RUP OPEN RUIMTE Definitief
Definitief
Gemeente Herent Spoorwegstraat 6 3020 Herent
Grontmij Belgium Mechelen, 24 augustus 2012
184469_07_tn
184469_07_tn Pagina 2 van 73
Verantwoording
Titel
:
RUP OPEN RUIMTE
Subtitel
:
Definitief
Projectnummer
:
184469
Referentienummer
:
184469_07_tn
Revisie
:
f
Datum
:
24 augustus 2012
Auteur(s)
:
Freerk Kiesow-Botyanovska, Piet Bernaerts
E-mail adres
:
[email protected]
Gecontroleerd door
:
Piet Bernaerts
Paraaf gecontroleerd
:
Goedgekeurd door
:
Paraaf goedgekeurd
:
Contact
:
Piet Bernaerts
Grontmij Belgium NV Stationsstraat 51 B-2800 Mechelen T +32 15 45 13 00 F +32 15 45 13 10
[email protected] www.grontmij.be
184469_07_tn Pagina 3 van 73
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING .................................................................................................................. 7 Aanleiding tot de opmaak van het RUP........................................................................ 7 Situering projectgebied ................................................................................................. 7 Administratieve grenzen en ligging projectgebied ....................................................... 7 Historiek van het RUP .................................................................................................. 9
2 2.1 2.2 2.3
FYSISCHE CONTEXT .............................................................................................. 11 Topografie en reliëf van het projectgebied ................................................................. 11 Bodem en waterhuishouding ...................................................................................... 12 Hydrografie ................................................................................................................. 13
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
RUIMTELIJKE CONTEXT ....................................................................................... 15 Landschap ................................................................................................................... 15 Land- en tuinbouw ...................................................................................................... 17 Natuur ......................................................................................................................... 23 Milieu.......................................................................................................................... 26 Recreatie ..................................................................................................................... 31
4 4.1 4.2
PLANNINGSCONTEXT ........................................................................................... 33 Juridische context ....................................................................................................... 33 Vertaling context in het gemeentelijke beleid ............................................................ 40
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN ....... 43 Uitgangspunten en randvoorwaarden voor het RUP .................................................. 43 De gewenste ruimtelijk - agrarische structuur ............................................................ 44 De gewenste ruimtelijk - natuurlijke structuur ........................................................... 49 De gewenste ruimtelijk - landschappelijke structuur .................................................. 51 Bindende selecties voor de agrarisch, natuurlijke en landschappelijke structuur van de open ruimte ............................................................................................................ 54 Bindende acties met betrekking tot de landschappelijke, natuurlijke en agrarische structuur ...................................................................................................................... 54
5.6 6 6.1 6.2 6.3
VISIE EN DOELSTELLINGEN ................................................................................ 55 Doel van het RUP Open Ruimte ................................................................................. 55 Begrenzing van het RUP............................................................................................. 55 Ruimtelijke begrenzing van de bestemmingszones .................................................... 55
7 7.1 7.2 7.3
DECRETALE BEPALINGEN ................................................................................... 59 Onderzoek tot m.e.r. ................................................................................................... 59 Watertoets ................................................................................................................... 60 Ruimtebalans, planbaten, planschade en bestemmingswijzigingcompensatie ........... 61
8 8.1 8.2
REIKWIJDTE VAN HET RUP ................................................................................. 67 Op te heffen voorschriften binnen de grenzen van het RUP....................................... 67 Reikwijdte van de voorschriften van het RUP Open Ruimte ..................................... 67 184469_07_tn Pagina 4 van 73
BIJLAGE I ................................................................................................................................. 69 BIJLAGE II ............................................................................................................................... 71 BIJLAGE III.............................................................................................................................. 73
184469_07_tn Pagina 5 van 73
Figuur 1: overzichtskaart plangebied
184469_07_tn Pagina 6 van 73
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding tot de opmaak van het RUP
In het kader van de actualisatie van de gemeentelijke planvorming heeft de gemeente Herent in de afgelopen jaren een planproces gestart voor de uitwerking van het “RUP Open Ruimte”. Dit heeft zijn neerslag gekregen in tussentijdse documenten zoals het voorontwerp RUP uit 2008 en het vooronderzoek inzake de eventuele verplichting tot opstellen van een plan-MER. Bij de uitwerking van het voorontwerp is nauw rekening gehouden met overkoepelende beleidskaders en het gemeentelijke beleid zoals vastgelegd in het ruimtelijk structuurplan van Herent”. Ten behoeve van een breed draagvlak is de planvorming al in de beginfase van het planproces begeleid door een werkgroep, waarin onder andere ook de landbouwsector en natuurorganisaties vertegenwoordigd waren (zie de vroegtijdige coöperatie in het kader van het planproces voor de zogenoemde gele en groene hoofdstructuur in de open ruimte). De uitwerking van de regels en planbepalingen is dus in een breed gezamenlijk overleg tot stand gekomen en heeft op lokaal niveau tot een brede consensus over het thans voorliggende plan geleid.
1.2
Situering projectgebied
De gemeente Herent maakt deel uit van de Vlaamse Ruit die gevormd wordt door de grootstedelijke gebieden Brussel, Gent, Antwerpen en het regionaal stedelijke gebied Leuven. Samen met de gemeenten Kortenberg, Bertem en Kampenhout ligt Herent in een omvangrijke open ruimte gebied tussen het stedelijke gebied van en rond Brussel en het stedelijke gebied Leuven. De landelijke en regionale infrastructuur rond het projectgebied bestaat min of meer uit vijf (boven)regionale elementen te weten: snelwegverbinding A2/E314 (tussen Brussel en Leuven), de spoorlijn Brussel Leuven Brusselsesteenweg N2 het kanaal Leuven-Rupel en de Mechelsesteenweg N26.
1.3
Administratieve grenzen en ligging projectgebied
De grenzen van het plangebied voor het RUP Open Ruimte worden grotendeels gedefinieerd door gezamenlijke gemeentegrenzen met de buurgemeenten Kortenberg, Kampenhout, Haacht, Leuven en Bertem. De interne begrenzingen worden bepaald door de begrenzingen voor woonfuncties, parkfuncties etc. conform het gewestplan en door de begrenzing van binnen de gemeente gelegen ruimtelijke uitvoeringsplannen respectievelijk grenzen van nog steeds geldende BPA’s (Bijzondere Plannen van Aanleg). Voor een overzicht van de betreffende plannen wordt hier kortheidshalve verwezen naar paragraaf 4.1.9 en bijlage II.
184469_07_tn Pagina 7 van 73
INLEIDING
Figuur 2: situering van Herent in regionaal verband
Figuur 3: structuurbepalende elementen op lokaal niveau
184469_07_tn Pagina 8 van 73
INLEIDING
1.4
Historiek van het RUP
Zoals onder 1.1 reeds is aangegeven is de planprocedure voor onderhavig RUP gestart met de uitwerking van het voorontwerp RUP in 2008. Het voorontwerp is vervolgens aangeboden voor een consultatie door adviesverlenende instanties en de consultatie van de dienst Mer, waarmee onder andere duidelijkheid werd verkregen over de eventuele noodzaak van een planMER voor het RUP Open Ruimte. Tijdens de consultatie hebben negen overheden of hieraan gelieerde instanties van de gelegenheid gebruik gemaakt om op het voorontwerp RUP te reageren. De ingediende reacties waren overwegend gunstig en op 16 september 2011 heeft de dienst Mer de gemeente laten weten dat het RUP Open Ruimte geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planMER hiervoor derhalve niet nodig is. In de daarop volgende periode is het voorontwerp RUP vertaald naar een concept ontwerp RUP. Daarbij is rekening gehouden met een aanpassing van de plansystematiek aan nieuwe vigerende juridische standaards. Dit document is ter consultatie aan de adviesverlenende instanties voorgelegd en in twee plenaire vergaderingen besproken. Kort samengevat hadden de meeste bemerkingen betrekking op de plansystematiek en de planopzet in relatie tot het gewestplan en op de motivering van de beleidskeuzes die in de voorschriften en het grafisch plan waren vastgelegd. De hierbij geplaatste bemerkingen zijn voor zo ver als mogelijk in de planstukken verwerkt, en op 8 mei 2012 is het “ontwerp RUP Open Ruimte” van de gemeente Herent door de gemeenteraad voorlopig vastgesteld. Het voorlopig vastgestelde document is aangeboden voor het wettelijk verplichte “openbaar onderzoek” in de periode 15 mei tot en met 15 juli 2012, waarmee belanghebbenden in de gelegenheid werden gesteld om op het ontwerp RUP te reageren. De planstukken hebben aanleiding gegeven tot 12 bezwaarschriften door individuele inwoners of bedrijven en 8 adviezen van adviesverlenende instanties. De belangrijkste inhoudelijke bezwaarpunten en aandachtspunten omtrent de juridisch bindende voorschriften en het grafisch plan waren: de herbestemming van de bestemming “Parkgebied” rond de locatie Keulenhof en langs het kanaal Leuven-Rupel als “Agrarisch Gebied - Open Agrarisch Gebied” en “Landschap- en Natuurontwikkelingsgebied” verschillen in vestigingsbeleid voor grondgebonden en grondloze bedrijven voorschriften met betrekking tot bedrijfswoningen van landbouwbedrijven de beperking van landbouwbedrijven in landschap- en natuurontwikkelingsgebied de herbestemming van de bestemmingen “Parkgebied” en “Bufferzones” tot “Bos” de herbestemming van individuele percelen waarop reeds een woonfunctie rust het verzoek tot aanduiding van een “Bouwvrij Agrarisch Gebied” rond de locatie Duigemhof het verzoek tot aanpassing van de plangrenzen in verband met toekomstige Gewestelijke Ruimtelijke Uitvoeringsplannen voor delen van de Molenbeekvallei, het plangebied voor de toekomstige “Afbakening regionaal stedelijk gebied Leuven” en niet herbevestigd agrarisch gebied ten oosten van het Bertembos. Daarnaast zijn verschillende opmerkingen geplaatst omtrent de inhoud van de toelichting, waarbij om verduidelijkingen of nuanceringen van specifieke tekstpassages werd gevraagd. Deze hadden betrekking op: de beschrijving van de bestaande toestand de beschrijving van de situatie van de landbouwsector de toepassingscriteria voor de afbakening van de bestemmingen de ruimtebalans en passages over mogelijke effecten op het vlak van planbaten en planschade. De betreffende bezwaren en adviezen zijn door de GECORO op 23 augustus behandeld en de resultaten daarvan zijn in de thans voorliggende planstukken verwerkt. Het RUP Open Ruimte is vervolgens aangeboden voor de definitieve vaststellingsprocedure.
184469_07_tn Pagina 9 van 73
INLEIDING
Natuurkerngebied Molenbeekvallei
Het landbouwgebied rond Buken
Natuurkerngebied Kastanjebos
De graslanden langs de Lipsebeek
Cultuurgronden rond Herent
Open landschapkamers op het Brabantse plateau
184469_07_tn Pagina 10 van 73
2
FYSISCHE CONTEXT
2.1
Topografie en reliëf van het projectgebied
Het plangebied van het RUP Open Ruimte van de gemeente Herent is gelegen ten noordwesten van de universiteitsstad Leuven. Landschappelijk gezien betreft het een overgangsgebied met een zekere verscheidenheid aan landschapstypen, die qua reliëf en fysische structuur (geologische opbouw, bodemtype en hydrologie) duidelijk van elkaar verschillen. Het resultaat hiervan is een open ruimte waarbinnen verschillende deelgebieden kunnen worden onderscheiden bestaande uit: het de bosrijke Molenbeekvallei langs de gemeentegrens met Kortenberg de landbouwgebieden rond de woonkern Buken in het noorden het natuurkerngebied Kastanjebos ten noorden van Veltem-Beisem en Winksele de hierop aansluitende graslanden langs de Lipsebeek de cultuurgronden rond Herent en de bosrelicten, oude woonkernen en waardevolle cultuurlandschappen op het Brabantse plateau.
Figuur 10: topografie open ruimte Herent
184469_07_tn Pagina 11 van 73
FYSISCHE CONTEXT
2.2
Bodem en waterhuishouding
Geologisch gezien behoort de gemeente Herent tot vijf verschillende Formaties. Opvallend is het vrijwel horizontale, oost-west gerichte verloop van de Formaties. Deze geologische structuur heeft zich verder gezet in de bodem. In de gemeente Herent komen overwegend vochtige leembodems voor. De heuvelrug in het zuiden van de gemeente wordt getypeerd door enerzijds de droge bodems en anderzijds door een opmerkelijke opeenvolging van kleigebieden. In de beekvalleien, het noorden en noordoosten van de gemeente komen hoofdzakelijk zandleembodems voor. Behalve in het noorden van de gemeente worden deze zandleembodems getypeerd door veel natte bodems die voornamelijk in de beekvalleien voorkomen. Langsheen de Hoge Beek komen hoofdzakelijk matig droge bodems voor omdat de beek haar bron heeft in de heuvelrug waardoor droge leemdeeltjes werden afgezet in de beekvallei.
Figuur 11: tertiaire kaart
Figuur 12: bodemkaart
Figuur 13: reliëf
184469_07_tn Pagina 12 van 73
FYSISCHE CONTEXT
2.3
Hydrografie
De gemeente Herent wordt onderverdeeld in drie verschillende hydrografische zones. Deze zones vatten de structuur van het hydrografische netwerk samen. Het noordwestelijke deel van Herent heeft een dicht waterlopennetwerk. In het zuidoostelijke deel komen geen waterlopen voor. De vallei van de Molenbeek vormt de westelijke grens van de gemeente.
Figuur 14: VHA-zones
Figuur 15: de waterlopen (benaming)
De Molenbeek en de Hoge Beek hebben hun bron in de flanken van de heuvelrug. De bron van de Molenbeek bevindt zich echter buiten het plangebied. De Weisetterbeek en de Lipsebeek ontspringen aan de voet van de heuvelrug. Het kanaal Leuven - Rupel is sterk structurerend en vormt de noordoostelijke grens van de gemeente Herent.
184469_07_tn Pagina 13 van 73
FYSISCHE CONTEXT
Figuur 16: traditionele landschappen
Figuur 17: ecodistricten
184469_07_tn Pagina 14 van 73
3
3.1
RUIMTELIJKE CONTEXT
Landschap
In de gemeente Herent komen twee verschillende landschapseenheden voor die ruimtelijk van elkaar worden gescheiden door enerzijds de bebouwing tussen de Brusselsesteenweg en de spoorlijn Brussel - Leuven en anderzijds door de bebouwing langs de Mechelsesteenweg. Het gebied ten zuiden van de kernen wordt het land van Bertem - Kortenberg genoemd en wordt gekenmerkt door een golvend landschap met talrijke diepe valleien die plateaus doorsnijden. De leemplateaus worden begrensd door steile hellingen en het golvende landschap heeft een agrarisch karakter waar holle wegen, steile hellingen, kleine landschapselementen, grote boscomplexen, de heuveltoppen en recente woonwijken het landschap typeren. Het gebied ten noorden van de kernen heeft een open agrarisch karakter maar wordt centraal onderbroken door de bossen in het valleigebied van de Molenbeek, Weisetterbeek en de Lipsebeek. Het bos- en valleigebied zijn omgeven door relatief grote historisch permanente graslanden. De overige open ruimte wordt benut als akkerland. 3.1.1
Landschapsrelicten
De landschapsatlas is de atlas van de relicten van de traditionele landschappen, waarin de landschapskenmerken weergegeven worden voor zover deze een erfgoedwaarde hebben. 3.1.2
Relictzones
Relictzones zijn gebieden waar waardevolle landschapselementen voorkomen in relatief gave, herkenbare onderlinge samenhang. Het zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- en lijnrelicten, zichten, ankerplaatsen en zones waarin samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering. In Herent komen delen van volgende relictzones voor: Het geheel van Silsombos, Kareelbos, Langenbos, Kastanjebos en warande Het plateau van Moorseelbos, Hagenbos, Eikenbos, en Bertembos De broekbossen tussen Kampenhout en Tildonk waarvan een uitloper in de kasteelparken Keulenhof en Hoogvorst van Herent is gelegen 3.1.3
Ankerplaatsen
Ankerplaatsen zijn de meest landschappelijk waardevolle gebieden voor Vlaanderen. Ze vormen een geheel van verschillende, maar samen voorkomende erfgoedelementen. Ze zijn binnen de relictzones uitzonderlijk wat betreft gaafheid en representativiteit, nemen ruimtelijk een plaats in die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving, of zijn uniek. In Herent komen delen van volgende ankerplaatsen voor: het Kastanjebos als relict van een groot bosgebied, waarvan tot in de 19e eeuw ook het Silsombos en het Kareelbos deel uitmaakten het Silsombos binnen de vallei van de Molenbeek, een restant van een groter bosgebied in een oud alluvium het Bertembos en Grevensbos: gevarieerd samengesteld en met talrijke vergezichten.
184469_07_tn Pagina 15 van 73
Ruimtelijke context
Fig. 18:
Uittreksel landschapsatlas (bron: AGIV 2009)
184469_07_tn Pagina 16 van 73
Ruimtelijke context
3.1.4
Lijnrelicten
In Herent komen twee lijnrelicten voor: de KW-bunkerlinie tussen Leuven en Boortmeerbeek. De linie loopt ten westen en evenwijdig met het kanaal Leuven – Dijle en het kanaal Leuven - Dijle dat in 1750 - 1763 werd aangelegd. 3.1.5
Puntrelicten
De puntrelicten situeren zich van west naar oost op één lijn. Het betreft de kerktoren van de verschillende dorpen, alsook het Keulenhof en het Duigemhof die beide traditionele hoeves zijn. 3.1.6
Landschapskenmerken
In de landschapskenmerken-kaart worden naast de landschapskenmerken die een erfgoedwaarde hebben ook andere ruimtelijk structurerende landschapskenmerken opgenomen. 3.1.7
Lijnelementen
Zowel de Mechelsesteenweg als de Brusselsesteenweg vormen sterke lijnen in het landschap van Herent. De E314 vormt de zuidoostelijke grens van Herent. De minder harde lijnen in het landschap zijn de fossiele vallei die de noordelijke helft van de gemeente doorsnijdt, alsook de markante terreinovergang in het zuidoosten van Herent. 3.1.8
Waterlopen
De westelijke rand van de gemeente wordt begrensd door de natuurlijke waterloop - hoofdbeek Molenbeek. Meer oostwaarts en evenwijdig met de Molenbeek wordt de natuurlijke waterloop beek- Weisetterbeek aangeduid. Ten slotte wordt ook het kanaal Dijle - Leuven aangeduid dat de oostelijke grens van de gemeente Herent vormt. 3.1.9
Clusters en vlakelementen
De zuidelijke helft van de westrand van Herent wordt getypeerd door een cluster van beekdalbegeleidende en alluviale bossen. Verspreid in de noordelijke helft van de gemeente Herent komen verschillende kasteelparken en - domeinen voor (zie ook paragraaf 5.4). In het zuiden situeren zich twee loofbossen die deel uitmaken van een relatief groot boscomplex in Bertem. Deze bossen komen voor op een langgerekt geologisch structureel - positief reliëf dat zich uitstrekt van het zuiden tot en met het kanaal. Het noordelijke deel met een brede uitloper naar het centrum van de gemeente wordt getypeerd door een cluster van loofbossen.
3.2
Land- en tuinbouw
3.2.1
Staat van de landbouw
De land- en tuinbouw in Herent vormt in de open ruimte van de gemeente de belangrijkste hoofdfunctie. Met meer dan 1500 ha zijn zowel in het gewestplan als in het RUP Open Ruimte meer dan 80% van de open ruimte agrarisch bestemd, waarbij sprake is van uiteenlopende bedrijfstypen. In het agrarische gebied zijn volgens geografische informatie van het departement van Landbouw en Visserij uit 2012 53 bedrijfszetels gelegen, waarvan de omvang op één uitzondering na minder dan 1 ha bedraagt.
184469_07_tn Pagina 17 van 73
Ruimtelijke context
Fig. 19: Landbouwtypering en geschiktheid (bron: AGIV 2009)
184469_07_tn Pagina 18 van 73
Ruimtelijke context
Het merendeel van de agrarische gebieden (> 75%) wordt volgens dezelfde statistieken gebruikt als akkerbouwgebied, nog eens 12% worden gebruikt als grasland of weidegrond en de overige terreinen hebben een functie voor o.a. de ruwvoerderteelt of gespecialiseerde teelten. De betekenis van de landbouw voor de open ruimte - en hier met name de akkerbouw - is aanzienlijk maar niet verrassend omdat een zeer ruim areaal aan landbouwgrond volgens de landbouwtyperingskaart van AGIV (2009) aangemerkt kan worden als met een hoge danwel zeer hoge waardering. Verder is er sprake van een landbouwgebied met bijzondere landschappelijke kwaliteiten. Zij zijn voor de hogere overheden aanleiding geweest voor specifieke aanduidingen of aanwijzingen, hetgeen zijn neerslag heeft gekregen in: de aanwijzing van circa 840 hectare cultuurlandschap als landschappelijk waardevol agrarisch gebied en het ruimtelijke structuurplan van de provincie Vlaams Brabant, waarin het behoud van de landschappelijke kwaliteiten bijzondere aandacht dient te krijgen. Op grond van zijn fysische randvoorwaarden en huidig grondgebruik kan het landbouwgebied van Herent daarom het beste worden getypeerd als agrarisch gebied met veel waardevol cultuurlandschap en ruimte voor diverse vormen van grondgebonden landbouw. 3.2.2
Schets van de land- en tuinbouw
Volgens de geografische gegevens van het departement van Landbouw en Visserij (2012) zijn in Herent zoals vermeld 53 bedrijfszetels gelegen. Daarvan is een aanzienlijk deel als “hoofdberoepsbedrijf” aan te merken. Deze bedrijven situeren zich voornamelijk centraal in de gemeente, meer bepaald in het gebied ten noorden van de spoorlijn Brussel – Leuven. De ontwikkeling van de landbouwbedrijven lijkt volgens statistische gegevens van de Vlaamse Landmaatschappij (onderdeel van het departement Leefmilieu) de landelijke trend te volgen. Zo is er volgens cijfers uit 2007 en 2010 sprake van een geleidelijke vermindering van het aantal landbouwbedrijven, terwijl de omvang van het landbouwareaal niet is afgenomen en de veestapel van bijvoorbeeld de rundveehouderij in de gemeente al enige jaren duidelijk boven de 1300 runderen uitkomt. De gemeente maakt hieruit op dat de gemiddelde omvang van de bedrijven is toegenomen en dat de landbouw in Herent dus als relatief stabiel kan worden beschouwd. Een andere waarneembare trend is de toenemende betekenis van paardenhouderijen. Terwijl het aantal rundveehouderijen en akkerbouwbedrijven is afgenomen is het aantal hippische bedrijven juist gestegen. Het is aannemelijk dat deze trend de eerstkomende jaren nog zal doorzetten, hetgeen gevolgen kan hebben voor het landschapsbeeld en de noodzaak tot landschappelijke inpassing van dergelijke bedrijven. AANTAL
GRONDLOZE
BEDRIJVEN
BEDRIJVEN
2007
54
2008
HIPPISCH
AKKERBOUW
RUNDVEE
5
18
23
3
53
6
16
23
3
2009
50
7
15
21
4
2010
48
4
16
17
5
BEDRIJF
Fig. 20: Landbouwbedrijfsontwikkeling in Herent (bron: VLM - departement Leefmilieu 2012)
184469_07_tn Pagina 19 van 73
Ruimtelijke context
Gezien de betekenis van de landbouw als gebruiker maar ook beheerder van de open ruimte enerzijds en de noodzaak van een goed natuur- en landschapsbeheer anderzijds is het wenselijk dat de levensvatbaarheid van de landbouwbedrijven waar mogelijk door flankerend beleid gesteund wordt, dat hieraan een steentje bij kan dragen. Een en ander zal hieronder aan de hand van enkel voorbeelden nader worden toegelicht. 3.2.3
Flankerend beleid
3.2.3.1
Het Ministerieel besluit betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten in uitvoering van de verordening (EG) nummer 1257/1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling.
In onderstaande figuur wordt een overzicht gegeven van de mogelijkheden tot subsidies en beheersovereenkomsten. Nummer 9 en 10 zijn volgens het voornoemde besluit niet van toepassing in de gemeente Herent. De beheersgebieden in functie van perceelsrandbeheer zijn: groengebieden, bosgebieden, natuurontwikkelingsgebieden, parkgebieden, agrarische gebieden, landschappelijk waardevol agrarische gebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde, valleigebieden, brongebieden, agrarische gebieden met bijzondere waarden, alle gebieden met als nabestemming één van de voornoemde bestemmingen en de met die gebieden vergelijkbare bestemmingsgebieden, aangewezen in de plannen van aanleg of in de ruimtelijke uitvoeringsplannen die van kracht zijn in de ruimtelijke ordening, de gebieden waar natuurrichtplannen van toepassing zijn of waarvoor die opgesteld moeten worden.
1: groenbedekking
8: bedrijfseigen teelt van plantaardige eiwitbronnen
2: mechanische onkruidbestrijding
9: weidevogelbeheer
3: premie biologische teelt
10: botanisch beheer
4: kleine landschapselementen
11: verminderde bemesting in kwetsbare zones
5: perceelsrandenbeheer
Water
6: bebossing
12: hoogstamboomgaarden
7: hamsterbescherming
13: erosiebestrijding
Figuur 21: mogelijkheden voor ecologisch beheer door land- en tuinbouwbedrijven
184469_07_tn Pagina 20 van 73
Ruimtelijke context
3.2.3.2
Besluit van de Vlaamse regering van 28 maart 2003 betreffende de subsidiëring van de bebossing van landbouwgronden.
