Stichting “De Buitenveldertse Montessorischool” Sandenburch 1 – 3 1082 GN Amsterdam Tel.: 020 6448446 Fax : 0204041566 E-mail :
[email protected]
Jaarverslag over schooljaar 2014-‐2015 Onderwijs en Zorg Rekenen: Wereld in Getallen De midden-‐ en bovenbouwen werken met het rekenen binnen de eigen groep op basis van groepsplannen. De kinderen zijn per jaargroep ingedeeld in 3 niveaus, en soms nog een individuele leerlijn (omhoog/omlaag). In groep 3 is gebleken dat in schooljaar 2015-‐2016 een tweetal blokken van de methode kan worden overgeslagen, omdat het rekenniveau van de kinderen eind groep 2 al hoger ligt dan het instapniveau van de methode in groep 3. Dit geeft meer ruimte in groep 3 om naast de methode ook met montessorimateriaal te werken. De scores van de kinderen op de toets van rekenen zijn over het geheel genomen boven het landelijk gemiddelde gemaakt (In Parnassys aangegeven als ≥ 4). Ook zijn de scores gestegen ten opzichte van schooljaar 2013/2014. Vooral in groep 5 (meetmoment jan) en groep 7 (meetmoment jan) zijn de scores gestegen. Verder zijn de scores nagenoeg gelijk gebleven. Ook de nieuwe 3.0 toetsen van CITO zijn in de groepen 3 en 4 goed gemaakt (≥ 4). Bij de lessen wordt het digibord volop ingezet ter ondersteuning van de aangeboden lessen. Spelling & (begrijpend) lezen: Alles in 1 en Alles Apart en Veilig leren lezen (groep 3) Midden -‐ en bovenbouw werken vanaf groep 4 met de methode Alles in 1 / Alles Apart. Er wordt binnen de groep gewerkt volgens de lijn van de methode, waarbij de kinderen werken op verschillende niveaus. Bij deze methode worden wekelijks klassikaal spellingregels aangeboden en verwerkt op verschillende niveaus. Daarnaast behelst de methode ook begrijpend-‐ en technisch lezen. Ook deze lessen worden klassikaal gegeven (in de eigen groepen, met kinderen van dezelfde jaargroep aan de instructietafel). De middenbouw heeft de methode ook steeds meer in de vingers. Voor het eerst zijn alle projecten voor groep 5 in de middenbouw behandeld. In de bovenbouw is geëxperimenteerd met het verweven van de lessen van Alles Apart met de lessen van Alles in 1. De weektaak was hierop aangepast, zodat de spellinglessen meer ingebed zouden zijn in de dagelijkse lessen van de methode. Per project werden 8 weken uitgetrokken voor de lessen van Alles in 1 en Alles Apart. De leerkrachten vonden dit fijn werken. In schooljaar 2015-‐2016 zijn er in de bovenbouw 3 nieuwe leerkrachten werkzaam. Wij zullen de lessen van Alles Apart en Alles in 1 dan weer per hoofdstuk en project gaan aanbieden, om de leerkrachten beide afzonderlijke methodes goed te laten leren kennen. Het eerste project zullen wij wel verweven laten, zodat voor de kinderen niet alles nieuw is. In alle groepen is naast spelling en begrijpend lezen ook lezen een speerpunt geweest binnen het werken met deze methodes. Bij het Ralfilezen (programma om kinderen die uitvallen op de DMT-‐toetsen) is veelal gebruik gemaakt om teksten uit Alles in 1/Apart te gebruiken, teneinde het leesniveau te verbeteren. Daarnaast is ook het effect dat hiermee het begrijpend lezen aangesterkt kan worden, omdat de teksten die daarna moeten worden
gebruikt in de lessen door de kinderen begrepen worden, omdat het accent niet meer op ontcijferen van woorden ligt, maar echt op meedoen met de inhoud van de les in de klas terwijl de kinderen de teksten technisch beheersen. Het leesonderwijs aan groep 3 met Veilig leren lezen is net zo intensief aangeboden als voorgaande jaren, dagelijks groepslessen aan groep 3 op verschillende niveaus. Bij bovenstaande methodes wordt het digibord volop ingezet ter ondersteuning van de aangeboden lessen. Veranderingen extra begeleiding: Extra begeleiding bij technisch lezen werd voorheen veelal gedaan door onze