JAARVERSLAG 2009 Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland gevestigd te Enkhuizen
Inhoudsopgave KENGETALLEN EN JAARCIJFERS
1
Meerjarenoverzicht
1
Toelichting op het meerjarenoverzicht
1
BESTUURSVERSLAG 2009
3
Algemeen
3
Organisatie van het pensioenfonds
3
De pensioenregeling
5
Herverzekering en beleggingsdepot
6
Bestuursaangelegenheden
7
Financiële positie pensioenfonds ultimo 2009
10
Risico en beheersing
11
ALGEMENE ONTWIKKELINGEN IN DE PENSIOENSECTOR IN 2009
16
Wetgeving
16
Financiële crisis
18
Overige ontwikkelingen
22
VASTSTELLING DOOR HET BESTUUR
23
JAARREKENING
24
Balans (na bestemming saldo van baten en lasten)
24
Staat van baten en lasten
25
Bestemming van het saldo van baten en lasten
25
Kasstroomoverzicht
26
Toelichting op het kasstroomoverzicht
26
Toelichting op de balans
27
Toelichting op de staat van baten en lasten
37
Technisch resultaat
41
Voorstel bestemming saldo van baten en lasten
41
Gebeurtenissen na balansdatum
41
Accountantsverklaring
42
Kengetallen en jaarcijfers Meerjarenoverzicht 2009
2008
2007
2006
2005
810 13 650 170 1.643
772 13 634 163 1.582
719 15 603 184 1.521
695 14 571 176 1.456
700 14 501 170 1.385
111 59 170
105 58 163
129 55 184
123 53 176
115 55 170
97.785
92.175
70.057
73.627
71.145
-8.347 12.318
0 12.542
0 12.227
0 0
0 0
Premiebijdragen (x € 1.000) Kostendekkende premie Feitelijke premie
6.738 5.471
3.792 4.142
3.603 2.481
nvt 2.733
nvt 4.571
Kosten pensioenregelingen Bijdragen deelnemers
5.923 1.005
4.881 894
3.907 825
3.582 764
4.073 745
Saldo waardeoverdracht
165
- 41
376
6.435
23
Deelnemers ultimo Actieven Arbeidsongeschikten Slapers Gepensioneerden Totaal Aantal pensioengerechtigden per soort pensioen ultimo Ouderdomspensioen Nabestaandenpensioen Totaal Voorzieningen en reserves
(x€ 1.000) Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds Reserve kredietafslag Bestemmingsreserve toeslagen
Toelichting op het meerjarenoverzicht Aangezien het fonds volledig is herverzekerd en de pensioenuitkeringen aan gewezen deelnemers niet via het fonds geschieden maar rechtstreeks door Delta Lloyd, hebben de hieronder genoemde cijfers hoofdzakelijk betrekking op mutaties en deelnemers via het fonds (voorzover men per 01.01.1980 in dienst was of na die datum gewezen deelnemer is geworden). Bovendien zijn hierin opgenomen gepensioneerden die vóór 01.01.1980 al een uitkering via het fonds ontvingen. Kosten pensioenregelingen bestaan uit betaalde premies en koopsommen voor de prolongatie, de jaarinkoop 2009 en de indexatie van de actieven alsmede de kosten voor de administratie en herverzekering door de herverzekeraar.
1
Vanwege de afgenomen kredietwaardigheid van Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden, moet er een afslag plaatsvinden op de vordering op de herverzekeraar ter grootte van € 8.347.000. Aangezien het bestuur heeft besloten de bestemmingsreserve toeslagen intact te laten en dus niet aan te wenden voor de compensatie van deze kredietafslag, is in het meerjarenoverzicht een nieuwe, negatieve reserve opgenomen onder de naam ‘Reserve kredietafslag’.
2
Bestuursverslag 2009 Algemeen De stichting Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland is een zelfstandige juridische eenheid waarin pensioenen zijn ondergebracht voor werknemers van Syngenta Seeds BV en Syngenta Crop Protection BV. De eerste officiële oprichtingsdatum van de rechtsvoorgangers van het huidige fonds is 1 juli 1935. De stichting is statutair gevestigd in Enkhuizen. Doelstelling Het fonds heeft conform de statuten tot doel: “het treffen van voorzieningen ter verzorging van de deelnemers gedurende hun oude dag en ter verzorging van de nabestaanden van overleden deelnemers, met name door voor iedere deelnemer ten behoeve van hem of haar zelf en zijn of haar gezinsleden pensioenen te verzekeren en uit te keren of te doen uitkeren, zulks in de gevallen, op de wijze en onder de voorwaarden, nader geregeld in de pensioenreglementen en de bepalingen in de statuten.”
Organisatie van het pensioenfonds Samenstelling bestuur per 31 december 2009: Dagelijks bestuur Werkgeverslid Werknemerslid:
H.A.M. Driessen Mw. F. Dries
Algemeen bestuur Werkgeversleden:
P.A. de Vries R. Haaksman P. Karemaker Werknemersleden: A. Noordermeer H. Buth Namens de pensioen- Mw. A. Huysers-Jeltes gerechtigden:
Termijn tot: 01-01-2015 01-01-2011
Syngenta Seeds B.V. Syngenta Seeds B.V.
01-01-2017 01-01-2013 01-01-2013 01-01-2013 01-01-2013 01-01-2017
Syngenta Seeds B.V. Syngenta Seeds B.V. Syngenta Crop Protection B.V. Syngenta Seeds B.V. Syngenta Crop Protection B.V. Syngenta Seeds B.V.
Samenstelling Verantwoordingsorgaan per 31 december 2009: Werkgeverslid Werknemerslid: Gepensioneerde:
01-01-2011 01-01-2011 01-01-2011
R. Peletier R. Schreuder J.H. Bos
Syngenta Seeds B.V. Syngenta Seeds B.V. gepensioneerden
Een bestuurslid treedt af per de genoemde einddatum van zijn of haar bestuurstermijn. Een aftredend bestuurslid is direct herbenoembaar c.q. herkiesbaar. Bestuursleden ontvangen als zodanig geen bezoldiging, eventueel te maken onkosten kunnen worden gedeclareerd.
3
Compliance officer R. Peletier Beleggingscommissie P.A. de Vries R. Peletier P. Karemaker R. Schreuder Administrateur Hewitt Associates B.V., Amsterdam Adviserend actuaris mw. R. Pijst AAG, Hewitt Associates B.V., Amsterdam Certificerend actuaris drs. A.G.M. den Hartogh AAG, Hewitt Associates B.V., Rotterdam Accountant drs. A.A. Beijer RA RBA, Ernst & Young Accountants LLP, Amsterdam Aangesloten ondernemingen Syngenta Seeds B.V. Syngenta Crop Protection B.V. Bestuursstructuur en intern toezicht Het fonds kent een paritair bestuur. Het bestuur is op basis van bepalingen uit de Pensioenwet en de Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur ingericht als een “one-tier” board. Het bestuur bestaat hierbij uit een Dagelijks bestuur (DB) verantwoordelijk voor het dagelijks beleid en de uitvoering en een Algemeen bestuur (AB) waaraan ook het intern toezicht is opgedragen. Twee leden, één werkgeverslid en één werknemerslid, vormen het DB en het AB bestaat uit drie werkgeversleden, twee werknemersleden en één bestuurslid namens de pensioengerechtigden. Bovendien heeft het fonds een Verantwoordingsorgaan (VO) ingesteld. Het VO telt drie leden: één werkgeverslid, één werknemerslid en een gepensioneerde. Taakverdeling DB, AB en VO De taakverdeling, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het DB en AB zijn vastgelegd in het mandaatreglement van Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland. De rechten en bevoegdheden van het VO zijn vastgelegd in het reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland. In het mandaatreglement is vastgelegd dat het DB belast is met alle beleids- en beheerstaken die voortvloeien uit de statuten, wettelijke regelgeving en de hoofddoelstelling van het pensioenfonds.
4
Het AB is belast met het houden van toezicht op de door het DB gevoerde beleids- en bestuurstaken. Voorts heeft het AB ten minste de volgende taken: ■ het beoordelen van beleids- en bestuursprocedures, bestuursprocessen en de checks en balances binnen de Stichting; ■ het beoordelen van de wijze waarop de Stichting wordt aangestuurd; ■ het beoordelen van de wijze waarop door het DB wordt omgegaan met de risico’s op de langere termijn. Het AB rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het DB. De bevindingen van het AB alsmede de reactie hierop van het DB en het VO worden opgenomen in het jaarverslag (zie paragraaf “Pension Fund Governance”). Het VO is bevoegd jaarlijks een algemeen oordeel te geven over: ■ het handelen van het bestuur (DB en AB gezamenlijk) in algemene zin; ■ het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar; ■ beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben; ■ de naleving van de Principes Pension Fund Governance door het bestuur. Verder adviseert het VO het bestuur, gevraagd of uit eigen beweging, over diverse onderwerpen. Het verantwoordingsorgaan verstrekt het oordeel als hierboven bedoeld schriftelijk en beargumenteerd aan het bestuur. Het oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop opgenomen in het jaarverslag (zie paragraaf “Pension Fund Governance”).
De pensioenregeling De pensioenregeling van het fonds is vastgelegd in een Pensioenreglement en een Prepensioenreglement. Hieronder volgt een kort overzicht met de belangrijkste karakteristieken van deze reglementen. Pensioenreglement Het betreft een middelloonregeling met een opbouwpercentage van 1,75% per jaar. Het pensioengevend inkomen is gemaximeerd op € 150.000,--. Werknemers van 21 jaar en ouder met een dienstverband voor onbepaalde tijd of een vast dienstverband langer dan 1 jaar treden toe tot de regeling en bouwen de volgende aanspraken op: ■ Ouderdomspensioen vanaf 65 jaar ■ Partnerpensioen (70% van het ouderdomspensioen) ■ Wezenpensioen (14% van het ouderdomspensioen) ■ Voor werknemers jonger dan 21 jaar met een partner wordt een partner- en/of wezenpensioen op risicobasis verzekerd. Deze aspirantenregeling is per 1 januari 2010 komen te vervallen. Het reglement biedt een aantal keuzemogelijkheden zoals uitruil van partnerpensioen in ouderdomspensioen, uitruil van ouderdomspensioen in partnerpensioen en een “hoog-laag” optie waarmee tussen 65 en 70 jaar een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering kan worden verkregen.
5
Deelnemers betalen een eigen bijdrage van 7% van de premiegrondslag. De premiegrondslag is het pensioengevend inkomen verminderd met € 23.000,--. Deze € 23.000,-- wordt door de directie vastgesteld en kan van jaar tot jaar veranderen. De rest van de kosten voor pensioenopbouw neemt de werkgever voor zijn rekening. De opgebouwde pensioenen worden aangepast aan de gestegen kosten van levensonderhoud. Voor deelnemers is deze indexatie onvoorwaardelijk en wordt deze gefinancierd door de werkgever. Voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is de indexatie voorwaardelijk en wordt deze gefinancierd uit de indexatiereserve. De indexatie voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is gemaximeerd op 3%. Prepensioenreglement Het prepensioenreglement geeft aanspraak op prepensioen voor alle actieve werknemers die op 31 december 2004 in de op dat moment bij de werkgever van kracht zijnde prepensioenregelingen waren opgenomen. Vanaf 1 januari 2005 worden geen nieuwe deelnemers meer in de prepensioenregeling opgenomen. Het prepensioen is een pensioenuitkering tussen 62 en 65 jaar. Het pensioengevend inkomen is gemaximeerd op € 150.000,--. De opgebouwde pensioenen worden aangepast aan de gestegen kosten van levensonderhoud. Voor deelnemers is deze indexatie onvoorwaardelijk en wordt deze gefinancierd door de werkgever. Voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is de indexatie voorwaardelijk en wordt deze gefinancierd uit de indexatiereserve. De indexatie voor gewezen deelnemers en pensioengerechtigden is gemaximeerd op 3%. Kosten van de pensioenopbouw in de prepensioenregeling komen volledig voor rekening van de werkgever.