De subsidiëring betreft alle gronden waarvan het landbouwgebruik bijgedragen heeft tot de inkomsten van de exploitant en waarvan het landbouwgebruik niet is stopgezet vóór 31 juli 1992. Alle vormen van eigenaars van landbouwgrond of houders van een zakelijk recht op de grond komen in aanmerking voor de subsidie. Voorwaarde is wel dat de grond vrij is van pacht. De subsidie wordt berekend pro rata van de boomsoortensamenstelling afgerond tot een oppervlakte van 1 are. De oppervlakte van de beplanting moet minstens 0.5 ha bedragen. De minimumoppervlakte van 0.5 ha mag slechts gesplitst worden in meerdere aaneengesloten blokken, indien de blokken niet verder dan 1 km van elkaar verwijderd liggen. Er is een bijkomende subsidie mogelijk in geval van bebossing van marginale landbouwgrond. 3.2.3.3
Vrijwillige beheersovereenkomsten
Volgens artikel 45 van het natuurdecreet kan de Vlaamse regering met de grondgebruikers, mits de grondgebruiker hiervan de eigenaar bij aangetekend schrijven in kennis stellen, beheersovereenkomsten sluiten in het belang van het natuurbehoud. Voor gronden die onder de pachtwetgeving vallen en het laatste jaar verpacht werden, kunnen deze beheersovereenkomsten enkel afgesloten worden met beroepslandbouwers. 3.2.4
Wet- en regelgeving
3.2.4.1
Algemeen
Voor de bedrijfsvoering van de landbouwbedrijven is tenslotte ook nog specifieke wetgeving en ondersteunend beleid van de hogere overheden van belang. Hiertoe behoren onder andere de aanwijzing van waterwingebieden in relatie tot het meststoffendecreet of beleidsondersteunende instrumenten zoals de Vlaamse Grondbank. 3.2.4.2
Het Meststoffendecreet
Het meststoffendecreet heeft als doel de bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging als gevolg van de productie en het gebruik van meststoffen. In functie van de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen heeft de Vlaamse regering, volgens artikel 15 van het meststoffendecreet, kwetsbare zones Water aangeduid. In de gemeente Herent werden de waterwingebieden en de grondwaterbeschermingszones aangeduid als kwetsbare zones Water. Deze gebieden hebben de bemestingsnorm Water en komen in aanmerking voor de beheersovereenkomst Water. De natuurgebieden in Herent werden volgens artikel 15 ter van het meststoffendecreet, aangeduid als kwetsbare zones Natuur, met het oog op het behoud en de versterking van natuurwaarden. Binnen deze zones gelden specifieke bemestingsnormen zoals omschreven in het voornoemde artikel. Voor de landbouwbedrijven in de nabijheid van de waterwingebieden brengt de aanwijzing vanzelfsprekend enige beperkingen met zich mee. Het betreft hierbij circa 33,6 ha gelegen in de wettelijk bepaalde beschermingszone II en circa 557,4 ha gelegen in de beschermingszone III. 3.2.4.3
Het decreet voor de oprichting van de Vlaamse Grondbank
De Vlaamse Grondbank kan oplossingen aanreiken aan de Vlaamse overheidsdiensten belast met de uitvoering van beleid inzake leefmilieu, landinrichting en natuurbehoud, in alle projecten die een bepaald ruimtebeslag kennen en waarvoor het ruimtegebruik moet wijzigen. Met behulp van efficiënt en flexibele aankoopprocedures en gesteund door het centrale informatiesysteem
184469_07_tn Pagina 21 van 73
Ruimtelijke context
Figuur 22: uittreksel erosiegevoelige en overstromingsgevoelige gebieden
184469_07_tn Pagina 22 van 73
Ruimtelijke context
kan op vraag van de overheidspartners een grondreserve aangelegd worden in gebieden waar een gelokaliseerde nood bestaat voor uitruiling. Via ruil van grondgebruik en -eigendom zal ze oplossingen aanreiken voor gebruikers en eigenaars die omwille van een overheidsproject geconfronteerd worden met grondverlies of met bijkomende beperkingen op hun gronden. Bij de inrichting van een landbouwgebied kan de Vlaamse Grondbank ingezet worden voor de aanleg van een grondreserve die de basis vormt van een structuur die garant staat voor een duurzame en toekomstgerichte landbouw.
3.3 3.3.1
Natuur Ecodistricten
Ecodistricten zijn ruimtelijke eenheden die homogeen zijn voor wat betreft de in de tijd zeer langzaam veranderende biotische kenmerken. Herent situeert zich binnen twee verschillende ecodistricten. Het betreft het Brabantse Heuvelland in het zuiden van Herent en de Beneden Dijlevallei in het noorden. 3.3.2
Biotopen
3.3.2.1 Hydrografische zones
Herent behoort hydrografisch tot het bekken van de Dijle. De gemeente ligt in het noordelijk deel van het stroomgebied en wordt gekenmerkt door drie verschillende hydrografische zones, die de gemeentegrens overschrijden: de zone van de Weesbeek waarin zich de Molenbeek, de Weisetterbeek, de Leibeek en de Nekwinkelbeek bevinden. de zone van de Leibeek/Laakbeek waar de Lipsebeek en de Hogebeek doorstromen. de zone Dijle van monding Dijle vierde arm (excl.) tot monding Demer (excl.) die de Putbosbeek omvat. 3.3.2.2 Brongebieden
Herent ligt aan de bovenloop van veel kleine waterlopen die meestal in de gemeente zelf ontspringen (de Molenbeek is hierbij een uitzondering) en die de gemeentegrens overschrijden. Hierdoor komen in de Herent een aantal vochtige brongebieden voor. De voornaamste kwel- of brongebieden zijn: het brongebied van de Lipsebeek met haar diverse bijgrachten. het brongebied van de Weisetterbeek in het Kastanjebos. het brongebied van de Leibeek in het broekbos aan de Leuvenstraat. het brongebied van de Loop van Beisem in de vochtige vallei van de Molenbeek. De overige waterlopen beginnen eerder als lozingspunten en hebben geen specifiek vochtig brongebied. 3.3.2.3 Overstroombare gebieden
Op de kaart van de natuurlijk overstroombare gebieden is duidelijk te zien dat de vallei van de Molenbeek getypeerd wordt als een zeer nat gebied. Ook in de vallei van de Hogebeek komen een aantal gebieden met dergelijke kenmerken voor. In het zuiden van de gemeente Herent en de vallei van de Hogebeek komen vrij veel en vrij grote zones voor die worden getypeerd door het afstromende water op de hellingen. Daarnaast worden volgens kartering-gegevens van AGIV in de Molenbeekvallei en de vallei van de Hogebeek enkele deelgebieden aangemerkt als
184469_07_tn Pagina 23 van 73
Ruimtelijke context
Figuur 23: uittreksel biologische waarderingskaart (bron: AGIV 2009)
184469_07_tn Pagina 24 van 73
Ruimtelijke context
recent overstroomde gebieden. Deze zijn in de afgelopen decade tijdens perioden met sterke of langdurige regenval herhaaldelijk blank komen te staan. 3.3.2.4 Categorisering
De Molenbeek, de Lipsebeek en de Hogebeek worden volgens de atlas der waterlopen en AGIV-kartering aangeduid als waterlopen van de categorie 2 en vallen dus onder provinciaal beheer. De overige waterlopen zijn aangeduid als categorie 3 en vallen onder de gemeentelijke bevoegdheid. De kleine uitlopers en zijtakken van voornoemde waterlopen zijn niet gecategoriseerd. Behalve de geregistreerde waterlopen komt nog een uitgebreid grachtenstelsel voor die belangrijk zijn voor de lokale waterafvoer. Volgens de inventarisatie van de grachten zijn ze niet echt waterafvoerend maar waterbergend met infiltratie en verdamping als gevolg. In de inventaris werd een onderscheid gemaakt tussen drie types grachten: grachten met weinig of geen potentieel op vlak van natuurontwikkeling. grachten met mogelijke potenties voor natuurontwikkeling. grachten met potenties voor natuurontwikkeling. 3.3.2.5
Stilstaande wateroppervlakten en moerassen
De stilstaande wateroppervlakten en moerassen komen voornamelijk in het noordwesten van de gemeente voor. Het betreft hoofdzakelijk waterrijke gebieden langs de waterlopen of ter hoogte van de bron van de waterlopen. Verspreid over de noordelijke helft van de gemeente komen nog een zestal poelen voor die vroeger zijn aangelegd als veedrinkplaats. 3.3.2.6
Graslanden
In Herent komen verschillende types grasland voor. Het betreft: historisch permanent grasland: soortenrijke cultuurgraslanden en graslanden met faunabelang. Deze graslanden komen voor aan de rand van het Kastanjebos, de bossen op de zuidelijke heuvelrug en in de Molenbeekvallei. halfnatuurlijk historisch permanent grasland. Deze graslanden komen sporadisch voor in de buurt van voornoemde historisch permanente graslanden en zijn zeer beperkt in oppervlakte. graslanden met verspreide biologische waarden omwille van bomenrijen. Deze graslanden komen slechts sporadisch voor, verspreid over de gemeente. Het betreft grote graslanden. Daarnaast zijn in de open ruimte van Herent ook nog graslanden van mindere ecologische betekenis gelegen. Het betreft hier gangbare weide- of hooilanden in een omvang van ca. 129 ha, die geen deel uitmaken van de grote natuurgebieden (bron departement van L&V, 2012). 3.3.2.7
Ruigten en struwelen
Ruigten en struwelen vormen meestal de overgang van grasland naar bos. Het betreft zeer kleine gebieden die zich hoofdzakelijk in de zuidelijke helft van de gemeente concentreren. Het betreft sterk versnipperde, kleine gebieden. 3.3.2.8
Bossen
De open ruimte van Herent omvat ook een aanzienlijke hoeveelheid bosgebieden en kleine landschapselementen. Hiervan kunnen volgens karteringgegevens van AGIV circa 172 ha als bosareaal worden aangemerkt. Daarbij worden drie bostypen onderscheiden:
184469_07_tn Pagina 25 van 73
Ruimtelijke context
Mesofiele bossen met voorjaarsflora. Deze bossen komen voor in het noordwestelijke deel van de gemeente. Het betreft het Kastanjebos en de bossen langs de Leibeek en de Weisetterbeek. Zure mesofiele bossen. Het betreft een beperkt oppervlakte bos die zich hoofdzakelijk in het uiterste zuiden van Herent bevindt. Eutrofe moerasbossen en struwelen. Deze bossen komen voornamelijk voor in de vallei van de Molenbeek maar ook in beperkte oppervlakte in de Weisetterbeek en de Lipsebeek.
3.3.2.9
Kleine landschapselementen
Volgens artikel 2, 6° van het natuurdecreet worden kleine landschapselementen omschreven als lijn- of puntvormige elementen met inbegrip van de bijhorende vegetaties waarvan het uitzicht, de structuur of de aard al dan niet resultaat zijn van menselijk handelen, en die deel uitmaken van de natuur zoals bermen, bomen, bronnen, dijken, graften, houtkanten, hagen, holle wegen, hoogstamboomgaarden, perceelsrandbegroeiingen, sloten, struwelen, poelen, veedrinkputten en waterlopen. In het zuiden van de gemeente Herent komt een opvallend grote concentratie aan kleine landschapselementen voor. Het betreft hoofdzakelijk holle wegen en graften die door menselijk ingrijpen in het heuvelachtige landschap werden gevormd. In het zuidwesten van de gemeente komen nog vrij veel kleine landschapselementen voor. Het betreft hoofdzakelijk opgaande kleine landschapselementen zoals bomen en hoogstamboomgaarden. Vanaf de spoorlijn Brussel – Leuven, verder noordwaarts komen slechts een beperkt aantal kleine landschapselementen voor. Het betreft voornamelijk landbouwgerelateerde kleine landschapselementen zoals poelen, perceelsrandbegroeiing en houtkanten. 3.3.2.10
Versnippering
Meer nog dan de absolute oppervlakte is in de gemeente Herent de versnippering een groot knelpunt. De verspreide bebouwing zorgt voor isolatie en bijgevolg wordt de migratie van dieren en planten sterk bemoeilijkt. Het gevolg is dat bepaalde soorten zodanig geïsoleerd geraken dat een kleine ingreep op het terrein de soort fataal kan zijn. De aanwezigheid van bebouwing, verkeersinfrastructuur en het verkeer leidt ook tot de aantasting van de landschappelijke waarde.
3.4
Milieu
Volgens het decreet van 5/04/1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid wordt ‘milieu’ gedefinieerd als “de atmosfeer, de bodem, het water, de flora, de fauna en overige organismen andere dan de mens, de ecosystemen, de landschappen en het klimaat”.In onderstaande paragrafen worden de gevolgen van het menselijk ingrijpen in de open ruimte en de daaraan gekoppelde wetmatigheden geschetst. 3.4.1
Ingrepen in het milieu
3.4.1.1
Grondwaterbeschermingsgebieden
Rondom elke waterwinning worden bij decreet drie verschillende beschermingszones afgebakend waar telkens een aantal handelingen of inrichtingen, die de kwaliteit van het grondwater in gevaar kunnen brengen, verboden of gereglementeerd zijn. Deze beschermingszones worden volgens de wettelijke definities als volgt afgebakend:
184469_07_tn Pagina 26 van 73
Ruimtelijke context
beschermingszone type I: door het geheel der punten, vanwaar het water de putten en opvangplaatsen, enz … van het waterwingebied kan bereiken na een tijd die kleiner is dan 24 uur en met als minimale buitengrens voor de zone , de grens van het waterwingebied, beschermingszone type II (bacteriologische zone): door het geheel der punten, vanwaar het water de putten en opvangplaatsen, enz … van het waterwingebied kan bereiken na een tijd van minder dan 60 dagen, met als minimale buitengrens een lijn, gelegen op 150 m voor artesische grondwaterwinningen en 300 m voor alle andere, beschermingszone type III (chemische zone): door het geheel der punten van het voedingsgebied van de grondwaterwinning, met voor freatische waterlagen als ene buitenste grens, een lijn gelegen op maximum 2000 m van de grens van het waterwingebied.
Binnen deze beschermingszones zijn tal van handelingen verboden of beperkt overeenkomstig het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en uitvoeringsbesluiten en het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en uitvoeringsbesluiten (Vlarem I en II). In Herent komen twee grondwaterwingebieden voor. Het betreft de waterwinning ‘Kastanjebos’ en de waterwinning ‘Bijlokstraat’, die zich tussen de kern van Herent en Langeveld situeert. De bijbehorende beschermingszones zijn op het Grafisch Plan als grafische aanduiding opgenomen. Daarnaast komen op het grondgebied van Herent 19 waterwinningen voor, bestemd voor privaat gebruik. Het gaat dan meestal om industriële, ambachtelijke en landbouwbedrijven die grondwater oppompen voor eigen gebruik. Naast de grondwaterbeschermingszones zijn er op Vlaams niveau ook zones afgebakend die gevoelig zijn voor nitraatverontreiniging door een te vlugge insijpeling van de nitraten in de bodem. 3.4.2
Milieuproblemen
3.4.2.1
Waterverontreiniging beken
Uit de inventarisatie van de waterkwaliteit in kader van het waterbeheersingsplan van Herent kunnen volgende conclusies worden getrokken: veel beken in de gemeente, ook grotere beken zijn niet permanent waterhoudend. nergens wordt permanent de basisnorm gehaald voor alle parameters wat betreft waterkwaliteit. Dit betekent dat er in geen enkele waterloop sprake is van zuiver water. over het algemeen zijn de waterlopen licht verontreinigd tot verontreinigd. Meerdere waterlopen zijn zelfs zwaar verontreinigd.
Klasse
Beoordeling
Waterloop
Klasse 3/2
Weinig verontreinigd
Leibeek Terbankbeek Weisetterbeek
Klasse 3
Licht verontreinigd
Sint Jobbeek Loop van Beisem Molenbeek
Klasse 4
Verontreinigd
Broekveldbeek Lipsebeek Hogebeek Vaartgracht
Klasse 5
Zwaar verontreinigd
Hogebeek Belsenakebeek Beek - Leibeek Nekwinkelbeek
Tabel 1: kwaliteit waterlopen
184469_07_tn Pagina 27 van 73
Ruimtelijke context
Figuur 24: uittreksel erosiebestrijdingsplan gemeente Herent
184469_07_tn Pagina 28 van 73
Ruimtelijke context
3.4.2.2
Bodemerosie
Bodemerosie is het losmaken, het opnemen en transporteren van bodemdeeltjes door een samenspel van allerlei elementen zoals weersomstandigheden, de bodem en het bodemgebruik van de mens. Erosie is voornamelijk in het zuidelijk heuvelachtig deel van Herent een gekend probleem. Het zuidelijke gedeelte van Herent werd in zeven bodemerosiezones onderverdeeld. In het erosiebestrijdingsplan worden deze zeven zones knelpuntgebieden A – G genoemd waarvoor concrete maatregelen worden voorgesteld. Het betreft: knelpuntgebied A: Bovenberg oost, Veltem – Beisem (73.07 ha). knelpuntgebied B: Schoonzicht + Winksele dorp (308.72 ha waarvan 240.71 ha in Herent). knelpuntgebied C: Diependaal (133.74 ha). knelpuntgebied D: Bieststraat (74.65 ha, waarvan 73.6 ha binnen Herent). knelpuntgebied E: Mollekensberg (122 ha). knelpuntgebied F: Warotveld (48.22 ha). knelpuntgebied G: Roeselberg (95.24 ha waarvan 76 ha binnen Herent). Op perceelsniveau werd in het erosiebestrijdingsplan nog een onderscheid gemaakt tussen de potentiële en de actuele aandachtszones gemaakt. 3.4.2.3
Verdroging
De plaatselijk gebonden oorzaken van verdroging, met vooral negatieve gevolgen voor vochtige natuurlijke ecosystemen, zijn te herleiden tot enerzijds een verminderde infiltratie van het hemelwater in de bodem en anderzijds tot een verhoogd gebruik van het grondwater. Volgens kartering-gegevens van AGIV uit 2006 zijn in de open ruimte van Herent vooral de Molenbeekvallei en de omgeving van het Kastanjebos als zeer verdrogingsgevoelig aan te merken. 3.4.2.4
Verzuring
Verzuring houdt de verhoging van de concentratie waterstofionen in bodem en water als natuurlijk proces of als gevolg van atmosferische deposities van zwavel- en stikstofverbindingen of van veranderingen in de hydrologie of vegetatie. Ook op dit punt moeten de Molenbeekvallei en de omgeving van het Kastanjebos volgens gegevens van AGIV uit 2006 als het meest kwetsbaar worden beschouwd. 3.4.3
Vermesting
Vermesting is de ontregeling van ecologische processen en kringlopen door een overmatige toevoer van nutriënten in het milieu. De nutriënten die in de bodem terecht komen kunnen afkomstig zijn van de landbouw, bevolking, verkeer en industrie. Vermesting doet de biodiversiteit dalen, verontreinigt het oppervlaktewater en grondwater, bedreigt de drinkwatervoorziening, verstoort de bodemprocessen en heeft een nadelige invloed op land- en bosbouwactiviteit. In de gemeente Herent zijn voornamelijk de Molenbeekvallei en de omgeving van het Kastanjebos zeer kwetsbaar voor vermesting (eutrofiëring). Naar aanleiding van de Europese nitraatrichtlijn 91/676/EEG ter bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen werd in het zuidoosten van Herent een nitraatgevoelig gebied aangeduid. Aan de hand van het Mestdecreet (decreet inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen) werden voor de gemeente Herent de MAP- gebieden bepaald waarin de bemestingsnormen- en voorwaarden werden bepaald.
184469_07_tn Pagina 29 van 73
Ruimtelijke context
Figuur 25: fietsroutenetwerk (bron: onderzoek tot MER 2011)
184469_07_tn Pagina 30 van 73
Ruimtelijke context
3.4.3.1
Geluidshinder
Het grootste gebied van de gemeente Herent is gelegen in de aanvliegroute van de luchthaven van Zaventem. Aanvankelijk volgde de aanvliegroute het centrale open ruimte gebied van Herent. Sinds kort werden de routes gewijzigd waardoor de kernen en de woonwijken van Herent geluidshinder ondervinden. Het zou wenselijk zijn de voormalige aanvliegroute terug te gebruiken om zo de hinder voor de bewoners te beperken.
3.5 3.5.1
Recreatie Sport- en recreatieterreinen
Parken en speelpleinen betreffen beperkte voorzieningen op buurtniveau. In het gewestplan is het aandeel parkgebied in Herent zeer groot. De uitwerking ervan is evenwel beperkt tot het gemeentelijk domein Mollekensberg. De behoefte aan parkgebied is gezien de onmiddellijke interactie tussen woonwijken en open ruimte in Herent ook niet dermate groot. 3.5.2
Recreatieve paden en routes
Volgende wandelingen zijn uitgestippeld: Kastanjebos Molenbeekvallei Gele wandeling Blauwe wandeling Roeselbergwandeling Duigemhofwandeling Volgende regionale fietsroutes doorkruisen Herent: Herentse fietsroute (30 km): Herent, Winksele, Tildonk, Veltem - Beisem, Winksele Jan Primusfietsroute (42 - 72 km): Dijle - Demer - Hageland, Haacht, Gelrode, Sint Joris Winge, Herent. Inzake ‘trage wegen’ (trage wegen zijn verbindingen of paden voor niet gemotoriseerd verkeer) die in aanmerking kunnen komen voor recreatieve wandel- en fietswegen, beschikt Herent over een heel groot aanbod. De uitgestippelde wandelroutes omvatten daarvan maar een fractie.
184469_07_tn Pagina 31 van 73
Ruimtelijke context
Figuur 26: uittreksel gewestplan
184469_07_tn Pagina 32 van 73
Planningscontext
4
PLANNINGSCONTEXT
4.1
Juridische context
4.1.1
Algemeen
Het meest relevante beleidskader voor het RUP Open Ruimte is neergelegd in de Ruimtelijke Structuurvisie van Vlaanderen, het gewestplan Leuven, het Ruimtelijk Structuurplan van de provincie Vlaams-Brabant en de Gemeentelijke Structuurvisie van de gemeente Herent. Het betreft hierbij zowel beleidslijnen voor de belangrijke hoofdfuncties in het buitengebied (zoals landbouw, natuur, bos en recreatie etc.) als een aantal differentiërende bepalingen. Hoe deze beleidskaders zich tot elkaar verhouden zal hieronder nader worden toegelicht. Daarbij wordt rekening gehouden met de wettelijke verplichting van een weergave van de feitelijke en juridische toestand van het plangebied conform art. 2.2.2 van de VCRO. 4.1.2
Ruimtelijke Structuurvisie Vlaanderen (RSV)
Volgens de Ruimtelijke Structuurvisie Vlaanderen maakt het grondgebied van de gemeente Herent deel uit van de Vlaamse Ruit, hetgeen erop neerkomt dat de gemeente gelegen is in de invloedssfeer van sterk verstedelijkte gebieden en het zogenaamde regionaalstedelijke gebied van Leuven. De open ruimte van Herent staat daardoor onder een zekere verstedelijkingsdruk, hetgeen bij onvoldoende bescherming negatieve consequenties zou kunnen hebben voor: de omvang en openheid van het agrarische gebied binnen de gemeente omvang en kwaliteit van bestaande natuur- en natuurkerngebieden (waaronder waardevolle bosgemeenschappen en graslandvegetaties) en de kwaliteit en robuustheid van open landschapseenheden, waaronder de beekvalleien en de reliëfrijke open ruimtes en bosgemeenschappen op het Brabantse Plateau, waaraan zowel regionaal als lokaal veel waarde wordt gehecht (zie de talrijke aanduidingen met de status “landschappelijk waardevol gebied”). Het vorenstaande betekent dat het ruimtelijke beleid voor de open ruimte van Herent zich vooral zal moeten focussen op het behoud van de bestaande open agrarische cultuurlandschappen, handhaving van de agrarische productieruimte en het vrijwaren van deze ruimte van verdere verstedelijking. Daarnaast wordt gestreefd naar het behoud en de versterking van de natuurgebieden en waar opportuun de ontwikkeling van ecologische verbindingen tussen de relatief kleine en kwetsbare natuurkernen. 4.1.3
Juridische toestand volgens het gewestplan
De hoofdlijnen van het hiervoor omschreven beleid hebben hun neerslag gekregen in het gewestplan Leuven vastgesteld bij KB van 7 april 1977 (BS 20 april 1977) en gedeeltelijk herzien bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 1998. Dit gewestplan voorziet binnen de plangrenzen van het thans voorliggende RUP in de aanwijzing van een zeer omvangrijk agrarisch gebied met een totale omvang van ca. 1560 ha hetgeen neerkomt op ruim 80% van het plangebied. Daarnaast is er sprake van een aantal natuurkernen die samen krap 285 ha omvatten (ca. 15% van het plangebied) en bos, bufferzones en parkgebieden met een gezamenlijk
184469_07_tn Pagina 33 van 73
Planningscontext
HOOFDLIJNEN BELEIDSKADER PLANOLOGISCHE STATUS
VERTALING IN RUP OPEN RUIMTE
open ruimte Herent maakt deel uit van de Vlaamse Ruit (Antwerpen - Gent - Brussel -
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen & AGNAS
Leuven); een stedelijk netwerk van internationaal niveau
binnen dit netwerk is de open ruimte ten
noordwesten van Leuven aangewezen als “buitengebied-verbinding”
open ruimte Herent omvat 6 deelgebieden
Leuven
van herbevestigd agrarisch gebied - HAG
open ruimte Herent maakt deel uit van het
Veltem- Beisem, Vlotgras en Herent
drager van de open ruimte staat voorop
Ruimtelijke Visie Zenne - Dijle Pajottenland
aanwijzing boscomplexen als structuur-
handhaving open agrarisch cultuurlandschap rond Buken, Tildonk,
Brabants plateau behoud grondgebonden landbouw als
aanwijzing HAG - locaties als agrarisch gebied
landbouwgebied rond Kampenhout & het
handhaving open agrarisch gebied ten noordwesten van stedelijk gebied
handhaving kleine agrarische ruimten op het Brabantse Plateau
aanwijzing boscomplexen en
bepalende elementen voor natuur en
habitatrichtlijngebieden als
landschap (m.n. Kareelbos, Kastanjebos,
natuurgebied
Silsombos, Grevensbos en Bertembos)
aanwijzing van open ruimteverbindingen
aanwijzing van bouwvrije zones en open agrarisch gebied
aanwijzing van 3 natuurverbindingen
aanwijzing beekvalleien als
(Weisetterbos-Vijverbossen, vallei
“landschap- en natuurontwikkelings-
Lipsebeek en Dijlekanaal)
gebied“
verdere uitwerking m.b.v. actieprogramma (acties 30, 35 en 55)
open ruimte maakt deel uit van de land- en
tuinbouwstreek Vilvoorde-Leuven
heuvellandschap met holle wegen is
onderdeel van het Brabantse plateau
knelpunt: gebied met versnipperde land- en
handhaving kleine agrarische gebieden op het Brabants Plateau
tuinbouw, verstedelijkingsdruk en structurele
aanwijzing van aaneengesloten samenhangende zones als agrarisch
beperkingen
cultuurlandschap
Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant
ruime aanwijzing agrarisch gebied in beekvalleien en donkenlandschap
aanwijzing van bouwvrije zones ter hoogte van open ruimte corridors
biologisch zeer waardevolle bossen in
beekvalleien en op het plateau
structuurbepalende bossen:
Molenbeekvallei, Kastanjebos en natte ecologische verbinding in vallei
voor bossen in VEN -gebieden
Lipsebeek (verbinding 8b)
versterking ecologische infrastructuur
bosbestemming voor parkgebieden en bufferzones en natuurbestemming
Bertembos
natuurbestemming voor alle VENgebieden en habitatrichtlijngebieden
overdruk “landschap en natuurontwikkelingsgebied” langs Lipsebeek
overdruk bosuitbreiding voor
tussen Bertembos en Sint Gertadisbos
landschapseenheden met kleine
(verbinding 9d)
landschapselementen en kansrijke randvoorwaarden voor een ecologische verbinding
Fig. 27:
Hoofdlijnen beleidskader gewest en provincie Vlaams Brabant
184469_07_tn Pagina 34 van 73
Planningscontext
oppervlak van krap 4 ha en gemeenschapsvoorzieningen (waterwinning) of weginfrastructuur in een totale omvang van meer dan 1 ha. Het gewestplan is zoals vermeld in 1998 gedeeltelijk herzien. Deze gewestplanherzieningen hadden betrekking op: de afschaffing van de reservatiestrook voor het doortrekken van de E314 de afbakening van de waterwinningsgebieden ter hoogte van het Kastanjebos en Bijlokstraat de aanduiding van delen van de dorpskernen Veltem-Beisem en Winksele als woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en de aanduiding van landschappelijk waardevol gebied tussen Toverberg en Schoonzicht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste gewestplanbestemmingen die worden beschouwd als de open ruimte van Herent. Gewestplanbestemming Agrarisch gebied Bosgebied Bufferzone Natuurgebied
Aandeel 80,6 % 0,3% 0,3 % 14,7 %
Parkgebied
2,9 %
Openbaar Nut / Waterwinning
0,7 %
Infrastructuur
0,5 %
Tabel 2: Functieverdeling van het plangebied volgens het gewestplan (totaal 1953,3 ha)
4.1.4
Ruimtelijke Visie Zenne, Dijle en Pajottenland
Voor de open ruimte van Herent is voorts van belang dat door de Vlaamse Overheid in 2008 een ruimtelijke visie is opgesteld met betrekking tot landbouw, natuur en bos in de regio ZenneDijle-Pajottenland. Onderdeel van deze visie is ook een afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur (AGNAS), waaromtrent in de voorafgaande jaren enige onduidelijkheid was ontstaan. Op basis van deze herijking is in april 2009 ruim 1120 ha van de open ruimte van Herent aangewezen als herbevestigd agrarisch gebied. Deze dienen in het RUP wederom van de hoofdfunctie “agrarisch gebied” te worden voorzien. Verder kan worden opgemerkt dat de open ruimte van Herent deel uitmaakt van de deelruimte “Akker- en tuinbouwgebied rond Kampenhout - zuidelijk deel en de deelruimte “Brabants Plateau en Dijlevallei stroomopwaarts Leuven” (zie figuur 28). Deze landschapseenheden zijn onderdeel van een open ruimte corridor op Vlaams niveau tussen de verstedelijkte gebieden van Mechelen enerzijds en Brussel-Leuven anderzijds. De belangrijkste ruimtelijke drager in dit open cultuurlandschap is de grondgebonden landbouw. De identiteit en eigenheid van het bestaande bouwkundig erfgoed dient hier bewaard te blijven, waaronder veel kleine en middelgrote boscomplexen die bepalend zijn voor de natuurlijke structuur van de open ruimte. Bestaande of historische complexen en patronen kunnen via gerichte bosuitbreiding versterkt of hersteld worden, bosverbindingen kunnen via kleine landschapselementen of kleine bosjes worden gerealiseerd. Concrete gebiedsgerichte doelstellingen zijn: de versterking van waardevolle bos- en parkstructuren (zie de actiegebieden 16.3, 16.8 en 16.9 van deze ruimtelijke visie) het behoud van waardevolle kleinschalige open ruimte op de rand van het Brabants Plateau (zie de actiegebieden 24.5, 25.1, 25.2, 25.3, 26.4 en 26.5) en het behoud van “open ruimte-corridoren” (zie de actiegebieden 22.1, 22.2 en 22.3).
