Vereniging Montessorischool Bilthoven. Jaarverslag Vereniging Montessorischool Bilthoven

Vereniging Montessorischool Bilthoven

Jaarverslag Vereniging Montessorischool Bilthoven

Jaarverslag 2014

auteurs: Versie: Versie datum: Status: Bestandsnaam:

Arjan Bot 1

10-6-2015 Definitief Jaarverslag Vereniging Montessorischool Bilthoven 2014 concept 0.5 20150604.docx

Jaarverslag 2014


Document management Versie beheer Versie 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5

Status draft draft draft draft concept

0.6 Concept

Datum 22-2-2015 6-3-2015 7-4-2015 8-5-2015 4-6-2015 8-6-2015

1.0 Definitief 10-6-2015

Auteur(s) Arjan Bot Arjan Bot Ilse Anthonijsz Maarten van de Bent Arjan Bot / Maarten van der Bent Arjan Bot/ Madeleine Stefels Arjan Bot

Korte samenvatting wijzigingen Eerste versie Aanvulling leerlingaantallen en formatie Aanvullingen toekomstparagraaf Aanvulling huisvesting Kleine tekstuele wijzigingen + invulling financiële hoofdstuk Aanvulling TO + kleine opmaak Laatste tekstuele aanpassingen op basis van review

Review Versie 0.6 0.6 0.6

Naam Ilse Anthonijsz Maarten van der Bent Pascalle Schoonderwoerd

Namens Bestuur Bestuur Bestuur

Datum 9-6-2015 9-6-2015 9-6-2015

Goedkeuring Versie Naam 1.0 Arjan Bot

Datum Secretaris

10-6-2015

1.0 Ilse Anthonijsz

Voorzitter

10-6-2015

1.0 Maarten van der Bent

Bestuurslid Huisvestingszaken en ad interim penningmeester Bestuurslid

10-6-2015

1.0 Pascalle Schoonderwoerd

Versie: Auteur(s): Bestandsnaam:

1.0 Arjan Bot

Status: Definitief

handtekening

10-6-2015

Versie datum: 10-06-2015

Jaarverslag Vereniging Montessorischool Bilthoven 2014 definitief 1.0 20150610.docx

pag. 2/18

Jaarverslag 2014


Inhoudsopgave

1.

4

Voorwoord

2. De organisatie 2.1 Bestuur 2.2 Toezichthoudend orgaan 2.3 Medezeggenschapsraad (MR) 2.4 Klachtenreglement 2.5 Ondersteuning door het administratiekantoor 2.6 Activiteitencommissie 2.7 Benoemingsadviescommissie

5 5 5 5 6 6 6 6

3. Het onderwijs 3.1 Het pedagogisch klimaat 3.2 Vrijheid in gebondenheid 3.3 De “vrije” keuze 3.4 De heterogene groep 3.5 Volgen en dossier 3.6 Specifieke behoeften 3.7 Onderwijskundige prestaties

7 7 7 7 7 8 8 8

4.

9

Ontwikkeling van het aantal leerlingen

5. Personeel 5.1 Integraal personeelsbeleid 5.2 Formatie

9 9 9

6.

Huisvesting

9

7.

Toekomst

11

8.

Continuiteitsparagraaf

13

9.

Verslag toezichthoudend orgaan

15 16 16 16 16 17 17 17 18

10. Financiën 10.1 Balans (bedragen * € 1.000) 10.2 Staat van baten en lasten (bedragen * € 1.000) 10.3 Toelichting op de balans 10.4 Toelichting op de staat van baten en lasten 10.5 Treasury beleid 10.6 Kengetallen 10.7 Samenvatting Begroting 2015


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 3/18

Jaarverslag 2014


1.

Voorwoord

Voor u ligt het Jaarverslag 2014 van de Vereniging Montessorischool Bilthoven. De Vereniging is op 1 september 1919 opgericht en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 40478315 en heeft als doel het het geven van primair onderwijs gebaseerd op de oorspronkelijke methoden van Maria Montessori. Het brinnummer van de school is 04 PR.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 4/18

