Jaarverslag ‘t Schrijverke
Schooljaar 2013-2014
Jaarverslag 2013-2014
Zo is ’t Schrijverke Als een vijver vol mogelijkheden Waarin het leven voortdurend beweegt Waar kinderen en de volwassenen die zorg voor hen dragen zich laten onderdompelen in het bad van ervaringen uitdagingen en kennis en als onderdeel van het grote geheel zich als een vis in het water voelen
Jaarverslag 2013-2014
1
’t Schrijverke
INLEIDING Voor u ligt het jaarverslag over het schooljaar 2013-2014 van Katholieke Jenaplanschool 't Schrijverke. Dit jaarverslag is bestemd voor alle personeelsleden en ouders van ’t Schrijverke. Nadat het jaarverslag is besproken in de MR, ontvangt het College van Bestuur (CvB) van de Scholengroep Katholiek Onderwijs (SKO) Flevoland en Veluwe en de Onderwijsinspectie een exemplaar. Het jaarverslag wordt jaarlijks opgesteld en besproken en is een verplicht verantwoordingsdocument wat onderdeel uitmaakt van het kwaliteitsbeleid binnen SKO en dus ook op ’t Schrijverke.
Lelystad, november 2014
Jaarverslag 2013-2014
2
’t Schrijverke
INHOUD
INLEIDING
2
INHOUD
3
1.
2.
3.
4.
DE FEITEN OP EEN RIJTJE
6
1.1
Leerlingen 1.1.1 Aantallen 1.1.2 Weging 1.1.3 Verdeeld naar leeftijd 1.1.4 Verdeeld naar culturele achtergrond 1.1.5 Mutaties leerlingen
6 6 6 6 6 7
1.2
Personeel 1.2.1 Personele bezetting 2013-2014 1.2.2 Mutaties personeel 1.2.3 Vervangers 1.2.4 Kengetallen verzuimpercentage 1.2.5 Scholing
8 8 9 9 9 10
HET WERK VOOR DE KINDEREN
12
2.1
Teamactiviteiten
12
2.2
Evaluatie 2013-2014 2.2.1 Leerlingenzorg 2.2.2 ICT 2.2.3 Taal 2.2.4 Rekenen 2.2.5 Brede school & cultuur 2.2.6 Schoolontwikkeling 2.2.7 Overige onderwerpen
12 12 12 13 13 13 13 13
SCH0OLACTIVITEITEN MET DE KINDEREN
15
3.1
Activiteiten met de hele school onder schooltijd
15
3.2
(Brede) schoolactiviteiten na schooltijd
15
ORGANISATIE EN BEHEER
16
4.1
16
Begroting 2014
Jaarverslag 2013-2014
3
’t Schrijverke
5.
6.
7.
EXTERNE ONTWIKKELINGEN EN BETREKKINGEN
18
5.1
Onderwijsloket
18
5.2
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
18
5.3
Logopedie
18
5.4
Kubus
18
5.5
Wijkgericht werken
18
5.6
SKO (Scholengroep Katholiek Onderwijs Flevoland en Veluwe)
18
5.9
Bedrijfsarts
18
5.10
Brede School
18
KWALITEITSZORG
19
6.1.
Werken volgens het INK-model
19
6.2
Kwaliteitsverbetering
20
6.3
Evaluatie
20
6.4
Inspectiebezoek
21
LEERLINGRESULTATEN
22
7.1
Toelichting bij de toetsresultaten 7.1.1 Cito 7.1.2 Vaardigheidsscores 7.1.3 Trendanalyse volgmodel leerlingen 7.1.4 Trendanalyse volgmodel leerjaren
22 22 23 23 23
7.2
Toetsen voor kleuters 7.2.1 Taal voor kleuters 7.2.2 Rekenen voor kleuters
24 24 25
7.3
Leesonderwijs 7.3.1 Technisch lezen 7.3.2 DMT
26 26 26
7.4
Begrijpend lezen 7.4.1 Begrijpend lezen groep 4 7.4.2 Begrijpend lezen groep 5 t/m 8
29 29 30
7.5
Spelling 7.5.1 Spelling groep 3 t/m 8
31 31
7.6
Rekenen 7.6.1 Rekenen groep 3 t/m 8
33 33
7.7
Woordenschat 7.7.1 Woordenschat groep 3 t/m 7
36 36
7.8
Verantwoording van de toetsresultaten
38
Jaarverslag 2013-2014
4
’t Schrijverke
8.
LEERLINGENZORG
39
8.1
Verwijzingen voortgezet onderwijs
39
8.2
Begeleiding op het gebied van leerlingenzorg
39
8.3
CJG
39
8.4
Onderzoeken 8.4.1 Dyslexieonderzoek 8.4.2 Rekenonderzoek
40 40 40
8.5
Leerlinggebonden Financiering (LGF)
40
8.6
Aandacht voor leerlingen die meer aankunnen (zorg naar boven)
41
8.7
Overzicht van zittenblijvers, individueel
41
8.8
Acties in 2012-2013 gerealiseerd en planning 2013-2014
41
8.9
Waar zijn we trots op
42
Jaarverslag 2013-2014
5
’t Schrijverke
1
DE FEITEN OP EEN RIJTJE
1.1
LEERLINGEN
1.1.1 Aantallen 01-10-2008: 298 01-10-2009: 316 01-10-2010: 309 01-10-2011: 329 01-10-2012: 345 01-10-2013: 345 01-10-2014: 360 1.1.2 Weging Op basis van een aantal factoren wordt aan kinderen een zgn. leerlinggewicht toegekend. Hierbij wordt sinds 2006 gekeken naar de opleiding van de ouders. Voorheen speelde ook de culturele achtergrond een grote rol. Op basis van het gewogen leerlingenaantal wordt de financiële vergoeding aan de school bepaald. Er wordt steeds uitgegaan van de 1 oktobertelling. De verdeling over de gewichten ziet er als volgt uit:
0,3 1,2 0 1.25 1.90 Totaal 1.1.3
4jaar 5 jaar 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 1.1.4
2014 21 3 336
2013 14 4 327
2012 14 5 326
2011 19 5 305
2010 17 3 289
2009 24 5 287
360
345
345
329
309
316
2008 22 2 260 4 10 298
2012 53 47 43 50 45 37 21 41 8 -
2011 48 45 51 45 40 21 43 24 12 -
2010 39 46 48 40 22 41 23 37 12 1
2009 47 50 43 22 42 25 41 33 11 1
2008 46 44 23 42 23 42 34 38 6 -
Verdeeld naar leeftijd: 2014 49 36 53 54 40 49 47 31 1 -
2013 38 54 51 42 49 46 34 18 13 -
Verdeeld naar culturele achtergrond:
Argentinië Aruba België Bosnië-Herzegovina Brazilië China Colombia Egypte Frankrijk Ghana Groot Brittannië Hongarije
Jaarverslag 2013-2014
2013-2014 1 6 1 2 2 2 1 1 1 1 5 1
6
’t Schrijverke
Indonesië 4 India 2 Italië 2 Marokko 9 Nederlandse Antillen 4 Oekraïne 2 Oostenrijk 1 Peru 1 Polen 6 Portugal 2 Sierra Leone 1 Somalië 1 Spanje 1 Sri Lanka 2 Thailand 3 Tsjechië 1 Turkije 2 Venezuela 1 Vietnam 1 * Het administratieprogramma wordt ieder jaar aangepast aan de eisen van het Ministerie. Bij de verdeling hierboven is ook de culturele achtergrond van de ouders meegenomen 1.1.5 Mutaties Leerlingen Mutaties tussen 1-10-2013 en 1-10-2014:
A. Ingeschreven kleuters
13-14 12-13 11-12 10-11 09-10 08-09 54 43 54 55 42 47
B. Ingeschreven overig
16
15
15
21
9
19
A+B Totaal ingeschreven
70
58
69
76
51
66
9 13
8 5
8 7
11 3
9 3
5 1
22
3 2 18
2 21
4 1 19
5 1 18
4 4 14
16 4 9
12 8 15
15 5 15
3 8 20
1 1 1
1
38 57
37 57
C. Uitgeschreven: diversen verhuisd binnen Lelystad verhuisd buiten Lelystad Speciaal basisonderwijs /speciaal onderwijs Anders Totaal D. Uitgeschreven: Voortgezet Onderwijs Arcus Rietlanden S.G.L. De Steiger Groenhorst college Het Baken, Almere Oostvaarderscollege, Almere Ichthus college, Dronten Greidanus college, Zwolle Chr. College Nassau-Veluwe, Harderwijk Speciaal Voortgeze5t Onderwijs Aurumcollege, Lelystad Totaal C+D Totaal uitgeschreven
Jaarverslag 2013-2014
6 11 12 1
4
7 14 16 1 1
1 1 2 33 55
40 58
29 50
7
35 49
’t Schrijverke
1.2.
Personeel
1.2.1
Personele bezetting 2013-2014 Lln. Ma Di Groep 1/2 18 Wendy Wendy Blauwe Biggen Groep 1/2 18 Kim N. Kim N. Lila Leeuwen Groep 1/2 Roze Panters 18 Conny H. Conny H. Groep 1/2 Gele Slingerapen Groep 3/4 Paarse Papegaaien Groep 3/4 Groene Grappenmakers Groep 3/4 Witte Dolfijnen
Groep 3/4 Goudguppies Groep 5/6 Bronzen Brulkikkers Groep 5/6 Rode Rakkers Groep 5/6 Zilvermeeuwen Groep 5/6 Turquoise Tijgers Groep 7/8 Oranje Supermuizen Groep 7/8 Zwarte Zwanen Groep 7/8 Bruine Beren
Wo
Do
Vr
Wendy
Wendy
Wendy
Kim N.
Kim N.
Kim N.
Conny H.
Conny H.
Marjan
18
Petra H.
Petra H.
Petra H.
Petra H.
Petra H. Judith
23
Nathalie
Nathalie
Nathalie
Nathalie
Nathalie
23
Marja
Marja
Marja
Marjan
Marja
23
Judith
Judith
Marije (vervanger)
Marije (vervanger)
Marije (vervanger)
23
Kim D.
Kim D.
Conny L.
Conny L.
Conny L.
26
Anjo
Virginia
Virginia
Virginia
Virginia
26
Lidy
Lidy
Lidy
Anjo
Lidy
26
Marjanne
Marjanne
Marjanne
Nadesja (LIO)
Nadesja (LIO) Wim
26
Petra V. Wim
Petra V. Wim
Petra V. Wim
Jacqueline
Jacqueline
25
Julia
Julia
Julia
Julia
Julia
25
Hassana
Hassana
Hassana
Hassana
Hassana
25
Ellen
Ellen
Ellen
Ellen
Ellen
Coördinator OB Coördinator TB Coördinator MB Coördinator BB
Jaarverslag 2013-2014
Vervanger Ilse, vanaf begin oktober Inge
Dymphie vervanger van zomervakantie tot de kerstvakantie Petra H. werkt de halve vrijdagen Judith werkt de hele vrijdagen
Verlof Marije tot 2102-2014 Marije start na voorjaarsvakantie Vervanger Ellen Schreuder
BAPO: Virginia op ma. Op di met een werkavond werkt Anjo.
Nadesja staat op vrijdag voor de groep. Petra V. zal de vervanging van Wim doen tijdens reintegratie Zwangerschapsverlof van december t/m april
Kim N Nathalie Marjanne Ellen
8
’t Schrijverke
Ma Sandra (middag) Clara Marlene Wendy L Munda
Ondersteuning
IB
Di Sandra Clara Marlene
Wo Sandra Clara
Do Sandra Clara Marlene
Vr Clara
Wendy L Munda
Wendy L
Wendy L Munda Kim D.
Wendy L
Coaching / ondersteunende taken mibo/specifieke begeleiding meerbegaafde leerlingen Adjunct
Willy
Willy
Directeur
Maarten
Maarten
Van februari tot einde schooljaar Kim D. werkt donderdag tot 14.30 uur op school. In overleg ook op vrijdag.
