Ontwikkeling bibliotheekwerk d.d. 13-5-2013
Anne Tiemersma Stichting Bibliotheken Midden-Fryslân
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
1
Samenvatting Bibliotheken Midden-Fryslân maken een integraal onderdeel uit van het landelijk bestel van Openbare Bibliotheken. De doelstelling van de branchevereniging wordt volledig onderschreven en vanuit deze doelstelling wordt gehandeld. Kernbegrippen zijn daarbij: onafhankelijk, betrouwbaar, pluriform en kwaliteit. ste
De bibliotheek moet zich omvormen tot een 21 -eeuwse voorziening waarbij de functies lezen, leren en informeren centraal blijven staan. De bibliotheek moet voor alle inwoners van het werkgebied de laagdrempelige, onafhankelijke en overal toegankelijke hulp blijven. De digitale mogelijkheden gaan daarbij een steeds grotere rol spelen. Onder invloed van dalende inkomsten en stijgende kosten heeft de bibliotheek de afgelopen jaren steeds grotere concessies moeten doen op het gebied van collectie- en formatieomvang en de uitbouw van de automatisering. Dit is een heilloze weg, zonder onderscheidende kwaliteit te bieden zal de bibliotheek gemarginaliseerd raken. Het beleid voor de komende periode zal gericht zijn op reallocatie van de huidige middelen om de kwaliteit te kunnen verbeteren. Zonder extra gemeentelijke subsidie zal dat op meerdere plaatsen ten koste gaan van de kwantiteit en daarmee van de toegankelijkheid. Fysiek Vanwege de budgettaire beperkingen zullen de vestigingen in Aldlân, Bilgaard, Camminghaburen, Gytsjerk en Hurdegaryp vóór 2016 hun deuren moeten sluiten, de bibliobus wordt per 2014 opgeheven. Er zal drie tot vier jaar overheen gaan voordat de kosten van deze operatie terugverdiend zijn. Daarna worden de vrijvallende gelden ingezet voor de benodigde kwaliteitsslag. Deze slag bestaat uit meerdere onderdelen. Zo moet de personeelsformatie op peil worden gebracht met nu nog missende vakgebieden als marketing, pr, webontwikkeling, ict en sociale media. En de centrale bibliotheek in Leeuwarden moet worden omgebouwd van een boekenmagazijn naar een aantrekkelijke moderne bibliotheek met een uitstekend verblijfsklimaat, ruime openingstijden en een grote regionale uitstraling. De bibliotheken in Burgum en Grou vormen op kleinere schaal hiervan een afspiegeling. Zowel de ombouw van de centrale in het Beursgebouw als een eventuele verplaatsing naar een andere locatie zal niet mogelijk zijn zonder een aanvullende gemeentelijke bijdrage. Educatief De bibliotheek wil de dienstverlening aan het onderwijs verder uitbreiden. Het landelijke concept van de Bibliotheek op School zal hierbij als leidraad dienen. Domeinspecialisten onderhouden nauwe contacten met de scholen. Zij brengen actief de dienstverlening van de bibliotheek onder de aandacht en denken mee over het opzetten van (ondersteunende) leesprogramma’s die beantwoorden aan de vraagstelling van een school. Scholen en andere instellingen kunnen tegen tarief gebruik maken van collecties en andere dienstverlening van de bibliotheek. Digitaal Het digitale boek krijgt een positie naast het fysieke boek, de bibliotheek zal hier flexibel op moeten kunnen inspelen. De inkoop van digitale content zal grotendeels op landelijk niveau door de gezamenlijke bibliotheken geregeld worden. De exploitatie van digitale content zal nog wettelijk geregeld moeten worden. Kennis en bronnen van de bibliotheek zullen actief door medewerkers via digitale kanalen worden gepromoot. Medewerkers treden daarbij op als onpartijdige bemiddelaar van waardevolle en geselecteerde informatie (curator) die naar gelang de situatie op maat wordt samengesteld en wordt verrijkt(contextualiseren). Daarbij zal meer en meer gebruik worden gemaakt van de informatie van andere gebruikers (co-creatie). Het vak van bibliothecaris gaat een nieuwe en veelbelovende toekomst tegemoet. Netwerken De bibliotheek is actief lid van een verscheidenheid aan netwerken. Zonder deze netwerken is de verdere ontwikkeling op tal van terreinen niet mogelijk. Essentieel is dat de bibliotheek lid kan blijven van de deze netwerken, speciaal van de bibliotheekbranche. Deelname aan netwerken is verder noodzakelijk om optimaal te kunnen profiteren van elkaars expertise.