184469_07_tn Pagina 35 van 73
Planningscontext
Figuur 28:
Uitsneden van de kaartbladen 3 en 4 behorend tot de Ruimteljke Visie Zenne, Dijle en Pajottenland
184469_07_tn Pagina 36 van 73
Planningscontext
Voor het grondgebied van Herent is verder een viertal actiepunten van belang, waarmee de hoofdlijnen van het gewestelijke beleid geconcretiseerd worden. Het betreft: actie 30: deze maatregel omvat de uitwerking van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor o.a. het versterken van de natuur- en bosstructuur in de vallei van de Molenbeek en Weesbeek actie 35: deze actie omvat de opmaak van een gewestelijk RUP voor de verweving van landbouw, natuur en bos voor de bos-, park- en landbouwgebieden langs het kanaal LeuvenDijle. actie 55: deze maatregel omvat de uitwerking van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ten behoeve van de versterking van de bosstructuur Eikenbos-Grevenbos-Bertembos en hiermee samenhangende vraagstukken actie 69: deze actie bevat de opmaak van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor het de afbakening van randstedelijke open ruimtegebieden tussen Herent en Leuven in relatie tot het regionaalstedelijk gebied Leuven. De planprocedures voor voornoemde acties waren ten tijde van de voorlopige vaststelling van het ontwerp RUP nog niet zo ver gevorderd, dat zij als nieuw beleidskader in het RUP verwerkt konden worden. De hoofddoelstellingen van deze plannen worden met het thans voorliggende RUP niet doorkruist. In tegendeel: met name de overdrukken “landschap- en natuurontwikkelingsgebied” en “gebied voor bosuitbreiding” bieden mogelijkheden voor de realisatie van de beoogde natuur- of bosontwikkeling. Daarbij kan ook worden ingespeeld op het gegeven dat enkele percelen ten zuiden van de N2 die in het gewestplan als “agrarisch gebied” zijn aangeduid nu al van bosaanplant zijn voorzien. Naar aanleiding van verzoeken tijdens het openbaar onderzoek hebben bij de uitwerking van het definitieve RUP wel een tweetal wijzigingen van de planbegrenzing plaatsgevonden. Daarbij zijn in vergelijking met het ontwerp RUP Open Ruimte de volgende plandelen uitgesloten: agrarisch gebied tussen de Haachtstraat en het Kareelbos dat in het ontwerp RUP van de overdruk landschap- en natuurontwikkelingsgebied was voorzien en de oorspronkelijk plandelen behorend tot de “Afbakening van het regionaal stedelijke gebeid Leuven”
4.1.5
Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (RSP)
Voor de open ruimt van Herent is verder ook het beleidskader van de provincie Vlaams-Brabant van belang, dat is neergelegd in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant. Volgens deze nota maakt de open ruimte van Herent deel uit van het Brabantse Plateau en de zuidelijke rand van de Landbouwstreek Leuven - Vilvoorde. Daarin worden de bosgemeenschappen in de Molenbeekvallei, het Kastanjebos en op het plateau als “biologisch zeer waardevol” aangeduid en als “structuurbepalende componenten” in de natuurlijke structuur van de open ruimte. Mede door de structuurbepalende beekvalleien en bosgemeenschappen behoort de open ruimte van Herent niet tot de grote aaneengesloten land- of tuinbouwgebieden maar tot de gebieden met een versnipperde structuur tussen andere functies (in casu: natuur, bos, woonlinten, waterwingebieden en enkele parkgebieden). Ook staat de landbouw hier onder een zekere verstedelijkingsdruk, terwijl de openheid van het agrarische cultuurlandschap als een waardevolle karakteristiek wordt beschouwd (zie ook kaart 33 van het RSP Vlaams-Brabant). Rekening houdend met dit beleidskader zal het gemeentelijke beleid voor de open ruimte vooral op functies gericht moeten worden, die ten dienste staan van het behoud van het open cultuurlandschap en de landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten van Herent. Hiertoe behoren zowel de natuurfunctie als diverse vormen van grondgebonden landbouw. Het buitengebied zou daarentegen van functies en constructies gevrijwaard moeten blijven, die voornoemde
184469_07_tn Pagina 37 van 73
Planningscontext
Figuur 29: uittreksel Habitatrichtlijngebieden
184469_07_tn Pagina 38 van 73
Planningscontext
kwaliteiten kunnen aantasten of ondermijnen zoals bijvoorbeeld nieuwe serrecomplexen of stallencomplexen voor niet grondgebonden veehouderij. Voor de natuurlijke structuur binnen Herent is van belang dat in en vlakbij de gemeente enkele natuurgebieden van landelijke betekenis zijn gelegen. De provincie hecht grote waarde aan een verbetering van de ecologische infrastructuur, hetgeen betekent dat het RUP ook mogelijkheden dient te bieden, de bestaande natuurgebieden met elkaar te verbinden. Meer concreet zijn dit: een natte ecologische verbinding in de vallei van de Lipsebeek en de verbetering van de ecologische infrastructuur 9d tussen Bertembos en Sint Gertadisbos. 4.1.6
Verkavelingen
In de gemeente Herent komen diverse verkavelingen voor. De verkavelingen zijn voornamelijk gelegen in de oostelijke en de zuidelijke helft van de gemeente en beslaan een totale oppervlakte van ongeveer 297 hectaren. Ongeveer 53 hectaren situeren zich binnen de open ruimte van Herent en bieden de mogelijkheid de desbetreffende verkavelingszone te bebouwen. 4.1.7
Habitatrichtlijngebieden
Het doel van de habitatrichtlijn van 1992 (92/43/EEG) is de instandhouding van de natuurlijke habitattypen en de wilde flora en fauna binnen de Europese Unie. De richtlijn is van kracht geworden in 1994. Deze Richtlijn is complementair aan de Vogelrichtlijn in die zin dat de Habitatrichtlijn zich richt op de bescherming van soorten en natuurlijke habitattypen met uitzondering van vogels en hun leefgebieden. Dit sluit echter niet uit dat de bedoelde habitattypen en de leefgebieden voor vogels kunnen overlappen. In Herent komen twee complexen met habitatrichtlijngebieden voor: het valleigebied tussen Melsbroek, Kampenhout, Kortenberg en Veltem en de valleien van Dijle, Laan en IJse met aangrenzende bos- en moerasgebieden. 4.1.8
VEN - gebieden
Op 18 juli 2003 stelde de Vlaamse regering de afbakening van de eerste fase van de VENgebieden vast. In Herent omvat het VEN delen van de valleigebieden van de Molenbeek, de Lipsebeek, de Weisetterbeek en Bertembos. 4.1.9
Beschermde landschappen en dorpsgezichten
In Herent komen (delen van) volgende beschermde landschappen en dorpsgezichten voor: Type
Omschrijving
Beschermde dorpsgezichten
Omgeving watermolen Veltem - Beisem
16/07/1993
Sint – Michielskerk en omgeving
17/07/1979
Omgeving OLV - kerk
13/05/1976
Bertembos en omgeving
29/05/1995
Duigemhof en omgeving
18/11/1976
Beschermde landschappen
Datum Besluit
Tabel 3: beschermde landschappen en dorpszichten
De waarden van de betreffende ensembles of landschapseenheden dienen bij de beoordeling van vergunningaanvragen beschermd te worden. Dit geldt zowel voor elementen in het plangebied als voor elementen net buiten plangebied waarvan de externe werking echter ook nog binnen het plangebied werkzaam kan zijn (zie de mogelijke reikwijdte van het beschermde dorpsgezicht “Watermolen en hoevecomplex”).
184469_07_tn Pagina 39 van 73
Planningscontext
4.1.10 Ruimtelijke uitvoeringsplannen (stand 09.01.2012)
Kaderstellend voor het RUP Open Ruimte zijn tot op zeker hoogte ook andere ruimtelijke uitvoeringsplannen van zowel het gewestelijke niveau als gemeentelijke niveau. De plangrenzen van deze plannen hebben immers invloed op de begrenzingen van onderhavig RUP en de juridische bepalingen kunnen van invloed zijn op de reikwijdte van de voorschriften die voor de open ruimte zijn uitgewerkt. Relevante gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn: Gewestelijk RUP Henkelsite (goedgekeurd op 21.01.2005) Gewestelijk RUP Leidingstraat VTN van Voeren tot Opwijk (goedgekeurd op 30.04.2009) Gewestelijk RUP Historisch gegroeid bedrijf “Cargill Malt” (goedgekeurd op 10.11.2011), dat thans nog in behandeling is bij de Raad van State. De belangrijkste kaderstellende plannen op gemeentelijk niveau hebben betrekking op het ruimtelijke beleid van de gemeente als geheel (zie de gemeentelijke structuurvisie) of op een aantal specifieke deelgebieden of onderwerpen (zie de plannen voor zonevreemde bedrijven of zonevreemde woningen). Meer concreet zijn dit het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en de volgende Ruimtelijke Uitvoeringsplannen (zie ook bijlage II van deze toelichting): Herbestemmingen fase 1: - Warotveld - Wibemptveld Herbestemmingen fase 2: - Mollenkensberg - Dellestraat - Kroonstraat - De Kempen - Neerijsestraat - Heidestraat - Mechelsesteenweg-Eikestraat Herbestemmingen fase 3: - Reservatiestrook - Scouts Veltem-Beisem - Bergen - Bijlokstraat - Betlehem Zonevreemde bedrijven fase 1 (Steftrans, Alchimex, Cloedt, Garage Tony en Zonen, Bruno De Winter nv, Duigemhof, VRT-gebouw, Millon nv) RUP Zonevreemde bedrijven fase 2 (Ambachtelijke zone Mechelsesteenweg, Auxilmat, etc) Zonevreemde bedrijven fase 3 (Athos Brabant, Duigemhof) Zonevreemde sport en recreatie (Manege Toverberg, Visvijver Kerkstraat, Visvijver Heersemolen) RUP Molenveld RUP Stationsomgeving Herent-Noord RUP zonevreemde woningen
4.2 4.2.1
Vertaling context in het gemeentelijke beleid Algemeen
Het hiervoor beschreven beleidskader van de hogere overheden heeft al in de planprocedure voor de gemeentelijke structuurvisie flinke invloed gehad op de gebiedsdifferentiatie die door de gemeente is gekozen. Daarbij kan worden gesteld dat gebieden met de hoofdfunctie “agrarisch gebied” hun agrarische functie hebben gehouden, waar opportuun met en zekere differentiatie op het vlak van natuurwaarden of landschapswaarden. Gebieden met de hoofdfunctie “natuur” hebben deze functie eveneens gehouden, waar zinvol ondersteund door gebieden met een beperkte functieverweving (zie de overdrukken voor bosuitbreiding of landschap- en natuurontwikkeling in plandelen met de hoofdbestemming “agrarisch gebied”).
184469_07_tn Pagina 40 van 73
Planningscontext
Een uitzondering op het bovenstaande vormt de herbestemming van open ruimte aan de rand van het Brabants Plateau, die in het gewestplan van de bestemmingen parkgebieden of bufferzone zijn voorzien en waarvoor in dit RUP de bestemming “Bos – samenhangende structuur bos” wordt voorgesteld (zie paragraaf 4.2.3). 4.2.2
Toekomstperspectief omgeving Keulenhof
Met betrekking tot de open ruimte rond het Keulenhof kan worden geconstateerd dat zich ter plaatse in de loop der tijd ingrijpende veranderingen hebben voorgedaan. Zo hebben delen van het oorspronkelijk samenhangende parkgebied thans een bedrijfsmatige of hieraan gelieerde functie, die voor het merendeel betrekking heeft op het oude kerngebied van Keulenhof. Hierdoor is de landschappelijke samenhang tussen tal van elementen verloren gegaan en is de vraag geoorloofd of de resterende delen niet beter herbestemd kunnen worden. Met het oog op het bovenstaande heeft de gemeente overwogen de open ruimte rond het Keulenhof her te bestemmen als agrarisch gebied met een overdruk “landschaps- en natuurontwikkelingsgebied”, hierbij rekening houdend met het al lang aanhoudende feitelijke agrarische grondgebruik ter plaatse. Op verzoek van omwonenden en een aantal adviesverlenende instanties wordt de bestemming “Parkgebied” echter gehandhaafd. Voor de middellange termijn zal echter rekening moeten worden gehouden met de uitwerking van een gewestelijk RUP conform het uitvoeringsprogramma van de Ruimtelijke Visie Zenne, Dijle en Pajottenland van het Vlaamse gewest. 4.2.3
Versterking ecologische infrastructuur en herbestemming parkgebied tot bos
Een tweede aandachtspunt voor het RUP is de ontwikkeling van de open ruimte aan de zuidrand van de gemeente. Zowel het gewest als de provincie streven hier naar een versterking van de regionale ecologische infrastructuur, hetgeen erop neerkomt dat tussen reeds bestaande bosgemeenschappen en uitlopers van het VEN-gebied Bertembos een ecologische verbinding tot stand moet worden gebracht. Hoe deze verbinding er uit zal zien en in welke bestemmingen en contouren zij vertaald zal worden, is op grond van de aanstaande herijking voor het regionaal stedelijk gebied Leuven nog niet duidelijk. Het is echter waarschijnlijk, dat de planvorming voor deze verbinding tot een wijziging van het gewestplan zal leiden. Daarbij wordt onder andere gedacht aan de aanwijzing van groenbestemmingen met een meerledige doelstelling, die naast natuur en landbouw ook recreatieve en parkachtige ontwikkelingen mogelijk maken. Uitgangspunt van de gemeente in deze planvorming is het beleidskader zoals neergelegd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Deze beleidsvisie gaat uit van de ontwikkeling van een samenhangende structuur uit “bos” en “open agrarische landschapskamers”, hetgeen betekent dat deze functies bij de uitwerking van een ruimtelijk uitvoeringsplan voor de open ruimte leidend dienen te zijn. De verruiming van de bestemmingen agrarisch gebied en bos ten behoeve van andere functies (bijvoorbeeld intensieve recreatie) ligt naar mening van de gemeente niet voor de hand, omdat zulke voorzieningen door verkeersaantrekkende werking en wegenis eerder afbreuk doen aan de natuur- en landschapswaarden dan dat zij deze versterken. 4.2.4
Afbakening regionaal stedelijk gebied Leuven
Zoals onder 4.1.4 al vermeld zullen de plandelen behorend tot de “Afbakening regionaal stedelijk gebeid Leuven” buiten het plangebied worden gehouden. Het gewest zal hiervoor een gewestelijk RUP uitwerken. De gemeente vertrouwt erop dat bij de uitwerking van dat GRUP rekening wordt gehouden met het reeds onherroepelijk goedgekeurde beleidskader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en zal zich blijven inzetten voor het behoud en de ontwikkeling van een samenhangende bosstructuur afgewisseld met open agrarische landschapkamers; een en ander zoals neergelegd in de ontwerpversie van onderhavig RUP.
184469_07_tn Pagina 41 van 73
Planningscontext
Fig. 30:
Uittreksel Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
184469_07_tn Pagina 42 van 73
5
RELATIE MET HET GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN
5.1
Uitgangspunten en randvoorwaarden voor het RUP
5.1.1
Fysieke randvoorwaarden
Uit de landschapsanalyse en beleidsanalyse in de voorgaande hoofdstukken kan worden afgeleid dat het ruimtelijke beleid voor de open ruimte van Herent voor een flink deel bepaald wordt door de landschappelijke randvoorwaarden in het buitengebied van Herent. Duidelijk wordt dit onder andere door een vergelijking van de regionale kaarten voor de bodemtypologie, grondwaterhuishouding, droogtegevoeligheid en erosiegevoeligheid, die voor de afzonderlijke delen van de open ruimte flinke verschillen laten zien. Het meest belangrijke verschil daarbij is het onderscheid tussen de reliëfrijke gebieden in het zuidelijke deel van de gemeente (het Brabantse plateau of heuvelland) en het duidelijk vlakkere landschap in het noorden dat voornamelijk uit donken en beekvalleien bestaat. Het Brabantse plateau of heuvelland omvat overwegend droge, erosiegevoelige leemgronden met lage grondwaterstanden, die op grond van hun fysieke randvoorwaarden in principe maar matig geschikt zijn voor hoogrenderend landbouwkundig grondgebruik. Het is daarom niet verwonderlijk dat flinke delen van het heuvelland als bosgebied zijn ingericht en dat het agrarische grondgebruik hier beperkt blijft tot relatief kleine open ruimtes (landschapskamers) die her en der door houtkanten en holle wegen worden omzoomd. De open ruimte in het noorden bestaat daarentegen uit overwegend natte en vochtige leemgronden met relatief hoge grondwaterstanden en enkele donken en beekafzettingen met meer zandhoudende leem. De verschillen in bodemkwaliteit en grondwatertypologie hebben ook hier tot een variatie in grondgebruik geleid, die herkenbaar is aan: de omvangrijke broekbossen en graslanden in de beekvalleien, waaraan doorgaans een hoge tot zeer hoge biologische waardering wordt toegekend en het relatief open akkerland in het donkengebied rond Buken, Tildonk en Elst dat op grond van het gebruik als cultuurgrond als biologisch minder waardevol kan worden aangemerkt. De verschillen in landschapsstructuur en de verschillen in grondgebruik hebben tijdens de uitwerking van het gewestplan Vlaanderen en van de ruimtelijke structuurvisie Herent ook hun neerslag gekregen in het regionale en lokale ruimtelijke ordeningsbeleid. Zo hebben flinke delen van de landbouwkundig zeer geschikte gronden in het gewestplan Vlaanderen een aanwijzing als agrarisch gebied gekregen, terwijl plandelen met een hoge ecologische potentie als natuurgebied zijn aangewezen. Daarnaast hebben specifieke lokale kwaliteiten op sommige locaties tot de aanwijzing van zogenaamde parkgebieden geleid (zie de omgeving van de kastelen Keulenhof en Hoogvorst) en van buffergebieden (zoals de groenzones langs de E 314). 5.1.2
Beleidskader Herent
De ruimtelijke hoofdstructuur uit het gewestplan heeft in de gemeentelijke ruimtelijke structuurvisie van Herent een zekere verfijning gekregen. Daarbij zijn de “agrarische gebieden”, “parkgebieden”, “bufferzones” en kleinschalige landbouwgebieden ten zuiden van de kernen
184469_07_tn Pagina 43 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Herent, Winksele en Veltem-Beisem aangewezen als “bos - samenhangende structuur bos” of “gebied voor bosuitbreiding”. De noordelijke delen zijn daarentegen aangewezen als respectievelijk “open agrarisch gebied”, “natuurkerngebied - valleigebied” en als “landschapsen natuurontwikkelingsgebied”. Met het hier voorliggende ruimtelijke uitvoeringsplan worden deze hoofdfuncties vertaald in juridisch bindende bestemmingen en voorschriften. Daarbij worden de bepalingen uit het gewestplan met de thans gekozen planopzet bevestigd en waar nodig gecompleteerd of genuanceerd. Een en ander zal hieronder per hoofdfunctie nader worden toegelicht.
5.2
De gewenste ruimtelijk - agrarische structuur
5.2.1
Behoud van een vitale landbouwsector
Voor het hele grondgebied van Herent geldt het uitgangspunt dat in de open ruimte voldoende mogelijkheden moeten gegeven worden voor een economisch rendabele landbouw. De open ruimte wordt immers voor het overgrote deel in stand gehouden door een vitale landbouw op de daarvoor het meest geschikte gronden. Vanuit natuur, landschap, woon- en leefomgeving kunnen op specifieke plekken echter beperkingen worden gesteld ten aanzien van de vrijheidsgraden voor uitwerking van de landbouw en haar infrastructuren. Verder streeft de gemeente Herent naar zo aaneengesloten mogelijke agrarische structuren, zowel in de open agrarische gebieden van het donkenlandschap als in de kleinere gecompartimenteerde landschappen. Waar het aansnijden van open ruimte noodzakelijk is (bijvoorbeeld voor de ontwikkeling van recreatiegebieden), wordt deze ruimte vooral onderzocht in de kleinere, ingesloten gebieden met een beperkte waarde voor de landbouw. Bij de functietoekenning van landbouw-, natuur- en bosgebieden is nadrukkelijk rekening gehouden met de contouren van de herbevestigde agrarische gebieden. Zij hebben voor zover zij in het gewestplan als agrarisch gebied zijn aangemerkt, in het plan allen een agrarische bestemming gekregen in sommige gevallen in combinatie met een overdruk, die voortkomt uit specifieke omstandigheden of kwaliteiten ter plaatse. 5.2.2
Geen onvoorwaardelijk geschikte ruimte voor grootschalige, niet grondgebonden landbouw
In het RUP Open Ruimte voorziet de gemeente Herent in de aanwijzing van ca. 1750 ha aan agrarisch gebied, waarvan netto 1120 ha “herbevestigd agrarisch gebied”. Dit gebied is nadrukkelijk bestemd voor de beroepslandbouw als grondgebonden agrarische activiteit. Hoofdreden hiervoor is het gegeven, dat veel delen van het buitengebied deel uitmaken of in de nabijheid liggen van hindergevoelige functies (zoals woon- en natuurgebieden) en dat zij deel uitmaken van landschapseenheden met hoge landschappelijke waarden. De nieuwvestiging van intensieve vormen van landbouw zou hier al gauw tot hinder- en conflictsituaties leiden, hetgeen uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening als onwenselijk moet worden beschouwd. De gemeente komt derhalve tot de conclusie dat binnen haar grenzen geen gebieden zijn gelegen die onvoorwaardelijk geschikt zijn voor bijvoorbeeld intensieve veehouderij of grootschalige serrestructuren. Vorenstaande conclusie is in overeenstemming met provinciaal ruimtelijk beleid zoals dat is neergelegd in kaartbeelden van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant (RSP). In dit plan wordt het buitengebied van Herent herhaaldelijk aangewezen als een landschappelijk kwetsbaar gebied met deels zeer grote biologische waarden (zie kaart 7 van het RSP) en als land- en tuinbouwgebied waarvoor structurele beperkingen van toepassing zijn op grond van de plaatselijke landschappelijke waarden (zie kaart 33 van het RSP op pagina 43).
