Jaarverslag
Instituut voor Bouwrecht Postbus 85851 2508 CN Den Haag
[email protected] www.ibr.nl
2
0
Instituut
1
2
Bouwrecht
voor
Jaarverslag 2012 Instituut voor Bouwrecht
Inhoudsopgave 1
In vogelvlucht
2
1. 2. 3. 4. 5.
Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? Wat doet het Instituut voor B ouwrecht? Strategie Hoe verhoudt het Instituut voor Bouwrecht zich tot de bouwrechtelijke wereld? Banden van het Instituut
2 2 3 4 5
B.
Activiteiten 2012
7
1. Onderzoek 1.1 Bouwteamonderzoek 1.2 Evaluatie Wet ruimtelijke ordening 1.3 Promotieonderzoek: ‘Versnelling van besluitvorming in de democratische rechtsstaat’ 1.4 Promotieonderzoek: ‘Toezicht en c oördinatie in het bouwproces’ 2. Onderwijs 2.1. Inleiding 2.2. Erkenning door de NOVA 2.3. Inhoud van het onderwijs en waardering 3. De uitgeeffunctie 3.1 Tijdschrift voor Bouwrecht 3.2 Boeken 3.3 Actualiteiten Bouwrecht 3.4 Virtueel Kenniscentrum 3.5 Kennisportaal 4. Scriptieprijs 5. De platform functie 5.1 Expertmeeting CO2 emissiehandel impuls voor de bouw- en vastgoedsector 5.2 Platform of Experts in Planning Law 6. De Europese Vereniging voor Bouwrecht 7. Vereniging voor Bouwrecht 7.1 Inleiding 7.2 VBR-preadvies 8. Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten 8.1 Inleiding 8.2 Bestuur 8.3 Lidmaatschap 8.4 Vergaderingen
7 7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 12 12 12 13 13 14 14 14 14 14 15
C. Financiering
16
D. Bijlagen
17
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
17 17 17 20 24 24 27 48 48
Samenstelling Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur Medewerkers Leerstoelen Bouwrecht Inhoud Tijdschrift voor Bouwrecht 2012 Samenstelling Redactie, Redactieraad en de Redactiecommissie Verrichte onderzoeken Overzicht bijeenkomsten Onderwijsprogrammaraad en C omité van Aanbeveling Overige publicaties, voordrachten en activiteiten van medewerkers
iii 2012
Voorwoord
Voorwoord Het jaar 2012 stond in het teken van de verschijning van de Uniforme Administratieve Voorwaarden 2012 (UAV 2012), die de voorwaarden van 1989 vervingen. Het onderwerp van deze voorwaarden, de relatie opdrachtgever – uitvoerend aannemer betreffend, behoort tot de kern onderwerpen waar het Instituut voor Bouwrecht zich mee zich houdt. In de voorgaande jaren is ten kantore van het Instituut voor Bouwrecht gewerkt aan de herziening zelf van deze algemene voorwaarden en in 2012 is door het Instituut voor Bouwrecht op verschillende manieren ruchtbaarheid gegeven aan de verschijning van de herziene voorwaarden. Om te beginnen was daar het massaal bezochte Grote UAV 2012 congres, waaraan door 450 personen deel genomen werd. En voorts zagen verschillende publicaties het licht, waaronder de Ontstaansgeschiedenis van de UAV 2012 waarin alle stukken, die door de commissie belast met het opstellen van de concept UAV zijn opgesteld, de vergaderverslagen e.d., zijn opgenomen. Mede dankzij dit congres zijn de inkomsten uit onderwijs, zo van belang voor het Instituut voor Bouwrecht, op peil gebleven. Voorts heeft het Instituut voor Bouwrecht op verschillende belangrijke beleidsterreinen (BIM, vervolg plannen naar aanleiding van het rapport van de Commissie Dekker bestrijding planologische overcapaciteit in relatie tot (plan)schade adviezen mogen uitbrengen aan de Rijksoverheid. Het jaar 2012 was voor de bouwwereld een zwaar jaar, maar het Instituut voor Bouwrecht heeft zich goed staande kunnen houden. Net als ik kon opmerken aan het eind van het voorwoord van het jaarverslag over 2011, wordt ook dit jaar in tevredenheid afgesloten.
Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis (directeur)
1 2012
Den Haag, 2013
In vogelvlucht 1.
Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor?
Traditiegetrouw wordt in het jaarverslag begonnen met de beantwoording van de vraag: waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? Het Instituut voor Bouwrecht, opgericht op 30 december 1968, houdt zich bezig met het bouwrecht in de brede zin van het woord. Het nemen van een initiatief om een bouwwerk te realiseren, de ontwikkeling van een binnenstedelijk gebied, de vorm waarin opdrachten in de markt gezet kunnen worden tot en met de beheerfase en de sloop van gerealiseerde bouwwerken: alles wat juridisch met deze onderwerpen te maken heeft, is onderwerp van juridische studie, onderwijs en gedachtevorming van het Instituut voor Bouwrecht.
2012
2
Daarmee is ook duidelijk dat het Instituut voor Bouwrecht zich bezig houdt met het publiek- en privaatrecht. Een weg kan immers niet gebouwd worden zonder kennis van de publiekrechtelijke regelgeving, maar ook niet zonder kennis van het privaatrecht. En hetzelfde geldt voor alle bouwprojecten. De beoefening van het bouwrecht onder de vlag van het Instituut voor Bouwrecht staat echter voor nog meer. Kenmerkend in de jarenlange praktijk van het onderzoek van het Instituut voor Bouwrecht is de integrale benadering van juridische vraagstukken. Integraal doordat juridische vraagstukken, indien deze zich daartoe lenen, benaderd worden vanuit het publiekrecht én vanuit het privaatrecht. Maar ook integraal doordat juridische vraagstukken benaderd worden vanuit een wetenschappelijke kant én vanuit een praktische kant. Het bouwrecht is een toegepaste wetenschap en dat vereist dat zinvol nadenken over dit onderdeel van het recht altijd dient te geschieden vanuit de gedachte dat de praktijk met de resultaten van het onderzoek ‘iets moet kunnen’. Waar trekt het Instituut voor Bouwrecht de grens voor onderzoeksvragen? Die grens wordt bepaald door de statuten: ‘Het doel van de Stichting Instituut voor Bouwrecht is het op onafhankelijke wijze bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht, alsmede van de studie van juridische en
maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en verdieping van het bouwrecht.’ De kern van de statuten wordt gevormd door het woord ‘onafhankelijk’. Het Instituut voor Bouwrecht verricht zijn werkzaamheden ‘zonder last of ruggespraak’ van partijen die vanwege hun politieke of economische achtergrond voor bepaalde belangen staan. Uiteraard verricht het Instituut voor Bouwrecht werkzaamheden voor bepaalde partijen zoals brancheverenigingen of overheden, maar aan die werkzaamheden worden altijd voorwaarden verbonden om te waarborgen dat het onderzoek en de uitkomsten in een sfeer van academische vrijheid gerealiseerd worden. Dat neemt soms de vorm aan van een begeleidingscommissie waarin verschillende belangen vertegenwoordigd zijn. Soms is de financiering van een onderzoek afkomstig uit verschillende bronnen. En heel vaak wordt de onafhankelijkheid gewaarborgd door de openbaarheid van de onderzoeksresultaten. Kortom het Instituut voor Bouwrecht is een in Nederland unieke denktank gericht op de maatschappelijk en economisch van groot belang zijnde wereld van bouwen, ontwikkelen en beheersen van de omgeving. Het Instituut voor Bouwrecht wordt bestuurd door een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur. De samenstellingen van deze besturen treft u aan in D.1. De samenstelling van de medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht is opgenomen in D.2.
2. Wat doet het Instituut voor Bouwrecht? Het Instituut voor Bouwrecht: • • • •
doet onderzoek verzorgt onderwijs publiceert fungeert als ontmoetingscentrum voor bouwrechtelijk Nederland.
Onderzoek Het Instituut voor Bouwrecht verricht onderzoek op verzoek van derden en op eigen initiatief. Het onderzoek varieert van niveau van enerzijds promotieonderzoek tot anderzijds dat van concrete onderzoeksopdrachten van verschillende omvang.
Publiceren Tot enkele jaren geleden publiceerde het Instituut voor Bouwrecht tezamen met derden. Daar is sinds het verslagjaar 2008 verandering in gekomen doordat het Instituut voor Bouwrecht aanvankelijk minder omvangrijke, maar allengs grotere publicaties geheel in eigen beheer ging uitgeven. Enerzijds is de uitgeeffunctie voor het Instituut voor Bouwrecht van structureel belang geworden, anderzijds kan geconstateerd worden dat het een belangrijke plaats in de uitgevende wereld heeft verworven. Met regelmaat wordt het Instituut voor Bouwrecht benaderd met de vraag of een publicatie zich leent voor uitgeven door het Instituut voor Bouwrecht. Naar verwacht mag worden, zal de uitgeeffunctie in de komende jaren nog belangrijker worden. Deze functie biedt de mogelijkheid om de statutair omschreven onafhankelijkheid te realiseren. Het spreekt voor zich dat de publicaties niet beperkt zijn tot folio (papieren) uitgaven. Het Instituut voor Bouwrecht publiceert uiteraard ook op het internet. Dat gebeurt om te beginnen door middel van het digitale magazine Actualiteiten Bouwrecht. Dit is een (uitsluitend) digitaal magazine, waarin de lezer dagelijks op belangrijke jurisprudentie en ontwikkelingen wordt gewezen; wekelijks wordt het magazine in zijn geheel verzonden.
Platform Het Instituut voor Bouwrecht fungeert als ontmoetingscentrum voor bouwrechtelijk Nederland. Dit is een belangrijke functie van het Instituut voor Bouwrecht, die het Instituut voor Bouwrecht sinds jaar en dag vervult. Het Instituut voor Bouwrecht organiseert met enige regelmaat expertmeetings over onderwerpen, waarvoor het van belang is dat de betrokkenen met elkaar van gedachten kunnen wisselen in een onafhankelijke omgeving. Het kan hier gaan om concrete wetsontwerpen of om ontwikkelingen in een deelgebied van het bouwrecht. Het Instituut voor Bouwrecht verwijst voorts met regelmaat kennis zoekenden door naar de juiste vindplaats. Studenten weten het Instituut voor Bouwrecht te vinden o.a. vanwege de zeer uitgebreide bibliotheek, waarvan de collectie ook online is te raadplegen.
3. Strategie Het Instituut voor Bouwrecht vervult een centrale plaats in bouwrechtelijk Nederland. Zowel voor de praktijk als voor de wetenschap. Opdrachtgevende partijen en opdrachtnemende partijen onderkennen deze centrale rol van het Instituut voor Bouwrecht. Met regelmaat wordt het Instituut voor Bouwrecht dan ook benaderd om vanuit een partij overstijgende invalshoek antwoord te geven op vragen waar de praktijk mee worstelt en die een onafhankelijk en wetenschappelijk verantwoord antwoord behoeven. De strategie van het Instituut voor Bouwrecht is er dan ook vanzelfsprekend op gericht deze positie te behouden en te borgen. Dit vereist dat de werkwijze van het Instituut voor Bouwrecht garant staat om deze rol mogelijk te maken. Dat betekent concreet het volgende:
Voorts is er het Virtuele Kenniscentrum. Het Virtuele Kenniscentrum is in 2007 ‘in de lucht’ gegaan. De bezoeker kan daar tegen betaling verschillende dossiers raadplegen, waarin zich jurisprudentie, regelgeving, literatuur en andere, voor dat onderwerp van belang zijnde, informatie bevindt.
• Het Instituut voor Bouwrecht ontplooit zoveel mogelijk activiteiten, waaruit onderzoek (mede) gefinancierd kan worden. • Het Instituut voor Bouwrecht doet zijn onderzoek op een manier die maakt dat er geen twijfel kan ontstaan aan de onafhankelijkheid.
De website van het Instituut voor Bouwrecht is ook een belangrijke bron van informatie voor bouwrechtelijk Nederland. Alle bijeenkomsten van het Instituut voor Bouwrecht worden daar genoemd en via de website kan men zich opgeven voor het bijwonen van een bijeenkomst. De uitgaven van het Instituut voor Bouwrecht zijn via de website te bestellen. Op de website is een aparte plaats gereserveerd voor het Europese platform. Een uitputtend beeld van de site is hiermee natuurlijk niet gegeven.
Met het ontplooien van meer activiteiten is sinds enkele jaren begonnen. Het onderwijs is uitgebouwd, waardoor het Instituut voor Bouwrecht thans een van de meest succesvolle aanbieders van bouwrechtelijk onderwijs is. Het gaat er in de komende tijd om deze positie te consolideren en, waar mogelijk, nog verder uit te bouwen. De uitgeeffunctie is uitgebouwd met het Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR). De strategie zal er in de ko-
3 2012
Onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht verzorgt zeer succesvol verschillende vormen van onderwijs. Een deel van het onderwijs komt ten goede aan de ‘klassieke achterban’ van het Instituut voor Bouwrecht: de bouwrecht specialisten. Dit zijn juristen werkzaam in de advocatuur, het bedrijfsleven of de overheid die zich geheel of gedeeltelijk toeleggen op het bouwrecht. Daarnaast verzorgt het Instituut voor Bouwrecht in-company bijeenkomsten.
mende jaren op gericht zijn dat de leidinggevende positie wordt geconsolideerd. Het uitgeven van het tijdschrift dat wetenschappelijk ‘er toe doet’ en dat tegelijkertijd de praktijk van de bouwrechtjurist weet te bedienen, vereist degelijkheid en onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid is ook een conditio sine qua non voor de kwaliteit en het gezag van het onderzoek dat op het Instituut voor Bouwrecht wordt verricht. Die onafhankelijkheid wordt op een aantal manieren geborgd: • onderzoek wordt begeleid door gemengd samengestelde begeleidingscommissies; • adviesaanvragen ten behoeve van een bepaald concreet geschil of probleem, waar maar een partij mee te maken heeft en waarbij een partij invalshoek wordt gekozen, worden niet aangenomen; • de financiering van onderzoek wordt zo breed mogelijk gezocht.
2012
4
Het laatste punt laat zien dat de beide doelen waarop de strategie van het Instituut voor Bouwrecht zich richt met elkaar verbonden zijn. Meer activiteiten maakt dat het Instituut voor Bouwrecht zijn opdracht, neergelegd in de statuten, beter kan vervullen. Anders gezegd: meer inkomsten uit ‘eigen’ bronnen maakt dat het Instituut voor Bouwrecht datgene waartoe het Instituut voor Bouwrecht in het leven is geroepen, kan doen op de wijze die eveneens omschreven is in de statuten, namelijk onafhankelijk en ten goede komend aan bouwbreed Nederland.
4. Hoe verhoudt het Instituut voor Bouwrecht zich tot de bouw rechtelijke wereld? De opdrachtgevers Het Instituut voor Bouwrecht krijgt opdrachten uit verschillende hoeken. De overheid, zowel de Rijksoverheid als de lagere overheid, is traditioneel een grote opdrachtgever. De opdrachten zijn van uiteenlopende aard: • het meewerken aan verschillende vormen van regelgeving; • het evalueren van regelgeving; • het schrijven van brochures waarin regelgeving wordt uitgelegd etc.; • het verzorgen van cursussen voor overheden. Deze opdrachten worden veelal opgedragen nadat concurrentie heeft plaatsgevonden. Daarnaast wordt beroep gedaan op het Instituut voor Bouw-
recht om mee te denken in tal van werkgroepen. Gewezen wordt in dit verband op de formulering van de model inkoopvoorwaarden van de VNG en aan bijvoorbeeld de Richtlijn Proportionaliteit in het kader van het aanbestedingsrecht. Opdrachten worden voorts verleend door brancheorganisaties zoals de Neprom, Bouwend Nederland en de BNA uiteraard met inachtneming van de hiervoor gemaakte opmerkingen inzake de onafhankelijkheid. Met deze organisaties onderhoudt het Instituut voor Bouwrecht goede banden en wordt ook met enige regelmaat verzocht mee te denken over verschillende ontwikkelingen. Samenwerkingsverbanden Het Instituut voor Bouwrecht werkt nauw samen met verschillende universiteiten. Het gaat hier om te beginnen om de universiteiten waaraan een bouwrechtleerstoel verbonden is: Groningen, Leiden, Tilburg en Delft. Het initiatief tot het in het leven roepen van de leerstoelen is in het verleden door het Instituut voor Bouwrecht genomen. De financiering van de leerstoelen kwam aanvankelijk ook ten laste van het Instituut voor Bouwrecht, maar dat is thans niet meer het geval. Wat Groningen betreft, heeft het Instituut voor Bouwrecht nog steeds betrokkenheid bij het Curatorium van de leerstoel. De band met Tilburg is van oudsher innig en het Instituut voor Bouwrecht juicht dan ook toe dat de leerstoel bouwrecht opnieuw bezet is. In Leiden wordt de leerstoel bekleed door een lid van het Algemeen Bestuur. Ook de band met Delft is innig: de leerstoel wordt bekleed door de directeur van het Instituut voor Bouwrecht. Van de leerstoelen in Groningen, Leiden en Delft is een verslag opgenomen in D.3. Met de Universiteit van Utrecht, Amsterdam, de VU, de Universiteit Maastricht en de Open Universiteit bestaan eveneens goede contacten alsmede met de Technische Universiteiten van Twente en Eindhoven. Deze banden bestaan doordat gastcolleges worden verzorgd en/of door betrokkenheid bij activiteiten van het Instituut voor Bouwrecht van verschillende personen werkzaam bij deze universiteiten. Nieuw in dit rijtje is de Universiteit Utrecht. Aan de Juridische Faculteit is op initiatief van de Raad van Arbitrage voor de Bouw een Masterclass Bouwrecht ontwikkeld, die in het jaar 2013 van start zal gaan. Het Instituut voor Bouwrecht heeft bij het opstellen van het curriculum een belangrijke rol gespeeld en zal tevens een deel van het onderwijs verzorgen. In dit kader mag vermelding verdienen dat aan de ver-
Met de Universiteit Utrecht is ook op een ander gebied contact tot stand gekomen. Het gaat om de Faculteit Geesteswetenschappen, afdeling Geschiedenis en Kunstgeschiedenis. Aan die Faculteit vindt onderzoek plaats door dr. M. Hurx naar o.a. de ontwikkeling van de architect en de aannemer in de late Middeleeuwen en de Renaissance. De handelseditie van het proefschrift van dr. Hurx (Architect en Aannemer. De opkomst van de bouwmarkt in de Nederlanden 1350-1530) is op 26 oktober 2012 publiekelijk aan de directeur van het Instituut voor Bouwrecht aangeboden. De aanstelling van prof. dr. ir. Bregman als hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam per 1 januari 2010 zodat ook daar het Instituut voor Bouwrecht goed aanwezig is. Het Instituut voor Bouwrecht gaat voorts soms ad hoc samenwerkingsverbanden aan met adviesbureaus of brancheorganisaties indien een onderwerp of opdracht daartoe aanleiding geeft. Samenwerking vindt eveneens plaats met de zusterorganisaties, zoals SBR, STABU, CROW, de Betonvereniging, ISSO en de CUR. Niet alleen wordt regelmatig met deze organisaties overlegd, maar ook worden onderzoeken samen uitgevoerd of worden lezingen verzorgd. De ondersteuning van buiten De wereld om het Instituut voor Bouwrecht heen, de praktiserende en de wetenschappelijke wereld, ondersteunt het Instituut voor Bouwrecht op tal van manieren. Om te beginnen zijn daar de Raad van Advies en de Onderwijsprogrammaraad, waarin een groot aantal personen zitting heeft en welke gremia van groot belang zijn voor de keuze van onderwerpen waar het Instituut voor Bouwrecht zich bezig mee houdt en de manier waarop. Daarnaast kan het Instituut voor Bouwrecht altijd een beroep doen op personen om zitting te nemen in begeleidingscommissies. Dit is intensief werk en het Instituut voor Bouwrecht prijst zich dan ook zeer gelukkig dat steeds weer personen gevonden kunnen worden om dit soort werkzaamheden te verrichten. Voorts dient gewezen te worden op de grote groep docenten, op wie steeds weer een beroep gedaan kan worden. Met het dagblad Cobouw heeft het Instituut voor Bouwrecht een bijzondere band. Medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht publiceren in deze krant over interessante uitspraken en/of onderwerpen die actueel zijn. Het Instituut voor Bouwrecht wordt daarmee wekelijks onder de aandacht gebracht van
een grote groep in het bouwrecht geïnteresseerden. De bijdragen worden al enkele jaren geleverd en worden bijzonder gewaardeerd door lezers.
5.
Banden van het Instituut
Om te illustreren hoe nauw het IBR is verbonden met de bouwrechtelijke wereld volgt hier een greep uit die wereld: Organisaties in de bouw • Aboma + Keboma BV • Arbouw • Betonvereniging • BOB Opleidingen Bouwcentrum • Bouwend Nederland • Bouwen met Staal • Building Information Raad • Centrum Hout • Centrum Ondergronds Bouwen (COB) • CROW • CURNET • Deltares • Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) • ISSO • Bond van Nederlandse Architecten (BNA) • NEN (voorheen: NNI) • Platform 31 • NL Ingenieurs • PianoO • RIONED • SBK • SBR • STABU • TNO Bouw en Ondergrond Aantal bedrijven en overheden in IBR databestand: 3.864. Juridische wereld • Aantal advocatenkantoren in IBR databestand: 812 • Europese Vereniging voor Bouwrecht (EVBR) • De Grotius Academie • Koninklijk Instituut van Ingenieurs KIVI NIRIA • Raad van Arbitrage (RvA) • Rechterlijke macht • Vereniging voor Bouwrecht (VBR) • Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (VBR-A) Overheden • Gemeenten • Provincies • Raad voor de Veiligheid • Rijksoverheid (diverse ministeries) • Waterschappen
5 2012
schillende opleidingen het boek Bouwrecht in kort bestek wordt gebruikt.
Wereld wetenschappelijk onderwijs • De Ius Commune Law School • Open Universiteit (OU) • Rijksuniversiteit Groningen (RUG) • Universiteit Leiden (LEI) • Universiteit Utrecht (UU) • Universiteit van Amsterdam (UvA) • Universiteit van Tilburg (UvT) • Technische Universiteit Delft • Technische Universiteit Eindhoven • Technische Universiteit Twente
2012
6
De betrokkenheid van het Instituut voor Bouwrecht bij deze organisaties blijkt uit de regelmatige contacten die er zijn met bijvoorbeeld de uitnodigingen om op verschillende manieren deel te nemen in activiteiten van deze organisaties. Een voorbeeld van dit laatste: de uitnodiging aan de directeur van het Instituut om deel te nemen aan een brainstorm bijeenkomst over de vraag welke richting de BNA in zou kunnen slaan.
1. Onderzoek In dit hoofdstuk worden enkele onderzoeken in het bijzonder belicht. Voor een volledig overzicht van het in 2012 verrichte onderzoek raadplege men deel D onder 6.
1.1 Bouwteamonderzoek Het grote onderzoek naar het functioneren van het bouwteam en de juridische vormgeving daarvan culmineerde in het verslagjaar in de publicatie hiervan in de serie Bouwrecht monografieën nummer 34.
BOUWRECHT MONOGRAFIEËN
1.2 Evaluatie Wet ruimtelijke ordening De Wet ruimtelijke ordening, die op 1 juli 2008 in werking is getreden wordt geëvalueerd middels een zogenaamde ex-durante evaluatie. Voortdurend zal de uitvoering van de Wro worden gevolgd. De uitvoering van het evaluatieonderzoek is opgedragen aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het betreft hier een onderzoek dat meerdere jaren in beslag zal nemen. Het PBL heeft het IBR bij het onderzoek betrokken in verband met de juridische aspecten. In de verslagperiode is een tweede onderzoek gedaan, dat beperkter van opzet is dan de eerste fase die in 2010 leidde tot het verschijnen van de een rapport met eerste resultaten. Bij dit tweede onderzoek zijn daarentegen naast de Wro ook de planologische instrumenten in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en in de Crisis- en herstelwet (Chw) betrokken. Het rapport van deze werkzaamheden is in het verslagjaar verschenen in de uitgave ‘ex-durante evaluatie Wet ruimtelijke ordening: tweede rapportage.
1.3 Promotieonderzoek: ‘Versnelling van besluitvorming in de democratische rechtsstaat’ Het bouwteam model Een studie naar de juridische vormgeving en het functioneren in de praktijk
Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis
STICHTING INSTITUUT VOOR BOUWRECHT
In deze uitgebreide studie, van de hand van de directeur van het Instituut, wordt mede gebaseerd op interviews uiteengezet hoe het bouwteam ‘werkt’ in de praktijk. Daarnaast is in dit boek een gedetailleerd commentaar op de set algemene voorwaarden van VGBouw gemaakt, die in de praktijk in veel gevallen als basis van de samenwerking dient. Het kader voor het commentaar is gevormd door een toetsingskader, houdende criteria waaraan een evenwichtig contract zou dienen te voldoen. Ook de aanbestedingsrechtelijke aspecten zijn bestudeerd.
In 2009 is mr. A.Z.R Koning gestart met het opstellen van een voorstel voor een promotieonderzoek over besluitvorming(sprocedures) in het ontwikkelings- en bouwproces. Het onderzoeksvoorstel voor dit promotieonderzoek is goedgekeurd door de promotor prof. dr. D.A. Lubach. Co-promotor is prof. dr. ir. A.G. Bregman. Dit uitgebreide onderzoek richt zich op de actuele en interessante problematiek van publiekrechtelijke besluitvorming omtrent vereiste toestemmingen (vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen, meldingen etc.) noodzakelijk voor gebiedsontwikkelingen. De roep vanuit de politiek, bedrijven en particulieren om minder en meer eenvoudige regelgeving op dit gebied is groot. De problematiek is weerbarstig. Dit blijkt niet alleen uit de onderzoeken en publicaties die de afgelopen decennia hierover reeds zijn verschenen, maar ook uit de maatregelen die nu worden genomen of men wil nemen in wetgeving (zoals de Wabo, de Waterwet, de Wet Samenhangende Besluiten, de Wet versnelling besluitvorming wegprojecten, de Crisis- en herstelwet). Het onderzoek bevat een overzicht en analyse van de vele ontwikkelingen op dit gebied. In het kader van het onderzoek is een toetsingskader ontwikkeld vanuit de democratische rechtsstaatbeginselen. Vervolgens wordt er dieper ingaan op de wet- en regelgeving waarin versnellingsmechanismen zijn opgenomen zoals coördinatie- en integratie-instru-
7 2012
B. Activiteiten 2012
menten, en vindt er een toetsing plaats aan het ontwikkelde toetsingskader. De uitkomsten van het onderzoek zullen naar verwachting een belangrijke impuls bevatten in het denken omtrent publiekrechte besluitvorming door de overheid omtrent ontwikkelings- en bouwprojecten (gebiedsontwikkelingen). In het verslagjaar is de Crisis- en herstelwet getoetst aan het toetsingskader en vervolgens gestart met een nader onderzoek en beschrijving van de verschillende versnellingsmaatregelen die in wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht zijn opgenomen.
1.4 Promotieonderzoek: ‘Toezicht en coördinatie in het bouwproces’
2012
8
In september 2009 is mr. H.P.C.W. Strang begonnen met een promotieonderzoek naar toezicht en coördinatie in het bouwproces. Dit onderzoek vindt plaats onder begeleiding van prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, beoogd promotor. Aanleiding voor het onderzoek is de juridische problematiek die het gevolg is van een toenemende complexiteit van bouwprocessen. Coördinatie en toezicht zijn belangrijke thema’s in complexe bouwprocessen met veel verschillende participanten. Het privaatrechtelijke onderzoek richt zich op toezicht en coördinatie in brede zin. Wat betreft het toezicht houdt dit in dat zowel het wettelijk bouwtoezicht als het onderling door contractspartijen gehouden toezicht onderwerp van onderzoek zijn. De studie naar coördinatie richt zich op coördinatie in zowel ontwerpfase als uitvoeringsfase. Deze onderwerpen zullen vanuit de invalshoeken van de verschillende participanten in het bouwproces bekeken worden. In het verslagjaar is het onderzoek vooral gericht geweest op het onderdeel ‘toezicht’ en heeft naast een inhoudelijke uitbreiding ook een verbetering van structuur en methodologie plaatsgevonden. Deze studie zal resulteren in een publicatie die onderdeel uitmaakt van de wetenschappelijke literatuur. Voorts zal de studie ook van nut kunnen zijn voor juristen in de bouwpraktijk.