Marjanne
Willy
Willy
Op maandag werkt Willy tot 13.00 uur.
Maarten
Maarten
De bouwcoördinatoren, IB en directie vormen samen het managementteam (MT). 1.2.2 Mutaties personeel Vertrokken: Wendy L: Wim B
onderwijsassistent in tijdelijke dienst
1.2.3 Vervangers Langdurige vervangingen: Petra V: Wim (ziekteverlof) Ellen S: zwangerschapsverlof Marye Ilse W: Wendy (ziekteverlof: start schooljaar tot oktober) Inge M: Wendy (ziekteverlof: begin oktober tot einde schooljaar) Dymphie de : Conny H (ziekteverlof: start schooljaar tot kerstvakantie) 1.2.4
Kengetallen verzuimpercentage
Personele opbouw
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Aantal FTE
20.8
20.3
21.6
21.2
21,46
23,22
59
49
67
49
55
60
0.80
0.65
0.57
0.61
0,50
0,53
Aantal medewerkers (incl. vervanging) Meldingsfrequentie Ziekteverzuim
2011
Totaal
1,87fte
8,63%
1,53fte
7,27%
2,2fte
9,99%
2,87fte
12,43%
kort
0,12
6,44%
0,097
6,36%
0,12
5,53%
0,12
4,21%
middel
0,45
2,42%
0,047
3,11%
0,87
3,95%
0,19
6,55%
lang
0,95
50,91%
0,35
22,71%
0,43
19,84%
0,98
34,05%
Zeer lang
0,75
40,23%
1,04
67,83%
1,55
70,68%
1,59
55,19%
Kort verzuim: Midden verzuim: Lang verzuim: Zeer lang verzuim:
Jaarverslag 2013-2014
2012
2013
2014
1 tot en met 7 dagen Verzuim van 8 tot en met 42 dagen Verzuim van 42 tot en met 365 dagen Verzuim van 365 dagen en langer
9
’t Schrijverke
1.2.5 Scholing 2013-2014 Scholing en training van het schoolteam van ‘t Schrijverke staan vooral in het teken van collectiviteit. Om de gezamenlijke doelstellingen te behalen heeft leren binnen de groep ook het meeste effect. We zijn gezamenlijk in ontwikkeling en op weg naar verbetering. Ook is er door diverse collega’s individuele scholing gevolgd. Vanuit SKO is er het schooljaar2013-2014 scholing aangeboden. Vanuit de “Akke Demi” is een aanbod opgesteld door en voor SKO medewerkers. Te denken valt hierbij aan collectieve scholing voor IB-ers (analyseren en maken van opbrengstrapportages), School Video Interactiebegeleiding (SVIB) voor (startende) leerkrachten. Deze cursussen, trajecten en opleidingen worden bekostigd vanuit de prestatiebox. Dit zijn geoormerkte gelden die door scholen ingezet moeten worden voor schoolontwikkeling. Nascholing en schoolbegeleiding zijn begroot en worden bekostigd uit het schoolbudget. In 2013-2014 heeft zowel individuele als teamscholing plaatsgevonden De gevolgde scholingen voortgezet lezen, professionalisering intern begeleider (rekenen) en video interactie/beeldcoaching zijn door de Akke Demi aangeboden. De individuele scholing bestond in 2013-2014 uit: Naam Petra H Kim N Wendy Inge Conny H Marja Nathalie Kim D
Lidy Jacqueline Ellen
Julia Maarten
Willy
Munda
Stamgroepleiders midden- en bovenbouw, intern begeleider
Omschrijving BHV herhaling Voortgezet technisch lezen Kinder-EHBO herhaling Video interactie / beeldcoaching Video interactie / beeldcoaching Voortgezet technisch lezen Mentorentraining Workshop doublures, kindgesprekken, opp Leren leren, aanbod hoogbegaafdheid Professionalisering intern begeleider (rekenen) Voortgezet technisch lezen Bewegingsonderwijs Studiedag “ongewenste omgangsvormen” Voorgezet lezen Oriëntatie op leiderschap (SKOFV) BHV herhaling Netwerk ICT Oriëntatie op leiderschap (SKOFV) Opbrengstgericht leiderschap op een Jenaplanschool Collegiale consultatie (auditteam SKOFV) Individuele coaching Studiedag “ongewenste omgangsvormen” Pedagogisch leiderschap BHV herhaling Studiedag Positiviteit Voortgezet lezen BHV herhaling Professionalisering intern begeleider (rekenen) Be Cool
Bij teamscholing is het van groot belang dat alle deelnemers zich kunnen ontwikkelen en dit mede in dienst staat van onze schoolontwikkeling. Bij de intake / aanbesteding sturen we hierop. Bij langlopende trainingen evalueren we regelmatig en stellen waar nodig bij. Deze maatwerkformule vinden we belangrijk. Het team / de school is regisseur van zijn / haar eigen ontwikkeling.
Jaarverslag 2013-2014
10
’t Schrijverke
De teamscholing bestond in 2013-2014 uit:
Professionalisering MT
Inhoud Sturen op opbrengstgericht werken. Feedback geven. Professionele ruimte binnen de organisatie.
Door Elwine Walraven (Walraven & de Wolff)
Passend onderwijs
Werken met de Pittige Plustorens en DHH
Voortgezet technisch lezen
Werken met een methode voortgezet technisch lezen
SKO FV Akke Demi
Rekenonderwijs
Werken volgens het handelingsmodel
Pittige Plustorens
Aanbod meerbegaafden
Linda Karin Hoekstra Observaties door directie en IB Elearning Creative Kids Concepts
Quickscan
Jaarverslag 2013-2014
Munda Tromp
11
’t Schrijverke
2.
HET WERK VOOR DE KINDEREN
2.1 Teamactiviteiten Om het onderwijs voortdurend te ontwikkelen en om de afstemming tussen de groepen onderling te borgen kwamen de teamleden in verschillende vergaderingen bij elkaar.
Teamvergaderingen: gemiddeld eens per 3 weken. Deze teamvergaderingen dienden om de gezamenlijke activiteiten, de dagelijkse gang van zaken rond het schoolgebeuren te organiseren. Zoals bijvoorbeeld de weeksluitingen, de vieringen rond Kerst en Pasen, sportactiviteiten en dergelijke. Ook kwamen inhoudelijke onderwerpen aan de orde, zoals het Grote Geweten. Hier worden afspraken nagelopen en geborgd. Bouwvergaderingen: gemiddeld eens per 2 á 3 weken, om bovenstaande zaken in de bouw af te stemmen en allerhande voorkomende onderwijskundig organisatorische zaken met elkaar te bespreken. En om elkaar in het onderwijsproces te ondersteunen (intervisie). Flatvergaderingen: Deze vergaderingen zijn doorgaans twee tot drie keer per jaar tussen twee opvolgende bouwen en hebben als doel de doorgaande lijn bij veranderingen op elkaar af te stemmen en kinderen door te spreken die van bouw veranderd zijn. Thema- en werkavonden: één dinsdag in de maand komt het team ’s avonds bij elkaar om vooral praktisch of inhoudelijk met elkaar aan de slag te gaan. In 2013-2014 hebben we op deze momenten gewerkt aan: o Leerlingresultaten o Leerlingenzorg, het werken met handelingsplannen en groepsplannen o Actieplannen o Bouwactiviteiten Commissievergaderingen van praktische aard: ter voorbereiding van de teamvergaderingen en activiteiten. Actieteamvergaderingen: op ’t Schrijverke werken we met actieteams. Een aantal leerkrachten werkt gezamenlijk aan een verbeterplan (op onderwijsinhoudelijk niveau) opgenomen in het activiteitenplan. Een overzicht van de actieplannen is te vinden in de evaluatie. Studiedagen. In oktober was de tweejaarlijkse studiedag van SKO. Het personeel van alle scholen die onder de scholengroep resulteren namen deel aan de Onderwijsdag Almere. Tijdens de studiedagen zijn o.a de volgende onderwerpen aan bod gekomen: Rekenen, Jenaplan, toetsnormering, tevredenheidsonderzoeken, passend onderwijs, evaluatie en jaarplanning
2.2 Evaluatie 2013-2014 Op basis van het schoolplan 2011-2015 en naar aanleiding van de evaluaties in het team is het jaarplan 2013-2014 opgesteld en aan de MR, alsmede aan het CvB aangeboden. In het schooljaar 2013-2014 zijn de actieplannen leerlingenzorg, ICT, taal, rekenen, Jenaplan en schoolontwikkeling uitgevoerd. 2.2.1 Leerlingenzorg Op onderwijskundig gebied en dan vooral de leerlingenzorg, wordt er steeds meer verwacht van leerkrachten; de mensen die er toe doen. Bezuinigingen, wettelijke (en lokale) afspraken als Passend Onderwijs, eisen een effectievere inzet van zorg (naar boven en beneden). Wat betreft de leerlingenzorg heeft het team het werken met groepsplannen verder uitgebreid. In het schooljaar 2013-2014 is gewerkt met groepsplannen voor rekenen, taal en begrijpend lezen voor de tussen-, midden- en bovenbouw en de groepsplannen voor taal en rekenen in de onderbouw. In de tussenbouw is ook gewerkt met een groepsplan voor aanvankelijk lezen. Er is gewerkt met het Digitaal Handelingsplan Hoogbegaafden. De stamgroepleiders zijn in staat om hun groep in kaart te brengende d.m.v. de quickscan en het signalerings- en diagnostiseringstraject van DHH. Voor de meerbegaafde kinderen is de Pittige Plustoren aangeschaft. Het team heeft hiervoor scholing gevolgd. O.l.v. een van de stamgroepleiders en in de stamgroepen wordt o.a. met de papers van de Pittige Plustorens gewerkt. Ook worden hier overige materialen voor ingezet. Toetsresultaten werden op vaste momenten besproken met de stamgroepleider in de bouwen, met de directie, op teamniveau en in de MR. Ook op bestuursniveau zijn de resultaten besproken. Als er opvallende resultaten waren op individueel- of groepsniveau dan werden deze besproken en zo mogelijk geanalyseerd. Ook werd afgesproken of eventuele actie gewenst was. De toetsresultaten zijn tijdens de rapportagegesprekken met de ouders besproken.
