artikel
Bibliotheekwerk achter tralies Maarten Vandekerckhove, Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Reginald De Schepper, Penitentiair Complex Brugge Frederik Janssens, De Rode Antraciet vzw
De Vlaamse gevangenisbibliotheken hebben het niet gemakkelijk om een efficiënte werking uit te bouwen. Met de komst van het participatiedecreet in 2008 vonden de gevangenisbibliotheken een nieuwe adem. In het decreet is er bijzondere aandacht voor bevolkingsgroepen die worden geconfronteerd met drempels die hun participatiekansen beperken, waaronder ook gevangenen. Het decreet maakte de beleidsaandacht voor deze kansengroepen structureel. We bekijken de evoluties die de gevangenisbibliotheken doormaakten vanuit het beleid en vanuit het werkveld.
Foto Lieven Nollet.
8 | META 2012 | 3
artikel
VANUIT HET BElEID Vl a a n d e re n te l t v i j f t i e n gevangenissen: de instell i n g e n va n A n t we r p e n , Brugge, Dendermonde, Gent, Hasselt, Hoogstraten, Ieper, Leuven Centraal, Leuven Hulp, Mechelen, Merksplas, Oudenaarde, Ruiselede, Turnhout en Wortel. Daarnaast is de gevangenis in Tongeren, na aanvankelijke sluiting, weer geopend voor een kleine groep jonge delinquenten. Afspraken met betrekking tot de bibliotheekwerking in de gevangenis van Sint-Gillis worden reeds opgenomen in een convenant met de Vlaamse G e m e e n s c h a p s co m m i ss i e (VGC), waardoor de gevangenis van Sint-Gillis buiten beschouwing van dit luik van het participatiedecreet blijft. In elk van die gevangenissen proberen medewerkers van de openbare bibliotheek, penitentiair beambten of gedetineerden al jaren een of andere vorm van bibliotheekwerking op te zetten. Ze waren daarbij afhankelijk van beschikbare ruimte, middelen en goodwill van heel wat betrokkenen, in hoofdzaak de gevangenisdirectie, waardoor de manier waarop die bibliotheekwerking vorm kreeg dan ook heel sterk van instelling tot instelling verschilde. De uitersten liepen uiteen van een ruim lokaal met degelijke collectie, waar gedetineerden via een beperkte internettoegang ook de catalogus van de lokale bibliotheek konden raadplegen, tot een boekenkar met verouderde boeken waar men van cel tot cel mee rondreed. Gevangenisbibliotheken hadden (en hebben nog steeds) een duidelijke achterstand. Extra jammer als je weet dat er naast lezen, films
kijken of muziek beluisteren niet zo veel vormen van ontspanning zijn voor gedetineerden. Bovendien kan een bibliotheek een belangrijke rol spelen in de educatieve werking binnen de gevangenis en helpt de bibliotheek mee aan de re-integratie van gedetineerden in de maatschappij. De wil van de Vlaamse overheid om een goed uitgebouwde gevangenisbibliotheekwerking te ontwikkelen was al geruime tijd aanwezig. Van een coherent beleid was amper sprake. De juiste voedingsbodem om op dat vlak een krachtiger beleid uit te bouwen kwam er met de inwerkingtreding van het participatiedecreet in 2008. Er werden financiële middelen vrijgemaakt om de gevangenisbibliotheekwerking in alle penitentiaire instellingen meer te ondersteunen. Beleidsmatig werd de keuze gemaakt om de openbare bibliotheek van de gemeente als primaire partner van de gevangenisbibliotheek te gaan beschouwen. De reden hiervoor lag voor de hand: het personeel van de openbare bibliotheek bezit reeds de knowhow en expertise om een degelijke bibliotheekwerking op te zetten. Bovendien zijn er via de gemeente diverse mogelijkheden om de link met de maatschappij meer te bekrachtigen (o.a. gebruik publiekscatalogus van de openbare bib, lenerspas die nadien ook buiten de gevangenis kan gebruikt worden, …). In 2009 werden met alle g e m e e n t e n g e s p re k ke n gevoerd, waarop ook de Rode Antraciet, de organisatie voor sociaal-culturele en sportieve
participatie in de penitentiaire sector, beleidsmedewerkers van de Vlaamse Gemeenschap en vertegenwoordigers van de provincie en de gevangenis(sen) in kwestie aanwezig waren. Tijdens die gesprekken wilden we de bestaande bibliotheekwerking in de gevangenissen bespreken en probeerden we een evaluatie te maken van de lokale knelpunten. Het werd al snel duidelijk dat niet alleen de kwaliteit van de bestaande gevangenisbibliotheekwerking enorm divers was, maar dat ook het regime in het algemeen sterk afweek per gevangenis. Er zijn halfopen en gesloten regimes, instellingen met mannen, vrouwen of een combinatie van beiden, de populatie bestaat uit langdurig gestraften, kortgestraften, personen in voorarrest, geïnterneerden of combinaties hiervan, … Die diversiteit deed het besef groeien dat maatwerk aangewezen was en
