Programma van Eisen BREDE SCHOOL WEST en basisschool de Leeuwerik Vastgesteld door de stuurgroep BSW op 24 februari 2009
Versie Datum
05 24 februari 2009
Gemeente Leiderdorp Afdeling Beleid en Projecten Februari 2009
Inhoudsopgave 1. 2.
Inleiding........................................................................................................................................... 3 (Beleids)kaders Brede School West ............................................................................................... 5 2.1 Beleidskader gemeenteraad .................................................................................................. 5 2.2 Wet- en regelgeving onderwijs en opvang............................................................................. 5 2.3 Onderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin ............................................................................ 6 3. Ruimtelijk Programma van Eisen schoolgebouw Brede School West en basisschool de Leeuwerik ................................................................................................................................................ 7 3.1 Samenvatting ruimtelijk Programma van Eisen schoolgebouw BSW en basisschool de Leeuwerik ............................................................................................................................................ 7 3.1.1 Daltonschool De Leeuwerik ............................................................................................... 7 3.1.2 De Brede School West (BSW)........................................................................................... 7 3.1.3 Kinderopvang..................................................................................................................... 8 3.1.4 Wisselruimte basisonderwijs.............................................................................................. 8 3.1.5 Schoolarts en schoollogopedie.......................................................................................... 8 3.1.6 De Sportzaal ...................................................................................................................... 8 3.1.7 De Buitenruimte ................................................................................................................. 8 3.2 Beheer en exploitatie BSW .................................................................................................... 9 4. De Brede School West en basisschool de Leeuwerik in de omgeving ........................................ 11 4.1 Omvang plangebied ............................................................................................................. 11 4.2 Stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden................................................. 12 4.3 Verkeerskundige uitgangspunten ........................................................................................ 13 4.3.1 Uitwerking verkeerskundig uitgangspunt 5 (parkeerbehoefte) ........................................ 16 4.4 Milieu en duurzaamheid ....................................................................................................... 18 4.5 Groen en water .................................................................................................................... 19 5. Planproces .................................................................................................................................... 21 5.1 Interactieve Beleidsontwikkeling (IBO) ................................................................................ 21 5.1.2 Klankbordgroep................................................................................................................ 21 5.2 Proces aanbesteding ........................................................................................................... 21 6. Financiën ...................................................................................................................................... 22 7. Bijlagen ......................................................................................................................................... 24 7.1 Amendement gemeenteraad 12 februari 2007 .................................................................... 24 7.2 Duurzame Stedenbouw Brede School West Leiderdorp ..................................................... 26 7.3 Tekening aanwezige bomen plangebied ............................................................................. 29 7.4 Eindadvies Klankbordgroep Brede School West ................................................................. 30
2
1.
Inleiding
De gemeenteraad van Leiderdorp heeft op 16 juli 2001 het visiedocument “Onderwijs in Beweging” vastgesteld. Hierin is een lans gebroken voor de realisering van meerdere brede scholen in Leiderdorp. Deze visie heeft geresulteerd in de Startnotitie Brede school in Leiderdorp, waarin de gemeenteraad in 2003 een eerste aanzet heeft gegeven om een brede schoolontwikkeling in de Wijk West (Vogelwijk, Schansen en Zijlkwartier) te onderzoeken. Hierop volgend is in 2005 een Projectplan Brede School West opgesteld met de volgende twee doelstellingen: 1. het benutten van organisatorische, functionele en ruimtelijke voordelen door middel van het huisvesten van meerdere scholen op één locatie en het minimaliseren van de mogelijke nadelen daarvan; 2. het realiseren van een eigentijdse schoolvoorziening door het combineren van schoolse en maatschappelijke voorzieningen. De ontwikkeling van een Brede School is geen zaak van de gemeente alleen. De toekomstige gebruikers zijn hierin een belangrijke partij. Zij moeten immers inhoudelijk invulling geven aan de Brede School. Voor de beoogde school in de Wijk West zijn aanvankelijk de volgende partijen om de tafel gegaan: • Stichting Openbare Basisscholen Gemeenschap Leiderdorp; • Protestants-Christelijke Schoolvereniging Leiderdorp; • Stichting Katholiek Onderwijs Leiden; • Stichting Sociaal Cultureel werk; • Stichting Kinderopvang Leiderdorp; • Gemeente Leiderdorp. Deze zes partijen hebben zitting in de Stuurgroep Brede School West, die door de projectwethouder BSW wordt voorgezeten. In 2005 hebben de stuurgroepleden een Intentieverklaring ondertekend, waarin de intentie is uitgesproken tot het in gezamenlijkheid en in onderlinge afstemming ontwikkelen en vormgeven van de nieuw te bouwen Brede School West in Leiderdorp. Voorts is toegezegd om medewerking te verlenen aan de inrichting van deze brede school. Op basis van het hierbij behorende visiedocument is vervolgens een daadwerkelijke start gemaakt met de definitiefase. Doel hiervan was om een programma van eisen op te stellen voor de school en uitgangspunten te formuleren over de inhoudelijke samenwerking en de beheers- en exploitatievorm. De gemeente formuleert daarnaast binnen de wettelijke bepalingen en beleidsregels de stedenbouwkundige randvoorwaarden, de verkeerskundige eisen en den financiële kaders. In het Bestuursakkoord 2006 - 2010 is het belang voor de ontwikkeling van de Brede School West (hierna afgekort BSW) nog eens onderstreept. Vastgelegd is dat het college plannen ontwikkelt voor een Brede School West, waarin naast onderwijs ruimte is voor voorschoolse, tussenschoolse en naschoolse opvang en een multifunctionele ruimte voor onderwijsgerelateerde activiteiten. Als aanvulling hierop heeft de gemeenteraad in zijn vergadering van 12 februari 2007 het beleidskader vastgesteld, waarmede de basis is gelegd om de planvorming verder ter hand te nemen. Voor de planbegeleiding zijn twee voorbereidingskredieten beschikbaar gesteld van in totaal € 360.000. In 2008 hebben de schoolbesturen besloten om niet langer als één brede school verder te gaan, omdat de Stichting Openbare Basisscholen Gemeenschap Leiderdorp en de Protestants-Christelijke Schoolvereniging Leiderdorp enerzijds en de Stichting Katholiek Onderwijs anderzijds een andere visie hebben op het concept Brede School. De Brede School wordt daarom alleen ontwikkeld door De Driemaster en de Prins Willem Alexanderschool. De Leeuwerik wordt een zelfstandige school als onderdeel een gebouwencomplex. De Stichting Sociaal Cultureel Werk maakt sinds eind 2008 niet langer onderdeel uit van de stuurgroep, omdat hieraan gelieerde voorzieningen niet zijn opgenomen in het Programma van Eisen. In het nieuwe collegeakkoord van PvdA, CDA en GroenLinks 2008-2010 wordt er naar gestreefd om de definitieve besluitvorming over de nieuwbouw van de Brede School West in het voorjaar van 2009 af te ronden.
3
Leeswijzer In dit Programma van Eisen zal eerst worden stil gestaan bij het door de gemeenteraad vastgestelde beleidskader (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 worden de door de Stuurgroep BSW geformuleerde uitgangspunten betreffende het ruimtelijke programma van eisen toegelicht, waarna in hoofdstuk 4 de gemeentelijke uitgangspunten en randvoorwaarden worden beschreven. De financiën worden in hoofdstuk 5 besproken. Hoofdstuk 6 handelt over het planproces, waaronder het Interactieve Beleidsvormingsproces.
4
2.
(Beleids)kaders Brede School West
In dit hoofdstuk wordt eerst het algemene beleidskader beschreven zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad. Vervolgens worden de bestaande wettelijke en toekomstige verplichtingen op het gebied van onderwijs c.a. beschreven.
2.1
Beleidskader gemeenteraad
De doelstelling van de Brede School West is vastgelegd in het door de gemeente vastgestelde beleidskader van 12 februari 2007 (zie hiervoor bijlage 1). De realisatie van een ketenaanpak van voorzieningen van jongeren van 0 tot 12 jaar ten behoeve van de betrokken drie scholen en de buurt door het samenbrengen van de relevante onderwijsgerelateerde voorzieningen naast de directe onderwijsvoorzieningen. Voor de gemeenteraad is uitgangspunt geweest een Brede School, waarin naast de drie basisscholen tevens buitenschoolse opvang wordt ondergebracht. Voorts dienen er alleen multifunctionele ruimten te komen voor onderwijs gerelateerde activiteiten. De raad heeft zich nadrukkelijk uitgesproken dat een jongerenruimte en een multifunctionele ruimte voor wijkgerichte activiteiten hieronder niet valt. Voor wijkactiviteiten is het nabijgelegen gebouw Zijlkwartier de aangewezen plek. Voorts heeft de gemeenteraad een kader meegegeven voor het gebouw en voor de buitenruimte. Zo dient het schoolgebouw zo veel mogelijk uit één bouwlaag te bestaan met verhogingen naar maximaal twee bouwlagen. Gymzaal Kwikstaartplein zal alleen worden vervangen als het financieel onaantrekkelijk is om deze te renoveren en op de huidige plaats te behouden. De buitenspeelgelegenheid dient alleen op de begane grond te worden gerealiseerd. Ten aanzien van de buitenruimte heeft de raad gesteld dat zorg dient te worden gedragen voor voldoende parkeergelegenheid voor de school en omwonenden. Sprake moet zijn van aanvaardbare en veilige verkeersstromen voor de omgeving. Voorts dient zoveel mogelijk groen (bestaande bomen) gehandhaafd te blijven en mag er geen woningbouw op de PWA/Leeuweriklocatie worden gerealiseerd. Financiële kaderstelling: De BSW dient binnen het de in de meerjarenbegroting vanaf 2010 opgenomen bedrag aan kapitaallasten van € 668.000 per jaar te worden gerealiseerd. Deze financiële uitgangspunten zullen nog nader moeten worden afgezet tegen de kaderstelling voor het oprichten van de Brede School West.
