Jaarverslag 2014 Instituut Bijzonder Onderzoek In dit jaarverslag vindt u informatie over de werkwijze en afhandeling van zaken door het IBO in 2014, nieuwe ontwikkelingen, aandachtspunten en cijfers.
Jaarverslag 2014 •••
Jaarverslag 2014 Missie Instituut Bijzonder Onderzoek ••• Het Instituut Bijzonder Onderzoek heeft als missie om oneigenlijk gebruik van gemeentelijke uitkeringen op te sporen, dan wel tegen te gaan, door inzet van expertise, de nieuwste opsporingsmethoden en –middelen.
1
Jaarverslag 2014 •••
Inhoud Inleiding .............................................................................................................................................................. 3 Organisatie .......................................................................................................................................................... 4 Overlegvormen................................................................................................................................................... 5 Opleidingen ........................................................................................................................................................ 6 Soorten onderzoek ............................................................................................................................................. 7 Afhandeling onderzoeken ................................................................................................................................ 8 Resultaten 2014 ................................................................................................................................................... 9 Projecten in 2014 ............................................................................................................................................... 10 Vermeldenswaardige zaken afgehandeld in 2014 ....................................................................................... 11 Ontwikkelingen ................................................................................................................................................ 13 Faciliteiten ......................................................................................................................................................... 16 Aandachtspunten ............................................................................................................................................. 17 Cijfers, feiten en vergelijkende cijfers: ........................................................................................................... 18
2
Jaarverslag 2014 •••
Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van het Instituut Bijzonder Onderzoek (IBO) over het jaar 2014. Dit jaarverslag geeft weer waar het IBO voor staat, hoe dit praktisch wordt vormgegeven en wat daarvan de resultaten zijn. Om sociale zekerheid in stand te kunnen blijven houden is een blijvend draagvlak in de samenleving nodig. Sociale voorzieningen worden bekostigd door de rijksoverheid en de bedragen die daarmee gemoeid zijn dienen terecht te komen waar het nodig is (doelmatigheid) en bij mensen die daar recht op hebben (rechtmatigheid). Misbruik van deze gelden mag het draagvlak niet onder druk zetten of ertoe leiden dat er minder te verdelen valt. Gemeenten hebben een groot (financieel) belang bij het beheersen van het bijstandsvolume, temeer daar zij verantwoordelijk zijn voor de beheersing van de bijstandskosten. Sinds de invoering van de WWB wordt nog meer dan voorheen gewerkt aan beperking van de instroom en het bevorderen van de uitstroom. Hiermee is onlosmakelijk verbonden dat het voorkomen en opsporen van fraude een vast onderdeel binnen de uitvoering van het sociale stelsel blijft. Fraude mag nooit lonen. Om fraude met uitkeringsgelden daadkrachtig te kunnen bestrijden is het van belang dat er veel aandacht is voor zowel preventie als repressie. De wetgever heeft dit ook krachtig uitgesproken door de totstandkoming van de wet Handhaving SZW en sanctiebeleid SZW per 1-1-2013. De opsporing, strafrechtelijk onderzoek en juridische afwikkeling van fraude voor de gemeenten Beuningen, Groesbeek, Heumen, Millingen a/d Rijn, Ubbergen en Wijchen vindt plaats binnen de Gemeenschappelijke Regeling Bijzonder Onderzoek Regio Gelderland-Zuid. Sinds 1 januari 1996 bundelen deze 6 gemeenten hun krachten om uitkeringsfraude effectief te bestrijden. Het Instituut Bijzonder Onderzoek (IBO) is gehuisvest in het gemeentekantoor te Wijchen. De gemeente Wijchen voert als centrumgemeente de gemeenschappelijke regeling uit en beheert deze. Het IBO wordt aangestuurd door een manager. In dit jaarverslag kunt u lezen wat de inzet van het IBO voor de deelnemende gemeenten heeft opgeleverd. Er zijn in totaal 51 onderzoeken afgehandeld met een totaal opgespoord fraudebedrag van tenminste € 587.494,18 (dit bedrag betreft alle op het moment van samenstellen van dit jaarverslag bekende fraudebedragen). Daarnaast is er sprake van een besparingsbedrag van € € 302.885,88. Het bovenstaande maakt duidelijk dat ondanks de verschuiving van repressieve naar preventieve aanpak, het aantal fraudegevallen niet afneemt. Fraudebestrijding is en blijft noodzakelijk. Van belang is dat er een gezonde mix van preventie en repressie wordt gehanteerd. Bijgaand treft u aan: - het jaarverslag 2014 Burgemeester en wethouders van Wijchen, De secretaris,
De burgemeester,
3
Jaarverslag 2014 •••
Organisatie Bij het instituut zijn twee sociaal rechercheurs fulltime werkzaam. Daarnaast zijn er twee managementassistentes/recherchemedewerkers in dienst, die tezamen een duobaan vervullen. De sociaal rechercheurs houden zich enerzijds bezig met specifieke opsporingstaken, zoals het horen van verdachten en getuigen, volgen en observeren en zo nodig aanhouden van personen. Zij hebben daartoe periodiek overleg met politie en justitie. Anderzijds hebben zij een rol in het adviseren van klantmanagers bij poortwachtersonderzoeken en een ondersteunende taak in nazorgonderzoeken zonder dat er een strafrechtelijke afdoening aan te pas komt. In dit werkveld vervullen de fraudepreventiemedewerkers een belangrijke spilfunctie tussen de klantmanagers en het IBO bij zaken die beneden de in 2014 geldende aangiftegrens van € 50.000,- blijven en bij recidive. Deze fraudepreventiemedewerkers zijn in dienst van de diverse gemeenten, maar maken geen deel uit van het IBO. In 2013 is de aangiftegrens voor strafrechtelijke afdoening verhoogd van € 10.000,- naar € 50.000,-. Dit heeft tot gevolg dat de meeste zaken bestuursrechtelijke worden afgehandeld i.p.v. strafrechtelijk. Alleen de langdurig lopende fraudezaken, evenals de meeste vermogenszaken, zullen naar het Openbaar Ministerie (OM) worden gestuurd voor afdoening. De aantallen processen-verbaal zijn hierdoor verminderd. Verwacht wordt dat deze tendens zich de komende jaren verder voortzet. Er zijn echter signalen dat de aangiftegrens naar beneden bijgesteld gaat worden. Zo heeft een grote gemeente eigen afspraken met het OM gemaakt dat er voor zaken vanaf € 20.000,- een strafrechtelijke afdoening plaats zal vinden. Ook de wijziging van de Wet Boete houdt hiermee verband. De managementassistentes/recherchemedewerkers verrichten vooronderzoek, doen dossieronderzoek en bereiden verhoren voor. Ze houden het frauderegistratiesysteem bij, maken aan de hand van de verhoren het rapport en indien van toepassing de aangifte en het proces-verbaal, welke zo nodig worden aangevuld door de sociaal rechercheurs. Daarnaast zijn zij o.a. belast met het opvragen van uitgebreide kenteken- en exportgegevens bij de RDW ter voldoening aan de informatiebehoefte bij de diverse onderzoeken en ter ondersteuning van de werkzaamheden van de klantmanagers bij aanvragen en verificatie van gegevens, het opvragen van gegevens in het Suwinet, het opvragen van gegevens bij de belastingdienst of kadastergegevens en het doen van aanvragen voor onderzoeken bij het Internationaal Bureau Frauderegistratie (IBF). Dit betreffen onderzoeken naar vermogen en onroerend goed in het buitenland. Ook verrichten zij voorbereidingen voor het instellen van vorderingen, zoals het opvragen van gegevens bij onder meer financiële instellingen en financiële dienstverleners. Verder verzorgen zij een aantal secretariële taken, waaronder het voorbereiden en notuleren van vergaderingen en het verzorgen van managementinformatie t.b.v. de regiogemeenten.
