Jaarverslag 2010 De Lasenberg
Kwadrant Onderwijs
Het Emaus College
VOORWOORD
Nieuwbouw De Lasenberg
Kwadrant Onderwijs
Utopie? Soms worden dromen werkelijkheid !!
Het jaarverslag 2010 van Kwadrant Onderwijs bevat veel nieuws over de organisatie en de inhoud van het onderwijs op de beide scholen.
Na vier jaar van voorbereiding, één jaar en één maand bouwtijd en vier maanden sloop van het oude gebouw en inrichting van het terrein, is het dan eindelijk zo ver: 12 mei 2011 om 15.00 uur is de officiële opening van de nieuwbouw van de Lasenberg gepland.
Er is door alle medewerkers hard gewerkt om de kwaliteit van het onderwijs te optimaliseren. De leraren en de leerlingen hebben zich ingespannen om te leren, zowel bij de theorie- en praktijkvakken als ook in de stagevoorbereiding. Bij de modules voor gedrag hebben de leerlingen geleerd hoe ze om moeten gaan met hun moeilijkheden en hun mogelijkheden. De leerlingen hebben ook modules gevolgd voor de vakken Nederlands, Rekenen/Wiskunde, Engels, Digitale Vaardigheden, Schoonmaken, Lassen en Werken in Groen. Er zijn succesvolle bijeenkomsten georganiseerd, waar leerlingen vol trots hun certificaat hebben gekregen en waar ouders en begeleiders in groten getale bij aanwezig waren. Dan ervaren ze met elkaar: de leerlingen, de ouders, de begeleiders en de leraren, dat ze door een intensievere samenwerking deze resultaten kunnen behalen! We hopen dat u door dit jaarverslag een goed beeld krijgt van Kwadrant Onderwijs. Mocht dit jaarverslag bij u vragen oproepen, stel ze gerust. We wensen u veel leesplezier, Annie de Groot Stafmanager Zorg en Onderwijs Kwadrant Onderwijs
Eind 2006 is door de klankbordgroep, samengesteld uit een afvaardiging van het team, het onderwijskundig programma van eisen opgesteld, waaraan de destijds nog utopische nieuwbouw moest gaan voldoen. Voornamelijk de eisen die de speciale doelgroep (Voortgezet Speciaal Onderwijs voor leerlingen met een lichtverstandelijke beperking, die problemen hebben met het reguleren van hun gedrag) stelt aan de school als leer- en leefomgeving, zijn hierin leidend geweest. Ook de leerlingen hebben hun aandeel gehad in de uiteindelijke opzet. Op basis van de gestelde eisen heeft er een architectenselectie plaatsgevonden. De ‘prijsvraag ‘ is unaniem gewonnen door Architectenbureau Jorissen en Simonetti uit Maarssen. Voor het door hen in een prachtig ontwerp vertaalde ‘programma van eisen’ werd uiteindelijk Bouwbedrijf de Bruin uit Putten geselecteerd als de aannemer met de beste prijs-kwaliteit-verwachting. Sterker nog, in een geolied bouwteam zijn de vaak moeizame aanvraagprocedures omgezet in een definitieve bouwvergunning per september 2009. Op 6 november 2009 ging de eerste schop de grond in, 19 mei 2010 werd het hoogste punt bereikt (tijd voor pannenbier en een officieel moment) en 6 december 2010 heeft de bouwkundige oplevering plaatsgevonden. De Kerstvakantie 2010 is door de fantastische inzet van het team gebruikt voor de (o)verhuizing en de eerste schooldag 2011 vond plaats in de nieuwe school. De sloop van de ‘oude’ Lasenberg, die 38 jaar zijn diensten had bewezen, kon beginnen. Henk Jansen van Galen
1 | jaarverslag | 2010
INLEIDING Wat waren de belangrijke ontwikkelingen en resultaten in 2010 De Lasenberg heeft veel aandacht besteed aan de voorbereidingen voor het in gebruik nemen van de nieuwe school. Met man en macht is er gewerkt om de school in te richten op een wijze, die het meeste recht doet aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de leraren. De klankbordgroep hield zich bezig met de indeling in vier verschillende groepen, zodat de overzichtelijkheid, de veiligheid en de herkenbaarheid het grootst is. Het gebruik van kleuren, vormen en de prachtige uitstraling van het gebouw hebben samen gezorgd voor een bijzonder fraai schoolgebouw. Het Arbeids Training Centrum in Soest heeft de samenwerking met de gemeente geconcretiseerd o.a. door samen intrek te nemen in het trainingscentrum. Het inrichten van deze nieuwe werkplekken stimuleert het professionele werken. Daar zult u in dit jaarverslag dan ook veel over zien en lezen. In het Emaus College is de organisatie van de dienst arbeid (waarmee Emaus landelijke bekendheid kreeg) volledig in de schoolorganisatie opgenomen. Het onderwijsconcept is daaraan aangepast en de groepsleraren, vakleraren en arbeidstrainers werken samen in een LeerWerkTeam. Passend bij de vier verschillende branches: handel en economie en horeca, industrie en inpak, groen en ambacht. Deze teams dragen samen zorg voor het onderwijs en de voorbereiding op stage en werk. Het werken vanuit de visie (1 kind 1 plan) wordt gemakkelijker gemaakt. De medewerkers werken meer en beter samen en krijgen beter zicht op elkaars werk. Ook is de collegiale consultatie binnen bereik. Aandacht voor de basisvakken Het speciaal en cluster 4 onderwijs kenmerkt zich door veel aandacht voor de basisvakken te hebben: lezen en rekenen. Het is van cruciaal belang, dat de leerlingen als geletterde mensen de school verlaten. Binnen de beide scholen van Kwadrant is daar (meer dan gewoon) aandacht aan besteed. Door de expertise van de logopedisten, de interne begeleiders en de leerkrachten te bundelen, is er een nieuwe invulling gegeven aan het leesonderwijs.
