Jaarverslag 2007
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -1-
Geachte Lezer Een volgend jaarverslag … Net één jaar geleden hielden we in Lovenjoel onze ex-gastendag. Onder een heerlijke zon konden we meisjes, inmiddels volwassen vrouwen, soms zelf moeder ontmoeten. Het 25 jarige bestaan van de Wissel, dat we in 2007 vierden, heeft heel wat beweging teweeggebracht. Naast deze ex-gastendag was er immers het onderzoek “de Wissel-Werking” verbeteren. Samen met het HIVA (hoger instituut van de arbeid, KULeuven), uitgevoerd voor het grootste gedeelte door drie meisjes in begeleiding in de Wissel werden meisjes van de laatste vijftien jaar opgezocht. Eén vraag was centraal: hoe kan de Wissel-Werking verbeteren. Vanzelfsprekend was het fijn nieuws te hebben over onze meisjes: betrokken nieuwsgierigheid is ook ons niet vreemd. Natuurlijk was het aangenaam om te horen hoe zij spreken over hun begeleidingsperiode in de Wissel. Onze bedoeling met het onderzoek was echter niet bevestiging te zoeken in het verleden, doch naar voren te kijken en te luisteren: wat kan er beter? In die zin is een dergelijk onderzoek slechts een beginpunt voor een verbetertraject nadien. Het jaarverslag 2008 zal laten zien dat we daar werk van gemaakt hebben. Als er iets is dat de Wissel mag typeren is het de permanente zelfbevraging, waaruit het steeds bewegen, veranderen, zoeken. Voor wie het mooie artikel in de Morgen nog niet las, met een getuigenis van onze meisjesinterviewsters, voegen we dit verslag nogmaals toe. Het proces zelf van het onderzoek, peerresearch of onderzoek door de doelgroep, was immers een tweede belangrijk resultaat. Wetenschappelijk leverde het heel wat ervaring op. Het was een bewuste keuze ook hier uit te gaan van de kracht van onze dames. Eerlijk? We zijn zelf ook verrast over de wijze waarop zij dit aanpakten, hoe ze groeiden. Tijdens de academische zitting, in aanwezigheid van Minister Vervotte, ontvingen zij een attest als peeronderzoeksters. Is het dit onderzoek dat aanleiding gaf tot andere? In dit jaarverslag vindt u nog verslagen, m.n. een verslag over Rizsas, ons alternatief dagcentrum in Betekom en LiNK, het samenwerkingsverband met de Geestelijke Gezondheidszorg. Een verslag van twee regionale projecten, waar de Wissel projectleider voor is. Deze projecten, initieel opgestart uit onze werking, hebben vandaag een grote reikwijdte buiten de Wissel, buiten het Leuvense, over sectoren heen. Het beangstigt ons soms welke betekenis ze gekregen hebben over een korte periode omdat dit ook verwachtingen oproept die met de zeer beperkte financiering ervan nooit kunnen ingelost worden. In dit verslag vatten we enkele thema’s samen uit de verslagen. Het is de bedoeling dat de lezer zin krijgt om meer te weten en dan de uitgebreidere verslagen bij ons opvraagt: het onderzoeksrapport ‘de Wisselwerking verbeteren’, de jaarverslagen ‘Rizsas’ en ‘Link’, die een verslag geven over de activiteit van de projecten tijdens het schooljaar 2007-2008. Een deel van de beschikbare uren wordt aldus in projecten buiten de Wissel geïnvesteerd. Dit kan alleen als je als organisatie in je basiswerk kan rekenen op een professionele geëngageerde ploeg, die de fundamenten van de werking dag in, dag uit bewaakt. We ervaren dat er oplossingen voor bepaalde domeinen liggen in een samenwerken met anderen en zijn overtuigd dat er in die zin een goede return is naar de Wissel toe: specifiek als het gaat om verderzetten van trajecten met jongeren die al veel breuken ondervonden in de hulpverlening, is samenwerking de keuze. Samenwerking met gemeenschapsvoorziening en psychiatrie, samenwerking met andere voorzieningen, samenwerking met vrijwilligers. We vinden hier een draagvlak voor bij andere voorzieningen en binnen andere sectoren. Er is in die zin veel in beweging. De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -2-
We danken de provincie Vlaams Brabant om financiële incentives en logistieke ondersteuning bij deze projecten. We geloven niet dat de creatie van supplementaire gesloten of psychiatrische residentiële de enige zaligmakende oplossing is. In samenwerking tussen elkaar ligt, waarbij complementariteit vooropstaat en respect voor ieders inbreng, zijn onze jongeren het meest gebaat. Laat ons dit jaar afsluiten met een naïef gezegde dat zeker in samenwerkingsverbanden haar waarheid kent: “wie geeft, krijgt meer”. Leuven, juni 2007 Luc Deneffe, directeur Rony Timmermans, voorzitter Raad van Bestuur
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -3-
Colofon GEGEVENS van DE WISSEL Uitgebreid : De Wissel V.Z.W. Tervuursevest 110 3000 Leuven Telefoonnummer : 016 28 49 44 (4 lijnen) Faxnummer : 016 / 28 49 43 Web : www.wissel.be E-mail : - algemeen :
[email protected] - directeur, pedagogische coördinator, contextbegeleiders, team- en trajectbegeleider, personeel- en financiële administratie :
