Jaarverslag 2002
Rabobank Pensioenfonds
Oog voor de realiteit Blijven bouwen aan een goede pensioenregeling en een even goede uitvoering, dat is de doelstelling van het Rabobank Pensioenfonds. Op een manier die de belangen en ambities van alle deelnemers het beste dient. Professioneel, innovatief en met oog voor de realiteit. Oók als die realiteit er turbulent uitziet.
@
Alle jaarverslagen zijn te raadplegen op internet: www.rabobankgroep.nl/jaarverslagen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Introductie Voorwoord Profiel Rabobank Pensioenfonds Kerngegevens
2 4 6
Verslag Ontwikkelingen op pensioengebied Ontwikkelingen Rabobank Pensioenfonds Ontwikkelingen rond beleggingen Overige pensioengegevens
8 12 15 22
Jaarcijfers 2002 Balans Mutatieoverzicht pensioenvermogen Kasstroomoverzicht Waarderings- en berekeningsgrondslagen Toelichting op balans Toelichting op mutatieoverzicht pensioenvermogen Accountantsverklaring/financieringssysteem Actuariële verklaring
25 26 27 28 30 35 38 39
Aanvullende gegevens Personalia Samenstelling bestuur en deelnemersraad Colofon
41 42 44
1
2
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Voorwoord Het Rabobank Pensioenfonds kijkt terug op een bewogen jaar, dat in die zin zeker niet onderdeed voor het voorafgaande jaar. Stond 2001 vooral in het teken van vernieuwing van de reglementen en systemen, in 2002 was de aandacht met name op de fondsresultaten gevestigd.
waren weinig realistisch en leidden tot de nodige kritiek. Niettemin zal een en ander ongetwijfeld resulteren in een genuanceerdere aanpak van eventuele probleemgevallen. Het Rabobank Pensioenfonds kon - dankzij de inspanningen van de Rabobankorganisatie - aan alle door de PVK gestelde eisen voldoen.
Pensioenen Na de introductie van het nieuwe pensioenreglement in 2001 werden in 2002 geen noemenswaardige aanpassingen in de pensioen-
Niet zonder reden, want de financiële markten werden meer dan
regeling doorgevoerd. Beon, uitvoerder van de regeling, werkte in
ooit gekenmerkt door neergaande koersbewegingen. Een negatief
2002 aan verdere verbetering en stroomlijning van de uitvoering.
beleggingsresultaat kon daardoor opnieuw niet worden voorkomen. Vanzelfsprekend heeft het bestuur van het Rabobank
Ter ondersteuning van bestuur en deelnemersraad werd begin 2002
Pensioenfonds alle ontwikkelingen nauwlettend gevolgd en waar
het bestuursbureau opgericht. Dit bureau coördineert alle zaken en
mogelijk tijdig bijgestuurd. Daarnaast zijn er vanuit de Rabobankorga-
zorgt voor de voorbereiding van besluiten en de uitvoering daarvan.
nisatie belangrijke stappen gezet om het pensioenfonds in goede
In de korte tijd dat het bestuursbureau bestaat, heeft het zijn nut al
conditie te houden. De vernieuwde oriëntaties rond de financiering
ruimschoots bewezen.
van het fonds leiden tot een grote soliditeit bij een overigens niet makkelijke toekomst met continue druk op de beleggingsresultaten.
Tot besluit Het onderwerp pensioen stond in 2002 ruim in de belangstelling
Toezicht
en haalde regelmatig de media. Een ontwikkeling, die zich in 2003
In 2002 heeft de Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) haar toezichts-
zal voortzetten en ook zeker gevolgen zal hebben voor alles wat
rol op pensioenfondsen verder aangescherpt. Eind september
met óns pensioen te maken heeft. Waar deze gevolgen zichtbaar
stelde de PVK in een circulaire voor het eerst concrete eisen om
zullen worden - bijvoorbeeld in premie, indexatie of aard van de
ontstane reservetekorten en dekkingstekorten te repareren. De
regeling - is op dit moment nog niet te voorzien.
voorgestelde maatregelen en vooral de tijdshorizon voor herstel
Voorwoord
Met dit jaarverslag wil het Rabobank Pensioenfonds u een goed beeld geven van het reilen en zeilen in 2002. Rest mij nog om namens het bestuur iedereen heel hartelijk te bedanken die zich op welke wijze dan ook voor het Rabobank Pensioenfonds heeft ingezet.
Rik van Slingelandt, voorzitter bestuur Rabobank Pensioenfonds
3
4
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Profiel Rabobank Pensioenfonds Het Rabobank Pensioenfonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de collectieve pensioenregeling van de Rabobank. De pensioenregeling is bestemd voor medewerkers van Rabobank Nederland, de lokale Rabobanken, Rabobank International en een aantal gelieerde instellingen (o.a. Schretlen, Lage Landen en Gilde Investment Management).
Bestuur Het bestuur van het Rabobank Pensioenfonds heeft de eindverantwoordelijkheid voor alles wat met het pensioen te maken heeft. Tot de werkzaamheden van het bestuur behoren onder andere het bepalen van het beleid ten aanzien van de pensioenadministratie, het bepalen van het beleggingsbeleid, de controle op een correcte en stipte uitvoering van de pensioenuitkeringen en het afstemmen van de beleggingsstrategie op de korte- en langetermijnpensioenverplichtingen van het fonds. Het bestuur telt twaalf leden: zes vertegenwoordigers namens de werkgevers en zes vertegenwoordigers namens de werknemers. De leden van werkgeverszijde worden benoemd door de Centrale Kringvergadering; de leden van werk-
Bouwen aan een goede regeling en een even goede uitvoering, dat
nemerszijde door de deelnemersraad. Het bestuur komt circa zes keer
is kort samengevat de missie van het Rabobank Pensioenfonds. In
per jaar bijeen. Hiernaast zijn onder andere een beleggingsadvies-
de praktijk betekent dit dat het pensioenfonds op een breed terrein
commissie en een commissie voor beroep- en bezwaarschriften
actief is. Zo is het fonds betrokken bij het vaststellen en eventueel
actief. Tevens nemen bestuursleden regelmatig deel aan project-
wijzigen van de pensioenregeling en zorgt het ervoor dat de
groepen ten behoeve van specifieke onderwerpen.
pensioenregeling doelmatig en tegen concurrerende kosten wordt uitgevoerd. Daarnaast is het fonds verantwoordelijk voor een solide
Deelnemersraad
beheer van de pensioengelden. Solide, in die zin dat de nominale
Het Rabobank Pensioenfonds kent al vanaf 1990 een deelnemers-
pensioenaanspraken zeker worden gesteld en dat naar waardevast-
raad. De deelnemersraad heeft op verschillende gebieden een advi-
heid van de ingegane en premievrije pensioenen wordt gestreefd.
seringsbevoegdheid; op het gebied van wijziging van statuten en
Daarbij wordt gezocht naar een verantwoorde balans tussen de
pensioenreglementen heeft de raad ook een instemmingsbevoegd-
nominale verplichtingen en het streven naar waardevastheid
heid. De deelnemersraad bestaat uit dertien vertegenwoordigers
enerzijds en de hoogte van de premie anderzijds.
namens de werknemers en twee vertegenwoordigers namens de gepensioneerden en daarmee gelijkgestelden. De deelnemersraad
Profiel Rabobank Pensioenfonds
komt minimaal vier keer per jaar bijeen. Ook leden van de deel-
Externe controle
nemersraad nemen regelmatig deel aan diverse projectgroepen.
Op verzoek van het bestuur controleert een extern accountantsbureau jaarlijks het jaarverslag en de pensioenstaten die naar de
Bestuursbureau
Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK) worden verstuurd. Een externe
Ter ondersteuning van het bestuur en de deelnemersraad werd
actuaris controleert jaarlijks het actuarieel verslag en stelt een actu-
begin 2002 het bestuursbureau opgericht. Het bestuursbureau
ariële verklaring op. Deze actuaris stelt conform de door de PVK uit-
zorgt onder andere voor voorbereiding en uitvoering van bestuurs-
gevaardigde Actuariële Principes ook een toereikendheidstoets op.
besluiten, monitoring van de voortgang van de verwerking van de pensioenadministratie en rapportage aan het bestuur, beleidsadvisering en waarneming van de dagelijkse gang van zaken. Bij het bestuursbureau zijn drie personen werkzaam als respectievelijk ambtelijk secretaris, beleidsadviseur en algemeen medewerker.
Uitbesteding Binnen de Rabobank Groep is alle benodigde kennis en kunde op het gebied van pensioenen aanwezig. Het bestuur heeft daarom verschillende werkzaamheden uitbesteed aan de geëigende partijen. Beon is verantwoordelijk voor de pensioen- en uitkeringsadministratie en werkzaamheden op het gebied van actuariële berekeningen. De beleggingsadministratie en de belegging van het vermogen van het pensioenfonds zijn in handen van Interpolis Vermogensbeheer. Het eigenlijke vermogensbeheer is door Interpolis voor het grootste deel uitbesteed aan Robeco.
5
6
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Kerngegevens 2002
2001
2000
1999
1998
Deelnemers
46.453
46.120
46.380
45.406
42.116
Gewezen deelnemers met premievrije rechten
27.125
24.098
25.317
23.165
21.736
2.754
2.533
2.376
2.169
2.015
Aantallen
Gewezen deelnemers met ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen Gewezen deelnemers met overige ingegane pensioenen Totaal
4.803
4.508
4.259
4.002
3.792
81.135
77.259
78.332
74.742
69.659
Financiële gegevens (bedragen in miljoenen euro’s) Vastrentende waarden
2.423
1.797
1.646
1.602
1.740
Zakelijke waarden
2.016
2.466
2.651
2.809
1.997
Pensioenvermogen
4.971
4.577
4.404
4.438
3.908
925
504
56
48
86
-445
-236
0
674
519
89
82
75
67
62
Aangesloten banken
32,0
0,0
6,0
5,0
11,0
Rabobank Nederland en gelieerde instellingen
32,5
0,5
7,0
6,0
12,5
Koopsommen en waardeoverdrachten Opbrengst beleggingen Pensioenuitkeringen
Pensioenpremiepercentages
8
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Ontwikkelingen op pensioengebied Het jaar 2002 was op pensioengebied turbulent te noemen. De wetgever en de toezichthouder (Pensioen- & Verzekeringskamer (PVK)) waren zeer actief. Daarnaast legden de aanhoudend slechte beursresultaten een zware druk op de pensioenfondsen.
afspraken tussen werkgever c.q. sociale partners en het pensioenfonds worden vastgelegd in een opdrachtbrief. Het kan dan gaan om besluitvorming over het premiebeleid, het indexeringsbeleid en het beleid ten aanzien van vermogensoverschotten en -tekorten, maar ook om het niveau van de dienstverlening of voorlichting. • Pensioenfondsen en werkgevers worden verplicht gesteld om gepensioneerden en werknemers beter te informeren over hun pensioenregeling.
De sociale partners en de besturen dienden dan ook alert te
• Vanaf 2006 mogen werknemers niet meer worden uitgesloten
reageren op de ontwikkelingen, een en ander in goed overleg met
van de pensioenregeling van hun bedrijf. Gebeurt dit toch, dan
de pensioenkoepel OPF (Stichting voor Ondernemingspensioen-
kan dit met behulp van wetgeving worden verboden.
fondsen). Hieronder wordt nader ingegaan op voor het Rabobank Pensioenfonds relevante ontwikkelingen.
