Jaarverslag 2012 De Lasenberg
Kwadrant Onderwijs
Het Emaus College
Voorwoord Het jaarverslag van de Kwadrantscholen is inmiddels toe aan zijn 6e editie. We hebben de afgelopen jaren al heel wat thema’s de revue laten passeren. Verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs en de wijze, waarop wij ons daarover willen verantwoorden, is al die jaren een belangrijk thema geweest. Ook in dit jaarverslag zal het onderwerp kwaliteit zeker weer aan bod komen. De voorgaande jaren hebben wij voor ons belangrijke onderwerpen steeds belicht door collega’s uit onze eigen scholen aan het woord te laten. Voor dit nummer wijken we daar van af. Naast de vaste onderwerpen hebben we gevraagd aan mensen van buiten onze organisatie, die bij de school betrokken zijn, een bijdrage te leveren. We wensen u veel leesplezier en mocht u vragen hebben, dan horen we dat graag.
Algemeen De Zorggroep ’s Heeren Loo zal in 2013 de naam Kwadrant niet langer gebruiken als regio-aanduiding. Voor de scholen betekent dit, dat wij ook een nieuwe naam moeten gaan hanteren. Voor sprankelende suggesties houden wij ons aanbevolen.
Inhoud 1
Inleiding
1
Algemeen
2
Veiligheid
2
Project Kwaliteit op Maat
3
Uitvoering verzuimbeleid Kwadrantscholen
4
Expertise van het Speciaal Onderwijs
6
Van buiten naar binnen, van binnen naar buiten
7
Samenwerking tussen Emaus & Proson
8
ATC-Soest
9
Passend onderwijs
10
Werken met jongeren van het Emaus college
11
Kolibrie 2012
12
Financieel Jaarverslag 2012 Kwadrant Onderwijs
Govert Jan Visser, Bestuursmanager
1 | jaarverslag | 2012
Veiligheid
Project Kwaliteit op Maat
Kwadrant Onderwijs heeft veiligheid hoog in het vaandel staan. Het beleid hieromtrent is vastgelegd in het Arbobeleidsplan. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Bij fysieke veiligheid gaat het bv. om de bedrijfshulpverlening, het ontruimingsplan, veiligheid van gebouwen, machines. Sociale veiligheid richt zich o.a. op gedragscodes, melding en registratie van agressie incidenten, het pestprotocol, training van de medewerkers in het kader van de-escalatietechnieken en agressiebeheersing. Dit beleid is vastgelegd in het Veiligheidsplan.
Kwadrant Onderwijs heeft in 2012 via het project Kwaliteit op Maat (KOM) duidelijk stappen gezet op weg naar een certificeerbaar kwaliteitsmanagementsysteem. Centraal in dit meerjarenproject staat de wens en noodzaak om vanuit eigen kracht te werken aan de kwaliteit van het onderwijs en aan de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Via een in 2011 opgestelde kwaliteitsgids maakt Kwadrant Onderwijs intern en extern zichtbaar welke kwaliteitslat voor de Lasenberg en het Emaus College wordt nagestreefd. KOM is een meerjarig kwaliteitstraject waarbij planmatig invulling wordt gegeven aan een betekenisvol, meetbaar en toetsbaar kwaliteitssysteem.
Arbocommissie Al zo’n 10 jaar functioneert er op de beide scholen een arbocommissie. Deze is samengesteld uit vertegenwoordigers van alle geledingen, de bijeenkomsten zijn zeswekelijks. Iedere 4 jaar (of als gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoals bv. bij de nieuwbouw van De Lasenberg) wordt er op de scholen een uitgebreide Risico Inventarisatie en Evaluatie uitgevoerd. Met de hieruit voortkomende verbeterpunten wordt het arbojaarplan opgesteld. Dit plan is het uitgangspunt voor het arbo overleg, de voortgangsrapportage is hiervan het verslag. Ieder volgend overleg wordt eerst deze voortgangsrapportage doorgenomen, zo is ook op het domein van de arbeidsomstandigheden de plan-do-check-act cyclus geborgd.
Dialoogsessies Begin 2012 hebben ruim 30 medewerkers tijdens 6 dialoogsessies inhoudelijk gesproken over de wijze waarop de scholen invulling geven aan de volgende specifieke onderwerpen in de kwaliteitsgids: communicatie en overleg, aanmelding, plaatsing en intake, toetsen, overdracht en transitie, gesprekkencyclus en professioneel handelen. Aansluitend hebben deze 6 groepen tijdens een inspiratiecarrousel de opbrengst van hun sessies aan elkaar gepresenteerd. Op de studiedag van 1 februari 2012 zijn de onderwerpen vervolgens met alle medewerkers gedeeld.
