Jaarverslag 2012 Deel 1
VOORWOORD In 2011 werden de dertien toenmalige departementen van de Hogeschool Gent herschikt tot acht faculteiten, het Centrum voor Ondernemen werd interfacultair gepositioneerd en de centrale administratie werd op die nieuwe structuur afgestemd. Bovendien werden de basisprincipes voor de reorganisatie van de vakgroepen en opleidingscommissies vastgelegd, die dan in 2012 werd doorgevoerd. Er was toen dus heel wat beweging aan de Hogeschool Gent ter voorbereiding van de integratie van academische niet-kunstenopleidingen in de universiteiten. Waar het jaar 2011 het jaar van de grote veranderingen was, stond het jaar 2012 in het teken van de consolidatie. Een versteviging van de nieuw uitgetekende structuren, zodat de Hogeschool Gent ten volle voorbereid is op het hogeronderwijslandschap van de toekomst. Een landschap dat er helemaal anders zal uitzien, maar zeker een landschap waarin de Hogeschool Gent zal blijven floreren en van de eigen sterktes uitgaan. Vanuit die sterktes werd een strategisch plan geformuleerd, waarin de richting wordt aangegeven voor de komende vijf jaar. Daarin profileert de Hogeschool Gent zich expliciet als een maatschappelijk geëngageerde organisatie, die actief is in studentgecentreerd onderwijs, praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en onderzoek in de kunsten. Op het vlak van onderwijs legt het strategisch plan een duidelijke nadruk op kwaliteitsvolle en stimulerende leeromgevingen die authentiek zijn en gericht op het werkveld. Via de inbedding van onderzoek en internationale ervaringen in het curriculum, krijgen alle studenten stimulansen om te excelleren en een actieve rol op te nemen in onze snel evoluerende samenleving. Hierbij spelen actief leren, talentontwikkeling, aangepaste begeleiding, onderwijstechnologie en de opvolging van de studievoortgang een belangrijke rol. De in 2011 geformuleerde visie op onderwijs vormde het vertrekpunt en het kader van verschillende activiteiten op het vlak van onderwijsontwikkeling en -vernieuwing. Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek en onderzoek in de kunsten is om verschillende redenen belangrijk binnen onze werking. In de eerste plaats verhoogt het de kwaliteit van de opleidingen, aangezien onderwijzende personeelsleden een uitgebreide expertise opbouwen binnen hun vakgebied. De onderzoeksattitude van het personeel en de regelmatige participatie van studenten bij lopend onderzoek zorgt voor afgestudeerden met de juiste informatievaardigheden en een ondernemende attitude. Bovendien creëren we via onze onderzoeksprojecten een economische, maatschappelijke en culturele meerwaarde. In de strategische doelen van de HoGent wordt specifiek aandacht besteed aan ondernemerschap. Als maatschappelijk geëngageerde instelling willen we studenten opleiden tot ondernemende individuen in de breedste zin van het woord. Daarvoor rekenen we op de uitgebreide expertise van onze nieuw opgerichte vakgroepen en opleidingscommissies, kernteams die nauw worden betrokken bij de uitbouw van het beleid. Op het vlak van kwaliteitszorg was het uittekenen van een systeem van integrale kwaliteitszorg een groot aandachtspunt. Het projectplan dat in dat kader werd uitgewerkt, is breed opgevat en behandelt de kern van het kwaliteitszorgsysteem: een integrale visie, een kwaliteitszorgmodel en ten slotte een kwaliteitszorginstrument. Het kwaliteitszorgsysteem moet borg staan voor de controle, aansturing, bijsturing en optimalisatie van de processen.
Bert Hoogewijs Algemeen directeur
Frans Verheeke Voorzitter raad van bestuur
Inhoudstafel ORGANISATIE ...................................................................................................................................... 10 1
Overzicht....................................................................................................................................... 12
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Bestuursorganen ......................................................................................................................... 12 De raad van bestuur .......................................................................................................................12 Bestuurscollege ..............................................................................................................................13 De algemeen directeur ...................................................................................................................13 Faculteiten ......................................................................................................................................13 Andere organen ..............................................................................................................................13
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Faculteiten .................................................................................................................................... 16 Overzicht .........................................................................................................................................16 Faculteitsraden en decanen ...........................................................................................................17 Facultaire onderhandelingscomités ................................................................................................17 Vakgroepen.....................................................................................................................................17 Opleidingscommissies ....................................................................................................................17
4
Centrum voor Ondernemen ........................................................................................................ 18
5
Studentenraad .............................................................................................................................. 18
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Centrale administratie ................................................................................................................. 18 Directie Onderwijs ...........................................................................................................................18 Directie Onderzoek .........................................................................................................................19 Directie Personeel en Organisatie ..................................................................................................19 Directie Financiën en ICT ...............................................................................................................19 Directie Gebouwen en Facilitair Beheer .........................................................................................19 Dienst Communicatie ......................................................................................................................19 Dienst Interne Preventie, Milieu en Welzijn ....................................................................................20 Dienst Interne Audit ........................................................................................................................20
7
Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) .............................................................................. 20
8
Overlegcomité preventie en bescherming op het werk ........................................................... 20
9
Auditcomité .................................................................................................................................. 20
10
Communicatieambtenaar ............................................................................................................ 20
11
Behandelaar van externe klachten ............................................................................................ 21
12
Steunpunt Personeelszorg ......................................................................................................... 21
13
Lijst van protocolakkoorden....................................................................................................... 21
14
Strategisch Plan 2012-2017 ........................................................................................................ 21
ONDERWIJS ......................................................................................................................................... 22 1
Onderwijsbeleidslijnen en –doelen academiejaar 2011-2012 en 2012-2013 ......................... 24
2 2.1 2.2 2.3
Kwaliteitszorg............................................................................................................................... 24 Interne kwaliteitszorg ......................................................................................................................24 Externe kwaliteitszorg .....................................................................................................................24 Curriculumzorg................................................................................................................................26
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Opleidingsaanbod ....................................................................................................................... 30 Programmatie en afbouw ................................................................................................................30 Samenwerkingsverbanden .............................................................................................................31 Open onderwijs en afstandsonderwijs ............................................................................................32 Stages .............................................................................................................................................34 Gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands ..........................................................34
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Begeleidingsmaatregelen voor studenten ................................................................................ 34 Onderwijs- en examenregeling .......................................................................................................34 Trajectbegeleiding, studieadvies en –begeleiding en een inclusief diversiteitsbeleid ...................35 EVC .................................................................................................................................................37 Toelatingsonderzoek ......................................................................................................................37
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Internationalisering ..................................................................................................................... 37 Recente ontwikkelingen ..................................................................................................................37 Europese samenwerkingsprojecten................................................................................................40 Europees hulpprogramma Tempus IV ............................................................................................43 Regionale samenwerking ...............................................................................................................43 Ontwikkelingssamenwerking in het kader van VLIR-UOS Andere programma’s ...........................43 Andere programma’s ......................................................................................................................44
6 6.1 6.2 6.3 6.4
Bibliotheken ................................................................................................................................. 46 Herstructurering ..............................................................................................................................46 Collectie ..........................................................................................................................................46 Dienstverlening ...............................................................................................................................47 Informatievaardigheden ..................................................................................................................48
ONDERZOEK ........................................................................................................................................ 50 1 Het beleid betreffende het onderzoek: resultaten en vooruitzichten ..................................... 52 1.1 Het strategisch beleid, beoogde doelen en resultaten ...................................................................52 1.2 Beleidsdoelstellingen op korte termijn (1 à 2 jaar) en op middellange termijn (4 à 5 jaar)............58 2
Kwaliteitszorg door het hogeschoolbestuur ............................................................................ 59
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Financieringsbronnen ................................................................................................................. 59 Interne financieringsbronnen ..........................................................................................................60 Projecten op Vlaams niveau ...........................................................................................................61 Projecten op federaal niveau ..........................................................................................................61 Projecten op Europees niveau........................................................................................................61 Overzicht inkomsten onderzoeksprojecten .....................................................................................61 Inkomsten door de vermindering van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers ................................62 Totale onderzoeksbudget voor 2012 ..............................................................................................62
4 Personeelsbestand ...................................................................................................................... 63 4.1 Doctorandi.......................................................................................................................................65 5
Wetenschappelijke classificatie van de onderzoeksprojecten ............................................... 66
6
Wetenschappelijke output per faculteit ..................................................................................... 67
7
Federale wetenschappelijke samenwerking ............................................................................. 68
8
Internationalisering ..................................................................................................................... 69
9
Wetenschapscommunicatie ....................................................................................................... 69
PERSONEEL ........................................................................................................................................ 72 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Personeelsbestand ...................................................................................................................... 74 Personeelsbestand van 1 januari tot en met 31 december 2012 ...................................................74 Voltijds/deeltijds ..............................................................................................................................74 Man/vrouw ......................................................................................................................................74 Leeftijdsstructuur ............................................................................................................................74
2 2.1 2.2 2.3 2.4
Personeelsverloop ....................................................................................................................... 75 Vacatures ........................................................................................................................................75 Verlofstelsels...................................................................................................................................75 Ziekte ..............................................................................................................................................75 Uit dienst .........................................................................................................................................76
3 Personeelsbeleid en de effecten ervan ..................................................................................... 76 3.1 Deelname in de cbva Jobpunt Vlaanderen .....................................................................................76 3.2 Reorganisatie van vakgroepen en opleidingscommissies ..............................................................76 3.3 Bevorderingsprocedure 2012 .........................................................................................................77 3.4 Samenwerking met andere instellingen van het hoger onderwijs ..................................................78 3.5 Samenwerking met andere instanties ............................................................................................78 3.6 Vorming, training en opleiding ........................................................................................................78 3.7 Benoemingen onderwijzend personeel ..........................................................................................79 3.8 Benoemingen administratief en technisch personeel .....................................................................79 3.9 Vergoedingen en premies ...............................................................................................................80 3.10 Evaluaties .......................................................................................................................................81 3.11 Personeel bezoldigd op academiseringsmiddelen .........................................................................81 3.12 Personeel bezoldigd op middelen voor projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) ..........81 4
Onderhandelingen hogeschoolonderhandelingscomité ......................................................... 82
5
Ratioanalyse over de voorbije drie boekjaren .......................................................................... 82
6
Personeelskosten ........................................................................................................................ 82
7
Terminologie ................................................................................................................................ 82
DIENSTVERLENING ............................................................................................................................ 84 1
Beleidsdoelstellingen inzake dienstverlening .......................................................................... 86
2
Overzicht van de dienstverleningsprestaties 2012 .................................................................. 87
3 Besteding van middelen ............................................................................................................. 88 3.1 Inkomsten uit dienstverlening .........................................................................................................88 3.2 Besteding van middelen .................................................................................................................88 4
Het personeelsbestand in de dienstverlening, de deelname in spin-offbedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen ....................... 89
KUNSTEN ............................................................................................................................................. 90 1
Beoefening en ontwikkeling van de kunsten ............................................................................ 92
1.1 Beleid ..............................................................................................................................................92 1.2 Beleidsopties op korte en middellange termijn inzake ontwikkeling en beoefening van de kunsten ...........................................................................................................................................96 2
Kwaliteitszorg door het hogeschoolbestuur ............................................................................ 97
3
Financieringsbronnen ................................................................................................................. 97
4 Output ........................................................................................................................................... 97 4.1 Orkestproducties .............................................................................................................................98 4.2 Wintersounds / Springsounds .........................................................................................................98 4.3 Middagconcerten compositie ..........................................................................................................98 4.4 Jamsessies, Flat Nine vzw .............................................................................................................98 4.5 Docenten in concert ........................................................................................................................98 4.6 KIOSK .............................................................................................................................................98 4.7 Zwarte Zaal .....................................................................................................................................99 4.8 KASKcinema ...................................................................................................................................99 4.9 KASKlezingen .................................................................................................................................99 4.10 KEYNOTES ..................................................................................................................................100 4.11 MAP ..............................................................................................................................................100 4.12 Graduation 2012 ...........................................................................................................................100 5 5.1 5.2 5.2
Samenwerkingsverbanden ....................................................................................................... 101 Beleidsmatige samenwerkingsverbanden ....................................................................................101 Pedagogische samenwerkingsverbanden ....................................................................................101 Samenwerkingsverbanden binnen het artistieke veld ..................................................................102
FINANCIEEL BELEID ......................................................................................................................... 106 1
Commentaar op de jaarrekening .............................................................................................. 108
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Verantwoording van het financieel beheer ............................................................................. 108 Variantieanalyse resultatenrekening 2012 ...................................................................................108 Variantieanalyse balans 2012.......................................................................................................110 Ratio-analyse met commentaar ....................................................................................................112 Commentaar op het investerings- en financieringsbeleid ............................................................113 Evolutie van de thesauriepositie ...................................................................................................115 De financiële weerslag van belangrijke projecten ........................................................................116
3
Bijzondere gebeurtenissen na balansdatum .......................................................................... 116
SOCIALE VOORZIENINGEN ............................................................................................................ 118 1
Doelstellingen Sovoreg VZW .................................................................................................... 120
2
Samenwerkingsverbanden ....................................................................................................... 123
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Detail van de activiteiten ........................................................................................................... 123 Huisvesting ...................................................................................................................................123 Voedingssector .............................................................................................................................126 Adviesdiensten voor studentenhuisvesting en studentenmobiliteit ..............................................130 Steunverlening inzake studentenmobiliteit ...................................................................................130 Preventieve en curatieve medische diensten ...............................................................................131 Psychotherapeutische diensten ....................................................................................................131 Het verstrekken van sociale diensten ...........................................................................................132 Jobdienst.......................................................................................................................................133
3.9 Diensten en specifieke acties voor sociale begeleiding van buitenlandse studenten .................133 3.10 Organisatie van of steun aan initiatieven in de sector sport en cultuur ........................................133 3.11 Ondersteuning van studentenorganisaties die actief zijn op sociaal, academisch, sportief en cultureel gebied.............................................................................................................................135 3.12 Kinderopvang van kinderen van studenten ..................................................................................135 3.13 Diensten die de werkvelden 1° t.e.m. 12° administratief en logistiek ondersteunen ..................136 INFRASTRUCTUUR ........................................................................................................................... 138 1
Globale infrastructuuropties .................................................................................................... 140
2
Patrimoniumverschuivingen .................................................................................................... 140
3
Ruimtelijke planning .................................................................................................................. 141
4
Architecturale en technische studies ...................................................................................... 141
5
Bestemmingsbepalingen .......................................................................................................... 141
6
Gebruiksovereenkomsten......................................................................................................... 142
7
Uitbreidingen en geschiktmakingen ........................................................................................ 142
8
Studentenhuisvesting ............................................................................................................... 143
9
Didactische uitrustingen ........................................................................................................... 143
10
Facility management/facilitair beheer ..................................................................................... 143
11
Groot onderhoud / energiebesparing ...................................................................................... 144
12
Veiligheid .................................................................................................................................... 144
13
Raamcontracten ......................................................................................................................... 144
INTEGRALE KWALITEITSZORG ..................................................................................................... 146 1
Integrale kwaliteitszorg ............................................................................................................. 148
2
Interne preventie, milieu en welzijn ......................................................................................... 149
3
Veiligheid en gezondheid .......................................................................................................... 150
4
Milieu ........................................................................................................................................... 151
5 Personeelszorg .......................................................................................................................... 152 5.1 Het preventief gezondheidsbeleid ................................................................................................152 5.2 Het alcohol- en drugsbeleid ..........................................................................................................153 REPERTORIUM VAN ACRONIEMEN................................................................................................ 154
Jaarverslag HoGent
Organisatie
1
Overzicht De Hogeschool Gent is een van de 21 hogescholen in Vlaanderen en een van de 5 Vlaamse Autonome Hogescholen (VAH). Ze is in 1995 tot stand gekomen uit een fusie van dertien instellingen waarvan acht uit het Gemeenschapsonderwijs en vijf uit het Stedelijk Onderwijs (stad Gent). Op 24 september 2001 werd een tweede fusie doorgevoerd, namelijk met de provinciale Mercator Hogeschool, die in 1995 zelf ontstaan was uit de fusie van twee provinciale hogescholen. De Hogeschool Gent trad op 29 april 2003 toe tot de ‘Associatie Universiteit Gent’, een van de vijf Vlaamse associatieverbanden tussen universiteiten en hogescholen. De Hogeschool Gent is een multisectorale instelling. Zij verenigt in zich de meest uiteenlopende domeinen van hoger onderwijs, gaande van industriële wetenschappen over de verzorgende sector tot kunstenopleidingen. Voorheen bestond de Hogeschool Gent uit acht organisatorische entiteiten, faculteiten genoemd. Formeel corresponderen deze entiteiten met de decretaal bedoelde departementen. In dit jaarverslag wordt verder de benaming faculteit gebruikt. De Hogeschool Gent bestaat derhalve uit acht faculteiten en een reeks ondersteunende, uitvoerende of beleidsvoorbereidende diensten. Het bestuur wordt waargenomen door de raad van bestuur, de voorzitter van die raad, het bestuurscollege, de algemeen directeur, de faculteitsraden en de decanen. De hoofdzetel van de Hogeschool Gent is gevestigd op het volgende adres: Hogeschool Gent Kortrijksesteenweg 14 9000 Gent
2
Bestuursorganen De Hogeschool Gent is opgebouwd volgens een decretaal vastgelegde bevoegdheidsverdeling. Enerzijds berust de algemene leiding van de hogeschool bij de raad van bestuur, de voorzitter van die raad, het bestuurscollege en de algemeen directeur met zijn centrale administratie. Anderzijds nemen de decanen en de faculteitsraden de onderwijsorganisatie voor hun rekening.
2.1 De raad van bestuur De raad van bestuur staat in voor het strategische beleid. In 2012 kwam de raad van bestuur zeven keer samen en tekende deze onder andere het Strategisch Plan 2012-2017 uit, alsook de krachtlijnen van de personeelsformatie, het opleidingsaanbod et cetera. Hier wordt verder in dit jaarverslag dieper op ingegaan, onder het hoofdstuk waarop de beslissingen betrekking hebben. De raad van bestuur heeft, volgens artikel 262 van het hogescholendecreet (13 juli 1994), volgende bevoegdheden: 1
bepaalt zijn organiek reglement inclusief de procedure met betrekking tot de verkiezing van de leden en de opvolgers van de raad van bestuur, bedoeld in artikel 258, 1°, 2° en 3°;
2
bepaalt het reglement van de faculteitsraad, inclusief de procedure voor verkiezing van de leden van deze faculteitsraad;
3
bepaalt het bestuursreglement, het algemeen examenreglement en het tuchtreglement;
4
legt de algemene richtlijnen vast voor de organisatie en coördinatie van de taken van de hogeschool;
5
legt de meerjarenbegroting vast en past ze eventueel aan;
6
legt jaarlijks de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag van de hogeschool vast;
7
bepaalt de personeelsformatie;
8
benoemt het onderwijzend personeel en het leidinggevend administratief en technisch personeel en kent de ambtswijzigingen en bevorderingen van dit personeel toe;
9
stelt, na advies van de faculteitsraad van de betrokken faculteit, de decanen aan voor een hernieuwbare termijn van vier academiejaren en bepaalt onder welke voorwaarden de decanen de vergaderingen van de raad van bestuur kunnen bijwonen;
10
stelt de criteria vast voor de toekenning van de premies bedoeld in de artikelen 141 en 157 van dit decreet en kent deze premies toe op voorstel van de faculteitsraad voor het personeel toegewezen aan een faculteit of het bestuurscollege voor personeel dat niet aan een faculteit wordt toegewezen;
11
oefent rechtsvorderingen uit als eiser of verweerder;
12
kan leningen afsluiten;
13
oefent alle andere bij of krachtens een decreet toegekende bevoegdheden uit;
14
beslist over het fuseren van de hogescholen met andere hogescholen en over het overhevelen van bepaalde onderdelen van de hogeschool naar andere hogescholen [; de fusieovereenkomst kan de vertegenwoordiging van de inrichtende macht(en) bedoeld in artikel 254, tweede lid wijzigen;];
15
laat de sociale voorzieningen beheren door één of meer vzw's, zoals bedoeld in artikel 208 van dit decreet;
16
beslist over de toetreding tot en de bevoegdheidsoverdracht aan een associatie. Deze beslissingen worden in afwijking van artikel 264 genomen bij bijzondere meerderheid van twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen.
De raad is als volgt samengesteld:
negen vertegenwoordigers van de vorige inrichtende machten, te weten de stad Gent (2), het Gemeenschapsonderwijs (5) en de provincie Oost-Vlaanderen (2); drie vertegenwoordigers aangeduid door de SERV; acht verkozen personeelsleden; drie verkozen studenten.
Uit hoofde van hun functie nemen ook de algemeen directeur, de commissaris van de Vlaamse Regering en de secretaris van de raad van bestuur aan de vergaderingen deel.
2.2 Bestuurscollege Het bestuurscollege staat in voor het operationeel beleid. Het bereidt ook de dossiers voor de raad van bestuur voor, voert de beslissingen van de raad van bestuur uit en maakt deze bekend. Het bestuurscollege is daarnaast bevoegd voor alle materies van de hogeschool die niet aan de raad van bestuur, de algemeen directeur, de faculteitsraden of de decanen zijn opgedragen (restbevoegdheid). Het bestuurscollege bestaat uit vijf leden: de voorzitter van de raad van bestuur, de algemeen directeur en drie leden aangeduid door de raad van bestuur.
2.3 De algemeen directeur De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding. Hij wordt bijgestaan door de centrale administratie, die bestaat uit zes directies en drie diensten.
2.4 Faculteiten Elke faculteit wordt geleid door een faculteitsraad, die wordt voorgezeten door een decaan.
2.5 Andere organen Verschillende commissies geven beleidsondersteunende adviezen:
Auditcomité Bouwcommissie Kwaliteitsraad Onderwijsraad Onderzoeksraad
Naast deze officiële structuren bestaan er informele ad-hocwerkgroepen of overlegorganen. Zo vergadert de algemeen directeur regelmatig met de staf van zijn centrale administratie en met de decanen. Onder meer de dienst Communicatie, de dienst Internationalisering, de dienst Studentenaangelegenheden en de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning hebben werkgroepen met facultaire medewerkers.
Samenstelling raad van bestuur
Samenstelling bestuurscollege
Voorzitter
Voorzitter
Frans Verheeke
Frans Verheeke
Vertegenwoordigers vroegere inrichtende machten David Walgraeve (ondervoorzitter) Marie-Rose Bracke Rudy Coddens Jan De Maeyer Geert De Soete Peter Hertog Patrick Pype Peter Vandenabeele Alexander Vercamer Vertegenwoordigers SERV Marc Buysse Wim Geirnaerdt Mil Kooyman Vertegenwoordigers personeel Melanie Bytebier Danny De Baets Filip Debersaques Wivina De Keyser Wim De Temmerman Marie-Rose Pauwels Patrick Steelandt Hildegard Vermeiren Vertegenwoordigers studenten Joren Guillaume Koen Schurgers (vanaf 13 november 2012) Tamara Vandecatseye Ellen Vanhalewyn (tot 23 september 2012) Algemeen directeur Robert Hoogewijs Commissaris van de Vlaamse Regering Wim Leybaert Secretaris Marie Claire Lips
Leden Patrick Pype (ondervoorzitter) Marc Buysse Rudy Coddens Robert Hoogewijs Commissaris van de Vlaamse Regering Wim Leybaert Secretaris Marie Claire Lips
3
Faculteiten
3.1 Overzicht MENS EN WELZIJN Campus Schoonmeersen Voskenslaan 362 9000 Gent
BEDRIJF EN ORGANISATIE Campus Schoonmeersen Valentin Vaerwyckweg 1 9000 Gent
Campus Ledeganck K.L. Ledeganckstraat 8 9000 Gent
Campus Mercator Henleykaai 84 9000 Gent
Campus Vesalius Keramiekstraat 80 9000 Gent
Campus Aalst Arbeidstraat 14 9300 Aalst
NATUUR EN TECHNIEK Campus Schoonmeersen Valentin Vaerwyckweg 1 9000 Gent
SCHOOL OF ARTS Campus Bijloke J. Kluyskensstraat 2 9000 Gent
Campus Melle Brusselsesteenweg 161 9090 Melle Campus Aalst Arbeidstraat 14 9300 Aalst
Campus Hoogpoort Hoogpoort 64 9000 Gent
TOEGEPASTE INGENIEURSWETENSCHAPPEN Campus Schoonmeersen Valentin Vaerwyckweg 1 9000 Gent TOEGEPASTE BIO-INGENIEURSWETENSCHAPPEN Campus Schoonmeersen Valentin Vaerwyckweg 1 9000 Gent TOEGEPASTE TAALKUNDE Campus Mercator Groot-Brittanniëlaan 45 9000 Gent HANDELSWETENSCHAPPEN EN BESTUURSKUNDE Campus Mercator Henleykaai 84 9000 Gent
3.2 Faculteitsraden en decanen De faculteiten worden geleid door een faculteitsraad die wordt voorgezeten door de decaan (zie hieronder). De faculteitsraden (voor de samenstelling ervan verwijzen we naar de bijlagen) bestaan uit twaalf leden: zes verkozen personeelsleden, drie verkozen studenten en drie gecoöpteerde externen uit sociaaleconomische en culturele milieus die aansluiten bij de opdracht van de faculteit. Mens en Welzijn Maurice Walgraeve
Toegepaste Ingenieurswetenschappen Marc Vanhaelst
Natuur en Techniek Patrick Steelandt
Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen Geert Haesaert
Bedrijf en Organisatie Anita Bernard
Toegepaste Taalkunde Rita Godyns
School of Arts Wim De Temmerman
Handelswetenschappen en Bestuurskunde Frank Naert
3.3 Facultaire onderhandelingscomités Op elke faculteit werd een Facultair Onderhandelingscomité opgericht, een onderhandelingsorgaan tussen het personeel en de leiding van de faculteit. Voor de samenstelling van de facultaire onderhandelingscomités verwijzen we naar de bijlagen.
3.4 Vakgroepen De vakgroep is een organisatie-entiteit die onderwijzend personeel, wetenschappelijk personeel en in voorkomend geval administratief en technisch personeel binnen een of meer samenhangende vakgebieden verenigt in een capaciteitsgroep. Deze vakgroepen worden bestuurlijk aangestuurd door de vakgroepraad. Aan het hoofd van de vakgroep staat een vakgroepvoorzitter. De vakgroep is zowel op beleidsmatig, op inhoudelijk als op praktisch-organisatorisch vlak actief. Op decretaal vlak hebben de vakgroepen juridisch strikt genomen geen beslissingsbevoegdheid. De beslissingsbevoegdheden liggen op het niveau van de decaan of van de faculteitsraad en op het niveau van het bestuurscollege of de algemeen directeur. Niettemin wordt van de vakgroep verwacht een cruciale rol te spelen in het besluitvormingsproces op het vlak van onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening, en desgevallend de beoefening en de ontwikkeling van de kunsten. Voor een overzicht van de vakgroepen en de vakgroepvoorzitters verwijzen we naar de bijlagen.
3.5 Opleidingscommissies De opleidingscommissie is een facultaire organisatorische eenheid met adviserende bevoegdheid en staat in voor de inhoud en de organisatie van de opleiding(en). De opleidingscommissie is een samenwerkingsorgaan waarbij de leden samenwerken met als doel de aanwezigheid van voldoende kwaliteit van de opleiding(en) te garanderen en te bewaken. De opleidingscommissie is het externe aanspreekpunt met betrekking tot vragen betreffende de opleiding(en).
De opleidingscommissie is voor de opleiding(en) zowel op beleidsmatig als op inhoudelijk vlak actief. Op decretaal vlak hebben de opleidingscommissies juridisch strikt genomen geen beslissingsbevoegdheid. De beslissingsbevoegdheden liggen op het niveau van de faculteitsraad of de decaan en op het niveau van het bestuurscollege of de algemeen directeur. Niettemin wordt van de opleidingscommissie verwacht een cruciale rol te spelen in het besluitvormingsproces met betrekking tot de opleiding(en). Voor een overzicht van de opleidingscommissies en de opleidingsvoorzitters verwijzen we naar de bijlagen.
4
Centrum voor Ondernemen Het Centrum voor Ondernemen wil een brug slaan tussen de Hogeschool Gent en de (kandidaat-)ondernemers. Zo wordt enerzijds praktische ervaring aan de studenten aangeboden en wordt anderzijds de (kandidaat-)ondernemer ondersteund. Het centrum is, onder andere door verwerving van externe projectmiddelen, uitgegroeid tot een sterke entiteit met een groot intern en extern netwerk. Om de interfacultaire kruisbestuivingen nog beter te faciliteren en om het Centrum voor Ondernemen blijvend verankerd binnen de Hogeschool Gent als afzonderlijke entiteit.
5
Studentenraad De studentenparticipatie is in de Hogeschool Gent geconcretiseerd in de Hogeschool Gent Studentenraad (HGSR). Uit elk van de faculteiten heeft een student zitting in de HGSR. De HGSR beschikt ook over twee studentenmedewerkers. Naast haar eigen werking biedt de studentenraad ook onderdak aan alle studenten in de faculteitsraden, de opleidingscommissies, de participatiecommissies, de algemene vergadering van de studentenvoorzieningen en de leden van de raad van bestuur van de Hogeschool Gent. Voor de samenstelling van de studentenraad verwijzen we naar de bijlagen.
6
Centrale administratie Rond de centrale bestuursstructuur van de raad van bestuur, de voorzitter, het bestuurscollege en de algemeen directeur werd een centrale administratie uitgebouwd. De centrale administratie werd belast met drie kernopdrachten:
het beleid van de raad van bestuur en het bestuurscollege voorbereiden en ondersteunen, alsook uitvoering geven aan hun beslissingen; de administratieve verzameling en verwerking van gegevens en resultaten ten behoeve van de overheid en derden; de coördinatie van die taken en opdrachten die het meest efficiënt centraal uitgevoerd kunnen worden.
De centrale administratie bestaat uit de onderstaande directies en diensten. De directies zijn: Onderwijs, Onderzoek, Personeel en Organisatie, Financiën en ICT, Gebouwen en Facilitair Beheer. De diensten zijn: Communicatie, Interne Preventie, Milieu en Welzijn en Interne Audit. De algemeen directeur beschikt ook over zijn eigen secretariaat. Daarnaast heeft de Hogeschool Gent een communicatieambtenaar, een behandelaar van externe klachten en een steunpunt Personeelszorg met een vertrouwenspersoon.
6.1 Directie Onderwijs De directie Onderwijs staat in voor het beleid inzake onderwijs en onderwijsprocessen. De directie heeft een coördinerende, sturende en ondersteunende beleidstaak en is actief op het vlak van kwaliteitszorg, in-, door- en uitstroom van studenten, initiatieven en projecten rond diversiteit, internationalisering, onderwijsvernieuwing en onderwijsprofessionalisering.
6.2 Directie Onderzoek De directie Onderzoek fungeert als centraal platform tussen onderzoekers en het bestuur van de hogeschool. Zij staat in voor de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -monitoring inzake onderzoek, dienstverlening en valorisatie. Daarnaast ondersteunt de directie Onderzoek de onderzoekers in alle facetten van het onderzoeksgebeuren. Zij zoekt opportuniteiten voor onderzoeksgroepen, helpt mee om de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren en zorgt mee voor de outreach van onderzoeksrealisaties vanuit de Hogeschool Gent naar de zich omringende maatschappij door het faciliteren van gecoördineerde valorisatie, dienstverlening en wetenschapscommunicatie.
6.3 Directie Personeel en Organisatie De directie Personeel en Organisatie staat in voor het personeelsbeleid, de organisatiestructuur van de Hogeschool Gent, de personeelsstatuten en de personeelsadministratie. De taak van de directie Personeel en Organisatie is personeelsleden met expertise en creativiteit aan te trekken en te behouden en daarbij steeds een evenwicht te zoeken tussen de behoeften van medewerkers en de doelstellingen van de hogeschool.
6.4 Directie Financiën en ICT Op 20 januari 2012 werden de directie ICT en de directie Financiën samengevoegd tot een directie Financiën en ICT. Deze directie is opgedeeld in een dienst Financiën en een dienst ICT. Deze herschikking sluit aan bij het streven naar het zo rationeel mogelijk inzetten van de personele middelen en een slankere centrale administratie voor de toekomst. De dienst Financiën verzamelt, controleert en organiseert interne en externe financiële informatie over de instelling. Zij stelt de begroting en de jaarrekening van de hogeschool op. De dienst ICT staat in voor het globale informaticabeleid en -beheer van de hogeschool met betrekking tot de administratieve automatisering; de uitbouw en het onderhoud van het computernetwerk en het intranet; de realisatie van concrete informatiseringprojecten; de ondersteuning van de faculteiten en centrale diensten op het vlak van informatica; de installatie en exploitatie van de pc-parken van bepaalde faculteiten en de coördinatie van specifieke projecten.
6.5 Directie Gebouwen en Facilitair Beheer De directie Gebouwen en Facilitair Beheer staat in voor het beleid dat de globale infrastructuuropties vertolkt. Zij werkt de infrastructuurplanning projectmatig uit en verzorgt de realisatie van nieuwe projecten. Daartoe is er permanent contact en projectbegeleiding met studiebureaus en personeel. Daarnaast organiseert zij ook wettelijke controles, afvalbeheer en rationeel energieverbruik en verzorgt zij onderhoud en herstelling van de infrastructuur waarover de Hogeschool Gent beschikt.
6.6 Dienst Communicatie Op 20 januari 2012 werd de naam van de dienst Communicatie en Cultuur gewijzigd in dienst Communicatie. De reorganisatie van de faculteiten en de oprichting van de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium heeft tot een herdefiniëring en herpositionering van de inhoudelijke culturele werking van de HoGent geleid. Er was enige overlapping tussen de dienst Communicatie en Cultuur en de school of arts. Daarom werd beslist om de inhoudelijke culturele werking te laten uitgaan van de school of arts, die als cultuurproducent daarvoor het best geschikt is. De dienst Communicatie is verantwoordelijk voor interne communicatie, externe communicatie en alumniwerking van de Hogeschool Gent. De dienst fungeert als coördinerend orgaan voor de communicatie van de verschillende diensten, directies, faculteiten en de Hogeschool Gent als geheel.
6.7 Dienst Interne Preventie, Milieu en Welzijn De dienst Interne Preventie, Milieu en Welzijn ondersteunt in eerste instantie het hogeschoolbestuur, de leidinggevenden en alle personeelsleden bij de uitbouw van een preventiebeleid en de ontwikkeling van een milieuzorgsysteem. De dienst formuleert voorstellen en geeft preventief advies in samenwerking met de externe preventiedienst, de veiligheidscoördinator en externe deskundigen. De implementering van welzijn is gebaseerd op het dynamisch risicobeheerssysteem. Aan de hand van risicoanalyses en –evaluaties worden nieuwe risico’s opgenomen in een globaal preventieplan. In het jaarlijkse actieplan wordt aandacht besteed aan alle domeinen van de welzijnswetgeving: veiligheid, gezondheid, hygiëne, ergonomie en psychosociale aspecten.
6.8 Dienst Interne Audit De dienst Interne Audit helpt de doelstellingen van de HoGent te realiseren door het internecontrolesysteem, het risicomanagement en het governanceproces op een deskundige, objectieve en onafhankelijke manier te evalueren en te verbeteren. De dienst levert toegevoegde waarde voor de HoGent via zowel zekerheidsverstrekkende als raadgevende diensten. Het diensthoofd Interne Audit vervult ook de functie van behandelaar van externe klachten en van consulent informatieveiligheid. De consulent informatieveiligheid heeft als opdracht het bewaken van een globaal en éénduidig veiligheidsbeleid. Hij werd in maart 2012 aangesteld ingevolge de Wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en overeenkomstig artikel 10 Wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister.
7
Hogeschoolonderhandelingscomité (HOC) Voor de samenstelling van het HOC verwijzen we naar de bijlagen.
8
Overlegcomité preventie en bescherming op het werk Het overlegcomité voor preventie en bescherming op het werk, samengesteld uit afgevaardigden van het personeel en het bestuur, draagt actief bij tot het welzijnsbeleid. Maandelijks worden er tijdens overlegmomenten concrete adviezen geformuleerd bij de algemene beleidsinstrumenten die een impact hebben op het welzijn van personeel en studenten. Het overlegcomité wordt ook over milieuaspecten geïnformeerd. Voor de samenstelling van het Overlegcomité Preventie en Bescherming op het Werk verwijzen we naar de bijlagen.
9
Auditcomité De opdracht van het auditcomité bestaat er onder meer in de bestuursorganen bij te staan in hun toezichtfunctie op de volgende processen:
de interne controle en interne audit; de externe audit, de financiële en de operationele rapportering; de naleving van externe en interne wet- en regelgeving; het deugdelijk bestuur.
Voor de samenstelling van het auditcomité verwijzen we naar de bijlagen.
10 Communicatieambtenaar Ingevolge het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur is de hogeschool verplicht aan ieder natuurlijk persoon, rechtspersoon of groepering ervan die erom verzoekt, de gewenste bestuursdocumenten openbaar te maken door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen. Verder kan in geval een bestuursdocument onjuiste of onvolledige
informatie bevat, de hogeschool deze informatie verbeteren of aanvullen op voorwaarde dat de aanvrager de nodige bewijsstukken kan voorleggen. In 2012 werden twee aanvragen tot openbaarmaking ontvangen, waarvan één volledig en één gedeeltelijk werd ingewilligd.
11 Behandelaar van externe klachten In toepassing van het decreet houdende toekenning van een klachtrecht ten aanzien van bestuursinstellingen (‘klachtendecreet’), heeft het bestuurscollege van de Hogeschool Gent in 2006 een behandelaar van externe klachten aangesteld. Deze functie wordt uitgeoefend door het diensthoofd Interne Audit. Conform de bepalingen van het decreet bracht de klachtenbehandelaar van externe klachten verslag uit aan de Vlaamse Ombudsman.
12 Steunpunt Personeelszorg Het steunpunt Personeelszorg situeert zich in het organigram in het bestuurssecretariaat en onder leiding van de algemeen directeur. Er is een wisselwerking met faculteiten en directies. Het steunpunt biedt sociale dienstverlening aan, bestaande uit advies en ondersteuning aan alle personeelsleden bij psychosociale, administratieve, financiële en persoonlijke problemen. Het steunpunt Personeelszorg fungeert als vertrouwenspersoon, aangesteld in het kader van de welzijnswet betreffende de voorkoming van psychosociale belasting op het werk waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag. Het steunpunt Personeelszorg verstrekt concrete adviezen voor een proactief welzijnsbeleid (onder andere preventief gezondheidsbeleid, …) en heeft een signaalfunctie ten opzichte van het bestuur.
13 Lijst van protocolakkoorden Voor een overzicht van de protocolakkoorden verwijzen we naar de bijlagen.
14 Strategisch Plan 2012-2017 Op 24 oktober 2012 keurde de raad van bestuur van de HoGent het Strategisch Plan 2012-2017 goed. Het plan beschrijft de strategische positie die de HoGent in het hogeronderwijslandschap en de maatschappij wil innemen en de strategische en operationele doelen die de HoGent wil bereiken in de periode 2012-2017. Het weerspiegelt als dusdanig hoe de HoGent binnen het gespecificeerde tijdskader door middel van een geoptimaliseerde en doelmatige besteding van de beschikbare middelen de vooropgestelde strategische en operationele doelen wil realiseren. De tekst is opgebouwd als een breed strategisch raamwerk. De strategische keuzes bakenen hierbij het strategisch speelveld van de organisatie af zonder reeds dieper in te gaan op de operationalisering van de ingebedde strategische keuzes. Door de leane formulering krijgen administratie, faculteiten, vakgroepen en opleidingscommissies ruimte om zelf doelmatig en doeltreffend te plannen en te timen in een sfeer van vertrouwen en acceptatie. De inhoud van het Strategisch Plan 2012-2017 omvat de hele werking van de Hogeschool Gent en de implicaties ervan vinden derhalve hun weerklank in de verschillende hoofdstukken van dit jaarverslag.
Jaarverslag HoGent
Onderwijs
1
Onderwijsbeleidslijnen en –doelen academiejaar 2011-2012 en 2012-2013 Tot en met het academiejaar 2010-2011 werden verschillende studentgebonden materies en administratieve aangelegenheden in verband met onderwijs (onderwijs- en examenregeling, studiebegeleiding, aanmoedigingsfonds, elektronische leeromgeving, internationalisering, …) in allerlei uiteenlopende werkgroepen besproken. Hierbij werd soms zonder een bestuurlijke beslissing overgegaan tot implementatie van de afspraken. Het was aangewezen om voor bovengenoemde aspecten inzake onderwijs tot een meer structurele wijze van beslissing en implementatie te komen. De bestaande Onderwijskwaliteitsraad leende zich hier minder toe, aangezien deze specifiek focuste op de processen die de instelling opzet om haar kerntaken onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening kwaliteitsvol te realiseren. Een onderwijsraad biedt de mogelijkheid om versplintering tegen te gaan, onderwijsaangelegenheden te bundelen en zodoende de transparantie en dieptewerking te borgen. De Onderwijsraad heeft een beleidsvoorbereidende, beleidsondersteunende en coördinerende opdracht. De Onderwijsraad functioneert als denktank, overlegplatform en adviesorgaan van het bestuur voor allerlei studentengebonden materies en administratieve aangelegenheden in verband met het onderwijs, zoals de onderwijs- en examenregeling, academische kalender, studentenadministratie, instroom, doorstroom en uitstroom, aanmoedigingsfonds, leeromgeving en internationalisering. Dossiers die op korte termijn uitgewerkt werden, hadden betrekking op plagiaatpreventie, -detectie en -beleid, bibliotheekbeleid (databanken, schenkingen), studentenmobiliteit en verdeling van mobiliteitsgelden. In het kader van het nieuwe accreditatiestelsel werden inhoudelijke en praktische voorbereidingen getroffen. Een actualisering van de visie op onderwijs bleek aangewezen. De directie Onderwijs nam initiatief ter zake en coördineerde een hogeschoolbreed overleg om tot een geactualiseerde onderwijsvisie te komen. Bij het overleg werden alle faculteiten en talrijke leden van het onderwijzend personeel betrokken. De geactualiseerde onderwijsvisie beslaat drie speerpunten: authenticiteit, onderzoek en internationalisering. De integratie van de academische opleidingen in de universiteit, de departementale organisatie in faculteiten en de recente ontwikkelingen inzake HBO5 maken een verdere actualisering van de strategische doelstellingen en beleidslijnen 2008-2013 noodzakelijk.
2
Kwaliteitszorg
2.1 Interne kwaliteitszorg Het academiejaar 2011-2012 werd gekenmerkt door de vormgeving van een systeem van integrale kwaliteitszorg. Dit in navolging van de reorganisatie van de Hogeschool Gent van dertien departementen in acht faculteiten. Middels deze reorganisatie streeft de Hogeschool Gent naar de implementatie van een veralgemeend systeem van integrale kwaliteitszorg, dat borg staat voor de controle, aansturing, bijsturing en optimalisatie van de processen. Voor meer informatie over dit projectplan verwijzen we naar het hoofdstuk ‘Integrale kwaliteitszorg’ van dit jaarverslag.
2.2 Externe kwaliteitszorg Voor de externe kwaliteitszorg wordt het tijdspad van de visitaties van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) gevolgd. In het academiejaar 2011-2012 werd door geen enkele opleiding een zelfevaluatierapport ingediend. De reden hiervoor is het einde van de lopende visitatiegolf 2005-2013. Het academiejaar 2011-2012 werd hoofdzakelijk gekenmerkt door een reeks visitaties en accreditaties. Het academiejaar 2012-2013 betekent de start van de nieuwe visitatiegolf 2013-2021. Vanaf dat ogenblik zullen de opleidingen opnieuw zelfevaluatierapporten indienen. De volgende opleidingen ontvingen in het academiejaar 2011-2012 een visitatiecommissie:
de professioneel gerichte bacheloropleiding in het sociaal werk (7-9 november 2011); de bachelor-na-bacheloropleiding in het buitengewoon onderwijs (14-15 december 2012);
de bachelor-na-bacheloropleiding in de intensieve zorg en de spoedgevallenzorg (15-16 februari 2012); de bachelor-na-bacheloropleiding in het zorgmanagement (15-16 februari 2012); de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding in de handelswetenschappen (15-17 februari 2012); de specifieke lerarenopleiding (7-10 maart 2012).
Ter voorbereiding van de komst van een visitatiecommissie wordt steeds een kritische reflectie georganiseerd. Gedurende een half dagdeel overlopen de collega’s van de opleiding samen met de kwaliteitszorgmedewerkers, onderwijskundigen en het werkveld alle aspecten die tijdens een visitatie aan bod komen. De volgende opleidingen ontvingen in het academiejaar 2011-2012 hun visitatierapport:
de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding in de muziek (8 december 2011); de master-na-masteropleiding solist: hedendaagse muziek (8 december 2011); de academisch gerichte bacheloropleiding in de toegepaste taalkunde en de masteropleiding in de meertalige communicatie, de masteropleiding in het tolken en de masteropleiding in het vertalen (27 maart 2012); de academisch gerichte bacheloropleiding in de industriële wetenschappen: bouwkunde, de masteropleiding in de industriële wetenschappen: bouwkunde, de masteropleiding in de industriële wetenschappen: landmeten (27 maart 2012); de professioneel gerichte bacheloropleiding in het bedrijfsmanagement (11 september 2012); de bachelor-na-bacheloropleiding in het internationaal bedrijfsmanagement (11 september 2012); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de ergotherapie (11 september 2012).
Voor de volgende opleidingen werd in het academiejaar 2011-2012 een accreditatieaanvraag ingediend bij de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie):
de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding in de bestuurskunde en het publiek management (25 oktober 2011); de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding in de muziek (4 februari 2012); de master-na-masteropleiding solist: hedendaagse muziek (4 februari 2012); de academisch gerichte bacheloropleiding in de toegepaste taalkunde en de masteropleiding in de meertalige communicatie, de masteropleiding in het tolken en de masteropleiding in het vertalen (25 mei 2012); de academisch gerichte bacheloropleiding in de industriële wetenschappen: bouwkunde, de masteropleiding in de industriële wetenschappen: bouwkunde, de masteropleiding in de industriële wetenschappen: landmeten (25 mei 2012).
Voor de volgende opleidingen werd in het academiejaar 2011-2012 een positief accreditatiebesluit van de NVAO verkregen:
de professioneel gerichte bacheloropleiding in de toegepaste informatica (18 oktober 2011); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de landschaps- en tuinarchitectuur (21 november 2011); de bachelor-na-bacheloropleiding in de landschapsontwikkeling (21 november 2011); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de interieurvormgeving (23 november 2011); de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding in de beeldende kunsten, inclusief de Engelstalige master Fine Arts (17 januari 2012); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de modetechnologie (25 januari 2012); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de orthopedagogie (26 januari 2012); de academisch gerichte bacheloropleiding in de industriële wetenschappen: chemie, de masteropleiding in de industriële wetenschappen: chemie, de masteropleiding in de industriële wetenschappen: biochemie (1 februari 2012); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de agro- en biotechnologie (9 februari 2012); de professioneel gerichte bacheloropleiding in de houttechnologie (14 februari 2012); de academisch gerichte bacheloropleiding en de masteropleiding in de muziek (21 juni 2012); de master-na-masteropleiding solist: hedendaagse muziek (21 juni 2012).
2.3 Curriculumzorg 2.3.1 Studietijdonderzoek en studentenbevragingen Op basis van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap organiseren de hogescholen op geregelde basis studietijdmetingen. Het instrument studietijdmetingen geeft inzicht in de totale studietijd van de studenten en de studietijd per opleidingsonderdeel. Vanaf het academiejaar 2011-2012 worden binnen de Hogeschool Gent drie verschillende methoden voor studietijdmeten aangeboden: het paarsgewijs vergelijken, het tijdschrijven en focusgroepen. Elke methode kan, afhankelijk van de context, op zich worden gebruikt om de studietijd van studenten in kaart te brengen en te analyseren. Een combinatie van de verschillende methodes is ook mogelijk. Het gecombineerd gebruik geeft een dieper inzicht in de studietijd. Naast de studietijdmetingen geven ook de studentenbevragingen een dieper en causaal inzicht in de verhouding tussen de begrote en de reële studietijd van studenten. De bevraagde dimensies over de opleidingsdoelstellingen, de geboden ondersteuning aan studenten, de onderwijs- en examenorganisatie, de inspraak van studenten, de elektronische leeromgeving en de infrastructuur zorgen voor dat dieper en causaal inzicht. Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd voor het eerst gewerkt aan de hand van nieuwe, gedetailleerdere vragenlijsten om studenten te bevragen over de opleiding en de opleidingsonderdelen. Voor de opleidingsonderdelen werd voor het eerst gewerkt op basis van vragenlijsten voor de verschillende frequent gehanteerde onderwijsvormen: (a) hoorcollege, (b) werkcollege, (c) projectwerk, (d) stage, en (d) bachelorproef/masterproef/eindwerk/scriptie. Voor de opleiding werd gewerkt op basis van specifieke vragenlijsten uitgewerkt voor twee subpopulaties: (a) instromers en (b) uitstromers. Bij de instromers ligt de focus op het onthaal en de informatieverstrekking door de opleiding, alsook op het beslissingsproces en de motivatie van de studenten. De focus van de vragenlijst voor de uitstromers ligt op de kwaliteit van de opleiding. De resultaten van de studentenbevragingen over het lopende academiejaar zijn pas tijdens het volgende academiejaar beschikbaar. De geaggregeerde analyse middels ‘Studenten aan het woord’ wordt pas in de loop van het daarop volgend academiejaar door het bestuurscollege besproken en behandeld. Op 6 juli 2012 nam het bestuurscollege kennis van de resultaten van de studentenbevragingen van het academiejaar 2010-2011. De globale conclusie luidt als volgt: De studenten van de Hogeschool Gent … … zijn tevreden over hun opleiding, faculteit en de centrale dienstverlening; … zijn tevreden over de elektronische leeromgeving; … zijn tevreden over de facultaire bibliotheken en de e-bibmogelijkheden; … hebben onvoldoende contact met internationale studenten en docenten; … vragen een betere beschikbaarheid van het draadloos netwerk; … vragen een grotere beschikbaarheid van computers. 2.3.2 Programmawijzigingen De faculteiten Mens en Welzijn, Natuur en Techniek en Bedrijf en Organisatie, de School of Arts en de geassocieerde faculteiten Toegepaste Ingenieurswetenschappen, Toegepaste BioIngenieurswetenschappen, Toegepaste Taalkunde en Handelswetenschappen en Bestuurskunde voerden wijzigingen door in hun opleidingsprogramma’s, om onder andere volgende redenen:
adviezen van de opleidingscommissie; aanbevelingen van de visitatiecommissie; suggesties vanuit het werkveld of de bedrijfswereld; aanpassen van de opleidingsprogramma’s aan de visie op onderwijs; naamswijzigingen van opleidingsonderdelen ter verduidelijking van de inhoud; herschikken van de indeling van opleidingsonderdelen in semesters in functie van de volgtijdelijkheid, om de studielast van studenten gelijkmatiger te verdelen over twee semesters of om de taakbelasting van de individuele lesgevers gelijkmatiger te spreiden; aanpassen van het type uren (hoorcollege, werkcollege, begeleid zelfstandig leren en externe leeractiviteiten en zelfstudie) of van het aantal contacturen;
organiseren van opleidingsonderdelen op jaarbasis in plaats van per semester teneinde studenten meer groeikansen naar de vooropgestelde eindcompetenties te bieden; creëren van deelopleidingsonderdelen ten voordele van individuele coaching van studenten; ontclusteren van opleidingsonderdelen omdat de inhoud ervan onderling te verschillend is; aanbieden van nieuwe opleidingsonderdelen om de opleiding te verdiepen of te verbreden; aanpassen van de lijsten van keuzeopleidingsonderdelen teneinde aan te sluiten bij noden van het werkveld en een veranderde instroom; aanpassen van studiepunten teneinde deze in overeenstemming te brengen met de reële studielast; aanbieden van Engelstalige opleidingsonderdelen met het oog op het verwerven van internationale ervaring en het aantrekken van buitenlandse studenten; aanpassen van schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s en studieomvangverminderingsprogramma’s als gevolg van wijzigingen in de bachelorprogramma’s; corrigeren van materiële vergissingen.
