Jaarverslag Tweeduizend
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2014. Hierin willen we een beeld geven van wat er het afgelopen jaar is gebeurd rond ZorgNetOost. Hoe we een bijdrage hebben geleverd aan de verbetering van de elektronische informatie-uitwisseling en communicatie in de zorg in de regio’s Twente en Oost Achterhoek.Terugkijkend kunnen we concluderen dat er veel is gedaan door zorgprofessionals, ICT-ers, bestuurders, het IZIT-team en leveranciers. Innovatief zijn betekent dat je niet iets kant en klaar uit de kast kunt pakken. Het betekent dat je met vallen en opstaan moet bouwen aan de gewenste situatie. Samen werken doe je niet zomaar en relaties moet je onderhouden. Dat kost tijd en inspanning en leidt niet altijd tot snel zichtbare resultaten. In Twente is
2
iedereen zich daar gelukkig van bewust. Met alle betrokkenen hebben we onze gezamenlijke visie kunnen aanscherpen en actualiseren. Het gebruik van de bestaande diensten is ook dit jaar weer gestegen, er wordt steeds vaker elektronisch verwezen, het aantal organisaties waarnaar verwezen kan worden neemt ook nog steeds toe. En ook ZNO e-Lab en ZNO Berichtenverkeer laten nog steeds een toename zien. U leest daar verderop in dit jaarverslag meer over.
ners optimaal te benutten. Elektronische communicatie zal een steeds grotere rol gaan spelen in de zorg en met het regionaal PatiëntPortaal hebben we daarvoor een goede basis gelegd.
2014 was een bijzonder jaar vanwege de ontwikkeling van het regionaal PatiëntPortaal, de eerste dienst die gericht is op communicatie met patiënten. Nu nog als informatievoorziening, maar de mogelijkheden van het portaal zijn eindeloos en we hopen deze dan ook met onze part-
Ik wens u veel leesplezier,
In 2015 zullen we verder werken aan de infrastructuur die nu al zo veel zorgverleners in Twente en de Oost Achterhoek in staat stelt om informatie uit te wisselen en te communiceren en daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit van zorg.
Renie Heerbaart directeur IZIT
Inhoud e-Lab ZorgNetOost 4 e-Verwijzen 8 e-Overdracht 10
Servicedesk ZorgNetOost Toestemming van de patiënt Landelijke ontwikkelingen Over IZIT
22 24 26
XDS ZNO Berichtenverkeer & ZNO veilige mail 14 ZorgRingOost 16 Aandeelhouders IZIT & Deelnemers ZorgNetoost 18
Programma ZorgNetOost Contact Colofon
30 32
3
ZorgNetOost Continuïteit van zorg Als mensen zorg nodig hebben, willen ze graag het gevoel hebben dat er sprake is van samenhang. Samenhang met eerdere en volgende behandelingen en samenhang tussen behandelingen door verschillende zorgverleners. Aansluitend op de eigen (medische) behoeften en passend bij de persoonlijke context. Dit noemen we continuïteit van zorg. Om dit te bereiken, moeten partijen; zorgvragers, zorgverleners en zorgaanbieders met elkaar samenwerken en informatie uitwisselen, oftewel er moet sprake zijn van interoperabiliteit. Beide termen; continuïteit van zorg en interoperabiliteit vormen de sleutelbegrippen binnen ZorgNetOost. Dit hebben zorgaanbieders in de regio in 2014 beschreven en vastgesteld in het visiedocument “Continuïteit van zorg met
4
eHealth. Regionale samenwerking en interoperabiliteit.”
Samenwerking Regionale samenwerking krijgt vorm en continuïteit als alle betrokken partijen samenwerken in een regionale structuur die invulling geeft aan alle aspecten van regionale samenwerking, dat wil zeggen van bestuurlijke afstemming tot en met de technische infrastructuur, van informatieveiligheid en privacy tot en met het business model. Binnen ZorgNetOost wordt inmiddels door 22 zorgpartijen in de regio samen met IZIT gewerkt aan communicatie en informatie-uitwisseling in de zorg. Dat is niet altijd gemakkelijk, zeker niet in tijden waarin zorgaanbieders te maken hebben met grote verschuivingen zo-
als de invoering van de basisGGZ per 1 januari 2014. Ook de decentralisatie van overheidstaken op het gebied van zorg aan jeugd, ouderen en langdurig zieken naar gemeenten, heeft in 2014 veel inspanning van de betrokken organisaties gevraagd. Desondanks hebben zorgaanbieders in de regio ook het afgelopen jaar weer mensen en middelen vrij gemaakt om de samenwerking in stand te houden.
Infrastructuur Sinds we in 2010 zijn gestart met ZorgNetOost is er veel gerealiseerd en daarmee beschikken we nu over een infrastructuur die een stevige basis vormt voor communicatie en informatie-uitwisseling tussen zorgverleners. Via het ZNO ZorgPortaal kunnen zorgverleners op een eenvoudige, maar vooral veilige route
gebruik maken van de verschillende diensten. Het XDS-netwerk maakt het mogelijk om beelden en documenten elektronisch uit te wisselen, zodat ze in principe altijd en overal beschikbaar zijn, het ZNO Berichtenverkeer stelt zorgverleners in staat om informatie uit dossiers geautomatiseerd op te stellen, te versturen, te ontvangen en in het eigen dossier op te nemen. En, eind 2013, begin 2014, zijn we gestart met het regionale PatiëntPortaal, waarmee ook de inwoners van de regio betrokken kunnen worden in de communicatie en informatie-uitwisseling. Verderop in dit jaarverslag vertellen we hier meer over.