[email protected] FINANCIERING De Wissel wordt gefinancierd door het Agentschap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap. PROJECTFINANCIERING Maken mogelijk de begeleidingsmiddelen in de breedte en diepte structureel te vervolledigen - Projecten Trainingscentrum, GKRB, Ervaringsleren : gefinancierd door het agentschap Jongerenwelzijn van de Vlaamse Gemeenschap - Fonds “de goede start” van de Lions Club Erasmus Leuven - De Provincie Vlaams Brabant(www.vlaamsbrabant.be) voor de ondersteuning van de samenwerkingsverbanden in de provincie : TOOL, Crisisontheeming, Rizsas (www.rizsas.be), Netwerk Leerrecht, LiNK SPONSOREN VAN DE WISSEL - De trouwe “meters” en “peters” die steeds opnieuw door een jaarlijkse gift hun steun en vertrouwen toezeggen. In het bijzonder zij die de Wissel lieten delen in hun feestvreugde door de rekeningnummer van de Wissel aan hun genodigden door te geven en dit als hun cadeau beschouwden. - De Lotto voor bijdrage in de financiering van het onderzoek. - De sponsoren D en J voor onze citytrip elk jaar - Marc en Eveline Fluxys voor de nieuwe zetels in de living Pioneer europe, voor een muziekinstallatie Danone children’s day Zarza voor de actie tijdens “de week van de smaak” Rotary Rotselaar voor kopie/printmachine Fortis Foundation voor de financiering van onze Wisbus (busje) De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -4-
VRIJWILLIGERS Met dank voor het engagement van de vrijwilligers o de tuinclub in Rizsas o de internationale vrijwilligers in Rizsas, Ana Sofia en Francesca o Mark, die heel wat ritten naar Rizsas op zich nam o de steungezinnen o de anderen WERKTEN MEE AAN DIT JAARVERSLAG -
De Wissel
Luc Deneffe, directeur Remi Stegen, pedagogische coördinator en Marie-Helène Dupont, stagiaire HIVA, Prof. T. Van Regenmortel, Katrien Steenssens Koen Elsen, teamcoördinator Rizsas Alle begeleiders en meisjes die de onderwerpen van dit verslag inhoud gaven.
JAARVERSLAG 2007 -5-
1. Inhoudsopgave
Geachte lezer ... Colofon 1. Inhoudsopgave 2. Jaarverslag 2007; een onderzoek komt nooit alleen … - Rizsas : vijf jaar oud - visie - wie zijn de gasten van Rizsas - samen met en dank zij vrijwilligers - na vijf jaren ? - Linken tussen Bijzondere Jeugdzorg en Geestelijke Gezondheidszorg - drie projecten LiNK - uitgebreide doelstellingen - 31 casussen aangemeld bij LiNK - moet het nog gezegd ? - Tonderzoek : ‘de Wisselwerking verbeteren’ - de publicatie : het voorwoord en ter uitleiding - bracht het onderzoek wat vooropgesteld werd ? 3. Cijfermateriaal 4. Medewerkers in 2007
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -6-
2. Een onderzoek komt nooit alleen 2.1. Rizsas: 5 jaar oud. Een grondig verslag.
Rizsas is vijf jaar in 2008. Bij die gelegenheid wordt over de werking van Rizsas een uitgebreid verslag gepubliceerd. Informatie en …alweer onderzoek. Uit dit verslag halen we enkele topics. We hopen dat deze u smaak doen krijgen om het volledige verslag door te nemen. 2.1.1. Visie De gehanteerde uitgangsvisie in Rizsas is van bij het ontstaan steeds dezelfde gebleven en is gebaseerd op de zogenaamde “Institutionele pedagogie”. Een pedagogie gericht op het indirect prikkelen van de -vaak onder apathie verborgen- verlangens van de cliënt. Het is een visie die ruim genoeg is om de grenzen van de hulpverlening te overschrijden en op iedereen in onze maatschappij toepasbaar kan zijn, iedereen die zijn persoonlijkheid wil zien groeien en de ontdekkingstocht met het eigen verlangen wil ondernemen. De werking wordt jaarlijks bijgestuurd maar de basisvisie blijft -zij het verder uitgediept- dezelfde. We zien de mens als een geheel van invloeden waarvan zijn huidig gedrag het resultaat is. Deze invloeden, gaande van genetische bepaaldheid tot invloed van een bepaald muziekgenre, zijn van zulke complexiteit en veelheid dat we onmogelijk kunnen bepalen welke precies oorzaak zijn van een bepaald deviant gedrag. In plaats van onze energie te steken in het ontrafelen van de beweegredenen die aan de grondslag liggen van hoe iemand is, iets wat we dus onmogelijk met zekerheid kunnen achterhalen, aanvaarden we de mens als een uniek resultaat van al die positieve en negatieve invloeden en gaan we op weg zonder daar op terug te blikken. 2.1.2. Wie zijn de gasten van Rizsas ? We moeten hierbij eveneens vermelden dat vooral sinds dit schooljaar Rizsas is geëvolueerd van een homogene groep van schooluitvallers, naar een heterogene groep die zich over een breed spectrum van de hulpverlening uitbreidt. Dit komt door een intensere samenwerking
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -7-