Herverzekering en beleggingsdepot Herverzekering De pensioenverplichtingen die uit de reglementen voortvloeien zijn via een collectief verzekeringscontract volledig herverzekerd bij Delta Lloyd Levensverzekering NV. Tevens is voor deze verzekeringen (met uitzondering van tijdelijk ouderdomspensioen) premievrijstelling meeverzekerd in geval van arbeidsongeschiktheid. Het arbeidsongeschiktheidspensioen is rechtstreeks verzekerd via de sponsoren (werkgevers) voor zover het pensioengevend salaris de wettelijke regelingen te boven gaat. De co-assurantie met Nationale-Nederlanden is per 31 december 2009 beëindigd. Gesepareerd beleggingsdepot Onderdeel van het collectief verzekeringscontract is het Gesepareerd Beleggingsdepot waarin door Delta Lloyd de beleggingen en de verzekeringsverplichtingen vanuit het collectief contract afzonderlijk worden beheerd en geadministreerd. Het juridisch eigendom (exclusief het toeslagendepot) behoort toe aan de herverzekeraars. Conform het mandaat dat met Delta Lloyd is overeenge-
6
komen wordt 20% van het depot in aandelen(fondsen) belegd en 80% in obligatie(fondsen). De werkelijke strategische beleggingsmix bedroeg ultimo 2009 22% aandelen en 78% obligaties. Het verschil tussen de marktwaarde en de verkrijgingsprijs wordt door Delta Lloyd over een periode van 10 jaar voor aandelen en 8 jaar voor obligaties toegevoegd aan of ten laste gebracht van het beleggingsresultaat. Als het beleggingsresultaat in een jaar na aftrek van de beheervergoeding hoger is dan de benodigde rente (die is toegevoegd aan de voorziening) en de verschuldigde rente (op rekening couranten met verzekeraar) is er sprake van overrente. In 2009 was de overrente € 62.306,-- negatief. De negatieve overrente is geactiveerd op de balans van het depot. Toekomstige positieve overrente zal hier eerst mee worden verrekend. Toeslagendepot Naast het hiervoor genoemde Gesepareerd Beleggingsdepot beschikt het fonds over een toeslagendepot (zie de toelichting bij de balans) waarvan het juridisch eigendom bij het Pensioenfonds ligt. Uit dit depot kunnen ingegane pensioenen en slaperrechten, indien dit in de betreffende pensioenregeling is vastgelegd, worden geïndexeerd. Indien toeslagen worden toegekend wordt deze door het bestuur vastgestelde toeslag voor gepensioneerden en slapers ingekocht bij de herverzekeraar en de hiervoor verschuldigde koopsom onttrokken aan het depot. De voor dat jaar ingekochte toeslag is dan voor de looptijd van die verzekering(polis) volledig herverzekerd. Voor toeslagen geldt het nadrukkelijke voorbehoud van voorwaardelijkheid: “voorzover er middelen beschikbaar zijn”. Voorts geldt een maximum indexering van 3% per jaar. Het toeslagendepot is afzonderlijk op de balans terug te vinden bij de passiva onder “Bestemmingsreserves”. Het toeslagendepot wordt gevoed door de jaarlijkse rekening-courant intrestvergoeding over het bedrag van het depot plus dat deel van de overrente van het Gesepareerd Beleggingsdepot gerelateerd aan de voorziening pensioenverplichtingen van gepensioneerden en slapers, die onder deze toeslagregeling vallen. De totale marktwaarde van het beleggingsdepot en het toeslagendepot samen bedroeg per 31 december 2009 € 104.821.667,-- (excl. liquide middelen). Een deel van het totaal belegd vermogen ter grootte van € 1.387.460,-- heeft geen betrekking op het pensioenfonds maar op een rechtstreeks verzekerde regeling van Syngenta Seeds B.V. Een uitgebreide specificatie van de beleggingen vindt u in de toelichting op de balans.
Bestuursaangelegenheden Bestuurswisselingen In 2009 hebben de volgende bestuurswisselingen plaatsgevonden: ■ Vanaf 1 april 2009 is de heer H. Driessen de nieuwe voorzitter van het pensioenfonds en tevens lid van het dagelijks bestuur namens de werkgever. ■ De voormalig voorzitter de heer P. Karemaker is vanaf 1 april 2009 lid geworden van het algemeen bestuur en vertegenwoordigt de werkgever Syngenta Crop Protection B.V. Hij volgt daarmee de heer C. Broos op die is teruggetreden in verband met het aanvaarden van een dienstbetrekking bij Syngenta in Zwitserland. ■ De heer P.A. de Vries is per 1 januari 2009 voor een periode van acht jaar herbenoemd als bestuurslid namens de werkgever. 7
■ Mevrouw A. Huysers-Jeltes is na raadpleging van de gepensioneerden benoemd als bestuurslid namens de pensioengerechtigden. ■ De heer Vet, bestuurslid namens de werknemers van Syngenta Crop Protection B.V., heeft zijn bestuurszetel ter beschikking gesteld. Na een verkiezing onder de werknemers van Syngenta Crop Protection B.V. is hij per 20 april 2009 opgevolgd door de heer H. Buth. Het bestuur is in 2009 drie maal in vergadering bijeen geweest. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste onderwerpen die in 2009 de aandacht van het bestuur hebben gehad. Overeenkomst met Delta Lloyd De overeenkomst met Delta Lloyd loopt af per 31 december 2009. Het pensioenfonds heeft een intensief offertetraject gevolgd waarbij offertes zijn uitgebracht door Delta Lloyd, Generali en Zwitserleven. De offertes zijn uitgebreid besproken in het bestuur. Na alles te hebben afgewogen heeft het bestuur begin 2010 besloten om opnieuw een contract met Delta Lloyd te sluiten. Het nieuwe contract loop tot en met 31 december 2014. Tevens zijn de volgende alternatieven besproken: ■ Een rechtstreeks verzekerde regeling; ■ Aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Landbouw; ■ Het pensioenfonds volledig in eigen beheer nemen; ■ Het oude garantiecontract premievrij achterlaten en een geheel nieuw contract voor de toekomst afsluiten. Geen van deze alternatieven hebben een vervolg gekregen. Kredietrisico herverzekeraar en bestemming indexatiereserve Tot en met 31 december 2009 is Delta Lloyd voor 59% en Nationale-Nederlanden voor 41% aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit het herverzekeringscontract. De creditrating van Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden is in 2009 gedaald van AA- naar A+. Dit heeft als gevolg dat er ultimo 2009 een kredietafslag van € 8.347.000,-- dient plaats te vinden op de vordering op de verzekeraar. Het bestuur vindt het belangrijk dat ook in de toekomst aan de indexatieverwachting kan worden voldaan en heeft daarom besloten om de indexatiereserve niet aan te wenden voor de compensatie van de kredietafslag. Dit heeft gevolgen voor de financiële positie van het pensioenfonds. U leest hier meer over de paragraaf “Financiële positie pensioenfonds ultimo 2009”. Ontwikkeling levensverwachting Uit cijfers gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gebleken dat de levensverwachting van de bevolking in Nederland nog verder is toegenomen dan tot nu toe conform de prognosetafel 2006-2050 werd aangenomen. Vooruitlopend op de nog te publiceren nieuwe sterftetafels van het Actuarieel Genootschap heeft het bestuur besloten een extra opslag van 4,5% op de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2009 te leggen in verband met de toegenomen levensverwachting. Deze opslag is verwerkt in de jaarrekening. Beleggingsbeleid In 2009 is het strategische beleggingsbeleid waarbij de totale beleggingsportefeuille voor 20% in aandelen en voor 80% in vastrentende waarden wordt belegd, niet veranderd.
8
In het kader van de verlenging van het verzekeringscontract met Delta Lloyd is gesproken over beleggen conform de zogenoemde “kasstroommatch” waarmee het renterisico wordt afgedekt. Met ingang van het nieuwe contract zal vanaf 1 januari 2010 90% van de vastrentende waarden conform deze methode worden belegd. Met betrekking tot de overige 10% is het pensioenfonds vrij om te bepalen hoe de gelden worden belegd. Premie en overrente 2009 Reeds gedurende het boekjaar heeft het bestuur stil gestaan bij het feit dat de kostendekkende premie in 2009 hoger uitpakt dan de werkelijk ontvangen premie. In 2008 was deze situatie nog andersom. De omslag wordt veroorzaakt door de gedaalde marktrente. Aangezien de kredietafslag van € 8.347.000,-- niet ten laste van de bestemmingsreserve toeslagen wordt gebracht, is de toekomstige indexatieverwachting goed gewaarborgd en gaat het bestuur akkoord met het verlenen van de premiekorting. De overrente over boekjaar 2009 was negatief. Eventuele toekomstige positieve overrente zal door Delta Lloyd eerst worden verrekend met de (gecumuleerde) negatieve overrente. Communicatie Ook in 2009 heeft het bestuur de nodige aandacht besteed aan communicatie naar de deelnemers en gepensioneerden. Zo zijn er weer diverse goed bezochte deelnemersbijeenkomsten georganiseerd. Tevens is in de communicatie naar de deelnemers en gepensioneerden aandacht besteed aan de economische crisis en de gevolgen hiervan voor het pensioenfonds en de individuele pensioenen. Verder zijn er voorbereidingen getroffen voor het vermelden van het indexatielabel en de voorwaardelijkheidsverklaring op individuele correspondentie gericht aan deelnemers en gepensioneerden. Het bestuur heeft ook besloten dat de startbrief vanaf 2010 rechtstreeks door Delta Lloyd aan nieuwe deelnemers zal worden verzonden. Vaststelling franchise, indexatie en grensbedragen voor 2010 In de vergadering van december 2009 werden de nieuwe kerngetallen voor 2010 vastgesteld. Het bestuur heeft in eerste instantie besloten om de franchise ongewijzigd te laten mede gezien het feit dat de voorziening franchiseverlaging bijna leeg is en de pensioenkosten sowieso vanaf 2010 flink zullen stijgen door het nieuwe verzekeringscontract met Delta Lloyd. Begin 2010 is op voorstel van de werkgever, die bereid was de extra kosten te dragen, alsnog besloten om het beleid over de afgelopen jaren te volgen en de franchise te verlagen van € 15.500,-- in 2009 naar € 14.500,-- in 2010. Conform het pensioenreglement is de indexatie van de actieven per 1 januari 2010 gebaseerd op de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens in de periode van oktober 2008 tot oktober 2009. Op basis hiervan is de indexatie door het bestuur vastgesteld op 0,71%. De indexatie voor de inactieven is gebaseerd op de ontwikkeling van het afgeleide consumentenprijsindexcijfer voor alle huishoudens, eveneens over de periode van oktober tot oktober met een maximum van 3%. Op basis hiervan is de indexatie voor de inactieven per 1 januari 2010 vastgesteld op 0,40%.