• De garantie op de uitbetaling van het pensioen moet ook in de toekomst blijven bestaan. Hoewel de SER adviseerde de fondsen wat meer vrijheid te geven, meent de staatssecretaris dat het
Nieuwe pensioenwet De huidige Pensioen- en spaarfondsenwet (PSW) wordt op termijn vervangen door een nieuwe pensioenwet. Ter voorbereiding van
vertrouwen dat de verplichtingen altijd kunnen worden nagekomen, essentieel is voor het pensioenstelsel. • Pensioenfondsen mogen in principe alleen activiteiten onder-
deze wet stelde de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgele-
nemen die verband houden met het uitvoeren van de pensioen-
genheid een hoofdlijnennotitie op. De notitie, die door de staats-
toezegging. Voor andere activiteiten is goedkeuring van de PVK
secretaris namens het kabinet naar de Tweede Kamer is verzonden,
vereist.
is tevens een reactie op het advies dat de Sociaal Economische Raad (SER) heeft gegeven op de nieuwe pensioenwet.
Het voorstel voor de nieuwe pensioenwet zal naar verwachting in 2003 worden ingediend bij de Tweede Kamer. Het Rabobank
In de notitie komen de volgende punten aan de orde. • Pensioenregelingen moeten transparanter worden. Zo moeten
Pensioenfonds volgt de ontwikkelingen op de voet.
Ontwikkelingen op pensioengebied
Beleidsregels uitbesteding
Naar verwachting worden de beleidsregels op 1 januari 2004 van
De toezichthouder, de PVK, stelt dat pensioenfondsen en verzeke-
kracht. Voor aanpassing van bestaande overeenkomsten van uitbe-
raars hun bedrijfsproces moeten beheersen en dat dit ook geldt
steding geldt een overgangsperiode van drie jaar. Het Rabobank
voor processen die aan derden zijn uitbesteed. Een en ander werd
Pensioenfonds neemt de uitbestedingsregels op in de Actuariële en
geconcretiseerd in concept beleidsregels. Aangezien het Rabobank
Bedrijfstechnische Nota (ABTN), de Service Level Agreement (SLA)
Pensioenfonds een groot deel van de werkzaamheden heeft uitbe-
en de overeenkomst inzake pensioenbeheer.
steed, zijn deze eisen dus ook op het Rabobank Pensioenfonds van toepassing.
Verbod op onderscheid contracten voor bepaalde en onbepaalde tijd
Bij uitbesteding kan worden gedacht aan het verlenen van vol-
Vorig jaar werd al in het jaarverslag vermeld dat er op grond van
machten, extern vermogensbeheer en het door derden laten uit-
een Europese richtlijn in de arbeidsvoorwaarden geen onderscheid
voeren van de administratie. In de beleidsregels gaat het om
mag worden gemaakt tussen werknemers met een arbeidscontract
‘specifieke vormen van uitbesteding, en wel om uitbesteding van
voor bepaalde tijd en werknemers met een arbeidscontract voor
processen of delen van processen waaraan risico’s zijn verbonden
onbepaalde tijd. Dit discriminatieverbod werd in 2002 in het
die materiële invloed kunnen hebben op de financiële prestaties,
Burgerlijk Wetboek vastgelegd. Onderscheid maken is alleen geoor-
financiële positie, continuïteit en/of integriteit van de betreffende
loofd als hiervoor een objectieve rechtvaardigingsgrond bestaat. Dit
instelling’. Uitgangspunt is dat een effectief toezicht door de PVK op
is over het algemeen echter moeilijk aan te tonen.
alle onderdelen van de processen bij de instellingen mogelijk moet blijven, ongeacht of deze al dan niet zijn uitbesteed. Daarnaast dient
Omdat pensioen als arbeidsvoorwaarde geldt, mag ook in pensioen-
het inzicht van de pensioeninstelling in de uitbestede processen te
regelingen geen onderscheid meer worden gemaakt op basis van
worden gewaarborgd, evenals de eigen verantwoordelijkheid van
het al of niet tijdelijke karakter van het dienstverband. Dat betekent
de instelling voor de taken die zijn opgedragen aan derden.
dat pensioenregelingen waarin de deelname alleen openstond
Wij hebben niet de zorgen die anderen hebben "2002 was een druk jaar voor de Vereniging Gepensioneerden. De vereniging werd verder uitgebouwd, er werden commissies opgericht ter ondersteuning van het bestuur, door onze ledenwerfactie ‘Leden werven leden’ kwamen we bijna op 3.000 leden, er kwam een halfjaarlijks overleg met VG’s van andere financiële dienstverleners en we namen deel aan een werkgroep bij de uitvoerder Beon. Voor 2003 is naast indexering van de ingegane pensioenen medezeggenschap van gepensioneerden door deelname in het bestuur van het fonds een belangrijk agendapunt. Gepensioneerden zouden dan echt kunnen meepraten over hun eigen inkomen en niet langer afhankelijk zijn van de werkgever en de actieve deelnemers. Ja, ook voor gepensioneerden zijn het turbulente tijden. Ook wij zijn trots op de resultaten van de Rabobank, maar kijken met enige zorg naar de ontwikkelingen van ons Pensioenfonds. Aan de andere kant prijzen we ons gelukkig met een goede werkgever die zijn afspraken nakomt. We hebben niet de zorgen die anderen hebben." Jan van Holstein - voorzitter Vereniging Gepensioneerden Rabobank en lid van de Deelnemersraad
9
10
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
voor werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd,
Volgens de tekst van het convenant hebben ondernemingspensioen-
nu ook opengesteld moeten worden voor werknemers met een
fondsen de keuze tussen bestuursparticipatie van gepensioneerden
dienstverband voor bepaalde tijd.
en vertegenwoordiging in een deelnemersraad. De gepensioneerden van de Rabobank zijn sinds 1990 al vertegenwoordigd in de deel-
Uitsluiting van werknemers met een zeer kort dienstverband (zoals
nemersraad met twee zetels. De betekenis van het convenant en de
vakantiewerkers) gedurende maximaal drie maanden, wordt als
gevolgen voor het Rabobank Pensioenfonds worden op dit moment
objectieve rechtvaardigingsgrond nog wel mogelijk geacht.
verder bestudeerd.
Medezeggenschap van gepensioneerden
Financiële positie
In 1998 kwamen de Stichting van de Arbeid en het Coördinatie-
Op 30 september 2002 heeft de PVK alle pensioenfondsen per brief
orgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (CSO) tot een conve-
geattendeerd op de belangrijkste uitgangspunten bij toetsing van
nant waarin een wezenlijke verbetering van de medezeggenschap
hun financiële positie. Naast bestaand beleid op dit punt bevatte
van gepensioneerden bij de uitvoering van pensioenregelingen werd
de brief een aantal aanvullingen. Ook werden de pensioenfondsen
vastgelegd. Naar aanleiding van de evaluatie van dit convenant werd
erop gewezen dat zij zich moeten beraden op maatregelen om een
in februari 2003 een nieuw convenant ondertekend. Hierin worden
(dreigende) verstoring van het financieel evenwicht te herstellen.
allereerst de afspraken uit 1998 gecontinueerd. Daarnaast werd afgesproken dat er meer inspanningen zullen worden verricht om de
Aanleiding tot het schrijven van deze brief was onder andere een
medezeggenschapspositie van gepensioneerden bij de uitvoering
aanmerkelijke daling van de dekkingsgraad van de pensioenfondsen
van pensioenregelingen te verbeteren. Het accent ligt daarbij op
door de slechte beleggingsresultaten van de afgelopen jaren. Een
een verbetering van de kwaliteit van de medezeggenschap. Het
groot aantal pensioenfondsen dreigt daardoor niet meer te kunnen
onderwerp geniet ook vanuit de politiek grote belangstelling getuige
voldoen aan het voorschrift dat het zijn pensioenverplichtingen te
het initiatiefwetsvoorstel dat is ingediend door mevrouw Giskes van
allen tijde moet kunnen voldoen. De PVK stelt dat het bestuur van
D66. Het wetsvoorstel beperkt de ruimte die in het convenant
fondsen met onderdekking onmiddellijk moet handelen om deze
geboden is om partijen zelf de gewenste vorm van medezeggen-
situatie op korte termijn - in ieder geval binnen een jaar - te herstel-
schap te laten kiezen.
len. Het op peil brengen van vermogensbuffers mag een wat langere
Nog meer turbulentie op komst "Het Rabobank Pensioenfonds staat op basis van belegd vermogen in de top twintig van Nederlandse pensioenfondsen en doet het nog steeds goed. Dat komt natuurlijk ook omdat de sponsor de financiële positie van het fonds heeft verstevigd met extra dotaties. Ja, het zijn turbulente tijden in pensioenland. De dekkingsgraad lag in een verder verleden eerder rond de 100%, maar toen werd er over de hele linie minder risicovol belegd. Mede door de gedaalde beleggingsopbrengsten liggen de eisen van de PVK nu een stuk hoger. Daarnaast vormt de lage reële rente - nu rond de 2,5% - een bedreiging voor pensioenfondsen. De indexatie van de pensioenen van slapers en gepensioneerden komt daardoor in Nederland onder druk te staan. Op welke wijze het pensioenveld hiermee zal omgaan valt nog niet te voorspellen. Wél dat het einde van al deze ontwikkelingen nog lang niet in zicht is." Diede Panneman - actuaris Watson Wyatt
Ontwikkelingen op pensioengebied
periode beslaan, namelijk tussen de twee en de acht jaar. De PVK
de pensioenparagraaf. Uitgangspunt is dat in de jaarrekening van de
verwacht van de fondsen een alert en actief optreden. Daarbij hoort
onderneming een zodanige verantwoording dient plaats te vinden,
ook het tijdig informeren van de toezichthouder en het snel opstel-
dat transparantie ontstaat in de pensioenverplichtingen, -risico’s en
len van een plan van aanpak wanneer daartoe aanleiding is.
-kosten van een rechtspersoon. De gehanteerde Angelsaksische invalshoek sluit slecht aan bij de Nederlandse pensioensituatie,
Het Rabobank Pensioenfonds kende eind 2002 volgens de normen
waarin een juridische scheiding bestaat tussen de onderneming
van de PVK geen onderdekking en geen reservetekort.
en de pensioenuitvoerder (het pensioenfonds).
Pensioenvoorlichting
In de definitieve tekst wordt onderscheid gemaakt tussen regelingen
In het verslagjaar 2002 werd door de Consumentenbond onderzoek
waarbij een bijdrage of een pensioen is toegezegd. Alleen in het
gedaan naar voorlichting op het gebied van pensioen. De bond
laatste geval liggen de risico’s bij de werkgever en zullen de gevolgen
concludeert dat er nog veel verbeterd kan worden op het gebied
daarvan in de balans van de onderneming moeten worden opge-
van begrijpelijkheid van de pensioenvoorlichting. Zo geeft de helft
nomen. Onderkend is dat de risico’s van de vele werkgevers die bij
van de respondenten aan dat zij op basis van de ontvangen
een bedrijfstakpensioenfonds zijn aangesloten anders zijn dan de
pensioeninformatie niet kunnen beoordelen of ze aanvullende
risico’s van een werkgever met een eigen ondernemingspensioen-
maatregelen moeten treffen.
fonds. Omdat de richtlijn met name consequenties heeft voor de balans en de winst- en verliesrekening van de onderneming, zal de
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid liet naar
directe invloed ervan op pensioenfondsen naar verwachting voor-
aanleiding daarvan weten dat er maatregelen komen die een goede
alsnog beperkt blijven.
pensioencommunicatie moeten waarborgen. Zo moet iedere werknemer bij indiensttreding goed worden geïnformeerd over zijn pensioenrechten en de opbouw van zijn pensioenaanspraken. Daarnaast moet het indexeringsbeleid van de pensioenuitvoerder aan de deelnemers worden toegelicht. Ook bepleit de staatssecretaris een financiële bijsluiter voor bijspaarproducten in de pensioensfeer en een eenvoudig te raadplegen centraal pensioenregister waarin alle pensioenrechten per persoon zijn opgeslagen. Voor dit laatste laat hij het initiatief over aan de sociale partners. Het Rabobank Pensioenfonds informeert deelnemers jaarlijks middels een uitgebreid pensioenboekje (toegespitst op de persoonlijke situatie) of middels een persoonlijke opgave van de rechten. Deelnemers met slapende rechten en gepensioneerden worden geïnformeerd over de nieuwe voorwaarden waaronder geïndexeerd wordt.