Veiligheidscoördinatoren Op beide scholen zijn veiligheidscoördinatoren aangesteld. Uitgangspunt voor het beleid betreffende sociale veiligheid is het Veiligheidsplan. De basis hiervan is een aantal jaren geleden gelegd door werkgroepen van beide scholen en ondergetekende. Dit plan wordt cyclisch aangepast en aangevuld door de coördinatoren. Ook is het de taak van de coördinatoren dit beleid te implementeren, door collega’s te ondersteunen, protocollen te agenderen voor de teamvergadering, een presentatie te geven tijdens een studiedag. Het is goed om te zien dat dit nu steeds meer kop en staart krijgt en dat de medewerkers steeds meer oog krijgen voor het belang en de opbrengsten van goed veiligheidsbeleid! Karel Geurts Beleidsmedewerker P&O en Arbo
KOMMEET tijdens de studiedag Het ochtendprogramma van de studiedag illustreerde goed met welke kansen en uitdagingen de scholen op dit moment te maken hebben. Hoe kan het beste gereageerd worden op de geschetste ontwikkelingen en vraagstukken? Door duidelijk stelling te kiezen voor onderscheidend vermogen en toegevoegde waarde van het speciaal onderwijs. Door de scholen zichtbaar en hoorbaar te profileren op de kwaliteit van het onderwijs en de professionaliteit van onze medewerkers. Dat vraagt niet alleen om een professionele cultuur, maar ook om erkend en herkenbaar kwaliteitssysteem. In het middagprogramma is in korte sessies met elkaar van gedachten gewisseld hoe op de diverse onderwerpen verbeterslagen gerealiseerd kunnen worden. KOM MEE in het plan van aanpak De opbrengst van de studiedag is besproken in de stuurgroep en is vertaald in een plan van aanpak voor de 3e fase van Kwaliteit Op Maat: KOM MEE. Een goed werkend kwaliteitssysteem kent verschillende pijlers. De interne audit is daar een goed voorbeeld van. Met de interne audits wordt de algemene betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij het werken aan kwaliteit gestimuleerd en word Inzicht verkregen in de verschillen tussen praktijk en vastgestelde afspraken. Daarnaast leveren de interne audits inzicht in alle relevante schakels in werkprocessen, onderlinge afhankelijkheid en noodzaak tot samenwerking. Inmiddels beschikken de scholen over elk 3 geschoolde interne auditors. De interne auditors voeren in 2013 een 1e interne auditronde uit aan de hand van de auditdoelen “effectieve onderwijstijd” en “handelings- en resultaatgericht werken”. Oscar Schneider, Bureau de Bont
2 | jaarverslag | 2012
Uitvoering verzuimbeleid Kwadrantscholen Vorig jaar maakte ik voor het eerst kennis met de leiding van de Lasenberg. Ik was door het Vervangingsfonds (Rotterdam) gevraagd om een werkneemster die met zwangerschapsverlof ging, te vervangen. Voor een ZZP-er is dat een mooie gelegenheid om het netwerk uit te breiden, ervaring en kennis te benutten en nieuwe ervaringen op te doen, dus graag! Op De Lasenberg was sprake van een hoog verzuimpercentage en de leiding wilde daar meer grip op krijgen. Men besefte heel goed dat doorgevoerde veranderingen de druk op het lerarencorps had vergroot. En de druk zou vermoedelijk nog groter worden. De school had immers ook te maken met teruglopende financiering vanwege bezuinigingen en wegvallende subsidies, met alle gevolgen van dien. Mijn opdracht was (en is) om te achterhalen wat er mogelijk nog meer speelde bij ziekmeldingen. Hebben de meldingen een zuiver medische of psychische grondslag, of ligt de verzuimreden in de privésfeer. Het kan ook zijn dat er sprake is van een sluimerend conflict en dat de “ziekmelding” eigenlijk als protestverzuim gezien moet worden. Vooral de eventuele samenhang tussen “Veiligheidsbeleving”, “Persoonlijke belastbaarheid” en “Verzuim als keuze” waren (en zijn) belangrijke aanknopingspunten in een gesprek. Maar ook: “Verzuim is gedrag, een keuze” . Hoe bewust is de medewerker op dat gebied? Hoe komt het dat de ene medewerker zich, bij vergelijkbare omstandigheden ziek meldt en de ander niet? Hoe bewust is men van de effecten van de niet-aanwezigheid? Wat kunnen teamleiders wel en niet beïnvloeden? Een hoop vragen waarvan er een aantal nog steeds beantwoord moeten worden.
Inmiddels zijn we een jaar verder en zijn mijn activiteiten uitgebreid naar “Het Emaus College”. Ik heb inmiddels veel gehoord, gelezen en gezien op de scholen. Binnenkort ga ik een ochtend op “werkbezoek” naar een van de groepen om zelf te ervaren wat daar gebeurd. Het is voor een buitenstaander lastig om grip te krijgen op inhoud, organisatie en procedures. Kwadrant verzorgt immers geen “alledaags onderwijs”. Als onafhankelijke derde vang ik veel op tijdens mijn contacten. Ik heb geleerd om voorzichtig om te gaan met die informatie. Niet alles kan ongefilterd worden gerapporteerd. Soms is het verstandig om een drie-gesprek te plannen waarbij ik de bespreekpunten bewaak. Soms mag ik van mijn gesprekspartner in grote lijnen de werkelijke verzuim-oorzaken melden. Men wil graag meewerken aan verbetering, maar er zijn ook belangen waarmee rekening gehouden moet worden. De mensen die ik heb gesproken zijn stuk-voor-stuk begaan met hun vak en met de leerlingen. Sommigen zijn te lang door gegaan en hebben daardoor te veel van zichzelf gevraagd: “Vooral niet opgeven” was hun devies. “Roofbouw” roep ik dan, wie help je ermee om te zwijgen over ervaren stress tijdens je werk. Maak het bespreekbaar. Dat hoeft niet altijd tot de oplossing te leiden, maar het helpt wel om aan de weg te timmeren. De leiding van Kwadrant wil graag inhoudelijke verbeteringen aanbrengen in het beleid en dat uitdragen naar medewerkers, overheden en subsidiegevers. Om dat te kunnen is het van belang dat er open gesproken wordt over ervaren- of daadwerkelijke tekortkomingen. Verzuim is vaak een goede indicator van het commitment van de medewerker naar de organisatie toe. Je zou kunnen zeggen dat het soms meer een ethisch vraagstuk is, vooral als je beseft dat één dag verzuim ons allemaal gemiddeld € 300,- per dag kost. Momenteel zijn een aantal elementen die spelen op het gebied van verzuim helder. Het is nog te vroeg om daar definitieve uitspraken over te doen. Het MT en de MR zullen eerst moeten worden geïnformeerd. Dan zal overleg moeten plaatsvinden over de vraag of er nog meer punten van belang zijn. Vervolgens zal er in overleg met de medewerkers gekeken worden naar haalbare verbeteringen. Wordt vervolgd… Feiko Feijtes, Register-arbeidsdeskundige en Loopbaanadviseur
3 | jaarverslag | 2012
Expertise van het Speciaal Onderwijs In het onderwijs is men al lange tijd (en sinds de ontwikkelingen van Passend Onderwijs nog meer) gericht op het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en op het verbeteren van de kwaliteit van de leraren. Thema's die daarbij horen zijn gedrag en visie, een competentiegericht toekomstperspectief, warme overdracht, nazorg en samenwerking.