184469_07_tn Pagina 44 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Fig. 31:
5.2.3
Gewenst agrarische structuur volgens het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant
Ontwikkeling en inplanting van landbouwbedrijven
Omtrent de vitaliteit van de landbouw in Herent kan geconstateerd worden, dat het aantal landbouwbedrijven waar de landbouw als hoofdberoep wordt uitgeoefend in de afgelopen jaren weliswaar gestaag is afgenomen, maar dat de gemiddelde bedrijfsomvang duidelijk is gestegen. Hierdoor is de totale omvang van het landbouwareaal in de laatste decade nauwelijks gewijzigd. Deze ontwikkeling is een algemeen waarneembare trend in Europese landbouwgebieden en verondersteld mag worden dat ook in Herent het totale aantal landbouwbedrijfszetels in de nabije toekomst niet zal toenemen. Voor de hervestiging of nieuwvestiging van bedrijven kan worden gesteld, dat een inplanting op de eerste plaats in vrijkomende landbouwbedrijfszetels gewenst is; een en ander in functie van een zuinig ruimtegebruik en het hergebruik van bestaande landbouwkundige voorzieningen. Mocht een nieuw bedrijf zich echter buiten bestaande bedrijfszetels willen vestigen dient ermee rekening te worden gehouden, dat de nieuwvestiging op basis van bestaand vastgesteld beleid in agrarisch gebied in principe binnen 50 m van bestaande weginfrastructuur dient te liggen 1 daarbij rekening houdend met de beperkingen voor nieuwvestigingen in: bouwvrij agrarisch gebied landschap- en natuurontwikkelingsgebied en gebied voor bosuitbreiding. 1-
Specifieke regelgeving of omstandigheden kunnen in voorkomende gevallen overigens aanleiding zijn voor de vestiging van bedrijven op een grotere afstand dan 50 m van de infrastructuur.
184469_07_tn Pagina 45 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Op grond van het vorenstaande ziet de gemeente dan ook geen noodzaak voor de aanwijzing van speciale zones voor de nieuwvestiging van bedrijven. De gemeente gaat in dat kader tevens ervan uit dat per bedrijfszetel een ontwikkelingsruimte van maximaal 2 ha voldoende zou moeten zijn om de ontwikkelingskansen van de bestaande landbouwbedrijven veilig te stellen. 5.2.4
Noordelijk en noordoostelijk open landbouwgebied
Een van de meest vitale landbouwgebieden van Herent is het open agrarische cultuurlandschap rond Buken en Tildonk. Dit deelgebied wordt afgebakend door de valleien van de Weisetterbeek en de Lipsebeek en overschrijdt in principe de grens van Tildonk. Het noordoostelijke deel betreft het gebied ten oosten van de Langeveldstraat en de Bijlokstraat, ten noorden van de Aarschotsesteenweg en overschrijdt de grens met Wilsele. De hier gelegen open ruimte wordt in het RUP volledig gevrijwaard voor landbouw. Er zijn geen beperkingen ten aanzien van de landbouw met uitzondering van bepalingen betreffende grootschalige, niet grondgebonden landbouw, waarvan de bedrijfsactiviteiten alleen binnen bestaande landbouwbedrijfszetels kunnen worden uitgeoefend. Verdere ruimte-inname door niet landbouwgebonden functies wordt vermeden en beperkt tot het strikte minimum. Dit betekent ook dat een strikt beleid gevoerd wordt ten aanzien van zonevreemde activiteiten in die gebieden. Zonevreemde bedrijfsactiviteiten die niet palen aan woongebieden en geen enkele affiniteit hebben met de landbouw, kunnen in deze gebieden hoogstens een uitdovend karakter hebben. Het gemeentebestuur ondersteunt initiatieven waardoor grondruil meer aaneengesloten kavels in gebruik door eenzelfde landbouwer gerealiseerd worden. 5.2.5
Open landbouwgebied Vlotgras - Wijthamse hoek
Een tweede landbouwgebied met gunstige gebruiksmogelijkheden is de open ruimte tussen natuurgebied Kastanjebos en de kernen Winksele en Herent. Voor het behoud van deze open ruimte en haar functioneren als overgangsgebied naar het natuurgebied van de Lipsebeek, is het cruciaal dat dit deelgebied niet verder wordt aangesneden. De grenzen worden daarom zeer strikt vastgelegd en de interne verdere versnippering wordt tegen gegaan. Er wordt gestreefd in dit gebied een dynamische landbouw te behouden. Gezien de nabijheid van zowel woongebieden als natuurgebieden kunnen er bij de uitbreiding van de bestaande infrastructuren, bepaalde randvoorwaarden gesteld worden betreffende schaal en omvang van de infrastructuur en intensiteit van de landbouwactiviteit. 5.2.6
Ruimte voor landbouw binnen de op te waarderen agrarische landschappen
Landbouwgebieden die bijzondere aandacht behoeven zijn voorts de talrijke kleine open ruimtes in het donkenlandschap die tussen of nabij de bebouwingslinten zijn gelegen. Binnen deze kleine ruimtes of compartimenten moet het mogelijk zijn om een vitale landbouw in stand te houden. Daarbij moet onder andere worden gedacht aan verschillende vormen van hobbylandbouw (bijvoorbeeld paarden- en schapenweiden). Daarnaast is het zinvol waar gewenst grondruil te ondersteunen dat ten goede kan komen aan de ontwikkeling van samenhangende agrarische percelen en het stimuleren van een zo efficiënt mogelijk grondgebruik. De landbouwers zullen aangemoedigd worden om te participeren in de maatregelen van landschapsinrichting.
184469_07_tn Pagina 46 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
5.2.7
Beheerlandbouw in valleigebieden
In de valleigebieden van de Molenbeek, de Weisetterbeek en het westelijke deel van de Lipsebeek zijn flinke delen van de open ruimte aangewezen als natuurgebied. Deze natuurgebieden hebben baat bij de aanwijzing van “bufferzones” ter bescherming van de natuurwaarden en bij een extensiever grondgebruik in de direct aangrenzende landbouwgebieden. De betreffende percelen hebben daarom de overdruk “landschaps- en natuurontwikkelingsgebied”gekregen. Voor het grondgebruik in de genoemde valleigebieden betekent dit, dat in “landschaps- en natuurontwikkelingsgebieden”en functieverandering zou moeten plaatsvinden van akkerbouw naar gebruik als weidegrond en op termijn naar extensief grasland of bebossing. In deze gebieden worden geen nieuwe landbouwbedrijfszetels of uitbreidingen van bestaande landbouwinfrastructuren toegestaan. De aanwezige landbouwers worden maximaal betrokken bij de inrichting en het beheer van de valleigebieden. Een van de kansrijke gebieden voor beheerlandbouw is het landbouwgebied ten noorden van Veltem - Beisem tussen de Molenbeekvallei en het Kastanjebos. Hier zou beheerlandbouw een goede bijdrage kunnen leveren aan een algehele versterking van de biodiversiteit, een robuuste groenstructuur en een ecologische verbinding tussen de twee genoemde bosgebieden. Deze inspanning zouden kunnen worden versterkt indien ook het bodemgebruik ten noorden en ten zuiden van het Kastanjebos op de (potentiële) plaatselijke natuurwaarden zou worden afgestemd. Een tweede voorbeeld is het gebied tussen de Lipsebeek en de Hoge beek waar eveneens naar een doelgerichte stimulering van de natuurwaarden wordt gestreefd en het tot stand brengen van een ecologische verbinding. De hoofdfunctie blijft hier landbouw, maar het gebied krijgt tevens als nevenfuncties natuur- en landschapsontwikkeling. Aan de landbouw kunnen op vrijwillige basis inrichting- en beheersfuncties worden toegewezen bijvoorbeeld aanplant en beheer van kleine landschapselementen en het beheer van weilanden. 5.2.8
Open en aaneengesloten akkers in het zuidelijke landbouwgebied
De landbouwgebieden in het zuidelijke deel van Herent maken deel uit van een complexe een kleinschalige structuur van bossen en open landschapskamers aan de rand van het Brabantse heuvelland. De open akkers wisselen af met de bosstructuren van het Berkenbos en het Grevensbos. Voor de ecologische ontwikkeling wordt gestreefd naar aaneengesloten en ruime bosstructuren. Dit betekent dat bepaalde akkers op termijn kunnen bebost worden om de verbindingen tot stand te brengen. Beperkingen ten aanzien van de landbouw kunnen ook gesteld worden vanuit het oogpunt van erosiebestrijding. Het erosiebestrijdingplan (zie ook paragraaf 3.4.2.2) zal hiertoe de leidraad zijn. Binnen deze randvoorwaarden worden gestreefd naar grote open akkerbouwstructuren. Een verdere intensivering van de landbouw ligt hier niet voor de hand. 5.2.9
Ontwikkelingskansen en vrijheid van teeltkeuze
Uit de analyse van de landbouwsector in hoofdstuk 3 kan worden afgeleid dat de landbouwfunctie in het buitengebied ondanks een aantal beperkingen nog steeds de belangrijkste hoofdfunctie vormt voor de open ruimte in Herent. Met de thans in het RUP opgenomen bestemmingscontouren en voorschriften tracht de gemeente de vitaliteit van de agrarische sector te behouden. Zo wordt de agrarische bestemming van herbevestigde agrarische gebieden volop gerespecteerd, blijft de vrijheid van teeltkeuze een algemeen aanvaard beginsel voor de individuele bedrijfsvoering en wordt het voortbestaan van landbouwbedrijven veilig gesteld inclusief de mogelijkheid tot heroriëntatie van het huidige bedrijfstype.
184469_07_tn Pagina 47 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Fig. 32:
Gewenste ecologische infrastructuur volgens het RSP Vlaams Brabant
184469_07_tn Pagina 48 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
Met betrekking tot het bovenstaande is de gemeente overigens voorstander van een versterking van grondgebonden vormen van landbouw omdat deze een goede basis biedt voor het behoud van de landschappelijke, ecologische en milieukundige kwaliteiten van de open ruimte. In het verlengde hiervan is in de voorschriften van dit RUP een regeling opgenomen die de bouw van nieuwe serreconstructies uitsluit. Het behoud van de karakteristieke openheid van de open ruimte kan hierdoor gewaarborgd worden (zie art 3 sub III. van de voorschriften).
5.3
De gewenste ruimtelijk - natuurlijke structuur
5.3.1
Ontwikkeling van de valleigebieden tot samenhangende, zeer waardevolle natuurlijke structuren
Binnen de valleigebieden van de Molenbeek, Weisetterbeek en Lipsebeek kan Herent ten volle haar potenties voor natuur ontwikkelen. Het betreft hier een aantal natte of vochtige beekvalleien, die deel uitmaken van een regionaal biotoopstelsel bestaande uit biologisch waardevolle bosgemeenschappen en soortenrijke graslandtypen. In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaams-Brabant zijn deze gronden eveneens aangewezen als biologisch waardevolle bosgebieden die door een tweetal ecologische verbindingszones en met elkaar versterkt zouden moeten worden. Meer concreet betreft het: de overwegend natte ecologische verbinding Molenbeekvallei, Kastanjebos, Lipsebeek (op kaart 48 van het RSP Vlaams Brabant aangewezen met de aanduiding 8c) en de verbetering van de meer droge en bosrijke ecologische infrastructuur tussen Grevensbos en Bertembos (in het RSP aangewezen met de aanduiding 9d). De betreffende bosgebieden behoren allen tot het Vlaams Ecologische Netwerk (VEN) en in dit kader tot de Grote Eenheden Natuur die door de Vlaamse overheid als Habitatrichtlijngebieden zijn aangemeld. In het verlengde hiervan maken zij allen deel uit van aanwijzingsprocedures voor Natura 2000-gebieden, waarvan de definitieve aanwijzing nog aanstaande is. Het spreekt voor zich dat een goed functioneren van deze natuurgebieden baat zou hebben bij een zekere buffering van de natuurfunctie. Mogelijkheden hiervoor bieden de uitbreiding van de bestaande natuurgebieden aan de oostelijke zijde van de Molenbeek ecologische verbindingen tussen de vallei van de Lipsebeek (Kasteelbos) en de valleien van de Molenbeek en de Weisetterbeek en waar mogelijk beperkte uitbreidingen van de valleistructuur (valleibossen en vochtige weilanden en graslanden) van de Lipsebeek. De samenhangende valleistructuur wordt aangeduid als natuurkerngebied met natuur als hoofdfunctie. Ten einde de ontwikkeling van het natuurkerngebied te realiseren is het aangewezen bepaalde zones af te schermen van het publiek. Daarnaast worden de valleien door een recreatief wandelnetwerk ontsloten, zowel langs als dwars door de vallei. Ten behoeve van natuurontwikkeling, de landschapsbelevingswaarde en de recreatieve waarde, wordt aan de Haachtstraat slechts een lokale ontsluitingsfunctie en geen verbindingsfunctie toegekend. Voor de realisatie is een afbakening met maatregelen voor verwerving en voor natuurinrichting en -beheer noodzakelijk. Het is aangewezen dat dit gerealiseerd wordt in een samenwerkingsverband met de hogere overheid en de aanpalende gemeenten. Bij de afbakening zal maximaal rekening gehouden worden met volwaardige bedrijfsexploitaties van toekomstgerichte landbouwbedrijven. De mogelijkheden van de grondbank Vlaanderen voor de organisatie van grondruil voor de eventuele betrokken landbouwers, dienen ten volle benut te worden. Herent stelt naar de hogere overheid toe voor om de samenhangende valleistructuur, te realiseren verbindingen inclusief, op te nemen bij het VEN en het IVON. De verbinding tussen de vallei van de Lipsebeek en de vallei van de Molenbeek kan tevens beschouwd worden als een natuurverbinding onder provinciale bevoegdheid.
184469_07_tn Pagina 49 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
5.3.2
Opwaarderen van de ecologische structuur van Lipsebeek en Hoge beek als verbinding oost - west.
Een belangrijke ecologische doelstelling van de gemeente is de realisatie van een ecologische verbinding tussen de vallei van de Lipsebeek en de soortenrijke groengebieden ter hoogte van Sussenhoek, Tildonk en aan het kanaal (een en ander conform de aanwijzing in het Ruimtelijk Structuurplan van Vlaams Brabant). Hierbij moet worden gedacht aan: een incidentele functieverandering van akkerbouw naar soortenrijk grasland een verbetering van de structuur en inrichting van de Lipsebeek en de Hoge beek met natuurvriendelijke oevers en ene hierop afgestemd berm- en taludbeheer en de uitbouw van kleine landschapselementen in coherente structuren. De opwaardering moet tot stand komen door openbare (gemeente, provincie) inrichtingsinitiatieven (natuurvriendelijke inrichting van de beek, ontwikkeling van de buffer) en (gemeentelijke) ondersteuning van privé initiatieven betreffende de ontwikkeling en het beheer van kleine landschapselementen. Acties en maatregelen worden in overleg met de betreffende eigenaars en gebruikers van het gebied bepaald. Herent stelt naar de hogere overheid toe voor om deze verbinding te realiseren als natuurverbinding onder provinciale bevoegdheid. 5.3.3
Meer natuurgerichte ontwikkeling langs het kanaal
Langsheen het kanaal wordt vanaf de grens met Tildonk tot aan de Keulenstraat een aaneengesloten natuurlijke structuur ontwikkeld. Dit gebeurt in de eerste plaats door het opwaarderen van de natuurwaarden van de kasteelparken. Aansluitend daarbij wordt gestreefd naar een natuurgericht beheer van de tussenliggende akkers en weilanden. Bijkomende bebossing is aangewezen om een aaneengesloten ecologische structuur tot stand te brengen. De verdere ontwikkeling van de natuurlijke potenties van dit gebied heeft gevolgen voor het ruimtelijke beleid ten aanzien van de zone op de grens met Tildonk die bestemd is als KMOzone Ten aanzien van de kasteelparken ambieert Herent geen openbare functies (inclusief parkfunctie). Functiewijzigingen van de gebouwen zijn mogelijk binnen bepaalde randvoorwaarden en gekoppeld aan duurzame initiatieven voor natuurontwikkeling en beheer. 5.3.4
Samenhangende ecologische structuur aansluitend op Bertembos
Voor het zuidelijke deel van Herent wordt gestreefd naar de ontwikkeling van omvangrijke, aaneengesloten bosstructuren, die aansluiten op de bosgemeenschappen van Bertembos en Grevensbos/Eikenbos. De bossen maken deel uit van een complex geheel van bossen en open landschapskamers. Natuurkerngebieden met hoofdfunctie natuur en bosbouw wisselen af met open akkers. Wenselijk is hier ook een doordacht behoud en verdere bebossing in functie van de realisatie van aaneengesloten bosstructuren en de ontwikkeling van ecologische verbindingen. Noodzakelijk hiervoor zijn een natuurgericht beheer van de bosgemeenschappen en duurzame omvorming van de huidige populierenaanplanten. Bij de planvorming wordt tevens rekening gehouden met het opwaarderen van de landschapsbelevingswaarde door het creëren van open ruimte ‘kamers’. Het beoogde bosgebied is gelegen rond een aantal woonbuurten (Toverberg, Schoonzicht, Godelinde, Mollekensberg en Bergen), die gekenmerkt worden door een losse stedenbouwkundige opzet en relatief veel erfgroen. Het is de bedoeling deze woonwijken verder te integreren in de samenhangende ecologische structuur. In samenspraak met de bewoners kan onderzocht worden of een bepaalde ecologische opwaardering van deze wijken kan gerealiseerd worden door inrichting- en beheersmaatregelen.
184469_07_tn Pagina 50 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
De realisatie van de samenhangende ecologische structuur wordt bij voorkeur opgenomen door de hogere overheid door opname in natuurverwevinggebieden en/of bosuitbreidinggebieden. Ook het provinciale niveau kan hierbij een taak opnemen door het realiseren van deze ecologische verbindingen van bovenlokaal belang. Het behoud van de bestaande bosgebieden en het realiseren van bijkomende ecologische verbindingen is hierbij prioritair. 5.3.5
Bescherming en natuurontwikkeling van de holle wegen
Een belangrijk onderdeel van het natuurbeleid binnen het RUP is het behoud van de holle wegen als even karakteristieke en ecologisch waardevolle landschapselementen. In de lijn van het GNOP - actieplan is het wenselijk deze wegen op te nemen binnen het netwerk van lokale en regionale natuurverbindingen. Strikte voorwaarden dienen gesteld te worden aan de doorsnijding van taluds. Een gericht bermbeheer dient ingesteld te worden zowel op openbaar als op privé terrein. 5.3.6
Versterking van de natuurbeleving en structurele natuureducatie
In het gewestplan wordt Herent een zeer grote oppervlakte aan parkgebied toebedeeld. Er wordt hiermee de intentie naar voor gebracht om de kasteelparken en de bosstructuren toegankelijk te stellen voor het publiek en hen een recreatieve functie toe te kennen. Voor de natuurlijke structuren van Herent in hun totaliteit moet de aandacht gaan naar de natuur- en landschapsbeleving vanaf een wandel- en fietsnetwerk. Een afscherming van bepaalde gebieden is mogelijk voor natuurontwikkeling. Algemeen echter is de natuurlijke structuur toegankelijk via een ‘recreatief’ netwerk van wandel- en fietswegen. Het netwerk wordt ontwikkeld op basis van de bestaande wegen en voetwegen en rekening houdend met natuurbeleving en een natuureducatieve functie.
5.4
De gewenste ruimtelijk - landschappelijke structuur
5.4.1
Ontwikkeling van het valleilandschap van de Molenbeek - Weisetterbeek en de Lipsebeek
Een belangrijk doel van het ruimtelijke ordeningsbeleid voor de open ruimte van Herent is zoals vermeld een landschapsbeleid, waarmee bestaande landschappelijke kwaliteiten beschermd kunnen worden. Onderdeel hiervan is het behoud van de karakteristieke vallei van Molenbeek en Weisetterbeek en hierop aansluitend de Lipsebeek. De open en besloten ruimte van deze vallei bieden een landschappelijk en ecologisch zeer grote diversiteit aan leefmilieus en met het behoud ervan wordt één van de belangrijkste landschappelijke ankerplaatsen van Herent opgewaardeerd. Het behoud en de verdere ontwikkeling van de landschapskenmerken (behoud van valleibossen en vochtige weilanden) moet intrinsiek deel uitmaken van initiatieven betreffende natuurontwikkeling die in dit gebied voorgesteld worden door de selectie als natuurkerngebied. 5.4.2
Opwaarderen van landschapskenmerken in het gebied Lipsebeek - Hoge beek
Een tweede aandachtspunt op het vlak van landschapsontwikkeling is de opwaardering van de open ruimte tussen de Lipsebeek en de Hoge beek, die thans van ondergeschikte landschappelijke waarde is. Het gebied is gelegen tussen het open agrarisch landschap rond Buken en het gecompartimenteerde landschap met de bebouwingslinten rond Elst in het oosten. Het vormt tevens de verbinding tussen het valleilandschap van de Lipsebeek en de landschappelijk waardevolle en natuurwaardevolle gebieden van de Sussenhoek te Tildonk en langs het kanaal te Herent. Een natuurvriendelijke inrichting van de beken en de inrichting van het gebied met kleine landschapselementen kan hier resulteren in:
184469_07_tn Pagina 51 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
de verhoging van de landschapsbelevingswaarde van het gebied. een landschappelijke continuïteit tussen het valleigebied van de Lipsebeek en het gebied Sussenhoek – kanaal en een visuele afscherming voor de bebouwing rond Elst, waaronder het bedrijventerrein aan de Omleiding en de commerciële structuur aan de Mechelsesteenweg. De opwaardering moet tot stand komen door openbare (gemeente, provincie) inrichtingsinitiatieven (natuurlijke inrichting van de beek, ontwikkeling van de buffer) en (gemeentelijke) ondersteuning van privé - initiatieven betreffende de ontwikkeling en het beheer van kleine landschapselementen. 5.4.3
Behoud van het open landschap ten noorden van de vallei van de Lipsebeek
Ten noorden van de vallei van de Lipsebeek en ten oosten van de vallei van de Weisetterbeek, wordt de landschapsbeleving bepaald door grote open percelen tegen de achtergrond van valleibossen en ruimtelijk in kamers verdeeld door de valleibossen. Het open landschap is hier een continu gegeven, dat enkel door Mechelsesteenweg en de hier gelegen woonkernen en lintbebouwing wordt doorsneden. Voor dit gebied is het ruimtelijke beleid gericht op het behoud van het open landschap. Verspreide inrichtingsacties van kleine landschapselementen (bomenrijen) en versnipperde bebossing worden niet ondersteund. Kleine landschapselementen worden enkel aangewend in een uitgebreide en samenhangende toepassing, in het bijzonder ter afscherming van de bebouwing. De relatie tussen de open landschappen ten oosten en ten westen van de Mechelsesteenweg wordt op een aantal locaties versterkt door het behoud van open ruimte corridors. Dit vindt zijn neerslag in de aanwijzing van bouwvrije agrarische zones, waarmee verschillende vergezichten naar het open landschap worden veilig gesteld en waarmee de mogelijkheden voor landschapsbeleving worden behouden. Het behoud van het open landschap heeft gevolgen voor het ruimtelijke beleid betreffende zonevreemde constructies en betreffende grootschalige niet grondgebonden agrarische infrastructuren (serrecomplexen, veestallen). De visuele impact van de bestaande, niet zonevreemde constructies (serres, gasbedrijf) wordt door middel van landschapsinrichting met onder andere bomenrijen, houtkanten en bosstructuren gereduceerd. 5.4.4
Landschapsinrichting in overige landbouwgebieden
De landschapsontwikkeling van de overige landbouwgebieden is in principe eveneens gericht op handhaving, versterking en herstel van (potentiële) landschappelijke kwaliteiten in landbouwgebieden die door lintbebouwing geheel of vrijwel geheel zijn omsloten. Deze deelgebieden hebben in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de aanduiding gecompartimenteerd landschap gekregen, waar de landschapsinrichting nadere aandacht verdient: Algemene voor dit gecompartimenteerde landschap zijn het voorkomen van dichtslibbende woonlinten het vrijwaren van de agrarische ruimte in de compartimenten van verdere bebouwing de aanleg van groenschermen langs de randen van de hier gelegen woonlinten en bedrijfslocaties de ontsluiting van recreatief aantrekkelijke landschapseenheden het behoud van het open landschap ter hoogte van Winksele en de instandhouding van het open landschap ter hoogte van Vlotgras en Wijthamse hoek. In deze gebieden wordt een landschapsontwikkeling geconcipieerd die verder versnippering van de open ruimte moet voorkomen onder andere door een afbakening van de kwetsbare open ruimte met groenschermen langs de bestaande bebouwing. Zodoende ontstaat ter plaatse een
184469_07_tn Pagina 52 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
robuust casco waarbinnen de agrarische functies op een passende manier verder tot ontwikkeling kan worden gebracht. De inrichting beoogt hier nadrukkelijk de ondersteuning van de bestaande grondgebonden landbouw. De gebieden behouden daarom hun agrarische bestemming. Voor de sterk ingesloten gebieden, zoals Winksele - Delle, wordt rekening gehouden met een groter aandeel van de hobbylandbouw. De landschapsopwaardering gebeurt door de uitbouw van schermen van kleine landschapsstructuren die de visuele aanwezigheid en versnippering van de bestaande bebouwing en infrastructuren verminderen. De visuele afscherming van bestaande structuren gebeurt op een subtiele manier door het uitzetten van krachtige lijnen in het landschap. Vooral de fysische structuur, voornamelijk beken en grachten, alsook de bestaande perceelsstructuur en voetwegen, worden gehanteerd voor de verankering van de lijnstructuren van kleine landschapselementen. Het landschap wordt toegankelijk gesteld via voetwegen. Ter hoogte van de Omleiding wordt de open ruimte die nog aanwezig is tussen de Belsenakestraat en de Tildonksesteenweg open gehouden. De doorstromingsfunctie van de Omleiding wordt geaccentueerd door de uitbouw van coherente groenstructuren aan weerszijden. De landschapsopwaardering wordt gerealiseerd door een gemeentelijk landschapsinrichtingproject en ondersteuning van privé initiatieven. 5.4.5
Samenhangende structuur van bos en open landschapskamers aansluitend bij Bertembos
Binnen Herent zijn uitlopers van grotere, aaneengesloten bosstructuren. Ze zijn thans eerder gefragmenteerd. Er wordt gestreefd om een samenhangende structuur en goed gestructureerd geheel van bossen en open landschapskamers tot stand te brengen. Een doordachte verdere bebossing is nodig in functie van het realiseren van aaneengesloten bosstructuren, in de eerste plaats ten behoeve van de ontwikkeling van de natuurwaarden, maar daarnaast ook voor een verhoogde landschapsbelevingswaarde. Door de afwisseling bos en open ruimte worden grote landschappelijke ‘kamers’ afgebakend. De bebouwing wordt afgeschermd door bosstructuren. In de open ‘landschapskamers’ domineert het natuurlijke karakter en is de landschapsbelevingswaarde bijgevolg zeer hoog. Panoramische zichten worden gevrijwaarde, vooral deze toegankelijk vanaf de wegen en voetwegen. Daarnaast wordt gestreefd naar een verhoogde integratie van de woonwijken Toverberg, Schoonzicht, Godelinde, Mollekensberg en Bergen in de bosstructuren. Aan de woongebieden worden strikte beperkingen gesteld betreffende uitbreiding. Het landschap wordt echter ruim toegankelijk gesteld via wandelpaden en fietswegen in een aaneengesloten netwerk dat de bestaande voetwegen als basis heeft. Selectief worden accenten gelegd met een recreatieve waarde. 5.4.6
Behoud van open ruimte corridors en zichten
Fundamenteel aan het verhogen van de landschapsbeleving in Herent is het behoud van de open ruimte corridors en de eenzijdige zichten op open ruimte gebieden zoals aangeduid in het gemeentelijk ruimtelijke structuurplan. Bij de landschapsinrichting wordt rekening gehouden met de landschapsbeleving ter hoogte van deze corridors en zichten. Het landschap wordt er plaatselijk opengetrokken: er worden open ruimte ‘kamers’ tegen een achtergrond van bos of bomenrijen aangeboden. Corridors en zichten krijgen hun kracht door hun lengte. Daarom is het belangrijk om de verdere versnippering ervan tegen te gaan. In het bijzonder ter hoogte van de corridors en zichten worden strikte afbakeningsprincipes voor de aanpalende functies (bijvoorbeeld commerciële activiteit) gehanteerd.
