Jaarverslag 2013 Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling te Bilthoven
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
INHOUDSOPGAVE Pagina: Bestuursverslag: Algemeen instellingsbeleid
4
Financieel beleid
39
Jaarrekening: Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
55
Balans per 31 december 2013, vergelijkende cijfers per 31 december 2012
59
Staat van baten en lasten 2013, vergelijkende cijfers 2012
61
Kasstroomoverzicht 2013, vergelijkende cijfers 2012
62
Toelichting op de te onderscheiden posten van de balans
63
Verantwoording Regeling OCW-subsidies
68
Toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van baten en lasten
69
Verbonden partijen
73
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen
74
Niet uit balans blijkende verplichtingen
75
Ondertekening bestuur
76
Overige gegevens: Controleverklaring
78
(Voorstel) bestemming van het resultaat
80
Gebeurtenissen na balansdatum
81
Gegevens over de rechtspersoon
82
Bijlagen: OCW-bijlage
84
Reserves en voorzieningen per kostenplaats
85
Staat van baten en lasten 2013 per kostenplaats
87
Versie: 8 mei 2014
2
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
BESTUURSVERSLAG
Versie: 8 mei 2014
3
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Belangrijkste kenmerken van het gevoerde beleid Voorwoord In 2013 heeft het gedachtegoed van De Werkplaats en haar oprichter(s) veel aandacht gekregen door de biografie die oud-werker Daniela Hooghiemstra over Kees Boeke heeft geschreven. Het verschijnen van dit boek was aanleiding voor een uitgebreide bespreking van de kern van dit boek en het gedachtegoed van Kees Boeke in het toezichthoudend bestuur, in de beide schoolleidingen en op twee druk bezochte avonden met oud-werkers, medewerkers en ouders. Daarbij werd voortgebouwd op de hernieuwde aandacht voor de geschiedenis van de Werkplaats in Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs. Op de Kees Boekedag die in september in het Voortgezet Onderwijs plaats vond, heeft Daniela een workshop voor werkers en medewerkers gehouden. In het Basisonderwijs is de werkgroep ‘Gedachtegoed’ actief geweest. Al deze activiteiten hebben de bijzondere geschiedenis en cultuur van De Werkplaats benadrukt en aan de overdracht daarvan een bijdrage geleverd. Het bijzondere van deze Kindergemeenschap hebben werkers, medewerkers en ouders ervaren bij de plotselinge dood aan het begin van het jaar van één van onze werkers in het examenjaar. In het verdriet werd de sterke verbondenheid gevoeld. Bij de afscheidsbijeenkomst zaten zijn kleuterleidsters, naast de medewerkers van de eindexamenklassen. In de samenwerking tussen Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs zijn nieuwe stappen gezet. Bij de uitvoering van het schoolplan wordt gezamenlijk opgetrokken en in het kader van het schoolplan zijn gezamenlijke documenten opgesteld. Er is ook gezamenlijk opgetrokken bij de verdere ontwikkeling van de kwaliteitszorg. Veel van deze ontwikkelingen zijn een nadere invulling van het bestuurlijk toezichtkader. De nieuwbouw van het Basisonderwijs is in 2013 gestart en voor het grootste deel gereed gekomen. De renovatie van het Zaagtandgebouw is voorbereid, zodat deze in het eerste kwartaal van 2014 kan plaats vinden. Dit geldt ook voor het groot onderhoud aan het Kleutergebouw. De nieuwbouw is ontwikkeld vanuit een vernieuw(en)de onderwijskundige visie en is het vliegwiel voor een groot veranderingsproces, zowel onderwijskundig als op het terrein van het personeel, als bij de ondersteunende voorzieningen, zoals ICT en inrichting. Voor de buiteninrichting zijn plannen gemaakt die bij de afronding van de nieuwbouw begin 2014 zijn uitgevoerd. In het Voortgezet Onderwijs is veel aandacht besteed aan het programma voor Talentontwikkeling en aan de verbetering van de onderwijsprestaties. In alle afdelingen kennen de examenresultaten een opgaande lijn en - mede dankzij de uitvoering van het verbeterplan - heeft de Havo-afdeling eind 2013 weer een voldoende beoordeling van de Inspectie gekregen. Er is een gezamenlijke ICT-beheersorganisatie gevormd en op het terrein van administratie en beheer wordt meer en meer samengewerkt. Het jaar is financieel gezien met een positief resultaat afgesloten. De financiële positie van de Stichting is onverminderd goed. De risico’s zijn in beeld en worden zo goed mogelijk ‘gemanaged’. De belangstelling voor de beide scholen blijft onverminderd groot. Het totale aantal werkers is het hoogste ooit, de peuters niet meegerekend. De Werkplaats is een school waar werkers en medewerkers tot hun volle tevredenheid in een veilige omgeving werken en leren. Tevredenheidonderzoeken ondersteunen deze uitspraak.
Bilthoven, 16 april 2014 Directie en Bestuur van de Werkplaats Kindergemeenschap
Versie 8 mei 2014
4
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Strategisch beleid Het Schoolplan 2012 - 2016 Het Schoolplan 2012 - 2016 heeft de kaders geboden voor de belangrijkste ontwikkelingen die in dit verslag beschreven zijn. In de jaarrekening vinden zij hun financiële weerslag. Het Schoolplan is een gezamenlijk plan van Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs. De kern van het plan wordt als volgt omschreven: “Het centrale thema van de ontwikkeling van onderwijs en organisatie van de komende jaren is: BO en VO trekken samen op en doen wat samen kan. In 2016 staat er één onderwijsorganisatie die financieel gezond is en waarin medewerkers de werkers helpen en begeleiden bij ‘worden wie je bent’. Eén Werkplaats waar werkers en medewerkers met hoofd, hart en handen bouwen aan een wereld van mogelijkheden.” Kernwaarden, missie en visie (uit het schoolplan 2012-2016) Kernwaarden De Werkplaats heeft vier kernwaarden: samenwerking, gelijkwaardigheid, betrokkenheid en duurzaamheid. Deze kernwaarden geven richting aan het gedrag van werkers en medewerkers. Missie De Werkplaats inspireert en motiveert jonge mensen “om zich door allerlei soorten werk naar hun eigen aard en aanleg te ontwikkelen” en zo te “worden wie zij zijn”, in een vorm van onderwijs die zich steeds vernieuwt, passend bij de jonge mensen van nu en de tijd waarin zij leven, met de door Kees Boeke gegeven “kaders en richting” als uitgangspunt. Visie De Werkplaats wil jonge mensen (de werkers) serieus nemen vanuit de overtuiging dat zo met hen gebouwd kan worden aan een rechtvaardige en verdraagzame samenleving, waarin zij zich met elkaar in verscheidenheid en overeenkomst verboden weten. In de Werkplaats bouwen zij met hoofd, hart en handen aan een wereld vol mogelijkheden. De volwassenen (de medewerkers) helpen hen bij hun ontwikkeling door het bieden van verantwoordelijkheid in een leeromgeving met veel ruimte voor samen leren en creëren. Een Werkplaats Kindergemeenschap als oefentuin voor het functioneren in sociale verbanden in maatschappij en wereld. De Werkplaats biedt kwalitatief goed onderwijs, gericht op zowel hoofd, hart als handen. Op Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs gebeurt dit vanuit één visie, maar in een vorm die aansluit bij de eigen leeftijdsgroep. Ook voor de medewerkers staat in een professionele cultuur samen leren en creëren centraal. Bouwstenen voor onderwijs en organisatie De Werkplaats is een school met een inspirerende traditie en een stevige ambitie. Ons onderwijs is nooit af. We denken voortdurend na over de ‘bagage’ die onze werkers nodig hebben, voor het leven nu en later. Er wordt samen geleerd en gecreëerd. Zo maken we eigentijds onderwijs. In het schoolplan 2012 2016 is beschreven welke stappen we in deze periode willen zetten. Er zijn daarvoor acht bouwstenen benoemd voor de ontwikkeling van het onderwijs en de organisatie: 1. De Kernwaarden Op de Werkplaats werken en leren werkers en medewerkers vanuit de kernwaarden samenwerking, gelijkwaardigheid, betrokkenheid en duurzaamheid. Die kernwaarden geven richting aan de voortdurende ontwikkeling van ons onderwijs. 2. De medewerkers Op de Werkplaats werken deskundige, bekwame en betrokken medewerkers met passie voor hun werk en in verbondenheid met team en school. De Werkplaats is een professionele organisatie met professioneel handelende medewerkers. 3. Talentontwikkeling Op de Werkplaats ontwikkelen de werkers hun talenten en behalen zij het niveau dat bij hen past. Zij worden gestimuleerd ‘te worden wie ze zijn’. 4. Wereldburgerschap De Werkplaats werkt vanuit het uitgangspunt dat gemeenschap zijn actieve participatie inhoudt van wereldburgers en dus ook van werkers en medewerkers. Die actieve participatie is voorwaarde is voor de vitaliteit van onze democratische rechtstaat. 5. Onderzoeken en Ondernemen Versie 8 mei 2014
5
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De Werkplaats hecht grote waarde aan een open, onderzoekende en ondernemende houding van werkers en medewerkers en moedigt die aan. 6. Veilige omgeving De Werkplaats garandeert een veilige en zorgzame (leer- en leef)omgeving gebaseerd op waardering voor ieders individuele kwaliteiten en vermogens, de ontwikkeling en uitingen daarvan. 7. ICT en multimedia Werkers en medewerkers maken optimaal gebruik van ICT voorzieningen en ondersteunen elkaar daarbij om de onderwijsdoelen en de persoonlijke ontwikkelingsdoelen te realiseren. 8. Creativiteit Op de Werkplaats vinden kritisch denken en filosoferen, creativiteit, oplossend vermogen en communicatieve vaardigheden hun toepassing en beoefening in alle vakken, domeinen en leergebieden. Dit alles in verbinding met elkaar, de maatschappij en de wereld. De bouwstenen vormen het uitgangspunt voor de inhoud en vormgeving van ons onderwijs. Daarbij hebben we de volgende specifieke doelen: • Een continue leerlijn van basis- en Voortgezet Onderwijs op de Werkplaats met gezamenlijke activiteiten voor werkers van BO en VO. • De resultaten die als ijkpunten voor goed onderwijs worden gezien en gemeten worden, komen minimaal op het landelijk gemiddelde uit. • Een interne organisatie die het onderwijsproces en de realisering van de ambities en doelen zo goed mogelijk faciliteert. Zowel in basis- als in Voortgezet Onderwijs van de Werkplaats wordt gewerkt in teams van medewerkers om dit doelen te realiseren. De ambities zijn voor beide scholen hetzelfde, maar de invulling verschilt, omdat de leeftijdsgroep om een andere pedagogische en didactische invulling vraagt. In de onderstaande beschrijving van de ontwikkelingen zijn de bouwstenen en specifieke doelen in een lichtgrijs kader weergegeven bij die onderdelen waar de ontwikkelingen op dat terrein het meest zichtbaar zijn.
Versie 8 mei 2014
6
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Ontwikkelingen m.b.t. strategie en visie Op de Werkplaats werken en leren werkers en medewerkers vanuit de kernwaarden samenwerking, gelijkwaardigheid, betrokkenheid en duurzaamheid. De kernwaarden geven richting aan de voortdurende ontwikkeling van ons onderwijs en de organisatie. Er hebben in 2013 verschillende activiteiten in het kader van de ontwikkeling van strategie en visie plaats gevonden: • presentaties van bestuursleden in de bestuursvergadering over hun werk ter inspiratie van bestuur en directie en als mogelijke basis voor toekomstige ontwikkelingen; • bijeenkomsten o.l.v. Mark Mieras over “21th century skills, creativiteit & hersenen, nieuwsgierigheid & verwondering” van bestuur en schoolleidingen, medewerkers BO en VO en ouders BO en VO; • bijeenkomsten van de werkgroep “Gedachtegoed” van medewerkers en ouders in het Basisonderwijs; • studiedagen: in het BO in het kader van de ontwikkeling van de visie om samenwerking in teams en de vormgeving van het onderwijs in het vernieuwde gebouw; in het VO in het kader van team- en onderwijsontwikkeling; • studiedagen voor de teamleiders en de schoolleiding van het BO waarin inspirerend leiderschap als verbindend thema is behandeld; • bijeenkomsten met Daniela Hooghiemstra naar aanleiding van haar boek voor medewerkers en ouders; • beide schoolleidingen hebben gerichte werkbijeenkomsten gehouden over strategie en visie voor resp. BO en VO; • schoolleiding VO en directie zijn voortgegaan met het versterken van de onderlinge samenwerking en de teamvorming m.b.v. het zgn. Birkman-programma; • teamleiders VO hebben deelgenomen aan strategische programma’s voor teamleiders en coaches. Onderwijs Onderwijsontwikkeling In de beide schoolgidsen is de gang van zaken in onderwijs en organisatie uitgebreid beschreven. In dit verslag wordt vooral ingegaan op nieuwe ontwikkelingen en worden de belangrijke resultaten beschreven Talentontwikkeling Op de Werkplaats ontwikkelen de werkers hun talenten en behalen zij het niveau dat bij hen past. Zij worden gestimuleerd ‘te worden wie ze zijn’. Het uitgangspunt van de talentontwikkeling op De Werkplaats is dat alle werkers uitgedaagd worden om hun talent te ontdekken en ontwikkelen. Dat vraagt om uitdagend onderwijs met een veelzijdig aanbod. Daar is dit jaar veel werk van gemaakt. De vernieuwde inrichting van het onderwijs in het basisonderwijs geeft meer ruimte voor “onderwijs op maat” en daarmee voor de ontwikkelingen van de talenten van alle werkers, naast de continuering van al bestaande programma’s in het kader van de Basisuniversiteit, Natuuronderwijs, dans, muziek en bewegingsonderwijs. De extra middelen van de Prestatiebox zijn hier voor een deel voor gebruikt. In het voortgezet onderwijs is een notitie Talentontwikkeling gemaakt en op alle niveaus in de school besproken. Er wordt gestreefd naar een breed aanbod, met accenten op cultuur, talen, bèta-talent en sport. Er zijn veel nieuwe talentprogramma’s ontwikkeld en uitgevoerd: het Eurekaprogramma in team 4, het Gammasymposium in de bovenbouw, de verbreding van de debatclub in de bovenbouw, uitbreiding van Mission Olympic, nieuwe onderdelen in WP-Talent (de nieuwe naam voor WP-Extra), verbreding van het bèta-talent programma zowel in Havo als in Vwo, extra begeleiding van en faciliteiten voor werkers die op hoog niveau sport beoefenen. In deze ontwikkeling en uitvoering van deze programma’s is veel extra tijd en geld gaan zitten. Een deel daarvan is bekostigd met de extra middelen van de Prestatiebox. Onderzoeken en Ondernemen De Werkplaats hecht grote waarde aan een open, onderzoekende en ondernemende houding van werkers en medewerkers en moedigt die aan. Versie 8 mei 2014
7
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Deze bouwsteen sluit nauw aan bij de talentontwikkeling. Het uitgangspunt van “onderzoeken en ondernemen” is dat werkers leren op allerlei terreinen initiatief te nemen. Dit begint al in het basisonderwijs en die lijn wordt daarna voortgezet. In het basisonderwijs wordt door de nieuwe inrichting van het onderwijs ook hier meer ruimte voor gemaakt. In het voortgezet onderwijs komt dit in de talentprogramma’s aan bod. De invoering in 2013 van het vak Management en Organisatie in de bovenbouw van de Havo heeft in het kader van deze bouwsteen plaats gevonden. Vanuit Bèta-talent is de onderzoeksleerlijn die eerder is ontwikkeld met andere collega’s gedeeld. Creativiteit Op de Werkplaats vinden kritisch denken en filosoferen, creativiteit, oplossend vermogen en communicatieve vaardigheden hun toepassing en beoefening in alle vakken, domeinen en leergebieden. Dit alles in verbinding met elkaar, de maatschappij en de wereld. Samen leren en creëren neemt in het onderwijs een belangrijke plaats in. Creativiteit is daarmee niet alleen iets van de creatieve vakken, maar komt terug in het hele onderwijs. Ook deze bouwsteen sluit nauw aan bij de talentontwikkeling. Er zijn voor de werkers veel mogelijkheden om hun creatieve talent te ontwikkelen. De bijeenkomsten met Mark Mieras voor schoolleidingen en medewerkers hebben een extra impuls gegeven aan het denken over de belangrijke rol van creativiteit in ons onderwijs. In het basisonderwijs wordt door de nieuwe inrichting van het onderwijs ook hier meer ruimte voor gemaakt. Er komt in het vernieuwde gebouw een atelier voor koken en handvaardigheid. Daarmee ontstaan voor beide “vakken” meer mogelijkheden. In het voortgezet onderwijs geeft het lidmaatschap van de Vereniging van Cultuurprofielscholen een stimulans aan de ontwikkeling van het Cultuurprofiel van de school. In het afgelopen jaar is dat ook in het gebouw meer zichtbaar geworden. In samenwerking met de HKU is vanuit het lectoraat Kunsteducatie onderzoek gedaan onder werkers en medewerkers rond opvattingen en praktijk m.b.t. creativiteit en cultuureducatie. Dat onderzoek maakt deel uit van de publicatie ‘’Creativiteit is hard werken’’. In het verlengde daarvan zijn twee projecten uitgevoerd door medewerkers en studenten van de HKU met medewerkers en werkers HV-leerjaar 4. Doorgaande leerlijn Een continue leerlijn van basis- en Voortgezet Onderwijs op de Werkplaats met gezamenlijke activiteiten voor werkers van BO en VO. De ambities zijn voor beide scholen hetzelfde, maar de invulling verschilt, omdat de leeftijdsgroep om een andere pedagogische en didactische invulling vraagt. De basis voor de uitbreiding en verbetering van de doorgaande leerlijn in de toekomst wordt gelegd door de bijeenkomsten over missie en visie: zie boven. De doorgaande leerlijn van het basisonderwijs van De Werkplaats naar het voortgezet onderwijs heeft aandacht gekregen in het frequente contact van de adjunct directeur en teamleiders BO met de teamleiders onderbouw VO. Daar is ook de verbetering van de ‘warme overdracht’ van werkers BO-WP naar VO-WP herhaald aan de orde gekomen. Passend Onderwijs In regionaal verband worden de veranderingen in het kader van het Passend Onderwijs voorbereid. Voor zowel BO als VO is een ‘Schoolondersteuningsprofiel’ bepaald. Dat is in beide gevallen een ‘ breed’ profiel. De Werkplaats profileert zich daarbij niet speciaal in één richting, bijv. onderwijs voor slechtzienden of hoogbegaafden. Onderwijsprestaties De resultaten die door het Ministerie en de Inspectie als ijkpunten voor goed onderwijs worden gezien en gemeten worden, komen minimaal op het landelijk gemiddelde uit. De kwaliteit van het onderwijs blijkt enerzijds uit het brede aanbod van activiteiten dat in de schoolgidsen wordt beschreven. Anderzijds uit de resultaten die daarmee bereikt worden. Een deel van die resultaten is niet altijd meetbaar en vaak niet in cijfers uit te drukken, bijvoorbeeld de mate van zelfstandigheid die je op school leert, het leren initiatief te nemen en verantwoordelijkheid te dragen, de culturele en creatieve ontwikkeling; voor een ander deel geldt dat wel. Versie 8 mei 2014
8
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Om de kwaliteit op verschillende manieren en terreinen te volgen wordt met een systeem van interne en externe kwaliteitszorg gewerkt. De wijze waarop dat wordt vorm gegeven is in 2013 tussen basis- en Voortgezet Onderwijs verder op elkaar afgestemd. De tevredenheidsonderzoeken onder de medewerkers zijn gezamenlijk uitgevoerd, na de positieve ervaringen hiermee in 2012. De tevredenheidsonderzoeken onder werkers en ouders hebben in 2013 alleen in het VO plaats gevonden. De meetbare onderwijsprestaties zijn op de gehele Werkplaats in 2013 op een enkel onderdeel na positief. De Werkplaats hanteert het landelijk gemiddelde als ondergrens. Basisonderwijs • De onderwijsopbrengsten zijn goed en liggen (flink) boven het landelijke gemiddelde. • Werkers scoren op nagenoeg alle onderdelen van de Cito-toetsen bovengemiddeld. • Scores betreffende zittenblijven liggen ruim onder het landelijk gemiddelde. • Verwijzingsadviezen liggen ruim boven het landelijk gemiddelde. Deze resultaten hebben geleid tot een positief oordeel van de onderwijsinspectie bij het vierjaarlijks onderzoek dat in juni 2013 is uitgevoerd. De ‚planmatige uitvoering van de zorg’ heeft de inspectie met een goed beoordeeld.
Voortgezet Onderwijs • Werkers maken de plaatsing op basis van hun basisschooladvies waar of overtreffen die. • De uitstroom uit de onderbouw is hoger dan we willen; acties zijn ingezet. • Op de Werkplaats komt doubleren veel minder vaak voor dan landelijk. • Lichte afname van doorstroom met een Vmbo-t diploma Havo in de laatste jaren, doorstroom met Havo-diploma naar Vwo blijft hoger dan landelijk. • De examenresultaten 2013 waren in alle afdeling goed. • Deze resultaten hebben geleid tot drie voldoendes in het Opbrengstenoordeel van de onderwijsinspectie (publicatie voorjaar 2014). De Werkplaats heeft daarmee weer een zogenaamd ‘Basisarrangement’ gekregen. De uitstroom uit de onderbouw VO is hoger dan gewenst. Dit zit vooral in het team met de Vmbo/Havoklassen. Het gaat vaak om werkers met gedragsproblemen. Het is niet de bedoeling dat zij afvloeien naar basis of kader. Deze werkers zijn binnengekomen met een VMBO-advies en het doel is dat zij bij ons met een diploma van school afgaan. Het is van belang om voor deze werkers de juiste aanpak te vinden. Hiervoor is extra begeleiding ingezet. Er is bovendien gebruik gemaakt van pilot-gelden van het SWV door gerichte expertise van buiten in te zetten voor observatie en training van de medewerkers van de drie onderbouwteams gericht op het begeleiden van werkers met specifieke leerproblematieken. Over deze onderwijsopbrengsten wordt met werkers, ouders en medewerkers gecommuniceerd en ook in het toezichthoudend bestuur is het een vast punt van bespreking geweest. In de WP-wijzer (schoolgids) van het VO en op de website zijn de onderwijsprestaties uitgebreid beschreven. In Vensters voor Verantwoording wordt voor zowel BO als VO hierover gerapporteerd. Onderwijstijd In het Voortgezet Onderwijs speelt de verantwoording van de onderwijstijd een belangrijke rol. Er vallen op de Werkplaats geen lessen uit. Afwezigheid van medewerkers door ziekte of door verplichtingen buiten school (nascholing bijvoorbeeld) wordt opgevangen door medewerkers uit het betreffende team (teamassistent, teamleider, lesgevende medewerkers). Alleen als de school getroffen wordt door bijvoorbeeld een griepgolf die leidt tot een zeer fors tijdelijk ziekteverzuim kan er sprake zijn van lesuitval. In 2013 verviel door zeer incidentele uitval een te verwaarlozen percentage van de totale onderwijstijd. Doordat er geen lessen uitvallen is de discussie over ‘halen van de onderwijstijd’ voor de Werkplaats geen actueel thema, sterker nog: de contacttijd ligt in alle leerjaren en afdelingen boven het wettelijk minimum. In Vensters voor Verantwoording wordt hierover gerapporteerd. Aannamebeleid De Werkplaats is voor iedereen met het voor dit type onderwijs (regulier PO en regulier Vmbo-Tl, Havo, Atheneum/Gymnasium) vereiste niveau in principe toegankelijk. Vanaf groep 3 is in het Basisonderwijs gewerkt met een wachtlijst en in het Voortgezet Onderwijs wordt bij de aanname van nieuwe brugklassers de afgelopen jaren geloot. In 2013 moest een groter aantal kinderen uitgeloot worden dan Versie 8 mei 2014
9
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
ooit: er waren 100 aanmeldingen te veel voor alle afdelingen en uit alle twee de gebieden: de gemeente De Bilt en van de overige gemeenten. Het toelatings- en aannamebeleid ligt schriftelijk vast en wordt aan de betrokken ouders bekend gemaakt. De vrijwillige ouderbijdrage is naar draagkracht. Zij vormt geen beletsel voor de toegankelijkheid.