Raad voor de Jaarverslaggeving In 2001 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving de ‘Richtlijn personeelsbeloningen’ (RJ 271) vastgesteld, met uitzondering van
11
12
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Ontwikkelingen Rabobank Pensioenfonds Het verslagjaar 2002 werd beheerst door dalende beurskoersen en de invloed daarvan op de reserves van pensioenfondsen. Ook binnen het bestuur van het Rabobank Pensioenfonds was dit regelmatig onderwerp van gesprek. Het bestuur constateert dat grote alertheid gepast is.
een aanpassing kan plaatsvinden, wordt uiteindelijk bepaald door de financiële positie van het pensioenfonds en is afhankelijk van de financiële middelen in dat jaar. Een eenmaal toegekende verhoging van het pensioen kan niet meer ongedaan gemaakt worden.
Indexeringsvoorwaarden Het bestuur van het pensioenfonds heeft de indexeringsvoorwaarden in 2002 nader geconcretiseerd. De indexering wordt in principe opgeschort als de dekkingsgraad van het pensioenfonds
De door de werkgever toegezegde pensioenen zijn afdoende gefi-
onder de 110% daalt of door de toekenning van de indexering
nancierd. Daarnaast voldoet het pensioenfonds, zelfs na een aantal
onder de 110% zou dalen. De indexering wordt weer gestart op het
slechte beleggingsjaren, aan de door de Pensioen- & Verzekerings-
moment dat de dekkingsgraad van het fonds hoger is dan 115%,
kamer (PVK) gestelde voorwaarden en kent het geen onderdekking
mits de dekkingsgraad door toekenning van de indexering niet
of reservetekort. Niettemin vormen de ontwikkelingen in de afge-
onder de 110% daalt. Als op enig moment wordt besloten om niet
lopen jaren wel aanleiding om nog eens goed na te denken over
te indexeren, leidt een latere toekenning van indexering niet tot uit-
de financiële aspecten van de pensioenregeling.
betaling met terugwerkende kracht.
Vaststelling indexering
Indexatiebeleid
Voor de vaststelling van het al dan niet toekennen van de indexering zal de volgende systematiek worden gehanteerd. De dekkingsgraad
Een belangrijk aspect daarbij is de indexering van ingegane pensi-
per 31 december wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld op
oenen. In de pensioenregeling van het Rabobank Pensioenfonds is
basis van de jaarrekening en wordt gepubliceerd in het jaarverslag.
bepaald dat het pensioenfonds streeft naar een periodieke aan-
Op grond van deze dekkingsgraad en met inachtneming van de
passing van de ingegane pensioenen en rechten van gewezen en
ontwikkelingen die hierop van invloed zijn na 31 december, wordt
volledig arbeidsongeschikte deelnemers in verband met een even-
er op 1 juli van het daaropvolgende jaar wel of niet geïndexeerd.
tuele stijging van de kosten van levensonderhoud. Of er opnieuw
Gezien de koppeling met de door het bestuur vastgestelde dekkings-
Ontwikkelingen Rabobank Pensioenfonds
graad vindt de indexering van ingegane pensioenen met ingang
Pensioenfonds. Het bestuur van het pensioenfonds is daardoor in
van 2004 in plaats van tweemaal, eenmaal per jaar plaats op 1 juli.
staat om beter te sturen op zowel de kwaliteit van de dienstverlening
Op grond van de huidige financiële positie van het pensioenfonds
als het kostenniveau in relatie tot de inhoud van deze dienstverle-
heeft het bestuur inmiddels besloten de ingegane pensioenen per
ning. Ook maakt een SLA het mogelijk om op een gestructureerde
1 juli 2003 aan te passen op basis van het gehanteerde CBS-prijs-
en beheersmatige wijze de dienstverlening van Beon aan het
indexcijfer.
Rabobank Pensioenfonds te besturen en te verbeteren. De afspraken in de SLA zullen naar verwachting per 1 juli 2003 van kracht zijn.
Service Level Agreement Uitvoering van de pensioenregeling Het bestuur van het Rabobank Pensioenfonds heeft in 2002 te kennen gegeven behoefte te hebben aan meer transparantie in de
Het verslagjaar 2002 werd voor uitvoerder Beon vooral gekenmerkt
dienstverlening van uitvoerder Beon. Dit onder andere als onder-
door een administratieve inhaalslag en procesverbeteringen. De
bouwing voor de in rekening te brengen administratiekosten en als
werkvoorraad van de belangrijkste processen (ontstaan bij de
waarborg voor een goede dienstverlening aan de deelnemers. Beon
opstart in 2001) is inmiddels met succes weggewerkt. Voor een
en het bestuur van het Rabobank Pensioenfonds hebben daarom
groot aantal processen werd daarbij twee jaar aan mutaties in één
gezamenlijk besloten tot het opstellen en hanteren van een Service
jaar verwerkt. Ook zijn de nodige procesverbeteringen doorgevoerd.
Level Agreement (SLA). Daarnaast werd in samenwerking met de afdeling pensioenen van
Doel SLA
Rabobank Nederland een begin gemaakt met kwaliteitsverbetering
Doel van de SLA is in de eerste plaats het maken en vastleggen van
van de gegevensaanlevering door de salaris- en personeelsadmini-
concrete afspraken over de aard, omvang en kwaliteit van de uit-
stratie. In 2003 zal verder worden gewerkt aan een hogere kwaliteit
voering van de pensioenadministratie door Beon voor het Rabobank
van de aangeleverde persoons- en salarisgegevens.
Pensioen is nog nooit zo spannend en actueel geweest "Interpolis Pensioenen werkt voor zo’n 50 pensioenfondsen, waarvan het Rabobank Pensioenfonds het grootste ondernemingspensioenfonds is. In 2002 werkten we vooral aan een omslag van een defensief beleid - namelijk het verdedigen van het degelijke pensioenstelsel - naar een meer strategiebepalend beleid. Alle ontwikkelingen op pensioengebied maken het belangrijker dan ooit om niet alleen alert te reageren en te anticiperen, maar vooral zelf een koers te bepalen. Agendapunten voor 2003 zijn onder andere een verdere professionalisering van de dienstverlening en het nog beter benutten van de schaalvoordelen van de fusie van onze oorspronkelijke pensioenbedrijven (Beon, Relan, Interpolis/Van Spaendonck). Ook wordt er hard gewerkt aan het opzetten van een nieuwsbrief voor onze klanten. Het Rabobank Pensioenfonds wordt daar overigens nauw bij betrokken. Pensioen saai? Het is nog nooit zo spannend en actueel geweest." Marlies van Loon - manager afdeling Beleid en Ontwikkeling Interpolis Pensioenen
13
14
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Service richting deelnemers
Meerurenregeling
In 2002 werd een begin gemaakt met kwaliteitsverbetering richting
Volgens de Rabobank CAO telt het salarisdeel gebaseerd op het
deelnemer. Verbeteringen waren er zowel op het gebied van de
aantal uren boven 36 onder bepaalde voorwaarden mee voor de
gespreksinhoudelijke afhandeling als op het gebied van bereikbaar-
pensioenopbouw (meerurenregeling). De besluitvorming over deze
heid en een directe afhandeling van gestelde vragen. Daarnaast
regeling werd in 2002 afgerond en met terugwerkende kracht tot 1
werd veel aandacht besteed aan kennisoverdracht en informatie-
januari 2001 van toepassing verklaard.
uitwisseling. In 2003 wordt aan een verdere kwaliteitsverbetering
Inmiddels zijn ook de pensioenreglementen aangepast. Uren boven
gewerkt, zodat eerder een duidelijk beeld van de deelnemer en van
de 36 vormen vanaf 1 januari 2001 pensioengevend inkomen, maar
de status van een ingediend verzoek kan worden verkregen.
worden berekend volgens het middelloonsysteem. Dit geldt voor alle deelnemers, dus ook voor deelnemers die nog onder de eind-
Uit dienst maar niet uit zicht
loonregeling vallen. De administratieve afhandeling van de meer-
Het Rabobank Pensioenfonds streeft ernaar gepensioneerde deel-
urenregeling vindt in 2003 plaats. In juni 2003 worden de betrokken
nemers betrokken te houden bij hun pensioenregeling.
deelnemers (circa 3.000) geïnformeerd over de extra pensioenop-
Gepensioneerden ontvangen het jaarverslag en worden periodiek
bouw vanaf 2001.
geïnformeerd over aanpassingen op het gebied van belastingen en sociale zekerheid. In het verslagjaar werd onder andere bericht over aanpassing van de pensioenuitkering in verband met indexatie. Ook vindt er regelmatig overleg plaats met de Vereniging Gepensioneerden Rabobank. In dit overleg worden actuele aangelegenheden besproken en wordt ingegaan op de specifieke wensen van de gepensioneerden.
Vereniging Gepensioneerden Rabobank De Vereniging Gepensioneerden Rabobank (VG-Rabobank) behartigt de belangen voor alle oud-medewerkers van de Rabobank en hun nabestaanden richting de Rabobank, het pensioenfonds, de overheid en maatschappelijke instanties. De vereniging bestaat bijna drie jaar en heeft inmiddels zo’n 3.000 leden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Landelijk secretariaat VG-Rabobank mw. Jetty Mulder Postbus 17100 3500 HG Utrecht telefoon: (030) 216 48 26 fax: (030) 216 85 98 e-mail:
[email protected]
Ontwikkelingen rond beleggingen
Ontwikkelingen rond beleggingen Het verslagjaar is het derde op rij met een teleurstellend beleggingsrendement. Door negatieve ontwikkelingen op de aandelenmarkten kwam het totaalrendement over 2002 uit op –9,5%. Leidde het inmiddels forse belang in aandelen in 1999 tot de hoogste rendementsuitkomst uit de historie van het fonds, in het verslagjaar was dit de belangrijkste oorzaak van het laagste resultaat ooit behaald.
ontwikkelingen op de huizenmarkt waar forse prijsstijgingen en lage rente koopkracht schiepen via herfinanciering en opname van overwaarde. Daarnaast bleef men kopen dankzij allerlei kortingen, belastingimpulsen en renteloze autoleningen. Het bedrijfsleven liet het afweten. Onzekere vooruitzichten en voldoende capaciteit drukten de investeringen, afgebroken door een wegvallende vraag en te hoog opgelopen voorraden. Het trage tempo van het economische herstel liet de Amerikaanse centrale bank het belangrijkste tarief (de fed funds rate) na de reeks verlagingen in 2001 met 0,5% terugbrengen naar het historisch lage niveau van 1,25%. De kapitaalmarktrente daalde in het verslagjaar fors van boven de 5% tot onder de 4%. Een belangrijke oorzaak was
Macro-economische ontwikkelingen
de vlucht van beleggers uit de tegenvallende aandelenmarkt naar de veilige haven van de staatsobligaties. De sterke koersstijging die
Mondiaal beeld
daarvan het gevolg was, drukte de rente.