9
Deskundigheidsbevordering bestuur In de vergaderingen is aandacht besteed aan deskundigheidsbevordering. Het bestuur heeft de volgende activiteiten ondernomen om de deskundigheid van de bestuursleden op peil te houden en te verbeteren: ■ Deskundigheidsbevordering is een jaarlijks terugkerend onderwerp op de agenda waarbij wordt besproken hoe de deskundigheid van het bestuur als geheel is en op welke terreinen de deskundigheid van het bestuur kan worden verbeterd. Het bestuur heeft hierbij aangegeven de kennis van een aantal specifieke onderwerpen te willen verbeteren door het volgen van op maat gesneden cursussen. Tijdens een cursus gegeven door Hewitt zijn in december 2009 de volgende onderwerpen nader uitgediept: ⎯ kredietrisico herverzekeraars ⎯ sterftetafels ⎯ verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van het bestuur ⎯ belangrijkste artikelen uit de Pensioenwet ⎯ diverse uitvoeringsvormen pensioenregeling ⎯ risicomanagement en monitoring ■ Ieder nieuw bestuurslid krijgt de gelegenheid om de SPO (of gelijkwaardige)-opleiding “besturen van een ondernemingspensioenfonds” te volgen. ■ Tijdens iedere bestuursvergadering worden recente pensioenontwikkelingen geagendeerd en nader toelicht door de adviserend actuaris. Bezoek van De Nederlandsche Bank (DNB) Op 1 en 2 december 2009 heeft DNB een periodiek bezoek gebracht aan het pensioenfonds en gesproken met het bestuur. De bevindingen van de toezichthouder zijn in de vergadering van 11 december 2009 door het bestuur besproken. DNB pleit voor een striktere scheiding van verantwoordelijkheden om de onafhankelijkheid van het VO en het intern toezicht beter te kunnen waarborgen. Het bestuur neemt de adviezen van DNB ter harte door onder andere tijdens vergaderingen een strikter onderscheid te maken tussen de verantwoordelijkheid van de verschillende partijen. Verder zal het bestuur het eigen functioneren op de agenda zetten en evalueren. Verder heeft DNB gevraagd om in het kader van de medezeggenschap van pensioengerechtigden actief naar een geschikte bestuurskandidaat onder de groep gepensioneerden te zoeken. Ook hier is in de loop van 2010 gevolg aan gegeven en is een nieuwe vertegenwoordiger namens de pensioengerechtigden gevonden in de persoon van de heer A.J. Stuurman.
Financiële positie pensioenfonds ultimo 2009 In verband met de verlaagde credit rating van zowel Delta Lloyd als Nationale-Nederlanden dient het pensioenfonds ultimo 2009 een kredietafslag te plegen van € 8.347.000,--. Het bestuur heeft besloten om de indexatiereserve niet te gebruiken voor kredietafslag. Het gevolg hiervan is dat het pensioenfonds per 31 december 2009 formeel een reservetekort heeft. Conform de richtlijnen van DNB hoeft het pensioenfonds tot 31 december 2010 geen herstelplan op te stellen. Wel zullen de waardeoverdrachten worden stopgezet zolang de dekkingsgraad onder de 100% ligt.
10
Ultimo 2009 is het fonds nog vrijgesteld voor het aanhouden van een minimaal vereist eigen vermogen. Vanaf het boekjaar 2010 is dit niet meer het geval. Ten tijde dat het jaarverslag werd vastgesteld zijn herverzekerde pensioenfondsen nog in afwachting van nadere regelgeving vanuit de politiek. Het vereist eigen vermogen bedraagt per 31 december 2009 € 3.054.000,--.
Risico en beheersing Inleiding De belangrijkste doelstelling van het fonds is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Hierbij wordt het fonds geconfronteerd met verschillende risico’s. Het belangrijkste risico voor het fonds betreft het risico dat het fonds niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van toekomstige indexatieverplichtingen voor slapers en gepensioneerden. Naast dit risico loopt het fonds nog diverse andere risico’s, zoals risico’s samenhangende met de beleggingen en andere financiële instrumenten. Ten slotte loopt het fonds, net als elke andere organisatie, nog enkele niet-financiële risico’s. Beleggingsrisico Het bestuur heeft de pensioenregeling ondergebracht in een garantiecontract bij Delta Lloyd en in die zin het beleggingsrisico overgedragen aan de verzekeraar. Er is sprake van een gesepareerd depot waarbij de wijze waarop de middelen van het fonds worden belegd door Delta Lloyd in overleg met het bestuur zijn vastgelegd in een beleggingsplan. Het beleggingsplan, waarbij volgens het mandaat 20% wordt belegd in aandelen en 80% in vastrentende waarden, kan door Delta Lloyd in overleg met het bestuur worden gewijzigd indien wettelijke regelingen, dwingende voorschriften van de Pensioenwet of de ontwikkelingen op de beleggingsmarkt hiertoe noodzaken. Het bestuur heeft direct met het beleggingsrisico te maken, omdat het toeslagendepot wordt aangezuiverd met een deel van de te verdelen overrente en de toereikendheid van dit depot bepalend is voor de mate waarin de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en gepensioneerden waardevast kunnen worden gehouden. Er is sprake van positieve overrentedeling. Negatieve overrente wordt gecompenseerd met toekomstige positieve overrente. Een negatief saldo overrente op de einddatum van de overeenkomst is voor rekening en risico van de verzekeraar. Als gevolg van de beleggingsactiviteiten van Delta Lloyd wordt het fonds direct geconfronteerd met risico’s gerelateerd aan financiële instrumenten en de markt waarin Delta Lloyd ten behoeve van het fonds actief is. De belangrijkste financiële risico’s zijn: prijsrisico (waaronder markt-, valuta- en renterisico), kredietrisico en liquiditeitsrisico.
11
Prijsrisico Marktrisico Marktrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden zichtbaar in het beleggingsresultaat zoals gerapporteerd in het depotverslag van Delta Lloyd en worden de financiële consequenties via de rekening Rendementsverschillen verantwoord. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. Binnen de beleggingsfondsen van Delta Lloyd kan hiervan gebruikt gemaakt worden. In 2009 heeft het fonds zelf geen gebruik gemaakt van derivaten. Valutarisico De beleggingen van het fonds worden gedaan in euro’s. De beleggingen waarin wordt deelgenomen via de beleggingsfondsen van Delta Lloyd kunnen echter wel in vreemde valuta zijn zodat er indirect sprake kan zijn van een valutarisico. Dit valutarisico wordt door Delta Lloyd niet afgedekt. Renterisico Het renterisico hangt samen met de waardering van de beleggingen en de verplichtingen tegen marktwaarde. Hierdoor zijn beide posten gevoelig voor wijzigingen van de rentetermijnstructuur. De beheersing vindt plaats door middel van het strategische beleggingsbeleid en de duration. Het renterisico is overgedragen aan de herverzekeraar. Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Het bestuur heeft te maken met het kredietrisico. Afhankelijk van de kredietwaardigheid van de verzekeraar kan het noodzakelijk zijn om de vordering lager te waarderen als de verzekeraar onvoldoende kredietwaardig is. Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden hebben ultimo 2009 een creditrating van A+. Deze rating is onvoldoende en derhalve dient er per 31 december 2009 een kredietafslag plaats te vinden. Dit heeft een negatief gevolg voor de beoordeling van de financiële positie van het pensioenfonds. Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Het risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Rekening wordt gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Dit risico is overgedragen aan de herverzekeraar en niet van toepassing op het fonds.
12
Verplichtingenrisico De pensioenverplichtingen kunnen in de tijd worden weergegeven door middel van een schatting van de toekomstige uitgaande kasstromen. Het verplichtingenrisico uit zich in: Indexatieresultaten, waarbij het gevoerde indexatiebeleid afwijkt van de aannamen in de kasstroomprojectie. Loon- en prijsstijgingen c.q. de franchise-ontwikkeling wijken af van de verwachting. Actuariële resultaten, indien de actuariële aannamen en veronderstellingen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan het periodiek aanpassen van de levensverwachting van de deelnemers (het langlevenrisico) of wijzigingen in invaliderings- en revalideringskansen. Premieresultaten, indien de premie niet gelijk is aan de marktwaarde van de kasstromen die voortvloeien uit de nieuwe pensioentoezeggingen. Dit betreft bijvoorbeeld verschillen tussen de “kostprijs” en de daadwerkelijk ontvangen bijdrage voor nieuwe pensioentoezeggingen. Ook deze risico’s heeft het pensioenfonds overgedragen aan de verzekeraar. Gedurende de contractsperiode liggen de actuariële grondslagen vast. Solvabiliteitsrisico Het solvabiliteitrisico is de combinatie van het beleggings- en het verplichtingenrisico. Dit risico wordt beheerst met behulp van de duration. Dit speelt met name bij fondsen die eigen beheer voeren. Voor herverzekerde fondsen zoals Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland is het aanhouden van buffers zoals het vereist eigen vermogen (VEV) en het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) sterk afhankelijk van de kredietwaardigheid van de verzekeraar. In 2009 is de rating van zowel Delta Lloyd als Nationale-Nederlanden verlaagd van AA- naar A+. Hierdoor is het vereist eigen vermogen niet langer gelijk aan nul. Overige niet-financiële risico’s Operationeel risico en uitbesteding Operationeel risico is het risico vanwege de onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Dergelijke risico’s worden door het fonds beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn op gebieden zoals interne organisatie, procedures, processen en controles, kwaliteit geautomatiseerde systemen enzovoorts. Het bestuur voert periodiek gesprekken met haar uitvoerders waarin de voortgang en performance wordt geëvalueerd. Het fonds heeft de administratie van de pensioenregeling uitbesteed aan Delta Lloyd en een deel van haar administratieve werkzaamheden aan Hewitt Associates. Met deze partijen is een overeenkomst afgesloten waarin de werkzaamheden en de performancenormen zijn beschreven in een Service Level Agreement. Periodiek vindt er evaluatie plaats. Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar, maar dit wordt voorzover mogelijk afgedekt door het garantiecontract met Delta Lloyd.
13
Pension Fund Governance Algemeen Door de invoering van de Pensioenwet per 1 januari 2007 zijn de STAR-principes voor goed pensioenfondsbestuur (Pension Fund Governance) verankerd in een wettelijke kader. De 32 principes hebben betrekking op de volgende componenten: zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht. Het beleid van het pensioenfonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. De verantwoordelijkheid hiervoor is vastgelegd in artikel 143 van de Pensioenwet. Dit houdt in ieder geval het volgende in: ■ Het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s; ■ Integriteit; ■ Voorkomen van belangenverstrengeling; ■ De soliditeit van het pensioenfonds, waaronder wordt verstaan: het beheersen van financiële risico’s en het beheersen van andere risico’s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten; ■ Het beheersen van de financiële positie op de lange termijn door periodiek een continuïteitsanalyse te maken. Verslag Algemeen Bestuur De leden van het AB hebben kennisgenomen van het Jaarverslag 2009 van Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland opgesteld onder verantwoordelijkheid van het DB inclusief de daarbij behorende rapportages van de Adviserend en Certificerend actuaris alsmede van de Accountantsverklaring. Op basis daarvan en de verstrekte toelichting kunnen zij met genoemde Jaarrekening 2009 instemmen en verlenen het DB decharge voor het gevoerde beleid. Voorts merken zij op door het DB middels de gezamenlijke bestuursvergaderingen op de hoogte te zijn gehouden van de (meest) relevante pensioenontwikkelingen en gebeurtenissen binnen het fonds waardoor zij haar functie als toezichthouder naar behoren heeft kunnen vervullen. Ook de samenwerking en het contact met het Verantwoordingsorgaan verliep op constructieve en adequate wijze. De leden van het Algemeen Bestuur. Stichting Pensioenfond Syngenta Nederland
Reactie Dagelijks Bestuur op verslag Algemeen Bestuur Het Dagelijks Bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het Algemeen Bestuur en dankt het Algemeen Bestuur voor hun reactie en instemming.