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
2
Financiën De omstandigheden van de bibliotheek zijn de afgelopen jaren snel verslechterd: stijgende kosten en afnemende inkomsten zetten het niveau van de dienstverlening onder grote druk. Daarbij ontbreekt het de bibliotheek aan middelen om producten, dienstverlening en presentatie te vernieuwen. Driekwart van de inkomsten bestaat uit gemeentelijke subsidie. Door bezuinigingen en onvoldoende compensatie van gestegen kosten blijft de subsidie per inwoner ver achter ten opzichte van het minimaal benodigde niveau zoals dat door de VNG wordt berekend. Voor 2014 wordt het verschil op bijna 400.000 euro tekort berekend. Afnemende inkomsten zullen in eerste instantie slechts voor een klein gecompenseerd kunnen worden vanuit nieuwe dienstverlening. In de nabije toekomst zullen steeds meer gemeenten in Fryslân niet meer over een eigen bibliotheekvoorziening beschikken. De inwoners zullen aangewezen zijn op de voorzieningen in de grotere plaatsen. Het is de vraag of de kosten van de voorziening alleen voor rekening van de centrumgemeenten moeten komen of dat cofinanciering met bibliotheek-loze gemeenten kan worden afgesproken. Het wordt daarom hoog tijd dat de gemeenten afspraken gaan maken over hoe in de provincie een dekkend netwerk van bibliotheekvoorzieningen in stand kan worden gehouden en hoe dat netwerk gefinancierd kan worden. De provincie zou bij deze discussie het voortouw moeten nemen, aangespoord door de gemeenten.
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
3
Doelstelling “De bibliotheek is het lokale fysieke en digitale informatieknooppunt dat de persoonlijke ontwikkeling van burgers stimuleert en faciliteert. De bibliotheek schept essentiële voorwaarden voor een leven lang leren, onafhankelijke besluitvorming en de culturele ontwikkeling van individuen en groepen en levert daarmee een cruciale bijdrage aan de kennissamenleving. De kernfuncties van de bibliotheek zijn lezen, leren en informeren en daaraan ondersteunend cultuur en ontmoeting en debat.” (Uit: “De Bibliotheek levert waarde”. Strategienota 2012 -2016 van de branchevereniging bibliotheken,2012) Stichting Bibliotheken Midden-Fryslân neemt deze doelstelling volledig over en zal vanuit deze doelstelling handelen. Kernbegrippen zijn daarbij: onafhankelijk, betrouwbaar, pluriform en kwaliteit.
Waar gaan we heen Het openbaar bibliotheekwerk verkeert in een staat van verwarring. Zeker is dat de omgeving verandert onder invloed van steeds verdergaande digitalisering. De beschikbare financiën vormen de bepalende factor bij de bibliotheek om mee te kunnen veranderen. “Heb je geld, dan doe je wonderen. Heb je het niet, dan is het donderen.” Voor de bibliotheek is het dringend noodzakelijk zich los te maken van het 20ste-eeuwse imago en een forse stap te maken naar een moderne bibliotheek die integraal en onlosmakelijk onderdeel is van de huidige en toekomstige maatschappij. De functies lezen, leren en informeren blijven daarbij de kern. De verschijningsvorm zal echter meer toegespitst zijn op de burger die vooral digitaal zijn weg moet vinden in de samenleving. De bibliotheek zal voor alle inwoners van het werkgebied de laagdrempelige, onafhankelijke en overal toegankelijke hulp zijn. Zowel om zich persoonlijk te kunnen ontwikkelen als om als democratisch burger te kunnen functioneren. Op dit moment ziet het er niet naar uit dat er snel verbetering zal komen in de gemeentefinanciën. Het is te verwachten dat de gemeenten uiterst terughoudend blijven bij het verhogen van subsidies. Bij het schrijven van deze notitie is met dit gegeven rekening gehouden. De kosten zijn de afgelopen jaren sneller gestegen dan de totale inkomsten. Het aantal vestigingen is in stand gebleven, wel is beknibbeld op personeel, collectie en ict. Stapje voor stapje boet de bibliotheek in aan kwaliteit. Dit is een heilloze weg, zonder onderscheidende kwaliteit te bieden zal de bibliotheek gemarginaliseerd raken. Het is de hoogste tijd om de negatieve trend om te buigen. Het beleid voor de komende periode zal gericht zijn op reallocatie van de huidige middelen om de kwaliteit te kunnen verbeteren. Dit zal op meerdere plaatsen ten koste gaan van de kwantiteit.
