De leeuwerik Schoolgids

De leeuwerik Schoolgids 2012 - 2013

Interconfessionele basisschool De Leeuwerik Zandkreekstraat 35 4456 AL Lewedorp Tel. 670039 Fax 670139 E-mail: [email protected] WWW.PRISMA-scholen.nl

1


Inhoudsopgave

blz

Een woord vooraf

3

1

De school

4

2 2.1 2.2

Waar de school voor staat De uitgangspunten van de school De school als leef- en leergemeenschap

5 5 7

3 3.1 3.2

De organisatie van het onderwijs De organisatie van de school De activiteiten van de kinderen

8 8 8

4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6

De zorg voor de kinderen Hoe volgen we de ontwikkeling van de kinderen Het leerlingvolgsysteem Het Zorgtraject De rol van de intern begeleider Afstemming/1-Zorgroute Advies vervolgonderwijs

13 13 14 14 14 15 15

5 5.1 5.2 5.3 5.4

De leerkrachten Wijze van vervanging bij compensatieverlof, BAPO en ziekte De samenstelling van het team Scholing van leerkrachten Stage

16 16 16 17 17

6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8

De ouders Het belang van betrokkenheid van ouders Inspraak Effectieve leertijd en verlof Ouderactiviteiten Kinderopvang Ouderbijdrage Schoolkrant / informatieblad Jeugdgezondheidsteam

18 18 18 19 19 19 20 20 20

7 7.1 7.2

De ontwikkeling van het onderwijs Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Zorg voor de relatie school en omgeving

21 21 21

8 8.1

De resultaten van het onderwijs Uitstroomgegevens

22 22

9 9.1 9.2 9.3 9.4

Wetenswaardigheden Gedrags- en schoolregels Adressenoverzicht Schooltijden en vakanties Overzicht activiteiten

23 23 25 27 28

2


Een woord vooraf Hierbij ontvangt u de schoolgids 2012-2013 van de interconfessionele basisschool “De Leeuwerik”. De inhoud van de gids wordt bepaald door de beschikbare informatie en de eisen die de wet aan de schoolgids stelt. In deze gids proberen wij u een beeld te geven van wat er gedurende het schooljaar op deze school gebeurt. Tevens wordt aandacht besteed aan de aanpak en visie van de school en een groot aantal organisatorische zaken. Naast onze gids is er ook een algemene informatiegids van Stichting Prisma. In deze gids staan regelingen en procedures die gelden binnen de 8 aangesloten scholen. De verscheidene onderwerpen die in de algemene informatiegids aan bod komen, treft u niet meer aan in de schoolgids. Dit schooljaar ontvangen alleen de nieuwe ouders de algemene informatiegids. In dit schooljaar gaan we verder werken aan de eerder in gang gezette initiatieven op diverse gebieden. Speciale aandacht zal er opnieuw zijn voor het zorgtraject. Verder werken wij aan de plannen zoals deze opgenomen zijn in ons schoolplan 2011 – 2015. Om bij te blijven in de ontwikkelingen starten we weer met enkele vernieuwde methodes. Voor aardrijkskunde is gekozen voor de methode MEANDER. Een nieuwe, actuele methode voor de groepen 5 t/m 8 waarin ook software voor het digibord en de computers is opgenomen. We starten ook met een nieuwe methode voor het aanvankelijk lezen: In de groepen 1 en 2 gaat gewerkt worden met SCHATKIST, in groep 3 wordt daarop aangesloten met VEILIG LEREN LEZEN. Ook hier gaat het gebruik van het digibord een flinke rol spelen om de leesontwikkeling van de kinderen te stimuleren. Het OUDERPORTAL van ons administratie systeem Parnassys wordt steeds vaker bezocht. TOETSEN, LESROOSTERS, JAARPLANNING en PERSOONLIJKE GEGEVENS zijn voor u toegankelijk. Ook hier gaan we verder op het ingeslagen pad en willen we nog meer voor u als ouder inzichtelijk maken. Natuurlijk zal de inhoud, betreffende een aantal onderwerpen, niet afwijken van wat u vorig jaar heeft kunnen lezen. Toch kunt u hier en daar veranderingen lezen die wellicht voor u en/of uw kind(eren) van toepassing zijn. Wij hopen dat deze gids én de bovenschoolse gids een goede plaats bij u thuis krijgen, zodat u deze in geval van vragen gelijk kunt raadplegen. Bieden de gidsen in dat geval nog geen oplossing, dan kunt u altijd de website raadplegen of met ons contact opnemen. Tot slot wensen wij u en uw kind(eren) een fijne tijd toe gedurende het schooljaar 2012-2013. Met vriendelijke groet, Namens het team, Anton Wullems dir.

3


1. De school De interconfessionele basisschool De Leeuwerik staat in Lewedorp aan de Zandkreekstraat 35. Directeur van de school is Anton Wullems. In het gebouw aan de Zandkreekstraat is naast de school ook Kinderopvang De Bevelanden gehuisvest. De twee instanties vormen samen “De Brede school” te Lewedorp. De Leeuwerik start nu met zo'n 150 leerlingen verdeeld over acht jaargroepen. We streven ernaar dat de leerlingen met niet meer dan 2 leerkrachten te maken hebben in de groep. Er werken 16 leerkrachten. Van de 16 leerkrachten hebben er 12 een parttime functie. Mevr. José de Kooning vervult alle huishoudelijke taken. Dhr. Sjaak de Kooning is conciërge. De naam van de stichting is Stichting Katholiek en Interconfessioneel Primair Onderwijs Noord- en Midden-Zeeland. De werknaam van deze stichting is PRISMA. Aan het hoofd van deze stichting staat de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Naast onze basisschool zijn nog 7 andere basisscholen uit de regio aangesloten. In 2012 is overgegaan tot een zgn. organieke scheiding tussen bestuur en toezicht, zoals voorgeschreven is in de wet “Goed onderwijs, goed bestuur”. Dat houdt in dat alle bestuurstaken in de handen van de directie zijn gekomen, het zgn. College van Bestuur, terwijl het algemeen bestuur is omgevormd tot een Raad van Toezicht. Deze Raad kan het gevoerde beleid goedkeuren of afwijzen, maar heeft geen recht daar wijzigingen in aan te brengen. Wel heeft de Raad een klankbord- en adviesfunctie voor het College van Bestuur. Binnen de school is een Medezeggenschapsraad aanwezig. De Raad telt zes leden: drie uit de ouder- en drie uit de personeelsgeleding. Ze moet zich o.m. uitspreken over roosters, schooltijden, activiteiten- en schoolplannen, ouderbijdrage, ARBO-zaken, sponsoring, verwijdering leerlingen enz. Twee leden van de MR hebben zitting in de overkoepelende GMR (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad) van de stichting. Verslagen van de MR gaan naar team en College van Bestuur. Voor de ouders zijn de agendapunten en vastgestelde notulen te vinden op de website van de school. In de Schoolraad hebben ouders zitting van de kinderen van 4 tot 12 jaar. Verkiezing van de leden vindt plaats conform het huishoudelijk reglement. Dit huishoudelijk reglement is op school ter inzage aanwezig. De taak van de schoolraad is het bevorderen van de relatie tussen de ouders enerzijds en het bevoegd gezag en de school anderzijds en wel op een zodanige wijze, dat de werkzaamheden van de schoolraad bijdragen aan het zo optimaal mogelijk functioneren van het onderwijs. Van elke vergadering van de schoolraad wordt een verslag gemaakt waarvan een kopie aan de directie en het team wordt verzonden. De Identiteitscommissie probeert linken te ontdekken of te leggen tussen de (school-) praktijk en de identiteit. Een voorbeeld hiervan is het organiseren van een thema-avond voor ouders en team. Zij helpt mee de identiteit van de school helder te krijgen. In de Commissie zitten 6 personen: twee ouders van de twee plaatselijke kerken, twee ouders en twee teamleden. Bij de genoemde tweetallen is de één katholiek, de ander protestants. De identiteitsbegeleider biedt ondersteuning aan de IC. De Inspecteur is degene die namens de Minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen toezicht houdt. Hij controleert of de school zich houdt aan de wetten en regels die de overheid heeft gesteld. Het project Weer Samen Naar School (WSNS) wil bereiken, dat zoveel mogelijk leerlingen naar de basisschool blijven gaan. Soms heeft de school dan extra hulp nodig van deskundigen uit het speciaal onderwijs (SBO De Tweern) of van het RPCZ (Regionaal Pedagogisch Centrum Zeeland). We noemen dat samen het Zorgplatform. Wil het toch niet lukken, dan bekijkt een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) of het voor het kind niet beter is een school voor speciaal onderwijs te volgen. We verwijzen voor dit onderwerp ook naar de hoofdstukken 5 en 6.

4


2. Waar de school voor staat 2.1. De uitgangspunten van de school De Interconfessionele Basisschool “De Leeuwerik” is de enige school in het dorp Lewedorp. Derhalve bezoeken de meeste kinderen die woonachtig zijn in Lewedorp en omgeving onze school. De school is voortgekomen uit een fusie tussen een PC- en een RK school. Het interconfessionele karakter van de school maakt het tot een plaats waar leerlingen van alle gezindten zich op hun plaats kunnen voelen. Onze identiteit vindt haar wortels in de christelijke traditie. Deze traditie kent bepaalde feestdagen, symbolen en rituelen die door het jaar heen een rol spelen en waar wij aandacht aan besteden. Het betekent ook dat we andere levensovertuigingen respecteren en proberen te begrijpen. Juist vanuit onze keuze voor een interconfessionele school hebben we de opdracht elkaar te verstaan. Er is ons alles aan gelegen in goede harmonie met elkaar om te gaan zonder daarbij een gevoel van meerwaarde achter te laten. We proberen onze leerlingen een naaste te laten zijn, ook als dat niet altijd gemakkelijk is. Onze missie In onze missie geven we aan wat we beschouwen als de opdracht van de school. Als spil in het dorp is de school een plaats waar kinderen in een veilige en ontspannen omgeving vanuit een interconfessionele achtergrond gedegen en hedendaags onderwijs krijgen in voorbereiding op een perspectiefvolle toekomst. Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. Het zijn de kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. Uitgangspunten. Op De Leeuwerik willen we kinderen onderwijs geven in een veilig en warm pedagogisch klimaat. Een gezellige en positieve sfeer in de school vinden we dan ook belangrijk. In het onderwijs dat we geven, houden we zo goed mogelijk rekening met verschillen die er tussen kinderen bestaan op sociaalemotioneel, lichamelijk en cognitief gebied. We zorgen ervoor, dat respectvol met anders denkenden wordt omgegaan. We willen dat kinderen actief en betrokken leren. Dat doen we door de leerstofinhouden betekenisvol voor hen te maken, duidelijke doelen voor de lessen te formuleren, de kinderen soms voor problemen te plaatsen en uitdagend les te geven. We willen kinderen mee laten denken over hun eigen leerproces en daar waar mogelijk hen ook een stukje mee laten bepalen. Dit zal de betrokkenheid van kinderen verhogen. We willen het leerstofaanbod zo goed mogelijk afstemmen op de situatie van onze kinderen, niet alleen voor de kinderen voor wie het leren niet zo makkelijk gaat, maar ook voor de leerling die meer aankan. We willen uitgaan van het competentiegevoel van kinderen. In ons streven om kinderen te helpen bij hun ontwikkeling om onafhankelijk (autonoom) te worden, zien we voor de leerkrachten een belangrijke rol als coach. Hierbij streven we ernaar om kinderen te leren beslissingen te nemen en problemen op te lossen op basis van eigen verantwoordelijkheid. De inhoud van het onderwijs We willen kinderen een uitdagend leerstofaanbod geven. Om dat te bereiken willen we de leerstof zo veel mogelijk aanbieden in betekenisvolle contexten. Dat betekent, dat we niet alleen de methode gebruiken als bron, maar ook buiten de methodes om aanvullende werkvormen zoeken. We zorgen ervoor dat met de inhoud van onze methoden en speel-leermomenten in de onderbouw en de wijze waarop we deze aanbieden aan de kerndoelen wordt voldaan, zonder dat we de methodes als een keurslijf willen ervaren. We zorgen ervoor dat er een duidelijke en doorgaande leerstoflijn voor alle leer- en vormingsgebieden is, met minimumdoelen voor elk kind en tegelijkertijd kinderen altijd stimuleren om verder te ontwikkelen. Het gebruik van de computer binnen ons onderwijs biedt kansen, die we goed willen benutten. In de bovenbouw wordt door de kinderen regelmatig met internet gewerkt. We willen zo goed mogelijk aansluiten bij de behoeften van kinderen. Dat vraagt teambrede afspraken om gedifferentieerd werken op een zo hoog mogelijk niveau te realiseren. De opvang van zorgleerlingen willen we zo veel mogelijk in de groepen realiseren. Dat bereiken we o.m. door goed klassenmanagement.