De Werkplaats als school in de samenleving Wereldburgerschap De Werkplaats werkt vanuit het uitgangspunt dat gemeenschap zijn actieve participatie inhoudt van wereldburgers en dus ook van werkers en medewerkers. Die actieve participatie is voorwaarde is voor de vitaliteit van onze democratische rechtstaat. In het Schoolplan het streefdoel in 2016 geformuleerd: “De Werkplaats is een oefenplaats voor actief democratisch burgerschap, maakt de werkers wegwijs in de wereld, bevordert ontmoeting met andere culturen en de internationale oriëntatie. De Werkplaats werkt aan sociale betrokkenheid en tolerantie. Mondiale vraagstukken als economische ontwikkeling, milieu en klimaat zijn vraagstukken voor het onderwijs. Die mondiale vraagstukken vragen om kennis en actieve participatie. Ontdekken dat actief handelen en deelnemen kan, staat op de agenda van de school.” De Werkplaats is een schoolgemeenschap die midden in de samenleving staat en die haar maatschappelijke verantwoordelijkheid ruim opvat. Er wordt door werkers en medewerkers actief geparticipeerd in de samenleving. Activiteiten op dit terrein worden gestimuleerd. Deze actievere participatie komt o.a. tot uiting in de vele onderwijsprojecten in Basis- en Voortgezet Onderwijs en in intensieve deelname aan activiteiten in de gemeente De Bilt, zoals 900 jaar De Bilt, Platform Respectvol Samenleven, Samen voor De Bilt met o.a. de Beursvloer, Via-Via De Bilt (sinds januari 2013 onderdeel van de Stichting Mens), Fair Trade Gemeente, Snoeprouteproject. Burgerschapsvorming vindt plaats door de wijze waarop de werkers bij de vormgeving van hun onderwijs en andere zaken die de gemeenschap betreffen betrokken worden en door specifiek daarop gerichte projecten en acties. De maatschappelijke stage in het Voortgezet Onderwijs speelt een belangrijke rol. Een deel van de contacten voor deze stages is ook in 2013 weer gelegd op “de Beursvloer”, een activiteit waarbij bedrijven en maatschappelijke organisaties uit de gemeente elkaar ontmoeten. De intentie is uitgesproken en vastgelegd in het schoolplan om deze ontmoeting van school en samenleving (deelname van jongeren aan vrijwilligerswerk) voort te zetten ook als de financiering van overheidswege daarvoor in augustus 2015 verdwijnt. De maatschappelijke stage hoort bij de uitgangspunten van de Werkplaats. Het VO neemt actief deel aan regionale ontmoetingen rond die maatschappelijke stage en stimuleert het voortzetten van de stage en de bijbehorende ontmoetingen in de regio. In 2013 heeft De Werkplaats wederom een bijdrage geleverd aan het opnieuw verkrijgen van het keurmerk Fair Trade Gemeente, doordat werkers van de onderbouw weer hebben meegewerkt aan een onderzoek onder bedrijven en de stappen die eerder zijn gezet om Fair Trade School te worden zijn gecontinueerd. In het onderwijs kreeg dit thema de nodige aandacht in het programma van de vakken en in de activiteiten in de tussenweken. Ook op andere wijze is aandacht besteed aan eerlijke handel. In de kantine van het Voortgezet Onderwijs worden Fair Trade producten verkocht en de koffie, thee, sappen en wijn die bij andere gelegenheden geschonken wordt, hebben waar mogelijk het Fair Trade Keurmerk. Ook in de publiciteit (Werkplaatskrant, website, lokale kranten) hebben wij dit uitgedragen. In 2013 zullen door BO en VO gezamenlijk verdere stappen gezet worden op weg naar het keurmerk “Fair Trade School”. Ook het onderwerp “de duurzame school” komt dan aan de orde. De ontmoeting tussen leerlingen van de ISK-opleiding Utrecht en werkers van havo-4 is voortgezet. De Werkplaats was betrokken bij de viering van de activiteiten van 900 jaar De Bilt door op een eigen wijze mee te doen met de daarvoor geschreven musical in het Basisonderwijs, door een gezamenlijke wedstrijd touwtrekken tussen het Groenhorst College (Oranje Nassau Mavo), Het Nieuwe Lyceum en De Werkplaats VO en door deelname van werkers uit het derde leerjaar aan een gemeentelijk poëzieproject rond de beelden in de Bilt. Ook heeft De Werkplaats actief deelgenomen aan een speciale bijeenkomst van het Platform Respectvol Samenleven onder de titel ‘’de verbindende gemeente’’, over sociale cohesie op plaatselijk niveau. Versie 8 mei 2014
10
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Samen met gemeente, wijkraad, politie, ‘de Plus’ en de scholen is het snoeprouteproject uitgevoerd om de overlast van zwerfafval in de buurt terug te brengen. De Werkplaats heeft samen met Het Nieuwe Lyceum een nieuwe prullenbak op de route langs de Kees Boekelaan gesponsord. Deze is door wethouder Kamminga samen met een afvaardiging van de leerlingenraad van het HNL en de werkersraad van de WP-VO officieel in gebruik genomen. Het Voortgezet Onderwijs heeft deelgenomen aan activiteiten in het kader van de Vrede van Utrecht, Het slotfestijn vond op 21 en 22 september plaats. Op de Kees Boeke dag zijn veel werkers naar de vliegbasis Soesterberg geweest voor een workshop ‘stormbaan’ en een wandeling door de natuur, langs oorlogsmonumenten en kunstwerken. Er is op het terrein van de voormalige vliegbasis een Duif, symbool van de vrede van Utrecht op, gemaakt van 1000 kussenslopen met namen, een groot deel afkomstig van onze werkers De nieuwbouw Kinderopvang is niet alleen voor de school, maar ook voor de maatschappelijke omgeving van belang. Kinderen van 0 tot 18 jaar kunnen sinds januari 2012 op het Werkplaatsterrein terecht voor onderwijs en opvoeding. De Werkplaats staat in verbinding met de maatschappelijke omgeving; het schoolbeleid komt mede in dialoog met die omgeving tot stand. De Werkplaats BO maakt deel uit van de volgende samenwerkingsverbanden: • Regionale organisatie en afstemming, o.a. het Samenwerkingsverband Zuidoost Utrecht voor zorg en begeleiding en het regionaal overleg van schoolleiders. De Werkplaats heeft zich verenigd in het “éénpittersoverleg” waarbij de belangen van de éénpitters binnen het samenwerkingsverband worden behartigd. • Marnix Opleidingsinstituut, Partners in Opleiding (PIO) • College van directeuren Basisonderwijs in de gemeente De Bilt Het Voortgezet Onderwijs maakt deel uit van diverse samenwerkingsverbanden: • Regionale organisatie en afstemming, o.a. het Samenwerkingsverband Zuidoost Utrecht voor zorg en begeleiding en het regionaal overleg van schoolleiders; • Opleiden, aansluiten, afstemmen, o.a. Platform Midden Nederland VMBO-MBO, Regionaal platform onderwijs en arbeidsmarkt en de intensieve samenwerkingsverbanden met de Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht; • Onderwijsontwikkeling, o.a. Scholennetwerk bovenbouw Havo-Vwo Amsterdam, Profeed (samenwerking van vijf scholen met het Centrum voor Onderwijs en Leren van de Universiteit van Utrecht en Archimedes Lerarenopleiding Hogeschool Utrecht) rond opleiden, ontwikkelen en onderzoek, Junior College Universiteit Utrecht en het U-talent-programma Platform Eigentijds Onderwijs (samenwerking op het gebied van onderwijskundige ontwikkeling met de scholen met een vernieuwend onderwijsconcept); • Overig: Vereniging Cultuur Profiel Scholen en het regionaal overleg van de vijf VCPS-scholen regio Utrecht, VO-Raad, Verenigde Bijzondere Scholen, eerste coöperatie VO, Platform Respectvol Samenleven De Bilt, Samen voor De Bilt, 900 jaar De Bilt, Snoeprouteproject.
Internationalisering Mondiale vraagstukken als economische ontwikkeling, milieu en klimaat zijn vraagstukken voor het onderwijs. Die mondiale vraagstukken vragen om kennis en actieve participatie. Ontdekken dat actief handelen en deelnemen kan, staat op de agenda van de school.” In het Basisonderwijs maken vraagstukken rond milieu en klimaat deel uit van het onderwijsprogramma, vooral in de projecten. Bij de voorbereiding op de nieuwbouw is het thema duurzaamheid in de werkgroepen met medewerkers en ouders expliciet aan de orde gekomen en het Bestuur heeft ingestemd met een extra budget voor duurzaamheid. In het Voortgezet Onderwijs maken vraagstukken rond economische ontwikkeling, milieu en klimaat deel uit van het onderwijsprogramma, zowel in het basisprogramma van de vakken als in de sector- en profielwerkstukken. Daarnaast komen deze thema’s veel aan de orde in projecten in de tussenweken van de onderbouw, in/bij de activiteiten voor de kerst en in WP-Talent (m.n. in de symposia). De uitwisseling in de bovenbouw met een school in Lille in het kader van de Franse taal en cultuur en de Marokkoreis passen in dit kader. Bij deze reis worden door de deelnemende werkers in de bovenbouw ook scholen in Marokko bezocht. De overige buitenlandse reizen zijn meer gericht op de kennismaking met taal, historie en cultuur van de betreffende landen. Versie 8 mei 2014
11
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Veilige School Veilige omgeving De Werkplaats garandeert een veilige en zorgzame (leer- en leef)omgeving gebaseerd op waardering voor ieders individuele kwaliteiten en vermogens, de ontwikkeling en uitingen daarvan. De Werkplaats wordt door werkers en ouders als een (zeer) veilige school ervaren. Het Voortgezet Onderwijs scoort op dit onderdeel hoog. Het Basisonderwijs scoort zeer hoog. De resultaten op dit punt zijn vergeleken met andere scholen indrukwekkend. Het Basisonderwijs kenmerkt zich door positieve uitslagen in de tevredenheidsonderzoeken en de grote mate van tevredenheid die ouders in de dagelijkse praktijk tonen. Vooral ouders van wie de kinderen eerder op andere basisscholen ervaringen hebben opgedaan, zijn zeer tevreden over het schoolklimaat op De Werkplaats. In het schoolbrede tevredenheidsonderzoek in het VO geven werkers en ouders een positief oordeel over de veiligheid in en rond het schoolgebouw. De volgende onderdelen hebben bijgedragen aan een veilig leer- en leefklimaat: • teamopbouw van de school waardoor in de relatief grote schoolgemeenschap kleine eenheden ontstaan waar maximaal 200 werkers en 10 à 15 medewerkers hun thuisbasis hebben; • in die eigen teams hebben werkers hun kapstok en hun lockers; • per team een teamassistent o.a. als bewaker van welzijn van werkers; • elke werker heeft een mentor; • in de mentorgroep worden afspraken gemaakt over omgaan met elkaar en waar nodig worden gesprekken daarover gevoerd; • door het werken met teams en mentoren is de signalering snel en adequaat en zijn de lijnen kort; • camera’s in en rond het gebouw helpen te waken over eigendommen en veiligheid van werkers en medewerkers; • regelmatig constructief overleg met instellingen uit de buurt, de gemeente en de politie. In de teamwijzers is ieders bijdrage aan die veilige school als volgt verwoord: “Wie op De Werkplaats is, houdt zich hieraan: Op De Werkplaats Kindergemeenschap gaan wij, zowel werkers als medewerkers, respectvol met elkaar en de ruimte om. Samen zijn wij verantwoordelijk voor een veilige leef- en leerontwikkeling van elk lid van de gemeenschap. Wij leren en leven op basis van gelijkwaardigheid waarbij ieder zijn/haar verantwoordelijkheid kent, neemt en de ander ook op die verantwoordelijkheid wijst. Wij gunnen ieder in vrijheid zijn eigen mening zolang hij of zij daarmee een ander niet kwetst op grond van ras, geloof of afkomst. Wij zijn een gemeenschap met een hoofd (wijsheid), met een hart (gevoel en betrokkenheid) en met handen (daadkracht en creativiteit).” In 2013 zijn een aantal regelingen vastgesteld die de veiligheid in de organisatie moeten borgen: • Privacyreglement verwerking gegevens werkers • Privacyregeling verwerking gegevens medewerkers • Regeling melden vermoeden van een misstand (ook wel klokkenluidersregeling genoemd) • Gedrags- en integriteitscode • Schoolveiligheidsplan • Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Aanleiding en kapstok is de code ‘goed onderwijsbestuur’ die alle scholen heeft opgeroepen op deze terreinen de bestaande praktijk duidelijk vast te leggen of opnieuw te beschrijven. We hebben dit met overtuiging aangepakt, omdat we vinden dat het van belang is om deze stukken beschikbaar te hebben voor alle leden van onze schoolgemeenschap (werkers, ouders en medewerkers) en om dit in gezamenlijkheid voor BO en VO te doen. In de meeste situaties betreft het vastleggen van bestaand beleid of bestaand handelen; echt nieuw is de regeling melden misstand. In alle gevallen is gebruik gemaakt van bestaande voorbeelden die door diverse organisaties zijn ontwikkeld en juridisch beproefd. Het is goed dat hiermee een aantal formele afspraken, rechten en plichten duidelijk wordt vastgelegd. Maar meestal geeft ons gezond verstand al voldoende houvast voor goed handelen. Daarbij geeft bovenstaande tekst die in het Voortgezet Onderwijs al een aantal jaren in alle teamwijzers en in de WP-wijzer is opgenomen een goede leidraad. Versie 8 mei 2014
12
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Afhandeling van klachten Er is een klachtenprocedure en de Werkplaats is aangesloten bij de landelijke klachtencommissie van de VBS. In 2013 zijn geen klachten bij deze commissie ingediend en afgehandeld. De klachten die bij het VO binnen komen en de correspondentie wat dat betreft worden opgeslagen in de “klachtenmap”. Gezonde school Het motto van het in 2007 in het Voortgezet Onderwijs gestarte Gezonde-School-programma is ‘gezond maakt slim’. Vanuit de overtuiging dat gezond gedrag het leren bevordert, is begonnen met een schoolbreed onderzoek naar gezond gedrag gevolgd door diverse onderwijsactiviteiten. Na evaluaties en positieve ondersteuning van ouders en op grond van het onderzoeksresultaat over de relatie tussen gedrag, leeftijdgenoten en de rol van het onderwijs is het programma in 2013 voortgezet en verder uitgebreid: • herhaling onderzoek (signaleren en opbrengst van programma meten); • in het onderwijs in leerjaar 1 t/m 3 is aandacht voor voeding, bewegen, mediawijsheid, ongezonde gedragingen (roken, alcohol, drugs), omgaan met elkaar (‘ik en jij’: zelfbeeld en groepsprocessen) en sociale weerbaarheid. Er is een wekelijks programma dat verzorgd wordt door de mentoren. Dat programma wordt steeds opnieuw bijgesteld en uitgebreid n.a.v. onderzoeksresultaten en op basis van evaluatie. Zo is ook in het mentoraatsprogramma van vierde leerjaar aandacht gekomen voor alcohol en jongeren; • nadruk op een gezond aanbod in de kantine; • schoolfeesten zonder roken en alcohol; • samenwerking met instanties als GGD, centrum Maliebaan en Julius Centrum UMCU en andere scholen. Het onderzoek (uitgevoerd door het UMCU) leert dat onze aanpak succesvol is. Gezond gedrag van werkers neemt toe, bewustzijn van het belang van gezond gedrag groeit bij werkers en ouders. Concreet heeft de extra aandacht die in het onderwijsprogramma - naar aanleiding van eerdere resultaten van het Gezonde School Onderzoek - aan pesten is gegeven tot een aanzienlijk betere score op dit gebied geleid. Ook is het aantal werkers dat rookt in de afgelopen jaren aanzienlijk verminderd en het alcoholgebruik op jonge leeftijd is steeds minder geworden. Overgewicht is op De Werkplaats geen groot probleem, eerder ondergewicht. Al het ontwikkelde en verzamelde materiaal wordt aan anderen (scholen, ouders, medewerkers) ter beschikking gesteld via een daartoe ontwikkelde website: de link ‘gezond maakt slim’ via de schoolwebsite.
Versie 8 mei 2014
13
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Werkers
Aantal werkers Het totale aantal werkers op de Werkplaats is het afgelopen jaar toch nog weer toegenomen: van 1779 naar 1784. In het BO is in 2013 het aantal werkers iets gedaald: van 556 naar 551. Er is voor de komende paar jaar nog gestreefd naar 555 werkers, maar dit is niet gehaald. Als dit structureel niet lukt, zal de meerjarenbegroting bijgesteld moeten worden. In de groepen 1 en 2 is op het moment van schrijven van dit verslag wederom een wachtlijst. De Gemeente blijft uitgaan van een maximale schoolgrootte van 525, het aantal dat De Werkplaats naar haar mening januari 2009 als gewenste maximale schoolgrootte heeft opgegeven. De Gemeente zal voor het aantal werkers boven de 525 geen extra middelen voor huisvesting en eerste inrichting verschaffen. In het VO is in 2012 het aantal werkers gegroeid naar 1230. Omdat de school in de afgelopen jaren met het steeds stijgende aantal werkers op sommige plaatsen in de school “te vol” werd, is gestreefd naar een daling van het aantal werkers. Het streefgetal voor de schoolgrootte is circa 1200 werkers. Om dit te e bereiken is het beleid ingezet om jaarlijks niet meer dan 245 1 brugklassers aan te nemen. Als er meer aanmeldingen zijn wordt er geloot. In 2013 zijn een groot aantal van de aangemelde kinderen uitgeloot. Kinderen die al een broer of zus in het Voortgezet Onderwijs hebben en kinderen van onze eigen basisschool worden als eerste geplaatst. Bij de plaatsing wordt gestreefd naar 60% uit de Gemeente De Bilt en 40% uit overige gemeentes, waaronder Utrecht. In 2012 zijn toch meer nieuwe brugklassers aangenomen dan hierboven aangegeven (258 i.p.v. 245), om – in collegiaal overleg met de buren van Het Nieuwe Lyceum - zoveel mogelijk te voorkomen dat kinderen met Havo- en Vwo-advies uit de Bilt niet in de eigen Gemeente naar school kunnen. Daardoor is het aantal werkers in 2012 niet verder gedaald en zal het aantal werkers in de komende jaren langzamer dalen dan eerder gepland. In 2013 zijn 248 werkers in de brugklas geplaatst. Het ziet er naar uit dat door bovenstaande ontwikkeling en door meer stapeling van opleiding in de bovenbouw (vooral Vmbo-Tl naar Havo) de school de komende jaren zelfs nog iets verder gaat groeien. De meerjarenbegroting zal hier op aangepast worden. In 2012/2013 was het aantal werkers per full time medewerker op het Voortgezet Onderwijs van de Werkplaats 12,2. Landelijk was dit ook 12,2. Dit is zowel op De Werkplaats als landelijk hoger dan de voorgaande jaren. De stijging wordt vooral veroorzaakt door de verhouding werkers – lesgevende medewerkers: van 15,7 resp. 15,9 naar 16,5 (WP en landelijk).
Tevredenheid werkers De Werkplaats onderzoekt jaarlijks de tevredenheid van alle werkers van brugklas t/m examenjaar. Ook in het Basisonderwijs wordt de tevredenheid onder werkers van de groepen 5 t/m 8 onderzocht. In 2013 heeft het tevredenheidsonderzoek onder werkers en ouders niet plaats gevonden. Onderzoeken naar tevredenheid zullen in 2014 plaatsvinden. Daarbij kunnen dan de eerste ervaringen met het vernieuwde onderwijs meegenomen worden. De uitslagen van deze tevredenheidonderzoeken in het Voortgezet Onderwijs worden vergeleken met de resultaten van de andere scholen die aan dit onderzoek deelnemen. In dit schoolbrede onderzoek scoren de werkers van De Werkplaats boven het landelijk gemiddelde: • in 2012/2013 was de score bij de brugklassen 0,4 hoger (7,2 WP – landelijk 6,8). Het grotere positieve verschil wordt veroorzaakt door een stijging met 0,3 bij de Werkplaats; • bij het tweede leerjaar t/m examenklas 0,3 hoger ( 6,6 WP – landelijk 6,3); • bij het examenjaar op landelijk niveau (6,2 WP – 6,2 landelijk). De werkers van de derde klassen nemen deel aan de vragenlijst van Vensters voor Verantwoording. Deze werkers zijn uitgesproken meer tevreden dan het landelijke gemiddelde (344 scholen): 7,3 WP – 6,7 landelijk. Pluspunten (0,5 hoger dan het landelijk gemiddelde): • Brugklaswerkers: er wordt weinig gepest, het gebouw, teamorganisatie, medewerkers, sfeer in de eigen klas en domein, resultaten, efficiënt gebruik onderwijstijd, duidelijke didactiek, toezicht Versie 8 mei 2014
14
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
• •
Werkers leerjaar 2 t/m voor-examenklas: er wordt weinig gepest, sfeer in eigen klas en domein, het gebouw, teamorganisatie, efficiënt gebruik onderwijstijd, duidelijke didactiek, regels en toezicht, didactische kwaliteit medewerkers Werkers examenklassen: activerende didactiek van medewerkers
Aandachtspunten (duidelijk lager dan het landelijk gemiddelde): • Bij brugklaswerkers zijn er geen aandachtspunten. • Werkers van (voor)examenklassen maken zich meer zorgen over hun resultaten dan het landelijk gemiddelde. Deze resultaten zijn terug te vinden op onze website www.wpkeesboeke.nl bij: onderwijs/kwaliteit/tevredenheid.
Versie 8 mei 2014
15
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Medewerkers Zowel in Basis- als in Voortgezet Onderwijs van de Werkplaats wordt gewerkt in teams van medewerkers om dit doelen te realiseren. Op de Werkplaats werken deskundige, bekwame en betrokken medewerkers met passie voor hun werk en in verbondenheid met team en school. De Werkplaats is een professionele organisatie met professioneel handelende medewerkers. Het personeelsbeleid wordt uitgevoerd volgens de notitie Personeelsbeleid WP 2012 – 2016 (bijlage schoolplan). Aantallen Er waren op 1 oktober 2013 in totaal 180 medewerkers (132,9 fte). Verdeeld over OP, OOP en directie was het beeld op 1 oktober 2013 als volgt: BO: 53 medewerkers (35,7 fte), waarvan 41 OP (27,9 fte), OOP 10 (5,9 fte) en Directie 2 (1,9 fte) VO: 127 medewerkers (97,2 fte), waarvan 93 OP (67,3 fte), OOP 33 (27,9 fte) en Directie 2 (2,0 fte) De teamleiders worden meegerekend bij het OP. De Werkplaats heeft nog steeds geen problemen bij het vinden van geschikt personeel. De school biedt een plezierige werkomgeving én in de intensieve samenwerkingen met Marnix Academie, HU en UU worden grote groepen studenten – en dus potentiele nieuwe medewerkers – opgeleid. Een belangrijke trend in het gehele onderwijs is dat de werkgelegenheid afneemt. Dat is landelijk het geval en ook op de Werkplaats is het aantal fte’s iets afgenomen: van 134,2 naar 132,9. Verdeling man - vrouw (in fte) Onderwijzend Personeel Bij het BO is het percentage mannen op de Werkplaats iets hoger dan landelijk: WP 21 % man - 79 % vrouw; landelijk 18 % man - 82 % vrouw Bij het VO is het percentage mannen op de Werkplaats lager dan landelijk: WP 49 % man - 51 % vrouw; landelijk 54 % man - 46 % vrouw. Onderwijsondersteunend Personeel Bij het BO is op De Werkplaats het percentage mannen iets hoger dan landelijk: WP 29 % man - 71% vrouw; landelijk 26 % man - 74 % vrouw Bij het VO is op De Werkplaats het percentage mannen lager dan landelijk: WP 42 % man - 48 % vrouw; landelijk 49 % man - 51% vrouw. Directie en Schoolleiding (op 1 oktober 2013) De directie van De Werkplaats bestaat voor 100% uit mannen. Het beeld is anders bij de schoolleidingen van BO en VO. In de schoolleiding BO is het aantal fte vrouwen wat hoger; in het VO is het aantal fte mannen veel hoger. Het aandeel vrouwen in schoolleiding VO is ten opzichte van vorig jaar minder geworden door de benoeming van twee mannelijke teamleiders. BO WP: Dir: SL: BO Land:
M: 53 % M: 46 % M: 57 %
V: 47 % (directeur en adjunct directeur) V: 54 % (directeur, adjunct directeur en teamleiders) V: 43 %
VO WP Dir: · SL: VO Land :
M: 100 % M: 68 % M: 74 %
V: 0 % (rector en plv. rector) V: 32 % (rector en plv. rector en teamleiders) V: 26 %
Gemiddelde leeftijd Basisonderwijs De gemiddelde leeftijd BO WP is gestegen van 45,5 in 2011 naar 46,3 in 2012. De gemiddelde leeftijd BO landelijk is ook gestegen: van 43,8 in 2011 naar 44,2 in 2012. Daarmee is de gemiddelde leeftijd op De Werkplaats nog steeds een stuk hoger dan landelijk. De stijging bij BO WP komt vooral door de directie en OOP. De gemiddelde leeftijd van het OP is in 1 jaar fors gedaald: van 45,7 naar 43,2; daarmee zit de gemiddelde leeftijd van het OP op De Werkplaats voor het eerst in jaren weer op het landelijke niveau. Versie 8 mei 2014 16
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Voortgezet Onderwijs De gemiddelde leeftijd VO WP is gedaald van 43,8 in 2011 naar 42,7 in 2012. De gemiddelde leeftijd VO landelijk is hetzelfde gebleven: 45, 4 in 2011 en 45,5 in 2012; daarmee is de gemiddelde leeftijd op De Werkplaats nog weer lager geworden dan landelijk. Bij het OP WP zien we een verdere daling van 41,2 naar 40,3. Landelijk is de gemiddelde leeftijd OP 44,5; dat is een groot verschil. De gemiddelde leeftijd OOP WP is gedaald van 50,0 in 2011 naar 47,9 in 2012. Functiemix De doelstellingen voor de functiemix BO 2013 zijn gehaald. De feitelijke consequenties van een LB benoeming verdient nog nadere aandacht; hoe herkent men de LB-leerkracht in de dagelijkse praktijk? De uitvoering functiemix VO is op koers. Bevoegd - onbevoegd De verhouding bevoegd - onbevoegd is in het Basisonderwijs 42 – 1 (in 2011: 43 – 1). Bij het Voortgezet Onderwijs is dat 86 - 7 (in 2011: 87 - 9). De ene onbevoegde medewerker in het Basisonderwijs zal structureel onbevoegd blijven. Het aantal onbevoegden in het VO daalt. De onbevoegden zijn studerend voor de vereiste bevoegdheid en met allen zijn afspraken over termijnen gemaakt. NB: onbevoegd is niet gelijk aan onbekwaam, net zo min als bevoegd altijd bekwaam betekent. Gesprekkencyclus OP en OOP 2012 – 2013 Basisonderwijs De tweede ronde in de cyclus is afgerond. Alle medewerkers hebben een POP en een functionerings/voortgangsgesprek gevoerd. In het schooljaar 2013 - 2014 worden de beoordelingsgesprekken gevoerd. Als gevolg van de vele activiteiten rondom de nieuwbouw (zowel bouwtechnisch voor de schoolleiding als onderwijsinhoudelijk voor schoolleiding en team) zijn deze gesprekken tot na de oplevering uitgesteld (april/mei 2014). Voortgezet Onderwijs De gesprekkencyclus OP is nu 6 jaar actief. Schooljaar 2012-2013 is jaar 6. Met vrijwel alle medewerkers is een voortgangsgesprek gevoerd in schooljaar 2012 - 2013. Uitzondering hierop vormen de langdurig zieken en de medewerkers die langdurig verlof hadden om andere redenen, zoals zwangerschapsverlof of langdurig onbetaald verlof. Professionalisering Er is een gezamenlijk professionaliseringsplan opgesteld met het plan van het BO als uitgangspunt. In het BO is veel scholing ingezet in het kader van de vernieuwing van het onderwijs. De professionalisering van de medewerkers heeft in twee fases plaats gevonden. In 2012 – 2013 hebben studiedagen plaats gevonden over persoonlijk leiderschap. Dit zijn studiedagen voor de schoolleiding (directeur en adjunct-directeur) en de teamleiders. Met een studiebijeenkomst bij de aanvang van het schooljaar 2013 - 2014 zijn de waarden en missie van de school opnieuw onderzocht. Deze zijn als uitgangspunt genomen voor de studiedagen die teambreed zijn gevolgd, waarin “Boeiend onderwijs’ het thema is geweest. De medewerkers hebben hiermee met vernieuwende onderwijskundige theorieën en praktisch tools hun vaardigheden en de onderwijskundige toepassingen vergroot. BO en VO hebben op een gezamenlijke studiedag een presentatie bijgewoond van Mark Mieras over ‘21th century skills, creativiteit & hersenen, nieuwsgierigheid & verwondering’. In het VO heeft permanente scholing plaats gevonden in de teams, in gezamenlijke werkbijeenkomsten en op studiedagen. Daarnaast zijn er scholingen geweest in het kader van de visitatietrajecten, Profeed, opleiding van studenten, training van assessoren, talentprogramma’s voor medewerkers en professionaliseringstrajecten voor teamleiders. Ook hebben tal van vakmedewerkers deelgenomen aan op hun vakkennis gerichte nascholingsprogramma’s van diverse instituten.