4
Jaarverslag 2014 •••
Overlegvormen Overleg IBO en manager en werkoverleg IBO: De manager voert ca. 1 x per maand overleg met de medewerk(st)er(s) van het IBO en bespreekt de laatste ontwikkelingen, de voortgang van algemene zaken die in verband staan met het IBO en eventuele knelpunten. Met de IBO contactpersonen van de afdeling(en) sociale zaken worden de zaken/ opdrachten inhoudelijk doorgesproken, waarbij er ook vaak sprake is van afstemmingsoverleg met de klantmanagers. Overleg Sociaal Rechercheurs met de afdelingshoofden: Per gemeente vindt er op basis van behoefte met regelmaat overleg plaats aan de hand van de lopende zaken. Hoofdenoverleg: Tussen de afdelingshoofden van de aangesloten gemeenten vindt er tenminste 1 x per jaar overleg plaats. Commissie van advies bijzonder onderzoek: Ook vinden er 1 à 2 x per jaar vergaderingen plaats met de commissie van advies bijzonder onderzoek, waaraan het beleidsoverleg gekoppeld is. Zakenoverleg met Officier van Justitie: Tussentijds vindt op aanvraag zakenoverleg plaats tussen de sociaal rechercheurs en de Officier van Justitie. Regio-overleg: Tweemaal per jaar wonen de sociaal rechercheurs de regiovergadering van de sociale recherche bij waarbij de laatste ontwikkelingen op het vakgebied sociale recherche besproken worden. De Officier van Justitie neemt ook deel aan deze vergadering. Overleg Landelijk Contact Sociale Recherche: Eén van de sociaal rechercheurs participeert als afgevaardigde van de regio als bestuurslid in de landelijke vergadering van het Landelijk Contact Sociale Recherche (LCSR), welke eveneens 2 x per jaar plaatsvindt. Overleg met overige partijen: Naast alle bovengenoemde overlegvormen wordt er ook nog overleg gevoerd met de volgende partijen: - politie - woningbouwverenigingen - belastingdienst - UWV - RCF - DUO - Voedsel en Warenautoriteit - IND - Project JSF (Joint Social Fraude) - POB (Project ongebruikelijk bezit) - IBF - Energiemaatschappijen Dit vindt veelal plaats op basis van één of meerdere lopende zaken, waarbij het initiatief van beide kanten kan uitgaan.
5
Jaarverslag 2014 •••
Opleidingen BOA-opleiding (Bijzonder Opsporingsambtenaar): Periodiek houden de sociaal rechercheurs hun vakkennis op peil door het volgen van de BOA-cursus (Bijzonder Opsporingsambtenaar), die speciaal voor deze doelgroep wordt gegeven binnen hun domein. Hier is ook een examen aan verbonden dat vijfjaarlijks behaald moet worden, omdat de opsporingsbevoegdheid daaraan gekoppeld is. Vakgerichte cursussen: Tussentijds worden vakgerichte cursussen gevolgd, welke aansluiten bij de thema’s die op dat moment actueel zijn, zoals: -
verhoor technieken wet en regelgeving actualiteiten handhaving RCF internet rechercheren
6
Jaarverslag 2014 •••
Soorten onderzoek 1. Poortwachtersonderzoek Dit is een acuut in te stellen onderzoek om duidelijkheid te verkrijgen over het feit of er wel of geen recht bestaat op bijstand. Acuut omdat de afhandeling van de aanvraag aan termijnen is gebonden. Het onderzoek heeft een preventief karakter en zal alleen dan plaats vinden wanneer er duidelijke signalen bestaan met betrekking tot het niet correct verstrekken van inlichtingen. De poortwachtersonderzoeken hebben nagenoeg nooit een strafrechtelijk vervolg. De fraude zal bestaan uit het verstrekken van onjuiste gegevens, zonder dat er daadwerkelijk al uitkering is verstrekt, zodat er geen financieel nadeel is geleden door de betreffende gemeente. Derhalve is er geen grond voor een strafrechtelijke vervolging. 2. Onderzoek t.a.v. cliënten met een lopende uitkering Deze onderzoeken worden ingesteld n.a.v. een bestaande uitkeringssituatie, waarbij twijfel bestaat omtrent vermeend samenwonen, zwart werken, woonvorm, vermogenspositie, domicilie en werkelijke identiteit. 3. Nazorg onderzoek Dit betreffen onderzoeken die plaatsvinden nadat de gemeente een uitkering beëindigd heeft, maar waarbij de gemeente toch nog door de sociale recherche enkele observaties wil laten doen. Deze observaties kunnen bijvoorbeeld in een door betrokkene ingediend bezwaarschrift of bij de behandeling van een voorlopige voorzieningen bij de rechtbank door de gemeente als aanvullend bewijs gebruikt worden. 4. Afhandeling van geconstateerde fraude i.v.m. verzwegen inkomsten/ vermogen Dit zijn onderzoeken n.a.v. geconstateerde fraude aan de hand van de door het Inlichtingenbureau verstrekte gegevens (zgn. samenloopgevallen). Door de sociale diensten zijn de gegevens meestal al gecontroleerd, waarna verdachten direct door het IBO kunnen worden gehoord. Bij vermogensfraude (verzwegen bankrekeningen e.d.) dienen vaak eerst nog extra gegevens te worden opgevraagd middels een vordering van de officier van justitie waarna verdachten worden gehoord. Het Inlichtingenbureau fungeert als elektronisch platform voor gegevensuitwisseling tussen sociale diensten, UWV, belastingdienst, DUO en Kamer van Koophandel. In de toekomst zullen nog meer instanties zoals de SVB aansluiten. Gemeenten zijn op basis van de WWB verplicht gegevens aan het Inlichtingenbureau aan te leveren. Aan de hand van de burgerservicenummers (bsn) worden een aantal bronnen gecontroleerd op “samenloop”. Gemeenten voeren d.m.v. deze samenloopgegevens een deel van de rechtmatigheidcontrole uit. De koppeling met het Inlichtingenbureau werkt in die mate goed dat, indien er sprake is van werk in loondienst, vermogensbestanddelen en een uitkering, de gegevens maandelijks elektronisch bij de uitkeringsinstantie terechtkomen.