2.3.3 Onderwijsontwikkeling en –vernieuwing Onderwijsontwikkeling en –vernieuwing is het streven naar een leeromgeving waarbinnen studenten zichzelf optimaal kunnen ontwikkelen. Visie op onderwijs In 2011 werd een nieuwe visie op onderwijs geformuleerd, die in 2012 aangevuld en geïntegreerd werd in het Strategisch Plan 2012-2017. Dit plan vormde het vertrekpunt en kader van verschillende activiteiten op het vlak van onderwijsontwikkeling en -vernieuwing. De visie op onderwijs legt de focus op de ontwikkeling van een kwalitatieve en stimulerende leeromgeving met een authentiek en contextrijk karakter, de (ondernemende) gerichtheid op het beroepenveld, de inbedding van onderzoek in het curriculum en de internationale dimensie van de opleidingen. Van docenten wordt verwacht dat ze als team samenwerken en studenten begeleiden, zodat die worden gestimuleerd om als managers van het eigen leerproces op te treden. Hierbij spelen actief leren, talentontwikkeling, aangepaste begeleiding, onderwijstechnologie en de opvolging van de studievoortgang een belangrijke rol. Curriculumscreening Rekening houdende met de visie op onderwijs en in uitvoering van het project ‘Naar direct inzetbare afgestudeerden met internationale ervaringen via een systematische screening van het curriculum uit de strategische doelstellingen en beleidslijnen voor de periode 2008–2013’ werd in september 2011 het curriculumscreeningsinstrument organisatiebreed geïmplementeerd. Voorafgaand aan de implementatie werd een pilot georganiseerd met de professioneel gerichte bacheloropleiding in de chemie (faculteit Natuur en Techniek). Tijdens het academiejaar 2011-2012 werden de curricula van onderstaande opleidingen gescreend. Faculteit Bedrijf en Organisatie de professioneel gerichte bacheloropleiding in het office management (campussen Aalst en Gent) de bachelor-na-bacheloropleiding in het internationaal bedrijfsmanagement de professioneel gerichte bacheloropleiding in de toegepaste informatica Faculteit Mens en Welzijn de professioneel gerichte bacheloropleiding in de voedings- en dieetkunde de professioneel gerichte bacheloropleiding in de ergotherapie de professioneel gerichte bacheloropleiding in de orthopedagogie de professioneel gerichte bacheloropleiding leraar: lager onderwijs de professioneel gerichte bacheloropleiding leraar: kleuteronderwijs de professioneel gerichte bacheloropleiding leraar: secundair onderwijs Faculteit Natuur en Techniek de professioneel gerichte bacheloropleiding in de houttechnologie de professioneel gerichte bacheloropleiding in de agro- en biotechnologie de professioneel gerichte bacheloropleiding in het vastgoed Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd vanuit de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning op opleidingsniveau op reflectieve wijze toelichting gegeven bij de resultaten van het curriculumscreeningsinstrument. Dit verliep in samenwerking met de facultaire diensten Integrale Kwali-
teitszorg en Onderwijsontwikkeling. Op het einde van het academiejaar 2011-2012 werd aan de medewerkers van de facultaire diensten Integrale Kwaliteitszorg en Onderwijsontwikkeling een opleiding gegeven om vanaf het academiejaar 2012-2013 zelf te kunnen rapporteren over de resultaten naar de opleidingen. De dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning blijft daarbij een adviserende/ondersteunende opdracht opnemen. Kritische reflecties Als voorbereiding op externe onderwijsvisitaties organiseert de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning kritische reflecties met de betrokken opleidingen (cf. Kwaliteitszorg). Het instrument van de kritische reflecties wordt los van de externe onderwijsvisitaties ook in een ruimer verband ingezet (bijvoorbeeld om de resultaten van de studentenbevragingen, de studietijdmetingen en/of het curriculumscreeningsinstrument te analyseren) en hebben tot doel de opleidingsteams tot een diepere onderwijskundige reflectie aan te zetten en de wenselijkheid tot curriculumaanpassingen te onderzoeken. Aanmoedigingsfonds Ook het Aanmoedigingsfonds vormde alweer een belangrijke hefboom om aan onderwijsontwikkeling en vernieuwing te doen. Tijdens het academiejaar 2011-2012 ontplooide de Hogeschool Gent in dat kader acties die:
het hoger onderwijs toegankelijk maken voor mensen die om diverse redenen niet kunnen deelnemen aan het contactonderwijs middels verdere ontwikkeling van opleidingen in afstandsonderwijs (cf. hoofdstuk open onderwijs en afstandsonderwijs); het hoger onderwijs toegankelijk maken voor mensen die om diverse redenen buiten de klassieke trajecten willen studeren middels de ontwikkeling van opleidingen via werkplekleren (cf. Open onderwijs en afstandsonderwijs); de instromende studenten in een gunstige startpositie brengen middels de optimalisatie van studie(keuze)begeleiding (cf. Begeleidingsmaatregelen voor studenten).
Deze projecten genereerden tevens positieve effecten voor het reguliere onderwijs. Ondersteuning en coaching van docenten Successen boeken op het vlak van onderwijsvernieuwing veronderstelt specifieke kennis, vaardigheden, inzichten en inspanningen van de docenten. Een kritische succesfactor daarbij is een gemotiveerd, goed geïnformeerd en samenwerkend team. Om dit te bewerkstelligen, werden tijdens het academiejaar 20112012 verschillende (vormings)initiatieven gelanceerd. De seminaries onderwijskunde in associatieverband vormen hierbij een belangrijke pijler (cf. Onderwijsprofessionalisering). Bijkomend werden nog talrijke andere acties ontplooid om bij te dragen tot de beoogde kennisdeling, kennisverspreiding en samenwerking en dit zowel op opleidings-, faculteits- als instellingsniveau: infolunches of informatiesessies over een specifiek thema (presentatievaardigheden, conflicthantering, ...), gesprekken met externe ervaringsdeskundigen/experten, onthaaldagen voor nieuwe medewerkers en/of het uitbouwen van peter- en meterschappen voor nieuwe docenten (startersbegeleiding), coaching op maat (loopbaanbegeleiding), gerichte teambuildingmomenten, delen van praktijkervaringen of good practices, projecten ter stimulering van interdisciplinaire samenwerking tussen opleidingen, workshops (bijvoorbeeld over de mogelijkheden van peer assessment door studenten), online cursussen, documentatie, oefencahiers en richtlijnen voor docenten, … Ondernemingszin, authenticiteit en internationalisering In navolging van de visie op onderwijs oriënteerden de HoGent-opleidingen zich tijdens het academiejaar 2011-2012 nog meer op de kernbegrippen ondernemingszin, authenticiteit en internationalisering. In het kader van de oriëntatie op het beroepenveld (waarnaar hun studenten uitstromen) gingen opleidingen steeds meer samenwerkingsvormen aan met externe organisaties en kregen studenten in toenemende mate de opdracht om taken uit te voeren voor externe opdrachtgevers. Ook met betrekking tot ondernemerschap werden diverse extra inspanningen geleverd. Dit komt onder meer tot uiting in de groeiende belangstelling voor het opzetten van Small Business Projects (SBP) en leerondernemingen, respectievelijk in samenwerking met de vzw Vlaamse Jonge Ondernemingen (Vlajo) en UNIZO, de samenwerking met het eigen Centrum voor Ondernemen (CVO), de organisatie van Office Management days, het uitwerken van managementcases, … Ten slotte maakten de opleidingen actief werk van de structurele verankering van internationale en interculturele competenties in hun curriculum. Een voorbeeld hiervan is het
internationaal paspoort. Dit alles ter versterking van het ondernemende vermogen en de internationale oriëntatie van de studenten. Studentenbegeleiding en -coaching De Hogeschool Gent streeft ernaar haar studenten aan te leren om de verantwoordelijkheid voor het eigen leerproces in handen te nemen. Dit veronderstelt een gepaste aandacht voor studentenbegeleiding en -coaching. Introspectie, zelfreflectie, zelfontwikkeling worden begeleid, opgevolgd en gestimuleerd middels competentie- en talentmanagement, met een sterke focus op de ontwikkeling van attitudes en vaardigheden. Daarbij zijn de Schaal voor Attitude Meting (SAM) en de peer-assessmentmodule in het digitaal leerplatform belangrijke instrumenten. Samenhang didactische componenten Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd bijzondere aandacht besteed aan het optimaliseren van de samenhang tussen de afzonderlijke elementen uit de didactische cyclus. In dit kader werd met verhoogde inzet werk gemaakt van instrumenten die de samenhang tussen doelstellingen, leerinhouden, didactische werkvormen, leermiddelen en evaluatievormen bevorderen. Er werd ingezet op de introductie van nieuwe didactische werkvormen en evaluatievormen (portfolio), het monitoren van de kwaliteit van het toetsen en examineren (toetsmatrijzen), het inzetten van multimedia (video-opnames) en het gebruik van onderwijstechnologie. Steeds meer opleidingen integreren het projectmatig en/of interdisciplinair werken in hun onderwijsgebeuren. Dit is een belangrijk element in de visie op onderwijs van de Hogeschool Gent en t.a.v. het streven naar een echte competentiegerichte onderwijsaanpak. De komende academiejaren zal hier verder worden op ingezet. De hefboom om dit te realiseren is het proces van curriculumontwikkeling en -hervorming, dat van nabij wordt ondersteund door de facultaire diensten Integrale Kwaliteitszorg en Onderwijsontwikkeling en de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning. 2.3.4 Onderwijsprofessionalisering Tijdens het academiejaar 2011-2012 organiseerde de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning, in navolging van de vorige academiejaren, een reeks onderwijskundige seminaries. Binnen de vijfdelige reeks werd ‘Kijk eens over het muurtje’, met evaluatie als onderwerp, gehandhaafd als het seminarie met een uitgesproken netwerkfunctie. Tijdens de overige vier seminaries werden de volgende onderwerpen behandeld.
Universal design for learning Keynote speakers: Katrien De Munck (coördinator van het Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs) en prof. dr. Piet Van Avermaet (directeur van het Steunpunt Diversiteit & Leren van de Universiteit Gent) Toetsen in een evoluerende praktijk Keynote speaker: Luc Van de Poele (afdelingshoofd Onderwijskwaliteitszorg van de Universiteit Gent) Leren in en met het werkveld Keynote speaker: Bernd Carette (doctoraatsstudent aan de vakgroep Personeelsbeleid, Arbeids- en Organisatiepsychologie van de Universiteit Gent) Ondernemend leren Keynote speakers: Steve Stevens (stafmedewerker van het Centrum voor ondernemen van de Hogeschool Gent), prof. dr. Johan Delrue (docent aan de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde van de Hogeschool Gent) en prof. dr. Koen De Bosschere (voorzitter van de werkgroep Durf Ondernemen van de Universiteit Gent).
De onderwijskundige seminaries worden als navorming georganiseerd in samenwerking met de Universiteit Gent, de Arteveldehogeschool en de Hogeschool West-Vlaanderen. Er werden 370 deelnames genoteerd. Eenentwintig personeelsleden van de Hogeschool Gent volgden de vijf seminaries en ontvingen een navormingsattest, net evenveel als vorig jaar. Vanuit de wetenschap dat onderwijsprofessionalisering best zo dicht mogelijk bij de docenten plaatsvindt, werden er binnen de faculteiten verschillende nuttige en interessante initiatieven genomen. De faculteit Mens en Welzijn ondernam actie met betrekking tot de studeerbaarheid van studiemateriaal. Dit resulteerde in een infobundel en checklist ten behoeve van de docenten. Verder werd vanuit de facul-
taire dienst Integrale Kwaliteitszorg en Onderwijsontwikkeling de coaching zowel op individuele basis als in teamverband verder uitgebouwd. Het coachen van onderwijsteams is steeds gerelateerd aan de doelstellingen, zoals opgenomen in de jaaractieplannen op opleidingsniveau. De faculteit Natuur en Techniek legde de nadruk op peer assessment. Door de organisatie van verschillende workshops werden de verschillende mogelijkheden om via peer assessment te evalueren in kaart gebracht. Telkens werden de argumenten pro en contra geduid en werd de link gelegd met de mogelijkheden van de digitale leeromgeving op het vlak van peer assessment. De faculteit Bedrijf en Organisatie implementeerde het systeem van P-coaches voor de begeleiding van docenten. De P-coach helpt de docent bij zijn/haar leerproces, het verwerven van inzicht in de eigen waarden, interesses en mogelijkheden en verbindt deze aan de bestaande of toekomstige functie. De Pcoach werkt competentieontwikkelend en reikt handvatten aan om gericht te werken aan de effectiviteit van de in te zetten competenties. De School of Arts rolde haar onderwijsprofessionaliseringstraject uit voor alle lesgevers. Er werd daarbij nog meer dan voorheen de nadruk gelegd op het ontwikkelen van een cultuur van reflectie over het ‘hoe’ van het onderwijs. Gerelateerd aan de activiteiten rond onderwijsprofessionalisering werd in overleg met de Directie Personeel en Organisatie een case uitgewerkt met betrekking tot coaching van lesgevers na tegenvallende resultaten bij studentenbevragingen. Onder de titel ‘Studentenfeedback gebaseerde coaching als werkcontext gebonden onderwijsprofessionalisering’ werd deze case op het congres van het Lerend Netwerk van Onderwijsondersteuners (LNO²) voorgesteld (Vrije Universiteit Brussel, 7 juni 2012).
3
Opleidingsaanbod
3.1 Programmatie en afbouw 3.1.1 Aanvragen studieduurverlenging, oprichting afstudeerrichting of nieuwe opleiding Volgende aanvragen werden ingediend bij de Erkenningscommissie:
studieduurverlenging van de master in de handelswetenschappen; studieduurverlenging van de master in de bestuurskunde en het publiek management; studieduurverlenging van de master in de meertalige communicatie, de master in het tolken en de master in het vertalen tot een tweejarige masteropleiding in de vertaalkunde en een tweejarige masteropleiding in de meertalige communicatie; nieuwe opleiding bachelor in politiek en beleid.
Vanaf het academiejaar 2011-2012 wordt de nieuwe opleiding bachelor retailmanagement ingericht. 3.1.2 Afbouw De raad van bestuur besliste om vanaf het academiejaar 2011-2012 de academische bachelor en master in de industriële wetenschappen: textieltechnologie af te bouwen. Het lage aantal inschrijvingen in deze bachelor- en masteropleiding en het lage aantal afgestudeerden liggen aan de basis van deze beslissing. Bovendien zou het nauwelijks te verantwoorden zijn dat er, na de integratie binnen de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur van de UGent, twee opleidingen tot ingenieur textiel aangeboden zouden worden met een te gering aantal studenten. 3.1.3 Afstandsleren Er bestaat een groeiende vraag om studeren en werken te combineren in een haalbaar traject, zowel bij sociaal-economisch zwakkere studenten, bij werkstudenten die werken en studeren combineren als bij werknemers die zich willen heroriënteren op de arbeidsmarkt. Binnen het departement Bedrijfsmanagement Mercator werd in 2009-2010 gestart met de opleiding bachelor in het bedrijfsmanagement: accountancy-fiscaliteit in afstandsleren. In navolging hiervan hebben verschillende opleidingen in het kader van het aanmoedigingsfonds 2011 leermaterialen, systemen en methodieken ontwikkeld om het voor studenten mogelijk te maken via afstandsonderwijs een diploma te behalen. Vanaf het academiejaar 2011-2012 werden vervolgens ook volgende opleidingen aangeboden in afstandsleren:
Bachelor in de toegepaste informatica: zowel een aanvullingstraject voor afgestudeerde gegradueerden informatica (HBO5) tot het behalen van een bachelor in de toegepaste informatica (vestigingen Gent en Aalst) als de volledige opleiding bachelor in de toegepaste informatica (vestiging Gent) Bachelor in het office management - management assistant: aanvullingstraject voor afgestudeerde gegradueerden meertalige communicatie (toekomstig HBO5) tot het behalen van een bachelor in het office management. Bachelor-na-bachelor in de toegepaste fiscaliteit Bachelor in de orthopedagogie
3.1.4 Postgraduaten Het postgraduaat training en begeleiding van dieren in de hulpverlening werd niet ingericht in 2011-2012 wegens onvoldoende potentiële studenten. Volgende postgraduaten werden in 2011-2012 voor het eerst ingericht:
coaching, supervisie en teambegeleiding; verpleegkundige gespecialiseerd in de oncologie; verpleegkundige gespecialiseerd in de palliatieve zorg; verpleegkundige gespecialiseerd in de orthopedische zorg.
3.1.5 Navormingen Volgende navormingen werden in 2011-2012 voor het eerst ingericht:
basiscursus palliatieve zorg; verpleegkundige gespecialiseerd in de palliatieve zorg; verpleegkundige gespecialiseerd in de oncologie; verpleegkundige gespecialiseerd in de orthopedische zorg; referentieverpleegkundige gespecialiseerd in het bewegingsstel; tools voor supervisoren, coaches en teambegeleiders; dringende verpleegkundige hulpverlening; diabeteseducator; verpleegkundige gespecialiseerd in de perioperatieve zorg; ontwikkelingsgericht communiceren; expert nefrologische diëtetiek.
3.1.6 Bachelors na bachelor en masters na master Het aanbod van bachelors na bachelor en masters na master blijft ongewijzigd. Een overzicht van de initiële opleidingen en de vervolgopleidingen die aan de Hogeschool Gent ingericht worden, is beschikbaar op www.hogent.be/studeren/opleidingen. Bijlagen 2.1 Aanbod initiële opleidingen, specifieke lerarenopleidingen, bachelor-na-bacheloropleidingen, master-na-masteropleidingen 2011-2012 per faculteit, met opgave van vestiging en studiegebied. 2.2 Aanbod postgraduaten en navormingen 2011-2012 per faculteit, met opgave van studiegeld.
3.2 Samenwerkingsverbanden De master in de ergotherapeutische wetenschap en het schakelprogramma tot de master in de ergotherapeutische wetenschap worden in interassociatieverband ingericht. Hiertoe werd een overeenkomst afgesloten tussen volgende Vlaamse universiteiten en hogescholen: de Hogeschool Gent, Universiteit Gent, Katholieke Universiteit Leuven, Vrije Universiteit Brussel, Universiteit Hasselt, Universiteit Antwerpen, Katholieke Hogeschool Brugge-Oostende, Katholieke Hogeschool Kempen, Hogeschool WestVlaanderen, Arteveldehogeschool, Hogeschool Antwerpen, Europese Hogeschool Brussel en Provinciale Hogeschool Limburg. De Hogeschool Gent sloot een samenwerkingsakkoord met de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, de Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen en de Katholieke Hogeschool Kempen voor de organisatie en inrichting van een postgraduaat landbouwbeleid en –praktijk. De Hogeschool Gent, het Spectra Ensemble vzw en Ictus vzw sloten een overeenkomst met betrekking tot de recrutering van studenten van de master na master solist: hedendaagse muziek.
Er werden onderwijsovereenkomsten gesloten of hernieuwd tussen de Hogeschool Gent en de Universiteit Gent betreffende:
de SLO drama; de SLO audiovisuele en beeldende kunst; de SLO handelswetenschappen, de SLO bestuurskunde; de SLO in de muziek, de master muziek: muziekpedagogie; het opleidingsprogramma van de derde bachelor industriële wetenschappen: chemie, industriële chemie en kunststoffen; het opleidingsprogramma van de eerste bachelor in de toegepaste taalkunde; het opnemen van opleidingsonderdelen uit de Master of Science in de bestuurskunde en het publiek management van de Hogeschool Gent in het opleidingsprogramma van de Master of Science in de bedrijfseconomie van de Universiteit Gent; het opnemen van opleidingsonderdelen uit de Master of Science in de bestuurskunde en het publiek management van de Hogeschool Gent in het opleidingsprogramma van de Master of Science in de bedrijfseconomie van de Universiteit Gent.
Naar aanleiding van het afschaffen van afstudeerrichtingen in de bachelor in de chemie van de Universiteit Gent, wijzigde de onderwijsovereenkomst die eerder met de Hogeschool Gent en de Hogeschool West-Vlaanderen werd gesloten. De Hogeschool Gent sloot ook overeenkomsten met onder andere:
Scholengroep 19 van het Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap GO! betreffende mentorschap, navorming en stage; VZW Internationaal Filmfestival van Vlaanderen betreffende onder meer stageopdrachten voor studenten van de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde; de Vrije Universiteit Brussel inzake seminaries onderwijskunde; HSB-soft bvba betreffende het kosteloos ter beschikking stellen van software voor studenten uit de professionele bachelor in de houttechnologie; met CVO Tanera, met OpleidenSnel, CVO De Bargie, Helix Learning, Interactie-Academie VZW en Westerschelde Contract BV betreffende ELO voor Scholen (hosting en ondersteuning van de elektronische leeromgeving) VZW Jazz en Muziek Flat Nine vzw betreffende het organiseren van concerten en jamsessies VDAB betreffende het gebruik van Opleidingenmanager Consortium Volwassenenonderwijs 11 vzw in het kader van het project Educatieve toeleidings- en begeleidingstrajecten voor derdelanders met een educatief perspectief Gent/Oost-Vlaanderen SemperTool betreffende de toetreding van de Hogeschool Gent tot de Belgische wetenschappelijke catalogus UniCat
3.3 Open onderwijs en afstandsonderwijs In 2011 werd het elektronisch leerplatform Chamilo geïntroduceerd aan de Hogeschool Gent in navolging van Dokeos. Tijdens het academiejaar 2011-2012 werd sterk ingezet op de verdere stabilisatie van het platform, alsook op de integratie en ontwikkeling van bijkomende gevraagde functionaliteiten door eindgebruikers: verbeteren van het categoriemanagement, optimaliseren van de weergave van documenten in de repository, organiseren van gedeelde items in categorieën, de mogelijkheid om de startpagina te resetten en om nieuwe blokken toe te voegen, optimaliseren van de cursuslijst, extra (download)mogelijkheden in de opdrachtentool, de mogelijkheid om fora te volgen via mail, aanbieden van meer Bamaflex-subgroepen, … Deze functionaliteiten werden bepaald door (a) de vragen die via de helpdesk binnenkwamen en (b) het continu overleg met de faculteiten. Speciale aandacht werd daarbij besteed aan de desiderata van de projectgroepen die opleidingen in afstandsonderwijs wensten aan te bieden (ut infra). In 2012 zijn ook enkele andere hogeronderwijsinstellingen met het elektronisch leerplatform Chamilo gestart. Het betreft onder andere de Erasmus Hogeschool Brussel en de Vrije Universiteit Brussel. Teneinde de beschikbare ontwikkelkracht en gewenste onderwijskundige functionaliteiten te coördineren en
te versterken, werd besloten om een officieel samenwerkingsverband op te starten. Deze samenwerking werd eind oktober 2012 geformaliseerd. Vanuit de dienst Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en e-Learning werd gestart met het initiatief Chamilo in de faculteiten. Docenten kunnen dagelijks met vragen terecht bij hun facultaire ELOcoördinatoren. Middels het nieuwe initiatief kunnen ze bijkomend op geregelde tijdstippen Chamiloexperten raadplegen. Deze experten komen naar de faculteiten om problemen, wensen, onduidelijkheden en desiderata van individuele docenten snel en laagdrempelig op te lossen. Om een antwoord te geven op de vraag naar een applicatie voor peer assessment, werd een integratie met het pakket ‘WebPa’ uitgewerkt. Dit is een opensourcepakket van de Loughborough University dat wereldwijd door verschillende hogeronderwijsinstellingen wordt gebruikt. Er is een Nederlandstalige vertaling beschikbaar, alsook een diepe integratie met de cursussen en groepen in Chamilo. Net zoals voorgaande jaren bood de dienst Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en e-Learning zich aan als stageplaats voor geïnteresseerde studenten. Op informaticavlak werden twee stages georganiseerd met studenten van de professioneel gerichte bacheloropleiding toegepaste informatica van de Hogeschool Gent. Daarbij werd ingezet op drie onderwerpen: de opdrachtenmodule, het forum en de extra rapportering voor oefeningen en leerpaden. Op onderwijskundig vlak werd een stageplaats gefaciliteerd voor een student uit de masteropleiding in de pedagogische wetenschappen van de Universiteit Gent betreffende het thema auteursrechten en meer in het bijzonder plagiaat (handleidingen, presentaties, richtlijnen, …). Door stageplaatsen aan te bieden, tracht de dienst snel tegemoet te komen aan de wensen van de eindgebruikers en het beleid én de vinger aan de pols te houden. Midden 2012 werd gestart met het afstemmen van de hosting van de digitale leeromgevingen Dokeos en Chamilo op het ‘Strategisch Plan 2012-2017’ van de Hogeschool Gent. De hosting wordt voortaan beperkt tot instellingen die vanuit hun regionale verankering een onmiddellijke band hebben met de Hogeschool Gent. Hierdoor kan de kwalitatieve dienstverlening, die de Hogeschool Gent steeds nastreeft, op peil worden gehouden. De bestaande klanten die niet langer tot deze doelgroep behoren, worden in overleg met de Vrije Universiteit Brussel, die sinds 2012 is gestart met hostingactiviteiten, verder geholpen. Het deelproject Afstandsonderwijs, gestart in het kader van het Aanmoedigingsfonds 2008–2010, initieerde een gestructureerd initiatief waarbij de Hogeschool Gent niet-reguliere studenten de kans biedt een hogeschooldiploma te halen. De doelgroep bestaat uit mensen die om diverse redenen niet kunnen deelnemen aan het reguliere contactonderwijs. Ze combineren hun studie met werk en/of gezin en/of kunnen zich moeilijk verplaatsen en/of niet altijd aanwezig zijn tijdens de contactlessen (vb. studenten met een functiebeperking). Net zoals in het vorige academiejaar werd ingezet op de ontwikkeling en de verdere uitbouw van opleidingen die alternatieve onderwijstrajecten wensen aan te bieden. Er werd bijkomend digitaal leermateriaal ontwikkeld voor de opleidingen die al een deel van hun curriculum aanboden via afstandsonderwijs. Het betreft de professioneel gerichte bacheloropleiding in de orthopedagogie (177 studiepunten) en de professioneel gerichte bacheloropleiding in de toegepaste informatica (86 studiepunten). Ook andere opleidingen toonden interesse om zich middels afstandsonderwijs aan te bieden. Zowel aan de faculteit Natuur en Techniek (de professioneel gerichte bacheloropleiding in het vastgoed) als in de school of arts (de professioneel gerichte bacheloropleiding in de interieurvormgeving) werden SWOTanalyses opgesteld om de haalbaarheid en de levensvatbaarheid van een dergelijk alternatief curriculum in kaart te brengen. Bij aanvang van het deelproject Afstandsonderwijs in het kader van het Aanmoedingsfonds 2008-2010 werd ernaar gestreefd om de verworven kennis bij het ontwikkelen en aanbieden van opleidingen in afstandsonderwijs zo veel mogelijk te capteren en te dissemineren in de betrokken opleidingen. In 2012 werd de manual Afstandsleren in de praktijk aangevuld met een praktijkgericht digitaal leerpad. Eveneens in opvolging van het Aanmoedigingsfonds werd in 2012 het tweede modeltraject van de professioneel gerichte bacheloropleiding in het retailmanagement verder ontwikkeld in de vorm van werkplekleren.
3.4 Stages Stages nemen in het curriculum van de student een belangrijke plaats in. Ze vormen de link met de praktijk, het werkveld en het regionale weefsel en fungeren als concrete vorm van beroepsoriëntatie. Bijlage 2.3 geeft een overzicht van de stageplaatsen per faculteit. Bijlage 2.3 Stage-instellingen 2011-2012 per faculteit
3.5 Gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands De taalregeling van het hoger onderwijs is uitgewerkt in het Structuurdecreet van 4 april 2003. Daarin is bepaald dat het Nederlands de bestuurs- en onderwijstaal is van de hogescholen. Binnen de huidige regelgeving wordt aan de hogeronderwijsinstellingen een beleidsmarge gegeven om te doceren in een andere taal dan het Nederlands. Tot op heden biedt de Hogeschool Gent in diverse studiegebieden een ruim aanbod aan van anderstalige opleidingsonderdelen die een andere taal tot onderwerp hebben en tevens een beperkter aanbod van internationale programma’s en anderstalige opleidingsonderdelen en keuzeopleidingsonderdelen. Het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands is momenteel beperkt in de Hogeschool Gent. Geen enkele bacheloropleiding overschrijdt de beperking van het gebruik van een andere taal dan het Nederlands (vastgelegd op maximaal 10 % van de omvang van het opleidingsprogramma). De Hogeschool Gent wenst in de toekomst echter haar anderstalig opleidingsaanbod uit te breiden en wil een internationale component in de opleiding van elke student aanbieden. Daarnaast wil ze een internationaal aanbod in elke opleiding voor inkomende studenten organiseren om de Europese en internationale profilering van de instelling te versterken. Bijlage 2.4 Verantwoording van het gebruik van een andere onderwijstaal dan het Nederlands.
4
Begeleidingsmaatregelen voor studenten
4.1 Onderwijs- en examenregeling Elk academiejaar wordt de onderwijs- en examenregeling vastgelegd. De onderwijs- en examenregeling 2010-2011 werd als basis gebruikt voor de nieuwe onderwijs- en examenregeling 2011-2012. De aanpassingen aan de onderwijs- en examenregeling hebben te maken met onder meer volgende aspecten:
Waar nodig en mogelijk werd de terminologie ‘departement’ / ‘departementsraad’ / ‘departementshoofd’ / ‘departementale aanvullingen op de OER’ aangepast in functie van de reorganisatie. De bepalingen van het Besluit van de Vlaamse Regering inzake de graad van bachelor met kwalificatie verpleegkunde werden toegevoegd. De mogelijkheid om in te schrijven voor het tweede semester wanneer het leerkrediet terug is opgebouwd door het behalen van credits in het eerste semester werd ingevoegd. De mogelijkheid tot weigering van examencontract voor het behalen van een diploma wanneer de student geweigerd werd voor diplomacontract werd toegevoegd. De zinsnede met betrekking tot het gerechtigd zijn op kinderbijslag voor studenten in hun afstudeerjaar die niet voldoen aan het minimum van 27 studiepunten werd geschrapt. Er werd verduidelijkt dat studenten die ingeschreven zijn voor opleidingen die elkaar opvolgen en die niet slagen voor de vooropleiding, zich moeten registreren voor het toekennen van het diploma van de vervolgopleiding in de examenperiode dat het onderliggende diploma behaald wordt. Om technische redenen wordt de code ‘afwezig’ als examenresultaat vervangen door de code ‘??’ wanneer een student niet deelgenomen heeft aan een onderdeel van het examen van een opleidingsonderdeel. Dit is ook belangrijk om een onderscheid te maken bij het terugvragen van leerkrediet bij overmacht. Zoals voor opleidingsonderdelen worden ook de examenresultaten van deelopleidingsonderdelen in gehele getallen uitgedrukt. Er werd een beoordelingskader voor examencijfers toegevoegd.
Er werd verduidelijkt dat studenten voor schakelprogramma’s, voorbereidingsprogramma’s en postgraduaten geen graad van verdienste vermeld krijgen maar wel ‘met goed gevolg’. De examentuchtsancties bij fraude werden aangepast vanwege de niet-toepasbaarheid van bestaande sancties. Het aantal leden van de interne beroepscommissie werd verkleind omwille van de werkbaarheid bij het behandelen van klachten.
Voor het academiejaar 2011-2012 wordt voor de faculteiten Mens en Welzijn, Natuur en Techniek en Bedrijf en Organisatie en de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium onderstaande invulling gegeven met betrekking tot examenbeslissingen voor een jaarprogramma met diplomacontract en examencontract voor het behalen van een diploma. 1.
Een student slaagt voor een opleidingsonderdeel wanneer hij minstens 10 op 20 behaalt. Een student behaalt een creditbewijs voor elk opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Hij kan de aangevatte studies voor het behalen van het diploma voortzetten.
2.
Een student die niet voor elk opleidingsonderdeel van zijn jaarprogramma waarover hij examen aflegde een credit behaalde, zal gedelibereerd worden voor tekorten voor zover aan volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
De student heeft over elk opleidingsonderdeel van het jaarprogramma waarvoor hij is ingeschreven examen afgelegd. De student moet minstens een totaalscore van 50 % (percentage examenresultaat) voor het opgenomen jaarprogramma behalen. De student geeft deelgenomen aan de laatst georganiseerde examenkans in het betreffende academiejaar De student heeft voor maximaal twee opleidingsonderdelen minder dan 10/20 behaald. De student heeft voor alle opleidingsonderdelen uit zijn jaarprogramma minimaal een 9/20 behaald. Impact van tekort: het tekort om te slagen voor één of twee opleidingsonderdelen bedraagt maximaal 1 % van het gewogen totaal van zijn jaarprogramma, waarbij studiepunten als gewichten worden gehanteerd, en is beperkt tot een tekort van 6 gewogen buispunten. Voor jaarprogramma’s van 60 studiepunten betekent dit: 2 x 9/20 voor opleidingsonderdelen van 3 studiepunten en 1 x 9/20 voor opleidingsonderdeel van 4 tot max. 6 studiepunten.
Bepaalde opleidingsonderdelen worden uitgesloten van tolerantie: in de studiefiche of in de facultaire aanvullingen bij de onderwijs- en examenregeling is melding gemaakt van de opleidingsonderdelen waarvoor een examencijfer van minder dan 10/20 nooit geslaagd wordt verklaard. Als een student niet voldoet aan de vastgelegde criteria, kan de examencommissie voor een jaarprogramma beslissen dat de student toch geslaagd wordt verklaard. Deze beslissing kan alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden genomen en dient voor elk geval afzonderlijk en concreet te worden gemotiveerd. 3.
De examencommissie kan een niet-bindend studieadvies op grond van de examenresultaten uitbrengen.
4.2 Trajectbegeleiding, studieadvies en –begeleiding en een inclusief diversiteitsbeleid Academiejaar 2011-2012 stond in het teken van grootschalige institutionele veranderingen. De dertien departementen werden omgevormd tot acht faculteiten en de verschillende diensten binnen de faculteiten en de centrale administratie werden grondig herschikt. Door deze ingrijpende veranderingen diende ook de HoGent-werking rond studieadvies en studiebegeleiding herbekeken te worden. Er werd dan ook gezocht naar de manier waarop de dienstverlening naar studenten en de ondersteuning van de betrokken personeelsleden optimaal kan verlopen in deze nieuwe context. In het verleden bestonden er parallelle werkgroepen van studiebegeleiders en studietrajectbegeleiders. In 2012 werd een ‘Expertisenetwerk Leertrajectondersteuning’ gelanceerd waaraan alle personeelsleden betrokken bij leertrajectondersteuning kunnen participeren. Het expertisenetwerk is in de eerste plaats
een platform voor de uitwisseling van informatie en ervaringen met betrekking tot alle aspecten van leertrajectondersteuning gaande van instroom over doorstroom tot uitstroom van studenten. De focus ligt hierbij op expertiseverspreiding en expertiseontwikkeling. De agenda van het expertisenetwerk wordt volledig bepaald door de leden. Om de continuïteit van het expertisenetwerk te verzekeren, wordt het netwerk ondersteund door de centrale dienst Studentenaangelegenheden. Om de twee maanden wordt een nieuwsbrief verspreid met alle nuttige informatie over leertrajectondersteuning zoals (nieuwe) vakliteratuur, interessante websites, aankondigingen van bijeenkomsten van het expertisenetwerk en aankondigingen van interne en externe vormingsinitiatieven. De facultaire studietrajectbegeleiders hebben vier kerntaken: informatie- en adviesverstrekking met betrekking tot trajectkeuze, opvolging van het studieverloop en studievoortgangsbewaking, signaal- en doorverwijsfunctie en rapportering en beleidsondersteuning. De studietrajectbegeleiders zijn ook contactpersoon voor aanvragen van individuele onderwijs- en examenmaatregelen. Deze maatregelen kunnen worden aangevraagd op basis van medische redenen of functiebeperkingen, uitzonderlijke individuele en sociale omstandigheden, topsport, kunstbeoefening, bekleden van een politiek mandaat of een mandaat in een HoGent-bestuursorgaan. Op basis van een praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek in het kader van het Aanmoedigingsfonds werd het onthaal- en ondersteuningsbeleid voor studenten met een functiebeperking verder uitgebouwd. De tools die in dit kader ontwikkeld werden (referentiekader, methode van impactevaluatie, informatiekanalen zoals http://functiebeperking.hogent.be/) zijn verankerd in de dagelijkse werking van de hogeschool. Ook dit jaar bood de HoGent studieadvies en studiebegeleiding aan in de faculteiten en op het niveau van de centrale dienst Studentenaangelegenheden. De facultaire studiebegeleiders zijn de eerste aanspreekpunten voor de studenten met betrekking tot studieadvies en studiebegeleiding op het niveau van hun opleiding. Bij de centrale dienst Studentenaangelegenheden kunnen studenten terecht met vragen rond (her)oriëntering. In het kader van het Aanmoedigingsfonds werd de HoGent-werking rond startcompetenties, Start.HoGent, verder uitgebouwd en verankerd. De expliciete en voortdurende afweging en afstemming tussen de eigen competenties, talenten en ontwikkelingsmogelijkheden van de student langs de ene kant en de vereiste startcompetenties voor de opleiding langs de andere kant, bepalen immers in sterke mate het welbevinden en de studievoortgang van de studenten. Dit geldt voor alle studenten, dus ook voor studenten uit kansengroepen. Ook vanuit deze insteek kiest de HoGent er dan ook voor haar diversiteitsbeleid te integreren in een algemeen onderwijsbeleid dat zich structureel richt naar alle studenten. Er werd een assessmenttoolkit ontwikkeld aan de hand waarvan alle instromende studenten hun cruciale startcompetenties in kaart kunnen brengen. Naast zelftests over algemene startcompetenties met betrekking tot taal- en studeervaardigheden zullen studenten vanaf academiejaar 2012-2013 ook zelftests over opleidingsspecifieke startcompetenties (zoals wiskunde voor studenten van de professionele bachelor in het onderwijs en diagnosetoetsen met betrekking tot specifieke taalvaardigheden voor studenten toegepaste taalkunde) kunnen afleggen. Na de digitale zelftests krijgen de studenten via e-mail automatisch individuele feedback waarin hun sterke punten en hun werkpunten op eenvoudige en motiverende wijze besproken worden. Per onderdeel wordt systematisch aangegeven hoe de student verder aan de slag kan gaan om zijn / haar startcompetenties verder te ontwikkelen. Hierbij wordt telkens, in functie van de individuele resultaten, verwezen naar het beschikbare ondersteuningsaanbod per opleiding, gaande van groepsbegeleiding, individuele begeleiding tot digitale zelfstudiepakketten. Ook het team rond de student (studiebegeleiders, studietrajectbegeleiders, lectoren, …) krijgt aan de hand van feedback op groepsniveau zicht op de sterke punten en de werkpunten van de studenten die het begeleidt. Hierbij worden telkens tools en methodieken aangereikt om als begeleider met deze diversiteit aan startcompetenties aan de slag te gaan. Alles gebeurt uiteraard met zorgvuldig respect voor de privacy van de student. We kunnen dan ook besluiten dat er concrete instrumenten (assessmenttoolkit, zelfstudiepakketten, ondersteuningsinstrumenten) ontwikkeld werden die structureel ingebed worden in de studiebegeleiding. Daarnaast werden er cruciale processen van stroomlijning, afstemming en integratie opgestart.
Bovenstaande past in het inclusieve diversiteitsbeleid van de HoGent. Diversiteitsbeleid betekent voor de Hogeschool Gent immers het (h)erkennen en aanvaarden van de unieke kwaliteiten en eigenschappen van alle studenten en personeelsleden en het bieden van mogelijkheden om die succesvol in te schakelen en te laten renderen. De Hogeschool Gent zet zowel in op het versterken van de competenties van studenten als op het systematisch organiseren van het onderwijs en de onderwijsomgeving volgens het principe design for all. Hierbij worden onderwijs en onderwijsomgeving niet afgestemd op de modale student, maar op een groep potentiële studenten die de diversiteit in de samenleving weerspiegelt.
4.3 EVC In het academiejaar 2011-2012 zijn er 83 EVC-aanvragen ingediend. Dat is 37 % (225) van het aantal geïnteresseerden. We zien dat de tendens van een licht stijgend aantal aanvragen zich voortzet. Dit is te wijten aan het groeiend aantal opleidingen in afstandsonderwijs. Opvallend ook is de groei in dossiers om de competenties van het opleidingsonderdeel ‘Stage’ (84 %) te laten erkennen. De bachelor in de verpleegkunde - brugopleiding blijft de opleiding met de meeste aanvragen (48 = 58 %).
4.4 Toelatingsonderzoek In het academiejaar 2011-2012 waren 124 kandidaat-studenten geïnteresseerd in de procedure Toelatingsonderzoek. Slechts 44 % (54) diende effectief een dossier in. Van de personen die een portfolio indienen slaagt 59 % (32) voor het toelatingsonderzoek. We zien daarbij een lichte stijging van het aantal geïnteresseerden, maar tegelijk ook een daling van de kwaliteit van de dossiers. De overgrote meerderheid van de aanvragen gebeurt nog steeds door personen zonder diploma secundair onderwijs ouder dan 21 jaar. Tijdens het academiejaar 2011-2012 deden 3 kandidaten een aanvraag als virtuoos. Zij werden alle 3 erkend.
5
Internationalisering
5.1 Recente ontwikkelingen 5.1.1 Operationele doelstellingen De reorganisatie van de faculteiten en de daarop volgende reorganisatie van de dienst Internationalisering binnen de directie Onderwijs had een grote impact op de werking en planning van de dienst Internationalisering. Door het vertrek van twee voltijdse medewerkers (A11 en C12) wordt de personeelsbezetting van de dienst Internationalisering herleid tot drie voltijdse personeelsleden. De opdrachten en taken met betrekking tot onthaal van inkomende uitwisselingsstudenten worden naar de facultaire diensten Internationalisering overgeheveld. Vanaf november 2011 werd dan ook gestart met opleiding en training van de facultaire collega’s. Het takenpakket met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking, de projecten in het kader van de Europese hulpprogramma’s alsook de mobiliteiten van studenten in het kader van Noord-Zuidsamenwerking dienden te worden herschikt tussen de resterende medewerkers. De geografische opdeling is niet langer de basis om de werkdomeinen te verdelen. Er wordt geopteerd om alle mobiliteiten, zowel van studenten als personeelsleden, samen te voegen tot één takenpakket voor de stafmedewerker. De hoofdmedewerker Internationalisering blijft de uitgaande studentenmobiliteiten en alle bilaterale akkoorden in goede banen leiden. Ook de algemene administratieve en logistieke ondersteuning komen in haar takenpakket. De internationale projecten, het internationaliseringsbeleid en de dagelijkse leiding van de dienst Internationalisering maken het takenpakket van het diensthoofd Internationalisering uit. De stuurgroep internationalisering, waarbinnen het overleg met de faculteiten betreffende internationalisering plaatsvindt, wordt ook gereorganiseerd. De aanwezigheid van een vertegenwoordiging van de Hogeschool Gent Studentenraad, Sovoreg vzw en het Centrum voor Ondernemen blijft behouden. In tegenstelling tot de voorbije jaren vinden in 2011-2012 geen reflectiedagen ‘internationalisering’ plaats. De zeven operationele doelstellingen zoals uitgewerkt tijdens de reflectiedagen in december 2008 blijven ook in 2011-2012 de basis voor het internationaal beleid van de dienst Internationalisering en concrete acties voor 2011-2012:
Structurele uitbouw van een kwaliteitsvol internationaal netwerk Ontwerpen van basisstructuur voor criteria ter screening van partnerschappen (aanzet van het iNaPa window); Overleg met Saxion UAS en partners voor U-Drive. Uitbouw van een internationaal curriculum binnen elke faculteit Besprekingen met opleidingen in functie van het curriculumscreeningsinstrument; Organiseren van International Week (19 tot 23 maart 2012) waardoor er extra opportuniteiten zijn voor de opleidingen om met internationale partners in contact te komen en overleg op te zetten. Versterken van de link tussen kwaliteitszorg, onderwijs en dienstverlening Overleg met dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning om de criteria ter screening van partnerschappen in te voegen in de K-index; Overleg en samenwerking met de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning met betrekking tot het curriculumscreeningsinstrument. Verhogen van de docentenmobiliteit Organiseren van International Week (19 tot 23 maart 2012) waardoor er extra opportuniteiten zijn voor de opleidingen en docenten om met internationale partners in contact te komen en overleg op te zetten; Leidraad voor mobiliteiten van personeel (onderwijsopdrachten en opleiding); Uitwerken van financiële stimuli voor mobiliteiten van personeel door middel van beschikbare Erasmussubsidies. Verhogen van de studentenmobiliteit en versterken van de omkadering Handleiding + overheveling pakket inkomende uitwisselingsstudenten; Update van regelgeving in de onderwijs- en examenregeling; Organiseren van International Week (19 tot 23 maart 2012) waardoor er extra opportuniteiten zijn voor de opleidingen en studenten om met internationale partners in contact te komen en overleg op te zetten. Versterken van het databeheer m.b.t. de internationale werking Proefproject Beheer Uitgaande Studentenmobiliteit in moveon (faculteit Natuur en Techniek). Verhogen van de participatiegraad in Europese en internationale projecten Organiseren van International Week (19 tot 23 maart 2012) waardoor er extra opportuniteiten zijn voor de opleidingen om met internationale partners in contact te komen en overleg op te zetten. Op 24 april 2012, tijdens de dag van de directie Onderwijs, geeft de dienst Internationalisering toelichting bij het venster op een internationale omgeving, vertrekkend vanuit deze zeven kernthema’s. Gelinkt aan de HoGent-missie, de visie op onderwijs en de projecten die de raad van bestuur op 1 juli 2009 goedkeurde ter implementatie van het beleid, kregen alle personeelsleden van de directie Onderwijs een blik op de basisactiviteiten, de huidige plannen en vooruitzichten van de dienst Internationalisering. 5.1.2 Versterking van de internationale uitstraling Op 15, 16 en 17 februari 2012 huisvestte de Hogeschool Gent een moveon-opleiding voor alle Vlaamse en Nederlandse hogescholen en universiteiten. De ‘Welcome Days for incoming exchange students at University College Ghent’, het gezamenlijk onthaal voor inkomende uitwisselingsstudenten aan de HoGent, betekende zowel op organisatorisch vlak als op PR-vlak opnieuw een meerwaarde. De dienst Internationalisering organiseerde deze onthaaldagen in samenwerking met de Sportdienst, ESN, de Hogeschool Gent Studentenraad, Sovoreg VZW en de acht faculteiten. Het concept is een tweedaagse waarbij op de eerste dag een hogeschoolbrede infosessie wordt georganiseerd, gevolgd door een Vlaamse lunch met frietjes en tot slot verschillende sportactiviteiten in de namiddag. Op de tweede dag is er een facultair programma. Voor de hogeschoolbrede evenementen in februari en september registreerden zich respectievelijk 79 en 183 personen. Op 21 september werd de splinternieuwe ‘photo rally’ gelanceerd: studenten kregen de kans om gedurende twee uur zo veel mogelijk beschreven zaken in de Gentse binnenstad te zoeken en vast te leggen op een ludieke foto. Het concept was een groot succes en is voor herhaling vatbaar.
Op 14 maart 2012 ontving de dienst Internationalisering een delegatie van zeventien onderwijsspecialisten uit verschillende Europese landen op vraag van het departement Onderwijs en Vorming. Deze studiebezoeken zijn een onderdeel van het Europese programma ‘Een Leven Lang Leren’ en worden ingericht voor specialisten en beleidsmakers uit de wereld van onderwijs- en beroepsopleiding. Gezien het onderwerp van het bezoek ‘How development of quality profiles contributes to improve mobility in higher education’ onder het thema ‘Tools to promote transparency of qualifications and mobility of citizens’, werd de Hogeschool Gent geselecteerd om toelichting te geven bij de top-down-/bottom-upbenadering ter bevordering van de mobiliteit. Van 19 tot 23 maart 2012 organiseerde de dienst Internationalisering, in nauwe samenwerking met de facultaire coördinatoren internationalisering, de hogeschoolbrede Internationale Dagen. Hieraan namen 88 deelnemers van partnerinstellingen deel, van wie er zich 36 uit 16 verschillende landen registreerden voor het programma van de dienst Internationalisering. Een hele week werden er infosessies, workshops en gastcolleges georganiseerd. Met onze buitenlandse collega’s wisselde de dienst Internationalisering informatie uit over het internationaliseringbeleid van de HoGent en in zo goed als alle faculteiten gaven buitenlandse docenten gastcolleges. Dit evenement werd zowel binnen de HoGent als bij onze buitenlandse partners hoog gewaardeerd en droeg bij tot versterkte banden met onze partners. Op maandag 23 april 2012 vond het Flamencoforum ‘Descriptoren in Internationalisering Hoger Onderwijs’ plaats in de Aula van de Universiteit Gent. Het forum werd voorgezeten door prof. Luc François van de Universiteit Gent, die ook Vlaams Bologna-expert is. In hun werkplan 2009-2011 hebben de Vlaamse Bologna-experten zich onder meer tot doel gesteld om een instrument te ontwikkelen dat de hogeronderwijsinstellingen kunnen aanwenden bij de interne aftoetsing van hun internationaliseringsbeleid. Door de dienst Internationalisering werd toelichting gegeven bij de HoGent-aanpak om enerzijds de internationale dimensie via screening van het curriculum op te lichten en anderzijds de internationale partnerschappen te screenen via een eigen ontwikkeld tool. Aan dit forum namen een vijftigtal personen, leidinggevenden en stafmedewerkers binnen het werkveld Internationalisering van het Vlaamse hoger onderwijs deel. In september 2012 vond de jaarlijkse conferentie van de European Association for International Education (EAIE) plaats in Dublin. Samen met Flamenco vzw en de overige Vlaamse hogeronderwijsinstellingen was er ruimte op de infobeurs voor de stand ‘Study in Flanders’. De Hogeschool Gent bemande een aparte tafel met de collega’s van de AUGent-partnerinstellingen. Op deze stand werd op 13 september een ‘meet & greet’ met Vlaamse hapjes en drankjes georganiseerd. Voor deze gelegenheid werden afgevaardigden van partnerinstellingen uitgenodigd. Er werd ook een Belgische receptie aangeboden ten huize van de Belgische ambassadeur in Dublin. Van de HoGent waren de faculteiten Bedrijf en Organisatie en Natuur en Techniek, samen met twee afgevaardigden van de centrale dienst Internationalisering vertegenwoordigd. 5.1.3 Bevorderen van de internationale werking Op 24 oktober 2011 organiseerde de dienst Internationalisering een infosessie voor ca. 272 studenten van de Hogeschool Gent betreffende de mogelijkheden tot studie en/of stage in het buitenland. Na de infosessie kregen de studenten de gelegenheid om nadere informatie in te winnen bij hun facultaire coördinator internationalisering. De moveon-opleiding op 15, 16 en 17 februari 2012 richtte zich hoofdzakelijk op de specifieke context van de HoGent en was vooral opgezet voor de collega’s van de facultaire diensten Internationalisering. Door de reorganisatie van de faculteiten en de uitbouw van de facultaire diensten Internationalisering was er de vraag van de collega’s naar opleiding en training. De International Week van 19 tot en met 23 maart 2012 had niet alleen als doel de HoGent bij haar internationale partners beter bekend te maken maar vooral de faculteiten en hun opleiding te ondersteunen bij de uitbouw van internationale partnerschappen, de studenten de kans te geven hun toekomstige gastinstelling te leren kennen voor hun mobiliteitsperiode en knowhow inzake mobiliteiten en projecten uit te wisselen. Alle sessies stonden niet alleen open voor buitenlandse bezoekers maar uiteraard ook voor personeelsleden, met andere woorden internationalisation at home voor het eigen personeel. De provincie Oost-Vlaanderen heeft al sinds 1991 een samenwerking met de provincie Hebei in China. De Hogeschool Gent, en met name de faculteiten Bedrijf en Informatie, Natuur en Techniek en de geassocieerde faculteit Toegepaste Bio-Ingenieursweten-schappen wensten na te gaan wat de samenwerkingsmogelijkheden zijn met deze Chinese provincie. Op onze vraag heeft de provincie Oost-Vlaanderen
een programma uitgewerkt van te bezoeken universiteiten in Hebei en van 4 tot en met 8 juni 2012 nam een delegatie van de HoGent met afgevaardigden uit bovengenoemde faculteiten en een afgevaardigde van de dienst Internationalisering aan dit programma deel. De Hogeschool Gent had in academiejaar 2011-2012 in totaal 26 bilaterale akkoorden buiten Erasmus, 18 actieve akkoorden in het kader van Erasmus Belgica en 282 actieve Erasmusakkoorden.
5.2 Europese samenwerkingsprojecten 5.2.1 Het Europese Lifelong Learning Programme Met ingang van 1 januari 2007 werden de voormalige Europese programma’s voor Onderwijs en Cultuur van de Europese Commissie omgevormd tot het Lifelong Learning Programme (LLP). Naast de vier subprogramma’s (Comenius, Erasmus, Leonardo do Vinci en Grundtvig) zijn er de transversale programma’s met focus op taal, ICT, innovatie en disseminatie. Ook het programma Jean Monnet maakt deel uit van het LLP. 5.2.2 Lifelong Learning Programme (LLP) / Preparatory Visit (PV)- toelage De Europese Commissie, via EPOS vzw, stelt toelagen ter beschikking voor universiteiten of hogescholen die een (potentiële) partner willen bezoeken om samen te werken in het kader van een LLP-project binnen Europa. De geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde genoot een PV-toelage om in maart 2012 een bezoek te brengen aan de University of Zagreb (Kroatië) en de University of Ljubljana (Slovenië). De faculteit wil een hogere studentenmobiliteit naar het buitenland nastreven en is daarvoor op zoek naar kwalitatieve partners met een studieaanbod in het Engels, Frans, Duits en/of Spaans. Ook financiële argumenten wegen door in de beslissing om naar het buitenland te vertrekken en dus is het goed om ook kwalitatieve partners in landen met een lagere verblijfskost als partner te hebben. Tezelfdertijd wordt het Engelstalige International Management Programme nader toegelicht om meer buitenlandse studenten aan te trekken. 5.2.3 Lifelong Learning Programme (LLP) / Erasmus: mobiliteit In het kader van het Europese LLP-subprogramma Erasmus, kent de Hogeschool Gent in 2011-2012 in totaal 282 actieve bilaterale samenwerkingsakkoorden in 29 Europese landen. In 2011-2012 stijgt het aantal uitgaande Erasmusstudenten met 3,8 %: 246 studenten trokken in het kader van Erasmus Study (studie bij een Europese partnerinstelling) naar het buitenland (dit waren er 237 in 2010-2011). De meeste studenten werden uitgestuurd door de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde (94 studenten), de faculteit Bedrijf en Organisatie (49) en de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde (37). Ook in 2011-2012 blijven Frankrijk (26,83 % van de uitgaande Erasmusstudenten) en Spanje (23,58 %) de grootste trekpleisters. In het kader van het Erasmus Placement-programma kregen 74 studenten een Erasmusbeurs om minimaal drie maanden stage te lopen bij een organisatie of bedrijf in Europa. In vergelijking met de 55 studenten in 2010-2011 behoudt ook hier de Hogeschool Gent de stijgende lijn. Het aantal inkomende buitenlandse Erasmusstudenten steeg in 2011-2012 tot 273 studenten, een stijging van 21,33 % in vergelijking met 2010-2011 (225 studenten). De faculteiten Bedrijf en Organisatie (81), de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde (64) en geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde (36) ontvangen het meeste inkomende studenten. De top drie van landen is enigszins gewijzigd: de meeste studenten komen uit Spanje (26,74 %), Turkije (i.p.v. Nederland vorig academiejaar) (10,26 %) en Tsjechië en Nederland delen de derde plaats (i.p.v. Frankrijk) (8,06 %). Vooral meisjes nemen deel aan het Erasmusprogramma: 65,85 % van de uitgaande studenten Erasmus Studie, 47,30 % van de uitgaande studenten Erasmus Placement en 67,03 % van de inkomende studenten Erasmus Studie zijn meisjes. Voor de inkomende Erasmusstudenten werden er verwelkomingsessies georganiseerd bij aanvang van het eerste en tweede semester. Tijdens deze verwelkomingsessies krijgen de inkomende Erasmusstudenten onder meer informatie over de registratieprocedure aan de Hogeschool Gent, Sovoreg vzw, de Hogeschool Gent Studentenraad, het Erasmus Student Network en de Sportdienst van de Hogeschool Gent.
