Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Inhoudsopgave
Jaarverslag 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
5 Voorwoord Kerncijfers Profiel Vermogenspositie en beleid Beleggingen Pensioenregeling Ontwikkelingen Verantwoordingsorgaan Risicobeheer
Jaarrekening 10. 11. 12. 13. 14. 15.
47 Balans per 31 december 2008 Staat van baten en lasten over 2008 Kasstroomoverzicht over 2008 Toelichting grondslagen Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten
Overige gegevens 16. 17. 18. 19.
7 9 11 17 23 29 33 39 43
Bestemming saldo van baten en lasten Gebeurtenissen na balansdatum Actuariële verklaring Accountantsverklaring
48 51 53 55 59 69 77 79 81 83 85
Pagina 3 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 4 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Jaarverslag
Pagina 5 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 6 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
1.
Voorwoord Het jaar 2008 is een bewogen jaar geworden voor pensioenfondsen. Ook de Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel - hierna aangehaald als SPNG - is niet ontkomen aan de gevolgen van de crisis op de financiële markten. Waar aanvankelijk de blik van het bestuur was gericht op de uitwerking van alle verplichtingen uit hoofde van de Pensioenwet, is de aandacht voor een groot deel verschoven naar de financiële positie van SPNG. De in 2007 in de Verenigde Staten uitgebroken kredietcrisis heeft zich in 2008 als een olievlek over de wereldeconomie verspreid. Vanaf het derde kwartaal van 2008, zijn de koersen op de aandelenmarkten in een duikvlucht geraakt. Financiële instellingen zijn in de problemen gekomen, overheden moesten te hulp schieten om zelfs gerenommeerde instellingen te redden. Consumenten en bedrijven zijn door de crisis onzeker geworden, waardoor de bestedingen en investeringen dalen. Ook zijn banken terughoudend in het verstrekken van leningen en kredieten. De financiële crisis heeft inmiddels zijn weerslag op de volledige economie. Naast de daling van de aandelenkoersen, heeft ook de daling van de rente in 2008 vele pensioenfondsen getroffen. Lagere aandelenkoersen zorgen voor lagere rendementen op de beleggingen, terwijl een lagere rente tot een hogere marktwaarde van de verplichtingen van een pensioenfonds leidt. Met andere woorden: een pensioenfonds moet meer geld reserveren voor de toekomstige uitkeringen. De kredietcrisis heeft dus een tweevoudig negatief effect op de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Vanwege het met de beide herverzekeraars afgesloten garantiecontract waarbij een vaste rekenrente van 4% wordt gehanteerd voor de opbouw van de pensioenverplichtingen, wordt SPNG in de praktijk minder hevig geraakt door de gedaalde rente. Vanzelfsprekend volgt het bestuur de ontwikkelingen op de financiële markten nauwgezet en zeker ook de wijze waarop de beide vermogensbeheerders van het fonds hierop inspelen. Tegelijkertijd moet niet uit het oog worden verloren dat – hoe zorgelijk ook – de ontwikkelingen van het afgelopen jaar extreem waren en voor een deel gedreven werden door sentiment. Bovendien zijn pensioenfondsen per definitie gericht op de lange termijn en waakt het bestuur er voor om in de waan van de dag besluiten te nemen. Dat de financiële crisis heeft geleid tot het moeten afzien van het verlenen van een toeslag op de pensioenrechten van gepensioneerden en andere ex-deelnemers, is een grote teleurstelling voor het bestuur, maar in de huidige omstandigheden helaas onontkoombaar. Ondanks de impact van alle economische ontwikkelingen op de financiële positie van het fonds, had het bestuur nog een aantal onderwerpen hoog op de agenda van 2008. Voorbeeld hiervan is de afronding van de uitvoering van alle communicatieverplichtingen uit hoofde van de Pensioenwet. Alle deelnemers hebben in 2008 voor het eerst een zogenaamd uniform pensioenoverzicht ontvangen. Tevens ontvangen de nieuwe deelnemers bij toetreding tot het pensioenfonds een zogeheten startbrief. Verder is een nieuwe website voor SPNG ontworpen die gericht is op het verbeteren van de toegankelijkheid van informatie over SPNG. Tevens stond in 2008 de vergroting van het draagvlak van SPNG op de agenda. Enerzijds wordt gepoogd binnen de (statutaire) werkingssfeer van SPNG werkgevers te bewegen zich bij SPNG aan te sluiten. Anderzijds wordt onderzocht of samenwerking met andere bedrijfstakpensioenfondsen voordelen voor SPNG kan bieden. Dit traject zal in 2009 verder worden gevolgd. In maart 2009 is duidelijk geworden dat de kredietwaardigheid van één van de herverzekeraars van SPNG – hoewel nog altijd op een hoog niveau - zodanig gedaald is dat SPNG een buffer zal moeten creëren om dit kredietrisico te dekken. In hoofdstuk 7.8 en hoofdstuk 17 van het bestuursverslag wordt nader ingegaan op de ontstane problematiek. Het bestuur zal in de loop van 2009 bezien in hoeverre maatregelen moeten worden getroffen om dit te ondervangen. Ook in 2009 zal het bestuur zijn uiterste best doen om bij zijn besluitvorming alle belangen op evenwichtige wijze te behartigen. Het bestuur hoopt op de herstelkracht van de financiële markten en daarmee voor 2009 op betere beleggingsresultaten.
Pagina 7 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Terugkijkend naar 2008 dankt het bestuur een ieder die aan de uitvoering van de pensioenregeling heeft bijgedragen en rekent op een zelfde inzet komend jaar. Den Haag, 26 juni 2009 G. Lodewijk
I. Slikkerveer
werkgeversvoorzitter
werknemersvoorzitter
Pagina 8 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
2.
Kerncijfers
Aangesloten werkgevers (aantal)
2008
2007
2006
2005
2004
248
280
276
275
289
6.480
5.979
5.758
5.650
5.515
135
144
158
171
185
6.615
6.123
5.916
5.821
5.700
Deelnemers (aantallen) Actieven Arbeidsongeschikten Subtotaal Gewezen deelnemers
9.013
8.455
7.982
7.497
7.189
Gepensioneerden
2.316
2.174
2.047
1.950
1.826
17.944
16.752
15.945
15.268
14.715
Totaal aantal deelnemers Bedragen (x € 1.000) Toeslagen (indexaties) -
Toeslag actieven per 1 januari (%)
2,16
1,94
0,62
1,16
2,67
-
Toeslag inactieven per 1 januari (%)
1,50
1,00
1,50
0,50
0,00
333.774
301.388
Vermogenssituatie op marktwaarde -
Technische voorzieningen
453.166
320.799
-
Algemene Reserve
13.164
15.425
13.578
-
Dekkingsgraad (%)
102,90
104,81
104,07
Vermogenssituatie op 4% rekenrente -
Technische voorzieningen
389.631
364.675
338.835
318.789
-
Algemene Reserve
13.164
15.425
13.578
12.750
2.773
-
Dekkingsgraad (%)
103,38
104,23
104,00
104,00
100,92
366.216
379.771
361.096
354.357
296.541
8.231
8.374
7.837
4.248
0
29.012
34.366
42.918
49.425
35.627
139.190
134.244
176.624
164.557
126.942
76.987
76.609
112.796
126.178
133.715
136.127
133.972
(19.967)
9.927
13.881
25.362
15.383
(9,00)
1,30
3,10
9,00
7,10
(10,20)
1,40
3,60
10,40
7,70
Beleggingen in garantiedepots Belegde middelen totaal -
Vastgoedbeleggingen
-
Aandelen
-
Vastrentende waarden
-
Mix-fondsen1
-
Overige beleggingen (incl beleggingsvorderingen)2
Beleggingsopbrengsten Rendement AEGON (%) Rendement Nationale-Nederlanden (%) Premiebijdragen -
Feitelijke premie
20.797
19.225
15.419
14.675
16.387
-
Kostendekkende premie
20.590
18.973
14.996
14.425
16.087
9.599
8.551
7.734
7.164
6.339
358
214
162
253
226
Pensioenuitkeringen Pensioenuitvoeringskosten
1
“Mix-fondsen” zijn de participaties in het Strategic Allocation Fund 75/25.
2
Onder de beleggingscategorie “overige beleggingen” zijn de beleggingen in hedgefondsen, de
voorschotlening, annuïteitenleningen, liquiditeiten en overige beleggingsvorderingen en schulden opgenomen. Pagina 9 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
De cijfers en kengetallen zoals hiervoor zijn opgenomen, zijn vanaf 2006 gebaseerd op de huidige waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen. Cijfers uit voorgaande jaren zijn niet aan de veranderde grondslagen aangepast en derhalve in overeenstemming met de desbetreffende gepubliceerde jaarrekeningen. Voor een uiteenzetting van de gehanteerde waarderings- en resultaatbepalingsgrondslagen wordt verwezen naar hoofdstuk 13 bij de jaarrekening.
Pagina 10 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
3.
Profiel SPNG, de Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel, is statutair gevestigd te Den Haag. Het bestuurssecretariaat van SPNG wordt gevoerd door het Nederlands Verbond van de Groothandel, gevestigd aan de Bezuidenhoutseweg 12, 2594 AV te Den Haag.
3.1.
Doelstelling SPNG heeft ten doel, overeenkomstig de bepalingen van de statuten en het op grond daarvan van kracht zijnde fondsreglement, pensioenaanspraken te verlenen aan de (gewezen) deelnemers en hun nabestaanden. Deelnemers zijn de werknemers die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst zijn van een bij SPNG aangesloten werkgever en voldoen aan de criteria voor opneming in de pensioenregeling. SPNG – dat de status heeft van een vrijwillig bedrijfstakpensioenfonds - richt zich op de bedrijfstak van de Groothandel waarin ondernemingen voor eigen rekening en risico goederen verhandelen die buiten de onderneming zijn vervaardigd, en die aan bedrijfsmatige afnemers (niet-eindverbruikers) worden afgeleverd.
3.2.
Organisatie Dit hoofdstuk geeft een toelichting op de organisatie van SPNG.
3.2.1.
Organogram Organisatieschema SPNG
Deelnemersraad
Verantwoordingsorgaan Bestuur van SPNG
Visitatiecommissie
Bestuurssecretariaat
Controlerend Accountant
Actuarieel adviseur
(Ernst & Young Accountants LLP)
(Support Company)
Waarmerkend Actuaris
Adviseur vermogensbeheer
(Ernst & Young Actuarissen)
(Quinator Investment Consultancy)
Algemeen adviseur (Vanbreda Risk & Benefits)
Pensioenadministratie
Herverzekering
Vermogensbeheer
(Nationale-Nederlanden en
(Nationale-Nederlanden en
(Nationale-Nederlanden en
AEGON)
AEGON)
AEGON)
Pagina 11 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
3.2.2.
Verdeling taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden Bestuur Het bestuur van SPNG is belast met het besturen van SPNG en is als zodanig (eind)verantwoordelijk voor alle handelingen die door of namens het fonds worden verricht. De belangrijkste verantwoordelijkheden van het bestuur zijn: x
het beheer van SPNG;
x
het uitvoeren van de in het fondsreglement vastgelegde pensioenregeling;
x
het beheersen van de risico’s die aan het voorgaande verbonden zijn.
Zowel het algemeen strategisch als het dagelijks beleid wordt vastgesteld door het volledige bestuur bijgestaan door zijn adviseurs (Support Company en Vanbreda Risk & Benefits). Voor wat betreft het vermogensbeheer laat het bestuur zich adviseren door Quinator Investment Consultancy. Het bestuur heeft een dagelijks bestuur dat wordt gevormd door de voorzitter en de vice-voorzitter die bijgestaan door de bestuurssecretaris - het door het bestuur geformuleerde dagelijks beleid in algemene zin uitvoeren. Het bestuur kan bepalen dat bepaalde aspecten van het beleid of beleidsvoorbereiding worden gedelegeerd aan commissies. Zo waren in 2008 een commissie Pensioenwet en een communicatiecommissie actief. Het bestuur heeft een extern accountantsbureau (Ernst & Young Accountants), aangesteld om jaarlijks het jaarverslag en de staten voor de Nederlandsche Bank te controleren en te waarmerken. Tevens heeft het bestuur een waarmerkend actuaris (Ernst & Young Actuarissen) aangesteld met als opdracht de aan De Nederlandsche Bank te verstrekken actuariële staten - waaronder begrepen het actuarieel verslag met de daarin opgenomen actuariële verklaring - te waarmerken. Deelnemersraad, verantwoordingsorgaan en visitatiecommissie Naast het bestuur, kent SPNG een deelnemersraad en een verantwoordingsorgaan. De deelnemersraad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen. Het bestuur legt (ten minste één keer per jaar) verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het gevoerde beleid. Het intern toezicht ligt in handen van een externe visitatiecommissie. De visitatiecommissie zal ten minste één keer per drie jaar het functioneren van het pensioenfonds en het bestuur kritisch bezien. De werking van de deelnemersraad, het verantwoordingsorgaan en de visitatiecommissie komt aan de orde in hoofdstuk 3.3. 3.2.3.
Personalia Samenstelling bestuur Per 31 december 2008 was het bestuur als volgt samengesteld: Naam
functie
namens
lid sinds
einde zittingstermijn
I. Slikkerveer
voorzitter
De Unie
1 juni 2006
2010
G. Lodewijk
vice-voorzitter
NVG
1 januari 1991
2013
J. Bleeker
bestuurslid
CNV
1 april 2008
2013
M.E.T. Marchée
bestuurslid
NVG
1 november 2008
2010
R.L.P. Schellekens
bestuurslid
NVG
12 juni 1996
2009
A.A.M. Steijaert
bestuurslid
FNV
1 september 2008
2009
Het Nederlands Verbond van de Groothandel (NVG) draagt drie bestuursleden voor namens de bij SPNG aangesloten werkgevers, terwijl CNV Dienstenbond, FNV Bondgenoten en De Unie elk een bestuurslid voordragen namens de deelnemers.
Pagina 12 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Samenstelling deelnemersraad en verantwoordingsorgaan De deelnemersraad bestaat uit drie leden die worden benoemd door CNV Dienstenbond, FNV Bondgenoten en De Unie. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit vier leden die de volgende drie geledingen vertegenwoordigen: de deelnemers, de pensioengerechtigden en de aangesloten werkgevers. De leden van de deelnemersraad vormen een personele unie met de leden namens de deelnemers en namens de pensioengerechtigden van het verantwoordingsorgaan. Het Nederlands Verbond van de Groothandel benoemt het lid dat de werkgevers vertegenwoordigt in dit orgaan. Naam
functie
namens
lid sinds
K.Kraaijeveld
voorzitter
De Unie / gepensioneerden
1 januari 2008
einde zittingstermijn 2010
Vacature
lid
FNV / deelnemers
Vacature
lid
CNV / deelnemers
M.P. Bootsma
lid
NVG / werkgevers
1 januari 2008
2010
Bestuurssecretariaat De secretaris van SPNG is de heer L. Antonini. De heer Antonini treedt tevens op als compliance officer die toezicht houdt op de juiste uitvoering c.q. handhaving van de gedragscode van SPNG. Bezoekadres
:
Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haag
Postadres
:
Postbus 93002
Telefoon
:
070 349 07 46
e-mail
:
[email protected]
2509 AA Den Haag
3.2.4.
Betrokken externe partijen Actuarieel adviseur Support Company B.V. te Hoofddorp Algemeen adviseur Vanbreda Risk & Benefits te Breda Adviseur vermogensbeheer Quinator Investment Consultancy Accountant Ernst & Young Accountants LLP te Den Haag. Waarmerkend actuaris Ernst & Young Actuarissen te Utrecht. Pensioenadministratie, herverzekering en vermogensbeheer Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. te Rotterdam en AEGON Levensverzekering N.V. te Den Haag
3.2.5.
Controlemaatregelen Het bestuur houdt op een zodanige wijze toezicht op de uitbestede werkzaamheden dat het bestuur de bedrijfsprocessen op een adequate wijze kan (blijven) beheersen. In het verlengde hiervan is het bestuur verantwoordelijk voor het uitvoeren van controlemaatregelen gericht op het adequaat beheersen van alle voorkomende bedrijfsprocessen, met inbegrip van een juiste en volledige registratie en verslaglegging van de gegevens van SPNG. Als uitvloeisel van die verantwoordelijkheid wordt gestuurd op het zoveel mogelijk beperken van risico’s die samenhangen met uitbestede processen. Het voltallige bestuur vergadert in beginsel vier keer per jaar om alle voorkomende aangelegenheden te bespreken en om te bezien of de voortgang van de processen naar behoren verloopt. Onderdeel van deze algemene controle is een beschouwing van de financiële positie van SPNG.
Pagina 13 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Voor wat betreft de controle op de pensioenadministratie en het vermogensbeheer, laat het bestuur de beide herverzekeraars verantwoording afleggen onder meer door middel van het periodiek verstrekken van rapportages en overzichten. De aangesloten werkgevers dienen jaarlijks te verklaren dat de deelnemergegevens juist en volledig zijn aangeleverd. De herverzekeraars controleren of deze verklaringen zijn afgegeven en rapporteren daarover aan het bestuur. 3.2.6.
Administratieve organisatie Aangezien: x
de pensioenadministratie en het vermogensbeheer volledig zijn uitbesteed;
x
het dagelijks bestuur wordt gevoerd met ondersteuning van het bestuurssecretariaat;
x
SPNG geen personeel in dienst heeft;
heeft SPNG zelf geen administratieve organisatie opgezet. De beide herverzekeraars hebben hun organisatie zodanig ingericht dat het bestuur kan beschikken over vaste aanspreekpunten. Ook voor wat betreft de communicatie richting aangesloten werkgevers en (gewezen) deelnemers maakt het fonds (mede) gebruik van de diensten van de herverzekeraars.
3.3.
Pension Fund Governance Het bestuur van SPNG streeft als eindverantwoordelijke voor de uitvoering van de pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid met betrekking tot die uitvoering. Het bestuur onderschrijft dan ook de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance, hierna PFG) die zijn verankerd in de Pensioenwet (PW) en heeft deze principes geïncorporeerd in de organisatie van SPNG. Hieronder volgt een samenvatting over de wijze waarop het bestuur invulling heeft gegeven aan de diverse principes.
3.3.1.
Transparantie, communicatie en openheid De kern van dit PFG-onderdeel is dat het bestuur aan zijn belanghebbenden op een heldere wijze laat zien hoe het bestuur omgaat met zijn rol en inzicht biedt in het gevoerde beleid. Binnen het bestuur moet een zodanig niveau van kennis en ervaring aanwezig zijn dat het pensioenfonds op alle aspecten behoorlijk bestuurd c.q. aangestuurd wordt. Het
bestuur
heeft
in
2008
een
communicatieplan
opgesteld.