Jaarverslag 2014


2. De organisatie 2.1

Bestuur

De basisschool is een algemene school, ondergebracht in een vereniging. De ouders zijn lid van de Vereniging Montessorischool Bilthoven. Het bestuur bestaat in principe uit ouders van leerlingen. Er worden twee Algemene Leden Vergaderingen per jaar gehouden. In bijzondere gevallen worden er meer ledenvergaderingen uitgeschreven. Het is de taak van het schoolbestuur om een raamwerk te creëren, waarbinnen de doelstellingen van het Montessorionderwijs optimaal kunnen worden verwezenlijkt. Bovendien dienen de financiële middelen te worden verschaft voor niet-gesubsidieerde activiteiten, zoals vaklessen, excursies, decemberfeesten, etc. Daarvoor stelt het bestuur jaarlijks een begroting op. Op grond waarvan de algemene ledenvergadering de ouderbijdrage vaststelt. Het bestuur wil echter ook een brug zijn tussen de ouders en de school. Daarom zijn er op gezette tijden gesprekken met contactouders, de Medezeggenschapsraad (MR) en ook met de leerkrachten. De bestuursvergaderingen worden bijgewoond door de directie. Daarmee wordt een goede informatie uitwisseling zoveel mogelijk gewaarborgd. Het bestuur heeft de directie gemandateerd voor zaken die rechtstreeks het onderwijs en het schoolmanagement raken. Het bestuur is ultimo 2014 als volgt samengesteld: Voorzitter

:

V. Pronk

Secretaris

:

A. Bot

Penningmeester

:

P. Vermeulen

Overige bestuursleden

:

I. Antonijsz M. van der Bent

2.2

Toezichthoudend orgaan

De Montessorischool Bilthoven heeft gekozen voor een organieke scheiding van het bestuur en het toezicht op dat bestuur door een Toezichthoudend Orgaan in te stellen. De school houdt zich aan de Code Goed Bestuur van de PO-Raad. In eerste instantie wordt het toezichthoudend orgaan gevormd door de Algemene Ledenvergadering van de Vereniging. Belangrijkste reden is dat volgens het verenigingsrecht de meeste rechten en plichten van het toezichthoudend orgaan genoemd in de GOGB aan de ALV toekomen. Wel heeft bestuur besloten om als vooruitgeschoven post van de ALV een Toezichthoudend Orgaan bestaand uit drie leden van de Vereniging te vormen. Dit Toezichthoudend Orgaan voorziet er in dat de Algemene Ledenvergadering kan voldoen aan hetgeen weten regelgeving met betrekking tot het interne toezicht bepaalt. Zij brengt daartoe aan de Algemene Vergadering verslag uit van haar bevindingen.

2.3

Medezeggenschapsraad (MR)

De medezeggenschapsraad bestaat uit drie ouders en twee leerkrachten. De belangrijkste taak is het adviseren over, of het instemmen met voorgenomen bestuursbesluiten over onderwerpen die met het beleid en het bestuur te maken hebben. Zo heeft bijvoorbeeld het bestuur bij het vaststellen van het schoolplan de instemming nodig van de medezeggenschapsraad. Versie: Auteur(s): Bestandsnaam:

1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 5/18

Jaarverslag 2014


2.4

Klachtenreglement

Alle geledingen op de school doen hun uiterste best om kinderen en ouders zo goed mogelijk te begeleiden en te informeren. Niettemin kan er wel eens iets mis gaan of anders verlopen dan de verwachting was. Klachten zullen in eerste instantie daar behandeld moeten worden waar ze zijn ontstaan. Kunnen deze onverhoopt niet naar tevredenheid worden afgehandeld, dan kan de ouder, leerkracht of het kind (samen met de ouder) hierover contact zoeken met de directie. Zijn ouders daarover evenmin tevreden, dan kan gebruik worden gemaakt van de klachtenregeling. De klachtenregeling is gebaseerd op een landelijk ontwikkeld model voor primair onderwijs en voldoet aan de eisen die de overheid hieraan stelt. De klachtenregeling is terug te vinden op onze website.

2.5

Ondersteuning door het administratiekantoor

De financiële - en de personeels- en salarisadministratie worden verzorgd door het administratiekantoor OSG Metrium in Leiden.

2.6

Activiteitencommissie

Op onze school functioneert een activiteitencommissie, onder de verantwoordelijkheid van de directie en het bestuur. Deze commissie houdt zich als vertegenwoordiging van de ouders bezig met de organisatie van buitengewone activiteiten, zoals feesten, projecten e.d.

2.7

Benoemingsadviescommissie

Vanwege de pensionering van de directeur Peter Luijten eind maart 2014 is er in 2013 door het bestuur een benoemingsadviescommissie van ouders, leerkrachten en een bestuurslid ingesteldom het bestuur te ondersteunen en adviseren in het werven en benoemen van een nieuwe directeur. Na gesprekken met het bestuur volgde afstemming met de MR en vervolgens kennismaking met de teamleden. Met als resultaat dat Natascha van de Hurk per 1 april 2014 is aangenomen.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 6/18

Jaarverslag 2014


3. Het onderwijs 3.1

Het pedagogisch klimaat

Uitgangspunt in het montessorionderwijs is de relatie tussen leerkracht en leerling gebaseerd op wederzijdse betrokkenheid, vertrouwen en respect. Het doel hiervan is dat de leerling zich begrepen voelt, zich veilig voelt om fouten te maken en in discussie te gaan. De leerkrachten erkennen dat het kind zelf over krachten beschikt om zich te ontwikkelen. Het kind heeft van nature de drang tot ontwikkeling, is actief en ontdekt graag. Zo kan het loskomen van zijn afhankelijkheid en steeds zelfstandiger worden. Daarom is het zo belangrijk dat het kind de vrijheid krijgt zijn omgeving te verkennen. De leerkracht en de leerling hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid. De leerling draagt de verantwoordelijkheid voor de omgeving en voor zijn eigen werk passend in zijn ontwikkelingsfasen.