Sascha Lankreijer: “Ik mis de gezellige goudvissen op school” Leerling VSO 4B “Ik vind de nieuwe school geweldig. Lekker luxe ziet alles eruit. Maar de oude school was toch wel wat gezelliger. De deuren bij VSO-4 zijn allemaal saai in dezelfde kleur geschilderd: oranje. Ik had voor allemaal verschillende kleuren gekozen als ik architect was. Daar zou het gebouw een beetje vrolijker van geworden zijn. Oranje vind ik echt niet mooi. Van dat scheve hou ik ook niet zo, ik had het liever wat rechter gehad. De nieuwe klaslokalen vind ik wel heel fijn. Heerlijk ruim zijn ze. En die nieuwe digiborden, daar hebben we ook veel plezier van. We gebruiken
2 | jaarverslag | 2010
In de Lasenberg is er binnen de bestaande zorgstructuur dagelijks tijd ingeroosterd voor het leesonderwijs en in het Emaus College is er door de logopedist en de bibliotheekmedewerker extra aandacht geweest voor het lezen door o.a. de invoering van leesgroepen met leerlingen uit verschillende klassen. Leerlingen worden gestimuleerd om te gaan lezen: bibliotheekbezoek wordt georganiseerd en de leerlingen lezen via hun eigen specifieke belangstelling en hobby’s. De beleidsagenda van het managementteam is in 2010 vooral bepaald door het bevorderen van een gezond klimaat binnen Kwadrant Onderwijs. Gezond in twee opzichten: een goed en gezond onderwijsklimaat voor leerlingen en leraren en een gezond financieel beleid. Een veilige school, een financieel gezonde situatie, een goed personeelsbeleid bepalen samen het onderwijs-werkklimaat van een school. De bestuursmanager en de stafmanager FP&O hebben samen met het Bevoegd Gezag heel wat inspanningen verricht om de financiële risico’s in kaart te brengen en middels tijdige aanpassingen af te wenden. De financiering op basis van de leerlingtelling van 1 oktober, de plaatsbekostiging, de subsidies vanuit het Europees Sociaal Fonds en de onzekere situatie van de beschikbare middelen vanuit de zorggelden maken dat er veel onduidelijkheid is en derhalve grote zorgen zijn over de toekomstige ontwikkelingen van het Speciaal Onderwijs, binnen de ingezette koers van Passend Onderwijs. Het jaar 2010 is met veel inspanning financieel nog goed en gezond afgesloten. Het personeelsbeleidsplan is opnieuw onder de aandacht gebracht van de medewerkers. Belangrijke pijlers hierbij zijn: scholing van medewerkers en ziekteverzuimbeleid. Er is veel aandacht voor scholing, intervisie, collegiale consultatie en teamvorming. De teammanagers hebben zelf een scholing gevolgd van het Vervangingsfonds om nog eens goed en professioneel aandacht te hebben voor de zieke medewerkers en ook aandacht voor preventie. De stafmanager FP&O ondersteunt daadwerkelijk de teammanagers en onderhoudt de contacten met de externe instanties. In 2010 konden we een lichte daling van het ziekteverzuim waarnemen. We verwachten in 2011 als resultaat van deze inspanningen een forse daling te realiseren.
‘m heel vaak in de klas. Vanochtend hebben we op het digibord iets over planeten geleerd. De laptop is alleen van meester Sjaak, daar mogen wij niet aankomen, maar met de digitale pen mogen wij ook wel . Om het klaslokaal gezelliger te maken ben ik van plan om overal tekeningen van mezelf te gaan ophangen. Dan ziet het er minder kaal uit. Meestal teken ik pokemons. Daar ben ik gek op. Ik teken ze nooit precies na, dat vind ik niet leuk. Ik verzin er dingen bij en andere dingen verander ik, zo worden het mijn eigen figuurtjes. Wat ik echt een grote verbetering in het nieuwe schoolgebouw vind, zijn de schone WC’s. Toen ik voor het eerst in de nieuwe school kwam, had ik wel om moeite alles te vinden. Het was een doolhof hier. Dat vind ik nog steeds hoor. Ik
weet van lang niet alle gangen waar ze heen gaan. Het is gewoon erg wennen. Ik moet nu nog steeds heel erg zoeken. Ik zit hier denk ik nu drie jaar op school en ik hoop hier nog een flinke tijd te kunnen blijven. Ik heb tijd nodig om alles beter op een rij te kunnen zetten. Op andere scholen waar ik op zat, werd ik vaak gepest. Dan scholden ze me uit dat ik vreemd was en dan dacht ik, het zal wel. Hier is iedereen superaardig. Ik mag alle leraren en leraressen heel erg. Ik baal wel als ik ’s ochtends een briefje moet halen omdat ik te laat ben. Ik heb nogal problemen met op tijd op school komen door dwangmatige handelingen thuis. Dan moet ik van mezelf controleren of het licht uitgeschakeld is, of de kraan dicht is en of ik de deur op slot gedaan heb. Maar ik
Kwaliteit van het Onderwijs Middels het Zelf Evaluatie Kwaliteit instrument zijn alle medewerkers betrokken bij de evaluatie van het beleid. We hebben de aandacht gericht op de handelingsplannen en met name op de totstandkoming van de handelingsplannen in samenwerking met de ouders/groepsleiding. De leraren bespreken de plannen met de ouders/begeleiders. De inbreng en de ervaringsdeskundigheid van de ouders en begeleiders levert een belangrijke bijdrage aan de beeldvorming en het perspectief van de leerling. We werken volgens de cyclus Plan, Do, Check en Act. Op basis van de evaluatie wordt het beleid aangepast en bijgesteld. De scholen zijn meer gericht op het concretiseren en objectiveren van de resultaten. De inspectie vraagt van het onderwijs nadrukkelijk aandacht voor de opbrengsten van het onderwijs. Het is een opdracht aan de scholen om inzicht te verschaffen welke doelen zijn behaald op basis van het bij de start vastgestelde ontwikkelingsperspectief. De opbrengsten van Kwadrant Onderwijs zijn zichtbaar in de uitstroom: vervolgonderwijs, vervolgbehandeling, arbeid en dagbesteding. In het jaar 2010 hebben we een start gemaakt met het maken van plannen volgens deze vernieuwde eisen van de inspectie. De implementatie van deze plannen zal in de praktijk worden uitgewerkt, waarbij het transparant verantwoorden van ons werk een accent krijgt.
en ik bied ze hulp om hun leesniveau te verhogen. Het lezen is onder te verdelen in het technisch lezen en het begrijpend lezen. Als een jongere nieuw op school komt, wordt het technische leesniveau bepaald. Aan de hand van het resultaat wordt een plan gemaakt. Het kan zijn dat een jongere in de klas met lezen aan de slag gaat. Ook kan het zijn dat een jongere extra leesbegeleiding nodig heeft. Dan wordt er gekeken of dit individueel of in groepsverband gegeven zal worden. Wanneer een jongere in aanmerking komt voor het leesgroepje, leest hij vier keer per week intensief (twee keer bij de logopediste en twee keer bij de bibliotheekmedewerkster). Er wordt gebruik gemaakt van teksten van Nieuwsbegrip (op niveau en met een actueel thema) en Ralfi lezen. Het resultaat is dat tot nu toe alle jongeren zeker twee AVI-niveaus vooruit zijn gegaan na drie maanden intensieve leesbegeleiding. Ook zie je het enthousiasme voor het lezen toenemen. Ze komen immers binnen met een zwakke leesmotivatie. Sommige jongeren hebben zelfs voor het eerst in hun leven een heel boek uitgelezen! Onze school heeft een grote schoolbibliotheek/mediatheek. Deze wordt dagelijks bezocht door de verschillende klassen. De collectie bestaat uit een uitgebreide eigen collectie en een grote wisselende collectie, geleend bij de bibliotheek Noord West Veluwe. Er staat een mooie leestafel met daarop alle nieuwe materialen. De afgelopen tijd zijn steeds meer boeken aangeschaft, speciaal voor jongeren met een laag leesniveau. Het enthousiast maken van jongeren voor het lezen is een hele kunst. Maar met boeken die geschreven zijn op niveau en tegelijkertijd over een leuk, aansprekend onderwerp gaan, gaat dit steeds beter.
Lezen op het Emaus College
Ook het uitdragen van enthousiasme voor lezen door de leerkrachten werkt positief op het vergroten van het leesplezier van jongeren. In de klassen staat het lezen uit de bibliotheekboeken, maar ook het oefenen met begrijpend lezen (Nieuwsbegrip) vast op het rooster.