“EEN BIBLIOTHEEK KAN EEN BELANGRIJKE ROL SPELEN IN DE EDUCATIEVE WERKING BINNEN DE GEVANGENIS EN KAN MEEHELPEN AAN DE RE-INTEGRATIE VAN GEDETINEERDEN IN DE MAATSCHAPPIJ”
META 2012 | 3 |
9
dat er zeker geen sprake kon zijn van één gemeenschappelijk type van Vlaamse gevangenisbibliotheek. Tegelijkertijd wilden we wel werk maken van een coherente aanpak. Er werd een gelijkaardige convenant voor alle gemeenten opgemaakt, met gemeenschappelijke uitgangspunten, waardoor de bibliotheekwerking op een structurele manier kon worden opgebouwd. De gemeenten kregen de opdracht binnen een afgesproken termijn afspraken te maken met de andere betrokken partijen, de provincie en gevangenisdirectie, omtrent de doelstellingen met betrekking tot de gevangenisbibliotheekwerking en de inzet van alle partijen om die doelstellingen te bereiken. De gemeenten krijgen hiervoor een financiële compensatie vanuit Vlaanderen. Die werkwijze gaf alle partijen de mogelijkheid om een ontwikkelingsscenario uit te werken dat precies op maat van de instelling werd geschreven. Lokale noden en behoeften konden aan bod komen en eigen accenten konden worden gelegd om de gevangenisbibliotheekwerking verder uit te bouwen. Het belangrijkste uitgangspunt van de Vlaamse overheid was dat men de gevangenisbibliotheken een professioneler karakter wilde geven. Op sommige plaatsen was er reeds een professionele kracht aanwezig, maar dankzij de middelen van het participatiedecreet werd dat ook in de
andere instellingen mogelijk. Als de lokale situatie daarentegen andere noden met zich meebrengt, kan de subsidie ook voor andere werkingsmiddelen worden aangewend. Vele gemeenten grepen deze mogelijkheid echter wel degelijk aan om een nieuwe personeelskracht in de gevangenisbibliotheek in te zetten, waardoor er een nieuwe professionele groep gevangenisbibliotheekmedewerkers ontstond, die met een vernieuwende blik en enthousiasme aan de slag ging. Er werd ook een overleggroep opgericht waarbij de deelnemers konden leren uit probleemoplossingen van andere instellingen en ze elkaar konden inspireren met goede praktijkvoorbeelden. De gevangenisbibliotheekwerking heeft een kluwen aan betrokken partijen: de Vlaamse overheid met beleidsvelden Welzijn en Cultuur, de federale overheid met de dienst Justitie, de provincies, de gemeenten en uiteraard ook de gevangenissen zelf. Hierdoor is het niet altijd eenvoudig om vlot veranderingen in de structuur aan te brengen. Het opent wel mogelijkheden om op zoek te gaan naar creatieve oplossingen. Alle partijen hebben op hun manier een eigen inbreng die de werking naar een hoger niveau kan tillen. De financiële inspanningen vanuit Vlaanderen zorgden tegelijkertijd wel voor een vernieuwde stimulans bij provincies, gemeenten en gevangenissen om verder te investeren in de gevangenisbibliotheek.
De eerste resultaten van deze extra inspanningen zijn reeds zichtbaar. Naast de professionalisering zijn er ook andere positieve gevolgen voor de bibliotheken. Ze staan hoger op de agenda binnen de gevangenissen, waardoor het gemakkelijker geworden is om initiatieven te verwezenlijken. De infrastructuur is er op een aantal plaatsen ook zichtbaar op verbeterd, met een nieuw lokaal, een uitbreiding, een herinrichting of nieuw meubilair. Ook is er een verhoogde aandacht voor de collectievorming, met investeringen in nieuwe, actuele collecties of nieuwe collectiematerialen zoals cd’s en dvd’s. Eerste statistieken tonen bovendien aan dat het gebruik van de bibliotheek in heel wat instellingen is toegenomen, met zowel meer leners als leningen. We mogen ons niet blindstaren op al deze positieve punten. Er zijn wel degelijk nog werkpunten in overvloed. Een eerste en belangrijk punt is de ingebruikname van een (online) catalogus in alle gevangenisbibliotheken. Door hen mee te nemen in het netwerk van de openbare bibliotheken verhogen de informatie- en ontspanningsmogelijkheden voor gedetineerden. Doordat hiervoor een internetverbinding moet worden gerealiseerd, ontstaat er om veiligheidsredenen vaak een twistpunt. Met gevangenisdirecties en Justitie wordt echter gewerkt aan mogelijke oplossingen. Een ander heikel punt is de collectievorming rond vreemdtalige publicaties.