Dit
plan
vormt
de
basis voor
het
communicatiebeleid dat SPNG de komende jaren zal voeren richting de doelgroepen van het fonds: te weten de bij SPNG aangesloten werkgevers, deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Een verkort jaarverslag wordt aan alle aangesloten werkgevers gezonden om ter inzage te worden gelegd voor de deelnemers. Het jaarverslag wordt gedeponeerd bij het handelsregister. Belanghebbenden kunnen het jaarverslag, de statuten en het fondsreglement bij het bestuurssecretariaat opvragen. Deze documenten zijn eveneens beschikbaar via de website van SPNG. 3.3.2.
Bestuur Integere bedrijfsvoering Het beleid van het bestuur is gericht op een integere bedrijfsvoering, dit houdt onder meer in: x
een adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC);
x
een analyse en beheersing van integriteitsrisico’s;
x
het voorkomen van belangenverstrengeling;
x
een (duurzame) beheersing van (financiële) risico’s;
Deze zaken zijn onder meer vastgelegd in de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN), de gedragscode van SPNG en in het jaarverslag.
Pagina 14 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
3.3.3.
Deelnemersraad SPNG heeft een deelnemersraad. Deze raad adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het fonds betreffen, maar in ieder geval over elk voorgenomen besluit van het bestuur tot een aantal in de Pensioenwet vastgelegde zaken, waaronder de vaststelling van het toeslagbeleid en het jaarverslag. De deelnemersraad bestaat uit drie leden: twee vertegenwoordigers namens de geleding actieve deelnemers en een vertegenwoordiger namens de geleding pensioengerechtigden (aan het einde van het boekjaar waren er twee vacatures in de deelnemersraad).
3.3.4.
Verantwoordingsorgaan SPNG kent tevens een verantwoordingsorgaan waaraan het bestuur (ten minste één keer per jaar) verantwoording aflegt over het gevoerde beleid. In dit verantwoordingsorgaan zijn de actieve deelnemers, de pensioengerechtigden en de bij SPNG aangesloten werkgevers evenredig vertegenwoordigd. Onder andere om redenen van het beheersbaar houden van het bestuursproces, heeft het bestuur in overleg met de betrokkenen besloten om de bemensing van het verantwoordingsorgaan en de deelnemersraad te laten bestaan uit een personele unie (voor wat de betreft de vertegenwoordiging namens de actieve deelnemers en de pensioengerechtigden). Op die wijze kan overleg worden gecombineerd waar het overlap in taken tussen beide organen betreft. Formeel gezien zullen die taken overigens gescheiden worden gehouden. In hoofdstuk 8.1 en 8.2 van dit jaarverslag wordt het oordeel van het verantwoordingsorgaan respectievelijk de reactie van het bestuur hierop weergegeven.
3.3.5.
Intern toezicht Intern toezicht betreft het kritisch bezien van het functioneren van het bestuur van het fonds door deskundigen. Het bestuur heeft voor de inrichting van het interne toezicht gekozen voor een visitatiecommissie. Deze commissie zal bestaan uit drie onafhankelijke leden die door het bestuur worden benoemd. Ten minste eens in de drie jaar zal de visitatiecommissie het functioneren van het fonds en het bestuur doorlichten. De bevindingen van de commissie zullen worden opgenomen in het betrokken jaarverslag van SPNG. De leden van de visitatiecommissie worden door het bestuur aangesteld voor de duur van de betrokken visitatieronde die – volgens de huidige planning - voor de eerste maal in de tweede helft van 2009 zal plaatsvinden.
3.3.6.
Deskundigheidsbevordering Ieder pensioenfondsbestuur moet beschikken over een deskundigheidsplan. Dit plan dient om inzicht te krijgen in het deskundigheidsniveau van het bestuur zowel op collectief als op individueel niveau en om te bepalen of het bestuur op een bepaald gebied eventueel nog opleiding nodig heeft. Het bestuur van het pensioenfonds beschikt al enige jaren over een deskundigheidsplan. In dit deskundigheidsplan is per bestuurslid aangegeven in welke mate deskundigheid aanwezig is en of op een bepaald terrein vergroting van de deskundigheid noodzakelijk is. Het bestuur bepaalt hierin zelf hoe het benodigde deskundigheidsniveau zal worden bereikt. Het deskundigheidsplan wordt jaarlijks besproken en zonodig aangepast.
3.3.7.
Vergoedingsregeling De bestuursleden ontvangen vacatiegeld voor het deelnemen aan bestuursvergaderingen en aan andere bijeenkomsten waar hun aanwezigheid gewenst is. Reis- en verblijfskosten door de bestuursleden in de uitoefening van hun functie gemaakt, worden vergoed. Voor de leden van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan geldt dezelfde vergoedingsregeling als voor het bestuur.
3.3.8.
Klachten- en geschillenprocedure SPNG
heeft
een
klachten-
en
geschillenregeling.
Klachten
kunnen
worden
ingediend
bij
het
bestuurssecretariaat en geschillen kunnen worden voorgelegd aan een geschillencommissie.
Pagina 15 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen klachten en geschillen. Klachten betreffen de uitvoering van de pensioenregeling. Geschillen gaan over de interpretatie van regelingen en afspraken. Er is een reglement opgesteld voor de klachten- en geschillenregeling.
Pagina 16 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
4.
Vermogenspositie en beleid Alle bedragen in dit verslag luiden in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven.
4.1.
Financiële positie De financiële positie van het pensioenfonds komt tot uitdrukking in de zogeheten dekkingsgraad, die de verhouding weergeeft tussen enerzijds het pensioenvermogen en anderzijds de technische voorzieningen (TV). Het pensioenvermogen is daarbij de som van de TV en het vermogen van het pensioenfonds. Waarderingsgrondslagen Tot en met het boekjaar 2006 werd een rekenrente van 4% gehanteerd voor de vaststelling van de TV. Vanaf 2007 is het pensioenfonds balanstechnisch overgegaan op actuariële grondslagen conform het FTK (Financieel Toetsingskader). Een belangrijk onderdeel van het FTK is dat zowel de bezittingen als de technische voorzieningen worden berekend op marktwaarde. De technische voorzieningen worden daarbij bepaald met de door de Nederlandsche Bank gepubliceerde “rentetermijnstructuur”: dit is de termijnstructuur van de actuele nominale marktrente. In samenhang met de duur van de verwachte uitkeringsstroom bij het pensioenfonds kwam de te hanteren rekenrente eind 2008 overeen met afgerond 3,5% (2007: 4,94%). Voorts zijn de Technische Voorzieningen vastgesteld op basis van een recente sterftetafel waarbij rekening is gehouden met voorzienbare trend in sterfte-/overlevingskansen. In hoofdstuk 13 is een volledige opsomming van de gehanteerde grondslagen opgenomen. Technische Voorzieningen op basis van marktwaarde en prudente grondslagen conform de FTK-methode (zie hoofdstuk 13) zijn door het actuarieel rekencentrum van AEGON bepaald op € 453.166.000. Dit leidt tot de volgende opstelling: Pensioenvermogen
Technische voorzieningen
Eigen Vermogen
€
€ 453.166.000
€ 13.164.000
466.330.000
Dekkingsgraad 102,90 %
Garantiecontract Het herverzekeringscontract laat zich kwalificeren als garantiecontract. Dit betekent dat de uitkeringen van alle tot de einddatum van het herverzekeringscontract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Het bestuur hecht daarom ook waarde aan de becijfering van de financiële positie van SPNG op basis van de met de herverzekeraars overeengekomen grondslagen, waaronder een rekenrente van 4%. Immers het berekenen van de TV tegen marktwaarde i.p.v. 4% rekenrente heeft in de praktijk geen invloed op het feitelijk beschikbare eigen vermogen van SPNG. De bestedingsruimte van SPNG blijft voor wat betreft de maximaal beschikbare middelen voor het verlenen van de toeslagen aan de inactieven beperkt tot het niveau van de Algemene Reserve. Deze Algemene Reserve blijft gebaseerd op de met de herverzekeraars overeengekomen tariefgrondslagen met inbegrip van de rekenrente van 4%. Op basis van de contractuele grondslagen is de opstelling dan: Pensioenvermogen Technische Voorzieningen
Eigen Vermogen
€
€ 13.164.000
402.795.000
€ 389.631.000
Dekkingsgraad 103,38 %
Omdat het solvabiliteitsrisico met het garantiecontract in beginsel volledig is afgedekt, kent het fonds geen (Minimaal) Vereist Eigen Vermogen (zie ook de hoofdstukken 4.2.5, 7.8 en 17) Ontwikkeling dekkingsgraad In hoofdstuk 2 is aangegeven hoe de dekkingsgraad zich de afgelopen 5 jaar heeft ontwikkeld. In de jaren 2005 en 2006 is de dekkingsgraad bepaald nadat een voorziening werd gevormd voor de toe te kennen toeslag per 1 januari van het volgende kalenderjaar. De dekkingsgraad 2007 is echter bepaald voordat de voorziening van de toeslag per 1 januari 2008 is gevormd. Het besluit over de toeslag per 1 januari 2008 is pas in 2008 genomen.
Pagina 17 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Oordeel waarmerkend actuaris De bevindingen van de accountant ten aanzien van de door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens zijn zodanig dat die gegevens als uitgangspunt zijn aanvaard. In hoofdstuk 18 geeft de actuaris aan wat zijn bevindingen zijn.
4.2.
Beleid De voornaamste financiële doelstellingen van SPNG zijn: x
het waarborgen van de opbouw van de pensioenaanspraken overeenkomstig de in het reglement vastgelegde bepalingen;
x
het maximaliseren van het beleggingsrendement om de nagestreefde (voorwaardelijke) toeslagen voor de inactieve deelnemers te realiseren.
4.2.1.
Premiebeleid De premie wordt door het SPNG niet gezien of benut als sturingsmiddel. Het bestuur ziet geen reden om aan te nemen dat het premiebeleid in het komende verslagjaar zal wijzigen. Kostendekkende premie Door SPNG is de kostendekkende premie vastgesteld als het totaal van: x
De kosten van de jaarlijkse pensioeninkoop op grondslagen van de herverzekeringsovereenkomst, inclusief de garantiekosten.
x
Een opslag voor solvabiliteit (vanwege de garantieovereenkomst met AEGON en NN is deze opslag voor SPNG nihil)
x
Het totaal van de pensioenuitvoeringskosten.
De hoogte van de kostendekkende premie bedraagt voor 2008 € 20.589.990 (2007: € 18.973.436) De feitelijke premie die SPNG van het pensioenfonds is voldoende om deze kosten te financieren. Feitelijke premie Een bij SPNG aangesloten werkgever is voor elke bij hem in dienst zijnde deelnemer jaarlijks een premie aan SPNG verschuldigd. Deze premie is gelijk aan de aan de herverzekeraars verschuldigde actuariële premie (voor de reglementaire pensioenopbouw met inbegrip van garantiekosten en de koopsom voor indexatie van de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers) verhoogd met een toeslag ter dekking van de exploitatiekosten van SPNG. De bedoelde toeslag is gelijk aan de omvangskorting die de herverzekeraars ter beschikking stellen aan SPNG. De ontvangen omvangskorting is € 207.281 hoger dan de exploitatiekosten, zodat geconcludeerd kan worden dat er sprake is van een kostendekkende premie. Er geldt geen bijstortingsverplichting voor de werkgever.
Ontwikkeling premiestelling In de aan de herverzekeraars af te dragen premies, stortingskoopsommen en koopsommen zijn opslagen opgenomen voor medeverzekering van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid, excasso-, administratieen mutatiekosten en garantiekosten. De betreffende premies en (stortings)koopsommen zijn opgenomen in de post ‘Mutatie voorziening voor pensioenverplichtingen’. 4.2.2.
Beleggingsbeleid Het beleggingsproces is gericht op waardetoevoeging door middel van een actief beleid over en binnen de beleggingscategorieën, landen, sectoren, individuele bedrijven en door het innemen van duration- en yieldcurve posities bij obligaties. Het strategisch beleggingsbeleid wordt zo veel mogelijk afgestemd op de verplichtingen van het SPNG.
Pagina 18 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Het bestuur heeft het voornemen om door middel van een zogeheten ALM-studie deze afstemming te optimaliseren. Bij deze studie zal tevens worden bezien of overgang op een zogeheten FTK-contract een optie voor SPNG is. 4.2.3.
Toeslagbeleid Er is een wezenlijk onderscheid voor de toeslagen voor actieven en inactieven (zie ook hoofdstuk 6.4). Toeslagen actieven De toeslagen voor de actieve deelnemers zijn onvoorwaardelijk en worden gefinancierd door de bij SPNG aangesloten werkgevers. Deze toeslag is dus geen beleids- of sturingsmiddel voor SPNG. Toeslagen inactieven Ambitie Het pensioenfonds streeft er met het toeslagbeleid voor de inactieven naar om de premievrije en ingegane pensioenen van de inactieve deelnemers en pensioengerechtigden jaarlijks per 1 januari (maximaal) te verhogen op basis van relatieve stijging van het consumentenprijsindexcijfer. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagtoezegging is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. De toeslagverlening wordt uit beleggingsrendement gefinancierd. Besluitvorming voor het boekjaar 2008 Premie, toeslagen en beleggingsmix Het bestuur heeft overeenkomstig bovengenoemd beleid in overleg met de actuarieel adviseur en de adviseur vermogensbeheer besloten tot de volgende maatregel: x
het op 1 januari 2008 verhogen van de ingegane pensioenen en de nog niet ingegane pensioenen van gewezen deelnemers met 1,5%, hetgeen neerkomt op het realiseren van de volledige ambitie te weten de stijging van het consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens);
4.2.4.
Resultaat pensioenfonds Het totaal resultaat over het boekjaar bedraagt € 2.260.322 negatief (2007: € 1.846.211 positief). Voor het verkrijgen van inzicht in de verschillende verlies- en winstbronnen die tot dit resultaat hebben geleid is een actuariële analyse gemaakt. Het resultaat van deze analyse is in het volgende overzicht vermeld:
Pagina 19 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
(Bedragen in euro) Premiebijdragen werkgevers en werknemers
2008 3
Kosten pensioenopbouw – garantiecontract Toeslagverlening actieven (vanuit premiebijdragen) Resultaat op premies Pensioenuitvoeringskosten
2007
20.232.053
18.759.310
(16.669.545)
(15.784.739)
(3.562.508)
(2.974.571)
0
0
(357.937)
(214.126)
Bijdrage kosten (vanuit premiebijdragen)
565.218
465.536
Resultaat op kosten
207.281
251.410
Beheerkosten
30.261
0
Ontvangen en betaalde intrest
337.645
561.410
Resultaat op intrest
367.906
561.410
Uitkeringen Afkopen aan werknemers Uitkeringen herverzekering - garantiecontract Afkopen klein pensioen – garantiecontract Resultaat op uitkeringen Binnenkomende waardeoverdrachten
(9.439.900) (159.262)
(8.464.746) (86.072)
9.439.900
8.464.746
159.262
86.072
0
0
2.597.495
6.959.084
Koopsommen waardeoverdrachten
(2.597.495)
(6.959.084)
Uitgaande waardeoverdrachten
(2.074.719)
(3.982.996)
2.074.719
3.982.996
0
0
Afkopen waardeoverdrachten Resultaat op waardeoverdrachten Toeslagverlening inactieven (niet vanuit
(3.644.422)
(2.206.377)
premiebijdragen) Uitkering overrente Aandeel in technisch resultaat4 Mutatie overige technische voorzieningen Overige lasten5
3
(64.854)
579.406
1.299.595
925.890
0
2.315.000
(425.828)
(580.528)
Overige resultaten
(2.835.509)
1.033.391
Resultaat boekjaar
(2.260.322)
1.846.211
Dit zijn de premiebijdragen exclusief de bijdragen voor de exploitatiekosten ter grootte van de aan SPNG
toekomende omvangskorting. 4
Het aandeel in het technisch resultaat over 2008 bestaat uit het regulier door de herverzekeraars
vastgestelde bedrag van €1.440.532 en een correctie op het aandeel in het technisch resultaat 2008 van -/-€ 140.937 ten gunste van de omvangskorting. 5
In de overige lasten zit een last i.v.m. correctie van de balansstanden ultimo 2007 ad €66.798. Het gaat om
de balanspost rekening-courant herverzekeraar en te vorderen premies werkgever. Pagina 20 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
4.2.5.
Herverzekering en technische winstdeling SPNG heeft een herverzekeringscontract gesloten met Nationale-Nederlanden en AEGON. Dit contract loopt af op 31 december 2012. Het betreft een zogeheten garantiecontract waarbij de uitkeringen van de tot de einddatum van het contract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Het contract kent een winstdeling op intrestresultaat en op technisch resultaat. SPNG ontvangt technische winstdeling op de grondslagen sterfte, arbeidsongeschiktheid (premievrijstelling) en op de resultaten op mutaties. Het technisch resultaat wordt jaarlijks bepaald en – indien positief – aan SPNG uitgekeerd. Over de periode 1 januari 2008 tot en met 31 december 2008 bedraagt het technisch resultaat na aftrek van de risicogrens € 1.440.532 positief (na de eerder genoemde correctie van -/- € 140.937 ten gunste van de omvangskorting bedraagt het technisch resultaat € 1.299.595) en zal met valutadatum 1 januari 2009 aan SPNG worden uitgekeerd. De herverzekeraars hebben de tegenover de pensioenverplichtingen aangehouden beleggingen elk ondergebracht in een gesepareerd beleggingsdepot. SPNG ontvangt jaarlijks de positieve overrente die met deze gesepareerde beleggingsdepots wordt gerealiseerd. Indien in enig jaar de overrente negatief is, zal deze verrekend worden met toekomstige positieve overrentes.
Pagina 21 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 22 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
5.
Beleggingen
5.1.
Beleggingsbeleid Doelstelling De algemene doelstelling is een zo goed mogelijk rendement behalen binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Ten einde de beoogde pensioenuitkeringen op korte en lange termijn veilig te stellen, wenst het bestuur de toevertrouwde middelen op een verantwoorde en solide wijze te beleggen. Het pensioenfonds belegt vanuit de zogeheten prudent person gedachte. Daarbij moeten de beleggingen voldoen aan kwalitatieve beginselen van veiligheid, kwaliteit en spreiding van risico’s. Hoewel het rendement op de portefeuille een hoge prioriteit heeft, staan een defensief karakter van het beleggingsbeleid en een voorzichtige afweging van risico en rendement voorop. Beleggingsstijl SPNG voert in overleg met de vermogensbeheerders en zijn adviseurs een ‘actieve’ beleggingsstijl. Dit wil zeggen dat zal worden getracht op basis van marktvisie een hoger rendement te behalen dan de gekozen benchmark. Dit alles binnen de randvoorwaarden van een aanvaardbaar risico. Diversificatie Met een diversificatie van het aantal beleggingscategorieën wordt gepoogd met een gelijk risico een hoger rendement te behalen. Naast staatsobligaties en aandelen wordt onder meer belegd in bedrijfsobligaties, vastgoed, hypotheken en grondstoffen. Besluiten en gevolgen in 2008 De beleggingen bij ING bleven in hoofdlijnen gelijk. Wel werden enige verschuivingen binnen de gekozen categorieën doorgevoerd. De beleggingen bij AEGON bleven ongewijzigd in het Strategic Allocation Fund 75/25 (zie hoofdstuk 5.3.2) Conclusie beleggingsjaar 2008 Er moet worden geconcludeerd dat 2008 een uitzonderlijk slecht beleggingsjaar is geweest met een rendement van –9,98%. Met staatsobligaties en hypotheken werden betrekkelijk goede beleggingsopbrengsten behaald, maar met bijna alle andere beleggingscategorieën werd negatief gepresteerd. Met het deel van de beleggingsportefeuille bij ING werd met een rendement van –10,2% een underperformance behaald van –5,2% ten opzichte van de overeengekomen benchmark. Bij AEGON werd met een rendement van –9,02% een underperformance van –3,25% behaald ten opzichte van de benchmark. (de cijfers van beide vermogensbeheerders betreffen de performance na kosten).