In 2010 is er veel aandacht geschonken aan het lezen op het Emaus College, als één van de speerpunten van het onderwijs. Lezen is een heel belangrijke activiteit, die je bij bijna alle schoolse vaardigheden nodig hebt.
Alle jongeren die hulp bij het lezen nodig hebben, krijgen die ook, ieder op z’n eigen manier en tempo. Met als resultaat dat het lezen leuk wordt en steeds makkelijker zal gaan!
Als logopediste op deze school zie ik veel jongeren die moeite hebben met lezen
Mariët Wijnsma
doe echt mijn best om op tijd te komen. Wat ik aan de nieuwe school zou willen veranderen zijn de dieren. Ik mis ze enorm. Ze maken het gezellig, vind ik. Gewoon, al die beessies. De school zou veel gezelliger zijn als er in de hal een aquarium staat vol met goudvissen. Konijnen zijn ook leuk, maar dan moeten ze niet in kleine hokjes gestopt worden.”
Hendri van Vliet: “De gevelaccenten komen goed uit de verf” Uitvoerder “Ik heb voor bouwbedrijf De Bruin uit Putten de uitvoering gedaan. Ik moest dus alles coördineren. Je moet het zo zien: wij hebben de bouw aangenomen en onderaannemers kregen van ons opdracht om dingen uit te voeren. We hebben eigen timmerlieden in dienst en twee metselaars. De voeger, de dakdekker, de elektriciën, de stukadoor, de schilder, mensen die de afwerking deden, alles viel onder mijn verantwoordelijkheid. Ik zorgde ervoor dat de materialen op het juiste tijdstip op de juiste plek waren en ik hield in de gaten hoe er gebouwd wordt.
Je hebt een globale planning van de hele bouwtijd, die je aanhoudt als leidraad. Voor mezelf maakte ik om de week, soms om de twee dagen, een kortlopende planning. Maar zo gauw de planning klaar was, kon ik ‘m weer weggooien want telkens veranderde er wel iets. Het is ook maar net welke afspraken je maakt met onderaannemers. Er werden tijdens de bouw best nog wat plannen gewijzigd. Vooral bij de sporthal moest het een en ander aangepast worden. Dat was even puzzelen, maar het is allemaal goed gekomen. Het is allemaal keurig voor elkaar. Normaal zit bouwbedrijf De Bruin in woningbouw. Dit is de eerste school die we gebouwd hebben. Ik had ook nooit eerder met architectenbureau Jorissen Simonetti samengewerkt. Toch ben ik nergens
3 | jaarverslag | 2010
LEER WERK TEAMS Leerwerkteam Industrie Leraar: Rita Bouwman; arbeidstrainers: Anja Wise, Ineke Dobbenberg Is het doel om de leerling meer te verbinden met zijn leer-/werktraject uitgekomen? Dat is nog niet gerealiseerd, ook mede omdat we de specifieke vakken voor deze richting nog niet hebben gekozen. Misschien gaan we ook geen keuze maken en worden alle vakken steeds aangeboden. We zijn in het leerwerkteam vooral druk met de eigen organisatie. Wel wordt als voordeel gezien, dat de leerling met minder wisselende leraren te maken heeft. Het leren kan nog beter worden verbonden met de stage en arbeid. Over de plaatsen in de klas, bij arbeid en stage in bedrijven: meer variatie en partime plaatsen zijn gewenst. Het zoeken van arbeidsplaatsen buiten Emaus vraagt ook aandacht en zorg. Er zijn wel enkele leerlingen uitgeplaatst volgens plan en de leerling was via het leerwerktraject goed voorbereid (Tupak). Op welke wijze krijgt de samenwerking tussen de leraren en de arbeidstrainers vorm en inhoud? Het samen vergaderen werkt positief. Je bent beter op de hoogte van elkaars werkzaamheden. Je werkt met dezelfde leerlingen en kunt gemakkelijker problemen oplossen. Met ziekte proberen we binnen ons eigen team de vervanging te organiseren. De samenwerking met betrekking tot het handelingsplan is nog niet goed geregeld. Ieder schrijft nog zijn eigen rapportage, omdat de systemen nog niet goed op elkaar zijn afgestemd. De rapportage wordt vooraf wel met de leerling besproken, evenals de doelen voor de komende periode.
tegen aan gelopen wat nieuw voor me was. Het ontwerp vind ik hartstikke leuk, hartstikke mooi. Het is niet recht toe recht aan. Aan de buitenkant hebben we groot formaat stenen gebruikt. Het is een robuuste gevel geworden die er stijlvol uit ziet. Trespa bij de deuren vind ik ook erg mooi. Toen ik de bouwtekening voor het eerst zag, had ik bij die kunststof panelen zo mijn bedenkingen. Ik dacht hoe gaan we dat ooit netjes krijgen, maar het ziet er fantastisch uit. Ik vind dat de gevelaccenten goed uit de verf komen. Nu alleen het straatwerk nog, de verlichting buiten en de afvoer van regenwater. Dat zijn de laatste klussen voor De Lasenberg. Daarna zijn we klaar. Als je meer wilt weten over ons bouwbedrijf, moet je op de website kijken.”
4 | jaarverslag | 2010
Monique van Egdom: “Ik vind het heerlijk dat alles nieuw is” Secretaresse Ik heb veel nagedacht over de indeling van de administratie. Toen we nog in de oude school zaten, had ik een plattegrond van ons nieuwe kantoor gemaakt. Met uitgeknipt meubilair op schaal hebben we eindeloos heen en weer geschoven om te zien waar we alles gingen neer zetten. Uiteindelijk hebben we toch voor de eerste optie gekozen! Ik vind het heerlijk dat alles nieuw is. De hoge ramen aan de zijkant van het kantoor zijn heel prettig en geven enorm veel licht in ons kantoor. Het is een speels gebouw. Als alles alle-
Het branchegericht werken voldoet aan de wensen van de leerlingen/de ouders en de begeleiders. Daarover valt nog niet veel te zeggen. Er is nog aandacht nodig om de verbinding te maken met de ouders/de begeleiders.
maal recht was geweest, zou het er veel massiever hebben uitgezien. Ik had gedacht dat VSO-1, VSO-2 en de Kolibrie beneden zouden komen en de bovenbouw op de eerste verdieping, maar zoals het nu ingedeeld is, is het voor de leerlingen veel rustiger. Iedereen heeft zijn eigen hoek en zijn er verschillende ingangen voor de onderbouw en de bovenbouw. Ook de pleinen zijn gescheiden. Dat zal voor de jongere leerlingen bij ons op school wel een opluchting zijn. Het nieuwe gebouw geeft meer rust bij de leerlingen. De gebruikte steensoort heeft een warme uitstraling. In combinatie met de trespaplaten is het erg mooi geworden. Als je nu aan komt fietsen en het gebouw ziet liggen, is het echt een school waar je trots op kan zijn.
Algemene opmerkingen: Aandacht voor nieuwe stagebedrijven en de begeleiding. Aandacht voor leerlingen, die extra zorg nodig hebben; bijv. ASS leerlingen. Het samen vergaderen moet goed gefaciliteerd worden. De leerlingbespreking, het gezamenlijk handelingsplan en de verbinding met de ouders vragen aandacht van de managers. De samenwerking van de arbeidstrainers en de leraren in het Leerwerkteam wordt positief ervaren en zeker in het belang van de leerling.
