� Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen
Beleidsplan 2012 — 2016
P1 De naam van James Lee Byars [°1932-1977] is onlosmakelijk verbonden met de koortsachtige artistieke activiteit die in de jaren ’70 Antwerpen in de ban hield. Voor zijn monumentale Extra-Terrastrial (Shadow of an Extra-Terrestial Man) uit 1976, ontleende Byars rechtstreekse inspiratie aan de Antwerpse volkslegende van Lange Wapper; het werk wordt ook wel eens The Antwerp Giant genoemd. > James Lee Byars, ExtraTerrastrial (Shadow of an Extra-Terrestial Man), Foto ICC-archief M HKA
Inhoud
5
Basispositie
11
Vijf essentiële punten
17 1/ Het M HKA is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap 18 Het M HKA gaat resoluut internationaal 19 Het M HKA wil werken voor, met en in Vlaanderen 23 2/ Het M HKA is een open huis 24 Een open huis voor kunstenaars 25 Het M HKA wordt publiek 29 3/ Het M HKA is een onderzoeksgedreven instelling 30 Het M HKA reflecteert, onderzoekt, experimenteert 31 Het M HKA verankert de kunsthypothese in de collectie 35 4/ Het M HKA maakt kunst zichtbaar en denkbaar 36 De artistieke werking is presentatiegedreven 37 De artistieke werking is informatiegedreven 41 5/ Het M HKA bereidt zijn mensen en infrastructuur voor op 2020 42 Het M HKA is een ontwikkelingsgerichte organisatie 43 Van een werkzame infrastructuur naar een nieuw Open Huis 49
Het collectieplan
55 55 56 57 57 59 61 62 65
Context Actieruimte Historiek Vandaag Positionering in Vlaanderen Aankoopbeleid De deelverzamelingen Inbedden
Zakelijk Plan
70 Intro 77 Personeelsmatige meerjarenplanning 91 Financiële meerjarenplanning
Beleidsplan 2012—2016
Basispositie
We leven in een tijd van snelle veranderingen en grote uitdagingen: onze hele wereld wordt globaal hertekend, op ecologisch, demografisch en sociaal zowel als op economisch en politiek vlak. In deze wereld de vraag hic et nunc durven stellen: ‘Wat is de rol van een museum voor hedendaagse beeldende kunst in Vlaanderen?’ lijkt haast triviaal en ongepast. Maar dat is het net niét. Want het antwoord op die vraag sluit zich naadloos aan op al die turbulente ontwikkelingen en plaatst ze in een ruimer, zingevend perspectief. Waarom een museum? In de globaliserende wereld heeft elke regio behoefte aan identiteit. Instellingen zoals musea zijn cruciale plekken om deze vorm te geven. In een museum kan de samenleving de eigen traditie en het lokale DNA duurzaam koesteren en van daaruit verworvenheden en inzichten doorgeven aan andere spelers, binnen en buiten de regio. Het DNA van de samenleving kan maar overleven als het niet degenereert, maar bevrucht wordt door impulsen van buitenaf, zodat mensen hun wezen en hun plek verrijken. Zowel historische musea zoals het Gallo-Romeins museum in Tongeren als kunsthistorische musea zoals onze musea voor Schone Kunsten als de musea voor Hedendaagse Kunst, die op de toekomst gericht zijn, spelen hierin een belangrijke rol. Ook een tentoonstellingsproject als Een verhaal van het beeld is hier een goed voorbeeld van. Dit door en door Antwerpse verhaal bepaalt mee onze identiteit, maar blijkt ook een grote relevantie te hebben in Shanghai en Singapore. Waarom een museum voor beeldende kunst? Omdat Vlaanderen op dat vlak een immens rijke traditie kent, omdat die traditie deze regio de voorbije zeshonderd jaar op de wereldkaart heeft gezet. Liefhebbers van overal ter wereld kennen Vlaanderen in de eerste plaats van de kunst die er gemaakt wordt en komen er al eeuwen om kunst te bewonderen en te kopen. Waarom een museum voor hedendaagse beeldende kunst? Omdat Vlaanderen in vroegere eeuwen en decennia daarin vaak een voortrekkersrol heeft gespeeld, van Rubens over Ensor tot Magritte, en omdat het dat ook in het hedendaagse kunstgebeuren blijft doen, van Broodthaers over Panamarenko tot Luc Tuymans en jongere kunstenaars als David Claerbout, Manon de Boer of Vaast Colson. Waarom een museum voor internationale hedendaagse beeldende kunst? Omdat het ‘lokale’ en het ‘internationale’ zich aan elkaar spiegelen, omdat alle internationale
kunst getekend wordt door een ’couleur locale’, omdat alle lokale creativiteit een internationale context behoeft. De collectievorming van het museum maakt deze samenhang duurzaam. De Vlaamse Gemeenschap heeft behoefte aan een hedendaagse kunstcollectie die aan beide dimensies aandacht schenkt. Door internationaal te verwerven en er tegelijk over te waken dat belangrijke werken van eigen bodem daarbij mee de ruggengraat vormen. Zo is het bijvoorbeeld spijtig dat Das Flugzeug, het allereerste vliegtuig van Panamarenko, een tiental jaar geleden verkocht werd voor een luttele prijs aan het museum van Wolfsburg, een Duitse industriestad, en niet aan het M HKA, in zijn geboortestad. De Vlaamse Gemeenschap kan mits de nodige inbreng verhinderen dat de sleutelwerken van haar eigen kunstenaars in de toekomst nog enkel in het buitenland zullen te zien zijn. Waarom het M HKA? Omwille van de bijzondere historiek van het museum, waarvan de start, het ICC, bij zijn oprichting de allereerste instelling voor hedendaagse kunst in ons land was. Gegroeid vanuit kunstenaarsbewegingen in de avant-gardestad bij uitstek ontsluit het ondertussen een rijke en divers samengestelde collectie. Maar evengoed omdat het zich bevindt in de economisch belangrijkste stad van Vlaanderen. Musea creëren een grote afgeleide omzet, van tewerkstelling tot toeristische aantrekkingskracht. En belangrijker nog op dit vlak, omdat bij gebrek aan andere grondstoffen onze lokale economie, en bij uitbreiding onze samenleving, in grote mate bloeit bij gratie van innovatie en creativiteit. Een regio die dit laatste bij monde van zijn kunstenaars in de genen draagt, verdient een plek waar kunst centraal staat. Daarom willen we hier kort de notie van de ‘kunsthypothese’ die het M HKA voorstaat en die in de volgende pagina’s geregeld opduikt, voorstellen. Die hypothese is het beeld van kunst dat het museum vormgeeft en aan de wereld presenteert. Het M HKA stelt dat beeld altijd opnieuw in vraag, toetst het af, herdenkt het. Een klassiek museum ordent het artistieke verleden tot een ‘meesterverhaal’, een canon. Die canon geeft de indruk definitief en onveranderlijk te zijn. Een museum voor hedendaagse kunst toetst voortdurend af: aan het verleden, het heden en de toekomst. Aan de kunstenaars, het publiek, de samenleving. Zo worden inzichten verrijkt, herdacht en opnieuw geformuleerd. Daardoor lééft en evolueert het beeld van kunst dat het museum voorstelt en wint het voortdurend aan kracht. Het wordt intern verweven en tegelijk geactualiseerd. Bij de kunsthypothese van het M HKA staan twee begrippenparen centraal. Enerzijds de spanning tussen het immateriële – kunst als houding, als gedachten – tegenover de cultivering van het feitelijke. Anderzijds die tussen maatschappelijk engagement tegenover een poëtische, existentiële dimensie. Zo wordt duidelijk hoe verschillend het activisme van Luc Deleu wel is van de poëtica van Panamarenko. Een kunsthypothese verbindt zich met de lokale condities. Zo verankert het M HKA zijn link met fluxus in de Antwerpse happenings en de Luikse scène met Jacques Lizène, zijn bevraging van het beeld verbindt het met de schilders in deze regio. De aandacht die het museum aan de dag legt voor globalisering sluit dan weer aan bij het karakter van Antwerpen als havenstad. Dat het M HKA zo expliciet in termen van een hypothese denkt is een direct gevolg van zijn lokalisering. In tegenstelling tot veel andere musea werd het M HKA niet gesticht door burgers en verzamelaars. De wortels van het Antwerpse Museum van Hedendaagse Kunst liggen in de lokale kunstscène. Het vertrekt van actuele evoluties in de wereld en van kunstenaars, zoals die de Antwerpse scène altijd hebben bepaald. Alle handelingen verzamelen, bewaren, bestuderen en presenteren – gebeuren er binnen het kader van een voortdurende toetsing aan het artistieke en cultuurhistorische klimaat. Tegelijkertijd situeert het deze binnen het breder sociaal, politiek en economisch klimaat. Het M HKA heeft, om zijn kunsthypothese waar te kunnen maken, in zijn beleidsplan vijf essentiële aandachtspunten uitgewerkt, die elk onderverdeeld worden in twee doelstellingen.
1.
Het M HKA is een Instelling van de Vlaamse Gemeenschap.
Dat heeft consequenties voor de werking van het M HKA. De minister van Cultuur schrijft trouwens in haar beleidsplan dat ze het M HKA wenst te stimuleren om voor 2020 zijn internationaal profiel en voortrekkersrol in eigen land verder uit te bouwen. Deze door de voogdij-overheid geformuleerde missie komt overeen met wat het M HKA bepaalt. De internationale werking enerzijds en de werking voor en over heel Vlaanderen anderzijds zijn inderdaad de twee belangrijke werkvelden. 2.
Het M HKA is een open huis.
Dit impliceert een werking waarbij de kunstenaars niet alleen als passieve exposanten, maar ook als actieve participanten betrokken worden. De kunstenaar is dus een centrale figuur. Daarnaast wil het M HKA ook sterk publieksgericht werken. Hierbij wordt actief op zoek gegaan naar diverse publieken, zowel lokaal als internationaal. Het M HKA zal ook verder gaan dan de publieksbemiddeling waarvoor het altijd een voortrekker is geweest. Elke individuele bezoeker moet zich thuis kunnen voelen in het museum, maar ook buiten de museummuren wil het M HKA zich tot het publiek richten, als een referentie die gedeeld wordt. 3.
Het M HKA is een onderzoeksgedreven instelling.
De twee specifieke thema’s zijn hierbij: reflectie en collectie. Wat het eerste betreft: onderzoek en experiment zijn essentiële kwaliteiten voor een reflexieve werking. En het tweede: het M HKA wil duurzaam omgaan met zijn collectie. De artefacten in die collectie worden niet zomaar op zichzelf bekeken, ze worden in verband gebracht met elkaar en met situaties. 4.
Het M HKA maakt kunst zichtbaar en denkbaar.
Het M HKA is presentatiegedreven: ‘tonen’ of ‘presenteren’ is immers één van de belangrijke taken van een museum. Het is anderzijds informatiegedreven: want kunst heeft ook nood aan diepgang, aan een over-denken, een be-schouwen. De inzichten die hieruit ontstaan worden voor de toekomst vastgelegd en zo voor iedereen toegankelijk gemaakt. 5.
Het M HKA bereidt zijn mensen en infrastructuur voor op 2020.
Als organisatie wil het expertisegedreven, ontwikkelingsgericht en lerend zijn. Daarnaast zal het de bestaande infrastructuur verbeteren en een aanzet geven voor een visie op een optimale situatie, die werkzaam is zowel voor personeel als voor publiek, voor collectie en werking. Ook hier spoort het M HKA met het beleidsplan van de minister, die terecht stelt dat zich een evaluatie van de infrastructuur opdringt.
basispositie
Een museum met deze inzet voor Vlaanderen, gedijt optimaal in Antwerpen. Antwerpen ligt centraal op de as Amsterdam-Rotterdam-Brussel-Parijs. Het is de meest internationale stad van Vlaanderen, door zijn haven voortdurend geprikkeld door allerhande invloeden. Het is een stad van kunstenaars en historisch de avant-gardestad bij uitstek. Het benadrukken van dat open karakter kan ook in het heden een positieve kracht geven. Terug naar Vlaanderen, een kleine, maar rijke regio in een wereld waarin door de vaak bizarre effecten van de globalisering ‘lokale’ en ‘internationale’ klemtonen elk een even groot gewicht lijken te krijgen. En dus terug naar de vraag: ‘Wat is de maatschappelijke rol van een museum voor hedendaagse beeldende kunst in Vlaanderen?’ Waar hoort het M HKA, in dit hele verhaal van Vlaanderen en de wereld, thuis? Niet in de liga van de grote instellingen zoals Beaubourg, het Guggenheim, Tate of Reina Sofia, het Stedelijk in Amsterdam of Moderna Museet in Stockholm. Veeleer in de liga van middelgrote instellingen die vaak de centrale instellingen zijn van kleinere landen of regio’s, zoals MuMoK in Wenen, Macba in Barcelona, het IVAM in Valencia of Fondacao Serralves in Porto. Het is duidelijk dat Vlaanderen, als internationaal erkende broedplek voor hedendaagse beeldende kunst, niet kan zonder enkele goed toegeruste instellingen. Daarom dient werk gemaakt van een evaluatie van de bestaande infrastructuur, van de noden qua interne expertise en externe dienstverlening, van redelijke budgetten voor collectie en presentatie. Het M HKA is zich ten zeerste bewust van het feit dat daarvoor ook externe middelen dienen aangeboord, naast een gezonde publieke financiering, volgens de geldende internationale normen. Het M HKA zet in dit beleidsplan dus de volgende stappen in het traject naar 2020. Voor de meest urgente domeinen vraagt het een beperkte en gefaseerde groei van publieke middelen om het voortbestaan te verzekeren. Het M HKA scoort nu al sterk op sponsorwerving in vergelijking met andere musea, stelt het agentschap Kunsten en Erfgoed. Als de publieke basis beter wordt, kan en zal ook de privé-inbreng nog verder worden versterkt. Met de stad Antwerpen komt er vanaf nu een structurele samenwerking, waarbij de werking van het MHKA tweejaarlijks verbreed wordt met een op een grootschalig publiek gerichte monografische tentoonstelling. Het M HKA wil ook verder zoveel mogelijk inzetten op structurele samenwerking, vanzelfsprekend met het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en het FotoMuseum, maar ook met kleinere spelers in het veld zoals Extra City en de cultuurcentra in Vlaanderen, en bij voorkeur ook met het SMAK, minstens op het vlak van restauratie. Voor het aankoopbudget dat de Vlaamse Gemeenschap ter beschikking stelt, vraagt het M HKA wel een radicale sprong. Dit gaat immers de toekomst aan, niet de werking nu. De Vlaamse Gemeenschap dient vandaag te investeren in een collectie, zodat niet verder decennia kunstpatrimonium verloren gaan zoals in het verleden, zodat onze eigen kunst niet verder enkel in het buitenland te zien is maar in de toekomst in Vlaanderen in een internationaal kader kan worden getoond. Zodat we internationaal kunnen meetellen. Dit heeft Nederland al vele jaren gedaan. De Malevichen van het Stedelijk Museum in Amsterdam en de Lissitzky’s van het Van Abbemuseum zijn sleutelensembles in de identiteit van deze musea, net zoals hun topwerken van Amerikaanse kunst, en goede overzichten van hun eigen kunstenaars. Om er in 2020 te kunnen staan, verdient Vlaanderen nu een aankoopbudget die naam waardig. En natuurlijk zal het M HKA zijn talenten ten volle inzetten. Zal het feestelijk performant werken. Zal het ervoor zorgen dat het antwoorden formuleert op de verwachtingen van zijn publiek en partners, niet enkel de maatschappij at large maar ook de kunstenaars uit de omgeving en de galeriehouders die deze verdelen, de kleinere publieke presentatieplekken van kunst, de internationale partnerinstellingen en de opdrachtgevende overheid die de vier museale functies centraal stelt: verwerving, behoud, onderzoek en ontsluiting.
M HKA
10
Beleidsplan 2012—2016
Vijf essentiële punten
11
P11 In 2006 werkt het M HKA een jaar lang intensief met acht vrijwilligers van Moussem vzw rond de collectie. Dit mondt uit in de collectiepresentatie Ontmoeting die in 2007 in het kader van Zonder Titel, Moussem Festival
Lente 2007 getoond wordt. In mei 2010 reist deze presentatie naar Rabat. De vrouwenvragen van Jef Geys worden voor de tentoonstelling naar het Arabisch vertaald. > Foto M HKA
P12 Het M HKA stelt in 2009 samen met Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en het Museum Plantin-Moretus A Story of the Image voor in het Shanghai Art Museum en het National Museum of Singapore. De tentoonstelling toont aan hoe onze regio tot op vandaag een centrum is van grootmeesters in de kunsten en hoe hun werk van groot belang is voor het inzicht in de beeldcultuur van dit moment. In 2011 wordt dit verhaal verder gezet in de openingstentoonstelling van het MAS. > Foto M HKA
P13 — Foto bovenaan Het M HKA ontwikkelt samen met Extra City het tentoonstellings- en publicatieproject Animisme. De tentoonstelling reist verder naar de Kunsthalle Bern, de Generali Foundation in Wenen en het Haus der Kulturen der Welt in Berlijn. Het project benadert het concept van animisme vanuit een hedendaags, kritisch perspectief en speelt in op de toenemende interesse voor het onderwerp. > Foto Bob Van Mol
P13 — Foto onderaan Jef Neve verzorgt de live pianobegeleiding bij de preview van De helaasheid der dingen van Felix Van Groenigen tijdens de museumnacht 2009 in Cinema Zuid. > Foto Bram Goots
Lorem Ipsum
13
susto odionsectem dolenit vullaore vulputpat utat Usci tionulla
14
P14 In 2005 realiseert het M HKA The Quest, de bijdrage van Honoré ð’O voor het Belgisch paviljoen op de Biënnale van Venetië. In het M HKA loopt van hem tegelijkertijd de tentoonstelling Blue Key en bij Ludion verschijnt voor de gelegenheid het boek Tant Pis. > Foto M HKA P15 — Foto bovenaan Voor de tentoonstelling Craigie Horsfield Schering en inslag / Confluence and consequence maakt de kunstenaar een nieuw hoofdstuk in zijn oeuvre zichtbaar. De wandtapijten worden geproduceerd bij weverij Flanders Tapestries in Wielsbeke. > Foto Bob Van Mol P15 — Foto onderaan Het Centro Wifredo Lam in Havana maakt een keuze uit de M HKA collectie. De selectie omvat zowel een aantal werken van beroemde Amerikaanse kunstenaars als van een reeks kunstenaars uit België. Op kop daarbij Jan Fabre, wiens installatie After Art de titel voor de tentoonstelling oplevert: Después del Arte. > Opening, Havana, 2009, Foto M HKA
Lorem Ipsum
15
susto odionsectem dolenit vullaore vulputpat utat Usci tionulla
Het Internationaal Cultureel Centrum (ICC) in Antwerpen is de eerste officiële instelling voor hedendaagse kunst in Vlaanderen. In de jaren ‘70 en de vroege jaren ‘80 draagt het in aanzienlijke mate bij tot het presenteren en aanmoedigen van de Belgische en buitenlandse avant-gardekunst. In 2004 schenkt het M HKA, de formele erfgenaam van het ICC, met de tentoonstelling Dear ICC voor het eerst uitgebreid aandacht aan zijn eigen historiek. > Foto M HKA
16
1. Het M HKA is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse Gemeenschap stelt aan het M HKA twee primordiale eisen: het museum moet enerzijds een voortrekkersrol spelen in eigen land en anderzijds het internationale aanzien versterken. Het M HKA vervult voor het Vlaamse cultuurbeleid een belangrijke ambassadeursfunctie. Lokaal vergroot het museum het draagvlak voor hedendaagse beeldende kunst met een tot de verbeelding sprekend aanbod. Internationaal is het een vertegenwoordiger van zijn gemeenschap waarvan het via zijn werking mee het imago uitdraagt. In dit hoofdstuk schetsen we hoe het M HKA deze dubbele opdracht in de toekomst vorm zal geven.
17
Het M HKA gaat resoluut internationaal Zowat elk museum of kunstencentrum ter wereld wil internationaal gaan. De ideeën daaromtrent en de middelen daartoe zijn velerlei: aandacht trekken via een spektakelarchitectuur, ten dienste van city marketing; werken via een opgevoerd en mediagericht tentoonstellingsbeleid; het brengen van megaproducties; of integendeel kunstproducties en netwerken die insider gericht zijn. ‘The middle is the problem’: tussen de publieksgerichte giganten enerzijds en de kleine nicheorganisaties anderzijds zitten de middelgrote instellingen die, geheel passend in de Europese culturele ontwikkeling, vanuit hun eigen roots een kunstbeeld ontwikkeld hebben. Het M HKA is zo’n middelgrote instelling. Het wil zijn internationale rol verder opnemen door impact te maken met een project- en netwerkgestuurd opzet. Het M HKA geniet nu al een goede internationale reputatie, getuige de structurele samenwerking met MACBA in Barcelona, Van Abbemuseum in Eindhoven, Moderna Galerija in Ljubljana… Maar die reputatie dient nog versterkt via een consistent programma en bekender gemaakt via een communicatiestrategie die alle vandaag beschikbare media bespeelt, van print tot digitaal. Het M HKA wil in zijn internationale werking evenzeer oog hebben voor een professioneel als een niet-professioneel publiek. Van buitenlandse curatoren tot buitenlandse toeristen, het M HKA stelt zich open om ontdekt te worden. Het houdt daarbij proactief de internationale ‘kunstagenda’ in het oog, om op het juiste moment een goed overwogen tentoonstelling of ander initiatief neer te zetten. Dat kan dan zowel gaan om een ‘toptentoonstelling’ van een kunstenaar die internationaal aan de weg timmert als om een in het oog springende thematische tentoonstelling. Met strategisch gekozen buitenlandse instellingen zal het verder samenwerkingsakkoorden sluiten voor tijdelijke tentoonstellingen, met gezamenlijke marketing, publicatie(s) en aanverwante. Ook internationale netwerkgebaseerde samenwerking is onontbeerlijk, zoals dat gebeurde met Victor Misiano voor de tentoonstelling Europe at Large. Die vorm van samenwerking wordt uitgebreid. Het M HKA heeft de ambitie om op dit vlak ook zelf initiatieven te nemen. Wat het collectiebeleid betreft, verzamelt het M HKA niet enkel lokaal, maar ook gericht internationaal, al naargelang de projecten en samenwerkingen die zich aandienen. Dat is recent al gebeurd met aankopen van hedendaagse Chinese, Indische, Centraal-Aziatische en andere kunst, kunst uit regio’s die er vandaag toe doen.
Beleidsplan 2012—2016
18
De prioriteit voor een internationale werking binnen de volgende vijf jaar is het ontwikkelen en voortzetten van internationale tentoonstellingen en activiteiten. Een internationale programmering rond vernieuwende ideeën, die aansluit bij de samenleving, eerder dan een programmering van populaire ‘blockbusters’ die de wereld afreizen, waarbij elke deelnemende instelling een soort van uitstalraam is. Het M HKA kiest resoluut voor een ‘ontwikkelingsgerichte’ strategie, in die zin dat het, in samenwerking met geschikte internationale partners, eerder vooruitdenkt dan een stand van zaken opmaakt met hier-ennu-shows. Dit wordt gekoppeld aan een internationale communicatiestrategie met het oog op het aantrekken van een internationaal publiek. Het M HKA zal ook de samenwerking uitbreiden met sleutelfiguren uit de Vlaamse en Belgische culturele diplomatie. Zij kunnen uitstekende verbindingspersonen zijn om het streven van het M HKA naar een progressief internationaal profiel in hun internationale regio’s uit te dragen. Het M HKA wil werken voor, met en in Vlaanderen Het museum neemt zijn voortrekkersrol in eigen land ter harte en ontwikkelt daarom een sterke werking die er op gericht is een zo groot en breed mogelijk draagvlak voor hedendaagse kunst in Vlaanderen te creëren. Als strategische doelstelling wordt in dit kader vooropgezet: een lokale verankering realiseren, een alerte verhouding tot het kunstenveld creëren met dienstverlening voor andere organisaties, en tegelijk een werking uitbouwen voor en over heel Vlaanderen. Visite, een project in 2009 waarbij werk uit de collectie van het M HKA werd gespreid over 32 cultuurcentra, was een aanzet hiervoor. Die strategie zal gevoed worden door het opbouwen van een formeel en informeel netwerk van mensen en instellingen die hetzelfde doel dienen: maatschappelijke en culturele interesse delen met anderen. Belangrijk is dat het M HKA hier wil optreden als een genereuze partner, die zijn knowhow, ervaringen en inzichten wil delen en die net zo goed ontvankelijk wil zijn.