onderwijsassistent en onze voormalige AB-‐er, die las (Ralfilezen) met groepjes kinderen die uitvielen op de DMT-‐toetsen, naast de gebruikelijke lessen uit de eigen groep. Wij zijn steeds meer bezig extra begeleiding bij technisch lezen onder te brengen bij de eigen leerkrachten, aangezien de hulp buiten de klassen in mindere mate beschikbaar is, zeker vanaf schooljaar 2015-‐2016. Daarnaast hebben wij extra technisch-‐ lezen-‐instructie uitbesteed aan ouders thuis met het programma BOUWtutorlezen van Lexima. Dit programma biedt adaptieve leesondersteuning en kan worden begeleid door een tutor, dit kan een ouder kind zijn, of een volwassene. In de praktijk blijkt dat dit systeem met ouders kwetsbaar is. Een aantal kinderen heeft het programma met de ouders niet afgerond. Ook hebben wij het afnemen van de DMT-‐toetsen in de bovenbouw als experiment af laten nemen door de leerkrachten zelf in februari en juni. Dit blijkt in de praktijk ook kwetsbaar. Kinderen hebben veelal alleen kaart 3 gelezen, en een groep kinderen heeft de toets niet gelezen, waardoor het geheel van uitkomsten onbetrouwbaar is. Toetsuitslagen lezen: In de toetsuitslagen is bovenstaande ook terug te zien (uitslag schoolanalyse groep 6 tot en met 8 geeft onbetrouwbare scores weer, doordat niet alle kinderen (volledig) zijn getoetst). De groepen 3 tot en met 5 scoren ≥4, met uitzondering van groep 4 in januari. Deze score is in juni weer bijgetrokken tot ≥ 4 (boven het landelijk gemiddelde). Komende schooljaren zullen wij de DMT-‐toetsen weer afnemen onder coördinatie van de IB-‐er, zodat alle kinderen op de juiste wijze getoetst worden. Toetsuitslagen spelling: De spellingresultaten worden, sinds wij de methode Alles in 1/ Apart gebruiken, steeds stabieler. Waren de resultaten over de afgelopen jaren vanaf 2011 tot 2014 nogal grillig en beneden gemiddeld in sommige leerjaren, momenteel schommelen wij rond en boven het landelijk gemiddelde. Het resultaat van hard werken aan de spellingregels in de klassen werpt zijn vruchten af. Zelfs kinderen die moeite hebben met spelling geven blijk van kennis van de spellingregels en kunnen de regels verwoorden.
Op de nieuwe toetsen van Cito, de toetsen 3.0, scoren de kinderen van groep 3 in januari een bijna gemiddelde score (2,75) en vanaf juni groep 3 tot eind groep 4 een gemiddelde tot bovengemiddelde score, landelijk gezien. Op de LOVS toetsen scoren alle kinderen van groep 5 tot en met 8 een score boven het landelijk gemiddelde. Niet alle jaargroepen doen het beter dan vorig schooljaar, maar het geheel ziet er veel stabieler uit zonder uitschieters omhoog of omlaag. Wij zien al sinds 2011 (en daarvoor ook al) een dip in de score in groep 6. Afgelopen schooljaar is deze dip nog wel te zien geweest, echter, nog steeds een score boven het landelijk gemiddelde. Toetsresultaten begrijpend lezen: De resultaten van begrijpend lezen zijn op de BMS over het algemeen altijd goed geweest en zo ook dit schooljaar. Alle scores zijn ≥4, wat boven het landelijk gemiddelde betekent, op een dip in groep 6 na, deze groep scoort precies op het landelijk gemiddelde. Zoals eerder genoemd zijn wij bekend met de dip in groep 6. Wij hebben hierover navraag gedaan bij de andere BOVO-‐scholen. Er zijn meerdere scholen die dit fenomeen kennen. De scores op de groep 8 toetsen zijn bij ons altijd boven gemiddeld goed (landelijk gezien). Handelingsgericht werken In de onderbouw passen wij groepsplannen toe op het gebied van werkhouding. Wij hanteren deze groepsplannen al enige jaren en worden hier steeds meer bedreven in. Kinderen met eenzelfde aanpak worden op eenzelfde manier aangesproken. Dit begint meer en meer een basisaanpak te worden. In midden-‐ en bovenbouw is het afgelopen jaar weer gewerkt met groepsplannen die we