met steeds meer instellingen en ook privé-personen die niet weten waar terecht te kunnen met hun gasten of zonen of dochters. Zo ontvangen we in Rizsas nu ook jongeren uit de psychiatrie, autisten, zwaar gedragsgestoorde enz. Deze heterogene groep is vooral het gevolg van de bereidheid in Rizsas om te experimenteren met een ander publiek dan oorspronkelijk de bedoeling was. En we kunnen wel degelijk zeggen dat is gebleken dat in deze tijd van opdeling en specialisatie de rizsasvisie op zo een uiteenlopend publiek perfect toepasbaar is en zelfs verbazingwekkend resultaat oplevert. Tijdens het eerste trimester waren vooral meisjes aanwezig en lag de bezettingsgraad gemiddeld lager: 6 tot 8 jongeren per dag. Tijdens het tweede en vooral derde trimester was Rizsas “volgeboekt”; met een gemiddelde van 10 tot een maximum van 15 dagelijks aanwezige jongeren. De gemiddelde leeftijd is 17 jaar en gemiddelde verblijfsduur 4 maanden. In totaal werden er 30 jongeren doorverwezen; 16 meisjes en 14 jongens, waar de verblijfsduur voor de jongeren iets langer is. De Wissel zelf en Leerrecht waren verantwoordelijk ieder voor 8 doorverwijzingen. Ter Bank voor vier jongeren. Rechtstreeks uit de gezinnen kwamen er 5. De Wissel zelf heeft in haar toeleiding een percentage van 25 à 30 % van het geheel. Doorheen het hele jaar was er een relatief groot verloop van jongeren: Rizsas was voor de meeste immers geen plek om zich langdurig te nestelen maar eerder een rustpauze, tussen een vastgelopen studieperiode en een latere hervatting van een actieve externe keuze, zij het in het vrijwilligerswerk, een deel- of voltijdse beroeps- of nieuwe studierichting. Enkele oudere jongens verbleven langer en tot het einde schooljaar in Rizsas. Het betreft een categorie van jongeren voor wie in onze samenleving wellicht nog onvoldoende of geen aanbod aanwezig is: jongeren met een verstandelijke of psychische achterstand op zoek naar een aangepast statuut tot integratie in een vrijwilligers- of tewerkstellingsproject. Mogelijk kan Rizsas voor een aantal onder hen daartoe zelf een erkenning verwerven en een oplossing aanreiken. 2.1.3. Samen met en dankzij vrijwilligers - De aanwezigheid van werkingen en mensen die initieel niets met hulpverlening te maken hebben, de natuurlijke verbindingen met het project die hierbij kunnen groeien, enz. dragen op zich essentieel bij tot het pedagogische klimaat van het project. Een tuin op het domein, waarin een aantal vrijwilligers actief participeert, is dan ook een uigelezen manier om dit te realiseren. Een aantal vrijwilligers schommelend tussen drie en zeven hebben de tuin en de serre tot hun “werk”terrein gemaakt. Voor de inrichting van de tuin liet hij zich inspireren door het gedachtegoed van de permacultuur. Permacultuur is een algemene visie op een duurzaam samenleven van mens, dier en natuur: het “perma” in permacultuur - ‘permanent culture’ is een ontwerpmethode waarin richtlijnen zijn vervat over hoe je deze duurzaamheid kan realiseren in alle mogelijke domeinen waar mens, dier en natuur met elkaar in aanraking komen. - Sinds september 2006 engageerde Rizsas zich ook tot gastorganisatie in het Youth in Action Program (www.youthinaction.be ) onder actie 2. Actie 2 staat voor European Voluntary Service. Dit Europese jeugdprogramma geeft jongeren tussen en 18 en 30 jaar de kans een interculturele ervaring op te doen in een andere organisatie door middel van vrijwilligerswerk gedurende 2 weken tot 12 maanden. Je kan het vergelijken met een stage in het buitenland, De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -8-
maar dan op vrijwillige basis en niet verbonden aan een school. Rizsas kreeg twee vrijwilligers toegewezen: Ana Sofia Caleiro Oliveira kwam uit Almeirim, Portugal. Francesca Saldi uit Sicilië, Italie. - Dagelijks werd een vervoerslijn opgezet tussen de Wissel in Leuven en Rizsas. Deze verplaatsingen werden verzorgd door een beurtrol tussen het vaste wisselpersoneel en Marc als vrijwillige medewerker, chauffeur. Op dit dagelijks georganiseerde vervoer konden ook jongeren buiten de Wissel aansluiten. 2.1.4. Na vijf jaren? Gesteld moet worden dat Rizsas een antwoord geeft op een bestaande behoefte. Maar zelf heeft het geen bestaanszekerheid. De voorbije 5 jaren werd er in Rizsas een alternatief ervaringscentrum uitgebouwd waar talrijke jongeren uit diverse hoeken hun dag ‘bezigen’. Ze ontmoeten hier talrijke andere personen die zich aangetrokken voelen tot het gebeuren en er hun eigen ‘ding’ komen doen. Naast de inhoudelijke vragen rond de toekomstige werking van Rizsas die we onszelf stellen en aan alle partners waarmee we samenwerken, stellen we ons ook vragen rond de haalbaarheid op het personele, logistieke en financiële niveau. Vandaag is Rizsas uitgegroeid tot een volwaardig dagbestedings- en ervaringscentrum voor jongeren uit de ganse regio. Het project blijkt zinvol en behoort al lang niet meer enkel tot de initiële doelstellingen en het beperkte meisjescliënteel van de vzw De Wissel. Het belangrijkste probleem blijft het personeelsplaatje. Rizsas is volledig afhankelijk van de personeelsinput van andere organisaties. Op dit moment is dat enkel de Wissel. De Wissel zet 2 FT krachten in, 1 ½ uit haar toegewezen personeel, waarmee ze haar eigen werking riskeert te kort te doen, ½ volledig uit eigen middelen. Een input kan zowel vanuit Onderwijs als vanuit Welzijn (BJB en VAPH) verantwoord worden. Met het risico dat men naar elkaar blijft staan kijken en wijzen. Beide sectoren hebben echter een probleem van jongeren die geen aansluiting meer kunnen vinden in het onderwijssysteem. Rizsas geeft hun een volwaardig alternatief.
