53 94,61 94,61
35,0 8,3
98,40 96,53 96,53
98,40 98,40
Ontwikkeling volume vangnet WGA
Voor flexwerkers worden de WGA-uitkeringen gefinancierd uit de Sfn en het Ufo. De WGA voorziet in financiering van: • uitkeringen korter dan 10 jaar aan flexwerkers gestart in 2007 of later; • uitkeringen korter dan 4 jaar aan flexwerkers gestart in 2006. Deze uitkeringen worden voor het bedrijfsleven door de Sfn en voor de overheid door het Ufo gefinancierd. De uitkeringsjaren vangnet WGA nemen in 2011 toe met 41% en in 2012 met 32% als gevolg van een toename van het ZW-volume bij de flexwerkers in 2009 en 2010. Deze uitkeringsjaren behoren voor 96% tot de Sfn. De totale gemiddelde daguitkering neemt in 2011 met 2% toe en stijgt in 2012 met 3%.
36
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
Tabel 5.6
Uitkeringsjaren en daguitkering vangnet WGA
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2011 19,9
2012 26,3
w.v. Sfn
13,5
19,2
25,3
Ufo
0,5
0,7
1,0
Gemiddelde daguitkering (euro/dag)
5.5
2010 14,1
64,35
65,68
67,44
w.v. Sfn
63,77
65,15
66,81
Ufo
78,75
79,14
83,16
Prognoses Sfn
Ontwikkeling volume en daguitkering Het aantal uitkeringsjaren Sfn daalt in 2011 met ruim 3% en neemt in 2012 met ruim 11% toe. In 2011 dalen de WW- en ZW-uitkeringsjaren en neemt het aantal WGA-uitkeringsjaren toe. In 2012 nemen WW- en WGA-uitkeringsjaren toe en dalen de ZW-uitkeringsjaren minimaal. De daling van de gemiddelde daguitkering WW in 2011 is bij tabel 5.2 toegelicht. De gemiddelde daguitkering ZW stijgt minmaal en de gemiddelde daguitkering WGA met 1,5%. In 2012 stijgt de gemiddelde daguitkering met de verwachte loonontwikkeling. Tabel 5.7
Uitkeringsjaren en daguitkering Sfn
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 170,0
w.v. WW ZW WGA
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. WW ZW WGA
2011 164,4 107,7 48,8 13,5
65,78
2012 183,1 99,5 45,8 19,2
65,03 72,27 52,01 63,77
112,6 45,2 25,3
66,83 70,95 52,11 65,15
72,33 53,13 66,81
Economische crisis Naar aanleiding van de economische crisis in 2008-2009 zijn door de overheid de voorwaarden waaronder de sectorpremies zijn vastgesteld voor de periode 2009-2011 versoepeld. Deze versoepeling hielt in dat de maximale termijn waarbinnen het dekkingssaldo moet worden ingeteerd is verruimd van drie naar vijf jaar. Daarnaast is de berekening van het WW-lastenplafond aangepast naar het gemiddelde WW lastenpercentage van de laatste vier gerealiseerde jaren. Deze versoepeling is voor 2012 deels teruggedraaid. De maximale termijn waarbinnen het dekkingssaldo moet worden ingeteerd blijft vijf jaar. De berekening van de lastenplafonds gebeurt echter weer volgens de systematiek van vóór 2009. Het effect hiervan wordt zichtbaar in de lagere bijdrage AWf in tabel 5.8. Financiële ontwikkeling De hiervoor geschetste ontwikkelingen in volume en daguitkering bepalen grotendeels de ontwikkeling van de financiële positie van de Sfn. De resultatenrekening van de Sfn wordt weergegeven in tabel 5.8.
37
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 5.8
Financieel overzicht Sfn (mln. euro) 2010
2011
2012
3.052 206 248
2.797 206 221
3.239 230 272
12 9 5 369
11 19 6 365
12 12 6 351
3.900
3.624
4.122
2.261
2.971
3.646
0 1.265 32
0 774 21
0 202 21
3.557
3.765
3.870
SALDO
-343
140
-252
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Normvermogen
-943 115
-803 178
-1.055 89
LASTEN Uitkeringslasten Uitkeringen Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Toevoeging voorzieningen Rentelasten Programmakosten overig Uitvoeringskosten Totale lasten BATEN Premiebaten Overig Rentebaten Bijdrage AWf/Aof Overige baten Totale baten
w.v. Sectorreserve ZW-reserve vangnet Liquiditeitsreserve
Dekkingssaldo
37 78 0
-1.058
94 84 0
-980
5 85 0
-1.144
Lasten De totale lasten dalen in 2011 met 7% en stijgen in 2012 met bijna 14%. In 2011 dalen de WWlasten met 15% en de ZW-lasten met 4,5%. De toename van de WGA-lasten zet zich voort in 2011 en 2012. In 2012 stijgen de WW-lasten met 17% en bereiken vrijwel het niveau van 2010. De toename van de ZW-lasten in 2012 is minimaal. De ZVW-bijdrage in 2011 blijft gelijk aan 2010 terwijl de uitkeringen dalen. Dit heeft te maken met de verhoging van het premiepercentage. In 2012 nemen zowel de ZVW-bijdrage als de uitkeringen toe. Dit is het resultaat van een verlaging van het premiepercentage en een verhoging van het premieplichtig loon. Het percentage sociale werkgeverslasten van de uitkeringen daalt in 2011 en neemt toe in 2012.
38
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
Baten De premiebaten stijgen in 2011 en 2012 met respectievelijk 30% en 20%. Veranderingen in de loonsom en toename van de gemiddelde sectorpremie veroorzaken deze toename. De totale baten nemen met 6% en 3% aanzienlijk minder toe. Dit heeft te maken met de lagere AWf-bijdrage in 2011 en 2012. In 2011 zijn de crisismaatregelen nog van toepassing maar wordt hier minder gebruik van gemaakt. In 2012 nemen de WW-lasten toe maar zijn de crisismaatregelen deels teruggedraaid met als gevolg een lagere AWf-bijdrage. De bijdrage van het AWf aan de Sfn bestaat uit de volgende componenten: • Het overschrijden van het lastenplafond WW dat per sector wordt vastgesteld. In 2011 is de bijdrage van het AWf € 628 mln. en in 2012 € 43 mln. • Compensatie van een kwart van de ziekengeldlasten in de sector Uitzendbedrijven. De bijdrage van het AWf is in 2011 € 57 mln. en in 2012 € 56 mln. • Compensatie van extra WW-lasten als gevolg van doorbetaling van de eerste 13 weken bij ziekte van een werkloze. Het AWf compenseert een bedrag van € 64 mln. in 2011 en € 74 mln. in 2012. • Het Aof compenseert een kwart van de vangnet WGA-lasten in de sector Uitzendbedrijven. Deze compensatie bedraagt € 24 mln. in 2011 en € 30 mln. in 2012. Exploitatiesaldo en vermogenspositie Door de gestegen premiebaten en de daling van met name de WW-uitkeringen is in 2011 een positief saldo van € 140 mln. Het vermogen eind 2011 wordt daardoor minder negatief. In 2012 nemen de premiebaten verder toe maar stijgen ook de WW-uitkeringen. Tevens daalt de AWfbijdrage. Resultaat is een negatief saldo van € 252 mln. Het vermogen daalt tot beneden de - € 1 mld. Sectorale ontwikkelingen De Sfn omvatten 61 sectoren. Voor elke sector afzonderlijk wordt een sectorpremie berekend. Bovendien wordt bij zeven sectoren 4 de sectorpremie gedifferentieerd naar premiegroepen. De sectorpremie is in 2012 bij 55 sectoren gestegen en bij 5 sectoren gedaald. Belangrijkste oorzaak hiervoor is het wijzigen van de vaststelling van het lastenplafond naar de oude methodiek. Voor een overzicht van alle sectoren wordt verwezen naar bijlage 7. In 2012 hebben 27 sectoren hogere lasten dan baten tegen 19 sectoren in 2011. In 2010 kenden 55 sectoren een negatief batensaldo. Het aantal sectoren met een negatief vermogen bedraagt 53 in 2010 tegen 50 in 2011 en 51 in 2012. Het dekkingssaldo is het verschil tussen het vermogen en het normvermogen. Bij een negatief dekkingssaldo zal de sectorpremie hoger worden vastgesteld dan de lastendekkende premie. Bij een positief dekkingssaldo kan de sectorpremie lager vastgesteld worden dan de lastendekkende premie. Vanaf 2010 daalt het aantal sectoren met een negatief dekkingssaldo (2010:53, 2011:52 en 2012:51).
4
Bij vijf sectoren gaat het om een hoge en lage premie afhankelijk van de contractduur van de werknemers. Dit zijn Agrarisch bedrijf, Bouwbedrijf, Horeca Algemeen, Culturele instellingen en Schildersbedrijf. Bij twee sectoren zijn er subcategorieën werkgevers: de Grafische industrie en Uitzendbedrijven.
39
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Bij het vaststellen van de sectorpremie wordt rekening gehouden met sectorspecifieke factoren. Zo is het mogelijk om een sectorreserve (onderdeel van het normvermogen) op te bouwen als een sector de afgelopen jaren sterk wisselende WW-lasten heeft gehad. De dekkingsratio is de verhouding tussen het dekkingssaldo en de lasten en is idealiter gelijk aan 0. Bij waarden kleiner dan 0 zal er extra vermogensopbouw moeten plaatsvinden. Volgens figuur 5.1 hebben de sectoren Visserij, Metaalindustrie en Zuivelindustrie de hoogste dekkingsratio in 2012. Voor sectoren met een sterk negatieve dekkingsratio zoals de sector Horeca catering, Overheid en Verzekeringen zal in de komende jaren versterking van de vermogenspositie nodig zijn.
Figuur 5.1 Dekkingsratio 2012
Horeca catering
gemiddeld
Overheid Verzekeringswezen en ziekenfondsen Culturele instellingen Overige takken van bedrijf en beroep Taxi- en ambulancevervoer Grootwinkelbedrijf Zakelijke dienstverlening I Agrarisch bedrijf Zakelijke dienstverlening III Schildersbedrijf Steenhouwersbedrijf Vervoer KLM Railbouw Zuivelindustrie Metaalindustrie Visserij
-2
5.6
-1,5
-1
-0,5
0
0,5
1
1,5
2
Prognoses AWf
Ontwikkeling volume en daguitkering
Het AWf financiert de volgende programmakosten: • WW-uitkeringen na de eerste zes maanden werkloosheid; • Loonbetalingsverplichtingen aan werknemers van in betalingsonmacht verkerende werkgevers; • ZW-uitkeringen aan de volgende vangnetgroepen: ziekte als gevolg van zwangerschap, ziekte tijdens WW, vrijwillig verzekerden, compensatie van loonkosten bij ziekte van oudere werknemers en ex-ao’ers (no risk); • Reguliere uitkeringen zwangerschaps- en bevallingsverlof en uitkeringen adoptie en pleegzorg (WAZO); Kosten voor re-integratie WW en ZW; • • Bijdrage Sfn.