3.2

Vrijheid in gebondenheid

In onze Montessori-opvattingen is het kind een actief wezen, dat op eigen initiatief de wereld verkent en zich op die manier kennis en ervaring eigen maakt die zijn ontwikkeling bevordert. Het kind heeft de vrijheid nodig om te kunnen kiezen. De rol van de volwassenen is het kind hierbij te helpen. Dit geeft aan kinderen een ruime mate van vrijheid, maar deze vrijheid is niet absoluut. De leerkracht heeft tot taak er voor te zorgen dat die keuze in verhouding staat tot zijn mogelijkheden (talenten en beperkingen).

3.3

De “vrije” keuze

Vrijheid betekent niet dat kinderen aan hun lot worden overgelaten en/ of zichzelf de kans geven zich slechts te amuseren met lichte bezigheden. In principe krijgt het kind de vrijheid zijn eigen activiteit te kiezen binnen de mogelijkheden van zijn gestructureerde leeromgeving. Vaak zal hierbij overleg plaats vinden met de leerkracht, die observeert, registreert en stimuleert. De te kiezen activiteiten ofwel taken zijn zo opgesteld dat alle onderdelen van het onderwijs aan bod komen. De leerkracht stemt wekelijks de door de kinderen gemaakte planning met ze af en heeft overzicht welke taken de kinderen gedaan hebben en of ze hun planning realiseren. Indien nodig worden de kinderen bijgestuurd of extra geholpen. De kinderen verlaten de school met het bereiken van de door het ministerie vastgestelde kerndoelen.

3.4

De heterogene groep

In het Montessorionderwijs wordt gewerkt met een groepssamenstelling met verschillende leeftijden. Kinderen doorlopen in hun groei naar volwassenheid diverse ontwikkelings- of levensfasen door. Kinderen die in dezelfde fase zitten (die meerdere leerjaren omspant) worden in één groep geplaatst. Zo vindt men in de onderbouw de 4-6 jarigen. Deze periode kenmerkt zich door het bewust opnemen van indrukken met alle zintuigen; zij werken met allerlei materialen die de zintuigen oefenen. Daarnaast hebben zij honger naar woorden, zowel het leren van namen en begrippen, als het kennen van letters en het leren lezen. Ook het tellen en het werken met (grote) getallen wordt graag gedaan. Versie: Auteur(s): Bestandsnaam:

1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 7/18

Jaarverslag 2014


In de middenbouw zitten de 6-9 jarigen, die meer gericht zijn op het opnemen van kennis. Zij werken nog veel met materiaal, dat echter een andere betekenis gaat krijgen: het is meer gericht op abstracte kennis en het weten van veel zaken. De bovenbouw is voor de 9-12 jarigen, in de ontwikkeling van het kind wordt het denken abstracter. Zij willen meer inzicht krijgen in de cultuur waarin ze leven. In de bovenbouw vindt ook de voorbereiding plaats naar het voortgezet onderwijs. Het montessorionderwijs biedt als voordeel in aansluiting op het voortgezet onderwijs het vertrouwd zijn met zelfstandig werken en het kunnen plannen van je activiteiten. Daarnaast is er een sociaal voordeel: kinderen voeden elkaar min of meer op. Oudere kinderen helpen jongere kinderen. Op natuurlijke wijze wordt door de groepssamenstelling met verschillende leeftijden de zorg voor elkaar bevorderd.

3.5

Volgen en dossier

De Wet op het Primair Onderwijs bepaalt dat de ontwikkeling van alle leerlingen op systematische wijze wordt gevolgd. Het doel van de verzamelde gegevens dient om ze te benutten bij de inrichting van het onderwijs, opdat alle leerlingen tot een optimale ontwikkeling gebracht worden. De kinderen op school worden naast de observaties van de leerkracht tweemaal per jaar op belangrijke kennisgebieden getoetst. Deze toetsen zijn onafhankelijk en landelijk genormeerd. Om een zo'n goed mogelijk beeld te kunnen geven gebruikt de leerkracht de observaties en de gegevens uit de leerstofgebonden toetsen en de onafhankelijke toetsen uit het Cito– LeerlingVolgSysteem.