Wie meer wil weten over het project Rizsas, kan het volledige rapport opvragen bij
[email protected] of het via de website van de Wissel: www.wissel.be
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 -9-
2.2. Linken tussen Bijzondere Jeugdzorg en Geestelijke Gezondheidszorg
2.2.1. Drie projecten LiNK Ontstaan vanuit de feedbackgroep BIJPASS, stelde het regionale project LiNK zich tot doel linken te leggen tussen bijzondere jeugdbijstand en geestelijke gezondheidszorg. Dit in de vorm van een samen zoeken naar trajecten voor kinderen en jongeren die binnen de hulpverlening uit de boot vallen door middel van het opvolgen en analyseren van casussen. In het eerste LiNKproject (LiNK I: 09/ 2006 – 04/2007) werden acht casussen geselecteerd en werden de bevindingen neergeschreven in een uitgebreid rapport (via website www.wissel.be). In het tweede LiNKproject (LiNK II: 05/2007-12/2007) zou het project LiNK op zoek gaan naar een geïntensifieerde samenwerking met verwijzers (JRB-CBJ) en verkennen op welke wijze de jongeren en hun context betrokken kunnen worden. Daarnaast werd een uitbreiding van het aantal deelnemende voorziening vooropgesteld. Gezien dit project permanent evolueert en groeit zullen we in dit verslag ook al evoluties opnemen die zich tijdens LiNK III manifesteren. Het definitieve LiNK III-rapport zal daar vanzelfsprekend dieper op ingaan. 2.2.2. Uitgebreide doelstellingen De doelstellingen van LiNK kunnen uitgebreider als volgt geformuleerd worden : •
•
• • • • •
De Wissel
LiNK wil op basis van concrete casussen het overleg tussen hulpverleners uit verschillende sectoren ondersteunen. Doel is het uitwerken van coherente trajecten voor jongeren die tussen sectoren dreigen te vallen. het komende werkjaar willen we een verbreding van de casussen over meerdere voorzieningen realiseren. De casussen moeten gespreid blijven overheen verschillende werkvormen en leeftijdscategorieën. we zoeken op welke wijze de verwijzende instanties een plaats kunnen krijgen we trachten uit te breiden naar andere gespecialiseerde hulpverlening, vb. drughulpverlening wat met de jongeren in voorzieningen van gehandicaptenzorg die een psychiatrische problematiek vertonen? we gaan ook op zoek gaan naar de plaats van de cliënten in of rond het overleg. Vanuit de ervaringen van het voorbije jaar proberen we te komen tot expliciet geformuleerde samenwerkingsafspraken/engagementen en ook tot een uniform LiNKcasusdossier dat aanmelding en opvolging moet vereenvoudigen.
JAARVERSLAG 2007 - 10 -
De doelstellingen om drughulpverlening en gehandicaptenzorg te betrekken werden nog niet concreet gemaakt, blijven wel behouden. De vragen zijn er, maar lijken op dit moment te hoog gegrepen voor een klein project als LiNK. 2.2.3. 31 Casussen aangemeld bij LiNK De aanmelding bij LiNK vanuit verschillende hoeken wordt gemotiveerd vanuit een ‘dreigen vast te lopen in de begeleiding’, het ‘niet kunnen vinden van een gepast hulpverleningsaanbod’ of de vraag om een ‘specifiek aanbod van een andere sector’ te kunnen toevoegen aan het eigen traject. In mei 2008 ligt het aantal LiNK-casussen op 31, waarvan 23 aangemeld sinds oktober 2007. Zes eerdere casussen zijn niet meer lopende. In wat volgt proberen we eerst een beschrijving te geven van de doelgroep aan de hand van kenmerken van de casussen. Vervolgens kijken we welke vormen van samenwerking er ontstonden. Ten slotte gaan we na wat samenwerking bemoeilijkt of faciliteert. Kenmerken van de doelgroep Geslacht Leeftijd
Schoolverloop
Gezinssamenstelling Verwijzer Hulpverlening
Etniciteit
Vrouwelijk Mannelijk 17- >18 14-16 13 <12 Problematisch Niet-problematisch Onbekend Intact Niet-Intact JRB CBJ Residentieel Ambulant Geen Belgische Andere
15 16 10 14 1 6 17 4 10 2 29 18 13 18 10 3 22 9
2.2.4. Moet het nog gezegd ? Het is duidelijk dat de thematiek die door het project LiNK wordt aangekaart zeer prangend is. Door de versnippering van de hulpverlening in sectoren en gespecialiseerde diensten, dreigen van langsom meer jongeren van het kastje naar de muur gestuurd te worden, vaak op jonge leeftijd. Dit proces op zich vormt de aanleiding om hen de stempel ‘onbegeleidbaar’ of ‘randpsychiatrisch’ te geven. Het is maar door hulpverleners samen te brengen rond deze ‘casussen’ dat er terug naar oplossingen gezocht kan worden. Vanuit deze ervaring in het samenwerken vinden we hoe langer hoe meer argumenten om een oplossing voor hulp aan deze jongeren niet te gaan zoeken in nog meer gespecialiseerde diensten. Het is duidelijk dat voor deze jongeren heil gezocht dient te worden in een samenwerking tussen de sectoren BJB, CGG en KJP, waarbij De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 11 -
verschillende expertises samengebracht kunnen worden en waarbij flexibiliteit in de trajecten wordt ingebouwd, zodat soepel ingespeeld kan worden op het explosieve, momentane gedrag dat meestal deel uitmaakt van de problematiek van deze jongeren. Op deze wijze wordt het mogelijk om gedurende voldoende lange tijd een hulpaanbod te realiseren voor deze jongeren. Want laat ons niet naïef zijn: jongeren die jarenlang dienden te (over)leven in onveilige opvoedingssituaties en hierdoor ernstige kwetsuren opliepen en ondertussen een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, kunnen niet met snelle kortdurende programma’s ‘genezen’ worden. Interesse in het uitgebreide rapport. Op de website www.wissel.be kan u het rapport lezen van het eerste LiNKproject en het jaarverslag 2007 (met commentaar tot mei 2008). Meer info ? Mailtje naar
[email protected]
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 12 -
2.3. Tonderzoek : ‘de Wisselwerking verbeteren”
2.3.1. Publicatie ‘De Wissel-Werking verbeteren’, Verbeteronderzoek met peer research in de bijzondere jeugdzorg / Katrien Steenssens & Tine Van Regenmortel. Leuven : Katholieke Universiteit Leuven, Hoger instituut voor de arbeid, 2007, 70 p. ISBN 978 90-5550-441-1 D/2007/4718/14 Ziezo, niet verkrijgbaar in de betere boekhandel, maar wel in de Wissel. We nemen voorwoord en slotwoord op in ons jaarverslag. Wil u graag het onderzoek zelf ontvangen, mail dan naar
[email protected].