maakten buiten Parnassys. Wij hebben dit gedaan, om het werken met de plannen meer inzichtelijk te maken voor de leerkrachten. De technische handeling in Parnassys leverde problemen op, wat weer stuitte op een weerstand tegen het maken van groepsplannen. Door het gebruiken van de losse plannen zijn we teruggekeerd naar de inhoud van de plannen in plaats van het technische aspect van Parnassys. Dit heeft geleid tot een begrip bij de leerkrachten. Zij weten nu goed hoe zij hun eigen groep moeten indelen in niveaugroepen. Wij baseren onze plannen nu op 3 instructieniveaus: 1. Kinderen die instructieafhakelijk zijn 2. kinderen die instruciegevoelig zijn 3. Kinderen die instructieonafhankelijk zijn De leerkrachten begrijpen dit nu goed en we gaan in schooljaar 2015-‐2016 weer terug naar het invoeren van deze plannen in Parnassys. Het jaar daarna zullen wij gebruik gaan maken van de groepskaart die in Parnassys voorhanden is. Voor het evalueren en opstellen van de groepsplannen worden jaarlijks studiedagen vrijgehouden. Wij zijn overgestapt van 3 naar 2 groepsplanperiodes per schooljaar, met Cito als evaluatiemoment. Dit bevalt goed en gaan wij voortzetten.
Het bepalen van de doelen is van de plannen is nog in ontwikkeling. Sociaal-‐emotionele ontwikkeling De leerkrachten zijn door middel van een studieochtend geschoold in het systeem ZIEN!, dit is een module in Parnassys waarmee we de sociaal-‐emotionele ontwikkeling van de kinderen kunnen volgen. In schooljaar 2015-‐2016 zullen de leerkrachten dit voor het eerst invullen voor hun groepen. We zijn nog in de fase van het leren werken met het programma, leren waarnemen en begrijpen. We trekken 3 jaar uit voor de implementatie van het programma. De voortgang wordt bij de eerste studiedag geëvalueerd. Parnassys De groepsplannen (compleet met evaluatie per kind), het invoeren van de methodegebonden en niet-‐methode gebonden toetsen, het invoeren van individuele handelingsplannen, absentie, notities van observaties en oudergesprekken door de leerkracht zijn nu volledig standaard. Het ouderportaal wordt ingezet. De verslagen worden hiermee aangeboden. Ook de logopediste en de rugzakbegeleiders vullen wekelijks belangrijke observaties in bij de kinderen waar zij mee werken. ICT Er wordt momenteel zowel door het bestuur, in samenwerking met onze ICT leverancier Consult-‐it , nagedacht over de herinrichting van het hele ICT-‐ netwerk. Hier zal het komende jaar een plan op komen. De werkstations werken momenteel naar behoren. Daarnaast worden de mogelijkheden van het werken in de “cloud” bekeken en getest en houden we de ontwikkelingen hiervan voortdurend bij, om te kunnen beslissen of dit volledig ingezet gaat worden. Naast de software van de methodes die in de klassen wordt gebruikt, is er afgelopen schooljaar in de bovenbouw en in groep 5 gewerkt aan programmeren. De ouders die dit op zich hebben genomen, zullen dit komend schooljaar ook weer gaan doen met een klein groepje kinderen. Wanneer de nieuwe bovenbouwleerkrachten hun klassen goed op orde hebben en dit aankunnen, zal er in de klassen voor alle kinderen de mogelijkheid zijn om via code.org of Scratch te leren programmeren. Dit zal op de weektaak komen te staan. Via een donatie van een ouder hebben wij speciaal voor het programmeren 4 snelwerkende laptops kunnen aanschaffen. Passend onderwijs De ontwikkelingen op dit gebied noodzaken ons om met onze AB cluster samenwerking tot stand te brengen met de BOVO scholen, om zodoende een groter draagvlak voor de zorg te bewerkstelligen. Inmiddels is dit gerealiseerd en is er een gezamenlijk SOP gemaakt. In het kader daavan gaan wij als school het bekijken wat onze basisondersteuning precies inhoudt. Wat kunnen wij al en waarop hebben wij ondersteuning/ scholing nodig?
