JAARVERSLAG 2011 Mei 2012
Foto Huis Marant
Sociaal Huis Herent Spoorwegstraat 6 – 3020 Herent T 016 85 3020 www.sociaalhuisherent.be
INHOUDSTAFEL
INLEIDING------------------------------------------------------------------------------------------------
Pagina 3
BELEID---------------------------------------------------------------------------------------------------Bestuur---------------------------------------------------------------------------------------------------Overzicht beleidsbeslissingen 2011 ------------------------------------------------------------
Pagina 6 Pagina 7 Pagina 8
PERSONEEL---------------------------------------------------------------------------------------------
Pagina 10
ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK-----------------------------------------------------Algemeen maatschappelijke hulpverlening--------------------------------------------------Financiële steun---------------------------------------------------------------------------------------Tewerkstelling en maatschappelijke activering--------------------------------------------Schuldhulpverlening---------------------------------------------------------------------------------Juridische hulpverlening---------------------------------------------------------------------------Noodhulp------------------------------------------------------------------------------------------------Algemeen Besluit
Pagina 15 Pagina 16 Pagina 25 Pagina 31 Pagina 33 Pagina 42 Pagina 46 Pagina 47
PARTICIPATIE-----------------------------------------------------------------------------------------Huis Marant---------------------------------------------------------------------------------------------Socio-culturele en sportieve participatie-----------------------------------------------------Huis Yvonne--------------------------------------------------------------------------------------------Cafetaria De Hemelboom – open aanbod-----------------------------------------------------Sociaal restaurant
Pagina 49 Pagina 50 Pagina 54 Pagina 55 Pagina 56 Pagina 57
THUIS- EN OUDERENZORG-----------------------------------------------------------------------Dienst Warme maaltijden---------------------------------------------------------------------------Dienst Gezinszorg------------------------------------------------------------------------------------Poetsdienst---------------------------------------------------------------------------------------------Klusdienst-----------------------------------------------------------------------------------------------Personenalarm-----------------------------------------------------------------------------------------Mantelzorgtoelage------------------------------------------------------------------------------------Minder Mobielen Centrale --------------------------------------------------------------------------
Pagina 58 Pagina 60 Pagina 63 Pagina 67 Pagina 70 Pagina 72 Pagina 75 Pagina 77
WONEN---------------------------------------------------------------------------------------------------Serviceflats “De Hemelboom”--------------------------------------------------------------------Noodhuisvesting--------------------------------------------------------------------------------------Lokaal opvanginitiatief-------------------------------------------------------------------------------
Pagina 78 Pagina 79 Pagina 85 Pagina 86
KINDEROPVANG-------------------------------------------------------------------------------------Dienst voor onthaalouders-------------------------------------------------------------------------
Pagina 91 Pagina 92
ONDERSTEUNENDE DIENSTEN-----------------------------------------------------------------Personeelsdienst – vorming----------------------------------------------------------------------Veiligheidsconsulent – Informatieveiligheid (KSZ) en Verhuis------------------------Interne dienst voor preventie op het werk-----------------------------------------------------
Pagina 99 Pagina 100 Pagina 100 Pagina 101
2
INLEIDING
3
Contactgegevens ·
OCMW
Spoorwegstraat 6 3020 Herent
· ·
Telefoon (algemeen nr.): Fax (algemeen nr.):
016 85 3020 016 853 160
·
Voorzitter
Mevrouw Chris Gielens 016 853 017
·
Secretaris:
De heer Dirk Billen 016 853 161
·
Financieel Beheerder:
De heer Willem Vrebos 016 853 146
·
Beleidsmedewerker
De heer Roel Seurs 016 853 127
·
Diensthoofd sociale dienst
De heer Daniël Ooms 016 853 061
·
Diensthoofd ouderen- en thuiszorg
Mevrouw Lydia Leys 016 853 089
4
Missie en visie
Het Sociaal Huis richt zich tot de inwoners van Herent die maatschappelijk kwetsbaar zijn: □ Laaggeschoold, werkloos, alleenstaand, … □ Senioren, zorgbehoevenden, … Missie = bestaansreden ! "Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn (OCMW) garandeert aan elke persoon het recht op maatschappelijke dienstverlening die hem/haar in staat stelt een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid" (art.1 van de organieke Ocmw-wet). Deze brede opdracht betekent voor het OCMW dat het zich permanent moet aanpassen aan veranderende en nieuwe maatschappelijke uitdagingen. Visie = ambitie ! Omgevingsperspectief: motor (Openbaar) □ we spelen een voortrekkersrol rond welzijn in Herent □ we ijveren voor sterke netwerking en samenwerking □ we werken toekomstgericht met oog voor innovatie en creativiteit □ we willen van Herent een warme gemeente maken Professioneel perspectief: professionaliteit (Centrum) □ we streven naar een hoge kwaliteit in onze dienstverlening (strategisch-, verbeteren competentiemanagement) □ in een gezond financieel klimaat Aanbodperspectief: dienstverlening (Maatschappelijk) □ flexibiliteit: op maat en tempo van hulpvrager □ kansen bieden / tijd nemen □ binnen structureel kader (wetgeving) □ inbreng cliënt: cliëntvriendelijk □ laagdrempelig (7 B’s: beschikbaar, betrouwbaar, begrijpelijk, bereikbaar, begripvol, bekend, betaalbaar) Cliëntenperspectief: menselijke waardigheid (Welzijn) !! □ Pijler 1: “Respect voor de eigenheid” □ Pijler 2: “Zelfbeschikkingsrecht” □ Pijler 3: “Mogelijkheden en beperktheden” □ Pijler 4: “Samen met de cliënt” □ Pijler 5: “Waardig en zelfstandig functioneren” “Vanuit respect voor de eigenheid en het zelfbeschikkingsrecht van de cliënt en rekening houdend met zijn mogelijkheden en beperkingen, streeft de hulpverlener samen met de cliënt naar het komen tot een waardig en zelfstandig functioneren van de cliënt.”
5
BELEID
6
1) Bestuur Organogram van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn. Voorzitter: Mevrouw Chris Gielens Vanaf d.d. 29.11.2011 Mevrouw Marleen Pattyn Tot d.d. 29.11.2011 Raadsleden: Mevrouw Marleen Schouteden Tot d.d.4.10.2011 Mevrouw Aicha Al Merrouni De heer Marc Peeters Mevrouw Chris Gielens Tot d.d.29.11.2011 Mevrouw An Vanden Eede Mevrouw Lies Mine Dhr. Armand Van Laer Vanaf d.d.4.10.2011 Mevrouw An-Katrien Sodermans Tijdelijk vervangen door Dhr. Remi Vandevenne De heer Johan Windels De heer Peter Vanderheyden Mevrouw Kristin Lercangé Dhr. Freddy Vanhaeren Vanaf d.d.29.11.2011
Veldeken 11
3020 Herent
Mechelsesteenweg 172
3020 Herent
Dorenstraat 24
3020 Herent
Schoolstraat 32 Grote Spekstraat 45 F Veldeken 11
3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent
Neerijsestraat 20 Akkerweg 10 Dieriksgroebe 3
3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent
Karrestraat 99
3020 Herent
Wilselsesteenweg 97 Winkselsesteenweg 31 H Belsenakenstraat 102 Haachtstraat 31
3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent
Werking-Zittingen van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn De Raad regelt alles wat tot de bevoegdheid van het OCMW behoort, tenzij de wet het anders bepaalt, of tenzij de Raad zelf bevoegdheden heeft gedelegeerd aan andere bestuursorganen of budgethouders. Organogram Vast Bureau (situatie op 31/12/2011) Voorzitter: Mevrouw Chris Gielens Leden: Mevrouw Lies Mine De heer Marc Peeters Mevrouw An-Katrien Sodermans
Veldeken 11
Akkerweg 10 Grote Spekstraat 45 F Karrestraat 99
3020 Herent
3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent
Werking-Zittingen Vast Bureau De Raad voor Maatschappelijk Welzijn richt in zijn midden een Vast Bureau op dat belast is met het afhandelen van de zaken van dagelijks bestuur behalve de aan de budgethouders overgedragen bevoegdheden en waaraan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn andere wel omschreven bevoegdheden kan overdragen (art. 27, par. 1 OCMW- wet). Organogram van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (situatie op 31/12/2011) Mevrouw Chris Gielens De heer Armand Van laer Mevrouw A. Al Merrouni De heer Peter Vanderheyden Mevrouw Kristin Lercangé
Veldeken 11 Dieriksgroebe 3 Schoolstraat 32 Winkselsesteenweg 31 H Belsenakestraat 102
3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent 3020 Herent
7
Werking (sinds 30.01.2007) – zittingen Volgende bevoegdheden worden door de Raad overgedragen aan dit Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst: à Het toekennen van de individuele maatschappelijke dienstverlening aan personen en gezinnen zoals die omschreven is in de artikelen 57 tot 60 van de OCMW- wet, in de wet van 26.05.2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van steun. à Het vaststellen van de bijdrage van de begunstigde in de kosten van de maatschappelijke dienstverlening en het bepalen van de bijdrage van de onderhoudsplichtigen (art. 97 tot 104 van de OCMW- wet), binnen de grenzen van de algemene criteria die door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn dienaangaande zijn vastgelegd. à Het overleg tussen het OCMW en de instellingen en diensten voor maatschappelijk werk die op het grondgebied van de gemeente aanwezig zijn en het overleg met de overige erkende dienstverlenende instellingen en organisaties (bijv. ziekenhuizen, ROB' s en RVT' s, diensten voor verzorging en dienstverlening aan huis, onthaaltehuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, diensten voor migranten, instellingen en diensten voor gehandicapten, crisis- en opvangcentra, jeugd welzijnscentra, enz ). à Advies verlenen aan de Raad voor Maatschappelijk Welzijn omtrent de criteria die als basis dienen voor de hulpverlening en de terugvordering, de werking van de Sociale dienst en het sociaal beleid van het OCMW. à Het betaalbaar stellen van de in het kader van zijn opdracht genomen beslissingen. Maatschappijen waarvan het OCMW aandeelhouder is ● Volkswoningbouw:
De heer Claes Guido, voorzitter De heer Van Itterbeek Jean, beheerder Mevrouw Desmedt Ingrid, beheerder
● Interleuven:
Mevrouw Mine Lies
2) Overzicht beleidsbeslissingen 2011 Beleids- en beheerscyclus · Vast Bureau d.d. 10.2.2011: voorbereiding starten in samenspraak met gemeente in functie van implementatie op 1.1.2012 · Raad d.d. 7.6.2011: Goedkeuring beleidsdomeinen Administratief handboek · Vast Bureau d.d. 13.1.2011: beslissing om de procesbeschrijvingen ‘on hold’ te zetten totdat secretaris en organisatiedeskundige terug uit ziekteverlof zijn. Personeelsformatie en RPR – Ocmw specifieke functies · Raad d.d. 7.6.2011: goedkeuring rechstpositieregeling voor OCMW-specifiek personeel, ocmw-secretaris en financieel beheerder en personeel van de bijzondere diensten · Raad d.d. 7.6.2011: goedkeuring geactualiseerde personeelsformatie Patrimonium · Raad d.d. 1.2.2011: Beslissing om de verkoop bouwgronden gelegen aan de Rijweg en Vilvoordsebaan op te starten · Raad d.d. 1.3.2011: Verbouwing administratief centrum tot doorgangs- en LOI-woningen – goedkeuring bestek aanstellen ontwerper · Raad d.d. 12.7.2011: Verbouwing administratief centrum tot doorgangs- en LOI-woningen – gunning ontwerper · Raad d.d. 4.10.2011: Verbouwing administratief centrum tot doorgangs- en LOI woningen: – Goedkeuring voorontwerp Lokaal Sociaal Beleid · Raad d.d. 3.5.2011: tussentijdse evaluatie van het LSB-plan 2008 – 2013 – nieuwe acties gebaseerd op 1) het beleidsadvies van de stuurgroep ouderenbeleid en 2) impulsen van hogere overheden werden toegevoegd
8
Psychosociaal Hulpverleningsnetwerk · Vast Bureau d.d. 16.5.2011: organisatie van een opfrissingsmoment voor de vrijwilligers in De Kempen Woonwijzer Midden Vlaams Brabant · Raden d.d. 3.5.2011 en 6.9.2011: aanvraag subsidie ifv oprichting Woonwijzer Ouderenbehoeftenonderzoek · Vast Bureau d.d. 16.5.2011: voorstelling van de resultaten door de VUB in De Wildeman met praatcafé op 19 mei 2011 · Vast Bureau d.d.16.6.2011: erkenning van de Stuurgroep Ouderenbeleid met als mandaat beleidsadvisering en – opvolging Bezoekteam: · Raad d.d. 7.6.2011: beslissing om op zoek te gaan naar vrijwilligers Tevredenheidsonderzoek bij OCMW-cliënteel · Raad d.d. 4.10.2011: beslissing tot deelname aan het tevredenheidsonderzoek uitgevoerd door Katholieke Hogeschool Leuven in najaar 2012 Toeleiders naar diversiteit · Vast Bureau d.d. 11.8.2011: beslissing om samen te werken met ‘toeleiders naar diversiteit’ van de Provincie Vlaams Brabant SOCiAL · Raad d.d. 6.12.2011: beslissing om samen te werken met SOCiAL inzake aanvullende thuiszorg Studietoelagen · Raad d.d. 4.10.2011: afsluiten overeenkomst dienst studietoelagen om te werken als DAF intermediair Serviceflats · Vast Bureau d.d. 19.12.2011: beslissing om samen te werken met zelfstandige verpleegkundige voor weekend- en nachtpermanentie Oppas- en gezelschapsdienst · Raad d.d. 4.10.2011: Samenwerkingsovereenkomst Oppas- en gezelschapsdienst van vzw Seniorama – verlenging Samenwerking met gemeente · Raad d.d. 4.10.2011: Afsluiten engagementsverklaring samenwerking Sociaal Huis – gemeente. · Vast Bureau’s d.d. 10.3.2011, 14.4.2011 en 16.5.2011: opvolging werkgroep onthaal, ICT, personeelsdienst, O-Mat, samenaankopen (tijdsregistratie, …) · Vast Bureau d.d. 16.6.2011: organisatie van een informatienamiddag voor het voltallige personeel van beide besturen op 21 juni 2011 · Vast Bureau d.d. 16.5.2011: bespreking oprichting autonoom gemeentebedrijf · Raad d.d. 12.7.2011: bespreking eerste aanzet tot verdeelsleutel “de kouter” · Raad d.d. 15.9.2011: ter kennisgeving terbeschikkingsstellingsvergoeding · Vast Bureau d.d. 16.9.2011: samenaankoop door gemeente en ocmw mbt milieuverantwoord kopieer- en briefpapier · Raad d.d. 4.10.2011: Gezamelijke aankopen door gemeenten en OCMW i.v.m. diesel en stookolie · Raad d.d. 29.11.2011: Samenwerking OCMW/GEMEENTE inzake opdracht tot was, strijk en herstel van werkkledij · Vast Bureau d.d. 20.10.2011: Ter goedkeuring: Overgehevelde gemeentelijke subsidies naar OCMW – aanpassing van de reglementeringen
9
PERSONEEL
10
Personeelsoverzicht 2011 Secretaris: De heer Dirk Billen
vastbenoemd
Financieel beheerder: De heer Willem Vrebos
vastbenoemd
benoemd tot fin. beheerder per 01.03.2011
Beleidsmedewerker De heer Roel Seurs
vastbenoemd per 01.01.2011
Sociale Dienst Hoofd maatschappelijk werker: De heer Daniël Ooms
vastbenoemd
Algemeen maatschappelijke hulpverlening: Mevrouw Lydie Bellens vastbenoemd Mevrouw Annemie Cox Mevrouw Carine Vancalster Mevrouw Saartje Vanhorenbeek
contractueel vastbenoemd contractueel
Mevrouw Marie-Hélène Verreck
contractueel
Schuldhulpverlening De heer Joeri Bohets Mevrouw Hanne Mallaerts
contractueel contractueel
(Kandidaat-)vluchtelingen Mevrouw Sarah Selderslaghs Mevrouw Carine Vancalster
contractueel vastbenoemd
Leefloon en maatschappelijke activering: Mevrouw Vera Vrebos contractueel Mevrouw Annemie Cox contractueel
(1/5e LBO) (1/5e LBO per 01.03.2011) (vrijwillige 4-dagenweek) (moederschapsrust 21.03 t.e.m. 03.07) (volledige LBO 04.07 t.e.m. 03.08.2011 + 1/5e LBO per 01.10.2011
(vrijwillige 4-dagenweek) (1/5e LBO medisch bijstand periode (1/5e LBO per 01.03.2011)
Groepswerker Huis Marant: Mevrouw Ann Knuts
contractueel
LOI (Lokaal Opvanginitiatief): Mevrouw Yvette Van Malleghem Mevrouw Sarah Selderslaghs
contractueel contractueel
(1/2 LBO)
Dienst voor onthaalouders Mevrouw Wendy Dethal
contractueel
(halftijds) in dienst 07.03.2011 (Moederschapsrust vanaf 13.12.2011)
Administratie: Mevrouw Yvette Bruers Mevrouw Ingrid Geldof Mevrouw Iliriana Zemblaku
gesko contractueel gesko
(1/5 LBO) (vrijw.4-dagenweek)
e
e
Dienst ouderen- en thuiszorg Mevrouw Lydia Leys Mevrouw Kristien Vanhoegaerden
vastbenoemd contractueel
(halftijds t.e.m. 30.09.2011 voltijds per 01.10.2011)
11
Keuken – warme maaltijden en restaurantdagen: De heer Leopold Aerts vastbenoemd kok De heer Benny Moens vastbenoemd hulpkok Mevrouw Viviane Morren contractueel hulpkok Mevrouw Tom Piette contractueel hulpkok LDE –keuken: De heer Jean Paul Choisis Mevrouw Monica Gosiaux Mevrouw Senesael Jennifer Mevrouw Martine Van Rensberge
LDE (20u) LDE (20u) LDE (20u) LDE (20u)
Dienst gezinszorg: Mevrouw Helga Brijs Mevrouw Myriam Daron Mevrouw Katleen Degroef Mevrouw Karla Engelen Mevrouw Paulina Gay Mevrouw Kris Moreels Mevrouw Katja Van Eyck Mevrouw Ingrid Verbinnen Mevrouw Francine Wij Mevrouw Wynants Peggy
contractueel vastbenoemd contractueel contractueel contractueel contractueel contractueel vastbenoemd vastbenoemd contractueel
Klusdienst: De heer Rudy Berges De heer Abde-Nabi Bouchmal De heer Willy Craps De heer Anatoly Merman De heer Sarang Rostamzadeh De heer Mahyar Sagheb De heer Ruslan Tuzjaev De heer Matthias Willems
contractueel assistent gesko beambte contractueel beambte gesko beambte art.60§7 beambte art.60§7 beambte contractueel beambte contractueel beambte LDE
Poetsdienst: Mevrouw Linda Buelens Mevrouw Annick Cristens Mevrouw Marleen Dammans Mevrouw Sofie Decremer Mevrouw Jacqueline Delabastita Mevrouw Erna Demey Mevrouw Marie-Thérèse Houblon Mevrouw Arlette Matthijs Mevrouw Odette Meeus Mevrouw Godelieve Mot Mevrouw Lucienne Lenselaer De heer André Pauwels Mevrouw Viviane Struys De heer Rudolf Van den Branden Mevrouw Natascha Vander Donckt Mevrouw Vera Vanhemelrijck Mevrouw Sonia Van Eylen Mevrouw Yvonne Verhulst Mevrouw Pascale Vools
gesko contractueel gesko contractueel LDE gesko gesko contractueel gesko contractueel gesko contractueel gesko poetshulp gesko contractueel contractueel LDE contractueel contractueel gesko gesko
in dienst 02.05.2011 in dienst 04.01.2011 in dienst 04.01.2011 in dienst 16.05.2011
(halftijds) (1/5e LBO)
uit dienst 31.05.2011
(1/2e LBO medisch bijstand) (halftijds) (deeltijds 26.6/38e) uit dienst 07.10.2011 (1/4e LBO) (1/4e LBO) (deeltijds 29/38e)
in dienst 10.10.2011
uit dienst 08.04.2011
(1/5e LBO) (ziekteverlof > 1 jaar) e
(1/5 LBO) (deeltijds) (halftijds) (halftijds) (halftijds) e (1/5 LBO) (halftijds) e (1/5 LBO) e
(1/5 LBO – ouderschapsverlof) in dienst 07.11.2011 e
(1/5 LBO)
12
Poetsdienst intern: Mevrouw Marie-José Gosiaux De heer André Pauwels Mevrouw Maria Vlayen
gesko gesko gesko
Serviceflats: Mevrouw Adelheid Verbruggen Mevrouw Magy Verstreken
gesko poetshulp (halftijds) contractueel verzorgende (halftijds)
Administratie: Mevrouw Samira Kharbouch Mevrouw Martine Vandenwijngaert
contractueel gesko
(halftijds) (deeltijds) (halftijds)
Onthaal en secretariaat: Mevrouw Clémentine Wyckmans Mevrouw Mireille Bourcy Mevrouw Monique Velemans
vastbenoemd contractueel gesko
uit dienst 01.12.2011
(halftijds) (1/5e LBO) (van 1/4e naar 1/2e LBO per 01.09.2011) uit dienst 31.12.2011 wijziging dienst per 01.10.2011
Financiële dienst: De heer Kevin Cock Mevrouw Sophie Dechamps Mevrouw Monique Veulemans
op proef benoemd boekhouder in dienst 24.10.2011 contractueel gesko naar dienst onthaal vanaf 01.10.2011
Organisatiedeskundige: De heer Danny Van Espen
vastbenoemd
(halftijds werkhervatting per 01.12.2011)
Mevrouw Cindy De Grove
vastbenoemd
(1/5e LBO van 01.04 t.e.m. 30.06 + 01.09 t.e.m. 30.11.2011)
Mevrouw Sarah Spitaels
contractueel
Personeelsdienst:
ICT: De heer Georges Gosiaux De heer Kamran Soleimani
gesko gesko
(halftijds)
overleden per 03.07.2011
Technische dienst De heer Noël Salens
contractueel technisch medewerker
Externe tewerkstellingen Art.60§7 De heer Younes Ahajtan De heer Ibrahim Ahmad Falih De heer Patrick Bagenzi Mevrouw Mouna Bedhiaf Mevrouw Sandra Billiova De heer Deniz Buzuk De heer Jeffrey Gossiaux De heer Magomed Iandyrahnov De heer Aleksandre Japiashvili Mevrouw Patricia Keyaerts De heer Juri Korn Mevrouw Helena Lackova Mevrouw Berlant Magamadova Mevrouw Lily Mohamed Nur Mevrouw Georgette Mukamusana De heer Stefaan Nys De heer Quasemi Zia Mevrouw Yvonne Smekens De heer Waldo Smets Mevrouw Médiatrice Twangirayezu
(Wonen en Werken - Leuven) (Kringwinkel Hageland - Tienen) (SPIT - Wespelaar + Leuven) (Joblink - Lovenjoel / Kortenberg) (IGO Leuven) (Velo vzw - Leuven) (SPIT – Leuven) (Mijn experten – Brussel) (Wonen en Werken – Herent) (CAW – Leuven) (Wonen en Werken – Leuven) (Kringwinkel Leuven) (SPIT – Leuven) (IGO-Leuven) (Convivial – Brussel) (Hagelandwinkel Tienen) (SPIT Leuven) (SPIT Leuven) (Inoptec – Brussel) (Igo Leuven – Hib Hop Herent)
uit dienst 01.04.2011 in dienst 06.12.2011 in dienst 10.10.2011 uit dienst 30.11.2011
in dienst 01.12.2011 uit dienst 10.06.2011 in dienst 04.04.2011 in dienst 02.05.2011 uit dienst 15.07.2011 in dienst 02.05.2011 in dienst 21.03.2011 in dienst 22.03.2010 uit dienst 01.05.2011
13
De heer Jan Vanderwegen De heer Heiko Vandersande
(Joblink Kortenberg) uit dienst 11.02.2011 klusdienst OCMW in dienst 09.02.2011 en uit dienst 17.08.2011 (SPIT SVK Leuven) uit dienst 01.05.2011 (SPIT SVK Leuven) uit dienst 30.09.2011
De heer Pascal Wauters De heer Sander Willems
Aantal personen tewerkgesteld in 2011
2008
2009
2010
2011
Indiensttredingen
22
18
16
16
Uitdiensttredingen
30
13
8
15
Totaal aantal personeelsleden
99
94
98
107
VTE over gans jaar 2011= 80.28 personeelsleden
Vrijwilligers D’Akkozje Mevrouw Margriet Peeters Mevrouw Yvonne Smekens Mevrouw Simone Salaets Mevrouw Mireille Bourcy LOI De heer Tuur Vanempten Mevrouw Greet Van Roey Mevrouw Rita Delcon Mevrouw Gordaloeva Zuhra Huis Marant Mevrouw Simone Salaets Mevrouw Marie Mathijs Mevrouw Mireille Bourcy De heer Willy Craps Mevrouw Margriet Peeters Mevrouw Yvonne Smekens Mevrouw Mieke Doesselaere Mevrouw Heidi Verbruggen
Stuurgroep Ouderenbeleid De heer Tuur Vanempten De heer Paul Beghin De heer Rob Vanmaele De heer Johan Bruyninckx Mevrouw Raymonda Verhellen Mindermobiele centrale Mevrouw Raymonda Verhelle De heer Gustave Salens De heer Roger Lauwers De heer Albert Pauwels De heer Herman Gielens Mevrouw Agnes Lisabeth Mevrouw Christiane Lambrechts Fotoshoots Mevrouw Kristina Medeleeva De heer Dirk Alaerts
Serviceflats De Hemelboom Mevrouw Liliane Feyaerts Mevrouw Sarah Verwimp Mevrouw Gerda Depoorter Warme maaltijden De heer Hans Tessens
14
ALGEMEEN MAATSCHAPPELIJK WERK
15
1) De algemene maatschappelijke hulpverlening Door de voortdurende uitbreiding van het takenpakket van de sociale dienst, door toename en wijziging binnen de wetgeving met betrekking tot het OCMW en aanverwante terreinen en ook doordat de te behandelen hulpvragen steeds complexer worden, werd een heel aantal jaren geleden geopteerd voor specialisaties binnen de sociale dienst. Momenteel kent de sociale dienst de cel “leefloon en tewerkstelling”, de cel “schuldhulpverlening”, de cel “huisvesting”, de cel “asielzoekers en vreemdelingen” en de cel “vrijetijdsbesteding”. Ook wordt een beroep gedaan op de juridische dienstverlening van SOCiAL. De opdeling in specialisaties wordt niet strikt toegepast. Een hulpvraag met een schuldenproblematiek en een huisvestingsprobleem zal slechts door één maatschappelijk werker opgevolgd worden. Voor de toewijzing van de hulpvraag aan een specialisatie, word gekeken naar welk probleem het meest aandacht vraagt. Ook indien bij een dossier van bijvoorbeeld een leefloongerechtigde na verloop van tijd blijkt dat hij een grote schuldenlast heeft, heeft dit niet automatisch tot gevolg dat dit dossier doorverwezen wordt naar de dienst schuldhulpverlening. Het streefdoel is om één dossier in de mate van het mogelijke gedurende de ganse begeleiding door één en dezelfde maatschappelijk werker te laten opvolgen. De aard van de hulpvragen waarmee inwoners aankloppen bij het OCMW zijn zo divers en kunnen inhoudelijk niet altijd ondergebracht worden onder één van de bestaande specialisaties. Deze hulpvragen worden behandeld door de cel “algemeen individueel maatschappelijke hulpverlening”. In wat volgt wordt dieper ingegaan op de werking van deze cel. Vooraf kan opgemerkt worden dat éénmalige contacten die maatschappelijke werkers hebben, slechts sumier geregistreerd worden. Deze vinden we dan ook in onder staand verslag niet terug. In 2011 waren er 34 contacten die als éénmalig werden geregistreerd. Begeleidingen door de cel “algemeen maatschappelijke hulpverlening” In 2011 waren er 174 cliëntsystemen die beroep deden op het OCMW. In 2010 waren er dit iets minder, namelijk 168. Onder cliëntsystemen wordt verstaan: mensen die onder hetzelfde dak wonen en er een gezamenlijke huishouding vormen. Van de 174 cliëntsystemen waren er 18 personen die contact hadden met de sociale dienst i.v.m. het afleveren van een betalingsverbintenis voor opname in een rusthuis voor bejaarden. Deze 18 dossiers worden onder een apart punt in dit deel behandeld. cliëntsystemen 200 180 170 160
168 157
174
156
140
139
120 100 80 60 40 20 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Leeftijd en geslacht In onderstaande tabel vinden we de leeftijd en het geslacht van de personen die in de loop van 2011 contact namen met de sociale dienst.