2.3.1.1. Voorwoord van de publicatie : De Wissel wil inspelen op de evolutie in de hulpvraag en de maatschappelijke noden en modellen. Een voortdurende kritische bevraging ondersteunt de dynamiek om de activiteiten actief bij te sturen waar nodig en wenselijk. De Wissel wil bovendien een signaalfunctie uitoefenen en de maatschappelijke structuren, die deze bedreigende en ongunstige situaties in stand houden, actief bevragen.
(uit de missie van de Wissel)
Na tien jaar werking was (1981 – 1991) was er een eerste diepgaand onderzoek. Het stelde de Wissel in staat om enerzijds de werking te richten op het behouden of uitbouwen van positief ervaren aspecten en anderzijds oplossingen te zoeken voor gesignaleerde knelpunten en hiaten. Na 25 jaar werking (1981 – 2006) zou het thema van het onderzoek niet anders zijn: de Wisselwerking verbeteren. ‘Not tot prove, but to improve’. De aanpak was echter zeer verschillend en was op zich een even belangrijke doelstelling. Er was de expliciete wens, gezien het belang dat de Wissel hecht aan de versterkende participatie van de doelgroep van de werking deze een actieve rol te laten opnemen in het onderzoek. Een woord van dank hierbij aan de peer researchers Evelien, Leen en Katinka en aan begeleidster Anna die hun coach was tijdens dit proces; omdat ze de uitdaging aangingen, om de wijze waarop ze dit tot zich maakten, om de resultaten van het onderzoek.We willen hen feliciteren om “het getuigschrift van peer researcher” kregen. Dat de Wissel voor dit onderzoek terecht kwam bij HIVA KULeuven voor wetenschappelijke ondersteuning en medewerking is op zich niet verwonderlijk: HIVA’s ervaring rond empowerment als handelingskader voor onderzoek, beleid en hulpverlening vertrekt van het De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 13 -
hetzelfde geloof in de - soms verborgen - kracht van de doelgroepen. Daarin ontmoeten zij de kijk van de Wisselwerkers. We drukken onze appreciatie uit om de wijze waarop Katrien Steenssens en Tine Van Regenmortel dit proces begeleiden. Van de mensen van Tonderzoek – werknaam intern – werden ze bekende gezichten in de Wissel. Hun inleven gaf kansen tot permanent bijsturen tijdens dit levende onderzoek. Zo werd de beoogde methodiek getoetst en verfijnd. Alles startte bij de beslissing van de Raad van Bestuur om een belangrijk budget te besteden aan dit onderzoek. Gedeeltelijk vonden we financiële ondersteuning bij Agentschap Jongerenwelzijn, deels ook bij Lotto. Uiteindelijk zijn het vooral de particuliere sponsoren van de Wissel die dit onderzoek financierden. In ons zoeken naar financiële dekking voor deze uitgaven viel het ons op dat er slechts beperkte budgetten zijn of bereidheid, ook vanuit de grotere stichtingen en structuren om een onderzoek vanuit een organisatie in het werkveld te financieren. We dromen dat dit onderzoek ook daarin verbetering brengt: alle deelnemers hebben beleefd dat dit onderzoek, in haar proces en in haar resultaten direct bijdraagt tot het welzijn en versterken van de cliënten. Tijdens de feestzitting, 29 maart 2007, interviewde Minister Vervotte onze drie peer researchers. Tenslotte, aan al wie deelnam aan dit onderzoek, de voorbereidende inputgroepen, de exgasten, de gasten, hun ouders, de scholen, de chauffeurs, de begeleiders die extra investeerden, dank. Getekend : Luc Deneffe, directeur en Rony Timmermans, voorzitter Raad van Bestuur 2.3.1.2. Ter uitleiding : krachtgerichte actie Slotwoord Deze verrijkende en vernieuwende perspectieven zijn er inmiddels: aspecten en deelaspecten die kunnen verbeterd worden met gesuggereerde oplossingssporen of waarvan uit analyse blijkt dat ze voor de meisjes en context belangrijk zijn en ze dus in het oog gehouden moeten worden. Deze zullen ons de komende jaren als bron zijn. Inmiddels werd het onderzoek ook aan de oudergroep (van de huidige meisjes) voorgelegd en getoetst. De begeleiders van de Wissel kregen een gedetailleerde toelichting en hadden een teamdag rond dit onderwerp. Er liggen onderwerpen die een langere termijn zullen vragen, ook al omdat ze niet (enkel) in de handen van de betrokkenen liggen. Anderzijds zijn er topics waar op korte termijn verbeteringsactie mogelijk is. Beide trajecten zullen samenlopen: voldoening en ervaring uit onmiddellijke verbetering zullen aldus voeding geven voor die topics die meer tijd vergen. Een beperkt aantal resultaten tenslotte wordt niet herkend door huidige ouders, door de begeleiders: hiervoor dient een nieuwe toetsing te gebeuren. Wellicht is er over de onderzoeksperiode (15 jaar) in deze wel wat gewijzigd. (…)