Versie 8 mei 2014
17
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Ziekteverzuim: algemeen Vanaf het schooljaar 2011/2012 wordt ook het ziekteverzuim door BO en VO gezamenlijk aangepakt en wordt er op dezelfde wijze over gerapporteerd. Er is in 2013 afscheid genomen van de bedrijfsarts waar nog niet zo lang een contract mee was. De visie van de Werkplaats en de Arbo-arts m.b.t. de rol en werkwijze van de Arbo-arts was te verschillend om een vruchtbare samenwerking te kunnen garanderen. Daarom is in goed overleg besloten het contract niet te verlengen. Vanaf 1 mei 2013 is een contract afgesloten met Tredin. Deze arbodienst is in het eerste jaar goed bevallen. Er zijn korte lijnen en er is nauw contact. De verzuimgegevens en de dossiers van de medewerkers worden via een web-based systeem bijgehouden (Trackverzuim) en via dit systeem krijgen we ook de te ondernemen acties door, zoals het houden van verzuimgesprekken en het (laten) maken van een Plan van Aanpak bij langdurig verzuim. Het BO en het VO werken met dezelfde bedrijfsarts. De bedrijfszorgverzekering bij IZA is na gedegen onderzoek gehandhaafd. Er is een goed contract afgesloten, waarin alle elementen die we belangrijk vinden in de preventieve sfeer, gewaarborgd zijn. Op deze manier kunnen we de medewerkers ondersteuning blijven bieden op het gebied van bedrijfsmaatschappelijk werk, psychologische hulpverlening en fysiotherapie. Het ziekteverzuimbeleid bestaat uit de volgende elementen: • Preventie a. In de teams nodigen teamleiders op het VO of de directie op het BO de medewerkers die dreigen te verzuimen of aangeven in de knel te komen, uit voor een gesprek met teamleider en de P&O staffunctionaris, respectievelijk de directie BO, om te bespreken of er preventieve actie kan worden ondernomen in bijvoorbeeld aanpassing van het rooster, verschuiving of vermindering van taken of bezoek aan bedrijfsarts, bedrijfsmaatschappelijk werk, psycholoog of fysiotherapeut. b. We stellen jaarlijks de griepprik gratis beschikbaar aan medewerkers. c. Medewerkers krijgen korting op sportactiviteiten in het nabijgelegen sportcentrum ‘Kees’. Dit stimuleert medewerkers om voor of na schooltijd te werken aan eigen conditie. • Verzuimbegeleiding a. Na drie keer ziekteverzuim vindt er een gesprek plaats tussen betrokkene, teamleider en staffunctionaris P&O op het VO of betrokkene en de directie op het BO. In dit gesprek wordt nagegaan of er sprake is van een structurele ontwikkeling en of er een relatie is met werkdruk of andere schoolgerelateerde zaken. Mogelijk volgt er doorverwijzing naar bedrijfsarts of zorgnetwerk. b. Er is nauw contact tussen leden van het zorgnetwerk (IZA-bedrijfszorg en Achmea) en de staffunctionaris P&O/directie BO. Dat leidt tot goede afstemming tussen adviezen en inzet op het werk. c. Teamleider VO, staffunctionaris P&O en directie BO hebben met grote regelmaat contact met langdurig zieken. Daar waar mogelijk wordt gezocht naar arbeidstherapeutische inzet van de medewerker. • Re-integratie De re-integratie vindt plaats met behulp van maatwerk en regelmatig contact tussen zorgnetwerk en school. In de praktijk zien we aanpassing van werkzaamheden, langzaam ingroeien in de oude functie en outplacement. Op het VO spelen ook de coaches desgevraagd een rol in dat reintegratieproces. • Analyse Per team gaan we na wat knelpunten zijn in de werkomgeving. Dat doen we door gesprekken met teamleiders over hun bevindingen in de voortgangsgesprekken. Samen met de MR doen we jaarlijks een medewerkertevredenheidsonderzoek. De uitslag daarvan bespreken we met de MR. Dat alles levert informatie op om eventueel nieuw beleid te formuleren en staand beleid waar nodig aan te scherpen. Ziekteverzuim: Basisonderwijs Het ziekteverzuimpercentage als voortschrijdend 12-maandspercentage voor alle personeelsleden is 6,11 % in december 2013. Dat is even hoog als eind 2012. Het percentage ziekteverzuim OP is verder gedaald: van 6,7 % naar 4,8 %. Dit is ver onder het landelijk gemiddelde (in 2012: 6,4 %). Deze daling wordt veroorzaakt doordat er voor het eerst sinds jaren geen langdurig zieken meer waren. Versie 8 mei 2014
18
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Bij het OOP is het verzuim gestegen van 4,5 % in 2012 naar 15,5 % in 2013. Het langdurig verzuim van één medewerker op dit kleine team van OOP-ers drukt het percentage omhoog. Door een 2e spoortraject en intensieve ondersteuning bieden we op dit moment de maximale begeleiding. Ziekteverzuim: Voortgezet Onderwijs Het ziekteverzuimpercentage als voortschrijdend 12-maandspercentage voor alle personeelsleden is 2,98 % in december 2013. Dat is weer lager dan eind 2012 (3,76%). De trend van een dalend ziekteverzuim heeft zich doorgezet. We zien dat als een succes van de aanpak die we een aantal jaren geleden hebben ingezet. Enerzijds veel aandacht voor de zieke en de re-integratie, anderzijds sterk inzetten op preventie. Het monitoren van het verzuim en vooral van de verzuimfrequentie blijkt heel belangrijk te zijn om het verzuim terug te dringen. Het percentage ziekteverzuim OP is verder gedaald: van 2,9 % naar 1,7 %. Dit is ver onder het landelijk gemiddelde (in 2012: 5,0 %). De score is hier dus bijzonder goed. Bij het OOP is het verzuim op hetzelfde niveau gebleven: 6,7 % in 2013 tegenover 6,6 % in 2012. Landelijk is het gemiddelde 5,3 %. Dit cijfer is niet helemaal vergelijkbaar, omdat dit het totaal van OP en OOP betreft; afzonderlijke gegevens zijn niet bekend. Bovendien is het percentage OOP van de Werkplaats gevoeliger voor schommelingen en daardoor moeilijker vergelijkbaar, omdat dit het in totaal om een kleiner aantal medewerkers gaat. Bij het OOP hebben we al twee jaar te maken met een paar langdurige ziektegevallen, die ondanks intensieve begeleiding door artsen en therapeuten zeer langzaam re-integreren.
Tevredenheid medewerkers: algemeen In 2012 is in het Voortgezet Onderwijs voor de tweede keer een medewerkertevredenheidsonderzoek afgenomen met behulp van de vragenlijsten van de Kwaliteitscholen; bij het Basisonderwijs gebeurde dit voor de eerste keer. De standaardvragenlijsten worden door veel scholen gebruikt wat de mogelijkheid biedt om een benchmark toe te passen. Daarmee worden de uitslagen van onze scholen in perspectief geplaatst. De vragenlijsten van BO en VO zijn identiek. Dat biedt dus ook de mogelijkheid van onderlinge vergelijking. Door de - landelijk bijzondere - combinatie van BO en VO zijn er bij de verwerking problemen gerezen, waardoor een onderscheid in de uitslagen van BO en VO afzonderlijk nu nog alleen voor het Onderwijzend Personeel beschikbaar is. De landelijke benchmark was voor 2011 alleen nog van toepassing voor het Voortgezet Onderwijs. Voor 2012 was deze voor beide scholen nog niet beschikbaar toen de rapportage werd opgesteld. Er is in 2012 een hoge algemene tevredenheid bij de medewerkers van De Werkplaats. Bij het Basisonderwijs zeer hoog (8,3), maar ook bij het Voortgezet Onderwijs is de score hoog (7,7). Op alle onderdelen is de score hoger dan de benchmark van 129 scholen. De uitslag van dit onderzoek wordt besproken in de beide MR-en. Uit die bespreking komen mogelijk specifieke aandachtspunten naar voren die binnen de schoolleidingen en de directie aan de orde gaan komen. De deelname aan het onderzoek is in 2013 bij het VO aanzienlijk minder (75 nu op een totaal van 130 t.o.v. 129 vorig jaar op een totaal van 143). Bij het BO is de deelname ook lager (29 nu t.o.v. 36 vorig jaar op een totaal van 52). Een verklaring hebben we daar niet voor. Er is op het VO een aantal malen een oproep gedaan via het infobulletin, de teamleiders hebben in hun woensdagoverleg aandacht eraan besteed en de periode die benut kon worden om de vragenlijst in te vullen is met een week verlengd. Op het BO is ook enkele keren opgeroepen om de vragenlijst in te vullen. De respons geeft wel een betrouwbaar beeld van de medewerkertevredenheid omdat op zowel het BO als het VO de respons ruim 50% bedraagt: 58% op het VO en 62% op het BO. Een aparte weergave OP en OOP is dit jaar voor het eerst mogelijk voor het VO. Op het BO is de responsgroep te klein, maar in principe is daar de mogelijkheid ook. Die responsgroep moet minstens 5 zijn, terwijl er dit jaar 3 medewerkers OOP op het BO de vragenlijst hebben ingevuld. De scores zijn voor zowel BO (7,69) als het VO (7,20) ruim voldoende en bij beide hoger dan in 2012. De scores van het VO zijn over het algemeen hoger zijn dan landelijk. De vergelijking BO met het landelijke beeld is niet mogelijk, omdat er geen aparte benchmark van BO-scholen beschikbaar is. Versie 8 mei 2014
19
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Tevredenheid medewerkers: Basisonderwijs De respons onder het OP was 63 % en onder het OOP 65 %. De cijfers zijn op de meeste domeinen ruim voldoende tot (zeer) goed. Ze zijn nog iets positiever dan in 2012. De algemene tevredenheid was nog weer hoger dan in 2012: van 8,5 naar 9,2! Het totaal van alle scores was 7,7; dat is 0,2 hoger dan in 2012. Het gaat daarbij om: algemene tevredenheid, actie ander werk, arbeidsomstandigheden, beloning, collega’s, direct leidinggevende, ontwikkelingsmogelijkheden, organisatie, werkdruk, werkzaamheden. Daarbij scoort de vraag of men de komend 1 of 2 jaar bij deze school wil blijven werken zeer hoog (9,1). Eén aspect scoort evenals vorig jaar een krappe voldoende: beloning (6,2). Dit onderdeel is door de school niet beïnvloedbaar. De score wat betreft de ontwikkelingsmogelijkheden is t.o.v. 2012 door de school wel positief beïnvloed: de score is van 6,0 naar 6,7 gegaan. De extra scholing in het kader van de vernieuwing van het onderwijs zal hier een rol bij spelen. Het beleid zal er op gericht zijn deze hoge mate van tevredenheid tenminste te kunnen handhaven en daarnaast ons te focussen op de minder hoog scorende subitems. Tevredenheid medewerkers: Voortgezet Onderwijs De respons onder het OP was 55% en onder het OOP 62,5%. De cijfers zijn op de meeste domeinen ruim voldoende. De algemene tevredenheid was na de stijging in 2012 voor het OP nog weer hoger dan de gezamenlijke score van OP en OOP in 2012: van 7,7 naar 8,2. De score van het OOP (7,7) bleef op het niveau van 2012. Het totaal van alle scores is na een stijging van 2011 (6,7) naar 2012 (7,1) in 2013 op hetzelfde niveau gebleven, ook als deze uitgesplitst wordt voor OP (7,2) en OOP (7,1). Het gaat daarbij om: algemene tevredenheid, actie ander werk, arbeidsomstandigheden, beloning, collega’s, direct leidinggevende, ontwikkelingsmogelijkheden, organisatie, werkdruk, werkzaamheden. Daarbij scoort de vraag of men de komend 1 of 2 jaar bij deze school wil blijven werken net als vorig jaar (8,5) zeer hoog; het OP scoort daarbij hoger dan het OP: 8,6 tegenover 8,2. Het onderdeel werkdruk is vorig jaar van een onvoldoende naar een ruime voldoende gestegen en heeft deze ruim voldoende in 2013 gehandhaafd. Daarbij scoort het OOP 0,5 hoger (beter) dan het OP: 6,5 tegenover 7,1. Opvallend is ook de verdere stijging van de tevredenheid over de organisatie van 6,9 naar 7,2 bij het OOP en 7,3 bij het OP. Beloning blijft een zorg. De score is daar nog iets gedaald: bij het OOP naar 5,7 en bij het OP naar 5,8. In 2011 was de score nog een 6,3. Dit is bijzonder gelet op de salarismaatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen: verhoging van de eindejaarstoelage, inkorting van de carrièrelijnen bij het OP – per saldo een salarisverhoging – en een forse verhoging van de bindingstoelage bij het OP met €1000, - bij een volledige aanstelling. Daarnaast zijn er meer promotiemogelijkheden gekomen door de functiemix. Landelijk gezien is er bij lesgevende medewerkers sprake van een breed gevoel van het relatief hard moeten werken voor een te laag salaris. Daarop is de Werkplaats blijkbaar geen uitzondering. De beloning is door de school niet te beïnvloeden. Het beloningsbeleid blijft vooral afhankelijk van de Caoafspraken en die weer van de bekostiging die de overheid beschikbaar stelt. Uit dit onderzoek is de conclusie getrokken dat de volgende onderdelen in vervolgbesprekingen in de schoolleiding en MR aan de orde moeten komen: beoordelingssysteem, werkoverleg, ontwikkelingsmogelijkheden (alle drie OP en OOP) en taakverdeling en zaken rondom werkdruk (beide alleen OP). Gemeenschappelijke organisatie Voor BO en VO is in 2013 gewerkt aan één digitaal handboek personeel, waarin alle regelingen, functiebeschrijvingen, procedures etc. zijn vastgelegd, zodat voor alle betrokkenen steeds de meest actuele versie beschikbaar is. Dit proces wordt in 2014 afgerond. Directeur BO en rector VO voeren eens per maand gezamenlijk overleg met de staffunctionaris P&O inzake gemeenschappelijke vraagstukken.
Versie 8 mei 2014
20
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Ouders De ouders zijn op De Werkplaats zeer betrokken bij de school. In het Basisonderwijs is veel vrijwillige inzet van ouders. In het kader van de nieuwbouw is dat nog eens duidelijk geworden: veel ouders hebben geholpen met verhuizen, klussen e.d. De ouders zijn sterk vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad en er hebben meerdere ouders deelgenomen aan de werkgroep ‘gedachtegoed’. In het kader van de nieuwbouw hebben de ouders in drie klankbordgroepen een belangrijke inbreng gehad: duurzaamheid, inrichting/akoestiek, veiligheid. Er hebben speciale ouderavonden over de nieuwbouw plaatsgevonden, waarbij de ouders zijn geïnformeerd en vragen konden stellen over de voortgang van de nieuwbouw en de inrichting van het onderwijs in het vernieuwde gebouw. In het Voortgezet Onderwijs zijn contactouders per groep en er is een ouderraad en een vertegenwoordiging vanuit de ouderraad in de MR. De participatie van contactouders en in de ouderraad is groot en kwalitatief hoog. Steeds vaker nemen ouders ook deel aan onderwijsprogramma’s: de talentprogramma’s in team 4 en diverse symposia en workshops geven daar goede voorbeelden van. In de WP-krant van maart 2014 wordt daar aandacht aan besteed. Tevredenheid ouders In het Basisonderwijs heeft in 2013 het geplande tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek onder ouders niet plaatsgevonden. Door de ontwikkelingen met betrekking tot de nieuwbouw was het niet het geschikte moment. Onderzoeken naar tevredenheid zullen in 2014 plaatsvinden. Daarbij kunnen dan de eerste ervaringen met het vernieuwde onderwijs meegenomen worden. In het Voortgezet Onderwijs worden de afgelopen jaren de ouders door de school om de twee jaar gevraagd naar hun tevredenheid over de school. In dat schoolbrede onderzoek (m.u.v. ouders leerjaar 3) geven de ouders de school over 2013 een 7,6. Dat is veel hoger dan het landelijke gemiddelde (6,9). De score van de WP is t.o.v. 2011 sterk verbeterd: van 7,0 naar 7,6. Ouders zijn in toenemende mate tevreden en dat beantwoordt aan het beeld van de medewerkers van de school: wij zijn in 2006 aan het werk gegaan in een nieuw gebouw met een geactualiseerde ambitie op een nieuwe manier en die jas past ons steeds beter. Anders gezegd: we stellen zelf vast dat we er steeds meer in slagen onze ambities waar te maken, onze organisatie verloopt steeds soepeler, ons onderwijs wordt kwalitatief rijker, meetbare resultaten (doorstroom, examencijfers etc.) bevestigen dat en ouders vinden dat dus blijkbaar ook. Opvallend is dat onze school op álle fronten hoger scoort dan twee jaar geleden. De ouders zijn zeer te spreken over de onderwerpen ´gebouw´ en ´veiligheid in en rond het gebouw´, de ‘communicatie en informatie’ en de ’activiteiten’, terwijl men ook tevreden is over de betrokkenheid, de ouderraad en de begeleiding. Ouders vinden het fijn dat de school aandacht besteedt aan de ontwikkeling van hun kind in brede zin. De Werkplaats is een moderne school met een duidelijke identiteit, zegt 92% van de ondervraagden. Maar ook ouders signaleren dat hun kinderen het druk hebben op en met school. Huiswerk en de beleving daarvan is een thema dat juist n.a.v. eerdere onderzoeken in het afgelopen jaar uitgebreid besproken is door schoolleiding en ouderraad. In dat gesprek is o.a. vastgesteld dat we duidelijker kunnen en moeten zijn in de besteding van instructietijd, domeintijd en thuiswerktijd. Onderlinge afstemming tussen medewerkers en spreiding van het werk kan beter. Werkers leggen de lat hoog voor zichzelf. En in ons onderwijs komen verwerkingsopdrachten veel en vaak voor, begeleiding daarvan vooral m.b.t. de daaraan te besteden tijd verdient aandacht. De ouders van leerjaar 3 hebben - evenals de werkers - deelgenomen aan het tevredenheidsonderzoek van Vensters voor verantwoording. Ook hier zien we een veel betere score dan landelijk: WP 7,6 en landelijk 7,2. Dit komt doordat de score van de WP t.o.v. 2011/2012 is gestegen van 7,0 naar 7,6. Ouders van de Werkplaats zijn nog meer tevreden dan de ouders van de andere 331 onderzochte scholen. Vooral bij de onderdelen onderwijs, schoolklimaat (veiligheid) en begeleiding is dat duidelijk. Deze resultaten zijn terug te vinden op onze website www.wpkeesboeke.nl bij onderwijs/kwaliteit/tevredenheid.
Versie 8 mei 2014
21
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Inzet Prestatiebox 2013, Basisonderwijs In 2013 is een bedrag van € 52.005, - ontvangen in het kader van de prestatiebox. Dit bedrag was bedoeld voor: professionalisering schoolleiders professionalisering leraren opbrengstgericht werken cultuureducatieve activiteiten. In het kader van de professionalisering heeft de directeur van het Basisonderwijs een scholing als bestuurder gevolgd. De professionalisering van de medewerkers heeft in twee fases plaats gevonden. In 2012 – 2013 hebben studiedagen plaats gevonden over persoonlijk leiderschap. Dit zijn studiedagen voor de schoolleiding (directeur en adjunct-directeur) en de teamleiders. Met een studiebijeenkomst bij de aanvang van het schooljaar 2013 - 2014 zijn de waarden en missie van de school opnieuw onderzocht. Deze zijn als uitgangspunt genomen voor de studiedagen die teambreed zijn gevolgd, waarin “Boeiend onderwijs’ het thema is geweest. De medewerkers hebben hiermee met vernieuwende onderwijskundige theorieën en praktisch tools hun vaardigheden en de onderwijskundige toepassingen vergroot. Op basis van de bestemmingsbox taal en rekenen is met externe begeleiding gewerkt aan het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen voor zowel rekenen als spelling. Cultuureducatie neemt binnen de Werkplaats een belangrijke rol in. Dit komt onder andere tot uiting in een eigen leerkracht voor muziek en een eigen leerkracht voor dans. Daarnaast waren er in 2013 diverse cultuuractiviteiten. Hierbij gaat het niet alleen om het bezoeken van voorstellingen en tentoonstellingen, maar vooral het zelf participeren in cultuuractiviteiten. Hiervoor zijn in 2013 diverse activiteiten georganiseerd, o.a. een toneelcursus voor de kleuters, een kunstenproject voor groep 5 en 6, een eigen musical, tekenworkshops.
Versie 8 mei 2014
22
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Het gevoerde beleid betreffende de beheersing van de uitkeringen na ontslag Een zorgvuldig personeelsbeleid, waar dossiervorming een belangrijk onderdeel van uitmaakt, is van groot belang om de uitkeringen na ontslag te beheersen. Daarom wordt bij ontslagtrajecten altijd juridisch advies gevraagd van de VBS. Basisonderwijs Door deze verschillende personele problemen in voorgaande jaren en door de samenwerking met het Voortgezet Onderwijs is ook in het Basisonderwijs de kennis en deskundigheid op dit terrein toegenomen. Bovendien wordt in ingewikkelde gevallen de P&O functionaris ingeschakeld, dan wel wordt externe ondersteuning gevraagd. In 2013 is een ontslagtraject op deze manier ter hand genomen. Er is daarbij advies gevraagd van de VBS en van Dyade. Er is een zorgvuldige procedure gevolgd en het traject is begin 2014 goed afgesloten. Voortgezet Onderwijs In het Voortgezet Onderwijs bestaat de nodige ervaring met ontslagtrajecten. Dat heeft geleid tot zeer zorgvuldige procedures, waarbij ook externe ondersteuning wordt gevraagd. In 2013 is ook in het VO een ontslagtraject geweest. Er is daarbij advies gevraagd van de VBS. Er is een zorgvuldige procedure gevolgd en het traject is medio 2013 goed afgesloten. De beheersing van de uitkering na ontslag is ook voor het VO zelf van belang. Zij is voor 25% van de uitkeringskosten risicodrager. Als de betreffende medewerkers geen nieuwe baan vinden moet de school daarvan voor 25% de kosten dragen voor de duur van de uitkering.
