Jaarverslag 2006
MUSEUM VAN HEDENDAAGSE KUNST ANTWERPEN Leuvenstraat 32 - 2000 Antwerpen - België T +32 (0)3 260 99 99 http://www.muhka.be
F +32 (0)3 216 24 86
E
[email protected]
Inhoud
Het jaar in een notendop Deel I
Inhoudelijke werking en interne processen
I.1
Programmering
I.1.1
Beeldende kunst a. Inleiding b. Grote tentoonstellingen c. Collectiepresentaties en interventies d. Inserts
p. 10
I.1.2
Film en beeldcultuur a. Inleiding b. Programmaoverzicht per maand
p. 25
I.1.3
Publicatiebeleid
p. 30
I.1.4
Publieksgerichte activiteiten en presentatiegebonden reflectie
p. 31
I.2
ABCD
I.2.2
Archief
p. 34
I.2.3
Bibliotheek en documentatiedienst
p. 35
I.2.4
Collectie a. Collectiewerving beeldende kunst b. Collectie Vrielynck c. Collectiebeheer d. Restauraties e. Panamarenko project: Hammers Up!
p. 37
I.3
Publiekswerking
I.3.1
Communicatie a. Ontwikkelingen b. De Pers
p. 45
I.3.2
Bemiddeling a. Onthaal b. Bewegwijzering
p. 50
2
1.3.3 Bezoekerscomfort
p. 52
1.3.4 Publieksbegeleiding a. Onderwijs b. Volwassenen c. Kinderen en gezinnen d. Werkveld
p. 54
I.4
Ondersteuning
I.4.1
Intern management a. Bestuursorganen b.Interne werkorganisatie
p. 61
I.4.2
Personeel a. Personeelsbeleid b. Kerncijfers
p. 62
I.4.3
Infrastructuur a. Huisvesting en onroerende infrastructuur b. Roerende infrastructuur
p. 66
I.4.4
Financieel a. Kerncijfers b. Inkomsten c. Balans en resultatenrekening 2006
p. 67
Deel II II.1
Buitenwereld
De overheden
II.1.1 Voogdijoverheid: Vlaamse Gemeenschap a. Beheersovereenkomst
p. 73
II.1.2 Provincie Antwerpen
p. 74
II.1.3 Stad Antwerpen
p. 75
3
II.2
Andere stakeholders–samenwerkingsverbanden
II.2.1 De Antwerpse beeldende kunstscène
p. 76
II.2.2 Beeldende kunst: veldwerking a. S.M.A.K. b. PACKED c. Steunpunten en belangenbehartigers
p. 77
II.2.3 Film: samenwerkingsverbanden
p. 80
II.2.4 Publiekswerking: samenwerkingsverbanden
p. 80
II.2.5 Vrienden van het MuHKA vzw en bedrijvenclub
p. 81
II.2.6 Organisatorisch: de vakbonden
p. 87
II.3
Externe waardering
II.3.1 Perswaardering voor de MuHKA-tentoonstellingen
p. 88
II.3.2 Perswaardering voor film en beeldcultuur
p. 95
II.3.3 Bezoekerscijfers MuHKA en MuHKA_media
p. 96
II.3.4 Vragen aan het MuHKA en zijn staf
p. 97
Financiële documenten Resultatenrekening 2006
p. 98
Jaarrekening 2006
p. 108
4
Het jaar in een notendop Het jaar 2006 was een belangrijk jaar voor het MuHKA en de beeldende kunstsector. Het betekende een nieuwe start voor de sector. Veel organisaties kregen voor het eerst na jarenlange onderfinanciering een werkbaar budget. De verbreding en professionalisering van de sector kon van start gaan. De eerste acties die in 2006 ondernomen werden, waren vooral het uitbouwen van een werkbare structuur (aanwerven van competent personeel en zoeken naar een geschikte infrastructurele context). Vijftien organisaties beeldende kunst, vijf monodisciplinaire kunstencentra, vier werkplaatsen, drie tijdschriften en vier musea werden voor beeldende kunst gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap binnen het kunstendecreet. Deze eenendertig organisaties ontvingen samen net geen 6 miljoen euro, d.w.z. 6 procent van het budget van het kunstendecreet. Daarnaast is er een eveneens bescheiden kunstenaarsbeleid. Het MuHKA kreeg ook zijn eerste decretale verankering maar via het erfgoeddecreet en ondertekende met de Vlaamse Gemeenschap een beheersovereenkomst voor vijf jaar. De financiële implicaties voor het eerste jaar waren duidelijk én bemoedigend. Een netto groei van 450.000 euro is een sterk signaal voor het vertrouwen dat minister Bert Anciaux heeft in de instelling. Het verdere groeipad is echter onduidelijk en de stijging voor 2007 is zeer teleurstellend. Slechts 140.000 euro netto stijging. Met deze beperkte middelen blijft het artistieke budget ondermaats, kunnen we amper investeren in externe communicatie en behoud en beheer, en zullen we kampen met een onderbemanning. Vooralsnog dus geen honoraria voor kunstenaars, geen affiches in het straatbeeld, geen geld voor vertalingen, geen inhaalbeweging bij behoud en beheer,… Toch haalde het MuHKA het onderste uit de kan. De artistieke werking van het MuHKA was in 2006 opnieuw zeer veelzijdig. De presentaties wisselen seizoensgewijs met telkens een grote specifiek opgezette tentoonstelling, een actief ontwikkelen van de collectie en informeel presentatieonderzoek met kunstenaars in de vorm van interventies. Dit drievoudig opzet (4 per jaar) wordt gecompleteerd met kleinere betekenisvolle presentaties en met tijdelijke artistieke evenementen als o.m. performances en happenings. Extra Muros was het MuHKA ook verantwoordelijk voor de deelname aan en presentatie op de 6de Internationale Biënnale van Hedendaagse Kunst van Shanghai van de kunstenaars Luc Deleu en Hans Op de Beeck. MuHKA_media zoekt naar dwarsverbanden tussen verleden en toekomst van de film, tussen film en beeldende kunst, tussen kunst en maatschappij. De dagelijkse werking inzake programmering van de twee zalen heeft een stabiel evenwicht bereikt in de combinatie van klassiekers (thematisch zoals matinee, of in functie van Film Studies en andere lessen), experimentele video en film, actuele films met begeleidende discussies, speciale event-avonden met live-karakter en regelmatige presentaties van werk dat specifiek in dialoog staat met de beeldende kunst (in het kader van de galerienocturnes). Diverse scherp geprofileerde formats behielden of wonnen bezoekersaandacht, de art house werking verloor er.
5
De aanzetten van integratie op gebied van het artistiek programmatorische tussen MuHKA en MuHKA_media wordt in 2006 goed zichtbaar in de context van bijvoorbeeld ‘Intertidal’ (> SnowFlakes programma), ‘Academy’ (> een extra film en discussie n.a.v. Art School Confidential) en ‘The Projection Project’, een grootschalig film en tegelijk tentoonstellingsprogramma met publicatiewerk. Deze programmering werd beloond met uitgebreide media-aandacht. Met betrekking tot de tentoonstelling ‘Intertidal: Vancouver Art & Artists’ kan men de algemene perswaardering zeer positief noemen, en dit geldt zowel voor de in (hedendaagse) kunst gespecialiseerde pers als voor de pers die een breed publiek wil bereiken. De gespecialiseerde pers spreekt zich unaniem lovend uit over het belang van het initiatief en de originaliteit in aanpak van het idee dat achter de tentoonstelling ligt. Deze analyse van een lokale scène met kunstenaars met wereldwijde impact is de eerste sinds lang; ze gaat dieper dan er ooit werd gegaan; de begeleidende publicatie is een toekomstig referentiewerk. Tegelijk stelt een niveau hoger de klaarblijkelijke mogelijkheid van lokale tendensen in de hedendaagse kunst vraagtekens bij de impact van de globalisering op de internationale artistieke scène. Deze tweeledigheid werd door de gespecialiseerde pers erg gesmaakt. De Standaard en De Morgen schrijven enthousiast: “Het Muhka in Antwerpen heeft kunst uit Vancouver in huis gehaald. Het resultaat is een complexe maar sterke tentoonstelling met beelden van een stad die pas honderdvijftig jaar oud is.” (DS, 5/1/06, koptekst) “Met de jongste tentoonstelling over de kunstscène van Vancouver blijft het Muhka met verve overeind in het overbevolkte museumlandschap.” (DS, 5/1/06) “Met Intertidal gooit het MuHKA hoge ogen (…)” (DM, 21/12/05) De tentoonstelling genoot de belangstelling van buitenlandse journalisten: VARA, Metropolis M (NL), Artforum (USA), Le Monde, Le Point, Art Press (F), en er verschenen uitvoerige artikels in het Franse Exporevue (Raya Baudinet), het Zweedse Konsttidningen (Kristian Romare) en de Canadese The Canadian Art Revue (Richard Vaughan) en The Ottawa Citizen (Tom Douglas) met een oplage van 156.657 exemplaren. ‘De-Regulation, met werk van Kutlug Ataman’ krijgt diepgaande aandacht van kunstkranten als
ART, en De Witte Raaf en het gespecialiseerde tijdschrift over kunst, design en architectuur DAMn° wijden diepgaande artikels aan de tentoonstelling ‘De-Regulation’, net als de belangrijke Duitse krant ‘Frankfurter Algemeiner’. Opmerkelijk is de bespreking van deze tentoonstelling in het Oostenrijkse kunsttheoretische tijdschrift Camera Austria, dat voordien het MuHKA nog niet had vermeld. De oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk bij het internationale karakter van deze tentoonstelling (Antwerpen – Tel Aviv – Berlijn) en die van de terzelfdertijd in Extra City lopende tentoonstelling ‘Küba’. Bovendien heeft de tentoonstelling een eigen website, wat ze voor de internationale pers ook toegankelijker maakt. Voorafgegaan aan ‘Homo Faber’ toonde Jan Fabre in het MuHKA werken in vlees die hij in het verleden maakte. Behalve de geschreven pers, haalde dit spectaculaire evenement ook het VTM-nieuws. Het vijfvoudige tentoonstellingsproject ‘Homo Faber’ mocht rekenen op ontzettend veel lovende persaandacht, zowel van de Nederlandstalige Belgische pers, waaronder het VRT-nieuws, als van de Franstalige.
6
Het MuHKA – luik in het bijzonder, met het vroegste, nauwelijks bekende werk van Fabre, werd als zeer boeiend ervaren. “Impressionant”, zo begint Guy Duplat het eerste van de twee artikels die La Libre Belgique aan dit evenement wijdde. Een aantal kranten (La Libre, De Standaard, De Morgen, De Gazet van Antwerpen) wijdden inderdaad meer dan één bespreking aan deze zomertentoonstellingen. Buitenlandse kranten als Le Monde en Le Figaro lieten zich evenmin onbetuigd. “Met ‘Academy’, een samenwerkingsproject tussen Siemens, Kunstverein Hamburg, Het Van Abbemuseum in Eindhoven, het Londense Goldsmith College en het MuHKA, maakt dit museum deel uit van de internationale discussie van het moment”. (DM) Onder de internationale belangstellenden citeren we Frieze en Contemporary (GB), ArteIn (I), Metropolis M, NRC-Handelsblad en De Volkskrant (NL). In de meer algemene bladen vond men dat de tentoonstelling al te veel vragen opwierp, maar hoewel men vreesde voor een ietwat droge, saaie tentoonstelling, bleek de recensente opgetogen over de keuze van de werken: “Men behoedde zich ervoor om al te vernauwend pedagogisch te werk te gaan”, schreef Janneke Wesseling in NRC. “Een weerbarstige tentoonstelling die ons wilde doen nadenken over hoe en wat we kunnen leren van kunst…werken die interessant waren zonder artistiek te zijn”, vond het tweemaandelijkse kunstkritische tijdschrift Rekto Verso. De artikels waarin het museum of zijn directeur ter sprake komen gaan over de samenwerking met de andere Antwerpse musea, over het grote museumrapport, het cultuurbudget en de subsidies van de overheid of nog ‘het beleggen in kunst’. In een uitvoerig artikel over de visie van directeur Bart De Baere, schrijft het Britse luchthaven magazine Connect vol bewondering: “None other than the MuHKA would embark on such a perilous journey, but these people have a mission”. Acht ‘Bekende Vlamingen’ waaronder Bert Verhoye, Bart Moeyaert en Stijn Peeters, de architect die het TV-programma ‘De Grote Monumentenstrijd’ aankondigde, riepen het MuHKA uit tot hun lievelingsmuseum. Hoewel het programma en/of highlights van MuHKA_media wekelijks werd aangekondigd in De Standaard, De Morgen, Knack Focus en Week Up bleven deze media – ondanks de herhaalde rechtzettingen – tot ongeveer midden 2006 de oude benaming ‘Filmmuseum Antwerpen’ hanteren. Programma – onderdelen zoals de videofilms van Nam June Paik en ‘Videogasten’ (interviews met videokunstenaars waarvan tegelijk werk werd getoond) die ook het domein van de hedendaagse kunst betreden of Samuel Beckett die ook tot de podiumkunsten wordt gerekend, werden eveneens aan de desbetreffende journalisten gecommuniceerd. Dergelijke bijzondere evenementen (Nam June Paik, Samuel Beckett, Werner Herzog op bezoek…) gaven bovendien stof voor radioprogramma’s van de zenders Klara en Radio1 (jammer genoeg beschikken we niet over de volledige lijst). Diepte-artikels werden gewijd aan de lezing van Corry Doctorov in het kader van Stitch & Split, de Jeanne Moreau –cyclus en Kino-Eye. Webmagazines als Cinebel, Den Brabo en The Art Server kondigden maandelijks het filmprogramma aan. SoNoRaMa, het muzikale filmprogramma van de zomermaanden, werd eveneens opgenomen in het digitale magazine Soundtrack.
7
Voor de wisselende collectiepresentaties, die openenen in de periodes van afbraak en opbouw van de grote seizoenstentoonstellingen, werden geen aparte pers- en openingsmomenten ingericht. Deze stillere aanpak betekent geenszins dat we minder aandacht besteden aan de collectie. Integendeel de collectievorming en presentatie is een fundamentele hoeksteen van de werking. De collectie nam opnieuw fors toe met 173 werken. Dit is een stijging van bijna 15 procent. Er waren o.a. 90 schenkingen en er werden 26 werken/installaties/ensembles met het aankoopbudget van de Vlaamse Gemeenschap (200.000 euro) aangekocht. Daarbij internationaliseerde de collectie verder, en verwierf ze opnieuw een aantal kernwerken die de collectie kunnen dragen, zoals het met de Turnerprize genomineerde media-installatie ‘Twelve’ van Kutlug Ataman, maar versterkte ze tegelijk ook de referentiecollectie hedendaagse kunst uit Vlaanderen. Hierbij dienen twee bijzondere schenkingen worden vermeld van twee van onze meest gerenomeerde Vlaamse kunstenaars. Jan Fabre schonk het MuHKA een belangrijk ensemble van zijn vroeg werk, waaronder al zijn vroege performance-video’s. Luc Tuymans schonk het museum zijn hele polaroid-oeuvre, waardoor het nu een waaier van het werk van Tuymans kan tonen waar geen enkel ander museum mee vergeleken kan worden. In 2007 is het MuHKA 20 jaar actief en zal de collectie volop in de schijnwerpers staan. Zeer belangrijk in 2006 was de schenking van het Panamarenkohuis in de Biekorfstraat. De notariële akte werd getekend in december 2006. Panamarenko besliste in 2005 om zijn ouderlijke woning in de Biekorfstraat te schenken aan het MuHKA. Het MuHKA aanvaardde dit aanbod met open armen. Het huis heeft een sterke symboolwaarde voor het artistieke gebeuren in de stad Antwerpen. De aanwezigheid van vele semi- en kunstvoorwerpen in de woning zijn van goudwaarde om de ontwikkeling van Panamarenko te documenteren. Het is niet de bedoeling een klassiek dood herdenkingshuis te maken maar een actief centum waar het activisme in de kunst uit de jaren zestig en zeventig in Antwerpen centraal staat. De openstelling wordt voorzien voor midden 2009. Het geheel van de werking kon rekenen in 2006 op een stabiele publieke belangstelling. Er kwamen iets minder film- en mediabezoekers, maar het publiek voor de tentoonstellingen groeide in beperkte mate. In totaal is het bezoekersaantal met 6% gestegen. Het museum is met zijn 74.000 bezoekers zowel in de kunstenals in de musemsector een van de grote spelers. Op organisatorisch vlak werden een aantal veranderingprocessen, ingezet in oktober 2005, verder uitgewerkt. De bedoeling is de werking van het museum helderder en functioneler te maken. · Met de matrixstructuur willen we de operationele werking en vernieuwingsprocessen op zich en de onderlinge afstemming beter laten verlopen. Deze matrixstructuur wordt operationeel op 1 januari 2007; · Het kalenderbeheer werd geoptimaliseerd aan de hand van een centrale activiteitendatabank;
8
·
Er werd ook gesleuteld aan een geïntegreerd én motiverend human resources beleid. Belangrijk hierbij is de invoering van een correct inschalingsysteem voor alle medewerkers en de ruimte voor opleidingen en ontwikkelingsperspectieven van de medewerkers te verbreden. Het doel is om een consensus te vinden binnen het MuHKA rond de nieuwe baremieke structuur tegen half 2007.
Het personeelsbestand van het MuHKA steeg in 2006 met 2,9 vte’s tot 57,7 vte’s voor 69 medewerkers. Ook in 2005 waren er 69 medewerkers. Dit geeft aan dat de gemiddelde tewerkstellingspercentages per medewerker zijn uitgebreid. De nieuwe medewerkers kozen voor een voltijdse betrekking. Toch blijft het aandeel van de personeelskost in de totale begroting verder dalen. In 2006 is dit 53,7% t.a.v. 55% in 2005. Het doel is tegen 2010 de personeelsuitgaven terug te brengen tot 50% van de totale werkingskost. Door een rigoureuze opvolging van uitgaven en inkomsten realiseerde het MuHKA voor de vierde maal op rij een positief resultaat. De winst van het boekjaar 2006 werd natuurlijk gunstig beïnvloed door de schenking van het huis van Panamarenko ter waarde van 98.000 euro. De balans klokt af op een actief- en passiefwaarde van 5.361.136,29 euro. Inkomsten Subsidies Vlaamse Gemeenschap € 2.662.000 Nationale Loterij € 500.000 Andere subsidies/toelagen € 183.744,60 Andere inkomsten € 1.235.166,40 Totaal : 4.580.911,00 euro Uitgaven Programmering ABCD Publiekswerking Personeelskost Werkingskosten Totaal: 4.522.063,19 euro
€ 423.971,05 € 99.750,12 € 318.894,48 € 2.427.770,26 € 1.251.677,28
Resultaat van het boekjaar: 58.847,81 euro
Met deze gezonde financiële situatie achtte de Raad van Bestuur zich tevreden. Vier nieuwe bestuurders vervoegden de Raad van Bestuur in 2006. Hiermee versterkte het MuHKA diverse expertises en kwam het museum tegelijk tegemoet aan de expliciete vraag van de Minister van Cultuur naar meer culturele diversiteit.
Bart De Baere, Directeur
Luc Delrue, Zakelijk verantwoordelijke
9
Deel I
Inhoudelijke werking en interne processen
I.1
Programmering
I.1.1
Beeldende kunst
a. Inleiding De afdeling programmering zette in 2006 haar werking met als centrale inzet het onderzoek naar verschillende soorten tentoonstellingsmodellen en presentatiepraktijken verder. In dit onderzoek worden gangbare, klassieke modellen in vraag gesteld en wordt gestreefd naar vernieuwende vormen van presentatie die benaderd worden als gecontextualiseerde autonomie. De presentaties wisselen seizoensgewijs met telkens een grote specifiek opgezette tentoonstelling, een actief ontwikkelen van de collectie en informeel presentatieonderzoek met kunstenaars in de vorm van interventies. Dit drievoudig opzet wordt gecompleteerd met inserts, kleinere betekenisvolle presentaties en met tijdelijke, artistieke evenementen als o.m. performances en happenings. De grote tentoonstellingen vertrekken van specifieke uitgangspunten. Een eerste lijn vertrekt van de uniciteit van artistieke visies waarbij het om bijzondere individuele tentoonstellingen kan gaan of om projecten die zich, vanuit deze individuele referentie, tegelijk transformeren tot een groepstentoonstelling (De-regulation Kutlug Ataman en Stefan Roemer, Homo Faber - Jan Fabre). Een tweede lijn zoekt mogelijkheden om kunst in een context te situeren op zo’n manier dat er een artistieke benadering mee kan worden uitgedrukt. Een mogelijkheid hiervoor is de topografische focus (Intertidal - Vancouver Art & Artists). Een andere insteek zijn thematische tentoonstellingen zoals ‘ACADEMY. Learning from Art’ waarin een onderzoek gestart wordt naar een andere toekomst voor de academie en naar een ander begrip van de artistieke leeromgeving. Een derde uitgezette hoofdlijn is het scherpstellen van het kader rond kunst. Een uitdrukking hiervan zijn de projecten die focussen op bepaalde formats die de standaardisering van een markt- en objectgericht kunstbeeld opentrekken (‘The Projection Project’). In de vier collectiepresentaties worden de werken steeds opnieuw in een andere context geplaatst. Belangrijk hierbij is de wisselwerking tussen enerzijds de collectiepresentaties en anderzijds de interventies en de grote tentoonstellingen. Voor ‘Collectiepresentatie XIII’ werd Carla Arocha uitgenodigd voor een interventie. De titel LUZ verwees naar de centrale rol die licht en lichteffecten als kleur, transparantie, spiegeling, enzovoort spelen in haar artistieke praktijk. In ‘Collectiepresentatie XIV’ was een belangrijke rol weggelegd voor het werk van Hans Op De Beeck die een aantal multimedia-installaties toonde waarin architecturen op grote en kleine schaal gereproduceerd werden.
10
‘Collectiepresentatie XV’ focuste, voorbereidend op de jubileumtentoonstelling van 2007, op een aantal historische bakens die het collectiebeleid mee hielpen vorm geven en op enkele hedendaagse sleutelwerken die bepalend zullen blijven voor het museaal toekomstbeeld. Onder de titel ‘Ergens / Somewhere’ intervenieerden de kunstenaars Pierre Bismuth, Koenraad Dedobbeleer en Pieter Vermeersch, in présence en ambitie variërende artistieke voorstellen, in deze presentatie. In ‘Collectiepresentatie XVI’ wordt de collectie gescreend op haar pedagogisch potentieel en reflecteert onder de titel ‘Attribuut en Substantie’ verder op de brede thematiek van de Academy-tentoonstelling. De inserts, tentatieve toevoegingen aan de kunsthypothese van het museum, die zowel een lichte presentatiemogelijkheid kunnen bieden aan een jong kunstenaar als een plaats bieden voor fundamenteel onderzoeksgerichte presentaties, werden dit jaar gerealiseerd door Jan Fabre (Vleeswerken), Tommy Simoens (Pattern Recognition) en Mira Sanders (L’Union – De Unie). De eenmalige artistieke evenementen werden waargemaakt met een muzikale performance van Dimitri Brusselmans en Monky Pussy (Hobo Faber) en een poëzie-happening (Timewave Zero). Extra Muros was het MuHKA ook verantwoordelijk voor de deelname aan en presentatie op de 6de Internationale Biënnale van Hedendaagse Kunst van Shanghai van de kunstenaars Luc Deleu en Hans Op de Beeck. Na overleg met Bart De Baere, directeur van het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen, zijn twee internationaal bekende kunstenaars voorgedragen, met name Luc Deleu en Hans Op De Beeck. Beiden zijn sterk gelieerd met Antwerpen. Uiteindelijk heeft het Artistiek Selectiecomité van Shanghai de kandidatuur van de twee kunstenaars weerhouden met volgende kunstwerken: ‘New Version of VIP City’ (een specifieke visie van Luc Deleu op de mogelijke indeling van de wereld in bewoonbare percelen 6m op 6m) en ‘T-Mart’ van Hans Op De Beeck (een reusachtig schaalmodel van een supermarkt met daar bovenop een videoprojectie, die een wisselend effect aan dit ontwerp verleent, op te stellen in een ruimte van circa 100 m²). De Vlaamse Gemeenschap heeft eveneens zijn belangstelling te kennen gegeven om dit project te ondersteunen, gezien beide Vlaamse kunstenaars de artistieke creatie in Vlaanderen op wereldschaal promoten in Shanghai. Het project is een samenwerking tussen de Vlaamse Gemeenschap, de stad Antwerpen en het Muhka.
11
b. Grote tentoonstellingen Alle Informatie omtrent de tentoonstelling INTERTIDAL. Vancouver Art & Artists (periode: 17.12.05 – 26.02.06) vindt u terug in het jaarverslag 2005. DE-REGULATION with the work of Kutluğ Ataman (17.03 - 28.05.06) De Turkse hedendaagse kunstenaar Kutluğ Ataman, die in Istanbul en in Londen werkt, was één van de revelaties op de laatste Documenta, won daarna de prestigieuze Carnegie Prize en stond in 2004 op de shortlist voor de Turner Prize. De presentatie van zijn installatie ‘Küba’ in Londen werd in 2005 uitgeroepen tot het belangrijkste kunstevenement van het jaar. Genoeg reden voor het MuHKA om een voorjaarstentoonstelling te organiseren rond het werk van deze vernieuwende kunstenaar, die daarmee bovendien zijn eerste individuele presentatie op het Europese vasteland krijgt. In de tentoonstelling ‘DE-REGULATION’ zijn onder meer zes video-installaties van Ataman opgenomen: ‘Never My Soul, Vicious Circle’, ‘Twelve, ‘1 + 1 = 1’, ‘Martin is Asleep’ en ‘Women Who Wear Wigs’. Maar de kracht van het project is dat het de aandacht verschuift van het werk van Ataman op zich, naar de mogelijkheden die het creëert. Parallel aan deze tentoonstelling toont Extra City het project ‘Küba’, een co-productie met het MuHKA. Een oeuvre van een kunstenaar genereert zelden een onderzoeksproject, waaraan ook theoretici en andere kunstenaars kunnen deelnemen. In ‘DE-REGULATION’ gebeurde dat echter wel. Hier werd een open veld gecreëerd waarin zeer uiteenlopend materiaal werd bijeengebracht: een beeldverhaal van de Duitse kunstenaar en theoreticus Stefan Roemer; een televisiekamer, waar Turkse tvfragmenten getoond worden; een fotoarchief rond huwelijkstradities bij de diverse etnische groepen in de stad samengesteld door de in Istanbul werkende theoreticus Nermin Saybasili; en verzamelingen filmaffiches uit de rijke Turkse filmcultuur en afbeeldingen van Ataturk. Die twee soorten beelden zijn opvallend aanwezig in het straatbeeld van Istanbul en werden verzameld door de in Londen werkende academica en samensteller van de tentoonstelling Irit Rogoff. Op elk niveau van dit project worden de toeristische stereotypes van het exotische Oosten doorprikt; de stad en zijn bevolking worden almaar complexer en eigentijdser. Irit Rogoff gaat ervan uit dat het publiek in een tentoonstelling een actieve en dynamische rol speelt. Omdat het MuHKA deze visie deelt, maakt het plaats voor de door Rogoff voorgestelde presentatie rond het werk van Kutluğ Ataman. Die stelt het publiek in de gelegenheid Atamans oeuvre vanuit verschillende oogpunten te bezien, zonder didactisch of contextualiserend te worden. De presentatie biedt aanknopingspunten om na te denken over hoe de kunstwerken boven zichzelf kunnen uitstijgen door associatie en identificatie. In die zin past Rogoffs concept bij de praktijk die het MuHKA wil ontwikkelen om te mediëren tussen kunstwerken en het publiek. Het museum wil niet langer gewoon iets vertellen aan het publiek maar de dialoog aangaan met het publiek. Zoals uit de titel blijkt is de tentoonstelling toegespitst op de-regulation, de ontregeling van ervaringen, niet alleen van de personages in Atamans videoinstallaties, maar ook die van de tentoonstellingsbezoeker.
12
Geen van de getoonde werken geeft een eenduidige beschrijving van een locatie in de wereld of van de subjectiviteiten daarvan. Ataman geeft in zijn werk een stem aan diegenen wier ervaring door de maatschappij niet wordt erkend of die de maatschappij niet weet te plaatsen; het is de stem van migranten, opstandelingen en rebellen of van andere mensen die van de norm afwijken. In een genre dat ergens het midden houdt tussen documentaire en fictie, richten de mensen in Atamans video-installaties zich rechtstreeks tot de kijker met hun intrigerende, zeer persoonlijke verhalen en zetten ze die aan om na te denken over kwesties als identiteit en ontworteling. De vier vrouwen in ‘Women Who Wear Wigs’ – een bekende journaliste, een voormalige politieke dissidente die jaren op de vlucht was, een universiteitsstudente en een transseksuele prostituee die tevens een mensenrechtenactiviste is – vertellen elk het verhaal waarom ze een pruik dragen. Hun redenen gaan van ijdelheid tot camouflage of protest en in elk verhaal wordt een beeld geschetst van een complex modern leven dat totaal indruist tegen de verhalen die het Westen vertelt over vrouwen in het Oosten. In ‘Twelve’ komen dan weer zes dorpelingen aan het woord uit de provincie Adana, de oudste Arabische streek in Zuidoost Turkije, die geloven dat ze een gewelddadige dood zijn gestorven en gereïncarneerd zijn. Het verrassende aan hun verhaal is hoe nuchter en ingehouden ze zijn. Ze verwachten geen spirituele status door hun reïncarnatie, maar willen gewoon hun nieuwe leven voortzetten in de buurt van het oude. Door hun reïncarnatie hebben ze twee paar ouders, echtgenotes, kinderen enzovoort en zo zijn zes mensen twaalf levens geworden. Hun verhaal getuigt van de mogelijkheid om een leven te herschrijven met de meest eenvoudige middelen, geen ongebreidelde fantasieën over verbazingwekkende prestaties, maar kleinschalige aanpassingen om voor jezelf een lichtjes andere realiteit te creëren. In elk deel van de film richten de protagonisten zich tot ons, de toeschouwers, vertellen ze ons uiterst gedetailleerd over hun leven en maken ze ons deelgenoot van hun ervaringen, alsof we grote nieuwsgierigheid hadden laten blijken. Ataman, die cineast en videokunstenaar is, speelt zowel met de traditie van de documentaire en het interview als met het filmische melodrama, een filmgenre dat in Turkije erg belangrijk is. Stefan Roemers fotografische essay van Istanbul daarentegen is eerder een artistieke reportage en pretendeert geenszins een diepgravend onderzoek van de stad te zijn. Het beeld dat hij schetst, druist in tegen de exotische stereotypes zoals we die kennen uit toeristische publiciteit. Hij toont ons de moderne stad met zijn talrijke commerciële geveltjes, kleine braakliggende terreinen, inventieve signalisatie en rijke tegenstellingen tussen hedendaagse drukte en traditionele gebruiken. Al het andere in de tentoonstelling bijeengebrachte materiaal – foto’s van huwelijken, filmaffiches, tv-fragmenten en beelden van Ataturk – vertelt ons dat wat we waarnemen van Istanbul – wemelt van de tegenstellingen tussen moderniteit en traditionalisme, tussen uiteenlopende culturele groepen, tussen verlangens en dat al deze gelaagdheden een dialoog aangaan met elkaar. In de lijn van Atamans intentie om de nadruk te verschuiven van het loutere tonen van een plaats aan een tentoonstellingspubliek naar het schetsen van alle verborgen drama’s onder de oppervlakte, beginnen ook wij, tentoonstellingsmakers en toeschouwers, te begrijpen dat iedere keer wanneer we ergens aankomen we deze plaats zelf bedenken.