De fysieke bibliotheek Het aantal vestigingen zal moeten worden verminderd. Zonder aanvullende subsidie of andere afspraken met de gemeenten zullen de activiteiten vóór 2016 worden stopgezet in Camminghaburen, Aldlân, Bilgaard, Gytsjerk en Hurdegaryp. De huisvesting wordt daarna zo snel mogelijk afgestoten. Gezien de slechte onroerendgoedmarkt wordt daarbij een aanzienlijk boekverlies ingecalculeerd. Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
4
In de personeelsformatie zullen aanpassingen noodzakelijk zijn. Een aantal vakgebieden zoals marketing, pr, webontwikkeling, ict en sociale media is te summier aanwezig of ontbreekt helemaal in de organisatie. De behoefte aan de instroom van medewerkers met competenties in deze vakgebieden is groter dan het natuurlijk verloop in de bestaande formatie. Bovendien is de kans heel groot dat door een gelijktijdige opheffen van een aantal vestigingen in sommige functies boventalligheid ontstaat. Het is te verwachten dat voor sommige medewerkers een exittraject gestart moet worden. De frictiekosten die hiermee gepaard gaan, zullen uit de lopende exploitatie moeten worden opgebracht. Het duurt daardoor al snel drie tot vier jaar voordat de genomen maatregelen ook daadwerkelijk resulteren in een kwaliteitsverbetering. Het bovenstaande scenario zal zich in de hele provincie voltrekken. Binnen een betrekkelijk kort tijdsbestek zal het aantal bibliotheekvestigingen in de provincie sterk verminderen. De overblijvende bibliotheken zullen daardoor een groter werkgebied gaan bedienen, mensen zullen verder moeten reizen om een bibliotheek te bezoeken. De verblijfsduur in de vestigingen zal daardoor toenemen. De centrale bibliotheek in Leeuwarden moet beschikken over een uitstekend verblijfsklimaat. Indien de centrale in het Beursgebouw gehuisvest blijft, zal deze bibliotheek rigoureus op de schop moeten. De bibliotheek moet uitnodigen tot verblijven, recreëren, studeren, ontmoeten, onderzoeken en tot kennisdelen. De bezoekers moeten worden verrast, verblijd en geënthousiasmeerd om snel weer terug te komen. De bibliotheek beschikt over een soort van Genius Bar (zoals in Applewinkels) waar alle vragen worden afgehandeld, of ze nu gaan over het nieuws van gisteren, de voostellingen in de stadsschouwburg, de onroerend zaakbelasting of het maken van beroepskeuzetest. Medewerkers zijn duidelijk herkenbaar aanwezig en makkelijk aanspreekbaar. Door hun houding en gedrag geven ze de bezoekers het gevoel welkom te zijn. De medewerkers zijn ambassadeurs van de bibliotheek, zij zullen niet nalaten de dienstverlening actief onder de aandacht van de individuele bezoeker te brengen. De collectie media staat verleidelijk opgesteld en is in alle ruimten in het zicht en onder handbereik. Verder is er veel ruimte en gelegenheid voor presentatie van niet-literaire kunst. Er is ruimte om elkaar te ontmoeten en het nieuws van de dag met elkaar door te nemen, er is ruimte voor werkgroepen en voor de individuele “studeerder”. Er zijn genoeg plekken om rustig een tijdschrift te lezen, maar dat kan ook in een café-achtige setting. De bibliotheek beschikt over uitstekende digitale voorzieningen die niet onderdoen voor waar men thuis over kan beschikken. Veel literatuur en informatie is digitaal beschikbaar. Schrijvers en andere producenten worden uitgenodigd om de bibliotheek te gebruiken als platform. Er is veel interactie tussen deze aanbieders en bezoekers van de bibliotheek. De totale herinrichting van de Centrale in Leeuwarden zal een flinke financiële injectie vragen. Een eventuele verhuizing naar een andere locatie overigens ook. Voor dekking van de structurele extra kosten als gevolg van de verbeteringen is een verhoging van de gemeentelijk subsidie noodzakelijk. De bibliotheken in Burgum en Grou zullen op kleinere schaal een afspiegeling vormen van de centrale bibliotheek. Er zijn natuurlijk accentverschillen, de nadruk ligt meer op Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
5
