12 werken voor de gemeente en het Sociaal Huis van Herent Marant nodigt de Raadsleden van het Sociaal Huis uit tot dialoog
12 standpunten door Huis Marant rond bestrijding van armoede
Wat vooraf gaat… De vragenlijst Op 24 januari 2012 krijgt Marant een uitnodiging van RISO Vlaams-Brabant om deel te nemen aan een vragenlijst over verschillende beleidsvoorstellen om het leven van mensen in armoede te verbeteren. De vragenlijst kadert binnen de campagne ‘ieders stem telt’. In deze campagne hebben de initiatiefnemers (Samenlevingsopbouw, CAW’s, Welzijnsschakels/ Welzijnszorg en verenigingen waar armen het woord nemen) 2 ambitieuze doelstellingen in de aanloop van de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 14 oktober 2012: •
Maatschappelijk kwetsbare groepen mengen zich uitdrukkelijk in het lokale verkiezingsdebat: hun stem komt luid en duidelijk aan bod in de lokale stembusslag.
•
De beleidsprioriteiten die maatschappelijk kwetsbare groepen zelf naar voor schuiven, staan hoger dan ooit tevoren op de lokale politieke agenda’s.
Om het project te realiseren zijn ze op zoek naar allerlei partnerorganisaties die maatschappelijk kwetsbare groepen ondersteunen. Marant springt mee op de kar en vult de vragenlijst in. Het memorandum De resultaten van de vragenlijsten worden verwerkt in een memorandum ’de 12 werken voor Vlaams-Brabantse gemeenten en OCMW’s’, waarin de belangrijkste beleidsvoorstellen voor armoedebestrijding worden verzameld. Dit memorandum sturen de initiatiefnemers naar alle (lokale) politieke partijen die zich kandidaat stellen in de verkiezingen. Ze vragen of Marant het memorandum mee ondertekent. Koffie en taart Tijdens de ‘koffie en taart’ (maandelijks overlegmoment met en door deelnemers) van augustus 2012 beslist Marant om het memorandum niet te ondertekenen. De deelnemers vinden de prioriteitennota te algemeen en te moeilijk geschreven. Het lijkt ‘te ver van ons bed’. Marant kiest er voor om een eigen versie te schrijven met getuigenissen, ervaringen en voorstellen toegespitst op de lokale situatie in Herent. Met deze versie willen we in dialoog gaan met de nieuw verkozen raadsleden van het Sociaal Huis. Enkele deelnemers stellen zich kandidaat voor ‘de werkgroep stemmen’ en gaan met de vertaling aan de slag. De werkgroep De werkgroep komt verschillende keren bij elkaar. Niet alleen wordt de tekst ontleed; de thema’s geven vaak aanleiding om heel wat ervaringen met elkaar te delen. De werkgroep kiest er voor om de structuur, de voorstellen en de oplossingen van het memorandum te respecteren. Ze maken de tekst begrijpbaar en vullen aan met eigen voorstellen en ervaringen. Nadien stelt de werkgroep de tekst voor op een ‘koffie en taart’-bijeenkomst, zodat deze wordt gedragen door de grote groep van Marant.
Uitnodiging tot dialoog Nu de tekst af is, wil Marant de aangepaste versie overhandigen aan de Raad van het Sociaal Huis en hen uitnodigen om over (enkele) thema’s in dialoog te gaan. Via dialoog willen de deelnemers van Marant de Raadsleden laten kennismaken met de leefwereld van mensen in armoede. Marant doet ook enkele concrete voorstellen rond armoedebestrijding. Het originele memorandum wordt in bijlage meegegeven. In die tekst staan immers de bronnen en andere extra informatie vermeld.
12 standpunten van Marant 1. Geen afsluiting meer van gas, water en elektriciteit 2. Meer betaalbare en kwalitatieve huisvesting 3. Sport, cultuur en vrije tijd zijn geen luxeproducten 4. Investeren in een leefbare leefomgeving 5. Recht op een gezond leven 6. Herent maakt werk van werk 7. Een sterk uitgebouwde en kwaliteitsvolle maatschappelijke hulpverlening 8. Voldoende inkomen voor een menswaardig bestaan 9. Ruimte en ondersteuning bij huiswerk en studie 10. Dienstverleners leren de leefwereld van mensen in armoede kennen 11. Een krachtdadig beleid 12. Participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen aan het beleid
1. Geen afsluiting meer van gas, water en elektriciteit Situering en knelpunten Mensen besteden een steeds groter deel van hun budget aan energiefacturen. De energieprijzen worden duurder, mensen verbruiken meer door aanhoudende klimaatswisselingen. Besparen is dus de boodschap: via energiebesparende ingrepen in je huis en de aankoop van energiezuinige toestellen. Ook hier vallen mensen in armoede vaak uit de boot. De huizen die ze huren (zowel bij de sociale als de private huisvesting) zijn vaak weinig geïsoleerd en verbruiken dus veel energie. Energiezuinige toestellen zijn dan weer (te) duur in aankoop. De energiearmoede stijgt… Nochtans zijn gas, elektriciteit en water basisbehoeften voor een mens. Je mag er niet van worden afgesloten door energieleveranciers. De Lokale Adviescommissie (LAC) kan in Herent de strijd tegen energiearmoede verder aangaan. Door mensen en middelen in te zetten kan het lokaal bestuur mee de energieproblemen aanpakken.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Het recht op energie voor elke burger. Het bestuur engageert zich om elke burger van Herent het recht op energie toe te kennen. Via deze motie neemt Herent het voortouw in de strijd tegen energiearmoede. Vanuit een visie op een menswaardig leven is het afsluiten van nutsvoorzieningen ontoelaatbaar. 2. Een dubbele werking voor het LAC Op dit ogenblik is er in Herent al een LAC actief, waaraan een medewerker van Eandis (de sociale leverancier), een deskundige maatschappelijk werker en de voorzitter van het Sociaal Huis deelnemen. Het LAC kan in de strijd tegen energiearmoede een dubbele rol spelen: • Via de sociale dienst van het Sociaal Huis begeleidt mensen met energieproblemen op een intensieve manier. Vooral bij Herentenaren die de stap naar het OCMW niet durven of kunnen zetten, kunnen maatschappelijk werkers aanklampend werken. Het is belangrijk een hulpverleningstraject op te zetten op maat en in overleg met de betrokkenen. Getuigenis Marieke Ik had in het verleden betalingsproblemen bij mijn energiefacturen. Ik kreeg een budgetmeter. Nu is mijn situatie gezond. Ik heb problemen om van mijn budgetmeter over te stappen naar een gewone leverancier. Ik heb de juiste informatie niet gekregen hierover. Het LAC (en de maatschappelijk werker) zou ook een rol kunnen opnemen in de nazorg.