40
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
Het totale volume (tabel 5.9) van het AWf neemt in 2011 met 2% toe. In 2012 bedraagt de totale stijging 8%. De ontwikkeling in 2011 is de resultante van een lager WW volume en een toename van het volume ZW en WAZO. Het volume ZW stijgt bij de groep zieke werklozen, de groep ziekte bij zwangerschap en de categorie No risk. In 2012 stijgt het volume WW naar verwachting met 12%. Het volume ZW neemt nog toe als gevolg van de ontwikkeling bij de categorie zieke werklozen en No risk. Tabel 5.9
Uitkeringsjaren en daguitkering AWf
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 196,4
w.v. WW ZW WAZO
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. WW ZW WAZO
2011 200,6 117,3 44,6 34,5
73,71
2012 216,2 115,3 50,2 35,0
75,89 71,96 62,09 94,61
128,8 52,4 35,0
76,74 74,57 64,54 96,53
75,39 65,59 98,40
In 2011 en 2012 volgt de gemiddelde daguitkering uit de loonontwikkeling en indexering. Financiële ontwikkeling De resultatenrekening van het AWf wordt weergegeven in tabel 5.10. Lasten De totale lasten AWf dalen in 2011 met € 601 mln. en in 2012 met € 97 mln. Deze afnames zijn voornamelijk het gevolg van de daling van de bijdragen aan het Sfn. De uitkeringen volgen de volume- en prijsontwikkelingen. De uitkeringen zijn inclusief deeltijd-WW en overgenomen verplichtingen loondoorbetaling van in betalingsonmacht verkerende werkgevers. De overgenomen verplichtingen zullen naar verwachting in 2011 afnemen tot € 308 mln. Voor 2012 wordt een bedrag van € 385 mln. geraamd. Met ingang van 2012 zal het fonds in verband met de verslechterde vermogenspositie over moeten gaan tot vergoeding van € 31 mln. aan rente. De ZVW-bijdrage hangt samen met de uitkeringen en wordt tevens beïnvloed door de hogere premie in 2011 en de premiedaling in 2012. In 2011 komen de sociale werkgeverslasten lager uit omdat het totaal van de premiepercentages is verlaagd. In 2012 stijgen de sociale lasten door zowel toegenomen uitkeringslasten als een stijging van de premiepercentages. De programmakosten overig nemen in 2011 met € 11 mln. toe vooral in verband met een nieuwe wijze van financiering van uitkeringen in het buitenland 5 . Deze betalingen komen per 1 januari 2011 ten laste van het AWf. De bijdragen aan de Sfn zijn in paragraaf 5.5 besproken. Het AWf financiert de lasten in verband met re-integratie WW en ZW. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht gegeven van alle programmakosten voor re-integratie.
5
Art 883/2004/EG
41
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 5.10
Financieel overzicht AWf (mln. euro) 2010
2011
2012
4.252 290 358
4.251 318 342
4.728 322 407
1.247 0 222 0 3 932
749 3 123 0 14 903
172 3 84 31 14 846
7.305
6.704
6.607
2.862
2.811
3.128
70 405 93
32 321 63
0 211 58
3.429
3.227
3.397
-3.876
-3.477
-3.210
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Liquiditeitsreserve
2.451 0
-1.026 0
-4.236 0
Dekkingssaldo
2.451
-1.026
-4.236
Reserve dekking werkloosheidslasten Resterend dekkingssaldo
0 2.451
0 -1.026
0 -4.236
LASTEN Uitkeringslasten Uitkeringen Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Bijdrage Sectorfondsen Toevoeging voorzieningen Re-integratielasten Rentelasten Programmakosten overig Uitvoeringskosten Totale lasten BATEN Premiebaten Overig Rentebaten Rijksbijdrage Overige baten Totale baten SALDO
Baten De baten dalen in 2011 bij alle categorieën. De premiebaten 2011 dalen als gevolg van een herijking van de premieplichtige loonsom. In 2012 nemen de premiebaten toe als gevolg van de verhoging van het premiepercentage van 4,20% in 2011 naar 4,55% in 2012. Daarnaast wordt een geringe stijging van de premieplichtige grondslag verwacht. De rentebaten nemen in 2011 af en komen in 2012 op nul uit. Dit houdt verband met het sterk slinkend vermogen. UWV ontvangt ten behoeve van arbeidstoeleiding een rijksbijdrage 6 . In 2011 en 2012 is de rijksbijdrage verlaagd. De daling van het bedrag aan overige baten in 2011 is het gevolg van het incidenteel vrijvallen van voorzieningen in 2010. De geringe daling in 2012 heeft als oorzaak minder verhaal op overgenomen verplichtingen tot loondoorbetaling. Exploitatiesaldo en vermogenspositie Het saldo op de resultatenrekening in 2011 is € 3.477 mln. negatief. Het dekkingssaldo neemt daardoor af naar € 1.026 mln. negatief ultimo 2011. Voor 2012 wordt een negatief saldo van baten en lasten verwacht van € 3.210 mln. Het vermogen van het fonds komt eind 2012 uit op € 4.236 mln. negatief.
6
Voorheen taken van het CWI
42
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
5.7
Prognoses Ufo
Het Ufo financiert uitkeringen aan (ex-)overheidspersoneel voor de WW, ZW, WAZO en de WGAuitkeringen aan flexwerkers. Overheidswerkgevers zijn eigenrisicodrager voor de WW. Dit houdt in dat de WW-uitkeringen worden betaald uit het Ufo en, met uitzondering van de doorbetaling van WW bij ziekte, worden verhaald op de overheidswerkgevers. Ontwikkeling volume en daguitkering In tabel 5.11 staat de ontwikkeling van het volume en van de gemiddelde daguitkering van WW, ZW, WAZO en WGA. Tabel 5.11
Uitkeringsjaren en daguitkering Ufo
Uitkeringsjaren (x 1.000)
2010 23,2
w.v. WW ZW WAZO WGA
Gemiddelde daguitkering (euro/dag) w.v. WW ZW WAZO WGA
2011 24,9 9,4 4,9 8,3 0,5
81,23
2012 27,5 10,8 5,1 8,3 0,7
83,31 78,38 64,30 94,61 78,75
13,0 5,2 8,3 1,0
84,70 81,33 66,60 96,53 79,14
82,83 67,84 98,40 83,16
Het totale aantal uitkeringsjaren neemt in 2011 en 2012 toe. De toename geldt voor WW, ZW en WGA, bij de WAZO is sprake van stabilisatie. In 2011 en 2012 volgt de gemiddelde daguitkering uit de loonontwikkeling en indexering. Financiële ontwikkeling In tabel 5.12 staat het financiële overzicht van het Ufo voor de jaren 2010, 2011 en 2012. Lasten De uitkeringslasten volgen de volume- en prijsontwikkelingen. De ZVW-bijdrage hangt samen met de uitkeringen en wordt tevens beïnvloed door de hogere premie in 2011 en de premiedaling in 2012. De stijging van de sociale werkgeverslasten in 2011 wordt vooral verklaard uit de toegenomen uitkeringslasten. In 2012 is de stijging het gevolg van zowel de toegenomen uitkeringslasten als een stijging van de verwachte premiepercentages. Baten De premiebaten nemen in 2011 en 2012 licht af. De afname is de resultante van de ontwikkeling van het aantal verzekerden, de loonontwikkeling bij de overheid en een korting voor arbeidsgehandicapten. De post verhaal ex artikel 79 WW betreft de declaratie van de WWuitkeringslasten van werkloze overheidswerknemers bij de (ex)overheidswerkgevers. De declaratie bestaat uit de WW-uitkeringslasten inclusief vakantiegeld en sociale werkgeverslasten, maar exclusief doorbetaling WW bij ziekte. In 2011 is sprake van een toename van het verhaal ex artikel 79 WW. Voor 2012 wordt een verdere stijging verwacht.
43
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 5.12
Financieel overzicht Ufo (mln. euro) 2010
2011
2012
487 34 42
547 41 47
612 42 56
0 0 32
0 1 34
1 1 33
596
671
745
300
294
293
209 2 1
260 1 0
317 0 0
Totale baten
512
555
610
SALDO
-84
-116
-135
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Liquiditeitsreserve
61 24
-55 24
-190 24
Dekkingssaldo
36
-79
-214
LASTEN Uitkeringslasten Uitkeringen Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig Rentelasten Programmakosten overig Uitvoeringskosten Totale lasten BATEN Premiebaten Overig Verhaal ex art 79 WW Rentebaten Overige baten
Exploitatiesaldo en vermogenspositie Het saldo van baten en lasten is in 2011 € 116 mln. negatief. Voor 2012 wordt een negatief saldo van € 135 mln. verwacht wegens te lage premiebaten. Het dekkingssaldo ultimo 2012 komt uit op € 214 mln. negatief.
5.8
Ramingsbijstellingen
In deze paragraaf worden de ramingen vergeleken met die van de Juninota 2011. Per fonds worden in een tabel de bijstellingen van baten en lasten gepresenteerd. Sfn De bijstellingen voor de lasten en baten van de Sfn staan in tabel 5.13. Het volume is in 2011 met 2.800 uitkeringsjaren (1,7%) afgenomen. Voor 2012 wordt het volume met 21.900 uitkeringsjaren naar boven bijgesteld (14%) als gevolg van een neerwaartse bijstelling van de economische groei door het CPB. De gemiddelde daguitkering kent een neerwaartse bijstelling van 2,2% in 2011 en van 1,7% in 2012. Het saldo van baten en lasten is in 2011 door meevallende lasten en tegenvallende baten nauwelijks gewijzigd. De uitkeringslasten zijn naar beneden bijgesteld vanwege een kleiner volume. De baten komen lager uit door lagere premiebaten en lagere overige baten. De premiebaten zijn naar beneden bijgesteld vanwege lagere gerealiseerde premieontvangsten in 2011 en de overige baten door een lagere AWf-bijdrage.
44
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
In 2012 is het saldo tussen baten en lasten met ruim € 250 mln. afgenomen. Hierbij zijn de uitkeringslasten met ruim € 400 mln. naar boven bijgesteld vanwege een groter volume. Door een opwaartse bijstelling van de WW-lasten zullen de uitvoeringskosten hoger uitkomen. De baten zijn met € 200 mln. toegenomen door een opwaarste bijstelling van de premiebaten en overige baten. De premiebaten zijn gebaseerd op de vastgestelde sectorpremie voor 2012. Deze is met 2,13% hoger dan de calculatiepremie van 1,99% in de Juninota. De AWf-bijdrage zal naar verwachting toenemen. Tabel 5.13
Bijstellingen Sfn (mln. euro) 2011 -140
LASTEN Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
BATEN
2012 453 -125 -12 -1 -3
-149
Premiebaten Overig
404 23 -5 32
201 -101 -48
SALDO
-9
131 70
-252
AWf In tabel 5.14 staat de bijstelling in de lasten en baten van het AWf voor 2011 en 2012. Het volume 2011 is ruim 4.000 uitkeringsjaren hoger (2,2%) uitgekomen. Voor 2012 is het volume ongeveer 32.000 uitkeringsjaren (17,5%) naar boven bijgesteld. De gemiddelde daguitkering is voor 2011 0,7% naar boven bijgesteld en voor 2012 met 1,3% naar beneden bijgesteld. De totale bijstelling van het saldo van baten en lasten 2011 komt ten opzichte van de Juninota uit op € 40 mln. negatief. De uitkeringslasten komen hoger uit. Daar staat tegenover dat de overige lasten € 124 mln. meevallen. Dit als gevolg van een minder grote bijdrage (- € 67 mln.) aan de sectorfondsen en bijstellingen van de re-integratieactiviteiten WW. De premiebaten 2011 zijn naar beneden bijgesteld vanwege lagere ontvangsten. Tabel 5.14
Bijstellingen AWf (mln. euro)
LASTEN
2011 -49
Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
BATEN
84 8 -124 -17
-89
Premiebaten Overig
SALDO
2012 903 709 55 66 73
-2.307 -93 5
-40
-2.321 14
-3.210
De totale bijstelling van lasten en baten 2012 komt uit op € 3.210 mln. negatief. De lasten vallen € 903 mln. en de baten € 2.307 mln. tegen. De uitkeringslasten vallen hoger uit. Dit is het saldo van veel meer uitkeringsjaren en een naar beneden bijgestelde gemiddelde daguitkering. De sociale werkgeverslasten zijn evenredig hoger. De bijstelling van de overige lasten naar boven komt door een bijdrage aan de sectorfondsen, die in juni niet was voorzien. De hogere uitvoeringskosten hangen samen met het grotere uitkeringsvolume WW.