Foto Lieven Nollet.
artikel
De nood aan anderstalige werken in de gevangenissen is groot en gezien het grote verloop in sommige gevangenissen ook moeilijk in te schatten. De expertise bij de openbare bibliotheken om kwalitatieve anderstalige collecties in te kopen is ook ontoereikend, omdat het vaak gaat om literatuur in talen die ook niet in de openbare bibliotheken voorradig zijn (Arabisch, Chinees, Bulgaars, …). Er kan hiervoor eventueel beroep gedaan worden op externe specialisten (universiteiten, ambassades, …).
“IN VLAANDEREN BETEKENT WERKEN IN DE GEVANGENIS OOK SAMENWERKEN MET VERSCHILLENDE OVERHEIDSINSTANTIES. DE GEVANGENIS ZELF IS EEN FEDERALE AANGELEGENHEID, MAAR OOK DE VLAAMSE GEMEENSCHAP, DE PROVINCIE EN DE LOKALE GEMEENTE ZIJN BETROKKEN PARTIJ. DAT BETEKENT DAT VIER BELEIDSNIVEAUS TOT EEN AKKOORD MOETEN KOMEN”
10 | META 2012 | 3
artikel
Er liggen talrijke mogelijkheden in het verschiet om de gevangenisbibliotheekwerking nog verder uit te bouwen. Zo kunnen er nog vele initiatieven opgezet worden: auteurs komen voorlezen in de bibliotheken, specifieke projecten tijdens Bibliotheekweek, een literair project door gedetineerden, enz. De basis om die plannen ook daadwerkelijk om te zetten is gelegd en dankzij het participatiedecreet wel degelijk verstevigd. Gevangenisbibliotheken hebben het in hun mars om een belangrijk doel na te streven: gedetineerden de mogelijkheid bieden om zich een tijdje buiten de muren van de gevangenis te kunnen begeven.
VANUIT HET WERKVElD Heel wat van onze nu nog functionerende gevangenissen werden na 1830 in het jonge België gebouwd. Al in de 19de eeuw leefde de overtuiging dat gevangenen baat konden hebben met ‘stichtende’ literatuur. In vele gevangenissen werden
bescheiden collecties boeken samengesteld, doorgaans op basis van schenkingen van liefdadigheidsinstellingen en afgevoerde werken van bibliotheken. Directieleden en penitentiaire beambten deden vaak grote inspanningen om een bibliotheekvoorziening uit te bouwen, maar dat werd niet als prioriteit beschouwd. Gedetineerden die wilden lezen konden hun keuze maken aan de hand van lijsten en kregen de doorgaans in bruin kaftpapier gepakte boeken op cel bezorgd. Vanaf de jaren negentig werden grote inspanningen geleverd om het lectuuraanbod voor gedetineerden te verbeteren, onder meer dankzij de Belgische staatshervorming van 1980. “De hulp- en dienstverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale re-integratie” was een van de persoonsgebonden aangelegenheden en dus een bevoegdheid die naar de Gemeenschappen en Gewesten werd overgeheveld.