7
Jaarverslag 2014 •••
Afhandeling onderzoeken Aan de door het IBO af te handelen onderzoeken zijn termijnen verbonden die beschreven zijn in het handboek IBO. In uitzonderingsgevallen wordt afgeweken van deze afhandelingstermijnen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij zaken waar onderzoek in het buitenland nodig is. Het verkrijgen van inlichtingen uit het buitenland kan 6-9 maanden duren. Ook komt het voor dat het IBO voor de voortgang van een onderzoek afhankelijk is van andere instanties, waardoor de afhandeling van het onderzoek vertraagd wordt. Door de invoering van de “handhavingswet” met een boeteregime is het nog belangrijker geworden om de onderzoekduur zo kort mogelijk te laten zijn. Dit voorkomt dat hoge vorderingen ontstaan met navenant hoge boetes. Regelmatig vindt overleg plaats tussen de sociaal rechercheurs en de hoofden en/of coördinatoren Sociale Zaken van de bij het IBO aangesloten gemeenten. Hierbij worden dan de openstaande opdrachten besproken en zo nodig geactualiseerd. Tijdens voornoemde overleggen bespreken de rechercheurs ook de overzichten met openstaande en afgehandelde zaken.
8
Jaarverslag 2014 •••
Resultaten 2014 In vergelijking met 2013 is er in 2014 sprake van een toename van het aantal ingediende verzoeken tot het instellen van een bijzonder onderzoek. Via het Inlichtingenbureau en daaruit voortvloeiende bestandsvergelijkingen komen met regelmaat bij de gemeenten onbekende bankrekeningnummers, met daarop verzwegen vermogen, naar voren. Het Inlichtingenbureau geeft periodiek signalen door m.b.t. “witte fraude”. Dit betreffen vaak bewerkelijke complexe zaken, die een behoorlijke tijdsinvestering vergen. Te denken valt aan onroerend goed in het buitenland, erfenissen, identiteitsfraude e.d. Bij het vermoeden van onroerend goed in het buitenland wordt een onderzoek uitgezet bij het IBF (onderdeel van het UWV). Om gegevens uit het buitenland te verkrijgen gaat een sociaal attaché van de ambassade aan het werk in het betreffende land. De plaats van onderzoek (ligging) en de medewerking van de lokale autoriteiten is bepalend voor de doorlooptijd. Het IBO is in hoge mate afhankelijk van de doorlooptijd bij externe organisaties en kan dit niet beïnvloeden. Door inzet van innovatieve observatiemiddelen kunnen meer zaken tegelijk worden aangepakt. Hiermee is sneller helderheid te krijgen over een eventuele frauduleuze situatie. Aan het gebruik hiervan zijn uiteraard regels verbonden die vastgelegd zijn in protocollen.
Benadelingsbedragen: Er is in 2014 tegen 4 personen proces-verbaal opgemaakt voor een totaal fraudebedrag van € 142.281,09. In totaal is er door het IBO een bedrag van tenminste € 587.494,18 aan fraude opgespoord voor de 6 deelnemende gemeenten. Ook dit bedrag is hoger dan in het voorgaande jaar. Of dit bedrag ook daadwerkelijk wordt ingevorderd hangt met name af of de gemeente een stringent invorderingsbeleid voert. Het IBO bekijkt per zaak of er “vermogen” in beeld is en kan dan de nodige middelen inzetten (zoals bijv. het leggen van een conservatoir beslag) om het terugvorderingsbedrag voor de desbetreffende gemeente veilig te stellen.
Besparingen: Met betrekking tot de afgehandelde zaken van 2014 is een berekend besparingsbedrag van € 302.885,88 gemoeid. Hierbij gaat het om zaken die hebben geleid tot beëindiging van een uitkering en daarmee een besparingsbedrag opleveren. Dit is het bedrag dat de gemeente aan uitkeringen kwijt zou zijn geweest indien er niets aan fraude/opsporing wordt gedaan. De resultaten door tussenkomst van de fraudepreventiemedewerker zijn hierin niet inbegrepen. Landelijk wordt er voor het berekenen van een besparing voor het beëindigen van een uitkering uitgegaan van een bijstandsuitkering van één jaar. Zie pag. 22 voor cijfers en nadere details m.b.t. dit onderwerp.