In de gesprekken binnen het Samenwerkingsverband worden er regelmatig vragen gesteld over wat nu precies de verschillen zijn tussen het regulier en het speciaal onderwijs. Er zijn wel een aantal concrete verschillen waarneembaar in de zin van kleinere klassen, meer deskundigen binnen de school en meer aandacht voor de zorgleerlingen. Ook noemt men verschillen in de competenties van de leraren en het pedagogische schoolklimaat. Het blijft nog lastig om te benoemen waar nu precies de verschillen in zitten. Immers, alle leraren hebben aandacht voor de persoon van de leerling en richten hun lessen zo goed mogelijk in op wat de mogelijkheden van de leerlingen zijn. Daarnaast is er in toenemende mate aandacht voor de zorgvragen en/of de ondersteuningsbehoeften van de leerlingen. Daar zien we wel verschillen tussen regulier en speciaal onderwijs. Binnen het regulier onderwijs staat de leerstof meer centraal en binnen het speciaal onderwijs is de ondersteuningsbehoefte het uitgangspunt en staat de leerstof in dienst van de ondersteuningsbehoefte. Om de expertise van het Speciaal Onderwijs inzichtelijk te maken heb ik drie hoofdpunten nader bekeken. Daar wordt het meest duidelijk wat nu precies het onderscheid is tussen het regulier en het speciaal Onderwijs. 1.De visie. De gedeelde visie van het hele schoolteam met betrekking tot de school en wat je als team de zorgbreedte van je school acht. 2. De organisatie. De pijlers van de organisatie van de school. Het pedagogisch klimaat door de hele school. Alle medewerkers zien als opdracht dat ze een onvoor waardelijke ondersteuningsrelatie met de leerling aangaan. 3. De expertise van de leraren.
De leraren zijn bekend met gedrags- en leerproblemen en zijn er op toegerust. De leraren voelen zich competent (hebben kennis en vaardig- heden) om met deze problematiek om te gaan, kunnen hulp vragen en maken gebruik van elkaars expertise. De leraren richten zich op de mogelijkheden van de leerlingen. De leerstof is zó aangepast dat het zinvol, passend is voor het haalbaar gestelde perspectief. 1. De visie uitgewerkt in de volgende punten: a. Gedeelde visie van het gehele schoolteam. De visie is gericht op het bieden van perspectief aan de leerling en onderwijs wordt gezien als middel om vertrouwen in de toekomst te hervinden/te behouden. Alle medewerkers van de school kennen deze visie en zien het als leidraad voor hun han- delen. b. Zoek de samenwerking met de ouders en de hulpverleners en kom tot een gezamenlijke aanpak. Bekijk alle facetten van het toekomstperspectief. Toon veel belangstelling en interesse in de ervaringen van ouders en ver- diep je in de persoon van de leerling. Toon je onvoorwaardelijke ondersteu- ningsrelatie als schoolteam. c. Betrek de school van herkomst of de ontvangende school zoveel mogelijk bij het onderwijs. Zorg ervoor dat je niet op een eiland werkt. Beschouw jouw onderwijs als een onderdeel van de gehele schoolloopbaan van de leerling. d. Ga bij elke jongere uit van het toekomstperspectief en betrek ouders en jongere zelf zoveel mogelijk bij het traject. e. Leg niet te veel nadruk op wat fout gaat maar richt je vooral op de moge- lijkheden en zorg voor de goede randvoorwaarden. Breng in kaart wat precies de ondersteuningsbehoefte is voor een leerling om goed te preste-
Het bevoegd gezag van de scholen Het Bevoegd Gezag van de scholen ligt bij de Raad van Bestuur van de Zorggroep ’s Heeren Loo. De portefeuille onderwijs is toegewezen aan één bestuurslid uit deze raad. Na het vertrek van de heer Durk Kooistra in 2011 was de heer Henk Prins zijn opvolger. De heer Prins heeft door zijn vertrek zijn portefeuille door mogen geven aan de heer Kees Erends. We willen de heer Prins bedanken voor zijn warme aandacht voor de scholen tijdens deze korte periode. Naast onderwijs is zorg het aandachtsgebied van Kees Erends. Dat beide portefeuilles nu binnen het taakgebied van één bestuurder liggen, is van groot belang. Een optimale afstemming tussen zorg en onderwijs wordt daarmee gewaarborgd. 4 | jaarverslag | 2012
ren. Verander niet de leerling, maar verander de omgeving. f. Beschouw nazorg in het onderwijs als onderdeel van het traject. Zorg standaard voor een warme overdracht en blijfhet kind /de leerling volgen, vooral ook als het goed gaat. g. Vier je successen en geef vooral veel aandacht aan de behaalde resultaten. Nodig ouders en familie uit voor het behalen van certificaten en maak er een feestje van.
2. Binnen de organisatie van de school zijn er enkele pijlers: a. Het pedagogisch klimaat door de hele school. De leraren starten hun werk door de leerlingen te begroeten en op te vangen op het schoolplein. Ook tijdens de leswisselingen en de pauzes is er begeleiding van de bekende en vertrouwde leraren. b. De mentorleraar bouwt de onvoorwaardelijke vertrouwensrelatie op met zijn/haar klassengroep. De orthopedagoog en de intern begeleider geven vanuit de beschikbare gegevens van het toelatingsonderzoek de informatie en de handelingsadviezen aan de mentorleraar. c. De teammanagers en het zorgteam zijn dagelijks beschikbaar voor vragen van de leraren. Tweewekelijks vergadert het zorgteam. d. Er wordt bij de start een OntwikkelingsPerspectiefPlan opgesteld en dat wordt planmatig besproken en bijgesteld. e. Enkele malen per jaar en op vraagstelling zijn er gesprekken met ouders en hulpverleners over de voortgang.