Pagina 5
Via workshops, vormingsavonden, energiescans aan huis, informatie over overstappen naar goedkopere energieleveranciers, het aankopen van energiezuinige huishoudtoestellen, premies, gesprekken met huiseigenaars over energiebesparende investeringen,…. Er zijn tal van preventieve initiatieven die het LAC in Herent (nog) extra onder de aandacht kan brengen voor (kwetsbare) inwoners in Herent. Marant vraagt Waarom bestaat er alleen een verwarmingstoelage voor mazout en dergelijke brandstoffen. Waarom geen verwarmingstoelage voor gas en elektriciteit?
Marant getuigt We hebben in het verleden al verschillende informatieavonden en workshops gevolgd over energie besparen. Op deze manier ontdekten we de energiescans aan huis. Nuttige informatie op maat gebracht.
2. Meer betaalbare en kwalitatieve huisvesting Situering en knelpunten Iedereen heeft recht om menswaardig te wonen. Mensen wonen graag in Herent, maar het is niet zo gemakkelijk om in onze gemeente een goede, betaalbare woning te vinden. Sociale huurmarkt Maatschappelijk kwetsbare groepen zijn vaak aangewezen op de sociale huurmarkt. In Herent zijn al heel wat sociale huurwoningen, in eigendom van of beheerd door, een sociale huisvestingsmaatschappij, namelijk 342 huurwoningen en 447 verkochte koopwoningen en 3 sociale kavels (cijfers 2013). Toch is er een grote woningnood en zijn er lange wachtlijsten. Een gezin moet gemiddeld 4 tot 6 jaar wachten op de toekenning van een geschikte woning. Marant stelt een aantal vragen bij de ingewikkelde procedures bij het toekennen van huurwoningen.
Sociale verhuurkantoren Naast de sociale huisvestingsmaatschappijen bestaan er ook sociale verhuurkantoren, zoals het SPIT . In Herent beheert het SPIT slechts een vijftal huurwoningen. Private huurmarkt De private huurmarkt in Herent is erg duur. Wanneer je dan toch een betaalbare woning gevonden hebt, is die vaak minderwaardig, onvoldoende geschikt voor je noden of met grote energiekosten. Getuigenis Agnes Mijn gezondheid gaat erg achteruit omwille van vochtproblemen in mijn huis. De energiesnoeiers hebben zelfs gezegd dat ik klacht moet indienen. Dat durf ik niet. Dan riskeer ik dat de huisbaas me buiten zet. En dan heb ik helemaal geen dak boven het hoofd.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Herent behaalt het bindend sociaal objectief (BSO) én zelfs meer! Alle Vlaamse gemeenten engageren zich om tegen het eind van de volgende lokale legislatuur (eind 2018) minstens het haar opgelegde bindend sociaal objectief (BSO) voor sociale huurwoningen te realiseren. Volgens de resultaten van de voortgangstoets van 2012 doet Herent tot nu toe onvoldoende inspanningen om het aantal sociale woningen (zowel huur- en koopwoningen als sociale kavels) te behalen.
Pagina 7
2. Eén centraal inschrijvingsregister voor kandidaat-sociale huurders De gemeente investeert in een centrale aanmeldingsdienst, waar kandidaat-huurders zich kunnen aanmelden voor zowel de sociale huisvestingsmaatschappij als het sociale verhuurkantoor. Deze centrale dienst begeleidt en ondersteunt maatschappelijk kwetsbare groepen bij het inschrijven en het aanvragen van verschillende documenten. Door de ingewikkelde paperassenberg vallen op dit moment te veel mensen uit de boot. Extra aandacht en uitleg, vooral bij de tweejaarlijkse herzieningen, kan de ongewilde uitval wegwerken. Herent heeft al een intergemeentelijk woonproject ‘woonwijzer’ waarbij inwoners worden geholpen met woonvragen via een woonloket. Marant stelt voor Kan het takenpakket van de woonwijzer worden uitgebreid met een specifieke begeleiding en intensiever opvolgen van de maatschappelijk kwetsbare doelgroepen?
3. Herent werkt mee aan een rechtvaardig en transparant systeem Hoewel lokale besturen niet verantwoordelijk zijn voor het toekennen van sociale woningen aan kandidaat-huurders, kunnen zij wel signalen geven aan de Vlaamse overheid en de betrokken huisvestingsmaatschappijen over een eenduidig, transparant en rechtvaardig verdelingssysteem van sociale woningen. Marant stelt in vraag Kan iedereen die in een sociale huurwoning woont, er wel blijvend recht op hebben? Soms evolueert de situatie van huurders positief zodat zij op de private huurmarkt terecht kunnen voor een andere geschikte woning. (Gezinnen met tweeverdieners betalen al gauw 750 € huishuur.) Er moet meer ruimte vrijkomen voor alleenstaanden en gezinnen met een beperkt budget. Wanneer en hoe krijgen mensen voorrang op een lijst?