Jaarverslag 2013-2014
12
’t Schrijverke
2.2.2 ICT De afgelopen jaren hebben we op ’t Schrijverke al stappen gezet voor verdere integratie van ICT & Innovatie binnen ons onderwijs. Alle groepen hebben inmiddels een digitaal schoolbord. Onze ICT-ambassadeur maakt deel uit van een expertisegroep binnen SKO en Almeerse Samenwerkingsverbanden. Tijdens bijeenkomsten is er ruimte voor intervisie, uitwisseling van de laatste ontwikkelingen op ICT gebied in het onderwijs en ondersteuning / scholing in het schrijven van een gedragen ICT-beleidsplan. 2.2.3 Taal/Technisch lezen De nieuwe taalmethode ‘Taal actief’ is vanaf 2011 gefaseerd ingevoerd. De groepen 7 en 8 zijn in 2013-2014 als laatste bouw gestart. Zodoende is Taalactief volledig geïmplementeerd. Het actieteam heeft zich beziggehouden met de implementatie en borging van deze nieuwe taalmethode. Voor technisch lezen is een eerste oriëntatie gedaan richting doorgaande lijn binnen de school. Ook de kennis van collega’s mb.t. leesonderwijs is verhoogd middels scholingen via de SKO ‘Akke & Demi’. Voor 2014-2015 is gekozen om te werken met de voortgezet technisch leesmethode ‘Estafette Lite’. 2.2.4 Rekenen In het schooljaar 2013-2014 zijn de tussen-, midden- en bovenbouw gestart met de rekenmethode “Pluspunt” en is de rekenmethode geïmplementeerd. Het team is verder geschoold in de lesvaardigheden betreffende het rekenen. Ook hebben er observaties naar instructies in de stamgroepen plaatsgevonden door directie en IB. rekenonderwijs. 2.2.5 Brede School & cultuur Om binnen- en buitenschools leren te koppelen is er een actieteam Brede School/cultuur. Het actieteam heeft een actieplan opgesteld. In het schooljaar 2013-2014 was beeldende vorming cultureel speerpunt. Dit kreeg binnenschools o.a. vorm door de rode draad tijdens weeksluiting. Alle groepen namen deel aan het cultuurpakket “Erfgoed”. Het project werd op school uitgevoerd door de stamgroepleiders. Ook gaven docenten van CKV “de Kubus” gastlessen aan alle groepen. Het project werd afgesloten met een voorstelling in de Kubus. Hiervoor waren alle ouders uitgenodigd. Tijdens de blokperiode en de keuzecursus kreeg drama een extra impuls. Ook via de brede school was er een aanbod op het gebied van drama. 2.2.6 Schoolontwikkeling Een urgent actiepunt op ’t Schrijverke is het hoge percentage ziekteverzuim (ruim 10%). Dit hoge percentage naast de signalen afgegeven door teamleden dat de ervaren werkdruk hoog is, heeft ons doen besluiten om een (gesubsidieerd) begeleidingstraject in te gaan. Vanuit het vervangingsfonds is een budget beschikbaar gesteld om de ervaren werkdruk te verlagen en hierdoor mogelijk ook het (te) hoge percentage ziekteverzuim omlaag te krijgen en tevens een verbetering in de kwaliteit van het onderwijs op ’t Schrijverke te bewerkstelligen.. Dit begeleidingstraject heeft het team begeleid, gestuurd en gecoacht op verschillende onderwijskundige aspecten (o.a. oplossingsgericht werken, instructievaardigheden verbeteren, Jenaplanconcept op ’t Schrijverke aanscherpen, professionele cultuur, doorgaande -onderwijskundigelijn). In het actieplan Schoolontwikkeling zijn deze plannen verder uitgewerkt. Het MT heeft zich dit schooljaar verder ontwikkeld op professionaliteit. Taken, verantwoordelijkheden en de manier van aansturen van bouwen is besproken. Begeleiding hierbij heeft het MT gehad van Onderwijsconsulent Elwine Walraven Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen het Managementteam (MT) zijn vastgelegd, wat voor meer duidelijkheid zorgt. Schoolbreed zijn onderwijskundige afspraken gemaakt en vastgelegd m.b.t. een doorgaande lijn. Hier valt bijv. te denken aan de inrichting van het lokaal tot de manier van instructiegeven volgens het Activerende Directe Instructiemodel. De directie is geschoold in het afnemen van de Vaardigheidsmeter (VHM). Dit is een instrument om leerkrachten te observeren op pedagogische en didactische vaardigheden. Hieruit komen gerichte ontwikkelpunten op individueel- of schoolbreed niveau. Deze VHM wordt ieder schooljaar afgenomen bij alle leerkrachten. 2.2.7 Overige onderwerpen Gym Op ’t Schrijverke geven onze eigen leerkrachten de gymlessen. Elke leerkracht wordt bevoegd geacht de gymbevoegdheid te hebben of te behalen. In het kader van de sportieve Brede School liggen de sportactiviteiten in handen van Buurtwerk in samenspraak met het Sportbedrijf Lelystad. Er worden binnen- en buitenschools activiteiten betreffende een bepaalde Sport
Jaarverslag 2013-2014
13
’t Schrijverke
aangeboden, zodat kinderen kennismaken met diverse sporten en aangemoedigd worden te gaan sporten/bewegen. Omgevingsonderwijs Studenten van PABO Windesheim Almere hebben onderzoek gedaan naar het omgevingsonderwijs op ’t Schrijverke. Zij hebben voor de onder- en tussenbouw een natuurpad ontwikkeld en voor de midden- en bovenbouw een belevenissenpad. Ook de scriptie van de Leerkracht In Opleiding gaat over omgevingsonderwijs.
Jaarverslag 2013-2014
14
’t Schrijverke
3.
Schoolactiviteiten met de kinderen
3.1 Activiteiten met de hele school onder schooltijd Op ’t Schrijverke zijn in 2013-2014 de volgende schoolactiviteiten gehouden. Jaaropening Project sociaal emotionele ontwikkeling. Dit project is jaarlijks terugkerend aan het begin van het schooljaar en wordt gezamenlijk geopend en afgesloten. Kinderboekenweek. Op school werd hier aandacht aan besteed d.m.v. een project met voorleesmiddag en teken- en schrijfwedstrijd. Groep 8 deed mee aan de schrijfwedstrijd van de SGL Project wereldoriëntatie; Communicatie Sinterklaasviering Kerstviering: Het kerstdiner werd georganiseerd door de oudervereniging. Er waren twee Adventsvieringen als voorbereiding op de Kerstviering met het thema ‘ongehoord ( niet gehoord worden)’. De Wereldwinkel kwam ook aan bod om de ontwikkelingslanden een stem te geven Project ruimte en tijd; jaarlijks in januari Project wereldoriëntatie; Techniek (project erfgoed met afsluitende voorstelling) Carnaval Paasviering Schoolfeest; voor de kinderen. Vanwege de Avondvierdaagse is de barbecue voor ouders, kinderen en team later georganiseerd Jaarsluiting Weeksluitingen: Om de twee weken was er een weeksluiting Afscheidsmusical groep 8 3.2 (Brede) schoolactiviteiten na schooltijd Openingsreceptie: in de tweede schoolweek vond voor kinderen en ouders een informeel samenzijn plaats. Iedereen nam wat eten en drinken mee; Tentoonstelling naar aanleiding van een het project ‘Communicatie’ in november; Voetbaltoernooi voor de oudste groepen in april; Avondvierdaagse in mei; Schoolverlatersavond; ’t Schrijverke is een Brede School. Dit betekent dat kinderen na schooltijd mee kunnen doen aan brede schoolactiviteiten op het gebied van kunst & cultuur en sport. De sportactiviteiten worden georganiseerd door Buurtwerk in samenspraak met Sportbedrijf Lelystad. Welzijn organiseert het Kinderkookcafé. De school wordt ondersteund door de coördinator bij het aanbod kunst- en cultuur. Deze workshops zijn gegeven door kunstenaars en aanbieders vanuit ‘Talent in de buurt’ en Kunstwijs de Kubus. In 2013-2014 bestond het buitenschoolse culturele aanbod o.a. uit: o toneelspelletjes, expressie (ervaren, (h)erkennen, doen) o streetdance, werelddans o schetsen, knutselen, fotografie, mode en textiel, schilderatelier, mozaiek o techniek o Kinderkookcafé Hiernaast organiseerde het Sportbedrijf sportieve activiteiten voor alle bouwen.
Jaarverslag 2013-2014
15
’t Schrijverke
4.
ORGANISATIE EN BEHEER
4.1 Begroting 2014 De uitgebreide toelichting op de begroting is besproken in de MR waarna zij instemming heeft gegeven. Daarna is de begroting formeel goedgekeurd door het College van Bestuur (CvB). Inleiding Binnen de beperkte financiële ruimte van het primair onderwijs (PO) is het niet eenvoudig om een sluitende begroting te krijgen. De financiering van het PO en de gevolgen van alle ‘sluipende’ bezuinigingen staan in de publieke aandacht. De gevolgen van het herfstakkoord en de extra financiële middelen voor het onderwijs (en het PO in het bijzonder) zijn op dit moment nog onduidelijk. Daarom is hier ook niets van opgenomen in de begroting en deze toelichting. Als collectief (Stichting) en als school hebben we tijdig geanticipeerd op financieel krappere tijden, waardoor de pijn c.q. de negatieve effecten tot op heden zijn meegevallen. Rigoureuze ontslagen hebben binnen onze Stichting niet plaatsgevonden. De verwachting is dat de komende jaren spannend zullen blijven en we zullen de overheidsmaatregelen nauwlettend volgen en hierop anticiperen. Pijnlijke maatregelen zijn nu al merkbaar. De gemiddelde klassengrootte is toegenomen en het is niet ondenkbaar dat dit de komende jaren nog zal stijgen. . Begroting Bij het opstellen van een begroting proberen we op basis van het verleden onze uitgaven voor het komend boekjaar te beramen. Daarnaast kijken we ook naar het financieel reilen en zeilen van vergelijkbare scholen binnen de Stichting (benchmarking). Steeds wordt gezocht naar een goede balans tussen enerzijds de materiële uitgaven (gemiddeld 15% van de totale inkomsten) en personele uitgaven (gemiddeld 85%). Het gaat immers om de uiteindelijke kwaliteit die we willen en moeten leveren en waarover we verantwoording willen afleggen. Leerlingenaantal De inkomsten/ baten van de school zijn gebaseerd op het aantal leerlingen dat de school bezoekt. De school is qua leerlingenaantal behoorlijk gegroeid in de afgelopen twee jaren. Bewoners van binnen en buiten de wijk hebben een positief beeld van ’t Schrijverke en dit heeft wat betreft de aanmelding van leerlingen een gunstig effect. Waar andere scholen (en -volgens de prognoses van de gemeente- de wijk) flink teruglopen, blijven we op ’t Schrijverke nieuwe aanmeldingen (vierjarigen) ontvangen. Vanaf februari 2014 tot het eind van het schooljaar 2013-2014 is een extra onderwijsassistent ingezet in de kleutergroepen. Hierdoor werden de groter wordende groepen in de onderbouw ontlast. Voor de komende jaren staan grotere groepen schoolverlaters (richting Voortgezet Onderwijs) in de planning. Daarom streven we naar stabiliteit tot (slechts) een lichte daling in ons leerlingaantal. Het bieden van goed onderwijs is vanzelfsprekend de juiste weg om deze stabiliteit te bewerkstelligen. Dat betekent dat er blijvend gewerkt moet worden aan inhoudelijke verbetering. Wij weten waar we sterker in moeten worden en daar willen we aan werken en transparant in zijn. Materiële situatie De school heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe methodieken (taal, rekenen) en zal dit de komende jaren ook blijven doen (basisontwikkeling onderbouw / voortgezet technisch lezen / begrijpend lezen). Inmiddels is voor het voortgezet technisch lezen de methode Estafette Lite aangeschaft. Deze methode wordt in het schooljaar 2014-2015 geïmplementeerd. Door de invoering van het Passend Onderwijs waardoor zoveel mogelijk kinderen in het reguliere basisonderwijs onderwijs zullen volgen zal er een gevarieerder aanbod aan leermaterialen komen. Onze school gaat de komende jaren bijvoorbeeld investeren in materialen voor de meer begaafde leerlingen. In 2013 is de ‘Pittige Plustoren’ al aangeschaft. Het huidig beleid op ICT gebied ligt binnen SKO en de school onder een vergrootglas, want de ICT behoefte loopt niet gelijk op aan de feitelijke situatie. wat betreft beschikbare randvoorwaarden en de apparatuur. Wij gaan die ontwikkeling niet afwachten en zullen het komend schooljaar blijvend investeren op dit gebied. In 2012 is er een begin gemaakt met de aanleg van een draadloos netwerk in school en daardoor zijn we niet langer gebonden aan vaste werkplekken. De komende jaren zullen er tablets (en/of laptops) worden aangeschaft, want een aantal nieuwe (hulp)programma’s vereist meer ICT mogelijkheden en middelen. Alle