2. Onderwijs 2.1. Inleiding Het Instituut voor Bouwrecht verzorgde in het verslag jaar wederom een zeer groot aantal onderwijsbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten voorzien in de behoefte aan kennisoverdracht die met name in de bouwrechtadvocatuur bestaat alsmede bij juristen werkzaam bij de overheid of het bedrijfsleven.
2.2. Erkenning door de NOVA In het verslagjaar is het Instituut voor Bouwrecht door de NOvA erkend als officiële onderwijsinstelling, wat voor de advocaten die gebruik maken van het onderwijsaanbod van belang is in verband met de zekerheid die zij aan deze status kunnen ontlenen omtrent het niveau van de cursussen. Het kwaliteitsplan, ingediend door het Instituut, vermeldt o.a. het volgende omtrent de opvattingen van het Instituut over het onderwijsaanbod: ‘Het karakter van het onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht ziet het onderwijs als een mes dat aan twee kanten snijdt. Onderwijs dient om kennis over te dragen van een docent naar de deelnemers, maar net zo belangrijk is dat kennis wordt overgedragen van de deelnemers naar elkaar en naar de docent. Onderwijsbijeenkomsten van het Instituut voor Bouwrecht kenmerken zich door interactiviteit tussen alle betrokkenen. Na afloop van een bijeenkomst zijn de deelnemers geestelijk verrijkt maar ook de docent. Inhoudelijk Het onderwijs is op academisch niveau, met uitzondering van het onderwijs dat aan de hiervoor laatstgenoemde doelgroep wordt verzorgd. Op dit aspect wordt hieronder bij d ingegaan. Het onderwijs beoogt de deelnemers te sterken in de van hen, gegeven hun dagelijkse werkzaamheden, verwachte kritische houding en bij te dragen aan de eveneens voor de praktijk van belang zijnde behoefte aan reflectie, waaraan de dagelijkse werkzaamheden wel eens in de weg kunnen staan. Uit de aard der zaak speelt vorming van kennis op zich ook een grote rol. Maar het doel van het onderwijs verzorgd door het Instituut voor Bouwrecht is uitdrukkelijk dus op meer gericht dan alleen kennisoverdracht. Strategie De strategie van het Instituut voor Bouwrecht betreffende het onderwijs is dat onderwijs bijdraagt aan het op een zo hoog mogelijk plan tillen van de beoefening van het bouwrecht in de praktijk, waarmee
2.3. Inhoud van het onderwijs en waarde ring Het Instituut bood in het verslagjaar 58 bijeenkomsten aan. Een overzicht van deze cursussen is opgenomen in bijlage D7. In het algemeen kan gezegd worden dat de bijeenkomsten zowel inhoudelijk als wat organisatie betreft goed gewaardeerd worden. De inkomsten uit het onderwijs zijn in het verslagjaar op peil gebleven.
3. De uitgeeffunctie 3.1 Tijdschrift voor Bouwrecht In het verslagjaar verscheen voor de vijfde keer het zelfstandig door het Instituut voor Bouwrecht uitgegeven Tijdschrift voor Bouwrecht. Het eerste lustrum is dan ook bereikt en dat zal in het komende verslagjaar gevierd worden. Het Tijdschrift voor Bouwrecht mag met recht en reden het belangrijkste tijdschrift op het brede gebied van het bouwrecht genoemd worden. Het tijdschrift weet inhoudelijk steeds weer de juiste onderwerpen grondig te belichten en volgt daarnaast de technologische ontwikkelingen op de voet. De stijgende lijn qua aantal abonnees en inkomsten is doorgezet. Het Tijdschrift voor Bouwrecht bevat artikelen van gezaghebbende auteurs, waarbij de focus ligt op het publiek- en privaatrechtelijke bouwrecht. De in het Tijdschrift voor Bouwrecht gepubliceerde jurisprudentie omvat de belangrijkste rechterlijke en arbitrale uitspraken, administratieve en disciplinaire beslissingen op het terrein van de bouw in brede zin. Hierbij worden de volgende rubrieken onderscheiden: ruimtelijk ordeningsrecht, Woningwet c.a., milieurecht, overig ruimtelijk bestuursrecht, bestuursrechtelijke schadevergoeding, grondbeleid, aanneming van werk, koop-/aannemingsovereenkomsten, architectenrecht en aanbestedingsrecht. Naast het opnemen van jurisprudentie en artikelen wordt afhankelijk van het actuele aanbod in het Tijdschrift voor Bouwrecht, tevens aandacht besteed aan recente wetgeving en verschenen bouwrechtelijke relevante literatuur alsmede in andere tijdschriften verschenen artikelen.
De verslagen en inleidingen van de georganiseerde bijeenkomsten door de Vereniging voor BouwrechtAdvocaten in samenwerking met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht worden, voor zover mogelijk, eveneens in het Tijdschrift voor Bouwrecht gepubliceerd. Een overzicht van de volledige inhoud van de derde jaargang van het Tijdschrift voor Bouwrecht is opgenomen in D.4. De samenstelling van de redactie, redactieraad en redactiecommissie van het Tijdschrift voor Bouwrecht is weergeven in D.5. De redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht fungeert als adviesorgaan met betrekking tot de algemeen redactionele aspecten van het tijdschrift. Naast de redactieraad kent het tijdschrift redacteuren en een redactiecommissie. De redacteuren dragen zorg voor de dagelijkse werkzaamheden betreffende het tijdschrift. De redactiecommissie heeft tot taak het bewaken van de kwaliteit van het tijdschrift door het kritisch beoordelen van ingekomen bijdragen en het geven van adviezen aan auteurs.
3.2 Boeken Naast het Tijdschrift voor Bouwrecht geeft het Instituut voor Bouwrecht nog meer uit. Het fonds boeken breidt zich gestaag uit. In het verslagjaar zijn de volgende boeken verschenen: • Bijzonder geschikt voor het werk (H.J.M. van Mierlo bundel) • DNR 2011 Toegelicht • Praktijkboek contracteren in de bouw (3e druk) • The service provider’s duty to warn about defects caused by third parties • VBR 40 jaar - Verzamelde jaarredes 1972-2012 • Privaatrechtelijke Bouwregelgeving - editie 2012 • Artikelsgewijs commentaar op de afdeling Grondexploitatie in de Wro en het Bro • English translation of the Dutch ‘Uniforme Administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatie werken 2012 (UAV 2012) • UAV 2012 - teksteditie • Ontstaansgeschiedenis UAV 2012 • Praktische toelichting op de UAV 2012 • Bouwrecht Monografie nr. 40, Het bouwteam model. Een studie naar de juridische vormgeving en het functioneren in de praktijk van prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis • VBR Preadvies nr. 40, Naar een nieuw omgevingsrecht van prof. dr. Ch.W. Backes, prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick, prof. mr. B.J. Schueler, prof. mr. J. Struiksma en prof mr. R. Uylenburg.
9 2012
beoogd wordt de justitiabelen te voorzien van een zo degelijk mogelijke praktijk van het bouwrecht. Daarnaast beoogt het Instituut voor Bouwrecht met het onderwijsprogramma de wetenschappelijke onderzoeksfunctie van het Instituut voor Bouwrecht te versterken.’
Dit overzicht weerspiegelt het beleid van het Instituut voor Bouwrecht om bouwbreed bezig te zijn. Er zijn publicaties die zeer de diepte ingaan, publicaties die een praktische invalshoek hebben en publicaties die het publiek- en het privaatrecht dekken. Het belang van het uitgeven van deze boeken is gelegen in wederom de financiële opbrengsten als het strategisch belang van het Instituut voor Bouwrecht als hét kennisinstituut in de bouw.
2012
Ontstaansgeschiedenis UAV 2012
10
Ontstaansgeschiedenis UAV 2012
onder redactie van:
prof. mr. dr. M.A.B. ChaoDuivis mr. L. de Ruijter mr. H.P.C.W. Strang
hebben gesignaleerd, maar soms ook uitspraken die door het Instituut voor Bouwrecht zijn toegestuurd.
3.4 Virtueel Kenniscentrum Omdat steeds meer informatie via het internet Omdat steeds meer informatie via het internet wordt verspreid, is het Instituut voor Bouwrecht in verslagjaar 2007 gestart met het Virtuele Kenniscentrum. Het Virtueel Kenniscentrum is bedoeld voor iedereen die in de dagelijkse praktijk met het bouwrecht te maken heeft: advocaten, notarissen, juristen werkzaam bij de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid, juristen werkzaam bij bouwbedrijven, ingenieursbureaus en projectontwikkelaars. Zij kunnen hun voordeel doen met een abonnement op het Virtueel Kenniscentrum. Het is voor veel bouwrecht geïnteresseerden niet meer mogelijk alles zelf bij te houden en paraat te hebben voor wanneer zich een probleem op een bepaald gebied voordoet. Toch is er wel behoefte aan kennis. In die lacune van kennismanagement voorziet het Virtuele Kenniscentrum. In een groot aantal dossiers is kennis geordend: jurisprudentie, regelgeving, literatuur. Deze dossiers worden dagelijks bijgehouden en uitgebreid. Daarnaast worden regelmatig nieuwe dossiers toegevoegd.
3.3 Actualiteiten Bouwrecht Naast boeken wordt het elektronische magazine Actualiteiten Bouwrecht uitgegeven. Deze uitgave mocht zich in het verslagjaar verheugen in een stabiel aantal abonnees. Het elektronische magazine wordt overwegend gevuld door bijdragen geschreven op het Instituut voor Bouwrecht zelf. Daarnaast worden ook wekelijks bijdragen van correspondenten geplaatst. Een aantal correspondenten krijgt wekelijks één of meer uitspraken van arbiters of van de overheidsrechter opgestuurd om deze te bewerken en gereed te maken voor publicatie in Actualiteiten Bouwrecht. Daarnaast worden met enige regelmaat bewerkingen geplaatst van de hand van advocaten. Het betreft dan bewerkingen van uitspraken op hun vakgebied. Soms gaat het om uitspraken die zij zelf
Begin 2013 wordt een groot dossier op het gebied van appartementsrecht toegevoegd. Uit de praktijk bleek dat daaraan behoefte bestaat, en het Instituut voor Bouwrecht heeft op deze behoefte ingespeeld. Daarnaast zal het IBR in 2013 een samenwerking aangegaan met de Stichting VvERecht, om ‘partners in kennis’ te worden. Deze stichting heeft een uitgebreide website op het gebied van appartementsrecht en de informatie van het IBR en van VvErecht zal worden gedeeld, bijvoorbeeld door middel van doorverwijzingen via links. Het is mogelijk een jaarabonnement op dit kenniscentrum te nemen of toegang voor een kortere termijn aan te vragen. Het aantal abonnees op het kenniscentrum vertoont een gestage groei.
3.5 Kennisportaal Eind 2011 is het kennisportaal van het Instituut voor Bouwrecht (www.bouwrechtonline.nl) in een afrondende fase gekomen. Naast het Tijdschrift voor Bouwrecht zijn ook de bijdragen uit Actualiteiten Bouwrecht hier reeds te vinden. Vanaf begin 2013 zal ook het Virtueel kenniscentrum in dit portaal te vinden zijn. Het Instituut voor Bouwrecht biedt zijn kennis op deze manier op een geïntegreerde wijze aan om bezoekers nog beter van dienst te zijn.
De IBR Scriptieprijs bestaat nu 8 jaar. Deze prijs bestaat uit een Privaatrechtelijke prijs en een Publiekrechtelijke prijs. Het reglement luidt gelijk voor beide scriptieprijzen. Voor beide prijzen is er een eigen jury bestaande uit hoogleraren op het betreffende vakgebied. De onderverdeling is als volgt: Jury IBR Scriptieprijs Privaatrecht: • prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, • prof. mr. J.M. Hebly, • prof. mr. D.A. Lubach. Jury IBR Scriptieprijs Publiekrecht: • prof. mr. P.J.J. van Buuren, • prof. mr. N.S.J. Koeman, • prof. mr. J. Struiksma. Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis is voorzitter van beide jury’s. De tweede prijs privaatrechtelijk en publiekrechtelijk bouwrecht à € 500,- is door Haans Advocaten mogelijk gemaakt. Heijltjes Advocaten maakte wederom de eerste prijs Privaatrecht en de eerste prijs Publiekrecht à € 1000,- mogelijk. De prijsuitreiking Voor de IBR scriptieprijzen zijn in het verslagjaar vijf scripties ingezonden, twee scripties voor de IBR Scriptieprijs Privaatrechtelijk bouwrecht en drie scripties voor de IBR Scriptieprijs Publiekrechtelijk bouwrecht.
vermelding. Voor de IBR Scriptieprijs Privaatrecht is de jury tot een eerste en tweede prijs gekomen. De prijswinnaars en de scribenten wiens scriptie een eervolle vermelding kregen, hebben - naast het prijzengeld - van het IBR een jaarabonnement aangeboden gekregen op het Tijdschrift voor Bouwrecht en werd de mogelijkheid geboden een bewerking van de scriptie voor te leggen aan de redactie van dit tijdschrift. De prijswinnaars Publiekrecht • Eerste prijs: Mr. V.H.M. van Os Titel: “Waar een wil is, is een wet? Over kansen en barrières voor duurzaam bouwen in het ruimtelijk bestuursrecht” • Tweede prijs: Mr. ir. B.W. Hoekstra Titel: “Zekerheid geven in ruimtelijke besluitvorming over onvermijdelijke onzekerheden in luchtkwaliteit en stikstofdepositie” • Eervolle vermelding: Mr. ir. J.G.G.M. van Knippenberg Titel: “Het gelijkwaardigheidbeginsel in het bouwrecht” Privaatrecht • Eerste prijs: Mr. E.M. van Dam Titel: “Het prisoner’s dilemma in de bouw. Effectiviteit van antikartelwetgeving vanuit rechtseconomisch perspectief” • Tweede prijs: Mr. C.P. Hageman Titel: “Overheidseigendom van onroerende openbare zaken. Privaat of publiek recht?” Het reglement kan worden gedownload via de website van het IBR (www.ibr.nl, via Activiteiten en vervolgens IBR scriptieprijs). De juryrapporten 2012 kunnen tevens via deze website worden ingezien in 2013 (en daarna worden opgevraagd bij het IBR). De scripties die in de prijzen zijn gevallen kunnen worden ingezien bij het IBR.
5. De platform functie
Prof. mr. Struiksma met mr. E.M. van Dam (winnaar scriptieprijs)
De prijsuitreiking vond plaats tijdens de VBR Jaarvergadering op 12 december 2012. De prijzen werden uitgereikt door prof. mr. J. Struiksma, de Voorzitter prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis was verhinderd. Voor de IBR Scriptieprijs Publiekrecht is de jury tot een eerste en tweede prijs gekomen en een eervolle
Het Instituut voor Bouwrecht vormt op verschillende manieren een platform voor bouwrechtelijke problemen. In een neutrale omgeving wordt met regelmaat gediscussieerd over onderwerpen die soms zijn ingegeven door dagelijkse problemen, en soms zijn ingegeven door langere termijn zaken. De belangstelling om mee te doen aan dit soort bijeenkomsten is steeds groot en kan gezien worden als
11 2012
4. Scriptieprijs
een bevestiging van de rol van het Instituut voor Bouwrecht.
5.1 Expertmeeting CO2 emissiehandel impuls voor de bouw- en vastgoed sector
2012
12
Met de uitbreiding van het toepassingsbereik van de Europese richtlijn omtrent CO2 emissiehandel (behalve ETS tevens DOP’s) is de vraag relevant geworden of het mogelijk is om aan duurzame bouwprojecten emissierechten of kredieten te verlenen. De richtlijn lijkt daarvoor ruimte te bieden. Om de mogelijkheden verder te verkennen werd op 15 oktober 2012 een expertmeeting georganiseerd. Tijdens deze expertmeeting stond de vraag centraal of CO2 emissiehandel een impuls zou kunnen betekenen voor de bouw- en vastgoedsector. Mr. A.Z.R. Koning organiseerde de meeting vanuit het IBR in samenwerking met Mr. A.R. Klijn van Boekel de Nerée. De problematiek werd in een korte voordracht toegelicht, waarbij ook de ontwikkelingen in het buitenland aan de orde kwamen. Vervolgens werd aan de hand van stellingen met de deelnemende experts op het gebied van milieurecht/bouwrecht (een select gezelschap) gediscussieerd over welke kant het in Nederland op zou moeten gaan met betrekking tot deze vraag. Zijn emissierechten of -kredieten voor duurzame bouwprojecten een goed en haalbaar idee? Welke mogelijkheden zijn er en welke juridische knelpunten kan men verwachten? Door mr. A.R. Klijn en mr. B. Haagen is een artikel geschreven n.a.v. de expertmeeting dat in het januarinummer van TBR 2013 is verschenen. Door mr. A.Z.R. Koning is een verslag opgesteld van de expertmeeting.
5.2 Platform of Experts in Planning Law Op 8 en 9 februari 2007 vond er in Den Haag een internationale conferentie op het gebied van ‘Planning Law’ plaats. Deze conferentie werd georganiseerd door het Instituut voor Bouwrecht in nauwe samenwerking met het Ministerie van VROM. Het thema van deze conferentie was de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening. Tijdens de conferentie kwam de wens naar voren om een vervolg te geven aan de uitwisseling van kennis, die door de deelnemers als inspirerend en leerzaam werd ervaren. Aan het eind van dag is daarom besloten een ‘Platform of experts in Planning Law’ op te richten en hebben de deelnemers een Agreement ondertekend. Dit internationale platform geeft de mogelijkheid tot rechtsvergelijking op het gebied van ruimtelijke ordening tussen de verschillende landen. Tevens werd afgesproken dat dit platform een eigen website zou krijgen. Deze website is opgezet door het Instituut voor Bouwrecht in samenwerking met
het Ministerie van VROM en sinds eind 2007 ‘in de lucht’: www.internationalplanninglaw.com. De redactie ligt bij het Instituut voor Bouwrecht. Op de website wordt zoveel mogelijk beschikbare informatie verzameld over Planning Law van de deelnemende landen. Per land is wetgeving, jurisprudentie, vakliteratuur en beleid te vinden, en de informatie zal steeds verder worden uitgebreid. Eens in de vier maanden wordt een nieuwsbrief verzonden met recente nieuwsberichten en publicaties van de website. Bezoekers aan de website kunnen via een ‘contactformulier’ ook zelf een bijdrage leveren aan de website. Conferentie 2012 Na de succesvolle conferenties in Leuven in 2008, Berlijn in 2009, Espoo (nabij Helsinki) in 2010 en Kopenhagen in 2011 2010 vond de conferentie in het verslagjaar op 12 en 13 oktober 2012 in Lissabon. Het onderwerp ‘Privatization of planning powers and urban infrastructures’ en de daaraan gekoppelde rechtsvergelijkende case die de deelnemers vooraf hadden uitgewerkt gaven wederom aanleiding tot een levendige discussie. De deelnemers gaven aan deze uitwisseling van kennis zeer waardevol te vinden. Hiernaast was ook tijd voor culturele activiteiten. Een bezoek met rondleiding naar het voormalige Expo-terrein werd door de deelnemers als zeer informatief ervaren. Informatie over deze, en over de voorgaande conferentie, is te vinden op de eerdergenoemde website. Op de website zijn ook de uitwerkingen van de case te vinden. De Conferentie van 2013 zal plaatsvinden in Athene.
6. De Europese Vereniging voor Bouwrecht De Europese Vereniging voor Bouwrecht, waarvan de directeur van het Instituut voor Bouwrecht secretaris is, vergaderde in het verslagjaar in Luik. Het thema van het congres was Subcontracting in the European Union. Ter voorbereiding op dit congres is een vragenlijst rond gestuurd over de praktijk van het recht van onderaanneming; met behulp van mr. F. Schaap (advocaat te Den Haag) is deze vragenlijst ingevuld. De directeur van het Instituut voor Bouwrecht heeft tijdens het congres een voordracht gehouden. Tijdens het congres is voor het eerst de European Society of Construction Law Master Thesis Prize uitgereikt. Aan deze wedstrijd kunnen alle studenten deelnemen die tijdens hun masterstudie (of een nationale equivalent daarvan) een scriptie hebben
geschreven. De scriptie is afgerond en beoordeeld in het collegejaar voorafgaand aan het jaar waarin de prijs wordt uitgereikt. De scriptie dient betrekking te hebben op het bouwrecht. Voorbeelden van mogelijke onderwerpen zijn: bouwcontracten, professionele aansprakelijkheid van architecten of ingenieurs, aanbestedingsrecht, eigendomsrecht, PFI, arbitrage/bemiddeling/geschillenbeslechting. De eerste prijs bestaat uit een geldbedrag van €2500,- en de tweede prijs uit een geldbedrag van €1000,-. Beide prijswinnaars worden uitgenodigd de scriptie te bewerken tot een artikel voor het vaktijdschrift International Construction Law Review.
Via de website van ESCL (http://www.escl.org/ node/75 ) is een kort verslag opgenomen en kan het juryrapport worden gedownload. Tijdens het verslagjaar is het boek project niet afgerond. Het streven is in 2013 dit boek, waarin een Europees landenoverzicht wordt gegeven van privaatrechtelijke vraagstukken, te publiceren.
7. Vereniging voor Bouwrecht 7.1 Inleiding Op 27 juni 1972 werd de Vereniging voor Bouwrecht door een aantal bestuursleden van het Instituut voor Bouwrecht en door enkele andere in bouwrecht geïnteresseerden opgericht. Het in haar statuten verwoorde doel van de Vereniging voor Bouwrecht vertoont gelijkenis met dat van het Instituut voor Bouwrecht en luidt als volgt:
De jury van de ESCL Master Thesis Prize wordt gevormd door de voorzitter en twee juryleden. De voorzitter van de ESCL is tevens voorzitter van de jury. De voorzitter stelt elk jaar twee juryleden aan. Er zijn in het eerste jaar van het bestaan van deze prijs maar liefst 11 inzendingen binnengekomen afkomstig van studenten van verschillen Universiteiten, zoals Bocconi University, University of Central Lancashire, Kingston University, The University of Salford, King’s College London, National and Kapodistrian University of Athens. De prijsuitreiking was een succes. De prijzen zijn uitgereikt op vrijdag 12 oktober tijdens de ESCL conferentie te Luik. Eerste prijs: Patrick Hehenberger, “UK success to be remade in Germany: will adjudication collide with fundamental civil law principles?”, submitted as part of the Msc in construction law & dispute resolution, King’s College London, September 2011. Tweede prijs: Timothy Leone Ganado, “Interface agreements in UK PFI healthcare projects”, submitted as part of the Msc in construction law & dispute resolution, King’s College London, September 2011.
Het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht zijn nauw met elkaar verbonden. Het Instituut voor Bouwrecht, mr. R.W.M. Kluitenberg verzorgt het secretariaat alsmede het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht en er zijn personele unies tussen verschillende bestuursleden van beide organisaties. Het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht bestond per 31 december 2012 uit de volgende personen: • • • • • • • •
mr. J. Gundelach mr. J. Hoekstra prof. mr. N.C. Oostrom-Streep prof. mr. C.E.C. Jansen (voorzitter) mr. M. Lurks mr. ing. B. Rademaker prof. mr. B.J. Schueler mr. A.M.J. Vos
Voor het verzorgen van het secretariaat en het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht ontvangt het Instituut voor Bouwrecht een jaarlijkse vergoeding; in het verslagjaar bedroeg deze € 21.105,-.
13 2012
v.l.n.r. prof. B.A.N. Kohl (voorzitter Belgische Verenging voor Bouwrecht), prof. A.P. Lavers (White&Case), prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis (Instituut voor Bouwrecht/TU Delft), Patrick Hehenberger (1e prijs winnaar), mr. M. Schoups (voorzitter Belgische Verenging voor Bouwrecht)
‘Het op onafhankelijke wijze bevorderen van de belangstelling voor de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht in de ruimste zin des woords alsmede van de studie van juridische en maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en de ontwikkeling van het bouwrecht.’
Aan het eind van het verslagjaar 2012 stonden er 1508 leden bij de Vereniging voor Bouwrecht ingeschreven tegenover 1498 aan het einde van 2011.
Vereniging voor Bouwrecht worden hierbij eveneens in aanmerking genomen. Een overschot aan opleidingspunten kan een jaar worden behouden.
7.2 VBR-preadvies
ISBN 978-90-78066-72-9 NUR 823
Dit boek is uitgegeven door het Instituut voor Bouwrecht en besproken op de VBR-jaarvergadering van 12 december 2012 te Amersfoort. 2706_omslag_VBR_preadvies40_2012.indd 1
8. Vereniging voor Bouwrecht- Advocaten 8.1 Inleiding
2012
Op 10 juni 1997 heeft het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht in nauwe samenwerking met het Instituut voor Bouwrecht het initiatief genomen tot de oprichting van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten. De reden hiervoor is dat de Nederlandse Orde van Advocaten een permanente opleiding voor advocatuur heeft geïntroduceerd op grond waarvan elke advocaat verplicht is jaarlijks opleidingspunten te behalen door het volgen van onderwijs aan door de Orde erkende onderwijsinstellingen. De oprichting van een Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten biedt de mogelijkheid om deze erkenning door de Nederlandse Orde van Advocaten te verkrijgen en stelt de advocatuur op de navolgende wijze in staat om de vereiste opleidingspunten te behalen. De samenwerking van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht levert voor advocaat-leden door deelname aan de Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht georganiseerde bijeenkomsten opleidingspunten op. Op de ledenvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten van 6 november 2012 werd besloten om de leden te verplichten om jaarlijks ten minste 10 opleidingspunten op het terrein van het bouwrecht te behalen (m.i.v. 2013). Er zal hierbij geen onderscheid worden gemaakt naar publiekdan wel privaatrechtelijke cursussen. Erkende cursussen op het terrein van het bouwrecht, niet georganiseerd door het Instituut voor Bouwrecht en de
Naar een nieuw omgevingsrecht
In het verslagjaar is in de reeks VBR-preadviezen nummer 40: ‘Naar een nieuw omgevingsrecht’ verschenen van de preadviseurs prof. dr. Ch.W. Backes, prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick, prof. mr. B.J. Schueler, prof. mr. J. Struiksma en prof mr. R. Uylenburg.
14
De activiteiten van de Vereniging voor Bouwrecht-AdvoNaar een nieuw omgevingsrecht caten bestaan in hoofdzaak uit het organiseren van studiebijeenkomsten samen met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht, waarbij de meerdaagse verdiepingscursus privaatrechtelijk- en publiekrechtelijk bouwrecht een centrale plaats innemen. Voor een overzicht van de in het jaarverslag gehouden cursussen en studiebijeenkomsten wordt verwezen naar D.7. prof. dr. Ch.W. Backes prof. mr. N.S.J. Koeman prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels prof. mr. A.G.A. Nijmeijer
prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick prof. mr. B.J. Schueler prof. mr. J. Struiksma prof. mr. R. Uylenburg
Publicatie van de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 40
40 jaar
07-11-2012 12:34:54
8.2 Bestuur Het bestuur van de Vereniging voor BouwrechtAdvocaten bestond per 31 december 2012 uit de volgende personen: • • • • •
mr. ing. J.J. van de Vijver (voorzitter) mr. J.H.B. Averdijk mr. W.M.J.M. Heijltjes mr. E.A. Minderhoud prof. mr. drs. B.P.M. van Ravels
Voor het verzorgen van het secretariaat en het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten ontvangt het Instituut voor Bouwrecht een vergoeding van € 6.615,-. Het secretariaat en het penningmeesterschap worden vervuld door het Instituut voor Bouwrecht. Secretaris is mr. R.W.M. Kluitenberg.