Leerwerkteam Groen. Leraar: Ria Kroondijk; arbeidstrainer: Rinco de Kaste, Is het doel om de leerling meer te verbinden met zijn leer-/werktraject uitgekomen? Wij ervaren de constructie leerwerkteam als positief. De leerling is veel beter te volgen door samen zijn/haar traject te begeleiden. Omdat de leerling nu ook op school meer branchegerichte lessen volgt, is de verbinding t.a.v. het leer-/ werk traject aanmerkelijk verbeterd. School richt zich nu meer op de branche door lessen aan te passen. De arbeidstrainer geeft aan meer stageplaatsen te kunnen gebruiken, die toegankelijk zijn. Door het wegvallen van Dier en Milieu moet er eigenlijk voor een bepaalde doelgroep leerlingen nog een aangepaste stageplek gevonden/gecreëerd worden. Er zitten nu een aantal leerlingen bij Plantsoen, die dit eigenlijk niet aan kunnen en waarvoor bij de Kwekerij de uitdaging te klein is. Incidenteel komt het voor dat een leerling uitstroomt. Op dit moment is er één die terugkomt om een aantal werkpunten bij te spijkeren en na een tijdje een kans krijgt om uit te stromen naar dezelfde werkgever om het weer te proberen.
De kleuren zijn nogal opvallend. Het is grappig, toen het nieuw was en de school nog helemaal leeg, vond ik het wel heel bont, maar nu de school is ingericht, komen de kleuren mooi uit. Ik vind het nu juist leuk dat het in de ene hoek geel is en in de andere hoek alles groen. Juist de verschillende kleuren vind ik achteraf erg leuk. Het geeft ook een duidelijke scheiding aan tussen de verschillende klassen. Het raam naar de entree toe in ons kantoor is iets wat we in het oude schoolgebouw nog niet hadden. Hierdoor zijn er ook receptiewerkzaamheden bij gaan horen. Dat was in het begin wel even wennen. Het leuke aan het raam is wel, dat je precies ziet wie er weggaat en wie er binnen komt. Het is ook leuk om vooraan te zitten, het gezicht van de school te zijn. Ons kantoor is nu gezelliger met
0p welke wijze krijgt de samenwerking tussen de leraren en arbeidstrainers vorm en inhoud? De samenwerking is intensiever door de gezamenlijke vergaderingen en tussendoor is er, indien nodig, meer contact tussen leerkracht en arbeidstrainer. Op woensdagmorgen geeft de arbeidstrainer op school theorie voor de Groenmodule. De leerkracht is hierbij aanwezig ter ondersteuning en ter lering. Voorbeeld over constructief samenwerken: Kort geleden hebben we als arbeids-
collega’s van de administratie. Eerst zaten we zo ver uit elkaar met muurtjes er tussen, maar nu kan ik Remke en Lucia ook zien. Om het wat huiselijker te maken hebben we een tulpen-drieluik aan de muur gehangen en een grote, pluchen olifantenkop.
Gerard de Clippelaar: “Jammer dat alles zo snel went” Leerkracht ICT, netwerk/ systeembeheerder, ARBOcoordinator
Het is een mooie school geworden. Op sommige plekken heeft de school nog wat aankleding nodig. In de aula bijvoorbeeld kan er op de tussenwand misschien nog wel een mooie graffiti of een grote poster komen. Laatst stelde een leerling voor om posters op te hangen met wat zij vinden van de nieuwe school. Dat vond ik een leuk idee.
Ik heb veel jaren in de bouwcommissie gezeten. We hebben goed naar collega’s geluisterd en op democratische wijze besluiten genomen. Speerpunt was een veilige school. We wilden overzicht, dus geen hoekjes en gaatjes, maar mooie rechte gangen zodat je in een oogopslag kon zien waar iets niet pluis is. Wij hebben nieuwe praktijklokalen gekregen, die volgens ARBO-richtlijnen zijn ingericht en ARBO-gekeurd. Op dit moment zijn we bezig met een risico inventarisatie, dat betekent dat
5 | jaarverslag | 2010
trainer en leerkracht en leerlingen gezamenlijk een gesprek gevoerd over zeer zorgelijk seksueel. grensoverschrijdend taalgebruik van een aantal leerlingen in de klas, zowel op stage als op school. Dit was een zeer positief gesprek, wat zeker zijn vruchten heeft afgeworpen. We hebben de desbetreffende pb’rs er bij betrokken en ook de orthopedagoog, die op hun beurt ook de therapeut er bij betrokken hebben.
Leerwerkteam Techniek: Hout en Metaal.
De handelingsplannen worden nog niet samen geschreven. Wel sturen we ze naar elkaar toe en hebben we vooraf een Interdisciplinair Overleg. Als op termijn de arbeidstrainers ook gebruik kunnen maken van DataCare zal het eenvoudiger worden om ook dit samen te gaan doen. Vervanging van elkaar zal erg lastig zijn. (t.a.v de leerkracht de praktijk en t.a.v. de arbeidstrainer de theorie van de vakken als Rekenen, Nederlands, Leerling Loopbaan, Burgerschap, Leefstijl e.d).
Is het doel om de leerling meer te verbinden aan zijn leer-/werktraject uitgekomen?
Leraren: Guido Morsink, Sandra Weerman, Gerard Harmens, Aart Foppen; arbeidstrainers: Evert Rouw, Otto Thijs. Het interview is gehouden met Sandra Weerman en Evert Rouw.
Aan de leerlingen is te merken dat ze deze vorm prettig vinden. Ze geven dit zelf ook aan. Ze werken veelal samen en zitten bij elkaar in de klas. Ze wennen zo meer aan elkaar en het is mogelijk om knelpunten, die zowel op stage als op school voorkomen samen bespreekbaar te maken. Ook positieve ervaringen zijn op deze manier te delen. Op de lange termijn denken wij dat het zeker loont om branchegericht te blijven werken, mits er goed gekeken blijft worden naar de problematieken en de behandelplannen van de leerlingen.
Dat is nog niet voldoende uit de verf gekomen. Sandra en Evert zien wel deze mogelijkheden, maar in dit eerste jaar is het nog zoeken naar de verbinding. En daar moet nog veel werk voor worden gedaan. De lessen moeten beter worden ingevuld en ook aangepast aan de praktijkvakken. Daar zit de meerwaarde! Sandra ziet daar nog grote verbeteringen mogelijk. De lessen techniek moeten worden aangepast en afgestemd op wat de leerlingen nodig hebben. Het ontbreekt op dit moment aan faciliteiten om deze vakken beter in te richten: bijv. modules, waar ook aandacht is voor verschillen in niveau van leerlingen. Ook binnen een brancherichting zou dan het vakkenpakket moeten passen. De aanpassing op het rooster voor het vak techniek wordt als voorbeeld genoemd. De vakken moeten niet meer schoolbreed gegeven worden. De samenwerking tussen arbeidstrainers en leraren wordt als positief ervaren. Men weet elkaar beter te vinden en komt met vragen bij elkaar. Het op maat zoeken van stageplaatsen is voor onze doelgroep noodzakelijk en is op dit moment nog een lastige zaak. Een voorbeeld van uitstroom heftruck is positief en gepland verlopen.
Algemene opmerkingen:
De samenwerking tussen de leraren en de arbeidstrainers krijgt vorm en inhoud.