5.2.
Organisatie van het vermogensbeheer Het bestuur van SPNG is verantwoordelijk voor het strategische beleggingsbeleid. Hieronder wordt verstaan de vaststelling van het doel en de stijl van het beleggingsbeleid, de strategische allocatie en bandbreedtes en de benchmarks. Randvoorwaarde is dat de pensioenverplichtingen nagekomen kunnen worden en het risico aanvaardbaar is. Om deze reden vindt spreiding over meerdere beleggingscategorieën plaats en worden minimum en maximum wegingen gehanteerd voor de beleggingscategorieën. Het bestuur onderhoudt de contacten met de externe vermogenbeheerders. Het bestuur heeft AEGON Investment Management en ING Investment Management aangesteld als externe vermogensbeheerders om binnen de opgestelde doelstellingen en restricties het tactische en operationele beleggingsbeleid uit te voeren. De vermogensbeheerders zijn binnen de hier geformuleerde randvoorwaarden vrij in de wijze van beleggingen en herbeleggingen. De vermogensbeheerders zijn verantwoordelijk voor het administreren van de beleggingen en rapporteren over de beleggingen aan het bestuur.
Pagina 23 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
5.3.
Samenstelling beleggingsportefeuille In de in dit hoofdstuk omschreven beleggingsportefeuilles zijn de leningen in verband met inbreng reserve en voorschotleningen niet begrepen. Deze leningen belopen ultimo 2008 in totaal € 92,6 mln. euro. In hoofdstuk 14 is een toelichting op deze leningen opgenomen.
5.3.1.
Performance ING De bij ING ondergebrachte portefeuille is als volgt belegd per ultimo 2008: __________________________________________________________________________________ Beleggingscategorie
weging ultimo 2008
_____________________________________________________________________________________ staatsobligaties
49,1%
bedrijfsobligaties
14,9%
inflation linked bonds
4,9%
high yield
2,0%
asset backed securities
1,4%
aandelen
15,1%
onroerend goed
4,6%
hedge funds
1,5%
liquide middelen
6,5%
totaal
100%
De performance over 2008 van de beleggingscategorieën in vergelijking met de benchmark is als volgt: _____________________________________________________________________________________ Performance Portefeuille
Performance
Benchmark
benchmark
_____________________________________________________________________________________ Vastgoed indirect
-42,4%
-47,7%
GPR 250 Global Hedged Net Dividend Index
Vastgoed direct
-17,6%
Aandelen
-41,9%
-39,2%
n.v.t. MSCI (EM) Emerging Markets Free (Net) enMSCI (DM) World (Net)
Vastrentende waarden
-0,1%
6,1%
Barclays Capital Euro Aggregate Unhedged (TR) en Barclays Euro Govt. Inflation Linked
Hedge funds
-11,0%
-
n.v.t.
_____________________________________________________________________________________ Totaal
-10,2%
-5,0%
samengestelde benchmark
_____________________________________________________________________________________
5.3.2.
Performance AEGON De samenstelling van de bij AEGON ondergebrachte beleggingsportefeuille ultimo 2008 is weergegeven in onderstaande tabel. Het belegd vermogen ultimo 2008 bedraagt ongeveer 81 mln euro.
Mandaat (%)
31 december 2008
Portefeuille Marktwaarde
Minimum
Strategisch
Maximum
95,0
100,0
105,0
-5,0
0,0
5,0
100,0
Beleggingscategorie SAF 75/25 Liquide middelen Totaal
(x € 1.000) 76.987
Tactisch (%) 94,7
4.321
5,3
81,308
100,0
Pagina 24 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Dij AEGON ondergebrachte portefeuille is – buiten de aangehouden liquide middelen geheel belegd in het ‘Strategic Allocation Fund 75/25” (SAF 75/25)), waarbij strategisch 75% in vastrentende waarden wordt belegd en 25% in overige categorieën. Overzicht SAF 75/25: _____________________________________________________________________________________ beleggingscategorie
weging ultimo 2008
rendement SAF rendement benchmark
_____________________________________________________________________________________ staatsobligaties
20,1%
11,72%
11,14%
bedrijfsobligaties
24,7%
-10,21%
-3,76%
3,2%
-19,95%
-13,51%
staats- en bedrijfsobligaties in opkomende landen hypotheken
25,8%
10,64%
10,94%
aandelen
5,7%
-40,02%
-38,78%
vastgoed
1,6%
-44,03%
-38,85%
grondstoffen
2,3%
-49,03%
-44,59%
high yield
1,6%
-27,44%
-26,46%
private equity
2,7%
-29,93%
-38,78%
hedge funds
4,9%
-13,61%
7,89%
asset backed securities
6,3%
-14,05%
-15,03%
overlay (derivaten)
1,1%
63,50%
11,14%
100%
-9,02%
-5,96%
totaal
De totale benchmark van het Strategic Allocation Fund 75/25 is (gewogen) samengesteld uit de benchmarks van de onderliggende beleggingsfondsen.
5.4. 5.4.1.
Terugblik en verwachtingen Terugblik Het jaar 2008 is een van de slechtste en woeligste jaren ooit voor beleggers geworden. Er was sprake van enorme koersschommelingen en geen enkele sector ontkwam aan stevige koersdalingen. Zo verloren wereldwijde aandelen zo’n 40% van hun koerswaarde. Financiële waarden (door de financiële crisis) en basismaterialen (door sterke daling grondstoffen) daalden het meest. Ook werden alle regio’s hard geraakt. De VS en Japan hielden de schade nog het meest beperkt, vooral dankzij hun aansterkende munt. De euro leverde flink in tegenover de dollar en de yen. Nooit eerder zag men zo een beweeglijke olieprijs. Door de verslechterde vooruitzichten voor de wereldwijde economische groei daalde de olieprijs in het tweede halfjaar fors. De vraag naar westerse staatsleningen nam sterk toe door de behoefte aan veiligheid bij beleggers, waardoor de rentes op staatsobligaties sterk daalden. Aandelen De aandelenmarkten werden in 2008 hard getroffen door de financiële crisis. Dit werd al in januari duidelijk toen de aandelenmarkten de slechtste start sinds jaren doormaakten. Daarna werd het economische en financiële nieuws snel slechter. Na de zomer werd duidelijk dat de economische problemen, die in Amerika begonnen waren, zich verder uitbreidden over de wereld. Bedrijven in de financiële sector en cyclische sectoren zagen hun winsten sterk afnemen. Vooral de “financials” hadden het zwaar. In het laatste kwartaal van het jaar nam de financiële crisis in hevigheid toe. Door hoge afschrijvingen verslechterden de balansposities van banken dusdanig dat er door de overheid ingegrepen moest worden. Aanjager van de verdere verslechtering op de markten was de ondergang van investment bank Lehman Brothers. Vervolgens droegen ook andere bedrijven bij aan de somberheid door een sterke toename van het aantal winstwaarschuwingen. Wereldwijd daalden aandelenindices met 30% of meer en verslechterden kredietmarkten. Centrale banken en overheden moesten te hulp schieten om financiële systemen overeind te houden door banken en andere financiële instellingen van omvangrijke liquiditeiten te voorzien. Pagina 25 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Vastrentende waarden Voor staatsobligaties kende het jaar 2008 twee delen. In de eerste helft van het jaar waren er niet alleen zorgen over de economische groei, maar ook over de relatief hoge inflatiecijfers. Grondstoffenprijzen (met name energieprijzen) bleven verder stijgen ondanks de gematigde groeivooruitzichten. Centrale banken hielden daarom de rente hoog om te voorkomen dat de inflatie te hard zou oplopen. De staatsobligatierente liet daarom in de eerste helft van het jaar nog een stijging zien. De kentering van deze trend volgde toen de olieprijs na de zomer hard daalde. Vanaf het derde kwartaal begon ook in Europa de economische groei zichtbaar af te nemen. Door de dalende grondstoffenprijzen nam de inflatiedruk snel af. In de tweede helft van het jaar daalde de rente van 4,75% naar ongeveer 3%. Deze sterke daling zorgde voor een hoog rendement op bestaande staatsobligaties. De markt voor alle bedrijfsobligaties lag al in 2007 onder druk. Het jaar 2008 was niet anders. Door de snelle verslechtering van de economische vooruitzichten namen de kansen op faillissementen toe. Hierdoor daalden de prijzen van bedrijfsobligaties. Het rendement van zowel kredietwaardige bedrijfsobligaties (investment grade) als bedrijfsobligaties met een minder goede kredietwaardigheid (high yield) was historisch laag. Ook het rendement op obligaties van opkomende landen (emerging market debt) was erg laag als gevolg van de oplopende kredietvergoeding. Grondstoffen Grondstoffenmarkten
hebben
in
2008
wederom
de
aandacht
getrokken
met
in
het
bijzonder
de
energiesector. De olieprijs steeg aan het begin van het jaar fors verder en bereikte in juni een nieuw record van $147 per vat. De belangrijkste reden voor deze sterke stijging was de hoge vraag. Bij de overige grondstoffen was het beeld in de eerste helft van het jaar wisselend. De metaal- en edelmetaalprijzen daalden, terwijl de prijzen van de meeste agrarische grondstoffen stegen. In de tweede helft van het jaar gingen alle grondstoffenprijzen dezelfde – neerwaartse - kant op. De dalende economische groei zorgde voor een daling van de vraag naar alle grondstoffen. Hierdoor kwamen de prijzen onder druk te staan en werd het hoge rendement van deze categorie aan het begin van het jaar meer dan teniet gedaan. Vastgoed Het negatieve rendement in 2007 zette door in 2008. Ook de vastgoedmarkt had veel last van de kredietcrisis. Vastgoed is een markt waar relatief veel geleend wordt en de gestegen financieringskosten zette de financieringsstructuur van vastgoedbedrijven erg onder druk. Ondernemingen met relatief veel vreemd vermogen werden hard afgestraft. De koersen van de defensieve ondernemingen, met minder ontwikkelingsprojecten, en een behouden financiering daalden veel minder. Private Equity Ook deze categorie heeft een zwaar jaar achter de rug. Naarmate de gevolgen van de kredietcrisis duidelijker werden, werd het klimaat voor private equity investeringen steeds slechter. Vanaf het begin van 2008 was de beschikbaarheid van vreemd vermogen voor het doen van overnames zeer beperkt. Geld lenen was duur en de gunstige voorwaarden die in de afgelopen jaren wel bedongen konden worden, waren niet meer aanwezig. Eigenaren van ondernemingen waren door de gedaalde waarderingen nauwelijks geneigd hun onderneming te verkopen. Private equity fondsen zagen zich genoodzaakt om hun belangen in bedrijven af te waarderen in overeenstemming met de sterk gedaalde prijzen van vergelijkbare beursgenoteerde ondernemingen. Ook de verkoop van ondernemingen door private equity fondsen kwam in de knel door niet alleen de gedaalde waarderingen, maar ook de afwezigheid van kopers. Hedge Funds 2008 was ook een bijzonder slecht jaar voor hedge funds. De performance was zeer teleurstellend: hedge funds verloren gemiddeld bijna 20%. Een historisch hoog verlies dat voor het grootste deel is geleden in de tweede helft van 2008. Deze periode werd gekenmerkt door een grote vlucht uit risicovolle beleggingen, zoals aandelen, naar veiligere alternatieven, zoals staatsobligaties. De omvang van het belegd vermogen van hedge funds slonk sterk als gevolg van de verliezen en grootschalige uittredingen van beleggers. Aan het einde van het jaar kwam aan het licht dat Bernard Madoff, een hedge fund manager in de VS, al jaren lang fraudeerde met geld van beleggers. Naar het zich nu laat aanzien is met deze fraude zo’n USD 50 miljard van beleggers en financiers verloren gegaan. Pagina 26 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
5.4.2.
Vooruitzichten De kredietcrisis heeft zich in 2008 uitgebreid van de financiële economie naar de reële economie. In 2009 wordt een behoorlijke wereldwijde recessie verwacht, maar geen depressie. Overheden en centrale banken blijven wereldwijd impulsen geven om tegenwicht te bieden aan het wantrouwen bij beleggers, bedrijven en consumenten door onder meer verlaging van de officiële rentes, liquiditeitssteun aan de markten en fiscale stimulansen. Mogelijk dat in de tweede helft van 2009 de marktontwrichtingen geleidelijk zullen afnemen waardoor de wereldeconomie voorzichtig weer een weg omhoog zal kunnen vinden. Beleidsmakers zullen de negatieve invloed van de financiële crisis op de reële economie naar verwachting matigen. De vermogensbeheerders van SPNG verwachten dat de grote economieën (VS, Eurozone, Verenigd Koninkrijk, Japan) in 2009 negatieve groei zullen tonen. Door de sterke daling van de grondstofprijzen en de afkoeling van de wereldeconomie zal inflatie waarschijnlijk geen thema zijn in 2009. Aandelen Onzekerheid over de gevolgen van de kredietcrisis en de laagconjunctuur blijven het komende jaar het sentiment op aandelenmarkten bepalen. Vastrentende waarden Door de afnemende inflatiedruk hebben centrale banken ruimte om de rente verder te verlagen. Renteverlagingen van de centrale banken en lagere inflatieverwachtingen leiden waarschijnlijk tot een verdere daling van de rente op staatsobligaties. De algemene verwachting is dat de kapitaalmarktrentes verder kunnen dalen tot 2,5%. Tevens kan het verschil tussen geldmarktrentes en kapitaalmarktrentes verder toenemen. Het gevolg is dat de huidige hoge rente-opslagen op niet-overheidspapier voorlopig niet zullen afnemen. Grondstoffen De toekomstverwachtingen zijn in korte tijd volledig omgeslagen: de economische recessie is een feit geworden en de verwachtingen voor de toekomst zijn negatief. De grondstoffenprijzen hebben daarop gereageerd door in korte tijd zeer scherp te dalen. Voor de komende tijd lijken er voldoende voorraden aan grondstoffen te zijn waardoor en geen opwaartse druk op prijzen in het verwacht wordt. Vastgoed Minder economische activiteit zal leiden tot faillissement van bedrijven, minder industriële productie en minder zakenreizen/toerisme. De drie sectoren die daar met name hinder van ondervinden zijn: kantoren, industrieel vastgoed en hotels. Deze sectoren zijn in 2008 dan ook flink afgestraft en de verwachtingen voor 2009 zijn niet gunstig. Private Equity De verwachting is dat private equity rendementen sterk zullen afvlakken door de huidige ontwikkelingen. Hedge Funds Het enige positieve nieuws voor deze beleggingscategorie is dat als gevolg van de kredietcrisis en koersdalingen de investeringsmogelijkheden zijn toegenomen.
Pagina 27 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 28 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
6.
Pensioenregeling SPNG verleent aanspraken op ouderdoms-, partner-, en wezenpensioen ten behoeve van zijn deelnemers. Een bij SPNG aangesloten werkgever is voor elke bij hem in dienst zijnde deelnemer een premie aan SPNG verschuldigd. Deze premie is gelijk aan de actuariële premie, die de herverzekeraar voor die deelnemer aan SPNG in rekening brengt voor de jaarlijkse opbouw en risicodekking van het pensioen, alsmede voor de reglementaire toeslag op de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers. De deelnemer is een bijdrage in de kosten verschuldigd van 6% van de pensioengrondslag.
6.1.
Middelloon SPNG heeft op 1 januari 2001 de huidige pensioenregeling geïntroduceerd. Het betreft een zogeheten “geïndexeerde middelloonregeling”, waarbij de pensioenrechten zijn gebaseerd op het gemiddelde salaris van de deelnemer en waarbij de reeds opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks worden geïndexeerd op basis van het indexcijfer van de CAO-lonen (met een maximum van 3%). Voor de inactieve deelnemers geldt een voorwaardelijke toeslagregeling (zie hoofdstuk 6.4).
6.2.
De pensioengrondslag Het maximum jaarsalaris waarover pensioen wordt verleend is gelijk aan de per 1 januari van het desbetreffende jaar geldende maximum loongrens voor de WIA (2008 € 46.205). De
werkgever kan
echter besluiten
ook
over het
eventuele
salarisgedeelte
boven
die
grens de
pensioenregeling van kracht te laten zijn (in dat geval geldt een door de herverzekeraars vastgesteld maximum salaris, voor 2008 is dat € 176.441). De franchise wordt jaarlijks per 1 januari aangepast aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de CAOlonen. Voor het jaar 2008 bedraagt de franchise € 15.760).
6.3.
Pensioenaanspraken De huidige pensioenregeling bevat de volgende pensioenaanspraken. x
Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen kent een opbouwpercentage van 2,25% van de pensioengrondslag voor elk deelnemersjaar dat vanaf 1 januari 2001 bij het pensioenfonds wordt doorgebracht. Het ouderdomspensioen gaat in op de eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige
leeftijd
bereikt.
Voor
deeltijdwerkers
wordt
deze
aanspraak
naar
evenredigheid
vastgesteld. x
Partnerpensioen Het partnerpensioen wordt op risicobasis toegekend, hetgeen inhoudt dat het pensioen uitsluitend bij overlijden
tijdens
het
deelnemerschap
tot
uitkering
komt:
de
aanspraak
vervalt
op
de
pensioendatum of eerdere ontslagdatum. De deelnemer heeft hierbij wel de mogelijkheid om op de (vervroegde) pensioendatum of eerdere ontslagdatum een deel van het vanaf 1 januari 2001 opgebouwde ouderdomspensioen om te zetten in een aanspraak op partnerpensioen ten behoeve van zijn/haar (huwelijks)partner. Gedurende het deelnemerschap bedraagt de aanspraak op partnerpensioen 50% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum bij ongewijzigde pensioengrondslag zou hebben kunnen bereiken. x
Wezenpensioen Ook het wezenpensioen wordt op risicobasis toegekend. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot de 21-jarige leeftijd van het kind, met verlenging van de uitkering tot uiterlijk de 27-jarige leeftijd voor studerende
en/of
arbeidsongeschikte
kinderen.
Het
wezenpensioen
bedraagt
voor
elk
pensioengerechtigd kind 14% van het ouderdomspensioen dat de deelnemer op de pensioendatum bij ongewijzigde pensioengrondslag zou hebben kunnen bereiken. Het wezenpensioen wordt verdubbeld voor “volle” wezen.