13
Zo vormen we ons niet langer een beeld van Turkije wat louter gebaseerd is op exotische fantasieën over Oosterse culturen, maar beginnen we het land te zien als een uiterst dynamische plaats met vertrekkende en aankomende migranten, met radicale geschiedenissen, die zowel naar het land zelf als naar andere landen hun uitwerking hebben, een plaats die tegelijk deel uitmaakt van Europa en het continent begrenst. Voor een overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 1 Meer informatie over de tentoonstelling ‘Küba’ in Extra City vindt u in bijlage 2
HOMO FABER - Jan Fabre in het MuHKA (12.05 – 15.08.06) De tentoonstelling ‘HOMO FABER’ werd gerealiseerd in samenwerking met het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en de Stadsbibliotheek. Dat Jan Fabre een van onze belangrijkste kunstenaars is, zal iedereen onderschrijven. Maar waar dat belang precies ligt, is niet altijd zo duidelijk. En evenmin hoe de veelvuldigheid van zijn activiteiten aaneengeknoopt kan worden. Is Fabre een beeldend kunstenaar die ook theater, dans en opera maakt? Is hij een theaterkunstenaar die ook tekent, sculpturen, installaties en films maakt ? Wat is zijn belang als auteur, als choreograaf, ...? De tentoonstelling in het MuHKA wil een basis vormen van waaruit heel het oeuvre van Jan Fabre opnieuw kan worden bekeken. Hoe is het beeld van Fabre gevormd? Fabre katapulteerde zichzelf in 1982 uit de marge meteen internationaal in de schijnwerpers met zijn Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was en bestendigde dit beeld twee jaar later met De macht der theaterlijke dwaasheden. In het verlengde daarvan werd hij ook in de beeldende kunstscène een gewaardeerde kunstenaar die in prestigieuze galerijen en musea zijn opwachting maakte. Waar zijn theaterwerk sindsdien uitputtend bestudeerd werd, en ook het latere beeldende werk door tal van monografieën verspreid en door essays onderbouwd werd, bleef alles wat Fabre voordien gedaan had, onbelicht. Het werd zelfs weggegomd, door de manier van functioneren van het beeldende kunstsysteem. Met de vermelding van solotentoonstellingen in een verkoopsgalerie als The Curiosity House, waar Fabre driemaal tentoonstelde, is weinig eer te halen en nog minder met die van eigen initiatieven in een loods bij het Kempisch dok. Ook de performances, die werden gekannibaliseerd voor het vroege theaterwerk en waarvan de energie in de podiumproducties verder leefde, waren niet eenvoudig in een bio te verwerken en zo in een oorsprongsverhaal te vatten. Hier en daar werden wel een paar oude werken terug onder de aandacht gebracht, zoals de ‘Theezakjeskamer’ (1978) in Watou, de reeks 8 mm kortfilmpjes (1980-82) in een editie voor de VMHK in Gent, het ‘Neuslaboratorium’ (1978-79), ‘in de tuin van zijn ouders’, of de ‘Wetskamer’ (1979) en ‘Wetskelder’ (1979) met zijn weckpotten in Fondation Claudine et Jean-Marc Salomon en MAMAC, Nice. Ook door de recente tentoonstelling van een tachtigtal maquettes in het Vlaams Parlement werd de breedte van het beeldende kunstverhaal achter Fabre opnieuw gesuggereerd. Maar het beeld van het geheel werd nooit bijgesteld.
14
Waar Fabre als theatermaker doorgaans over het geheel van zijn theaterparcours geïnterpreteerd wordt, bleef de beeldend kunstenaar Fabre tot op heden de recente beeldende kunstenaar, met vooral aandacht voor de monumentale sculpturen zoals de bronzen schildpad ‘Searching for Utopia’, het kasteel Tivoli, ‘Heaven of Delight’ in het Koninklijk Paleis in Brussel en de naald-met-kever Totem in Leuven. Amper gedocumenteerd, in een documentatie waarin pas recent gedeeltelijk orde gebracht werd, vielen de eerste tien jaar van een enorme beeldende kunstactiviteit weg. Zo is een beeld ontstaan van theater, dans en opera enerzijds, en tekeningen, sculpturen, films en installaties anderzijds, die onderling moeilijk met elkaar te rijmen lijken. Een ordening en indexering in deze zin is zeker mogelijk. Ze wordt ook gebruikt voor het Mercatorfondsboek, dat naar aanleiding van deze tentoonstelling verschijnt. Tegelijk kan een dergelijke categorisering een begrip van Fabre ook in de weg staan. Ze kan leiden tot een beeld waarbij Fabre’s kunstwerken worden benaderd en geïnterpreteerd als op zichzelf staande producten. Het MuHKA gelooft juist dat het belang en de eigenheid van Fabre als kunstenaar primair in zijn voortdurende beweging ligt. De dingen op zich kunnen daarin een heel verschillende status hebben, al zien ze er uit als ‘kunstwerken’. Het kunnen relicten zijn van handelingen (de bloedtekeningen), of instrumenten (de voetmatjes met een schaar eronder), of een kader ervoor (de film ‘The Problem’ uit 2001). Een tentoonstelling kan een aanleiding zijn tot een reeks grote sculpturen, met dezelfde vingervlugheid als kleine schetsen… een kernachtige afgeleide van complexe gedachten… Grote producties kunnen een aforistisch idee doorvoeren en artistiek een vonk betekenen, in een kleine tekening kan daarentegen een wereld vervat liggen. Het doen kan de neerslag van een mogelijkheid zijn, zoals bij het kasteel Tivoli (1990), of een denkend handelen, zoals bij vele van de performances. Het MuHKA heeft dan ook samen met Fabre een presentatievorm gezocht om hieraan uitdrukking te geven. Met aandacht voor beelden die geen kunstwerk zijn geworden maar wel kunst zijn, voor documentatie als enige overblijvende toegang tot handelingen, voor klank en voor tekstflarden. Het MuHKA ziet Fabre bij wijze van spreken als een oeuvrekunstenaar, een kunstenaar van wie het werk belangrijk is als één groot, samenhangend geheel. De afzonderlijke werken, zoals die zich nu verhouden tot de meesterwerken van oude kunst in het KMSKA, krijgen hun energie en samenhang uit die bredere beweging met zijn vele inzetten. Omdat Jan Fabre een homo faber is, een doende mens, wordt teruggegrepen naar een titel van de vroege tentoonstelling ‘Homo Fabere’ (1981). Fabre’s kunst is performatieve kunst, kunst die ontstaat uit handelen en die daar verder toe wil aanzetten. Door deze benadering wordt het schijnbare schisma tussen de theatermaker en de beeldende kunstenaar opgeheven. De eigenheid van Fabre is net dit integrale. Dat wordt pas goed duidelijk bij een meer aandachtige benadering van Jan Fabre’s vroege artistieke praktijk, nog vóór Het is theater … Hier is dezelfde diversiteit terug te vinden als later, maar dan binnen het veld dat klassiek als beeldende kunst wordt benaderd. Ook in die periode is de handelende kunst al een ijkpunt. Fabre wordt internationaal niet het eerst opgepikt door de theaterscène maar door de performancescène, met instellingen als De Appel in Amsterdam, CAIRN in Parijs of Franklin Furnace in New York.
15
Terecht stelde Johan Pas in zijn recente boek over het ICC, dat het ontbreken van Fabre een van de grote tekorten is in de ICC-programmering van die tijd. Parallel aan deze performanceactiviteit ontwikkelde Fabre werken die men installaties kan noemen, maar die volledig verweven zijn met deze performance-inzet. In een weekendtentoonstelling (25-26/2) in het MuHKA, toonde Fabre een reeks van dergelijke werken, ‘de vleeswerken’: de reeks kleine sculpturen in filet américain die hij ooit bij een beenhouwer in de Boerhaavestraat toonde, werken met filet américain op bladzijden van de Wall Street Journal, gepresenteerd in 1980 in Galerij Blanco in Antwerpen, een kleed en een kostuum van vlees en de werken met biefstukken. De opener van de eigenlijke tentoonstelling, ‘Objecten om in te breken en te vechten’ van 1978 uit de eerste tentoonstelling in Curiosity House, geeft de straat aan als referentiekader. Dat was overigens ook letterlijk het geval, met een VMO-café aan de overkant van de galerij. Het doorboorde JFK-muntstuk is een ruimtelijke versie van de performance-installatie ‘It Is Kill Or Cure’ uit 1982 in Franklin Furnace in New York waarin Fabre zichzelf als schietschijf aanbood. Installaties zoals ‘De lente komt eraan’ (1979, condooms gevuld met ontkiemende uien en aardappelen) of ‘Moving Obsessions Giving Light’ (een remake uit 1981 in Artspace Washington, met kasten en stoelen met brandende kaarsen) blijven zelf letterlijk verder bewegen maar ze maken ook een actor van de bezoeker, net zoals de ‘Vliegenvangerskamer’ (1979). Maar niet alleen de gereconstrueerde installaties worden tentoongesteld, er is ook een veelheid van materiaal dat hierbij aansluit: de vroege 8mm performancefilmpjes; documentaire tapes van een aantal performances, waaronder de nu pas gerestaureerde registratie van het legendarische ‘Ilad of the Bic-Art’, uitgevoerd in 1980 in De Appel in Amsterdam; allerhande teksten; liedjes op teksten van Fabre van de cold wave groep M. Bryo & DMT die Fabre met een vriend opnam en componeerde op zijn synthesizertje; kleine objecten of installatie-elementen zoals de voetmatten met een schaar eronder om het boze oog af te weren; documentaire foto’s van performances en foto’s die parallel aan performances werden genomen, zoals die van de tot Arabier herschminkte Fabre in ‘De Prins-Arabier uit de Sprookjes van Duizend en één Nachten’ (1978) of de ‘Window Performance’ van 1977. Ondanks de overvloed van belangrijke vroege werken die de laatste twintig jaar niet meer te zien waren, en ondanks de rijkdom aan nu pas ontsloten documentair materiaal, is de tentoonstelling van Fabre in het MuHKA geen retrospectieve van de vroege Fabre. De verrassende vintage Fabre die overal in de tentoonstelling opduikt, wordt verbonden met de belangrijke werken van Jan Fabre waarover het MuHKA beschikt. De figuur bekleed met duimspijkers ‘Ik, aan het dromen’ (1978), ‘Mur de la montée des anges’ (1993), de prachtige tekeningenreeksen, de insectensculpturen ‘Fantasie-Insecten-Sculpturen (1979) die elk hun miniatuurverhaal met zich meedragen,… ook zij zijn van de partij, maar in een andere setting dan we gewoon zijn. Het onderzoek naar het vroege werk was een instrument om het heden vanuit een juistere invalshoek te kunnen benaderen. De radicale performances die nu opnieuw in documentatie te bekijken zijn, zijn enkel een symbool voor een brede artistieke activiteit die integraal performatief was en is. Een opdeling in disciplines is – hoezeer Fabre ook disciplines bespeeld heeft en hen verder bespeelt – enkel nuttig voor een boek waarin gefragmenteerde reflecties verdere inzichten kunnen aanleveren.
16
Het voornaamste inzicht kan echter zijn: dat het oeuvre van Fabre een blijvende heksenketel is van gedachten, woorden, beelden, slierten van mogelijkheden die in handelingen overgaan, zich verdikken tot werken en dan weer verder slingeren. Voor een overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 3 Voor Jan Fabre in het KMSKA en de Stadsbibliotheek zie bijlage 4
ACADEMY. Learning from Art (15.09 - 26.11.06) ‘ACADEMY’ is een internationale reeks tentoonstellingen en projecten die op initiatief van het Siemens Arts Program worden georganiseerd door de Kunstverein in Hamburg, de afdeling Visual Cultures van Goldsmiths College in Londen, het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen en het Van Abbemuseum in Eindhoven. Met ‘ACADEMY’ wordt beoogd mensen aan te zetten na te denken over de mogelijkheden van de academie in de maatschappij. Het positioneert zichzelf temidden van de speculatieve spanningen die voortvloeien uit de vragen 'wat moeten we weten?' en 'wat willen we voortbrengen?'. Academie moet worden benaderd als een ruimte waarin essentiële principes en activiteiten ontstaan die kunnen worden opgepakt en voortgezet als een methode voor een leven lang leren. In het voorjaar van 2005 stelde de Kunstverein in Hamburg de positie van leerlingen en docenten op kunstacademies aan de orde in de tentoonstelling 'Academie. Kunst onderwijzen en leren'. Deze tentoonstelling verwees samen met de bijbehorende serie lezingen en deels procesmatige kunstwerken rechtstreeks naar de oorspronkelijke betekenis van het woord academie: een forum voor de uitwisseling van ideeën en open, informele bijeenkomsten, en onderzocht het thema geïnstitutionaliseerd kunstonderwijs en communicatie. In september 2006 wordt de reeks voortgezet in het MuHKA en het Van Abbemuseum in Eindhoven. Deze twee gelijktijdige projecten richten zich op twee verschillende aspecten van hetzelfde onderwerp, aspecten die elkaar definiëren en aanvullen, en die nauw verbonden zijn met het instituut museum en de educatieve mogelijkheden ervan. Op 14 september 2006 – min of meer gelijklopend met het traditionele begin van het academiejaar – opent in het MuHKA de tentoonstelling ‘ACADEMY. Learning from Art’ de deuren. Deze ambitieuze presentatie vormt slechts één luik van een Europees onderzoeksproject dat in 2005 al de Hamburger Kunstverein aandeed, en in september 2006 ook halt houdt in het Van Abbemuseum in Eindhoven. ‘ACADEMY’ wordt mede georganiseerd door het Siemens Art Program en kwam tot stand in nauwe samenwerking met het Visual Cultures departement van Goldsmiths College in Londen. Zoals titel en ondertitel van het project doen vermoeden staan in de tentoonstelling in het MuHKA zowel de idee van de school [academie] als zodanig centraal, als de veronderstelling – en door ons gedeelde overtuiging – dat kunst op zich als een pedagogische ervaring kan worden begrepen.
17
De brede omgeving van kunst kan als een stimulerende context voor allerlei experimenten in onderricht en lering functioneren. Leren – dat in het Engels als teaching en learning vertaald kan worden – is een levenslang proces dat zich niet tot de formele grenzen van het pedagogische instituut beperkt. De wereld van de kunst is zeker een bevoorrechte plek waar dit proces maximaal kan gedijen. Het kunstwerk, de kunstenaar, de kunstplek, de kunst in het algemeen, kunnen ons heel wat leren – niet in het minst hoe we onze houding tot een steeds ondoorzichtiger wordende, door technologie en bureaucratie bestierde sociale werkelijkheid anders kunnen leren verbeelden. Maar ook hoe we, in deze door marktdenken en reactionaire politiek verlamde tijden, eenvoudigweg anders kunnen leren kijken, denken en reageren. Eén van de meer concrete aanleidingen van het onderzoeksproject is het pakket van Bologna-maatregelen. Die sturen aan op een nivellering van hoger kunstonderwijs en universitair onderricht op Europees niveau naar Amerikaans model. In de States zijn kunstopleidingen helemaal geïncorporeerd in het machtsapparaat van de universitaire opleidingsprogramma’s. Los van de mogelijke voordelen die deze gelijkschakeling van het Europese met het Amerikaanse model met zich mee kan brengen, dringt zich hier de vraag op of het kunstonderwijs zo niet juist één van zijn belangrijkste troeven zal kwijtspelen. Europese kunstinstellingen zien onderwijs immers niet louter als informatieoverdracht en het aanleren van denkprocessen en technieken, maar moedigen de creatieve vrijheid aan. In de tentoonstelling ‘ACADEMY. Learning from Art’ willen wij het onderzoek openen naar een andere toekomst voor de academie en naar een ander begrip van de artistieke leeromgeving. De academie als een mentale, spirituele ruimte waarin kan worden geëxperimenteerd met de productie van andere subjectiviteiten, als de site van een proces van levenslang leren door middel van kunst. De academie als onderzoeksplek en de kunst als onderzoek – naar andere leef-, ken- en kijkwijzen, alternatieven voor de academie als voorgeborchte van het industrieeleconomische apparaat. Deze presentatie brengt nieuw en bestaand werk samen van Herman Asselberghs, Dieter Lesage & Ina Wudtke, Nico Dockx & Jan Mast, het Oostenrijkse kunstenaarscollectief Gelitin, Eran Schaerf & Modulator en het in Delhi opererende Raqs Media Collective. Het zijn collectieven en/of kunstenaars met een grote ervaring in samenwerkingsprojecten en creatieve dialoog – een voor de hand liggende keuze, want wat zijn dergelijke collectieven anders dan het resultaat van voortdurend, wederzijds onderricht, van teaching en learning? Verder pakt de tentoonstelling uit met historisch werk van Jimmie Durham en Mary Kelly, die op vele jaren pedagogische ervaring kunnen bogen, of in hun werk al dan niet expliciet de thematiek van het onderricht en kunst als leerproces aansnijden. Het werk van Mary Kelly in het bijzonder ‘Circa 1968’, wijst op dat legendarische moment waarop het onderwijs uit haar institutionele voegen barstte en zich als een lopend vuur van vernieuwing door de straten van het dagelijkse leven verspreidde – Parijs, mei 1968. Werken en interventies van Uli Aigner, Johanna Kandl, Lia Perjovschi, Apolonija Sustersic en Joëlle Tuerlinckx, vervolledigen het gamma van artistieke gebaren en voorstellen waarin de kunst als een pedagogisch proces van maatschappelijke actie wordt verbeeld.
18
Deze tentoonstelling is het werk van een collectief van curatoren en het resultaat van een jarenlange dialoog tussen Bart de Baere en Dieter Roelstraete (MuHKA), Charles Esche en Kerstin Niemann (Van Abbemuseum, Eindhoven), Irit Rogoff (Goldsmiths College, Londen) en Angelika Nollert (Siemens Arts Program). De tentoonstelling wordt begeleid door een Engelstalige publicatie, samengesteld door de curatoren van ‘ACADEMY’ en Yilmaz Dziewior (Hamburger Kunstverein), een uitgave van Revolver Verlag (ISBN 3-86588-303-6, prijs 25 euro). Voor een overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 5 Meer informatie over de tentoonstelling ‘Academie: Leren van het museum’ in het Van Abbemuseum te Eindhoven vindt u in bijlage 6 The Martha Rosler Library (15.09 - 11.11.06) Parallel met ‘ACADEMY’ strijkt ‘The Martha Rosler Library’ in Antwerpen neer. Deze samenwerking tussen de Amerikaanse kunstenares Martha Rosler en het artistieke ‘informatiebureau’ E-Flux was eerder dit jaar reeds in New York en Frankfurt te zien en vooral te raadplegen, en zal in de context van de tentoonstelling ongetwijfeld een dankbare Antwerpse ankerplaats vinden in het NICC. Net zoals Mary Kelly, één van de protagonisten van ‘ACADEMY’, behoort Martha Rosler tot een generatie kunstenaars die de conceptuele kunst van de jaren zestig en zeventig grondig politiseerden en radicaliseerden. Samen met Kelly, Judy Chicago en Adrian Piper stond Rosler aan de wieg van de feministische golf in de kunst van de jaren zeventig, toen de conceptuele kunst werd ingezet als kritiek op de patriarchale tradities van representatie in de kunst. Rosler, Piper en Kelly verrijkten hun artistieke praktijk ook met een flinke dosis theorie, en het hoeft dan ook niet te verbazen dat het boek – en bij uitbreiding dus ook de bibliotheek – een belangrijk wapen vormde in hun ‘strijd’. ‘The Martha Rosler Library’, die niets anders is dan de persoonlijke bibliotheek van deze invloedrijke kunstenares, legt getuigenis af van een levenslange passie voor het boek als wapen, tool en leerinstrument: meer dan zevenduizend achthonderd vrijelijk te raadplegen boeken, exhaustief gecatalogeerd op de e-flux-website, zijn hierin samengebracht uit haar verscheidene kantoren, ateliers en residenties in Brooklyn en New Jersey, gaande van boeken over politieke theorie en geschiedenis, over catalogi en monografieën, kinderboeken en detectives, tot reisgidsen en dichtbundels, tijdschriften en woordenboeken. Een gedroomde oplossing voor het nijpende plaatsgebruik ten huize van Rosler zelve, en een gedroomde bron van informatie voor eenieder die zich voor kunst, boeken en das Alltagsleben interesseert – service art zoals het hoort! Deze bibliotheek is in eerste instantie een leeskamer, maar doet ook dienst als ontmoetingsruimte en discursieve omgeving voor allerlei evenementen, lezingen, kunstenaarsgesprekken, enzovoort. Voor elke lezing kiest een gastspreker een tekst uit de bibliotheek als leidraad. Dit project wordt georganiseerd in samenwerking met het NICC, dat de bibliotheek in oktober en november 2006 onderdak biedt.
19
Douze Points (10.10 – 19.11.2006) In het kader van de tentoonstelling nodigde het MuHKA ook de twee kunsthogescholen van Antwerpen (Sint-Lucas en de Academie voor Schone Kunsten) uit voor een praktijkvoorbeeld in situ. Gedurende zes weken stellen zes studenten of jonge alumni uit verschillende disciplines hun werk afwisselend tentoon op de bovenste verdiepingen van het MuHKA. Van 10.10 tot 22.10: Lara Dhondt enYasmine Willems, van 24.10 tot 05.11: Tom Boiy en Caroline Van Looveren, van 07.11 tot 19.11: Imperator – Janssens i.s.m. Steven Elsen, Leon Vrancken & Lieve Sysmans, Wouter Van der Hallen. Kunst en de publieke ruimte (23.11 - 03.12.06) In het kader van het onderzoeksproject ‘De publieke ruimte als artistiek medium’ organiseert Sint Lucas Antwerpen, het departement kunst van de Karel de GroteHogeschool, een aantal activiteiten in het MuHKA. Naast een panelgesprek en een boekpresentatie (op 23/11) biedt het MuHKA twee oud-studenten van Sint Lucas een platform aan om hun ideeën rond dit project in werk te tonen, nml. Katrien Hendrickx en Philippe Van Wolputte.
THE PROJECTION PROJECT durven denken, durven dromen (14.12.06 – 25.02.07) ‘THE PROJECTION PROJECT’ onderzoekt hoe kunst alternatieven aanreikt voor een escapistische cultuur van projecties die dagelijks op ons afkomen: een overmacht aan fantasmagorische beeldvorming, door technologie gedragen beelden die door de politiek, de commercie en vermaaksindustrie over de werkelijkheid gespannen worden. In de kunstpraktijk en het denken over beeldcultuur komt projectie in allerhande formats heel vaak voor. De vele toepassingen van projectie zijn het resultaat van een ontwikkeling waarin soms zeer van elkaar verschillende kennisvelden op elkaar inwerken: dat van de fysica, de geometrie, cartografie, optica, psychologie, de schone kunsten en show business. Als begrip is projectie echter weinig gethematiseerd, wellicht vanwege zijn complexiteit; het verenigt wiskundige en culturele beeldvorming, werkingen van het onbewuste en van een actief bewustzijn. Tegelijk is projectie alomtegenwoordig, zowel in de letterlijke als in de figuurlijke zin. Projectie is een aloud procédé, maar het ondergaat ook voortdurend transformaties. In de geschiedenis van projectiekunst handelen veel kunstwerken over condities van projectie: “Kijk dit is het apparaat, zo worden de beelden gemaakt, dit is de ruimte/toestand waarin ze opdoemen voor de kijker.” Een fascinatie voor het geprojecteerde beeld en voor de context waarin dat beeld ervaren wordt, verbindt de 21ste eeuwse kunstenaar met de 19de eeuwse artiest/artisan.
20
In actuele projectiekunst zie je ondermeer een interesse in de techniek als roesverwekker, alleen wordt hier technologie in haar werking op de menselijke psyche blootgelegd. Deze projectiekunst gaat een verband aan met de psychedelische projectie uit de 2de helft van de jaren ’60; nu pas is men de erfenis van die visueel overdadige kunstvorm aan het verwerken. Er is evenwel één verschil met de jaren ’60, namelijk het inzicht dat de werkelijkheid tegenwoordig zelf vaak al een hallucinatie is. Recente projectiekunst onderscheidt zich verder bovenal van de dominante projecties in onze beeldcultuur doordat ze de impliciete ambitie van de term herijkt: projectie als een project, een visionair beeld, waar een verwachting of bespiegeling over de toekomst in schuilgaat. Het historisch besef wordt hersteld via de kunst, projectie als een pure utopie is immers een reactie op het heden, een product van zijn tijd en geworteld in een verleden. De tentoonstelling ‘THE PROJECTION PROJECT’ vindt plaats in een medialandschap waar een ander paradigma verschijnt. Vandaag maken we het afscheid mee van verscheidene analoge beeldtechnologieën; een historisch keerpunt was Kodaks aankondiging in 2004 om de productie van het diacaroussel te staken. De digitale revolutie zorgt dat diverse door de moderne kunsttraditie geheiligde methodes zoals dia- en filmprojectie in onbruik geraken. De kunstwereld reageert daarop met een mengeling van lucide nostalgie en militante identificatie; dia- en filmprojectie zullen nog wel enige tijd belangrijke media blijven, maar ze zullen voortaan moeilijk kunnen worden losgezien van een melancholische terugblik op een tijdperk en een technologie die nooit meer terugkomt. Het historische failliet van projectie als technologie betekent dat we op een punt zijn gekomen waarop projectie niet langer in strikt technologische termen dient te worden gedacht. We kunnen juist in brede zin het projectiebegrip heroverwegen. In die context is de sociaal-politieke ondertoon van projectie als een collectief gebeuren of project van een toekomstige gemeenschap aan de orde. Nu projectie in de huidige tijd zijn technologische dienstbaarheid verliest, kan het begrip zijn allegorische zeggingskracht herwinnen. Onze hypothese luidt dan ook dat kunstenaars zich in ons tijdsgewricht opnieuw buigen over de artistieke inzet van het begrip ‘projectie.’ ‘THE PROJECTION PROJECT’ wil zelf een project zijn, een beloftevolle methode om het begrip projectie, en haar potenties voor onze kunst, te denken en te tonen. In zijn ambitie is het project een samenwerking van drie curatoren, nml. Mark Kremer, Edwin Carels en Dieter Roelstraete en van drie instellingen, nml. MuHKA, IFFR en NAi Publishers. De bundeling van visies en praktijken leidde tot een presentatie van kunstwerken in het MuHKA, een publicatie en een filmprogramma. Deelnemende kunstenaars: Marie José Burki, Marc De Blieck, Thierry De Cordier, Rodney Graham, Pierre Huyghe, Kristina Ianatchkova & Vitto Valentinov, Timothée Ingen-Housz, Yeondoo Jung, André Kruysen, Bertrand Lavier, Bruce Nauman, Stephen & Timothy Quay, Joost Rekveld, Matthew Stokes, Fiona Tan, Krassimir Terziev, Ana Torfs, Paul Van Hoeydonck, Benjamin Verdonck, Cerith Wyn Evans en Thomas Zummer
21
Naar aanleiding van The Projection Project verschijnt een gelijknamige publicatie Ook in deze publicatie staat het projectiebegrip in de meest brede zin centraal, en net als de tentoonstelling wil bijbehorende publicatie het projectiebegrip in zijn volle semantische rijkdom recht doen. Belangrijk is hierbij op te merken dat publicatie noch tentoonstelling een elegische, nostalgische toon willen hanteren, maar veeleer toekomstgericht willen denken. Het feit dat (analoge) projectie als visualiserende technologie voorgoed tot het verleden lijkt te behoren, dat de pixels van het digitale tijdperk het van hun analoge tegenhangers lijken te hebben gehaald, is voor ons allesbehalve aanleiding voor een melancholische reflectie over de archeologie van de spektakelmaatschappij, maar veeleer reden om – net zoals zoveel kunstenaars die net nu naar archaïsche technieken als dia- of filmprojectie teruggrijpen – de toekomst van de blik veilig te stellen, en die van deze per definitie collectieve kijkervaring als zodanig radicaal te herdenken. Het boek verzamelt een reeks recente sleutelteksten in Nederlandse vertaling, aangevuld met nieuwe bijdragen en een visueel essay van deelnemend kunstenaar Joost Rekveld. Het is daarmee anthologie noch tentoonstellingscatalogus, manifest noch academische essaybundel, maar veeleer een reader die een nieuw denken wil inaugureren – een experimenteel pleidooi voor een bredere blik op het projectiebegrip. Een potentieel standaardwerk dat MuHKA's denken-in-wording staaft. Auteurs: Edwin Carels, Mark Kremer, Dominique Païni, Dieter Roelstraete en Thomas Zummer. Extra's: rondetafelgesprek met George Baker, Matthew Buckingham, Hal Foster, Chrissie Iles, Anthony McCall en Malcolm Turvey; ‘Notities voor een verfilming van Marx' Kapitaal door Sergei Eisenstein. Nederlandstalig, circa 200 pagina’s, Uitgever: NAI Uitgevers, prijs: 22,50 euro. Voor de lijst van tentoongestelde werken zie bijlage 7
c. Collectiepresentaties en interventies Alle Informatie omtrent de Collectiepresentatie XIII / Carla Arocha - LUZ (periode: 25.11.05-12.02.06) vindt u in het jaarverslag 2005. Collectiepresentatie XIV (25.02 – 23.04.06) In ‘Collectiepresentatie XIV’ is een belangrijke rol weggelegd voor het werk van kunstenaar-scenograaf Hans Op de Beeck. Deze Belgische kunstenaar ontving in het voorjaar van 2006 de ‘Provinciale Prijs Eugène Baie I 2003-2005’. Op de Beeck maakt installaties waarin architecturen op grote en op kleine schaal gereproduceerd worden, met multimedia als essentiële bemiddelaar. Behalve de drie installaties uit de collectie van het MuHKA (‘Location I’, ‘Insert coinHighway Car’ en ‘Exercising the nowhere 2’) en een reeks van vijf tekeningen toont Hans Op de Beeck het recente werk ‘Entrance’, een levensgrote simulatie van de ingang van een fictieve supermarkt.
22
Met kunstwerken van : Dennis Adams, Charif Benhelima, Sergei Bratkov, François Curlet, Eugenio Dittborn, Jef Geys, Ilya Kabakov, Jan Kempenaers, Bernd Lohaus, Liliane Moro, Hans Op de Beeck, Panamarenko, Wilhelm Sasnal, Cindy Sherman, Sven ’t Jolle, Philippe Van Snick, Jan Vercruysse, Gert Verhoeven, Richard Artschwager Voor een volledig overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 8
Collectiepresentatie XV ERGENS / SOMEWHERE (17.06 - 27.08.06) en Pierre Bismuth, Koenraad Dedobbeleer, Pieter Vermeersch in dialoog met de MuHKA-collectie Terwijl in de zomer op de eerste verdieping het (vroege) werk van Jan Fabre in de belangstelling staat, behoort het gelijkvloers helemaal toe aan een aantal historische bakens die het collectiebeleid mee helpen vormgeven, en aan enkele interventies van het Brusselse drietal Pierre Bismuth (F), Koenraad Dedobbeleer (B) en Pieter Vermeersch (B). Pierre Bismuth reconstrueert in de inkomhal van het museum zijn zaalvullende sculptuur ‘Something More, Something Less’, een werk dat steeds opnieuw site-specifiek moet worden herdacht. Het werk bestaat uit twee houten muren of wanden die de ruimte herindelen en waaruit precies zóveel cirkels werden weggezaagd, tot deze schotten ineen dreigden te klappen: een tegelijk zaalvullende en dematerialiserende structuur, een evenwichtsoefening tussen stoffelijke aan- en afwezigheid, tussen monument en model, tussen menselijke (de bezoeker kon immers dóór de cirkels in de wanden stappen) en architecturale schaal – tussen more en less. Pieter Vermeersch putte voor zijn interventie annex presentatie uit zijn rijke ervaring met site-specifieke, architecturale opdrachten en immersieve ruimtes. Met Bismuth deelt Vermeersch een fascinatie voor de artistieke wisselwerking tussen optische en haptische vorm en de erotica van de blik, voor het spel met schaal, formaat en wat we, met een tot op de draad versleten terminologie, trompe l’oeuil zouden kunnen noemen. Net zoals Pierre Bismuth en in zekere zin ook zoals Dedobbeleer, schept Pieter Vermeersch ruimtes met een minimum aan middelen: licht, kleur, industriële materialen – en een feilloos gevoel voor scenografie. Koenraad Dedobbeleer maakt, geprikkeld door de idee wat het voor een kunstenaar betekent zich in een collectieopstelling te mengen, een publicatie bestaande uit foto’s van private interieurs die tonen hoe mensen in hun dagelijkse leven met de kunst in hun privé-omgeving omgaan. De bevindingen die de kunstenaar uit dit onderzoek distilleert, vormden de basis voor een reflectie over de idee van het verzamelen zélf; deze reflectie wordt vervolgens in de ruimtes van het MuHKA gereconstrueerd en intervenieert zo opnieuw, immaterieel, in de collectieopstelling, dat wil zeggen in het museum als een huis-van/voor-de-kunst. Een subtiele rode draad doorheen deze collectiepresentatie is het begrip plaatsbepaling: kunstwerken met ruimtelijke ambities die toch niet louter architecturaal zijn. Werken die ons onderdak bieden of ons omgeven, of die deze idee van behuizing en plaatsbepaling thematiseren.