In 2011-2012 realiseerden 43 docenten in het kader van Erasmus STA (Staff Teaching Assignment) een lesopdracht bij een Europese partnerinstelling. De STA-toelagen zijn bedoeld voor onderwijzend personeel van hogeronderwijsinstellingen om bij een andere hogeronderwijsinstelling in het buitenland onderwijs te geven. De beurs wordt alleen toegekend bij een onderwijsopdracht van minimaal vijf lesuren. Daarnaast ontvingen vier personeelsleden een Erasmusbeurs voor een STT (Staff Training). Een Erasmustoelage voor staftraining is bedoeld voor zowel onderwijzend als niet-onderwijzend personeel met het doel een opleiding te volgen in een onderneming, organisatie of instelling voor hoger onderwijs in een ander deelnemend land. Deze opleiding dient minimaal vijf werkdagen te duren. Beide toelagen zijn bedoeld als vergoeding voor de extra mobiliteitsuitgaven. Ze beogen niet de volledige kosten van het buitenlandse verblijf te dekken. De HoGent tracht via deze toelagen de uitgaande docentenmobiliteit nog meer te stimuleren. In het kader van Erasmus ontving de HoGent 34 docenten. 5.2.4 Lifelong Learning Programme (LLP) / Erasmus/ Thematische Netwerken De Hogeschool Gent streeft naar een stevige netwerking van haar opleidingen met Europese en internationale hogeronderwijsinstellingen en organisaties. Aansluiten bij één van de academische Thematische Netwerken in het kader van het Erasmusprogramma is dan ook een ideale manier om deze doelstelling na te streven. De faculteit Mens en Welzijn wordt partner in het nieuwe Science for Prevention Academic Network (SPAN), gecoördineerd door Oxford Brookes University (UK) en ontvangt subsidies van de Europese Commissie voor de komende 36 maanden (eind september 2015). In februari 2012 treedt het Koninklijk Conservatorium van de school of arts als nieuwe partner in het reeds bestaande thematische netwerk Polifonia. Polifonia wordt tot september 2014 gecoördineerd door het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Drie andere faculteiten en hun opleidingen zijn reeds actief in bestaande netwerken. Alle vier de netwerken ontvangen Europese subsidies tot eind september 2013. De faculteit Mens en Welzijn is partner in twee thematische netwerken.
DIETS - Dietitians ensuring education, teaching and professional quality, gecoördineerd door de University of Plymouth (Verenigd Koninkrijk). NetQuEST - Network for Tuning Standards & Quality of Education programmes for speech language therapy in Europe, gecoördineerd door het Comité Permanent de Liaison des OrthophonistesLogopèdes de l’Europe (CPLOL).
De opleiding landschaps- en tuinarchitectuur van de school of arts blijft als kernpartner actief betrokken in het thematische netwerk ‘Landscape Education: New Opportunities for Teaching and Research in Europe III’. Dit netwerk ontvangt Europese subsidies tot 2013. Ook de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde blijft actief in thematische netwerk OPTIMALE Optimising Professional Translator Training in a Multilingual Europe. De coördinatie van dit netwerk is in handen van de Université de Rennes 2. 5.2.5 Lifelong Learning Programme (LLP) / Erasmus: Multilaterale Projecten en Intensive Programme Multilaterale projecten van Erasmus bieden steun bij de onderlinge samenwerking van instellingen voor hoger onderwijs of bij de samenwerking van deze instellingen met andere relevante belanghebbenden. Sinds 2011 biedt deze actie onder Erasmus enkele specifieke prioriteiten. Binnen de Hogeschool Gent lopen onder deze actie vier projecten: binnen de prioriteit ‘Samenwerking tussen instellingen van hoger onderwijs (HOI) en ondernemingen’ De geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde stapt als partner mee in het project Transnational Placement Scheme for Translation Students (AGORA). Hier is de Università di Bologna coördinator. Met de financiering van dit project wil de Europese Commissie de samenwerking tussen de hogeronderwijsinstellingen en de bedrijven versterken. Het Centrum voor Ondernemen is partner in het European University Enterprise Network (EUEN) met het doel de samenwerking tussen ondernemende onderwijsinstellingen en bedrijven te promoten en te verstevigen. De HoGent wil als partner in dit project een brug slaan tussen de eigen instelling en (kandidaat)ondernemers.
binnen de prioriteit ‘Steun voor de moderniseringsagenda van het hoger onderwijs’ De geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde werkt als partner van het Curriculum Development of Joint Master in International Public Administration and Management (MIPAM) aan haar tweede projectjaar. Coördinator van dit project is de Hochschule für Offentliche Verwaltung und Finanzen in Ludwigsburg, Duitsland. De school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium ondertekent haar contract met de Europese Commissie voor het eerder goedgekeurde curriculum development project ‘SOUND IN AUDIOvision’ (518336LLP-1-2011-1-BE-ERASMUS-FEXI). Tijdens het eerste projectjaar staat heel wat werk op de plan om deze Europese Joint Master uit te bouwen tot een nieuwe en vernieuwende artistieke opleiding ‘SOUND in AUDIO VISION’. In deze opleiding ligt de nadruk op het samengaan van een technische, theoretische en artistieke benadering van de geluidspraktijk binnen een audiovisuele context. De Europese opzet geeft de mogelijkheid aan de studenten om in verschillende instituten verschillende expertises, verschillende onderzoeksculturen, verschillende accommodatie en andere accenten binnen de discipline te leren kennen. Het project wordt gecoördineerd vanuit de Hogeschool Gent. Projectpartners zijn: The School of Sound, Londen (Verenigd Koninkrijk), University of Art and Design, Helsinki (Finland), Internationale Filmschule Köln (IFS) (Duitsland), Ecole Nationale Supérieure des Arts et Techniques du Théâtre (ENSATT), Lyon (Frankrijk), Flanders International Film Festival Ghent (België), Festival International du Film d’Aubagne, Association Alcimé (Frankrijk) en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK)(Nederland). 5.2.6 Lifelong Learning Programme (LLP) / Erasmus: Intensive Programme De faculteit Bedrijf en Organisatie is samen met de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde partner in het Intensive Programme ‘ERP Application Fusions’. Dit IP wordt gecoördineerd door de North Karelia University of Applied Sciences, Joensu, Finland. Samen met de Hogeschool Gent zijn de HOF University of Applied Sciences, Germany en de University of Girona, Spanje, partner in dit IP. Dit jaar was de HoGent gastinstelling en kwamen studenten van alle partners samen van 14 tot 27 februari 2012. Daarnaast is de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde actief betrokken in twee andere Intensive Programmes. Enerzijds is er het Intensive Programme met als thema ‘Europa braucht innovative Programme zur Integration von Migranten und ethnischen Minderheiten – Neue Ansatze zur interkulturellen Qualifizierung und Offnung in nationalen, regionalen und kommunalen Verwaltung’. Coördinator is HWR Berlin en partners zijn de HoGent, Linnaeus University (Zweden) en FH Kärnten Villach (Oostenrijk). Het IP vond ook plaats in Gent van 18 tot en met 30 maart 2012. Het derde Intensive Programme waarin de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde actief is, wordt gecoördineerd door de Faculty of Economics van de Technical University of Košice (Slowakije). Hier zijn de partners de Karlova University, School of Advanced Social Studies in Nova Gorica (Slovenië), de National School of Political Studies and Public Administration Bucharest (Roemenië),de University Bayreuth (Duitsland), de Economic University Bratislava (Slovakije), Comenius University Bratislava (Slowakije), de University of Tampere (Finland), de University Marie Curie in Lublin (Polen) en de University Pardubice (Tsjechië). Het thema van dit IP draait om ‘Politics and Policy-Making at the Local Level’. Het IP gaat door in het Slowaakse Košice van 1 tot en met 15 juli 2012. Het Centrum voor Ondernemen diende in maart 2012 een aanvraag voor een Intensive Progamme ‘International Entrepreneurial Seminar’. De aanvraag werd niet goedgekeurd door EPOS vzw. 5.2.7 Lifelong Learning Programme (LLP) / Leonardo da Vinci Het derde subprogramma van het Lifelong Learning Programme, Leonardo da Vinci, richt zich op het beroepsonderwijs en de voorbereiding op de arbeidsmarkt. Hogeronderwijsinstellingen kunnen hierin uiteraard participeren maar de doelgroep is wel degelijk gericht naar pas afgestudeerden, werkzoekenden en de arbeidsmarkt. Twee faculteiten van de HoGent zijn actief betrokken in drie Partnerschapsprojecten. Gedurende twee jaar werkten zeven Europese hogescholen en universiteiten samen aan TRaNSforM, ‘Training requirements and nursing skills for mobility’, een Leonardo da Vinci-project rond multiculturaliteit en internationale mobiliteit van verpleegkundigen. Het partnerschap waar de faculteit Mens en Welzijn in participeert, loopt af in 2012. De coördinatie van het project werd opgenomen door Nottingham University
(UK). Partners zijn: St Angela's College – College of the National University of Ireland, Galway (Ierland), Mikkelin Ammattikorkeakoulu (Finland), Fachhochschule Bielefeld (Duitsland), Escola Superior de Enfermagem do Porto (Portugal), Dokuz Eylül Universitesi Hemşirelik Yüksekokulu, Izmir (Turkije). De geassocieerde faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen dient in februari 2012 een aanvraag in voor een Transfer of Innovation-project. Het project ‘Re-MOULD: Vocational re-training of ageing technical workers towards the injection moulding industry’ werd goedgekeurd. Focus van het project is gericht naar de professionele heroriëntering van oudere werknemers in de industriesector ‘spuitgieten’. Met deze doelstelling sluit de projectaanvraag aan bij 2012 als Europees Jaar van het actief ouder worden.
5.3 Europees hulpprogramma Tempus IV In het kader van de vijfde oproep onder Tempus IV dient de faculteit Bedrijf en Organisatie in februari 2012 twee projectvoorstellen in bij de Europese Commissie. Het eerste is een herindiening van het Joint Project ‘EQF-based Vocational ICT Training for Russia and Kazachstan (VICTET)’. Dit projectvoorstel beoogt het versterken van de banden tussen onderwijs en ICTbedrijven door professionele ICT-opleidingen in Rusland en Kazachstan uit te bouwen volgens het Europese kwalificatieraamwerk. Het tweede project ‘Development of internationalisation model of university management and student services (DOMIUM)’ wordt ingediend onder de categorie Structural Measures Multinational Project. Met dit project wil het consortium nieuwe modellen en richtlijnen ontwikkelen om veranderingen in het management van de hogeronderwijsinstellingen in Rusland, Oekraïne en Kazachstan, met focus op internationale strategie, te initiëren. Hiermee komt het projectvoorstel tegemoet aan een specifieke doelstelling voor zowel Rusland, Oekraïne als Kazachstan: structurele voorstellen voor verandering van universiteitsmanagement enerzijds en student services anderzijds. Het bredere kader is het stimuleren van de mobiliteit van instellingen van de Russische federatie met West-Europese partners. Beide projecten werd niet goedgekeurd.
5.4 Regionale samenwerking In het kader van de vijfde oproep onder Tempus IV diende de faculteit Bedrijf en Organisatie in februari 2012 twee projectvoorstellen in bij de Europese Commissie. Het eerste is een herindiening van het Joint Project ‘EQF-based Vocational ICT Training for Russia and Kazachstan (VICTET)’. Dit projectvoorstel beoogt het versterken van de banden tussen onderwijs en ICTbedrijven door professionele ICT-opleidingen in Rusland en Kazachstan uit te bouwen volgens het Europese kwalificatieraamwerk. Het tweede project ‘Development of internationalisation model of university management and student services (DOMIUM)’ wordt ingediend onder de categorie Structural Measures Multinational Project. Met dit project wil het consortium nieuwe modellen en richtlijnen ontwikkelen om veranderingen in het management van de hogeronderwijsinstellingen in Rusland, Oekraïne en Kazachstan, met focus op internationale strategie, te initiëren. Hiermee komt het projectvoorstel tegemoet aan een specifieke doelstelling voor zowel Rusland, Oekraïne als Kazachstan: structurele voorstellen voor verandering van universiteitsmanagement enerzijds en student-services anderzijds. Het bredere kader is het stimuleren van de mobiliteit van instellingen van de Russische federatie met West-Europese partners. Beide projecten werd niet goedgekeurd.
5.5 Ontwikkelingssamenwerking in het kader van VLIR-UOS Andere programma’s 5.5.1 Reisbeurzen VLIR-UOS in het kader van ontwikkelingssamenwerking In 2011-2012 dienden 52 studenten in totaal 65 VLIR-UOS-reisbeursaanvragen (waarvan 13 herkansingen) in. Hiervan ontvingen 34 studenten een VLIR-UOS-reisbeurs van 1.000 euro. Het ging om studenten uit de faculteiten Mens en Welzijn (13 beurzen), Natuur en Techniek (10 beurzen), Bedrijf en Organisatie (2 beurzen), Toegepaste Ingenieurswetenschappen (1 beurs), Toegepaste Bio-Ingenieurswetenschappen (5 beurzen),Toegepaste Taalkunde (2 beurzen) en Handelswetenschappen en Bestuurskunde (1 beurs).
De studenten vertrokken in het kader van hun stage of eindwerk naar volgende bestemmingen: Bolivië, Brazilië, Cambodja, DR Congo, Ecuador, Ethiopië, Ghana, India, Indonesië, Kenia, Mexico, Peru, Rwanda, Senegal, Suriname, Tanzania en Zuid-Afrika. De top drie van bestemmingen waren Zuid-Afrika (5 studenten), India en Suriname (allebei 4 studenten). Ter ondersteuning van deze internationale ervaring in het Zuiden organiseerde de dienst Internationalisering op zaterdag 19 november 2011 en op zaterdag 31 maart 2012 samen met de drie andere leden van de Associatie Universiteit Gent, de Noord-zUITwisseling, een voorbereidingsdag voor studenten die stage lopen of thesisonderzoek plannen in het Zuiden. 5.5.2 Andere programma’s en samenwerkingsverbanden VLIR-UOS op vlak van ontwikkelingssamenwerking De dienst Internationalisering ziet in 2011-2012 de vruchten van het aanstellen in 2009 van een stafmedewerker specifiek voor de uitbouw van de samenwerking met regio’s in ontwikkeling. Door de reorganisatie van de faculteiten en de directie Onderwijs en dus de taken binnen de dienst Internationalisering, stellen we vast dat deelname aan de VLIR-UOS-beleidsdagen en VVOB niet kon opgevolgd worden. Toch blijft de dienst Internationalisering het beleid rond (universitaire) ontwikkelingssamenwerking zo goed als mogelijk opvolgen vermits we dit als een volwaardig onderdeel van de internationale samenwerking van de HoGent beschouwen. Naast de voortzetting van het VLIR-UOS Zuidinitiatief ‘Occupational Therapy takes a Start’ bij de faculteit Mens en Welzijn, het project ‘Congo.Music@Vlaanderen’ bij de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium en het VLIR-UOS Congo-project ‘Contribution de l’agriculture durable à la sécurité alimentaire dans le bassin nord-est du Congo’ van de geassocieerde faculteit Toegepaste BioIngenieurswetenschappen, gaan volgende goedgekeurde projectvoorstellen van start:
Het VLIR-UOS Zuidinitiatief ‘Technology development for improving soil fertility, crop yields and food security on small-scale farms in Western Kenya’, ingediend door de geassocieerde faculteit Toegepaste Bio-Ingenieurswetenschappen, wordt goedgekeurd. Twee andere voorstellen voor Zuidinitiatieven krijgen jammer genoeg geen groen licht van de VLIR-UOS. VVOB (Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand) gunning RD Congo 2011-2013. Nadat in september 2011 de door VVOB uitgeschreven gunning door de HoGent werd binnengehaald, kon de samenwerking tussen de faculteit Natuur en Techniek en de faculteit Mens en Welzijn met VVOB inzake de vernieuwing van de curricula en pedagogische werkvormen van de secundaire landbouwscholen en lagere scholen in RD Congo daadwerkelijk van start gaan.
5.6 Andere programma’s 5.6.1 Buitenlandse stages Het curriculum van de professionele opleidingen biedt ruimte aan de studenten voor een drie maanden durende stage. Steeds meer studenten kiezen ervoor om deze stage in het buitenland te realiseren, ook zonder enige financiële ondersteuning. Via meer uitgewerkte registratieprocedures en een hieraan gekoppeld datamanagement in onze moveon-database heeft de dienst Internationalisering een beter zicht op de verschillende soorten mobiliteiten. De dienst internationalisering registreerde voor het academiejaar 2011-2012 in totaal 210 studenten die een stage in het buitenland realiseerden. Hiervan waren er 107 Europese stages en 103 niet-Europese. Bij de Europese stages realiseerden 74 studenten deze in het kader van een Erasmus Placement (cf. supra). Bij de niet-Europese stages ontvingen 32 studenten een VLIR-UOS-reisbeurs. 5.6.2 Bilaterale samenwerking In de huidige geglobaliseerde samenleving is afstand een relatief begrip. De Hogeschool Gent kiest ervoor ook mondiaal actief te zijn en biedt haar studenten de kans op een niet-Europese ervaring. Hiertoe worden akkoorden afgesloten met niet-Europese partnerinstellingen. Deze vorm van samenwerking noemen we bilaterale samenwerking. De studentenmobiliteiten die plaatsvinden onder deze akkoorden kunnen niet rekenen op financiële ondersteuning van hogervermelde programma’s. Van de HoGent gingen 20 studenten in 2011-2012 bij een bilaterale partnerinstelling studeren. Het grootste deel hiervan (8 studenten) waren studenten Russisch van de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde die in Rusland gingen studeren. De tweede favo-
riete bestemming zijn de Verenigde Staten: 5 studenten (1 van de faculteit Bedrijf en Organisatie en 4 van de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde) gingen in de VS bij een partnerinstelling studeren. Wat de inkomende uitwisselingsstudenten betreft, ontving de Hogeschool Gent 41 studenten onder deze bilaterale akkoorden; ook hier is de grootste groep studenten afkomstig uit Rusland (19 studenten), maar ook de Verenigde Staten stuurde 12 studenten naar de HoGent. De faculteiten met het grootste aantal inkomende uitwisselingsstudenten zijn de faculteit Mens en Welzijn (9 studenten), de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde (9 studenten) en de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde (12 studenten). 5.6.3 Preparatory Visit (PV)- toelage De Vlaamse Gemeenschap gaf toelagen voor universiteiten of hogescholen die een (potentiële) partner willen bezoeken om samen te werken in het kader van een EU-project met de Balkanregio en de landen buiten Europa. De faculteit Mens en Welzijn kreeg in 2011-2012 een PV-toelage van 2.500 euro toegekend voor een bezoek aan het Indische Tata Institute for social Sciences. Tijdens dit bezoek werden samenwerkingsmogelijkheden voor de opleidingen orthopedagogie en sociaal werk bekeken. 5.6.4 Erasmus Belgica en Prins Filipfonds Erasmus Belgica is een samenwerkingsproject tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap om de mobiliteit van de studenten hoger onderwijs tussen de gemeenschappen van België te bevorderen. Het biedt aan universiteitsstudenten of hogeschoolstudenten de mogelijkheid om een gedeelte van hun opleiding aan een universiteit of een hogeschool in een andere gemeenschap door te brengen. Studenten krijgen de kans om zich via hun opleiding effectief te integreren in de taal en de cultuur van een andere gemeenschap van België. Het biedt de mogelijkheid zich te leren aanpassen aan een andere omgeving en een andere mentaliteit. In het kader van het Erasmus Belgica programma sloot de Hogeschool Gent achttien bilaterale akkoorden met hogeronderwijsinstellingen in de andere gemeenschappen van België. Zes studenten gingen op uitwisseling bij onze Franstalige zuiderburen. Omgekeerd kwamen er twaalf in dit kader studeren aan de Hogeschool Gent:
10 studenten studeerden bij de geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde: 4 van de Université de Mons-Hainaut, 1 student van de Haute Ecole de Bruxelles en 5 van de Université de Liège. 2 studenten studeerden bij de faculteit Bedrijf en Organisatie, afkomstig van de Haute Ecole de Namur-Liège-Luxembourg.
‘Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar kennen’. Vanuit die gedachte organiseert het Prins Filipfonds projecten waarbij het de uitwisseling en samenwerking tussen studenten en lesgevers uit de drie gemeenschappen van ons land wil aanmoedigen. Het project ‘Medisch Laboratorium Technologen zonder Grenzen’ van de faculteit Mens en Welzijn werd goedgekeurd. Van 5 tot 9 maart 2012 waren de studenten van de Haute Ecole de la Province de Liège André Vésale, opleiding Bachelier – Technologue de Laboratoire Médical te gast bij de opleiding professionele bachelor in de biomedische laboratoriumtechnologie. Bijlagen 2.5 Overzicht deelname aan conferenties, workshops en infosessies 2011-2012 2.6 Overzicht ontvangst delegaties 2.7 Overzicht vertegenwoordiging in internationale organisaties en comités 2.8 Verdeling uitgaande studenten 2011-2012: voor studie en stage; binnen en buiten Europa; volgens financieringsprogramma; per faculteit; per land in het kader van studie; stagestudenten per land binnen Europa; stagestudenten per land buiten Europa 2.9 Verdeling inkomende studenten 2011-2012: voor studie en stage; binnen en buiten Europa; volgens financieringsprogramma; per faculteit 2.10 Uitgaande docenten Hogeschool Gent in het kader van Erasmus-docentenmobiliteit
6
Bibliotheken
6.1 Herstructurering Begin 2012 is door het bestuurscollege beslist om de dienst Bibliotheken van de toenmalige directie ICT naar de directie Onderwijs over te dragen. Waar de bibliotheek in het verleden zich hoofdzakelijk profileerde als klantvriendelijke, laagdrempelige en zeer goed uitgebouwde faciliteit, wil de bibliotheek zich ook profileren als volwaardig partner in het leren, waarbij klantvriendelijkheid evolueert naar klantgerichtheid. Naast het aanbieden van inspirerende ruimtes met kwaliteitsvolle content wil de bibliotheek een plaats zijn die studenten belangrijke competenties, kennis en vaardigheden voor het hoger onderwijs mee helpt te ontwikkelen, uit te bouwen en te creëren. Mede als gevolg van de herstructureringen is de Bibliotheekraad stopgezet. In 2011 werd de Bibliotheekraad aangeduid als formeel adviesorgaan van het bestuur van de Hogeschool Gent. Maar omwille van structurele veranderingen binnen de Hogeschool Gent was het aangewezen de werking van de Bibliotheekraad te herbekijken. De bibliotheken zijn geen losstaande entiteiten, het is van cruciaal belang dat beslissingen gedragen worden door de faculteiten en de betrokken directies/diensten binnen de hogeschool. De bibliotheken vormen een belangrijke meerwaarde in het onderwijsproces op voorwaarde dat de link bibliotheek en onderwijs daadwerkelijk vorm krijgt. De bestaande adviesorganen, zoals de Onderwijsraad, de Kwaliteitsraad of de Onderzoeksraad, zijn de meest aangewezen raden om adviezen te formuleren inzake beleid en werking van de bibliotheken waarbij een sterkere positionering en uitbouw van de bibliotheken in het onderwijs en het onderzoek bewerkstelligd wordt. Daarom wordt de Bibliotheekraad opgeheven en zullen de dossiers afhankelijk van de inhoud behandeld worden in de bestaande adviesorganen.
6.2 Collectie 6.2.1 Algemeen Het totaal aantal records in de catalogus van de Hogeschool Gent bedraagt eind 2012 598.756 titelbeschrijvingen. Zowel boeken, tijdschriften, artikels, e-books, scripties, partituren, … worden hier geteld. In 2012 zijn 2.150 scripties digitaal opgeladen, wat het totale scriptiebestand op 23.680 brengt. De catalogus werd in 2012 aangevuld met de beschrijving van 6.148 kunstwerken uit de collectie, waarvan 1.133 beschrijvingen van architectuurtekeningen verrijkt zijn met een gescande afbeelding. De digitale collectie, bestaande uit een dertigtal databanken, biedt toegang tot 34.271 full text tijdschriften en 27.000 e-books. Ook SFX, de link resolver die toelaat de full text van tijdschriften op te zoeken vanuit een bibliografische referentie is intensief gebruikt. Via SFX is 36.171 keer de full text van een artikel opgevraagd. 6.2.2 Unicat Begin 2012 heeft de Hogeschool Gent zich aangesloten bij UniCat (Union Catalogue of Belgian Libraries). UniCat is de nieuwe Belgische wetenschappelijke catalogus en de opvolger van de verouderde CCB (Collectieve catalogus van België). UniCat biedt in één zoekinterface de catalogi aan van de belangrijkste Belgische universiteitsbibliotheken, alsook van de Koninklijke Bibliotheek, hogeschoolbibliotheken, ander wetenschappelijke bibliotheken, overheidsbibliotheken, musea- en erfgoedbibliotheken, etc. Ondertussen bevat Unicat 14 miljoen records. Wekelijks worden de gegevens geüpdatet. 6.2.3 KASK en S.M.A.K. Midden 2011 is er een overeenkomst tussen KASK en S.M.A.K. (Stedelijk Museum voor Actuele Kunst) gesloten. In afwachting dat beide collecties verhuizen en verenigd worden in het Huis van de Abdis is er begonnen met het voorbereidende werk. Twee catalografen (samen 0,50 FTE) hebben in 2012 alle publicatie uit het S.M.A.K. die na 2003 gepubliceerd zijn gecatalogeerd of de conversie ervan nagekeken. Alle publicaties van voor 2003 neemt S.M.A.K. voor zijn rekening. Ondertussen zijn er 24.929 publicaties opgenomen in de catalogus van de Hogeschool Gent. 6.2.4 IIAS Op donderdag 16 februari werd de IIAS-bibliotheek (International Institute of Administrative Sciences) plechtig overgedragen door haar voorzitter Pan Suk Kim aan de faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde van de HoGent. De schenking omvat ongeveer 17.000 boeken en 145 tijdschrifttitels. Bij
deze gelegenheid werd door algemeen directeur Bert Hoogewijs van de Hogeschool Gent en directeurgeneraal Rolet Loretan van het IIAS een gedenkplaat onthuld op de campus Schoonmeersen.
6.3 Dienstverlening 6.3.1 Algemeen Naast het ad hoc uitvoeren van traditioneel baliewerk en het verlenen van eerstelijnshulp op het vlak van IT, betekent dienstverlening ook het breder ondersteunen van onderwijs en onderzoek door onder andere instructies, workshops en presentaties te verzorgen voor zowel docenten als studenten, algemene of op maat, in het kader van een specifieke taak of opdracht. Er werden in 2012 ongeveer 200 dergelijke instructies verzorgd door het bibliotheekpersoneel. Ook werden er in de bibliotheek campus Schoonmeersen enkele buitenlandse delegaties ontvangen en rondgeleid. 6.3.2 Gebruik In de bibliotheken van de Hogeschool Gent zijn 573.894 bezoekers geregistreerd. Dit is een stijging van 7 % tegenover vorig jaar. Het gaat hier echter niet om unieke bezoekers, de cijfers moeten dus gerelativeerd worden. In 2012 zijn er 48.278 uitleningen geregistreerd (-3,5 % t.o.v. vorig jaar). Opvallend is de stijging van de uitleen aan alumni (+33 %) en externen (+19,2 %). Het gebruik van de digitale collectie vertoont wat schommelingen tegenover vorig jaar, maar over het algemeen kunnen we stellen dat het gebruik van de digitale collectie status quo blijft. De meest bevraagde databanken zijn: EBSCO Academic Search Premier (44.907 queries), MLA international Bibliography (35.085 queries), Cinahl (27.451 queries), EBSCO Business Source Premier (22.438 queries). Ook het gebruik van e-books zit in de lift. Eind 2011 waren er 26.232 e-books ter beschikking. Uit een kleinschalig statisch onderzoek blijkt dat de e-books 4.393 keer geconsulteerd werden, 57 % ervan waren Nederlandstalige e-books. Nochtans beslaat de Nederlandstalige e-bookcollectie slechts 1,5 % van de totale collectie. De meest geraadpleegde disciplines zijn gezondheidszorg, sociaal werk en informatica. 6.3.3 Nieuw bibliotheekreglement Het bibliotheekreglement dateerde van 2004. Ondertussen is de werking van de bibliotheken sterk gewijzigd. Op vraag van de Hogeschool Gent Studentenraad is het bibliotheekreglement door de bibliothecarissen onder de loep genomen en geactualiseerd. Naast enkele taalkundige aanpassingen zijn ook inhoudelijke aanpassingen voorgesteld. De werking van de bibliotheek probeert zo veel mogelijk aan te sluiten bij de behoeften van de studenten. Die behoeften variëren per moment en per campus. Ook de infrastructuur bepaalt voor een stuk de gedragscode. Er is getracht om in het reglement het flexibele karakter van de bibliotheek weer te geven. Het nieuwe bibliotheekreglement is voorgelegd aan de Hogeschool Gent Studentenraad en de Onderwijsraad en werd positief geadviseerd. Het bestuurscollege keurde het reglement goed. Bij de start van het academiejaar 2012-2013 werd het nieuwe bibliotheekreglement van kracht. 6.3.4 Multimediamedewerker Beeld is een informatie- en onderwijsvorm die (terug) sterk in opmars is. Het belang van multimedia in hoger onderwijs wordt steeds groter en steeds meer mensen maken gebruik van de dienstverlening met betrekking tot multimedia en het beschikbare materiaal. De bibliotheek wil haar gebruikers begeleiden in het zoeken, bekijken, beluisteren, bewerken en produceren van audiovisuele informatie, binnen de onderwijsopdracht van Hogeschool Gent. Audiovisuele technologieën zijn vaak educatieve technologieën. Om aan de behoeften van de studenten en docenten te kunnen voldoen, is er een hoofdmedewerker multimedia aangetrokken. Deze kent het aanbod aan tools, software en hardware en kan studenten/docenten ondersteunen in de keuze en het gebruik ervan. Mogelijke aspecten zijn podcasting, screencasting, montage, streaming, auteursrecht, digitalisering, web 2.0, …
6.3.5 Studenten aan het woord Uit de resultaten van de studentenbevraging van academiejaar 2010-2011 blijkt dat de studenten van de Hogeschool Gent tevreden zijn over de facultaire bibliotheken en de e-bibmogelijkheden. Evenwel blijkt er een behoefte aan een grotere beschikbaarheid van computers. Het is onmogelijk om uit de bevragingen af te leiden of de studenten tevreden zijn over de dienstverlening, de facilitaire mogelijkheden of de collectie. Daarom zullen er vanaf 2013 focusgroepen opgericht worden om dit specifieker te bevragen. 6.3.6 Blok@byb In het academiejaar 2011-2012 werd op de campus Schoonmeersen voor de vijfde en zesde keer Blok@byb georganiseerd. Met Blok@byb probeert de bibliotheek flexibel in te spelen op de behoeften van de studenten gekoppeld aan de blok- en examenperiode. Sociaal studeren is een trend in opmars. Studenten zijn de switch tussen werkbibliotheek en stille bibliotheek ondertussen gewoon en rekenen er zelfs op. In tegenstelling tot andere momenten in het jaar blijven studenten tijdens de blokperiode lang zitten, wordt er weinig over- en weer gelopen en zorgen studenten zelf voor de nodige sociale controle. Bibliotheekpersoneel moet nauwelijks ingrijpen. Voor het eerst is ook in de kerstvakantie de bibliotheek opengesteld. Er werden in beide periodes respectievelijk 44.855 en 41.617 bezoekers (geen unieke bezoekers) ontvangen. Dit is een stijging met 33 % ten opzichte van vorig academiejaar. 6.3.7 Nieuwe bibliotheeksite Sinds begin juli 2012 heeft de bibliotheek een nieuwe website. In vergelijking met de oude website zijn vooral de zoekmogelijkheden aangepast en is er aan de look and feel gewerkt. De belangrijkste doelstelling tijdens het maken van de website was om de zoekingangen gebruiksvriendelijker en transparanter te maken. Er werden ook een paar nieuwe zoekingangen gecreëerd om het zoeken te vergemakkelijken (nl. scripties, e-books en e-journals). Er werd ook een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het zoeken binnen de HoGent en off-campus. De verandering van de website heeft een serieuze impact op de bezoekersaantallen aan de site. In 2011 registreerden we 85.684 bezoekers, in 2012 161.396, een stijging van 88 %. De stijging concentreert zich vooral in de periode na de aanpassing van de website.
6.4 Informatievaardigheden 6.4.1 Online tool informatievaardigheden Het afgelopen jaar heeft een werkgroep bestaande uit verschillende partners (Hogeschool Gent, Arteveldehogeschool, Universiteit Gent, Hogeschool West-Vlaanderen en Erasmus Hogeschool) zich toegelegd op de ontwikkeling van een online tool informatievaardigheden. De cursus heeft tot doel de informatievaardigheden van studenten professionele bachelor op te krikken. De cursus die bestaat uit vijf modules wil niet alleen kwaliteitsvol zijn en inhoudelijk aansluiten bij de behoeften van de studenten, maar wil ook aantrekkelijk, studentvriendelijk en interactief zijn. De tool kan zelfstandig doorlopen worden, maar docenten kunnen deze cursus (of stukken ervan) gebruiken in de les of ernaar verwijzen. Een testgroep van een vijftiental docenten heeft deze cursus al doorlopen en de nodige feedback gegeven. Een testgroep van studenten zal begin 2013 samengesteld worden. De cursus zal als digitale open-sourcecursus gepubliceerd worden onder een creative-commonslicentie. De release is gepland voor het begin van 2013.
Jaarverslag HoGent
Onderzoek
1
Het beleid betreffende het onderzoek: resultaten en vooruitzichten
1.1 Het strategisch beleid, beoogde doelen en resultaten De Hogeschool Gent profileerde zich ook in 2012 als een kennisinstelling met een duidelijk onderzoeksprofiel. In vergelijking met 2011 bleven zowel het onderzoeksbudget als het aantal onderzoekers (zowel in aantal als in VTE ingezet op onderzoek) ongeveer status quo. In 2012 werd het integratieproces van de academische opleidingen in samenwerking met de UGent wat betreft onderzoek, dienstverlening en valorisatie constructief voorbereid. De integratie van de academisch gerichte opleidingen in de universiteit vanaf 2013-2014 stelt de hogeschool voor nieuwe uitdagingen, ook wat betreft onderzoek. De Hogeschool Gent wenst zich na de integratie blijvend te profileren als belangrijke onderzoekspartner. Wij zijn ervan overtuigd dat als we verder willen excelleren in onze professioneel gerichte opleidingen en academisch gerichte opleidingen in de kunsten door kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden en ondernemende en creatieve afgestudeerden af te leveren, dit alleen kan als er voldoende verankering is van het onderwijs met relevant en praktijkgericht onderzoek. Op die manier verhogen we de kwaliteit van onze opleidingen door de actualiteitswaarde van het curriculum te verhogen en de informatievaardigheden en innovatieattitude van onze alumni te versterken. Het onderzoek in de professioneel gerichte opleidingen heeft, door zijn praktijkgerichte en toegepaste aard en door zijn nauwe band met het betrokken werkveld, een specifieke én unieke rol in het Vlaamse onderzoekscontinuüm, niet in het minst naar KMO’s, not-for-profit- en overheidsorganisaties. Enerzijds werken we intern binnen de instelling hard aan het verhogen van dit waardevolle onderzoekspotentieel, anderzijds blijven we permanent beleidsmakers binnen Vlaanderen overtuigen van de opportuniteiten en meerwaarde van dit onderzoek. Ook in 2012 werd een evenwicht gezocht tussen het aantrekken van nieuwe onderzoekers en het vrijmaken van meer ruimte voor onderzoek in de opdracht van de aanwezige personeelsleden. Het onderzoeksbeleid wenst enerzijds excellente onderzoekers meer te ondersteunen en anderzijds starters de kans te geven zich toe te leggen op onderzoek en waar nodig zich hierin verder te professionaliseren. Voor het onderzoek in de faculteiten met professioneel gerichte opleidingen werd verder gewerkt aan een coherent onderzoeksbeleid voor de toekomst met aandacht voor profilering van potentiële expertise in de vakgroepen en het huidige onderzoekspotentieel via acht expertisedomeinen. In de toekomst zal worden ingezet op vakgebiedspecifieke professionalisering, tijdskredietonderzoek voor onderwijzend personeel en drie multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s (Leefbare stad en omgeving, Product- en procesoptimalisatie en Zorg en maatschappij). De bedoeling is in ieder geval verdere onderzoekscapaciteit op te bouwen, meer focus te brengen en de kritische massa en continuïteit in de expertise te verhogen. Binnen de academische kunstenopleidingen werd het onderzoek in de kunsten verder uitgebouwd. De eerste zeven doctoraten in de kunsten werden verdedigd en in overleg met de UGent werd verder gewerkt aan de krijtlijnen van dit doctoraat in de kunsten. Er werd dit jaar opnieuw verder gewerkt aan een structureel kader voor onderzoek en dienstverlening dat de absorptiecapaciteit voor onderzoek blijft garanderen. De aandacht gaat hierbij naar ondersteunende instrumenten, opleidingen voor onderzoekers, valorisatie van de resultaten en zeker ook naar de uitbouw van structurele netwerken met het sociaal, economisch en cultureel weefsel van de regio en internationale partners. De verdere implementatie van het onderzoeksinformatiesysteem en het uittekenen van transparante en administratief vereenvoudigde processen omtrent onderzoek zijn hierbij cruciaal. In de nabije toekomst wil de Hogeschool Gent zich steeds meer expliciet profileren als een open kennisorganisatie, waarbij de traditionele pijler van kennisoverdracht via onderwijs en vorming in ruimere mate verankerd zal worden met een pijler van kenniscreatie en wetenschappelijk onderzoek.
1.1.1 Onderzoeksraad - Onderzoeksfonds Hogeschool Gent De Onderzoeksraad van de Hogeschool Gent zette in 2012 zijn beleidsondersteunende taak en adviserende rol verder op basis van de realisaties van de voorbije jaren. In 2012 focuste de Onderzoeksraad op het uittekenen van het onderzoeksbeleid voor de faculteiten met professioneel gerichte opleidingen. Bij het opstellen van het onderzoeksbeleid werden ook de onderzoekers zelf en de in 2012 gereorganiseerde vakgroepen nauw betrokken. Verder had de Onderzoeksraad ook aandacht voor de beslissingen betreffende de integratie van de academische opleidingen in de UGent. De vertegenwoordiging van de faculteiten in de Onderzoeksraad werd gewijzigd als gevolg van de reorganisatie van de vakgroepen. Het bestuurscollege besliste ook om de afvaardiging van de UGent in de Onderzoeksraad uit te breiden met een vertegenwoordiger specifiek voor de kunsten. Een overzicht van de samenstelling van de Onderzoeksraad op het einde van 2012 is te vinden in bijlage 3.1. Net zoals het voorgaande jaar werd in 2012 veel aandacht besteed aan de evaluatie van het lopende onderzoek. In de eerste plaats betreft het de evaluatie van doctorandi aangesteld ten laste van het Onderzoeksfonds (onderzoeksassistenten en het doctorerend onderwijzend personeel). Bij de evaluatie wordt rekening gehouden met de adviezen van promotoren, doctoraatsbegeleidingscommissies en/of de evaluaties van de Doctoral Schools. Voor doctor-assistenten ten laste van het Onderzoeksfonds is er een belangrijke focus op de beoordeling van de inbedding van het onderzoek in de vakgroep/faculteit. Alle onderzoeksprojecten met een looptijd langer dan twee jaar worden ook tussentijds geëvalueerd. Het advies van de werkgroepen van de Onderzoeksraad is daarbij belangrijk (zie ook verder). De Onderzoeksraad adviseerde in 2012 ook over de verdeling en toekenning van het budget dat binnen de begroting van de Hogeschool Gent beschikbaar is in het Onderzoeksfonds. De middelen in het Onderzoeksfonds zijn de academiseringsmiddelen en de middelen gerecupereerd uit de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers (middelen BVH). De besteding van de academiseringsmiddelen wordt vanaf 2009 beleidsmatig bepaald door de Associatie Universiteit Gent (AUGent). De raad van bestuur van de AUGent besliste op advies van de Hogeschool Gent en de Associatieonderzoeksraad van de AUGent over de onderzoeksinitiatieven die met de academiseringsmiddelen ter beschikking van de Hogeschool Gent gefinancierd zullen worden. De Hogeschool Gent besliste over de effectieve financiering van dossiers. Voor de besteding van de middelen BVH blijft de Onderzoeksraad rechtstreeks adviseren aan het bestuurscollege. Vanaf 2011 worden de middelen van het Onderzoeksfonds gesplitst over de verschillende opleidingen: de professionele bacheloropleidingen, de academische opleidingen binnen de geassocieerde faculteiten en de academische kunstenopleidingen. Naast de middelen in het Onderzoeksfonds, adviseerde de Onderzoeksraad ook over de besteding van PWO-middelen. De besteding van PWO-middelen wordt beschreven in punt 3.1.2. Voor de evaluatie van alle ingediende dossiers doet de Onderzoeksraad een beroep op de kennis en expertise van vier werkgroepen. Deze werkgroepen (Kunsten, Sociale Wetenschappen, Taal & Bedrijf en Technologische Wetenschappen) werden opgericht door de Onderzoeksraad. In de werkgroepen zitten zowel leden van de Onderzoeksraad als externe leden uit relevante vak- en onderzoeksgebieden. Bij de beoordeling van dossiers zijn de voornaamste criteria de wetenschappelijke competentie van de aanvragers, de wetenschappelijke of artistieke waarde van het voorgestelde onderzoek en de plaatsing van het onderzoek binnen het onderzoeksbeleid van de faculteit en de vakgroep en het profiel van de opleidingen. In 2012 financierde het Onderzoeksfonds volgende onderzoeksinitiatieven: Onderzoeksassistenten in faculteiten met academische gerichte opleidingen In 2012 werden twaalf nieuwe onderzoeksassistenten aangesteld ten laste van het Onderzoeksfonds: acht van de assistenten binnen de geassocieerde faculteiten en vier onderzoeksassistenten in de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium. In de school of arts werden in 2012 bovendien drie doctorassistenten met een doctoraat in de kunsten ten laste van het Onderzoeksfonds aangeworven. Daarnaast werd de heraanstelling van vijftien assistenten goedgekeurd. De heraanstelling van alle assistenten gebeurde na de evaluatie door de Onderzoeksraad van de onderzoekswerkzaamheden ter voorbereiding van hun doctoraat. Ook vijf doctor-assistenten werden heraangesteld. Voor de evaluatie van de doctorassistenten werd rekening gehouden met hun onderzoeksactiviteiten en hun bijdrage aan het onderzoek
in de faculteit. Eind 2012 werd een oproep gelanceerd voor de financiering van twee assistenten en twee doctor-assistenten binnen de academische kunstenopleidingen. De oproep wordt geëvalueerd in de loop van 2013. Deze onderzoeksassistenten kunnen starten vanaf september 2013. Alle onderzoeksassistenten besteden minimaal 70 % van hun opdracht aan onderzoek en maximaal 30 % aan onderwijsondersteunende taken. De totale omvang van de financiering voor onderzoeksassistenten bedraagt de loonkost voor de aanstelling van de onderzoeksassistent jaarlijks aangevuld met een vast bedrag van 4.000 euro voor werkingskosten en/of uitrusting. Doctoreren van OP van de Hogeschool Gent Er werden in 2012 geen nieuwe dossiers goedgekeurd voor doctoreren van onderwijzende personeelsleden aan de Hogeschool Gent. In 2012 was er de verlenging van de financiële steun voor vier doctorerende onderwijzende personeelsleden. Die personeelsleden hebben voor maximaal zes jaar de mogelijkheid om 50 % van een voltijdse opdracht gefinancierd te worden voor een doctoraatsonderzoek. De Onderzoeksraad evalueerde hun vorderingen van het onderzoek en de voorbereiding van het doctoraat. Senior Fellows in Artistic Research Door de specifieke behoefte binnen de academische kunstenopleidingen om eminente specialisten in het veld van de kunstenpraktijk mee te laten participeren aan het onderzoeksgebeuren in de kunstenfaculteit, werd in 2012 het mandaat ‘senior fellow in artistic research’ als bijkomend onderzoeksinitiatief voor de besteding van de middelen van het Onderzoeksfonds goedgekeurd. Het betreft een tijdelijk onderzoeksmandaat voor eminente kunstenaars die via de ontwikkeling van hun cv en oeuvre heel wat onderzoekservaring hebben opgebouwd, zij het niet binnen de reguliere circuits van het academische onderzoek. De senior fellow in artistic research heeft een taakinvulling van 70 % onderzoeks- en 30 % onderwijsopdracht. Het mandaat wordt toegekend voor twee jaar en kan maximaal één maal verlengd worden voor een periode van twee jaar. In de school of arts kunnen tegelijkertijd maximaal twee senior fellows in artistic research aangeworven worden. Op advies van de Onderzoeksraad startten in 2012 twee senior fellows in artistic research. Post-doc onderzoeksprojecten Eind 2011 werd het onderzoeksinitiatief ‘post-doc onderzoeksprojecten’ goedgekeurd. Het betreft de financiering van interne onderzoeksprojecten voor doctor-assistenten of doctorandi binnen de hogeschool die in de eindfase van het doctoraatsproject of hun aanstelling als doctor-assistent zitten. Met dit onderzoeksinitiatief geeft de Hogeschool Gent onderzoekers van wie de aanstelling afloopt net in de periode van integratie, de mogelijkheid tot een overbrugging tot voorbij de integratie. In 2012 werd de financiering van vier tweejarige post-doc onderzoeksprojecten goedgekeurd. Twee- tot vierjarige onderzoeksprojecten In 2012 werden tien twee- tot vierjarige onderzoeksprojecten goedgekeurd voor financiering. Voor de academische kunstenopleidingen werden twee onderzoeksprojecten voor financiering goedgekeurd. Het totaal toegekende budget aan deze twee onderzoeksprojecten bedroeg 537.330 euro. Voor de academische opleidingen in de geassocieerde faculteiten werden acht vierjarige onderzoeksprojecten goedgekeurd. Aan deze projecten werd in totaal 2.089.780 euro toegekend. Naast het toekennen van financiering aan deze tien onderzoeksprojecten werd de voortgang van nog eens tien onderzoeksprojecten met een looptijd van drie tot vier jaar geëvalueerd door de Onderzoeksraad en de werkgroepen. Deze projecten kregen een gunstige beoordeling waardoor de financiering door het Onderzoeksfonds werd verder gezet. Facultaire onderzoeksfondsen Elke faculteit beschikt over een facultair onderzoeksfonds, gefinancierd via het Onderzoeksfonds van de Hogeschool Gent, waarvan de middelen in het kader van onderzoek en dienstverlening besteed kunnen worden aan de ondersteuning van lopende onderzoeksactiviteiten of aan de uitbouw van het onderzoeksgebeuren in de faculteit. In 2012 werd in totaal 412.000 euro uit het Onderzoeksfonds vrijgemaakt voor facultaire onderzoeksfondsen. Bij de verdeling van de middelen werd er voor elke faculteit een vaste sokkel voorbehouden van 15.000 euro. Hierdoor beschikt elke faculteit gegarandeerd over een basisbedrag waardoor faculteiten die minder onderzoeksactief zijn de mogelijkheid hebben om toch hun onderzoekspotentieel verder uit te bouwen. De resterende middelen werden toegewezen aan de verschillende faculteiten op basis van verschillende onderzoeksparameters. Aldus werd een totaal bedrag van 135.000
euro toegekend aan de drie faculteiten met professioneel gerichte opleidingen, 87.000 euro aan de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium en 190.000 euro aan de vier geassocieerde faculteiten. Naast het toekennen van onderzoeksfondsen ter ondersteuning van het onderzoek in de faculteiten, werd in 2012 aan de academische opleidingen binnen de geassocieerde faculteiten een bijkomende financiering van in totaal 815.000 euro uit de middelen BVH toegekend. Cofinanciering Hercules-initiatieven Op advies van de Onderzoeksraad besliste het bestuurscollege om bij de financiering in het kader van het Herculesprogramma van de Vlaamse overheid haar deel van de cofinanciering (voor Hercules 2- en 3-dossiers) ten laste te nemen van het Onderzoeksfonds (voor maximaal 7,5 % van het totale bedrag). In 2012 werden meerdere dossiers met de HoGent als partner goedgekeurd. In twee dossiers diende de Hogeschool Gent voor een totaalbedrag van 44.410 euro te cofinancieren. 1.1.2 Technologietransfer Technologietransfer, dit wil zeggen de overdracht van de competenties en kennis van een kennisinstelling als de Hogeschool Gent naar de maatschappij, is van cruciaal belang voor de innovatie en de economische groei in de Vlaamse regio en daarbuiten. Technologietransfer steunt op drie pijlers: (1) contractonderzoek en dienstverlening, (2) creatie en commercialisering van intellectuele eigendom via onder andere octrooien en licentiegeving en (3) commercialisering via de oprichting van spin-offs. Kennisdiffusie via publicaties en vorming op maat worden, hoewel zij ook een vorm van technologietransfer zijn, traditioneel niet onder technologietransfer begrepen en worden dan ook niet behandeld in deze paragraaf. De Hogeschool Gent opereert inzake technologietransfer binnen het algemeen reglementair kader dat door de Associatie Universiteit Gent (AUGent) is vastgelegd in het algemeen onderzoeks- en samenwerkingsreglement. De dienst UGent Techtransfer werd door de AUGent aangeduid als valorisatiecel en stimuleert en begeleidt de technologietransfer bij de vier leden van de associatie. De directie Onderzoek fungeert binnen de Hogeschool Gent als antenne van de dienst UGent Techtransfer. In 2012 werd op het vlak van technologietransfer binnen de hogeschool het volgende gerealiseerd:
blijvende ontwikkeling van de expertise binnen de directie Onderzoek inzake valorisatie en technologietransfer door onder andere het lidmaatschap van de Association of European Science & Technology Transfer Professionals;
verhoging van het bewustzijn bij de onderzoekers van de het belang van intellectuele eigendomsrechten en valorisatie;
ondersteuning bij het opstellen en afsluiten van ongeveer 220 contracten in het kader van onderzoek en dienstverlening; bij ongeveer tien procent van deze dossiers werd een advies gevraagd aan de dienst UGent Techtransfer;
ondersteuning bij vragen en problemen met betrekking tot auteursrecht en het opstellen van de nodige documenten hiervoor;
advies bij het opstellen van intentieverklaringen bij het indienen van onderzoeksprojecten;
opvolging en ondersteuning met betrekking tot de wetgeving rond experimenten op de menselijke persoon en privacygegevens;
ondersteuning bij het plaatsen van documenten in i-depot;
ondersteuning bij problemen rond confidentialiteit en intellectuele eigendomsrechten in stageovereenkomsten en bij ontwikkelingen door studenten;
bewerkstelligen contacten tussen consortia van het Industrieel Onderzoeksfonds en onderzoekers van de HoGent om zo de valorisatiemogelijkheden te verruimen en netwerken te verbreden;
ondersteuning bij het valorisatietraject van het Start-TT project met betrekking tot het automatisch verbeteren van de leesbaarheid van medische bijsluiters, van de geassocieerde faculteit Toegepaste
Taalkunde, vakgroep Vertaaltechnologie. Een website met de bedoeling dienstverlening te stimuleren werd uitgebouwd;
ondersteuning bij de bescherming en valorisatie van intellectuele eigendom: De Hogeschool Gent participeert in de spin-off Reskin Medical NV door de inbreng van intellectuele eigendomsrechten van de Hogeschool Gent via een licentieovereenkomst. Deze intellectuele eigendomsrechten hebben betrekking op een specifieke coatingtechniek die in diverse soorten pleisters kan worden gebruikt. Octrooien in diverse landen beschermen deze coatingtechniek. De Hogeschool Gent werd in het kader van de onderzoekssamenwerkingsovereenkomst betrokken in diverse IWTKMO projecten met betrekking tot de verdere ontwikkeling van de techniek. Begeleiding samen met UGent Techtransfer met betrekking tot de opstart van de spin-off Progeno gespecialiseerd in het voorspellen van genetische karakteristieken van planten op basis van ontwikkelde software door de geassocieerde faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen in samenwerking met de UGent. Verdere opvolging van de octrooiaanvraag in verband met bioscaffolds door de geassocieerde faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen, vakgroep Mechanica en bekijken van mogelijkheden tot valorisatie van het octrooi. Er werd beslist het octrooi niet verder te onderhouden omdat de mogelijkheden tot valorisatie niet in verhouding met de kosten zouden zijn. Ondersteuning bij het valorisatietraject van het IWT Tetraproject Texsis waarbij een gebruiksvriendelijk automatisch systeem voor termextractie ontwikkeld werd. De diverse mogelijkheden tot valorisatie werden bekeken en er werd gekozen om te zoeken naar een geschikte partner om het systeem in licentie te nemen. Begeleiding bij indiening van Invention Disclosure Forms ('aanmelding van uitvinding') en bespreken van beste strategie tot bescherming. Dit leidt mogelijk tot een octrooiaanvraag. Het afsluiten van een licentieovereenkomst met betrekking tot het design van een speeltuig ontworpen door een onderzoeker van de School of Arts. Het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Universiteit Antwerpen, de Katholieke Universiteit Leuven en de New York University voor het gezamenlijk indienen en valoriseren van octrooien waarbij de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde betrokken is. Afsluiten van diverse auteursovereenkomsten over de uitgave van publicaties van onderzoeksresultaten voor onder andere de faculteit Mens en Welzijn, de School of Arts en de faculteit Natuur en Techniek. De Hogeschool Gent is partner van Gent BC (Gent Big in Creativity). Gent BC is een netwerk dat technologisch ondernemerschap en technologische innovatie in de Gentse kennisregio wil stimuleren. De Hogeschool Gent participeert in het Innovatie- en Incubatiecentrum (IIC) van de Universiteit Gent en de zaaikapitaalfondsen Baekeland II en QBIC. Deze zaaikapitaalfondsen stellen financiële middelen ter beschikking voor spin-offondernemingen waarbij de knowhow in grote mate ontwikkeld is in de betrokken kennisinstellingen. Het IIC biedt deze ondernemingen logistieke faciliteiten.