2.2
Wet- en regelgeving onderwijs en opvang
In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) is bepaald dat de gemeente verantwoordelijk is voor de instandhouding, uitbreiding en nieuwbouw van scholen op haar grondgebied. Hiertoe laat de gemeente tweejaarlijks prognoses opstellen en hanteert zij een meerjarenonderhoudsplanning (MOP), die tweejaarlijks wordt bijgesteld. De onderwijshuisvestingsspelregels zijn vastgelegd in de Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Leiderdorp. Deze is een afgeleide van de modelverordening die door de VNG wordt opgesteld, die op haar beurt een vertaling is van de WPO. In 2008 heeft de VNG een vereenvoudigde modelverordening uitgebracht. Hierin wordt niet langer gerekend in groepen en lokalen, maar gewerkt met leerlingenaantallen en vierkante meters. Omdat de gemeente Leiderdorp een hierop gebaseerde verordening nog moet vaststellen en de prognose ook nog van deze systematiek uit ging, wordt in het ruimtelijk programma van eisen nog uitgegaan van groepen en lokalen, maar zijn deze is het overzicht naar de oppervlakte in vierkante meters vertaald. Bij de vertaling van het Ruimtelijke programma van eisen naar een ontwerp zal de nieuwe verordening van kracht zijn en zullen scholen vrij zijn om de beschikbare eigen ruimte naar het gewenste onderwijsconcept in te richten. De gemeentelijke huisvestingsverordening hanteert een afschrijvingstermijn van schoolgebouwen van 40 jaar. Na deze periode is doorgaans de inrichting van een schoolgebouw dermate verouderd en zijn de jaarlijkse kosten voor onderhoud dermate hoog dat vervangende nieuwbouw overwogen moet worden. Gymzaal Kwikstaartplein moet in dit licht ook als schoolgebouw worden gezien, daar deze ten
5
behoeve van de scholen is gebouwd en met Rijksmiddelen is bekostigd. Ook het beschikbaar stellen van gymnastiekruimte aan scholen is als gemeentelijke taak in de WPO vastgelegd. De drie scholen die de BSW gaan vormen zijn alle gehuisvest in gebouwen uit de tweede helft van de jaren zestig en voldoen niet langer aan de eisen die tegenwoordig aan het onderwijs worden gesteld. De gemeente stimuleert een optimale spreiding van de kinderopvang over de gemeente. De gemeente heeft wettelijk geen taak om te voorzien in kinderopvang en is niet verantwoordelijk voor voldoende aanbod voor kinderopvang. Kinderopvanginstellingen als SKL zijn commerciële organisaties. De gemeente kan wel een regisserende rol op zich nemen bij het realiseren van voldoende aanbod. Vanuit spreidingsoverwegingen is het niet noodzakelijk om een accommodatie voor kinderopvang in de wijk West aan te bieden. Kinderopvang in een brede school is wel een wenselijke voorziening vanuit het perspectief van de ouders, omdat het veel breng- en haalbewegingen voorkomt. De gemeente subsidieert vanuit het onderwijsachterstandenbeleid peuterspeelzalen voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), waarvan er twee in de Brede School West zullen worden ondergebracht. Met de nota peuterspeelzaalwerk Leiderdorp 2007-2012 en de nieuwe Peuterspeelzaalverordening wordt voorgesteld om vanaf 2009 alleen nog VVE-peuterspeelzalen te subsidiëren.
2.3
Onderzoek Centrum voor Jeugd en Gezin
De gemeenteraad van Leiderdorp heeft in zijn vergadering van 31 oktober en 2 november 2007 een motie aangenomen, waarin om een startnotitie is gevraagd ter zake de oprichting van een Centrum voor Jeugd en Gezin. In deze notitie dient cijfermatig te worden onderbouwd welke behoefte aan welke disciplines / instellingen er is. Op basis hiervan zal de raad een besluit nemen over de mogelijke vestiging in Leiderdorp van een Centrum voor Jeugd en Gezin, waarin minimaal twee locaties zijn afgewogen. In dit Programma van Eisen is geen rekening gehouden met de vestiging van een Centrum voor Jeugd en Gezin. Vestiging van een CJG in de BSW kan uitsluitend door gebruikmaking van bestaande ruimten voor onderwijsgerelateerde activiteiten in dit PvE (150m²).
6
3.
Ruimtelijk Programma van Eisen schoolgebouw Brede School West en basisschool de Leeuwerik
Op basis van de in hoofdstuk 2 geformuleerde beleidskaders, wet- en regelgeving en uitgangspunten is een Ruimtelijk Programma van Eisen opgesteld. Dit programma is in twee stappen tot stand gekomen. In eerste aanleg is onder begeleiding van ingenieursbureau Oranjewoud het technische programma opgesteld. De drie scholen, SKL en de gemeente hebben hun wensen kenbaar gemaakt en deze zijn naar een programma vertaald. De onderwijshuisvestingsnormen zijn hierbij leidend geweest. Dit (concept)programma is nadien onder aansturing van Minos en Twisk verfijnd en uitgebreid met een visie op gemeenschappelijke activiteiten, maatschappelijke ontwikkelingen en beheer en exploitatie. Hierover heeft een projectgroep van coördinatoren en locatieleiders van de verschillende scholen, de kinderopvanginstelling en sociaal cultureel werk zich gebogen. Het eindresultaat is op 30 oktober 2007 vastgesteld door de Stuurgroep BSW. Na het uiteenvallen van de samenwerking tussen De Leeuwerik (SKOL) enerzijds en de PWA en Driemaster (Stichting OBSG en PCSV) anderzijds is het ruimtelijke Programma van Eisen aangepast. Dit betreft echter alleen interne aanpassingen. Op het totale programma is dit niet van invloed geweest. Het geactualiseerde programma is opgenomen in hoofdstuk 3.1. Het ruimtelijke Programma van Eisen vormt de leidraad voor de omvang en inrichting van één toekomstgericht gebouw dat de verschillende functies en gebruiksmogelijkheden onderdak biedt.
3.1
Samenvatting ruimtelijk Programma van Eisen schoolgebouw BSW en basisschool de Leeuwerik
Het ruimtelijke Programma van Eisen van het schoolgebouw waarin de BSW en Daltonschool De Leeuwerik worden gehuisvest, laat zich niet gemakkelijk samenvatten. Het dient in eerste instantie ter vervanging van drie scholen die 40 jaar of ouder zijn en niet meer voldoen aan de huidige eisen van het onderwijs. De drie scholen kunnen er hun functies en verschillende schoolconcepten in kwijt. Daarnaast heeft het een sportzaal, peuterspeelzaal, biedt het onderdak aan een schoolarts en schoollogopedist en herbergt het ruimte voor buitenschoolse opvang.
3.1.1 Daltonschool De Leeuwerik Het programma van de Leeuwerik beslaat 14 groepen en een speellokaal. De lange termijn leerlingenprognose van 2008 (teldatum 1 oktober 2007) geeft aan dat de school recht heeft op 12 groepen, maar het schoolbestuur kiest er toch voor om 14 lokalen te laten realiseren. Omdat de school wettelijk maar recht heeft op 12 lokalen, heeft zij ook maar recht op 1 speellokaal. Daarbij onderschrijft het schoolbestuur de intentie van de gemeente om de voor een tweede speellokaal gereserveerde ruimte toe te voegen aan de gymzaal ten behoeve van buitenschoolse activiteiten (zie 3.1.5 overige functies sportzaal).
3.1.2 De Brede School West (BSW) De Brede School West is een samenwerkingsverband tussen de Prins Willem Alexanderschool (Stichting OBSG), de Driemaster (PCSV) en Stichting Kinderopvang Leiderdorp (SKL). Het programma van de Brede School West bestaat uit 5 groepen PWA, 6 groepen Driemaster en een speellokaal. Het tweede speellokaal waar de scholen recht op hebben wordt samen met een ‘wisselspeellokaal’ aan de sportzaal toegevoegd. De samenwerking tussen de drie partijen richt zich op basis van een inhoudelijke visie op o.a. het optimaliseren van procedures en werkafspraken rondom de begeleiding van kinderen in hun ontwikkeling van 0 tot 12 jaar, teneinde de doorgaande lijn te borgen. Hiermee ontstaat een integrale en op elkaar afgestemde begeleiding van kinderen, door de scholen in de BSW, de kinderopvang en overige partners zoals logopediste en schoolarts. Tevens zullen partijen in de BSW elkaars kennis & kunde delen.
7
3.1.3 Kinderopvang De vaste eigen ruimte van SKL biedt plaats voor 3 stamgroepen voor naschoolse en vakantieopvang en wordt in de ochtenduren tijdens schoolweken mede voor voorschoolse opvang en peuterspeelzaalwerk gebruikt. Als uitvloeisel van de wettelijke verplichting van scholen (sinds 01/08/2007) om van 07.30 tot 18.30 uur aanbod van opvang te borgen als daar vraag naar is en mede vanuit de brede school visie om te komen tot een optimaal aanbod van een (doorlopend) dagarrangement wordt de NSO-ruimte voor tussenschoolse opvang (de overblijf) ingezet. Een deel van het naschoolse opvang programma van SKL zal voorts in de speelzaal van de brede school worden vorm gegeven. De totale naschoolse opvangcapaciteit per dag bedraagt, inclusief de reeds staande nso-activiteitenlocatie van SKL in de directe omgeving van het nieuwe complex, 120 tot 140 kindplaatsen. De peuterspeelzaal wordt door SKL geëxploiteerd en deels met VVE-middelen (onderwijsachterstandenbeleid-OAB) gefinancierd.
3.1.4 Wisselruimte basisonderwijs Om huisvesting te kunnen bieden aan de drie scholen op de piek van de prognose, is in het programma een aantal m² wisselruimte opgenomen. Deze ruimte worden op een voor alle scholen toegankelijke/bereikbare plaats in het gebouw gesitueerd. Als de praktijk uitwijst dat de wisselruimte niet meer voor onderwijsdoeleinden nodig zijn, moet de ruimte permanent voor andere doeleinden geschikt te maken zijn. Voor deze ruimte zullen speciale randvoorwaarden voor bereikbaarheid (ligging) en flexibiliteit worden geformuleerd, die de marktpartij (architect) bij zijn ontwerp dient mee te nemen.
3.1.5 Schoolarts en schoollogopedie Vanuit praktisch oogpunt -het vrij spelen van Doesmeer voor andere ontwikkelingen- is in het ruimtelijke programma ruimte opgenomen voor de vervangende huisvesting van de schoolarts en schoollogopedie. Beide functies passen bij de doelstelling van een brede school. De schoolarts is daarnaast een van de functies die genoemd wordt in verband met een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) dat in de toekomst vorm gegeven moet gaan worden.
3.1.6 De Sportzaal Ter vervanging van gymzaal Kwikstaartplein, waar twee van de drie scholen nu hun gymlessen in geven (+ Gomarusschool), was in het ruimtelijke programma aanvankelijk ruimte voor een gymnastieklokaal opgenomen. Met toevoeging van de ruimte van twee speelzalen (zie hierboven), die als speelzaal, maar ook voor buitenschoolse activiteiten te gebruiken zijn, kan de gymzaal een sportzaal worden. Hierdoor kunnen alle leerlingen uit het gebouw en ook de Gomarusschool hier hun gymlessen in geven en kan de ruimte gemakkelijk voor andere activiteiten tijdens en na schooltijd worden benut.
3.1.7 De Buitenruimte Uitgangspunt bij de inrichting van de openbare ruimte is dat de deze gemakkelijk als buiten(speel)ruimte van de scholen kan worden ingezet. De genormeerde buitenruimte is namelijk erg klein. Zie hiervoor ook hoofdstuk 4.2 Stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden, inrichting openbare ruimte. In onderstaand schema is de nieuwe verdeling weergegeven.