23
In ‘ERGENS / SOMEWHERE’ wordt behalve de interventies van Pierre Bismuth, Koenraad Dedobbeleer en Pieter Vermeersch werk opgenomen van : Daniel Buren, Goele De Bruyn, Mark Dion, Jef Geys, Andrea Fraser, Rebecca Horn, Donald Judd, Anish Kapoor, Martin Kippenberger, Mark Manders, Rita McBride, Liliane Moro, Maurizio Nannucci, Cady Noland, Panamarenko, Michelangelo Pistoletto & Cittadellarte & c a l c, Caroline Van Damme en Jan Vercruysse. Voor een volledig overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 9
Collectiepresentatie XVI Attributen en Substantie (25.08 – 12.11.06) Deze collectiepresentatie (terug) op de eerste verdieping reflecteert verder op de brede thematiek van de herfsttentoonstelling ‘ACADEMY: Learning from Art’ en screent de collectie op haar ‘pedagogische’ potentieel – soms letterlijk, soms figuurlijk, nu eens doodernstig, dan weer ironisch. Jef Geys’ ‘ABC, école de Paris’, Anne Decock Van Raefs ‘Acting Class’ helpen het opvoedkundige uitgangspunt alvast letterlijke vorm te geven, terwijl de narratieve installaties van Marcel Broodthaers, Ilya Kabakov en Jimmie Durham – ook al te gast in ‘ACADEMY’ – gestalte geven aan de idee dat de kunst ons op een andere manier orde leert scheppen in de veelvormige chaos van het alledaagse leven. Broodthaers, Durham en Geys actualiseren bovendien ook de notie van het moderne meesterschap, en geven (met steeds wisselende zin voor zelfrelativering) uiting aan de mythische rol van de kunstenaar als leraar, toonbeeld, ziener. Verder is in deze presentatie ook werk te zien van : Braco Dimitrijevic, Fransje Killaars, Danny Matthys, Vlad Monroe, Kerim Ragimov, Marijke van Warmerdam, Jan Vercruysse, Marthe Wéry, Tiong Ang en Roy Villevoye, Anne-Mie Van Kerckhoven, Uriburu, Zacharias Kunuk, Hubert Kiecol, Anatoli Osmolovski, Jan Fabre, Ben Vautier Voor een volledig overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 10
Collectiepresentatie XVII … en double (25.11.06 – 11.02 07) Naar aanleiding van de wintertentoonstelling ‘The Projection Project’ stelt het MuHKA een collectiepresentatie samen aan de hand van een thematisch complex dat nauw met dat van de projectie samenhangt: een wereld van schaduwen, dubbels en ontdubbelingen, tweelingen, maskerades, spoken en spiegelingen. In de collectiepresentatie zitten weinig projectiewerken in de strikte, technische zin van het woord maar des te meer fantasmagorische beelden: allusies op de magische kracht van de cinema om het leven in tweeën te klieven. Twee identieke beelden – maar wat is nu juist waar, en wat slechts representatie?
24
Met kunstwerken van: Tiong Ang en Roy Villevoye, Richard Artschwager, Guillaume Bijl, Luc Deleu, Paul De Vree, Braco Dimitrijevic, Jiri Georg Dokoupil, Jan Fabre, Bernard Frize, Jef Geys, Douglas Gordon, Rodney Graham, Philip Huyghe, Ilya & Emilia Kabakov, Hubert Kiecol, John Körmeling, Edward Lipski, Danny Matthys, Paul Mccarthy & Mike Kelley, Allan McCollum, Vlad Monroe, Antonio Muntadas, Bruce Nauman, Ria Pacquée, Michelangelo Pistoletto, Hermann Pitz, Thom Puckey, Gert Robijns, Cindy Sherman, Ettore Spalletti, Sven ‘t Jolle, Joëlle Tuerlinckx, Michael Van Den Abeele, Didier Vermeiren, Jan Vercruysse, Jörgen Voordeckers, Marthe Wéry, Paul Van Hoeydonck, Lawrence Weiner Voor een overzicht van de tentoongestelde werken zie bijlage 11
d. Inserts De inserts, tentatieve toevoegingen aan de kunsthypothese van het museum, die zowel een lichte presentatiemogelijkheid kunnen bieden aan een jong kunstenaar als een plaats bieden voor fundamenteel onderzoeksgerichte presentaties, worden gerealiseerd door Jan Fabre (Vleeswerken), Tommy Simoens (Pattern Recognition) en Mira Sanders (L’Union – De Unie). De eenmalige artistieke evenementen werden waargemaakt met een muzikale performance van Dimitri Brusselmans en Monky Pussy (Hobo Faber) en een poëziehappening (Timewave Zero). Jan Fabre maakt werken die men installaties kan noemen, maar die volledig verweven zijn met deze performance-inzet. In een weekendtentoonstelling (25 en 26 februari 2006) toont Jan Fabre een reeks van dergelijke werken, ‘de vleeswerken’: een reeks kleine sculpturen in filet américain die hij ooit bij een beenhouwer in de Boerhaavestraat toonde, werken met filet américain op bladzijden van de Wall Street Journal, gepresenteerd in 1980 in Galerij Blanco in Antwerpen, een kleed en een kostuum van vlees en de werken met biefstukken.
I.1.2
Film en beeldcultuur
a. Inleiding In 2006 bereikt de werking van MuHKA_media een gezonde dosis stabiliteit in zijn diversiteit. Door de aanwerving van een productie-assistent kent bijvoorbeeld het hele realisatieproces van ambitieuzere programma’s zoals ‘Snow Flakes and TVsignals’ of ‘Kino Eye’ of de ‘Sound?Check!’-reeks een normaal verloop, goed voorbereid en goed opgevolgd, zodat de inhoud kan gaan primeren, en ook met grote namen zoals Derrick de Kerkhove kan worden uitgepakt. Ook de ambities tot samenwerking (dit jaar met o.a. Villanella > Gamezone, Petrol > Sonorama, Monty > Paik en Beckett, Kingkong > levende videotheek, Champ d’Action > live muziek bij film, en de Evens Stichting > multiraciale televisie) zijn een belangrijk onderdeel van onze werking geworden en ook een belangrijk aspect in onze positionering zowel intra als extra muros. 25
Door de geprofessionaliseerde werking intern kan er ook meer aandacht en energie gaan naar relaties met het FotoMuseum . Een relatief betere zichtbaarheid in het gebouw, een mentaal sterkere aanwezigheid in het overleg en in de programmatie van de vierde verdieping (‘Flipbook Show’ en ‘Tunnel Vision’), een betere uitgangspositie naar hernieuwing protocol, enzovoort. De dagelijkse werking inzake programmering van de twee zalen heeft een stabiel evenwicht bereikt in de combinatie van klassiekers (thematisch, als matinee of in functie van Film Studies en andere lessen), experimentele video en film, actuele films met begeleidende discussies, special event-avonden met live-karakter en regelmatige presentaties van werk dat specifiek in dialoog staat met de beeldende kunst (in het kader van de galerienocturnes). De integratie op gebied van het artistiek programmatorische tussen MuHKA en MuHKA_media wordt in 2006 goed zichtbaar in de context van bijvoorbeeld ‘Intertidal’ (> SnowFlakes programma), ‘Academy’ (> een extra film en discussie n.a.v. Art School Confidential) en ‘The Projection Project’, een grootschalig film en tegelijk tentoonstellingsprogramma met publicatiewerk. b. Programmaoverzicht per maand MuHKA_media zoekt naar dwarsverbanden tussen verleden en toekomst van de film, tussen film en beeldende kunst, tussen kunst en maatschappij. In twee zalen zijn er dagelijks voorstellingen van historische films, arthouse films, themaprogramma’s en filmspecials, maar MuHKA_media staat ook voor mediakunst, beeldcultuur en audiovisuele vernieuwing. Een greep uit het programma van 2006: JANUARI · · · · · ·
In januari en februari werd een retrospectieve aan de Franse actrice Jeanne Moreau gewijd. Als aanloop tot het 35ste International Film Festival Rotterdam werden drie festivalfilms uit de vorige editie vertoond. Ook alle films van de omstreden Koreaanse filmmaker Kim Ki-Duk stonden deze maand op het programma. De reeks Filmhistories, een traject doorheen de filmgeschiedenis, werd heraangevat. Deze keer stonden regisseurs John Ford, Frank Capra en Howard Hawks centraal. Van januari tot april liep ook een speciaal programma met matineevoorstellingen voor senioren. De leden van MuHKA_media werden verwend met een speciale avond (film+drankje).
FEBRUARI · Het filmluik van het kunstenfestival 0090 kreeg vanaf dit jaar zijn vaste stek in MuHKA_media. Op het programma stond werk van Yimaz Güney en Kutlug Ataman. · Voor de eerste maal werd op het International Documentary Film Festival Amsterdam bekroond werk gepresenteerd (‘The Best of IDFA’). · Aansluitend bij het Filmfestival Rotterdam kreeg het werk van de Britse filmmaker Stephen Dwoskin aandacht.
26
·
In samenwerking met het Atelier Film & VideoKunst van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten-dko werden in februari en maart zes Vlaamse films, gevolgd door een debat met de makers, geprogrammeerd. De jaren ’50 in België werden opgeroepen met een langspeelfilm en een Expo 58-journaal. De avond sloot aan bij het congres van het Instituut voor de Studie van de Letterkunde in de Nederlanden (UA). · Op Valentijnsavond werd een aangepaste film vertoond. De bezoekers konden ook boeken voor een dineetje bij candle light in het MuseumCafé. · In zaal 2 stonden ‘Les amants’, ‘Anshi (The Hunter)’ en ‘Demi-Tarif‘ geprogrammeerd. · Het Europees Jeugdfilmfestival Vlaanderen kreeg de beschikking over de zalen voor zowel haar publieks- als schoolvoorstellingen. MAART · Onder de noemer ‘Snow Flakes and TV Signals’ werd werk van Canadese filmmakers, beïnvloed door mediagoeroe Marshall McLuhan, vertoond. · Derrick de Kerckhove, professor aan de Universiteit van Toronto, gaf een lezing over de permanente neiging tot hybriditeit in onze cultuur. · In zaal 2 werd de documentaire ‘McLuhan’s Wake geprogrammeerd en er vond ook een expo plaats van rekwisieten uit de film ‘eXistenZ’. · Ook de dvd-installatie ‘Hunavut (Our Land)’ was een onderdeel van het Canada-project. de · Tijdens het 2 Documentair Filmplatform Zone (i.s.m. desire productions) stond de Finse kunstenaar, filmmaker en documentarist Mika Taanila centraal. Binnen het kader van dit platform werd ook een studiedag georganiseerd voor studenten en professionelen (State of Docs) i.s.m. IAK, Flanders Image en het Vlaams Audiovisueel Fonds, Documentair Platform. · In Animatheek werd (in samenwerking met het festival Anima) aandacht besteed aan 40 jaar KASK. · In zaal 2 stond ‘A History of Violence’, ‘Rize’ en ‘Iles Flottantes’ op het programma. APRIL · De zesde editie van Kino Eye had als thema ‘Lichaam en locatie in sciencefiction’. In drie dagen werd aan de hand van lezingen, installaties, film- en videoprojecties en wandelingen de praktijk onderzocht van ‘het schrijven van de imaginaire toekomsten’ en de implicaties die sciencefiction heeft op het hier en nu. Kino Eye 6 werd samengesteld door Constant vzw (Vereniging voor kunst en media). Als aanloop hiertoe programmeerde dit collectief de voorbije maanden ook een reeks interventies onder de noemer ‘Stitch and Split’. Ter omkadering van Kino Eye 6 werd een overzicht geboden van de sf-film van na het magische jaartal 2000: SF: As If. · In april startte ook de cursus Anatomie van de film over essentiële onderdelen van het filmproductieproces. · Naar goede gewoonte werden de drie films bekroond op het International Film Festival Rotterdam vertoond.
27
·
MEI · ·
· ·
Naar aanleiding van de uitreiking van ‘Provinciale Prijs Eugène Baie I 20032005’ aan Hans Op de Beeck werd het videowerk van deze kunstenaar vertoond. Hij stelde twee compilaties samen, onder de respectievelijke noemer ‘circumstances’ en ‘animatiefilms’. In ‘circumstances’ krijgen we korte video’s te zien die anonieme mensen portretteren op een tragikomische of absurde wijze. De tweede compilatie bestaat uit enkele animatiefilms, zoals ‘Loss’, ‘Gardening’ en ‘Places’. In deze animatiefilms staan het landschap, de architectuur en de tuin centraal, en de hulpeloze pogingen van de mens om de open ruimte te 'temmen'.
Het 4de Hong Kong International Film Panorama bood een mix van hier nog niet vertoonde succesfilms uit Hongkong van het voorbije jaar en bekende titels uit de boom-jaren ’80. Villanella organiseerde in samenwerking met deSingel een vijfdaagse rond gaming (R.U.Game). MuHKA_media verzorgde het filmluik binnen dit programma in de Rode Zaal van deSingel en in haar eigen zaal. In zaal 2 liep de film ‘Haze’. Ook aan de Engelse gebroeders Quay (‘Kalligrafen van de camera’) werd een retrospectieve gewijd. Net als het ‘Kunstenfestival 0090’ koos ook het Moussemfestival voor een samenwerking met MuHKA_media. Ook het Open Doek Filmfestival was partner. Zo werd onder meer de winnaar van de Moussem Award vertoond.
JUNI · De juni-retrospectieves waren gewijd aan Hollywoodregisseur Otto Preminger en de Fransman François Ozon. · Naar aanleiding van de release van ‘Mission: Impossible 3’ werden tien afleveringen van de gelijknamige tv-serie vertoond. · In samenwerking met de Vlaamse Opera (en in het kader van de Ring-cyclus) werd de film ‘Ludwig - Requiem für einen jungfräulichen König’ geprogrammeerd. · Naar aanleiding van de rerelease van ‘The Girl Can’t Help It’ werd een vertoning van cartoons van Frank Tashlin ingelast. JULI · Het zomerprogramma had slechts één thema: muziek. Onder de noemer ‘SoNoRaMa’ werd een afwisselend programma aangeboden met documentaires, DVDrome Remix, jukeboxfilms, concertfilms en biopics. · Zaal 2 had ‘I Walk The Line’, ‘Touch the Sound’, ‘U-Carmen eKhayelitsha’ en ‘Man Push Cart’ op de affiche. AUGUSTUS · Deel 2 van ‘SoNoRaMa’, een panoramisch overzicht van muziek in de film, bestond uit ‘Sound?Check!’ (dj of muzikant begeleidden korte films, in samenwerking en met vervolg in Petrol); Jazz (opnamen van jazzoptredens, i.s.m Antwerpse Jazz Club), Docs; DVDRome Remix en Jukebox (waaronder een avond gewijd aan Scopitones).
28
·
In zaal 2 stonden ‘Los Muertos’, ‘Johanna’ en ‘Rhytm Is it!’ geprogrammeerd.
SEPTEMBER · Holebi-Fa-Sol bracht een uitgebreide staalkaart van wat er beweegt in de Gay&Lesbian filmwereld. Van Todd Haynes werden alle films vertoond. · Zaal 2 programmeerde dan weer drie films van P.P. Pasolini. · Ook aan de Amerikaanse regisseur Terrence Malick werd een retrospectieve gewijd. · De matinees voor senioren werden hervat. · MuHKA_media en Monty bundelden de krachten en focusten drie dagen lang op Nam June Paik de componist, de fluxus-kunstenaar en de pionier van de videokunst. · Chris van Camp (Kingkong) peilde elke derde maandag van de maand naar de betekenis van het videobeeld in het oeuvre van een actuele kunstenaar. Het gesprek werd afgewisseld met fragmenten en gevolgd door de projectie van een integrale film. · Om de zes weken kon je gelijktijdig met de galerievernissages, ook in MuHKA_media terecht voor een portie kunst. Elke maand kwam het videowerk van een andere kunstenaar aan bod. · Er werd ook ingepikt op StuDay, de speciale cultuurdag voor studenten, en op VideAntz, een project waarin jongeren ondersteund worden in het produceren van hun eigen videoproducties. · Zaal 2 bood ‘The Squid and the Whale’, ‘Art School Confidential’, ‘The Great Ecstasy of Robert Carmichael’ en ‘The Wayward Cloud’. OKTOBER · In oktober werden onder de noemer Visconti revisited tien films van de Italiaanse regisseur vertoond en een seminarie over zijn werk georganiseerd. Vijf sprekers belichtten diverse aspecten van het werk van Visconti. · ‘Il Gattopardo’ werd heruitgebracht in een nieuwe kopie. · Ook de Franse regisseur Jean-Pierre Melville kreeg zijn retrospectieve. · Het Afrikaanse filmfestival Cinémaf vond vanaf dit jaar een stek bij MuHKA_media: er werden drie films vertoond, waaronder één gevolgd door een debat. · Nieuw vanaf oktober was ‘Vanaf 6 zijn ze groot’, een maandelijkse film op woensdag voor kinderen in samenwerking met het Europees Jeugdfilmfestival NOVEMBER · Jaren ’20-icoon Louise Brooks werd bedacht met een retrospectieve en een studiedag in samenwerking met vzw Efemera. Vier sprekers bogen zich over het fenomeen Brooks, vooral dan vanuit het standpunt van kostumering. · De 100ste verjaardag van Samuel Beckett vormde de aanleiding voor een retrospectieve van film- en tv-werk. Het programma werd georganiseerd in samenwerking met Monty en m.m.v. de Ambassade van Ierland. · Senne Rouffaer en Julien Schoenaerts, die beiden kort na elkaar stierven, werden gehuldigd met films en vooral tv-werk. · La Trilogie van Lucas Belvaux (‘Cavale’, ‘Un couple épatant’ en ‘Après la vie’), alsook de IFFR Tigers on Tour kregen een plaats in Zaal 1.
29
·
Filmhistories omvatte dit najaar vijftien films en lezingen, waarin aspecten van de Amerikaanse en Europese filmgeschiedenis werden behandeld. · Traditioneel in november vond ook weer een Mattinata Italiana plaats i.s.m. vzw Azzurino en de round-up van Het Grote Ongeduld, de prijswinnende eindwerken van alle Belgische filmscholen. · In zaal 2 was ‘La raison du plus faible’ van Lucas Belvaux en Bertolucci’s gerestaureerde ‘Novecento’ (o.a. in marathonvoorstelling) te zien. DECEMBER · In het kader van de MuHKA tentoonstelling ‘The Projection Project’ werd een retrospectieve gewijd aan David Lynch. · Het Instituut voor Tropische Geneeskunde bestond in 2006 honderd jaar. Naar aanleiding hiervan werden een aantal films over genees- en diergeneeskunde in Afrika. Medewerkers van het ITG leidden de programma’s in. · In Zaal 2 stonden ‘Adam’s Apples’, ‘The Pervert’s Guide to the Cinema’ en ‘La couleur du sacrifice’ op het affiche.
I.1.3
Publicatiebeleid
Sinds de implementatie van de matrixstructuur valt het publicatiebeleid eveneens onder de afdeling Programmering. In 2006 beperkt zich dat tot publicatie van drie AS-nummers; twee daarvan overstijgen wel de gebruikelijke 128 pagina's. AS176 komt tot stand in samenwerking met het architectuurtheoretische duo BAVO (onderzoekers aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht) en spitst zich toe op de thematiek van de terugkeer van de avant-garde, dat wil zeggen van de (modernistische) avant-garde idee. Dit AS-nummer wordt in januari voorgesteld op een symposium in het SMCS in Amsterdam waar AS mee de lijnen voor had uitgezet. Een aantal teksten in dit nummer verschijnen exclusief Engelstalig, de meeste echter tweetalig. Ook AS177 en AS178 zijn de vrucht van een stimulerende samenwerking, respectievelijk tussen AS, tentoonstellingsmaker Pieter Van Bogaert en Z33 enerzijds, en tussen AS en vzw Constant anderzijds: AS177 wordt geconcipieerd als handleiding bij een tentoonstelling over exces in voornoemd Hasselts kunstencentrum, terwijl AS178 dan weer dienst doet als reader bij een ‘Kino-Eyefestival’ dat in het kader van de ‘Stitch and Split’-ontmoetingen die de Brusselse vzw Constant onder de thematische slagzin ‘Selves and Territories in Science Fiction’ onder andere in MuHKA_media organiseerde. Ook dit laatste nummer bevat naast Nederlandstalige ook exclusief Engelstalige tekstbijdragen. In AS178 wordt via de diverse gedaanten van sciencefiction een licht geworpen op de verschuiving, fragmentarisering, samenstelling en herdefiniëring van deze selves (lichamen, identiteiten) en territories (territoria, locaties). Hierbij worden vier thematische zones afgetast, die steeds de vraag naar de maakbaarheid, grenzen en transformatie van concepties als het menselijke, het humanisme, de verbeelding en het lichaam centraal stellen. Met andere woorden, de vraag die in het hele nummer nazindert is: hoe kunnen we door middel van sciencefiction nieuwe mogelijkheden voor onze lichamen en locaties exploreren, en dit in zowel de toekomst als het heden? 30
AS 178 werpt zich voor deze speciale gelegenheid dus als denkruimte annex laboratorium op, en mixt in haar proefbuis een mengeling van theoretische essays, kortverhalen en beeldbijdragen. Bijdragen worden onder andere aangeleverd door Catherine S. Ramirez, Richard Barbrook, Ronald Soetaert en Kris Rutten, An Mertens, Salman Sayyid, Mara Mattuschka, Agence Future en David Sanchez Rubio. In afwachting van een decisieve verheldering van het AS/AfterAll-vraagstuk wordt de publicatie van een vierde AS-nummer in 2006 uitgesteld tot de opening van Documenta 12 in juni 2007.
I.1.4
Publieksgerichte activiteiten en presentatiegebonden reflectie
Het MuHKA organiseert sinds jaar en dag klassieke tentoonstellingsgebonden lezingen. In MuHKA_media werd naast de inleidende of context creërende lezingen bij film- of multimediaprogramma’s ook een traditie uitgebouwd van kleine festivals met een mix tussen reflectie op academisch niveau en presentatiemomenten, dit onder de naam ‘Kino-Eye’. Het MuHKA wil de spanwijdte bespelen tussen de twee uitersten van reflectie op academisch niveau en klassieke inleidingen. De Kino-Eye traditie wordt verder gezet. Kino-Eye wil zich tijdens komende edities toespitsen op een gelijkaardige ervaringsgerichte benadering van film en beeldmedia: hoe verloopt onze ervaring van deze beeldmedia? In welke mate beïnvloeden onze emoties onze interpretatie van wat we zien? Hoe passief of actief zijn we als toeschouwer? Worden soms we ondergedompeld in deze media of bewaren we altijd een zekere afstand? Hoe vrij zijn we in onze interpretaties? Het MuHKA besteedt structureel aandacht aan lezingen, symposia en colloquia. Ze kunnen op verschillende manieren hun plaats vinden, als een inbedding van een initiatief van derden waarin het MuHKA zich herkent, als een coproductie met een inzet van derden, vanuit een vraag of een hypothese die het MuHKA zich stelt, of vanuit een positie die het MuHKA inneemt. Het MuHKA wil als onderstroom hiervoor een conversatiemodus ontwikkelen. Dit sluit formats als discussie en debat vanzelfsprekend niet uit maar de inzet is specifiek. Het vertrekpunt is een voluntaristisch verlangen om te komen tot een gesprek waarin gedeelde bevindingen hopelijk – al is het maar voor een stukje – de kloof dichten tussen de spreker die spreekt vanuit zijn autoriteit en het publiek dat luistert, consumeert, vanuit zijn traditioneel opgedrongen rol van passiviteit of milde bevraging. Overzicht van activiteiten: KUNSTWERK(t) en UPV organiseren een geurlezing, door beeldend kunstenaar Peter De Cupere MuHKA, 14 januari 2006 Peter de Cupere maakt van de geur net het thema van zijn artistiek bezig zijn. "beter zien, door beter te ruiken" is zijn motto. Deze jonge kunstenaar neemt het publiek tijdens een geurlezing mee op ontdekking door zijn artistiek universum. Met als afsluiter zijn geurfilm ‘Sniff Receptor’, met geurkaart voor de kijkers.
31
DE-REGULATION with the work of Kutlug Ataman Gesprek Irit Rogoff met Kutlug Ataman MuHKA, 18 maart 2006 Gesprek tussen de academica Irit Rogoff en kunstenaar Kutlug Ataman in het auditorium met aansluitend brunch in het MuHKAFE. Lezing Derrick De Kerchove MuhKA_media, 24 maart 2006 Lezing ‘Hybriditeit – Leven in Paradox’ door Prof. Derrick de Kerckhove Kino Eye Festival Lichaam en locatie in sciencefiction MuHKA_media, 21- 23 april 2006 Hoe zie je de toekomst van jouw lichaam, jouw samenleving en jouw stad? In Kino Eye 6 staat de toekomst centraal. Gedurende drie dagen onderzoeken we de praktijk van het schrijven van de imaginaire toekomsten en de implicaties die sciencefiction heeft op het hier en nu. Wat heeft dit genre ons nog te bieden? Waarom nemen we eigenlijk de moeite en het risico om via sciencefiction de toekomst te verbeelden? Een antwoord op die en andere vragen wordt geformuleerd in lezingen, ontmoetingen, een stadswandeling, de voorstelling van onderzoeksprojecten. Het zwaartepunt ligt hierbij telkens op een andere discipline: fictie, humanisme, geletterdheid, sociaal werk en de urbane ruimte. En natuurlijk komen ook de verschillende toekomstvisies in experimentele en populaire sciencefiction films aan bod. Op de openingsdag, vrijdag, ligt de nadruk op de laboratoriumfunctie van sciencefiction en komen in lezingen vragen aan bod als ‘wie formuleert de toekomst?’ en ‘welke toekomst stellen we ons voor?’. Zaterdag staat in het teken van wetenschap en toekomst. Hoe wordt wetenschap in toekomstvisies voorgesteld? Is de speeltuinachtige omgeving waarin volop geknutseld wordt met ras, gender en verschillende levensvormen symbolisch voor onze verlangens? Op zondag wordt de toekomst dichter bij huis gezocht, in Antwerpen zelf. De zesde editie van Kino Eye is samengesteld door Constant vzw (Vereniging voor kunst en media). Constant vzw brengt onder de noemer ‘Stitch and Split’ vier interventies in MuHKA_media (2005-2006) rond het thema van sciencefiction, maar dan wel op een heel diverse wijze ingevuld (workshop Klingon taal, Cory Doctorow over de gevaren van Digital Right Movement, verslag van Maya Van Leemput van een wereldreis waarbij ze passanten interviewde over hun toekomstvisie). Deze afleveringen van ‘Stitch and Split’ monden in april uit in het Kino Eye Festival waar voortgeborduurd wordt op deze thematiek. Gasten: Ronald Soetaert, Kris Rutten, Sarah Bracke, Salman Sayyid, Mara Mattuschka, Liz Williams, Tine Lievrouw, Maya Van Leemput (agence future), Gul Kaçmaz Erk, ... Films: Baltimore (Isaac Julien), Otholith (Anjali Sagar), Thomas est Amoureux (Pierre-Paul Renders), Gattaca (Andrew Niccol),...
32
Symposium Learning and Teaching MuHKA_media, 15 september 2006 ) en Art and Research (De kunstenaar als onderzoeker). Met Irit Rogoff, Mary Kelly, Dieter Lesage, Jimmie Durham en Jan Verwoert als moderator. Tijdens ‘ACADEMY’ worden het MuHKA en MuHKA_media regelmatig ingezet als leerplek. Maar ook in de bibliotheek van Martha Rosler vinden lezingen en discussiemomenten plaats. Het programma wordt wekelijks aangekondigd aan de balie van het museum en op de website www.muhka.be. Martha Rosler in discussie met Susan Kelly NICC, 18 oktober 2006 In het verlengde van de MuHKA-tentoonstelling ‘ACADEMY’ staat in het NICC The Martha Rosler Library opgesteld, de persoonlijke bibliotheek van Martha Rosler, vol boeken in de meest diverse genres over onderwerpen als geschiedenis, architectuur, taalkunde, politiek en sciencefiction. Voor Rosler staat de bibliotheek symbool voor haar privé-sfeer en de manier waarop ze kennis verwerft en combineert. MuHKA en NICC nodigen je uit voor een gesprek dat Susan Kelly woensdag a.s. met Martha Rosler heeft over dit project. Teaching/Learning/Researching Researching en hun crossover in het Hoger Onderwijs. MuHKA_media, 16 november en 21 november 2006 Lezingen met o.a. Koen Brams en Max Bruinsma. Rondetafel: Kunst en publieke ruimte MuHKA, 23 november 2006 Retrospectieve en een studiedag Louise Brooks in samenwerking met vzw Efemera MuHKA_media, 24 november 2006 Rondetafel: Concepten en visies met betrekking tot het onderzoek en doctoraten in de kunsten MuHKA, 26 november 2006 Lezing Steven Dietz en live projecties van Joost Rekveld MuHKA_media, 14 december 2006
33
I.2
ABCD
I.2.2
Archief
Fase 2 verliep zeer moeizaam wat betreft de ontwikkeling, implementatie en het operationeel maken van de databanken voor archiefmateriaal en beeld. Multibox, het bedrijf dat de software zou ontwikkelen, slaagde er nauwelijks in om tot een bruikbaar systeem te komen. De werkkrachten die waren aangenomen in de zomer van 2005, konden te weinig testen. Uiteindelijk waren de databanken pas klaar eind 2005, toen er binnen het MuHKA niemand meer aanwezig was om te starten met een concrete implementatie. Ondertussen (2006) is er heel wat veranderd in de software voor registratie van objecten. Aanvankelijk werd men geconfronteerd met het feit dat de gebruikte registratie software (Adlibsoft) een gesloten systeem was, maar dankzij webservices en data-integratiemogelijkheden kunnen gegevens uit de bestaande databases gehaald worden en deze in een andere vorm ter beschikking worden gesteld of ontsloten. Daarbij komt nog dat in de laatste versies van Adlibsoft een archiefmodule is ontwikkeld. Zodoende hebben we de mogelijkheden binnen Adlibsoft bekeken, het registratiesysteem dat we in gebruik hebben voor de collectie en de bibliotheek (hedendaagse kunst). Persoonsgegevens (kunstenaars, auteurs,…) zijn reeds opgenomen. Hiermee vermijden we extra input en verdubbeling van gegevens. Records uit beide bestanden kunnen ook perfect aan mekaar gekoppeld worden. Naast deze nieuwe positieve evoluties is de speciaal ontworpen databank grondig geëvalueerd. Er zijn een aantal ernstige tekortkomingen, waardoor we geoordeeld hebben dat het beter is te opteren voor een uitbreiding van Adlib Archief dan de speciaal ontworpen databank in gebruik te nemen. Het gaat om de volgende argumenten: 1. De opslag is tweeledig: er is een digitaal archief voor beelden en een digitale inventaris voor ‘affiches’, ‘materiaal’, ‘administratieve documenten’ en ‘documentatie’. Tweedelig dus gezien er aan een objectbeschrijving geen beeldmateriaal kan worden verbonden. 2. Verder is de categorisering te strikt, zodat problemen rijzen bij stukken die niet onder reeds vermelde noemers ‘affiche’, ‘administratief’, enzovoort vallen. 3. In de ‘personen’ databank is geen rekening gehouden met mogelijk ‘dubbele functies’ of rollen. Bijvoorbeeld een kunstenaar kan ook curator, auteur en/of uitgever zijn voor een bepaald object. 4. De website start met een veld ‘zoekfunctie’; er is geen beeld van de inhoud van de collecties. Als je niet meteen een goeie term kan ingeven, krijg je ‘0 resultaat’ en dus helemaal niets te zien. Een ingang voorzien waar sitebezoekers doorheen de collecties kunnen navigeren als in een beeldengallerij is aangewezen. 5. Voorts is er geen thesaurus (AAT = Art & Architecture Thesaurus) of taxonomie voorzien en kan er geen onderscheid gemaakt worden in deelcollecties (ICC-archief, MuHKA, Sinebase…) 6. Er is geen mogelijkheid om digitale audio- of filmfragmenten toe te voegen. 7. Bij het toevoegen van digitale beelden (beeldendatabank) is er geen automatische invoeging van metadata (datum, bestandsformaat, resolutie), zoals dat bij website à la Picasaweb het geval is.