Vijf essentiële punten
19
1. Het M HKA is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap
In 2009 sluit het M HKA vijf maanden zijn deuren voor een grondige technische renovatie. Met het steunpunt Locus en 32 Vlaamse Culturele centra houdt het museum via het project Visite zijn collectie zichtbaar tijdens deze periode. Het grote succes vormt meteen de eerste aanzet voor een verdere samenwerking rond hedendaagse beeldende kunst. > Zacharias Kunuk, Nunavut – Our Land Series, 1995, in Koksijde, Foto Herman Selleslaghs
De strategie wordt vertaald in vier werkpunten: → de civiele maatschappij (waaronder de Vrienden, de Bedrijvenclub, de vrijwilligerswerking, de buurtcomités,…) wordt betrokken bij de projecten die het M HKA ontwikkelt om de armslag van het eigen huis te verhogen. → de lokale verankering wordt verstevigd door diverse samenwerkingsverbanden, waarbij de visies van respectieve partijen gerespecteerd worden. Structurele samenwerking is een belangrijk oogmerk, zoals nu al met tentoonstellingsprojecten in het FotoMuseum (rond de Vrielynckcollectie), het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (Homo Faber, Jubilee,Jef Geys/Villa Wintermans) en het recente partnership met de stad omtrent bredere publiekstentoonstellingen (Anselm Kiefer, Meesterwerken in het MAS. Vijf eeuwen beeld in Antwerpen). → Het M HKA verleent vanuit zijn eigen expertise service aan andere instellingen en organisaties (bv. het ter beschikking stellen van de collectie met inhoudelijke omkadering) waarbij diverse werkvormen (bv. opleiding en onderzoek) kunnen worden gehanteerd. Dat gebeurt in een geprofessionaliseerd kader, waarbij het M HKA een voortrekkersrol kan vervullen, onder meer via zijn ICT-werking. → Extra muros-projecten worden ook in eigen land voortgezet via uiteenlopende presentatievormen, zoals bv. Cultuurstraten, waarbij kunstwerken voor een weekend worden uitgeleend aan buurtcomités.
Beleidsplan 2012—2016
20
Om die vier werkpunten waar te maken verbindt het M HKA zijn expertise op een structurele manier met het landschap. Daarvoor focust het op mogelijke belanghebbenden. We willen hen hier kort duiden: → Er zijn de drie steunpunten, met wie we nauwe samenwerkingsovereenkomsten wensen te sluiten. Zij vervullen elk op hun manier een coördinerende functie tussen de overheid en het kunstenveld zelf. Het gaat om FARO voor de erfgoedwerking, BAM voor de beeldende kunstdimensie en Locus voor de bredere publiekswerking via bibliotheken en culturele centra. → Er zijn de partners binnen de kunstpraktijk zelf: kunstenaars, andere musea en kunstencentra, galeries, verzamelaars, critici en curatoren… → Er zijn de instellingen en organisaties uit het (kunst)onderwijs: universiteiten, (hoge)scholen, academies → Er is de kunstomgeving, zowel qua media als mediatoren, van de Vrienden tot Klara, van het Agentschap Kunsten & Erfgoed tot uitgeverijen en Cinematek. → Er is de bredere maatschappelijke context, met vrijwilligers, sponsors, jongeren… Het M HKA werkt aan een actieve verbinding tussen de knowhow en expertise van de instelling en deze van de actoren in het veld. Het ontwikkelt hiertoe diverse denkbare werkvormen. Van een verder zetting van het Visite-project tot het gericht delen van de opgebouwde inzichten.
Als instelling van de Vlaamse Gemeenschap heeft het M HKA de voorbije vijf jaar een aanzet gegeven tot een internationale positionering en netwerking. Dat zal de volgende vijf jaar worden versterkt en zichtbaar gemaakt. In dezelfde periode is het M HKA op een natuurlijke wijze steeds meer gaan doen voor, met en in Vlaanderen. Dit wordt nu een structureel werkingspunt, zoals de overheid dat wil.
Vijf essentiële punten
21
1. Het M HKA is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap
In 2009 maakt de Poolse kunstenares Goshka Macuga de installatie The Nature of the Beast voor de Londense Whitechapel Gallery. Ze ontleent hier voor de geweven versie van Picasso’s Guernica uit het gebouw van de VN in New York. In haar opstelling laat ze bijeenkomsten, publieke toespraken en evenementen doorgaan. Voor de M HKA tentoonstelling Textiles in 2010 maakt ze op basis van een foto van deze installatie zelf een wandtapijt. Het M HKA verwerft dit werk voor zijn collectie. > Opening Textiles, 2010, Foto Bram Goots
Beleidsplan 2012—2016
22
2. HET M HKA IS EEN OPEN HUIS Een werkzaam museum is een toegankelijk museum. Letterlijk, maar ook mentaal. Het M HKA wil naast een ontmoetingsplek voor kunst, kunstenaars en publiek, ook een huis zijn dat ontvankelijk is voor ideeën, activiteiten, voorstellen van buitenaf. Het staat een dynamische werking voor en die kan alleen maar tot stand komen met en door mensen. Het M HKA stelt hierbij de kunstenaar centraal, maar schenkt daarnaast grote aandacht aan het publiek at large. In de openbare ruimte die het M HKA wil zijn worden alle gebruikers uitgenodigd om deel te nemen aan wat er leeft in en rond het huis.
23
Een open huis voor kunstenaars De relatie tussen kunstenaars en musea voor hedendaagse kunst is niet vanzelfsprekend. Een museum kan niet zonder de kunstenaar en zijn werk, terwijl de kunstenaar zijn werk perfect buiten het idee en de plek van het museum kan maken… Met die ene, essentiële nuance: een kunstenaar kan dan wel buiten het museum werken, hij verlángt toch naar dat museum. Als de plek voor ontvangst, bevestiging, voor kritiek, contemplatie: als een mogelijke ‘thuis’. Het M HKA wil een open huis zijn voor kunstenaars. Niet alleen als passieve toonplek, maar ook als actieve participant, met de kunstenaar als centrale figuur. De kunstenaar is het ‘hart’ van het museum. Hij maakt zijn werk wel meestal buiten het museum, en in de meeste gevallen niet om meteen getoond/bewaard/omkaderd te worden. Maar dat is slechts een deel van het traject: het museum kan zorgen voor een inhoudelijke, kwalitatieve status, het kan de kunstenaar bestaansrecht geven, hem een publiek bieden. De meerwaarde die het M HKA wil realiseren is dat het kiest voor de positie van de kunstenaar zelf. Het engageert zich voor de hele kunstenaar, voor diens betrokkenheid met en visie op het publiek, de civiele maatschappij, de overheid, de omgeving. De werking zoals het museum die vormgeeft rond het Panamarenko-huis is hier een goed voorbeeld van. Een museum denkt niet alleen ‘ top down’, vanuit de subsidiërende overheid, de historische verantwoordelijkheid, de wensen van ‘het publiek’, maar ook ‘bottom up’, vanuit de noden en inzichten van de kunstenaar. Het M HKA wil de kunstenaar vooropstellen, door uitgebreid met hem ‘om te gaan’. Dat betekent dat het M HKA niet zomaar een werk aankoopt, bewaart, toont enzovoort, maar dat het een engagement wil aangaan met zijn maker, de kunstenaar. Met enkele referentiële kunstenaars gaat het M HKA hierin zelfs heel ver: met Jef Geys zet het nu zijn tweede samenwerking op, met Luc Deleu realiseerde het er al drie. Op elk niveau van de museale werking, zoals uitgelegd in de andere hoofdstukken, is er een dialoog en een interactie met de betrokken kunstenaar. De kunstenaar brengt niet alleen kunst, maar ook ideeën, inzichten, praktijken, trajecten, voorstellen… binnen in het museum. Hij richt zich niet alleen tot het publiek, maar ook tot alle museumwerkers. Daarmee daagt hij de werking van het museum in al zijn geledingen uit. Het museum wil leren van de kunstenaar en wil dit leren delen. Het museum van zijn kant gaat niet vrijblijvend om met de kunstenaar, maar doet dat attent, alert en soepel. De relatie tussen kunstenaar en museum is kwetsbaar, moét zelfs kwetsbaar zijn. Want noch het museum, noch de kunstenaar mag een dominante positie opeisen. Daarbij is niet alleen de context belangrijk (de kunstscène, de maatschappij), maar ook de inhoud (de creatie).
Beleidsplan 2012—2016
24
Daarom zal het M HKA ook keuzes maken en deze formuleren: welke kunstenaars wil het tonen? Welke criteria hanteert het hierbij? Wat is de verhouding tussen opkomend talent en gevestigde waarden, tussen lokale en internationale kunstenaars? Het M HKA wil op dit vlak een sterk engagement tonen. Het wil met de kunstenaar een protocol opstellen over de inzet en de wijze van samenwerken, over de te volgen strategie, over de wederzijdse verantwoordelijkheid, over de trajectplanning. Van de kunstenaar vraagt het of die van zijn kant bereid is actief mee te werken en te denken in en met het museum, ook los van eigen presentaties. Museum en kunstenaar kunnen zo elk hun verantwoordelijkheid opnemen. Het M HKA wordt publiek Een museum heeft een publieksgerichte opdracht. Maar ‘publiek zijn’ is niet genoeg: ‘publiek worden’ is beter. Hoe doen we dat? Het M HKA wil in zijn werking vijf verbindingen leggen. De verbinding met het publiek in het klassieke museale domein: presentatie, collectie, publiekswerking…. De verbinding met de breed maatschappelijke context (grote evenementen, samenwerkingen, projecten met specifieke doelgroepen,…) De verbinding met de museale context (inzet van collectie, visie, expertise en opleidingen, …) De verbinding met de opdrachtgevende overheid (innovatieve projecten aansturen, discursieve visies publiceren…) De verbinding met kunstenaars (vertegenwoordigen vanuit de visie, artistieke kwaliteit, positioneren in het buitenland…). Deze verbindingen lopen ook onderling, dus tussen publiek, maatschappelijke context, museale context, overheid en kunstenaars. Het museum streeft ernaar dat die verbindingen zoveel mogelijk de kunsthypothese bevatten die het M HKA centraal stelt. De diverse interacties tussen het M HKA en zijn belanghebbenden dragen er toe bij dat het museum publiek wordt. Op die manier treedt het M HKA op als een trefpunt, met in- en uitstroom naar de andere partners. De kunsthypothese gaat in zoveel mogelijk richtingen publiek, ze raakt opgenomen in een sociaal weefsel. ‘Iedereen’ kan hierover geïnformeerd worden en zo de kans krijgen dit M HKA te leren kennen. Het museum wil alert zijn voor diversiteit en zijn medewerkers actief inzetten om verschillende focusgroepen, die inhoudelijk aansluiten bij de diverse activiteiten, te bereiken.
Vijf essentiële punten
25
2. HET M HKA IS EEN OPEN HUIS
Drie jonge Antwerpse kunstenaars (Vaast Colson, Dennis Tyfus en Tom Liekens) en kunsthistoricus Johan Pas initiëren in 2007 Welcome Home. Hommage aan Fred Bervoets. Ze brengen ode aan ‘meester’ Bervoets in een dynamische retrospectieve die volledig aansluit bij de geest van Bervoets’ werk. > Foto M HKA
Beleidsplan 2012—2016
26
Om deze ambitie waar te kunnen maken, is de attitude nodig om een open huis, een publieke ruimte te willen zijn. Begrippen als bezoekerscomfort, een goed onthaal, makkelijk bereikbare en begrijpelijke informatie, een uitnodigend parcours,... zijn hier essentieel. We stellen de volgende concrete werkwijzen voor. Jaarlijks wordt structureel een communicatie- en bemiddelingsplan opgezet, dat het ‘publiek worden’ zo optimaal mogelijk begeleidt en opvolgt. Daarbij werkt het M HKA ook aan publieksdiversificatie. Mensen zijn verschillend van achtergrond, voorkennis, interesses. We kunnen ze in korter en langer lopende trajecten aanspreken. Voorbeelden zijn de familiedagen op zondag, de workshops, de samenwerking met Moussem en zijn vrijwilligers. Kunst kan niet alleen met veel domeinen verbonden worden, het geeft ook veel uiteenlopende toegangsmogelijkheden. Elk jaar organiseren we minstens één verbredingsinitiatief, zoals de werking op Antwerpen-Noord rond Panamarenko, en wordt wie eerder werd aangesproken opnieuw benaderd. De rol van ICT wordt hierin belangrijker, vooral om de formele en inhoudelijke verbanden zichtbaar te maken tussen kunstwerken en activiteiten, tussen werken, clusters en ensembles. Toch staat de opdracht van de hele instelling om ‘publiek te worden’ centraal. Met de aanwezige expertise kan het museum een aantrekkelijk referentiekader bieden aan wie erbij wil zijn.
De kunstenaar centraal stellen is de voorbije jaren stilaan een kenmerk geworden van het M HKA. Het wil dit de volgende jaren resoluut en consequent doorzetten. Zo kan het M HKA ook hier een voorbeeldfunctie vervullen. Publieksbemiddeling voor musea in Vlaanderen is in grote mate in het M HKA ontwikkeld. Nu wil het verder de toon zetten door in de hele werking publiek te worden.
Vijf essentiële punten
27
2. HET M HKA IS EEN OPEN HUIS
De herdenkbaarheid van de maatschappij vormt één van de basislijnen doorheen het oeuvre van architect en stedenbouwkundige Luc Deleu (°1944, Duffel) en diens bureau T.O.P. office. Het is de drijfveer voor hun dikwijls verrassende ontwerpen en voorstellen voor een andere, ‘utopische’, ‘onaangepaste’ stad, voor een andere manier van (samen)leven. Het M HKA verwerft de installatie VIP City voor zijn collectie. > Foto M HKA
M HKA
28
Beleidsplan 2012—2016
3. HET M HKA IS EEN ondERZOEKSGEDREVEN INSTELLING Wat het M HKA onderneemt wil het niet vrijblijvend doen. Het zet bewust in op een doorgedreven reflexieve werking. Onderzoek vormt de basis voor inzichten en is onontbeerlijk bij het vormgeven van de kunsthypothese. Om tot een duurzaam behoud en beheer te komen schenkt het museum bijzondere aandacht aan de samenhangen binnen zijn collectie.
29
Het M HKA reflecteert, onderzoekt, experimenteert Onderzoek, reflectie en experiment zijn geen exclusieve bevoegdheden meer voor de vanouds daartoe geëigende instellingen, zoals universiteiten, hogescholen of musea. Niet in het minst door de gevolgen van de digitale (r)evolutie en haar effecten op onze perceptie van ruimte en tijd, leven we in een door en door experimentele samenleving. Vanuit deze vaststelling moet elke actor zich durven herdenken en -positioneren. Kunst en kunstenaars zijn ‘par excellence’ onderzoeksgericht. We halen hier graag de uitspraak van curator en voormalig museumdirecteur Paulo Herkenhoff aan: “Art is the experimental exercise of freedom.” Het M HKA wil zich hier helemaal in inschrijven, omdat deze definitie ruimte geeft zowel aan de notie van het experiment dat in de maatschappij centraal staat, als aan het concept van onderzoek – ook in de kunsthypothese die het M HKA aankleeft. Experiment en onderzoek zijn twee essentiële kwaliteiten die onontbeerlijk zijn voor dat andere begrip, dat tot de kerntaak van het M HKA behoort: de reflexieve werking. Deze triade, onderzoek-experiment-reflectie, die zichzelf opbouwt omdat het ene het andere met zich meebrengt, heeft het M HKA de voorbije jaren geleidelijk in de werking ingebracht. Dat deed het bijvoorbeeld door met kunstenaars in de diepte te werken rond grote thema’s, zoals het dat al deed van Pistoletto tot Liam Gillick en Lawrence Weiner, van Vancouver tot Centraal-Azië. Nu is het klaar om de triade te operationaliseren. Vandaar ook de belangstelling van het M HKA voor de grote methodologische vragen: Hoe kunnen we – met onderzoek als basisattitude – inzichten en methodes ontwikkelen en ontsluiten rond hedendaagse kunstbegrippen in het algemeen en de kunsthypothese in het bijzonder? Hoe kunnen we met behulp van een set aangepaste werkpraktijken tot de scherpst mogelijke formulering komen, die tegelijk de instelling verankert in het bredere maatschappelijke debat? En, parallel hiermee: hoe kunnen we oog blijven hebben voor het ‘primaat van het object’, zijnde het kunstwerk en tegelijk de aandacht herdefiniëren naar de triade onderzoek/experiment/reflectie? Hoe kunnen we dat proces op een permanente wijze vorm geven, de opgedane inzichten tastbaar maken? Welke methodologieën dienen hiervoor gebruikt om tot een verfijnd inzicht te komen? Het omarmen van ICT, kennis- en communicatiemodellen lijkt ons hiervoor een uitgelezen methode.
Beleidsplan 2012—2016
30
Hoe kunnen we als museum onze reflexieve attitude waarmaken binnen een netwerkverband met andere instellingen, niet noodzakelijk andere musea maar bijvoorbeeld ook universiteiten? Het is geen lineair en eindig proces maar een uiterst dynamisch en continu. En ook: hoe kunnen we de binnen het museum ontwikkelde knowhow en tools beter delen met anderen, dus in een transversale en interdisciplinaire werking? Zoals we dat bijvoorbeeld deden met de Universiteit Antwerpen rond Alfredo Jaar en Craigie Horsfield. Die vragen kunnen maar worden beantwoord door een goede praktijk met een scherpgestelde methodologie die onderzoek en experiment werkzaam maakt. In tegenstelling tot het academisch onderzoek worden hier de resultaten in het traject vormgegeven. De kunsthypothese van het M HKA zal zo evolueren tot een werkpraktijk. Daar horen onvermijdelijk tools bij, die de nieuwe inzichten zichtbaar en toegankelijk maken. Dat zal bij voorkeur gebeuren via een ICT-gebaseerde werkwijze, voortbordurend op de realisatie van een ensemblebank (zie Ensemblebankwerking p 62 en Bijlage 2 De Ensemblebank p 31). Het M HKA verankert de kunsthypothese in de collectie Binnen de kunsthypothese die vooropgesteld wordt gaat het M HKA duurzaam om met zijn collectie. De artefacten in die collectie worden niet zomaar op zichzelf bekeken, ze worden in verband gebracht met elkaar en met andere samenhangen. Deze benadering wordt geschraagd door vier pijlers: → clusters: de veelgelaagdheid van de artistieke positie van de kunstenaar blijkt niet alleen uit het klassieke kunstwerk of artefact dat hij creëert en dat door het museum verzameld wordt, maar steunt ook op alle acties die de kunstenaar daar rond onderneemt: eigen teksten, voorstudies, briefwisseling, multipels, performances… Dat wordt verduidelijkt door allerhande rechten, verhelderend secundair beeldmateriaal en toelichtende teksten. Het M HKA wil dus niet alleen tonen wat zichtbaar en tastbaar is, maar zal ook een verduidelijkende context uitbouwen. → ensembles: waar het begrip ‘cluster’ draait rond de activiteiten van een kunstenaar (Fabre, Bratkov), is het ensemble-denken een gerichte keuze van het museum zelf, zowel op verbanden binnen het oeuvre van een kunstenaar als op verbanden tussen het oeuvre van verschillende kunstenaars. Die (ver)banden kunnen situationeel zijn, inhoudelijk, thematisch, via collectieve werking en dies meer. Bijvoorbeeld het Chinese ensemble Useful Life of het ensemble van de Poolse schilder Wilhelm Sasnal.
Vijf essentiële punten
31
3. HET M HKA IS EEN ONDERZOEKSGEDREVEN INSTELLING
→
→
multipolariteit: de tijd van het Amerikaans/West-Europese artistieke monopolie, of beter ‘bi-polie’, is voorbij. Het M HKA wil de multipolaire rijkdom van onze wereld vanuit een echte gelijkwaardigheid benaderen. Dat gebeurt enerzijds via belangrijke engagementen met niet-Europese kunstscènes en situaties, anderzijds via kritische artistieke initiatieven die ingaan tegen de vanzelfsprekendheid van de heersende normen in onze samenleving en kunstscène. regionale situatie: heel specifiek wil het M HKA in de diepte werken met in de regio levende kunstenaars en met de lokale kunstsituatie. Dat hoeft niet alleen via tentoonstellingen en aankopen, maar kan ook via allerlei evenementen en specifieke afspraken. De regio blijft altijd de eerste referentie of ‘situatie’, van waaruit vertrokken kan worden naar andere regio’s en ‘situaties’.
Sinds twintig jaar zijn Liam Gillick (°1964) en Lawrence Weiner (°1942) met elkaar in een intense intellectuele en artistieke dialoog verwikkeld. In één van de gesprekken tussen beide kunstenaars die de afgelopen jaren zijn gepubliceerd, merken ze op hoe die dialoog nog steeds geen concrete artistieke resultaten heeft opgeleverd.
Beleidsplan 2012—2016
32
Het M HKA nodigt hen uit voor een gezamenlijk geconcipieerd tentoonstellingsproject – een proces dat in 2011 tot een gezamenlijk geconcipieerd ‘kunstwerk’ leidt, Een syntaxis van afhankelijkheid: > Foto Bram Goots
Die brede inzet kan maar worden hardgemaakt als hij wordt geschraagd door de klassieke museumwerking. Om te beginnen dient het verzamelbeleid te worden voortgezet, en met name dat deel ervan dat is gestoeld op het verzamelen van werken van kunstenaars die kernreferenties zijn. Speciale aandacht dient hier besteed aan een soepeler systeem voor aankopen. Dit verzamelen dient ingebed in het ensemble-denken. Het M HKA heeft immers, naast de eigenlijke collectie, vele deelcollecties. Het gaat hier niet enkel om specifieke casussen zoals de Vrielynck-collectie van precinema- en cinemahardware, de langdurige bruikleen van de collectie van De Vleeshal in Middelburg of de werken van de Gordon Matta-Clark Stichting, maar ook om de collectie kunstenaarsboeken en andere ‘tussenwerken’ die niet in de kunstwerkeninventaris zijn opgenomen, het documentatiecentrum met centraal het ICC, het gedigitaliseerde fotoarchief… Alle informatie en inzichten die het M HKA rond die totale collectie verwerft zullen vorm worden gegeven, van rechten voorzien en ontsloten in databases. Dat impliceert de opbouw van een ICT-gebaseerde content: de ensemblebank. Qua inventarisering, behoud en beheer van objecten werd al een hele weg afgelegd. Maar dit aspect dient nog verfijnd en bijgesteld met het oog op nationale en internationale verwachtingen en eisen. Specifiek dienen hier ondermeer de bewaringsmodaliteiten geoptimaliseerd en een samenwerkingsverband opgezet rond restauratie van kunstwerken in functie van de expertise aanwezig in de Vlaamse musea.
De triade van onderzoekexperiment-reflectie heeft de voorbije jaren langzaam vorm gekregen, ze zal nu publiek en systematisch worden uitgewerkt. De collectie is de voorbije vijf jaar een actief gegeven geworden, de eigenlijke inzet van de kunsthypothese wordt nu waargemaakt.
Vijf essentiële punten
33
3. HET M HKA IS EEN ONDERZOEKSGEDREVEN INSTELLING
Michelangelo Pistoletto (°1933) is in 2003 te gast in het M HKA. Zijn manifest Progretto Arte vormt onder impuls van het museum de basis voor het Cultuurcharter van de Antwerpse Kamer van Koophandel. Samen met de Spaanse kunstenaarsgroep calc. ontwikkelt hij de installatie Uffizi Porte, een tot architectuur gestold pleidooi voor trans- en interdisciplinair denken als basisvoorwaarde voor artistieke creativiteit. De installatie wordt opgenomen in de collectie van het M HKA, dat ook al beschikt over Divisione e moltiplicazione dello specchio (1978). > Michelangelo Pistoletto, Divisione e moltiplicazione dello specchio, 1978, Foto M HKA
M HKA
34
Beleidsplan 2012—2016
4. HET M HKA MAAKT KUNST ZICHTBAAR EN DENKBAAR Van alles wat het M HKA onderneemt is het tonen van kunst het meest zichtbare. In de manier waarop het museum dat tonen vormgeeft ligt voor een groot stuk zijn dynamiek besloten. In al zijn presentaties wil het museum toegankelijkheid voorstaan. Daarnaast is het M HKA ook een kenniscentrum. Het wil zijn denken zichtbaar maken in een uitgekiend publicatiebeleid, van print tot digitaal.
