Jaarverslag 2010
Dagcentrum Evergem Dagopvang van volwassen personen met een beperking Ontgrendeld Geïnterneerde personen met een verstandelijke beperking in de gevangenis van Gent
Langerbrugsestraat 258 9940 Evergem Tel. 09/253.72.76 E-mail:
[email protected] Website: www.obra.be
VOORWOORD Een jaar voorbij…. tijd voor een jaarverslag! En tijd om ook eens te bedanken! Onze werking splitst zich in twee duidelijke deelwerkingen. Enerzijds het dagcentrum met 57 gasten en anderzijds de werking van ‘Ontgrendeld’ in de gevangenis van Gent met geïnterneerden met een verstandelijke beperking. ‘Ontgrendeld’ heeft tot doel mee te werken aan een menswaardig verblijf van de geïnterneerden in de gevangenis en hun re-integratie te bevorderen. Onze belangrijkste partners hierbij zijn directie en personeel van de gevangenis en de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij. Vanuit ieders eigen verantwoordelijkheid slagen we erin zeer constructief samen te werken. De twee leefwerelden – justitie en zorg – ontmoeten elkaar op vele raakvlakken, mede dank zij de actieve en positieve inzet van de beleidsmedewerker van de Vlaamse Gemeenschap slagen wij in onze doelstellingen. We slaagden erin om 12 mensen vrij op proef te krijgen. Dat we geen mogelijkheden onbenut laten blijkt uit het feit dat wij zelfs tot in Slowakije iemand begeleid hebben naar een voor hem aangepaste voorziening. Dit siert gans de ploeg van Ontgrendeld. Mijn dank voor hun inzet! Het Dagcentrum is blijvend dynamisch: zoals het een werking met mensen past is dynamiek niet alleen noodzakelijk maar het is ook motiverend voor wie er werkt. Onze gasten hebben zich binnen onze werking goed kunnen vinden. De aanpassingen in ons aanbod en de vorming van de groepen (basisgroepen) hebben ons toegelaten de wensen en de noden van onze gasten in te vullen. Dat we veel mogelijkheden hebben en veel kansen grijpen danken we aan de inzet van alle personeel. Zowel begeleiding als de andere diensten spannen zich solidair en gezamenlijk in om vele mogelijkheden te creëren. Het siert de ploeg van het Dagcentrum. Mijn dank voor hun inzet! Sommige zaken kunnen we niet alleen. Centrum OBRA spant zich dan ook in om zeer actief te netwerken in functie van de toekomstkansen van onze gasten. Ik dank dan ook de vele collega’s. Dank zij de middelen die we ontvangen van het VAPH kunnen we veel doen. We willen echter meer kunnen doen vandaar dat ook extra middelen steeds welkom zijn. Partners hierbij zijn zeker het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen en de stichting Porticus. Bedankt! Tot slot dank aan de ouders, familieleden en vrienden van onze gasten die ons steunen en hun vertrouwen schenken. Samen met de Raad van Bestuur kijken we uit naar 2011. dynamiek en positieve ontwikkeling. Martin Vanden Hende Directeur Centrum OBRA vzw
PORTICUS
We zijn klaar voor een nieuw jaar van
Dagopvang van volwassen personen met een beperking
INHOUDSTAFEL VOORWOORD ......................................................................................................... 2 INHOUDSTAFEL ...................................................................................................... 1 AGOGISCH WERKEN BINNEN EN AAN EEN VISIE................................................... 3 INLEIDING .................................................................................................................... 3 WAT BIEDT ONS DAGCENTRUM DE GAST ............................................................................... 3 Hoe zijn onze groepen samengesteld? ............................................................... 3 WELKE ACTIVITEITEN BIEDEN WE AAN BUITEN DE BASISGROEPEN? .............................................. 6 ALS GAST HEB JE RECHT VAN SPREKEN ................................................................................. 6 DOSSIERWERKING: AGOGISCH DOSSIER ............................................................................... 7 Documenten Individuele Handelingsplanning ................................................... 7 SAMENWERKING MET HET SOCIALE NETWERK......................................................................... 8 NETWERKING BINNEN DE MAATSCHAPPIJ .......................................................... 