184469_07_tn Pagina 53 van 73
Relatie met het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan
5.5
Bindende selecties voor de agrarisch, natuurlijke en landschappelijke structuur van de open ruimte
5.5.1
Samenvatting van het ruimtelijke beleid op hoofdlijnen
Het ruimtelijke ordeningsbeleid zoals dat hiervoor is beschreven heeft in hoofdzaak betrekking op het behoud van vitale landbouwgebieden, het versterken van ecologisch waardevolle bosgemeenschappen en graslandvegetaties en de instandhouding van landschappelijke kwaliteiten. Deze hoofddoelen vinden hun neerslag in gebiedsspecifieke bestemmingen die als volgt samengevat kunnen worden. De agrarische gebieden in de open ruimte van Herent bestaan in hoofdzaak uit de landbouwgebieden rond Buken en Tildonk de cultuurgronden ten oosten van de Langeveldstraat en de Bijlokstraat. de cultuurgronden van Vlotgras - Wijthamse hoek. kleine landschapseenheden tussen de vallei van de Molenbeek en de bossen van de Bovenberg en delen van de samenhangende ecologische structuur van bos en open landschapskamers. De gebieden met een hoge dan wel potentiële ecologische waarden bestaan uit: natuurkernen in de valleigebieden van de Molenbeek, de Weisetterbeek, de Lipsebeek en de te realiseren landschap- en ecologische verbindingen. delen van de samenhangende ecologische structuur van bos en open landschapskamers. landschaps- en natuurontwikkelingsgebied tussen de Lipsebeek en de Hoge beek en enkele kleine landschapseenheden ter hoogte van de kanaalzone.
5.6
Bindende acties met betrekking tot de landschappelijke, natuurlijke en agrarische structuur
5.6.1
Landschapsinrichtingplan
De opmaak van het RUP gaat voor de gemeente hand in hand met concrete acties gericht op de uitvoering en de effectuering van de voorgestelde bestemmingen. In dit kader is de gemeente voorstander van een landschapsinrichtingsplan met aandacht voor onder meer: natuurvriendelijke inrichting van grachten inrichting van een prioritaire selectie van voetwegen uitbouw van structuren van kleine landschapselementen en boselementen (bomenrijen, houtkanten en holle wegen) accentueren van open ruimte corridors en zichten afschermen van visueel storende infrastructuur of bebouwing. 5.6.2
Inrichting van lokale elementen van natuurkerngebieden en het landschap- en natuurontwikkelingsgebied Lipsebeek - Hoge Beek
In functie van opportuniteiten, complementair aan initiatieven van de hogere overheid en in overleg met de hogere overheid is het volgens de gemeente wenselijk om tot aankoop van eigendommen en/of het afsluiten van beheersovereenkomsten te komen, waarmee het ecologisch functioneren van de natuurgebieden versterkt kan worden. Specifieke acties in dit verband zijn: initiatieven voor de versterking van de landschapskenmerken van het gebied Lipsebeek Hoge beek aansluitend bij een meer natuurvriendelijke inrichting van de beken (in overleg met de provincie en complementair aan initiatieven van de hogere overheid) en de participatie in het natuur- en landschapsproject “groene vallei Midden-Brabant” in het kader van een bovengemeentelijk samenwerkingsverband van de natuur- en landschapswaarden in de vallei van de Molenbeek, Lipsebeek en Weisetterbeek.
184469_07_tn Pagina 54 van 73
6
VISIE EN DOELSTELLINGEN
6.1
Doel van het RUP Open Ruimte
De opmaak van het RUP open ruimte kadert binnen de aanduiding van bindende selecties en de bindende acties van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Herent. Het RUP moet voorzien in de concrete begrenzing van de selecties voor de natuurlijke, de agrarische en de landschappelijke structuur zoals aangeduid in § 16.1 van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Herent (GRSP). Het RUP moet tevens voorzien in specifieke voorschriften die een juridisch kader bieden voor de bindende acties zoals aangeduid in § 17.3 van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en andere ruimtelijke ontwikkelingen in de open ruimte van Herent.
6.2
Begrenzing van het RUP
Het RUP open ruimte omvat alle gronden binnen de gemeente Herent die zich binnen een gele of groene bestemming volgens het gewestplan of de daarmee vergelijkbare gebieden bevinden. Alle gronden die al in een ander RUP zijn of werden opgenomen voordat voorliggend RUP besproken wordt in een eerste plenaire vergadering, worden niet opgenomen in het RUP open ruimte. De bepalingen zoals vastgesteld in het RUP zonevreemde woningen blijft gelden bovenop het RUP open ruimte.
6.3
Ruimtelijke begrenzing van de bestemmingszones
Omdat Herent streeft naar een vitale landbouw en de ontwikkeling van natuurkerngebieden als ‘prioritair’ beschouwt, is gezocht naar een haalbaar evenwicht tussen landbouw en natuur. Alle VEN-, habitatgebieden en in het gewestplan opgenomen natuurgebieden worden aangeduid als natuurgebieden, waaronder de natuurkerngebieden Kastanjebos en Molenbeekvallei. De doelstelling om de natuurkerngebieden te verbinden wordt gerealiseerd door een perceelsgerichte afbakening van de in het GRSP voorziene bestemming ‘landschap- en natuurontwikkelingsgebied’, waarbij landbouw en natuur tot op zekere hoogte worden verweven. Verder heeft in het RUP een zekere differentiatie van de hoofdbestemmingen plaatsgevonden aan de hand van specifieke landschappelijke criteria. Hiertoe behoren: de aanwijzing van bouwvrije zones ter hoogte van open corridors langs hoofdwegen de grafische aanduiding gebied voor landschapsinrichting voor plandelen die door lintbebouwing worden omsloten de overdruk ‘landschap- en natuurontwikkelingsgebied’ voor plandelen die op termijn een functie voor de ecologische hoofdstructuur kunnen vervullen en die deels ecologisch relevante graslandvegetaties omvatten en gebieden voor bosuitbreiding op grond van hun ligging en vegetatie op termijn onderdeel kunnen uitmaken van de bosrijke ecologische infrastructuur op de rand van het Brabants Plateau.
184469_07_tn Pagina 55 van 73
Visie en doelstellingen
Figuur 33: overzicht hoofdbestemmingen RUP
184469_07_tn Pagina 56 van 73
Visie en doelstellingen
6.3.1
Criteria voor de afbakening van de gebieden voor landbouw
Het ‘open agrarisch landschap omvat alle percelen gelegen in: agrarisch gebied volgens het gewestplan, landschappelijk waardevol agrarisch gebied volgens het gewestplan, agrarisch gebied volgens het gewestplan dat tevens is aangewezen als onderdeel van het habitatrichtlijngebied van het Kastanjebos en dat in dit RUP tevens wordt aangewezen als landschap- en natuurontwikkelingsgebied. Tenzij deze percelen: worden aangeduid als infrastructuur , worden opgenomen in de afbakening van de gebieden voor natuur ter uitvoering van een noodzakelijke ingreep zoals voorzien in de gewenste natuurlijke structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Herent, 6.3.1.1
specifieke criteria voor de afbakening van de overdruk bouwvrij agrarisch gebied”
percelen gelegen in een samenhangende onbebouwde landschapseenheid, die in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan als open ruimte corridor is langs respectievelijk de Mechelsesteenweg, Brusselsesteenweg en de Omleiding met een globale diepte van ca. 200 m gerekend vanaf de betreffende hoofdweg en conform de resultaten van plenair overleg afgebakend langs kadastrale begrenzingen percelen behorend tot het beschermd landschap Duigemhof en omgeving.
6.3.2
Criteria voor de afbakening van de gebieden voor natuur
Alle gronden die gelegen zijn binnen de VEN - gebieden zoals afgebakend door de Vlaamse Regering en alle SBZ - H zoals vastgesteld door de Vlaamse Regering die niet binnen voornoemde VEN - gebieden gelegen zijn, alsmede deze die binnen de op het gewestplan afgelijnde bestemming ‘natuurgebied’ gelegen zijn, worden integraal opgenomen binnen de bestemming ‘natuurgebied’. Daarnaast kunnen bij de aanwijzing van natuurgebieden de volgende criteria van toepassing zijn zoals genoemd onder 6.3.2.1. 6.3.2.1
alle percelen die binnen een erkend natuurreservaat gelegen zijn, alle percelen die binnen een groene bestemming volgens het gewestplan gelegen zijn en die niet zijn opgenomen in de afbakening van de gebieden voor landbouw worden opgenomen, alle beboste percelen die voldoen aan de definitie in het bosdecreet worden opgenomen, alle historisch permanente graslanden die grenzen aan beboste percelen en/of in de onmiddellijke nabijheid van beboste percelen liggen, worden opgenomen, alle percelen grenzend aan één van vorige bepalingen die binnen een ankerplaats én worden aangeduid als marginale landbouwgrond, alle percelen ter uitvoering van een noodzakelijke ingreep zoals voorzien in de gewenste natuurlijke structuur van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van Herent,
6.3.2.2
Specifieke criteria voor de afbakening van de natuurgebieden
Specifieke criteria voor de afbakening van de gebieden voor landschap- en natuurontwikkeling.
alle permanente graslanden die tussen de bebouwing langs de Mechelsesteenweg en de bebouwing van Doren gelegen zijn worden opgenomen,
184469_07_tn Pagina 57 van 73
Visie en doelstellingen
alle permanente graslanden en akkerlanden langs de Hoge beek en de Lipsebeek worden opgenomen, m.u.v. percelen tussen de waterwinning Kastanjebos en de Mechelsesteenweg, alle akkerlanden die ingesloten zijn tussen de bebouwing langs de Mechelsesteenweg, Doren en de permanente graslanden worden opgenomen, alle percelen langs het kanaal Leuven Rupel (inclusief permanente graslanden) voor zo ver deze deel uitmaken van onderhavig RUP, alle beboste percelen die aan de definitie in het bosdecreet voldoen maar niet in de bestemmingen ´natuurgebied` en ´bos- samenhangende structuur bos` zijn gelegen
6.3.3 6.3.3.1
alle percelen gelegen binnen parkgebied volgens het gewestplan, die ten zuiden van de spoorlijn Brussel-Leuven zijn gelegen en die vallen onder de definitie voor bos volgens het bosdecreet worden opgenomen, alle graslanden binnen dit parkgebied, alle gronden langs de autosnelweg die hetzij bebost zijn, hetzij zich in een bufferzone volgens het gewestplan bevinden alle gronden die volgens het gewestplan bestemd zijn als parkgebied en gelegen zijn tussen een holle weg en woongebied, landelijk woongebied.
6.3.3.2
Criteria voor de afbakening van de gebieden voor bos – samenhangende structuur bos specifieke criteria voor de afbakening van de bestemming bos
specifieke criteria voor de afbakening van de overdruk gebied voor bosuitbreiding
alle percelen in het Brabantse heuvelland, die ondanks de aanwijzing agrarisch gebied in het gewestplan qua feitelijk grondgebruik inrichting en ligging als kansrijke uitbreidingslocaties mogen worden beschouwd voor de versterking van de bosgemeenschappen van het Bertembos en het Grevensbos/Eikenbos en percelen die kunnen bijdragen aan de ecologische verbindingszone 9d zoals opgenomen in het Ruimtelijk Structuurplan van de provincie Vlaams Brabant.
6.3.4
Relatie hoofdbestemmingen - overdruk
Mede op grond van verzoeken tijdens het openbaar onderzoek kan tenslotte nog worden vermeld dat bovenstaande criteria in de voorschriften van het RUP zijn vertaald in artikelen met hoofdbestemmingen en artikelen met een overdruk-functie. De overdrukken dienen ter aanvulling respectievelijk differentiatie van het ruimtelijke beleid van de onderliggende hoofdbestemming. Zij leiden in geen enkele geval tot een opheffing van de hoofdbestemming maar geven aanvullende randvoorwaarden op, die bij de uitvoering van handelingen en werkzaamheden in acht genomen moeten worden. De toelaatbaarheid van niet in de voorschriften genoemde activiteiten of ingrepen wordt ten allen tijde aan de onderliggende hoofdbestemming getoetst.
6.3.5
Aanduiding gebied voor landschapsinrichting
Met betrekking tot de grafische aanduiding “gebied voor landschapsinrichting” wordt mede naar aanleiding van vragen tijdens het openbaar onderzoek erop gewezen , dat de betreffende aanduiding geen enkele juridisch bindende status heeft. Zij is bedoeld als informatieve, toekomst gerichte aanduiding in het Grafisch Plan. Na goedkeuring van het RUP kan de aanduiding ondersteunend werken bij de uitwerking van een uitvoeringsprogramma voor de landschapsontwikkeling. Het is niet de bedoeling hiervoor een specifieke overdruk op te nemen. Een eerder in het plan opgenomen overdruk is op verzoek tijdens het plenaire overleg juist geschrapt.
184469_07_tn Pagina 58 van 73
7
DECRETALE BEPALINGEN
7.1
Onderzoek tot m.e.r.
Een ruimtelijk uitvoeringsplan vormt het kader voor het toekennen van stedenbouwkundige vergunningen. Het RUP valt dus onder de definitie van een plan of programma zoals gedefinieerd in het Decreet houdende de Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM). De project-m.e.r.-plicht wordt afgetoetst op basis van het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectenrapportage, meer bepaald de bijlagen 1 en 2 aan het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004. De activiteiten die binnen het planologisch kader van het RUP zullen kunnen gerealiseerd worden vallen hier niet onder. In het plangebied liggen geen speciale beschermingszones. De realisatie van het plan zal evenmin mogelijke betekenisvolle effecten hebben op speciale beschermingszones waardoor een passende beoordeling niet nodig is. Hieruit concluderen we dat het plan niet ‘van rechtswege’ plan-MER plichtig is. Het RUP komt dus in aanmerking voor een onderzoek tot de milieueffectenrapportage. Overeenkomstig artikel 4.2.6 §1 van het planMER-decreet werd een onderzoek tot m.e.r. of ‘screening’ ingediend teneinde de dienst Mer te vragen een beslissing te namen over de opmaak van een planMER. Het screeningsdossier bevat informatie over het voorgenomen plan en bespreekt de relevante milieudisciplines. Er kan in het algemeen gesteld worden dat het realiseren van de doelstellingen van het RUP geen aanzienlijke milieueffecten in de verschillende disciplines zal teweeg brengen. De hoofddoelstelling van het RUP is een evenwichtige ontwikkeling van alle hoofdfuncties in het landelijke gebied zoals landbouw, natuur, recreatie etc. Dit gaat gepaard met een differentiatie van de mogelijkheden voor de landbouw in het gebied, het verbeteren van de structuur- en waterkwaliteit van de beken en hun brongebieden, het beperkt uitbreiden van de natuur- en bosfragmenten en het vastleggen van een planologisch kader voor het recreatief medegebruik. De te verwachten milieueffecten zijn positief voor oppervlaktewater, fauna, flora, biodiversiteit en landschap. Er worden geen aanzienlijke milieueffecten verwacht op het gebied van grondwater en bodem. De verwachte effecten binnen het deeldomein mens zijn niet significant tot licht positief, behalve voor het deelsysteem landbouw. Mogelijke negatieve effecten op de landbouw worden gemilderd door in het RUP volgende maatregelen mee te nemen: Bestaande landbouwbedrijfszetels en concentraties van landbouwinfrastructuren worden buiten de bouwvrije agrarische gebieden gehouden. Enkel in de natuurkernen wordt de landbouwfunctie uitdovend. De natuurgebieden vormen geen aaneengesloten gebied. Ze concentreren zich rond 2 bestaande natuurkernen en brongebieden. De effectuering van het RUP zal niet leiden tot een versnippering van het landbouwgebied.
184469_07_tn Pagina 59 van 73
decretale bepalingen
Ook de zones voor beekvalleien blijven bestemd voor agrarische activiteiten. Bijkomend is hier plaats voor maatregelen in het kader van het integraal waterbeleid. De mogelijkheden voor functiewijzigingen van landbouwgebouwen blijven behouden. De uitgebrachte adviezen bevatten geen elementen die ertoe strekken te kunnen concluderen dat het uitgevoerde onderzoek naar mogelijke significante milieueffecten onvolledig of onjuist zou zijn. De dienst Mer concludeert dat het RUP geen aanleiding geeft tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een planMER niet nodig is. Voor meer details rond de screening en het oordeel van de dienst Mer wordt hier kortheidshalve verwezen naar de bijlagen van deze toelichting.
7.2
Watertoets
7.2.1
Algemeen
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (Belgisch Staatsblad 14 november 2003) legt in hoofdstuk III, afdeling I, bepaalde verplichtingen op, die de watertoets worden genoemd. Artikel 8 van dat decreet luidt: "Art. 8. § 1. De overheid die over een vergunning, een plan of programma moet beslissen, draagt er zorg voor, door het weigeren van de vergunning of door goedkeuring te weigeren aan het plan of programma dan wel door het opleggen van gepaste voorwaarden of aanpassingen aan het plan of programma, dat geen schadelijk effect ontstaat of zoveel mogelijk wordt beperkt en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Een schadelijk effect wordt gedefinieerd als: "ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit; die effecten omvatten mede effecten op de gezondheid van de mens en de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen, gelegen buiten overstromingsgebieden, op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend erfgoed, alsmede de samenhang tussen een of meer van deze elementen". Op 20 juli 2006 keurde de Vlaamse Regering het ontwerp van uitvoeringsbesluit over de watertoets definitief goed. Het besluit geeft de lokale, provinciale en gewestelijke overheden, die een vergunning moeten afleveren, richtlijnen voor de toepassing van de watertoets. Het besluit, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 oktober 2006 (Nr. 350 - pag 58326), treedt in werking op 1 november 2006. 7.2.2
Toepassing op het RUP
In het algemeen kan worden geconcludeerd, dat het RUP Open Ruimte ten opzichte van de gemeentelijke ruimtelijke structuurvisie geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met zich meebrengt. Hij volgt de hoofdlijnen van ruimtelijke beleid zoals neergelegd in het gewestplan en de GRSV en kan dus grosso modo juridisch-planologisch als een bevestiging van bestaand beleid op het gemeentelijke schaalniveau worden beschouwd. Voor zo ver sprake is van waterhuishoudkundige veranderingen in het plangebied zijn deze niet het gevolg van de thans voorgestelde bestemmingen, maar van eerdere beleidsbeslissingen of veranderingen in het grondgebruik in de toekomst. Het RUP Open Ruimte heeft daarom in principe geen nadelige waterhuishoudkundige consequenties.
184469_07_tn Pagina 60 van 73
decretale bepalingen
Een en ander neemt niet weg dat tijdens de planvorming is bekeken of de gekozen bestemmingen negatieve effecten kunnen hebben op het vlak van waterberging, verdroging, waterkwaliteit, bodemerosie en dergelijke. Dit heeft zijn neerslag gekregen in differentiaties / (overdrukken), die een aantal specifieke kwaliteiten moeten beschermen en die moeten bijdragen aan het vermijden van knelpunten als bodemerosie en verdroging. Conclusie Rekening houdend met bovenstaande en gezien het conserverende karakter van het RUP kan geoordeeld worden dat de impact op de waterhuishouding beperkt blijft. Specifieke herstelmaatregelen worden daarom niet noodzakelijk geacht.
7.3
Ruimtebalans, planbaten, planschade en bestemmingswijzigingcompensatie
7.3.1
Register van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die kan aanleiding geven tot een planschadevergoeding
In artikel 2.2.2, §1, eerste lid, 7° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening is de verplichting opgenomen om in ruimtelijke uitvoeringsplannen een register op te nemen van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die kan aanleiding geven tot een planschadevergoeding, vermeld in artikel 2.6.1 van de Codex, een planbatenheffing, vermeld in artikel 2.6.4 of een compensatie, vermeld in boek 6, titel 2 of titel 3, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid. Planschadevergoeding wordt toegekend wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een perceel niet meer in aanmerking komt voor een vergunning om te bouwen, vermeld in artikel 4.2.1, 1° van de Codex. Zoals in de voorgaande hoofdstukken al verschillende keren is toegelicht zijn de contouren en voorschriften van het thans voorliggende ruimtelijke uitvoeringsplan zodanig afgebakend dat zij voor een groot deel neerkomen op een herbevestiging van gewestelijk beleid. Enige uitzondering hierop is de herbestemming van percelen met de bestemming “bufferzone” of “parkgebied” ten zuiden van de spoorlijn Brussel-Leuven. Deze percelen maken deel uit van een samenhangend complex aan bosgemeenschappen en open agrarische ruimte aan de noordelijke rand van het Brabants Plateau en sluiten gedeeltelijk aan bij het VEN-gebied Bertembos. Het betreft hier percelen in een omvang van ca.29,4 ha, waaraan geen bestemmingsvoorschriften worden toegekend die aanleiding geven tot enige vorm van planschade. Omdat deze bestemmingswijzigingen geen bepalingen bevatten die als wijzigingen moeten beschouwd zoals in de voorgaande alinea en de Codex is omschreven, gaat de gemeente ervan uit dat deze wijzigingen niet tot planschaderegelingen aanleiding geven. De hierbij geheel of gedeeltelijk betrokken percelen zijn opgenomen in bijlage 3 van deze toelichting. Voor de volledigheid kan nog erop worden gewezen dat in de ontwerpversie van het RUP Open Ruimte twee structurele bestemmingswijzigingen waren opgenomen, die in het definitieve RUP niet terugkeren. Het betreft: de oorspronkelijk beoogde herbestemming van de omgeving van het Keulenhof, die op grond van diverse verzoeken tot handhaving van de huidige bestemming is geschrapt en bestemmingsveranderingen naar aanleiding van aanstaande gewestelijk beleid in het kader van de “Afbakening regionaal stedelijk gebied Leuven”, welke plandelen thans buiten het RUP zijn gehouden. Voor de volledigheid moet nog worden vermeld dat in het grafisch plan ook enkele ondergeschikte afbakeningen en aanpassingen van bestemmingscontouren zijn opgenomen (zoals de “redactionele“ afstemming van bestemmingsgrenzen op de kadastrale onderlegger). Ook deze aanpassingen en verbeteringen van het grafisch plan geven geen aanleiding tot planschade. Meer concreet betreft het:
184469_07_tn Pagina 61 van 73
decretale bepalingen
Fig. 33: HAG en landbouwbedrijven Herent (bron: AGIV 2009 en LV 2012)
184469_07_tn Pagina 62 van 73
decretale bepalingen
de incidentele afstemming van bestemmingscontouren uit het gewestplan aan onderliggende kadastrale begrenzingen de afbakening van de bestemmingsvlakken voor de regionale weginfrastructuur, waarmee de belangen van het hoofdwegennet en het spoorwegennet veilig gesteld worden een correcte afbakening van percelen die voor een klein deel in het RUP Open Ruimte en voor een groter deel in andere ruimtelijke uitvoeringsplannen zijn gelegen.
Tenslotte kan hier nog erop worden gewezen dat alle landbouwbedrijfszetels in het RUP Open Ruimte hun onderliggende (agrarische) bestemming houden. Geen van de landbouwbedrijfszetels is in de bestemming “Natuurgebied” gelegen noch in de bestemming “Bos – samenhangende structuur bos”. Ook hieromtrent kan dus de conclusie worden getrokken dat het RUP niet in een functieverandering voorziet die aanleiding geeft voor een planschade regeling.