3. Expertise van leraren: De deskundigheid van leraren in cluster 4 onderwijs is vooral gericht op pedagogische expertise. Er zijn een aantal trends waar te nemen: a. Bekendheid met gedragsproblemen hebben een gunstige invloed op het omgaan met gedrag. Leraren willen/moeten over goede informatie be- schikken. Daaraan is een grote behoefte. Te snel wordt verondersteld dat kennis aanwezig is of wordt geactiveerd. b. In het speciaal onderwijs wordt meer professionele afstand gehouden/ bewaard. c. Kennis van gedragsproblemen en de daarbij behorende emoties zijn van invloed op de beheersing van de eigen emoties van leraren Dat werkt door in het competentiegevoel.Dat maakt dat leraren consistent kunnen reageren. d. Een leraar die zich ervaren en competent voelt, past minder negatieve emoties, straffende reacties en verwijderen toe. e. Kennis van gedragsproblemen, opvattingen en eigen aandeel in probleem- situaties krijgen aandacht in de scholing, ondersteuning en intervisie van de leraren. f. Eigen emoties bewust hanteren is een onderdeel van een meer professio- nele houding. Door binnen scholen open te communiceren over lastige situaties stimuleert men de professionaliteit en bevordert de kwaliteit. Annie de Groot, Stafmanager Zorg en Onderwijs
5 | jaarverslag | 2012
/$. )
Van buiten naar binnen, van binnen naar buiten! Het onderwijsveld wordt uitgedaagd om in te spelen op de ontwikkelingen die voortvloeien uit de Wet Passend Onderwijs, de Wet Kwaliteit (V)SO en de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten.
) *+ *).1$&& ' ) $ 0**,.0'* $ ) /$. . Deze %ontwikkelingen op de positie en de rol die de scholen voor speciaal onderwijs binnen de samenwer,)-$.$ 0) /"3*,"), hebben " ( ).invloed ) )/$. )),$)) )0)$)) )),/$. ) ) ,*' $ -#*' ) 0**, -+ $' *) ,1$%- kingsverbanden innemen, op de inhoud en vormgeving van het onderwijs en de samenwerking met al diegenen die betrokken -( )1 ,&$)"-0 ,) ) $)) ( ) *+ . *) ,1$%-0 ' 1*,. /$." " *( $) . -+ ' ) *+ *).1$&& ' ) $ 0**,.0'* $ ) /$. . ) 0*,(" 0) # . *) ,1$%- ) -- )) ,1$%- .1'$. $. ) .,)-$.$ 0) % /"3*,"), " ( ). ) zijn0$)" bij een leerling. ,&$)" ( . ' $ " ) ) $ .,*&& ) 3$%) $% ) 3 *).1$&& '$)" ) # ) $)0'* *+ +*-$.$ ) ,*' $ -#*' ) 0**, -+ $' *) ,1$%-
$)) ) -( )1 ,&$)"-0 ,) ) $)) ( ) *+ De samenwerkingsverbanden gaan een re$)#*/ ) 0*,(" 0$)" 0) # . *) ,1$%- ) gierol vervullen in de toeleiding naar scho-( )1 ,&$)" ( . ' $ " ) ) $ .,*&& ) 3$%) $% ) )1 ,&$)"-0 ,) )") ), "$ ,*'0 ,0/'' )$) len voor speciaal onderwijs vanuit cluster 3 ' ,'$)" $)" ), -#*' ) 0**, -+ $' *) ,1$%- 0)/$. Hoe rol gaan vervullen wordt ) en * 4. 3$% zij 3 deze ,*' ") 0 ,0/'' ) 1*,. -( )1 ,&$)"-0 ,) )") ), "$ ,*'0 ,0/'' )$) beschreven in het ondersteuningsplan dat ie) $) # . *) ,-. /)$)"-+') . $ , .* ' $$)" ), -#*' ) 0**, -+ $' *) ,1$%- 0)/$. der samenwerkingsverband moet opstellen. ,&$)"-0 ,)(* .*+-. '' ) '/-. , ) * 3$% 3 ,*' ") 0 ,0/'' ) 1*,. ) ," ". &*( ) .$% " -+, & De Lasenberg gaat de $) komende tijd( in. ge -#, 0 ) $) # . *) ,-. /)$)"-+') . $ , ) -(sprek )1 ,&$)"-0 ,) ) ) " (samenwerkings). ) $. met verschillende -( )1 ,&$)"-0 ,)(* .*+-. '' ) * ' *( ' ,'$)" . ) 0& 2 doel verbanden en ( gemeenten. Dit *(+' met het - ) ," ". &*( ) .$% $) " -+, & ( . .*.3$%), #.. '. )&*( ) 0 ,-#$'' ) -( )1 ,&$)"-0 ,) ) ) " ( ). ) $. om de leerling met een vaak complexe pro( . # . * ' *( ' ,'$)" ( . ) 0& *(+' 2 blematiek, binnen de nieuwe wetgevingen, ' ,'$)" )) 3 ' ,'$)" )1**).$%) +,*' (.$ &$)) ) )$ /1 1 ." 0$)" )( ,.*.3$%), #.. '. )&*( ) meer tot zijn recht te laten komen. ( ). )
-#**'# !.0*'" )- . ''$)"*+ *&.* , ' ,'$)" )) 3 ' ,'$)" )1**).$%) De school heeft volgens de $*0 , " ( ). ) -. ) .#/$- ' ,'$)" )1*) )0 ,-+, telling op 1 oktober 2012 ) $.") 3 " " 0 Van )-3' ,$) .* &*(-. ) ) ) 1680) leerlingen. deze -( )1 ,&$)"-, '.$ ") *).-.) ./-- ) ) leerlingen woont bijna 70% - ) ," )$ /1 -( )1 ,&$)"-0 ,) ) " ' " leerlingen wonen 0**,." thuis. 3 .*)De ,1$%- ) )",**.).'" ( ). ) verspreid over 28 gemeen**, 3*( ,0&).$ 3/'' ) ,-. *).. )" ' " ")1*, ten. ) (* . ) !. 0**, " '$%& ,.$%3'$)) ) - ) ,")" ")(* . ) Uitgaande van deze gege*,( ) 1*, ) 1. *).1$&& '$)" ) 0**, " 0*'" ) # !. 0**, vens zal er+.in )de0**, toekomst # . *) ,1$%-*) # . , 6, ) 0) 0*,( ) "*"$-# een 1**)0**,3$ )$)" ) $- gaan ) ')",$%& samenwerkingsrelatie ontstaan tussen Lasenberg, nieuwe sa0) de 2. ,) $ )-.0 ,' de )$)" groot )/1 aantal , -(gemeenten. )1 ,&$)" ( . *,.#*+ "*"$-# 1**)0**,3$ )$)" ) $- ) ')",$%& menwerkingsverbanden voortgezet onderwijs*& en een ++ )+').077, 3*( ,0&).$ " , )#.-+/). Voor de zomervakantie zullen de eerste contacten gelegd gaan worden. .*0 )-.) 0*,(. *).*/, )0**, )-.++ )+').077, 3*( ,0&).$ " , 3'3$%) Tegelijkertijd zal binnen de Lasenberg nagegaan moeten worden wat de ontwik kelingen voor gevolgen hebben voor het onderwijsconcept *$) *,, -. $)en voor het creëren ' $-0$- /,-- )) ,1$%- - ) ," van vormen van externe dienstverlening.