10 SAMENWERKING MET ANDEREN ........................................................................................ 10 Open plaatsen in ons Dagcentrum....................................................................... 11 SAMENWERKINGSVERBANDEN OP NIVEAU VAN DE ORGANISATIE ................................................ 11 VRIJWILLIGERS............................................................................................................ 12 BEZOEKEN AAN HET DAGCENTRUM .................................................................................... 12 STAGES ..................................................................................................................... 12 INFORMATIEVERSTREKKING DOOR CENTRUM OBRA .............................................................. 13 ONZE GASTEN IN CIJFERS ................................................................................... 14 VOLTIJDS – DEELTIJDS .................................................................................................. 14 WELK IS DE VERHOUDING TUSSEN MANNEN EN VROUWEN?...................................................... 14 HOE OUD ZIJN ONZE GASTEN? ......................................................................................... 14 WAAR WONEN ONZE GASTEN? ......................................................................................... 15 HOELANG VERBLIJVEN DE GASTEN REEDS IN ONS DAGCENTRUM DAT NU 35 JAAR BESTAAT? ............. 15 WAAR VERBLIJVEN ONZE GASTEN ’S AVONDS EN IN HET WEEKEND? ........................................... 16 WELK IS DE GRAAD VAN HANDICAP VAN ONZE GASTEN? .......................................................... 16 HOEVEEL PERSONEN GENIETEN EEN SPECIAAL BESCHERMINGSSTATUUT? ..................................... 17 IN- EN UITSTROOM ....................................................................................................... 17 PERSONEELSPLOEG VAN HET DAGCENTRUM ....................................................... 18 AGOGISCH TEAM .......................................................................................................... 18 OMKADEREND PERSONEEL .............................................................................................. 18 DE INSTELLINGSSTAF: IEDEREEN VERTEGENWOORDIGD.......................................................... 19 EEN LERENDE ORGANISATIE ............................................................................................ 19
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
1
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
2
AGOGISCH WERKEN BINNEN EN AAN EEN VISIE Inleiding Zoals onze missie beschrijft vertrekken wij steeds vanuit de gast. Wij willen elke gast een geïndividualiseerde dagbesteding bieden die mee kan bouwen aan de levenskwaliteit van de gast. Enkel vanuit een goede gelijkwaardigheid en respect voor de persoon kunnen we goed observeren en analyseren wat goed loopt en wat voor verbetering vatbaar is. De inspraak van de gast en zelfkritische houding van onze medewerkers is dan ook een grote meerwaarde binnen onze werking. De verbeterpunten die we in 2009 planden kregen in 2010 hun reële uitwerking. Als flexibel lerende organisatie evalueerden we ook in 2010 doorheen het jaar onze werking. Door de basisgroepen anders te gaan samenstellen, merken we dat de dagbesteding meer op maat van de gast afgestemd kan worden. Ook de samenstelling van de basisgroepen op zich blijkt een verbetering te zijn. De verdeling van onze gasten over de twee gebouwen betekent meer ruimte voor vele gasten. Met andere woorden drie grote pluspunten voor 2010. Het voorbije jaar hebben we vooral veel aandacht besteed aan de basisgroepen voor gasten met ernstigere beperkingen, (namelijk groepen geel en rood) in combinatie met de gasten die er regelmatig langs komen om te helpen (namelijk groepen groen en paars). We willen al deze gasten een dagbesteding op maat bieden. In 2010 hebben we gezocht naar de goeie formule om deze samenwerking te optimaliseren. De uitwerking en de realisatie hiervan is meteen onze doelstelling voor 2011 geworden. Het werken met extra aandacht voor de emotionele ontwikkeling van de gast is gestart in 2009 en is volop aan het groeien. Vanuit begeleiding is er een sterke interesse en goede motivatie om zich te verdiepen en deze werking verder uit te bouwen.