Diensten Uiteindelijk moet de samenwerking leiden tot de ontwikkeling van diensten
die elektronische communicatie en informatie-uitwisseling mogelijk maken. Dat is geen simpele opdracht. Niet alleen omdat er veel partijen bij betrokken zijn, maar ook omdat het om complexe vraagstukken gaat. Er moeten afspraken gemaakt worden over welke informatie moet worden uitgewisseld, wie die informatie beschikbaar stelt en wie het in mag zien. Er moet een keuze gemaakt worden voor de techniek: gebruiken we een bestaande oplossing of kiezen we voor zelf ontwikkelen? Hoe zit het met informatieveiligheid en privacy? Zorgaanbieders moeten in staat en bereid zijn te investeren in de ontwikkeling door het beschikbaar stellen van mensen en financiën. Kortom, de weg van idee naar realisatie is een lange weg. Soms iets te lang, naar het gevoel van betrokkenen. En
toch beschikken we in de regio langzamerhand over een aardig portfolio aan diensten. Ook daar informeren we u in de volgende hoofdstukken over.
Kennis Naast de samenwerking, de infrastructuur en diensten is de bundeling en verspreiding van kennis een belangrijk aandachtspunt binnen ZorgNetOost. Niet alleen kennis van ICT, maar ook van de zorg en alle wet- en regelgeving die samenhangt met informatieveiligheid en privacy. Met het organiseren van bijeenkomsten en de agendering van onderwerpen in verschillende klankbordgroepen bieden we zorgverleners een centrale plaats waar zij kennis op deze gebieden kunnen halen en brengen.
5
e-Lab Laboratoriumonderzoeken vormen een belangrijk onderdeel van de medische zorg in Nederland. Dagelijks vinden duizenden onderzoeken plaats en driekwart van de medische beslissingen wordt mede gebaseerd op de uitkomsten van deze laboratoriumonderzoeken. Met ZNO e-Lab kunnen huisartsen en hun medewerkers en specialisten in de care-sector elektronisch een laboratoriumonderzoek aanvragen bij Medlon en de uitslagen inzien van zowel eigen aanvragen als van aanvragen van andere zorgverleners.
Voordelen ZNO e-Lab Het gebruik van ZNO e-Lab heeft zowel voor de aanvragende arts, de patiënt als voor het laboratorium voordelen. De arts kan kwaliteit bieden doordat hij of zij altijd op de hoogte is van de meest
6
recente labuitslagen. Daardoor kunnen behandelingen en onderzoeken beter op elkaar afgestemd worden en wordt de kans op fouten of dubbele onderzoeken ten gevolge van onvoldoende informatie verminderd. Dit is natuurlijk ook in het belang van de patiënt. Bovendien hoeven patiënten door ZNO e-Lab na een telefonisch consult niet meer eerst langs de huisarts om het formulier voor laboratoriumonderzoek op te halen. Zodra de arts op verzenden klikt is de aanvraag bekend bij het laboratorium en kan de patiënt direct onderzocht worden. Doordat het aanvraagformulier digitaal wordt ontvangen, is er bovendien geen onduidelijkheid over de aangevraagde onderzoeken. Met ZNO e-Lab kan het laboratorium zorgverleners beter informeren en verminderen de administratieve werkzaamheden, doordat zij de relevante patiënt-
gegevens en onderzoeksaanvragen direct in hun systeem ontvangen.
Ontwikkelingen ZNO e-Lab In 2014 zijn we gestart met een pilotproject om ook apothekers toegang te geven tot voor hen relevante labuitslagen. Daarvoor hebben we de medewerking nodig van de leveranciers van apothekersinformatiesytemen. Helaas bleek dat niet eenvoudig te zijn en hebben we ZNO e-Lab voor apothekers slechts voor een kleine groep apothekers kunnen realiseren. Deze groep is overigens wel erg tevreden over het feit dat zij nu niet meer hoeven te bellen met het laboratorium, maar direct inzage hebben in de gewenste gegevens. In 2015 hopen we meer apothekers aan te kunnen sluiten.
4000 3000 2000 1000 0 jan ‘14 3359
feb ‘14 3099
mrt ‘14 3512
apr ‘14 3208
mei ‘14 3384
jun ‘14 3297
jul ‘14 2641
aug ‘14 2900
sep ‘14 3878
okt ‘14 3539
nov ‘14 3514
dec ‘14 3106
jan ’13 1765
feb ’13 1875
mrt ’13 2190
apr ’13 2487
mei ’13 2665
jun ’13 2527
jul ’13 2103
aug ’13 2458
sep ’13 3124
okt ’13 3004
nov ’13 3233
dec ’13 2651
totaal e-Lab aanvragen 2014: 39.439
totaal e-Lab aanvragen 2013: 30.082
7
e-Verwijzen Met de dienst ZNO e-Verwijzen wordt het verwijsproces van de huisartspraktijk naar ziekenhuis, GGZ-instelling of verslavingszorg elektronisch ondersteund. Op ZorgNetOost ZorgPortaal opent de huisarts of praktijkondersteuner ZNO e-Verwijzen waardoor de ZorgAanbiedersGids wordt geopend waar de verwijzer een keuze kan maken naar welke zorgaanbieder hij wil verwijzen. Daarbij kan worden aangeven welke informatie uit het eigen informatiesysteem meegestuurd moet worden. De huisarts krijgt de opgestelde verwijsbrief automatisch terug in het eigen informatiesysteem. De patiënt wordt vervolgens door de vervolginstelling binnen 48 uur benaderd voor het inplannen van een afspraak. Eventuele aanvullende onderzoeken kunnen dan ook al gepland worden.