9
Jaarverslag 2014 •••
Projecten in 2014 Projecten via het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF): Bij deze projecten gaat het om brancheonderzoeken, thematische onderzoeken en bestandsvergelijkingen. In 2014 zijn er in tegenstelling tot vorige jaren via het Regionaal Coördinatiepunt Fraudebestrijding (RCF) geen multidisciplinaire interventieteams ingeschakeld. Joint Social Fraude Project (JSF): De opzet van dit project, dat per 1 januari 2015 van start is gegaan, is om een betere informatie uitwisseling tot stand te brengen tussen politie en gemeenten op gebied van fraude. Het doel is de ten onrechte verkregen gelden en bezittingen letterlijk af te pakken. Als betrekkelijk kleine eenheid zal het IBO geen structurele capaciteit leveren aan dit team, bestaande uit 1fte politie, 1 fte sociaal rechercheur en 1 fte administratieve ondersteuning. Incidentele inzet vanuit het IBO is bespreekbaar. Project Ongebruikelijk Bezit (POB): In 2014 is er een projectgroep gestart onder aansturing van het RIEC, waarin de politie, belastingdienst, UWV en sociale recherche vertegenwoordigd zijn. Het IBO participeert namens de sociale recherche in dit project. Deze groep komt periodiek bijeen om gegevens van personen uit te wisselen waarvan bekend is dat ze in het bezit zijn van bijvoorbeeld dure auto’s, goederen, een contante hoeveelheid geld, waarvoor geen redelijke verklaring is, etc. Doel van de bijeenkomst is te bespreken hoe een zaak aan te pakken teneinde een mogelijke uitkeringsfraude of een andere fraude tegen te gaan. Zodra een dienst de zaak in behandeling neemt wordt deze “zaakeigenaar” en is het geen zaak meer voor het Project Ongebruikelijk Bezit. Diensten trekken ook samen op om elkaars expertise te gebruiken.
10
Jaarverslag 2014 •••
Vermeldenswaardige zaken afgehandeld in 2014 Een echtpaar ontvangt sinds 2008 een WWB-uitkering. Bij controle blijkt de man in de uitkeringsperiode een groot aantal voertuigen op naam te hebben gehad, waarvan een deel werd geëxporteerd. Tevens bleek er sprake van een tweetal verzwegen bankrekeningen en het bezit van onroerend goed in het buitenland. Het ten onrechte ontvangen bedrag aan uitkering van in totaal ruim € 110.000,- wordt van hen teruggevorderd. Er is aangifte gedaan bij het OM. Een alleenstaande man ontvangt sinds 2004 een WWB-uitkering. Uit onderzoek n.a.v. een anonieme melding komt naar voren dat de man al sinds 2011 zou samenwonen. Zijn inschrijvingsadres wordt als postadres aangehouden, terwijl de man in werkelijkheid samenwoont met een vrouw op haar inschrijvingsadres. Ook toen de vrouw nog in een andere gemeente woonachtig was, woonde de man met haar samen en verrichtte zelfs samen met haar werkzaamheden als krantenbezorger. De uitkering is beëindigd en een bedrag van € 34.000,- wordt teruggevorderd. Er is aangifte gedaan bij het OM ondanks dat het fraudebedrag de aangiftegrens niet te boven ging. In deze zaak zijn opsporingsbevoegdheden gebruikt en bovendien werden in de woning 2 nepvuurwapens aangetroffen. Dan is volgens de uitzonderingbepaling m.b.t. de aangiftegrens een proces-verbaal vereist. Een echtpaar ontvangt sinds 2013 een WWB-uitkering. Via bestandsvergelijking (Inlichtingenbureau) is naar voren gekomen dat belanghebbenden gedurende de uitkeringsperiode over meer dan het toegestane vrij te laten vermogen konden beschikken en bankrekeningen hadden verzwegen. Een bedrag van € 29.000,- wordt teruggevorderd. Tevens is aan het echtpaar een boete van € 28.000,- opgelegd. Een alleenstaande vrouw ontvangt anderhalf jaar lang een WWB-uitkering. Uit onderzoek n.a.v. een anonieme melding komt naar voren dat de vrouw gedurende de uitkeringsperiode kleding inkoopt in het buitenland en deze verkoopt via Facebook en/of Marktplaats en tevens een eigen website heeft. Deze activiteiten en inkomsten heeft ze verzwegen t.o.v. de uitkerende instantie. De uitkering is beëindigd en het ten onrechte genoten bedrag aan uitkering van ruim € 23.000,- wordt teruggevorderd. Tevens is een boete opgelegd van € 16.000,-. Een alleenstaande vrouw ontvangt sinds 2011 een Ioaw-uitkering. Uit onderzoek n.a.v. een anonieme melding blijkt dat de vrouw niet woonachtig is in de gemeente waarvan zij haar uitkering ontvangt. Ze blijkt al jaren samen te wonen met een man in een andere gemeente en haar woning bepaalde perioden te hebben onderverhuurd. Daarnaast heeft zij pensioengelden en een spaarrekening verzwegen. De uitkering wordt beëindigd en het ten onrechte genoten bedrag aan uitkering t.h.v. € 28.000,- wordt teruggevorderd. Ten behoeve van de benadeelde gemeente is er beslag gelegd op de eigen woning ter zekerheidstelling van de vordering. Een alleenstaande vrouw ontvangt sinds eind 2011 een WWB-uitkering. Naast de uitkering blijkt ze ingeschreven te staan met een eigen bedrijf in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en tevens een website te hebben. De werkzaamheden/inkomsten voor haar bedrijf zijn niet vermeld bij de afdeling Sociale Zaken. Tevens heeft zij diverse bankrekeningen verzwegen. De uitkering wordt herzien met terugwerkende kracht en is beëindigd. Een bedrag van ruim € 32.000,- wordt teruggevorderd en er is een boete van € 23.000,- opgelegd.
