Jaarverslag 2014-2015
OBS De Leeuwerik
1
JAARVERSLAG SCHOOLJAAR 2014-2015 Inleiding De basis van dit jaarverslag zijn onderstaande documenten, voor zover aanwezig. In chronologische volgorde: 1. Jaarplan 2014-2015 2. Jaarverslag 2013-2014 3. Samen Beter Verder 2015 4. KMPO 2013 5. Formatieplan 2014-2015 6. Taakverdeling 2014-2015 7. Scholingsplan 2014-2015 8. Jaarplanning 2014-2015 9. Vakantierooster 2014-2015 10. Projectplannen 2014-2015
(is niet aanwezig) (niet aanwezig) (april)
(is niet aanwezig) (niet uitgewerkt/beschikbaar in INSULA)
Dit jaarverslag wordt aan alle personeelsleden en MR-leden bij aanvang van het schooljaar 2015-2016 ter beschikking gesteld, met hen besproken en vervolgens vastgesteld. Daarna worden de ouders hierover geïnformeerd via de Nieuwsbrief en de website. In de volgende paragrafen wordt teruggekeken op ontwikkelingen op leerling- en personeelsgebied, de stand van zaken met betrekking tot de acties uit het plan samen Beter Verder, het formatieplan, de tevredenheidspeiling van 2013 (KMPO) de taakverdeling en het vakantierooster.
2
1.
De leerlingen & resultaten
Het leerlingenaantal bedroeg op de teldatum 1 oktober 2014: 91 leerlingen. Een teruglopend leerlingen aantal (-18) ten opzichte van de teldatum 1 oktober 2013. Gedurende het schooljaar zijn tussen 1 oktober 2014 en 17 juli 2015, 9 leerlingen ingestroomd en 19 leerlingen uitgestroomd. De uitstroom betrof: 1 x verhuizing 1 x plaatsing in het SBO 17 x vertrek vanwege overige redenen Instroomgegevens Op de eerste schooldag van het schooljaar 2014-2015 telde de school 91 leerlingen en op de laatste schooldag 72 leerlingen. Instroom tijdens het schooljaar: verhuizing en/of van een andere basisschool 4-jarigen speciaal onderwijs
aantal 0 8 1
Aan het einde van het schooljaar 2014-2015 hebben 15 leerlingen de school verlaten om de volgende redenen: aantal voortgezet onderwijs 9 verhuizing en/of naar andere basisschool 4 (+ vanwege ontevredenheid de school verlaten) naar speciaal onderwijs 2 Uitstroom leerlingen van groep 8 naar het voortgezet onderwijs. Praktijkonderwijs VMBO basisgerichte leerweg VMBO kaderberoepsgerichte leerweg VMBO gemengd theoretische leerweg VMBO theoretische leerweg + HAVO VWO/ Gymnasium +
0% 25% 0% 0% 50% 0% 25%
CITO Eindscores OBS de Leeuwerik
Ondergrens SG 2
2015 2014 2013
531.5 532.6 532.4
533.4 533.2 525.8
De leerstofgebieden die tijdens de eindtoets basisonderwijs getoetst worden zijn taal, rekenen en informatieverwerking. De uitslag van Cito Eindtoets basisonderwijs was, gecorrigeerd voor de scholengroep 2 (= 24% gewichtenleerlingen) en uitsluiting van een leerling met een OPP 533.4. De ondergrens voor vergelijkbare scholen ligt op 531.5. Daarmee scoort de Leeuwerik ruim boven de ondergrens. Een resultaat waar wij zeer trots op zijn. Gezien de groepssamenstelling en op grond van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, is dit een resultaat dat hoger was dan verwacht.