Versie 8 mei 2014
23
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Organisatie Een interne organisatie die het onderwijsproces en de realisering van de ambities en doelen zo goed mogelijk faciliteert. Interne beheersing en toezicht In 2010 is de voorbereiding van de invoering Code Goed Bestuur ter hand genomen. De Werkplaats heeft zich hierbij laten begeleiden door een senior-medewerker van de VBS. Het governance traject is in september 2011 afgerond. De Code Goed Bestuur heeft een bij de Werkplaats passende invulling gekregen. De Werkplaats hanteert de code van de PO-Raad. Er is een nieuw managementstatuut opgesteld en een daarbij aansluitend profiel toezichthouders en een reglement voor het toezichthoudende bestuur. Er wordt vanaf augustus 2011 gewerkt met een toezichthoudend bestuur en een driehoofdige directie, bestaande uit de directeur Basisonderwijs, de rector Voortgezet Onderwijs en de directeur Bedrijfsvoering. De directie vormt het feitelijk bestuur van De Werkplaats. Het toezichthoudend bestuur toetst op hoofdlijnen. Daarvoor is een toezichtkader opgesteld en dit wordt in de praktijk verder ontwikkeld. Het bestuur heeft een auditcommissie voor financiën en huisvesting ingesteld. Er is voor deze commissie een reglement opgesteld. De personele invulling heeft in 2011 plaatsgevonden. De auditcommissie heeft het bestuur in 2013 geadviseerd over: jaarverslag, meerjarenbegroting, risicoanalyse, treasuryplan, financiële managementrapportages, nieuwbouw Basisonderwijs (bouw en financiën), zonnestroom. De werkwijze is door bestuur en directie in de bestuursvergadering van september 2013 opnieuw positief geëvalueerd. Bij het verslag van het (toezichthoudend) bestuur wordt hier verder op ingegaan. In 2013 is een flinke stap gezet in de onderlinge afstemming van agenda’s van toezichthoudend bestuur, directie en (G)MR, met als doel de besprekingen/besluiten in het toezichthoudende bestuur en de advisering/instemming van de GMR op elkaar af te stemmen. In 2013 heeft het eerste jaarlijkse overleg plaatsgevonden van voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van GMR en toezichthoudend bestuur in aanwezigheid van de directie. Directie en schoolleiding De directie bestaat uit de directeur BO, de directeur bedrijfsvoering en de rector VO. De laatste is voorzitter van de directie. Taken, bevoegdheden, werkwijze zijn vastgelegd in het managementstatuut. Beide scholen hebben een eigen schoolleiding. De schoolleiding wordt gevormd door directeur resp. rector, adjunct-directeur resp. plaatsvervangend rector en de teamleiders (BO 4 en VO 7 teamleiders). In 2013 zijn de functieomschrijvingen voor de leden van de directie gemaakt en is een functiewaardering uitgevoerd. In de bestuursvergadering van december zijn deze vastgesteld. De salarissen van de leden van de directie zijn in de jaarrekening vermeld. De genoemde bedragen bevatten alle werkgeverslasten, zoals pensioenbijdragen e.d. Er zijn verschillen tussen BO en VO doordat bij het BO de betaling premie Vervangingsfonds bij de werkgeverslasten wordt meegerekend en door individuele situaties (vergoedingen woon – werkverkeer, Bapo e.d.). De directie wordt op het terrein van Personeel en Organisatie ondersteund door een staffunctionaris P&O. Organogram Bijgaand het organogram dat de huidige situatie weergeeft. De ondersteunende organisatie is in verandering, om het onderwijsproces en de realisering van de ambities en doelen in de toekomst zo goed mogelijk te faciliteren. Ten opzichte van het organogram dat vorig jaar was opgenomen is deze versie daardoor al weer wat veranderd: er is één team ICT dat de ondersteuning verzorgt voor BO en VO. De P&O functionaris verricht ook ondersteunende werkzaamheden voor het BO en de teamleiders interne dienst (VO) en onderhoudsdienst (BO) werken meer en meer samen en beide diensten verrichten over en weer werkzaamheden. Zo wordt het energiebeheer, het project zonnestroom en het beheer van het gebouw Kinderopvang uitgevoerd door de teamleider van de onderhoudsdienst BO. De conciërgerie in het VO verricht op haar beurt weer ondersteunende werkzaamheden voor het BO. Ook bij de administratie worden over en weer taken verricht. De inning van de ouderbijdrage vindt op het BO plaats, ook worden daar verschillende projectwerkzaamheden gedaan (o.a. de opzet van de OudWerkers Vereniging). Bij het VO vindt dan weer de gehele facturatie plaats. Versie 8 mei 2014
24
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Naarmate de samenwerking tussen BO en VO zich verder ontwikkelt zal er vooral over de plaats van de ondersteunende diensten in het organogram meer eenduidigheid komen. Op dit moment is de school wat dat betreft nog in een overgangsfase en kunnen de wederzijdse werkzaamheden in het organogram niet goed worden weergegeven.
Versie 8 mei 2014
25
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
ORGANOGRAM WERKPLAATS KINDERGEMEENSCHAP Toezichthoudend Bestuur
Directeur BO
Directie Rector VO,voorzitter
Schoolleiding BO Directeur BO Adj. Directeur BO
Schoolleiding VO Rector VO Plv. rector VO Teamleiders OP
Teams OP Teamleiders Bouwen
Teams OP Teamleiders Team 1 t/m 7
Teams OP
Teams OP Teamassistenten
Secretariaat
Team Interne Begeleiding Coördinator IB Interne Begeleiders
ICT-coordinator Bouw-ICT-ers
Team onderhoud Teamleider Onderhoudsmedewerkers Externe diensten Schoonmaak Onderhoud
Directeur Bedrijfsvoering
Stafdiensten P&O Staffunctionaris P&O Arbodienst Projectmedewerkers
Teams OOP Teamleiders OOP
Administratiekantoor AK-extern Mwk-er op locatie
Team Secretariaat/Administratie Teamleider Medewerkers administratie
Team Interne Begeleiding Zorg coördinator Teambegeleiders
ICT-coordinator Team-ICT-ers
Team ICT Teamleider ICT-medewerkers Externe Ondersteuning Team Interne Dienst Teamleider Conciërges/Onderhoudsmedewerkers Externe Diensten Schoonmaak Onderhoud Kantine Team Toa’s (o.l.v. teamleider) Mediathecaris
Versie 8 mei 2014
26
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Huisvesting en beheer ICT en multimedia Werkers en medewerkers maken optimaal gebruik van ICT voorzieningen en ondersteunen elkaar daarbij om de onderwijsdoelen en de persoonlijke ontwikkelingsdoelen te realiseren.
Gebouw Kinderopvang De Werkplaats heeft, mede door de inzet van een deel van de door de grondverkoop in 2006 verkregen private middelen, een voorziening op eigen terrein voor Kinderopvang gerealiseerd die aansluit bij haar doelstellingen en die ten goede komt aan werkers en ouders van de Werkplaats. De Stichting Kinderopvang heeft in het nieuwe gebouw m.i.v. 1 januari 2012 de exploitatie op zich genomen. De werkwijze op deze locatie sluit aan bij de visie op onderwijs en opvoeding van de Werkplaats. Dit is in een overeenkomst met de Stichting Kinderopvang vastgelegd. In de afgelopen jaren heeft dit voor de BSO al naar tevredenheid gewerkt. De St. Kinderopvang wordt als een betrouwbare en stabiele partner gezien. Er is met haar een huurovereenkomst voor 10 jaar getekend. Het huurbedrag zal over de gehele huurperiode kostendekkend zijn. Gelet op de belangstelling voor de Werkplaats zal naar verwachting ook de belangstelling voor de Kinderopvang op het terrein van de Werkplaats een sluitende exploitatie in de komende jaren mogelijk maken. Er zijn met de St. Kinderopvang ook afspraken gemaakt over zekerheidsstellingen. Voor het geval dat de continuïteit van de St. Kinderopvang op deze locatie niet meer gegarandeerd kan worden, is in de risicoanalyse een bedrag opgenomen om dit risico af te dekken. Nieuwbouw en renovatie Basisonderwijs In dit verslagjaar heeft de aanbesteding voor de nieuwbouw en gedeeltelijke renovatie van het Basisonderwijs plaats gevonden en vlak voor de zomervakantie is met de bouw gestart. De gemeente heeft in 2012 een lump sum bedrag beschikbaar gesteld voor de nieuwbouw van 830 m2 en voor de nieuwbouwgerelateerde kosten, zoals sloop, asbestsanering en tijdelijke huisvesting en voor de vernieuwing van het dak en het herstel van de kozijnen van het Zaagtandgebouw. Het bestuur heeft er mee ingestemd om een aanvullend budget van € 601.541, waarvan € 350.000 voor gebouw en duurzaamheid, uit eigen middelen beschikbaar te stellen om het door het team van het Basisonderwijs ontwikkelde plan te kunnen realiseren. Kernpunten van dit plan zijn: een leeromgeving waarin verschillende leeractiviteiten tegelijkertijd kunnen plaatsvinden waarbij samenwerking tussen werkers en medewerkers in de bouw mogelijk is en er meer aansluitend bij de behoeften van de werkers en op maat gewerkt kan worden. In de nieuwe opzet komen de kleurgroepen bij elkaar te zitten. De groepen 3/ 4 in de Zaagtand en 5/6 en 7/8 in de (ver)nieuwbouw. De directie en het secretariaat hebben hun kantoren aan de voorzijde gekregen, bij de ingang van het terrein van het Basisonderwijs. Om dit plan te kunnen realiseren was het nodig vier van de bestaande lokalen van de Zaagtand in het nieuwbouwplan te betrekken en de directieruimte te verplaatsen. Voor deze aanvullende verbouwing, duurzaamheidsmaatregelen en terreinaanpassingen worden de extra eigen middelen ter hoogte van € 350.000 ingezet. Het resterende budget is grotendeels voor inrichting en ICT. Uit de voorziening groot onderhoud is de buitenzijde van het Zaagtandgebouw in 2013 geschilderd. In 2014 zal de binnenzijde gerenoveerd worden. De plannen daarvoor zijn in 2013 gemaakt en de offertes aangevraagd. In 2013 is ook de voorbereiding van de noodzakelijk onderhoudswerkzaamheden aan het Kleutergebouw gestart, door de aanvraag van offertes voor de vervanging van het dak en vervanging van een deel van de cv-leidingen. Gebouw Voortgezet Onderwijs In overleg met en in opdracht van de Gemeente is in 2012 een bedrijf ingeschakeld dat de kwaliteit van het binnenklimaat (o.a. CO2) heeft gemeten. Daar zijn geen schokkende resultaten uit gekomen. Wel is de conclusie getrokken dat in sommige delen van de domeinen en in de instructieruimtes de afvoer van de lucht te wensen over laat. Er zou vervolgens een plan gemaakt worden om hier waar mogelijk nog verbeteringen in aan te brengen. Voorbereiding en uitvoering stonden voor 2013 gepland, maar hebben nog niet plaats gevonden. Door de wijze waarop het installatiebedrijf met deze opdracht is omgegaan en de daaropvolgende beëindiging van het onderhoudscontract en de overstap naar een andere installateur heeft dit werk vertraging opgelopen. Dit heeft ook effect gehad op de structurele oplossing van het probleem van de vervuiling van de plafonds in relatie tot de luchtbehandelingsinstallatie. Pas als zeker is dat geen nieuwe vervuiling kan optreden, kunnen de plafonds gereinigd worden en/of hersteld worden. Versie 8 mei 2014
27
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Ook de geplande verbetering van de akoestiek heeft hier mee te maken. Ervan uitgaande dat de enige mogelijkheid voor verbetering van akoestiek het aanbrengen van akoestische plafondplaten is, moeten voor dat kan gebeuren de plafonds gereinigd en/of hersteld zijn. In 2013 heeft groot onderhoud plaats gevonden aan de buitengevels. Deze waren behoorlijk vervuild en moesten grondig gereinigd worden alvorens ze van een beschermende coating voorzien konden worden. Aan de binnenzijde van het gebouw heeft schilderwerk in de gangen (vooral de wanden en kozijnen in het domeingebouw) en in de domeinen (de kozijnen en een aantal wanden) plaats gevonden. In de domeinen en in de muziekcabines zijn lambriseringen aangebracht om vervuiling in de toekomst te voorkomen.
Versie 8 mei 2014
28
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Europese Aanbestedingen Er hebben in 2013 geen Europese Aanbestedingen plaats gevonden. Er waren geen activiteiten die boven het drempelbedrag uit kwamen en daarmee voor een Europese Aanbesteding in aanmerking kwamen. Dit geldt ook voor de voorbereidende nieuwbouwactiviteiten.
Versie 8 mei 2014
29
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Financiën Eén financieel beleid voor de hele Stichting In de nieuwe organisatiestructuur vallen de financiën voor de hele Stichting onder de verantwoordelijkheid van de directeur Bedrijfsvoering. Daarmee is gegarandeerd dat er één financieel beleid voor de hele Stichting is. Twee leden uit het toezichthoudende bestuur vormen de auditcommissie, die namens het bestuur toeziet op de uitvoering van dit beleid en het bestuur adviseert in financiële en gebouwzaken. De Werkplaats is administratief gezien één bedrijf met verschillende kostenplaatsen (PO, PSZ (t/m medio 2012), Kinderboerderij, VO, Algemene middelen). De managementrapportages en de jaarrekening sluiten hier bij aan. De Peuterspeelzaal is in 2012 voor het laatste als aparte kostenplaats opgenomen. Halverwege 2012 is deze opgeheven en overgegaan naar de St. Kinderopvang De Bilt. In 2013 is voor de jaren 2014 - 2018 een meerjarenbegroting opgesteld. Het toezichthoudend bestuur heeft de meerjarenbegroting goedgekeurd. Gelet op eind 2013 ontvangen bijzondere aanvullende bekostiging door de overheid is besloten om in de “voorjaarsnota” van 2014 terug te komen om de besteding van deze extra middelen. Er is niet gewerkt met een liquiditeitsbegroting per kwartaal of half jaar, maar per jaar, gelet op de sterke liquiditeitspositie en de snelle beschikbaarheid van de liquide middelen doordat het geld op gewone spaarrekeningen heeft gestaan. Wekelijks wordt door de controller de stand van de banken voor de hele Stichting bekeken en het geld ingezet waar dit het gunstigst is. Dit heeft een positief effect op de renteopbrengsten gehad. Wanneer nodig wordt een liquiditeitsbegroting opgesteld. Dit is o.a. gebeurd in het kader van de investeringen voor de nieuwbouw Basisonderwijs. Er is een meerjareninvesteringsbegroting voor het Basisonderwijs en voor het Voortgezet Onderwijs opgesteld. Bij het Basisonderwijs zijn alle investeringen in het kader van de nieuwbouw daarin opgenomen. Bij het Voortgezet Onderwijs betreft het vooral investeringen in ICT en gebouwverbeteringen. Er is een meerjarenonderhoudsplan voor het Basisonderwijs, dat wat betreft de gemeentelijke gebouwen is gebaseerd op de opname en begroting van het bureau Arcom dat hiervoor door de gemeente is ingehuurd. Voor het - eigen - kleutergebouw is door eigen medewerkers een - beperkte - begroting opgesteld, die gebaseerd is op het ook voor het Kleutergebouw door Arcom gemaakte meerjarenonderhoudsplan. Beide begrotingen zijn in 2013 gebruikt voor een planning van de noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden aan beide gebouwen. Deze werkzaamheden hebben deels in 2013 plaats gevonden en zullen verder worden ingepland voor 2014. In 2014 zal voor de gebouwen van het Basisonderwijs een nieuw meerjarenonderhoudsplan worden opgesteld, mede in het licht van de overgang van de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van gemeente naar scholen m.i.v. 1 januari 2015. Op basis van deze begroting zal dan ook opnieuw de noodzakelijke dotatie aan de voorziening groot onderhoud bepaald worden. Het meerjarenonderhoudsplan van het Voortgezet Onderwijs is in opdracht van De Werkplaats opgesteld door hetzelfde bureau gedaan dat ook de rapportage van het Basisonderwijs heeft opgesteld. Op basis van deze begroting is de hoogte van de onderhoudsvoorziening bepaald. Deze is afdoende. Er hebben in 2013 een paar grote onderhoudsactiviteiten (o.a. reinigen van de aluminium geveldelen en binnenschilderwerk) plaatsgevonden die hebben geleid tot een onttrekking aan de voorziening. Voor het gebouw Kinderopvang is een meerjarenonderhoudsplan- en begroting opgesteld voor die delen waar De Werkplaats voor verantwoordelijk is en is een contract gesloten met een bedrijf dat dit onderhoud (meer)jaarlijks gaat uitvoeren. Mede in het kader van de risicospreiding (niet alles in handen van één persoon) is sinds medio 2009 een controler van Dyade voor 1 dag per week op de Werkplaats werkzaam. Deze verzorgt o.a. de managementrapportages, liquiditeitsbegroting, investeringsbegroting, meerjarenbegroting en adviseert bij de treasury en voert deze in samenspraak met de directeur bedrijfsvoering ook uit. Daarnaast geeft hij/zij advies op financieel terrein.
Versie 8 mei 2014
30
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Het Handboek Administratieve Organisatie is opgesteld. In dit handboek zijn de regelingen rond de administratieve organisatie en interne controle (financiële administratie, leerlingenadministratie de personele administratie) opgenomen. Het digitaal afhandelen van de binnenkomende facturen is geruisloos ingevoerd en verloopt tot volle tevredenheid. De inning van de ouderbijdrage van BO en VO is helemaal op elkaar afgestemd. De verantwoordelijkheid hiervoor is in handen van één medewerker gelegd. Hetzelfde is met de afhandeling van de binnenkomende facturen gebeurd. De werkkostenregeling is per 1 januari 2013 voor De Werkplaats ingevoerd. Met deze regeling kan maximaal 1,6 % van het totale fiscale loon (de ‘vrije ruimte’) besteed worden aan onbelaste vergoedingen en verstrekkingen van de medewerkers, Over het bedrag boven de ‘vrije ruimte’ betaalt de werkgever loonbelasting in de vorm van een eindheffing van 80%. In 2013 zijn we ruim binnen dit percentage gebleven. Per 1 januari 2013 is voor het VO een andere verzuimverzekering afgesloten. Deze verzekering dekt alleen nog de zeer grote risico’s, dat wil zeggen als de kosten van verzuim boven de € 375.000 uit komen. De premie voor deze verzekering was een stuk lager dan de verzekering die de school daarvoor had: ruim € 20.000 tegenover € 150.000. Daar staat wel tegenover dat in de begroting een bedrag van € 150.000 is opgenomen voor verzuimlasten. In de risicoanalyse is het verzuim als risico opgenomen.
Een stabiele financiële situatie De Werkplaats staat er in financieel opzicht goed voor. Naar verwachting zal dit ook in de komende jaren het geval zijn. Schoolleiding en bestuur hebben een goed inzicht in de financiële situatie door frequente managementrapportages op financieel gebied. Reserves en voorzieningen zijn op orde. Er vindt risicomanagement plaats (zie onder) en er wordt een zorgvuldig en terughoudend treasurybeleid gevoerd op basis van het door het bestuur vastgestelde treasurystatuut. Gelden worden voor maximaal een jaar vastgezet in deposito’s en op spaarrekeningen. Per 1 januari 2012 is een nieuw treasurystatuut in werking getreden. Dit statuut sluit aan bij de werkwijze die in de praktijk in de afgelopen jaren heeft plaats gevonden. Jaarlijks wordt een treasuryplan opgesteld.
Vrijwillige ouderbijdrage De school kent een vrijwillige ouderbijdrage. Ouders tekenen bij de aanmelding van hun kind de overeenkomst vrijwillige ouderbijdrage waarin zij zich bereid verklaren deze ouderbijdrage jaarlijks te voldoen. Daarna wordt die bereidverklaring als onderdeel van de procedure jaarlijks herhaald, bij het opgeven van inkomensgegevens ter bepaling van de hoogte van de ouderbijdrage. Ook de toelichtende brief bij de ouderbijdrage is zodanig aangepast dat hij passend is binnen de wettelijke regeling. De school heeft het convenant schoolkosten ondertekend, waarin wordt vastgelegd dat de schoolkosten voor ouders nauwlettend bewaakt worden. Deze ouderbijdrage en de besteding ervan maken integraal deel uit van de begroting van de school. Jaarlijks bespreken de schoolleidingen van PO en VO de verantwoording en de begroting van de ouderbijdrage met de ouderraad/MR. Begroting en verantwoording worden ook aan alle ouders bekend gemaakt via de website.
Beleid m.b.t. de omvang van het vrij besteedbare vermogen Risicomanagement Uitgangspunt bij het risicomanagement is de maximale aanwending van publieke en private middelen voor onderwijs en opvoeding in de lijn van de doelstellingen van de Werkplaats, naast het streven naar financiële continuïteit met voldoende dekking voor onverwachte tegenvallers in de exploitatie en ruimte voor toekomstige investeringen in gebouw en inventaris. In 2012 is door de directie een model voor een risicoanalyse opgesteld, dat jaarlijks toepasbaar is en in het kader van de meerjarenbegroting jaarlijks geactualiseerd wordt. Op basis van de analyse worden noodzakelijke acties waar nodig benodigde reserves bepaald en er wordt bezien welke gevolgen de analyse heeft voor de meerjarenbegroting. Model, analyse en hoogte van de benodigde reserves zijn Versie 8 mei 2014
31
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
door het toezichthoudende bestuur overgenomen en zijn onderdeel geworden van de cyclus van Planning en Control. Eind 2013 is door de directie een bijgestelde risicoanalyse opgesteld en aan het bestuur gepresenteerd. In deze risicoanalyse zijn als de Top 10 van risico’s voor de Werkplaats benoemd: 1. Instabiliteit bekostiging door de overheid 2. Gebouw Kinderopvang (plotseling wegvallen van de huurinkomsten) 3. Onvolledig indexatie van de bekostiging door de overheid 4. Ouderbijdrage (plotselinge daling van de inkomsten door de crisis) 5. ICT-team (kwaliteit en het plotseling wegvallen van medewerkers op sleutelposities) 6. Toekomstige investeringen in huisvesting (risico bouwheerschap) 7. Zorgbreedte (risico’s ten gevolge van de invoering van passend onderwijs met meer financiële verantwoordelijkheid) 8. Instroom werkers 9. Kwaliteit van de leiding 10. ICT: stabiliteit netwerk In de risicoanalyse is vermeld op welke wijze de risico’s ‘gemanaged’ gaan worden. Soms zijn concrete acties al vermeld, zoals een actief wervingsbeleid bij de instroom, een actief inningsbeleid bij de ouderbijdrage, de inzet van scholing bij het ICT-team, een goede budgetbewaking bij de nieuwbouw e.d. Daarnaast zijn sommige risico’s uitgedrukt in een bedrag dat daarvoor in reserve gehouden moet worden, bijv. het risico gebouw Kinderopvang. De beheersing van de risico’s komt herhaald terug, zowel in de directievergaderingen, als in de bestuursvergaderingen, maar ook op andere plaatsen in de organisatie, bijv. de inning van de ouderbijdrage in de werkgroep financiën van de ouderraad en bij de administratie. Reserves en signaleringsgrenzen Kapitalisatiefactor en financiële buffer De kapitalisatiefactor is de activazijde van de balans minus materiële vaste activa betreffende gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten (inclusief de financiële baten). Het geeft aan hoe ‘rijk’ een onderwijsinstelling is en of deze een misschien een deel van haar kapitaal niet of inefficiënt benut voor de vervulling van haar primaire taken. De financiële buffer is de kapitalisatiefactor min de ‘transactiefunctie’ (totaal kortlopende schulden) min de ‘financieringsfunctie’ (boekwaarde materiële vaste activa min gebouwen en terreinen). De bufferfunctie is bedoeld om onverwachte financiële risico’s op te vangen. De Inspectie Rekenschap heeft de financiële situatie van de Werkplaats ultimo 2009 bekeken en daarover in november 2011 gerapporteerd. De kapitalisatiefactor voor de Werkplaats was toen, als het privaat vermogen buiten beschouwing werd gelaten, 20,40% en daarmee beneden de voor de Werkplaats als middelgrote school geldende signaleringsgrens (38,63%). De bufferfunctie kwam negatief uit: - 8,41% tegenover een signaleringswaarde van 5,73%. De Inspectie Rekenschap schreef daarover: “Gezien de hoogte van de financiële buffer acht de inspectie het raadzaam dat het bestuur haar financiële positie zelf ook (scherp) in de gaten houdt. De analyse wijst uit dat het bestuur in de toekomst, wanneer het te maken krijgt met vervanging van materiële vaste activa en eventuele tegenvallers in de exploitatie, wel eens over onvoldoende financiële middelen zou kunnen beschikken. Een goede beleidsrijke meerjarenbegroting geeft zicht op de toekomst en biedt mogelijkheden tijdig bij te sturen, als dat nodig mocht zijn. Hierbij dient te worden aangetekend dat het bestuur beschikt over privaat vermogen. Dit vermogen en de middelen die hiertegenover staan, zouden in geval van nood kunnen worden ingezet voor publieke activiteiten. Het al dan niet inzetten is echter een keuze die alleen door het bestuur gemaakt kan worden. Het bestuur heeft naar aanleiding van dit rapport te kennen gegeven in de lage bufferfunctie geen aanleiding te zien om tot actie over te gaan, omdat de private middelen voor de financiering en continuïteit van de beide scholen ingezet kunnen worden. De financiële situatie was in 2013 vergelijkbaar met 2011, het jaar dat het rapport van de Inspectie Rekenschap verscheen. Bij de kapitalisatiefactor zien we een verlaging doordat een groter deel van de balans niet meetelt in de berekening door de investering in het gebouw Kinderopvang, die een toename van de boekwaarde gebouwen en terreinen veroorzaakt. Dit betreft alleen de kapitalisatiefactor als het privaat vermogen wordt meegeteld. De kapitalisatiefactor voor de Werkplaats was, als het privaat vermogen buiten beschouwing wordt gelaten, 19 % en daarmee beneden de voor De Werkplaats als middelgrote school geldende Versie 8 mei 2014
32
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
signaleringsgrens (35 - 60 %). Inclusief het privaat vermogen is de kapitalisatiefactor 52,4%. Dat is aan de bovenkant van de signaleringsgrens voor middelgrote scholen. De zogenaamde bufferfunctie, bedoeld om onverwachte risico’s op te vangen, komt negatief uit: -12 %. Dat is onder de signaleringsgrens van ongeveer 6 %. Als het privaat vermogen wordt meegerekend komt de financiële buffer boven deze grens: 22 %. Bij de Werkplaats geldt - vergeleken met andere scholen - de bijzondere situatie dat er een grote boekwaarde van gebouwen en terreinen is die de kapitalisatiefactor lager maakt, omdat dat deel van de balans niet mee telt, omdat het niet wordt gezien als besteedbaar kapitaal; het ligt vast in ‘stenen’. Deze factor en de daarop gebaseerde risicobuffer is voor de Werkplaats daarom minder relevant. In ieder geval moet deze voor een goed beeld van de financiële situatie gelegd worden naast andere financiële gegevens, zoals de risicoanalyse. Het weerstandsvermogen is het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW. Het weerstandsvermogen geeft het vermogen van een onderwijsinstelling aan om niet-voorziene - tot de reguliere bedrijfsvoering behorende - risico’s op te vangen. Het kengetal weerstandsvermogen (in 2013: 5,1 %) zegt om dezelfde reden als bij de kapitalisatiefactor voor de Werkplaats niet zo veel. De hoogte van de materiële vast activa drukt het percentage sterk naar beneden. Het is in het financiële deel van het bestuursverslag voor de volledigheid nog wel opgenomen. De signaleringsgrens is tussen de 10 % en 40 %, afhankelijk van de grootte van de instelling.