11
Jaarverslag 2014 ••• Een man ontvangt sinds 1999 een WWB-uitkering. In 2014 wordt in zijn woning een hennepkwekerij ontmanteld. Tevens blijkt de man sinds 2005 gehandeld te hebben in voertuigen. De inkomsten uit hennepteelt en handel in voertuigen heeft belanghebbende niet gemeld. De uitkering wordt herzien met terugwerkende kracht tot 2005. Er wordt een bedrag van € 38.000,- teruggevorderd. Een vrouw ontvangt sinds 1982 een WWB-uitkering. In 2014 blijkt dat zij al jaren een Duitse spaarrekening op haar naam heeft verzwegen. Hierdoor kon zij over meer dan het vrij te laten vermogen beschikken. In afwachting van de vaststelling van het ten onrechte ontvangen bedrag aan uitkering heeft ze € 25.000,- terugbetaald. Het benadelingsbedrag bedraagt ca. € 225.000,--. De gemeente heeft echter besloten het terugvorderingsbedrag te matigen, gezien het feit dat belanghebbende uit eigen beweging de fraude heeft gemeld en ook al een deel heeft terugbetaald. Het exacte terugvorderingsbedrag is nog niet bekend. De uitkering is beëindigd. Paspoort-/opsporingsregister: In 2009 is een onderzoek afgehandeld naar uitkeringsfraude, waarbij een vrouw onroerend goed bleek te bezitten in het buitenland en dit niet gemeld had. Toen de fraudevordering vastgesteld is besloot de vrouw met de noorderzon te vertrekken naar het buitenland. Betrokkene is zowel strafrechtelijk als civielrechtelijk tot in de hoogste instantie (CRvB en HR) veroordeeld en dient een bedrag van € 25.000,terug te betalen aan de gemeente. Het vonnis is onherroepelijk. Om te voorkomen dat betrokkene terugkeert naar Nederland zonder dat wij hier notie van hebben is destijds een verzoek uitgedaan om haar te vermelden in het paspoortregister. Inmiddels heeft betrokkene pogingen ondernomen om een nieuw Nederlands paspoort bij de ambassade aan te vragen. Er wordt echter geen nieuw paspoort verstrekt zolang haar fraudevordering niet is terugbetaald. Betrokkene is in het opsporingsregister opgenomen.
Aan de WMO gerelateerde zaken: Het IBO behandelt ook fraude op gebied van WMO zaken. Het gaat hierbij om WMOvergoedingen die ten onrechte zijn verstrekt aan de cliënt. De sociaal rechercheurs zijn m.i.v. 2015 ook aangewezen als Toezichthouder WMO. De verwachting is dat er meer zaken worden aangeboden waarin mogelijk sprake is van fraude met PGB’s. Gelet op de PGB-fraudes die her en der aan het licht komen is het zaak om te investeren op fraude-alertheid bij WMO-afdelingen. Bij WMO-voorzieningen wordt niet vaak de link gelegd naar eventuele fraude. In 2014 is er één verzoek gedaan die direct of indirect in verband stond tot de WMO. Dit betrof een vrouw die sinds 1995 een vervoerskostenvoorziening ontving van de gemeente. Gedurende de periode dat ze in aanmerking kwam voor deze voorziening verbleef de vrouw samen met haar partner jaarlijks meerdere lange perioden in het buitenland. De buitenlandse verblijven werden echter verzwegen voor de uitkerende instantie. De vervoerskostenvoorziening is beëindigd.
12
Jaarverslag 2014 •••
Ontwikkelingen Verhoging aangiftegrens: Doordat de aangiftegrens in 2013 wederom verhoogd is (naar € 50.000,-) wordt er minder gebruik gemaakt van bevoegdheden op grond van het Wetboek van Strafvordering. Er zijn enkele uitzonderingen waarbij toch gebruik kan worden gemaakt van deze bevoegdheden: - Als een zaak ingewikkeld is of als bewijs op andere wijze moeilijk te leveren is. - Bij recidive binnen een bepaalde periode dient ook proces-verbaal opgemaakt worden. - Bij zaken met een nadeel beneden de € 50.000,- waarvan gezien de pleeg- of benadelingsperiode of anderszins, geen bestuurlijke boete of maatregel kan worden opgelegd. Te denken valt aan de verzwegen partner die geen uitkering heeft. Voor de bewijsvoering in m.n. langlopende fraudezaken blijft het belangrijk BOAbevoegdheden, te kunnen gebruiken, zoals het verrichten van aanhoudingen, horen van verdachten en in beslag nemen. Door de nieuwe Wet Aanscherping Handhaving Sanctiebeleid SZW dient er bij geconstateerde fraude een boete te worden opgelegd bij lopende uitkeringen. Dit om rechtsongelijkheid tegen te gaan. De gemeente dient n.a.v. een recente uitspraak van de CRVB het evenredigheidsbeginsel toe te passen, d.w.z. dat de gemeente de opzet en mate van verwijtbaarheid moet aantonen. Dit is een aandachtspunt voor de boete-ambtenaar (zie ook onder “Fraudewet). Aanwijzing toezichthouderschap (art. 5.2 Algemene wet bestuursrecht) Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van het toezichthouderschap om bijvoorbeeld informatie op te kunnen vragen via vorderingen. Een toezichthouder mag op grond van zijn aanstelling plaatsen betreden, inlichtingen vorderen, personen vorderen inzage te geven in hun identiteitsbewijs en heeft recht op inzage in zakelijke gegevens en bescheiden en het nemen van afschriften daarvan. Een toezichthouder heeft dus meer mogelijkheden om zijn onderzoek te doen dan een controleur. Het verlenen van de status toezichthouder geeft een verruiming van mogelijkheden binnen de controlesfeer. Dit in gevallen waarin voorheen eerder moest worden overgegaan tot het instellen van een strafrechtelijk onderzoek. Bovendien kan de toezichthouder een ieder verplichten medewerking te verlenen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden als deze redelijkerwijs gevorderd kan worden. Het opzettelijk niet voldoen aan deze vordering is strafbaar gesteld in art. 184 Wetboek van Strafrecht. Met de aanwijzing van toezichthouders wordt beoogd dat: - Medewerkers van Sociale Zaken ruimere bevoegdheden hebben in de controlesfeer, waardoor fraudesignalen via het bestuursrechtelijke traject kunnen worden afgehandeld. Hierdoor ontstaan meer mogelijkheden om fraude effectief en sneller te onderzoeken. - Een duidelijke wettelijke basis ontstaat voor het uitvoeren van (interdisciplinaire) werkplekcontroles van medewerkers van de Dienst Sociale Zaken. Gelet op de ruimere bevoegdheden als toezichthouder is het van belang dat hier zorgvuldig mee wordt omgegaan, zodat ook in het juridische traject de zaak overeind blijft. Om op een juiste wijze gebruik te kunnen maken van deze bevoegdheden is het noodzaak een cursus/bijscholing te volgen en niet zomaar willekeurige personen als toezichthouder aan te wijzen. De sociaal rechercheurs hebben deze cursus met goed gevolg afgesloten.