45
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
De premiebaten 2012 worden lager geraamd dan in de Juninota omdat nu gerekend is met de vastgestelde premie (4,55%) in plaats van met de calculatiepremie (7,65%). Bovendien is de premieplichtige loonsom met 3,3% naar beneden bijgesteld. Ufo In tabel 5.15 staat de bijstelling in de lasten en baten van het Ufo voor 2011 en 2012. Het volume 2011 is 200 uitkeringsjaren lager (0,8%) uitgekomen dan in juni geraamd. Voor 2012 is het volume met 700 uitkeringsjaren (2,5%) naar boven bijgesteld. De gemiddelde daguitkering 2011 is met 1,0% naar boven bijgesteld. De gemiddelde daguitkering 2012 is nauwelijks bijgesteld. Tabel 5.15
Bijstellingen Ufo (mln. euro)
LASTEN
2011 -2
Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
BATEN
1 -3 0 0
-11
Premiebaten Overig
SALDO
2012 9 11 -4 1 1
-126 -15 4
-9
-144 18
-135
De totale bijstelling 2011 is - € 9 mln. De premiebaten komen lager uit vanwege een tegenvallende ontwikkeling in het premieplichtig loon (-4,9%). In 2012 is sprake van een neerwaartse bijstelling van het saldo van baten en lasten van € 135 mln. De premiebaten 2012 worden lager geraamd dan in de Juninota omdat nu gerekend is met de vastgestelde premie (0,78%) in plaats van met de calculatiepremie (1,10%). Bij de overige baten is het verhaal op uitkeringen WW naar boven bijgesteld.
46
Prognoses Sfn, AWf en Ufo 2011-2012
47
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
De TW, Bia, TRI, WTCG en IOW in hoofdlijnen De Toeslagenwet (TW) heeft tot doel toeslagen te verlenen tot het relevante sociaal minimum aan bepaalde uitkeringsgerechtigden. Toeslagen kunnen worden verstrekt bovenop de uitkeringen van de zogenoemde moederwetten (WAO, WAZ, Wajong, WIA, WW, ZW, WAMIL, Bia en IOW). De Toeslagenwet vult ook het loon aan wanneer de werkgever in het tweede ziektejaar minder dan 100% van het loon doorbetaalt en iemand daardoor onder het sociaal minimum raakt. De volgende personen hebben recht op een toeslag: • een gehuwde of samenwonende, die per dag een inkomen heeft dat lager is dan het minimumloon per dag; • een ongehuwde, die a) een kind heeft jonger dan 18 jaar, voor wie recht op kinderbijslag bestaat en dat niet tot het huishouden van een ander behoort en b) per dag een inkomen heeft dat lager is dan 90% van het minimumloon per dag. • een alleenstaande, die per dag een inkomen heeft dat lager is dan 70% van het minimumloon per dag. De hoogte van de toeslag bedraagt voor: • gehuwden en samenwonenden het verschil tussen minimumloon en inkomen; • alleenstaanden met een kind jonger dan 18 jaar het verschil tussen 90% van het minimumloon en het inkomen; • alleenstaanden zonder kinderen het verschil tussen 70% van het minimumloon en het inkomen. De toeslag vult het loon of de uitkering aan tot het geldend sociaal minimum. De uitkering samen met de toeslag kan nooit hoger zijn dan het loon dat werd verdiend vóór werkloosheid of ziekte. Wanneer de toeslag onvoldoende is om het relevante sociaal minimum te bereiken, kan de betrokkene vervolgens een beroep doen op een uitkering krachtens de IOAW, de IOAZ, of de WWB. Geen recht op toeslag heeft: • een ongehuwde jonger dan 21 jaar, die behoort tot het huishouden van zijn (pleeg)ouders; • een gehuwde/samenwonende van wie de partner is geboren na 31 december 1971, tenzij tot de huishouding behoort een eigen, aangehuwd of pleegkind dat jonger is dan twaalf jaar (1990maatregel). De wet Beperking Inkomensgevolgen Arbeidsongeschiktheidcriteria (Bia) geldt voor personen die op 1 augustus 1993 een AAW- of WAO-uitkering ontvingen en 45 jaar of ouder waren en waarvan als gevolg van aangescherpte ao-criteria de uitkering werd verlaagd. De Tijdelijke Regeling Inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten (TRI) vangt gedurende maximaal 12 maanden een terugval in inkomen op, wanneer deze teruggang het gevolg is van de per 1 oktober 2004 aangepaste herbeoordelingscriteria (aSB). In 2010 zijn de laatste uitkeringen beëindigd. De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG) keert iedereen met een lopende arbeidsongeschiktheidsuitkering van ten minste 35% op de peildatum van 1 juli krijgt jaarlijks een bedrag uit. De Wet Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) regelt dat oudere werklozen na afloop van een WW-uitkering niet hoeven terug te vallen op een bijstandsuitkering. Personen die bij aanvang van de werkloosheid 60 jaar of ouder zijn komen voor de regeling in aanmerking. De TW, Bia, TRI, WTCG en IOW worden gefinancierd uit het Toeslagenfonds (Tf), dat beheerd wordt door UWV. De uitgaven van het Tf worden gedekt door een rijksbijdrage.
48
Prognoses Tf 2011-2012
6
Prognoses Tf 2011-2012
Het Toeslagenfonds (Tf) verstrekt toeslagen op een uitkering van de moederwetten WAO, WIA, WAZ, Wajong, WW, ZW, Bia, IOW en Wamil. Daarnaast worden de Bia-, TRI-, WTCG en IOWuitkeringen uit dit fonds gefinancierd. Vanaf 1 januari 2012 wordt de dubbele heffingskorting geleidelijk afgeschaft. Basis voor de TW is het sociaal minimum. Hierbij wordt nog uitgegaan van volledige overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting. Afschaffing van de dubbele heffingskorting heeft indirect gevolgen voor de TW. Gevolg is dat groepen uitkeringsgerechtigden niet meer in aanmerking komen voor een toeslag. In paragraaf 6.1 en paragraaf 6.2 worden de volume- en de financiële ontwikkeling van het Tf in 2011 en 2012 geschetst. In paragraaf 6.3 worden de bijstellingen ten opzichte van de Juninota weergegeven.
6.1
Ontwikkeling volume en gemiddelde toeslag
Tabel 6.1 laat een overzicht zien van uitkeringsjaren Bia, TRI, IOW en TW. Tabel 6.1
Uitkeringsjaren Bia, TRI, IOW en TW (x 1.000)
Uitkeringsjaren Uitkeringsjaren Uitkeringsjaren Uitkeringsjaren
Bia TRI IOW TW
w.v. WAO/WIA WAZ Wajong WW ZW Bia/Wamil/IOW
2010 0,4 0,1 0,1 180,0
2011 0,4 0,3 185,4 60,0 5,1 80,9 24,7 9,0 0,2
2012 0,4 0,5 173,3 61,1 4,5 84,4 26,0 9,2 0,2
58,7 3,8 72,2 28,8 9,4 0,3
Bia-uitkeringen Het aantal lopende Bia-uitkeringen neemt langzaam af. In 2016 zullen de laatste Bia-uitkeringen beëindigen. TRI-uitkeringen Er is geen instroom meer in de TRI. Eind 2010 zijn alle TRI-uitkeringen beëindigd. IOW-uitkeringen Naar verwachting zal het gebruik van deze wet beperkt blijven. Eind augustus 2011 zijn er 560 lopende IOW-gevallen met een gemiddelde duur van 28 weken. Verwacht wordt dat in 2012 het maximum van 750 uitkeringen zal worden bereikt. Toeslagen In 2011 neemt het aantal uitkeringsjaren met 3% toe als gevolg van een stijging bij alle wetten met uitzondering van WAZ en Bia/Wamil/IOW. In 2012 is er een daling van 6%. Deze daling is het resultaat van afname van de WAO/WIA, WAZ en Wajong en toename van WW, ZW en Bia/Wamil/IOW.
49
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
WTCG-uitkeringen Uitkeringsgerechtigden die op 1 juli tenminste 35% arbeidsongeschikt zijn ontvangen jaarlijks een tegemoetkoming. Het aantal uitkeringen stijgt in 2011 met 1%, in 2012 wordt een minimale daling verwacht van het aantal uitkeringen. In 2010 is de bruto tegemoetkoming € 525,70, in 2011 is deze verlaagd naar € 501,31. Dit bedrag wordt in 2012 geïndexeerd en stijgt naar € 510,95. In tabel 6.2 wordt het aantal uitkeringen per wet gespecificeerd. Tabel 6.2
Aantal uitkeringen WTCG per wet (x 1.000)
WAO IVA WGA WAZ Wajong
2010 412,7 19,0 75,4 25,9 190,4
2011 384,2 25,3 95,8 22,5 200,7
2012 348,9 31,3 115,5 19,6 211,0
Totaal
723,5
728,6
726.3
Daguitkering en gemiddelde toeslag In tabel 6.3 staan de ontwikkelingen van de gemiddelde daguitkering en de gemiddelde toeslag. Deze ontwikkelingen worden door de volgende factoren bepaald: • Wijzigingen in de samenstelling van het totale bestand: als een categorie met gemiddeld een hoge toeslag een groter aandeel in het bestand krijgt, neemt de gemiddelde toeslag toe. • De hoogte van de uitkering bij de verschillende moederwetten: neemt bijvoorbeeld bij de moederwet het aandeel minimumloongerelateerde uitkeringen toe, dan stijgt de gemiddelde toeslag uit hoofde van de TW. • De koppeling van uitkeringen aan de algemene loonontwikkeling. • Afschaffing van de dubbele heffingskorting heeft tot gevolg dat het toeslagbedrag vermindert. Tabel 6.3
Daguitkering Bia, TRI, IOW en TW (euro/dag)
Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde Gemiddelde
daguitkering Bia daguitkering TRI daguitkering IOW toeslag TW
w.v. WAO/WIA WAZ Wajong WW ZW Bia/Wamil/IOW
50
2010 24,69 23,16 45,90 7,27
2011 25,02 46,02 7,31 12,44 4,30 2,12 10,50 11,95 11,55
2012 25,47 46,84 7,63 12,61 4,36 2,12 10,58 12,11 15,92
12,61 4,43 2,12 10,77 12,33 17,00
Prognoses Tf 2011-2012
6.2
Financiële ontwikkeling
De ontwikkelingen die in de vorige paragraaf zijn beschreven, bepalen in belangrijke mate de financiële ontwikkeling van het Tf (tabel 6.4). De totale uitkeringslasten volgen uit het volume en de gemiddelde uitkering. In 2011 zal het totaal bedrag aan toeslagen naar verwachting met 3% toenemen. In 2012 daalt dit bedrag met 3%. De relatief sterke daling bij de Wajong is toe te schrijven aan de geleidelijke afschaffing van de dubbele heffingskorting. In 2010 is incidenteel een relatief grote toevoeging aan de voorziening uitkeringsdebiteuren gedaan van € 4 mln. In 2011 en 2012 zal naar verwachting geen toevoeging aan deze voorziening gedaan worden. De uitvoeringskosten hebben betrekking op de Bia, TRI, WTCG en IOW. De uitvoeringskosten TW worden gedragen door de fondsen van de betreffende moederwetten. Tabel 6.4
Financieel overzicht Tf (mln. euro)
Uitkeringslasten Bia-uitkeringen TRI-uitkeringen IOW-uitkeringen Tegemoetkomingen WTCG w.v.
2011
2012
3 0 2 380
3 4 365
2 6 371
WAO IVA WGA WAZ Wajong
Toeslagen TW w.v.