Pagina 29 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
x
Flexibiliseringsmogelijkheden De (gewezen) deelnemer heeft de volgende keuzemogelijkheden: a.
Uitruil
Dit betreft de eerder genoemde mogelijkheid om op de pensioendatum of eerdere ontslagdatum een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen om te zetten in een aanspraak op partnerpensioen voor zijn/haar (huwelijks)partner. Indien de (gewezen) deelnemer kiest voor deze omzetting, wordt de aanspraak op ouderdomspensioen verlaagd ten behoeve van een aanspraak op partnerpensioen. b.
Vervroeging / uitstel
Dit betreft de mogelijkheid om de pensioeningangsdatum te vervroegen (tot op zijn vroegst de 60jarige leeftijd) of uit te stellen (tot uiterlijk de 70-jarige leeftijd). c.
Variabele uitkeringen
Dit betreft de mogelijkheid om de uitkeringen van het ouderdomspensioen variabel te laten zijn in een verhouding van 4 : 3 voor een periode direct aansluitend aan de pensioeningangsdatum.
6.4.
Toeslagen (indexaties) De pensioenregeling kent twee verschillende toeslag-/indexatieregelingen: a. Toeslagen “actieve” deelnemers De opgebouwde pensioenaanspraken van de “actieve” deelnemers worden jaarlijks geïndexeerd op basis van het (CBS-)indexcijfer van de CAO-lonen. Met ingang van 1 januari 2006 is deze indexatie gemaximeerd op 3%. De kosten voor deze reglementaire, voor de deelnemers onvoorwaardelijke, indexatie worden door SPNG bij de aangesloten werkgevers in rekening gebracht. (Dit onvoorwaardelijke toeslagbeleid dat SPNG voor de toeslagen voor de inactieven hanteert, laat zich - naar de indeling volgens de Beleidsmaatregel Toeslagenmatrix van DNB - normeren als categorie F.) Toeslagen “inactieve” deelnemers Het bestuur van SPNG beziet van jaar tot jaar of er voldoende daartoe beschikbare middelen zijn om ook de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers te verhogen. Deze toeslagen voor de inactieven hebben een strikt voorwaardelijk karakter. Voor deze voorwaardelijke toeslagregeling wordt geen premie betaald en is geen bestemmingsreserve gevormd. Deze toeslagen worden gefinancierd uit beleggingsrendement. Het is dus altijd onzeker of en in hoeverre deze toeslagen in de toekomst kunnen worden verleend. Het streven van het bestuur is om deze toeslag te baseren op de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer (alle huishoudens) waarbij de maand juli van het voorafgaande jaar de referentie is. Per 1 januari 2008 is een toeslag verleend van 1,5% hetgeen neerkomt op de volledige realisatie van de ambitie. (Het voorwaardelijke toeslagbeleid dat SPNG voor de toeslagen voor de inactieven hanteert, laat zich - naar de indeling volgens de Beleidsmaatregel Toeslagenmatrix van DNB normeren als categorie D1.)
6.5.
Grensbedragen en percentages voor 2009 Per 1 januari 2009 zijn geen inhoudelijke wijzigingen in de pensioenregeling aangebracht, terwijl per die datum de volgende bedragen en percentages zijn vastgesteld. 2009
2008
-
maximum salaris
€ 47.802
€ 46.205
-
franchise
€ 16.359
€ 15.760
-
toeslag actieven (per 1 januari)
3,00%
2,16%
-
toeslag inactieven
0,00%
1,50%
Pagina 30 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
6.6.
Werkgevers- en deelnemersbestand Per 31 december 2008 waren 248 werkgevers aangesloten bij SPNG, ten opzichte van 280 per 31 december 2007 Het verloop van de deelnemers in het boekjaar is als volgt:
Stand per 31-12-2007
Gewezen
Ouder-
Nabestaan
domspensioen
denpensioen
Wezen-
A.O.
Actieven
deelnemers
pensioen
pensioen
6.123
8.455
1.496
605
73
0
0
Toename door: - Nieuwe toetredingen
1.354
0
0
0
0
- Pensionering
0
0
172
54
6
0
- Dienstverlating
0
655
0
0
0
0
- Dienstverlating
(655)
0
0
0
0
0
- Pensionering
(172)
0
0
0
0
0
- Waardeoverdrachten
(22)
(38)
0
0
0
0
- Overlijden
(11)
0
(50)
(28)
0
0
0
(50)
0
0
(9)
0
(2)
(9)
(3)
0
0
0
6.615
9.013
1.615
631
70
0
Afname door:
- Afloop - Overige oorzaken Stand per 31-12-2008
Pagina 31 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 32 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
7.
Ontwikkelingen
7.1.
Fondsorganen Bestuur De samenstelling van het bestuur onderging in het jaar 2008 een drietal wijzigingen. Mevrouw D.W.A. Lakemond-Ruiter (bestuurslid namens NVG) en de heer J.K. Warnaar bestuurslid namens CNV Dienstenbond) traden terug als bestuurslid en werden opgevolgd door achtereenvolgens de heer Marchée en de heer Bleeker. De heer Steijaert vervulde de vacature die openstond van de zijde van FNV Bondgenoten. Tijdens het verslagjaar kwam het bestuur vier maal voor een bestuursvergadering bijeen. Daarnaast werd nog enige malen bijeengekomen voor overleg met de vermogensbeheerders. De belangrijkste vergaderonderwerpen waren:
de financiële positie van het pensioenfonds, met in het bijzonder de ontwikkeling van de beleggingen;
het toeslagbeleid;
de administratieve dienstverlening aan de aangesloten werkgevers en de deelnemers;
de afronding van de vernieuwing van de fondsdocumenten, voortvloeiend uit de Pensioenwet en Pension Fund Governance;
communicatie;
mogelijke samenwerking met een ander bedrijfstakpensioenfonds.
Deelnemersraad De deelnemersraad heeft in 2008 twee maal gezamenlijk met het bestuur vergaderd en heeft (positief) advies uitgebracht over o.a. de nieuwe statuten en het uitvoeringsreglement. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan heeft in 2008 een gezamenlijk overleg met het bestuur gehouden teneinde een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag. Omdat dit overleg pas is gehouden na de totstandkoming van het jaarverslag bevatte het jaarverslag over 2007 niet het oordeel van het verantwoordingorgaan. De heer P. Smit – lid namens CNV Dienstenbond - trad in de loop van het verslagjaar terug als lid van de deelnemersraad en het verantwoordingsorgaan. Er kon nog geen opvolger worden benoemd, zodat er twee vacatures zijn. Deskundigheid Naar aanleiding van een in 2008 gehouden zogeheten “nulmeting” heeft een aantal bestuursleden ter verhoging van de deskundigheid van het bestuur een opleiding gevolgd.
7.2.
Fondsdocumenten In 2008 zijn de laatste fondsstukken aangepast aan de vereisten van de Pensioenwet, met inbegrip van Pension Fund Governace. Het betreft achtereenvolgens het fondsreglement, de statuten, het deskundigheidsplan, de gedragscode, het communicatieplan en het uitvoeringsreglement. Tevens werd de Actuariële en bedrijfstechnische nota aangepast.
7.3.
Communicatie Het bestuur van SPNG hecht veel waarde aan een heldere communicatie naar zowel de aangesloten werkgevers als de deelnemers van SPNG. Voor de aangesloten werkgevers is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de pensioenregeling en de ontwikkelingen binnen SPNG. Voor de deelnemers is het van belang dat zij inzien dat een pensioenregeling een waardevolle arbeidsvoorwaarde is. Waardering hiervoor van de deelnemers is alleen goed mogelijk wanneer zij op de hoogte zijn van de inhoud van de pensioenregeling.
Pagina 33 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
In het communicatieplan staat beschreven hoe het SPNG de eerstkomende jaren zijn communicatie gaat voeren richting werkgevers, deelnemers en gewezen deelnemers. In de huidige situatie kent SPNG, onder andere de volgende communicatiemiddelen. Mailings Werkgevers en werknemers worden via een jaarlijkse mailing
op de hoogte gebracht van de actuele
ontwikkelingen in de pensioenregeling. Omdat jaarlijks de kerncijfers van de pensioenregeling wijzigen (de franchises en grensbedragen), verschaft SPNG jaarlijks een samenvatting van de pensioenregeling met de actuele kerncijfers. Zo zijn er voor de werkgever en de deelnemers de juiste cijfers en een korte omschrijving van de regeling voorhanden. Website van SPNG In 2008 is besloten de website van SPNG geheel te herzien. Dit heeft geresulteerd in een volledig nieuwe website (www.spng.nl) die begin 2009 beschikbaar is gekomen. Via de website wordt informatie verschaft over de structuur van SPNG, de pensioenregeling en van belang zijnde ontwikkelingen. Via een downloadmogelijkheid zijn o.a. fondsreglement en statuten beschikbaar. Ook kunnen bezoekers via de website informatie opvragen bij het bestuurssecretariaat. Startbrief Voor nieuwe deelnemers vanaf 1 januari 2008 is door SPNG een zogeheten startbrief opgesteld. De startbrief bevat naast informatie over de pensioenregeling ook enige informatie over SPNG zelf. Uniform Pensioen Overzicht (UPO) Vanuit de Pensioenwet is het voorgeschreven een uniform pensioenoverzicht te verzenden. Het UPO is gezamenlijk door pensioenfondsen en verzekeraars ontworpen om deelnemers op een eenduidige manier te informeren over hun huidige en toekomstige pensioensituatie. Meer dan vroeger veranderen werknemers van baan en bouwen zij daardoor uit meerdere dienstverbanden pensioen op. Om pensioenen inzichtelijker en optelbaar te maken, is het UPO ontwikkeld. Het geeft de deelnemers inzicht in hun inkomen bij pensionering, bij arbeidsongeschiktheid en het pensioen voor nabestaanden bij overlijden. In het derde kwartaal van 2008 zijn de eerste UPO’s vanuit SPNG verzonden.
7.4.
Toeslagbeleid Met behulp van een zogeheten continuïteitsanalyse heeft het bestuur de toeslagcapaciteit in kaart laten brengen (zie hoofdstuk 7.9.2). De jaarlijkse toeslagen voor de actieven zijn – zoals vermeld in hoofdstuk 6.4 onvoorwaardelijk en gekoppeld aan de ontwikkeling van het CAO-loonindexcijfer, dit met een maximum van 3%. De analyse heeft laten zien dat - gemeten over een periode van 15 jaar en afgezet tegen een cumulatieve prijsinflatie over die periode naar verwachting ongeveer 86% van die inflatie door de toeslagen zal worden gecompenseerd. De jaarlijkse toeslagen voor de inactieven zijn strikt voorwaardelijk. Het streven is de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer te volgen. De analyse heeft voor de inactieven laten zien dat naar verwachting ongeveer 59% van die cumulatieve inflatie door de toeslagen zal worden gecompenseerd. Het bestuur realiseert zich dat de realisatie van toeslagen voor de inactieven door de recente economische ontwikkelingen in de eerstkomende jaren sterk zal kunnen afwijken van de verwachtingen volgens de continuïteitsanalyse. Zo kan er per 1 januari 2009 geen toeslag worden verleend aan de inactieven.
7.5.
Draagvlak SPNG Het bestuur beziet mogelijkheden om het draagvlak van SPNG te vergroten. Hier wordt thans een tweesporenbeleid gevoerd. Enerzijds wordt gepoogd binnen de (statutaire) werkingssfeer van SPNG werkgevers te bewegen zich bij SPNG aan te sluiten. Anderzijds wordt onderzocht of samenwerking met andere bedrijfstakpensioenfondsen voordelen voor SPNG kan bieden.
Pagina 34 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
7.6.
AFM en DNB Met de inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht per 1 januari 2007 heeft het pensioenfonds formeel te maken met twee toezichthouders. AFM (de Autoriteit Financiële Markten) voor het zogeheten gedragstoezicht en DNB (de Nederlandsche Bank) voor het prudentiële toezicht. In 2008 heeft het fonds een vragenlijst inzake “self assessment” van AFM ingevuld. Deze vragenlijst betrof de naleving van normen uit de Pensioenwet inzake zorgplicht, communicatie, begrijpelijkheid van teksten, verzendingsmomenten van “event-brieven” e.d. In het voorjaar van 2009 heeft het fonds een terugkoppeling van de AFM gekregen waaruit bleek dat AFM geen opmerkingen had.
7.7.
Functioneren van het pensioenfonds Aan het pensioenfonds zijn geen boetes of dwangsommen dan wel een aanwijzing tot het volgen van een bepaalde gedragslijn opgelegd, door één van de toezichthouders (DNB of AFM). Ook is er geen bewindvoerder aangesteld. Het pensioenfonds voert geen nevenactiviteiten uit en heeft tevens geen nevenactiviteiten ondergebracht in een aparte rechtspersoon.
7.8.
Herstelplan Zoals in hoofdstuk 4.2.5 is omschreven heeft SPNG een zogeheten garantiecontract met de herverzekeraars gesloten. Een kenmerk van dit contract is dat uitkeringen van de tot de einddatum van het contract gefinancierde pensioenen levenslang door de herverzekeraars worden gegarandeerd. Volgens het FTK hoeft een pensioenfonds bij een dergelijk garantiecontract geen minimum vereist eigen vermogen en/of eigen vermogen aan te houden, mits de kredietwaardigheid volgens een internationale rating (Standard & Poor) van de betrokken verzekeraar(s) ten minste AA- bedraagt. Met andere woorden: het pensioenfonds kan dan formeel gezien niet in een situatie van onderdekking geraken ongeacht de waarde van door de herverzekeraars voor het pensioenfonds aangehouden beleggingen. Aan het eind van 2008 voldeed de kredietwaardigheid van Nationale-Nederlanden en AEGON aan de voornoemde normstelling. Echter per 1 maart 2009 is de rating van het ING-concern waartoe Nationale–Nederlanden behoort verlaagd tot A+. Volgens de regels van het FTK moet SPNG nu een zogeheten afslag op zijn vordering op NationaleNederlanden toepassen, waardoor SPNG formeel wel in de situatie van een dekkingstekort terecht is gekomen. Dit betekent dat SPNG een korte termijn herstelplan bij DNB moet indienen waaruit moet blijken hoe SPNG deze onderdekking zal inlopen. De onderdekking is aan DNB gemeld, waarbij bovendien om uitstel is verzocht tot het indienen van het herstelplan. Over de eisen die aan herstelplannen worden gesteld, leest u meer in hoofdstuk 7.8.1. Het moge duidelijk zijn dat het bestuur en zijn adviseurs in 2009 hier veel aandacht aan zullen besteden. In hoofdstuk 17 wordt verdere aandacht aan deze problematiek besteed.
7.8.1.
Herstelplan De dekkingsgraad van veel pensioenfondsen is sterk gedaald. Daarom moeten deze fondsen een lange- en/of een korte termijn herstelplan indienen bij DNB. Wat houden deze herstelplannen in? Lange termijn herstelplan Als de dekkingsgraad van een pensioenfonds onder het vereist eigen vermogen ligt, maar boven het minimaal eigen vermogen (105%), is er sprake van een reservetekort. Pensioenfondsen moeten in dat geval een lange termijn herstelplan opstellen. Dit plan bevat de concrete maatregelen waardoor het fonds binnen een termijn van maximaal vijftien jaar weer voldoet aan het vereist eigen vermogen. Door het herstelplan wordt voorkomen dat het herstel van een groot reservetekort naar achteren wordt verschoven. Het niveau van het vereist eigen vermogen wordt met de regels van het FTK bepaald. Kort gezegd komt het er op neer dat hoe risicovoller wordt belegd, hoe hoger het vereist eigen vermogen is.
Pagina 35 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Korte termijn herstelplan Als een pensioenfonds minder eigen vermogen heeft dan het minimaal vereist eigen vermogen (105%), is er sprake van een situatie van onderdekking. Pensioenfondsen moeten in dat geval een korte termijn herstelplan opstellen. Het korte termijn herstelplan bevat de concrete maatregelen waardoor het fonds binnen een termijn van maximaal drie jaar weer gaat voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen. In geval van onderdekking mogen geen voorwaardelijke toeslagen worden verleend en wordt waardeoverdracht bemoeilijkt. Daarom is het in het belang van de deelnemers dat een dergelijke situatie tijdig wordt hersteld. Inmiddels heeft Minister Donner besloten tot de (eenmalige) verlenging van de termijn voor korte termijn herstel van 3 naar 5 jaar.
7.9.
Wet- en regelgeving; ontwikkelingen en vooruitzichten
7.9.1.
Wijziging regels uitbesteding Bij besluit van 29 januari 2009 is het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling gewijzigd in verband met aanpassing van de regeling voor uitbesteding. De gewijzigde regeling houdt in dat een derde - aan wie een pensioenuitvoerder werkzaamheden uitbesteedt - verplicht is om informatie waar de toezichthouder ter uitvoering van zijn wettelijke taak om vraagt rechtstreeks aan de toezichthouder ter beschikking te stellen. Dit is een wijziging ten opzichte van de voorgaande regeling waarin de pensioenuitvoerder er voor zorg diende te dragen dat die gegevens beschikbaar waren voor de toezichthouder. Omdat de wijziging mee kan brengen dat bestaande overeenkomsten moeten worden gewijzigd, is gekozen voor inwerkingtreding met ingang van 1 juli 2009. De partijen waaraan SPNG werkzaamheden heeft uitbesteed - zijn bekend met deze wijziging.
7.9.2.
Toeslagen Toeslagenmatrix Op grond van de Pensioenwet moet er een “consistent geheel zijn tussen de gewekte verwachtingen, de financiering en het realiseren van toeslagen”. Op 17 juli 2008 is de wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling gepubliceerd in de Staatscourant. Met deze wijziging wordt invulling gegeven aan de voornoemde consistentie-eis. Deze consistentie moet worden aangetoond met een continuïteitsanalyse. Samengevat komt het er op neer dat de ambitie die de pensioenuitvoerder uitspreekt met betrekking tot de toeslagverlening, naar verwachting waargemaakt moet kunnen worden. De “slaagkans” van de toeslagen moet met de continuïteitsanalyse worden aangetoond. Verder moeten alle uitingen die de pensioenuitvoerder over de toeslagverlening doet in overeenstemming met elkaar zijn. In de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt het woord 'toeslagen' gebruikt waar voorheen de term indexatie werd gehanteerd. Om zo consequent mogelijk één begrip te gebruiken wordt het woord 'indexatiematrix' in de voornoemde Regeling vervangen door ‘toeslagenmatrix’. Als bijlage bij de Regeling is een aangepaste toeslagenmatrix voor pensioenfondsen en een nieuwe toeslagenmatrix voor verzekeraars opgenomen met voorschriften voor de richting de deelnemers te hanteren teksten. De wijziging van de toeslagenmatrix voor pensioenfondsen is nodig voor een goede aansluiting op het toeslagenlabel. Het pensioenfonds heeft inmiddels een continuïteitsanalyse laten uitvoeren. In hoofdstuk 7.4 zijn de uitkomsten van deze analyse omschreven.