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 14 -
Dat dit proces zal gebeuren is een zekerheid. Het was een expliciet engagement van de directeur naar al de deelnemers in het onderzoek, iets waarop hij tijdens de feestzitting door een van de peer researchers nog eens attent op gemaakt werd: “we verwachten dat er iets van komt, dat was de afspraak…” Getekend: het team van de Wissel 2.3.2. Bracht het onderzoek wat er vooropgesteld werd ? “Voor mij was De Wissel mijn eerste instelling en toen dat ik hier aankwam had ik zo een beetje ’t gevoel van: ja, da’s een dumpplaats. (…) Da’s denk ik de eerste stap om iemand te ontvangen, duidelijk te maken van: oké, ge zijt hier in een instelling, maar ’t is niet omdat ge in een instelling zijt dat ge een probleemgeval zijt. Da’s ook zoiets als ‘ze’ over De Wissel praten: ‘De Wissel voor probleemmeisjes’. Dat vond ik zo superdegoutant om zoiets te lezen.”
Meisjes van De Wissel willen vóór alles duidelijk stellen dat De Wissel geen dumpplaats is en dat haar cliënten geen probleemgevallen zijn. Meisjes van De Wissel, zo luidt hun boodschap, zijn geen probleem, ze dragen een probleem, vaak van een uit balans geraakte leefomgeving. En verder zijn ze méér dan dragers van een probleem. “Ik heb heel veel respect voor de meisjes”, zei een ‘peer’-onderzoekster na het reflectiegeprek over haar deelname aan het onderzoek, “ze hebben niets voorgeschoteld gekregen.” Meisjes van De Wissel, zo luidt hun boodschap dan ook verder, hebben niet enkel lasten, ze hebben ook krachten. In het onderzoeksproject ‘De Wissel-werking verbeteren’ sprak De Wissel in samenwerking met het HIVA de meisjes aan op hun krachten, niet op hun lasten. Dit gebeurde op twee manieren. Ten eerste stond in de onderzoeksvraag de zienswijze van de meisjes zelf centraal. Hoe beoordelen zij de werking van De Wissel? Wat werkt er volgens hen en wat niet? En welke verbetervoorstellen hebben zij? Ten tweede werden enkele meisjes van De Wissel actief betrokken in het uitwerken en uitvoeren van een belangrijk onderdeel van het onderzoek: de bevraging van ex-meisjes van De Wissel met behulp van semi-gestructureerde open diepte-interviews. Met deze centrale vraagstelling en deze methode van ‘peer research’ gingen we uit van de grondgedachte dat ook de cliënten van De Wissel, naast allerhande beleids-, onderzoeks- en hulpverlenende actoren, hun eigen opvatting kunnen en mogen hebben en, meer nog, dat hierdoor verrijkende en/of vernieuwende perspectieven ontstaan voor instellingen die, zoals De Wissel, voortdurend op zoek zijn naar een verbetering van de kwaliteit van de hulpverlening die ze bieden. Als overkoepelend resultaat van het onderzoek mogen we stellen dat onze positieve verwachtingen over de verrijkende inbreng van de meisjes zelf werden ingelost. Zo werd, ten eerste, de centrale onderzoeksvraag beantwoord. Het beantwoorden van onze onderzoeksvraag was voor al diegenen die in het onderzoek aan het woord kwamen niet de enige en soms zelfs niet de belangrijkste reden om deel te nemen. Van de ex-meisjes, bijvoorbeeld, zagen sommigen het in de eerste plaats als een kans om iets terug te doen voor De Wissel. Bij anderen primeerde nieuwsgierige interesse voor een weerzien met De Wissel. Enkelen wilden iets recht zetten met De Wissel. Weer anderen namen vooral deel vanuit hun persoonlijke interesse voor de thematiek van instellingen in de bijzondere jeugdzorg. Deze uiteenlopende redenen klinken onmiskenbaar door in wat er verteld werd, hetzij in de
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 15 -
algemene teneur ervan, hetzij in steeds weerkerende onderwerpen of opmerkingen. Maar over, door en tussen deze achtergrondpatronen gaven de betrokkenen wel en vaak gedreven hun visie op de werking van De Wissel. En zij deden dit ook weloverwogen. Weloverwogen, omdat zij zich vaak expliciet bewust waren van het subjectieve, het be-leefde van hun zienswijze en op die manier zelf aangaven waar en hoe dit voor anderen misschien wel anders was. Weloverwogen ook, omdat ook onze ‘peer’-onderzoeksters zelden met een eerste antwoord genoegen namen en doorvroegen tot de beleving zoals ze was en is op tafel lag. Dit brengt ons bij het tweede aspect van het welslagen van onze onderzoeksopzet: de methode van peer research werkte. De peer researchers gaven tijdens de interviewtraining en de voorbereidende en opvolgingsgesprekken met veel interesse en enthousiasme zinvolle verbeteringsvoorstellen voor zowel de onderwerpenlijst van de diepte-interviews als voor de globale aanpak van het peer research. Verder slaagden zij er op korte tijd in om de open bevraginginstechnieken met steeds meer succes toe te passen in de diepte-interviews. Het rijke, boeiende en genuanceerde onderzoeksmateriaal uit dit centrale onderzoeksluik danken we in belangrijke mate aan hun snel verworven deskundigheid. Tegelijkertijd had de actieve rol van medeonderzoeker ook een versterkende invloed op de peer researchers zelf. Het gaat hier dan onder meer om het verwerven van nieuwe inzichten, nieuwe kennis, gevoelens van trots en/of meer zelfzekerheid. 2.3.3. De Morgen schreef : zie bijlage