13
Jaarverslag 2014 ••• Inzet technische hulpmiddelen In 2013 is i.o.v. de bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten onderzocht of inzet van nieuwe technische hulpmiddelen een positieve bijdrage levert aan de effectiviteit van de door het IBO ingestelde onderzoeken, waardoor nog meer zaken kunnen worden onderzocht en afgehandeld of diepgaander kunnen worden onderzocht binnen de beschikbare tijd. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de inzet van dergelijke middelen bij kan dragen aan de effectiviteit van de onderzoeken. Besloten is om hier gebruik van te maken. Het hulpmiddel is in totaal 19 keer ingezet. Het middel wordt gezien als effectief, met name op gebied van tijdsbesparing en bewijslast. Vooral bij onderzoeken naar samenwoning of niet verblijven op een GBA-adres, maar ook bij vermoeden van verzwegen werkzaamheden, ook voor onderzoek over de landsgrenzen heen. Het biedt extra mogelijkheden voor het opsporen van fraude.
Fraudewet: Het huidige kabinet zet in op een hardere aanpak van (sociale zekerheid) fraude met daarbij behorende hogere straffen. Die bestaan uit een forse sanctie bij het schenden van de inlichtingenplicht (een boete die in verhouding staat tot de benadeling of het financiële gewin) en bij herhaalde fraude, uitsluiting van uitkering gedurende enkele maanden. Het is een verplichting voor de uitkerende instantie om onterecht verkregen uitkeringen terug te vorderen ongeacht de hoogte daarvan. Sinds november 2014 is door een uitspraak van de CRvB enige nuance aangebracht. De gemeente moet (de mate van) opzet aantonen. De op te leggen boetes zijn in verschillende categorieën ingedeeld, naar mate van verwijtbaarheid. Er kan afgezien worden van het opleggen van een boete in het geval van: - ontbreken van verwijtbaarheid - dringende redenen, zoals bedoeld in art. 18a lid 7 WWB De hoogte van de bestuurlijke boete wordt bepaald naar evenredigheid, waarbij de volgende factoren bepalend zijn: - aard en ernst van het feit - de mate van verwijtbaarheid - bijzondere omstandigheden Bij verminderde verwijtbaarheid wordt de boete gematigd (voor criteria zie art. 2a, lid 2 Boetebesluit). Bij volledige verwijtbaarheid is de boete gelijk aan het netto benadelingsbedrag. De boete is gelijk aan het benadelingbedrag (volledige verwijtbaarheid) of de boete is gematigd, maar minimaal bedraagt de boete € 150,--. Internet rechercheren: Steeds meer mensen gebruiken internet om zaken te doen. Internet rechercheren neemt een steeds belangrijkere plaats in. Specifieke hierop gerichte cursussen zijn gevolgd door de rechercheurs, recherchemedewerksters en fraudepreventiemedewerkster en van de opgedane kennis wordt gebruik gemaakt tijdens het onderzoek. Er is wetgeving en inmiddels jurisprudentie over wat wel of niet toegestaan is m.b.t. internetonderzoek. Bij het zoeken op internet wordt namelijk gebruik gemaakt van persoonsgegevens, zonder dat de betreffende persoon daarvan op de hoogte is. Dit wordt door de wetgever gezien als “heimelijke waarneming”, wat niet zomaar door iedereen kan en mag worden uitgevoerd. Om de gegevens toch rechtmatig te kunnen verzamelen en gebruiken is er voor de gemeenten een protocol ontwikkeld door het RCF. Het is de bedoeling dat het protocol wordt opgenomen in de werkprocessen en het beleid van de gemeenten.
14
Jaarverslag 2014 ••• Onderzoek buitenland: Onderzoek naar onroerend goed in het buitenland komt veel voor. De onderzoeken nemen geruime tijd in beslag, maar leiden regelmatig tot resultaat. Een van de bij het IBO aangesloten gemeenten heeft momenteel conservatoir beslag liggen op twee woningen in Turkije en één in Suriname. Betrokkenen kunnen de fraudevordering volledig terugbetalen ter voorkoming van verkoop door executoriaal beslag. Deze beslagen en daarmee samenhangende procedures in het buitenland brengen in eerste instantie de nodige kosten met zich mee. Deze beslagen en de afwikkeling daarvan zijn vaak een zaak van lange adem. Inmiddels is er door 2 cliënten ruim € 75.000,- overgemaakt op rekening van de gemeente ter voorkoming van executoriale verkoop. Maximaal kan de bruto ten onrechte verstrekte uitkering worden teruggevorderd. Vaak is de waarde van het onroerend goed hoger en wil men gedwongen verkoop met aanzienlijk lagere opbrengst dan ook in de meeste gevallen voorkomen. Internationaal Bureau Fraude-informatie: Het IBO heeft via het Internationaal Bureau Fraude-informatie ook dit jaar gegevens kunnen achterhalen m.b.t. verzwegen vermogen of onroerend goed in het buitenland. Dit betreffen vaak langdurige onderzoeken die via een “liaisonofficier” of de ambassades/consulaten lopen. Men is erg afhankelijk van de medewerking van het betreffende land. Ook identiteitsfraude wordt soms op deze wijze achterhaald. Vermogenssignalen: Via bestandsvergelijkingen komen verzwegen bankrekeningnummers en/of vermogen naar voren. Er zijn diverse personen gehoord n.a.v. deze vermogenssignalen. Er zijn situaties bekend waarin is gebleken dat het vermogen niet meer op de rekening stond. Betrokkene(n) hadden het geld uit voorzorg van de rekening gehaald, na confrontatie door de afdeling Sociale Zaken. Het geld bleek besteed te zijn dan wel doorgesluisd aan derden. Bij vermogenssignalen kunnen via een vordering bankgegevens worden opgevraagd. Door eerst contact op te nemen met het IBO alvorens de klant te benaderen kunnen actuele saldo’s in kaart gebracht worden en kan beslaglegging worden overwogen, waardoor het risico verkleind wordt dat betrokkenen hun banktegoeden buiten het zichtveld van sociale zaken brengen. Het op deze wijze binnen te halen geld vloeit terug naar de betreffende gemeenten en behoeft niet meer zoals vroeger afgedragen te worden aan het ministerie. Dergelijke mogelijkheden dienen zoveel mogelijk te worden benut door de gemeenten. Arbeidsintensiviteit: De arbeidsintensiviteit van zaken die via het Inlichtingenbureau binnenkomen is veelal geringer dan die van andere zaken. Bij deze zaken is er sprake van voorbereiden van administratieve gegevens en verhoor, waarna binnen een korte termijn tot afronding van een zaak middels een rapport kan worden overgegaan. Daarnaast worden er ook arbeidsintensieve onderzoeken ingesteld. Hierbij is er sprake van het horen van meerdere getuigen, observeren, buurtonderzoeken, aanhouden verdachten, etc., waarbij in sommige gevallen meerdere maanden werk in een zaak kan zitten. Beide zaken tellen in de statistieken echter als één zaak, terwijl dit cijfer over de omvangrijkheid en arbeidsintensiviteit van de zaak niets zegt.