3.6

Specifieke behoeften

Toetsen en observaties kunnen aanwijzingen geven over specifieke behoeften. Om de zes weken is er een leerling-bespreking met de leerkrachten en de internbegeleider, waarin deze behoefte zich kan vertalen in meer onderzoek en/of een handelingsplan: een specifieke leerweg afgestemd op het individuele kind binnen een bepaalde tijd. Ondersteuning in het geven van deze extra aandacht wordt aangeboden door de remedial teacher/intern begeleider, logopedie en de Schoolbegeleidingsdienst. In het kader van ‘Weer Samen Naar School’ bestaat de mogelijkheid advies te vragen aan een externe deskundige. Zoals op alle scholen zijn er ook op onze school kinderen die ondanks alle extra begeleiding meer gebaat zijn met een school voor speciaal onderwijs. Deze kinderen worden na toestemming van de ouders besproken in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). Dit is een commissie van deskundigen die na bestudering van de problematiek advies geeft.

3.7

Onderwijskundige prestaties

De onderwijskundige prestaties van de school zijn goed. De resultaten bevinden zich boven de landelijke norm.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 8/18

Jaarverslag 2014


4. Ontwikkeling van het aantal leerlingen Het aantal leerlingen op 1 oktober vormt de grondslag voor de bekostiging. Eventueel kan door middel van een groeitelling aanvullende bekostiging worden toegekend als het aantal leerlingen volgens daartoe vastgestelde normen is toegenomen. Het aantal leerlingen bedraagt op: 1 oktober 2014: 178 1 oktober 2013: 200 1 oktober 2012: 199 1 oktober 2011: 202 1 oktober 2010: 211

5. Personeel 5.1

Integraal personeelsbeleid

De functionerings- en beoordelingsgesprekken vinden binnen een twee-jaarlijkse cyclus plaats. Hiervoor wordt een specifieke checklist gehanteerd.In 2014 hebben de beoordelingsgesprekken plaatsgevonden met de oude directeur. In de loop van 2014 hebben kennismakingsgesprekken plaatsgevonden met de huidige directeur.

5.2

Formatie

Per ultimo 2014 bestond het team uit 0,85 fte directeur, 9,7 fte leerkrachten, 0,94fte vakleerkrachten, 0,92 fte ambulante zorg en 0,3 fte onderwijs ondersteunend personeel.

6. Huisvesting De school is gehuisvest in een fraai karakteristiek pand aan de Rembrandtlaan 1 te Bilthoven. Omdat het pand al wat ouder is dan een gemiddeld schoolgebouw zijn de kosten van onderhoud verhoudingsgewijs hoog. Hiervoor is een ruime voorziening gevormd gebaseerd op een actueel meerjaren onderhoudsplan. In 2014 hebben we een budget voor groot onderhoud van € 170.000, dit bestaat voor € 90.000 uit investeringen en € 80.000 ten laste van de voorziening groot onderhoud. Uiteindelijk zijn deze uitgaven uitgekomen op een bedrag van € 123.759. Dit impliceert een besparing van € 46.241, die ten gunste komt van de exploitatie voor de komende jaren in de vorm van minder afschrijvingen en minder dotatie aan de voorziening groot onderhoud.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 9/18

Jaarverslag 2014


De specificatie van de uitgaven van groot onderhoud in 2014 is als volgt: Omschrijving

Soort

(bedragen in euro’s)

onderhoud

Budget 2014

Realisatie 2014

Verschil

Vervanging linoleum

Investering

70.000

45.808

24.192

Vervanging Centrale

Investering

20.000

19.697

303

Schilderwerk buiten

Voorziening

60.000

42.586

17.414

Diverse klusjes

Voorziening

20.000

15.668

4.332

170.000

123.759

46.241

Verwarmingsinstallatie

Totaal

De uitgaven in de afgelopen drie jaren voor (groot) onderhoud hebben er toe geleid dat het gebouw weer in redelijke staat is. Voor 2015 wordt nog voorzien het schoonmaken en deels renoveren van de daken van het schoolgebouw. Deze uitgaven zijn opgenomen in het budget / voorziening groot onderhoud. Dit impliceert dat alle aandachtspunten van het inspectierapport van de Gemeente de Bilt ultimo 2015 zijn opgelost. De jaren daarna zullen de geplande uitgaven voor (groot) onderhoud gering zijn. Vanaf 2015 is alle (groot) onderhoud binnen en buiten het gebouw voor rekening van de school. Hiervoor wordt de Rijksbijdrage aan de school voor materiele zaken verhoogd. De volledige effecten hiervan op het budget van de school zijn tot op heden nog niet geheel duidelijk. De kosten van het (groot) onderhoud van het schoolgebouw voor de komende jaren zijn opgenomen in het Integraal Huisvestigingsplan 2014-2023.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 10/18