1.1.3 Onderzoeksinformatiebeheer binnen de Hogeschool Gent In 2012 werd het PURE-onderzoeksinformatiesysteem verder geïmplementeerd. Het PURE-systeem moet toelaten om op elk moment de juiste en volledige beleidsinformatie over onderzoeksactiviteiten aan de Hogeschool Gent, zowel binnen de hogeschool als extern, op een efficiënte manier beschikbaar te stellen. Bovendien moet dit platform onderzoekers de mogelijkheid geven om hun onderzoeksactiviteiten en onderzoeksoutput gemakkelijk en op één plaats te ontsluiten en hun eigen cv/portfolio te kunnen beheren. Via een portaalsite gevoed door de applicatie kunnen ook externen de expertise van de Hogeschool Gent consulteren. Ook in 2012 werden de interne oproepen voor het indienen van onderzoeksvoorstellen volledig digitaal ondersteund met behulp van het PURE-systeem. Kandidaat-indieners moeten op die manier niet opnieuw
hun cv en andere gegevens indienen. Ook voor de aanvraag van extern-gefinancierde projecten wordt al bij aanvraag een projectfiche gemaakt in het onderzoeksinformatiesysteem. Door PURE steeds meer te gebruiken in de processen, wordt op die manier het systeem ook inhoudelijk gevoed. De kwaliteitscontrole op de inhoud van het onderzoeksinformatiesysteem wordt gewaarborgd door een ingebouwd validatieproces dat deels binnen de directie Onderzoek en de diensten Onderzoeksaangelegenheden van de faculteiten verloopt (voor projecten, dienstverlening, …) en deels binnen de dienst Bibliotheken (voor de output). In 2012 werd het onderzoeksinformatiesysteem steeds breder opgevat en als expertiseplatform gepromoot. Ook potentiële expertise voor onderzoek en/of dienstverlening is immers nuttige informatie voor externen die op zoek zijn naar expertise. In 2013 zal hierop nog verder worden ingezet en wordt bovendien in het kader van de kwaliteitszorg binnen de Hogeschool Gent onderzocht of het PURE-systeem kan zorgen voor de rapportering van een groot aantal indicatoren van de K-index. In overleg met het EWI (departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Gemeenschap) is een Vlaamse gebruikersgroep van het PURE-systeem opgestart. De bedoeling is alle organisaties in Vlaanderen die PURE gebruiken of in de toekomst zullen installeren, met elkaar in contact brengen. Op die manier worden ervaringen uitgewisseld en kan gemeenschappelijk databeheer gepland worden. Via een overheidsopdracht werd de coördinatie en ondersteuning van deze Vlaamse gebruikersgroep eind 2012 toegewezen aan de Hogeschool Gent. Ook werd er in overleg met EWI intensief samengewerkt voor het exporteren van onze publieke data naar het Vlaamse onderzoeksinformatiesysteem en sinds het voorjaar van 2012 wordt alle onderzoeksinformatie van de Hogeschool Gent ook ontsloten via het FRIS-portaal. 1.1.4 Onderzoek en dienstverlening in de context van de Associatie Universiteit Gent De samenwerking binnen de AUGent was wat betreft onderzoek in 2012 voornamelijk gekenmerkt door de participatie van onderzoekers van de Hogeschool Gent binnen de associatieonderzoeksgroepen en door de samenwerking in associatieonderzoeksprojecten. De associatieonderzoeksgroepen zijn netwerken van onderzoekers met gemeenschappelijke onderzoekslijnen en complementaire expertise. De onderzoekers komen uit minstens twee partners van de associatie, waarbij één partner steeds de Universiteit Gent is. De onderzoekers uit de hogescholen, die lid zijn van een Associatieonderzoeksgroep, kunnen zich affiliëren aan de Universiteit Gent met de daarbij horende faciliteiten zoals toegang tot infrastructuur en elektronische databanken. Van de Hogeschool Gent participeerden 271 onderzoekers in één of meerdere van 41 associatieonderzoeksgroepen. Binnen de werkgroep onderzoek van de AUGent werd gestart met de voorbereiding van het opzetten van ‘associatieonderzoeksplatformen’ waarbinnen na de integratie in 2013 onderzoekers uit de academische en professioneel gerichte opleidingen versterkt zouden kunnen samenwerken. Ook in 2012 maakte de Universiteit Gent gelden van haar Bijzonder Onderzoeksfonds vrij voor de specifieke financiering van associatieonderzoeksprojecten. De Universiteit Gent financiert hiermee onderzoeksprojecten van consortia van onderzoekers die behoren tot erkende Associatieonderzoeksgroepen. De projectactiviteiten binnen een dergelijk associatieonderzoeksproject hebben tot doel het onderzoek in de academiserende opleidingen van hogescholen te versterken. Ze hebben een doorlooptijd van vier jaar en hebben een finaliteit gericht op het behalen van een doctoraat. In 2012 participeerde de Hogeschool Gent in elf associatieonderzoeksprojecten. De raad van bestuur van de Universiteit Gent wijzigde op 19 juni 2009 het ‘Reglement van de Universiteit Gent betreffende de procedure en de voorwaarden voor de aanstelling van gastprofessoren’. In de categorie van gastprofessoren kunnen ook gastprofessoren met een onderzoeksopdracht aan de Universiteit Gent worden aangesteld. Deze gastprofessoren kunnen optreden als promotor van scripties en doctoraten, als budgethouder en als diensthoofd van die personeelsleden die worden bezoldigd ten laste van het budget waarvan zij als gastprofessor budgethouder zijn. Alleen personeelsleden aan de hogescholen die voldoen aan de specifieke onderzoekscriteria kunnen dit statuut verkrijgen. 1.1.5 Competentiepolen en onderzoekscentra Competentiepolen en strategische onderzoekscentra zijn strategische kennissokkels ten behoeve van innovatie in ruime Vlaamse bedrijfssegmenten. De activiteiten van competentiepolen en strategische onderzoekscentra zijn in de eerste plaats gericht op collectief onderzoek en/of de verspreiding van kennis. Ze passen in het algemene concept van ‘open innovatie’, dat afstapt van de idee dat alle kennis of onderzoeksactiviteiten in het kader van innovatie in een bedrijf in eigen ‘bezit’ moeten zijn.
Als kennisinstelling is de Hogeschool Gent sinds 2006 lid van verschillende competentiepolen (Flanders’ DRIVE en Flanders’ FOOD) en werkt ze samen met de drie Strategische Onderzoekscentra IBBT (Interdisciplinair Instituut voor BreedBand Technologie), IMEC (Interuniversitair Micro-elektronicacentrum) en VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie). In oktober 2012 veranderde IBBT zijn naam in iMinds. Sinds 2008 is de Hogeschool Gent lid van de competentiepool Flanders InShape. Ook met de competentiepool Flanders’ PlasticVision zijn er gezamenlijke onderzoeksprojecten. Daarnaast werkt de Hogeschool Gent ook samen met diverse onderzoekscentra die zich toeleggen op een industriële sector zoals Centexbel (textiel), Sirris (technologische industrie) en WTCB (bouw). Het lidmaatschap van de Hogeschool Gent en de samenwerking is belangrijk in het kader van partnerschappen in onderzoeksprojecten, maar zeker ook om de band met het werkveld te verhogen, zowel in het kader van onderwijs als onderzoek.
1.2 Beleidsdoelstellingen op korte termijn (1 à 2 jaar) en op middellange termijn (4 à 5 jaar) De Hogeschool Gent zet in op onderzoek dat economische, maatschappelijke en culturele vruchten afwerpt en dus bijdraagt aan welvaart, welzijn, cultuur en jobcreatie. Het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek aan de Hogeschool Gent voldoet aan hoge wetenschappelijke kwaliteitseisen en heeft een duidelijke link met de behoeften of problemen in het betrokken werkveld dat bij voorkeur partner is in het onderzoekstraject. Het focust op een aantal duidelijke expertisegebieden en zwaartepunten en zet in op multidisciplinaire onderzoeksprogramma’s. Deze expertisegebieden en zwaartepunten laten toe de nodige continuïteit en kwaliteit van de expertise te borgen en het onderzoek duidelijk te profileren, wat de nationale en internationale onderzoekssamenwerking faciliteert. Door het zwaartepuntbeleid wordt binnen de professioneel gerichte opleidingen gezorgd voor een efficiënt inzetten van de financiële middelen en de participatie van alle vakgroepen. Binnen het onderzoek in de kunsten vormen de artistieke producties een centraal onderdeel van het onderzoeksproces. In de onderzoeksmethodiek zit het reflecterende verweven in de creatieve productie zelf. Naast het vrij onderzoek in de kunsten op het zaainiveau (doctorandi) wordt gefocust op sterke onderzoekslijnen op het incubatieniveau. Voor haar onderzoek en dienstverlening werkt de Hogeschool Gent samen met regionale, nationale en internationale partners (de bedrijfswereld, de social-profitsector en de kunstensector). Een substantieel en groeiend deel van het onderzoek aan de Hogeschool Gent wordt uitgevoerd via financiering door externe programma’s en actoren. Onderwijs, onderzoek en valorisatie binnen de Hogeschool Gent zijn duidelijk gegrond in de praktijk van het werkveld en de maatschappij en zorgen omgekeerd ook voor de doorstroming van kennis naar de praktijk. Er is een constante wisselwerking die ervoor zorgt dat de Hogeschool Gent het eerste aanspreekpunt is voor kennisvragen en probleemstellingen (onderwijs- of onderzoeksgerelateerd), maar de Hogeschool Gent detecteert zelf ook actief vraagstukken of problemen in het werkveld en de maatschappij. De Hogeschool Gent richt zich hierbij op de nabije sociaal-economische en culturele regio en op het ruimere (internationale) werkveld. De bedrijfswereld, de social-profitsector en de culturele sector hebben structureel inspraak in de opleidings- en onderzoeksprogramma’s van de Hogeschool Gent. Specifieke doelstellingen op relatief korte termijn De nakende integratie van de academische opleidingen in de universiteit (exclusief de kunstenopleidingen) wordt ook in het kader van onderzoek, dienstverlening en valorisatie bilateraal met de UGent optimaal gerealiseerd. Dit zowel met betrekking tot besteding van middelen als wat betreft inhoudelijke, administratieve en infrastructurele aspecten.
Binnen de professioneel gerichte opleidingen wordt enerzijds een zwaartepuntbeleid voor onderzoek geïmplementeerd, en anderzijds versterkt ingezet op het verhogen van de informatievaardigheden, onderzoekscompetenties en actieve betrokkenheid bij onderzoek van zowel OP-leden als studenten.
Het onderzoek in de kunsten wordt verder uitgebouwd en procesmatig ondersteund.
2
Op korte termijn worden alle processen inzake onderzoeksadministratie geoptimaliseerd. Het onderzoeksinformatiesysteem PURE wordt nog verder geïmplementeerd en in hogeschoolbrede processen ingebouwd.
Er worden specifieke acties opgezet voor de verwerving van externe financiering. Hierbij zal worden ingezet op een proactieve en stimulerende werking en de opbouw van kennis over specifieke financieringskanalen eerder dan het passief geven van opleidingen.
Via sociale media, actieve evenementen en brainstormsessies wordt met betrekking tot onderzoek gewerkt aan een meer samenhangende en samenwerkende onderzoeksgemeenschap en een proactieve externe communicatie.
Kwaliteitszorg door het hogeschoolbestuur Binnen de Hogeschool Gent wordt bijzondere aandacht besteed aan de nodige ondersteuning om de kwaliteit van het uitgevoerde onderzoek te garanderen en te versterken:
Zowel voor de toekenning van de middelen van het Onderzoeksfonds als voor het PWO bestaat er een reglement voor de besteding van de middelen en wordt er gewerkt met oproepen en een open competitie.
Projectvoorstellen worden beoordeeld door interne en externe experts binnen de werkgroepen van de Onderzoeksraad.
Voor elk onderzoeksinitiatief binnen het Onderzoeksfonds en voor het PWO worden bij de oproep duidelijke criteria voor evaluatie gegeven die in overeenstemming zijn met de finaliteit van het onderzoeksprogramma.
Zowel voor de indiening als de tussentijdse en eindrapportering van projecten worden sjablonen en handleidingen beschikbaar gesteld.
De Onderzoeksraad volgt het onderzoeksproces op door jaarlijkse voortgangsrapporten voor de PWO-projecten. Onderzoeksassistenten en doctorerende onderwijzende personeelsleden worden, met het oog op het behalen van een doctoraat, tweejaarlijkse geëvalueerd. Onderzoeksprojecten gefinancierd via het Onderzoeksfonds en met een looptijd langer dan twee jaar worden tussentijds geevalueerd (zie ook 1.1.1).
Hoewel er regelmatig overleg is met de directies Personeel en Organisatie en Financiën en ICT wordt ernaar gestreefd in de toekomst de processen rond onderzoeksadministratie meer kwaliteitsvol te beheren. De implementatie van het Onderzoeksinformatiesysteem PURE (zie ook 1.1.3) speelt hier alvast een faciliterende rol. In 2012 werd een werkgroep ‘opvolging onderzoeksprocessen’ opgericht met als doel het uittekenen van een optimale en zo efficiënt mogelijke workflow voor de opvolging van onderzoeksprojecten met bijbehorende verantwoordelijkheden voor onderzoekers, facultaire diensten en HoGentdirecties. De werkgroep is samengesteld uit leden met uiteenlopende functies uit verschillende faculteiten, diensten en directies waardoor alle aspecten van het onderzoeksproces grondig onder de loep worden genomen: onderzoekers, personeelsaspecten, financiële aspecten en algemene administratieve opvolging van onderzoeksprojecten. Verder participeert de directie Onderzoek in de Kwaliteitsraad van de HoGent. Zo wordt de inbedding van het onderzoek in het onderwijs binnen de verschillende opleidingen van de Hogeschool Gent en de inbedding van kwaliteitszorg voor onderzoek binnen de instellingsbrede kwaliteitscultuur bewaakt.
3
Financieringsbronnen In dit onderdeel worden de belangrijkste financieringsbronnen van het onderzoek aan de Hogeschool Gent beschreven. Dit overzicht beschrijft niet het hele onderzoeksgebeuren aangezien, eigen aan de aard van toegepast onderzoek, een substantieel volume aan onderzoek gebeurt in opdracht of in samenwerking met derden. Meer informatie over dit contractonderzoek is te vinden in hoofdstuk 5 van dit jaarverslag.
In totaal liepen er in 2012 aan de Hogeschool Gent 247 onderzoeksprojecten. Daarvan zijn er 185 publiek gefinancierde onderzoeksprojecten (inclusief 93 intern gefinancierde onderzoeksprojecten via het Onderzoeksfonds, de PWO-middelen of de departementale onderzoeksmiddelen) en 31 onderzoeksprojecten in het kader van contractonderzoek gefinancierd door privéorganisaties en non-profitorganisaties. Daarnaast liepen er nog 29 projecten van doctor-assistenten en postdoctoraatsonderzoeksprojecten. Er werden ook twee projecten voor senior fellow in artistic research opgestart. Binnen de Hogeschool Gent waren er verder nog 158 doctorandi in 2012 (van wie er sommigen werkten op de eerder vermelde onderzoeksprojecten en andere bijvoorbeeld als assistent aan hun doctoraat werkten). Gedetailleerde informatie betreffende deze projecten kan via het online onderzoeksportaal van de Hogeschool Gent geraadpleegd worden op www.hogent.be/onderzoek. In bijlage 3.2 wordt een samenvattend overzicht gegeven van het aantal projecten per financieringsprogramma.
3.1 Interne financieringsbronnen 3.1.1 Academiseringsmiddelen en onderzoeksfonds In 2012 bedroegen de academiseringsmiddelen door de Vlaamse overheid toegekend aan de Hogeschool Gent 5.644.355 euro. Deze middelen werden ondergebracht in het Onderzoeksfonds (zie 1.1.1). 3.1.2 PWO-middelen Het decreet met betrekking tot de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen voorziet voor de hogescholen in een opdracht van praktijkgericht (eerder: projectmatig) wetenschappelijk onderzoek. Om specifiek in het hoger professioneel onderwijs aan deze opdracht te voldoen, stelt de Vlaamse Overheid subsidies ter beschikking aan hogescholen waarmee projecten, die een versterking van het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek inhouden, gefinancierd kunnen worden. De PWO-middelen die de Hogeschool Gent ontvangt, worden in twee delen gesplitst: een structurele enveloppe en een projectmatige enveloppe. In 2012 bedroeg de totale enveloppe PWO-middelen door de Vlaamse Overheid toegekend aan de Hogeschool Gent 1.288.138 euro. Structurele PWO-middelen De eerste enveloppe met structurele gelden wordt in de Hogeschool Gent besteed aan de aanstelling en de werking van vijf PWO-adviseurs en een administratieve ondersteuning in de directie Onderzoek. De PWO-adviseurs staan onder andere in voor de ondersteuning van de faculteiten met professioneel gerichte opleidingen om daarin verder te bouwen aan een structureel kader waarbinnen het praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek in de professionele bacheloropleidingen verstevigd en verzekerd kan worden. De PWO-adviseurs begeleiden de onderzoekers bij het indienen en uitvoeren van onderzoeksprojecten die gefinancierd worden met de tweede subsidie-enveloppe van de Vlaamse overheid, de zogenaamde PWO-basisprojecten en PWO-vervolgprojecten. De PWO-adviseurs stimuleren en begeleiden de professionele bacheloropleidingen daarnaast ook bij het zoeken naar extra financiering voor onderzoek en helpen de aansluiting met netwerken van actoren uit de socio-economische en culturele omgeving verder uit te bouwen. Elk met hun specifieke expertise ondersteunen de adviseurs ook de werking van de directie Onderzoek. PWO-projectmiddelen Met de deelenveloppe PWO-projectmiddelen werden in 2012 in totaal 31 lopende PWO-projecten gefinancierd. Dit zijn 23 PWO-basisprojecten met een looptijd van twee tot drie jaar en 8 eenjarige PWOvervolgprojecten. Meer informatie betreffende de PWO-projecten is online te vinden via het onderzoeksportaal van de Hogeschool Gent. In de loop van 2012 werd beslist zeven PWO-vervolgprojecten te financieren. Deze eenjarige PWOvervolgprojecten volgen op een afgelopen PWO-basisproject, een afgelopen twee- tot vierjarig project gefinancierd via het Onderzoeksfonds of een extern gefinancierd onderzoeksproject dat werd beëindigd en krijgen een vast bedrag van maximaal 80.000 euro. Deze vervolgprojecten laten toe om continuïteit in het gerealiseerde onderzoek te realiseren. Van deze goedgekeurde projecten startten er zes in 2012. Het zevende PWO-vervolgproject zal starten in 2013.
3.2 Projecten op Vlaams niveau 3.2.1 Middelen van het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen (IWT-Vlaanderen) Naast de ondersteuning via contractonderzoek die de Hogeschool Gent heeft verricht bij diverse KMOinnovatiestudies van bedrijven gefinancierd door het IWT (zie ook hoofdstuk 5), is de hogeschool ook zelf partner in 31 projecten binnen de verschillende financieringskanalen van het IWT. Het TETRA-Fonds subsidieert onderzoek naar alle technologieën en toepassingen, op voorwaarde dat ze economische meerwaarde genereren en leiden tot product- of procesverbeteringen. Sinds 1997 zijn door de Hogeschool Gent 66 goedgekeurde TETRA-projecten gerealiseerd. In 2012 werden 7 TETRAprojectaanvragen ingediend waarvan 2 dossiers werden goedgekeurd. De Hogeschool Gent is in 2012 ook promotor van twee onderzoeksprojecten binnen het programma Landbouwkundig Onderzoek en participeert in een derde project. De hogeschool participeerde daarnaast in vier SBO-projecten. Het VIS-Programma of de Vlaamse Innovatiesamenwerkingsverbanden stimuleren innovatieactiviteiten in het Vlaamse bedrijfsleven met financiële steun van de Vlaamse overheid. Het IWT selecteert in dit kader projecten die door netwerken van bedrijven worden ingediend. De Hogeschool Gent participeerde in 2012 aan diverse VIS-projecten waaronder één Thematische Innovatiestimuleringsproject (VIS-TIS) en drie Technologische Dienstverleningsprojecten (VIS-TD) en twee VIS-trajecten binnen de vernieuwde regeling. 3.2.2 Overige projecten op Vlaams niveau Binnen het programma ‘Steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek’ van de Vlaamse regering participeert de Hogeschool Gent sinds 2007 in diverse steunpunten. In het kader van de oproep Beleidsrelevant Onderzoek 2012 – 2016 van de Vlaamse overheid werden begin 2012 drie steunpunten opgestart: ‘Slagkrachtige overheid’, ‘Fiscaliteit en begroting’ en ‘Werk en sociale economie’. Verder participeerde de Hogeschool Gent in 2012 in drie projecten via Flanders’ FOOD (zie ook 1.1.5). Daarnaast voeren onderzoekers ad hoc (en soms binnen het kader van een overheidsopdracht) diverse onderzoeksprojecten uit in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap. In 2012 participeerde de hogeschool ook in zes projecten in het kader van ontwikkelingssamenwerking gefinancierd door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR)-UOS. In een van deze projecten is de Hogeschool Gent coördinator. In juni 2012 lanceerde de Vlaamse Overheid een oproep voor LED-netwerk Vlaanderen: LED-projecten hebben tot doel ‘Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningscentra’ in Vlaanderen op te starten. Hogeschool Gent coördineert twee LED-projecten: LED-netwerk Oost-Vlaanderen omtrent bedrijfseconomische vraagstukken en LED-netwerk Oost-Vlaanderen: Design en Technologie voor Mode, Textiel en Hout.
3.3 Projecten op federaal niveau In 2012 participeerde de Hogeschool Gent in vijf projecten gefinancierd door de federale overheid. Vier van deze projecten situeren zich in het domein van sociale wetenschappen, één in het domein technologietoepassingen.
3.4 Projecten op Europees niveau De Hogeschool Gent participeerde in 2012 in zestien Europese projecten als partner in onderzoek gefinancierd via verschillende steunprogramma’s van de Europese Commissie. Er was deelname aan projecten binnen het zevende kaderprogramma, de programma’s ERANET, ERA-SME, EUREKA, Interreg en EFRO. De Hogeschool Gent nam ook deel aan een COST-project en een ESF-project. Details betreffende de verschillende projecten kan via pure.hogent.be/portal geraadpleegd worden.
3.5 Overzicht inkomsten onderzoeksprojecten De volgende tabel geeft voor 2012 een overzicht per faculteit van de totale inkomsten (bedragen in euro, exclusief overhead van 10 %) uit extern gefinancierde onderzoeksprojecten, zowel nationale als internationale onderzoeksprojecten. De totale inkomsten van deze extern gefinancierde onderzoeksprojecten in 2012 bedroegen 3.477.342 euro, een lichte daling in vergelijking met vorige jaren (in 2011 was dit
3.522.063 euro, in 2010 was dit 3.165.347 euro en in 2009 was dit 2.785.716 euro). Een deel hiervan betreft de financiering van internationale onderzoeksprojecten: in 2012 bedroegen de inkomsten uit internationale onderzoeksprojecten 505.524 euro. Dit betekent een stijging van inkomsten ten opzicht van het vorige jaar (in 2011 was dit 344.551 euro, in 2010 was dit 576.489 euro en in 2009 was dit 437.488 euro), voornamelijk toe te schrijven aan het Centrum voor Ondernemen. Onderstaande cijfers bevatten geen inkomsten uit contractonderzoek (in opdracht van derden, zowel uit het bedrijfsleven, overheid of non-profitorganisaties). Deze worden besproken in hoofdstuk 5. Inkomsten voor nationale en internationale onderzoeksprojecten in 2012* Faculteit
Nationaal
Internationaal
Totaal
95.149
23.427
118.576
501.119
19.931
521.050
Bedrijf en Organisatie
50.317
§
45.251
KASK-Koninklijk Conservatorium
39.440
-
39.440
Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen
925.290
127.456
1.052.746
Toegepaste Ingenieurswetenschappen
593.347
-
593.347
Toegepaste Taalkunde
300.786
37.303
338.088
Handelswet en Bestuurskunde
463.216
-
463.216
3.155
302.475
305.630
2.971.818
505.524
3.477.342
Mens en Welzijn Natuur en Techniek
Centrum voor Ondernemen Totaal
-5.066
* Exclusief overhead 10 % voor centrale beheers- en algemene exploitatiekosten § Voor de internationale onderzoeksprojecten werd de subsidie door de financierende instantie al in de voorgaande jaren toegekend aan de Hogeschool Gent. De negatieve inkomsten in 2012 betreft de cofinanciering (geldelijke bijdrage) vanuit de faculteit voor de volledige looptijd van het onderzoek die voornamelijk in 2012 boekhoudkundig verrekend werd ook al liepen de projecten al sinds 2011.
3.6 Inkomsten door de vermindering van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers Instellingen voor hoger onderwijs genieten sinds 2003 een vermindering op de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers. De middelen die hierdoor gerecupereerd worden, dienen te worden ingezet in nieuwe onderzoeksactiviteiten. Voor de Hogeschool Gent betekent dit een belangrijke bron van onderzoeksfinanciering. In 2012 werd € 2.902.169 aan defiscaliseringsmiddelen gegenereerd (in 2011 was dit € 3.010.188, in 2010 € 2.840.167 en in 2009 € 2.378.611). Hiervan werd € 1.954.752 gegenereerd door statutair personeel en € 947.417 door contractueel personeel. Met de oprichting van het Onderzoeksfonds in 2005 besliste de Hogeschool Gent de middelen die gerecupereerd worden uit de vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers onder te brengen in het Onderzoeksfonds (zie 1.1.1). Op deze manier wordt gegarandeerd dat deze middelen ook effectief en kwaliteitsvol terug in het onderzoek aan de hogeschool worden geïnvesteerd.
3.7 Totale onderzoeksbudget voor 2012 In onderstaande tabel wordt een raming gegeven van het budget voor onderzoek aan de Hogeschool Gent tussen 2008 en 2012 (bedragen in euro). Vergeleken met 2011 is dit ongeveer gelijk gebleven. De aan de Hogeschool Gent toegekende PWO- en academiseringsmiddelen kenden in 2012 een lichte stijging. Er was een lichte daling van de middelen gerecupereerd uit de vermindering van bijdrage in de bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers. De inkomsten uit extern gefinancierde nationale onderzoeksprojecten daalden lichtjes. Er was wel een ruime stijging van inkomsten uit internationale projecten. De inzet van de basisfinanciering voor het onderwijzend personeel dat in de opdracht meer ruimte krijgt om aan onderzoek te doen, is licht gestegen. De loonkost van de onderzoeksopdracht van het personeel op de basisfinanciering wordt berekend naar rato van het percentage van hun opdracht dat die personeelsleden aan onderzoek doen en de functie waarin ze aangesteld zijn.
2008
2009
2010
2011
2012
Academiseringsmiddelen
4.406.169
5.128.900
5.060.388
5.204.875
5.644.355
PWO-middelen
1.147.450
1.021.502
1.000.242
1.278.378
1.288.138
96.347
437.488
576.489
344.551
505.524
Nationale projecten
2.366.638
2.348.228
2.588.858
3.177.512
2.971.818
Inkomsten uit de defiscalisering voor onderzoekers
1.535.480
2.378.611
2.840.167
3.010.188
2.902.169
Raming loonkost van de onderzoeksopdracht van het personeel op de basisfinanciering
3.444.853
3.876.550
3.956.500
3.795.200
3.902.850
12.996.937
15.191.279
16.022.644
16.810.704
17.214.854
Internationale projecten**
Totale budget voor onderzoek
4
Personeelsbestand Onderstaande tabel geeft een overzicht van het onderzoekspotentieel van 2012 aan de Hogeschool Gent. Alle metingen betreffende het onderzoekspersoneel gebeurden vanaf 2010 op één referentiedatum. De gegevens tot en met 2009 gaven telkens een overzicht van het totale aantal onderzoekers aan de hogeschool in de loop van het betreffende jaar. De eerste tabel geeft het aantal personeelsleden met onderzoeksopdracht binnen de hogeschool. Op 1 oktober 2012 hadden 452 personeelsleden een onderzoeksopdracht (zowel onderwijzend personeel, contractuele onderzoeksmedewerkers, gastonderzoekers die extern gefinancierd worden aan de Hogeschool Gent en onbezoldigde wetenschappelijk medewerkers). De overeenkomstige onderzoeksactiviteit bedroeg 240,1 voltijdse equivalenten in 2012. Het aantal onderzoeksactieve personeelsleden is daarmee in de loop van 2012 licht gedaald. De gemiddelde onderzoeksopdracht per personeelslid (aantal voltijdse equivalenten per onderzoeker) is de voorbije drie jaar constant gebleven: 0,53 voltijdse equivalenten in 2012 en 2011 en 0,54 voltijdse equivalenten in 2010. Personeelsleden met onderzoeksopdracht* Totaal aantal personeelsleden met onderzoeksopdracht Totaal VTE onderzoeksopdracht Toename VTE onderzoeksopdracht (%)
2008
2009
2010
2011
2012
414
487
478
459
452
163,1
223,3
258,4
242,9
240,1
36,9
15,8
-6,0
-1,5
* Inclusief gastonderzoekers en onbezoldigde wetenschappelijk medewerkers.
De twee volgende figuren visualiseren de verdeling van de personeelsleden met onderzoeksactiviteit over de verschillende faculteiten. De figuren illustreren daarbij de spreiding van personeelsleden over de verschillende onderzoeksgebieden. In elke figuur wordt per faculteit een beeld gegeven van het totale aantal onderzoekers, het aantal doctores betrokken bij onderzoek en het aantal doctorandi (zie ook verder) en dit zowel in aantal personeelsleden als in VTE-onderzoeksactiviteit. In de faculteiten met academische opleidingen hebben de personeelsleden betrokken bij onderzoek een grotere onderzoeksopdracht. Aandachtspunt blijft om ook de onderzoeksopdracht voor onderzoekers binnen de professionele bacheloropleidingen te verhogen.
0
10
20
30
40
50
60
70
80
Mens en Welzijn Natuur en Techniek Bedrijf en Organisatie KASK-Koninklijk Conservatorium Toegepaste Ingenieurswetenschappen Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen Toegepaste Taalkunde Handelswetenschappen en Bestuurskunde
onderzoekers
doctores bij onderzoek betrokken
doctorandi
Aantal onderzoekers in de Hogeschool Gent 2012
0,0
5,0
10,0 15,0 20,0 25,0 30,0 35,0 40,0 45,0 50,0
Mens en Welzijn Natuur en Techniek Bedrijf en Organisatie KASK-Koninklijk Conservatorium Toegepaste Ingenieurswetenschappen Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen Toegepaste Taalkunde Handelswetenschappen en Bestuurskunde
onderzoekers
doctores bij onderzoek betrokken
VTE-onderzoeksactiviteit in de Hogeschool Gent 2012
doctorandi
4.1 Doctorandi In de loop van 2012 telde de Hogeschool Gent 158 doctorandi. Van hen behaalden 23 personeelsleden het doctoraat op proefschrift. Veertien doctorandi onderbraken vroegtijdig hun doctorale onderzoeksactiviteiten. Er startten in 2012 ook 31 onderzoekers met doctoraatsonderzoek. Op het einde van 2012 waren er aldus nog 121 personeelsleden effectief aan het doctoreren. Volgende tabel geeft een overzicht van de faculteiten waarbinnen de doctorale onderzoekswerkzaamheden zich in 2012 situeerden. Bijlage 3.3 geeft een overzicht van de financieringsbronnen van de doctorale onderzoeksactiviteiten bijlage 3.4 geeft een overzicht van de personeelsleden van de Hogeschool Gent die het doctoraatsproefschrift beëindigden. Doctorandi in de verschillende faculteiten* (uitgedrukt in aantal personeelsleden) 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Mens en Welzijn
4
7
10
10
14
12
Natuur en Techniek
0
0
0
0
0
1
Bedrijf en Organisatie
1
3
3
3
2
2
KASK – Koninklijk Conservatorium
25
30
34
35
32
39
Toegepaste Ingenieurswetenschappen**
19
23
28
26
19
26
8
12
15
14
17
20
Toegepaste Taalkunde**
20
22
25
24
21
23
Handelswetenschappen en bestuurskunde**
20
26
32
32
33
35
Totaal
97
123
147
144
138
158
Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen**
* Doctorandi in opleiding biochemie, na de reorganisatie toegevoegd aan de geassocieerde faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen, worden tussen 2007 en 2010 gerapporteerd bij de geassocieerde faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen ** Inclusief doctorandi gefinancierd door BOF, FWO of andere externe financieringsbronnen (doctoraatsbursalen, personeel van de UGent, internationale onderzoeksbeurzen, enz.)
In 2006 behaalden de eerste onderzoekers een doctoraat op basis van onderzoek binnen de context van de Hogeschool Gent. In de periode 2006-2011 steeg dit aantal tot 25 gerealiseerde doctoraten. In 2012 werden 23 doctoraten gefinaliseerd (zie bijlage 3.4). Onderstaande tabel toont het aantal gerealiseerde doctoraten in de periode 2006-2012. Het grootste deel van doctoraten in 2012 betrof doctorandi die aangesteld werden als onderzoeksassistent ten laste van het Onderzoeksfonds. Twee doctoraten betreffen onderwijzende personeelsleden die via het onderzoeksinitiatief ‘doctoreren OP’ gefinancierd werden vanuit het Onderzoeksfonds. Zeven personeelsleden realiseerden een doctoraat op basis van een onderzoeksproject gefinancierd via het Onderzoeksfonds of via externe financieringskanalen. Specifiek voor onderzoek in de academische kunstenopleidingen kan worden vermeld dat in 2012 voor de eerste maal zeven doctoraten in de kunsten met succes werden verdedigd. Aantal doctoraten
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Aantal doctorandi
79
97
128
147
144
138
158
Aantal doctoraten
2
1
1
4
7
9
23
5
Wetenschappelijke classificatie van de onderzoeksprojecten Onderstaande figuren illustreren de verdeling van de lopende onderzoeksprojecten over de verschillende faculteiten. KASK-Koninklijk Conservatorium 9% Toegepaste Taalkunde 7%
Bedrijf en Organisatie 4%
Toegepaste Ingenieurswetenschappen 15%
Mens en Welzijn 15%
Natuur en Techniek 11%
Handelswetenschappen en Bestuurskunde 14%
Toegepaste Bioingenieurswetenschappen 25%
Onderzoeksprojecten per faculteit
Mens en Welzijn 8% Handelswetenschappen en Bestuurskunde 22%
Natuur en Techniek 1% Bedrijf en Organisatie 1%
KASK-Koninklijk Conservatorium 25%
Toegepaste Taalkunde 14%
Toegepaste Bioingenieurswetenschappen 13%
Aantal doctorandi per faculteit
Toegepaste Ingenieurswetenschappen 16%
6
Wetenschappelijke output per faculteit In bijgaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal publicaties per faculteit voor het jaar 2012. Gedetailleerde informatie betreffende de output van de Hogeschool Gent kan via het online onderzoeksportaal op www.hogent.be/onderzoek geraadpleegd worden. Volgende onderverdeling wordt gehanteerd in het overzicht: Artikels A1: artikels in tijdschriften opgenomen in Science Citation Index, Social Science Citation Index, Arts and Humanities Citation Index A2:
artikels in wetenschappelijke tijdschriften met ruime verspreiding waarbij een beroep wordt gedaan op internationale deskundigen voor de beoordeling van de ingezonden manuscripten en niet begrepen zijn in A1
A3:
artikels in nationale tijdschriften die gebruik maken van een leescomité en niet begrepen zijn in A1 en A2
A4:
artikels in tijdschriften niet begrepen in A1, A2 en A3
Boeken B1: auteur of co-auteur van boeken B2:
hoofdstukken in boeken
Andere publicaties P1: Proceedings opgenomen in één van de ISI Web of Science databanken ‘Conference Proceedings Citation Index – Science’ of ‘Conference Proceedings Citation Index – Social Science and Humanities’ en beperkt tot publicaties van het type: article, review, letter, note, proceedings paper, met uitzondering van de publicaties die al onder de rubriek (A1) zijn opgenomen. C1:
artikels in proceedings van wetenschappelijke congressen, niet begrepen in vorige rubrieken
C3:
Conference - meeting abstract - poster
D:
Artistieke producties
Publicaties per faculteit en type* A1
A2
A3
A4
B1
B2
P1
C1
C3
D
Totaal
35
2
4
8
10
15
0
6
20
0
100
Natuur en Techniek
5
22
0
0
1
0
0
4
5
0
37
Bedrijf en Organisatie
2
0
1
3
1
1
0
3
0
0
11
KASK-Koninklijk Conservatorium
3
5
2
17
12
19
0
13
7
78
156
Toegepaste Ingenieurswet.**
37
3
0
3
1
0
9
21
12
0
86
Toegepaste Bio-ingenieurswet.**
37
1
0
23
2
1
0
4
10
0
78
8
17
1
8
8
15
1
21
11
0
90
19
8
1
26
5
25
0
21
9
0
114
146
58
9
88
40
76
10
93
74
78
672
Mens en Welzijn
Toegepaste Taalkunde Handelswet. en Bestuurskunde Totaal
* Elke publicatie wordt toegewezen aan één faculteit. Als auteurs een opdracht hebben bij meerdere faculteiten dan wordt alleen de hoofdaffiliatie van de betrokken auteur(s) in rekening gebracht
Totaal aantal publicaties per type en per jaar A1
A2
A3
A4
B1
B2
P1
C1
C3
D
Totaal
2005
9
12
25
67
30
24
47
214
2006
33
17
44
69
17
76
84
340
2007
68
30
61
48
41
63
146
457
2008*
96
51
47
105
58
76
186
2009**
111
58
50
101
65
88
16
219
2010
117
51
36
89
46
134
10
2011
141
39
25
98
25
73
2012
146
58
9
88
40
Totaal
721
316
297
665
322
101
720
89
179
976
177
80
175
915
11
111
135
119
777
76
10
93
74
78
672
610
47
1063
378
652
5071
* artistieke producties worden vanaf 2008 ontsloten ** P1 en C3 worden vanaf 2009 ontsloten
Hoewel het aantal publicaties net zoals in 2011 nog iets verder daalde ten opzichte van 2009 en 2010, is er wel een toename in de internationale peer reviewed publicaties en blijven de publicaties die eerder gericht zijn op het werkveld stabiel. Net zoals in 2011 werden in bovenstaande tabel enkel publicaties vermeld die in het onderzoeksinformatiesysteem zijn opgenomen.
7
Federale wetenschappelijke samenwerking Zie 3.3.
8
Internationalisering In 2012 werd verder ingezet op de internationalisering van onderzoek. Het volgen van de internationale kwaliteitsstandaarden in onderzoek en het opzetten van een internationaal onderzoeksnetwerk zijn hiervan de belangrijkste elementen. De inzet op internationalisering komt er natuurlijk niet zomaar. Globalisering speelt niet alleen in de economie, maar sijpelt binnen in elk deeltje van de maatschappij. Ook de onderzoekswereld wordt steeds internationaler. Om een relevante onderzoeksactor te worden en blijven, moet de hogeschool ook over de grenzen heen kijken, en met kwalitatief hoogstaand onderzoek internationale samenwerkingsverbanden aangaan. Een ideaal middel om deze internationalisering te bereiken is door internationale onderzoeksprojecten via internationale financieringskanalen op te zetten. In deze projecten kunnen onderzoekers zich internationaal profileren en een expertisenetwerk uitbouwen. Concreet investeert de Hogeschool Gent in een betere opvolging en omkadering van deze onderzoeksprojecten. Zo wil de Hogeschool Gent het onderzoekskapitaal in de verschillende faculteiten versterken en de participatie aan internationale onderzoeksprojecten stimuleren. De lancering van het onderzoeksportaal dat zowel in het Nederlands als het Engels kan worden geraadpleegd, helpt bij de internationale ontsluiting van de expertise. Momenteel lopen zestien Europese onderzoeksprojecten aan de hogeschool, waarvan vijf in het kader van dienstverlening. De komende jaren zal internationalisering een focuspunt blijven en zal ondersteuning nog meer structureel worden ingebed in het onderzoeksbeleid, de inhoudelijke support en de administratieve opvolging. Hierbij zal ook de link met internationalisering in het onderwijsgebeuren onderhouden blijven. Kortom, het internationaliseringbeleid van de Hogeschool Gent wordt gekenmerkt door een inzet op internationale onderzoeksprojecten en een procesmatige opvolging van indiening tot afsluiting van het project. Dit beleid zal in de toekomst worden voortgezet en verdiept.
9
Wetenschapscommunicatie De acties van de Expertisecel Wetenschapscommunicatie in 2012 werden gestuurd vanuit het Werkplan Wetenschapscommunicatie AUGent 2012, dat globaal past binnen de ‘Kaderovereenkomst 2008-2011 betreffende de ondersteuning van de activiteiten van de expertisecellen wetenschapscommunicatie binnen de associaties van de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het actieplan Wetenschapscommunicatie’. Deze kaderovereenkomst werd met een jaar verlengd en in 2012 werden de onderhandelingen voor een nieuwe Convenant opgestart en gefinaliseerd. In het werkjaar 2012 werd gefocust op het continueren en/of herhalen van goedlopende projecten en acties, het verder bestendigen en uitbreiden van lopende samenwerkingsverbanden tussen associaties en het verkennen van nieuwe formats voor wetenschapscommunicatie. Naast het beleidswerk omvatten de concrete acties gericht op het grote publiek de coördinatie en uitwerking van onder andere de Wetenschapscafés in Gent en Kortrijk. Er werden zeven wetenschapscafés georganiseerd in Gent (www.wetenschapscafegent.be) en zes wetenschapscafés in Kortrijk (www.wetenschapscafekortrijk.be). Tweemaandelijks werd vanuit de overkoepelende website www.360gradenwetenschap.be een nieuwsbrief verstuurd gericht aan het grote publiek en leerkrachten. Met deze website willen we een overzicht bieden van alle initiatieven wetenschapscommunicatie van de Expertisecel Wetenschapscommunicatie van de AUGent. Op 23 juni nam de Hogeschool Gent deel aan de Biotechdag (www.biotechdag.be). De biotechlaboratoria in Vlaanderen openden hun deuren en de Hogeschool Gent trok met een marktstand over biotechnologie en voeding naar de vroegmarkt van Brugge en een rommelmarkt op het Rerum Novarumplein in Gent om op een laagdrempelige manier het grote publiek te informeren over biotechnologie in het dagelijkse leven. Op 25 november 2012 werd in de Gentse Vooruit het wetenschapsfestival ‘Waar of niet waar’ georganiseerd (www.waarofnietwaar.be). Het festival was een gezamenlijk initiatief van alle Gentse hogeronderwijsinstellingen: Arteveldehogeschool, Hogeschool Gent, KAHO Sint-Lieven, LUCA en Universiteit Gent en kon op een enorme belangstelling rekenen. Het festival paste in de Dag van de Wetenschap, die voor de tweede maal plaatsvond. In heel Vlaanderen kon je die dag proeven van wetenschap en technologie, en de relevantie ervan ontdekken. Een totaaloverzicht van de activiteiten die die dag in Vlaanderen werden georganiseerd, staat op www.dagvandewetenschap.be.
De acties in 2012 gericht op jongeren pasten onder andere binnen bestaande projecten zoals ‘I love IT’, ‘Robocup Junior’, ‘Etenschappen’, ‘Kinderuniversiteit’, ‘Vlaamse (Jeugd) Technologe Olympiade’, ‘Ikanda’, … Maar er werden ook nieuwe initiatieven op poten gezet. Op vrijdag 23 maart vond de eerste Wetenschapsvideowedstrijd (www.wetenschapsvideowedstrijd.be) plaats. Deze wedstrijd kwam tot stand door een unieke samenwerking tussen het secundair onderwijs en de Hogeschool Gent. Van 19 tot en met 23 november nam de Hogeschool Gent deel aan Wetenschap in de Kijker. In totaal kwamen 1200 leerlingen uit de derde graad basisonderwijs en de tweede- en derde graad secundair onderwijs een workshop volgen op één van onze campussen. In 2012 werden ook enkele nieuwe initiatieven uitgewerkt, specifiek gericht op samenwerking tussen bedrijven en de Hogeschool Gent. Zo werd op 19 april voor de eerste keer een Labolounge georganiseerd (in samenwerking met UNIZO), op 14 juni werd de proefhoeve in Bottelare opengesteld voor een Businesscafé (in samenwerking met Gent BC), de Hogeschool Gent nam deel aan de KMO-innovatiebeurs op 25 oktober en op 6 november werd een Scaling-Up-sessie georganiseerd door de onderzoeksgroep Mode en Textiel (in samenwerking met Gent BC). Centraal tijdens deze activiteiten stond doelgroepgerichte netwerking. Er is nog steeds een tekort aan vrouwelijke studenten in wetenschappelijke en technologische opleidingen. Op 8 maart werden de studentes van Hogeschool Gent uit dit soort opleidingen in de kijker gezet en werden ze getrakteerd op een filmvoorstelling ‘The iron lady’ in de Sphinx in Gent. Zo werd dit tekort op een positieve manier onder de aandacht gebracht van het grote publiek. Voor het onderwijsveld werd in samenwerking met de lerarenopleiding van de faculteit Mens en Welzijn opnieuw een navormingscyclus ‘Techniek in het Basisonderwijs’ ingericht. Voor de eerste maal werd er een navorming ‘Bètamentality’ georganiseerd voor de lectoren van de lerarenopleiding. Tijdens deze navorming werd duidelijk dat ‘de jongere’ niet bestaat en werd toegelicht welke vier bètatypes jongeren er bestaan en hoe ze onderling sterk verschillen in hun houding ten aanzien van de bètatechnische wereld. Tijdens deze navorming kregen de lectoren tips om deze vier types te implementeren in hun lessen. De interactie tussen individuele lectoren en docenten van de Hogeschool Gent en leerlingen uit het secundair onderwijs werd voortgezet door middel van het grote aanbod workshops en lezingen rond wetenschappen en technologie aangeboden voor het secundair onderwijs. In totaal worden er 59 verschillende workshops aangeboden in 12 verschillende vakgebieden. Bijlagen 3.1 Samenstelling Onderzoeksraad Hogeschool Gent 3.2 Overzicht van het aantal projecten per financieringsprogramma 3.3 Overzicht van het aantal lopende doctoraatsprojecten per financieringspro-gramma 3.4 Overzicht van de afgeronde doctoraatsprojecten in 2012
Jaarverslag HoGent
Personeel
1
Personeelsbestand
1.1 Personeelsbestand van 1 januari tot en met 31 december 2012 In 2012 waren in totaal 2.608 personeelsleden verbonden aan de Hogeschool Gent. In 2012 werden gemiddeld 2.219 personeelsleden tewerkgesteld. De tewerkstelling piekte in de maand januari (max. 2.352) en was het laagst in de maand augustus (min. 2.070). Categorie
Aantal
Onderwijzend personeel (OP) Administratief en technisch personeel (ATP) Contractuele bedienden (CBED) Meesters-, vak- en dienstpersoneel (MVD) Opvoedend hulppersoneel (OHP)
1.685 414 498 3 8
Totaal
2.608
1.2 Voltijds/deeltijds In 2012 vervulden 1.067 personeelsleden (41 %) een deeltijdse opdracht, hetzij gedurende een bepaalde periode, hetzij gedurende het hele jaar. Dat is hetzelfde als in 2011. Het percentage deeltijdse opdrachten is het hoogst bij het onderwijzend personeel (49 %).
1.3 Man/vrouw In 2012 stelde de Hogeschool Gent 54 % vrouwen en 46 % mannen tewerk. De verhouding mannelijke en vrouwelijke personeelsleden bleef daarmee in vergelijking met 2011 gelijk.
1.4 Leeftijdsstructuur In 2012 was 31 % van alle personeelsleden ouder dan 45 jaar. Ten opzichte van 2011 betekent dit een daling met 2 %. Het percentage onderwijzend personeel ouder dan 45 daalde ten opzichte van 2011 met 1 %. De dalende trend van de voorbije jaren zet zich door.
20-25 26-30 31-35 2008
36-40
2009
41-45
2010
46-50
2011
51-55
2012
56-60 60+ 0
50
100
150
200
Leeftijdsstructuur personeelsbestand 2008-2012
250
300
In de categorie administratief personeel daalde het percentage ouder dan 45 jaar met 4 %. De gemiddelde leeftijd is het laagst bij de contractuele bedienden: in die categorie is ongeveer 68 % jonger dan 40 jaar. Dit betekent een daling in deze groep van 1 % ten opzichte van 2011.
2
Personeelsverloop
2.1 Vacatures In 2012 schreef de Hogeschool Gent in totaal 120 vacatures uit, wat een daling van 47 vacatures betekent ten opzichte van vorig jaar. Er werden 20 vacatures intern vacant verklaard en 76 extern vacant verklaard in 2012. Er zijn 20 contractuele vacatures gepubliceerd alsook 4 vacatures ter vervanging van afwezige personeelsleden. Categorie
vacatures
Onderwijzend personeel Administratief personeel Contractuele bedienden
74 29 17
Totaal
120
2.2 Verlofstelsels In 2012 werden onderstaande verlofstelsels opgenomen. In vergelijking met 2011 is het totaal aantal opgenomen verlofstelsels lichtjes gedaald. Verlofstelsels
Aantal
Loopbaanonderbreking (voltijds of deeltijds) Terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden of ziekte of gebrekkigheid (voltijds of deeltijds) Verlof verminderde prestaties (voltijds of deeltijds) Bevallingsverlof of adoptieverlof
184
Totaal
376
72 62 58
2.3 Ziekte Categorie
Aantal
VTE
Minstens één dag
Verzuimpercentage
Verzuimduur
Verzuimfrequentie
OP
1.665
1.010,89
33,87 %
2,00 %
19,13 dagen
1,87x/jaar
ATP
411
317,11
67,74 %
3,56 %
13,13 dagen
2,81x/jaar
CBED
555
367,91
61,87 %
6,80 %
16,98 dagen
3,16x/jaar
Totaal 2012
2.526
1.695,92
55.60 %
3.30 %
17,05 dagen
2,56x/jaar
OP: onderwijzend personeel ATP: administratief en technisch personeel CBED: contractuele bedienden
De totalen in deze tabel zijn niet de som van de verschillende categorieën. In de totalen zijn mogelijke dubbeltellingen doordat personeelsleden zowel onderwijzend personeel als administratief en technisch personeel kunnen zijn, vermeden. In het algemeen is 55,60 % van alle personeelsleden in 2012 minstens één dag ziek geweest. Ten opzichte van 2011 is dat een stijging van 1,18 %. 44,40 % was geen enkele dag ziek.
Het verzuimpercentage of het gemiddelde aantal werkdagen op honderd dat een personeelslid afwezig is wegens ziekte, (arbeids)ongeval of ongewettigde afwezigheid, blijft ten opzichte van 2011 ongeveer gelijk, in casu 3,30 %. De verzuimduur of de gemiddelde duur per afwezigheidsmelding in 2012, berekend vanaf twee dagen ziekte en per verzuimend personeelslid, ligt het hoogst bij het onderwijzend personeel met een gemiddelde van 19,13 dagen. Voor het onderwijzend personeel betekent dit een lichte daling ten opzichte van 2011. Bij contractueel bedienden en administratief en technisch personeel stijgt de verzuimduur ten opzichte van 2011. De verzuimfrequentie of het gemiddeld aantal nieuwe afwezigheidsmeldingen per verzuimend personeelslid in 2012 is met 2,56 licht gedaald ten opzichte van 2011.
2.4 Uit dienst In 2012 gingen 22,48 voltijdse equivalenten met pensioen die voorheen aan het werk waren. Dat zijn 3,92 voltijdse equivalenten minder dan in 2011. Daarnaast bereikten 4,75 voltijdse equivalenten, die voorheen al het stelsel van terbeschikkingstelling 55+ genoten, ook de pensioengerechtigde leeftijd, tegenover 20,29 vorig jaar. Een totaal van 38 personeelsleden stapte in 2012 in de stelsels van terbeschikkingstelling 55+ en 58+. Dat is een stijging met 28 tegenover 2011. In 2012 steeg het aantal personeelsleden dat ontslag nam op eigen verzoek met 10 naar 61 en 3 personeelsleden werden ontslagen. In 2011 waren dit er 4.
3
Personeelsbeleid en de effecten ervan
3.1 Deelname in de cbva Jobpunt Vlaanderen De Hogeschool Gent is sinds februari 2009 vennoot van de cbva Jobpunt Vlaanderen. Jobpunt Vlaanderen biedt professionele begeleiding aan bij de realisatie van opdrachten inzake werving en selectie en voor aanverwante HRM-diensten, zoals ondersteuning bij evaluatie, potentieelinschattingen, procesanalyse, outplacement, coaching, competentiemanagement, beloningsbeleid, juridisch advies met betrekking tot personeelszaken, HR-opvolgingssystemen, etc. De deelname in de vennootschap verhoogt de opstartsnelheid van elke procedure in personeelsbeleid waarbij externe dienstverlening noodzakelijk is. De algemeen directeur is afgevaardigd als vertegenwoordiger in de algemene vergadering van de cvba Jobpunt Vlaanderen. In 2012 is een beroep gedaan op Jobpunt Vlaanderen voor:
publicaties van vacatures; searchopdracht vacature; professionele begeleiding van de werkgroep ‘welzijn op het werk’; organisatie van een ‘world-café zwaartepuntbeleid onderzoek’; outplacement.
3.2 Reorganisatie van vakgroepen en opleidingscommissies In 2012 werd binnen de faculteiten Mens en Welzijn, Natuur en Techniek, Bedrijf en Organisatie en de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium de reorganisatie en werking van de vakgroepen concreet uitgewerkt en geoptimaliseerd op basis van goedgekeurde principes van de raad van bestuur in 2011. Vakgroepen worden daarbij geconcipieerd als organisatie-entiteiten die personeelsleden binnen een of meerdere logisch samenhangende vakgebieden verenigen in capaciteitsgroepen en actief zijn op beleidsmatig, inhoudelijk en praktisch-organisatorisch vlak. In bovengenoemd kader werden de mandaten van vakgroepvoorzitter en opleidingsvoorzitter geherdefinieerd (met betrekking tot profiel qua takenpakket/toelatingsvoorwaarden/kennis/vaardigheden/attitudes, periode, verloning en procedure voor aanduiding) alsook de structuur van de vakgroepen herzien door de invoering van een vakgroepraad, waarbij onder andere het volgende is bepaald:
Vakgroepvoorzitters fungeren als direct leidinggevenden van alle vakgroepleden en nemen de brede verantwoordelijkheid op voor de voorbereiding, organisatie en coördinatie van de werking van een vakgroepraad (bestaande uit minstens acht leden, nl. onderwijzend personeel, wetenschappelijk medewerkers en/of administratief en technisch personeel). De vakgroepraad is bevoegd voor het bestuurlijk aansturen van de vakgroep en het formuleren van adviezen inzake personeel, onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening (en desgevallend beoefening en ontwikkeling van kunsten). Binnen dit mandaat zitten vakgroepvoorzitters ook de vakgroepraad voor, treden ze op als evaluator van de vakgroepleden, bepalen zij de afvaardiging van vakgroepleden in organen, vertegenwoordigen zij intern en extern de vakgroep en hebben zij inspraak in de aanwending van werkingsmiddelen.