Op 8 december 2000 keurde dienstverlening is en hen in de Vlaamse regering een staat stelt om hun detentietijd Strategisch Plan goed dat op een zinvollere en aangena“een zeer brede en geïnte- mere manier door te brengen. greerde waaier van hulp- en dienstverlening” wilde aan- Een grotere uitdaging is het bieden aan de bewoners van werken binnen de gevangealle Vlaamse gevangenissen. nisstructuren, waar het aspect Binnen een termijn van tien ‘veiligheid’ dominant is en sterk jaar moest alles in gereed- contrasteert met de doorgaans heid worden gebracht om elke toch wat zachtere wereld van gedetineerde een aanbod aan de bibliotheek, waar men ingewelzijn, onderwijs, gezond- steld is op het optimaal tegeheidszorg, arbeid, cultuur en moet komen aan de wensen sport te kunnen bieden. In het van de bibliotheekgebruiker. Strategisch Plan gaat het ook Bovendien heerst er in gevanexpliciet over de gevangenis- genissen bijna constant een bibliotheek. syndicale onrust, waardoor er nauwlettend op toegezien Dat Strategisch Plan vormde wordt dat het takenpakket een krachtige impuls om werk van de penitentiair beambten te maken van de modernise- niet bijkomend wordt belast. ring van de gevangenisbiblio- Bibliotheekbezoeken en aantheken: het waren vaak de verwante uitbreidingsactivibeleidsmedewerkers van de teiten vergen extra inzet van Vlaamse Gemeenschap die penitentiair personeel en het aan de kar trokken, in samen- zijn dikwijls dat soort activiwerking met het Justitieel teiten die het eerst sneuvelen. Welzijnswerk en de medewer- In 2005 was er bijvoorbeeld in kers van De Rode Antraciet, de gevangenis van Antwerpen de culturele partner binnen gedurende drie maanden geen het Strategisch Plan. bibliotheekwerking mogelijk en in Brugge werden diverse De voorbije drie jaren werd het uitbreidingsactiviteiten afgeparticipatiedecreet geïmple- blazen. menteerd. Dat heeft voor een ware omwenteling gezorgd in In Vlaanderen betekent werde gevangenisbibliotheken in ken in de gevangenis ook Vlaanderen. samenwerken met verschillende overheidsinstanties. De gevangenis zelf is een fedeGEVANGENISBIBLIOTHErale aangelegenheid, maar ook CARISSEN, EEN NIEUWE de Vlaamse Gemeenschap, BEROEPSGROEP De meest in het oog sprin- de provincie en de lokale gende vernieuwing die voort- gemeente zijn betrokken partij. vloeit uit het participatie- Dat betekent dat vier beleidsdecreet is de komst van een niveaus tot een akkoord moeaantal nieuwe gevangenisbi- ten komen, bijvoorbeeld over bliothecarissen. Van meet af wie de collectievorming voor aan bleek er nood aan over- zijn rekening neemt, wie instaat voor ICT, de persoleg om kennis en ervaringen uit te wisselen. De meeste neelskosten, … Het participatiedecreet heeft deze comvan die nieuwe medewerkers hadden immers nauwelijks of plexe administratieve situatie geen ervaring met gevange- op zich niet kunnen wijzigen, nissen. Het werken in een peni- maar een voordeel is wel dat tentiaire instelling zorgt voor er door het overleg een aantal een aantal uitdagingen. Er is zaken op bovenlokaal niveau het directe contact met gede- kunnen worden geregeld. tineerden, wat meestal een positieve ervaring met zich Vrijwel onmiddellijk na het meebrengt omdat het voor- aanstellen van de gevangezien in lectuur en audiovisuele nisbibliothecarissen, in het media voor de meeste gede- voorjaar van 2010, werd er tineerden een welgekomen gestart met een ‘collegagroep
META 2012 | 3 |
11
artikel
medewerkers gevangenisbibliotheken’ die een tweetal keer per jaar samenkomt. De Rode Antraciet heeft de coördinatie van deze collegagroep op zich genomen. Ook via digitale communicatievormen wordt geëxperimenteerd met informatie-uitwisseling tussen collega’s. REFLECTIE EN DISCUSSIE
Omdat de professionele gevangenisbibliotheek in Vlaanderen een nieuw fenomeen is dat met bijna alle-
openbare bibliotheek of een gevangenisbibliotheek is? In principe zijn de collecties van de huidige gevangenissen best vergelijkbaar met wat in de openbare bibliotheken te vinden is. Weliswaar zijn er enkele andere accenten die te maken hebben met de leefwereld van gedetineerden en hun situatie als gevangene. Bijvoorbeeld boeken over het leven in gevangenschap maar ook over relevante thema’s als tattoos, relaties, enzovoort. Een heikel punt is censuur: is het
Foto Frederik Janssens.