Jaarverslag 2014


7. Toekomst Het onderwijs in Nederland staat nooit stil. Ook niet bij ons op school. De veranderingen zijn deels door het ministerie van Onderwijs ingegeven, maar ook lokale of interne factoren kunnen voor veranderingen zorgen. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste veranderingen voor onze school die we bij het schrijven van dit bestuursverslag hebben geïnventariseerd: Met betrekking tot Passend Onderwijs is in 2013 is het regionaal samenwerkingsverband ZOUT (Zuid Oost Utrecht) opgericht en deels ingericht. De eenpitters hebben actief gelobbyd voor een bepaalde mate van het solidariteitsprincipe in het samenwerkingsverband. Dit betekent dat er rekening is gehouden met een financiële voorziening, een vangnet, binnen het samenwerkingsverband mocht een school zelf geen toereikende middelen hebben. In 2014 heeft de invulling binnen het samenwerkingsverband vorm gekregen. Er zijn diverse organen ingesteld zoals een MR en een OPR (ondersteuningsplanraad). Ook is er een SOT, School Ondersteuningsteam ingericht dat zich op basis van een aanvraag buigt over de toekenning van extra middelen voor een leerling. Er ligt een ondersteuningsplan 2014 – 2018, waarin is vastgelegd hoe de scholen binnen het samenwerkingsverband de extra ondersteuning voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften regelen. In 2014 is Passend Onderwijs daarmee in de praktijk van start gegaan. Voor meer informatie zie ook www.swvzout.nl. De financiële vergoedingen per kind dat beschikbaar is voor de scholen zelf is bekend en is meegenomen in de begroting. Directie en team zullen in de loop van 2015 evalueren wat deze veranderingen in passend onderwijs betekent voor het aanbieden van zorg aan onze leerlingen. En wat mogelijke consequenties en noodzakelijke acties zijn in beleid en uitvoering op het gebied van zorg. In 2012 is de school in het kader van Opbrengst Gericht Werken gestart met het programma School aan Zet. Het traject wordt begeleid door een extern bureau, CPS, specifiek werkzaam in het onderwijs. In 2013 zijn in teamsessies op de studiedagen en in teamoverleg de onderwerpen instructie en analyse van vaardigheidsscores aan bod gekomen. In 2014 is dit traject verder geïntegreerd in onze reguliere werkwijze. Naast inhoudelijke uitwisseling staat ook de wijze van samenwerking in een lerende organisatie van professionals continu centraal. Vertrouwen en communicatie staan daarin centraal. Op de teamsessies op de studiedagen in 2014 stonden de onderwerpen in het licht hiervan: elkaar aanspreken op afspraken, open deur in het klaslokaal. Kijken naar de toekomst, voor wat betreft 2015 Het bestuur heeft als doelstelling het leerlingaantal rond de 200 leerlingen te houden. We zijn ons bewust van de afname van de leeftijdsgroep 0-4 jarigen in de gemeente. De afgelopen jaren zien we een lagere instroom in de onderbouw, die parallel liep met het sluiten van de peuterspeelzaal. Inmiddels zijn we verbonden met een goedlopende kinderopvang op school en zien we de instroom in groep 1 weer toenemen. Medio 2014 heeft een grote groep 8 de stap naar het Voorgezet Onderwijs gezet. Omdat dit niet volledig wordt gecompenseerd door instroom in groep 1 is de leerlingaantal in oktober 2014 teruggevallen tot 178. Ultimo 2014 zit het leerlingaantal op 188. Het bestuur verwacht op basis van de huidige samenstelling dat de komende twee jaar het leerlingenaantal bij de oktobertelling zal liggen tussen de 175 en 180 leerlingen. Zoals onder het kopje huisvesting aangegeven zal vanaf januari 2015 de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud van scholen worden overgedragen naar de scholen zelf. Het is inmiddels duidelijk geworden dat vanuit de gemeente De Bilt op geen enkele financiering hoeft te worden gerekend. Eventueel door de gemeente De Bilt opgebouwde reserves worden niet overgeheveld naar de school besturen. Ook is er vanuit de gemeente aangegeven dat zij ook geen subsidie geeft aan scholen voor buiten onderhoud. Het bestuur heeft inmiddels maatregelen genomen door onder meer het meerjarenonderhoudsplan bij te werken en aan te passen. Versie: Auteur(s): Bestandsnaam:

1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 11/18

Jaarverslag 2014


Op basis van onder andere het gewijzigde meerjarenonderhoudsplan is ook een meerjarenbegroting opgesteld. Het bestuur heeft meerdere keren per jaar contact met de gemeente over het onderhoud en mogelijke nieuwbouw van school. Tot 2020 is er geen nieuwbouw gepland. De gemeente heeft aangegeven in 2015 samen met de scholen en eventuele ketenpartners in een strategisch project naar integrale huisvesting op de lange termijn te willen spreken. De financiële positie van de school laat een gezond beeld zien van een school met een prima eigen vermogenspositie, een uitstekende liquiditeit en ruim weerstandsvermogen. Hierbij moet in acht genomen worden dat het relatief oude schoolgebouw ons gedwongen heeft een ruime onderhoudsvoorziening op te bouwen om de toekomstige onderhoudsinvesteringen te kunnen uitvoeren.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 12/18