Opleidingsvoorzitters hebben een managementfunctie met betrekking tot de inhoud en organisatie van de opleiding(en) in samenwerking met de decaan. Daarnaast nemen ze de brede verantwoordelijkheid op voor de voorbereiding, organisatie en coördinatie van de werking van een opleidingscommissie (bestaande uit minstens zes leden van het onderwijzend personeel en een vertegenwoordiging van studenten). De opleidingscommissie fungeert voor één opleiding of een cluster van verwante opleidingen en is bevoegd voor generieke kwaliteitswaarborgen in de opleiding(en), voorbereiding en opvolging van visitaties/accreditaties/verbetertrajecten van de opleiding(en), formalisering van contacten, formulering van adviezen en beleidsopties alsook bepaling van personeelsbehoeften en functieomschrijvingen in samenspraak met vakgroepvoorzitters. Binnen dit mandaat zitten ze ook de opleidingscommissie voor, formuleren ze voorstellen qua afvaardiging van leden in organen en qua onderwijskundige professionalisering, vertegenwoordigen ze intern en extern de opleiding, volgen ze ontwikkelingen met betrekking tot de opleiding(en) op en formuleren ze adviezen over het functioneren van onderwijzend personeel ten behoeve van de vakgroepvoorzitter.
Vakgroepvoorzitters en opleidingsvoorzitters dienen, naast deze opdracht met een richtinggevend volume van 30 % van een voltijdse opdracht binnen hun bestaande opdracht, ook nog onderwijsactiviteiten en/of activiteiten inzake onderzoek en/of maatschappelijke/wetenschappelijke dienstverlening (of in voorkomend geval de beoefening en ontwikkeling van de kunsten) op te nemen. De functie van vakgroepvoorzitter kan niet gecombineerd worden met de functie van opleidingsvoorzitter.
De mandaten voor vakgroepvoorzitters en opleidingsvoorzitters lopen in eerste instantie voor twee jaar, te verlengen tot vier jaar (met mogelijkheid tot verlenging) waarbij er naast het salaris een specifieke mandaatvergoeding is.
In april 2012 werden er binnen bovengenoemde faculteiten in totaal 26 vakgroepen (met bijbehorende vakgroepraden) en 26 opleidingscommissies opgericht met ingang van het academiejaar 2012-2013, waarna er interne vacatures werden gelanceerd voor de mandaten van vakgroepvoorzitter en opleidingsvoorzitter. Er werden ook selectiecommissies binnen de betrokken faculteiten samengesteld. Als er intern geen valabele kandidaten konden worden gevonden, werden er occasioneel externe vacatures van onderwijzend personeel gepubliceerd waarbij het betrokken type mandaat naast de andere opdrachten diende te worden opgenomen. Op basis van de conclusies van de selectieprocedures werden de voorgestelde vakgroepvoorzitters en opleidingsvoorzitters officieel aangeduid door het bestuurscollege, ten vroegste met ingang van 24 september 2012, de start van het academiejaar. Naar aanleiding van een opsplitsing van een bestaande vakgroep in twee vakgroepen (waarvan één met dezelfde naam blijft bestaan) werd door het bestuurscollege in december 2012 een extra vakgroep opgericht, wat het totale aantal vakgroepen op 27 brengt.
3.3 Bevorderingsprocedure 2012 In mei 2012 werd door de raad van bestuur van de HoGent een bevorderingsprocedure van docent naar hoofddocent goedgekeurd binnen de geassocieerde faculteiten Toegepaste Ingenieurswetenschappen, Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen, Toegepaste Taalkunde en Handelswetenschappen en Bestuurskunde. Het bevorderingsbeleid en de gehanteerde bevorderingscriteria bevatten voldoende kwaliteitswaarborgen, gelet op de zorg van de betrokken personeelsleden voor de toekomstige loopbaan binnen de UGent na de integratie (met ingang van academiejaar 2013-2014). Hierbij is een bevordering naar het ambt van hoofddocent alleen mogelijk als minstens is voldaan aan:
Algemene toelatingsvoorwaarden: verbonden zijn aan een geassocieerde faculteit, vast-benoemd als docent, min. 5 jaar dienstanciënniteit als doctor-assistent, docent of postdoctoraal wetenschappelijk medewerker alsook positief geëvalueerd zijn.
Inhoudelijke bevorderingscriteria: gedetailleerde criteria op het vlak van onderwijskwaliteit (inclusief evaluatie), onderzoek (met betrekking tot output, management en jaren ervaring, conform criteria van de UGent voor het statuut van gastprofessor met onderzoeksopdracht) en activiteiten/realisaties met betrekking tot interne en/of externe dienstverlening binnen allerhande organen en instanties of in een bepaald kader.
Tevens werd een bevorderingscommissie samengesteld (bestaande uit decanen van de HoGent en de UGent alsook leden aangeduid door de algemeen directeur van de HoGent) en een interne oproep tot kandidaatstelling verspreid, waarop achttien personen officieel hebben gereageerd. Deze kandidaten werden eerst door de directie Personeel en Organisatie gescreend op de algemene toelatingsvoorwaarden, waaraan ze allen voldeden. Hierna werden hun dossiers door de bevorderingscommissie gedetailleerd gescreend op basis van de inhoudelijke bevorderingscriteria. De gemotiveerde en unanieme adviezen van de bevorderingscommissie werden daarna voor advies overgemaakt aan de betrokken faculteitsraden van de UGent en de HoGent. Als eindconclusie werd voorgesteld aan vijftien kandidaten een bevordering van docent naar hoofddocent toe te kennen, wat door de raad van bestuur van de HoGent in december 2012 werd goedgekeurd.
3.4 Samenwerking met andere instellingen van het hoger onderwijs De HoGent heeft een aantal van haar personeelsleden belast met een voltijdse of deeltijdse opdracht in volgende instellingen van het hoger onderwijs:
de Associatie Universiteit Gent; de Universiteit Gent; de Erasmushogeschool Brussel; Artesis Hogeschool Antwerpen; NVAO – Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie; UVAH (Unie Vlaamse Autonome Hogescholen).
Vanuit andere hogeronderwijsinstellingen komen personeelsleden, belast met een voltijdse of deeltijdse opdracht in de HoGent, van:
de Universiteit Hasselt; de Universiteit Gent; Hogeschool West-Vlaanderen; Arteveldehogeschool.
3.5 Samenwerking met andere instanties De HoGent werkt voor bepaalde voltijdse of deeltijdse opdrachten samen met volgende instanties:
Provincie Oost-Vlaanderen; Stad Gent; OCMW Gent; Traject (Mobility Management); Bloso; Kabinet minister van Onderwijs.
3.6 Vorming, training en opleiding In de begroting 2012 werd 502.667,79 euro opgenomen voor opleiding en vorming van het personeel van de Hogeschool Gent. Vanuit de Vlaamse Gemeenschap is aan de Hogeschool Gent voor het kalenderjaar 2012 een subsidie van 56.688,19 euro toegekend aan de Hogeschool Gent voor besteding in het kalenderjaar 2012. Deze subsidies zijn een bijdrage in de kosten voor de organisatie van nieuwe opleidings- en vormingsinitiatie-
ven voor het personeel. Ze werden gebruikt voor de bekostiging van opleidings- en vormingsinitiatieven die aansluiten bij een van de volgende vormingsthema’s:
onthaal, introductie en begeleiding van nieuwe medewerkers; diversiteit in het kader van de engagementsverklaring; ontwikkeling van management- en leiderschapsvaardigheden, in het bijzonder met betrekking tot stress- en werkdrukbeheersing; opleiding aan leidinggevenden en medewerkers in het kader van functioneringsbegeleiding, evaluatie en people management; initiatieven om de positie van tijdelijke onderzoekers op de arbeidsmarkt te versterken, waaronder selectietraining, loopbaanbegeleiding en outplacement; ontwikkeling en bijsturing van werkgerelateerde competenties.
Uit de jaarrekening blijkt dat 315.280,85 euro effectief werd besteed aan opleidingen en vormingen.
3.7 Benoemingen onderwijzend personeel De referentiedatum voor de bepaling van het maximumaantal voltijdse equivalenten dat in 2012 benoemd kan worden, is 1 februari. In groep 1 (lector, hoofdlector, praktijklector, hoofd-praktijklector) zijn 30,90 voltijdse equivalenten benoemd. In groep 2 (assisterend personeel) zijn 0,55 voltijdse equivalenten praktijkassistent benoemd. In groep 3 (docent, hoofddocent, hoogleraar, gewoon hoogleraar) zijn 13,15 voltijdse equivalenten benoemd. De som van dit aantal voltijdse equivalenten is het maximum dat benoemd kon worden in 2012. Aantal benoemingen in aantal personeelsleden uitgedrukt:
groep 1: 39 groep 2: 2 groep 3: 19 Totaal: 60
De uitvoering van het benoemingsbeleid en de verschillende elkaar beïnvloedende personeelsbewegingen in de loop van 2012, resulteert in 2012 in een totale benoemingsgraad van 60 % op 31 december 2012. Op benoemingsdatum 1 november 2012 resulteert het benoemingsbeleid in volgende benoemingsgraad:
groep 1: 69,32 % groep 2: 31,32 % groep 3: 82,90 %
De Hogeschool Gent past op de ijkdatum van 1 februari de decretale benoemingsgraad van maximaal 72 % vast-benoemde personeelsleden toe per groep, rekening houdend met de maximumgrens van 25 % benoemde assistenten.
3.8 Benoemingen administratief en technisch personeel Het benoemingsbeleid van het administratief en technisch personeel heeft in 2012 geresulteerd in de benoeming van 25,59 voltijdse equivalenten (32 personeelsleden), wat resulteert in een benoemingsgraad van 80,57 % op 31 december 2012. Dit betekent een stijging opzichte van 31 december 2011 (78,70 %). Binnen de groep van het administratief en technisch en personeel stelt het hogescholendecreet geen maximumpercentage voorop. De HoGent hanteert geen bijkomende beperkingen in benoemingsgraad voor het administratief en technisch personeel.
3.9 Vergoedingen en premies 3.9.1 Mandaatvergoedingen onderwijzend personeel Het hogescholendecreet definieert ‘mandaat’ als een bijzondere taak die tijdelijk aan een personeelslid toegewezen wordt krachtens een bijzondere machtiging van het hogeschoolbestuur. De personeelsleden die worden belast met een mandaat kunnen door middel van een mandaatvergoeding of een nietverworven salarisschaal bezoldigd worden. Aantal onderwijzende personeelsleden met een mandaatvergoeding of niet-verworven salarisschaal Decanen/departementshoofden met mandaatvergoeding Decanen/departementshoofden met niet-verworven salarisschaal Departementssecretarissen met mandaatvergoeding Andere leden van het onderwijzend personeel met mandaatvergoeding of nietverworven salarisschaal(voorzitters vakgroepen en opleidingscommissies) Totaal
14 0 0 48 62
3.9.2 Mandaatvergoedingen administratief en technisch personeel Door de invoering van de functieclassificatie en het loopbaanmodel zijn de taken die personeelsleden bij wijze van mandaat uitvoeren permanent mee opgenomen in het takenpakket. De mandaatvergoeding is geïntegreerd in de salarisschaal behorend tot de functieklasse waartoe de functie is ingedeeld, met uitzondering van het mandaat van de algemeen directeur 3.9.3 Gangbare salarisschaal Volgens het hogescholendecreet kan aan personeelsleden belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten onder bepaalde voorwaarden de gangbare salarisschaal worden toegekend voor het ambt waarin ze zijn aangesteld. Het bestuurscollege kan aan personeelsleden belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten in de studiegebieden audiovisuele en beeldende kunst, muziek en dramatische kunst – met uitzondering van de basisopleidingen van één cyclus – op gemotiveerd voorstel van de betrokken faculteitsraad de gangbare salarisschaal toekennen op voorwaarde dat ze (beslissing B/RVB/2007/PER/0069):
voltijds titularis zijn van een betrekking; uitdrukkelijk en schriftelijk afzien van de toepassing van artikel 150 van het hogescholendecreet; naast hun onderwijstaken ook coördinerende taken hebben.
Aan de Hogeschool Gent genoten in 2012 in totaal elf personeelsleden de gangbare salarisschaal. Dat is een daling met één personeelslid ten opzichte van 2011. 3.9.4 Persoonlijke vergoedingen In 2012 werden, in het kader van wetenschappelijke dienstverlening, maatschappelijke dienstverlening of posthogeschoolvorming, voor 1.381,41 euro persoonlijke vergoedingen betaald.
3.10 Evaluaties In 2012 werden per categorie de volgende beoordelingen gegeven: Gewone evaluaties
OP
ATP
CBED
OHP
MVD
Positief Evoluerend naar onvoldoende Onvoldoende Omstandigheidsevaluaties
532 2
42 -
85 1
1 -
1 -
OP
ATP
CBED
1 14 1 -
8 24 -
27 -
Geschikt voor aanstelling onbepaalde duur Geschikt voor aanwerving onbepaalde duur Geschikt voor benoeming Nog niet geschikt voor benoeming Nog niet geschikt voor aanstelling onbepaalde duur Nog niet geschikt voor aanwerving onbepaalde duur
In 2012 is er een duidelijke daling van het aantal evaluaties binnen de groep van het onderwijzend personeel. Dit is te verklaren door het feit dat ieder personeelslid – conform het hogescholendecreet en het evaluatiereglement van de Hogeschool Gent – minstens vijfjaarlijks dient te worden geëvalueerd en dit voor de grootste groep in 2009 is gebeurd.
3.11 Personeel bezoldigd op academiseringsmiddelen Sinds het academiejaar 2003-2004 maakt de Vlaamse overheid extra middelen vrij voor de academisering van het voormalige tweecycli-onderwijs aan de hogescholen. In een aantal gevallen werd een lid van het onderwijzend personeel voor een gedeelte van zijn opdracht belast met onderzoek, waarbij een gedeelte van zijn vroegere onderwijsopdracht werd overgenomen door een nieuw aangeworven personeelslid. In 2012 waren 118 personeelsleden actief op de academiseringsmiddelen (zie ook 3.1). In VTE gaat het over 76,2 voltijdse equivalenten. Dit betekent een daling met 6,3 voltijdse equivalenten in vergelijking met 2011. Opgedeeld naar statuut betekent dit het volgende:
73 statutaire personeelsleden in statutaire ambten vertegenwoordigen 49,0 voltijdse equivalenten. Het gaat hier om aanstellingen in de ambten van assistent en doctor-assistent en statutaire personeelsleden in andere ambten die vrijgesteld zijn voor het behalen van een diploma van doctor op proefschrift en statutair personeel dat optreedt als promotor van onderzoeksprojecten. 45 personeelsleden zijn contractueel aangeworven als onderzoeker (doctor-wetenschappelijk medewerkers, wetenschappelijk medewerkers en onderzoeksmedewerkers). Zij vertegenwoordigen samen 27,2 voltijdse equivalenten.
3.12 Personeel bezoldigd op middelen voor projectmatig wetenschappelijk onderzoek (PWO) De Vlaamse overheid stelt specifieke middelen ter beschikking ter bevordering van het onderzoek in de professioneel gerichte bacheloropleidingen, projectmatig wetenschappelijk onderzoek of PWO genoemd. In 2012 werden 27,7 voltijdse equivalenten ingezet op PWO-middelen. Dit betekent een stijging van 0,2 VTE. Het gaat hier om 74 personeelsleden, ten opzichte van 72 in 2011. Van deze 74 personeelsleden:
zijn 34 statutaire personeelsleden ingezet als promotor van een PWO-project (5,1 VTE); zijn 33 personeelsleden contractueel aangeworven als onderzoeker (wetenschappelijk medewerkers en onderzoekmedewerkers – 17,2 VTE); binnen de directie Onderzoek zijn er 7 personeelsleden ingezet in het begeleiden van PWOprojecten (5,5 VTE).
4
Onderhandelingen hogeschoolonderhandelingscomité In 2012 werden in het hogeschoolonderhandelingscomité van de Hogeschool Gent diverse protocollen ‘voor akkoord’ afgesloten. De details vindt u in bijlage 4.1 bij dit jaarverslag.
5
Ratioanalyse over de voorbije drie boekjaren Onderstaande tabel bevat de ratioanalyse over de voorbije drie boekjaren. De berekeningen zijn op basis van voltijdse equivalenten titularissen (cf. Terminologie) Ratio’s ten opzichte van het globaal personeelsbestand Onderwijzend personeel Onderwijzend personeel incl. op centraal fonds Onderwijzend personeel incl. op centraal fonds en gastprofessoren Administratief personeel Administratief personeel incl. op centraal fonds, meester-, vak- en dienstpersoneel, opvoedend hulppersoneel en contractuelen Contractuelen, excl. gastprofessoren
6
2011
2010
53,46 % 53 51 %
54,50 % 54.59 %
55,23 % 55,40 %
58,31 % 19,03 %
59,71 % 17,83 %
60,48 % 16,91 %
40,73 % 20,95 %
40,30 % 21,65 %
39,41 % 21,55 %
Personeelskosten Lonen betaald via departement Onderwijs (€)
78.411.855,49
Administratief en technisch personeel
15.017.007,38
Onderwijzend personeel
59.256.546,75
Opvoedend hulppersoneel Gastprofessoren Lonen betaald via de Hogeschool Gent (€)
184.420,37 3.953.880,99 16.993.427,14
Administratief en technisch personeel
143.863,51
Onderwijzend personeel
343.283,29
Opvoedend hulppersoneel Gastprofessoren Contractuelen Totaal
7
2012
5.451,15 1.276.908,00 15.223.291,19 95.405.282
Terminologie Kwantitatieve gegevens over de tewerkstelling in de Hogeschool Gent worden met behulp van drie indicatoren samengevat:
voltijds equivalent titularis: indicator voor het aantal betrekkingen dat in de Hogeschool Gent bestaat (opgesplitst naar titularis binnen en buiten formatie); voltijds equivalent opdracht: indicator voor het aantal voltijdse equivalenten dat in de Hogeschool Gent aan het werk is. Dit is de beste indicator om de evolutie van de prestaties te meten. De evolutie van het cijfer over voltijdse equivalenten opdracht moet dus samen met het cijfer afwezigheden (bijvoorbeeld wegens ziekte) en vervangingen gelezen worden; voltijds equivalent betaling: indicator voor het aantal voltijdse equivalenten dat door de Hogeschool Gent wordt betaald (opgesplitst naar betaling via het departement Onderwijs en via het sociaal secretariaat SDWorx).
Jaarverslag HoGent
Dienstverlening
1
Beleidsdoelstellingen inzake dienstverlening Onderwijs, onderzoek en valorisatie binnen de Hogeschool Gent zijn duidelijk gegrond in de praktijk van het werkveld en de maatschappij en zorgen omgekeerd ook voor de doorstroming van kennis naar de praktijk. De Hogeschool Gent biedt een ruim aanbod aan onmiddellijk toepasbare expertise binnen een brede waaier aan disciplines. Deze expertise kan ingezet worden voor maatschappelijke of wetenschappelijke dienstverlening aan derden. Door het groeiende belang van onderzoek en het stijgende onderzoekspotentieel aan de hogeschool stijgt ook het aanbod en de capaciteit voor deze dienstverlening. Het beleid inzake maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening is nauw verwant met het beleid inzake onderzoek. Hoogwaardig toegepast onderzoek wordt bijvoorbeeld voor diverse actoren als wetenschappelijke dienstverlening uitgevoerd in de vorm van contractonderzoek. Een externe dienstverlening van hoge kwaliteit kan bovendien als hefboom werken om onderzoeksprojecten te verwerven en vice versa. Vanuit de Hogeschool Gent wordt er de voorkeur aan gegeven om dienstverlening aan te bieden waarin lopend onderzoek kan worden gevaloriseerd. De medewerkers van de Hogeschool Gent zijn ondernemende experten in hun vakgebied en treden op als connectoren tussen onderwijs, onderzoek, professionele en academische partners. Hierdoor kan de unieke expertise van de Hogeschool Gent of de expertise die nauw aansluit bij de opleidingen gebruikt worden in de samenwerkingsverbanden. Een constante wisselwerking met de praktijk zorgt ervoor dat de Hogeschool Gent een belangrijk aanspreekpunt is voor kennisvragen en probleemoplossing (onderwijs- of onderzoeksgerelateerd). Daarnaast detecteert de Hogeschool Gent ook zelf proactief (toekomstige) vraagstukken of problemen in het werkveld en de maatschappij. De Hogeschool Gent is regionaal verankerd en internationaal georiënteerd (t.a.v. de bedrijfswereld, de social-profitsector en de kunstensector). Ze heeft aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en integreert systematisch economische, sociale en milieuoverwegingen in haar activiteiten. Bijzondere aandacht gaat zeker naar de KMO’s en de ondersteuning bij hun innovatieproces. KMO’s hebben behoefte aan concrete, laagdrempelige en kortlopende dienstverlening. De Vlaamse overheid besliste om steun toe te kennen aan de uitbouw van “LEDnetwerk Vlaanderen” en de uitrol van Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningscentra (LED) binnen alle Vlaamse provincies, naar het WestVlaamse voorbeeld. De Hogeschool Gent diende samen met het Innovatiecentrum Oost-Vlaanderen, de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, de Arteveldehogeschool vzw, de LUCA School of Arts, Sint-Lucas Architectuur, de Stad Gent, de POM Oost-Vlaanderen, de provincie Oost-Vlaanderen, de VLOOT, Voka Oost-Vlaanderen en UNIZO Oost-Vlaanderen een voorstel in voor de uitbouw van LEDnetwerk OostVlaanderen. Binnen de Hogeschool Gent zelf werden in 2012 twee LED’s opgestart: de LED ‘Design en technologie voor textiel, kleding en hout’ (Faculteit Natuur en Techniek) en de LED ‘Bedrijfseconomische vraagstukken’ (Centrum voor Ondernemen). De Hogeschool Gent is ook nog steeds een door de Vlaamse Overheid erkende dienstverlener in het kader van de KMO-portefeuille. Hierdoor kunnen kleine en middelgrote ondernemingen opleiding en kennis aankopen bij de Hogeschool Gent. Daarnaast werkt de Hogeschool Gent ook mee aan diverse IWTKMO projecten en dit ook in Europese context (vb. Eranet programma). De Hogeschool Gent wil een voortrekkersrol op zich nemen wat betreft de samenwerking met de socioeconomische en culturele omgeving. Door middel van het oprichten/uitbreiden van resonantiegroepen met vertegenwoordigers uit het werkveld en sectororganisatie/intermediairen verhoogt de input vanuit het werkveld/maatschappelijk veld met betrekking tot het detecteren van bepaalde behoeften aan nieuwe (na)vorming of heroriëntering van bestaande opleidingen, innovatiemogelijkheden, trends in een domein, etc. De Hogeschool Gent is ook partner van Gent BC (Gent Big in Creativity). Gent BC is een netwerk dat technologisch ondernemerschap en technologische innovatie in de Gentse kennisregio wil stimuleren. Ten slotte is het Centrum voor Ondernemen van de Hogeschool Gent een open toegangspoort geworden voor ondernemingen en andere organisaties die op zoek zijn naar een verscheidenheid aan diensten. Via een gemixte dienstverlening door studenten die gecoacht worden door docenten/onderzoekers/experts verbinden zij onderzoek, onderwijs en dienstverlening zodat deze drie pijlers elkaar optimaal ondersteunen en beïnvloeden.
Volgende specifieke operationele doelstellingen worden voor 2013 vooropgesteld:
2
Het onderzoeksbeleid voor de faculteiten met professioneel gerichte opleidingen, met multidisciplinaire zwaartepunten en expertisedomeinen, werd door het bestuur goedgekeurd en verhoogt verder zowel de interne als externe profilering van het onderzoek aan de hogeschool waardoor ook de drempels naar het werkveld verder worden weggenomen en intern multidisciplinaire samenwerking gefaciliteerd wordt. Het onderzoeksportaal, dat informatie uit het onderzoeksinformatiesysteem PURE ontsluit en steeds meer evolueert naar een expertiseportaal, blijft daarin een belangrijke rol spelen.
De hogeschool stemt haar opleidingen, onderzoek en dienstverlening maximaal af op de behoeften van het werkveld, onder andere door het verder oprichten en uitbreiden van resonantiegroepen.
De relaties en netwerking met het sociaal-economisch en cultureel weefsel van de regio worden verder uitgebouwd, met specifieke aandacht voor de KMO’s en de non-profitsector. In 2012 werd de LED-werking opgestart. Via dit complementair en multidisciplinair netwerk zal de aanwezige kennis en expertise van de hogescholen gevaloriseerd worden binnen de regionale ondernemingen. Via externe communicatiekanalen wordt er voldoende aandacht aan besteed om deze werking verder uit te bouwen.
Naast deze LED-netwerking worden ook nog specifieke acties gepland. Zo zullen er Labolounges worden georganiseerd in samenwerking met UNIZO en zal er samen met Gent BC een Businesscafé georganiseerd worden.
De samenwerking tussen de directie Onderzoek en het Centrum voor Ondernemen werd in 2012 meer structureel ingebed. In 2013 wordt dit verder bestendigd en geoptimaliseerd. Bij bestaande en nieuwe onderzoeks- en dienstverleningsprojecten wordt ondersteuning geboden bij aspecten rond ondernemerschap, bij de uitbouw van dienstverlening en/of valorisatie van onderzoeksresultaten.
Overzicht van de dienstverleningsprestaties 2012 Het onderzoeksportaal (http://www.hogent.be/onderzoek/portaal) bevat een overzicht van de (nietconfidentiële) dienstverlening door de HoGent ten behoeve van derden. Overeenkomsten waarvan de titel onder de vereiste geheimhouding valt, worden niet vermeld. Vormen van wetenschappelijke en maatschappelijke dienstverlening zijn onder andere de KMO-innovatiestudies, contractonderzoek, samenwerkingsovereenkomsten, de ontwikkeling van protocollen en prototypes, consultancy, ‘vorming op maat’ en de organisatie van navormingen en studiedagen. In 2012 liepen er 95 dienstverleningen met overeenkomst, waaronder 16 overheidsopdrachten en 37 contractonderzoeken. Naast de uitvoering van dienstverlening met overeenkomst vormt het Onderzoeksreglement van de hogeschool een reglementair kader voor de uitvoering van repetitieve of gestandaardiseerde prestaties van dienstverlening aan derden onder de vorm van getarifeerde dienstverlening. Hiertoe beslist het bestuur jaarlijks op advies van de faculteit over de tarievenlijst die de prestaties van getarifeerde dienstverlening opsomt. Alle acht faculteiten en het Centrum voor Ondernemen werken ondertussen met het systeem van getarifeerde dienstverlening en hebben een goedgekeurde tarievenlijst (zie de bijlagen voor een samenvattend overzicht). Twee keer per jaar worden deze overzichten van getarifeerde dienstverlening ter kennisgeving aan het bestuur voorgelegd. De Hogeschool Gent richt op initiatief van de faculteiten ook navormingen in voor werknemers of pas afgestudeerden. Voor deze initiatieven in het kader van levenslang leren, wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van dit jaarverslag.
3
Besteding van middelen
3.1 Inkomsten uit dienstverlening Getarifeerde dienstverlening
Niet-getarifeerde dienstverlening
Contractonderwijs
Studiedagen
Totaal
536.253
1.055.981
114.881
138.418
1.845.533
FMW
52.927
262.706
40.334
83.945
FNT
49.350
212.810
16.705
3.450
FBO
10.775
2.284
3.764
8.661
SCH
25.405
32.718
30.500
6.163
GTB
302.032
328.781
5.351
0
GTI
68.462
33.456
3.676
14.710
GHB
12.884
178.933
2.423
21.490
GTT
14.417
4.292
12.128
0
Directies en CVO
15.955
98.203
314
11.400
125.872
HoGent overhead*
50.359
84.161
7.172
0
141.692
602.567
1.238.345
122.367
149.818
2.113.097
Faculteiten
Totaal
* overhead voor algemene beheerskosten en centrale exploitatiekosten van 10 % wordt niet bij de inkomsten van de faculteiten gerekend.
Bovenstaande tabel geeft per faculteit een overzicht van de inkomsten uit de dienstverlening, waartoe zowel de getarifeerde en niet-getarifeerde dienstverlening als de studiedagen en contractonderwijs worden gerekend. De totale inkomsten uit dienstverlening voor 2012 bedragen € 2.113.097. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2011 (€ 2.085.302), wat positief is in tijden van economische crisis. Getarifeerde dienstverlening
Niet-getarifeerde dienstverlening
Contractonderwijs
Studiedagen
2011
739.719
1.070.697
110.008
164.878
2012
602.567
1.238.345
122.367
149.818
3.2 Besteding van middelen Inkomsten uit de maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening komen (op de overhead van 10 % voor algemene beheers- en centrale exploitatiekosten na) ten goede van de uitvoerende faculteit. Deze worden besteed ten gunste van de ondersteuning van onderzoek en dienstverlening binnen de betrokken faculteiten en vakgroepen. Zo kunnen deze extra financiële middelen gebruikt worden voor de personele en materiële versterking van de onderzoeksgroepen en laboratoria.
4
Het personeelsbestand in de dienstverlening, de deelname in spinoffbedrijven en de relaties met verenigingen zonder winstoogmerk en andere rechtspersonen De Hogeschool Gent werkt via overeenkomsten samen met haar spin-off Reskin Medical (die ze samen met Bioracer in 2010 oprichtte door licentiegeving op knowhow (zie ook hoofdstuk 3). Verder participeert de Hogeschool Gent in het Innovatie- en Incubatiecentrum (IIC) van de Universiteit Gent en de zaaikapitaalfondsen Baekeland II en QBIC. Deze zaaikapitaalfondsen stellen financiële middelen ter beschikking voor spin-offondernemingen waarbij de knowhow in grote mate ontwikkeld is in de betrokken kennisinstellingen. Het IIC biedt deze ondernemingen logistieke faciliteiten. Een overzicht van de deelname in vzw’s, internationale verenigingen met wetenschappelijk doel of instellingen van openbaar nut is weergegeven in bijlage 5.2. Bijlagen 5.1 Samenvatting van de tarievenlijsten voor getarifeerde dienstverlening in 2012 5.2 Deelname in vzw’s, internationale verenigingen met wetenschappelijk doel of instellingen van openbaar nut
Jaarverslag HoGent
Kunsten
1
Beoefening en ontwikkeling van de kunsten De Hogeschool Gent draagt, via haar school of arts, actief bij tot de beoefening en ontwikkeling van de kunsten. ‘Beoefening der kunsten’ kan worden omschreven als het zich regelmatig, actief en met expertise engageren in het maken van kunst. ‘Ontwikkeling der kunsten’ beoogt vernieuwing of werkt nieuwe inzichten in de hand. De school of arts leidt studenten op tot professionele beeldende kunstenaars, filmmakers, fotografen, vormgevers, componisten, theatermakers en acteurs, uitvoerende of scheppende musici, instrumentenbouwers en tot creatieve onderzoekers die de grenzen van de eigen professionele codes in vraag stellen en verleggen. Zowel KASK als het Koninklijk Conservatorium doet dit vanuit een sterke traditie, die teruggaat tot de achttiende en negentiende eeuw. Ze zijn belangrijke culturele actoren in de kunstwereld waar zowel studenten, docenten als alumni prominente plaatsen innemen, en dit zowel op stedelijk (Gent), regionaal (Vlaams), nationaal (Belgisch) als internationaal vlak.
1.1 Beleid De belangrijkste beleidsdaden in 2012 kwamen voort uit de implementatie van de overkoepelende structuur waarin de departementen KASK en Conservatorium werden geïntegreerd. Daarmee wil de Hogeschool Gent proactief voor haar kunstopleidingen vorm geven aan een structuur waarbinnen zij zich op meer autonome basis verder zullen kunnen ontplooien. Met de creatie van de school of arts KASK-Koninklijk Conservatorium beoogt de Hogeschool Gent onder meer
een efficiëntere service te kunnen leveren aan studenten, personeel en externen via een integratie van de omkaderende diensten van KASK en Conservatorium; één slagkrachtige communicatie vanuit de kunstopleidingen mogelijk te maken; de interactie tussen artistieke disciplines verder te bevorderen, conform de tendensen binnen het werkveld waar transdisciplinariteit een essentieel kenmerk vormt van de hedendaagse kunstpraktijk.
Een belangrijke beleidsbeslissing in 2012 was de herstructurering van de vakgroepen tot meer slagkrachtige entiteiten. Zowel onderzoek, dienstverlening als de beoefening van de kunsten kunnen op deze wijze georganiseerd vanuit een gedragen en beter geformaliseerde structuur. Het beleid op het vlak van beoefening en ontwikkeling van de kunsten vertoont verder een aantal constanten, die in 2012 substantieel werden versterkt. Het was en blijft gericht op artistieke productie die de toets van internationale ‘peer review’ kan doorstaan. Daarvan afgeleid streefde de school of arts actief volgende doelstelling na:
de uitbouw van een excellent pedagogisch korps; de zorg voor het onderwijscurriculum en de integratie van artistieke projecten daarin; de uitbouw van een infrastructuur die onderwijs in de kunsten én artistiek onderzoek en artistieke productie ondersteunt en omkadert; de versterking van het onderzoek in de kunsten en van omkaderende structuren voor dat onderzoek; bevorderen van de communicatie over de beoefening van de kunsten binnen de Hogeschool Gent; het stimuleren van regionale, nationale en internationale samenwerkingsverbanden met betrekking tot onderwijs, onderzoek en beoefening van de kunsten.
1.1.1 De uitbouw van een excellent pedagogisch korps Essentieel voor hoogwaardige beoefening en ontwikkeling van de kunsten binnen het hoger kunstonderwijs is het verweven van dit onderwijs met het veld van de kunsten. Dit gebeurt onder meer door nationaal en internationaal erkende kunstenaars en theoretici, die tegelijk bekwame pedagogen zijn, aan te trekken als vaste lesgevers en vakspecialisten als gastdocent of in masterclasses in te schakelen. In 2012 werden door Conservatorium en KASK, sinds september door de school of arts, nieuwe docenten aangetrokken van wie het curriculum getuigt van een grote expertise én van onderzoekscompetenties
binnen hun discipline. Dit zorgde voor een verjonging van het onderwijzende korps en meteen ook voor een toename van actieve kunstenaars, musici, dramaturgen en vormgevers. Naast een statutair korps van lesgevers en een grote groep van gastprofessoren in allerhande disciplines, is het uitnodigen van talloze gastsprekers essentieel voor de kunstopleidingen. Zij zorgen voor bijkomende expertise, zij bevorderen vanuit hun werkveldervaring een authentieke leeromgeving en zij diversifiëren het pedagogisch korps. Gastsprekers waren in 2012: Annelies Vaneycken, Dirk Zoete, Basia Szkutnicka, Kristiaan D'Août, Ben Russell, Els Robbrecht, Katrien Van Den Bogaerde, Nicole Holvoet, Larry Sider, Suzan Pitt, Charlotte Cheetham, Ben Russell, Ben Rivers, Sandra Gibson, Luis Recorder, Olivia Block, Karolin Maurer, Roel Wouters, Dirk Vandekerkhove, Nicola Setari, Els De Palmenaere, Damien Delepeleire, Kerstin Winking, Wesley Meuris, Vincent Meessen, Sarah Middernagt, Robert Michel, Nicola Setari, Bob Mover, Phil Mulloy, Patrick Van Caeckenbergh, Maarten Gielen, Alexander Schubert, Jorge Sanchez Chiong, Giovanni Bauwens, Victor Villadangos, Jos Bergmans, Vincent Meessen, Sven Augustijnen, Michael Lazic, Jef Neve, Sander Vermeulen, Walid Ben Chikha, Anja Veirman, Dirk Dewit, Lisa Kinnaer, Patrick Van Rossem, Ingrid De Smul, Igor Calsyn, Stefaan Verdegem, Tom Learner, Ysbrand Hummelen, Thea Van Oosten, Sanneke Stigter, Ulrich Lang, Pip Laurenson, leslie Carlyle, Didier Vermeiren, Peter van Ransbeeck, Pieter Matthynssens, Toon Callier, Tom Hautekiet, Lorenzo Di benedetti, Frederika Huys, Marc Van Hulle, An-Sofie Kesteleyn, Rudy Velle, Eddy Vets, Katrien Blanchaert, Phillip Van den Bossche, Patrick Ronse, Frederika Huys, Bavo Defurne, Jan Mauritz, YI Yin, Kristof Van Den Eynde, Richard Wilson, Richard Cave, Nedda El Asmar, Guy Gypens, Tatjana Pieters, Lynda Nead, Gary Smulyan, Annemarie Broekhuizen, Julie Van Elslande, Kenneth Willockx, Els Huigens, Luc Wallays, Christian Vermander, Kris Martin, Stef Van Bellingen, Joost Declercq, Bart Hebben, Eleen Deprez, Patrick Van Rossem, Tom De Clippel, Christa De Mulder, Tijl Bossuyt, Matthias Laga, Sandrine Veyt, Jef Van De Beek, Jozefien Muylle, Danny Vanstraelen, Anja Bruninx, Dries Wiewauters, Ria Paquee, Johan Leysen, Patricia Gérimont, Hilde Vanleuven, Hilde Frunt, Els Roelandt, Tom Van Imschoot, Kris Pint, Nick Steur, Kathleen Deboutte, Sara Debosschere, René Dehamers, Gerdi Esch, Judith Vindevogel, Maarten Liefooghe, Joachim Coucke, Jan Goossens, Bjorn Heyzak, Benjamin Verdonck, Wim Vandekeybus, Sydney Neter, Thomas Poels, Simon Roberts, Jan Van Dyck, Titus De Vooght, Mariano Vanhoof, Ben Tesseur, Adeline Beurms. 1.1.2 Zorg voor het onderwijscurriculum Optimalisering van het studieaanbod is een voortdurende zorg van de opleidingscommissies beelden kunsten, audiovisuele kunsten, muziek, drama, interieurvormgeving, landschaps- en tuinarchitectuur en specifieke lerarenopleiding. Een optimaal studieaanbod zorgt voor een betere opleiding tot uitmuntende scheppende en uitvoerende kunstenaars en vormgevers. De meeste bachelorprogramma’s werden licht bijgestuurd, rekening houdend met de evaluaties ervan door studenten en docenten. Op basis van de opmerkingen van de visitatiecommissies formuleerden en implementeerden de opleidingen verbeterplannen. Een bijkomend belangrijk aandachtspunt was de verdere uitbouw naar een authentieke leeromgeving doorheen het hele studieprogramma. Na een lange voorbereiding werden de algemene theoretische opleidingsonderdelen in de opleidingen beeldende en audiovisuele kunsten hervormd. Inhoudelijk werden de ‘kunstenaarsteksten’ naar voren geschoven als een methode om de kunstgeschiedenis vanuit het standpunt van de kunstenaar te benaderen. Door de algemene theorie zo in te richten dat ze qua kennisopbouw en werkmethodes de positie van de vormgever/kunstenaar simuleert, willen we de betrokkenheid verhogen. Clusters van onderdelen werden zo veel mogelijk vermeden; examentijdstippen werden bepaald in functie van een evenwichtige spreiding van de studielast. Specifieke (of ateliergebonden) theorie werd verder uitgebouwd in alle trajecten waarbij de theorie en de praktijk elkaar ondersteunen. In de tweede en derde bachelor beeldende en audiovisuele kunsten en in de derde bachelor drama werden de ‘aanverwante keuzevakken’ inhoudelijk herbekeken en omgevormd tot een minorpakket van tweemaal twaalf studiepunten in overeenstemming met de gemeten studielast.
In het postgraduaat tentoonstelling en beheer van actuele kunst (Tebeac) werd een structureel evenwicht uitgebouwd tussen ‘behoud & beheer’ enerzijds en een curatoriële benadering anderzijds. De nieuwe logische opbouw van het programma via vier clusters (inleiding tot de kunstactualiteit; behoud & beheer; beleid; stage, portfolio en onderzoek) geeft de studenten een gestructureerd instrument om een coherent verhaal te kunnen volgen rond tentoonstelling en beheer van actuele kunst. De interne samenhang van de verschillende thema’s wordt versterkt door interdisciplinair samen te werken over de verschillende opleidingsonderdelen heen. De leerinhouden en bijbehorende competenties werden geactualiseerd naar de behoeften van het hedendaagse actuele kunstenveld. Voor de opleiding muziek werd de masterproef (die uit drie deelopleidingsonderdelen bestond) ontclusterd zodat de studenten nu een zuiver punt krijgen voor hun hoofddiscipline. Om tegemoet te komen aan de vraag van de visitatiecommissie om de zichtbaarheid van het hedendaagse aspect groter te maken werd een nieuw opleidingsonderdeel ‘partituuranalyse actuele muziek’ ingericht waar de studenten de nieuwste tendensen diepgaand analyseren. De afstudeerrichting muziekpedagogie werd als afstudeerrichting opgeheven door problemen met de erkenning van diploma’s in functie van lesbevoegdheid. De inhoudelijke invulling bleef wel behouden als keuzemogelijkheid in de specialisatie muziekeducatie. In het curriculum van de master na master opleiding solist hedendaagse muziek werden het element onderzoek en de internationale dimensie duidelijker zichtbaar gemaakt. Er werd een opleidingsonderdeel toegevoegd dat de managementcompetenties van de student optimaliseert. De specifieke lerarenopleiding muziek en de specifieke lerarenopleiding beeldende en audiovisuele kunsten en drama kwamen door het samenbrengen van de twee departementen KASK en Conservatorium in één school of arts. Er werd een voorstel uitgewerkt van een geïntegreerd curriculum SLO Kunsten met vier opties waarbij er zorgvuldig gewaakt werd de sterktes van de samengevoegde opleidingen te bewaren, met respect voor hun eigenheid en kwaliteit. De specifieke lerarenopleiding kunsten ontving in 2012 haar visitatierapport. 1.1.3 Uitbouw van een infrastructuur die artistieke productie ondersteunt en omkadert De opleiding instrumentenbouw verliet haar locatie op Campus Schoonmeersen en nam eind 2012 haar intrek in het gebouw Nederpolder. Ook de onderzoekers muziek zullen in dit gebouw tewerkgesteld worden. De opleiding jazz/pop maakt intussen volop gebruik van het gebouw De Wijnaert. Voor deze opleiding zal een nieuwe huisvesting gezocht worden tegen begin 2013. De gevelrenovatie van het gebouw Hoogpoort liep vertraging op door weerverlet en onvoorziene meerwerken. Zowel de voorgevel als de zijgevels werden intussen opgeleverd en luisteren mee het stadsbeeld op. De renovatie van de twee torens en de heraanleg van het binnenplein zal in 2013 gefinaliseerd worden. In de loop van 2012 gebeurde ook de laatste afwerking aan gebouw Marissal. De opleidingen fotografie, grafisch ontwerp, animatiefilm, film en vrije kunsten/tekenkunst zijn hier intussen een jaar gehuisvest. Voor de campus Bijloke werden inplantingsplannen opgemaakt voor de heraanleg van buitentuinen. Een aantal buitendeuren werd hier voor het eerst uitgerust met elektronische toegangscontrole. 1.1.4 Bevorderen van de communicatie over de beoefening van de kunsten binnen de Hogeschool Gent Omdat de kunstproductie van de school of arts een brug wil zijn naar de culturele wereld, ook buiten de campussen, werd er actief aansluiting gezocht bij een extern publiek. Naast de vaste programmatie van KASKlezingen, KEYNOTES, KASKcinema, KIOSK, de concerten, MAP en de regelmatige voorstellingen van de studenten drama, waren er in 2012 heel regelmatig bijzondere initiatieven die telkens op maat gecommuniceerd werden (Tunes, a jazz night, Week van de Hedendaagse Muziek, De Invasie van Gent, etc.) Net zoals alle bovengenoemde programmaonderdelen kreeg ook de artistieke output van de onderzoekers van de school of arts een apart en herkenbaar grafisch profiel en werd er actief aan gewerkt deze kunstuitingen naar een zo breed mogelijk publiek te brengen. De vroegere KASKweek werd omgevormd tot een afstudeerfestival waarin alle opleidingen van KASK en Conservatorium vertegenwoordigd zijn. Dit evenement kreeg de nieuwe titel Graduation mee en werd intensief gepromoot naar alle stakeholders in het onderwijs en in het culturele en professionele veld. Het vormde een van de zwaartepunten van het jaar op gebied van communicatie.
In het kader van Graduation werd een jaarboek uitgegeven met een overzicht van de eindprojecten van alle afstuderende studenten. Ook de in 2011-2012 afgeronde doctoraatsonderzoeken werden hierin toegelicht en geïllustreerd. De publicatie opent met een reflectief gedeelte. In een interview met Anna Luyten, blikt decaan Wim De Temmerman terug op het afgelopen academiejaar. In een panelgesprek gemodereerd door Anna Luyten en Frank Maes debatteren docenten over de integratie van KASK en Conservatorium in één school of arts. Eveneens in het kader van Graduation werd voor het eerst de LP Masterworks uitgebracht met daarop een selectie nummers van oud-studenten die ontstonden aan het Conservatorium. Deze 12 inch vinyl met begeleidende tekst van Jan Delvaux en art work door Jurgen Maelfeyt zette de toon voor een nieuwe jaarlijkse traditie. In de komende edities zullen we in de Masterworksreeks werk van de afstuderende masterstudenten muziek uitbrengen. Wat de papieren communicatiedragers betreft, werd in 2012 veel aandacht besteed aan de effectievere maar ook efficiëntere spreiding van folders, flyers en affiches. Deze worden wekelijks bedeeld in kunstencentra, galerijen, musea, bepaalde cafés, boekhandels en andere culturele actoren. Om dit mogelijk te maken, loopt een samenwerkingsverband met het S.M.A.K. en het HISK. Er worden uitgebreide adresbestanden aangelegd en onderhouden van de verschillende doelgroepen, zowel met betrekking tot de kunstmanifestaties als met betrekking tot onderwijs en onderzoek, zodat deze gericht kunnen worden aangesproken. Ook digitale kanalen worden aangewend om meer en gerichter publiek te bereiken. In 2012 werden voorbereidingen getroffen voor nieuwe websites voor de school of arts en voor de KASKcinema. Beide sites zullen in 2013 online gaan. Er werd een nieuwe site gebouwd voor het afstudeerevenement Graduation en er werd een herbruikbaar model van projectwebsite gerealiseerd dat nu flexibel ingezet kan worden voor tijdelijke evenementen zoals Tunes, a jazz night en de week van de hedendaagse muziek (vb. whm.schoolofarts.be). Er kwam een nieuwe format in voege voor de externe nieuwsbrieven van de school of arts en van de KASKcinema. De sociale media Facebook en Twitter werden doorlopend ingeschakeld om de communicatie te versterken. Het internationale tijdschrift voor actuele kunst A Prior Magazine wordt uitgegeven door de school of arts in samenwerking met vzw Mark. A Prior Magazine publiceerde in 2012 zijn 23ste editie ‘SKIDOO’: deze publicatie bracht een reeks van verhalen, dagboeken en experimentele teksten geschreven naar aanleiding van dOCUMENTA (13) en het oeuvre van Tino Sehgal. 1.1.5 Implementatie van onderzoek in de kunsten Doctoraal onderzoek in de kunsten en onderzoek binnen een door peers als hoogwaardig beoordeelde artistieke praktijk, staan samen garant voor de inbedding van het academisch hoger kunstonderwijs in zowel het artistieke veld als in onderzoek. In 2012 werden de lopende projecten van onderzoek in de kunsten voortgezet en werd het pedagogische korps van de school of arts versterkt met doctorale onderzoekers en onderzoeksmedewerkers: Doctorandi: Philip Huyghe (verlenging), Jan Steen (verlenging), Johan Opstaele (verlenging), Hans Roels (verlenging) Liselotte Sels (verlenging), Ives Maes (start onderzoek), Anouk Declercq (start onderzoek), Clara Vankerschaver (start onderzoek), Sergie Istomin (start onderzoek) Onderzoeksmedewerkers: Jaap Kosters, Delphine Hesters, Kristel Peters Gastonderzoekers: Françoise Vanhecke De beoefening en ontwikkelingen van de kunsten in het hoger kunstonderwijs wordt ook geïnspireerd en ondersteund door theoretische onderzoeksprojecten in de marge van de artistieke praktijk. Naast de doctoraten in de kunsten, verrichten collegae van de school of arts theoretisch doctoraatsonderzoek (kunstwetenschappen, kunstfilosofie, musicologie, theaterwetenschap, literatuurwetenschap). Dit kunsttheoretisch onderzoek heeft een eigen finaliteit en een stimulerende invloed op de kunstpraktijk en op de kunstpraktijk in relatie tot de educatieve processen. De onderzoeksresultaten ervan vloeien terug naar de pedagogiek via gespecialiseerde seminaries in de masterjaren. In 2012 werden de eerste doctoraten in de kunst verdedigd en behaalden volgende doctorandi de graad van doctor in de Kunsten: Jerry Galle (promotor school of arts Jan Vercruysse, promotor UGent prof. dr. Bart Vandenabeele), Jan Kempenaers (promotor school of arts Armand Mevis, promotor UGent prof. dr.
Dirk De Meyer), Ludwig Vandevelde (promotor school of arts Karel Dierickx, copromotor dr. Helena De Preester, promotor UGent prof. dr. Gertrudis Van de Vijver), Silvia Defrance (promotor school of arts Raoul Servais, promotor UGent prof. dr. Christel Stalpaert, copromotor UGent prof.dr. Filip Geerardyn), en Hilde D’haeyere (promotor school of arts Hans Op de Beeck, promotor UGent prof. dr. Daniel Biltereyst) en Laurent Van Lancker (promotor school of arts dr. An van. Dienderen, promotor UGent prof. dr. Rik Pinxten). Tevens behaalden drs. Martine Huvenne de graad van doctor in de Geesteswetenschappen (promotor school of arts dr. Peter De Smet, copromotor school of arts dr. Helena De Preester, copromotor UGent prof. dr. Christel Stalpaert en promotor Universiteit van Amsterdam prof. dr. Rokus De Groot) en drs. Ruth Rondas de graad van doctor in de pedagogische wetenschappen (promotor school of arts Philip De Roeck en promotor UGent prof. dr. Marc Spoelders). In 2012 werden volgende artistieke onderzoeksprojecten beëindigd met een tentoonstelling en een bijbehorende publicatie: Expanded Documentary (promotoren dr.Robrecht Vander Beeken en dr. An van. Dienderen), Moments Before the Flood (promotoren: Hans Op de Beeck en Carl Dekeyser), Fotograaf in de stad (promotoren: dr. Jan Kempenaers en dr. Peter De Smet). Ook het project Een hedendaagse technologie voor directe animatietechnieken werd afgerond in 2012.
1.2 Beleidsopties op korte en middellange termijn inzake ontwikkeling en beoefening van de kunsten
Uitbouw van de diensten van het decanaat, in het bijzonder de dienst onderzoek, internationalisering én communicatie en artistieke projecten. Oplossen van infrastructurele behoeften met betrekking tot ontwikkeling en beoefening van de kunsten: professionalisering van toonruimtes (voornamelijk drama en jazz); renovatie van de bibliotheken (Bibliotheek Muziek en Huis van de Abdis); uitbouw van geschikte pedagogische infrastructuur voor de opleiding muziek; uitbouw van geschikte infrastructuur voor onderzoekers. Tussentijdse evaluatie en bijsturing van de masteropleidingen om deze uit te bouwen tot opleidingen die de ontwikkeling van de kunsten in de hand werken. In het bijzonder bijsturing academiseringstraject opleiding muziek. Aanvraag van tweejarig mastercurriculum in samenwerking met de andere kunstopleidingen in Vlaanderen; hervorming van het postgraduaat tentoonstelling en beheer actuele kunst in samenwerking met de UGent en het S.M.A.K. tot een meer volwaardige curatorenopleiding. Bijzondere aandacht naar de professionalisering van het docentenkorps, via een professionaliseringstraject van de dienst globale kwaliteitszorg en onderwijsontwikkeling. Uitbouw van een hanteerbaar systeem met evaluatiecriteria voor onderzoeksoutput in de kunsten; eigen vormen van rapportering over onderzoek in de kunsten. Uitbouw van een nieuwe communicatieve huisstijl voor de school of arts. Internationale communicatie van de Engelstalige masteropleidingen in audiovisuele en beeldende kunsten, en van de gespecialiseerde masteropleiding solist hedendaagse muziek. Tot stand brengen van een grotere internationale vernetwerking van de opleidingen, mede via gezamenlijke internationale artistieke producties met buitenlandse instellingen. Tot stand brengen van een grotere verwevenheid met de kunstwereld, bijvoorbeeld via het Paviljoenproject i.s.m. S.M.A.K. en HISK. Voor het Conservatorium ter versterking van zijn missie inzake ‘hedendaagse muziek’. Uitbouw van privésponsoring voor het beleid inzake artistieke projecten. Centralisering van de artistieke werking en van de communicatie van artistieke output binnen de school of arts.
2
Kwaliteitszorg door het hogeschoolbestuur De algemene procedures van kwaliteitszorg gelden ook voor de school of arts. De specifieke kwaliteitszorg met betrekking tot de beoefening en ontwikkeling van de kunsten binnen KASK en het Conservatorium gebeurde op verschillende niveaus:
3
Jury’s werden samengesteld op basis van een systeem van peer review, met specialisten uit het veld: kunstenaars, musici, dramaturgen, curatoren, kunstcritici. Het personeelsbeleid vormt een cruciaal instrument inzake de kwaliteitsbewaking (cf. supra). De lopende onderzoeksprojecten worden op kwaliteit getoetst via de procedures van de Onderzoeksraad.