2010
217 10 40 14 100
341
WAO/WIA WAZ Wajong WW ZW Bia/Wamil/IOW
Vakantiegeld Bijdrage ZVW Sociale werkgeverslasten Overig
Totale lasten
350 195 6 45 67 28 1
21 26 24
w.v. Toevoeging voorziening Programmakosten overig
Uitvoeringskosten
193 13 48 11 101
178 16 59 10 108
344 200 5 46 71 29 1
21 29 25 4 0
190 4 39 80 30 1
22 24 24 0 0
0 0
1
2
2
803
799
795
51
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
6.3
Ramingsbijstellingen
In tabel 6.5 staan de ramingsbijstellingen voor de jaren 2011 en 2012 vergeleken met de Juninota 2011. De bijstelling in het volume is in 2011 bij de TW 5.900 uitkeringsjaren (+3%) en bij de WTCG 11.000 uitkeringen (+1,6%). De bijstelling in het volume is in 2012 bij de TW 12.800 uitkeringsjaren (+8%) en bij de WTCG 10.000 uitkeringen (+1,4%). De gemiddelde daguitkering is bij de TW in 2011 met 0,8% naar beneden bijgesteld en in 2012 met 1,1% naar boven bijgesteld. Het bedrag aan tegemoetkoming bij de WTCG is voor 2011 ongewijzigd gebleven en voor 2012 met 1,9% naar boven bijgesteld. De uitkeringslasten zijn in 2011 met € 20 mln. naar boven bijgesteld. De belangrijkste opwaartse bijstellingen zitten in de uitkeringslasten TW met € 12 mln. en de uitkeringlasten WTCG € 5 mln. De bijstelling TW bestaat uit hogere lasten voor toeslagen WAO/WIA (€ 8 mln.) en toeslagen WW (€ 4 mln.) als gevolg van grotere volumes. Bij de WTCG is de bijstelling het gevolg van hogere aantallen. De uitkeringslasten zijn in 2012 € 38 mln. naar boven bijgesteld. De uitkeringslasten TW zijn met € 26 mln. en de uitkeringslasten WTCG met € 12 mln. naar boven bijgesteld. Bij de toeslagen zit de grootste bijstelling bij de toeslagen WW als gevolg van een groter volume. Bij de WTCG is de bijstelling het gevolg van verhoging van het tegemoetkomingsbedrag in 2012 en hogere aantallen. Tabel 6.5
Bijstellingen Tf (mln. euro) 2011
2012
20 1 0 0
38 0 0 0
21
38
LASTEN Uitkeringslasten Sociale werkgeverslasten Overig Uitvoeringskosten
Totale lasten
52
Bijlage 1
Bijlage 1 Nieuwe wet- en regelgeving
De financiële en volume-ontwikkelingen van de fondsen zijn onderhevig aan veranderende wet- en regelgeving. Van de wetswijzigingen, die in deze bijlage worden besproken, worden de effecten meegenomen in de ramingen. De effecten onder het kopje onzeker beleid worden buiten beschouwing gelaten.
Algemeen Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld In dit wetsvoorstel wordt een loonsanctie voor werkgevers van vangnetters ingevoerd. Het gaat dan om werknemers die ziek zijn als gevolg van orgaandonatie, zwangerschap of bevalling en werknemers met een no riskpolis. En verder is in dit wetsvoorstel een regeling voor de verrekening van inkomen uit arbeid tijdens ZWuitkering opgenomen. De invoeringsdatum is 1 juli 2012.
Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden De wettelijke regelingen voor aanpassing van de arbeidsduur, ouderschapsverlof en kortdurend en langdurend zorgverlof worden verder geflexibiliseerd. In het wetsvoorstel wordt ook het bevallingsverlof verlengd voor moeders van wie de kinderen na de bevalling of gedurende het bevallingsverlof in het ziekenhuis worden opgenomen, vaak gerelateerd aan vroeggeboorte. De invoeringsdatum is 1 juli 2012.
Afschaffing dubbele heffingskorting Met dit wetsvoorstel wordt de dubbele algemene heffingskorting geleidelijk afgebouwd naar één heffingskorting om te voorkomen dat werken vanuit een uitkeringssituatie minder gaat lonen. De invoeringsdatum is 1 januari 2012.
Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid Voor de AKW, de Anw, de Wet op het kindgebonden budget en de WGA-vervolguitkering zal het woonlandbeginsel worden ingevoerd. Dit houdt in dat (bij export van de uitkering buiten de EU) de hoogte van de uitkering wordt afgestemd op het kostenniveau van het land waar de uitkeringsgerechtigde en/of het kind woont. De ingangsdatum is 1 juli 2012.
Wet koppeling met afwijkingsmogelijkheid (WKA) De uitkeringen en het minimumloon zijn gekoppeld aan de contractloonstijging van het bedrijfsleven. De indexering vindt plaats op 1 januari en 1 juli. Het CPB raamt in de MEV 2012 een contractloonstijging van 0,59% op 1 januari 2011 en 0,76% op 1 juli 2011. Voor 2012 wordt een contractloonstijging verwacht van 0,79% op 1 januari en van 0,75% op 1 juli.
Arbeidsongeschiktheidsfondsen Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten Om te voorkomen dat een steeds grotere groep jongeren met een beperking buiten de arbeidsmarkt valt, wordt de Wajong aangepast. Alleen jongeren die in het geheel niet kunnen werken, ontvangen vanaf de eerste aanvraag nog een volledige uitkering. Jongeren die wel tot werken in staat zijn, komen in de z.g. Werkregeling Wajong. Deze Werkregeling biedt ondersteuning bij het vinden en behouden van werk. Hierbij kan een aanvulling op het verdiende loon of op de studiefinanciering worden gegeven. Deze wet is ingegaan op 1 januari 2010.
I
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Afschaffen afdracht WSW-besparing Vanaf 1 januari 2012 worden besparingen op uitkeringen voor uitkeringsgerechtigden die werkzaam zijn in WSW-verband niet langer afgedragen aan het Ministerie van Financiën. Deze zogenaamde anticumulatie WSW treedt op bij WAO-, WAZ- en Wajong-uitkeringen.
Werkloosheidsfondsen Besluit deeltijd-WW tot behoud van vakkrachten Werkgevers kunnen met deeltijd-WW werknemers behouden, die ze vanwege de crisis anders zouden moeten ontslaan. Deeltijd-WW wordt in eerste instantie voor drie maanden toegekend en kan twee maal met een termijn van 6 maanden worden verlengd. Tijdens de deeltijd-WW verbruiken werknemers opgebouwde WWrechten, maar bouwen ook over de gewerkte uren nieuwe rechten op. Tijdens deeltijd-WW geldt geen sollicitatieplicht. De regeling deeltijd-WW vervangt de regeling Werktijdverkorting en is vanaf 1 april 2009 van kracht. Tot 1 juli 2011 konden aanvragen worden ingediend. Europese Coördinatieverordening (833/2004) Als gevolg van de Europese Coördinatieverordening 833/2004 is de nationale wetgeving aangepast in 2011. Gevolg hiervan is voor UWV dat de eerste drie maanden van een WW-uitkering verrekend wordt met een ander EU land.
Re-integratie Wetsvoorstel Voorzieningen startende zelfstandigen Aan startende ondernemers met een handicap werd tijdens de opstartfase van de onderneming een voorziening, zoals een doventolk, vervoer, verstrekt. Vanaf 2010 kan zo’n voorziening ook structureel worden toegekend.
Subsidie Europees sociaal fonds (ESF) In het kader van het subsidieregeling ESF 2007-2013 krijgt UWV subsidie voor de projecten Talent 55+, Scholing gedeeltelijk arbeidsgeschikten, Pilot Wajong en Inzet Jobcoach.
Experimenten plaatsingscheque Vanaf 1 juli 2010 wordt in 4 UWV regio’s geëxperimenteerd met een plaatsingscheque. Bij dit experiment wordt een directe samenwerking tussen de school en werkgevers in de regio gestimuleerd. Vso- en praktijkscholen krijgen een bonus van € 500,- als een leerling zonder tussenkomst van een intermediair geplaatst wordt op een arbeidsplek. Wanneer de plaatsing duurzaam blijkt ontvangt de school een tweede bonus van € 500,-.
Budget LKS en WW loopt af Vanaf 2012 zijn de budgetten LKS en re-integratie WW op nihil gesteld. In 2012 wordt alleen nog betaald op voor 2012 gestarte LKS en re-integratietrajecten WW. De WW zal hierop worden aangepast.
Budget re-integratievoorzieningen Vanaf 2012 geldt voor de re-integratievoorzieningen een budget met als doel om de lasten reintegratievoorzieningen de komende jaren te verlagen.