Ook de nauwere samenwerking met orthopedagogische woonvoorzieningen is een belangrijk aandachtspunt. Het bovenstaande vormt de contouren voor een stappenplan dat vóór de zomervakantie 2013 gereed zal zijn. Toine Dorrestein, Beleidsadviseur Passend Onderwijs De Lasenberg 6 | jaarverslag | 2012
Samenwerking tussen Emaus & Proson Proson is een SW bedrijf (sociale werkplaats) in Ermelo, onderdeel van Bartiméus. Proson heeft ongeveer 200 medewerkers in dienst. De helft van onze medewerkers heeft een visuele beperking, de overigen hebben een beperking anderszins. Dit kan uiteenlopen van een psychische beperking tot iemand die rolstoelafhankelijk is. Zoals een ieder vernomen zal hebben, vinden er binnen de SW forse bezuinigingen plaats. Ook Proson kreeg hiermee te maken. Eén van de gevolgen hiervan was, dat medio april 2011 werd besloten, het bedrijfsrestaurant van Bartiméus te sluiten. Dit restaurant werd gerund met Proson medewerkers. Middels de sluiting werd bezuinigd op salaris kosten. Alle medewerkers werden intern herplaatst, en in het restaurant gingen de stekkers uit de koelkasten, ovens en frituurpannen. Er was alleen nog koffie en thee in het restaurant beschikbaar.
Een mooie bijkomstigheid is dat er bij de jongeren een beroep gedaan wordt op hun eigen sociale c.q. zorg kant. Je ziet de jongeren bijna ruzie maken wie de koffie in mag schenken voor een blinde gast. De jongeren volgen ook allemaal een workshop bij Proson die gegeven wordt door een blinde medewerker. In deze workshop worden ze geblinddoekt, en krijgen ze de kans te ervaren hoe het is als je niets ziet.
Ik hoor een win-win situatie aankomen
Ook aan het Emaus College gingen de bezuinigingen niet voorbij. De huur die opgebracht moest worden voor het bedrijfsrestaurant Bon Appétit van ’s Heerenloo werd wegens bezuinigingen op speciaal onderwijs steeds moeilijker op te brengen. In dit restaurant werd de Mbo-opleiding Horeca-assistent niveau 1 gegeven. Het voortbestaan van deze opleiding kwam wegens bezuinigingen dan ook in het geding. Kort samengevat, er is een bedrijf met een restaurant met een volledig ingerichte keuken inclusief steamer, koelcel, vriescel, een complete spoelkeuken, groot magazijn, 156 zitplaatsen, waar alleen koffie en thee wordt geschonken. Daarnaast hebben we een VSO-school waar 10 jongeren staan te popelen om een Horeca opleiding te gaan volgen, maar waar het niet zeker is of er überhaupt wel een werkplek beschikbaar is.
Daarnaast trekken we nu ook samen op om het restaurant commerciëler in de markt te gaan zetten. Vorig jaar november hebben we een volledige horecavergunning op het restaurant gekregen. Dagelijks staat het restaurant na 15.00 uur leeg. Voldoende mogelijkheden dus om ook recepties, vergaderingen, een barbecue, of zelfs een volledige bruiloft (we hebben een aanvraag lopen) aan te bieden. Ook in het kader van onderwijs is een uitbreiding van activiteiten wenselijk. Overdag kunnen de leerlingen dan ervaring op doen in een bedrijfsrestaurant setting, terwijl er ’s avonds allerlei andere horeca activiteiten plaatsvinden. Dus met andere woorden, bezuinigingen kunnen ook kansen bieden! Ashwin Kleine Deters, Teamleider Catering Proson.
Ik hoor een win-win situatie aankomen!! En die kwam er ook. Beide partijen werden bij elkaar gebracht, en al heel snel werd besloten om met elkaar verder te gaan. Met als eindresultaat dat het Emaus College gratis gebruik maakt van het bedrijfsrestaurant van Proson, in ruil daarvoor hebben wij bezetting in het restaurant. Ook de naam Bon Appétit is ook meeverhuisd. Elke dag voorzien de leerlingen in de keuken, de medewerkers van Proson en Bartiméus van de heerlijkste soepen, warme- en koude broodjes, en zelfs volledige maaltijden! Maar de win-win situatie gaat verder! Inmiddels volgen ook een aantal Proson medewerkers de opleiding bij Emaus. De eerste twee Proson geslaagden hebben zich afgelopen maart aangediend. 7 | jaarverslag | 2012
ATC-Soest Vanuit het besef dat bij succesvolle arbeidstoeleiding de vraag van de regionale arbeidsmarkt van doorslaggevend belang is, staat in 2013 intensieve samenwerking van De Lasenberg met werkgevers op de agenda. Om te beginnen even een kort verhaaltje dat ik onlangs hoorde. Gillian Lynne is een inmiddels 87 jaar oude ballerina, die volgens de juf op school niet mee kon komen. Ze was voortdurend afgeleid of leidde anderen af. Vandaag zouden we zeggen dat Gillian ADHD heeft, maar die term was aan het begin van de jaren 30 nog niet bekend. In dat opzicht was het vroeger zo slecht nog niet. Op een dag nam haar moeder haar mee naar een arts en legde uit wat er met haar dochter aan de hand was. Vervolgens zei de arts tegen Gillian dat hij even iets met haar moeder moest bespreken. Gillian mocht even in de kamer wachten. Op