JAARVERSLAG 2012 Stichting OBS de Regenboog Breukelen
1
Inhoudsopgave
1. Algemene Informatie 1.1.
Bereikbaarheidsgegevens van het schoolbestuur
1.2.
Juridische structuur en organisatiestructuur
1.3.
Kernactiviteiten en organisatiedoelen
1.4.
Belangrijkste kenmerken van het gevoerd financieel beleid
2. Algemeen Instellingsbeleid 2.1.
Onderwijskundig beleid
2.2.
Onderwijsprestaties
2.3.
Kwaliteit zorgstructuur
2.4.
Personeelsbeleid
2.5.
Materiële instandhouding
3. Financieel Beleid 3.1.
Financieel beleid
3.1.1
Analyse exploitatierekening 2012
3.1.2
Analyse realisatie 2012
3.1.3
Analyse kasstroomoverzicht 2012
3.1.4
Overzicht kengetallen
3.1.5
Treasurystatuut
3.1.6
Toekomstparagraaf
4. Toezicht 4.1
Inleiding
4.2
Kwaliteit van bestuur
4.3
Bestuur, financiën en beleid
4.4
Wijze van besturen
4.5
Slotopmerkingen
2
1.
ALGEMENE INFORMATIE
1.1
Bereikbaarheidsgegevens van het schoolbestuur Het bestuur van Stichting OBS de Regenboog bestaat uit vijf leden: Jack van der Veen Eendrachtlaan 8 3621 DG Breukelen
-
Voorzitter
Afke Jong Galgerwaard 11 3621 LW Breukelen
-
Secretaris
Rick Raaijmakers Eendrachtlaan 14 3621 DG Breukelen
-
Penningmeester
Ton Boomsma Hofbergen 28 3632 WC Loenen a/d Vecht
-
Toezichthoudend lid, adviseur Personeelszaken
Lukas Burgering Nifterlakestraat 2 3621 GV Breukelen
-
Toezichthoudend lid, adviseur Huisvesting
Het bestuur heeft een eigen postbus: Bestuur Stichting OBS de Regenboog Postbus 175 3620 AD Breukelen Het bestuur is ook via e-mail bereikbaar:
[email protected] De directie van Stichting OBS de Regenboog bestaat uit een directeur en adjunct-directeur: Marije Wildschut Zwanenkamp 1187 3607 NS Maarssen
-
Directeur
Hans Zilverberg Lt. Maltbystraat 64 3621 KP Breukelen
-
Adjunct-directeur
Marije Wildschut bezet 0,9 fte. Hans Zilverberg werkt fulltime. Contactgegevens: Bezoekadres: Stichting OBS de Regenboog Heycoplaan 13 3621 WS Breukelen telefoon: 0346-262211 Emailadres Website
Postadres: Stichting OBS de Regenboog Postbus 113 3620 AC Breukelen
:
[email protected] : www.regenboog-breukelen.nl
3
1.2
Juridische structuur en organisatiestructuur Stichting Openbare Basisschool de Regenboog (verder: OBS de Regenboog) is een éénpitter en heeft een openbaar signatuur. Per 1 januari 2009 is de school verzelfstandigd en wordt bestuurd door een eigen bestuur op afstand. In de statuten van OBS de Regenboog zijn alle voorwaarden voor het bestuur vastgelegd. Het bestuur bestuurt door missie, visie en strategisch beleidsplan vast te stellen en zorgt ervoor dat op basis hiervan beleid wordt gemaakt. Het bestuur heeft hiertoe bevoegdheden gemandateerd aan de directie door middel van een directiestatuut. Het bestuur staat bij de Kamer van Koophandel ingeschreven onder nummer 30 248 793. Ons bestuursnummer is: 41844. De brincode van onze school is: 06CO. Code Goed Bestuur Het bestuur van OBS de Regenboog hanteert de Code Goed Bestuur en draagt zo zorg voor de besturing van de organisatie. In 2011 heeft het bestuur deze scheiding van bestuur en toezicht verder uitgewerkt. De scheiding van bestuur en toezicht wordt gerealiseerd doordat de leden van het dagelijks bestuur belast zijn met het bestuur en de leden van algemeen bestuur toezichthoudende leden zijn. Het bestuur heeft in 2012 maandelijks vergaderd en daarnaast tweemaal per jaar een gezamenlijke vergadering met de Medezeggenschapsraad (MR). Tevens heeft het bestuur regelmatig overleg met de gemeente naar aanleiding van de jaarverantwoording en begroting, de Lokale Educatieve Agenda en huisvesting. In 2012 stonden, naast jaarlijks terugkerende onderwerpen zoals het jaarplan, de begroting en de jaarverantwoording, de volgende onderwerpen op de agenda van het bestuur: - Inhoud geven aan de toezichthoudende rol binnen het bestuur. - Kwaliteitszorg en opbrengstgericht werken. - Kwartaalrapportages. - Meerjaren- onderhoudsplan en meerjarenbegroting. - Personeelsbeleid. - School aan Zet. Klachten Het bestuur heeft in 2012 geen klachten ontvangen. Leerlingen aantallen Op de teldatum van 1 oktober 2012 waren er 296 leerlingen op onze school ingeschreven. Vanaf 2010 laat het leerlingaantal een daling zien. Dit is te verklaren door demografische gegevens; er worden de laatste jaren minder kinderen geboren. Ook komen er minder nieuwe mensen in Breukelen wonen vanwege het inzakken van de huizenmarkt. Na het fuseren van de gemeenten Loenen, Breukelen en Maarssen heeft de gemeente Stichtse Vecht een nieuwe prognose gemaakt van het leerlingaantal voor de komende jaren. Gezien deze prognoses dienen wij rekening te houden met een verder dalend leerlingaantal. Dat zal gevolgen hebben voor het personeelsbestand. Schooljaar (1 oktober) Leerlingen aantallen Groei / Afname leerlingen
2008 331 + 10
2009 346 + 15
2010 318 - 28
2011 314 -4
2012 296 -18
Organisatiestructuur De schoolleiding van OBS de Regenboog ligt in handen van de directeur. Zij geeft leiding aan de adjunct-directeur, leerkrachten, de onderbouw-, middenbouw- en bovenbouwcoördinator, de intern begeleider, de remedial teacher, de ICT-coördinator en de conciërge. Om in de praktijk kortere lijnen in communicatie te kunnen hanteren, functioneert een managementteam, bestaande uit directieleden, bouwcoördinatoren en intern begeleider, waardoor de interne aansturing van leerkrachten en onderwijs ondersteunend personeel specifieker kan verlopen.