3
CITO tussentijdse scores in relatie met de inspectienorm De resultaten zijn aan het eind van schooljaar 2014-2015 voor verschillende vakken en groepen op voldoende tot goed niveau. De inspectie baseert dit oordeel op de meest recente toetsresultaten aan het eind van schooljaar 2014-2015 voor technisch lezen (in de groepen 3 en 4), rekenen en wiskunde (groep 4 en 6) en voor begrijpend lezen (gr 6). Technisch lezen vormt voor de school, ondanks het feit dat dit schooljaar de resultaten VOLDOENDE zijn, naast begrijpend lezen een aandachtspunt. Technisch lezen: Rekenen &Wiskunde: Begrijpend lezen: Spelling: Spelling: Taal voor kleuters: Rekenen voor kleuters:
groep groep groep groep groep groep groep
3 en 4 4 en 6 6 3-4-5-6 7 2 2
Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed Goed
Net als op veel andere scholen vormt de aandacht voor leerlingen met specifieke ontwikkelingsbehoeften een aandachtspunt. We zijn op dit moment actief bezig om voor deze leerlingen volledig uitgewerkte ontwikkelingsperspectieven uit te werken, waarin niet alleen de einddoelen voor de langere termijn zijn vastgelegd, maar ook de tussendoelen en het aanbod dat daar bij hoort.
4
2.
Personeel
In 2014-205 hebben we afscheid genomen van diverse personeelsleden -
Mw. Mariette v Eeuwijk: Mw. Sanne Schuurbiers: Mw. Barbara van Alphen:
Vrijwillig ontslag Vrijwillige mobiliteit Vrijwillige mobiliteit
Langdurig ziekteverzuim en vervanging -
Er was op OBS de Leeuwerik geen sprake van langdurig ziekteverzuim en vervanging daarvan.
Nieuw personeel In 2014-2015 zijn nieuwe leerkrachten tijdelijk benoemd voor maximaal een jaar en later in vaste dienst. - Mw. Lindy Rijkschroeff Tijdelijk, daarna in vaste dienst - Dhr Rik Korsten Tijdelijk, daarna in vaste dienst - Mw. Mariëlle Schiks Tijdelijk, hernieuwd tijdelijk dienstverband Het formatiebudget De door de stichting OOG ontwikkelde gecombineerde begroting van de materiële zaken en personeel, biedt een overzichtelijk geheel van de schoolfinanciën. De personele bezetting is boven het budget gerealiseerd met goedkeuring door het college van bestuur in verband met de specifieke situatie op de Leeuwerik. De hoogte van de financiering van scholen door Den Haag wordt bepaald door het leerlingaantal. Daarnaast komen middelen binnen uit het Samenwerkingsverband 30.06 en gemeentelijke subsidies. De vervanging van leerkrachten werd betaald door uit vervangingsfonds. De schoonmaak en conciërge taken worden geregeld via het IBN en bekostigd uit de materiële instandhouding. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim op de Leeuwerik ligt met 2,5% ver onder het landelijk gemiddelde van 7%. De Wet BIO De Stichting OOG heeft de elementen behorende bij de wet BIO inmiddels bovenschools vastgesteld. Onderdeel daarin is de gesprekscyclus voorafgegaan door observaties in de groep. Daarnaast is voor elke functie een competentieprofiel en de daarbij behorende salarisschaal vastgesteld. In het afgelopen schooljaar zijn bij alle leerkrachten diverse observaties gedaan, bij de vakken (rekenen, begrijpend en technisch lezen) door de directeur, de analist van de KPCgroep en de vliegende brigade. Ook hebben de leerkrachten feedback gesprekken daarna gevoerd. Twee leerkrachten ontvingen “coaching on the job” m.b.t. de inzet van Rekenkracht. Een leerkracht heeft een intensieve starters coaching gehad. In het komende schooljaar, maar uiterlijk voor 1 maart 2016 zullen met alle leerkrachten Beoordelings-, functionerings-, en POP gesprekken worden gevoerd. Ook zijn er dan bij alle leerkrachten minimaal twee observaties gedaan een door de IB-er en een door de directeur. De leerkrachten zullen dan hun bekwaamheidsdossier hebben geactualiseerd in het personeelsinformatiesysteem.
5
3.