Jaarverslag 2013-2014
16
’t Schrijverke
vijftien groepen beschikken inmiddels over een digitaal schoolbord. Inmiddels is een aantal tablets en laptops aangeschaft. In 2014 wordt voor de middenruimte een groot tv-scherm aangeschaft met bijbehorende Apple TV. Hiermee kunnen we vieringen (zoals weeksluitingen) eigentijdser maken. Qua huisvesting is er de laatste jaren ook behoorlijk met eigen middelen geïnvesteerd (o.a. energiezuinige lichtarmaturen, sloten op alle lokalen). Het komende jaar zal verder geïnvesteerd worden op materiele voorzieningen binnen de school (o.a. vervangen oude kasten) om de school een ordelijk en eigentijds uiterlijk te (blijven) geven. Om het handelingsgerichte rekenonderwijs te ondersteunen is er voor elke groep een rekenkast aangeschaft waarin de concrete rekenmaterialen een plaats krijgen. Een positieve ontwikkeling binnen de Scholengroep willen we benoemen. Scholen weten elkaar steeds meer te vinden op het gebied van collectieve inkoop. Inmiddels is op een aantal terreinen collectieve contracten afgesloten (energie / kopieer / afvalverwerking). Komend jaar staat de schoonmaak op de rol. Dit levert elke individuele school financieel gewin op. Personeel Op ’t Schrijverke werken we met verschillende functieschalen. OOP (onderwijs-ondersteund personeel), leerkrachten in LA, leerkrachten in LB (functiemix) en directieschalen. Vanwege het feit dat we een school zijn uit een bepaald postcodegebied, hebben we zgn. impulsmiddelen. Hierdoor zitten we qua personeel wat ruimer dan andere basisscholen in Nederland. Deze middelen zullen de komende jaren echter teruglopen. We werken inmiddels met een aantal niet meer weg te denken vrijwilligers. Ook de inzet van stagiaires (ROC en PABO) en inzet van ouders (educatief partnerschap), levert de school ‘extra handen’ in en buiten de groep op. We kunnen constateren dat de leerkrachten geconfronteerd worden met meer leerlingen in hun groep. Ook in het kader van Passend Onderwijs zullen in de toekomst steeds vaker kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte bij ons op school blijven. Sluipende bezuinigingen met als voorbeelden; een verhoging van de werkgeverslasten (o.a. pensioenen) en BTW verhogingen werken door in de begroting. Aan de andere kant willen we de kwaliteit binnen onze school vergroten op verschillende gebieden. Er wordt daarom extra ingezet op ondersteuning (meerbegaafden, extra onderwijsassistent in de grote kleutergroepen) We moeten dus creatief omgaan met de personele inzet en het verdelen van de kinderen over de groepen. Veel speelruimte hebben we echter niet. Om de groter wordende onderbouwgroepen te ondersteunen is er vanaf februari tot de zomervakantie 2014 voor een WTF (werktijdfactor) van 0,5 een onderwijsassistent ingezet. Ook is er gekozen om in 2014 voor WTF 0,1 extra aan eigen middelen voor personeel in te zetten. Hiermee kunnen we een aantal keer per jaar vervanging financieren om bijv. groepsgesprekken onder schooltijd plaats te laten vinden. Dit moet het personeel ontzien van extra belasting na schooltijd. Onderhoud De voorziening onderhoud was, na een forse extra dotatie (€ 15.000,-) in 2011, weer op orde. Elk jaar storten we zodoende een bedrag in deze voorziening (€ 13.000,-) en dit bedrag bleek tot vorig jaar voldoende om op (middel)lange termijn het onderhoud binnen de school op peil te houden. Tijdens het gesprek met Onderwijsbureau Meppel (zij beheren ons onderhoud), bleek dat dit bedrag niet toereikend was. Daarom is het bedrag structureel verhoogd naar € 18.000,- per jaar. Samenvattend De meeste maatregelen om financieel gezond 2014 in te gaan zijn in 2011 en 2012 al genomen.. Door deze anticipatie op de financieel krappere jaren, krijgen we voorlopig niet te maken met rigoureuze maatregelen waarmee veel andere scholen en schoolbesturen te maken hebben. Bij een leerlingaantal wat overeenkomt met onze huidige prognoses ziet het er dus goed uit. De financiële positie van de school heeft zich in 2013 opnieuw verbeterd ten opzichte van voorgaande boekjaren. We kunnen spreken van een financieel gezonde school. De inkomsten kunnen volledig worden ingezet ten behoeve van het onderwijs.
Jaarverslag 2013-2014
17
’t Schrijverke
5.
EXTERNE ONTWIKKELINGEN EN BETREKKINGEN
5.1 Onderwijsloket Het Onderwijsloket is bedoeld als een bovenschools ondersteuningsorgaan ten behoeve van scholen en ouders. Het Onderwijsloket is opgericht ten behoeve van het voorbereiden van arrangementen voor extra ondersteuning in het kader van Passend Onderwijs en heeft als doel om voor ieder kind een juiste plek in het onderwijs te realiseren. Het Onderwijsloket stimuleert de scholen om handelingsgericht te werken. Het Onderwijsloket stimuleert de scholen om handelingsgericht te werken waarbij centraal staat welke hulp nodig is voor het kind, de leraar en/of ouders en wie deze hulp het beste kan bieden. Ondersteuning van de interne begeleider en de leerkracht wordt verzorgd door de consultatieve begeleider van “Zien in de Klas”. Zij werkt in opdracht van het Onderwijsloket. 5.3 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) In het Centrum Jeugd en Gezin werken allerlei organisaties samen, zoals: de jeugdgezondheidszorg (GGD), de Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (MDF), de gemeente Lelystad, Servicecentrum Flevolandse bibliotheken, Bureau Jeugdzorg, MEE, IJsselgroep, buurtcentra, peuterspeelzalen en basisscholen. Ouders kunnen de jeugdverpleegkundige bellen of mailen en op deze wijze een afspraak maken. In de regel zijn dit vragen die betrekking hebben op de thuissituatie. Met de intern begeleider worden de hulpvragen van ouders nabesproken. Ouders geven expliciet toestemming hiervoor. Bij dit overleg zijn de jeugdverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker aanwezig. Ook de groepsleerkracht en intern begeleider kunnen een leerling, na toestemming van de ouders inbrengen in het overleg. Tweemaal per jaar, en incidenteel, zullen de jeugdverpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker aanwezig zijn bij het overleg tussen de intern begeleider, de groepsleerkracht en de orthopedagoog die de school vanuit het Onderwijsloket begeleidt. 5.4 Logopedie Ook dit jaar heeft de school logopedische hulp gekregen. Een dagdeel per twee weken was er een logopedist op school aanwezig. De logopedische hulp is vooral bedoeld om vroegtijdig problemen te signaleren. 5.5 Kubus CKV “de Kubus” geeft jaarlijks een brochure uit met daarin de mogelijkheid voor projecten, voorstellingen en cursussen voor stamgroepleiders. Het schooljaar 2013-2014 is, in samenwerking met CKV “De Kubus” het project “Erfgoed” uitgevoerd. Naast de lessen gegeven door de stamgroepleiders gaven gastdocenten lessen in de stamgroepen. De afsluitende voorstelling door de kinderen vond plaats in de Kubus. Een aantal Brede Schoolactiviteiten is uitgevoerd door docenten van de Kubus 5.6 Wijkgericht werken In het kader van de Brede school hebben we als doel kinderen en ouders na schooltijd te laten participeren bij diverse activiteiten. De Brede Schoolcoördinator inventariseert in samenspraak met de school de behoefte van de kinderen en organiseert de buitenschoolse activiteiten. Kunstenaars en docenten van de Kubus uit Lelystad waren betrokken bij diverse activiteiten. Ook Welzijn organiseerde een aantal activiteiten zoals Kinderkookcafé en huiskamer. Het Sportbedrijf organiseerde sportactiviteiten voor alle groepen. 5.7 SKO (Scholengroep Katholiek Onderwijs Flevoland en Veluwe) De directie (van 27 scholen) kwam 10 keer bijeen om uiteenlopende onderwerpen te bespreken en uit te werken. Directies zitten in bovenschoolse actieteams om zodoende het Stichtingsbeleid uit te voeren. Daarnaast adviseren zij tijdens het directieberaad het CvB. 5.8 Bedrijfsarts Scholengroep SKO is aangesloten bij ‘Venster’. Tijdens de managementgesprekken werd het ziekteverzuim besproken en de trajecten die hieraan gekoppeld waren. Het ziekteverzuim op ’t Schrijverke is de laatste jaren hoog geweest. Het Vervangingsfonds heeft subsidie toegekend om hier begeleiding mee in te kopen. Deze begeleiding heeft vorm gekregen d.m.v. (team)scholing door Walraven en de Wolff Onderwijsadvies. 5.9 Brede school (scholen in verbinding) In het kader van het Grote Stedenbeleid wordt de Brede School (scholen in verbinding) door de Gemeente gepropageerd en ontvangt de school subsidie. Het subsidiebedrag wordt in zijn geheel aan de school uitgekeerd (uitgezonderd sportactiviteiten). Dit geeft mogelijkheden om breed in te zetten op het aanbod en de activiteiten. Op ’t Schrijverke worden de gelden met name ingezet voor kunst- en cultuuractiviteiten. Hierbij wordt gezocht naar een aansluiting van het binnen- en buitenschoolse leren. De coördinator Brede School ondersteunt de school bij het organiseren van de buitenschoolse activiteiten. Jaarverslag 2013-2014
18
’t Schrijverke
6.
KWALITEITSZORG
6.1 Werken volgens het INK-Model De school hanteert binnen de kwaliteitszorg het zgn. INK model (Instituut Nederlandse Kwaliteit). Dit model, dat in onze Stichting gebruikt wordt, zorgt ervoor dat alle processen en beleidszaken een zgn. cyclisch proces doorlopen. De domeinen worden hieronder verder uitgelegd.
Bij kwaliteit en resultaat valt zeker niet alleen te denken aan meetbare verstandelijke resultaten, zoals b.v. de uitstroomcijfers naar het voortgezet onderwijs. Kwaliteit en resultaat van het opvoeden en onderwijzen hangen juist samen met de wijze waarop het dagelijkse werk van kinderen wordt bekeken en beoordeeld. Als we het over resultaten hebben of rapportage zullen we dat afstemmen op de voortgang van het desbetreffende kind. Het gaat op onze school om de ontwikkeling als persoon en als kind. Kinderen zijn uniek; niet gelijk maar wel gelijkwaardig. Elk kind in onze school telt; het kind met wie het gezin en de school het beste voor heeft. Met schoolverslagen, rapportage en resultaatbespreking bedoelen we dan: de informatie die de school en de ouders met elkaar delen, waarbij het ons gaat om het kind in zijn gehele ontwikkeling. We kijken daarom enerzijds naar de ontwikkeling van de kinderen en anderzijds naar het resultaat van ons onderwijs.