II
Bijlage 2
Bijlage 2 Premies Tabel 1
Rekenpremies1 per 1 januari 2011 en 2012 2011 Wg
2012 Wn
Wg
Wn
Premiepercentages AOW AWBZ ANW WAO - Aof WIA - Whk WW - Sfn2 WW - AWf WW- Ufo ZVW
17,90 12,15 1,10 5.10 0,62 1,81 4,20 0,78 7,75
Franchise AWf (euro per dag) Maximum premie-inkomensgrens WNVZ (euro per dag)
17,90 12,15 1,10 5,05 0,55 2,34 4,20 0,78 7,10
0,00
0,00
65
65
66
66
190
190
193
193
1) Premies waarmee de sociale lasten over uitkeringen worden berekend 2) Vervangende sectorpremie over uitkeringen, incl. kinderopvang
Tabel 2
Samenvatting premies en parameters Whk 2010-2011
Gemiddelde loonsom Grens grote/kleine werkgever Gemiddeld percentage Minimumpremie kleine werkgever Maximumpremie kleine werkgever Minimumpremie grote werkgever Maximumpremie grote werkgever Gemiddeld werkgeversrisicopercentage Rekenpercentage Rentehobbel Correctiefactor werkgeversrisico Correctiefactoren bij onvolledige periode werkgever bij: een beschikbare periode van " " "
1 2 3 4
jaar jaar jaar jaar
2010 € 29.900 € 747.500
2011 € 30.200 € 755.000
0,55% 0,56% 1,65% 0,07% 2,20% 0,28% 0,62% 0,09%
0,53% 0,48% 1,59% 0,13% 2,12% 0,22% 0,55% 0,07%
1,96
1,90
5,00 2,50 1,66 1,25
5,00 2,50 1,66 1,25
III
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 3 Premiepercentages sectorfondsen1 Sector 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 6167 68 69
2011
2012
2012 e.r.d. ZW
Agrarisch bedrijf Tabakverwerkende industrie Bouwbedrijf Baggerbedrijf Hout & emballage, houtwaren & borstel ind. Timmerindustrie Meubel en orgelbouw ind. Groothandel hout, zagerijen en houtbew. Grafische industrie Metaalindustrie Electrotechnische industrie Metaal en technische bedrijfstakken Bakkerijen Suikerverwerkende industrie Slagersbedrijven Slagers overig Detailhandel en ambachten Reiniging Grootwinkelbedrijf Havenbedrijven Havenclassificeerders Binnenscheepvaart Visserij Koopvaardij Vervoer KLM Vervoer NS Vervoer posterijen Taxivervoer Openbaar vervoer Besloten busvervoer Overig personenvervoer (land & lucht) Overig goederenvervoer (land & lucht) Horeca algemeen Horeca catering Gezondheid, geest. en maatsch. bel. Banken Verzekering & ziekenfondsen Uitgeverij Groothandel I Groothandel II Zakelijke dienstverlening I Zakelijke dienstverlening II Zakelijke dienstverlening III Zuivelindustrie Textielindustrie Steen, cement, glas & keramische ind. Chemische industrie Voedingsindustrie Algemene industrie Uitzendbedrijven Bewakingsondernemingen Culturele instellingen Overige takken van bedrijf en beroep Schildersbedrijf Stukadoorsbedrijf Dakdekkersbedrijf Mortelbedrijf Steenhouwersbedrijf
1,46 1,63 1,40 0,00 2,17 1,58 2,58 1,62 2,45 2,14 1,30 1,62 1,84 1,16 2,22 1,20 2,50 3,25 1,37 1,66 2,19 1,51 0,76 1,01 0,41 0,59 0,74 4,88 0,51 2,54 1,55 2,09 2,80 2,79 1,01 0,83 1,01 2,33 1,55 1,90 1,07 1,73 2,36 0,53 2,54 1,70 1,58 1,28 1,34 8,58 2,66 3,54 2,70 2,27 2,48 3,70 1,09 1,57
2,03 2,02 2,69 0,00 3,30 3,55 3,59 2,57 4,80 1,33 1,73 1,94 2,33 1,56 2,95 2,70 3,14 4,13 1,96 1,90 2,56 1,52 1,29 1,12 0,38 0,72 1,24 5,67 0,69 3,51 2,55 2,28 3,15 3,07 1,25 1,66 1,59 3,34 1,91 2,19 1,27 2,29 2,18 0,79 2,42 2,09 1,42 1,48 1,35 9,05 3,43 3,97 2,96 3,16 5,64 5,08 1,51 1,95
1,63 1,80 2,16 0,00 2,54 2,73 2,83 2,17 4,05 1,05 1,57 1,48 1,65 1,19 2,23 2,10 2,41 2,87 1,49 1,46 1,88 1,00 0,95 0,78 0,33 0,64 0,89 3,54 0,49 2,46 2,17 1,53 2,32 2,05 0,91 1,55 1,43 2,85 1,57 1,79 1,07 1,89 1,75 0,68 2,00 1,60 1,15 1,20 1,14 6,16 2,50 3,62 2,38 2,47 4,38 4,04 1,38 1,16
Overheid Railbouw Telecommunicatie
1,29 0,40 1,49
2,11 0,90 2,59
1,59 0,68 2,33
1) Excl. Premie werkgeversbijdrage kinderopvang (2011:0,34%; 2012:0,50%)
IV
Bijlage 2
Tabel 4 Sectorpremies per premiegroep1 Sector
2011
2012
2012 e.r.d. ZW
Kort Lang Gemiddeld
6,50 0,89 1,46
6,44 0,89 2,03
4,81 0,81 1,63
Kort Lang Gemiddeld
3,11 1,16 1,40
7,55 2,15 2,69
7,02 1,62 2,16
Grafisch, exclusief fotografen Fotografen Gemiddeld
2,39 4,86 2,45
4,75 7,10 4,80
4,01 5,52 4,05
Kort Lang Gemiddeld
4,94 1,94 2,80
5,54 2,13 3,15
4,71 1,30 2,32
Detachering Intermediaire diensten Uitzendbedrijven I A Kortingsklasse Middenklasse Opslagklasse Uitzendbedrijven II A Kortingsklasse Middenklasse Opslagklasse Uitzendbedrijven I B en II B Gemiddeld
6,71 7,29 9,22 9,54 9,87
7,75 9,60 0,00 10,23 10,57 10,91
6,51 7,70 0,00 7,14 7,14 7,14
9,41 10,27 11,14 5,46 8,58
10,31 11,17 12,04 5,52 9,05
6,85 6,85 6,85 4,44 6,16
Kort Lang Gemiddeld
8,41 2,12 3,54
9,69 2,43 3,97
9,34 2,08 3,62
Kort Lang Gemiddeld
5,64 1,94 2,27
8,41 2,61 3,16
7,72 1,92 2,47
1 Agrarisch bedrijf
3 Bouwbedrijf
9 Grafische industrie
33 Horeca algemeen
52 Uitzendbedrijven
54 Culturele instellingen
56 Schildersbedrijf
V
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Bijlage 3 Balansen Tabel 1
Balans Aok (mln. euro) 2010
ACTIVA Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Totale activa
126 -20 106
PASSIVA Vermogen Crediteuren Opgenomen gelden
3 12 91
Totale passiva
106
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Liquiditeitsreserve *
3 1
Dekkingssaldo
2
* normpercentage Tabel 2
4,5%
Balans Aof (mln. euro) 2010
2011
2012
994 -53
607 -74
611 -70
1.912
1.854
2.082
2.853
2.388
2.622
PASSIVA Vermogen Crediteuren
2.141 713
1.926 462
2.156 465
Totale passiva
2.853
2.388
2.622
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Liquiditeitsreserve *
2.141 462
1.926 453
2.156 436
Dekkingssaldo
1.678
1.472
1.720
* normpercentage
4,5%
4,5%
4,5%
ACTIVA Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Liquide middelen Totale activa
VI
Bijlage 3
Tabel 3
Balans Whk (mln. euro) 2010
2011
2012
166 0
97 0
106 0
1.132
1.308
1.379
1.298
1.405
1.485
PASSIVA Vermogen Crediteuren
1.258 40
1.380 24
1.458 27
Totale passiva
1.298
1.405
1.485
1.242 15 19
1.344 36 19
1.430 28 20
-3
17
7
4,5%
4,5%
4,5%
2010
2011
2012
ACTIVA Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Liquide middelen Totale activa
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Rentehobbel Regulier Liquiditeitsreserve * Dekkingssaldo * normpercentage Tabel 4
Balans AWf (mln. euro)
ACTIVA Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Liquide middelen
363 -27
355 -27
396 -27
3.715
0
0
Totale activa
4.051
328
369
PASSIVA Vermogen Crediteuren Opgenomen gelden
2.451 1.600 0
-1.026 993 362
-4.236 445 4.160
Totale passiva
4.051
328
369
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Liquiditeitsreserve
2.451 0
-1.026 0
-4.236 0
Dekkingssaldo Reserve dekking werkloosheidslasten
2.451 0
-1.026 0
-4.236 0
Resterend dekkingssaldo
2.451
-1.026
-4.236
VII
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 5
Balans Sfn (mln. euro) 2010
2011
2012
1.626 -44
922 -44
1.068 -44
1.582
878
1.024
PASSIVA Vermogen Crediteuren Opgenomen gelden
-943 340 2.185
-803 51 1.630
-1.055 197 1.882
Totale passiva
1.582
878
1.024
-943 37 78 0
-803 94 84 0
-1.055 5 85 0
-1.058
-980
-1.144
2010
2011
2012
65 -5
45 -5
45 -5
ACTIVA Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Totale activa
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Sectorreserve ZW-reserve vangnet Liquiditeitsreserve Dekkingssaldo Tabel 6
Balans Ufo (mln. euro)
ACTIVA Debiteuren Voorziening dubieuze debiteuren Liquide middelen
81
0
0
141
40
40
61 80 0
-55 60 35
-190 63 167
141
40
40
VERMOGENSPOSITIE Vermogen Liquiditeitsreserve
61 24
-55 24
-190 24
Dekkingssaldo
36
-79
-214
Totale activa PASSIVA Vermogen Crediteuren Opgenomen gelden Totale passiva
VIII
Bijlage 4
Bijlage 4 ZW naar vangnetgroep, WAZO en WW Tabel 1
Uitkeringsbedragen naar (vangnet)groep AWf, Sfn en Ufo (mln. euro)
Ontslagwerkloosheid
2010 4.408
w.v. AWf Sfn Ufo
WGA-vangnet
2.194 2.023 191 236
w.v. Sfn Ufo
Overige soorten werkloosheid
ZW-zwangerschap
ZW-flex
w.v. AWf Ufo
Toename verplichtingen
Plus/min aansluiting jr
Totaal
-9
114
37
-42
36 0
54 -25 -19 2
10 -4 1 -6
7.791 w.v. AWf
114
37 0
72 -53 3
w.v. AWf Sfn Ufo
625 30
103
37
21
467 23
655
103
37 0
w.v. AWf Sfn Ufo
490
620 29
94
38
276 38
437 22
650
94
ZW-overig
314
459
660 26
w.v. AWf
896 212
266 36
347 21
686
ZW-No risk
1.108
302
368
385 27
879 207
241 35
w.v. Sfn Ufo
412
1.087
277
442 22
312 35
850 205
w.v. AWf Ufo
463
347
1.055
2.525 2.117 280
326 15
420 196
w.v. AWf Ufo
ZW-zieke werklozen
341
616
w.v. AWf Ufo
2012 4.922 2.236 1.835 229
225 11
w.v. Awf w.v. Sfn
WAZO-zwangerschap
2011 4.300
23 29 2
10 5 0 5
7.594
5 0 5
8.579
4.252
4.251
4.728
Sfn
3.052
2.797
3.239
Ufo
487
547
612
IX
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 2
Volumina uitkeringen naar (vangnet)groep AWf, Sfn en Ufo (x 1.000)
Ontslagwerkloosheid
2010 234,3
w.v. AWf Sfn Ufo
WGA-vangnet
117,3 107,7 9,4 14,1
w.v. Sfn Ufo
WAZO-zwangerschap
ZW-zieke werklozen
w.v. AWf Ufo
Totaal
X
28,3 1,4
47,0
7,2
45,2 1,8
7,8 7,2
1,8 1,8 0,0
389,6 w.v. AWf
29,7
45,8 1,8
6,6
1,8
14,7 2,0
26,9 1,3
47,5
6,6
ZW-overig
16,7
28,3
48,8 1,6
w.v. AWf
35,0 8,3
14,4 2,0
22,8 1,4
50,4
ZW-No risk
43,3
16,3
24,2
25,3 1,0
35,0 8,3
13,3 1,9
w.v. Sfn Ufo
26,3
43,3
15,3
128,8 112,6 13,0
19,2 0,7
34,5 8,3
w.v. AWf Ufo
ZW-flex
19,9
42,9
w.v. AWf Ufo
2012 254,4 115,3 99,5 10,8
13,5 0,5
w.v. AWf Ufo
ZW-zwangerschap
2011 225,6
7,8
1,7 1,8 0,0
389,9
1,7 0,0
426,8
196,4
200,6
216,2
Sfn
170,0
164,4
183,1
Ufo
23,2
24,9
27,5
Bijlage 5
Bijlage 5 WAO, WIA en WAZ naar fonds Tabel 1
Uitkeringsbedragen naar wet en fonds (mln. euro) 2010 7.296
Uitkeringen WAO w.v. Aof Aok
7.270 26
Uitkeringen WAZ Uitkeringen IVA Uitkeringen WGA
300 462 926 w.v. Aof Whk Sfn Ufo
Uitkeringen WAZO (ZEZ)
2012 6.208 6.807
276 614 1.156 315 376 224 11
38
Totaal
Tabel 2
2011 6.807
239 796 1.437 438 382 321 15
40
9.022 8.385
Aok
26
567 407 442 22
41
8.893
w.v. Aof
6.208
8.721 8.175
7.851
Whk
376
382
407
Sfn
224
321
442
Ufo
11
15
22
Herleide uitkeringsjaren naar wet en fonds (x 1.000) 2010 405,0
Uitkeringsjaren WAO w.v. Aof Aok
Uitkeringsjaren WAZ Uitkeringsjaren IVA Uitkeringsjaren WGA
2011 376,0 403,0 2,0
24,5 24,1 53,5 w.v. Aof Whk Sfn Ufo
Uitkeringsjaren WAZO (ZEZ)
19,3 20,2 13,5 0,5
Aok
26,6 19,9 19,2 0,7
32,4 20,7 25,3 1,0
2,4
498,5 473,3
341,4 18,5 40,7 79,4
2,4
509,6 w.v. Aof
376,0 21,5 32,3 66,4
2,4
Totaal
2012 341,4
482,3 458,7
435,3
2,0
Whk
20,2
19,9
20,7
Sfn
13,5
19,2
25,3
Ufo
0,5
0,7
1,0
XI
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Bijlage 6 Re-integratie Tabel 1
Financieel overzicht Rf1 (mln. euro) 2010
LASTEN Uitkeringslasten Re-integratie-uitkeringen ZW-uitkeringen Uitkeringen REA overig Overig Subsidies aan werkgevers Subsidie aan personen
1 0 0 1
0 1
w.v. Werkvoorziening arbeidsgehand. Werkvoorziening werknemer Subsidie aan personen overig
0 0 0
Subsidie aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling Toevoeging voorziening Programmakosten overig Uitvoeringskosten
1 1 0 0 0
Totale lasten
3
BATEN Overig Bijdrage Aof Bijdrage Afj Bijdrage AWf Bijdrage Ufo Overige baten
0 0 0 0 4
Totale baten
3
1) Per 1 januari 2011 is het Rf opgeheven en vallen voorzieningen vrij. De baten staan onder de overige baten vermeld. Deze baten zijn overgeboekt naar de andere fondsen.