8
Voordelen ZNO e-Verwijzen Met ZNO e-Verwijzen kan de huisarts gestructureerd de juiste patiëntinformatie rechtstreeks naar de juiste afdeling of zorgverlener van de vervolginstelling sturen. Bovendien kan de huisarts, omdat de verwijsbrief ook in het eigen dossier van de patiënt komt, later terug zien welke verwijzing is gedaan en welke informatie toen is meegestuurd. De patiënt hoeft nu niet meer alle informatie, bijvoorbeeld over gebruikte medicatie, paraat te hebben als hij of zij de specialist bezoekt. Dit staat immers vermeld in de elektronische verwijsbrief. De patiënt hoeft niet meer zelf een afspraak te maken, maar wordt hierover gebeld. En de vervolginstelling beschikt al over de belangrijkste patiëntinformatie én kan zelf inplannen wanneer zij contact opne-
men met de patiënt voor het maken van een afspraak.
Ontwikkelingen ZNO e-Verwijzen Net als bij ZNO e-Lab zien we bij ZNO eVerwijzen in 2014 een groei van het aantal gebruikers en van het aantal verwijzingen per gebruiker. We hebben echter ook vastgesteld dat er een groep huisartsen is die geen of weinig gebruik maken van ZNO e-Verwijzen. Daarom zijn we met de ziekenhuizen en huisartsen een analyse gestart om te bekijken hoe we ZNO e-Verwijzen zowel kwalitatief als kwantitatief kunnen verbeteren. Op basis van de uitkomsten van de analyse wordt een plan opgesteld waaraan in 2015 uitvoering wordt gegeven.
aantal e-Verwijzingen 2014 totaal = 71.492
8000 aantal e-Verwijzingen 2013 totaal = 45.605
7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
9
e-Overdracht In 2013 zijn we gestart met ZNO e-Overdracht om het overdrachtsproces elektronisch te ondersteunen. Hierbij gaat het zowel om het versturen van de inhoudelijke overdracht (wat voor zorg heeft de patient nodig) als de ondersteuning van het transferproces: de overplaatsing van de patiënt van een ziekenhuis naar een instelling voor thuiszorg, een verpleeghuis of revalidatiecentrum. Vervolginstellingen hebben binnen ZNO e-Overdracht de keuze tussen e-Overdracht Inzage, waarbij zij inzage krijgen in de patiëntinformatie of ZNO e-Overdracht Transfer, waarmee ook het transferproces wordt ondersteund. Voorlopig kiezen de vervolginstellingen voor de inzage-variant omdat zij nog niet over de elektronische systemen beschikken die gebruik kunnen maken van e-Overdracht Transfer. In het project ZNO e-Overdracht participeren MST, ZGT, Het Roessingh, Carint-
10
reggeland, Livio, TriviumMeulenbeltZorg en ZorgAccent.
Voordelen ZNO e-Overdracht Omdat de juiste informatie tijdig beschikbaar is in de vervolginstelling, kunnen allerlei zaken van te voren (elektronisch) geregeld worden: de benodigde vervolgzorg, apparatuur en hulpmiddelen. Dit kan veel tijd schelen en voorkomt fouten en onnodige behandelingen en maakt het gemakkelijker om personeel efficiënt in te zetten.
Ontwikkelingen ZNO e-Overdracht Eind 2014 werd de eerste versie van de dienst opgeleverd. Dat was later dan bij de start voorzien. De ontwikkelingen binnen het project hebben veel vertraging opgelopen, met name aan de kant
van de leverancier. Op een aantal momenten is in de stuurgroep de vraag aan de orde geweest of het project nog wel voortgezet moest worden. Omdat er al veel tijd en energie in gestoken was, is toch besloten om door te gaan. De eerste versie van de dienst die eind 2014 is opgeleverd, werd door de deelnemende zorginstellingen als werkbaar beoordeeld. Daarnaast is een roadmap opgesteld die er in voorziet dat uiterlijk aan het eind van het eerste kwartaal van 2015 een voor alle partijen acceptabele dienst beschikbaar komt.
“e-Overdracht kan veel tijd schelen, voorkomt fouten en onnodige behandelingen”
XDS XDS staat voor Cross Enterprise Document Sharing. Het is een softwaresysteem dat zorgverleners in staat stelt documenten, zoals beelden en verslagen, met elkaar te delen. Omdat ook in andere regio’s de keuze voor XDS is of wordt gemaakt, kan in de toekomst bovenregionale informatie-uitwisseling gerealiseerd worden, bijvoorbeeld met een academisch zie-kenhuis.