Onderwijs
Zie ook: Samen Beter Verder april 2015 Zie ook: Samen Beter Verder evaluatie oktober 2015 Bron: schoolgidsbijlage 2015-2016 Onderwijsinhoudelijk 2014-2015 De volgende onderwerpen stonden in het schooljaar 2014-2015 centraal. Zie voor evaluatie van het plan het werkdocument van het plan Samen Beter Verder van april 2015. Technisch lezen: Een projectplan is geschreven en een projectleider aangewezen. Het projectplan Technisch lezen is (door Joop en Hans Boudestein) gemaakt en opgenomen in INSULA. Hierin staat het sturen op inhoud en sturen op bekwaamheid centraal. Groepsbezoeken zijn gepland en afgestemd. Er zijn afspraken gemaakt over de in te zetten roostertijd voor technisch lezen in het volgend schooljaar. De geformuleerde ambities met betrekking tot de resultaten van de CITO meting in juni 2015 zijn ruimschoots behaald. Tijdens een studiemoment hebben we een analyse gemaakt en de kinderen ingedeeld in groepen op basis van die analyses. Er is 4 x per week 45 minuten roostertijd ingepland en gerealiseerd voor technisch lezen. Voor zwakke lezers is dat 1 uur per week meer. (4 x 15’). Er zijn op 22 september observaties uitgevoerd en de eerste coaching/feedback gesprekken over technisch lezen zijn gevoerd. Ook in schooljaar 2015-2016 is er extra begeleiding van leerlingen in groep 5 tot en met 8 door Niels met het computerprogramma Flits en Ralfi-lezen vanaf november 2015. In groep 3-4 is er vanaf het begin van het schooljaar 4x per week extra begeleiding door vrijwilliger Loek (oud leerkracht) bij Ralfi lezen. In elke groep wordt elke dag 15 minuten “stil” gelezen. Rekenen: Het projectplan Rekenen is gemaakt door Helma en INSULA en opgenomen in INSULA. Hierin staat het sturen op inhoud en sturen op bekwaamheid centraal. Groepsbezoeken zijn gepland en afgestemd. De geformuleerde ambities met betrekking tot de resultaten van de CITO meting voor juni 2015 zijn ruimschoots behaald. We werken vanuit het directe instructiemodel met een gezamenlijke instructie, begeleide in-oefening, coöperatieve werkvormen. (zie beschrijving Rekenkracht en de weekrooster van de leerkrachten) Leerkrachten hebben gewerkt aan hun professionalisering rondom rekenen. Besproken onderwerpen waren: doorgaande leerlijnen en longitudinale planning alsmede de didactische opbouw van de rekenstof. In de reflectie geven leerkrachten aan dat ze meer inzicht hebben gekregen in de moeilijkheid van rekenen voor kinderen, geleerd hebben een som uit te pluizen tot de essentie, inzicht hebben gekregen in de opbouw van de leerlijnen en de bijbehorende didactiek. In mei zijn hernieuwde afspraken rekenen gemaakt die golden tot aan het einde van het schooljaar. Dit naar aanleiding van de toch nog tegenvallende tussenresultaten in (bijna) alle groepen. Coaching leerkrachten Rik en Lindy werden door INSULA (Mariette) twee wekelijks gecoacht en begeleid in hun professionaliteit. Dit in de vorm van coaching on the job en feedback in het werk geven. Gevolgd door een nabespreking van door de leerkracht gegeven en geobserveerde lessen. Tevens heeft INSULA voorbeeld lessen gegeven en is er aandacht geweest voor het voorbereiden van de leerinhouden en de daarbij behorende didactiek/differentiatie.
6
Begrijpend lezen Het projectplan begrijpend lezen is geschreven en een projectleider is aangesteld.Tijdens teamtrainingen hebben we ervaren hoe het is om woordkennis op te halen in een coöperatieve werkvorm (Denken – Delen – Uitwisselen) We hebben gezien hoe modelen werkt, hoe je dat doet. We hebben gesproken over het belang van modelen en het kiezen van maximaal drie strategieën om te modelen. We hebben de schoolafspraken rondom begrijpend lezen besproken en vastgesteld. We hebben afspraken gemaakt over hoe te differentiëren in de groep. Er zijn observaties begrijpend lezen (naar aanleiding van de kijkwijzer: Effectief leerkracht gedrag en didactische strategieën) uitgevoerd. Na de observaties zijn coachings-, en feedbackgesprekken gevoerd. Er is 3 x per week tijd ingeroosterd voor begrijpend lezen volgens de methode Nieuwsbegrip (XL). De scores van BL bij de CITO eindtoets in 2014-2015 voor groep 3 en 4 waren voldoende. Spelling Het projectplan spelling is geschreven en een projectleider is aangesteld. In de teamvergadering aan het einde van schooljaar 2014-2015 zijn de afspraken gemaakt voor het schooljaar 2015-2016. -
De spellingscategorieën worden gegeven volgens de jaarplanning De dictees worden afgenomen na elk blok Er worden woordpakketten gebruikt die bij een categorie horen Er worden activerende coöperatieve werkvormen ingezet om spellingscategorieën te “verwerken” De didactiek die we gebruiken is; zoals gebruikt in de methode Spelling in beeld.