8
functie R.K. Dalton basisschool De Leeuwerik O.B.S. Prins Willem Alexander P.C. basisschool De Driemaster Wisselruimte basisonderwijs Extra ruimte inclusief onderwijs Speellokalen Gemeenschappelijke ruimten Algemene facilitaire ruimten 2 peuterspeelzalen en BSO Activiteiten-berging GGD (schoolarts en logopedie) Gymnastieklokaal → sportzaal en 2 speellokalen Netto vloeroppervlak overige ruimtes Subtotaal binnenruimten netto Totaal binnenruimten bruto 30% TOTAAL Buitenruimte
oppervlakte m² (oorspronkelijk) 858 346 469 380
oppervlakte m² na actualisatie BSW Leeuwerik gemeente 1.830 1.580 222 130 84
1.246 92 224 12 151 338
totaal
150 84
224
438
234
150 448 820
4.115 1.235 5.350
569 2.149
304 2.134
1.066 1.066
1.572
960
612
3.2 Beheer en exploitatie BSW Het eigendom van een multifunctionele accommodatie als de brede school is in handen van de gemeente. Anders dan bij een regulier schoolgebouw behoudt de gemeente ook het juridisch eigendom, dat normaal gesproken bij oplevering van het gebouw aan het schoolbestuur wordt overgedragen. Dit betekent dat de bekostiging van het beheer en onderhoud van het schoolgedeelte anders wordt geregeld dan een schoolbestuur dat eigenaar is van zijn gebouw gewoon is. Over het beheer en de exploitatie van het gebouw zijn na het uiteenvallen van het brede samenwerkingsverband nog geen nieuwe afspraken gemaakt. Hier kunnen slechts de principes worden toegelicht die de gemeente ten aanzien van multifunctionele accommodaties hanteert en de regelgeving die over medegebruik in de huisvestingsverordening is opgenomen. De uitgangspunten die ten aanzien van het dagelijks beheer zijn vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst Brede School West zijn niet langer van kracht. Deze dienen wel opnieuw te worden uitgewerkt voordat de marktpartij zich aan het ontwerpen van het multifunctionele schoolgebouw gaat wijden. Kostendekkende huur Het gemeentelijke accommodatiebeleid gaat uit van een sluitend beheer- en exploitatiemodel. Dit houdt in dat er minimaal een kostendekkende huur of medegebruiksvergoeding wordt gevraagd en dat het dagelijks beheer en onderhoud hier ofwel door wordt gedekt of dat de gebruikers hier zelf zorg voor dragen. Het beheer- en exploitatiemodel van de Brede School West verschilt hier in wezen niet van. De kostendekkende huur bestaat hierbij voor de schoolbesturen uit een medegebruiksvergoeding die gelijk is aan de bijdrage die iedere school van het Rijk ontvangt voor de materiële instandhouding (exclusief schoonmaakkosten) en die gebaseerd is op het aantal groepen en leerlingen dat op de school is ingeschreven. Deze bedragen worden
9
5.350
jaarlijks vastgesteld en gepubliceerd door de Centrale financiën instellingen als de Regeling vaststellen bedragen Programma’s van eisen basisonderwijs. Voor de overige gebruikers geldt een kostendekkend huurtarief, waarin naast de kapitaalslasten zaken als onderhoud en energielasten zijn verdisconteerd. De energielasten verdeelt de gemeente op basis van het feitelijk gebruik over de vaste en incidentele huurders.
10
4.
De Brede School West en basisschool de Leeuwerik in de omgeving
In dit hoofdstuk wordt de brede school en basisschool de Leeuwerik in zijn fysieke omgeving beschreven. Het definieert de plaats van de school in het plangebied en de voorwaarden waaraan in de omgeving zal moeten worden voldaan om de school zijn functie in de wijk te kunnen geven. Daarnaast wordt ingegaan op wet- en regelgeving die van invloed zijn op het plangebied.
4.1
Omvang plangebied
Het plangebied Brede School West is gelegen in de Vogelwijk. De locatie wordt begrensd door de Van Poelgeestlaan, Vronkenlaan, de Leeuwerikstraat en het Kwikstaartplein. In het gebied staan de basisscholen de Leeuwerik, Prins Willem Alexanderschool en gymnastieklokaal Kwikstaartplein. Laatstgenoemde school is in november 2005 door brand verwoest. In verband hiermee zijn tijdelijk noodunits geplaatst om de schoolactiviteiten ter plaatse te kunnen voortzetten in afwachting van besluitvorming over realisatie van de Brede School West. Het gebied heeft een oppervlakte van circa 16.900 m², waarvan circa 2.140 m² Kwikstaartplein. De bestaande watergang en groenopstanden langs de Van Poelgeestlaan zijn hier buiten beschouwing gelaten (omvang circa 2.430 m².) Dit betekent het volgende ruimtebeslag van het plangebied: Omvang plangebied: 16.900 m² 100 % Schoolgebouwen (BSW en Leeuwerik) 5.350 m² 31,6 % Buitenruimten (speelplaatsen) 1.600 m² 9,5 % 315 m² 1,9 % Parkeerplaatsen1 3.380 m² 20 % Overige verharding2 Groen en water3 6.255 m² 37 % De begrenzing van het plangebied is op een situatiekaart (zie volgende bladzijde) aangeduid. In het plangebied zijn tevens de oppervlakte van het gebouw (er van uitgaande dat alle bebouwing alleen op de begane grond wordt gerealiseerd), de buitenruimte en het parkeren opgenomen. Hieruit kan worden afgeleid dat realisatie van de Brede School West en de nieuwbouw van de Leeuwerik op onderhavige locatie mogelijk is. Daarnaast blijft er 8.685 m² beschikbaar voor herinrichting van het openbaar groengebied (inclusief het bestaande groen en water langs de Van Poelgeestlaan). Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat de invulling geen enkele status heeft. Het is alleen als hulpmiddel gebruikt om aan te tonen dat planrealisatie inpasbaar is binnen het beleidskader. (Het bebouwd oppervlak van de bestaande twee scholen en het gymnastieklokaal is overigens 2.970 m²).
1
De oppervlakte is gebaseerd op 25 aan te leggen parkeerplaatsen van 2,5 x 5 meter in het plangebied. Voor verharding is een aanname aangehouden van 20% voor infrastructuur etc. (waaronder Kiss en Ride voorziening). 3 Deze opgave is exclusief het bestaande groen en water langs de Van Poelgeestlaan. 2
11
Plangebied
4.2
Stedenbouwkundige uitgangspunten en randvoorwaarden
De twee bestaande schoolgebouwen zijn éénlaags. Iedere school heeft een eigen speelterrein. Het gebied ligt in een groene setting, dat deels (parallel langs de Van Poelgeestlaan) wordt omgeven door een watergang. De voet- en fietspaden maken het gebied gemakkelijk toegankelijk voor het langzaam verkeer. Zowel aan de randen als in het plangebied staan diverse bomen met bosplantsoen en struikgewas. Aan de overzijde van de aangrenzende wegen liggen geschakelde eengezinswoningen. Ten zuiden van het plangebied staat een galerijflat van zes verdiepingen hoog, die de Laan van Ouderzorg en Van Poelgeestlaan omzoomt. Ten noordoosten van het gymnastieklokaal aan het Kwikstaartplein is voorts een kleinschalig appartementencomplex De Santenaar (vier bouwlagen) gerealiseerd met op de begane grond diverse maatschappelijke en commerciële voorzieningen. Uitgangspunt is dat de groene setting in het plangebied behouden blijft, zodat het gebied buiten de schoolfuncties ook de wijk- en buurtfunctie als ontmoetingsplaats in het openbaar groen niet verloren gaat. Het gebouw moet één worden met zijn omgeving. Mede om deze redenen is op deze planlocatie geen woningbouw mogelijk gemaakt. Vanuit deze uitgangspunten zijn de volgende stedenbouwkundige randvoorwaarden geformuleerd, waarbij de uitkomsten van het ruimtelijke Programma van Eisen voor het gebouw zijn meegenomen. Algemeen Op de locatie wordt uitgegaan van sloop van de bestaande gebouwen, dus zowel de twee scholen als het gymnastieklokaal. Het nieuwbouwprogramma voor de planlocatie betreft het oprichten van een gebouw met een bruto-oppervlakte van 5.350 m², waarin de volgende voorzieningen worden gerealiseerd4: • Een Katholieke basisschool voor Dalton onderwijs; • Een brede school met een basisschool voor openbaar onderwijs en een basisschool voor Protestants Christelijk onderwijs • Een voorziening voor buitenschoolse opvang; • Twee peuterspeelzalen; • Een sportzaal; • Een ruimte voor GGD (schoolarts) en logopedie. Deze diensten zullen in principe bestemd zijn voor de leerlingen van de drie scholen zelf en/of kinderen uit de wijk. 4
Voor een gedetailleerde omschrijving van de functies met hierbij behorende oppervlakten wordt verwezen naar het rapport van Minos & Twisk van 30 oktober 2007.
12
Gebouw • Het gebouw wordt zoveel mogelijk één laagbouw met verhogingen naar maximaal twee bouwlagen5. • Woningbouw is uitgesloten. • Er komen twee hoofdingangen, te weten voor de Brede School en de Leeuwerik; elke kernpartner van de Brede School (de scholen en kinderopvang) krijgt bovendien een eigen herkenbare ingang. • De schoolarts krijgt een herkenbare eigen ingang. • Elke partner moet herkenbaar in het gebouw worden gehuisvest. • De gemeenschappelijke en/of multifunctioneel te gebruiken ruimten (mediatheek en ruimte TSO en BSO) liggen centraal in het gebouw, de hoofdentree van de Brede School is daarvoor de ingang. • De Brede School West moet een herkenbaar modern en eigentijds gebouw zijn dat qua vorm en materiaal past in de omgeving. • De nieuwbouw van de sportzaal Kwikstaartplein dient met een eigen ingang te worden geïntegreerd in het hoofdgebouw. • (Fietsen-)bergingen en dienstruimtes dienen bij voorkeur in de bouwmassa te worden opgenomen. Openbare ruimte • De inrichting van de openbare buitenruimte is zodanig dat de sociale veiligheid is gegarandeerd. • Een gedeelte van het buitenterrein en de speelplaatsen van de Brede School West is buiten de tijden waarop er schoolactiviteiten plaatsvinden een voorziening voor de kinderen uit de wijk. Ook tijdens schooltijden zal openbare ruimte beschikbaar zijn voor de wijk, onder andere voor kleine kinderen. • Het terrein om de school krijgt een actieve relatie met de ruimten in het gebouw, waardoor het terrein en het gebouw een natuurlijk geheel vormen. • Het terrein is veilig en geschikt voor speeldoeleinden voor de kinderen. Het terrein kan worden gebruikt voor straatspelen, trapveld, gebruiksgroen, breedtesport en andere buitenactiviteiten. • Aparte speelterreinen voor peuters, kleuters en bovenbouw zijn gewenst. • De bestaande bomen en het aanwezige groen dienen zoveel mogelijk te worden gehandhaafd. • Eventuele watercompensatie dient in het plangebied zelf te worden gerealiseerd. • Het ruimtelijk aanzicht van de omwonenden alsmede de lichtinval wordt zo min mogelijk ingeperkt door het gebouw en/of de situering ervan. Bereikbaarheid, toegankelijkheid en herkenbaarheid • De Brede School West moet fysiek goed bereikbaar zijn voor alle kinderen in de wijk. Dit stelt eisen aan de uitstraling en ontsluiting van het terrein en het gebouw. Het afzonderlijk betreden van het terrein en het gebouw van de verschillende leeftijdsgroepen is een middel daartoe. • Om het fietsen naar school te stimuleren, krijgen fietsvoorzieningen (paden, stalling) extra aandacht. Binnenruimten Hiervoor wordt verwezen naar het bijgestelde ruimtelijke Programma van Eisen zoals genoemd in hoofdstuk 3.1.