35
De artistieke werking is presentatiegedreven. ‘Tonen’ of ‘presenteren’ is één van de belangrijke taken van een museum. Het M HKA wil zich onderscheiden van andere instellingen door niet representatief te werken, maar te ijken en herijken via een specifiek inzichtelijke situering, zoals geduid in het vorige hoofdstuk. Het M HKA wil een inhoudelijke meerwaarde creëren, waarbij de ideevorming over het beeld (ook de film) via kunst vernieuwd wordt en waarbij de positie van de kunstenaar zo nauw mogelijk wordt benaderd. Dat willen we realiseren op een toegankelijke manier, waarbij tegelijk respect wordt betoond voor de betrokkenheid en het engagement van het publiek. De krijtlijnen, het programma, de ambities en de limieten waar we voor staan behoren niet tot de interne keuken, maar worden voluit meegedragen in de algemene communicatie – ook al om geen valse of niet inlosbare verwachtingen te creëren. De ingeslagen weg qua presentatie wordt geconsolideerd en versterkt, met een optimale, specifieke en heldere vormgeving en een goede communicatieen bemiddelingsomkadering die beide vanaf het begin een aandachtspunt zijn. De grote tentoonstellingen in het M HKA blijven uitgaan van specifieke invalshoeken, en zijn altijd gesitueerd in de context van de kunsthypothese. Er komt een evenwichtige mix tussen presentaties vanuit één kunstenaar enerzijds en vanuit maatschappelijk urgente thema’s anderzijds. Deze beweging naar meer tentoonstellingen rond één kunstenaar is trouwens dubbel. Voor een deel zullen ze aan de kerntaak van het M HKA beantwoorden, daarnaast zullen ze ook ingeschreven worden in de nieuwe en gerichte samenwerking met de Stad Antwerpen. Schepen Philip Heylen engageert zich om het M HKA vanuit de stad tweejaarlijks substantieel te ondersteunen voor een belangrijke monografische tentoonstelling. Hoewel deze projecten zullen aansluiten op het profiel van het museum zal zowel de aard als de inzet van deze tentoonstellingen anders zijn dan wat het M HKA tot nu doet. Het zal eerder om overzichten gaan met een retrospectief karakter, gericht op een breed en divers publiek. De collectiepresentaties blijven de collectie wisselend in beeld brengen, met telkens nieuwe samenhangen en inzichten. Hierin passen ook presentaties van nieuwe aanwinsten, ensembles en interventies. Er komt een traject voor ontsluiting van de Vrielynck-collectie. Wat Cinema Zuid betreft wil het M HKA de recente en succesvolle herprofilering doorzetten met, naast de filmmuseale werking, als specifieke aandachtspunt ook een programma opgebouwd rond kwaliteitsfilms die in het commerciële circuit nauwelijks of niet aan bod komen. De eigen programmeringslogica staat in deze werking centraal, wel wordt de programmering in de mate van het mogelijke geënt op wat in het M HKA plaatsvindt en telt ook de consolidering van de structurele samenwerking met het FotoMuseum. De presentatie in de kleine bovenruimtes Lonely At The Top (LATT) zal worden bestendigd en verder ontwikkeld, met een focus op en aandacht voor jongere en/of lokale kunstenaars. Een reguliere inzet op extra muros-tentoonstellingen in binnen- en buitenland zorgt voor een grotere zichtbaarheid. Van Visite in Hoeilaart tot A Story of the Image in Singapore.
36
Er komt een volwaardig beleid voor kleinere evenementen. Die verbreden de ruimte van wat gepresenteerd kan worden en maken het ook mogelijk andere publieken te bereiken. Voor Cinema Zuid zijn gerichte evenementen ook een belangrijk instrument om media-aandacht te genereren. Evenementen gaan van jaarlijks terugkerende producties zoals het Time Canvas-festival of Art’s Birthday tot lezingen, boekvoorstellingen en leesgroepen die kunnen plaatsvinden in kleinere groep op de verlengde donderdagavondopeningen. Ook via webtoepassingen wil het museum in de toekomst een publiek betrekken met discussieplatformen en aanverwante. De artistieke werking is informatiegedreven. Het M HKA wil, naast alle andere functies, ook een huis van en voor gedachten zijn. Wat via tonen en verzamelen zichtbaar wordt gemaakt heeft ook behoefte aan een over-denken, een be-schouwen. Een hele, eigen wereld van gedachten dus. Wat het zichtbaar maken van de kunstwerken betreft heeft het M HKA al heel wat ervaring – dat is waar het in het collectie- en presentatiebeleid om draait. Maar het zichtbaar maken van het denken is even cruciaal. Het M HKA wil hier nu ook mee naar buiten komen: de informatiegedreven artistieke werking willen we als een strategisch speerpunt naar voren schuiven, en vertalen in een gericht publicatiebeleid. Gedachten, gaande van inzichten en onderzoek tot reflectie, zullen publiek gemaakt worden. Met onze participatie in het tijdschrift Afterall zijn we internationaal present, met het recente Panamarenkoboek werd het jarenlange werk omtrent de Biekorfstraat voor een breed publiek zichtbaar. Dat ‘zichtbaar maken’ dient verder doorgedreven. Qua publicatiebeleid kan een onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds fysieke (print)publicaties en anderzijds de museumwebsite, als basis voor digitale informatie. Anders dan wat totnogtoe in de meeste instellingen gebeurt, wil het M HKA vertrekken vanuit de digitale media om daar printed media uit te genereren. Beide velden worden beheerst door een eigen logica, waarin kritische, onderzoekende en bemiddelende functies elk hun specifieke noden hebben. Daarom moeten zowel digitale als printed media elk een eigen professionele ontwikkeling krijgen, in sterk onderscheiden trajecten die de volgende jaren dienen uitgestippeld. Met de digitale informatievorming als vertrekpunt, en de printed media als specifiek resultaat, gericht op de behoefte van de lopende initiatieven.
Vijf essentiële punten
37
4. HET M HKA MAAKT KUNST ZICHTBAAR EN DENKBAAR
Foto bovenaan In 2005 concipieert het M HKA Intertidal: Vancouver Art and Artists en komt zo in contact met kunstenaar Roy Arden. De dialoog die volgt op deze ontmoeting ligt in 2008 aan de basis van de tentoonstelling De Orde der Dingen, met het online beeldarchief van Arden als uitgangspunt. De beeldbank wordt hier centraal gesteld als motief, als artistieke methode en als culturele strategie – het archief, de atlas, de encyclopedie en de inventaris als manier om orde te scheppen in de oceanische zondvloed van beelden in onze beeldcultuur. > Hans Eijckelboom, Photonotes 1992-2007, collectie M HKA, Foto Bram Goots
Foto onderaan Met Grant Watson haalt het M HKA in 2006 een expert in huis op het gebied van hedendaagse kunst uit India. Samen met Anshuman Dasgupta en Suman Gopinath maakt hij in 2008 de tentoonstelling Santhal Family. Stellingen omtrent een Indiase sculptuur. Het project wordt opgebouwd rond het beeldhouwwerk Santhal Family van Ramkinkar Baij in Santiniketan en de bijzondere plaats die het inneemt in de Indiase kunstgeschiedenis. De tentoonstelling onderzoekt de relevantie ervan voor hedendaagse Indiase en niet-Indiase kunstenaars en wordt geflankeerd door een gelijknamige publicatie.
Dat veronderstelt een sterke redactionele visie, die allicht geformuleerd wordt door een professional. Een publicatiebeleid richt zich bij voorkeur internationaal. Daarom dient overwogen om binnen het team een editor in te zetten die het Engels als moedertaal hanteert. Deze positie dient verder ondersteund door een team dat het publicatiebeleid in het veld sterk positioneert, dat een goede visie ontwikkelt op distributie van diverse publicatie vormen en dat potentiële mediagerichte partnerships ontwikkelt. Essentieel in dit publicatieplan naar een zo groot mogelijk (inter)nationaal publiek is de ontwikkeling van de website. Die wordt niet meer louter gezien als een puur informatie- en bemiddelingsinstrument, maar als een autonome onderzoeksruimte, een kritisch platform waarin het M HKA als ‘huis van en voor gedachten’ de dialoog aangaat met de buitenwereld. De eerder al omschreven ensemblebank wordt hierin een cruciaal element, omdat ze de basis is voor het zichtbare en denkbare omgaan met de collectie. Op die manier kan de website inzichten, ideeën en gedachten verzamelen en produceren, wordt ze een kenniscentrum en uiteindelijk een virtuele ‘community’, geënt en voortdenkend op de kunsthypothese van het M HKA.
De presentatiewerking zoals ze de voorbije vijf jaar is opgezet, wordt beter uitgebalanceerd en toegankelijk gemaakt. Het informatie- en publicatiebeleid is de voorbije jaren projectgericht ontwikkeld, nu wil het M HKA inzetten op een strategisch publicatieplan dat het denken van het huis internationaal ontsluit.
Vijf essentiële punten
39
4. HET M HKA MAAKT KUNST ZICHTBAAR EN DENKBAAR
Het zwervend initiatief voor hedendaagse beeldende kunst Error One organiseert sinds drie jaar in december Into the Light een kunstparcours met licht- en videoinstallaties in de publieke ruimte van het Antwerpse Zuid i.s.m. het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, Middelheimproductie, AIR, Cinema Zuid en M HKA. > Stefano Cagol, W, 2009, neon installatie dak M HKA, courtesey Error One en de kunstenaar
M HKA
40
Beleidsplan 2012—2016
5. HET M HKA BEREIDT ZIJN MENSEN EN INFRASTRUCTUUR VOOR OP 2020 Om de ambities voor 2020 ten volle waar te maken zal het M HKA de komende vijf jaar verder inzetten op zijn medewerkers. Het wil een lerende organisatie zijn met aandacht voor ontwikkeling, begeleiding, teamwerk en diversiteit. Het wil werk maken van een optimaal kader waarbinnen mensen kunnen samenwerken aan een gemeenschappelijk gedragen project. Daarnaast wil het M HKA de nodige stappen zetten om te werken aan een optimale infrastructuur, een goede werkomgeving waarin de ambities kunnen waargemaakt worden.
Vijf essentiële punten
41
Het M HKA is een ontwikkelingsgerichte organisatie. De expertise waarover het M HKA beschikt bestaat uit twee polen. Aan de ene kant zijn er de kunst, het denken over en de inzichten in de beeldculturele werking van de maatschappij. Aan de andere kant staat de organisatorische knowhow, met een effectief en een potentieel aan mensen en middelen. Het M HKA werkt in het veld tussen deze twee polen. De M HKA-medewerkers vormen het intellectuele en fysieke kapitaal waarmee het museum nationaal en internationaal een voortrekkersrol kan spelen. Dat gebeurt in een ‘lerende’ omgeving, waar mensen voortdurend hun capaciteiten aan kunnen scherpen. Nieuwe ideeën en collectieve ambities worden aangemoedigd. Daarbij wordt altijd gekeken naar het uiteindelijke doel, de continue verwezenlijking van de kunsthypothese. Het M HKA wil daarbij aandacht besteden aan opleidingen, discussieplatformen en dies meer, maar ook leren en inzichten verwerven uit de praktijk zelf. Elke M HKA-medewerker moet constant op de hoogte blijven van de nieuwe ontwikkelingen binnen en buiten het museum. Omgekeerd wil het M HKA zelf voortdurend op zoek gaan naar de wensen en behoeften van de medewerkers afzonderlijk en de organisatie in haar geheel. Dat gebeurt via een systematische opvolging, via een gerichte leidinggeving. In die zin wil het M HKA een weerspiegeling zijn van een lerende samenleving, die blijft zoeken naar nieuwe inzichten en strategieën en die zich niet laat wegzakken in vanzelfsprekendheid en berusting. Concreet vertaalt zich dat in drie doelstellingen. De verdere uitbouw van competentiemanagement, dat de tools beheerst om het leren, het vormen en het communiceren in het M HKA-team optimaal op te zetten en te begeleiden. Het opzetten van een integrale werking die voortdurend op nieuwe evoluties en initiatieven afgestemd wordt, onder meer via de projectgroepwerking. Daarmee stapt het M HKA af van de ‘oude’ manier van werken die sterk afdelingsgericht was. Nu kiest het museum voor een groepswerking, waarbij M HKA-medewerkers vanuit alle afdelingen in tijdelijke groepen samen denken en werken rond elke nieuwe expositie, elk nieuw initiatief, elk project dus. ‘Alle hoeken van de kamer werken samen’, geen enkele activiteit wordt nog uitgevoerd door één afdeling alleen, door één zelfde, nooit veranderende groep van mensen. Het aantrekken van intrinsiek maatschappelijk en cultureel gedreven mensen (ook vrijwilligers en stagiairs), die zowel lokaal als internationaal kunnen denken en werken. Dat impliceert een sterke diversiteit, in alle betekenissen van het woord.
Beleidsplan 2012—2016
42
Van een werkzame infrastructuur naar een nieuw Open Huis. Het M HKA is, net als andere hedendaagse kunstinstellingen in Vlaanderen, niet gevestigd in een daartoe optimaal geschikt en toegerust gebouw. Toch wil het M HKA op langere termijn, via een up to date-infrastructuur, een echt Open Huis worden, zowel in een inkomende als een uitgaande beweging. ‘Inkomend’ staat voor kunstenaars, bezoekers, bedrijven, verenigingen en scholen. ‘Uitgaand’ staat voor het M HKA als reizende en extraverte instelling, via initiatieven als Extra muros, Cinema Zuid, het Panamarenkohuis, samenwerkingsverbanden met binnen- en buitenlandse partners. Om een werkzaam Open Huis te worden is een geschikte infrastructuur nodig, een goede werkomgeving, een geoptimaliseerde technische uitrusting. Het is duidelijk dat de bestaande kantoorinrichting, de bezoekersfaciliteiten, de tentoonstellingsruimten, de depots… ontoereikend zijn om als een goed museum te kunnen werken, laat staan om alle plannen rond een actuele werking daadwerkelijk te kunnen realiseren. Om dat op langere termijn te veranderen worden drie assen uitgezet. Onderhoud en verdere verbetering van de bestaande infrastructuur. Dat past niet alleen in het concept van het Open Huis, maar ook in de wens van de Vlaamse regering die aandacht vraagt voor duurzaamheid en publieksgerichtheid. De optimalisatie geldt op vele terreinen: de tentoonstellingsruimtes, de werknemersinfrastructuur, het M HKAFE, de bibliotheek, het Panamarenkohuis... Optimalisering van de depotinfrastructuur. Daarbij is het verder zetten van het huidige beleid rond intern en extern depot wenselijk. Dat spreidt het risico bij calamiteiten en laat toe flexibel te kunnen inspelen op uitbreiding van de collectie. Een geklimatiseerd intern transitdepot laat ook toe inen uitkomende stukken professioneel te behandelen. Beide domeinen zullen ondersteund worden door een realistisch stappenplan, met de juiste ICT-technologie en met milieu- en exploitatievriendelijke technische installaties. Een plan van eisen voor een eventueel nieuw huis. Grondidee is: “We hebben opgelapt wat we kunnen. Het is aan de politiek om te beslissen over een eventuele nieuwe infrastructuur. Als die er zou komen, is niet alleen een breed draagvlak nodig, maar ook een scherpe visie en een goed gekozen inbedding in
Vijf essentiële punten
43
5. HET M HKA BEREIDT ZIJN MENSEN EN INFRASTRUCTUUR VOOR OP 2020
Het M HKA wordt in 1987 ondergebracht in een voormalige graansilo op het Antwerpse Zuid. Twintig jaar later is het gebouw aan een opknapbeurt toe. Het museum trekt in 2009 extra werkingsmiddelen uit en sluit vijf maanden de deuren
Beleidsplan 2012—2016
44
om de technische infrastructuur te vernieuwen. Het M HKA blijft in die periode werkzaam via verschillende Extra Muros projecten. De Masterstudenten van de Opleiding Architectuur aan het departement Ontwerpwetenschappen van de Artesis
Hogeschool Antwerpen krijgen de opdracht om het M HKA anders in zijn omgeving te denken. > M HKA2, Ontwerp Bert Cuervelts, 2009, Artesis Hogeschool Antwerpen
de omgeving.” Het is wel aan het M HKA om de denkoefeningen hierover in te leiden, in overleg met de Vlaamse Gemeenschap, de Stad Antwerpen, de provincie, de Vlaamse Bouwmeester en andere relevante partners. Een gedegen plan van eisen kan in geval van een politieke beslissing leiden tot een hoge kwaliteit: geen provinciaal denken, ook geen city marketing à la Guggenheim Bilbao, maar een landmark, zowel architecturaal als inhoudelijk vernieuwend en van topniveau, zowel duurzaam als mensvriendelijk. Op weg naar het eerste echte museum voor hedendaagse kunst in Vlaanderen.
Het M HKA wil een expertisegedreven, ontwikkelingsgerichte en lerende organisatie zijn. Dat is geen einddoel op zich, want expertise opbouwen, leren en ontwikkelen vereist een continu aanpassen aan een veranderende omgeving. Het M HKA heeft met eigen middelen de voorbije jaren al heel wat orde op zaken gesteld, ondermeer via renovatie van de technische infrastructuur. Dat volstaat niet meer voor de langere termijn. Een grondige analyse en gedegen visie op wat nodig is, is een voorwaarde voor een kwalitatief resultaat als hierover een beslissing zou worden genomen.
Vijf essentiële punten
45
5. HET M HKA BEREIDT ZIJN MENSEN EN INFRASTRUCTUUR VOOR OP 2020
Beleidsplan 2012—2016
46
47
48
Het collectie plan 49
P49 Het M HKA verwerft in 2009 de integrale sleuteltentoonstelling Useful Life. In 2000 maakt deze furore tijdens de 3de Shanghai Biënnale. Ze bevat foto’s, videowerk en installaties van de drie internationaal toonaangevende kunstenaars uit Shanghai van dat moment: Xu Zhen, Yang Fudong en Yang Zhenzhong. De Chinese overheid geeft tijdens deze manifestatie voor het eerst blijk van meer openheid en laat ook buitenlandse kunstenaars toe. Met de aankoop van Useful Life stelt het M HKA dit cruciale moment centraal en verwerft het een ensemble werken dat aan marktprijs buiten budgettair bereik zou blijven. > Yang Fudong, Forest Diary, 2000, collectie M HKA
50
P50 Het M HKA bouwt zijn collectie op met aandacht voor de multipolaire wereld. De actualiteitswaarde van deze beleidskeuze komt volop tot zijn recht in Collectiepresentatie XXVII: Ten oosten van 4°24’. Midden-Oosten specialist Jef Lambrecht nodigt hiervoor veertien Belgische kunstenaars uit voor een reflectie op de Oriënt. De collectiepresentatie sluit daarop aan met werk van kunstenaars uit het Oosten. Jan De Cock maakt een installatie in situ waarin hij de dialoog aangaat met het werk van de Indiase kunstenaar C.K. Rajan uit de M HKA collectie. > Jan de Cock, Thinking Ahead, 2011, C.K. Rajan, Untitled, 2007 en Boran Hansda, Sanduram Chand Tudu Portrait, 2008, Foto Wim Danneels
P51 Het artistieke parcours dat Panamarenko vanaf de jaren 60 tot vandaag heeft afgelegd, is internationaal gekend. Dat zijn legendarische oeuvre grotendeels tot stand kwam in zijn atelier annex woonhuis in de Antwerpse Biekorfstraat 2 is minder geweten. Panamarenko woonde en werkte er meer dan dertig jaar. Na zijn vertrek uit de stad in 2002, schonk hij het pand aan het M HKA. Onder de titel Hammers Up!, ontmantelt, renoveert en reconstrueert het M HKA dit ’environment’. De publicatie Panamarenko Workstation Biekorfstraat (2010) geeft inzicht in de volledig geïnventariseerde inboedel, een portfolio van ruim 1.300 opnames van objecten, tekeningen, foto’s, artistieke experimenten, persoonlijke gebruiksvoorwerpen en collector’s items allerhande. > Kunst en vliegwerk, Biekorfstraat 2, 2010, Foto Bram Goots
51
P52 Het M HKA kocht al vroeg werken aan van Luc Tuymans (°1958) en beschikt daardoor over de schilderijen Hotelkamer (1979), Antichambre (1985), La correspondance (1985) waar later de iconische werken Vlaams Dorp en Ijzertoren (1995) aan toegevoegd worden. In 2007 schenkt Tuymans zijn integrale verzameling Polaroids aan het M HKA: meer dan duizend voorstudies voor schilderijen. De reeks biedt een unieke inkijk in het schilderkunstige proces en vormt de centrale metafoor in I don’t get it, de tentoonstelling die het museum in 2007 aan de efemere aspecten van Tuymans’ oeuvre wijdt. > Polaroid. Courtesy M HKA / Luc Tuymans
P53 — Foto boven Een oeuvre van een kunstenaar genereert zelden een onderzoeksproject waaraan ook theoretici en andere kunstenaars kunnen deelnemen. In De-Regulation. With the Work of Kutlug Ataman (2006) gebeurt dat wel. Irit Rogoff creëert in het M HKA een open veld rond Atamans werk, dat ze confronteert met divers materiaal: een beeldverhaal van Stefan Roemer; een televisiekamer met Turkse tv-fragmenten; een fotoarchief rond huwelijkstradities van etnografisch onderzoekster Nermin Saybasili; verzamelingen filmaffiches uit de rijke Turkse filmcultuur en afbeeldingen van Ataturk. > Kutlug Ataman, Twelve, 2003, collectie M HKA
P53 — Foto onderaan In 2003 fuseert het M HKA met het Centrum voor Beeldcultuur. Zo verwerft het museum ook de Vrielynck Collectie, een verzameling pre-cinema objecten, filmcamera’s en –projectoren en een omvangrijk aantal filmposters. De collectie is van groot belang voor een inzicht in onze beeldcultuur. Het M HKA beschouwt ze daarom graag als onderzoeksterrein. Vanaf 2011 nodigt M HKA samen met curator Edwin Carels (KASK/HoGent) drie jaar lang jaarlijks een beeldend kunstenaar uit voor een interventie op deze collectie. Julien Maire bijt de spits af. > Julien Maire, Mixed Memory en Vrielynck collectie, Foto Alexandre Causin
53
Deze tekst wil een volwaardig collectieplan uittekenen, als onderdeel van het beleidsplan 2012-2016 dat het M HKA op 1 april 2011 indient. De collectievorming van het M HKA richt zich op de periode vanaf de happenings in het midden van de jaren 1960 tot nu. Historisch is de collectie gegroeid vanuit aankopen door de Vlaamse Gemeenschap, vanuit de verwervingsactiviteiten van het ICC (de kunstinstelling die het M HKA voorafging) en vanuit de startperiode van het M HKA zelf (met onder meer de Gordon Matta-Clarkstichting). Een aantal recentere ontwikkelingen bepaalden verder de uitbouw van de collectie. Qua internationale positionering heeft de collectie een historische achterstand. Die achterstand wordt zo goed mogelijk ingehaald, ondermeer door samenwerking met een aantal Europese instellingen. In Vlaanderen streeft het M HKA een complementaire relatie na met andere instellingen. Het S.M.A.K. in Gent is daarbij de eerste referentie. FotoMuseum, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen en de Antwerpse stedelijke musea zijn operationele partners. Centraal in de collectiewerking van het M HKA staat de notie van de ‘kunsthypothese’, die eerder in dit beleidsplan omschreven wordt. De diverse deelcollecties dragen hieraan bij. De kunstwerken in de collectie beeldende kunst staan centraal, maar ook kunstenaarsboeken, ander drukwerk en originele documenten, ‘tussenwerken’ zoals edities, kunstenaarsteksten en secundaire bronnen die vooral digitaal verzameld worden spelen hun rol. Door het verbinden van verschillende toegangen tot de kunstvisie van een kunstenaar ontstaan clusters, door het samenbrengen van verwante werken of clusters ontstaan ensembles. Het M HKA ontwikkelt daaruit de ‘ensemblebank’, om de samenhangen in dergelijke clusters en ensembles en het onderzoek er rond te kunnen blootleggen en uitbouwen. De ensemblebankwerking wordt cruciaal voor het informeren, presenteren en maatschappelijk inbedden van de collectie. Aanvankelijk zal ze voor de interne werking ingezet worden, nadien voor de webwerking, en op het eind van de beleidsplanperiode voor een interactieve publiekswerking bij tentoonstellingen. Niet alleen ligt aan het collectieplan een fundamenteel democratisch gegeven ten grondslag — een gemeenschap dient te investeren in zijn toekomstige betekenisgeving en symbolische positie; tegelijk dient te worden gezegd dat hedendaagse kunstaankopen ook onmiddellijk de werking van het museum betreffen. Tentoonstellingen zoals A Melancholy of Resistance in CoCa Torun, Collectie XXVII: Ten oosten van 4°24’ of Art kept me out of Jail van Jan Fabre, zouden zonder een adequaat aankoopbeleid eenvoudigweg niet meer mogelijk zijn. Zo’n beleid zorgt er voor dat het museum levend blijft. Het aankoopbeleid beeldende kunst, dat het M HKA voor de Vlaamse gemeenschap voert, vergt een aanvaardbaar financieel bedrag, dat totnogtoe niet gehaald werd. Het gaat om een richtbedrag van 1 miljoen euro. Met dat bedrag kan de Vlaamse kunstcollectie op een realistische manier in de toekomst uitgebouwd worden. Anderzijds kunnen op die manier kunstenaars (en hun galeries) niet alleen gesteund maar ook symbolisch gewaardeerd en internationaal gepositioneerd worden. Het M HKA wil hierin drie verschillende opties nemen: → 200.000 € voor marktconforme aankopen van mid career en oudere kunstenaars uit Vlaanderen → 200.000 € voor opportuniteitsaankopen van internationale kunstenaars → 600.000 € voor één of enkele grote aankopen, evenwichtig gespreid over Vlaamse en internationale kunstenaars, gebaseerd op een objectieve analyse van de staat van de collectievorming en de marktmogelijkheden van het moment. Voor alle collectiefuncties is een specifieke werking voorzien. De focus ligt, naast de verwerving an sich, op onderzoek en ontsluiting binnen het idee van de ensemblebank. 54
Context Het M HKA is een culturele instelling van de Vlaamse Gemeenschap, gesitueerd binnen het Erfgoeddecreet, waarbij het ressorteert onder de afdeling Erfgoed van het Agentschap Erfgoed en Kunsten. Het Vlaamse cultuurbeleid is van vrij recente datum. Het startte in 1960, toen de federalisering van België in gang werd getrokken en het culturele beleid werd gesplitst. Het cultuurbeleid ontwikkelde zich niet gelijkmatig, omdat voor elk structureel beleid (en de daarmee gepaard gaande visie en middelen) een decreet nodig is. Pas eind jaren 1980 werd de internationale dimensie van de kunsten onderkend, pas in 1998 was er een eerste museumdecreet, een volwaardig beeldende kunstbeleid is van nog recentere datum via het Erfgoeddecreet en het Kunstendecreet. Het M HKA – en overigens ook de andere Vlaamse culturele instellingen – bestond tot recent sui generis. De beperkte middelen maakten het aanvankelijk onmogelijk om een volwaardig collectiebeleid op te zetten. Er werd wel verzameld, maar de werken waren niet geïnventariseerd en werden amper getoond. Er was geen aandacht voor behoud en beheer. Pas sinds de voorbije beleidsperiode werd systematisch aandacht geschonken aan de collectie. De kunstwerken zijn nu geïnventariseerd, de bewaaromstandigheden zijn verbeterd, de reproductierechten in belangrijke mate uitgeklaard, het fotoarchief is gedigitaliseerd en geactualiseerd, er is een dynamisch presentatiebeleid. Nu is het tijd voor een aanzet van een eerste volwaardig collectieplan. Dat plan dient rekening te houden met de beleidsuitvoerende aandachtspunten. Een daarvan is de notie van een Collectie Vlaanderen, waarin een scherpe profilering van collecties via historisch en lokaal verankerde zingevende samenhangen centraal dient te staan. Het M HKA zet daarop in en tracht complementair te werken met andere collectievormingen. Een tweede belangrijke notie is die van de collectiemobiliteit. Die is cruciaal bij het M HKA door zijn dubbele missie: Het M HKA zal
Het collectieplan
55
zijn collectie zo breed mogelijk positioneren in de hele Vlaamse Gemeenschap. En ook internationaal is collectiemobiliteit aan de orde van de dag, als antwoord op de vraag hoe het M HKA een actieve plaats kan innemen in de Europese ruimte van hedendaagse kunstmusea.