De financiële toekomst en de continuïteit van de instelling De financiële toekomst ziet er goed uit, gelet op de vermogenspositie van De Werkplaats. De toekomst wat betreft de exploitatie ziet er beter uit dan een jaar geleden in de meerjarenbegroting 2013 - 2017 aangegeven. Dit komt in de eerste plaats door bijzondere aanvullende bekostiging en de verwachte lichte structurele stijging van de bekostiging van de overheid in de komende jaren. Bij het Voortgezet Onderwijs schuift de verwachte stijging van de gemiddelde leeftijd (uitgaande van een zeer beperkt natuurlijk verloop), die hogere personele lasten met zich mee brengt, steeds naar achteren en de eerder geplande daling van het aantal werkers - en daarmee een daling van de baten - vindt de komende jaren nog niet plaats. De verwachte problemen met de kosten van de functiemix in relatie tot de achterblijvende bekostiging lijken opgelost door de mogelijkheid om in dat geval de streefpercentages naar beneden bij te stellen. Dit is op de Werkplaats van toepassing. Het effect van de invoering het entreerecht blijft nog onzeker. Het is voor BO en VO nog onzeker wat er met de Bapo-regeling gaat gebeuren en welk effect dat heeft op de kosten. Zonder beleidswijziging blijven de lasten van de Bapo stijgen door meer ouder personeel. Deze medewerkers gaan later met pensioen door het opschuiven van de pensioengerechtigde leeftijd. Daarnaast zijn premievoordelen voor oudere werknemers vervallen. Bij het Basisonderwijs is de handhaving van het aantal werkers op het in de meerjarenbegroting aangegeven niveau een punt van zorg. De eind 2013 ontvangen aanvullende bekostiging en de extra werkgelegenheidsmiddelen worden ingezet voor de toekomstige kwaliteitsverbetering van het onderwijs, vooral door de inzet van extra personeel dan zonder die middelen nodig was geweest. Daarmee draagt het bij aan de in stand houding van de werkgelegenheid. Om deze doelen op de middellange termijn te bereiken worden op de korte termijn de extra middelen deels ingezet om een financieel solide situatie te creëren en de basisvoorzieningen (vooral wat betreft gebouw en inrichting) op orde te brengen. Doordat het om niet-geoormerkte subsidies gaat, is de keuze voor de besteding aan de school. Er hoeft daarvoor geen aparte verantwoording te worden afgelegd. Door de verwachte lichte structurele stijging van de bekostiging vanaf 2015 zal jaarlijks steeds wat meer ruimte ontstaan voor extra personele inzet. Daarnaast kan de begroting zo ingericht worden dat er ook ruimte ontstaat voor de afschrijvingslasten op de nieuwe investeringen in meubilair en ICT. Bij het VO wordt de aanvullende bekostiging vanaf augustus 2014 ingezet om groepssplitsingen in de bovenbouw mogelijk te maken (een maatregel die de werkdruk verlicht) en voor de invoering van Passend Onderwijs. Zekerheid over de lichte structurele stijging van de bekostiging vanaf 2015 is dan wel vereist. Als dat het geval is kan in de jaren daarna de lijn van 2014 worden voortgezet.
Versie 8 mei 2014
33
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Kwaliteitszorg Het systeem van kwaliteitszorg in BO en VO: • er vinden tevredenheidonderzoeken plaats, onder alle werkers van het Voortgezet Onderwijs jaarlijks en onder alle ouders van Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs om de twee jaar. In het kader van e Vensters voor Verantwoording vindt onder de ouders van het 3 leerjaar jaarlijks een onderzoek plaats; • er zijn in het Basisonderwijs kringgesprekken met werkers per groep en is er een werkersraad; in het Voortgezet Onderwijs zijn klankbordgroepen van werkers en is eveneens een werkersraad. Deze werkersvertegenwoordigingen hebben ook een evaluatieve functie; • bij het Voortgezet Onderwijs maken ook de contactouderbijeenkomsten en de ouderraad deel uit van de kwaliteitszorg; bij het Basisonderwijs de medezeggenschapsraad; • de bewaking van de kwaliteit van het onderwijs heeft vooral in het Voortgezet Onderwijs plaats gevonden door externe onderzoeken en contacten, voor het merendeel door en in het kader van de verschillende netwerken waar de Werkplaats aan deelneemt. • het Voortgezet Onderwijs neemt met een aantal andere scholen uit de regio en begeleid door twee oud-inspecteurs deel aan een onderlinge visitatie van scholen. Het visitatiekader van de Inspectie vormt daarbij de leidraad en wordt toegespitst op de eigen doelen van de scholen. \ • het Voortgezet Onderwijs wordt ook als Cultuurprofielschool om de paar jaar gevisiteerd door de collega-scholen. In 2011 heeft die visitatie plaats gevonden en heeft de Werkplaats weer voor vier jaar het predicaat Cultuurprofielschool verworven; • de deelname van het BO en VO aan Vensters voor Verantwoording waarin de opbrengsten van de school worden weergegeven en de gegevens van de beide scholen vergeleken worden met het landelijke beeld; • de onderzoeken door Ministerie en Inspectie met de onderwijskaart als publicatie en themaonderzoeken door de Inspectie.
Vensters voor Verantwoording Naast en deels aanvullend op dit jaarverslag is de volgende informatie over de Werkplaats VO te vinden in Vensters voor Verantwoording: www.schoolvo.nl : • Algemeen: profiel, marktaandeel in verschillende gemeentes en voedingsgebied, ontwikkeling van het aantal werkers en de samenstelling van de werkerspopulatie, profiel- en sectorkeuze in de bovenbouw; • Resultaten: slaagpercentage, examencijfers, doorstroom en uitstroom, tussentijds van school; • Onderwijsbeleid: schoolplan, zorgplan, samenwerking met andere instellingen, onderwijstijd, kenmerken leerlingen; • Kwaliteit: tevredenheid leerlingen en ouders (3e klassen), toeleverend en afleverend onderwijs, schoolklimaat en veiligheid, resultaten externe evaluaties (o.a. inspectierapport); • Bedrijfsvoering: financiën (kengetallen solvabiliteit, rentabiliteit, weerstandsvermogen, kosten per leerling) schoolkosten (ouderbijdrage en overige schoolkosten), personeel (aantal, leeftijdsopbouw, gemiddelde leeftijd, ziekteverzuim, scholingsuitgaven), verhouding leerlingaantal/personeel. Van al deze gegevens wordt waar mogelijk de benchmark met andere scholen gegeven. Sinds begin 2013 is ook Schoolkompas beschikbaar, een instrument voor nieuwe werkers en hun ouders om de scholen met elkaar te vergelijken. Vensters voor Verantwoording is in 2013 ook voor het Basisonderwijs ingevoerd. De basisschool legt evenals het Voortgezet Onderwijs verantwoording af over de schoolopbrengsten. Dit wordt gedaan op de website: http://www.scholenopdekaart.nl . Daar is informatie te vinden over: • Aantal leerlingen en voedingsgebied • Schooladviezen voor het voortgezet onderwijs • Waardering Inspectie • Bedrijfsvoering: personeelskenmerken, met leeftijdsverdeling, beschikbare aantal fte’s, gemiddelde leeftijd met onderverdeling man- vrouw, bemensing met gemiddelde werktijdfactor, verdeling van de medewerkers over de functiegroepen
Versie 8 mei 2014
34
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Intern Toezicht Verslag toezichthoudend bestuur 2013 Samenstelling bestuur Annemieke van Beek, voorzitter Anneke van Heertum, secretaris, plv. voorzitter Gezinus Hagen, lid auditcommissie Martijn Scheen, lid auditcommissie Ingrid Corbeij Peter de Haan Lem van Eupen Er hebben in het bestuur geen wijzigingen plaatsgevonden tussen 1 januari 2013 en 31 december 2013. In oktober 2013 is de procedure gestart voor de opvolging van drie in 2014 aftredende bestuursleden: Ingrid Corbeij en Peter de Haan medio 2014 en Gezinus Hagen eind 2014. In oktober is het profiel opgesteld en vervolgens is de voordrachtscommissie samengesteld. Er is begin december lokaal en landelijk geadverteerd en in De Werkplaatskrant is een advertentie geplaatst. Begin 2014 is de procedure afgerond met de keuze van twee nieuwe bestuursleden. Voor een derde bestuurslid met het profiel educatie en cultuur gaat na de zomervakantie 2014 opnieuw geworven worden. Vergaderingen Het bestuur heeft zeven keer samen met de directie vergaderd. Eén van deze vergaderingen was gewijd aan de evaluatie van de nieuwe governancestructuur. De maartvergadering heeft, zoals ieder jaar, plaatsgevonden samen met de teamleiders BO en VO en heeft de onderwijskundige ontwikkeling als thema. Voorzitter en plv. voorzitter hebben de vergaderingen tijdens het werkoverleg met de directie voorbereid. Het bestuur heeft in oktober in een separate vergadering de functie beschrijvingen van de leden van de directie met de daarbij behorende waardering vastgesteld. In deze vergadering is tevens gesproken over de ontwikkelingen van bestuur en toezicht. In deze bijeenkomst is besloten vooralsnog de huidige bestuurlijke constructie te laten voortbestaan.
Vaste agendapunten Meerjarenbegroting en risicoanalyse Jaarverslag (incl. jaarrekening) Managementrapportages (onderwijs, personeel, financiën, tevredenheid) Treasuryplan Rapportage ‘Uit de scholen’ Themabijeenkomst met de voltallige schoolleidingen Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs Inspiratie Rooster van aftreden met de inventarisatie van de nevenfuncties van de bestuursleden Bij dit laatste agendapunt is de inventarisatie van de nevenfuncties voor de eerste keer opgenomen. Door het bestuur en directie is vastgesteld dat er geen tegenstrijdige belangen zijn. Werkwijze Het toezichthoudend bestuur van de Stichting Werkplaats Kindergemeenschap vormt een personele unie met het bestuur van de Stichting tot Bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling. Dit betekent dat er één bestuur is met dezelfde personen voor beide stichtingen. Er wordt één keer per jaar een aparte vergadering gehouden als bestuur van de VPO. In de relatie bestuur – directie wordt vanaf september 2011 gewerkt volgens het nieuwe managementstatuut. Het bestuursreglement dat in december 2011 is vastgesteld bepaalt de eigen werkwijze van het bestuur. De bestuursleden voldoen aan het, ook in 2011, opgestelde profiel toezichthouders. Voor de auditcommissie geldt het reglement auditcommissie. Het bestuur toetst op hoofdlijnen. Daarvoor is een toezichtkader ontwikkeld, dat zich in de praktijk verder ontwikkelt. Bij de vaststelling van het bestuursreglement in september 2012 is besloten om ieder jaar een ontmoeting te laten plaatsvinden van Toezichthoudend Bestuur, GMR en directie. Versie 8 mei 2014
35
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De Agenda en de notulen van het GMR worden ter kennisname aan het bestuur verzonden. De Agenda van het Bestuur wordt ter kennisname aan het GMR verzonden. Op 13 september 2013 is de werkwijze in het afgelopen jaar door bestuur en directie in een aparte bespreking geëvalueerd. Input voor deze evaluatie is een jaarlijks terugkerende vragenlijst waarin het bestuur en directie haar functioneren evalueert aan de hand van de aandachtspunten: communicatie, besluitvorming, toezichtstaken (dashboard), samenwerking, kennis en ervaring, werkgeversrol, informatievoorziening. Om tot een verdieping van deze bespreking rond het thema bestuur en toezicht te komen is Wim van Gelder uitgenodigd. Hij is voorzitter van de onderwijscommissie van de Raad van Toezicht van het Albeda College en actief bij de MBO-raad. Zijn presentatie ging over het toetsingskader, de aanpak en de wijze waarop de RvT zich van informatie voorziet (o.a. door werkbezoeken in de scholen). Verder kwam de verhouding tussen Bestuur en RvT aan de orde en de rol van de omgeving. Centraal in het toezicht staat de (bespreking van de) onderwijskwaliteit. Bestuur en directie waren positief over de werkwijze in het afgelopen jaar en over de wederzijdse samenwerking. Er is verder afgesproken om in een aparte bijeenkomst van het bestuur (zonder directie) te houden met als thema: bezinning en besluitvorming op ontwikkeling van bestuur en toezicht. Verder is in deze bijeenkomst gesproken over de autonomie van de auditcommissie en de begrenzing daarvan, mede in relatie tot een eventuele keuze voor een Raad van Toezicht. Over de eigen informatievoorziening is de conclusie getrokken dat op dit moment voldoende gegevens beschikbaar zijn, ook doordat één keer per jaar de gelegenheid bestaat om met de teamleiders te spreken. Het is wel noodzakelijk om alert te blijven. Met betrekking tot het profiel van nieuwe bestuursleden is afgesproken om aan de bestaande profielen onderwijs/jeugd toe te voegen. Ook de inhoudelijke visiebesprekingen in de bestuursvergaderingen zijn positief geëvalueerd. Het gaat er hierbij om de expertise van de bestuursleden te benutten en te bezien welke inzichten en leerpunten meegenomen kunnen worden de school in. De nadruk ligt hierbij vooral op het samen delen van maatschappelijke ontwikkelingen en verkennen welke uitdagingen daar mogelijk uit voortvloeien voor het onderwijs. In de aparte vergadering in november 2013 heeft het bestuur besloten om vooralsnog als toezichthoudend bestuur verder te gaan. Volgend jaar wordt dit opnieuw bekeken. Ook zijn de uitkomsten van een functiewaarderingstraject voor de directiefuncties besproken en is een functiewaardering vastgesteld en daarna voor advies voorgelegd aan de GMR. De leden van de GMR vonden het plezierig om geïnformeerd te worden en konden zich vinden in de inhoud. De auditcommissie heeft het bestuur in 2013 geadviseerd over: jaarverslag, meerjarenbegroting, risicoanalyse, treasuryplan, financiële managementrapportages, nieuwbouw Basisonderwijs (bouw en financiën), juridische structuur m.b.t. de Kinderopvang. Jaarverslag, meerjarenbegroting, risicoanalyse, en treasuryplan zijn goedgekeurd door het toezichthoudend bestuur. Door het bestuur is geconstateerd dat de rapportages (voortgang- en maandrapportages) van de directie conform de afspraken in het toezichtkader zijn. Om er voor te zorgen dat alle bestuursleden voeling houden met de onderwerpen die in de auditcommissie aan de orde komen en om er aan de andere kant voor te zorgen dat de auditcommissie de aansluiting houdt met de overige bestuursleden, is in september 2012 besloten om steeds één bestuurslid als toehoorder de vergadering van de auditcommissie te laten bijwonen. Ook is besloten om in een aantal bestuursvergaderingen een inhoudelijk thema, voortvloeiend uit het schoolplan, toe te voegen aan de agenda en dit thema uit te diepen. Op deze manier wordt de kennis en deskundigheid van de bestuursleden meer benut en wordt tegelijk het gesprek over visie/missie van de Werkplaats verdiept. Gespreksonderwerpen en thema’s Missie en visie Schoolplan: tussenstand In de vergadering van 28 oktober 2013 is de tussenstand van het schoolplan aan de orde gekomen aan de hand van een notitie van de directie. Naar aanleiding van deze bespreking is besloten om regelmatig één bouwsteen uit het schoolplan te bespreken, aan de hand van door de directie aangedragen dilemma’s. Versie 8 mei 2014
36
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Themabijeenkomst met schoolleidingen BO en VO De bijeenkomst met de beide schoolleidingen op 4 maart 2013 has als thema: 21th century skills, creativiteit & hersenen, nieuwsgierigheid & verwondering. Mark Mieras, wetenschapsjournalist (www.mieras.nl), heeft gezorgd voor een inspirerende bijeenkomst, die later nog eens herhaald is met de medewerkers BO/VO en met de ouders. Visie/inspiratie In de bestuursvergadering van 15 april 2013 is door bestuurslid Lem van Eupen een presentatie gegeven over Wereldburgerschap. Onderwijs Onderwijsopbrengsten De onderwijsopbrengsten zijn door middel van een rapportage uit de scholen in de bestuursvergadering van 28 oktober besproken. Het bestuur heeft de rapportage gewaardeerd en vastgesteld dat goede resultaten behaald worden. De uitstroom uit de onderbouw VO heeft in deze bespreking bijzondere aandacht gekregen. Het Inspectierapport van het vierjaarlijks bezoek BO is in de vergadering van juni besproken en begin 2013 is het verslag van het Inspectiebezoek VO aan de orde gekomen en in december het Opbrengstenoordeel van de Inspectie. Het bestuur is in de persoon van de voorzitter betrokken geweest bij beide bezoeken door aanwezigheid bij de eindgesprekken van de Inspecteur. Het bestuur heeft tot haar tevredenheid geconstateerd dat beide scholen voldoende onderwijsopbrengsten hebben. De examenresultaten zijn op het landelijke niveau. Het verbetertraject in de Havo-bovenbouw heeft ruim voldoende effect gehad en bij de andere twee afdelingen is ook een opgaande lijn te constateren. Onderwijskundige ontwikkelingen Basisonderwijs De ontwikkeling van de nieuwbouw Basisonderwijs is in bijna alle bestuursvergadering aan de orde gekomen, zowel de onderwijskundige voorbereidingen in het team, als het bouwproces en de budgetbewaking. Voortgezet Onderwijs In de bestuursvergadering van 28 oktober 2013 zijn de speerpunten van de teams aan het bestuur voorgelegd. Kwaliteitszorg onderwijs De tevredenheidsonderzoeken onder werkers en ouders zijn in de bestuursvergadering van 28 oktober 2013 besproken.
Personeel en Organisatie De rapportage over het ziekteverzuim medewerkers 2012 is in de bestuursvergadering van 15 april 2013 besproken. In de Bestuursvergadering van 15 april 2013 is het bestuur akkoord gegaan met de regelingen ‘Gedragsen integriteitscode’ en de ‘Meldcode Huiselijk Geweld Kindermishandeling’. De regelingen ‘Privacy gegevens werkers en medewerkers’ en ‘Melden van een misstand’ (klokkenluidersregeling) en het Schoolveiligheidsplan zijn in dezelfde vergadering ter kennisgeving aan het bestuur voorgelegd. De tevredenheidsonderzoeken onder medewerkers zijn in de bestuursvergadering van 3 juni 2013 besproken. De rapportage personele gegevens d.d. 1 oktober 2013 met informatie over de werkgelegenheid op de Werkplaats (aantal fte’s), de gemiddelde leeftijd, de man-vrouw verhouding en de stand van zaken m.b.t. de functiemix, bevoegd – onbevoegd en de gesprekkencyclus is in de bestuursvergadering van 9 december 2013 besproken. Financiën, beheer en huisvesting Vaste agendapunten: zie boven Financiën nieuwbouw Basisonderwijs Versie 8 mei 2014
37
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De stand van zaken m.b.t. de nieuwbouw Basisonderwijs is in bijna alle bestuursvergaderingen van 2013 besproken aan de hand van adviezen van de auditcommissie. In de vergadering van 4 februari 2013 is het totale budget voor de nieuwbouw nog een keer aan de orde gekomen, omdat daar een misverstand over zou kunnen ontstaan. Er is nogmaals besloten een totaalbudget van € 601.541 beschikbaar te stellen voor de nieuwbouw en renovatie van het Basisonderwijs en de directie de volmacht te geven om de noodzakelijke uitgaven te doen. De afschrijving betreffende de investeringen wordt opgenomen in de reguliere exploitatie van het Basisonderwijs. In de bestuursvergadering van oktober 2013 is ingestemd met een overschrijding met maximaal € 20.000 i.v.m. hogere verwachte kosten voor inrichting en ICT. Voorjaarsnota In de bestuursvergadering van 3 juni 2013 is de voorjaarsnota besproken. In deze nota wordt ingegaan op de financiële kaders voor de toekomst, als er naar verwachting bezuinigd moet worden. Zonnestroom Het bestuur heeft in haar vergadering van 4 februari 2013 de ambitie van de directie ondersteund om zich te oriënteren op de mogelijkheden en kosten van zonnestroom. Mede uit het oogpunt van duurzaamheid en gelet op de financiële positie van de school vond het bestuur het de moeite waard om dit uit te zoeken. Treasuryplan 2013 en 2014 Het Treasuryplan 2013 is in de bestuursvergadering van 3 juni 2013 vastgesteld. Het Treasuryplan 2014 is in de bestuursvergadering van 9 december 2013 vastgesteld.
Tot slot Het toezichthoudend bestuur is van mening dat in 2013 een bijdrage is geleverd aan het realiseren van de doelstellingen zoals deze zijn beschreven in het strategisch beleidsplan. Voor de behaalde resultaten wordt verwezen naar het algemene deel van het bestuursverslag. Bilthoven, 16 april 2014 De voorzitter van het bestuur, Annemieke van Beek
Versie 8 mei 2014
38
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2013. De balans is een momentopname van de vermogensstructuur van een organisatie. Hierin vindt u een overzicht van de financiële situatie op 31 december 2013 in vergelijking met de situatie van een jaar daarvoor. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa Materiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen
31-12-2013 6.339.897 457.761 4.707.447
31-12-2012 Passiva
31-12-2013
31-12-2012
6.389.338 Eigen vermogen
6.896.430
6.509.489
731.988 Voorzieningen
1.009.614
1.019.935
1.197.354
1.628.672
2.401.707
1.968.324
11.505.105
11.126.420
4.005.094 Langlopende schulden Kortlopende schulden
Totaal activa
11.505.105
11.126.420 Totaal passiva
Toelichting op de balans: Activa: materiële vaste activa In 2013 is voor € 402.000 geïnvesteerd in materiële vaste activa. Van dit bedrag had € 357.000 betrekking op ICT. De rest van het bedrag is geïnvesteerd in meubilair, leermiddelen en installaties. Van de totale investeringen had € 145.000 betrekking op het basisonderwijs. De rest van het bedrag had betrekking op het voortgezet onderwijs. In 2013 zijn materiële vaste activa met een boekwaarde van € 30.000 gedesinvesteerd. Dit betrof ICT van het voortgezet onderwijs. De totale afschrijvingslasten bedroegen in 2013 € 421.000. Aangezien de afschrijvingslasten en het boekverlies hoger waren dan de investeringen is de waarde van de materiële vaste activa in 2013 met € 49.000 gedaald. vorderingen De vorderingen bestaan uit vorderingen op het ministerie van OCenW, vorderingen op anderen dan het ministerie en overlopende activa. De vordering op het ministerie van OCenW is de vordering wegens het betaalritme van de personele bekostiging van het basisonderwijs. De vordering loopt in de periode januari-juli terug naar € 0 en loopt in de periode augustus-december op naar het nieuwe balanssaldo. De vordering is per 31 december 2013 € 5.600 hoger dan per 31 december 2012 doordat de rijksbijdrage 2013-2014 hoger is dan de rijksbijdrage 2012-2013. De overige vorderingen bestaan voor het grootste deel uit debiteuren ouderbijdragen. De ouderbijdragen hebben betrekking op het schooljaar 2013-2014. De facturen zijn in de laatste maanden van 2013 verstuurd. Een deel van de facturen wordt in termijnen betaald. Op het saldo van de debiteuren ouderbijdrage is een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht. Deze bedraagt voor het basisonderwijs 4% van het factuurbedrag en voor het voortgezet onderwijs 5% van het factuurbedrag. Deze percentages zijn hoger dan het percentage aan niet ontvangen ouderbijdragen in de afgelopen jaren. De risico's van deze vorderingen zijn daarmee volledig afgedekt via de voorziening. De omvang van de vordering ouderbijdrage is gedaald met € 64.000. In de vordering is al rekening gehouden met het feit dat een deel van de vorderingen zal worden bijgesteld op basis later aangeleverde gegevens. De andere overige vorderingen zijn van geringe omvang en zijn met € 11.000 gedaald. Aan deze vorderingen zijn geen risico's verbonden. Derhalve is geen voorziening wegens mogelijke oninbaarheid getroffen.