Wat biedt ons dagcentrum de gast Zoals hierboven beschreven willen wij via onze dagbesteding de levenskwaliteit van de gast mee helpen optimaliseren. Wij bieden daartoe een thuis in de basisgroep en een ruim aanbod van activiteiten. We zijn ervan overtuigd dat we het best een thuis kunnen bieden wanneer een gast zich goed voelt bij de andere gasten in de groep en interesse heeft in de activiteiten binnen die groep. Het is even belangrijk dat de begeleidingsstijl aansluit, zo heeft de gast het gevoel dat begeleiding hem voldoende begrijpt en hem geeft wat hij nodig heeft. Ons dagcentrum staat garant voor dagbesteding en dit vertalen wij in een grote waaier aan activiteiten. Er zijn individuele activiteiten, kleine en grotere groepsactiviteiten. Deze activiteiten gaan zowel binnen als buiten het dagcentrum door. Hoe zijn onze groepen samengesteld? Binnen het dagcentrum spreken we van basisgroepen. De groepen vormen de thuisbasis van waaruit de gast zijn dagbesteding georganiseerd wordt. Zoals hierboven aangehaald, kregen de basisgroepen in 2009 een vernieuwde invulling. De gasten werden in basisgroepen opgedeeld naar gelang hun emotionele ontwikkeling. We baseren ons hiervoor op het model, uitgewerkt door Dr. Došen. De emotionele ontwikkeling wordt door Došen weergegeven in 5 niveaus. Elk niveau zegt iets over het sociaal-emotioneel draagvlak, de gewenste begeleidingsstijl en de typerende dynamiek binnen het emotioneel functioneren. De typerende dynamiek geeft twee gemoedstoestanden aan waarin mensen op dat niveau sterk mee bezig zijn om deze in evenwicht te brengen.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
3
Ze pendelen als het ware tussen spanning en ontspanning (Fase 1, adaptatie) wantrouwen en vertrouwen (fase 2, socialisatie), zelfstandigheid en afhankelijkheid (fase 3, individuatie), geremdheid en initiatief (fase 4, eerste identificatie) of zelfvertrouwen en minderwaardigheid (fase 5, realiteitsbewustwording). We hebben niet voor elke fase een aparte groep uitgewerkt. Wel werken we met zes verschillende basisgroepen, die zich richten naar een bepaalde fase. Dit betekent dat de gasten die in eenzelfde groep zitten, meestal op hetzelfde niveau functioneren. We benoemen de basisgroepen niet naar de doelgroep, maar met een kleur. Kleuren zijn voor onze gasten heel herkenbaar. We hebben de gele, rode, roze, blauwe, paarse en groene groep. De gele, rode, groene en paarse groep huizen in het hoofdgebouw van het dagcentrum. De roze en blauwe groep vinden we terug in de Werkplek. Deze laatste heeft iets minder nabije omkadering nodig. Hieronder lichten we de groepsverdeling toe. Vervolgens geven we een uitgebreidere beschrijving van de werking in de verschillende basisgroepen op basis van de emotionele ontwikkeling naar het model van Došen. De gele groep organiseert dagbesteding voor gasten op adaptatieniveau (0-6maand). Sommige van die gasten vertonen ook kenmerken van de socialisatieniveau (6-18maand). De rode groep richt zich vooral op gasten die functioneren op socialisatieniveau (6-18maand). De meeste gasten in die groep functioneren op sociaal vlak een stuk hoger. Ze vertonen kernmerken van de individuatie (18maand-3jaar) of soms ook het eerste identificatieniveau (3-7jaar), maar hun emotioneel functioneren situeert zich vooral in de socialisatiefase. Vervolgens hebben we de roze groep die dagbesteding realiseert voor gasten die functioneren op individuatieniveau (18maand-3jaar). Enkele gasten vertonen ook kenmerken typerend voor socialisatiefase of net hoger, de eerste identificatie (3-7 jaar). De vierde groep is de blauwe groep. In de blauwe groep werken gasten die zich in de eerste identificatiefase situeren. Sommige gasten vertonen ook kenmerken van de individuatiefase. Anderen hebben al kenmerken van de realiteitsbewustwordingsfase. Onze vijfde en zesde groep zijn gasten die in de overgang van eerste identificatie naar realiteitsbewustwording situeren. Afhankelijk van hun taakgerichtheid of persoonsgerichtheid zijn ze bij de paarse of groene groep.
Hoe ziet de dagbesteding in geel er uit?