Actieruimte Het thema Core business van het M HKA is de hedendaagse beeldcultuur, meer bepaald beeldende kunst en film. De dimensie beeldende kunst maakt daarbij het leeuwendeel uit, de filmdimensie komt in het collectiegebeuren enkel tot uiting via de collectie Vrielynck, een verzameling precinemaen cinemahardware. Wel wordt binnen de beeldende kunst bijzondere aandacht besteed aan audiovisuele ontwikkelingen (video, film, digitaal), maar daar blijft de invalshoek telkens het beeldende kunstgegeven. Het geografische gebied De dubbele missie die het M HKA toebedeeld kreeg, een ‘voortrekkersrol in eigen land’ en ‘internationaal aanzien’, heeft ook geografisch haar consequenties. Enerzijds is de verankering in Vlaanderen essentieel. Dat is voor het M HKA ‘de eerste situatie tussen vele andere’. Anderzijds is de internationale verantwoordelijkheid in deze tijd ook een globale verantwoordelijkheid geworden. Het M HKA benadrukt dat die opgenomen dient te worden in een multipolaire wereld. De periode Het M HKA is een hedendaags kunstmuseum. Een toekomst kan men echter enkel denken als er een verleden is. Operationeel start de collectieperiode met de happenings in het midden van de jaren 1960. Om de kunst uit deze periode juist te kunnen situeren gaat het M HKA soms verder terug in de tijd. Binnen De Internationale, het Europese collectieuitwisselingsproject waar het M HKA deel van uitmaakt, wordt dan weer de periode 1956-1986 gehanteerd. Met KMSKA Antwerpen sprak het M HKA ook af om samen te werken rond de lokale avant-garde. In 2011 organiseert het M HKA een reeks documentaire tentoonstellingen om het decennium voorafgaande aan dat van de happenings beter in kaart te brengen.
Historiek Vlaamse aankopen Een deel van de huidige collectie bestaat uit permanente bruiklenen van werken die mettertijd door de Vlaamse Gemeenschap werden aangekocht, in uitvoering van het gefederaliseerde cultuurbeleid. Deze aankooptraditie, op voorstel van adviescommissies, ontstond uit de intentie van de overheid om kunstenaars te steunen en om kunst in te brengen in overheidsgebouwen en -ruimtes. Het ICC Het M HKA had als voorgangerinstelling het in 1970 door de jonge Vlaamse Gemeenschap opgerichte Internationaal Cultureel Centrum. Dit ICC was de eerste publieke instelling in Vlaanderen die rond internationale hedendaagse kunst werkte. Onder Flor Bex zou het de internationale avant-garde van dat moment tonen, samen met experimentele video, film en fotografie. Bex ambieerde een museale functie in Antwerpen en deed een poging daartoe met Office Baroque, het in 1977 gerealiseerde project van de kort daarna overleden Amerikaanse kunstenaar Gordon Matta-Clark. Het opzet mislukte, maar via schenkingen van kunstenaars werd een collectie samengebracht die de basis zou vormen voor de M HKA-collectie. Als erfgenaam van het ICC kreeg het M HKA later ook de bibliotheek en het belangrijke documentatiecentrum van het ICC onder zijn hoede. Dit documentatiecentrum bevat tal van artefacten die nu als kunstwerken worden gezien, naast nog meer artistiek en cultureel belangrijk documentair materiaal. Daarnaast is er ook de videotheek die een neerslag is – weliswaar in slechte staat – van de videoproductie uit de ICC-periode. Start van het M HKA Toen het M HKA zelf in 1985 werd opgericht, opteerde het voor een heel andere aankooppolitiek dan wat in het verlengde van het ICC verwacht had kunnen worden: in deze tijd, waarin de commerciële marktwerking dominant werd, koos men voor eenduidige kunstwerken,
Beleidsplan 2012—2016
56
met vaak een museale uitstraling. De documentaire visie en het performante verwervingsbeleid van het ICC verschoven naar het achterplan. Er werd ook beslist om enkel hedendaags werk aan te kopen en dus geen inhaalbewegingen naar het verleden te maken. De beperking van de middelen zorgde er voor dat de internationale dimensie relatief beperkt bleef. Ontwikkeling Met de fusie tussen het M HKA (onder de nieuwe directie van Bart De Baere) en het Centrum voor Beeldcultuur in 2003 verwierf de instelling de collectie Vrielynck, een belangrijke collectie precinema- en cinema hardware. Het M HKA kreeg ook de collectie van De Vleeshal in Middelburg – een kleinere instelling met een voorgeschiedenis verwant aan het ICC – in langdurige bruikleen. Deze collectie was in de jaren 1990 ambitieus opgebouwd volgens lijnen die ook door het M HKA nu worden gevolgd: ontwikkelingsgericht, radicaal internationaal, met een voorkeur voor ensembles die een complex beeld van een kunstenaar ophangen. Het M HKA trachtte in deze periode ook de eigen voorgeschiedenis in beeld te brengen en die via de aankoop van enkele sleutelwerken beter in de collectie te verankeren. Dat gebeurde bijvoorbeeld door de aankoop van een installatie van Gordon Matta-Clark en een ensemble van edities van Robert Filliou, en door de aanvaarding van de schenking door Panamarenko van diens huis en inboedel aan de Antwerpse wijk Dam.
Vandaag
Positionering in Vlaanderen
Een historische achterstand Geen van de Vlaamse musea beschikt over een museale collectie van wereldbelang, noch van de naoorlogse neo avant-garde, noch van de vroege avant-garde die elders veelal in de naoorlogse periode werd verworden. Deze achterstand is historisch verklaarbaar door een gebrek aan cultuurbeleid ter zake en is, door de explosie van de kunstmarkt, nog maar moeilijk in te lopen. Het M HKA beschikt wel over interessante aanknopingspunten bij de internationale neo avant-garde. Binnen de landelijke kunstscène beschikt het M HKA ook over belangrijk werk en soms unieke ensembles van internationaal erkende kunstenaars uit Vlaanderen.
Het S.M.A.K. Het S.M.A.K. in Gent is een logische pendant van het M HKA. Samen zijn ze de twee volwaardige internationale hedendaagse kunstmusea in Vlaanderen. Ze zijn complementair op verschillende vlakken: → Het S.M.A.K. is een stadsmuseum en is gegroeid uit een burgerlijk verzamelaarsengagement. Het M HKA is landelijk en gegroeid uit de avant-garde kunstenaarsdynamiek die Antwerpen de hele 20ste eeuw lang kenmerkte. Dit onderscheid is ook duidelijk in de collecties: de M HKA-verzameling is minder op de notie van het kunstwerk gebaseerd dan die van het S.M.A.K. → Een tweede onderscheid is dat het S.M.A.K. eerder zijn roots heeft in schilderkunst en de sculpturen van arte povera, terwijl het M HKA veeleer een informele, aan fluxus verwante basis heeft. → Een derde onderscheid is dat het S.M.A.K. dichter de canon van de Atlantische kunsttraditie benadert, terwijl het M HKA, gelegen in een grote havenstad, globaler heeft aangekocht en dit nu resoluut wil doortrekken. In een samenwerking tussen M HKA en S.M.A.K. zou de restauratie-expertise van het S.M.A.K. kunnen ingezet worden, terwijl het M HKA in return een ICT-expertise zou kunnen ontwikkelen.
Optimaliseren binnen de gegeven mogelijkheden Op de verhoging van de marktprijzen in het voorbije decennium heeft het M HKA gereageerd door zijn expertise in te zetten en aan te kopen waar de markt de prijzen nog niet geconsolideerd had. Het zette daarbij in op aankopen in de diepte, met bij voorkeur clusters van werken van kunstenaars en ensembles uit buiten-Europese regio’s. Dat kan ook interessant zijn voor buitenlandse partners, omdat op die manier complementair kan gewerkt worden (zie volgende punt). Internationale samenwerking rond collectiemobiliteit Het M HKA werkt inzake collectiemobiliteit samen met het Van Abbemuseum Eindhoven, de Julius Köller Society Wenen, Moderna Galerija Ljubljana en het MACBA Barcelona, in de organisatie ‘De Internationale’. Het wil deze internationale samenwerking in de volgende beleidsplanperiode structureel operationaliseren. Dit zal in het najaar leiden tot de mee door Bart De Baere gecureerde openingstentoonstelling in het nieuwe museum voor hedendaagse kunst in Ljublijana, waarbij werken uit de diverse collecties worden samengebracht binnen een vernieuwende kijk op na-oorlogse kunst. Begin 2012 volgt dan een grote gemeenschappelijke collectietentoonstelling in het Van Abbemuseum en het M HKA.
Het collectieplan
57
Mu.zee in Oostende Het Mu.zee bezit een vooral encyclopedisch overzicht van moderne en hedendaagse kunst uit Vlaanderen. Dat staat het M HKA toe om zijn landelijke collectietaak scherper te stellen en gerichter door te zetten: het M HKA kan zich niet voor alle goede Vlaamse kunst engageren, enkel voor die kunst waarvan het denkt het internationale potentieel mee te kunnen waarmaken.
Koninklijk Belgisch Filmarchief Het bestaan van een wereldbefaamd nationaal filmarchief waaraan ook Vlaanderen structureel meewerkt, maakt het onnodig dat het M HKA hier in collectie-opbouw investeert. Het vormt tegelijk ook de basis voor een uitstekende samenwerking waarbij het M HKA een filmmuseale presentatiefunctie op zich neemt. Voor restauratie en behoud van filmgebaseerde werken kan het M HKA met het KBF samenwerken. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Met KMSKA is een operationele werkverdeling afgesproken voor de mogelijke verwerving van kunstwerken, waarbij het KMSKA de periode tot en met G58/Hessenhuis voor zich neemt en M HKA die vanaf de happenings. Ook wordt een onderzoeksamenwerking gepland die een aanpak op lange termijn beoogt van het hele gebied van de avant-garde, van begin twintigste eeuw tot 1985. Het FotoMuseum Het Fotomuseum werkt rond het uitgebreide domein van de fotografie. Daarom beperkt het M HKA zich tot kunstfotografen die duidelijk vanuit een artistieke vraagstelling vertrekken en fotografie enkel als medium inzetten. Dank zij de collectie Vrielynck is het M HKA complementair inzake de verzamelingen technische hardware van het bewegend beeld. Voor restauratie en behoud van fotogebaseerde werken kan het M HKA met het Fotomuseum samenwerken. Het Middelheimmuseum Dit Antwerpse openluchtmuseum heeft zich de voorbije jaren steeds breder buiten zijn kerntaak van sculpturenmuseum gepositioneerd. Het verzamelt grootschalige werken voor de publieke ruimte die het toont in zijn parkomgeving en het claimt ook de stedelijke openbare ruimte. Het M HKA verzamelt mobiele werken voor een zaalcontext.
Beleidsplan 2012—2016
58
Het Middelheimmuseum heeft ook een nieuwe werking ontwikkeld naar pas afgestudeerde kunstenaars terwijl het M HKA zich toelegt op kunstenaars waarvan het internationaal potentieel geargumenteerd kan worden. De koepel van de stedelijke musea in Antwerpen Met deze musea is er niet meteen een gevaar voor overlapping qua collecties. Maar er wordt nu wel gewerkt aan een gemeenschappelijke beeldvorming die het collectieprofiel op termijn kan verrijken. De succesvolle in het M HKA geïnitieerde tentoonstelling A Story of the Image wordt de openingstentoonstelling van het nieuwe MAS, in samenwerking met KMSKA en Museum Plantijn-Moretus. Het veld van brede publiekstentoonstellingen wordt met steun van de stad verder ontwikkeld, met als eerste succes Anselm Kiefer in KMSKA. Gezien de performante en operationele samenwerking die met de Stad Antwerpen gegroeid is, hopen we deze ook te kunnen formaliseren door de ondertekening van het reeds eerder opgezette samenwerkingsakkoord tussen de diverse musea in Antwerpen. Daarnaast wensen we te komen tot een duidelijk operationeel basisakkoord betreffende de modaliteiten van de samenwerking tussen het KMSKA, de stedelijke musea en het M HKA. De verzamelaarsmusea Dit is een nieuw fenomeen. Dergelijke ‘musea’ beschikken vaak over belangwekkende maar soms nauwe collecties. Met verzamelaarscollecties is er voorlopig weinig of geen ervaring rond operationele of strategische samenwerking. Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Brussel Het KMSKB verzamelt in stilte werk van hedendaagse kunstenaars. Het ontwikkelt hier echter vooralsnog geen relevante publieke positie. Dit museum richt zich ook op kunstenaarsarchieven. Het M HKA wil hier een eigen werking rond ontwikkelen zodat geïnteresseerde kunstenaars meer opties hebben dan alleen deze federale instelling.
Aankoopbeleid Algemeen Het aankoopbeleid beeldende kunst is de belangrijkste sleutel tot zowel de internationale als de landelijke ontwikkeling van een museum als het M HKA. Zo’n aankoopbeleid heeft verschillende dimensies: de internationale versus de lokale dimensie, de vernieuwing tegenover het respect voor een verleden, ontwikkelingsgerichte aankopen tegenover aandacht voor sleutelwerken. In een eerdere aankoopbeleidsnota richtte het M HKA zich op vier punten: enkele werken per jaar kopen die ‘een collectiepresentatie kunnen dragen’, werken ‘in nieuwe media’, werken die ensembles versterken, en werken of ensembles die uitdrukking zijn van een multipolair geworden wereld. Deze punten blijven geldig, net als de secundaire aandachtspunten, zoals de depotruimte die al dan niet wordt ingenomen. Dit beleidsplan wil echter een breder kader uitzetten vanuit de vaststelling dat noch het M HKA, noch de Vlaamse Gemeenschap als zijn opdrachtgevende overheid, effectief verder kunnen werken met een jaarlijks aankoopbudget dat amper voldoende is om één werk aan te kopen van een mid career kunstenaar van enige internationale faam. Om zichzelf ernstig te kunnen nemen, zou zo’n beleid minstens de financiële draagkracht moeten hebben om één werk van een ‘dure’ levende Vlaamse kunstenaar te kunnen kopen. De Vlaamse Gemeenschap zou bij wijze van spreken minstens één werk van Luc Tuymans per jaar moeten kunnen aankopen. Dat kost nu 1.000.000 € in de secundaire markt (de markt van veilinghuizen en kunstbeurzen). Een lager aankoopbudget zou de belangrijke exporteconomie die onze kunstscène is niet respecteren. Hieronder worden drie niveaus van aankoopbeleid voorgesteld.
Het collectieplan
59
Aankopen van in Vlaanderen wonende kunstenaars: 200.000 € per jaar Een aankoopbudget voor Vlaamse kunstenaars wordt gewoonweg verwácht van een Vlaamse Gemeenschapsmuseum. Hier is het belangrijk zowel de kunstenaars als de marktvraag te respecteren. We stellen voor om een deel van het aankoopbudget hier voor te oormerken, met volgende specificaties: → aankopen niet richten op echt jonge kunstenaars, maar in eerste orde op mid career kunstenaars en in tweede orde op oudere kunstenaars die ondanks hun artistieke belang (nog) niet optimaal door de markt gewaardeerd worden → niet meteen inspelen op de actuele M HKAprioriteiten maar op de vraag welke kunstenaars uit Vlaanderen een reëel internationaal potentieel hebben → streven naar ensembles die in de toekomst een representatief beeld kunnen geven → marktconform werken (weliswaar met museumkorting), om zo kunstenaars te respecteren en te steunen → aankopen tot 17.500 euro door de directeur, in informeel overleg met zijn staf, boven dat bedrag op voorstel van de directeur door de Raad van Bestuur. Aankopen van internationale kunstenaars: 200.000 € per jaar Waar de Vlaamse Gemeenschap in zijn ‘nationale’ aankopen de kunstenaars en de marktprijs moet respecteren, geldt dit niet noodzakelijk voor internationale kunstenaars. Soms bevinden die zich nog niet ten volle in de markt, hoewel ze internationaal erkend zijn, en is ook een lagere som voor hen haalbaar. Soms is hun prijsniveau al wel (te) hoog, maar zijn ze bereid om voor een publieke collectie alternatieve voorwaarden te ontwikkelen. Het museum kan een kunstenaar hierbij ten volle waarderen in een ‘symbolische economie’ met teksten, publicaties, presentaties… Het leeuwendeel van de M HKA-aankopen van de voorbije jaren gebeurde in deze logica, omdat het aankopen van Vlaamse kunst met een dermate klein budget dweilen met de kraan open was.
Er werd dus voor internationale opportuniteiten geopteerd, zodat de collectie nu volwaardiger internationaal is gepositioneerd. Deze werking dient doorgezet, onder volgende voorwaarden: → niet gericht op jonge kunstenaars maar vooral op mid career en oudere kunstenaars → vertrekkend vanuit ensemble-uitbouw en specifieke opportuniteiten → strevend naar ensembles die in de toekomst een representatief beeld kunnen geven → niet marktconform maar binnen een symbolische economie → aankopen tot 17.500 euro door de directeur, soms in structureel overleg met buitenlandse experts, ook in informeel overleg met zijn staf, boven dat bedrag op voorstel van de directeur door de Raad van Bestuur. Een of enkele grote aankopen: 600.000 € per jaar Een regio als Vlaanderen moet af en toe in staat zijn werk van zijn eigen kunstenaars of internationale toppers aan te kopen, ook als die hoog in de markt staan. Enkel dan kan een volwaardige toekomst voor de publieke collectie worden geambieerd. Voor dergelijke aankopen dient echter een heel andere werkwijze opgezet dan bij de vorige twee, en wel met volgende kenmerken: → een evenwicht tussen aankopen uit Vlaanderen en uit het buitenland → gericht op gerenommeerde kunstenaars → met de ensemblevraag als nevenvraag maar mogelijk ook enkelvoudige sleutelwerken → wellicht marktconform maar zoveel mogelijk aansluitend op een symbolische economie → aankopen door een door de Raad van Bestuur aangestelde commissie met vertegenwoordigers van de Raad van Bestuur, van de staf en externen (verzamelaars) die een objectieve analyse maakt van de staat van collectievorming en de marktmogelijkheden.
Beleidsplan 2012—2016
60
Andere elementen verwerving Rechten Men zou het hele verzamelbeleid kunnen benaderen in termen van rechten, waarbij het bezit van objecten eigenlijk ook een (toon)recht betekent. Rechten staan centraal in het verzamelbeleid van het M HKA. De inzetbaarheid van collectie-assets wordt in belangrijke mate bepaald door de reproductielicenties waarover men al dan niet beschikt. Er zal naar gestreefd worden om deze zo breed mogelijk te ontwikkelen voor wat betreft de culturele werking van het museum. Schenkingen Schenkingen zijn een belangrijke mogelijkheid van verwerving maar dragen ook het gevaar in zich van een gebrek aan prioriteit binnen het collectieprofiel. Schenkingen van boeken worden enkel aanvaard zonder voorwaarden, dus met de mogelijkheid dat dubbels worden afgestoten op een door het museum bepaalde manier. Bij beeldende kunstwerken moet in het M HKA, in tegenstelling tot bij de aankopen, elke schenking formeel worden aanvaard door de Raad van Bestuur. De directie argumenteert de voorstellen. Hierdoor wordt vermeden dat het museum te grote lasten op zich neemt met te weinig meerwaarde. Het systeem van schenkingsovereenkomsten (waarbij de schenker erkent de eigenaar te zijn en de eigendom overdraagt) zal op punt worden gesteld. Het M HKA zal starten met de activering van schenkingen. Het zal hiertoe onder meer het stelsel van duolegaten onderzoeken. Bewaargeving Het M HKA vermeed in het recente verleden om werken van privéverzamelaars in langdurige bruikleen te nemen. Als er geen strategische horizon of noodzaak is, draagt het museum veelal immers veel meer lasten (van depotkosten over behoud en beheer tot een beperkte ruimte van inzetbaarheid) terwijl het minder de vruchten plukt (m.n. toegenomen symbolische en
marktwaarde). Musea dreigen ook de tijdelijkheid van langdurige bruiklenen te vergeten zodat met name wat sleutelwerken betreft soms later plots deficieten ontstaan. Het M HKA toont daarom werken uit privéverzamelingen liefst in de feitelijk tijdelijke settingen van tentoonstellingen en blijft zich zo bewust van de tekorten. De archiefwerking die het M HKA in de toekomst wil ontwikkelen, kan wel leiden tot bewaargeving omdat M HKA hier de dienstverlening niet afhankelijk wil maken van eigendomsoverdracht. Ook hier zal de bewaargeving aan het M HKA echter hooguit in ondergeschikte orde spelen. Het M HKA wil immers steeds de mogelijkheid van zelfstandig verder beheer door de eigenaars overwegen en zal anderszins ook zoeken naar de best geplaatste erfgoedhouders.