De wereldeconomie vertoonde in 2002 een gemengd beeld. In de VS en Japan was er sprake van een aantrekkende economische
Inmiddels kampt Amerika weer met de uit het verleden beruchte
groei terwijl in Europa de groei verder inzakte. Inflatie was nergens
‘twin deficits’, ofwel een begrotingstekort en een tekort op de
een probleem. In Japan handhaafde zich het deflatoire klimaat.
lopende rekening van de betalingsbalans. Dat laatste heeft een zodanig niveau bereikt dat vanuit de rest van de wereld bijna
Verenigde Staten
USD 1,5 miljard per dag naar de VS moet worden overgeboekt om
In het verslagjaar trok de economische groei in de VS aan van 1% in
het geheel te financieren. Dit aspect en gematigde Amerikaanse
2001 naar 2,4%. Deze groei werd vooral gedragen door de consu-
groeiverwachtingen plus de kosten van een dreigende oorlog met
ment. Hoewel koersdalingen op de aandelenmarkten negatief
Irak hebben de dollar fors onder druk gezet. Deze daalde in het ver-
werkten, werd het consumentengedrag gesteund door positieve
slagjaar met bijna 18% ten opzichte van de euro.
15
16
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
EMU Europa
laagde de bank tegen het eind van het jaar inderdaad de rente met
De Europese groei onderging in 2002 een verdere vertraging van
0,5 procentpunt tot 2,75%. De kapitaalmarktrente daalde in lijn met
1,5% tot 0,6%. Er is sprake van een vrij grote spreiding rond dit
die in de VS, zij het in een wat gematigder tempo van iets onder de
gemiddelde. Positieve uitschieter was Spanje met een groei van 2%.
5% tot iets boven de 4%. Ook hier speelde de vlucht uit aandelen
Het is vooral Duitsland dat met een groei van bijna 0% tegenval-
een wezenlijke rol.
lend presteert. Het niet of onvoldoende doorvoeren van structurele hervormingen speelt een negatieve rol. Als belangrijkste economie
Nederland
binnen de eurozone heeft een zwakke Duitse economie echter ook
Het Nederlandse economische wonder lijkt voorlopig voorbij.
invloed op de rest van het gebied.
Presteerde onze economie een aantal jaren bovengemiddeld, de laatste paar jaar lag de uitkomst onder het gemiddelde. Zo kwam
Ook de inflatie verschilt van land tot land nogal, maar het Europese
de groei in het verslagjaar niet hoger dan 0,3%. De inflatie daalde
gemiddelde lag met 2,3% in 2002 nog steeds boven het door de
gelukkig wel, maar was met 3,5% nog steeds één van de hoogste
ECB gehanteerde plafond van 2%. De Europese Centrale Bank stond
van de EMU. Daarnaast heeft de tegenvallende economische
in het verslagjaar onder druk om de rente te verlagen teneinde de
ontwikkeling de riante positie van de overheid in termen van
economie te stimuleren. Toen de inflatie begon af te nemen, ver-
begrotingsoverschotten weer laten omslaan in een tekort, wat de
Turbulentie komt van buitenaf “2002 stond vooral in het teken van de ongunstige economische ontwikkelingen en het uitgesproken slechte beursklimaat. Wij hebben geprobeerd om samen met het pensioenfonds in stabieler vaarwater te komen, maar de beleggingsrendementen blijven onvoorspelbaar. Daarnaast kijken we ook op de langere termijn naar de gevolgen van de nieuwe boekhoudregels die vanaf 2005 gaan gelden ten aanzien van pensioenverplichtingen. Ja, de term turbulentie is op zijn plaats. Maar de deelnemer moet zich niet verkijken op ontwikkelingen op de korte termijn, het gaat om de lange termijn. En nog belangrijker: de turbulentie komt van buitenaf. We beschikken over een goede pensioenregeling en organisatie, zowel bestuurlijk als vanuit de deelnemers. Intern hebben we onze zaken op orde. En dat is de belangrijkste voorwaarde om de effecten van de turbulentie zo klein mogelijk te houden." Frans Overdijk – teammanager control Rabobank Groep
Ontwikkelingen rond beleggingen
overheid tot forse bezuinigingen noopt.
De aandelenportefeuille van het fonds realiseerde met ruim 31%
Qua rentebeeld bewoog ons land uiteraard in lijn met de EMU.
negatief (versus -16% in 2001) een teleurstellend rendement. Het niveau lag 1% punt lager dan de interne benchmark ofwel de meet-
Beleggingsresultaten
lat waar eigenlijk gelijk aan of liefst boven moet worden gescoord. De omvang van het aandelenbelang bedraagt EUR 1,6 miljard ofwel
Vastrentende waarden
33% van het fondsvermogen.
Zowel in Amerika als in Europa waren de inflatieverwachtingen laag en vluchtten beleggers op grote schaal uit aandelen naar obligaties.
Vastgoed
Dit resulteerde in veel vraag naar en dus forse koersstijgingen van
De rechtstreeks in Nederlandse vastgoedobjecten beleggende
obligaties. Aldus konden met de obligatieportefeuilles fraaie rende-
portefeuille steeg in het verslagjaar met EUR 21 miljoen in omvang
menten worden behaald. De rente op bedrijfsobligaties (de zoge-
tot EUR 356 miljoen. Hiervan bestond ongeveer EUR 9 miljoen uit
naamde credits) onderging in het verslagjaar ook een daling wat
herwaarderingen, terwijl het restant van het bedrag ofwel circa
eveneens bijdroeg aan de hoge rendementen.
EUR 12 miljoen werd gevormd door saldoaankopen die tot doel hebben het gewicht van de vastgoedportefeuille dichter bij het
De vastrentende portefeuille van het fonds behaalde in 2002 een
strategisch gewenste niveau van 10% te brengen.
rendement van 9,3% tegen een interne benchmark van 9,6%. In 2001 kwam het rendement uit op 6,6%. De omvang van de vast-
Het rendement op de Nederlandse portefeuille kwam uit op ruim
rentende beleggingen bedroeg bijna EUR 2,5 miljard, wat circa 35%
9% versus circa 10% in 2001. De huurinkomsten leverden 6,6 % op
hoger is dan in 2001.
en de eerdergenoemde waardestijgingen 2,5%. Voor vastgoed wordt momenteel geen op jaarbasis te hanteren
Aandelen
benchmark (als de ROZ IPD index) gebruikt omdat de portefeuille
Het vertrouwen van beleggers in aandelen werd in het verslagjaar
qua sectormix hiervan te sterk afwijkt.
ernstig geschokt door de boekhoudschandalen die aan het licht kwamen. Daarnaast bleef er ook aarzeling bestaan over het econo-
Het leegstandpercentage (in termen van huurderving door leeg-
mische herstel en de winstgroei. Het dieptepunt van de beurzen lag
stand), dat in 2001 uitkwam op 0,8%, steeg in het verslagjaar tot 1,5%.
in de zomer, waarna een voorzichtig maar niet duurzaam herstel begon. Dit hing samen met het feit dat later in het jaar de kwestie
De vastgoedfondsen en deelnemingen ondergingen een daling
Irak het koersbeeld steeds meer begon te beïnvloeden. Per saldo
van EUR 62 miljoen tot EUR 53 miljoen als saldoresultaat van her-
daalden de koersen over 2002 gemiddeld met circa 30% waarmee
waarderingen en verkopen. Het rendement kwam uit op bijna 8%
een van de slechtste beursjaren uit de geschiedenis een feit werd.
tegen bijna 9% in 2001. Het ligt in de bedoeling dit portefeuille-
In euro’s gemeten waren er positieve rendementen te behalen in
onderdeel af te bouwen en de vrijgekomen middelen te herbeleg-
landen als Australië (8%), Ierland (3%) en Nieuw Zeeland (15%). Ook
gen in direct vastgoed.
de beurzen van de zogenaamde opkomende markten deden het met een rendement van -7% relatief goed. Uitgesproken zwakke
De totale vastgoedportefeuille realiseerde een rendement van
beurzen waren er te vinden in onder meer Finland (-34%) en Japan
ruim 9%.
(-25%). De Nederlandse beurs behoorde met -19% ook tot de zwakkere markten.
17
18
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Rendementsontwikkeling in procenten
kwam het rendement van het Rabobank Pensioenfonds uit op 7,6% tegen 8,0% voor het WM Universum.
Jaar
Vastr. waarden
Vastgoed
Aandelen
Totaal
1993
12,0
4,6
42,0
15,1
1994
3,2
3,4
-4,6
1,6
1995
12,3
0,5
15,3
11.3
1996
8,6
9,5
32,0
14,4
1997
6,7
17,3
33,0
16,9
1998
10,5
4,9
22,9
15,3
Categorie
1999
-0,9
8,3
36,9
17,5
Vastrentende waarden
2000
6,8
21,0
-6,7
0,0
Aandelen
2001
6,6
9,9
-16,2
-5,3
Vastgoed
9,2
5,1
2002
9,3
9,1
-31,4
-9,5
Totaal
-9,3
-8,1
Onderstaand is het totale rendement over 2002 uitgesplitst naar beleggingscategorieën.
Totaalrendement 2002 naar beleggingscategorieën Rabobank Pensioenfonds
WM Universum
7,7
7,5
-33,7
-30,5
Rendementsvergelijking
Asset Liability Management
Om de resultaten van het fonds jaarlijks te kunnen vergelijken met
Asset Liability Management (ALM) staat voor een optimaal samen-
die van andere Nederlandse pensioenfondsen, vormt de door World
spel tussen financieringen, reserveringen en beleggingen. Het heeft
Market company (WM) uitgevoerde performance-meting een
tot doel de solvabiliteit en de waardevastheid van de uitkeringen
hulpmiddel. Bij deze meting worden de beleggingsuitkomsten van
van het fonds te bevorderen en houdt de gemiddelde pensioen-
de afzonderlijke pensioenfondsen vergeleken met de gemiddelde
premie laag. Op basis van ALM-studies wordt onder meer de hoogte
uitkomsten van de deelnemende fondsen tezamen. De uitkomsten
van de benodigde voorzieningenbuffer bij diverse assetmixvarianten
zijn gebaseerd op de door de afzonderlijke fondsen aangeleverde
vastgesteld. Uitgangspunt is dat de kans op onderdekking op een
gegevens.
aanvaardbaar niveau moet liggen.