de beschikbaarstelling van de fysieke en digitale collectie en minder op de verblijfsfunctie. Het aantal en de aard van de activiteiten is afgestemd op het verzorgingsgebied. Tijdens openingsuren worden de bezoekers door professionele medewerkers ontvangen. Door de nauwe samenwerking met de centrale bibliotheek kan aan de bezoekers een uitstekend niveau van dienstverlening worden geboden. De openbare bibliotheek vormt hiermee bovendien een aantrekkelijk en waardevol onderdeel van de regiofunctie van Burgum en Grou. Als geen andere instelling stimuleert de bibliotheekvoorziening herhalingsbezoek. Eventuele bibliotheekvoorzieningen in andere plaatsen zijn helemaal toegesneden op specifieke doelgroepen. De te bedienen doelgroepen worden in overleg met gemeenten vastgesteld en beschreven.
De educatieve bibliotheek Door de vermindering van het aantal vestigingen en het afschaffen van de bibliobus wordt de toegankelijkheid van de fysieke bibliotheek ernstig belemmerd. Dit raakt met name de mensen die aan dorp of wijk gebonden zijn. Ruime openingstijden van de overblijvende vestigingen gecombineerd met een boek aan huisservice kunnen de negatieve effecten deels opvangen. Jeugd tot een jaar of twaalf is echter veelal afhankelijk van anderen om gebruik te kunnen maken van de bibliotheek. In verband met het kunnen ontwikkelen van leesvaardigheid en leesplezier is het voor hen juist van groot belang dat ze kunnen beschikken over een voldoende gevarieerd en op de leeftijd en interesse toegesneden collectie die zich onder handbereik bevindt. Uit alle onderzoek blijkt dat geoefende lezers het op allerlei terreinen beter doen op school. Om het leesplezier bij kinderen te bevorderen is een voortdurende aanvoer nodig van aansprekende boeken. Kinderen zijn op hun ouders aangewezen om van de bibliotheek gebruik te kunnen maken. Voortdurend en systematisch zullen de ouders worden geconfronteerd met het belang van lezen, meestal in samenwerking met de VVE, de BSO, de kinderdagverblijven en de basisscholen. Samen met deze instellingen zal de bibliotheek aantrekkelijke programma’s ontwikkelen en uitvoeren om het lezen tot een aantrekkelijke en waardevolle vrijetijdsbesteding te maken. De bibliotheek wil de dienstverlening aan het onderwijs verder uitbreiden. Het landelijke concept van de Bibliotheek op School zal hierbij als leidraad dienen. Domeinspecialisten onderhouden nauwe contacten met de scholen. Zij brengen actief de dienstverlening van de bibliotheek onder de aandacht en denken mee over het opzetten van (ondersteunende) leesprogramma’s die beantwoorden aan de vraagstelling van een school. Scholen en andere instellingen kunnen tegen tarief gebruik maken van collecties en andere dienstverlening van de bibliotheek. De komende tijd zal daarom nog meer worden ingezet op de samenwerking met het basisonderwijs. Grote basisscholen vanaf zo’n 350 leerlingen zouden moeten beschikken over een eigen collectie, die net zoals de bibliotheekcollectie, jaarlijks voor 12 tot 15% wordt vernieuwd. Niet in de collectie aanwezige titels kunnen bij de bibliotheek worden aangevraagd. De openbare bibliotheek zorgt voor het volledige beheer van de schoolbibliotheek. Hoewel een passende collectie van essentieel belang is om kinderen goed te kunnen
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
6
bedienen is het bijna net zo belangrijk om volhardend en structureel de kinderen mee te nemen in het ontwikkelen van leesplezier. Ouders en leerkrachten hebben hierbij een sleutelpositie, ondersteund door de vakspecialisten van de bibliotheek. In het jaarprogramma van de school staat voor elke groep beschreven hoe alle kinderen tot zelfstandig lezen worden gestimuleerd. Door een goede monitoring vanuit de school kan snel worden gereageerd op eventuele afhakers. Om de bovenstaande dienstverlening op te bouwen heeft de bibliotheek meer medewerkers nodig met de juiste competenties om te kunnen werken op het snijvlak van school en bibliotheek. Deze medewerkers zijn een goede gesprekspartner voor de leraren en weten een optimale match te maken tussen de behoeften van het onderwijs en de mogelijkheden van de bibliotheek. Over de bekostiging van deze schoolbibliotheken zal de gemeente afspraken moeten maken met het onderwijs en bibliotheek.