Pagina 8
Getuigenis Irène Ik woonde met mijn gezin al X-aantal jaren in een sociale huurwoning. Toen mijn huwelijk op de klippen liep, was het mijn keuze om het huis te verlaten. Ik vroeg een mutatie aan bij de sociale huisvestingsmaatschappij. Die vertelde mij dat ik enkel met heel mijn gezin kon verhuizen. Ik, alleen, kreeg geen eigen woning toegewezen. Als alleenstaande met een klein inkomen werd ik verplicht om me opnieuw in te schrijven op de lijst of iets zelf te zoeken. Je moet na een scheiding opnieuw beginnen. Dan ben je erg kwetsbaar en is de kans dat je in de problemen komt erg groot.
4. Herent voert de strijd op tegen leegstand, verkrotting en huisjesmelkerij Het lokale bestuur voert de strijd op tegen leegstand en verkrotting. Enerzijds kunnen de boetes op leegstand en verkrotting fors worden verhoogd. Anderzijds kunnen bestaande maatregelen zoals ‘het sociaal beheersrecht’ en ‘het voorkooprecht’ worden vereenvoudigd en concreet worden toegepast. Herent voorziet extra middelen voor Sociale Verhuurkantoren zodat zij sneller leegstand en verkrotting kunnen opsporen. De Sociale Verhuurkantoren zorgen vervolgens voor de renovatie van deze woningen, waardoor extra kwalitatieve en betaalbare huurwoningen worden gecreëerd. Het lokale bestuur gaat actief op zoek naar manieren om huisjesmelkerij tegen te gaan, waarbij betrokken huurders worden beschermd en er niet de dupe van worden. Marant stelt voor Kan er gewerkt worden met een aanmeldpunt waar inwoners klacht kunnen indienen? 5. Herent voert een actief beleid over ‘sociaal buitenwonen’. Het lokale beleid erkent sociaal buitenwonen als een volwaardige woonvorm voor mensen die daar expliciet voor kiezen. Samen met de provincie geeft Herent vorm aan een actief beleid gericht op de realisatie van projecten rond sociaal buitenwonen. Via het in de maak zijnde PRUP (provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan) over het permanent wonen op campings, weekendverblijven en woonwagenterreinen krijgt deze kleinschalige betaalbare solidaire woonvorm een plek in Herent. Marant bedenkt Op welke manier krijgt de inwoner van Herent voldoende informatie over deze alternatieve vorm van wonen? Inwoners hebben nood aan informatie en sensibilisering zodat bestaande vooroordelen kunnen worden weggewerkt.
3. Sport, cultuur en vrije tijd zijn geen luxeproducten Situering en knelpunten Vrije tijd staat voor je mentaal voeden, je verrijken, je ontplooien, ontdekken, leren, je wereld verruimen, ontspannen, sociale contacten leggen,… Sporten of deelnemen aan cultuur- en vrijetijdsactiviteiten zijn dus geen luxe. Iedereen heeft er nood aan. Mensen met een klein budget hebben vaak geen andere keuze dan te besparen op ontspanning en vrijetijdsactiviteiten. Ook wanneer mensen in schuldbemiddeling of budgetbeheer zitten, wordt in dit soort activiteiten het eerst gesnoeid. Nochtans maakt ontspanning en vrije tijd een belangrijk deel uit van een menswaardig leven. Een te klein budget is jammer genoeg niet de enige drempel die er voor zorgt dat maatschappelijk kwetsbare mensen niet deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten: mensen zijn niet gewoon om te sporten in groep, zijn bang dat ze het niet zo goed doen als de anderen, hebben niet de gepaste kledij, zijn bang dat ze niet kunnen ‘mee praten’, hebben transportproblemen,… Getuigenis Mieke Ik vind het grootste knelpunt in Herent het openbaar vervoer. De sportstructuren liggen ver uit elkaar. Als je ’s avonds of in het weekend naar een activiteit gaat, is het moeilijk om nog thuis te geraken. Er wordt wel gepraat over een nieuw sportcomplex in de toekomst, maar vanuit de omliggende dorpskernen is ook Herent-centrum vaak onbereikbaar via het openbaar vervoer.
Het Sociaal Huis van Herent organiseert al verschillende activiteiten op maat van de doelgroep, geeft premies of tussenkomsten en informeert cliënten naar mogelijke budgetvriendelijke alternatieven, zoals Steunpunt Vakantieparticipatie. Marant reageert Wat als je geen cliënt van het OCMW bent? Heb je daar dan ook recht op? Waar vind je als ‘gewone’ Herentenaar al die informatie? Op dit moment vallen heel veel mensen uit de boot.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Een vrijetijdspas in elke gemeente De Vlaamse vrijetijdspas komt er aan. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk steden en gemeenten in Vlaanderen hieraan meewerken. Zo ontstaat er een algemeen gebruiksvriendelijk en eenvoudig systeem.