8.3 Lidmaatschap Tot het lidmaatschap kunnen in principe alleen advocaten worden toegelaten die ten minste zeven jaar als advocaat zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde van de Advocatenwet en die ten minste een derde van de fulltime werktijd besteden aan het bouw- of het onroerend-goedrecht. Naast de mogelijkheid tot het toelaten van aspirant-leden, bevatten de statuten eveneens (onder bepaalde voorwaarden) een ontheffing van deze toelatingseisen. Aan het eind van het verslagjaar 2012 stonden er 551 leden bij de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten ingeschreven.
De Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten organiseert in samenwerking met de Vereniging voor Bouwrecht jaarlijks drie kwartaalvergaderingen en
een jaarvergadering. De vergaderingen die in het verslagjaar zijn gehouden zijn beschreven in het overzicht van de bijeenkomsten. Zie hiervoor D7.
15 2012
8.4 Vergaderingen
C. Financiering Onderstaande organisaties subsidiëren het Instituut voor Bouwrecht jaarlijks met een financiële bijdrage. De Stichting Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Bouwnijverheid (O&O-fonds) heeft in het verslagjaar een bedrag van € 100.000,- bijgedragen in de financiering van het Instituut voor Bouwrecht. De exploitatielasten van het Instituut voor Bouwrecht bedroegen in 2012 ongeveer € 1.627.000,-. Naast de bijdrage van het O&O-fonds ontvangt het Instituut voor Bouwrecht eveneens subsidies van het Ministerie van BZK-RGD, de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en ‘s-Gravenhage, een aantal middelgrote en kleinere gemeenten, en de provincies Gelderland, Groningen en Utrecht. Voorts wordt een deel van de exploitatielasten gedekt door opbrengsten uit onderzoeksopdrachten, het Tijdschrift voor Bouwrecht en overige activiteiten van het Instituut voor Bouwrecht.
2012
16
Van het Ministerie van BZK-RGD ontvangt het Instituut voor Bouwrecht jaarlijks een projectbijdrage ad € 45.378,- in de kosten verbonden aan de uitvoering van de continue projecten. Voorts verstrekt het Ministerie van BZK-RGD een projectsubsidie op basis van de door het Instituut voor Bouwrecht te verrichten onderzoeksactiviteiten. De opbrengsten uit onderzoeksopdrachten van ministeries bedroegen in 2012 ongeveer € 60.000,-. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam en ‘s-Gravenhage subsidiëren ieder 1,25% van de door het Ministerie van BZK-RGD als subsidiabel erkende lasten. Het totale subsidiebedrag van deze gemeenten bedroeg in het verslagjaar € 14.984,-.
Een zestal middelgrote gemeenten heeft voor het verslagjaar een subsidie toegezegd. Samen droegen deze gemeenten bij in de financiering van het Instituut voor Bouwrecht voor een bedrag van € 2.866,Voor het verslagjaar zijn van een twintigtal kleinere gemeenten subsidietoezeggingen ontvangen tot een totaal bedrag van € 5.853,-. De provincies Gelderland, Groningen en Utrecht droegen in totaal € 2.668,- bij. In het verslagjaar bedroegen de opbrengsten uit opdrachten van derden in totaal ± € 280.000,-. In B.2. en D.6. van dit jaarverslag wordt uitgebreid ingegaan op de onderzoeksactiviteiten van het Instituut voor Bouwrecht. In het rapport inzake de verantwoording 2012 van BDO Audit & Assurance B.V. d.d. 25 april 2013 is de financiële verantwoording over het verslagjaar 2012 neergelegd. De verantwoording gaf de accountant geen aanleiding tot nader commentaar. Na controle en onderzoek van de overgelegde gegevens hechtte de accountant daaraan de verklaring dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van het vermogen van het Instituut voor Bouwrecht op 31 december 2012 en van het resultaat over 2012.
1. Samenstelling Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur: • prof. mr. J. Struiksma* - voorzitter • mevr. mr. F.M.M. Rasenberg* - vice-voorzitter • drs. H.P.M. Meerbach*- secretaris/penningmeester • prof. mr. P.J.J. van Buuren • mr. G. Engelen • prof. mr. J.M. Hebly • mr. H.W.R.A.M. Janssen • prof. mr. N.S.J. Koeman* • prof. mr. A.G.A. Nijmeijer • mr. J.W. van Nouhuys • mr. H.D. van Romburgh* • mr. R.B. Schnepper • mevr. mr. D.M.C. Schuurmans • mr. ing. J.J. van de Vijver* • mr. D.E. van Werven • prof. mr. W.C.T.F. de Zeeuw* * tevens lid Dagelijks Bestuur
2. Medewerkers Juridisch medewerkers: • prof. dr. ir. A.G. Bregman, senior stafmedewerker • prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, directeur • mr. R.W.M. Kluitenberg, eindredacteur TBR/uitgever • mr. A.Z.R. Koning, juridisch stafmedewerker • mr. H.P.C.W. Strang, juridisch medewerker • mr. N. van Wijk- van Gilst, juridisch stafmedewerker/redacteur Het secretariaat bestond per einde jaarverslag uit: • mevr. E. Boomer-van der Ploeg (secretaresse) • mevr. D. Buis (secretaresse) • mevr. L. de Groot-Maas (management assistente) Student-assistenten: • dhr. H.B.C. Goedegebure • mevr. E.W. de Ruijter
3. Leerstoelen Bouwrecht Leerstoel Groningen
Wat betreft de activiteiten van de leerstoel bouwrecht te Groningen, bekleed door prof. mr. D.A. Lubach, kan het navolgende worden opgemerkt. Onderwijs In het verslagjaar zijn voor wat betreft het vakgebied van de leerstoelhouder de vakken Bouwrecht, Publiekrecht Onroerend Goed en Bestuur, Aansprakelijkheid en Privaatrecht gedoceerd. In het verslagjaar heeft mr. Kars de Graaf het vak Omgevingsrecht verzorgd. Het vak Publiekrecht Onroerend goed is verplicht voor notariële studenten en wordt gevolgd door ongeveer 60 studenten. Het vak Bestuur, aansprakelijkheid en privaatrecht wordt gevolgd door 50 studenten. In het vak Bouwrecht werden de hoofdlijnen van het architectenrecht, het aanbestedings- en aannemingsrecht behandeld. Het is een verplicht vak voor de masteropleiding Vastgoed in de faculteit Geografie en Planologie. Het vak Ruimtelijk Bestuursrecht werd gevolgd door ongeveer 70 studenten, deels vanuit de Faculteit Planologie en Geografie (ongeveer 35). Het vak Bouwrecht wordt gevolgd door ongeveer 80 studenten, waarvan een aantal als contractstudent, werkzaam in de advocatuur. Het vak Bouwrecht is verplicht voor de masterstudenten Vastgoedkunde van de faculteit Planologie en Geografie. In maart/april 2012 heeft de leerstoelhouder een aantal colleges over het nieuwe Bouwrecht in Curacao gegeven aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen te Willemstad. Ook in het verslagjaar werd een aantal scripties op het terrein van de genoemde vakken geschreven. De nadruk ligt op aansprakelijkheidsverhoudingen in het aannemingsrecht. In het privaatrechtelijk bouwrecht is er een toenemende aandacht te bespeuren voor Europeesrechtelijke vraagstukken en nieuwe contractvormen in het aannemingsrecht. Een tweetal scripties waren bovengemiddeld goed. Mr E.M. van Dam behaalde de eerste prijs bij de
17 2012
D. Bijlagen
jaarlijkse competitie voor de scriptieprijs van het Instituut voor Bouwrecht. Haar scriptie Het prisoner’s dilemma in de bouw. Effectiviteit van antikartelwetgeving in rechtseconomisch perspectief behandelde op een zeer originele manier het actuele onderwerp bouwfraude. Mr C.P. Hageman behaalde de tweede prijs voor zijn zeer gedegen studie Overheidseigendom van onroerende openbare zaken. Privaat-of publiekrecht.
Leerstoel Leiden
Met name het vak Bouwrecht leidt tot een verhoudingsgewijs groot aantal stages in de desbetreffende advocatuur. In het zgn. Honourscollege is aandacht besteed aan het onderwerp privaat-publiekrecht met de nadruk op overheidsaansprakelijkheid.
2012
18
Onderzoek In het kader van de opzet van een nieuwe onderzoeksschool, het Groningen Centre for Law and Governance (GCLG) is een artikel over de verhouding tussen Governance en de ontwikkeling van het ruimtelijk bestuursrecht gereed en zal binnenkort worden gepubliceerd in een publicatie Oxford University Press. Ook een artikel over de werking van deskundigencommissies in het planschade recht is gereed en zal in 2013 worden gepubliceerd. Datzelfde geldt voor een bijdrage over de ontwikkeling van het overheidsaansprakelijkheidsrecht in Nederland en Duitsland. De betrokkenheid bij aan het Instituut voor Bouwrecht lopend onderzoek blijft bestaan als lid van de Redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht. Het hoofdredacteurschap van de Groene Reeks Ruimtelijk Bestuursrecht (Kluwer) en de losbladige uitgave Bestuursaansprakelijkheid (Elsevier) is gecontinueerd. In de eerstgenoemde bundel zijn de commentaren op de Wabo, de Woningwet en de Huisvestingswet onderwerp van actualisatie. Het promotie onderzoek van mr. W. de Vries naar internationale samenwerking op het terrein van de ruimtelijke ordening ter bescherming van de Waddenzee is vrijwel afgerond. Mr. A.Z.R. Koning heeft in het verslagjaar verder gewerkt aan haar promotieonderzoek.
Met ingang van 1 mei 2003 is prof. mr. J.M. Hebly leerstoelhouder aan de Universiteit Leiden om voor één dag per week werkzaam te zijn, eerst als bijzonder hoogleraar Bouwrecht, sinds 2008 als hoogleraar Bouwrecht en sinds 2011 als hoogleraar Bouwen aanbestedingsrecht. Onderwijs Keuzevak Bouwrecht Het keuzevak Bouwrecht maakt deel uit van het masterprofiel Onroerend Goed. In de periode maart/april 2012 is voor bachelorstudenten in het kader van het keuzevak een Basiscursus Bouwrecht van 5 weken à 4 uur gegeven (5 ECTS). In de periode november/december 2012 is tijdens de avonden voor masterstudenten het profileringsvak Bouwrecht van 5 weken à 4 uur gegeven over aanbesteding (5 ECTS). Scripties In het verslagjaar zijn de navolgende scripties begeleid en afgerond: • 10-01-2012, Erik Luten: ‘Vallen woningcorporaties onder de reikwijdte van het Europese aanbestedingsrecht?’ • 13-06-2012, Marije Overwater: ‘De economische crisis: een onvoorziene omstandigheid binnen de nieuwbouwwoningmarkt?’ • 12-07-2012, Marijke Kos:‘Postcontractuele rechtsbescherming sinds de Wira’ De scriptiestudenten zijn bij hun afstuderen door de leerstoelhouder toegesproken. Onderzoek Fellow Meijers Instituut, onderzoeksschool juridische faculteit Universiteit Leiden
Promotor van mr. T.H. Chen voor een onderzoek over gunningssystemen en strategisch inschrijven, voorgenomen promotie in 2015 Publicaties Wezenlijke wijziging na Europese aanbesteding Nederlands tijdschrift voor Europees recht (NtER), april 2012, p. 94-106 (met P. Heijnsbroek) Aanbesteden van juridische diensten Tijdschrift Aanbestedingsrecht (TA), juni 2012, p. 254-255 Overzicht EU-inbreukprocedures Aanbesteding 2011 Tijdschrift Aanbestedingsrecht (TA), oktober 2012, p. 507-516 (met P. Heijnsbroek en J.H. de Haan) When Amending leads to Ending IN: Gustavo Piga, Steen Treumer (Ed.)The Applied Law and Economics of Public Procurement, Routledge, 2012, p. 163-184 (met P. Heijnsbroek) Proposal for new public procurement legislation in the European Union IBA Current Practise Newsletter, september 2012, p. 23-25 (met J.H. de Haan) Proposals for new public procurement legislation in the European Union IBA Construction Law International, oktober 2012, p. 4 (met J.H. de Haan) Annulment of contracts after a public tender IBA International Litigation News, december 2012, p. 27-28 (met J.H. de Haan) Voordrachten, lezingen e.d. In het verslagjaar heeft de leerstoelhouder de navolgende activiteiten verricht op symposia, seminars en andere bijeenkomsten: Aanbestedingsrecht Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten, Berlijn 20 april 2012 Nieuwe EU aanbestedingsrichtlijnen, Nieuwe Aanbestedingswet Juridisch PAO Utrecht, Utrecht 24 april 2012 Ontwerp EU aanbestedingsrichtlijn, Klassieke sectoren
Aanbestedingswerkgroep Houthoff Buruma, Leiden 8 mei 2012 Actualiteiten Bouwrecht Verdiepingscursus Bouwrecht, Netlaw, Utrecht 22 mei 2012 Actualiteiten Aanbestedingsrecht Juridisch PAO Utrecht, Utrecht 31 mei 2012 Latest developments regarding contract conditions and market access to EU public procurement FIEC Conference, Istanbul 8 juni 2012 Basiscursus Bouwrecht Juridisch PAO Leiden, Leiden 12 juni 2012 Aanbesteding en inkoop voor corporate juristen Houthoff Buruma, Amsterdam 12 september 2012 Gids Proportionaliteit Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering, Den Haag 27 september 2012 Aanbesteding en inkoop voor corporate juristen Houthoff Buruma, Rotterdam 27 september 2012
19
PPS en aanbesteden; processuele aspecten Symposium PPS & innovatie in nieuwe sectoren, Utrecht 3 oktober 2012
2012
Promotie-activiteiten Co-promotor van mr. P. Heijnsbroek voor een onderzoek over PPS, gebiedsontwikkeling en aanbesteding (promotor Prof. mr. B. Hessel, Universiteit Utrecht), voorgenomen promotie op 24 mei 2013
Europees aanbesteden; procedures/selectie & gunning Erasmus MC, Rotterdam 9 oktober 2012 Verdiepingscursus UAV 2012 en UAV-GC 2005 Instituut voor Bouwrecht, Den Haag 10 oktober 2012 Nieuwe Aanbestedingswet en Inkoopsamenwerking Universitaire Platform Inkoop, Leiden 11 oktober 2012 Rechtsbescherming Grotius Specialisatieopleiding, Utrecht 15 november 2012 Verdiepingscursus Contracteren Juridisch PAO Leiden, Leiden 15 november 2012 Het nieuwe Opdrachtgevende (panellid) 4e EU Aanbestedingendag Architecten, Rotterdam 22 november 2012 Gids Proportionaliteit Gemeente Amersfoort, Amersfoort 11 december 2012 Actualiteiten Aanbestedingsrecht
Juridisch PAO Utrecht, Utrecht 11 december 2012
2012
20
Overige activiteiten relevant voor de leerstoel • Voorzitter Schrijfgroep ‘Gids Proportionaliteit’, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie • Voorzitter examencommissie Juridische Faculteit, 25 augustus 2011 • Lid examencommissie Grotius, 13 december 2012 • Lid algemeen bestuur Stichting Instituut voor Bouwrecht • Voorzitter redactie Tijdschrift Aanbestedingsrecht • Lid redactieraad Tijdschrift voor Bouwrecht • Voorzitter redactie Standaardregelingen in de Bouw (SR2) • Voorzitter Wetenschappelijke Raad Houthoff Buruma • Bestuurslid stichting Summercourse Leiden-Amsterdam-Columbia • Lid benoemingscommissie hoogleraar Bouwrecht KUB Tilburg • Lid projectgroep NVvA inzake nieuwe Aanbestedingswet • Voorzitter begeleidingscommissie onderzoek ‘Bouwteam’ (IBR) • Jurylid scriptieprijs Vereniging voor Bouwrecht • Jurylid scriptieprijs Nederlandse Vereniging voor Aanbestedingsrecht • (Mede) Ontwikkelaar keuzevak Aanbestedingsrecht t.b.v. nieuwe Beroepsopleiding Advocatuur Lidmaatschappen • Nederlandse Juristen Vereniging • Vereniging voor Bouwrecht • Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten • Vereniging Vastgoed Juristen • Nederlandse Vereniging voor Aanbestedingsrecht • Nederlandse Vereniging voor Procesrecht • Rotterdams Juridisch Genootschap • International Bar Association (Legal Practice Division, International Construction Projects Committee) • Singapore Academy of Law • Juristen Motor Gezelschap Leerstoel TU Delft
Per 1 september 2004 is aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft een leerstoel bouwrecht in het leven geroepen. Deze stoel wordt sinds die tijd bekleed door de directeur van het Instituut voor Bouwrecht. De benoeming betreft een aanstelling van anderhalve dag in de week. Onderwijs In de verslagperiode zijn colleges verzorgd ten behoeve van Bachelor en Masterstudenten. De colleges betroffen het privaatrechtelijk bouwrecht, waaronder het aanbestedingsrecht. In samenwerking met de Faculteit Civiele Techniek is het vak Construction and Infrastructure Law verzorgd. In het samenwerkingsverband 3 TU is wederom de cursus Legal and Governance verzorgd, waarin de leerstoelhouder het contracten- en aanbestedingsrecht voor haar rekening nam. Naast het reguliere onderwijs meldden zich wederom scriptie-studenten aan. Promotie begeleiding • Mr. H. Strang, coördinatie en toezicht in de bouw; aanvang september 2009. • Mr. M. Nagelkerke (co-promotor), aan welke (juridische) voorwaarden moet zijn voldaan voor een evenwichtige toepassing van DBFM-contracten in de Nederlandse context? • Ir. N Boussemaere (co-promotor), Barriers in the Belgian construction industry for organising public contracts using DBFM. Publicaties Een deel van de publicaties van de leerstoelhouder is opgevoerd als activiteit van het Instituut voor Bouwrecht, voorts zijn verschillende publicaties buiten het Instituut voor Bouwrecht om tot stand gekomen, die wel zijn opgenomen op de TU publicatielijst. Overige activiteiten in het kader van de TU De leerstoelhouder is lid van de Loopbaan Commissie van de Faculteit Bouwkunde. Voorts is de leerstoelhouder ambassadeur van Delft Women in Science (DEWIS) bij de Faculteit Bouwkunde.
4. Inhoud Tijdschrift voor Bouwrecht 2012 Januari 2012 • Ir. H.W. de Wolff en prof. dr. ir. A.G. Bregman, Herverkaveling: mogelijkheid van versnelling van het facilitaire grondbeleid op ontwikkelingslocaties?
• Mr. E. van der Schans, Stijgend maatschappelijk de Castro, Voorstellen van de Europese Commisrisico: is dat normaal? sie voor nieuwe aanbestedingsrichtlijnen (deel 1) • Mr. G.J.M. de Jager en mr. J.J. Hoekstra, De • Mr. J.C. Binnerts, Heeft past performance een Onteigeningswet in de praktijk, Verslag van het toekomst als uitsluitingsgrond? onderzoek en het seminar ter gelegenheid van het vierde lustrum van de Vereniging van Onteigeningsadvocaten • Mr. H.J. Moné en mr. N. Eeken, Recent Krakenverschenen: en leegtoelichting op de UAV 2012 stand: genezen en voorkomen –Praktische nawoord • Mr. E.W. van Gelder, Reactie naar aanleiding van P.A. de Hoog, ‘Onteigening wegens overlast: Rotterdam en de Wet Victor’, (TBR 2011/135, p. nr. 4 - april 2012 732) • Mr. W.W.M. Blommensteijn-Brabers, Reactie 1 op F.A. van Doorn en J.H.M. Seerden, ‘Detailhandel in ruimtelijke besluiten’ (TBR 2011/191, p. 1072) • Mr. I.L. Haverkate, Reactie 2 op F.A. van Doorn en J.H.M. Seerden, ‘Detailhandel in ruimtelijke besluiten’ (TBR 2011/191, p. 1072) • Mr. G.C.W. van der Feltz, Fundamentele herziening omgevingsrecht noodzakelijk?, Den Haag bruist: eindelijk een quick fix voor het omge2012 vingsrecht? Deze uitgave is voorzien van een bijlage waarin de tekst
van de UAV 1989 en die van de UAV 2012 naast elkaar
is gezet. Hiermee is in één oogopslag duidelijk waar de
verschillen zitten.
Over de UAV 2012 zijn bij het IBR ook de volgende uitgaven verschenen:
• • •
UAV 2012 (tekstuitgave) Ontstaansgeschiedenis UAV 2012 UAV 2012 Toegelicht
Voor meer informatie over deze uitgaven, zie www.ibr.nl/publicaties
Praktische toelichting op de UAV 2012
Praktische toelichting op de UAV 2012
In deze uitgave is de tekst van de UAV 2012 opgenomen voorzien van commentaar. Dit commentaar is bedoeld voor
de dagelijkse praktijk van het werken met de UAV 2012.
Het commentaar is in eenvoudige bewoordingen
geformuleerd en niet voorzien van noten en verwijzingen naar rechtspraak. De tekst bevat uitdrukkelijke
aandachtspunten en een heldere uitleg van een groot deel
van de bepalingen. De keuze betreffende de vraag welke
bepalingen te voorzien van commentaar is ingegeven
door de praktijk van alledag, waarbij behoefte bestaat aan
snelle duiding van de betekenis van de tekst.
In deze uitgave is de tekst van de UAV 2012 opgenomen voorzien van commentaar. Dit commentaar is bedoeld voor de dagelijkse praktijk van het werken met de UAV 2012.
Het commentaar is in eenvoudige bewoordingen geformuleerd en niet voorzien van noten en verwijzingen naar rechtspraak. De tekst bevat uitdrukkelijke aandachtspunten en een heldere uitleg van een groot deel van de bepalingen. De keuze betreffende de vraag welke bepalingen te voorzien van commentaar is ingegeven door de praktijk van alledag, waarbij behoefte bestaat aan snelle duiding van de betekenis van de tekst. Deze uitgave is voorzien van een bijlage waarin de tekst van de UAV 1989 en die van de UAV 2012 naast elkaar is gezet. Hiermee is in één oogopslag duidelijk waar de verschillen zitten.
Instituut voor Bouwrecht Postbus 85851 2508 CN Den Haag
[email protected] www.ibr.nl
• Het wetsvoorstel voor het permanent maken van de Crisis- en herstelwet nader beschouwd Mr. S. Hillegers, mr. T.E.P.A. Lam en prof. mr. A.G.A. Nijmeijer
• Hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet, de experimenteerfase voorbij? (Deel 1), Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht gehouden op 1 december 2011 te Amersfoort
• Over de omgevingsvergunning en lokale toestemmingsvereisten, in het bijzonder over de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden Mr. ing. Th. Peters
Over de UAV 2012 verschenen bij het IBR ook de volgende uitgaven: • • • •
• Gastcolumn, Ruimtelijke ontwikkelingen en ecologie. Koek en ei? Mr. R.H.W. Frins LL.M
• Het decentralisatie-beginsel als mantra in het ruimtelijk bestuursrecht Mr. A.A.J. de Gier
UAV 2012 (teksteditie) Engelse vertaling van de UAV 2012 (UAC 2012) Ontstaansgeschiedenis UAV 2012 UAV 2012 Toegelicht (verwacht: voorjaar 2012)
• Duurzaam bouwen: nog veel te regelen! Juridische (on) mogelijkheden om duurzaam bouwen in ruimtelijke besluitvorming te verankeren Mr. S.E. Reichardt
Voor meer informatie over deze titels, zie www.ibr.nl/publicaties
• De Hoge raad biedt duidelijkheid over de status van een mondeling akkoord bij de koop van een woning Mr. J.J. Dammingh
• Voorstellen van de Europese Commissie voor nieuwe aanbestedingsrichtlijnen (deel 2) Mr. B.J.H. Blaisse-Verkooyen en mr. D.C Orobio de Castro
Auteur: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-56-9 140 pagina’s
Bestellen: Prijs: € 34,95 ibr.antwoordnummer.nu fax: 079-5937411
Instituut voor Bouwrecht - Postbus 85851, 2508 CN Den Haag - www.tijdschriftvoorbouwrecht.nl
• C. Visser BBA en ir. C.A.C. Frikkee RT, De Crisis- en herstelwet en onteigening: versnelling of vertraging? • Mr. J.S. Procee, mr. M. Rus-van der Velde, mr. M.W. Scheltema, mr. E.J. Snijders-Storm en mr. R.T. Wiegerink, Kroniek onteigeningsjurisprudentie 2011 • Mr. E.A. Minderhoud, De positie van de hypotheekhouder onder de Wet kraken en leegstand • Mr. S.J.H. Rutten, De eisen van goed en deugdelijk werk, Een jurisprudentieonderzoek Maart 2012 • Mr. A.G.J. van Wassenaer, Gastcolumn, Aanbestedingswet bijzetten in archief • Mr. M.A. Vrooland, Ontwikkelingen rond de vorming van draagvlak voor de RUD’s, Operatie geslaagd! Patiënt …. ? • Mr. M.C.E. van der Vleuten en prof. mr. R.F.H. Mertens, Procesbevoegdheid van VvE’s en individuele appartementseigenaars bij gebreken in nieuwe appartementsgebouwen • Mr. B.J.H. Blaisse-Verkooyen en mr. D.C. Orobio
April 2012 • Mr. R.H.W. Frins LL.M, Gastcolumn, Ruimtelijke ontwikkelingen en ecologie. Koek en ei? • Mr. S. Hillegers, mr. T.E.P.A. Lam en prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, Het wetsvoorstel voor het permanent makenvan de Crisis- en herstelwet nader beschouwd • Hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet, de experimenteerfase voorbij? (Deel 1), Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht gehouden op 1 december 2011 te Amersfoort • Mr. ing. Th. Peters, Over de omgevingsvergunning en lokale toestemmingsvereisten, in het bijzonder over de omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden • Mr. A.A.J. de Gier, Het decentralisatie-beginsel als mantra in het ruimtelijk bestuursrecht • Mr. S.E. Reichardt, Duurzaam bouwen: nog veel te regelen!, Juridische (on)mogelijkheden om duurzaam bouwen in ruimtelijke besluitvorming te verankeren • Mr. J.J. Dammingh, De Hoge raad biedt duidelijkheid over de status van een mondeling akkoord bij de koop van een woning • Mr. B.J.H. Blaisse-Verkooyen en mr. D.C Orobio de Castro, Voorstellen van de Europese Commissie voor nieuwe aanbestedingsrichtlijnen (deel 2) • Dr. J.W. van Zundert, Reactie naar aanleiding van E. van der Schans, ‘Stijgend maatschappelijk risico: is dat normaal?’ (TBR 2012/2, p. 7), Een actuariële concretisering van het normaal maatschappelijk risico • Mr. J.C. Binnerts, Naschrift bij ‘Heeft past performance een toekomst als uitsluitingsgrond? (TBR
21 2012
Februari 2012 • Prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, Gastcolumn, Het wetsvoorstel voor het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het (gedeeltelijke) herstel van het beroepsrecht van decentrale overheden • Mr. E.A. Minderhoud, Enkele ‘quick wins’ in het wetsvoorstel tot het permanent maken van de Crisis- en herstelwet • Mr. N. Fokke en mr. M.J. Lucacevich, Heeft artikel 20 lid 2 Tracéwet zijn langste tijd gehad?