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 16 -
3. Cijfermateriaal 3.1. Opnames in 2006 Overzicht opnames en vorige verblijfplaats Vorige verblijfplaats
Totaa l
Thuis
15
1
1
15.5
5
2
3
16
6
4
2
16.5
2
1
1
17
1
17.5
2
18
1
1
18
9
Leeftijd
Totaal
Beernem
Kdienst
Asielcentrum
1 1
7
1
1
1
In vergelijking met 2005 kenden we een verhoging van het aantal opnames. Opvallend hierbij is het hoge aantal jongeren dat rechtstreeks van thuis uit wordt opgenomen. Sommigen van deze jongeren hadden wel reeds een residentiële begeleiding achter de rug, maar waren terug naar huis gaan wonen. Voor anderen was het een eerste hulpverlening, maar verkoos de verwijzer een intensieve contextbegeleiding om een verder verblijf van de jongere thuis mogelijk te maken. Vermoedelijk is de verhoging het gevolg van een grotere bekendheid van de CANO-begeleiding die door de Wissel wordt aangeboden, als zijnde één van de elementen in het globaal plan van de minister van Welzijn. Ook in 2006 bleef de gemeenschapsvoorziening De Zande in Beernem een belangrijke partner voor de Wissel. Zeven meisjes werden rechtstreeks van daaruit doorverwezen, het merendeel van hen in een GKRB-statuut. We kregen slechts één meisje rechtstreeks doorverwezen vanuit psychiatrie, maar werkten voor meerderen een gezamenlijk traject uit met hulpverleners uit de Geestelijke Gezondheidszorg. Qua leeftijd situeerde het overgrote merendeel van de meisjes zich bij opname tussen de leeftijd van 15.5 en 16.5 jaar.
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 17 -
Verdeling van de opnames over de verschillende werkvormen
Werkvorm
Aantal
Residentie
10
Context
3
BZW (rechtstreeks)
1
Project Ervaringsleren
4
Totaal
18
Iets meer dan de helft van de meisjes startte een begeleiding met een residentiële opname. De anderen bleven thuis wonen of namen deel aan het Project Ervaringsleren, waarin hen een verblijf werd aangeboden op de zorgboerderij waar ze werkten. Voor de PEL-meisjes wordt er een vervolgtraject op maat uitgewerkt na hun 3 maanden durende verblijf in het project: sommigen starten een BZW-begeleiding, anderen keren terug naar huis of stromen door naar de residentie van de Wissel. Eén meisje startte rechtstreeks in een BZW-begeleiding. Het ging hier echter over een meisje dat voorheen reeds in de residentie van de Wissel verbleven had en na een tijdelijk verblijf in Beernem de draad terug oppakte. Plaatsende instantie - regio Regio
CBJ
Jeugdrechtbank
Totaal
1
9
10
Mechelen
3
3
Antwerpen
2
2
Brussel
1
1
Tongeren
1
1
Kortrijk
1
1
17
18
Leuven
Totaal
1
De tendens om meer regionaal te gaan werken zette zich ook in 2006 verder. Exact de helft van de meisjes werd doorverwezen door de Jeugdrechtbank van Leuven, slechts één door het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. De regio Mechelen deed ook meermaals beroep op het aanbod van de Wissel. Het blijkt hiet te gaan om meisjes die vanuit de gemeenschapsvoorziening van Beernem worden doorverwezen. Om van een intensieve contextbegeleiding te kunnen spreken is het Mechelse nog binnen redelijke afstand. Vanuit meer afgelegen regio’s werden er enkel begeleidingen opgestart wanneer het ging om specifieke vragen naar deelname aan het Project Ervaringsleren, aanbod dat voor meisjes enkel toegankelijk is via Cirkant uit Turnhout en de Wissel. De ‘Antwerpse meisjes’ werden naar de Wissel doorverwezen met de specifieke vermelding dat ze nood hadden aan begeleiding door een voorziening ‘met meer draagkracht’. Voor deze meisjes leek een begeleiding buiten hun regio van afkomst ook aangewezen om te proberen hen uit het marginale milieu te halen waarin ze verzeild geraakt waren. Opvallend voor 2006 is het massale overwicht van jeugdrechtbankplaatsingen: 17 van de 18 meisjes! De toegenomen samenwerking met De Zande in Beernem in het kader van het GKRB-project is hier een gedeeltelijke verklaring voor. Deze aanmeldingen gaan immers voor op de wachtlijst. Anderzijds lijkt de toegenomen samenwerking met de consulenten en jeugdrechters van Leuven zich ook te vertalen in een verhoogd aantal opnamevragen.