16
Leeftijd/geslacht -25 jaar 25 – 34 jaar 35 – 44 jaar 45 – 54 jaar 55 – 64 jaar 65 – 74 jaar > 74 jaar Totaal
Man
Vrouw
Totaal
8 22 23 15 7 2 1 78
5 16 21 14 11 6 5 78
13 38 44 29 18 8 6 156
% in 2011 8 24 28 19 12 5 4 100
% in 2010 5 15 26 19 18 8 9 100
Het meest opvallende is de stijging binnen de leeftijdsgroep 25 – 34 jaar met meer dan 50 % in vergelijking met vorig jaar. Het aandeel van deze leeftijdsgroep is de laatste jaren nog nooit zo hoog geweest. Leefsituatie Leefsituatie Alleenwonend Samenwonend van 2 of meer alleenstaanden met of zonder familieverband Al of niet gehuwde samenwonende partners met of zonder kinderen Éénoudergezinnen Uitgebreid gezin Andere Totaal
Aantal 58 12 32 40 10 4 156
% 37 8 21 26 6 2 100
Deze tabel maakt ons duidelijk in welk gezinsverband mensen leven die bij het OCMW komen aankloppen. In vergelijking met vorig jaar zien we weinig veranderingen alleen het aantal “éénoudergezinnen” is gestegen met meer dan 30 %. De bestaansmiddelen waarover cliëntsystemen beschikken Deze tabel geeft een overzicht van de aard van de inkomens waarover de cliëntsystemen beschikken. Bij de registratie van de bestaansmiddelen, werd uitgegaan van de situatie zoals deze zich voordeed bij het eerste contact in 2011. De inkomens van alle leden van het cliëntsysteem werden geregistreerd. Inkomens waarop de mensen aanspraak maken, maar die hen nog niet werden uitbetaald om welke reden ook, werden niet geregistreerd. Aard van het inkomen Arbeid Werkloosheid Kinderbijslag Ziekteuitkering Tegemoetkoming mindervalide Pensioen Onderhoudsgeld Andere Geen
Totaal 52 37 45 25 10 19 7 17 14
% in 2011 33 24 29 16 6 12 4 11 9
% in 2010 44 16 27 25 11 23 5 6 3
In iets meer dan één derde van het aantal dossiers (meer bepaald 37 %) beschikt het cliëntsystemen over twee of zelfs meer inkomens. Vorig jaar was dit nog 46 %. Bij het toekennen van financiële steun hanteert het OCMW van Herent steunbarema’s. Er wordt van uitgegaan dat met het bedrag aan inkomen bepaald via deze steunbarema’s, mensen in de mogelijkheid zijn een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. In 32 dossiers beschikten de cliëntsystemen over een inkomen dat lager lag dan het via de berekening van de steunbarema’s bekomen bedrag.
17
Welke hulp werd geboden? Het OCMW is een eerstelijnsdienst. Dit betekent dat mensen zich met vragen van allerlei aard tot de sociale dienst kunnen wenden. De maatschappelijk werker gaat na op welke hulpvraag het OCMW een antwoord kan bieden en voor welke hulpvraag de cliënt dient doorverwezen te worden naar een andere hulpverleningsinstantie. Het OCMW is de enige hulpverleningsorganisatie die financiële steun toekent. In 75 % van de dossiers werd er naast andere mogelijke hulpverleningsvragen eveneens een financiële hulpvraag gesteld. De aard van de financiële vragen die gesteld werden, worden in een apart hoofdstuk besproken. Behaalde resultaten Geconfronteerd worden met problemen en hiermee aankloppen bij een hulpverleningsinstantie, doet wat met het zelfbeeld dat mensen van zich hebben. Dit maakt dat het aangewezen is dat een maatschappelijk werker niet alleen oplossingen zoekt voor praktische problemen die zich stellen zoals aanvraag steun, zoeken naar een oplossing voor het huisvestingsprobleem, … maar dat de maatschappelijk werker ook oog heeft voor de gevoelswereld van de cliënt en werkt aan een positief versterken van het zelfbeeld van de hulpvrager. Hoe meer de hulpvrager immers bewust is van zijn kunnen en in zichzelf gelooft, hoe gemakkelijker hij erin zal slagen om hindernissen die in de toekomst op zijn weg komen te overwinnen. Welke impact de begeleiding op de belevings- en gevoelswereld van de hulpvrager heeft, is niet altijd zo duidelijk, laat staan in objectieve cijfers weer te geven. Een aantal van de behaalde resultaten die in onderstaande tabel worden weergegeven zijn dan ook interpretaties van de maatschappelijk werker en dit op basis van wijzigingen in het gedrag van de cliënt. Aard van het behaalde resultaat Verstrekken informatie Invullen formulieren Regeling sociale uitkering/vervangingsinkomen Regeling vrijstelling of sociaal voordeel Bemiddeling met resultaat Bemiddeling zonder resultaat Realisering tewerkstelling Realisering opleiding Probleem rond huisvesting is opgelost Verhoging inkomen Bekomen afbetaalplan Afbetaling schulden Wijziging bestedingspatroon Verbetering sociale relaties Uitbreiding sociaal netwerk Psychische ondersteuning Versterking zelfwaardegevoel Verbreding kijk hulpvrager Verhoging psychische zelfredzaamheid Motivering cliënt rond oplossing zoeken Andere
Aantal 102 76 29 18 45 11 9 2 17 16 44 25 4 16 6 44 8 5 5 14 8
Het verstrekken van informatie en het invullen van formulieren scoren – net zoals de vorige jaren – hoog. Een aantal mensen vinden duidelijk de weg niet in onze kennismaatschappij of komen in een danig complexe situatie terecht, die om meer specifieke informatie vraagt. Het aantal dossiers waarin uitsluitend informatie gegeven wordt of waar de hulpverlening zich beperkt tot het invullen van formulieren is echter beperkt. Meestal is het verstrekken van informatie en het invullen van formulieren een onderdeel van een begeleiding rond een ruimere problematiek. Beperkingen binnen de hulpverlening Onderstaande tabel geeft weer voor welke problemen – ondanks de inzet van de maatschappelijk werkers – (nog) geen oplossing gevonden werd.
18
Niet-opgeloste problemen Op vlak van sociale uitkeringen Op vlak van tewerkstelling/opleiding Op vlak van huisvesting Op relationeel vlak Op psychisch vlak Op financieel vlak Op fysiek vlak Op vlak van verslaving Andere
Aantal 11 32 30 23 34 60 9 8 17
De grootste groep van niet opgeloste problemen situeert zich op financieel vlak. We zien dat dit aantal elk jaar stijgt. Ook het aantal niet opgeloste problemen op vlak van huisvesting en tewerkstelling is in vergelijking met vorig jaar gestegen. Belangrijk is te kijken naar de oorzaken van een niet-oplossing van deze problemen. Dit gegeven vinden we in de onderstaande tabel. Reden niet-oplossing Motivatie cliënt Problematiek is te complex voor OCMW Aanpak probleem vraagt nog meer tijd Betrokkene beschikt (nog) niet over de vaardigheden/mogelijkheden om problemen op te lossen Betrokkene ziet probleem niet / heeft weerstanden tegen het oplossen van het probleem Verhuis Cliënt heeft onrealistisch beeld van de hulpverleningsmogelijkheden van de sociale dienst Andere
Aantal 20 16 47 8 10 8 3 15
De meest aangehaalde reden voor het niet oplossen van problemen, is het feit dat er onvoldoende tijd was om binnen de gegeven tijdspanne tot een oplossing te komen. Jaarlijks stijgt dit aantal dossiers. Dit is een bevestiging van de ervaring bij het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst en de maatschappelijk werkers dat de hulpvragen waarmee mensen naar het OCMW komen steeds complexer worden en dat het zoeken naar oplossingen meer en meer creativiteit en tijd vraagt. Wanneer gekeken wordt naar het jaar waarin het dossier geopend werd, dan komen we tot volgend resultaat: Dossier geopend voor 2000 Dossier geopend van 2000 tot 2005 Dossier geopend van 2006 tot 2008 Dossier geopend in 2009 Dossier geopend in 2010 Dossier geopend in 2011
14 11 20 4 29 78
Dossiers geopend voor 2000 werden niet noodzakelijk sinds moment van opening onafgebroken begeleid door de sociale dienst. Sommige cliënten kunnen zich bepaalde periodes zelfstandig handhaven maar hebben op andere momenten ondersteuning nodig om één of meerdere problemen die zich op dat moment stellen, op te lossen. Kijken we naar vorige tabel en leggen we deze naast de tabel uit het jaarverslag 2010, dan kunnen we hieruit afleiden dat het merendeel van de dossiers binnen de tijdspanne van één à twee jaar kunnen afgerond worden. Slechts een beperkt aantal dossiers vraagt meerdere jaren vooraleer tot een oplossing gekomen werd. Van een beperkt aantal cliënten weten we dat de kans dat zij zonder ondersteuning van de sociale dienst kunnen functioneren zo goed als uitgesloten is gezien de beperkte mogelijkheden van deze mensen. Voor een aantal cliënten kan een begeleiding ook een
19
preventieve functie hebben. Door met hen regelmatig contact te onderhouden, wordt vermeden dat problemen die zich in het verleden voordeden opnieuw de kop opsteken. Tot slot kan gesteld worden dat in 2011 iets meer dan één derde van het aantal dossiers, namelijk 43, werden afgesloten. In onderstaande tabel wordt de reden van afsluiting gegeven. Reden afsluiting Probleem is opgelost Verhuis Hulpvrager breekt zelf het contact af Andere
Aantal 16 14 12 1
Betalingsverbintenissen Bijna elk rustoord vraagt bij de opname van een bejaarde een borgstelling voor betaling van de kosten voor opname. In eerst instantie kan deze borgstelling gegeven worden door de kinderen ofwel aanverwante familieleden. Indien de bejaarde kinderloos is of de kinderen om welke reden dan ook niet bereid zijn tot een borgstelling, kan aan het OCMW gevraagd worden tot het afleveren van een borgstelling, ook betalingsverbintenis genoemd. Bij het afleveren van een betalingsverbintenis wordt er: - een systeem-I rekening geopend waarop alle inkomsten van de bejaarde gestort worden en die beheerd wordt door de financieel beheerder van het OCMW, - wordt aan de bejaarde gevraagd om de eventuele spaargelden te storten op hoger genoemde systeem-I rekening, - wordt een hypotheek genomen op de eventuele eigendommen van de bejaarden en dit als waarborg voor een terugbetaling van de door het OCMW gemaakte kosten in het kader van deze betalingsverbintenis, - worden – indien de bejaarde onvoldoende eigen financiële middelen heeft – de kinderen aangesproken op hun onderhoudsplicht. In 2011 waren er in totaal 18 dossiers betalingsverbintenissen. Begin 2011 waren er 16 betalingsverbintenissen met een rusthuis lopende. In de loop van 2011 was er 1 overlijden en 1 stopzetting van de betalingsverbintenis omdat de bejaarde het rusthuis verliet. Er waren in 2011 slechts 3 nieuwe aanvragen voor het afleveren van een betalingsverbintenis. Daarvan werd één aanvraag geweigerd waarbij werd verwezen naar de onderhoudsplichtige. In twee dossiers was er een principieel akkoord voor het afsluiten van een betalingsverbintenis, maar is nog geen rusthuisopname gebeurd. Met het oog op een betalingsverbintenis zijn er in de loop van het jaar ook steeds een aantal eenmalige contacten, waarbij mensen informatie willen over wat dit precies inhoudt, maar dit leidt niet altijd tot een aanvraag. betalingsverbintenissen 25 22 20 18
17 15
14
10
10
9
5
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
20
Begeleidingen van kandidaat-vluchtelingen en vreemdelingen In 2011 zijn er heel wat wijzigingen in de dossiers van de kandidaat-vluchtelingen geweest. De meeste dossiers die reeds lange tijd lopende waren, zijn veelal afgerond in 2011. Verschillende pogingen werden vanuiit de overheid gedaan om procedures te verkorten of te verstrengen. In 1 dossier kunnen er dus verschillende procedures hangende zijn. Hierdoor kan iemand zich in verschillende statuten bevinden en kan een situatie snel veranderen. In 2011 is het aantal nieuwe dossiers spectaculair gestegen. Zo zijn er 22 nieuwe dossiers bijgekomen gedurende het jaar, terwijl er in 2010 slechts 6 nieuwe dossiers bijgekomen zijn. Aantal dossiers dossiers vluchtelingen 60
51
50
46
44
43 40
38
36 30
20
10
0 2006
2007
Datum aanvraag
2008
2009
2010
2011
Nog lopende dossiers 01/01/10
01/01/11
< 1999
1
1
1999 – 2000
11
1
2001 - 2005
6
3
2006
1
/
2007
8
2
2008
1
1
2009
5
6
2010
6
8
Totaal
39
22
Nieuwe dossiers in 2011
22
Totaal lopende dossiers in 2011
44
Dit grote aantal nieuwe dossiers valt deels te verklaren doordat er heel wat mensen doorstromen uit het Lokaal Opvang Initiatief. Ook het feit dat er onvoldoende materiële opvang is om asielzoekers op te vangen speelt een rol. De asielzoekers ontvangen dan van Fedasil een document waarmee ze financiële steun kunnen aanvragen op het OCMW van de gemeente waar ze wonen.
21
Er zijn heel wat dossiers waarin een medische regularisatie ontvankelijk verklaard werd. Dit geeft recht op leefgeld (equivalent leefloon) in afwachting van een definitieve beslissing. Ondertussen mogen deze mensen niet werken en zijn ze afhankelijk van OCMW-steun. Het is ook heel moeilijk voor deze mensen om een woning te vinden, aangezien ze een laag inkomen hebben én OCMW-steun genieten, een andere huidskleur hebben of een andere taal dan het Nederlands spreken. Er zijn de mensen die verblijfsdocumenten bekomen hebben via een regularisatie. Zij zoeken werk, maar dit is niet gemakkelijk omdat ze hooggeschoold /analfabeet zijn, een andere taal dan het Nederlands spreken, vreemdeling zijn, nog onvoldoende de Belgische samenleving kennen, ... Ook zij hebben het moeilijk om in deze tijden van crisis werk te vinden. Ook het aantal mensen zonder verblijfsdocumenten is toegenomen. Een deel hiervan zijn dossiers van mensen die uitgeprocedeerd zijn, bijvoorbeeld na de asielprocedure. Anderen wachten op een beslissing in hun procedure van humanitaire regularisatie. Deze procedure geeft hen geen rechten zolang er geen beslissing gevallen is. In een dossier werd er een medische regularisatieaanvraag ingediend. Zolang deze niet ontvankelijk verklaard is, geeft deze ook geen rechten en blijft de betrokkene zonder verblijfsdocumenten. Naar nationaliteit toe blijft het om een heel divers publiek gaan. Sommige nationaliteiten komen ook maar één maal voor. Enkele aanwezige nationaliteiten; Servië, Rusland, Iran, Guinee, Afghanistan, enzovoort. Gemeente waar ze verblijven Gemeente waar ze verblijven
2010
2011
Herent
30
43
Andere gemeente
9
1
Totaal
39
44
Al de cliënten die steun ontvangen wonen in Herent, op 1 dossier na. Dit betreft een dossier dat nog volgens de oude asielprocedure aan Herent toegewezen werd voor financiële steun en waarbij de betrokken persoon de vrijheid heeft om zich in elke gemeente in België te verstigen. Stand van de procedure Stand van procedure
2010
2011
Raad voor Vreemdelingenbetwisting
1
2
Raad van State
1
1
Zonder verblijfsdocumenten
6
10
Geregulariseerd
29
21
Subsidiaire bescherming
/
1
erkend
3
/
Asielzoeker met leefgeld eq.
/
2
No-show
/
2
Totaal 39 + 5 dossiers tewerkstelling (via reguliere arbeidsmarkt) = 44 dossiers.
39
1 dossier zit bij de Raad van State. Dit betreft een dossier vanuit de oude asielprocedure. De groep van mensen zonder verblijfsdocumenten is licht gestegen. Mensen die uitgeprocedeerd zijn, komen in het illegaal statuut. Voor deze mensen is er een ten laste name van de dringende medische kosten zolang ze in Herent wonen. 1 persoon in dit statuut had de keuze gemaakt om vrijwillig terug te keren naar het herkomstland. Er zijn ook een aantal personen die uitgeprocedeerd waren, maar daarna in een nieuwe procedure weer een legaal statuut kregen binnen het jaar 2011. In 2 dossiers werd nooit een asielaanvraag ingediend. Zij kwamen via een toeristenvisum naar België en hebben op
22
basis van humanitaire redenen een regularisatieaanvraag ingediend, zonder beslissing en rechten tot nu toe. De andere personen wachten op een beslissing in hun humanitaire regularisatie-aanvraag. Deze geeft tot de eindbeslissing echter geen rechten aan de mensen, waardoor ze illegaal blijven tijdens deze procedure. In een aantal dossiers leefgeld zijn ook later nog familieleden opgedaagd die illegaal zijn, het betreft hier 3 minderjarigen. Ze zijn niet apart opgenomen in het aantal dossiers. De grootste groep cliënten zijn geregulariseerd. Met een totaal van 13 dossiers. 8 dossiers zitten in het statuut van ontvankelijk verklaarde medische regularisatie. Dit wil zeggen dat ze recht hebben op leefgeld eq. leefloon. Ze mogen echter niet werken en zijn daarom in afwachting van een definitieve beslissing in hun procedure afhankelijk van OCMW-steun. Ze moeten per 3 maanden opnieuw hun Attest van Immatriculatie (oranje kaart) laten verlengen met een stempel op de gemeente. Deze situatie biedt weinig kansen op de woonmarkt. Ze mogen zich ook nog niet inschrijven voor een sociale woning. 1 gezin kreeg snel na aankomst in België het statuut van subsidiaire bescherming. In 2010 kreeg niemand dat statuut. In 2010 waren er wel 3 dossiers waarin een erkenning als vluchteling toegekend werd. In 2011 werd niemand erkend van bovenstaande dossiers. Tijdens het jaar 2011 was het probleem van onvoldoende plaatsen in materiële opvang gekend. Een oplossing was dat Fedasil de mensen een document meegaf, waarmee ze financiële steun konden aanvragen op het OCMW van de gemeente waar ze een huurcontract hadden. Het OCMW van Herent heeft op deze manier in 5 dossiers asielzoekers leefgeld eq. Leefloon toegekend gedurende 2011. 2 hiervan zijn reeds bij de RvV in beroep. In een derde dossier hadden de betrokken personen direct werk gevonden en hebben daarom nooit leefgeld eq. ontvangen. Tenslotte waren er in 2011 2 dossiers met het statuut no-show. Zij hadden daardoor geen recht op materiële of financiële steun, maar enkel op terugbetaling van de medische kosten via Fedasil. 1 van hen is zich terug gaan aanmelden op de dispatching van Fedasil om materiële opvang toegewezen te krijgen. Samenwerking andere diensten In een vorig punt werd reeds vermeld dat de maatschappelijk werker niet op alle hulpvragen een antwoord kan bieden. Sommige hulpvragen zijn zo complex of vragen een dermate gespecialiseerde aanpak dat een doorverwijzing naar een tweedelijndienst of een samenwerking met andere diensten noodzakelijk is. In twee derde van het aantal dossiers (66 %) is er geen andere hulpverleningsdienst betrokken partij en heeft de cliënt alleen contacten met de sociale dienst om te komen tot een oplossing voor de problemen welke zich stellen. In één derde van het aantal dossiers (33 %) is er overleg met andere diensten. Dit houdt in dat verschillende diensten verschillende deelaspecten van de problematiek opnemen en dat overleg noodzakelijk is om de hulpverlening die deze verschillende diensten verstrekken op mekaar af te stemmen. Het gaat hier over cliëntsystemen met een complexe problematiek. We zien dat het aantal dossiers waarin overleg gepleegd wordt met andere diensten jaar na jaar stijgt. 17 cliëntsystemen werden doorverwezen naar andere diensten waarbij het merendeel met resultaat. Tot slot was een doorverwijzing in 8 dossiers aangewezen, maar stond de cliënt niet open voor doorverwijzing. In de volgende tabel lezen we met welke diensten de sociale dienst samenwerkte. Diensten Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGGZ) Algemeen ziekenhuis, dokter of aanverwanten Psychiatrisch ziekenhuis of psychiater Thuisbegeleidingsdiensten Forensische welzijnsdiensten (slachtofferhulp, …) Diensten die werken rond kinderen en jongeren (Comité Bijzondere Jeugdzorg, Kind en Gezin, …) Thuisdiensten Andere Totaal
Aantal 8 17 16 13 8 3 2 8 22 97
23
In vergelijking met het vorige jaar zien we dat het aantal diensten waarmee samengewerkt werd, licht gedaald is. Samenwerking met andere diensten 120
100
104 98
97 91 83
80
78
60
40
20
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Besluit Binnen de cel “algemeen maatschappelijke hulpverlening” kunnen volgende punten opgemerkt worden: · We zien een verschuiving binnen de leeftijdscategoriën waaruit kan geconcludeerd worden dat meer en meer mensen al op iets jongere leeftijd ofwel met problemen kampen die ondersteuning vragen ofwel sneller de weg vinden naar het OCMW. In het deel rond leefloon, kan vastgesteld worden dat zich ook hier een zelfde evolutie voordoet. · De groep alleenstaande is duidelijk in aantal verminderd. Kan dit gekoppeld worden aan de hoge huurprijzen in Herent en het beperkte aanbod aan huurwoningen voor alleenstaanden? · Een aantal cliënten lukken er niet in – ondanks het feit dat ze een inkomen verwerven uit arbeid – om zich in onze samenleving zelfstandig te handhaven. Dit geeft aan dat tewerkstelling ondanks het feit dat dit een belangrijk gegeven is, niet als enige oplossing kan gezien worden. · De problemen waarmee mensen naar de sociale dienst komen complex van aard zijn waarbij het werken aan een oplossing tijd vraagt. Gelijktijdig kan gesteld worden dat de hulpverlening het wel mogelijk maakt dat het merendeel van de mensen na verloop van tijd terug hun situatie in eigen handen kunnen nemen. · Wat de asielzoekers en vreemdelingen betreft kan vastgesteld worden dat de wetgeving met betrekking tot hun statuut steeds ingewikkelder wordt. Het werken met deze mensen heeft nog bijkomende hinderpalen zoals taal en cultuur.
24
2) Financiële steun Leefloon In 2011 werden de basisbedragen van het leefloon twee maal aangepast. Vanaf 01 mei 2011 bedroeg het leefloon voor een alleenstaande 755,08 euro, voor een samenwonende 503,39 euro en voor een gezin 1006,78 euro per maand. Vanaf 1 september 2011 bedroeg het leefloon voor een alleenstaande 770,18 euro, voor een samenwonende 513,46 en het leefloon voor een gezin 1026,91 euro. Situatieschets nieuwe aanvragen 70 64 60
50 43 nieuwe aanvragen leefloon
40 36
niet toegekend 30
30
29
26 20 14 10
16
10
8 5
4
2007
2008
0 2006
· · · · · · · ·
2009
2010
2011
2004: 25 waarvan 3 geweigerd werden 2005: 38 waarvan 4 geweigerd werden en 1 door betrokkene geannuleerd werd 2006: 26 waarvan 6 geweigerd werden en 2 door betrokkenen geannuleerd werden 2007: 30 waarvan 5 geweigerd werden 2008: 29 waarvan 4 geweigerd werden 2009: 43 waarvan 2 aanvragen geweigerd werden, 5 aanvragen geannuleerd werden door betrokkenen zelf en het OCMW in 3 dossiers niet bevoegd was 2010: 36 waarvan 9 aanvragen geweigerd werden en 5 aanvragen geannuleerd werden door betrokkenen zelf 2011: 64 waarvan 13 aanvragen geweigerd werden, 2 geannuleerd en waarvan het OCMW voor 1 aanvraag onbevoegd was.
We stellen een significante toename van de aanvragen in 2011 vast en opnieuw een toename van de geweigerde aanvragen (van 14 naar 16). De motivatie voor weigering is voornamelijk een gebrek aan informatie, het niet meewerken aan het sociaal onderzoek of recht hebben op andere bronnen van inkomsten. In 2011 zijn er 96 (lopende + nieuwe dossiers) leefloondossiers behandeld waarvan er nog 43 dossiers lopende waren eind december: · 27 personen kregen een leefloon uitgekeerd in afwachting van hun integratie · 7 personen studeren met leefloon · 9 personen werken onder artikel 60§7. In 2010 behandelden de sociale dienst 62 dossiers. Dit is een stijging van 54%.
25
Profiel cliënteel Leeftijd/geslacht
Man
Vrouw
Totaal
Percentage
-25 jaar
18
18
36
37%
25 – 34 jaar
11
8
19
20%
35 – 44 jaar
6
7
13
13,5%
45 – 54 jaar
11
10
21
22%
55 – 64 jaar
4
3
7
7,5%
Totaal
50
46
96
100%
De toename van de leefloondossiers situeert zich voornamelijk bij de jongeren. We zien echter ook dat bij de weigeringen en annuleringen 13 van de 16 dossiers mensen onder de 35 jaar betreffen wat aangeeft dat zij vaker een leefloon aanvragen terwijl ze er geen recht op hebben. Andere hulpverlening in een leefloondossier Een algemene bemerking is dat de complexiteit binnen de leefloondossiers toeneemt. We krijgen vaker te maken met mensen met een psychische problematiek en met anderstaligen die het Nederlands nog niet machtig zijn, waardoor de doorstroming naar tewerkstelling moeilijker verloopt. Het Sociaal Huis geeft in zo goed als alle dossiers administratieve ondersteuning, informatieve hulp en psycho-sociale begeleiding. Voor een aantal problemen (zoals verslaving, depressieverwerking) wordt er samengewerkt en doorverwezen naar tweedelijnsdiensten. Zie methodisch werken zoals beschreven in het deel ‘algemeen maatschappelijke hulpverlening”. Heel wat mensen die leefloon vragen leven in een precaire situatie waarbij er in eerste instantie psychische ondersteuning geboden wordt en er heel veel tijd gestoken wordt in het opbouwen van sociale relaties en het op- of heropbouwen van een sociaal netwerk. Opvallend is dat er heel veel administratieve hulp geboden wordt, wat typisch is binnen een leefloondossier. De cliënten zijn administratief niet meer in orde en dit wordt dan ook zo snel mogelijk opgepakt door de maatschappelijk werker. In heel wat dossiers zijn er ook schulden, die in de meeste gevallen via een afbetalingsplan betaald worden. Indien dit niet lukt wordt er budgetbeheer voorgesteld wat in 3 dossiers het geval was. Ook hier wordt getracht om zo snel mogelijk de cliënt zijn eigen budget terug te laten beheren. De ultieme betrachting is en blijft integratie, op alle gebied, waarbij veel aandacht besteed wordt aan het versterken van het zelfwaardegevoel. Wanneer dit voldoende versterkt is, kan een activering voorgesteld worden zodat betrokkene opnieuw zijn plaats binnen de maatschappij kan innemen. Leefgeld (equivalent leefloon) Alleen Belgen, EU-onderdanen met een verblijfsrecht van meer dan 3 maanden en vreemdelingen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters hebben recht op leefloon. De andere vreemdelingen en asielzoekers hebben recht op een leefgeld equivalent leefloon. Voor deze rechthebbenden zijn dezelfde regels van toepassing als voor mensen die gerechtigd zijn op leefloon. Gezien deze laatste groep niet altijd de mogelijkheid heeft om zich aan te sluiten bij een mutualiteit, wordt voor deze groep ook de medische, farmaceutische en hospitalisatiekosten ten laste genomen in afwachting van een aansluiting bij de mutualiteit. De financiering voor beide groepen vanuit de overheid is echter verschillend. Van het bedrag uitbetaald aan leefloon wordt in principe 50 % terugbetaald door de overheid, een aantal uitzonderingen buiten beschouwing gelaten. Van het bedrag toegekend aan leefgeld wordt door de overheid 100 % terugbetaald mits te voldoen aan een aantal voorwaarden. Kandidaat-vluchtelingen kunnen aanspraak maken op leefgeld equivalent aan het leefloon. In 2011 werd er in 30 dossiers leefgeld toegekend, waarvan er voor 2 dossiers geen effectieve uitbetaling volgde naar aanleiding van gevonden tewerkstelling. In 2010 waren dit slechts 24 dossiers. We merken op dat er meer alleenstaanden zijn die leefgeld verkregen en heel wat minder samenwonenden dan in 2010.