Versie: 8 mei 2014
39
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Het saldo van de overige overlopende activa is met € 235.000 gedaald. Dit wordt veroorzaakt door de investeringen rondom de uitbreiding en aanpassing van het basisonderwijs. Op 31 december 2012 had de stichting een bedrag van € 215.000 voorgefinancierd. In 2013 is de volledige gemeentelijke subsidie ontvangen. Aangezien nog niet alle investeringen hebben plaatsgevonden is er per 31 december 2013 sprake van een kortlopende schuld i.p.v. een vordering. De overlopende activa bestaan daarnaast uit nog te ontvangen rente en vooruitbetaalde bedragen. De rente is deels in 2013 al ontvangen, de vordering is daardoor gedaald ten opzichte van 31 december 2012. De omvang van de nog te ontvangen bedragen is gestegen door een vordering op de belastingdienst vanwege een teruggave van de WAO/WIA-premie. liquide middelen De omvang van de liquide middelen is in 2013 met € 702.353 gestegen. Dit wordt veroorzaakt door het positieve exploitatieresultaat in combinatie met de afname van de vorderingen en de toename van de kortlopende schulden. De aflossingen op de langlopende leningen hadden een negatieve invloed op de omvang van de liquide middelen. Een nadere toelichting op de ontwikkeling van de omvang van de liquide middelen is gegeven in het kasstroomoverzicht. Passiva: eigen vermogen Het positieve exploitatieresultaat van € 386.941 is ten gunste van het eigen vermogen gebracht. Het resultaat is verdeeld over de algemene reserve en de bestemmingsreserves. Van het resultaat is € 379.702 aan de algemene reserve toegevoegd. De algemene reserve bedraagt per 31 december 2013 € 2.688.425. Aan de bestemmingsreserves is per saldo € 7.239 toegevoegd. De bestemmingsreserve nulmeting is ontstaan bij de invoering van de lumpsumbekostiging voor het basisonderwijs. De op dat moment aanwezige materiële vaste activa zijn tegen boekwaarde opgenomen in de administratie. Hier is de bestemmingsreserve nulmeting tegenover gezet. De afschrijvingslasten van de materiële vaste activa uit de zgn. nulmeting worden ten laste van deze reserve gebracht, de reserve heeft daarmee een eindig karakter. De afschrijvingslasten bedroegen in 2013 € 4.013. Dit bedrag is ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Deze bedraagt per 31 december 2013 € 8.259. De algemene reserve privaat is ontstaan door de verkoop van grond. Met deze reserve wordt het resultaat van de private exploitatie verrekend. Dit is de exploitatie van de algemene middelen en de exploitatie van het gebouw van de kinderopvang. De inkomsten van de algemene middelen bestaan uit een huurvergoeding van Helios en ontvangen rentegelden over het private deel van het eigen vermogen. De lasten bestaan uit de lasten van het bestuur en een vergoeding betreffende de kinderboerderij van het basisonderwijs. De exploitatie van het gebouw van de kinderopvang betreft verhuurinkomsten, afschrijvingslasten van het gebouw, rentelasten van de lening en lasten betreffende het gebouw. Het resultaat op de private exploitatie bedroeg € 38.718 positief. Dit bedrag is aan de algemene reserve privaat toegevoegd. Deze bedraagt per 31 december 2013 € 3.921.866. De private reserve betreffende de ouderbijdragen voortgezet onderwijs is ontstaan door positieve resultaten op de ontvangen ouderbijdragen. In 2013 waren de lasten betreffende de ouderbijdragen € 16.082 hoger dan de ontvangen ouderbijdragen. Dit resultaat is ten laste van de reserve gebracht. Deze bedraagt per 31 december 2013 € 71.768. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door het bewust inzetten van het deel van het in de afgelopen jaren ontstane eigen vermogen. De exploitatie van de Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke ontwikkeling bestond in 2013 bijna volledig uit afschrijvingslasten van de tennisbanen en het instructielokaal. Er is geen sprake van inkomsten. Het tekort bedroeg in 2013 € 11.384. Dit is ten laste van de bestemmingsreserve gebracht. Deze bedraagt per 31 december 2013 € 206.112. voorzieningen De stichting beschikt over twee voorzieningen, een jubileumvoorziening en een onderhoudsvoorziening. De jubileumvoorziening is bedoeld ter dekking van de lasten van de gratificaties bij een 25- en 40-jarig ambtsjubileum. In 2013 is € 8.665 uit de voorziening onttrokken wegens uitbetaalde ambtsgratificaties. Aan de voorziening is € 20.276 toegevoegd wegens opgebouwde rechten. Het saldo van de voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 206.963.
Versie: 8 mei 2014
40
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Naast de jubileumvoorziening is er een onderhoudsvoorziening. Deze is bedoeld ter egalisatie van de lasten van het groot onderhoud. De totale voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 802.651. De voorziening van het basisonderwijs bedraagt per 31 december 2013 € 146.567. De toevoeging bedroeg € 40.000. Aan de voorziening is € 39.042 onttrokken. Dit betrof met name schilderwerk aan de buitenzijde van de zaagtand. De voorziening van het voortgezet onderwijs bedraagt per 31 december 2013 € 636.084. De toevoeging bedroeg € 78.000. Aan de voorziening is € 110.890 onttrokken. Dit betrof het reinigen en behandelen van de gevels en binnenschilderwerk. De voorziening voor het gebouw van de kinderopvang bedraagt € 20.000. Aan de voorziening is € 10.000 toegevoegd. Er hebben geen onttrekkingen plaatsgevonden. langlopende schulden De langlopende schulden zijn leningen die zijn aangegaan ter financiering van de verbouwingen en voor de bouw van het gebouw van de kinderopvang. In 2013 hebben op de leningen de reguliere aflossingen plaatsgevonden. Op de leningen bij Van Lanschot hebben daarnaast boetevrije-aflossingen plaatsgevonden. Het betrof de maximale boetevrije-aflossingen voor 2012 en 2013. Door een fout van de bank kon de boetevrijaflossing in 2012 niet meer plaatsvinden. Op de leningen bij de Triodosbank hebben ook boetevrije-aflossingen plaatsgevonden van in totaal € 155.000. Van de leningen is een bedrag van € 219.597 overgeheveld van de langlopende schulden naar de kortlopende schulden. Dit bedrag zal in 2013 worden afgelost. Dit betreft de reguliere aflossingen en de maximale boetevrijeaflossingen op alle leningen. kortlopende schulden De belangrijkste kortlopende schulden zijn de salarisgebonden schulden, zoals de nog af te dragen loonheffing en pensioenpremie en het nog te betalen vakantiegeld. Deze schulden worden eind januari, respectievelijk eind mei betaald. De salarisgebonden schulden zijn licht gestegen. De schulden aan de kredietinstellingen zijn met € 170.000 gestegen. Dit betreft het deel van de langlopende schulden dat in 2014 zal worden afgelost. Het saldo van de crediteuren is sterk gedaald met € 115.000. Er is geprobeerd de facturen die voor de kerstvakantie waren ontvangen ook voor de kerstvakantie te betalen. Dit is goed gelukt. Het saldo op de balans betreft facturen die in of na de kerstvakantie zijn ontvangen. Het saldo van de overige kortlopende schulden is gestegen doordat levensloopgelden zijn ontvangen van € 22.000. Deze worden in 2014 in maandelijkse termijnen aan de betreffende medewerkers uitbetaald. De totale omvang van de overlopende passiva is € 347.000 gestegen. De overlopende passiva bestaan voor een groot deel uit vooruitontvangen ouderbijdrage. Het volledige factuurbedrag voor 2013-2014 is in 2013 in de administratie opgenomen. Hiervan heeft 7/12 betrekking op het kalenderjaar 2014. Dit saldo is met € 41.000 gedaald doordat bij het bepalen van de totale ouderbijdrage 2013-2014 rekening is gehouden met mogelijke aanpassing van het bedrag door later door de ouders aangeleverde gegevens. De stijging van de overlopende passiva wordt veroorzaakt door de ontvangst van de gemeentelijke subsidie voor de nieuwbouw en renovatie van het basisonderwijs. De volledige bijdrage van de gemeente is in 2013 ontvangen. Nog niet alle facturen zijn betaald. Hierdoor is er per 31 december 2013 sprake van een vooruitontvangen subsidie van de gemeente van € 349.000. De overige overlopende passiva zijn ook sterk in omvang gestegen. Dit komt door de nog te betalen gebruikersvergoeding van € 53.000 voor de gymzaal.
Analyse resultaat In 2013 is een positief exploitatieresultaat van € 386.941 behaald. Er was een positief resultaat van € 24.334 begroot. De verbetering van het resultaat wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de extra subsidie in het kader van het herfstakkoord. Deze extra subsidie bedroeg voor het basisonderwijs € 102.248. Voor het voortgezet onderwijs bedroeg de extra subsidie € 273.835. Daarnaast is een subsidie voor de werkgelegenheid van jonge leerkrachten ontvangen. Deze bedroeg voor het basisonderwijs in 2013 € 12.244 en voor het voorgezet onderwijs € 35.383. De subsidies zijn pas in december ontvangen. Het was ook pas laat in het jaar bekend dat de subsidie zou worden ontvangen, waardoor het niet mogelijk was de subsidie in 2013 te gunste van het onderwijs in te zetten. Zonder de aanvullende subsidie zou het resultaat van het basisonderwijs € 12.000 slechter zijn aan het begrote resultaat. Het voortgezet onderwijs heeft van de extra subsidie een bedrag van € 63.000 ingezet voor het aanbrengen van lambriseringen. Zonder de extra subsidie zou het resultaat slechter zijn geweest dan begroot. De resterende middelen uit het herfstakkoord zullen in 2014 en mogelijk later worden ingezet.
Versie: 8 mei 2014
41
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
In onderstaand overzicht zijn de resultaten per eenheid afgezet tegen de begrote resultaten en de resultaten van 2012. 2013
begroot
2012
Basisonderwijs Peuterspeelzaal Kinderboerderij Voortgezet Onderwijs Algemene middelen Kinderopvang Stichting VPO
€ € € € € € €
84.415 4.508 270.683 30.483 8.234 -11.382
€ € € € € € €
-17.220 503 28.154 16.570 -3.673 -
€ -20.959 € -2.748 € -1.955 € 28.071 € 38.582 € -4.629 € -10.723
Totaal
€
386.941
€
24.334
€
25.639
Analyse realisatie 2013 versus realisatie 2012 en realisatie 2013 versus begroting 2013 Onderstaand een vergelijking van de staat van baten en lasten op basis van gerealiseerde en begrote baten en lasten voor het kalenderjaar 2013 en gerealiseerde baten en lasten voor het kalenderjaar 2012: Realisatie 2013
Begroting 2013
Verschil
Realisatie 2012
Verschil
10.834.439
10.235.928
598.511
10.337.504
496.935
114.969
100.000
14.969
123.502
-8.533
Overige baten
1.254.950
1.201.655
53.295
1.348.499
-93.549
Totaal baten
12.204.358
11.537.583
666.775
11.809.505
394.853
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen
Lasten Personele lasten
8.783.925
8.673.508
110.417
8.872.356
-88.431
Afschrijvingen
420.784
451.802
-31.018
405.813
14.971
Huisvestingslasten
956.528
867.740
88.788
937.207
19.321
1.659.023
1.485.991
173.032
1.571.847
87.176
11.820.260
11.479.041
341.219
11.787.223
33.037
384.098
58.542
325.556
22.282
361.816
2.843
-34.208
37.051
3.357
-514
386.941
24.334
362.607
25.639
361.302
Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat
Toelichting op de staat van baten en lasten: Rijksbijdragen OCenW In 2013 ontving het basisonderwijs voor gemiddeld 549 leerlingen bekostiging. In 2012 werd voor gemiddeld 534 leerlingen bekostiging ontvangen. Door het hogere leerlingenaantal heeft het basisonderwijs meer reguliere subsidie ontvangen dan in 2012. Het basisonderwijs heeft in 2013, net zoals in 2012, aanvullende bekostiging wegens een groeitelling ontvangen. Deze extra bekostiging van € 20.000 was niet begroot. In 2012 bedroeg de extra bekostiging wegens de groeitelling € 38.000. In totaal is € 22.000 extra reguliere bekostiging ontvangen. Het voortgezet onderwijs ontving in 2013 voor 1.228 leerlingen bekostiging. In 2012 was dit voor 1.243 leerlingen. Dit is inclusief de VAVO-leerlingen. Door het lagere leerlingenaantal heeft het voortgezet onderwijs minder reguliere subsidie ontvangen. Dit is versterkt door een extra inhouding in verband met te verrekenen uitkeringslasten in december. Deze extra inhouding bedroeg € 27.000. De reguliere subsidie voor het voortgezet onderwijs was € 184.000 lager dan in 2012.
Versie: 8 mei 2014
42
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De aanvullende subsidies waren € 633.000 hoger dan begroot en € 655.000 hoger dan in 2012. Hiervan wordt € 376.000 veroorzaakt door de aanvullende subsidie in het kader van het herfstakkoord. Eind 2013 is eveneens een nieuwe aanvullende subsidie ontvangen voor de werkgelegenheid jonge leerkrachten. Deze bedroeg in totaal € 48.000. Het voortgezet onderwijs had een deel van de subsidie prestatiebox van 2012 als vooruitontvangen bedrag op de balans gezet. In 2013 is het volledige bedrag van € 90.000 ten gunste van de exploitatie vrijgevallen. De in 2013 ontvangen subsidie was hoger dan begroot door aanpassing van de normbedragen. In totaal was de prestatiebox € 140.000 hoger dan begroot en € 230.000 hoger dan in 2012. De leerlinggebonden financiering kwam redelijk overeen met de financiering in 2012, maar was € 21.000 hoger dan begroot. Alleen de stagebegeleiding educatieve minoren was lager dan begroot en lager dan in 2012. In totaal was € 24.000 begroot, in 2012 was € 36.000 ontvangen, maar er is door beëindiging van de regeling geen subsidie ontvangen. Overige rijksbijdragen De gemeentelijke bijdragen hadden volledig betrekking op het basisonderwijs. Hiervan had € 101.000 betrekking op de huisvestingsvergoeding. Deze vergoeding kwam overeen met de begrote vergoeding en de vergoeding van 2012. In de begroting was geen rekening gehouden met de vergoeding voor de schoolbegeleidingsdienst. Deze was in 2012 ook ontvangen. De gemeentelijke bijdragen waren lager dan in 2012. In 2012 was voor zeven maanden een vergoeding voor de peuterspeelzaal ontvangen. Overige baten De overige baten bestaan voor 68% uit ouderbijdragen. In 2013 is € 53.000 minder aan ouderbijdragen ontvangen dan in 2012. Dit wordt veroorzaakt door een lager leerlingenaantal van het voortgezet onderwijs in 2013-2014 t.o.v. 2012-2013. Daarnaast heeft een aanpassing op het saldo plaatsgevonden door later door de ouders aangeleverde gegevens. In vergelijking met de begroting was € 2.000 meer aan ouderbijdrage ontvangen. De verhuuropbrengsten waren in 2013 € 228.000. Dit is door de prijsbijstelling € 4.000 hoger dan in 2012 en door de correctie prijsindexcijfer € 2.000 hoger dan begroot. De detacheringsinkomsten waren € 20.000 hoger dan begroot door ontvangen afrekeningen. De inkomsten waren € 25.000 lager dan in 2012 doordat er minder personeel is gedetacheerd. De inkomsten van het samenwerkingsverband waren € 32.000 hoger dan begroot, maar € 14.000 lager dan in 2012. Het basisonderwijs heeft een extra vergoeding ontvangen wegens het uitbetaling van de reserves van het samenwerkingsverband. In 2012 was eveneens een extra vergoeding ontvangen. Deze was hoger dan in 2013. Personele lasten De personele lasten waren aanzienlijk hoger dan begroot, maar lager dan in 2012. De totale salarislasten kwamen goed overeen met de begrote salarislasten en de salarislasten in 2012. Bij het basisonderwijs waren de salarislasten € 10.000 hoger dan begroot door de vervangingskosten van ouderschapsverlof. De lasten waren € 40.000 lager dan in 2012 door lagere formatieve inzet van het ondersteunend personeel. Bij het voortgezet onderwijs waren de salarislasten € 20.000 lager dan begroot door lagere lasten van de ziektevervanging. In vergelijking met 2012 waren de lasten € 108.000 hoger door uitbreiding van de formatieve inzet. In 2012 was er de eerste zeven maanden van het jaar sprake van formatieve inzet ten behoeve van de peuterspeelzaal. In 2013 waren er geen lasten voor de peuterspeelzaal. De ontvangen uitkeringen waren in 2013 hoger dan begroot door ziektevervangingsuitkeringen van het voortgezet onderwijs van € 29.000. In de begroting was hier geen rekening mee gehouden doordat een andere verzekeringsvorm was gekozen. Het betrof dossiers die voor 2013 waren gestart. Door de andere verzekering met een hoog eigen risico waren de uitkeringen lager dan in 2012. De niet-salarisgebonden lasten waren € 128.000 hoger dan begroot, maar € 109.000 lager dan in 2012. De hogere dan begrote lasten worden veroorzaakt door € 37.000 aan hogere lasten van ingeleend personeel. Dit betrof onder andere een leerkracht van het voortgezet onderwijs. Daarnaast zijn in het kader van twee ontbindingsovereenkomsten € 65.000 aan lasten gemaakt. De toevoeging aan de jubileumvoorziening was € 8.000 hoger dan begroot. Dat geldt ook voor de overdracht betreffende de VAVO-leerlingen. Daarnaast waren er diverse kleinere overschrijdingen. De niet-salarisgebonden lasten waren lager dan in 2012. Dit komt met name door een € 150.000 lagere verzekeringspremie en door € 49.000 lagere nascholingslasten. Daar stonden hogere lasten tegenover. In vergelijking met 2012 waren de lasten van het ingeleend personeel € 25.000 hoger en in 2012 waren er geen lasten betreffende ontbindingsovereenkomsten
Versie: 8 mei 2014
43
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Afschrijvingen Door de investeringen van 2012 en 2013 waren de totale afschrijvingslasten in 2013 hoger dan in 2012. Dit betreft met name de afschrijvingen op ICT. Deze waren lager dan begroot, bij het basisonderwijs € 10.000 en bij het voortgezet onderwijs € 26.000. De afschrijvingslasten op de terreinen waren € 3.000 lager dan begroot. Dit betrof zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs. De afschrijvingslasten van de VPO waren niet begroot, deze bedroegen in totaal € 11.000. Huisvestingslasten Het voortgezet onderwijs heeft in 2013 € 69.000 meer aan het dagelijks onderhoud uitgegeven dan begroot. Dit betrof voor € 63.000 werkzaamheden aan de lambriseringen. De lasten van het dagelijks onderhoud waren hierdoor ook hoger dan in 2012. In totaal gaat het om € 80.000. De lasten van het tuinonderhoud waren in 2013 lager dan in 2012. In 2012 was er sprake van eenmalige lasten ten behoeve van de tuinaanleg van de kinderopvang van € 14.000. De andere huisvestingslasten sloten redelijk goed aan op de begrote lasten en de lasten van 2012. Er heeft wel een administratieve verschuiving plaatsgevonden van publieke heffingen naar verzekeringen. Dat betreft alleen een verplaatsing van de lasten. Overige instellingslasten De overige instellingslasten bestaan uit de lasten van de leermiddelen en ongeveer 40 verschillende wat kleinere lasten. De lasten waren € 170.000 hoger dan begroot en € 87.000 hoger dan in 2012. De meeste verschillen worden veroorzaakt door het voortgezet onderwijs. In de begroting was uitgegaan van een besparing op het zgn. gratis lesmateriaal vooruitlopend op de lagere subsidie vanaf augustus 2014. Deze besparing is niet gerealiseerd. Uiteindelijk is € 58.000 meer aan het zgn. gratis lesmateriaal uitgegeven dan begroot en € 14.000 meer dan in 2012. Er is € 20.000 meer uitgegeven dan de subsidie. Dit extra bedrag komt ten laste van de ouderbijdrage. Aan de rest van het lesmateriaal is € 15.000 meer uitgegeven dan begroot. Aan diverse hardware is € 21.000 meer uitgegeven dan begroot en € 19.000 meer dan in 2012. Dit betreft hardware met een te korte levensduur om erop af te schrijven. Op de hardware waar wel op werd afgeschreven is een boekverlies van € 30.000 geleden. Een aantal laptops moest eerder worden vervangen dan de periode van afschrijving. Het boekverlies kwam redelijk overeen met het boekverlies in 2012. De buitenschoolse activiteiten hebben € 23.000 meer gekost dan begroot en € 27.000 meer dan in 2012. Dit werd onder andere veroorzaakt door een hogere eigen bijdrage voor de cultuurkaart en door de kosten van de Kees Boekedag. Hiervoor was ruimte in de begroting ouderbijdrage. Een voordeel was te vinden bij de toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren voor de ouderbijdrage. Deze was € 9.000 lager dan begroot en € 13.000 lager dan in 2012. Bij het basisonderwijs waren de lasten van de inhuur van externe deskundigheid ICT € 36.000 hoger dan begroot en € 26.000 hoger dan in 2012. De ICT-gerelateerde werkzaamheden rondom de nieuwbouw waren uitgebreider dan verwacht. Aan klein inventaris is € 6.000 meer uitgegeven dan begroot en dan in 2012. De lasten van de buitenschoolse activiteiten waren € 16.000 hoger dan in 2012, dit betrof de lasten van de kampen. In 2012 waren de lasten direct verrekend met de apart ontvangen vergoeding van de ouders. In 2013 zijn deze lasten van de ouderbijdrage betaald. Bij de algemene middelen waren de overige instellingslasten € 7.000 hoger dan begroot, onder andere door een nabetaling betreffende de film over de Tiendensprong. Financiële baten en lasten De rentebaten waren voorzichtig begroot. De werkelijke baten waren veel hoger dan begroot maar door de lagere rentestand lager dan in 2012. De rente over de leningen was lager dan in 2012 door de reguliere en de extra aflossingen. In de begroting was geen rekening gehouden met extra aflossingen. Hierdoor waren de rentelasten ook lager dan begroot.
Investeringen en financieringsbeleid Het beleid van de stichting is erop gericht de investeringen in de materiële vaste activa met eigen middelen te financieren. Gezien de liquide positie van de stichting is er ook geen reden voor het aantrekken van vreemd vermogen. Een uitzondering is gemaakt voor de investeringen in de gebouwen. Hiervoor is wel extern vermogen aangetrokken. De overige investeringen zijn in 2013 met eigen middelen gefinancierd.
Versie: 8 mei 2014
44
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Toekomstparagraaf De stichting stelt ieder jaar een meerjarenbegroting op. Onderstaande gegevens zijn afkomstig uit de meerjarenbegroting 2014-2018. Deze meerjarenbegroting is opgesteld en vastgesteld voordat de extra subsidie in het kader van het herfstakkoord was definitief was toegekend. In de meerjarenbegroting is daar derhalve nog geen rekening mee gehouden. Over de inzet van de extra middelen zal via een 'voorjaarsnota' worden besloten.
Kengetallen Realisatie 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Personele bezetting in FTE per 31-12 - Management / Directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers Leerling aantallen basisonderwijs Leerling aantallen voortgezet onderwijs (incl. VAVO)
8
8
8
8
93
90
89
87
34
33
33
32
556
551
555
555
1.228
1.245
1.251
1.254
Het aantal leerlingen van de stichting zal de komende jaren licht stijgen. Het voortgezet onderwijs kent in de bekostiging geen leeftijdscorrectie. Er zal de komende jaren weinig natuurlijk verloop zijn. Dit maakt dat de lasten per fte toenemen en dat daar geen financiële compensatie tegenover staat. Hierdoor kan met dezelfde middelen minder formatie worden ingezet. In de meerjarenbegroting is daar rekening mee gehouden.