15
Jaarverslag 2014 •••
Faciliteiten Het IBO werkt met een Windows-versie van het Liaan frauderegistratiesysteem, welke is uitgebreid met Liaan-texpert, een variant waarbij er meer mogelijkheden zijn om allerlei tekstverwerkings-documenten te koppelen aan het frauderegistratiesysteem, waardoor het inzichtelijker en makkelijker bewerkbaar wordt. Vanuit het Liaan-systeem is een koppeling gemaakt met het Digitale Klant Dossier (DKD). Van hieruit is het mogelijk om rechtstreeks persoonsgegevens op te vragen en in Liaan te plaatsen, zodat altijd met de juiste en meest actuele gegevens wordt gewerkt. De bevragingsmogelijkheden via Suwinet worden steeds uitgebreid, waardoor het mogelijk is om via dit systeem ook RDW-, belasting-, studiefinanciering-, Kamer van Koophandel- en kadastrale gegevens te raadplegen. Via GBA-V is inzage mogelijk in de landelijke bevolkingsgegevens op basis van de gemeentelijke basisadministraties van alle Nederlandse gemeenten. Ook kan informatie bevraagd worden via een digitale link met het Inlichtingenbureau. Het IBO is geautoriseerd dit voor alle zes de gemeenten te doen. De medewerkers van het IBO hebben de beschikking over de benodigde technische apparatuur t.b.v. hun werkzaamheden. Daarnaast is er de mogelijkheid voor burgers om via “Meldpuntfraude anoniem” fraudemeldingen te doen. Dit e-mailadres is op verzoek van het LCSR in het leven geroepen in navolging van de landelijke organisatie “meld misdaad anoniem”. In 2014 zijn hier wederom diverse meldingen op binnengekomen. Enkele van deze meldingen bleken heel waardevol ter ondersteuning van de opsporing van sociale zekerheidsfraude.
16
Jaarverslag 2014 •••
Aandachtspunten WMO-fraude: Verzoeken tot onderzoek in het kader van het aanpakken van misstanden op het gebied van WMO-gelden zijn incidenteel van aard. Het is aan de deelnemende gemeente om cliënten goed te informeren over de rechten en plichten en te zorgen dat de noodzakelijke formulieren op orde zijn. Cliënten moeten er duidelijk op gewezen worden, dat men naar waarheid een formulier dient in te vullen en te verklaren. Beslaglegging/vermogenssignalen: Het is van belang dat gemeenten hun mogelijkheden om vorderingen veilig te stellen zo optimaal mogelijk benutten. Dit kan door bijvoorbeeld (conservatoir) beslag te leggen op het vermogen/de bezittingen van de frauderende cliënt. Geadviseerd wordt indien er (vermoeden van) vermogen aanwezig is in de vorm van bankrekeningen, onroerend goed vroegtijdig contact op te nemen met het IBO voordat de cliënt wordt geïnformeerd. Er kan gebruik gemaakt worden van de expertise van het IBO m.b.t. beslaglegging (conservatoir beslag). Behandeling signalen inlichtingenbureau: Geadviseerd wordt om tijdig signalen van het Inlichtingenbureau in behandeling nemen. Met name het te lang laten liggen van dergelijke signalen, leidt tot verouderde gegevens, waardoor het in te stellen onderzoek lastiger wordt. Terugkoppeling afhandeling fraude: Van belang is dat benadelingsberekeningen en –bedragen tijdig worden teruggekoppeld naar het IBO om over de juiste managementinformatie te kunnen beschikken en een compleet beeld te kunnen presenteren in bijvoorbeeld het jaarverslag. Onderzoek buitenland (IBF): Opmerkelijk is dat enkele deelnemende gemeenten nog nooit een IBF-onderzoek via het IBO hebben aangevraagd. Hier kan nog een positief resultaat op geboekt worden. Kostendelersnorm Na invoering van de kostendelersnorm per 1-1-2015 en 1-7-2015 (overgangsrecht) is de verwachting dat er meer “schijnadressen” zullen ontstaan. Mensen zullen op papier verhuizen (inwoning bij familie of derden) om zo hun uitkering of een hogere norm te kunnen behouden.