GEBIEDSCATEGORIE e
4 Landbouw e
5 Bos
BESTEMMING OVERDRUK Agrarisch gebied open agrarisch gebied Bos - samenhangende structuur bos
OPPERVLAK
OPPERVLAK
(in ha)
(in gewestplan)
3
1576,0
1588,0
8
40,8
6,0
ART.
e
Parkgebieden
9
27,5
56,7
e
Bufferzones
-
-
5,7
e
Natuurgebied
7
283,9
283,9
e
Leidingstrook
11
-
-
12
2,6
-
13
10,1
0,6
10
12,4
12,4
4
181,0
-
5
237,7
-
6
40,6
-
Holle wegen
14
-
-
Waterlopen
15
-
-
6 Overig groen
6 Overig groen
7 Reservaat & natuur
8 Lijninfrastructuur
Verkeer- en e
8 Lijninfrastructuur
vervoersinfrastructuur spoorweg Verkeer- en
e
8 Lijninfrastructuur
vervoersinfrastructuur wegverkeer
e
9 Gemeenschaps- en nutsvoorzieningen
e
4 Landbouw
Gemeenschapsvoorziening Openbaar nut
Bouwvrij agrarisch gebied (overdruk) Landschap- en
e
4 Landbouw
Natuurontwikkelingsgebied (overdruk)
e
4 Landbouw
Gebied voor bosuitbreiding (overdruk)
indicatieve aanduiding
Tabel 4: Ruimtebalans RUP – gewestplan
184469_07_tn Pagina 63 van 73
decretale bepalingen
7.3.2
Register van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die kan aanleiding geven tot een planbatenheffing
Volgens Artikel 2.6.4 van de Codex is een planbatenheffing verschuldigd wanneer een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan of bijzonder plan van aanleg op een perceel bepaalde bestemmingswijzigingen doorvoert. De bestemmingswijzigingen worden in datzelfde artikel opgesomd. Het RUP voert geen dergelijke bestemmingswijzigingen door die aanleiding kunnen geven tot een planbatenheffing. 7.3.3
Register van percelen waarop een bestemmingswijziging gebeurt die kan aanleiding geven tot planologische compensatie
Uitgangspunt van het RUP is een planopzet waarbij de contouren van de hoofdbestemming voor zo ver als mogelijk identiek zijn aan de hoofdfuncties zoals vastgelegd in het gewestplan. Hierdoor kan de noodzaak tot planologische compensatie zo goed mogelijk worden beperkt. Uit een statistische vergelijking van de hoofdbestemmingen uit het gewestplan en de hoofdbestemmingen uit het RUP laat zien dat de hoofdfuncties “agrarisch gebied” en “natuurgebied” niet van elkaar verschillen. Ook is er geen sprake van een functiewijziging binnen gebieden, die in het recente verleden zijn aangewezen als herbevestigd agrarisch gebied (HAG). Voor de volledigheid moet er wel op worden gewezen: dat langs de Mechelsesteenweg, Brusselsesteenweg en de Omleiding enkele HAG-percelen van de overdruk “bouwvrij agrarisch gebied zijn voorzien en dat aan de zuidrand van Herent langs de E314 enkele HAG-percelen van de overdruk “gebied voor bosuitbreiding” zijn voorzien. De onderliggende hoofdbestemming “agrarisch gebied” is evenwel gehandhaafd. Dat het ruimtelijke uitvoeringsplan verder ook één structurele bestemmingswijzigingen bevat is in paragraaf 7.3.1 al toegelicht. Het betreft hier de herbestemming van overig parkgebied en bufferzones tot bos. Deze bestemmingsverandering heeft betrekking op een wijziging van twee hoofdfuncties uit de gewestelijke gebiedscategorieën “Overig groen” naar de gebiedscategorieën en hoofdfuncties “Agrarisch Gebied” en “Bos”, hetgeen volgens het ruimtelijke ordeningsbeleid van de Vlaamse overheid niet als een functiewijziging moet worden aangemerkt waarbij sprake is van een planologische compensatieplicht. 7.3.4
Register bestemmingswijzigingcompensatie
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 27 maart 2009 bepaalt verder ook dat een RUP in voorkomend geval ook een register moet bevatten met percelen die recht hebben op een gebruikerscompensatie bij bestemmingswijzigingen, overdrukken en erfdienstbaarheden tot openbaar nut opgelegd door de Vlaamse overheid. Daarbij worden de volgende definities gehanteerd: een bestemmingswijziging is een wijziging t.g.v. een ruimtelijk uitvoeringsplan dat een landbouwzone omzet naar een natuur- of boszone of een zone ‘overig groen’. schade door ‘overdrukken’ kan zich voordoen wanneer op de bestemming van een gebied een overdruk ‘ecologisch belang’, ‘ecologische waarde’, ‘overstromingsgebied’, ‘reservaat’ of ‘valleigebied’ wordt gelegd. gebruikers hebben recht op een compensatie voor de geleden schade die ontstaan is door een erfdienstbaarheid tot openbaar nut opgelegd door de Vlaamse overheid op een agrarisch gebied of op een landzone, wanneer die erfdienstbaarheid ‘meer gebruiksbeperkingen teweegbrengt dan redelijkerwijs in het algemeen belang en ter vrijwaring van de basismilieukwaliteit moet aanvaard worden’. Voorwaarde voor een compensatie is dat het perceel minstens een halve hectare groot is en geregistreerd is in het Geïntegreerd Beheersen Controlesysteem van de landbouwadministratie.
184469_07_tn Pagina 64 van 73
decretale bepalingen
De gebruikerscompensatie wordt uitbetaald door de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering kent de compensatie pas toe wanneer ze deze gebruiksbeperking heeft vastgesteld op basis van het advies van de bevoegde kapitaalschadecommissie. De Vlaamse Regering zal later nog de details over de berekening van de compensatie bepalen. Tijdens de heroverweging van de adviezen en bezwaren is gebleken, dat voor een deel van de agrarisch bestemde percelen de overdruk ”landschap- en natuurontwikkelingsgebied” van toepassing is. Door deze overdruk zijn deze percelen aan te merken als ruimtelijk kwetsbaar. In het verlengde hiervan diende zich de vraag aan of voor deze percelen sprake is van een recht op nadeelcompensatie (denk bijvoorbeeld aan compensatie voor bepaalde gebruiksbeperkingen op het vlak van beweiding, bemesting of dergelijke). Gebleken is echter dat de overdruk enkel betrekking heeft op ruimtelijke aspecten. De gemeente is daarom van mening, dat een nadeelcompensatie in de vorm van een bestemmingswijzigingcompensatie niet aan de orde is. Een definitief oordeel hierover dient echter door de kapitaalschadecommissie en de Vlaamse Landmaatschappij te worden gegeven. Voor de volledigheid zijn alle percelen met een overdruk “landschap- en natuurontwikkelingsgebied” opgenomen in de registertabellen in bijlage III.
184469_07_tn Pagina 65 van 73
decretale bepalingen
184469_07_tn Pagina 66 van 73
8
REIKWIJDTE VAN HET RUP
8.1
Op te heffen voorschriften binnen de grenzen van het RUP
De voorschriften opgenomen in het Koninklijk Besluit van 28.12.1972 betreffende de inrichting van de ontwerp gewestplannen voor het gewestplan Leuven vastgesteld bij KB van 7 april 1977 (BS 20 april 1977), gedeeltelijk herzien bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 1998 vallende binnen de perimeter van RUP Open Ruimte Herent, worden volledig opgeheven en integraal vervangen door het van kracht geworden RUP “Open Ruimte Herent”. Het gaat om volgende hoofdfuncties van het gewestplan: agrarische gebieden landschappelijk waardevolle gebieden natuurgebied parkgebieden bufferzones bosgebieden. De nieuwe stedenbouwkundige voorschriften en het bijbehorende grafisch plan van het RUP “Open Ruimte” vervangen het juridisch kader van het gewestplan.
8.2
Reikwijdte van de voorschriften van het RUP Open Ruimte
Ongeacht de bepalingen uit de voorschriften van onderhavig Ruimtelijke Uitvoeringsplan blijven voor onderhavig plangebied ook de voorschriften van toepassing van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Zonevreemde Woningen zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 16 maart 2007.
184469_07_tn Pagina 67 van 73
REIKWIJDTE VAN HET RUP
184469_07_tn Pagina 68 van 73
BIJLAGE I
184469_07_tn Pagina 69 van 73
BIJLAGE II
184469_07_tn Pagina 71 van 73
Legende plangrens
GEMEENTE HERENT Bestaande bedrijfsactiviteiten
plangrens
Handelsactiviteiten
contour_BPA
Handelsactiviteiten en bedrijvigheid
RUP
KMO-zone
geen open ruimte
Landschaps- en natuurontwikkelingsgebied Natuurkerngebied Natuurkerngebied_vallei_bos
RUP Open Ruimte
RUP´s, BPA´s en gebiedsdifferentiatie RUP zonevreemde woningen
Op te waarderen agrarisch landschap Open agrarisch landschap Strategische projectzone Woongebied plangebied
Opdrachtgever: Datum :
gemeente Herent 21.08.2012
NGI, Topografische kaart, 20xx © Grontmij Belgium nv Alle rechten voorbehouden
BIJLAGE III
184469_07_tn Pagina 73 van 73
A
B
C
D
E
F
1 KADASTRAAL PERCEEL BETROKKEN BIJ HERBESTEMMING 2 3 "Bufferzones" herbestemd tot "Bos - samenhangende structuur bos" 4 PERCID 5 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 0 24127 E 24 N 24127_E_0024_N_004_00 6 1 24127 E 28 F 24127_E_0028_F_000_00 7 2 24127 E 24 M 24127_E_0024_M_004_00 8 3 24127 E 28 G 24127_E_0028_G_000_00 9 4 24127 E 27 A 24127_E_0027_A_000_00 10 5 24127 E 24 A 24127_E_0024_A_000_02 11 6 24127 E 24 B 24127_E_0024_B_000_02 12 7 24127 E 26 _ 24127_E_0026___000_00 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
A
B
C
D
E
F
1 KADASTRAAL PERCEEL BETROKKEN BIJ HERBESTEMMING 2 3 "Parkgebied" herbestemd tot "Bos - samenhangende structuur bos" 4 PERCID 5 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 0 24127 C 480 _ 24127_C_0480___000_00 6 1 24127 C 461 B 24127_C_0461_B_000_00 7 2 24127 C 477 _ 24127_C_0477___000_00 8 3 24127 C 219 F 24127_C_0219_F_000_00 9 4 24127 C 487 _ 24127_C_0487___000_00 10 5 24127 C 512 _ 24127_C_0512___000_00 11 6 24127 C 483 C 24127_C_0483_C_000_00 12 7 24127 C 233 F 24127_C_0233_F_000_00 13 8 24127 C 482 _ 24127_C_0482___000_00 14 9 24127 D 43 S 24127_D_0043_S_000_00 15 24127 C 511 _ 24127_C_0511___000_00 16 10 24127 C 513 A 24127_C_0513_A_000_00 17 11 24127 C 216 B 24127_C_0216_B_000_00 18 12 24127 C 219 X 24127_C_0219_X_000_00 19 13 24127 C 232 C 24127_C_0232_C_000_00 20 14 24127 C 215 E 24127_C_0215_E_000_00 21 15 24127 C 229 C 24127_C_0229_C_000_00 22 16 24423 I 34 _ 24423_I_0034___000_00 23 17 24127 C 232 B 24127_C_0232_B_000_00 24 18 24127 C 221 F 24127_C_0221_F_000_00 25 19 24127 C 233 G 24127_C_0233_G_000_00 26 20 24127 D 39 E 24127_D_0039_E_000_00 27 21 24127 C 224 C 24127_C_0224_C_000_00 28 22 24127 C 215 C 24127_C_0215_C_000_00 29 23 24111 E 566 Y 24111_E_0566_Y_000_00 30 24 24127 C 221 B 24127_C_0221_B_000_00 31 25 24127 C 463 _ 24127_C_0463___000_00 32 26 24127 C 217 _ 24127_C_0217___000_00 33 27 24127 C 481 D 24127_C_0481_D_000_00 34 28 24127 C 481 H 24127_C_0481_H_000_00 35 29 24127 C 514 _ 24127_C_0514___000_00 36 30 24111 E 566 P 24111_E_0566_P_000_00 37 31 24127 D 39 K 24127_D_0039_K_000_00 38 32 24127 D 39 D 24127_D_0039_D_000_00 39 33 24127 C 223 C 24127_C_0223_C_000_00 40 34 24127 D 42 C 24127_D_0042_C_000_00 41 35 24127 C 210 G 24127_C_0210_G_000_00 42 36 24127 C 224 R 24127_C_0224_R_000_00 43 37 24127 C 218 _ 24127_C_0218___000_00 44 38 24127 D 39 H 24127_D_0039_H_000_00 45 39 24127 C 488 A 24127_C_0488_A_000_00 46 40 24127 C 210 H 24127_C_0210_H_000_00 47 41
A
B
C
D
E
F
48 KADASTRAAL PERCEEL BETROKKEN BIJ HERBESTEMMING 49 50 "Parkgebied" herbestemd tot "Bos - samenhangende structuur bos" 51 PERCID 52 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24127 C 486 B 24127_C_0486_B_000_00 53 42 24127 C 222 A 24127_C_0222_A_000_00 54 43 24127 D 38 D 24127_D_0038_D_000_00 55 44 24127 C 484 B 24127_C_0484_B_000_00 56 45 24127 D 40 D 24127_D_0040_D_000_00 57 46 24127 C 481 F 24127_C_0481_F_000_00 58 47 24127 D 43 N 24127_D_0043_N_000_00 59 48 24127 C 478 _ 24127_C_0478___000_00 60 49 24127 C 489 A 24127_C_0489_A_000_00 61 50 24423 I 31 _ 24423_I_0031___000_00 62 51 24127 C 227 D 24127_C_0227_D_000_00 63 52 24127 C 226 B 24127_C_0226_B_000_00 64 53 24127 C 464 C 24127_C_0464_C_000_00 65 54 24127 C 225 _ 24127_C_0225___000_00 66 55 24127 C 210 D 24127_C_0210_D_000_00 67 56 24127 C 515 _ 24127_C_0515___000_00 68 57 24127 C 223 B 24127_C_0223_B_000_00 69 58 24127 C 479 B 24127_C_0479_B_000_00 70 59 24127 C 479 A 24127_C_0479_A_000_00 71 60 24127 C 481 E 24127_C_0481_E_000_00 72 61 24127 C 221 D 24127_C_0221_D_000_00 73 62 24127 C 483 B 24127_C_0483_B_000_00 74 63 24127 C 220 D 24127_C_0220_D_000_00 75 64 24127 C 483 A 24127_C_0483_A_000_00 76 65 24127 C 233 D 24127_C_0233_D_000_00 77 66 24127 D 43 F 24127_D_0043_F_000_00 78 67 24127 C 485 B 24127_C_0485_B_000_00 79 68 24111 E 566 A 24111_E_0566_A_002_00 80 69 24423 I 30 A 24423_I_0030_A_000_00 81 70 24423 I 32 B 24423_I_0032_B_000_00 82 71 24111 E 566 Z 24111_E_0566_Z_000_00 83 72 24127 C 489 D 24127_C_0489_D_000_00 84 73 24127 C 481 G 24127_C_0481_G_000_00 85 74 24127 C 489 C 24127_C_0489_C_000_00 86 75 87 88 89 90 91 92 93 94
A
B
C
D
E
F
1 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 2 3 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 4 PERCID 5 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 0 24111 D 315 C 24111_D_0315_C_000_00 6 1 24111 D 350 V 24111_D_0350_V_000_00 7 2 24111 D 315 Y 24111_D_0315_Y_000_00 8 3 24127 B 212 B 24127_B_0212_B_000_00 9 4 24422 F 148 _ 24422_F_0148___000_00 10 5 24422 F 269 A 24422_F_0269_A_000_00 11 6 24422 F 177 M 24422_F_0177_M_000_00 12 7 24422 F 253 A 24422_F_0253_A_000_00 13 8 24422 F 146 A 24422_F_0146_A_000_00 14 9 24422 F 170 B 24422_F_0170_B_000_00 15 24422 F 255 B 24422_F_0255_B_002_00 16 10 24422 F 142 B 24422_F_0142_B_000_00 17 11 24422 F 255 Z 24422_F_0255_Z_000_00 18 12 24422 F 346 B 24422_F_0346_B_000_00 19 13 24422 F 272 X 24422_F_0272_X_002_00 20 14 24422 F 272 L 24422_F_0272_L_002_00 21 15 24111 D 314 W 24111_D_0314_W_000_00 22 16 24127 B 85 P 24127_B_0085_P_000_00 23 17 24422 F 138 B 24422_F_0138_B_000_00 24 18 24422 F 150 C 24422_F_0150_C_000_00 25 19 24422 F 229 P 24422_F_0229_P_000_00 26 20 24422 F 159 T 24422_F_0159_T_000_00 27 21 24422 F 146 B 24422_F_0146_B_000_00 28 22 24422 F 158 B 24422_F_0158_B_000_00 29 23 24422 F 307 _ 24422_F_0307___000_00 30 24 24422 F 229 F 24422_F_0229_F_000_00 31 25 24127 B 196 S 24127_B_0196_S_000_00 32 26 24422 F 181 B 24422_F_0181_B_000_00 33 27 24422 F 159 S 24422_F_0159_S_000_00 34 28 24422 F 321 _ 24422_F_0321___000_00 35 29 24111 D 332 B 24111_D_0332_B_000_00 36 30 24127 B 177 G 24127_B_0177_G_000_00 37 31 24422 F 177 H 24422_F_0177_H_000_00 38 32 24422 F 150 E 24422_F_0150_E_000_00 39 33 24111 D 133 L 24111_D_0133_L_000_00 40 34 24127 B 234 _ 24127_B_0234___000_00 41 35 24422 F 267 _ 24422_F_0267___000_00 42 36 24422 F 159 N 24422_F_0159_N_000_00 43 37 24422 F 178 D 24422_F_0178_D_000_00 44 38 24422 F 273 C 24422_F_0273_C_000_00 45 39 24422 F 141 C 24422_F_0141_C_000_00 46 40 24422 F 191 H 24422_F_0191_H_002_00 47 41
A
B
C
D
E
F
48 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 49 50 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 51 PERCID 52 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 137 _ 24422_F_0137___000_00 53 42 24111 D 142 B 24111_D_0142_B_000_00 54 43 24422 F 177 A 24422_F_0177_A_002_00 55 44 24111 D 346 B 24111_D_0346_B_000_00 56 45 24422 F 132 _ 24422_F_0132___000_00 57 46 24422 F 149 _ 24422_F_0149___000_00 58 47 24422 F 205 _ 24422_F_0205___000_00 59 48 24422 F 203 C 24422_F_0203_C_000_00 60 49 24422 F 185 B 24422_F_0185_B_000_00 61 50 24422 F 235 E 24422_F_0235_E_000_00 62 51 24422 F 120 C 24422_F_0120_C_000_00 63 52 24422 F 154 _ 24422_F_0154___000_00 64 53 24111 D 350 N 24111_D_0350_N_000_00 65 54 24127 B 176 A 24127_B_0176_A_000_00 66 55 24422 F 347 B 24422_F_0347_B_000_00 67 56 24422 F 131 C 24422_F_0131_C_000_00 68 57 24422 F 261 A 24422_F_0261_A_000_00 69 58 24422 F 257 E 24422_F_0257_E_000_00 70 59 24422 F 204 V 24422_F_0204_V_000_00 71 60 24111 D 348 B 24111_D_0348_B_000_00 72 61 24422 F 348 _ 24422_F_0348___000_00 73 62 24422 F 177 R 24422_F_0177_R_000_00 74 63 24422 F 144 A 24422_F_0144_A_000_00 75 64 24422 F 177 Z 24422_F_0177_Z_000_00 76 65 24422 F 160 A 24422_F_0160_A_000_00 77 66 24422 F 255 Y 24422_F_0255_Y_000_00 78 67 24111 D 142 D 24111_D_0142_D_000_00 79 68 24422 E 3 A 24422_E_0003_A_000_00 80 69 24422 F 198 B 24422_F_0198_B_000_00 81 70 24111 D 336 G 24111_D_0336_G_000_00 82 71 24127 B 85 K 24127_B_0085_K_000_00 83 72 24422 F 270 _ 24422_F_0270___000_00 84 73 24127 B 173 C 24127_B_0173_C_000_00 85 74 24127 B 185 _ 24127_B_0185___000_00 86 75 24422 F 275 K 24422_F_0275_K_000_00 87 76 24422 F 313 W 24422_F_0313_W_000_00 88 77 24111 D 130 S 24111_D_0130_S_000_00 89 78 24127 B 181 _ 24127_B_0181___000_00 90 79 24422 F 190 R 24422_F_0190_R_000_00 91 80 24127 B 58 B 24127_B_0058_B_000_00 92 81 24422 F 206 _ 24422_F_0206___000_00 93 82 24422 F 193 H 24422_F_0193_H_000_00 94 83
A
B
C
D
E
F
95 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 96 97 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 98 PERCID 99 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24127 B 216 A 24127_B_0216_A_000_00 100 84 24422 F 174 C 24422_F_0174_C_000_00 101 85 24127 B 146 _ 24127_B_0146___000_00 102 86 24422 F 347 A 24422_F_0347_A_000_00 103 87 24422 F 302 A 24422_F_0302_A_000_00 104 88 24111 D 130 K 24111_D_0130_K_000_00 105 89 24422 F 210 Z 24422_F_0210_Z_000_00 106 90 24111 D 342 B 24111_D_0342_B_000_00 107 91 24127 B 253 _ 24127_B_0253___000_00 108 92 24111 D 354 K 24111_D_0354_K_000_00 109 93 24422 F 271 D 24422_F_0271_D_000_00 110 94 24422 F 309 C 24422_F_0309_C_000_00 111 95 24422 F 130 K 24422_F_0130_K_000_00 112 96 24127 B 187 C 24127_B_0187_C_000_00 113 97 24127 B 58 C 24127_B_0058_C_000_00 114 98 24422 F 175 P 24422_F_0175_P_000_00 115 99 24127 B 233 _ 24127_B_0233___000_00 116 100 24127 B 177 L 24127_B_0177_L_000_00 117 101 24422 F 129 C 24422_F_0129_C_000_00 118 102 24422 F 262 C 24422_F_0262_C_000_00 119 103 24422 F 138 A 24422_F_0138_A_000_00 120 104 24127 B 203 A 24127_B_0203_A_000_00 121 105 24127 B 254 _ 24127_B_0254___000_00 122 106 24111 D 130 R 24111_D_0130_R_000_00 123 107 24127 B 202 _ 24127_B_0202___000_00 124 108 24111 D 142 E 24111_D_0142_E_000_00 125 109 24422 F 247 G 24422_F_0247_G_000_00 126 110 24422 F 227 G 24422_F_0227_G_000_00 127 111 24422 F 220 D 24422_F_0220_D_002_00 128 112 24111 D 350 D 24111_D_0350_D_000_00 129 113 24422 F 264 A 24422_F_0264_A_000_00 130 114 24422 F 153 A 24422_F_0153_A_000_00 131 115 24422 F 268 A 24422_F_0268_A_000_00 132 116 24111 D 315 V 24111_D_0315_V_000_00 133 117 24422 F 169 B 24422_F_0169_B_000_00 134 118 24422 F 159 K 24422_F_0159_K_000_00 135 119 24422 F 197 _ 24422_F_0197___000_00 136 120 24422 F 272 S 24422_F_0272_S_002_00 137 121 24127 B 214 A 24127_B_0214_A_000_00 138 122 24422 F 220 E 24422_F_0220_E_002_00 139 123 24422 F 252 D 24422_F_0252_D_000_00 140 124 24422 F 156 _ 24422_F_0156___000_00 141 125
A
B
C
D
E
F
142 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 143 144 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 145 PERCID 146 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 134 _ 24422_F_0134___000_00 147 126 24422 F 238 C 24422_F_0238_C_000_00 148 127 24111 D 308 A 24111_D_0308_A_000_00 149 128 24422 E 1 K 24422_E_0001_K_000_00 150 129 24127 B 252 _ 24127_B_0252___000_00 151 130 24127 B 211 B 24127_B_0211_B_000_00 152 131 24422 F 234 B 24422_F_0234_B_000_00 153 132 24422 F 152 _ 24422_F_0152___000_00 154 133 24111 D 348 C 24111_D_0348_C_000_00 155 134 24422 F 128 G 24422_F_0128_G_000_00 156 135 24127 B 220 _ 24127_B_0220___000_00 157 136 24127 B 177 F 24127_B_0177_F_000_00 158 137 24111 D 341 A 24111_D_0341_A_000_00 159 138 24111 D 339 C 24111_D_0339_C_000_00 160 139 24422 F 257 C 24422_F_0257_C_000_00 161 140 24422 F 235 C 24422_F_0235_C_000_00 162 141 24422 F 175 L 24422_F_0175_L_000_00 163 142 24422 F 130 G 24422_F_0130_G_000_00 164 143 24422 F 337 Y 24422_F_0337_Y_000_00 165 144 24127 B 170 _ 24127_B_0170___000_00 166 145 24127 B 176 K 24127_B_0176_K_000_00 167 146 24422 F 311 T 24422_F_0311_T_000_00 168 147 24111 D 350 Z 24111_D_0350_Z_000_00 169 148 24422 E 3 E 24422_E_0003_E_000_00 170 149 24422 F 313 S 24422_F_0313_S_000_00 171 150 24111 D 346 A 24111_D_0346_A_000_00 172 151 24422 F 125 D 24422_F_0125_D_002_00 173 152 24111 D 315 W 24111_D_0315_W_000_00 174 153 24422 E 1 H 24422_E_0001_H_000_00 175 154 24422 F 229 M 24422_F_0229_M_000_00 176 155 24422 F 195 M 24422_F_0195_M_000_00 177 156 24111 D 354 H 24111_D_0354_H_000_00 178 157 24127 B 250 _ 24127_B_0250___000_00 179 158 24127 B 235 _ 24127_B_0235___000_00 180 159 24127 B 85 R 24127_B_0085_R_000_00 181 160 24127 B 196 F 24127_B_0196_F_000_00 182 161 24422 F 174 D 24422_F_0174_D_000_00 183 162 24422 F 169 C 24422_F_0169_C_000_00 184 163 24422 F 155 A 24422_F_0155_A_000_00 185 164 24422 F 141 B 24422_F_0141_B_000_00 186 165 24422 F 245 S 24422_F_0245_S_000_00 187 166 24422 F 150 B 24422_F_0150_B_000_00 188 167