Jaarverslag 2014


8. Continuiteitsparagraaf Risico paragraaf De doelen van de vereniging worden beïnvloed door allerlei gebeurtenissen die zowel een positieve als negatieve invloed hierop kunnen hebben. Jaarlijks gaat het bestuur na of er nieuwe risico’s zijn, evalueert ze de belangrijkste risico’s op kans en impact en gaat ze na of de maatregelen die de kans en/of impact verminderen nog voldoende effectief zijn. Hiervoor wordt gewerkt met indicatoren. Voor het komend schooljaar zijn de indicatoren hieronder in een tabel samengevat. Het bestuur heeft waar mogelijk risicotolerantiegrenzen bepaald waar zij actief op stuurt.

Aandachtsgebied Algemeen

Leerlingaantal

Onderwijs Kwaliteit

Kritische prestatie indicator

Maatstaf

Inzicht in grootte van de school

Leerling aantal

Inzicht en sturing op rendement onderwijsinspanning.

1.Uitstroom gegevens

2. Vaardigheidsscores Financiën (1) Vermogensbeheer

Commissie Don 2009 Inzicht in de kapitaalbehoefte van de instelling

Budgetbeheer

Inzicht in weerbaarheid voor financiële tegenvallers Rentabiliteit

Resultaat Kapitalisatiefactor Financiën (2) Weerstandsvermogen

Solvabiliteit= totale kapitaal (exl gebouwen) gedeeld door totale baten Liquiditeit = vlottende activa / kortlopende schulden Rentabiliteit = resultaat/totale baten

Inzicht in hoogte van inefficiënt benut kapitaal Commissie Don 2009

Norm/ doelstelling Signalering 1. meer dan 6% daling of stijging van leerlingaantal 2. minder dan 180 leerlingen Signalering Niveau >80% HAVO+

Niveau per vaardigheid Signalering S > 20%

Toelichting

kleine groep dus gevoelig voor schommeling Incl. dyslecten!

0,5 < L < 1,5

3% < R < 5% K < 50%

Weerstandsvermogen = eigen vermogen -/materiële vaste activa / rijksbijdragen

Signalering 5%<W<20%

Toelichting 1.

Leerlingaantal De vereniging is voor haar inkomsten voornamelijk afhankelijk van het aantal leerlingen. Indien zich daar een daling in voordoet wordt de vereniging geconfronteerd met een daling in de opbrengsten terwijl de kosten van de formatie en het onderhoud van de gebouwen gelijk blijven. Demografische ontwikkelingen in de gemeente De Bilt, kwaliteit van het geboden onderwijs en de reputatie van de school, zijn belangrijke factoren die het leerlingaantal beïnvloeden.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 13/18

Jaarverslag 2014


Is de daling (of stijging) van omvangrijke aard, dan moeten er maatregelen worden getroffen die financiële en personele consequenties zullen hebben. 2.

Kwaliteit van onderwijs De kwaliteit van onderwijs is het belangrijkste criterium waarop ouders hun schoolkeuze baseren. Daarom staat de aandacht voor onderwijskwaliteit heel hoog in ons vaandel. De kwaliteit van onderwijs is echter niet makkelijk in een meetbare indicator te vangen. Met de introductie van School aan Zet is dan ook zowel de analyse van de verbetermogelijkheden op basis van de vaardigheidsscore geïntensiveerd als ook wederzijdse bezoeken aan elkaars klas om op instructieniveau naar kansen te kijken geïntroduceerd. Als bestuur zien we dat het team een continue professionele houding heeft in het zoeken naar verbetering van kwaliteit. Wij houden de vaardigheidsscores en uitstroom cijfers dan ook aan als indicator van kwaliteit van onderwijs in de wetenschap dat het team veel breder werkt aan onderwijskwaliteit .

3.

Financiën Het effect van risico’s is uiteraard in de geldstromen te zien. Daarom zijn vanuit de PO-Raad geadviseerde financiële indicatoren overgenomen zoals hierboven beschreven. Naast bovenstaande kwantitatief meetbare indicatoren signaleert het bestuur ook een aantal andere gebieden waarin zich risico’s kunnen voordoen. Deze thema’s worden in de bestuursvergaderingen maandelijks op de agenda gezet.

4.