maal nieuwe medewerkers van start ging, is er ook nood aan reflectie. De collegagroep wil niet enkel een middel zijn om dagelijkse praktische problemen aan te pakken, maar wil ook een forum bieden om kritisch na te denken over de weg die gevangenisbibliotheken moeten opgaan. Op de halfjaarlijkse bijeenkomsten, die telkens in een andere gevangenis plaatsvinden, wordt tijd voorzien om op een bepaald thema in te gaan. Een eerste maal ging het over de collectievorming. Aan welke normen voldoet een goede bibliotheekcollectie in de gevangenis? En maakt het iets uit of het nu een gewone 12 | META 2012 | 3
wenselijk om bepaalde boeken uit de collectie te weren? Principieel zijn bibliothecarissen tegen censuur en ook vanuit de gevangenissen is er zelden vraag om boeken niet in de collectie op te nemen. De discussie wordt wel een stuk moeilijker en genuanceerder als we concrete casussen bekijken. Hoewel er ook onder gevangenisbibliothecarissen geen eensluidend antwoord te vinden is, bleek de collegagroep als reflectiegroep nuttig om de eigen mening te toetsen aan die van collega’s. Bij een volgende bijeenkomst werd ingegaan op de binnenhuisinrichting van de gevangenisbibliotheken. In
het schooljaar 2010-2011 werd immers een project met de Lessius Hogeschool Mechelen aangegaan. De laatstejaarsstudenten richting interieur - vormgeving, heb ben voor drie gevangenisbibliotheken (Antwerpen, Dendermonde en Mechelen) ontwerpen en maquettes gemaakt, met het oog op de herinrichting en vernieuwing van de gevangenisbibliotheken. Er werd een tentoonstelling van maquettes en ontwerpen georganiseerd, waarbij de docent een toelichting gaf en wees op de kenmerken van de meest geslaagde ontwerpen. De ‘look & feel’ van het interieur van een gevangenisbibliotheek heeft immers een enorme invloed op de ervaringen van de bibliotheekbezoeker. Internettoegang is een derde actueel thema. Al een aantal jaren waren de gevangenissen van Leuven er zowat als enigen in geslaagd om computers met een internetverbinding in de bib toe te laten. Hiermee kon men enkele toegestane websites bezoeken, op basis van een witte lijst. In Brugge had men ook een tijdje toegang tot de provinciale catalogus. In de andere gevangenissen was internettoegang tot voor kort taboe, omwille van de veiligheid. Nu worden de positieve ervaringen van de gevangenis van Leuven (en sinds korte tijd ook van Brugge) aangegrepen om tot een algemener beleid rond internet te komen. De collegagroep speelt daarbij een belangrijke rol door te pleiten voor het opstellen van een bovenlokale lijst van toegestane websites, waardoor niet telkens op een lokaal niveau moet worden onderhandeld. Het is duidelijk geworden dat het leren omgaan met internet ook in de gevangenis moet kunnen om detentieschade te beperken. Dat is een belangrijk element in de Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden en de bibliotheken hebben daar
zeker ook hun rol in te vervullen. De ICT-verantwoordelijken van Justitie maakten duidelijk dat zij het belangrijk vinden dat hardware en software voor de gevangenissen via hen worden aangekocht om het toezicht op de veiligheidsaspecten mogelijk te maken. ELKAAR INSPIREREN
Door de bijeenkomsten van de collegagroep telkens in een andere gevangenis te laten plaatsvinden en te koppelen aan een bezoek aan de bibliotheek krijgen de leden telkens voorbeelden te zien van hoe een gevangenisbibliotheek in de praktijk kan werken. Dat is meestal een inspirerende ervaring, zowel op het vlak van collectie als uitbreidingsactiviteiten. Ondanks de vele overeenkomsten heeft elke gevangenis ook haar eigenheid waarmee de bibliotheek rekening moet houden: de architectuur en inrichtingsmogelijkheden, het leefregime van de gedetineerden, … Ook de relatie tussen de openbare bibliotheek en de gevangenis is telkens weer anders. Het participatiedecreet heeft trouwens uitdrukkelijk gekozen om een kader aan te reiken, waarbinnen elke gevangenisbibliotheek haar eigenheid kan behouden. Daarom is ook gekozen voor afsprakennota’s waarin enerzijds de openbare bibliotheek en anderzijds de gevangenisdirectie en de provincie bepalen wat ze willen bereiken, op welke manier en met welke middelen. Een bijkomende uitdaging is dat de gevangenisbevolking gekarakteriseerd kan worden als laaggeschoold, multicultureel en met een grote diversiteit aan talen. Doordat er bij de gevangenispopulatie veel anderstaligen zijn moet er voldoende aandacht in de collectievorming uitgaan naar vreemde talen. De meeste gevangenisbibliotheken hebben dan ook naast boeken in het Nederlands, Frans en Engels ook een collectie boeken in het Russisch, Albanees, Arabisch, … Door