2011/45, p. 246)’
2012
22
• Mr. G.C.W. van der Feltz en A.M.M. Hendrikx, Biodiversiteitscrisis: programmatische aanpak van stikstofdeposities en de voorgenomen vereenvoudiging van natuurwetten 666 • Prof. mr. C.A. Adriaansens, Huisvestingswet 2012. Een gedoogconstructie • Mr. dr. P. Memelink en mr. dr. R.D. Lubach, De wanpresterende onderaannemer: verplicht rekening houden met de belangen van de opdrachtgever?, Enkele opmerkingen naar aanleiding van HR 20 januari 2012, LJN: BT7496 (Wierts/ Visseren) • Prof. mr. M. van Rossum, De gerechtvaardigde verwachtingen van de koper van een onroerende zaak, Enkele kanttekeningen bij HR 17 februari 2012, NJ 2012/290 (Savills/Pasman) en 321 (Alcoa/Pasman) • Dr. ir. N.P.M. Scholten en mr. drs. M.I. Houben, Bouwbesluit 2012 • Mr. F.C.S. F.C.S. Warendorf en mr. L. de Man, Gemeenten wel degelijk bevoegd om definities van houtopstand en vellen te bepalen • Mr. T.H.H.A. van der Schoot, Bestemmingsplan en/of omgevingsverordening? • Mr. D.A. Cleton, Is een nieuwe omgevingswet nodig?, Of liggen oplossingen in een verplichte integrale en interactieve voorfase, alsmede investeren in kennis?
Mei 2012 • Prof. ir. C. van Weeren, Gastcolumn: Grenstoestanden • Mr. E.M. van Bommel MRE MRICS en mr. A. Franken van Bloemendaal, De coördinatieregeling, helemaal zo gek nog niet? • Mr. M.H. Bakker, (Sub)delegatieproblemen in hoofdstuk 4 Wro. Op punten een wankel fundament of zijn er (te) dynamische besturen? • Mr. C. Burgemeestre, De wijziging van recente regelgeving en de invloed daarvan op de m.e.r. Enige opMERkelijkheden • Mr. dr. M.K.G. Tjepkema, Planschade als maatschappelijk ongemak? Een beschouwing naar aanleiding van ABRvS 29 februari 2012, LJN BV7254 (Vugts) • Mr. S. van Gulijk, Civiele uitspraken 2010-2011 relevant voor de bouwpraktijk • Mr. dr. T.H.M. van Wechem en mr. drs. J.H.M. Spanjaard, Gelding van algemene voorwaarden. HR 2 december 2011, LJN: BT6684, NJ 2011/574, Linthorst/Echoput
Juni 2012 • Mr. J.A.M.A. Sluysmans, Gastcolumn, Versnelling van planrealisatie • Hoofdstuk 2 Crisis- en herstelwet, de experimenSoppe | Gundelach | Witbreuk teerfase voorbij? (Deel 2), Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht gehouden op 1 december 2011 te Amersfoort • Mr. T.H.H.A. van der Schoot, De kabinetsnotitie over de stelselwijziging omgevingsrecht: een samenvatting • Prof. mr. C.E.C. Jansen, Doorbreking van patstellingen bij de toe- en verdeling van verantwoordelijkheden en risico’s met betrekking tot het verkrijgen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke toestemmingen onder de UAVgc 2005, Jaarrede uitgesproken op 1 december 2011 tijdens de jaarvergadering van de Vereniging 2012 voor Bouwrecht • Dr. mr. Y.P. Kamminga en mr. S. Smits, Samenwerking in de aanbesteding, Teleurstellende Augustus 2012 aanbestedingskaders en hoe van samenwerking • Prof. dr. mr. M. Pheijffer RA, Gastcolumn, Het lot toch ‘de norm’ te maken van de klokkenluider • Ing. E. Verhoeff, Nationale en Europese perspec• Mr. ing. W.B. van der Gaag, De bevoegdheid van tieven voor afspraken over pre-kwalificatie bij het waterschap ten aanzien van de omgevingsaanbestedingen vergunning • Mr. R.J.W. Rothengatter en R.W.M. Mathijsen, De • Mr. M. Vols, De Woningwet en de nieuwe slopcoördinatieregeling Wro revisited pen, Bestrijding woonoverlast anno 2012 • Mr. drs. F.A. van den Assem en mr. M. van Berlo, • Mr. H.P.C.W. Strang, Methoden van contractbeGebruik van keurmerken bij aanbestedingen heersing en toezicht • Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, Inleidende opJuli 2012 merkingen over de UAV 2012 • Mr. M.N. Boeve en mr. F.A.G. Groothuijse, Her• Mededeling van het Ministerie van Defensie en ziening van de plan-m.e.r.-regeling noodzakelijk? advocaten
Postbus 239 | 7600 AE Almelo | Twentepoort Oost 3a | 7609 RG Almelo t 0546 - 898 246 | f 0546 - 457 941 | e
[email protected] | i www.soppegw.nl
Symposium ‘Het licht staat op groen’
Ter gelegenheid van de opening van ons kantoor Soppe Gundelach Witbreuk advocaten per 1 april 2012 organiseren wij een symposium over enkele ontwikkelingen in het omgevingsrecht met aansluitend een borrel. Aan dit symposium wordt ook medewerking verleend door prof. mr. Peter van Buuren en prof. mr. Tonny Nijmeijer. Het symposium vindt plaats op vrijdag 14 september 2012 in de Businessruimte van het Polmanstadion van voetbalclub Heracles Almelo (Stadionlaan 1, 7606 JZ Almelo). Programma
Ochtenddeel 9.30 – 10.10 uur
nr. 7 - juli 2012
Ontvangst en welkomstwoord door mr. Jade Gundelach
10.10 – 11.15 uur ‘M.e.r. is altijd in beweging’ door mr. Marcel Soppe Over de actuele ontwikkelingen in regelgeving en jurisprudentie over de milieueffectrapportage 11.15 – 11.30 uur Pauze
11.30 – 12.30 uur ‘PASsend beoordelen’ door mr. Marcel Soppe en mr. Heino Witbreuk Over saldering in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 12.30 – 13.30 uur Lunch
Middagdeel 13.30 – 14.45 uur ‘Publiekrechtelijk geborgd verzekert beter’ door prof. mr. Tonny Nijmeijer Over de rol van complementaire overeenkomsten bij de borging van milieumaatregelen in bestemmingsplannen 14.45 – 15.00 uur Pauze
15.00 – 16.15 uur ‘Zichzelf vastleggende overheden’ door prof. mr. Peter van Buuren Over contracteren over planologische besluiten door overheden 16.15 – 16.30 uur Afsluiting door Jan Smit, voorzitter van Heracles Almelo 16.30 – 16.35 uur Slotwoord door mr. Jade Gundelach Borrel vanaf 16.35 uur
Borrel
Inschrijving
Inschrijving kan tot en met 31 augustus 2012 plaatsvinden door verzending van een e-mail met uw contactgegevens naar
[email protected]. Geeft u daarbij aan of u het ochtend en/ of middagdeel wilt bijwonen. Aan deelname aan dit symposium zijn geen kosten verbonden. Hebt u nog vragen over dit symposium, dan kunt u contact opnemen met mevrouw mr. Jade Gundelach (tel: 0546-898246;
[email protected]).
Instituut voor Bouwrecht - Postbus 85851, 2508 CN Den Haag - www.tijdschriftvoorbouwrecht.nl
• Herziening van de plan-m.e.r.-regeling noodzakelijk? Mr. M.N. Boeve en mr. F.A.G. Groothuijse
• Biodiversiteitscrisis: programmatische aanpak van stikstofdeposities en de voorgenomen vereenvoudiging van natuurwetten Mr. G.C.W. van der Feltz en A.M.M. Hendrikx • Huisvestingswet 2012. Een gedoogconstructie Prof. mr. C.A. Adriaansens
• De wanpresterende onderaannemer: verplicht rekening houden met de belangen van de opdrachtgever?, Enkele opmerkingen naar aanleiding van HR 20 januari 2012, LJN: BT7496 (Wierts/Visseren) Mr. dr. P. Memelink en mr. dr. R.D. Lubach
• De gerechtvaardigde verwachtingen van de koper van een onroerende zaak, Enkele kanttekeningen bij HR 17 februari 2012, NJ 2012/290 (Savills/Pasman) en 321 (Alcoa/Pasman) Prof. mr. M. van Rossum
• • •
September 2012 • Dr. ir. N.P.M. Scholten, Gastcolumn, De plaats en het doel van normalisatie in de bouw en de bouwregelgeving • Mr. E. Scharphof en A.J.M. van Kempen MSc MA, Het Bouwbesluit 2012 • Mr. S.G. Kaai, UAV 2012 vanuit het perspectief van de aannemer • Ing. R. Reijnders, Gemiste kansen door lichtheid van de herziening!, Een eerste stap naar echte herziening? • Mr. M.R. de Boer, UAV 2012 ‘De Toekomst van een Kroonjuweel’, De lichte herziening van de UAV en de Aedes model aannemingsovereenkomst • Mr. B.J.H. Blaisse-Verkooyen en mr. D.C. Orobio de Castro, Kroniek van het Europese aanbestedingsrecht • Mr. E. van der Schans, Boekbespreking: ‘W. Dijkshoorn, Planschaderecht en privaatrechtelijk schadevergoedingsrecht’ • Mr. dr. Y.P. Kamminga, Boekbespreking: ‘M. Hoezen, Competitive Dialogue Procedure: Negotiations and Commitment in Inter Organisational Construction Projects’ • Ir. J.P.A.M. van Tilburg, De opbouw van de omgevingswet
v.l.n.r. ir. P.J.A. Oortwijn (NLingenieurs), mr. A.M. Ubink en mr. A. Oldengarm (beiden Ubink Vastgoedadvocatuur), drs. F.F.J. Schoorl (BNA)
Oktober 2012 • Prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, Gastcolumn, De Wet natuurbescherming en de planologische bescherming van (nationale) natuurdoelen. Bijl aan de wortel van het natuurbelang? • Mr. J. van der Velde en mr. F.J. Plantinga, RO Standaarden 2012 • R. Wingens, Ruimte voor ruimtelijke ordening in de besluitvorming over hoofdinfrastructuur • Mr. P. Vermeij, Het retentierecht bij aanneming van werk, De (on)mogelijkheden tot uitoefening van dit recht • Mr. dr. S. van Gulijk en mr. G.J.S. van der Velden, Het gebruik van doorverwijzingen in algemene voorwaarden, Bouw en logistieke dienstverlening vergeleken • Mr. A.A. Boot en mr. J.C. van Haersolte, Projectontwikkeling in de vuurlinie van aanbestedingsrecht en staatssteun • Mr. R. van der Zwan, Bespreking kabinetsnotitie stelselwijziging omgevingsrecht, ‘Integrale herziening Onteigeningswet?!?’ • Mr. W.J.M. Herber, Enkele recente ontwikkelingen rondom bestekswijzigingen • Raad van Arbitrage voor de Bouw verlaagt een groot aantal van zijn tarieven en versoepelt het uitstelbeleid November 2012 • Mr. dr. F.A.G. Groothuijse, Het behoud van archeologische waarden met behulp van waterregelgeving • Dr. J. Luzak, The constructor’s duties to warn about design failures in the DCFR from a Dutch perspective • Mr. ir. F.M. van Cassel - van Zeeland, Beëindiging van grote overheidsprojecten, in het bijzonder Blauwestad (Groningen) en Wieringerrandmeer (Noord-Holland) • Mr. T.H. Chen, Eerst offertes beoordelen en dan geschiktheid vaststellen? - een riskante vernieuwing • Mr. M.A. Broekman en mr. D.J.M. Westerhoff, (Ver)bouwen; het fiscale bestek December 2012 • Mr. R.G.T. Bleeker, Gastcolumn: De wetgever en het bestuur, Over de status van de Gids Proportionaliteit, zwarte en grijze lijsten en de commissie van aanbestedingsexperts • Mr. E.A. Minderhoud en mr. M.F.A. Evers, Tijdelijke verhuur en de voorgenomen wijziging van de Leegstandswet, Wordt het tijdelijk verhuren van (getransformeerde) gebouwen eenvoudiger? • Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, De Algemene voorwaarden voor de aanneming van funderingswerken 2009 • Mr. dr. A.G.F. Ancery en mr. dr. drs. C.M.D.S.
23 2012
• •
het Ministerie van I&M inzake het niet ondertekenen van de UAV 2012 Mr. S.J.H. Rutten, De UAV 2012; Capita selecta Mr. R.G.T. Bleeker, UAV 2012 of AV 2012, Aansprakelijkheid na oplevering, bouwstoffen en de Gids Proportionaliteit Prof. mr. C.A. Adriaansens, Tuchtrecht Architecten J. van Lenthe, Boekbespreking: ‘J.A.M.A. Sluysmans, De vitaliteit van het schadeloosstellingsrecht inonteigeningszaken’ Mr. A.A.J. de Gier, Het projectbesluit in de Omgevingswet: een exclusieve rechtsfiguur
Pavillon, De Aedes model aannemingsovereenkomst voor woningcorporaties: een kritische beschouwing • Mr. dr. S. van Gulijk, Boekbespreking: ‘J.A. Luzak, The service provider’s duty to warn about defects caused by third parties’
De Redactiecommissie bestaat uit: • prof. mr. M.A.M.C. van den Berg • prof. mr. P.J.J. van Buuren • prof. mr. D.A. Lubach • mr. E. van der Schans • prof. mr. A.A. van Velten
5. Samenstelling Redactie, Redactie raad en de Redactiecommissie
6. Verrichte onderzoeken
De Redactie van het Tijdschrift voor Bouwrecht bestaat uit: • prof. dr. ir. A.G. Bregman • prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis • mr. F.A.M. Hobma • mr. R.W.M. Kluitenberg (eindredacteur) • mr. A.Z.R. Koning • mr. N. van Wijk- van Gilst
2012
24
De Redactieraad bestaat uit: • mr. B. van den Berg • prof. mr. M.A.M.C. van den Berg • mr. B. van den Berg • mr. R.G.T. Bleeker • prof. mr. P.J.J. van Buuren (voorzitter) • mr. P.J.M.W. Clerx • mr. J.J. Dammingh • mr. S. van Gulijk • prof. mr. J.M. Hebly • mr. J.A.W. Huijben • prof. mr. C.E.C. Jansen • mr. A.A.C.J. Janssen • mr. J.G.J. Janssen • prof. mr. N.S.J. Koeman • prof. mr. D.A. Lubach • mr. J.S. van Luik • mr. M. Lurks • mr. dr. E.R. Manunza • prof. mr. G.W.A. van de Meent • prof. mr. R.F.H. Mertens • mr. H.C.W.M. Moesker • prof. mr. A.G.A. Nijmeijer • mr. dr. drs. C.M.D.S. Pavillon • mr. ing. C.H.N.M. Petit • prof. mr. H.D. Ploeger • prof. mr. drs. B.P.M. van Ravels • prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick • mr. S.J.H. Rutten • mr. E. van der Schans • prof. mr. B.J. Schueler • prof. mr. J. Struiksma • mr. F.H.A.M. Thunnissen • prof. mr. A.A. van Velten • mr. ing. J.J. van de Vijver • mr. A.G.J. van Wassenaer • mr. D.E. van Werven
In het verslagjaar is door de medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht veel onderzoekswerk gedaan. De onderwerpen van de verschillende onderzoeken bevestigen de breedte van het veld, waarop het Instituut voor Bouwrecht opereert. Daarnaast valt op dat het onderzoek van verschillende diepgang is. Dit laatste bevestigt dat het Instituut voor Bouwrecht, zoals sinds jaar en dag gebruikelijk, de diverse typen actoren weet te bedienen. In dit overzicht wordt van al deze onderzoeken kort verslag gedaan en aangegeven of het onderzoek voltooid is of nog niet. Eigen onderzoek Opdrachten van het Ministerie van I&M/BZK Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw In opdracht van het Ministerie van BZK is onderzoek gedaan naar de mogelijke juridische consequenties van het afschaffen van de preventieve bouwtoets (voorstel Commissie Dekker). De gedachte is dat de overheid wel de eisen blijft stellen waaraan bouwwerken dienen te voldoen, maar dat de controle op het naleven van die voorschriften bij de markt (lees: opdrachtgever, bouwers, ontwerpers etc.) wordt gelegd. Daarbij is enerzijds uitgebreid gekeken naar de mogelijkheden die certificeringen bieden en wat voor regelingen daartoe nodig zijn en anderzijds naar hoe de positie van eindgebruikers van bouwwerken thans in het Burgerlijk Wetboek is geregeld alsmede de positie van personen die schade lijden als gevolg van gebreken in een bouwwerk. Wat betreft de studie van het BW is voorts aandacht besteed aan de vraag of er gronden zijn om wijzigingen in die regelingen aan te brengen en waaruit die zouden kunnen bestaan. Publicatie van dit onderzoek is voorzien in 2013. Juridische vormgeving van BIM in het DBFM contract A1-A6 SAA In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is gewerkt aan een analyse van het DBFM contract betreffende de A1-A6 op een specifiek punt, namelijk dat van de juridische vormgeving van Bouw Informatie Modellen. De ontwerpen die de opdrachtnemer maakt voor deze weg moeten door
Evaluatie Wet ruimtelijke ordening In het verslagjaar is een tweede onderzoek in het kader van de ex-durante evaluatie van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) afgerond. Daarin is ook het functioneren van de planologische instrumenten in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en in de Crisis- en herstelwet (Chw) betrokken. Het rapport van deze werkzaamheden is voorjaar 2012 verschenen in de uitgave ‘ex-durante evaluatie Wet ruimtelijke ordening: tweede rapportage. Zie voor een uitgebreidere omschrijving de weergave hierboven in nr. B.1.2. Adviescommissie Eenvoudig Beter In het kader van het project Eenvoudig Beter, dat moet leiden tot een integrale Omgevingswet, is een vijftal adviescommissies ingesteld die over de gewenste structuur en inhoud van de nieuwe wetgeving zullen adviseren. Een van de commissies richt zich onder voorzitterschap van Duco Stadig op het onderwerp ‘wonen en cultuur’. De heer Bregman heeft in deze commissie zitting. De commissie heeft al op diverse producten en ontwikkelingen in het kader van het project Eenvoudig Beter gereageerd. De Commissie vergadert ongeveer eenmaal per 2 maanden. Infoblad Installaties Bouwbesluit Vanuit het Ministerie van BZK, afdeling Bouwkwaliteit, zijn ten behoeve van de communicatie rond het Bouwbesluit 2012 diverse informatiebladen geschreven over inhoudelijke thema’s. Een van de thema’s waarop nog geen informatieblad is geschreven, maar waarvoor dat nog wel moet gebeuren, is het thema installaties. Het Ministerie heeft het IBR opdracht gegeven om hiervoor een tekstvoorstel te doen. De opdracht heeft in het verslag geleid tot een concept-tekst, waarop nog door het Ministerie moest worden gereageerd.
Voorkomen van (plan)schade bij het bestrijden van planologische overcapaciteit Op verzoek van het Ministrie van I&M en in nauw overleg met het Ministerie van BZK en het IPO heeft het IBR in het verslagjaar gewerkt aan een tweetal notities rond het thema Voorkomen van (plan)schade bij het bestrijden van planologische overcapaciteit. De ene notitie is bedoeld als voorlichtende notitie in de richting van met name gemeenten, terwijl de andere notitie de vraag aan de orde stelt of voor het voorkomen van (plan)schade een wetswijziging is geïndiceerd. Aan het einde van het verslagjaar was van beide notities een eerste concept gereed. Opdrachten van derden Het bouwteam model in een veranderende wereld Zie voor een uitgebreidere omschrijving de weergave hierboven in nr. B.1.1. Onderzoek naar Versnelling van besluitvorming in de democratische rechtsstaat In 2009 is mr. A.Z.R Koning gestart met het opstellen van een voorstel voor een promotieonderzoek over besluitvorming(sprocedures) in het ontwikkelings- en bouwproces. Het onderzoeksvoorstel voor dit promotieonderzoek is goedgekeurd door de promotor prof. dr. D.A. Lubach. Co-promotor is prof. dr. ir. A.G. Bregman. Dit uitgebreide onderzoek richt zich op de actuele en interessante problematiek van publiekrechtelijke besluitvorming omtrent vereiste toestemmingen (vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen, meldingen etc.) noodzakelijk voor gebiedsontwikkelingen. De roep vanuit de politiek, bedrijven en particulieren om minder en meer eenvoudige regelgeving op dit gebied is groot. De problematiek is weerbarstig. Dit blijkt niet alleen uit de onderzoeken en publicaties die de afgelopen decennia hierover reeds zijn verschenen, maar ook uit de maatregelen die nu worden genomen of men wil nemen in wetgeving (zoals de Wabo, de Waterwet, de Wet Samenhangende Besluiten, de Wet versnelling besluitvorming wegprojecten, de Crisis- en herstelwet). Het onderzoek bevat een overzicht en analyse van de vele ontwikkelingen op dit gebied. In het kader van het onderzoek is een toetsingskader ontwikkeld vanuit de democratische rechtsstaatbeginselen. Vervolgens wordt er dieper ingaan op de wet- en regelgeving waarin versnellingsmechanismen zijn opgenomen zoals coördinatie- en integratie-instrumenten, en vindt er een toetsing plaats aan het ontwikkelde toetsingskader. De uitkomsten van het onderzoek zullen naar verwachting een belangrijke impuls bevatten in het denken omtrent publiekrechte besluitvorming door
25 2012
hem elektronisch worden aangeleverd in een zogenaamd Bouw Informatie Model. Dit is een nieuwe manier van werken, die noopt tot andere afspraken. Het contract van de A1-A6 Schiphol – Amsterdam – Almere bevat daartoe verplichtingen gelegd op de opdrachtnemer maar de vraag is of deze alles dekken wat er geregeld zou moeten worden en voor zover er afspraken zijn zijn deze goed geformuleerd. Het Ministerie gebruikt dit contract als een pilot om te zijner tijd te komen tot een set van algemene voorwaarden die bij ieder contract gebruikt kunnen worden. Het IBR deed dit onderzoek in samenwerking met advocaten van Bird and Bird, omdat daar ICT recht deskundige werkzaam zijn.
de overheid omtrent ontwikkelings- en bouwprojecten (gebiedsontwikkelingen). In het verslagjaar is de Crisis- en herstelwet getoetst aan het toetsingskader en vervolgens gestart met een nader onderzoek en beschrijving van de verschillende versnellingsmaatregelen die in wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht zijn opgenomen. Handboek Gebiedsontwikkeling In 2005 verscheen Bouwrecht Monografie nr. 26 ‘Publiek-private samenwerking bij de ruimtelijke inrichting en haar exploitatie”. Sindsdien hebben zich verschillende ingrijpende wijzigingen in o.a. de regelgeving voorgedaan. Met subsidie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is gestart met de herziening van dit boek. In overleg met het Ministerie is besloten tot de instelling van een begeleidingscommissie, waarvan de deelnemers inmiddels zijn benaderd. Met het schrijfwerk aan het handboek is in het verslagjaar een begin gemaakt.
2012
26
Promotieonderzoek naar Rijkssturing in de ruimtelijke ordening Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een financiële bijdrage verstrekt voor een promotieonderwerp op het thema ‘Rijkssturing in de ruimtelijke ordening’. In overleg met het Ministerie is dit brede onderwerp nader gepreciseerd. Constantijn Hageman is op 1 juni van het verslagjaar begonnen met het werk aan zijn proefschrift. Arbeidsrechtelijk is de promovendus een dienstverband aangagaan met de Amsterdam School of Real Estate (ASRE), waaraan de heer Bregman via zijn leerstoel aan de UvA een dag per week is verbonden. De heer Hageman verblijft 3 dagen per week bij het IBR. Concrete vragen op het thema Rijkssturing in de ruimtelijke ordening In het kader van de subsidieverlening van het Ministerie van I&M ten behoeve van het promotieonderzoek naar Rijkssturing in de ruimtelijke ordening, is met het Ministerie de afspraak gemaakt om op hetzelfde thema vragen te beantwoorden die relevant zijn voor de komende Omgevingswet. Beantwoording van deze vragen zal geschieden door Constantijn Hageman, onder supervisie van de heer Bregman. Door het Ministerie is een klankbordgroep gevormd, die input levert, zowel voor het promotieonderzoek, als bij het formuleren van de hier bedoelde concrete vragen en het geven van antwoorden. In het verslagjaar is inmiddels een tweetal concrete vragen aan het IBR voorgelegd, namelijk een vraag met betrekking tot de proactieve/reactieve aanwijzing en een vraag met betrekking tot het projectbesluit.
Promotie-onderzoek: coördinatie en toezicht in de bouw In september 2009 is mr. H.P.C.W. Strang begonnen met een promotieonderzoek naar toezicht en coördinatie in het bouwproces. Dit onderzoek vindt plaats onder begeleiding van prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, beoogd promotor. Aanleiding voor het onderzoek is de juridische problematiek die het gevolg is van een toenemende complexiteit van bouwprocessen. Coördinatie en toezicht zijn belangrijke thema’s in complexe bouwprocessen met veel verschillende participanten. Het privaatrechtelijke onderzoek richt zich op toezicht en coördinatie in brede zin. Wat betreft het toezicht houdt dit in dat zowel het wettelijk bouwtoezicht als het onderling door contractspartijen gehouden toezicht onderwerp van onderzoek zijn. De studie naar coördinatie richt zich op coördinatie in zowel ontwerpfase als uitvoeringsfase. Deze onderwerpen zullen vanuit de invalshoeken van de verschillende participanten in het bouwproces bekeken worden. In het verslagjaar is het onderzoek vooral gericht geweest op het onderdeel ‘toezicht’ en heeft naast een inhoudelijke uitbreiding ook een verbetering van structuur en methodologie plaatsgevonden. Deze studie zal resulteren in een publicatie die onderdeel uitmaakt van de wetenschappelijke literatuur. Voorts zal de studie ook van nut kunnen zijn voor juristen in de bouwpraktijk. Begeleidingscommissie: • Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, Directeur Instituut voor Bouwrecht en hoogleraar bouwrecht TU Delft • Dr. M.W. de Hoon, Universitair hoofddocent Privaatrecht Universiteit van Tilburg • G.J. van Leeuwen, Directeur Vereniging Bouwen Woningtoezicht Nederland • Mr. ing. B. Rademaker, Beleidscoördinator Ministerie van Infrastructuur en Milieu/ Bestuurslid VBR • Ir. D. Spekkink, Directeur Spekkink C&R • Mr. D.E. van Werven, Jurist bouw- en aanbestedingsrecht Bouwend Nederland/Lid Redraad • Mr. E.J. Wijers, Directeur JZ DHV Holding B.V. De UAV 2012 Toegelicht De verschijning van de UAV 2012 is aanleiding geweest om naast naar praktische toelichting, bedoeld voor niet-juristen, ook het handboek De UAV 1989 Toegelicht te herzien. Het onderzoek daartoe vond in het verslagjaar plaats. Publicatie, in eigen beheer, vindt plaats in het komende verslagjaar.
Onderzoek m.b.t. integriteit in onroerend goed wereld De verschillende branches in de vastgoedsector voeren onderling en met de overheid overleg over integriteitsbevordering. Het Instituut voor Bouwrecht biedt hierbij secretariële ondersteuning in de voorbereiding en verslaglegging van de vergaderingen die door de verschillende brancheverenigingen onderling en met de overheid worden gehouden. Daarnaast is onderzoek verricht naar de mogelijkheden om integriteit van wederpartijen van overheidsopdrachtgevers zwaarder te toetsen met behulp van het aanbestedingsrecht (opgeleverd in de eerste helft van 2012). Dit heeft geleid tot een vervolgopdracht (afkomstig van het Ministerie van Financiën) naar de mogelijkheid om integriteit tot een zwaarder onderdeel van de contractuele verhouding te maken. Afwegingskader t.b.v. Rgd contractbeheersing In mei 2011 heeft de Directieraad van de Rgd besloten om 3 methoden van contractbeheersing verder uit te werken voor directe toepassing. De opdracht heeft gaandeweg een andere invulling gekregen en heeft door veranderde inzichten bij de Rgd een langere looptijd gekregen. Nadat eerst onderzoek is verricht voor het opstellen van een afwegingskader dat bij individuele projecten gebruikt kan worden door de Rgd, hebben het IBR en de Faculteit Bouwkunde op verzoek van de Rgd op hoofdlijnen geadviseerd over de invulling van en afbakening tussen de 3 methoden van contractbeheersing.