5


Interactief lesgeven willen we – zeker in de midden- en bovenbouw - sterk neerzetten. Dat komt onder meer tot uiting in een interactieve taalmethode. Bij de inrichting van de lokalen zijn een uitdagende leeromgeving en gerichtheid op zelfstandigheid van kinderen belangrijke criteria. Daarnaast willen we het aanbod van cultuur en creatieve vaardigheden nadrukkelijker in de school brengen. De organisatie van het onderwijs Binnen ons model van leerstofjaarklassen gebruiken we verschillende variaties om te kunnen differentiëren. Om adaptief onderwijs binnen onze organisatie zo optimaal mogelijk te realiseren, maken we gebruik van voor- en verlengde instructie. Ook houden we er rekening mee, dat er bij kinderen grote verschillen in verwerkingstijd zijn. Het zelfstandig werken is een belangrijk instrument bij het klassenmanagement van leerkrachten, zodat er mogelijkheden ontstaan om binnen de klas extra instructiemomenten te realiseren. Hierbij is het van belang , dat leerkrachten goed zicht hebben en houden op de instructiebehoefte van de groep. We willen kinderen leren om hun werk te plannen. Een goede communicatie tussen leerkrachten en leerlingen, maar ook tussen leerlingen onderling vinden we belangrijk. Coöperatieve werkvormen helpen ons hierbij. Voor bepaalde vakken of activiteiten wordt groepsdoorbrekend gewerkt. Door goede afstemming van roosters en activiteiten zorgen we voor een maximaal effectieve leertijd. De zorgstructuur We zien de organisatie van de zorg vooral als een teamverantwoordelijkheid, die we samen vorm geven. We hebben de ambitie om binnen de groepen optimaal in te spelen op verschillen tussen kinderen. We hebben een opbrengstgerichte cultuur, waarin we focussen op leerresultaten. Een duidelijk stappenplan met een heldere taakverdeling geeft aan wat de werkwijze is bij uitval van leerlingen. Leerkrachten worden door de IB-er ondersteund en gecoacht bij het organiseren van hulp in de klas. We investeren in het ontwikkelen en borgen van deskundigheid op het gebied van leer- en gedragsproblemen. We hebben afspraken over een basiskennis die elke leerkracht in huis moet hebben om zorg in de groep te kunnen leveren. In een aantal situaties vinden we het toch verstandig om kinderen voor een bepaalde periode in een individuele setting RT buiten de groep te geven. Hierover hebben we duidelijke afspraken. We verzamelen gegevens over de complete brede ontwikkeling van kinderen, zodat we altijd een volledig beeld hebben. de KIJK-registratie, het Cito-LVS en ZIEN (beiden via Parnassys) speelt hierin een belangrijke rol. Systematische analyse van leeropbrengsten is leidend voor ons didactisch handelen op school- en groepsniveau. Groepsleerkrachten zijn altijd betrokken bij het opstellen van handelingsplannen. De samenwerking in het team Zorgvuldige en professionele communicatie tussen alle medewerkers, inclusief het onderwijs ondersteunende personeel is een voorwaarde voor het realiseren van een hoog kwaliteitsniveau in ons werk. Gezamenlijk staan we voor de kwaliteit van ons onderwijs. De overlegstructuur hebben we goed en helder geregeld. Hierin hebben de afzonderlijke bouwen een duidelijke rol. Samen werken en samen leren willen we onder meer vorm geven door collegiale consultatie en intervisie. We willen verder professionaliseren koppelen aan schoolontwikkeling en persoonlijke motivatie van collega`s. Aanwezige deskundigheid binnen ons team willen we optimaal benutten. Als team hechten we zeer aan een aantal factoren die een goede onderlinge samenwerking bevorderen: goed naar elkaar luisteren, weten waar je het over hebt, stap voor stap rekening houden met elkaar en elkaar ondersteunen om weer een stapje verder te komen en last but not least een gezonde dosis humor en plezier hebben. De externe contacten De betrokkenheid van ouders bij de school vinden we erg belangrijk. We willen een school zijn die voor ouders laagdrempelig is. We ondernemen veel activiteiten om de betrokkenheid van ouders te behouden en zoeken naar mogelijkheden om die te vergroten en daarmee nog meer ouders te bereiken. We willen een centrale plaats in het dorp innemen. We onderhouden dan ook goede contacten met de diverse instellingen en verenigingen.

6


Daarnaast hechten we veel waarde aan het onderhouden van een netwerk met collega-scholen binnen Prisma. De mogelijkheden om via netwerken kennis en materiaal uit te wisselen willen we verder uitbouwen. Om steeds beter in staat te zijn kinderen met extra zorgbehoefte vanuit een multidisciplinaire benadering te helpen, hechten we aan een goede samenwerking met instanties die hier een rol in kunnen spelen. 2.2. De school als leef- en leergemeenschap De meeste kinderen gaan 8 jaar naar de basisschool. Natuurlijk bepaalt het “schoolleven” in een belangrijke mate de jeugd. Het is daarom belangrijk dat de leer- en leefomgeving van een school zo optimaal mogelijk is. We proberen een sfeer te scheppen waarin kinderen zich thuis voelen en daardoor ook tot goede leerresultaten kunnen komen. Elkaar stimuleren en respecteren leidt tot wederzijds vertrouwen. Dit vertrouwen willen we op onze school stimuleren. We besteden op onze school aandacht aan sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Daarvoor gebruiken we de methode leefstijl. We gebruiken op school moderne leermethoden en laten ons jaarlijks bijscholen. We willen ook het gebruik van computers op school verder uitbouwen. We trachten de kinderen zoveel mogelijk toe te rusten op onze moderne maatschappij.

7


3. De organisatie van het onderwijs 3.1. De organisatie van de school De Wet schrijft niet voor hoe de school het onderwijs precies moet geven. Zo bestaan er verschillende manieren om groepen in te delen. Op de Leeuwerik zijn de kinderen ingedeeld in leeftijdsgroepen. Ze doorlopen dan in totaal acht groepen. Ze beginnen in groep 1 en gaan, als alles goed gaat, ieder jaar door naar een hogere groep. Een schooldag mag maximaal vijf en een half uur duren. De eerste vier jaar gaan kinderen 3520 uren naar school. Per jaar is dat gemiddeld 880 uur. De laatste vier jaar is dat totaal 4000 uren. Dat is per jaar gemiddeld 1000 uur. In de bijlagen vindt U een overzicht van de schooltijden en de vakanties. Ouders en kinderen krijgen op school te maken met een team van leerkrachten. Wanneer een groep te maken krijgt met meerdere groepsleerkrachten zijn daarover onderling goede afspraken gemaakt. 3.2. De activiteiten van de kinderen In de Wet op het Basisonderwijs staat, dat de scholen niet alleen kennis moeten bijbrengen, maar ook vaardigheden en inzichten die ieder kind nodig heeft in deze tijd. Scholen hebben ook de opdracht om niet uitsluitend aandacht te besteden aan de verstandelijke ontwikkeling van kinderen. Ook de creatieve, sociale en emotionele ontwikkeling van het kind krijgt aandacht. In de Wet is beschreven wat de leerlingen in elk geval moeten kunnen leren. De vakken zijn:      

Nederlandse taal (mondelinge taalontwikkeling, aanvankelijk lezen, leesplezier, schrijven, stellen, technisch lezen. begrijpend/studerend lezen, ontwikkeling geletterdheid, spelling, taalbeschouwing, woordenschatonderwijs) Engelse taal Rekenen en wiskunde (ontwikkelen logisch denken/gecijferdheid, wiskundig inzicht en handelen, getallen en bewerkingen, rekenen en wiskunde, meten en meetkunde) Oriëntatie op jezelf en de wereld (aardrijkskunde, geschiedenis, natuur en techniek, bevordering gezond gedrag, burgerschapszin, godsdienst/geestelijke stromingen, sociaal emotionele ontwikkeling, spel en verkeer) Kunstzinnige oriëntatie (muziek, tekenen en handvaardigheid) Bewegingsonderwijs

. De manier waarop deze vakken worden gegeven, is een zaak van de school zelf. In het schoolplan geeft de school aan wat ze de kinderen wil leren, waarom en hoe dat gebeuren moet. Daarnaast staat in het plan op welke manier de school de voortgang van leerlingen beoordeelt en daarover rapporteert. Een onderdeel van het schoolplan is het zorgplan. Hierin kunt u terugvinden hoe kinderen met leer- en gedragsproblemen worden geholpen en welke relatie de school met speciale scholen voor basisonderwijs heeft. Het schoolplan wordt uitgewerkt in een jaarlijks activiteitenplan. Daarin staan de activiteiten van de leerlingen en de taken van het onderwijzend personeel. Het activiteitenplan geeft ook aan wat de schooltijden zijn en wanneer de leerlingen vakantie en andere vrije dagen hebben. In de bijlagen hebben we dat overzichtelijk gemaakt. In hoofdlijnen willen we aangeven wat voor uw kind in iedere groep mag worden verwacht. Binnen de gehele school werken we aan zelfstandig werken. De kinderen worden bewust gemaakt op het feit dat ze op bepaalde momenten zelfstandig aan de slag moeten kunnen. Dit wordt aangegeven met een teken. Dit teken verschilt per bouw. Bij groep 1 t/m 3 is dat een knuffel. Bij groep 4 t/m 8 is dat een kaart met een rode en aan de andere kant een groene stip. Als de kleuters vier jaar worden en in groep 1 starten, wordt er in de groep rondom thema’s aan bepaalde vaardigheden gewerkt. De kleuters spelen, werken, zingen, tekenen en praten naar aanleiding van een verhaal of ervaring die de leerkracht hen aanbiedt. Ook zijn er activiteiten met spelletjes en puzzels, waarmee zij spelenderwijs steeds meer leren over taal, hoeveelheden, kleuren