de weg naar buiten zette de arts de radio aan die op zijn bureau stond en zei tegen de moeder om even op te letten wat er gebeurde. Terwijl zij door de ruit stonden toe te kijken begon Gillian te dansen, waarop de arts tegen Gillian’s moeder zei: ‘Mevrouw er is niet zoveel met uw kind aan de hand, ze is een danser’. Gillian heeft uiteindelijk een dansopleiding gevolgd en een eigen dansgezelschap opgericht. Ze werd ook door Andrew Lloyd Webber gevraagd voor de choreografie van Cats en de Phantom of the Opera. Miljoenen mensen hebben genoten van wat bijna onopgemerkt was gebleven, het unieke talent van een bijzonder kind. Bovenstaand voorbeeld geeft in een notendop de kernopdracht van scholen als De Lasenberg weer; het ontdekken, ontwikkelen en zichtbaar maken van arbeidsvaardigheden en talenten van de aan hen toevertrouwde leerlingen. Zodat vervolgens op zoek gegaan kan worden naar werkgevers die om deze specifieke vaardigheden verlegen zitten. Veel jongeren afkomstig uit het vso zijn namelijk prima in staat om in een reguliere werkomgeving te werken. Bijvoorbeeld als magazijnmedewerker, bij een hovenier of in een supermarkt. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt blijft er ook wel voldoende werk. Een vast percentage van alle banen blijft gewoon bestaan uit laaggeschoold werk. Ook in de toekomst. Ondanks de crisis zijn er nog steeds werkgevers die moeite hebben om deze vacatures goed ingevuld te krijgen. Bovendien zien zij zich voor een nog groter probleem gesteld op het moment dat de economie weer aantrekt en de vraag naar personeel toeneemt. Voor het ontwikkelen van arbeidsvaardigheden heeft De Lasenberg in het verleden gezamenlijk met de gemeente Soest het Arbeidstraining Centrum in het leven geroepen. Helaas is aan deze unieke samenwerkingsvorm vanwege de ontwikkelingen in gemeenteland in 2012 een einde gekomen. Vanuit het besef dat bij succesvolle arbeidstoeleiding de vraag van de regionale arbeidsmarkt van doorslaggevend belang is staat in 2013 intensieve samenwerking van De Lasenberg met werkgevers op de agenda. Voor veel leerlingen is de dagelijkse prak8 | jaarverslag | 2012
tijk namelijk de beste leerschool en de meest kansrijke manier om een goede werknemer te worden en een passende plek in de maatschappij te krijgen en te houden. En daar is het uiteindelijk allemaal om te doen. Patrick Hallink, Edunova
Passend Onderwijs Noord-West Veluwe De onderwijssituatie centraal De gezamenlijke missie van de samenwerkende organisaties op de Noord West Veluwe in het kader van Passend Onderwijs is het realiseren van onderwijs en ondersteuning voor elke leerling, opdat deze leerling dát onderwijs en die ondersteuning krijgt, die hij/zij nodig heeft om een ononderbroken ontwikkeling te kunnen doormaken. Onze visie is dat Passend Onderwijs betekent, dat alle leerlingen naar school gaan en dat zij een passend onderwijs- en zo nodig een ondersteuningsarrangement krijgen, dat gerealiseerd kan worden met de beschikbare financiële middelen. De schoolbesturen krijgen vanaf 1-8-2014 zorgplicht en daarmee hebben de scholen de verantwoording voor het verzorgen van passend onderwijs. Men heeft binnen elke school een eigen Zorg Advies Team en samen zoek je naar een passend traject, dat binnen de eigen school en/of ook binnen het VSO kan zijn. Het is de bedoeling dat de expertise binnen het reguliere onderwijs wordt vergroot, zodat er minder leerlingen verwezen hoeven te worden naar het speciaal onderwijs. Er is volop samenwerking met de scholen van het VSO èn in de scholen om preventief beleid te realiseren en in de tussenvoorzieningen zoals het Onderwijs Zorg Centrum. Het voortgezet speciaal onderwijs heeft in het SWV vier functies: 1. Een permanente onderwijsfunctie voor leerlingen waarvoor het VSO de best passende plek is. 2. Een tijdelijke onderwijsfunctie en voorbereiden op terug naar regulier, als dat verantwoord is. 3. Een expertisefunctie met het doel de expertise in het regulier onderwijs te vergroten. 4. Een diagnostische functie – hierbij kan gedacht worden aan een tijdelijke plaatsing met de opdracht tot een adequaat ondersteuningsaanbod te komen. De wetgever heeft bepaald dat als een leerling wordt verwezen naar het VSO er een toelaatbaarheidsverklaring moet zijn. De Permanente Commissie Leerlingen zorg en deskundigen vanuit de Commissie van Indicatie Stelling dragen zorg voor het afgeven van een dergelijke verklaring. De scholen informeren elkaar over de basisondersteuning. Jaarlijks is er op verschillende niveaus uitwisseling over de nieuw ontwikkelde expertise, die gericht is op het vergroten van de zorgbreedte van de reguliere scholen. Daarnaast zijn er de harde gegevens van de cijfers van de doorstroom van leerlingen naar het VSO vanuit de VO scholen.