Mede door het ontbreken van volledig uniforme waarderings-
Bij de ALM-studies worden op basis van historische gegevens simu-
grondslagen mag aan de WM performance geen absolute betekenis
laties gemaakt van de mogelijke toekomst. Het fonds loopt hierbij
worden toegekend. Omdat de berekeningsmethode van WM
het risico dat de gebruikte historie minder representatief is voor de
enigszins afwijkt van de intern gehanteerde werkwijze, kunnen er
toekomst dan gedacht, waardoor zowel aan de actuariële kant als
geringe verschillen optreden tussen de WM en interne cijfers.
aan de beleggingskant de kans op negatieve uitkomsten groter zou zijn dan verondersteld. Daarnaast is het denkbaar dat een klein
Het door WM berekende fondsrendement kwam in 2002 uit op
geachte kans op een zeer negatief scenario zich toch manifesteert
-9,3% tegen -8,1% gemiddeld voor alle deelnemende pensioen-
zoals vandaag de dag het geval is.
fondsen. De belangrijkste oorzaak van het verschil was de achterblijvende performance van aandelen in met name Europa, dat
In het kader van het premiebeleid is een zogenoemde kritische
relatief sterk in de portefeuille vertegenwoordigd was.
dekkingsgraad vastgesteld. De hoogte daarvan is afhankelijk van de
Over de afgelopen vijf jaar bedroeg het fondsrendement 3,2% versus
assetmix. Naast de kritische dekkingsgraad worden de minimale en
3,7% voor het WM-universum. Over een periode van tien jaar bezien
maximale dekkingsgraad gehanteerd. Op grond daarvan zijn kortin-
Ontwikkelingen rond beleggingen
gen op de premie wel of niet mogelijk. Boven de kritische dekkings-
In 2002 was de strategische assetmix als resultante van de gemaakte
graad wordt de korting volledig verleend. Komt de dekkingsgraad
afwegingen:
boven ‘het maximum’, dan ontvangen de premiebetalers een
• 40% (was 35%) vastrentende waarden;
gedeelte van het surplus. Daalt de dekkingsgraad in enig jaar onder
• 50% (was 55%) aandelen;
de kritische dekkingsgraad, dan wordt de korting op de bruto
• 10% vastgoed.
pensioenpremie evenredig verlaagd. Onder de minimum dekkings-
Gegeven de wens tot verdere verlaging van het risicoprofiel van het
graad wordt er in het geheel geen korting meer verleend.
fonds is verhoogde buffervorming noodzakelijk. Vanuit dat oogpunt is in 2002 besloten de dekkingsgraden verder te verhogen:
ALM-studie
• maximum dekkingsgraad 185% (2001: 165%)
Begin 2002 is een aanvullende ALM-studie afgerond. In de studie
• kritische dekkingsgraad 170% (2001: 150%)
werden onder meer het risicoprofiel van het fonds en het premie-
• minimum dekkingsgraad 160% (2001: 135%)
beleid opnieuw beoordeeld.
De financieringsovereenkomst en de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota zijn hierop aangepast.
Turbulent? In Almere is elk jaar turbulent “De Rabobank Almere is de jongste coöperatieve bank. Van twee werknemers zijn we in 26 jaar tijd uitgegroeid naar 200 werknemers, verspreid over drie kantoren voor cliëntadvies in de markt en twee kantoren voor de adviesdiensten en overige bankafdelingen. Eind 2003 komen de laatste twee bij elkaar in de Rabotoren, een nieuw gebouw dat beeldbepalend wordt voor Almere. Ja, daar zijn we zeker trots op! Ook intern gebeurt er intussen van alles. Eind 2002 werd de aanzet gegeven voor een belangrijke organisatieverandering, die in 2005 afgerond moet zijn. Als werkgever c.q. premiebetaler én als individuele deelnemer van het pensioenfonds volg ik de ontwikkelingen op pensioengebied op de voet. Vanzelfsprekend zitten er negatieve kanten aan de pensioendiscussie, maar positief is dat het pensioenbewustzijn en de pensioenbeleving weer toenemen. Een turbulent jaar? Almere krijgt er jaarlijks zo’n 7.000 nieuwe inwoners bij en dat heeft ook z’n invloed op ons reilen en zeilen als bank. In Almere is elk jaar turbulent!” Ben Scholten – directeur Rabobank Almere
19
20
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Ontwikkeling dekkingsgraad en asset mix
de financieringsovereenkomst met de werkgever aangepast.
Eind 2001 stond de dekkingsgraad op 121,5%. De toename van de
In 2005 zal de gewijzigde financiering worden geëvalueerd.
pensioenverplichtingen (inclusief de stijging als gevolg van de CAO-loonronden) werd in 2002 volledig opgevangen door de
In verband met de ingevoerde stelselwijziging is door Rabobank
premiebetaling van de werkgevers. De opnieuw negatieve beurs-
Nederland de positie van het Rabobank Pensioenfonds in 2002
ontwikkeling werd gecompenseerd door aanvullende stortingen die
versterkt middels extra stortingen van ruim EUR 600 miljoen.
Rabobank Nederland heeft gedaan in het pensioenfonds. Hierdoor daalde de dekkingsgraad slechts licht tot 119,2% ultimo 2002. Om te voorkomen dat beursontwikkelingen van een bepaald moment een te grote invloed hebben, worden ontvangen bedragen gespreid over het jaar belegd. Uitgangspunt hierbij is de werkelijke assetmix. Het bestuur van het pensioenfonds heeft besloten in 2002 de werkelijke assetmix in principe te handhaven. Door de forse waardedaling van de aandelen en het gelimiteerde bijkopen is dit niet gelukt, waardoor het aandelenbelang verder afnam. Belangrijk is en blijft de visie van het bestuur dat beleggen in zakelijke waarden op lange termijn een hoger rendement geeft dan beleggen in vastrentende waarden. Gelet op het dekkingsgraadniveau is herbalanceren van de portefeuille naar de gewenste strategische positie echter vooralsnog niet aan de orde. Volgens de huidige inzichten wordt de strategische assetmix pas ingevuld als de dekkingsgraad is gestegen tot 150%. Ultimo 2002 bedroeg de feitelijke verdeling van de assetmix: • 51% vastrentende waarden; • 33% aandelen; • 8% vastgoed; • 8% liquide middelen.
Premieontwikkeling In tegenstelling tot eerdere jaren is de pensioenpremie voor lokale banken en Rabobank Nederland gelijk aan de brutopremie, respectievelijk 32% en 32,5% van de pensioengrondslag (salaris plus vakantiegeld en dertiende maand, minus een AOW franchisebedrag van circa EUR 16.000). Vanaf 2002 betalen de lokale banken en gelieerde instellingen een pensioenpremie van 16%. De resterende pensioenpremie is betaald door Rabobank Nederland. In verband met deze nieuwe wijze van premiebetaling is eind 2002/begin 2003
22
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Overige pensioengegevens Franchise- en grensbedragen Per 1 januari 2002 zijn de franchise- en grensbedragen voor de Pensioenreglementen 1989 en 2001 als volgt vastgesteld: 2003
2002
Franchise I
16.207
15.640
Franchise II
12.812
12.365
Maximaal bruto arbeidsinkomen voor Pensioengrondslag II
78.918
76.162
Grensbedrag i.v.m. WAO-maximum
43.232
41.757
Grensbedrag inzake 15% arbeidsongeschiktheidspensioen
22.515
21.729
Relatieve pensioenuitkomsten toetscarrières Uit de berekeningen blijkt dat per 1 januari 2003 de relatieve pensioenuitkomst (inclusief de AOW voor een ongehuwde vermeerderd met vakantiegeld) voor deelnemers die vallen onder de pensioenreglementen 1989-nieuw en 2001, gemiddeld op 75,0% uitkomt. Dit is gebaseerd op de verwachte salarisstijging ten gevolge van carrièreontwikkeling. Aangezien deze gemiddelde relatieve pensioenuitkomst tussen de 70 en 80% ligt, is er geen aanleiding om Franchise-I nader bij te stellen.
Overige pensioengegevens
De pensioenaanspraken over 2002 waren waardevast In het indexeringsbeleid streeft het bestuur ernaar de ingegane pensioenen, alsmede de meeverzekerde pensioenaanspraken en de pensioenaanspraken van ex-deelnemers aan te passen aan de ontwikkeling van de kosten van het levensonderhoud. Deze aanpassing heeft in 2002 tweemaal per jaar plaatsgevonden en wel per 1 januari en per 1 juli. Over de periode april 2001 tot april 2002 steeg het afgeleide consumentenprijsindexcijfer (CPI) met 3,46%. Hierdoor zijn de genoemde pensioenaanspraken in 2002 met 3,46% verhoogd. Onderstaande grafiek geeft aan met welk percentage de pensioenen in de periode 1965 tot en met 2002, vanaf de ingangsdatum zijn toegenomen:
Procentuele stijging 300 250 200 150 100 50
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
1988
1986
1984
1982
1980
1978
1976
1974
1972
1970
1968
1966
0
Jaar van pensioeningang
Ontwikkeling in aantallen verzekerden Deelnemers Stand per 1 januari 2002 Toetreding / hertoetreding 1)
Gewezen
Arbeidsongeschikte
Gepensioneerden
deelnemers
deelnemers
46.120
24.098
2.533
4.508
5.062
-848
1
-
Pensionering
-200
-65
-58
495
Arbeidsongeschiktheid
-246
-132
378
-
54
25
-79
-
Revalidering
-32
-45
-21
-151
-4.305
4.305
-
-
Waardeoverdracht
-
-208
-
-
Afkoop emigratie / klein pensioen
-
-5
-
-
Beëindiging wezenpensioen
-
-
-
-49
Overlijden Vertrek met premievrije rechten
1) Inclusief in 2002 verwerkte
Stand per 31 december 2002
46.453
27.125
2.754
4.803
Voorziening pensioenverplichtingen Ultimo 2002 bedraagt het aantal verzekerden 81.135. Het totale bedrag aan verzekerde pensioenen bedraagt EUR 794 miljoen. Bij de vaststelling van de Voorziening pensioenverplichtingen wordt uitgegaan van dat deel van de pensioenen waarop de verzekerden op grond van voltooide pensioenjaren recht kunnen doen gelden. De Voorziening pensioenverplichtingen bedraagt ultimo 2002 EUR 4.170 miljoen.
indiensttredingen over 2001.
23
24
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Aantal verzekerden, verzekerde pensioenen en voorziening pensioenverplichtingen Aantallen
Verzekerd pensioen
Voorziening pensioenverplichting
Bedragen in miljoenen euro’s
2002
2001
Man
20.584
20.157
Vrouw
25.869
25.963
46.453
46.120
2002
2001
2002
2001
435
442
2.033
1.861
219
203
384
336
654
645
2.417
2.197
Deelnemers
Gewezen deelnemers Man
7.412
6.639
26
25
221
211
19.713
17.459
22
20
170
147
27.125
24.098
48
45
391
358
Man
1.941
1.813
49
44
584
513
Vrouw
1.159
1.080
5
4
52
43
1.469
1.398
21
19
222
207
234
217
1
1
4
4
Man
1.262
1.190
12
11
361
320
Vrouw
1.492
1.343
4
3
139
125
7.557
7.041
92
82
1.362
1.212
81.135
77.259
794
772
4.170
3.767
Vrouw
Gepensioneerden Ouderdomspensioen
Weduwen- en weduwnaarspensioen Wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen
Totaal generaal
Dekkingsgraad De dekkingsgraad - het pensioenvermogen uitgedrukt in een percentage van de Voorziening pensioenverplichtingen - geeft een indicatie van de solvabiliteit van een pensioenfonds. De dekkingsgraad van het fonds ultimo 2002 komt uit op 119,2% (2001: 121,5%). De daling in 2002 was enerzijds een gevolg van de in dat jaar sterk dalende aandelenkoersen en anderzijds van de toename van de Voorziening pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad kwam ultimo 2002 onder de door het bestuur gewenste kritische dekkingsgraad. Met de werkgever zijn additionele financieringsafspraken gemaakt.