4
Organigram
Door te werken met bouwcoördinatoren kan worden vergaderd in kleinere groepen, hetgeen leidt tot een snellere afstemming in de onder-, midden- en bovenbouw. De speciale didactiek per bouw leidt eveneens tot grotere betrokkenheid en gedelegeerde verantwoordelijkheden, waardoor er snellere besluitvorming plaats vindt. Medezeggenschap De MR toets beleid van de school. Zij hebben over bepaalde zaken advies- of instemmingsrecht. In de MR van OBS de Regenboog zitten vier vertegenwoordigers van de ouders en vier vertegenwoordigers van het team. Om de drie jaar worden de leden voor de MR gekozen, zowel uit de oudergeleding als uit de geleding van de leerkrachten. Uit beide geledingen treedt ieder jaar één lid af, dat wel herkiesbaar is. De MR heeft wettelijk vastgelegde bevoegdheden: soms is er sprake van adviesrecht, soms van instemmingsrecht. De MR vergadert ongeveer maandelijks en de vergaderingen zijn openbaar. Een aantal keren per jaar is een vertegenwoordiger van het bestuur aanwezig. 1.3
Missie en visie OBS de Regenboog verzorgt onderwijs in de kern Breukelen van de gemeente Stichtse Vecht, vanuit zijn openbare signatuur onder het motto: ‘Waar kinderen zich thuis voelen’. Missie OBS de Regenboog wil een school zijn waar kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen in een veilige omgeving met respect voor ieders culturele - en/of levensbeschouwelijke achtergrond. Visie In september 2010 heeft OBS de Regenboog een gezamenlijke kindvisie geformuleerd, vandaar uit is een gewenste onderwijssituatie ontstaan. Vanuit de beschreven gewenste situatie zijn doelen voor de komende vier jaar geformuleerd. Deze staan beschreven in het schoolplan 20112015. Het schoolplan is in mei 2011 vastgesteld door het bestuur. Onderwijs In ons onderwijs is dat terug te zien in de open inrichting met ontdekhoeken, werkplekken, groepsoverstijgende activiteiten en de aandacht voor wereldoriëntatie, kunst en cultuur, creatieve vakken en expressie. De kinderen werken zelfstandig aan hun taken in het taakuur en worden op hun talenten aangesproken door het afstemmen van het onderwijs aan de leerbehoeften van het kind.
5
De basisvaardigheden zoals rekenen, taal en lezen worden handelingsgericht aangeboden, gebaseerd op de onderwijsbehoeften van het kind. OBS de Regenboog werkt met moderne technieken zoals digitale schoolborden en volgen de ontwikkelingen op dat gebied nauwlettend. Kind OBS de Regenboog ziet een kind als een onderzoekend, nieuwsgierig, leergierig, betrokken, zelfstandig, talentvol persoon met zijn eigen persoonlijkheid. Een kind kan bij ons kind zijn, zijn wie het is. OBS de Regenboog biedt een veilige, geborgen en uitdagende omgeving waarin een kind zich kan ontwikkelen naar zijn eigen mogelijkheden en biedt een duidelijke structuur met kaders waar binnen een kind zich kan bewegen. OBS de Regenboog wil dat kinderen leren om respectvol met elkaar om te gaan, voor elkaar te zorgen en kritisch te denken. Ook vindt OBS de Regenboog het belangrijk dat een kind zijn eigen verantwoordelijkheid krijgt en leert nemen en dat kinderen zelfstandig taken kunnen uitvoeren. Dit vergroot hun gevoel van zelfvertrouwen en autonomie. OBS de Regenboog wil de kinderen een stevige basis meegeven voor hun verdere stappen in de maatschappij. Maatschappij De school is een belangrijk onderdeel van de maatschappij en de leefomgeving van een kind. Samenwerken met ouders is essentieel voor de ontwikkeling van kinderen. Ouders en school hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheden en vinden elkaar in het zorgen voor het welbevinden van het kind. Dit betekent dat ouders en leraren met elkaar in gesprek gaan over de ontwikkeling van het kind. OBS de Regenboog vindt het belangrijk dat opvang en school op elkaar aansluiten. Er moet een doorgaande lijn zijn op pedagogisch vlak in de dagindeling van de kinderen. Dit zorgt voor rust en regelmaat in het leven van de kinderen. Voorbeelden daarvan kunnen zijn een continurooster en het bieden van voor- en naschoolse opvang in samenwerking met kinderopvangorganisaties. Verder wordt de samenwerking met verschillende organisaties op het gebied van sport, kunst en cultuur, expressievakken en natuur uitgebreid. Het jonge kind Binnen deze algemene visie op het kind en het onderwijs neemt het onderwijs aan jonge 4-6jarigen een aparte plek in. Op deze leeftijd