Binnen het SWV willen we transparant zijn over de ontwikkelingen om elkaar te stimuleren en te inspireren over de gedane stappen en de gemaakte arrangementen. We organiseren daarvoor vanuit het SWV een gezamenlijke studiemiddag, waarbij de zorgcoördinatoren, de leraren en vooral ook de managers uitgenodigd worden. Het kennisnemen van de “good-practices” in de scholen op de eerste dinsdagmiddag van februari is daarvan een mooi voorbeeld. Het Emaus College heeft een bijzondere positie in het SWV, omdat de meeste leerlingen verblijven in het orthopedagogisch behandelcentrum Groot Emaus. Toch is de deelname aan het SWV belangrijk vanwege de mogelijkheden van tijdelijke en kortdurende plaatsingen vanuit de regio. Daarnaast is er altijd al een goede samenwerking gerealiseerd met de PRO scholen in Nijkerk en Harderwijk en de mogelijkheid van crisisopvang binnen het Emaus College. De expertise uitwisseling op leerlingen niveau heeft de deskundigheid op beide scholen vergroot. We zien een lichte toename van aanmeldingen van leerlingen uit de regio, die behalve een onderwijs- ook een zorgvraag hebben. Deeltijdbehandeling is dan een noodzakelijke ondersteuning om het onderwijs voor de leerling beschikbaar te krijgen. Het Emaus College ziet het als taak om samen met de partners van de naschoolse dagbehandeling deze vragen te beantwoorden en ziet een tendens deze partners in de nabije toekomst nog meer nodig te hebben. Annie de Groot Stafmanager Zorg en Onderwijs 9 | jaarverslag | 2012
Werken met jongeren van het Emaus College Gedurende de afgelopen drie jaar heb ik, Roel van der Wal van ALO Nederland, met heel veel plezier en voldoening, als externe leerkracht les mogen gegeven aan de jongeren van het Emaus college. Het VCA diploma en het Heftruckcertificaat, twee van de veiligheidsgerichte opleidingen waar ik les in geef, zijn opleidingen die voor deze doelgroep erg belangrijk zijn bij de toeleiding naar werk. Het VCA diploma is simpelweg een ‘must’ om in veel branches aan de slag te kunnen en mogen gaan. De sfeer op het Emaus college spreekt mij erg aan. Het is een omgeving waarin aan de jongeren ‘met een rugzakje’ geborgenheid en veiligheid wordt geboden, maar dit wordt wel gekoppeld aan de opbouw, of de uitbouw, van het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Op deze eigen verantwoording worden de jongeren dan ook door alle medewerkers van Emaus daadwerkelijk en helder aangesproken. De medewerkers vormen een hecht team, een team waar ik graag een paar keer per jaar voor een week deel van uit mag maken. Werken in het onderwijs, en met name met de jongeren van het Emaus college, mag en moet je alleen doen als je van mensen houdt en mensen echt verder wilt helpen. Als docent hoop en probeer ik de jongeren elke keer iets mee te geven wat voor hun toekomst wezenlijk van belang is. Werken met jongeren houd je scherp, het is nooit routinematig, ze zijn eerlijk en recht voor zijn raap met hun commentaar. Mijn inzet is een open, heldere en eerlijke sfeer creëren, met duidelijke kaders. Mijn boodschap om de jongeren te bereiken is, merk ik, erg duidelijk voor hen; “Je zit hier voor jezelf, niet voor mij; deze week is niet per se leuk, maar als je wilt investeren in jezelf dan doe je mee; deze investering is wel een must als je verder wil komen; Als jullie er zelf geen tijd en energie in stoppen, dan komt er ook niets uit, laat staan een positief resultaat.” En, er wordt gelukkig ook veel gelachen. Het is elke cursus weer anders, geen dag is hetzelfde. Als ‘docent voor 1 week’ hanteer ik een flexibele lesmethode waarbij ik best wel druk zet bij de leerlingen. Ik besef natuurlijk dat deze werkwijze best wel eens wat weerstand geeft bij de jongeren. Echter, ik merk ook dat na de eerste dag deze weerstand bij velen is verdwenen en daar echte concentratie en zin om te slagen voor terugkomt. Ik ben altijd erg blij met de aanmoedigingen van de medewerkers van Emaus, maar de grootste voldoening haal ik uit de leuke en positieve reacties van oud leerlingen, geslaagd of niet, die ik regelmatig op het Emaus College tegen kom. Ik hoop nog vele malen te worden uitgenodigd een week VCA of Heftruck les te komen geven, ik zie er nu al weer naar uit.
Werken met jongeren houd je scherp, het is nooit routinematig, ze zijn eerlijk en recht voor zijn raap met hun commentaar.
Roel van der Wal, ALO - Nederland 10 | jaarverslag | 2012
Kolibrie 2012 De Kolibrie is een onderwijszorgarrangement waarin de Lasenberg en het orthopedagogisch behandelingscentrum 's Heeren Loo-Midden, locatie Arkemeyde (dat zich op hetzelfde terrein bevindt) intensief samenwerken. Kinderen hebben recht op onderwijs. Het volgen van onderwijs is van cruciaal belang voor de sociaal emotionele en cognitieve de ontwikkeling van kinderen. Er zijn echter kinderen met een dermate complexe problematiek, dat ook het speciaal onderwijs onvoldoende in staat is hen de noodzakelijke intensieve zorg te bieden. Met als gevolg dat voor deze kinderen veelal naast zorg geen onderwijs is te vinden. Ze verblijven thuis, of in de hulpverlening, in afwachting van een geschikte plek op een school. Voor deze kinderen kan de Kolibrie in Soest een oplossing bieden.