Pagina 36 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Invoering toeslagenlabel Vanaf 1 januari 2009 moeten de pensioenfondsen en verzekeraars de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden van hun pensioenregeling(en) informeren over de toeslagverlening door middel van het toeslagenlabel. Het label is bedoeld om inzicht te geven in de mate waarin naar verwachting de pensioenaanspraken en het pensioenrecht worden aangepast aan de prijsstijgingen. Het toeslagenlabel zal moeten worden gecommuniceerd op meerdere momenten, zoals in de startbrief en bij dienstverlating. Het toeslagenabel zegt alleen iets over de verwachte toeslagverlening en heeft geen betrekking op de pensioenregeling als geheel. Ook geeft het toeslagenlabel geen garantie dat het pensioen elk jaar wordt aangepast aan de prijsstijgingen. De AFM heeft besloten om in 2009 af te zien van controle op het toeslagenlabel, nadat die controle al eerder was uitgesteld tot 1 april 2009. De AFM, DNB, het ministerie van SZW en de pensioenkoepels hebben overlegd op welke manier de pensioenuitvoerders hun belanghebbenden het beste kunnen informeren over de toeslagverwachting. Dit heeft geleid tot een modelbrief die alle pensioenuitvoerders in 2009 kunnen gebruiken om hun deelnemers op begrijpelijke wijze te informeren. Uiteraard hebben pensioenuitvoerders de mogelijkheid om het toeslagenlabel wel te gebruiken. Het bestuur van SPNG heeft er uiteindelijk voor gekozen om in het jaar 2009 toch het toeslagenlabel te benutten. 7.9.3.
Mogelijkheid om AOW uit te stellen In november 2008 is een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend waarin de mogelijkheid is opgenomen om de ingangsdatum van het AOW-pensioen na 65 jaar vrijwillig geheel of gedeeltelijk uit te stellen. Dit stimuleert het doorwerken na 65 jaar en introduceert een flexibeler systeem van pensioneren. Pensionering bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd zal in de toekomst niet meer de norm zal zijn. In het voorstel kan de AOW-uitkering voor maximaal vijf jaar geheel of gedeeltelijk worden uitgesteld. Uitstel kan dus tot de 70jarige leeftijd. Een latere ingangsdatum dan 65 jaar leidt tot een actuariële verhoging van de AOW-uitkering over de resterende uitkeringsperiode. Gedeeltelijk uitstellen is volgens het wetsvoorstel ook mogelijk. Het is de bedoeling dat de mogelijkheden van AOW-uitstel op 1 januari 2010 in werking treden. Iedereen die na die datum de leeftijd van 65 jaar bereikt, zal dan gebruik maken kunnen van de uitstelmogelijkheid. Vooralsnog lijkt er echter geen meerderheid in de Tweede Kamer te vinden voor dit wetsvoorstel.
Pagina 37 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 38 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
8.
Verantwoordingsorgaan
8.1.
Verslag van het verantwoordingsorgaan
8.1.1.
Algemeen Het bestuur van SPNG legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid een oordeel te geven over het handelen van het bestuur, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, alsmede over beleidskeuzes voor de toekomst. Het verantwoordingsorgaan legt zijn oordeel ten minste één maal per jaar schriftelijk vast. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, opgenomen in het jaarverslag waar het oordeel betrekking op heeft. Het verantwoordingsorgaan van SPNG is sinds medio 2008 operationeel. Het orgaan vertegenwoordigt drie geledingen: de “actieve” deelnemers, de pensioengerechtigden en de bij het bedrijfspensioenfonds aangesloten werkgevers. Ondanks meerdere verzoeken aan de benoemende organisaties, is de bemensing van het verantwoordingsorgaan nog niet compleet, er zijn twee vacatures van de zijde van de actieve deelnemers Deze onvolledige bezetting wordt door de leden van het verantwoordingsorgaan als een gemis ervaren.
8.1.2.
Bevindingen verantwoordingsorgaan Het oordeel van het verantwoordingsorgaan over het in 2008 door het bestuur gevoerde beleid is gebaseerd op het jaarverslag over 2008 en de met het bestuur en de accountant gehouden bijeenkomsten op 16 oktober 2008 en 8 juni 2009. Het verantwoordingsorgaan geeft een oordeel op hoofdlijnen en baseert zich mede op informatie uit de jaarrekening en het accountantsverslag, de notulen van de bestuursvergaderingen en indien van toepassing op correspondentie van de AFM en DNB. Alvorens zijn oordeel uit te spreken, wil het verantwoordingsorgaan aangeven dat het de gesprekken met achtereenvolgens de bestuursdelegatie, accountant, en administrateur als open, eerlijk en constructief heeft ervaren. Het bestuur is geen vraag uit de weg gegaan en heeft het verantwoordingsorgaan de gelegenheid gegeven om de accountant om de nodige toelichtingen te vragen. Dit sterkt het verantwoordingsorgaan in zijn indruk het bestuur de rol van het verantwoordingsorgaan niet alleen serieus neemt, maar ook van belang voor SPNG ervaart. Het verantwoordingsorgaan is – op basis van de tot hem beschikking staande informatie - van mening dat het in 2008 door het bestuur gevoerde beleid op valide wijze tot stand is gekomen en voldoende is gemotiveerd in het jaarverslag. Het verantwoordingsorgaan realiseert zich terdege dat het achterwege laten van een toeslag voor de gepensioneerden en andere gewezen deelnemers pijnlijke gevolgen heeft, maar gelijktijdig constateert het verantwoordingsorgaan dat het bestuur geen andere keuze had. Bij dit algemene oordeel plaatst het verantwoordingsorgaan de volgende kanttekeningen: 1.
Vermogensbeheer Hoewel het helaas overduidelijk is dat het jaar 2008 – net als voor de meeste andere pensioenfondsen een ronduit slecht beleggingsjaar is geweest, constateert het verantwoordingsorgaan met de nodige zorg dat de beide vermogensbeheerders fors zijn achtergebleven bij de benchmark. Dit roept twee vragen op: -
hebben de vermogensbeheerders onjuiste keuzes gemaakt binnen het hun verleende mandaat;
-
heeft de beleggingsadviseur die het bestuur heeft aangesteld wel de nodige meerwaarde voor SPNG opgeleverd?
Het verantwoordingsorgaan wil graag op de hoogte gehouden worden van eventuele maatregelen van het bestuur om tot een verbetering van het beleggingsrendement te komen. 2.
Financiële positie Het verantwoordingsorgaan constateert dat de in het verleden gemaakte keuze van het bestuur voor een garantiecontract met de herverzekeraars in deze tijd nadrukkelijk zijn waarde heeft bewezen voor de financiële positie van SPNG. Het orgaan beseft dat de problematiek rond het toegenomen kredietrisico van de herverzekeraars Pagina 39 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
zoals omschreven in hoofdstuk 17 – in de juiste proporties moet worden bezien. Toch wil het orgaan nadrukkelijk door het bestuur op de hoogte gehouden worden over de ontwikkelingen rond de financiële positie van SPNG én tijdig betrokken worden bij eventuele herstelmaatregelen. 3.
Pensioenuitvoeringskosten De pensioenuitvoeringskosten zijn in 2008 aanzienlijk gestegen ten opzichte van het jaar 2007. Het verantwoordingsorgaan roept het bestuur op om zijn grip op deze kosten waar mogelijk te verstevigen en steeds tot een evaluatie te komen tot nut en noodzaak van ingezette middelen.
4.
Communicatie Het verantwoordingsorgaan merkt op dat er – onder andere met de vernieuwing van de website van SPNG – stappen gezet zijn voor een verbetering van de communicatie met de diverse doelgroepen van SPNG. Het orgaan is echter van mening dat er nog leemtes zijn op het gebied van communicatie. De mededeling van het bestuur dat er een pensioenkrant in voorbereiding is met aandacht voor de financiële positie van SPNG, is daarom met instemming door het orgaan begroet.
5.
Visitatie Het verantwoordingsorgaan spreek de verwachting uit dat het orgaan tijdig bij de keuze en opdracht voor de visitatiecommissie zal worden betrokken.
6.
Premie-incasso Het verantwoordingsorgaan heeft kennis genomen van de maatregelen die het bestuur heeft genomen om tot een adequate incasso van de pensioenpremies te komen. Het orgaan verwacht dat het risico van wanbetaling in deze moeilijke economische tijden zal toenemen en roept het bestuur daarom op in elk geval de vinger stevig aan de pols te houden.
7.
Werkgeversbestand Het verantwoordingsorgaan heeft tot zijn instemming geconstateerd dat het aantal deelnemers aan SPNG al jaren een stijgende lijn toont. Maar er wordt tevens geconstateerd tevens dat het aantal aangesloten werkgevers helaas afneemt. Het orgaan verzoekt het bestuur om met een analyse te komen van de daling van het aantal aangesloten werkgevers.
8.
Pensioenlasten Het verantwoordingsorgaan constateert dat de pensioenlasten mede als gevolg van de onvoorwaardelijke indexatie van de actieve deelnemers in 2008 zijn toegenomen en in 2009 verder zullen toenemen en verzoekt het bestuur om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de lastendruk te beheersen.
8.2.
Reactie van het bestuur
8.2.1.
Algemeen Het bestuur heeft kennis genomen van het oordeel van het verantwoordingsorgaan. Allereerst is het bestuur verheugd dat het verantwoordingsorgaan tot het oordeel is gekomen dat in het verslagjaar het bestuur op valide wijze tot verantwoorde besluitvorming en beleidskeuzes is gekomen. De keuzes die het bestuur heeft moeten maken zijn niet makkelijk geweest, maar altijd weloverwogen en altijd is een evenwichtige afweging van de belangen van alle betrokken partijen door het bestuur voorop gesteld. Van zijn kant spreekt het bestuur waardering uit voor de inzet van het verantwoordingsorgaan en heeft er alle vertrouwen in dat in het jaar 2009 wederom constructief met het verantwoordingsorgaan kan worden samengewerkt. Uiteindelijk dienen het bestuur en het verantwoordingsorgaan hetzelfde belang: een gezond pensioenfonds. De komende jaren zullen vooral in het teken staan van het financiële herstel van het pensioenfonds. Naar de mening van het bestuur is het betrekken van deelnemers, gepensioneerden en aangesloten werkgevers bij het pensioenfonds een goede zaak waarin het verantwoordingsorgaan een belangrijke rol speelt.
Pagina 40 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
8.2.2.
Reactie op de bevindingen van het verantwoordingsorgaan Het bestuur wil graag puntsgewijs reageren op de voornoemde bevindingen van het verantwoordingsorgaan. 1.
Vermogensbeheer Vanzelfsprekend deelt het bestuur de zorg over de bij de benchmark achterblijvende prestaties van de beide vermogensbeheerders. De beleggingskeuzes en prestaties van de vermogensbeheerders worden daarom periodiek geëvalueerd. Een goed vermogensbeheer is van essentieel belang voor SPNG en vereist een hoge mate van deskundigheid. Juist daarom laat het bestuur zich op dit terrein bijstaan door een specialist, hetgeen naar de mening van het bestuur zonder meer een verantwoorde keuze is.
2.
Financiële positie Er zijn nog vele onduidelijkheden over de precieze status van het formele reservetekort. Moet er straks wel of niet een herstelplan worden ingediend? Pas nadat er over alle aspecten duidelijkheid is, kan er besloten worden over de eventueel noodzakelijke herstelmaatregelen. Zodra die duidelijkheid er is, zal het bestuur de eventueel te nemen maatregelen met het verantwoordingsorgaan bespreken.
3.
Pensioenuitvoeringskosten Het is onmiskenbaar dat deze kosten gestegen zijn, maar deze extra kosten zijn grotendeels onontkoombaar. De Pensioenwet en Pension Fund Governance hebben SPNG namelijk geconfronteerd met een reeks van extra verplichtingen, waaronder de inzet van een waarmerkend actuaris en communicatiemiddelen. Het bestuur is zeer alert op kosten, stelt jaarlijks een begroting op waarvan het kostenverloop meermaals per jaar wordt bezien.
4.
Communicatie Het bestuur heeft een communicatieplan opgesteld waarin een prioritering is opgenomen voor de in te zetten middelen. Daarbij wordt steeds een afweging gemaakt tussen het verwachte nut en de kosten. Met de volledige herziening van de website, de werkgeversbrochure en de binnenkort te verschijnen pensioenkrant is naar de mening van het bestuur een juiste richting ingeslagen en zijn de hoofdlijnen ingevuld.
5.
Visitatie Het bestuur zal het verantwoordingsorgaan informeren over de keuzes die zullen worden gemaakt ten aanzien van het interne toezicht.
6.
Premie-incasso Het bestuur heeft de beide herverzekeraars opdracht gegeven een strikt incassobeleid te voeren en het bestuur te informeren zodra zich problemen dreigen voor te doen.
7.
Werkgeversbestand Het bestuur heeft de herverzekeraars verzocht de bewuste analyse uit te voeren.
8.
Pensioenlasten Vanzelfsprekend zijn beheersbare kosten en een verantwoord kostenniveau belangrijke uitgangspunten voor de pensioenregeling. De aard en inhoud van de pensioenregeling zijn geen statisch geheel, maar bewegen mee met maatschappelijk ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen worden voortdurend gevolgd door het bestuur dat daartoe een afzonderlijke Pensioencommissie heeft ingesteld. Het (kosten)aspect van de onvoorwaardelijke indexatie voor de actieve deelnemers is één van de aspecten die door de Pensioencommissie zal worden bezien.
Pagina 41 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 42 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
9.
Risicobeheer SPNG wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico’s. De belangrijkste doelstelling van het pensioenfonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Voor het realiseren van deze doelstelling wordt gestreefd naar een toereikende solvabiliteit op basis van de marktwaarde van de pensioenverplichtingen. Dit hoofdstuk bevat een inventarisatie van de belangrijkste risico’s waarmee het pensioenfonds zich geconfronteerd ziet.
9.1.
Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico voor pensioenfondsen is het solvabiliteitsrisico. Dit betreft het risico dat een pensioenfonds in de nabije of verder liggende toekomst niet beschikt over voldoende middelen om zijn pensioenverplichtingen na te komen. Dit risico komt tot uitdrukking in de hoogte en beweeglijkheid van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. De solvabiliteit wordt gemeten zowel op basis algemeen geldende normen als ook naar de specifieke normen welke door de toezichthouder worden opgelegd. Indien de solvabiliteit van een pensioenfonds zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat het fonds de premie voor de aangesloten werkgevers en de deelnemers moet verhogen en het risico dat er geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslag van opgebouwde pensioenrechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat het pensioenfonds verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten moet verminderen. Gezien het feit dat SPNG een zogeheten garantiecontract heeft met de herverzekeraars die een afdoende rating kennen, acht het bestuur van SPNG dit risico voor wat betreft de reguliere pensioenaanspraken te hebben afgedekt (zie ook hoofdstuk 7.8). Wel bestaat het risico ten aanzien van het toeslagbeleid voor de inactieven. Het solvabiliteitsrisico van het fonds kan onderverdeeld worden naar de in de volgende hoofdstukken omschreven risico’s. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van deze risico’s. Deze beleidsinstrumenten betreffen:
beleggingsbeleid;
premiebeleid (maar zoals eerder genoemd wordt premie niet als sturingsmiddel gezien) ;
herverzekeringsbeleid;
toeslagbeleid voor de inactieven.
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na een analyse ten aanzien van te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van ALM-Studies. Een ALM-studie is een analyse van de structuur van de pensioenverplichtingen en van verschillende beleggingsstrategieën en de ontwikkeling daarvan in diverse economische scenario’s. Het bestuur van SPNG heeft besloten om in 2009 een ALM-studie te laten uitvoeren.
9.2.
Belangrijkste financiële risico’s Beleggingsrisico Vanwege het met de herverzekeraars gesloten garantiecontract is dit in feite geen rechtstreeks risico voor SPNG. Maar de beleggingsrendementen vormen wel de basis voor het toeslagbeleid voor de gepensioneerden en slapers. Daarom worden hieronder toch de belangrijkste beleggingsrisico’s weergegeven.
Aandelenrisico Dit betreft voornamelijk het prijsrisico dat wordt gelopen op de beleggingen in de verschillende aandelenmarkten. Door een brede spreiding aan te brengen binnen de aandelenportefeuille, wordt het risico van koersdalingen beperkt.
Vastgoed risico Dit betreft het prijsrisico dat wordt gelopen in de verschillende onroerend goed markten. Een gedeelte van de portefeuille wordt belegd in een (indirecte) wereldwijde onroerendgoed-portefeuille.
Valutarisico De koersverschillen van buitenlandse valuta’s ten opzichte van de euro zijn van invloed op het vermogen van SPNG. Pagina 43 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Het valutarisico wordt alleen voor de vastrentende waarden afgedekt. Voor zakelijk waarden wordt dit risico (nog) niet afgedekt. Overigens wordt het beleggingsrisico beperkt door de inzet van twee vermogenbeheerders. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor SPNG als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito’s worden geplaatst. Tevens is het kredietrisico van de herverzekeraars van belang. In overleg met de vermogensadviseur van SPNG vindt beheersing van het kredietrisico
plaats door een
goede selectie van tegenpartijen, het stellen van limieten aan tegenpartijen en het waar mogelijk vragen van extra zekerheden zoals onderpand. Marktrisico Marktrisico is het risico dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van veranderingen van marktprijzen, veroorzaakt door factoren die uitsluitend gelden voor een specifiek instrument of door factoren die de gehele marktomstandigheden beïnvloeden. Dit risico is op zich niet beheersbaar door SPNG. Wel wordt dit risico beperkt door achtereenvolgens het garantiecontract, de brede spreiding over beleggingscategorieën en de inschakeling van twee vermogensbeheerders. Liquiditeitsrisico Het liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor SPNG op korte termijn niet aan zijn verplichtingen uit hoofde van financiële instrumenten kan voldoen. Dit risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor liquiditeitsposities. Concentratierisico Concentratierisico is het risico dat de resultaten van SPNG worden beïnvloed door relatief grote belangen in een enkel financieel instrument of financiële instrumenten van een zelfde uitgever. Ook dit risico wordt beperkt door de brede spreiding over meerdere beleggingscategorieën en de inschakeling van twee vermogensbeheerders. Operationeel risico Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit van de geautomatiseerde systemen, en dergelijke. Systeemrisico Systeemrisico is het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale financiële markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds participeert, niet langer verhandelbaar zijn en zelfs hun waarde verliezen. Dit risico is voor SPNG, evenals voor andere marktpartijen, niet beheersbaar.
9.3.
Rentemismatchrisico Dit risico betreft het verschil in rentegevoeligheid tussen de beleggingsportefeuille enerzijds en de verplichtingen anderzijds. In beginsel hebben de verplichtingen, vanwege de lange looptijden, een hogere rentegevoeligheid dan de vastrentende waarden in de beleggingsportefeuille. Een daling van de rente leidt dan tot een stijging van de verplichtingen, die slechts gedeeltelijk wordt goedgemaakt door een stijging van de waarde van de obligatieportefeuille. Een mogelijkheid om dit risico te beheersen is om de beleggingen zo goed mogelijk af te stemmen op de rentegevoeligheid van de verplichtingen. Het bestuur van SPNG beraadt zich nog over deze mogelijkheid. Dit zal worden onderzocht met de voornoemde ALM-studie.