Jaarverslag 2013-2014
19
’t Schrijverke
6.2 Kwaliteitsverbetering Op verschillende manieren wordt er op onze school gewerkt aan de voortdurende verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Kwaliteit heeft te maken met: de ontwikkeling en leerresultaten van de kinderen; het aanbod van het onderwijs (leerstof) de kwaliteit van het lesgeven van de stamgroepleiders (instructie) de organisatie van de school de samenwerking met allerlei geledingen en instanties binnen en buiten de school. Door regelmatig en systematisch de verschillende onderdelen te evalueren willen wij inhoud geven aan een voortdurende kwaliteitsverbetering. In dit deel wordt beschreven op welke manieren we de kwaliteit willen bewaken en indien noodzakelijk verbeteren. Maatregelen en instrumenten hierbij zijn: Op de eerste plaats dragen we zorg voor een goede sfeer in de groepen, omdat dit voor de opvoedings- en onderwijssituatie van groot belang is. Goede samenwerking en overleg in het team d.m.v. regelmatige bouw-, flat- en teamvergaderingen. Het managementteam (bouwcoördinatoren, IB en directie) overlegt één keer per maand in een managementteamoverleg (MTO). De interne begeleider en directie hebben eens in de drie weken een overleg. Het team komt meerdere dinsdagavonden bijeen om te werken aan verbetering van het onderwijs. Elk jaar heeft het team twee studiedagen waarop het lopende schooljaar geëvalueerd wordt en het nieuwe schooljaar wordt voorbereid. Zowel gezamenlijk als individueel vindt er regelmatige scholing van de stamgroepleiders plaats. Er is bovenschools overleg tussen de directies (zowel op lokaal als Stichtingsniveau). In het netwerk van intern begeleiders in Lelystad wordt scholing verzorgd en wordt meegedacht over het beleid rond leerlingenzorg. Er vinden groepsbezoeken en observaties gericht op instructievaardigheden van de stamgroepleiders plaats (o.a. m.b.v. de vaardigheidsmeter). Dit om een doorgaande lijn in leerkrachtinstructie en klassenmanagement binnen de school te waarborgen. Door de vaardigheidsmeter worden de pedagogische en didactische vaardigheden van de leerkracht in kaart gebracht. De school wordt periodiek ‘doorgelicht’ door de inspectie. De resultaten van de leerlingen worden met methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen en observatielijsten regelmatig gemeten en bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. Het afnemen van individuele toetsen. Kinderen worden minimaal tweemaal per jaar getoetst om het leesniveau te bepalen middels de Citotoetsen. Incidenteel kan een leerling getoetst worden om een leer- of gedragsprobleem te kunnen analyseren. In dit kader kan ook in de groep geobserveerd worden. Overleg tussen de groepsleerkrachten onderling en vooraf ingeplande overleggen met de intern begeleider. Het bieden van individuele hulp aan kinderen die dit nodig hebben (pre-teaching en remedial teaching). Het geven van uitdagende en stimulerende leerstof aan leerlingen die meer aankunnen. Regelmatige besprekingen van ‘zorg’ -kinderen in bouw- en flatoverleg. Bespreken van leerlingen in het zorg-adviesteam (ZAT). Eens per drie jaar wordt een leerlingenenquête gehouden. Deze wordt besproken in een werkgroep van ouders/leerkrachten. Deze werkgroep maakt n.a.v. de evaluatie een actieplan. Ouders hebben inzicht, inspraak en inbreng betreffende verschillende terreinen binnen de school. Om van hun mening kennis te kunnen nemen ontvangen alle ouders gemiddeld eens per drie jaar een enquête. Het resultaat hiervan wordt teruggekoppeld. Vanuit de MR maakt een werkgroep een actieplan. Er vindt eens per vier jaar een medewerkers tevredenheidsonderzoek plaats. 6.3 Evaluatie Regelmatig evalueren wij de resultaten die zijn behaald in vergelijking met onze voornemens. Ook nu kijken we niet alleen naar cijfers of tastbare resultaten. We hanteren ook bij deze evaluatie het eerder genoemde INKmodel, waarbij we onszelf een aantal vragen stellen: Doen we nog wat we zeggen? Hoe moet de school inspelen op de positie welke het inneemt binnen de wijk en Lelystad? Zitten we intern nog op één lijn, wat moet eventueel beter? Hebben we de juiste middelen om onze doelen te bereiken? Moet onze organisatie anders? Houden we voldoende rekening met de uitslagen van de tevredenheidonderzoeken? Jaarverslag 2013-2014
20
’t Schrijverke
Naar aanleiding van deze evaluaties maakt de school beleid. Zo beschikken wij over een meerjarenplanning. Het schoolbeleid wordt eens per vier jaar middels een zgn. schoolplan vastgesteld. Vervolgens vindt er jaarlijks een evaluatie (Jaarverslag) en bijstelling (Jaarplan / activiteitenplan) plaats. Deze documenten worden besproken binnen het team en daarna vastgesteld door de MR en vervolgens als verantwoording naar het schoolbestuur (CvB) gezonden. Al deze documenten zullen op de website van de school verschijnen. 6.4 Inspectie ’t Schrijverke verantwoordt zich aan de Inspectie door o.a. tweemaal per jaar de toetsresultaten (Cito) naar de Inspectie op te sturen. Wanneer deze toetsgegevens (opbrengsten) geen signalen van grote zorg afgeven, zit de school in het zogenoemde ‘basisarrangement’ en komt de Inspectie eens in de vier jaar op een school langs. De Inspectie beoordeelt scholen op de kwaliteit van hun onderwijs. Hierbij wordt er naar verschillende zaken gekeken: Leerlingresultaten: van groep 8 (eindresultaten) en tussenresultaten (groep 3, 4 en 6) op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen. Uiteraard de manier van lesgeven van de stamgroepleiders; hoe zien instructielessen er uit? Zijn deze effectief? Wordt er taakgericht gewerkt door de kinderen? Is er een goed pedagogisch klimaat in de groepen? Zien de groepsmappen er goed uit? De aansturing vanuit de schoolleiding; worden er gedaan wat gedaan hoort te worden om goed onderwijs te geven? Is er een duidelijke doorgaande lijn zichtbaar binnen de school? Welke plannen en acties staan de komende jaren op de rol? De leerlingenzorg gecoördineerd door de IB; hoe wordt de zorg op school vormgegeven? Hoe wordt er gewerkt met groeps- en handelingsplannen? Hoe zijn de analyses en verbeterplannen op het gebied van toetsgegevens. De Inspectie hanteert drie categorieën in haar beoordeling: 1. Voldoende (basisarrangement) 2. Zwak 3. Zeer zwak De verwachting is dat er vanaf 2015 een Inspectiecategorie bij komt voor scholen die het predicaat ‘excellent’ verdienen. Met de introductie van deze categorie worden scholen in het primair en voortgezet onderwijs gestimuleerd om nog beter te presteren. ’t Schrijverke heeft dit schooljaar een basisarrangement. De toelichting van de resultaten van het schooljaar 20132014 zijn te vinden in hoofdstuk 7. Op het gebied van leerlingenzorg nemen we de juiste stappen om bijv. het Passend Onderwijs binnen de school op een goede manier te integreren.
Jaarverslag 2013-2014
21
’t Schrijverke
7.
LEERLINGRESULTATEN (OPBRENGSTEN)
7.1 Toelichting bij de leerlingresultaten Op onze school worden kinderen gevolgd in hun ontwikkeling. Het doel hiervan is om van het individuele kind te bekijken of het zich in opgaande lijn ontwikkelt op cognitief en sociaal-emotioneel niveau. Hiertoe worden methode gebonden en methode-onafhankelijke toetsen gebruikt, naast de aantekeningen en observaties welke de stamgroepleider maakt. De toetsen worden in een schooljaar volgens een planning (toets rooster) afgenomen. Naast het kunnen volgen van de ontwikkeling van elk kind heeft het toetsen nog een functie in de school als "opvoedings- en leerinstituut" . Aan de hand van de "norm" welke bij een toets gegeven wordt is het mogelijk om te onderkennen hoe een kind, de school als geheel, of een specifieke groep leerlingen ten opzichte van deze landelijke norm staat. Zijn de leerresultaten, welke uit de toetsen blijken, over het algemeen onder, gelijk of boven de norm. Eenvoudig gesteld: hoe doen we het op onze school eigenlijk? Hierbij moeten we in het oog houden dat een school een eigen leerplan heeft, welke uiteraard voldoet aan de wettelijke eisen, en zal ook de samenstelling van de schoolbevolking een rol spelen. Het toetsen mag ook geen doel op zichzelf zijn. Met een toetsresultaat moet iets gebeuren. Dit kan zijn: het kritisch onder de loep nemen van de manier waarop leerstof wordt aangeboden en overgebracht, het onderkennen van een probleem. Ook dit kan op het gebied van de leerstof, de overdracht hiervan of in het kind zelf liggen. Passende maatregelen kunnen dan genomen worden. Naast de extra zorg die voor het individuele kind het gevolg kan zijn, kan het toetsen aanleiding zijn om bij het onderwijs op onze school bijzondere aandacht aan een vakgebied te geven. Dit betekent concreet; hoe brengen we de leerstof over en op welke wijze kunnen we dit nog beter doen? Het is dus meer dan aandacht schenken aan leerstofkeuze en ordening. Resultaatverbetering richt zich ook op de didactiek. In de afgelopen jaren is het aantal afgenomen toetsen gegroeid. Werkend aan een goed leerlingvolgsysteem zal kritisch naar de toetsen gekeken moeten worden. Toetsen is geen doel op zichzelf, maar een middel om meer inzicht te krijgen in de leervorderingen van kinderen en van de leeropbrengst van onze school., onderverdeeld in de verschillende leerjaren. 7.1.1 Cito Staat voor Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling)van. Deze methode onafhankelijke toetsen gebruiken wij voor ons leerlingvolgsysteem. Cito hanteert vijf schalen; A is de hoogste, en E de laagste schaal. Er zijn normen vastgesteld: A = 25 % van alle leerlingen De hoogst scorende leerlingen B = 25 % van alle leerlingen Ruim boven tot net boven het landelijk gemiddelde C = 25 % van alle leerlingen Net tot ruim onder het landelijk gemiddelde D = 15 % van alle leerlingen Ruim onder het landelijk gemiddelde E = 10 % van alle leerlingen De laagst scorende leerlingen Daarnaast wordt ook een andere indeling gebruikt. De schalen met de Romeinse cijfers I t/m V. I= de hoogste schaal en V de laagste schaal. Elke schaal omvat 20% van de norm voor de leerlingen op het betreffende leergebied. I = 80-100 Hoogst scorende leerlingen II = 60-80 Boven het landelijk gemiddelde III = 40-60 Landelijk gemiddelde IV = 20-40 onder het landelijk gemiddelde V = 0-20 Laagst scorende leerlingen Kinderen die in de laagste schaal, schaal V scoren, zijn de leerlingen voor wie een handelingsplan gemaakt moet worden op het leergebied waarop uitval is als er geen groepsplan is. Dat was in dit schooljaar zo voor rekenen, spelling en technisch lezen. Daarnaast kunnen individuele handelingsplannen voor gedrag worden opgesteld. De schalen A t/m E en schalen I t/m V staan op de individuele overzichten van het Esis leerlingvolgsysteem vermeld. Ouders hebben daar inzicht in. Het wordt tijdens doelstellingsgesprekken besproken met de leerlingen die dit kunnen begrijpen en besproken tijdens de rapportage. De ouders krijgen het resultatenoverzicht van hun kind mee.
Jaarverslag 2013-2014
22
’t Schrijverke
7.1.2 Vaardigheidsscores Als de leerlingen een Citotoets maken wordt de score (het aantal goede antwoorden) bij het invoeren in het leerlingvolgsysteem automatisch omgezet in een vaardigheidsscore. Het is niet zo dat bij elke toets het gemiddelde van een vaardigheidsscore met eenzelfde getal omhoog gaat. Onderstaande tabellen (met landelijk gemiddelde scores) geven daar inzicht in. Technisch lezen DMT Landelijk gem. vaardigheidsscore Gemiddelde groei
Spelling Landelijk gem. vaardigheidsscore Gemiddelde groei
Begrijpend lezen
M3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
33
53
62
72
76
82
86
89
94
96
20
9
10
4
6
4
3
5
2
M3
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
108
114
120
121
126
130
133
137
138
140
141
6
6
1
5
4
3
4
1
2
1
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
-3
12
18
25
31
44
53
15
6
7
6
13
9
M3
Landelijk gem. vaardigheidsscore Gemiddelde groei
Rekenen en Wiskunde Landelijk gem. vaardigheidsscore Gemiddelde groei
E3
M3
E3
M4
E4
M5
E5
M6
E6
M7
E7
M8
31
43
50
62
71
80
86
91
99
105
111
12
7
12
9
9
6
5
8
6
6
7.1.3 Trendanalyse Volgmodel leerlingen De groei van een groep leerlingen wordt gevolgd over vijf schooljaren. Zo is te zien in welk schooljaar de groep leerlingen veel of weinig winst geboekt heeft. 7.1.4 Trendanalyse Volgmodel leerjaren De stand van zaken van een leerjaar over vijf schooljaren kan vergeleken worden. Op deze manier is te zien of een groep van dit jaar hoger scoort vergeleken met een (jaar)groep van hetzelfde leerjaar van voorgaande jaren. Opmerking 1: Omdat de schoolbevolking door tussentijds instroom en uitstroom kan wisselen zijn de vergelijkingen niet absoluut, maar relatief. Opmerking 2: De trendanalyses geven de ongecorrigeerde vaardigheidsscores aan. Er wordt geen rekening gehouden met de factoren: of een leerling korter dan één jaar op ’t Schrijverke ingeschreven staat.; korter dan 4 jaar geleden in Nederland is komen wonen; een aparte leerlijn met ontwikkelingsperspectief heeft.