A
B
C
D
E
F
189 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 190 191 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 192 PERCID 193 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24127 B 177 K 24127_B_0177_K_000_00 194 168 24111 D 332 A 24111_D_0332_A_000_00 195 169 24422 F 227 E 24422_F_0227_E_000_00 196 170 24127 B 232 _ 24127_B_0232___000_00 197 171 24127 B 176 L 24127_B_0176_L_000_00 198 172 24422 F 129 D 24422_F_0129_D_000_00 199 173 24422 F 186 C 24422_F_0186_C_000_00 200 174 24422 F 346 N 24422_F_0346_N_000_00 201 175 24127 B 59 A 24127_B_0059_A_000_00 202 176 24422 F 255 A 24422_F_0255_A_002_00 203 177 24111 D 349 A 24111_D_0349_A_000_00 204 178 24127 B 199 A 24127_B_0199_A_000_00 205 179 24422 F 259 B 24422_F_0259_B_000_00 206 180 24422 F 128 F 24422_F_0128_F_000_00 207 181 24422 F 125 K 24422_F_0125_K_002_00 208 182 24422 F 201 A 24422_F_0201_A_000_00 209 183 24422 F 319 _ 24422_F_0319___000_00 210 184 24111 D 314 N 24111_D_0314_N_000_00 211 185 24422 F 198 D 24422_F_0198_D_000_00 212 186 24422 F 272 W 24422_F_0272_W_002_00 213 187 24127 B 211 C 24127_B_0211_C_000_00 214 188 24111 D 314 S 24111_D_0314_S_000_00 215 189 24127 B 147 C 24127_B_0147_C_000_00 216 190 24111 D 350 X 24111_D_0350_X_000_00 217 191 24111 D 129 E 24111_D_0129_E_000_00 218 192 24422 F 175 G 24422_F_0175_G_000_00 219 193 24422 F 175 N 24422_F_0175_N_000_00 220 194 24422 F 125 P 24422_F_0125_P_002_00 221 195 24111 D 315 F 24111_D_0315_F_000_00 222 196 24127 B 221 _ 24127_B_0221___000_00 223 197 24127 B 176 H 24127_B_0176_H_000_00 224 198 24127 B 182 R 24127_B_0182_R_000_00 225 199 24422 F 166 F 24422_F_0166_F_000_00 226 200 24422 F 311 C 24422_F_0311_C_002_00 227 201 24422 F 210 Y 24422_F_0210_Y_000_00 228 202 24111 D 314 P 24111_D_0314_P_000_00 229 203 24422 F 179 A 24422_F_0179_A_000_00 230 204 24422 F 272 T 24422_F_0272_T_002_00 231 205 24127 B 186 _ 24127_B_0186___000_00 232 206 24111 D 314 R 24111_D_0314_R_000_00 233 207 24422 F 130 F 24422_F_0130_F_000_00 234 208 24127 B 196 Y 24127_B_0196_Y_000_00 235 209
A
B
C
D
E
F
236 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 237 238 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 239 PERCID 240 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24127 B 83 A 24127_B_0083_A_000_00 241 210 24422 F 233 A 24422_F_0233_A_000_00 242 211 24422 F 159 R 24422_F_0159_R_000_00 243 212 24422 F 182 A 24422_F_0182_A_000_00 244 213 24422 F 229 H 24422_F_0229_H_000_00 245 214 24422 F 250 B 24422_F_0250_B_000_00 246 215 24111 D 133 H 24111_D_0133_H_000_00 247 216 24422 F 122 C 24422_F_0122_C_000_00 248 217 24422 F 130 E 24422_F_0130_E_000_00 249 218 24422 F 159 P 24422_F_0159_P_000_00 250 219 24422 F 189 A 24422_F_0189_A_000_00 251 220 24422 F 166 G 24422_F_0166_G_000_00 252 221 24422 F 195 N 24422_F_0195_N_000_00 253 222 24422 F 170 A 24422_F_0170_A_000_00 254 223 24422 F 231 _ 24422_F_0231___000_00 255 224 24422 F 229 N 24422_F_0229_N_000_00 256 225 24422 F 304 A 24422_F_0304_A_000_00 257 226 24111 D 130 M 24111_D_0130_M_000_00 258 227 24422 F 168 E 24422_F_0168_E_000_00 259 228 24111 D 314 V 24111_D_0314_V_000_00 260 229 24111 D 350 Y 24111_D_0350_Y_000_00 261 230 24422 F 350 _ 24422_F_0350___000_00 262 231 24127 B 180 A 24127_B_0180_A_000_00 263 232 24422 F 309 D 24422_F_0309_D_000_00 264 233 24111 D 335 H 24111_D_0335_H_000_00 265 234 24422 F 204 R 24422_F_0204_R_000_00 266 235 24127 B 173 D 24127_B_0173_D_000_00 267 236 24422 F 147 _ 24422_F_0147___000_00 268 237 24422 F 308 _ 24422_F_0308___000_00 269 238 24422 F 131 A 24422_F_0131_A_000_00 270 239 24422 F 198 C 24422_F_0198_C_000_00 271 240 24422 F 245 W 24422_F_0245_W_000_00 272 241 24422 F 346 S 24422_F_0346_S_000_00 273 242 24127 B 231 _ 24127_B_0231___000_00 274 243 24422 F 131 D 24422_F_0131_D_000_00 275 244 24422 F 133 _ 24422_F_0133___000_00 276 245 24422 F 273 B 24422_F_0273_B_000_00 277 246 24422 F 187 C 24422_F_0187_C_000_00 278 247 24422 F 263 A 24422_F_0263_A_000_00 279 248 24111 D 350 T 24111_D_0350_T_000_00 280 249 24422 F 182 B 24422_F_0182_B_000_00 281 250 24422 F 125 T 24422_F_0125_T_000_00 282 251
A
B
C
D
E
F
283 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 284 285 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 286 PERCID 287 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 259 D 24422_F_0259_D_000_00 288 252 24111 D 354 L 24111_D_0354_L_000_00 289 253 24422 F 125 N 24422_F_0125_N_002_00 290 254 24422 F 122 B 24422_F_0122_B_000_00 291 255 24111 D 315 T 24111_D_0315_T_000_00 292 256 24127 B 82 C 24127_B_0082_C_000_00 293 257 24422 F 190 L 24422_F_0190_L_000_00 294 258 24422 F 235 D 24422_F_0235_D_000_00 295 259 24127 B 8 G 24127_B_0008_G_000_00 296 260 24111 D 130 V 24111_D_0130_V_000_00 297 261 24111 D 347 D 24111_D_0347_D_000_00 298 262 24422 F 190 E 24422_F_0190_E_000_00 299 263 24422 F 150 A 24422_F_0150_A_000_00 300 264 24111 D 350 W 24111_D_0350_W_000_00 301 265 24111 D 337 _ 24111_D_0337___000_00 302 266 24111 D 314 X 24111_D_0314_X_000_00 303 267 24422 F 256 D 24422_F_0256_D_000_00 304 268 24127 B 196 X 24127_B_0196_X_000_00 305 269 24111 D 315 P 24111_D_0315_P_000_00 306 270 24422 F 125 C 24422_F_0125_C_002_00 307 271 24111 D 333 D 24111_D_0333_D_000_00 308 272 24422 F 173 A 24422_F_0173_A_000_00 309 273 24111 D 314 T 24111_D_0314_T_000_00 310 274 24111 D 132 C 24111_D_0132_C_000_00 311 275 24111 D 314 Y 24111_D_0314_Y_000_00 312 276 24422 F 255 S 24422_F_0255_S_000_00 313 277 24422 F 171 N 24422_F_0171_N_000_00 314 278 24127 B 197 C 24127_B_0197_C_000_00 315 279 24422 F 140 A 24422_F_0140_A_000_00 316 280 24422 F 242 B 24422_F_0242_B_000_00 317 281 24422 F 145 _ 24422_F_0145___000_00 318 282 24422 F 230 _ 24422_F_0230___000_00 319 283 24422 F 255 W 24422_F_0255_W_000_00 320 284 24422 F 207 A 24422_F_0207_A_000_00 321 285 24422 F 177 E 24422_F_0177_E_002_00 322 286 24127 B 178 B 24127_B_0178_B_000_00 323 287 24111 D 132 G 24111_D_0132_G_000_00 324 288 24422 F 229 V 24422_F_0229_V_000_00 325 289 24422 F 123 A 24422_F_0123_A_000_00 326 290 24127 B 175 A 24127_B_0175_A_000_00 327 291 24127 B 215 A 24127_B_0215_A_000_00 328 292 24422 F 177 D 24422_F_0177_D_002_00 329 293
A
B
C
D
E
F
330 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 331 332 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 333 PERCID 334 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 204 T 24422_F_0204_T_000_00 335 294 24422 F 229 G 24422_F_0229_G_000_00 336 295 24127 B 196 W 24127_B_0196_W_000_00 337 296 24422 F 310 _ 24422_F_0310___000_00 338 297 24422 F 131 E 24422_F_0131_E_000_00 339 298 24111 D 348 D 24111_D_0348_D_000_00 340 299 24127 B 196 T 24127_B_0196_T_000_00 341 300 24422 F 255 T 24422_F_0255_T_000_00 342 301 24127 B 8 F 24127_B_0008_F_000_00 343 302 24422 F 306 A 24422_F_0306_A_000_00 344 303 24127 B 8 E 24127_B_0008_E_000_00 345 304 24422 F 150 D 24422_F_0150_D_000_00 346 305 24127 B 85 M 24127_B_0085_M_000_00 347 306 24422 F 146 C 24422_F_0146_C_000_00 348 307 24422 F 229 R 24422_F_0229_R_000_00 349 308 24422 E 6 C 24422_E_0006_C_000_00 350 309 24111 D 348 E 24111_D_0348_E_000_00 351 310 24111 D 336 H 24111_D_0336_H_000_00 352 311 24422 F 305 B 24422_F_0305_B_000_00 353 312 24422 F 196 A 24422_F_0196_A_000_00 354 313 24111 D 130 B 24111_D_0130_B_000_00 355 314 24422 F 336 F 24422_F_0336_F_000_00 356 315 24422 F 159 L 24422_F_0159_L_000_00 357 316 24127 B 199 C 24127_B_0199_C_000_00 358 317 24422 F 227 A 24422_F_0227_A_000_00 359 318 24422 F 346 C 24422_F_0346_C_000_00 360 319 24422 E 6 B 24422_E_0006_B_000_00 361 320 24422 F 190 P 24422_F_0190_P_000_00 362 321 24422 F 198 E 24422_F_0198_E_000_00 363 322 24127 B 180 B 24127_B_0180_B_000_00 364 323 24422 F 275 H 24422_F_0275_H_000_00 365 324 24422 F 128 H 24422_F_0128_H_000_00 366 325 24127 B 172 A 24127_B_0172_A_000_00 367 326 24422 E 6 D 24422_E_0006_D_000_00 368 327 24422 F 171 M 24422_F_0171_M_000_00 369 328 24422 F 136 _ 24422_F_0136___000_00 370 329 24422 F 161 C 24422_F_0161_C_000_00 371 330 24111 D 340 A 24111_D_0340_A_000_00 372 331 24422 F 259 E 24422_F_0259_E_000_00 373 332 24422 F 130 H 24422_F_0130_H_000_00 374 333 24127 B 179 B 24127_B_0179_B_000_00 375 334 24422 F 177 F 24422_F_0177_F_002_00 376 335
A
B
C
D
E
F
377 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 378 379 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 380 PERCID 381 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 D 339 D 24111_D_0339_D_000_00 382 336 24422 F 200 _ 24422_F_0200___000_00 383 337 24422 F 191 G 24422_F_0191_G_002_00 384 338 24111 D 345 A 24111_D_0345_A_000_00 385 339 24127 B 177 M 24127_B_0177_M_000_00 386 340 24422 F 227 H 24422_F_0227_H_000_00 387 341 24127 B 200 _ 24127_B_0200___000_00 388 342 24127 B 7 _ 24127_B_0007___000_00 389 343 24111 D 129 G 24111_D_0129_G_000_00 390 344 24422 F 268 B 24422_F_0268_B_000_00 391 345 24422 F 336 M 24422_F_0336_M_000_00 392 346 24422 F 258 A 24422_F_0258_A_000_00 393 347 24422 F 175 M 24422_F_0175_M_000_00 394 348 24422 F 125 S 24422_F_0125_S_000_00 395 349 24422 F 212 F 24422_F_0212_F_000_00 396 350 24111 D 316 A 24111_D_0316_A_000_00 397 351 24422 F 351 _ 24422_F_0351___000_00 398 352 24422 F 255 K 24422_F_0255_K_000_00 399 353 24422 F 172 _ 24422_F_0172___000_00 400 354 24127 B 196 V 24127_B_0196_V_000_00 401 355 24111 D 353 C 24111_D_0353_C_000_00 402 356 24422 F 254 A 24422_F_0254_A_000_00 403 357 24111 D 129 F 24111_D_0129_F_000_00 404 358 24422 E 3 F 24422_E_0003_F_000_00 405 359 24111 D 133 K 24111_D_0133_K_000_00 406 360 24422 F 128 K 24422_F_0128_K_000_00 407 361 24422 F 192 D 24422_F_0192_D_000_00 408 362 24422 F 229 E 24422_F_0229_E_000_00 409 363 24422 F 336 L 24422_F_0336_L_000_00 410 364 24422 F 232 _ 24422_F_0232___000_00 411 365 24422 F 272 A 24422_F_0272_A_003_00 412 366 24111 D 133 M 24111_D_0133_M_000_00 413 367 24111 D 130 L 24111_D_0130_L_000_00 414 368 24127 B 85 L 24127_B_0085_L_000_00 415 369 24422 F 150 F 24422_F_0150_F_000_00 416 370 24422 F 202 E 24422_F_0202_E_000_00 417 371 24127 B 40 F 24127_B_0040_F_000_00 418 372 24111 D 354 G 24111_D_0354_G_000_00 419 373 24111 D 132 K 24111_D_0132_K_000_00 420 374 24127 B 83 B 24127_B_0083_B_000_00 421 375 24422 F 255 V 24422_F_0255_V_000_00 422 376 24422 F 129 E 24422_F_0129_E_000_00 423 377
A
B
C
D
E
F
424 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 425 426 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 427 PERCID 428 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 186 D 24422_F_0186_D_000_00 429 378 24111 D 333 C 24111_D_0333_C_000_00 430 379 24127 B 230 _ 24127_B_0230___000_00 431 380 24422 F 189 H 24422_F_0189_H_000_02 432 381 24127 B 236 A 24127_B_0236_A_000_00 433 382 24422 F 259 C 24422_F_0259_C_000_00 434 383 24422 F 260 A 24422_F_0260_A_000_00 435 384 24127 B 85 H 24127_B_0085_H_000_00 436 385 24111 D 356 B 24111_D_0356_B_000_00 437 386 24111 D 336 F 24111_D_0336_F_000_00 438 387 24422 E 3 C 24422_E_0003_C_000_00 439 388 24422 F 190 M 24422_F_0190_M_000_00 440 389 24422 F 247 F 24422_F_0247_F_000_00 441 390 24127 B 85 N 24127_B_0085_N_000_00 442 391 24422 F 305 C 24422_F_0305_C_000_00 443 392 24422 F 135 _ 24422_F_0135___000_00 444 393 24111 D 132 H 24111_D_0132_H_000_00 445 394 24422 F 151 _ 24422_F_0151___000_00 446 395 24422 F 219 M 24422_F_0219_M_000_00 447 396 24422 F 220 F 24422_F_0220_F_000_00 448 397 24111 D 130 N 24111_D_0130_N_000_00 449 398 24111 D 351 B 24111_D_0351_B_000_00 450 399 24422 F 227 K 24422_F_0227_K_000_00 451 400 24422 F 177 B 24422_F_0177_B_002_00 452 401 24422 F 320 _ 24422_F_0320___000_00 453 402 24127 B 8 D 24127_B_0008_D_000_00 454 403 24127 B 55 C 24127_B_0055_C_000_00 455 404 24127 B 197 B 24127_B_0197_B_000_00 456 405 24127 B 84 A 24127_B_0084_A_000_00 457 406 24422 F 349 _ 24422_F_0349___000_00 458 407 24422 F 255 P 24422_F_0255_P_000_00 459 408 24422 F 262 D 24422_F_0262_D_000_00 460 409 24111 D 352 B 24111_D_0352_B_000_00 461 410 24422 F 190 K 24422_F_0190_K_000_00 462 411 24422 F 346 T 24422_F_0346_T_000_00 463 412 24422 F 311 R 24422_F_0311_R_000_00 464 413 24422 F 181 C 24422_F_0181_C_000_00 465 414 24422 F 139 A 24422_F_0139_A_000_00 466 415 24111 D 338 _ 24111_D_0338___000_00 467 416 24127 B 173 E 24127_B_0173_E_000_00 468 417 24111 D 141 B 24111_D_0141_B_000_00 469 418 24111 D 347 E 24111_D_0347_E_000_00 470 419
A
B
C
D
E
F
471 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 472 473 "Agrarisch gebied" met overdruk "Landschap- en natuurontwikkelingsgebied" 474 PERCID 475 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 D 315 X 24111_D_0315_X_000_00 476 420 24127 B 171 B 24127_B_0171_B_000_00 477 421 24422 F 177 C 24422_F_0177_C_002_00 478 422 24422 F 272 M 24422_F_0272_M_002_00 479 423 24422 F 128 E 24422_F_0128_E_000_00 480 424 24111 D 141 C 24111_D_0141_C_000_00 481 425 24127 B 196 Z 24127_B_0196_Z_000_00 482 426 24422 F 159 M 24422_F_0159_M_000_00 483 427 24422 E 4 A 24422_E_0004_A_000_00 484 428 24111 D 334 A 24111_D_0334_A_000_00 485 429 24422 F 157 _ 24422_F_0157___000_00 486 430 24422 F 256 B 24422_F_0256_B_000_00 487 431 24111 C 216 F 24111_C_0216_F_000_00 488 432 24422 D 205 M 24422_D_0205_M_000_00 489 433 24111 C 252 K 24111_C_0252_K_000_00 490 434 24111 C 213 N 24111_C_0213_N_000_00 491 435 24111 C 247 B 24111_C_0247_B_000_00 492 436 24111 C 215 F 24111_C_0215_F_000_00 493 437 24422 D 204 E 24422_D_0204_E_000_00 494 438 24422 D 204 X 24422_D_0204_X_000_00 495 439 24111 C 213 D 24111_C_0213_D_000_00 496 440 24111 C 213 M 24111_C_0213_M_000_00 497 441 24111 C 246 _ 24111_C_0246___000_00 498 442 24111 C 251 A 24111_C_0251_A_000_00 499 443 24111 C 210 C 24111_C_0210_C_000_00 500 444 24111 C 213 X 24111_C_0213_X_000_00 501 445 24111 C 211 A 24111_C_0211_A_000_00 502 446 24111 C 250 A 24111_C_0250_A_000_00 503 447 24111 C 210 E 24111_C_0210_E_000_00 504 448 24111 C 213 W 24111_C_0213_W_000_00 505 449 24111 C 248 A 24111_C_0248_A_000_00 506 450 507 508 509 510 511 512 513 514 515 516 517
A 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
B
C
D
E
F
KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK "Agrarisch gebied" met overdruk "Gebied voor bosuitbreiding" FID
KADGEMNR
SECTIE
GRONDNR
EXPONENT
PERCID
102
24111
E
667
_
24111_E_0667___000_00
103
24111
E
673
A
24111_E_0673_A_000_00
105
24111
E
499
C
24111_E_0499_C_000_00
112
24111
E
666
_
24111_E_0666___000_00 24127_C_0230_G_000_00
202
24127
C
230
G
518
24111
E
658
A
24111_E_0658_A_000_00
595
24111
E
576
E
24111_E_0576_E_002_00
921
24111
E
579
H
24111_E_0579_H_000_00
1233
24127
D
35
A
24127_D_0035_A_002_00
1486
24111
B
216
P
24111_B_0216_P_000_00
1583
24111
E
579
F
24111_E_0579_F_000_00
2033
24111
E
630
E
24111_E_0630_E_000_00
2185
24111
E
636
A
24111_E_0636_A_000_00
2262
24111
E
675
_
24111_E_0675___000_00
2265
24111
E
636
C
24111_E_0636_C_000_00
2350
24111
E
584
C
24111_E_0584_C_000_00
2351
24111
E
580
V
24111_E_0580_V_000_00
2370
24127
E
13
F
24127_E_0013_F_000_00
2571
24111
B
213
A
24111_B_0213_A_000_00
2691
24127
D
15
D
24127_D_0015_D_000_00
2747
24111
B
197
B
24111_B_0197_B_000_00
2750
24111
B
199
R
24111_B_0199_R_000_00
2839
24111
E
576
B
24111_E_0576_B_003_00
2955
24111
B
211
A
24111_B_0211_A_000_00
2999
24111
E
701
A
24111_E_0701_A_000_00
3000
24111
E
580
A
24111_E_0580_A_002_00
3001
24111
E
659
A
24111_E_0659_A_000_00
3042
24111
B
210
C
24111_B_0210_C_000_00
3155
24111
E
586
K
24111_E_0586_K_000_00
3174
24127
D
35
Y
24127_D_0035_Y_000_00
3214
24111
E
493
_
24111_E_0493___000_00
3321
24111
E
590
B
24111_E_0590_B_000_00
3401
24111
E
628
B
24111_E_0628_B_000_00 24111_E_0630_C_000_00
3804
24111
E
630
C
3914
24111
B
210
B
24111_B_0210_B_000_00
4051
24111
B
200
G
24111_B_0200_G_000_00
4198
24111
E
678
_
24111_E_0678___000_00
4243
24111
B
207
A
24111_B_0207_A_000_00
4269
24111
E
576
E
24111_E_0576_E_004_00
4356
24111
E
498
G
24111_E_0498_G_000_00
4367
24111
E
629
_
24111_E_0629___000_00
4416
24111
E
663
_
24111_E_0663___000_00
A 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94
B
C
D
E
F
KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK "Agrarisch gebied" met overdruk "Gebied voor bosuitbreiding" FID
KADGEMNR
SECTIE
GRONDNR
EXPONENT
PERCID
4430
24111
E
578
D
24111_E_0578_D_000_00
4601
24127
D
15
G
24127_D_0015_G_000_00
4692
24111
E
576
S
24111_E_0576_S_003_00
4747
24111
E
576
Y
24111_E_0576_Y_003_00
4763
24127
D
12
_
24127_D_0012___000_00
4764
24127
D
10
_
24127_D_0010___000_00
4877
24111
E
587
A
24111_E_0587_A_000_00
5121
24111
E
646
_
24111_E_0646___000_00
5144
24127
C
465
_
24127_C_0465___000_00
5475
24111
E
578
L
24111_E_0578_L_000_00
5494
24111
B
216
V
24111_B_0216_V_000_00
5507
24111
E
680
A
24111_E_0680_A_000_00
5509
24111
E
639
_
24111_E_0639___000_00
5585
24111
E
630
F
24111_E_0630_F_000_00
5616
24111
E
679
_
24111_E_0679___000_00
5695
24111
E
702
A
24111_E_0702_A_000_00
5697
24111
E
577
G
24111_E_0577_G_000_00
5712
24111
B
216
R
24111_B_0216_R_000_00
6030
24111
E
665
_
24111_E_0665___000_00
6031
24111
E
584
G
24111_E_0584_G_000_00
6292
24111
E
582
_
24111_E_0582___000_02
6499
24111
E
577
H
24111_E_0577_H_000_00
6511
24111
E
676
A
24111_E_0676_A_000_00
6576
24111
E
674
B
24111_E_0674_B_000_00
6578
24111
E
578
H
24111_E_0578_H_000_00
6641
24111
E
698
_
24111_E_0698___000_00
6765
24111
E
582
K
24111_E_0582_K_000_00
6799
24111
E
700
_
24111_E_0700___000_00
6861
24127
D
11
_
24127_D_0011___000_00
6895
24111
E
674
A
24111_E_0674_A_000_00
7123
24111
E
683
_
24111_E_0683___000_00
7195
24111
B
216
T
24111_B_0216_T_000_00
7208
24111
E
631
_
24111_E_0631___000_00
7405
24111
E
452
M
24111_E_0452_M_000_00
7415
24111
E
670
A
24111_E_0670_A_000_00
7473
24111
E
589
B
24111_E_0589_B_000_00
7585
24111
E
635
C
24111_E_0635_C_000_00
7635
24111
B
216
S
24111_B_0216_S_000_00
7815
24111
E
576
V
24111_E_0576_V_003_00
8005
24111
E
497
C
24111_E_0497_C_000_00
8131
24111
E
495
A
24111_E_0495_A_000_00
8219
24111
E
669
_
24111_E_0669___000_00
A
B
C
D
E
F
95 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 96 97 "Agrarisch gebied" met overdruk "Gebied voor bosuitbreiding" 98 PERCID 99 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 E 577 F 24111_E_0577_F_000_00 100 8247 24127 C 230 F 24127_C_0230_F_000_00 101 8250 24111 E 494 A 24111_E_0494_A_000_00 102 8260 24111 E 580 K 24111_E_0580_K_000_00 103 8327 24111 E 637 _ 24111_E_0637___000_00 104 8328 24111 B 208 A 24111_B_0208_A_000_00 105 8357 24111 E 640 A 24111_E_0640_A_000_00 106 8398 24111 E 581 B 24111_E_0581_B_000_00 107 8412 24111 B 216 W 24111_B_0216_W_000_00 108 8519 24111 E 588 B 24111_E_0588_B_000_00 109 8683 24127 E 13 E 24127_E_0013_E_000_00 110 8715 24111 E 664 _ 24111_E_0664___000_00 111 9160 24111 E 576 F 24111_E_0576_F_004_00 112 9224 24111 E 671 A 24111_E_0671_A_000_00 113 9321 24111 E 661 A 24111_E_0661_A_000_00 114 9322 24111 E 576 G 24111_E_0576_G_004_00 115 9605 24127 D 15 F 24127_D_0015_F_000_00 116 9726 24127 D 9 _ 24127_D_0009___000_00 117 9813 24127 D 35 Z 24127_D_0035_Z_000_00 118 9877 24111 E 634 _ 24111_E_0634___000_00 119 10102 24111 B 209 A 24111_B_0209_A_000_00 120 10141 24127 D 15 E 24127_D_0015_E_000_00 121 10176 24111 E 501 _ 24111_E_0501___000_00 122 10209 24111 E 580 B 24111_E_0580_B_002_00 123 10274 24111 E 623 A 24111_E_0623_A_000_00 124 10287 24127 D 13 _ 24127_D_0013___000_00 125 10556 24111 E 580 L 24111_E_0580_L_000_00 126 10902 24111 E 582 L 24111_E_0582_L_000_00 127 10933 24111 E 578 K 24111_E_0578_K_000_00 128 10947 24111 E 668 _ 24111_E_0668___000_00 129 11113 24111 E 500 _ 24111_E_0500___000_00 130 11175 24111 E 576 D 24111_E_0576_D_002_00 131 11246 24111 E 578 E 24111_E_0578_E_000_00 132 11291 24111 E 584 F 24111_E_0584_F_000_00 133 11552 24111 E 630 D 24111_E_0630_D_000_00 134 11665 24111 E 672 A 24111_E_0672_A_000_00 135 11814 24111 E 577 C 24111_E_0577_C_000_00 136 11944 24111 E 576 K 24111_E_0576_K_003_00 137 12012 24127 E 14 V 24127_E_0014_V_008_00 138 12051 24111 E 579 E 24111_E_0579_E_000_00 139 12159 24111 B 212 A 24111_B_0212_A_000_00 140 12179 24111 E 696 _ 24111_E_0696___000_00 141 12215