Pagina 44 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
9.4.
Actuariële risico’s De belangrijkste actuariële risico’s zijn de risico’s van langleven, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Langleven c.q. sterfterisico Dit is het risico dat de actuariële aannames met betrekking tot overlevingskansen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Resultaten ontstaan bijvoorbeeld indien deelnemers langer leven dan waarmee rekening wordt gehouden bij de vaststelling van de premie en de voorziening pensioenverplichtingen. Dit risico wordt beperkt door de technische winstdeling die met de herverzekeraars is overeengekomen en het feit dat prudente sterftegrondslagen zijn gekozen. Arbeidsongeschiktheidsrisico Dit betreft het risico dat de actuariële opslag met betrekking tot het arbeidsongeschiktheidsrisico niet overeenstemt met het daadwerkelijke WAO- c.q. WIA-verloop onder de deelnemers. Ook dit risico wordt beperkt door de voornoemde technische winstdeling.
9.5.
Toeslagenrisico Het bestuur van SPNG heeft de ambitie toeslagen op de pensioenen te verlenen. Het risico bestaat dat de meeropbrengsten uit beleggingen en de daarmee samenhangende ontwikkeling van de dekkingsgraad niet toereikend zijn om invulling te kunnen geven aan het beoogde toeslagbeleid. Omdat:
de financiering van het toeslagbeleid voor de actieven ten laste komt van de aangesloten werkgevers;
het toeslagbeleid voor de inactieven een strikt voorwaardelijk karakter heeft;
met een continuïteitsanalyse is berekend wat de slaagkans van de toeslagambitie is; is naar de mening van het bestuur het financiële risico voor SPNG nihil.
9.6.
Overige risico’s Uitbestedingsrisico Uitbestedingsrisico heeft betrekking op de continuïteit van bedrijfsvoering, integriteit en kwaliteit van de externe uitvoerder(s). Vanwege het feit dat SPNG de uitvoering van de pensioenregeling en het vermogensbeheer heeft uitbesteed, is het van belang om extra te letten op het uitbestedingsrisico. Operationele risico’s Dit is het risico ten gevolge van niet afdoende of falende interne processen, menselijk gedrag en systemen of als gevolg van externe gebeurtenissen. Onder deze definitie vallen operationele gebeurtenissen zoals IT problemen, tekortkomingen van de organisatiestructuur of interne controle, menselijke fouten, bijvoorbeeld de onjuiste afwikkeling van transacties, verkeerde verwerking van gegevens, fraude en dergelijke en externe bedreigingen. Voor zover dit risico binnen het bestuur ligt, wordt dit gereduceerd door de gedragscode. Zoals uit hoofdstuk 3.2 blijkt heeft SPNG zelf geen administratieve organisatie opgezet. De desbetreffende risico’s liggen dus grotendeels binnen de organisatie waaraan de de bewuste werkzaamheden zijn uitbesteed. Het bestuur heeft bedongen dat de betrokken “aannemers” dergelijke risico’s intern beheersen door een strakke administratieve organisatie en interne controle, een calamiteitenplan plus uitwijkvoorziening. Juridisch risico Juridisch risico is het risico als gevolge van wet- en regelgeving, naleving, aansprakelijkheid en afdwingbare contracten. Beheersing van dit risico is de mate waarin het risico van wet- en regelgeving, naleving, aansprakelijkheid en afdwingbare contracten wordt beheerst als gevolg van identificatie, beleidsformulering, implementatie en monitoring. Faillissementsrisico aangesloten werkgevers Het faillissementsrisico van werkgevers is beperkt, doordat SPNG als bedrijfstakpensioenfonds met meerdere werkgevers te maken heeft en de bestaande verplichtingen steeds volledig zijn herverzekerd op basis van het garantiecontract.
Pagina 45 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Een faillissement van één of meer werkgevers zou echter toch tot financiële verplichtingen voor SPNG kunnen leiden in het geval de procedure met betrekking tot premieachterstanden niet goed zou zijn gevolgd. Het bestuur ziet hierop nauw toe, onder meer door een regelmatige rapportage van de herverzekeraars. Daarnaast kunnen faillissementen druk leggen op het evenwicht tussen de bijdragen van werkgevers en werknemers enerzijds en de te betalen premies en uitvoeringskosten anderzijds. Bij een substantiële daling van de bijdragen nemen de uitvoeringskosten namelijk niet naar rato daarvan af. Dit risico is beperkt, doordat er een afdoende dekking is van exploitatiekosten en SPNG een premieverhoging kan doorvoeren indien dit noodzakelijk zou zijn. Bestuursrisico Onder het bestuursrisico wordt het risico verstaan, dat het bestuur op deelgebieden qua kennis en know how te kort schiet, dit al dan niet veroorzaakt door niet voorziene bestuursvacatures. Dit risico wordt binnen de huidige opzet van SPNG beheersbaar geacht, mede gezien het feit dat het bestuur wordt bijgestaan door een actuarieel en beleggingsadviseur, alsmede op financieel gebied door een externe accountant. Wel zal het bestuur – mede in het kader van Pension Fund Governance én ter beheersing van dit risico - extra aandacht besteden aan de benodigde deskundigheid. Het bestuur maakt daarbij gebruik van de expertise van de belangenorganisaties voor pensioenfondsen. Bestuurdersaansprakelijkheidsrisico Feitelijk is het bestuurdersaansprakelijkheidsrisico géén risico dat SPNG raakt. Het gaat hier immers om de persoonlijke aansprakelijkheid van bestuursleden, nadat SPNG op zijn aansprakelijkheid is aangesproken, dan wel indien de aansprakelijkheidsclaim volledig zou moeten worden geweten aan de bestuursleden persoonlijk. Dit laatstgenoemde risico wordt betrekkelijk gering geacht vanwege zaken als getoetste betrouwbaarheid, bewezen integriteit, geen persoonlijke belangen voor het bestuurderscollectief, geen beleggingshandelingen door bestuursleden en tot slot de zorgvuldige totstandkoming van bestuursbesluiten. Desalniettemin is een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering gesloten ter vermindering van dat risico. Volledigheidsrisico Dit betreft het risico dat niet alle werknemers met de juiste gegevens zijn aangemeld bij SPNG. Hieruit volgt een mogelijk claimrisico van een werknemer. Hoewel de werkgever hier de eerste verantwoordelijkheid draagt, kan dit risico ook SPNG raken. Dit risico wordt beperkt doordat de werkgever schriftelijk dient te verklaren dat de werknemers met de juiste gegevens bij SPNG zijn aangemeld.
Pagina 46 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Jaarrekening
Pagina 47 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
10.
Balans per 31 december 2008 (Bedragen in hele euro’s en na bestemming van het resultaat)
Activa
2008
2007
14.2.1
453.165.759
320.799.350
Vorderingen uit herverzekering
14.3.1
15.745.177
16.702.186
Overige vorderingen
14.3.2
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Garantiecontracten
Vorderingen en overlopende activa
Totaal activa
900.997
2.644.263
16.646.174
19.346.449
469.811.933
340.145.799
Pagina 48 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Passiva
2008
2007
Stichtingskapitaal en reserves Wettelijke en statutaire reserves
14.4.2
13.164.214
15.424.536
14.5.1
453.165.759
320.799.350
14.6
2.180.210
3.292.932
14.7.1
1.301.750
628.981
469.811.933
340.145.799
Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
Langlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva Overige schulden
Totaal passiva
Pagina 49 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 50 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
11.
Staat van baten en lasten over 2008 (Bedragen in hele euro’s en na bestemming van het resultaat) Staat van Baten en Lasten
2008
2007
19.224.846
BATEN Premiebijdragen
15.1
20.797.271
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds
15.2
30.261
0
Baten uit herverzekering
15.3
10.833.903
10.056.114
Overige baten
15.4
425.393
693.127
32.086.828
29.974.087
Totaal baten
LASTEN Pensioenuitkeringen
15.5
9.599.162
8.550.818
Pensioenuitvoeringskosten
15.6
357.937
214.126
- Pensioenopbouw
15.7.1
17.388.280
15.787.954
- Indexering en overige toeslagen
15.7.2
7.206.930
5.180.947
- Rentetoevoeging
15.7.3
15.191.822
14.308.633
- Onttrekking voor pensioenuitkeringen
15.7.4
(10.081.642)
- Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
15.7.5
(3.435.327)
- Wijziging marktrente
15.7.6
89.086.702
- Wijziging uit hoofde van overdracht van
15.7.7
472.885
2.976.089
15.7.8
18.324.157
0
15.7.9
(1.787.398)
(8.636.248) (2.605.589) (33.925.009)
rechten - Wijziging uit hoofde van actuariële uitgangspunten - Overige mutatie voorziening
(6.061.470)
pensioenverplichtingen Mutatie voorziening pensioenverplich-
132.366.409
(12.974.693)
tingen voor risico pensioenfonds Mutatie overige technische voorzieningen
15.8
Mutatie herverzekeringsdeel technische
15.9
0 (132.366.409)
(2.315.000) 12.974.692
voorzieningen Kosten pensioenopbouw
15.10
23.876.475
Saldo overdracht van rechten
15.11
0
20.965.687 0
Overige lasten
15.12
513.576
712.245
Totaal lasten
34.347.150
28.127.875
Saldo baten en lasten
(2.260.322)
1.846.212
Pagina 51 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Bestemming van resultaat Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Algemene Reserve
Totaal bestemming van het resultaat
2008
2007
(2.260.322)
1.846.211
(2.260.322)
1.846.211
Pagina 52 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
12.
Kasstroomoverzicht over 2008 De stand van de liquide middelen is nihil, omdat het fonds geen eigen bank- of girorekening aanhoudt noch een kas. Alle middelen van het fonds zijn ondergebracht bij de herverzekeraars. De liquide middelen maken onderdeel uit van het op basis van een garantiecontract bij de herverzekeraars ondergebrachte gesepareerde beleggingsdepot . Voor de gesepareerde beleggingsdepots die zijn herverzekerd op basis van een met beide herverzekeraars gesloten garantiecontract zijn niet de beleggingen (inclusief de liquide middelen die worden aangehouden ten behoeve van de beleggingen) op de Balans opgenomen maar wordt het herverzekeringsdeel van de technische voorziening opgenomen op de Balans.
Pagina 53 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 54 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
13. 13.1.
Toelichting grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ), uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Beleggingen en pensioenverplichtingen worden gewaardeerd op marktwaarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen, waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
13.2.
Opname in de balans of staat van baten en lasten Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het pensioenfonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
13.3.
Vreemde valuta Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Deze waardering is onderdeel van de waardering tegen marktwaarde. Baten en lasten voortvloeiende uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum. Het pensioenfonds heeft de volgende valutakoersen gehanteerd:
13.4.
2008
2007
Slotkoers
Slotkoers
Amerikaanse dollar
0,7190
0,6840
Britse pond
1,0340
1,3620
Japanse Yen
0,0080
0,0060
Schattingen en veronderstellingen Bij toepassing van de grondslagen en de regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur van het pensioenfonds zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht
noodzakelijk
is,
is
de
aard
van
deze
oordelen
en
schattingen
inclusief
de
bijbehorende
veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
13.5.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Vorderingen uit herverzekeringscontracten op risicobasis worden verantwoord op het moment dat de verzekerde gebeurtenis zich voordoet. Bij de waardering worden de herverzekerde uitkeringen contant gemaakt tegen de rentetermijnstructuur, onder toepassing van de actuariële grondslagen van het pensioenfonds. Pagina 55 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Vorderingen uit herverzekeringscontracten die classificeren als garantiecontracten worden gelijk gesteld aan de hiertegenover staande Voorziening voor pensioenverplichtingen. Bij de waardering van de vordering wordt rekening gehouden met de kredietwaardigheid van de herverzekeraar middels een afslag voor kredietrisico. Vorderingen uit hoofde van winstdelingsregelingen in herverzekeringsovereenkomsten op het moment van toekenning door de herverzekeraar. In de toelichting op de balans dient, indien sprake is van een verzekeringscontract waarvoor een gesepareerd beleggingsdepot wordt aangehouden, het verloop van de beleggingen zichtbaar wordt gemaakt. Voor de grondslagen van die verloopoverzichten gelden de grondslagen zoals hieronder opgenomen. Algemeen Alle beleggingen worden gewaardeerd op actuele waarde. Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld, vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs. Participaties in beleggingsinstellingen, die gespecialiseerd zijn in een bepaald soort beleggingen worden gerubriceerd en gewaardeerd volgens de grondslagen voor dat soort beleggingen. Alle gerealiseerde en ongerealiseerde resultaten worden direct in de staat van baten en lasten verantwoord. Mix-fondsen De onderliggende participatiewaarden van de mixfondsen kennen een verdeling van 75 / 25 voor wat betreft vastrentende en zakelijke waarden. De betreffende waarderingsgrondslagen worden onderstaand nader toegelicht. Aandelen Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoers. Niet-beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde
beleggingsinstellingen
worden
gewaardeerd
tegen
de
door
de
niet-
beleggingsinstelling
gerapporteerde intrinsieke waarde (zijnde de marktwaarde van de participaties op basis van de onderliggende intrinsieke waarden). Vastrentende waarden Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen de per balansdatum geldende beurskoersen. Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige nettokasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico, oninbaarheid) en de looptijd. Indien geen betrouwbare schatting van de actuele waarde van de vastrentende waarden is te maken, worden vastrentende waarden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs. Overige beleggingen De overige beleggingen betreffen participaties in beleggingsinstellingen die niet in een beleggingscategorie zijn in te delen. Deze beleggingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de per balansdatum geldende beurskoers. Indien geen betrouwbare schatting van de marktwaarde van deze beleggingen is te maken, worden deze gewaardeerd op kostprijs.
13.6.
Vorderingen en overlopende activa Voor zover noodzakelijk wordt op de vorderingen en overlopende activa een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht.
Pagina 56 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
13.7.
Technische voorzieningen
13.7.1. Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen wordt gewaardeerd op marktwaarde. De marktwaarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen. Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (indexatie)toezeggingen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente. Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of de opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd. Alle per balansdatum bestaande indexatiebesluiten zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen. Bij de berekening van de voorziening wordt rekening gehouden met premievrije pensioenopbouw in verband met invaliditeit op basis van de contante waarde van premies waarvoor vrijstelling van betaling wegens arbeidsongeschiktheid is verleend. Bij de bepaling van de actuariële uitgangspunten wordt uitgegaan van voor toezichthouder acceptabele grondslagen, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen. De berekeningen per ultimo 2008 zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen: a.
de rentevoet is gelijk aan de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur per ultimo verslagjaar en komt ongeveer overeen met een vaste rekenrente van 3,50% (2007: 4,94%).
b.
de sterftekansen zijn ontleend aan de overlevingstafels AG generatietafel 2005-2050 (sterftetafel 1-12009 (2006-2011)), waarbij de leeftijd voor zowel mannen als vrouwen over de gehele duur wordt teruggesteld met twee jaar. Voor het weduwen- en weduwnaarspensioen wordt over de gehele duur leeftijdsterugstelling van twee jaar toegepast. Er is geen opslag voor ervaringssterfte toegepast.
c.
voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder is dan de verzekerde vrouw.
d.
voor mannen worden de volgende gehuwdheidsfrequenties toegepast: Leeftijd van van van van
e.
18 25 35 65
tot 18 jaar tot 25 jaar tot 35 jaar tot 65 jaar jaar en hoger
Gehuwdheidsfrequentie 0 0,01 + 0,07 (x-18) 0,50 + 0,04 (x-25) 0,90 1
voor vrouwen worden de volgende gehuwdheidsfrequenties toegepast: Leeftijd van van van van van
18 25 30 50 65
tot 18 jaar tot 25 jaar tot 30 jaar tot 50 jaar tot 65 jaar jaar en hoger
Gehuwdheidsfrequentie 0 0,05 + 0,10 (y-18) 0,75 + 0,02 (y-25) 0,85 0,85 - 0,01 (y-50) 1
Voor de voorziening pensioenverplichtingen die bij Nationale-Nederlanden is herverzekerd worden afwijkende partnerfrequenties gehanteerd die omschreven staan in bijlage IIC van de herverzekeringovereenkomst. f.
de netto premiereserve wordt verhoogd met een excassoreserve van 1,5% van de netto premiereserve.
Pagina 57 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
g.
de schadevoorziening voor verzekerden met vrijstelling van premiebetaling wegens arbeidsongeschiktheid is bepaald als de bruto koopsom voor het nog niet gefinancierde gedeelte van de verzekering. Bij de bepaling van schadevoorziening is geen rekening gehouden met de kans op revalidatie.
Het volgens de huidige regeling verzekerde levenslange partnerpensioen en het wezenpensioen is op risicobasis herverzekerd. Er vindt vanaf 2001 geen opbouw meer plaats. Per ultimo 2007 is de voorziening pensioenverplichtingen berekend op basis van de volgende actuariële grondslagen. a.
de sterftekansen zijn ontleend aan de overlevingstafels Collectief 2003 met de navolgende leeftijdscorrecties: i.
voor het (tijdelijke) ouderdomspensioen –/-1 jaar voor mannen en -/–2 jaar voor vrouwen;
ii.
voor het partnerpensioen 2 jaar voor de verzekerde man of vrouw en 0 jaar voor de verzorgde man respectievelijk –1 jaar voor de verzorgde vrouw;
iii. b.
voor het verzekerde kapitaal bij leven –1 jaar voor mannen en –2 jaar voor vrouwen;
voor partnerpensioen is aangenomen dat de partner 3 jaar jonger is dan de verzekerde man en 3 jaar ouder dan de verzekerde vrouw
c.
de netto premiereserve wordt verhoogd met een excassoreserve van 1,5% van de netto premiereserve.
Het effect van de schattingswijziging in het huidige verslagjaar bedraagt €18.324.157. Dit resultaat is via de Staat van Baten en Lasten in het verslagjaar verantwoord.
13.8.
Kasstroomoverzicht De stand van de liquide middelen is nihil, omdat het fonds geen eigen bank- of girorekening aanhoudt noch een kas. Alle middelen van het fonds zijn ondergebracht bij de herverzekeraars. De liquide middelen maken onderdeel uit van het op basis van een garantiecontract bij de herverzekeraars ondergebrachte gesepareerde beleggingsdepot . Voor de gesepareerde beleggingsdepots die zijn herverzekerd op basis van een met beide herverzekeraars gesloten garantiecontract zijn niet de beleggingen (inclusief de liquide middelen die worden aangehouden ten behoeve van de beleggingen) op de Balans opgenomen maar wordt in plaats daarvan het herverzekeringsdeel van de technische voorziening opgenomen op de Balans.
Pagina 58 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
14. 14.1.
Toelichting op de balans Algemeen Er vinden geen beleggingen plaats in de premiebijdragende ondernemingen. Er vindt geen uitlening van beleggingen plaats.