Regionale ontwikkelingen In 2013 is een start gemaakt met de implementatie van de ZNO XDS-infrastructuur, in eerste instantie bij de beide ziekenhuizen MST en ZGT. Het gebruik van XDS wordt fasegewijs ingevoerd. Bij de start is een aantal use cases benoemd: situaties waarin gebruik kan worden gemaakt van XDS. De eerste use case die in 2014 is gerealiseerd betreft het be-
12
schikbaar stellen van PET-CT-beelden. Deze beelden worden ook voor het MST in het ZGT gemaakt. Er hoeven nu geen DVD’s meer te worden gebrand en opgestuurd; de specialist in het MST kan direct beschikken over de beelden en verslagen. Ook is de use case intercollegiaal consult gerealiseerd. Hiermee is het mogelijk voor radiologen om collega’s gemakkelijk te benaderen voor beoordeling en advies. Daarna is een start gemaakt met de ondersteuning van het multidisciplinair overleg oncologie en de ondersteuning van de radiotherapie. Deze use cases zullen in 2015 worden ontwikkeld, afgerond en opgeleverd.
Samenwerking met andere regio’s XDS is een systeem dat binnen en buiten Nederland wordt gebruikt. Het is dan ook bij uitstek geschikt om bovenre-
gionaal informatie te delen, bijvoorbeeld met academische ziekenhuizen. Om te voorkomen dat alle ziekenhuizen bilateraal verbonden moeten zijn, is koppeling op regioniveau gewenst. In 2014 zijn we gestart met het landelijke project Interoperabiliteit XDS Affinity Domains. Dit project moet er toe leiden dat een handreiking wordt opgeleverd waarin beschreven staat aan welke voorwaarden regio’s technisch, inhoudelijk en organisatorisch moeten voldoen om met elkaar via XDS informatie uit te kunnen wisselen. Daarbij worden templates gemaakt die de regio’s kunnen gebruiken voor bijvoorbeeld de regionale afspraken over toegang, logging en controle mechanismen. Naar verwachting wordt de handreiking begin 2015 opgeleverd.
“Er hoeven nu geen DVD’s meer te worden gebrand en opgestuurd; de specialist in het MST kan direct beschikken over de informatie”
ZNO Berichtenverkeer & ZNO Veilige mail Als zorgverleners met elkaar communiceren en informatie uitwisselen gaat het bijna altijd over privacy gevoelige informatie. Het is dus van het grootste belang dat dit veilig gebeurt. Daarnaast willen zorgverleners zoveel mogelijk tijd besteden aan de daadwerkelijke zorg. Informatie-uitwisseling en communicatie moeten zo min mogelijk administratief werk met zich meebrengen.
ZNO Berichtenverkeer Met ZNO Berichtenverkeer kunnen zorgverleners op een veilige manier informatie uitwisselen. Het grootste deel daarvan betreft berichten van het ziekenhuis aan de huisarts, zoals opnameen ontslagberichten, labuitslagen en medicatie-informatie. Veel informatiesystemen van zorgverleners hebben de mogelijkheid om deze informatie
14
automatisch uit het dossier te halen, in een elektronisch bericht te verwerken en te voorzien van het adres van een specifieke zorgverlener. De dienst ZNO Berichtenverkeer ‘transporteert’ het be-richt vervolgens naar de juiste postbus. Het ontvangende systeem verwerkt, na goedkeuring door de ontvangende zorgverlener, de informatie in het bericht automatisch in het dossier van de betreffende patiënt. ZNO Berichtenverkeer houdt de route van het bericht in de gaten en kan zo altijd zien wat er met een bericht gebeurd is.
ZNO Veilige mail In een aantal gevallen is ZNO Berichtenverkeer niet de manier om informatie uit te wisselen of te communiceren. Dit is het geval als het niet om een gestandaardiseerd bericht gaat, bijvoor-
beeld als een huisarts een specialist wil raadplegen of als de zorgverlener geen systeem heeft dat automatisch berichten kan verzenden of ontvangen. Dan biedt ZNO Veilige Mail een oplossing. Voor gebruikers van deze dienst stellen we zowel aan de kant van de verzender als aan de kant van de ontvanger de mailservers zo in, dat het bericht wordt versleuteld (gecodeerd) en een veilige route volgt in plaats van dat het via het openbaar internet wordt gestuurd. Gebruikers kunnen in principe het eigen e-mailprogramma van de organisatie blijven gebruiken. De instellingen van de mailservers worden regelmatig gecontroleerd zodat de veilige route gewaarborgd blijft.