Spelling op Dag Dag Dag Dag Dag
het weekrooster dagelijks 20-30 minuten 1: Instructie woordpakket categorie* 2: Verwerking door middel van een werkblad of werkvorm 3: Instructie woordpakket categorie* 4: Verwerking door middel van een werkblad of werkvorm 5: Dictee / herhaling
Een spellingsles duurt ongeveer 20 minuten Werkbladen of werkvormen kunnen op de weektaak geplaatst worden Als extra werk kan BLOON worden ingezet Registratie en observatie groep 1-2 Het projectplan is geschreven en een projectleider is aangesteld. Er is een eerste opzet geschreven ter verantwoording van de gehanteerde observatie en registratiemethode voor beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, motoriek en sociaal emotionele ontwikkeling. Het jaar is verdeeld in 4 periodes waar in leerdoelen zijn aangegeven. Deze doelen zijn gekoppeld aan de weekplanning. De criteria voor overgang van groep 2 naar 3 zijn besproken en vastgesteld. De groepsplannen beginnende gecijferdheid, geletterdheid, motoriek en sociaal emotioneel zijn klaar en in gebruik genomen. Aanpassen schooltijden Van 21 mei tot aan 1 juni is er een ouderraadpleging gedaan met betrekking tot het wijzigen van de schooltijden naar 940 uur in alle groepen. De onderwijstijd in de onderbouw wordt daarmee uitgebreid naar 940 uur / jaar in alle groepen. Vanaf schooljaar 2015-2016 is het continue rooster ingesteld van 08.30 – 14.00 uur met een half uur pauze tussen de middag voor de kinderen. Groepsplannen In alle groepen wordt met groepsplannen gewerkt voor de vakken: rekenen, spelling, begrijpend lezen, technisch lezen en sociaal emotionele ontwikkeling.
7
Stemniveau en regel van de week Het gebruik van stemniveau ’s en regel van de week is ingevoerd ter bevordering van gewenste en zelfstandige leerhouding. Didactisch handelen Voortdurend zijn we bezig om de kwaliteit van het didactisch handelen en de instructiekwaliteit van de leerkrachten te versterken. Dit gebeurt door middel van teamtrainingen, coaching on the job en klassenobservaties inclusief feedback gesprekken. Alle leerkrachten hebben inmiddels 5 klassenbezoeken en daaraan gekoppelde gesprekken gehad. (3x Helma, 1 x KPC groep, 1x Vliegende brigade). Hiervan zijn verslagen beschikbaar in het personeelsdossier Analytische vaardigheden In schooljaar 2015-2016 hebben we de doorstart gemaakt in het versterken van de analytische vaardigheden van leerkrachten Directe instructiemodel De leerkrachten geven zichtbaar les volgens het directe instructie model Leerling populatie De leerlingpopulatie is beschreven om nog beter zicht te krijgen op de onderwijsbehoefte van onze leerlingen. Kernwaarden – Visie - Missie De kernwaarden, visie en missie zijn geformuleerd, vastgesteld en opgenomen in de schoolgids en het schoolplan. Luisterhouding In de teamvergadering van 23-04-2015 hebben we afspraken gemaakt over schoolbrede aandacht voor de juiste luisterhouding. Voeten op de grond, buik tegen tafel, een hand ertussen, rugleuning in de rug, bips op het zitgedeelte van de stoel. Ellebogen op tafel en kijken naar de leerkracht. Trendanalyses en planmatig aan verbeteractiviteiten Zie hiervoor de projectplannen, borgingsdocumenten en voortgang van het plan: Samen Beter Verder. Ondersteuning en begeleiding Er is een beschrijving van de ondersteuning en begeleiding beschikbaar, besproken en vastgesteld in het team. Evenals de taken van de leerkracht en IBer in dit kader
8