Financieringsbronnen De school of arts kan beschikken over werkingsmiddelen afkomstig uit de globale subsidiëring door de Vlaamse overheid. Via een verdeelsleutel worden deze middelen door het hogeschoolbestuur aan de faculteiten toegewezen. Extra middelen zijn de academiseringsgelden voor onderzoekactiviteiten. Projecten van dienstverlening, zowel intern in de Hogeschool Gent als extern, genereren extra inkomsten. Na aftrek van kosten worden deze middelen binnen de betrokken vakgroep aangewend voor investeringen, gastlezingen, studentenprojecten en dergelijke meer. In het bijzonder neemt de school of arts de vormgeving van de externe communicatie van de Hogeschool Gent via interne dienstverlening voor haar rekening sinds september 2011. Binnen de Hogeschool Gent realiseerde de school of arts bepaalde culturele projecten in samenwerking met de dienst Communicatie (bv. opening academiejaar, nieuwjaarsconcert van de Hogeschool Gent, de viering van de alumni etc.) De tentoonstellingsinitiatieven van de school of arts komen tot stand in samenwerking met de vzw KunstenSite (KuS) en worden financieel ondersteund door zowel de Vlaamse overheid, de provincie OostVlaanderen als de stad Gent. De vzw Muzikon (Koninklijk Conservatorium) kreeg van dezelfde overheden subsidie voor zijn Week van de Hedendaagse Muziek die in samenwerking met de school of arts wordt opgezet. De samenwerkingen van de KASKcinema met het Filmfestival Gent en met Film-Plateau van de Universiteit Gent worden door die partners financieel ondersteund. De school of arts is de coördinerende partner van het opstarttraject om tot een Europese joint master ‘sound in audiovision’ te komen. De Europese Commissie subsidieert dit project gedurende drie jaar voor de fase van ‘curriculum development’.
4
Output In de school of arts vormen toonmomenten en concerten in de loop van het academiejaar een essentieel onderdeel van het pedagogische gebeuren. Het artistiek werk van docenten, onderzoekers en alumni reflecteert enerzijds dikwijls het resultaat van het pedagogische proces, anderzijds is het een inspiratiebron voor de pedagogiek. De belangrijkste artistieke output ontstaat via het werk van onderzoekers en van (master)studenten. De onderzoeksoutput kan worden geconsulteerd op het onderzoeksportaal van de Hogeschool Gent (zie www.hogent.be). Het werk van de masterstudenten (en andere studenten) werd gepresenteerd op allerhande toonmomenten, zowel binnen Conservatorium als binnen KASK. Ook artistiek werk van alumni en van kunstenaars die de visie van de school of arts ondersteunen, werd op de campus gebracht.
4.1 Orkestproducties Studenten doen orkest- of koorervaring op in de talrijke grote ensembles van de muziekopleiding van de school of arts. Zo musiceren zij in het symfonisch orkest, het strijkorkest, het harmonieorkest, de bigband, het koor, het close harmony choir etc. Jaarlijks worden met deze ensembles producties opgezet en één keer per jaar wordt een groot symfonisch orkest gevormd met de beste studenten uit de conservatoria van Gent, Tilburg en Maastricht, onder leiding van een gerenommeerd gastdirigent.
4.2 Wintersounds / Springsounds De toonmomenten/examens klein ensemble (kamermuziek voor de richting uitvoerende muziek/klassieke muziek en combo voor uitvoerende muziek/jazz-pop) zijn voor het publiek toegankelijk. Een week lang tonen de studenten het beste van zichzelf. Wintersounds vindt telkens plaats in december, Springsounds in mei.
4.3 Middagconcerten compositie Nieuwe composities van studenten uit de klas van Dirk Brossé, Frank Nuyts, Lucien Posman, GodfriedWillem Raes en Octaaf van Geert worden in samenwerking met de uitvoerende musici van de school in concertante vorm gebracht voor publiek.
4.4 Jamsessies, Flat Nine vzw Flat Nine vzw organiseert, in actieve samenwerking met de school of arts, op verschillende locaties in de Gentse regio concerten en jamsessies voor onze studenten. Het programma is online te raadplegen via www.flatnine.be.
4.5 Docenten in concert Naast hun pedagogische opdracht in de school of arts zijn onze docenten dikwijls actief als concertmusicus op internationale podia. In samenwerking met Muziekcentrum De Bijloke bieden we deze gereputeerde musici ook in eigen huis een platform. Deze reeks concerten vindt plaats op zondagnamiddag in de zaal Miry van het Conservatorium. Meer info is online te raadplegen via www.hogent.be/cons en www.debijloke.be.
4.6 KIOSK KASK organiseert in samenwerking met vzw Kunstensite onder de noemer KIOSK een werking omtrent actuele beeldende kunsten. Deze werking vindt plaats in de KASKgalerie in het Cloquetgebouw op de Bijlokesite. In het kader van deze tentoonstellingen wordt een randprogramma van lezingen en artist talks aangeboden. Volgende kunstenaars stelden in 2012 tentoon in het kader van het project KIOSK:
NICK OBERTHALER, Eventuality of an Attempt en SARA VAN DER HEIDE, Claim to Universality. Colour Theory Exercise 1-20 (11.02.2012 - 25.03.2012) JAN KEMPENAERS, In Search of the Picturesque en KARSTEN FÖDINGER, Void (14.04.2012 – 10.06.2012) CLAUDIA WIESER, Furniture (06.10.2012 – 18.11.2012) JEAN BERNARD KOEMAN i.s.m. Koen Augustijnen, Observatory Crest (08.12.2012 – 13.01.2013)
4.7 Zwarte Zaal De Zwarte Zaal, de in 2011 geopende polyvalente ruimte op de campus Bijloke, heeft in tegenstelling tot en aanvullend op KIOSK geen eigen profiel of vastomlijnde programmalijnen. Dat maakt het mogelijk om in te spelen op de pedagogische en artistieke behoeften van de schoolwerking en om samenwerkingsverbanden met andere kunstacademies of culturele organisaties op te zoeken. De nadruk ligt hierbij op design en beeldende kunsten. Daarnaast komt deze ruimte tegemoet aan de behoefte om evenementen zoals congressen, lezingen en ontvangsten te hosten.
4.8 KASKcinema De KASKcinema bouwde in 2012 verder aan een eigenzinnig programma en slaagde erin hiermee een divers publiek van filmliefhebbers en studenten te bereiken. Overdag dient de filmzaal educatieve doeleinden. Studenten krijgen er les en hebben de mogelijkheid hun eigen films te testen en te tonen binnen de school. Tegelijk komt de realiteit van de filmwereld de academie binnen via een programma dat mee bepaald wordt door professionelen uit het audiovisuele veld, waardoor de opleidingen zich verder kunnen vernetwerken met de realiteit van dit veld. Doordat docenten, onderzoekers en studenten inhoudelijk input geven, wordt KASKcinema een verlengstuk van de verschillende geledingen binnen de opleidingen. Het gemiddeld aantal bezoekers per filmvertoning verdubbelde bijna in 2012. Telden we in 2011 gemiddeld ongeveer 25 bezoekers per filmvertoning dan waren dat er in 2012 gemiddeld ongeveer 50. KASKcinema organiseerde in 2012 per week 4 vertoningen. Op dinsdag vertoonde Film-Plateau (de filmclub van de UGent) de klassiekers uit de canon van de film. Op woensdag presenteerden KASKcinema en Filmfestival Gent eigentijdse kwaliteitsfilms die in het reguliere circuit niet vertoond werden en dit onder de noemer One Shot Cinema. Op donderdag programmeerde KASKcinema in samenwerking met docenten en onderzoekers van de School of Arts, of in samenwerking met culturele partnerorganisaties. Er werden bijzondere langspeelfilms, middellange en kortfilms, documentaires, animatiefilms of experimentele films aangeboden die steeds geclusterd werden rond een thema of in een bepaald traject. Aanvullend reikte KASKcinema de bezoeker een brede omkadering aan via lezingen, inleidingen en masterclasses. Elke laatste zondag van de maand is er een editie van het succesvolle KIDS@KASKcinema: een filmevent voor kinderen vanaf 4 jaar, waarbij met filmpareltjes en niet-commerciele kinderfilms worden vertoond. Elke keer komt een ander thema aan bod: stad (27/5), kleur (26/9), vossen & wolven (28/10), feest! (25/11), … In 2012 werd er in samenwerking met Film-Plateau ook een nieuw initiatief boven de doopvont gehouden: Filmtonen. Onder deze noemer werden stille films live van een nieuwe soundtrack voorzien door de docenten en studenten van het Conservatorium. KASKcinema ging ook breder dan het louter vertonen van films. I.s.m. Nachtlawaai en Democrazy werd Overlast opgestart: optredens in de cinema met live audiovisuele performances. Deze focus op muziek zal in 2013 verder worden gezet. In januari 2013 wordt er onder de noemer ‘Sound & Vision’ een volledige maand rond de relatie tussen muziek en film gewerkt. KASKcinema werkt samen met verschillende culturele partners zoals Courtisane, Film-Plateau, Filmfestival Gent, SMAK, Vooruit, Democrazy, Offscreen, Nachtlawaai, Ladda, Filemon, …
4.9 KASKlezingen Per academiejaar worden er 24 KASK-lezingen georganiseerd met vooraanstaande sprekers in de domeinen van beeldende kunsten, audiovisuele kunsten, vormgeving en drama. De lezingen vonden telkens plaats tijdens lesweken op dinsdagavond in het auditorium Cirque van de campus Bijloke en waren gratis toegankelijk voor een breed publiek.
4.10 KEYNOTES In 2012 startten de opleidingen interieurvormgeving en landschaps- en tuinarchitectuur met de lezingenreeks KEYNOTES. Een vijftal keer per semester nodigen zij toonaangevende sprekers uit binnen- en buitenland uit om in de Cirque over hun werk en ervaringen te komen spreken. De toegang is gratis en de lezingen waren toegankelijk voor studenten en externen.
4.11 MAP Om de masterstudenten vrije kunsten, multimediale vormgeving, fotografie en grafisch ontwerp een extra platform te geven voor het presenteren van hun werk, werd in 2012 het initiatief MAP (Master Projectruimte) opgestart. Sinds de eerste editie, MAP#1, in november 2012 volgen de presentaties elkaar in snel tempo op en is er bijna doorlopend werk van studenten te zien in de glazen gang in het Cloquetgebouw.
4.12 Graduation 2012 Van 15 juni tot 1 juli presenteerde de school of arts de afstudeerwerken van de studenten KASK en Conservatorium tijdens Graduation 2012. Dit evenement omvatte vijf luiken en een feestelijke openingsavond. Tentoonstelling (28/06 – 01/07): de masterstudenten beeldende kunsten (vrije kunsten, fotografie, multimediale vormgeving, grafisch ontwerp, textielontwerp en mode) en de studenten van de professionele bachelors in de interieurvormgeving en de landschaps- en tuinarchitectuur stelden hun werk tentoon op de Bijlokecampus en in de Kunsttoren. KASKfilms (28/06): de masterprojecten van de opleiding film en animatiefilm gingen in première in Cinema Sphinx. Wie de première moest missen, kon van 29 juni tot en met 1 juli nog terecht in de KASKcinema waar de (animatie)films doorlopend werden vertoond. DRAMAfestival (15/06 – 01/07): een reeks van 42 voorstellingen van de studenten drama op de Bijlokecampus, in de LODstudio (Bijloke), bij Campo Victoria (Fratersplein, Gent), in ’t KIM (Oudburg 26, Gent), in De Expeditie (Dok Noord). Movement (10/06 – 11/06): de modestudenten stelden hun eindejaarscollecties voor tijdens de negentiende editie van Movement. Movement #19 was niet alleen een modeshow maar een echte happening met filmprojecties, tentoonstellingen en tableaux vivants. Concerten (27/06 en 01/07): uit het rijke aanbod van juryconcerten van de studenten Conservatorium hernamen we enkele producties op een tijdelijk podium in de tuin van de Bijloke en in het Anatomisch Auditorium. Grand Opening (27/06): de vernissage van de tentoonstelling, twee eindprojecten van studenten jazz-pop op het podium, alumni en docenten jazz aan het werk en een tuinfeest als startschot van Graduation. Een volledig overzicht van de projecten is te zien op graduation2012.be.
5
Samenwerkingsverbanden
5.1 Beleidsmatige samenwerkingsverbanden De decaan van de school of arts is lid van de raad van bestuur van de hogere instituten (zowel muziek als beeldende kunsten): het Orpheus Instituut, de Operastudio en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK).
5.2 Pedagogische samenwerkingsverbanden
De school of arts van de Hogeschool Gent participeert mee in het bredere raamwerk van de AUGent, waarbij studenten opleidingsonderdelen in de andere onderwijsinstellingen van de AUGent kunnen volgen en vice versa. In 2011-2012 volgden 16 studenten van de school of arts in totaal 19 opleidingsonderdelen in de andere onderwijsinstellingen. Het overgrote deel van de uitwisseling betreft hier studenten uit de bachelor- en masteropleidingen die opleidingsonderdelen volgden aan de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent en dan voornamelijk binnen de opleiding kunstwetenschappen. Andersom volgden in het kader van de AUGent-uitwisseling 25 studenten in totaal 43 opleidingsonderdelen aan de school of arts. Het gaat hier bijna in zijn volledigheid om studenten uit de opleiding kunstwetenschappen van de UGent die specifieke opleidingsonderdelen volgen die aansluiten bij het gevolgde studietraject binnen de kunstwetenschappen.
Alle studenten van de specifieke lerarenopleiding school of arts volgen twee (specifieke lerarenopleiding beeldende kunsten, drama, audiovisuele kunsten) of drie (specifieke lerarenopleiding muziek) opleidingsonderdelen rechtstreeks aan de faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen van de UGent, samen met de studenten specifieke lerarenopleiding van de UGent. Het gaat om ‘leren en instructie’, ‘pedagogische componenten van het leraarschap’ en ‘onderwijsorganisatie en beleid’.
In samenwerking met het S.M.A.K. en met de vakgroep Kunstwetenschappen (UGent) organiseert de school of arts het postgraduaat tentoonstelling en beheer van actuele kunst (TEBEAC). In 2012 bleef het programma ongewijzigd. Het telt 48 studiepunten.
De kunstenaars van het HISK maken gebruik van de infrastructuur en expertise aangeboden door de trajecten/ateliers verbonden aan de Vakgroep Autonome Kunsten (Grafiek, Illustratie, Animatiefilm, Beeldhouwkunst, Mediakunst, Installatie, Tekenkunst). Wederkerig geven de kunstenaars korte lectures over hun werk(proces) gevolgd door groepsbesprekingen.
De vakgroep autonome kunsten zette een uitwisselingstentoonstelling op met de Kunstakademie Münster. De studenten van de Kunstakademie van Münster stelden tentoon van 11 mei tot 23 mei 2012 in de Zwarte Zaal. Curator was Henk Visch. In het voorjaar van 2013 zullen de studenten van KASK tentoonstellen in Münster.
De opleiding fotografie zette in 2012 een uitwisselingsproject op met de Fachhochschule Fotografie van Bielefeld. Verschillende fotografische projecten, gerelateerd aan de thema's uit de film Angst essen Seele auf (Fassbinder) zullen uitmonden in een gemeenschappelijke tentoonstelling die zowel op het KASK als in Bielefeld te zien zal zijn. Het project gaat gepaard met een publicatie die in Bielefeld gerealiseerd zal worden en staat onder begeleiding van Prof. Axel Grünewald, Jasmin Horozic en Willem Vermoere.
Lesgevers en stafmedewerkers van de school of arts namen regelmatig deel aan congressen op het vlak van onderwijsbeleid, zoals het jaarcongres van de Association Européenne des Conservatoires (AEC), en van het Jazz Education Network (JEN) / Technology Institute for Music Education (TI:ME). Op deze studiedagen worden pedagogische en artistieke methodieken en best practices uitgewisseld.
5.2 Samenwerkingsverbanden binnen het artistieke veld 5.2.1 Algemeen In het kader van de opleidingsonderdelen ‘kunst in het werkveld’ en ‘persoonlijk artistiek project’ in de masteropleidingen, zijn er talloze samenwerkingen met culturele organisaties zoals S.M.A.K., Vooruit, Fotomuseum Antwerpen, Instrumentenmuseum Brussel, De Centrale, enzovoort. Studenten brengen zelf producties of participeren aan producties. 5.2.2 Beeldende kunsten Sinds 2009 heeft het departement KASK een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met vzw Kunstensite. Kunstensite vzw wil projecten op het vlak van beeldende kunsten bevorderen en ondersteunen. De vzw laat zich daarbij inspireren door de visie op kunst en vormgeving zoals die leeft binnen het departement KASK, en realiseerde in samenwerking met KASK onder de noemer KIOSK tentoonstellingen omtrent actuele beeldende kunst in de galerie van de academie in het gebouw Cloquet. Ook deze samenwerking wordt binnen de school of arts verdergezet.
Voor de uitgave van het internationale, Engelstalige tijdschrift over beeldende kunsten A Prior Magazine werkt KASK samen met vzw Mark als mede-uitgever.
De KASKlezingen werden in 2012 georganiseerd in samenwerking met diverse partnerorganisaties. SMAK en HISK waren partners voor de lezingenreeks in het voorjaar die volledig in het teken stond van TRACK. UGent organiseerde mee de lezing van Lynda Nead. De lezing van Joachim Koester kwam tot stand in samenwerking met het S.M.A.K. en de lezing en filmvertoning rond Eyal Sivan werd gerealiseerd samen met Courtisane.
In maart 2012 stond KASK mee aan de wieg van MaartDesignMaand. Verschillende onafhankelijke bestaande en nieuwe initiatieven werden gebundeld en onder die noemer gecommuniceerd. KASK was gastheer en medeorganisator van de Invasie van Gent en werkte mee aan Stof-e-Ring. Tijdens De Invasie van Gent stelden meer dan 70 jonge ontwerpers – onder wie ook studenten van KASK – designproducten uit verschillende disciplines (mode, meubelen, grafisch werk, keramiek, fotografie, juwelen, ...) tentoon én te koop op de Bijlokecampus. De mode- en textielbiënnale Stof-e-Ring presenteerde originele installaties van gevestigde waarden en van aanstormend talent in een parcours in de Gentse binnenstad. In het STAM was werk te zien van studenten en oud-studenten mode en textiel van KASK.
Op 4 juni 2012 verenigden de school of arts (KASK), Stad Gent en de Provincie Oost-Vlaanderen zich in DesignPlatform Gent en engageerden zich aldus om hun krachten te bundelen voor de ontwikkeling van de Gentse en Oost-Vlaamse designsector. De initiatiefnemers vonden elkaar in het verleden al regelmatig in diverse samenwerkingen (onder andere MaartDesignMaand) maar zien allen de noodzaak om een meer strategische en structurele samenwerking tot stand te brengen om zo tot een grotere synergie en slagkracht te komen. Het Designplatform Gent wil design inzetten als middel om Oost-Vlaanderen te doen ontwikkelen tot een creatieve, competitieve, polyvalente en menselijke kenniseconomie. Samen met de andere Designregio’s die Designplatform Vlaanderen vormen, wil DesignPlatform Gent Vlaanderen tegen 2020 uitgebouwd hebben tot één van de top-5 Europese regio’s zoals bepaald in het pact 2020 van ‘Vlaanderen in Actie’.
Design Affairs is het creatieve ondernemersplatform voor studenten design van KASK. Aan de hand van het principe van de lerende organisatie wil het initiatief studenten, alumni en onderzoekers zowel individueel als collectief aanzetten tot reflectie over design in een context van vermarkting en zo creatieve ondernemersvaardigheden ontwikkelen. Een team van docenten/experten biedt ondersteuning en begeleiding en beoordeelt alle producten en concepten op hun creatieve, innovatieve en commerciële waarde.
Op het Breda international foto festival 2012 werden 6 studenten / recente alumni van KASK na een uitgebreide selectie geselecteerd. De 'KASK-fotografen' zijn: Sanne De Wilde, Liam Singelyn, Lisa Spilliaert, Frederik Buyckx, Laura Zuallaert en Sebastiaan Steveniers. Deze samenwerking, waar doorheen de selectiemomenten van de curatoren ook een pedagogische insteek aan verbonden was, werd begeleid door Annelies De Mey en Willem Vermoere. Meer info via http://www.bredaphoto.nl/nl/fotografen
Ieder jaar werken de opleidingen fotografie en grafisch ontwerp samen met Knack aan een speciaal nummer voor en door studenten. Dit was ook in 2012 het geval. De studenten werden in dit project van externe dienstverlening begeleid door Willem Vermoere en Elsje De Zwarte.
De opleiding instrumentenbouw aanvaardde in het kader van externe dienstverlening de opdracht van het Muziekinstrumentenmuseum Brussel (MIM) om een Clavecimbel dat in de negentiende eeuw werd gebouwd door Pleyel, terug speelbaar te maken voor een concert in de Botanique in Brussel. Masterstudenten instrumentenbouw gingen samen met de restauratoren van het MIM aan de slag en op 15 mei bespeelde de beroemde Amerikaanse klavecimbelspeler Skip Sempé met succes het gerestaureerde instrument op het podium van de Botanique.
De opleiding mode werkte in 2012 nauw samen met Ambiorix, de herenschoenenproducent in Tongeren. Gedurende één week werd in het bedrijf een creatieve workshop georganiseerd waarbij studenten van de derde bachelor schoenen ontleedden en ontwierpen. Daarbij konden zij niet alleen gebruikmaken van het materiaal en de infrastructuur maar werden zij ook bijgestaan door de schoenmakers van het bedrijf.
5.2.3 Muziek Het Conservatorium onderhoudt bevoorrechte relaties, vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, met Muzikon vzw. Deze vzw ondersteunde in 2012 de projecten Week van de Hedendaagse Muziek, Tunes, a jazz night en de uitwisselingen met het INA, het Institut National des Arts in Kinshasa. De Week van de Hedendaagse Muziek had als thema Music as Proces en bood van 30 januari tot 3 februari een gevarieerd en interactief programma van concerten, workshops, lezingen, demo corners enz. De internationaal gerenommeerde geluidskunstenaar Christian Fennesz was de centrale gast. Tunes, a jazz night was een programma in het kader van de eerste Unesco International Jazz Day. Op 30 april 2012 nam het conservatorium de straten en cafés van de Gentse binnenstad over met een jazzstraatparade, concerten en jams in twaalf cafés in de binnenstad, met lecture performances en een afterjam.
De muziekopleiding heeft een samenwerking met Gent Jazz. Jaarlijks wordt een masterclass georganiseerd door een toonaangevend jazzmuzikant, wat resulteert in een concert tijdens het jaarlijkse festival in juli. De Hogeschool Gent heeft in het kader hiervan een samenwerkingsovereenkomst met de vzw Jazz en Muziek. Ook met het Festival Van Vlaanderen Gent loopt een samenwerkingsovereenkomst. De Hogeschool Gent stelt ook de Miryzaal ter beschikking van het Muziekcentrum De Bijloke voor de organisatie van kamermuziekconcerten.
In samenwerking met KRAAK vzw realiseerde de school of arts in december 2012 het festival Tweeklank. Tweeklank/Drieklank is een jaarlijks alternerende concert- en filmsoiree die respectievelijk focust op duo- en trioperformances. De nadruk van het festival ligt op een combinatie van oude invloedrijke en vergeten artiesten en een nieuwe experimentele generatie. Naast de muzikale performances is er ook elk jaar een filmprogramma waarin nieuwe muziek centraal staat. Het filmprogramma wordt breed opgevat met kunstvideo’s, documentaires of kortfilms, naargelang het aansluit bij het muziekluik. Ook is er elk jaar een randprogramma met een masterclass en een lezing die in de eerste plaats voor de studenten wordt georganiseerd, maar ook openstaat voor het publiek.
In 2012 werd de samenwerking van het Conservatorium met Musical van Vlaanderen voortgezet. Het musicallab is een musicalworkshop waarmee Musical van Vlaanderen jonge aankomende musicalprofessionals de kans wil geven extra ervaring op te doen als performer, creatieveling of musicalmaker. Vanuit hun specifieke skills en invalshoeken werken deze jonge studenten samen aan een nieuwe musicalcreatie. Ze krijgen daarbij zo veel mogelijk inbreng in alle aspecten van de musical. Het project wordt begeleid door professionele coaches en het team van Musical van Vlaanderen. De eerste editie van het musicallab zag het licht in 2011 en resulteerde in de musical Toptalent. De musical Terminus was het resultaat van de tweede editie in 2012.
Op 14 en 15 december 2012 vond op twaalf Gentse locaties de tweede editie van Glimps plaats, een internationaal showcasefestival dat focust op pop- en rockgroepen uit continentaal en nieuw Europa. Het festival wil vooral de aandacht vestigen op talent uit regio’s waarvoor in de reguliere media en in
de programmatie van clubs en festivals nauwelijks aandacht is, en is daarmee uniek in zijn soort. Glimps is naast een publiek festival ook een ontmoetingsplek voor professionelen uit zowel de Vlaamse als internationale muzieksector. Net zoals in 2011, was het Conservatorium in 2012 vaste partner van dit festival. De infrastructuur van het Conservatorium werd gratis ter beschikking gesteld voor de concerten. Glimps organiseerde eveneens een dag voor de professional waar onze studenten aan deelnamen en waar oud-studenten (Douglas Firs) werden geprogrammeerd.
Het Conservatorium ging een samenwerking aan met stadscomponiste Ann Pierlé. In verschillende muzikale samenwerkingsverbanden zal zij een meerwaarde betekenen voor de muzikale uitstraling van Gent en kan ze in binnen- en buitenland fungeren als vertegenwoordiger van de Gentse (en Vlaamse) pop- en rocksector. Naast opdrachten van het stadsbestuur, werkt ze dus samen met het Conservatorium aan twee projecten die werden opgestart in 2012 en die zullen resulteren in 2 concerten en een CD in 2013. Studenten compositie schreven o.l.v. docent Frank Nuyts composities met An Pierlé als inspiratiebron. Studenten muziekproductie maakten o.l.v. docent Gyuri Spies arrangementen van bestaande muziek van An Pierlé.
In 2012 werd een samenwerking opgestart tussen het Conservatorium, Film-Plateau en KASKcinema. Studenten van het Conservatorium begeleiden unieke stille films. Filmtonen is een maandelijks gebeuren, gratis op vrijdagmiddag. In 2012 begeleidden studenten o.l.v. Bart Maris A Page of Madness van Teinosuke Kinugasa (9 november) en studenten o.l.v. Kris Deprey deden hetzelfde met Histoire de Détective van Charles Dekeukeleire (21 december).
Studenten multimediale vormgeving en Laura Maes, onderzoekster van het Conservatorium, toonden werk tijdens het Lichtfestival Gent. Het Festival kon ook gebruikmaken van de infrastructuur van het Conservatorium in de Wijnaert.
5.2.4 Audiovisuele kunsten KASKcinema werkt voor zijn programmatie samen met Filmfestival Gent, met UGent (Filmplateau) en Courtisane (festival voor film, video en mediakunst). Vooruit is een trouwe partner van KASKcinema voor haar externe activiteiten, zoals het zomer- en kerstfilmprogramma. Filemon vzw is partner voor de KIDS@KASKcinema. Daarnaast zijn er nog tal van losse samenwerkingen met onder andere Offscreen, CinemaZuid, Sphinx cinema, Studio Skoop.
In het kader van de samenwerkingsovereenkomst met het Filmfestival Gent fungeerde de KASKcinema in de editie 2012 als één van de vaste festivallocaties. Het personeel van de Hogeschool Gent werd uitgenodigd op een filmvoorstelling met aansluitend ontvangst in het kader van het festival.
In het kader van de lopende samenwerkingsovereenkomst met Courtisane vzw werd het jaarlijkse festival voor ‘film, video en mediakunst’ deels op de Bijlokesite georganiseerd in de lokalen van de school of arts.
Jaarverslag HoGent
Financieel beleid
1
Commentaar op de jaarrekening De jaarrekening omvat de balans op 31 december 2012, de resultatenrekening over het boekjaar 2012 en de toelichting. Balans Het balanstotaal stijgt met 0,4 % tot 204,1 miljoen euro. Het gewicht van de vaste activa in het balanstotaal is gedaald van 87 % naar 86 %. Het eigen vermogen daalt van 87 % naar 85 % van het totale vermogen (passiva, paars). Dit wijst op een zeer grote financiële onafhankelijkheid, zoals in vorige jaren. 250.000
200.000
Liquide midd.
in duizend euro
Vord. <=1 jr
VLOTTENDE ACTIVA
SCHULDEN
Sch. <=1 jr
VOORZ
Inv.Subs.
150.000
Gecumuleerd resultaat 100.000 Mat. VA
VASTE ACTIVA
EV
Bestemde fondsen Patrimonium / Herwaarderingsmeerwaarden
50.000
0 ACTIVA
PASSIVA
Resultatenrekening Voor het derde jaar op rij is het resultaat van de Hogeschool Gent negatief: (2.370.409 euro). Dit resultaat is opgebouwd uit een bedrijfsverlies van 3,4 miljoen euro, een financieel resultaat van 0,1 miljoen euro en een uitzonderlijk resultaat van 0,8 miljoen euro. Het bedrijfsresultaat vloeit voort uit 119,2 miljoen euro bedrijfsopbrengsten en 122,6 miljoen euro bedrijfskosten. Bij de variantieanalyse wordt verder stilgestaan bij de belangrijkste deelaspecten.
2
Verantwoording van het financieel beheer
2.1 Variantieanalyse resultatenrekening 2012 De opgestelde begroting is een instrument ter beoordeling van de jaarrekening, evenals de wijzigingen ten opzichte van de vorige jaarrekening. Bijlagen 7.1a Resultatenrekening – Variantieanalyse t.o.v. de begroting 7.1b Resultatenrekening – Variantieanalyse t.o.v. het vorige boekjaar De begroting voorzag een negatief resultaat van 4,0 miljoen euro. In realiteit is een negatief resultaat van 2,4 miljoen euro gerealiseerd. In 2012 ligt het resultaat 3,8 miljoen euro hoger dan in 2011. De bedrijfsopbrengsten hebben de begroting met 2,3 % overschreden en vertonen een stijging van 4,5 % ten opzichte van vorig jaar. De belangrijkste component van de bedrijfsopbrengsten, de werkingsuitkeringen van de overheid, bedraagt 90,8 miljoen euro. Dit bedrag ligt iets hoger dan voorzien in de begroting (+0,9 %) en ligt 3,9 % hoger dan in 2011. Drie factoren liggen aan de basis van het verschil:
De werkingsuitkering 2012 werd door de overheid geïndexeerd, zoals afgesproken bij de begrotingsopmaak van de Vlaamse Gemeenschap. Er is dan ook slechts een kleine afwijking tussen de oorspronkelijke begroting en de werkelijk toegekende middelen in het voordeel van de hogeschool (+0,4 %). De enveloppe steeg wel met 4 % t.o.v. 2011
Wijziging van de statutaire loonschuld tussen het einde van het vorige boekjaar en het huidige boekjaar. In de loop van 2012 werd beslist om de historische vordering te vereffenen en dit naar aanleiding van de ESR-normen. De Hogeschool Gent kreeg echter een te laag bedrag doordat de basisberekening van de overheid niet correct was. Hierdoor is een negatief bedrag te zien.
De middelen voor academisering liggen 10% hoger dan vorig jaar en ook beduidend hoger dan ingeschat in de begroting. Het groeipad werd in 2012, zoals decretaal geregeld, opgestart.
De studiegelden bedragen 7,9 miljoen euro (1,8 % lager dan in de begroting, +3,8 % ten opzichte van 2011). Bij de begroting werd uitgegaan van de correcte bedragen voor het studiegeld, en van het correcte percentage beursstudenten. De begroting ging echter uit van een iets hoger aantal studiepunten in het academiejaar 2012-2013. De stijging van de studiegelden ten opzichte van het vorig kalenderjaar is te verklaren door een stijging van het studiegeld. Het aantal opgenomen studiepunten is licht gestegen ten opzichte van het vorige academiejaar (0,1 %). De opbrengsten uit onderwijsactiviteiten zijn met 7 % gestegen ten opzichte van vorig jaar. Ten opzichte van de begroting is een overschrijding van 6,9 % merkbaar. De stijging is voornamelijk terug te leiden naar de verkoop van cursussen, die vanaf academiejaar 2012-13 niet meer gratis zijn voor eerstejaarsstudenten. De overschrijding van de begroting is dan weer terug te vinden bij de facturatie aan studenten. De omzet uit dienstverlening en onderzoek, op contractuele basis is gestegen tot 3,4 miljoen euro. Dit is een stijging van 4,5 % ten opzichte van vorig jaar en een overschrijding van de begroting met 14 %. Zowel de stijging als de overschrijding zijn een gevolg van het meer aantrekken van externe financiering voor dienstverlening en projecten. De inkomsten uit contractonderwijs zijn stabiel gebleven. De andere subsidies bedragen 9,3 miljoen euro. De begroting voorzag een bedrag van 8,1 miljoen euro en is dus met 14 % overschreden. Ten opzichte van 2011 is er een daling van 2,6 % te zien. Belangrijke subrubrieken hierbij zijn de kapitaalsubsidies, vrijstelling van bedrijfsvoorheffing en andere subsidies :
De kapitaalsubsidies liggen 0,1 miljoen euro hoger dan vorig jaar en 0,05 miljoen euro hoger dan voorzien in de begroting.
De middelen die gerecupereerd worden uit de 75 % vrijstelling van bedrijfsvoorheffing voor onderzoekers bedragen 2,9 miljoen euro in 2012. Hiervan werd 0,9 miljoen euro via de contractuele loonkosten en 2,0 miljoen euro via de statutaire loonkosten gegenereerd. Ten opzichte van 2011 is er een daling van 3,6 %, de begroting lag 8,5 % lager dan de realiteit.
Via verschillende overheden werden subsidies verwacht ter subsidiëring van onderzoek en andere initiatieven zoals expertisenetwerk, wetenschapscommunicatie, … De hoofdmoot van de subsidies komen via de Vlaamse overheid. Hier is een half miljoen euro meer ontvangen dan verwacht en 0,3 miljoen euro meer dan vorig jaar. Dit is vooral het gevolg van de goedkeuring van ingediende projecten, hetgeen onvoorspelbaar is.
De overige bedrijfsopbrengsten overstijgen de begroting met 6,8 % en kennen ook een groei van 33 % ten opzichte van het vorige boekjaar. Ongeveer 80 % van deze opbrengsten houdt verband met de recuperatie van kosten. De stijging is vooral te verklaren door de stijging van de recuperatie in het kader van het woon-werkverkeer en de bijdrage van UGent als tussenkomst in de loonkosten van de geassocieerde faculteiten. De bedrijfskosten bedragen 122,5 miljoen euro in 2012. Ten opzichte van de begroting is dit een uitvoeringsgraad van 101,2 % (of 1,4 miljoen euro hoger dan begroot). Tegenover de gegevens van vorig jaar stegen de bedrijfskosten met 1,4 %. Alleen de personeelskosten vertonen een stijging ten opzichte van het vorige jaar.
Bij de rubriek handelsgoederen is 105 % van de begroting gerealiseerd. De daling ten opzichte van 2011 van 12 % is volledig op het conto van de studiereizen te schrijven. Binnen de rubriek diensten en diverse goederen werd 94 % van de begroting uitgevoerd. De lagere uitvoering van de begroting heeft voornamelijk te maken met het niet uitvoeren van de op de provisie groot onderhoud geplande (schilder)werken en onderhoud aan installaties. De kosten uit de rubriek diensten en diverse goederen daalden met 4,0 % ten opzichte van vorig jaar. De belangrijkste actor voor deze daling van de kosten is infrastructuur (onderhoud, nutsvoorzieningen). De personeelskosten bedragen 95,4 miljoen euro. In de begroting was een bedrag van 93,0 miljoen euro voorzien. De begroting werd met andere woorden met 2,2 % overschreden. Voor de loonlasten die via het departement Onderwijs worden betaald, werd een uitvoeringsgraad van 101,9 % bereikt, voor de contractuele loonkosten werd 106,1 % van de begroting uitgevoerd. Reden voor de overschrijding van de begroting zijn onder andere de indexering van de lonen in maart die niet zo vroeg was voorzien, de overschrijding van de toegekende personeelspunten, achterstallige lonen, … De loonkosten stegen met 2,2 % in vergelijking met de gegevens 2011. Verklaringen: de loonkost verhoogt gemiddeld met 2,5 % ten gevolge van indexstijgingen uit 2011, de wijziging in de samenstelling van het personeelsbestand (anciënniteit, hogere ambten, jonger personeel, …) speelt ook een rol in de globale loonkost. Het aantal personeelsleden (effectieve bezetting) is gedaald met 12 FTE, hetgeen de loonkoststijging heeft getemperd. De afschrijvingen stijgen met 3 % en liggen 1 % lager dan begroot. Doordat de investeringsbegroting vrij correct werd uitgevoerd, sluit de jaarrekening aan bij de begroting (zie punt 2.4). De voorzieningen voor risico’s en kosten werden negatief ingeschat in de begroting. De begroting heeft een status quo in de voorziening voor groot onderhoud en herstellingen gepland. Er is echter een stijging met 132.510 euro. De provisie voor achterstallige lonen werd behouden op 115.000 euro. De provisie hangende juridische geschillen stijgt tot 100.075 euro. De andere bedrijfskosten omvatten de milieutaksen en andere belastingen. De begroting is 101 % uitgevoerd. Ten opzichte van 2011 is er een stijging met 170 %. De stijging is te vinden bij de roerende voorheffing en de minderwaarde op gerealiseerde vorderingen. Het bedrijfsresultaat bedraagt (3.369.646 euro). De oorspronkelijke begroting van de Hogeschool Gent gaf een tekort weer van 4.639.858 euro. In 2011 was het bedrijfsverlies 6.832.857 euro. De financiële opbrengsten bestaan voornamelijk uit intresten. De begroting werd slechts voor 85 % uitgevoerd, ten opzichte van 2011 is er een stijging met 33 %. Bij de begroting werd uitgegaan van een lager bedrag aan liquide middelen (zie cashflow). Door de scherpe daling van de liquide middelen de voorbije jaren is het bedrag aan intresten de voorbije drie jaar aanzienlijk gedaald. In 2012 werd echter een voorafbetaling van 3,0 miljoen euro gedaan voor de integratie door Sovoreg vzw. De uitzonderlijke opbrengsten omvatten voornamelijk de verkoop van een stuk grond op de campus Schoonmeersen en een doorgangsrecht op de campus Schoonmeersen. De uitzonderlijke kosten zijn beperkt tot 15.151 euro. Uitzonderlijke opbrengsten en kosten zijn door hun aard niet vergelijkbaar met een vorig jaar.
2.2 Variantieanalyse balans 2012 Zowel de begroting als de vorige jaarrekening worden als vergelijkingsbasis gebruikt voor deze analyse. Bijlagen 7.2a Balans op 31.12.2012 – Variantieanalyse t.o.v. de begroting 7.2b Balans op 31.12.2012 – Variantieanalyse t.o.v. het vorige boekjaar Activa De totaliteit van de vaste activa daalt met 1 % ten opzichte van vorig jaar. Ten opzichte van de begroting liggen de vaste activa 3,54 % lager. Het investeringsbeleid op het gebied van infrastructuur wordt toegelicht onder punt 2.4.
Globaal genomen werd 68 % van de oorspronkelijk begrote investeringen uitgevoerd. De directies en faculteiten halen een uitvoeringsgraad van respectievelijk 107 % en 89 %. De deelnames in risicokapitaalfondsen stegen in 2012 met de deelname in QBIC Feeder Fund nv (8.000 euro). De begroting had deze stijging niet voorzien. Naast een deelname in het QBIC Feeder Fund, is er een deelname in Baekeland II-fonds, het Innovatie en InCubatie-fonds van de UGent en een kleine participatie in Jobpunt Vlaanderen. De vorderingen op meer dan 1 jaar zijn in tegenstelling tot 2011 nihil. Er werd ook niets begroot. In 2011 werd hier de langetermijnhuur voor de serres van ILVO geplaatst, maar op vraag van de revisor is deze rubriek naar de overlopende rekeningen verplaatst. De vorderingen op korte termijn stijgen met 474 % ten opzichte van 2011. Deze toename is een gevolg van een gewijzigde houding van de overheid (en de bijbehorende boekingen): Tot 31 december 2011 had de hogeschool een langetermijnvordering op de overheid ten gevolge van de lonen in het vierde kwartaal 1995. Jaarlijks werd dit bedrag geactualiseerd op de overlopende rekeningen. Vanaf 2012 en dit ten gevolge van de ESR-normen heeft de overheid de historische vordering vereffend en moet de HoGent alleen nog de vordering noteren op 31 december, hetgeen slaat op de lonen december, vakantiegeld en de RSZ-bedragen die in een volgend kalenderjaar betaald worden. Jaarlijks beschikt de hogeschool over een vordering op de overheid ten gevolge van het uitbetalen van de lonen in een volgend kalenderjaar. De geldbeleggingen en liquide middelen zijn gestegen van 7,6 miljoen euro naar 10,1 miljoen euro. De stijging is gerealiseerd door de vroegtijdige storting van 3,0 miljoen euro door Sovoreg vzw in aanloop naar de integratie begin januari 2013. De samenstellende delen van de cashflow (punt 2.5) geven een beeld van de afwijkingen. De overlopende rekeningen van het actief dalen met 92 % ten opzichte van 2011 en ook liggen ze 92% lager dan in de begroting. Het belangrijkste bedrag uit deze rubriek was in de voorbije jaren het equivalent van de openstaande statutaire loonschulden. Door de gewijzigde politiek van de Vlaamse Gemeenschap (zie vorderingen < 1 jaar - ESR-normen) kan dit bedrag als effectieve vordering op de Vlaamse Gemeenschap aanzien worden. Passiva Het eigen vermogen daalt met 1 % in vergelijking met 2011. De begroting werd met 2% overschreden. De fondsen van de instelling werden constant gehouden in de begroting. Dit komt overeen met de realiteit. De herwaarderingsmeerwaarden werden teruggenomen voor het deel dat betrekking had op de verkoop van de grond op de campus Schoonmeersen. De rubriek bestemde fondsen is nieuw sinds 2008. De bestemde fondsen werden begroot op 5,4 miljoen euro. Eind 2012 wordt 11,1 miljoen geboekt als bestemd fonds bestaande uit:
Saldi PWO-middelen Saldi middelen voor onderzoek Saldi faculteiten
1,0 mln. 4,5 mln. 5,6 mln.
1,0 mln. begroot 1,3 mln. begroot 3,0 mln. begroot
De bestemde fondsen dalen met 0,3 miljoen euro in vergelijking met vorig jaar. Het gecumuleerde resultaat daalt met het resultaat van dit boekjaar, maar stijgt door de opname uit de bestemde fondsen (zie hoger: 0,3 miljoen euro). In de begroting was een negatief resultaat voorzien van 4,0 miljoen euro. Het resultaat bedraagt uiteindelijk (2,4 miljoen euro). De Hogeschool Gent heeft in de loop van 2012 voor 1,6 miljoen euro investeringen verricht die recht gaven op investeringssubsidies van Agion. Jaarlijks wordt een deel van de al ontvangen investeringssubsidies in opbrengst genomen à rato van de afschrijvingen van de gesubsidieerde investeringen (1,7 miljoen euro).
Voor de restauratie van het gebouw Cloquet, campus Bijloke werden investeringssubsidies toegekend vanuit Monumentenzorg voor 2,5 miljoen euro. A rato van de afschrijvingen van het boekjaar 2012 werden een deel van deze subsidies in opbrengst genomen (0,1 miljoen euro). De investeringssubsidies dalen met 0,4 % ten opzichte van vorig jaar. In de begroting 2011 werden de investeringssubsidies 0,4 % onderschat. De rubriek voorzieningen ligt 4 % hoger dan ingeschreven in de begroting. De voorzieningen stijgen met 8 % ten opzichte van vorig jaar. Het bedrag begroot voor de voorziening voor onderhoud en herstellingen van het patrimonium bedroeg 1,8 miljoen. De voorziening ingeschreven in de jaarrekening 2012 bedraagt 1,9 miljoen euro. De aangelegde provisie dient voor toekomstige schilderwerken (zie meerjarenplanning infrastructuur). De voorziening voor achterstallige lonen werd gelijk gehouden op 115.000 euro om mogelijke achterstallen uit correcties voor anciënniteit te kunnen opvangen. De provisie voor juridische geschillen stijgt met 28 %. De begrote voorziening lag hoger dan in realiteit (19 %). De rubriek schulden daalt met 13 % ten opzichte van de toestand op 31 december 2011. De begroting voorzag in een aanzienlijke stijging ten gevolge van de voorziene lening. Deze rubriek blijft moeilijk om te ramen gezien veel externe factoren een rol spelen (datum van opmaak van facturen door leveranciers, …). Het grootste deel van de schulden heeft betrekking op lonen en aanverwante kosten. Eénmalig voor 2012 is het bedrag van 3.000.000 dat aan Sovoreg vzw werd gevraagd als voorschot op de integratie in plaats van een lening bij een bank. De overlopende rekening van het passief (6,5 miljoen euro) omvatten kosten die nog moeten worden toegerekend aan 2012 en opbrengsten die al werden ontvangen maar een opbrengst voor 2013 vertegenwoordigen. De over te dragen studiegelden omvatten de studiegelden 2012-2013, die pro rata werden toegewezen als opbrengst 2013. Op basis van de ontvangsten en de bijkomende gegevens uit het inschrijvingspakket wordt het totale studiegeld voor het academiejaar 2012-13 geraamd, namelijk 8.040.450 euro. Het bedrag voor studiegelden ligt hoger dan in 2011, waardoor ook bij de overlopende rekeningen van het passief een stijging is ten opzichte van vorig jaar.
2.3 Ratio-analyse met commentaar De liquiditeitsratio’s vertonen een dalende trend. De quick ratio blijft voldoende hoog. De beperkt vlottende activa kunnen de kortetermijnschulden 1,3 maal aflossen. Liquiditeitsratio’s 1. Nettowerkingsmiddelen 2. Quick ratio 3. Liquiditeit van de werkingsschulden
2012
2011
2010
6.065.984
8.825.495
12.975.152
1,28
1,53
1,60
84 dagen
76 dagen
156 dagen
De Hogeschool Gent maakt gemiddeld 84 dagen gebruik van het leverancierskrediet. De graad van financiële onafhankelijkheid daalt naar 85 %. De dekkingsratio van het vreemd vermogen op lange termijn door de cashflow is opnieuw positief. De cashflow van het boekjaar kan 189% van de schulden op lange termijn en van de voorzieningen dekken.
Solvabiliteitsratio’s
2012
2011
2010
1. Algemene schuldgraad
18 %
15 %
17 %
1,89
0,05
-0,55
85 %
87 %
85 %
2. VVLT ↔ cashflow 3. Graad financiële onafhankelijkheid
De resultatenratio’s geven de verhouding weer tussen het resultaat en de werkingsopbrengsten (of een deel van de werkingsopbrengsten). Het resultaat van het boekjaar is opnieuw negatief waardoor de nettomarge negatief blijft. De verhouding tussen de eigen opbrengsten en de werkingsuitkeringen bedraagt 31,3 %. Resultatenratio’s
2012
2011
2010
1. Verhouding tussen ‘eigen’ opbrengsten en werkingsuitkeringen
31,3 %
30,5 %
29,4 %
2. Nettomarge (bedrijfsoverschot of -tekort / bedrijfsopbrengsten)
-2,8 %
-6,0 %
-8,3 %
3. Bedrijfswinst/-verlies tegenover werkingsuitkeringen
-3,7 %
-7,8 %
-10,8 %
5,2 %
0,1 %
-2,5 %
4. Cashflow van het boekjaar tegenover werkingsuitkeringen
Een verticale analyse van het resultaat geeft een uiteenrafeling van de nettomarge weer. Verticale resultaatsanalyse
2008
2009
2010
2011
2012
100,0 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
100,0 %
97,2 %
103,8 %
108,3 %
106,0 %
102,8 %
Diensten en diverse goederen
13,7 %
14,9 %
16,3 %
15,3 %
14,0 %
Bezoldigingen
76,1 %
80,2 %
83,1 %
81,9 %
80,0 %
Afschrijvingen
6,2 %
7,0 %
7,2 %
7,5 %
7,4 %
Samenstelling bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten in verhouding tot bedrijfsopbrengsten
De weergave van de belangrijkste componenten van de bedrijfskosten geeft duidelijk aan dat het aandeel van de bezoldigingskosten aanzienlijk gestegen is de voorbije jaren, waarbij de lichte daling na 2011 ook opvalt.
2.4 Commentaar op het investerings- en financieringsbeleid De investeringen die in 2012 werden gerealiseerd, bedragen 7,6 miljoen euro. De volgende tabel geeft weer dat 70 % van de begrote investeringen werd uitgevoerd in 2012. Dit percentage ligt hoger dan in de voorbije jaren (2011: 44 %, 2010: 66 %, 2009: 59 %; 2008: 67 %). Dit uitvoeringspercentage wordt sterk beïnvloed door investeringen in gebouwen.
Bruto-investeringen
BG Boekjaar 2012
II. Immateriële vaste activa
JR Boekjaar 2012
JR Boekjaar 2011
Relatieve afwijking JR2012 – BG 2012
Relatieve verandering JR 2012 – JR2011
(JR-BG) / BG
(HB-VB) / VB
540.000
460.554
103.624
(14,71 %)
344,45 %
10.393.923
7.143.135
8.140.162
-31,28 %
-12,25 %
A. Terreinen en gebouwen
3.320.000
3.748.086
1.421.635
+12,89 %
+163.65 %
B. Installaties, machines en uitrusting
4.018.473
2.486.960
1.554.152
-38,11 %
+60,02 %
C. Meubilair en rollend materieel
1.225.450
1.612.615
1.419.924
+31,59 %
+13,57 %
D. Leasing en soortgelijke rechten
0
0
0
E. Overige materiële vaste activa
0
188.280
18.060
1.830.000
(892.805)
3.726.390
-148,79 %
-123,96 %
IV. Financiële vaste activa
0
18.000
5.651
begroting = 0
+218,53 %
Totaal bruto-investeringen
10.933.923
7.621.689
8.249.437
-30,29 %
-7,61 %
III. Materiële vaste activa
F. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
+942,50 %
Hierna volgt een overzicht van de grootste projecten inzake infrastructuur: Campus Bijloke Renovatie en nieuwbouw gebouw Cloquet en Marissal: Kostprijs tot en met 2012: 22,0 mln.
118 350
Campus Schoonmeersen Verkoop grond Studiekosten nieuwbouw Investeringen duurzame energie Reorganisatie gebouw B Meubilair laboratoria Technieken stookplaats gebouw P Uitbreiding sporthal
(60 000) 633 715 222 875 136 789 206 563 172 885 125 853
Campus Hoogpoort Renovatie buitengevel Hoogpoort Studiekosten renovatie Wijnaert Studiekosten renovatie Nederpolder
616 460 119 839 25 221
Campus Vesalius Vernieuwen platte daken studiekosten auditoria
415 698 79 654
Campus Ledeganck Renovatie daken
257 846
Campus Mercator Reorganisatie gebouw G Renovatie studentenhome C
248 148 141 004
Algemeen Lessenroosterpakket en FMIS
223 996
De financiering van de investeringen gebeurt enerzijds met investeringssubsidies en anderzijds met eigen middelen. Voor de investeringen in infrastructuur wordt een meerjarenplanning opgesteld. Deze wordt goedgekeurd, geëvalueerd en waar nodig bijgestuurd door de raad van bestuur. De faculteiten en directies maken ook middelen vrij in hun deelbegrotingen voor investeringen.
Financiering
BG – Boekjaar 2012
JR – Boekjaar 2012
JR – Boekjaar 2011
Eigen middelen
8.431.157
5.995.873
4.617.942
-28,88 %
II. Vreemde middelen
1.000.000
0
0
begroting = 0
250.000
1.625.816
3.631.495
+550,33 %
1.252.766
0
0
begroting = 0
10.933.923
7.621.689
8.249.437
-30,29 %
I.
III. Kapitaalsubsidies IV. Andere Totaal financiering
Relatieve afwijking JR2012-BG 2012
Relatieve verandering JR 2012-JR2011
+29,84 %
-55,23%
-7,61 %
In 2012 werd 21 % van de door de Hogeschool Gent geïnvesteerde middelen gesubsidieerd door Agion of Monumentenzorg. Uit de balans blijkt dat Agion sinds 1996 al 56,2 miljoen euro aan subsidies heeft toegekend aan de Hogeschool Gent. In deze periode heeft de Hogeschool Gent een bedrag geïnvesteerd in gebouwen van 143,1 miljoen euro. Hieruit kan worden afgeleid dat de investeringen in gebouwen in het verleden voor 39,3 % werden gesubsidieerd.
2.5 Evolutie van de thesauriepositie Onderstaande tabel maakt duidelijk dat de HoGent in 2012 voor het eerst opnieuw een positieve nettocashflow kent. In 2008, 2009, 2010 en 2011 daalden de liquide middelen respectievelijk met 10,2 miljoen euro, 11,6 miljoen euro, 16,5 miljoen euro en 7,6 miljoen euro. In 2012 is er een stijging met 2,3 miljoen euro, louter te danken aan het bedrag van 3,0 miljoen euro dat als voorschot op de integratie aan Sovoreg vzw werd gevraagd in de plaats van een banklening. Zonder dit bedrag was er opnieuw een daling met 0,7 miljoen euro. 2009
2008
31.975.960
43.617.035
53.851.427
-6.244.989
-4.788.954
-3.494.658
4.818.262
8.832.461
8.552.992
7.954.549
7.594.058
6.460.285
3.500
153.689
-86.675
2.141.608
245.255
-341.229
1.734.946
1.853.765
2.097.872
7.414.369
1.617.666
1.280.288
1. Cashflow van het boekjaar
3.232.007
4.761.975
123.456
-2.107.167
2.726.988
9.657.030
2. Mutatie van vlottende activa en passiva, uitgezonderd liquiditeiten
443.158
3.572.214
-2.000.490
309.183
-1.290.867
4.269.945
-10.933.923
-7.263.430
-8.152.573
-21.160.654
-16.773.980
-29.963.497
4.000.000
0
0
585.000
0
0
478.835
350.000
1.285.000
0
350.000
350.000
4. Netto-ontleningen
3.521.165
-350.000
-1.285.000
585.000
-350.000
-350.000
5. Overige (kapitaalsubsidies)
1.502.766
1.625.816
3.631.495
5.885.621
4.046.784
6.152.129
-2.234.828
2.346.576
-7.683.112
-16.488.017
-11.641.075
-10.234.392
5.785.926
10.151.407
7.804.831
15.487.943
31.975.960
43.617.035
I. Beginsaldo liquiditeiten Resultaat van het boekjaar Afschrijvingen Overige niet-kaskosten Niet-kasopbrengsten
3. Netto-investeringen Nieuwe leningen Aflossingen
II. Netto-cashflow = 1+2+3+4+5 III. Eindsaldo liquiditeiten
Begroting 2012
2012
2011
8.020.754
7.804.831
15.487.943
-3.994.437
-2.370.409
8.957.890
2010
De cashflow van het boekjaar is in 2012 opnieuw positief en zelfs groter dan begroot. Toch blijft de evolutie de nodige aandacht vereisen in de toekomst. De cashflow van het boekjaar 2012 is nog te klein om de investeringen van het boekjaar en eventuele aflossingen van schulden (in de toekomst) te dekken en de middelen uit het verleden geraken uitgeput.