0
50.000
100.000
150.000
jan ‘14: 127.280 feb ‘14: 111.239 mrt ’14: 119.356 apr ‘14: 120.253 mei ‘14: 109.246 jun ‘14: 111.003 jul ‘14: 104.122 aug ‘14: 97.405 sep ‘14: 119.723 okt ‘14: 117.990 nov ‘14: 117.155 dec ‘14: 112.464
totaal aantal berichten 2014: 1.367.236
15
ZorgRingOost
16
Door de toename van diensten die zorgverleners in staat stellen elektronisch informatie uit te wisselen en een steeds grotere afhankelijkheid van informatie van andere zorgverleners, groeit de behoefte aan verbindingen met voldoende bandbreedte. De informatie betreft veelal privacy gevoelige gegevens; de verbinding moet daarom ook veilig zijn, buiten het reguliere internet. Om aan deze behoefte tegemoet te komen, heeft IZIT in 2013 ZorgRingOost gerealiseerd, in eerste instantie voor XDS-uitwisseling tussen MST en ZGT.
nen aansluiten waardoor een veilig regionaal zorgnetwerk ontstaat. Daarvoor hebben we samenwerking gezocht met partners die zich richten op de realisatie van veilige internetverbindingen. Nu, terugkijkend op 2014, stellen we vast dat ZorgRingOost zich nog beperkt tot beide genoemde ziekenhuizen. Weliswaar is er in de zorg behoefte aan veilige verbindingen, echter, de inhoud van de gegevens is nog beperkt van omvang, waardoor er (nog) geen behoefte is aan grote bandbreedte. Ontstaat die behoefte wel, dan zijn we er in Twente klaar voor.
Regionaal netwerk
Bovenregionale samenwerking
Het idee achter ZorgRingOost is dat we, door de grote zorginstellingen met elkaar te verbinden, kleine zorgaanbieders (huisartsen, fysiotherapeuten) relatief gemakkelijk en tegen lagere kosten kun-
Patiënten blijven niet altijd in de eigen regio, bijvoorbeeld als zij worden doorverwezen naar een academisch ziekenhuis. Door samenwerking met andere regio’s maken we informatie-uitwisseling
en communicatie voorbij de regiogrenzen mogelijk. In 2014 hebben we samen met de Klankbordgroep Architectuur de ideale situatie geschetst waar we de komende jaren naar toe willen werken. De eerste regio-organisaties waarmee we nu nauw samenwerken zijn Zorgring in Noord Holland en Stichting Gerrit in Friesland en Groningen. Door op regionaal niveau afspraken te maken en koppelingen te realiseren, hoeven de verschillende zorginstellingen in de betreffende regio’s niet meer op bilateraal niveau te koppelen. Dat scheelt tijd en geld.
“Door de toename van diensten groeit de behoefte aan veilige verbindingen met voldoende bandbreedte.“
Aandeelhouders IZIT & deelnemers ZorgNetOost Zes zorginstellingen; Carintreggeland, De Twentse Zorgcentra, Dimence, Livio, MST en ZGT zijn vanaf 2011 aandeelhouder van IZIT. Zij kunnen daarmee gezien worden als de ‘founding fathers’ van het huidige IZIT. In 2013 hebben deze aandeelhouders andere zorginstellingen in de regio opgeroepen om aandelen in IZIT te verwerven. Daarop hebben twee organisaties positief gereageerd: Het Roessingh en Streekziekenhuis Koningin Beatrix zijn sinds januari 2014 aandeelhouder. De aandeelhouders financieren de basiskosten van IZIT, zoals personeel en huisvesting en een deel van de infrastructuur.
Raad van Commissarissen De commissarissen worden voorgedragen door de vijf grootste aandeelhou-
18
ders, Carintreggeland, De Twentse Zorgcentra, Dimence, MST en ZGT. De Raad van Commissarissen wordt voorgezeten door Joke Mengerink. In 2014 heeft Sybren Bangma, vanwege zijn afscheid van Dimence zijn zetel als commissaris opgegeven. Sybren is vanaf de start betrokken geweest bij IZIT en heeft veel betekend voor de organisatie en voor de innovatie in de regio. Sybren is opgevolgd door Ernst Klunder. Naast Joke Mengerink en Ernst Klunder hadden Ton Ruikes, Gert Jan Beimers en Harry Finkenflügel in 2014 zitting in de Raad van Commissarissen. De Raad van Commissarissen komt vier keer per jaar bij elkaar. Daarnaast vindt er één keer per jaar een aandeelhoudersvergadering plaats. In die bijeenkomsten is de financiële situatie van IZIT het belangrijkste gespreksonderwerp. Ook in 2014 kon elke vergadering
geconcludeerd worden dat IZIT er goed voor staat.
Samen werken loont Omdat de aandeelhouders de basiskosten van IZIT financieren, kunnen we ideeën analyseren en uitwerken tot projectvoorstellen voordat helemaal duidelijk is wie de stakeholders zijn. Daarnaast hanteren we voor de diensten een rekenmodel waarbij de kosten van een dienst gedeeld worden door de gebruikers. Hoe meer gebruikers, hoe goedkoper de dienst wordt. Dit kunnen we doen omdat de aandeelhouders het principe hanteren dat IZIT geen winst hoeft te maken. Zorgaanbieders ervaren zo dat samen werken loont.