26
In onderstaande tabel wordt het aantal rechthebbende op leefgeld equivalent leefloon weergegeven: Categorie
Aantal rechthebbenden 2010 Aantal rechthebbenden 2011
Cat. 1: samenwonende persoon
5
5
Cat. 1: samenwonende echtgenoten
5
5
Cat. 2: alleenstaande
10
15
Cat. 3: alleenstaande met kinderen
4
5
Totaal
24
30
Reden stopzetting Tewerkstelling Uitgeprocedeerden Andere Totaal
2010 6 1 9 16
2011 2 3 6 11
Gedurende het jaar 2011 werd in 11 dossiers de uitbetaling van leefgeld stopgezet. Het jaar daarvoor waren dat er echter 16. Een verklaring van deze daling zit o.a. in de dossiers die een definitieve beslissing in hun medische regularisatieaanvraag afwachten. Zij mogen immers niet werken en blijven dus afhankelijk van het OCMW zolang ze geen beslissing in hun procedure ontvangen. Verder zijn er 3 dossiers stopgezet omdat ze uitgeprocedeerd waren en dus geen verder financieel recht hadden. In 6 dossiers werd het leefgeld stopgezet, omdat ze verhuisd zijn naar een andere gemeente. In 1 dossier besliste de betrokkene tot vrijwillig terugkeer naar het land van herkomst. Andere financiële steunverlening Steun aan allochtone inwoners Aanvullende steun werd toegekend in 8 dossiers in 2011. Dit betreft meestal een aanvullende steun in de vorm van het barema zoals een tussenkomst in de huishuur, een tussenkomst in de medische kosten of een socio-vitaal minimum. Aanvullend leefgeld werd dit jaar niet uitbetaald tegenover 4 dossiers in 2010. Degenen die Aard steun 2009 2010 2011 gingen werken, verdienden meer Aanvullende steun 7 5 8 dan het bedrag aan leefloon, Eenmalige steun 12 18 20 waardoor ze geen recht hadden op een aanvulling. Huurwaarborg / 10 7 Cursusgeld 2 2 2 Het aantal éénmalige steunen Geboortepremie / / / steeg van 18 dossiers in 2010 naar Kinderbijslag 2 3 6 20 dossiers in 2011. Het ging Ten laste name mutualiteitsbijdragen 5 7 3 voornamelijk over hulp bij het Installatiepremie / 6 7 betalen van de eerste maand Voorschotten op sociale uitkering 7 3 / huishuur of voor het betalen van Totaal 35 54 53 een factuur. De toegekende huurwaarborg verlaagde van 10 dossiers in 2010 naar 7 dossiers in 2011. Verder werd er ook voor 7 dossiers een installatiepremie toegekend, omdat deze mensen vaak niet de middelen of de spaarcenten hadden om hun nieuwe woning in te richten en de nodige zaken aan te schaffen. Het aantal dossiers waarin steun equivalent gewaarborgde gezinsbijslag uitbetaald werd door het OCMW steeg van 3 naar 6 dossiers. Tegenover 2010 zien we een daling van het aantal dossiers waarin de mutualiteitsbijdrage ten laste genomen wordt door het OCMW. Een verklaring hiervoor is dat er weinig dossiers aangesloten zijn bij de mutualiteit. In vele dossiers neemt het OCMW de rol van mutualiteit op zich, omdat ze zich niet kunnen aansluiten bij de mutualiteit of nog in afwachting zijn van een aansluiting bij een mutualiteit.
27
Ook in 2011 werd er in 2 dossiers cursusgeld voor de Nederlandse lessen ten laste genomen. Dit volgens de principiële beslissing om tot maximum 250 euro per jaar deze kosten ten laste te nemen om de integratie in onze maatschappij te bevorderen. Wat nog als algemene opmerking in de dossiers van kandidaat-vluchtelingen geldt, is het feit dat aan alle levensdomeinen gewerkt wordt, aangezien zij zich op alle vlakken moeten integreren in de Belgische samenleving. Ook omwille van het spreken van een andere taal, zijn deze mensen vaak afhankelijker om hun weg doorheen de nieuwe regels en omgeving te vinden. Ook het aspect cultuur maakt dat er dingen zoals het uitleggen van de recyclageregeling, het nemen van de bus, het aangaan of opzeggen van een huurcontract, het opmaken van een CV, het leren van aanvaardbare attitudes, het leren aanpassen aan de Belgische cultuur en deze begrijpen, veel tijd, herhaling en een open houding vergen. Daarbij komt dat door de toenemende werkdruk die we op het OCMW voelen, minder tijd in een dossier gestoken kan worden en dus slechts het noodzakelijke aangepakt kan worden. We trachten de mensen in deze dossiers zoveel mogelijk te stimuleren om Nederlands te leren, om een zinvolle dagbesteding te hebben, om zich zo snel mogelijk te integreren en zelfstandig te functioneren in de Belgische samenleving. Steun aan autochtone inwoners In onderstaande tabel wordt weergegeven in hoeveeel dossiers financiële steun werd toegekend exclusief leefloon, aan inwoners van de gemeente Herent met de Belgische nationaliteit. Er wordt naar gestreefd allochtone en autochtone cliënten gelijkwaardig te behandelen ook op vlak van toekenning financiële steun. Aard Aantal De cijfers weergegeven naast de rubrieken Socio-vitaal minimum 9 éénmalige en dringende steun geeft het aantal Huishuur 19 dossiers weer waarin een dringende of éénmalige Waarborg 23 steun werd toegekend en niet het totaal aantal Medische kosten 9 toegekende dringende of éénmalige steunen. In Voorschotten op een uitkering 29 vergelijking met vorig jaar zien we dat het toaal Eenmalige steun 44 aantal toegekende vormen van steunverlening met Dringende steun 34 meer dan 1/5de is gestegen, namelijk van 177 naar Betalingsverbintenis 18 222. Andere 37 Totaal
222
Totaal steunen (excl. LOI en Dienst schuldhulpverlening) verhouding steunen volgens origine
steun aan allochtonen; 53; 19%
steun aan autochtonen; 222; 81%
28
Verwarmingstoelage Als gevolg van een aanhoudende stijging van de brandstofprijzen besliste de overheid in 2011 – evenals de voorbije 7 jaren – een tussenkomst in de verwarmingskosten toe te kennen. Tot en met 2007 waren er 3 categorieën van gerechtigden, namelijk personen met een verhoogde verzekeringstegemoetkoming, personen met een laag inkomen en personen met schuldenoverlast. Op 1 januari 2011 is een nieuwe verwarmingsperiode in het kader van het Sociaal Stookoliefonds begonnen. Er werden geen wijzigingen aangebracht aan de toepassingsregels. In de loop van 2011 werden de interventiedrempels die niet overschreden mogen worden, tweemaal verhoogd tengevolge van een aanpassing aan de welvaart. Een eerste maal met ingang van 1 mei 2011 en een tweede maal met ingang van september 2011. De vermeldde bedragen zijn deze die vanaf 1/9/2011 van toepassing waren. Deze interventiedrempels zijn momenteel niet meer van toepassing. De voorwaarden om een toelage van het OCMW te bekomen bleven dezelfde als de voorbije jaren. Drie categorieën komen in aanmerking: · Categorie 1: personen met recht op een verhoogde verzekeringstegemoetkoming · Categorie 2: personen met een laag inkomen · Categorie 3: personen met schuldenoverlast Om het recht op een verwarmingstoelage te openen moest de aanvrager aan een aantal voorwaarden voldoen zoals: · OF een verhoogde verzekeringstegemoetkoming van de ziekte- en invaliditeitsuitkering genieten. (WIGW; kind met een handicap met een verhoogde kinderbijslag, langdurig werkloze(meer dan een jaar), ouder dan 50 jaar; gerechtigde op een inkomensgarantie voor ouderen, gerechtigde op een inkomensvervangende uitkering voor personen met een handicap, leefloongerechtigde, gerechtigde op het OMNIO-statuut) Tevens is vereist dat het bruto belastbare inkomen van het huishouden lager of gelijk is aan maximum € 15.782,42 verhoogd met € 2.921,74/persoon ten laste · OF een laag inkomen hebben (maximum € 15.782,42 bruto belastbaar/jaar + € 2.921,74/persoon ten laste). Hier wordt wel het kadastraal inkomen van woningen of gronden buiten de echtelijke woning in rekening gebracht; · Personen met een schuldenoverlast: in een collectieve schuldenregeling of in schuldbemiddeling zijn en bovendien niet in staat zijn om de verwarmingsfactuur te betalen; · de aanvrager dient zijn woning te verwarmen met één van de in aanmerking komende brandstoffen; · De prijs per liter brandstof dient boven een vastgestelde grenswaarde te liggen; · de levering dient te gebeuren tussen 1 januari en 31 december van dat jaar; · binnen de 60 dagen na levering dient de aanvraag ingediend te worden; · per stookperiode en per gezin dat in het gebouw verblijft, wordt de toelage toegekend voor maximum 1500 liter In 2011 waren er 138 aanvragen voor een verwarmingstoelage. Hiervan hadden 124 mensen recht op een toelage. Dit is een lichte daling zowel in het aantal aanvragen als in het aantal gerechtigden. Anderzijds stellen we vast dat 90% van de aanvragen ook gerechtigd is op een toelage. Van de gerechtigden behoorden 104 personen tot categorie 1 en 20 personen tot categorie 2. 14 personen kwamen niet in aanmerking voor een toelage. De reden hiervoor was dat de inkomensgrens werd overschreden, de aanvraag niet gebeurde binnen de 60 dagen na levering of dat de maximumgrens van 1500l werd overschreden.
29
Verwarmingstoelage 248 250
227
178
200
165
163 134
150
138 124 Aanvragen Recht
100
50
0 2008
2009
2010
2011
Sinds 2009 werden de aanvragen van de vierde categorie, mensen met een bescheiden inkomen overgeheveld naar de FOD Economie. Dit verklaart de sterke daling van 2009 t.o.v. 2008.
30
3) Tewerkstelling en maatschappelijke activering Tewerkstelling blijft het middel bij uitstek om uit de vicieuze cirkel van de armoede te geraken. Binnen de sociale dienst is er een specialisatie tewerkstelling en maatschappelijke activering. Er wordt met de cliënt een traject uitgewerkt gebaseerd op enerzijds de motivatie en capaciteiten van de cliënt en anderzijds de mogelijkheden op de arbeid- en opleidingsmarkt. Samen met de cliënt wordt er gezocht naar werk of een geschikte opleiding, bv. door het ondersteunen van mensen in hun zoektocht naar een geschikte job of het mee helpen opstellen van een CV en een sollicitatiebrief. Het traject kan verschillende fasen doorlopen: - voortraject: arbeidsattitude - arbeidzorg - vrijwilligerswerk - opleiding - werkervaring - tewerkstelling - nazorg Alle facetten (behalve voortraject en arbeidszorg) van trajectbegeleiding worden toegepast. Werkervaring via vrijwilligerswerk Het Sociaal Huis biedt cliënten de mogelijkheid om op vrijwillige basis werkervaring op te doen. Voor sommigen is dit een opstap naar tewerkstelling. Voor andere is dit louter een vorm van zinvolle dagbesteding en sociale ontmoeting. In 2011 werden 6 cliënten als vrijwilligers ingeschakeld in D’akkozje, De Hemelboom en LOI. Werkervaring via tewerkstelling artikel 60§7 Wat het luik werkervaring betreft, hebben we een jarenlange traditie om leefloongerechtigden te stimuleren aan het werk te gaan. Dit verhoogt hun kansen op zelfstandigheid. Voor het jaar 2011 werd een verhoging van het contingent sociale economie van 10 naar 15 plaatsen toegekend. Daarnaast voorzag het Sociaal Huis een budget voor de art.60-tewerkstelling van 6 personen. In de loop van 2011 werkten er 27 personen in artikel 60§7. Het OCMW van Herent werkte gedurende het jaar 2011 samen met de sociale economie-initiatieven Velo Leuven, Mijn experten uit Brussel, Inoptec uit Brussel, Convivial uit Brussel, SVK SPIT uit Leuven, Wonen en Werken uit Leuven, CAW uit Leuven, CEBOB de Link uit Kortenberg en Lovenjoel, wijkwerking van Wonen en Werken uit Leuven, bioboerderij (Sint Benedictushoeve) van Wonen en Werken uit Herent, SPIT huishoudatelier uit Leuven, SPIT kringwinkel uit leuven, SVK SPIT uit Leuven, kringwinkel Hageland uit Tienen en IGO Leuven. Hierbuiten werden er ook mensen tewerkgesteld in de klusdienst van het OCMW. Voor 11 personen werd het contract stopgezet in 2011 · 9 personen hadden voldoende arbeidsdagen om recht te hebben op een werkloosheidsuitkering, · 1 persoon werd ontslagen wegens dringende reden, · 1 contract werd stopgezet in onderling overleg. Tewerkstelling via klaverbladfinanciering lokale diensteneconomie Het Sociaal Huis werd erkend als organisatie in het kader van Lokale diensteneconomie. In het kader van het sociaal restaurant zijn er drie deeltijdse doelgroepwerknemers aan het werk. In het kader van de lokale diensteneconomie in de klusdienst is er 1 doelgroepwerknemer in dienst en 1 doelgroepwerknemer in de poetsdienst. Deze mensen worden via de klaverbladfinanciering gesubsidieerd. Bijkomend wordt ook begeleiding op de werkvloer gesubsidieerd.
31
Een maatschappelijk werker biedt hen psychosociale ondersteuning. De diensthoofden begeleiden hen op de werkvloer. Netwerking Er wordt ook nauw samengewerkt met verschillende instanties zoals VDAB, GTB (gespecialiseerde trajectbepaling en –begeleiding) en RVA. De “nazorg” wordt opgevangen door de extra begeleiding door de VDAB, meer bepaald via de maatregel KB 500 euro in de laatste 3 maanden van hun tewerkstelling. Het OCMW werkt hiervoor samen met de VDAB-consulente aangesteld voor de coördinatie van de begeleidingen vanuit Herent. De opgestarte trajecten worden regelmatig samen overlegd en geëvalueerd en eventueel bijgestuurd. GTB heeft op regelmatige basis (afhankelijk van het aantal cliënten die ze kan groeperen) zitdag in het OCMW-gebouw. Dit leidt ertoe dat de doorverwijzing naar de sociale dienst op gang komt en er onmiddellijk en wederzijds op vragen kan ingespeeld worden. Via de medewerking van de RVA worden de dossiers versneld behandeld zodat de nood aan voorschotten op werkloosheidsuitkeringen miniem is voor mensen die uit artikel 60 komen.
32
4) Schuldhulpverlening De dienst “schuldbemiddeling” is erkend met als nummer: 14AF/74/03005. Er bestaan 8 concrete werkvormen waarbinnen aan schuldhulpverlening gedaan wordt. 1) In bepaalde gevallen volstaat een éénmalige contact opdat de cliënt verder zelfstandig zijn financiële situatie kan regelen en opvolgen. 2) Soms volstaat dit niet en is een tweede afspraak nodig. We spreken in dit geval van een kortlopende begeleiding of schuldbemiddeling “an sich”. 3) Bij budgetbegeleiding wordt de cliënt frequent ondersteund bij het beheren van zijn inkomsten en uitgaven. Hij blijft zijn betalingen zelf uitvoeren en legt de betalingsbewijzen op geregelde basis ter controle voor aan de maatschappelijk werker. Deze stuurt bij waar nodig en maakt samen met de cliënt alles overzichtelijk en hanteerbaar. 4) Budgetbeheer bestaat erin dat de inkomsten gestort worden op een rekening die beheerd wordt door de maatschappelijk werker. De cliënt ontvangt periodiek een bedrag aan leefgeld om de dagelijkse kosten te betalen. Het resterend gedeelte van de inkomsten wordt aangewend om de vaste kosten en/of eventueel openstaande schulden te vereffenen. Waar nodig worden afbetalingsplannen en uitstel aangevraagd. 5) Bij een collectieve schuldenregeling wordt een verzoek gericht aan de arbeidsrechtbank te Leuven. De rechter zal oordelen of de cliënt zich bevindt in een toestand van overmatige schuldenlast. Indien dit het geval is, zal de rechter een schuldbemiddelaar (advocaat, deurwaarder, notaris of OCMW) aanwijzen die de inkomsten beheert. Via een minnelijke schikking tracht de schuldbemiddelaar de inkomsten te verdelen onder de schuldeisers. Indien één van de schuldeisers of de cliënt hiermee niet akkoord gaat, kan de rechter een regeling verplicht opleggen. Voor de betaling van de overige lopende rekeningen blijft de cliënt zelf instaan. Dit alles zorgt ervoor dat de cliënt terug een toekomstperspectief krijgt met als grote voordeel dat de kosten en interesten gestopt worden. De cliënt kan op deze wijze op een min of meer leefbare manier en op een redelijke termijn zijn schulden aflossen. Bij deze laatste vorm begeleidt de dienst schuldhulpverlening de cliënt bij het opstellen van een verzoekschrift. Een belangrijk aspect is hier de tandemfunctie jurist – maatschappelijk werker. 6) Groepswerking ‘samen budgetteren’ Naast de individuele begeleiding werd er eind 2007 gestart met de budgetgroepen. Dit met de bedoeling mensen samen te brengen rond leren budgetteren. Het kan zijn als aanvulling op de individuele begeleiding of als een vorm van nazorg naar het einde van een begeleiding of ter ondersteuning van een opstart van een dossier. Zulk een groep biedt de mogelijkheid aan deelnemers om steun te zoeken bij elkaar en om te leren hoe andere mensen in een moeilijke financiële situatie toch manieren vinden om overeind te blijven. Een deel van deze mensen kan vervolgens aansluiting vinden bij Huis Marant die mensen kan toeleiden naar cultuur, sport en andere activiteiten… 7) Algemeen maatschappelijke hulpverlening De doelstelling van de dienst schuldhulpverlening ligt ruimer dan enkel schulden wegwerken. Cliënten beschikken niet altijd over de vaardigheid om hun eigen budget op een verantwoordde manier te beheren. Binnen de dienst schuldhulpverlening dient de maatschappelijk werker over voldoende tijd en vaardigheden te beschikken om rond dit aspect te werken. In de meeste dossiers betekent dit dat er naar dieperliggende oorzaken dient gekeken te worden. De nood aan specialisatie en bijhorende opleidingen is onmisbaar. We proberen zowel preventief als curatief te handelen met als doel te komen tot structurele oplossingen en zelfstandig beheer. In bepaalde situaties is budgetbeheer/begeleiding blijvend en noodzakelijk. Indien verreist moet er worden overgegaan tot voorlopige bewindvoering, ook hier is er vaak blijvende ondersteuning nodig. De dienst schuldhulpverlening staat sinds enkele jaren ook in voor een voogdijdossier. Tot op heden heeft het Sociaal huis van Herent zich nog geen kandidaat gesteld om zelf als schuldbemiddelaar op te treden. Dit kan mogelijks een meerwaarde betekenen voor cliënten
33
(sociale schuldbemiddeling versus meer rigide benadering door sommige advocaten). Vaak blijft budgetbeheer of budgetbegeleiding aangewezen bij personen die zich in een collectieve schuldenregeling bevinden. Hier is een goede verstandhouding met de advocaat – schuldbemiddelaar van groot belang. 8) Via de Lokale Adviescommissie (LAC) werkt het Sociaal Huis rond schulden op het gebied van elektriciteit, gas of water. We pogen inwoners te beschermen tegen afsluiting door de energieen waterleveranciers. Cliënten, cijfers en tendensen binnen het Sociaal Huis Herent cliëntsystemen in schuldhulpverlening 180 165
160 144
140 120 110 100 80
De dienst schuldhulpverlening had in 2011 voor een totaal van 165 dossiers in behandeling. Dit lag in 2010 nog op 144 dossiers en in 2009 op 110 dossiers. Onder een dossier wordt een cliëntsysteem verstaan, deze kan bestaan uit een gezin van één of meerdere personen.
60 40 20 0 2009
2010
2011
De dossiers schuldhulpverlening begeleid door de cel algemene individuele maatschappelijke dienstverlening werden in onderstaande tabellen vanaf vorig jaar tevens opgenomen. Hierdoor is een juistere vergelijking mogelijk. Het eerste cijfer in onderstaande tabellen is telkens van de dienst schuldhulpverlening, het tweede van de algemene sociale dienst en tenslotte is er het totaal. Vormen van hulpverlening met betrekking tot het budget In onderstaande tabel wordt voor 2010 en 2011 een overzicht gegeven van het aantal dossiers verdeeld over de 10 werkvormen. Categorie Budgetbegeleiding zonder schulden Budgetbeheer zonder schulden Eenmalige contacten Kortlopende begeleiding Schuldbemiddeling + budgetbegeleiding Schulbbemiddeling + budgetbeheer Voorbereidende werkzaamheden CSR* Budgetbeheer/begeleiding in combinatie met een collectieve schuldenregeling Aanvraag voorlopige bewindvoering Voogdij Totaal
2010 2+5=7 8 + 6 = 14 32 + 22 = 54 7 + 10 = 17 17 + 18 = 35 46 + 17 = 63 12 + 2 =14 19 + 3 = 22
2011 1+7=8 13 + 5 = 18 9 + 27 = 36 9 + 2 = 11 12 + 11 = 23 46 + 21 = 67 9 + 7 = 16 14 + 5 = 19
0+ 0 = 0 1+0=1 144 + 83 = 227
0+0=0 1+0=1 114 + 86 = 200
Wanneer cliënten in schuldhulpverlening twee hulpverleningsvormen combineerden (vb. budgetbeheer en collectieve schuldenregeling) komen zij ook in beide categorieën voor. Dit geldt ook voor dossiers budgetbeheren die nadien budgetbegeleidingen werden binnen het jaar 2011. *CSR: collectieve schuldenregeling
Het aantal budgetbeheren zonder schulden is ten aanzien van vorig jaar licht gestegen. Hieruit kunnen we concluderen dat bij een deel van de cliënten de schulden zijn weggewerkt, maar waar toch ondersteuning en bijsturing noodzakelijk blijft. We merken een sterke daling van de eenmalige contacten en een lichte daling van de kortlopende begeleidingen. Een mogelijke oorzaak kan zijn dat
34
mensen nood hebben aan een meer intensievere begeleiding. Ook de grote complexiteit van de dossiers kan hier een invloed op hebben. Aard van de schulden Categorie Kredietschulden (eveneens kaarten etc.) Huurachterstal Energieschulden Telefloon/gsm/internet/kabel Medische facturen/kosten Fiscale boete Onterecht ontvangen uitkeringen Achterstallig onderhoudsgeld Onbetaalde schoolfacturen Andere
2010 32 + 21 = 53 29 + 19 = 48 49 + 41 = 90 44 + 26 = 70 39 + 25 = 64 24 + 15 = 39 8 + 6 = 14 3+2=5 19 +3 = 22 41 + 26 = 67
2011 44 + 24 = 68 33 + 20 = 53 41 + 38 = 79 33 + 28 = 61 34 + 27 = 61 31 + 14 = 45 7 + 4 = 11 5+2=7 18 + 4 = 22 45 + 15 = 60
Deze tabel houdt geen rekening met éénmalige contacten.
Zoals ook in 2010 kunnen we concluderen dat het grootste aandeel schuldeisers zich momenteel situteert bij de energiesector. In tweede instantie zien we een stijging van het aantal kredietschulden. Maatschappelijk werkers stellen vast dat mensen in financiële nood bijzonder kwetsbaar zijn en dan ook beroep doen op kredieten om aan hun basisbehoeften te voldoen. Cliëntsystemen en hun gezinssamenstelling Categorie Alleenstaand Samenwonend Alleenstaand met kinderen Samenwonend met kinderen Onbekend (niet geregistreerd) Totaal
2010 27+ 13 = 40 13+ 4 = 17 18+ 4 = 22 18 + 7 = 25 0+0=0 76 + 28 = 104
2011 23 + 30 = 52 29 + 15 = 39 19 + 18 = 37 22 + 9 = 28 0+0=0 93 + 72 = 165
Deze tabel houdt geen rekening met éénmalige contacten.
Uit bovenstaande kunnen we concluderen dat het grootste deel van ons cliënteel bestaat uit alleenstaande personen. Soort inkomen van cliëntsysteem Categorie Loon Werkloosheid Ziekte/invaliditeit Pensioen Zelfstandig Andere Totaal
2010 41 + 14 = 55 19 + 5 = 24 19 + 11 = 30 6 + 5 = 11 2+0=2 3+0=3 90 + 35 = 125
2011 49 + 40 = 89 20 + 16 = 36 27 + 17 = 44 6 + 8 = 14 1+0=1 7 + 18 = 25 110 + 99 = 209
In deze tabel vinden we alle inkomens waarover de cliëntsystemen beschikken. Een aantal van de gezinnen beschikken bijgevolg over 2 inkomens. Geen rekening houdend met de éénmalige contacten.
Uit bovenstaande tabel blijkt dat een inkomen uit arbeid de grootste groep omvat. Verder merken we dat bijna een even groot aantal van de cliënten leeft van een vervangingsinkomen. In de mate van het mogelijke proberen we ook zelfstandigen met betalingsmoeilijkheden bij te staan, maar dit betrof in 2011 een enkeling. Vervolgens zien we een stijging bij de categorie andere inkomsten. Dit zijn onder andere de cliënten die het leefloon genieten of over geen inkomsten beschikken. In de kantlijn dient tevens vermeld te worden dat het merendeel van de cliënten laaggeschoold zijn. Dit resulteert al te vaak in een onzekere tewerkstelling met een laag loon. Daarnaast betekent het beschikken over een loon niet altijd dat het gaat over een voltijdse tewerkstelling.
35
Onderstaande kolommen geven een zicht op de opgestarte dossiers tijdens de voorbije jaren en het aantal stopzettingen in de loop van 2010 en 2011. Nieuwe dossiers voorbije 5 jaar 2007 2008 2009 2010 2011
19 14 22 24 + 17 = 41 35 + 28 = 63
Deze tabel houdt geen rekening met éénmalige contacten.
Aantal stopzettingen Reden stopzetting Dossier afgewerkt/probleem opgelost Cliënt verhuisd/overleden Geen medewerking/motivatie Andere (overgang systeem I rusthuis, enz.) Totaal
2010 9 + 3 = 12 9 + 4 = 13 3+3=6 1+1=2 22 + 11 = 33
2011 6 + 6 = 12 12 + 7 + 19 7+2=9 0+1=1 25 + 16 = 41
Deze tabel houdt geen rekening met éénmalige contacten.
Uit de 2 voorgaande tabellen kunnen we vaststellen dat zowel het aantal opstartende dossiers als het aantal stopzettingen ook dit jaar gestegen is. De voornaamste reden van stopzetting blijft ook dit jaar het verhuizen naar een andere stad of gemeente. We merken tevens een lichte stijging wat betreft cliëntsystemen die de hulpverlening zelf beëindigen. Het opstarten en/of beëndigen van een dossier is arbeidsintensief. Groepswerking ‘Samen budgetteren’ Uitgangspunt Binnen het Sociaal Huis worden we in toenemende mate geconfronteerd met cliënten die een grote schuldenlast met zich meedragen en met cliënten die niet de vaardigheden hebben om met hun budget op een verantwoorde manier om te gaan. Dit uit zich in toenemende vragen naar collectieve schuldenregelingen; maar ook het aandeel van cliënten met budgetbeheer neemt hand over hand toe. Door de toename van het aantal dossiers schuldhulpverlening, werd het voor de maatschappelijk werkers steeds moeilijker om binnen een begeleiding de nodige tijd te voorzien om mensen die vaardigheden aan te leren. Dit laatste vraagt een vrij grote tijdsinvestering. Daarnaast werd het Sociaal Huis binnen de Noord-Zuid werking van de gemeente geconfronteerd met de kracht die uitgaat van groepen van personen die zich in éénzelfde situatie bevinden. Vanuit die vaststelling werd de vraag gesteld of het samenbrengen van mensen die in budgetbeheer zijn geen middel was om mensen vaardigheden aan te leren om op een verantwoorde manier met hun budget om te gaan. Een dergelijke manier van werken geeft het voordeel dat: - op éénzelfde moment met een aantal mensen gelijktijdig kan gewerkt worden, - mensen ook van elkaar kunnen leren. Een andere vaststelling is dat deze cliënten vaak in een sociaal isolement leven. Met hun beperkte budgettaire ruimte is het voor hen erg moeilijk om “erbij te horen” in onze moderne maatschappij. Vanuit de sociale hulpverlening van het Sociaal Huis merken we dat enerzijds de doelgroep van cliënten met budgetproblemen steeds jonger wordt maar anderzijds ook kinderen van cliënten in eenzelfde vicieuze cirkel als hun ouders belanden. Door ons te richten naar jongvolwassenen en/of kinderen van cliënten bieden we deze kwetsbare doelgroep een extra ondersteuning en bagage aan. Een groepswerking voor jongeren In het najaar van 2010 werd reeds het startschot gegeven voor de voorbereidingen van een groepswerking met als hoofdthema budgetteren. De deelnemers zijn adolescente en jongvolwassen cliënten of kinderen van cliënten, al dan niet met schulden. We willen via een preventieve aanpak de jongeren voorbereiden op en handvaten aanreiken in het zelfstandig(er) beheren van een eigen budget. In een budgetgroep analyseren we samen
36
verschillende soorten uitgaven en inkomsten en factoren die hierop invloed hebben. Het delen van hun ervaringen met lotgenoten draagt bij tot het zelfvertrouwen en het versterken van de eigen vaardigheden. De maatschappelijk werkers stelden, in overleg, een lijst op van kandidaat-deelnemers waarbij ze rekening hielden met verschillende criteria om een zo homogeen mogelijke groep van mensen samen te stellen. De cliënten die werden geselecteerd werden eerst aangesproken door hun individueel maatschappelijk werker. Nadien zou een gesprek met de groepswerker volgen. Niettegenstaande het aantal jongeren en jongvolwassenen die beroep doen op de dienstverlening van het Sociaal Huis stijgt, konden we onvoldoende cliënten warm maken om deel te nemen aan de groepswerking. De weerstand, om aansluiting te vinden bij een groep met ‘onbekende’ mensen, was vaak te groot. Slechts 2 kandidaten overwogen een deelname. Heroriënteren Uit een evaluatiegesprek met het team van de maatschappelijk werkers kwamen volgende vragen naar boven: · Is deze groepswerking budgetteren een haalbare kaart? · Wat hebben deze jongeren nodig als ondersteuning? · Hoe kunnen we ze ondersteunen bij het uitbouwen van een goed uitgebouwd sociaal netwerk? · Hoe deze jongeren handvaten en structuur aanreiken zodat ze hun leven zelfstandig kunnen opbouwen? Hierop aansluitend vond een overleg plaats met als doelstelling af te toetsen hoe het Sociaal Huis op maat een (groeps)werking kan uitbouwen naar jongeren en jongvolwassenen. Aan dit overleg namen maatschappelijk werkers, groepswerker en medewerkers van Riso Vlaams-Brabant en Social deel. Een nieuwe werking opzetten naar jongeren en jongvolwassenen vraagt een grondige voorbereiding. We hebben binnen het Sociaal Huis al verschillende positieve ervaringen met groepswerkingen en dialoogmomenten met volwassen cliënten. Door ons te richten naar deze jongere doelgroep, moeten we ons echter voldoende heroriënteren. Tijdens een tweede overleg brachten we verschillende organisaties in kaart die op dit ogenblik al een sterk uitgebouwde jongerenwerking hebben lopen. Het doel is de verschillende initiatieven te contacteren en te bevragen. Door de werklast van de maatschappelijk werkers kozen we ervoor een eerste prospectie te laten gebeuren door studenten van de Sociaal Hogeschool. Kiezen voor continuïteit Ondertussen kreeg het Sociaal Huis echter te kampen met verschillende langdurige ziekteafwezigheden van zowel secretaris, organisatiedeskundige als diensthoofd sociale dienst. Dit had als effect dat de klemtoon van onze dienstverlening op de continuïteit van de belangrijkste of lopende projecten werd gelegd. Nieuwe of nog op te starten projecten werden uitgesteld naar een latere datum; alsook de nieuwe werking gericht naar jongeren en jongvolwassenen. Begin 2011 zouden we, ter vervanging van een jongerenwerking opnieuw van start gaan met een groepswerking budgetteren. Na een eerste rondvraag door de maatschappelijk werkers bleken er voldoende kandidaat-deelnemers. Ditmaal echter werd ook de groepswerker langdurig ziek; dit in combinatie met een personeelswissel (een nieuwe groepswerker) binnen Social. Bij terugkomst van de groepswerker in maart werd in eerste instantie de focus gelegd op het heropstarten van de activiteiten Huis Marant en verschillende andere lopende projecten, zoals de actie rond 17 oktober. Een alternatieve groepswerking Om de tegenslag binnen de groepswerking te compenseren, gingen we eind mei opnieuw van start met de voorbereidingen van een 'alternatieve' groepswerking rond budgetteren. We kozen er voor om niet te werken met een homogene doelgroep van jongeren en jongvolwassenen, zoals oorspronkelijk in 2010 gepland, maar een heterogene groep cliënten samen te stellen, waarbij leeftijdsoverschrijdend wordt gewerkt.