Bij de toetsen technisch lezen groep 3 en 4, rekenen groep 4 en 6 en begrijpend lezen groep 6 wordt, door de Inspectie en de SKOFV, de gemiddelde vaardigheidsscore van gemaakte toetsen in een leerjaar als belangrijk gegeven opgevraagd. Dit geldt voor de middentoetsen en de eindtoetsen.
Jaarverslag 2013-2014
23
’t Schrijverke
7.2 Toetsen voor kleuters Bij oudste kleuters worden toetsen afgenomen. Hierin zijn aspecten van de taalontwikkeling en van de geletterdheid opgenomen. Het omvat: passieve woordenschat en kritisch luisteren (= het herkennen van begrippen en het begrijpen van korte teksten). Ook wordt gekeken naar de schriftoriëntatie, klank en rijm, laatste en eerste woord horen en de auditieve synthese. Aan de hand van de resultaten van deze toets wordt gericht in de groep en individueel gewerkt aan de voorwaarden die nodig zijn voor het aanvankelijk leesproces. 7.2.1
TVK Eind groep 2
Afname: juni ‘14
Schooljaar Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
Jaarverslag 2013-2014
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
Niveau I Norm 20%
Niveau II Norm 20%
Niveau III Norm 20%
Niveau IV Norm 20%
Niveau V Norm 20%
2
75,4
47%
16%
12%
18%
6%
2 2
71 68,9
36% 25%
29% 16%
22% 19%
9% 25%
5% 16%
24
’t Schrijverke
7.2.2 Rekentoets voor Kleuters Ook de Rekentoets is afgenomen bij de leerlingen van groep 2. Cito Rekenen voor kleuters Eind groep 2
Afname: juni ‘14
Schooljaar
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
2 2 2
92,4 88,2 86,9
Jaarverslag 2013-2014
Niveau I Norm 20% 41% 24% 21%
25
Niveau II Norm 20% 18% 14% 26%
Niveau III Norm 20% 12% 22% 16%
Niveau IV Norm 20% 12% 27% 18%
Niveau V Norm 20% 16% 14% 19%
’t Schrijverke
7.3
Leesonderwijs
7.3.1 Technisch lezen In groep 3 leren de kinderen op ’t Schrijverke lezen met de leesmethode “Veilig leren lezen”. In deze methode is differentiatie in het aanvankelijk leesonderwijs een kenmerk. Kinderen die al kunnen lezen of het leesproces snel oppakken kunnen een snellere route volgen dan degenen die meer instructie en begeleiding nodig hebben. De vorderingen van elk kind wordt aan de hand van de methode gebonden toetsen bijgehouden. Ook is er in de tussenbouw gebruik gemaakt van het digitale schoolbord. Dit is een goede ondersteuning bij het onderwijs, en met name bij het aanvankelijk leesonderwijs. De vorderingen van de leerlingen worden volgens leestoetsen in de methode gevolgd. Daarnaast is het ook belangrijk, en zelfs een eis van de inspectie, dat er een methode-onafhankelijke leestoets wordt afgenomen. Vanaf het derde leerjaar wordt daarom de DMT (Drie-minuten-toets) afgenomen, in combinatie met de AVI leestest. Minimaal tweemaal per jaar, volgens het toetsrooster. De DMT is een 1 minuut-woorden-leestest op drie niveaus. Kaart 1 heeft gemakkelijke woordjes, kaart 2 heeft wat moeilijker woorden met meer medeklinkers en kaart 3 heeft langere woorden en moeilijker lettercombinaties. Vanaf schooljaar 2010-2011 wordt bij alle leerlingen op de toetsmomenten de kaarten 1, 2 en 3 afgenomen. De totaalscore wordt dan als maatstaf genomen. Uitzondering hierop is groep 3. Bij de toets van januari wordt kaart 3 niet standaard afgenomen. De AVI test meet welke moeilijkheidsgraad van teksten een kind naar behoren kan lezen. Daarnaast kan deze toets gebruikt worden als diagnose om te zien waarom een kind een bepaalde tekst niet kan lezen. Slaat het kind woorden over, verzint hij er woorden bij, spelt hij veel of raadt hij naar een woord. Aan de hand van deze toetsen voor het technisch lezen, de DMT en de AVI, kunnen de kinderen in leesniveaugroepjes worden ingedeeld om het technisch lezen beter onder de knie te krijgen. Leesboeken zijn in de school ook op AVI niveaus gerangschikt. Tevens kan men per leerling zien hoe de leesvorderingen zijn, ten opzichte van de norm en ten opzichte van zichzelf. Is er vooruitgang te zien of ontwikkelt het kind zich anders dan verwacht? Kinderen die het hoogste niveau van technisch lezen bereikt hebben, AVI 7 Plus, kregen niet meer de AVI toets. Wat het AVI-lezen betreft: vanaf het schooljaar 2010-2011 wordt er standaard gewerkt met de nieuwe Cito-AVI toets welke een andere indeling heeft. De oude AVI niveaus 1 t/m 9 zijn vervangen door midden– en eindtoetsen voor de leerjaren 3 t/m 7 en gaat tot AVI 7 plus. De scores van de kinderen worden, net als de overige toetsscores, op de computer digitaal in het ESIS dossier bijgehouden. Extra zorg wordt besteed aan die kinderen die laag scoren. Zij krijgen naast de extra aandacht in de groep ook “ flitsen” op de computer. (“Flitsen”: onder begeleiding leest het kind enkele keren per week gedurende 1 minuut woorden die zeer korte tijd op het computerscherm staan. Daardoor leren de kinderen van vlotte innerlijke woordherkenning tot verklanking te komen.) Voor het thuis oefenen is er een apart webbased Flits-programma “Interflits” beschikbaar. 7.3.2 DMT; Drie minuten test DMT (Drie Minutentest) groep 3 t/m 7. Afname juni ’14 Aan het eind van het schooljaar vindt geen afname in groep 8 plaats.
Jaarverslag 2013-2014
26
’t Schrijverke
Afname: juni ‘14
Groep 8 januari 2014 Middentoets
Jaarverslag 2013-2014
27
’t Schrijverke
33
Niveau I Norm 20% 23% 21% 32%
Niveau II Norm 20% 18% 13% 20%
Niveau III Norm 20% 21% 18% 20%
Niveau IV Norm 20% 23% 21% 11%
Niveau V Norm 20% 16% 28% 18%
56
15% 19% 16%
30% 16% 21%
21% 10% 16%
19% 35% 21%
15% 21% 26%
71
20% 22% 25%
40% 22% 19%
11% 16% 17%
20% 29% 29%
9% 11% 10%
24% 36%
12% 15%
12% 24%
12% 12%
41% 12%
22%
24%
20%
21%
13%
26% 20%
28% 20%
18% 14%
15% 23%
13% 23%
36%
23%
26%
13%
3%
102,4
38%
28%
17%
10%
7%
8
100,5
30%
30%
18%
18%
5%
8
102,7
49%
12%
12%
12%
15%
Technisch lezen DMT 1,2,3 Schooljaar
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
3 3 3
36,9 34,2 39,1
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
4 4 4
61,8 60,4 57,4
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
5 5 5
80,1 77,3 78,6
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013
6 6
82,8 91,9
Eind 2013-2014
6
90,4
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013
7 7
97,3 92,9
Eind 2013-2014
7
100,9
8
Medio 20112012 Medio 20122013 Medio 20132014
Jaarverslag 2013-2014
Inspectienorm
Niet besch.
Niet besch.
28
’t Schrijverke
7.4 Begrijpend lezen Om bij dit belangrijke onderdeel van het leesonderwijs te kunnen onderkennen in welke mate een kind in staat is om een tekst te begrijpen wordt eenmaal per jaar, een methode onafhankelijke toets afgenomen. De weergegeven resultaten zijn van de afname aan het eind van het schooljaar voor groep 4. Omdat een aantal kinderen aan het eind van het schooljaar nog onvoldoende leesniveau heeft om deze toets te maken is de afname voor groep 3 niet weergegeven. De afnameresultaten midden in het schooljaar zijn voor de groepen 5 tot en met 8. Voor deze leerjaren is er geen eindtoets. 7.4.1
Begrijpend lezen groep 4
Afname: juni ‘14
Jaarverslag 2013-2014
29
’t Schrijverke
7.4.2
Begrijpend lezen groepen 5 t/m 8
Afname: januari ’14
groepen 5,6,7 en 8
Niveau I Norm 20%
Niveau II Norm 20%
Niveau III Norm 20%
Niveau IV Norm 20%
Niveau V Norm 20%
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
4 4 4
19,5 17,7 14,6
33% 19% 16%
20% 26% 13%
22% 31% 16%
20% 21% 18%
4% 3% 37%
Medio 2011-2012 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014
5 5 5
23,2 23,9 25,6
25
17% 30% 27%
28% 23% 31%
28% 5% 12%
17% 27% 21%
11% 16% 10%
Medio 2011-2012 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014
6 6 6
27,5 33,3 30,4
32
9% 16% 21%
3% 16% 11%
35% 34% 30%
27% 25% 11%
27% 9% 27%
Medio 2011-2012 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014
7 7 7
44 44,8 51,5
45
16% 9% 30%
16% 29% 23%
29% 29% 27%
29% 20% 17%
11% 14% 3%
Medio 2011-2012 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014
8 8 8
58,7 59,5 58,8
55
17% 30% 21%
31% 5% 33%
28% 38% 21%
24% 18% 12%
0% 10% 12%
Begrijpend lezen Schooljaar
Jaarverslag 2013-2014
Ondergrens Inspectie
30
’t Schrijverke
7.5 Spelling De taalmethode “Taal Actief” heeft methode gebonden spellingtoetsen. Dit zijn controledictees welke tweewekelijks worden afgenomen en aan het eind van een periode. De methode-onafhankelijke spellingtoetsen van het leerlingvolgsysteem van Cito geven het volgende beeld van de resultaten: 7.5.1 Spelling groep 3 t/m 7 Aan het eind van het schooljaar vindt geen afname in groep 8 plaats.
Afname juni ‘14 Spelling groep 8 medio schooljaar Afname: januari
Jaarverslag 2013-2014
‘14
31
’t Schrijverke
112,6 112,3 111,9
Niveau I Norm 20% 14% 13% 7%
Niveau II Norm 20% 25% 15% 16%
Niveau III Norm 20% 26% 41% 26%
Niveau IV Norm 20% 23% 18% 13%
Niveau V Norm 20% 12% 13% 38%
4 4 4
121 121,1 121,4
26% 17% 18%
15% 17% 13%
19% 29% 16%
28% 24% 32%
13% 12% 21%
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
5 5 5
132,5 130,9 131,1
34% 16% 24%
14% 21% 14%
26% 16% 20%
9% 27% 28%
17% 21% 14%
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
6 6 6
134,8 140 137,2
9% 27% 16%
21% 30% 16%
18% 15% 27%
29% 14% 25%
24% 15% 16%
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
7 7 7
142,2 137,7 143,2
24% 6% 32%
24% 23% 26%
26% 14% 13%
13% 34% 16%
13% 23% 13%
Medio 2011-2012 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014
8 8 8
147 144,3 140.7
28% 18% 3%
38% 35% 15%
17% 23% 30%
17% 5% 33%
0% 20% 18%
Spelling Schooljaar
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
3 3 3
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
Jaarverslag 2013-2014
32
’t Schrijverke
7.6 Rekenen Ook de methode "Pluspunt”, die wij op 't Schrijverke gebruiken, kent toetsen. Na afsluiting van een lesblok worden deze afgenomen om te zien of de aangeboden leerstof beheerst wordt. De methode geeft daarbij zelf een norm aan. Aan deze norm wordt in de meeste gevallen voldaan. Er is binnen de methode weinig uitval waar te nemen. De Citotoets Rekenen en Wiskunde is gebaseerd op een viertal realistische rekenmethoden. Onze methode Pluspunt is zo'n realistische rekenmethode. In de groepen 3 tot en met 7 wordt tweemaal per jaar deze Cito-toets afgenomen. Voor groep 8 is dat eenmaal; in januari. Voor elk kind wordt ook hierbij de score bijgehouden in het leerlingvolgsysteem. 7.6.1 Rekenen groep 3 t/m 7 Aan het eind van het schooljaar vindt geen afname in groep 8 plaats.