14
Verslag Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is betrokken (middels deelname aan de bestuursvergaderingen) bij de gang van zaken en het te voeren en gevoerde beleid van het bestuur van het Pensioenfonds. Voorts heeft zij het jaarverslag 2009 en de bijbehorende bijlagen en rapporten van deskundigen doorgenomen. Het verantwoordingsorgaan komt daarbij tot de volgende opmerkingen: ■ het handelen van het bestuur in algemene zin o Zij is van mening dat het bestuur tijdig, correct en adequaat heeft gereageerd op door het VO gestelde vragen en/of opmerkingen. Door het bestuur is maximale openheid betracht. ■ het door het bestuur uitgevoerde beleid in het afgelopen kalenderjaar o Op basis van de verstrekte informatie wordt het gevoerde beleid door ons als correct en adequaat ervaren. ■ beleidskeuzes die op de toekomst betrekking hebben o Het door het bestuur opgestelde deskundigheidsplan ter bevordering en handhaving van de vereiste deskundigheid wordt door ons als adequaat ervaren. o De situatie van een volledig herverzekerde regeling (op basis van een garantiecontract) waarbij regelmatig door de beleggingscommissie met de beleggingsdeskundigen van de herverzekeraar wordt overlegd en het afgesproken beleggingsmandaat wordt geëvalueerd, mag als adequaat worden gekenmerkt. ■ de naleving van de principes Pension Fund Governance door het bestuur o Zij is van mening dat het bestuur zorgvuldig en transparant communiceert en over voldoende deskundigheid beschikt. Enkhuizen, 11 juni 2010. De leden van het Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland
Reactie bestuur op verslag Verantwoordingsorgaan Het bestuur heeft kennis genomen van het verslag van het Verantwoordingsorgaan en dankt het Verantwoordingsorgaan voor hun reactie en instemming.
15
Algemene ontwikkelingen in de pensioensector in 2009 Wetgeving Nieuwe pensioenuitvoerders Wetsvoorstel multi-opf Ten einde schaalvergroting door middel van samenvoeging van ondernemingspensioenfondsen tot een multi-opf mogelijk te maken, is op 23 september 2009 het Voorstel van wet houdende wijzigingen van de Pensioenwet in verband met het uitbreiden van de werkingssfeer voor ondernemingspensioenfondsen ingediend bij de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel sloot goed aan bij het Voorontwerp van wet van de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) en tegelijkertijd hield het nadrukkelijk rekening met de adviezen van de Stichting van de Arbeid (StvdA) en de Raad van State. Het wetsvoorstel multi-opf is op 26 januari 2010 door de Tweede Kamer met algemene stemmen aangenomen. Wetsvoorstel introductie premiepensioeninstellingen De ambities van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) met betrekking tot nieuwsoortige pensioenuitvoerders strekken verder dan het multi-opf. Hij heeft de Algemene Pensioeninstelling (API) in het vizier, een pensioenvehikel dat optimaal is ingesteld op zowel samenwerking als grensoverschrijdende activiteiten. De introductie van de API wil hij langs gefaseerde weg realiseren. Het wetsvoorstel multi-opf past in de tweede fase, waarin samenwerking tussen pensioenfondsen centraal staat. In de eerste fase komt er een API die zowel op de Nederlandse pensioenmarkt als in andere lidstaten van de EU premieovereenkomsten kan uitvoeren, de Premiepensioeninstelling (PPI). In de derde en laatste fase zal worden bezien in hoeverre de API geschikt kan worden gemaakt voor uitkeringsovereenkomsten. Op 17 maart 2009 is een wetsvoorstel in verband met de introductie van premiepensioeninstellingen aangeboden aan de Tweede Kamer, nadat de Raad van State over een eerdere versie advies had uitgebracht. Inmiddels is ook een nota van wijziging ingediend. Het voorstel ligt ter verdere behandeling bij de Tweede Kamer. Pensioenwet en aanverwante regelgeving Initiatiefwetsvoorstel medezeggenschap pensioengerechtigden in pensioenfondsbesturen Met drie nota’s van wijziging zijn de initiatiefnemers Koşer Kaya en Blok tegemoetgekomen aan een aantal bezwaren tegen hun wetsvoorstel. Zelfs het opschrift boven het voorstel hebben zij gewijzigd met een nota van verbetering. Maar daarmee zijn nog niet alle twijfels weggenomen. Vanwege de aanhoudende kritiek heeft het Kamerlid Omtzigt een motie ingediend die erop gericht is de sociale partners en vertegenwoordigers van ouderen met een alternatief voorstel te laten komen, waarin de medezeggenschap van alle betrokkenen verankerd is en de diversiteit van de bestuurders gewaarborgd wordt. Deze motie is met algemene stemmen aangenomen. Op verzoek van de minister van SZW heeft de StvdA een breed overleg geïnitieerd met vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke organisaties. De grote verdeeldheid tussen de participerende partijen en de vele kritische opmerkingen ten aanzien van het wetsvoorstel hebben de StvdA ertoe bewogen een klemmende oproep te doen aan de Tweede Kamer om de verdere behandeling van het voorstel te heroverwegen.
16
In een reactie op de uitkomsten van het overleg heeft de minister aangegeven dat het kabinet de medezeggenschap van pensioengerechtigden niet langer als geïsoleerd probleem wil behandelen, maar alleen binnen de context van het gehele gebied van pension fund governance en medezeggenschap. Ook de StvdA en de pensioenkoepels zijn voorstanders van een integrale aanpak. Bij Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland worden pensioengerechtigden reeds vertegenwoordigd in het bestuur. Aanpassing van de regeling voor uitbesteding Om te bevorderen dat de toezichthouder ook in geval van uitbesteding slagvaardig kan opereren, is artikel 13 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling aangepast. De wijziging, die per 1 juli 2009 van kracht is geworden, houdt in dat de toezichthouder zonder voorwaarden de mogelijkheid heeft om bij de uitvoeringsinstantie ter plaatse onderzoek te doen of te laten doen. Voorheen was dat alleen mogelijk als niet langs andere weg kon worden gecontroleerd of het pensioenfonds de wet naleefde. Bovendien is de uitvoeringsinstantie gehouden direct aan de toezichthouder gegevens te leveren. Regeling parameters pensioenfondsen Om de drie jaar dient een speciale commissie, de Commissie Parameters, te beoordelen of de bestaande parameters voor pensioenfondsen gewijzigd moeten worden, rekening houdend met de financieel-economische ontwikkelingen in het verleden en realistische verwachtingen voor de toekomst. Op 21 september 2009 heeft deze commissie, voorgezeten door professor F.J.H. Don, voor de eerste maal advies uitgebracht aan de minister van SZW. De commissie was unaniem in haar oordeel over de aan te houden parameters voor loon- en prijsinflatie en het rendement op vastrentende waarden. Ook waren alle commissieleden het eens over een alternatieve onderverdeling naar categorieën aandelen. Alleen op het punt van het toekomstige aandelenrendement bleek de commissie verdeeld. Met het Besluit van 23 december 2009 tot wijziging van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen in verband met vaststelling van de parameters voor fondsen blijven de thans geldende parameters vooralsnog van kracht. Overige wet- en regelgeving AOW Een van de aanbevelingen van de Commissie Arbeidsparticipatie betreft de geleidelijke verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd. In het aanvullend beleidsakkoord heeft het kabinet deze aanbeveling als geschikte crisismaatregel omarmd en aangestuurd op een verhoging van de AOWgerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar. Het is de bedoeling dat de pensioenrichtleeftijd in de tweede pijler meebeweegt met deze verhoging en dat daarom de fiscale facilitering van de aanvullende pensioenen dienovereenkomstig wordt aangepast. Op verzoek van de Tweede Kamer heeft het kabinet de voorgenomen verhoging van de AOW-leeftijd in een notitie nader uitgewerkt. Met sociale partners is het kabinet overeengekomen dat de Sociaal-Economische Raad (SER) tot 1 oktober 2009 de tijd zou krijgen om alternatieve plannen te ontwikkelen. Toen deze uitbleven, heeft de minister van SZW in december zijn wetsvoorstel en het bijbehorende flankerende beleid ingediend. Inmiddels is het onderwerp verhoging van de AOW-leeftijd na de val van het kabinet Balkende IV door de Tweede Kamer tot taboe verklaart.
17
Beleidsregel tijdigheid verstrekking Uniform Pensioen Overzichten Het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dient volgens artikel 48 van de Pensioenwet tijdig te worden verstrekt. Omdat uit het self assessment voor pensioenfondsen van 2008 naar voren is gekomen dat deze tijdige verstrekking van UPO’s veel te wensen overlaat, heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) de vage norm tijdig in een beleidsregel van 14 april 2009 concreter gemaakt: de deelnemer dient het UPO uiterlijk op 30 september van het betreffende jaar te ontvangen. Wijziging boetestelsel Bij overtredingen van de wet- en regelgeving voor de financiële sector kunnen de toezichthouders boetes opleggen. Tot voor kort werden deze boetes vastgesteld op grond van vaste bedragen in bijlagen bij de afzonderlijke wetten voor de financiële sector. Hoewel een dergelijk systeem met vaste boetes eenvoudig en inzichtelijk is, kleeft er ook een groot nadeel aan: de hoogte van de boete sluit niet altijd aan bij de aard en de omvang van de overtreding. Om ervoor te zorgen dat boetes beter kunnen worden afgestemd op de betreffende vergrijpen, heeft de minister van Financiën in 2005 voorgesteld een nieuw en flexibeler boetestelsel in te voeren. In 2009 is de door hem voorgestane flexibele boetesystematiek geïntroduceerd met de Wet wijziging boetestelsel financiële wetgeving en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector. Voorschot teruggaaf Zvw-bijdrage Als bij een verzekeringsplichtige in een kalenderjaar te veel Zvw-bijdrage is ingehouden, dan zorgt de Belastingdienst in een volgend kalenderjaar voor een teruggaaf. Vanaf 2009 krijgt de verzekeringsplichtige in het derde kwartaal van het jaar waarin te veel Zvw-bijdrage wordt ingehouden, automatisch een voorschot op deze teruggaaf. Een van de voorwaarden is dat alleen inkomsten uit vroegere dienstbetrekking, zoals AOW, (pre)pensioen, VUT en lijfrenten, worden genoten. FVP-bijdrageregeling Per 1 april 2009 is het Besluit deeltijd WW tot behoud van vakkrachten in werking getreden. Dit besluit geeft bedrijven die lijden onder de financiële crisis, de mogelijkheid vakkrachten te behouden door hun werktijd tijdelijk te verkorten. Deze werknemers ontvangen dan voor de niet-gewerkte uren een WW-uitkering. Aanvankelijk bestond er bij deze regeling deeltijd-WW geen recht op een FVP-bijdrage, omdat het dienstverband volledig in stand blijft. Het Bijdragereglement van Stichting FVP is inmiddels zodanig gewijzigd, dat de voortzetting van de pensioenopbouw ook geldt voor werknemers die gebruikmaken van de regeling deeltijd-WW. De werkloosheidsuitkering dient echter wel voor 1 januari 2011 te zijn ingegaan, daar het FVP-bestuur heeft besloten om de FVPbijdrageregeling per die datum te beëindigen.