4.3
Verkeerskundige uitgangspunten
Omdat in de huidige situatie het verkeer voor overlast zorgt, is door adviesbureau RBOI onderzocht of de verzwaring van het programma kan worden aangewend om een betere afwikkeling van het verkeer te realiseren. Doelstelling van het onderzoek was het leveren van verkeerskundige uitgangspunten en randvoorwaarden voor de ontwikkeling van de BSW, waarbij een aanvaardbare verkeersituatie en parkeersituatie in de Vogelwijk gewaarborgd wordt. De belangrijkste verkeerskundige en verkeersveiligheidsknelpunten zijn in kaart gebracht en in een rapportage verwerkt. Daarnaast is een 5
De vertegenwoordigers van de scholen hebben een voorkeur voor twee bouwlagen. Zij zijn van mening dat er vanuit pedagogisch/didactische overwegingen geen bezwaren zijn tegen onderscheid onderbouw-bovenbouw. Het bouwen in twee lagen heeft positieve gevolgen voor de oppervlakte van de (groene) ruimte om de school.
13
parkeeronderzoek uitgevoerd en een parkeerbalans opgesteld van de huidige situatie. Hieruit blijkt dat de buurt over voldoende parkeergelegenheid beschikt en er nog voldoende vrije parkeerplaatsen in de directe omgeving zijn buiten de schoolspits.6 Met de gegevens van deze basismeting is verder onderzocht hoe de verkeerssituatie straks met de bouw van de BSW kan worden verbeterd ten opzichte van de huidige situatie en hoe parkeerexcessen en overlast kunnen worden voorkomen. Ook veilige schoolroutes vormen een aandachtspunt. Bij het vormgeven van de infrastructuur is de piek in de ochtenduren maatgevend. Overige voorzieningen in de BSW zullen op andere tijden verkeer genereren, zoals bijvoorbeeld buitenschoolse opvang, schoolarts en logopedie. Op basis hiervan zijn verkeerskundige uitgangspunten geformuleerd met tevens een aantal mogelijke oplossingsrichtingen. Beleidskader verkeer Leiderdorp De gemeenteraad heeft een aantal algemene uitgangspunten vastgesteld in het Integrale Verkeersen Vervoerplan, afgekort IVVP (2003). De Vronkenlaan en Van Poelgeestlaan zijn in de bijbehorende Atlas Wegcategorisering als gebiedsontsluitingsweg (type B) aangeduid. Dit betekent dat sprake is van een onafgescheiden rijbaan met aansluitende fietsstroken. De snelheidslimiet die hieraan is gekoppeld ligt op 50 kilometer per uur. Deze wegen zullen de functie behouden, aangezien de Van Poelgeestlaan en de Vronkenlaan de afwikkeling verzorgen voor verkeer vanuit de Vogelwijk en een gedeelte van de wijken Zijlkwartier en Ouderzorg. Voorts is in het IVVP voor het fietsverkeer een aantal hoofdassen opgenomen. De Laan van Berendrecht is als zodanig aangeduid, terwijl de Van Poelgeestlaan en Vronkenlaan zijn opgenomen als secundaire fietsassen. Als wensbeeld voor communicatie is onder andere opgenomen dat aandacht wordt besteed aan verkeerseducatie. De doelgroep verkeerseducatie basisonderwijs wordt hier specifiek benoemd. Niet specifiek opgenomen in het IVVP, maar wel van belang voor de BSW en basisschool de Leeuwerik is de routering van vrachtverkeer. Op dit moment is de Van der Valk Boumanweg nog afgesloten voor vrachtverkeer, waardoor vrachtverkeer een route zoekt over onder meer de wegen langs de BSW. Medio dit jaar zal de gemeente op integrale wijze de problematiek van vrachtwagenroutering nader bestuderen in het kader van de actualisering van het IVVP. Naar verwachting zal de Van der Valk Boumanweg weer worden opengesteld voor vrachtverkeer. Algemene uitgangspunten verkeer Brede School West7 1. Zorg dragen voor goede verkeersveiligheid directe omgeving locatie BSW. 2. Zorg dragen voor veilige schoolroutes vanuit de wijken naar de BSW (inclusief Vronkenlaan), uitgaande van het zelfstandig naar school kunnen gaan van kinderen vanaf 8 jaar. 3. Het langzaam en gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk scheiden. 4. Toegankelijkheid plangebied voor langzaam verkeer optimaliseren en voor gemotoriseerd verkeer minimaliseren. 5. Ontmoediging autogebruik op korte afstanden en faciliteren parkeren voor maximaal 30% van alle gebruikers (ouders, medewerkers, bezoekers). 6. Optimaliseren van gebruik bestaande parkeergelegenheid in de directe omgeving van de locatie BSW binnen een straal van 100 meter vanaf het plangebied. 7. Verkeersstromen spreiden in ruimte en tijd. 8. Stimuleren langzaam verkeer (lopen en fietsen) en faciliteren fietsparkeren. 9. Realiseren parkeervoorzieningen voor lang parkeren in het plangebied. Mogelijke oplossingsrichtingen verkeer (niet limitatief) als mogelijke uitwerking algemene uitgangspunten 1. Zorg dragen voor goede verkeersveiligheid directe omgeving locatie BSW. a. Centrale in- en uitgangen nieuwe BSW niet aan zijde doorgaande verkeerswegen (Vronkenlaan, Van Poelgeestlaan). Wegens drukte op de Vronkenlaan, de doorstroming die 6
Verkeerskundig onderzoek scholenlocatie Brede School West van RBOI d.d. 9 maart 2007, vastgesteld door burgemeester en wethouder van Leiderdorp op 16 maart 2007. 7 De verkeerskundige uitgangspunten blijven ongewijzigd. Het feit dat basisschool de Leeuwerik niet deelneemt aan het concept van de brede School doet hieraan niet af. In de verkeerskundige uitgangspunten wordt gemakshalve alleen gesproken over BSW. Dit is evenwel inclusief basisschool de Leeuwerik.
14
daar is gewenst en het gebrek aan parkeervoorzieningen en de verkeersveiligheid lijkt het niet wenselijk om hier een in- en uitgang te plaatsen. b. Aanpassen oversteekvoorzieningen en beter beveiligen van oversteekvoorzieningen met attentie verhogende maatregelen en inrichtingsmaatregelen. c. Maatregelen nemen om illegaal parkeren op de trottoirs en op voetgangersoversteekplaatsen onmogelijk te maken. Om parkeerexcessen tegen te gaan, zou het wenselijk zijn om bepaalde voorzieningen te treffen die wild parkeren en ongewenste “stop en drop”-handelingen tegengaan. Hierbij kan gedacht worden aan fysieke maatregelen zoals bijvoorbeeld paaltjes of hekwerken op het trottoir. d. Instellen Schoolzone op Vronkenlaan en Van Poelgeestlaan (verkeersregulerende maatregelen, markering begrenzing, kleurstelling, materiaalgebruik, inrichtingsmaatregelen, attentieverhogende maatregelen) om rijgedrag te beïnvloeden en attentieniveau te verhogen ter hoogte van de BSW.
2. Zorg dragen voor veilige schoolroutes vanuit de wijken naar de BSW (inclusief Vronkenlaan), uitgaande van het zelfstandig naar school kunnen gaan van kinderen vanaf 8 jaar. a. Schoolroutes (van fietsers en voetgangers) in kaart brengen en nalopen op mogelijke verkeersveiligheidknelpunten. (Inrichtings- en regulerende) maatregelen nemen op schoolroutes om verkeersveiligheid te bevorderen op deze routes buiten het plangebied. b. Positie fietsende kinderen op Vronkenlaan verbeteren (bijvoorbeeld door suggestiestroken te vervangen door fietsstroken).
3. Het langzaam en gemotoriseerd verkeer zo veel mogelijk scheiden. a. Langzaam verkeersroutes zo veel mogelijk scheiden van gemotoriseerde verkeerroutes door aanleggen eigen langzaam verkeerstructuur op afstand van gemotoriseerde verkeersstromen met zo min mogelijk conflictpunten.
4. Toegankelijkheid plangebied voor langzaam verkeer optimaliseren en voor gemotoriseerd verkeer minimaliseren. a. Langzaam verkeersvoorzieningen bij ingangen BSW, inclusief parkeervoorzieningen voor fietsen.
5. Ontmoediging autogebruik op korte afstanden en faciliteren parkeren voor maximaal 30% van alle gebruikers (ouders, medewerkers, bezoekers). a. Alleen voor maximaal 30% van de leerlingen noodzakelijk autogebruik faciliteren. Kiss & Ride voorziening met beperkte omvang en nieuwe (kort)parkeervoorzieningen realiseren is een optie nabij de BSW.
6. Optimaliseren van gebruik bestaande parkeergelegenheid in de directe omgeving van de locatie BSW binnen een straal van 100 meter vanaf het plangebied. a. Door middel van ideale uitwisseling tussen de direct omliggende gebieden (bijvoorbeeld de woonbuurten ten zuiden van de BSW, Kwikstaartplein en locatie Santhorst) kan het gemotoriseerd verkeer daar parkeren, waardoor voor leerlingen in de directe omgeving van de BSW een veiliger situatie ontstaat.
15
7. Verkeersstromen spreiden in ruimte en tijd. a. Centrale in- en uitgangen aan Leeuwerikstraat en Kwikstaartplein projecteren. Minstens twee in- en uitgangen om een spreiding van verkeer te bewerkstelligen is een optie. b. Kwikstaartplein beter bereikbaar maken door nieuwe koppeling tussen Kwikstaartplein en Van Poelgeestlaan. Om de eventuele extra in- en uitgang aan de zijde van het Kwikstaartplein goed bereikbaar te maken, kan er gedacht worden aan het koppelen van het plein aan de Van Poelgeestlaan middels een nieuwe ontsluiting (éénrichtingsverkeer). c. Geen nieuwe ontsluiting voor autoverkeer vanaf Vronkenlaan, geen doorkoppeling voor autoverkeer tussen Leeuwerikstraat en Van Poelgeestlaan en geen doorkoppeling autoverkeer tussen Leeuwerikstraat en Kwikstaartplein. Om sluipverkeer en dus extra verkeer tegen te gaan, lijkt het wenselijk om verder geen extra ontsluitingen aan te leggen. d. Kwikstaartplein uitbreiden en "upgraden" tot volwaardig plein met parkeervoorzieningen en brede voetgangers en fietszone. Als aan de zijde van het Kwikstaartplein een in- en uitgang wordt geplaatst, zal hier extra behoefte ontstaan aan parkeervoorzieningen. e. Gespreide aanvangstijden van scholen/groepen instellen. Het instellen van gespreide aanvangstijden zal ervoor zorgen dat de verkeersdruk meer gespreid zal plaatsvinden en er minder parkeer en kortere Kiss & Ride voorzieningen nodig zijn8.