37
Tijdens de eerste bijeenkomsten in augustus werd de focus gelegd op het groepsproces (elkaar leren kennen, vertrouwen opbouwen) en een algemene kennismaking met enkele begrippen rond budgetteren. Nadien werd er gewerkt rond het bestedingspatroon, rond sparen en besparen en hoe je kan budgetteren op korte en lange termijn. De bijeenkomsten bestonden uit een evenwicht tussen ervaringen delen met lotgenoten enerzijds en het uitwisselen van tips, informatie en tools tussen deelnemers en groepswerker anderzijds. De deelnemers bepaalden grotendeels het tempo en de inhoud van de bijeenkomsten. In 2011 gingen 9 bijeenkomsten door waaraan 6 cliënten deelnamen. Het einde van de groepswerking wordt voorzien in het voorjaar van 2012. Bewegingen en samenwerkingen binnen de dienst schuldhulpverlening Uit de cijfers blijkt dat het aandeel van cliënten met betalingsproblemen groeit. Een gepast antwoord vinden lijkt niet altijd evident. Naast een aantal positieve evoluties die al deels een antwoord bieden staan we open voor wat beter kan. 1) Interne dienst: Gezien de dienst schuldhulpverlening bemand wordt met een voltijdse en halftijdse kracht, blijft enerzijds de contunuiteit verzekerd en kunnen anderzijds wachtlijsten tot op heden vermeden worden. Ook de voltijdse adminstratieve kracht is al jarenlang een onmisbare ondersteuning. Daarnaast stelt Social twee en halve dagen per week een jurist ter beschikking met het oog op een intense samenwerking (tandemfunctie). 2) Samenwerking sociale dienst: Momenteel wordt binnen de algemene sociale dienst vaak gestart met budgetbeheer als hanteerbare methodiek. In een aantal dossiers is dit inderdaad de meest aangewezen vorm van hulpverlening en wordt naast de andere behandelde problemen vermeden dat deze mensen later met een nog veel grotere schuldenproblematiek komen aankloppen. Om hier meer zicht op te krijgen werden sinds 2010 ook deze gegevens opgenomen. Men dient echter wel alert te zijn. Wanneer de problematiek van schulden overheerst, dient deze tijdig overgedragen te worden en is een ondersteuning van de dienst schuldhulpverlening aangewezen. Het LAC en de dienst huisvesting kan ook hier een grote rol betekenen. Om een onnodige opsplisting van dossiers te vermijden zal vanaf dit jaar de administratieve kracht van de dienst schuldhulpverlening tevens instaan voor de logistieke ondersteuning binnen deze dossiers. Ook werd de adviserende rol van de schuldhulpverleners (specialisatiemodule) geïntensifeerd. Dossiers dewelke in hoofdzaak schulden en/of bestedingsproblematiek bevatten komen uiteraard na toewijzing rechtstreeks bij de dienst schuldhulpverlening met in het achterhoofd het aanbieden van kwalitatieve hulpverlening op maat van de cliënt. 3) Stageplaats: Zoals bijna elk jaar biedt de dienst schuldhulpverlening een platform om mensen de kans te bieden om te leren en onze relatie met onderwijsinstellingen te onderhouden. Het zorgt ervoor dat we mee blijven in het verhaal wat er op onderwijsniveau gebeurt en onze eigen werking kritisch blijven bekijken. In het jaar 2011 liep er één studente van het volwassenonderwijs CVO en één tweedejaarsstudente van de Sociale Hogeschool Heverlee stage. 4) Opleiding en samenwerking met extrene actoren: Gezien de vaak specifieke materie en de lange termijn begeleidingen van complexe dossiers binnen schuldhulpverlening blijft het noodzakelijk om op geregelde tijdstippen zowel op vlak van kennis als op benaderingsvlak van cliënten opleidingen te volgen. Specifieke opleidingen gebeuren hoofdzakelijk door het Vlaams Centrum voor Schuldbemiddeling. Zo kregen we dit jaar de kans om bij de volgende verdiepingsmodules te volgen: inzetserkenning, collectieve schuldenregeling, methodisch handelen… Deze opleidingen bevatten vaak de niet te onderschatten casusbesprekingen met collega’s van andere organisaties en vormen een extra bagage voor de maatschappelijk werker. Verder zijn er dagelijks contacten met schuldbemiddelaars - advocaten, schuldeisers, banken, dokters, zorginstellingen, CAW, psychologen, enz. Ook hier is netwerkvorming belangrijk.
38
De Lokale Adviescommssie De Lokale Adviescommissie (LAC) is wettelijk verplicht en moet voorkomen dat huishoudelijke klanten afgesloten worden van elektriciteit, gas of water. De LAC dient een gemotiveerd advies te geven wanneer een netbeheerder (voor onze regio Eandis) of de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) een verzoek tot afsluiting indient of wanneer een klant een verzoek tot heraansluiting vraagt. De LAC in Herent is samengesteld uit: · Een maatschappelijk werker, voorzitter van de LAC · Een afgevaardigde van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn, de voorzitter van het OCMW · Een vertegenwoordiger van de sociale leverancier Eandis/Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening · Een medewerker van de administratie van het Sociaal Huis Herent; deze heeft geen adviesrecht LAC Eandis (elektriciteit en gas) In 2011 hadden 6 LAC vergaderingen met de sociale leverancier plaats. Aantal ingediende dossiers (gas en elektriciteit): 140 waarvan: · aantal dossiers voor gas : 44 · aantal dossiers voor elektriciteit : 46 · aantal dossiers budgetmeter elektriciteit : 24 · aantal dossiers budgetmeter gas : 26 Indien een dossier budgetmeter op de LAC- vergadering staat, houdt dit in dat de klant geen toegang geeft tot de plaatsting van een budgetmeter of niet reageerde op de uitnodiging van de sociale leverancier om toegang te verlenen voor de plaatsing van een budgetmeter. Bij achterstallige facturen bij de sociale leverancier wordt een budgetmeter geplaatst. De beslissing tot plaatsing van een budgetmeter is geen beslissing van de LAC.
Overzicht van het aantal dossiers en klanten tijdens de voorbije 5 jaar: · 2008: 144 aanvragen: 50 klanten · 2009: 147 aanvragen: 57 klanten · 2010: 186 aanvragen: 57 klanten · 2011: 140 aanvragen: 38 klanten
LAC 200
186
180 160
147
144
140
140 120 Aanvragen
100
Klanten
80 60
50
57
57 38
40 20 0 2008
2009
2010
2011
Van de 38 klanten die voorkwamen op de LAC vergaderingen ging het om: · 15 klanten die op het ogenblik van aanmelding actief waren binnen de sociale dienst (2010: 9; 2009: 23; 2008: 16) · 11 klanten die in het verleden beroep gedaan hebben op de sociale dienst en waarvan het dossier op het ogenblik van aanmelding op de LAC, afgesloten of gekend maar niet actief binnen sociale dienst was (2010: 16; 2009: 8; 2008: 10) · 11 klanten die niet gekend waren op de sociale dienst (2010: 29; 2009: 26; 2008: 24) · 1 klant die niet gekend was binnen de sociale dienst, werd naar aanleiding van de uitnodiging verder opgevolgd door de sociale dienst.
39
De personen die op de LAC-lijst staan worden allen uitgenodigd voor een gesprek; zij krijgen een concrete afspraak om voor de LAC vergadering hun situatie te bespreken en een oplossing te zoeken. Indien zij nog actief zijn binnen de sociale dienst, krijgen zij een afspraak met hun maatschappelijk werker. Voor 2011 zijn 21 personen (55%) ingegaan op deze uitnodiging (in 2010 waren dit er 23 (40%)): · 19 kwamen langs op de afspraak · 2 namen telefonisch contact op Het gaat hier om het aantal personen die reageerden, niet over het aantal contacten. Tijdens de LAC vergadering heeft elke klant het recht om gehoord te worden en kan hij/zij zich laten bijstaan door een raadsman of vertrouwenspersoon. In 2011 werden 2 klanten op hun vraag gehoord op de LAC-vergadering van de sociale leverancier. LAC Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening In 2011 hadden 3 vergaderingen van de Lokale Adviescommissie voor de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening plaats.. In totaal werden 75 dossier (134 in 2010) besproken en ging het over 63 klanten (94 in 2010). Het grote verschil tussen het aantal dossiers met 2010 is te verklaren vanuit het gegeven dat de Lokale Aviescommissie voor de Vlaamse maatschappij voor Watervoorziening na twee en een half jaar non-activiteit, sinds maart 2010 terug opgestart werd. Van deze 63 klanten in 2011 waren er: · 14 actieve cliënten van sociale dienst van het OCMW · 13 gekende, op dat ogenblik niet actieve cliënten van de sociale dienst van het OCMW · 36 klanten die niet gekend zijn op de sociale dienst van het OCMW 8 klanten werden 2 van de 3 LAC-vergadering besproken, 1 klant werd besproken tijdens de 3 LACvergaderingen. Op hun vraag werden 3 klanten gehoord tijdens de LAC –vergadering van de VMW in 2011. Evenals voor de Lokale adviescomissie van gas en elektriciteit ontvangen de personen een uitnodiging met concrete afspraak om langs te komen en voorafgaand een oplossing te zoeken. In totaal zijn 26 personen (41%) ingegaan op deze uitnodiging: · 15 klanten kwamen langs · 10 klanten reageerden voorafgaand per telefoon of mail. Budgetmeters Op 31 december 2011 waren er in Herent 64 budgetmeters elektriciteit en 43 budgetmeters aardgas actief. Oplaadterminal opladingen budgetmeter 900 807
800 700 600
570
500 400 314
300
Aan de balie van het sociaal huis kan tijdens de openingsuren elke persoon die een budgetmeter heeft, een oplading komen doen. Sinds eind november 2011, de verhuis van de sociale dienst naar De Kouter, gebeuren de opladingen aan de zitbalie van het onthaal. De opladingen gebeuren overwegend met de betaalterminal. Voor mensen in budgetbeheer bij de sociale dienst wordt de betaling vaak per overschrijving gedaan vanuit de rekening budgetbeheer.
200 159 100 0 2008
2009
2010
2011
40
In 2011 zijn er 807 opladingen uitgevoerd, waarvan · 461 voor elektriciteit (370 in 2010; 294 in 2009) · 346 voor gas (208 in 2010 en 20 in 2009; operationeel sinds september 2009). Energiebesluit Het energiebesluit van 19 november 2010 omvat de regelgeving van een minimale levering aardgas tijdens de winterperiode voor personen met een budgetmeter. Met dit besluit wil de Vlaamse Regering de OCMW’s een middel aanreiken om gezinnen die de financiële middelen niet hebben om hun budgetmeter aardgas op te laden en dus het risico lopen zonder verwarming te vallen, in de winter (dit is van 1 december 2010 tot 1 maart 2011; deze periode kan verlengd worden) te ondersteunen door hen een ‘minimale hoeveelheid’ aardgas ter beschikking te stellen via periodieke opladingen van de budgetmeterkaart. De kost hiervoor kan deels gerecupereerd worden bij de distributienetbeheerder (maximum 70%) , deels ook bij de hulpvrager. Op de minimale levering aardgas via opladingen van de budgetmeter voor de winterperiode december 2010- maart 2011 deden zeven personen beroep op deze maatregel. Het betrof allemaal personen die actief waren binnen de sociale dienst. Besluit Schulden of achterstallen situeren zich op verschillende domeinen. Ze kunnen voortvloeien uit lichamelijke problemen (vb. ziekte of handicap: hoge ziekenhuisfacturen), psychische problemen ( vb. verslavingen en depressie), relationele problemen (vb. echtscheidingen, éénoudergezinnen), maatschappelijk –economisch invloeden (vb. financiële crisis, inflatie,…). Vaak zijn ze verweven met elkaar. Al deze invloeden treffen vaak eerst de zwakkeren onder ons, doch ook steeds meer mensen uit de middenklasse. Mensen stellen vaker betalingen uit, met onnodige intresten en kosten tot gevolg. Tevens gaat er een toenemende kracht uit van reclame en maatschappelijke druk en zijn er vlotte kredietopname mogelijkheden in winkels en banken. Contracten en verbintenissen zijn vaak complex en onduidelijk voorgesteld. We zitten in een consumptiemaatschappij waarbij de drang heerst om er bij te horen. Een andere vaststelling is dat steeds meer mensen er niet in slagen de kosten verbonden aan de meest elementaire zaken zoals energie, facturen met betrekking tot hun gezondheid en huisvesting te betalen terwijl in het verleden de problematiek meer lag bij het niet kunnen betalen van kredietschulden. De dienst schuldhulpverlening wordt meer en meer geconfronteerd met mensen die zich niet alleen bevinden in een schuldproblematiek maar ook toegeven dat zij niet de vaardigheid hebben om hun budget te beheren. De maatschappelijk werker heeft hier dus een dubbele taak: enerzijds dient hij te onderhandelen met schuldeisers om te komen tot het opstellen van afbetaalplannen, een luik juridisch technische kennis met een bemiddelende rol, anderzijds dient hij de hulpvrager te leren op een meer verantwoorde manier om te gaan met zijn budget, een soort sociaal pedagogische rol. Dit alles gebeurt in nauwe samenspraak met de cliënt waar we het zelfbeschikkingsrecht hoog in het vaandel dragen. Medewerking, motivatie en inzicht van de cliënt blijven hierbij cruciaal.
41
5) Juridische hulpverlening In de loop van 2007 hebben 7 OCMW’s in Vlaams-Brabant (i.c. Herent, Begijnendijk, Hoegaarden, Kampenhout, Kortenberg, Landen en Rotselaar) de handen in elkaar geslagen en zich verenigd in de OCMW-vereniging SOCiAL. Het doel van deze vereniging is om een aantal OCMW-taken uit te voeren, waarbij alle aangesloten OCMW’s ten volle kunnen genieten van de schaalvoordelen die dit intiatief biedt. In de loop van 2009 traden ook de besturen van Bierbeek, Huldenberg, Steenokkerzeel en TieltWinge tot deze vereniging toe. In de loop van 2010 volgde Bertem, en tot slot trad in 2011 Boortmeerbeek toe. In 2011 deed het OCMW-Herent gedurende 2,5 dag/week beroep op een SOCiAL-jurist, wiens taken binnen dit OCMW drievoudig zijn: - het externe advies : eerstelijnsadvies aan cliënten (en meer uitgebreid, aan alle inwoners van Herent); - het interne advies : advies aan de medewerkers van het OCMW en de Raad. Sinds november 2011 is het OCMW samen met de gemeente en de politiezone Herko gehuisvest in hetzelfde gebouw, De Kouter. Gelet op het samenwerkingsbeleid, wordt er ook aan het personeel van de Gemeente advies verstrekt. - het ondersteunen van de Dienst Schuldbemiddeling.
Cliënten eerstelijns advies: extern advies (25%) Cliënten kunnen bij de OCMW-jurist terecht op het vrije spreekuur op volgend tijdstip: - Maandag van 13u30 tot 17u en van 17u30 tot 19u45; - Dinsdag van 9u tot 12u30; Na afspraak kan men ook op andere momenten langskomen, mochten bovenstaande uren niet schikken. Het extern advies aan cliënten beperkt zich niet louter tot mondeling advies, doch er wordt ook schriftelijk advies verstrekt. In sommige rechtstakken wordt zelfs overgegaan tot het opstellen van eenvoudige juridische stukken voor cliënten: (protest)brieven, kleinere contracten, verzoekschriften (vb. collectieve schuldenregeling, voorlopig bewind, huur, familiale problemen, …), eenvoudige regelingen (vb. dading, echtscheiding met onderlinge toestemming, …), nota burgerlijke partijstelling, …. aantal juridische vragen 200 180 160
175 152
140
174
158 145
120 100 80 68 60 40 20 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
In 2011 werden er 68 vragen in de eerstelijnsdienst behandeld door de jurist. In vergelijking met vorig jaar is het aantal cliënten afgenomen. Dit houdt verband met het feit dat gedurende oktobernovember er geen advies kon verstrekt worden ingevolge de ziekte van de jurist enerzijds en de verhuis naar het nieuwe gebouw De Kouter anderzijds. In december kon ook worden vastgesteld dat cliënten niet onmiddellijk hun weg vonden naar het nieuwe gebouw en er een terugval was van het eerstelijnsadvies.
42
De verschuiving van de aard van de vragen werd behouden. Ruim 30% van de vragen concentreert zich binnen de rechtsdomeinen familierecht en huur/huisvesting. Dit neemt niet weg dat de schuldenproblematiek nog steeds toeneemt. Vaak is deze problematiek inherent aanwezig, wanneer cliënten met andere vragen komen. Anderzijds laat de schuldenproblematiek zich voelen via het stijgend aantal vragen i.v.m. schulden waarmee de juridische dienst wordt geconfronteerd in het tweedelijnsadvies, alsook het stijgend aantal collectieve schuldenregelingen.
Nog steeds streeft de dienst daar waar het mogelijk is naar een vorm van bemiddeling als antwoord op de juridische vragen van de cliënt. Sinds de inwerkingtreding van de wet op de bemiddeling eind 2005 werd bemiddeling zelfs in het leven geroepen als een volwaardig alternatief voor het opstarten van een gerechtelijke procedure. De Juridische Dienst van OCMW Herent promoot deze vorm van geschillenoplossing. Dit doet ze enerzijds omdat bemiddeling vaak ook financieel de meest interessante vorm van geschillenoplossing is en anderzijds omdat het aansluit bij de waarden die binnen een OCMW hoog worden aangeschreven zoals emancipatie, verhoging van de zelfredzaamheid, deelname aan het maatschappelijk verkeer. Bemiddeling is natuurlijk enkel mogelijk in gevallen waarin alle betrokken partijen over de nodige bereidheid én capaciteiten beschikken. Intern advies aan medewerkers van het OCMW en de Raad (65%) Bij uitbreiding: ook aan de Gemeente in het kader van het samenwerkingsbeleid Het intern advies wordt verschaft aan de maatschappelijk werkers van de Sociale Dienst, aan andere personen binnen het OCMW, alsook aan de beleidsorganen, zijnde de Voorzitter, Secretaris en/of de Ontvanger. Sinds de verhuis naar De Kouter in november 2011 komen er met mondjesmaat ook juridische vragen vanuit de Gemeente. Het intern advies is moeilijker meetbaar, aangezien dit vaak tussen de andere taken door gegeven wordt. Toch omvat dit een belangrijk deel van de dagelijkse taak van de jurist. We kunnen gemakkelijk stellen dat de jurist dagelijks verschillende vragen beantwoordt van de maatschappelijk werkers en hun cliënten, en hen zo juridisch bijstaat in de behandeling van hun dossiers. Naast het beantwoorden van vragen van de maatschappelijk werkers, omvat intern advies ook informatie verschaffen aan de beleidsorganen van het OCMW, aan de voorzitter, aan de secretaris en/of aan de ontvanger. Het interne advies is sterk toegenomen met 179 dossiers, terwijl er in 2010 nog maar 115 dossiers waren. Deze stijging zou er kunnen op duiden dat cliënten sneller hun weg vinden naar de sociale dienst, en deze op haar beurt naar de jurist. Bij het advies aan de maatschappelijk assistenten en het OCMW, tekent zich eenzelfde patroon af als bij de eerstelijnsvragen op het vlak van vragen rond familierechtelijke kwesties en huur of huisvesting meer in het algemeen. Het merendeel van de vragen van de maatschappelijke dienst betreft thans vragen over schulden en reguliere schuldbemiddeling (42 dossiers).
43
Tenslotte kan de jurist mits bijzondere machtiging de belangen van het OCMW waarnemen op de zittingen van de Rechtbank. In 2011 waren er echter geen tussenkomsten in die zin.
Ondersteuning dienst Schuldbemiddeling (10%) De Dienst Schuldbemiddeling staat mensen bij die een problematische financiële schuldenlast hebben, en bemiddelt hierbij met de schuldeisers van de cliënt. Bij de behandeling van dossiers van schuldbemiddeling wordt gewerkt aan de hand van een draaiboek, dat mee door de jurist is opgesteld. Inzake schuldbemiddeling is het belangrijk om te werken met een tandem van maatschappelijk werker en jurist. De voornaamste taken van de jurist zijn: het opstellen van de verzoekschriften collectieve schuldenregeling, de contracten en schulden nakijken op hun geldigheid en opeisbaarheid, het sturen van brieven met vragen tot verduidelijking rond schulden en intresten alsook het meewerken aan het totstandkomen van afbetaalplannen, terwijl de maatschappelijk assistent zich meer bezighoudt met de persoonlijke begeleiding van de betrokken persoon en de effectieve uitbetalingen. De specialisatie die inzake schuldbemiddeling is doorgevoerd maakt dat 1,5 VTE maatschappelijk assistent dagdagelijks met de jurist in dossiers schuldbemiddeling kan werken. Dit bevordert de samenwerking en maakt dat de maatschappelijk werker meer en meer desbetreffende kennis krijgt. Daarnaast werkt de jurist samen met andere maatschappelijk werkers die in hun dossiers aan bemiddeling inzake schulden doen. In 2011 werden door de jurist 24 verzoekschriften CSR opgesteld, en diende er in 4 dossiers nadere opvolging door de jurist te gebeuren.
44
Voor meer uitgebreide uitleg en cijfermateriaal rond de Dienst Schuldbemiddeling in het bijzonder, wordt tevens verwezen naar het gelijknamige hoofdstuk van dit jaarverslag.
45
6) Noodhulp Tweedehandsinitiatief “d’ Akkozje” Op 6 december 2004 opende d'Akkozje zijn deuren in Huis Marant. Uitgangspunt voor het oprichten van dit iniatitief is de wettelijke OCMW-opdracht zoals vervat in art.1 van de organieke wet van 8 juli 1976, namelijk het verlenen van maatschappelijke dienstverlening teneinde eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Om deze opdracht te vervullen, focust het OCMW zich op een ondersteuning van de maatschappelijk zwakkeren en kwetsbaren. Het OCMW-cliënteel kan hier, mits voorlegging van een klantenkaart, terecht om voor zichzelf en hun gezinsleden draagbare en modieuze kledij aan te schaffen tegen een kleine vergoeding. Deze vergoeding wordt beschouwd als een terugbetaling van maatschappelijke dienstverlening. De prijzen van de kledingstukken variëren tussen de € 0,50 en € 1 per stuk. Per persoon en per bezoek aan het initiatief mogen er maximum 10 stuks aangekocht worden. Net zoals in het verleden worden de inkomsten terug geïnvesteerd in het initiatief of gebruikt om extra activiteiten te organiseren voor OCMW cliënten. In 2011 werd d’Akkozje geplaagd door de afwezigheid van vrijwilligers. Margriet Peeters, die van bij de start aan het roer stond, werd langdurig ziek. Om de winkel open te houden, werkten enkele deelnemers een beurtsysteem uit. Er werden nieuwe afspraken gemaakt en ideeën uitgewisseld. De winkel kreeg een ferme opknapbeurt. Het Akkozje-team breidde uit naar 4 enthousiaste vrijwilliger-Maranters. Margriet is echter de dame die de ziel in d’Akkozje heeft gelegd. We danken haar voor haar jarenlange oeverloze inzet en betrokkenheid.
Voedselbedeling In 2011 werd er geen voedselbedeling georganiseerd van producten welke het OCMW kan bekomen via het Belgisch Interventie en Restitutie Bureau (BIRB). Er was wel een intensieve samenwerking met de voedselbank van de parochie Veltem-Beisem. De sociale dienst verwees 35 cliënten door naar deze voedselbank waar zij wekelijks een voedselpakket konden ophalen. Het Sociaal Huis stelde een douche en wasmachine beschikbaar voor cliënten.
46
7) Algemeen besluit In 2011 steeg het aantal dossiers die op het Bijzonder Comité voor Sociale Dienst kwamen met iets meer dan 25%. aantal dossiers BCSD
Een extrapolatie van het eerste kwartaal 2012 voorspelt opnieuw een stijging wel in mindere mate namelijk met 10 %. Dit geeft aan dat niet alleen het aantal dossiers, maar ook de complexiteit van een dossier stijgt.
800 731
700 616
600 500
486 426
400 300 200 100 0
2008
2009
2010
2011
407 gezinnen werden in 2011 binnen de sociale dienst begeleid. Integrale begeleiding op verschillende levensdomeinen en op maat van de cliënt, dit is de hulp die alle cliënten, ontvangen. 2011
44; 11%
Algemeen maats chappelijke hulp 174; 42%
93; 23%
Leef loon en tew erkstelling Schuldhulpverlening Vluchtelingen
96; 24%
aantal cliënten
450 407 400
363
359
376
331
350
310
300 250 200 150 100 50 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
47
In bovenstaande grafieken werden volgende hulp- en dienstverleningsvormen niet opgenomen, gezien het een specialisatie betreft: juridisch advies, verwarmingstoelage, lokale adviescommissie, noodhulp, Lokaal Opvang Initiatief. Ook éénmalige contacten die maatschappelijke werkers hebben, worden niet meegeteld.