leren kinderen op een andere manier dan oudere kinderen. Binnen ons kleuteronderwijs gaan wij uit de van de basisontwikkeling en dat uit zich in ontwikkelingsgericht onderwijs. Ontwikkelingsgericht onderwijs is gericht op het systematisch uitbreiden van de mogelijkheden waarover kinderen beschikken, hetgeen leidt to een brede basis, waar het gaat om doelen als samenwerken, initiatieven nemen en plannen maken, kunnen communiceren en met symbolen om kunnen gaan. Een basis voor ontwikkeling, waarin kennis en vaardigheden een zinvolle plaats innemen. Buitenschoolse contacten Eduniek TSO / BSO Bibliotheek Gemeente Stichtse Vecht Onderwijsinspectie GGD Kunst Centraal 1.4
-
Bureau Jeugdzorg Maatschappelijk werk Politie SWV Breukelen Recscholen Basisscholen Breukelen VOS/ABB
-
Pabo Zorginstellingen ROC Contacten met bedrijven Musea Voortgezet Onderwijs NME
Belangrijkste kenmerken van het gevoerd financieel beleid Tot de datum van verzelfstandiging van onze school per 1 januari 2009 werden de financiën geheel door de gemeente Breukelen verzorgd. Nu wordt door de directie, in overleg met het bestuur, het financiële beleid bepaald en verzorgt OSG Amsterdam de administratie. Het strategisch meerjarenbeleid is leidraad voor het opstellen van een jaarbeleid. Vanuit het jaarbeleid wordt met behulp van de MIP en MOP toegewerkt naar het opstellen van een duidelijke begroting. Met OSG Amsterdam is een controle op de exploitatierekening afgesproken in de maanden 4, 7 en 10. Uiteindelijk wordt in het jaarverslag verantwoording afgelegd voor het gevoerde beleid. Het jaarverslag wordt voorgelegd aan een accountant ter goedkeuring.
6
2.
ALGEMEEN INSTELLINGSBELEID
2.1
Onderwijskundig beleid In 2012 is het eerder ingezette beleid met betrekking tot kwaliteitszorg verder doorgevoerd. De opbrengsten zijn leidraad voor de nieuwe groepsplannen. Ook heeft het team zich verder bekwaamd in het geven van Effectieve instructie, er is wederom een klassenbezoek afgelegd door directie met een kijkwijzer Effectieve instructie. Dit jaar hebben de leerkrachten van de groepen 1/2 de visie op het kleuteronderwijs herijkt en op papier gezet, deze is opgenomen in de schoolgids 2012-2013. Verder zijn zij aan het werk geweest met de het taalonderwijs. De einddoelen voor de groepen 1/2 zijn naast de werkwijze in de klas gelegd. Er zijn afspraken gemaakt over welke werkvormen er gehanteerd kunnen worden en welke stof wordt aangeboden in de kleutergroepen. Vanaf september 2012 is ook een start gemaakt met dezelfde stappen voor het rekenonderwijs. Het werken met meervoudige intelligentie is afgelopen jaren diverse malen aanbod gekomen maar er is binnen het team te weinig draagvlak om deze manier van werken in te voeren. Wel wordt in de groepsplannen rekening gehouden met het feit dat kinderen op verschillende manieren leren. Zo wordt er materiaal gebruikt, of met het lijf gewerkt. De digitale schoolborden ondersteunen visueel en auditief. Er is besloten dat de school een nieuw leerlingvolgsysteem aanschaft op het gebied van sociaalemotionele ontwikkeling, ‘Zien’. Dit volgsysteem is gekoppeld aan het administratiesysteem Parnassys. Het groepsdoorbrekend werken bij het vakgebied creatief is verder uitgewerkt in het werken in circuits. Het administratiesysteem Parnassys is verder ingevoerd op school. Het werken met het digitale schoolbord is verder uitgebreid. In februari 2012 is het systeem van Actacom in gebruik genomen. Er is een nieuw ICT-beleidsplan geschreven. Tijdens studiedagen is het team geschoold in effectieve instructie, het herkennen van en omgaan met faalangst en het werken met ‘Zien’. Klassenconsultatie In 2012 hebben alle leerkrachten twee klassenbezoeken gehad in het kader van de effectieve instructie. Inspectiebezoek In het kader van het vierjaarlijks schoolbezoek heeft de inspecteur van onderwijs OBS de Regenboog in september 2012 bezocht. Naast het reguliere bezoek heeft de school meegedaan met een themaonderzoek. Dit onderzoek was in het kader van professionalisering van leerkrachten. De conclusie van de inspecteur is: ‘de inspectie concludeert dat de kwaliteit van het onderwijs op OBS de Regenboog op de onderzochte delen grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de school op die gebieden nauwelijks tekortkomingen kent. Om die reden wordt het reeds aan de school toegekende basisarrangement gehandhaafd.’