Pagina 10
Niet alleen stemmen interne diensten van het lokaal bestuur, zoals de vrijetijdsdiensten en het OCMW op elkaar af, maar ook gemeenten en steden onderling werken zoveel mogelijk samen. De vrijetijdspas moet voldoende keuzemogelijkheden en voldoende grote kortingen bieden aan maatschappelijk kwetsbare groepen, zowel binnen als buiten de gemeentegrenzen van Herent. Bovendien moet de informatie op een actieve manier bij de mensen geraken. 2. Herent besteedt ook aandacht aan andere drempels Lokale besturen stimuleren sportclubs en vrijetijdsaanbieders tot een goed onthaal en opvolging van maatschappelijk kwetsbare groepen bij hun start in een club. In Herent hebben de vrijetijdsdiensten, -verenigingen en het Sociaal Huis al verschillende initiatieven ondernomen om de toegankelijkheid van het vrijetijdsaanbod te verbeteren. Het is belangrijk om verder samen te werken en een aanbod op maat aan te bieden. Getuigenis Chantal Als je naar een sportclub gaat, hebben die mensen een hoog niveau. Ik kan er moeilijk aansluiting vinden. Ik voel me daar niet goed bij. Ik durf dan ook niet de stap zetten om er in mijn eentje naar toe te gaan.
Er wordt gekeken naar de bereikbaarheid van de locaties via het openbaar vervoer, ook na afloop van avond- en weekendvoorstellingen.
4. Investeren in een leefbare leefomgeving Situering en knelpunten Een aangename woonomgeving is belangrijk voor iedereen. ‘Goed wonen’ heeft invloed op je gezondheid, op je welbevinden en op de kwaliteit van je leven. Binnen sociale woonwijken en buurten leven veel bewoners samen met moeilijkheden op vele levensdomeinen. De leefbaarheid staat er vaak onder druk.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Herent investeert in fysieke leefbaarheid Een kwalitatief groenonderhoud, een doordacht afvalbeleid, een voortdurend onderhoud van gebouwen en wegen, het creëren en onderhouden van publieke ontmoetingsplaatsen met speeltuigen, zitbanken, lummelplaatsen, een kiosk, een buurtbarbecue, ... Dit zijn initiatieven die de sociale leefbaarheid kunnen vergroten, vooral wanneer ze in samenspraak met de (buurt)bewoners gebeuren. Het lokale bestuur zorgt er voor dat alle wijken en buurten in Herent er behoorlijk bij liggen. Voorstel Marant Kan Herent investeren in meer groen? Het graspleintje naast Casa Manuel en Huis Marant kan uitgroeien tot een parkje met bankjes waar mensen uit de buurt elkaar kunnen ontmoeten.
Getuigenis Jean-Marie Wij wonen in een klein steegje in een wijk. Alle weken zetten we, samen met de buren, vuilzakken buiten. Die worden samen gezet op 1 hoop. Als er een zak scheurt of wordt afgekeurd, blijft de troep er heel lang liggen. Niemand ruimt het op, want van wie is de vuilzak… Voor zoiets moet er toch een systeem bestaan?
Voorstel Marant Vuilniszakken kosten veel geld. Wanneer mensen weinig budget hebben om eten te kopen, is het een moeilijke keuze om vuilniszakken te kopen. Gelukkig kan je aan het onthaal van het gemeentehuis al zakken per stuk kopen. Mensen met financiële problemen krijgen regelmatig voedselpakketten van het Sociaal Huis. Enkele vuilniszakken per voedselbedeling zouden meer dan welkom zijn.
Pagina 12
2. Herent investeert in sociale leefbaarheid Marant vertelt Huis Marant is een fijn ontmoetingshuis. Er gebeuren verschillende socio-culturele activiteiten. Je ontmoet er mensen. Er is een sociaal restaurant, een tweedehandwinkeltje, een breiclubje,… Het zet mensen in beweging.
Het belang van dit soort initiatieven mag niet worden onderschat. Een aanbod van allerlei activiteiten en diensten (voor jong en oud, autochtoon en allochtoon) heeft een positieve invloed op de sociale leefbaarheid en de vereenzaming. Het brengt de dienstverlening korter bij de mensen. Er zijn echter verschillende wijken en dorpskernen in Herent waar gemeenschapsvoorzieningen zoals een buurtwerk, jeugdwerk, buurtrestaurant of een open ontmoetingsplaats nog ontbreken. In Herent gebeurt er al heel wat. Een extra structurele ondersteuning vanuit het lokaal bestuur kan mensen aanzetten om mee te werken aan een leefbare buurt in heel Herent.
Voorstel Marant Een mobiel sociaal restaurant, een sociale kruidenierswinkel, verschillende buurtwerkingen,… We hebben nog wel wat ideetjes achter de hand!
5. Recht op een gezond leven
Situering en knelpunten Maatschappelijk kwetsbare groepen lopen een groter risico op gezondheidsproblemen in tegenstelling tot groepen met een hoge socio-economische status (SES). De gezondheidskloof in Herent neemt onrustwekkende proporties aan. Maatschappelijk kwetsbare mensen worden gemakkelijker ziek en hebben vaker een zwakke gezondheid (door onder andere verschillende factoren zoals slechte huisvesting, ongezonde voeding en leefgewoonten, opvoeding, niet naar de dokter gaan,... ). De gezondheidszorg wordt steeds duurder. Niet alleen medicatie, visite aan huisartsen en specialisten worden steeds duurder maar ook het aandeel dat mensen zelf moeten betalen. Het zorgt er voor dat mensen vaker uitstellen om naar de dokter te gaan. Getuigenis Chantal Ik had geen geld om naar de dokter te gaan, ik kon de doktersvisite en de bijhorende medicatie niet betalen. Doordat ik ziek was, kon ik ook niet gaan werken (interimwerk) en kreeg ik geen loon. Dat is een vicieuze cirkel…
Ziekte voorkomen is beter dan genezen. De gezondheidscampagnes en preventieacties bereiken echter de doelgroep van maatschappelijk kwetsbare mensen niet.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Betaalbare eerstelijnsgezondheidszorg Het ‘derdebetalerssysteem’, waarbij de patiënt enkel het remgeld betaalt en niet het volledige bedrag, is nog onvoldoende gekend bij maatschappelijk kwetsbare mensen. Vaak moeten de mensen zelf achter de regeling vragen omdat ook gezondheidswerkers niet op de hoogte zijn van het systeem. Daarnaast is aan het systeem een ingewikkelde administratie verbonden. In afwachting van een vereenvoudiging en uitbreiding naar een regeling voor alle burgers, kan Herent promotie maken bij artsen en patiënten en administratieve ondersteuning bieden waar nodig. 2. Herent investeert in een aangepaste gezondheidspreventie en –promotie Acties in het kader van gezondheidspromotie en -preventie bereiken de doelgroep pas als ze op maat aangeboden worden. Herent kan dit uitbesteden aan organisaties die hierin kennis en ervaring hebben opgebouwd, zoals een CAW of een vereniging waar armen het woord nemen, in samenwerking met Marant.