Balans Activa
Realisatie 31-12-2013
Prognose 31-12-2014
Prognose 31-12-2015
Prognose 31-12-2016
Materiële vaste activa
6.339.897
6.694.905
6.400.909
6.145.528
Totaal vaste activa
6.339.897
6.694.905
6.400.909
6.145.528
Totaal vlottende activa
5.165.208
4.183.838
4.381.168
4.611.827
Totaal activa
11.505.105
10.878.743
10.782.077
10.757.355
Passiva
Realisatie 31-12-2013
Prognose 31-12-2014
Prognose 31-12-2015
Prognose 31-12-2016 2.798.231
Algemene reserve
2.688.425
2.710.084
2.768.507
Bestemmingsreserve publiek
8.259
5.804
5.534
5.264
Bestemmingsreserve privaat
4.199.746
4.239.197
4.283.653
4.333.193
Totaal Eigen vermogen
6.896.430
6.955.085
7.057.694
7.136.688
Voorzieningen
1.009.614
905.965
904.386
955.670
Langlopende schulden
1.197.354
964.680
766.984
611.984
Kortlopende schulden
2.401.707
2.053.013
2.053.013
2.053.013
11.505.105
10.878.743
10.782.077
10.757.355
Totaal passiva
Versie: 8 mei 2014
45
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De totale balans zal met name in 2014 in omvang afnemen, daarna blijft de omvang waarschijnlijk redelijk constant. Het eigen vermogen zal door begrote positieve exploitatieresultaten in omvang toenemen. Een belangrijk deel van het positieve resultaat betreft de private exploitatie. Deze resultaten zijn aan de bestemmingsreserve privaat toegevoegd. De omvang van de voorzieningen zal in 2014 sterk afnemen. De volledige voorziening van het basisonderwijs zal worden ingezet voor de renovatie van het gebouw de Zaagtand. De eerste jaren daarna zullen volgens het huidige meerjarenonderhoudsplan relatief weinig onderhoudswerkzaamheden plaatsvinden. Jaarlijks zullen de maximale boetevrije aflossingen op de leningen plaatsvinden. Hierdoor neemt de omvang van de langlopende schulden af. De omvang van de kortlopende schulden is in principe gelijk gehouden met uitzondering van de vooruitontvangen subsidie van de gemeente. Deze zal in 2014 volledig worden ingezet. In 2014 zal het basisonderwijs het meubilair voor het grootste deel vervangen. Het voortgezet onderwijs zal met name investeren in ICT. In de jaren 2015 en 2016 zal relatief weinig worden geïnvesteerd, waardoor de omvang van de materiële vaste activa in die jaren zal afnemen. De omvang van de vlottende activa is als sluitpost berekend. In 2014 zal de omvang dalen door de investeringen in de materiële vaste activa en door de onttrekkingen uit de voorziening groot onderhoud.
Staat van baten en lasten Realisatie 2013
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
10.834.439
10.235.928
10.587.536
10.638.327
10.524.173
114.969
100.000
100.000
100.000
100.000
Overige baten
1.254.950
1.201.655
1.206.304
1.209.294
1.208.364
Totaal baten
12.204.358
11.537.583
11.893.840
11.947.621
11.832.537
Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen
Lasten Personele lasten
8.783.925
8.673.508
8.919.545
8.929.838
8.875.065
Afschrijvingen
420.784
451.802
469.992
471.996
472.381
Huisvestingslasten
956.528
867.740
867.075
867.075
867.075
1.659.023
1.485.991
1.582.537
1.583.155
1.547.477
11.820.260
11.479.041
11.839.149
11.852.064
11.761.998
384.098
58.542
54.691
95.557
70.539
2.843
-34.208
3.964
7.052
8.455
386.941
24.334
58.655
102.609
78.994
Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat
Voor een inhoudelijke toelichting op de staat van baten en lasten wordt verwezen naar het inhoudelijk deel van het bestuursverslag en de meerjarenbegroting zelf. In onderstaande tekst wordt een korte toelichting op de cijfers gegeven. De rijksbijdragen zijn gebaseerd op de leerlingprognoses zoals opgenomen bij de kengetallen. Er is uitgegaan van de officieel toegekende subsidie. Hierbij is rekening gehouden met voortzetting van de subsidie prestatiebox vanaf 2015 en een extra bedrag ter hoogte van de aanvullende bekostiging voor werkgelegenheid jonge leerkrachten. De gemeentelijke subsidie is de huisvestingsvergoeding voor het basisonderwijs. Er is nog geen rekening gehouden met extra gemeentelijke subsidie in verband met het voor eigen rekening komen van het buitenonderhoud bij het basisonderwijs. In de huisvestingslasten is hier ook geen rekening mee gehouden. De overige baten bestaan voor het grootste deel uit ouderbijdragen. Er is rekening gehouden met lagere ouderbijdragen per leerling in verband met de economische situatie. Daarnaast worden huurvergoedingen ontvangen voor het gebouw van de kinderopvang. Beide scholen ontvangen vergoedingen van het samenwerkingsverband. De begrote overige baten zijn voorzichtigheidshalve lager dan de gerealiseerde baten in 2013.
Versie: 8 mei 2014
46
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De personele lasten zijn gebaseerd op de formatieve inzet zoals opgenomen bij de kengetallen. Het voortgezet onderwijs kent in de bekostiging geen leeftijdscorrectie. Er zal de komende jaren weinig natuurlijk verloop zijn. Dit maakt dat de lasten per fte toenemen en dat daar geen financiële compensatie tegenover staat. Hierdoor kan met dezelfde middelen minder formatie worden ingezet. In de begroting is daar rekening mee gehouden. De niet-salarisgebonden lasten waren in 2013 relatief hoog door een ontbindingsovereenkomst en door de inleen van extern personeel. Deze lasten zijn voor de komende jaren lager begroot. De investeringen in de materiële vaste activa zorgen de komende jaren voor hogere afschrijvingslasten. De huisvestingslasten zullen dalen in vergelijking met 2013. In 2013 heeft extra dagelijks onderhoud plaatsgevonden bij het voortgezet onderwijs. De overige instellingslasten zijn eveneens lager begroot. In 2013 waren de lasten van de externe ondersteuning ICT hoog. In de begroting is uitgegaan dat de voor 2013 geplande bezuiniging op de kosten van het 'gratis' lesmateriaal de komende jaren wel zal worden gerealiseerd. Inmiddels verwachte we dat niet meer. Het saldo van de rentebaten en -lasten zal de komende jaren laag blijven. De rentelasten nemen door de aflossingen af. Door lage rentestand en de afname van de omvang van de liquide middelen zullen de rentebaten lager worden. De rentebaten zijn voorzichtig ingeschat.
Treasuryverslag Begin 2012 is een nieuw treasurystatuut vastgesteld door het bestuur. In dat statuut is bepaald binnen welke kaders de Werkplaats Kindergemeenschap haar financierings- en beleggingsbeleid zal inrichten. Het uitgangspunt is dat de toegekende publieke middelen overeenkomstig hun bestemming worden besteed. Het statuut voldoet aan de regeling beleggen en belenen van het ministerie. In 2013 is conform het statuut gehandeld. Voor 2013 is een treasuryplan opgesteld. De belangrijkste aandachtpunten waren: - optimaliseren rendement op de overtollige liquide middelen - verminderen bankkosten en verminderen rentelasten over de leningen - maatschappelijk verantwoord beleggen tegen een aanvaardbare rente - verminderen risico's rondom de liquide middelen. De stichting kiest ervoor om de middelen niet langdurig vast te zetten. Het rentevoordeel op het langdurig vastzetten van de middelen is momenteel relatief klein. Daarnaast wil de stichting zonder beperkingen over de liquide middelen kunnen beschikken. De liquide middelen zijn ondergebracht bij de ABN-bank en Van Lanschot bankiers. In 2013 is met een vermogensbeheerder gesproken over de risico's van het hebben ondergebracht van een deel van de liquide middelen bij een niet-systeembank. Er hebben nog geen concrete acties plaatsgevonden om de middelen elders onder te brengen. In 2013 zijn de mogelijkheden onderzocht om extra af te lossen op de leningen bij de Triodosbank. Deze mogelijkheden bleken te bestaan. Gezien het renteverschil tussen de rente op de spaarrekeningen en de te betalen rente over de leningen is besloten tot maximale boetevrije aflossing op beide leningen. Deze aflossing heeft eind 2013 plaatsgevonden. Begin 2014 is het maximale boetevrije bedrag voor 2014 afgelost. Op de leningen bij Van Lanschot zijn ook de maximale boetevrije bedragen afgelost. De afspraken hierover waren al in 2012 gemaakt.
Versie: 8 mei 2014
47
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Kengetallen Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit, kapitalisatiefactor en het weerstandsvermogen vermelden wij onderstaand de kengetallen:
2013 Solvabiliteit Liquiditeit Rentabiliteit Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen
68,7% 2,2 3,15% 52,4% 5,1%
Aanbeveling 2012 commissie Don: 67,7% 2,4 0,22% 49,2% 1,2%
ondergrens van 30% tussen de 0,5 en 1,5 bovengrens van 5% tussen de 35 - 60 % tussen de 10 - 40 %
Indicatoren risicoanalyse kleiner dan 30% (m.b.t. definitie 2) Kleiner dan 1 Laatste 3 jaar negatief
70,0% 60,0% 50,0%
Solvabiliteit
40,0%
Liquiditeit Rentabiliteit
30,0%
Kapitalisatiefactor Weerstandsvermogen
20,0% 10,0% 0,0% 2013
Versie: 8 mei 2014
2012
48
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Solvabiliteit: De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie 1: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. 59,9% 58,5%
Kengetal 2013: Kengetal 2012:
Solvabiliteit 68,8% 68,6% 68,4% 68,2% 68,0% 67,8% 67,6% 67,4% 67,2% 67,0%
Solvabiliteit
2013
2012
Definitie 2: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen Kengetal 2013: Kengetal 2012:
68,7% 67,7%
Definitie 2 van de solvabiliteit geeft aan dat 68,7% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 31,3% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vermogenspositie van de stichting sterk is. De stichting is duidelijk in staat om aan haar verplichtingen op langere termijn te kunnen voldoen. In het rapport ‘Financieel beleid van onderwijsinstellingen’ van de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen, de zgn. Commissie Don wordt als ondergrens een solvabiliteit van 30% aanbevolen. De solvabiliteit van de stichting ligt ver boven de ondergrens.
Versie: 8 mei 2014
49
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Liquiditeit: De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen en vorderingen) en de kortlopende schulden. Kengetal 2013: Kengetal 2012:
2,2 2,4
Liquiditeit
2,45% 2,40% 2,35% 2,30% 2,25% 2,20% 2,15% 2,10% 2,05% 2,00%
Liquiditeit
2013
2012
De liquiditeitsratio geeft aan dat 2,2 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva. De stichting heeft op 31 december 2013 de beschikking over € 4.707.447 aan liquide middelen en heeft daarnaast € 457.761 openstaan aan nog te ontvangen bedragen. Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 2.401.707. De liquiditeitspositie van de stichting is hierdoor zeer goed te noemen. In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen verplichtingen. In het rapport ‘Financieel beleid van onderwijsinstellingen’ van de Commissie Don wordt een liquiditeit van tussen de 0,5 en 1,5 aanbevolen. De liquiditeit van de stichting ligt boven de bovengrens.
Versie: 8 mei 2014
50
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Rentabiliteit: De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Kengetal 2013: Kengetal 2012:
3,2% 0,2%
Rentabiliteit 3,50% 3,00% 2,50% 2,00%
Rentabiliteit
1,50% 1,00% 0,50% 0,00% 2013
2012
De rentabiliteit geeft aan hoeveel procent van de totale opbrengsten omgezet wordt in het uiteindelijke resultaat. De stichting heeft van de totale opbrengsten, te weten € 12.317.439, een resultaat behaald van € 386.941. Aanbeveling Commissie Don 5% (bovengrens).
Versie: 8 mei 2014
51
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Kapitalisatiefactor: De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe vermogend een onderwijsinstelling is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Definitie: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa betreffende gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). 52,4% 49,2%
Kengetal 2013: Kengetal 2012:
Kapitalisatiefactor 53,0% 52,0% 51,0% Kapitalisatiefactor
50,0% 49,0% 48,0% 47,0% 2013
2012
In het rapport ‘Financieel beleid van onderwijsinstellingen’ van de Commissie Don wordt een kapitalisatiefactor van tussen de 35% en de 60% aanbevolen. Het percentage van 35% is de aanbevolen bovengrens voor grote besturen. Het percentage van 60% is de aanbevolen bovengrens voor kleine besturen. Voor middelgrote besturen, zoals de stichting, wordt een bovengrens tussen de 35% en 60% aanbevolen. De kapitalisatiefactor van de stichting lag zowel in 2013 als in 2012 boven de door de Inspectie Rekenschap gestelde bovengrens. Dit wordt veroorzaakt doordat in bovenstaande berekening het privaat vermogen wordt meegerekend. Zonder privaat vermogen zou de kapitalisatiefactor per 31 december 2013 ongeveer 19% zijn. Uitgaande van de kapitalisatiefactor kan de financiële buffer worden bepaald. In onderstaand overzicht is de financiële buffer inclusief en exclusief het private vermogen bepaald. inclusief privaat € % kapitalisatiefactor Totaal kapitaal - boekwaarde gebouwen en terr. transactiefunctie totaal kortlopende schulden financieringsfunctie boekwaarde overige materiële vaste activa financiële buffer
Versie: 8 mei 2014
exclusief privaat % €
6.431.785
52%
2.232.039
19%
2.401.707
20%
2.401.707
20%
1.266.577
10%
1.266.577
11%
2.763.501
22%
-1.436.245
-12%
52
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
De Commissie Don geeft als signaleringswaarde voor de bufferfunctie een percentage van ongeveer 6%. De financiële buffer van de stichting is exclusief het private vermogen negatief. De financiële buffer inclusief het privaat vermogen is hoger dan de signaleringswaarde. Het privaat vermogen vervult bij de stichting de transactie en de financieringsfunctie. Weerstandsvermogen: Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico's op te vangen. Definitie: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW. Kengetal 2013: Kengetal 2012:
5,1% 1,2%
Weerstandsvermogen 6,0% 5,0% 4,0% Weerstandsvermogen
3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2013
2012
Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning & control cyclus blijven altijd restrisico's achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten moet het bestuur voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen.
Versie: 8 mei 2014
53
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
JAARREKENING
Versie: 8 mei 2014
54
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA, PASSIVA EN RESULTAATBEPALING Algemeen De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn conform de Regeling jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Voor zover noodzakelijk worden op de vorderingen voorzieningen getroffen voor verwachte oninbaarheid. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Verbonden partijen Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van de instelling en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties van betekenis met verbonden partijen worden toegelicht voor zover deze niet onder normale marktvoorwaarden zijn aangegaan. Hiervan wordt toegelicht de aard en de omvang van de transactie en andere informatie die nodig is voor het verschaffen van het inzicht. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of de vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar tijdsgelang plaats op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. Onderstaand worden de afschrijvingstermijnen per categorie weergegeven. Tevens zijn de activeringsgrenzen vermeld. Categorie
Gebouwen permanent Kinderboerderij Aanbouw kinderboerderij Verbouwing kleutergebouw Dak gymnastieklokaal Dak zaagtandgebouw Integratieverb. eigen rekening Renovatie kleutergebouw Nieuwe verbouwingen
Versie: 8 mei 2014
afschrijvingstermijn in jaren
afschrijvingspercentage per jaar
40 40 40 30 30 30 30 30 20
2,50 2,50 2,50 3,33 3,33 3,33 3,33 3,33 5,00
activeringsgrens in € 750 750 750 750 750 750 750 750 750
55
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Categorie
Semi-permanent Noodlokalen Aanpassing terreinen Afrasteringen Installaties
verwarming alarm liften/omroepinstallatie Kantoormeub/inventaris bureau's stoelen kasten algemeen Huish. apparatuur Schoolmeub/inventaris docentensets leerlingsets schoolborden garderobe/kasten/lockers overig vuilnisbakken, droogrekken kopieerapparatuur Apparatuur/machines audiovideo installaties beamer projectmiddelen mach. Techniek/handv. computers/servers/printers ICT netwerk telefooncentrale active boards software methodes Leermiddelen spel en sportmateriaal atlassen, woordenboeken auto's Vervoermiddelen
afschrijvingstermijn in jaren
afschrijvingspercentage per jaar
20 10 40 20 15 10 15 20 10 20 10 20 20 20 20 20 10 5 5 5 5 10 4 10 10 10 3 8 8 5 4
5,00 10,00 2,50 5,00 6,67 10,00 6,67 5,00 10,00 5,00 10,00 5,00 5,00 5,00 5,00 5,00 10,00 20,00 20,00 20,00 20,00 10,00 25,00 10,00 10,00 10,00 33,33 12,50 12,50 20,00 25,00
activeringsgrens in € 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750
De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is sprake in het geval van eigen investeringen in de huisvesting.
Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan 12 maanden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserve en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door de stichting is aangebracht.
Versie: 8 mei 2014
56
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans. Voorziening onderhoud De voorziening onderhoud wordt opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden De overlopende passiva betreffen de vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en/of nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen. GRONDSLAGEN BATEN EN LASTEN Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Per school worden de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, zijn in acht genomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Het resultaat van de staat van baten en lasten wordt toegevoegd aan de bestemde reserves die door het bestuur zijn bepaald. Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de stichting de condities voor ontvangst kan aantonen.
Versie: 8 mei 2014
57
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de overige instellingslasten. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. De stichting heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds in de jaarrekening verwerkt als verplichtingenbenadering. Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Financiële baten en lasten Rentebaten, rentelasten en bankkosten Rentebaten, rentelasten en bankkosten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. GRONDSLAGEN KASSTROOM OVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat als basis genomen. Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om geldstromen te genereren. GRONDSLAGEN VAN SEGMENTERING In de jaarrekening wordt overeenkomstig de Richtlijn voor Onderwijsinstellingen een segmentatie van de staat van baten en lasten gemaakt in de volgende segmenten: PO, VO.
Versie: 8 mei 2014
58
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
BALANS PER 31 DECEMBER 2013, VERGELIJKENDE CIJFERS PER 31 DECEMBER 2012 (na verwerking resultaatbestemming)
1
Activa
31-12-2013 €
€
31-12-2012 €
€
VASTE ACTIVA 1.2
Materiële vaste activa
1.2.1
Gebouwen en terreinen
5.073.320
5.273.458
1.2.2
Inventaris en apparatuur
1.230.861
1.071.479
1.2.3.1
Leermiddelen
31.864
40.430
1.2.3.2
Overige materiële vaste activa
3.852
TOTAAL VASTE ACTIVA
3.971 6.339.897
6.389.338
6.339.897
6.389.338
VLOTTENDE ACTIVA 1.5
Vorderingen
1.5.2
OCW
122.348
116.790
1.5.7
Overige vorderingen
202.008
270.915
1.5.8
Overlopende activa
133.405
1.7
731.988
Liquide middelen
4.707.447
4.005.094
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
5.165.208
4.737.082
11.505.105
11.126.420
TOTAAL ACTIVA
Versie: 8 mei 2014
344.283 457.761
59
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
2
Passiva
31-12-2013 €
€
31-12-2012 €
€
VERMOGEN 2.1
Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve
2.1.2
Bestemmingsreserves (publiek)
8.259
12.272
2.1.3
Bestemmingsreserves (privaat)
4.199.746
4.188.494
2.688.425
2.308.723
6.896.430 2.2
Voorzieningen
2.2.1
Voorziening Jubilea
206.963
2.2.3
Voorziening Onderhoud
802.651
6.509.489
195.352 824.583 1.009.614
2.3
Langlopende schulden
2.3.5.1
Overige
1.197.354
1.019.935
1.628.672 1.197.354
1.628.672
2.4 2.4.1
Kortlopende schulden Kredietinstellingen
219.597
49.313
2.4.3
Crediteuren
155.751
271.156
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
364.745
359.938
2.4.8
Schulden terzake pensioenen
133.572
123.924
2.4.9
Overige kortlopende schulden
2.4.10
Overlopende passiva
TOTAAL PASSIVA
Versie: 8 mei 2014
32.166
15.235
1.495.876
1.148.758 2.401.707
1.968.324
11.505.105
11.126.420
60
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013, VERGELIJKENDE CIJFERS 2012
2013 € 3 3.1
Baten Rijksbijdragen OCW
3.2
Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
3.5
Lasten Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten
4.3 4.4
Totaal lasten
Versie: 8 mei 2014
€
2012 €
10.235.928
€ 10.337.504
114.969
100.000
123.502
1.254.950
1.201.655
1.348.499
12.204.358
11.537.583
11.809.505
8.783.925
8.673.508
8.872.356
420.784 956.528
451.802 867.740
405.813 937.207
1.659.023
1.485.991
1.571.847
11.820.260
11.479.041
11.787.223
384.098
58.542
22.282
2.843
-34.208
3.357
Resultaat
386.941
24.334
25.639
Nettoresultaat
386.941
24.334
25.639
Saldo baten en lasten
5
€
10.834.439
Totaal baten
4 4.1
Begroot 2013
€
Financiële baten en lasten
61
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
KASSTROOMOVERZICHT 2013, VERGELIJKENDE CIJFERS 2012
€
2013 €
€
2012 €
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten
384.098
22.282
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen
420.784 -10.321
405.814 147.600
Veranderingen in vlottende middelen: - Vorderingen - Kortlopende schulden
274.227 433.383
-221.380 -193.034 1.118.073
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest en bankkosten
139.000
79.010 -76.168
88.761 -85.404 2.842 1.505.013
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
3.357 164.639
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa
-401.624 30.283
-227.329 35.355 -371.341 -371.341
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-191.974 -191.974
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
-431.319
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
377.393 -72.473 -431.319 -431.319
304.920 304.920
702.353
277.585
Kasstroom uit overige balansmutaties Mutatie liquide middelen Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: € Stand liquide middelen per 1-1 Mutatie boekjaar liquide middelen Stand liquide middelen per 31-12
Versie: 8 mei 2014
2013 €
€
4.005.094 702.353
2012 € 3.727.509 277.585
4.707.447
4.005.094
62
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS 1
Activa
1.2
Materiële vaste activa Aanschaf-
Afschrij-
Boek-
Investe-
Boekwaarde
Afschrij-
Aanschaf-
Afschrij-
Boek-
prijs
vingen
waarde
ringen
desinves-
vingen
prijs
vingen
waarde
1-1-2013
1-1-2013
1-1-2013
2013
teringen 1.2.1
Materiële vaste activa €
1.2.1.1
Gebouwen
1.2.1.2
Terreinen
1.2.2.1
Inventaris en apparatuur
1.2.3.1
Leermiddelen
1.2.3.2
Ov. materiële vaste activa Totaal materiële vaste activa
€
€
2013
€
2013
€
31-12-2013
€
€
31-12-2013 €
31-12-2013 €
5.732.815
936.691
4.796.124
5.694
-
172.444
5.738.509
1.109.135
724.213
246.879
477.334
-
-
33.389
724.213
280.267
4.629.374 443.946
2.402.247
1.330.768
1.071.479
391.435
30.283
201.770
2.735.805
1.504.944
1.230.861
149.871
109.440
40.430
2.202
-
10.769
152.073
120.209
31.864
15.526
11.555
3.971
2.293
-
2.412
17.819
13.967
3.852
9.024.672
2.635.333
6.389.338
401.624
30.283
420.784
9.368.419
3.028.522
6.339.897
Vlottende activa 1.5
Vorderingen
1.5.2
OCW
31-12-2013 €
1.5.2.1
Personeel
€ 116.790
122.348
Overige vorderingen
116.790
31-12-2013 €
1.5.7.3
€
122.348
Totaal OCW
1.5.7
31-12-2012
€
Vervangingsfonds
31-12-2012
€
€
11.197
€ 4.825
Totaal personeel
11.197
4.825
1.5.7.2
Ouder-/ leerlingbijdragen, boekengelden
1.5.7.11
Huur en medegebruik
2.244
-
1.5.7.12
Overige vorderingen
1.143
14.775
1.5.8
187.424
Totaal overig
190.811
266.090
Totaal overige vorderingen
202.008
270.915
Overlopende activa
31-12-2013 €
1.5.8.1
251.315
Vooruitbetaalde posten*
31-12-2012
€
€
66.008
Totaal vooruitbetaalde kosten
€ 41.494
66.008
41.494
1.5.8.3
Nog te ontvangen posten**
48.452
1.300
1.5.8.5
Rente
18.945
86.119
1.5.8.7
Overige overlopende activa*** Totaal overige overlopende activa Totaal overlopende activa
-
215.370 67.397
302.789
133.405
344.283
* Vooruitbetaalde posten In deze post is o.a. opgenomen de betaling aan het ROC voor de VAVO leerlingen (€ 36.600) en de aanbetaling voor diverse werkwerken (€ 19.700). ** Nog te ontvangen posten In deze post is o.a. opgenomen de vordering op de belastingdienst voor teruggave WAO/WIA premie (€ 35.489). ***Overige overlopende activa Deze post is afgenomen doordat het voorschot per 31 december 2013 van de gemeente hoger is dan de bestedingen voor de nieuwbouw van het basisonderwijs. Het nog te besteden bedrag voor de nieuwbouw staat aan de passivazijde opgenomen.
Versie: 8 mei 2014
63
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
1.7
Liquide middelen 31-12-2013 €
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.3
Deposito's Totaal liquide middelen
€
31-12-2012 €
1.035
€ 1.579
4.706.412
2.503.515
-
1.500.000 4.707.447
4.005.094
De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.