De digitale bibliotheek Ondanks de niet te stoppen ontwikkeling van de markt voor digitale boeken zal de bibliotheek nog vele jaren ook beschikken over een fysieke collectie. De eerste 10 jaren zal er slechts sprake zijn van een gedeeltelijke verdringing van het fysieke boek. De bestaande collectie zal maar voor een klein deel ook digitaal beschikbaar komen. Verwacht wordt dat het digitale boek een positie verovert naast het fysieke boek, de bibliotheek zal hier flexibel op moeten kunnen inspelen. De inkoop van digitale content zal grotendeels op landelijk niveau door de gezamenlijke bibliotheken geregeld worden. De individuele bibliotheek heeft hier nauwelijks invloed op. Op dit moment is het echter allerminst duidelijk op welke manier bibliotheken over digitale boeken kunnen en mogen beschikken. Een geschikte wetgeving ontbreekt en rechthebbende partijen als schrijvers en uitgeverijen weten nog niet een opstelling te kiezen. Er zal een ander verdienmodel moeten ontstaan, maar er lijkt nog geen begin te zijn van een ontwikkelingsrichting. Ervaringen in Amerika laten zien dat uitgevers liever geen uitleenrecht beschikbaar stellen aan de bibliotheken. Hoewel aanvankelijk digitale uitgaven ter uitlening aan de bibliotheken werden verkocht, komen de uitgevers daar de laatste jaren vrijwel allemaal op terug. De titels worden niet meer aan bibliotheken beschikbaar gesteld of onder bezwarende condities zoals hoge tarieven en maximering van het aantal uitleningen. Als grootste speler bepaalt met name Amazon de regels. Dit bedrijft fungeert als uitgever, verkoper en uitlener van publicaties. Om de markt stevig in de greep te houden hanteren ze daarbij hun eigen hardware en bestandsformat. Vanuit Luxemburg zal Amazon ook proberen de Europese markt te veroveren. Analoog aan de ontwikkelingen in de muziekwereld gaat het bij digitale publicaties niet meer om het bezit, maar om het kunnen gebruiken. Daarmee verandert de verhouding tussen leverancier en klant. In het digitale tijdperk zal de leverancier een veel sterkere positie hebben om de gebruiksbepalingen op enig moment in zijn voordeel te wijzigen. In het uiterste geval zal een publicatie gewoon niet meer beschikbaar zijn. Het zou daarom een goede zaak zijn wanneer alle digitale publicaties in de bibliotheekvestigingen zonder belemmeringen en dus buiten de invloed van de leveranciers te gebruiken zijn. De bibliotheek kan daarmee haar rol als
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
7
informatieknooppunt volledig waar blijven maken, helemaal conform de doelstelling. Door het gezamenlijk optrekken kunnen de bibliotheken een marktpositie innemen die door individuele burgers nooit kan worden bereikt. Hoewel het aantal uitleningen jaarlijks terug zal blijven lopen, blijft het uitlenen van materialen voorlopig een belangrijk proces binnen de bibliotheek. Het gebruik van de collectie zal uiteindelijk een verschuiving laten zien van fysieke uitleningen naar een gebruik ter plaatse. De medewerkers zullen steeds meer zich moeten manifesteren in de digitale bibliotheek. Nu zijn de werkzaamheden nog vooral gericht op het werk in het gebouw met de fysieke collectie als materiaal. Er zal een overgang moeten worden gemaakt naar een actieve dienstverlening met name ook via digitale kanalen. De kennis en de bronnen moeten actief op deze kanalen worden aangeboden. Medewerkers moeten daarbij optreden als onpartijdige bemiddelaar van waardevolle en