De deelverzamelingen Naar een volwaardig museaal functioneren voor een aantal deelcollecties Voor de deelcollecties beeldende kunst en Vrielynck, en in tweede instantie voor de deelcollecties ‘kunstenaarsboeken’ en ‘tussenwerken’ wil het M HKA gaan naar een volwaardige museale werking, met duidelijke trajecten voor opname, inventarisering, bewaring en behoud, conditierapportering, bruiklenen of tentoonstellingen. De collectie Vrielynck zal de volgende jaren worden ontsloten door een reeks tentoonstellingen op de vierde verdieping van het Fotomuseum, gebaseerd op het format van ‘interventies’ dat het M HKA eerder al in de beeldende kunstcollectie inbedde. Voor de deelcollectie ICC-video’s dient de digitalisering prioritair te worden verder gezet, in zoverre dit nog mogelijk is. Een deel hiervan is al onherroepelijk verloren. Dit is eigenlijk deel van een bredere problematiek in de beeldende kunstverzameling van verdwijnende materialen en verouderende apparatuur.
Het collectieplan
61
Traject Biekorfstraat Voor de deelcollectie Biekorfstraat wordt in de tweede helft van 2011 het behoudsprogramma afgerond met nog een aantal restauraties en een reconstructie van de samenhang. In de eerste helft van 2012 dient een beheersprogramma uitgetekend. Belangrijk hierin is de vrijwaring voor de toekomst van de inboedel, via een PPS-constructie met het Panamarenkocollectief. Daarbij dient bijzondere aandacht besteed aan de artistieke kernstukken uit de jaren 1960 en 1970, en aan uiteenlopende behoudsvraagstukken. ICC-documentatiecentrum Voor het ICC-documentatiecentrum dienen de inhoudelijke en financieel waardevolle werken, foto’s en documenten uit de mappen te worden gelicht, gescand en onder goede bewaaren beveiligingsomstandigheden te worden opgeborgen. Op die manier kunnen scans de oorspronkelijke documenten vervangen, zodat de samenhang bewaard blijft en het fonds vlot voor onderzoek toegankelijk wordt. Hiervoor is in het beleidsplan echter nog geen operationeel traject voorzien. Organisatie digitaal depot Voor de werken en documentatie op digitale of gedigitaliseerde basis dient een goed gesystematiseerde en stabiele deep storage te worden ontwikkeld. Het deel van het Biekorfstraat-beeldarchief en het deel van het gedigitaliseerde fotoarchief dat nu wordt bewaard bij een firma op externe harde schijf met een DAM-systeem, zal worden weggehaald, omdat de werking te stroef en omslachtig is.
Inbedden Ensemblebankwerking Met de ensemblebank (voor meer uitleg zie bijlage) wordt een duurzame onderbouw gemaakt voor de collectiewerking als betekenisgeving. De ensemblebank zal ook gedigitaliseerde en goed geformatteerde content bewaren die de functies van informeren, presenteren en maatschappelijk inbedden performanter kan maken en kan voorbereiden op de tijd van interactief internet die eraan komt. Zo wordt het potentiële rendement van de collectie verhoogd. Het speerpunt voor de collectieontsluiting wordt de ensemblebankwerking. Deze zal koppelingen ontwikkelen naar de bestaande databases, zodat oude en nieuwe gegevens niet dubbel dienen te worden ingevoerd. De volledige inventarisering van de collecties beeldende kunst en Vrielynck, en in tweede instantie de collecties ‘kunstenaarsboeken’ en ‘tussenwerken’ levert de onderbouw van de ensemblebank. Idealiter zou ook het scannen van een deel van het ICC-documentatiecentrum hierbij betrokken kunnen worden. Een tweede component is een nieuw DAM-systeem voor de gedigitaliseerde beelden en voor digitale tekstinformatie. De eerste testbedden voor de ensemblebank zullen in 2012 worden geoperationaliseerd. Naarmate het aantal clusters van kunstenaars en het aantal ensembles waarbij kunstenaars onderling verbonden worden groeit, zal een content ontstaan die de diepgaande omgang illustreert met uiteenlopende situaties in een multipolaire wereld, vertrekkend vanuit de kunsthypothese. In eerste instantie zal de ensemblebank vooral fungeren om een andersoortige interne werking op te zetten, in tweede instantie zal ze leiden naar een internetontsluiting waardoor een wereldwijd publiek kan worden bereikt, in derde instantie zal ze naar het eind van de beleidsplanperiode ook inzetbaar worden om de publiekswerking bij presentaties interactief te maken.
Beleidsplan 2012—2016
62
Een brede presentatiewerking vanuit een kern De ensemblebankwerking als extra dimensie bovenop de databases maakt een gerichte ontsluiting van de collectie mogelijk. Dit wordt de kern van het hele denken en werken. De randen rond die kern bestaan uit minder onderzochte, minder frequent ingezette en veelal minder centraal gepresenteerde kunstwerken en artefacten. Die randen worden overigens wel nog gepositioneerd tegenover de kern en blijven dus deel uitmaken van het weefsel van de collectie. Deze werkwijze die ‘gewicht’ toekent eerder dan een insluitings/ uitsluitingslogica te hanteren, laat toe dat het M HKA zichzelf identificeert met een brede presentatiewerking. De presentatie van werken buiten klassieke tentoonstellingscontexten is niet noodzakelijk minderwaardig aan die in een museale context. Ze is anderswaardig en zal tot andere beslissingen leiden maar die zijn gradueel, niet categorisch. Het M HKA zal minder makkelijk kernwerken uitlenen aan culturele centra en de eisen voor behoud en beheer daarvoor stringenter toepassen, maar het zal voor specifieke, gemotiveerde en geëngageerde projecten wel specifieke kernwerken uitlenen. Hetzelfde geldt voor werken in semipublieke context zoals ambassades en andere overheidsruimtes. Ook hier zullen in sommige gevallen kernwerken worden uitgeleend. Het M HKA beschouwt dit niet enkel als een dienstverlening, maar als deel van zijn ambitie om zoveel mogelijk ‘publiek te worden’. Collectiepresentaties intra en extra muros De collectiesamenhang – en daarmee het belang van de collectie – groeit door presentaties vanuit steeds andere invalshoeken. Deze presentaties leveren als het goed is ook steeds nieuwe inzichten op. Het M HKA maakt van de nood een deugd: omdat de beperkte ruimte niet volstaat om een vaste kerncollectie te tonen, wordt ook extra muros gewerkt. Het werkt dus net zo goed binnen als buiten de eigen muren, zowel in internationale context als in lokale situaties.
Beleidsplan 2012—2016
64
Zakelijk plan
65
M HKA
66
Beleidsplan 2012—2016
P65 Het M HKA bouwt gestaag aan een collectie met een mondiaal karakter. In de presentatie Collectie XXVII Ten oosten van 4°24’ reflecteren veertien Belgische kunstenaars op uitnodiging van Midden-Oosten specialist Jef Lambrecht op de Oriënt. Het M HKA sluit hier op aan met werken van kunstenaars uit het oosten in de ruimste zin. > Luc Deleu, Madrid – Madrid en 80 jours par son antipode, 40°25S 176°17E (Weber), collectie M HKA, Foto Wim Danneels
67
P66 — Foto bovenaan In 2007 is de Indiase kunstenares Sheela Gowda een van de revelaties op Documenta 12. Het M HKA nodigt haar in 2008 uit voor de tentoonstelling Santhal Family. Stellingen omtrent een Indiase sculptuur en in 2010 voor de tentoonstelling Textiles. Ze realiseert telkens een werk in situ. > Sheela Gowda installatiefoto, 2008, Foto M HKA P66 — Foto onderaan Sinds 2006 brengt het M HKA jaarlijks een tentoonstelling op de vierde verdieping van het Antwerpse FotoMuseum met beeldcultuur als inzet. In 2010 is dat de tentoonstelling Ship of Fools van Allan Sekula. > Foto Bram Goots
P67 Naar aanleiding van de tentoonstelling Animisme zet het M HKA i.s.m. het Italiaanse grafisch bureau ToDo een alternatieve communicatiecampagne op. Op drie plekken in de stad (voetgangerstunnel, de Dageraadplaats en ’t Zuid) trekt het bij wijze van teaser de aandacht van de voorbijgangers met live projecties. De buurtcomités worden betrokken bij de acties. De filmpjes van deze projecties worden vervolgens gepost op internet. Mond aan mond reclame en social media maken de campagne compleet. > Animisme, projecties op de voetgangerstunnel, Foto Bram Goots
P68 Het M HKA ontwikkelt reeds vroeg in zijn bestaan een heel eigen interactieve methode voor rondleidingen. Zo brengt het jong en oud, ongeacht voorkennis op gepaste wijze in contact met de kunstwerken die het toont. Vandaag wordt deze methode overgenomen door tal van andere museale instellingen in Vlaanderen. > Foto M HKA
68
P69 Sinds 2007 is het M HKA medeuitgever en redactielid van het viermaandelijkse internationaal gerenommeerde kunsttijdschrift Afterall. ‘A Journal of Art, Context and Enquiry’ luidt de handzame omschrijving, en het daarin weerklinkende enthousiasme voor onderzoek en bevraging sluit naadloos aan bij de kritische kunstvisie die het M HKA sinds lange tijd aankleeft. > Cover Afterall 20, lente 2009
69
Intro Tot een tiental jaren geleden was er een structurele achterstand in Vlaanderen in het overheidsbeleid inzake zowel musea als beeldende kunst. Ook het M HKA leed daaronder. In het beleidsplan ter voorbereiding van de beheersovereenkomst 2006-2010 maakte M HKA een zeer gedetailleerde analyse van alle deelaspecten van het zakelijk beleid. Die uitgebreide analyse was noodzakelijk om een overslag te kunnen maken. Een overslag die het M HKA uit zijn pioniersfase moest tillen naar een professionele organisatie waar zowel aandacht was voor operationele als voor strategische doelstellingen en acties. Een koerswijzing die niet alleen, zoals tot dan toe het geval was, oog had voor de korte termijn maar die M HKA de nodige instrumenten moest geven om ook op lange termijn te denken en te plannen. Maar dit alles zou pas mogelijk zijn indien de Vlaamse Gemeenschap de nodige financiële inspanningen zou leveren om het M HKA te laten uitgroeien tot een volwaardig museum van hedendaagse kunst met een internationaal perspectief en de daaraan verbonden expertise in het Vlaamse landschap. De adviezen logen er niet om: De internationale adviescommissie stelde: “Er zijn een aantal knelpunten waarin geïnvesteerd moet worden: infrastructuur, personeel en werkingskosten. Het groeimodel dat het M HKA voorstelt om zichzelf als internationale speler van de grond te krijgen is een minimumscenario. Het gevraagde bedrag is te bescheiden.” Chris Dercon, die niet aanwezig kon zijn bij het bezoek van de commissie en daarom een afzonderlijk advies neerlegde, schreef: “Het prioriteitenplan kan en mag niet afhankelijk worden gemaakt van de huidige financiële middelen. Er zullen grote financiële injecties nodig zijn om de instelling te vernieuwen, laat staan de achterstand op andere gelijkaardige instellingen goed te maken.” Het UAMS, onder leiding van professor De Brabander, leverde in 2005 op vraag van de Vlaamse Gemeenschap een groot vergelijkend
Beleidsplan 2012—2016
70
onderzoek over musea van moderne en hedendaagse kunst. Op het vlak van personeel stelt het rapport een uitbreiding met 16VTE voor het M HKA voor. Op het vlak van middelen vanuit de Vlaamse Gemeenschap is een toename wenselijk met 2,6 mio € tot 6,1 mio €. Deze adviezen werden door de vorige Vlaamse Regering slechts gedeeltelijk gevolgd. Goed nieuws was dat voor het M HKA een groeiscenario werd uitgezet. Het museum bleef daarmee ver onder de gevraagde en geadviseerde middelen, maar het vooruitzicht op een verbetering van de financieringsbasis werkte stimulerend. Ondertussen is de financiële crisis van 2008 gepasseerd. Hoewel het M HKA de minimale financieringsbasis nooit bereikt heeft, moest een bezuinigingsscenario ingezet worden. Deze verantwoordelijkheid heeft het M HKA niet ontlopen. Maar bezuinigen op basis van een aanvaardbare financiële basis geeft een instelling andere continueringmogelijkheden dan wanneer dit dient te gebeuren vanuit een structurele en aantoonbare onderfinanciering. Dit zakelijk plan gaat uit van de inhoudelijke uitdagingen die in het beleidsplan vervat zitten. We opteren voor een argumentering en berekening die het beleid en de verwachtingen vertalen naar realistische personeels- en begrotingscijfers. Dit impliceert een groeiscenario. Dit is onvermijdelijk. De plannen die we zelf formuleren en de verwachtingen die impliciet en expliciet geformuleerd worden kunnen niet blijvend gerealiseerd worden vanuit een onderfinanciering.
De beargmumenteerde bedragen uit Beleidsplan 2006-2010, het rapport De Brabander en het advies van de internationale commissie 2005 werden ter vergelijking geïndexeerd naar 2016.
Het M HKA dient een plan in dat een goed evenwicht zoekt tussen de lange termijn ambitie die wordt vooropgesteld ‘Het M HKA wens ik verder te stimuleren om naar 2020 toe een sterk internationaal profiel en een voortrekkersrol in eigen land uit te bouwen …’ en de praktische beperkingen van het moment. Het vraagt een beperkte groei naast de indexering om geleidelijk een kwaliteitsverhoging te kunnen inleiden naar de volgende beleidsperiode toe. Het zal de nu volgende beleidsperiode actief onderzoeken in welke mate de verdere vraag beperkt kan worden door structurele samenwerking en verhoogde inbreng van private partners. Het verdeelt de groei gelijkmatig over personeel – waarbij prioritair de expertise verder dient toe te nemen en deze meteen ook ter beschikking dient te worden gesteld van het bredere veld – en werking. Hierbij wordt evenwichtig ingezet op collectie, op een presentatieniveau dat beter kan aanspreken naar een breed publiek en op communicatie. Het M HKA focust dus enerzijds op expertise en anderzijds op betere en bredere publieke
Zakelijk plan
71
toegankelijkheid. Daarmee wordt een duurzame basis gelegd voor de toekomst, zoals het beleid dit wil. Om het beleid de mogelijkheid te geven tot een verder gaand engagement werd naast deze minimumoptie ook een concrete, gerichte optionele ruimte uitgezet. Deze voorziet in een op peil brengen en publieksvriendelijker profileren van het zaalpersoneel, wat niet in de prioriteiten weerhouden werd, en een kwalitatieve werking rond brede publiekspublicaties, die nu van externe interesse blijft afhangen. Deze mogelijkheid is in streepjeslijn aangegeven op de grafiek. Vanzelfsprekend is een grotere verhoging mogelijk; deze zou het M HKA toestaan om sneller te evolueren naar het van overheidswege gewenste kwaliteitsniveau. Mocht het beleid beslissen om geen doorgroei te voorzien, maar enkel een indexering aan te houden (de puntjeslijn), dan dringen zich drastische keuzes op, die dan in overleg met het kabinet en het agentschap door de Raad van Bestuur dienen te worden genomen.
intro
Personeel
Voor personeel bleef het kader de voorbije jaren quasi status quo maar werd door interne optimalisering de expertise in huis opgedreven. Het M HKA kan nu meer aan, het heeft een collectiewerking ontwikkeld, het doet meer in Vlaanderen en internationaal, het kan vooral ook complexere uitdagingen professioneler aanpakken. In het kader van een toekomstperspectief naar 2020 wordt deze weg verder gezet. De helft van de groei betreft collectiewerking waarbij er naar wordt gestreefd om de expertise complementair te maken aan die van het SMAK. → Eén registrator: om de inventarisatie en het steeds toenemend bruikleenverkeer van werken op te volgen. → Eén teksteditor: om de webwerking van het M HKA te kunnen invullen, het inhoudelijk materiaal rond de collectie kwalitatief te kunnen aanbieden aan een breed en ook internationaal publiek, vooral via de website en via interactief internet. → Eén archivaris: om de eigen archieven (o.a. het ICC-archief) te kunnen ontsluiten maar ook om – in overleg met het beleid – een dienstverlening op te starten aan kunstenaars en kleinere organisaties in Vlaanderen. De overige betreffen een verhoging van de performantie. Twee daarvan zijn voltijds: → Eén productiemedewerker: om projecten beter en op langere termijn te kunnen voorbereiden, en zo meer return on investment te halen via sponsoring en samenwerkingen met buitenlandse instellingen. → Eén medewerker personeelsadministratie om het personeelsbeleid te kunnen voeren dat niet alleen noodzakelijk geprofessionaliseerd moet worden maar ook gediversifieerd is en verder dient te worden, met jobstudenten, freelance medewerkers, PWA, vrijwilligers, stagiairs … Bij drie functies is de groei van deeltijds naar voltijds noodzakelijk omwille van de toegenomen werkbelasting : → de tekstmedewerker communicatie (van 0,5 VTE), omdat M HKA nu breed toegankelijk binnenshuis en buitenshuis wil communiceren → de medewerker pers (van 0,6 VTE), omdat er ook internationaal dient te worden gewerkt aan persaandacht, → de boekhouder (van 0,79 VTE), omdat de omzet en de hoeveelheid te verwerken stukken erg is toegenomen, terwijl tegelijk nog korter op de bal zou moeten kunnen worden gespeeld inzake prognoses. Dit alles samen vraagt een verhoging van ca. 294.370 €.
Beleidsplan 2012—2016
72
Werkingskosten
Voor de werkingskosten wordt een beperkt aantal gerichte verhogingen gevraagd op prioritaire domeinen waar duurzame vooruitgang noodzakelijk is.
Zakelijk plan
73
→
Presentatie ‘startbudget’: + 165.000 €. Hierbij wordt hier vooral gemikt op een verhoging van het ‘startgeld’ waarmee het M HKA zijn grote tentoonstellingen kan maken. Nu ligt dit gemiddeld op 75.000 € per grote tentoonstelling. Met 75.000 € wordt de vraag feitelijk ‘wat kunnen we hiermee doen dat toch ok is?’ Het jaarbudget voor tentoonstellingen in het MACBA was in 2004 reeds meer dan 2 mio € (cfr rapport De Brabander). De jaarcijfers 2009 van het Van Abbemuseum tonen dat zij tentoonstellingsbudgetten hebben tussen 166.000 € en 316.000 € per tentoonstelling. Het productiebudget voor de tentoonstelling van Jan De Cock in Bozar bedroeg 290.000 €, dat voor de Luc Tuymanstentoonstelling was 360.000 €. Er is geen enkele Vlaamse instelling, ook niet de eigen instelling van de Vlaamse Gemeenschap, die daar zelfs maar in de buurt van komt. Een verhoging van het budget voor het M HKA naar 133.000 € per tentoonstelling is dan ook niet meer dan een beperkte inhaalbeweging. Ook met de verhoging blijven we nog ver verwijderd wat in Europa in vergelijkbare musea gangbaar is. Vanuit deze basis wordt het wel denkbaarder om per project bijkomende middelen extern te vinden (sponsoring, coproductie en andere partnerships) waardoor de werkelijke kosten van grote tentoonstellingen gedragen kunnen worden.
→
Compensatie kostenverhoging Cinema Zuid: + 25.000 €. De filmmuseale werking wordt geconfronteerd met belangrijke prijsverhogingen in de filmverhuur, wat enkel dit jaar al 7000 € meerkost oplevert. Omdat we de prijzen democratisch willen houden, het is immers cruciaal jongeren geïnteresseerd te houden.
→
Honoraria kunstenaars: + 20.000 €: Als instelling van de Vlaamse gemeenschap zou het M HKA kunstenaars redelijke vergoedingen moeten kunnen betalen, vergoedingen die minimaal in verhouding staan tot de tijd die de kunstenaars in het project investeerden. Nu is de vergoeding zelfs voor grote engagementen ondermaats en voor kleinere – als kunstenaars wordt gevraagd een werk op te stellen of te spreken – beschamend symbolisch.
intro
→
Collectiebehoud en digitalisering: + 100.000 €: nadat in de voorbije periode een eerste inhaalbeweging inzake inventarisering werd gedaan en de minimumomstandigheden verbeterd, zal nu gefaseerd worden gewerkt aan verbetering van de behoudsomstandigheden (met aanmaak van kisten), aan de archiefwerking en de digitalisering ervan, en aan uitbouw van deep storage systemen.
→
Communicatie naar een breed publiek: + 110.000 €. Het M HKA bouwde de voorbije jaren met beperkte middelen een communicatiewerking uit. Deze verhoging staat het toe om toch één keer per jaar een brede communicatiecampagne te organiseren, waardoor zowel de bezoekersaantallen als de publieke zichtbaarheid van hedendaagse beeldende kunst drastisch kunnen worden verhoogd.
→
Bemiddeling voor gediversifieerde bezoekers: + 40.000 €. Om een écht open museum te zijn, dient het M HKA niet enkel te investeren in gidsen. Dit slorpt nu het grootste deel van het bestaande budget op. Het M HKA moet ook punctuele acties op kunnen zetten naar doelgroepen die het museum normaal niet bereikt, en vooral ook in het museum een verwelkomende sfeer en voor iedereen toegankelijke hulpmiddelen aan te reiken, van folders tot zitmeubilair maar ook nieuw instrumentarium, en dit zowel voor de twee collectiepresentaties als voor de drie grote tentoonstellingen.
In de volgende delen gaan we dieper in op deze geformuleerde keuzes.
Beleidsplan 2012—2016
74
75
Rondleiding tijdens de opening van Craigie Horsfield Schering en inslag / Confluence and consequence, 2010. > Foto Bram Goots
Meerjarenpersoneelsanalyse In 2006 werkten er in het M HKA 69 personen voor in totaal 57,68 voltijds equivalent. Voor 2011 gaat het ook over 69 medewerkers voor in totaal 59,39 voltijds equivalent. Quasi een status quo. De gewenste (eigen beleidsplan) en geadviseerde (oa in het rapport van professor De Brabander) uitbreiding van de personeelsbezetting is er niet gekomen. De beschikbare middelen hebben dit niet mogelijk gemaakt. Dankzij de extra aandacht voor het personeelsbeleid werd op enkele deelgebieden wel een sprong voorwaarts gemaakt. Het M HKA beschikt nu over functieomschrijvingen voor al zijn personeelsleden. Samen met een verbeterde aanwervingprocedure realiseerden we hierdoor een betere expertise voor verschillende functies. Dit verbeterde de efficiëntie en daardoor ook de werkbaarheid van het M HKA.