8


en vormwaarneming. Verder is het bewegen een heel belangrijk onderdeel in de kleutergroepen wat tot uiting komt in de gymlessen en het buitenspel. De kinderen leren hierbij samen spelen en komen in aanraking met de diverse bewegingsvormen. Door de invoering van een registratiemodel KIJK! kijken we ook naar de ontwikkeling van de leerlingen en hoe we daar adequaat op kunnen inspelen. Na tenminste een volledig jaar in groep 1 te hebben gezeten, kunnen de kinderen doorstromen naar groep 2. Kinderen die in de loop van het jaar in groep 1 komen, hebben het jaar daarop pas een volledig jaar in groep 1 doorgebracht. In groep 2 wordt steeds meer een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de kinderen en worden de vaardigheden uitgebreid. De interesse voor en de beginselen van het leren lezen, rekenen en schrijven komen steeds nadrukkelijker aan de orde, maar ook hier gaat het spelenderwijs en gaan we zoveel mogelijk uit van hun belangstelling. Wanneer de kinderen kunnen rijmen, interesse hebben voor letters en cijfers en aardig zelfstandig kunnen werken, wordt de ontwikkeling van het lezen, schrijven en rekenen verder uitgebreid. We proberen betekenis te geven aan de dingen die de kinderen om zich heen zien en beleven en we proberen hun gezichtsveld te verbreden. In groep 1 en zeker in groep 2 wordt er gewerkt aan beginnende geletterdheid en gecijferdheid. De kinderen worden gestimuleerd om zich te interesseren in de geschreven en gedrukte taal. Hierdoor zullen een aantal kinderen zich zover ontwikkelen dat ze al kunnen beginnen met het leren van letters en misschien zelfs al wat woorden kunnen lezen. Deze letterkennis wordt in groep 2 getoetst om er voor te zorgen dat er een doorgaande lijn plaats vind tussen groep 2 en 3. In het begin van groep 3 wordt er goed gekeken naar wat de kinderen al kunnen. Hierop wordt dan de lesaanpak aangepast. Kinderen krijgen dan onderwijs op hun eigen niveau met als doel dat alle kinderen uiteindelijk tot lezen komen. Als de kinderen naar groep 3 gaan, moeten zij al vrij zelfstandig kunnen werken en in staat zijn een opdracht geconcentreerd te volbrengen. Het kind heeft taakbesef ontwikkeld. Ze kunnen rijmen, hebben interesse voor letters en cijfers of kennen al veel letters en de cijfers tot 10. In groep 3 gaat dan de ontwikkeling van het leren lezen, rekenen schrijven verder. Hier zijn we iedere dag mee bezig. De overgang van spelen en leren is voor de meeste kinderen een grote inspanning. Buiten en binnen spelen, expressievakken, gymnastiek en wereldoriënterende vakken staan dan ook regelmatig op het rooster. Leren lezen in groep 3 gebeurt met de methode Veilig leren lezen (maan versie 2, 2003). De methode biedt concrete mogelijkheden en materialen om in te spelen op verschillen tussen leerlingen. Zo is er een maangroep voor kinderen die starten met het leesonderwijs en een zongroep voor kinderen die al vlot kunnen lezen. Met de bijbehorende differentiatiematerialen is er voor elke leerling een juiste aanpak. In groep 3 staat het leren lezen natuurlijk centraal. Maar ook andere gebieden rondom taal worden geleerd. De kinderen leren begrijpend lezen en beginnen met stellen. Dat wil zeggen het leren schrijven van verhalen/gedichten. Daarnaast moeten de kinderen ook leren hoe je de woorden op een juiste manier moet schrijven. Hiervoor gebruiken we in groep 3 de spellingmethode woordbouw. Het leren schrijven neemt een belangrijke plaats in bij groep 3. In het begin wordt dit vooral gedaan bij het leren van de letters, later gebruiken we hiervoor de methode Pennenstreken. Het voorbereidend rekenen wordt in groep 3 voortgezet. Tellen, oriëntatie op de getallen tot 10, 20, 30 en tenslotte tot 100; meer - minder, splitsen, vergelijken, meten, schatten enz., sommen m.b.v. materiaal. Pas halverwege groep 3 worden “echte sommen” gemaakt. Groep 4 bouwt de leerstof verder uit. Nu meer in vakgebieden zoals taal, rekenen, lezen en wereldoriëntatie waarin biologie en verkeer nog het belangrijkst zijn. Natuurlijk krijgen de kinderen ook een aantal expressievakken. Vanaf deze groep staat een boekenbeurt op het programma. Met het rekenen werken de kinderen tot 100. Bewerkingen daarbij zijn optellen, aftrekken, schatten, vergelijken e.d. en vermenigvuldigen, waaronder de tafels.. De vaardigheden worden door middel van diverse modellen aangeleerd. In groep 4 worden de tafels aangeleerd en geautomatiseerd. Ook is er een eerste oriëntatie op de getallen tot 1000. Bij taal wordt verder gegaan met de spelling van eenvoudige woorden. De kinderen krijgen iedere week minimaal twee keer les in spelling. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de nieuwe methode Taal

9


op Maat. Zo leren ze de woorden goed schrijven. Regelmatig worden de leerlingen getoetst door een dictee af te nemen, waarin alle aspecten waaraan de afgelopen periode is gewerkt voorkomen. Bij het leren schrijven wordt er verder gewerkt aan het aan elkaar schrijven. In groep 4 worden ook de hoofdletters aangeleerd. Om rekening te kunnen houden met het ontwikkelingsniveau van het kind wordt er bij het technisch lezen in niveaugroepen gewerkt. Dit gebeurt d.m.v. duo-lezen. De kaartenbakken van de herziene leeslijn vormen de basis voor het voortgezet technisch lezen dat vanaf groep 4 wekelijks in de groepen aan de orde komt Voor begrijpend lezen werken we met de methode Goed Gelezen en de methode Nieuwsbegrip die ook aandacht besteed aan de actualiteit. In groep 5 komen alle vakken, behalve Engels, aan de orde. In het rekenen vindt een uitbreiding plaats van de basisbewerkingen tot 1000 en is er een oriëntatie tot en met 10.000. De tafels worden nog volop geoefend en we beginnen met deelsommen. Ook het hoofdrekenen wordt verder ontwikkeld evenals het werken met geld, meten en tijd. Spellen gebeurt d.m.v. Taal op Maat. Naast dit technisch lezen komt ook het begrijpend lezen aan de orde. In groep 5 houden de kinderen een boekenbeurt en/of een spreekbeurt. Het handschrift wordt verder ontwikkeld en de wereldoriënterende vakken krijgen hun eigen plaatsje. Bij aardrijkskunde) starten we met de nieuwe methode Meander. Geschiedenis voert ons terug naar oma’s tijd en behandelt de belangrijkste periodes. In groep 6 wordt bij rekenen het cijferen uitgebreid. Een belangrijke uitbreiding is het opstarten van het cijferend rekenen. Verder komen er breuken bij en wordt het getalinzicht uitgebreid. Hoofdstrategieën worden verder ontwikkeld. In groep 6 streven we naar het afsluiten van het technisch leesonderwijs in niveaugroepen voor zover dat al niet gerealiseerd was. Wereldoriënterende vakken gaan langzaam maar zeker verder kijken dan de neus van “het kind in de eigen omgeving” lang is. Bij aardrijkskunde wordt bijvoorbeeld sociale geografie en topografie van Nederland behandeld. Bewegingsonderwijs staat tweemaal per week op het rooster (1x spel / 1x oefeningen) Er worden technieken aangeboden op het gebied van tekenen handvaardigheid. Een keer per jaar houden alle kinderen een spreekbeurt en een boekenbeurt. Qua aanbieding van nieuwe leerstof is er weinig verschil tussen groep 7 en 8. De verschillende onderdelen van de jaargangen aardrijkskunde en geschiedenis komen aan bod, waarbij de organisatie van de lessen afhankelijk is van de schoolorganisatie (wel of geen combinatiegroepen). Op het gebied van natuuronderwijs worden in de groepen 5 en 6 diverse onderwerpen behandeld aan de hand van de school-tv serie Nieuws uit de natuur. In groep 7 en 8 wordt gebruik gemaakt van de methode Natuur buitengewoon. Er worden technieken aangeboden op het gebied van tekenen, handvaardigheid en textiele werkvormen. De echte leervakken zijn wel gescheiden. Voor rekenen telt, dat de leerlingen in groep 7 de meeste hoofdbewerkingen krijgen; alleen verhoudingen komen daar in groep 8 nog bij, naast een verdere verdieping. Werkwoordsspelling krijgt in deze laatste twee jaar veel aandacht met als einddoel een complete beheersing daarvan. Ook aan de spelling van de onveranderlijke woorden wordt in deze twee jaar veel aandacht besteed met name aan de spelling van de bastaardwoorden. De spellingmethode Taal op Maat is geïmplementeerd in alle groepen. Zowel in groep 7 als in 8 maken de leerlingen een werkstuk over een door henzelf te kiezen onderwerp. Daarnaast houden ze een keer per jaar zowel een spreekbeurt als een boekenbeurt en / of een muziekbeurt. Ook staat Engels voor het eerst op het rooster. Het accent ligt in groep 7 op het durven en kunnen spreken; in groep 8 komt de spelling van het Engels daar bij. Taaljournaal Taaljournaal is een interactieve methode voor groep 4 tot en met 8. In de eerste weken van groep 4 besteedt taaljournaal veel aandacht aan het kennismaken met de methode. Kinderen leren zo spelenderwijs het materiaal, de aard van de activiteiten en de nieuwe manier van werken kennen. Taaljournaal is adaptief. Dat betekent dat er rekening wordt gehouden met verschillen tussen kinderen en met de individuele behoeften van kinderen.

10


In de methode komen de volgende leerlijnen naar voren:  Lezen, luisteren, spreken, schrijven en taalbeschouwing;  Spelling;  Woordenschat. De kinderen krijgen om de twee weken een taaltoets. Deze toets gaat dan over hetgeen ze de afgelopen twee weken hebben geleerd. De toetsen zijn een manier om na te gaan hoe ver een kind in zijn ontwikkeling staat op bepaalde onderdelen. Taaljournaal werkt met een porfolio. In die portfolio komen allerlei gegevens: reflectieverslagen, werkjes van kinderen etc. het is de bedoeling om diverse gegevens te verzamelen over wat een kind doet, leert, maakt en ervaart. Naast de genoemde activiteiten, die per groep verschillend zijn, zijn er uiteraard activiteiten die door de hele school terugkomen. In alle groepen wordt als ondersteuning gebruik gemaakt van videoprogramma’s van de Nationale Onderwijs Televisie Het gebruik van computers. Computers zijn niet meer weg te denken uit de hedendaagse samenleving en vormen ook op onze school een wezenlijk onderdeel van het lesmaterialenaanbod. Herman v.d. Dries is de ICT-er binnen de school en vertegenwoordigt de school als zodanig binnen de ICT werkgroep van PRISMA. De ICT werkgroep houdt zich bezig met het uitwerken van het visiedocument zoals dat binnen PRISMA door alle scholen is samengesteld. Verdeeld over diverse plaatsen in de school vormen de computers zo langzamerhand een onmisbaar deel van ons onderwijs. De computers worden voornamelijk ingezet ter ondersteuning van de vakgebieden rekenen, topografie, informatica, lezen, begrijpend lezen, taal en spelling. We hebben daarvoor diverse programma’s, waar leerlingen zelfstandig of onder begeleiding mee aan de slag gaan. We willen ons daar uiteraard verder in ontwikkelen, waarbij we ICT voor de leerlingen niet alleen als middel zien, maar ook als doel. Het traditionele schoolbord is vervangen door het digitale schoolbord. Dit schooljaar hangen er digitale borden in alle groepen. Trefwoord Als methode voor het vakgebied 'godsdienst/levensbeschouwing' maken we op onze school gebruik van de methode 'Trefwoord'. U kunt dat zien in de klas, want 'Trefwoord' werkt op basis van een kalender, die in alle groepen een vast plekje heeft. De methode geeft voor iedere dag een gedicht, spel, lied, verhaal of bijbelverhaal als dagopening. Gedurende enkele weken vormen al die onderwerpen samen één thema, dat uitgebeeld is op de kleurenposters bij de kalender. In de handleiding vindt de leerkracht aanwijzingen om verder met de kinderen door te gaan op het onderwerp van de dagopening. Deze uitwerking is verschillend voor de onderbouw, middenbouw en bovenbouw. In een doorgaande lijn komen op die manier ieder schooljaar ongeveer dertien thema's aan bod. Deze thema's sluiten aan bij de belevings- en ervaringswereld van de kinderen (bijvoorbeeld: ‘Wie ben ik?’), bij actuele ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving (bijvoorbeeld: ‘Geweld’) en zijn steeds gebaseerd op een samenhangend aanbod aan bijbelverhalen (bijvoorbeeld: Abraham, Mozes, Jezus). De methode kent speciale uitwerkingen voor vieringen rond Kerstmis en Pasen. Daar maken wij op onze school soms gebruik van. De thema’s van trefwoord vormen tevens het uitgangspunt voor de vieringen die 5 maal per jaar op onze school worden gehouden. Leefstijl (Sociaal-emotionele ontwikkeling) Leefstijl richt zich direct op de emotionele ontwikkeling van kinderen en het verwerven van sociale vaardigheden. Indirect hebben emotionele ontwikkeling en beter sociale vaardigheden ook invloed op de verstandelijke ontwikkeling. Emotionele factoren kunnen een remmende invloed hebben op de cognitieve ontwikkeling en dat geldt ook voor een gebrek aan sociale vaardigheden. Denk maar aan de kinderen die moeilijk gedrag vertonen in de groep en daarom niet geaccepteerd worden. Het kind voelt zich niet geaccepteerd en niet veilig, verliest veel energie in conflicten en kan zich vaak moeilijk concentreren omdat het afgeleid wordt door problemen. In de methode worden voor elke groep op het betreffende niveau steeds dezelfde onderwerpen behandeld. Onderwerpen zijn o.a.:  Hoe voel ik me