34
8. Men kan geen onderscheid maken in data die getoond worden op internet of enkel worden opgenomen ter volledigheid van het bestand, m.a.w. alles wat wordt ingegeven, verschijnt onmiddellijk op het internet. Er is zelfs geen ‘draft’ mogelijkheid. Onvolledige records of zaken die nog onderzocht moeten worden staan bij ‘save’ al meteen online. 9. Eigen ontwikkeling geeft ook geen mogelijkheden tot update of upgrade naar nieuwe functionaliteiten. Enkel als het speciaal of extra geprogrammeerd wordt, wat telkens een nieuw project vereist met grondige analyse, uitwerking, implementatie, testperiode. Dit vraagt bovendien extra budget. 10. De ontsluiting via de website gebeurt via twee nieuwe url’s; er is geen integratie met de huidige MuHKA-site noch één archiefwebsite voor S.M.A.K. en MuHKA. 11. Gezien het om een aparte databank gaat, is er dus geen automatische koppeling met de databank van de bibliotheek, film, collectie en tentoonstellingen. 12. Er kan enkel één taal (Nederlands) worden ingegeven. Wél wordt de bibliotheekdatabank uit Adlib geformatteerd en gekopieerd naar een sql databank. Zodoende kunnen we de gegevens online ter beschikking stellen op http://www.muhka-bibliotheek.be. De gegevens staan op een externe server zodat we onze kritische gegevens op een tweede lokatie kunnen raadplegen. Samenwerking tussen S.M.A.K. en MuHKA kan vooral vruchtbaar zijn op het vlak van afspraken maken voor een methodologie van invoeren van gegevens.
I.2.3
Bibliotheek en documentatiedienst
De MuHKA_bibliotheek verschaft toegang tot een internationale collectie van documentatie en informatie over hedendaagse kunst, film, video, televisie en andere visuele media. De bibliotheek is gratis toegankelijk en de collectie kan (uitsluitend) worden geraadpleegd in de leeszaal die zitplaats biedt aan 14 à 18 personen. Omwille van de aard van de collectie, fungeert zij niet als een openbare of universiteitsbibliotheek. Het gebruik van laptops is toegestaan. In de bibliotheek kunnen zwart-wit fotokopies gemaakt worden tegen 10 eurocent per A4 en 20 eurocent per A3. Voor kleurenfotokopies mogen de werken meegenomen worden, mits ze dezelfde dag weer ingeleverd worden en de identiteitskaart in bewaring gegeven wordt. Scans kunnen tegen betaling worden aangevraagd. In de leeszaal staan naslagwerken en recente nummers van tijdschriften. Alle andere werken worden opgevraagd. De goed geïnformeerde staf is ter beschikking om te helpen bij research. Door de gelimiteerde ruimte tussen de boekenrekken wordt gevraagd om bij voorkeur te reserveren zodat de informatie vlotter ter beschikking kan worden gesteld. Het aantal werken dat kan worden aangevraagd is niet gelimiteerd. De bibliotheek biedt ook een informatieservice voor geschreven en telefonische navraag en research.
35
De collectie hedendaagse kunst bestaat uit circa 30.000 boeken, waaronder monografieën, tentoonstellingscatalogi en theoretische werken. Verder is er een zeer omvangrijk tijdschriftenbestand van nationale en internationale kunsttijdschriften, waaronder een 31-tal lopende abonnementen. De afdeling hedendaagse kunst omvat tevens een collectie audiovisuele materialen, waaronder video, CD-rom, DVD en muziek CD en een bijzonder rijk gedocumenteerd documentatiebestand, dat zowel een alfabetisch overzicht van kunstenaarsdossiers bevat, als een thematisch opgezet klassement (kunstmarkten, instellingen, kunstscholen, biënnales/triënnales, trefwoorden…..). De collectie van Sinebase, De collectie van Sinebase, het documentatiecentrum van het voormalige Centrum voor Beeldcultuur bestaat uit circa 5.550 boeken en catalogi, ondermeer referentiewerken, biografieën, academische teksten en gepubliceerde en ongepubliceerde scenario's, 552 tijdschriftentitels en ongeveer 50 lopende abonnementen: academische, populaire, industriële en andere titels. De tijdschriften zijn afkomstig uit circa 45 verschillende landen. Artikels en recensies zijn opgenomen in een database. Verder bevat de collectie duizenden knipsels uit de nationale pers en uit andere publicaties. Ze zijn gerangschikt op regisseur of personaliteit, gebeurtenis, land of onderwerp. De MuHKA_bibliotheek heeft 2 catalogi, een voor beeldende kunst en een voor SineBase. Beide catalogi zijn ter beschikking in de leeszaal. Ze werken elk volgens een eigen softwareprogramma. De boekencollectie beeldende kunst is online te raadplegen op http://www.muhka-bibliotheek.be. In 2006 werd de bibliotheek door 882 bezoekers geraadpleegd. De collectie kon worden geactualiseerd met de aankoop van 223 nieuwe boeken en kon aanzienlijk worden verrijkt door enkele schenkingen en door uitwisselingen. Het databestand van de bibliotheek zou dagelijks onderhouden moeten worden; de bibliotheek heeft nood aan minstens één bijkomende fulltime werkkracht. Door de uitbreiding van de bibliotheek dient er ook gedacht te worden aan een nieuwe locatie in het gebouw om betere voorzieningen en bijkomende ruimte te bieden zodat er meer gebruikers ontvangen kunnen worden en de open toegankelijke werken uitgebreid kunnen worden. Belangrijke taken voor de toekomst: de volledige collectie van boeken en periodieken zou geautomatiseerd moeten worden opdat hij ook volledig raadpleegbaar is via een databestand.
36
I.2.4
Collectie
a. Collectiewerving beeldende kunst · Verwerving Het MuHKA wordt een jaarlijks budget ter beschikking gesteld door de Vlaamse Gemeenschap van 200.000 euro. Daarnaast wordt door het MuHKA ingezet op een goede omgang en diepe interesse in kunstenaars waardoor een aantal schenkingen werden gedaan en er via een klein extra eigen budget een aantal werken werden aangekocht. Ook de inspanningen en energie die in netwerking werden gestoken heeft op het gebied van verwervingen zijn vruchten afgeworpen. Het MuHKA ging in 2006 verder met verwerving binnen een context van permanent onderzoek, opgestart met de komst van Bart De Baere in 2002. Bij verwervingen gaat het niet zozeer om het bezitten van objecten maar om het creëren van een plek waar informatie(s), contexten en contextualisering van hedendaagse kunst kan plaatsvinden. Vandaar dat het MuHKA ensembles wil verwerven. De toeschouwer kan in het ensemble volgen hoe de kunstenaar werkt en associeert: .Door kunstwerken samen een relatie te laten aangaan, wordt veel duidelijk over de verbanden en processen die in het oeuvre van een kunstenaar een rol spelen. Een ensemble werpt een uniek licht op de denkwijze van een kunstenaar. De drie prioriteiten van het aankoopbeleid zijn onveranderd gebleven : museale werken die een collectiepresentatie kunnen dragen, audiovisuele werken (in de traditie van het ICC), en aankopen die ondersteunend functioneren bij werken die reeds in de collectie aanwezig zijn. Er werd resoluut ingezet op internationalisering en globalisering. Ensembles: De uitbreiding van het ensemble Jan Fabre gebeurde in het verlengde van de tentoonstelling ‘Homo Faber’. Dit ensemble articuleert de performatieve basis van het oeuvre van Jan Fabre. Het bestaat uit veel sinds decennia niet meer gezien materiaal dat het beeldende en het podiumwerk van Fabre verbindt. Deze verwerving kwam tot stand via aankoop en schenkingen en zal in 2007 verder worden geformaliseerd. Het MuHKA verwierf het volledige oeuvre van analytische fotowerken van Danny Matthys, twee vroege videowerken., enkele sleutelwerken, zoals de monumentale fotoreeks ‘Vivre d’Abord’ (1978) waarin foto’s van het vooroorlogse Duitse naturisme in hun proto-nazistische hoedanigheid worden benaderd en tenslotte enkele later herwerkte doeken. Deze verwerving kwam tot stand via aankoop en schenkingen. Ook werden een ensemble van Christophe Terlinden en een van Vaast Colson aangekocht. Luc Tuymans schonk 1000 tal polaroïds, hiermee vervolledigde het MuHKA haar ensemble Tuymans dat zowat al zijn grafische werk omvat en vijf doeken. Audiovisuele werken: onder andere : een uitbreiding van het ensemble Ana Torfs; en van het ensemble Andrea Fraser ; een grote installatie van Kutlug Ataman; een interactief werk van Tiong Ang en Roy Villevoye; Vaast Colson, Zacharias Kunuk
37
Museale werken die een collectiepresentatie kunnen dragen: Kutlug Ataman; Fortuyn/O Brien (via een schenking van Irene Fortuyn) : Joanna Kandl; Franz West ; Gordon Matta-Clark (met de bereidwillige medewerking van Jo Goldberg); Christina Ziach; Michael Van Den Abeele ; Moshekwa Langa ; Moshe Ninio Verwervingen van kunstenaars die ondersteunend functioneren bij werken die reeds in de collectie aanwezig waren: enkele prints van Panamarenko, polaroids van Tuymans, vroege werken van Fabre Globaliseringsinzet: Moshekwa Langa ; Moshe Ninio ;Joanna Kandl ; Kutlug Ataman; Zacharias Kunuk De omvang van de collectie steeg van 1174 werken met 173 naar 1.347 werken Dit is een stijging met bijna 15 percent. Er waren 90 schenkingen. Er werden 2 werken met eigen budget aangekocht. En 26 werken/installaties/ensembles met het aankoopbudget van de Vlaamse Gemeenschap voorzien voor het MuHKA. Er waren ook 2 semi-permanente bruiklenen via de samenwerkingsovereenkomst met de Vleeshal in Middelburg. Er werden ook 53 schenkingen geregulariseerd. Voor een volledig overzicht van de werken zie bijlage 12 · Bruikleenverkeer Doel is de zichtbaarheid van de collectie te maximaliseren door een beleid van collectie-inzet complementair aan de collectiepresentaties, zonder evenwel deze te hinderen. Er werden in 2006, 113 werken in langdurige bruiklenen aan publieke en semipublieke plaatsen toegestaan. Er werden 41 werken van het MuHKA ingezet in 23 andere tentoonstellingen. Voor een overzicht van de langdurige bruiklenen en bruiklenen op korte termijn zie bijlagen 13 en 14
b. Collectie Vrielynck Momenteel zijn er 1.100 records in een Adlib Lite bestand. Ze zijn aangevuld met bijkomende informatie zodat we nu over inhoudelijk bruikbare records beschikken. Ook zijn de Vrielynck objecten voorzien van nieuwe zuurvrije labels met daarop het automatisch gegenereerde Adlib nummer. De oude bestaande inventarisnummers worden binnen het registratieprogramma in de daarvoor voorziene tabbladen als bijkomende informatie toegevoegd. Deze nummers verwijzen naar de ‘BAC inventaris’, dit is/was het Belgisch Animatiefilm Centrum waar de Vrielynck collectie vroeger werd bewaard.
38
Het afgelopen jaar gingen enkele bruiklenen uit de Vrielynck collectie tijdelijk de deur uit: · 'Villa Photon' in Huis Sonneveld in samenwerking met Nai. Nederland. · Internationaal Film Festival Rotterdam, Nederland. · ‘The Projection Project’ (wat natuurlijk een interne bruikleen is tussen MuHKA en MuHKA_Media) · 'De Flipbook Show' bruiklenen voor FotoMuseum.
c. Collectiebeheer Op vlak van behoud en beheer heeft het MuHKA steeds te kampen gehad met heel wat achterstanden die in hoofdzaak historisch gegroeid zijn, t.w. een structureel personeelstekort en beperkt door infrastructurele tekortkomingen met betrekking tot werkruimte en depotruimte. Sinds april 2005 wordt de collectiewerking waargenomen door een collectiebeheerder en een verantwoordelijke collectiepresentaties. In 2006 kwam er een heroriëntatie van de werking in 3 kerntaken: verwerven (aankopen, schenkingen, dossierbehandeling), beheer (bruikleenverkeer, objectregistratie, depotbeheer), en onderzoek (collectiepresentaties). In juni 2006 werd een depotmedewerker tijdelijk in dienst genomen. De MuHKA collectie wordt passief geconserveerd teneinde de collectie materieel te ontsluiten in collectiepresentaties en in bruiklenen. De documentatie van de collectiewerken gebeurde voordien maar sporadisch, sinds 2006 wordt het projectmatig opgevolgd. Stand van zaken met betrekking tot bestaande depots: er zijn twee reguliere depots, het kelderdepot en het depot op de eerste verdieping. De andere plaatsen waar kunstwerken worden gestockeerd zijn niet aangepast. Het merendeel van de werken wordt in kisten bewaard teneinde kans op schade te vermijden. In 2006 werd begonnen aan een reorganisatie van het kelderdepot, en werd er een bijkomende schuifkast voor papierwerk aangekocht. Het depotbeheer werkt aan infrastructurele oplossingen aangaande bijkomende rekken voor kleinere beeldhouwwerken, en aan rekken voor het bewaren van kokers en stofkaders. Het depot op de eerste verdieping is overvol en moet gereorganiseerd worden zodat een definitieve plaatsing en registratie van de daar gestockeerde kunstwerken kan volgen. Het onvermijdelijke verlies aan benutte ruimte dat dit met zich zal meebrengen verplicht ons zeker de helft van de kunstwerken ergens anders te stockeren. Grootste probleem bleef dus ook in 2006 een gebrek aan ruimte. Er werden stappen gezet om dit te verhelpen. In afwachting van een samenwerking met het bedrijf ‘De Katoennatie’ om tot een oplossing van het depotprobleem te komen, werd in 2006 overgegaan tot de huur van een opslagruimte van 220m². Dit is slechts een korte termijnoplossing om de hoogste nood te lenigen. In 2006 werd een deel van de collectie in deze gehuurde depot opgeslagen. Hierdoor werd het depot op de eerste verdieping ontlast en gereorganiseerd. Naast de heroriëntering van de collectiewerking werden er ook diverse procedures opgesteld aangaande objectregistratie (velddefinities/standardisering), in- en uitgaande bruiklenen, behandeling kunstwerken, depotwerking, en werden standaard werkformulieren en conditierapporten doorgelicht en ontwikkeld.
39
In navolging van een intern onderzoek naar de performantie van de bestaande collectieregistratie, uitgevoerd i.s.m. Culturele Biografie Vlaanderen vzw, werd in 2005 beslist het registratiesysteem Adlib te reactiveren. Een stappenplan voor de conversie van gegevens uit de diverse databanken naar het Adlib-systeem, met registratieplan, werd ontwikkeld en in 2006 uitgevoerd. De achterstand met betrekking tot de basisregistratie werd weggewerkt, 472 records werden aangemaakt en 350 records werden geactualiseerd en gestandardiseerd. Collectiepresentaties werden retroactief tot 2002 ingevoerd, alsook alle tijdelijke en langdurige bruiklenen vanaf 2006. In 2006 begeleidde het collectiebeheer 2 stagestudenten in het kader van hun opleiding ‘Behoudsmedewerker Actuele Kunst’ aan de Hogeschool Gent. De twee studenten werkte mee aan opbouw en afbouw van één collectiepresentatie, depotbeheer, en voerde collectiegegevens in (basisregistratie).
d. Restauraties Het MuHKA beschikt niet over een uitgebouwd restauratieatelier, en heeft ook geen gekwalificeerd personeel ter zake in dienst. Restauraties aan werken worden in regel uitbesteed. In 2006 werden 6 werken uit de collectie hersteld of gereinigd. Mechanische herstellingen werden intern uitgevoerd. Voor restauraties die meer specifieke expertise vereisen, werd advies gevraagd of beroep gedaan op externe specialisten. BK6146/M132 - Jan Fabre Mur de la Montée des Anges 1993 Kippengaas, juweelkevers 142 x 52 cm Bij de sculptuur werd ongedierte vastgesteld. De sculptuur werd in karentaine geplaatst en vergast. BK7585/M373 - Mosche Ninjo Rainbow: Rug 1996-2000 Hologram, aluminium, glas 3.5 x 55 x 177 cm Het hologram werd tijdens opstelling in de vaste collectie gestoten. De glasplaat, die het hologram bedekt, is hierdoor in de linkerbenedenhoek gebarsten. De glasplaat werd vervangen. BK7470/M325 - Michelangelo Pistoletto Uffizi Porte 2003 Hout, metaal, dvd Variabele afmetingen De installatie werd opgesteld in de tentoonstelling Academie en voor deze gelegenheid in samenspraak met de kunstenaar ruimtelijk geherformuleerd en aangepast. Van de installatie werd enkel de bijbehorende video getoond en de titels van de verschillende ‘Uffizi’.
40
De letters van deze titels, vervaardigd uit hout, werden met lijm aan de muur bevestigd. Bij demontage werden deze letters beschadigd. Nieuwe letters werden vervaardigd. S0329b - Ilya Kabakov August 20th, 1968 2000 schraagtafels, staketsels, krantenknipsels, fotokopieën, theatermaquette variabele afmetingen De belichting in het miniatuurtheater dat onderdeel vormt van de installatie, werd provisoir veranderd van 110 volt naar 220 volt, waardoor de lampsocketten niet meer compatibel bleken. De gehele electrische bedrading werd vervangen, en Europese lampsocketten ingebouwd. Enkele houtenpoten van de schraagtafels en de staketsels werden tijdens het transport van het depot naar de tentoonstellingszalen beschadigd. Ze werden hersteld. S0374 - Paul Van Hoeydonck Plexireliëf 1960-1961 plexi 57 x 25 cm Het plexi oppervlak van de sculptuur werd naar aanleiding van een opstelling in de vaste collectie gereinigd. S0375 - Paul Van Hoeydonck Plexireliëf 1960-1961 plexi 42 x 23 Het plexi oppervlak van de sculptuur werd naar aanleiding van een opstelling in de vaste collectie gereinigd.
e. Panamarenko project: Hammers Up! Opstartfase: periode voorafgaand aan het eerste subsidiejaar Voorafgaand aan het eerste subsidiejaar, dat de periode september 2006 tot augustus 2007 omvat, vonden er verkennende gesprekken plaats tussen de verschillende actoren en instanties die thans deel uitmaken van het project ‘Hammers Up!’, dat erin bestaat het voormalige huis en atelier van Panamarenko een nieuwe, actieve functie te geven. Hierbij vindt u een gedetailleerde beschrijving van de doelstellingen op vlak van de renovatie, de ontsluiting, de herinrichting, de financiering en de timing, alsook schetsen wij een bondig en helder beeld van de stappen die tot nu werden ondernomen om het project op te starten en in te bedden in de museale werking van het MuHKA. Tijdens de voorafgaande opstartfase zaten Panamarenko, de vzw Panamarenko Collectief, de bestuurders van het MuHKA en de Vlaamse Gemeenschap samen om de mogelijkheden en voorwaarden m.b.t. de schenking van het pand te bespreken.
41
Nadien werden de juridische aktes opgesteld voor: 1) de notariële schenking van het pand door Panamarenko aan het MuHKA 2) de huur-verhuurovereenkomst tussen de vzw. Panamarenko Collectief en het MuHKA (voor de toekomstige dagelijkse werking in het Panamarenkohuis) 3) de samenwerkingsovereenkomst tussen de vzw. Panamarenko Collectief en het MuHKA (met betrekking tot de inhoudelijke en artistieke samenwerking) De bespreking van de juridische voorwaarden in de verschillende contracten nam meerdere maanden in beslag, daar de wederzijdse rechten en de plichten van de verschillende partijen aanzienlijk zijn. Knelpunten zoals de verlengbaarheid van het huurcontract en de reproductierechten van het beeldmateriaal dienden uitgeklaard te worden. Nadat de notariële aktes werden goedgekeurd door alle partijen, werd het pand in huidige toestand door een schatter getaxeerd, alsook het roerend goed (de artistieke inboedel). Deze cijfers waren noodzakelijk voor de berekening van de fiscale verplichtingen en de successierechten bij het ondertekenen van de aktes. De definitieve aktes werden verleden op 14 december 2006 bij notaris Walravens te Herzele. In grote lijnen kunnen de engagementen en de taken van de betrokken partijen als volgt worden samengevat: 1. MuHKA: In het algemeen staat het MUHKA in voor de renovatie en onderhoud van het gebouw en brengt de nodige expertise in voor de exploitatie van de woning. Als ontvanger van de schenking en dus eigenaar van de Biekorfstraat zal het MuHKA het initiatief nemen bij de renovatie. Het MuHKA zal jaarlijks in de lijn van zijn algemeen beleidsplan, een actieplan uitzetten. Dit actieplan zal ingepast worden in zijn algemeen museaal- en programmeringsbeleid. Het Panamarenko Collectief beslist, na overleg met het MuHKA, over de publieksmomenten, en is bevoegd voor de zaken waarvoor het exclusief verantwoordelijk is als vzw. Het MuHKA wil planmatig en in onderling overleg met Het Panamarenko Collectief het archiefsysteem (software, werkwijze, rechten…) en haar expertise ter beschikking stellen op het vlak van communicatie, archief- en depotwerking en publiekswerking.. 2. De vzw. Panamarenko Collectief: Het Collectief zal zich in eerste instantie bezighouden met het onderhoud en ontsluiting van het Panamarenko patrimonium in het gebouw, het conserveren en ontsluiten van het Panamarenko archief ‘Morrens’ en de organisatie van een aantal publieksmomenten. Het Collectief zorgt ervoor dat de ‘in situ’ kunstwerken en artefacten (vermeld in de akte van schenking) bewaard, gerenoveerd en ontsloten worden. Het Collectief staat er borg voor dat Panamarenko zich hiervoor kosteloos actief zal inzetten, zowel door de objecten volgens zijn eigen normen te restaureren, als door actief mee te denken over de toekomstige inzet ervan. De restauratie van de voornoemde kunstwerken zullen klaar zijn ten laatste drie jaar na de start van deze overeenkomst. Het inventariseren hiervan zal gebeuren in samenspraak met het MUHKA en volgens het archiefsysteem van het MUHKA. Presentatie en organisatie van activiteiten op het gelijkvloers en eerste verdieping.
42
Als de basisrenovatie geëindigd is, zal het Collectief het huis levendig maken door op geijkte tijdstippen, minstens 2 maal per jaar, een publiek toegankelijke activiteit te organiseren die in het teken staat van ‘Panamarenko’. Voor deze 2 activiteiten zal het Collectief zowel op het vlak van organisatie als publiekgerichte elementen verantwoordelijk zijn. Het MuHKA zal haar vaste communicatie-instrumenten inzetten overeenkomstig de grootte van het project. 3. De vzw. Vrienden van het MuHKA: De rol van de Vrienden van het MuHKA bestaat erin om als derde partij de ontwikkeling naar een vaste werking in en omtrent het Panamarenkohuis mogelijk te maken, waarna de Vrienden uit het project verdwijnen. Tot dan vormen de Vrienden het juridische, financiële, sociale en technische kader van het project. De Vrienden stellen de coördinator aan als go-between tussen alle betrokken partijen, en als verantwoordelijke voor al de initiatieven die tijdens de drie fases van het Panamarenko-project genomen dienen te worden. Voorts werd tijdens de opstartperiode, en dus parallel aan de afhandeling van de juridische aspecten, ook werk gemaakt van de initiële subsidie-aanvraag bij de Vlaamse Gemeenschap. De aanvraag werd principieel goedgekeurd voor een gespreide subsidie over een termijn van drie werkjaren. Deze goedkeuring gaf aanleiding om vanuit het MuHKA op zoek te gaan naar een algemeen coördinator om het gehele Panamarenkoproject in goede banen te leiden. Eerste werkingsjaar: periode augustus 2006 – augustus 2007 In mei 2006 vond een eerste gesprek plaats tussen de bestuurders van het MuHKA en Hans Willemse, die als auteur en voormalig galeriemedewerker zeer vertrouwd is met het leven en werk van Panamarenko, en de rijke geschiedenis van het huis in de Biekorfstraat. De besprekingen leidden in september 2006 tot de contractuele aanstelling van Hans Willemse als coördinator, waarmee het project concreet van start kon gaan. In aanvang werd werk gemaakt van een stappenplan, een werkkader en een werkingsstructuur om vanuit het MuHKA het gehele project beheersbaar en overzichtelijk te maken. Het project kreeg de overkoepelende titel “Hammers Up!” (een uitdrukking van Panamarenko uit de jaren ’60) omdat het in de eerste plaats de renovatie van het pand betreft, en omdat dit statement een duidelijke intentieverklaring impliceert vanuit het MuHKA om het pand in te bedden in het Vlaamse culturele erfgoed. Onder dezelfde titel werd op 8 januari 2007 in het MuHKA een druk bijgewoonde persdag georganiseerd om het project wereldkundig te maken. Zowel Panamarenko als minister Anciaux waren aanwezig op deze gelegenheid, die ruime weerklank vond in de pers.
43
Op inhoudelijk vlak werd het project “Hammers Up!” ingedeeld in drie grote fases: de ontruiming van het pand, de technische heropbouw van het pand, en de authentieke herinrichting en publieke openstelling van het pand. De eerste fase, die thans aan de gang is, omvat de volgende 5 doelstellingen: 1. de manuele ontruiming van pand waarbij de selectie wordt gemaakt van de artistieke en niet-artistieke inboedel; 2. het archiverings- en digitaliseringsproces van zowel het pand als de artistieke voorwerpen die in de collectie van het MuHKA worden opgenomen 3. het opstellen van de bouw en verbouwkundige dossiers; 4. de uitwerking van een inhoudelijk luik dat gericht is op een eerste thematentoonstelling omtrent het huis van Panamarenko in het MuHKA; 5. het opvolgen van de subsidiedossiers bij de Vlaamse Gemeenschap, waaraan de begroting is gekoppeld. Eind 2006 is er van start gegaan met de eerste doelstelling van de eerste fase : de manuele ontruiming van pand waarbij de selectie wordt gemaakt van de artistieke en niet-artistieke inboedel Voor de ontruiming van het pand werd een part-time extra werkkracht in dienst genomen. De inboedel van het pand (vaak waardevol) moet manueel gescheiden worden. Afval wordt afgevoerd per container, historische documenten, tekeningen en originele werken worden ondergebracht in het MuHKA-depot, meubilair, huisraad, onderdelen, gereedschappen en materialen worden gescheiden bewaard in kisten. Voor de volledige opslag en tijdelijke bewaring van de inboedel (in afwachting van de herinrichting van het pand) werd een tijdelijk depot gevonden bij de firma Speed-Colli in Wilrijk. Nadat de contractuele onderhandelingen werden afgerond, werd een depotmedewerker van het MuHKA aangesteld om de opslagplaats in te richten en de logistieke beheersing af te stemmen op het interne archiefsysteem van het MuHKA.
44
I.3
Publiekswerking
1.3.1 Communicatie a. Ontwikkelingen Waar 2005 nog in het teken stond van het ontwikkelen van het basis communicatieinstrumentarium, werd in 2006 vooral gewerkt aan een toenadering tussen de interne en externe publiekswerking van het museum. De benadering van het publiek werd tot dan opgedeeld tussen buiten en in het museum. Sinds 2006 wordt er een globale strategie uitgewerkt die gericht is op een benadering van het publiek voor, tijdens en na het bezoek. Daarnaast ging er veel aandacht naar het ontwikkelen van een aanpak op maat van de activiteiten. Zo werden bijvoorbeeld naar aanleiding van de tentoonstelling ‘DE-REGULATION with the work of Kutlug Ataman’ voorafgaand zeer intensieve gesprekken gevoerd tussen Irit Rogoff - curator van het project - en de afdeling publiekswerking. Dit resulteerde in een geheel aparte aanpak van de communicatie omtrent het project (zie verder). Binnen de vernieuwde communicatiestrategie van het MuHKA werd er daarnaast geopteerd om de totaliteit van de werking zo optimaal mogelijk onder de aandacht te brengen en om aanvullend te segmenteren en volgens activiteit, onderwerp en item gericht te communiceren. Verder werden er opnieuw een aantal partnerships aangegaan met derden. Zo werd er samengewerkt met o.m. Art Brussels, Extra City, het KMSKA, het Van Abbemuseum, Toerisme Antwerpen, stad Antwerpen, Monty, Petrol, deSingel,... Daarnaast nam het MuHKA deel aan gerichte promotieacties als de Antwerpse cultuurchèques voor studenten, Vivaboxes, verwenboekje Boekenbeurs, Museumnacht, Antwerpen in de wereld,... Het MuHKA ondersteunde in 2006 ook het nieuw opgerichte kunstblad art. Het eerste nummer werd ook in het MuHKA voorgesteld. Daarnaast haalden we de banden met het Antwerpse galerijcircuit nauwer aan en werden gesprekken opgestart voor een gezamenlijk evenement annex promotieacties voor 2007 en trad het MuHKA toe tot de overlegkoepel tussen de Antwerpse en Provinciale musea. Binnen het communicatieteam werden de taken herverdeeld. Er werd afgestapt van een aparte communicatiepersoon voor de MuHKA_media werking. Alle medewerkers communicatie staan voortaan in voor de communicatie van alle MuHKA-activiteiten, inclusief deze welke onder de MuHKA_media vlag ontwikkeld worden. Naast de verantwoordelijke communicatie bestaat het team nu uit een persmedewerker (60%), een all round communicatiemedewerker (100%) en een editor voor alle teksten (80%). Er werd een eerste stap gezet om het vrijwilligersteam dat instaat voor de verdeling van promotiemateriaal en ondersteuning bij de mailings uit te breiden en beter te structureren. Het komende jaar zal er werk gemaakt worden van een integraal vrijwilligersteam, waar de teams nu nog verdeeld zijn over MuHKA, MuHKA_media, Bibliotheek. Het adressenbestand werd verder uitgebreid en opgedeeld in specifieke focusgroepen, met de activiteiten en projecten van de werking als uitgangspunt.
45
Zo werd bijvoorbeeld n.a.v. ‘ACADEMY Learning from Art’ het bestand van de kunstenaars, kunst- en academische opleidingen uitgebreid. Waar het bestand in 2005 nog beperkt was tot een 1500-tal gerichte contactadressen beschikten we eind 2006 over een gedifferentieerd bestand van 10.688 contacten. Verder werd er werk gemaakt van een grotere gelijkvormigheid binnen de huisstijl. Het drukwerk van MuHKA en MuHKA_media werd op elkaar afgestemd; de titels, muurteksten, collectiefiches en achtergrondinfo in de tentoonstellingen worden voortaan ook vormgegeven conform de huisstijl. Voor MuHKA_media werd grootste aanpassing doorgevoerd. Het maandelijkse programmaboekje werd vervangen door een folder-poster. Deze aanpassing resulteerde in een verminderde werklast en een grotere visibiliteit. De folders vallen veel beter op dan het eerdere boekje en de doordruk van de posters op de achterzijde wordt apart verspreid via Agrafa. Ook de raamaffiche met maandelijkse programma-update aan het FotoMuseum werd aangepast conform de huisstijl. Deze laatste was echter verschillende maanden onbruikbaar door stormschade. De provincie, aan wie het gebouw toebehoort, maakte spijtig genoeg geen prioriteit van de herstelling, wat de visibiliteit van MuHKA_media gedurende een vijftal maanden op zijn eigen locatie teniet deed. Aan de gevel van het MuHKA zelf werd er verder gebruik gemaakt van grote spandoeken n.a.v. de grote tentoonstellingen, die bevestigd worden aan de rotonde van de buitengevel. De vernieuwing van het terras en het installeren van twee extra ingangen via het terras werd als opportuniteit aangegrepen om het museum an sich een grotere zichtbaarheid te verschaffen. Aan weerszijde van de ingang werden twee vaste banieren met MUHKA.BE en werk uit de collectie bevestigd en boven de hoofdingang werd een nieuw bord geplaatst met INGANG/ENTRANCE/ENTREE. Tenslotte stelde het MuHKA zich in 2006 letterlijk op als een open huis door zich actief mee in te zetten voor een actie als 0110. Tijdens de concerten stelde het museum zijn ruimtes ter beschikking voor het perscentrum van de organisatie. Ook bij de uitwerking van het project Sirene – een initiatief van Luc Tuymans – n.a.v. 0110 was het MuHKA nauw betrokken. Van de foto’s die op alle Sirene-plekken gemaakt werden maakten we een affiche die we vervolgens aan alle betrokken kunstenaars en instellingen schonken.
b. De pers Sinds 2005 zet het MuHKA in op een meer proactieve persbenadering. Daarnaast werden de internationale contacten in het persbestand gevoelig uitgebreid, dit voornamelijk dankzij projecten en internationale samenwerkingen als ‘INTERTIDAL Vancouver Art & Artists’, ‘DE-REGULATION with the work of Kutlug Ataman’, ‘ACADEMY Learning from Art’ en the ‘Projection Project’. Per activiteit en/of item werd een gerichte persselectie gemaakt, die actief bewerkt werd met het oog op redactionele aandacht. Omgang met de pers In de plaats van persconferenties werd er ook in 2006 voornamelijk geopteerd voor een aanpak op maat en werd er gewerkt met perspreviews op aanvraag, al dan niet gekoppeld aan interviews.