Afname juni’14
Jaarverslag 2013-2014
33
’t Schrijverke
Afname juni ’14 Nieuwe versie 3.0 Rekenen groep 8 medio schooljaar
Jaarverslag 2013-2014
leerjaar 3. Eerste jaar van afname. Geen trendanlayse leerjaren mogelijk. Afname januari ’14
34
’t Schrijverke
Rekenen/Wiskunde Schooljaar
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013
3 3
38,5 37,7
Eind 2013-2014
3
36,5
Eind 2013-2014 NIEUWE VERSIE 3.0
3
136,2
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
4 4 4
55,8 58,6 62,6
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
5 5 5
78,3 73,7 76,3
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
6 6 6
90 91,2 88,5
Eind 2011-2012 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014
7 7 7
103,4 105,2 108,5
Medio 2011-2012 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014
8 8 8
115,8 111 111,9
Jaarverslag 2013-2014
Ondergrens inspectie
Niveau I Norm 20%
Niveau II Norm 20%
Niveau III Norm 20%
Niveau IV Norm 20%
Niveau V Norm 20%
25% 23%
30% 33%
14% 18%
19% 13%
12% 13%
9%
16%
14%
18%
43%
18%
14%
23%
20%
25%
61
21% 24% 11%
15% 10% 32%
19% 24% 21%
23% 29% 11%
21% 12% 26%
78
29% 20% 10%
20% 27% 22%
20% 9% 26%
29% 29% 18%
3% 16% 26%
89
27% 33% 18%
15% 21% 21%
35% 24% 11%
12% 15% 21%
12% 6% 30%
102
29% 29% 30%
29% 34% 20%
21% 20% 17%
3% 9% 23%
18% 9% 10%
110
38% 25% 21%
45% 30% 36%
14% 20% 21%
0% 13% 12%
3% 13% 9%
NIET BESCHIKBAAR NIET BESCHIKBAAR
35
’t Schrijverke
7.7 Woordenschat De Woordenschattoets wordt gebruikt om een schatting te geven van de omvang van de woordenschat en inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van de individuele leerling. Het is belangrijk om op te merken dat het bij de Woordenschattoets van Cito gaat om een steekproef. Er wordt slechts gevraagd naar een selectie van woorden die de taal rijk is. Hierbij is de kans groot dat de geselecteerde woorden niet aan iedere leerling thuis of op school zijn aangeboden. Cito (2009) geeft zelf aan dat het maken van woordenschatopgaven iets anders is dan de manier waarop de leerlingen in aanraking komen met alledaagse en schoolse woorden in de onderwijscontext. De scores op de toets zeggen ook niets over de mate waarin de leerling de aangeboden woorden op school nu kent en ook niet iets over de kwaliteit van het woordenschatonderwijs op school. De scores van de leerlingen op de toetsen Woordenschat zeggen, volgens Cito, echter wel veel over de ontwikkeling van de receptieve woordenschat en over de breedte en de diepte van de woordenschat. 7.7.1 Woordenschat groep 3 t/m 7 Aan het eind van het schooljaar vindt geen afname in groep 8 plaats.
Afname juni ‘14
Jaarverslag 2013-2014
36
’t Schrijverke
Woordenschat groep 8 medio 2014
Afname januari ’14
Woordenschat Schooljaar
Ondergrens Inspectie niet beschikbaar
Niveau I Norm 20%
Niveau II Norm 20%
Niveau III Norm 20%
Niveau IV Norm 20%
Niveau V Norm 20%
Leerjaar
Gemiddelde Vaardigheidsscore
3 3
48,2 45,7
23% 18%
3% 18%
26% 20%
31% 20%
18% 24%
4 4
54,8 59,7
14% 18%
9% 16%
22% 13%
26% 32%
29% 21%
5 5
66,5 71,9
9% 29%
27% 16%
23% 28%
30% 20%
11% 8%
6 6
75,9 80,2
18% 23%
0% 16%
42% 32%
18% 25%
21% 5%
7 7
84,8 88,4
9% 10%
17% 32%
11% 13%
37% 23%
26% 23%
8 8
95,7 94,5
8% 6%
34% 18%
18% 33%
18% 18%
21% 24%
Eind 2012-2013 Eind 2013-2014 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014 Eind 2012-2013 Eind 2013-2014 Medio 2012-2013 Medio 2013-2014 Jaarverslag 2013-2014
37
’t Schrijverke
Factoren bij verschuivingen in de resultaten per leerjaar die mede een rol kunnen spelen en bij de analyse Er gaan kinderen tussentijds van school en er komen nieuwe zij-instromers. Een jaargroep is nooit geheel gelijk aan het voorgaande schooljaar. Als leerlingen van een andere school komen kan er sprake zijn van achterstand op leergebied,maar ook een voorsprong is mogelijk. In een groep kan er sprake geweest zijn van een nieuwe stamgroepleider of er zijn wisselingen geweest door ziekte. Door wisseling in de periode van de zomervakantie kan er soms sprake zijn van een kort of een lang schooljaar. Intensieve aandacht voor individuele kinderen wegens cognitieve of gedragsmatige problematieken in een groep kan een sterke wissel trekken op de effectieve onderwijstijd aan alle leerlingen van die groep. Dit kan mede de oorzaak zijn van het verschil in gemiddelde vaardigheidsscores tussen de groepen 7.8 Verantwoording van de toetsresultaten In het team zijn de leerresultaten reeds besproken. Dit gebeurt elk jaar op groeps-, bouw- en teamniveau. De twee intern begeleiders zijn hier nauw bij betrokken. Daarnaast worden de leerresultaten ook tweemaal per jaar met de MR besproken en met een stafmedewerker van de SKO. Een soortgelijke rapportage wordt aan de Inspectie van het Onderwijs toegezonden.
Jaarverslag 2013-2014
38
’t Schrijverke
8.
LEERLINGENZORG
8.1 Verwijzingen naar andere vormen van basisonderwijs en specifiek voortgezet onderwijs. In onderstaande tabel een overzicht van de leerlingen die verwezen zijn naar Speciaal Basisonderwijs (SBO), Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO), of Praktijkonderwijs (PRO). Schooljaar
Speciaal basisonderwijs SBO 0 1 1 3 3 3
2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011 2009-2010 2008-2009
Speciaal onderwijs SO 0 SVO 2 1* en 1 cluster 2 2* 1* 2* 1*
LWOO/PRO
PRO
0 2 0 4 2 2
0 1
* Cluster 4 school: school voor kinderen met een gedragsstoornis of psychische stoornis Cluster 2 school: school voor taal- en spraakmoeilijkheden.. Er is in het schooljaar 2012-2013 1 leerling vanuit het Speciaal Onderwijs cluster 4) op ’t Schrijverke geplaatst. Naar het voortgezet onderwijs (alle vormen) Vanaf 2012 Andere indeling
VWO
Havo /VWO
HAVO *
VMBOT/ Havo
VMBO Theoretische leerweg
VMBO G of T
VMBO Kader
VMBO Basis
LWOO
PRO-VSO *
2014 (33 lln.)
12% (4 lln.)
12% (4 lln.)
18% (6 lln)
9% (3 lln)
21% (7 lln.)
6% (2 lln.)
3% (1 lln.)
12% (4 lln.)
0%
2013 (40 lln.)
25% (10 lln.) 24% (7 lln.)
25% (10 lln.)
0%
25% (10 lln.)
0%
12,5% (5 lln.)
5% (2 lln.)
5% (2 lln.)
6% ( 2 lln Havo Aurumcollege) 2,5% (1 lln.)
41 % (12 lln.)
0%
17 % (5 lln.)
3% (1 ll)
3% (1 lln.)
7% (2 lln.)
0%
0%
2012 (29 lln.)
VWO: HAVO: VMBO: GTL: KBL: BBL: LWOO: PRO: VSO:
3% (1 lln.)
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs ( Gymnasium en Atheneum) Hoger Algemeen Vormend Onderwijs Voorbereidend Middelbaar beroeps Onderwijs Gemengd Theoretische Leerweg Kader Beroepsgerichte Leerweg Basis Beroepsgerichte Leerweg Leerweg Ondersteunend Onderwijs Praktijkonderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs
Uitstroom naar diverse scholen voortgezet onderwijs Scholengemeenschap Lelystad 12 Scholengemeenschap de Rietlanden 11 Interconfessionele scholengemeenschap Arcus 6 Christelijk College Nassau Veluwe Harderwijk 1 Groenhorstcollege 1 Aurumcollege (VSO) 2
8.2 Begeleiding op het gebied van leerlingenzorg Vanuit het Onderwijsloket wordt de school op het gebied van leerlingenzorg voor een totaal van 100 uren begeleid door een orthopedagoog van “Zien in de klas” die voor het Onderwijsloket werkt. Zij bespreekt met de intern begeleider en de stamgroepleider de zorgleerlingen. Deze worden daarvoor middels een bespreekformulier in beeld gebracht. Ouders dienen hier toestemming voor te geven. Indien gewenst observeert zij ook leerlingen in de klas en wordt besproken op welke wijze de juiste zorg aan deze leerling gegeven kan worden. Aan de hand van de verkregen gegevens kan bij het Onderwijsloket een leerling ingebracht worden voor nader onderzoek naar de intelligentie. Dit hoeft niet bij elke ter consultatie ingebrachte leerling het geval te Jaarverslag 2013-2014
39
’t Schrijverke
zijn. Adviezen worden daarna gegeven hoe om te gaan met deze leerling zodat deze zich optimaal kan ontwikkelen. Het komt soms voor dat een leerling naar het Speciaal basisonderwijs (SBO) gaat of wordt er, als er sprake is van handelingsverlegenheid van de school vanwege een zeer grote leerachterstand, een gedragsstoornis of lichamelijke handicap, met kennisgeving aan het Onderwijsloket een traject gestart. Wanneer de school niet aan de onderwijsbehoeften van een leerling kan voldoen kon het voorkomen dat er een indicatie werd afgegeven waarmee een leerling een Leerling Gebonden Financiering ( LGF=Rugzakje) kon krijgen. Deze leerling kreeg dan extra ondersteuning op de basisschool. Ook kon een leerling met een indicatie naar het Speciaal Onderwijs gaan. Voor een SBO school of een SO school doen de ouders zelf de aanmelding. Deze regeling was er tot 1 augustus 2014. Per 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingegaan. De uitgangspunten hiervan zijn: De zorg voor de leerling is; Thuisnabij en schoolnabij. Zo min mogelijk leerlingen naar het SBO of SO. en De Basisondersteuning op de basisschool is op orde. Het Ontwikkelingsperspectief is verplicht voor kinderen die, op welk gebied dan ook, extra ondersteuning krijgen vanuit het Samenwerkingsverband. voor extra ondersteuning en een passende plek in het onderwijs geldt: ouders vragen niet meer aan, maar de school vraagt aan. Een LGF wordt niet meer afgegeven. Lopende LGF regelingen gelden tot de einddatum. Een school kan, mits goed onderbouwd, een onderwijsarrangement aanvragen bij het Onderwijsloket om zodoende een leerling optimaal te ondersteunen. Ouders worden altijd betrokken in de zorg rond hun kind en zonder hun toestemming is geen externe hulp, ondersteuning of een onderzoek mogelijk. 8.3 CJG Zie hoofdstuk 5.3 8.4 Onderzoeken Zeven kinderen kregen een uitgebreider onderzoek of werden geobserveerd vanwege specifieke gedragskenmerken of leerproblematiek. Daarbij is bij enkele kinderen ook een intelligentieonderzoek afgenomen. Tevens zijn enkele onderzoeken zijn uitgevoerd door een GGZ onderzoeksinstelling waarna enkele diagnoses zijn afgegeven. Enkele kinderen hebben alleen een onderzoek gehad naar hun intelligentie. Deze zijn uitgevoerd door “Zien in de klas” of een andere instantie. Ook was er voor enkele leerlingen het vermoeden van hoog-/meerbegaafdheid de reden om de intelligentie in beeld te brengen om zo beter aan te kunnen sluiten op hun onderwijsbehoeften. 8.4.1 Dyslexieonderzoek Bij vier kinderen is door de interne begeleider een dyslexie signaleringsonderzoek afgenomen. Een leerling is daarna verder onderzocht door onderzoeksbureau Opdidakt. Deze leerling heeft een dyslexieverklaring gekregen en krijgt een dyslexiebehandeling. 8.4.2 Rekenonderzoek Bij drie kinderen is een diagnostisch rekenonderzoek afgenomen. Hun problematiek is op deze wijze in beeld gebracht. Dit is gebruikt in hun individuele handelingsplan. Van alle onderzoeken zijn verslagen gemaakt en deze zijn in het desbetreffende leerling dossier aanwezig. 8.5 Leerling Gebonden Financiering (LGF= rugzakje) Twee leerlingen hebben in het schooljaar 2013-2014, of een gedeelte hiervan, ondersteuning middels een LGF gehad. Hiertoe behoorde één leerling die vanuit het SO naar ’t Schrijverke is gekomen. Twee leerlingen met een Leerlinggebonden financiering volgen bij aanvang van het schooljaar 2014-2015 onderwijs op ’t Schrijverke Preventief kan het Onderwijsloket ook ambulante begeleiding verzorgen. Dit houdt dan ondersteuning van de stamgroepleider in als er bijvoorbeeld sprake is van ernstige gedragsproblematiek. In het schooljaar 2013-2014 is deze PAB voor één leerling aangevraagd en deze wordt nu gecontinueerd in de vorm van de extra begeleiding “Zijstap” welke maximaal 20 weken duurt.