2.2
Onderwijsprestaties De onderwijsprestaties van onze school worden op diverse manieren in kaart gebracht. De ontwikkelingen van de leerlingen in de onderbouwgroepen (groep 1-2) worden gevolgd door observaties en door de leerling uit te voeren opdrachten, die genoteerd worden in het leerlingvolgsysteem ‘Kijk’. Het bespreken van de leerlingenprestaties van kleuters gebeurt op de volgende manieren: Er vindt tussen leerkrachten onderling overleg over de kleuters plaats De leerkrachten spreken zorgleerlingen met de intern begeleider door Leerkrachten hebben elk ½ jaar gesprekken met ouders over de vorderingen van hun kind Ouders hebben de mogelijkheid een extra gesprek(ken) met de leerkracht aan te vragen Er vinden in juni extra gesprekken met ouders plaats over kleuters waar twijfel over bestaat In 2012 hebben vier kleuterverlengingen plaats gevonden. Vanaf groep 3 worden methodegebonden toetsen en onafhankelijke toetsen van CITO gebruikt om de vorderingen van de leerlingen in kaart te brengen. De resultaten van alle toetsen worden verwerkt in het ‘leerlingvolgsysteem’ van Parnassys. De toetsen worden digitaal verwerkt. De intern begeleider van school houdt de vorderingen van leerlingen in de gaten. Uitvallers worden in een speciaal hulpcircuit opgenomen (zie 2.3). Tevens kijkt de intern begeleider naar de 7
groepsresultaten en geeft aanwijzingen en advies aan leerkrachten. Ook de directie wordt op de hoogte gebracht van alle resultaten. Dit jaar hebben er twee verwijzingen naar het speciaal onderwijs plaats gevonden, naar een SBO-school. In 2012 was sprake van negen leerlingen die niet zijn doorgestroomd naar een volgend leerjaar, dit is meer dan normaal. In drie gevallen ging het om anderstalige kinderen die nog maar beperkte tijd in Nederland zijn, verder één leerling die geruime tijd in het buitenland heeft gewoond. En drie leerlingen die versneld zijn doorgestroomd naar een volgend leerjaar, allen kleuters die naar groep 3 zijn gegaan. In groep 7 maken de leerlingen de CITO-entreetoets en de leerlingen van groep 8 doen mee aan de eindtoets van CITO. De gemiddelde standaardscore bij de eindtoets CITO voor onze school in 2012 was 538,9. De onderwijsinspectie vraagt de prestaties van onze leerlingen digitaal op. Daarnaast controleert de onderwijsinspectie tijdens haar twee- of vierjaarlijkse onderzoek de opbrengsten van de leerlingenresultaten en geeft (indien nodig) stimulansen tot verbetering van het onderwijs. In 2012 is 61% van onze leerlingen van groep 8 uitgestroomd naar HAVO of VWO, 23% naar de theoretische leerweg, 16% naar VMBO-kader of basisberoepsgerichte leerweg. 2.3
Kwaliteit zorgstructuur Om de kwaliteit van ons onderwijs te kunnen waarborgen, staat in ons beleidsstuk ‘Zorgstructuur’ uitvoerig beschreven welke stappen leerkrachten met hun leerlingen moeten doorlopen. Leerlingen die uitvallen in het normale onderwijsproces moeten volgens dit stappenplan zo goed mogelijk begeleid worden om tot betere prestaties te komen. Dit voert de klassenleerkracht uit in overleg met intern begeleider en remedial teacher. De leerkracht maakt voor die leerlingen een handelingsplan. Ouders worden geïnformeerd dat hun kind extra zorg op een bepaald gebied krijgt. In 2012 is er binnen de zorgstructuur extra aandacht besteed aan het verder verfijnen van de groepsplannen. Naast het bijhouden van de leerprestaties van de leerlingen, houden wij ook het sociaal emotionele klimaat in de groepen en het gedrag van onze leerlingen bij met een leerlingvolgsysteem. Ter verbetering van de sociale competentie van de leerlingen worden lessen hierin in alle groepen gegeven, waarvoor de methode ‘Sociale en Emotionele talenten’ wordt gebruikt. Vooruitgroep In 2012 hebben we nieuwe vooruitgroepen opgestart. Kinderen kunnen nu vanaf groep 3 en 4 in de groep. Het om kinderen die bij alle vakken zeer goed scoren, gemotiveerd zijn en een goede werkhouding hebben, zodat zij meer uitdaging krijgen. Vooruitkinderen komen één keer per week een uur bij elkaar onder begeleiding van een leerkracht die de groep aanstuurt. De kinderen werken individueel of in groepjes. De onderwerpen beslaan alle vakgebieden en worden o.a. gehaald uit de methode ‘Vooruit’ en ‘Topklasse’. Zij werken tevens een half uur per dag in hun eigen klas aan hun Vooruitopdracht. Gedurende het schooljaar is er overleg tussen de leerkracht en de intern begeleidster om te bepalen wie in aanmerking komen voor deze Vooruitgroep. De begeleiding van deze groepen wordt gefinancierd van uit de bestemmingsbox.