8. Stimuleren langzaam verkeer (lopen en fietsen) en faciliteren fietsparkeren. a. Er dienen voldoende ruimte en stallingsmogelijkheden aanwezig te zijn voor kinderen en ouders op de fiets, zodat het aantrekkelijker wordt om voor de fiets te kiezen als alternatief voor de auto. b. Acties voeren om autogebruik onder ouders te beperken en lopen en fietsen te bevorderen (voorbeelden: gezamenlijke begeleide loopgroepen vanuit wijk(en), gezamenlijke begeleide fietsgroepen vanuit wijk(en), beloning kinderen welke met fiets of lopend naar school komen). Actieprogramma’s als KANS, Loopbus of andere gedragsbeïnvloedingprojecten kunnen een steentje bijdragen aan de bewustwording bij ouders en leerlingen om de auto te laten staan en lopend, dan wel fietsend naar school te komen. 9 c. Bezien zal worden of, en zo ja in hoeverre, het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid een bijdrage kan leveren aan gedragbeïnvloeding (als genoemd onder uitgangspunt 8) en het educatieve programma.
9. Voorzieningen voor lang parkeren en kiss & ride ten behoeve van de BSW realiseren in het plangebied. a. Borgen parkeervoorzieningen voor het woningcomplex de Santenaar. b. De nieuw te realiseren parkeerplaatsen inpassen in het groen.
4.3.1 Uitwerking verkeerskundig uitgangspunt 5 (parkeerbehoefte) Uitgangspunten voor de toekomstige parkeersituatie - parkeersituatie voor bewoners omgeving mag niet verslechteren; 8
Dit is een mogelijke oplossing die echter door de scholen niet wordt voorgestaan. Het spreiden van aanvangstijden levert overlast op voor de kinderen die er eerder zijn én is voor ouders niet praktisch. De school die het eerste begint zal in praktijk voor ouders de aantrekkelijkste zijn. Voorschoolse opvang op alle drie de scholen zal wel voor spreiding van de ochtendspits zorgen. 9 De vraag is wie gaat deze programma’s aanbieden en handhaven. Uitgangspunt van de scholen is: “schoenmaker blijf bij je leest”. Zij zien hierin slechts een geringe taak voor zichzelf weggelegd. Het is niet de taak van de school om ouders te corrigeren.
16
-
benodigde parkeerbehoefte voor langparkeerders en Kiss&Ride ten behoeve van BSW wordt opgevangen binnen het plangebied; benodigde kortparkeerbehoefte wordt binnen 100 meter hemelsbrede afstand van het plangebied opgevangen door bestaande parkeerplaatsen in omgeving voor zover deze vrij zijn in de schoolspits; waarborging van de parkeervoorzieningen voor de Santenaar; autogebruik ten behoeve van 30% van de kinderen door ouders; autogebruik werknemers en parkeerbehoefte sportzaal op basis van kencijfers (ASVV 2004, CROW).
Berekening parkeerbehoefte De benodigde parkeerbehoefte voor de BSW is berekend op basis van een berekeningstool die door RBOI is vervaardigd. Deze is gebaseerd op ervaringen en onderzoek bij scholenlocaties en de CROW-publicatie 182 van juni 2003. In totaal wordt rekening gehouden met 800 leerlingen in de toekomstige situatie (2015). Aangenomen wordt dat de gemiddelde autobezetting 1,3 kind per auto bedraagt en dat gemiddeld 30% van de kinderen met de auto gebracht en gehaald worden, waarvan 60% van de kinderen ook tussen de middag wordt gebracht en gehaald en 40% van de kinderen alleen 's ochtends en 's middags. Dit levert in totaal circa 1.200 mvt/etmaal op. Tijdens de maatgevende schoolspitsen (ochtend en namiddag) zullen er circa 185 auto's naar de Brede School West komen. Uitgangspunt is dat van de groepen 4 t/m 8 tweederde (66,6%) van de kinderen via de Kiss&Ridestrook wordt gebracht en gehaald. Voor eenderde deel (33,3%) is een (kort)parkeerplaats noodzakelijk. Voor de groepen 1 t/m 3 is er vanuit gegaan dat 0% van de kinderen via de Kiss&Ridestrook wordt gebracht en gehaald en voor 100% een (kort)parkeerplaats noodzakelijk is, aangezien ouders van de jonge kinderen deze vaak begeleiden naar de school en zelfs even de school bezoeken. Er is van uitgegaan dat alle scholen gelijke aanvangstijden krijgen en dat hierdoor vrijwel alle leerlingen op hetzelfde tijdstip zullen arriveren. Aangezien bij een dergelijke situatie veel extra ruimtebeslag nodig zal zijn voor de Kiss&Ride-voorziening en het parkeren (voor slechts een zeer beperkte tijdsperiode) wordt aanbevolen deze situatie te voorkomen door te streven naar zoveel mogelijk gescheiden aanvangstijden. Tabel Aantal auto’s tijdens schoolspits per school totaal aantal auto’s tijdens schoolspits
Totaal 3 scholen
aantal mvt tijdens schoolspits voor parkeervoorziening
185
96
aantal mvt tijdens schoolspits voor Kiss&Ridevoorziening 89
Uitgaande van een turnover van 1,5 per parkeerplaats in de schoolspits (dit betekent dat elke 2 parkeerplaatsen door 3 motorvoertuigen worden gebruikt in de schoolspits) resulteert dit in een parkeerplaatsenbehoefte van circa 65 (kort)parkeerplaatsen (96auto’s/1,5). Uitgaande van een gemiddelde tijd van 2 minuten per Kiss&Ride-handeling en schoolspits van 30 minuten is berekend dat een lengte van 30 meter aan Kiss&Ridevoorziening benodigd zal zijn om de 89 auto’s van Kiss&Ride-ouders op te kunnen vangen gedurende de schoolspits. Een aanrijloper met enige buffercapaciteit wordt hierbij aanbevolen. Voor de werknemers van de school en kinderopvang is uitgegaan van 30% autogebruikers die langparkeren. Er zullen circa 42 medewerkers werkzaam zijn op hetzelfde tijdstip op de locatie. Dit betekent dat uitgaande van een maximaal gefaciliteerd autogebruik van 30% dat 13 langparkeerplaatsen voor werknemers aanwezig dienen te zijn binnen het plangebied (42medewerkersx30%). Voor de medewerkers en bezoekers van de sportzaal, de schoolarts en de logopedie dienen conform de CROW-kencijfers 10 parkeerplaatsen te worden aangelegd. In totaal zal er dus ruimte moeten worden geschapen voor 25 parkeerplaatsen. In totaal betekent dit op basis van de berekening door RBOI:
17
-
Kiss&Ride voorziening (ultrakortparkeren, maximaal 2 minuten): capaciteit strook minimaal 30 meter; Kortparkeren (minimaal 2 minuten, maximaal 30 minuten): capaciteit 65 parkeerplaatsen; Langparkeren (minimaal 30 minuten): capaciteit 25 parkeerplaatsen.
Op basis van bovenstaande berekening wordt dan ook aanbevolen voor het kort parkeren en de Kiss&Ride-voorziening uit te gaan van maximaal 65 benodigde kortparkeerplaatsen en een Kiss&Ride-voorziening met een omvang van minimaal 30 meter zoals berekend door RBOI. Het aantal langparkeerplaatsen is afhankelijk van het autogebruik onder medewerkers. Hiervoor dient te worden uitgegaan van minimaal 23 langparkeerplaatsen in het plangebied. Parkeerbalans en te realiseren aantal nieuwe parkeerplaatsen Zoals is opgenomen in de uitgangspunten voor de toekomstige parkeersituatie dienen de Kiss&Ridevoorziening en de langparkeerplaatsen binnen het plangebied zelf te worden gerealiseerd. Van de benodigde 65 (kort)parkeerplaatsen kan een deel gebruik blijven maken van de reeds bestaande parkeerplaatsen in de omgeving. In de uitgangspunten voor de toekomstige parkeersituatie is geformuleerd dat de benodigde kort parkeerbehoefte binnen 100 meter hemelsbrede afstand van het plangebied opgevangen kan worden door bestaande parkeerplaatsen voor zover deze vrij zijn in de schoolspits. Op basis van het parkeeronderzoek dat in januari 2007 is uitgevoerd door RBOI, is berekend dat binnen het gebied van 100 meter afstand hemelsbreed circa 450 openbare parkeerplaatsen beschikbaar zijn (exclusief de parkeerplaatsen van de Santenaar). Tijdens het parkeeronderzoek is geconstateerd dat vóór de schoolspits de parkeerplaatsen in de omgeving voor 70% bezet zijn door bewoners en na de schoolspits voor 50% door bewoners, gebruikers en bezoekers van de wijk. Verondersteld mag worden dat tijdens de schoolspits rond 8:30 uur nog circa 60% van de parkeercapaciteit in de omgeving beschikbaar dient te zijn voor omwonenden. Dit betekent dat van de 450 openbare parkeerplaatsen binnen 100 meter hemelsbrede afstand tijdens de schoolspits mag worden aangenomen dat 40% hiervan, zijnde 180 parkeerplaatsen, vrij beschikbaar zijn. In onderstaande tabel staan de nieuw te realiseren parkeervoorzieningen in het plangebied weergegeven: Type parkeereenheid Benodigde parkeercapaciteit Te realiseren parkeervoorzieningen in plangebied ultrakortparkeren minimaal 30 meter Kiss&Ride- minimaal 30 meter Kiss&Ride(maximaal 2 minuten) strook strook kortparkeren (minimaal 2 minuten, maximaal 30 minuten) langparkeren (minimaal 30 minuten)
65 parkeerplaatsen
0 parkeerplaatsen
25 parkeerplaatsen
25 parkeerplaatsen
Geconcludeerd kan worden dat de 65 benodigde kortparkeerplaatsen vrij beschikbaar zijn tijdens de schoolspits binnen een hemelsbrede afstand van 100 meter vanaf de locatie en niet nieuw hoeven te worden gerealiseerd. Dit betekent concreet dat binnen het plangebied zelf alleen hoeft te worden voorzien in een Kiss&Ride-voorziening met een minimale lengte van 30 meter en een parkeervoorziening voor langparkeerders met een capaciteit van 25 parkeerplaatsen. Gezien de tweezijdige ontsluiting van de locatie en de ontlasting van de Leeuwerikstraat gaat de voorkeur uit naar realisatie van de Kiss&Ride-voorziening met een voorziening voor langparkeerders aan de zijde van het Kwikstaartplein. Indien hierbij reeds bestaande parkeerplaatsen komen vervallen vanwege een gewijzigde inrichting zullen deze gecompenseerd moeten worden aan het nieuwe Kwikstaartplein.