46
Dit met zeer positief resultaat tot gevolg: journalisten krijgen een veel persoonlijker ontvangst, kunnen komen op datum en uur die hen het best past. Internationale pers De informatiestroom rond tentoonstellingen kwam ook in 2006 vaak te laat op gang om een proactieve werking naar internationale media op te zetten. De tentoonstellingen an sich genereerden rond de openingsperiode gelukkig wel behoorlijk wat internationale persaandacht. Deze besprekingen, recensies verschijnen echter vaak op het einde of zelfs na afloop van de tentoonstellingen. Het traceren van de effectieve weerslag van de internationale perscontacten blijft bovendien een heikel punt. Het MuHKA beschikt niet over de nodige middelen om beroep te doen op een internationale persknipseldienst en journalisten sturen niet altijd consequent hun bijdragen in (hoewel dit wel gevraagd wordt). De dienst toerisme van de stad Antwerpen ontvangt regelmatig buitenlandse journalisten in Antwerpen. Het MuHKA staat mee op de lijst van te bezoeken plekken die de dienst toerisme actief voorstelt aan deze persmensen. Persreizen In 2006 werden er geen persreizen georganiseerd. De Belgische pers werd wel uitgenodigd naar het Van Abbemuseum n.a.v. het ACADEMY project dat daar gelijktijdig liep met de tentoonstelling in het MuHKA.
c. Communicatie-instrumenten Het communicatie-instrumentarium van het MuHKA werd in de loop van 2006 verder geoptimaliseerd, binnen de mogelijkheden van de bestaande budgetten. Naast de reguliere basis-instrumenten zoals het MuHKAzine, de MuHKA_media programmafolder, aankondigingen van tentoonstellingen, collectiepresentaties, advertenties, e-nieuwsbrieven en website wordt er gezocht naar bijkomende communicatiemiddelen binnen de ruimte en de mogelijkheden van de activiteit. MuHKAzine Verschijnt vier maal per jaar, telkens naar aanleiding van de seizoenstentoonstelling. Het MuHKAzine werpt een blik op de totaliteit van de MuHKA-activiteiten en beperkt zich dus niet tot enkel info over de tentoonstelling. Er werd geopteerd voor een boekje op A5-formaat in vierkleurendruk. Binnen het MuHKAzine wordt er gezocht naar een goed evenwicht tussen beeld en tekst, wordt er zeer veel aandacht geschonken aan veel en aantrekkelijk beeldmateriaal en worden er daar waar mogelijk ook actiefoto’s in het museum gebruikt (bijvoorbeeld een foto van de Dag van de Cultuureducatie die in het MuHKA georganiseerd werd door Canon Cultuurcel). Het MuHKAzine opent telkens met twee pagina’s ‘MuHKAlife’ waarin activiteiten van voor en achter de schermen opgenomen kunnen worden, of teruggeblikt wordt op een activiteit die bijzonder was. ‘MuHKA verwacht’ is dan weer een smaakmaker voor de komende projecten. Uitnodigingen Deze worden aangemaakt tentoonstellingen.
naar
aanleiding
47
van
de
openingen
van
de
De uitnodigingen van de collectiepresentaties fungeren meteen ook als flyer, vermits er hiervoor niet standaard een openingsmoment voorzien wordt en worden verder mee verstuurd met de uitnodigingen voor de openingen. ook hier wordt er gewerkt op A5 formaat. Newsflash Hoewel er binnen de huidige website nog geen mogelijkheid tot e-newsletter bestaat, noch de mogelijkheid voor bezoekers / geïnteresseerden om hierop in te tekenen, werd er in juni 2005 toch beslist om tussentijds met een newsflash van start te gaan. Deze wordt aangemaakt en vormgegeven door een van de communicatiemedewerkers en vooral verzonden ter aankondiging van de opening van de tentoonstelling, een collectiepresentatie of een bijzondere activiteit (zoals boekpresentaties, lezingen,...). Voor MuHKA_media wordt er tweewekelijks een newsflash uitgestuurd op een totaal e-mailbestand van 3.565 contacten. Hierin worden steeds twee tot maximum drie onderdelen van het programma uitgelicht. De newsflash van zowel MuHKA als MuHKA_media wordt opgemaakt met een directe doorklikmogelijkheid naar de website. Website De website van het MuHKA is slechts online sinds februari 2004. In 2006 werden er een aantal fundamentele aanpassingen uitgevoerd. Bij de aanmaak van de website was de fusie met het centrum voor beeldcultuur nog niet rond, daardoor kon er bij aanvang geen rekening gehouden worden met de (internet)noden van een dagelijkse filmprogrammering. Met de opstart van MuHKA_media in 2005 bleek dit al gauw voor een aantal tekortkomingen te zorgen. De kalender werd aangepast, de mogelijkheid om thema’s toe te kennen aan het programma (waardoor en er programmaclusters kunnen ingevoerd worden), er werd een zoekfunctie voor het filmprogramma toegevoegd (met de mogelijkheid om te zoeken op titel, acteur, regisseur) en er werd een directe link vanuit de homepage voorzien. Daarnaast werd ook het persluik op de site een stuk overzichtelijker en gebruiksvriendelijker gemaakt. Tenslotte werd ook de info onder ‘MuHKA ontvangt’ opnieuw geordend en gebruiksvriendelijker gemaakt. Tenslotte werd er voor ‘DE-REGULATION with the work of Kutlug Ataman’ een site ontwikkeld (die gekoppeld werd aan de MuHKA-site); www.de-regulation.org heeft een heel aparte opbouw, biedt de mogelijkheid om veel bijkomende achtergrondinfo op te nemen, alsook videoregistraties en laat daarnaast externen toe om gerelateerde info te posten. DE-REGULATION loopt momenteel in Herzliya (Israel) en zal later ook in Berlijn getoond worden, beide plekken maken gebruik van dit internetplatform. Spandoeken & affiches Het MuHKA beschikt niet over de nodige budgetten om voor elke tentoonstelling affiches te laten aanmaken. Wanneer er binnen het tentoonstellingsbudget extra middelen vrijkomen (zoals bij ‘Homo Fabre’ en ‘ACADEMY Learning from Art’) wordt er wel voor affiches geopteerd vermits dit toch een belangrijke visibiliteit in het straatbeeld geeft.
48
Voor de grote tentoonstellingen werd er wel telkens een spandoek aangemaakt voor de gevel van het museum, om aan het eigen gebouw in ieder geval visibiliteit te geven aan de belangrijkste publieksactiviteit van het museum. Voor ‘DEREGULATION with the work of Kutlug Ataman’ werd er binnen het globale tentoonstellingsbudget extra ruimte vrij gemaakt om via de buitengevel van het museum al een eerste impressie van het project te geven. Via vier grote spandoeken werd het publiek al van buitenaf aangesproken met foto’s en citaten uit de werken van Ataman. Deze citaten werden trouwens ook gebruikt voor buttons en stickers. Voor MuHKA_media wordt er maandelijks een affiche aangemaakt die verspreid wordt over het Antwerpse horeca-, winkel- en studentennetwerk via Agrafa. Advertenties Gezien het beperkte communicatiebudget adverteren. Dit voornamelijk in het nieuwe het MuHKA, en lokaal in ‘WEEKUP’ voor Daarnaast wordt het MuHKA-programma Antwerpse galerijen.
werd er beslist om vooral nationaal te kunstblad ‘ART’ en in ‘A Prior’ voor het filmprogramma van MuHKA_media. ook opgenomen in de folder van de
Bijkomende communicatiemiddelen Het al dan niet inzetten van bijkomende communicatiemiddelen was voornamelijk een budgettaire overweging. Het afgelopen jaar was deze ruimte er voor het project ‘HOMO FABRE’, dankzij de samenwerking met het KMSKA en een extra financiële ondersteuning van de stad Antwerpen en ‘ACADEMY Learning from Art’, dankzij de ondersteuning van het Siemens Arts Program. Voor beide projecten werd een affichecampagne opgezet en werd een aparte meertalige folder aangemaakt. De eerste i.s.m. het KMSKA, de tweede i.s.m. Siemens en het Van Abbemuseum. Voor de tentoonstelling ‘DE-REGULATION with the work of Kutlug Ataman’ werd binnen het reguliere communicatiebudget middelen vrijgemaakt voor buttons en stickers, met citaten uit de videoregistraties van Ataman en een verwijzing naar de site www.de-regulation.org Deze werden op ruime schaal verspreid en als communicatieteaser ingezet bij het project. Voor ‘KINO EYE’ werd ook een aparte folder en affiche aangemaakt die gericht verspreid werd ook via het netwerk van projectpartners Constant vzw. Programmabrochure MuHKA_media Maandelijks werd een programmabrochure aangemaakt. Deze wordt verspreid via direct mailing, de balies van zowel het MuHKA als het FotoMuseum en een uitgebreid parcours van café’s, restaurants en culturele instellingen. Flyers Binnen de nieuwe opmaak van de folder was het mogelijk om voor speciale evenementen een aparte flyer aan te maken. Deze flyers worden afhankelijk van de activiteit verspreid via vrijwilligers op gerichte plekken en culturele evenementen.
49
1.3.2 Bemiddeling De belangrijkste taak van bemiddeling is de bezoekers van het MuHKA ontvangen, wegwijs maken, begeleiden en bemiddelen bij hun contact met het kunstwerk; dat gaat van onthaal en bewegwijzering over informatieteksten tot geleide bezoeken. Een groot deel van de werking is gericht op het ontwikkelen, onderbouwen, bestendigen en uitbreiden van het aanbod voor het publiek. Het bestaande aanbod voor groepen (onderwijs en vrije tijd) werd vooral bestendigd, nieuwe initiatieven richten zich vooral naar de individuele bezoekers. Er werd onderzocht hoe presentatie en bemiddeling beter op elkaar kunnen ingrijpen ten voordele van zowel de kunst als het publiek. Daarnaast kwam de afstemming tussen bemiddeling en communicatie in een stroomversnelling door deze twee werkdomeinen te verenigen in de afdeling publiekswerking. Deze complementaire werking had ook een fysieke weerslag in de versmelting van beide bureaus tot één dynamische werkplek. a. Onthaal Het eerste contact van de museumbezoeker is in de meeste gevallen via het onthaal. Binnen het onthaal onderscheiden we drie primaire functies: · Informatievoorziening: gaande van het meedelen van de openingsuren over het wegwijs maken in het gebouw tot het overhandigen en het toelichten van het programma; · Gegevensverwerking: gaande van het registreren van een lidmaatschap over het verwerken van een reservering tot het behandelen van een klacht; · Verkoop: gaande van tickets over catalogen tot postkaartjes. Daarnaast vervult het onthaal nog een aantal sterk samenhangende secundaire functies: het is de stem, het gezicht, het uithangbord van het museum. Via het onthaal tonen het MuHKA en MuHKA_media zich gastvrij en klantgericht; publieksvriendelijkheid staat daarbij centraal en is dan ook een belangrijk aandachtspunt voor deze medewerkers. Dankzij de reorganisatie maken beide balieteams, het suppoostenteam en de telefonische onthaalmedewerker structureel deel uit van de afdeling publiekswerking, onder leiding van een onthaalverantwoordelijke. Daardoor is de onthaalfunctie een constante verantwoordelijkheid geworden van de afdeling. Ondanks de moeizaamheid van de reorganisatie en de verdeling van nieuwe verantwoordelijkheden zijn er al een heel aantal kleine acties ondernomen in 2006: ·
Onthaal moet bereikbaar en zichtbaar zijn: reservaties verlopen sinds dit jaar via één telefoonnummer (03/260.99.90) en één e-mailadres, nml. [email protected] en dit voor beide locaties waardoor de bezoeker onmiddellijk wordt verder geholpen of wordt doorverbonden met de juiste persoon. De telebutler, die voortdurend problemen opleverde, is uitgeschakeld waardoor de beller onmiddellijk de onthaalmedewerker aan de lijn krijgt.
50
·
·
Webonthaal: na herhaaldelijke klachten van virtuele bezoekers werd het ontvangt-luik op de website herschikt. De informatie van beide locaties werd samengevoegd, uitgebreid en herschikt. Een bijkomend aandachtspunt was het up-to-date houden van het aanbod op de eigen website en externe websites. Deze verantwoordelijkheid werd expliciet toegevoegd aan het takenpakket van de administratief medewerker. Informatiedoorstroming: door de aanstelling van een onthaalverantwoordelijke wordt de informatiedoorstroming van en naar de onthaalmedewerkers meer gestroomlijnd.
De informatievoorziening, gegevensverwerking en verkoop moeten vlot verlopen. De bezoekers verlangen niet alleen correctheid maar ook snelheid. Zo blijft het ticketsysteem in MuHKA_media een hangend probleem dat op korte termijn een oplossing moet krijgen dat haalbaar is op vlak van personeel en budget. Op lange termijn moet er op beide locaties een volledig nieuw kassasysteem geïmplementeerd worden dat gekoppeld is aan een efficiënte dataverwerking en boekhouding. Dit dossier wordt volgend jaar opgestart. Klantvriendelijkheid blijft een must en je kunnen inleven in de persoon die je onthaalt, is een troef. Beleefdheid en vriendelijkheid zijn vanzelfsprekend, ook als het wat moeilijker wordt (de klant is koning). De onthaalmedewerkers moeten in dat verband precies weten hoe ze op problemen kunnen reageren, welke de grenzen zijn van hun bevoegdheden en tot wie ze zich kunnen wenden indien de situatie uit de hand loopt. Met alle medewerkers die een expliciete onthaalfunctie in hun takenpakket hebben (baliemedewerker, suppoost, MuHKAFE-medewerker, telefonisch medewerker) is een persoonlijk gesprek gevoerd over klantvriendelijkheid. Vanuit deze gesprekken is besloten om een traject op te zetten rond klantvriendelijk voor ALLE medewerkers; dit wordt een actiepunt binnen ontwikkelingsproces communicatie (in overleg met personeelswelzijn).
b. Bewegwijzering De bemiddeling coördineert de bewegwijzering in huis. Het gaat hier niet alleen over wegwijzers maar ook over grotere aanduidingen zoals titels van tentoonstellingen, toegangsprijzen en mededelingen over activiteiten. In samenwerking met de communicatie wordt er gezorgd voor coherentie op vlak van inhoud en vormgeving. Het toepassen van de huisstijl draagt bij tot de herkenbaarheid. Er wordt ook steeds bekeken in welke talen er bewegwijzerd dient te worden of er worden zo internationaal mogelijke woorden gebruikt. Gezien de budgettaire beperkingen voor de bewegwijzering wordt er per project voor een verbetering van de bewegwijzering gekozen die een blijvende waarde heeft na afloop van het project. Onderstaande gerealiseerde aspecten hebben de doeltreffendheid van de algemene bewegwijzering verhoogd in het MuHKA: ·
Praktische informatie: zichtbaar inkomprijzen aan de balie
51
aanbrengen
van
openingsuren
en
· · · ·
Route: aanduiding van presentatieruimtes en andere publieke ruimtes (auditorium, MuHKA_bibliotheek) in de trappenhal én in de liften Noodsignalisatie: volledige vernieuwing en uitbreiding van de signalisatie op de nooddeuren en nooduitgangen in het MuHKA Route: signalisatie achter de schermen van het MuHKA en verwijzing naar de andere locatie Productinformatie: aankondiging van de weekactiviteiten op een flatscreen in de inkompartij van het MuHKA
Per project is er altijd een specifieke en dus tijdelijke bewegwijzering nodig om de bezoeker wegwijs te maken naar en in de nieuwe presentaties, bijvoorbeeld de titel van de tentoonstelling in de inkompartij of een banier aan het gebouw. Naast de interne bewegwijzering is er door de Vrienden van het MuHKA i.s.m. communicatie de zichtbaarheid van het gebouw aangepakt door het aanbrengen van 2 grote panelen aan de gevel en een duidelijke naamsvermelding. Verder blijft de signalisatie in de stad naar het Zuid en de musea een oud probleem dat moeizaam op te lossen is. In MuHKA_media verloopt het aanbrengen van doeltreffende bewegwijzering in onze huisstijl moeilijk omdat er steeds moet worden overlegd met het FotoMuseum. Toch was het onontbeerlijk om onze werking meer zichtbaar te maken en te onderscheiden van de FotoMuseumwerking. Onderstaande gerealiseerde aspecten hebben de doeltreffendheid van de bewegwijzering verhoogd in het museum: · Productinformatie: elke maand wordt er een raamaffiche aangemaakt met de aankondiging van het programma · Productinformatie: een prikbord per zaalingang geeft plaats om aankondigingen, affiches, folders of bemiddelingsteksten op te hangen · Productinformatie: bij het betreden van het FotoMuseum is er een folderrek geplaatst waarin alle folder van beide locaties een plaats hebben · Praktische informatie: achter de balie is een kader voorzien waarin de inkomprijzen worden aangekondigd · Productinformatie: op de balie staan displays met folders van MuHKA_media en MuHKA · Productinformatie: buiten het museum staan stoepborden met hierin affiches van de geprogrammeerde films In overleg met het FotoMuseum moet er een werkwijze worden gevonden die toelaat dat de publieksmedewerkers sneller kunnen reageren als er zich praktische problemen voordoen.
1.3.3 Bezoekerscomfort Het comfort van de bezoeker bepaalt mee zijn appreciatie van de presentaties, voorstellingen en de organisatie. Bezoekerscomfort steunt op een aantal noodzakelijk aanwezige voorzieningen die voldoende comfortabel en sfeervol moeten zijn. Hierbij denkt men onmiddellijk aan ingrijpende en dure ingrepen maar toch kunnen kleine inspanningen op dit vlak al veel effect hebben, bijvoorbeeld de muur een andere kleur geven, de belichting warmer maken, ...
52
Net zoals voor de bewegwijzering is er een beperkt budget voor het bezoekerscomfort. Vermits elke nieuwe presentatie andere behoeften en noden voor het publiek meebrengt, is het moeilijker om voor het bezoekerscomfort blijvende ingrepen te realiseren. Onderstaande gerealiseerde aspecten hebben de doeltreffendheid van het algemene bezoekerscomfort verhoogd in het MuHKA maar hebben soms tegelijkertijd nieuwe problemen in het leven geroepen: · · ·
·
·
·
·
·
Praktische informatie: tekstueel informeren van de bezoeker tijdens opbouwperiodes en de daaruit vloeiende ongemakken, bijv. lawaaihinder Kostprijs: de tarieven in MuHKA_media zijn verlaagd en aangepast naar analogie met de tarieven van het MuHKA Kostprijs: de tarieven voor rondleidingen, filmvoorstellingen en andere begeleide formules zijn aangepast naar een prijs per persoon i.p.v. een prijs per gids/inleider vermeerderd met de inkomprijs. De prijzen zijn voor de 2 locaties uniform gemaakt. Toegankelijkheid: er is een infrastructurele ingreep gebeurd opdat het MuHKAFE een aparte ingang heeft; zo is iedereen welkom in het MuHKAFE en niet enkel de museumbezoeker. Is het nu niet wenselijk dat het café iets langer open blijft dan het museum? Zo kan de museumbezoeker zijn bezoek aangenaam afsluiten in het MuHKAFE. Faciliteiten: door de aanpassing van de toegankelijkheid van het MuHKAFE zijn de huidige vestiaire en lockers verwijderd zonder dat er evenwel een plan voor een nieuwe inbedding is bedacht. Enkele verrijdbare kapstokken hebben adhoc een oplossing geboden maar er zijn geen lockers meer voor het publiek. Toegankelijkheid: we kregen een klacht van het Toegankelijkheidsbureau voor Openbare Gebouwen van een regelmatige bezoeker (persoon met een handicap) van het MuHKA die zeer ontevreden is over de vernieuwde inkompartij. Voor haar is de vernieuwing geen verbetering. De klacht wordt opgevolgd door de afdeling ondersteuning, infrastructuur. Openingsuren: de galerijen hebben gemeld dat ze regelmatig van bezoekers horen dat het wenselijk zou zijn dat het MuHKA hetzelfde sluitingsuur zou hebben, nl. 18u. Bovendien zijn wij vragende partij om de tijd tussen het afsluiten van het MuHKA en de eerste film in MuHKA_media te verkleinen. Faciliteiten: het museumcafé van het FotoMuseum is reeds langer dan een jaar gesloten, als adhoc-oplossing is er een drankenautomaat in de gang geplaatst. In april 2007 zou het museumcafé terug open gaan.
Per project is er altijd een aangepast en dus tijdelijk bezoekerscomfort nodig voor de bezoeker; dit situeert zich voornamelijk op vlak van zitgelegenheid en zichtbaarheid van de praktische en tekstuele bemiddeling in de presentaties. Er moet dringend nagedacht worden over een eventuele aanpassing van de openingsuren van het MuHKA en het MuHKAFE. Ook een permanente oplossing voor de vestiaire en de lockers is dringend. Dit zijn de grootste uitdagingen voor volgende jaar op vlak van bezoekerscomfort. Alle medewerkers van de afdeling publiekswerking hebben de verantwoordelijkheid als ze merken dat het bezoekerscomfort in het gedrang komt, dit te signaleren aan de medewerkers van andere afdelingen. 53
1.3.4 Publieksbegeleiding De kern van publieksbegeleiding is de bemiddeling tussen het publiek en het kunstwerk; wat kan hedendaagse kunst/film voor de bezoeker betekenen? a. Onderwijs Het onderwijs is een belangrijke partner voor het MuHKA: het is enkel via schoolbezoeken dat we iedereen – ongeacht de sociale achtergrond, de opvoeding, de interesses enzovoort – kunnen bereiken en met hedendaagse kunst, nieuwe media of film kunnen laten kennismaken. Daarnaast spreekt het vanzelf dat het onderwijs een belangrijke bezoekersgroep is voor het MuHKA: uit het schoolpubliek van vandaag groeit ons museum- en filmpubliek van morgen. De doelstellingen die zich in 2006 voor het onderwijs stelden, situeerden zich op twee vlakken: aan de ene kant de bestendiging van het evenwichtig basisaanbod met een kleine uitbreiding ervan voor (toekomstige) leerkrachten en aan de andere kant meer gerichte promotie van het aanbod. Voor de promotie van het aanbod was een intensieve samenwerking met de communicatie noodzakelijk. Het was daarbij wenselijk om de promotie doelgericht op te maken waardoor de lezer zich meer aangesproken voelt in plaats van alle informatie aan alle groepen mee te geven. Financieel vraagt dit wel meer inspanningen omdat er divers promotiemateriaal dient te worden aangemaakt. Anderzijds is een folder waarin het aanbod wordt aangekondigd heel snel gedateerd en moet er een nieuwe, juiste versie worden aangemaakt. Dit maakt dat er ook korter op de bal kan worden gespeeld. Ook is er bewust voor gekozen om alle promotie voor beide locaties samen te voegen: zo wordt er gewerkt aan de beeldvorming van leerkrachten en leerlingen over het MuHKA als een kunsthuis waarin zowel film, hedendaagse kunst en beeldmedia aan bod komen. Concreet vertaalden deze doelstellingen zich in de volgende acties: ·
·
Nieuw aanbod (i.s.m. CANON Cultuurcel: SKOOP! SKOOP! verwijst naar het Griekse woord skopein, wat kijken naar betekent en richt zich op de audiovisuele vorming van jongeren en hun leerkrachten (SO). Tijdens de workshop wordt beeldcultuur geïllustreerd met talrijke audiovisuele creaties (videoclips, games, tv-series,…) en kritisch benaderd aan de hand van vier thema’s, die gelinkt zijn met jongeren en hun leefwereld. Door actief aan de slag te gaan, zetten we een passieve consumptie van audiovisuele beelden om in een bewuste, kritische omgang hiermee. Als omkadering wordt er ook een publicatie meegegeven. Voor alle leerkrachten: de jaarlijkse museumnocturne voor het onderwijs. Het jaarlijkse ontmoetingsmoment van het MuHKA met leerkrachten werd voor de vijfde maal in de vorm van een nocturne georganiseerd. Ditmaal in het kader van de tentoonstelling ‘ACADEMY. Learning from Art’ en was weer een overdonderd succes. Dit wordt duidelijk gesmaakt door leerkrachten.
54
· · · · · · ·
·
·
Onderwijsfolder: er werd een aparte jaarfolder (sept-juni) voor het onderwijs ontwikkeld waarin het aanbod wordt gepresenteerd in de opdeling ‘kunstkijken’ en ‘filmkijken’. Website: het aanbod van MuHKA_media is meer uitgebreid omschreven: elk van de 50 films staat met een samenvatting op de MuHKA-website en is duidelijk ingedeeld binnen tien thema’s. Databestand: het databestand is uitgebreid waardoor alle academies en docenten worden uitgenodigd voor de vernissages. De digitale nieuwsbrief wordt ook naar studenten gestuurd. Nauwere samenwerking met de academies: het kunstenaarsgesprek met Kutlug Ataman in verschillende Academies is een zeer succesvolle formule gebleken die jaarlijks herhaald moet worden. Infomoment voor leerkachten secundair onderwijs: naar aanleiding van de tentoonstelling ‘De-regulation’ werd een rondleiding en nagesprek georganiseerd. Mailings: de leerkrachten worden nu regelmatiger en beter geïnformeerd via digitale nieuwsbrief. Navorming leerkrachten: naar jaarlijkse traditie werd er in september een navorming voor leerkrachten secundair onderwijs aangeboden in MuHKA_media voor de Week van de Franse Film (i.s.m. Délégation Culturelle et Pédagogique Ambassade de France). Samenwerking: MuHKA_media werkte dit jaar nog intensiever samen met UA en het Atelier Video & FilmKunst van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten-DKO in Antwerpen, dit in kader van Filmhistories en Vlaamse Film Confidenties. MuHKA_media stelde zijn zalen ook open voor gastlessen bijv. voor Karel De Grote Hogeschool en gastworkshops bijv. AIFOON.
Wat het museumbezoek betreft gaven leerkrachten de voorkeur aan een themarondleiding omdat dit een interessante invalshoek biedt en de mogelijkheid tot differentiatie. Algemeen was er een kleine daling (13 groepen minder) van het aantal groepsbezoeken uit het onderwijs. De bestendiging van het aanbod had dus een bestendiging van het aantal groepen tot gevolg. De groepen uit het kleuteronderwijs bleven op hetzelfde peil. Opmerkelijk is wel dat minder groepen uit het lager onderwijs het MuHKA hebben bezocht in tegenstelling tot een stijging van het aantal groepen uit het secundair onderwijs. Een verklaring voor deze stijging is waarschijnlijk de gerichte actie naar het secundair onderwijs in de tentoonstelling ‘De-regulation’: de stijging is dan ook vooral in de maand maart waar te nemen (2005:4 groepen >2006:15 groepen). Dit verklaart ook deels dat het aantal deelnemers is gestegen ondanks het feit dat het aantal groepen lichtelijk is gedaald: de groepen voor het secundair onderwijs zijn groter dan de groepen van het lager onderwijs. Ook het hoger onderwijs kende een terugloop in het aantal groepsbezoeken (2005:30 groepen >2006:17 groepen): de gratis deelname aan het project DUBBELFOCUS (gesubsidieerd door de CANON Cultuurcel) in 2005 was beëindigd en in 2006 betalend in het aanbod opgenomen. Er blijft dus een financiële drempel voor onderwijsgroepen. Wat het bemiddeld filmbezoek betreft in MuHKA_media zien we een stijging in het aantal deelnemers (2005:6721 >2006:8467). Het aantal bezoekers uit het secundair onderwijs steeg lichtelijk. 55
Opvallend hierbij is het feit dat de secundaire scholen uit 2005, bijna allemaal terugkeerden in 2006. Hiernaast kregen we er ook een aantal nieuwe scholen bij. Dit kan te wijten zijn aan de grotere verspreiding van de onderwijsfolder en het uitgebreid aanbod op de website. Een grotere stijging zien we vooral in de bezoekers uit het hoger onderwijs en de groep plus18. Dit kan enerzijds te verklaren zijn door het nieuwe aanbod (SKOOP!, Filmhistories/lezingen en Vlaamse Film Confidenties) en anderzijds aan de nauwere samenwerking met derden (CANON Cultuurcel, Atelier Video & FilmKunst van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten-DKO in Antwerpen, UA, AIFOON). Een relatief nieuwe groep zijn de min18 bezoekers. Voorheen werd er nauwelijks een aanbod gecreëerd voor kinderen en jongeren in hun vrije tijd. Door de samenwerking met het Europees Jeugd Film Festival en een aangepaste selectie van kinder- en jeugdfilms aan te bieden, vinden ook families met kinderen en jongeren de weg naar MuHKA_media. Volledig overzicht zie bijlage 15: aantal groepsbezoeken per onderwijsniveau en totaal aantal deelnemers
De onderwijsfolder en de digitale nieuwsbrief hadden dus niet het beoogde effect als het gaat om een duidelijke toename van het aantal groepen uit het onderwijs. Volgend jaar is het wenselijk om meer directe, persoonlijke en gerichte acties te ondernemen waarbij leerkrachten van verschillende onderwijsniveaus kennismaken met de hedendaagse kunst, het tentoonstellings- en het filmprogramma. Dit vooral met het oog op het aantrekken van nieuwe groepen. Het rondleidingsaanbod, filmvoorstellingen en de museumnocturne voor het onderwijs hebben een trouw publiek dat jaarlijks terugkomt. b. Volwassenen De afgelopen jaren werd veel energie gestoken in de ontwikkeling van methodes en het bemiddelingsaanbod voor groepen die in hun vrije tijd komen. Het is altijd ons streefdoel om een aantrekkelijk, gediversifieerd en laagdrempelig aanbod te creëren, zodat zoveel mogelijk bezoekers er iets van hun gading in kunnen vinden en wie weet op die manier hun eerste stappen in de wereld van de hedendaagse kunst zetten, of beslissen om nog eens langs te komen. De rondleidingen, het wandelgesprekken, museumontbijten, dagprogramma’s en filmlezingen voor volwassenen bleven als succesvolle formules in het aanbod behouden. In 2006 steeg het aantal groepen volwassenen die het MuHKA bezochten opmerkelijk (2005:88 >2006:104). Als we dit per maand bekijken is de stijging het sterkst waarneembaar in de maanden februari (tentoonstelling Intertidal), juni (tentoonstelling Homo Faber) en december (tentoonstelling Projection Project). Het stijgend aantal groepen volwassenen verklaart mee de stijging van het totaal aantal deelnemers in 2006: een groep volwassenen (15 à 18) is groter dan een groep kinderen (10 à 12). Volledig overzicht zie bijlage 16: aantal groepsbezoeken plus 18 en totaal aantal deelnemers
56
Voor de bezoekers die niet kiezen voor een geleid groepsbezoek, wordt getracht om steeds een toegankelijk basisaanbod van kwalitatieve begeleiding en bemiddeling te voorzien. Dit aanbod varieert van gratis informatieteksten over lezingen tot zeer specifieke bemiddelingsinstrumenten. In de beleidsnota’s die voor de periode 20062010 werden opgesteld, heeft bemiddeling de individuele bezoeker van beide locaties als absolute prioriteit naar voor geschoven. Eind 2005 werd het gangbare bemiddelingsinstrumentarium van het MuHKA in vraag gesteld in het licht van een nieuw ontwikkelingsproces op het vlak van bemiddeling in de tentoonstellingen. Een eerste stap werd gezet bij de tentoonstelling ‘Intertidal’ toen presentatie en bemiddeling meer op elkaar werden afgestemd. Deze koers werd voluit verder gezet in 2006: meer op maat werken i.p.v. steeds een vast bemiddelingsinstrumentarium toepassen. Enkele opmerkelijke acties in het MuHKA en MuHKA_media: · In de collectie werden de collectiefiches uit de leesbanken gehaald en kregen een meer prominente plaats aan de muur, verspreid over infopunten in de presentatie. Ook de vormgeving werd aangepast aan de huisstijl. · In de tentoonstelling ‘De-regulation’ kregen de bezoekers een badge of sticker mee met een straffe uitspraak van enkele personages uit de video-installaties van Kutlug Ataman. · In de tentoonstelling van ‘ACADEMY. Learning from Art’ kregen de bezoekers de mogelijk om eigen gedachten neer te schrijven op lege notitieblaadjes die waren opgenomen in een informatiemapje. Ze kregen ook een potlood. Ook werd er via een ontmoetingsruimte een link gelegd naar de bibliotheekwerking van het MuHKA. · In de tentoonstelling ‘The Projection Project’ werden er zeven noties over projectie als muurtekst aangebracht. Zo kreeg de bezoeker een brede invulling mee over dit begrip. · Binnen de reeks Vlaamse Filmconfidenties kreeg de bezoeker de mogelijkheid de regisseur van de film te ontmoeten en vragen te stellen in een ongedwongen sfeer. Het is binnen dit bemiddelingskader ook belangrijk om de baliemedewerkers en suppoosten te betrekken: zij maken de bezoeker wegwijs in het steeds wisselende aanbod en kunnen hem observeren in zijn gebruik van de nieuwe bemiddelingsinstrumenten. Ook het gidsenteam heeft zich moeten bezinnen over zijn steeds wisselende rol en functie in de nieuwe presentaties. In de toekomst moeten de mogelijkheden van presentatie en raadpleging van de collectiefiches onder de loep worden genomen worden: vele bezoekers, o.a. studenten willen graag ook thuis de teksten raadplegen; dit zou mogelijk kunnen zijn door de teksten op de website te zetten. Een bijkomend probleem is dat de teksten enkel in het Nederlands beschikbaar zijn. De komende jaren zal de aandacht verder naar de individuele bezoeker blijven gaan. De steeds wisselende tentoonstellingen vragen telkens een vernieuwde en gepersonaliseerde aanpak. De bemiddeling voor de filmbezoeker vraagt een heel andere aanpak: de bemiddelingscontext voor MuHKA_media moet beter in kaart worden gebracht, alvorens over te gaan tot nieuwe bemiddelingsinstrumenten.