14.2.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
14.2.1. Garantiecontracten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Garantiecontracten met beleggingsdepot
453.165.759
320.799.350
Stand ultimo boekjaar
453.165.759
320.799.350
Het verloopoverzicht van het herverzekeringsdeel van de technische voorziening is gelijk aan het verloop zoals opgenomen onder de toelichting op de voorziening pensioenverplichtingen onder punt 14.5.1 van de toelichting. Voor de berekening van de standen primo 2007 en 2008 is de totale technische voorziening op fondsgrondslagen
verdeelt
op
basis
van
de
technische
voorzieningen
van
beide
gesepareerde
beleggingsdepots op herverzekeringsgrondslagen. De stand ultimo 2008 is nauwkeurig vastgesteld door twee separate marktwaardeberekeningen voor beide gesepareerde beleggingsdepots. Depot AEGON Levensverzekeringen NV Stand primo boekjaar
2008
2007
96.091.416
102.026.519
Pensioenopbouw
5.682.745
5.239.272
Indexering en overige toeslagen
2.166.885
1.652.283
Rentetoevoeging
4.659.037
4.498.122
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
(3.188.288)
(2.804.240)
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
(1.113.681)
Wijziging marktrente
27.461.417
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging actuariële grondslagen Overige mutaties Stand ultimo boekjaar
Depot Nationale-Nederlanden Stand primo boekjaar Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen
(628.923) 5.175.160 (565.657) 135.740.111
2008
(846.153) (14.838.803) 2.876.620 0 (1.712.204) 96.091.416
2007
224.707.934
231.747.523
11.705.535
10.548.682
5.040.045
3.528.665
Rentetoevoeging
10.532.785
9.810.511
Onttrekking voor pensioenuitkeringen
(6.893.354)
(5.832.008)
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
(2.321.646)
Wijziging marktrente
61.625.285
(19.086.206)
1.101.808
99.469
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging actuariële grondslagen
13.148.997
Overige mutaties
(1.221.741)
Stand ultimo boekjaar
317.425.648
(1.759.436)
0 (4.349.266) 224.707.934
Pagina 59 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
14.2.2. Garantiecontracten met beleggingsdepot Bij de garantiecontracten bestaat de mogelijkheid om de herverzekerde pensioenverplichtingen achter te laten bij de verzekeraar. Beleggingsresultaten komen, indien positief ten gunste van het pensioenfonds. Indien deze negatief bedraagt wordt het negatieve resultaat op de balans van het depot geactiveerd. Toekomstige positieve resultaten worden eerst aangewend om geactiveerde negatieve resultaten te verrekenen. Bij dit contract is een gesepareerd beleggingsdepot geopend waarin de beleggingsportefeuille de volgende samenstelling en het volgende verloop kent (bedragen op marktwaarde). Totaal beleggingen gesepareerd beleggingsdepot Deze beleggingen zijn onder te verdelen in de volgende categorieën: 2008 Vastgoedbeleggingen Aandelen Vastrentende waarden
2007
8.231.358
8.373.867
29.012.393
34.365.870
229.646.679
236.500.783
Overige beleggingen
82.146.471
83.314.156
Beleggingsvorderingen
17.179.171
17.216.057
366.216.072
379.770.733
Stand ultimo boekjaar
Vastgoedbeleggingen De samenstelling van deze post is als volgt: 2008
2007
Indirecte vastgoedbeleggingen
8.231.358
8.373.867
Stand ultimo boekjaar
8.231.358
8.373.867
Het verloop van deze post is als volgt : 2008
2007
Stand primo boekjaar
8.373.867
4.376.504
Aankopen
1.500.000
4.399.989
Verkopen
0
0
Waardeveranderingen
(1.642.509)
(402.626)
Stand ultimo boekjaar
8.231.358
8.373.867
Aandelen De samenstelling van deze post is als volgt: 2008 Aandelen mature markets Aandelen emerging markets Stand ultimo boekjaar
2007
25.330.990
30.701.762
3.681.403
3.664.108
29.012.393
34.365.870
Pagina 60 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Het verloop van deze post is als volgt: 2008
2007
Stand primo boekjaar
34.365.870
Aankopen
28.457.071
31.980.055 5.272.161
Verkopen
(15.826.018)
(3.150.054)
Waardeveranderingen
(17.984.530)
263.708
Stand ultimo boekjaar
29.012.393
34.365.870
Vastrentende waarden De samenstelling van deze post is als volgt: 2008 Obligatiebeleggingsfondsen
2007
139.189.803
134.243.910
90.456.876
102.256.873
229.646.679
236.500.783
Annuïteitenleningen aan AEGON Levensverzekering NV en Nationale-Nederlanden Levensverzekering Mij NV Stand ultimo boekjaar
Per 1 januari 2003 zijn de zes annuïteitenleningen in verband met de inbreng reserve aangepast. Het verschil is door de herverzekeraars ingestort. Deze leningen kennen een gemiddelde looptijd van twintig jaar en een interestvoet van 4%; aflossing en interest vervalt jaarlijks op 31 december. Het verloop van deze post is als volgt: 2008 Stand primo boekjaar
236.500.783
2007 233.429.518
Aankopen
24.395.956
17.039.951
Verkopen
(30.550.032)
(16.166.133)
(700.028)
2.197.447
Waardeveranderingen Stand ultimo boekjaar
229.646.679
236.500.783
Overige beleggingen De samenstelling van deze post is als volgt: 2008
2007
Hedgefunds
2.978.933
3.412.475
Voorschotleningen
2.180.210
3.292.932
75/25)
76.987.328
76.608.749
Stand ultimo boekjaar
82.146.471
83.314.156
Mix-fondsen (AEGON Strategic Allocation Fund
Pagina 61 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Het verloop van deze post is als volgt: 2008
2007
Stand primo boekjaar
83.314.156
Aankopen
13.187.170
78.702.244 11.940.450
Verkopen
(9.881.035)
(5.279.861)
Waardeveranderingen
(4.473.820)
(2.048.677)
Stand ultimo boekjaar
82.146.471
83.314.156
Beleggingsvorderingen De samenstelling van deze post is als volgt: 2008 Lopende intrest liquide middelen
66
8.286
0
(2.730.000)
17.180.132
19.937.771
Nog te betalen beleggingsbedragen Liquide middelen (ten aanzien van beleggingen)
2007
Overige schulden
(1.027)
Stand ultimo boekjaar
0
17.179.171
17.216.057
Het huidige herverzekeringscontract loopt tot 1 januari 2013. Op de einddatum bestaan de volgende mogelijkheden. 1.
Het contract wordt verlengd al dan niet tegen gewijzigde condities en tarieven voor de toekomst.
2.
Het contract wordt beëindigd met premievrije voortzetting van de opgebouwde rechten. Deze blijven gegarandeerd
door
de
herverzekeraars.
Vanaf
dat
moment
wordt
de
vergoeding
voor
vermogensbeheer verhoogd en worden negatieve technische resultaten verrekende met positieve beleggingsresultaten. 3.
Het contract wordt beëindigd met collectieve waardeoverdracht naar een nieuwe pensioenuitvoerder/ herverzekeraar, dan wel het fonds zelf. Tegenover de afkoopwaarde van de verplichtingen wordt actuele waarde van de beleggingen overgedragen. De kosten voor overdracht komen voor rekening van het fonds. Het uitlooprisico is voor rekening van de herverzekeraars.
14.2.3. Kredietrisico herverzekeraar Het pensioenfonds heeft haar verplichtingen ondergebracht bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. en AEGON Levensverzekering N.V. Deze maatschappijen hebben ultimo boekjaar een kredietrating van AA- of hoger en op grond hiervan behoeft het pensioenfonds geen kredietafslag toe te passen op de vorderingen uit hoofde van herverzekering.
Pagina 62 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
14.3.
Vorderingen en overlopende activa
14.3.1. Vorderingen uit hoofde van herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Rekening courant AEGON Levensverzekering N.V.
2007
13.437.901
12.131.327
1.726.237
3.630.790
581.039
940.069
15.745.177
16.702.186
en Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. Vrije reserve in gesepareerd beleggingsdepot 1) Geactiveerde rentestandskorting Stand ultimo boekjaar
1) Binnen het gesepareerde beleggingsdepot worden naast beleggingen voor de Voorziening voor Pensioenverplichtingen ook beleggingen voor Vrije middelen aangehouden. Op de passivazijde van het depot is een Vrije Reserve opgenomen die hier op de balans van het pensioenfonds wordt verantwoord. 14.3.2. Overige vorderingen Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Te vorderen premies 1)
900.997
2.644.263
Stand ultimo boekjaar
900.997
2.644.263
1) Er is geen voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht op het saldo te vorderen premies. Alle vorderingen hebben een looptijd van korter dan een jaar.
14.4.
Stichtingskapitaal en reserves
14.4.1. Stichtingskapitaal Het stichtingskapitaal bedraagt € 0 en is gedurende het boekjaar ongewijzigd. 14.4.2. Wettelijke en statutaire reserves Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Algemene reserve
13.164.214
15.424.536
Stand ultimo boekjaar
13.164.214
15.424.536
Het verloop van de algemene reserve is als volgt: 2008 Stand primo boekjaar
15.424.536
Mutatie via resultaatsbestemming
(2.260.322)
Stand ultimo boekjaar
13.164.214
2007 13.578.325 1.846.211 15.424.536
Pagina 63 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
14.4.3. Solvabiliteit en herstelplan Solvabiliteit De solvabiliteit van het pensioenfonds is als volgt: 2008
2007
Minimaal vereist eigen vermogen
0
0
Vereist eigen vermogen
0
0
Volgens de Pensioenwet dient een pensioenfonds een minimaal vereist dan wel vereist eigen vermogen aan te houden. Voor het aanhouden van een minimaal vereist Eigen vermogen kan een vrijstelling van DNB worden verkregen. Het Vereist Eigen vermogen dient zodanig van omvang te zijn dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat het pensioenfonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de hoogte van de technische voorzieningen. Gezien de aard van het garantiecontract is zowel de eis ten aanzien van het minimaal vereist eigen vermogen als de eis ten aanzien van het vereist eigen vermogen in het boekjaar niet aan de orde. De vermogenspositie van het pensioenfonds kan ultimo boekjaar worden gekarakteriseerd als toereikende solvabiliteit.
14.5.
Technische voorzieningen In de technische voorzieningen zijn de volgende pensioenregelingen opgenomen: xPensioenreglement 1968 xPensioenreglement 1978 xPensioenreglement 2001 Voor een toelichting wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het bestuursverslag.
14.5.1. Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld: 2008 Actieve deelnemers Arbeidsongeschikte deelnemers
187.583.100
2007 118.958.053
11.626.619
8.572.044
Gewezen deelnemers
122.478.390
84.311.140
Pensioentrekkenden
124.780.619
104.217.235
Netto Voorziening pensioenverplichtingen
446.468.728
316.058.472
6.697.031
4.740.878
453.165.759
320.799.350
Excassovoorziening Stand ultimo boekjaar
Pagina 64 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Het verloop van de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds kan als volgt worden weergegeven: 2008 Stand primo boekjaar Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen
2007
320.799.350
333.774.042
17.388.280
15.787.954
7.206.930
5.180.948
15.191.822
14.308.633
(10.081.642)
(8.636.248)
Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten
(3.435.327)
(2.605.589)
Wijziging marktrente
89.086.702
(33.925.009)
472.885
2.976.089
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Wijziging actuariële grondslagen
18.324.157
Overige mutaties
(1.787.398)
Stand ultimo boekjaar
453.165.759
0 (6.061.470) 320.799.350
De voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds is gewaardeerd volgens de grondslagen zoals opgenomen in hoofdstuk 13.7. De posten pensioenopbouw tot en met technisch resultaat in de Mutatie van de Voorziening voor pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds zijn gebaseerd op de grondslagen zoals die zijn omschreven in bijlage II bij de verzekeringsovereenkomst. Deze grondslagen zijn: a.
De rentevoet bedraagt 4% per jaar.
b.
De sterftekansen zijn ontleend aan de overlevingstafels Collectief ’93, hierbij is inbegrepen een opslag van 3% in verband met toekomstige sterfteontwikkelingen, met twee jaar leeftijdsverhoging tot de pensioendatum en zonder leeftijdsverhoging daarna. Voor het nabestaandenpensioen is er over de gehele duur geen leeftijdsverhoging.
c.
Voor het partnerpensioen is aangenomen dat de partner drie jaar jonger is dan de verzekerde man en drie jaar ouder is dan de verzekerde vrouw.
d.
De gehuwdheidsfrequentie van een x-jarige man wordt gesteld op: 0
voor x is minder dan 18;
0,01 + 0,07 (x-18)
voor x is 18 of meer, doch minder dan 25;
0,50 + 0,04 (x-25)
voor x is 25 of meer, doch minder dan 35;
0,90
voor x is 35 of meer, doch minder dan 65.
De gehuwdheidsfrequentie van een y-jarige vrouw wordt gesteld op: 0
voor y is minder dan 18;
0,05 + 0,10 (y-18)
voor y is 18 of meer, doch minder dan 25;
0,75 + 0,02 (y-25)
voor y is 25 of meer, doch minder dan 30;
0,85
voor y is 30 of meer, doch minder dan 50;
0,85 - 0,01 (y-50)
voor y is 50 of meer, doch minder dan 65.
In verband met het meeverzekeren van het nabestaandenpensioen voor partners met een notariële akte hanteert de verzekeraar een opslag van 5% op bovenstaande gehuwdheidsfrequenties. e.
De netto premiereserve wordt verhoogd met een excassoreserve van 1,50% van de netto premiereserve.
Pagina 65 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
f.
De
schadevoorziening
voor
verzekerden
met
vrijstelling
van
premiebetaling
wegens
arbeidsongeschiktheid is bepaald als de bruto koopsom voor het nog niet gefinancierde gedeelte van de verzekering. 14.5.2. Overige technische voorzieningen Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Indexatievoorziening
0
0
Stand ultimo boekjaar
0
0
Indexatievoorziening Het verloop van deze post kan als volgt worden weergegeven: 2008
14.6.
2007
Stand primo boekjaar
0
2.315.000
Vrijval
0
(2.315.000)
Stand ultimo boekjaar
0
0
Langlopende schulden Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Voorschotlening van herverzekeraars
2.180.210
3.292.932
Stand ultimo boekjaar
2.180.210
3.292.932
Tot 2002 is jaarlijks aan het pensioenfonds een voorschot verleend voor de door het fonds aan de werkgever verleende rentestandskortingen. Deze jaarlijkse leningen kennen een rentevoet van 4% en zijn 6 jaar niet aflosbaar. Na zes jaar worden de leningen in vijf jaar gelijkmatig afgelost. De looptijd van deze lening is tot 31 december 2011.
14.7.
Overige schulden en overlopende passiva
14.7.1. Overige schulden Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Vooruitontvangen premies Nog te betalen accountantskosten
2007
1.188.107
568.981
40.000
40.000
Nog te betalen actuariskosten
7.500
0
Nog te betalen adviseurskosten
2.380
20.000
Nog te betalen kosten jaarverslaglegging
41.700
0
Overige schulden
22.063
0
1.301.750
628.981
Stand ultimo boekjaar
Pagina 66 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
14.8.
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
14.8.1. Niet toegekende toeslagen; inhaalambititie Het bestuur besluit over een eventuele inhaaltoeslag. Er bestaat geen recht op een inhaaltoeslag. Het bestuur kan het toeslagenbeleid te allen tijde voor alle deelnemers en gewezen deelnemers (waaronder mede begrepen de pensioengerechtigden) aanpassen. 14.8.2. Uitbesteding SPNG heeft een uitbestedingsovereenkomst (Service Level Agreement) afgesloten met de herverzekeraars Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. en AEGON Levensverzekeringen N.V. voor een periode van tien jaar met als ingangsdatum 1 januari 2003. De door het pensioenfonds betaalde administratie- en excassokostenvergoeding bedraagt inclusief de door herverzekeraar verleende omvangskorting € 2.212.131 (2007: € 1.551.899). In het bedrag voor het jaar 2008 is een aantal correcties over 2007 meegenomen. Wanneer deze correcties al in 2007 zouden zijn doorgevoerd, zou de voornoemde vergoeding voor 2008 € 210.342 lager zijn terwijl de vergoeding voor 2007 juist € 210.342 hoger zou zijn.
Pagina 67 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 68 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
15. 15.1.
Toelichting op de staat van baten en lasten Premiebijdragen Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Bruto premies en stortingskoopsommen Bruto koopsommen (excl. koopsom toeslag
2007
17.617.084
16.192.201
3.180.187
3.032.645
20.797.271
19.224.846
inactieven) Totaal
De kostendekkende premie, de feitelijke premie en de gedempte premie zijn als volgt: 2008
2007
Feitelijke premie
20.797.271
19.224.846
Kostendekkende premie
20.589.990
18.973.436
De kostendekkende premie is als volgt berekend. 2008 Actuarieel benodigde premies en (stortings-)
20.797.271
2007 19.224.846
koopsommen Door herverzekeraar verleende omvangskorting Pensioenuitvoeringskosten Totaal
15.2.
(565.218)
(465.536)
357.937
214.126
20.589.990
18.973.436
Beleggingsresultaten voor risico pensioenfonds Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Beheerkosten
30.261
0
Kosten vermogensbeheer
30.261
0
Van de totale kosten vermogensbeheer kan geen betrouwbare toerekening van de kosten aan de verschillende beleggingscategorieën worden gemaakt. Derhalve is deze niet opgenomen. De beheerkosten betreft het saldo van een vast bedrag aan beheerkosten die aan de herverzekeraar is verschuldigd minus een restitutie van een deel van de beheerkosten die aan de participatiewaarden zijn onttrokken. De beheerkosten worden separaat van de overrente in de rekening-courant van het fonds geboekt. Voor 2007 bedroeg deze bate €32.285. Deze is in 2007 meegenomen als “Uitkering overrente gesepareerd beleggingsdepot” ad €579.406 (zie paragraaf 15.3). In 2008 was de door de overrente negatief en zijn de kosten vermogensbeheer afzonderlijk gepresenteerd.
Pagina 69 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
15.3.
Baten uit herverzekering Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Pensioenuitkeringen uit hoofde van
2007
9.599.162
8.550.818
1.299.595
925.890
herverzekering 1) Uitkering technische winstdeling 2) Uitkering overrente gesepareerd beleggingsdepot Totaal
(64.854) 10.833.903
579.406 10.056.114
Ad 1) Pensioenuitkeringen uit hoofde van herverzekering zijn gelijk aan de onder 15.4 opgenomen en gespecificeerde daadwerkelijke pensioenuitkeringen. Ad 2) Het pensioenfonds heeft, conform lid VII van bijlage IIIB van de verzekeringsovereenkomst jaarlijks recht op uitkering van een positief technisch resultaat na aftrek van de risicogrens. Het aandeel in het technisch resultaat over 2008 bestaat uit het regulier door de herverzekeraars vastgestelde bedrag van €1.440.532 en een correctie op het aandeel in het technisch resultaat 2008 van -/-€ 140.937 ten gunste van de omvangskorting.