Elk jaar blijkt steeds opnieuw hoe divers de mensen zijn die contact nemen met het OCMW van Herent. Ook naar huidskleur en nationaliteit zien we dat de verscheidenheid toeneemt: mensen uit andere Europese landen, personen uit andere continenten, mensen geboren buiten Europa maar ondertussen met de Belgische nationaliteit, … Ondanks dit gegeven, kunnen we een aantal vaststellingen doen: · We zien een verschuiving binnen de leeftijdscategoriën waaruit kan geconcludeerd worden dat meer en meer mensen al op iets jongere leeftijd ofwel met problemen kampen die ondersteuning vragen ofwel sneller de weg vinden naar het OCMW. Bij de groep van mensen die een aanvraag indienen tot het bekomen van een leefloon is dit het meest uitgesproken. · Een aantal cliënten lukken er niet in – ondanks het feit dat ze een inkomen verwerven uit arbeid – om zich in onze samenleving zelfstandig te handhaven. Dit geeft aan dat tewerkstelling ondanks het feit dat dit een belangrijk gegeven is, niet de zaligmakende oplossing is. · We zien dat de dossiers die behandeld worden jaar na jaar stijgen. Afgaande op de huidige economische situatie kan geconcludeerd worden dat de kans groot is dat deze stijging zich zal blijven doorzetten en dat de mogelijkheden die het OCMW kan aanwenden om hierop een antwoord te bieden, ook begrensd zijn. · De problemen waarmee mensen naar de sociale dienst komen zijn complex van aard waarbij het werken aan een oplossing tijd vraagt. Gelijktijdig kan gesteld worden dat de hulpverlening het wel mogelijk maakt dat het merendeel van de mensen na verloop van tijd terug hun situatie in eigen handen kunnen nemen. · Het feit dat meer en meer mensen kampen met een psychische en zelfs psychiatrische problematiek maakt dat de sociale dienst niet beschikt over de nodige deskundigheid om deze problemen ten gronde aan te pakken. Het is dan vooral de taak van de maatschappelijk werkers om cliënten te motiveren om hulp te zoeken voor de psychische of psychiatrische problemen welke zich stellen. De motivatie om hieraan te werken is bij een aantal niet aanwezig of heel beperkt hetgeen betekent dat het werken aan die motivatie ook heel tijdrovend kan zijn. Daarnaast kampen alle diensten met een overbevraging waardoor er meestal met wachtlijsten gewerkt wordt en de mogelijkheid voor doorverwijzing ook niet zo vanzelfsprekend is. · Wat de asielzoekers en vreemdelingen betreft kan vastgesteld worden dat de wetgeving met betrekking tot hun statuut steeds ingewikkelder wordt. Het werken met deze mensen heeft nog bijkomende hinderpalen zoals taal en cultuur. Deze gegevenheden noopt het Sociaal Huis er toe haar sociale hulpverleningsmodel aan te passen aan de nieuwe noodwendigheden: - Methodiekverandering in het behandelen van dossiers verwarmingstoelage om zo meer vindplaats gericht te werken. - Intensievere begeleiding van sociale tewerkstellingen en meer inzetten op sociale tewerkstellingen (ook via klaverbladfinanciering). Door deze tewerkstellingspolitiek is het Sociaal Huis van Herent erin geslaagd om het aantal dossiers leefloon laag te houden. - Het meer aanklampend gaan werken in dossiers LAC en bij uithuiszettingen. Ook in de samenwerking met Volkswoningbouw werden de eerste stappen gezet inzake preventie van uithuiszetting omwille van huurachterstal en wangedrag. Dit zal zowel voor de cliënt als voor Volkswoningbouw zeker een meerwaarde opleveren. - Het uitbouwen van het werken met vrijwilligers die onder meer cliënten begeleiden in hun zoektocht naar een woning, wegwijs maken in Herent, ... - Het gegeven is eveneens dat op hoger beleidsniveau hulpverlening aan kansarmen steeds breder open getrokken wordt. Een aantal jaren geleden werd de socio-, culturele- en sportieve participatie van kansarmen al in de kijker geplaatst. We zien iets gelijkaardigs met energie gebeuren (energiescans – isolatie daken). De tijd dat hulpverlening bestond uit mensen een inkomen bezorgen, de praktische problemen oplossen en psychische ondersteuning geven ligt achter ons. - De sociale dienst wordt meer geconfronteerd met vreemdelingen en met cliënten met een psychiatrische problematiek die niet bereid zijn om gespecialiseerde hulp te zoeken voor de problemen die zich stellen. Bij deze groepen loopt de hulpverlening moeizaam en dikwijls heel intensief is. Er wordt gezocht hoe hiermee om te gaan.
48
PARTICIPATIE
49
Voorwoord Het Sociaal Huis onderstreept haar visie op zelfstandigheid en zelfbeschikkingsrecht, rekening houdend met de keuzes van en vertrekkend vanuit de capaciteiten van cliënten, door een kader te scheppen dat toelaat dat cliënten zelf initiatieven kunnen nemen op vlak van ontmoeting, maatschappelijke deelname en inspraak. Dit hoofdstuk beschrijft hoe het Sociaal huis inwoners stimuleert om zelf initiatief te nemen. Centraal staan sociale ontmoeting, er zijn voor elkaar (buurtzorg), zelfontplooiing en sensibilisering. Dit uit zich in de activiteiten die Huis Marant organiseert en in de wijze waarop de socio-culturele en sportieve subsidie wordt aangewend. Bovendien wordt samen met de gemeentelijke vrijetijdsdiensten gewerkt aan de toegankelijkheid van het Herentse verenigingsleven voor kansarmen. Als kers op de taart startten we in 2011 met het sociaal restaurant met als doel de vereenzaming tegen te gaan. 1) Huis Marant Huis Marant is meer dan een gebouw. Het is een plaats waar mensen elkaar ontmoeten. Mensen voelen er zich welkom. De sfeer in de groepswerking is er open en hartelijk. Deelnemers komen naar Marant om (nieuwe) mensen te leren kennen, om in groep de stap te durven of te kunnen zetten naar activiteiten, om er een luisterend oor te vinden, om zich te ontspannen, om de krachten in zichzelf en anderen te ontdekken, om mee te helpen, … Huis Marant wil op twee sporen werken. Op individueel niveau wil ze kansarmen uit het sociaal isolement halen, hen een netwerk aanbieden en hen aansporen om hun leven terug in handen te nemen. Op collectief niveau wil Marant de groep van kansarme Herentenaren een stem geven en in dialoog treden met maatschappelijke structuren, zijnde organisaties, politiek,... In 2011 kende Huis Marant enkele bewogen periodes. De kracht van een groep mensen Van begin januari tot half maart werd de groepswerker langdurig ziek. In plaats van een afwachtende houding namen deelnemers zelf het initiatief om de ziekteperiode te overbruggen. Ze organiseerden de maandelijkse ‘koffie en taart’bijeenkomsten. Geplande activiteiten zoals cultuuruitstappen en kooksessies gingen gewoon door. Wanneer iemand uitvalt, vormen anderen een vangnet. De groep vangt mensen op, zoekt naar oplossingen en werkt samen verder. Iedereen draagt zijn steentje bij. Een huis verhuist Eind november vertrokken de laatste diensten van het Sociaal Huis naar De Kouter, het huis van de gemeente. Verhuizen betekende niet alleen verandering voor de mensen die vertrekken. Ook de achterblijvers, zoals Huis Marant, moesten zich aanpassen. Marant leunt niet meer aan bij het Sociaal Huis, dat leeg kwam te staan. Een leeg huis biedt echter nieuwe mogelijkheden en er worden volop plannen gesmeed. Marant leert op eigen benen staan. Samen met het sociaal restaurant en De Hemelboom, wordt er gebouwd aan een centraal ontmoetingshuis. In dialoog ·
Van dialoog naar een onthaalbrochure Op 21 januari 2010 ging in het Sociaal Huis een dialoog door tussen cliënten/leden van de groepswerking en de maatschappelijk werkers van de sociale dienst. Het opzet was om de verschillende gesprekspartners rond de tafel te brengen en ervaringen uit te wisselen over de diensten en de hulpverlening van het Sociaal Huis. Uit deze dialoog werden enkele actiepunten gedistilleerd. Marant kreeg de opdracht voor het schrijven van een onthaalbrochure voor het Sociaal Huis. In een werkgroep met 7 deelnemers werd een eerste ruwe schets gemaakt over de inhoud en de vormgeving voor de nieuwe onthaalbrochure. Elke
50
dienst/product van het Sociaal Huis zou worden voorgesteld op een overzichtelijke en eenvoudige manier. De werkgroep werkt intensief aan de gebruiksvriendelijkheid en toegankelijkheid in taal en structuur. Einddoel: een mooie en uitnodigende onthaalbrochure tegen de inhuldiging van het De Kouter in 2012. ·
Koffie en taart Waar vroeger de ‘koffie en taart’-bijeenkomsten werden georganiseerd als ontmoetingsmoment, groeide deze avonden al snel uit tot overlegmomenten waarbij activiteiten tot stand komen, voorstellen worden gedaan en ideeën uitgewisseld. We stimuleren cliënten actief te participeren aan de werking. In eerste instantie vertrekken we vanuit de leefwereld van de cliënt en proberen we, in dialoog, activiteiten te laten groeien uit de ideeën, vragen en noden van de deelnemers. Hun actieve betrokkenheid, motivatie en inzet is de rode draad binnen het proces van een groepswerking. ‘Koffie en taart’ wordt maandelijks georganiseerd.
·
Samenwerkingsproject Toemeka Toemeka vzw kreeg de opdracht om een cursus te organiseren voor museummedewerkers over het onthaal en begeleiden van maatschappelijk kwetsbare groepen. Aan de deelnemers van Marant werd gevraagd een bezoekje te brengen aan het Museum M in Leuven en hun ervaringen te brengen over klantvriendelijkheid en toegankelijkheid van het museum. Hun ervaringen werden verwerkt in de cursus. Door deze medewerking te verlenen aan dit project werken we rechtstreeks en onrechtstreeks mee aan het wegwerken van te hoge drempels naar mensen in armoede.
·
Participatieraad provincie Vlaams-Brabant De ‘Participatieraad Vlaams-Brabant’ onderzoekt hoe de provincie en de lokale besturen hun beleid beter kunnen afstemmen op de noden van de kansarmen. Daarnaast wil het adviesorgaan via dit provinciale netwerk ook de bestaande regionale en/of lokale netwerken armoede versterken. Vanuit Marant nemen een deelnemer en de groepswerker, in tandem, deel aan de bijeenkomsten.
Activiteiten Door mensen samen te brengen in een open en aangename sfeer werkt Huis Marant sociale integratie in de hand. Op geregelde tijdstippen nodigen we mensen uit deel te nemen aan vrijetijdsactiviteiten rond diverse onderwerpen. Deelnemers kiezen zelf of ze mee doen aan een activiteit. Activiteiten zijn vaak gratis of met slechts een kleine eigen bijdrage. ·
Culturele uitstappen Voorbeelden uit 2011: bezoek aan het witloofmuseum en de abdij op de Keizersberg, een optreden van Nicole en Hugo, theater met Warre Borgmans .
·
Sport – en bewegingsactiviteiten Voorbeelden uit 2011: bowling, zumba, zwemmen in Aqualibi.
·
Creatief Marant Voorbeelden uit 2010: zijden sjaaltjes beschilderen, bloemschikken voor Pasen, kerstkaartjes maken.
·
Koken met Ronny De kookgroep ‘koken met Ronny’ komt om de 3 weken samen. Ze bereiden eigen recepten. De nadruk wordt gelegd op samen koken met verse ingrediënten en binnen een klein budget. De sterkte van dit project is dat de deelnemers alles zelf organiseren. Ze hebben een soort van roulement uitgedacht waarbij elke deelnemer om beurt verantwoordelijk is voor de kooksessie.
·
Feesten Twee keer per jaar nodigt Marant alle cliënten uit op haar kerstfeest en op een lentebarbecue. Op ons laatste kerstfeest waren een honderdtal mensen aanwezig. De voorbereiding van deze feesten gebeurt volledig tijdens de ‘koffie en taart’-bijeenkomsten en in samenwerking
51
met verschillende enthousiaste vrijwilligers. ·
Zomerprogramma Voorbeelden uit 2011: Aquatopia, Technopolis, een boottocht van Leuven naar Mechelen, dagje uit naar Blankenberge. Het zomerprogramma wordt in samenwerking met het LOI georganiseerd.
·
Vakantie Naast de zomeruitstapjes organiseerde Marant in 2011 opnieuw een ‘weekendje weg’. De meeste deelnemers hebben noch de financiële draagkracht, noch het gezelschap om er een paar dagen op uit te trekken. Samen op pad gaan creëert een band. Mensen leren elkaar op een andere manier kennen. Dit jaar ging het weekend door in Limburg. Er namen 7 cliënten deel aan het weekend.
·
Open Huis In april 2010 opende ‘Open Huis’ zijn deuren. Mensen kunnen in de ontmoetingsruimte van Marant terecht voor een goed gesprek of een drankje. Het is de bedoeling dat mensen er op hun gemak kunnen zijn, een babbeltje komen doen, nieuwe mensen leren kennen, de krant lezen,... Bezoekers worden er ontvangen door deelnemers van de groepswerking zelf. Oorspronkelijk ging Open Huis twee keer per week door, op woensdagnamiddag en op donderdagavond. Door de weinige bezoekers op woensdag en een na een grondige evaluatie verkoos Marant om enkel nog op donderdagavond open te zijn. Op donderdagavond worden nu op regelmatige basis brei-momenten georganiseerd. Ook het versieren van de quetzalvogels, een project van de Noord-Zuiddienst, gebeurde tijdens de openingsmomenten van Open Huis.
Samen werken Binnen de groepswerking staan de eigen krachten en potenties van de mensen centraal. We geven de deelnemers de ruimte om ervaringen en ideeën met elkaar te delen. ·
Koken met KAV Vrouwenbeweging KAV organiseerde met Marant kooklessen en recepten op maat. Wie het moet stellen met een beperkt inkomen gaat immers vaak besparen op voeding: fastfood, vetten en zoetigheden vervangen de gezonde voedingsmiddelen op het menu. Onder deskundige begeleiding van een lesgever van KAV en de groepswerker van Social gingen de deelnemers zelf aan de slag met de ingrediënten. Ze leerden een gezonde en evenwichtige maaltijd samenstellen, resten te verwerken en een goede planning te maken van de aankopen en de voorraad.
·
Sinterklaasfeest Elk jaar organiseren KWB en KAV, in samenwerking met het LOI, een sinterklaasfeest voor vluchtelingen en andere cliënten van het Sociaal Huis. Om het feest nog meer op maat te maken van gezinnen uit maatschappelijk kwetsbare groepen werd Marant uitgenodigd mee te helpen aan de voorbereidingen van het feest. Marant nam deel aan de voorbereidende vergaderingen en knutselde de tafelversiering. Een deelnemer kroop in de kleren van zwarte piet, de dag zelf.
·
Dag van de armoede – ‘iedereen heeft recht op vrije tijd’ In 2011 werd de actie rond de dag van het verzet tegen armoede opnieuw gekoppeld aan de kermis in Winksele. Op zondagnamiddag 16 oktober werd de campagne ‘iedereen heeft recht op vrije tijd!’ afgerond met volgend programma: - Soep op de stoep - een infostand over de dag van de armoede en alle deelnemende/ondersteunende organisaties en verenigingen - een ‘rad van fortuin’ (sensibiliseringsactie rond armoede voor een doelgroep van volwassenen) - een kortingsboekje voor 5 kermisattracties voor kansarme gezinnen met kinderen. De sociale dienst schreef hiervoor uitnodigingsbrieven naar cliënten met kinderen. - een springkasteel
52
-
een Murgaworkshop.
De actie in Herent werd gedragen door de ‘werkgroep 17 oktober’, in samenwerking met verschillende organisaties, de herentse scholen, verenigingen, vrijwilligers, de vrijetijdsdiensten van de gemeente, Huis Marant en het Sociaal Huis. Achter de schermen liep de samenwerking van het Sociaal Huis met de vrijetijdsdiensten, verenigingen en organisaties na 17 oktober verder om de toegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod in Herent te bevorderen. Enkele doelstellingen voor 2011-2012: - uitwerken van een ‘best case scenario’ (een publicatie over geslaagde projecten en initiatieven uit Herent ter ondersteuning van andere verenigingen) - in samenwerking met de jeugdverenigingen werken aan toegankelijkheid van het jeugdaanbod - een vormingsaanbod naar de kansengroep - coördinators van sportverenigingen. Marant in cijfers
2011
Januari
April
Juli
Oktober
Februari
Mei
Augustus
November
Maart
Juni
September
December
24
36 *
46
31**
13
17
24
24
Aantal deelnemers Aantal Activiteiten
* Aan de barbecue in mei namen 120 gasten deel. ** Het kerstfeest in december telde 109 deelnemers.
53
2) Socio-culturele en sportieve participatiesubsidie 2011 Algemeen Het OCMW van Herent gebruikte de subsidie om de sociale, culturele en sportieve ontplooiing van het OCMW-cliënteel te bevorderen. In dit kader werden in 2011 opnieuw een aantal initiatieven uitgewerkt om de diverse doelstellingen van de subsidie te verwezenlijken. Hieronder worden de verschillende initiatieven beschreven. Activiteiten in het kader van de socio-culturele en sportieve subsidie Speelpleinwerking In het kader van de armoedebestrijding in Herent tracht het Sociaal Huis van Herent preventief te werken met armen en risicogroepen. Zo vormen onder andere de kinderen van het cliënteel een risicogroep. Bijgevolg gaf het Sociaal Huis van Herent deze kinderen de kans om, aan een voordelig tarief, deel te nemen aan sport- en spelactiviteiten in Herent. In de praktijk betekende dit dat Sociaal Huis Herent een samenwerkingsverband heeft aangegaan met de jeugddienst van Herent. Hierdoor kregen kinderen van onze cliënten de kans om aan een zeer voordelig tarief deel te nemen aan de speelpleinwerking, grabbelpas, hib-hop, sportkampen, swap…. Door deze subsidie komen de kinderen in omgevingen terecht waar ze anders niet de kans toe zouden krijgen. Het gedeelte van de subsidie voor de speelpleinwerking voor het jaar 2011 bedroeg €2817. Als we een vergelijking maken met vorig jaar, kunnen we vaststellen dat er € 355,50 minder ten laste is genomen door de socio-culturele en sportieve subsidie. Dit is een kleine daling, vooral tijdens de paasvakantie in 2011 waren er minder inschrijvingen dan voorheen. Tevens nemen de meeste kinderen actief deel aan de gewone activiteiten en schrijven ze zich niet veel meer in voor de extra activiteiten tijdens de speelpleinen, welke meer kosten. Deelname aan sociale, culturele of sportieve verenigingen met inbegrip van lidgelden en benodigdheden Sociaal Huis Herent heeft tevens een deel van de subsidie aangewend voor individuele cliënten en dit voor: · de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de gebruikers aan sociale, sportieve of culturele activiteiten; · de volledige of gedeeltelijke financiering van de deelname door de voormelde gebruikers aan activiteiten van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak; · de ondersteuning en financiering van initiatieven van of voor de doelgroep op sociaal, cultureel of sportief vlak; · de ondersteuning en financiering van initiatieven die de toegang van de doelgroep tot de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën bevorderen. Zo heeft het Sociaal Huis van Herent bij bepaalde cliënten een gehele of gedeeltelijke financiering toegepast opdat ze zouden kunnen deelnemen aan sociale, sportieve en culturele manifestaties. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan: het lidgeld voor aansluiting bij een voetbalclub, lidgeld voor de tekenacademie, lidgeld voor judo… Om deze subsidie bekend te maken naar de verschillende verenigingen in het Herentse, is ze uitgebreid toegelicht op de jeugdraad en de sportraad in 2011. Hierin zitten vertegenwoordigers van alle Herentse verenigingen welke dan individuele leden kunnen op de hoogte brengen dat deze subsidie bestaat en hoe ze er gebruik van kunnen maken. Op dit ogenblik is het vooral vanuit de sportverenigingen dat er een aantal doorverwijzingen zijn gebeurd naar de sociale dienst.. PC met internetabonnement In de wachtzaal van het Sociaal Huis is een laagdrempelig toegangspunt ingericht waar personen, die zelf geen toegang tot dergelijke technologieën hebben, over een computer en het internet kunnen beschikken voor bijvoorbeeld het aanmaken van hun CV, hulpverleningsinstanties opzoeken, huurwoning zoeken, allerhande informatie opzoeken, een brief typen…. De socio-culturele en
54
sportieve subsidie heeft het abonnementsgeld, ten bedrage van € 518,84 voor deze PC ten laste genomen. Cultuurcheques Met de socio-culturele en sportieve subsidie wil het Sociaal Huis er ook voor zorgen dat cliënten meer deelnemen aan het culturele leven. Hiervoor is er een samenwerkingsverband aan gegaan met de cultuurdienst van Herent. Het aantal verkochte cultuurcheques kent geen groot succes. Mogelijke verklaringen kunnen zijn dat de mogelijkheid om cultuurcheques aan te kopen nog onvoldoende gekend is bij cliënten, daarnaast lijkt het dat cliënten voorkeur geven aan sportieve- en sociale activiteiten en dat cultuur pas op de laatste plaats komt. Tevens kan men ook via de groepwerking Marant deelnemen aan het culturele leven van Herent, waar dan wel heel wat mensen gebruik van maken.
3) Huis Yvonne Huis Yvonne heeft in 2011, net als in 2010, geen activiteiten georganiseerd. De wooneenheid is opgenomen binnen het patrimonium noodhuisvesting van het Sociaal Huis. Het zaaltje wordt via de gemeente verhuurd. Prioriteit wordt gegeven aan buurtinitiatieven. Toch blijft de ambitie leven om het idee van buurtzorg te laten doorsijpelen in de gemeente. Buurtzorg is een begrip dat verwijst naar het informeel hulp bieden van buur tot buur. Het draait rond onderlinge behulpzaamheid. Je kent je buren, je kan op elkaar rekenen. Een locatie als Huis Yvonne biedt hiertoe opportuniteiten.
55
4) Cafetaria De hemelboom – Open aanbod Om mensen meer kans te geven om anderen te ontmoeten wordt de cafetaria van De Hemelboom op maandag- en donderdagnamiddag opengesteld voor bezoekers. Iedereen die wil, kan deelnemen aan de activiteiten op maandag en/of kan komen kaarten op donderdag. Sinds 2011 plannen we maandelijks 2 activiteiten in plaats van 1 en de restaurantdag. Een greep uit de activiteiten op maandag van 2011: - zangstonde met vrijwilligerskoor, - spelnamiddag, - carnaval, - modeshow, - film, - bier-en wijndegustatie ( in samenwerking met wijngilde), - volksspelen (met dank aan de vrijwilligers van Huis Marant), - tuinterras, - imker op bezoek, - caféspelen, - bingo,… - maandelijkse restaurantdag (in samenwerking met de Dienst Warme Maaltijden)
Elke donderdag is er de kaartnamiddag in samenwerking met Okra Herent. Inmiddels is er elke donderdag minstens één vaste tafel met kaarters. Aan bijna alle activiteiten namen ook niet-bewoners deel. Toch blijft het moeilijk om nieuwe mensen aan te trekken.
Bekendmaking gebeurt via de Infokrant Herent en foldertjes. Het personeel van de poetsdienst en dienst gezinszorg volgde in 2011 een vorming om beter mensen te kunnen toeleiden naar de Open cafetaria. We ontvingen voor 2011 een projectsubsidie van de Provincie Vlaams-Brabant, voor een buurtgericht project “dagbesteding ouderen” voor Open Aanbod van de cafetaria De Hemelboom.
56
5) Sociaal restaurant Op 1 februari 2011 opende het Sociaal restaurant De hemelboom haar deuren. Herentenaren die graag samen met anderen eten kunnen elke werkdag in de cafetaria van De Hemelboom terecht voor een warme maaltijd. Een maaltijd bestaande uit soep, een hoofdschotel en een dessert, kost € 5 voor een volwassene en € 3 voor een kinderportie. Gebruikers moeten wel 3 dagen vooraf inschrijven. Zoniet kan er wel altijd soep met een broodje worden verkregen aan € 0,50. In de loop van 2011 kregen we 52 bezoekers over de vloer. In totaal nuttigden ze 3533 maaltijden. Aantal
Gemiddeld
porties
per dag
Januari
---
----
februari
204
11
maart
322
15
april
336
18
Mei
352
17
Juni
307
16
Juli
279
15
Augustus
332
16
September
342
17
Oktober
365
18
November
323
19
december
371
19
TOTAAL
3533
16,5
Het Sociaal restaurant is erkend als Lokale diensteneconomie-initiatief. Daardoor kunnen er 4 halftijdse doelgroepwerknemers worden tewerkgesteld. Om de werking te evalueren werd in september 2011 gepeild naar de tevredenheid van de gebruikers. 16 gebruikers vulden de vragenlijst in, waarbij werd gepeild naar hun tevredenheid over de locatie, de menu, de bediening, betaling en reservatie. Uit de resultaten blijkt dat de gebruikers tevreden tot zeer tevreden waren. Eén van de bezoekers omschrijft het als volgt: het Sociaal restaurant is een sociaal gebeuren waar iedereen zich kan in vinden. Besluit De gebruikers zijn tevreden en hun aantal stijgt langzaam. Toch zouden we graag meer gebruikers krijgen. We zoeken dus verder naar geschikte kanalen om ons Sociaal restaurant beter bekend te maken. Mogelijk moeten we meer werken vanuit de sociale dienst, zodat de maatschappelijk werkers hun cliënten gemakkelijker kunnen toeleiden.
57
THUIS- EN OUDERENZORG
58
Voorwoord 2011 zal onmiskenbaar steeds herinnerd worden als het jaar van de verhuis naar De Kouter. De verhuis naar dit nieuwe administratief centrum en de nauwere samenwerking met de diensten van de gemeente leverde een nieuw organogram op. Voorheen maakten de thuisdiensten deel uit van de Sociale Dienst. In 2011 werd de Dienst Ouderenen thuiszorg een feit. Deze nieuwe indeling moet een betere dienstverlening mogelijk maken. Doordat de dienstverlening ondertussen verspreid is bij verschillende maatschappelijk werkers en medewerkers en we niet meer allemaal op dezelfde locatie werken, zijn voldoende communicatie en duidelijke afspraken nodig. Daarom wordt er maandelijks een teamvergadering gehouden met afgevaardigden van alle thuisdiensten. Andere belangrijke gebeurtenissen in 2011 waren: - de start van het Sociaal restaurant op 1 februari, - de afronding van het Ouderenbehoeftenonderzoek, met de oprichting van de stuurgroep Ouderenbeleid, - de beslissing om een bezoekteam van vrijwilligers op te richten, die in 2012 alleenstaande ouderen van 80plus gaan bezoeken. - de beslissing om vanaf 01/01/2012 het gesubsidieerde personeel van de poetsdienst en de klusdienst aan te sluiten bij de regionale dienst voor gezinszorg en aanvullende thuiszorg SOCiAL.
59
1) Dienst warme maaltijden De dienst “Maaltijdbedeling” is veruit de oudste thuisdienst van het Sociaal Huis van Herent. In 1978 werd deze dienst opgestart. Elke maaltijd bestaat uit soep, hoofdgerecht en dessert. Bewoners van de serviceflats “De Hemelboom” kunnen ook soep apart verkrijgen. Aanvankelijk werden de maaltijden aangekocht bij een gespecialiseerde firma. Sinds 1986 worden de maaltijden bereid in de eigen keuken. Dat jaar werden er 8.905 maaltijden aan huis geleverd. Vanaf 1996 worden ook tijdens het weekend en op feestdagen warme maaltijden rondgebracht. In juli 2005 zijn we gestart met het organiseren van “restaurantdagen” in de cafetaria van De Hemelboom. Het doel is samen tafelen. Ook vervoer van het Sociaal Huis is mogelijk (zie mindermobielencentrale). Maandelijks worden alle gebruikers van de dienst warme maaltijden en de bewoners van de serviceflats uitgenodigd om samen in De Hemelboom te komen eten. Sinds het najaar 2007 wordt in de serviceflats “De Hemelboom” een wekelijks keuzemenu geserveerd. Sinds 2009 werden de tarieven aangepast voor koppels. Voor koppels die beiden een maaltijd afnemen, wordt de 2de maaltijd aan een goedkoper tarief aangerekend. Maaltijdbedeling aan huis in 2011 2006 160 58 (36%) 24.566*
Aantal cliënten Aantal nieuwe Aantal maaltijden Soep in Hemelboom
2007 142 40 (28%) 22.936*
2008 130 38 (29%) 22.935*
2009 135 67 (50%) 20.802*
2010 171 45 (26%) 21.112*
2011 199 80 (40%) 25.585*
1701
1732
1898
2.284
2.014
Aantal cliënten is sterk gestegen van 171 naar 199. Er waren 80 nieuwe cliënten. Ook het aantal maaltijden volgt deze stijging. De daling in aantal maaltijden in 2008 is te verklaren door een prijsaanpassing. * inclusief aantal geserveerde maaltijden tijdens restaurantdag: aantal maaltijden tijdens de restaurantdagen blijft stijgen van 326 in 2008, 358 in 2009, 439 in 2010 naar 587 in 2011. Warme maaltijden cliënten 199
220 200 180
171
160 142
160
135 130
140 120 100 80 60 40 20 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
60
Aantal maaltijden 30.000 25.585 25.000
22.936 24.566
22.935 20.802
20.000
21.112
15.000
10.000
5.000
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal maaltijden restaurantdag 587 600 439
500 358 400
326
300
200
100
0 2008
2009
2010
2011
De restaurantdagen hebben veel succes. Jaar na jaar worden er meer maaltijden genuttigd. Ten opzichte van vorig jaar is er stijging van 34%. Maandelijks zijn er ongeveer 50 deelnemers. Het is soms puzzelen om iedereen een aangename zitplaats te geven.