Financiële crisis Herstelplannen Na overleg met De Nederlandsche Bank (DNB) heeft de minister van SZW besloten om bij ministeriële regeling van 6 maart 2009 de hersteltermijn tijdelijk en onder voorwaarden te verlengen van drie naar vijf jaar. Op die manier wil hij enerzijds voorkomen dat pensioenfondsen onder druk van de financiële crisis overhaast tot korting van opgebouwde en ingegane pensioenaanspraken overgegaan, en anderzijds waarborgen dat problemen en risico’s tijdig worden aangepakt. DNB heeft in de Nadere instructies ten behoeve van het opstellen en indienen van kortetermijnherstelplannen een aantal wettelijke bepalingen concreter gemaakt.
18
In een later stadium zijn de voorwaarden voor verlenging van de hersteltermijn gewijzigd. De belangrijkste aanpassing betreft het uiterste moment waarop voor het eerst korting van pensioenaanspraken moet plaatsvinden. Dit moment schuift op naar 1 april 2012. Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland is een herverzekerd pensioenfonds en heeft als zodanig uitstel voor het opstellen van een herstelplan tot 31 december 2010. De ruim 340 pensioenfondsen die een herstelplan moesten indienen, hebben bijna allemaal de deadline van 1 april 2009 gehaald. Ruim de helft van de herstelplannen was onvolledig en in die gevallen heeft DNB om aanvullende informatie verzocht. Vervolgens heeft in veel gevallen overleg plaatsgevonden met het pensioenfondsbestuur over onduidelijkheden en gebreken in de plannen. Begin juli heeft DNB alle herstelplannen onder de loep genomen. Het overgrote deel daarvan is positief beoordeeld en slechts in een klein aantal gevallen heeft DNB een negatieve beschikking af moeten geven. Zolang een kortetermijnherstelplan van kracht is, dient het pensioenfonds aan het eind van het jaar aan DNB te rapporteren of het herstel conform de doelstellingen van het plan verloopt. Veel pensioenfondsen hopen hun herstelkracht vooral te kunnen putten uit het verwachte aantrekken van de financiële markten. Daarnaast hebben vele de premies verhoogd en toeslagen achterwege gelaten. Een beperkt aantal doet een beroep op de werkgever om een aanvullende storting in het pensioenfonds te doen of een achtergestelde lening te verstrekken, of versobert de pensioenregeling. Ongeveer twintig pensioenfondsen hebben in hun herstelplan een kortingsmaatregel opgenomen. De fiscale aftrek van extra dotaties aan ondernemingspensioenfondsen in het kader van kortetermijnherstelplannen is door het Ministerie van Financiën bij besluit van 26 oktober 2009 beter gefaciliteerd. Verder is vanuit de politiek een klemmend beroep op de pensioenfondsen gedaan om herstelplannen zo veel mogelijk uit eigen beweging openbaar te maken. Waardeoverdrachten Nu door de financiële crisis een stuwmeer van opgeschorte waardeoverdrachten is ontstaan, treden de neveneffecten van artikel 72 van de Pensioenwet duidelijk aan het licht. Een klemmend probleem doet zich voor bij pensioenregelingen met een op risicobasis verzekerd nabestaandenpensioen. Als een slaper die aan zo’n pensioenregeling heeft deelgenomen, overlijdt terwijl zijn verzoek tot waardeoverdracht nog niet is afgehandeld, dan ontstaat een gat in zijn nabestaandenpensioen. Immers, in de oude pensioenregeling is de risicodekking inmiddels beëindigd, terwijl in de nieuwe pensioenregeling nog geen rekening wordt gehouden met de extra deelnemersjaren uit waardeoverdracht. De StvdA gaat dit probleem nader onderzoeken en zal de minister van SZW op de hoogte stellen van haar bevindingen. Ondertussen hebben de koepelorganisaties een oproep gedaan aan de aangesloten pensioenfondsen om deelnemers goed te informeren en in voorkomende gevallen coulance te betrachten. Naar aanleiding van signalen vanuit het pensioenveld dat de regelgeving omtrent opschorting van de plicht tot waardeoverdracht op een aantal punten te weinig specifiek was, heeft de minister van SZW het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling zodanig aangepast, dat over deze regels geen onduidelijkheid meer hoeft te bestaan. Eerder al had hij in een brief aan de pensioenkoepels de strekking van deze aanpassingen openbaar gemaakt.
19
Toezicht DNB heeft in een brochure een overzicht gegeven van de toezichtthema’s voor 2009. De toezichthouder bekende dat de financiële crisis aanleiding is geweest voor een herbezinning op de toezichthoudende taken en het streven naar een verdere verbetering van de effectiviteit en kwaliteit van het toezicht. Wat betreft pensioenfondsen was de aandacht van DNB in 2009 vooral gericht op het beleggingsbeleid en risicobeheer, de kwaliteit van het pensioenfondsbestuur, uitbesteding en de bijzondere status van herverzekerde fondsen. Omdat variabele beloningen worden gezien als een van de oorzaken van de financiële crisis, hebben de toezichthouders DNB en AFM principes voor beheerst beloningsbeleid in de financiële sector gepubliceerd. Financiële ondernemingen (waaronder pensioenfondsen) moeten hun beloningsbeleid kritisch langs de meetlat van deze principes leggen en waar nodig aanpassen. Brede aanpak pensioenvraagstukken De minister van SZW constateert in zijn brief aan de Tweede Kamer van 25 mei 2009 dat, niettegenstaande de sterke punten van het Nederlandse pensioenstelsel, de turbulentie op de financiële markten ook de kwetsbaarheid ervan heeft blootgelegd. De minister wil daarom door middel van een brede aanpak van de opgeworpen pensioenvraagstukken de tweede pijler waarborgen. Deze brede aanpak omvat vier speerpunten: de parameters voor pensioenfondsen, het beleggingsbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen, de toekomstbestendigheid van aanvullende pensioenregelingen en de drie institutionele aspecten pensioenfondsbestuur, medezeggenschap en uitbesteding. Om zijn beleid verder invulling te kunnen geven, heeft de minister zich per deelgebied laten adviseren door een speciaal daartoe ingestelde commissie, met uitzondering van het laatste deelgebied. De Commissie Parameters (commissie-Don) kon op één onderdeel van haar advies van 21 september 2009 niet tot een unaniem oordeel komen, met als gevolg dat de minister de parameters vooralsnog niet heeft gewijzigd. De Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer (commissie-Frijns) stelt in haar rapport van 19 januari 2010 dat pensioenfondsbesturen bewustere, strategische keuzes moeten maken in de risico’s die ze (willen) lopen en voldoende greep moeten houden op de uitvoering van hun beleggingen. Nu laten pensioenfondsen zich vaak leiden door het rendement dat gehaald moet worden en hebben ze onvoldoende oog voor de risico’s. Ook moet het bestuur van het fonds voldoende tegenwicht kunnen bieden aan instituties die hun beleggingen uitvoeren. De commissie constateert dat de kwetsbaarheid van pensioenfondsen is toegenomen door de vergrijzing, de afhankelijkheid van financiële markten en introductie van marktwaardering. De commissie adviseert de overheid daarom het financieel toetsingskader om te vormen tot een kader dat zich richt op geïndexeerde in plaats van nominale pensioenen. De Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen (commissieGoudswaard) is in haar rapport van 27 januari 2010 optimistisch over de mogelijkheden om het pensioenstelsel op basis van een nieuw evenwicht tussen ambitie, zekerheid en kosten van pensioen toekomstbestendig te maken. Sociale partners moeten, gelet op de snel oplopende kosten, kiezen tussen een zekerder pensioen op een lager niveau of het beter handhaven van het bestaande ambitieniveau, maar dan met meer onzekerheid omgeven. Het streven naar toekomstbestendigheid betekent volgens de commissie ook dat het steeds belangrijker wordt deelnemers duidelijk te maken dat hun pensioen onzekerheden bevat. Deelnemers moeten zo goed en begrijpelijk 20
mogelijk geïnformeerd worden over de verwachte koopkracht van hun pensioenrechten en de onzekerheid daarin. Ten aanzien van pensioenfondsbestuur en medezeggenschap pleit de minister in zijn brief aan de Tweede Kamer van 4 december 2009 voor aanscherping van het intern toezicht, optimalisering van het besluitvormingsproces en vergroting van de diversiteit in de samenstelling van de verschillende pensioenfondsorganen. De minister baseert zich daarbij onder meer op de onderzoeksrapporten van de SER over de toepassing van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur en het medezeggenschapsconvenant, die op 19 maart 2009 zijn gepubliceerd. Communicatie en informatie Dat ook pensioenfondsen hard getroffen zijn door de financiële crisis, is in de verschillende media breed uitgemeten. Begrijpelijkerwijze hebben deze berichten, die veelal te algemeen van aard waren en soms zelfs tegenstrijdig, bij deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden de nodige onrust teweeggebracht en hun vertrouwen in de pensioensector geschaad. Juist in financieel slechte tijden is gedegen communicatie - concreet en duidelijk - van essentieel belang. Tegen deze achtergrond heeft de AFM, in goed overleg met de pensioensector en met goedkeuring van de minister van SZW, besloten om pensioenuitvoerders de mogelijkheid te bieden het toeslagenlabel in 2009 nog niet te gebruiken, op voorwaarde dat hun deelnemers en pensioengerechtigden (en bij voorkeur ook hun gewezen deelnemers) middels een modelbrief geïnformeerd zouden worden over de financiële situatie van het fonds en de door het fondsbestuur genomen maatregelen om die te verbeteren. De toezichthouder oordeelde dat het toeslagenlabel eerder verwarrend dan verhelderend zou werken, omdat het niet berekend is op de huidige extreme omstandigheden. Ook Pensioenfonds Syngenta heeft het toeslagenlabel nog niet gebruikt in 2009 en de deelnemers en pensioengerechtigden geïnformeerd op basis van de modelbrief. Pensioenfondsen als redders van de economie De Kamerleden Hamer, Van Geel en Slob hebben de regering in een motie van 10 juni 2009 verzocht met vertegenwoordigers van pensioenfondsen in gesprek te gaan en tot afspraken te komen over een grotere rol van pensioenfondsen als betrokken, betrouwbare investeerder bij Nederlandse bedrijven en in de Nederlandse economie. Drie weken na indiening van de motie heeft op het Ministerie van Financiën het eerste verkennende gesprek plaatsgevonden. Hoewel ook het kabinet graag wil dat pensioenfondsen meer investeren in de Nederlandse economie, bijvoorbeeld in andere financiële instellingen of infrastructuur, is van politieke druk geen sprake geweest. De pensioenfondsen op hun beurt zijn best bereid om te onderzoeken hoe ze een rol kunnen spelen bij het steunen van de Nederlandse economie, maar ze staan terughoudend tegenover politiek gemotiveerde investeringen die onverantwoorde risico’s met zich meebrengen. De partijen blijven in elk geval met elkaar in gesprek. Ook Albert Röell, bestuursvoorzitter van KAS BANK, vindt dat de ‘slapende vermogens’ van pensioenfondsen aangewend zouden moeten worden om de financiële crisis te bestrijden. Zijn plan is om 30 miljard euro aan pensioengeld te investeren in moeilijk verhandelbare effecten van banken. Daarmee helpen de pensioenfondsen de banksector uit de problemen en kunnen ze op termijn toch een mooi rendement behalen. Op het voorstel is door zowel politiek Den Haag als de pensioensector lauw gereageerd en de kans van slagen ervan lijkt dan ook uiterst klein.