Overige pensioengegevens
Balans
per 31 december 2002 (na resultaatbestemming)
(bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
Activa Beleggingen Onroerende zaken Onroerende zaken in exploitatie
353,5
323,8
2,7
11,2
54,4
62,3
Aandelen en converteerbare obligaties
1.605,6
2.068,8
Obligaties
Onroerende zaken in ontwikkeling Vastgoedfondsen Financiële beleggingen
2.388,1
1.740,9
Leningen op schuldbekentenis
35,3
55,7
Deposito’s en kasgeldleningen
390,0
Liquide middelen Overige vorderingen Totaal activa
160,0 4.829,6
4.422,7
45,7
115,8
117,2
65,5
4.992,5
4.604,0
Passiva Pensioenvermogen Voorziening pensioenverplichtingen Overige voorzieningen
Overige schulden Totaal passiva
4.170,4
3.766,8
800,6
809,9 4.971,0
4.576,7
21,5
27,3
4.992,5
4.604,0
De jaarrekening is opgesteld overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijn pensioenfondsen van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Er zijn geen wijzigingen doorgevoerd in de grondslagen voor de waardering en resultaatbepaling. Voor zover voortschrijdende inzichten noopten tot herrubricering, zijn de vergelijkende cijfers aangepast. Deze herrubriceringen hebben geen invloed op het resultaat en het vermogen.
25
26
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Mutatie pensioenvermogen (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
Toevoegingen Directe beleggingsopbrengsten
184,5
165,9
Premies
901,8
502,6
Saldo waardeoverdrachten
23,6
1,2
Overige opbrengsten
11,0
1,4 1.120,9
671,1
Onttrekkingen Pensioenuitkeringen
-89,3
-82,3
Uitvoeringskosten
-6,8
-12,7
Overige lasten
-0,8
-1,9
Saldo van toevoegingen en onttrekkingen Indirecte beleggingsopbrengsten Mutatie in het pensioenvermogen
-96,9
-96,9
1.024,0
574,2
-629,7
-401,6
394,3
172,6
Overige pensioengegevens
Kasstroomoverzicht (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
Ontvangsten 1.620,1
2.483,7
Directe beleggingsopbrengsten
244,3
232,1
Premies (bijdragen van werkgevers)
890,6
502,5
16,0
15,9
Verkopen en aflossingen van beleggingen
Overgenomen verplichtingen (waardeoverdrachten)
2.771,0
3.234,3
Uitgaven Aankoop en overige mutaties beleggingen Pensioenuitkeringen
-2.734,2
-2.969,2
-86,9
-75,8
-17,8
-7,5
-2,2
-19,2
-
1,1
Pensioenuitvoerings- en administratiekosten, kosten van vermogensbeheer Overgedragen verplichtingen (waardeoverdrachten) Overige lasten
-2.841,1
-3.070,6
-70,1
163,7
Mutatie liquide middelen
27
28
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Waarderings- en berekeningsgrondslagen Algemeen
kasstromen, contant gemaakt tegen de geldende marktrente, rekening houdend met de looptijd van
Voor zover niet anders vermeld zijn alle bezittingen
de obligatie.
en schulden opgenomen voor de nominale bedragen
Leningen op schuldbekentenis worden gewaardeerd
Indien nodig geacht zijn op de vorderingen voor-
op marktwaarde, zijnde de contante waarde van de
zieningen voor oninbaarheid in mindering gebracht.
toekomstige kasstromen, berekend op basis van het
Transacties in vreemde valuta worden omgerekend
rendement op staatsobligaties vermeerderd met een
tegen transactiekoersen. Indien transacties in vreemde
opslag welke afhankelijk is van de beleggings-
valuta op de balansdatum nog niet zijn afgewikkeld
categorie.
worden de daaruit voortkomende bezittingen en
Tevens is in de berekening van de marktwaarde reke-
schulden omgerekend tegen de koers per balansda-
ning gehouden met het risico van oninbaarheid.
tum.
Financiële instrumenten betreffen, op onderliggende
De daarbij ontstane valutakoersverschillen worden
waarden gebaseerde, financiële producten die onder
verwerkt in de Indirecte beleggingsopbrengsten.
meer tot doel hebben om risico’s af te dekken, de opbrengsten te verhogen of een bepaalde marktvisie
Beleggingen
te realiseren. Het gebruik van afgeleide instrumenten binnen het
Algemeen
fonds is beperkt in omvang en voor zover aan de orde
De beleggingen worden gewaardeerd op actuele
ingebed in het beleggingsbeleid.
waarde zoals hieronder nader omschreven. De onge-
Standaard activiteit is het voor 100% respectievelijk
realiseerde waardeverschillen tussen de actuele
50% afdekken van het valutarisico bij de internationale
waarde en de verkrijgingsprijs worden als indirecte
obligatiebeleggingen en aandelenbeleggingen via
beleggingsopbrengsten verwerkt in het pensioen-
valutatermijntransacties. Het doel dat hiermee wordt
vermogen.
beoogd is het reduceren van het risico dat buitenlandse valuta opleveren waarbij de verwachte lange
Onroerende zaken
termijn opbrengst van dit risico nihil is.
Onroerende zaken in exploitatie worden gewaar-
De gewonnen risicoruimte wordt ingezet ten behoeve
deerd tegen verkoopwaarde kosten koper bepaald
van beleggingen die naar verwachting op lange
door interne- en externe taxaties.
termijn wel een beloning voor het gelopen risico
Grondverbeteringen en verbeteringen in beleggings-
opleveren, zoals aandelen.
panden ten behoeve van huurders worden gewaardeerd tegen kostprijs minus afschrijvingen.
Binnen de vastrentende waarden wordt gebruik
Onroerende zaken in ontwikkeling worden gewaar-
gemaakt van renteswaps, opties en futures. Dit
deerd tegen kostprijs of lagere opbrengstwaarde.
gebeurt enerzijds om snel en goedkoop portefeuille-
Vastgoedfondsen worden gewaardeerd tegen
mutaties aan te kunnen brengen en anderzijds om de
beurswaarde of bij het ontbreken daarvan op het
rentegevoeligheid van de portefeuille aan te passen.
aandeel in het zichtbaar eigen vermogen.
Het gebruik van derivaten in bovengenoemde zin blijft binnen het risicoprofiel van de portefeuilles
Financiële beleggingen
zoals dat in het beleggingsplan is neergelegd.
Aandelen en converteerbare obligaties worden gewaardeerd tegen beurswaarde.
Bij het beheer van de aandelenportefeuilles wordt,
Participaties in venture capital fondsen worden
buiten de eerdergenoemde valutadekking, geen
gewaardeerd op het aandeel in het zichtbaar eigen
gebruik gemaakt van afgeleide producten.
vermogen. Obligaties worden gewaardeerd tegen beurswaarde.
De financiële instrumenten worden gewaardeerd
Bij het ontbreken van de beurswaarde tegen rende-
tegen de marktwaarde ultimo jaar. De onderliggende
mentswaarde, zijnde de geschatte toekomstige netto-
waarden komen niet in de balans tot uitdrukking
Overige pensioengegevens
maar worden in de toelichting bij de betreffende belegging aangegeven.
de dekkingsgraad niet daalt onder de 110%; • partnerfrequentie: - mannen 100%;
Pensioenvermogen
- vrouwen 95% tot leeftijd 60, daarna 100%; - vanaf 65 werkelijke burgerlijke staat;
Het pensioenvermogen bestaat uit:
• excassokosten van 2%.
Voorziening pensioenverplichtingen
Overige voorzieningen
Voor de berekening van de voorziening pensioen-
Deze betreffen het bedrag dat aanwezig is boven de
verplichtingen wordt de ‘opgebouwde rechten’-
voorziening pensioenverplichtingen. Het bedrag
methode toegepast. Door de gehanteerde methode
geldt als buffer voor ondernemings-, actuariële,
kan geen financieringsachterstand ontstaan.
beleggings- en inflatierisico’s en geeft een indicatie
De voorziening pensioenverplichtingen heeft
van de financiële positie (solvabiliteit) van het fonds.
betrekking op de opgebouwde rechten en verleende
De indexeringen van ingegane pensioenen en aan-
rechten uit hoofde van indexaties per de balansdatum.
spraken van gewezen deelnemers wegens inflatie
Per de balansdatum is geen rekening gehouden met
worden uit dit bedrag betaald. Toegekende indexaties
toekomstige carrièrekansen.
worden onder de voorziening pensioenverplichtingen
Vanaf het boekjaar 1998 is een Voorziening toekom-
opgenomen.
stige overlevingstafel opgebouwd. Om de gevolgen van de toekomstige stijgende levensverwachting op
Mutaties in het pensioenvermogen
te kunnen vangen, wordt in de Voorziening pensioen-
• Directe beleggingsopbrengsten
verplichtingen een Voorziening toekomstige over-
Als resultaten worden verantwoord de op het ver-
levingstafel opgenomen. Deze voorziening bedraagt
slagjaar betrekking hebbende directe beleggings-
2% van de Voorziening pensioenverplichtingen, inclu-
opbrengsten, alsmede transactiekosten en kosten
sief de excassokosten. De Voorziening toekomstige
vermogensbeheer.
overlevingstafel is vanaf het boekjaar 1998 lineair in
• Premies en saldo waardeoverdrachten
5 jaren opgebouwd en bedraagt ultimo 2002 2%.
Dit betreft de premies en het saldo van de waarde-
Van deze 2% is 1,8% nodig voor de invoering van de
overdrachten, waarvoor rechten zijn bijgeschreven
nieuwe overlevingstafels. Ingaande 2003 wordt de
die in de berekening van de voorziening pensioen-
Voorziening toekomstige overlevingstafel opnieuw opgebouwd met 0,4% per jaar.
verplichtingen zijn verwerkt. • Indirecte beleggingsopbrengsten Als resultaten worden verantwoord de op het
De belangrijkste actuariële grondslagen voor de
verslagjaar betrekking hebbende gerealiseerde en
berekening zijn:
ongerealiseerde waardeverschillen.
• een rekenrente van 4%; • de AG-overlevingstafel Gehele Bevolking Mannen 1995-2000 met 3 jaar leeftijdsterugstelling; • de AG-overlevingstafel Gehele Bevolking Vrouwen 1995-2000 met 1 jaar leeftijdsterugstelling; • indexatiemethode: het bestuur van het fonds streeft in zijn beleid naar een periodieke aanpassing van de aanspraken van gewezen deelnemers en van de ingegane pensioenen in verband met een eventuele stijging van de kosten van levensonderhoud; de indexering zal in principe worden opgeschort als de dekkingsgraad onder de 110% daalt of als door toekenning van de indexering onder de 110% zal dalen en de indexering zal worden gestart als de dekkingsgraad weer hoger is dan 115%, mits door toekenning van de indexering
• Overige mutaties in het pensioenvermogen worden verantwoord voor de aan het verslagjaar toe te rekenen bedragen.
29
30
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Toelichting op de balans Beleggingen Onroerende zaken 2002
(bedragen in miljoenen euro’s) Onroerende zaken in exploitatie Onroerende zaken in ontwikkeling Vastgoedfondsen
2001
353,5
323,8
2,7
11,2
54,4
62,3 397,3
410,6
De verkrijgingsprijs van de onroerende zaken bedraagt ultimo 2002 EUR 309,5 miljoen en die van de vastgoedfondsen bedraagt ultimo 2002 EUR 65,1 miljoen.
Onroerende zaken in exploitatie en ontwikkeling (bedragen in miljoenen euro’s) Waarde op 1 januari
2002
2001 283,1
335,0
Investeringen
19,5
52,9
Desinvesteringen
-7,4
-10,4
Waardeverschillen
9,1
9,4
Waarde op 31 december
356,2
335,0
2002
2001
%
%
Specificatie onroerende zaken in exploitatie en ontwikkeling (bedragen in miljoenen euro’s) Kantoor - en winkelgebouwen
254,4
71
231,8
69
Bedrijfsgebouwen
20,8
6
19,4
6
Woningen
78,3
22
72,6
22
2,7
1
11,2
3
356,2
100
335,0
100
In ontwikkeling
Ten behoeve van de ROZ/IPD-vastgoedindex is de gehele portefeuille Onroerende zaken in exploitatie en ontwikkeling ultimo 2002 getaxeerd. Alle objecten zijn getaxeerd door taxateurs van RoProperty (onderdeel van Robeco) te Rotterdam.