2.6 De financiële weerslag van belangrijke projecten De belangrijkste projecten met een financiële weerslag zijn terug te vinden bij de investeringen in gebouwen (cf. supra – punt 2.3).
3
Bijzondere gebeurtenissen na balansdatum nihil Bijlagen 7.1a Resultatenrekening: variantieanalyse t.o.v. de begroting 2012 7.1b Resultatenrekening: variantieanalyse t.o.v. het vorig boekjaar 7.2a Balans: variantieanalyse t.o.v. de begroting 2012 7.2b Balans: variantieanalyse t.o.v. het vorig boekjaar 7.3 Verslag van de revisor
Jaarverslag HoGent
Sociale voorzieningen
Dit is het laatste jaarverslag van Sovoreg vzw in deze vorm. Met ingang van 1 januari 2013 werd de vzw ontbonden en werden de activiteiten geïntegreerd binnen de nieuw opgerichte directie Studentenvoorzieningen van de Hogeschool Gent. Dit verslag is opgemaakt conform de bepalingen van het Besluit d.d. 10.03.1998 van de Vlaamse Regering houdende vastlegging van de voorschriften voor het opstellen van het jaarverslag van de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap (B.S. 12.06.1998). Het jaarverslag 2012 wordt integraal toegevoegd aan het jaarverslag van de Hogeschool Gent.
1
Doelstellingen Sovoreg VZW De sociale voorzieningen ondersteunen de studenten in het behalen van een hogeschooldiploma via een aanbod van materiële en immateriële diensten; aldus wordt rechtstreeks bijgedragen tot de democratisering van het hoger onderwijs en tot het bevorderen van gelijke kansen, onafhankelijk van de sociale, culturele, raciale, levensbeschouwelijke en financiële achtergrond van de student. De vzw is opgericht conform artikel 208 van het Decreet d.d. 13.07.1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. De vzw is, conform artikel 59 van het Decreet d.d. 30.04.2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (zoals gewijzigd bij Decreet 18.11.2005; 08.06.2007; 04.07.2008; 08.05.2009 en 09.07.2010), actief op volgende werkvelden die kunnen worden gerubriceerd als hetzij algemene of universele voorzieningen, hetzij specifieke of selectieve voorzieningen: 1
studentenrestaurants, -cafetaria’s en –keukens;
2
studentenkamers in eigen beheer van de studentenvoorzieningen die ter beschikking van de studenten worden gesteld;
3
adviesdiensten voor studentenhuisvesting en - mobiliteit;
4
steun inzake studentenmobiliteit;
5
preventieve en curatieve medische diensten;
6
psychotherapeutische diensten;
7
sociale diensten, met onder meer aandacht voor studiefinanciering, studentenstatuut en psychosociale begeleiding;
8
jobdiensten;
9
het verlenen van diensten en ondernemen van specifieke acties voor de sociale begeleiding van buitenlandse studenten;
10
initiatieven op sportief en cultureel vlak, bij voorkeur via de ondersteuning van studentenorganisaties;
11
de ondersteuning van studentenorganisaties die actief zijn op academisch, sociaal, sportief of cultureel gebied;
12
de kinderopvang van kinderen van studenten;
13
het aanbieden van logistieke diensten en infrastructuur die de werkvelden, vermeld in 1° tot en met 12°, ondersteunen.
Binnen de beheersovereenkomst voorgelegd aan en goedgekeurd door de minister van Onderwijs van de Vlaamse Regering, zijn volgende strategische doelstellingen voor uitvoering geformuleerd: 1
acties tot bevordering van gelijkwaardige kansen in het behalen van een diploma, onafhankelijk van de sociale, culturele, raciale, levensbeschouwelijke en financiële achtergrond van de student;
2
bijdragen tot de optimalisering van de randvoorwaarden van de studieomgeving via een ruim aanbod van studentvriendelijke en klantgerichte voorzieningen in sociale dienstverlening, huisvesting, catering, sport en cultuur, … Hiertoe behoort:
Sociale diensten op maat: Sovoreg begeleidt en ondersteunt, binnen de decretale contouren, de administratieve, financiële, (psycho)sociale en medische dienstverlening voor de student.
Huisvesting: Sovoreg streeft ernaar via een externe ‘kotdienst’ en een intern kameraanbod aan sociale huurprijzen een 10 % van de residentiële Hogeschool Gent studenten te bereiken waardoor enerzijds het kameraanbod en de woonkwaliteit op de private markt bewaakt wordt en waarbij anderzijds haar functie van prijsregulator uitgeoefend wordt door voldoende kamers op deze markt te bezetten.
Catering: Sovoreg verzorgt op elf plaatsen binnen de Hogeschool Gent de catering waardoor binnen campusbereik aan de studenten kwaliteitsvolle en diversiteitsrijke warme/koude maaltijden en cafetariaproducten tegen democratische prijzen aangeboden worden.
Sport en cultuur: Sovoreg wil bijdragen tot het algemene welzijn van de studenten en spoort zoveel mogelijk studenten aan om op regelmatige basis aan sport te doen in een kwalitatief hoogstaande infrastructuur; Sovoreg stimuleert actief de cultuurparticipatie bij studenten en speelt met meerdere partners haar rol in acties van de Stad Gent als cultuurstad, met een breed cultuuraanbod aan studentvriendelijke prijzen.
3
activering van een goede samenwerking met de Hogeschool Gent inzake begeleiding en ondersteuning van studenten en van de studentenparticipatie;
4
de verdere uitbouw van samenwerking inzake studentenvoorzieningen binnen de Associatie Universiteit Gent en binnen het maatschappelijk veld in de regio Gent;
5
medewerking aan de bevordering en concretisering van studentenparticipatie waarbij ernaar wordt gestreefd om, mede onder de dynamiek van de studenten, het netwerk van materiële en immateriële voorzieningen verder uit te bouwen. Hiertoe activeert Sovoreg goede relaties met de studenten via onder andere nauwe contacten met de Hogeschool Gent Studentenraad (HGSR), de departementale participatiecommissies, de studentenorganisaties en niet in het minst met de studentenvertegenwoordigers in de bestuursorganen van Sovoreg;
6
opvolging van de kwaliteit van de dienstverlening in de onderscheiden werkvelden (externe werking) en van de interne werking van de verschillende afdelingen en diensten van de vzw.
7
in de brede context van de realisatie van bovenvermelde strategische doelstellingen opteert Sovoreg er uitdrukkelijk voor om zich bij de uitbouw van de sociale voorzieningen voor studenten, ook met specifieke acties te richten op individuele studenten of specifieke doelgroepen, bijvoorbeeld in het kader van het beleid inzake diversiteit en gelijke kansen.
In het kader van de strategische doelstellingen, is er in 2012 voor de volgende operationele doelstellingen gekozen waarbij in de globale werking zowel universele als selectieve voorzieningen worden aangeboden: 1
In het werkveld catering, aanbod als universele studentenvoorziening van een evenwichtige en gevarieerde warme maaltijd tegen een streefprijs, indexgekoppeld, voor studenten van € 3,00 à € 4,00; de streefprijs heeft als beleidsoptie en als basis dat de maaltijdprijs voor studenten de kostprijs van de ingrediënten dekt (d.i. ongeveer één derde van de full cost van een warme maaltijd).
2
In het werkveld huisvesting, verhuur in eigen beheer als universele studentenvoorziening, met prioritaire toegang voor studenten die behoren tot de doelgroep voor selectieve voorzieningen. In 2012 bedraagt dit aanbod 522 studentenkamers aan een sociaal tarief van € 1.800,00 of € 2.500,00 op jaarbasis. Een 306 kamers zijn gelegen in het gebouw Vesalius van de Hogeschool Gent (dichtbij UZ-Gent). Een 216 kamers zijn beschikbaar in het Studentenhuis Mercator (dichtbij St.Pietersstation Gent).
3
In het werkveld advies inzake huisvesting en mobiliteit blijft Sovoreg voor alle studenten een actieve partner in het samenwerkingsverband Kot@Gent voor huisvesting opgezet door Stad Gent, Universiteit Gent en de hogescholen uit de regio Gent. Op het vlak van de interne studentenmobiliteit is er een succesvolle participatie in de externe vzw studentENmobiliteit.
4
Als medeoprichter van de vzw studentENmobiliteit verleent Sovoreg als universele voorziening een financiële bijdrage voor een studentvriendelijke huurprijs van een fiets en in de promotie en onderhoud van gebruiksveilige fietsen.
5
In het werkveld medische zorg worden als universele voorziening de projecten op het vlak van gezondheidszorg voortgezet. Daarnaast wordt via haar participatie aan de vzw Cursief een selectieve voorziening aangeboden voor studenten met een functiebeperking of een chronische ziekte.
6
In het werkveld psychotherapeutische zorg wordt binnen de psychologische begeleiding van studenten een selectieve tweedelijnsdienst, het zogenaamde ‘psynet’ verzekerd. Daartoe is een aantal psychologen/psychiaters met specifieke competenties geaccrediteerd die directe hulp kunnen bieden aan studenten. Voor maximaal tien sessies per cluster kunnen studenten binnen ‘psynet’ een beroep doen op een financiële tussenkomst vanuit de studentenvoorziening.
7
In het werkveld sociale zorg worden als selectieve studentenvoorziening voorschotten uitgekeerd in afwachting van de studiefinanciering. Op dossier kunnen renteloze leningen, financiële en/of materiele steun worden verstrekt. Elk dossier wordt individueel behandeld overeenkomstig duidelijk omschreven criteria (studieverleden, slaagkansen, recht op studietoelage, studiekosten, financiële draagkracht, onderzoek naar bijkomende bronnen van inkomsten, …). Door een dergelijke geïndividualiseerde behandeling wordt vermeden dat een - tijdelijke - ongunstige financiële toestand van een student een beletsel zou vormen voor een reguliere studieloopbaan.
8
In het werkveld jobdienst wordt in samenwerking met enerzijds de verschillende jobdiensten van de studentenvoorzieningen bij de hogescholen en universiteiten in Vlaanderen en het Brusselse Gewest, anderzijds de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) een gezamenlijk aanbod van studentenjobs aangeboden via de JOS-databank (Jobstudentensysteem) waarbij alle studenten aldus gemakkelijker op zoek kunnen naar een geschikte studentenjob zowel in hun studentenstad, in hun eigen thuisregio als elders in Vlaanderen of in het Brusselse Gewest. Studenten krijgen ook de kans om op interimbasis binnen de studentenvoorziening een studentenjob uit te oefenen.
9
In het werkveld begeleiding buitenlandse studenten worden een vijftigtal kamers ter beschikking gesteld van buitenlandse studenten die via een uitwisselingsproject met de Hogeschool Gent tijdelijk in Gent verblijven. De werking van deze sociale begeleiding situeert zich onder het werkveld ‘studentenkamers in eigen beheer’.
10
In het werkveld sport en cultuur wordt een ruim aanbod van sport- en cultuurevenementen doorheen het academiejaar aangeboden, gepromoot en financieel ondersteund. Sportbeoefening en cultuurbeleving wordt voor alle studenten betaalbaar gehouden via sportcheques en cultuurcheques.
11
In het werkveld studentenactiviteiten kunnen organisaties, ingeval zij voldoen aan de vigerende voorwaarden, worden erkend en gesubsidieerd als studentenvereniging. Onder bijzondere voorwaarden kan een groepering van minstens vier studenten van de Hogeschool Gent tijdelijk worden erkend en gesubsidieerd voor een éénmalige specifieke activiteit.
12
In het werkveld crèches kunnen, binnen de samenwerkingsovereenkomst tussen de studentenvoorzieningen van de Associatie Universiteit Gent, kindercrèches behorend tot de directie Studentenvoorzieningen Universiteit Gent toegankelijk worden gesteld voor kinderen van studenten van de Hogeschool Gent.
13
In het werkveld administratieve/logistieke ondersteuning investeert Sovoreg in personele, materiële en immateriële middelen ter bevordering van een doeltreffende werking van de sovo-organisatie.
14
Kwaliteitsbewaking van enerzijds de dienstverlening naar studenten (externe werking) door bevraging van studenten (bekendheidsonderzoek, tevredenheidsonderzoek) en van anderzijds de werking
van de eigen organisatie via een evaluatie van de functionering van de onderscheiden afdelingen en entiteiten van de vzw. 15
2
Naar aanleiding van de beslissing van de minister van Onderwijs om via een ‘aanmoedigingsfonds’ extra gelden ter beschikking te stellen voor de hogescholen en universiteiten die erin slagen om meer gelijke kansen en/of meer diversiteit te realiseren, kiest Sovoreg voor een actief partnership aan initiatieven met Hogeschool Gent c.q. AUGent.
Samenwerkingsverbanden Sovoreg participeerde in 2012 in verschillende samenwerkingsverbanden. De belangrijkste worden hierna vermeld:
3
Stuvo-overlegplatform: dit samenwerkingsverband van alle studentenvoorzieningen bij de hogescholen concentreert zich op de inhoudelijke werking van de studentenvoorzieningen met als voornaamste aandachtspunt de voorbereiding van de integratie van de vzw’s studentenvoorzieningen in de hogescholen.
Samenwerkingsovereenkomst met de Hogeschool Gent: deze overeenkomst regelt de samenwerking tussen de Hogeschool Gent en Sovoreg voor de organisatie van de sociale voorzieningen (inzet van infrastructuur, uitrusting, diensten en personeel).
Samenwerkingsovereenkomst met betrekking tot de studentenvoorzieningen Associatie Universiteit Gent: deze overeenkomst heeft tot doel de samenwerking op het vlak van studentenvoorzieningen van de AUGent-partners te regelen. De associatiepartners werken samen rond verschillende werkvelden met het oog op het aanbieden van een gemeenschappelijke dienstverlening aan de studenten op basis van het wederkerigheidsprincipe en conform een afgesproken verrekeningsmechanisme.
Samenwerkingsovereenkomst met Universiteit Gent met betrekking tot de bewaking van Studentenhuis Mercator en Vesalius: de bewaking van de studentenverblijven Mercator en Vesalius wordt geregeld in een overeenkomst tussen de Universiteit Gent en Sovoreg. Sovoreg betaalt aan de Universiteit Gent voor de werkingskosten voor de bewaking van deze studentenverblijven op basis van het aantal aangesloten studentenkamers.
Samenwerkingsovereenkomst met vzw Cursief: Sovoreg participeert in de vzw Cursief, met als doel de volwaardige integratie in het hogeronderwijsgebeuren van studenten met een functiebeperking, een leerstoornis of een chronische ziekte.
Samenwerkingsovereenkomst met studentENmobiliteit vzw: Stad Gent, Universiteit Gent, Sokaho vzw, Sovoreg vzw en Ateljee vzw hebben samen deze vereniging opgericht met als doel de mobiliteit van de studenten te onderzoeken, te ondersteunen en te verbeteren waarbij uitdrukkelijk wordt gekozen voor ecovriendelijke mobiliteit.
Samenwerkingsprotocol betreffende een immodatabank voor studentenhuisvesting: Stad Gent, Universiteit Gent, Sovoreg en Sokaho vzw stellen aan geïnteresseerde verhuurders en huurders een immodatabank voor studentenhuisvesting ter beschikking teneinde de zoektocht naar een geschikte studentenkamer met garanties van beantwoording aan de vigerende normen van kwaliteit, veiligheid, hygiëne en van lokale politionele regels, te vergemakkelijken.
Detail van de activiteiten
3.1 Huisvesting Betreffende studentenhuisvesting heeft Sovoreg prioritair het eigen beheer van drie studentenresidenties tot doel: de residenties Mercator C en D op de campus Mercator (Nonnemeersstraat 19-21, 9000 Gent) en residentie Vesalius op de campus Vesalius (Keramiekstraat 80, 9000 Gent). Eind 2012 waren deze residenties samen goed voor een operationele capaciteit van 522 gemeubileerde eenpersoonskamers.
De samenwerking met privéverhuurder Alides (residentie Van Hulthem) werd in september 2012 stopgezet, aangezien ze slechts opgezet was om het tijdelijke kamertekort door de renovatie van Mercator Cblok gedeeltelijk (43 kamers) op te vangen. In de drie eigen residenties maken de studenten gebruik van gemeenschappelijke keukens, sanitair en ontmoetingsruimtes, die door het onderhoudspersoneel van Sovoreg worden gepoetst. De kamers zelf worden door de bewoners onderhouden. Voorts is elke studentenkamer uitgerust met een internetverbinding (LAN in de kamers, Wifi in de ontmoetingsruimten) en is er zowel in Mercator als in Vesalius een restaurant aanwezig waar de studenten tegen een sociaal tarief kunnen ontbijten en zowel warme als koude maaltijden kunnen genieten. De kamers in Vesalius en Mercator D worden sinds september verhuurd tegen een basistarief van 1800 euro op jaarbasis (10 maanden all-in). Voor de kamers in de gerenoveerde C-blok ontving Sovoreg van september 2009 tot september 2011 geen huuropbrengsten. Vanaf 2011 werden de gerenoveerde kamers aangeboden tegen een democratisch huurtarief van 250 euro per maand of 2.500 euro per jaar per kamer. De kamers in Mercator C zijn groter (15m²) dan die in Vesalius en Mercator D (12m²) en bieden meer comfort (individuele douche), wat de meerprijs rechtvaardigt. Hoe dan ook situeert Sovoreg zich met zijn prijzen beneden de tarieven die gangbaar zijn op de privéhuurmarkt. 3.1.1 Wie huurt een kamer van de HoGent? In 2012 werden de toekenningscriteria voor de studentenresidenties gewijzigd en werd een sociaal argument (studietoelage) toegevoegd aan de bestaande voorrangscriteria (heraanvrager, reisduur, generatiestudent). Voorts werd besloten niet langer automatisch huursubsidie (360 euro per student in 2011) toe te kennen aan beurs- en bijna beursstudenten die in de residenties verblijven, aangezien zij al een gesubsidieerde kamer betrekken. Huisvesting wordt vanaf 2012-2013 nog slechts betoelaagd op basis van een financieel dossier. Ook studenten op de privémarkt kunnen er aanspraak op maken als ze eerder een aanvraag hebben ingediend voor een studentenresidentie van de HoGent, maar daar niet terechtkonden. De tijd dat een student in de residentie mag verblijven, werd vanaf september 2012 niet langer verbonden aan een modeltraject, maar aan het aantal studiepunten dat de student nog ter beschikking heeft, met een minimum van 27 (dat is ook het vereiste aantal om een studietoelage of kinderbijslag te kunnen aanvragen). Van het beschikbare contingent kamers worden er bovendien:
50 gereserveerd voor uitwisselingsstudenten (studentenresidentie Vesalius); ongeveer 6 procent toegewezen aan studenten die prioriteit krijgen omwille van een financieel, juridisch, of (psycho)sociaal dossier bij de afdeling Zorg; 5 gereserveerd voor studenten met een functiebeperking (studentenresidentie Mercator). De registratie van de aanvragen en de toekenning van deze laatste kamers gebeurt in nauw overleg met de vzw Cursief. via de vzw Cursief 5 van de 19 aangepaste studio’s in Home Bertha de Vriese (UGent) toegewezen aan HoGent-studenten met een rolstoel.
Elke student die een vraag tot prioritaire toegang richt aan de afdeling Zorg van Sovoreg waarbij uit het sociaal onderzoek van het individueel dossier blijkt dat er zich een financieel tekort voordoet of dat er zich om medische of (psycho)sociale redenen een probleem stelt, krijgt bij voorrang een studentenkamer in beheer door Sovoreg toegewezen. Er werden 48 huisvestingsdossiers besproken op de commissie afdeling Zorg. 11 werden er geweigerd. 15 aanvragen voor een voorrang op een kamer werden goedgekeurd waarvan 10 wegens medische redenen, 9 wegens financiële redenen, 4 wegens familiale en 2 wegens psychosociale redenen. 22 aanvragen voor een uitzondering op de toelatingsvoorwaarden werden goedgekeurd: 14 wegens financiële redenen, 4 wegens psychosociale redenen, 3 wegens familiale redenen en 1 wegens speciaal statuut.
Kamerbestand 2012 Studentenhuis Mercator Gebouw C voor studenten Gebouw C voor docenten en onderzoekers Gebouw D Voor studenten met een functiebeperking Studentenhuis Vesalius Algemeen totaal Bezettingsgraad 2012
Aantal kamers 220 102 4 109 5 306 522 + 4 100 %
3.1.2 Enkele bijzonderheden Een student die een studentenkamer huurt in een studentenresidentie van Sovoreg, kan na afloop van het academiejaar een heraanvraag indienen tot verlenging van zijn verblijf in dezelfde kamer. Als de student blijft voldoen aan de door Sovoreg bepaalde basisvoorwaarden en geen opmerkingen heeft in zijn dossier die voor het tegenovergestelde pleiten, wordt de kamer opnieuw toegewezen. Voor het academiejaar 2012-2013 bedroeg het aantal heraanvragers 302 (tegenover 274 het voorafgaande jaar). Met het oog op de integratie van de masteropleidingen in UGent werd overeengekomen dat studenten van de integrerende faculteiten die momenteel een kamer huren aan de HoGent de keuze krijgen of ze diezelfde kamer willen behouden, of een kamer willen aanvragen aan de universiteit. In het laatste geval zal de UGent hen behandelen als heraanvrager en ze prioritair een kamer toewijzen. Verkiest de student te blijven, dan mag hij tot het eind van het gekozen traject in een kamer van de HoGent verblijven. Studenten-bewoners krijgen van Sovoreg de toestemming om hun kamer onder te verhuren aan een (uitwisselings)student van de HoGent. Hiertoe wordt door de afdeling Huisvesting een modelhuurovereenkomst ter beschikking gesteld. Sovoreg ziet erop toe dat de studenten geen winst maken op de verhuur en wijst er hen op dat ze zelf verantwoordelijk blijven voor hun kamer tot bij de eindinventaris. Om meer flexibiliteit te bieden en Belgische studenten aan te moedigen om deel te nemen aan Erasmus, kunnen ze er vanaf 2012 ook voor kiezen om een einde te maken aan hun huurcontract als ze zelf een nieuwe huurder aanbrengen en afzien van de mogelijkheid om hun kamer te gebruiken tijdens de tweede zittijd. De nieuwe huurder verwerft op die manier het statuut van heraanvrager en de oorspronkelijke huurder voorkomt administratieve rompslomp. 3.1.3 Resultaatgerichte bevindingen De afdeling Huisvesting garandeert een professioneel performante service voor de studenten-bewoners (verhuur tegen voordelige tarieven met duidelijke betalingsvoorwaarden, correcte klachtenopvolging, vlotte hersteldiensten, …). Daarom investeerde Sovoreg in 2012 verder in de uitrusting en uitbreiding van de dienstverlening voor huisvesting, onder andere op het vlak van kwaliteit, veiligheid en hygiëne. Studentenresidentie Mercator D Alle kamers kregen verduisterende, brandvertragende gordijnen en alle gangen kregen een uitvoerige verfbeurt. Ook de gemeenschappelijke woonkamers op de bovenverdieping werden grondig opgefrist, gedeeltelijk opnieuw bemeubeld en geschilderd. De ene woonkamer doet nu dienst als tv-kamer, de andere als multifunctionele ruimte. De studenten hebben hier zeer positief op gereageerd en gebruiken beide vertrekken intensief. Studentenresidentie Vesalius In 2012 werd het vast tapijt uit de kamers verwijderd en (mede op advies van de bedrijfsdokter) vervangen door laminaat. Voorts bleven we studenten aanmoedigen om de muren van hun kamer op te frissen door ze tot 70 euro terug te betalen voor verf.
Algemeen De samenwerking met de 24 preventiestudenten werd verder uitgediept. De taak van deze studenten, die gerekruteerd en opgeleid werden (EHBO-cursus, brandbluscursus, cursus veiligheid in de residenties) om hun medestudenten-residenten te sensibiliseren en te begeleiden betreffende de (brand)veiligheid binnen de studentenresidenties Mercator en Vesalius, evolueert verder in de richting van gangverantwoordelijke. Niet alleen maken zij de bewoners wegwijs in geval van een eventuele evacuatie en signaleren zij onveilige situaties binnen de residenties met het oog op de vereiste technische herstellingen, zij nemen ook representatieve taken op zich tijdens de opendeurdag. In ruil voor hun inzet ontvangen de preventiestudenten een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 125 euro en voor het eerst dit jaar ook 75 euro belwaarde voor hun gsm.
Betreffende veiligheid en bewaking werd de samenwerking met het permanentiecentrum van de UGent op dezelfde manier voortgezet als vorige jaren. In totaal werden door het PerC 132 (72 voor Mercator, 60 voor Vesalius) interventies geregistreerd vanuit het permanentiecentrum voor de 88-lijn naar de studentenresidenties Mercator en Vesalius. Dat aantal ligt iets lager dan in 2011 (149). Het betrof voornamelijk brandalarmen (43), toegangsproblemen (27) en technische defecten (21).
Voorts werden er in 2012 in totaal 46 bewakingsinterventies genoteerd (32 Mercator, 14 Vesalius) op basis van het elektronisch alarm.
De prijs die hiervoor door de UGent wordt aangerekend voor het totaalpakket diensten van het permanentiecentrum bedraagt 142,26 euro per kamer, i.e. 75.397 euro per jaar.
Eveneens met het oog op veiligheid wordt verder geïnvesteerd in saltosloten. De fietsenstalling van Mercator C en de algemene toegangsdeuren van Vesalius (huisvestingsgedeelte) en enkele beperkt toegankelijke onderhoudslokalen kregen om veiligheidsredenen een saltoslot. Eind 2012 werden bovendien alle kamersloten in Mercator D vervangen door saltosloten.
Per studentenresidentie werden net als het voorafgaande jaar ook twee helpdeskstudenten aangesteld die hun medebewoners ondersteunen als er zich moeilijkheden voordoen bij het gebruik van hun pc. Helpdeskstudenten ontvangen ook een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 125 euro en een forfaitaire terugbetaling van 75 euro gsm-kosten.
De tweemaandelijkse residentieraden zijn een nieuw initiatief dat het gemeenschaps- en verantwoordelijkheidsgevoel bij de studenten van de drie studentenhuizen wil verhogen, wat op zijn beurt weer moet resulteren in een aangename leefsfeer en – vooral – een veiligere woonomgeving.
Met het oog op verdere vernieuwing peilden we naar de wensen van de huidige bewoners. Twee studenten marketing van de HoGent wijdden op ons voorstel hun eindwerk aan dit thema.
3.2 Voedingssector Sovoreg stelt zich tot prioriteit om tegen studentvriendelijke prijzen evenwichtige, gevarieerde en kwaliteitsvolle voeding aan te bieden, rekening houdend met de evoluties in voedingsgewoonten. Een dagschotel incl. soep kost de student 3,50 euro (ref. 2012). De afdeling Catering verzorgt de maaltijdvoorzieningen in zes studentenrestaurants, vier cafetaria’s en één sandwichbar waardoor binnen campusbereik aan de studenten kwaliteitsvolle, gezonde en diversiteitsrijke warme en koude maaltijden en cafetariaproducten tegen voordelige prijzen kunnen worden aangeboden. De afdeling Catering verzorgt in eigen beheer de exploitatie van vier studentenrestaurants en één cafetaria. Bijkomend staat de afdeling in voor de controle op de uitbating van twee studentenrestaurants en drie cafetaria’s op de campus Schoonmeersen. Deze cateringexploitatiepunten worden, net als de sandwichbar, geëxploiteerd door de externe cateraar Compass Group Belgilux NV. De exploitatie van de cateringexploitatiepunten A en P op voornoemde campus werd per 1 oktober 2012 toegewezen aan Compass Group Belgilux NV. Daarnaast is de afdeling Catering verantwoordelijk voor het beheer van het automatenpark (totaal 120 verbruikspunten) binnen de gebouwen van de Hogeschool Gent. Dit omvat 53 frisdrankautomaten, 27
snoepautomaten, 23 warme drankenautomaten, 3 yoghurtautomaten, 4 gezonde snackautomaten en 10 waterfonteinen waarvan studenten, personeelsmedewerkers en bezoekers van de hogeschool gebruik kunnen maken. 3.2.1 Kwaliteitsvol (HACCP-conform), gezond en diversiteitsrijk Sovoreg biedt kwaliteitsvolle (HACCP-conforme), gezonde en diversiteitsrijke maaltijden aan waarbij permanent aan marktprospectie wordt gedaan. Voorwaarde om de sociale opdracht binnen het werkveld catering ten volle te realiseren, is dat Sovoreg instaat voor de kwaliteitsbewaking van het aanbod van warme en koude maaltijden en cafetariaproducten. Binnen de cateringexploitatie in eigen beheer worden aanbestedingen enerzijds gegund op basis van de kwaliteit van een product (na positief advies door de proefpanels waarvan ook studenten deel uitmaken) en anderzijds op basis van de geboden servicegaranties met betrekking tot hygiëne, verpakking, koeling en leveringsfrequentie. Hiertoe participeert Sovoreg in de samenwerkingsovereenkomst met de afdeling Maaltijdvoorzieningen van de UGent voor de gezamenlijke aankoop van voedingscomponenten. De opvolging en de controle op de toepassing van de HACCP-regelgeving (Hazard Analysis and Critical Control Points), alsook de kwaliteitsbewaking van de voedselketen en de exploitatieprocessen behoren prioritair tot de opdracht van de afdeling Catering van Sovoreg. In 2012 heeft Sovoreg ook de wettelijk verplichte jaarlijkse opleiding voor cateringmedewerkers inzake de toepassing van de HACCP-principes ingelast. 3.2.2 Voordelige prijs Alle studenten hebben recht op een warme maaltijd tegen een sociaal tarief en genieten aldus dezelfde maaltijdsubsidie. Een evenwichtige en gevarieerde warme maaltijd wordt aangeboden tegen een streefprijs voor studenten van 3,50 euro (streefprijs dekt de kostprijs van de ingrediënten). Voor een soortgelijk aanbod van cateringproducten is de verkoopprijs binnen de eigen studentenrestaurants en –cafetaria’s in 2012 lager dan de privémarktprijzen enerzijds, competitief met de prijzen van vergelijkbare studentenrestaurants in instellingen voor hoger onderwijs anderzijds. Ten slotte wordt er beleidsmatig voor geopteerd om gezonde voeding te promoten met vertaling in een gedifferentieerde prijszetting met de meest voordelige prijs voor gezonde basisproducten. Teneinde voor gezonde basisproducten de sociale prijzen voor studenten blijvend te kunnen garanderen, wordt het exploitatiebeleid ondersteund door gerichte infrastructurele investeringen in inrichting en uitrusting van de exploitatiepunten, door de hantering van een efficiënt aankoopbeleid van grondstoffen, door een ecologisch verantwoord afvalbeheer en door een efficiënte personeelsinzet van een vast cateringteam, beperkt aangevuld met interimkrachten tijdens de piekmomenten. Aantal zitplaatsen in studentenrestaurants en cafetaria’s Campus Resto Mercator Resto Melle Resto Bijloke Resto Vesalius Resto Gebouw P Resto Gebouw D
Campus Mercator Campus Melle Campus Bijloke Campus Vesalius Campus Schoonmeersen Campus Schoonmeersen
Totaal restaurants Cafetaria Gebouw A Cafetaria Gebouw B Cafetaria Gebouw C Cafetaria Ledeganck
268 308 254 268 506 552 2156
Campus Schoonmeersen Campus Schoonmeersen Campus Schoonmeersen Campus Ledeganck
234 385 204 148 971
Totaal cafetaria’s
3127
Totaal restaurants en cafetaria’s Snackbar Aalst
Aantal zitplaatsen
Campus Aalst
83
In 2012 werden in de restaurants en cafetaria’s meer dan 235.000 maaltijden (warme en koude schotels) verkocht. Aantal warme en koude schotels per locatie in 2012:
In 2012 sprongen binnen de afdeling Catering volgende specifieke acties en projecten in het oog:
het studentenrestaurant P op de campus Schoonmeersen werd grondig gerenoveerd; de selfserviceflow in studentenrestaurant Mercator werd heringericht om een nog vlottere bediening mogelijk te maken; de afdeling Catering heeft de samenwerkingsovereenkomst hernieuwd met de Dienst Werk van Stad Gent met als doel de tewerkstelling van brugprojectjongeren. Via dit project fungeert Sovoreg als stageplaats voor de betrokken jongeren en wordt een kwalitatieve begeleide werkervaring aangeboden aan jongeren uit deeltijds onderwijs die hun arbeidsattitude en -vaardigheden dienen te optimaliseren; in overleg met de Dienst Preventie van de Gentse politie werden in de studentenrestaurants specifieke acties ontwikkeld in het kader van diefstalpreventie; via het onderhoudscontract worden ook in 2012 de toestellen in de studentenrestaurants en -cafetaria’s regelmatig preventief onderhouden; tijdens de tweede week van de kerstvakantie werd studentenrestaurant D uitzonderlijk geopend als studieruimte met cateringfaciliteiten; aan de caritatieve instelling Poverello worden cateringproducten gedoneerd op het moment dat de cateringlocaties gesloten worden tijdens de vakantieperiodes.
De gemiddelde besteding bedroeg in 2012 in studentenrestaurants 2,74 euro per kassaticket en in studentencafetaria’s 2,08 euro. Onder ‘kassaticket’ wordt begrepen de op naam van de klant geregistreerde verbruiken van cateringproducten (koude en warme schotels; soepen; broodjes; snacks; zuivelproducten; dessert, etc. die in een restaurant of cafetaria worden verkocht).
Gemiddelde besteding per kassaticket in de restaurants omzet
2010
2011
2012
0 98.440 148.906 157.251 205.941 418.844
75.127 91.778 148.006 163.797 223.107 468.295
93.410 81.617 140.571 141.792 226.513 469.867
1.029.382
1.170.110
1.153.770
2010
2011
2012
s01 – Resto Mercator s02 – Resto Melle s03 – Resto Bijloke s04 – Resto Vesalius s05 – Resto Gebouw P s06 – Resto Gebouw D
0 42.641 68.361 79.619 91.748 152.454
27.357 39.555 66.484 83.244 96.403 164.756
21.371 34.419 62.541 68.273 77.390 157.558
Totaal
434.823
477.799
421.552
2,37
2,45
2,74
2010
2011
2012
55.531 60.430 93.729 69.598
63.961 153.834 113.273 85.969
64.095 147.632 126.159 89.900
279.288
417.037
427.786
s01 – Resto Mercator s02 – Resto Melle s03 – Resto Bijloke s04 – Resto Vesalius s05 – Resto Gebouw P s06 – Resto Gebouw D Totaal aantal kassatickets
Gemiddelde per kassaticket
Gemiddelde besteding per kassaticket in de cafetaria’s omzet s07 – Cafetaria Gebouw A s08 – Cafetaria Gebouw B s09 – Cafetaria Gebouw C s10 – Cafetaria Ledeganck Totaal aantal kassatickets s07 – Cafetaria Gebouw A s08 – Cafetaria Gebouw B s09 – Cafetaria Gebouw C s10 – Cafetaria Ledeganck Totaal Gemiddelde per kassaticket
2010
2011
2012
33.301 77.751 66.255 48.080
36.197 91.399 57.191 54.047
33.342 83.618 37.048 51.250
225.387
238.834
205.258
1,24
1,75
2,08
3.2.3 Resultaatgerichte bevindingen Uit de zorg voor een evenwichtige aanwending van de overheidstoelage ten behoeve van de verschillende werkvelden blijft voor de afdeling Catering een doorgedreven analyse en nauwkeurige opvolging van de kosten-opbrengstenratio’s verbonden aan de verschillende cateringexploitatiepunten ook in 2012 een belangrijk aandachtspunt. De beleidsoptie waarbij wordt vooropgesteld dat de cateringopbrengsten minimaal de aankoopkosten van de basisproducten moeten dekken, wordt in 2012 (net zoals in 2011, 2010 en 2009) gerealiseerd.
3.3 Adviesdiensten voor studentenhuisvesting en studentenmobiliteit Met de adviesdiensten voor studentenhuisvesting en studentenmobiliteit wordt er uitdrukkelijk voor geopteerd om het aanbod te richten naar alle studenten van de Hogeschool Gent. Het aanbod en de organisatie van de adviesverlening voor interne en externe studentenmobiliteit wordt binnen Sovoreg verzorgd door de medewerkers van de afdeling Zorg. Inzake studentenhuisvesting participeert Sovoreg in het Gentse samenwerkingsverband Kot@Gent, een databank voor studentenkamers en studio’s uit de privémarkt waar studenten een geschikte huisvesting kunnen zoeken die voldoet aan de regelgeving op vlak van woonkwaliteit, veiligheid, hygiëne, etc. De afdeling Huisvesting arbitreert ook gratis in conflicten tussen studenten en hun kotbaas. Het merendeel van de huisvestingsgeschillen heeft betrekking op de bepaling van de rechten en plichten als huurder, de woonkwaliteit van de studentenkamer, de opzeggingsmogelijkheden, de waarborg, de herstellingen, etc. Hiervoor werkt Sovoreg nauw samen met de Huurdersbond Oost-Vlaanderen.
3.4 Steunverlening inzake studentenmobiliteit Door studenten een betaalbare huurfiets aan te bieden, wordt het fietsverkeer aangemoedigd. Het aantal fietsdiefstallen wordt verminderd door de in het stadsbeeld herkenbare fietsen een duidelijk zichtbaar merknummer en een antidiefstalchip te geven. Door gerichte communicatie en door gratis openstelling van fietsenherstelplaatsen op strategische locaties wordt de fietsveiligheid in het algemeen verhoogd. Sovoreg investeerde in 2012 een bedrag van 37.866 euro in studentENmobiliteit vzw. In 2012 beschikte studentENmobiliteit vzw over meer dan 7000 te verhuren fietsen. Studenten kunnen voor herstellingen terecht in de fietsenherstelplaatsen waaronder deze in de ondergrondse parking van gebouw P op de campus Schoonmeersen van de Hogeschool Gent. De fietsenstalling aan het C-gebouw op de campus Schoonmeersen werd door studentENmobiliteit vzw met hekwerk beveiligd: een alternatieve locatie voor studenten die hun fiets verder willen huren, maar in de zomermaanden niet in Gent zijn en geen mogelijkheid hebben om hun fiets inpandig te stallen. Met betrekking tot het fietsaanbod via studentENmobiliteit vzw wordt geen selectieve regeling toegepast. Alle studenten hebben dus recht op een veilige huurfiets tegen een voordelige prijs. Voor steunverlening inzake interne studentenmobiliteit kunnen de studenten ook een vraag tot financiële tussenkomst richten aan de afdeling Zorg (werking van dit werkveld situeert zich onder de selectieve voorziening ‘verstrekken van sociale diensten’). Steunverlening inzake externe studentenmobiliteit (extern betekent buiten de Vlaamse Gemeenschap) kan alleen worden aangeboden aan studenten die behoren tot de doelgroep voor selectieve voorzieningen. Aanvragen tot steunverlening inzake externe studentenmobiliteit werden net als de voorbije jaren verwerkt door de afdeling Zorg (werking situeert zich ook onder de selectieve voorziening ‘verstrekken van sociale diensten’). Om een ecovriendelijke verplaatsing van studenten binnen de Gentse regio te bevorderen, werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met De Lijn. Sovoreg komt tussen als universele dienstverlening in de kosten voor openbaar vervoer. Het betreft een derdebetalersysteem waarbij Sovoreg 35 % van de kosten op zich neemt wanneer een student van de Hogeschool Gent een Buzzy Pazz voor jongeren minder dan 25 jaar, of een Omnipas voor jongeren van 25 jaar of ouder aankoopt. Deze universele maatregel bevordert niet alleen de mobiliteit van de studenten binnen de Gentse regio, maar wil hen ook aanmoedigen tot een frequent gebruik van bus en tram in Vlaanderen. 3.4.1 Resultaatgerichte bevindingen Het aanbod en de organisatie met betrekking tot steunverlening inzake interne en externe studentenmobiliteit wordt door de studenten bijzonder geapprecieerd. Het aantal studenten dat via studentENmobiliteit vzw een betaalbare fiets huurt, gaat in stijgende lijn. De aankoop van een Buzzy Pazz/Omnipas door de studenten blijft op hetzelfde niveau, wat duidt op het gegeven dat de studenten ook via deze formule rechtstreeks in hun mobiliteit ondersteund worden.
3.5 Preventieve en curatieve medische diensten 3.5.1 Bloedinzamelingsacties Sovoreg coördineert de organisatie van de bloedinzamelingsacties in samenwerking met het Bloedtransfusiecentrum Oost-Vlaanderen. Aan elke student-donor wordt een filmticket aangeboden. Conform de overeenkomst met het Rode Kruis Vlaanderen ontvangt Sovoreg een bedrag van 1,24 euro per donor. Volgende collectes werden ingericht:
Campus Vesalius op 21 februari 2012 Campus Schoonmeersen op 28 en 29 februari 2012 Campus Mercator op 19 oktober 2012
Aantal donoren Campus Schoonmeersen Campus Vesalius Campus Mercator
2008
2009
2010
2011
2012
316 92 91
265 126 117
343 118 124
314 108 79
197 127 99
3.5.2 Studentenarts De studenten behorend tot de instellingen van de AUGent kunnen met gelijke voorwaarden voor preventieve en curatieve medische diensten terecht bij de studentenartsen van de Universiteit Gent. 3.5.3 Cursief vzw Cursief vzw voorziet in een aanbod van onderwijsgerelateerde en niet-onderwijsgerelateerde ondersteuningsactiviteiten met als belangrijkste aandachtspunten: aangepaste studentenhuisvesting, persoonlijke assistentie, onderwijsgebonden mobiliteit, aangepaste onderwijsleermiddelen, aangepaste pedagogische begeleiding, inschatting haalbaarheid studiekeuze, attestering van de functiebeperking, advies op maat qua onderwijs- en examenfaciliteiten, aanbod van informatieavonden, workshops en integratieve activiteiten, etc. Sovoreg participeert als bestuurslid in de vzw Cursief. De doelstelling van Cursief is een volwaardige integratie én deelname aan het hoger onderwijs voor studenten met een functiebeperking of chronische ziekte. In tegenstelling tot bepaalde medische diensten betreft het hier een selectieve voorziening. De financiële bijdrage bedraagt in 2012 ongeveer 20.000 euro. Voor 2012 namen 162 studenten (2011: 126) van de Hogeschool Gent contact op met Cursief vzw voor gespecialiseerde begeleiding: studenten met een motorische beperking (8), studenten met een visuele beperking (5), studenten met een auditieve beperking (6), studenten met een leerstoornis (122), studenten met een psychiatrische beperking (15) en studenten met een chronische / medische / meervoudige aandoening (6). Voor studenten met lees-, spreek- en spellingsproblemen kan het softwareprogramma Sprinto+ aangekocht of geleased worden waarbij een financiële ondersteuning vanuit de studentenvoorziening mogelijk is. In 2012 maakten 7 studenten gebruik van deze dienstverlening. Er werden ook 71 studenten getest op dyslexie. 3.5.4 Resultaatgerichte bevindingen Snelle en studentgerichte preventieve en curatieve medische diensten werden ook in 2012 universeel aangeboden. De financiële participatie van Sovoreg in Cursief vzw garandeert dat studenten met een functiebeperking of chronische ziekte zich, via een selectieve tussenkomst, volwaardig kunnen integreren in het hoger onderwijs.
3.6 Psychotherapeutische diensten Psynet is een netwerk van gespecialiseerde begeleiding waarbij externe psychologen/psychiaters directe hulp kunnen bieden aan studenten die zich in een psychisch belastende situatie bevinden of met een psychotherapeutische/psychiatrische problematiek geconfronteerd worden. Dit netwerk staat open voor studenten die via de eerstelijns dienstverlening van de afdeling Zorg desgevallend worden doorverwezen. Het betreft hier dus een selectieve voorziening. De eerste tien consultaties bij Psynet worden door So-
voreg mede gefinancierd. De student betaalt 2,50 euro per consultatie. Het saldo wordt door de therapeut doorgefactureerd aan Sovoreg. Psynet doet een beroep op 29 klinisch psychologen/therapeuten uit de regio Gent met een ruime waaier aan strekkingen, methodieken en specialisaties. In 2012 werden 268 studenten (2011: 193; 2010: 176) doorverwezen naar Psynet.
3.7 Het verstrekken van sociale diensten De sociale dienstverlening is de core business van de studentenvoorzieningen. Het doel van deze dienstverlening is ervoor te zorgen dat studenten van de Hogeschool Gent ongeacht hun levensbeschouwelijke, politieke, culturele, sociale en economische achtergrond, in optimale materiële en psychosociale omstandigheden kunnen studeren om een diploma te kunnen behalen. 3.7.1 Studiefinanciering Deze sociale dienstverlening wordt georganiseerd vanuit de afdeling Zorg die als een selectieve eerstelijnsdienst een vangnetfunctie verzekert. Aan iedere student die zich in een zorgsituatie bevindt, kan er via een geïndividualiseerde behandeling van zijn/haar dossier materiële en/of immateriële steun worden toegekend. De afdeling Zorg houdt zich inzake studiefinanciering voornamelijk bezig met toekenning van voorschotten in afwachting van de studietoelage, renteloze leningen, financiële en/of materiële steun, huurondersteuningen, etc. 3.7.2 Studentenstatuut Studenten van de Hogeschool Gent kunnen bij de afdeling Zorg terecht met vragen omtrent hun sociaal statuut, bijvoorbeeld vragen betreffende kinderbijslag, ziekteverzekering, fiscaliteit, onderhoudsplicht, leefloon, vreemdelingenwetgeving, migranten- en allochtonenproblematiek, werkloosheid, opleidingscheques, tijdskrediet, educatief verlof, etc: dit kan gaan van een éénmalig informatief gesprek tot een regelmatige begeleiding in complexe situaties, aangevuld met diverse doorverwijsmogelijkheden. Deze dienstverlening richt zich tot alle studenten van de Hogeschool Gent. 3.7.3 Psychosociale begeleiding De afdeling Zorg biedt ook een selectieve psychosociale eerstelijnsbegeleiding aan alle studenten van de Hogeschool Gent. Dergelijke kortetermijnbegeleiding start op basis van een intakegesprek waarbij kan worden geopteerd voor een doorverwijzing naar een tweedelijnsdienstverlening. Deze groepstraining kost 20 euro en bestaat uit vier tot acht sessies van 2,5 uur. De student betaalt slechts 10 euro. Voor de individuele begeleiding betaalt de student 2,5 euro per sessie. In 2012 werden drie trainingen georganiseerd voor faalangst en vier trainingen voor uitstelgedrag. 3.7.4 Resultaatgerichte bevindingen De werking van de afdeling Zorg toont aan dat de studenten niet alleen behoefte hebben aan informatie en advies betreffende het studentenstatuut als een universele dienstverlening, maar dat het selectieve luik financiële en psychosociale hulpverlening ook in 2012 garandeert dat de betrokken studenten in staat zijn om hun studie aan te vatten en voort te zetten met een geïndividualiseerde materiële en/of immateriele tussenkomst vanuit Sovoreg. 3.7.5 Juridische diensten Via Sovoreg kunnen studenten een beroep doen op een advocaat voor dringend juridisch advies. In 2012 werd via deze formule aan één student juridisch advies verleend met een financiële tussenkomst vanuit Sovoreg. 3.7.6 Huisvestingsdossiers Iedere financieel minder draagkrachtige student die een vraag tot prioritaire toegang richt aan de afdeling Zorg van Sovoreg waarbij uit het sociaal onderzoek van het individueel dossier blijkt dat er zich een financieel tekort voordoet of dat er zich omwille van medische of familiale redenen een probleem stelt, krijgt bij voorrang een studentenkamer in beheer door Sovoreg tegen een sociaal tarief toegewezen.
3.7.7 Vermindering op het studiegeld Studenten die niet langer in aanmerking komen voor een studietoelage van de Vlaamse overheid omdat ze niet meer voldoen aan de pedagogische voorwaarden, kunnen een aanvraag voor vermindering op het studiegeld indienen bij de Hogeschool Gent. Per aanvraag onderzoekt Sovoreg de financiële voorwaarden waarbij een advies inzake gelijkstelling met beurs-, bijna-beurs- of niet-beursstudent aan de Hogeschool Gent wordt geformuleerd. 3.7.8 Informatie en advies m.b.t. studie- en examenfaciliteiten Bij aanvragen voor studie- en examenfaciliteiten vanwege psychosociale en sociaaleconomische redenen kan op basis van sociale of individuele omstandigheden in de persoonlijke levenssfeer van de student (die niet ressorteren onder de categorieën functiebeperking, medische redenen of topsport) die het voorbereiden en/of volgen van onderwijs- en/of examenactiviteiten sterk hypothekeren, een bijzonder statuut worden toegekend. In 2012 werden vijftien aanvragen behandeld van facultaire contactpersonen studieen examenfaciliteiten die contact opnamen met de afdeling Zorg van Sovoreg om op de expertise van voornoemde afdeling een beroep te kunnen doen.
3.8 Jobdienst Alle studenten van de Hogeschool Gent kunnen terecht op de jobdienst van Sovoreg in hun zoektocht naar een geschikte studentenjob en voor informatie omtrent het statuut van jobstudent. De samenwerking tussen de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) en de verschillende jobdiensten van de studentenvoorzieningen bij hogescholen en universiteiten in Vlaanderen en het Brusselse Gewest inzake de oprichting van een JOS-databank (Jobstudentensysteem) met een gezamenlijk aanbod van studentenjobs bleef in 2012 behouden.
3.9 Diensten en specifieke acties voor sociale begeleiding van buitenlandse studenten Deze dienstverlening gebeurt in het kader van de samenwerking met de dienst Internationalisering van de Hogeschool Gent. In 2012 stonden vijftig studentenkamers in studentenresidentie Vesalius ter beschikking van buitenlandse studenten die via een uitwisselingsproject tijdelijk aan de Hogeschool Gent verblijven.
3.10 Organisatie van of steun aan initiatieven in de sector sport en cultuur 3.10.1 Recreatief sporten Sovoreg streeft ernaar om zo veel mogelijk studenten van de Hogeschool Gent aan te sporen om regelmatig sport te beoefenen in een kwalitatief hoogstaande sportinfrastructuur en zo een bijdrage te leveren tot het algemene welzijn van de studenten. De studenten kunnen recreatief sporten in de sporthal van de Hogeschool Gent. Hiervoor organiseert de Sportdienst jaarlijks een sportaanbod op studentenmaat. Sovoreg staat mede garant voor het studentensportbeleid, zowel op promotioneel als op financieel vlak. Ook in 2012 werd er gewerkt met het systeem van de Fit & Fun-sticker. Ook dit jaar werd evenwel een opsplitsing gemaakt binnen de deelnamemodaliteiten: studenten die kiezen om te sporten zonder lesgever (badminton, minivoetbal en powertraining) betalen 25 euro; studenten die 40 euro betalen, kunnen alle sporten (met en zonder lesgever) uit het aanbod beoefenen. Voor deze budgetvriendelijke bijdrage kunnen de studenten het hele academiejaar door gebruikmaken van de sporthal tijdens de geplande uren en volgens het vooropgestelde sportaanbod. Via Sovoreg kunnen de studenten 20 euro van dit bedrag recupereren. Wie eenmalig wil sporten, betaalt een dagpas van 3 euro. Meer dan 900 studenten nemen deel aan de avondsport voor studenten via het Fit & Fun-systeem. Opmerkelijk is dat dit academiejaar veel meer dagpassen verkocht werden. Gemiddeld werden er vijftien per dag verkocht in plaats van tien vorig jaar.
Gemiddeld aantal deelnemers per week aan recreatieve avondsport 2012 Maandag
225
Woensdag
226
19.00 – 20.00 u.
Local Tonic*
30
18.00 – 19.00 u.
Total Impact Gym*
30
18.00 – 19.00 u.
Hip Hop*
20
19.30 – 21.30 u.
Volleybal*
27
18.15 – 19.15 u.
Double Dutch (ropeskipping)*
20
18.00 – 21.00 u.
Badminton (3 x 1 u.)
40
18.00 – 19.00 u.
Basketbal (recrea)*
16
18.00 – 21.00 u.
Minivoetbal (3 x 1 u.)
55
18.00 – 19.00 u.
Badminton
10
17.00 – 18.30 u.
Power
10
18.00 – 19.00 u.
Minivoetbal
20
20.30 – 22.00 u.
Power
10
17.00 – 18.30 u.
Power
8
17.15 – 18.00 u.
Spinning*
18
20.30 – 22.00 u.
Power
8
18.15 – 19.00 u.
Spinning*
18
12.15 - 13.15 u.
Spinning*
10
19.15 – 20.00 u.
Spinning*
18
17.15 – 18.00 u.
Spinning*
21
18.15 – 19.00 u.
Spinning*
21
19.15 – 20.00 u.
Spinning *
21
20.15 – 21.00 u.
Spinning *
20
Dinsdag
215
Donderdag
205
18.00 – 19.00 u.
Local Tonic fitness*
30
18.00 – 19.00 u.
Basketbal
15
19.00 – 20.00 u.
Funky Jazz*
20
19.00 – 20.00 u.
Zumba*
20
19.00 – 21.00 u.
Floorball*
15
18.00 – 19.30 u.
Turnen*
15
18.00 – 21.00 u.
Badminton (3 x 1 u.)
40
18.00 – 19.00 u.
Double Dutch*
20
18.00 – 21.00 u.
Minivoetbal (3 x 1 u.)
35
18.00 – 19.00 u.
Danzaerobics*
30
17.00 – 22.00 u.
Power
15
18.00 – 19.00 u.