Aanbesteden van onderzoeksopdrachten door Waterschappen ‘Hoe kan een aanbestedende dienst omgaan met opdrachtverlening aan kennisinstituten als Deltares met inachtneming van de Europese en nationale aanbestedingsregels?’, dat was de onderzoeksvraag die het Instituut kreeg van de Unie van Waterschappen. Beoogd werd met deze opdracht om inzicht te krijgen in de procedures waaruit een aanbestedende dienst als een Waterschap kan kiezen bij het verstrekken van een onderzoeksopdracht aan een kennisinstituut. Onderzoek naar ketensamenwerking Met subsidie van het O&O-fonds is in het verslagjaar gewerkt aan het boek Juridische aspecten van ketensamenwerking. Dat boek wordt gebaseerd op een empirisch onderzoek naar de juridische vormgeving van ketensamenwerking, zoals die thans in de praktijk plaatsvindt. In dat kader zijn veel gesprekken gevoerd met tal van verschillende ketenpartners. Parallel daaraan is relevante literatuur bestudeerd. In het kader van dit onderwerp is er bovendien actieve betrokkenheid bij BIM initiatieven.
7.
Overzicht bijeenkomsten
Actualiteiten college Bestuursprocesrecht Datum: dinsdagmiddag 17 januari 2012 Inleider: prof. mr. B.J. van Ettekoven, hoogleraar bestuursprocesrecht en vice-president Rechtbank Utrecht Toelichting: Kennis van het bestuursprocesrecht is onontbeerlijk voor de dagelijkse praktijk van het publiekrechtelijk bouwrecht. Het bestuursprocesrecht is aan wijzigingen onderhevig. Na deze bijeenkomst bent u helemaal bij. Aan de orde zullen komen recente en komende wijzigingen van het bestuursprocesrecht, voor zover relevant voor de bouwpraktijk. Het gaat dan om rechtspraak over de Crisis- en herstelwet (belanghebbende, termijnen, relativiteit) en de Wabo (belanghebbende, 6:13 Awb). Verder zal aandacht worden besteed aan de Wet aanpassing bestuursprocesrecht, het stelsel van kostendekkende griffierechten en de betekenis voor bouwers van invoering van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten. Zaaksdifferentiatie, de nieuwe zaaksbehandeling en het programma maatwerk van de Afdeling bestuursrechtspraak zullen kort de revue passeren.
27 2012
Praktische toelichting op de UAV 2012
Praktische toelichting op de UAV 2012
Dit advies is in mei 2012 uitgebracht. Wanneer de Rgd deze invulling concreet heeft uitgewerkt, kan met behulp van het reeds verrichte onderzoek alsnog een afwegingskader als oorspronkelijk bedoeld worden opgesteld. In juni is dit project afgerond.
Studiedag: Capita Selecta Bouwcontracten recht (UAV 1989, UAV-GC 2005 en DNR 2011) Datum: dinsdag 24 januari 2012 Inleiders: mr. R.G.T. Bleeker, advocaat Rozemond Advocaten te Amsterdam en mr. S.J.H. Rutten, advocaat Simmons & Simmons te Amsterdam Toelichting: Bouwtijd, (pre-)contractuele waarschuwingsplicht, meer- en minderwerk, aansprakelijkheid na oplevering en de invloed van de opdrachtgever op het werk van de adviseur en aannemer zijn onderwerpen die in de UAV 1989, de UAV-GC 2005 en de DNR 2011 geregeld zijn. In deze bijeenkomst wordt aan de hand van de verschillende regelingen een thematisch overzicht gegeven van de theoretische en praktische kant van deze onderwerpen. Verschillen en overeenkomsten in regelingen worden verklaard. Daarbij wordt ook ingegaan op actuele jurisprudentie. Tevens is er volop de gelegenheid tot het stellen van vragen.
2012
28
Incompany Bouwtecniek voor juristen voor de SRK Datum: 24 januari 2012 Inleider: ir. J.E.M. Buijs Studiemiddag: Huurrecht voor woon- en bedrijfsruimte Datum: woensdag 25 januari 2012 Inleiders: mr. T.M. van Dijk en mr. M.F. Mesu-Abbekerk, beiden advocaat Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V. te Den Haag Toelichting: Het huurrecht van woon- en bedrijfsruimte blijft volop in ontwikkeling. Rechtspraak omtrent onderwerpen als gebreken, renovatie en de huurbeëindiging van woon- en bedrijfsruimte is divergerend en niet altijd even toegankelijk. Voldoende aanleiding dus om bij te praten over een aantal wezenlijke onderwerpen van het huurrecht, waarbij u een helder overzicht krijgt van de meest recente rechtspraak en de daaruit voortvloeiende aandachtspunten. Mr. T.M. van Dijk en mr. M.F. Mesu-Abbekerk gaan aan de hand van de laatste ontwikkelingen in op het gebied van: • de gebrekenregeling; • de renovatie met en zonder huurbeëindiging; • de exploitatieplicht bij de verhuur van bedrijfsruimte; • specifieke huurbeëindigingsperikelen bij woonen bedrijfsruimte (zoals de wachttijd-regeling en de uitvoerbaarheid bij voorraad-regeling) en • de afwijkende bedingen. Beide advocaten hebben een ruime staat van dienst op het gebied van huurrecht en verzorgen in diverse gremia postacademische opleidingen
Incompany Basiscursus bouwrecht voor nietjuristen in opdracht van de NEPROM voor de ABN AMRO te Amsterdam-Zuid Datum: 31 januari 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor STABU te Ede Datum: 1 februari 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor de Universiteit van Amsterdam Datum: 2 februari 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiemiddag: Versnelling van energieprojecten Datum: dinsdag 14 februari 2012 Inleiders: mr. drs. L.A.J. Spaans, advocaat / counsel Allen & Overy LLP te Amsterdam en universitair docent Milieurecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Vrije Universiteit Amsterdam en Jhr. mr. H.C. van Geen, advocaat / partner Allen & Overy LLP te Amsterdam Toelichting: De Nederlandse regering heeft ambitieuze doelstellingen geformuleerd voor duurzame energie (waaronder energie uit wind, water en zon), mede indachtig de EU-rechtelijke verplichtingen ter zake. De wetgever tracht realisering daarvan te faciliteren door nieuwe instrumenten aan te reiken om de ontwikkeling van (met name duurzame) energieprojecten te versnellen. Denk in dit verband onder meer aan de Rijkscoördinatieregeling en de Crisis- en Herstelwet. Die instrumenten zijn niet alleen in zichzelf behoorlijk weerbarstig, hun introductie geschiedt tegen de achtergrond van een almaar wijzigend juridisch speelveld. Met de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ondergingen het milieu- en ruimtelijke-ordeningsrecht hun meest ingrijpende wijziging van de afgelopen decennia, terwijl ook overigens wetswijzigingen – bijvoorbeeld wat betreft de milieu-effectrapportage of wat betreft algemene regels voor windturbines – elkaar in rap tempo opvolgen. De snelheid waarmee het recht wijzigt, blijkt in de praktijk niet zelden te leiden tot onduidelijkheden voor betrokken partijen, bijvoorbeeld over hoe wettelijke verplichtingen zich tot elkaar verhouden of over de uitleg van in de wet gehanteerde begrippen. Dit zet de beoogde versnelling van energieprojecten onder druk; te vaak komt het voor dat besluitvormingsprocedures rond energieprojecten worden vertraagd of zelfs stranden. Juridisch vergunningmanagement is aldus een vak geworden, en eenvoudig is dat vak allerminst. De bijeenkomst heeft tot doel juristen die betrokken zijn bij energieprojecten (als bevoegd gezag, initiatiefnemer of uitvoerder) inzicht te geven in de
recente ontwikkelingen in wet- en regelgeving en in de actuele stand van de jurisprudentie. Tijdens de bijeenkomst wordt niet alleen stilgestaan bij nieuwe bestuursrechtelijke instrumenten die beogen de ontwikkeling van energieprojecten te versnellen, maar ook bij de wijze waarop daarmee samenhangende vergunningrisico’s kunnen worden beheerd en beheerst in contractuele relaties, bv. met overheden, ontwikkelaars of financiers.
op basis van de buitenlandse regelgeving en praktijk zijn n.a.v. het onderzoek aanbevelingen geformuleerd over de mogelijkheden van herverkaveling in Nederland en de eventuele introductie van een wettelijke regeling. Daarbij is aangesloten op de huidige Nederlandse praktijk, waar bij bouwclaimmodellen en publieke en publiek-private grondexploitatiemaatschappijen ook al vaak vormen van privaatrechtelijke herverkaveling gebruikt worden. Prof. dr. ir. A.G. Bregman en ir. H.W. de Wolff, beiden auteurs van het rapport en beiden met ruime ervaring met herverkaveling bij gebiedsontwikkeling, zullen deze studiemiddag als inleider optreden en herverkaveling behandelen tezamen met andere modellen die in de huidige praktijk vanuit het oogpunt van een heldere rolverdeling en risicoverdeling kansrijk lijken te zijn voor zowel overheden en marktpartijen.
Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor STABU te Ede Datum: 15 februari 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiemiddag: Nieuwe samenwerkings modellen bij gebiedsontwikkeling Datum: donderdag 16 februari 2012 Inleiders: prof. dr. ir. A.G. Bregman, hoogleraar gebiedsontwikkeling Universiteit van Amsterdam en tevens verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht te Den Haag, mr. J.C.P. van den Hamer, advocaat / partner Boekel De Nerée te Amsterdam en ir. H.W. de Wolff, universitair docent OTB TU Delft Toelichting: Als gevolg van de gewijzigde economische omstandigheden en onder invloed van ontwikkelingen op het gebied van het aanbestedingsrecht zijn bij gebiedsontwikkeling samenwerkingsvormen gebaseerd op het joint-venturemodel (waarbij een publiek-private grondexploitatiemaatschappij (GEM) wordt opgericht) min of meer in onbruik geraakt. Andere samenwerkingsmodellen, zoals het bouwclaimmodel en het concessiemodel-nieuwe-stijl en ook combinaties van deze modellen zijn daarentegen in opkomst. Ook herverkaveling zou een interessante mogelijkheid kunnen bieden voor de huidige praktijk van gebiedsontwikkeling. Over dit laatste instrument is door het Onderzoeksinstituut OTB (TU Delft) en het Instituut voor Bouwrecht onderzoek uitgevoerd. Daarbij is inspiratie opgedaan uit buitenlandse voorbeelden, met name de Duitse herverkaveling (Umlegung), een instrument dat in de Duitse locatieontwikkelingspraktijk veelvuldig gebruikt wordt. Mede
Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor de Gemeente Schouwen-Duiveland Datum: 16 februari 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiedag: Strafrecht voor bouwrecht juristen Datum: dinsdag 6 maart 2012 Inleiders: mr. F.N.M. van Diem, officier van justitie Functioneel Parket, Handhavingseenheid Den Bosch te Maastricht, mr. R. van der Hoeven, advocaat NautaDutilh N.V. te Rotterdam, prof. mr. P.T.C. van Kampen, advocaat Franken Zuur Van Baarlen Van Kampen te Amsterdam en mr. G. van der Wal, advocaat Houthoff Buruma te Brussel Toelichting: Tijdens deze dag komen twee onderwerpen aan de orde: • De strafrechtelijke aansprakelijkheid van natuurlijke en rechtspersonen in de context van de bouw • Strafrecht voor bouwrecht juristen Deze onderwerpen worden besproken aan de hand van twee casussen. Casus kartelinbreuk Uitgangspunt voor deze casus is dat de leiding van de onderneming wordt verrast door de inval (‘bedrijfsbezoek’) van de NMa. Dat is voor ondernemingen een ingrijpende gebeurtenis. Onder andere de
29 2012
L. de Groot-Maas en prof.mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis
Daarnaast zal mr. J.C.P. van den Hamer aan de hand van praktijkvoorbeelden ingaan op de inhoud van de samenwerking die tussen de private partijen tot stand komt voordat voornoemde partijen met de overheid een samenwerking aangaan. In het bijzonder zal worden ingegaan op de vraag hoe de private samenwerking van invloed kan zijn op de publiekprivate samenwerking.
volgende vragen komen aan de orde: wat zijn de bevoegdheden van de NMa en de voorwaarden voor gebruik van die bevoegdheden? Hoe zit het met de samenloop met een inval door de Europese Commissie? Hoe verloopt de rechtsbijstand?
2012
30
Aansluitend op de casus kartelinbreuk zal een kort overzicht worden gegeven van de criteria, op basis waarvan binnen het strafrecht de aansprakelijkheid van natuurlijke en rechtspersonen wordt beoordeeld: ook in de bouwpraktijk komen natuurlijke en rechtspersonen immers wel in aanraking met het strafrecht. Bij de beoordeling van de strafrechtelijke aansprakelijkheid van met name rechtspersonen kan het ‘verleden’ van de rechtspersoon een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld waar het gaat om de vraag of bepaalde gedragingen door de rechtspersoon zijn ‘aanvaard’. Dat geldt in de context van arbeidsongevallen onder meer daar waar wordt afgeweken van bepaalde (veiligheids-)normen: de reactie daarop van de rechtspersoon in het verleden kan een rol spelen bij de vraag of de rechtspersoon dat soort gedragingen (kennelijk) heeft geaccepteerd. Dat laatste kan leiden tot het oordeel dat de rechtspersoon als dader van het strafbare feit moet worden aangemerkt. Een overzicht van de criteria van strafrechtelijke aansprakelijkheid voor rechtspersonen en feitelijk leidinggevenden (en de toepassing daarvan in de praktijk) is voorts van belang, omdat de wetgever bij de invoering van de persoonlijke aansprakelijkheid van leidinggevenden op grond van de Mededingingswet juist ook bij de criteria die in het strafrecht gelden, aansluiting heeft beoogd te zoeken. Casus arbeidsongeval In het tweede dagdeel wordt aan de hand van een casus ‘arbeidsongeval’ geschetst hoe een strafrechtelijk onderzoek naar (bijvoorbeeld) een arbeidsongeval verloopt, welke handhavers daarbij een rol kunnen spelen, welke rol een advocaat bij het onderzoek (en afdoening) kan spelen en welke afdoeningsmogelijkheden in de regel in dit soort (en andere) gevallen bestaan. Daarnaast passeren een aantal specifieke delicten de revue, zoals valsheid in geschrifte, witwassen, alsmede een aantal milieudelicten. Daarbij zal ook worden ingegaan op de BIBOB-aspecten van een en ander, alsmede de (daarmee samenhangende vraag) welk effect bepaalde afdoeningswijzen kunnen hebben op het aanvragen van een VOG en/of de vermelding in het register zoals genoemd in de Wet controle op rechtspersonen. Studiemiddag: Bouwen en bodemverontreiniging Datum: donderdag 8 maart 2012 Inleiders: mr. M.A. de Groote, advocaat Gemeente Amsterdam. Hij houdt zich vooral bezig met over-
heidsaansprakelijkheid, bouwrecht en bodem (zowel het publiekrechtelijke als het civielrechtelijke deel) en mr. dr. G.A. van der Veen, advocaat AKD te Rotterdam. Zijn praktijk richt zich met name op het algemeen bestuurs(proces)recht, openbaar bestuur en privaatrechtelijk overheidshandelen, omgevingsrecht/milieuaansprakelijkheid, subsidierecht en bestuursrechtelijke schadevergoeding. Hij verzorgt onder meer de rubriek “bodem” in het tijdschrift Vastgoedrecht. Toelichting: Bij bouwprojecten speelt de kwaliteit van de bodem een belangrijke rol. Eenmaal geconstateerde bodemverontreiniging moet op een goede manier worden aangepakt, omdat er anders praktische en juridische problemen kunnen ontstaan. Er spelen meerdere vragen bij bodemverontreiniging en bouwen. Moet er wel of juist niet worden gesaneerd en op welke manier precies? Wie draagt de kosten van de sanering? Is er verhaal van die kosten mogelijk op de vervuiler? Hoe verlopen de grondstromen tussen eigenaar, uitvoerder, bodemintermediair en ontvanger van de afgegraven grond? Wat kan er eigenlijk op verontreinigde grond worden gebouwd? En op welke manier kunnen het beste afspraken worden gemaakt met betrokken partijen over bodemverontreiniging en (aansprakelijkheids)risico’s? Om dergelijke vragen te kunnen beantwoorden is het nodig om inzicht te hebben in wet- en regelgeving over bodemverontreiniging. Vooral de Wet bodembescherming biedt het wettelijk kader. Naast de aandacht voor het publiekrecht richt de cursus zich tevens op civielrechtelijke aspecten. Daarbij valt te denken aan contracteren en aansprakelijkheid voor bodemverontreiniging. Ook wordt ingegaan op meer specifieke thema’s, zoals het herontwikkelen van stortplaatsen. Na afloop van de cursus zijn cursisten op de hoogte van de regelgeving en recente rechtspraak rond bodemverontreiniging en weten zij hoe er op een adequate wijze kan worden omgegaan met bodemverontreiniging bij bouwen. Studiemiddag: Wabo en ruimtelijke ordening Datum: donderdag 8 maart 2012 Inleider: prof. mr. P.J.J. van Buuren, Lid van de Raad van State te Den Haag en emeritus hoogleraar Bestuursrecht Universiteit Utrecht Toelichting: Tijdens deze bijeenkomst is er specifiek aandacht voor de ruimtelijke ordeningsaspecten in de Wabo. Welke wijzigingen heeft de Wabo gebracht in de Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening en welke relatie is er met het Besluit omgevingsrecht (Bor)? Aan de orde komen;
De bijeenkomst is verdiepend van aard, basiskennis omtrent het omgevingsrecht is gewenst. IBR Cursus Gebiedsontwikkeling voor beginners 2012 Data: dinsdag 13 maart, donderdag 22 en 29 maart en dinsdag 3 april 2012 Docenten: prof. dr. ir. A.G. Bregman, hoogleraar gebiedsontwikkeling Universiteit van Amsterdam en tevens verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht te Den Haag, mr. J.F. de Groot, advocaat Houthoff Buruma te Amsterdam, mr. A.A.C.J. Janssen, coördinator wetgeving Ministerie van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, mr. B. Rademaker, beleidscoördinator Ministerie van Infrastructuur en Milieu te Den Haag, mr. A. de Snoo, advocaat Houthoff Buruma te Amsterdam en drs. A. Wolting, directeur Wolting Gebiedsmanagement & Advies te Den Haag. Toelichting: Deze cursus is een gedegen kennismakingscursus met gebiedsontwikkeling voor projectleiders en adviseurs bij zowel overheden als marktpartijen (projectontwikkelaars, bouwondernemingen, corporaties) als ook voor juristen die daarmee nog weinig of geen ervaring hebben. In deze cursus worden de belangrijkste juridische vraagstukken bij gebiedsontwikkeling intensief behandeld, zodat de cursist na afloop weet met welke juridische vragen hij bij gebiedsontwikkeling rekening moet houden. De onderwerpen, door ervaren docenten uiteengezet in interactieve colleges, betreffen onder andere: samenwerkingsvormen, ruimtelijke ordening, grondbeleidsinstrumenten, aanbesteding en staatssteun. In een inleidend college komt het proces van gebiedsontwikkeling aan de orde, waarbij er onder meer aandacht is voor samenwerkingsmodellen, de risico-actoranalyse en typen gebiedsontwikkelingen. Het omgevingsrecht bij gebiedsontwikkeling komt aan de orde voor zover het betreft de planologische maatregelen en vergunningverlening bij gebiedsontwikkeling. Daarbij worden de hoofdlijnen van
ruimtelijk ordening (Wro), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Crisis- en herstelwet (Chw) behandeld. Voorts wordt het gebruik van de Wet voorkeursrecht gemeenten, de onteigeningswet en de regeling inzake grondexploitatie in de Wro bij gebiedsontwikkeling uiteengezet en wordt er ingegaan op aanbesteding en staatssteun. De cursus wordt besloten met een interactieve terugblik op alle onderdelen. Studiedag: De realisatie van bouwprojecten: procestechniek en de juridische handvatten Datum: dinsdag 13 maart 2012 Inleiders: ir. J. Buijs, architect Joost Buijs Architecten bna te Waalre en mr. W.M.J.M. Heijltjes, advocaat Heijltjes Advocaten te Nijmegen Toelichting: Weet u wat het verschil is tussen detailtekeningen, werktekeningen, productietekeningen? En wie, welke, hoe moet controleren? Weet u hoe een PvE tot stand komt en wat daar voor informatie in moet? Hoe een ontwerp een bestek wordt en een bestek een uitvoeringsgereed ontwerp? En hoe een uitvoeringsgereed ontwerp uitgevoerd kan worden? Uw cliënt kan en wil u dit niet allemaal gaan uitleggen; die denkt dat u dat wel weet. Maar weet u het wel? Om u uit die onzekerheid en onwetendheid te verlossen is deze studiedag bedoeld. Uitgangspunt van deze bijeenkomst is de dagelijkse praktijk van het bouwen en de tools van het technische uitvoeringsproces en de relevantie daarvan voor het recht. De volgende vragen komen aan de orde: wat spelen er voor procesvragen in de verschillende fasen? Welke instrumenten worden daarbij - door wie – gehanteerd? Wie heeft de regiefunctie? Hoe komt een PvE tot stand? Wat moet daar in? Wie stuurt dat proces? Hoe gaat het van een ontwerp naar een bestek en werkvoorbereiding? En natuurlijk voor de juristen de hamvraag: wat betekent dit alles juridisch? De bijeenkomst richt zich vooral op de aankomende bouwjurist maar is zeker ook voor de gevorderde in dit vakgebied belangrijk genoeg om hieraan (ter opfrissing en verdieping) deel te nemen. Twee door de wol geverfde inleiders met tientallen jaren ervaring als bouwmanager en bouwrecht specialist treden in deze bijeenkomst op als inleider. Actualiteiten college Procedure en schadeloosstelling in het Onteigeningsrecht Datum: woensdagmiddag 14 maart 2012 Inleiders: mr. J.F. de Groot, advocaat Houthoff Buruma te Amsterdam en mr. J.A.M.A. Sluysmans, advocaat Van der Feltz Advocaten te Den Haag
31 2012
• gevolgen voor de inhoud van het bestemmingsplan en de mogelijkheid daarvan af te wijken bij omgevingsvergunning; • de omgevingsvergunning voor het afwijken van een bestemmingsplan als opvolger van het projectbesluit; • de verruimde regeling voor planologische kruimelgevallen; • de betekenis van artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo voor oude en nieuw bestemmingsplannen; • kring van belanghebbenden onder de Wabo; • actuele rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak.
Toelichting: Het Onteigeningsrecht is voor de bouwrechtjurist van groot belang. Dit rechtsgebied is onderhevig aan veranderingen en daarover bent u na afloop van deze bijeenkomst goed geïnformeerd. De actualiteiten en capita selecta in het formele en het materiële Onteigeningsrecht worden behandeld, mede in het licht van de overige instrumenten van grondbeleid. Tijdens het college is er ruim gelegenheid voor discussie. Van de te bespreken onderwerpen wordt ongeveer twee weken voorafgaand aan de bijeenkomst concrete informatie toegezonden per e-mail en/of gewone post.
2012
32
Het grote UAV 2012 Congres Datum: donderdag 15 maart 2012 Inleiders: prof. mr. M.A.M.C. van den Berg, emeritus hoogleraar privaatrecht en bouwrecht Universiteit van Tilburg (voorzitter werkgroep Herziening UAV 1989), mr. R.G.T. Bleeker, advocaat Rozemond Advocaten te Amsterdam, prof. mr. dr. M.A.B. ChaoDuivis, directeur Instituut voor Bouwrecht en hoogleraar bouwrecht TU Delft (rapporteur werkgroep Herziening UAV 2012) en mr. S.J.H. Rutten, advocaat Simmons & Simmons te Amsterdam en arbiter. Toelichting: De UAV 2012 zijn een feit! Dit is misschien wel de belangrijkste bouwrechtelijke gebeurtenis in 2012. Tijdens dit Congres worden de wijzigingen toegelicht en kritisch besproken. De sprekers zijn afkomstig uit de Werkgroep, die de herziening 1989 hebben voorbereid alsmede uit de bouwrecht advocatuur, zodat u van beide kanten goed geïnformeerd zal worden. Tevens zal naar het functioneren van de UAV als bouwcontractmodel gekeken worden en naar wat de toekomst gaat brengen of zou moeten brengen op het gebied dat bestreken wordt door de UAV 2012.
Secretaris-generaal ing. R.M. van Erp-Bruinsma
Het Instituut voor Bouwrecht heeft de ontstaansgeschiedenis van de UAV 2012 gedocumenteerd in een omvangrijk boekwerk. Dit boekwerk wordt ter gelegenheid van dit Congres aan de deelnemers ter beschikking gesteld en is bij de prijs inbegrepen alsmede de, eveneens ter gelegenheid van het Congres ter beschikking te stellen, Tekstuitgave van de nieuwe UAV 2012.
Actualiteiten college Staatssteun bij ge biedsontwikkeling, mede in relatie tot het aanbestedingsrecht Datum: donderdagmiddag 22 maart 2012 Inleiders: prof. dr. ir. A.G. Bregman, hoogleraar gebiedsontwikkeling Universiteit van Amsterdam en tevens verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht te Den Haag en prof. dr. B. Hessel, bijzonder hoogleraar Europees recht decentrale overheden Europa Instituut Universiteit Utrecht Toelichting: Als gevolg van jurisprudentie van zowel de Europese Commissie als de burgerlijke en de administratieve rechter is de belangstelling voor de betekenis van de Europese regels inzake het verbod van ongeoorloofde staatssteun fors toegenomen. Centrale vragen hierbij zijn: bij welke typen transacties kan sprake zijn van staatssteun, welke criteria gelden bij de beoordeling of er mogelijk sprake is van ongeoorloofde staatssteun, wat is in dezen de betekenis van verschillende publiekprivate samenwerkingsvormen en in hoeverre kan subsidieverlening als ongeoorloofde staatssteun worden aangemerkt. Op deze en andere vragen zal tijdens de studiemiddag worden ingegaan. Daarbij komt ook de verhouding met de aanbestedingsregels aan de orde. Studiedag: Bouwen en luchtkwaliteit en geluidhinder (I en II) Datum: woensdag 28 maart 2012 Inleiders: mr. D.S.P. Roelands-Fransen, advocaat Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn te Den Haag (I) en mr. J.A.M. van der Velden, advocaat AKD te Breda (II) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Dagdeel I: Bouwen en luchtkwaliteit De normen voor luchtkwaliteit blijven een belangrijk aandachtspunt bij gebiedsontwikkelingen en meer specifiek de burgerlijke en utiliteitsbouw en de aanleg van infrastructuur. Uiterlijk 2015 dient Nederland aan de (Europese) normen voor luchtkwaliteit te voldoen. Inmiddels is de wet- en regelgeving in Nederland omtrent luchtkwaliteit dusdanig aangepast dat bouwprojecten minder ‘hinder’ ondervinden van deze normen. Wat is de stand van zaken nu? Welke mogelijkheden zijn er en welke onderzoeksverplichtingen gelden er? Tijdens deze bijeenkomst komen de verschillende instrumenten aan de orde en wordt de wet- en regelgeving toegelicht waarbij kansen en risico’s voor bouwprojecten en infrastructurele projecten als uitgangspunt zullen dienen. Het NSL en de Monitoringstool zullen hierbij centraal staan. Ook zal worden stilgestaan bij relevante jurisprudentie. De deelnemers zullen na deze bijeenkomst geheel op
de hoogte zijn van de stand van zaken rondom het onderwerp luchtkwaliteit en hoe daarmee om te gaan bij bouwprojecten.