Hulp lopend op 31.12.2011 Hulp gestopt in de loop van 2011 Totaal
Hulp lopend op 01.01.2011
Hulp gestart in de loop van 2011
Totaal
89 29
54 27
143 56
118
81
199
Van de 199 personen die gebruik maken van de warme maaltijden zijn er 89 vaste klanten. De overigen zijn in de loop van het jaar toegetreden of afgehaakt. Reden stopzetting Plaatsing Overlijden Wijziging situatie Andere Totaal
11 3 40 3 56
61
Profiel van het cliënteel Zoals voor alle thuisdiensten vormen de hoogbejaarden de grootste groep. Leefsituatie
aantal
Alleenstaande man Alleenstaande vrouw Echtpaar/koppel Andere Totaal
46 109 36 8 199
78% waren alleenstaande.
Betaalde prijs € 2,11 € 3,00 € 3,98 € 4,36 € 4,74 € 4,98 € 5,00 € 5,63 € 5,74 € 6,22 € 6,63 € 6,88 € 7,22 € 7,58 € 7,88 € 8,36 € 8,58 € 9,36 € 10,12 € 10,20 € 11,12 € 12,12 € 12,21 € 13,21 € 13,40 € 14,00 € 14,40 € 15,00 totaal
0 1 2 3 2 6 0 0 52 1 49 2 18 1 10 1 11 7 2 4 4 0 1 2 0 4 2 14 199
70% betaalde tussen € 4,98 en € 7,88. Dit komt overeen met een inkomen tussen € 771 en € 1271. Besluit Er is terug een opwaartse tendens waar te nemen, het totaal aantal geleverde maaltijden blijft toenemen. We stellen ook vast dat meer personen gedurende een korte periode gebruik maken van onze dienstverlening. Over het algemeen zijn de gebruikers zeer tevreden over de kwaliteit van de maaltijden en de porties maar we stellen vast dat de kostprijs dikwijls doorslaggevend is en ze zich hierdoor beperken tot een strikt noodzakelijke afname. Er is een sterke stijging van participanten aan de restaurantdagen.
62
2) Dienst Gezinszorg In 2011 werden bij 72 cliëntsystemen 8353 uren gezinszorg aan huis gepresteerd. Dit aantal dient verhoogd te worden met 162,83 uren PAB. Geeft totaal van 8515,83 uren. Dit is een stijging t.o.v. vorig jaar, toen realiseerden we 7593,25 uren. In 2010 was het langdurig afwezig zijn van een verzorgende owv ziekte een belangrijke oorzaak van de daling tov 2009. In 2011 werd deze persoon vervangen waardoor het aantal verleende uren hulp opnieuw kon stijgen. Cliëntsytemen 80 72 70
67
66
59
60
55
53 50 40 30 20 10 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Gepresteerde uren 9000 8516
8277 8035 8000 7695
7463
7000 6497 6000
5000
4000
3000 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nieuwe aanvragen Nieuwe aanvragen gezinszorg 80 23 25
70 60
16 51
50 45
10
45
40
nieuw opgestart nieuwe aanvragen
34 30 20 10 0 2008
2009
2010
2011
De meeste nieuwe aanvragen gebeurden in 2011 door familie, meer bepaald bij 49%.
63
Aanvraag door 2007 2008 2009 2010 Familie 7 7 16 8 Betrokkene zelf 15 10 10 7 Ziekenhuis 12 11 14 10 Andere dienst OCMW 3 2 3 2 Huisdokter / thuisverpleging 6 8 3 2 Buren 0 1 2 1 Andere* 2 6 3 3 Lopende hulp, administratief nieuw 2 0 3 1 dossier totaal 47 45 54 34 *De andere aanbrengers zijn o.a. sociale dienst van ziekenfondsen en justitieassistent
2011 22 9 8 2 0 0 4 0 45
Aantal stopzettingen In 2011 noteerden we 18 stopzettingen, waarvan meer dan de helft door definitieve plaatsing in een woonzorgcentrum. Reden stopzetting plaatsing overlijden verhuis Hersteld Tijdelijke hulp Naar poetsdienst Niet tevreden Andere Totaal
2007 8 6 0 3 4 1 0 4 26
2008 4 2 0 2 0 2 0 4 14
2009 5 5 2 1 1 0 1 3 18
2010 9 4 0 2 1 0 0 0 16
2011 10 4 0 0 3 0 0 1 18
Profiel van de gebruikers Leefsituatie Wanneer we de gezinssamenstelling van het cliënteel bekijken, merken we dat 83% daarvan alleenstaande is. Zij blijven de grootste groep hulpvragers, net als de voorbije jaren. Bejaarden gezinssamenstelling – aantal cliënten Alleenstaanden
Koppel
Andere
Totaal
Man 23 61
10
2
73
Vrouw 50
Graad van zelfredzaamheid (BEL-profielschaal) - 35 punten 49
35 of meer punten 24
32% van de gebruikers zijn zwaar zorgbehoevenden en scoren 35 of meer punten op de Belprofielschaal ( hetzelfde percentage als in 2010, tegenover 39 % in 2009 en 31% in 2008 ). Duur van de hulpverlening 41% van de cliënten deed het ganse jaar door beroep op de dienst (in 2010 was dit 63% en in 2009 46 %). Het lagere percentage tov 2010 is te verklaren door het gestegen aantal opstarten. Leeftijd gebruikers
90 jaar en ouder 80 jaar – 89 jaar
2007 5 23
2008 4 16
2009 7 25
2010 6 20
2011 3 34
64
70 jaar – 79 jaar
18
17
19
17
13
60 jaar – 69 jaar 50 jaar - 59 jaar 40 jaar – 49 jaar Jonger dan 40 jaar Totaal
4 8 6 2 66
4 10 3 1 55
5 8 2 1 67
6 7 2 1 59
10 8 4 1 73
Zoals steeds vormen hoogbejaarden de grootste groep. Mantelzorg Evolutie cliënten met mantelzorg: - 2011: 46% - 2010: 55% - 2009: 52% - 2008: 49% - 2007: 42% - 2006: 51% Van de 73 cliënten kunnen er 34 deels ook beroep doen op mantelzorgers. De professionele hulpverleners bieden daar meer een ondersteunende rol. Indien er geen mantelzorg aanwezig is, is de nood aan professionele hulpverleners des te groter en worden voor een goede en efficiënte samenwerking verschillende overlegmomenten georganiseerd. Zorgoverleg In 2011 werd rond 9 cliëntsituaties van de gezinszorg deelgenomen aan een zorgoverleg. Bij 4 van de 9 werd er meermaals samengekomen om het zorgenplan te evalueren en bij te sturen. Er is een merkbare toename van deze vorm van overleg. Samenwerking derden Interne OCMW-diensten : - Poetsdienst: Bij 42 cliënten werd het poetswerk gedaan door de poetsdienst. - Warme maaltijden: 23 cliënten maakten eveneens (tijdelijk) gebruik van de dienst maaltijdbedeling aan huis - Alarm: 15 cliënten beschikten over een personenalarmsysteem via het OCMW - Serviceflats: 2 cliënten wonen in OCMW serviceflats “De Hemelboom” - Klusdienst: de verzorgenden doen geregeld beroep op de klusdienst om kleine herstellingen uit te voeren - Sociale dienst: 4 cliënten doen ook beroep op de sociale dienst van het OCMW, o.a. voor schuldhulpverlening - Voor heel wat cliënten werd een aanvraag ingediend voor stookolietoelage. Externe eerste- en tweedelijndiensten: - psychiatrische thuiszorg (De Hulster van Kortenberg en Pastya van Leuven) - thuisbegeleidingsdiensten - huisartsen/thuisverpleging Bijdragen gebruikers 2011 In 2011 bedroeg de gemiddelde gebruikersbijdrage voor gezinszorg 4,90 euro/uur. Opmerking: prijzen zijn de effectief aangerekende prijzen na aftrek van vermindering wegens een belscore ≥ 35 en langer dan één jaar gezinszorg.
65
In euro
Totaal
< 1 1 – 2,50 + 2,50 – 3,75 +3,75 – 5,00 +5,00 – 6,50 +6,50 – 8,75 +8,75 – 12,50 +12,50
0 11 15 24 10 7 4 2
Besluit In 2011 slaagden we erin om de prestaties van de dienst gezinszorg opnieuw te doen stijgen, mede door de vervanging van een langdurig zieke bij de verzorgenden. De trend dat hoogbejaarden zo lang mogelijk thuis willen blijven wonen, zet zich voort waardoor de nood aan professionele hulpverlening aan huis blijft toenemen. Familie was in de helft van de gevallen de aanvrager voor gezinszorg. Mantelzorg blijft cruciaal binnen de thuiszorg maar gezien de huidige ‘sandwichgeneratie’ meer en meer buitenshuis werkt tot pensionering, is de nood aan ( bijkomende) professionele ondersteuning groter. Door de inschakeling van meerdere hulpverleners in eenzelfde cliëntsituatie, stijgt de behoefte aan georganiseerd overleg. Het zogenaamde zorgoverleg tracht hier een antwoord op te bieden. Maar door de grote vraag en de complexiteit om alle betrokkenen samen te brengen, gaat het uiteindelijke doel soms verloren. Dit dan vooral in de opstartfase maar ook in crisissituaties. Daar is het uiteraard nodig om snel de hulpverlening op elkaar af te kunnen stemmen en dat lukt niet altijd. De betrokken partijen zijn op dit ogenblik zoekende hoe dit vlotter kan lopen. Sinds 1 januari 2010 maakt de dienst gezinszorg deel uit van de regionale dienst gezinszorg SOCiAL (erkenningnummer 346 – sectie 2). Stilaan komt deze samenwerking op gang. Er zijn 2 regionaal verzorgenden die ingeschakeld kunnen worden bij ziekte/verlof. Daarnaast hebben we momenteel 1 verzorgende in dienst die deels bij Social ( 50% ) en deels bij het OCMW ( 30% ) tewerkgesteld is.
66
3) Poetsdienst Aantal cliënten In 2011 werd aan 205 cliënten voor een totaal van 17.186 uren poetshulp verleend. * We merken een zeer lichte daling van het aantal cliënten (-2), en er is een daling van uren verleende hulp waarneembaar (- 1580,83 u). Waar er in 2010 een lichte stijging was, zien we in 2011 dus opnieuw een daling van het aantal uren verleende poetshulp. De verklaring hier ligt onder meer in het niet volledig invullen van het beschikbare contingent door een beperktere vraag op dat ogenblik. uren 20.400,0 19.400,0
19.302,0 18.429,0
18.400,0
18.766,8 18.283,0
18.133,0 17.186,0
17.400,0 16.400,0 15.400,0 14.400,0 13.400,0 12.400,0 11.400,0 10.400,0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
* Te verhogen met 8 uren poetshulp in kader van een persoonlijk assistentiebudget. Hier is een daling van het aantal uren ten opzichte van 2010 (-18u). Jaar 1997 2000 2003 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aantal cliënten 170 192 191 218 197 203 203 207 205
Aantal nieuwe cliënten 49 33 35 44 31 35 36 39 35
Aantal stopzettingen 29 47 35 42 35 31 42 31 37
Naast een lichte daling van het aantal cliënten, zien we ook een lichte daling van het aantal nieuwe cliënten (-4) en een stijging van het aantal stopzettingen (+6). Reden van stopzetting Reden 2007 2008 2009 2010 2011 Plaatsing 15 5 9 9 16 Overlijden 1 9 13 12 6 Tijdelijke hulp 4 1 3 2 Situatie gewijzigd 4 12 9 7 10 Niet tevreden 4 1 2 Andere 4 3 5 1 5 Onbekend 3 1 Totaal 35 31 42 31 37 Definitieve plaatsing was in 2011 de belangrijkste reden voor het stopzetten van de poetshulp, er is een stijging van +7. Op de 2e plaats komt gewijzigde situatie, waar dat in 2010 overlijden was. Nu zijn er slechts 6 stopzettingen omwille van overlijden.
67
Profiel van het cliënteel Leefsituatie 2008 Alleenstaande man
43
2009 36
2010 42
2011 34
Alleenstaande vrouw
96
99
102
107
Koppel
55
60
57
52
Andere
9
8
6
12
Totaal
203
203
207
205
Het profiel van de cliënten blijft nagenoeg gelijk met voorgaande jaren. Alleenstaande vrouwen blijven de meest vertegenwoordigde groep en zijn licht gestegen met +5 tegenover 2010. De groep alleenstaande mannen is wel gedaald. De bereikte groep bestaat hoofdzakelijk uit bejaarden. Zij doen een beroep op de poetsdienst omdat ze zelf niet meer (volledig) kunnen instaan voor het onderhoud van hun woning. Er is dan ofwel onvoldoende mantelzorg om dit op te vangen ofwel wil men de kinderen ontlasten. Woonplaats
Herent Deelgemeenten Veltem, Winksele, Winksele-Delle Totaal
2000 119
2004 117
2010 123
2011 117
73
93
84
88
192
210
207
205
We zien in vergelijking met 2010 een dalend aantal cliënten in Herent zelf en een kleine stijging in de deelgemeenten. Cliëntbijdrage De cliëntbijdrage voor de poetsdienst wordt bepaald aan de hand van de bijdrageschalen, zoals die werden vastgelegd bij raadsbeslissing. Er wordt rekening gehouden met de gezinssamenstelling en het inkomen. Hoge medische kosten kunnen in mindering worden gebracht. Individuele prijsafwijkingen zijn mogelijk, mits beslissing van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Dit kan gaan om een prijsverlaging in geval van een moeilijke financiële en sociale cliëntsituatie. Anderzijds wordt de prijs verhoogd bij vermoeden van welstand. De gemiddelde bijdrage van de cliënten die einde 2011 poetshulp genoten bedroeg € 7,38. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010. Toen bedroeg de gemiddelde bijdrage € 6,98. In 2009 was dit € 7,10. Wachtlijst Jaar 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Aantal aanvragen op wachtlijst 55 69 57 54 56 54 68 43
Aantal effectief opgestarte hulp 47 44 35 31 35 36 39 24
68
In de loop van 2011 noteerden we 43 nieuwe aanvragen (tegenover 68 in 2010). Van deze aanvragers konden we bij 24 mensen de poetshulp opstarten. We merken een opmerkelijke daling van het aantal aanvragen (-25) en ( bijgevolg ) ook een daling van het aantal effectief opgestarte hulp (-15). Bij 19 mensen werd de aanvraag geannuleerd: Voor 7 aanvragers was het te duur, zij kozen voor dienstencheques. Bij 4 aanvragers besliste de familie om het poetswerk te doen en 3 mensen poetsten intussen terug zelf.. 3 mensen werden in het ziekenhuis opgenomen tijdens de lopende aanvraag en de aanvraag verviel. Bij 1 persoon begon de privé-poetsvrouw terug en 1 aanvrager zei zelf terug contact op te nemen maar deed dit niet. We merken op dat, net als in 2010, voor 1/3 van de aanvragers de prijs op basis van het inkomen te duur bleek en zij verkozen om via dienstencheques poetshulp in te schakelen. Wat betreft de wachttijd tot opstart hebben we de volgende gegevens. 2 personen na 2 weken, 2 personen na 3 weken, 13 personen na 1 maand, 5 personen na 1,5 maand en 2 personen na 2 maanden. We zien dus een gemiddelde wachttijd van 1 maand van aan de aanvraag tot de effectieve opstart. Besluit De poetsdienst blijft een vaste waarde binnen het aanbod van de OCMW Thuisdiensten. Hoofdzakelijk bejaarden maken gebruik van de poetshulp. Het gaat bij deze doelgroep vooral om langdurige hulp, dikwijls over verschillende jaren. Belangrijk om te signaleren is, net als in 2010, de stijgende vraag naar poetsdienst via dienstencheques. Door het stijgende aanbod en gebruik van dienstencheques binnen de dienstverlening en door de veelal gunstige tarieven, kiezen ook mogelijke OCMW cliënten voor dit aanbod. Deze trend betekent, zeker naar de toekomst toe, een sterke concurrentie voor het OCMW, waar de bijdrage bepaald wordt op basis van het inkomen. Vermoedelijk zien we mede hierdoor in 2011 een significante daling van het aantal aanvragen ten opzichte van 2010.
69
4) Klusdienst De klusdienst wordt op verschillende fronten ingezet: - klussen aan huis bij cliënten - patrimoniumonderhoud (LOI, serviceflats, OCMW-gebouw en tuin, noodwoningen) - technische ondersteuning van sociale dienst (verhuizingen,…), diensten ouderen- en thuiszorg, administratieve diensten Naast deze dienstverlening is de klusdienst een tewerkstellingsproject waar cliënten werkervaring kunnen opdoen. Dienstverlening ‘klussen aan huis bij cliënten’ Uren klussen bij cliënten 3000
2500
2434,5
2000 1608 1500
1554
1515
1354,6 1084,5
1000
500
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
In 2011 presteerde de klusdienst 1554 uren bij cliënten thuis (tgo 1515 uren in 2010 en 1.608 manuren in 2009). Cliënten klusdienst 160 143
140 120 100
97 89
80 60
80 66
70
40 20 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
70
Het aantal gebruikers nam in 2011 enorm toe . Waar in 2009 89 cliënten de hulp van de klusdienst inriepen steeg dit in 2010 tot 97 en in 2011 tot 143. Dit heeft weliswaar tot gevolg dat het aantal uren per gebruiker afneemt. De tarieven van de gebruikersbijdrage varieert, afhankelijk van het inkomen, van € 1,70 tot € 42,36. Patrimoniumonderhoud De Hemelboom In 2011 werd door de klusmannen 399 uren gewerkt in De Hemelboom. De stijging van het aantal werkuren is enerzijds het gevolg van de verhuis in 3 flats. Anderzijds zijn er de laatste tijd meer herstellingen nodig, gezien de ouderdom van de flats. LOI In de woningen van het Lokaal opvanginitiatief werden door de klusdienst 461 uren gepresteerd. Dit zowel voor de onderhoudswerken aan de gebouwen als voor bewoners van het LOI ( bv. bij verhuis). Sociaal Huis Het leeuwenaandeel van de uren, meer bepaald 4207 uren werden in 2011 gespendeerd aan opdrachten die werden uitgevoerd in het Sociaal Huis. Uiteraard slorpte de verhuis van het OCMW naar de Kouter veel tijd en mankracht op. Technische ondersteuning van de diensten De klusmannen hebben ook een aantal vaste logistieke taken zoals instaan voor verwijdering van afval, bevoorraden van drank en toiletpapier… Ook worden ze ingeroepen door sociale dienst en thuiszorgdiensten voor praktische hulp, zoals autopanne, … Tewerkstellingsproject De klusdienst is een tewerkstellingsproject waar cliënten werkervaring kunnen opdoen. Ook in 2011, waren er 3 artikel 60’ers werkzaam en 1 medewerker Lokale diensteneconomie. Deze medewerkers werden begeleidt op de werkvloer door de verantwoordelijke van de klusdienst en wat arbeidsattitude en het psycho-sociale betreft door de maatschappelijk werker die zich intensief met activering bezig houdt.
71
5) Personenalarm Sinds 1987 biedt het OCMW van Herent het personenalarmsysteem aan. Evolutie van de laatste jaren: aangesloten cliënten in de loop van het jaar
Evolutie van aantal personenalarmen 69 70
63
65
60
49
52 45
50 40 30 20 10 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
In de loop van 2011 werden er in totaal 45 cliënten aangesloten bij het personenalarmsysteem. De dalende trend zet zich verder door. Sinds de aanpassing van de tarieven in 2008 werden heel wat aansluitingen opgezegd. Vooral cliënten die het toestel niet echt nodig hadden, wilden er niet zo veel voor betalen. Cliënteel Uiteraard zijn de meeste aangeslotenen alleenstaanden. Het alarmsysteem is in eerste instantie bedoeld voor alleenstaanden. Leefsituatie Alleenstaande man
2011 7
Alleenstaande vrouw Koppel Totaal
36 2 45
72
Aantal personen per leeftijdscategorie met personenalarm 25 22 20
15
10 7 5 4
5 1
2
1
1
1
1
0 50-54 55-59
60-64 65-69 70-74 75-79 80-84 85-89 90-94 95-99
100104
Van de aangeslotenen zijn 4 personen jonger dan 65 . Stopzettingen personenalarm en nieuwe aansluitingen In 2011 waren er 10 stopzettingen en 5 nieuwe aansluitingen. In 2010 waren er 12 stopzettingen en 10 nieuwe aansluitingen. In 2009 waren er slechts 7 stopzettingen en 7 nieuwe aansluitingen. Stopzetting van een alarmsysteem gebeurt bijna altijd omwille van een definitieve wijziging in de situatie. Ook nu zien we dit duidelijk in de reden van stopzetting. De reden van stopzetting was in 9 gevallen overplaatsing naar een rustoord, 2 door overlijden en 1 ging het om een stopzetting wegens geen gebruik van het toestel. Reden stopzetting Plaatsing Overlijden Tijdelijke hulp Situatie gewijzigd Verhuis Onbekend prijs Totaal
2006 3 3 -
2007 9 3 1 2
6
15
2008 13 3 2 5 23
2009 2 3 1 1 7
2010 9 2 1 12
2011 6 3 1 10
Betaalde prijs Mensen die een inkomensgarantie voor ouderen genieten, hoeven geen bijdrage te betalen voor het gebruik van het personenalarmsysteem. Cliënten die van het sociaal telefoontarief genieten en/of een verhoogde tegemoetkoming van het ziekenfonds (WIGW-statuut/omniostatuut) en/of tegemoetkoming voor mindervalide ontvangen, betalen € 6,95 per maand. Degenen die geen aanspraak kunnen maken op een van deze voordelen, betalen afhankelijk van hun inkomen en de gezinssamenstelling van € 15,60 tot max. € 31,20 Vooral mensen met een beperkt inkomen doen beroep op het Sociaal Huis voor een aansluiting op het personenalarmsysteem.
73
Betaalde prijs gratis 6,95 15,60 29,60 31,20 (max) Totaal
Aantal cliënten 1 29 11 1 3 45
Besluit Sinds de prijsaanpassing in 2008 is er een dalende trend in het aantal gebruikers van personenalarmen. Er hebben 10 personen het personenalarm terug ingediend en er waren 5 nieuwe aansluitingen. De belangrijkste reden van stopzetting blijft overplaatsing naar een rustoord of overlijden. Het merendeel van de cliënten valt in de prijzencategorie van € 6,95 tot € 15,60. Met het Sociaal Huis bereiken we met deze dienst vooral mensen met een lager inkomen (30 op 45 cliënten of 67%). De meeste ziekenfondsen hebben ondertussen ook een aanbod. Zij werken met een vaste prijs, waardoor mensen met een hoger inkomen zich meer tot hen wenden. Vermoedelijk raakt het gebruik van de GSM meer ingeburgerd bij de oudere bevolking.
74
6) Mantelzorgtoelage Vanuit het OCMW wordt een mantelzorgpremie toegekend aan mantelzorgers die de zorg opnemen voor zwaar zorgbehoevende bejaarden vanaf 60 jaar. Dit wordt bewezen door het feit dat deze mensen genieten van de Vlaamse Zorgverzekering. Als bijkomende voorwaarde wordt gesteld dat het inkomen van de zorgbehoevende maximaal 1,75 keer het bedrag van het leefloon bedraagt. Bij niet-inwonende zorgbehoevenden wordt een sociaal verslag opgesteld na een huisbezoek van de maatschappelijk werker. In totaal hebben 68 mensen in 2011 de mantelzorgtoelage ontvangen. Dit zijn er 7 minder dan vorig jaar. In 2009 waren er uitzonderlijk veel nieuwe dossiers bijgekomen. Dit jaar zijn er 12 nieuwe aanvragen. De toelage bedraagt € 65 per maand indien één persoon wordt verzorgd en € 98 indien meerdere personen in hetzelfde gezin of samenlevingsverband worden verzorgd. Dossiers Lopende dossiers Nieuwe dossiers Totaal
2007 32 14 46
2008 33 12 45
2009 37 37 74
2010 61 14 75
2011 56 12 68
Mantelzorgtoelage 80
75 74
70
68 61
60 56 50 46
Lopende dossiers
45
40 32
Nieuwe dossiers
37
33
Totaal
30 20
14
14 12
10
12
0 2007
2008
2009
2010
2011
Profiel van zorgbehoevenden Zorgbehoevenden Man Vrouw koppel Andere situatie met twee zorgbehoevenden
2007 9 32 4
2008 7 37 2
2009 21 49 3
2010 18 52 4
2011 16 47 4
0
1
1
1
Net als de vorige jaren vormen de vrouwen de grootste groep (69%). In totaal zijn er 68 mantelzorgers, waarvan 11 buiten en 57 binnen de gemeente wonen. Bij deze laatste groep woont in 12 gevallen de hulpbehoevende in bij de mantelzorger (de kinderen). Stopzettingen Reden van stopzetting Overlijden van zorgbehoevende Plaatsing Verhuisd Andere Wijziging categorie
2007 5 5 1 1
2008 5 3 0 1 1
2009 7 4 1 0 1
2010 8 9 0 2 2
2011 6 5 0 3 2
75
In 2011 werden er 14 dossiers definitief stopzetting. In 6 gevallen was het omwille van overlijden, in 5 door plaatsing in een rustoord. Drie dossiers (andere) werden stopgezet omdat er niet langer voldaan werd aan alle voorwaarden (inkomens overschreden of zorgcheque werd niet verlengd.) Daarnaast gebeurde er tweemaal een wijziging van categorie. Indien de gezinssituatie verandert (ook de partner wordt hulpbehoevend), dan wordt het dossier afgesloten en een nieuw geopend. In 6 dossiers werd er teruggevorderd.
Relatie tussen zorgbehoevende en mantelzorger 45 41 40
37
35
32
30 Aantal personen
40
30
28
30
24
25
Partner (Schoon)kind
20 14
16
Andere familieband
15
Geen verwantschap
10 5 5
2
0
1
0
4
4 0
0
0
0 2007
2008
2009
2010
2011
Jaartal
De tendens van de vorige jaren zet zich voort: in steeds meer situaties wordt de zorgbehoevende geholpen door het (schoon)kind (59%) en in tweede orde door de partner (35%). In de andere gevallen nam een ander familielid de zorg op zich. In geen enkele situatie was de mantelzorger een buitenstaander. Besluit In 2011 ontvingen 68 mantelzorgers een gemeentelijke toelage. De zorgdragers zijn de kinderen of de partner. De meesten (84%) wonen binnen de gemeente. Dit jaar werden 14 dossiers definitief stopgezet met 6 terugvorderingen. De toelage bedraagt € 65 of € 98 per maand. Deze bedragen werden niet geïndexeerd.
76
7) Minder Mobielen Centrale (aangesloten bij het centrum voor positieve aanwending Taxistop)
Tijdens het tweede werkjaar van onze Minder Mobielen centrale merken we nog een enorme groei. Zowel het aantal leden, aantal chauffeurs, aantal ritten en het aantal afgelegde kilometers steeg aanzienlijk. 2010 Aantal leden 30 Aantal vrijwillige chauffeurs 7 Aantal ritten * 328 Aantal gereden kilometers 2156 km * heen- en terugrit worden als 2 ritten geteld
2011 51 10 988 6793 km
Profiel leden: Van de 51 leden zijn de meeste ouderen. Slechts 9 leden zijn niet bejaard. 16 mannen en 45 vrouwen. 5 leden wonen in een serviceflat en 1 lid verblijft in een rusthuis. Profiel chauffeurs: Slechts 2 chauffeurs zijn geen (brug)gepensioneerden. 4 van de 10 chauffeurs zijn vrouwen. Profiel van de ritten: De gebruikers doen om velerlei redenen beroep op de MMC voor vervoer: Bezoek, kapper, oogarts, tandarts, boodschappen, dagcentrum, kinésist, kliniek, hersteloord, restaurantdag in De Hemelboom, familiebezoek,… MMC praktisch Jaarlijks lidgeld bedraagt € 7 ( wie lid wordt na 1 juli betaalt € 3,5):dit voor verzekering en administratiekosten. Een rit dient 2 dagen vooraf (telefonisch) aangevraagd te worden in het Sociaal Huis. De gebruiker betaalt € 0,30 per gereden kilometer aan de chauffeur. (kilometers worden geteld van als chauffeur thuis vertrekt tot hij/zij terug thuis is). Parkeerkosten zijn ten laste van de gebruiker. Vorming Samen met de MMC van Leuven werd een vorming georganiseerd voor de vrijwilligers, zodat ze zouden weten wat ze moeten doen in geval van een ongeval. Besluit Met de Minder Mobielen Centrale kan er worden ingespeeld op de nood aan makkelijk vervoer. Gezien de stijgende vraag moeten we over voldoende vrijwilligers kunnen beschikken. Vrijwilligers werven blijft dus een continue opdracht.