Pagina 14
3. Stimulans bij de opstart van een wijkgezondheidscentrum Herent kan de opstart van een wijkgezondheidscentrum stimuleren. Zo’n centrum biedt toegankelijke en volledige (integrale) eerstelijnszorg. Er is onder andere een huisarts, een verpleegkundige en een derde discipline zoals een maatschappelijk werker aanwezig. Naast eerstelijnszorg heeft een wijkgezondheidscentrum individuele en groepsgerichte ziektepreventie. Er wordt gewerkt aan gezondheidsbevordering bij de patiënten en de lokale gemeenschap. Een wijkgezondheidscentrum heeft een gemeenschapsgerichte werking: het enige criterium voor inschrijving is de verblijfplaats van de patiënt. Getuigenis Jean-Marie Toen we nog niet in Herent woonden, gingen we naar een wijkgezondheidscentrum. Mensen met weinig centen kunnen er terecht voor doktersadvies. Je krijgt er ook goedkope (generische) medicatie voorgeschreven. Je hebt er ook verschillende specialisten samen. Alles in 1 gebouw. Dat is gemakkelijk.
6. Herent maakt werk van werk
Situering en knelpunten Werk is een sterke buffer tegen armoede. Gaan werken is meer dan alleen maar centjes verdienen. Het schept kansen, netwerk, zinvolle dagbesteding,… Het Sociaal Huis doet al heel wat inspanningen om mensen in armoede te begeleiden naar een job. Er worden onder andere integrale begeleidingstrajecten opgezet met mensen uit de doelgroep waarin aan werk- en welzijnsproblemen wordt gewerkt. Niettemin is er nog veel werk aan de winkel…
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Ruime invulling van sociale activering Het Sociaal Huis kiest voor sociale activering waarbij ‘actief zijn’ meer is dan alleen een job in het reguliere arbeidscircuit. Een opleiding en vrijwilligerswerk kunnen volwaardige alternatieven zijn, met de nadruk op het welzijn van de cliënt en met grote aandacht voor de keuze van de cliënt zelf. Hierbij moeten ook middelen voorzien worden om de ontvangende vrijwilligersorganisaties een goede omkadering te bieden voor het onthalen en begeleiden van de cliënt. Getuigenis Sonia Ik begeleid elke donderdag een breiclubje in Marant. Ik doe dit als vrijwilligerswerk. Door mijn gezondheidsproblemen kan ik niet gaan werken. Door de breiclub krijg ik het gevoel dat ik iets kan en iets beteken. Ik vergeet er mijn problemen door. Ik help graag mensen. Ik ben niet meer alleen thuis.
Getuigenis Simone Ik volgde, als vrijwilligster, onlangs een vorming in het Sociaal Huis over privacy en beroepsgeheim. Het is belangrijk dat je kan spreken over je ervaringen als vrijwilliger. Je ziet en hoort soms dingen waarvan je niet goed weet hoe je er op kan/moet reageren. De vorming was interessant en geeft me extra steun en inzichten.
Pagina 16
2. Een rol in sociale economie Gemeenten kunnen een belangrijke rol spelen in sociale economie. Dit uit zich onder meer in de tewerkstelling van kansengroepen, die nog niet kunnen of nooit zullen doorstromen naar het ‘normaal economisch circuit’. Er bestaan verschillende vormen van sociale economie: arbeidszorg, sociale werkplaatsen, beschutte werkplaatsen, buurt- en nabijheidsdiensten, coöperaties, invoegbedrijven, kringloopcentra, … De rol van gemeenten hierin kan gaan van logistieke steun, over financiële input tot de ontwikkeling van een sociaal-economische site. 3. Lokale besturen engageren zich om ook zelf uit te groeien tot een belangrijke werkgever van maatschappelijke kwetsbare groepen De gemeente en het Sociaal Huis verbinden zich ertoe om in hun personeelsbeleid kwetsbare mensen expliciet aan te moedigen om te solliciteren voor openstaande betrekkingen. 4. Sociale clausule bij overheidsaanbestedingen De gemeente en het Sociaal Huis voegen bij het uitschrijven van openbare aanbestedingen een clausule toe. Deze beoordeelt de mate waarin kandidaten kansen geven aan kansengroepen in hun bedrijf. Bedrijven die hierin sterk scoren, krijgen voorkeur bij het toewijzen van aanbestedingen.