77
Directie/Presentatie Afdeling
Taken
Functie
Bezetting
Directie
Algemene coördinatie
Algemeen en artistiek directeur
1,00
Zakelijk directeur
1,00
Directiesecretariaat
1,00
Subtotaal
3,00
Leiding afdeling, beheer budgetten, programmatie, opportuniteiten, tentoonstellingen, prospectie en research, redactie, …
Afdelingsverantwoordelijke
1,00
Cureren tentoonstellingen, editing Afterall, redactie publicaties, research,
Expert presentatie
1,70
Correspondentie kunstenaars, curatoren, externen, opvolging uitvoering evenementen, research, redactie, …
Medewerker presentatie
0,50
Coördinatie Cinema Zuid inclusief samenwerking met Fotomuseum, programmering evenementen, lezingen, debatten, preproductie presentatie, …
Coördinator programmering
1,00
Programmatie filmformats Cinema Zuid, redactie teksten, correspondentie partners, …
Expert presentatie
1,00
Programmatie filmwerking groepen, programmatie bijzondere evenementen, …
Medewerker presentatie
0,50
Voorbereiding grote tentoonstellingen en supervisie collectietentoonstellingen, organisatie opbouw, aansturing productiemedewerkers, …
Coördinatie productie
1,00
Voorbereiding, planning en begeleiding opbouw tentoonstellingen, opvolgen evenementen, …
Medewerker productie
1,00
Cinema Zuid: opvolging evenementen, Housekeeping M HKA: performances, evenementen, …
Medewerker productie
0,50
Voorbereiding, uitvoering opbouw, technische ondersteuning buiten opbouw
Werfleider
0,80
Projectie films
Projectionisten
2,00
Telefonisch onthaal, opvolging reservaties
Bediende administratie Cinema Zuid (WEP +)
1,00
Planning vergaderingen, verslaggeving, beheer activiteitenkalender, beheer abonnementen en verkoop Afterall, opvolging adressenbestand, …
Bediende administratie
0,80
Subtotaal
12,80
Secretariaat, agendabeheer, opvolging en verslagen vergaderingen, …
Presentatie
Beleidsplan 2012—2016
78
M HKA heeft de voorbije jaren diverse activiteiten ontwikkeld om te beantwoorden aan verwachtingen van de Vlaamse Regering (cf. regeerakkoord), minister Schauvliege (cf. beleidsplan van de minister) en de beheersover-eenkomst. Het gaat hierbij over de internatio-nale positie van het M HKA, het ontplooien van een werking voor heel Vlaanderen en samenwer-king met andere partners. Zo werd er gewerkt aan succesvolle collectietentoonstellingen in het buitenland: Singapore, Shanghai, Havana, Rabat, Torun. Er is nu een volwaardig collec-tiepresentatiebeleid en de tentoonstellingen in eigen huis werden op een internationaal niveau gebracht, waarbij veel aandacht gaat naar het zo toegankelijk mogelijk maken. Cinema Zuid werd, na problematische jaren, een succesvolle filmmuseale werking. Lokaal werd, in samenwerking met Locus, een grensverleggende samenwerking gerealiseerd tussen het M HKA en verschillende culturele centra over het hele land onder de titel Visite. Met en in het Fotomuseum wordt structureel samengewerkt. Een verbeterde samenwerking met KMSKA en de Stad Antwerpen leidde o.a. tot de tentoonstellingen in het KMSKA: Homo Fabre, Jubilee, Jef Geys/Villa Wintermans, Anselm Kiefer. Dit om maar enkele te noemen.
Zakelijk plan
79
Het M HKA werd geleidelijk een sterk merk in zijn liga, maar dient tegelijk zijn limieten onder ogen te zien. Evenementen blijven vaak niet optimaal georganiseerd. Teveel presentaties hadden wel potentieel en werden daardoor vaak door insiders gewaardeerd, maar slaagden er niet in dat potentieel naar een brede publieke toegankelijkheid te vertalen. Dat heeft niet alleen te maken met middelengebrek waardoor eerder nichemogelijkheden dienden te worden opgezocht dan echt een beleid kon worden uitgezet, maar ook doordat onvoldoende op langere termijn kon worden gepland. Dit leidde tot een vicieuze cirkel die enkel kan worden doorbroken door meer startmiddelen, maar ook door een betere productieplanning zodat meer externe middelen en coproducties mogelijk worden. Om de werking te kunnen continueren en kwalitatief te versterken is het daarom prioritair noodzakelijk om te investeren in een bijkomende aanwerving van 1 voltijds productie medewerker.
Meerjarenpersoneelsanalyse
ABCD (Archief, Bibliotheek, Collectie, Documentatie) Afdeling
Taken
Functie
Bezetting
ABCD
Leiding afdeling, budgetbeheer, externe vertegenwoordiging, coördinatie en planning collectiebeheer, coördinatie en planning onderzoek, beheer bruiklenen, administratie en opvolging verzekeringsdossiers, objectregistratie, tentoonstellingsprojecten, …
Afdelingsverantwoordelijke
1,00
Ontwikkelen collectiepresentaties, adhoc projecten, beheer verwervingsdossiers, beheer licentiecontracten, …
Expert presentatie collectie
0,50
Behoud en beheer, voorbereiding transporten, conditierapporten, begeleiding en opvolging restauraties, opstelplannen, adhoc tentoonstellingsprojecten, planning depotbeheer ism productie, ..
Medewerker collectie
1,00
Inventarisering en beheer collectie Vrielynck, begeleiden collectiepresentaties Vrielynck, onderzoek, …
Medewerker collectie
0,50
Project Hamers Up (Panamarenko), opzetten intake en inventarisering archiefwerking, kunstenaarsboeken en ‘tussenwerken’, …
Medewerker collectie
0,50
Beheer en ontwikkeling databasewerking en digitaal archief, formatteren digitale informatie, ontsluiten informatie, coaching en aansturing archief, bibliotheek en documentatiecentrum
Content management
1,00
Ontwikkeling ensemble bank en diverse digitale projecten
ICT ontwikkelaar
0,60
Registratie en beheer beeldmateriaal
Medewerker fotoarchief
0,50
Organisatie algemene werking, aankopen en administratieve opvolging, registratie boeken en AV materiaal, beheer database, beheer ICC-archief
Medewerker bibliotheek (kunst)
1,00
Onthaal, basisregistratie tijdschriften, post verdeling en sorteren
Bediende bibliotheek (kunst)
0,60
Organisatie algemene werking, aankopen en administratieve opvolging, registratie boeken, beheer datasysteem, beheer fotoarchief film
Medewerker bibliotheek (film)
1,00
Onthaal, registratie tijdschriften, documentatiecentrum
Bediende bibliotheek (film)
0,80
Subtotaal
9,00
Beleidsplan 2012—2016
80
De meest pijnlijke achterstanden werden reeds weggewerkt. De aanzet om te komen tot een grensverleggend en breed inzetbaar informatiebeheer werd aangevat en zal de komende periode zijn vruchten afwerpen. We willen die ook kunnen aanbieden als service voor andere actoren uit het beeldend kunstenveld. Volgende bijkomende aanwervingen zijn noodzakelijk om deze beweging te kunnen verder zetten en te verankeren: → Een voltijds registrator: De registrator zal instaan voor het beheer van de Adlib databank en het continueren van de lopende inhaalbeweging van de registratie. Met registratie bedoelen we niet alleen het vastleggen van de technische identificatiegegevens maar ook volgende acties: de bewegingen van de kunstwerken, de opvolging van de aanwervingdossiers, het uitwerken van documentsjablonen, de opname van conservatieen restauratiedossiers, tentoonstellingsrichtlijnen en manipulatieverzoeken. Verder moet ook de registratie van ‘tussenwerken’, kunstenaarsboeken en documentair materiaal opgestart worden. Dit alles zal resulteren in een hogere inzetbaarheid en ontsluiting bij collectiepresentaties, maar ook in een doorgevoerd en gecoördineerd collectieklassement. Met dit alles ontstaat de mogelijkheid om te groeien naar een geautomatiseerde en gestandaardiseerde bruikleenadministratie. → Een voltijds teksteditor: Het M HKA genereert, door zijn denken over kunst en door zijn inzichten in de beeldculturele werking van de maatschappij, digitale en materiële informatie. De content manager zorgt voor het systematisch duiden en valoriseren van deze informatie. Ze wordt ook door de content manager ingebed en ontsloten naar andere functies in het museum toe. Om dit materiaal te kunnen ontsluiten naar een breed, ook internationaal, publiek is er nog een stap nodig, de editing van dit gegenereerd tekstmateriaal. Het is onontbeerlijk om hiervoor beroep te kunnen doen op een in-house teksteditor die het Engels als moedertaal beheerst. Op deze wijze
Zakelijk plan
81
kunnen de inhoudelijke inzichten van het eigen onderzoek via diverse publicatiemogelijkheden, gaande van klassieke publicaties tot een web-based relationele databank, ook voor een internationaal publiek geconsolideerd en ontsloten worden. → Een voltijds archivaris: De toenemende vraag rond het behouden en inventariseren van kunstenaarsarchieven vraagt om de ontwikkeling van expertise en dienstverlening. Hierbij gaat het over het aanbieden van een archiveringsmethodiek, de ontwikkeling van samenwerkingsovereenkomsten met partners, het inventariseren van kunstenaarsarchieven en de punctuele digitalisering ervan en eventueel ook de ontsluiting via de ensemblebank. Hierdoor kunnen we een werkelijke en zinvolle samenwerking ontwikkelen met kunstenaars vanuit een engagement voor hun werk, en in overleg met hen, door onder optimale voorwaarden, archieven te te structureren, te beschrijven, en indien wenselijk te verwerven, te bewaren, te tonen, en te documenteren binnen het geheel van de collectie. Daarnaast is er nood aan een inzichtelijke analyse en optimalisatie van de bewaring, inventarisatie en ontsluiting van het eigen M HKA documentatiecentrum alsook het ICC-archief, zodat deze rijke archieven verankerd kunnen worden in de collectiewerking. Anderzijds zijn er archieven nauw verbonden met het M HKA die dreigen verloren te gaan, zoals bijvoorbeeld het archief van AS, of archieven van kleinere kunstorganisatiers, zoals van Het Kanaal. Maar ook het eigen bedrijfsarchief heeft nood aan goede richtlijnen voor structurering, inventarisatie en bewaring met het oog op toekomstige onderzoeksprojecten naar de geschiedenis en evolutie van de instelling.
Meerjarenpersoneelsanalyse
Publiekswerking Afdeling
Taken
Functie
Bezetting
Publiekswerking
Leiding afdeling, budgetbeheer, coachen en begeleiden medewerkers, visieontwikkeling, redactie en editing teksten, opmaak strategisch communicatieplan, onderhouden perscontacten, onderhouden contacten in het veld, sluiten van mediadeals,…
Afdelingsverantwoordelijke
1,00
Communicatie
Projectmedewerker communicatie presentatieactiviteiten, opvolgen en uitvoeren corporate communicatie, opvolging communicatieplanning, beheer communicatie instrumentarium, uitwerking specifieke acties
Medewerker communicatie
1,00
Bemiddeling
Planning en productie communicatie- en bemiddelingsinstrumenten (drukwerk en digitaal), huisstijl, contact externe vormgevers en drukkers, mee up to date houden website en culturele agenda’s
Medewerker communicatie (vormgeving)
1,00
Schrijven, verzamelen en redigeren van teksten voor publiekswerking
Medewerker communicatie (tekst)
0,50
Initiëren en opvolgen persstrategie cf het communicatieplan
Medewerker communicatie (pers)
0,60
Administratieve en uitvoerende ondersteuning van de communicatie
Bediende publiekswerking
0,80
Sub-totaal communicatie
3,90
Coördinatie bemiddeling en maatschappelijke betrokkenheid, budgetbeheer, visieontwikkeling bemiddeling, ontwikkelen bemiddelingsinstrumentarium, coördinatie dienstverlening naar de sector …
Coördinator bemiddeling
1,00
Realisatie van bemiddelingsinstrumentarium, bezoekerscomfort, aanmaak documentatiemappen, opzetten van bemiddelingsinitiatieven naar scholen en gezinnen, gidsenwerking, initiatie en realisatie publieksevenementen, …
Medewerker bemiddeling
1,80
Ontwikkeling en realisatie van bemiddelingsinstrumenten mbt filmeducatie voor onderwijs en gezinnen, opvolgen informatiestroom voor communicatie mbt Cinema Zuid, administratieve opvolging, …
Medewerker publiekswerking (Cinema Zuid)
0,50
Sub-totaal bemiddeling
3,30
Zorg voor klantvriendelijk onthaal in het museum en Cinema Zuid; planning, coaching en aansturing onthaalteam (toezichters en balie)…
Teamleader onthaal en publiekszorg
1,00
Ontvangst, ticketverkoop, bookshop, telefonisch onthaal, …
Medewerker balie
4,05
Toezichters
6,55
Sub-totaal onthaalteam Subtotaal
11,60 19,80
Onthaalteam
82
De afdeling publiekswerking consolideerde de voorbije jaren de toonaangevende bemiddelingswerking waarvan ze het veld in Vlaanderen mee hielp ontwikkelen. Dit leverde het M HKA de Vlaamse Museumprijs op. Er wordt een nieuwe methodologie opgestart om individuele bezoekers met de nodige zorg te omringen. Zij hebben immers nood aan een ander bemiddelingsinstrumentarium dan groepen. Ook bij de vele Extra muros initiatieven wordt extra aandacht besteed aan brede bemiddeling. Met onze bemiddelingsinstrumenten willen we op korte termijn een stap zetten richting digitalisering, zowel auditief als visueel. De communicatie werd sinds 2004 professioneel ontwikkeld. Voordien beschikte het M HKA niet over een communicatieafdeling, maar slechts over een persmedewerker. Deze dienst groeide ondertussen uit tot een cruciale spil in het proactief bekendmaken van het M HKA en zijn werking. De spanning blijft hier hoog, vooral ook omdat de voorbije jaren de interesse in en de aandacht voor het M HKA jaarlijks toeneemt. Naast de klassieke communicatiekanalen spelen vandaag ook online communicatie en social media een steeds grotere rol. Dit is voor het M HKA ontwikkelingsterrein. Bovendien vereist de werking ook een internationale oriëntering van de communicatie. Daarom is minimaal een uitbreiding nodig van de medewerker pers van 0,6 VTE naar 1 VTE en een uitbreiding van de medewerker tekst van 0,5 VTE naar 1 VTE.
Zakelijk plan
83
Meerjarenpersoneelsanalyse
Ondersteuning Afdeling
Taken
Functie
Bezetting
Ondersteuning
Coördinatie financiële administratie, coördinatie en uitvoering personeelsadministratie, opvolging subsidiedossiers, coördinatie team administratie, opvolging algemene ondersteuning hele werking, …
Coördinator personeel en bedrijfsorganisatie
1,00
Boekhouding, betalingen, verzekeringen, …
Boekhouder
0,79
Economaat, assistentie boekhouding, kassabeheer, databeheer, verzendingen, postbedeling, algemene administratieve ondersteuning, opmaak contracten jobstudenten,
Bediende administratie (waarvan 1 WEP+)
2,00
Opvolging werking Vrienden van het M HKA, vrijwilligerswerking, initiëren en uitvoeren activiteiten van derden, opvolging bedrijvenclub, sponsordossiers, …
Medewerker evenementen en fundraising
1,00
Beheer informatica voor de gehele werking
Medewerker PC-support
1,00
Medewerker cafetaria
2,00
Beheer en onderhoud infrastructuur, planning en opvolging herstellingen, beheer onderhoudscontracten, veiligheidscoördinator, beheer technische installaties, coördinatie team techniekers
Facility manager
1,00
Schoonmaak Cinema Zuid, kleine onderhoudsklussen, …
Hulp housekeeping (WEP+)
1,00
Technieker
5,00
Subtotaal
14,79
Opbouw tentoonstellingen (ook extra muros), transporten kunstwerken, onderhoud en herstelling infrastructuur, …
Beleidsplan 2012—2016
84
De voorbije jaren is erg geïnvesteerd in de verbetering van de werking van de ondersteunende diensten. Een verbeterde begrotings methodiek en een efficiëntere organisatie van de boekhouding zorgden ervoor dat M HKA er in slaagde om via kwartaalrapporteringen de budgettaire opvolging adequaat te kunnen monitoren. We kunnen er niet omheen dat de omzet en dus ook het aantal te verwerken stukken erg is toegenomen. Een uitbreiding van een 0.79 VTE naar een voltijdse boekhouder kan dan ook maar moeilijk op zich laten wachten. In de beleidsperiode 2006-2010 is er gewerkt aan een nieuw personeelsbeleid waarin o.a. aan bod kwamen: organogram met functieomschrijvingen, vergaderstructuur, een CAO functieclassificatie, een CAO prestatieverloning, een instapdiversiteitsplan, … Daarin zitten een aantal noodzakelijke acties verscholen m.b.t. functioneringsmethodiek, evaluatiegesprekken, een VTO — (vormingtraining-opleiding) beleid, enz. Deze processen vragen dringend om verdere ontwikkeling, implementering en opvolging. Met de huidige bezetting van de ondersteunende dienst. De beschikbare werktijd van baliemedewerkers, toezichters en M HKAFE-medewerkers ligt zeer ver onder de noodzakelijke inzet om in deze diensten continu te voorzien. Dit wordt verder aangevuld met jobstudenten, freelance medewerkers, PWA, ed. Het aantal contractbewegingen van jobstudenten ligt voor 2010 op 618. Tenslotte is ook de vrijwilligerswerking gegroeid en komen er steeds meer stagiairs. Ook op personeelsadministratief vlak is hier dus sprake van een enorme toename aan workload. De bijkomende aanwerving van een voltijds medewerker personeelsadministratie is een minimum om aan al die verwachtingen te kunnen beantwoorden.
Zakelijk plan
85
Meerjarenpersoneelsanalyse
Samenvatting in voltijds equivallenten huidige gewenste Afdeling bezetting aanwerving totaal Directie Presentatie ABCD Publiekswerking Ondersteuning Totalen
3,00 12,80 9,00 19,80 14,79 59,39
-- 1 3 0,9 1,2 6,10
3,00 13,80 12,00 20,70 15,99 65,49
Gespreid over de volgende jaren voorzien wij een groei met 6,1 VTE. Daarmee blijven we ver onder de gewenste minimale bezetting die beargumenteerd werd voor de huidige beleidsperiode (groei naar 74,5 VTE) en ook onder het advies van het rapport van de UAMS (een groei naar 70,17 VTE). Deze minimale vraag heeft effecten die we zo goed mogelijk trachten op te vangen door samenwerkingen, zoals ons voorstel om restauratie structureel aan het SMAK toe te wijzen, zodat we hier geen eigen afdeling moeten voor uitbouwen. Bijkomende vraag toezichters Een belangrijke, resterende vraag betreft het noodzakelijk aantal VTE toezichters. M HKA heeft op dit ogenblik 6,55 VTE toezichters in dienst. Als we er van uit mogen gaan dat de basisbezetting ingevuld moet kunnen worden met vaste medewerkers dan hebben dan is dit 3 VTE onder het minimum. Aantal openingsdagen 200% voor zondag 200% voor feestdag Totaal aantal dagen uur/dag VTE sub-totaal uren extra voor avondopening op donderdag sub-totaal openingsuren minimale bezetting voor een openingsdag totaal aantal nodige werkuren maximum aantal uren voor een VTE aantal benodigde toezichters
309,00 52,00 11,00 372,00 7,60 2.827,20 156,00 2.983,20 5,00 14.916,00 1.600,00 9,32
In bovenstaande tabel werd geen rekening gehouden met extra openingstijden voor bijzondere activiteiten (museumnacht, Arts Birthday, openingen van de grote tentoonstellingen, … De bezetting van 9,5 VTE toezichters is een minimale raming. Ziektes en vakantiedagen kunnen opgevangen worden door studenten, PWA. We willen deze keuze niet prioritair stellen, al zou ze ons toestaan een omslag te maken in het profiel van de toezichters met bijkomende gastheren/gastvrouwen, waardoor de publieksvriendelijkheid van het museum zou verhogen. De noden op inhoudelijke domeinen zijn echter groter. Vanuit een objectiverende argumentatie willen we toch ook wijzen op deze noodzakelijkheid. Budgettair stellen we voor om dit als bijkomend groeiscenario voor het laatste deel van de volgende beleidsperiode te plannen.
Beleidsplan 2012—2016
86
Begroting personeel Continu beleid Onderstaande tabel geeft een meerjaren prognose van de loonkosten met continu beleid. We zijn hierbij uitgegaan van de detailbegroting 2011. Gegeven de huidige macro economische gegevens berekenden we een jaarlijkse indextoename van 2,2%. De laatste verhoging dateert van oktober 2010. De volgende indexsprong wordt op dit ogenblik verwacht in september 2011. Een jaarlijkse indexering is op basis van dit gegeven licht onderschat, maar een verantwoorde minimale parameter. De loonkosten stijgen in de periode 2012 – 2016 hierdoor met 8,08%. Er is geen rekening gehouden met de loonkostgroei door anciënniteitssprongen van de medewerkers. Deze zal dienen te worden opgevangen door interne rationalisering. 2012
2013
2014
2015
2016
Vast • brutolonen • RSZ werkgever
1.948.914 609.960
1.987.892 622.159
2.027.650 634.602
2.068.203 647.294
2.109.567 660.240
Gesco • brutolonen • RSZ Werkgever
140.476 11.458
143.285 11.687
146.151 11.920
149.074 12.159
152.055 12.402
WEP + • brutolonen • RSZ Werkgever
74.471 5.955
75.961 6.074
77.480 6.195
79.029 6.319
80.610 6.445
Totaal bruto Totaal RSZ WG • Woon/werk • Bijdrage MCH
2.163.861 634.512 30.000 56.809
2.207.138 647.202 30.600 56.809
2.251.281 660.147 31.212 56.809
2.296.306 673.349 31.836 56.809
2.342.232 686.816 32.473 56.809
Subtotaal continu
2.885.182
2.941.750
2.999.448
3.058.301
3.118.331
Zakelijk plan
87
Meerjarenpersoneelsanalyse
Groeivoorstel prioritaire groei De toegelichte uitbreiding met 6,1 VTE wordt in onderstaande tabel uitgezet over de verschillende jaren van de volgende beleidsperiode. De invulling van de personeelsbezetting zal hierdoor pas in 2015 op kruissnelheid zijn. We zijn uitgegaan van een basiswedde van 2.400 € bruto/maand. Dit komt overeen met een gemiddeld loon in het tweede kwartiel van loonband 3.
Toename per jaar
2012
2013
Groei (in VTE) • brutoloon • RSZ werkgever • Woon/werk • bijdrage MCH
3,1 100.589 32.531 3.100 2.999
3,00 99.291 32.112 3.00 2.903
Subtotaal
139.219
137.305
• brutoloon • RSZ werkgever • Woon/werk • bijdrage MCH
100.589 32.531 3.100 2.999
Subtotaal groei
139.219
2014
2015
2016
199.880 64.643 6.100 5.902
204.277 66.065 6.100 5.902
208.771 67.519 6.100 5.902
213.364 69.004 6.100 5.902
276.524
282.344
288.291
294.370
Cumul groei
Samengevat: Ten opzichte van de loonkost 2012 met continu beleid (2.885.182 €) voorzien we een stijging van de loonkost 2016 (3.412.701€) met 18,28%. Hiervan is 8,08% te wijten aan de verplichte indexering van lonen (zowel op loonkost continu als op loonkost groei). De stijging van de loonkost door de groei betekent een toename met 10,20%. Cumul groei
2012
2013
2014
2015
2016
• brutoloon • RSZ werkgever • Woon/werk • bijdrage MCH
2.264.450 667.044 33.100 59.808
2.407.018 711.846 36.700 62.711
2.455.558 726.212 37.312 62.711
2.505.077 740.868 37.936 62.711
2.555.597 755.820 38.573 62.711
Totaal
3.024.402
3.218.274
3.281.792
3.346.593
3.412.701
Beleidsplan 2012—2016
88
Optioneel groeivoorstel inclusief bijkomende aanwerving toezichters. In onderstaande tabel werd de loonkost voor toezichters gebaseerd op een bruto maandloon van 1.900€. Toename per jaar
2012
2015
2016
Groei (in VTE) brutoloon RSZ werkgever Woon/werk bijdrage MCH
1,5 40.237 12.173 1.500 1.451
1,5 41.042 12.416 1.500 1.451
Subtotaal
53.361
56.409
2015
2016
brutoloon RSZ werkgever Woon/werk bijdrage MCH
40.237 12.173 1.500 1.451
81.279 24589 3.000 2.903
Subtotaal
53.361
111.770
Cumul
2012
2013
2014
2013
2014
Continu + groei + optie groei
2012
2013
2014
2015
2016
brutoloon RSZ werkgever Woon/werk bijdrage MCH
2.264.450 667.044 33.100 59.808
2.407.018 711.846 36.700 62.711
2.455.558 726.212 37.312 62.711
2.545.314 753.041 39.436 64.162
2.636.875 780.409 41.573 65.613
Totaal
3.024.402
3.218.274
3.281.792
3.401.954
3.524.471
Totaal VTE
bezetting M HKA 2005
Zakelijk plan
89
bezetting M HKA 2005
adviesrapport De Brabander 2005
M HKA 2012-2016 gevraagde minimumbezetting
Meerjarenpersoneelsanalyse
Vancouver staat al decennia lang wereldwijd bekend als de thuishaven van een gerenommeerde kunstscène. In 2005 maakt het M HKA deze inspirerende scène tot onderwerp van zijn wintertentoonstelling. De titel Intertidal – een verwijzing naar het niemandsland dat elke dag door het spectaculaire getijdenverschil droog komt te liggen – is een metafoor voor de vele dualismen die de kunstproductie in Vancouver karakteriseren. Bij de tentoonstelling brengt het M HKA ook een standaardwerk over deze scène uit. > Ron Terada, Stay away from lonely places, 2005, gevel M HKA, Foto M HKA
Financiële meerjarenplanning
91
Groeikeuzes budget Zoals eerder vermeld, werd de beargumenteerde groei van het M HKA naar een dotatie van 6 mio € in 2010 een legislatuur geleden zowel door het rapport van de UAMS als door de internationale adviescommissie als te beperkt beschouwd. We blijven ruim 1,5 mio € onder dit budget. Tegelijkertijd noopt de budgettaire situatie van Vlaanderen ons om niet te verwachten dat er echt krachtige keuzes zullen worden gemaakt. Daarom vraagt het M HKA om voor de eigen dotatie opnieuw aan te sluiten bij de gefaseerde groei die eerder was vooropgesteld, om zo geleidelijk de historische achterstand in te lopen. Een eerste focuspunt hier (zie afzonderlijke motivatie) is het verder invullen van het benodigde personeelskader, om zo een
Presentatie ABCD Publiekswerking Uitgaven inkomsten in eigen beheer Gebouw en infrastructuur Werkingskosten Werknemerskosten Honoraria Afschrijvingen Financiële kosten Belastingen BATEN Presentatie ABCD Publiekswerking Inkomsten eigen beheer Subsidies en toelagen Divers Financiële opbrengsten
Beleidsplan 2012—2016
92
stabiele institutionele werking op voldoende hoog expertiseniveau te kunnen waarborgen. Voor de financiële meerjarenplanning wordt er daarnaast geopteerd om in te zetten op een beperkt aantal goed argumenteerbare en prioritaire domeinen waarvan we nu vaststellen dat ze duidelijk ondergefinancierd zijn. Basismeerjarenbegroting Onderstaande tabel geeft een meerjarenprognose op basis van een continu beleid. Vertrekkend van de begroting 2011 werden de verschillende begrotingsposten aangepast met een indexering van 2,2% jaarlijks. Dit is de laatst gekende indexprognose.