11


 Ik en mijn klas  Als ik boos ben  Hoe los ik ruzies op  Respect voor elkaar De kinderen maken de opdrachten in hun eigen werkboek. Ook zijn er huiswerkopdrachten, waarbij de hulp van de ouders wordt gevraagd. Met deze methode willen we een doorgaande lijn krijgen van de groepen 1 t/m 8 op het gebied van sociaal-emotionele vorming. We vinden dat dit onderwerp zeker een onderdeel van het lesprogramma op onze school moet zijn. Coöperatief leren Coöperatief leren is een methode voor effectief samenwerken. Bij coöperatief leren staat samenwerken en leren van elkaar voorop. De kinderen werken in teams van 2 of 4 kinderen. Maar er is een duidelijk verschil met het bekende groepswerk. Bij coöperatief leren werken we met werkvormen waarbij de samenwerking tussen de kinderen van tevoren geregeld is. Daardoor is er sprake van een gelijke deelname. Kinderen krijgen door deze manier van werken meer zelfvertrouwen en het leerresultaat is groter. Natuurlijk zijn we niet de hele dag bezig met deze manier van werken. Het beste is een goede balans tussen individueel werken, coöperatief leren en instructie door de leerkracht. Het is de bedoeling dat zowel de leerkrachten als de kinderen deze werkvormen kennen en toepassen in de klas. Als u de klas binnenkomt, kunt u dan ook de namen van deze werkvormen in de klas zien hangen. Woordenschatonderwijs Waarom kinderen woorden aanleren? Door het vergroten van de woordenschat begrijpen de kinderen meer van de teksten die zij soms te lezen of te horen krijgen. Maar ook kunnen ze begrippen koppelen aan concrete voorwerpen of situaties en weten ze steeds vaker meerdere betekenissen van bepaalde woorden te benoemen. Met gevarieerde werkvormen laten de leerkrachten de kinderen in aanraking komen met die nieuwe woorden. En na herhaald aanbieden blijkt dat deze ook werkelijk opgenomen worden bij de leerlingen. Woordenschatonderwijs is te gebruiken in tal van vakgebieden en beperkt zich zeker niet tot alleen de talige kant van het onderwijs. In alle groepen komen we nu dan ook de parachutes, trappen, spinnen en woordkasten tegen die zo kenmerkend zijn voor het aanbieden van woorden in deze vorm. Woordenschat staat meerdere malen per week op het lesrooster, zodat de kinderen na 8 jaar basisonderwijs met een brede woordenschat van De Leeuwerik vertrekken.

12


4 De zorg voor de kinderen 4.1 Hoe volgen we de ontwikkeling van de kinderen? Elke ouder vraagt zich af of hun kind op zijn plaats zit binnen een bepaalde jaargroep. Hieronder willen we aangeven hoe De Leeuwerik de sociaal-emotionele ontwikkeling en de leerprestaties van de kinderen meet en vergelijkt. In de wet primair onderwijs staat welke vakken de leerlingen moeten leren. Bij elk vak zijn kerndoelen aangegeven die door het onderwijs in de loop der tijd gehaald moeten worden. Deze kerndoelen worden door methodemakers nauwgezet uitgewerkt. Alles wat behoort tot de verplichte leerstof is dan ook in de methodes voor verschillende vakken terug te vinden. De leerstof is verdeeld in blokken en/of thema’s. Aan het eind van een blok en/of thema vindt toetsing plaats om te bepalen of de leerlingen zich de stof voldoende eigen hebben gemaakt. Dit zijn methodeafhankelijke toetsen. Er zijn ook methode-onafhankelijke toetsen (CITO / CPS). Deze geven een beeld van de ontwikkeling van een kind los van de stof die net is behandeld. Het CITO heeft veel verschillende toetsen ontwikkeld. Bij ons op school wordt gebruik gemaakt van de volgende CITO-toetsen:            

Cito ordenen DIGI groep 1 / 2 Cito LOVS begrijpend lezen groep 3 t/m 8 Cito LOVS woordenschat groep 3 t/m 7 Cito leeswoordenschat 8 oude versie Cito LOVS rekenen/wiskunde groep 3 t/m 8 LOVS DMT en AVI groep 3 t/m 8 Cito LOVS Technisch lezen groep 3 t/m 7 groep 8 Leestechniek/leestempo 2004 Cito LOVS Spelling groep 3 t/m 7 groep 8 SVS 3 Cito techniek groep 6 t/m 8 theorietoets Cito Engels groep 7 Me2 Toetspakket beginnende geletterdheid van het CPS groep 1, 2 en 3 CITO entreetoets voor groep 7 CITO eindtoets groep 8

Door het afnemen van methode-onafhankelijke toetsen kan worden bekeken of een leerling of een groep onder of boven het landelijk gemiddelde scoort. De resultaten van al deze toetsen en observaties worden schriftelijk en digitaal vastgelegd, nadat er in het team vervolgacties aan gekoppeld zijn. 4.1.1 rapportage Twee maal per jaar maken we het KIJK rapport voor de groepen 1 en 2. Deze rapporten worden besproken in januari/februari en in juni. In de uitnodiging voor het bijwonen van de rapportgesprekken komt een uitleg met daarin wat er van ouders verwacht wordt en wat ze kunnen verwachten van het gesprek. De ontwikkeling van het kind wordt besproken er wordt gevraagd naar hoe het kind zich thuis ontwikkelt. Er is voor ouders dan ook de mogelijkheid om vragen/opmerkingen door te geven. Drie maal per jaar maken we een rapport van de resultaten van de leerlingen van groep 3 tot en met 8 voor de ouders. In dit rapport gebruiken we beoordelingen die in woorden worden uitgedrukt in de groepen 3 t/m 5 en deels woorden en cijfers in de groepen 6 t/m 8. De ouders ontvangen bijtijds een uitnodiging voor het bijwonen van het rapportgesprek. Bij deze uitnodiging wordt ook het rapport meegegeven, zodat ouders dit ruim van te voren kunnen bekijken. Vragen of opmerkingen kunnen dan tijdens het rapportgesprek naar voren komen. Uiteraard zijn leerkrachten tussendoor ook altijd bereikbaar voor vragen of opmerkingen. Als u vragen heeft kunt u een afspraak maken.

13


Gedurende het gehele schooljaar kunnen de resultaten van de landelijk genormeerde toetsen ook digitaal door de ouders bekeken worden via het ouderportal van ons administratiesysteem Parnassys. Lesroosters en persoonlijke gegevens zijn ook toegankelijk. 4.2 Het leerlingvolgsysteem Voorafgaande aan de rapportage naar de ouders worden op school een groepsbespreking en een leerlingbespreking gehouden. Bij deze besprekingen volgen we de resultaten en de ontwikkelingen van de groepen en van de individuele leerlingen. De intern begeleider leidt deze besprekingen. Iedere leerkracht kan op dat moment leerlingen inbrengen en bespreken, die op grond van de resultaten en/of sociaal-emotionele ontwikkeling daarvoor in aanmerking komen. Tegelijkertijd wordt bekeken of elke groep de tussen- en/of einddoelen heeft bereikt. Alle registraties van vorderingen van de leerlingen worden bijgehouden in een leerlingvolgsysteem (LVS). In het LVS wordt per vak aangegeven wanneer er getoetst wordt en welke normeringen worden gebruikt, zodat de afspraken door de hele school gelijk zijn. Alle informatie wat met leerlingen individueel te maken heeft op het gebied van leerstof, sociaalemotionele ontwikkeling, maar ook informatie van een logopediste, fysiotherapeut enz., wordt opgeslagen in het leerlingendossier. De dossiers worden zorgvuldig bewaard en keer op keer doorgegeven en besproken met de volgende groepsleerkracht. Gegevens uit het dossier zijn vertrouwelijk en mogen niet zonder uw toestemming worden doorgegeven aan derden, bijv. aan een schoolbegeleidingsdienst. 4.3 Het zorgtraject Wanneer een leerling vast dreigt te lopen in de ontwikkeling, bijvoorbeeld op het gebied van lezen/spelling, wordt de leerling besproken in de leerlingenbespreking. Hier bespreken leerkrachten met elkaar wat mogelijke oplossingen of aanpakken zijn om de leerling verder te laten ontwikkelen. Er kan dan bijvoorbeeld gekozen worden voor hulp buiten de klas. (RT=Remedial Teaching) De leerkracht maakt een plan om een periode aan de slag te gaan met deze leerling. Dit gemaakte plan wordt opgesteld in het zgn. hulpplan. Ouders worden gevraagd de hulpplannen door te nemen en bij akkoord te ondertekenen, zodat zij ook op de hoogte zijn van de aanpakken en stand van zaken wat betreft de ontwikkeling van hun kind. Deze hulpplannen worden bewaard in het leerlingendossier. De kinderen leren meestal op school. Als er een overhoring/toets is, zullen ze ook thuis daaraan leren. Soms vragen we ouders thuis behulpzaam te zijn met het leren. We vinden dat kinderen in de hogere leerjaren en met name in de oudste klas met een zekere regelmaat huiswerk moeten maken om te wennen aan de eisen die het vervolgonderwijs aan ze zal stellen. Wanneer extra oefening thuis wenselijk is, zal dit in overleg met ouders gaan. Wanneer een leerling op nagenoeg alle leerstofgebieden een achterstand heeft wordt soms, uiteraard in overleg met de ouders, besloten een leerling een jaar extra de tijd te geven om zich de stof eigen te maken. 4.4. De rol van de intern begeleider Na een periode van jarenlange groei van het Speciaal Onderwijs is het nu zo, dat ernaar wordt gestreefd de meeste leerlingen binnen de basisschool passend onderwijs te geven. Dit heeft gevolgen voor de basisschool. De niveauverschillen tussen leerlingen worden groter en bij de inrichting van het onderwijs moet daarmee rekening worden gehouden. Verder hebben leerlingen met problemen behoefte aan specifieke instructies. Beide aspecten vragen een grote deskundigheid van de leerkrachten. Sinds de invoering van de nieuwe wet op het Primair Basisonderwijs (1998) is er op iedere school een intern begeleider aangesteld. Bij ons op school is de intern begeleider Jantine Buijze. De intern begeleider heeft regelmatig overleg met de groepsleerkrachten. Tijdens dat overleg worden de vorderingen van de groepen besproken. Hierbij wordt duidelijk gesignaleerd waar de problemen zitten. De intern begeleider adviseert de groepsleerkracht. Zij begeleidt waar nodig, de leerkracht bij de aanpak van problemen. Daarnaast heeft de intern begeleider een aantal keren per jaar zogenaamde HGPD besprekingen over leerlingen met de orthopedagoge vanuit PRISMA. Tijdens de leerlingenbespreking wordt