7. Een sterk uitgebouwde en kwaliteitsvolle maatschappelijke dienstverlening Situering en knelpunten Steeds meer mensen komen bij een OCMW aankloppen. De maatschappelijk werkers ervaren niet alleen een stijging van het aantal dossiers. De hulpvraag die mensen stellen, wordt steeds moeilijker. Nochtans blijven mensen nood hebben aan een kwaliteitsvolle dienstverlening. Ondanks te stijging van het aantal dossiers bereikt het Sociaal Huis heel veel mensen niet en dit om verschillende redenen: Mensen hebben niet de juiste informatie en weten niet waar ze recht op hebben, de administratieve paperassenmolen schrikt hen af, ze durven of kunnen de stap naar een OCMW niet zetten,… Heel wat Herentenaren benutten hun sociale grondrechten niet en (over)leven in een toestand van ‘onderbescherming’. Getuigenis Mieke Door naar Marant te komen ben ik meer op de hoogte van al die dingen waar ik recht op heb. Ik kan hier mijn vragen stellen. Maar wat met al die mensen die niet naar Marant en het OCMW komen? Er is meer informatie nodig.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Het Sociaal Huis waakt over de dossierlast van maatschappelijk werkers Maatschappelijk werkers moeten ruimte behouden om aan kwaliteitsvolle dienstverlening te doen: • Ze moeten voldoende tijd kunnen besteden aan cliënten en hun hulpvraag: luisteren naar de mensen hun verhaal, op huisbezoek gaan, aandacht besteden aan alle fases van een dienstverleningsproces (= preventie, begeleiding en nazorg). •
Er is een veelheid aan toelagen, premies, tegemoetkomingen en andere hulp waar je als cliënt recht op hebt. De maatschappelijk werker onderzoekt dit samen met de cliënt zodat de volledige rechten worden benut.
•
Het Sociaal Huis communiceert in verstaanbare taal: brieven en beslissingen worden vertaald in een duidelijke en begrijpbare taal. Marant stelt voor We helpen bij het opstellen van standaardbrieven die de maatschappelijk werkers kunnen versturen naar cliënten. Marant schreef in het verleden de onthaalbrochure van het Sociaal Huis en hielp mee aan opdrachten van vzw Toemeka om complexe (beleids)teksten te vertalen op maat van mensen in armoede.
Pagina 18
2. Samenwerken Het Sociaal Huis bereikt heel veel mensen (nog) niet. Er zijn echter verschillende (sociale) organisaties, verenigingen en netwerken waarmee het Sociaal Huis kan samenwerken. Samenwerken kan door informatie door te geven, door te verwijzen of signalen op te vangen. Marant geeft als voorbeeld We zijn in dialoog gegaan met de voedselbank en de maatschappelijk werkers. Niet alle mensen die naar de voedsel bank komen, vinden de weg naar het Sociaal Huis of d’Akkozje, en andersom. Via een doorverwijzing zijn meer mensen op de hoogte van het aanbod. Misschien zijn er andere parochiewerkingen of verenigingen die kunnen fungeren als doorverwijzers of signaaleerders?
Herent investeert in gemeenschapsvoorzieningen (zie ook hoofdstuk 4) zoals een sociaal restaurant, een ontmoetingsruimte, een voedselbedeling of buurtwerkingen. Dit zijn laagdrempelige lokale initiatieven waar mensen in armoede elkaar kunnen ontmoeten in een ondersteunende omgeving. Vanuit deze plaatsen kan het Sociaal Huis en de gemeente een lokaal dienstverleningspunt uitbouwen.
8. Voldoende inkomen voor een menswaardig bestaan Situering en knelpunten De meeste vervangingsinkomens, zowel in de sociale zekerheid (bv. werkloosheidsuitkering) als vanuit sociale bijstand (bv. leefloon), zijn te laag om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze blijven ook onder de Europese armoedegrens. Bij een aanvraag voor een vervangingsinkomen wordt er steeds nagekeken of de persoon geen andere bronnen van inkomsten heeft. De overheid verplicht mensen met een uitkering op die manier om in armoede te leven. Ook de maatschappelijk werkers van het Sociaal Huis hebben de laatste jaren aangekaart dat het leefloon moet opgetrokken worden. Mensen kunnen er niet de noodzakelijke kosten voor het levensonderhoud van betalen. Voor uitgaven zoals schoolonkosten, energie en huur, worden vaak schulden gemaakt. Kosten die niet onmiddellijk dringend zijn zoals voor gezondheid, hygiëne en soms zelfs verwarming worden uitgesteld, met vaak een verergering van de situatie tot gevolg.
Getuigenis Agnes Ik heb een inkomen van 1100 €. Ik betaal 550 € huishuur, 90 € elektriciteit en gas , 85 € telefoon, tv en internet, 85 € aan afbetalingen, 100 € aan verzekeringen… Ik hou minder dan 200 € per maand over waar ik al de rest (huishouden, dokter, medicatie, benzine, kleding) van moet betalen. Geen geld voor foliekes bij mij.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Het Sociaal Huis gebruikt de aanvullende steun om leefloon op te trekken tot aan de armoedegrens Het lokaal bestuur van Herent heeft de wettelijke opdracht: ‘iedereen die op het grondgebied verblijft, moet in staat zijn een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.’ Elke persoon heeft recht op maatschappelijke integratie. Dit recht kan bestaan uit een tewerkstelling en/of een leefloon, dat al dan niet gepaard gaan met een geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie. (art.2 van de wet op de maatschappelijke integratie 2002). Het Sociaal Huis van Herent geeft al vaak aanvullende steun aan mensen met een laag inkomen. Om die aanvullende steun te berekenen, werken maatschappelijk werkers volgens het ‘barema’. De budgetstandaard is ook een goed kader voor het bepalen van de aanvullende steun. Het Sociaal Huis dient dit barema te vergelijken met de budgetstandaard. Het nieuwe gemeentebestuur neemt in haar beleidsovereenkomst op hoe ze van jaar tot jaar via de aanvullende bijstand het verschil tussen het leefloon en de budgetstandaard (afhankelijk van het gezinstype) kan verkleinen.