Grote zorg is: Leerlingen met verschillende problematieken zitten momenteel wel bij elkaar in één klas. Daarbij is er maar één Groenklas. Ook bij stage Groen komt dit voor, nu Dier en Milieu is weggevallen Dit maakt dat het behoorlijk onrustig kan zijn en dit vereist veel van de leerling, de leerkracht en de arbeidstrainer.
Door de vergaderingen samen krijgt men meer kennis van elkaars werk en ook meer waardering voor de specifieke mogelijkheden en moeilijkheden. De handelingsplannen worden nog niet samen gemaakt maar wel uitgewisseld. En wanneer er vragen of onduidelijkheden of verschillen zijn, dan zoekt men elkaar wel op.
Het branchegericht werken voldoet aan de wensen van de leerlingen/de ouders en de begeleiders.
we met formulieren de hele school door gaan. We hebben het dan over veiligheid in de breedste zin van het woord, fysieke veiligheid, maar ook hoe we met elkaar omgaan. Wat nog niet optimaal is, gaan we dan in orde brengen. De ventilatie in het printerhok is bijvoorbeeld slecht. Dat heeft onze aandacht. We gaan alle puntjes op de i zetten. Straks komt het schoolplein er bij. Dat heeft ook een veiligheidsstempel nodig. Dan praat je bijvoorbeeld over speeltoestellen en valhoogtes. Er komt veel bij kijken. Voordat de school vrij gegeven werd voor gebruik, is er controle geweest door de brandweer. Ik heb een ontruimingsplan gemaakt met wie wat doet. Achter de schermen moet veel gebeuren. Ik vind het een prachtig schoolge-
6 | jaarverslag | 2010
bouw. De achterliggende gedachte is een ijsschots op de Lazarusberg. Ik stond daar aarzelend tegenover omdat ik overzicht wilde, maar dat is goed opgelost door de architect. Ik vind het fijn om in de nieuwe school te werken en ik heb een prachtig, ruim lokaal gekregen. Dat is fantastisch. Ik heb een ronde tafel met computers waar leerlingen aan kunnen werken. Die tafel kost behoorlijk wat, maar hij is onverwoestbaar. De eerste indrukken van de nieuwe school zijn fantastisch. Jammer eigenlijk, dat het zo snel went. We hebben een nieuw netwerk opgezet, een computersysteem anno 2012. Daar hebben Leen en ik ons best voor gedaan en dat draait. Op het gebied van ICT wil ik dat iedereen te bereiken is, bijvoorbeeld met Exchange, maar ik wil mensen niet
overdonderen met alles tegelijk. Stap voor stap uitrollen. Door wat tegenslagen hadden we niet onmiddellijk internet. Tijdens de verhuizing zaten we op een gegeven moment met een draadje aan de oude school vast, vanuit het trappenhuis van de oude school, hoog door de lucht, naar de aula van de nieuwe school. We hingen letterlijk aan een draadje. Dat was een mooi beeld, alsof we met een navelstreng nog aan de oude school vast zaten. Mijn ervaring is dat er veel meer rust is in de school. De achtervang is anders georganiseerd. Elke klas heeft een tussenruimte waar leerlingen tot zichzelf kunnen komen. Ze worden niet meer de gang opgestuurd. Als er een leerling op de gang loopt, dan wordt hij meteen aangesproken. Heb
je geen briefje bij je? Terug naar de klas. Dat werkt heel erg goed. Het schoolklimaat is veel beter geworden; rustiger, duidelijker. We zijn een grote stap vooruit gegaan ten opzichte van de oude school. Daar ben ik trots op.
Men ervaart de voorbereiding voor de bespreking in de IO’s beter. Er zijn nu ook vanuit de arbeidstrainers zaken, waar men tegen aan loopt met de leerlingen op het gebied van schoolse vaardigheden, die men inbrengt in het overleg met de leraren. Het werken vanuit de visie 1 kind 1 plan wordt wel gedeeld en krijgt meer inhoud. Men ervaart een positieve ontwikkeling. Het branchegericht werken voldoet aan de wensen van de leerlingen/de ouders en de begeleiders.
Daar is nog een verbeterslag op te maken. Dat komt nu nog niet echt uit de verf. De keuze van de leerling is nog niet altijd duidelijk en door plaatsingsproblemen ook niet altijd uitvoerbaar. De betrokkenheid van de ouders en de begeleiders is nu onvoldoende. Vanuit de leerwerkteams is daar niet veel aandacht op gericht. Sandra en Evert noemen hier het belang van een goede intake. De gegevens van de vorige school, de verwachtingen en de mogelijkheden van de leerlingen zijn niet altijd goed bekend in het leerwerkteam. De pedagogische en de didactische mogelijkheden van de leerling zijn op basis van het niveau, de problematiek en het levensverhaal/schoolgeschiedenis redelijk tot goed in te schatten. Dan zou het antwoord op de hulpvraag/onderwijsvraag ook al gekaderd kunnen worden. Differentiatie in uitstroom: betaald werk en dagbesteding. Binnen een leerwerkteam zou behalve de differentiatie in deze uitstroom ook aandacht moeten zijn voor de kwetsbare leerlingen. Er zijn nu leerlingen die in de toch wat hardere groep van hout/metaal niet tot hun recht kunnen komen. Differentiatie binnen en buiten het leerwerkteam moet worden onderzocht. Sandra noemt dat soms een andere klas met een beter passend pedagogisch klimaat nodig is en Evert noemt dat binnen arbeid een differentiatie binnen de groep mogelijk is. Hier vraagt men aandacht op beleidsniveau voor. Algemene opmerkingen: 1. Een goede evaluatie op van te voren gestelde ijkpunten. 2. Communicatie/informatie naar de leefgroepen en de orthopedagogen. 3. De visie op de vakken en de inhoud van de programma’s is niet duidelijk en kan worden verbeterd. 4. De faciliteiten om de inhoud aan te passen aan de gedifferentieerde vragen en onderwijs behoeften van de leerlingen ontbreken op dit moment. De vraag is om hier ruimte voor te zoeken. 5. Men vraagt meer aandacht voor het beschikbaar hebben van alle gegevens bij de intake/plaatsing van leerlingen in de leerwerkteams.