Formatie De kosten van de formatie is de grootste kostenpost voor de vereniging. Door niet goed te anticiperen op leerlingaantallen, klassengroottes, CAO-ontwikkelingen, etc. kunnen de formatie kosten hoger worden dan begroot.In 2014 zijn twee leerkrachten met pensioen, waardoor er meer flexibiliteit is ontstaan om een eventuele daling in leerlingaantal op te vangen. Het bestuur kijkt kritisch hoe en of de ontstane vacatures worden opgevuld, waarbij de CAO en de te implementeren wet Zekerheid en Inkomen arbeidsrechtelijke en daarmee ook financiële grenzen stelt.

5.

Onderhoud De school huist in een karakteristiek maar oud en onderhoudsgevoelig pand. Voor het onderhoud reserveert het bestuur jaarlijks €10.000 euro en de onderhoudsreserve is op dit moment voldoende om het onderhoud de komende jaren te garanderen In 2014 is het bestuur verantwoordelijk voor het onderhoud in het gebouw en de gemeente verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenkant. In 2015 zal die verantwoordelijkheid bij het bestuur komen te liggen. Het is inmiddels bekend wat de financiële gevolgen (Subsidies overheveling van reserveringen) op zowel de korte termijn als de lange termijn zijn. Het bestuur heeft in haar meerjaren onderhoudsplan reeds rekening gehouden met het buitenonderhoud.

6.

Wet- en regelgeving De regeldruk vanuit de overheid neemt de laatste jaren sterk toe en het is voor een eenpitter een uitdaging om deze bij te houden en hier op een pragmatische en kosteneffectieve manier invulling aan te geven. Jaarlijks gaat het bestuur na of er nieuwe of gewijzigde wet en regelgeving is en gaat na of dit impact heeft op de school en/of de vereniging.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 14/18

Jaarverslag 2014


Het bestuur besteedt veel aandacht aan de gevolgen van de invoering van Passend Onderwijs. Middels actieve deelname aan het samenwerkingsverband houdt het bestuur goed zicht op de mogelijke gevolgen van de uitvoering van Passend Onderwijs.

9. Verslag toezichthoudend orgaan Het Toezichthoudend Orgaan (TO) bestond in 2014/2015 uit drie leden, twee leden zijn afgetreden en vervangen door twee andere leden die ter gelegenheid van de ALV in januari 2015 zijn toegetreden. De bezetting verliep als volgt: Madeleine Stefels (voorzitter tot januari 2015, daarna als voorzitter vervangen door Pieter van Riemsdijk), Cristel Poortenaar, afgetreden en per januari 2015 vervangen door Pieter van Riemsdijk, Marije de Kruyf, afgetreden en per januari 2015 vervangen door Marjolein van Dommelen. Het toezichthoudend orgaan heeft als doel het toezicht op een hoger niveau te brengen. De taken van het toezichthoudend orgaan zijn drieledig: - toezicht houden op bestuurder en organisatie - goedkeuren van beleidsdocumenten - klankbord en advies. In het schooljaar 2014-2015 is het TO tijdens de geplande overleggen door bestuur en directeur geïnformeerd over het gevoerde beleid en de realisatie van de doelstellingen. Toezicht vindt met name plaats aan de hand van indicatoren op het gebied van leerlingaantal, onderwijs (cito–analyse en uitstroom 8e jaars) en financiën. Tijdens de overleggen met het bestuur werd het TO met betrekking tot deze onderwerpen van voldoende informatie voorzien om haar taak te kunnen uitoefenen. Met meerjarenplan is getoetst op vorderingen en de begroting en jaarrekening is goedgekeurd. Het TO heeft gerichte vragen gesteld en het bestuur geadviseerd, onder meer op het gebied van communicatie naar ouders over het achtste groep schooladvies en over flexibilisering van de formatie. Dit jaar is de nodige aandacht van het TO uitgegaan naar de bezetting van het TO, het zorgen voor geschikte vervanging van af te treden leden. Het TO wordt door het bestuur geïnformeerd over eventuele incidenten die zich op school voordoen. Dit schooljaar zijn er geen noemenswaardige incidenten voorgevallen. Het leerlingaantal, de (flexibilisering van de) formatie en de consequenties van (de combinatie) cao po en de Wwz zijn punten van aandacht. Het TO heeft geconstateerd dat deze onderwerpen de vereiste aandacht van het bestuur hebben. De conclusie van het TO luidt dat de school zijn zaken goed op orde heeft en dat het bestuur en de directeur alert zijn op gesignaleerde aandachtsgebieden.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 15/18

Jaarverslag 2014


10. Financiën 10.1

Balans (bedragen * € 1.000) 31-12-2014

Activa

31 –12 –2013 309

270

93

83

Liquide middelen

353

502

Totaal activa

755

855

Materiële vaste activa. Vorderingen

Passiva . Eigen vermogen

31-12-2014

31 –12 –2013 537

584

Voorzieningen Kortlopende schulden

129 88

177 94

Totaal passiva

755

855

10.2

Staat van baten en lasten (bedragen * € 1.000) Werkelijk 2014

Baten

Begroot 2014

Werkelijk 2013

862

859

902

4

15

4

Overige baten

119

89

135

Totaal baten

985

963

1.041

806

756

815

Afschrijvingen

38

43

35

Huisvestingslasten

71

78

80

Ov mat lasten

118

91

96

Totaal lasten

1033

969

1.0227

-48

-6

14

1

5

3

-47

-1

17

Rijksbijdragen Overige overheids bijdr.