Pagina 20
2. Aanvullende steun inzetten voor personen die geen cliënt zijn van het OCMW De aanvullende steun van een OCMW mag niet afhankelijk zijn van het ‘statuut’ dat mensen hebben of ‘de categorie’ waartoe ze behoren. Het mag niet beperkt worden tot de leefloongerechtigden, maar worden uitgebreid naar al wie het moet doen met een inkomen beneden de budgetstandaard. Dat kunnen dus ook werklozen, gepensioneerden, mensen met een laag inkomen uit arbeid (zelfstandig of in dienstverband) of andere groepen zijn. Getuigenis Simone Vroeger kreeg ik leefloon met een extra tussenkomst in medicatie en huur. Nu ben ik ‘op pensioen’. Als pensioengerechtigde verviel het recht op leefloon, maar daarmee raakte ik ook die aanvullende steun kwijt. Het bedrag van mijn (minimum)pensioen was nochtans niet veel meer dan het leefloon.
Marant vult aan Naast aanvullende financiële steun krijgen cliënten ook vaak alternatieve steun, zoals kledij van d’Akkozje, voedselpakketten, socio-culturele en sportieve participatiepremie,... Ook deze alternatieve hulp moet voor meer mensen met een laag inkomen beschikbaar worden gesteld.
Getuigenis Mieke Als je centen van het OCMW trekt, krijg je vaak extra voordelen. Mijn vervangingsinkomen is niet hoger dan het leefloon. Heel veel mensen, zoals ik, vallen uit de boot omdat ze niet op de hoogte zijn van die aanvullende en alternatieve steun van het OCMW.
9. Ruimte en ondersteuning bij huiswerk en studie Situering en knelpunten Kinderen uit kansarme gezinnen krijgen niet dezelfde kansen op een goede schoolopleiding dan andere kinderen. Dit kan om uiteenlopende redenen. Enkele voorbeelden: Ouders hebben zelf geen (hoge) opleiding gevolgd. Ze hebben zelf niet de vaardigheden om hun kinderen te begeleiden bij hun huiswerk. Gezinnen wonen in een slechte huisvesting (geen eigen plekje voor huiswerk). De schoolkosten zijn te hoog. Kinderen kunnen niet deelnemen aan buitenschoolse activiteiten. Ouders van allochtone oorsprong spreken onvoldoende de taal en zitten met heel wat vragen. Ze kunnen hun betrokkenheid als ouder niet of onvoldoende tonen. Er ontbreekt trouwens duidelijke informatie op maat van mensen in armoede rond het onderwijssysteem, de schoolkosten, de schooltoelagen en andere administratie.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Een breed en toegankelijk buitenschools aanbod Het is belangrijk dat kinderen kunnen deelnemen aan allerlei buitenschoolse activiteiten. Er zijn activiteiten die onderwijsondersteunend werken, zoals huiswerkgroepen en individuele begeleiding. Andere activiteiten kunnen alweer kinderen stimuleren in hun groei en helpen bij het ontdekken van hun talenten. Een buitenschools aanbod kan zorgen voor meer zinvolle vrijetijdsbesteding of betrekken ouders bij de brede ontwikkeling van hun kind. Het Sociaal Huis beheert een socio-culturele en sportieve participatiesubsidie. Door deze subsidie bekend te maken aan alle Herentenaren, geeft het meer kinderen kansen. Het Sociaal Huis investeert in een kinderarmoedeproject waarbij ze ouders begeleiden en ondersteunen bij de opvoeding van hun kind.
Getuigenis Hélène Mijn dochter heeft nood aan bijlessen Engels. De stad Leuven werkt samen met de organisatie ‘Auxilia’ waarbij studenten/ vrijwilligers bijles geven aan mensen met een beperkt budget. Je betaalt geen uurvergoeding, enkel lidgeld van 10 € per jaar en verplaatsingskosten. Privélessen kan ik niet betalen. Kan Herent ook samenwerken met zulke initiatieven? 2. Bevorderen van duidelijke informatie. Wij vragen aan de schepen van onderwijs om mee na te denken over de vragen ‘hoe alle informatie over onderwijsaanbod, studietoelagen, …’ op een goede manier bij de ouders geraken.
Pagina 22
Voorstel Marant Kan een OCMW-medewerker deelnemen aan de onderwijsraad? (Dit is het lokaal overlegplatform van de gemeente met alle Herentse basisscholen.) Wanneer komt er een vervolg op het overlegplatform met maatschappelijk werkers, zorgleerkrachten, CLB en andere organisaties om actuele onderwerpen aan te kaarten?