Doorkijkje naar Onderwijsinhoudelijk 2015-2016 Directe instructiemodel Kinderen leren effectief als zij nieuwe informatie kunnen verbinden aan aanwezige kennis. Het Directe instructiemodel biedt ons de mogelijkheid te differentiëren naar niveau. De dagelijkse terugblik dient voor de snelle leerlingen als een oriëntatie op de stof om vast te stellen of ze de stof begrijpen. Voor de doorsnee leerlingen betekent de dagelijkse terugblik een reflectief moment t.a.v. wat reeds behandeld is. De zorgleerlingen kunnen ook meedoen aan de dagelijkse terugblik of tijdelijk werken aan een opdracht op het eigen niveau. In de presentatiefase krijgen de snelle leerlingen een korte instructie van wat gemaakt moet worden. Voor de doorsnee leerlingen en eventueel voor de zorgleerlingen vindt een korte presentatie van de lesdoelen plaats. In de fase van de begeleide oefening wordt de te behandelen stof geoefend onder begeleiding van de leerkracht. Hier kunnen de leerlingen naast het individueel uitvoeren van opdrachten ook samenwerken. De periodieke terugblik aan het einde van de les is voor alle leerlingen. Coöperatief leren Hierbij gaat het om de samenwerking tussen leerlingen. Dit wordt gestimuleerd door coöperatieve werkvormen, waarbij kinderen in tweetallen of groepjes werken. De kinderen discussiëren samen over de leerstof, ze geven elkaar uitleg en informatie en vullen elkaar aan. Zij zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar. De gedachte achter coöperatief leren is dat zowel de zwakke als de sterke kinderen hiervan leren. De zwakke leerlingen, doordat ze uitleg krijgen en aangemoedigd worden. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen. Bij coöperatief leren is dus niet alleen de lesstof belangrijk, maar ook de samenwerking. Er is dus sprake van een cognitief en een sociaal doel. De achterliggende gedachte van coöperatief leren is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. Coöperatief leren stimuleert de betrokkenheid en een actieve deelname van de leerlingen. Er is veel variatie in werkvormen. De leerlingen leren veel van en met elkaar. Coöperatief leren bevordert ook de sociale vaardigheden en draagt daardoor bij aan een verbeterde sfeer in de groep. Coöperatief leren is ook een effectieve vorm van klassenmanagement, want de leerkracht maakt gebruik van het vermogen van leerlingen om elkaar te helpen. Uit onderzoek is gebleken dat het vaak ook een positieve invloed heeft op het zelfvertrouwen van de leerlingen. Planbord – weektaak Het zelfstandig werken doen leerlingen direct nadat ze een instructie hebben ontvangen, bijvoorbeeld in een les volgens het Directe Instructiemodel. Bij zelfstandig werken worden activiteiten van leerlingen bedoeld waarvan de instructie reeds op een eerder moment heeft plaatsgevonden waardoor de leerlingen de taken (voornamelijk) zonder bijdrage van de leraar kunnen uitvoeren. De taken die de leerlingen gaan uitvoeren zijn dan beschreven in een zogenaamde weektaak. Binnen deze weektaak is er ruimte om de taken af te stemmen op het niveau en de interesses van de leerlingen. Voor ons heeft de weektaak ook een pedagogisch doel; leerlingen begeleiden om hun zelfsturing en zelfverantwoordelijkheid te ontwikkelen. Wanneer leerlingen een heldere en passende weektaak krijgen, kun je als leraar het proces van plannen (en je houden aan de planning) van leerlingen volgen, begeleiden en bespreken. De weektaak is op deze wijze een mooi voertuig voor het vergroten van de eigen bijdrage van de leerling in het leerproces. Het werken met weektaak wordt voor de kinderen opgebouwd door middel van het planbord (in de groepen 1-2), naar de weektaken in groep 3 en verder met de weektaak in groep 4 tot en met 8. Op de weektaak zie je, naar mate de kinderen ouder worden, steeds meer taken staan. De periode waarover de kinderen kunnen plannen is langer en krijgen de kinderen steeds meer invloed in de daadwerkelijke invulling van de taken. Er is een duidelijk verschil tussen de basis taken en de extra taken voor het kind.