Vastgoedfondsen (bedragen in miljoenen euro’s) Waarde op 1 januari
2002
2001
62,3
61,4
Aankopen
0,0
-0,1
Verkopen
-7,2
0,0
Waardeverschillen
-0,7
Waarde op 31 december
1,0 54,4
62,3
Overige pensioengegevens
Financiële beleggingen 2002
(bedragen in miljoenen euro’s)
2001
Aandelen en converteerbare obligaties
1.605,6
2.068,8
Obligaties
2.388,1
1.740,9
Leningen op schuldbekentenis
35,3
55,7
Deposito’s en kasgeldleningen
390,0
160,0 4.419,0
4.025,4
2002
2001
Aandelen en converteerbare obligaties (bedragen in miljoenen euro’s) Waarde op 1 januari
2.306,4
2.068,8
Aankopen
1.381,6
1.249,4
Verkopen
-1.084,2
-1.271,2
Waardeverschillen
-760,6
Waarde op 31 december
-215,8 2.068,8
1.605,6
De verkrijgingsprijs van de aandelen en converteerbare obligaties die door Robeco zijn belegd, bedraagt ultimo 2002 EUR 1.987,6 miljoen. De verkrijgingsprijs van de eigen aandelen (venture capitals) bedraagt ultimo 2002 EUR 69,0 miljoen. De verkrijgingsprijs van de aandelen die door Rockefeller zijn belegd, bedraagt ultimo 2002 EUR 9,4 miljoen. Einde jaar bedraagt het notional amount van de onderliggende waarden van de afgeleide financiële instrumenten (valutatermijntransacties) EUR 353,3 miljoen (2001: EUR 466,0 miljoen). De specificatie naar regio van aandelen en converteerbare obligaties (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
%
%
Europa 226,0
14
- Eurolanden
705,8
- Overig
106,3
- Nederland
Amerika Japan Verre Oosten en overige
479,2
23
44
709,9
34
7
144,0
7
1.038,1
65
1.333,1
64
406,3
25
578,6
28
53,8
3
67,0
3
107,4
7
90,1
5
567,5
35
735,7
36
1.605,6
100
2.068,8
100
Obligaties 2002
(bedragen in miljoenen euro’s)
2001
Waarde op 1 januari
1.740,9
1.210,7
Aankopen
1.103,1
1.462,5
-500,3
-949,3
44,4
17,0
Verkopen/uitlotingen Waardeverschillen Waarde op 31 december
2.388,1
1.740,9
31
32
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
De obligaties hebben ultimo 2002 een aflossingswaarde van EUR 2.231,9 miljoen (2001: EUR 1.669,0 miljoen). De verkrijgingsprijs bedraagt EUR 2.239,9 miljoen (2001: EUR 1.713,7 miljoen). Einde jaar bedraagt het notional amount van de onderliggende waarden van de afgeleide financiële instrumenten (valutatermijntransacties) EUR 125,7 miljoen (2001: EUR 143,0 miljoen). De duration van de obligaties is 4,3 jaar (2001: 4,2 jaar). De specificatie naar regio van obligaties (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
%
%
Europa - Nederland
711,9
30
650,2
37
- Eurolanden
950,6
40
679,6
39
- Overig
171,3
7
139,5
8
1.833,8
77
1.469,3
84
Amerika
354,8
15
145,0
9
Verre Oosten en overige
199,5
8
126,6
7
554,3
23
271,6
16
2.388,1
100
1.740,9
100
Leningen op schuldbekentenis 2002
(bedragen in miljoenen euro’s) Waarde op 1 januari Verstrekt c.q. opgenomen op bestaande leningen Ontvangen aflossingen/verkopen Waardeverschillen
2001 443,6
55,7 -
21,1
-21,0
-381,6
0,6
Waarde op 31 december
-27,4 35,3
55,7
2002
2001
%
%
De duration van de leningen op schuldbekentenis is 2,9 jaar (2001: 3,0 jaar). De aflossingswaarde bedraagt EUR 33,0 miljoen (2001: 54,0 miljoen). Specificatie van leningen op schuldbekentenis (bedragen in miljoenen euro’s) 0,1
0
0,1
0
Lagere- en semi-overheid
35,2
100
55,6
100
Overige
35,3
100
55,7
100
Nederland
Alle leningen luiden in eurovaluta.
Deposito’s en kasgeldleningen (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
Deposito's
265,0
110,0
Kasgeldleningen U/G
125,0
50,0
Waarde op 31 december
390,0
160,0
Overige pensioengegevens
Liquide middelen (bedragen in miljoenen euro’s) Rekening-courantsaldi bij Rabobank Nederland Overige banken binnenland
2002
2001
45,3
114,7
0,4
1,1 45,7
115,8
2002
2001
Overige vorderingen (bedragen in miljoenen euro’s) Lopende intrest Leningen op schuldbekentenis Obligaties Deposito's en kasgeldleningen
1,0
1,9
75,1
48,0
0,3
0,3 50,2
76,4 Overige Inzake pensioenen
23,3
4,7
Inzake beleggingen
1,4
2,6
Dividendbelasting
3,3
0,6
Verevening VUT Waardeovername Diversen
-
4,5
12,7
2,9
0,1
40,8
15,3
117,2
65,5
Van de hiervoorgenoemde bedragen heeft einde 2002 EUR 22,0 miljoen (2001: EUR 6,0 miljoen) betrekking op vorderingen op de werkgevers binnen de Rabobank Groep.
Pensioenvermogen Voorziening pensioenverplichtingen 2002
(bedragen in miljoenen euro’s) Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Gepensioneerden Voorziening toekomstige overlevingstafel
2001
2.417,5
2.162,5
391,4
352,2
1.361,5
1.192,8
-
59,3 4.170,4
3.766,8
2002
2001
Overige voorzieningen (bedragen in miljoenen euro’s) Waarde op 1 januari
809,9
1.072,3
Toevoeging resultaat
394,3
172,6
-336,8
-375,0
-66,8
-60,0
Onttrekking toegevoegd aan de vpv (exclusief indexeringspremies) Onttrekking indexeringspremies toegevoegd aan de vpv Waarde op 31 december
800,6
809,9
33
34
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Overige schulden (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
Waardeoverdrachten
2,2
2,2
Inzake beleggingen
3,4
10,6
Loonbelasting en sociale lasten
2,9
2,4
FVP-bijdragen
6,0
1,9
Inzake pensioenpremies en uitkeringen
3,2
4,7
Verevening VUT
2,8
2,6
Overige
1,0
3,0 21,5
27,3
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Standaard activiteit is het voor 100%, respectievelijk 50% afdekken van het valutarisico bij de internationale obligatiebeleggingen en aandelenbeleggingen via valutatermijntransacties. In 2002 was de met de afdekking gemoeide achterliggende waarde EUR 438,0 miljoen ( EUR 252,0 miljoen bij aandelen en EUR 186,0 miljoen bij vastrentende waarden).
Overige pensioengegevens
35
Toelichting op mutatieoverzicht pensioenvermogen Omzet (bedragen in miljoenen euro’s)
2002
2001
Directe beleggingsopbrengsten
184,5
165,9
Premies
901,8
502,6 1.086,3
668,5
2002
2001
Directe beleggingsopbrengsten (bedragen in miljoenen euro’s)
Onroerende zaken Onroerende zaken in exploitatie Bruto opbrengsten
26,4
Exploitatiekosten
-3,1
24,0 -3,2 23,3
20,8
7,0
4,8
Vastgoedfondsen Dividenden
Financiële beleggingen Aandelen en converteerbare obligaties Dividenden Overige
38,7
40,7
0,7
2,0 39,4
42,7
Obligaties Intrest Overige
109,1
82,7
0,3
1,8 109,4
84,5
2,7
16,4
Leningen op schuldbekentenis Intrest Deposito’s en kasgeldleningen
1)
Intrest
8,5
2,4
Ingevolge de overeenkomsten tussen Interpolis en het fonds
Uitvoeringskosten vermogensbeheer
worden de aan het vermogens-
Fee Interpolis 1)
-3,8
Fee RoProperty (beheer onroerende zaken)
-2,0
-3,5
beheer verbonden kosten
-2,2
(exclusief de beheerkosten
-5,8
-5,7
184,5
165,9
onroerende zaken) door het fonds aan Interpolis vergoed.
36
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Premies 2002
(bedragen in miljoenen euro’s) Bruto premies Verleende bijdragekorting Extra storting
2001
299,6
278,8
-
-276,2
602,2
500,0 901,8
502,6
2002
2001
Saldo waardeoverdrachten (bedragen in miljoenen euro’s) Ontvangen waardeoverdrachten
25,8
15,5
Uitbetaalde waardeoverdrachten
-2,2
-14,3 23,6
1,2
2002
2001
Overige opbrengsten (bedragen in miljoenen euro’s) Intrest liquide middelen
2,8
0,3
Intrest premies
2,1
1,1
Nagekomen baten vorig boekjaar
6,1
11,0
1,4
2002
2001
Pensioenuitkeringen 1)
(bedragen in miljoenen euro’s)
Voor extra werkzaamheden is in het boekjaar 2002 een
Ouderdomspensioen
52,3
48,7
bedrag ad EUR 1,1 miljoen
Nabestaandenpensioen
21,9
20,0
in rekening gebracht. De
Arbeidsongeschiktheidspensioen
15,0
13,6
kosten van het plan van
Afkoopsommen
0,1
0,0
aanpak voor het meeruren-
89,3
82,3
2002
2001
project bedragen in het boekjaar 2002 EUR 0,1 miljoen.
Uitvoeringskosten (bedragen in miljoenen euro’s)
2) In de overige beheerkosten
Extra werkzaamheden en kosten meerurenproject 1)
1,2
is een bedrag begrepen van
Pensioenbeheer (vergoeding Interpolis Pensioenen)
4,9
3,3
EUR 0,1 miljoen (2001: EUR
Overige beheerkosten 2)
0,9
0,3
0,1 miljoen) dat betrekking heeft op vergoedingen aan leden van bestuur en deelnemersraad.
Vergoedingen inzake uitvoering VUT-regeling
9,2
7,0
12,8
-0,2
-0,1
6,8
12,7
Overige pensioengegevens
Overige lasten 2002
(bedragen in miljoenen euro’s) 0,8
Intrest liquide middelen
2001 1,9
0,8
1,9
2002
2001
9,1
9,4
-0,7
1,0
Indirecte beleggingsopbrengsten (bedragen in miljoenen euro’s)
Onroerende zaken Onroerende zaken in exploitatie Waardeverschillen Vastgoedfondsen Waardeverschillen
Financiële beleggingen Aandelen en converteerbare obligaties Waardeverschillen Resultaat uit financiële transacties 1)
-774,9
-408,1
71,1
-12,5 -703,8
-420,6
Obligaties Waardeverschillen Resultaat uit financiële transacties
33,1 1)
16,7
32,0
-1,6 65,1
15,1
0,6
-6,5
-629,7
-401,6
Leningen op schuldbekentenis Waardeverschillen
Dit betreft de resultaten uit
De indirecte beleggingsopbrengsten bestaan uit gerealiseerde verkoopresultaten ad - EUR 215,4 miljoen, uit een afname ongerealiseerde waardestijgingen van EUR 492,0 miljoen en uit een valutadekking van EUR 77,7 miljoen.