XII
Bijlage 6
Tabel 2
Overzicht programmakosten re-integratie 2010 (mln. euro) Rf
Uitkeringslasten Re-integratie-uitkeringen ZW-uitkeringen Uitkeringen REA overig Overig Subsidies aan werkgevers Loonkosten Participatieplaatsen Scholingsbonus Overig Subsidies aan personen Onderwijsvoorzieningen Werkvoorziening arbeidsgehand. Werkvoorziening werknemer EVC/EVP Subsidies aan personen overig Subsidies aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Inkoop arbeidsbemiddeling WW Extra re-integratie Jonggehandicapten ZW Arbo interventies Programmakosten overig Totale Programmakosten
0 0 1
0
Afj
Aof
Whk
AWf
Ufo
Sfn
0 94 1
94 0
0
8
2 0
0
2
0
3 0 0
0
0
20 0 0
62
0 1 1
0 12 51
2 54 1 0 27
6
25 162
0
1 31 0
0
0
3
155
87
6
315
Tot
0
0
14 0 0 2 20 2 117 1 0 13 110 162 1 31 1 567
XIII
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Tabel 3
Overzicht programmakosten re-integratie 2011 (mln. euro) Afj
Uitkeringslasten Re-integratie-uitkeringen ZW-uitkeringen Uitkeringen REA overig Overig Subsidies aan werkgevers Loonkosten Participatieplaatsen Overig Subsidie aan personen Onderwijsvoorzieningen Werkvoorziening arbeidsgehand. Werkvoorziening werknemer Subsidie aan personen overig Subsidie aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Inkoop arbeidsbemiddeling WW Extra re-integratie Jonggehandicapten ZW Arbo Interventies Programmakosten overig Totale Programmakosten
Tabel 4
Whk
AWf
Ufo
Sfn
0 103 0
103 0
0
12
2 0 2
0
0
6 0
0
0
22 83 0 11 45
2 45 0 15
4
0
1
0
174
66
4
Tot
18 68
0
0 32
21 0 2 22 2 128 0 11 83 68 0 32 1
227
0
0
472
AWf
Ufo
Sfn
Tot
Overzicht programmakosten re-integratie 2012 (mln. euro) Afj
Uitkeringslasten Re-integratie-uitkeringen ZW-uitkeringen Uitkeringen REA overig Overig Subsidies aan werkgevers Loonkosten Participatieplaatsen Overig Subsidie aan personen Onderwijsvoorzieningen Werkvoorziening arbeidsgehand. Werkvoorziening werknemer Subsidie aan personen overig Subsidie aan instellingen Inkoop arbeidsbemiddeling AG Inkoop arbeidsbemiddeling WW Extra re-integratie Jonggehandicapten ZW Arbo Interventies Programmakosten overig Totale Programmakosten
XIV
Aof
Aof
Whk
0 114 0
114 0
0
8
2 0 2
0
0
3 0
0
0
23 91 0 14 58
2 49 0 19
6
2
1
0
196
75
6
23 28
0
0 30 197
0
0
13 0 2 23 2 140 0 14 106 28 0 30 2 474
Bijlage 7
Bijlage 7 Financieel overzicht sectorfondsen 2010 LR1
Lasten (mln. €)
Sector 1 Agrarisch bedrijf 2 Tabakverwerkende ind. 3 Bouwbedrijf 4 Baggerbedrijf 5 Hout en emballage ind. 6 Timmerindustrie 7 Meubel & orgelbouw ind. 8 Groothandel hout, etc. 9 Grafische industrie 10 Metaalindustrie 11 Electrotechnische ind. 12 Metaal en techn. bedr. 13 Bakkerijen 14 Suikerverw. ind. 15 Slagersbedrijven 16 Slagers overig 17 Detailh. & ambachten 18 Reiniging 19 Grootwinkelbedrijf 20 Havenbedrijven 21 Havenclassificeerders 22 Binnenscheepvaart 23 Visserij 24 Koopvaardij 25 Vervoer KLM 26 Vervoer NS 27 Vervoer posterijen 28 Taxivervoer 29 Openbaar vervoer 30 Besloten busvervoer 31 Overig personenvervoer 32 Overig goederenvervoer 33 Horeca algemeen 34 Horeca catering 35 Gezondheid, … 38 Banken 39 Verzekering & ziekenf. 40 Uitgeverij 41 Groothandel I 42 Groothandel II 43 Zakelijke dienstv. I 44 Zakelijke dienstv. II 45 Zakelijke dienstv. III 46 Zuivelindustrie 47 Textielindustrie 48 Steen, cement, … 49 Chemische industrie 50 Voedingsindustrie 51 Algemene industrie 52 Uitzendbedrijven 53 Bewakingsondern. 54 Culturele instellingen 55 Overige bedr. en ber. 56 Schildersbedrijf 57 Stukadoorsbedrijf 58 Dakdekkersbedrijf 59 Mortelbedrijf 60 Steenhouwersbedr. 61-67 Overheid 68 Railbouw 69 Telecommunicatie Totaal
Totaal
w.v. uitkeringen
61,6 2,8 244,7 1,7 7,4 15,3 16,6 7,4 48,7 69,8 31,5 276,3 13,6 5,2 5,7 11,8 181,7 63,8 72,2 43,0 2,7 3,9 0,4 2,4 5,5 5,9 10,8 20,3 3,3 3,6 2,9 108,1 101,7 8,9 310,1 82,4 27,6 31,6 121,8 191,2 32,3 351,1 281,0 2,7 4,8 25,0 38,3 25,9 26,3 626,3 24,9 51,2 36,5 36,5 17,1 13,9 3,5 0,5 50,2 1,9 24,0 3.899,9
WW 38,6 1,9 173,6 1,2 4,5 10,3 9,8 4,9 31,3 36,4 22,3 168,8 6,1 2,6 2,3 6,2 94,1 27,1 37,1 24,2 1,5 1,9 0,2 1,1 3,4 3,6 5,4 6,9 1,6 2,0 2,1 51,5 50,7 3,8 153,6 59,3 18,5 20,1 77,3 116,7 18,1 231,1 176,8 1,4 2,4 16,6 22,1 14,7 13,3 243,7 13,2 35,5 20,9 25,3 11,2 10,5 2,8 0,4 16,2 1,2 16,5 2.178,4
ZW 6,6 0,2 21,8 0,1 1,2 1,7 2,4 0,7 5,7 11,0 2,1 39,7 3,2 1,0 1,2 2,0 31,3 14,4 13,3 7,5 0,4 0,9 0,0 0,5 0,6 0,7 1,8 6,1 0,8 0,7 0,2 25,5 19,5 2,2 59,1 5,1 2,4 3,5 14,9 24,6 4,2 38,4 33,5 0,4 0,7 2,7 5,4 3,9 5,9 180,8 4,9 3,4 5,4 3,2 2,2 0,9 0,1 0,1 13,5 0,3 2,1 648,6
Baten (mln. €) Totaal
WGA 3,5 0,2 6,6 0,1 0,2 0,5 0,9 0,3 2,2 3,8 1,0 12,6 1,0 0,5 0,7 1,1 11,2 5,6 4,2 2,4 0,2 0,2 0,1 0,3 0,4 0,5 0,6 2,0 0,2 0,2 0,1 8,7 5,8 0,6 22,6 2,5 1,1 1,3 4,8 10,1 1,6 11,1 13,1 0,3 0,6 1,1 2,9 2,0 1,6 55,0 1,4 1,6 2,5 1,4 0,6 0,2 0,1 0,0 5,7 0,0 0,8 224,6
2,64 1,91 4,38 0,71 3,98 5,47 3,92 3,47 4,99 1,53 1,96 2,55 2,23 1,46 2,54 2,36 3,06 3,84 1,81 2,06 3,04 1,56 1,20 1,06 0,47 0,73 1,07 5,04 0,62 3,58 3,44 2,55 3,06 2,77 1,12 1,65 1,32 3,04 2,23 2,46 1,10 2,72 2,75 0,63 2,28 3,37 1,55 1,41 1,17 11,20 3,33 3,70 3,05 5,43 8,49 11,25 5,00 3,71 1,73 1,05 2,31 2,56
39,6 2,6 220,7 0,9 6,3 12,1 14,7 6,9 40,2 62,5 29,6 253,3 10,0 3,9 4,9 9,1 156,6 55,2 63,0 39,1 2,3 3,4 1,8 1,7 4,9 5,4 9,8 16,6 3,2 3,4 2,9 94,6 98,6 7,9 277,6 82,1 26,7 29,1 114,4 183,8 26,6 344,7 317,4 3,3 3,9 23,3 36,1 23,1 24,4 528,3 19,1 44,5 31,6 26,1 13,8 13,8 3,5 0,5 47,4 1,6 22,6 3.557,2
w.v. premies 24,6 2,0 50,5 0,1 2,8 1,2 8,3 2,5 16,8 44,6 17,0 124,2 9,1 3,4 4,7 8,2 124,6 42,7 51,1 23,6 1,4 3,2 1,8 1,7 3,9 4,1 6,4 13,4 2,7 2,7 2,3 60,2 85,4 7,3 249,1 38,5 17,1 18,2 68,3 128,0 23,0 194,7 162,8 3,2 3,7 9,9 28,3 22,4 23,5 355,3 14,8 40,1 20,2 14,2 2,3 4,2 0,6 0,2 46,1 0,7 13,0 2.260,5
Vermogen (mln. €) -1,3 -0,8 -14,8 2,1 -1,9 0,8 -3,1 -1,9 -4,5 -40,8 -7,5 -73,9 -4,3 -1,3 -0,8 -0,1 -75,8 -30,6 -23,5 -17,0 -1,3 -1,9 0,7 -1,0 -0,5 -0,6 -4,6 -12,5 -0,4 -1,2 -0,2 -48,5 -31,4 -8,4 -108,8 -12,8 -20,5 -17,1 -43,8 -96,3 -19,4 -118,7 23,8 3,2 -2,9 -8,8 -20,1 -6,6 -17,3 -53,8 -8,7 -24,8 -22,8 20,3 -1,1 -1,6 -0,3 0,0 39,8 0,5 -11,4 -943,0
D/J1
-0,28 -0,73 -0,07 1,21 -0,27 0,04 -0,20 -0,27 -0,10 -0,60 -0,25 -0,28 -0,34 -0,28 -0,17 -0,03 -0,44 -0,55 -0,35 -0,41 -0,52 -0,51 1,64 -0,41 -0,11 -0,12 -0,56 -0,66 -0,13 -0,35 -0,09 -0,47 -0,33 -0,97 -0,37 -0,16 -0,75 -0,55 -0,37 -0,52 -0,62 -0,35 0,07 1,17 -0,62 -0,36 -0,54 -0,27 -0,67 -0,13 -0,37 -0,49 -0,64 0,13 -0,08 -0,12 -0,09 -2,36 0,77 0,23 -0,48 -0,27
1) LR = lastenratio; D/J = dekkingssaldo/jaarlasten
XV
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
2011 LR1
Lasten (mln. €)
Sector 1 Agrarisch bedrijf 2 Tabakverwerkende ind. 3 Bouwbedrijf 4 Baggerbedrijf 5 Hout en emballage ind. 6 Timmerindustrie 7 Meubel & orgelbouw ind. 8 Groothandel hout, etc. 9 Grafische industrie 10 Metaalindustrie 11 Electrotechnische ind. 12 Metaal en techn. bedr. 13 Bakkerijen 14 Suikerverw. ind. 15 Slagersbedrijven 16 Slagers overig 17 Detailh. & ambachten 18 Reiniging 19 Grootwinkelbedrijf 20 Havenbedrijven 21 Havenclassificeerders 22 Binnenscheepvaart 23 Visserij 24 Koopvaardij 25 Vervoer KLM 26 Vervoer NS 27 Vervoer posterijen 28 Taxivervoer 29 Openbaar vervoer 30 Besloten busvervoer 31 Overig personenvervoer 32 Overig goederenvervoer 33 Horeca algemeen 34 Horeca catering 35 Gezondheid, … 38 Banken 39 Verzekering & ziekenf. 40 Uitgeverij 41 Groothandel I 42 Groothandel II 43 Zakelijke dienstv. I 44 Zakelijke dienstv. II 45 Zakelijke dienstv. III 46 Zuivelindustrie 47 Textielindustrie 48 Steen, cement, … 49 Chemische industrie 50 Voedingsindustrie 51 Algemene industrie 52 Uitzendbedrijven 53 Bewakingsondern. 54 Culturele instellingen 55 Overige bedr. en ber. 56 Schildersbedrijf 57 Stukadoorsbedrijf 58 Dakdekkersbedrijf 59 Mortelbedrijf 60 Steenhouwersbedr. 61-67 Overheid 68 Railbouw 69 Telecommunicatie Totaal