geselecteerde informatie (curator) die naar gelang de situatie op maat wordt samengesteld en wordt verrijkt(contextualiseren). Daarbij zal meer en meer gebruik worden gemaakt van de informatie van andere gebruikers (co-creatie). De productie van informatie zal blijven toenemen, het wordt daardoor steeds moeilijker op tijd de juiste en geverifieerde informatie te vinden. Zeker mensen die daar onvoldoende ervaring mee hebben, zullen de bibliotheek nodig hebben. Het vak van bibliothecaris gaat een nieuwe en veelbelovende toekomst tegemoet. De bibliotheek heeft daarom behoefte aan medewerkers met andere competenties en zal andere functies moeten invullen. De nieuwe mogelijkheden moeten met verve worden gepresenteerd en “in de markt gezet”. Gezien het belang van de digitale kanalen en de snelle ontwikkelingen op dit gebied zal er behoefte zijn aan medewerkers met diepgaande kennis en interesse in internetgebruik en het gebruik van sociale media bijvoorbeeld. Een actieve presentatie van de steeds wijzigende mogelijkheden van de bibliotheek betekent ook toepassing van marketing- en pr-technieken. En natuurlijk zullen de ict-voorzieningen van hoge kwaliteit moeten zijn. Meer nog dan nu zal er meer tijd moeten zijn voor ontwikkeling, onderzoek en ontsluiting. Scholing en ontwikkeling van de persoonlijke competenties zijn noodzakelijk om de razendsnelle veranderingen te kunnen volgen.
Netwerken De digitalisering van de maatschappij en de effecten ervan op de samenleving nemen nog steeds toe en het tempo blijft versnellen. De bibliotheek zal nooit in staat zijn zelfstandig alle ontwikkelingen te volgen en te vertalen naar de eigen organisatie. Daarvoor ontbreekt het eenvoudig aan volume in geld, mensen en omzet. Het is echter van cruciaal belang dat de bibliotheek kan aansluiten bij de ontwikkelingen elders. Samenwerken met andere (bibliotheek)organisaties is noodzakelijk om te kunnen blijven functioneren. Samenwerking vindt plaats op lokaal, provinciaal, regionaal en landelijk niveau. Voor een deel gaat het om verplichte relaties en af te nemen producten. De tendens is dat het aandeel verplichte relaties zal toenemen wat ten koste gaat van de lokale beleidsvrijheid.
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
8
De bibliotheek maakt deel uit van verschillende netwerken. Het netwerk van bibliotheken in Nederland is essentieel, zonder dit netwerk zou de bibliotheek ernstig in haar functioneren worden belemmerd. Het lenen van boeken uit collecties van andere bibliotheken zou niet meer mogelijk zijn maar ook zou de bibliotheek bijvoorbeeld geen toegang meer hebben tot de digitale content die landelijk wordt ingekocht. Om deel te kunnen zijn van dit netwerk is het noodzakelijk dat de bibliotheek voldoet aan de certificeringseisen. Deze eisen waarborgen dat de bibliotheken een bepaalde standaard dienstverlening kunnen bieden, andere netwerkpartners kunnen daar op rekenen. Provinciaal vormen de bibliotheken samen met Bibliotheek Service Fryslân het Fries Bibliotheken Netwerk. Er wordt samengewerkt op de terreinen van expeditie, bibliotheekautomatisering, innovatie en kenniscentrum. En op gemeentelijke schaal maakt de bibliotheek deel uit van het culturele netwerk. De bibliotheek is bovendien een belangrijke dienstverlener aan het onderwijs. Om ten volle te kunnen profiteren van elkaars expertise en doelgroepen is het noodzakelijk op lokaal niveau tot een nog betere afstemming en samenwerking te komen.