1)
het gebruik van financiële instrumenten.
37
38
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Accountantsverklaring Opdracht
financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening
Wij hebben de jaarrekening 2002 van Stichting Pensioenfonds
zijn toegepast en van de belangrijke schattingen die het bestuur
Rabobankorganisatie te Utrecht gecontroleerd. De jaarrekening is
van het pensioenfonds daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie
opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het
van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat
pensioenfonds. Het is onze verantwoordelijkheid een accountants-
onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
verklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Oordeel Werkzaamheden
Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen
van de grootte en de samenstelling van het pensioenvermogen op
aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten.
31 december 2002 en van de wijzigingen daarin in 2002 in over-
Volgens deze richtlijn dient onze controle zodanig te worden
eenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen
gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt
voor financiële verslaggeving van pensioenfondsen.
verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat ondermeer een onderzoek door
Eindhoven, 11 juni 2003
middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor
Financieringssysteem De inkoop van pensioenrechten voor actieven vindt plaats volgens het stortingskoopsommensysteem. Daarbij worden de pensioenrechten over al verstreken dienstjaren volledig afgefinancierd. De financiering van de pensioenlasten vindt plaats op basis van de financieringsovereenkomst tussen het fonds, Rabobank Nederland, de Aangesloten Banken en gelieerde instellingen. De Voorziening pensioenverplichtingen wordt op het vereiste niveau gebracht ten laste van de Overige voorzieningen, nadat eerst het saldo van baten en lasten aan de Overige voorzieningen is toegevoegd. Uit de Voorziening pensioenverplichtingen wordt de indexering van de ingegane pensioenen en de aanspraken van gewezen deelnemers gefinancierd.
Ernst & Young Accountants
Actuariële verklaring
Actuariële verklaring Het pensioenvermogen van Stichting Pensioenfonds Rabobank-
bedraagt 4% per jaar. Voor excassokosten is de netto voorziening
organisatie bedraagt einde 2002 EUR 4.971.000.000,-. Dit pensioen-
met 2% verhoogd.
vermogen bestaat uit de Voorziening pensioen-verplichtingen van EUR 4.170.400.000,- en de Overige voorzieningen van EUR
Op basis van de circulaire d.d. 30 september 2002 van de Pensioen-
800.600.000,-.
& Verzekeringskamer (PVK) hebben wij de financiële positie van het pensioenfonds beoordeeld (de ‘PVK-toets’). Voor dit doel is de VPV
De Voorziening pensioenverplichtingen is actuarieel vastgesteld en
allereerst herberekend op basis van de overlevingstafels GBM/GBV
biedt dekking aan de per ultimo 2002 onvoorwaardelijk opgebouwde
1990-1995 omdat deze door de PVK als prudent worden aangemerkt.
pensioenaanspraken; hieronder worden ook verstaan de aanspraken
In de PVK-toets wordt geen rekening gehouden met een voorgeno-
uit hoofde van de per ultimo 2002 reeds verleende indexeringen.
men indexatie van ingegane en premievrije pensioenaanspraken,
De Voorziening pensioenverplichtingen is door ons gecontroleerd
omdat de indexatie voorwaardelijk is. In de PVK-toets dient een
en accoord bevonden. De post Overige voorzieningen is vastgesteld
reserve voor beleggingsrisico’s te worden aangehouden om neer-
als sluitpost van de balans; deze voorziening geldt als buffer voor
waartse bewegingen in de waarde van de beleggingen te kunnen
ondernemings-, actuariële-, beleggings- en inflatierisico’s.
opvangen.
Met betrekking tot de bij de berekening gehanteerde administratieve basisgegevens, hebben wij ons gebaseerd op de door de accountant
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat voor het pensioenfonds noch
gefiatteerde standen.
sprake is van een situatie van onderdekking noch van een reservetekort.
Bij de berekening van de Voorziening pensioenverplichtingen is gebruik gemaakt van de overlevingstafel Gehele Bevolking Mannen,
Amsterdam, 11 juni 2003
respectievelijk Gehele Bevolking Vrouwen, over de waarnemingsperiode 1995-2000, toegepast met drie jaar leeftijdsterugstelling voor mannen en één jaar voor vrouwen. De gehanteerde rekenrente
Watson Wyatt Brans & Co.
PVK-toets Bedragen
per 31 dec 2002
In % van de VPV
4.971,0
119,2%
Aanwezig vermogen - Af: Voorziening pensioenverplichtingen (VPV)
-/-
- Bij: I.v.m. terugrekenen VPV naar 1990-1995 - Af: Reserve algemene risico’s (5% VPV 1990-1995)
Reservepositie
-/-
113,3 -/-
Dekking - Af: Reserve beleggingsrisico
4.170,4
202,9
2,7% -/-
711,0 -/-
670,5 40,5
100,0%
4,9% 17,0%
-/-
16,1% 0,9%
39
Personalia
Personalia Bestuur
Deelnemersraad
drs. D.J.M.G. baron van Slingelandt, voorzitter
B. Kooiker, voorzitter
J.A.G. Dirks, plv. voorzitter
mw. W.M.T.H. Marsé-Brent FFP,
P.M.G. van Schijndel, secretaris
plv. voorzitter
M.H. Weima, plv. secretaris
mr. A.E.J. van den Brink, secretaris
P.A. de Groot
J.G. Wessel, plv. secretaris
W. Huijgen
drs. H.J.M. Bodewes RC
K. Mijnheer RA
mr. drs. P.C.J. Collignon RBA
Th.F. Naus
F.J. Don
Th.M. Nouwen
R. van Geest FFP
ir. M.J.J. Titulaer MFE
mw. M.C.P. van der Helm
A.W.A.M. Trienen RA
J.A.C. van Holstein
Vacature
A.B. de Jong C. Kuyt
Bestuursbureau
drs. J. Lochtman
mr. ing. W. Blokhuis, ambtelijk secretaris
mw. drs. J.I.S. Rooskens-van Hassel MA
mw. drs. C.C. Eremita, medewerker
mw. drs. J.T.M. Schreurs
J.F. de With, beleidsadviseur p/a Rabobank Nederland, UC L 147
Accountant
Postbus 17100, 3500 HG Utrecht
Ernst & Young Accountants
Telefoon (030) 216 40 47
Actuaris Watson Wyatt Brans & Co
41
42
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Samenstelling bestuur en deelnemersraad Bestuurswisselingen
Rooster van aftreden
Per 1 juli 2002 is de heer W. Huijgen als werknemerslid en de heer Th.F. Naus als werkgeverslid herbenoemd voor een nieuwe zittings-
Per 30 juni 2003
periode van vier jaar.
P.A. de Groot
werknemers
K. Mijnheer RA
werkgevers
Rabobank Pensioenfonds wegens het beëindigen van zijn dienst-
Per 30 juni 2004
lid namens
verband met de Rabobankorganisatie. De heer Bol was lid van het
J.A.G. Dirks
werknemers
bestuur vanaf 1 juli 2002 en volgde mevrouw A. Wijnands
Th.M. Nouwen
werkgevers
Zwienenberg op. Tot en met 30 juni 2002 was de heer Bol lid van
A.W.A.M. Trienen RA
werkgevers
betreurt het voortijdige vertrek van de heer Bol en beraadt zich op
Per 30 juni 2005
lid namens
de invulling van de vacature die hierdoor is ontstaan.
P.M.G. van Schijndel
werknemers
M.H. Weima
werkgevers
ir. M.J.J. Titulaer MFE
werknemers
nemersraad. Voor de leden die vanaf 1 juli 2001 zijn (her)benoemd,
Per 30 juni 2006
lid namens
is door de Pensioen- & Verzekeringskamer, conform de wettelijke
W. Huijgen
werknemers
verplichtingen, een verklaring van geen bezwaar afgegeven.
Th.F. Naus
werkgevers
lid namens
De heer J.M.N. Bol verliet in februari 2003 het bestuur van het
de deelnemersraad van het Rabobank Pensioenfonds. Het bestuur
De leden van werkgeverszijde worden benoemd door de Centrale Kringvergadering en de leden van werknemerszijde door de deel-
Samenstelling bestuur en deelnemersraad
Deelnemersraad
De deelnemersraad in de nieuwe samenstelling is van start gegaan
Per 30 juni 2002 zijn de heren A.A. van den Ban, J.M.N. Bol, L. Brink en
per 1 juli 2002 en heeft met voortvarendheid zijn werkzaamheden
L. Spandaw afgetreden als lid van de deelnemersraad, dit in verband
opgepakt.
met het aflopen van hun maximale zittingsperiode van 12 jaar. Ter vervulling van de hierdoor ontstane vacatures en een nog openstaande vacature, is in het voorjaar van 2002 een aantal kandidaten voorgedragen door het bestuur en de deelnemersraad. Conform de statutaire regeling werd gebruikgemaakt van de mogelijkheid om kandidaten toe te voegen aan voornoemde voordracht. Dit betekende dat voor het eerst sinds 1994 verkiezingen uitgeschreven werden. De volgende (zittende) leden werden herkozen: B. Kooiker, A.E.J. van den Brink, F.J. Don, mw. M.C.P. van der Helm, J.A.C. van Holstein, mw. W.M.T.H. Marsé-Brent, J.G. Wessel en mw. J.T.M. Schreurs. De volgende nieuwe leden werden gekozen: H.J.M. Bodewes, P.C.J. Collignon, R. van Geest, A.B. de Jong, C. Kuyt, J. Lochtman en mw. J.I.S. Rooskens-van Hassel. De heren P. Smit en F.H.W. Rooijakkers beëindigden hun lidmaatschap van de deelnemersraad. Zij werden tijdens de oktobervergadering door de voorzitter bedankt voor hun inzet voor de deelnemersraad.
43
44
Rabobank Pensioenfonds Jaarverslag 2002
Colofon Uitgave
Publicatie
Rabobank Pensioenfonds
Deze publicatie en de afzonderlijke uitgave ‘Rabobank Groep Jaarrekening 2002 en overige gegevens’ vormen het jaarverslag, de
Redactie
jaarrekening en de overige gegevens van de Coöperatieve Centrale
Baas Marketing communicatie, Abcoude
Raiffeisen-Boerenleenbank BA.
Art-direction en vormgeving
Jaarverslagen
Borghouts Design, Haarlem
De Rabobank Groep publiceert de volgende jaarverslagen: • Jaarverslag 2002
Fotografie Frank Tielemans, Eindhoven Witho Worms, Almere
(Nederlands en Engels); • Jaarrekening 2002 en overige gegevens (Nederlands en Engels); • Maatschappelijk jaarverslag 2002
Projectmanagement Jolanda Oskam, Jelle Merkus, Gerbrant van der Veen
(Nederlands en Engels) • Halfjaarverslag 2003 (Nederlands en Engels, verschijnt september 2003)
Coördinatie grafische productie GPR CommunicatieManagement, Eindhoven
Exemplaren van deze verslagen zijn op te vragen bij Rabobank Nederland, Directoraat Communicatie.
Prepress
Telefoon 030 - 216 27 58
PlantijnCasparie, Eindhoven
Fax
030 - 216 19 16
E-mail
[email protected]
Druk PlantijnCasparie, Eindhoven
Materiaalgebruik Bij de vervaardiging van het drukwerk werd gebruikgemaakt van minder milieubelastende materialen. Bij de druk werd Reflecta ECO mineraalolievrije inkt gebruikt op 250 en 135 grams PhoeniXmotion Xantur.
www.rabobankgroep.nl