21
Overige ontwikkelingen Stichting Pensioenregister De minister van SZW heeft de Tweede Kamer begin 2009 geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot het pensioenregister. Bij die gelegenheid kon hij de Kamer al mededelen dat er een programmamanager is aangesteld, die leiding zal geven aan de ontwikkeling van het pensioenregister. Deze programmamanager is Atos Origin. De Stichting Pensioenregister heeft de pensioenuitvoerders inloggegevens voor de website van het register verstrekt en ze met een achttal nieuwsbrieven op de hoogte gehouden van de belangrijkste ontwikkelingen. Door middel van vragenlijsten zijn de eerste gegevens, zoals contactpersonen en aantallen deelnemers, geïnventariseerd. Speciale aandacht krijgt de beschikbaarheid van slapersrechten, omdat die als grootste knelpunt voor het slagen van het project wordt ervaren. Om de voortgang van de werkzaamheden bij de pensioenuitvoerders te bewaken, gebruikt het Pensioenregister een barometer. Pensioen in natura In een brief aan de Tweede Kamer van 7 juli 2009 verkent de minister van SZW de mogelijkheden om pensioen in natura aan te bieden binnen het kader van de collectieve aanvullende pensioenen. Pensioen in natura houdt in dat mensen hun pensioen niet in de vorm van geld ontvangen, maar bijvoorbeeld in de vorm van zorg of woondiensten. Omdat de Pensioenwet in artikel 1 het geldelijke karakter van de verschillende pensioenvormen benadrukt, kan pensioen in natura op dit moment niet binnen de tweede pijler worden uitgevoerd. In de derde pijler zijn er echter genoeg mogelijkheden aanwezig. Uit de hoek van belastingadviseurs is reeds het idee geopperd om ouderdomspensioen in aandelen toe te zeggen. Daarop zou onder bepaalde voorwaarden ook uitstel van belastingheffing van toepassing zijn, terwijl het regime van de Pensioenwet (met alle verplichtingen van dien) niet zou gelden. Standaardmodel voor bewijs van in leven zijn Er komt een internationaal erkend standaardmodel voor het zogeheten bewijs van in leven zijn of attestatie de vita, zo staat in een wetsvoorstel van de minister van Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Uitkerende instanties vragen pensioengerechtigden die in het buitenland wonen, periodiek om een verklaring dat zij in leven zijn, om na te gaan of er nog recht op pensioen bestaat. Het nieuwe model maakt het voor pensioengerechtigden makkelijker om in internationaal verband een verklaring te overleggen en voor uitkerende instanties wordt het eenvoudiger om deze te beoordelen. Verantwoord beleggen Over de wijze waarop pensioenfondsen hun vermogen beleggen, zijn in de Tweede Kamer verschillende kritische vragen gesteld. Die vragen hadden onder andere betrekking op beleggingen in private equity en vastgoed en op de transparantie van het gevoerde beleggingsbeleid. Voor de minister van SZW waren ze aanleiding om de drie pensioenkoepels op te roepen onderzoek te doen naar de mate waarin de aanbevelingen uit hun rapport De gearriveerde toekomst (2007) inmiddels door individuele pensioenfondsen zijn overgenomen en worden toegepast. De minister ontving deze inventarisatie op 21 december 2009 en heeft haar op 1 februari 2010 naar de Kamer gezonden. Voor het overige heeft hij geen reden gezien voor aanvullende maatregelen met betrekking tot het beleggingsbeleid van pensioenfondsen.
22
Informatieverstrekking bij premieovereenkomsten Pensioenuitvoerders blijken in 2009 voor een belangrijk deel niet te hebben voldaan aan de op hen rustende zorgplicht en bovendien is het over het algemeen zeer slecht gesteld met de kostentransparantie in de startbrief, zo concludeert de AFM, die beide informatieaspecten afzonderlijk heeft onderzocht. De toezichthouder doet in haar onderzoeksrapporten aanbevelingen voor hoe het in de toekomst beter kan. In aanvulling daarop heeft het Ministerie van Financiën nettostaffels voor beschikbare-premieregelingen gepubliceerd. In deze nettostaffels zijn geen vaste kostenopslagen meer verwerkt, waardoor ze een positieve bijdrage leveren aan de gewenste kostentransparantie.
Vaststelling door het bestuur De jaarrekening 2009 van Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland is door het bestuur vastgesteld op 11 juni 2010.
Enkhuizen, 11 juni 2010 Het Bestuur, namens deze
H. Driessen (Werkgeverslid)
F. Dries (Werknemerslid)
23
Jaarrekening Balans (na bestemming saldo van baten en lasten)
(Bedragen in euro’s)
Activa
Blz.
2009
2008 Passiva
Blz.
2009
2008
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Stichtingskapitaal en reserves
Garantiecontracten
Bestemmingsreserves
33
12.317.902
12.542.320
Reserve kredietafslag
33
-8.347.000
0
Beleggingen
27
29
89.438.000
12.286.238
92.175.000
12.743.957
Vorderingen en overlopende activa
Technische voorzieningen
Vorderingen op herverzekeraar
31
741.372
406.124
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
34
97.785.000
92.175.000
Overige vorderingen
32
453.415
94.948
Overige technische voorzieningen
36
0
227.621
Overige activa
Liquide middelen
TOTAAL
Overige schulden en overlopende passiva
33
54.868
977
102.973.893
105.421.006
36
24
1.217.991
476.065
102.973.893
105.421.006
Staat van baten en lasten (Bedragen in euro’s) Baten
Blz.
2009
Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
37
5.471.203
Beleggingsopbrengsten
38
480.152
Overige baten
38
2.952.798
2008 Lasten 4.142.122 Pensioenuitkeringen
Mutatie overige technische voorzieningen
39
2.499.313 Pensioenuitvoeringskosten
39
2.676.088
2.366.042
39
514.130
455.612
38
5.610.000
22.118.000
40
14.512.974
4.675.679
-8.571.418
314.925
14.741.774
29.930.258
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds 5.610.000 22.118.000
227.621
431.621 Overige lasten
Saldo van baten en lasten
TOTAAL
2008
739.202
Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen 38
2009
Blz.
14.741.774 29.930.258
Bestemming van het saldo van baten en lasten 2009
2008
Bestemmingsreserve toeslagen Reserve kredietafslag
-224.418 -8.347.000
314.925 0
Totaal
-8.571.418
314.925
(Bedragen in euro’s)
25
Kasstroomoverzicht (Bedragen in euro’s)
2009 Ontvangsten
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen in verband met overdracht van rechten Betaalde uitkeringen Loonheffing Betaald in verband met overdracht van rechten Betaalde pensioenuitvoeringskosten Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars Betaalde premies herverzekering Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten
2008 Uitgaven
0 0
Ontvangsten
0 0 0
54.190
0 127
0 -306 0
0 -307 0
0
0 -180
53.884
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen en aflossingen van beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Aankopen beleggingen Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
0 7
0 2 0
7
Nettokasstroom Koers- en omrekeningsverschillen op liquide middelen Mutatie liquide middelen
Uitgaven
0 2
53.891
-178
0
0
53.891
-178
Het verloop van de liquide middelen is als volgt: Stand per 1 januari Mutatie liquide middelen
977 53.891
1.155
Stand per 31 december
54.868
977
-178
Toelichting op het kasstroomoverzicht Voor de opstelling van het kasstroomoverzicht is de directe methode gehanteerd. Hierbij worden alle ontvangsten en uitgaven als zodanig gepresenteerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten. De premies herverzekering en overige kosten komen voor rekening van de sponsoren en worden via rekening-courant verrekend. Hierdoor heeft het fonds nauwelijks kasstromen.
26
Toelichting op de balans Algemeen De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen in titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (610). Vanwege de volledige herverzekering, wordt in de balans (en de daarmee samenhangende baten en lasten) het aandeel van de herverzekeraar verantwoord in plaats van het bij de herverzekeraar aangehouden gesepareerd beleggingsdepot. Balanswaardering van vorderingen, geldmiddelen en schulden zijn opgenomen tegen nominale waarden. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen enerzijds de ontvangen premies en overige baten en anderzijds de betaalde premies en overige lasten. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen Garantiecontracten De pensioenverplichtingen zijn via een collectief verzekeringscontract volledig herverzekerd bij Delta Lloyd Levensverzekering NV (59%) en Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij NV (41%), die gezamenlijk als herverzekeraar optreden. Delta Lloyd is door Nationale Nederlanden aangewezen als gemachtigde en uitvoerder van de pensioenregeling en de daaruit voortvloeiende verzekeringen. De co-assurantie met Nationale-Nederlanden is per 31 december 2009 beëindigd. De waardering van dit garantiecontract is door de actuaris van het pensioenfonds bepaald op basis van de grondslagen van het fonds, waarbij rekening is gehouden met de kredietwaardigheid van de verzekeraar. De basisgegevens voor het bepalen van de voorziening zijn aangeleverd door de verzekeraar. Onderdeel van het collectief verzekeringscontract is het Gesepareerd Beleggingsdepot waarin door Delta Lloyd de beleggingen en de verzekeringsverplichtingen vanuit het collectief contract afzonderlijk worden beheerd en geadministreerd. Het juridisch eigendom (exclusief de eigen voorzieningen zoals b.v. het toeslagendepot en backservice prepensioenregeling) behoort toe aan de herverzekeraars. In het depot zijn de volgende beleggingen opgenomen:
27
2009
2008
Zakelijke waarden DLI Wereldfonds DLI Blue Return Fonds State Street MSCI World
7.823.650 9.576.381 5.636.261
4.406.414 6.538.634 4.462.608
Vastrentende waarden DLI Credit HR DLI Credit LR DLI Obl LT DLI Obl MT
18.837.536 3.410.164 22.490.532 37.047.143
16.727.337 2.457.164 24.925.540 35.539.343
0 21.228 -558.625
111.405 2.386 0
-2.270.692 62.528 -62
2.605.260 -249.518 -98
102.076.044
97.526.475
(Bedragen in euro’s)
Liquide middelen Rekening-courant Delta Geld Rekening-courant Banken IHB Rendementsverschillen Beleggingsfondsen Obligaties Leningen op schuldbekentenis Totaal belegd vermogen
Het mandaat zoals overeengekomen met Delta Lloyd Asset Management voorziet beleggingen in aandelen(fondsen) 20% en obligatie(fondsen) 80%. De beleggingen in zakelijke en vastrentende waarden worden in het gesepareerd beleggingsdepot gewaardeerd op basis van de beurskoersen per het einde van het boekjaar. De overige beleggingen worden gewaardeerd op nominale waarde. Verschillen tussen de waardering ultimo verslagjaar en de verkrijgingprijs worden verantwoord onder rendementsverschillen. Hetzelfde geldt voor het resultaat bij verkoop of aflossing. Deze verschillen worden in een periode van 10 jaar voor zakelijke waarden en in een periode van 8 jaar voor vastrentende waarden toegevoegd aan of ten laste gebracht van het beleggingsresultaat. Een deel van het totaal belegd vermogen ter grootte van € 1.387.460 heeft geen betrekking op het pensioenfonds maar op een rechtstreeks contract van Syngenta Seeds B.V.