2.4
Personeelsbeleid Algemeen In 2012 is er het personeelsbeleid herzien en herschreven. In de bestuursvergadering van mei is het door het bestuur goedgekeurd. In 2012 waren er 24 medewerkers aan school verbonden; naast twee directieleden (directeur en adjunct-directeur) en 16 groepsleerkrachten, werken er een remedial teacher, twee intern begeleiders, en drie onderwijsondersteunend personeelsleden (een conciërge, een onderwijsassistente en een administratief medewerker). Vijf leerkrachten maken gebruik van de Bapo regeling en twee leerkrachten maakten gebruik van zwangerschapsverlof. Er is één leerkracht die op tijdelijke basis werkt. Aanname en begeleiding Een werknemer kan op verschillende manier aangesteld worden. Het kan zijn dat een werknemer op invalbasis wordt aangesteld. Hij of zij valt dan in voor een (langdurig) zieke werknemer. Dit dienstverband is in principe kortdurend. Een personeelslid dat een jaar als invaller werkt, verwerft rechten op een tijdelijke aanstelling, mits er ruimte in de formatie is. Als een werknemer langer dan een half jaar op de school invalt, heeft hij of zij ook recht op het doorbetalen van de zomervakantie.
8
Een werknemer zal bij de invulling van een vacature eerst tijdelijk worden aangesteld. Bij goed functioneren zal de tijdelijke aanstelling omgezet worden naar een vaste aanstelling, mits de formatieruimte dat toe laat. Een werknemer kan maximaal drie jaar tijdelijk worden aangesteld. Bij het begeleiden van een nieuwe leerkracht wordt onderscheid gemaakt tussen een startende leerkracht en een meer ervaren leerkracht. Bij de begeleiding van nieuwe leerkrachten zijn meerdere mensen betrokken. De directeur is eindverantwoordelijk voor het volgen van de procedure en het slagen van de begeleiding. Vanuit het bekend maken met de leerlingzorg in de groep zal de IB een rol spelen. De bouwcoördinator maakt de leerkracht wegwijs in de school, vooral op praktisch niveau. Ook kan de bouwcoördinator, in opdracht van de directeur, klassenbezoeken uitvoeren en evaluatiegesprekken voeren. Om de ontwikkeling van het personeel te kunnen monitoren en begeleiden, is er een gesprekcyclus opgesteld. De leerkracht stelt in augustus zijn of haar doelen op, hierbij wordt gekeken naar de competenties, de schoolontwikkeling, de eigen interesses van de leerkracht en de groep waar de leerkracht les aan geeft. Deze doelen worden SMART opgesteld. Tijdens het eerste gesprek in augustus/september worden deze doelen besproken. De directeur kan daar nog doelen aan toevoegen die betrekking hebben op het functioneren van de leerkracht of de schoolontwikkeling. In januari/februari volgt er een voortgangsgesprek en in juni een eindgesprek. In augustus 2011 is gestart met deze cyclus. Na een periode van drie jaar moet er een beoordeling plaats vinden. Dit zal gebeuren op basis van een 360°-feedbackinstrument en op basis van de gespreksverslagen. De leerkracht wordt dan beoordeelt op de zeven competenties. Mochten er competenties onvoldoende scoren dan wordt er een plan van aanpak gemaakt om deze competenties te verbeteren. Naast deze gesprekcyclus doet de directeur ook twee klassenbezoeken per jaar. Hierbij kijkt de directeur naar het algemeen pedagogisch-didactisch handelen en naar eventuele zaken die uit de gesprekken voortkomen. Ook kunnen er klassenbezoeken plaats vinden in het kader van de schoolontwikkeling. Deze bezoeken worden soms door een schoolbegeleider gedaan. De directie vindt een goede samenwerking tussen de leerkrachten en een fijne werksfeer belangrijk, zodat iedereen het gevoel heeft in een veilige omgeving te werken. Open communicatie en duidelijkheid zijn daarbij voorwaarden. Nascholing Ieder jaar wordt er aan de hand van het schoolplan en het daarvan afgeleide jaarplan een nascholingsplan voor het team opgesteld. Daarin wordt vastgelegd welke trainingen het team gaat volgen en welke onderwerpen er op de studiedagen behandeld gaan worden. Deze teamscholingen staan volledig in dienst van de schoolontwikkeling en is voor alle leerkrachten verplicht. Het kan ook zijn de individuele leerkrachten een langere opleiding of cursus volgen in het kader van de kwaliteitsontwikkeling op de school. Zo kunnen er bouwcoördinatoren, IB-ers, RT-ers en specialisten op een bepaald vakgebied opgeleid worden. Tevens kunnen leerkrachten die geen gymbevoegdheid hebben in staat worden gesteld deze te halen. Verder kunnen leerkrachten zelf aangeven welke cursussen zij willen volgen, deze dienen wel in dienst te staan van hun persoonlijke ontwikkeling en komen voort uit de doelen die de leerkracht zichzelf gesteld heeft. Bij het opstellen van de begroting zal worden gekeken hoeveel middelen de school kan en wil uitgeven op het gebied van nascholing. Eén leerkracht heeft in 2012 een opleiding tot gedragsspecialist afgerond. Het team heeft een gezamenlijke training gevolgd over faalangst. Eén bovenbouwleerkracht is september 2012 begonnen aan een opleiding voor gymonderwijs. De directeur is oktober 2012 begonnen aan het tweede jaar van de schoolleidersopleiding. Verder zijn er diverse losse trainingen en cursussen gevolgd door individuele leerkrachten. ARBO beleid Een ARBO-coördinator bewaakt de voorwaarden die gesteld zijn in het ARBO beleidsplan. Op ARBO gebied wordt vooral gelet op veiligheid voor kinderen, leerkrachten en ouders. Alle speeltoestellen op het schoolplein worden jaarlijks door een inspecteur gekeurd, waarvan een verslag bij de directie ter inzage ligt. Ook de gymnastiektoestellen in het speellokaal krijgen een jaarlijkse inspectie, uitgevoerd door de leverancier. Jaarlijks houden wij driemaal een ontruimingsoefening in het kader van de brandveiligheid, hetgeen in 2012 ook weer is gerealiseerd.