Binnen de Kolibrie zijn we altijd op zoek naar ontwikkeling en verbetering. We proberen de kwaliteit van zorg aan onze leerlingen steeds weer te verbeteren. Het jaar 2012 zijn wij met het hele team gestart met het maken van een SWOTanalyse van de Kolibrie. In deze analyse kwamen de sterke punten duidelijk naar voren, maar ook de aspecten die we verder zouden willen ontwikkelen. Het bieden van een duidelijk perspectief aan de leerlingen, waarbij hun eigen ontwikkeling op de voorgrond staat, bleek een meer centrale positie in de begeleiding te moeten hebben. Hierop geeft het de methodiek compentie gericht werken (Han Spanjaard& Wim Slot) een goed antwoord en voldoende handvatten. Dit heeft geresulteerd in het opzetten van een systeem, waarbij de behandeling in fases wordt verdeeld, waardoor vooruitgang voor de leerlingen inzichtelijk wordt. Dit biedt hen perspectief en vergroot de innerlijke motivatie. Deze fasering is gekoppeld aan een zogenaamd feedbacksysteem, waarbij de leerlingen dagelijks teruggekoppeld krijgen hoe zij hebben gewerkt aan hun eigen werkdoelen en hoe zij zich hebben gehouden aan afspraken. Deze werkwijze maakt de leerlingen bewust van hun eigen functioneren en biedt duidelijkheid in de begeleiding. Naast de fasering en feedback hebben wij ervaren dat veel leerlingen moeite hebben om hun gevoelens van boosheid, spanning en/of frustratie op een goede manier te uiten. Sommige leerlingen raken snel in (fysieke) conflict, waardoor ze in de problemen raken op school, thuis of in hun vrije tijd. Binnen de gedragsondersteuning op de Kolibrie hebben wij inmiddels de mogelijkheid om deze leerlingen een agressie-regulatietraining (zgn. ART training vanuit de Goldsteinmethode) aan te bieden. Ook deze inhoudelijke verdieping kreeg aandacht in 2012. Kortom in 2012 waren het onderwerpen op de inhoudelijke verbetering van de Kolibrie die de boventoon voerden. Met dank aan een zeer gemotiveerd team van medewerkers (leerkrachten, gedragsondersteuners, maatschappelijk werker en Orthopedagoog). Alleta van Buuren, Rayonmanager Arkemeyde 11 | jaarverslag | 2012
Financieel Jaarverslag 2012 Kwadrant onderwijs Stichting Zorgverlening ’s Heeren Loo te Amersfoort
De Lasenberg:
Emaus EmausCollege: College:
Exploitatierekening per entiteit
Exploitatierekening per entiteit
Entiteit De Lasenberg
Entiteit
Realisatie
Begroting
2012
Realisatie
2012
2011
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
2.705.911 217.104 254.479
2.737.700 51.000 110.500
2.675.736 371.117 72.768
Totaal baten
3.177.494
2.899.200
3.119.620
€
€
€
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Leermiddelen
2.711.923 26.869 161.354 100.714 89.945
2.562.700 21.395 168.500 88.605 68.000
2.628.355 27.450 178.636 102.116 85.172
Totaal lasten
3.090.805
2.909.200
3.021.729
Saldo baten en lasten
86.689
10.000-
97.891
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
10.000 -
10.000 -
10.000 -
Saldo financiële baten en lasten
10.000
10.000
10.000
Exploitatieresultaat
96.689
-
107.891
De Lasenberg:
Wat te zien is, is dat er geen significante afwijkingen zijn t.o.v. begroot. De post afschrijvingen (met significante name door afwijkingen de herinrichting van de nieuwbouw) is te laag Wat te zien is, is dat er geen zijn t.o.v. begroot. begroot en zal volgend jaarname aangepast moeten worden. De post afschrijvingen (met door de herinrichting van de nieuwbouw) is te laag begroot en zal volgend jaar aangepast moeten worden.
Met name de vergoeding van het Samenwerkingsverband Eemland van bijna € 80.000
Met name de vergoeding van het Samenwerkingsverband Eemland van bijna € 80.000 heeft ertoe heeft ertoe bijgedragen dat het resultaat positiever is dan begroot. bijgedragen dat het resultaat positiever is dan begroot.
Emaus College
Hoofdlocatie en postadres: Groene Allee 120 Tel. 0341-567557
[email protected] www.emauscollege.nl
Emaus College
, 3853 JW Ermelo
2012
Realisatie 2011
3.730.215 80.720 748.514
3.628.200 585.000
3.900.163 163.770 370.703
Totaal baten
4.559.450
4.213.200
4.434.636
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Leermiddelen
3.658.810 76.670 254.499 104.108 251.319
3.685.509 59.468 281.500 189.724 87.000
3.400.382 53.493 231.246 205.508 212.138
Totaal lasten
4.345.406
4.303.201
4.102.767
€
Saldo baten en lasten
€
€
214.044
90.000-
331.869
Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
10.000 -
10.000 -
10.000 -
Saldo financiële baten en lasten
10.000
10.000
10.000
224.044
80.000-
341.869
Exploitatieresultaat
1. 1. BijBijoverige batenwordt wordt ongeveer € 163.000,00 meer dan gerealiseerd dan overige baten ongeveer € 163.000,00 meer gerealiseerd begroot. Dit zijn Dit de inkomsten arbeid en uit de subsidie van Bestuur. begroot. zijn de uit inkomsten arbeid van en de deRaad subsidie van de Raad van Bestuur. de post post onderwijsleerpakket wordt ongeveer € 157.000 te veel uitgegeven. 2. 2. OpOpde onderwijsleerpakket wordt ongeveer € 157.000 te veel uitgege- Deze post moet echter gecorrigeerd worden met de begrote € 100.000 ven. Deze post moet echter gecorrigeerd worden met de begrote € 100.000 kantinekosten. Blijft een verschil van ongeveer € 57.000. Dit bedrag zijn de kantinekosten. Blijft een verschil van ongeveer € 57.000. Dit bedrag zijn de kosten die arbeidstoeleiding moet maken om inkomsten te realiseren. Feitelijk zou kosten diegeboekt arbeidstoeleiding dit beter moeten worden.moet maken om inkomsten te realiseren. 3. De begrote baten en uitgaven m.b.t. inkomsten van het Ministerie zijn goed in 3. evenwicht. € baten 100.000 extra baten te herleiden de ESF-subsidie De begrote en uitgaven m.b.t. zijn inkomsten van het tot Ministerie zijn goed in school- € 100.000 extra baten zijn te herleiden tot de ESF-subsidie schooljaar jaarevenwicht. 2012-2013. 4. De2012-2013. post Afschrijvingen: er is afgelopen jaar een verbouwing van de keuken doorgevoerd. Een aantal kosten zijn geactiveerd en daarmee opgenomen in post Afschrijvingen: er is afgelopen jaar een verbouwing van de keuken 4. de De afschrijvingen. doorgevoerd. Een aantal kosten zijn geactiveerd en daarmee opgenomen in de afschrijvingen.
Henk Jansen van Galen, Stafmanager Personeel, Financiën, Organisatie
Management en Bestuur
Het Emaus College en De Lasenberg zijn Christelijke cluster 4 scholen voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en maken deel uit van Kwadrant Onderwijs
Durk Kooistra, Henk Prins (2012) Govert Jan Visser Annie de Groot Henk Jansen van Galen Leo Rauch Birgit Bossink Hans Boon
12 | jaarverslag | 2012
Begroting
2012
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten
De Lasenberg
Hoofdlocatie: Schrikslaan 20, 3762 TC Soest Postadres: Postbus 186, 3760 AD Soest Tel. 035-6036101
[email protected] www.lasenberg.nl
Realisatie
2
bestuurders van Kwadrant onderwijs bestuursmanager stafmanager Onderwijs, Zorg stafmanager Personeel, Financiën, Organisatie teammanager Onderwijs/Praktijk De Lasenberg teammanager Onderwijs en Zorg Emaus College teammanager Praktijk en Arbeid Emaus College