1e VBR kwartaalvergadering: ‘De betekenis van de beoogde nieuwe Europese aanbeste dingsrichtlijnen voor de bouwsector’ Datum: woensdagmiddag 28 maart 2012. Inleiders: mr. M.O. Meulenbelt, advocaat en partner bij Sidley Austin LLP te Brussel en mr. D.E. van Werven, Sr. Beleidsmedewerker bij Bouwend Nederland te Zoetermeer. Toelichting: Op 20 december 2011 presenteerde de Europese Commissie voorstellen voor een tweetal Richtlijnen met het oog op de herziening en modernisering van het Europees aanbestedingsrecht. Het gaat om een voorstel voor een Richtlijn betreffende het gunnen van overheidsopdrachten (zie COM(2011)896 def.) en een voorstel voor een Richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten (zie COM(2011)897 def.). Wanneer deze Richtlijnvoorstellen worden aangenomen, zal dat ook voor aanbestedingen in de bouwsector aanzienlijke consequenties hebben. Het doel van deze kwartaalvergadering is om de belangrijkste van die consequenties in beeld te brengen. In dat kader zal mr. D.E. van Werven ingaan op de betekenis van het voorstel voor een Richtlijn betreffende het gunnen van overheidsopdrachten, terwijl mr. M.O. Meulenbelt zal ingaan op de betekenis van het voorstel voor een Richtlijn betreffende de gunning van concessieopdrachten.
Bijzonder geschikt voor het werk
Bijzonder geschikt voor het werk H.J.M. van Mierlo bundel
Onder redactie van:
mr. E.W.J. de Groot & mr. R.D. Harteman
33 Studiedag: Bouwtechniek voor juristen Datum: donderdag 29 maart 2012 Inleider: ir. J. Buijs, architect Joost Buijs Architecten bna te Waalre Toelichting: De te behandelen stof is bedoeld voor juristen die in de praktijkuitvoering te maken hebben met conflicten waaraan een bouwkundig probleem ten grondslag ligt. Om de cliënt nog beter van dienst te zijn, is een begrip van veel voorkomende bouwkundige onderwerpen nuttig. In deze bijeenkomst komen de volgende onderwerpen aan de orde: de ontwerpaspecten van een gebouw m.b.t. de bodem (welke onderzoeken zijn nodig, geotechnisch, milieukundig, verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid daarvoor), de voor de uitvoering beneden maaiveld benodigde constructies en materialen, vervolgens de opbouw van de begane grondvloer (welke soorten zijn er, functies van wapening en druklaag, etc.) waarbij ook scheurvorming door vervorming aan de orde komt, de opbouw van wanden in diverse soorten materialen (beton, steen, hout) en zo verder tot en met dakconstructies. Kort gezegd: een gebouw van de kelder tot de nok in voor juristen begrijpelijke taal! Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor de Gemeente Venlo Datum: 5 april 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis
2012
Dagdeel II: Bouwen en geluidhinder De wet- en regelgeving inzake geluidhinder is technisch van aard en de normering is voor de verschillende geluidsbronnen verschillend geregeld, terwijl er ook nog eens diverse mogelijkheden zijn om van die normen af te wijken. Het is dan ook niet eenvoudig om goed inzicht te krijgen in deze voor de bouw- en ruimtelijke ordeningspraktijk belangrijke materie. Tijdens deze bijeenkomst komt alle relevante wetgeving met bijbehorende jurisprudentie over geluidhinder ten gevolge van wegen, spoorwegen, bedrijven (al dan niet op industrieterreinen) en vliegvelden aan de orde, inclusief de doorwerking daarvan in bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen. Naast de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder komen (onderdelen van) de Wet luchtvaart, de Wet milieubeheer (o.a. het (beoogde) nieuwe hoofdstuk 11), het Activiteitenbesluit en de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening aan bod, terwijl ook de afwijkingsmogelijkheden uit de Interimwet stad-en-milieubenadering en de Crisis- en herstelwet niet zullen ontbreken. Uiteraard maakt ook de vraag welke vormen van rechtsbescherming er mogelijk zijn, onderdeel uit van het programma.
VBR-A/IBR Cursus Privaatrechtelijk bouwrecht 2012 Data: woensdag 11, 18, 25 april, 9, 16, 23, 30 mei en 6 juni 2012. Docenten: mr. R.H. Bekker, prof. mr. M.A.M.C. van den Berg, mr. J.W. Bitter, mr. R.G.T. Bleeker, mr. T.J. Dorhout Mees, mr. ir. A. de Groot, drs. mr. I. van Loon, mr. J.G.J. Janssen, mr. J.F. van Nouhuys, mr. D.C. Orobio de Castro, mr. J.C. Toorman, prof. mr. A.A. van Velten en mr. D.E. van Werven Toelichting: In deze verdiepingscursus worden de volgende cursusonderdelen behandeld: bouwvoorbereiding, aanbesteding, bouwcontracten (contractvormen in de bouw, basisprincipes en aansprakelijkheid voor gebreken), projectontwikkeling, contracteren met de overheid, PPS, DBFM contracten, bouwfinanciering (tijd en geld), Capita Selecta (appartementsrecht, burenrecht, erfpacht, mandeligheid, erfdienstbaarheden, transacties onroerend goed en bodemverontreiniging, Wet voorkeursrecht gemeenten), bouwprocesrecht, garanties en verzekeringen. Verondersteld wordt dat de deelnemer basiskennis heeft op het terrein van het privaatrechtelijk bouwrecht.
2012
34
De cursus wordt in de vorm van een hoorcollege gegeven met discussies en casusbehandelingen in combinatie met zelfwerkzaamheid door de deelnemers. Studiedag: Europees recht (I en II) Datum: woensdag 11 april 2012 Inleiders: mr. dr. A. Gerbrandy, universitair hoofddocent Europa Instituut Universiteit Utrecht (I en II), mr. dr. H.J. van Harten, universitair docent Europa Instituut Universiteit Utrecht (I) en mr. dr. B.A. Beijen, universitair docent Omgevingsrecht Universiteit Utrecht (II) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Dagdeel I: Europees recht: praktisch belang, mededingingsrecht en vrijverkeerrecht De centrale vraag in deze cursus is: hoe kan het Europees recht van invloed zijn op de bouwpraktijk? In een stoomcursus van één dag passeren op indringende manier de belangrijkste thema’s uit het algemene Europees recht: mededingingsrecht, vrijverkeerrecht (vestigingsvrijheid en vrijdienstenverkeer), milieurecht en rechtsbescherming. Aan de hand van sprekende casus wordt geïllustreerd hoe ‘Brussel’ ingrijpt in de Nederlandse praktijk van grote én kleine bouwwerken. Deze cursus is enerzijds bedoeld om de interne samenhang in het Europees recht te leren begrijpen en anderzijds om een goede basiskennis te verwerven op dit gebied. Deze kennis moet de cursist in staat stellen om de potentiële Eu-
ropeesrechtelijke problemen in de juridische (bouw) praktijk te herkennen en op te lossen. In het ochtenddeel wordt ingegaan op het praktische belang van het Europees recht aan de hand van twee kernthema’s: de werking van het Europees mededingingsrecht en het Europees vrijverkeerrecht, de kern van het recht van de interne markt. Dagdeel II: Europees recht: milieurecht en rechtsbescherming In het middaggedeelte staan twee andere belangrijke thema’s uit het Europees recht voor de bouwpraktijk centraal. In de eerste plaats wordt ingegaan op het belang van het Europees milieurecht voor de bouwpraktijk. Daarnaast krijgt in de middag de rechtsbescherming van Europees recht voor de bouwpraktijk toegespitste aandacht. Studiemiddag: Tracéwet, besluitvorming en jurisprudentie Datum: dinsdag 17 april 2012 Inleiders: mr. A.A.J. de Gier, universitair hoofddocent Staats- en Bestuursrecht Universiteit Utrecht en mr. H.A.J. Gierveld, wetgevingsjurist Ministerie van Infrastructuur en Milieu te Den Haag Toelichting: Er is in de Tweede Kamer een breed politiek draagvlak voor versnelling van procedures in het algemeen en van procedures met betrekking tot infrastructuur in het bijzonder. Na de komst van de daarop gerichte Tracéwet (1994) is die wet vier keer (2000, 2005, 2009 en meest recent in 2011) ingrijpend gewijzigd. Daarnaast is de wet gewijzigd door onder andere de Wet ruimtelijke ordening (2008), de Crisis- en herstelwet (2010) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (2010). Op 1 januari 2012 is een wijziging van de Tracéwet in werking getreden, naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie Elverding, die met name ziet op het wettelijk verankeren van een brede verkenningsfase voorafgaande aan de besluitvorming over het Tracébesluit zelf en het instrument van de opleveringstoets introduceert. Voorts staat de besluitvorming over infrastructurele projecten hoog op de agenda van de regering: alle tracébesluiten en uitvoeringsbesluiten vallen onder de Crisis- en herstelwet. In 2010 en 2011 zijn veel uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State verschenen, die een belangrijke bron vormen voor de vormgeving en inhoud van een Tracébesluit en nuttige informatie geven voor procespartijen.
Veel aandacht wordt besteed aan de jurisprudentie over Tracébesluiten - die inmiddels een omvang van vele duizenden pagina’s heeft gekregen - waarbij de ruimtelijk relevante jurisprudentie centraal zal staan. Studiemiddag: Projectontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet; een praktische benadering Datum: woensdag 18 april 2012 Inleiders: mr. M.C. Brans en mr. J.C. Ellerman, beiden advocaat Houthoff Buruma te Amsterdam Toelichting: Ter bestrijding van de economische crisis is op 31 maart 2010 de Crisis- en herstelwet in werking getreden om de realisatie van ruimtelijke en energieprojecten te versnellen. De wet biedt diverse nieuwe milieu- en ruimtelijke instrumenten die bij een projectontwikkeling kunnen worden ingezet. Dit in aanvulling op de reeds bestaande instrumenten in onder meer de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Maar hoe werken de nieuwe instrumenten in de praktijk en hoe verhouden zij zich tot de bestaande instrumenten? En welk instrument is in een concreet geval het beste toepasbaar? Tevens zal aandacht worden besteed aan de recente wet tot aanpassing van de Chw en de ‘quick wins’ in het wetsvoorstel permanent maken van de Chw. Op deze en andere vragen en onderwerpen wordt tijdens deze bijeenkomst antwoord gegeven.
Toelichting: Ondanks de economische crisis blijft er samengewerkt worden tussen overheden (vaak gemeenten) en private partijen. Bij de realisering van veel projecten is hier sprake van. Het sluiten van PPScontracten blijkt steeds weer maatwerk te zijn. Toch zijn er verschillende samenwerkingsmodellen en contractsonderwerpen die steeds terugkeren. U krijgt tijdens de studiemiddag inzicht in het PPS-proces, in de motieven voor samenwerking, hoe kansen op succes kunnen worden vergroot en de risico’s kunnen worden beperkt, welke juridische vormen in welke situatie de voorkeur verdienen, welke fasen in het PPS-proces kunnen worden onderkend en welke stappen/producten/juridische afspraken in die fase aan de orde (moeten) komen. Ook is er aandacht voor de vraag welke onderdelen van een project moeten worden aanbesteed.
Het Nederlandse bouwcontractenrecht kent een veelheid van
contractmodellen en algemene voorwaarden. Hoe moet een opdrachtgever daar uit kiezen? Hoe weet een opdrachtnemer waar
aannemers, studenten aan technische opleidingen en al diegenen die met het bouwcontractenrecht in aanraking komen en behoefte hebben aan degelijke voorlichting.
Praktijkboek contracteren in de bouw
hij wel of niet aansprakelijk voor is? En hoe zit het met het gewone burgerlijke recht als er geen bouwcontract gesloten is? Op deze en meer vragen wordt in dit boek antwoord gegeven. De meest gebruikte voorwaarden worden uitgebreid en overzichtelijk uiteen gezet op een manier die juridisch verantwoord en tegelijkertijd begrijpelijk is voor de niet-juridisch geschoolde lezer. Dit boek is dan ook vooral bedoeld voor architecten, raadgevend ingenieurs,
Praktijkboek contracteren in de bouw onder redactie van: Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis
Instituut voor Bouwrecht
ISBN 978-90-78066-66-8
Postbus 85851 2508 CN Den Haag
Daarbij is er volop ruimte voor interactie.
[email protected] www.ibr.nl
Incompany cursus voor VNO-NCW Westland Datum: 18 april 2012 Inleider: prof. dr. ir. A.G. Bregman Toelichting: In samenwerking met de gemeente Westland houdt VNO-NCW Westland met enige regelmaat themabijeenkomsten. Het thema van de bijeenkomst op 18 april was ‘Actualiteiten gebiedsontwikkeling’. Aan de orde kwamen de onderwerpen moderne samenwerkingsvormen, aanbesteding, staatssteun en de publiekrechtelijke inkadering van gebiedsontwikkeling. Studiemiddag: Publiek-private samenwerking bij gebiedsontwikkeling Datum: donderdag 19 april 2012 Inleider: prof. dr. ir. A.G. Bregman, hoogleraar gebiedsontwikkeling Universiteit van Amsterdam en tevens verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht te Den Haag
3e Druk
Studiemiddag: Capita Selecta Aanbestedingsrecht Datum: dinsdag 24 april 2012 Inleiders: mr. P.F.C. Heemskerk en mr. C.H. van Hulsteijn, beiden advocaat CMS Derks Star Busmann te Utrecht Toelichting: Wat kan een partij die zich benadeeld voelt door een aanbestedingsprocedure vorderen? Heraanbesteding, een verbod op ten uitvoer leggen van de gegunde overeenkomst, schadevergoeding: negatief en/of positief belang? Binnen welke termijn dient zij een vordering in te stellen en bij welke rechter? Heeft zij altijd (voldoende) belang bij haar vorderingen? En aan welke eisen dient een gunningsvoornemen te voldoen? In deze bijeenkomst wordt - aan de hand van de Wira (de Nederlandse implementatie van de Europese rechtsbescher-
35 2012
Tijdens deze bijeenkomst komen al deze ontwikkelingen aan de orde. Wat gaat een en ander betekenen voor o.a. procespartijen en overheden. Is er sprake van een noodzakelijke of gunstige ontwikkeling en zijn alternatieven van die ontwikkelingen denkbaar en wenselijk.
mingsrichtlijn) - op deze onderwerpen, die wekelijks in de rechtspraak aan de orde komen, uitgebreid ingegaan. Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor STABU Datum: 24 april 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis
2012
36
Studiemiddag: Eigendom van kabels- en leidingen en leidingschade Datum: dinsdag 8 mei 2012 Inleiders: mr. dr. B.A.M. Janssen, beleidsadviseur Kadaster te Apeldoorn en mr. dr. F.J. van Velsen, advocaat te Haarlem en specialist leidingschades Toelichting: Op 1 februari 2007 is aan artikel 5:20 BW een tweede lid toegevoegd waarin de eigendom van netten is geregeld. Aanleiding voor de eigendomsregeling vormden de kabelarresten uit 2003, waarin de Hoge Raad oordeelde dat telecomnetten onroerende zaken zijn en dat de eigendom van het net toekomt aan de bevoegde aanlegger ervan. Tijdens deze middag zal uitgebreid op de inhoud van deze eigendomsregeling worden ingegaan, inclusief het overgangsrecht. Aangezien kabel- en leidingnetten als onroerende zaken worden aangemerkt, is voor overdracht van een net registratie in de openbare registers vereist. De wijze waarop de inschrijving van de eigendom van netten in de openbare registers plaatsvindt, komt deze middag eveneens aanbod. Mr. dr. B.A.M. (Barbra) Janssen bespreekt de eigendom van kabel- en leidingnetten. De heer mr. dr. F.J. (Frans) van Velsen bespreekt de jurisprudentie over de onrechtmatige daad aan de hand van de leidingschades (zijn proefschrift ‘Aansprakelijkheid bij leidingschades’ is als handboek verschenen in de serie Bouwrecht Monografieën). Zijn lezing is een mes dat aan twee zijden snijdt: u leert de fijne kneepjes van de leidingschades en omdat hij die plaatst binnen het grotere leerstuk van het ‘commune’ aansprakelijkheidsrecht bent u meteen weer op de hoogte van de laatste stand van de jurisprudentie over de onrechtmatige daad. Actualiteiten college Ruimtelijke ordening en vergunningverlening Datum: donderdag 10 mei 2012 Inleiders: mr. T.E.P.A. Lam, advocaat Hekkelman Advocaten te Nijmegen en onderzoeker Radboud Universiteit Nijmegen en prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, hoogleraar omgevingsrecht Radboud Universiteit Nijmegen en adviseur KienhuisHoving Advocaten en Notarissen te Enschede Toelichting: Het ruimtelijke bestuursrecht is voortdurend in beweging. In deze bijeenkomst komen naast recente ontwikkelingen op het gebied van het ruimtelijke ordeningsrecht, de
omgevingsvergunning(procedure), ontheffingen en bestemmingsplanjurisprudentie aan de orde. Het gaat om ontwikkelingen op het gebied van de rechtspraak en relevante actuele ontwikkelingen op het gebied van de wet- en regelgeving (Wro, Wabo, Crisis- en herstelwet etc.). Tijdens het college is er ruime gelegenheid voor discussie. Van de te bespreken onderwerpen wordt ongeveer twee weken voorafgaand aan de bijeenkomst concrete informatie toegezonden per e-mail en/of gewone post. Actualiteiten college Planschade en nadeelcompensatie Datum: dinsdagmiddag 15 mei 2012 Inleiders: prof. mr. drs. B.P.M. van Ravels, advocaat AKD te Breda en hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen en mr. T.E.P.A. Lam, advocaat Hekkelman Advocaten te Nijmegen en onderzoeker bestuursrecht Radboud Universiteit Nijmegen Toelichting: In dit actualiteiten college komen recente ontwikkelingen op het gebied van planschade aan de orde. Het gaat hier in de eerste plaats om jurisprudentie. Ook zal een plaatsbepaling van de huidige planschaderegeling plaatsvinden aan de hand van de bepalingen van de WRO (oud) en de Wro ten aanzien van planschade en het verjaringsrecht dat is opgenomen in de Invoeringswet. Tijdens het college is er ruim gelegenheid voor discussie. Studiedag: Wijzigen van de overeenkomst (I en II) Datum: woensdag 16 mei 2012 Inleiders: mr. W.L. Valk, vice-president Gerechtshof Arnhem (I) en mevr. mr. dr. S. van Gulijk, universitair docent en onderzoeker Tilburg University te Tilburg (II) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Dagdeel (I): Wijzigen van de overeenkomst volgens het BW Overeenkomsten zijn niet in beton gegoten. De praktijk verlangt dat - indien noodzakelijk - de inhoud van de overeenkomst aanpassing kan ondergaan, eventueel alleen op verzoek van een van de partijen. Verschillende mechanismen dienen zich daartoe aan, waarbij de gedachten met name uitgaan naar de uitleg van de overeenkomst, de wilsgebreken, tekortkoming en de rol van mededelingsplichten, het leerstuk van de onvoorziene omstandigheden en heronderhandelingsplichten. Hoe zien de recente ontwikkelingen op dit gebied er uit? In deze bijeenkomst krijgt u een gedegen overzicht van de actualiteit en bent u weer helemaal bij op dit in beweging zijnde terrein.
Studiedag: Ontwikkelingen Natura 2000 Datum: woensdag 23 mei 2012 Inleiders: prof. mr. Ch.W. Backes, hoogleraar bestuursrecht Universiteit Maastricht, mr. N.H. van den Biggelaar, advocaat De Brauw Blackstone Westbroek te Amsterdam, mr. drs. M.M. Kaajan, advocaat Stibbe te Amsterdam, mr. N.S.J. Koeman, staatsraad Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State te Den Haag, mr. ing. C.J.B. Moes, jurist Moes CMS B.V. te De Wilgen, mr. E.J. Snijders-Storm, advocaat Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn te Den Haag en ir. E.A.P. Wieman, senior beleidsmedewerker Provincie Noord-Brabant te Den Bosch Toelichting: Gebiedsontwikkelingen en meer specifiek locaties van (bouw)projecten zijn niet zelden gesitueerd in en/of nabij beschermde gebieden. De beschermde status van de gebieden vloeit voort uit Europese en nationale regelgeving waarin tevens verboden handelingen, onderzoeksverplichtingen, toestemmingsvereisten (vergunning, ontheffing, vrijstelling) zijn opgenomen. Dit betekent concreet voor gebiedsontwikkelingen c.q. (bouw)projecten dat er niet zondermeer in of nabij beschermde gebieden kan worden gebouwd, er moet rekening worden gehouden met de daarin opgenomen verplichtingen en voorwaarden. Tijdens deze studiedag wordt - door op dit vakgebied bekende deskundige sprekers - de regelgeving omtrent het natuurbeschermingsrecht toegelicht waarbij belemmeringen bij (bouw)projecten het uitgangspunt zullen zijn. Er zal tevens de nodige aandacht zijn voor recente en op stapel staande wetswijzigingen. Door de sprekers zal worden ingegaan op de Natuurbeschermingswet. Voorts zal de materie worden benaderd vanuit Europees perspectief. Door middel van een casestudie zullen de praktische implicaties worden besproken. Bovendien zal er ruime mogelijkheid bestaan voor discussie. De deelnemers zullen na deze dag geheel op de hoogte zijn van het natuurbeschermingsrecht en hoe daarmee om te gaan bij (bouw)projecten.
Herhaling: Het grote UAV 2012 Congres (Aangepaste vorm) Datum: woensdagmiddag 23 mei 2012 Inleiders: mr. R.G.T. Bleeker, advocaat Rozemond Advocaten te Amsterdam, prof. mr. dr. M.A.B. ChaoDuivis, directeur Instituut voor Bouwrecht en hoogleraar bouwrecht TU Delft (rapporteur werkgroep Herziening UAV 2012) en mr. S.J.H. Rutten, advocaat Simmons & Simmons te Amsterdam en arbiter. Toelichting: Het grote UAV 2012 Congres op 15 maart a.s. is volgeboekt. Om die reden kunnen vele belangstellenden niet deelnemen. Het Congres wordt daarom in aangepaste vorm als studiemiddag georganiseerd op 23 mei 2012! De UAV 2012 zijn een feit! Dit is misschien wel de belangrijkste bouwrechtelijke gebeurtenis in 2012. Tijdens deze bijeenkomst worden de wijzigingen toegelicht en kritisch besproken. De inleidingen worden verzorgd door prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, rapporteur van de Werkgroep, mr. R.G.T. Bleeker en mr. S.J.H. Rutten. Deze inleiders traden ook op tijdens het Grote UAV 2012 Congres en zullen hun toen gehouden voordrachten in uitgebreidere vorm nogmaals verzorgen. U krijgt een overzicht van de werkwijze van de Werkgroep, een overzicht van de wijzigingen en een kritische bespreking daarvan, waarbij ruimte voor discussie is, die van belang is met het oog op de toekomst van de UAV 2012. Het Instituut voor Bouwrecht heeft de ontstaansgeschiedenis van de UAV 2012 gedocumenteerd in een omvangrijk boekwerk. Dit boekwerk wordt ter gelegenheid van dit Congres aan de deelnemers ter beschikking gesteld en is bij de prijs inbegrepen alsmede de, eveneens ter gelegenheid van het Congres ter beschikking te stellen, Tekstuitgave van de nieuwe UAV 2012. Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU voor STABU te Ede Datum: 23 mei 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiedag: Aanbestedingsrecht (I en II) Datum: donderdag 24 mei 2012 Inleiders: mr. A.E. Broesterhuizen, advocaat KienhuisHoving Advocaten en Notarissen N.V. te Enschede (I) en mr. J.F. van Nouhuys, advocaat Straatman Koster Advocaten te Rotterdam (II) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang.
37 2012
Dagdeel (II): Wijzigen van de overeenkomst volgens de UAV 1989 (2011), UAVGC 2005, DNR 2011 en DBFM-contracten Naast het gemene recht zijn voor de specialistische bouwpraktijk in verschillende standaardvoorwaarden gedetailleerde bepalingen opgenomen over de aanpassing van de overeenkomst. In dit tweede gedeelte wordt ingegaan op de precieze werking van deze bepalingen en de gevolgen ervan. Daarbij zal uiteraard aandacht worden besteed aan de verschillen met de algemene regels uit het BW. Tevens krijgt u een overzicht van de actuele uitspraken over dit thema.