4.4
Milieu en duurzaamheid
Duurzame Stedenbouw
18
Op 11 september 2006 heeft de gemeenteraad van Leiderdorp het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw (RBDS) vastgesteld. Ten behoeve van de planvorming is in december 2006 voor dit plan de ambitietabel ingevuld. Deze ambitietabel is leidend voor de ontwikkeling van dit gebied en is als bijlage 2 aan dit Programma van Eisen gevoegd.10 Uitgangspunt bij het bouwen is de Regionale DuBo Plus Richtlijn 2008. Deze richtlijn is gebaseerd op de Gemeentelijke Praktijkrichtlijn Gebouw (GPR-Gebouw), waarbij een score van 7.0 en voor gemeentelijke gebouwen 8.0 de maatlat is. Verder het toepassen van FSC-gecertificeerd hout, voorkomen uitlogen van (bouw)metalen en een 10% betere energieprestatie.
4.5
Groen en water
Hoofdgroenstructuur Het projectgebied valt niet binnen de hoofdgroenstructuur, maar grenst er wel aan. De Vronkenlaan is een van de groene ribben die op de ruggengraat (Engelendaal) van de hoofdgroenstructuur uitkomt. Het projectgebied ligt als groot groenvlak aan het einde van deze rib. Dit biedt de kans om bij de inrichting van het projectgebied iets speciaals met het groen te doen om zo het einde van deze rib te accentueren. Wijkgroenstructuur Het projectgebied behoort tot de wijksfeer ‘woonwijk met hoog- en laagbouw’. Het motto van deze wijksfeer is een natuurlijke balans in gebruik en beeld. Dit is te omschrijven als: y Boomlanen met bomen in verharding met voldoende grote open boomspiegels; y Grote groenplekken met een open beeld die uitnodigen tot gebruik; y Minder bosplantsoen; y Eenvoudiger beplantingsvakken, minder soorten in een vak; y In de randen van de wijk meer op natuur gericht groen. Bestaand groen Het bestaande groen is geïnventariseerd. De belangrijkste groenelementen binnen het projectgebied zijn de bomen en de hagen. Van de 113 bomen die binnen het projectgebied staan, zijn er 25 bomen die de moeite waard zijn om in te passen. Deze bomen hebben een goede kwaliteit en kunnen in ieder geval nog 15 jaar zonder problemen op hun huidige locatie groeien. 10 bomen zijn in de afgelopen vijf jaar aangeplant of zijn boomsoorten die goed te verplanten zijn. Deze bomen kunnen naar een nieuwe plek binnen het projectgebied verplant worden. Zie de bijgevoegde kaart voor de exacte locatie van de bomen (bijlage 3). De hagen variëren in kwaliteit van voldoende tot goed. Vanuit het kostenaspect en de leeftijd van de planten komen de hagen niet in aanmerking voor hergebruik door verplanten. Indien het mogelijk is de esdoornhagen op dezelfde locatie in te passen, zouden deze bij de nieuwe inrichting gebruikt kunnen worden. Waternetwerk Het waternetwerk van Leiderdorp is opgebouwd uit de blauwe ring (Oude Rijn, Zijl, Dwarswatering en Does), de waterlopen langs wijkontsluitingswegen en wijkgrenzen en de watervlakken in de wijken en park de Houtkamp. De watergang langs de Van Poelgeestlaan maakt ook onderdeel uit van dit netwerk. Het netwerk heeft relatief schoon water, brede watergangen en harde beschoeiingen. In de toekomst moet minimaal één oever van deze watergangen ingericht worden voor de natuur. De natuurvriendelijke oevers moeten er voor zorgen dat libellen en rietzangers vanuit de polders tot in park de Houtkamp kunnen komen. Deze dieren hebben behoefte aan overjarig riet (1x per drie jaar gefaseerd maaien) en een afwisselende structuur van bomen, struiken, riet en water. De oever heeft geen beschoeiing en is soms flauw en dan weer wat steiler.
10
De Brede School is een geluidgevoelige bestemming in de zin van de Wet geluidhinder. Bij een geluidbelasting tussen de voorkeurswaarde van 48 dB (den) en 53 dB (den) geldt een meldingsprocedure bij het bevoegde gezag. Een hogere waarde is mogelijk tot 53 dB (den). Voor geluidsbelastingen hoger dan 53 dB (den) dient een aparte procedure hogere grenswaarde te worden gevolgd. Dit is, onder strikte voorwaarden, mogelijk tot maximaal 58 dB (den). Hiervoor heeft het dagelijks bestuur van de Milieudienst West-Holland op 15 maart 2007 een beleidsnotitie vastgesteld.
19
Watercompensatie Het Hoogheemraadschap van Rijnland eist dat de extra oppervlakte aan verharding (zowel dakoppervlak als bestrating) die door de bouw van de brede school ontstaat, gecompenseerd wordt in of nabij het projectgebied. Dit kan door het vergroten van de watergang langs de Van Poelgeestlaan of door het omvormen van de harde oever tot een natuurvriendelijke oever. Voor iedere 100 m² extra verharding moet 15 m² oppervlakte water gecreëerd worden. Als er water gecompenseerd moet worden naar aanleiding van de watertoets, dan ligt het voor de hand om een van de oevers van deze watergang om te vormen tot een natuurvriendelijke oever. Uitgangspunten • Handhaven van zoveel mogelijk groen en bestaande bomen. • De kwaliteit van het groen dient na het realiseren van de Brede School West beter te zijn dan voor de bouw. • De bestaande parkachtige setting moet versterkt worden. Hierbij moet getracht worden zoveel mogelijk bestaande bomen te handhaven. y 25 bomen dienen in beginsel op hun huidige standplaats te worden ingepast in de nieuwe inrichting van het gebied. y 10 bomen zijn goed verplantbaar en moeten een nieuwe plek binnen het projectgebied krijgen; y Voor het groen en de overige bomen in het plangebied zal de (op te stellen) Groentoets als leidraad fungeren. y de sierheesters komen niet in aanmerking voor hergebruik door verplanten of inpassing bij de nieuwe inrichting. y Indien het mogelijk is de esdoornhagen op dezelfde locatie in te passen, kunnen deze hagen bij de nieuwe inrichting gebruikt worden. Ze zijn niet geschikt om te verplanten. y Er dient een groen trapveld / speelveld voor de buurt in de nieuwe inrichting terug te komen. y Voor iedere 100 m² extra verharding dient overeenkomstig de eisen van het hoogheemraadschap in beginsel 15 m² oppervlakte water gecreëerd te worden. y Als watercompensatie wordt één van de oevers van de watergang langs de Van Poelgeestlaan van een natuurvriendelijke oever voorzien. y Zowel voor het groen als voor het water geldt dat een relatie met educatieve doeleinden een pré is. y Om het einde van de groenrib te accentueren zal op herkenbare wijze de speciale positie van deze locatie in het groen en waterontwerp tot uitdrukking komen. y Het groen en waterontwerp versterken op natuurlijke wijze en waar mogelijk de veiligheidssituatie rondom de school.
20
5.
Planproces
5.1
Interactieve Beleidsontwikkeling (IBO)
De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 11 juni 2007 de IBO uitvoeringsnotitie vastgesteld, waarin het proces van interactie met omwonenden is beschreven. Ter uitvoering van deze notitie is er op 6 november 2007 een druk bezochte informatiebijeenkomst gehouden. Voorts is er een klankbordgroep BSW ingesteld om tussentijds voeling te houden met wat er in de directe (woon)omgeving speelt. Voor de omwonenden is een adviesrol weggelegd. Daarnaast zijn/ worden periodiek nieuwsbrieven verspreid in de omliggende wijken over de voortgang van het project. Ook is de voortgang via de gemeentelijke website www.leiderdorp.nl te volgen.
5.1.2 Klankbordgroep Na afloop van de informatiebijeenkomst hebben zich een aantal gegadigden gemeld voor deelname aan de klankbordgroep. Op basis hiervan heeft de Stuurgroep BSW een klankbordgroep BSW ingesteld, die een goede afspiegeling vormt van de verschillende belangengroepen. De samenstelling is als volgt: 1. Wim Kaandorp, projectleider, tevens (technisch) voorzitter. 2. Mark Bakker, Torenwacht 142, Leiderdorp, lid van MR Driemaster en GMR van PCSV. 3. Jan Jurgen Snepvangers, Vogellaan 19, Leiderdorp, lid van MR Leeuwerik. 4. Eelco ten Borg en Nel Bouwmeester (aanmelding als duobaan), leden van MR PWA. 5. Mohamed Ben Maimoun, Pinksterbloem 18, Leiderdorp. Vertegenwoordiger van allochtone ouders. 6. Karsten Mostert, Vronkenlaan 32, Leiderdorp. Hij vertegenwoordigt de belangen van de Vronkenlaan midden en heeft kinderen op de Leeuwerik. 7. Twee leden van het Comité BSW. Zij vertegenwoordigen de belangen van de buurt rond het plangebied. 8. Eén vertegenwoordiger vanuit de stuurgroep, zijnde een lid van één van de drie scholen. Een adviesrol is gegeven aan burgerparticipatie voor de volgende onderwerpen: • Verkeerskundige uitgangspunten; • Vormgeving gebouw; • Herinrichting openbare ruimte. Uitgangspunt is dat de klankbordgroep in het vervolgtraject (na afronding van de definitiefase) kan blijven functioneren als klankbord voor de verdere planontwikkeling. Om de rol van de klankbordgroep in goede banen te leiden is er een werkwijze opgesteld, die in de klankbordgroep is besproken. Advies klankbordgroep De klankbordgroep heeft in zeven bijeenkomsten de deelonderwerpen verkeer, stedenbouw en groen besproken. Als vervolg hierop heeft de klankbordgroep een eindadvies gegeven. Het advies is als bijlage 4 toegevoegd. Standpunt stuurgroep naar aanleiding van advies klankbord PM.
5.2
Proces aanbesteding
Parallel aan afronding van de definitiefase is ter voorbereiding van start van de ontwerpfase een notitie11 opgesteld over de wijze van aanbesteding. De aanbesteding dient Europees plaats te vinden. Op basis hiervan heeft de stuurgroep BSW een besluit genomen dat de Europese aanbesteding van de Brede School West en de herinrichting van de openbare ruimte aan een risicodragende ontwikkelende marktpartij wordt aanbesteed. De aanbestedingsprocedure zal direct starten, nadat de gemeenteraad hiervoor een krediet beschikbaar heeft gesteld.