Door de invoering van Passend onderwijs is de Rugzakregeling komen te vervallen en zal in 2015-‐2016 het laatste overgangsjaar ingaan, waarbij er nog gelden voor oude Rugzakjes worden overgemaakt. De begeleiding voor kinderen met een indicatie van Cluster 3 en 4 werd in schooljaar 2014-‐2015 nog bekostigd uit deze gelden. Wij hebben de begeleiding deels geclusterd in een miniklas (max 10 kinderen), waarbij twee orthopedagogen zijn ingezet om hierbij voortdurend te instrueren. De individuele hulp is daarmee gehalveerd. Deze vorm van hulp heeft goed gewerkt. De doelen in het Groot Handelingsplan (deelhp Rugzak) waren altijd heel groot, aangezien er veel budget was om deze kinderen te begeleiden. In de toekomst zullen de doelen veel kleiner moeten worden, meer inhoudelijk op de vakgebieden, aangezien wij minder geld (=tijd) per kind overhouden om hen echt individueel te begeleiden. Wij zullen komend schooljaar de miniklas ook gaan inzetten, met een half uur individuele begeleiding en beide vooral gericht op inhoudelijk werk (spelling, rekenen, (begrijpend) lezen) in plaats van op werkhouding en weektaakbegeleiding. De weektaken zullen meer moeten worden begeleid door de leerkrachten. Adviseur Passend Onderwijs en Ouder kind adviseur Door de herinrichting van de zorg op gemeentelijk gebied is er in de school een verandering ingetreden van de manier waarop zorgkinderen besproken moeten worden. Sinds januari 2015 is er in de school elke week 1 dag een Ouder Kind Adviseur aanwezig (Ankie Steenstra). Zij kan door ouders of school worden ingeschakeld als er hulp nodig is op het gebied van opvoeding/ thuissituatie. Alles is gebaseerd op medewerking van de ouders. Daarnaast is er ook een Adviseur Passend Onderwijs aangesteld door de BOVOscholen. Zij kan komen kijken in de klas naar kinderen en/ of leerkrachten wanneer wij vragen hebben op het gebied van onderwijsinhoudelijke zaken. De IB-‐er heeft met hen regelmatig overleg over de geboden of te bieden zorg aan kinderen. Het ZAT/ZBO is afgeschaft, in plaats daarvan is het Multidisciplinair overleg in het leven geroepen. Onderwijsperspectief & Groeidocument Wij zijn begonnen met het invullen van een onderwijsperspectief voor kinderen die een leerlijn volgen die een jaar onder het niveau is van zijn/haar jaargroep. Dit doen wij vanaf groep 6. Dit hangt ook samen met het invullen van het Groeidocument. Dit document vul je in als een kind langdurige hulp nodig heeft die je als school bekostigt door middel van een arrangement. Overige beleidsterreinen De code goed bestuur, de nieuwe wetgeving en het implementeren van de gestelde doelen vanuit het nieuwe schoolplan zijn voor het komende jaar speerpunten.
Daarnaast hebben wij een gezamenlijk aannamebeleid met de BOVO-‐scholen gecreëerd, en zal de samenwerking binnen dit orgaan geïntensiveerd worden. Huisvesting De zorg voor het onderhoud van ons schoolgebouw en het beheer hiervan zal het komende jaar een terugkerend onderwerp op de agenda’s zijn, aangezien dit een grote aanslag op ons budget gaat betekenen. Het meerjaren huisvestingsplan is bijgewerkt en zal leidraad zijn voor de te nemen stappen, afhankelijk van de toezeggingen van het Stadsdeel. Met de nieuwe financiële maatregelen van de overheid zal dit een aanslag op het budget betekenen.