2012
38
Dagdeel (I): Actualiteiten college Aanbestedingsrecht In dit Actualiteiten college komen recente ontwikkelingen op het gebied van het aanbestedingsrecht aan de orde. Het gaat hier om ontwikkelingen op het gebied van de rechtspraak en de Europese weten regelgeving. Tijdens de bijeenkomst is er ruim gelegenheid voor discussie. Dagdeel (II): Rechtsbescherming in het Aanbestedingsrecht Waar rechtsbescherming een fundamenteel instrument ten gunste van rechtzoekenden zou moeten zijn, krijgt het binnen het aanbestedingsrecht steeds meer de functie van een zwaard van Damocles, zowel voor de aanbesteder als voor de gegadigden en inschrijvers. Daarbij wordt niet geschuwd om een beroep te doen op een verkeerde uitleg van de Europese wetgeving en jurisprudentie. De betrokkenen bij aanbestedingen weten kennelijk niet meer wat zij van elkaar zouden moeten en mogen verwachten, hetgeen onwenselijk is omdat aanbesteding er juist op is gericht het verwachtingspatroon van opdrachtnemer en opdrachtgever optimaal op elkaar te laten aansluiten. Deze bijeenkomst gaat niet alleen over de juridische normen die voor rechtsbescherming gelden, maar ook over de wijze waarop aanbesteder en gegadigde zich in de praktijk moeten gedragen om hun wettelijke bescherming daadwerkelijk te kunnen benutten. Ook komen het voorstel voor de nieuwe Rechtsbeschermingsrichtlijn en het Besluit Aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten aan de orde. Ook komt de in december 2009 van kracht geworden WIRA uitgebreid aan bod. Studiemiddag: De Wabo, Wro en Chw voor privatisten Datum: donderdag 31 mei 2012 Inleiders: mr. J.A.W. Huijben en mr. M.J. van der Zijpp, beiden werkzaam als juridisch coördinator/sr. jurist Raad van State te Den Haag Toelichting: De publiekrechtelijke wereld is al weer enige tijd gewend aan de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van het ruimtelijk ordeningsrecht. Maar hoe zit het met de privatisten? Rudimentaire kennis van deze regelgeving is ook voor hen van belang. Daarin voorziet deze studiemiddag. In deze bijeenkomst worden de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Crisis- en herstelwet (Chw) behandeld. Met de invoering van nieuwe wetgeving (Wro in 2008 en Wabo in 2010) is de systematiek van vergunningen en ruimtelijke plannen e.d. aanzienlijk veranderd. Voor privatisten die in hun dagelijkse praktijk met bouwcontracten te maken hebben, is het van belang op de hoogte te zijn van deze wetswijzigingen opdat zij hun cliënten beter kunnen adviseren. Een goede en evenwichtige verdeling van verantwoordelijkheden over partijen en de in-
schatting van risico’s over het tijdig verkrijgen van de vereiste toestemmingen, vereist kennis van deze wetten. Tijdens deze bijeenkomst wordt de systematiek van de Wabo, Wro en Chw uitgelegd en de samenhang tussen deze wetten besproken. Aan de hand van deze systematiek wordt met u doorgenomen welke toestemmingen in de regel nodig zijn voor een bouw- of infrastructureel project, wie de toestemmingen verleent en in welke volgorde dat gebeurt. Studiemiddag: Coördinatieperikelen in de bouw; onder- en nevenaanneming Datum: dinsdag 5 juni 2012 Inleiders: mr. A.F.J. Jacobs, advocaat Rozemond Advocaten te Amsterdam en mr. D.E. van Werven, senior beleidsmedewerker Bouwend Nederland te Zoetermeer Toelichting: Een kernonderwerp van het privaatrechtelijk bouwrecht betreft de coördinatie van de verschillende bij een bouwproject betrokken aannemers. Het is veelal de bouwkundige aannemer die bij werken van enige omvang wordt belast met de coördinatie. Het is een goede gewoonte om deze coördinatieverplichting in het bestek vast te leggen en als bijlage daaraan een model-coördinatieovereenkomst te hechten. In de bijeenkomst zullen verschillende modaliteiten van de coördinatieovereenkomst de revue passeren. Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn onder meer: wie zijn logische partijen bij de coördinatieovereenkomst, de (rest)aansprakelijkheid van de opdrachtgever en de (on)mogelijkheid van verhaalsacties van onderaannemers op elkaar. Het natuurlijke alternatief voor nevenaanneming lijkt onderaanneming te zijn. Welke invloed kan de opdrachtgever nog uitoefenen op de in te zetten onderaannemers en wat zijn hiervan de gevolgen voor zijn aansprakelijkheid? Wat zijn de drijfveren om te kiezen voor onderaanneming of nevenaanneming? Zowel arbitrale uitspraken als uitspraken van de gewone rechter komen aan de orde. Studiedag: DBFM; van theorie naar gewenste praktijk Datum: donderdag 7 juni 2012 Inleiders: mr. M.C.J. Nagelkerke, sr. juridisch adviseur/specialist Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur (IMG) te Utrecht, ing. H. de Kievit, sr. adviseur Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur (PPS Kennispool) te Den Haag en mr. O.J. Wassenaar, juridisch adviseur Rijkswaterstaat Dienst Infrastructuur (PPS Kennispool) te Den Haag Toelichting: De geïntegreerde contractvorm Design, Build, Finance and Maintain (DBFM) wordt
De rijksoverheid hanteert voor haar DBFM-overeenkomsten het Rijksbrede model DBFM-contract. Dit model - versie 2.0 - is gepubliceerd op de website www.ppsbijhetrijk.nl. Naar verwachting wordt binnen afzienbare tijd versie 3.0 op dezelfde site gepubliceerd. Ook de lagere overheden hebben hun belangstelling getoond voor DBFM en zoeken naar toepassingsmogelijkheden. Als er gekozen wordt voor een DBFM-contract, worden de erbij betrokken partijen voor verschillende praktische problemen en vraagstukken gesteld, die in de voorbereiding, tijdens de aanbesteding of erna opgelost moeten worden. In deze bijeenkomst worden op interactieve wijze de verschillende contractfasen doorlopen en aan de hand van praktijkvoorbeelden een aantal dilemma’s voorgelegd en besproken: van theorie zoals bedacht, via voorbeelden zoals het ging naar praktijk zoals het moet. Daarmee passeren diverse praktische vraagpunten en uitwerkingen de revue, vanaf initiatie tot en met exploitatie. De vraagpunten die de revue passeren zijn van toepassing op Opdrachtgever, Opdrachtnemer, Bevoegd Gezag, Geldverstrekker en Omgeving. 2e VBR-kwartaalvergadering: VBR 40 jaar: ‘Bouwrecht: voorbij het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht’ Datum: donderdagmiddag 7 juni 2012 Inleiders: dr. A.R. Neerhof, mr. A.G.J. van Wassenaer, prof. mr. A.A. van Velten en prof. mr. N.S.J. Koeman Toelichting: De Vereniging voor Bouwrecht bestaat dit jaar 40 jaar. Voor sommigen het moment voor een midlifecrisis, voor onze vereniging het moment om op feestelijke wijze terug en vooruit te blikken zoals dat bij een lustrum hoort. Dat doen we op donderdag 7 juni a.s. tijdens de 2e kwartaalvergadering van dit jaar. Deze kwartaalvergadering behelst niet alleen een wetenschappelijk gedeelte, maar ook een feestelijk diner. Beide vinden plaats op een bijzondere locatie. Gekozen is voor de prachtig gelegen Buitenplaats Amerongen, waarvan het Kasteel vroeger werd bewoond door families van diplomaten en militairen die een prominente rol speelden in de (inter)nationale politiek. Het Kasteel is in verband met een restauratie lange tijd gesloten geweest en sinds vorig jaar weer opengesteld voor het publiek. Een wandeling door het Kasteel is een unieke beleve-
nis: met videoprojecties van de Britse regisseur Peter Greenaway zijn de bewoners van toen teruggebracht in de diverse vertrekken van het Kasteel: de adellijke bewoners en bedienden, keukenhulpen en hoveniers, kinderen, minnaressen, monarchisten en republikeinen. Het kasteel wordt letterlijk weer tot leven gebracht, en wel op een midzomerdag in 1680. Het wetenschappelijk gedeelte van de kwartaalvergadering vindt plaats in het Koetshuis van het Kasteel. Twee inleiders - de een met een publiekrechtelijk en de ander met een privaatrechtelijk bouwrechtelijke achtergrond - gaan ieder vanuit hun eigen expertise in op het thema: ‘Bouwrecht: voorbij het onderscheid tussen publiek- en privaatrecht’. Dr. A.R. Neerhof (universitair hoofddocent Afdeling Staats- en bestuursrecht, Vrije Universiteit Amsterdam) zal dat doen door een inleiding te verzorgen over de rol van private beoordelingen in de handhaving van het publiekrechtelijk bouwrecht. De naam van de privaatrechtelijke inleider en de titel van diens inleiding worden nog nader bekend gemaakt. Na afloop van het wetenschappelijk gedeelte kan er een aperitief worden gedronken en bestaat er de gelegenheid om het Kasteel te bezoeken. Daarna wordt in het Koetshuis een bijzonder ‘walking dinner’ geserveerd, waarbij zowel een terugblik als een vooruitblik op ‘40 jaar Vereniging voor Bouwrecht’ en op de ontwikkeling van het bouwrecht zal plaatsvinden. Dat terugblikken zal gebeuren door twee eminences grises die hun sporen in het privaatrechtelijk respectievelijk het publiekrechtelijk bouwrecht decennialang als geen ander hebben verdiend: prof. mr. A.A. van Velten (emeritus bijzonder hoogleraar onroerend goedrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam) en prof. mr. N.S.J. Koeman (hoogleraar milieurecht en recht der ruimtelijke ordening aan de Universiteit van Amsterdam en staatsraad bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State). Het vooruitblikken zal gebeuren door twee groepen van jonge privaatrecht- respectievelijk publiekrechtjuristen uit wetenschap en praktijk, de generatie Y. Een generatie die in het domein van het privaatrechtelijk bouwrecht al lang niet meer toe kan met alleen maar kennis van de klassieke driehoek van het bouwcontractenrecht. Een generatie die in het publiekrechtelijke bouwrechtdomein gewend is aan een continue diversiteit aan en integratie van procedures en aan crisis- en reparatie- op reparatiewetgeving (en wellicht het tijdperk gaat meemaken dat het bestemmingsplan niet langer bestaat). Deze generatie is er bovendien mee bekend dat de dagelijkse stroom aan informatie meer en meer plaatsvindt via apps en social media. Behoudt de VBR ook in de toekomst zijn bestaansrecht? Is er bijvoorbeeld nog
39 2012
steeds meer, en met succes toegepast. Wat is nu het geheim achter dit succes? Hoe kan het ook voor u werken?
en voor wiens rekening het risico komt van fouten in voorgeschreven bouwstoffen.
Studiedag: Aansprakelijkheid in de keten van het bouwen: fiscale en privaatrechtelijke aspecten (I en II) Datum: donderdag 14 juni 2012 Inleiders: mr. J.P.F.W. van Eijck, advocaat AKD te Eindhoven (II) en mr. J.J. Vetter, advocaat Geradts & Vetter Advocaten te Amsterdam (I) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Dagdeel (I): Keten- en inlenersaan sprakelijkheid in de bouw In dit tijdsgewricht zijn de risico’s voor partijen in de bouw voor aansprakelijkheid richting de Ontvanger voor loon- en omzetbelasting op grond van keten- en inlenersaansprakelijkheid groter dan ooit. In deze bijeenkomst zal worden ingegaan op de keten- en inlenersaansprakelijkheid, alsmede op mogelijkheden om de risico’s voor keten- en inlenersaansprakelijkheid te verkleinen.
Studiedag: Bouwen en het nieuwe Bouwbesluit Datum: dinsdag 19 juni 2012 Inleiders: ir. H.C.M. van Egmond, adviseur Geregeld B.V. en beleidscoördinator Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te Den Haag en ir. J.W. Pothuis, sr. consultant ARCADIS Nederland B.V. te Bodegraven Toelichting: De technische kant van het bouwen is iets waar de goede bouwrecht jurist ook iets van moet weten.
40
Uiteraard zal worden ingegaan op de wettelijke voorwaarden voor aansprakelijkheid.
2012
behoefte aan wetenschappelijke reflectie en kwartaalvergaderingen?
Ook zal worden ingegaan op hoe te handelen in geval van dreiging van aansprakelijkstelling en zodra een aansprakelijkstelling ontvangen wordt van de Ontvanger, alsmede processuele mogelijkheden en valkuilen. Het eerste deel zal worden gegeven door mr. J.J. Vetter, sinds 1989 als fiscaal advocaat actief op dit terrein en co-auteur van het boek Invordering van Belastingen (2009, zevende druk). Dagdeel (II): Aansprakelijkheid en garanties: relaties tussen partijen in b ouwcontracten De afgelopen jaren hebben zich in de Nederlandse bouwpraktijk verschillende omvangrijke bouwschades voorgedaan. Deze ongelukken onderstrepen eens te meer dat bouwen mensenwerk is. In het licht van deze calamiteiten is het nuttig stil te staan bij de wijze waarop en de mate waarin ontwerpende en bouwende partijen aansprakelijk kunnen zijn voor gebreken in de door hen uitgevoerde werkzaamheden. Tijdens deze bijeenkomst zal nader worden ingegaan op de aansprakelijkheid van bouwende en ontwerpende partijen, gebaseerd op het Burgerlijk Wetboek en op grond van de gebruikelijke standaardvoorwaarden zoals de DNR 2011 en de UAV 2012. Meer in het bijzonder zal worden ingegaan op onderwerpen zoals de waarschuwingsplicht en de invloed daarop van de mate van deskundigheid van partijen, aansprakelijkheid in bouwteamverband, aansprakelijkheid op grond van verstrekte garanties
Die technische kant betreft de bouwkunde en de technische regelgeving. In deze bijeenkomst komt het laatste aan bod. Alle bouwwerken, nieuw en bestaand, moeten - op grond van de Woningwet - voldoen aan de technische voorschriften uit het Bouwbesluit 2012. Begrip van de achtergronden bij en de systematiek van het Bouwbesluit is essentieel voor een ieder die professioneel te maken heeft met bouwen en gebouwen. Deze studiedag is specifiek ontwikkeld voor juristen. Technische inhoudelijke kennis is hierbij niet noodzakelijk. Na afloop van de bijeenkomst kunt u de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 lezen en kunt u op hoofdlijnen bepalen welke voorschriften in welke gevallen van toepassing zijn. Aan de orde komen o.a. de plaats van het Bouwbesluit 2012 in het stelsel van wet- en regelgeving en de functies, de indeling en systematiek van het Bouwbesluit 2012. Verder wordt ingegaan op het begrippenkader afgezet tegen het spraakgebruik (termen als gebruiksfunctie, rechtens verkregen niveau, gemeenschappelijk), recente wijzigingen, gelijkwaardigheid, beleidsruimte van gemeenten, ontheffingen, etc. De onderwerpen worden geïllustreerd met voorbeelden, zodat u een duidelijk beeld krijgt van wat het Bouwbesluit 2012 wel en niet regelt. Tevens komen aan bod de wijze waarop de oude voorschriften uit het Gebruiksbesluit, de bouwverordening en dergelijke, zijn verwerkt in het nieuwe Bouwbesluit; de ontwikkelingen betreffende private kwaliteitsborging in het publieke domein; de stand van zaken met betrekking tot het advies van de Commissie Dekker en de te verwachten aanpassingen in de technische voorschriften en procedures. Er is gelegenheid tot het stellen van vragen en/of discussie.
Wat betekent dat voor de praktijk van het aanbesteden in Nederland? In deze bijeenkomst wordt die vertaalslag van Europa naar Nederland gemaakt. Aan de orde komen onderwerpen als: inhouse opdrachten, wijzigingen na totstandkoming van het contract, aanbestedingsplicht, bezwarende titel, grensoverschrijdend belang etc. Incompany cursus De realisatie van bouw projecten: procestechniek en de juridische handvatten voor de Rechtbank Amsterdam Datum: 2 juli 2012 Inleiders: ir. J.E.M. Buijs en mr. W.M.J.M. Heijltjes Studiemiddag: Koop van onroerende zaken (vorderingen bij niet-nakoming) Datum: dinsdag 18 september 2012 Inleider: mr. J.J. Dammingh, universitair hoofddocent Burgerlijk (proces)recht Radboud Universiteit Nijmegen Toelichting: Wat zijn de mogelijkheden van een koper als bij koop van een woning blijkt dat deze vol zit met boktor? Wat te doen indien de makelaar de koper van een nieuwbouw appartement verzekerde dat hij een korting zou krijgen indien de prijzen van de andere appartementen lager zouden zijn dan zijn koopprijs en de verkoper zich vervolgens niet aan die afspraak gebonden acht? Hoe zit het met de boetes van de NVM-koopakte en het financieringsvoorbehoud? De koper van een onroerende zaak kan zich soms voelen alsof hij op drijfzand staat en u kunt hem daaruit helpen met behulp van deze bijeenkomst. Allereerst wordt, aan de hand van een concrete casus, besproken welke vorderingen door een koper kunnen worden ingesteld (tegen de verkoper) wanneer de geleverde zaak als gevolg van een ‘gebrek’ niet beantwoordt aan de koopovereenkomst. In dit verband komen de volgende aspecten aan de orde: de NVM-koopakte (en de artikelen 5.1 en 5.3 in het bijzonder), de betekenis van ‘onbekendheidsclausules’ en ‘ouderdomsclausules’, het onderscheid tussen feitelijke en juridische gebreken, verzuim en ingebrekestelling en de klachtplicht van de koper (art. 7:23 BW).
Voorts wordt ingegaan op de boetebedingen van art. 10 van de NVM-koopakte. Wanneer worden boetes verbeurd en is er ruimte voor matiging van verbeurde boetes? Tevens wordt besproken onder welke omstandigheden de koper zich met succes op een financieringsclausule zal kunnen beroepen. Daarnaast komt ook de rol van de makelaar bij (de totstandkoming van) onroerend goed-transacties aan de orde. Kan zijn kennis aan de verkoper worden toegerekend, heeft hij als vertegenwoordiger te gelden en wanneer gedraagt hij zich niet als ‘goed opdrachtnemer’? Ook aan zijn aansprakelijkheid wordt aandacht besteed. Studiemiddag: Werken met de Grondexploitatiewet Datum: woensdag 19 september 2012 Inleiders: De heer J.A.M. van den Brand, directeur VD2 Advies b.v. te Luyksgestel en prof. dr. ir. A.G. Bregman, hoogleraar gebiedsontwikkeling Universiteit van Amsterdam en tevens verbonden aan het Instituut voor Bouwrecht te Den Haag Toelichting: De zogenoemde Grondexploitatiewet (Afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening) is inmiddels ruim 4 jaar van kracht. Deze wet bevat het nieuwe kostenverhaalinstrumentarium en de mogelijkheid voor gemeenten voor het stellen van locatie-eisen. Er is sinds de inwerkingtreding ervaring opgedaan met de toepassing van de regeling en er heeft zich interessante jurisprudentie ontwikkeld, onder meer over de gevolgen van partiële vernietiging van een bestemmingsplan voor het daarmee verbonden exploitatieplan. Steeds weer rijzen twee vragen: moet ik de regeling toepassen, zo nee is het desalniettemin verstandig de regeling toe te passen en hoe pas ik de regeling toe? Deze vragen komen aan de orde, mede in het licht van de ontwikkelde jurisprudentie. Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU Datum: 19 september 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis 3e VBR-kwartaalvergadering: ‘Verdelen van bodemrisico’s met CUR Aanbeveling 105 (RV-G): inbedding in de UAV(GC)’ Datum: 20 september 2012. Inleiders: ing. L. Tiggelman, raadgevend adviseur geotechniek Breijn B.V., dr. ir. M.Th. van Staveren MBA, adviseur Van Staveren Risk Management en docent risk management implementation Universiteit Twente en mr. L.C. van den Berg, advocaat Severijn Hulshof Advocaten Toelichting: CUR Aanbeveling 105 (Risicoverdeling Geotechniek, kortweg: RV-G) is een instrument van zelfregulering dat partijen bij een bouwcontract in de gww-sector in staat stelt om tot een verstandige toe- en verdeling te komen van risico’s met
41 2012
Studiemiddag: Recente Europese aanbestedingsrechtspraak Datum: donderdag 21 juni 2012 Inleiders: mr. M.O. Meulenbelt, advocaat / partner Sidley Austin LLP te Brussel en mr. P.F.C. Heemskerk, advocaat CMS Derks Star Busmann te Utrecht Toelichting: Het Hof van Justitie is van steeds grotere invloed op het aanbestedingsrecht. Wat mag wel en wat mag niet. Grenzen in Europa verdwijnen, maar de grens van de vrijheid van het aanbestedingsrecht wordt steeds strakker getrokken.
betrekking tot de geotechnische gesteldheid van de bodem. Een dergelijk instrument bestond eerder al in de vorm van het zogenoemde Geotechnisch Basisrapport, waarvan de RV-G de voortzetting vormt. Voor de leden van de VBR is het interessant om kennis te nemen van het instrument, maar vooral ook om te vernemen of en in hoeverre toepassing daarvan goed kan worden afgestemd op de gebruikelijke juridisch-administratieve voorwaarden, in het bijzonder de UAVgc 2005.
2012
42
VBR-A/IBR Cursus Publiekrechtelijk bouwrecht 2012 Data: 9 dagdelen op donderdag 27 september, 4, 11 en 25 oktober en 1, 8, 15, 22 en 29 november 2012 Docenten: mr. N.H. van den Biggelaar, J.A.M. van den Brand, mr. G.M. van den Broek, mr. A.A.J. de Gier, mr. J.F. de Groot, mr. J. Hoekstra, mr. A.R. Klijn, mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. D.A. Lubach, mr. B.J.P.G. Roozendaal, prof. mr. B.J. Schueler, mr. M.W.L. Simons-Vinckx, mr. M.A.A. Soppe, prof. mr. J. Struiksma en mr. J.A.M. van der Velden Toelichting: In deze - al jaren succesvolle en gewaardeerde - verdiepingscursus worden de volgende cursusonderdelen behandeld: inleiding van het publiekrechtelijk bouwrecht, bestemmingsplannen en gebiedsontwikkeling, uitvoeringsbesluiten: WABO en vergunningverlening, Ruimtelijke Ordening en milieu, milieu-aspecten, natuur en water, systeem grondexploitatiewet en grondbeleid: juridische aspecten en praktische toepassing, planschade en nadeelcompensatie en rechtsbescherming en handhaving. Verondersteld wordt dat de deelnemer basiskennis heeft op het terrein van het publiekrechtelijk bouwrecht. Na afloop heeft u een diepgaand overzicht van het publiekrechtelijk bouwrecht. De cursus wordt in de vorm van een hoorcollege gegeven met discussies en casusbehandelingen in combinatie met zelfwerkzaamheid door de deelnemers. Studiedagen: Algemene leerstukken privaatrecht (I t/m IV) Datum: maandag 1 oktober en vrijdag 12 oktober 2012 Inleiders: mr. J.A. van den Bos, kandidaat-notaris AKD te Amsterdam (IV), mr. dr. P. Memelink, Professional Support Lawyer Houthoff Buruma te Amsterdam en civielrechtelijk onderzoeker (III) en mr. dr. L. Reurich, adviseur Laumen Advocaten te Amsterdam en raadsheer-plaatsvervanger Gerechtshof Den Haag (I en II) Toelichting: Deze bijeenkomst bestaat uit vier dagdelen over algemene privaatrechtelijke leerstukken. De dagdelen kunnen elk afzonderlijk gevolgd worden of in samenhang. De dagdelen beogen de deelnemer bij te praten over de ontwikkelingen bin-
nen het algemene privaatrecht dat voor bouwrechtjuristen van belang is. Dagdeel I: Nakoming en niet-nakoming In dit dagdeel staan twee vragen centraal. Wat kun je als teleurgestelde schuldeiser? En: wat kun je als teleurstellende schuldenaar? Ten aanzien van de eerste vraag zullen acht remedies de revue passeren: onder meer schadevergoeding (6:74 BW), ontbinding (art. 6:265 BW) en nadeelsopheffing bij dwaling (art. 6:228 jo. 6:230 BW). Voorts worden algemene begrippen als tekortkoming, causaal verband en verzuim inzichtelijk gemaakt, mede aan de hand van recente ontwikkelingen in de jurisprudentie en toegespitst op de specifieke problematiek in het bouwrecht. Bij de tweede vraag worden acht verweermiddelen besproken die de tekortschietende schuldenaar (in procedures de gedaagde) ter beschikking staat, zoals onder meer de ‘tenzij’-clausule van art. 6:265, het verlenen of ontnemen van terugwerkende kracht en het beroep op onvoorziene omstandigheden (art. 6:258) bij wijze verweer. Tezamen genomen brengt een en ander de positie van schuldeiser en schuldenaar (in procedures: van eiser en gedaagde) in kaart bij teleurstellende overeenkomsten, toegespitst op het bouwrecht. Dagdeel II: Onrechtmatige daadsrecht In dit dagdeel wordt aandacht besteed aan het onrechtmatige daadsrecht. Op grond van de wettelijke structuur en aan de hand van (recente) jurisprudentie worden algemene begrippen als onrechtmatigheid, causaal verband en relativiteit in kaart gebracht. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan hinder, gevaarzetting en aansprakelijkheid voor opstallen. Daarbij komen ook bijzondere vormen van hinder aan de orde, zoals onrechtmatige trillingen en hinder door grondverzet. Ten slotte wordt aandacht besteed aan de - voor de bouwpraktijk belangrijke - pluraliteit van schuldenaren en regres. Dagdeel III: Schadevergoedingsrecht Herstel van gebreken is in het bouwrecht een vaak gewenste reactie op gebreken. Maar die herstelvorm is niet altijd mogelijk: soms is herstel disproportioneel of gaat het om overschrijding van tijd of budget. Hoe dan de schade te berekenen? En wat is ook al weer het verschil tussen het negatief en positief contractsbelang en abstracte en concrete schadeberekening. In dit dagdeel worden aan de hand van een aantal concrete casus en met de nadruk op de schadevergoeding in het contractenrecht de uitgangspunten en essentiële begrippen van het algemene schadever-goedingsrecht uit de doeken gedaan, zodat weer duidelijk is waarom in het bouwcontractenrecht de schadevergoeding wordt
Dagdeel IV: Goederenrecht Bouwprojecten worden steeds gecompliceerder; een losstaand gebouw op een enkel stuk grond wordt steeds meer uitzondering en complexe samengestelde bouwwerken en vermenging van functies meer de regel. Die complexiteit en verwevenheid heeft ook zijn weerslag op de goederenrechtelijke vormgeving van bouwprojecten. In deze bijeenkomst worden enkele goederenrechtelijke figuren en hun toepassinggebied besproken met als uitgangspunt de directe toepasbaarheid in de dagelijkse praktijk. Daarbij zullen ook de rechten van en gevolgen voor derden, bijvoorbeeld op het gebied van derdenbescherming, eigendomsvoorbehoud en zekerheidsrechten, aan de orde komen. Tijdens de bijeenkomst is er volop gelegenheid tot het stellen van vragen en het bespreken van door de deelnemers aangedragen eigen casus. Actualiteiten college Arbitragerecht, in het bijzonder in de bouw Datum: dinsdagmiddag 2 oktober 2012 Inleider: mr. J.W. Bitter, advocaat of counsel Simmons & Simmons LLP te Amsterdam Toelichting: De geschilbeslechting in het private bouwrecht wordt voor het overgrote deel beheerst door arbitragerecht. In dit college wordt op een aantal specifieke onderwerpen die voor de praktijk van groot belang zijn nader ingegaan. Aan de orde komen met name: de bevoegdheid van het scheidsgerecht, waarbij uiteraard de rol van de algemene voorwaarden wordt belicht en de ontwikkelingen inzake de zwarte lijst, en de beslissingsmaatstaf (goede mannen naar billijkheid of de regelen des rechts). Speciale aandacht zal worden besteed aan de gang van zaken bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw, mede aan de hand van het nieuwe, sinds 27 mei 2006 geldende Arbitragereglement. Uiteraard zal ook stilgestaan worden bij de ingrijpende wijzigingen van het Arbitragerecht. Wanneer de tijd dat toelaat zal nog worden ingegaan op de rechtsmiddelen hoger beroep en vernietiging en vragen omtrent dwangsom en beslag. De onderwerpen worden afwisselend besproken aan de hand van de theorie en de praktijk. Wat de praktijk betreft, wordt vooral gekeken naar de praktijk van de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Tijdens de bijeenkomst is gelegenheid tot het stellen van vragen en/of enige discussie.
Incompany cursus De realisatie van bouw projecten: procestechniek en de juridische handvatten voor Netlaw te Alkmaar Datum: 2 oktober 2012 Inleiders: ir. J.E.M. Buijs en mr. W.M.J.M. Heijltjes IBR Cursus Appartementsrecht 2012 Data: 6 dagdelen op woensdag 3, 10 en 31 oktober, 7, 14 en 21 november 2012 Docenten: prof. mr. dr. R.F.H. Mertens, mr. N.L.J.M. Rijssenbeek, mr. N.J. Smeenk, mr. N. Vegter, prof. mr. A.A. van Velten, mr. G.G.J.D. Verdoes Kleijn en mr. M.C.E. van der Vleuten Toelichting: Het appartementsrecht wordt alsmaar belangrijker mede als gevolg van demografische ontwikkelingen. Steeds meer mensen willen wonen in de steden en de beperkt beschikbare grond maakt dat aan deze wens alleen voldaan kan worden door in de hoogte te bouwen. Wie de juridische literatuur en rechtspraak.nl bijhoudt, ziet het groeiende belang. Het appartementsrecht heeft de naam ingewikkeld te zijn. Er zijn raakvlakken met het verenigingsrecht en met grote delen van het goederenrecht. Daarnaast zijn er de feitelijke situaties die soms moeilijk te doorgronden zijn: zo ziet men appartementsgebouwen in combinatie met openbare garages, met winkels en met scholen van verschillende signatuur. Er zijn appartementcomplexen met maar enkele eigenaren, maar ook complexen met vele eigenaren. Hoe zit het voorts met de mogelijkheid om bepaalde rechten te handhaven, wie mag gaan procederen en wat is daarvoor nodig? In deze uitgebreide - en in zijn soort unieke - basiscursus komen al deze onderwerpen en nog veel meer uitgebreid aan de orde. De cursus wordt in de vorm van een hoorcollege gegeven met discussie en casusbehandelingen. De docenten zijn allen afkomstig uit de praktijk en bekend in de wetenschap door hun publicaties. Actualiteiten college Milieurecht in de bouw Datum: woensdag 3 oktober 2012 Inleiders: mr. D.A. Cleton, directeur en strategisch adviseur Cleton-Com B.V. te Rotterdam en mr. dr. M.A.A. Soppe, advocaat Soppe Gundelach Witbreuk Advocaten B.V. te Almelo Toelichting: Milieuregelgeving is constant in beweging als gevolg van wetswijzigingen, nieuwe wetgeving en de wetsuitleg in de jurisprudentie. In dit actualiteiten college worden de deelnemers op de hoogte gebracht van de actualiteiten op het gebied van het milieurecht in de bouw door twee deskundige specialisten.
43 2012
bepaald, zoals die wordt bepaald. Tijdens de bijeenkomst is er volop gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie.