9
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim van de leerkrachten wordt digitaal aan het OSG kantoor doorgegeven. In 2012 was het verzuimpercentage 8,01%. 2.5
Materiële instandhouding gebouwafhankelijk / Huisvesting Juni 2011 is gestart met de verbouwing van de aula met daarop een nieuw klaslokaal. Ook is een begin gemaakt met de schilderen van alle muren in de school. In maart 2012 is de bouw afgerond. Het schilderen is in de loop van 2012 afgerond. De gemeente heeft het grootste deel van de verbouwing betaald. Het bestuur van OBS de Regenboog heeft besloten een deel van de investering uit eigen middelen te financieren, waarvoor pre-lumpsum geld wordt gebruikt, met een maximum van € 130.000. Er is meubilair aangeschaft voor de teamkamer en de verbouwde aula. Ook zijn er krukjes aangeschaft voor werkplekken op de gangen en in het computerlokaal. Materiële instandhouding niet gebouwafhankelijk In 2012 zijn geen nieuwe methoden aangeschaft.
3.
FINANCIEEL BELEID
3.1
Algemeen OBS de Regenboog streeft naar een evenwichtige exploitatie. In 2012 hebben wij het financieel beleid ongewijzigd gecontinueerd, waarbij het uitgangspunt het creëren van een optimale personeelsbezetting is geweest. De opbouw van de jaarrekening van de OBS de Regenboog omvat onder andere de balans per 31 december 2012, de exploitatierekening 2012 en het kasstroomoverzicht van 2012, alsmede een toelichting hierop. Verder zal in dit hoofdstuk een aantal de kengetallen en de belangrijkste financiële gegevens worden toegelicht. 3.1.1
Analyse exploitatierekening 2012
De exploitatie 2012 is afgesloten met een negatief resultaat van € 14.812 (2011: € 28.265 negatief). Voor 2012 was een sluitende begroting opgesteld. Alle inkomsten en uitgaven zijn van schoolspecifieke aard. € (Rijks)bijdragen OCW Overige (overheids)bijdragen
Realisatie 2012 1.309.940
Begroting 2012 1.305.510
Realisatie 2011 1.357.606
49.601
38.761
62.052
Totaal baten
1.359.541
1.344.271
1.419.658
Personele lasten
1.183.909
1.132.949
1.224.693
Afschrijvingen
37.962
43.294
32.959
Huisvestingslasten
80.319
90.000
80.486
Overige instellingslasten
79.700
87.628
119.725
1.381.890
1.334.671
1.457.863
- 22.349
- 9.600
- 38.205
7.537
9.600
9.940
- 14.812
0
- 28.265
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
In 2012 namen de baten met € 60.117 af in vergelijking met de realisatie 2011, met name door een daling van de Rijksbijdrage met € 47.666 als gevolg van de afname van het aantal leerlingen in de afgelopen jaren. De afname van de overige bijdragen is met name het gevolg van een lagere ‘bruidschat’. De operationele kosten namen met € 75.973 af, vooral door een sterke afname van de directe personeelslasten met € 40.784; de resultante van actief personeelsbeleid. Het aantal daalde van 20.7 naar 19.9. Verder bleef de dotatie groot onderhoud gelijk en de huisvestingslasten vrijwel gelijk. De overige lasten namen af € 40.025, vooral door lagere administratie- en beheerkosten. In 2011 zijn facturen aan Eduniek, alsmede de terugbetaling van een deel van de ‘bruidschat’ onder de overige lasten verantwoord. De afschrijvingskosten namen toe als gevolg van de verbouwingen. Ondanks de ruime liquiditeitspositie, zijn de rentebaten afgenomen vanwege de lage rentestand. 10
3.1.2
Analyse kasstroomoverzicht 2012
Operationele kasstroom
Realisatie 2012 -577
Realisatie 2011 64.565
Realisatie 2010 28.761
Investeringskasstroom
-147.682
-85.729
-27.654
Mutatie liquide middelen
-148.259
-21.164
1.107
€
Door het negatieve resultaat en een negatieve mutatie werkkapitaal van € 7.713, was de operationele kasstroom € 577 negatief. De verbouwingsinvesteringen ten bedrage van € 147.682 zijn gefinancierd uit eigen middelen. Per ultimo 2012 is er € 148.259 aan de liquide middelen onttrokken. 3.1.3.