17
Jaarverslag 2014 •••
Cijfers, feiten en vergelijkende cijfers: Urenoverzicht medewerkers Instituut Bijzonder Onderzoek: Man-vrouwuren
Rechercheurs 2013
Bruto
Rechercheurs 2014
Management assistentes 2013
Management assistentes 2014
3972
3972
1736
1736
bijzonder verlof/ verlof/vakantie
404
436
194
182
feestdagen
128
120
58
51
Cursus/ scholing
100
110
-
-
80
75
28
50
Ziekte
0
52
36
4
Netto
3260
3179
1420
Vergaderen/ verhuizing
1449
Overzicht aantal zaken in 2014 en vergelijkende cijfers over 2012 en 2013
Verzoek onderzoek
tot In behandeling
Afgehandeld
Info's
2012
57
37
57
71
2013
45
21
62
51
2014
55
26
51
61
18
Jaarverslag 2014 ••• Soorten onderzoek m.b.t. de afgehandelde zaken:
poortwachtersonderzoeken
Reguliere Onderzoeken onderzoeken n.a.v. bestandsvergelijkingen
Nazorgonderzoeken,incl. aanv. Pvb
2012
4
47
1
5
2013
4
53
0
5
2014
8
40
1
2
Per gemeente:
Verzoeken onderzoek 2012 2013 2014 Beuningen
11
Groesbeek 8
4 6
2012
8
5
8
12
6
7
2014
11
9
85.727,16
120.499,89
9
6
118.995,05
25.096,60
34.053,28
9
7
10.885,60
0,00
160.846,34
10
2
0,00
37.688,83
6.577,87
2
8
55.222,61
0,00
225.011,44
82.351,03
14
Millingen a/ d Rijn
8
5
3
Ubbergen
5
3
7
Wijchen
11
19
21
18
19
18
TOTAAL
57
45
55
57
62
51
2
2
2
1
4
11
Fraudebedrag in euro’s
2013
Heumen
Derden *
6
Afgehandelde onderzoeken
2012
2013
2014
447.110,61
2.090,-
158.915,25
353.181,45€ 630.395,933 587.494,18
•
* Verzoek om onderzoek van externe gemeente
•
Het fraudebedrag van 2013 is gewijzigd t.o.v. de vermelding in het jaarverslag 2013. Dit heeft te maken met een fraudebedrag dat pas na afsluiting van het jaarverslag 2013 bekend is geworden.
•
Het totale fraudebedrag m.b.t. de gemeente Ubbergen betreft een bedrag dat vermoedelijk gematigd zal worden. Bij afsluiting van dit jaarverslag is de uiteindelijke hoogte van het fraudebedrag echter nog niet bekend.
19
Jaarverslag 2014 •••
Aantal opdrachten en fraudebedragen in relatie tot het besparingsbedrag 2014: Gemeente
Aantal afgehandelde opdrachten 2014
Totaal fraudebedrag 2014
Beuningen
9
€ 2.090,00
€ 66.765,24
Groesbeek
6
€ 34.053,28
€ 22.797,84
Heumen
7
€ 160.846,34
€ 16.284,19
Millingen a/d Rijn
2
€ 6.577,87
€ 11.398,92
Ubbergen
8
€ 225.011,44
€ 37.453,62
Wijchen
18
€ 158.915,25
€ 148.186,08
Extern
1
TOTAAL
51
€ 587.494,18
€ 302.885,88
Totaal besparingsbedrag 2014
Verzoeken tot onderzoek per gemeente:
60 50 40 2012 30
2013 2014
20 10 0 BeuningenGroesbeek Heumen Millingen a/ d Rijn Ubbergen Wijchen
20
TOTAAL
Jaarverslag 2014 •••
Afgehandelde onderzoeken:
70 60 50 40 30
2012
20
2013
10
2014
0
Fraudebedragen:
700.000,00 600.000,00 500.000,00 400.000,00 300.000,00
2012
200.000,00
2013
100.000,00
2014
0,00
21
Jaarverslag 2014 ••• Besparingsbedragen bij beëindigen uitkering afgehandelde zaken:
Gemeente
Besparingsbedragen
Besparingsbedragen
Besparingsbedragen
2012
2013
2014
Beuningen
€
36.885,12
€ 53.983,80
€ 66.765,24
Groesbeek
€
48.111,12
€ 80.975,79
€ 22.797,84
Heumen
€
44.903,76
€ 15.877,68
€ 16.284,18
Millingen a/d Rijn
€
11.225,88
€ 44.457,24
€ 11.398,92
Ubbergen
€
67.355,28
€ 11.114,31
€ 37.453,62
Wijchen
€
139.522,08
€ 143.344,29
€ 148.186,08
TOTAAL
€ 348.003,24
€ 349.753,11
€ 302.885,88
Netto normbedragen incl. vt per jaar in
2012
2013
2014
Alleenstaande ouder
€
14.433,36
€ 14.289,83
€ 14.655,78
Alleenstaande
€
11.225,88
€ 11.114,31
€ 11.398,92
Echtpaar
€
16.037,04
€ 15.877,68
€ 16.284,18
Woningdeler
€
9.622,20
€
€
9.526,61
9.770,58
* beëindigde uitkering / 1 jaar
Aantal beëindigingen per gemeente uitgesplitst naar uitkeringsnorm: norm echtpaar
norm alleenstaande ouder
norm alleenstaande
Beuningen
0
2
3 waarvan 1x woningdeler
Groesbeek
0
0
2
Heumen
1
0
0
Millingen a/d Rijn
0
0
1
Ubbergen
0
1
2
Wijchen
2
4
5
Totaal
3
7
13
22
Jaarverslag 2014 ••• Aantal ingezonden processen-verbaal per gemeente:
2012
2013
2014
Beuningen
2
5
0
Groesbeek
6
0
2
Heumen
2
0
2
Millingen a/d Rijn
0
0
0
Ubbergen
2
0
0
Wijchen
0
5
0
TOTAAL
12
10
4
Aantallen processen-verbaal, uitgedrukt in percentages van het aantal afgehandelde zaken:
Aantal afgeh. Zaken
Aantal processen- Percentage processenverbaal verbaal van totaal*
2012
57
12
21,1 %
2013
62
10
16,1 %
2014
51
4
7,8 %
* Bij het aantal processen-verbaal is uitgegaan van het aantal verdachten waartegen aangifte is gedaan. Het komt voor dat één proces- verbaal meerdere verdachten bevat. Ook de aanvullende processen-verbaal en processen-verbaal van bevindingen zijn bij dit aantal inbegrepen.
Aantal rapporten Aantal Aantal processen- verdachten verbaal gehoord
Aantal gehoord
2012
57
12
32
33
2013
62
10
60
52
2014
46
4
48
47
23
getuigen