Totaal
w.v. uitkeringen
52,5 3,4 142,7 1,3 5,1 9,5 14,1 5,3 41,4 51,8 23,8 201,8 13,3 5,6 6,0 11,3 182,5 66,0 80,7 37,2 2,3 3,9 0,6 2,5 4,0 5,8 14,4 22,6 4,2 3,5 1,8 91,4 103,9 10,0 371,1 82,1 31,2 29,7 99,1 168,6 40,3 325,3 272,1 4,2 4,6 14,2 31,4 25,9 29,4 624,2 24,7 52,2 30,4 30,9 11,4 8,1 1,5 0,3 60,5 1,5 23,5 3.624,4
WW 29,1 2,1 81,5 0,8 2,8 5,2 7,5 3,2 24,7 26,5 15,8 103,8 5,6 2,8 2,1 5,1 87,3 24,8 39,6 18,6 1,1 1,7 0,2 0,9 2,0 3,6 7,5 7,4 2,1 1,6 1,0 36,4 48,9 3,9 177,2 58,9 21,0 18,1 58,2 94,4 24,2 202,8 165,3 2,6 2,2 7,2 16,1 14,0 17,2 231,4 11,8 35,0 15,3 19,5 6,6 5,3 1,1 0,1 21,5 0,9 15,6 1.850,9
ZW 6,8 0,2 22,5 0,1 0,9 1,6 2,3 0,5 5,0 8,1 1,7 35,0 2,8 0,9 1,2 2,2 31,4 14,2 13,6 6,5 0,4 0,9 0,1 0,7 0,5 0,4 2,0 6,1 0,8 0,8 0,3 22,1 19,2 2,5 69,3 3,9 2,6 3,4 13,1 22,0 4,8 38,3 33,4 0,4 0,6 2,4 4,4 3,7 3,5 166,8 5,2 3,7 4,6 3,5 1,8 0,9 0,1 0,1 11,1 0,2 1,9 619,8
1) LR = lastenratio; D/J = dekkingssaldo/jaarlasten
XVI
Baten (mln. €) Totaal
WGA 4,4 0,3 9,7 0,1 0,3 0,8 1,2 0,4 3,2 5,4 1,5 18,4 1,6 0,7 1,1 1,5 16,4 8,7 7,6 3,9 0,3 0,4 0,1 0,3 0,6 0,7 1,1 3,0 0,3 0,3 0,1 12,7 8,8 0,9 33,0 3,5 1,4 2,0 7,0 14,5 2,6 16,8 18,2 0,4 0,8 1,6 3,9 2,9 2,7 73,6 2,3 2,2 3,6 1,8 0,8 0,3 0,1 0,0 11,6 0,1 1,3 326,0
2,20 2,25 2,51 0,51 2,70 3,31 3,27 2,41 4,16 1,12 1,45 1,83 2,15 1,57 2,61 2,20 3,02 3,89 1,98 1,75 2,45 1,55 1,54 1,07 0,34 0,70 1,40 5,52 0,77 3,33 2,01 2,12 3,06 2,96 1,32 1,62 1,47 2,80 1,78 2,13 1,34 2,47 2,60 0,98 2,14 1,88 1,25 1,38 1,28 10,82 3,24 3,69 2,48 4,50 5,46 6,36 2,11 2,11 2,05 0,81 2,23 2,33
54,3 3,7 145,6 0,6 5,4 8,4 14,7 5,6 39,9 105,5 23,6 221,1 13,7 5,8 5,4 8,4 182,4 68,7 74,5 40,9 2,7 4,1 0,3 2,6 5,2 6,5 14,8 24,5 4,4 3,5 1,6 107,0 104,4 9,9 361,2 83,6 32,7 32,9 107,1 186,8 44,6 334,9 318,5 3,3 6,1 15,9 43,3 26,7 36,3 605,2 26,1 51,6 34,0 27,5 11,3 8,3 1,8 0,3 19,1 1,3 24,6 3.764,7
w.v. premies 43,1 2,7 86,4 0,0 4,5 5,0 11,9 3,9 26,9 103,9 23,1 188,3 12,1 4,6 5,3 7,1 150,7 56,5 53,6 36,9 2,1 4,0 0,3 2,5 5,1 5,2 8,2 20,3 2,9 2,8 1,4 94,2 87,4 8,9 284,2 46,8 21,3 26,3 91,2 157,9 33,3 235,9 266,9 2,4 6,0 13,9 42,7 25,7 33,0 445,7 21,3 47,6 33,0 17,1 5,8 4,8 0,8 0,3 17,3 0,8 16,8 2.970,6
Vermogen (mln. €) 0,5 -0,5 -11,9 1,4 -1,6 -0,3 -2,5 -1,6 -6,0 12,9 -7,7 -54,5 -4,0 -1,2 -1,4 -3,0 -75,9 -27,9 -29,7 -13,3 -0,8 -1,7 0,5 -0,8 0,7 0,1 -4,1 -10,7 -0,1 -1,2 -0,4 -32,8 -30,8 -8,5 -118,7 -11,3 -19,0 -13,8 -35,8 -78,1 -15,0 -109,2 70,3 2,2 -1,5 -7,1 -8,2 -5,7 -10,5 -72,8 -7,3 -25,4 -19,2 16,9 -1,3 -1,4 -0,1 0,0 -1,6 0,3 -10,3 -802,6
D/J1
-0,01 -0,15 -0,10 1,11 -0,34 -0,05 -0,20 -0,31 -0,16 0,22 -0,33 -0,29 -0,33 -0,23 -0,26 -0,30 -0,44 -0,59 -0,39 -0,38 -0,40 -0,46 0,78 -0,36 0,15 0,00 -0,30 -0,51 -0,05 -0,36 -0,24 -0,39 -0,43 -0,88 -0,34 -0,14 -0,62 -0,48 -0,38 -0,48 -0,39 -0,35 0,24 0,52 -0,34 -0,52 -0,28 -0,24 -0,37 -0,26 -0,32 -0,50 -0,65 0,24 -0,13 -0,18 -0,05 -0,78 -0,05 0,18 -0,45 -0,27
Bijlage 7
2012 LR1
Lasten (mln. €)
Sector 1 Agrarisch bedrijf 2 Tabakverwerkende ind. 3 Bouwbedrijf 4 Baggerbedrijf 5 Hout en emballage ind. 6 Timmerindustrie 7 Meubel & orgelbouw ind. 8 Groothandel hout, etc. 9 Grafische industrie 10 Metaalindustrie 11 Electrotechnische ind. 12 Metaal en techn. bedr. 13 Bakkerijen 14 Suikerverw. ind. 15 Slagersbedrijven 16 Slagers overig 17 Detailh. & ambachten 18 Reiniging 19 Grootwinkelbedrijf 20 Havenbedrijven 21 Havenclassificeerders 22 Binnenscheepvaart 23 Visserij 24 Koopvaardij 25 Vervoer KLM 26 Vervoer NS 27 Vervoer posterijen 28 Taxivervoer 29 Openbaar vervoer 30 Besloten busvervoer 31 Overig personenvervoer 32 Overig goederenvervoer 33 Horeca algemeen 34 Horeca catering 35 Gezondheid, … 38 Banken 39 Verzekering & ziekenf. 40 Uitgeverij 41 Groothandel I 42 Groothandel II 43 Zakelijke dienstv. I 44 Zakelijke dienstv. II 45 Zakelijke dienstv. III 46 Zuivelindustrie 47 Textielindustrie 48 Steen, cement, … 49 Chemische industrie 50 Voedingsindustrie 51 Algemene industrie 52 Uitzendbedrijven 53 Bewakingsondern. 54 Culturele instellingen 55 Overige bedr. en ber. 56 Schildersbedrijf 57 Stukadoorsbedrijf 58 Dakdekkersbedrijf 59 Mortelbedrijf 60 Steenhouwersbedr. 61-67 Overheid 68 Railbouw 69 Telecommunicatie Totaal
Totaal
w.v. uitkeringen
59,3 4,0 163,6 1,4 5,8 11,2 16,1 6,1 48,2 64,0 28,8 230,1 15,1 6,5 6,9 13,1 205,8 73,9 91,1 43,5 2,6 4,4 0,7 2,9 4,8 6,8 16,0 25,2 4,6 3,9 2,1 105,1 117,0 11,2 412,8 96,3 36,2 34,9 115,6 193,0 46,3 371,3 311,8 4,9 5,7 16,9 36,7 30,2 34,2 691,4 28,3 60,0 35,5 34,8 12,7 8,7 1,7 0,3 70,7 1,8 27,7 4.121,8
WW 33,5 2,5 96,7 0,9 3,3 6,4 8,9 3,8 29,6 34,9 19,6 122,4 6,8 3,3 2,6 6,2 101,8 28,9 45,6 22,6 1,3 2,0 0,3 1,1 2,5 4,2 8,5 8,6 2,4 1,8 1,2 43,5 57,1 4,5 198,2 70,4 24,9 22,1 69,7 110,9 28,2 234,6 190,7 3,0 2,8 9,0 19,7 16,9 20,4 275,7 14,0 41,1 18,6 22,4 7,5 5,8 1,3 0,1 25,0 1,1 18,9 2.172,4
ZW 6,9 0,2 22,6 0,1 0,9 1,6 2,3 0,6 5,1 8,2 1,7 35,4 2,8 0,9 1,2 2,2 31,9 14,3 13,9 6,6 0,4 0,9 0,1 0,7 0,5 0,4 2,0 6,3 0,8 0,8 0,3 22,6 19,5 2,5 72,1 3,8 2,6 3,4 13,4 22,5 4,9 39,1 34,1 0,4 0,6 2,4 4,4 3,6 3,5 163,2 5,2 3,7 4,7 3,5 1,8 0,9 0,1 0,1 11,1 0,2 1,9 624,4
Baten (mln. €) Totaal
WGA 6,0 0,4 13,2 0,1 0,4 1,0 1,6 0,5 4,3 7,3 2,0 24,7 2,1 1,0 1,4 1,9 22,5 11,7 10,4 5,4 0,4 0,5 0,2 0,5 0,8 0,9 1,5 4,1 0,4 0,4 0,1 17,4 12,0 1,3 46,7 4,7 1,9 2,7 9,6 20,0 3,7 23,6 25,6 0,6 1,1 2,2 5,2 3,8 3,5 95,8 3,1 3,0 4,7 2,5 1,1 0,5 0,1 0,0 16,1 0,1 1,7 442,1
2,44 2,58 2,82 0,57 3,01 3,83 3,66 2,73 4,76 1,36 1,72 2,04 2,39 1,77 2,93 2,51 3,34 4,27 2,19 2,01 2,78 1,70 1,73 1,20 0,40 0,80 1,53 6,05 0,84 3,71 2,32 2,39 3,39 3,23 1,44 1,86 1,67 3,23 2,03 2,39 1,52 2,76 2,93 1,11 2,57 2,19 1,43 1,58 1,46 11,86 3,64 4,17 2,84 4,98 5,97 6,68 2,37 2,10 2,35 0,92 2,58 2,60
62,2 3,6 167,8 0,0 7,0 11,3 17,1 6,3 52,7 69,1 32,0 236,1 15,9 6,5 7,3 15,8 198,8 75,2 80,7 44,3 2,6 4,3 0,5 2,8 4,9 6,7 14,5 24,8 4,2 4,1 2,4 108,1 104,1 10,4 368,2 97,3 34,8 38,8 117,2 190,9 41,3 325,9 262,4 3,7 6,1 18,3 40,1 30,8 34,6 623,4 28,7 56,1 38,0 24,8 12,9 7,1 1,2 0,4 31,0 1,8 29,8 3.869,8
w.v. premies 60,7 3,5 163,6 0,0 6,9 11,0 16,7 6,2 51,7 67,4 31,4 230,9 15,6 6,4 7,1 15,5 193,2 73,2 78,3 43,4 2,5 4,1 0,5 2,8 4,8 6,5 14,1 24,1 4,1 4,0 2,3 105,8 100,9 10,1 359,0 95,5 34,2 38,1 114,7 186,7 40,3 317,9 255,4 3,6 6,0 17,5 39,3 30,3 33,9 479,7 28,0 54,7 37,3 24,1 12,7 6,7 1,2 0,3 29,0 1,8 29,3 3.646,5
Vermogen (mln. €) 3,4 -0,8 -7,8 0,0 -0,4 -0,3 -1,4 -1,3 -1,5 17,9 -4,5 -48,5 -3,2 -1,1 -1,0 -0,3 -82,9 -26,7 -40,1 -12,5 -0,9 -1,8 0,3 -0,9 0,8 0,0 -5,5 -11,1 -0,6 -1,0 -0,1 -29,8 -43,7 -9,3 -163,3 -10,3 -20,4 -10,0 -34,3 -80,3 -20,1 -154,5 20,9 1,0 -1,1 -5,7 -4,9 -5,1 -10,1 -140,9 -6,8 -29,3 -16,7 6,9 -1,1 -3,0 -0,6 0,0 -41,4 0,4 -8,1 -1.054,7
D/J1
0,04 -0,20 -0,06 0,00 -0,09 -0,04 -0,11 -0,23 -0,05 0,26 -0,17 -0,23 -0,24 -0,20 -0,17 -0,04 -0,42 -0,39 -0,46 -0,31 -0,35 -0,45 0,48 -0,33 0,16 -0,01 -0,37 -0,47 -0,15 -0,29 -0,05 -0,31 -0,40 -0,86 -0,42 -0,11 -0,57 -0,30 -0,31 -0,43 -0,45 -0,43 0,05 0,20 -0,20 -0,36 -0,15 -0,18 -0,31 -0,24 -0,27 -0,50 -0,49 0,05 -0,10 -0,36 -0,34 0,11 -0,61 0,18 -0,30 -0,28