11
Zie hiervoor de notitie “Selectieprocedure Brede School West”. 21
6.
Financiën
De investeringen in de ontwikkeling van de Brede School West zijn aanzienlijk en hebben invloed op de financiële situatie van de gemeente. Daarom is het belangrijk te weten wat de hoogte van de investeringen zal zijn conform de in dit Programma van Eisen opgenomen uitgangspunten. Daarnaast dient te worden aangegeven waaruit deze investeringen kunnen worden gedekt. De investeringen zijn onderverdeeld in kosten voor: 1. VASTGOED; dit zijn de kosten voor de realisatie van de gebouwen; 2. LOCATIE; dit zijn de investeringen in het bouwrijpmaken van het gebied, de definitieve inrichting van de openbare ruimte en de kosten voor de herinrichting van het naastgelegen Kwikstaartplein; 3. OVERIG; dit bestaat uit kosten voor de tijdelijke huisvesting van de scholen tijdens de bouwperiode, afboeken boekwaarde en voorbereiding en advieskosten en onvoorzien . ad 1. De investeringskosten van het vastgoed zijn bepaald aan de hand van een kostenraming van Minos & Twisk, waarbij er een check heeft plaatsgevonden met de kostenraming van adviesbureau Oranjewoud. ad 2. De investeringskosten van het bouw- en woonrijpmaken en herinrichting van de openbare ruimte zijn bepaald op basis van kengetallen. Onderdelen van deze raming zijn kosten voor sloop, bouwrijpmaken, woonrijpmaken, plankosten en onvoorziene kosten. Hieronder wordt mede verstaan: Sloop huidige bebouwing; Aanleg/aanpassing infrastructuur (wegen, voetpaden, fietspaden, parkeerhavens); Aanleg openbare buitenruimte (paden, groen en water) in het plangebied. De kosten van herinrichting van het Kwikstaartplein zijn bepaald aan het her in te richten oppervlak en een aanname voor wat betreft kosten per m2. ad 3. De kosten van tijdelijke huisvesting van de scholen zijn bepaald aan de hand van kengetallen voor tijdelijke huisvesting. Deze kengetallen komen voort uit reeds gemaakte kosten binnen de gemeente voor vergelijkbare tijdelijke huisvesting van de afgebrande OBS Prins Willem Alexander. Als dekkingsbronnen voor de te maken kosten zijn er de volgende opties: 1. Dekking uit de in de begroting opgenomen stelpost voor de jaarlijkse kapitaallasten; 2. Afboeken boekwaarde (incidenteel); 3. Dekking van kosten d.m.v. opbrengsten uit de verhuur van onderdelen van de Brede School. De volgende uitgangspunten worden hierbij aangehouden: Alle kosten zijn geïndexeerd naar prijspeil 1-1-2010, aangezien dat het prijspeil is van de aanwezige dekkingsbronnen uit de Perspectiefnota. De nu geraamde te maken kosten dienen daarom te worden verhoogd met de prijsstijging in de tussenliggende periode om een goed vergelijk mogelijk te maken. De boekwaarde van de bestaande panden/ het vastgoed wordt afgedekt door een incidentele afboeking door de Algemene Dienst De investeringskosten van de ruimtes voor de Peuterspeelzalen, Schoolarts en Logopedie worden afgedekt door huuropbrengsten. Uitgangspunt hierbij is dat de investeringskosten worden afgedekt uit verhuur van de ruimtes voor de duur van 40 jaar. Er wordt nog uitgezocht op welk prijsniveau de jaarlijkse huur van deze ruimtes uit komt bij deze aanname. Financiële dekking investeringskosten Met ingang van 2010 is een structurele last van € 668.000 opgenomen voor de kapitaallasten nieuwbouw van de Brede School West. Voorts wordt van de Algemene Dienst in 2011 een eenmalige last van € 520.000 opgenomen onder onderwijshuisvesting (programmabegroting 20092012). .
22
Nog niet meegenomen zijn de volgende mogelijke dekkingsmiddelen: Het aanwenden van het mogelijk positieve saldo van de herontwikkeling van vertreklocatie ‘De Driemaster’ voor deze investering. Een eventuele uitkering vanuit de brandverzekering voor de afgebrande OBS Prins Willem Alexander. Deze eventuele uitkering zal dan ten laste van de investering worden geboekt, waardoor de jaarlijkse kapitaallasten lager uitvallen. Deze optimalisatie zijn voorlopig als p.m. post opgenomen en niet verder gekwantificeerd.
23
7.
Bijlagen
7.1
Amendement gemeenteraad 12 februari 2007
Bij agendapunt 8 Onderwerp: Brede School West De raad van de gemeente Leiderdorp in vergadering bijeen d.d. 12 februari 2007 Ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: Aan het besluit wordt een punt 3. toegevoegd: 3. Kaderstelling raad voor het realiseren van de Brede school West. De doelstelling van de Brede School West is de realisatie van een ketenaanpak van voorzieningen van jongeren van 0 tot 12 jaar t.b.v. de betrokken drie scholen en de buurt door het samenbrengen van de relevante onderwijsgerelateerde voorzieningen naast de directe onderwijsvoorzieningen. Dat betekent dat de navolgende kader voor de functies worden meegegeven: - Basisonderwijs; - Voor- tussen- en naschoolse opvang; - Kinderopvang en Peuterspeelzaal. Uitsluitend voorzover hierdoor geen leegstand van deze huidige reeds bestaande voorzieningen in de wijk dreigt; - VVE; - Taalklas. Uitsluitend voorzover hierdoor geen extra leegstand in Touwbaan 42 ontstaat, waardoor een nieuwe financiële tegenvaller ontstaat; - Ondersteunende diensten, die direct verbonden zijn met het onderwijs zoals, schoolmaatschappelijk werk, jeugdgezondheidszorg, schoollogopedie en opvoedondersteuning; Deze diensten zullen in principe bestemd zijn voor de leerlingen van de drie scholen zelf en/of kinderen uit de wijk; - Multifunctionele ruimten om bovengenoemde diensten te huisvesten en voor uitsluitend onderwijsgerelateerde activiteiten en bijeenkomsten van ouders, leerlingen en andere aan deze scholen verbonden personen. Kader voor het gebouw en buitenruimte: - Voldoende parkeergelegenheid t.b.v. de school en de omwonenden, alsmede zorgdragen voor aanvaardbare en veilige verkeersstromen; - Uit onderzoek zal moeten blijken of de huidige ‘gymzaal Kwikstaartplein’ kan blijven, gerenoveerd moet worden of opnieuw opgebouwd moet worden. Handhaven –in principe- op de huidige locatie, zodat deze voorziening, behalve door de school, ook door anderen [huidige gebruikers] gebruikt kan worden; - Buitenspeelgelegenheden uitsluitend op de begane grond; - Handhaven van zoveel mogelijk groen en bestaande bomen; - Geen woningbouw op de PWA/Leeuwerik locatie, woningbouw plannen op de vrijgevallen Driemaster locatie; - Schoolgebouw zo veel mogelijk één laagbouw, met verhogingen naar maximaal twee bouwlagen. - Het Zijlkwartier gebouw is en blijft de buurtvoorziening voor de wijk; - De BSW dient binnen het ervoor in de meerjarenbegroting vanaf 2010 opgenomen bedrag aan kapitaallasten van € 668.000 per jaar te worden gerealiseerd. Met bovenstaande tekst wordt beoogd een kader te scheppen waarbinnen het voorgestelde IBO traject effectief vorm kan krijgen. Toelichting:
24
Voor ondertekenaars is het bestuursakkoord bepalend, waarbij uitgangspunt is Brede School West, waarin de drie scholen zijn ondergebracht en waarin voor-, tussen- en naschoolse opvang worden ondergebracht en daarnaast een multifunctionele ruimte voor uitsluitend onderwijs gerelateerde activiteiten. Eveneens is voor ondertekenaars de kwaliteit van de leefomgeving een belangrijk uitgangspunt. De volgende voorzieningen komen in ieder geval conform deze kaderstelling niet in aanmerking: - Jongerenruimte; - Multifunctionele ruimte voor wijkgerichte activiteiten [wijk- en buurtgericht werken] Ondertekening: namens de VVD-fractie: Evelien Meijer namens de PvdA-fractie: Joyce van Reijn namens de CDA-fractie: Ria van Diepen
25
7.2
Duurzame Stedenbouw Brede School West Leiderdorp
Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw Het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw is op 11 september 2006 vastgesteld door de raad van de gemeente Leiderdorp. Het beleidskader beschrijft een planfasering van een stedenbouwproject. Per fase is overzichtelijk weergegeven welke inhoudelijke stap wordt gezet en welke communicatieaspecten in de desbetreffende fase belangrijk zijn om duurzame ambities te kunnen verwezenlijken. De duurzame ambities zijn gebaseerd op het gemeentelijk vigerend beleid en drie kwaliteitspijlers, People, Planet, Profit (of Welzijn, Wereld, Welvaart ) en gerubriceerd naar duurzaamheidsthema’s. Elk thema is gespitst in deelaspecten. Per deelaspect zijn twee ambitieniveaus (basis en extra) geformuleerd, waarvan de maatlat hoger ligt dan wettelijk vereist. Dit betekent dat op het gebied van duurzame stedenbouw bijvoorbeeld het Klimaatbeleid en het DuBo+pakket als vigerend beleid en dus als basisambitie gehanteerd moeten worden. Maar ook andere afspraken als gebiedsgerichte milieuprofielen of gezondheidsaspecten zijn als uitgangspunt vastgelegd. De duurzaamheidsthema’s en deelaspecten zijn opgenomen in onderstaande Ambitietabel Duurzame Stedenbouw Brede School West. Toelichting Ambitietabel Duurzame Stedenbouw (DS) Brede School West Leiderdorp De bouwlocatie omvat 1,6 ha. Het betreft een de bouw van een brede school met functies voor sociaal cultureel werk. Binnen het plangebied wordt ook ruimte gemaakt voor 50-60 wooneenheden. Dit plan valt binnen de reikwijdte van het Beleidskader Duurzame Stedenbouw. Dit betekent dat de ambitietabel DS wordt toegepast en onderdeel vormt van het programma van eisen. Tijdens het projectgroepoverleg van 4 december 2006 is afgesproken, dat de ambitietabel DS Brede School West te gebruiken tijdens de initiatieffase voor het bepalen van de relevante duurzaamheidsthema’s en –aspecten. Deze zijn in onderstaande ambitietabel aangevinkt. Tijdens de programmafase vindt controle plaats op uitvoerbaarheid van de voor de relevante duurzaamheidaspecten geldende basisambities. Daarbovenop is voor minimaal één duurzaamheidsthema een extra ambitie gekozen. Een aantal aspecten worden nader onderzocht en zijn in het overzicht deelaspecten voor nader onderzoek opgenomen. De ambitietabel wordt als bijlage aan het projectbesluit Brede School West toegevoegd. Na vaststelling wordt het totaal aan basis- en extra ambities in de ontwerpfase vertaald in maatregelen en in het ontwerp geïntegreerd. Een nog op te stellen lijst met alle in het ontwerp opgenomen maatregelen voor het waarmaken van de ambities dient als monitorplan tijdens de realisatiefase en maakt deel uit van de opleveringsprotocollen. Betekenis gebruikte symbolen: 9 Ambitie is relevant en maakt onderdeel uit van het programma van eisen. ? Ambitie vereist nader (voor)onderzoek of is een actiepunt in de volgende fase. - Ambitie is niet relevant. Doorhalen: ambitie is niet van toepassing. Overzicht van deelaspecten voor nader onderzoek of actiepunt voor de volgende fase. 1. Groen in de wijk: Basisambitie: Groennorm 50 - 75 m2 / woning; 2. Groen in de wijk: Basisambitie: Differentiatie van groengebieden bij nieuwbouw; 3. Kwaliteit gebouwen, utiliteit: extra ambitie: GPR-Gebouw score 8.0; 4. Water, oppervlaktewatersysteem: extra ambitie: 50% van alle oevers natuurvriendelijk inrichten; 5. Water, oppervlaktewatersysteem: extra ambitie: Water als ruimtelijk element in het plan opnemen; 6. Water, oppervlaktewatersysteem: extra ambitie: Doorkoppelen van watersystemen in het plangebied; 7. Energie, duurzame energieopwekking: basis ambitie: Streven naar 5% van het energieverbruik binnen het projectgebied duurzaam opwekken. onderzoek naar toepassing warmtepomp 8. Natuur en ecologie: basis ambitie: Minimaal één model ontwikkelen waarbij de ecologisch waardevolle elementen behouden worden; 9. Functiemenging in de wijk: extra ambitie: Concentratie van buurtvoorzieningen in voorzieningencluster; 10. Imago: basisambitie: Conform (op te stellen) beeldkwaliteitsplan / welstandnota; 11. Imago: extra ambitie: Imagoverbetering door bijzondere aandacht voor hoogwaardige inrichting o.r.; 12. Imago: extra ambitie: Bijzondere architectonische uitstraling.