Aandeelhouders IZIT
Deelnemers ZorgNetOost
NovoZorg connecting care
19
ZorgNetOost Servicedesk Sinds 2012 heeft ZorgNetOost een eigen fulltime servicedesk. Zorgverleners kunnen bij de servicedesk terecht voor al hun vragen en opmerkingen met betrekking tot ons ZorgPortaal, de achterliggende diensten en de infrastructuur. Vanaf begin 2015 kunnen ook patiënten bij onze servicedesk terecht met vragen over het PatiëntPortaal en het vastleggen van patiënttoestemming. Hoewel we erg veel aandacht besteden aan het opstellen van gebruikershandleidingen, zijn er zorgverleners die er prijs op stellen om op de eigen werkplek ondersteuning te krijgen bij de instellingen voor ZorgNetOost en uitleg over het gebruik van de diensten. Vanuit de servicedesk worden dan ook geregeld bezoekjes gebracht aan bijvoorbeeld huisartspraktijken. Dit directe contact wordt door zorgverleners erg op prijs gesteld en biedt ons de mogelijkheid
20
om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften die in het veld spelen, zodat we die mee kunnen nemen in de verdere ontwikkeling van de diensten. Daarnaast is de servicedeskmedewerker voor netwerk- en applicatiebeheerders in de aangesloten instellingen het eerste aanspreekpunt. Omdat we in 2014 ook het technisch applicatiebeheer meer in eigen hand hebben genomen, kan de servicedesk zorgverleners en netwerk- en applicatiebeheerders sneller helpen. We zijn immers minder afhankelijk van leveranciers en hostingpartijen om inzicht in de oorzaken van problemen te krijgen en deze op te lossen. De servicedesk is zich in 2014, naast de dagelijkse werkzaamheden en het opstellen van procedures en handleidingen, ook meer gaan richten op het
verzorgen van rapportages, zowel voor intern gebruik als voor de gebruikers van onze infrastructuur en diensten. Met de ingebruikname van een eigen business intelligence systeem, begin 2014, zijn we in staat om gegevens te verzamelen en te analyseren. Zorgverleners kunnen daar gebruik van maken voor hun eigen bedrijfsproces, maar ook voor rapportages aan derden. In 2014 hebben we vooral gekeken wat we zouden kunnen met de beschikbare data, in 2015 willen we ze gestructureerd in gaan zetten en aan gaan bieden aan zorgaanbieders.
40 afgesloten vragen m.b.t. ZNO Berichtenverkeer 34 afgesloten vragen m.b.t. ZNO e-Lab 15 afgesloten vragen m.b.t. ZNO e-Overdracht 82 afgesloten vragen m.b.t. ZNO e-Verwijzen 33 afgesloten vragen m.b.t. XDS 68 afgesloten vragen m.b.t. ZNO ZorgPortaal 6 afgesloten vragen m.b.t. ZorgPortaal knop 4 afgesloten vragen m.b.t. beheer 5 afgesloten vragen m.b.t. overig
21
Toestemming van de patiënt PatiëntPortaal In de afgelopen jaren hebben we ons binnen het programma ZorgNetOost vooral geconcentreerd op elektronische informatie-uitwisseling en communicatie tussen zorgverleners. Daarmee is een goede basis gelegd voor de volgende stap: communicatie met zorgvragers. Eind 2013 zijn we gestart met de ontwikkeling van het regionale PatiëntPortaal. Via dit portaal willen we inwoners van de regio toegang geven tot informatie en diensten met betrekking tot de zorg in brede zin. Dat we hiervoor de term ‘zorgvragers’ gebruiken is niet voor niets: we richten ons niet alleen op patiënten, maar op iedereen die op één of andere manier gebruik maakt of wil maken van het regionale zorgaanbod. Dus ook mantelzorgers, ouders van jonge kinderen en geïnteresseerden die informatie zoeken.
22
In Nederland bestaan al veel portalen bestaan waarlangs diensten aan zorgvragers worden aangeboden. Het grote nadeel daarvan is dat elke zorgaanbieder moet investeren in en werken aan basisfunctionaliteit zoals veilige toegang, identificatie en authenticatie. En de zorgvragers moeten voor elke zorgaanbieder inloggen op een ander portaal en dus meerdere gebruikersnamen en wachtwoorden onthouden. Dat vinden we in de regio onwenselijk. Daarom werken we aan één regionaal portaal. Omdat dit nog niet eerder gedaan is, moeten we, samen met de zorginstellingen en de leverancier, werkenderwijs ontdekken hoe we onze eisen en wensen om kunnen zetten in een concreet product. Een spannend traject. In 2015 zal het portaal live gaan en kan de elektronische communicatie tussen zorgverleners en zorgvragers echt op gang komen.
Patiënttoestemming De eerste regionale dienst op het PatiëntPortaal is het vastleggen van patiënttoestemming. De wet- en regelgeving rond patiënttoestemming is complex. Binnen de regio fungeert IZIT als een centraal aanspreekpunt. We hebben langzamerhand zelf veel kennis over dit onderwerp in huis en als we het niet weten, kennen we de mensen die ons verder kunnen helpen. We proberen de ingewikkelde wet- en regelgeving zo ten uitvoer te brengen dat deze voor zorgvragers en zorgverleners te begrijpen is en niet leidt tot uitgebreide administratieve handelingen. Daarom gaan we via het regionale PatiëntPortaal de mogelijkheid bieden om toestemming of bezwaar vast te leggen voor het beschikbaar stellen van
patiëntgegevens. Volgens de wet mogen zorgaanbieders in bepaalde gevallen alleen informatie over hun patiënt beschikbaar stellen als deze daar zelf uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven. Patiënten moeten voor elke zorgaanbieder apart toestemming geven. Door dit voor alle zorgaanbieders op één plaats aan te bieden, hopen we een situatie te creëren die voor zorgvragers en zorgverleners begrijpelijk en hanteerbaar is. In eerste instantie doen we dat voor de ziekenhuizen MST en ZGT, maar op den duur zullen ook andere zorgaanbieders uit de regio de mogelijkheid via het regionale portaal bieden.