1) LR = lastenratio; D/J = dekkingssaldo/jaarlasten
XVII
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Begrippenlijst
Calculatiepremie De lastendekkende premie die het dekkingssaldo constant houdt. Dekkingssaldo Het verschil tussen de aanwezige reserve en het normvermogen. Exploitatiesaldo Het saldo van de totale baten en de totale lasten. Franchise Dat gedeelte van het loon per dag waarover géén premie verschuldigd is (de zogenaamde heffingsvrije voet). Maximaal loon per dag waarover premie wordt geheven Loon per dag waarover premie wordt geheven franchise Loon per dag waarover géén premie wordt geheven
Grondslag Loonsom waarover premie wordt geheven. Herleidingsfactor Gemiddelde mate van arbeidsongeschiktheid, deze bepaalt de verhouding tussen herleide en niet-herleide dagen. Niet-herleide uitkeringsjaren Het aantal jaren dat de uitkeringsgerechtigden aan arbeidsongeschiktheidsuitkeringen ontvangen, zonder te corrigeren voor de mate van arbeidsongeschiktheid. Herleide uitkeringsjaren Product van niet-herleide uitkeringsjaren en herleidingsfactoren. Indexering Het aanpassen van de hoogte van uitkeringen aan de loonontwikkeling. De aanpassing wordt vastgesteld door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op basis van ramingen van het Centraal Planbureau. Jonggehandicapte De persoon die op zijn 17e verjaardag arbeidsongeschikt is of als student arbeidsongeschikt wordt. Kasbasis Administratievorm waarbij lasten en baten worden geboekt in de maand waarin ze betaald zijn (uitgaven en inkomsten). Een alternatief is de administratie op transactiebasis. Bij deze administratievorm worden lasten en baten geboekt in de maand waarop ze betrekking hebben.
XXII
Begrippenlijst
Lastendekkende premie De premie die voldoende is om het verschil tussen de lasten en de niet-premiebaten (inclusief premiebaten voorgaande jaren) te dekken. Exploitatierekening Lasten
Baten premiebaten niet-premiebaten
Lastendekkende premie = (Lasten - niet-premiebaten) / Loonsom Bij de lastendekkende premie is het exploitatiesaldo nul.
Lastenplafond Objectief criterium voor de maximale WW lasten die een sector zelf moet kunnen dragen. Liquiditeitsreserve Het bedrag dat aan het begin van elk jaar aanwezig moet zijn, zodat rentebaten en rentelasten elkaar in evenwicht houden. Het bedrag wordt berekend als een (vast) percentage van de lasten (exclusief toevoegingen aan voorzieningen) verminderd met de niet-premiebaten. Loondoorbetalingsverplichtingen Overname (door het AWf) van loondoorbetalingsplicht van de werkgever bij betalingsonmacht. Moederwetten Wetten waarbij toeslagen voorkomen; dit zijn de ZW, WW, WAO, WIA, WAZ, Wajong en BIA. Mutatie in de verplichtingen De lasten zoals die in de administratie van UWV verschijnen zijn de lasten op kasbasis: de werkelijk betaalde gelden. Een gedeelte van deze betalingen heeft betrekking op voorgaande of volgende jaren. Bij de verantwoording op transactiebasis wordt voor deze achteraf- en vooruitbetalingen gecorrigeerd. Deze correctie wordt zichtbaar gemaakt onder de noemer “mutatie verplichtingen”. Normvermogen De reserve die door een fonds moet worden aangehouden. Deze reserve kan een of meer doelgerichte reserves omvatten (bijv. liquiditeitsreserve, sectorreserve of ZW-reserve). Premiegroep Gedifferentieerde sectorfondspremie binnen een sector naar verschillende categorieën werkgevers. Premieplichtig inkomen Inkomen waarover premies worden afgedragen. Tot het inkomen behoren naast loon ook rente en winst. Premieplichtige loonsom Het deel van het loon waarover premies werknemersverzekeringen moet worden afgedragen. Loonsom = (grondslag - franchise) x aantal gewerkte dagen
Re-integratietraject Door UWV bij re-integratiebedrijven ingekochte dienstverlening, gericht op toeleiding van de arbeidsgehandicapte naar (betaalde) arbeid. Reserve dekking werkloosheidslasten Reserve die de premie van het AWf minder afhankelijk maakt van conjuncturele schommelingen. De hoogte is gemaximeerd tot een reserve plafond.
XXIII
Januarinota UWV-fondsen 2011-2012
Rekenpremie Premie waarmee de sociale lasten worden berekend. Sectorreserve Een reserve (bij de sectorfondsen) ter dekking van de werkloosheidslasten. Transactiebasis UWV verantwoordt op transactiebasis. Dit betekent dat uitkeringen, vakantiegeld en sociale lasten niet worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn uitbetaald, maar in het jaar waarop zij betrekking hebben. Volume Beroep op een fonds uitgedrukt in aantal uitkeringsjaren. ZW-reserve Een reserve bij de sectorfondsen ter dekking van de ziekengeldlasten van vangnetgroepen.
Verbanden tussen begrippen Vermogen, normvermogen en dekkingssaldo De ontvangsten van de premiegefinancierde fondsen lopen achter bij de uitgaven. Het verschil dient in principe uit eigen middelen te worden gefinancierd. Daarom is bepaald dat het vermogen aan het eind van het jaar groter of gelijk moet zijn dan het normvermogen. Er is sprake van een dekkingssaldo als het feitelijke vermogen afwijkt van het normvermogen. Premiepercentage, lastendekkende premie, normvermogen, calculatiepremie en dekkingssaldo Het premiepercentage is opgebouwd uit drie componenten: •
de lastendekkende premie;
•
een opslag/korting voor de mutatie van het normvermogen;
•
een opslag/korting voor het wegwerken van het dekkingssaldo.
De lastendekkende premie plus de opslag/korting voor de mutatie van het normvermogen is de calculatiepremie.
XXIV
Afkortingen
Lijst van afkortingen Afj
Arbeidsondersteuningsfonds jonggehandicapten
Aof
Arbeidsongeschiktheidsfonds
Aok
Arbeidsongeschiktheidskas
AOW
Algemene Ouderdomswet
aSB
Aangepast schattingsbesluit
AWf
Algemeen Werkloosheidsfonds
Bia
Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidsverzekeringen
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CEP
Centraal Economisch Plan
CPB
Centraal Planbureau
CWI
Centra voor Werk en Inkomen
ESF
Europees Sociaal Fonds
EVC
Erkenning Verworven Competenties
IOW
Inkomensvoorziening oudere werklozen
IRO
Individuele re-integratieovereenkomst
IVA
Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten
LKS
Loonkostensubsidie
MEV
Macro Economische Verkenning
OCW
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
OOS
Overige onderwijsvoorzieningen
REA
Wet Re-integratie Arbeidsgehandicapten
Rf
Re-integratiefonds
SER
Sociaal Economische Raad
Sfn
Sectorfondsen
SUWI
Structuur Uitvoering Werk en Inkomen
SVB
Sociale Verzekeringsbank
SZW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Tf
Toeslagenfonds
TW
Toeslagenwet
TRI
Tijdelijke regeling inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten
Ufo
Uitvoeringsfonds voor de Overheid
UWV
Uitvoering werknemersverzekeringen
Wajong
Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
WAO
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
WAZ
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
WAZO
Wet arbeid en zorg
WGA
Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten
Whk
Werkhervattingskas
WIA
Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen
WKA
Wet koppeling met afwijkingsmogelijkheid
WTCG
Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten
WW
Werkloosheidswet
WWB
Wet Werk en bijstand
WWNV
Wet Werken Naar Vermogen
ZEZ
Regeling zelfstandig en zwanger
ZVW
Zorgverzekeringswet
ZW
Ziektewet
XXV