77
WONEN
78
1) Serviceflats “De Hemelboom” Onze 20 serviceflats zijn toegankelijk voor valide zelfredzame ouderen en bieden hen een aangepaste huisvesting aan waar ze volledig zelfstandig kunnen wonen. Bewoners In 2011 telden we 26 bewoners: 4 koppels en 18 alleenstaanden waarvan 14 dames en 4 heren. Qua leeftijdscategorie kunnen we volgende opsplitsing maken: Leeftijd Alleenstaande Koppel 95 – 100 0 0 90 – 94 2 1 85 – 89 10 5 80 – 84 5 0 75 – 79 1 0 70 – 74 0 2 65 – 69 0 0 60 – 64 0 0 Gemiddelde leeftijd is net als in 2010 85 jaar. Interne Dienstverlening Heel wat bewoners maken gebruik van het dienstenaanbod van het OCMW. Maaltijd/soepbedeling Restaurantdagen Gezins- en bejaardenhulp Poetsdienst Klusdienst Lidmaatschap MMC Sociaal restaurant
Bewoners van 10 flats Bewoners van 19 flats Bewoners van 2 flats Bewoners van 12 flats Bewoners van 4 flats Bewoners van 4 flats 13 bewoners
Buiten de eigen organisatie zijn er ook externe diensten die hulp bieden aan onze bewoners voor de schoonmaak en andere huishoudelijke taken. Alle bewoners hebben op een of andere manier hulp voor het onderhoud van de flat. Bij meer dan de helft van de bewoners komt thuisverpleging (WGK of zelfstandig verpleegkundigen). Verloop Begin 2011 was er 1 flat leeg, na het overlijden van de bewoonster in december. Ook in 2011 overleed een bewoonster en 1 bewoner verhuisde naar een woonzorgcentrum. Daardoor kregen 3 flats in 2011 nieuwe bewoners (1 alleenstaande man, 1 alleenstaande vrouw en 1 echtpaar). Animatie Open aanbod Veel van onze bewoners namen actief deel aan de activiteiten van de Open Cafetaria De Hemelboom (o.a.modeshow, carnavalnamiddag, zangkoor, bingo, pannenkoeken) Op donderdag zijn er ook altijd minstens 3 bewoners die mee een kaartje leggen.( kaartnamiddag in samenwerking met Okra Herent) Ook de ondertussen traditionele restaurantdag op de laatste maandag van de maand is voor de bewoners een voltreffer. Gesloten aanbod Uiteraard wordt de cafetaria op een aantal momenten vrij gehouden voor activiteiten die enkel voor de bewoners zijn bedoeld. Onder andere:
79
-
-
maandelijkse knustelnamiddag (onder begeleiding van onze verzorgende): kerstversiering, halsketting, collage volgens jaarthema, wenskaarten,... wekelijks gaat er 1 tot 2 uur “Samen bewegen” door, zoals stoelaërobic en wandelen. Dit altijd onder begeleiding van de verzorgende. Eén avond per maand wordt de bewoners de gelegenheid geboden om samen een avondmaaltijd te maken en te nuttigen. Dit onder leiding van een medewerkster. De medewerkster die instaat voor de cafetaria voorziet ook één donderdag per maand een “proevertje van de dag”: bv cocktail, sangria, hasseltse koffie, glüwein. In de cafetaria werd gezamenlijk gewerkt aan een grote puzzel. De bewoners namen ook deel aan het Quetzalvogelkunstenproject dat werd georganiseerd door de Noord-Zuiddienst van de gemeente. Ze versierden samen 2 quetzalvogels. Eén van deze vogels is nu te bewonderen in de quetzalzaal in De Kouter. Een bewoner die aan kunstschilderen doet, heeft andere geïnteresseerde bewoners een initiatie “schilderen” gegeven. De verzorgende verwent de bewoners op woensdagavond met een voetmassage.
Uitstapjes We proberen de bewoners te stimuleren om deel te nemen aan het sociaal-culturele leven in en buiten de gemeente: - deelname aan de Ouderenvoorstellingen georganiseerd door het gemeenschapscentrum De Wildeman - Kikkerdag georganiseerd door de Scouts - Paasfeest georganiseerd door Ziekenzorg - Bezoek aan Abdij Keizersberg door groepswerking Marant. De jaarlijkse groepsuitstap was dit jaar een boottocht op het kanaal, van Kampenhout naar Leuven. Op de boot werd een picknick aangeboden. We brachten ook een bezoek aan het nieuwe administratief centrum De Kouter. Feestjes Onze bewoners houden van feestjes. Vaak zorgen ze zelf voor de animatie en wordt spontaan de zang ingezet: - viering jarigen - nieuwjaarsreceptie - kerstfeest Gebruikersraad De gebruikersraad ( voorheen bewonersraad) heeft tot doel advies te verschaffen over alle aangelegenheden die de algemene werking betreft. De stuurgroep is samengesteld uit 5 ouderen wonend in de serviceflats en gekozen door de ganse aanwezige bewonersgroep.De stuurgroep zorgt ervoor dat de verschillende agendapunten, aangebracht door de bewoners, behandeld worden tijdens de bewonersraad. In juni 2011 was er terug een verkiezing van deze stuurgroep. De leden werden allemaal herverkozen voor een periode van 4 jaar. In 2011 kwam de bewonersraad 4 maal samen. (17 januari, 26 april, 27 september, 20 december) Volgende agendapunten werden besproken: - sorteren van huishuil - praktische afspraken rond: post, huisvuil, gebruik van wasmachines en droogkasten, gebruik terrasstoelen, parking, afsluiten van deuren,... - personeel - tevredenheidsmeting 2010 - evaluatie en planning van de activiteiten - sociaal restaurant
80
-
verkiezing stuurgroep permanentiesysteem vrijwilligers Verhuis gemeente- en OCMWdiensten naar De Kouter
Infovergaderingen - 17 mei: toelichting door wijkagent “Wat te doen bij overlast”. Dit naar aanleiding van nachtlawaai tijdens weekend. - 28 november: toelichting door Volkswoningbouw “bouw sociale woningen in tuin van OCMW” Permanentie In geval van noodsituaties kunnen de bewoners via het personenalarmsysteem 24 uur op 24 iemand oproepen die instaat voor de permanentie. De oproepen komen terecht in de alamcentrale van het Wit-Gele Kruis van Limburg, waar ze bescikken over de telefoonnummers van de dag- en van de nacht –GSM. De toestellen worden geregeld vanuit de centrale getest. Dagpermanentie Op werkagen telkens 8.00 uur tot 20.00 uur en op vrijdag tot 17.00 uur. ( 4 personeelsleden van het OCMW, die elk een avond tot 20.00 uur werken) Nachtpermanentie Elke nacht van 20.00 uur tot 8.00 uur,( op vrijdag vanaf 17.00 ), en tijdens het weekend, op feestdagen en brugdagen Voor deze momenten werkten we samen met 3 groepen van zelfstandig verpleegkundigen en 1 van onze eigen medewerksters. In totaal hebben de bewoners 55 keer alarm gegeven. De oorzaken van het alarm kunnen opgesplitst worden als volgt: 16x: testmelding (men meldt dat het gaat om een test) 25x : verkeerde handeling (men heeft per ongeluk op de zender gedrukt) 3x onbekend 3x : stroompanne (het toestel krijgt geen stroom) 4x gevallen 4x vraag om hulp Voor het oplossen van deze alarmmeldingen werd er 17 keer een hulpverlener van de permanentie langsgestuurd (tegenover 13 keer in 2010). Vrijwilligers Einde 2010 konden we beroep doen op 4 vrijwilligster voor de werking van de cafetaria. Bij 2 van hen komt ook de echtgenoot geregeld een handje toesteken. Op maandag komt er ook een jonge gehandicapte vrouw (met begeleider van Oostrem). Dank zij een vrijwilligster kon in 2011 in de cafetaria geregeld op zondag een drankje en een stuk taart worden genuttigd. Hiermee konden we tegemoetkomen aan een vraag van de bewoners. Nieuw in 2011: - Start van Sociaal restaurant in de cafetaria op 1 februari. - Uitbreiding van het Open Aanbod - Actualiseren van de wachtlijst - Deurstijlen in de gangen kregen een nieuw, fris kleurtje. - Verzorgende volgde een opleiding over animatie. Tevredenheidsmeting In 2011 werd er geen bevraging georganiseerd.
81
Dit wordt wel terug ingepland in 2012. Wachtlijst In mei 2011 werden alle kandidaten die zich voor 2011 op de wachtlijst hadden ingeschreven, schriftelijk verzocht hun kandidatuur opnieuw te bevestigen. We kregen hier 8 postieve reacties op. In de loop van 2011 werden 23 nieuwe kandidaturen genoteerd. Besluit Serviceflats zijn voor veel ouderen (en hun familie) een ideale woonvorm. Ze hebben de privacy van hun eigen flat, en toch is er steeds hulp beschikbaar. Bovendien dragen de bewoners zelf ook zorg voor elkaar. Door het Open aanbod van activiteiten kunnen de bewoners meer sociale contacten met de buitenwereld aangaan, wat zeker een meerwaarde is. We proberen ook de bewoners inspraak te geven in het reilen en zeilen in De Hemelboom. De wachtlijst werd geactualiseerd, wat een meer realistische weergave van de kandidaten geeft.
82
2) Noodhuisvesting Een degelijke en betaalbare huisvesting is voor iedereen een basisrecht. De realiteit wijst echter uit dat het niet altijd evident is dit basisrecht om te zetten in de praktijk. Vooral voor mensen in een financieel moeilijke situatie wordt het steeds moeilijker om dit recht op huisvesting te realiseren. Uit noodzaak zoeken mensen met een laag of bescheiden inkomen naar creatieve oplossingen. Zo huren zij vaak een woning die niet aangepast is aan het aantal personen binnen het gezin of die niet voldoet aan de vereiste woonnormen of huren zij een ongezonde of onbewoonbare woning hetgeen ook een invloed heeft op andere domeinen zoals gezondheid, ... Tevens huren zij vaak een woning waarvoor de huishuur niet in verhouding is met hun inkomen, met alle mogelijke problemen tot gevolg zoals bijvoorbeeld uithuiszetting wegens het niet kunnen betalen van de huishuur. Wanneer mensen dakloos worden en nergens terecht kunnen, hebben zij de mogelijkheid een noodwoning aan te vragen. Het dakloos worden kan ook een gevolg zijn van gebeurtenissen zoals brand, scheiding… De toekenning van een noodwoning is steeds tijdelijk en dit in afwachting dat een meer permanente oplossing gevonden wordt voor het huisvestingsprobleem. De doorgangswoningen worden ter beschikking gesteld aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden. Als alle mogelijkheden uitgeput zijn en er geen opvang wordt gevonden, dan kan de persoon of het gezin in kwestie terecht in een studio of kamer van het OCMW. De maatschappelijk werkers van de sociale dienst, samen met de cel huisvesting, vragen de goedkeuring van de voorzitter of het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst voor toekenning van een doorgangswoning. Om aanspraak te maken moet aan volgende voorwaarden voldaan: · dakloos zijn; · op het Herents grondgebied verblijven. De belangrijkste reden waarvoor mensen beroep doen op crisisopvang wordt nog steeds gevormd door het aspect ‘dakloosheid’. Verder zien we dat familiale problemen en uithuiszettingen vaak aan de basis liggen van een dringende woningnood. Wie in een noodwoning verblijft, moet zich gedragen conform het huishoudelijk reglement. In de voorbije jaren zien we een stijging van bezettingen van de kamer(s) en studio(s). Heden beschikt het OCMW van Herent over: · 1 crisiswoning gelegen op de Mechelsesteenweg 485. Het gebouw is voorzien van 2 studio’s en 1 appartement. Bedoeling is dat mensen in een acute crisissituatie hier voor korte periode kunnen verblijven. · 1 doorgangswoning gelegen op de Mechelsesteenweg voorzien van 4 studio’s (Mechelsesteenweg 2036-2040A) en 4 duplexappartementen (Mechelsesteenweg 2034/101104) · In huis Yvonne bevindt zich een appartement. Deze woning is geschikt voor een koppel. · 1 doorgangswoning in de OLV-straat 33. Deze woning beschikt over zowel LOI- als noodwoningen. Momenteel zijn er 4 noodwoningen · De Guido Gezellelaan 5 in Herent is een gemeenschappelijk huis met drie kamers. · De benedictushoeve is eveneens een gemeenschappelijke woning waarvan 2 kamers voorbehouden zijn voor noodhuisvesting. De doorgangswoningen worden ter beschikking gesteld met een contract van bepaalde duur. Samen met de maatschappelijk werk(st)er wordt gezocht naar degelijke huisvesting, hetzij op de private huurmarkt hetzij op de sociale huisvestingsmarkt. Een team van maatschappelijk werkers werkt rond 3 verschillende vormen van woonbegeleiding: · · ·
De langdurige woonbegeleidingen; De doorgangswoningen voor mensen die zich in een situatie van (dreigende) dakloosheid bevinden; Het begeleid wonen.
83
De rode draad door deze verschillende woonbegeleidingen is het aanleren van vaardigheden zoals een goede huisvestingsattitude en de rechten en plichten als huurder. De juridische dienst (SOCiAL) van het Sociaal Huis verstrekt advies en informatie over huurwetgeving en huurcontracten en bemiddelt met de eigenaars. De juridische dienst heeft zich gespecialiseerd in de huurwetgeving, adviseert onze cliënten en staat hen bij. Indien nodig worden cliënten geholpen met het schrijven van brieven of worden ze doorverwezen naar andere bevoegde diensten. Ze bemiddelen desgewenst met de tegenpartij. Sinds juli 2010 is er een poetsvrouw aangesteld voor zowel de noodhuisvesting als de LOI-woningen. Het OCMW stelde vast dat er noodzaak was aan een direct aanspreekpunt voor de bewoners. De poetsvrouw begeleidt de bewoners in het onderhoud van de woningen en brengt hen de nodige attitudes bij. Zij brengt nieuwe bewoners naar de woning, alsook begeleidt ze hen bij hun vertrek. Daarnaast heeft zij een belangrijke signaalfunctie naar de maatschappelijk werkers toe. gezinnen in doorgangswoning 30 28 26
25 21
20 17
Ondanks de strenge criteria van toewijzingen, zijn er periodes dat het Sociaal Huis (OCMW) kampt met een tekort aan doorgangswoningen. In 2011 waren er 26 aanvragen noodhuisvesting.
15
10
11 9
5
0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Verder stellen we vast dat de doorstroom in de noodwoning zeer langzaam en moeizaam verloopt. De bewoners zijn vooral alleenstaanden of 1-oudergezinnen. De gebrekkige doorstroming kan deels verklaard worden door het niet vinden van een betaalbare woning op de sociale en reguliere huurmarkt. Het Sociaal Huis Herent stelt vast dat verhuurders op de private markt steeds selectiever worden in de personen aan wie zij een woning willen verhuren. Meer en meer huiseigenaars willen hun woning niet meer verhuren aan mensen met een andere huidskleur, alleenstaande moeders of vaders met kinderen, … Deze groepen van mensen hebben meer kans om zich in een financieel moeilijke situatie te bevinden, waardoor het vinden van een nieuwe, degelijke en betaalbare huurwoning dubbel zo moeilijk wordt. Verhuurders vragen eveneens meer en meer aan kandidaat huurders om hun inkomen en privé-leven kenbaar te maken om alzo een selectie te maken. Tevens blijven de huurprijzen op de private huurmarkt stijgen waardoor het haast onmogelijk is dat alleenstaande of 1-oudergezinnen zo’n woning kunnen betalen. Daarnaast is er een ontzettend lange wachtlijst om een sociale woning te bekomen. Het OCMW kan wel aan de sociale huisvestingsmaatschappij Volkswoningbouw vragen om af te wijken van de wachtlijst en mensen bij voorrang een sociale woning toe te kennen. Volkswoningbouw kan dit echter maar voor een beperkt aantal dossiers doen, wil men vermijden dat hierdoor het principe van de wachtlijst volledig uigehold wordt. In 2011 is er met Volkswoningbouw intens overleg geweest om de samenwerking te verbeteren en te intensifiëren. Gezien de huurprijs voor een sociale woning berekend wordt op basis van het inkomen, nemen de huurprijzen van een sociale woning de minst grote hap uit het budget van personen met een laag inkomen. Het is dan ook aangewezen om ervoor te zorgen dat mensen die over een sociale woning beschikken en die een laag inkomen hebben, hun sociale woning kunnen behouden. Vanuit die optiek wordt het OCMW ook in kennis gesteld wanneer één van de huurders van Volkswoningbouw 2 maand achter staat met betaling huur.
84
Het OCMW heeft eveneens een samenwerking met het sociaal verhuurkantoor Spit. Zij huren momenteel in Herent een vijftal woningen op de privé huurmarkt om deze door te verhuren aan personen met een beperkt inkomen en in een problematische woonsituatie. Zij moeten voldoen aan de door de overheid opgestelde regelgeving. Zo werd voor de huurprijs die zij mogen betalen voor een woning een maximum ingesteld. Gezien de hoge huurprijzen in Herent heeft dit tot gevolg dat zij héél moeilijk woningen vinden in Herent en dat de woningen welke zij kunnen huren zich in minder goede staat bevinden. Probleem daarnaast is dat sedert een aantal jaren hun werking niet meer gemeente gebonden is en woningen gelegen in de gemeente Herent ook kunnen toegewezen worden aan nietinwoners van de gemeente Herent.
85
3) Lokaal opvanginitiatief Het Sociaal Huis startte op 15 mei 2000 met een LOI voor 10 asielzoekers. Er kwamen verschillende uitbreidingen. Momenteel is er plaats voor 29 asielzoekers. Beschrijving van logementen van het LOI Het opvanginitiatief bestaat uit individuele wooneenheden voor telkens één gezin en uit grote wooneenheden waarin verschillende gezinnen en/of alleenstaanden samenleven. Momenteel beschikken we over 9 woningen. Omdat er voortdurend wijzigingen zijn in de bezetting, geven we hier de bezetting weer zoals die was op 31 december 2011: · Individuele woningen - Broekveldstraat 19, 3020 Herent Bezetting: 4 plaatsen - Van Bladelstraat 17, 3020 Herent Bezetting: 4 plaatsen - O.-L.-Vrouwstraat 33 (3 studio’s) Bezetting: 7 plaatsen - Mechelsesteenweg 2042 Bezetting: 5 plaatsen · Gemeenschappelijke woningen - St.-Benedictusstraat 9, 3020 Herent Bezetting: (LOI): 3 plaatsen - Pastorijstraat 1 Bezetting: 3 plaatsen - Mechelsesteenweg 2044 Bezetting(LOI): 4 plaatsen Totaal: 30 plaatsen en dit als gevolg van het feit dat we in 2011 een tijdelijke uitbreiding moesten vragen van het aantal plaatsen van het LOI omdat er een baby geboren werd bij één van de residenten. Bezetting gedurende het voorbije jaar Aantal asielzoekers opgenomen in het LOI volgens nationaliteit in 2011 Nationaliteit Guinee Russische Federatie (Tsjetsjenië) Albanië Georgië Rwanda Servië Ghana Ivoorkust Kameroen Kosovo Macedonië Nepal Noord Korea Rusland Senegal Somalië Tanzania Togo Zaïre Totaal
Aantal hoofdbegunstigden/ Familiehoofden 4 3 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 28
Aantal personen 5 10 3 5 2 4 1 1 1 4 1 1 2 4 1 1 2 1 1 50
De toegewezen asielzoekers van het LOI kwamen in 2011 uit 19 verschillende landen. De helft daarvan kwam van Afrika.
86
Evolutie bezettingsgraad in het LOI In 2011 was de bezettingsgraad, terug vrij hoog, namelijk 94,17. Vrije plaatsen werden vlug vervangen door nieuwe asielzoekers. Vooral vrije plaatsen voor alleenstaanden werden dikwijls nog dezelfde dag terug ingevuld. Heel wat residenten van het LOI kregen op hun aanvraag art 9 ter een ontvankelijkheid . Het gevolg was dat ze binnen de 2 maanden het LOI moesten verlaten en dan recht hadden op financiële steun. Het was in de meeste gevallen onmogelijk om binnen deze termijn een nieuwe woning te vinden. . LOI bezettingsgraad 100% 98,60%
98%
98,60% 96,90%
96%
96% 94,17%
94% 92% 90% 88,50%
88% 86% 84% 82% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nieuwe cliënten in 2011 in vergelijking met de laatst 5 jaar 2007
2008
2009
2010
2011
0
0
12
15
14
Zoals we kunnen zien in de tabel van het aantal nieuwe cliënten zien we dat er in 2007 en 2008 geen nieuwe residenten in het LOI toegekomen zijn. Dit kwam gedeeltelijk door de verandering in 2007 van de nieuw opvangwet. Door deze wet moesten asielzoekers tot het einde van de procedure in materiële opvang blijven. Maar anderzijds zat de procedure ook muurvast omdat de meerderheid zijn dossier hangende was bij de Raad Van State en daar waren wachttijden van jaren. Door de verschillende maatregelen van Fedasil in 2009 kwamen er plaatsen vrij die dan konden ingevuld worden door nieuwkomers. Ook door de éénmalige regularisatie kwamen er plaatsen vrij. In 2010 had ook de maatregel dat eens men een ontvankelijkheid kreeg van zijn art 9 ter men het LOI moest verlaten effect op het aantal vrijgekomen plaatsen. Dit zette zich ook verder in 2011. Dit alles maakte dat de werkdruk in 2011 terug heel hoog was, omdat de begeleiding van residenten die moeten vertrekken of die nieuw aankomen heel arbeidsintensief is. Gezinssamenstelling asielzoekers opgenomen in het LOI in 2011 Gezinssamenstelling 2007 2008 2009 Alleenstaanden mannen 7 5 9 Alleenstaande vrouwen 9 6 11 Gezinnen met kinderen 4 4 5 Gezinnen zonder kinderen éénoudergezin 4 3 3 Totaal 24 18 28
2010 8 12 6 1 2 29
2011 7 9 4 8 28
Stand van de procedure tijdens 2011
87
Stand van de procedure
Aantal gezinseenheden
Dossier in onderzoek bij CGVS
8
Raad voor vreemdelingenbetwisting
7
Raad van State
1
Ontvankelijke art 9 ter
5
Subsidiaire bescherming
0
Erkend vluchteling
3
Terugname derde land
0
Uitgeprocedeerd
4
Geregulariseerd
0
Reden van stopzetting van verblijf in het LOI in 2011 Reden van vertrek uit LOI opheffing code 207 Uitgeprocedeerd Erkenning van vluchtelingenstatuut Art 9 ter ontvankelijk Vrijwillige repatriëring
aantal hoofdbegunstigden 3 3 3 4 1
Aantal personen 3 4 4 11 1
Doordat in 2011 Fedasil nog altijd niet genoeg opvangplaatsen had voor nieuwkomers probeerden ze door maatregelen een grotere doorstroming te krijgen in de LOI. Zo kregen asielzoekers die langer dan 6 maanden in de procedure zaten de gelegenheid om een woning te zoeken op de privé markt. Eens de huurovereenkomst getekend werd, kon er aan Fedasil een opheffing van de code 207 gevraagd worden en hadden deze asielzoekers eens ze ingeschreven waren in de nieuwe gemeente recht op financiële steun. 3 residenten van het LOI maakten hiervan in 2011 gebruik. Het is opvallend dat ook in 2011 de grootste groep die vertrok uit het LOI, de residenten zijn die een ontvankelijkheid kregen op hun aanvraag art 9 ter (medische regularisatie). Duur van verblijf in LOI 3 maanden en minder
Tss 3 en 6 mnd
tss 6 mnd en 1 jaar
tss 1 en 2 jaar
> 2 jaar
2
5
7
7
7
De tabel geeft een overzicht van de verblijfsduur in het LOI van zowel diegenen die vertrokken zijn als diegenen die nog in het LOI verblijven. Bij het berekenen van de gemiddelde verblijfsduur in het LOI hebben we enkel gekeken naar diegenen die het LOI verlaten hebben. De gemiddelde verblijfsduur van deze mensen was 7 maanden. Als we dit vergelijken met vorig jaar is de gemiddelde verblijfsduur veel verminderd. Vorig jaar was dit nog 18 maanden. Organisatie Asielzoekers zijn normale mensen die in een abnormale situatie zijn verzeild geraakt en zij moeten bijgevolg zoveel mogelijk als zodanig behandeld worden. Als normale mensen moeten zij binnen het LOI zoveel mogelijk ruimte krijgen voor eigen initiatief en verantwoordelijkheid. De omkadering moet zich toespitsen op die aspecten die voortkomen uit hun abnormale situatie : de confrontatie met een andere taal en cultuur, de juridische implicaties van hun statuut, de psychosociale aspecten van hun persoonlijke historiek. Materiële hulpverlening De residenten van het LOI krijgen een woning of een kamer in een gemeenschappelijke woning toegewezen. Verder krijgen ze wekelijks zakgeld uitbetaald en vuilniszakken.
Volgende kosten werden nog ten laste genomen door het Sociaal Huis: · de schoolrekening van de minderjarigen;
88
· · · · · · · · · · · · ·
de Buzzy Pazz van De Lijn; kosten voor Nederlandse lessen met een max. van 250 euro per jaar en per persoon; speelplein voor de kinderen tijdens de vakantie; kosten voor de vertaling van documenten die nodig zijn voor de procedure; betaling van tolken; tussenkomst voor bril; aankoop van een woordenboek; financiële tussenkomst voor kleren in januari en in juli; kinderopvang voor alleenstaande moeders om naar de Nederlandse les te gaan; sportkampen en schooluitstappen; inschrijvingsgeld voor de sportclub; de helft van een treinabonnement voor het volgen van opleidingen; inschrijvingsgeld voor opleidingen.
Daginvulling en begeleiding Het is zeer belangrijk dat de volwassen asielzoekers zelf zoveel mogelijk hun huishouden beredderen. Dit geeft hen een zinvolle dagindeling, spreekt hun verantwoordelijkheidsgevoel aan en doet een beroep op hun zelfredzaamheid voor zover dit binnen hun specifieke situatie mogelijk is. Het is heel belangrijk dat de verantwoordelijke van het LOI regelmatig op huisbezoek gaat en de residenten motiveert en begeleidt in het onderhouden van de woningen. Vooral in de gemeenschappelijke woningen is de begeleiding noodzakelijk. Er moeten regelmatig bewonersraden georganiseerd worden waar conflicten kunnen besproken worden en waar duidelijke afspraken gemaakt worden rond het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten. Samen leven met verschillende nationaliteiten, culturen en dikwijls getraumatiseerde mensen is niet gemakkelijk. Kinderen van asielzoekers zijn schoolgerechtigd tot 18 jaar. Daarom wordt er zo vlug mogelijk na aankomst van minderjarige kinderen gekeken waar ze kunnen schoollopen. Voor kinderen onder de 12 jaar wordt samen met de ouders gekeken wat er mogelijk is. Meestal kiezen de ouders voor een school in de buurt. Voor kinderen ouder dan 12 jaar wordt er altijd voor geopteerd om hen naar de OKAN Klas (klas voor anderstaligen) verbonden aan het SintAlbertuscollege in Haasrode te sturen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van waar en hoeveel kinderen school liepen in 2011. School Bijenkorf Herent Bukadi in Buken Kraal Okan Ter Bank
Aantal 5 4 3 2 1
4 kindjes jonger dan 2,5 jaar deden beroep op de dienst opvanggezinnen van het OCMW omdat de mama Nederlandse lessen volgde. De volwassenen worden zoveel mogelijk gestimuleerd om Nederlandse lessen te volgen. Sinds september 2005 werken we ook samen met het huis voor Nederlands in Leuven. Zij bekijken met de nieuwkomer waar hij best les kan volgen en welke mogelijkheden er op dat ogenblik zijn. In 2011 volgden 21 personen Nederlandse lessen in georganiseerde taalcursussen. Nederlandse lessen CVO (volwassenen onderwijs) Open school ILT
aantal 10 10 1
Begeleiding van de procedure Eén van de belangrijke taken binnen een opvanginitiatief is een goede informatieverstrekking en administratieve procedurebegeleiding. Voor asielzoekers die in een heel onzekere situatie terecht gekomen zijn, is het heel belangrijk dat ze heel duidelijk weten waar ze in de stand van de procedure staan en wat hun rechten en plichten zijn.