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 18 -
3.2. Vertrek in 2006 Vertrek: leeftijd en uitstroom
Uitstroom Leeftijd
Aan tal
15.5
1
Thuis
Zelfstandig
Beernem
O O O C
Fuge
1
1
OPZ Geel
Klemskerke
1
16
3
16.5
1
1
17
2
17.5
1
18
3
19
3
3
21
1
1
Totaal
15
1 1
1 1
1
3
2
6
1
1
2
1
1
De doelstelling van de Wissel om meisjes te blijven begeleiden naar een ‘eindperspectief’ vertaalt zich ook in de cijfers, voornamelijk naar zelfstandig wonen en op de tweede plaats in een terugkeer naar het gezinsmilieu. Tussen deze twee groepen zien we ook een duidelijk verschil in de leeftijd waarop de begeleiding wordt afgerond. Het zijn de meerderjarige meisjes die doorstromen naar zelfstandig wonen. Hieraan is een periode van Begeleid Zelfstandig Wonen voorafgegaan. Eén meisje werd na haar verblijf in de Wissel doorverwezen naar de gesloten gemeenschapsvoorziening van Beernem. In de praktijk ging het hier om een meisje dat voor twee weken in crisis werd opgenomen in de Wissel in afwachting van een plaats in Beernem. Twee begeleidingen eindigden in fuges, dwz dat ze na een ontvluchting niet binnen de 10 dagen terugkeerden naar de Wissel en bij hun terugkeer door de jeugdrechter naar een andere vorm van hulpverlening werden doorverwezen. Opvallend hierbij is dat het twee meisjes betreft die in het Project Ervaringsleren verbleven. Eén meisje rondde haar begeleiding af op de leeftijd van 21 jaar. Dit is de maximumleeftijd waarop begeleiding door de Wissel mogelijk is. Vanaf de leeftijd van 18 jaar gebeurt dit via een vraag van de jongeren aan het Comité voor Bijzondere Jeugdzorg. In het geval van dit meisje was een verlenging van de begeleiding tot 21 jaar zeker verantwoord omwille van haar gezinssituatie als jonge moeder. In het algemeen merken we dat meisjes die reeds een tijd in begeleiding zijn en de overgang gemaakt hebben naar Begeleid Zelfstandig Wonen, voor zichzelf goed de afweging maken van het risico op terug wegzakken en nadien een bewuste keuze maken om zonder hulpverlening verder te gaan. Het lijkt ons belangrijk hierbij zeker voldoende ruimte te laten voor de keuze van de jongere om een herval en bijgevolg latere langdurige begeleiding in de volwassen hulpverlening te voorkomen.
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 19 -
Het aantal afgeronde begeleiding lag in 2006 iets hoger dan het jaar voordien, maar is nog steeds slechts de helft van het aantal vertrekkers in het ‘topjaar’ 2000. Het aantal begeleidingen hiervan dat binnen het jaar wordt afgerond is ongeveer de helft. Begeleidingsduur
Begeleidingsduur
Aantal
0 tot 3 maanden
4
3 tot 6 maanden
1
6 tot 12 maanden
2
12 tot 18 maanden
3
18 tot 24 maanden
2
24 tot 36 maanden
1
> 36 maanden
2
Totaal
15
Van 2000 tot 2005: Aantal vertrekkers totaal + aantal met verblijfsduur < 12 maanden
35 30 25
aantal vertrekkers
20
waarvan < 12 md begeleiding
15 10 5 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
e
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 20 -
4. De personeelsploeg in 2007 Begeleiders vast kader en interim Residentieteam : Koen Elsen, Eva Boonen, Helen De Brauwere, Katrien Hoorelbeke, Lies Peeters, Elly Van Lancker, Bart Nijs, Katrien Peeters, Neyrinck Katja, Cuypers Peter, Marc De Rijdt, Thooft Gijs Contextteam : Louis Frans, Anna Robberrechts, Veerle Lauwers, Annick Haesendonck, Vera Beelen, Elke Janssens, Valerie Norman, Nele Thys, Tine Vansteenkiste, De Cock Jana, Li Qing Ann Rizsas : Marc Vansteenwinckel, Frank Vangrinsven, Bongaerts Riet Pel-project : Gonny Hooyberghs Link : Imke Van Herrewegen, Hilde Vanderborght, Remi Stegen Ondersteunende functies Administratie : Hilde Pierre, Hans Goedseels, Vincent Malstaf, Klaas Elsen Logistiek : Geert Bulteel, Anne Van Aerschot, Albert Boeckx, Kris Samyn Leidende functies Teambegeleiding : Sieg Pauwels, Lieven Peeters Trajectbegeleiding : Lieven Peeters, Hilde Vanderborght Pedagogische Coördinatie en Kwaliteitszorg : Remi Stegen Directie : Luc Deneffe
Aan allen dank, eveneens aan de stagiairs, vrijwilligers en de leden van de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering.
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 21 -
Bijlage : De Morgen, 30 maart 2007 Meisjes in de Bijzondere Jeugdzorg bevragen ex-lotgenoten in uniek project. “Als het even tegenzit weet je dat anderen er ook geraakt zijn.”
De Wissel
JAARVERSLAG 2007 - 22 -