artikel
de professionalisering van de gevangenisbibliotheken wordt het gemakkelijker om elkaar te informeren over goede bronnen voor aankoop van deze literatuur. Op termijn kan er ook gedacht worden aan het uitwisselen van collecties vreemdtalige literatuur. Een ander knelpunt is dat bibliotheken en hun medewerkers streven naar optimale klantgerichtheid, terwijl dat in een gevangenisomgeving vaak botst met het stringente veiligheidsbeleid. Bepaalde materialen zoals cd-rom’s, dvd’s, video’s of kranten worden in sommige instellingen niet toegelaten. Het gebruik van internet was, wegens restricties van contact van de gedetineerde met de buitenwereld, tot voor kort onbespreekbaar, zelfs al is die verbinding beperkt tot één beveiligde website, namelijk de catalogus van de gemeentelijke openbare bibliotheek. Heel recent worden nu toch de eerste voorzichtige stappen gezet om internet toe te laten. Ook wat betreft de software voor bibliotheken werden er stappen gezet. Op een bepaald moment was er sprake van een bibliotheekprogramma dat door de gevangenissen zelf zou worden ontwikkeld. Ook op dat punt hebben de ontwikkelingen na het participatiedecreet ervoor gezorgd dat die piste werd verlaten en er uiteindelijk geopteerd is voor aansluiting op een professioneel bibliotheeksysteem dat de openbare bibliotheken gebruiken. CONTOUREN VOOR EEN OPTIMALE GEVANGENISBIBLIOTHEEKWERKING Ondanks een aantal knelpunten en hindernissen is de gevangenisbibliotheek in Vlaanderen toch duidelijk in beweging. Lokale bibliotheken zijn bereid om ze te ondersteunen door het inzetten van personeel, wisselcollecties, materiële ondersteuning, enzovoort.
Ook verlenen de meeste provincies op een of andere manier financiële steun en zijn steeds meer gevangenisdirecties bereid mee te helpen bij de uitbouw van de bibliotheek. Wellicht is het zinvol om bij wijze van besluit te herinneren aan de krijtlijnen waarbinnen het gevangenisbibliotheekwerk evolueert. • In het kader van het samenwerkingsakkoord en het Strategisch Plan voor Hulpen Dienstverlening aan Gedetineerden zijn Justitie én Vlaamse gemeenschap samen verantwoordelijk voor de uitbouw van open en toegankelijke bibliotheekvoorzieningen in elke gevangenis. • Bij de uitbouw van een gevangenisbibliotheek is de bibliotheeksector verantwoordelijk voor de ‘professionele’ uitbouw van de bibliotheek als dusdanig; de forensische sector (de equipe van Justitie en Vlaamse Gemeenschap in de gevangenis) is verantwoordelijk voor de bijdrage van de gevangenisbib aan de maatschappelijke re-integratie van gedetineerden en de inbedding in de sociaalculturele en educatieve werking van de gevangenis. • Op het lokale niveau wordt de operationele uitbouw van de gevangenisbib uitgewerkt met de kennis aangebracht door de lokale bib en het streekgericht bibliotheekwerk; de coördinatie ligt bij provinciale en/of lokale stuurgroepen, waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. • Op het landelijke niveau wordt voorwaardenscheppend werk geleverd, zodat op het niveau van de gevangenis de operationele uitbouw mogelijk wordt en er afstemming is met de andere gevangenisbibliotheken in Vlaanderen. Tweemaal per jaar komt een collegagroep bijeen. Hierbij spelen De Rode Antraciet en LOCUS een coördinerende en stimulerende rol.
CONClUSIE De gevangenisbibliotheek anno 2012 heeft de voorbije jaren een serieuze transformatie doorgemaakt. Er werden al grote stappen gezet, maar tegelijkertijd is er nog steeds een grote achterstand op de openbare bibliotheek. We houden er rekening mee dat de specifieke situatie in de gevangenissen wel steeds voor een gelimiteerde bibliotheekwerking zal zorgen, maar het blijven streven naar een zo goed mogelijk uitgebouwde organisatiestructuur blijft een onmiskenbaar doel.
SCANNEN - GEOREFEREREN EN DIGITALISEREN VAN OUDE KAARTEN
IJzerweglaan 48 I 9050 Gent Belgium
[email protected] I www.aquaterra.be T +32 (0)9 230 55 15 I F +32 (0)9 230 21 10
META 2012 | 3 |
13