Versie: 8 mei 2014
64
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve
2.1.1
Algemene reserve
2.308.723
379.702
-
2.688.425
Totaal algemene reserve
2.308.723
379.702
-
2.688.425
Stand per
Resultaat
Overige
Stand per
1-1-2013
2013
mutaties
31-12-2013
€
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
€
€
Stand per
Resultaat
Overige
Stand per
1-1-2013
2013
mutaties
31-12-2013
€ 2.1.2.10
€
€
€
€
Reserve nulmeting
12.272
-4.013
-
8.259
Totaal bestemmingsreserve publiek
12.272
-4.013
-
8.259
2.1.3
Bestemmingsreserves (privaat)
2.1.3.1
Algemene reserve privaat
2.1.3.1
Ouderbijdrage VO
2.1.3.3
VPO Algemene reserve privaat
Stand per
Resultaat
Overige
Stand per
1-1-2013
2013
mutaties
31-12-2013
€
Totaal bestemmingsreserves privaat
€
€
38.718
-
87.850
-16.082
-
71.768
217.496
-11.384
-
206.112
4.188.494
11.252
-
4.199.746
3.921.866
Stand per
Resultaat
Overige
Stand per
1-1-2013
2013
mutaties
31-12-2013
€ Totaal eigen vermogen
€
3.883.148
€ 6.509.489
€
€
386.941
-
6.896.430
Voor een specificatie per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage "Reserves en voorzieningen per kostenplaats".
2.2
Voorzieningen Stand per
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
1-1-2013
Stand per
Kortlopende
31-12-2013
deel
Langlopende deel
< 1 jaar
> 1 jaar
2.2.1
Voorziening Jubilea
2,2,1,5
Voorziening Jubilea PO
47.291
12.464
5.434
-
54.321
11.994
42.327
2.2.1.5
Voorziening Jubilea VO
148.061
7.812
3.231
-
152.642
12.002
140.640
Totaal personeelsvoorzieningen
195.352
20.276
8.665
-
206.963
23.996
182.967
€
€
Stand per
€
Dotatie
€
Onttrekking
€
Vrijval
1-1-2013
€
€
Stand per
Kortlopende
31-12-2013
deel
Langlopende deel
< 1 jaar
> 1 jaar
2.2.3
Voorziening Onderhoud
2.2.3.1
Voorziening Onderhoud PO
145.609
40.000
39.042
-
146.567
146.567
-
2.2.3.1
Voorziening Onderhoud VO
668.974
78.000
110.890
-
636.084
85.082
551.002
231.649
571.002
€
2.2.3.1
Voorziening Onderhoud Kinderopvang Totaal overige voorzieningen
€
€
€
€
10.000
10.000
-
-
20.000
824.583
128.000
149.932
-
802.651
Stand per
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
1-1-2013
€ Totaal voorzieningen
€
€ 1.019.935
€ 148.276
€ 158.597
20.000
Stand per
Kortlopende
31-12-2013
deel
deel
< 1 jaar
> 1 jaar
€ -
€
€ 1.009.614
Langlopende
€ 255.645
753.969
Voor een specificatie per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage "Reserves en voorzieningen per kostenplaats".
Versie: 8 mei 2014
65
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
2.3
Langlopende schulden Stand
Aangegane
Aflossingen *
Stand
Looptijd
Looptijd
Rente
per
lening in
in
per
> 1 jaar
> 5 jaar
%
1-1-2013
2013
2013
31-12-2013
2.3.5.1
Overige
2.3.5.1.1
Van Lanschot
50.417
-
32.773
11.342
2.3.5.1.1
Van Lanschot
80.360
-
50.105
21.275
2.3.5.1.1
Triodos
497.895
-
78.158
364.737
286.579
2.3.5.1.1
Triodos
1.000.000
-
100.000
800.000
700.000
300.000
Totaal langlopende schulden
1.628.672
-
261.036
1.197.354
986.579
300.000
€
€
€
€
€
€ 5,30 5,10 4,38 4,38
*Aflossing Er wordt uitgegaan van de maximale boetevrije aflossing per jaar. 2.4
Kortlopende schulden
2.4.1
Kredietinstellingen
31-12-2013 €
2.4.1
Kredietinstellingen
Crediteuren
Crediteuren
2.4.7.3
Premies sociale verzekeringen
11.890 364.745
Versie: 8 mei 2014
31-12-2012
€
€
133.572
€ 123.924
133.572
123.924
31-12-2013 €
2.4.9.5
359.938
31-12-2013
Overige kortlopende schulden
2.4.9.4
€ 348.048
12.597
Schulden terzake van pensioenen
Levensloop
€
352.148
Schulden terzake pensioenen
2.4.9.3
31-12-2012
€
Totaal schulden terzake van pensioenen
2.4.9
271.156
31-12-2013
€ 2.4.8
€ 271.156
Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
€
155.751
€ Loonheffing
31-12-2012
€ 155.751
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.7.1
49.313
31-12-2013
Totaal Crediteuren
2.4.7
€ 49.313
219.597
€ 2.4.3
€
219.597
Totaal Kredietinstellingen
2.4.3
31-12-2012
€
31-12-2012
€
€
€
21.894
-
Netto salarissen
3.522
9.855
Lief&leed/personeelsfonds
6.750
5.380
Totaal Overige
32.166
15.235
Totaal overige kortlopende schulden
32.166
15.235
66
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
2.4.10
Overlopende passiva
31-12-2013 €
2.4.10.1
Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt
2.4.10.2 2.4.10.3
€
31-12-2012 €
€
19.992
36.000
Vooruitontvangen subsidies OCW niet-geoormerkt
119.129
140.175
Vakantiegeld en -dagen
282.520
279.020
2.4.10.7
Vooruitontvangen ouderbijdrage
483.325
524.718
2.4.10.6
Personeel inzake spaarverlof
77.061
90.767
2.4.10.8
Rente
15.922
16.656
2.4.10.9
Vooruitontvangen subsidies Gemeente*
2.4.10.10
Vooruitonvangen subsidies Overige
2.4.10.11
Overige overlopende passiva** Totaal overlopende passiva
348.694
-
7.000
-
142.233
61.422 1.495.876
1.148.758
* Vooruitontvangen subsidies Gemeente Deze post is toegenomen door het nog te besteden voorschot van de gemeente voor de nieuwbouw van het basisonderwijs. ** Overige overlopende passiva In deze post is o.a. opgenomen een nog te betalen factuur aan de gemeente i.v.m. gebruikersvergoeding huur sporthal (€ 53.100).
Versie: 8 mei 2014
67
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Verantwoording Regeling OCW-subsidies G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule (Regeling ROS art 13, lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies) G2-A Aflopend per ultimo 2013 Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Bedrag van de
Ontvangen t/m
toewijzing
2013
Datum €
Prestatiesubsidie conventanten VO Prestatiesubsidie conventanten VO
Te verrekenen Totale kosten
€
€
ultimo 2013 €
12/64563
2012
16.000
16.000
484260-1
2013
20.000
20.000
20.000
-
Totaal
36.000
36.000
36.000
-
16.000
-
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Bedrag van de
Saldo
Ontvangen t/m
Lasten in
Totale kosten
Saldo nog te be-
toewijzing
1-1-2013
2013
2013
31-12-2013
steden ultimo 2013
Datum €
Prestatiesubsidie conventanten VO
Versie: 8 mei 2014
564637-1
€
€
€
€
2014
19.992
-
19.992
Totaal
19.992
-
19.992
€
19.992 -
-
19.992
68
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen
2013 €
3.1.1.1
Rijksbijdrage OCW
Geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2
Niet-geoormerkte subsidies OCW
Overige overheidsbijdragen en subsidies
3.5
€
9.307.210
9.430.345
36.000
12.000
8.000
1.526.035
916.718
899.159
1.562.035
928.718
907.159
10.834.439
10.235.928
10.337.504
2013 €
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
2012 € 9.430.345
9.272.404
Totaal Rijksbijdragen
3.2.1.2
€ 9.307.210
Totaal overige subsidies OCW
3.2
€
9.272.404
Totaal Rijksbijdrage OCW 3.1.2.1
Begroting 2013
€
Begroting 2013
€
€
114.969
€
2012 €
100.000
€
123.502
Totaal gemeentelijke bijdragen
114.969
100.000
123.502
Totaal overige overheidsbijdragen en subsidies
114.969
100.000
123.502
Overige baten
2013 €
Begroting 2013
€
€
2012 €
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
35.785
15.000
60.153
3.5.5
Ouderbijdragen
850.095
848.290
903.422
3.5.6.2
Overige*
141.209
Totaal baten
226.365
€
3.5.1
Totaal overige baten
227.861
€
223.659
112.000
161.265
1.254.950
1.201.655
1.348.499
12.204.358
11.537.583
11.809.505
*Overige In deze post vallen onder meer de baten van het samenwerkingsverband (€ 104.500).
Versie: 8 mei 2014
69
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
2013 €
Begroting 2013
€
€
6.611.518
€
2012 €
8.453.208
€
4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
4.1.1.2
Sociale lasten
875.344
-
884.523
4.1.1.3
Pensioenpremies
979.926
-
916.554
Totaal lonen en salarissen
6.663.321
8.466.788
8.453.208
8.464.398
4.1.2.1
Dotaties personele voorzieningen
20.276
12.000
17.519
4.1.2.2
Personeel niet in loondienst
87.755
50.550
62.655
4.1.2.3
Overig*
365.915
282.750
Totaal overige personele lasten 4.1.3
502.028
473.946
Af: Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten
345.300
582.202
156.809
125.000
174.244
8.783.925
8.673.508
8.872.356
* Overig In deze post zijn onder andere de volgende posten opgenomen: nascholing (€ 75.000), bedrijfsgezondheidszorg (€ 38.300), VAVO (€ 41.400) en de premie WGA en ziekteverzuimverzekering (€ 55.300). Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2013 waren gemiddeld 135 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2012: 136). Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt 179 in 2013 (2012: 185).
4.2
2013
Afschrijvingen €
Begroting 2013
€
€
€
2012 €
€
4.2.2.1
Gebouwen en terreinen
205.833
199.983
205.251
4.2.2.2 4.2.2.3
Inventaris en apparatuur Leermiddelen en Overige materiële vaste activa
201.770
238.465
185.972
13.181
13.354
Totaal afschrijvingen
4.3
14.590
420.784
451.802
2013
Huisvestingslasten €
405.813
Begroting 2013
€
€
2012 €
Huur
4.3.2
Verzekeringen
16.113
4.300
-
4.3.3
Klein onderhoud en exploitatie*
219.641
111.400
139.390
4.3.4
Energie en water
169.504
175.920
179.409
4.3.5
Schoonmaakkosten
288.912
293.400
271.817
4.3.6
Heffingen
10.955
16.800
26.338
4.3.7
Dotatie onderhoudsvoorziening
128.000
128.000
128.000
4.3.8.1
Tuinonderhoud
57.735
62.500
75.149
4.3.8.2
Bewaking/beveiliging
10.749
10.500
15.167
Overige huisvestingslasten** Totaal huisvestingslasten
59.920
€
4.3.1
4.3.8.3
54.554
€
365
52.851
5.000 956.528
49.086 867.740
937.207
*Klein onderhoud en exploitatie De hogere kosten wordt met name veroorzaakt door de werkzaamheden betreffende lambrisering ad € 63.000. **Overige huisvestingslasten t.o.v. 2012 In 2012 waren de voorbereidingskosten voor de nieuwbouw basisonderwijs hierin opgenomen.
Versie: 8 mei 2014
70
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
4.4
Overige lasten
2013 €
4.4.1.1
Administratie en beheer*
4.4.1.2
Reis- en verblijfkosten
4.4.1.3
Telefoon- en portokosten
4.4.1.4
Kantoorartikelen
€
213.406
Wervingskosten Representatiekosten
4.4.4.3
Huishoudelijke kosten
4.4.4.5
Buitenschoolse cq bijzondere activiteiten
4.4.4.7
Contributies
4.4.4.8
Abonnementen
€ 210.252
8.110
6.100
5.765
32.000
36.137
2.100
1.508
256.014
274.100
890.381
253.662
736.100
Totaal inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.4.2
2012 €
31.633 2.865
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.4.1
€ 233.900
Totaal administratie- en beheerslasten 4.4.2.1
Begroting 2013
€
838.883
890.381
736.100
838.883
9.767
10.000
-
1.000
15.730 1.153
38.710
30.500
33.076
225.076
201.641
186.925
3.946
4.450
4.380
43.357
46.200
40.378 1.369
4.4.4.9
Medezeggenschapsraad
4.255
3.000
4.4.4.10
Verzekeringen
6.594
4.300
715
4.4.4.11
Overige**
71.333
69.300
90.265
4.4.4.12
Reproductiekosten, drukwerk, schoolgids
109.590
105.400
105.311
Totaal overige Totaal overige lasten
512.628
475.791
479.302
1.659.023
1.485.991
1.571.847
* Administratie en beheer In deze post vallen onder meer de volgende lasten: administratiekosten (€ 108.000), accountantskosten (€ 24.300) en bestuurs- en managementondersteuning (€ 68.600). ** Overige In deze post vallen onder meer de volgende lasten: voorziening dubieuze debiteuren (€ 15.900) en het boekverlies op de materiële vaste activa (€ 30.500). In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: 2013 € 4.4.1.1.a
Controle van de jaarrekening
Begroting 2013
€
€
24.279
€
2012 €
24.400 24.279
€ 23.999
24.400
23.999
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de stichting en de in de consolidatie betrokken verbonden partijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). De kosten voor de controle zijn inclusief bekostiging en omzetbelasting.
Totaal Lasten
Saldo baten en lasten
Versie: 8 mei 2014
11.820.260
11.479.041
11.787.223
384.098
58.542
22.282
71
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
5
2013
Financiële baten en lasten €
5.1 5.5
Rentebaten Rentelasten en bankkosten Totaal financiële baten en lasten
Begroting 2013
€
€
79.011
€ 45.000
-76.168
€ 88.761
-79.208 2.843
2012 €
-85.404 -34.208
3.357
Resultaat
386.941
24.334
25.639
Resultaat na belastingen
386.941
24.334
25.639
Netto resultaat
386.941
24.334
25.639
* (- is negatief)
Versie: 8 mei 2014
72
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
VERBONDEN PARTIJEN Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling.
Versie: 8 mei 2014
73
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
WNT: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector 4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie of functies
Voorzitter
Naam
J/N
Ingangs-
Eind-
Omvang
datum
datum
dienst-
Beloning
Belastbare vaste en variabele
beloning
dienst-
dienst-
verband
onkosten-
betaalbaar op
verband
verband
in FTE
vergoedingen
termijn
€
€
€
Voorzieningen
Rector VO en Vz. Directie Directeur BO
J
H.R. Zijlstra
1-9-2005
1
91.370
15.567
N
J. Goes
1-8-2011
1
70.729
12.357
Directeur bedrijfsvoering
N
J.A.E. Heuer
1-10-1975
1
82.561
Totaal bestuurders met dienstbetrekking
12.856
244.660
-
40.780
Vermelding alle toezichthouders Functie of functies
Voorzitter
Naam
J/N
Ingangs-
Eind-
datum
datum
dienst-
dienst-
verband
verband
Beloning
J
Bestuurder Bestuurder
Voorzieningen beloning betaalbaar op termijn
€ Bestuurder
Onkostenvergoedingen
€
€ 560
N
A.M.L.J.Heesters-van Beek I.J.B. Corbeij
N
W.J.J.M. van Eupen
560
Bestuurder
N
P. de Haan
560
Bestuurder
N
G. Hagen
560
Bestuurder
N
J.G. van Heertum
560
Bestuurder
N
M.J. Scheen
Totaal toezichthouders
560
560 -
3.920
-
De toezichthouders ontvangen een jaarlijkse onkostenvergoeding ter hoogte van € 560 per lid. Zij hebben geen dienstverband bij de stichting. Er zijn geen voornemens om de toezichthouders een dienstverband bij de stichting te geven.
Versie: 8 mei 2014
74
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN Er zijn geen niet uit balans blijkende verplichtingen die hier moeten worden toegelicht.
Versie: 8 mei 2014
75
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Ondertekening
Bilthoven,
datum
Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling
Bestuur,
Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling Kees Boekelaan 12 Bilthoven
Versie: 8 mei 2014
76
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
OVERIGE GEGEVENS
Versie: 8 mei 2014
77
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
CONTROLEVERKLARING
Pagina voor de controleverklaring (beslaat twee pagina's)
Versie: 8 mei 2014
78
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
Pagina voor de controleverklaring (beslaat twee pagina's)
Versie: 8 mei 2014
79
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
(VOORSTEL) BESTEMMING VAN HET RESULTAAT
Statutaire regeling inzake bestemming resultaat (Voorstel) Bestemming van het resultaat Resultaat 2013 €
€
2.1.1
Algemene reserve (publiek) PO
92.937
2.1.1
Algemene reserve (publiek) VO
286.765
2.1.2
Bestemmingsreserves (publiek)
2.1.2.10
Reserve nulmeting
2.1.2
Totaal bestemmingsreserves publiek
2.1.3
Bestemmingsreserves (privaat)
2.1.3.1
Algemene reserve privaat
2.1.3.1
Ouderbijdrage VO
-16.082
2.1.3.3
VPO Algemene reserve privaat
-11.384
€
379.702
Totaal bestemmingsreserves privaat Totaal bestemmingsreserves Totaal resultaat
Versie: 8 mei 2014
-4.013 -4.013
38.718
11.252 7.239 386.941
80
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die hier dienen te worden toegelicht.
Versie: 8 mei 2014
81
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
GEGEVENS OVER DE RECHTSPERSOON Naam:
Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling
Adres:
Kees Boekelaan 12
Telefoon:
030-2282841
Fax:
030-2250984
E-mailadres:
[email protected]
Internetsite:
www.wpkeesboeke.nl
Bestuursnummer:
76740
Contactpersoon: Telefoon: Fax: E-mailadres:
Jos Heuer 030-2282841 030-2250984
[email protected]
BRIN-nummers:
05JN 17WP
Versie: 8 mei 2014
Werkplaats Kindergemeenschap PO Werkplaats Kindergemeenschap VO
82
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
BIJLAGEN
Versie: 8 mei 2014
83
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
OCW-BIJLAGE 1.5.2 Ministerie van OCW
Bekostigings jaar Overlopende post lumpsum Personeel Totaal OCW
Versie: 8 mei 2014
2013/2014
Beschikking (nummer en datum)
519428-2/20-09-2013
Bedrag beschikking €
Toegerekend t/m jaar 2013 €
Ontvangen t/m jaar 2013 €
Te vorderen 31-12-2013 €
1.720.013
716.672
594.324
122.348
1.720.013
716.672
594.324
122.348
84
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
RESERVES EN VOORZIENINGEN PER KOSTENPLAATS 2.1
Reserves
2.1.1
Algemene reserve (publiek)
Mutaties 2013 Stand
Resultaat
01-01-2013 €
€
Overige
Stand
mutaties
31-12-2013
€
€
01
Werkplaats Kindergemeenschap PO
630.112
92.937
-
723.049
03
Werkplaats Kindergemeenschap VO
1.678.611
286.765
-
1.965.376
2.308.723
379.702
-
2.688.425
Totaal Algemene reserve
Bestemmingsreserves
2.1.2
Bestemmingsreserve (publiek)
2.1.2.10
Reserve nulmeting
Mutaties 2013 Stand
Resultaat
01-01-2013 € 01
Werkplaats Kindergemeenschap PO
Totaal Reserve nulmeting
2.1.3
Bestemmingsreserve (privaat)
2.1.3.1
Algemene reserve privaat
€
Overige
Stand
mutaties
31-12-2013
€
€
12.272
-4.013
-
8.259
12.272
-4.013
-
8.259
Mutaties 2013 Stand
Resultaat
01-01-2013 € VPO Algemene reserve privaat 03
Ouderbijdrage VO
99
Algemene middelen
Totaal Algemene reserve (privaat)
Versie: 8 mei 2014
€
Overige
Stand
mutaties
31-12-2013
€
€
217.496
-11.384
-
87.848
-16.082
-
206.112 71.766
3.883.150
38.718
-
3.921.868
4.188.494
11.252
-
4.199.746
85
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
2.2
Voorzieningen
2.2.1.5
Voorziening Jubilea
Mutaties 2013 Stand
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
Stand
01-01-2013 €
31-12-2013 €
€
€
€
01
Werkplaats Kindergemeenschap PO
47.291
12.464
5.434
-
54.321
03
Werkplaats Kindergemeenschap VO
148.061
7.812
3.231
-
152.642
195.352
20.276
8.665
-
206.963
Totaal Voorziening Jubilea
Mutaties 2013 2.2.3.1.1
Voorziening Gebouwen
Stand
Dotatie
Onttrekking
Vrijval
Stand
01-01-2013 €
31-12-2013 €
€
€
€
01
Werkplaats Kindergemeenschap PO
145.609
40.000
39.042
-
146.567
03
Werkplaats Kindergemeenschap VO
668.974
78.000
110.890
-
636.084
96
Kinderopvang
10.000
10.000
-
20.000
824.583
128.000
-
802.651
Totaal Voorziening Gebouwen
Versie: 8 mei 2014
149.932
86
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
D6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS Kpl 05JN/Werkplaats Kindergemeenschap PO
2013 € 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.2
Overige overheids-bijdragen en -subsidies Overige baten
3.5
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten
4.3 4.4
Totaal lasten
€
2012 €
€
2.272.203
2.267.837
114.969
100.000
116.230
285.288
231.300
287.961
2.828.568
2.603.503
2.672.028
2.178.199
2.098.159
2.168.772
70.227 221.911
83.534 214.900
56.881 258.938
279.436
225.950
213.844
2.749.773
2.622.543
2.698.435
78.795
-19.040
-26.407
5.620
1.820
5.448
Resultaat *
84.415
-17.220
-20.959
Nettoresultaat *
84.415
-17.220
-20.959
Saldo baten en lasten *
5
€
2.428.311
Totaal baten
4
Begroting 2013
€
Financiële baten en lasten
* (- is negatief)
Versie: 8 mei 2014
87
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
D6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS Kpl /Kinderboerderij
2013 € 3
Baten
3.5
Overige baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten
4.3 4.4
Totaal lasten
2012
€
€
92.200 96.309
€ 90.577
92.200
90.577
67.148
66.485
67.001
5.272 4.075
5.272 3.700
5.272 3.700
12.460
12.350
12.370
88.955
87.807
88.343
7.354
4.393
2.234
-2.846
-3.890
-4.189
Resultaat *
4.508
503
-1.955
Nettoresultaat *
4.508
503
-1.955
Saldo baten en lasten
5
€
96.309
Totaal baten
4
Begroting 2013
€
Financiële baten en lasten
* (- is negatief)
Versie: 8 mei 2014
88
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
D6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS Kpl 17WP/Werkplaats Kindergemeenschap VO
2013 € 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.5
Overige baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten
4.3 4.4
Totaal lasten
Versie: 8 mei 2014
€
2012 €
€
7.963.725
8.069.667
681.114
668.290
746.404
9.087.242
8.632.015
8.816.071
6.533.612
6.508.865
6.612.043
252.175 693.026
281.115 605.440
251.107 624.856
1.358.709
1.220.891
1.322.942
8.837.522
8.616.311
8.810.948
249.720
15.704
5.123
20.963
12.450
22.948
Resultaat
270.683
28.154
28.071
Nettoresultaat
270.683
28.154
28.071
Saldo baten en lasten
5
€
8.406.128
Totaal baten
4
Begroting 2013
€
Financiële baten en lasten
89
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
D6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS Kpl /Algemene middelen
2013 € 3
Baten
3.5
Overige baten
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.3 4.4
Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
€ 27.770
27.929
2012 €
€ 27.773
27.770
27.773
4.966 -
2.500
5.589
37.761
30.300
35.577
42.727
32.800
41.166
-14.798
-5.030
-13.393
Financiële baten en lasten
45.281
21.600
51.975
Resultaat
30.483
16.570
38.582
Nettoresultaat
30.483
16.570
38.582
Saldo baten en lasten *
5
€
27.929
Totaal baten
4
Begroting 2013
€
* (- is negatief)
Versie: 8 mei 2014
90
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
D6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2013 PER KOSTENPLAATS Kpl /Kinderopvang
2013 € 3
Baten
3.5
Overige baten
Lasten
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten
4.3 4.4
Totaal lasten
€ 195.595
197.903
2012 €
€ 191.760
195.595
191.760
81.881 37.517
81.881 41.200
81.881 41.205
4.092
10.000
475
123.490
133.081
123.561
74.413
62.514
68.199
-66.179
-66.188
-72.828
Resultaat *
8.234
-3.674
-4.629
Nettoresultaat *
8.234
-3.674
-4.629
Saldo baten en lasten
5
€
197.903
Totaal baten
4
Begroting 2013
€
Financiële baten en lasten
* (- is negatief)
Versie: 8 mei 2014
91
Jaarrekening 2013 76740 / Stichting Werkplaats Kindergemeenschap te Bilthoven en Stichting tot bevordering van de Vrije Persoonlijke Ontwikkeling, te Bilthoven
D6 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2012 PER KOSTENPLAATS Stichting VPO 2013 € 4
Lasten
4.2
Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige lasten
4.4
Totaal lasten
Saldo baten en lasten *
5
Financiële baten en lasten
Nettoresultaat *
Begroting 2013
€
€
2012
€
€
€
11.228
-
10.673
159
-
52
11.387
-
10.725
-11.387
-
-10.725
3
-
3
-11.384
-10.722
* (- is negatief)
Versie: 8 mei 2014
92