Dirk van den Hoek: “Mijn oude keuken was een race tegen de klok” Vakleerkracht consumptieve technieken Ik ben er heel erg op vooruit gegaan. Bij het ontwerpen van de keuken heb ik veel inspraak gehad. Ze wilden eerst alle kookeilandjes tegen elkaar aan, zodat je een groot kookeiland in het midden had, maar daar heb ik direct van gezegd: dat wil ik niet hoor. Als de jongeren na de instructie en het afwegen terug kunnen naar hun eigen keukentje, geeft dat veel meer rust. In mijn oude lokaal moest ik elke week met een schroevendraaier de kastjes langslopen omdat alles bijna uit elkaar viel. Alles was spaanplaat met plastic. Ken je de broken-window theorie? Als
er iets stuk is dat niet gerepareerd wordt, gaan mensen steeds slordiger en ruwer met de omgeving om. Het verval is dan niet meer te stoppen. Daarom wilde ik dat mijn lokaal er strak uit bleef zien. Af en toe was het wel spannend of alles wel gelijmd en heel bleef. Het was een race tegen de klok. Een paar jaar geleden heb ik al tegen Henk gezegd, ik weet niet of ik die nieuwbouw ga redden. De nieuwe keuken moest aan eisen voldoen. Met het bouwbesluit is bijvoorbeeld wettelijk geregeld dat je tot een bepaalde hoogte moet tegelen en dat alles roestvrij staal moet zijn. Ik heb professionele apparatuur mogen aanschaffen. Ik heb nu alles zoals het in de horeca is. Ik heb ook een steamer gekregen. Dat is een oven waarin je kunt bakken en stomen. Ik geef horeca niveau 1 en dan is het be-
langrijk dat mijn leerlingen leren hoe ze er mee om kunnen gaan en wat je er mee kunt doen. Een steamer is eigenlijk een allemansvriendje: je kunt er vlees in bakken, maar ook borden in warm maken of aardappels in stomen. Wat ik heel positief vind, is dat de clusters binnen de school gescheiden zijn. Dat geeft rust. Het is niet meer zo dat iedereen door dezelfde gang heen moet om naar buiten te kunnen. Omdat ik aan de vleugel van VSO-3 vast zit, heb ik alleen leerlingen van VSO-3 over mijn gang. Ik ben benieuwd hoe het gebouw straks in de omgeving valt. Het is nu nog een beetje bouwputterig. Ik heb grote ramen naar de klas van Fons en naar de gang aan de andere kant van de patio. Leerlingen reageren over en weer op elkaar en dat is niet prettig. Ze worden teveel afgeleid. Ik
7 | jaarverslag | 2010
Leerwerkteam Handel en Economie Leraren: Monique Staal, Jacolies den Dekker; arbeidstrainer: Theo Leenders Is het doel om de leerling meer te verbinden met zijn leer-/werktraject uitgekomen? Het doel om de leerling meer te verbinden aan zijn leer-/werktraject is nog niet goed uitgewerkt. Er zijn wel voorbeelden dat het goed werkt. En er zijn ook wel voorbeelden van negatieve keuzen. Binnen RWK heeft men op dit moment vooral leerlingen die moeilijk plaatsbaar zijn. De verbinding van de leerlingen met de stage in het restaurant werkt positief. In het algemeen ziet men het als positief om beter af te stemmen en samen te werken. De leerstof bij onderwijs moet nog beter passen bij de branches: leerlijnen bij horeca en detailhandel bijv. De module Zorg en Welzijn vraagt qua organisatie veel aanpassingen. Als nadeel wordt genoemd dat er meer gestuurd wordt op organisatie dan op inhoud. Het beter verbinden van de leerling aan zijn leer-werktraject kan ook worden gestimuleerd door het neerzetten van een passend pedagogisch klimaat. De leraren hebben dit opgevangen door de klas te splitsen. Daardoor was er weinig ruimte om nieuwe leerlijnen te ontwikkelen. Men mist de faciliteiten daarvoor. Binnen RWK is het echt maatwerk. Men moet nog meer dan voorheen bij iedere leerling het werk en de eisen passend en realistisch afstemmen. Binnen de schoonmaakmodule is de verbinding gemakkelijker en de stageplekken zijn meer en passender voorhanden: het verzorgingshuis De Dillenburg. Op welke wijze krijgt de samenwerking tussen de leraren en de arbeidstrainers vorm en inhoud? De samenwerking tussen leraren en arbeidstrainers krijgt beter en meer inhoud door samen te vergaderen en samen de verantwoordelijkheid te dragen voor de uitgezette trajecten. Men ervaart het als stimulerend en prettig om gezamenlijk
had het raam al afgeplakt, maar dat mocht niet. Ik werd teruggefloten en heb het er maar weer afgehaald. Er komt binnenkort iets universeels. Dat is ook goed. Wat ik ook minder geslaagd vind, maar daar kun je niks aan doen, is dat mijn keuken erg hol klinkt. Dat komt door alle tegels en het roestvrijstaal in de keuken. Ik mag ook geen gordijn ophangen. Omdat mijn lokaal nu groter is, loop ik heel wat kilometers. Onze leerlingen hebben het nu eenmaal nodig dat je regelmatig bij ze in de potten en pannen kijkt.
8 | jaarverslag | 2010
Leo Rauch: “Het moet vooral school zijn” Locatievertegenwoordiger, manager onderwijs Ik heb de plannen voor de nieuwbouw met belangstelling gevolgd. Ik heb me er niet zo mee bemoeid, omdat ik dat een taak vond voor de bouwcommissie. Toen er een verband gelegd werd tussen de Lazarusberg en schuivende ijsschotsen, heb ik dat zijdelings gevolgd. Als ik nu de school zie en weet waarom het zo is ontworpen, dan vind ik het prachtig; je hebt een gebouw met een verhaal. De indeling van de nieuwe school geeft rust. Door de splitsing van clusters en de hele ruime gangen is er meer duidelijkheid en veel minder geloop. Ieder cluster heeft z’n eigen plekje, z’n eigen
van gedachten te wisselen over een leerling en het uitzetten van een traject. De samenwerking met het eerste milieu en de therapie is ook noodzakelijk. Je moet zelf het initiatief nemen. Men ziet wel dat dit nog verbetering behoeft: er zijn soms nog wel losse stukjes. De samenwerking van alle milieus en alle disciplines levert dan nog meer op. Dat zou een grote meerwaarde kunnen hebben! Het samen schrijven van een handelingsplan is nog niet van de grond gekomen. De rapportage wordt meestal wel besproken en ook met de leerling. Het op de hoogte zijn van elkaars werk is in de praktijk moeilijk te organiseren. Het daadwerkelijk meedraaien in bijv. Bon Appétit door de leraren levert een meerwaarde op. Ook omgekeerd is het voor de arbeidstrainers goed om te ervaren wat het werk in de klas inhoudt. Door het samen vergaderen, ervaart men dat men meer en beter kennis krijgt van de inhoud van de verschillende leer-/werktrajecten. Het branchegericht werken voldoet aan de wensen van de leerlingen/de ouders en de begeleiders. Het blijft lastig aan te sluiten bij de wensen van de leerlingen, omdat deze niet altijd passen bij hun kunnen. Bij het restaurant worden de leerlingen goed voorbereid op de externe stages. Daarover zijn succesverhalen en ook teleurstellingen. De begeleiding vraagt een nauwkeurige afstemming op de complexe hulpvragen van de leerlingen. Bij de schoonmaakmodule is het voor vier leerlingen gelukt een passende stageplaats te realiseren. Er is veel afstemming nodig met de leerlingen, de ouders en de begeleiders tijdens de trajecten om de aanpassingen goed te kunnen onderbouwen. Men moet zich goed gehoord en gezien weten! Dit vraagt initiatief tot het beleggen van een afstemmingsoverleg door de leraar en de arbeidstrainer. Aandachtspunten: Men voelt zich meer gezamenlijk verantwoordelijk; het denken wordt meer multidisciplinair. Er is meer kennis en inzicht van elkaars werk. Men vraagt ruimte om leerlijnen bij de branche te ontwikkelen, die passend zijn bij de doelgroep.
sfeer, dat is mooi om te zien. Om onderling toch contact met elkaar te houden heeft de aula in de nieuwe school een centrale plaats gekregen. Het is niet voor niets dat de postvakjes en de laptopkasten daar staan. De aula is nu nog een kale hal, maar grote houten tafels moeten de ruimte nog uitnodigender te maken. De architect wilde in de school een open karakter creëren met een heleboel glas aan de binnenkant. Architectonisch en qua licht en ruimte vind ik dat hartstikke leuk en ik zou het graag zo willen houden, maar als je in de klas zit zijn er praktische bezwaren. Dan gaat praktijk op een gegeven moment toch voor de schoonheid en zullen er een aantal ramen worden afgeplakt. Dat vind ik voor de openheid jammer. Als je nu door de school heen loopt, dan zie je wat er gebeurt. Als je gaat
De aandacht voor de organisatie ten dienste stellen van de inhoud; pedagogisch klimaat van de klassen blijven bewaken! Er is behoefte om meer informatie aan het eerste milieu te geven over deze nieuwe werkwijze. Beleid en aandacht voor de moeilijk plaatsbare leerlingen.