9
De extra taken bevatten ander werk, werk dat kinderen op een ander niveau blijft uitdagen. Door middel van de weektaak kunnen wij verwerking op maat bieden voor zowel kinderen die meer aan kunnen als kinderen die de basisstof nog lastig vinden. Groepsplannen Nu we voor alle kinderen passend onderwijs gaan bieden willen we een plan maken voor de hele groep. Het groeperen van kinderen die ongeveer hetzelfde nodig hebben is dan een logische stap. Om onderwijs goed op de kinderen af te stemmen, en tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van alle kinderen in een klas, is het belangrijk dat een leerkracht weet wat ieder kind nodig heeft om zich verder te ontwikkelen en de gestelde doelen te behalen. De leerkracht denkt na over wat het kind nodig heeft om tot leren te komen. Daarna probeert de leerkracht kinderen met vergelijkbare onderwijsbehoeften te clusteren in maximaal drie groepen. In het groepsplan worden de doelen geformuleerd die de kinderen moeten bereiken. De leerkracht omschrijft met welke materialen, middelen en leerstof hij/zij dat gaat doen en hoe dat er organisatorisch uitziet. Klassenmanagement, coöperatief leren, effectieve instructie en alle kennis en vaardigheden van de leerkracht worden ingezet om het groepsplan goed uit te voeren. Het groepsplan is vooral een werkdocument voor de leerkracht waarin omschreven staat hoe er de komende periode gewerkt gaat worden aan de gestelde doelen. Ondersteuning en begeleiding De beschrijving van de ondersteuning en begeleiding van leerlingen biedt informatie over het geheel van pedagogische en didactische maatregelen waarmee wij de leerlingen ondersteunen in hun leer- en/of ontwikkelingsproces. Centraal staat daarbij het bieden van passend onderwijs voor alle leerlingen. Het kan daarbij gaan om extra zorg en aandacht op individueel, school- en groepsniveau. Daarnaast beschrijven we onder meer hoe en wanneer de leerlingbespreking en de groepsbespreking worden vormgegeven. Hoe en wanneer we een handelingsplan en een groepsplan opstellen en hoe we de administratie daaromheen vormgeven. In combinatie met de beschrijving van de invulling van de leerlingenzorg wordt ook de taak en functie invulling van de IB er opnieuw onder de loupe genomen en vastgesteld. Dit doen we zodat iedereen in en rondom de school weet wat hij/zij aan ondersteuning van de IB-er kan en mag verwachten. Door middel van bovengenoemde acties worden de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van zowel de leerkrachten als de IB-er inzichtelijk en vastgesteld. Woordenschat Woordenschat verwijst naar de woorden die we moeten kennen om goed met anderen te kunnen communiceren. Iemands woordenschat is verbonden met schoolsucces, begrijpend lezen en het kunnen leren van teksten. Woordenschat heeft alles te maken met kunnen spreken, luisteren en lezen. Een goede woordenschat ook een belangrijke rol bij de (vroege) leesontwikkeling. De grootte van de woordenschat op driejarige leeftijd is sterk verbonden is met het latere begrijpend lezen. Eén van de meest consistente bevindingen die uit woordenschatonderzoek naar voren komt, is dat een beperkte woordenschat bijna altijd leidt tot slechte schoolresultaten. We zijn ons terdege bewust van de risico’s die kinderen lopen als ze de basiswoorden niet snel genoeg leren. Helaas blijven ook op onze school kinderen op school achter, simpelweg omdat ze over te weinig woorden beschikken. Gezien bovenstaande is het vanzelfsprekend dat het intensiveren van woordenschatonderwijs boven aan ons prioriteitenlijstje hebben staan omdat: 1.
Woordenschatontwikkeling een directe relatie heeft met schoolsucces. In alle vakken en bij alle lessen hebben kinderen woorden nodig om de les te kunnen begrijpen. Woordenschat is de basis om mee te kunnen doen, om mee te kunnen praten en om mee te kunnen denken. Als de kinderen te weinig woorden
10
2.
kennen om de les te begrijpen leren ze minder bij: dat verstoort hun verdere schoolloopbaan. Woordenschatontwikkeling cruciaal is voor het leren lezen. Op grond van het aantal gekende woorden in de kleuterleeftijd blijkt men te kunnen voorspellen hoe goed een kind van 10 jaar begrijpend kan lezen. Dat heeft onderzoek uitgewezen. Als kinderen te weinig woorden kennen kunnen ze de techniek van het lezen wel onder de knie krijgen maar er is onvoldoende tekstbegrip. Vooral bij het lezen van schoolboek teksten lopen ze daar continu tegen aan: ook dat zal hun verdere schoolloopbaan ernstig verstoren.