10. Dienstverleners leren de leefwereld van mensen in armoede kennen Situering en knelpunten Maatschappelijk kwetsbare groepen voelen zich vaak ‘niet gehoord’ of ‘erkend in hun problemen’ door maatschappelijk werkers. Dit heeft effect op de relatie of vertrouwensband die de maatschappelijk werkers uitbouwen met mensen die een hulpvraag stellen op het Sociaal Huis. Getuigenis Chatal Het eerste contact met je maatschappelijk werker is cruciaal. Toen ik op het OCMW aanklopte met mijn verhaal, had ik het gevoel dat ze echt naar mijn verhaal luisterde. Daardoor voelde mijn hulpvraag niet aan als een nederlaag. Ik heb die situatie niet zelf gewild. Na een tijdje kreeg ik een andere maatschappelijk werker. Daar was minder wederzijds vertrouwen. Tegen haar heb ik niet alles spontaan kunnen vertellen. Ik ervoer een grote afstand tussen ons.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Gemeenten investeren in vorming over de leefwereld van kwetsbare mensen De leefwereld van hulpverleners en die van hulpvragers liggen vaak ver uit elkaar. Deze kloof kan overbrugd worden op verschillende manieren: • door vorming (vb. Bindkracht) • door de aanwerving van een ervaringsdeskundige • door in dialoog te gaan met de doelgroep • door contacten tijdens informele momenten. Marant stelt voor Jaarlijks organiseert Marant een bbq en een kerstfeest. Dit is een mooie gelegenheid om mensen te ontmoeten in een ontspannen sfeer. In het verleden hebben verschillende maatschappelijk werkers en beleidsmensen een handje komen toesteken. Het is fijn om je samen in te zetten op zo’n feest of een babbeltje te doen ‘tussen pot en pint’. Je leert elkaar op een andere manier kennen. Dit geldt niet alleen voor maatschappelijk werkers binnen het Sociaal Huis, maar voor alle medewerkers en beleidsmensen die verbonden zijn aan de gemeente en het OCMW. Sterker nog: overal waar mensen in armoede als cliënt, klant of patiënt in contact komen. Aan het lokaal bestuur om creatief te zoeken hoe deze info en inzichten in maatschappelijke kwetsbaarheid kunnen worden aangereikt.
11. Een krachtdadig beleid
Situering en knelpunten Het probleem bij plannen rond armoedebestrijding is dat ze vaak worden opgesteld zonder veel betrokkenheid van de mensen voor wie ze bedoeld zijn. Ook organisaties en verenigingen die met deze doelgroepen werken, worden er zelden bij betrokken. De plannen omvatten niet alle aspecten van armoede. Hetzelfde geldt voor de opvolging en de uitvoering van de plannen. Te vaak worden pas zeer laat of aan het einde van een proces evaluaties opgemaakt. Er rest dan weinig of geen tijd om nog bij te sturen. Het is belangrijk om op een goede en regelmatige manier te meten en te toetsen.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Een integraal plan voor armoedebestrijding De lokale politieke partijen moeten zich verbinden om mee te werken aan het opstellen van een duidelijk gemeentelijk plan voor armoedebestrijding. Het nieuwe gemeentebestuur krijgt daarvoor x-aantal maanden de tijd om een goede betrokkenheid te organiseren met alle noodzakelijke partners (naar analogie van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding). Armoedebestrijding is een totaal pakket en heeft betrekking op verschillende beleidsdomeinen. Het is belangrijk dat die verschillende (deel)oplossingen en acties op elkaar zijn afgestemd. De verschillende beleidsdomeinen werken samen aan een overkoepelende aanpak en niet vanuit verschillende eilandjes op zich. 2. Een armoedebarometer en armoedetoets Om te weten of we goed op weg zijn met een armoedebestrijdingplan, moeten we de doelstellingen en acties kunnen meten of toetsen op concrete tijdstippen aan de hand van verschillende meetinstrumenten en indicatoren. Op federaal en Vlaams niveau gebeurt dit via een ‘armoedebarometer’. Het lokaal niveau kan de evolutie van armoede in Herent op deze manier opvolgen. Deze armoedebarometer wordt in het begin van een legislatuur opgesteld in samenwerking met mensen in armoede, verenigingen en organisaties die met deze doelgroep samen werken. Hierover wordt jaarlijks in verschillende beleidsorganen gerapporteerd en gedebatteerd. Marant zegt Het Sociaal Huis neemt al verschillende initiatieven om mensen in armoede aan het woord te laten rond de dienstverlening van het Sociaal Huis. Onder andere de dialoog met de maatschappelijk werkers (januari 2012) en het tevredenheidsonderzoek in samenwerking met de Sociaal Hogeschool zijn hiervan mooie voorbeelden. Marant hoopt dat dit soort initiatieven op regelmatige basis worden georganiseerd.
12. Participatie van maatschappelijk kwetsbare groepen aan het beleid Situering en knelpunten Een lokaal bestuur vertrekt vaak vanuit een klassieke representatiedemocratie. De inwoners van Herent stemmen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen voor politieke partijen. Uit deze politieke partijen worden vertegenwoordigers aangeduid. Deze politici zetelen in raden en uitvoerende colleges. Maar vinden zij in hun beleidskeuzes en beslissingen voldoende draagvlak voor alle lagen van de bevolking? Marant sluit zich aan bij een innoverend participatiebeleid: het lokaal beleid kiest er voor om op structurele manier te luisteren naar mensen in armoede en sociale uitsluiting. Ze worden aanvaard als volwaardige gesprekpartners.
Concrete voorstellen en oplossingen 1. Participatie op maat Politici zetten zelf stappen naar maatschappelijk kwetsbare groepen. Belangrijk hierbij is dat het op maat gebeurt, eventueel met ondersteuning van deskundigen, organisaties en mensen die de doelgroep kennen of bereiken. Marant vraagt erkenning In het verleden zijn we al in dialoog gegaan met maatschappelijk werkers rond de dienstverlening en d’Akkozje. We werkten mee aan een focusgroep van Toemeka waar we vanuit onze ervaringen onze mening gaven over verschillende thema’s. We nemen met een delegatie deel aan de provinciale participatie raad. We schreven de onthaal-brochure van het Sociaal Huis. Marant vraagt erkenning als adviesorgaan binnen het Sociaal Huis en de gemeente. We zijn een groep van mensen met ervaringen in armoede en uitsluiting.
Als Marantgroep willen we advies geven over verschillende inhoudelijke thema’s en daarbij onze ervaringen en meningen, al dan niet in dialoog, kenbaar maken. Geef ons een stem! Laat ons advies en onze ervaringen mee spelen in het nemen van keuzes en beslissingen.