15.4.
Overige baten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Interestbaten
425.393
693.127
Totaal
425.393
693.127
De interestbaten zijn toegelicht in paragraaf 15.13.
15.5.
Pensioenuitkeringen In totaal is uitgekeerd aan gepensioneerde deelnemers (deze uitkeringen zijn gelijk aan de bij 15.2 bedoelde pensioenuitkeringen uit hoofde van herverzekering): 2008
2007
Ouderdomspensioen
7.543.888
6.703.181
Nabestaandenpensioen
1.834.702
1.704.696
Wezenpensioen Afkopen wegens gering pensioen Totaal
61.310
56.869
159.262
86.072
9.599.162
8.550.818
Pagina 70 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
15.6.
Pensioenuitvoeringskosten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Accountantskosten ad 1)
53.590
Actuariskosten ad 1)
14.760
54.625 0
Continuïteitsanalyse en ALM-studie
15.053
0
Bestuurskosten
29.851
30.530
Contributie OPF
3.548
3.025
Kosten jaarverslaglegging ad 2)
41.700
0
Adviseurskosten ad 3)
66.638
31.869
Bijdrage DNB/AFM
22.063
22.063
Boete DNB ad 4)
2.000
0
Kosten secretariaat
67.711
65.093
Communicatiekosten
32.377
0
8.646
6.921
357.937
214.126
Diverse kosten Totaal
Ad 1) De accountantskosten en de actuariskosten hebben volledig betrekking op het uitvoeren van controlewerkzaamheden voor de jaarrekening. Ad 2) Dit betreft de kosten voor het vervaardigen van het jaarwerk 2008. Ad 3) In de adviseurskosten over 2007 zijn de verslagleggingskosten voor 2007 inbegrepen. In de adviseurskosten van 2008 zitten tevens kosten voor beleggingsadvies ad €30.309 Ad 4) In 2008 heeft DNB het pensioenfonds een dwangsom opgelegd ter grootte van €2.000 vanwege het te laat indienen van de jaarstaten 2007.
15.7.
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds Hier volgt een toelichting op de verschillende componenten van de mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.
15.7.1. Pensioenopbouw De pensioenopbouw is de contante waarde van de pensioenaanspraken die in het boekjaar zijn toegekend. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven: 2008 Bruto premie Bruto koopsommen Totaal pensioenopbouw
2007
17.388.280
15.729.880
0
58.074
17.388.280
15.787.954
15.7.2. Indexering en overige toeslagen De opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers worden jaarlijks aangepast aan de CAOloonindex met een maximum verhoging van 3% per jaar. Deze verhoging heeft voor de deelnemers een onvoorwaardelijk karakter. Het pensioenfonds streeft er tevens naar de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) jaarlijks aan te passen aan de ontwikkeling van de prijsindex. Deze toeslagverlening heeft een strikt voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op een toeslag bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst een toeslag kan worden verleend. Een eventuele achterstand in de toeslagverlening kan uitsluitend worden ingehaald voor zover de daartoe beschikbare middelen dat toelaten.
Pagina 71 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
De samenstelling kan als volgt worden weergegeven: 2008 Indexatie actieve en arbeidsongeschikte
2007
3.562.508
2.974.571
3.644.422
2.206.376
7.206.930
5.180.947
deelnemers (2008: 2,16% en 2007: 1,94%) Indexatie gewezen en gepensioneerde deelnemers (2008: 1,50% en 2007: 1,00%) Totaal indexatie
15.7.3. Rentetoevoeging De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 4,0% (vorig jaar: 4,0%) voor een bedrag ad € 15.191.822 (vorig boekjaar € 14.308.633). 15.7.4. Onttrekking voor pensioenuitkeringen Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen in de verslagperiode. De samenstelling kan als volgt worden weergegeven:
Uitkeringen
2008
2007
(9.439.900)
(8.464.746)
Afkopen klein pensioen
(159.262)
(86.072)
Afkopen aan pensioenfonds
(482.480)
(85.430)
(10.081.642)
(8.636.248)
Totaal uitkeringen
15.7.5. Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder dit hoofd opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de kosten van de verslagperiode. De onttrekking met betrekking tot het verslagjaar bedraagt € (3.435.327) (vorig jaar € (2.605.589)). 15.7.6. Wijziging marktrente Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente. Het per 31 december gehanteerde intrestpercentage komt ongeveer overeen met een vaste rekenrente van 3,50% % en is afgeleid van de rentetermijnstructuur, zoals per 31 december 2008 door DNB is gepubliceerd (2007: 4,94%). De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de marktrente met betrekking tot het boekjaar bedraagt € 89.086.702 (vorig jaar: € (33.925.009). 15.7.7. Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Hieronder is opgenomen
het
saldo
van
de
actuarieel benodigde koopsommen
voor overgenomen
pensioenverplichtingen en de vrijval van de voorziening dat betrekking heeft op het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van overgedragen pensioenverplichtingen.
Pagina 72 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Het saldo kan als volgt worden weergegeven: 2008
2007
Koopsom overgenomen waardeoverdracht
2.597.495
6.959.084
Afkoop overgedragen waardeoverdrachten
(2.124.610)
(3.982.995)
Totaal
472.885
2.976.089
15.7.8. Wijziging actuariële grondslagen Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien ten behoeve van de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen ten aanzien sterfte, langleven, arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen voor de gehele bevolking als voor de populatie van het fonds. Bij de vaststelling van de toereikend van de voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gebruik gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur van het fonds. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien. In 2008 zijn de actuariële grondslagen gewijzigd van Collectief 2003 naar AG 2005-2050. De financiële gevolgen uit hoofde van de wijziging van de actuariële grondslagen met betrekking tot het boekjaar bedraagt € 18.324.157 (vorig jaar: € 0). 15.7.9. Overige mutaties Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Technisch resultaat op sterfte Technisch resultaat op arbeidsongeschiktheid Technisch resultaat op mutaties Totaal
15.8.
2008
2007
(1.428.862)
(1.041.973)
(358.536) 0
0 (5.019.497)
(1.787.398)
(6.061.470)
2008
2007
Mutatie overige technische voorzieningen Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Mutatie indexatievoorziening
0
(2.315.000)
Pagina 73 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
15.9.
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen Het saldo kan als volgt worden weergegeven:
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht rechten Wijziging actuariële uitgangspunten Overige mutaties Totaal
2008
2007
(17.388.280)
(15.787.954)
(7.206.930)
(5.180.948)
(15.191.822)
(14.308.633)
10.081.642
8.636.248
3.435.327
2.605.589
(89.086.702)
33.925.009
(472.885)
(2.976.089)
(18.324.157)
0
1.787.398
6.061.470
(132.366.409)
12.974.692
15.10. Kosten pensioenopbouw Dit zijn de aan de herverzekeringsmaatschappijen afgedragen bruto premies en koopsommen. Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Bruto premie Vrijgestelde bruto premies Koopsom indexatie actieven en
17.617.084
2007 16.192.201
0
0
3.562.508
2.974.571
3.644.422
2.206.377
arbeidsongeschikten Koopsom indexatie slapers en pensioentrekkenden Koopsom dienstverlating Koopsom affinanciering Koopsom overig
1.968
0
98.191
0
0
58.074
Afkopen aan het pensioenfonds
(482.480)
0
Omvangskorting 6
(565.218)
(465.536)
Totaal
23.876.475
20.965.687
15.11. Saldo overdracht van rechten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008
2007
Overgenomen pensioenverplichtingen
(2.597.495)
(6.959.084)
Kosten inkoop pensioenverplichtingen
2.597.495
6.959.084
Overgedragen pensioenverplichtingen
2.074.719
3.982.996
(2.074.719)
(3.982.996)
Baten vrijval pensioenverplichtingen Totaal
6
0
0
De omvangskorting bestaat uit het regulier door de herverzekeraars vastgestelde bedrag van € 424.281 en
een correctie op het technisch resultaat van € 140.937 ten gunste van de omvangskorting. Pagina 74 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Waardeoverdracht betreft de ontvangst van of overdracht aan pensioenfonds of pensioenverzekeraar van respectievelijk de vorige of de nieuwe werkgever van de contante waarde van premievrije pensioenaanspraken van deelnemers, die tot de uitdiensttredingsdatum zijn opgebouwd. De ontvangen koopsommen worden aangewend voor inkoop van extra dienstjaren. Het resultaat op waardeoverdrachten komt volledig ten gunste of laste van de aangesloten werkgevers.
15.12. Overige lasten Deze post kan als volgt worden gespecificeerd: 2008 Interestlasten
2007
87.748
Afschrijving geactiveerde rentestandskorting Nader te onderzoeken lasten Overige lasten Totaal
131.717
359.030
474.130
0
106.398
66.798
0
513.576
712.245
De interestlasten zijn toegelicht in paragraaf 15.13. De overige lasten betreft de correctie op de ultimo balansstanden 2007 van de rekening-courantverhouding met de herverzekeraar en de werkgever.
15.13. Intrestbaten en –lasten Het totaal van de posten intrestbaten en intrestlasten kan als volgt worden gesplitst naar de verschillen onderdelen van baten en lasten: 2008
2007
Interest rekening courant herverzekeraar
270.892
0
Interest rekening courant werkgever
154.501
693.127
425.393
693.127
Totaal interestbaten Interest voorschotlening van herverzekeraars Totaal interestlasten Totaal saldo interestbaten en -lasten
87.748
131.717
87.748
131.717
337.645
561.410
15.14. Aantal personeelsleden Bij het pensioenfonds zijn geen werknemers in dienst.
15.15. Bezoldiging bestuursleden Het bestuur is belast met de vorming van het beleid en de dagelijkse gang van zaken binnen SPNG. De kostenvergoedingen over het jaar 2008 voor de bestuurders tezamen bedraagt € 28.897 (2007: € 30.530).
15.16. Bezoldiging verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is belast met het toezicht op het bestuur. De kostenvergoeding over het jaar 2008 voor de leden van het verantwoordingsorgaan tezamen bedraagt € 955 (2007: nihil).
15.17. Verbonden partijen 15.17.1.
Aangesloten werkgevers De aangesloten werkgevers zijn aan SPNG verbonden partijen.
Pagina 75 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Met de aangesloten werkgevers hebben geen andere transacties plaatsgevonden anders dan transacties die voortvloeien uit hoofde het uitvoeringsreglement. In het uitvoeringsreglement is ondermeer het volgende bepaald: 1. De werkgever zal met inachtneming van het hierna bepaalde SPNG in staat stellen diens financiële verplichtingen - voortvloeiende uit de statuten en het fondsreglement - voor alle door de werkgever aangemelde deelnemers na te komen. De werkgever is verplicht alle in het fondsreglement bedoelde werknemers bij SPNG als deelnemer aan te melden. a.
De werkgever is voor iedere deelnemer jaarlijks bij vooruitbetaling op 1 januari voor elke loonbetalingstermijn aan SPNG premie verschuldigd, welke door SPNG bij de werkgever geheven wordt.
b.
De werkgever is gerechtigd bij iedere loonbetaling de bij die periode behorende (eventuele) deelnemersbijdragen voor de deelname van de desbetreffende deelnemer aan de pensioenregeling op het loon van die deelnemer in te houden. Een dergelijke overeenkomst doet niets af aan de verplichting van de werkgever tegenover SPNG tot betaling van de volledige jaarpremie.
c.
De premie wordt per kalenderjaar vastgesteld op grond van het artikel “Financiering van de pensioenregeling” in het fondsreglement.
In de actuariële en bedrijfstechnische nota van SPNG zijn de componenten vastgelegd waaruit deze premie is opgebouwd en de grondslagen waarop de premie is gebaseerd. 2. De jaarpremie is minimaal gelijk aan de som van de volgende onderdelen: a.
de premies en koopsommen benodigd voor inkoop dan wel risicodekking van aanspraken gerelateerd aan het betreffende kalenderjaar en/of ten bate van overige aanspraken voortvloeiend uit het fondsreglement; dit is met inbegrip van de koopsom benodigd voor de toeslag (indexatie) op de opgebouwde pensioenrechten van de deelnemers die op de desbetreffende 1ste januari in dienst zijn van de werkgever;
b. c.
de opslag die nodig is voor de uitvoeringskosten van SPNG; de opslag die eventueel nodig is voor het tot stand brengen of in stand houden van het eventueel vereiste eigen vermogen zoals voorgeschreven op grond van wettelijke regels, de daarop gebaseerde lagere regelgeving en beleidsinvulling door de toezichthouder.
Voorts is de totale jaarpremie minimaal gelijk aan de zogeheten kostendekkende premie zoals voorgeschreven op grond van wettelijke regels, de daarop gebaseerde lagere regelgeving en beleidsinvulling door de toezichthouder. Hierbij zij in het bijzonder gewezen op artikel 128 van de Pensioenwet.
Pagina 76 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Overige gegevens
Pagina 77 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 78 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
16.
Bestemming saldo van baten en lasten Ten aanzien van de bestemming van het saldo van baten en lasten is geen bepaling opgenomen in de statuten van het pensioenfonds. De bestemming is nader uitgewerkt in de ABTN. Voor het verslagjaar wordt door het bestuur voorgesteld het resultaat als volgt te bestemmen. 2008 Wettelijke en statutaire reserves Mutatie Algemene Reserve Totaal bestemming van het resultaat
(2.260.322) (2.260.322)
Pagina 79 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 80 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
17.
Gebeurtenissen na balansdatum Zoals al eerder in dit jaarverslag genoemd, heeft SPNG een garantiecontract gesloten en daarmee haar verplichtingen volledig herverzekerd. Hierdoor is het voor SPNG niet noodzakelijk elk kwartaal aan de Nederlandsche Bank te rapporteren, loopt SPNG geen beleggingsrisico over de technische voorzieningen en draagt SPNG geen verzekeringsrisico. Ook ten aanzien van het aanhouden van een minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) gelden door het garantiecontract minder strikte regels in het Financieel ToetsingsKader (FTK). Zo is bij de invoering van het FTK aan volledig herverzekerde pensioenfondsen een overgangstermijn gegeven, zodat het pensioenfonds gelegenheid heeft om dit minimaal vereist eigen vermogen op te bouwen. Deze overgangsperiode loopt voor SPNG door tot in elk geval 1 januari 2010. Gedurende de genoemde overgangsperiode is het niet verplicht een MVEV aan te houden. De Nederlandsche Bank (DNB) geeft daarvoor automatisch toestemming. Ook na afloop van de overgangstermijn kan DNB instemmen met het niet aanhouden van een MVEV. DNB heeft aangegeven hiervoor aan te zullen sluiten bij de rating van Standard and Poor's (S&P). In de brief van de minister van Sociale zaken en werkgelegenheid van 20 februari 2009 is aangegeven dat sprake is van een uitzonderlijke economische situatie die vraagt om een evenwichtige aanpak. Enerzijds dient te worden voorkomen dat op grote schaal fondsen pensioenaanspraken en/of –rechten (onnodig) moeten gaan korten. Tegelijkertijd moet worden voorkomen dat pensioenfondsen langdurig in onderdekking zijn en meer uitkeren dan ze beschikbaar hebben. De brief van 20 februari 2009 deelt mee dat fondsen, in afwijking van het wettelijk kader en onder voorwaarden, uit mogen gaan van een hersteltermijn voor een dekkingstekort van maximaal vijf jaar. Alle pensioenfondsen met een dekkings- en/of reservetekort dienen een herstelplan in te leveren bij DNB. Op 31 maart 2009 heeft S&P de rating voor een belangrijk deel van de verzekeringssector herzien. Bij een rating lager dan AA- geldt, met inachtneming van overgangstermijn, de verplichting om eigen vermogen (VEV en MVEV) aan te houden en rekening te houden met een afslag op de vordering op de herverzekeraar. Onvoldoende eigen vermogen dient gemeld te worden bij DNB en leidt tot de verplichting om een herstelplan aan te leveren. Zoals blijkt uit hoofdstuk 7.8 is SPNG in deze situatie terecht gekomen. Op 2 april 2009 heeft DNB een brief verzonden met nadere instructies ten behoeve van het opstellen en indienen van herstelplannen voor (nagenoeg) volledig herverzekerde pensioenfondsen. Ook deze fondsen zijn en worden geraakt door de financiële crisis, met name als gevolg van een toename van het kredietrisico. Als gevolg van de verlaging van de rating is dit risico in korte tijd substantieel gestegen waardoor herverzekerde fondsen in een situatie van dekkingstekort terecht kunnen komen. Omdat DNB zich nog beraadt op de ontstane situatie bij herverzekerde fondsen en de omgang met kredietrisico op een herverzekeraar, kunnen deze fondsen een verzoek indienen voor maatwerk. Op grond van de Pensioenwet kan bijvoorbeeld een tijdelijke ontheffing aangevraagd worden voor het indienen van dat onderdeel van het herstelplan dat ziet op de risico´s van de verplichtingen die via een garantiecontract zijn overgenomen door een herverzekeraar. SPNG heeft dit ontheffingsverzoek binnen zes weken naar DNB verzonden waardoor, indien DNB instemt met dit verzoek, vooralsnog geen herstelplan door SPNG hoeft te worden ingediend. Het bestaan van kredietrisico voor SPNG als zodanig staat echter niet ter discussie. Daarom zal SPNG zich in 2009 beraden op maatregelen die getroffen kunnen worden om om te gaan met het kredietrisico.
Pagina 81 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 82 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
18.
Actuariële verklaring Opdracht Door de Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel te Den Haag is aan Ernst & Young Actuarissen B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2008. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van
verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij
geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. Als onderdeel van de werkzaamheden van de opdracht:
heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en
heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds.
Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen zal kunnen nakomen. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel. Oordeel Ik heb geconstateerd dat de verplichtingen van het pensioenfonds volledig zijn herverzekerd door middel van een garantiecontract en dit betrokken in mijn oordeel. Met inachtneming van het voorafgaande en het navolgende ben ik van oordeel dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum tenminste gelijk aan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum tenminste gelijk aan het wettelijk vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een toereikende solvabiliteit.
Pagina 83 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
De vermogenspositie van de Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel is naar mijn mening voldoende, mede gelet op mogelijkheden tot het realiseren van de beoogde toeslagen. Daarbij is bepalend de mate van waarschijnlijkheid dat het pensioenfonds zal kunnen voldoen aan de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, in aanmerking nemend het streven inzake toeslagen, zoals aan verzekerden meegedeeld en de in wet- en regelgeving opgenomen criteria. Amsterdam, 26 juni 2009 drs. C.D. Snoeks AAG verbonden aan Ernst & Young Actuarissen B.V.
Pagina 84 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
19.
Accountantsverklaring Aan: het bestuur van Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2008 van Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel te Den Haag bestaande uit de balans per 31 december 2008 en de staat van baten en lasten over 2008 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel per 31 december 2008 en van het resultaat over 2008 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Den Haag, 26 juni 2009 Ernst & Young Accountants LLP w.g. M.C. Spierings RA Pagina 85 van 86
Jaarverslag 2008 Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
Pagina 86 van 86