ONTWIKKELINGEN De koers van de overheid voor het speciaal onderwijs heeft vorm gekregen onder de titel Passend Onderwijs. In essentie komt de koers er op neer, dat de groei van het speciaal onderwijs moet worden afgeremd en het reguliere onderwijs meer moeite moet doen om leerlingen met leerproblemen en/of bijzondere zorgvragen op te vangen. In 2009 heeft de overheid deze koers verder aangescherpt onder de titel Nieuwe Koers Passend Onderwijs. Het speciaal onderwijs moet beter ingepast worden in regionale onderwijsstructuren. Daarbinnen heeft het enerzijds de functie om leerlingen met een zeer complexe zorgvraag op te vangen, anderzijds moet het speciaal onderwijs als kennis- en expertisecentrum gaan fungeren om het regulier onderwijs toegankelijker te maken voor zorgleerlingen. Binnen het speciaal onderwijs moeten leerlingen worden voorbereid op een zo zelfstandig mogelijk bestaan en een naadloze overgang naar (liefst betaald) werk of dagbesteding. In dat kader passen ook ideeën voor de zgn. Werkschool.
de leerling. Mocht de aangemelde school niet passend zijn, dan moet de school elders een goede plek vinden voor een aangemelde leerling of extra expertise in huis halen. Dit gebeurt in nauw overleg met de ouders. Een andere belangrijke wijziging: het rugzakje voor de individuele leerling met een beperking gaat verdwijnen. Scholen krijgen gezamenlijk de zeggenschap over gelden die nu in de verschillende rugzakjes van individuele leerlingen zitten. De hele procedure van indicatiestelling voor rugzakjes gaat verdwijnen; de scholen bekijken zelf voor welke leerlingen extra ondersteuning wordt ingezet. Kwadrant Onderwijs participeert in twee verschillende regio’s voor Passend Onderwijs. De Lasenberg maakt deel van de regio Eemland, waar de bestaande samenwerkingsverbanden zich behoorlijk hadden ingespannen om de voorbereidingen te treffen voor Passend Onderwijs. Dit is erkend en deze regio heeft als enige in het land het groene licht gekregen om het projectplan verder te ontwikkelen. Het Emaus College participeert in de samenwerkingsverbanden van de Noord-West Veluwe en daarvoor zijn de voorbereidingen nog in volle gang.
Tenslotte wordt in de Nieuwe Koers aangekondigd, dat de kosten voor het speciaal onderwijs zullen worden gebudgetteerd op het niveau van de begroting 2008. De uitwerking van de Nieuwe Koers in wet- en regelgeving is vertraagd als gevolg van de kabinetscrisis. Toch is de ontwikkelingsrichting duidelijk. De plannen Straks heeft ieder schoolbestuur de zorgplicht voor kinderen, die als leerling worden aangemeld. De school is tevens verantwoordelijk voor de plaatsing van
dichtplakken zie je dat niet meer. Dat vind ik eigenlijk doodzonde, maar vanuit de optiek van leraren kan ik het helemaal volgen. Ik vind de kleuren schitterend bedacht. Bij de aankleding van de school ben ik helemaal blind gevaren op Joke en Marleen. Die kwamen met de kleurschakeringen wat kan, wat mag en wat moet. Het wennen gaat heel snel. Het heen en weer geloop door ons kantoor mis ik helemaal niet. Ik zorg er wel voor samen met Bertie dat de deur altijd open staat. We gaan nooit met een deur dicht zitten, want ik wil dat iedereen ons altijd kan aanspreken. Ik zie het als mijn taak om de school open en netjes te houden. Zoals leraren terecht zeggen: het is mijn klas, ik moet er in werken dus ik wil mijn sfeer, kan ik ook zeggen: even wachten, het
is mijn school. Zoals jullie voor je eigen klas zorgen, zo wil ik het voor de hele school goed voor elkaar hebben. Je kunt stenen en hout heel mooi in elkaar knutselen, maar het is en blijft een gebouw. Een gebouw is pas mooi als de sfeer in het gebouw goed is. Als we buiten op het plein straks banken en een tribune hebben waar leerlingen op gaan zitten, gaat het nog meer op een school lijken. Het klinkt misschien gek, maar het feit dat hier fietsen voor de school staan, geeft mij een goed gevoel. Er moet geleefd en gewerkt kunnen worden, maar het moet vooral een school zijn.
Joke Vegter: “Een klas met een koekjestrommel” Logopediste Ik ben op een gegeven moment benaderd om deel te nemen aan de bouwcommissie. Dat is nu zeker twee jaar geleden. We zijn begonnen met aan leerlingen te vragen of ze wilden opschrijven hoe de ideale school er volgens hun uit ziet en of ze daar een tekening bij konden maken. Er was een leerling die zei: ik wil een klas met een koekjestrommel. Dat vind ik zo’n mooie uitspraak. Daarna hebben we in de bouwcomissie zes kernwaarden geformuleerd waar onze school aan moest voldoen, zoals veiligheid en geborgenheid. We hebben er foto’s en uitspraken bij gezocht, om de ideeën nog meer vorm te geven. Daarna hebben we de
beeld- en tekstcollages samen met het programma van eisen opgestuurd naar drie architectenbureau’s. We hebben in de bouwcommissie unaniem voor Jorissen Simonetti Architecten gekozen, omdat zij begrepen wat wij wilden. Zij kwamen met het ijsschotsidee en vier aparte clusters, vanuit de gedachte dat leerlingen door het gebouw konden lopen zonder in elkaars cluster te komen. Het ontwerp sprak ons aan en we hadden onmiddellijk het gevoel dat ze het snapten. In het hele voortraject zijn we ook bij andere VSOscholen op bezoek geweest. Daar hebben we ideeën opgedaan en beluisterd waar zij tegen aan gelopen zijn. Tijdens de bouw hebben we een aantal keren door de school gelopen om te zien of het aan onze verwachtingen voldeed, of dat er aanpassingen nodig waren. Sommige dingen lijken op papier onbe9 | jaarverslag | 2010
Studiedag Kwadrant Onderwijs Op 14 maart 2010 was het onderwerp van de studiedag van Kwadrant Onderwijs “Hoe kunnen we het leren van onze leerlingen verbeteren”? Mariët van der Molen heeft een presentatie gehouden over het onderwerp “Werkgeheugen, mogelijkheden en moeilijkheden bij de LVG doelgroep”. In haar inleiding heeft ze uitleg gegeven over haar onderzoek naar de leer- en werkprocessen van de leerlingen van onze doelgroep. Zij heeft inzicht gegeven over hoe de verschillende geheugenfuncties werken. In een aantal proefjes liet ze de deelnemers ervaren op welke geheugenfuncties een beroep wordt gedaan. Belangrijke uitkomsten uit haar onderzoek zijn, dat de leerlingen van de LVGdoelgroep over relatief goede geheugenfuncties kunnen beschikken en dat deze ook trainbaar zijn. Ingewikkeld wordt het voor de doelgroep wanneer er tijdsdruk is en wanneer er tegelijkertijd op verschillende functies een beroep wordt gedaan. Het vraagt veel deskundigheid van leraren om precies uit te vinden hoe en op welke wijze de leerling kan leren. De voorwaarden voor het kunnen leren zijn belangrijk. Het is de taak van de school en de leraar om goede voorwaarden te creëren. Te denken valt aan een goede voorbereiding, een goede klasseninrichting, een passende methode en een goede beeldvorming van de leerling. Mariët noemt dat laatste van groot belang: goede diagnostiek en beeldvorming van de leerlingen. De verschillende leerstijlen van leerlingen moeten in beeld worden gebracht en daar kan het onderwijs bij aansluiten. Dan kom je er achter wat de mogelijkheden van de individuele leerling zijn. De ontwikkelingskansen kun je dan beter benutten en het welzijn wordt bevorderd.