28
Waardeverloop beleggingsdepot (Bedragen in euro’s) Waarde 1/1/2009
Aankopen
Verkopen Ger. + Onger. Resultaat 2009
Waarde 31/12/2009
DLI Wereldfonds
4.406.414
1.999.421
1.417.815
7.823.650
DLI Blue Return Fonds
6.538.634
2.130.236
907.512
9.576.382
DLI Obl LT
24.925.540
982.698
-118.129
22.490.532
DLI Obl MT
35.539.343
1.223.469
284.331
37.047.144
DLI Credit HR
16.727.337
1.115.499
994.699
18.837.536
DLI Credit LR
2.457.164
600.479
352.520
3.410.164
State Street MSCI World
4.462.608
1.173.653
5.636.261
Rendementsverschillen
2.605.260
-5.012.402
Beleggingsfondsen
-3.299.578
136.450
-2.270.692
Vrijval 2009 Obligaties Rendementsverschillen
-249.518
312.046
62.528
-98
36
-62
Leningen op schuldbekentenis Rendementsverschillen
Netto kasstroom 2009 Liquide middelen
TOTAAL
113.791
97.526.475
8.051.803
-3.299.578
0
-651.188
-537.397
-202.656
102.076.044
Beleggingen en risico’s Dit betreft het aandeel in de beleggingen zakelijke en vastrentende waarden ten behoeve van de bestemmingsreserve toeslagen en de overige technische voorzieningen in verhouding tot de totale beleggingen zoals verantwoord in het Gesepareerd Beleggingsdepot. De beleggingsrisico’s die verbonden zijn aan dit gedeelte van het beleggingsdepot, komen voor rekening van het pensioenfonds. 29
Het beleggingsrisico bestaat uit het feit dat een deel van de te verdelen overrente wordt toegevoegd aan het toeslagendepot. De toereikendheid van dit depot is bepalend voor de mate waarin de pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en gepensioneerden waardevast kunnen worden gehouden. Er is sprake van positieve overrentedeling. Negatieve overrente wordt gecompenseerd met toekomstige positieve overrente. Een negatief saldo overrente op de einddatum van de overeenkomst is voor rekening en risico van de verzekeraar. Als gevolg van de beleggingsactiviteiten van Delta Lloyd wordt het fonds direct geconfronteerd met risico’s gerelateerd aan financiële instrumenten en de markt waarin Delta Lloyd ten behoeve van het fonds actief is. De belangrijkste financiële risico’s zijn: prijsrisico (waaronder markt-, valuta- en renterisico), kredietrisico en liquiditeitsrisico.
Aandeel van het fonds in het totale beleggingsdepot (Bedragen in euro’s)
Totaal beleggingsdepot Toegerekend aan het fonds
2009
2008
102.076.044 12.286.238
97.526.475 12.743.957
Prijsrisico Marktrisico Marktrisico is het risico van waardewijzigingen door de ontwikkeling van marktprijzen, die wordt veroorzaakt door factoren gerelateerd aan een individuele belegging, de uitgevende instelling of generieke factoren. Omdat alle beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde zijn alle wijzigingen in marktomstandigheden zichtbaar in het beleggingsresultaat zoals gerapporteerd in het depotverslag van Delta Lloyd en worden de financiële consequenties via de rekening Rendementsverschillen verantwoord. Het prijsrisico kan worden gemitigeerd door diversificatie. In aanvulling hierop kan het prijsrisico worden gehedged door het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten), zoals opties en futures. Binnen de beleggingsfondsen van Delta Lloyd kan hiervan gebruikt gemaakt worden. In 2009 heeft het fonds zelf geen gebruik gemaakt van derivaten. Valutarisico De beleggingen van het fonds worden gedaan in euro’s. De beleggingen waarin wordt deelgenomen via de beleggingsfondsen van Delta Lloyd kunnen echter wel in vreemde valuta zijn zodat er indirect sprake kan zijn van een valutarisico. Dit valutarisico wordt door Delta Lloyd niet afgedekt. Renterisico Het renterisico hangt samen met de waardering van de beleggingen en de verplichtingen tegen marktwaarde. Hierdoor zijn beide posten gevoelig voor wijzigingen van de rentetermijnstructuur. De beheersing vindt plaats door middel van het strategische beleggingsbeleid en de duration. Het renterisico is overgedragen aan de herverzekeraar.
30
Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor het fonds op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Het risico wordt beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Rekening wordt gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten zoals premies. Dit risico is overgedragen aan de herverzekeraar en niet van toepassing op het fonds. Duratie obligaties De gemiddelde looptijd van de obligaties in het beleggingsdepot is ultimo 2009 6,2 jaar (ultimo 2008 6,7 jaar). Rating obligaties De rating van de obligaties in het beleggingsdepot is ultimo 2009 procentueel als volgt verdeeld: Rating
2009
2008
58,7% 29,7% 10,6% 0,0% 0,9% 0,1% 0,0%
55,6% 11,1% 22,1% 0,0% 0,3% 0,0% 10,9%
100,0%
100,0%
AAA AA A B BBB Lager dan BBB Geen rating beschikbaar Totaal
Vorderingen en overlopende activa Vorderingen op herverzekeraar
2009
2008
Rekening-courant Delta Lloyd
741.372
406.124
Totaal
741.372
406.124
(Bedragen in euro’s)
31
Rekening-courant Delta Lloyd
2009
2008
406.124
422.070
-4.455.578 -746.777 -513.825 6.131.539 10.889 0 12.642 -103.642
-3.244.112 -534.086 -455.304 4.096.393 -14.307 135.469 0 0
741.372
406.124
2009
2008
Rekening-courant Syngenta Crop Protection B.V. Rekening-courant Syngenta Seeds B.V.
0 453.415
94.948 0
Totaal
453.415
94.948
(Bedragen in euro’s)
Saldo per 1 januari Pensioenpremies deelnemers Seeds Pensioenpremies deelnemers CP Administratiekosten Remises en overboekingen Intrest Overrente Technische winst Overig Saldo per 31 december
Overige vorderingen (Bedragen in euro’s)
Ultimo 2009 staat het rekening-courantsaldo met Syngenta Crop Protection B.V. vermeld onder de overige schulden. Ultimo 2008 stond het rekening-courantsaldo van Syngenta Seeds B.V. vermeld onder de overige schulden. Rekening-courant Syngenta Seeds B.V. (Bedragen in euro’s)
Saldo per 1 januari Pensioenpremies Bijdragen in de kosten Remises Diversen Saldo per 31 december
32
2009
2008
-371.882
-488.155
4.227.957 455.842 -3.791.154 -67.348
3.244.112 405.447 -3.483.225 -50.061
453.415
-371.882
Overige activa Liquide middelen
2009
2008
Rekening ABN AMRO Bank
54.868
977
Totaal
54.868
977
2009
2008
Stand per 1 januari
12.542.320
12.227.395
Dotatie / onttrekking
-224.418
314.925
12.317.902
12.542.320
(Bedragen in euro’s)
Stichtingskapitaal en reserves Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve toeslagen (Bedragen in euro’s)
Stand per 31 december
Deze bestemmingsreserve wordt door het fonds in eigen beheer gehouden tot het moment dat de toezegging aan de slaper of gepensioneerde wordt toegekend. Op het moment van toekenning wordt deze herverzekerd. Toeslagverlening is uitsluitend van toepassing op pensioenaanspraken uit de betreffende pensioenreglementen en het prepensioenreglement. Toeslagverlening aan slapers- en gepensioneerdenrechten is voorwaardelijk en afhankelijk van de toereikendheid van de reserve. Toeslagverlening van slapers- en gepensioneerdenrechten kan geschieden, na een bestuursbesluit, op basis van de CBS CPI alle huishoudens, afgeleid met een maximum van 3% per jaar. Reserve kredietafslag
2009
2008
Stand per 1 januari
0
0
Dotatie / onttrekking
-8.347.000
0
Stand per 31 december
-8.347.000
0
(Bedragen in euro’s)
Kredietrisico Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor het fonds als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het fonds (potentiële) vorderingen heeft. Het bestuur heeft te maken met het kredietrisico. Afhankelijk van de kredietwaardigheid van de verzekeraar kan het noodzakelijk zijn om de vordering lager te waarderen als de verzekeraar onvoldoende kredietwaardig is. 33
In 2009 heeft Standard & Poor's de rating van Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden verlaagd naar A+. Deze rating is lager dan die waarop de rentetermijnstructuur is gebaseerd en dit betekent dat er een afslag moet plaatsvinden op de vordering op de herverzekeraar. Ultimo 2009 bedraagt de afslag € 8.347.000 en deze is in de jaarrekening verwerkt. Aangezien het bestuur heeft besloten de bestemmingsreserve toeslagen intact te laten en dus niet aan te wenden voor de compensatie van de kredietafslag, is in de balans een nieuwe, negatieve reserve opgenomen onder de naam ‘Reserve kredietafslag’. Op basis van de overgangsregeling heeft het fonds tot 31 december 2009 een vrijstelling voor het aanhouden van een minimaal vereist eigen vermogen (MVEV). Ultimo 2009 bedraagt de dekkingsgraad 91,5% (2008: 113,6%), welk het quotiënt is van het aanwezige vermogen ten opzichte van de voorziening pensioenverplichtingen. Wanneer de bestemmingsreserve toeslagen bij de bepaling van de solvabiliteit wel wordt meegeteld, bedraagt de dekkingsgraad ultimo 2009 104,1%. Per 1 januari 2010 heeft het fonds een nieuw herverzekeringscontract afgesloten en is de vrijstelling voor het aanhouden van een minimaal vereist eigen vermogen vervallen. Doordat de rating van Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden is verlaagd naar A+, is het vereist eigen vermogen (VEV) van het fonds niet langer nihil. Het VEV moet voldoende zijn om een stijging van de credit spread met 40% te kunnen opvangen en bedraagt ultimo 2009 € 3.054.000. Technische voorzieningen Voorziening pensioenverplichtingen voor risico van het pensioenfonds
2009
2008
Stand per 1 januari
92.175.000
70.057.000
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
3.982.000 2.046.000 2.464.000 -2.895.000
2.372.000 869.000 3.387.000 -2.641.000
-4.662.000 206.000 4.469.000
17.644.000 -41.000 528.000
Stand per 31 december
97.785.000
92.175.000
(Bedragen in euro’s)
34
De voorziening voor pensioenverplichtingen is naar categorieën van deelnemers als volgt samengesteld:
2009
2008
Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Pensioengerechtigden
51.239.000 18.316.000 28.230.000
50.847.000 18.446.000 22.882.000
Totaal
97.785.000
92.175.000
(Bedragen in euro’s)