Analyse van de realisatie en begroting 2012
Het resultaat van de jaarrekening 2012 is € 14.812 lager dan begroot: € Baten
Realisatie 2012 1.359.541
Begroting 2012 1.344.271
+ 15.270
Personele lasten
1.183.909
1.132.949
- 50.960
Afschrijvingslasten
37.962
43.294
+ 5.332
Huisvestingslasten
80.319
90.000
+ 9.681
Overige instellingslasten
79.700
87.628
+ 7.928
7.537
9.600
- 2.063
- 14.812
0
- 14.812
Financiële baten Totaal
∆
Ondanks de hogere baten, heeft met name de overschrijding van de personele lasten geleid tot het negatieve resultaat. De voor 2012 gebudgetteerde krimp in personele lasten bleek beperkt realiseerbaar. De hogere personeelslasten zijn slechts gedeeltelijk gecompenseerd door lagere huisvestingslasten en afschrijvingen. 3.1.4
Overzicht kengetallen: Norm
2011
2012
Oordeel
1
Solvabiliteit 1
50%
70.4%
74.3%
+
Solvabiliteit 22
75%
79.1%
76.1%
+
1.0
3.9
3.7
+
3
Liquiditeit
4
Rentabiliteit
Weerstandvermogen5
1.0%
-2.0%
-1.1%
-
5-20%
34.2%
26.6%
+
De financiële positie van OBS de Regenboog is goed. In 2012 bleef er sprake van een degelijke solvabiliteit en een solide liquiditeitspositie. Ook het weerstandsvermogen bevindt zich op een goed niveau. De rentabiliteit was in 2012 negatief, ondanks de maatregelen die genomen zijn om de personeelslasten op een acceptabel niveau te krijgen. Door forse kostenbesparingen op de operationele kosten, is het negatieve resultaat beperkt gebleven. Op grond van een verdere daling van het leerlingenaantal in oktober 2011, heeft het bestuur besloten voor 2012 en verder met een sluitend personeelsbudget te werken, waarbij wordt uitgegaan van natuurlijke afvloeiing en het tijdelijk aanstellen van personeel. Helaas bleek de voor 2012 gebudgetteerde krimp in personele lasten niet te realiseren. Het is onvermijdelijk dat er in de toekomst personeelsleden in het risicodragend deel van de formatie worden gezet. 3.1.5
Treasuryparagraaf
De doelstellingen van het treasurybeleid zijn weergegeven in het Treasurystatuut dat het bestuur van OBS de Regenboog heeft vastgesteld. In het Treasurystatuut is een beschrijving van 1 2 3 4 5
Eigen vermogen (exclusief voorzieningen) / Balanstotaal * 100% Eigen vermogen (inclusief voorzieningen) / Balanstotaal * 100% Vlottende activa / Kortlopende passiva Netto resultaat / Totale baten * 100% (Eigen vermogen -/- Materiële vaste activa) / Totale baten * 100% 11
de administratieve organisatie van de treasuryfunctie opgenomen. Deze beschrijving vormt het uitgangspunt bij de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden in het Treasurystatuut. Het treasurybeleid is risicomijdend en wordt uitgevoerd door de directeur. In 2012 hebben zich geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. 3.1.6
Toekomstparagraaf
Begin 2013 heeft het bestuur een aantal uitgangspunten geformuleerd waar het financieel meerjarenbeleid beleid aan moet voldoen. De financiële positie van OBS de Regenboog biedt voldoende mogelijkheden om het vastgestelde beleid financieel te faciliteren. Uitgangspunt daarbij is dat operationele baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn en incidentele lasten binnen de liquiditeits- en vermogenspositie van OBS de Regenboog zijn op te vangen. Voor 2013 is een sluitende begroting opgesteld: Begroting 2013 1.247.878
Realisatie 2012 1.309.940
Begroting 2012 1.305.510
25.860
49.601
38.761
Totaal baten
1.273.738
1.359.541
1.344.271
Personele lasten
1.095.117
1.183.909
1.132.949
Afschrijvingen
40.664
37.962
43.294
Huisvestingslasten
69.050
80.319
90.000
Overige instellingslasten
75.507
79.700
87.628
1.280.338
1.381.890
1.334.671
- 6.600
- 22.349
- 9.600
6.600
7.537
9.600
0
- 14.812
0
€ (Rijks)bijdragen OCW Overige (overheids)bijdragen
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Exploitatieresultaat
Begin 2013 heeft het bestuur de meerjarenbegroting voor de periode 2014-2016 vastgesteld: € ‘000
2014
2015
2016
Totale baten
1.182
1.073
1.007
Totale kosten
1.174
1.056
932
8
17
75
Resultaat
De meerjarenbegroting is gebaseerd op de verwachting dat het aantal leerlingen de komende jaren verder zal terug lopen, waardoor de Rijksbijdrage eveneens zal afnemen. Het kostenniveau is op die verwachting aangepast, waardoor een positief resultaat resteert. Met een positief resultaat zal de vermogenspositie op niveau blijven, waarmee aan de normen van het bestuur wordt voldaan.
12
4.
TOEZICHT Hoofdstuk 4 is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de toezichthoudende bestuursleden.