89
Medische begeleiding Asielzoekers komen dikwijls uit oorlogsgebieden of uit landen waar de medische zorgen miniem zijn. Doordat ze reeds lang onderweg zijn in heel moeilijke situaties, hebben ze eens ze hier aankomen dikwijls heel wat medische problemen. Vermits ze hier nieuwkomer zijn en de taal niet kennen, vraagt dit vooral de eerste paar maanden een intensieve begeleiding. De afspraken worden vanuit het LOI gemaakt met de huisarts, tandarts of oogarts. Regelmatig moet er gezorgd worden voor een tolk. Een goede samenspraak met de huisarts is hierbij belangrijk. In 2011 dienden heel wat residenten van het LOI een aanvraag art 9 ter in. Dit is een aanvraag regularisatie op basis van medische redenen en kan enkel ingediend worden voor mensen met zware medische problemen. Deze procedure wordt dikwijls gebruikt als laatste kans om in België te blijven en is dan ook in vele gevallen ongegrond. In 2011 kregen dan ook enkele residenten een negatieve beslissing op hun art 9 ter en moesten hierdoor het LOI verlaten Psychosociale begeleiding Alle asielzoekers komen plots terecht in een vreemde omgeving, ver van alles wat vertrouwd is en zitten bovendien in een heel onzekere situatie. Dit vraagt heel veel van de mentale capaciteiten van een persoon. Het is belangrijk dat men in de begeleiding hiervoor tijd vrij maakt. Heel wat van de asielzoekers hebben in hun leven heel wat traumatische ervaringen meegemaakt. We merken vrij vlug dat ze hierdoor moeite hebben om normaal te functioneren. Het is belangrijk in deze situaties beroep te kunnen doen op meer gespecialiseerde hulp. Het Sociaal Huis werkt samen met een psycholoog die ervaring heeft in het werken met asielzoekers. Bij hem kunnen LOI’ers terecht tijdens permanenties in het gezondheidscentrum De Alpe in Herent. Besluit De crisis in de opvang van asielzoekers zette zich in 2011 verder. Heel het opvangnetwerk was oververzadigd. Duizende asielzoekers kwamen op straat terecht zonder enige vorm van begeleiding. Dit kwam gedeeltelijk door een toename van het aantal aanvragen maar ook doordat er terug een achterstand kwam bij het Commissariaat Generaal voor vluchtelingen en staatlozen en de Raad voor vreemdelingenbetwisting. Sommige residenten van het LOI verblijven al meer dan één jaar in België en moeten nog hun eerste interview bij het Commissariaat generaal voor vluchtelingen en staatlozen krijgen. Ook door de toename van het aantal aanvragen artikel 9 ter bleven asielzoekers langer in de opvang. Volgens de reglementering van Fedasil kon er voor asielzoekers met een negatieve beslissing voor hun asielaanvraag, maar nog een hangende art 9 ter uitstel van vertrek gevraagd worden in het LOI. Vermits Dienst Vreemdelingen Zaken heel lang wacht om een antwoord te geven over de ontvankelijkheid van deze aanvragen blijven deze mensen soms maanden zonder papieren in het LOI. Asielzoekers moeten ook dikwijls langer dan 4 maanden in een collectief opvangcentrum verblijven zodat de procedure reeds vrij ver gevorderd is. Dikwijls een maand of 2 nadat ze in Herent toegekomen zijn, krijgen ze een beslissing. In de meeste gevallen moeten ze dan binnen de 2 maanden het LOI verlaten. Ondertussen is alles voor hen geregeld: inschrijving van de kinderen op school, taallessen, cursus inburgering… Als ze dan geen woning in Herent gevonden hebben moet alles terug stopgezet worden. Scholen beginnen dan ook voorzichtiger te zijn bij inschrijvingen van kinderen. Het vraagt heel veel van een leerkracht om een kind in de klas te krijgen die de taal helemaal niet kent.
90
Kinderopvang
91
Dienst voor onthaalouders De dienst voor onthaalouders is vanaf 1 december 1989 erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin. Vanaf 1 januari 1990 is de dienst opgestart. De erkenning met de daaraan gekoppelde subsidiering gebeurt telkens voor een periode van 5 jaar en dit na een inspectiebezoek met een positieve evaluatie. Het laatste inspectiebezoek vanuit Zorginspectie ging door op 16 februari 2011. Door Zorginspectie werden er heel wat tekortkomingen vastgesteld in de werking van de dienst voor onthaalouders. Gezien het belang van een kwalitatief hoogstaande dienstverlening, gezien de noodzaak aan voldoende opvangmogelijkheden voor kinderen van werkende ouders en gezien het belang van het behoud van subsidiëring voor de werking van deze dienst, werd in de Raad voor Maatschappelijk welzijn van 5 april 2011 beslist om een nieuwe dienstverantwoordelijke aan te stellen. Daarnaast werd eveneens een stappenplan opgemaakt waarin de noodzakelijke acties opgenomen werden om tegemoet te komen aan de opmerkingen van Zorginspectie. Op basis hiervan werd een erkenning voor de dienst met ingang vanaf 1 mei 2011 verlengd voor een periode van 5 jaar voor een capaciteit van 67 plaatsen met een tussentijdse evaluatie na één jaar. Sinds januari 2007 wordt de erkende capaciteit immers niet meer uitgedrukt in aantal onthaalouders, wel in aantal erkende plaatsen. De dienst heeft vanaf 1 januari 2007 een erkenning en subsidiëring voor 67 plaatsen. Ook voor de onthaalouders was 2011 een moeilijk jaar. Het feit dat de erkenning van de dienst voor onthaalouders in het gedrang kwam, betekende voor hen dat zij zowel hun tewerkstelling als hun inkomen konden verliezen. Daarnaast diende de samenwerking tussen de onthaalouders en de nieuwe dienstverantwoordelijke uitgebouwd te worden op een positieve manier. Dit liep niet altijd even vlot enerzijds doordat de onthaalouders het gevoel hadden niet bij de wijziging van dienstverantwoordelijke betrokken te zijn geweest maar anderzijds ook omdat de nieuwe dienstverantwoordelijke zich nog diende in te werken en de nodige expertise diende op te bouwen. Bij dit gegeven kwam eveneens dat de nieuwe dienstverantwoordelijke als gevolg van zwangerschap vanaf 21 november 2011 tijdelijke diende vervangen te worden. Tot slot was er nog de betichting van mishandeling door een onthaalmoeder van kindjes welk bij haar geplaatst waren. Ook dit vroeg de nodige aandacht rond opvang van de onthaalouders rond verwerking en het een plaats geven van dit ongewone gebeuren. De dienst voor onthaalouders coördineert: · dagopvang voor nog niet schoolgaande kinderen bij een onthaalouder; · dagopvang in de overgangsperiode tussen de kinderopvang en de kleuterschool; · buitenschoolse opvang voor kinderen van het basisonderwijs (dit is opvang buiten de schooluren, tijdens de snipperdagen en de vakantieperiodes van de scholen); · opvang van kinderen tijdens de nacht en/of tijdens het weekend (in specifieke situaties of in noodsituaties); · dagopvang van kinderen met een specifieke zorgbehoefte. Onthaalouders Op 1 januari 2011 waren 13 werkende onthaalouders actief, waaronder 1 samenwerkingsverband (echtpaar), geografisch verspreid over de deelgemeenten als volgt: · Herent: 10 · Veltem: 1 · Winksele: 2 Tijdens het eerste kwartaal 2011 startte één nieuwe onthaalouder in Veltem.Tijdens het derde kwartaal beëindigde één onthaalouder zijn activiteit. Het betrof de echtgenoot van het samenwerkingsverband in de dienst. Onze dienst heeft vervolgens geen samenwerkingsvervand meer tussen twee onthaalouders. In het vierde kwartaal beëindigde een andere onthaalouder haar activiteit. In het totaal zijn 14 onthaalouders actief geweest in 2011 (2010: 15; 2009: 16; 2008: 18; 2007: 16). Op 31.12.2011 zijn er 12 onthaalouders actief; over de verschillende deelgemeenten als volgt verspreid: · Herent 10 · Veltem: 1 · Winksele 1
92
Kinderen In 2011 verbleven in totaal 141 kinderen tenminste 1 opvangmoment bij een onthaalouder. kinderen 170 165
164
163
160 155
162
153
150 145
143
140
141
135 130 125 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Sinds 2009 zijn nieuwe voorrangsregels van toepassing en maken deel uit van de voorwaarden inzake de erkenning en subsidiëring van de kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. Deze voorrangsregeling geldt voor minstens 20 % van het totaal aantal opgevangen kinderen op jaarbasis. In 2011 kwamen 24 van de 141 kinderen uit de verplichte voorrangsregeling, dit is 17,02% van het totaal opgevangen kinderen. Gezinssituatie Het ging om 108 gezinnen. gezinnen 140
133
130
131
120
115
108
100 80 60 40 20 0 2007
Partnergezin Eénoudergezin Totaal
2008
2009
Aantal kinderen ten laste 1 2 3 38 40 16 5 5 1 43 42 17
2010
2011
Totaal +3 6 6
108
93
Leeftijd Geboortejaar 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 = < 2004 Totaal
Aantal kinderen 24 42 30 28 12 4 0 1 141
Beëindigde opvangsituaties Reden van beëindiging Naar school Naar kinderdagverblijf Verhuis Eén van de ouders thuis *Andere Totaal
Opvang gestart vóór 01.01.2011 10 3 4 0 3 23
Opvang gestart in 2011 0 1 2 0 3 6
*andere: stopzetting activiteit onthaalouder / ouders gaven geen reden op van stopzetting In het totaal werden in 2011 29 opvangsituaties beëindigd.
Opvangdagen Volledige opvangdag: · het kind verblijft meer dan 5 uren bij de onthaalouder of de onthaalouder geeft middagmaal en vieruurtje . Halve opvangdag: · het kind verblijft maximum 5 uren bij de onthaalouder. Er wordt één voeding voorzien. 1/3 opvangdag: · het kind verblijft maximum 3 uren bij de onthaalouder en er wordt geen voeding voorzien.
eerste kw tweede kw derde kw vierde kw Totaal
Nog niet (volledig) schoolgaande kinderen sub1/1 ½ ⅓ totaal 2.677 297 46 3.020 2.476 291 46 2.813 2.143 291 36 2.470 2.180 449 108 2.737 9.476 1.328 236 11.040
Schoolgaande kinderen 1/1 73 53 172 32 330
½ 8 1 17 3 29
⅓
30 97 127
subtotaal 81 54 219 132 486
Alg. Totaal 3.101 2.867 2.689 2.869 11.526
Het totaal aantal gerealiseerde opvangmomenten bedroeg in 2011: 11.526 (2010: 12.626; 2009: 12.423; 2008: 12.954; 2007: 13.522). Dit is 78% van de erkende plaatsen. Hiervan zijn er 11.040 opvangmomenten voor niet (volledig) schoolgaande kinderen en 486 opvangmomenten van schoolgaande kinderen.
94
opvangmomenten 14000 13500
13522
13000
12954 12626
12500
12423
12000 11526
11500 11000 10500 2007
2008
2009
2010
2011
DVO Herent is erkend voor 67 opvangplaatsen. Dit betekent dat wij, om de erkenning te behouden, jaarlijks minstens 10.318 prestaties moeten realiseren (70 % van erkende plaatsen X 220). Gerealiseerde verblijfsdagen in 1 jaar (waarbij ½ en 1/3 als 1 geteld worden) X 100 67 X 20 (= 14.740) = minstens 70 % Is de gerealiseerde bezetting lager dan 70 %, dan wordt de erkenning aangepast waarbij 154 gerealiseerde verblijfsdagen telkens 1 opvangplaats vertegenwoordigen. Een dienst moet minstens 52 opvangplaatsen als erkenning hebben. Onder de 52 plaatsen kan de dienst niet blijven bestaan. Financiële bijdrage van het gezin Sinds 15 november 2011 is er een nieuw bedrag voor de inkomensgrens die gebruikt wordt voor bepaalde voorrangsgroepen. In de erkende opvang krijgen kinderen van ouders met een laag arbeidsinkomen voorrang. Ze krijgen deze voorrang wanneer: het inkomen van de ouders onder een bepaald bedrag ligt; wanneer de ouders door werkomstandigheden of door het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen; of wanneer kinderopvang een belangrijke factor is voor hun economische en maatschappelijke participatie. Vanaf 1 oktober 2011 bedraagt de inkomensgrens voor deze voorrangsregel 14.330,61 euro. Voor de berekening wordt het gewaarborgd minimum bruto maandinkomen omgerekend naar een belastbaar jaarbedrag door de gegevens te vermenigvuldigen met een coëfficiënt. Deze coëfficiënt bedraagt vanaf 1 oktober 2011 11,42 en wordt al volgt berekend: gemiddelde gezondheidsindex van 2 jaar voordien (jaar 2009 =110,9) x 12 Op 18 juli 2011 heeft de Vlaamse Regering beslist over een wijziging van de regelgeving met betrekking tot de regelgeving datum berekening inkomensgrens voorrangsgroepen Het besluit voorziet dat, in het kader van voorrangsgroepen, voor ouders met een beroepsinkomen beneden een bepaalde inkomensgrens, een grens jaarlijks herberekend moet worden. Deze grens wordt voortaan bepaald op 1 oktober. De bijdrage die de ouders betalen voor de opvang van hun kind is afhankelijk van het totaal van hun jaarlijks inkomen en wordt bepaald aan de hand van bijdrageschalen die vastliggen bij Besluit van de Vlaamse Regering en volgens de richtlijnen van Kind en Gezin. Er dient een vermindering toegepast te worden voor het aantal kinderen ten laste, alsook een bijkomende vermindering indien er een meerling is in het gezin.
95
Tot 1 oktober 2011 varieerde de financiële bijdrage van het gezin tussen 1,45 euro per opvangmoment en 25,87 euro per dag. Vanaf 1 oktober 2011 bedraagt de financiële bijdrage van het gezin 1,50 euro per opvangmoment (minimum) tot 26,86 euro per volledige opvangdag. Voor ½ of 1/3 dag dienen de ouders respectievelijk 60% of 40% van hun financiële bijdrage te betalen, met de minimum financiële bijdrage per opvangmoment. De vermindering per kind vanaf het tweede kind, alsook de vermindering voor een meerling in het gezin bedroeg tot 1 oktober 2011: 2,93 euro vanaf 1 oktober 2011: 3,02 euro. Lage inkomens krijgen een vermindering tot 25% op hun financiêle bijdrage. In uitzonderlijke situaties is er de mogelijkheid, door het organiserend bestuur, tot toepassing van het sociaal tarief. Vergoeding aan de onthaalouder Sedert januari 2009 bestaat de onkostenvergoeding voor de onthaalouders uit 3 componenten: · Basiscomponent · Component voor sluitingsdagen · Component voor vorming Aan de component voor de vorming is de voorwaarde verbonden dat de onthaalouder minstens 12 uren vorming per jaar volgt. Voor 2011 bedroeg de onkostenvergoeding voor de onthaalouders: · 16,44 euro basiscomponent · 1,57 euro component sluitingsdage · 0,32 euro component vorming Dit zijn bedragen die van toepassing zijn voor een volledige opvangdag. Indien geen volledige opvangdag gepresteerd wordt, worden deze bedragen in verhouding tot de duur van de prestaties toegekend. Onthaalouders die een kind opvangen met een specifieke zorgbehoefte, ontvangen een bijkomende toeslag, integraal ten laste van Kind en Gezin. Voor een kind in opvang, dat omwille van medische en/of psychosociale problemen meer zorgen nodig heeft, kan dergelijke toeslag aangevraagd worden. Deze bijkomende vergoeding dient per kind aangevraagd te worden, volgens de richtlijnen van Kind en Gezin. In 2011 waren 2 kinderen met specifieke zorgbehoefte in opvang. De onthaalouder ontvangt een bijkomende vergoeding voor een flexibele opvangprestatie. Dit is opvang voor 6.30 uur, na 18.30 uur, weekendopvang, nachtopvang, opvang op een feestdag. Er wordt slechts één flexibele opvang per dag en per kind vergoed; er zijn bepaalde voorrangsregels. Voor 2011 bedraagt de basisvergoeding voor de onthaalouders 2,71 euro per flexibele prestatie. In 2011 werden er in het totaal 266 flexibele opvangprestaties gepresteerd door de onthaalouders: (2010: 698; 2009: 1.159; 2008: 838, 2007: 504) · 85 prestaties voor 6:30 uur · 177 prestaties na 18:30 uur · 4 weekendprestaties (zaterdagen) Vorming voor onthaalouders Ingevolge de gewijzigde regelgeving betreffende de toevoeging van een component vorming aan de kostenvergoeding van de onthaalouders moet de dienst voldoende vorming aanbieden zodat elke onthaalouder minstens 12 uren vorming per jaar kan volgen. De diensten moeten een duidelijk overzicht bijhouden van alle onthaalouders en de door hen gevolgde vorming met bijhorende aanwezigheidsattesten, welke op vraag aan Kind en Gezin voorgelegd moeten worden. In 2011 hadden volgende vormingsavonden plaats:
96
· · ·
11.02.2011: Kwaliteitsvolle opvang, georganiseerd door vzw Een Regenboog 24.03.2011: Werken vanuit vreugde en kracht, georganiseerd door vzw Een Regenboog 10.05.2011: Seksueel misbruik bij kinderen, georganiseerd door studenten brugopleiding verpleegkunde · 15.09.2011: Algemene vergadering betreffende de werking van de dienst voor onthaalouders, ,georganiseerd door de dienst. · 27.10.2011: Discreet omgaan met vertrouwelijke info, georganiseerd door vzw Een Regenboog · 24.11.2011: Omgaan met kritiek, georganiseerd door vzw Een Regenboog In het totaal werden 15 uren vorming aangeboden. Sinds 2009 is de werkgroep knutselen terug actief. Deze doe-avonden zijn niet verplicht. Rond bepaalde thema’s wordt er geknutseld ter versiering van de leefruimte van de kinderen of ter voorbereiding van een knutselactiviteit met de kinderen. Aan deze knurtselavonden nemen een 7 tot 9 onthaalouders deel. In 2011 vonden er 3 knutselavonden plaats. 1 nieuwe onthaalouder volgde in 2011 de verplichte startcursus. Deze cursus omvat een driedaagse basisopleiding waarin de organisatie van de opvangactiviteit, communicatie, omgaan met ouders, ontwikkeling van kinderen, veiligheid, voeding en levensreddend handelen aan bod komen. Deze startcusus wordt 2 maal per jaar georganiseerd voor alle diensten voor onthaalouders in VlaamsBrabant. In het voorjaar heeft de startcursus plaats op de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten te Brussel, in het najaar gaat deze door in het Sociaal huis van Herent. De coördinatie van deze startcursus gebeurt door de verantwoordelijke van het samenwerkingsverband van de diensten voor onthaalouders van Vlaams-Brabant van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Verzekering De aangesloten onthaalouders zijn vanuit de dienst verzekerd voor burgerlijke aansprakelijkheid en arbeidsongevallen. De kinderen, in opvang via de dienst, zijn verzekerd voor lichamelijke ongevallen. De materiële schade die kinderen toebrengen aan goederen van de onthaalouder is niet verzekerd vanuit de dienst. Deze is ten laste van de ouders. Ongevallen met huisdieren vallen eveneens niet onder de polis van de dienst. De onthaalouder dient ervoor te zorgen dat haar eigen verzekering deze dekking geeft. Werkingspremie De onthaalouders ontvangen jaarljks een werkingspremie. Dit is een tussenkomst voor de aankoop en vernieuwing van hun materiaal en speelgoed. Deze premie bedraagt 0,30 euro per effectieve werkingsdag per fulltime kind, met een minimum van 75 euro en een maximum van 250 euro. De berekening gebeurt op basis van de prestaties van het voorgaande jaar en worden herberekend naar volledige dagen. Het bedrag wordt verspreid over twee betalingen, waarvan de helft in juni en het resterende bedrag in december van elk jaar. Voor 2011 bedroeg het totaal van de uitbetaalde werkingspremie: 2.850,15 euro. Subsidiëring De dienst wordt als volgt gesubsidieerd: · Een subsidie per plaats, waarvan een deel gekoppeld is aan de leeftijd van het · personeel en een vast deel. · Een subsidieforfait per dossier van onthaalouders en van opgevangen kinderen. · Een bijkomende subsidie per flexibele opvangprestatie. · Een subsidie per plaats door te storten aan het samenwerkingsverband van · diensten voor onthaalouders, enkel voor de diensten die in een samenwerkingsverband zitten. · Subsidie voor werkdukvermindering. De arbeidsongevallenverzekering van de onthaalouders en de werkgevers- en werknemersbijdrage ingevolge de toepassing van het sociaal statuut van de onthaalouders wordt ten laste genomen door Kind en Gezin.
97
Met de omzetting naar plaatsencapaciteit werd er eveneens een subsidiegrens ingevoerd. Omgerekend naar de dienst betekent dit: 67 x 220 x 120% = 17.688 maximaal subsidieerbare opvangdagen op jaarbasis. Hierbij dienen de halve (minder dan 5 uur aanwezigheid van het kind) enderde (minder dan 3 uur aanwezigheid van het kind) dagen herleid te worden tot volledige opvangdagen. Bij omrekening van de opvangmomenten naar volledige opvangdagen bedraagt dit voor 2011: 10.605,50 volledige opvangdagen. Besluit Tijdens het werkingsjaar 2011 hebben in totaal 14 onthaalouders aan opvang gedaan. Op 31december 2011 zijn er 12 onthaalouders actief. In totaal verbleven 141 kinderen tenminste 1 opvangmoment bij een onthaalouder. Het ging om 108 gezinnen. In 2011 werden 11.526 opvangmomenten gerealiseerd (2010: 12.626; 2009: 12.423), zijnde 78% van onze erkende capaciteit. Dit is lager dan 2010 gezien er in 2011 2 onthaalouders minder werkzaam zijn dan in 2010.
98
Ondersteunende diensten
99
1) Personeelsdienst – vorming Professionalisering vraagt continue aandacht. Het Sociaal Huis zet daarom in op een kwalitatief vormingsbeleid. Het doel is de zelfontplooiing van de medewerkers te stimuleren. Als neveneffect resulteert het krijgen van ontwikkelingskansen binnen een organisatie een gemotiveerde personeelsploeg. In 2011 werden in totaal 77 vormingen aangevraagd. 25 Aangevraagde vormingen waren gratis. vormingsaanvragen 100 90
88 81
80 70 60
77
67
62 51
50 40 30 20 10 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2) Veiligheidsconsulent - Informatieveiligheid (KSZ) en verhuis 2011 was voor OCMW Herent een moeilijk overgangsjaar m.b.t. het naleven van het informatieveiligheidsbeleid. Zo diende we enerzijds in kader van de verhuis van sociaalhuis naar de Kouter erop toe te zien dat de OCMW medewerkers veilig konden blijven werken binnen het kader van de vooropgestelde minimale veiligheidsnormen. Anderzijds dienden wij er ook op toe te zien dat bij de verhuis tussen de twee sites, de minimale veiligheidsnormen gerespecteerd bleven. Op vlak van ICT werd er ook al snel duidelijk dat het niet zo eenvoudig zal zijn om alle medewerkers in een korte tijdspanne te verhuizen. Beide ICT-afdelingen stelden een duidelijk verhuisplan op, waarin het hoofdaspectect van de minimale veiligheidsnormen werden nageleefd. Om het ongemak naar de medewerker(s) tot een minimum te beperken, hebben we geopteerd om de verhuis van de verschillende gemeente- en OCMW diensten over een tijdspanne van een drietal maanden te spreiden, m.a.w. van september t.e.m. november 2011. In het voorjaar 2011 is het verhuisteam, bestaande uit personeelsleden van beide besturen, voor het eerst samengekomen om een verhuisplanning op te stellen. Bij het opstellen van de verhuisplanning werd al gauw duidelijk dat er duidelijke verhuisinstructies dienen afgesproken te worden tussen enerzijds de verhuisfirma en anderzijds het personeel, en dit om de verhuis zo vlot mogelijk te laten verlopen. Bij het in inventariseren, coderen en labellen van het meubilair diende er een afzonderlijke overzichtlijst van meubilair gemaakt te worden, zodat de verdeling over de nieuwe burelen gestructureerd kon verlopen. Concreet betekende dit dat er collega’s zijn, zowel van OCMW als van de gemeente, die hun kantoormeubilair moeten afstaan aan andere collega’s, en dit om de uniformiteit binnen één dienst te kunnen naleven. Per dienst werd minimaal twee weken voorzien om te verhuizen, o.a. inrichting van de dienst in de Kouter, verhuisinstructies, vragen, o.a.: · Welke dienst wordt wanneer verhuisd;
100
· · · · · · · · ·
Tijdens de verhuis is Kris Wera de coördinator voor de gemeente en Noël Salens is dit voor het ocmw. Zij zijn het aanspreekpunt en zorgen voor de communicatie met de verhuisfirma. De verhuisfirma zorgt voor demontage en montage van het meubilair. In de Kouter worden de dozen op de juiste plaats geplaatst volgens de bestemming op het etiket: Er is een kleur per verdieping: De bestemming kan vooraf door Noël op het etiket gedrukt worden, dit kan ook met de hand in- of aangevuld worden; Indien geen etiket dan wordt de doos, bureau of kast niet verhuisd; PC en scherm worden niet ingepakt; De elektriciens (Theo en Johan) helpen bij het demonteren van de PC’s, ... De ICT dienst zorgt samen met onze elektriciens dat de PC’s en het nieuwe telefoontoestel klaar staan in de loop van de dag na de verhuis;
Dank zij een goede voorbereiding, planning, afspraken, richtlijnen en communicatiemomenten tussen de verschillende diensten, mogen wij hierbij stellen dat wij een geslaagde verhuis van de verschillende diensten achter de rug hebben. Dit is te danken aan de inzet van het hele verhuisteam maar ook de volledige bijdrage van het gemeente en OCMW-personeel. 3) Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk Algemeen Net zoals de vorige jaren wordt er de nodige aandacht besteed aan het aspect veiligheid. Trouwens, een veilig en goed functionerende organisatie is één van de hoekstenen van een cliëntvriendelijke en vlotte sociale dienstverlening in al zijn facetten. In samenwerking met de “Externe Preventiedienst van Interleuven”, contactpersoon Jos Roovers, en onze interne verantwoordelijke voor de Preventiedienst, Noël Salens, werd een preventiebeleid uitgewerkt. Periodieke controles De nodige periodieke controles werden doorgevoerd voor wat betreft de veiligheid van de technische installaties en gebouwen. Indien er inbreuken worden vastgesteld, worden die met hoogdringendheid weggewerkt. Bemerkingen en opmerkingen worden opgenomen in het periodiek onderhoudsverslag. Afvalstoffenplan Op milieuvlak werd het bestaande afvalstoffenplan (glas, papier,…) beter kenbaar gemaakt op de diensten en andere locaties dan het Sociaal Huis. Het afhaalschema werd aangepast. De ophaalpunten (verzamelpunten) werden per vestiging vastgelegd. Brandpreventie De brandpreventiedossiers per gebouw werden geactualiseerd, o.a. Sociaal Huis en Serviceflats. Nazicht door Interleuven uitgevoerd (verslag). Alle blustoestellen en haspels werden geïnventariseerd, geïdentificeerd en officieel gecontroleerd. Tijdelijke, doorgangs- en LOI woningen werden hier ook aan toegevoegd. De brandcentrale wordt periodiek gekeurd alsook alle blustoestellen. Actieplan seizoensgriep. In het kader van de preventiemaatregelen worden daarenboven alle medewerken aangespoord zich tegen de gewone seizoensgriep (gratis) te laten vaccineren.
101
Vormingen klusdienst · Veilig gebruik van de motorkettingzaag en bosmachine; · Werken met een hoogwerker (knikarm / telescoop / schaarlift); · Opleiding omtrent het gebruik van asbest; · Hoe de basisveiligheid van gasinstallaties detecteren? · Hoe vochtproblemen detecteren en aanreiken van oplossingen; · Cursus basis elektriciteit met het toekennen van het attest van vakbekwaamheid BA4; · Opleiding rond energiebesparing. Preventie van arbeidsongevallen Onder de verantwoordelijkheid van de preventieadviseur werden de arbeidsongevallen in kaart gebracht en geanalyseerd naar de oorzaak, met het opnemen van de bestaande preventiemaatregelen naar de toekomst toe. Alle personeelsleden verzorging en klusdienst hebben kunnen deelnemen aan een cursus heffen en tillen. Ook is er theoretische en praktische vorming geweest in verband met blusmiddelen. EVOLUTIE FREQUENTIEGRAAD ARBEIDSONGEVALLEN OCMW HERENT OCMW HERENT 140 Gemiddelde 128,26 120 110,33 102,4
100
80 69,66 Fg
62,47
60
59,73 56,56
58,33 52,63
47,43
44,42 38,48
40
29,92
36,82
30,5
30,1
27,82 20 17,07
21,53 9,44 0
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Fg = Aantal arbeidsongevallen met werkverlet x 1.000.000 gepresteerde uren
jaar
102
EVOLUTIE ERNSTGRAAD ARBEIDSONGEVALLEN OCMW HERENT
OCMW HERENT Gemiddelde
4
3,57
3,5 3,29 3,02
3
Eg
2,5
2,04
2
1,80
1,5 1,33 1,2 1
0,99
0,95 0,84
0,63 0,5 0,22
0,32
0,02 0,11
0,29 0,23
0,2 0,05
0
0,06
1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
jaar
In 2011 hadden wij 4 arbeidsongevallen met 26 dagen werkverlet, tegenover 2 arbeidsongevallen met 7 dagen werkverlet in 2010. Actieplan PBW 2012 omvat · Opleiding veilig werken met vorkheftrucks; · Optimaliseren EHBO-gebeuren; · Optimaliseren procedures “Werken met derden”; · Zelf aan te brengen punt(en) prioriteit(en) door het bestuur; · Opleiding veilig werken aan elektrische installaties BA 4 – BA 5. · Opstellen van een risicoanalyse voor een stagiaire in de administratie van de maatschappelijke medewerkers De dienstverantwoordelijke en de preventieadviseur spelen een belangrijke rol om het aantal arbeidsongevallen terug te dringen. Dit kan bijvoorbeeld door meer steekproefsgewijs te werken en te controleren of er veilig, met de juiste middelen en op de juiste manier gewerkt wordt. Hieraan zal de komende jaren nog meer aandacht besteed worden.
Sociaal Huis Herent – Jaarverslag 2011