Financiën In 2004 is in het bibliotheekcharter tussen de 3 overheidslagen afgesproken welke laag verantwoordelijk was voor welk deel van de bibliotheekvoorziening. Tevens hebben Rijk, IPO en VNG vastgelegd de financiering te koppelen aan een minimale bijdrage per inwoner en deze bijdrage minstens op peil te houden. Dit is het zogenaamde instapniveau. Hieronder het staatje met de ontwikkeling in onze gemeenten, waarbij voor 2014 de subsidies en inwoneraantallen van Boarnsterhim en Leeuwarden bij elkaar zijn opgeteld. Het instapniveau wordt berekend door de brutosubsidie te verminderen met de huisvestingskosten en het resultaat te delen door het aantal inwoners.
Berekening instapniveau Inwoners
Leeuwarden
105.929
Tytsjerksteradiel 32.151
Geschatte subsidie 2014 2.651.498
639.419
Huisvestings
Subsidie
lasten
netto
1.031.920 1.619.578
193.790
445.629
Subsidie per inwoner
Instapniveau Instapniveau 2004
2014*
Verschil per inwoner
15,29
14,96
18,91
-3,62
-383.539
13,86
11,97
15,13
-1,27
-40.816
*) Tot en met 2008 zijn de percentages uit de VNG-ledenbrief van januari 2010 overgenomen. Voor 2009 t/m 2011 zijn de percentages uit het Aanvullend Bestuursakkoord Rijk-VNG van april 2009 gebruikt. Voor 2012-2015 zijn de percentages overgenomen uit de VNG-notitie van 10 november 2010 over de bijstelling van de ontwikkeling van het accres gemeentefonds in de Startnota van het Kabinet van 9 november 2010 Cijfers in de tabel zijn aangepast op 14-2-2014
De omstandigheden van de bibliotheek zijn de afgelopen jaren snel verslechterd: stijgende kosten en afnemende inkomsten zetten het niveau van de dienstverlening onder grote druk. Daarbij ontbreekt het de bibliotheek aan middelen om producten, dienstverlening en presentatie te vernieuwen. De inkomsten van de bibliotheek bestaan voor ruim driekwart uit subsidie van de overheid. In deze subsidie is ook meegerekend een aandeel in de dienstverlening door Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
In Euro's
9
de provinciale service organisatie. De andere kwart wordt verkregen uit bijdragen van de gebruikers en overige inkomsten. Zowel de inkomsten uit subsidie als inkomstenstroom vanuit de gebruikers staan onder druk. Vanwege de crisis in de financiële huishouding van de overheid staan alle subsidieverleningen onder grote druk. Op de rijksuitkeringen aan provincie en gemeente wordt beknibbeld, daarnaast staat ook de rol van de provincie op het gebied van cultuursubsidiering ter discussie. De dienstverlening van de provinciale service organisatie komt daarmee op de tocht te staan. De tendens is zichtbaar dat de overheid zich verder terugtrekt van de subsidiering van het culturele veld. De wetgeving die in de maak is voor het bibliotheekwerk (2015?) zal in ieder geval de inrichting van het digitale deel van de openbare bibliotheek gaan regelen. De kosten van de inkoop van digitale content zullen via deze wet worden verhaald op het gemeentefonds. De gemeenten zullen misschien deze ingreep doorberekenen middels een korting op de subsidie. Onduidelijk is nog of de dienstverlening en de producten van de landelijke digitale bibliotheek om niet geleverd blijven worden of dat hiervoor een omslagstelsel in het leven wordt geroepen. Het openbare bibliotheekwerk is een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Centrale wetgeving en sturing staat vaak op gespannen voet met de lokale bekostiging en verantwoordelijkheid. Het is nog onbekend hoe de nieuwe bibliotheekwet hiermee omgaat en wat de reikwijdte van de wet zal zijn. De inkomstenstroom vanuit de gebruikers staat onder druk. Enerzijds wordt dit veroorzaakt doordat mensen zich minder langjarig willen committeren aan instellingen als de bibliotheek, men betaalt liever per