In de voorziening is een reserve gevormd (0,25%) voor excassokosten. Voor zover dit niet toereikend is, is er binnen de Stichting geen separate voorziening getroffen omdat deze kosten door de sponsoren worden gedragen en er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de sponsoren dit niet meer zullen kunnen. De ‘Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen’ bestaat uit een wijziging van de actuariële grondslagen en/of methoden ad € 4.196.000 en een resultaat op kanssystemen ad € 273.000. Het eerste bedrag komt voort uit de beslissing van het bestuur om in verband met de overgang van de prognosetafel 2005-2050 naar de nieuwe sterftetafel de voorziening met 4,5% te verhogen. Verplichtingenrisico De pensioenverplichtingen kunnen in de tijd worden weergegeven door middel van een schatting van de toekomstige uitgaande kasstromen. Het verplichtingenrisico uit zich in: Indexatieresultaten, waarbij het gevoerde indexatiebeleid afwijkt van de aannamen in de kasstroomprojectie. Loon- en prijsstijgingen c.q. de franchise-ontwikkeling wijken af van de verwachting. Actuariële resultaten, indien de actuariële aannamen en veronderstellingen niet overeenstemmen met de werkelijkheid. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan het periodiek aanpassen van de levensverwachting van de deelnemers (het langlevenrisico) of wijzigingen in invaliderings- en revalideringskansen. Premieresultaten, indien de premie niet gelijk is aan de marktwaarde van de kasstromen die voortvloeien uit de nieuwe pensioentoezeggingen. Dit betreft bijvoorbeeld verschillen tussen de “kostprijs” en de daadwerkelijk ontvangen bijdrage voor nieuwe pensioentoezeggingen. Ook deze risico’s heeft het pensioenfonds overgedragen aan de verzekeraar. Gedurende de contractsperiode liggen de actuariële grondslagen vast. Bij verlenging van de overeenkomst kan de verzekeraar overgaan op zwaardere grondslagen mits het bestuur hiermee akkoord gaat. Solvabiliteitsrisico Het solvabiliteitrisico is de combinatie van het beleggings- en het verplichtingenrisico. Dit risico wordt beheerst met behulp van de duration. Dit speelt met name bij fondsen die eigen beheer voeren. Voor herverzekerde fondsen zoals Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland is het aanhouden van buffers zoals het vereist eigen vermogen (VEV) en het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) sterk afhankelijk van de kredietwaardigheid van de verzekeraar. DNB heeft aangegeven dat bij een creditrating lager dan AA-, zoals die van Delta Lloyd en Nationale-Nederlanden, een fonds een afslag moet toepassen op de vordering op de herverzekeraar en een VEV aan moet
35
houden om wijzigingen van het kredietrisico op te kunnen vangen. Voor het aanhouden van een MVEV geldt een overgangstermijn. Overige technische voorzieningen
2009
2008
Voorziening franchiseverlagingen
0
227.621
Totaal
0
227.621
(Bedragen in euro’s)
Voorziening franchiseverlagingen De voorziening franchiseverlagingen heeft als doel het verlagen van de franchise voor de Seeds deelnemers. Voor de Crop Protection deelnemers komen de kosten rechtstreeks ten laste van de sponsor. Per 1 januari 2006 bedroeg de franchise € 18.500, per 1 januari 2007 € 17.500, per 1 januari 2008 € 16.500 en per 1 januari 2009 € 15.500. Overige schulden en overlopende passiva
2009
2008
Rekening-courant Syngenta Seeds B.V. Rekening-courant Syngenta Crop Protection B.V. Nog te betalen loonheffing Nog te betalen premie Zorgverzekeringswet Te verrekenen uitkeringen herverzekering Te verrekenen overrente t.g.v. derden
0 1.156.367 58.553 3.071 0 0
371.882 0 51.967 2.864 45.859 3.493
Totaal
1.217.991
476.065
2009
2008
94.948
121.450
Pensioenpremies Bijdragen in de kosten Remises Diversen
746.777 57.982 -2.009.122 -46.952
534.086 49.857 -613.168 2.723
Saldo per 31 december
-1.156.367
94.948
(Bedragen in euro’s)
Rekening-courant Syngenta Crop Protection B.V. (Bedragen in euro’s)
Saldo per 1 januari
36
Toelichting op de staat van baten en lasten Premiebijdragen (van werkgevers en werknemers)
2009
2008
Bijdragen van werkgevers Bijdragen van werknemers
4.465.882 1.005.321
3.248.352 893.770
Totaal
5.471.203
4.142.122
(Bedragen in euro’s)
Genoemde bedragen zijn door werkgevers en werknemers in de totale pensioenkosten bijgedragen. De werknemersbijdrage wordt via de vennootschap maandelijks geïnd door inhouding op het salaris van de deelnemers. Afgezien van de jaarlijkse storting, wordt de werkgeversbijdrage verwerkt via rekening-courant. De toename van de premiebijdragen in 2009 ten opzichte van die in 2008 wordt hoofdzakelijk verklaard door een aanzienlijke stijging van de door Syngenta Seeds B.V. verschuldigde koopsommen (van € 3.345.625 in 2008 naar € 4.255.567 in 2009) in combinatie met een sterke daling van de met de premiebijdragen te verrekenen winstdeling (van € 105.687 in 2008 naar € 12.641 in 2009). De kostendekkende, gedempte en feitelijke premie volgens artikel 130 van de Pensioenwet zijn als volgt: (Bedragen in euro’s)
Kostendekkende premie Feitelijke premie Gedempte premie
2009
2008
6.738.000 5.471.203 n.v.t.
3.792.000 4.142.122 n.v.t.
Om de kostendekkende premie in overeenstemming te brengen met de actuariële grondslagen van het pensioenfonds, zijn de door Delta Lloyd in rekening gebrachte premies met 21% verhoogd. Deze verhoging verklaart het verschil tussen kostendekkende en feitelijke premie. De kostendekkende premie is als volgt opgebouwd:
2009
2008
Actuarieel benodigd voor nieuwe aanspraken, de risicopremies en de toeslagen In premie begrepen bedrag voor toekomstige kosten In premie begrepen bedrag voor directe kosten van Delta Lloyd en het pensioenfonds
6.028.000
3.241.000
10.000 700.000
6.000 545.000
Totaal
6.738.000
3.792.000
(Bedragen in euro’s)
37
Beleggingsopbrengsten
2009
2008
Intrest herverzekering Overrente Intrest bank
480.145 0 7
538.269 200.931 2
Totaal
480.152
739.202
(Bedragen in euro’s)
Saldo ontvangen overrente Het intrestresultaat is het verschil tussen hoofdzakelijk de intrestbate van het gesepareerde beleggingsdepot en de benodigde 4% intrest zoals vastgesteld bij de bepaling van het resultaat op technische grondslagen. Is dit resultaat positief dan komt dit op 1 januari volgend op het afgesloten boekjaar voor 100% ten gunst aan het fonds. Indien het vastgestelde resultaat op intrest negatief is, wordt dit zo spoedig mogelijk verrekend met het toekomstige positieve resultaat op intrest. Overige baten
2009
2008
Uitkeringen herverzekering Bijdrage sponsoren in exploitatiekosten Overig
2.691.053 185.662 76.083
2.411.901 85.535 1.877
Totaal
2.952.798
2.499.313
(Bedragen in euro’s)
Bijdrage sponsoren in exploitatiekosten De sponsoren hebben zich garant gesteld voor het saldo van de jaarlijkse exploitatiekosten van het fonds. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen (Bedragen in euro’s)
2009
2008
-3.982.000 -2.046.000 -2.464.000
-2.372.000 -869.000 -3.387.000
Pensioenopbouw Indexering en overige toeslagen Rentetoevoeging Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Wijziging marktrente Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten Overige mutatie voorziening pensioenverplichtingen
2.895.000
2.641.000
4.662.000 -206.000 -4.469.000
-17.644.000 41.000 -528.000
Totaal
-5.610.000
-22.118.000
38
Mutatie overige technische voorzieningen
2009
2008
Vrijval voorziening prepensioenregeling Dotatie voorziening franchiseverlagingen Intrest voorziening franchiseverlagingen Onttrekking voorziening franchiseverlagingen Vrijval voorziening groot leeftijdsverschil
0 0 0 -227.621 0
-278.587 178.344 9.405 -162.439 -178.344
Totaal
-227.621
-431.621
2009
2008
Prepensioen Ouderdomspensioen Weduwe- of partnerpensioen Wezenpensioen
798.357 1.458.331 396.168 23.232
711.579 1.297.285 351.700 5.478
Totaal
2.676.088
2.366.042
(Bedragen in euro’s)
Pensioenuitkeringen (Bedragen in euro’s)
Het fonds ontvangt deze bedragen van Delta Lloyd via de post uitkering herverzekering. Aangezien het fonds volledig herverzekerd is, komen uitsluitend geringe uitkeringsverschillen ten laste van het fonds. Pensioenuitvoeringskosten
2009
2008
Kosten prepensioen Administratiekosten Bankkosten
40.541 473.283 306
39.140 416.165 307
Totaal
514.130
455.612
(Bedragen in euro’s)
Dit betreft de kosten zoals die conform het contract door de herverzekeraar in rekening worden gebracht. De kosten van het fonds zelf komen gedeeltelijk rechtstreeks voor rekening van de vennootschap of worden aan het eind van het boekjaar aan haar in rekening gebracht.
39
Overige lasten (Bedragen in euro’s)
Kredietafslag Premies herverzekering Intrest herverzekering Afkoop herverzekering Koopsom indexatie inactieven Exploitatiekosten Te verrekenen uitkeringen herverzekering Te verrekenen overrente t.g.v. derden Te verrekenen te veel betaalde loonheffing Overig Totaal
2009
2008
8.347.000 5.409.527 -10.889 -207.172 710.243 185.662 14.964 0 0 63.639
0 4.735.157 14.307 -515.933 307.135 85.535 45.858 3.493 127 0
14.512.974
4.675.679
Op grond van artikel 382a Boek 2 Titel 9 wordt opgegeven dat het honorarium voor de extern accountant en de accountantsorganisatie met betrekking tot het verslagjaar 2009 voor het onderzoek van de jaarrekening € 15.827 bedraagt (verslagjaar 2008: € 15.470), inclusief BTW.
40
Overige gegevens Technisch resultaat Het technisch resultaat wordt jaarlijks vastgesteld. Verdeling van het resultaat vindt plaats bij afloop van de overeenkomst. Indien het resultaat positief is, wordt 50% aan Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland ter beschikking gesteld en zal 50% als aandeel van de verzekeraar uit het depot worden onttrokken. Voor de prepensioenregeling geldt dat bij een positief resultaat 100% voor het pensioenfonds is bestemd. Een negatief eindsaldo komt voor rekening van de verzekeraar. Het technisch resultaat 2009 bedraagt € 538.773 negatief. Cumulatief is de stand per jaareinde 2009 € 243.615 negatief. Per 31-12-2009, het eind van de winstdelingsperiode, is het gedeelte van het saldo dat geen betrekking heeft op de prepensioenregeling, een bedrag van € 25.283 positief, verdeeld tussen het pensioenfonds en de verzekeraar. Voorstel bestemming saldo van baten en lasten Het bestuur stelt voor om het saldo op de volgende wijze te alloceren aan de bestemmingsreserve toeslagen en de reserve kredietafslag:
2009
2008
Bestemmingsreserve toeslagen Reserve kredietafslag
-224.418 -8.347.000
314.925 0
Totaal
-8.571.418
314.925
(Bedragen in euro’s)
Dit voorstel is in deze jaarrekening als zodanig verwerkt. Gebeurtenissen na balansdatum Het bestuur heeft begin 2010 besloten om voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2014 opnieuw een contract met Delta Lloyd af te sluiten. Nu het pensioenfonds er bewust voor kiest de toeslagenreserve buiten de vermogenspositie te houden, is de dekkingsgraad van het pensioenfonds als gevolg van de kredietafslag onder de 100% gekomen. Dit heeft er toe geleid dat de procedures van waardeoverdrachten zijn stopgezet.
41
Accountantsverklaring Aan: Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland Accountantsverklaring Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2009 van Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland te Enkhuizen bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de entiteit heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Pensioenfonds Syngenta Nederland per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
42
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 11 juni 2010 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. A.A. Beijer RA RBA
43