14


besproken welke leerlingen voor die besprekingen in aanmerking komen. De intern begeleider is bij de besprekingen aanwezig. Ouders worden hierover eerst geïnformeerd. Tijdens een bespreking met de orthopedagoge wordt er een advies gegeven hoe verder te kunnen gaan met een leerling. Soms is nader onderzoek nodig. Die onderzoeken worden dan gedaan door de orthopedagoge vanuit PRISMA. Uitgangspunt bij dit alles is steeds het zoeken naar de best mogelijke oplossing voor een leerling binnen de mogelijkheden (mankracht en middelen) die de school daartoe heeft. Pas wanneer er voor een leerling geen vooruitzichten meer zijn binnen onze school, wordt een leerling aangemeld bij het Zorgplatform (ZPF). Dit platform overlegt met leerkrachten en ouders over de volgende stappen die genomen kunnen worden. Wanneer vanuit het ZPF het advies komt het kind aan te melden voor evt. plaatsing op het Speciaal onderwijs dan komt dit terecht bij het bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Deze commissie bepaalt of er een beschikking wordt afgegeven, die toegang geeft tot het Speciaal Onderwijs of tot extra begeleiding vanuit het speciaal onderwijs bij ons op school door een ambulant begeleider. Aanmelding bij de PCL moet gebeuren door de ouders. Meer informatie hierover is te vinden in het Zorgplan van de school. De taak van de intern begeleider is het coördineren van alle contacten en afspraken rondom zorgkinderen, het begeleiden van collega’s, onderzoek doen en het vastleggen van de uitkomsten. De groepsleerkracht blijft altijd verantwoordelijk voor de leerlingen van zijn groep. Hij/zij blijft ook het aanspreekpunt. Wel is het mogelijk dat de intern begeleider, op verzoek van de groepsleerkracht of de intern begeleider, bij een gesprek met u over uw kind aanwezig is. 4.5 Afstemming/1-Zorgroute. In het schooljaar 2009-2010 hebben we als team op school een start gemaakt met het traject Afstemming/1-Zorgroute. In dit traject willen we ervoor gaan zorgen, dat kinderen nog beter tot leren kunnen komen. We gaan hierbij uit van de basale en specifieke onderwijsbehoeften van het kind. Dat wil zeggen dat we eerst kijken naar wat de kinderen nodig hebben om de stof zo goed mogelijk eigen te maken, voordat we aan het werk gaan. In schooljaar 2011-2012 zijn we als school op het leergebied rekenen al volop bezig met werken in groepsplannen waarin wordt vermeld wat er in de periode behandeld gaat worden en hoe we dit gaan doen. Dit betekend dat kinderen op grond van onderwijs behoeften worden ingedeeld in drie groepen. Kinderen die bijvoorbeeld meer instructie en begeleiding nodig hebben om de doelen te kunnen behalen zullen dan in het zelfde groepje worden ingedeeld. Deze groepsplannen worden 3 maal per jaar geëvalueerd, tijdens de groepsbespreking met de groepsleerkracht. In het schooljaar 2012-2013 worden ook groepsplannen gemaakt voor andere vakgebieden. Uitgebreidere informatie kunt u lezen in het Zorgplan voor het schooljaar 2011-2012. 4.6 Advies vervolgonderwijs Na groep 8 gaan de leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Naar welke vorm van voortgezet onderwijs ze gaan zou iets kunnen zeggen over de kwaliteit van het onderwijs van onze school. We zijn daar echter uiterst voorzichtig mee, omdat factoren als aanleg van kinderen hierbij ook een grote rol spelen. De leerlingen van groep 8 krijgen in de loop van het laatste schooljaar met de CITO-eindtoets te maken. Het resultaat daarvan is één van de factoren die bepalend is voor de vraag welk type vervolgonderwijs voor de leerling het meest geschikt is. Daarnaast bestaat de mogelijkheid voor de leerlingen gebruik gebruik te maken van de AOB-test, waarin ook vooral bekeken wordt hoe de interesses en het inzicht van de leerling is. Uiteindelijk is ook het advies van de leerkracht van groep 8 en het team van groot belang. Het advies dat gegeven wordt is een advies van het team. Met de ouders wordt dit advies altijd goed doorgesproken voor dit aan het vervolgonderwijs wordt doorgegeven. Als de keuze uiteindelijk gemaakt is, gaat er een onderwijskundig rapport naar de betreffende school samen met het inschrijfformulier. Uiteraard willen we ook graag weten of ons advies klopt. Daarom is er ook een goed overleg met vooral de coördinatoren van de scholen, waar onze leerlingen terechtkomen.

15


5 De leerkrachten 5.1 Wijze van vervanging bij compensatieverlof, BAPO en ziekte Bij de berekening van het aantal uren, dat iedere leerkracht moet werken, gaan we uit van de normjaartaak. Dit betekent dat een leerkracht die full-time werkt 930 uur per jaar voor de klas moet staan. Voor onze school betekent dit concreet, dat een leerkracht in de groepen 5 t/m 8 teveel uren voor de klas zou staan als hij er altijd zou zijn, en een leerkracht in de groepen 1 t/m 4 er te weinig zou zijn. Max Joosse, Herman v.d. Dries en Anton Wullems hebben derhalve recht op 13 dagen compensatieverlof. Max Joosse en Ellie van den Dries hebben daarnaast recht op BAPO. Anton Wullems zal zijn compensatieverlof opnemen op de dagen dat hij directietaken uitvoert. Bij ziekte doen we een beroep op vervangers zoals deze binnen de stichting PRISMA bekend zijn. Hierbij volgen wij het vervangerprotocol zoals binnen de stichting is vastgelegd. 5.2 De samenstelling van het team Een leerkracht moet voor 65% van zijn werktijd voor de klas staan. Het andere gedeelte (35%) wordt besteed aan zogenaamde niet-lesgebonden taken. Voor elke leerkracht is dat concreet ingevuld. We geven wat voorbeelden:  Correctiewerk  Contacten met ouders onderhouden  Voorbereiding van werk/planning dagelijkse en bijzondere activiteiten:  een nieuwe methode voorbereiden  computerbeleid ontwikkelen  leestoetsen afnemen  handelingsplan maken voor kind met achterstand  het toepassen van het handelingsplan.  het begeleiden van buitenschoolse activiteiten van de leerlingen  het zitting hebben/nemen in diverse vertegenwoordigingen van de school  enz. Voor de zorg aan kind en school (kwaliteit) hebben we de interne begeleider voor 2 dagen per week. Dit is Jantine Buijze. Zij ondersteunt de leerkrachten bij de hulp aan zorgkinderen. Anton Wullems voert directietaken uit op dinsdag, woensdagmorgen en donderdag. Op maandag, woensdagmiddag en vrijdag heeft hij managementtaken. Op deze momenten is Herman van den Dries het eerste aanspreekpunt binnen de school. Een adressenoverzicht van het personeel treft U aan in de bijlagen. Dit schooljaar is de verdeling van groepen en leerkrachten als volgt: Groep 1/2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 MA mo MA mi DI mo DI mi WO mo DO mo DO mi VR mo VR mi

Jeannette Jeannette Jeannette Jeannette Olga Olga Olga Olga

Ellie Ellie Ellie Ellie Dagmar Dagmar Dagmar Dagmar

Joanke Joanke Joanke Joanke Joanke Lisette Lisette Lisette

Lisette Lisette Max Max Max Max Max Max Max

16

Petra Petra Petra Petra Jolanda Jolanda Jolanda Jolanda Jolanda

Groep 7

Groep 8

Cindy Cindy Cindy Cindy Cindy Malou Malou Malou Malou

Herman Herman Herman Herman Herman Herman Herman Jantine Jantine


5.3 Scholing van leerkrachten Leerkrachten zijn verplicht om hun kennis en vaardigheden, met betrekking tot het onderwijs, bij te houden. De wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) schrijft dit voor. Leerkrachten moeten niet alleen bevoegd zijn, ze moeten ook aan kunnen tonen dat ze bekwaam zijn en dat ze er alles aan doen om ook bekwaam te blijven. Dat kan door middel van scholing, maar ook door bijvoorbeeld met collega’s te overleggen over bepaalde thema’s. Zo is er bijvoorbeeld een groepje onderbouwleerkrachten die onder begeleiding een aantal malen per jaar overleggen over onderwerpen uit de onderbouw. Een andere manier om je bekwaamheid te vergroten is het werken met een coach. Dat kan een collega zijn (een maatje) of een speciaal daarvoor opgeleide coach. Leren kun je dus op vele verschillende manieren. Hoe weten we nu of een leerkracht bekwaam is? Directeuren kennen natuurlijk hun leerkrachten en komen ook regelmatig bij hen in de klas. Daarbij gebruiken we de landelijke beschreven vaardigheden bedoeld voor leerkrachten in het basisonderwijs. Om dat ook met een objectief oog te kunnen meten gebruiken we een instrument waarbij leerkrachten een vragenlijst invullen op de computer. Daar rolt een vaardigheidsprofiel uit. Samen met de informatie die een directeur van zijn leerkracht al heeft, krijgen we zo een aardig beeld van de vaardigheden van een leerkracht in vergelijking met wat hij voor zijn functie nodig heeft. In een gesprek met de directeur wordt vervolgens gekeken welke ontwikkelpunten de leraar nog zou kunnen aanpakken om een nog betere leerkracht te worden. Dit wordt in een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) door de leerkracht beschreven. In het bekwaamheidsdossier, wat iedere leerkracht dringend verzocht wordt dit bij te houden, komt dit plan en is ook te vinden op welke manier de leerkracht heeft gewerkt aan het vergroten van zijn bekwaamheid. Zo wordt aan de bovengenoemde eisen uit de wet BIO voldaan. 5.4 Stage Studenten van de Hogeschool Zeeland afd. PABO in Vlissingen komen op onze school regelmatig ervaring opdoen. Hierin worden ze bijgestaan door ons en door docenten van de PABO. Daarnaast zijn er in de school soms ook stagiaires van andere opleidingen; Zij hebben vaak stages van een half jaar. Stagiaires kunnen op verschillende manieren de school bezoeken:  Stage PABO 1, 2 of 3  LIO-stagiaire = leraar in opleiding. Dit is een 4e jaars PABO-student, die in het kader van een afstudeeropdracht gedurende een geheel schooljaar gedurende 2 dagen per week, onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht, een klas onder zijn/haar hoede neemt.  LA-stage =leraar assistent  OA4 = stage onderwijsassistent niveau 4 Wanneer we als school stagiaires krijgen, wordt u daarover ingelicht. Binnen de stichting PRISMA wordt vorm gegeven aan “Opleiden in de school”. Hierbij worden PABOstudenten in hun stage begeleid door opleidingsmentoren die binnen onze stichting werkzaam zijn.

17


6. De ouders 6.1 Het belang van betrokkenheid van ouders Het is van groot belang, dat ouders nauw betrokken zijn bij het wel en wee van hun kind op school. Leerlingen voelen zich beter thuis op school, als hun ouders een goed contact hebben met de school en als ze weten wat er dagelijks met de kinderen wordt gedaan. Er kan dan thuis over gepraat worden en voor zover dat nodig is, kan er in de thuissituatie ook rekening mee worden gehouden. De schoolloopbaan van de leerling verloopt dan vaak beter en met minder problemen. Daarom is het belangrijk, dat ouders en school met elkaar in gesprek raken over hun opvattingen over onderwijs en opvoeding en wat zij van elkaar kunnen verwachten. Hoe De Leeuwerik dat aanpakt, ziet u hieronder. In de eerste weken van het schooljaar worden voor alle groepen informatieavonden gehouden waarop we de ouders informatie verschaffen over onze manier van werken, de methoden, de leer- en hulpmiddelen en de regels in de groep. We zullen ons best doen bekend te raken met elkaar en vooral ook duidelijk te maken op welke manier wij met uw kinderen omgaan. Natuurlijk kunt u ons op die avonden ook vragen wat u met betrekking tot de school wil weten. Op de dagen van de rapportgesprekken worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek met de groepsleerkracht. De leraar vertelt dan hoe het met de leerling gaat. Het is tegelijk een goed moment om zelf ook vragen te stellen over de vorderingen en het gedrag van uw kind. En omdat het meestal een kort gesprek is, is het belangrijk, dat u zich daarop voorbereidt. Mocht er meer tijd nodig zijn voor een gesprek dan bestaat er altijd de mogelijkheid een aparte afspraak te maken met de betreffende leerkracht. In de eerste 2 groepen komen de leerkrachten op huisbezoek, zodat de rapportgesprekken van november voor deze leerlingen niet van toepassing zijn. Het streven is om de huisbezoeken af te ronden in december. Driemaal per schooljaar krijgen de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 een rapport mee: in november, in maart en voor de zomervakantie. De kinderen uit de groepen 1 en 2 ontvangen tweemaal per jaar een rapportage. Het rapport is bestemd voor de ouders. Maar het is ook goed te weten, dat ook ouders die niet meer het ouderlijk gezag hebben, bijvoorbeeld na een echtscheiding, recht hebben op deze informatie. Ze moeten dan aan de directeur om het rapport vragen. Die mag dat alleen weigeren, als het belang van het kind erdoor geschaad zou kunnen worden. Veel ouders halen hun kind zelf van school. Dat kan ook een moment zijn om even wat te vragen of een afspraak te maken voor een gesprek. Zo'n gesprek kan op school plaats vinden, maar ook bij U thuis. De Leeuwerik organiseert ook ouderavonden. Dan worden alle ouders uitgenodigd om te praten met het schoolteam en soms ook met de medezeggenschapsraad of identiteitscommissie. Op deze bijeenkomsten kan bijvoorbeeld gesproken worden over een nieuwe manier om een bepaald vak aan te pakken of over een andere manier om rapporten te maken. Ook de kwaliteit van de school als geheel kan ter sprake komen of het kan gaan over de resultaten die de school met haar leerlingen bereikt. Op de ouderavonden kunnen ook bijzondere problemen aan de orde worden gesteld, zoals bijvoorbeeld pesten op school. Meestal is er een keer per schooljaar een ouderavond. 6.2 Inspraak Via de vertegenwoordigers in de medezeggenschapsraad hebben de ouders inspraak in een groot aantal zaken van de school. We hanteren voor onze school een medezeggenschapsreglement. Binnen het bestuur is er ook een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). In het adressenoverzicht in hoofdstuk 9.2 kunt u de namen van de vertegenwoordigers in de MR vinden.