Lasten Personele lasten

Saldo baten en lasten Saldo fin baten en lasten Exploitatieresultaat

10.3 Toelichting op de balans De balans vertoont het beeld van een gezonde organisatie. Het eigen vermogen bedraagt ongeveer de helft van het balanstotaal. Daarnaast zijn in voldoende mate voorzieningen gevormd ter dekking van toekomstige financiële risico’s waarvan de omvang thans redelijk goed en gefundeerd kunnen worden ingeschat.


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 16/18

Jaarverslag 2014


10.4 Toelichting op de staat van baten en lasten Het exploitatieresultaat over 2014 is €47.213 negatief. Het negatieve resultaat wordt veroorzaakt door een toename van de personeelslasten en de overige lasten, waartegenover een hogere bijdrage staat van het Rijk en het samenwerkingsverband Zout.

10.5 Treasury beleid De kern van het financiële beleid is behoudendheid opdat op lange termijn de doelstellingen van de Montessorischool Bilthoven gewaarborgd kunnen worden. Voorts kan gesteld worden dat de doelstellingen voortdurend onderhevig zijn aan gewijzigde omstandigheden en die ook de nodige onzekerheid met zich mee kunnen brengen. Het is daarom van belang dat wij, voor nu en in de toekomst, een sterk eigen vermogen en een gezonde kasstroom hebben. In de jaarrekening kunt u vernemen dat het gevoerde beleid van de afgelopen jaren ertoe geleid heeft dat het eigen vermogen is toegenomen en de kasstroom positief is. Vanzelfsprekend is het van belang om de opgebouwde reserves te relateren aan korte- en lange termijndoelstellingen. De belangrijkste peiler voor de lange termijn is de onderhoudsvoorziening. Hiertoe is een lange termijn onderhoudsplanning gemaakt om te zorgen dat wij in de toekomst het nodige onderhoud kunnen verrichten. De vereniging heeft een zeer terughoudend financieel beleid gevoerd. Er is gebruik gemaakt van spaarrekeningen. De tegoeden op deze rekeningen zijn direct opeisbaar. De vereniging heeft niet in effecten of andere financiële instrumenten belegd.

10.6 Kengetallen Solvabiliteit Solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen eigen vermogen vreemd vermogen. Het kan worden gedefinieerd als het verhoudingscijfer eigen vermogen/totaal vermogen en eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen. De eerste variant geeft een percentage van 71% (2013:68%) en de tweede variant een percentage van 88% (2013:89%). Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen als verhoudingscijfer van de vlottende activa en de kortlopende schulden. Dit verhoudingscijfer is 5,1 (2013:6,2). Rentabiliteit De rentabiliteit is het quotiënt van resultaat en totale baten. Dit percentage is -5,3%% (2013: 1,6 %).


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief



pag. 17/18

Jaarverslag 2014


Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe de beschikbare reserves zich verhouden tot de exploitatie. Naarmate de reserves groter zijn zal het weerstandsvermogen groter zijn. Eigen vermogen verminderd met materiële vaste activa uitgedrukt in een percentage van de totale lasten: 22% (2013:30%) Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor wordt gehanteerd om te signaleren of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficiënt benut. (Totaal vermogen - gebouwen en terreinen) / Totale baten * 100%): 58% (2013: 68%).

10.7 Samenvatting Begroting 2015 Hieronder vindt u de concept begroting 2015 in hoofdlijnen. Deze is in de eerste ALV van 2015 voorgelegd en goedgekeurd.

Herziene Begroting 2015 Begroting 2015 Vereniging 96.500 95.116

90.000

1.384

-5.116

843.229 884.182

819.897

-40.953

3.439 909.897

Totaal uitgaven, incl. saldo fin.baten/lasten

939.729 979.298

Totaal

-39.569

Inkomsten Uitgaven School Inkomsten Uitgaven

Totaal inkomsten


1.0 Arjan Bot

Status: Definitief

95.116

816.458

911.574 -1.677



pag. 18/18

Vereniging Montessorischool Bilthoven. Jaarverslag Vereniging Montessorischool Bilthoven

Recommend Documents