Taskforce IZIT maakt deel uit van de Taskforce Aansluiting en gebruik LSP Twente. Naast IZIT bestaat deze uit huisartsen,
apothekers en directeuren van de huisartsenposten. De Taskforce houdt zich bezig met de aansluitingen op het Landelijk Schakel Punt. In de eerste periode was met name het verhogen van het aantal aansluitingen en het verkrijgen en vastleggen van patiënttoestemming een belangrijk aandachtspunt. De regio Twente loopt mede daardoor voorop waar het gaat om aansluitingen van huisartsen en apothekers en het aantal patiënten dat toestemming heeft gegeven voor het beschikbaar stellen van informatie. Eind 2014 was 93% van de huisartsen en 65% van de apothekers uit de regio aangesloten op het LSP. Van de bij de huisartsen ingeschreven patiënten, had 58% toestemming gegeven voor het beschikbaar stellen. Van de bij apothekers ingeschreven patiënten was dat 35%. Gemiddeld heeft de helft van de inwoners van Twente toestemming gegeven. Huisartsen en apo-
thekers hebben de ervaring dat dit vooral de mensen zijn waarvan ze graag de informatie hebben, omdat het veelal gaat om chronische patiënten die medicatie gebruiken en vaak de huisartsenpost of apotheker bezoeken. Juist van deze groep wil een zorgverlener graag over de relevante informatie beschikken.
23
Landelijke ontwikkelingen
24
Naast de ontwikkelingen in de eigen regio hebben we ook te maken met andere regio’s en landelijke initiatieven. Patiënten vragen en krijgen hun zorg weliswaar voor het grootste deel in de eigen regio, maar soms gaan zij daar buiten en dan moet informatie-uitwisseling ook mogelijk zijn. Om dat te waarborgen, volgt IZIT nationale en internationale standaarden en werken we samen met andere regionale en landelijke organisaties.
de regio zaken te regelen. Belangrijke overlegorganen zijn voor ons het Regioplatform en het Regionaal Architectuur Platform (RAP) die door Nictiz worden gefaciliteerd. In het Regioplatform maken bestuurders/directeuren van de regio-organisaties op basis van een jaarwerkplan afspraken over samenwerking. In het Regioplatform en het Architectuur Platform worden die afspra-ken nader uitgewerkt.
Samenwerking met andere regio’s
VZVZ en het LSP
Met andere regio-organisaties worden afspraken gemaakt over standaarden, manieren waarop technisch en functioneel gekoppeld kan worden en de voorwaarden waaronder informatie bovenregionaal uitgewisseld kan worden. Op die manier hoeven de zorginstellingen zelf niet meer met elke organisatie buiten
VZVZ is de vereniging van zorgaanbieders en fungeert als opdrachtgever voor de informatie-uitwisseling via het Landelijk Schakelpunt (LSP). IZIT heeft zitting in de Regioraad, één van de adviesraden. Hier bespreken we het LSP vanuit het perspectief van de regioorganisaties. Omdat wij te maken heb-
ben met informatie-uitwisseling tussen zorgverleners uit verschillende sectoren, is onze kijk per definitie multidisciplinair en breder dan alleen gebruik door huisartsen, apothekers en ziekenhuizen. Omdat we in de regio Twente veel ervaring hebben met het LSP en het verkrijgen van patiënttoestemming worden we vaak door andere regio’s en koepelorganisaties gevraagd om informatie te geven of een bijdrage te leveren aan projecten. Zo zijn we samen met VZVZ en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) een werkwijze aan het ontwikkelen om binnen de complexe ziekenhuiswereld patiënttoestemming te vragen en vast te leggen.
“Patiënten vragen en krijgen hun zorg voor het grootste deel in de eigen regio, maar soms gaan zij daar buiten en dan moet informatie-uitwisseling ook mogelijk zijn“
Over IZIT Ook in 2014 heeft het IZIT team weer hard gewerkt aan de realisatie van het programma ZorgNetOost. Begin 2014 hebben we met bestuurders en zorg- en ICT-managers een feestje gevierd om de afronding van het eerste meerjarenprogramma te vieren.
en Renie Heerbaart telde het IZIT-team in 2014 zeven personen. Overigens was er ook in de privésfeer sprake van uitbreiding: Kim heeft in juli een dochter gekregen.
Uitbreiding team
Naast het project- en programmamanagement speelt IZIT in de regio een rol waar het gaat om het verzamelen, bundelen en verspreiden van kennis op het gebied van elektronische informatieuitwisseling en communicatie. Binnen de klankbordgroepen worden zaken met betrekking tot architectuur, privacy en veiligheid en samenwerking met de eerste lijn besproken. Dit leidt waar nodig tot een advies aan de Programmaraad waarmee zorgaanbieders hun voordeel kunnen doen.