18


6.3 Effectieve leertijd en verlof Dit wordt beschreven onder hoofdstuk 13 van de algemene informatiegids. Specifiek voor de scholen binnen de gemeente Borsele geldt: Alle verlofaanvragen worden gemeld bij het Regionaal Bureau Leerplicht Oosterschelderegio. 6.4 Ouderactiviteiten Aan het begin van het nieuwe schooljaar vraagt de schoolraad u om een activiteitenlijst in te vullen. Op deze lijst vult u in op welke gebieden u eventueel actief wilt zijn op school. In voorkomende gevallen nemen leden van de schoolraad dan contact met u op. 6.5 Kinderopvang Buitenschoolse opvang en Prisma Prisma, Kibeo en Kinderopvang Walcheren hebben samen afgesproken dat de kinderen van onze scholen terecht kunnen op de buitenschoolse opvang voorzieningen (bso). BSO is de oplossing als u naast schooltijden opvang voor uw kinderen nodig heeft. BSO biedt zekerheid en is betaalbaar. En voor uw kind een vriendje dat altijd af kan spreken. Een leuke en verantwoorde plek voor de vrije tijd van uw kind. De opvang Uw kind kan voor en na schooltijd spelen op de BSO en in de schoolvakanties. Ook op studiedagen van de school is er BSO. Spelen betekent bij ons ravotten, knutselen, lezen, luieren, spelletjes doen, een activiteit uitvoeren, kletsen, kortom van alles wat je thuis ook kunt doen. Na schooltijd is er eerst een “kopje thee” voor uw kind. Uw kind kan dan zijn schoolverhalen kwijt. Als de kinderen op een vrije dag komen, wordt er meestal iets speciaals gedaan. Op stap met z’n allen of spannende activiteiten rondom een thema. Hoe vaak komt uw kind? Dat bepaalt u zelf. U kunt vaste dagen afnemen, maar u kunt ook af en toe een dag afnemen. Dat gaat met een strippenkaart. Uw kind kan ook alleen in de vakantie of op studiedagen komen. Gebruik maken van een combinatie van de mogelijkheden kan ook. De medewerkers Advies & Bemiddeling van Kinderopvang de Bevelanden of van afdeling bemiddeling van Kinderopvang Walcheren kunnen samen met u bekijken wat het beste bij uw situatie past. De kosten Aan de BSO zijn kosten verbonden. De hoogte is afhankelijk van uw inkomen: Belastbaar gezinsinkomen per jaar € 25000 U betaalt per uur 1e kind, BSO € 0,86 2e kind, BSO € 0,47 Belastbaar gezinsinkomen per jaar € 45000 U betaalt per uur e 1 kind, BSO € 1,56 e 2 kind, BSO € 0,69 Belastbaar gezinsinkomen per jaar € 60000 U betaalt per uur e 1 kind, BSO € 2,28 2e kind, BSO € 0,86 In deze tabel zijn de tarieven van Kibeo gehanteerd. Op www.Kibeo.nl of op www.kinderopvangwalcheren.nl vindt u nog meer voorbeelden en kunt u online uitrekenen wat uw opvang gaat kosten. Meer weten? Loop gerust eens binnen op een BSO. Er is altijd een buitenschoolse opvang in de buurt van de school. Meer informatie hierover vindt u op www.Kibeo.nl en op www.kinderopvangwalcheren.nl. U kunt ook contact opnemen met de afdeling Advies & Bemiddeling van Kinderopvang de Bevelanden: tel. (0113) 619 090 of [email protected]. Zij maken een vrijblijvende offerte voor u als u dit wenst. Voor Walcheren kunt u contact opnemen met de afdeling bemiddeling van KOW: 0118 – 627716.

19


6.6 Ouderbijdrage Een school mag een ouderbijdrage vragen, voor extra activiteiten en andere zaken, die niet tot het gewone onderwijs behoren. Maar dat mag een school niet zomaar. Als een school een ouderbijdrage wil vragen, moet daarvoor een schriftelijke overeenkomst met ouders worden afgesloten. Een school mag bovendien deze overeenkomst pas afsluiten, nadat de leerling is toegelaten. De overeenkomst heeft altijd een geldigheid van een schooljaar, met een stilzwijgende verlenging voor de duur dat de leerling de school bezoekt. In de overeenkomst moet de school de besteding van de ouderbijdrage specificeren, zodat iedereen kan zien welk gedeelte van de ouderbijdrage aan welke activiteit wordt besteed. Daarnaast moet de school in de overeenkomst melden, dat:  het om een vrijwillige bijdrage gaat;  na ondertekening een verplichting tot betaling bestaat;  er een mogelijkheid is slechts voor bepaalde voorzieningen te betalen;  er een reductie- en kwijtscheldingsregeling is en wat deze inhoudt. Is deze overeenkomst eenmaal getekend, dan geldt uiteraard de verplichting om de ouderbijdrage te betalen. Ouders kunnen er echter ook voor kiezen een gedeelte van de bijdrage te betalen. Dit kunnen zij zelf op de overeenkomst aangeven. Een gevolg van het niet of gedeeltelijk betalen is dan wel, dat de school kan besluiten een leerling niet te laten deelnemen aan de activiteiten waarvoor niet betaald is. Een school mag een leerling echter niet uitsluiten van het volgen van het reguliere onderwijsprogramma of weigeren een diploma uit te reiken. Het innen van de ouderbijdrage gebeurt door de schoolraad. Aan de hand van een van te voren opgestelde begroting wordt deze bijdrage vastgesteld. De MR moet akkoord zijn met de ouderbijdrage. Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders een gespecificeerde nota. Het rekening nummer van de schoolraad is 1285 40 265 6.7 Schoolkrant / informatieblad De schoolkrant verschijnt, indien mogelijk, drie keer per cursusjaar: met kerst, project en met de grote vakantie. In deze schoolkrant is vooral leerlingenwerk te zien. Ook Kibeo doet incidenteel mee met deze schoolkranten. De leerlingen van groep 8 verzorgen de schoolkrant in het kader van informaticaopdrachten. Een keer per maand (op de eerste maandag)verschijnt een klein informatieblad voor de ouders: Het Leeuwerikje. Dit wordt uitsluitend nog digitaal verzonden. Het blad is bestemd voor huishoudelijke informatie van het team aan de ouders. Daarnaast kunnen de ouders op deze manier zo goed mogelijk geïnformeerd worden over de dagelijkse gang van zaken in de school en de activiteiten waarmee de kinderen in deze periode mee bezig zijn. Ook de schoolraad en de medezeggenschapsraad kunnen via dit blad hun informatie kwijt. 6.8 Jeugdgezondheidsteam Regelmatig worden de kinderen onderzocht door leden van het Jeugdgezondheidsteam. Het programma ziet er als volgt uit:  preventief onderzoek op spraak- en taalstoornissen van alle vijfjarigen door de logopediste;  preventief gezondheidsonderzoek van alle vijfjarigen door de jeugdarts en de jeugdartsassistente  screening van ogen, oren, lengte en gewicht door de jeugdartsassistente op zevenjarige leeftijd  voor- en nabesprekingen van deze onderzoeken  de uit de vorige onderzoeken voortvloeiende controles  onderzoeken op indicatie als deze noodzakelijk blijken te zijn uit contacten met de kinderen, de ouders en de leerkrachten

20


7 De ontwikkeling van het onderwijs 7.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school Voortdurend wordt er op school gewerkt aan verbeteringen. Dit wordt planmatig aangepakt. Leermethoden worden regelmatig vernieuwd. Zo zullen we dit schooljaar de nieuwe spellingmethode verder uitbreiden en zullen wij dit schooljaar starten met nieuwe methodes nieuwe methode Engels, Geschiedenis en Begrijpend lezen. Het CITO leerlingvolgsysteem wordt jaarlijks uitgebreid. Dit systeem stelt ons in staat om eventuele hiaten op te vullen en de resultaten van onze leerlingen naast landelijke normen te leggen. We beschikken dan over gegevens die ons in staat stellen de lestijd zo effectief mogelijk te benutten. We kunnen met de gegevens kinderen individueel helpen, maar ook groepjes kinderen kunnen bepaalde leerstof nog eens aangeboden krijgen. Scholing van leerkrachten en professionalisering van de zorg moet verder bijdragen aan een optimalisering van ons onderwijs. We maken binnen ons bestuur sedert 2005 gebruik van de kwaliteitsmeter Primair Onderwijs. Dit instrument stelt ons in staat om middels een vragenlijst op de computer inzicht te verkrijgen in de mate van tevredenheid met onze school. Zowel leerlingen, ouders als leerkrachten vullen deze lijst in. Jaarlijks vullen de helft van de leerlingen van de groepen 6,7 en 8 deze lijst in. Aan 33 % van de ouders wordt ook gevraagd deze lijst jaarlijks in te vullen. De helft van de leerkrachten vult de lijst jaarlijks in. We hebben als doel om na evaluatie van de antwoorden op verschillende punten het schoolbeleid bij te kunnen stellen om zo de kwaliteit te verbeteren. Resultaten van Kwaliteitsmeter Primair onderwijs: Leeuwerik Leeuwerik 2009 - 2010 2010 - 2011 Cijfer leerlingen 8,0 8,1 Cijfer ouders 7,5 7,5 Cijfer leerkrachten 8,0 8,2

Leeuwerik 2011 - 2012 7,6 7,7 8,0

Landelijk 2011 - 2012 7,9 7,5 7,6

7.2 Zorg voor de relatie school en omgeving In hoofdstuk 3 hebben we besproken wat een kind op school moet leren. In vele gevallen verloopt zo'n leerproces zonder problemen. Naar schatting heeft ongeveer 1 op de 5 kinderen gedurende korte of langere tijd toch extra aandacht nodig .De school wil dan verschillende dingen weten:  hoe dat komt  wat kunnen we er aan doen  en hoe kunnen we het voorkomen. Wil je als school voldoen aan de kerndoelen die opgelegd zijn door het Rijk, dan heb je o.m. te zorgen voor:  goede methoden  ambitieuze leerkrachten  en grote aandacht voor kwaliteitszorg. Het onderwijs is in beweging en als leerkracht merk je dat ook. Zo kom je er achter, dat het goed is de ontwikkelingen bij te houden door bijvoorbeeld een cursus te volgen. De school kan er ook voor kiezen om met zijn allen een bepaald onderwerp uit te diepen. Het leerlingvolgsysteem is daar een goed voorbeeld van. Al doe je als school nog zo goed je best, dan nog weet je niet of je een goede school bent. Wij proberen hier een zo goed mogelijk beeld van te krijgen d.m.v. het afnemen van toetsen en het meten van de tussen- en kerndoelen. De Leeuwerik heeft afgesproken de registratie van de vorderingen op een uniforme wijze in kaart te brengen en wel digitaal. Een completer beeld van de kwaliteit van de school krijg je door mensen van buiten de school te laten doorlichten. In juni 2006 is dat gebeurd door de onderwijsinspectie d.m.v. een PKO (Periodiek Kwaliteits Onderzoek). Uit de rapportage die hieruit, volgt kan de school speerpunten bepalen ter verbetering van de kwaliteit. Dit rapport is ook voor ouders toegankelijk en kan gevonden worden op de website van de onderwijsinspectie.