Jaarverslag 2013-2014
40
’t Schrijverke
8.6 Aandacht voor leerlingen die meer aankunnen (zorg naar boven) Een aantal leerkrachten heeft in het schooljaar 2009-2010 een cursus gevolgd om op een procedurele manier, volgens het ‘Digitaal handelingsplan Hoogbegaafdheid (DHH), kinderen in beeld te brengen die mogelijk begaafd zijn en hierop een handelingsplan in te zetten. Het team is hier verder nu ook in geschoold en middels de quickscan zijn alle leerlingen in het schooljaar gescreend op mogelijke cognitieve begaafdheid. Vierjarigen zullen, als ze ongeveer twee maanden op school zijn, ook worden gescreend. Dit om te voorkomen dat deze jonge kinderen zich teveel aanpassen aan het gemiddelde niveau van de groep en daardoor gaan onderpresteren. Voor meerdere kinderen is, na de quickscan, volgens DHH, een traject gestart. Bij een aantal kinderen is dit gestopt na het signaleringstraject en bij een aantal kinderen is er verder gegaan in het diagnosetraject. Wanneer er sprake is van mogelijke begaafdheid en aanpassing in het onderwijs noodzakelijk is wordt dit door de intern begeleiders met de stamgroepleider esproken. Dit gebeurt in overleg met de ouders. In de groepen krijgen deze kinderen dan werk dat verdieping en verrijking in de leerstof biedt en hen uitdaagt. Tevens is in het schooljaar 2013-2014 de Pittige Plustoren aangeschaft. Hierin zit materiaal voor de best presterende kinderen op school. Dit zijn de kinderen die over het algemeen op Cito A I niveau scoren en die, na overleg met de intern begeleider en de stamgroepleider en met medeweten van de ouders, specifieke uitdaging nodig hebben en daarom ook krijgen. Zij werken individueel of met een paar andere leerling aan opdrachten die soms buiten hun comfortzone liggen. Dit om hen te ‘leren leren’ en een onderzoekende houding te bevorderen. Deze kinderen worden op donderdag begeleid door een stamgroepleider met hiervoor bedoelde ambulante tijd. Het werken aan de opdrachten van de Pittige Plustoren kan ook verder in de week in de stamgroep plaatsvinden. 8.7 Overzicht van zittenblijvers, individueel Een kind kan naar groep 3 als het vóór 1 januari zes jaar wordt. Dit is een richtdatum. Voor elk kind wordt gekeken of het in de ontwikkeling toe is aan groep 3. Specifiek geldt dit voor de kinderen die in oktober, november en december jarig zijn. De zgn. ‘jonge’ kinderen, de “herfstkinderen.” Het kan dus zijn dat een kind die, gezien zijn/haar geboortedatum, officieel naar groep 3 zou kunnen, nog een jaar langer in de onderbouw blijft. Met de ouders wordt dit besproken en voor het traject wordt een “stappenplan” gehanteerd. Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 doubleerden: Groep 1: 1 kind Groep 2: 4 kinderen Groep 3: 4 kinderen Groep 4: 1 kind Groep 5 2 kinderen Groep 6 1 kind Groep 7 en 8 0 kinderen Totaal aantal doublures: 13 kinderen, waarvan 5 kinderen in de leerjaren 1,2 en 8 kinderen in de leerjaren 3 t/m 8. Een jaar extra betekent in de regel niet dat een leerling alle leerstof van een jaar als herhaling krijgt. Het houdt in dat deze leerling een jaar extra over een bouw doet en aangepaste leerstof krijgt en ook dit kan per leergebied verschillen. Tevens komt het voor dat een leerling niet doubleert maar een eigen leerlijn heeft op een bepaald vakgebied. Als een leerling een LGF heeft of ondersteuning krijgt de basisondersteuning van ’t Schrijverke te boven gaat, dan wordt er een ontwikkelingsperspectief gemaakt. Dit kan ook het geval zijn als een kind op één of meerdere vakgebieden een eigen leerlijn heeft . In het ontwikkelingsperspectief wordt aangegeven wat de tussendoelen zijn en wat het verwachte uitstroomniveau zal zijn bij het verlaten van het basisonderwijs. Het ontwikkelingsperspectief wordt regelmatig geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. 8.8 Acties in 2013-2014 gerealiseerd en planning 2014-2015 In de onderbouw wordt bewust met fonemen (letterklanken) kennis gemaakt en hiermee geoefend. Dit is een goede voorbereiding op het leren lezen. Ook is er aandacht voor het kritisch luisteren. Er zijn groepsplannen opgesteld voor taal en rekenen. Bij rekenen zal er vooral ook aandacht zijn voor het werken met concreet betekenisvol materiaal om de basis van de rekenbegrippen te verstevigen. Voor het schooljaar 2014-2015 is er, net als in het voorgaande jaar, voor groep 3 een strakke planning gemaakt om ervoor te zorgen dat alle letters op tijd worden aangeboden en ingeoefend zijn. Een groepsplan is voor het aanvankelijk lezen opgesteld. In de groepen 3, 4 ,5 en 6 wordt er gewerkt met een plan van aanpak om het niveau van technisch lezen te verbeteren en op peil te houden. Een aantal stamgroepleiders heeft een cursus in het kader van verbetering van het technisch lezen gevolgd. Daarnaast is de methode Estafette Lite is met ingang van het schooljaar 2014-2015 ingevoerd voor de Jaarverslag 2013-2014
41
’t Schrijverke
leerjaren 4 tot en met 8. Ook voor spelling is een plan van aanpak gemaakt. Dit wordt regelmatig geëvalueerd. Voor thuisgebruik is het programma “Interflits” van Zuid-Vallei beschikbaar zodat ook daar geoefend kan worden. Helaas constateren we dat dat hier weinig gebruik van wordt gemaakt. Op school wordt er gebruik gemaakt van de software van het NIB om op het gebied van technisch lezen te flitsen. Dit onder begeleiding van een onderwijsassistent en /of een intern begeleider. De instructiemethode “Zo leren kinderen lezen en spellen” voor spelling in alle leerjaren zal eenduidig en consequent toegepast blijven worden. Voor begrijpend lezen wordt er gebruik gemaakt van een groepsplan. Voor het leergebied rekenen is in het schooljaar 2013-2014 ook met groepsplannen gewerkt. Deze zijn nu gebaseerd op het leerstofaanbod van de methode. Stamgroepleiders geven instructie volgens het Activerende Directe Instructiemodel ( ADI-model) Dit is een effectief bewezen instructiemethode waarmee kinderen optimaal geactiveerd worden Een betere terugkoppeling waarborgen van de leerlingen die naar een volgende bouw doorgaan. Er is een nieuw formulier ontwikkeld en met ingang van het schooljaar 2014-2015 in gebruik genomen waarop de onderwijsbehoeften van elk kind centraal staan. De inzet van ICT is verbeterd in 2013-2014 en dit zal verder uitgebreid worden om leerlingen met de moderne onderwijsmiddelen te leren werken. Hiervoor heeft een stamgroepleider extra tijd gekregen. In het schooljaar 2014-2015 zal meer gebruik worden gemaakt van iPads en laptops. In het schooljaar 2013-2014 hebben de leerjaren 3 tot en met 8 met de nieuwe rekenmethode “Pluspunt” gewerkt. Bij deze methode gebruiken wij de digitale registratie van toetsgegevens . De twee intern begeleiders hebben in het kader van hun professionalisering een rekencursus gevolgd op Windesheim in Almere. Deze cursus wordt in het schooljaar 2014-2015 vervolgd. Op een studiedag wordt in het schooljaar 2014-2015 specifieke aandacht besteed aan het werken met concreet betekenisvol materiaal. Om deze materialen ook uitnodigend te laten zijn en toegankelijk te maken voor kinderen zal elke stamgroep een specifieke rekenkast krijgen waarin concreet en betekenisvol rekenmateriaal een plek krijgt. In het kader van Passend Onderwijs is de aandacht ook gericht op de kinderen die begaafd of hoogbegaafd zijn of waarvan verondersteld wordt dat zij dit zijn. In het kader van Be Cool zijn enkele stamgroepleiders van ’t Schrijverke meer geschoold in het signaleren van meerbegaafde kinderen. De Quickscan is volgens het DHH traject uitgevoerd. Dit zal in het schooljaar 2014-2015 gecontinueerd worden. Aansluitend hierop is het gehele team in het schooljaar 2013-2014 geschoold om begaafdheid te kunnen signaleren en te weten welke materialen hiervoor geschikt zijn. Alle stamgroepleiders hebben de digitale cursus van “Pittige Plustorens” gevolgd en afgerond. De Pittige Plustoren is aangeschaft en zal, naast andere uitdagende materialen voor meerbegaafde kinderen zoals Acadyn etc. worden ingezet om aan de onderwijsbehoefte van deze kinderen te voldoen. In het schooljaar 2014-2015 zullen meerdere kinderen hier aan deelnemen. Onze eigen opbrengstdoelen voor technisch lezen voor de DMT zijn vastgesteld voor de midden- en eindtoetsen. Deze zijn gebaseerd op de streefdoelen wat betreft het percentage op de Cito- schalen I tot en met V . Voor de overige vakken zal dit in het schooljaar 2014-2015 verder uitgewerkt worden.
8.9 Waar zijn we trots op De uitstroom naar het voortgezet onderwijs laat een positief beeld zien. Er gaan relatief veel kinderen naar het VWO en de Havo en bij de terugkoppeling vanuit het Voortgezet onderwijs komt naar voren dat “onze kinderen” het over het algemeen daar goed doen. warme Dit horen we ook terug vanuit de voortgezet onderwijsscholen. Daarnaast is het belangrijk om van veel schoolverlaters te horen dat ze een goede tijd op ’t Schrijverke gehad hebben en ze een brede ontwikkelingskansen hebben gehad. We hebben een team dat zich sterk en enthousiast inzet om het beste uit de kinderen te halen en hen een veilige kansrijke leeromgeving biedt.
Jaarverslag 2013-2014
42
’t Schrijverke