57
Een goede samenwerking tussen bemiddeling en communicatie is bij dit alles onontbeerlijk gebleken binnen de afdeling publiekswerking. De aanmaak van portfolio’s van alle publieksacties en -instrumenten helpt om de resultaten te structureren en te vergelijken. Een manier vinden om dit werkproces beter in kaart te brengen is wenselijk voor een meer gerichte evaluatie en de afweging van toekomstige acties. Een bijkomende is een betere afstemming en samenwerking met de project- en productieleiders. c. Kinderen en gezinnen Het aanbod voor kinderen om in te schrijven voor een groepsactiviteit werd in 2006 bestendigd omdat ze zeer succesvol is. In dit basisaanbod zitten workshops op woensdagnamiddagen, workshops tijdens alle schoolvakanties en verjaardagsfeestjes. De bestendiging van het aanbod had een minieme stijging van het aantal groepen tot gevolg (2005:126 > 2006:131). Een uitbreiding van het aanbod is niet onmiddellijk wenselijk: vraag en aanbod zijn mooi op elkaar afgestemd. Ook stellen we vast dat de andere Antwerpse musea inpikken op het succes van het aanbod van het MuHKA en het Middelheim Openluchtmuseum: een uitbreiding in het eigen museum is dus niet aangewezen. Volledig overzicht zie bijlage 17, aantal groepsbezoeken min 18 en totaal aantal deelnemers
De meeste deelnemers onder de 12 jaar komen niet zelfstandig naar het museum maar worden gebracht door de ouders/begeleiders. Een alternatieve activiteit in het museum voor de ouders is dus wenselijk. Ook meer gezinsgerichte activiteiten in het weekend kunnen volwassenen en kinderen naar het museum brengen. Tijdens 2006 hebben we dus vooral een aantal acties en ingrepen gedaan om gezinnen een kwalitatieve tijd te laten doorbrengen in het MuHKA en MuHKA_media: ·
·
·
Restyling van MUST: de hele ruimte was aan opfrissing en vernieuwing toe. Bij de restyling is ervoor gekozen dat de sfeer zowel voor kinderen als voor volwassenen aangenaam is. Voor de inhoudelijke invulling is het accent verschoven van informeren naar reflecteren. Ook het aspect van ontmoetingsruimte is in de MUST verwerkt. Uitbreiding van het MuHKA_media aanbod i.s.m. het Europees Jeugdfilmfestival Vlaanderen. Elke maand programmeert het Europees Jeugdfilmfestival op woensdagmiddag een jeugdfilm. Daarnaast was er tijdens de krokusvakantie ook de jaarlijkse festivalweek met de uitreiking van de prijs van beste jeugdfilm. Actie ‘Vlieg pakt je in’ i.s.m. Cultuurnet. Tijdens de kersvakantie hebben we deelgenomen aan deze actie waarbij er gratis inpakpapier werd verspreid, gekoppeld aan een aantal workshops in het museum en de MUST-ruimte
Per tentoonstelling wordt er ook een gratis tekst MuHKAontvangt_kinderen uitgedeeld die ouders en kinderen wegwijs maakt in de presentatie.
58
d. Werkveld Naast de werkzaamheden die gericht zijn op de ontwikkeling en ondersteuning van het bemiddelingsaanbod voor de bezoekers van het MuHKA, wordt tijd gemaakt voor heel wat andere activiteiten, projecten en samenwerkingsverbanden. Die resulteren niet direct in een aanbod maar dragen op een andere manier bij aan publieksbegeleiding en -bemiddeling of zijn op de begeleiding van een breder publiek gericht. Aan onderstaande acties heeft het MuHKA en MuHKA_media meegewerkt: ·
· ·
· · ·
· · · ·
INgeBEELD (initiatief CANON Cultuurcel & Initiatief Audiovisuele kunst) : INgeBEELD is een didactische reeks waarin beeldmateriaal centraal staat. De eerste methode voor kleuters vertrekt vanuit 5 kortfilms op dvd. Dit pakket bevat ook een praktische handleiding en een website boordevol interessante ideeën om audiovisueel te werken én beeld te koppelen aan andere domeinen van de muzische verbeelding. Tijdens de eerste Dag van de Cultuureducatie in België (initiatief CANON Cultuurcel): het gidsenteam heeft 99 deelnemers van de studiedag een themarondleiding voor het secundair onderwijs gegeven. Tijdens de tweede Dag van de Cultuureducatie in Nederland (initiatief Cultuurnetwerk Nederland) gaven we een toelichting bij het thema ‘Kunst en erfgoed: in de klas, op school of daarbuiten’, Dag van de Cultuureducatie, Den Haag, Nederland, 22 juni Blikopener: op vraag van CANON Cultuurcel en Cultuurnetwerk Nederland ontwikkelden we een speciale omkadering rond Blikopener voor beleidsmedewerkers kunst- en cultuureducatie. Er is een tekst over interculturaliteit en diversiteit in het kader van een nieuwe publicatie van Marc Colpaert in opdracht van de CANON Cultuurcel. Week van de Franse film: in samenwerking met de Délégation Culturelle et Pédagogique Ambassade de France worden een hele week Franse films getoond begeleid door een pedagogisch dossier. Voor de leerkrachten wordt tevens een navormingssessie georganiseerd. Week van de Duitse film: In samenwerking met Die Babelsbergwoche en de Duitse Ambassade worden er Duitse films aangeboden begeleid door een pedagogisch dossier. In het kader van de lezingenreeks Anatomie van de Film wordt heel nauw samengewerkt met het Koninklijk Filmarchief Brussel. Samenwerking met UA en het Atelier Video & FilmKunst van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten-DKO in Antwerpen, dit in kader van Filmhistories en Vlaamse Filmconfidenties. PINA: navormingsactiviteit voor de docenten van de cursus maatschappelijke oriëntering maatschappelijk medewerkers van het inburgeringsprogramma bij het onthaalbureau voor nieuwkomers in Antwerpen.
Het is opmerkelijk dat er de laatste jaren niet enkel aanbodgericht werd gewerkt maar ook steeds meer vraaggericht, zowel vanuit de bemiddeling zelf als vanuit andere organisaties.
59
Ook hebben weer een aantal studenten stage gelopen op beide locaties van de afdeling publiekswerking: - 5 studenten van de Academische Lerarenopleiding Kunstwetenschappen en Archeologie van de KULeuven (Katrien Batens, Eva Van Loock, Peter Roelandts, Ann Van Baelen, Lien Ruttyn - 1 student 3de jaar Sociaal Cultureel Werk van Karel De Grote Hogeschool Antwerpen (Lynn Wauters) - 1 student 3de jaar Lerarenopleiding lager onderwijs van de Katholieke Hogeschool Sint Niklaas (Freya) - 1 student 3de jaar Kunstwetenschappen van Universiteit Gent (Margot Thijssen) - 1 student 2de jaar Sociaal Cultureel Werk van Hogeschool Antwerpen (Sarah Truyen) - 1 student 3de jaar Sociaal Cultureel Werk van Hogeschool Antwerpen (Anneleen Feijens) - 1 vrijwillige stagiaire, afgestudeerd aan de UA in Filmstudies (Kelly Degrez)
60
I.4
Ondersteuning
I.4.1
Intern management
a. Bestuursorganen In totaal kwamen de bestuurders van het MuHKA zeven keer samen. In afwachting van een reactie van minister Anciaux omtrent de samenstelling van de Raad van Bestuur besliste de algemene vergadering op 18 april 2006 om het mandaat van alle bestuurders met een jaar te verlengen tot de volgende vergadering. De algemene vergadering nam ook het ontslag aan van mevrouw Lut Pil. Vier nieuwe bestuursleden versterkten de Raad van Bestuur. Hiermee kwam het MuhKA tegemoet aan de expliciete vraag van de Minister van Cultuur naar meer diversiteit. De bestuurders zijn: Ernest Van Buynder, Herman Craeybeckx, Marc Holthof, Etienne Boonet, Chantal De Smet, Hilde Daem, Thérèse Legierse, Boudewijn Coolsaet, Christine De Ketelaere, Ivo Van Vaerenbergh, Ingrid Ceusters-Luyten, Clara Castelyns, Philip Heylen, Frank Benijts, Karine Huts, Rupa Bhansali, Jan Lamers, Vivian Liska, Saïd El Khadraoui. De onderwerpen van de vergaderingen van de raad van bestuur waren de volgende: · · · · · · · · · · · ·
besprekingen beslissingen van het Vast Bureau voorstelling nieuwe bestuurders programmering beeldende kunst aankopen, schenkingen, aankoopvoorstellen financiële verslaggeving (kwartaaloverzichten, goedkeuring jaarrekening 2005 en begroting 2006-2007 actieplan 2007 nieuwe matrixorganisatiestructuur en barimieke verloningsstructuur publiekswerking: actuele werking en toekomstplannen, communicatieplan 2006 verwerving van het Panamarenkohuis (goedkeuring werkingssubsidie Vrienden van het MuHKA vzw door de Vlaamse Gemeenschap, context en overeenkomsten) samenwerking met het Koninklijk Belgisch Filmarchief herbenoeming mandaat bedrijfsrevisor overeenkomst met de Stad Antwerpen (intentieverklaring)
De Algemene Vergadering besprak uitgebreid het jaarverslag 2005 en verleende kwijting aan de bestuurders en aan de commissaris-revisor.
b. Interne werkorganisatie Op organisatorisch vlak werden in oktober 2005 een aantal fundamentele veranderingprocessen ingezet met de bedoeling de werking van het museum helderder en functioneler te maken. Deze werden verder uitgewerkt in 2006.
61
Matrixorganistiestructuur In 2006 werden de verantwoordelijkheden uitgetekend en omgezet naar een nieuw organogram. Met de matrixstructuur willen we de operationele werking en vernieuwingsprocessen op zich, en de onderlinge afstemming beter laten verlopen. Deze matrixstructuur wordt operationeel op 1 januari 2007. Naast het uitwerken van een nieuwe vergaderstructuur zal vooral het goed laten werken van de vernieuwingsprocessen de nodige aandacht vergen in 2007. Kalenderbeheer In 2006 werd een activiteitendatabank uitgewerkt. Hierin wordt het overzicht van alle activiteiten die het MuHKA organiseert, opgenomen. De activiteiten worden gelinkt aan fiches met taken en verantwoordelijkheden. De kalender werd operationeel in het najaar. HRM Er werd gesleuteld aan een geïntegreerd én motiverend human resources beleid: · Binnen het MuHKA is de laatste jaren en vooral in 2006 een grootscheeps transformatieproces aan de gang. Er werd vaak veel gestuurd van bovenuit. Twee aspecten werden daarbij nogal eens uit het oog verloren: betrokkenheid van de medewerkers en de informatiedoorstroming naar de medewerkers. Vooral de groep uitvoerende medewerkers vergat men wel eens nauw te betrekken bij de ontwikkelingen. Om aan deze verzuchtingen tegemoet te komen werden er twee trajecten opgestart. Dit traject past binnen het kritisch proces Human Resources. De ijkpunten wat betrokkenheid betrof, waren het bosberaad, de uitstap naar het Van Abbemuseum, en het nieuwjaarsfeest. Het informatietraject wordt pas in 2007 opgenomen. Via gerichte informatiemomenten zullen we de medewerkers proberen inzicht te geven en kennis bij te brengen over het reilen en zeilen in het museum, de inhoudelijke projecten en de specifieke taken van medewerkers. · Een traject rond een klantvriendelijk huis. Het kader werd als volgt omschreven: het MuHKA wil haar bezoekers op een meer publieksgerichte manier verwelkomen en begeleiden door het onthaal te verbeteren en de publiekvriendelijkheid te verhogen. Het traject is in eerste instantie gefocusseerd op onthaalmedewerkers en suppoosten. Later volgen andere groepen medewerkers (technici, administratie…) Er werden drie fases ingebouwd: - individuele gesprekken voeren met de medewerkers rond een klantvriendelijk huis én rapportering (najaar 2006); - opmaken werkprogramma: voorjaar 2007; - implementatie najaar 2007 ·
Belangrijk hierbij is de invoering van een correct inschalingsysteem voor alle medewerkers. Hieraan is gesleuteld in de tweede helft van 2006. Dit systeem wordt gekoppeld aan competenties en rollen. De uitwerking van competenties en specifieke rollen moeten nog verder op punt worden gezet in 2007. Het doel is om een consensus te vinden binnen het MuHKA rond de nieuwe baremieke structuur tegen half 2007.
·
De ruimte voor opleidingen en ontwikkelingsperspectieven van de medewerkers wordt jaarlijks verbreed.
62
Actieplanning Sedert 2005 werkt het MuHKA ook met jaarlijkse actieplannen. Het eerste jaar was het actieplan beperkt tot een beschrijving van het wat en wie, en timing van uitwerking. Voor 2006 en 2007 voegden we er de middelenverbintenissen aan toe. Hierdoor kon ook worden nagegaan hoeveel tijd en geld erin werd geïnvesteerd. In 2008 gaan we nog verder en zullen we ook de outcome of de resultaten mee opnemen.
1.4.2 Personeel
a. Personeelsbeleid Op het vlak van het individueel ontwikkelingsperspectief werd in 2004 beslist meer aandacht te besteden aan opleidingen en bijscholingen. In 2006 werden 14 opleidingen gevolgd of intern georganiseerd. Het betrof 15 medewerkers. Dankzij de sectoriële ondersteuning van het sociaal fonds blijven de kosten voor opleiding eerder beperkt (10.834,24 euro). De intergratie van de film- en beeldcultuurwerking binnen het MuHKA werd verder gerealiseerd door de administratieve procedures nog beter op elkaar af te stemmen en door de mogelijkheid te creëren om vanuit het FotoMuseum documenten in de mappenstructuur te raadplegen. Er is vanuit MuHKA_media nog een dringende vraag om te werken aan een betere organisatie van de los-vaste medewerkers (vrijwilligers, studenten…) om de avondprestaties beter te kunnen afdekken. Door de opstart van het arbeidsreglement waren alle aspecten rond uurregelingen en werkprestaties uitgeklaard. Hierdoor waren tegen eind januari 2006, voor het eerst, alle inhaalrust en vakantiedagen opgenomen door alle medewerkers.
b. Kerncijfers - Aandeel personeelskost in de totale uitgaven: Jaartal 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997
Percentage 60,70 % 59,64 % 60,19% 58,06% 54,06% 53,10% 54,09% 50,01% 54,77% 56,84%
Nominaal € 2.427.770,26 € 2.245.983,17 € 2.151.727,58 € 1.977.790,19 € 1.461.672,42 € 1.312.545,20 € 1.223.703,85 € 1.116.443,27 € 1.075.160,47 € 1.108.322,28
63
De stevige stijging in 2003 met 4% komt door de inbreng van de loonmassa uit het voormalige Centrum voor Beeldcultuur. De stijging konden we terug ombuigen tot een lichte daling. We werken eraan om de komende jaren deze daling verder te zetten. De Administratie Cultuur hanteert de norm van 60% loonkost als maximaal deel van de totale uitgaven, en 75% uit opbrengsten van toelagen (continue subsidiëring). Voor het MuHKA was de verhouding t.a.v. de subsidies van de Vlaamse Gemeenschap de laatste 6 jaar als volgt: Jaartal 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Percentage 75,69% 82,14% 76,63% 75,02% 79,53% 84,52% 83,06 % 74,28 %
Hierbij wordt geen rekening gehouden met de investeringssubsidie omdat de infrastructuurkost ook bij de onmiddellijke vergelijkingen niet speelt. Als de inkomsten van de andere overheidssubsidiënten worden meegerekend dan daalt dit percentage uiteraard. Het MuHKA zit op het scherp van de snee en zoals gezegd moet dit percentage verder dalen in de komende jaren. - Samenstelling van de loonkost: · · · · · ·
vast loon volgens barema’s Vlaamse Gemeenschap indexaanpassing jaarlijkse aanpassing eerste drie anciënniteitjaren, daarna driejaarlijkse loonaanpassing volgens barema’s Vlaamse Gemeenschap individuele ziekteverzekering gewaarborgd inkomen tot 80% groepsverzekering met premie bij overlijden of bij op pensioenstelling
- Ontwikkelingen personeelsbezetting: VTE: Op 31.12.04: 55,87 vte Op 31.12.05: 54,76 vte Op 31.12.06: 69 vte Aantal medewerkers: Op 31.12.04: 70 medewerkers Op 31.12.05: 69 medewerkers Op 31.12.06: 69 medewerkers
64
- Wijzigingen in de personeelsbezetting:
Tijdskrediet Uitbreiding contracturen Nieuwe aanwervingen MuHKA verlaten
In 2005 Aantal
VTE
In 2006 Aantal
VTE
6 0 9 10
1.2 (= -0,2) 0 5,89 - 6,8
4 3 9 9
0,8 (= +0,2) 0,82 7,75 - 5,85
TOTAAL
+ 2,92
- Schema van het tewerkstellingspercentage per 31 december 2006: Percentage tewerkstelling 100% 80% 75% 70% 65 % 60% 50% 34%
Aantal werknemers 39 werknemers 9 werknemers 1 werknemer 3 werknemers 1 werknemer 3 werknemers 11 werknemers 2 werknemers
TOTAAL
69 werknemers
- Type van contracten: · · · · · · ·
1 DAC 5 Gesco’s 3 Activa 1 Startbaan 6 Tijdelijke contracten 3 Wep plus 63 Contracten onbepaalde duur
- Overzicht van het opleidingsniveau van de medewerkers: Niveau Secundair onderwijs Hoger onderwijs Universiteit
2004 34 15 21
2005 34 14 21
2006 35 14 20
Totaal
70
69
69
65
Eind 2002 bedroeg het percentage universitairen 21%. Eind 2005 bedroeg dit 30% (een stijging van 9,1%). De aanwervingen voor de uitbouw van een hoger en middenkader heeft in 2004 geleid tot een opmerkelijke, maar begrijpelijke, stijging van hooggeschoolden. Deze ontwikkeling is gestabiliseerd. - Gemiddelde arbeidstijd per afdeling per 31 december 2006: Directie 2 VTE Programmering 16,70 VTE ABCD 8,14 VTE Publiekswerking + zaalpersoneel 21,26 VTE Ondersteunende dienst 9,58 VTE (waarvan 2 personen = 1,8 vte langdurig ziek zijn)
TOTAAL I.4.3
57,68 VTE
Infrastructuur
a. Huisvesting en onroerende infrastructuur De infrastructuuruitgaven betreffen afschrijvingen gebouw, onderhoudskosten, verzekeringen en beveiliging. Jaartal 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Uitgaven € 414.514,46 € 467.674,75 € 447.061,72 € 463.842,52 € 593.026,77 € 617.290,42 € 545.521,94 € 595.544.03
De kosten stijgen van 545.521,94 euro naar 595.544.03 euro. Deze stijging is te wijten aan de stijging afschrijvingskosten gebouw (21.571,99 euro), de kosten externe depots (16.821,6 euro) en afschrijvingskosten verbouwing terras.
b. Roerende infrastructuur Door de jaren heen is er te weinig geïnvesteerd in roerende activa om te voldoen aan de groeiende vereisten van een modern museum. Het onderhoud van de beschikbare materialen is zo goed en zo kwaad als mogelijk gebeurd.
66
Jaartal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Uitgaven € 3.487,71 € 5.692,29 € 11.778,79 € 13.183,64 € 16.461,51 € 29.199,30 € 14.258,17 € 18.472,10 € 34.924,98 € 28.081,87
In 2006 daalden de kosten onderhoud tot 28.081,87 euro. Wat het computermateriaal betreft werden 8 nieuwe computers aangeschaft en een nieuwe server.
I.4.4
Financieel
Bij de beoordeling van de cijfers is het belangrijk op te merken dat het investeringskrediet van de Vlaamse Gemeenschap niet wordt meegerekend. M.a.w. de uitgaven en inkomsten van het MuHKA liggen in feite een half miljoen euro hoger. a. Kerncijfers Uitgaven Jaartal 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Uitgaven € 1.950.032,65 € 1.963.120,41 € 2.232.385,93 € 2.262.238,78 € 2.471.991,45 € 2.703.931,38 € 3.406.172,11 met film en digitale beeldmedia € 3.574.958,93 met film en digitale beeldmedia € 3.765.583,58 met film en digitale beeldmedia € 3.999.169,73 met film en digitale beeldmedia
De totale uitgaven van het MuHKA zijn van 1997 tot 2006 gestegen van 1.950.032,65 euro in 1997 tot 3.999.169,73 euro in 2006 (98 stijgingen). Uit intern onderzoek leren we (cfr. beleidsplan kunstendecreet) dat het MuHKA geconfronteerd wordt met een jaarlijkse vaste kostenstijging van 2,6% voor personeelsuitgaven (index en anciënniteit) en 2,2% voor algemene kosten.
67
Zonder rekening te houden met een vergrijzingsfactor van 1,27% dienen onze uitgaven met 4,8% te kunnen stijgen om een gelijkmatige werking te kunnen behouden. We zien dus dat dit lukt. De groei van de uitgaven zoals verder zal blijken wordt niet enkel gecompenseerd door meer subsidies. M.a.w. dankzij meer eigen inkomsten hebben we globaal de uitgaven stabiel kunnen houden. ·
Publiekswerking:
Binnen het MuHKA wordt een onderscheid gemaakt tussen interne en externe publiekswerking. De interne publiekswerking (IP) betreft alles wat te maken heeft met het publiek binnen het gebouw (balie, rondleidingen…). De externe publiekswerking (EP) heeft te maken met de externe communicatie. Jaartal
% totale uitgaven
IP
EP
Samen
2005 2006
6,64 % 7,9 %
€148.810,92 € 185.668,84
€ 101.462,02 € 133.225,64
€ 250.272,94 € 318.894,48
·
Presentatie:
Het artistiek budget of de kosten voor de museale werking betreffen enkel de uitgaven die werden gemaakt voor tentoonstellingen, presentaties van de collectie en speciale presentaties (interventies) van jonge, actuel Belgische en internationale kunstenaars.
Jaartal
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Uitgaven Beeldende kunst € 299.043,78 € 325.883,73 € 317.389,01 € 326.916,73 € 410.323,78 € 250.309,11 € 310.389,92 € 478.771,39 € 323.070,8
% globale begroting Film
€ 99.157 € 108.664,04 € 95.497,27 € 120.928,52
15,21% 14,64% 14,07% 13,30% 15,22% 10,25% 11,73% 12,71% 11,10 %
In 2005 steeg de presentatiekosten door het éénmalige presentatieproject in de Biënnale van Venetië dat het MuHKA op poten zette voor de Vlaamse Gemeenschap. In 2006 stijgen we met 1,5% t.a.v. 2005 zonder biënnale-project.
68
b. Inkomsten Algemene opbrengsten: Jaartal
Inkomsten
% groei
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
€ 1.923.810,17 € 1.963.425,05 € 2.234.202,68 € 2.250.273,62 € 2.440.016,36 € 2.717.750,10 € 3.470.317,46 € 3.589.018,01 € 3.822.657,95 € 4.058.017,54
2,06 % 13,80 % 7,20 % 9,40 % 11,50 % 27,69 % met film en digitale beeldmedia 3,42 % met film en digitale beeldmedia 6,50 % met film en digitale beeldmedia 6,16 % met film en digitale beeldmedia
Inkomsten uit subsidies: In de eerste kolom staan de nominale bedragen van de inkomsten, daarnaast het groeipercentage. Jaar 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Vl. Gem. 1.313.835,68 1.313.835,68 1.343.582,90 1.365.893,32 1.474.966,47 1.489.840,08 1.712.944,26 1.948.394,68 2.487.000,00 2.546.000,00 2.594.000,00 3.162.000,00
%
Nat. Loterij 136.341,44 0,00 123.946,76 2,26 117.749,42 1,66 117.749,42 7,99 117.749,42 1,01 117.749,42 14,98 99.157,41 13,75 95.000,00 27,64 90.000,00 2,37 93.700,00 1,89 94.000,00 21,89
% -9,09 -5,00 0,00 0,00 0,00 -15,79 -4,19 -5,26 4,11 0,32 -100
Provincie 12.394,68 12.394,68 12.394,68 12.394,68 12.394,68 12.394,68 12.394,68 10.000 85.000 85.000 82.215 72.350
%
Stad
%
0 0 0 0 0 0 -19,32 850 0 -3,28 -12
60.000 60.000 60.000 75.000
0 0 24,99
Jaar
Tot inkomsten Vl. Gem.
Nat. Loterij
Provincie
Stad
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
1.793.373,91 1.843.812,85 1.923.810,17 1.963.425,05 2.234.202,69 2.250.273,62 2.440.016,36 2.717.750,10 3.470.317,46 3.589.018,01 3.822.657,95 4.058.017,54
7,6 6,72 6,12 6,00 5,27 5,23 4,06 3,5 2,59 2,61 2,46 0
0,69 0,67 0,64 0,63 0,55 0,55 0,51 0,37 2,45 2,37 2,15 1,78
0 0 0 0 0 0 0 0 1,73 1,68 1,57 1,85
73,26 71,26 69,84 69,57 66,02 66,21 70,20 71,69 71,66 70,94 68,02 77,92
69
Aand. eigen inkomsten 18,45 21,35 23,4 23,8 28,16 28,01 25,23 24,45 21,56 22,4 25,8 18,45
Het aandeel van de continue subsidies (Vlaamse overheid + Nationale Loterij + Provincie Antwerpen + Stad Antwerpen) in de totale opbrengsten kent een op- en neergaande beweging. De continue subsidies van 81,55 % in 1995 zijn in 2006 opnieuw gestegen tot 81,55 %. Andere eigen opbrengsten: ·
ticketverkoop
In 2005 waren de inkomsten 85.091,72 euro. In 2006 stegen de inkomsten tot 87.240,68 euro ·
ticketverkoop filmwerking
In 2005 waren de inkomsten goed voor 79.297,70. Voor 2006 zijn we uitgekomen op zo’n 70.161,92 euro. Ook hier een dalende trend. Een groei moet haalbaar zijn als de zalen beter bekend zijn bij een ruimer publiek. ·
projectsponsoring tentoonstellingen in speciën
Incidentele sponsoring of projectsponsoring van diverse instellingen en bedrijven in binnen- en buitenland: Jaartal
Projectsponsoring
2001 2002 2003 2004 2005 2006
€ 38.732,17 € 203.048,14 € 38.092,35 € 30.225,00 € 35.138,69 € 77.266,30
Dit bedrag betreft voornamelijk de ondersteuning vanuit Canada van 35.006 euro voor de tentoonstelling ‘Intertidal’ en de sponsoring van Siemens t.b.v. 35.000 euro en Erasmus t.b.v. 5.000 euro voor de tentoonstelling ‘Academy’. ·
gidsbeurten
De gidsbeurten worden betaald door de bezoekers, maar daar staan natuurlijk kosten tegenover, met name het loon van de gidsen. De inkomsten uit gidsbeurten zijn relatief stabiel over de jaren heen. De gemiddelde kost per gidsbeurt is gedaald door rationeler en strikter om te springen met de gidstijd. Jaartal
Inkomsten
Uitgaven
Verschil
2000 2001 2002 2003
€ 43.321 € 43.384 € 36.603 € 40.838,08
€ € € €
€ 38.261 € 38.283 € 49.078 € 96.529,50
81.582 81.667 85.681 137.367 70
2004 2005 2006
€ 31.429,25 € 36.324,25 € 39.324,41
€ 69.182,11 € 69.835,44 € 77.660,26
€ 37.752,86 € 33.511,19 € 38.335,85
Via de rondleidingen genereren we 25% van het bezoekersaantal. Hiertegenover staan beperkte ticketinkomsten. De kleuter- en lagere schoolgroepen betalen geen toegangsprijs, secundair en hoger onderwijs betalen 1 euro per persoon en groepen in de vrije tijd 3 euro. Deze service, en structurele verliespost, die zich vooral richt naar scholen, is zeer belangrijk in de positieve beeldvorming van hedendaagse beeldende kunst. Het is een onmisbaar instrument om een breed publiek in contact te brengen met hedendaagse kunst en ervoor te zorgen dat deze bezoekers daadwerkelijk iets meedragen van hun bezoek. De uitgaven zijn licht gestegen ten opzichte van 2005. ·
cafetaria
De cafetaria is structureel deficitair. De inkomsten uit de cafetaria-uitbating bedroeg voor 2006 56.642,24 euro. De uitgaven in 2006 bedroegen 36.545,5 euro. Het batig saldo bedraagt 20.096,74 euro (2005: 20.312,01 euro). Een cafetaria is natuurlijk een extra service naar de bezoeker toe. Door een kostzuiniger beheer (kleiner assortiment en prijsbewuster beheer) is de verhouding inkomsten en uitgaven sterk verbeterd in vergelijking met vorige jaren. ·
bookshop
De verkoop in de bookshop vergt in de huidige configuratie weinig extra inspanningen en behoort tot de vaste taken van het baliepersoneel. De hoogte van het bedrag van de inkomsten wordt sterk bepaald door het aantal en het succes van de verkoop van eigen publicaties bij een tentoonstelling. De kost van dergelijke publicatie zit vaak reeds in het tentoonstellingsbudget. Jaartal 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 ·
Inkomsten € 120.737 € 86.727 € 62.455 € 62.780,43 € 40.323,19 € 27.771,14 € 39.421,37
Uitgaven € 26.559 € 35.163 € 21.341 € 19.853,77 € 12.876,50 € 14.655,27 € 17.204,04
bedrijvenclub
Jaartal 2001 2002 2003 2004 2005 2006
Bedrijvenclub € 66.486,03 € 60.584,97 € 45.883,38 € 51.855,00 € 44.235,00 € 35.125,00
71
Verschil € 94.178 € 51.564 € 41.114 € 42.926,66 € 27.446,69 € 13.115,87 € 22.217,33
·
verhuur accommodatie
Jaartal
Verhuur
Percentage van de totale inkomsten
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
€ 7.907,80 € 2.689,64 € 5.334,33 € 4.820,00 € 18.575,75 € 20.522,00 € 15.652,60
0,35% 0,11% 0,19% 0,15% 0,52% 0,54% 0,38 %
Na een spectaculaire stijging in 2004 en 2005 van de inkomsten stellen we in 2006 terug een daling vast. Dit is echt een werkpunt voor 2007 om de trend terug om te buigen. ·
Diverse inkomsten
Bij de diverse inkomsten is er jaar na jaar een steeds groter bedrag aan recuperatie personeelskosten. Er zijn allerlei bronnen: VIA-middelen, sociaal-fonds, Weppluscontracten. Dit jaar werd de waardering van het Panamarenkohuis 97.500 euro geboekt onder uitzonderlijke opbrengsten.
c. Balans en resultatenrekening 2006 Balans 2006 Nettobedrijfskapitaal (- 137.024,05 euro) De liquiditeitspositie van het MuHKA is niet favorabel. Het MuHKA is niet in staat om op korte termijn aan zijn financiële verplichting te voldoen. Behoefte aan bedrijfskapitaal (240.372,24 euro) Op het einde van het jaar had het MuHKA een externe netto-financieringsbehoefte van 240.372 euro. Netto-thesaurie (- 103.348,19 euro) Het MuHKA is voor ongeveer 100.000 euro permanent afhankelijk van externe financiering om haar activiteiten uit te voeren. Aantal dagen leverancierskrediet: 136,04 Aantal dagen klantenkrediet: 111,73 Het MuHKA is een trage betaler omdat het zelf heel lang moet wachten op zijn subsidies en toelagen. De resultatenrekening 2006 vindt u achteraan dit verslag.