Badminton
10
17.15 – 18.00 u.
Spinning*
20
18.00 – 19.00 u.
Minivoetbal
20
18.15 – 19.00 u.
Spinning*
20
17.00 – 22.00 u.
Power
15
19.15 – 20.00 u.
Spinning*
20
17.15 – 18.00 u.
Spinning*
20
18.15 – 19.00 u.
Spinning*
20
19.15 – 20.00 u.
Spinning*
20
Gemiddeld totaal per week: 871 *met lesgever
Op weekbasis is het gemiddeld aantal sportbeurten in 2012 gestegen met 88 eenheden ten opzichte van 2011. Een stijging in deelname werd reeds opgemerkt bij het invoeren van het Fit & Fun-systeem in 2009 en zet zich opnieuw gestaag door. De spinningactiviteit vertoont het grootste ‘boom’-effect. De toename wordt ook verklaard door optimalisatie binnen de promotievoering, innovatie in de aangeboden sportdisciplines en de introductie van een avondsecretariaat op de Sportdienst. Sportdisciplines die niet tot het eigen aanbod behoren, worden voor studenten door Sovoreg via de sportcheque financieel ondersteund. Een deel van de kosten voor actief sporten buiten het aanbod van de Hogeschool Gent kan door de student teruggevorderd worden met een maximale tussenkomst van 25 euro per student per academiejaar. Studenten van de Hogeschool Gent kunnen ook gebruikmaken van de universitaire sportinfrastructuur. Sovoreg betaalt per zwembeurt van de studenten van de Hogeschool Gent een opleg van 4 euro. De studenten betalen slechts 2 euro uit eigen zak.
3.10.2 Cultuur Teneinde de cultuurparticipatie bij studenten te verhogen, de financiële drempel te verlagen en studenten Gent als cultuurstad te leren kennen, engageerden de UGent, Sovoreg vzw, de Arteveldehogeschool, de Katholieke Hogeschool Sint-Lieven, de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst campus Sint-Lucas Gent en de Stad Gent zich ook in 2012 om verder samen te werken. Tijdens het tweede semester van het academiejaar 2011-2012 werden de laatste ‘cultuurcheques’ verkocht. Na tien jaar cultuurcheques werd er immers besloten om voor het academiejaar 2012-13 over te schakelen op een online mediaplatform. Het nieuwe project werd gegund aan Urgent.fm vzw die TUMULT.fm ontwikkelde voor, door en op maat van de studenten. Voor de cultuursector een extra en rechtstreeks kanaal voor communicatie met de student. Het mediaplatform wordt gemaakt door een onafhankelijke redactie en wil een stimulans zijn tot participatie. Aan dit platform zullen in de loop van het academiejaar 2012-13 diverse acties gekoppeld worden. Er zal ingespeeld worden op bestaande evenementen, er worden cultuurpakketten aangeboden en er wordt uitgekeken om studenten een lastminutekans te bieden op interessante voorstellingen. Enerzijds biedt het de journalistieke vrijheid en anderzijds is er een ruime waaier aan partnerschappen mogelijk. TUMULT.fm wordt op maat van de student ontwikkeld. Urgent.fm vzw engageert zich om met de volgende Gentse culturele instellingen projecten op te zetten om het bezoek aan concerten, voorstellingen en tentoonstellingen te promoten: Studio Skoop, Sphinx, Filmplateau, Internationaal Filmfestival van Vlaanderen, Vlaamse Opera, Muziekcentrum de Bijloke, het Koninklijk Conservatorium, Festival van Vlaanderen, Kunstencentrum Vooruit, Handelsbeurs, NTGent, Kopergietery, Campo, Bij de Vieze Gasten, De Centrale, KASKcinema, Museum voor Schone Kunsten, S.M.A.K., MIAT, STAM, Design Museum Gent, Museum dr. Guislain, Huis van Alijn en Kunsthal SintPietersabdij. Inbreng van Sovoreg vzw: Sovoreg ontving in het najaar van 2012 een factuur van 3.757,05 euro als bijdrage voor de realisatie van het project voorgesteld door Urgent.fm vzw. Logistiek voert Sovoreg mee de promotie van Tumult.fm via verspreiding van flyers, affiches, e-mail en andere wervingscampagnes opgezet door Urgent.fm vzw.
3.11 Ondersteuning van studentenorganisaties die actief zijn op sociaal, academisch, sportief en cultureel gebied In het kader van de socioculturele ontplooiing van de studenten en hun integratie in de hogeschoolgemeenschap wordt ook de werking van studentenorganisaties universeel ondersteund. In 2012 werden volgende studentenorganisaties erkend door en gesubsidieerd vanuit Sovoreg overeenkomstig de procedure inzake erkenning en subsidiëring van een studentenvereniging: Anabolica, Aphonia, Apollo, Bacchus, Carpe Diem, Confabula, DraG, Groene Kring, Hermes, Hortecta, Lila, Tramzwart, Mercurius, Moeder Lies, Pihonia, Salmonella en Veto. Belangrijke voorwaarden voor subsidiëring zijn: tijdige neerlegging bij Sovoreg van de doelstelling van de studentenorganisatie, erkenning van de studentenorganisatie en openstelling van de gesubsidieerde activiteit voor alle studenten van de Hogeschool Gent. In 2012 werden ook, net als in 2011, een twintigtal éénmalige activiteiten ondersteund die niet onder één van de regulier erkende studentenorganisaties gerangschikt konden worden.
3.12 Kinderopvang van kinderen van studenten De twee kindercrèches behorend tot de directie Studentenvoorzieningen van de Universiteit Gent zijn toegankelijk voor kinderen van studenten van de instellingen die behoren tot de Associatie Universiteit Gent. In 2012 werd voor vier kinderen van een student van de Hogeschool Gent een beroep gedaan op de kindercrèches behorend tot de directie Studentenvoorzieningen van de Universiteit Gent.
3.13 Diensten die de werkvelden 1° t.e.m. 12° administratief en logistiek ondersteunen 3.13.1 Personeel Het resultaat van de gestructureerde organisatie van het personeel in de onderscheiden logistieke en administratieve eenheden vindt zijn neerslag in de personeelsformatie 2012. De personeelsformatie voor 2012 telt 21 personeelsmedewerkers of 20,6 voltijdse equivalenten. De raad van bestuur verleende vroeger al zijn goedkeuring aan beleidsprincipes inzake people management met een vertaling ervan in werving, bevordering, loopbaanontwikkeling, vorming, training en opleiding. 3.13.2 Samenwerkingsovereenkomst tussen Hogeschool Gent en Sovoreg De raad van bestuur van Sovoreg keurde de samenwerkingsovereenkomst tussen de Hogeschool Gent en Sovoreg voor het boekjaar 2012 goed. 3.13.3 Communicatie Sovoreg nam deel aan de SID-IN’s (Studie Informatie Dagen) die in elke Vlaamse provincie worden georganiseerd. Op de stand van de Hogeschool Gent wordt aan Sovoreg de mogelijkheid geboden om de studentenvoorzieningen te promoten.
Tijdens de blokperiodes stelde het openleercentrum in het gebouw D op de campus Schoonmeersen de deuren open voor studenten: BLOK@BYB werd via diverse kanalen mede gepromoot door Sovoreg waar de medewerkers van de afdeling Zorg ook bereikbaar bleven.
Op info- en opendeurdagen kon de Hogeschool Gent rekenen op centrale en decentrale medewerking van Sovoreg. Zowel de kantoren op de Voskenslaan 38 als studentenresidenties en restaurants/cafetaria’s waren geopend voor geïnteresseerde ouders, potentiële studenten en voor eigen studenten en personeelsmedewerkers die van de gelegenheid gebruikmaakten om de eigen infrastructuur beter te leren kennen.
Ook in 2012 werd er tijdens de onthaalweek op elke faculteit informatie verstrekt over studentenvoorzieningen. Aansluitend ontving iedere eerstejaarsstudent een gratis onthaalpakket met nuttige documentatie.
Ouders van eerstejaarsstudenten werden geïnformeerd op de door de faculteiten georganiseerde ouderavonden. Buitenlandse studenten werden toegesproken op de onthaalactiviteiten die door de dienst Internationalisering van de Hogeschool Gent werden ingericht.
Sovoreg nam deel aan de op de Hogeschool Gent georganiseerde infovoormiddagen voor leerlingen van het secundair onderwijs.
Sovoreg werd vertegenwoordigd op Student Kick-Off, de jaarlijkse onthaalactiviteit voor alle Gentse studenten.
Het studentenmagazine Box dat geregeld bijdrages publiceert over studentenvoorzieningen, werd verder gesubsidieerd.
Sovoreg participeerde als belanghebbende partner in de brochure Study abroad? Destination Ghent!, Centen voor studenten, Kot@Gent en in de mobiliteitsfolder. Bijdragen van Sovoreg werden opgenomen in diverse externe publicaties, zoals de edities voor Gent en Aalst van de Guido-gids en het Stadsmagazine voor studenten. Er werd een rechtstreekse link gelegd naar de brochure Student en preventie, en een wederzijdse link met websites zoals www.cultuurcheque-gent.be en www.studentingent.be. Verder blijft Sovoreg vertegenwoordigd in het studentenoverlegplatform StuGent.
De intense samenwerking met de dienst Communicatie werd bestendigd door permanent onderling overleg, deelname aan de maandelijkse vergaderingen van de werkgroep communicatie en het leveren van bijdragen voor persberichten, campagnes en publicaties van de Hogeschool Gent.
Voor een overzicht van de communicatietools verwijzen we naar de bijlagen.
Jaarverslag HoGent
Infrastructuur
1
Globale infrastructuuropties Bij de vastlegging van de grote infrastructuuropties zijn de beschikbare financiële middelen van de HoGent een dominante factor. De noden om tot een optimale studie- en onderzoekomgeving te komen, zijn steeds omvangrijker dan hetgeen de financiële reikwijdte van de HoGent toelaat. Om het budgettaire evenwicht te respecteren, zijn door de directie Gebouwen en Facilitair Beheer de belangrijkste investeringsprojecten getoetst op timing en financiële haalbaarheid. Twee belangrijke factoren om te bepalen welke projecten echt belangrijk zijn om te behouden, steunen op de structurele wijzigingen binnen de HoGent. Ten eerste is er de structurele wijziging die de integratie van de academisch gerichte nietkunstenopleidingen in de UGent teweegbrengt en ten tweede is er de integratie van de vzw Sovoreg in de HoGent. De sociale sector die eerder als een autonome vzw functioneerde. Logischerwijze worden de lopende projecten voortgezet, met een duidelijk accent op de verdere ontwikkeling van de campus Schoonmeersen. De realisatie van de nieuwbouw 1 voor de faculteit Mens en Welzijn, de uitbreiding van de sporthal, het herinrichten van de gelijkvloerse verdieping in het gebouw B voor de globale ICT-ondersteuning van de HoGent en de realisatie van de masterplan circulatieassen op de campus Schoonmeersen zijn daarvan de belangrijkste projecten. Niet alleen Schoonmeersen wordt als een belangrijke campus beschouwd. Binnen het infrastructuurbeleid zijn er nog andere aandachtspunten. Voor de opleiding Gezondheidszorg wordt het gebouw op de campus Vesalius uitgebreid met twee auditoria. Het project de Wijnaert in het centrum van Gent wordt gerealiseerd voor de huisvesting van de centrale administratie en de kunstenbibliotheek van het Conservatorium. De beslissing tot de integratie van de academisch gerichte niet-kunstenopleidingen in de UGent in 20132014 is voorbereid. De geassocieerde faculteiten Toegepaste Taalkunde en Handelswetenschappen en Bestuurskunde worden daartoe maximaal geconcentreerd op de campus Mercator. Daarentegen blijven de geassocieerde faculteiten Toegepaste Ingenieurswetenschappen en Toegepaste Bioingenieurswetenschappen op de campus Schoonmeersen, omwille van het gemeenschappelijke gebruik van de didactische apparatuur, samen met de professioneel gerichte bachelors. De directies van de geassocieerde faculteiten worden wel gegroepeerd om tot een duidelijke structuur en organisatie op de campus te komen. Als nieuw project om de toekomstgerichte dynamiek te garanderen, wordt er een nieuw onderzoeksgebouw gepland. Een project dat volledig past binnen het Strategisch Plan 2012-2017 van de HoGent. Een tweede actueel aandachtspunt is de realisatie van het programma kantoorruimte voor de administratie van de directie Studentenvoorzieningen in de HoGent, in opvolging van de decretale integratie. Om aan alle prioriteiten te beantwoorden, waaronder bijkomende leslokalen voor de faculteit Bedrijf en Organisatie, wordt in één gebouw een volledig gecombineerd programma gerealiseerd. Het financiële evenwicht in de begroting wordt gerespecteerd door enkele geplande projecten niet uit te voeren of te verschuiven naar een latere datum. De studentenhuisvesting is daarvan het belangrijkste project dat niet gerealiseerd wordt met financiële middelen van de HoGent. Een alternatieve financiering via de privémarkt blijft een sterk aandachtspunt. Twee andere projecten worden naar een latere datum verschoven. Als eerste, wordt de nieuwbouw 2 voor de faculteit Mens en Welzijn uitgesteld tot 2016, met een gekoppelde voorwaarde tot het verkrijgen van inkomsten uit de verkoop van de campus Ledeganck. En als tweede wordt de gevelrenovatie van het gebouw B op de campus Schoonmeersen uitgesteld tot 2018.
2
Patrimoniumverschuivingen Met het AG stadontwikkelingsbedrijf Gent is een samenwerkingsovereenkomst opgemaakt tot verkoop van het gebouw Academiestraat. De aanleiding tot die overeenkomst is ontstaan door de opportuniteit van een gezamenlijke verkoop. Enerzijds van de brandweerkazerne als eigendom van de stad Gent en anderzijds van het aanpalend gebouw van de Hogeschool Gent. De toewijzing tot verkoop van het vastgoedproject Academiestraat Gent heeft plaatsgehad en is verleend aan de tijdelijke vereniging 3D Real Estate nv & Van Roey Vastgoed nv, voor een totaalbedrag van € 5 200 000, waarvan het gebouw Academiestraat, eigendom van de HoGent, voor een bedrag van € 1 920 000.
Als gevolg van de onteigening voor de aanleg van een verbindingsweg tussen de R4 en de parking onder het station Gent-Sint-Pieters is een beperkt stukje terrein van de HoGent afgelegen geraakt van de campus en was het gezien de bouwkundige waarde interessant voor een aanpalende eigenaar. Voor de Hogeschool Gent had het geen functioneel belang meer. Derhalve is er overgegaan tot verkoop van dit restperceel grond aan de Roosakker.
3
Ruimtelijke planning Op de campus Schoonmeersen bestaat een ruimtelijke verwevenheid tussen de HoGent en het GO! Dit is ook logisch gezien de gebouwen van beide onderwijsvormen zich in elkaars nabijheid bevinden. De masterplannen van zowel de HoGent als het GO! dienen derhalve op elkaar afgestemd te worden om tot een duidelijke structuur aan gebouwen en organisatie te komen. Aangezien het masterplan van de HoGent gedragen is door de verschillende stadsdiensten, werd dit als basis aangewend voor de uitwerking van het plan GO! In opvolging van dit plan is een ontwerp in de maak om een onderlinge wissel van gronden door te voeren tot optimalisatie van de autonome onderwijsvormen voor zowel de HoGent als het GO!
4
Architecturale en technische studies Het gebouw De Wijnaert situeert zich op een historisch centrale plaats binnen de stad Gent. Als representatief gebouw worden er ruime ingangen gemaakt, gemakkelijk toegankelijk voor het publiek. Daarnaast wordt er een auditorium gebouwd op de gelijkvloerse verdieping met een capaciteit van 96 personen. Colloquia, kleine congressen en lezingen kunnen er in plaatsvinden, aangevuld met het klassikale auditoriumonderwijs. De gelijkvloerse verdieping wordt ingenomen door de muziekkunstenbibliotheek en de twee bovenliggende verdiepingen door de centrale administratie. Op de bovenste dakverdieping is een panoramische uitbouw ontworpen, als restaurant. De aanbesteding voor de uitvoering van de werkzaamheden heeft plaatsgehad in het laatste kwartaal 2012. Voor de aanstelling van ontwerpers van grote projecten wordt een beroep gedaan op de medewerking van de Vlaamse bouwmeester. Als één van de belangrijkste projecten, zoals al vernoemd onder de rubriek bij de globale infrastructuuropties, betreft het de nieuwbouw voor de faculteit Mens en Welzijn. Aangezien dit project op de campus Schoonmeersen 2 gerealiseerd wordt en een globaal architecturaal concept voor de hele campus de voorkeur geniet, is ook de studie tot de uitbreiding van de sporthal toegevoegd. De studieopdracht is toegewezen aan Sadar + Vuga uit Slovenië. Alle plannen zijn opgemaakt tot het indienen van de stedenbouwkundige aanvraag. De gevelrestauratie van het gebouw Conservatorium is in uitvoering. Gezien het gebouw beschermd is als monument, is er een restauratiepremie verleend waardoor het grootste deel van de kosten gedragen wordt door de Vlaamse Gemeenschap. In aansluiting met de beëindiging van het restauratieve gedeelte is de opdracht overgemaakt aan hetzelfde studiebureau Arch & Teco Architectuur tot de heraanleg van de Achtersikkel. De Achtersikkel is een gedeelte van het gebouw Conservatorium dat tot het binnenplein behoort en historisch de eretoegang van het gebouw was. De uitvoering van deze omgevingsaanleg vormt een continuïteit met de restauratie van het gebouw en vervolledigt een aantrekkelijke historische stadsbeeld. ‘Het Huis van de Abdis’ op de campus Bijloke is via een erfpacht overgedragen van de stad Gent aan de HoGent. Het gebouw wordt verbouwd tot een kunstenbibliotheek voor de School of Arts en zal ook onderdak verschaffen aan een deel van de collectie van het S.M.A.K. Uit vier geselecteerde kandidaten is de studie van de renovatie via een overheidsopdracht toegewezen aan Architectenbureau Van Acker en Partners.
5
Bestemmingsbepalingen Het gebouw Nederpolder 26 ligt vlakbij het gebouw Conservatorium en wordt daardoor gebruikt voor de opleidingen muziek. Gezien de centrale ligging in een woongebied van de stad blijft de invulling van de activiteiten in het gebouw onderworpen aan akoestische eisen ten aanzien van de omgeving. Zeer hoge geluidsproducties dienen beperkt te blijven. Er werd hiermee rekening gehouden bij de beslissing over de
bestemming en het advies van de bouwcommissie werd gevolgd. In de nieuwe invulling zal het gebouw worden gebruikt voor de theoretische lessen van de School of Arts, voor de lessen instrument waarbij er geen akoestische overlast is, voor de afstudeerrichting instrumentenbouw en voor de huisvesting van een deel van de onderzoekers van de School of Arts.
6
Gebruiksovereenkomsten Het gebouw Nederpolder 26 is samen met huisnummer 28 oorspronkelijk ontworpen als één geheel. Huisnummer 26 is eigendom van de HoGent. Huisnummer 28 is eigendom van Cevi. Daarom moesten er na de scheiding van het pand tussen de twee eigenaars afspraken gemaakt worden. In een overeenkomst werden de volgende belangrijkste afspraken vastgelegd: ten eerste wordt een recht van doorgang verleend aangezien de toegang tot de parkeergarage alleen mogelijk is via het pand Cevi. Ten tweede zal de HoGent instaan voor de aanpassing van de alarminstallatie. Ten derde was voor het energieverbruik oorspronkelijk alles gemeenschappelijk. Omwille van een correcte vergoeding wordt een afzonderlijke verwarmingskring geplaatst voor huisnummer 26, aangesloten op één vernieuwde stookplaats. Het exacte verbruik kan worden gemeten en approximatieve inschattingen zijn niet meer noodzakelijk. Aan het Regeringscommissariaat is een beperkte oppervlakte van het gebouw (136 m²) verhuurd als kantoorruimte en er worden ook twee parkeerplaatsen voorbehouden op de parking. Voormelde oppervlakte wordt in het gebouw C op de campus Mercator vrijgehouden, afgescheiden van de onderwijsoppervlakte en voorbereid met de nodige opfrissingswerken. In de overeenkomst zijn forfaitair ook het technisch beheer en energiekosten inbegrepen. Op de campus Schoonmeersen is een schikking getroffen met een aanpalende buur. De vzw Redemptoristen Vlaanderen dient een masterplan in bij de stedenbouwkundige diensten tot een ruimtelijke ontwikkeling op hun terrein. De bereikbaarheid van hun toekomstige project stelt een probleem. Een ruime mechanische toegang is noodzakelijk om het stedelijk plan aanvaardbaar te maken. Om dit te realiseren is een overgang op het terrein van de HoGent vereist. Er werd een overeenkomst opgemaakt die voor beide partijen gunstig uitvalt. De HoGent verleent een doorgangsrecht, met een ontvangen vergoeding voor het opstalrecht. Een deel terrein van de Redemptoristen wordt kosteloos aangeboden en de verbreding van de toegangsweg op het eigendom van de HoGent wordt ook door hen gerealiseerd.
7
Uitbreidingen en geschiktmakingen Het gebouw B op de campus Schoonmeersen is een van de oudste gebouwen op dit domein. Er wordt al enkele jaren aandacht besteed aan de interne renovaties. Deze worden over verschillende fases verdeeld omdat het gebouw permanent intens gebruikt wordt en een totale ontruiming uitgesloten is. De HoGent beschikt immers niet over een buffergebouw om de studentenpopulatie op te vangen bij globale renovaties. In 2012 is er aandacht geschonken aan de verlichtingsarmaturen in de vernieuwde verlaagde plafonds. Een tweede ingreep in voormeld gebouw B betreft een grondiger interne renovatie. Op een ruim deel van de gelijkvloerse verdieping wordt de voltallige dienst ICT heringericht volgens het principe van een dynamic office, met in totaal 32 werkposten. Tijdens de renovatiewerken wordt tezelfdertijd de serverinfrastructuur aangepast om de totale IT-communicatie van de HoGent te blijven garanderen. Aangezien de oppervlakte van het te renoveren gedeelte ruimer is dan noodzakelijk voor ICT, wordt van de gelegenheid gebruikgemaakt om de onderwijsoppervlakte te optimaliseren en een auditorium voor 108 studenten te concipiëren en in te richten. In functie van de integratie van de academisch gerichte niet-kunstenopleidingen in de UGent worden enkele voorbereidende reorganisaties doorgevoerd. Een intensere groepering van de geassocieerde faculteiten is nagestreefd. Op de campus Mercator wordt de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde toegevoegd samen met de aanwezige geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde. De academisch gerichte opleidingen met een technische focus blijven wel nog op de campus Schoonmeersen omwille van de aanwezigheid van laboratoria in gemeenschappelijk gebruik met de professioneel gerichte bachelors. Om puur organisatorische redenen en een duidelijke structurele reden worden de twee facultaire administraties gegroepeerd.
8
Studentenhuisvesting Nieuwe bijkomende studentenhuisvesting is om budgettaire reden niet in de meerjarenbegroting opgenomen. De bezorgdheid over voldoende betaalbare studentenkamers blijft bestaan. Het aandachtspunt om een samenwerking met de privésector te onderhouden en te onderhandelen is een actueel onderwerp.
9
Didactische uitrustingen Het huidige laboratoriummeubilair en de randapparatuur in het gebouw C, voor de opleiding scheikunde, is sterk verouderd en heeft zijn diensten gedurende dertig jaar bewezen. Een grondige vernieuwing dringt zich op om aan de huidige onderwijs- en onderzoeksnormen te voldoen, alsook aan de steeds strengere veiligheidsaspecten. Nieuwe labtafels en extractiegroepen voor de zuurkasten zijn ingericht in een groot gedeelte van de aanwezige labruimtes. Voor de opstart van het nieuwe academiejaar zijn enkele herschikkingen doorgevoerd met het oog op de integratie van de masters binnen de UGent. Enkele opleidingen zijn verhuisd van campus. Van die gelegenheid is gebruikgemaakt om tijdens de verlofperiode permanente vaste beamers in de leslokalen te plaatsen. De Zwarte Zaal in het gebouw Marissal op de campus Bijloke geniet een ruime belangstelling. De oorspronkelijke titel als polyvalente zaal wordt zeer ruim geïnterpreteerd en aangewend. Congressen, tentoonstellingen, voorstellingen, optredens, modeshows als andere evenementen vinden er plaats. Om het inhuren van mobiele uitrusting te beperken, is een vaste stalen structuur voor theatertechnieken aan het plafond bevestigd. Die structuur vergroot de flexibiliteit van het gebruik. Op een eenvoudige wijze kunnen er extra verlichting, technieken, gordijnen en onder andere mobiele wanden aangebracht worden. Door de verhuizing van opleidingen van de campus Mercator naar de campus Schoonmeersen ontstaat de noodzaak om een multimediaal taallaboratorium voor de vakgroep Talen in te richten. De uitvoering in het gebouw C is gepland tegen de start van de tweede semester 2013.
10 Facility management/facilitair beheer De huur van kopieerapparaten en de uitvoering van reprografische en aanverwante diensten is sinds lange tijd gegund aan Océ Belgium. De opmaak van het dossier voor een nieuwe aanbesteding wordt in de korte toekomst gepland, maar is heden nog niet up-to-date bijgewerkt. Om die reden wordt de cursusverkoop nog twee jaar in eigen beheer voortgezet en wordt het contract met Océ Belgium voor de huur van de kopieerapparaten en aanverwante diensten twee jaar verlengd. Gekoppeld aan de werking van de kopieerapparaten wordt een elektronisch betaalsysteem gelinkt. Hiervoor is een globaal contract afgesloten met de firma Xafax Belgium. De overeenkomst houdt de levering en het onderhoud in van nodige printsoftware, de configuratie van het betaalsysteem voor kopieën, printers en grootformaatprinters. Handig is dat daarbij ook de betaalsystemen voor de kassa’s in de studentenrestaurants aangesloten worden. Op de campus Vesalius wordt een onderscheid gemaakt tussen het onderwijsgedeelte en de home. Beide bevinden zich in eenzelfde gebouw maar qua infrastructuur en uitrusting komen andere aandachtspunten naar voren. De data- en telefoniebekabeling in het onderwijsgedeelte is verouderd en niet gestructureerd. De nieuw aangelegde en gestructureerde bekabeling zorgt ervoor dat in alle lokalen een vlotte internetverbinding tot stand komt. Aan de School of Arts wordt een delegatie verleend om de ruimtes waar artistieke producties plaatshebben autonoom te beheren. De opbrengst wordt aan de faculteit gegenereerd. Bij het gebruik door externen wordt 10 % van de vergoeding toegewezen aan de directie Gebouwen en Facilitair Beheer, als overhead voor de energiekost. Met de cultuur- en kunstensector is op de Bijlokesite een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de HoGent. De geografische cluster van cultuurhuizen en het kunstenonderwijs op eenzelfde site, samen
met de organisatie van haar activiteiten, is bevorderlijk voor zowel de School of Arts als het cultuurbeleid van de stad Gent in haar geheel. Op de bouwcommissie is diverse malen het parkeerbeleid aangehaald. Uit het advies wordt afgeleid om niet meer dan noodzakelijk gereserveerde plaatsen voor te behouden om leegstand te vermijden. Nu en in de toekomst wordt er steeds meer overgaan tot het plaatsen van slagbomen die aangesloten zijn op het gecontroleerdetoegangssysteem Salto, dat gebaseerd is op de personeels- en/of studentenbadge Mifare. Alle studenten worden zoals in het verleden permanent blijvend bovengronds toegelaten op de parking Schoonmeersen.
11 Groot onderhoud / energiebesparing Investeringen in installaties die energiebesparingen opleveren blijven de aandacht houden binnen de directie Gebouwen en Facilitair Beheer. Er wordt vooral gefocust op de vervanging van de grote oude stookinstallaties, die nog wel functioneren, maar energieverslindend zijn. De investeringskost voor de vervanging blijft enerzijds groot, maar anderzijds moet de investering op langere termijn gezien worden en is er een terugverdieneffect op het mindere verbruik. Bijkomend wordt ook de installatie gestuurd via programmeerbare software, zodat die regeling mede in een besparend effect resulteert. De renovatie van de stookketels en de technische uitrusting van de stookplaats van het gebouw P op de campus Schoonmeersen is daarvan het voornaamste project. De renovatie van de middenspanningscabine op de campus Schoonmeersen is een tweede ruim project op het vlak van energievoorziening. Deze vernieuwing houdt de vervanging van een dertig jaar oude installatie in, een aansluiting met de openbaarnetwerkbeheerder, de elektriciteitsverdeling naar de andere gebouwen van de campus, de beveiliging van de transformatoren en voornamelijk ook de mogelijkheid om de voorzieningen in duurzame energie te implementeren. Een voorbeeld van een duurzame energie-investering is de plaatsing van een zonne-installatie, een kleine gasketel en een boiler voor de productie van sanitair water voor de sporthal. Het grote verbruik van warm water in de douches wordt daarbij aangeleverd door bijna gratis energie. Vooral tijdens de zomermaanden wordt de grote verwarmingsinstallatie stilgelegd. Maar ook tijdens de tussenseizoenen levert de zonne-energie een basisproductie aan sanitair warm water aan.
12 Veiligheid In het kader van de uitbating van publieke ruimten op de campus Bijloke wordt in de gebouwen Pauli, Cloquet en Marissal op advies van de brandweer een branddetectie geplaatst. Dat de detectoren geplaatst worden volgens de geldende normen is logisch, maar de extra voorzieningen garanderen meteen ook een functioneler beheer. De koppeling aan een visualisatiesoftware en de aansluiting van safecontacten voor deuren met toegangscontrole zijn daarvan de voornaamste extra’s. Het verwijderen van asbest in de gebouwen van de HoGent is een veiligheidsactiviteit die regelmatig nodig is. De ingrepen worden uitgevoerd zodra er gevaar voor de volksgezondheid is. In de kelderruimtes van het gebouw Ledeganck is asbesthoudende isolatie rond de verwarmingsleidingen verwijderd.
13 Raamcontracten Voor regelmatig onderhoud en regelmatige leveringen zijn raamcontracten een handige formule. Deze contractvorm vermijdt dat er telkens nieuwe overheidsopdrachten voor hetzelfde onderwerp moeten worden uitgeschreven. Dit jaar zijn er raamcontracten afgesloten voor de installatie van datapunten en stopcontacten, de levering van bureaubenodigdheden, schilderwerken op afroep en schoonmaak van ramen en deuren.
Jaarverslag HoGent
Integrale kwaliteitszorg
1
Integrale kwaliteitszorg De Hogeschool Gent hecht veel belang aan de principes van integrale kwaliteitszorg. Elke organisatieentiteit van de Hogeschool Gent besteedt er bijzondere aandacht aan. De weerslag hiervan staat telkens vermeld onder het hoofdstuk waarop die kwaliteitszorg betrekking heeft. Daarnaast besteedt de Hogeschool Gent als instelling ook bijzondere aandacht aan integrale kwaliteitszorg. Het academiejaar 2011-2012 werd gekenmerkt door het vormgeven van een systeem van integrale kwaliteitszorg. Dit in navolging van de reorganisatie van de Hogeschool Gent van dertien departementen in acht faculteiten. Middels deze reorganisatie streeft de Hogeschool Gent naar de implementatie van een veralgemeend systeem van integrale kwaliteitszorg, dat borg staat voor de controle, aansturing, bijsturing en optimalisatie van de processen. Het uittekenen van een systeem van integrale kwaliteitszorg was tijdens het academiejaar 2011-2012 het aandachtspunt bij uitstek van het nieuwe kwaliteitszorgkader van de Hogeschool Gent, dat op 2 september 2011 door het bestuurscollege werd beslist. De Kwaliteitsraad, de facultaire diensten Integrale Kwaliteitszorg en Onderwijsontwikkeling en de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning gaven samen vorm aan het projectplan ter implementatie van een systeem van integrale kwaliteitszorg. In de periode november 2011 – maart 2012 werd het projectplan opgemaakt in de schoot van het tweewekelijks gecoördineerde overleg van de facultaire diensthoofden Integrale Kwaliteitszorg en Onderwijsontwikkeling, onder voorzitterschap van het diensthoofd Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning. Tijdens de opeenvolgende vergaderingen van de Kwaliteitsraad in dezelfde periode werden de vorderingen van het projectplan uitvoerig besproken en bijgesteld waar nodig (30 november 2011, 23 december 2011 en 1 maart 2012). In de finale reviewfase werd een beroep gedaan op de expertise van dr. Sebastian Desmidt, docent strategic management van de geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde. Op 1 maart 2012 adviseerde de Kwaliteitsraad van de Hogeschool Gent positief over het projectplan. Op 4 mei 2012 werd het projectplan op het bestuurscollege besproken en op 23 mei 2012 keurde de raad van bestuur het projectplan goed. Daarmee was TQM Focus 2012, een hogeschoolbreed project ter implementatie van een systeem van integrale kwaliteitszorg, een feit. TQM als afkorting staat voor total quality management of integrale kwaliteitszorg. Het projectplan is breed opgevat. Het start met de beschrijving van de genese van het project (de ambitie van de Hogeschool Gent om een systeem van integrale kwaliteitszorg te implementeren) en de decretale aftoetsing ervan. Vervolgens zoomt het in op het nieuw accreditatiestelsel en de instellingsreview om vervolgens dieper in te gaan op de fundamenten van het kwaliteitszorgsysteem van de Hogeschool Gent: de integrale visie op kwaliteitszorg, EFQM als kwaliteitszorgmodel en de PDCA-cirkel als kwaliteitszorginstrument. Het merendeel van het plan wordt gevormd door het overzicht van de kwaliteitszorginstrumenten die de Hogeschool Gent reeds ter beschikking heeft, verder moet verfijnen of nieuw moet ontwikkelen om effectief een systeem van integrale kwaliteitszorg te kunnen realiseren. Het plan maakt een onderscheid tussen algemene instrumenten, structuurinstrumenten en cultuurinstrumenten. Het doel van het voorgestelde instrumentarium is (a) het stimuleren van de efficiëntie en de effectiviteit van de organisatiecultuur en de organisatiestructuur van de Hogeschool Gent en (b) het bestuur middels geregelde managementrapportering te informeren over de mate van realisatie van de kerntaken onderwijs, onderzoek en dienstverlening, zodat er - indien nodig - kan worden bijgestuurd. Centraal binnen het systeem van integrale kwaliteitszorg van de Hogeschool Gent komen de K-indices te staan, indicatorenfiches die zich op twee niveaus situeren: op opleidingsniveau en op instellingsniveau. Aan de hand van de twee K-indices verwerven de opleidingen, de faculteiten en het instellingsbestuur inzicht in en controle over de verschillende dimensies die samen de kwaliteit van een opleiding bepalen, alsook de prestaties van de instelling. De K-indices moeten operationeel zijn tegen eind december 2013. Als denktank, overlegplatform en adviesorgaan met betrekking tot de processen die de instelling opzet om te garanderen dat ze haar kerntaken onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening op een kwaliteitsvolle manier kan uitvoeren, heeft de Kwaliteitsraad zich tijdens het academiejaar 2011-2012 verder nog gebogen over de ontwikkeling van de onderzoeksmodule in het curriculumscreeningsinstru-
ment (19 april 2012 en 1 juni 2012) en de opmaak van criteria ter aftoetsing van partnerschappen met buitenlandse onderwijsinstellingen (1 juni 2012). Dit laatste dossier is gekoppeld aan de K-index op opleidingsniveau en zal eveneens operationeel zijn tegen eind 2013.
2
Interne preventie, milieu en welzijn De dienst Interne Preventie, Milieu en Welzijn ondersteunt in eerste instantie het hogeschoolbestuur, de leidinggevenden en alle personeelsleden bij de uitbouw van een preventiebeleid en de ontwikkeling van een milieuzorgsysteem. Hierbij baseert de dienst zich hoofdzakelijk op de vigerende welzijns- en milieuwetgeving. Voorstellen formuleren en preventief advies geven in samenwerking met de externe preventiedienst, de veiligheidscoördinator en externe deskundigen is een van de voornaamste taken. De dienst staat in voor alle administratieve verplichtingen die door de overheid opgelegd worden en valt onder de bevoegdheid van de Federale Overheid Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid. Om een optimale werking te kunnen garanderen, worden vanuit de centrale dienst Interne Preventie, Milieu en Welzijn coördinatoren preventie en milieu aangesteld. De coördinator preventie en milieu neemt een onafhankelijke positie in tegenover de decaan. De coördinator preventie en milieu is het ankerpunt van de centrale dienst Interne preventie, Milieu en Welzijn en maakt formeel deel uit van deze dienst. De coördinator ondersteunt de faculteiten bij de integratie van zorgsystemen zowel in het onderwijs- als in het onderzoeksgebeuren en bij de implementatie van de verleende adviezen, zowel door de centrale dienst Interne Preventie, Milieu en Welzijn als door het Overlegcomité voor Preventie en Bescherming op het Werk. De adviezen betreffen het naleven van alle wettelijke bepalingen die fundamenteel zijn bij de organisatie van onderwijs, onderzoek en dienstverlening. De decaan blijft als leidinggevende evenwel verantwoordelijk voor de naleving van de adviezen van de centrale Interne Preventie, Milieu en Welzijn en het Overlegcomité voor Preventie en Bescherming op het Werk. Heden zijn er alleen coördinatoren preventie en milieu aangesteld voor de faculteiten Mens en Welzijn en Natuur en Techniek. Het implementeren van welzijn is gebaseerd op het dynamisch risicobeheersingsysteem. Aan de hand van risicoanalyses en –evaluaties worden nieuwe risico’s opgenomen in een globaal preventieplan dat steeds actueel gehouden wordt. Jaarlijks worden er prioriteiten vastgelegd in een actieplan. Er wordt hierbij aandacht besteed aan alle domeinen van de welzijnswetgeving: veiligheid, gezondheid, hygiëne, ergonomie en de psychosociale aspecten. Personeelsleden, die tijdens hun onderwijs- of onderzoeksopdracht blootgesteld worden aan gezondheidsrisico’s, worden door de arbeidsgeneesheer-preventieadviseur van de externe preventiedienst onderworpen aan een periodieke gezondheidsbeoordeling. Studenten-stagiairs die op hun beurt blootgesteld worden aan een gezondheidsrisico tijdens de uitvoering van hun stage worden onderworpen aan een voorafgaande gezondheidsbeoordeling. Het overlegcomité voor preventie en bescherming op het werk, samengesteld uit personeels- en bestuursafgevaardigden, draagt op een actieve manier bij tot het welzijnsbeleid. Maandelijks wordt er overleg gepleegd en worden er concrete adviezen geformuleerd bij de algemene beleidsinstrumenten met een impact op het welzijn van personeel en studenten. Het overlegcomité wordt ook geïnformeerd over milieuaspecten. Bij de realisatie van bouwprojecten wordt nauw samengewerkt met de externe veiligheidscoördinator die op zijn beurt toeziet op het naleven van de regelgeving die van toepassing is op tijdelijke en mobiele werkplaatsen. Op het vlak van milieu worden in eerste instantie milieu- en exploitatietoestanden van gebouwen op regelmatige tijdstippen geregulariseerd en geactualiseerd. Naast de wettelijke verplichtingen wordt gewerkt aan een milieuzorgsysteem. De dienst coördineert heel wat initiatieven rond afvalbeheer, energiebeheer, duurzaam papiergebruik, afvalwaterproblematiek en tracht milieuvriendelijke methodieken en producten in te voeren. Waar mogelijk wordt advies verleend om de energieprestaties in de bestaande gebouwen te verbeteren. Ook bij nieuwbouwprojecten is het geven van advies in het kader van rationeel energiebeheer een vooropgestelde doelstelling.
De dienst hecht veel belang aan een goede communicatie van de geformuleerde adviezen naar alle betrokken geledingen via verschillende communicatiekanalen. Naast het bestuur worden alle leidinggevenden, onder wie de decanen, maandelijks elektronisch geïnformeerd. Rechtstreekse communicatie naar onderwijzend personeel, onderzoekers, vakgroepvoorzitters en opleidingscoördinatoren wordt verzorgd middels vergaderingen, plaatsbezoeken en interne opleidingen. Actuele informatie, richtlijnen, interne procedures en geplande opleidingen worden op de webpagina van de dienst ter beschikking gesteld en kunnen door alle personeelsleden geraadpleegd worden. Er wordt in eerste instantie getracht om personeelsleden te motiveren en tot bewust gedrag te stimuleren. Finaal worden deze aangeleerde attitudes rond welzijn, preventie en milieuzorg geïntegreerd in de curricula van onze studenten. In overleg met de dienst Integrale Kwaliteitszorg, Onderwijsontwikkeling en eLearning werd gestart met het opstellen van een kwaliteitsindicator (K-index) op opleidingsniveau. In samenwerking met de juridische adviseur werden twee overeenkomsten tussen de HoGent en de UGent voorbereid betreffende de naleving van de welzijnswetgeving en de milieuwetgeving. Beide overeenkomsten bepalen hoe de partners de regelgeving in de praktijk wensen te implementeren vanaf het academiejaar 2013–2014. De UGent wordt dan beschouwd als een externe partner die onderwijs en onderzoek organiseert op de verschillende vestigingsplaatsen van de HoGent. De dienst Interne Preventie Milieu en Welzijn werkt binnen zijn werking samen met de verschillende bevoegde overheidsdiensten. Het diensthoofd is lid van de ‘Vlaamse Milieucoördinatoren’ (VMC) en is medebestuurslid van de beroepsvereniging van preventieadviseurs (PreBes).
3
Veiligheid en gezondheid Hieronder staan de verschillende actiepunten die in de loop van 2012 werden ondernomen op het vlak van veiligheid en gezondheid.
In het kader van interne noodplanning werden specifieke instructiekaarten opgemaakt die alle noodzakelijke informatie bevatten ten behoeve van de onthaalmedewerkers. Deze instructiekaarten zijn onmiddellijk te raadplegen wanneer zich een calamiteit voordoet.
In alle gebouwen werden evacuatieoefeningen georganiseerd. Per gebouw wordt een interventieteam opgericht en opgeleid om een snelle evacuatie mogelijk te maken.
In alle gebouwen werden de brandbestrijdingsmiddelen systematisch gecontroleerd en waar nodig vernieuwd.
Evacuatieplannen van gebouw C, campus Schoonmeersen werden geactualiseerd.
Er werden evacuatieplannen opgemaakt voor gebouw P en gebouw C van de campus Schoonmeersen.
Samen met de Brandweer Gent werd gestart met het opmaken van interventiedossiers per gebouw. Er werd gestart met gebouw P van de campus Schoonmeersen.
In verschillende gebouwen werd de veiligheidssignalering geoptimaliseerd.
Er werden specifieke adviezen geformuleerd bij de herinrichting van laboratoria. In het bijzonder werd aandacht besteed bij de opmaak van de plannen voor de renovatie van verschillende laboratoria in gebouw C, campus Schoonmeersen.
Er werden machines en arbeidsmiddelen in dienst gesteld.
Er werden acties ondernomen om risicoanalyses van machines en arbeidsmiddelen in ateliers en laboratoria onder de aandacht te krijgen. Er werd specifiek een risicoanalyse opgestart in het atelier mode van de faculteit School of Arts na een ongeval met een student.
In aanwezigheid van een afvaardiging van het overlegcomité Preventie en Bescherming op het werk werden in alle gebouwen uitgebreide werkplaatsbezoeken georganiseerd.
4
Een werkgroep “Veiligheid en Milieu in laboratoria komt periodiek samen en overkoepelt de faculteiten Natuur en Techniek, Mens en Welzijn en de geassocieerde faculteiten Toegepaste Ingenieurswetenschappen en Bio-ingenieurwetenschappen.
Na een interne audit in samenwerking met de dienst Interne Audit die plaats vond in verschillende laboratoria, werkplaatsen en ateliers werd op aanbeveling gestart met de opmaak van een geactualiseerd algemeen laboratorium-, werkplaats-, en atelierreglement waarin de codes van goede praktijk worden opgenomen.
Er werden verschillende interne opleidingen georganiseerd voor personeelsleden zoals brandpreventie en –bestrijding, eerste hulp, werken aan elektriciteitsinstallaties.
Er werd meegewerkt aan de organisatie van de algemene onthaaldag voor nieuwe personeelsleden.
Er werden voor het eerst centrale verkoopdagen georganiseerd van persoonlijke beschermingsmiddelen voor alle eerste jaarstudenten. Deze succesvolle actie maakte deel uit van een gerichte campagne om studenten te sensibiliseren voor veiligheid en gezondheid
Na de sensibiliseringscampagne voor het onderhouds- en technisch personeel met aandacht voor het verplicht dragen van veiligheidsschoenen wordt permanent aandacht besteed aan nazorg. Ondanks het organiseren van pasdagen in samenwerking met de leverancier van persoonlijk beschermingsmiddelen worden individuele personeelsleden met klachten in overleg met de preventieadviseur- arbeidsgeneesheer verder opgevolgd om een maximaal comfort te kunnen garanderen.
Naast het dragen van veiligheidsschoenen wordt uiteraard aandacht besteed aan het dragen van de andere persoonlijke beschermingsmiddelen waar nodig. Dit blijkt uit een voorafgaandelijke risicoanalyse.
Er werd een beperkte offerteaanvraag uitgeschreven voor het organiseren van veiligheidscoördinatie bij het ontwerp en verwezenlijking voor bouw en verbouwingswerken in alle vestigingsplaatsen.
Milieu
Hieronder staan de verschillende actiepunten die in de loop van 2012 werden ondernomen op het vlak van milieu.
Er werd een milieuvergunningsaanvraag Klasse 2 ingediend voor de campus Ledeganck.
Er werd een milieuvergunning Klasse 1 verkregen voor de site proefhoeve Bottelare. De oorspronkelijke vergunning werd geactualiseerd. Deze actualisatie was noodzakelijk om alle geïnventariseerde bioveiligheidsactiviteiten te regulariseren. Naast het uitvoeren van bouwtechnische aanpassingen in laboratoria werden ook organisatorische maatregelen getroffen. Er werd een bioveiligheidscomité opgericht. Algemene procedures en richtlijnen werden uitgeschreven en dienen als leidraad voor de respectievelijke verantwoordelijken.
Er heeft een inspectie plaats gevonden van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid-Toezicht Volksgezondheid. In december 2012 auditeerde het Agentschap een aantal laboratoria op de campus Schoonmeersen gebouw C en op de site proefhoeve Bottelare. De audit werd begeleid door de die dienst Bioveiligheid en Biotechnologie (Belgian Biosafe SBB). Concreet werden alle activiteiten bezocht die vergund en toegelaten zijn onder rubriek 51 van Vlarem I. Het globale besluit van de audit van het Agentschap is over het geheel genomen zeer positief. In beide bioveiligheidscomités worden de aandachts- en verbeterpunten in overleg besproken.
De volgende milieuvergunningsaanvragen zijn in voorbereiding: renovatieproject van de Wijnaert, renovatie- en uitbreidingsproject van de sporthal, renovatie- en uitbreidingsproject van de campus Vesalius, de nieuwbouw voor de faculteit Mens en Welzijn op campus Schoonmeersen, gebouw A op de campus Schoonmeersen.
5
Gesprekken werden verder gezet met de vergunnende overheid om gezamenlijk te zoeken naar oplossingen voor de bestaande milieuvergunningproblematiek van gebouw A, campus Schoonmeersen. Er werden op vraag van de Vlaamse Milieumaatschappij wateranalyses uitgevoerd op het bedrijfsafvalwater van het atelier textielveredeling
Het afvalbeleid van milieugevaarlijke stoffen in laboratoria en ateliers wordt verder geoptimaliseerd. Er werd een nieuwe offerteaanvraag uitgeschreven voor het aanduiden van een door de overheid erkende firma voor de selectieve inzameling van gevaarlijk afval.
Personeelszorg Het steunpunt Personeelszorg staat in voor de personeelszorg en is actief op zowel een beleidsmatig als individueel niveau. Op beleidsmatig niveau is het steunpunt Personeelszorg mee verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een proactief welzijnsbeleid. Dit vertaalt zich in concrete adviezen en/of acties op het vlak van gezondheid en algemeen welzijn op de werkvloer en het opnemen van een signaalfunctie van problemen naar het bestuur. Het steunpunt Personeelszorg: draagt het voorzitterschap van de werkgroep ‘Gezond Bezig!’, die gezondheidsbevorderende acties promoot in het kader van het preventief gezondheidsbeleid; coördineert het diversiteitsbeleid voor het personeel, is aanspreekpunt intern/extern en voorzitter van de werkgroep diversiteit; volgt het alcohol- en drugsbeleid op; bundelt de sociale voordelen voor het personeel op de intranetpagina; adviseert en ondersteunt de werkgroep Welzijn. Op individueel niveau biedt het steunpunt Personeelszorg ondersteuning aan personeelsleden met vragen en/of problemen. Deze problemen situeren zich op psychosociaal, administratief, financieel of persoonlijk vlak. Aan de hand van persoonlijke gesprekken en/of bemiddeling wordt geprobeerd tot een efficiënte probleemoplossing te komen. In kader van de pestwet vervult het steunpunt Personeelszorg de rol van vertrouwenspersoon en is het een aanspreekpunt voor de desbetreffende sociaal-juridische procedures.
5.1 Het preventief gezondheidsbeleid De HoGent kiest ervoor een preventief gezondheidsbeleid te voeren en zet in op sensibiliseringscampagnes en -acties die bijdragen tot de bevordering van gezondheid en algemeen welzijn van haar personeelsleden. Gezondheid en welzijn zijn geen doel op zich, maar creëren wel mogelijkheden voor medewerkers om zich te ontplooien en de kwaliteit van het professioneel functioneren te verhogen. De initiatieven zijn opgebouwd rond drie pijlers, met name bewegen (1), evenwichtige voeding en gezonde levensstijl (2) en geestelijke gezondheid (3). In bijlage 8 vindt u een samenstelling van de verschillende werkgroepen. 5.1.1 Bewegen (sinds 2009) Het sportaanbod voor het personeel werd uitgebreid en onder de aandacht gebracht. Een uitloper hiervan was het project 'het tienduizendstappenplan' (2011 - 2012) in samenwerking met Lokaal Gezondheidsoverleg (vzw Logo Gezond +). Er werden talrijke ludieke acties gevoerd om personeelsleden aan te moedigen gedurende een maand dagelijks tienduizend stappen of meer te zetten. Het initiatief was een groot succes: meer dan de helft van de personeelsleden nam deel en uitte zijn tevredenheid. 5.1.2 Evenwichtige voeding en gezonde levensstijl (sinds 2012) De drijvende kracht achter deze pijler is de werkgroep Gezond Bezig! Daarnaast werden er gezondheidsambassadeurs aangesteld. Via sensibiliseringscampagnes wordt het personeel aangemoedigd om gezonde keuzes te maken op vlak van eetgewoontes. Zo wordt er maandelijks in de nieuwsbrief van de HoGent een voedingsthema toegelicht en wordt er in de diverse restaurants van de HoGent evenwichtige
en gevarieerde voeding aangeboden. Verder worden gezonde versnaperingen en niet-alcoholische dranken gepromoot op recepties en evenementen, zoals sportdagen en vormingen. 5.1.3 Geestelijke gezondheid Het preventief gezondheidsbeleid wordt gefaseerd geïmplementeerd en de sensibiliseringscampagnes en de acties betreffende de geestelijke gezondheid of het fit voelen in je hoofd zijn gepland voor het najaar van 2013.
5.2 Het alcohol- en drugsbeleid Verslavingsproblemen zijn bespreekbaar binnen de HoGent. Het alcohol- en drugsbeleid behelst een visie en methodiek betreffende het omgaan met deze problematiek. Zowel leidinggevenden als medewerkers kunnen een beroep doen op het steunpunt Personeelszorg met de vraag voor ondersteuning.
Jaarverslag HoGent
Repertorium van acroniemen
ATP
Administratief en Technisch Personeel AUGent Associatie Universiteit Gent BOF Bijzonder Onderzoeksfonds CBED Contractuele Bedienden CO Collectieve Onderzoeksprojecten CPLOL Comité Permanent de Liaison des Orthophonistes-logopèdes de l’Union Européenne DIETS Dietitians improving training standards in higher education EAIE European Association for International Educators EFRO Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling ELO Elektronische Leeromgeving EPOS Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking (Vlaams LLPagentschap) ESF Europees Sociaal Fonds EU Europese Unie EVC Eerder Verworven Competenties EWI Economie, Wetenschap en Innovatie FBO Faculteit Bedrijf en Organisatie FMW Faculteit Mens en Welzijn FNT Faculteit Natuur en Techniek FWO Fonds Wetenschappelijk Onderzoek GentBC Gent Big in Creativity GHB Geassocieerde faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde GTB Geassocieerde faculteit Toegepaste Bio-ingenieurswetenschappen GTI Geassocieerde faculteit Toegepaste Ingenieurswetenschappen GTT Geassocieerde faculteit Toegepaste Taalkunde HGSR Hogeschool Gent Studentenraad HOC Hogeschoolonderhandelingscomité IBBT Interdisciplinair Instituut voor Breedbandtechnologie IIC Innovatie- en Incubatiecentrum IMEC Interuniversitair Microelektronicacentrum IWETO Inventaris Wetenschappelijk en Technologisch Onderzoek Vlaanderen IWT Innovatie door Wetenschap en Technologie LED Laagdrempelige Expertise- en Dienstverleningscentra LLP Lifelong Learning Programme MVD Meester-, Vak- en Dienstpersoneel NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie OHP Opvoedend Hulppersoneel OP Onderwijzend Personeel PV Preparatory Visit
PWO
Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek SBO Strategisch Basisonderwijs SBP Small Business Project SCH School of arts KASKKoninklijk Conservatorium SERV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen SOVOREG Sociale Voorzieningen Regio Gent STEVIN Spraak- en Taaltechnologische Essentiële Voorzieningen In het Nederlands TD Technologische Dienstverlening TETRA-fonds Programma ter bevordering van technologietransfer door instellingen voor hoger onderwijs TIS Thematische Innovatiestimulering UGENT Universiteit Gent UNIZO Unie van Zelfstandige Ondernemers VIB Vlaams Instituut voor Biotechnologie VIS Vlaamse Innovatiesamenwerkingsverbanden VLAJO Vlaamse Jonge Ondernemingen VLHORA Vlaamse Hogescholenraad VLIR-UOS Vlaamse Interuniversitaire Raad – University Development Cooperation VTE Voltijdse Equivalenten