2012
2013
2014
2015
2016
663.000 181.080 422.280 171.800
677.586 188.414 431.550 175.520
692.493 195.799 441.023 179.442
707.728 203.236 450.704 183.390
723.298 210.728 460.598 187.425
347.950 229.410 3.263.232 32.100 265.000 6.500 3.500 5.585.852
355.605 234.457 3.327.912 32.712 265.000 6.630 3.570 5.699.015
363.842 239.615 3.393.900 33.327 265.000 6.763 3.641 5.814.845
372.348 244.887 3.461.224 33.944 265.000 6.898 3.714 5.933.073
380.932 250.274 3.529.910 34.564 265.000 7.036 3.789 6.053.553
175.800 8.000 61.500 328.500 4.726.856 284.196 1.000 5.585.852
181.616 8.000 63.000 338.510 4.817.129 289.430 1.000 5.699.015
187.448 8.000 64.500 348.559 4.909.389 295.282 1.000 5.814.845
193.297 8.000 66.000 358.647 5.003.678 301.439 1.000 5.933.073
199.163 8.000 67.500 368.776 5.100.041 307.708 1.000 6.053.553
Toelichting uitgaven Presentatie (bij continu beleid) 2012
2013
2014
2015
2016
Grote tentoonstellingen Collectiepresentaties Interventies Expo’s in Fotomuseum Extra Muros Latt M HKA evenementen Social/Cultural Warehouse Publicaties Cinema Zuid zaal 1 Cinema Zuid zaal 2 Algemene Werking Internationale werking
236.000 45.000 10.000 30.000 50.000 28.000 28.000 21.000 52.000 91.000 16.000 21.000 35.000
241.325 42.740 10.424 31.273 46.910 29.188 28.667 23.976 54.207 93.820 16.679 21.891 36.485
246.634 43.680 10.654 31.961 47.942 29.830 29.298 24.504 55.399 95.884 17.046 22.373 37.288
252.060 44.641 10.888 32.664 48.997 30.487 29.942 25.043 56.618 97.993 17.421 22.865 38.108
257.605 45.623 11.128 33.383 50.074 31.157 30.601 25.594 57.864 100.149 17.804 23.368 38.947
Sub-totaal
663.000
677.586
692.493
707.728
723.298
Bovenstaande financiële planning geeft een beeld van de budgettaire inzet op de diverse onderdelen van het presentatiebeleid. Ze brengt de verschillende presentatieformats ook in een juist en bijna steeds relativerend perspectief. 16 % van het presentatiebudget gaat naar de programmering van Cinema Zuid. Kern hierbij is de basisprogrammering van enerzijds historische films en anderzijds kwaliteitsfilms die buiten het commerciële circuit vallen, die loopt gedurende 300 dagen per jaar. Daarnaast organiseert Cinema Zuid op regelmatige basis evenementen waarbij de grenzen van de cinema worden afgetast en de wisselwerking met andere media wordt onderzocht. In de vorm van performances, gesprekken, lezingen en reeksen wordt het publiek uitgedaagd om cinema vanuit onverwachte standpunten te bekijken. Niet alleen de mediagrenzen worden overbrugd, ook onze eigen grenzen worden afgetast, door samenwerkingen aan te gaan met diverse organisaties (Canvas, Universiteit Antwerpen, deSingel, de Vlaamse Opera, Daarkom, VPRO, de scenaristengilde en vele andere). De budgetten voor de werking van Cinema Zuid worden, naast de huur en transport van films, ook ingezet voor honoraria aan kunstenaars, sprekers en de organisatie van evenementen in Cinema Zuid. Het budget voor Extra muros-projecten
Zakelijk plan
93
(50.000€) is de basisinzet die M HKA voorziet voor collectietentoonstellingen en samenwerkingen buiten de eigen museummuren. Dit gaat om spreidingsinititiatieven in Vlaanderen zoals Cultuurstraten en Visite maar ook om grote tentoonstellingen, vaak in het buitenland. Lopende voorbeelden voor 2011 zijn: Anselm Kiefer in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, The Melancholy of Resistance in het Centre of Contemporary Art Znaki Czasu, Torun (Polen), de komende openingstentoonstelling in het MAS Meesterwerken in het MAS. Het spreekt voor zich dat dit geen kostendekkend budget is. Het wordt steeds aangevuld met bijdragen van andere partners en er is soms ook financiële return. Twee beeldende kunstcollectiepresentaties per jaar met een budget van 45.000, jaarlijks één op de collectie Vrielynck gebaseerde tentoonstelling op de vierde verdieping van het FotoMuseum (een ruimte die medegefinancierd werd door de Vlaamse Gemeenschap) met een budget van 30.000 €, een budget van 28.000 € voor 4 kleine tentoonstellingen met een sterkere focus op jonge en/of lokale kunstenaars (Lonely At The Top) op de vijfde en zesde verdieping van M HKA; de budgetten bij deze presentatieformats dragen budgettair een grote beperking in zich.
Financiële meerjarenplanning
Naast bovenvermelde Extra muros activiteiten geeft onze betrokkenheid bij de uitgave van het gerenommeerde kunsttijdschrift Afterall het M HKA een belangrijke onderzoekspositie binnen het internationale kunstenveld. M HKA heeft een zetel in de vijf personen tellende redactieraad en levert op zeer regelmatige basis diepgaande tekstbijdragen. Afterall kent een brede verspreiding in Europa, Canada en de Verenigde Staten. De kleine bijdrage aan Afterall en de kost voor een eindejaarspublicatie betekenen 37.000 van het budget van publicaties. Het saldo wordt ad hoc ingezet voor kleiner drukwerk. Er zijn geen middelen voor publicaties bij tentoonstellingen, die moeten steeds ‘gevonden’. Het budget internationale werking wordt ingezet voor Europese samenwerkingsinitiatieven en buitenlandse prospecties. De nu lopende samenwerkingen zijn het Comité van Roosendaal (M HKA Antwerpen, De Appel Amsterdam, Bundeskunsthalle Bonn, Van Abbemuseum Eindhoven, Extra City Antwerpen, BAK Utrecht, Museum Ludwig Keulen, Mudam Luxemburg, Kunstverein für die Rheinlande und Westfalen Düsseldorf, B.P.S. 22 Charleroi, Witte de With Rotterdam, Wiels Brussel) en De Internationale (M HKA Antwerpen, Van Abbemuseum Eindoven, Julius Köller Society Wenen, Moderna Galerij Ljubljana, Macba Barcelona).
Beleidsplan 2012—2016
94
Presentatie: toelichting groeivoorstel Grote tentoonstellingen + 165.000 €: Ons tentoonstellingsprogramma bepaalt meer dan wat ook het beeld dat het M HKA naar een ruim professioneel en niet-professioneel publiek uitdraagt. Europa kent een hoge standaard op het vlak van hedendaagse beeldende kunsttentoonstellingen en het publiek van vandaag is zeer mobiel en geïnformeerd. De criteria waaraan onze tentoonstellingen worden afgemeten liggen dan ook erg hoog. Om hieraan in de toekomst tegemoet te kunnen komen vragen wij een – naar Europese normen – bescheiden verhoging. Ook dan zal voor dergelijke projecten nog intensief gezocht dienen te worden naar bijkomende financiering o.a. via sponsoring, externe fondsen en coproducties. Met een iets hoger eigen budget wordt het echter mogelijk dit trefzekerder te doen. Nu vallen teveel tentoonstellingsmogelijkheden al vooraf buiten beschouwing. Voor grote tentoonstellingen werken we nu met een gemiddeld budget van 75.000 € per tentoonstelling. Met deze basisinzet zijn zelfs verkennende gesprekken met vele kunstenaars onmogelijk. Via benchmarking met andere, vergelijkbare musea werd reeds vaak beargumenteerd dat deze budgetten extreem laag liggen. Enkele recente voorbeelden: M HKA werkte mee aan de Anselm Kiefer tentoonstelling in het KMSKA, een overzichtelijke overname – wat normaal goedkoper is – zonder publicatie. Een tentoonstelling die, ook zonder samenwerking, tot de basismogelijkheden van het M HKA zou moeten horen. Het budget voor deze ene tentoonstelling ligt boven het ganse M HKA jaarbudget voor grote tentoonstellingen. Ander voorbeeld is de openingstentoonstelling van het MAS Meesterwerken in het MAS, een tentoonstelling waar naar uitgekeken wordt, maar die tegelijkertijd ook ‘maar’ voor een tentoonstellingsoppervlakte van 800m2 gebouwd wordt. Het budget voor deze tentoonstelling ligt op ruim het dubbele van het jaarbudget voor tentoonstellingen in het M HKA.
Het M HKA levert grote inspanningen om via andere kanalen bijkomende middelen te verwerven. Zoals in het laatste evaluatieverslag van het agentschap Kunsten en Erfgoed stond: “In vergelijking met andere musea scoort het M HKA sterk op het vlak van sponsorwerving.” Die inspanning is echter in de huidge omstandigheden uitsluitend mogelijk indien voor een bepaald project bedrijven aanspreekbaar zijn om productiekosten in natura ter beschikking te stellen. Bedrijven die aanspreekbaar zijn voor zuivere en aanzienlijke financiële sponsoring in de hedendaagse kunst, zijn, zeker in de huidige economische context, niet ruim beschikbaar en enkel voor toptentoonstellingen die nu buiten het bereik van het M HKA vallen, we betreden hier ook de arena waar veel grotere spelers (van het Antwerpse Sportpaleis tot Rock Werchter) een voor ons onhaalbare return kunnen bieden. De lopende tentoonstelling Liam Gillick en Lawrence Weiner, Een syntaxis van afhankelijkheid: is er uitsluitend kunnen komen omdat het M HKA Forbo, de producent van linoleum, heeft kunnen overtuigen tot een natura sponsoring van 95.912€. Zonder Forbo zou deze tentoonstelling niet gerealiseerd zijn. Voor de meeste projecten is een dergelijke match niet voorhanden. Het tentoonstellingsbudget van M HKA gaat vaak voor meer dan de helft naar transportkosten uit het buitenland en dan gaat het nog enkel om het minimum. Bovendien vragen meer en meer musea bruikleenvergoedingen wat bijkomend op onze budgetten weegt. Voor de ontwikkeling van tentoonstellingen doen de meeste musea een beroep op scenografen voor opstellings- en lichtplan. Voor de MAS tentoonstelling is dit bv. B-architecten die daarvoor een budget, voor fee alleen, van ongeveer 40.000 € krijgen. Dat dit in M HKA nooit kan, hoeft geen betoog. Elke tentoonstelling zou, omwille van de kwaliteits- en onderzoeksdimensie, geflankeerd moeten worden door een publicatie of catalogus. Dat geeft tentoonstellingen ook een gewicht, het geeft een gevoel van houvast aan het publiek, ook als ze het boek niet kopen. Ook hier kunnen we slechts symbolische middelen voor inzetten. Voor sommige projecten zoals bv.
Zakelijk plan
95
Craigie Horsfield is het mogelijk om een uitgever te overhalen zelf alles te investeren. Voor thematentoonstellingen zoals bv. De orde der dingen lukt dat niet en worden er bijgevolg geen publicaties gemaakt. Een geleidelijke stijging van het tentoonstellingsbudget met 165.000 € op jaarbasis is dan ook een beperkte maar terechte vraag. Het gemiddelde startbudget per tentoonstelling komt daarmee op 133.000 €. Dan wordt het aantrekken van externe middelen meer denkbaar en kunnen we een kwalitatieve omslag maken. Als de verhoging kan, maken we ons sterk dat we per project 70.000 € bijkomend extern kunnen vinden (sponsoring, coproductie en andere partnerships) en meer bezoekers kunnen bereiken waardoor we aan een budget van ruim 200.000 € per project kunnen denken. De overige presentaties dienen dan verder low budget gerealiseerd te worden zoals nu al het geval is. Programmering film + 25.000 €: Cinematek, de belangrijkste partner waar Cinema Zuid mee samenwerkt en voor meer dan 50% op leunt voor de vertoning van originele filmcopies, verhoogt in 2011 met 25% de huurprijs. Dit werd éénmalig opgelost door Kino Eye, een belangrijk jaarlijks evenement, in 2011 niet te organiseren. Parallel met dit voldongen feit verhoogden recent ook de reguliere distributeurs hun prijzen met gemiddeld 10%. Bijkomend gegeven zijn de (ondanks gunsttarief) duurdere transportkosten bij TNT. De kostenstijging voor onze filmprogrammering is dan ook geen wens of vraag. Indien we willen blijven garant staan voor een in Vlaanderen uniek en kwalitatief filmhistorisch programma, waar naast het reguliere publiek ook het onderwijs gretig gebruik van maakt is dit een niet te vermijden meerkost.
Financiële meerjarenplanning
Honoraria artistiek + 20.000 €: Het M HKA zorgt er reeds langer voor dat de medewerking van kunstenaars ook gehonoreerd wordt door de betaling van een honorarium. Dat was in het iets verdere verleden niet zo. Deze vergoedingen blijven veelal nog op een symbolische laagte. Voor jonge kunstenaars die kleine projecten met ons realiseren is dat een habbekrats, in een orde van 200 €. We betalen nu, voor een grote productie, een fee aan de kunstenaars in een schaal van 2000 € tot 5000 €. Dit lijkt veel, maar dit is dan voor kunstenaars die gedurende een week of meer aanwezig zijn voor prospectie, voorbereidingen en installatie en die minstens een maand werktijd in zo’n project investeren. Dergelijke honoraria betalen we ook aan occasionele externe curatoren. B.v. Liam Gillick en Lawrence Weiner kregen elk 3000 € voor maanden voorbereiding, ontwikkeling en uitwerking van ontwerpen voor de tentoonstelling A Syntax of Dependency: De kunstenaars hebben ook nog een mutiple ontworpen, allemaal voor het zelfde bedrag. Ook op dit punt willen we een mogelijke groei inzetten.
Beleidsplan 2012—2016
96
ABCD (Archief, Bibliotheek, Collectie, Documentatie) (bij continu beleid) 2012
2013
2014
2015
2016
Collectiebeheer en archivering Bibliotheekwerking Digitaal archief Aankopen kunstwerken, multipels,... Algemene werking Huur depot Panamarenko
45.900
46.910
47.942
48.997
50.074
18.360 14.280 5.100
18.764 14.594 5.212
19.177 14.915 5.327
19.599 15.243 5.444
20.030 15.579 5.564
7.140 75.000 15.300
7.297 80.000 15.637
7.458 85.000 15.981
7.622 90.000 16.332
7.789 95.000 16.691
Sub-totaal
181.080
188.414
195.799
203.236
210.728
ABCD: toelichting groeivoorstel Collectiebeheer: + 100.000 € De kost voor het collectiebeheer loopt steeds op. De depotwerking, en de huur van een depotruimte in het bijzonder, kost meer dan verwacht en de steeds toenemende activering van de collectie brengt veel bijkomende bewegingen met zich mee. Om deze mobiliteit van de collectie in optimale omstandigheden te laten verlopen, moeten de verbeteringstrajecten met betrekking tot ‘behoud en beheer’ van de collectie verder kunnen doorgevoerd, en nieuw verworven kunstwerken worden voorzien van aangepaste en degelijke bewaar- en verpakkingsmaterialen. Maar ook retroactief is een inhaalbeweging noodzakelijk: vele werken hebben nog geen optimale bescherming of verpakking, (zo werd het werk van Eijckelboom, bestaande uit 160 ingekaderde foto’s, van hanteerbare bekisting voorzien - de kost voor de bekisting bedroeg 2.600 €; en 2 flight cases voor 4 foto’s in lichtbakken van Menlibayeva kostte 2.200 €) en voor andere werken is de bestaande verpakking of bekisting aan dringende vervanging toe (m.n. de werken van Jan Fabre, Luc Tuymans). Met een verhoging van 30.000 € kunnen we een dertigtal kisten per jaar vervangen of aanmaken.
Zakelijk plan
97
Daarnaast kan na het in kaart brengen en de eerste saneringen nu geleidelijk worden gewerkt aan een beter ‘behoud en beheer’, met het punctueel in goede toestand brengen, restaureren en soms zelfs - in samenspraak met de betrokken kunstenaar, een werk opnieuw produceren, wat substantiële kosten met zich zal meebrengen (Het recent gerestaureerde werk van Dujourie had een kost voor materiaal, werkuren, en verpakking van 5.000 €). Met een punctuele stijging in deze orde zouden we jaarlijks een werk kunnen aanpakken en b.v. de installatie van Muntadas (N/S/E/W) terug kunnen reconstrueren en activeren. Op lange termijn zijn wij vragende partij om onderzoek te verrichten naar mogelijke schaalwinsten door middel van afspraken en samenwerkingsovereenkomsten met andere instellingen. We zouden daarin graag met betrekking tot restauraties van kunstwerken uit de collectie een complementariteit zien groeien met het SMAK, dat een restauratieatelier uitbouwt. In de beheersovereenkomst tussen het SMAK en de voogdij
Financiële meerjarenplanning
overheid dient dan opgenomen dat hiervoor een gegarandeerd volume zou worden voorzien voor het M HKA. Anderzijds wil M HKA meer inzetten op het onderzoek naar het behoud en beheer van kunstwerken op digitale dragers, waardoor er een investering en uitbouw nodig is in diverse hardware voor opslag en samenwerkingsverbanden met partners zoals Packed en Argos. De toenemende vraag rond het behouden en inventariseren van archieven en met name kunstenaarsarchieven vraagt om de ontwikkeling van expertise en dienstverlening. Hiervoor willen we een minimum aan eigen expertise meteen ook inzetten voor dienstverlening, met het oog op de structurering en het optimale bewaren ervan. Dit zal een bijkomende kost voor ons genereren wat betreft zuurvrije bewaar- en verpakkingsmaterialen. Ook het eventueel opvangen van archieven – waarvoor er in Vlaanderen nu geen capaciteit is - zal kosten met zich brengen. Dit geldt ook voor de optimalisatie van de bewaring, inventarisatie en ontsluiting van het eigen M HKA documentatiecentrum met het ICC-archief. Ook punctuele digitalisering van archieven zal bijkomende kosten met zich meebrengen met betrekking tot de nodige hardware. Met een stijging van 10.000 euro zou deze digitalisering, startend met digitalisering van de diatheek van M HKA en ICC bestaande uit ca. 7.200 dia’s, gefaseerd gerealiseerd worden. Als eigen speerpunt wil M HKA een gedigitaliseerde werkwijze ontwikkelen die actieve betekenisgeving mogelijk maakt en die complementair is met en aansluit op bestaande initiatieven, allerhande databasestandaarden enerzijds en deep storage projecten anderzijds. Deze werkwijze willen we ontwikkelen vanuit de eigen werking en in een latere fase deze ter beschikking stellen voor andere actoren in het beeldende kunstenveld. Om in de toekomst het beheer en de doorstroming van digitale beelden, gescand fotomateriaal, gedigitaliseerde videobanden en film beheersbaar te maken, zijn investeringen nodig in computer software en/of hardware systemen
Beleidsplan 2012—2016
98
voor het beheerproces van ‘digitale assets’, en is een upgrade vereist van de in gebruik zijnde registratieprogramma’s. Dit zal een meerkost betekenen van 6.000 € op een jaar. Het stelselmatig verder contextualiseren van kunstenaars en kunstwerken waarvoor het M HKA zich heeft geëngageerd, door het realiseren en verwerven van allerhande beeld- en tekstmateriaal, zal, naar internationale ontsluiting toe, een continue kost van goede vertalingen inhouden. Als lokale kunstenaars door actieve participatie beter betrokken worden bij het museum en ze duurzaam worden gedocumenteerd, door de organisatie van bijvoorbeeld kunstenaarsinterviews, kunstenaarsrondleidingen in de collectiepresentaties, zal ook de kost voor geschikte opname apparatuur en software voor montage en dergelijke stijgen.