21


In februari 2012 heeft er een audit plaatsgevonden, in de vorm zoals de onderwijsinspectie dit ook doet bij een regulier bezoek, uitgevoerd door 2 mensen van Stichting Prisma en 2 mensen van een extern bureau. Dit heeft geresulteerd in een rapport van bevindingen waar de school vervolgens mee aan de slag gaat. Intern heeft de school ook op papier gezet waar de school nog in moet groeien en wat al aardig loopt. Dit is uitgewerkt in het meerjarige schoolplan. Ook de resultaten van het PKO rapport uit 2006 zijn hierin verwerkt. Voor wie nog meer weten wil over de leerlingzorg is het zorgplan op school aanwezig. Dit plan wordt opgesteld door Jantine Buijze (IB-er). In dit plan worden alle afspraken en procedures rondom leerlingzorg beschreven. Dit plan wordt jaarlijks herzien en vastgesteld door team en MR. Geïnteresseerden kunnen dit plan inzien bij Anton Wullems of Jantine Buijze. Duidelijk is dat de kwaliteit van het onderwijs hierbij steeds onze zorg is. 8 De resultaten van het onderwijs 8.1 Uitstroomgegevens De leerlingen van groep 8 zijn de afgelopen jaren als volgt geplaatst in het voortgezet onderwijs: 2009 - 2010 12 leerlingen VMBO B met LWOO VMBO B VMBK K MAVO HAVO VWO

2010 - 2011 24 leerlingen 9% 12 % 12 % 13 % 20 % 33 %

9% 33 % 25 % 33 %

22

2011 - 2012 15 leerlingen 7% 7% 13% 13% 33% 27%


9 Wetenswaardigheden 9.1 Gedrags- en schoolregels Gedragsregels Binnen de school hanteren we regels die we samen hebben afgesproken. Deze regels hebben betrekking op hoe je met elkaar omgaat  Niet iemand uitschelden  Niet gelijk met een oordeel klaarstaan  Niemand buitensluiten  Een ander nemen zoals hij is  Van elkaars spullen afblijven  Luisteren naar elkaar  Elkaar niet uitlachen  Niet roddelen over elkaar  Van elkaar afblijven  Elkaar niet bedreigen  Elkaar niet op het uiterlijk beoordelen  Na ruzie; goedmaken, dan vergeten en vergeven  Als je gepest wordt of je weet het van een ander: vertellen Bij de 3 ingangen van de school hangen een viertal posters die een aantal van de hierboven staande regels ondersteunen. Schoolregels De hieronder genoemde regels zijn voor intern gebruik en dus vooral van belang voor leerkrachten en leerlingen. Ze zijn gesteld naar de leerlingen toe. Het lijkt ons echter van belang dat ook de ouders van deze regels op de hoogte zijn. Ramen open/dicht, licht, zonnescherm De juf of de meester bedient ramen/schermen/licht of geeft daartoe opdracht. Leerlingen in de kleine speelhal De kasten in de hoeken zijn niet om op te klimmen. De muziekinstrumenten worden alleen gebruikt na opdracht. Toiletbezoek Groep 1-2 moet eerst toestemming vragen en de ketting meenemen of een stoplicht om te draaien. De groepen 3 t/m 8 gaan pas na toestemming van de leerkracht. Deze wordt in principe niet gegeven tijdens uitleg of kort voor/na de een pauze. Er mag maar één kind tegelijk weg. Bij toiletbezoek deuren sluiten en handen wassen Wisselen van de les, ingaan en uitgaan Nadat de kinderen in groep 1 en 2 zijn binnengekomen, hangen ze hun jas op en zetten ze hun beker op de afgesproken plaats. Daarna wordt iets uit de kast gekozen. De kinderen blijven daarna in de klas en ouders nemen daar afscheid van hun kind. Als de kleuters binnenkomen na het buitenspelen wachten ze eerst bij de buitendeur; gaan dan naar binnen, hangen hun jas op en gaan in de klas op hun plaats zitten. De groepen 3 t/m 8 komen naar binnen bij de eerste zoemer die 5 minuten voor aanvang van de lestijden ’s morgens en ’s middags klinkt. De tweede zoemer geeft de start van de lestijd aan. Bij het naar binnen- en buiten gaan in de groepen 3 t/m 8 loopt de leerkracht mee naar de hal om toezicht te houden. Als je op iemand moet wachten bij het naar huis gaan doe je dat buiten. Trakteren in andere klassen Als je jarig bent mag je trakteren in je eigen klas en de klassen langs gaan voor de juffen en meesters. Denk bij het trakteren ook aan de mogelijkheid van een gezonde traktatie. Wegsturen van kinderen onder schooltijd Tijdens schooltijd komen leerlingen niet zonder begeleiding uit de school. Als je iets bent vergeten, kun je dat niet gaan ophalen. Ook niet als je heel dichtbij woont.

23


Kapstokken Jassen moeten netjes aan de kapstok gehangen worden. Er moet dan wel een goede lus aanzitten. Gymspullen gaan in het weekend mee naar huis. Vrijdags zijn de kapstokken dus leeg. Het plein tussen de middag Tot 12.30 uur is het schoolplein voor de overblijvers onder verantwoordelijkheid van de overblijfkrachten. Vanaf 12.30 is er weer een pleinwacht van de leerkrachten. Ook vanaf die tijd zijn de kinderen die thuis hebben gegeten weer welkom op het plein en niet eerder. N.B. Als een leerling opdracht / toestemming krijgt van een leerkracht na het eten in de klas iets af te maken, meldt de leerkracht dat bij de overblijfmoeder; verder zijn de lokalen tussen de middag leeg. Als uw kind niet overblijft, stuur uw kind dan a.u.b. niet eerder naar school dan 12.30 uur. Op deze wijze behouden de overblijfkrachten beter het overzicht. Snoepen en kauwgum in de klas Niet toegestaan. Gebruik van hal of een lokaal Als je buiten de klas gewerkt hebt, zorg je ervoor dat je die ruimte netjes achterlaat. Tafels / stoelen goed terug zetten. Fietsenhok Als je met de fiets naar school komt, zet je je fiets netjes in het hok. Je plaatst je fiets naast die van van degene die voor je kwam. Wees voorzichtig. De fietsenberging is niet zo groot, maar wanneer je je fiets er netjes inzet, en weer weghaalt natuurlijk, kunnen er vast meer in. Als je lopend naar school kunt komen is dat het beste. Dit ook i.v.m. de beperkte ruimte in de fietsenstalling. Hoofddeksels/walkmans Wie een pet of ander hoofddeksel draagt, zet deze bij het binnenkomen altijd af. Dit geldt ook voor een walkman. Mobiele telefoons Als er een mobiele telefoon meegenomen moet worden staat deze op school uit. Skeelers In de school niet toegestaan. Ook niet toegestaan op gymdagen naar en van de gymles. Speellokalen en gymlokaal Altijd onder begeleiding van een leerkracht. In het gymlokaal: schoenen uit. Kopieerruimte Ook hier mag je alleen komen na toestemming van de juf/meester. Vraag hulp bij kopiëren. Wanneer je moet kopiëren voor werkstuk of spreekbeurt kan dat. Bergingen Zijn niet voor de leerlingen………..

24


9.2 Adressenoverzicht Directie Anton Wullems, Vogelzangsweg 72, 4461 NH Goes, tel. 215921 Leerkrachten Joanke Bosselaar-Pieterse, Prins Johan Frisostraat 4, 4332 VB Middelburg tel. 0118-613717 Lisette Buijs-van Breukelen, Juliana v. Stolberglaan 9, 4461 TG Goes tel. 250161 Jantine Buijze-van Schaik (tevens Intern Begeleider), Zangvogelstraat 4, 4451 CE Heinkenszand tel: 561087 Ellie van den Dries, Clara’s Pad 34/a, 4451 HD Heinkenszand tel. 562267 Herman van den Dries, (tevens ICT-er) , Werrilaan 17, 4453 CA ’s Heerenhoek tel: 351448 Malou Hoekstra, Zuiderzeestraat 29, 4388 GN Oost-Souburg tel. 0118-468072 Max Joosse, Veersemeerstraat 30, 4456 AZ Lewedorp tel: 613160 Olga Joosse-de Keijzer, Veersemeerstraat 30, 4456 AZ Lewedorp tel: 613160 Jolanda Liplijn, Deken de Zwagerpad 10, 4453 BD, ’s Heerenhoek tel. 351824 Petra Looij-van Keulen, H. Roland Holstlaan 15, 4481 DG Kloetinge tel. 222108 Marije de Potter, Bluesroute 111, 4337 WE Middelburg tel. 06-43001749 Dagmar Roose, Vlinderlaan 13, 4533 HA Terneuzen tel. 0032-92280865 Jeannette Roovers, Breewaterstraat 12, 4381 JX Vlissingen tel. 0118-411438 Cindy Schaier, Heulblok 13, 4464 JK Goes tel. 06-52474984 Vakleerkracht gym Nathalie Pieters, Kolveniersstraat 12,4875 CL Etten-Leur tel. 076-7511849 Huishoudelijke dienst José de Kooning, Parallelweg 6, 4456 AD Lewedorp tel: 612470 Conciërge Sjaak de Kooning, Parallelweg 6, 4456 AD Lewedorp tel: 612470

25


Interne vertrouwenspersonen Jantine Buijze Lisette Buijs-van Breukelen, Identiteitscommissie Erna de Hond (namens RK kerk), Oostketelaarweg 2, 4456 RP Lewedorp Tel. 613702 Maurits Otte (namens PC kerk), Roompotstraat 42, 4456 BE Lewedorp tel. 222107 Lia Verhage (namens PC ouders), Tarwestraat 21, 4456 CC Lewedorp Tel. 613833 Caroline Giltay (namens RK ouders), Sloestraat 19A, 4456 AN Lewedorp tel. 612926 Jantine Buijze (namens team P.C.) Ellie van den Dries(namens team R.K.) Ouderraad Angelica Murk(voorzitter), Roompotstraat 28, 4456 BE Lewedorp tel: 61240 Corine de Kok(secretaris), Eendrachtstraat 17, 4456 BV Lewedorp Tel. 613870 Marieke IJzelenberg (penningmeester), Klaverstraat 2, 4456 CB Lewedorp tel. 373255 Francis van Hemert, Burg. Lewestraat 43, 4456 CD Lewedorp tel. 671108 Jan de Bas, Klaverstraat 12, 4456 CB Lewedorp tel. 670681 Claudia van Dalen, Sloestraat 39, 4456 AN Lewedorp tel. 612646 Medezeggenschapsraad Namens de ouders: Bianca de Puyt (secretaris), Roompotstraat 38, 4456 BE Lewedorp tel. 614158 Jan de Hond, Sloestraat 17 4456 AN Lewedorp tel.670580 Patrick Hermes, Burg. Vermetstraat 6 4456 AJ Lewedorp tel. 614098 Namens het team: Herman v.d. Dries(voorzitter) Petra Looij Joanke Bosselaar Tevens hebben Jan de Hond en Joanke Bosselaar namens de school zitting in de GMR van PRISMA.

26


9.3 Schooltijden en vakanties De schooltijden De schooltijden zijn:

maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag 8.45-11.45 uur en 12.45-15-15 uur woensdag 8.30-12.15 uur Groep 1 tot en met 4 heeft iedere vrijdagmiddag vrij en 6 keer een vrijdagmorgen. (zie schema op pagina 31 )

De vakanties Prismadag

12 september

Herfstvakantie

15 oktober tot en met 19 oktober

Kerstvakantie

24 december tot en met 4 januari

Carnaval

11 februari

Voorjaarsvakantie

25 februari tot en met 1 maart

2e Paasdag

1 april

Meivakantie

29 april tot en met 10 mei

Pinksteren

20 mei

Zomervakantie

1 juli tot en met 9 augustus

9.4 overzicht activiteiten Vieringen Op school worden regelmatig vieringen gehouden aan het eind van de week. In die vieringen proberen we vorm te geven aan het interconfessionele karakter van de school. Kinderen geven invulling aan de viering door in de klas toneel, liedjes, gedichten of verhalen voor te bereiden. Het thema van de viering wordt bepaald door de methode trefwoord. Excursies Met enige regelmaat gaan de kinderen op excursie. De groepen 6 en 7 bezoeken de RK en PC kerk of de Synagoge en Moskee. Deze uitstapjes worden georganiseerd door de Identiteitscommissie. In het kader van techniekonderwijs zijn er ieder schooljaar 4 groepen die een bedrijf bezoeken. Soms zijn er ook excursies die te maken hebben met het project in de periode na de kerstvakantie. Als de leerlingen op excursie gaan wordt u vooraf ingelicht. PLAN Nederland Als school ondersteunen we een project van Foster Parents Plan en daarnaast geven we giften aan goede doelen. We kunnen dit alleen doen als u ons helpt. Iedere woensdag wordt er in alle klassen geld opgehaald voor deze acties. Show Tweemaal per jaar, op een woensdag na de pauze, houden we met alle groepen in de hal een show waaraan zoveel mogelijk kinderen meewerken als artiest. Door groepen kinderen worden dan, al dan niet onder begeleiding van de leerkracht, optredens voorbereid. Deze optredens kunnen uiteenlopen van vertellen van een mop, goochelnummer, quiz, toneelstuk, liedje, muziekstuk tot een playbacknummer.