72
Deel II II.1
Buitenwereld
De overheden
II.1.1 Voogdijoverheid: Vlaamse Gemeenschap a. Beheersovereenkomst In 2006 startte het eerst jaar van een vijfjarige beleidscyclus (2006 – 2010) waaraan het MuHKA is onderworpen binnen het erfgoeddecreet. In dit decreet is er een apart hoofdstuk voor de eigen instellingen van de Vlaamse Gemeenschap. De implicaties van de toepassing van het decreet worden per instelling vastgelegd in een beheersovereenkomst. Om dit correct te doen, beschikte de Vlaamse Gemeenschap over voldoende materiaal: · twee beleidsnota’s geschreven door het MuHKA-team (een voor het kunstendecreet en een voor het erfgoeddecreet); · een audit van 7 grote Vlaamse instellingen waaronder het MuHKA uitgevoerde door het consultancy bureau Niké; · een benchmarking van de Vlaamse musea van hedendaagse kunst in een internationaal perspectief uitgevoerd door de Universiteit Antwerpen Management School (Prof. De Brabander); · het verslag van de internationale visitatiecommissie (aangesteld door de Vlaamse Regering) aan het MuHKA. Al deze documenten signaleerden een zware ondersubsidiëring van het MuHKA en pleitten voor een ernstige inhaalbeweging. Het MuHKA zelf rekent op een nettogroei van 1.885.000 euro gespreid over 5 jaar. Uiteindelijk steeg de subsidie met 50.000 euro werkingsmiddelen tot 2.644.000 euro en 500.000 euro middelen van de Nationale Loterij. In nettotermen gaat het dus over een groei van ongeveer 450.000 euro; een eerste belangrijke stap om de werking van het MuHKA te positioneren op internationaal niveau als een performant museum dat qua subsidiëring aan de ondergrens ligt van de middelgrote Europese spelers. Om een verdere groei te bewerkstelligen en de goodwill ten aanzien van het MuHKA te verhogen, werden twee infomomenten georganiseerd: eenmaal met de parlementaire commissie cultuur en eenmaal met leden van de administratie Kunsten en Erfgoed . · Werkbezoek Commissie voor Cultuur op 27 oktober 2006 Aanwezige commissieleden: Dany Vandenbosche (voorzitter), Carl Decaluwé, Jos Stassen, Werner Marginet, Steven Vanackere, Bart Caron, Jurgen Verstrepen, Erik Arckens, Dirk Mattens (commissiesecretaris), Erik Maes (fractiesecretaris N-VA), Gerda Pelosie (medewerker studiedienst VLD), Els Buelens (wetenschappelijk medewerkster CD&V), Tom Sierens (medewerker studiedienst sp.a). Eveneens aanwezig: Johan Van Steenkiste van VOBK.
73
· Bezoek administratie Kunsten en Erfgoed op 5 oktober 2006 Aanwezig: Hans Feys (Administratie Cultuur), Luc Jorissen (hoofdcontroleur Rekenhof), Georges Stienlet (inspecteur-generaal van Financiën) Deze positieve inzet kreeg echter geen gevolg in 2007 en de nettostijging bedraagt niet meer dan 140.000 euro. De samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap was echter sterk vernieuwend rond de opstart van het Panamarenkodossier. Panamarenko wenste zijn woning te schenken aan het MuHKA. Er vonden verkennende gesprekken plaats tussen de verschillende actoren en instanties die thans deel uitmaken van het project Hammers Up!, dat erin bestaat het voormalige huis en atelier van Panamarenko een nieuwe actieve functie te geven. Tijdens de opstartfase zaten Panamarenko, de vzw. Panamarenko Collectief, de bestuurders van het MuHKA, de Vrienden van het MuHKA en de Vlaamse Gemeenschap samen om de mogelijkheden en voorwaarden m.b.t. de schenking van het pand te bespreken. Nadien werden de juridische aktes opgesteld voor: 1) de notariële schenking van het pand door Panamarenko aan het Muhka 2) de huur-verhuurovereenkomst tussen de vzw. Panamarenko Collectief en het MuHKA (voor de toekomstige dagelijkse werking in het Panamarenkohuis) 3) de samenwerkingsovereenkomst tussen de vzw. Panamarenko Collectief en het MuHKA (met betrekking tot de inhoudelijke en artistieke samenwerking). De ondertekening van de aktes gebeurde in december 2006. Via de Vrienden van het MuHKA werd het project financieel gesteund door de Vlaamse Gemeenschap. Hierdoor kon een coördinator aangeworven worden om het project vorm te geven in drie fases: ontmanteling, infrastructuurwerken en herinrichting. In januari 2007 start de ontmanteling met ontruiming van de woning, gekoppeld aan inventarisatie en conservering van alle aanwezige kunst en semikunst en niet kunstvoorwerpen. Dit project moet zijn definitief beslag krijgen in augustus 2009. Dan zou de publieke openstelling een feit moeten zijn.
II.1.2 Provincie Antwerpen De film- en beeldmediafuncties van het MuHKA zijn zoals de vorige jaren ondergebracht in het FotoMuseum. Het betreft twee continue programmeringen: Filmmuseum met klassiekers enerzijds, en MuHKACinema met een ontwikkelingsbeleid dat ook aandacht geeft aan beeldmedia. Zoals de vorige jaren verliep de samenwerking opnieuw zeer moeizaam. Vooral in het voorjaar en in de zomer was de situatie totaal verzuurd. De zichtbaarheid van het MuHKA binnen het gebouw en aan de gevel werd tot nul gereduceerd. Het structureel overleg was onbestaande of disfunctioneel. Onder impuls van Peter De Wilde (Directeur cultuur van de Provincie Antwerpen) en Hans Feys (teamverantwoordelijke colllectie vlaanderen) kwam er na de zomer een kentering: het structureel overleg werd nieuw leven ingeblazen, de communicatieve aanwezigheid van MuHKA_media in het FotoMuseum werd geregeld, en er werd een actieplan 2007 opgesteld.
74
Dit actieplan omvat heel wat concrete zaken en moet leiden tot een echte operationele samenwerking op volgende terreinen: · goed georganiseerd overleg via werkoverleg, een structureel overleg en een digitaal agendabeheer · externe communicatie · publieksbemiddeling · gemeenschappelijke programmatie van tentoonstellingen op de vierde verdieping (Tuymans en een collectiepresentatie rond beeldcultuur) van het FotoMuseum en meer overleg rond de filmprogrammatie · huishoudelijk reglement · het uitwisselen van expertise op het gebied van collectievorming, conservatie en restauratie · een gemeenschappelijke communicatie rond beeldcultuur op het Zuid. Ook de subsidie werd op een nogal onorthodoxe manier teruggeschroefd van 75.000 euro tot 50.000 euro. De melding ervan gebeurde pas in augustus. Dit gaat in tegen alle regels van een goed huisvaderschap en duwde het MuHKA naar besparingen. Gezien het tijdstip zou dit ten koste gaan van andere projecten. Gelukkig konden we het verlies van 25.000 euro gedeeltelijk compenseren door de goedkeuring van een projectsubsidie rond de centrale aanwezigheid van de Antwerpse kunstenaar Paul Van Hoeydonck in de tentoonstelling ‘The Projection Project’. Het wordt echt uitkijken in 2007 naar de concrete uitwerking van het actieplan en de hernieuwde samenwerking.
II.1.3 Stad Antwerpen Sinds de aanstelling van schepen van cultuur Philip Heylen groeide vanuit het stedelijke beleid een oprechte inzet om tot een werkzame verhouding met het MuHKA te komen en het MuHKA een plaats in het stedelijk museaal denken te geven. De subsidie van de Stad Antwerpen werd verhoogd met 15.000 euro. Er werden initiatieven genomen om de twee-eenheid van de 13 provinciale en stedelijke musea open te breken en de musea van de Vlaamse Gemeenschap (MuHKA en KMSKA) mee te nemen in de beleidsmatige (en operationele) ontwikkeling van het museaal landschap. Dit vertaalde zich in een protocolovereenkomst die echter tot op heden nog niet ondertekend is. De relatie met de Stad Antwerpen werd verder versterkt via het kabinet van de burgemeester Patrick Janssens. De stad wil zich meer associëren met het MuHKA indien het MuHKA nadrukkelijker aanwezig is in het stadsbeeld, en meer appelleert aan de Antwerpse bevolking, bijvoorbeeld via een jaarlijkse, grote publieksmanifestatie. Er kwamen ook een aantal praktische en meer fundamentele aspecten aan bod: · toekomstmogelijkheden rond de inplanting van het MuHKA op de kaaien · parkeerverbod in de Leuvenstraat · netheid rond het museum · bewegwijzering in de stad · mogelijke occasionele ondersteuning voor publieksprojecten Deze werkpunten worden in 2007 verder opgevolgd.
75
II.2
Andere stakeholders-samenwerkingsverbanden
II.2.1 De Antwerpse beeldende kunstscène a. Algemeen De veldbeschrijving van de beeldende kunstsector door Pascal Gielen en Rudi Laermans gaf Antwerpen aan als een voorbeeld van algehele ondersubsidiëring van het beeldende kunstveld. Het betreft alle spelers, zoals o.a. het MuHKA, maar vooral ook jonge initiatieven zoals AIR Antwerpen, Extra City en Objectif_exhibitions. Dit zijn structureel nieuwe initiatieven: bij geen van hen gaat het om het in Vlaanderen tot voor kort bepalend model van éénpersoonsorganisaties, maar om kleine groepen mensen die de handen ineen slaan en een interne reflectie genereren. Ze zijn perfect complementair en vertegenwoordigen instellingtypes die in het buitenland gemeengoed zijn maar in Vlaanderen tot nu ontbraken: de residentie, de grote kunsthal en de potentieel nomadische productie-instelling. Van dergelijke typologieën ging de voorbije jaren internationaal minstens zoveel vernieuwende puls uit als van de hedendaagse kunstmusea. In het buitenland gaat het vaak om middelgrote organisaties. In 2005 werd zowel door de Vlaamse Gemeenschap als door de Stad Antwerpen een belangrijk positief signaal gegeven aan deze spelers. De subsidiëring gold echter maar voor twee jaar. Deze organisaties hebben zich in een heel korte periode moeten waarmaken want begin 2007 moesten de nieuwe dossiers worden ingediend. Ook de Stad Antwerpen is ambitieus op het vlak van de beeldende kunst en ziet zeer goed de kracht en het vernieuwende in van deze sector, zoals duidelijk wordt aangetoond door de hernieuwde aandacht voor het atelierbeleid in de stad. Aan het NICC werd gevraagd hier een belangrijk deel van haar werking op te focussen. Voor de andere instellingen wordt onderzocht hoe de Stad een wezenlijke bijdrage kan leveren om de groei te verzekeren. Zo verhuisde Extra City in 2006 naar een nieuwe locatie. Het MuHKA ziet het als zijn verantwoordelijkheid om deze initiatieven maximaal te ondersteunen en indien gewenst als voortrekker op te treden. Het wil er een relatie mee aangaan on even terms. Hoewel het MuHKA een andere schaalgrootte heeft, voelt het zich qua visie immers verwant aan een reeks initiatieven in het Antwerpse.
76
Als Antwerpse culturele instelling streeft het MuHKA er ook naar met zoveel mogelijk Antwerpse musea (stedelijke, provinciale en Vlaamse musea) een gemeenschappelijkheid uit te bouwen. Met het KMSKA werd gewerkt aan de tentoonstelling ‘HOMO FABER’. Meer aandacht en energie gingen naar de relaties met het FotoMuseum . Een relatief betere zichtbaarheid in het gebouw, een mentaal sterkere aanwezigheid in het overleg en in de programmatie van de vierde verdieping (‘Flipbook Show’ en ‘Tunnel Vision’), een betere uitgangspositie naar hernieuwing protocol, enzovoort. Daarnaast haalden we de banden met het Antwerpse galerijcircuit nauwer aan en werden gesprekken opgestart voor een gezamenlijk evenement annex promotieacties voor 2007 en trad het MuHKA toe tot de overlegkoepel tussen de Antwerpse en Provinciale musea. b. Het Zuid De verankering in het maatschappelijke netwerk gebeurt in de eerste plaats met de onmiddellijke omgeving. Zo is een ‘cultuurfähige’ buurt belangrijk en wordt met de buren gezocht naar synergie om de potenties van het Zuid als culturele locatie vorm te geven. Het Zuid in Antwerpen kan dé plek voor het beeld in Vlaanderen worden, een (uitgaans)buurt waar men altijd naartoe kan, waar altijd veel te zien en te beleven is. Overdag kan de Antwerpenaar er natuurlijk terecht in de verschillende musea, trendy winkels en interessante kunstgaleries. Maar ook ‘s avonds kan hij op het Zuid aan zijn trekken komen met de filmvoorstellingen van MuHKA_media in het FotoMuseum en concerten in het Zuiderpershuis en met dans- en eetgelegenheden. Voor de dagof verblijftoerist, maar ook voor scholen uit het hele land, moet het Zuid een uitgelezen reisbestemming worden, een begrip. Dit kan gerealiseerd worden als verschillende voorwaarden worden vervuld. Het Zuid moet gepromoot worden door alle partners (culturele instellingen, buurtcomité) en ondersteund worden door de Stad Antwerpen.
II.2.2 Beeldende kunst: veldwerking a. S.M.A.K. Zowel het S.M.A.K. als het MuHKA werden geconfronteerd met de problematiek betreffende het ontsluiten van archieven. In de loop van de voorbije jaren werd immers een grote hoeveelheid materiaal verzameld en werden er verschillende archieven aangelegd. Maar de middelen en tijd ontbraken om deze (gedeeltelijk ongestructureerde) massa, die dagelijks toeneemt, permanent te ontsluiten. Beide organisaties realiseren zich echter wel welke belangrijke bron aan informatie en kennis archieven bevatten, het maatschappelijke belang dat ze met zich meedragen en de meerwaarde die ze bieden aan de museale werking - op het vlak van behoud en beheer van de collectie, tentoonstellingen, publiekswerking en wetenschappelijk onderzoek – en het culturele veld. De noodzaak om het verzamelde materiaal te ontsluiten drong zich dus op. Het S.M.A.K. en het MuHKA sloegen dan ook de handen in elkaar en in augustus 2003 werd het project ‘Archiefbeheer binnen het veld van de Hedendaagse Beeldende Kunst’ ingediend. 77
De eerste fase stond vooral in het teken van onderzoek en het uitwerken van methodologiëen. Volgende doelstellingen werden uitgezet en gerealiseerd: · In kaart brengen van het archiefmateriaal in het MuHKA en S.M.A.K. en aangepaste datamodellen ontwerpen; · Omschrijven wat een archief in een museum van hedendaagse kunst is en richtlijnen opstellen die aanduiden welk materiaal in welk archief kan worden opgenomen. · Het voeren van een onderzoek naar een gepaste structuur die bruikbaar is binnen de praktijk van een museum voor hedendaagse kunst
b. PACKED In 2006 is er een nieuwe coördinator aangeworven, Chris Vastenhoud, om van PACKED een gewaardeerd steunpunt te maken. PACKED zorgt voor een continue ontwikkeling, uitwisseling en verankering van kennis rond de audiovisuele conservering van kunst en documenten over kunst. Als kenniscentrum is PACKED complementair met andere initiatieven in het erfgoedveld. PACKED fungeert als een koepel voor kennisontwikkeling, doorstroming en dienstverlening voor de inventarisering, conservering en ontsluiting van kunst en documenten over kunst op elektronische en digitale dragers. De koepel stelt de opgebouwde kennis inzake digitale conservering ten dienste van de kunstensector en bij uitbreiding de erfgoedsector. Thema’s 2006: Van organisatie naar realisatie De tweede helft van 2006, de periode dat PACKED operationeel is, heeft voornamelijk gestaan in het teken van opbouw: kennismaking met de verschillende spelers binnen het Vlaamse bestel en met internationale initiatieven omtrent de conserveringsproblematiek, het leggen van fundamenten voor een optimale werking van PACKED, het ontwikkelen van een strategie. Op dit moment wordt de overstap gemaakt van organisatie naar realisatie. De werking van PACKED oriënteert zich op het veld, en er worden producten gerealiseerd. 2007 staat in het teken van deze operationalisering. Continuïteit De levenscyclus van analoge en digitale dragers wordt steeds korter. Door fabrikanten wordt de levensduur van de verwisselbare/uitneembare drager tegenwoordig vaak langer gegarandeerd dan de apparatuur waarop de drager moet worden afgespeeld. De hogere frequentie van vervanging heeft een verkorting van backwards compatibility tot gevolg, waardoor de markt eerder wordt gedwongen apparatuur te vervangen. Naast deze kostenaspecten gaat met het verkorten van de levenscyclus ook diepgaande (ervarings-)kennis verloren. Conservering van elektronische en digitale uitingen vraagt om zorgvuldig geplande procedures voor migratie van beheer naar een volgende generatie dragers. Dit geldt evenzeer voor het materiaal als de metadata over dat materiaal. De bovengenoemde ontwikkeling en de notie dat -in tegenstelling tot papier- elektronische en digitale dragers worden gezien als onstabiele media, maken dat er bij conservering en
78
archivering van kunst op elektronische en digitale dragers gesproken moet worden van een continu proces in plaats van een incidenteel project, waarbij reeds bij aanvang handelingen over lange periode kunnen worden vastgesteld, en daarmee de kosten gecalculeerd. Alleen wanneer er sprake is van een dergelijke notie van continuïteit, en wanneer deze notie is terug te vinden in de planning en budgettering van werkzaamheden op dit terrein heeft het zin dergelijke trajecten te starten. Bij de formulering van initiatieven en het ontwikkelen van activiteiten zal PACKED continuïteit steeds als een belangrijke drijfveer en toetssteen hanteren. De website van PACKED (www.packed.be) is het communicatie- en informatiecentrum van PACKED en zal voortdurend worden onderhouden. De website heeft een aantal Web 2.0-achtige functies, die gebruikers uitnodigen een bijdrage te leveren.
c. Steunpunten en belangenbehartigers Bij de zorg voor het Vlaamse beeldende kunstlandschap wordt het officiële cultuurbeleid bijgestaan door een steunpunt beeldende kunst (IBK) en audiovisuele kunst (IAK). Beide initiatieven zijn intermediaire instellingen, die zowel het beleid als de ontwikkelingen in het veld ondersteunen, analyseren en kritisch begeleiden. Verder is er de administratie Cultuur, die alle aanvragen voor subsidies op haar zakelijke aspecten aftoetst, en de beoordelingscommissies, die de inhoudelijke artistieke kwaliteit van de subsidieaanvragen beoordelen. Beide instanties adviseren de minister van Cultuur op niet bindende wijze. Ook het Kunstenloket profileert zich meer en meer met veel opleidingen rond de zakelijke praktijk van de kunstenaar en studiewerk rond het statuut van de kunstenaar. Hiermee waren ze eigenlijk ook actief op het terrein van de belangenbehartiger van kunstenaars, het NICC, dat binnen Antwerpen, op uitdrukkelijke vraag van de schepen van cultuur, zich steeds meer bezighoudt met een atelierbeleid voor kunstenaars. Tenslotte is er ook het VOBK. Als koepel verzamelt VOBK de organisaties beeldkunst in een gestructureerd debat en een strategische reflectie. Vanuit het overleg in werkgroepen, in 2006 opgericht rond uiteenlopende onderwerpen (kunstenaarsvergoedingen, de audiovisuele sector, de Brusselse situatie en Kunst en Economie, de definitie van gezamenlijke noden) vertalen de leden hun mogelijkheden, problemen en verzuchtingen in aandachts- en actiepunten. Deze worden door VOBK als intermediaire structuur onderhandeld met overheden, belanghebbenden en publieke opinie. Onderzoek en analyses voeden het debat. VOBK bouwt veld- en dossierkennis op, bevraagt het veld, doet terreinwerk en bundelt feiten en cijfers, analyses, interpretaties en standpunten. VOBK stelt zich tevens op als een representatief en constructief aanspreekpunt in het kunstenveld. Voor de verschillende gesprekspartners, kabinet en administratie, ISOC (het intersectoraal overlegcomité, waar de verschillende belangenbehartigers van de verschillende bevoegdheidsdomeinen van minister Anciaux in vertegenwoordigd zijn), de werkgeversfederatie Sociare en oKo, ontstaat zo de mogelijkheid om via verbeterd overleg met het veld te komen tot een duidelijkere visie en een uitgediept kunstenbeleid, afgestemd op reële noden.
79
VOBK zoekt nauwe samenwerking met de andere actoren als steunpunten, kunstenaars-verenigingen, beoordelingscommissies, creatiefondsen en overheden. Het doet dit op Vlaams en Brussels niveau, waar nodig ook federaal. Als intermediaire structuur draagt VOBK bij tot meer overheidsaandacht voor de beeldkunst. VOBK volgt van nabij de relevante beleidsdomeinen op, verricht beleidsvoorbereidend werk en informeert op voortdurende wijze haar leden. Als overlegplatform stimuleert VOBK de eigen identiteit van het veld, intern en extern. De ontwikkeling van een veldgevoel en een verhoogde legitimiteit staan hier centraal. In 2006 startte een nieuwe coördinator Fran Devos.
II.2.3 Film: samenwerkingsverbanden In 2006 bereikte de werking van MuHKA_media een gezonde dosis stabiliteit in zijn diversiteit. Door de aanwerving van een productie-assistent kende bijvoorbeeld het hele realistatieproces van ambitieuzere programma’s zoals ‘Snow Flakes and TVsignals’ of ‘Kino Eye’ of de ‘Sound?Check!’ reeks een normaal verloop, goed voorbereid en goed opgevolgd, zodat de inhoud kon gaan primeren en ook met grote namen zoals Derrick de Kerkhove kon worden uitgepakt. Ook de ambities tot samenwerking zijn een belangrijk onderdeel van onze werking geworden en ook een belangrijk aspect in onze positionering zowel intra als extra muros. Dit jaar met o.a. Villanella > Gamezone, Petrol > SoNoRaMa, Monty > Paik en Beckett, Kingkong > levende videotheek, Champ d’Action > live muziek bij film, de Evens Stichting > multiraciale televisie, Constant vzw > rond een sciencefiction en een digitaal cultuurproject, en vele anderen (zie programmaoverzicht in hoofdstuk I.1.2). MuHKA_media werkte dit jaar nog intensiever samen met Universiteit Antwerpen en het Atelier Video & FilmKunst van de Koninklijke Academie voor Schone KunstenDKO in Antwerpen, dit in kader van Filmhistories en Vlaamse Film Confidenties. De samenwerking met het Koninklijk Belgisch Filmarchief Brussel werd verder gezet. Door de geprofessionaliseerde werking intern kon er ook meer aandacht en energie gaan naar relaties met het FotoMuseum . Een relatief betere zichtbaarheid in het gebouw, een mentaal sterkere aanwezigheid in het overleg en in de programmatie van de vierde verdieping (Flipbook Show, Tunnel Vision), een betere uitgangspositie naar hernieuwing protocol, enzovoort.
II.2.4 Publiekswerking: samenwerkingsverbanden Binnen de vernieuwde communicatiestrategie van het MuHKA werden er opnieuw een aantal partnerships aangegaan met derden. Zo werd er samengewerkt met o.m. Art Brussels, Extra City, het KMSKA, het Van Abbemuseum, Toerisme Antwerpen, stad Antwerpen, Monty, Petrol, deSingel,... Daarnaast nam het MuHKA deel aan gerichte promotieacties als de Antwerpse cultuurchèques voor studenten, Vivaboxes, verwenboekje Boekenbeurs, Museumnacht, Antwerpen in de wereld,... Het MuHKA ondersteunde in 2006 ook het nieuw opgerichte kunstblad art. Het eerste nummer werd ook in het MuHKA voorgesteld. Daarnaast haalden we de banden met het Antwerpse galerijcircuit nauwer aan en werden gesprekken opgestart voor een gezamenlijk evenement annex promotieacties voor 2007 en trad het MuHKA toe tot de overlegkoepel tussen de Antwerpse en Provinciale musea.
80
Het onderwijs is een belangrijke partner voor het MuHKA: het is enkel via schoolbezoeken dat we iedereen – ongeacht de sociale achtergrond, de opvoeding, de interesses enzovoort – kunnen bereiken en met hedendaagse kunst, nieuwe media of film kunnen laten kennismaken. Daarnaast spreekt het vanzelf dat het onderwijs een belangrijke bezoekersgroep is voor het MuHKA: uit het schoolpubliek van vandaag groeit ons museum- en filmpubliek van morgen. De doelstellingen die zich in 2006 voor het onderwijs stelden, situeerden zich op twee vlakken: aan de ene kant de bestendiging van het evenwichtig basisaanbod met een kleine uitbreiding ervan voor (toekomstige) leerkrachten en aan de andere kant meer gerichte promotie van het aanbod. Concreet vertaalden deze doelstellingen zich in tal van acties. Verdere informatie hieromtrent vindt u in het hoofdstuk I.3.4.
II.2.5 Vrienden en bedrijven a. Vrienden van het MuHKA vzw Om het beleid uit te stippelen en beslissingen te treffen op financieel en organisatorisch vlak, kwam de Raad van Bestuur in 2006 4x bij elkaar (21 maart, 20 juni, 17 oktober, 12 december). De Algemene Vergadering vond plaats op 21 maart 2006. Het directiecomité (opgericht in april 2004) kwam 6x bij elkaar (20 januari, 17 februari, 17 maart, 21 april, 19 mei, 15 september). Voor de leden werden de volgende activiteiten georganiseerd: · zondag 8 januari 2006 11u: Nieuwjaarsvertoning in MuHKA_media 12u: Nieuwjaarsreceptie in MuHKAFE met presentatie van de nieuwe premie 2006 voor Vrienden en leden Bedrijvenclub · vrijdag 24 maart 2006 20u: Lezing “Hybriditeit – Leven in paradox” door Prof. Derrick de Kerckhove in MuHKA_media · zondag 26 maart 2006 11u: Rondleiding in de tentoonstelling “Kutlug Ataman” · zondag 14 mei 2006 11u: Rondleiding in de tentoonstelling “Homo Faber” · zondag 21 mei 2006 Daguitstap naar Insel Hombroich · zondag 25 juni 2006 11u: Rondleiding in collectiepresentatie “Ergens / Somewhere” · zondag 24 september 2006 11u: Rondleiding in de tentoonstelling “Academy – Learning from art” · zondag 1 oktober 2006 Daguitstap naar het MUDAM te Luxemburg · donderdag 26 oktober 2006 18u30: Boekpresentatie i.s.m. Arteconomy vzw: “Kunstenaars en ondernemers: een nieuwe relatie” · zondag 17 december 2006 11u: Rondleiding in de tentoontelling “The Projection Project”
81
Het ledenaantal is in dalende lijn. De oorzaak hiervoor is niet duidelijk.
2003 GRATIS € 20 - senior/junior € 25 – individueel lid > senior/junior € 30 – individueel lid v.a. 2007 € 40 € 45 – gezinsformule € 50 – gezinsformule v.a. 2007 € 150 € 175 – steunend lid € 185 – steunend lid v.a. 2007 € 200 € 620 – promotor € 650 – promotor v.a. 2007 TOTAAL LEDEN TOTAAL OPBRENGST
2004
2005
91 296
1 98 240
151
1 139
66
2006
1 98 226
100 206
1
1
130
113 1
1 73
62
59
5
1 3
1 3
607 558 522 € 29.425 € 30.280 € 26.400
480 € 24.700
3
De verbouwingswerken aan het dakterras en de aparte toegang tot het MuHKAFE zijn eind december 2006 gestart. De Vrienden financieren een groot deel hiervan en gingen ook een kredietcontract aan bij de KBC voor € 45.000; in totaal: € 100.000. Er werd in 2006 een nieuwe vriendenfolder en lidkaart aangemaakt. Panamarenkohuis Panamarenko schenkt zijn haast legendarische ouderlijk huis Biekorfstraat 2 – met de inboedel ervan – aan het MuHKA. De vzw Vrienden MuHKA wil de werking van het MuHKA ondersteunen en heeft een ontwikkelingsgericht subsidiedossier ingediend bij de Vlaamse Gemeenschap om in een eerste fase deze schenking te valoriseren. De subsidie werd toegekend; er werd reeds € 88.000 gestort op een speciaal daarvoor geopende bankrekening. De volledig werking rond dit project valt volledig ten laste van het MuHKA.
b. Bedrijvenclub De Bedrijvenclub van het MuHKA werd opgericht in de jaren 1993/94 vanuit de betrachting de bedrijfsleiders/managers enerzijds, en de kunstenaar en het museum anderzijds, gemakkelijk met elkaar in contact te brengen. Er werd vanuit gegaan dat er een basis van wederzijdse belangstelling bestaat en dat deze, door het organiseren van gerichte manifestaties, kan aangescherpt worden. De formule van de Bedrijvenclub is ideaal omdat de bedrijfsleider, via zijn contacten met de hedendaagse kunst, met collegazakenmensen tot een dialoog en dynamiek kan komen waarbij het artistieke een stimulans is.