In de middag hebben we het leren in de praktijk gezien. De leraren hebben in een workshop een presentatie gegeven over hun onderwijs-/praktijkaanbod, waar leerlingen succesvol leren. De evaluatie leerde dat de deelnemers de studiedag als stimulerend en lerend hebben ervaren. En het smaakt naar meer………… In 2011 zullen we een vervolg geven en dit onderwerp van het Werkgeheugen verbreden en het verbinden aan de methodiek van het Competentie Gericht Werken.
Ziekteverzuim Kwadrant Onderwijs
HET EMAUS COLLEGE DE LASENBERG
Kort 0-8 0,73% 0,88%
Middel 8-43 0,55% 1,61%
Lang 43-366 2,94% 2,13%
Lang >366 2,42% 5,42%
Totaal 7,20% 11,78
Het ziekteverzuim in relatie tot 2009 laat weinig veranderingen zien. Het middellange verzuim is gedaald, maar het langdurig verzuim is gestegen. Een daling van in totaal 0,3% is nauwelijks een resultaat te noemen, zeker niet als je het houdt tegen het licht van de inzet die is gepleegd op het stelselmatig invoeren en hanteren van het verzuimprotocol. Toch heeft alle inzet wel geleid tot resultaten in het totale verzuim. Deze kunnen echter pas in 2011 geëffectueerd worden in een daling van het middellang en langdurig verzuim.
Het verhaal van Mariët was inspirerend, mede omdat haar onderzoek met onze leerlingen van Kwadrant Onderwijs is uitgevoerd. We hebben afgesproken dat we in 2011 een vervolg aan dit onderwerp willen geven.
Het verzuim heeft in 2010 niet geleid tot een verhoging van de premies, die betaald moeten worden aan het Vervangingsfonds.
langrijk. Onterecht, merkten we; die zie je pas, als het gebouw in wording is. We wilden in de school niet overal bordjes ophangen. Veel kinderen hebben moeite met lezen, maar ze moeten wel weten waar ze alles kunnen vinden. Het kleursysteem van de clusters helpt mee, maar we realiseerden ons dat dat niet genoeg was. Op een gegeven moment kwam Henk met een bedrijf dat de belettering kon doen. We hebben toen bij andere scholen gekeken en ons door het bedrijf laten adviseren. Uiteindelijk hebben we gekozen voor grote, verticale letters op de deuren van de praktijklokalen. Het gebouw moet van zichzelf een bepaalde sfeer uitstralen. Die moet je er niet later in hoeven brengen. Mensen moeten wel de ruimte krijgen om de school eigen te maken. Bij cluster 4 staan nu tafels en cluster 2 heeft een
voetbalspel in de hal, waardoor ze een eigen sfeer in hun cluster bouwen. Dat mag zich verder ontwikkelen. Een cluster moet daar zelf tijd en aandacht aan besteden. Als je buiten staat en je kijkt naar het gebouw, dan zie je ook echt een school staan en geen zorginstelling. Dat vind ik heel mooi. School en zorg raken elkaar hier, maar leerlingen moeten het gevoel hebben dat ze naar school gaan. Ik vind dat het gebouw een vriendelijke uitstraling heeft, qua kleur en qua licht. Ik ben heel erg benieuwd hoe de omgeving van de school ingericht wordt. Dat is belangrijk. Kinderen willen graag naar buiten en daar moeten ze ook de gelegenheid voor hebben.
10 | jaarverslag | 2010
De Kwadrantcijfers 2010 Vrijval van de Bapo voor beide organisaties en de vrijval van de voorziening groot onderhoud van de Lasenberg èn het treffen van reserveringen in verband met de toekomstige bezuinigingen en het afdekken van het risico voor ESF, hebben erin geresulteerd dat er uiteindelijk een toevoeging aan de algemene reserve heeft plaatsgevonden van €134.000 voor de Lasenberg en €188.000 voor het Emaus College.
De Lasenberg te Soest
Emaus College te Ermelo
Realisatie 2010 € Baten (Rijks)bijdragen OCW 2.628.488 Overige overheidsbijdragen 408.533 Overige baten 56.694 Totaal baten
Realisatie 2010 € Baten (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
3.093.715
3.362.387 372.744 96.971 3.832.102
Lasten Personele lasten 2.739.435 Afschrijvingen 26.517 Huisvestingslasten 97.578 Overige instellingslasten 98.094 Leermiddelen 84.728
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslaste Leermiddelen
3.230.883 29.827 154.747 202.745 66.744
Totaal lasten
Totaal lasten
3.684.946
Saldo baten en lasten
3.046.352 47.363
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten Financiële baten 10.189 Financiële lasten 96 Financiële baten en lasten 10.093
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Financiële baten en lasten
Resultaat
Resultaat
57.456
147.156 10.189 10.189 157.345
11 | jaarverslag | 2010
Management en Bestuur
Emaus College
Durk Kooistra Govert Jan Visser Annie de Groot Henk Jansen van Galen Bertie van der Jagt Leo Rauch Birgit Bossink Hans Boon
De Lasenberg
bestuurder van Kwadrant bestuursmanager stafmanager Onderwijs, Zorg stafmanager Personeel, Financiën, Organisatie teammanager Zorg De Lasenberg teammanager Onderwijs De Lasenberg teammanager Onderwijs en Zorg Emaus College teammanager Praktijk en Arbeid Emaus College
Hoofdlocatie en postadres: Groene Allee 46, 3853 JW Ermelo Tel. 0341-567557
[email protected]
Hoofdlocatie en postadres: Hellingweg 1, 3762 CP Soest Tel. 035-6036101
[email protected] Het Emaus College en De Lasenberg zijn Christelijke scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO), cluster 4 scholen en maken deel uit van Kwadrant Onderwijs Fotografie: K.B. de Groot
12 | jaarverslag | 2010