4.1
Inleiding Het bestuur van OBS de Regenboog bestaat uit een Dagelijks Bestuur (voorzitter, secretaris en penningmeester) en een Algemeen Bestuur (twee leden). De leden van het Algemeen Bestuur hebben - naast hun taak als bestuurder - de verantwoordelijkheid voor het toezicht op het besturen van de stichting. In het jaar 2012 waren T. Boomsma en L.P.J. Burgering de toezichthoudende leden In dit verslag ligt de nadruk op een drietal elementen waar het toezicht zich in 2012 op heeft gericht. Dat is in de eerste plaats de kwaliteit van het bestuur en daarvan afgeleid de kwaliteit van de besluitvorming. Vervolgens is gekeken naar de financiële positie in relatie tot de mogelijkheden die het bestuur heeft om beleid daarop af te stemmen en in de derde plaats is gekeken naar de bestuursvorm, met daarin de wijze van toezichthouden.
4.2.
Kwaliteit van bestuur Het bestuur kwam in 2012 tien keer bijeen. Het streven is om eens per maand te vergaderen. De toezichthoudende leden merken op dat de kwaliteit van de voorbereiding goed was, de secretaris heeft op uitstekende wijze zorg gedragen voor de productie van alle benodigde stukken, die ook ruim voor de vergadering beschikbaar waren. Het is meer dan eens voorgekomen dat een vergadering op een laat moment werd afgeblazen of dat een bestuurslid op een laat moment liet weten niet beschikbaar te zijn. De toezichthoudende leden achten de continuïteit van de vergaderingen een belangrijk punt. Het is overigens goed dat het bestuur een quorum heeft vastgesteld, zodat de besluitvorming niet is gestagneerd. De toezichthoudende leden zijn van mening dat de kwaliteit van de discussies in het bestuur en de daaruit voortvloeiende besluitvorming adequaat is geweest. Hierin moet ook de goede rol van de directeur worden genoemd, die zowel inhoudelijk als procedureel een sterke bijdrage heeft geleverd. Tenslotte is de kwaliteit van de verslaglegging van de bestuursvergadering hoog.
4.3.
Bestuur, financiën en beleid In de afgelopen drie jaren heeft de exploitatierekening van OBS de Regenboog een negatief saldo opgeleverd. Met steeds als gevolg dat de financiële reserve moest worden aangesproken. Hoewel deze ontwikkeling niet direct tot een financieel probleem heeft geleid is dit een zorgelijke situatie, temeer daar de herkomst van de overschrijding lastig te achterhalen bleek. In 2012 is er binnen het bestuur discussie geweest over de vraag of het bestuur voldoende greep heeft en hoe het bestuur voldoende greep kan (blijven) houden op de financiën. Daarbij speelt een rol dat het bestuur uit de financiële administratie - die wordt verzorgd door het administratiekantoor OSG - geen actuele cijfers kon halen en dat de verslaglegging moeizaam verliep. Om werkelijk goed te kunnen besturen en bij dreigende financiële afwijkingen direct te kunnen ingrijpen is adequate administratie van groot belang. Het is een punt van aandacht om niet alleen goed te administreren, maar ook de toegankelijkheid van actuele cijfers te garanderen. Begin 2013 is een meerjarenbegroting volgens het model van de PO-Raad gepresenteerd en vastgesteld, waarmee op begrotingsniveau het inzicht ook op langere termijn behoorlijk is toegenomen. De toezichthoudende leden vinden dit een aanzienlijke verbetering. Aan de financiële administratie wordt gewerkt en ook hier mogen op termijn de noodzakelijke aanpassingen worden verwacht.
4.4.
Wijze van besturen Veel tijd is dit jaar besteed aan discussies over de wijze waarop het bestuur moet functioneren. Binnen het bestuur bestaan verschillende opvattingen over de ideale bestuursvorm. Ook onder de toezichthoudende leden leven zorgen, met name op de vraag of een toezichthouder volwaardig lid van een bestuur kan zijn, waarop hij zelf moet toezien. Er is thans gekozen voor een mengvorm, waarbij de toezichthoudende leden in de praktijk functioneren als volwaardig bestuurslid. Echter, zij zullen geen stem uitbrengen in situaties waarin zij als toezichthouder een 13
oordeel moeten geven over hun eigen besluit. In het jaar 2012 hebben zich dienaangaande geen situaties voorgedaan. Niettemin is de uitkomst van de discussies dat een commissie, bestaande uit twee leden van het Dagelijks Bestuur en een toezichthoudend lid, zich gaat buigen over de ideale bestuursvorm. Zij zullen daarvoor het hele jaar 2013 studeren op de mogelijkheden die er zijn en met een niet bindend advies komen. Namens de toezichthoudende leden zal T. Boomsma in die commissie plaatsnemen. Het is van groot belang dat de discussies over de bestuurswijze na 2013 tot een conclusie leiden. 4.5.
Slotopmerkingen De toezichthoudende leden concluderen dat het bestuur van OBS de Regenboog in 2012 naar behoren heeft gefunctioneerd. Er zijn geen beletsels gevonden. Alle drie de leden van het Dagelijks Bestuur (voorzitter, penningmeester en secretaris) hebben zich uitstekend van hun taak gekweten. De toezichthoudende leden stellen voor om dit verslag toe te voegen aan het Bestuursjaarverslag.
5.
ONDERTEKENING
Plaats: Datum:
Breukelen
Directeur:
mw. M.C. Wildschut
Handtekening: ________________
14