In de ochtend zal het milieu per compartiment worden besproken waarin aan de orde komen: Milieu en ruimtelijke ordening, bedrijven en milieuzonering, de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet bodembescherming, lucht, externe veiligheid en een overview van overige milieuaspecten en hinderbeleving. De middag zal gaan over het milieu als onderdeel van projecten en daarbij zal worden gekeken naar de milieueffectrapportage, de omgevingsvergunning, ruimtelijke ordening, houdbaarheid van onderzoeksgegevens en Milieueisen in het Bouwbesluit 2012. Studiedag: Bouwtechniek voor juristen Datum: dinsdag 9 oktober 2012 Inleider: ir. J. Buijs, architect Joost Buijs Architecten bna te Waalre Toelichting: Al voor de 9e keer wordt deze interessante bijeenkomst verzorgd.
2012
44
De te behandelen stof is bedoeld voor juristen die in de praktijkuitvoering te maken hebben met conflicten waaraan een bouwkundig probleem ten grondslag ligt. Om de cliënt nog beter van dienst te zijn, is een begrip van veel voorkomende bouwkundige onderwerpen nuttig. In deze bijeenkomst komen de volgende onderwerpen aan de orde: de ontwerpaspecten van een gebouw m.b.t. de bodem (welke onderzoeken zijn nodig, geotechnisch, milieukundig, verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid daarvoor), de voor de uitvoering beneden maaiveld benodigde con-structies en materialen, vervolgens de opbouw van de begane grondvloer (welke soorten zijn er, functies van wapening en druklaag, etc.) waarbij ook scheurvorming door vervorming aan de orde komt, de opbouw van wanden in diverse soorten materialen (beton, steen, hout) en zo verder tot en met dakconstructies. Kort gezegd: een gebouw van de kelder tot de nok in voor juristen begrijpelijke taal! Actualiteiten college Aanbestedingsrecht Datum: dinsdagmiddag 9 oktober 2012 Inleider: mr. D.J.L. van Ee, advocaat NautaDutilh N.V. te Amsterdam Toelichting: In dit actualiteiten college komen recente ontwikkelingen op het gebied van het aanbestedingsrecht aan de orde, in het bijzonder op het gebied van problemen bij inschrijving, strategisch inschrijven en belangenverstrengeling. Hierbij wordt ondermeer aandacht besteed aan de nieuwe aanbestedingswet en het voorstel voor een nieuwe richtlijn. Voor wie bij moet blijven op dit belangrijke terrein een must om bij te wonen. Tijdens het college is er ruim gelegenheid voor discussie.
prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis
Verdiepingscursus UAV 2012 en UAV-GC 2005 Datum: woensdag 10 oktober 2012 Inleiders: prof. mr. J.M. Hebly, advocaat Houthoff Buruma te Rotterdam en hoogleraar Bouw- en Aanbestedingsrecht Universiteit Leiden, mr. ing. J.J. van de Vijver, advocaat Drost & Van de Vijver B.V. te Baarn en mr. D.E. van Werven, Sr. Beleidsmedewerker Bouwend Nederland te Zoetermeer Toelichting: De UAV 2012 en de UAV-GC 2005 zijn het dagelijks gereedschap waar de bouwrecht jurist mee werkt. Het is van essentieel belang om te weten wat deze regelingen inhouden. In deze verdiepingscursus wordt door drie in het bouwrecht geverseerde docenten tekst en uitleg gegeven over de belangrijkste onderdelen van deze algemene voorwaarden. De thema’s die aan de orde komen, zijn de thema’s waar vrijwel wekelijks rechtspraak over verschijnt. Na het bijwonen van deze verdiepingscursus bent u weer helemaal bij. Uiteraard is er ruim gelegenheid voor interactie. Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU Datum: 17 oktober 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiemiddag: DBFMO-contracten in de praktijk Datum: dinsdag 30 oktober 2012 Inleider: mr. M.A. Moolhuizen, advocaat / partner Van Doorne te Amsterdam en betrokken bij verschillende projecten, zoals PPS Kromhout Kazerne, PPS Stadhuis Den Helder en PPS Defensiemuseum Toelichting: In deze bijeenkomst worden de juridische aspecten van DBFMO-contracten (design, build, finance, maintain, operate) behandeld aan de hand van recente projecten. Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst zullen in de toekomst steeds vaker gebruikmaken van DBFMO-contracten. Ook andere opdrachtgevers zullen dit gaan doen, denk daarbij aan nieuwbouwprojecten voor ziekenhuizen, scholen, universiteiten en
musea. De nieuwe DBFMO-modelovereenkomst die door het Rijk wordt gebruikt en als basis dient voor andere projecten, zal in deze bijeenkomst uitgebreid worden behandeld. Kennis van dit contractmodel hoort dan ook thuis in de gereedschapskist van iedere privaatrechtelijke bouwrechtjurist.
7. Maakt het vereiste van onlosmakelijke samenhang fasering in de bouwpraktijk onmogelijk? Wat omvatten de eerste uitspraken hierover?
Voorts zal de inleider aan de hand van zijn praktijkervaring u ook inzicht bieden in de relaties tussen de verschillende private partijen die een consortium vormen om als opdrachtnemer in een DBFMO-overeenkomst te kunnen functioneren.
maken van de Crisis- en herstelwet op de vraag welke activiteiten wel en niet los van elkaar kunnen worden aangevraagd?
GEEN ALGEMENE WABO-CURSUS MEER, HET IS TIJD VOOR DIEPGANG! 1. Vergroot de Wabo het risico op ongelukken door de mogelijkheid van vergunningvrije aanpassingen en welke rol speelt het Bouwbesluit 2012 daarbij? 2. Wat zijn de consequenties van een verkeerde keuze ten aanzien van de te doorlopen procdure? Kan dan een vergunning van rechtswege ontstaan of niet? 3. Tot op welk moment in de procedure kan toepassing worden gegeven aan art. 2.21 Wabo? 4. Kan voor het vooroverleg ook betaling van leges worden vereist? 5. Toepassing van 2.12 lid 1 sub a 3 Wabo (afwijking bestemmingsplan, voormalig projectbesluit). Is dit een volwaardig alternatief voor een nieuw bestemmingsplan? 6. Hoe moet worden omgegaan met in een bestemmingsplan opgenomen wijzigings- bevoegdheden en/of uitwerkingsverplichtingen? Bieden die een binnenplanse of een buitenplanse mogelijkheid tot het toekennen van een omgevingsvergunning?
9. Rechtsbescherming: als een activiteit niet vergunbaar blijkt, moet dan de gehele omgevingsvergunning worden geweigerd of niet? En hoe zit dit wanneer de vergunning voor een bepaalde activiteit moet worden ingetrokken, moet dan de gehele vergunning worden ingetrokken of alleen de vergunning voor zover deze ziet op de betreffende activiteit? 10. Welke rechtsbeschermingsmogelijkheden bestaan er als een verplichte verklaring van geen bedenkingen niet wordt afgegeven? Deelnemers kunnen na aanmelding voor de bijeenkomst ook eigen praktijkvragen inbrengen (
[email protected]). Tijdens de bijeenkomst is ruim gelegenheid voor interactie met de inleider. Incompany cursus Basis cursus bouwrecht voor de Rechtbank Amsterdam Datum: 1 november 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis IBR Cursus Algemeen Aanbestedingsrecht 2012 Data: 6 dagdelen op dinsdag 6, 13, 20 en 27 november en 4 en 11 december 2012 Docenten: mr. R.G.T. Bleeker, mr. S.C. Brackmann, mr. G. ‘t Hart, mr. G.J. Huith, mr. B.J. Korthals Altesvan Dijk, mr. J.W.A. Meesters, mr. D.C. Orobio de Castro en mr. C.H.J. Thomas Toelichting: Het Instituut voor Bouwrecht organiseert wederom een inleidende cursus Aanbestedingsrecht. In deze cursus wordt een overzicht van het hele aanbestedingsrecht geboden bedoeld voor de algemene aanbestedingspraktijk, dus van belang voor de aanbesteding van bouwgerelateerde opdrachten en alle andere opdrachten. Deze basiscursus is bedoeld als eerste grondige kennismaking met het aanbestedingsrecht. In deze cursus worden de grote thema’s behandeld, zodat de cursist na afloop goed beslagen ten – aanbestedingsrechtelijk – ijs komt. De onderwerpen, door ervaren docenten uiteengezet in interactieve colleges, betreffen: beginse-
45 2012
Studiemiddag: 10 Prangende praktijkvragen over de Wabo Datum: woensdag 31 oktober 2012 Inleider: mr. H. Barendregt, hoofd jurist Gemeente Rotterdam dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting te Rotterdam Toelichting: Na de inwerkingtreding van de Wabo en het Bor en Mor zijn alle gemeenten met de nieuwe regelgeving aan de slag gegaan en hebben praktijkervaring opgedaan. Dat is hét moment dat de burger met vragen komt die u als ambtenaar moet beantwoorden. Een aantal prangende vragen vanuit de praktijk zijn verzameld en komen in deze bijeenkomst aan de orde.
8. In het vervolg op vraag 7: wat is de invloed van het wetsvoorstel tot het permanent
len van het aanbestedingsrecht, de procedures, de criteria, rechtsbescherming, 2-Bdiensten, onder de drempel aanbesteden, aanbesteden bij gebiedsontwikkeling, dienstenconcessies, in-house aanbesteding en afsluitend de lakmoesproef: lessons learned, waarbij al het uiteengezette in een praktisch kader wordt geplaatst. De cursus wordt in de vorm van een hoorcollege gegeven met discussie en casusbehandelingen.
2012
46
Studiedag: Wijzigen van de overeenkomst ( I en II) Datum: dinsdag 6 november 2012 Inleiders: mr. W.L. Valk, vice-president Gerechtshof Arnhem (I) en mevr. mr. dr. S. van Gulijk, universitair docent en onderzoeker Tilburg University te Tilburg (II) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Dagdeel (I): Wijzigen van de overeenkomst volgens het BW Overeenkomsten zijn niet in beton gegoten. De praktijk verlangt dat - indien noodzakelijk - de inhoud van de overeenkomst aanpassing kan ondergaan, eventueel alleen op verzoek van een van de partijen. Verschillende mechanismen dienen zich daartoe aan, waarbij de gedachten met name uitgaan naar de uitleg van de overeenkomst, de wilsgebreken, tekortkoming en de rol van mededelingsplichten, het leerstuk van de onvoorziene omstandigheden en heronderhandelingsplichten. Hoe zien de recente ontwikkelingen op dit gebied er uit? In deze bijeenkomst krijgt u een gedegen overzicht van de actualiteit en bent u weer helemaal bij op dit in beweging zijnde terrein. Dagdeel (II): Wijzigen van de overeenkomst volgens de UAV 2012, UAV-GC 2005, DNR 2011 en DBFM-contracten Naast het gemene recht zijn voor de specialistische bouwpraktijk in verschillende standaardvoor-waarden gedetailleerde bepalingen opgenomen over de aanpassing van de overeenkomst. In dit tweede gedeelte wordt ingegaan op de precieze werking van deze bepalingen en de gevolgen ervan. Daarbij zal uiteraard aandacht worden besteed aan de verschillen met de algemene regels uit het BW. Tevens krijgt u een overzicht van de actuele uitspraken over dit thema. Studiedag: Ondernemings- en mededingings recht van belang voor de praktijk van de bouwrecht jurist (I en II) Datum: donderdag 15 november 2012 Inleiders: mr. J.M. Gerretsen, advocaat / partner
Loyens & Loeff N.V. te Amsterdam (I) en mr. G. van der Wal, advocaat Houthoff Buruma te Brussel (II) Toelichting: Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Dagdeel I: Ontwikkelingen op het gebied van ondernemingsrecht van belang voor bouwrechtjuristen Voor bouwprojecten en in de gebiedsontwikkelingspraktijk worden vaak ad hoc samenwerkingsverbanden gevormd tussen verschillende ondernemingen. Soms gaat het om personenvennootschappen (VOF/ CV) en soms om rechtspersonen (BV). Wat komt bij het opzetten van deze samenwerkingsvormen kijken, wat is een gebruikelijke manier om dit soort verbanden juridisch vorm te geven, en wat betekent dit voor de aansprakelijkheid tijdens het bestaan van het samenwerkingsverband en daarna etc. Relevante en actuele ontwikkelingen voor de praktijk worden besproken, want er verandert op dit gebied nog al wat. Zo wordt het nieuwe BV-recht ingevoerd per 1 oktober 2012. Wat gaat dat betekenen voor de praktijk? En dan is er nog het wetsvoorstel aanpassing regels bestuur en toezicht bij BV’s en NV’s (wetsvoorstel one-tier board); ook deze wet zal naar verwachting spoedig worden ingevoerd. Deze wet geeft onder meer nieuwe regels m.b.t. de bestuurdersaansprakelijkheid en het tegenstrijdig belang. Dagdeel II: Actualiteiten college gecombi neerd met opfriselementen Mededingings recht Na een korte inleiding met ‘opfriselementen Mededingingsrecht’ wordt in dit actualiteiten college ingegaan op recente ontwikkelingen die voor de bouwsector van belang (kunnen) zijn. Daarbij zullen onder meer aan de orde komen: • de recente toepassing van het verbod van artikel 6 lid 1 Mw in de bouwsector (o.m. de besluiten van de NMa over de Eindhovense schildersbedrijven en over de Limburgse bouwbedrijven). Deze zaken roepen vragen op over onder meer de bevoegdheden van de NMa m.b.t. bewijsverjaring; het fenomeen van de ‘schijninschrijvingen’; de verwijtbaarheid van een inbreuk; het begrip ‘recidive’ in relatie tot de besluiten van NMa m.b.t. de bouwsector in de jaren 20042005; • de nieuwe richtsnoeren horizontale samenwerking van de Europese Commissie en de regels voor combinatievorming in Nederland; • compliance en naleving daarvan; • uitsluiting bij aanbesteding wegens overtreding van het kartelverbod en civiele handhaving van het mededingings-recht. Hierbij kan aandacht worden gegeven aan de uitspraak van de Raad van Arbitrage voor de Bouw d.d. 7 januari 2011
Studiemiddag: Bodemenergie Datum: dinsdag 20 november 2012 Inleiders: mr. R.J.J. Aerts, mr. E.H.P. Brans en mr. I. Brinkman, allen advocaat Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn te Den Haag Toelichting: Om te kunnen voldoen aan de energieprestatiecoëfficiënt wordt bij nieuwbouw van kantoren en huizenblokken steeds meer gebruik gemaakt van bodemenergie. Bodemenergie staat om die reden momenteel volop in de belangstelling. Om het gebruik van bodemenergie te stimuleren en te komen tot een (meer) optimale winning ervan, is de Wet bodembescherming recent gewijzigd. Verder is momenteel het ontwerp-Besluit bodemenergiesystemen aanhangig bij de Tweede Kamer. Vanwege de toegenomen belangstelling voor bodemenergie en de beperkte ruimte die er veelal is om dergelijke systemen te plaatsen en optimaal te laten functioneren, ontstaat er ook steeds meer belangstelling voor de ruimtelijke ordening van de ondergrond. Daarnaast kan de ontwerp-Warmtewet, die nu bij de Tweede Kamer aanhangig is, mogelijk van invloed zijn op realisering van WKO-projecten. De inleiders hebben in hun dagelijkse praktijk regelmatig te maken met juridische en praktische aspecten van bodemenergie. Daarbij vormt de sturing van de plaatsing van WKO-systemen (Warmte-Koude Opslag-systemen) een belangrijk onderwerp. Wanneer bodemenergiesystemen te dicht op elkaar geplaatst staan, kan er interferentie optreden. Dit leidt ertoe dat de systemen minder goed functioneren en investeringen niet terugverdiend kunnen worden. Daarnaast kunnen collectieve WKO-systemen effectiever zijn dan enkele nabij elkaar geplaatste individuele systemen.
bestuursrecht Radboud Universiteit Nijmegen en adviseur Hekkelman Advocaten en mr. ing. B. Rademaker, beleidscoördinator en docent Toelichting: De Wabo, het Bor en de Mor zijn op de dag van deze middagbijeenkomst al weer twee jaar in werking. Op deze middag krijgt u in vogelvlucht een update van de jurisprudentie, praktijkervaringen en (komende) wetsontwikkelingen. Daarbij wordt ook gekeken naar de regeling voor vergunningvrije bouw-, planologische- en monumentenactiviteiten. Verder komt de toepassing van de planologische omgevingsvergunning en de planologische categorie van ‘kruimelgevallen’ aan bod. Bij de deelnemers wordt basiskennis van de Wabo en de Woningwet verondersteld. Neem uw wetboek mee! Actualiteiten college Jurisprudentie Omgevingsrecht Datum: donderdagmiddag 6 december 2012 Inleiders: prof. mr. P.J.J. van Buuren, lid Raad van State te Den Haag en als hoogleraar Bestuursrecht verbonden aan het Centrum voor Omgevingsrecht en -beleid, Universiteit Utrecht mr. J. Hoekstra, staatsraad en lid Raad van State te Den Haag Toelichting: Het omgevingsrecht blijft volop in beweging. Nieuwe wetgeving en jurisprudentie volgen elkaar in hoog tempo op. In dit actualiteiten college wordt een aantal relevante ontwikkelingen behandeld. Het accent ligt op een bespreking van recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bij de volgende actualiteiten zal worden stilgestaan:
Tijdens de studiemiddag passeren al deze onderwerpen de revue. Daarbij ligt de nadruk op recente en relevante ontwikkelingen.
• provinciale interventies: de reactieve aanwijzing en de provinciale ruimtelijke verordeningen alsmede ontheffingen op grond van de verordeningen • overgangsrecht en bestemmingsplan • definitieve geschillenbeslechting en ruimtelijke besluiten: de bestuurlijke lus, het in stand laten van rechtsgevolgen en het zelf voorzien • voorwaardelijke verplichtingen en het bestemmingsplan en de complementaire overeenkomst • (bevoegdheden)overeenkomsten en het bestemmingsplan • eerste rechtspraak over planschade onder de (nieuwe) Wro • exploitatieplan: verschillende besluitonderdelen, belanghebbendheid, de gevolgen van een vernietiging en rechterlijke toetsing • varia Wabo • stand van zaken van het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet
Actualiteiten college Wabo en vergunningvrij bouwen Datum: woensdagmiddag 21 november 2012 Inleiders: prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, hoogleraar
Actualiteiten college Bouw(contracten)recht Datum: woensdagmiddag 12 december 2012 Inleiders: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, directeur Instituut voor Bouwrecht te Den Haag en hoog-
Naast de sturing van de plaatsing van WKO-systemen spelen in de praktijk ook veel vragen over de eigendom van het grondwater waaraan warmte en koude wordt onttrokken door een WKO-systeem en over de belemmeringen die er kunnen bestaan als een WKO-systeem in verontreinigd gebied wordt geplaatst. Tot slot rijzen in de praktijk vragen over de invloed die de ontwerp-Warmtewet kan hebben op de exploitatie van WKO-systemen.
47 2012
(B7.044) en de vragen die in dergelijke procedure spelen.
leraar TU Delft en mr. F.R.A. Schaaf, advocaat Ekelmans & Meijer Advocaten te Den Haag Toelichting: Tijdens dit actualiteiten college komen ontwikkelingen en (recente) rechtspraak op het gebied van het adviseursrecht (inclusief algemene aspecten beroepsaansprakelijkheid en algemene voorwaarden), aannemingsrecht en koop-/ aannemingsrecht aan de orde. Tijdens het college is er ruim gelegenheid voor discussie.
• Aansprakelijkheid voor bouwstoffen • De positie van de (voorgeschreven) onderaannemer en leverancier • Ontwikkelingen op het gebied van de waarschuwingsplicht • Ontwikkelingen op het gebied van meer- en minderwerk, stelposten en hoeveelheden • De aansprakelijkheid na oplevering Deze onderwerpen worden belicht aan de hand van de wijzigingen van de UAV en/of de rechtspraak. Tijdens de bijeenkomst is uitgebreid gelegenheid voor discussie.
8. Onderwijsprogrammaraad en Comité van Aanbeveling
2012
48
VBR jaarvergadering d.d. 12 december 2012
VBR-jaarvergadering: Naar een nieuw omgevingsrecht Datum: woensdag 12 december 2012 Preadviseurs: mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. B.J. Schueler, prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick, prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, prof. dr. Ch.W. Backes, prof. mr. J. Struiksma, prof. mr. R. Uylenburg Toelichting: In het preadvies 2012 zullen acht auteurs hun licht laten schijnen op de ontwikkeling naar een algemene wet voor het omgevingsrecht. Welke uitgangspunten moeten daarin centraal staan, welke instrumenten dient de wet te bevatten en hoe moeten de handhaving en de rechtsbescherming worden geregeld? Hoe ver kan de wetgever gaan met integratie van het omgevingsrecht? Deze vragen – en meer – komen in het preadvies en tijdens de jaarvergadering aan de orde. Incompany over de UAV 2012 op verzoek van STABU Datum: 12 december 2012 Inleider: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Verdiepingscursus UAV 2012 Datum: dinsdagmiddag 18 december 2012 Inleiders: mr. L.C. van den Berg, advocaat Severijn Hulshof Advocaten te Den Haag en mr. B. van der Zijpp, advocaat Rozemond Advocaten te Amsterdam Toelichting: De UAV zijn vernieuwd en er is rechtspraak waarvan u kennis dient te hebben. In deze verdiepingscursus komen de volgende onderwerpen aan de orde:
De Raad wordt gevormd door de volgende leden: • prof. mr. M.A.M.C. van den Berg • prof. mr. P.J.J. van Buuren • prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis • L. de Groot-Maas • mr. J. Hoekstra • mr. A.Z.R. Koning • mr. S. Könemann • dr. H.J. de Vries • mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck • mr. D.E. van Werven Het Comité van Aanbeveling bestaat uit: • drs. E. Arnoldussen • mr. G.J. Huith (Pels Rijcken) • drs. C.B.F. Kuijpers (Ministerie van Infrastructuur en Milieu) • drs. ir. J. Fokkema (NEPROM) • ir. J. Habets (BNA) • mr. S.E. Korthuis (VNG) • mr. M. Lurks (VNG) • ir. P.J.A. Oortwijn (ONRI) • mr. Z.J.G. Wijnands (Heijmans N.V.)
9. Overige publicaties, voordrachten en activiteiten van medewerkers De medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht laten ook op andere manieren van zich horen in de bouwrechtelijke wereld. Het gaat daarbij om publicaties die voor derden zijn geschreven, lidmaatschap van externe werkgroepen en het geven van onderwijs etc. Daarvan wordt hieronder verslag gedaan. Prof. dr. ir. A.G. Bregman • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Cobouw. • Schrijft op regelmatige basis redactionele bijdra-
•
•
•
•
•
• •
Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis met dr. M. Hurx. Het Instituut voor Bouwrecht heeft een brede betrokkenheid bij alles wat met bouwrecht te maken heeft. op de foto neemt de directeur de handelseditie in ontvangst van de dissertatie van Merlijn Hurx: ‘Architect en aannemer. De opkomst van de bouwmarkt in de Nederlanden 1350-1530’
Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Cobouw. • Gastcollege TU Eindhoven. • Docent bij de cursus aanbestedingsrecht van de Grotius Academie
• Docent NEPROM (contractenrecht en arbitragerecht) • Algemeen secretaris Europese Vereniging voor Bouwrecht • Voordrachten over Building Information Modelling • Voordrachten bij verschillende organisaties • Zij is uit hoofde van haar functie verbonden aan: - Raad van Advies van de Vereniging voor Aanbestedingsrecht. - Lid van de editorial board van The Construction Law Review. Publicaties: 1. Meegewerkt aan: Het duurzame ontwerp project, A. van Doorn, 2. Ontstaansgeschiedenis van de UAV 2012, tezamen met H. Strang en L. de Ruiter 3. Praktische toelichting op de UAV 2012 4. A-B-C van het bouwrecht voor installateurs, uitgegeven door Uneto/VNI 5. Noot bij RvA 8 november 2011, nr. 71.589, TBR p. 188 e.v. 6. Arbitrage in de Nederlandse bouwsector, Nederlands-Vlaams Tijdschrift voor Mediation en Conflictmanagement., p. 20-42, 2012 (16)2 7. Inleidende opmerkingen over de UAV 2012, TBR 2012, p. 785 e.v. 8. De Algemene voorwaarden voor de aanneming van funderingswerken 2009, TBR p. 1201 e.v. 9. Boek: Het bouwteam: juridische vormgeving en functioneren in de praktijk, serie Bouwrecht monografieën. 10. Praktijkboek contracteren in de bouw, derde herziene druk, hoofdstukken 1, 4, 10, 12 en redactie. 11. The evaluation of (overall economic benefit of) public tenders in the Netherlands, in Construction Law Bulletin, Czech Construction Law Society, 2012/4, p. 31 e.v. Mr. A.Z.R. Koning • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor de Cobouw. • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Actualiteiten Bouwrecht • Secretaris Instituut voor Bouwrecht Scriptieprijs: Scriptieprijzen Publiekrecht en Privaatrecht. • Secretaris ESCL Master Thesis Prize • Heeft zitting in de Onderwijsprogrammaraad van het IBR • Heeft zitting in de Redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht • Verzorgt het vak milieurecht in de bachelor en master in het collegejaar 2011-2012 aan de TUDelft, RE&H
49 2012
•
gen voor de Actualiteiten Bouwrecht (Ezine) van het IBR Spreker op diverse IBR-studiebijeenkomsten (over staatssteun, aanbesteding, PPS, Reiswijzer Gebiedsontwikkeling 2011 en de regeling inzake grondexploitatie in de Wro) Spreker tijdens een masterclass ‘ruimtelijke inpassing van lokale duurzame energievraagstukken’ van het Centrum voor Energievraagstukken van de Universiteit van Amsterdam op 15 maart 2012 Spreker op de Basiscursus Bouwrecht voor niet juristen van de Neprom te Zeist over het onderwerp publiek-private samenwerking op 27 maart 2012 Spreker over Actualiteiten gebiedsontwikkeling tijdens een bijeenkomst van VNO/NCW Westland-Delland over ruimtelijke ordening op 18 april 2012 Spreker tijdens een door de NVB georganiseerde bijeenkomst over het onderwerp ‘Grondbeleid: nieuwe tijden, nieuwe kansen’ te Baarn op 20 juni 2012. Spreker over projectbesluitvorming tijdens het Congres Omgevingswet, georganiseerd door de Praktijkleerstoel gebiedsontwikkeling van de TU Delft te Utrecht op 12 september 2012. Spreker over de mogelijkheid van herbestemmen zonder (plan)schade tijdens het Gelders Wooncongres te Arnhem op 25 oktober 2012. Interveniënt (over projectbesluitvorming) tijdens de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht over de nieuwe Omgevingswet op 12 december 2012.
Mr. H.P.C.W. Strang • Promotieonderzoek naar toezicht en coördinatie in het bouwproces. • Werkzaamheden ten behoeve van het Integriteitoverleg Vastgoedmarkt (IOV). • Onderzoek naar een afwegingskader voor de inzet van contractbeheersingsmethoden door de Rijksgebouwendienst. • Onderzoek naar privaatrechtelijke verbeteringsmogelijkheden van de bouwkwaliteit voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken. • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Cobouw, rubriek jurisprudentie. • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Actualiteiten Bouwrecht.
2012
50
Mr. N. van Wijk- van Gilst • Redacteur Tijdschrift voor Bouwrecht. • Verantwoordelijk voor de inhoud van de E-zine Actualiteiten Bouwrecht. • Verantwoordelijk voor Virtueel Kenniscentrum Bouwrecht. • Verantwoordelijk voor redactie van de website van het Platform of Experts in Planning Law en het organiseren van het jaarlijkse congres van het Platform of Experts in Planning Law. • Schrijft op regelmatige basis artikelen voor de website van Pianoo, Kroniek Aanbestedingsrecht, Cobouw, rubriek jurisprudentie, en verzorgt de bijdragen ‘Bouwrecht’ in Ars Aequi Katern.
Jaarverslag
Instituut voor Bouwrecht Postbus 85851 2508 CN Den Haag
[email protected] www.ibr.nl
2
0
Instituut
1
2
Bouwrecht
voor