27


Sportdagen Eind september houden we op het sportveld een sportdag voor onze eigen school, waaraan alle kinderen van de school meedoen. Deze dag wordt georganiseerd door team en schoolraad. Daarnaast houden we in mei in Nieuwdorp een sportdag samen met de 2 scholen uit Nieuwdorp. Deze dag is bestemd voor de leerlingen van groep 5 t/m 8. Ze kunnen een diploma krijgen voor vaardigheden als hoogspringen, verspringen, balwerpen, hardlopen, etc. Ook wordt er in teamverband slagbal en kastiebal gespeeld, waarbij bekers te winnen zijn voor de school. Groep 8 doet ook mee aan de sportolympiade. Dit is een sportdag op initiatief van het CIOS in Goes. Voor de leerlingen van de groepen 5 en 6 wordt sinds enkele jaren de zwemspelendag georganiseerd. Schoolvoetbal Ook dit schooljaar willen we met de leerlingen van groep 7 en 8 meedoen aan een schoolvoetbaltoernooi. Dit toernooi zal gehouden worden in Heinkenszand. Afhankelijk van de inschrijvingen is het voor zowel jongens als meisjes mogelijk deel te nemen. EHBO De leerlingen van groep 8 krijgen een deel van het jaar les in de eerste beginselen van EHBO. Als afsluiting daarvan kunnen zij het jeugd-EHBO-diploma halen. Buddy-time Eenmaal per week werken leerlingen van de groepen 1,2,7 en 8 in kleine groepjes samen. De oudsten van de school begeleiden de jongsten met allerlei opdrachten en spelvormen. Verkeersexamen Eind groep 7 leggen alle leerlingen van groep 7 een theoretisch verkeersexamen af. In groep 8 nemen de leerlingen deel aan het praktisch verkeersexamen in Goes. Sinterklaas Met ondersteuning van de schoolraad wordt een programma voor de sinterklaasviering opgemaakt voor de leerlingen t/m groep 4. Sinterklaas komt daar ook zelf op bezoek. In de hogere klassen trekken de kinderen briefjes waarop de naam van een medeleerling staat voor wie een surprise wordt gemaakt. Kerst Ieder jaar wordt aandacht besteed aan het kerstfeest. Het ene jaar wordt een kerstviering met de hele school gevierd, waarbij de ouders worden uitgenodigd. Het andere jaar wordt het kerstfeest met de leerlingen samen gevierd. Grote avond Eens per twee jaar wordt een grote avond georganiseerd, waarbij alle ouders en belangstellenden worden uitgenodigd. Pasen Op de donderdag voor Pasen vieren we met alle leerlingen het Paasfeest. Aan de hand van een viering proberen we de kinderen duidelijk te maken wat dit feest voor ons betekent. Ook worden er die dag door alle kinderen spelletjes gedaan en leuke dingen gemaakt. Tussen de middag eten we met z’n allen op school. Schoolreis In juni maken de leerlingen van groep 1 t/m 7 de jaarlijkse schoolreisjes. De kosten liggen voor de groepen 1 en 2 ongeveer op € 10,--, Voor de groepen 3 t/m 7 is dit ongeveer € 27,--. De organisatie van de diverse schoolreizen gebeurt in nauw overleg met team en schoolraad. Schoolkamp In juni gaat groep 8 op schoolkamp. De kosten zijn ongeveer € 37,-- euro. Afscheid groep 8 In de laatste schoolweek nemen we op woensdag op gepaste wijze afscheid van groep 8.

28


Culturele vorming Leren van andere mensen en culturen kan het gezichtsveld van kinderen verbreden. Daarom besteden wij aandacht aan de manieren van uiten van anderen zoals literatuur, muziek, dans, theater en beeldende kunst. Via het initiatief “cultuurmenu’s” is het mogelijk dat leerlingen een culturele voorstelling bezoeken of dat er een bezoek aan school wordt gebracht. Kinderboekenweek Tijdens de landelijke kinderboekenweek besteden we extra aandacht aan boeken en lezen. De kinderen leren nieuwe boeken en auteurs kennen en komen op een plezierige manier in aanraking met het vak lezen. Deze week sluiten we gezamenlijk en op een feestelijke manier af. Biblioservicepunt Het biblioservicepunt is wekelijks toegankelijk voor de leerlingen. Op dinsdagmiddag en donderdagmiddag van 15.15 tot 17.15 zullen de mensen van Biblioosterschelde op een vast plaats in de school de leerlingen en de bewoners van het dorp de mogelijkheid bieden om boeken te ruilen. Op donderdagmiddag verzorgt een medewerker van Biblioosterschelde lessen in de groepen. De lessen worden gegeven in blokken, zodat een aantal weken achtereen er aandacht is voor de onderbouw en vervolgens een aantal weken bovenbouw. Deze lessen zijn gekoppeld aan het thema waar op dat moment aan gewerkt wordt. Projectweken Gedurende 3 weken wordt er door de gehele school, samen met Kinderopvang en Peuterspeelzaal gewerkt aan een bepaald thema. Deze weken hebben een speciaal karakter door de diverse werkvormen waarvoor gekozen wordt. De weken worden afgesloten met een tentoonstelling van allerlei gemaakte werkstukken rondom het thema. Techniekkasteel Het techniekkasteel is een initiatief van Techno-centrum Zeeland en heeft als doel om alle leerlingen van de basisschool in aanraking te brengen met techniek in de breedste zin van het woord. In het techniekkasteel zijn voor alle groepen een tiental opdrachten aanwezig. Deze opdrachten komen gedurende het jaar in alle groepen aan de orde. Hapjes tussendoor/ traktaties Het speelkwartier is een goed moment voor een hapje tussendoor. Wel willen we een beroep op de ouders door te vragen een verstandig hapje mee te geven en geen slechte snoepgewoonten aan te kweken. Denkt u daaraan ook bij verjaardagstraktaties. Dieet Als u kind een dieet heeft of niet alles mag eten, is het goed dat we dat op school weten. Zorgt u er in ieder geval voor dat de klassenleerkracht daarvan op de hoogte is. Bovendien is het verstandig dit te melden bij de schoolraad, voor het geval er op school gegeten wordt. Gymnastiek De groepen 1 en 2 hebben tweemaal per dag gymnastiek of spel. Bij slecht weer gebeurt dit binnen, bij goed weer buiten. Het dragen van gymschoenen wordt sterk aanbevolen, liefst met klittenband. De groepen 1 en 2 gebruiken hiervoor de speelzaal. De overige groepen hebben tweemaal per week gymles in het verenigingsgebouw. Bij mooi weer in de zomertijd worden de gymlessen vaak op het veld bij de school gegeven. Het dragen van een gympakje of een korte broek met een shirt is verplicht, evenals het dragen van gymschoenen die alleen binnen gedragen worden. Liever geen balletschoenen i.v.m. gladde zolen. De gymlessen worden op maandag gegeven door de Leraren Ondersteuner Bewegingsonderwijs en Sport (LOBOS), Nathalie Pieters. De gymlessen worden gegeven: voor groep 1/2 op donderdagmorgen voor groep 3 op maandagmorgen en donderdagmorgen voor groep 4 op maandagmiddag en donderdagmiddag voor groep 5 op maandagmiddag en donderdagmiddag voor groep 6 op maandagmorgen en donderdagmorgen voor groep 7 op maandagmorgen en donderdagmorgen voor groep 8 op maandagmiddag en donderdagmiddag

29


Schoolfotograaf Elk jaar komt de schoolfotograaf langs. Het is en blijft aan u om de gemaakte foto’s al dan niet te kopen. Hoofdluis Op onze school is een hoofdluiswerkgroep actief. Deze werkgroep controleert na iedere schoolvakantie alle leerlingen of er sprake is van hoofdluis. Indien dit zo is wordt actie ondernomen naar de richtlijnen van het hoofdluisprotocol dat op school aanwezig is. Overblijven Dit wordt beschreven in de brochure TSO van Kibeo. Deze brochure is verkrijgbaar bij de directie. Duo-lezen Om goed te leren lezen moet je vaak oefenen. Een van de vormen die we daartoe op school gebruiken is het duo-lezen. We doen dit twee keer per week, op dinsdag aan het begin van de middag en woensdag aan het begin van de morgen, in de groepen 3 tot en met 6. Groep 3 begint in de loop van het schooljaar met duo-lezen. De coördinatie van het duo-lezen van de groepen 4 t/m 6 is in handen van Joanke Bosselaar. Voor groep 3 is dit Ellie van den Dries. Wanneer u zich als leesmoeder, -vader, -opa of -oma wilt aanmelden kunt u dat bij een van hen doen. Laat u ook vooral weten aan de betreffende leerkracht wanneer u verhinderd bent. Documentatiecentrum Voor alle leerlingen van de school is er een documentatiecentrum. In het documentatiecentrum zijn informatieve boeken te vinden voor alle leerlingen vanaf groep 3. Deze boeken kunnen worden gebruikt bij het maken van spreekbeurten, verslagjes en werkstukken, maar natuurlijk ook gewoon om te lezen. In de toekomst hopen we ook de computer te kunnen betrekken bij deze activiteiten. Het up to date houden en er voor zorgen dat een en ander ordelijk blijft willen we gaan combineren met het feit dat het biblioservicepunt in de school komt. Toezicht Natuurlijk houdt de school toezicht op uw kind. Op de Leeuwerik is afgesproken, dat de kinderen een kwartier vóór schooltijd onder toezicht staan. Na schooltijd wordt verwacht, dat de kinderen meteen naar huis gaan of naar hun opvangadres. We vragen de ouders er op toe te zien, dat uw kind zich aan dat kwartier houdt. Dus laat uw kind niet vóór half negen en niet vóór half één op school of in de buurt van school rondlopen. Er is dan geen toezicht en de school kan niet aansprakelijk worden gesteld. Teamvergadering Het team vergadert als regel dinsdag- of donderdagmiddag van 15.30 tot 17.00 uur. Website Onze school is samen met alle andere PRISMA-scholen te vinden op het internet onder het adres: WWW.prisma-scholen.nl . Op deze site zijn allerlei wetenswaardigheden te vinden over de stichting en de school. Er staan gegevens in zoals deze ook zijn opgenomen in de schoolgids, actuele informatie voor de ouders(leeuwerikje) en leerlingenwerk uit alle groepen. Wij kunnen ons voorstellen dat er mensen zijn die, om welke reden dan ook, hun kind niet op de website willen zien. Uiteraard is dat uw goed recht en willen wij daar graag rekening mee houden. Op school of per E-mail kunt u aangeven dat u uw kind(eren) niet op de website wilt zien. Wij houden hier dan rekening mee door foto's, waarop uw kind zichtbaar is, te bewerken of uw kind te wissen dan wel onherkenbaar te maken.

30


Vakantierooster / activiteiten De Leeuwerik week datum MA DI WO DO 33 13-08 34 20-08 INFO GR 6 INFO GR 1\2 INFO GR 5 35 27-08 INFO GR 4 INFO GR 7 INFO GR 8 INFO GR 3 36 03-09 37 10-09 PRISMADAG 38 17-09 39 24-09 40 01-10 BOEKEN41 08-10 WEEK 42 15-10 HERFSTVAKANTIE 43 22-10 44 29-10 SHOW 45 05-11 46 12-11 47 19-11 RAPPORTGESPREKKEN 48 26-11 49 03-12 SINT 50 10-12 51 17-12 52 26-12 KERSTVAKANTIE 1 02-01 KERSTVAKANTIE 2 07-01 3 14-01 4 21-01 5 28-01 RAPPORT 1-2 6 04-02 PROJECT 7 11-02 Carnaval 8 18-02 WEKEN Tentoonstelling 9 25-02 VOORJAARSVAKANTIE 10 04-03 11 11-03 12 18-03 RAPPORTGESPREKKEN 13 25-03 e 14 01-04 2 Paasdag 15 08-04 16 15-04 SHOW 17 22-04 18 29-04 MEIVAKANTIE 19 06-05 MEIVAKANTIE Schoolfotograaf 20 13-05 21 20-05 2e Pinksterdag Schoolreis 1/2 22 27-05 Schoolreis 3/7 23 03-06 24 10-06 SCHOOLKAMP 25 17-06 RAPPORTGESPREKKEN 26 24-06 Afscheid gr 8 ***= Op deze vrijdagen zijn de leerlingen van groep 1 t/m 4 vrij

31

2012 - 2013 VR

SPORTDAG

***

***

KERSTVIERING

***

*** Paasviering ***

Sportdag 5-8

***

De leeuwerik Schoolgids

Recommend Documents