Publiekswerking (bij continu beleid) 2012
2013
2014
2015
2016
Communicatie Drukwerk Verzendingen Honoraria (auteurs, vertalingen, artistiek, …) Kosten openingen Websites Advertenties Vormgeving Distributie Representatie, promotie Documentatie, abo Reis, verblijf (incl. persreizen) Algemeen
256.020 54.060 15.810 40.800
261.632 55.249 16.158 41.698
267.367 56.465 16.513 42.615
273.228 57.707 16.877 43.552
279.217 58.977 17.248 44.511
10.200 6.630 37.740 51.000 9.180 14.790 3.366 10.200
10.404 6.776 38.570 52.122 9.382 15.115 3.440 10.424
10.612 6.925 39.419 53.269 9.588 15.448 3.516 10.654
10.824 7.077 40.286 54.441 9.799 15.788 3.593 10.888
11.041 7.233 41.172 55.638 10.015 16.135 3.672 11.128
2.244
2.293
2.344
2.395
2.448
Bemiddeling Gidsen Honoraria (vertalingen, vormgeving ...) Representatie Bezoekerscomfort Docu, abo, lidgelden Drukwerk Huur film onderwijs Honoraria (auteurs, artistiek, …) Reis, verblijf Algemeen
166.260 96.900 15.300
169.918 99.032 15.637
173.656 101.210 15.981
177.476 103.437 16.332
181.381 105.713 16.691
816 16.320 1.836 14.280 8.670
834 16.679 1.876 14.594 8.861
852 17.046 1.918 14.915 9.056
871 17.421 1.960 15.243 9.255
890 17.804 2.003 15.579 9.459
5.610 2.448 4.080
5.733 2.502 4.170
5.860 2.557 4.261
5.988 2.613 4.355
6.120 2.671 4.451
Sub-totaal
422.280
431.550
441.023
450.704
460.598
Zakelijk plan
99
Financiële meerjarenplanning
Publiekswerking: toelichting groeivoorstel Communicatie + 110.000 €: In 2004 bedroeg de kost voor communicatie slechts 1,4 % van de begroting. Dit is ondertussen geëvolueerd naar 4,5%. Hierdoor slagen we er in om een basiscommunicatie op te zetten. Echte mediacampagnes behoren binnen dat budget niet tot de mogelijkheden. In literatuur rond culturele organisaties wordt vaak aangegeven dat een minimum voor externe communicatie ongeveer 10% van de directe kost moet zijn van de algemene begroting. Daar is M HKA nog ver van verwijderd. Het zou een verdubbeling van de huidige communicatiebudgetten betekenen Nochtans, systematisch te weinig communiceren vreet aan de ‘top of mind’ positie van een museum bij het grote publiek en de geloofwaardigheid bij zijn belanghebbenden (belangrijke culturele actoren, bedrijfsleven, politici…). Vooral dit laatste is belangrijk om de kans op realisatie van financiële sponsoring de verhogen. Het M HKA beschikt nog maar sinds 2005 over een communicatiewerking die naam waardig. Tot oktober 2004 bestond deze afdeling niet. Het budget dat binnen het werkingsbudget kan vrijgemaakt worden voor het opzetten van een professionele communicatie dekt net de kosten van een basiscommunicatie en dit voor zowel de museale als de filmwerking (welke gericht is op een cinefiel georiënteerd publiek). Op jaarbasis communiceren we zo’n dertigtal projecten naast een filmwerking van 300 dagen per jaar. Het M HKA maakt hierin duidelijke keuzes, met low cost campagnes, een minimale corporate communicatie en een beperkte internationale communicatie-aanwezigheid. Toptentoonstellingen zoals de retrospectieve Chantal Akerman too Close, too Far verdienen een zowel lokaal breed gedragen als internationale mediacampagne, met een sterke aanwezigheid in het straatbeeld. Binnen het huidige budget is zulks niet denkbaar. Dat budgetten hier wel degelijk een verschil maken blijkt uit het voorbeeld van de tentoonstelling Anselm Kiefer. De stad Antwerpen investeerde hiervoor meer dan 60.000 € aan de communicatiecampagne,
Beleidsplan 2012—2016
100
wat zich vertaalt in een bezoekersaantal van meer dan 60.000. Voor de tentoonstelling Craigie Horsfield in dezelfde periode verwelkomde het M HKA 25.000 bezoekers, dit met een campagne ten bedrage van slechts 10.000 €. Een investering in de verhoging van het communicatiebudget zal zich, bij het sterk geprofileerd programma zoals het M HKA dat de komende vijf jaren wil neerzetten, niet alleen in hogere bezoekersaantallen vertalen, maar vooral in het creëren van een groter draagvlak voor hedendaagse beeldende Kunst in onze regio. Bemiddeling + 40.000 €: Het werkingsbudget voor bemiddeling zou bij continu beleid in 2012 166.000 bedragen. Hiervan gaat 95.000 naar de verloning van gidsen via interimstatuten. De werkingsmiddelen voor uitbouw van gerichte, vernieuwende bemiddelingsinstrumenten is dan ook minimaal te noemen. Voor de publieksbemiddeling beschikt M HKA nu dus nauwelijks over 60.000 € voor de ontwikkeling en realisatie van het volledig bemiddelingsinstrumentarium, titels, zaalteksten, vertalingen, publiekscomfort, noem maar op. Er worden in het beleidsplan duidelijke keuzes gemaakt om zowel op het vlak van publieksdiversificatie (groepen én individuele bezoekers) als van bezoekerscomfort (digitalisering en toegankelijkheid) stevige stappen vooruit te zetten. Als museum van Hedendaagse Kunst zijn we eraan gehouden om ons publiek ook op een hedendaagse wijze aan te spreken. De toekomst vraagt dan ook een investering op het niveau van ICT. Een groei met 40.000 € is minimaal nodig om de toenemende verwachtingen naar een nieuw, vooruitstrevend en voor iedereen toegankelijk instrumentarium voor een breed voor iedereen toegankelijk mogelijk te maken.
Gebouw en vaste infrastructuur 2012
2013
2014
2015
2016
Onderhoud Kosten beveiliging Verzekering Verbruik (gas, electriciteit, …)
187.810 17.850 18.870 123.420
191.942 18.243 19.285 126.135
196.579 18.644 19.709 128.910
201.404 19.054 20.143 131.746
206.228 19.473 20.586 134.645
Sub-totaal
347.950
355.605
363.842
372.348
380.932
Kosten infrastructuur: Het concessiecontract dat de Vlaamse Gemeenschap afsloot met het M HKA is ondertussen 20 jaar oud. In de overeenkomst werden de eigenaarverplichtingen ten laste van het M HKA gelegd. De logica die begin jaren 90 misschien gold, is intussen achterhaald. De renovatiewerken die het M HKA op eigen budget realiseerde in 2009 verbeterde de technische installaties (hoofdzakelijk klimatisatie en beveiliging) en zorgde voor verfraaiing (schilderwerken gevel, zalen, …). Het gebouw is ook op heel wat andere vlakken verouderd met daaraan gekoppeld hoog oplopende kosten (o.a. daken, liften, leidingen, …). Deze kosten wegen (te) zwaar op het minimale werkingsbudget waar het M HKA nu over beschikt. Een onderhandeling over de mogelijke overdracht van de eigenaarverplichtingen naar het FOCI kan niet uitgesteld worden tot 2016 (tijdstip waarop de huidige concessieovereenkomst afloopt). In andere vergelijkbare infrastructuren (kunstencentra, theaterhuizen, concertzalen, …) werd door de Vlaamse Gemeenschap, via FOCI, een afzonderlijke beheersovereenkomst afgesloten met duidelijke budgettaire verant-
Zakelijk plan
101
woordelijkheid voor enerzijds de eigenaar (de Vlaamse Gemeenschap) en anderzijds de gebruiker. Dit is, op lange termijn, een veel duurzamer model. De onderhoudskosten zijn in grote lijnen gespreid over 2 kostensoorten. Enerzijds de onderhoudskosten verbonden aan de uitbesteding van de schoonmaak (voor 2012 geraamd op 90.000€) en diverse onderhoudscontracten voor technische installaties (HVAC, liften, elektrische installaties, ..). Energiekosten zijn in het M HKA, zoals in andere musea, een niet onderschatten begrotingspost o.a. omwille van de noodzaak van climatisering van grote oppervlakten. We merken nu reeds dat de vernieuwde installatie een daling van de kosten realiseert en dit ondanks gestegen energieprijzen. De gemiddelde energiekost lag in de periode 2005-2008 op 151.000€. Voor 2012 ramen we die op 123.420€.
Financiële meerjarenplanning
Werkingskosten kantoor en logistiek 2012
2013
2014
2015
2016
Kantoor • Kantoorbenodigdheden • Onderhoud kantoormachines • Drukwerk kantoor • Kosten fotokopie
51.510 10.200 7.650
52.643 10.424 7.818
53.801 10.654 7.990
54.985 10.888 8.166
56.195 11.128 8.346
5.100 28.560
5.212 29.188
5.327 29.830
5.444 30.487
5.564 31.157
Post, telefoon, internet, … • Tel/fax/internet • GSM • Post • Koerier
67.830 30.600 18.360 18.360 510
69.322 31.273 18.764 18.764 521
70.847 31.961 19.177 19.177 533
72.406 32.664 19.599 19.599 544
73.999 33.383 20.030 20.030 556
ICT kosten Lidgelden, publicaties AK en onderhoud technisch materiaal Diverse leveringen Kosten wagenpark
22.950 8.670 33.150
23.455 8.861 33.879
23.971 9.056 34.625
24.498 9.255 35.386
25.037 9.459 36.165
15.300 30.000
15.637 30.660
15.981 31.335
16.332 32.024
16.691 32.728
Sub-totaal
229.410
234.457
239.615
244.887
250.274
2012
2013
2014
2015
2016
Loonkosten Losse medewerkers, jobstudenten, pwa, vrijwilligers Stagaires Verzekeringen Sociaal secretariaat Aanwervingskosten Opleidingen Beroepskledij Reis- en verblijfskosten • Binnenland • Buitenland Diverse • kosten vergaderingen • Kantine • Gelegenheidsgeschenken • Personeelsactiviteiten
2.885.182 97.090
2.941.750 99.226
2.999.448 101.409
3.058.301 103.640
3.118.331 105.920
5.000 140.000 22.400 2.000 50.000 3.060 27.500
5.000 143.080 22.848 2.000 51.100 3.121 28.105
5.000 146.228 23.305 2.000 52.224 3.184 28.723
5.000 149.445 23.771 2.000 53.373 3.247 29.355
5.000 152.733 24.246 2.000 54.547 3.312 30.001
Sub-totaal
3.263.232
Werknemerskosten
7.500 20.000 31.000
7.665 20.440 31.682
10.000 4.000 2.000 15.000
7.834 20.890 32.379
10.220 4.088 2.044 15.330 3.327.912
8.006 21.349 33.091
10.445 4.178 2.089 15.667 3.393.900
8.182 21.819 33.819
10.675 4.270 2.135 16.012 3.461.224
10.909 4.364 2.182 16.364 3.529.910
Het detail van de loonkosten werd boven reeds beargumenteerd. In de lopende beheersovereenkomst werd de loonkost voor het vast personeel geplafonneerd op maximaal 60% van de totale kost. Met de hier berekende begrotingspost komen we op een ratio van 51,65%. Dit sluit op een evenwichtige manier aan bij de goede verhoudingen van de voorbije jaren. De post verzekeringen omvat de kost voor arbeidsongevallenverzekering, burgerlijke aansprakelijkheid, groepsverzekering, en hospitalisatieverzekeringen.
Beleidsplan 2012—2016
102
Honoraria, afschrijvingen, financiële kosten 2012 Honoraria • Boekhouding • Juridisch advies • divers RvB, Vaste commissie… Sub-totaal
2013
27.000
2014
27.500 9.500 2.500 15.000
2015
28.000 10.000 2.500 15.000
2016
28.500 10.500 2.500 15.000
29.000 11.000 2.500 15.000
11.500 2.500 15.000
5.100 32.100
5.212 32.712
5.327 33.327
5.444 33.944
5.564 34.564
Afschrijvingen gebouwen roerende goederen Sub-totaal
215.000 50.000 265.000
215.000 50.000 265.000
215.000 50.000 265.000
215.000 50.000 265.000
215.000 50.000 265.000
Financiële Kosten Alg. bankkosten en intresten Sub-totaal
6.500 6.500
6.630 6.630
6.763 6.763
6.898 6.898
7.036 7.036
Belastingen Belastingen en taksen Sub-totaal
3.500 3.500
3.570 3.570
3.641 3.641
3.714 3.714
3.789 3.789
De post afschrijvingen gaat voor het grootste deel naar de ten laste neming van 1/12de van de renovatiekosten van 2009 (een totale kost van 1.973.571,26 €). De afschrijvingen van de renovatiekosten aan het Panamarenkohuis wegen voor 19.689,44 € op het afschrijvingsbudget. Voor het overige worden de aankopen van duurzame goederen met een waarde hoger dan 1.000 € afgeschreven conform de regels die vastgelegd werden door de Raad van Bestuur en die aansluiten bij de algemene boekhoudkundige regels.
Toelichting opbrengsten Presentatie Presentatie
2012
2013
2014
2015
2016
Presentaties • Inkom M HKA • Projectsponsoring Inkom Film
135.000 122.500 12.500 40.800
140.000 125.000 15.000 41.616
145.000 127.500 17.500 42.448
150.000 130.000 20.000 43.297
155.000 132.500 22.500 44.163
Sub-totaal
175.800
181.616
187.448
193.297
199.163
De publiekscijfers van het M HKA zitten de voorbije jaren in een continu stijgende lijn. Dit gegeven willen we ook als verwachting naar de toekomst projecteren, wat zich vertaalt in hogere ontvangsten.
Zakelijk plan
103
Financiële meerjarenplanning
ABCD ABCD
2012
2013
2014
2015
2016
Inkomsten bibliotheek Recuperaties Sub-totaal
500 7.500 8.000
500 7.500 8.000
500 7.500 8.000
500 7.500 8.000
500 7.500 8.000
De ontvangsten die we noteren binnen ABCD bestaan hoofdzakelijk uit de recuperatie van kosten: handlingskosten voor collectiewerken die uit gaan in bruikleen, recuperatie kopieerkosten in de bibliotheek, ed.
Publiekswerking Publiekswerking
2012
2013
2014
2015
2016
Cinema Zuid Workshops, gidsen, … Sub-totaal
15.500 46.000 61.500
16.000 47.000 63.000
16.500 48.000 64.500
17.000 49.000 66.000
17.500 50.000 67.500
De opbrengsten binnen publiekswerking hebben steeds te maken met begeleide activiteiten zoals workshops voor kinderen, begeleid bezoek aan het M HKA, begeleide filmvoorstellingen (hoofdzakelijk voor scholen). Ook hier stellen we een geleidelijke groei vast de voorbije jaren en willen we die evolutie doortrekken naar de toekomst.
Beleidsplan 2012—2016
104
2012
2013
2014
2015
2016
Kosten Cafetaria Bookshop Bedrijvenwerking
67.320 20.400 84.080
68.801 20.849 85.930
70.315 21.307 87.820
71.862 21.776 89.752
73.443 22.255 91.727
Inkomsten eigen beheer Cafetaria Bookshop • shop • Afterall Bedrijvenclub • leden • ereleden • sponsoring • natura sponsoring Verhuur accommodatie
135.000 35.000 32.500 2.500 138.500 17.500 14.000 27.000 80.000 20.000
140.000 37.500 35.000 2.500 141.010 18.000 14.250 27.000 81.760 20.000
145.000 40.000 37.500 2.500 143.559 18.500 14.500 27.000 83.559 20.000
150.000 42.500 40.000 2.500 146.147 19.000 14.750 27.000 85.397 20.000
155.000 45.000 42.500 2.500 148.776 19.500 15.000 27.000 87.276 20.000
Sub-totaal
328.500
338.510
348.559
358.647
368.776
Voor bovenstaande rubrieken zijn in belangrijke mate de saldi betekenisvol. Het M HKAFE is vooral een dienstverlening naar bezoekers. De wijze waarop deze plek in het M HKA ingepland is, op de bovenste verdieping zonder echte toegankelijkheid naar buiten, maakt het erg moeilijk om die volledig rendabel te maken. We merken wel sinds 2010 een belangrijke rendementsverbetering. Het bruto saldo lag in de periode 2005-2008 gemiddeld op 22.500 €. Voor 2012 en volgende willen aansluiten bij een saldo van ruim 67.000 € een cijfer dat we in 2010 al benaderen. De bookshop concentreert zich op eigen catalogi en publicaties, naast begeleidende publicaties bij lopende tentoonstellingen.
Zakelijk plan
105
De natura sponsoring lijkt cijfermatig niet rendabel, maar het brengt wel volgende meerwaarden mee: 33 gratis overnachtingen bij de Prem hotelgroep, gratis verf voor de inrichting van tentoonstellingen via Akzo Nobel, gratis advertentie ruimte bij Roelarta, gratis radiospots bij Klara en aanwezigheid op Cobra. be, gebruik van hoogtewerkers. We zoeken voortdurend naar het bestendigen van deze overeenkomsten en naar nieuwe mogelijkheden. Rond de bedrijvenclub vraagt de continuering van het bestaande ledenaantal reeds een continue aandacht en initiatief. Inspanningen die kunnen leiden tot beperkte groei mag hier verwacht worden.
Financiële meerjarenplanning
Diverse opbrengsten
2012
2013
2014
2015
2016
Diverse opbrengsten Teruggevorderde onkosten Recuperatie personeelskosten • teruggevorderde lonen • recuperatie gesco’s / wep plus • sociale maribel • Via-middelen en andere
1.500 3.296 279.400
1.500 2.923 285.337
1.500 3.067 291.382
1.500 3.412 297.539
1.500 3.765 303.808
Sub-totaal
284.196
5.000 112.200
5.000 114.668
5.000 117.191
5.000 119.769
5.000 122.404
112.200 50.000
114.668 51.000
117.191 52.000
119.769 53.000
122.404 54.000
Het personeelsteam van het M HKA telt 5 werknemers met een Gesco statuut en we geven, jaarlijks, 3 werkzoekenden een werkervaringstraject in een WEP+ statuut. We rekenen er op dat wij hen in diezelfde statuten en met dezelfde financiële ondersteuning kunnen inzetten in de volgende beleidsperiode. De berekening van sociale maribel- en Via middelen gaat uit van de huidige stand van zaken. Via 4 is op dit ogenblik in ogenblik in onderhandeling maar het is onmogelijk om de mogelijke wijzigingen of consequenties nu al in te schatten.
Beleidsplan 2012—2016
106
289.760
295.949
302.451
309.073
Voorstel tot fasering van de groei met impact op dotatie Prioritaire groei 2012
2013
2014
2015
2016
Groei per jaar Presentatie ABCD Publiekswerking Loonkosten Totaal
87.000 40.000 30.000 139.219 296.219
87.000 0 30.000 137.305 254.305
12.000 40.000 30.000 0 82.000
12.000 0 30.000 0 42.000
12.000 20.000 30.000 0 62.000
Groei cumul Presentatie ABCD Publiekswerking Loonkosten Totaal
87.000 40.000 30.000 139.219 296.219
174.000 40.000 60.000 276.524 550.524
186.000 80.000 90.000 282.344 638.608
198.000 80.000 120.000 288.291 686.291
210.000 100.000 150.000 294.370 754.370
Evolutie subsidies Vlaamse Gemeenschap • continu beleid • groei Nationale Loterij Provincie Antwerpen Stad Antwerpen Buitenlandse Instanties Totaal
4.399.549 4.103.330 296.219 500.000 50.000 68.526 5.000 5.023.075
4.744.127 4.193.603 550.524 500.000 50.000 68.526 5.000 5.367.653
4.924.470 4.285.863 638.608 500.000 50.000 68.526 5.000 5.547.996
5.066.443 4.380.152 686.291 500.000 50.000 68.526 5.000 5.689.969
5.230.885 4.476.515 754.370 500.000 50.000 68.526 5.000 5.854.411
De verwachte dotatie van de Vlaamse Gemeenschap bedraagt in 2011 4.015.000 € + 500.000 € (Lotto) = 4.515.000 €. Het groeiscenario, hierboven beargumenteerd, brengt ons in 2016 op 5.230.885 € + 500.000 € (Lotto) = 5.730.885 €. Dit betekent een groei met 26,92% t.o.v. 2011. De indexering alleen geeft een groeibeeld met 10,22% waardoor de werkelijk groei slechts 16,7% is. Gemiddeld beargumenteren we dus een groei met 3,34% jaarlijks. Dit is geen nieuwe vraag vanuit de huidige situatie naar de toekomst. Het betreft een breed beargumenteerde vraag die jaren geleden startte en die het M HKA in de richting van een minimumdotatie moet brengen. De geformuleerde ambities, die
Zakelijk plan
107
aansluiten bij de verwachte ambities zowel van overheid als van publiek, zijn zonder vooruitzicht op een minimale groei niet uitvoerbaar. De subsidies vanuit de stad en de provincie blijven symbolisch. Vanuit de provincie Antwerpen zijn die zelfs gedaald. In 2004 ontvingen we nog een subsidie van 85.000 € nu nog 50.000 €. De stedelijke middelen waren tussen 2004 en 2008 toegenomen van 60.000 € naar 75.000 €. De voorbije bezuinigingsjaren hebben die teruggebracht naar 68.526 €. Wij hebben op dit ogenblik geen gegevens beschikbaar om beargumenteerde prognoses naar de toekomst de doen.
Financiële meerjarenplanning
Inclusief optionele groei 2012
2013
2014
2015
2016
Groei per jaar Presentatie ABCD Publiekswerking Loonkosten Totaal
117.000 40.000 30.000 139.219 326.219
117.000 0 30.000 137.305 284.305
42.000 40.000 30.000 0 112.000
42.000 0 30.000 55.361 127.361
42.000 20.000 30.000 56.409 148.409
Groei cumul Presentatie ABCD Publiekswerking Loonkosten Totaal
117.000 40.000 30.000 139.219 326.219
234.000 40.000 60.000 276.524 610.524
276.000 80.000 90.000 282.344 728.344
318.000 80.000 120.000 343.652 861.652
360.000 100.000 150.000 406.140 1.016.140
Evolutie subsidies Vlaamse Gemeenschap • continu beleid • groei Nationale Loterij Provincie Antwerpen Stad Antwerpen Buitenlandse Instanties Totaal
4.429.549 4.103.330 326.219 500.000 50.000 68.526 5.000 5.053.075
4.804.127 4.193.603 610.524 500.000 50.000 68.526 5.000 5.427.653
5.014.207 4.285.863 728.344 500.000 50.000 68.526 5.000 5.637.733
5.241.804 4.380.152 861.652 500.000 50.000 68.526 5.000 5.865.330
5.492.655 4.476.515 1.016.140 500.000 50.000 68.526 5.000 6.116.181
De vraag, zoals hierboven berekend, zal het M HKA pas in 2016 op het niveau brengen dat door externe adviezen veel eerder geadviseerd werd en dit in belangrijke mate door een combinatie van inflatie en index. Voor de internationale adviescommissie was dit het niveau dat het M HKA in 2008 had moeten bereiken. Professor De Brabander beargumenteerde dat het M HKA dit niveau van basisdotatie minimaal moest bereiken in 2010. In verdere begrotingen gaan we uit van de optimale groei.
Beleidsplan 2012—2016
108
Algemeen overzicht inclusief groei KOSTEN
2012
2013
2014
2015
2016
Presentatie ABCD Publiekswerking Uitgaven inkomsten in eigen beheer Gebouw en infrastructuur Werkingskosten Werknemerskosten Honoraria Afschrijvingen Financiële kosten Belastingen
780.000 221.080 452.280 171.800
911.586 228.414 491.550 175.580
968.493 275.799 531.023 179.442
1.025.728 283.236 570.704 183.390
1.083.298 310.728 610.598 187.425
347.950 229.410 3.402.451 32.100 265.000 6.500 3.500 5.912.071
355.605 234.457 3.604.436 32.712 265.000 6.630 3.570 6.309.539
363.842 239.615 3.676.507 33.327 265.000 6.763 3.641 6.543.189
372.348 244.887 3.804.876 33.944 265.000 6.898 3.714 6.794.725
380.932 250.274 3.936.050 34.564 265.000 7.036 3.789 7.069.693
175.800 8.000 61.500 328.500 5.053.075 284.196 1.000 5.912.071
181.616 8.000 63.000 338.510 5.427.653 289.760 1.000 6.309.539
187.448 8.000 64.500 348.559 5.637.733 295.949 1.000 6.543.189
193.297 8.000 66.000 358.647 5.865.330 302.451 1.000 6.794.724
199.163 8.000 67.500 368.776 6.116.181 309.073 1.000 7.069.693
BATEN Presentatie ABCD Publiekswerking Inkomsten eigen beheer Subsidies en toelagen Divers Financiële opbrengsten
Bijkomende vragen Enkele deeldomeinen werden in het bovenstaande budget niet bijkomend berekend. Deze kunnen binnen structurele samenwerkingen met andere partners voorzien worden. Dit impliceert dat deze visie ook onderschreven wordt door de Vlaamse Gemeenschap en dat deze samenwerkingen ook in subsidiebesluiten of beheersovereenkomsten met andere organisaties ingeschreven worden. Voor de collectie willen we zelf inzetten op verbetering depotwerking, collectiemobiliteit en een informatiegedreven collectiebeleid. Dat vraagt al bijkomende financiële middelen. Voor restauratiewerken menen wij dat er verbeterde mogelijkheden ontstaan als het SMAK zijn restauratie-expertise ook structureel ten dienste stelt van het M HKA. Op die manier kan de verdere behoudsoptimalisering van de M HKAcollectie worden waargemaakt. Optimaal zou deze opdracht door de Vlaamse Gemeenschap ingeschreven moeten worden in de beheersovereenkomst met het SMAK zodat een gegarandeerd volume tijd en middelen kan voorzien worden.
Zakelijk plan
109
De dienstverlening aan kleinere organisaties in het Vlaamse cultuurveld kan maar zonder grote meerkost als de steunpunten (FARO, BAM en Locus) gericht het aanbod van het M HKA als instelling van de Vlaamse Gemeenschap laten aansluiten bij het veld waarin zij door het beleid als spelverdelers zijn aangesteld. Enkel zo kan er méér met de bestaande middelen. Ten slotte blijft er de specifieke vraag rond het aankoopbudget. Hierover moet een afzonderlijk en prioritair debat gevoerd worden. Het budget dat tot 2009 beschikbaar was, was reeds ruim ontoereikend om een hedendaags collectiebeleid mogelijk te maken. De daling in 2010 en de eenmalige schrapping in 2011 zijn niet houdbaar. Voor een verdere toelichting kunnen we verwijzen naar het collectieplan.
Financiële meerjarenplanning
Beleidsplan 2012—2016
110