82
Aan de leden, ereleden, partners en sponsors biedt de Bedrijvenclub een bevoorrechte inkijk en toegang tot de hedendaagse kunst, een bron van verbeelding, inspiratie en verwondering, een ontmoetingsplaats én een forum tot kennismaking met collega's uit de zakenwereld. De werking wordt binnen het MuHKA verzekerd door een dynamische groep bestaande uit Ernest Van Buynder (voorzitter Raad van Bestuur), Ingrid Ceusters (lid Raad van Bestuur), de zakelijk verantwoordelijke en een administratief bediende. Overzicht activiteiten : · 8 januari 2006 Filmvoorstelling in het Filmmuseum (terug- en vooruitblikken op het MuHKA_media programma) gevolgd door Nieuwjaarsreceptie in het MuHKAFE · 1 februari 2006 Lezing door Jan Lamers (lid van de Raad van Bestuur MuHKA) over zijn recent verschenen boek over Canada en dit naar aanleiding van de tentoonstelling “Intertidal: Vancouver Art & Artists” in het MuHKA · 24 maart 2006 Lezing “Hybriditeit – Leven in Paradox” door Prof. Derrick de Kerckhove in MuHKA_media (Waalsekaai 47 te Antwerpen) · 10 mei 2006 Voorstelling Kunstenaarsboek “The dining table of cultures” (Michelangelo Pistoletto en Cittadellarte) in de ontvangstsalons van de Nationale Bank van België (Frankrijklei 164 te Antwerpen) · 27 juni 2006 Rondleiding in tentoonstelling Homo Faber gevolgd door een causerie door Prof. Dr. Luc Van Den Dries. · 26 oktober 2006 Rondleiding in tentoonstelling ‘Academy’ gevolgd door een boekvoorstelling ‘Kunst en economie: we zijn geen verschil ?’ i.s.m. Arteconomy. Evolutie aantal leden: 2003 Cash
Leden (€ 625) Ereleden (€ 1250) Sponsors (€ 2500) Evenementsponsor (n.a.v. nocturne € 5500) Projectsponsor (€ 4235) Structurele Sponsor (€ 12500) Mediasponsor (€ 24750) SUBTOTAAL TOTAAL
43 4 3
Natura
3 4 3
2004 Cash
Natura
37 3 6
3 3 3
2005 Cash
45 2 6 1
2006
Natura Cash Natura
3 4 3
43 2 5
6 2 4
50
12
UBS
1
1
1
Degussa
Degussa
Degussa
51
1
1
1
Klara
Klara
Klara
11
47
62
10 58
83
55
11 65
62
Leden 2006: Structurele sponsors (vanaf € 12500): Projectsponsor (€ 4235): Evenementsponsor (€ 5500):
aantal: geen aantal: geen aantal: geen
Sponsors (€ 2500): aantal: 9 ARGEX, Brouwerij Corsendonk, Chi Kwadraat, Corinthia Hotel, Hifinesse, KBC, Loyens Advocaten, McKinsey & Company, Vooruitzicht Ereleden (€ 1250): aantal: 4 Dockx-Verbo, Elegis Advocaten, Kunstuitleen Dijkstra, Noord Natie Leden (€ 625): aantal: 49 Abati, Ackemans & Van Haaren, Allift, Antwerpse Bouwwerken, Antwerpse Waterwerken, Antwerps Havenbedrijf, AON Belgium “Artscope”, ARGEX, ATAB, Automobile Centre Mechelen, Bank J. Van Breda & Co, BASF Antwerpen, Blondé, Capital@Work, Centea, CERA, Cipal, Coca-Cola Enterprises Services, Conix Architecten, Data Clean, Deplo Schoonmaak, Dexia-Bank, DSV Belgium, Duvel Moortgat, Ethias, Fortis Bank, F. Van Lanschot Bankiers België, GS1 Belgium en Luxembourg, Immobiliën Hugo Ceusters, ING Insurance, Interbuild, Kappa Consult, Mensura, Mercator Bank & Verzekeringen, Methis, Nationale Bank van België, Peleman Industries, Pre-Press Group De Schutter, Rem.B, Retail Estates, SD Worx, Soudal, Speed-Colli, Tabaknatie, ‘t Fornuis, UBS Belgium, VOKA – Kamer van Koophandel A’pen-Waasland, VOKA – Kamer van Koophandel Kempen, Willemen Groep, Zoontjens Beton Cursief = naturasponsors
In 2006 telt de Bedrijvenclub 63 leden, waaronder 12 naturasponsors: Atab (korting op roofingwerken dakterras); Brouwerij Corsendonk (bier tijdens recepties); Chi Kwadraat (studie-onderzoek); Corinthia Hotel (ruilovereenkomst hotelkamers/nocturne); Dockx Verbo (containers); Hifinesse (Hifi-materiaal); Allift (hoogtewerker); Noord Natie (opslagruimtes); PrePress Group De Schutter (gratis affiche); Speed-Colli (depotruimte); ’t Fornuis (diner); Zoontjens Beton (korting op betonwerken dakterras). Het aantal leden van de Bedrijvenclub wordt bijna wekelijks aangepast. Er komen nieuwe leden bij, er vallen er af, maar de meeste leden blijven hun lidmaatschap hernieuwen. Hernieuwden hun lidmaatschap niet: BIAC, Foruminvest, Gevaert, Guy Pieters Gallery, Hoge Raad voor Diamant, ING België, Leasinvest, QRS nv, Unilever, Naturasponsors: KLARA, Virgin Express Nieuwe leden: Bank J. Van Breda & Co, Capital@Work, Peleman Industries, Willemen Groep Naturasponsors: Atab, Corinthia Hotel, Speed-Colli, Zoontjens Beton
84
c. Nocturnes en verhuur accommodatie in 2006 Het MuHKA biedt de mogelijkheid aan bedrijven, organisaties en particulieren om (private) nocturnes, evenementen en workshops in te richten, buiten de normale openingsuren van het museum. Een nocturne omvat een (geleid) museumbezoek met gebruik van de inkomhal en balie voor ontvangst van de genodigden en mogelijkheid tot aanbieden van een receptie en/of catering. Beschikbare museumruimtes kunnen worden afgehuurd voor het orgainseren van workshops, personeelsdagen, brainstorms, colloquia e.d. Anders dan bij nocturnes zijn de niet afgehuurde museumruimtes in een dergelijk geval afgesloten. Nocturnes 2004 Datum Wie 13.05.2004 14.10.2004
Streep VOKA (BC)
Nocturnes 2005 Datum 17.09.2005 13.10.2005
Wat Nocturne (70p) Nocturne (200p)
MuHKAFE Museum
Wie
Kon. Geneesk. Kring UBS (BC)
Nocturnes 2006 Datum
Waar
Wat
Waar
Nocturne (250p) Nocturne
Wie
Museum Museum
Wat
Waar
18.02.2006 25.04.2006
CHIRO-Jeugd vzw (300 p.) UNESCO (60 p.)
Nocturne Nocturne
Museum Museum en MuHKAFE
18.05.2006
Beursgenootschap Stevens (250 p.) + aankoop 250 toegangsticketten Orde van den Prince (39 p.)
Nocturne
Museum
Nocturne
Museum en MuHKAFE
huur + receptie
6.06.2006
huur + buffet 28.06.2006
Corinthia Hotel (65 p.)
Nocturne in ruil voor hotelkamers
Museum en MuHKAFE
enkel verbruik koffie 11.10.2006
Legal Forces (35 p.)
Nocturne
Museum en MuHKAFE
huur + receptie 8.12.2006
St. Vincentius Ziekenhuis (160 p.)
Nocturne
85
Museum
Verhuur accommodatie 2004 Datum Wie 12.01.2004 28.01.2004 01.02.2004 08.02.2004 10.02.2004 27.04.2004 30.04.2004 09.07.2004 12.08.2004 13.08.2004 17.09.2004 25.09.2004 09.11.2004 4-5.12.2004 20.12.2004
Wat
Latcho Drom Leasinvest (BC) Footprints in Africa Vrienden De Beyerd NL KBC (BC) The House of Books Stichting Prins Laurent McKinsey & Co (BC) Ambassade Canada Kluwer - ABC2004 Immo Hugo Ceusters (BC) F. Van Lanschot (BC) Vooruitzicht (BC) Champ d’Action Orde van den Prince
Waar
Filmopnames Nieuwjaarsreceptie Diavoorstelling Diavoorstelling Nocturne (80p) Boekpresentatie Nocturne (14p) Meeting Receptie Nocturne (125p) Receptie (45p) Avondrondleiding Avondrondleiding Receptie (50p) Nocturne (60p)
Verhuur accommodatie 2005 Datum Wie
Museum MuHKAFE Auditorium Auditorium MuHKAFE MuHKAFE MuHKAFE Auditorium MuHKAFE MuHKAFE MuHKAFE Museum Museum MuHKAFE MuHKAFE
Wat
15.01.2005 27.01.2005 30.03.2005 27.05.2005 11.08.2005 04.10.2005 09.10.2005 22.10.2005
ABC2004 – H.OpdeBeeck VOV Matita CJP Mamzels UNICEF Universiteit Antwerpen Evens Foundation
Openingsreceptie (100p) Studiedag / Receptie Foto-opname Prijsuitreiking / Receptie Fotoreportage Filmvoorstelling Verjaardagsfeest Filmvoorstelling
16.11.2005 16.11.2005 17.11.2005
CIPAL (BC) Universiteit Antwerpen Universiteit Antwerpen
Meeting Lezingen Voorleesavond
Verhuur accommodatie 2006 Datum Wie
Waar MuHKAFE Museum Puntzaal MuHKAFE Museum MuHKA_media MuHKAFE MuHKA_media + Museum Auditorium MuHKA_media Puntzaal
Wat
11.01.2006
Creative Communication (130 p.) Nieuwjaarsreceptie
24.01.2006
CANON (100 p.)
Receptie
4.02.2006
ABKA (40 p.)
Meeting & receptie
12.02.2006
KARAVAAN vzw (60 p.)
Lezing
15.05.2006
Stichting Eugène Baie (150 p.)
16.05.2006
SIOO (23p.)
Prijsuitreiking & Receptie Gesprek
26.06.2006
Van Abbemuseum (86 p.)
Bezoek & lunch
Waar Gelijkvloers huur
MuHKAFE receptie
Auditorium, MuHKAFE (receptie)
Auditorium huur
MuHKA_media + MuHKAFE Auditorium huur
Museum + MuHKAFE
Inkom + lunch 30.06.2006
VOKA (35 p.)
Rondleiding & Receptie
1e verdieping + MuHKAFE huur
86
25.07.2006 4.10.2006 18.10.2006
Nationale Bank van België (20 p.) Rondleiding na openingsuren Belg. Business&Prof. Women(40 Rondleiding na p.) openingsuren Darwin (21 p.) Meeting
Gelijkvloers + e 1 verd. Gelijkvloers Auditorium MuHKAFE huur en verbruik
BC = Bedrijvenclub
II.2.6 Organisatorisch: de vakbonden In 2005 herdacht en herschreef de directie een nieuwe interne organisatie structuur en ontwierp een voorstel tot een nieuwe structuur van loonbarema’s dat enkele malen tijdens de vakbondvergaderingen besproken werd. Vanuit de vakbonden werd in verband met de ontwikkeling van die nieuwe structuur van loonbarema’s gewezen op de noodzaak van functieomschrijvingen. Aan de directie werd gevraagd om meer specificiteit en differentiatie aan te brengen in de verantwoordelijkheden en taken van diverse personeelsleden. Het gehele proces van vernieuwing werd in 2006 begeleid door het Management Consultancy bedrijf Bridges for Choice o.l.v. Jan De Visch. Verder werd er gewerkt aan het schrijven van takenpakketten voor diverse functies. Het nieuwe organigram werd aan de syndicale delegatie voorgesteld, in 2007 zal een voorstel tot een nieuwe structuur van loonbarema’s, gekoppeld aan competentieprofielen besproken worden. De directie besloot in 2006 niet verder te werken aan de organisatie en/of het opzetten van een CPBW om de volgende redenen: “op het ogenblik van de laatste sociale verkiezingen was er niet aan de voorwaarden voldaan om tot de oprichting van een CPBW over te gaan. Dit heeft tot gevolg dat er geen CPBW moet zijn”. De oprichting van een CPBW werd verdaagd tot de volgende sociale verkiezingen in 2008. De geplande brandoefening werd daardoor niet gehouden. De directie stemde er wel mee in de inhoud van een CPBW overleg te kaderen binnen het huidig overleg ter voorbereiding van een mogelijke toekomstige werking. Hoewel in 2005 reeds uurroosters opgesteld werden voor de personeelsleden werkzaam voor MuHKA_media, ter voorbereiding van een prikkloksysteem, werd deze in 2006 niet geïnstalleerd. De reden hiervoor is dat er bij het betrokken personeel van MuHKA_Media geen eenduidigheid bestaat omtrent dit gegeven. De technische mogelijkheden een prikkloksyteem te installeren werden verder door de directie bestudeerd. Uurroosters van medewerkers in MuHKA_Media zullen in 2007 toegevoegd worden aan het Arbeidsreglement. Voorts worden tijdens het syndicale overleg enkele punten in het Arbeidsreglement verfijnd, verduidelijkt, of aangepast. Dit geldt ook met betrekking tot de regularisering van de dubbelfuncties. De organisatie van het syndicale overleg kende in 2006 geen hoge frequentie en praktische moeilijkheden. (tijdstippen, ruimtes). Daarom kwam op vraag van de syndicale delegatie voor 2007 een schema op te stellen om op regelmatige en vaste tijdstippen vergaderingen te beleggen. De directie wordt hierop ook telkens uitgenodigd.
87
II.3
Externe waardering
II.3.1 Perswaardering voor de MuHKA-tentoonstellingen Deze bespreking behandelt de aandacht van voornamelijk de geschreven pers (gedrukt en digitaal) voor de verschillende MuHKA-tentoonstellingen in de loop van 2006. Per tentoonstelling zullen we hiervan steeds (a) een kwantitatieve en (b) een kwalitatieve analyse maken. a. Inleidende beschouwingen De kwantitatieve analyse. De kwantitatieve analyse geeft weer of en hoeveel aandacht deze of gene tentoonstelling gekregen heeft, en hierbij zullen we ook telkens een interpretatie van de cijfers toevoegen (vergelijken met vorige tentoonstellingen, verklaren van afwijkingen, enzovoort). We moeten echter steeds rekening houden met een vrij ruime foutmarge, die steeds in positieve zin geïnterpreteerd dient te worden. De bronnen waar we toegang toe hebben zijn immers noodzakelijk beperkt in aantal, waardoor we kunnen vermoeden dat de hier weergegeven aantallen eigenlijk hoger liggen. Met het oog op een meer gedetailleerd beeld verdelen we het materiaal driemaal in categorieën. Ten eerste worden de teksten onderverdeeld in (i) vermeldingen in kunstagenda’s, (ii) besprekingen en (iii) diepte-artikels. Een diepte-artikel verschilt van een bespreking wanneer de tekst grotendeels niet over een tentoonstelling in het MuHKA gaat, maar wel geschreven werd naar aanleiding van een tentoonstelling in het MuHKA (bijvoorbeeld duiding bij de kunstenaar(s) en de artistieke context). Een resultaat van deze definitie is weliswaar dat sommige zeer diepgravende artikels geen diepte-artikels genoemd worden, omdat ze uitsluitend over de tentoonstelling gaan. Gewone naamsvermeldingen van MuHKA-tentoonstellingen in bijvoorbeeld cultuuragenda’s, zonder enige selectie, evaluatie of toelichting, worden niet meegerekend. Ook worden er een aantal internetpublicaties niet meegerekend, zoals Toerisme Antwerpen, Toerisme Vlaanderen, Cultuurnet Vlaanderen, galeries.nl, enzoverder. Ten tweede worden de kranten en de tijdschriften onderverdeeld op basis van hun profilering. Zo zijn er (i) de kwaliteitsbladen (bijvoorbeeld De Standaard, De Morgen, The Bulletin, Knack, etc.), (ii) de gespecialiseerde bladen (zoals De Witte Raaf, Metropolis M, Kunstbeeld, etc.), (iii) magazines voor een breed publiek (zoals Zone 03/, Gaël, Flair, Elle, enzovoort) en (iv) vaktijdschriften (bijvoorbeeld De Artsenkrant). Ten derde worden binnen- en buitenland gescheiden gehouden. Voor de artikels die verschijnen in de nationale pers doet het MuHKA een beroep op een gespecialiseerde clipping service. De firma Auxipress verzamelt alle kranten- en tijdschriftenartikels die in de Belgische pers verschenen over het MuHKA. Deze artikels worden chronologisch gearchiveerd (en opgesplitst tussen de mappen ‘tentoonstelling’ en ‘algemeen’). Voor wat betreft de buitenlandse pers (bijvoorbeeld De Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw, etc.) hangen we af van de bereidwilligheid van de journalist die het artikel schreef om de recensie alsnog te melden of op te sturen.
88
Het is immers veel te duur om ook de buitenlandse pers te laten doorlichten door een clipping service. Tot op heden heeft het MuHKA daarom onvoldoende zicht op de internationale media-aandacht met betrekking tot zijn activiteiten. De bibliotheek van het MuHKA is wel geabonneerd op de belangrijkste buitenlandse kunsttijdschriften zodat we toch een zicht hebben op de aankondigingen en de recensies die hierin verschijnen. Ook de niet-geschreven media (radio, televisie en teletekst) moeten door onszelf opgevolgd worden. In het geval van niet-aanmelding van de betrokken journalisten hangen we af van occasionele eigen rapporteringen of rapportering door derden. De foutwaarde op het aantal genoteerde uitzendingen is daarom nog een stuk groter dan bij de geschreven pers. De kwalitatieve analyse. De kwalitatieve analyse is gebaseerd op slechts een deel van het beschikbare materiaal, namelijk de besprekingen en de diepte-artikels die ook een persoonlijke waardering van de auteur voor de tentoonstelling bevatten. Van deze waardering schetsen we de algemene teneur en melden we opvallende passages of uitspraken die erin voorkomen. Op deze kwalitatieve analyse zijn dezelfde beperkingen van toepassingen als op de eerder vermelde kwantificatie, immers, de getrouwheid van onze weergave van de waardering varieert mee met de beschikbaarheid van het materiaal. Het totaal aantal artikels voor 2006 bedraagt 727, wat een lichte stijging is t.a.v. vorig jaar, de stijging heeft zich vooral internationaal voorgedaan dankzij internationale samenwerkingen. De cijfers voor de ‘The Projection Project’ werden nog niet opgenomen in dit jaaroverzicht aangezien deze tentoonstelling ook nog in 2007 liep. INTERTIDAL: Vancouver Art & Artists (17.12.05 - 26.02.06) Kwantitatieve analyse
Vermelding Bespreking Diepteartikel Radio Televisie Teletekst
Intertidal: Vancouver Art & Artists Kwaliteitsblad Gespecialiseer Breed publiek d N* IN* N IN N IN 14 5 3 2 13 1 8 1 0 2 3 0 4 4 1 1 0 0
6 32 10 4 Totaal * N = nationaal, IN = internationaal
5
16
89
1
Vaktijdschrift
Totaal
N 1 4 0
IN 8 4 2
47 22 12
5
14
6 87
Kwalitatieve analyse Met betrekking tot de tentoonstelling ‘Intertidal: Vancouver Art & Artists’ kan men de algemene perswaardering zeer positief noemen, en dit geldt zowel voor de in (hedendaagse) kunst gespecialiseerde pers als voor de pers die een breed publiek wil bereiken. De gespecialiseerde pers spreekt zich unaniem uit over de originaliteit van het idee dat achter de tentoonstelling ligt: op één niveau kan er van Intertidal gezegd worden dat de geografische beperking tot Vancouver uniek is voor een tentoonstelling buiten Canada, en een niveau hoger stelt de klaarblijkelijke mogelijkheid van lokale tendensen in de hedendaagse kunst vraagtekens bij de impact van de globalisering op de internationale artistieke scène. Deze tweeledigheid werd door de gespecialiseerde pers erg gesmaakt. De algemene, breed-georiënteerde pers looft de tentoonstelling omwille van haar toegankelijkheid, en een aanvullend positief punt is voor hen de brede aanpak: het zijn niet enkel de kunstwerken en de ‘Vancouver School’ die aan bod komen, maar de bezoeker kan ook aardrijkskundige en socio-economische informatie omtrent Vancouver meepikken. Bovendien vestigt de tentoonstelling de aandacht op een stad waarvan het grote publiek de recente creatieve productiviteit nog niet kende. De Standaard en De Morgen schrijven enthousiast: “Het Muhka in Antwerpen heeft kunst uit Vancouver in huis gehaald. Het resultaat is een complexe maar sterke tentoonstelling met beelden van een stad die pas honderdvijftig jaar oud is.” (DS, 5/1/06, koptekst) “Met de jongste tentoonstelling over de kunstscene van Vancouver blijft het Muhka met verve overeind in het overbevolkte museumlandschap.” (DS, 5/1/06) “Met Intertidal gooit het MuHKA hoge ogen (…)” (DM, 21/12/05) De genoot de belangstelling van buitenlandse journalisten ‘VARA, Metropolis M (NL), Artforum (USA), Le Monde, Le Point, Art Press (F) en er verschenen uitvoerige artikels in het Franse Exporevue (Raya Baudinet), het Zweedse Konsttidningen (Kristian Romare) en de Canadese ‘The Canadian Art Revue’ (Richard Vaughan) en ‘The Ottawa Citizen’ (Tom Douglas) met een oplage van 156.657 ex. DE-REGULATION. With the work of Kutlug Ataman (17.03 – 28.05.06) Kwantitatieve analyse
Vermelding Bespreking Diepteartikel Radio Televisie Teletekst
De-Regulation. With the work of Kutlug Ataman Kwaliteitsblad Gespecialiseer Breed publiek Vaktijdschrift d N* IN* N IN N IN N IN 7 0 3 0 1 0 0 6 6 3 5 3 2 0 2 2 1 0 2 0 0 0 0 0
10 24 3 10 Totaal * N = nationaal, IN = internationaal
3
3
90
0
2
8
Totaal 17 23 3 10 53
Kwalitatieve analyse De tentoonstelling ‘De-Regulation. With the work of Kutlug Ataman’ wordt over ’t algemeen zeer waarderend onthaald. Atamans curriculum vitae is indrukwekkend, en zijn nominatie voor de Turner Prize in 2004 (met het werk Twelve, dat aanwezig was op de tentoonstelling) wordt keer op keer vermeld. Kunstkranten als ART en De Witte Raaf, of het gespecialiseerde tijdschrift over kunst, design en architectuur DAMn°, wijden diepgaande artikels aan ‘DeRegulation’, net als de belangrijke Duitse krant ‘Frankfurter Algemeiner’. Opmerkelijk is de bespreking van deze tentoonstelling in het Oostenrijkse kunsttheoretische tijdschrift ‘Camera Austria’, dat voordien het MuHKA nog niet vermeld had. De oorzaak hiervan ligt waarschijnlijk bij het internationale karakter van deze tentoonstelling (Antwerpen – Tel Aviv – Berlijn) en die van de terzelfdertijd in Extra City lopende tentoonstelling Küba. Bovendien heeft de tentoonstelling een eigen website (http://www.de-regulation.org), wat ze voor de internationale pers ook toegankelijker maakt. Weekendtentoostelling Vleeswerken (24 – 26.03.06) HOMO FABER. Jan Fabre in het MuHKA (12.05 – 15.08.06) Kwantitatieve analyse
Vermelding Bespreking Diepteartikel Radio Televisie Teletekst
Homo Faber + Vleeswerken Kwaliteitsblad Gespecialiseer d N* IN* N IN 26 4 6 21 3 2 2 1
8 3 60 7 9 Totaal * N = nationaal, IN = internationaal
-
Breed publiek Vaktijdschrift N 6 8
IN 1
N 2 4
IN 11 5
14
1
6
16
Totaal 56 43 3 8 3 113
Kwalitatieve analyse Voorafgegaan aan Homo Faber toonde Jan Fabre in het MuHKA werken in vlees die hij in het verleden maakte. Behalve de geschreven pers, haalde dit spectaculaire evenement ook het VTM-nieuws. Het vijfvoudige tentoonstellingsproject Homo Faber mocht rekenen op ontzettend veel lovende persaandacht, zowel van de Nederlandstalige Belgische pers (waaronder het VRT-nieuws), als van de franstalige. Het MuHKA – luik in het bijzonder, met het vroegste, nauwelijks bekende werk van Fabre, werd als zeer boeiend ervaren. “Impressionant”, zo begint Guy Duplat het eerste van de twee artikels die La Libre Belgique aan dit evenement wijdde. 91
Een aantal kranten (La Libre, De Standaard, De Morgen, De Gazet van Antwerpen) wijdden inderdaad meer dan één bespreking aan deze zomertentoonstellingen. Buitenlandse kranten als Le Monde en Le Figaro lieten zich evenmin onbetuigd. ACADEMY. Learning from art (15.09 – 26.11.06) Kwantitavieve analyse Academy Kwaliteitsblad
Vermelding Bespreking Diepteartikel Radio Televisie Teletekst
N* 3 7 1
IN* 6 0 2
Gespecialiseer d N IN 1 2 1 1 3 1
2 13 8 5 Totaal * N = nationaal, IN = internationaal
4
Breed publiek Vaktijdschrift
Totaal
N 1 1 0
IN 0 0 0
N 1 0
IN 12 3 0
25 14 7
2
0
1
15
2 48
Kwalitatieve analyse De tentoonstelling, waaraan een symposium en een boek gepaard gingen, mocht zich verheugen in een opvallend grote opkomst van kunstcritici en journalisten uit binnen- en buitenland. “Met ‘Academy’, een samenwerkingsproject tussen Siemens, Kunstverein Hamburg, Het Van Abbemuseum in Eindhoven, het Londense Goldsmith College en het MuHKA, maakt dit museum deel uit van de internationale discussie van het moment”. (De Morgen) Onder de internationale belangstellenden citeren we Frieze en Contemporary (GB), ArteIn (I), Metropolis M, NRC-Handelsblad en De Volkskrant (NL). In de meer algemene bladen vond men dat de tentoonstelling al te veel vragen opwierp, maar hoewel men vreesde voor een ietwat droge, saaie tentoonstelling, bleek de recencente opgetogen over de keuze van de werken: “Men behoedde zich ervoor om al te vernauwend pedagogisch te werk te gaan”, schreef Janneke Wesseling in NRC. “Een weerbarstige tentoonstelling die ons wilde doen nadenken over hoe en wat we kunnen leren van kunst…werken die interessant waren zonder artistiek te zijn”, vond het tweemaandelijkse kunstkritische tijdschrift Rekto Verso.
92
Collectiepresentaties XIII – XVI Kwantitatieve analyse
Vermelding Bespreking Diepteartikel Radio Televisie Teletekst
Collectiepresentaties XIII - XVI Kwaliteitsblad Gespecialiseer d N* IN* N IN 1 1 1 4 3 2
1 6 1 6 Totaal · N = nationaal, IN = internationaal
Breed publiek Vaktijdschrift N 2
IN 1
N
IN 6 8 3
1 1 3
1
1
Totaal
-
1 18
Kwalitatieve analyse Voor de wisselende collectiepresentaties die openen in de periodes van afbraak en opbouw van de grote seizoenstentoonstellingen, werden geen aparte pers – en openingsmomenten ingericht. Op zich staande artikels hierover zijn dan ook eerder zeldzaam. Aan Collectiepresentatie XIII: LUZ (tot 12.02.06), een interventie van Carla Arocha, wijdde Claude Lorent in La Libre Belgique een lovend artikel: “Carla Arocha réussit en cet exercic un coup de maître par son projet de <5% reflection”. Hans Op de Beeck (Collectiepresentatie XIV) werd geïnterviewd door het life style blad ‘Genieten’ en (H)ART wijdde een diepte-artikel aan dit jong talent, mede naar aanleiding van zijn tentoonstelling in Galerie Hufkens in Brussel. De installatie van Pierre Bismuth in Collectiepresentatie XV: “Ergens/Somewhere”, werd gefotografeerd door de Italiaanse Elle Decorazione en besproken in het Poolse Kunsttijdschrift ARTeon. Luk Lambrecht noemde haar in Knack Focus “een bruisende tentoonstelling”. Collectiepresentatie XVI: Attributen en Substantie, sloot nauw aan bij Academy en werd samen met deze herfsttentoonstelling besproken. 54 artikels verwezen naar kunstenaars van de collectie of naar vroegere tentoonstellingen (54 vermeldingen).
93
Speciale evenementen in de pers Kwantitatieve analyse
Kwaliteitsblad
Vermelding Bespreking Diepteartikel Radio Televisie Teletekst
N* 19 40
IN*
Gespecialiseer Breed publiek Vaktijdschrift d N IN N IN N IN
19 40 1
1
11 3 1 74 1 Totaal * N = nationaal, IN = internationaal
Totaal
-
-
-
-
-
11 3 1 75
Kwalitatieve analyse (over de inhoud) Onder de belangrijkste activiteiten waarover de media berichtten in de marge van de museumwerking of kaderend in het tentoonstellingsbeleid citeren we: de zomerateliers voor kinderen en de Museumnacht (ism de Antwerpse musea), de 6de Biënnale van Shanghai, waarvoor Bart De Baere de Antwerpse kunstenaars Luc Deleu en Hans Op de Beeck selecteerde, de Martha Rosler Library (aansluitend bij de tentoonstelling ‘Academy) en de brandalarmactie voor verdraagzaamheid: Sirene) Deze actie die voor het MuHKA plaats vond, werd gefilmd door TV1 en ATV. Museumgebouw/beleid/Bart De Baere Kwantitatieve analyse
Kwaliteitsblad N* 10 36 4
IN*
Gespecialiseer Breed publiek Vaktijdschrift d N IN N IN N IN
Vermelding Bespreking Diepte1 artikel Radio 5 Televisie Teletekst Totaal 55 1 * N = nationaal, IN = internationaal
Totaal 10 36 5
-
-
-
-
-
5 56
94
Kwalitatieve analyse Deze artikels waarin het museum of zijn directeur ter sprake komen gaan over de samenwerking met de andere Antwerpse musea, over het grote museumrapport, het cultuurbudget en de subsidies van de overheid of nog ‘het beleggen in kunst’. In een uitvoerig artikel over de visie van directeur Bart De Baere, schrijft het Britse luchthaven magazine ‘Connect’ vol bewondering: “None other than the MuHKA would embark on such a perilous journey, but these people have a mission”. Acht ‘Bekende Vlamingen’ waaronder Bert Verhoye, Bart Moeyaert en Stijn Peeters, de architect die het TV-programma ‘De Grote Monumentenstrijd’ aankondigde, riepen het MuHKA uit tot hun lievelingsmuseum.
II.3.2 Perswaardering voor film en beeldcultuur MuHKA_media Kwantitatieve analyse
Kwaliteitsblad
Gespecialiseer d N IN 4 9 2
N* IN* Vermelding 43 Bespreking 39 Diepte6 artikel Radio 2 Televisie Teletekst 1 Totaal 91 15 * N = nationaal, IN = internationaal
-
Breed publiek Vaktijdschrift
Totaal
N 6 4
IN
N 1
IN
54 52 8 2
10
-
1
-
1 117
Kwalitatieve analyse Hoewel het programma en/of highlights van MuHKA_media wekelijks werd aangekondigd in De Standaard, De Morgen, Knack Focus en Week Up bleven deze media – ondanks de herhaalde rechtszettingen – tot ongeveer midden 2006 de oude benaming ‘Filmmuseum Antwerpen’ hanteren. Programma – onderdelen zoals de videofilms van Nam June Paik en ‘Videogasten’ (interviews met videokunstenaars waarvan tegelijk werk werd getoond) die ook het domein van de hedendaagse kunst betreden of Samuel Beckett die ook tot de podiumkunsten wordt gerekend, werden eveneens aan de desbetreffende journalisten gecommuniceerd. Dit gold ook voor het Holebi – programma. Dergelijke bijzondere evenementen (Nam June Paik, Samuel Beckett, Werner Herzog op bezoek…) gaven bovendien stof voor radioprogramma’s van de zenders Klara en Radio1. (jammer genoeg beschikken we niet over de volledige lijst).
95
Diepte- artikels werden gewijd aan de lezing van Corry Doctorov in het kader van Stitch & Split, de Jeanne Moreau –cyclus en Kino-Eye. Webmagazines als Cinebel, Den Brabo en The Art Server kondigden maandelijks het filmprogramma aan. SoNoRaMa, het muzikale filprogramma van de zomermaanden, werd eveneens opgenomen in het digitale magazine “Soundtrack”.
II. 3.3 Bezoekerscijfers MuHKA en MuHKA_media Het geheel van de werking kon rekenen in 2006 op een stabiele publieke belangstelling. Er kwamen iets minder film- en mediabezoekers (29.397), maar het publiek voor de tentoonstellingen (44.621) groeide in beperkte mate. Het totaal aantal bezoekers is met 6% gestegen. Het museum is met zijn 74.018 bezoekers zowel in de kunsten- als in de musemsector een van de grote spelers. De bezoekersaantallen per maand vindt u in de bijlagen 18 en 19
II.3.4 Vragen aan het MuHKA en zijn staf a. Vragen aan de instelling Eén van de manieren van het MuHKA om de disciplinaire basis te linken aan een breder maatschappelijk kader is zijn social warehouse, aandacht voor de activiteiten binnen de muren van het museum die het niet als een kernactiviteit ziet. Deze receptieve functie die een museum heeft, kan een eigen dynamiek ontwikkelen. Aan de ene kant zijn er langlopende samenwerkingen met verschillende partners. Het beste voorbeeld hiervan, is de structurele samenwerking met Champ d’Action. Aan de andere kant treedt het MuHKA soms ook op als gasthuis voor activiteiten, lezingen of boekvoorstellingen, zonder dat deze tot de eigen programmering behoren. Het voorbije jaar werden er door Amarant 34 cursusdagen georganiseerd in het auditorium. De overige activiteiten waren hoofdzakelijk boekvoorstellingen, jury’s en werkbezoeken. Deze cijfers tonen aan dat Amarant het voorbije jaar het meest gebruik maakte van de faciliteiten die het MuHKA biedt, wat social warehouse betreft. Het MuHKA is ook een aantrekkelijke locatie. Ook dit jaar werden we veelvuldig aangezocht voor receptieve activiteiten: verhuur van auditorium en tentoonstellingszalen voor recepties en diners met vooraf bezoek aan de MuHKAtentoonstellingen. Bijlage 20: Vragen aan de instelling
96
b. Vragen aan de staf Het MuHKA, als grote culturele Vlaamse instelling, stimuleert zijn medewerkers om hun expertise te delen met andere instellingen. Deze overdracht van subjectief kapitaal hebben we opgenomen als bijlage. Er zijn twee onderdelen voorzien. Enerzijds vermelden we de gestructureerde inhoudelijke bijdragen die gebeuren door het geven van lezingen, het participeren aan publicaties en het doceren aan Hogescholen. Niet gestructureerde bijdragen komen voor onder de vormen van advies, het participeren aan jury’s en werkgroepen en het opnemen van mandaten in raden van bestuur. Bijlage 21 : Vragen aan de staf
97