Gelukslessen Gelukslessen bevorderen de sociale veiligheid van kinderen. Gelukskoffer is een wetenschappelijk onderbouwde lesmethode voor de groepen 5 & 6 en 7 & 8 van het primair onderwijs die op onze school wordt ingezet. In zeven lessen van 1,5 tot 2 uur leren kinderen over geluk, de kracht van gedachten, zelfvertrouwen en actief burgerschap. Het programma stimuleert kinderen zichzelf en de ander te leren kennen en vertrouwen: de basis voor een veilig schoolklimaat. De filosofie achter de gelukslessen is simpel: jongeren die vroeg leren over persoonlijk leiderschap, de kracht van gedachten en de eigen invloed op geluk hebben een positiever beeld van zichzelf en van de wereld om hen heen. Kinderen zijn pas in staat om goed te zijn voor een ander als het goed gaat met het kind zelf. Professionaliseren en planmatig werken: Om alle bovengenoemde acties tot een succes te laten worden zullen onze leerkrachten zich nog verder willen professionaliseren. De professionalisering wordt vormgegeven rondom een beperkt aantal vakgebieden te weten: begrijpend lezen, technisch lezen, rekenen en woordenschat. Daarmee is een praktische inslag gekozen. Als de leerkrachten onderstaande vaardigheden goed beheersen zullen deze als een vliegwiel werken op alle overige vakgebieden. De professionalisering richt zich met name op het ontwikkelen van:
Didactische vaardigheden Pedagogische vaardigheden Vaardigheden in signaleren, analyseren, diagnosticeren, voorbereiden, uitvoeren en evalueren van ons onderwijs (SADVUE) Planmatig en handelingsgericht werken Coaching ten aanzien van de (planmatige) uitvoer van de leerlingenzorg
Imago - gebouw Het verbeteren van imago, waaronder de uitstraling van ons gebouw. Dit omdat het imago van de school de verbinding tussen de binnenkant en de buitenkant is. Werken aan een beter imago is voor onze school complex, omdat wij ons het liefst bezig houden met de inhoud en niet met de buitenkant. De buitenstaanders, degenen die samen het imago van de school bepalen, hebben doorgaans geen verstand van de inhoud en baseren hun oordeel op uiterlijkheden. Om een goed imago, dat past bij de identiteit, op te bouwen is het noodzakelijk bewust bezig te gaan met marketing, communicatie en PR van de basisschool. Met een beter imago wordt het uiteindelijk een stuk eenvoudiger om leerkrachten en schoolleiders te werven én te behouden, het huidige onderwijspersoneel krijgt een beter gevoel over haar werk en in wijk waar wij staan is een goed evenwicht tussen het aantal leerlingen dat de ene of de andere school bezoekt ontstaan. Ideaal is het wanneer de inhoud overeenkomt met de buitenkant (imago). Daarom dienen we allereerst inhoudelijk “in orde” te zijn. Daarna kunnen we werken aan de (goede) dingen zichtbaar maken. De toon van de communicatie is daarbij belangrijk, maar ook het
11
uiterlijk van het schoolgebouw, van het klaslokaal en zelfs dat van de leerkracht en schooldirecteur. Imago ontwikkeling omdat dit leidt tot: een duidelijke verbetering van beeld en imago van de school een helder en onderscheidend profiel van de school vertrouwen in de school en de toegankelijkheid ervan herkenbaarheid in kwaliteit en specifieke deskundigheden van de school versterking betrokkenheid van ouders en andere partner vergroting van plezier in werken voor onderwijsteam en schoolleiding en niet te vergeten: Toename van leerlingenaantallen
12
4. Gebouw Het gebouw is in 2013 volledig gerenoveerd. In 2014-2015 hebben we de volgende aanpassingen gedaan: - Gietvloeren in de toiletten - Nieuw personeelstoilet nabij directiekamer - Nieuwe matten bij de hoofdingangen - Schilderen van diverse lokalen en gemeenschappelijke ruimtes De verplichte keuringen met betrekking tot de speeltoestellen, brandveiligheid, brand en blussystemen zijn uitgevoerd.
13