In 2014 hebben we drie nieuwe collega’s gekregen. Wouter Moed is in mei begonnen als medewerker Servicedesk. Pim Kwakman is aangesteld om zich bezig te houden met de ZNO Berichtenverkeer en ZNO Veilige mail. En Alex Lütjen richt zich op het technische applicatiebeheer. Daarmee is IZIT in staat om meer zaken in eigen hand te krijgen en minder afhankelijk te zijn van leveranciers. Met Bennie Assink, Marloes Sanders, Kim Thijssen
26
Kennis en ervaring in de regio
Daarnaast hebben we afspraken met MST en ZGT die voor een aantal diensten de hosting en het beheer van de ZorgNetOost-infrastructuur verzorgen. Op die manier hoeven we niet alle kennis binnen IZIT te organiseren, maar profiteren we van de kennis en ervaring die er al binnen de regio bestaat.
Kennis en ervaring buiten de regio Ook buiten de regio heeft IZIT een naam opgebouwd. Regelmatig worden we gevraagd om te participeren in expertgroepen of presentaties te houden. Zo heeft Bennie Assink in november een presentatie over XDS gegeven op de HIMMS Amsterdam. Daar zijn veel positieve reacties op gekomen.
“IZIT heeft een rol in het verzamelen, bundelen en verspreiden van kennis op het gebied van elektronische informatie-uitwisseling en 27 communicatie.”
Programma ZorgNetOost In 2013 hebben we samen met de Programmaraad van ZorgNetOost het meerjarenprogramma 2014-2016 vastgesteld. Dat hebben we gedaan op basis van de verschillende communicatie-situaties die binnen de zorg te onderscheiden zijn. Zorgverleners communiceren onderling met elkaar en ook met zorgvragers en met derden, zoals verzekeraars en gemeenten. Zorgvragers op hun beurt communiceren ook met elkaar en met derden. In de afgelopen jaren hebben we ons vooral gericht op de communicatie tussen zorgverleners en daar een aantal diensten voor ontwikkeld. In 2014 komt ook de communicatie met zorgvragers aan de orde. Het regionaal PatiëntPortaal vormt daarvan het centrum. Met de diensten die voor deze communicatiesituatie worden ontwikkeld willen we zorgvragers meer mogelijkheden bieden
28
om zelf zaken te regelen. Zelf toestemming vastleggen en afspraken maken zijn maar enkele voorbeelden. Ook wordt de toegang tot de zorg vergemakkelijkt, bijvoorbeeld met de mogelijkheden voor telemonitoring en teleconsultatie. Om al die diensten mogelijk te maken, moeten de randvoorwaarden wel goed ingevuld zijn. Een stabiele toekomstvaste infrastructuur hebben we al met het ZorgPortaal, het PatiëntPortaal, de XDSinfrastructuur en ZorgRingOost. In 2015 en verder zullen we het beheer hiervan meer in eigen hand nemen, zodat we sneller kunnen reageren op nieuwe vragen en ontwikkelingen. Met onze berichtendienst en Veilige Mail ondersteunen we zorgverleners en zorgvragers in hun communicatiebehoeften. Onze eigen servicedesk vormt de verbindende schakel tussen gebruikers en leveranciers en helpt gebruikers op weg als ze
er even niet meer uitkomen. Op het gebied van privacy en veiligheid vormen we langzamerhand een regionaal kenniscentrum. Door onze contacten met andere regio’s en met landelijke koepels en experts uit diverse organisaties, weten we welke eisen gesteld worden aan informatiebeveiliging en de bescherming van de privacy van zorgvragers. Onze activiteiten op het gebied van communicatie en PR zijn vooral gericht op de gebruikers van onze diensten. Vanwege de ingebruikname van het regionaal PatiëntPortaal gaan ook de inwoners van de regio tot onze doelgroep horen.
Zorgverlener – zorgvrager Zorgverlener – zorgverlener ZNO e-Verwijzen ZNO e-Lab Huisartsen ZNO e-Lab Care ZNO e-Lab Apothekers ZNO e-Overdracht ZNO e-Medicatieoverdracht ZNO e-Consultatie Dossiervorming en inzage
Patiënttoestemming TMC geboortezorg Telemonitoring e-Afspraak e-Consult
Zorgvrager – zorgvrager Lotgenotencontact Patiëntenfora
Randvoorwaarden Architectuur en infrastructuur: - XDS - ZorgRingOost - ZNO Berichtenverkeer - ZNO Veilige mail - ZNO ZorgPortaal - ZNO PatiëntPortaal Servicedesk en beheer Communicatie Privacy en veiligheid Basisset patiëntgegevens
Zorgverlener – derden
Zorgvrager - derden
Koppeling met gemeenten
29
Contact BEZOEKADRES Zuiderval 62-2 7543 EZ Enschede
POSTADRES Zuiderval 62-2 7543 EZ Enschede
WEBSITES www.izit.nl
ww.zorgnetoost.nl
E-MAIL
[email protected] [email protected]
SERVICEDESK
088-4357337
[email protected] De servicedesk is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 09.00 uur tot 17.00 uur.
30
Colofon
UITGAVE
IZIT
REDACTIE
Renie Heerbaart Marloes Sanders
VORMGEVING Melk design
31
.nl