26
Ambitietabel Duurzame Stedenbouw Brede School West 9 9
Duurzaamheidthema
relevant
Deelaspect
basis
9
Basisambitie
extra
Extra-am
PEOPLE √
leefbaarheid
√
gezondheid
√
sociale cohesie
√ √
sociale veiligheid
-
duidelijk onderscheid tussen openbaar en privé politiekeurmerk en aandacht voor brandveiligheid PR-contour < 10-6 nieuwbouw geen overschrijding van de Oriënterende Waarde van het groepsrisico hulpdiensten kunnen adequaat ingrijpen
● soc
dubo+ -pakket (GWW) toegankelijkheid, doorgankelijkheid, bereikbaarheid en bruikbaarheid voor mindervalide obstakelvrij boomnorm 0,9 boom / woning groennorm 50 - 75 m2 / woning differentiatie van groengebieden bij nieuwbouw
●
● ● ●
toev netw boo
●
han verb san
● ●
handhaving van lagere waarden dan de grenswaarden NOx , PM10 voor verblijfsgebieden ( < 40 µg / m3 ) woningen hebben een geluidsluwe zijde bij voorkeur geen dove gevel toepassen bij overschrijding van het gebiedsgerichte geluidsniveau of voorkeurswaarde Wet geluidshinder wordt akoestische compensatie toegepast saneren van A-lijst woningen met een hoge geluidsbelasting voorkomen van nieuwe bronnen van stankoverlast
externe veiligheid *
-
inrichting OR
√ √
● ●
groen in de wijk
√ ? ? √
● ● ●
Geluid *
√ √
● ● ●
Geur *
√
sociale mix
√ √ √ √ -
● ● ●
streven naar heterogene samenstelling in de wijk minimaal 30% sociale woningbouw levensloopbestendig bouwen
● ● ●
-
●
-
●
● ●
stimulering van wijkvereniging doelgroepen bij het planproces betrekken waardevolle elementen die niet beschermd zijn inventariseren en documenteren, dan een waarde toekennen minimaal één model ontwikkelen waarbij het element ruimtelijk functioneel kan worden ingepast historische structuren die niet beschermd zijn inventariseren en documenteren minimaal één model ontwikkelen waarbij de oude structuren nog herkenbaar zijn DuBoplus richtlijn: GPR score 7.0 of gelijkwaardig voldoet aan basispakket woonkeur
● ●
DuBoplus richtlijn: GPR score 7.0 of gelijkwaardig Gemeentelijke gebouwen voorbereiden op klimaatneutraal in 2015
Lucht *
integratiebeleid culturele waarde
● ● ● ● ●
waardevolle elementen historische structuren
●
● √
kwaliteit gebouwen
woningen
√
utiliteitsgebouwen
√
● ● ●
●
PRPRsub groe dee leef
er is bij o bij n bij a ● bij won [gaat om ●
√
●
stim
●
alle geïn
●
hist sted
● ●
DuB vold
●
DuB
√
PLANET ruimtegebruik
√
herstructurering
√ -
uitbreiding water, opp. water
energie
√
√
● ● ●
inventarisatie en afweging herbruikbare kwaliteiten prioriteit voor aanpak bestaande locaties / gebouwen (woon/werk) efficiënte (milieu)zonering
●
verkeer / mobiliteit
√
√
√ √
● ●
intensi meerv
● ●
intensi meerv
● ● ● ● ● ●
afkopp draina peilflu 50% v water a doorko
hemelwater
√
● ●
zorgvuldige landschappelijke inpassing en aansluiting,mits ruimtelijk en functioneel onderbouwd efficiënte (milieu)zonering opstellen van waterparagraaf
oppervlaktewaters ysteem
√ √ √
● ● ●
opstellen van waterparagraaf toepassen van natuurvriendelijke oevers, waar mogelijk waterhuishoudkundigplan opstellen bij nieuwbouw
oppervlaktewaterk waliteit energieprestatie op locatie (EPL) duurzame energie opwekking
√
●
geen stank en geen overlast
●
helder
-
●
EPL = 7,2 in het projectgebied > 200 woningequivalenten, of 20.000 m2 BVO bedrijfsgebouwen
●
EPL = of 20.0
√
●
streven naar 5% van het energieverbruik binnen het projectgebied duurzaam opwekken verkaveling met minimaal 70% van de woningen gunstig op de zon georiënteerd DuBoplus pakket energiezuinige straatverlichting en verkeersregelinstallaties inventariseren en documenteren toepassen Gedragscode (Leiden) minimaal één model ontwikkelen waarbij de ecologisch waardevolle elementen behouden worden ecologische (Hoofd) Structuur wordt onderdeel van het ruimtelijke concept
● ●
20% v opgew verkav
●
EPC 2
●
ecolog integre
●
toevoe
●
geen d
●
natuur / ecologie
?
energie gebruik gebouwen en OR waardevolle elementen natuur autogebruik
√ √ √ √
● ● ● ● ●
-
● ●
√
VPL studie voor projecten met meer dan 800 woningen of 800.000 m2 BVO bedrijfsgebouwen
√ √ ? ? ?
√
√ √ OV
● ● ● ● ●
veilige en aantrekkelijke lv-routes volgens Duurzaam Veilig veilige oversteekgebieden CROW parkeernorm onderzoek ondergronds parkeren aandacht voor duurzaam slopen
hergebruik milieubelasting
√
●
DuBoplus richtlijn (GWW)
● ● ●
gescheiden inzameling volgens Landelijke afvalplan (LAP) bevorderen van afvalscheiding door gerichte informatie netwerk van inzamelpunten voor gescheiden afval gescheiden inzameling volgens Landelijke afvalplan (LAP) bevorderen van afvalscheiding door gerichte informatie netwerk van inzamelpunten voor gescheiden afval de risico’s boven het MTR terugbrengen tot verwaarloosbare risico
●
● ● ●
inzame plekke onderg wijze w historie optima geslote monito
●
project
●
project
●
boven
● ●
creëer groots
●
concen
● ●
rekeni ruimte
imagov o.r. bijzond onders
parkeren √
autoluwe verblijfsgebieden verkeersremmende maatregelen geluids- en trillingsarm uitvoeren onderzoek naar geluidsreducerend asfalt op 50 km/h wegen verkeersremmende maatregelen volgens Duurzaam Veilig inrichten sociaal veilige haltes en routes naar haltes 60% - 80% woonadr. binnen de b-kom op max. 500m v OV halte halte bij wijk- / buurtvoorziening
√ √ √ √ √ √ √
fiets
materiaal
● ● ● ● ● ● ●
√ √
afval
√
inzameling
bodem *
√
saneren
√ √ √ -
beheer
-
● ● ● ●
hergebruik grondwater grondwater
-
● ● ●
stand still gesloten grondbalans binnen locatie verspreiding van verontreinigingen in freatisch en middeldiep grondwater tegengaan
voorzieningen
√ √
●
√ √
● ●
100% bevord
● ● ●
sluiten voorra geclus
● ● ● ● ● ●
minima demon variabe produc vernieu inzame plekke onderg
●
● ●
PROFIT
levensloopbestendi ge wijk
√
voorzieningen
√
● ●
functionele en ruimtelijke flexibiliteit architectonische en ruimtelijke uitstraling werkgelegenheid
√
● ●
?
● ●
toepassen van functioneel aanpasbare gebouwen (voorzieningen, werken) rekening houden met toekomstige uitbreidingen
-
●
conform (op te stellen) beeldkwaliteitsplan / welstandnota
●
bedrijvigheid
-
●
aandacht voor bedrijvigheid in het plangebied
● ●
●
Woonmilieudifferentiatie functiemenging in de wijk
√
flexibiliteit van de gebouwde omgeving imago
√
economische vitaliteit
-
√
√
aandacht voor korte en veilige routes naar bestaande wijkgerelateerde voorzieningen economische en maatschappelijke voorzieningen in plangebied afstemmen op de doelgroepen aandacht voor korte en veilige routes naar bestaande wijkgerelateerde voorzieningen economische en maatschappelijke voorzieningen in plangebied afstemmen op de doelgroepen woonmilieus koppelen aan woonwensen van beoogde doelgroepen(woonvisie) differentiatie en ruimtelijke integratie afstemmen op omgeving van plangebied belanghebbende omwonenden betrekken bij het planproces combinatie van woon/bedrijfsfuncties voor kleinschalige ambachtelijke en zakelijke dienstverlening alleen werken aan huis regeling in woonwijken combinatie van buurtvoorzieningen met woonfunctie
Wonen / werken
√ √ √
●
-
●
-
●
●
28
?
? ?
7.3
Tekening aanwezige bomen plangebied
29
7.4
Eindadvies Klankbordgroep Brede School West
30