A
B
C
D
E
F
142 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 143 144 "Agrarisch gebied" met overdruk "Gebied voor bosuitbreiding" 145 PERCID 146 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 E 633 _ 24111_E_0633___000_00 147 12238 24111 E 645 _ 24111_E_0645___000_00 148 12412 24111 E 576 T 24111_E_0576_T_003_00 149 12506 24111 E 660 A 24111_E_0660_A_000_00 150 12508 24111 E 636 D 24111_E_0636_D_000_00 151 12660 24127 E 13 B 24127_E_0013_B_000_00 152 12720 24111 E 699 A 24111_E_0699_A_000_00 153 13159 24111 E 630 B 24111_E_0630_B_000_00 154 13245 24127 D 8 B 24127_D_0008_B_000_00 155 13470 24111 E 662 A 24111_E_0662_A_000_00 156 13505 24111 E 576 L 24111_E_0576_L_003_00 157 13825 24127 D 35 X 24127_D_0035_X_000_00 158 13880 24111 E 685 _ 24111_E_0685___000_00 159 13949 24111 E 576 A 24111_E_0576_A_003_00 160 13957 24127 E 13 C 24127_E_0013_C_000_00 161 13968 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188
A
B
C
D
E
F
1 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 2 3 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 4 PERCID 5 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 0 24111 E 667 _ 24111_E_0667___000_00 6 1 24111 E 647 _ 24111_E_0647___000_00 7 2 24111 E 499 C 24111_E_0499_C_000_00 8 3 24111 E 666 _ 24111_E_0666___000_00 9 4 24127 A 89 P 24127_A_0089_P_002_00 10 5 24127 A 170 D 24127_A_0170_D_000_00 11 6 24127 A 367 F 24127_A_0367_F_000_00 12 7 24127 B 212 B 24127_B_0212_B_000_00 13 8 24127 C 471 A 24127_C_0471_A_000_00 14 9 24127 C 492 A 24127_C_0492_A_000_00 15 24422 F 97 A 24422_F_0097_A_000_00 16 10 24422 F 6 A 24422_F_0006_A_000_00 17 11 24422 F 2 C 24422_F_0002_C_000_00 18 12 24423 G 86 _ 24423_G_0086___000_00 19 13 24423 H 7 _ 24423_H_0007___000_00 20 14 24423 H 5 A 24423_H_0005_A_000_00 21 15 24111 E 658 A 24111_E_0658_A_000_00 22 16 24127 A 89 W 24127_A_0089_W_000_00 23 17 24127 A 378 S 24127_A_0378_S_000_00 24 18 24127 B 614 _ 24127_B_0614___000_02 25 19 24127 C 498 A 24127_C_0498_A_000_00 26 20 24111 B 254 A 24111_B_0254_A_000_00 27 21 24127 C 503 A 24127_C_0503_A_000_00 28 22 24127 A 374 F 24127_A_0374_F_000_00 29 23 24127 A 170 G 24127_A_0170_G_000_00 30 24 24127 C 502 _ 24127_C_0502___000_00 31 25 24422 F 102 C 24422_F_0102_C_000_00 32 26 24111 E 490 _ 24111_E_0490___000_00 33 27 24127 A 161 A 24127_A_0161_A_000_00 34 28 24111 B 273 R 24111_B_0273_R_000_00 35 29 24127 A 168 _ 24127_A_0168___000_00 36 30 24127 A 126 _ 24127_A_0126___000_00 37 31 24127 A 84 R 24127_A_0084_R_000_00 38 32 24111 B 259 _ 24111_B_0259___000_00 39 33 24127 A 378 T 24127_A_0378_T_000_00 40 34 24422 F 100 A 24422_F_0100_A_000_00 41 35 24127 C 503 C 24127_C_0503_C_000_00 42 36 24111 B 277 _ 24111_B_0277___000_00 43 37 24127 A 157 A 24127_A_0157_A_000_00 44 38 24423 H 15 A 24423_H_0015_A_000_00 45 39 24422 F 132 _ 24422_F_0132___000_00 46 40 24111 B 271 E 24111_B_0271_E_000_00 47 41
A
B
C
D
E
F
48 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 49 50 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 51 PERCID 52 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24127 A 362 K 24127_A_0362_K_000_00 53 42 24127 A 133 F 24127_A_0133_F_000_00 54 43 24422 F 120 C 24422_F_0120_C_000_00 55 44 24111 B 255 _ 24111_B_0255___000_00 56 45 24423 H 74 C 24423_H_0074_C_000_00 57 46 24111 B 160 D 24111_B_0160_D_000_00 58 47 24127 C 472 _ 24127_C_0472___000_00 59 48 24422 F 131 C 24422_F_0131_C_000_00 60 49 24111 B 157 K 24111_B_0157_K_000_00 61 50 24127 C 495 B 24127_C_0495_B_000_00 62 51 24111 B 270 A 24111_B_0270_A_000_00 63 52 24127 C 491 A 24127_C_0491_A_000_00 64 53 24127 A 171 B 24127_A_0171_B_000_00 65 54 24127 A 142 A 24127_A_0142_A_000_00 66 55 24111 B 279 X 24111_B_0279_X_000_00 67 56 24111 C 167 N 24111_C_0167_N_002_00 68 57 24127 A 158 A 24127_A_0158_A_000_00 69 58 24127 A 162 A 24127_A_0162_A_000_00 70 59 24127 C 471 B 24127_C_0471_B_000_00 71 60 24423 H 9 _ 24423_H_0009___000_00 72 61 24111 E 652 _ 24111_E_0652___000_00 73 62 24422 F 5 _ 24422_F_0005___000_00 74 63 24127 C 497 A 24127_C_0497_A_000_00 75 64 24111 B 266 A 24111_B_0266_A_000_00 76 65 24127 A 356 A 24127_A_0356_A_000_00 77 66 24127 C 473 _ 24127_C_0473___000_00 78 67 24127 B 185 _ 24127_B_0185___000_00 79 68 24127 D 15 D 24127_D_0015_D_000_00 80 69 24423 G 72 G 24423_G_0072_G_002_00 81 70 24127 A 367 H 24127_A_0367_H_000_00 82 71 24127 B 181 _ 24127_B_0181___000_00 83 72 24127 B 219 _ 24127_B_0219___000_00 84 73 24423 G 85 _ 24423_G_0085___000_00 85 74 24127 B 216 A 24127_B_0216_A_000_00 86 75 24111 E 659 A 24111_E_0659_A_000_00 87 76 24423 G 111 A 24423_G_0111_A_000_00 88 77 24127 B 595 _ 24127_B_0595___000_00 89 78 24111 E 507 B 24111_E_0507_B_000_00 90 79 24127 A 151 _ 24127_A_0151___000_00 91 80 24111 E 493 _ 24111_E_0493___000_00 92 81 24422 F 130 K 24422_F_0130_K_000_00 93 82 24127 B 599 A 24127_B_0599_A_000_00 94 83
A
B
C
D
E
F
95 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 96 97 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 98 PERCID 99 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24127 B 187 C 24127_B_0187_C_000_00 100 84 24111 E 657 _ 24111_E_0657___000_00 101 85 24127 A 160 H 24127_A_0160_H_000_00 102 86 24423 G 83 C 24423_G_0083_C_000_00 103 87 24127 A 152 D 24127_A_0152_D_000_00 104 88 24111 E 488 _ 24111_E_0488___000_00 105 89 24422 F 129 C 24422_F_0129_C_000_00 106 90 24111 B 279 V 24111_B_0279_V_000_00 107 91 24111 B 160 E 24111_B_0160_E_000_00 108 92 24111 B 279 N 24111_B_0279_N_000_00 109 93 24423 H 10 _ 24423_H_0010___000_00 110 94 24127 A 160 G 24127_A_0160_G_000_00 111 95 24127 A 366 F 24127_A_0366_F_000_00 112 96 24111 B 279 F 24111_B_0279_F_000_00 113 97 24127 A 128 G 24127_A_0128_G_000_00 114 98 24127 A 358 C 24127_A_0358_C_000_00 115 99 24423 G 91 A 24423_G_0091_A_000_00 116 100 24423 G 78 E 24423_G_0078_E_000_00 117 101 24111 E 650 _ 24111_E_0650___000_00 118 102 24127 A 140 _ 24127_A_0140___000_00 119 103 24127 B 214 A 24127_B_0214_A_000_00 120 104 24127 A 170 L 24127_A_0170_L_000_00 121 105 24111 E 504 A 24111_E_0504_A_000_00 122 106 24423 G 88 _ 24423_G_0088___000_00 123 107 24127 A 160 E 24127_A_0160_E_000_00 124 108 24127 D 61 _ 24127_D_0061___000_00 125 109 24111 E 498 G 24111_E_0498_G_000_00 126 110 24422 F 96 G 24422_F_0096_G_000_00 127 111 24111 E 663 _ 24111_E_0663___000_00 128 112 24111 B 232 M 24111_B_0232_M_000_00 129 113 24127 B 211 B 24127_B_0211_B_000_00 130 114 24127 C 506 _ 24127_C_0506___000_00 131 115 24127 D 15 G 24127_D_0015_G_000_00 132 116 24422 F 73 _ 24422_F_0073___000_00 133 117 24423 G 68 _ 24423_G_0068___000_00 134 118 24422 F 128 G 24422_F_0128_G_000_00 135 119 24423 H 76 B 24423_H_0076_B_000_00 136 120 24127 A 89 F 24127_A_0089_F_002_00 137 121 24127 D 12 _ 24127_D_0012___000_00 138 122 24127 D 10 _ 24127_D_0010___000_00 139 123 24422 F 130 G 24422_F_0130_G_000_00 140 124 24127 C 510 _ 24127_C_0510___000_00 141 125
A
B
C
D
E
F
142 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 143 144 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 145 PERCID 146 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 B 159 C 24111_B_0159_C_000_00 147 126 24127 C 490 _ 24127_C_0490___000_00 148 127 24127 C 467 A 24127_C_0467_A_000_00 149 128 24127 A 89 A 24127_A_0089_A_002_00 150 129 24111 E 507 C 24111_E_0507_C_000_00 151 130 24111 B 154 C 24111_B_0154_C_000_00 152 131 24127 A 366 T 24127_A_0366_T_000_00 153 132 24127 D 20 Y 24127_D_0020_Y_000_00 154 133 24127 B 196 F 24127_B_0196_F_000_00 155 134 24127 B 218 B 24127_B_0218_B_000_00 156 135 24127 B 608 B 24127_B_0608_B_000_00 157 136 24111 B 273 V 24111_B_0273_V_000_00 158 137 24423 I 38 E 24423_I_0038_E_000_00 159 138 24111 B 279 G 24111_B_0279_G_000_00 160 139 24111 B 160 C 24111_B_0160_C_000_00 161 140 24111 B 264 E 24111_B_0264_E_000_00 162 141 24127 A 160 F 24127_A_0160_F_000_00 163 142 24127 B 611 D 24127_B_0611_D_000_00 164 143 24127 C 493 _ 24127_C_0493___000_00 165 144 24111 B 271 C 24111_B_0271_C_000_00 166 145 24422 F 128 F 24422_F_0128_F_000_00 167 146 24111 E 655 _ 24111_E_0655___000_00 168 147 24127 B 211 C 24127_B_0211_C_000_00 169 148 24111 B 155 B 24111_B_0155_B_000_00 170 149 24127 B 586 E 24127_B_0586_E_000_00 171 150 24423 G 90 _ 24423_G_0090___000_00 172 151 24111 E 665 _ 24111_E_0665___000_00 173 152 24422 F 109 A 24422_F_0109_A_000_00 174 153 24127 C 509 _ 24127_C_0509___000_00 175 154 24111 E 656 _ 24111_E_0656___000_00 176 155 24423 H 75 C 24423_H_0075_C_000_00 177 156 24127 A 152 T 24127_A_0152_T_000_00 178 157 24127 A 366 S 24127_A_0366_S_000_00 179 158 24127 D 20 N 24127_D_0020_N_000_00 180 159 24127 B 186 _ 24127_B_0186___000_00 181 160 24127 C 494 _ 24127_C_0494___000_00 182 161 24127 A 170 E 24127_A_0170_E_000_00 183 162 24111 B 272 L 24111_B_0272_L_000_00 184 163 24422 F 102 A 24422_F_0102_A_000_00 185 164 24127 E 15 P 24127_E_0015_P_004_00 186 165 24422 F 130 F 24422_F_0130_F_000_00 187 166 24127 B 196 Y 24127_B_0196_Y_000_00 188 167
A
B
C
D
E
F
189 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 190 191 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 192 PERCID 193 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 109 D 24422_F_0109_D_000_00 194 168 24423 G 82 C 24423_G_0082_C_000_00 195 169 24127 A 89 P 24127_A_0089_P_000_00 196 170 24127 B 609 A 24127_B_0609_A_000_00 197 171 24127 B 601 A 24127_B_0601_A_000_00 198 172 24111 E 491 _ 24111_E_0491___000_00 199 173 24127 A 365 C 24127_A_0365_C_000_00 200 174 24422 F 122 C 24422_F_0122_C_000_00 201 175 24422 F 130 E 24422_F_0130_E_000_00 202 176 24127 C 474 C 24127_C_0474_C_000_00 203 177 24111 B 158 G 24111_B_0158_G_000_00 204 178 24127 A 125 _ 24127_A_0125___000_00 205 179 24127 A 366 C 24127_A_0366_C_000_00 206 180 24127 B 238 _ 24127_B_0238___000_00 207 181 24423 G 66 E 24423_G_0066_E_000_00 208 182 24111 E 492 B 24111_E_0492_B_000_00 209 183 24422 F 75 _ 24422_F_0075___000_00 210 184 24127 B 596 A 24127_B_0596_A_000_00 211 185 24423 H 6 B 24423_H_0006_B_000_00 212 186 24127 D 11 _ 24127_D_0011___000_00 213 187 24127 A 169 C 24127_A_0169_C_000_00 214 188 24127 C 503 B 24127_C_0503_B_000_00 215 189 24127 C 468 C 24127_C_0468_C_000_00 216 190 24111 B 273 S 24111_B_0273_S_000_00 217 191 24423 G 81 C 24423_G_0081_C_000_00 218 192 24127 B 180 A 24127_B_0180_A_000_00 219 193 24111 B 152 A 24111_B_0152_A_000_00 220 194 24111 E 648 P 24111_E_0648_P_000_00 221 195 24422 F 131 A 24422_F_0131_A_000_00 222 196 24127 C 468 B 24127_C_0468_B_000_00 223 197 24423 H 11 _ 24423_H_0011___000_00 224 198 24127 A 136 _ 24127_A_0136___000_00 225 199 24422 F 131 D 24422_F_0131_D_000_00 226 200 24111 B 151 B 24111_B_0151_B_000_00 227 201 24423 G 84 C 24423_G_0084_C_000_00 228 202 24111 B 153 N 24111_B_0153_N_000_00 229 203 24111 B 273 P 24111_B_0273_P_000_00 230 204 24127 A 376 A 24127_A_0376_A_000_00 231 205 24127 B 606 C 24127_B_0606_C_000_00 232 206 24423 I 32 A 24423_I_0032_A_000_00 233 207 24111 E 654 _ 24111_E_0654___000_00 234 208 24127 C 474 B 24127_C_0474_B_000_00 235 209
A
B
C
D
E
F
236 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 237 238 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 239 PERCID 240 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24422 F 122 B 24422_F_0122_B_000_00 241 210 24127 C 495 A 24127_C_0495_A_000_00 242 211 24111 E 497 C 24111_E_0497_C_000_00 243 212 24127 D 63 C 24127_D_0063_C_000_00 244 213 24127 B 217 A 24127_B_0217_A_000_00 245 214 24111 E 495 A 24111_E_0495_A_000_00 246 215 24111 B 266 B 24111_B_0266_B_000_00 247 216 24422 F 105 A 24422_F_0105_A_000_00 248 217 24127 A 127 _ 24127_A_0127___000_00 249 218 24127 C 504 _ 24127_C_0504___000_00 250 219 24423 G 66 D 24423_G_0066_D_000_00 251 220 24111 E 669 _ 24111_E_0669___000_00 252 221 24111 E 494 A 24111_E_0494_A_000_00 253 222 24423 G 113 G 24423_G_0113_G_000_00 254 223 24422 F 114 C 24422_F_0114_C_000_00 255 224 24111 B 272 K 24111_B_0272_K_000_00 256 225 24111 B 279 W 24111_B_0279_W_000_00 257 226 24127 A 84 P 24127_A_0084_P_000_00 258 227 24423 H 76 H 24423_H_0076_H_000_00 259 228 24127 B 196 X 24127_B_0196_X_000_00 260 229 24111 E 489 _ 24111_E_0489___000_00 261 230 24127 A 83 H 24127_A_0083_H_000_00 262 231 24111 B 278 C 24111_B_0278_C_000_00 263 232 24422 F 125 C 24422_F_0125_C_002_00 264 233 24127 A 170 C 24127_A_0170_C_000_00 265 234 24422 F 76 D 24422_F_0076_D_000_00 266 235 24127 A 170 H 24127_A_0170_H_000_00 267 236 24127 B 197 C 24127_B_0197_C_000_00 268 237 24111 B 156 C 24111_B_0156_C_000_00 269 238 24111 B 265 A 24111_B_0265_A_000_00 270 239 24127 A 366 D 24127_A_0366_D_000_00 271 240 24127 A 89 V 24127_A_0089_V_000_00 272 241 24127 B 597 A 24127_B_0597_A_000_00 273 242 24422 F 2 B 24422_F_0002_B_000_00 274 243 24422 F 123 A 24422_F_0123_A_000_00 275 244 24127 D 60 _ 24127_D_0060___000_00 276 245 24127 B 215 A 24127_B_0215_A_000_00 277 246 24111 E 664 _ 24111_E_0664___000_00 278 247 24111 E 508 _ 24111_E_0508___000_00 279 248 24423 G 87 _ 24423_G_0087___000_00 280 249 24422 F 113 K 24422_F_0113_K_000_00 281 250 24111 B 232 H 24111_B_0232_H_000_00 282 251
A
B
C
D
E
F
283 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 284 285 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 286 PERCID 287 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 E 661 A 24111_E_0661_A_000_00 288 252 24111 B 256 _ 24111_B_0256___000_00 289 253 24111 B 269 _ 24111_B_0269___000_00 290 254 24422 F 131 E 24422_F_0131_E_000_00 291 255 24111 B 254 C 24111_B_0254_C_000_00 292 256 24127 A 365 B 24127_A_0365_B_000_00 293 257 24111 B 273 W 24111_B_0273_W_000_00 294 258 24423 G 113 H 24423_G_0113_H_000_00 295 259 24111 B 260 _ 24111_B_0260___000_00 296 260 24127 D 62 _ 24127_D_0062___000_00 297 261 24127 D 15 F 24127_D_0015_F_000_00 298 262 24127 A 169 D 24127_A_0169_D_000_00 299 263 24127 C 499 A 24127_C_0499_A_000_00 300 264 24127 D 9 _ 24127_D_0009___000_00 301 265 24127 B 614 B 24127_B_0614_B_000_00 302 266 24422 F 74 _ 24422_F_0074___000_00 303 267 24111 B 271 D 24111_B_0271_D_000_00 304 268 24111 B 153 P 24111_B_0153_P_000_00 305 269 24111 E 649 _ 24111_E_0649___000_00 306 270 24422 F 99 A 24422_F_0099_A_000_00 307 271 24127 D 15 E 24127_D_0015_E_000_00 308 272 24111 E 501 _ 24111_E_0501___000_00 309 273 24127 C 474 D 24127_C_0474_D_000_00 310 274 24422 F 1 A 24422_F_0001_A_000_00 311 275 24422 F 109 B 24422_F_0109_B_000_00 312 276 24127 A 90 B 24127_A_0090_B_000_00 313 277 24423 H 4 _ 24423_H_0004___000_00 314 278 24423 G 71 _ 24423_G_0071___000_00 315 279 24423 I 37 B 24423_I_0037_B_008_00 316 280 24127 B 180 B 24127_B_0180_B_000_00 317 281 24127 D 13 _ 24127_D_0013___000_00 318 282 24422 F 3 B 24422_F_0003_B_000_00 319 283 24423 G 107 D 24423_G_0107_D_000_00 320 284 24127 B 597 C 24127_B_0597_C_000_00 321 285 24422 F 128 H 24422_F_0128_H_000_00 322 286 24111 B 270 B 24111_B_0270_B_000_00 323 287 24127 A 170 F 24127_A_0170_F_000_00 324 288 24127 B 218 A 24127_B_0218_A_000_00 325 289 24422 F 130 H 24422_F_0130_H_000_00 326 290 24423 H 75 D 24423_H_0075_D_000_00 327 291 24127 A 86 L 24127_A_0086_L_000_00 328 292 24127 A 152 R 24127_A_0152_R_000_00 329 293
A
B
C
D
E
F
330 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 331 332 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 333 PERCID 334 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24423 H 76 G 24423_H_0076_G_000_00 335 294 24111 B 157 L 24111_B_0157_L_000_00 336 295 24422 F 3 A 24422_F_0003_A_000_00 337 296 24127 B 600 A 24127_B_0600_A_000_00 338 297 24423 G 77 S 24423_G_0077_S_000_00 339 298 24111 E 668 _ 24111_E_0668___000_00 340 299 24423 G 66 F 24423_G_0066_F_000_00 341 300 24111 E 500 _ 24111_E_0500___000_00 342 301 24127 A 365 D 24127_A_0365_D_000_00 343 302 24111 B 257 _ 24111_B_0257___000_00 344 303 24111 B 272 M 24111_B_0272_M_000_00 345 304 24127 C 505 _ 24127_C_0505___000_00 346 305 24127 D 64 A 24127_D_0064_A_000_00 347 306 24127 A 139 H 24127_A_0139_H_000_00 348 307 24127 C 466 _ 24127_C_0466___000_00 349 308 24423 G 110 E 24423_G_0110_E_000_00 350 309 24127 A 135 S 24127_A_0135_S_000_00 351 310 24127 C 227 G 24127_C_0227_G_000_00 352 311 24127 A 152 V 24127_A_0152_V_000_00 353 312 24423 G 110 C 24423_G_0110_C_000_00 354 313 24127 A 83 G 24127_A_0083_G_000_00 355 314 24127 C 475 _ 24127_C_0475___000_00 356 315 24111 E 492 C 24111_E_0492_C_000_00 357 316 24423 G 89 _ 24423_G_0089___000_00 358 317 24422 F 128 K 24422_F_0128_K_000_00 359 318 24423 G 70 _ 24423_G_0070___000_00 360 319 24127 B 613 C 24127_B_0613_C_000_00 361 320 24423 G 109 A 24423_G_0109_A_000_00 362 321 24111 E 653 A 24111_E_0653_A_000_00 363 322 24423 G 108 A 24423_G_0108_A_000_00 364 323 24111 C 167 P 24111_C_0167_P_002_00 365 324 24127 C 500 A 24127_C_0500_A_000_00 366 325 24423 G 79 F 24423_G_0079_F_000_00 367 326 24423 I 33 A 24423_I_0033_A_000_00 368 327 24127 A 358 D 24127_A_0358_D_000_00 369 328 24127 A 133 H 24127_A_0133_H_000_00 370 329 24111 E 651 A 24111_E_0651_A_000_00 371 330 24127 A 357 B 24127_A_0357_B_000_00 372 331 24127 C 508 _ 24127_C_0508___000_00 373 332 24423 H 8 B 24423_H_0008_B_000_00 374 333 24423 G 77 L 24423_G_0077_L_000_00 375 334 24111 B 265 B 24111_B_0265_B_000_00 376 335
A
B
C
D
E
F
377 KADASTRAAL PERCEEL MET OVERDRUK 378 379 "Agrarisch gebied" met overdruk "Bouwvrij agrarisch gebied" 380 PERCID 381 FID KADGEMNR SECTIE GRONDNR EXPONENT 24111 B 267 _ 24111_B_0267___000_00 382 336 24111 E 660 A 24111_E_0660_A_000_00 383 337 24127 A 128 F 24127_A_0128_F_000_00 384 338 24127 C 501 _ 24127_C_0501___000_00 385 339 24127 A 141 C 24127_A_0141_C_000_00 386 340 24127 C 227 H 24127_C_0227_H_000_00 387 341 24111 B 272 N 24111_B_0272_N_000_00 388 342 24111 B 258 _ 24111_B_0258___000_00 389 343 24127 C 496 A 24127_C_0496_A_000_00 390 344 24422 F 4 _ 24422_F_0004___000_00 391 345 24423 G 78 G 24423_G_0078_G_000_00 392 346 24127 B 607 C 24127_B_0607_C_000_00 393 347 24111 B 254 B 24111_B_0254_B_000_00 394 348 24423 G 69 _ 24423_G_0069___000_00 395 349 24111 E 653 B 24111_E_0653_B_000_00 396 350 24127 A 152 S 24127_A_0152_S_000_00 397 351 24127 C 507 _ 24127_C_0507___000_00 398 352 24127 B 197 B 24127_B_0197_B_000_00 399 353 24111 B 264 B 24111_B_0264_B_000_00 400 354 24111 B 214 _ 24111_B_0214___000_00 401 355 24127 C 476 _ 24127_C_0476___000_00 402 356 24111 E 648 K 24111_E_0648_K_000_00 403 357 24111 B 268 _ 24111_B_0268___000_00 404 358 24127 D 8 B 24127_D_0008_B_000_00 405 359 24111 B 253 _ 24111_B_0253___000_00 406 360 24111 E 662 A 24111_E_0662_A_000_00 407 361 24127 A 150 _ 24127_A_0150___000_00 408 362 24127 A 355 _ 24127_A_0355___000_00 409 363 24127 B 610 A 24127_B_0610_A_000_00 410 364 24423 G 80 _ 24423_G_0080___000_00 411 365 24127 A 133 E 24127_A_0133_E_000_00 412 366 24111 E 492 A 24111_E_0492_A_000_00 413 367 24422 F 128 E 24422_F_0128_E_000_00 414 368 24127 A 89 W 24127_A_0089_W_002_00 415 369 24423 G 67 _ 24423_G_0067___000_00 416 370 24127 C 491 B 24127_C_0491_B_000_00 417 371 24422 F 7 A 24422_F_0007_A_000_00 418 372 24127 A 133 G 24127_A_0133_G_000_00 419 373 24127 A 370 L 24127_A_0370_L_000_00 420 374 421 422 423