dienstverlening. Anderzijds is de bibliotheek het “monopolie” op een aantal diensten kwijt geraakt: muziek en dvd’s die tegen een tarief werden uitgeleend, zijn tegenwoordig rechtstreeks van het internet te gebruiken en vaak zonder vergoeding. Maar ook behoort toegang tot internet tot de zaken die gratis beschikbaar moeten zijn. Zowel het uitlenen van cd’s en dvd’s als het gebruik van internet leverde jarenlang behoorlijk inkomsten op. Hiervoor in de plaats zijn geen andere inkomstenbronnen gekomen. Zelfs de inkomsten uit telaatgelden (“boetes”) staan onder druk nu er minder wordt uitgeleend en er bovendien steeds meer apps komen die de lener waarschuwt voor het verlopen van de leentermijn. De overige inkomsten slinken ook. De rente-inkomsten zijn marginaal nu de percentages al jarenlang laag zijn. Er is in de maatschappij minder geld aan te boren voor de financiering van projecten. De vaste inkomsten uit verhuur van ruimte zal verder omlaag gaan, het is moeilijk om huurders te houden bij een aanbodmarkt. Zijn er dan helemaal geen mogelijkheden voor verhoging van de inkomsten? Toch wel: de komende tijd wordt ingezet op verhoging van de inkomsten uit dienstverlening aan het onderwijs. Het landelijke concept “De bibliotheek op school” zal worden ingezet om meer diensten te verlenen aan het onderwijs. Door de bibliotheek meer als werk- en ontmoetingsplaats te profileren zullen de inkomsten uit incidentele verhuur van vergaderruimten en apparatuur toenemen. Een langer verblijf in de bibliotheek zal leiden tot een hogere consumptie van koffie en versnaperingen. Uiteindelijk zullen ook de activiteiten van de Volksuniversiteit Fryslân tot een positief saldo moeten leiden.
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
10
De conclusie is dat er de komende jaren substantieel minder budget beschikbaar is voor de bibliotheek. De te verwachten inkomsten zullen voorlopig niet het niveau kunnen behalen van de vervallen bijdragen. Bovendien gaat de kost voor de baat uit: er moet flink worden geïnvesteerd in mensen en middelen om extra inkomsten mogelijk te maken. De ontwikkelingen die hierboven beschreven zijn, vinden al vrijwel in alle bibliotheken plaats. Overal moeten de kosten worden verlaagd. Het gevolg is dat er aan de lopende band vestigingen worden gesloten en de formatie wordt verminderd. Op de middellange termijn zal alleen in de grootste dorpen en steden een complete openbare bibliotheekvestiging zijn. In Fryslân zou het dan kunnen gaan om Leeuwarden, Drachten, Heerenveen en Sneek, eventueel met satellietvestigingen in bijvoorbeeld Burgum, Dokkum, Franeker, Bolsward, Joure en Oosterwolde (niet limitatief). De omvang van het verzorgingsgebied en de aanwezigheid van middelbaar onderwijs zullen daarbij bijvoorbeeld criteria kunnen zijn. Dit betekent dat de functie van de centrale bibliotheek in Leeuwarden belangrijker wordt voor de gebruikers uit de provincie, zowel als gebouw met voorzieningen als de collectie. De functie in het netwerk van bibliotheken neemt door de verschraling verder toe. Veel van de vaste gebruikers van de bibliotheek zullen komen uit gemeenten waar helemaal geen bibliotheekvoorziening meer is. Het is daarom de vraag of de kosten van de voorziening alleen voor rekening van de centrumgemeenten moeten komen of dat cofinanciering met bibliotheek-loze gemeenten kan worden afgesproken. Het wordt hoog tijd dat de gemeenten afspraken gaan maken over hoe in de provincie een dekkend netwerk van bibliotheekvoorzieningen in stand kan worden gehouden en hoe dat netwerk gefinancierd kan worden. De provincie zou bij deze discussie het voortouw moeten nemen, de gemeente Leeuwarden zou de provincie hierover moeten benaderen.
Visie SBMF ontwikkeling bibliotheekwerk 13-5-2013
11