Typerend voor mensen die functioneren op adaptatieniveau is de grote afhankelijkheid van begeleiding. Met andere woorden, het is aan de begeleider om te zien wat ze nodig hebben en daarop in te spelen. Typerend aan het adaptatieniveau is dat mensen emotioneel pendelen tussen spanning en ontspanning. Gasten op dit niveau zijn weinig tot niet in staat zelf die spanning om te buigen tot ontspanning. Ze kunnen enkel via heel eigen lichaamstaal aangeven dat er (te veel) spanning zit. Aan begeleiding om dit tijdig op te merken en hun begeleiding of activiteit daarop aan te passen. Om deze gasten goed te kunnen begrijpen is er een grondige beeldvorming noodzakelijk, zodat begeleiding de gast niet telkens opnieuw moet leren kennen. Van daaruit is vaste begeleiding en een goed samenwerkend team belangrijk. Hun dag wordt gevuld met het ervaren en verwerken van prikkels. Dit is op zich een grote opdracht. Vereenvoudiging van de omgeving kan hen rust brengen, helpen te ontspannen. In de gele groep is het van groot belang dat iedereen die er werkt, dezelfde rituelen, gewoontes en structuren hanteert. Er is dan ook een duidelijke dagstructuur waarin de (van elkaar verschillende) individuele structuren en rituelen van de gasten op elkaar afgestemd zijn. Gezien het fluctuerende spanningsniveau bij deze gasten wordt er van begeleiding een grote flexibiliteit en responsiviteit in hun activiteitenaanbod en handelen verreist. Centraal in de dagbesteding staat het zintuiglijk ervaren en ontspannen. Er zijn heel wat activiteiten voorzien waar de gast iets samen met de begeleider kan doen of activiteiten die sterk gericht zijn op sfeer. Kenmerkend aan alle activiteiten is dat de deelname van de gast mogelijk, maar niet vereist is. Zo kunnen gasten met ondersteuning van de begeleiders pendelen tussen activiteit en rust. Binnen het activiteitenpakket is ook de verzorging opgenomen. Verzorging is voor de gasten een sterk zintuiglijk ervaren en wordt dus ook gezien als activiteit.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
4
Hoe ziet de dagbesteding in rood er uit?
Personen met een emotionele ontwikkeling op socialisatieniveau zijn erg persoonsafhankelijk. Het is voor hen heel belangrijk om hun goed gekende begeleider voortdurend in hun omgeving aanwezig te zien. Personen in de socialisatiefase hebben ook wel de neiging om de relatie met hun begeleiders af te toetsen. Dit kan overkomen als testgedrag. Maar het gaat bij deze gasten echt om het aftoetsen van de sociale regels met hun persoonlijke begeleider: is deze begeleider standvastig en weet ik wat ik ervan kan verwachten. De rode groep is gericht op gasten die vooral functioneren binnen dit niveau. De activiteiten zijn gericht op het samen met de begeleider werken, experimenteren met materiaal. In de rode groep worden veel producten gemaakt. Voorbeelden zijn het maken van kaartjes, papier scheppen, schilderijen, … Tijdens de activiteiten wordt geen grote actieve deelname of zelfstandigheid verwacht. Naast de inspannende activiteiten is er een groot aanbod aan ontspannende en ontladende activiteiten zoals wandelen, trampoline, bowlen, petanque, doezelen in de hangzetel, DVD kijken, muziek luisteren, massage … enz.
Hoe ziet de dagbesteding in roze er uit? In de individuatiefase komt de eigen ik te voorschijn. Het is de kunst om de eigen wil van de gast
op een diplomatische, humoristische wijze in goede banen te leiden. Het duiden van de grenzen van de eigen wil is een stevig aandachtspunt binnen het begeleiden van mensen in deze fase. Mensen op het individuatieniveau zijn bezig met zichzelf. Ze willen zichzelf leren kennen en dingen zelf doen. Toch moeten ze daarop heel sterk beroepen op voorbeelden. Binnen vorming wordt tijd gemaakt om zichzelf te vergelijken met foto’s of anderen in de groep. Het gaat dan vooral over uiterlijke kenmerken of persoonlijke interesses. In roze leeft er een uitgesproken interesse voor wat anderen ‘mogen’ doen of aan het doen zijn. De gasten hebben vooral oog voor regels en afspraken van anderen. Binnen een sfeervolle omkadering wordt er dagelijks gewerkt in groep, kleine groepjes of individueel. De gasten krijgen er een ruim aanbod van verschillende activiteiten die gericht zijn op knutselen, koken, vorming rond ‘wie ben ik’, expressie, huishoudelijke taken, gezelschapspelen, enz. Er wordt ook bijzondere aandacht gegeven aan het bouwen aan de autonomie. De gasten worden (wanneer zij daartoe de mogelijkheden hebben) zoveel mogelijk gestimuleerd om zaken zelf te doen. Het gaat ons om het groeien in autonomie, niet om het bekomen van goede resultaten.
Hoe ziet de dagbesteding in blauw er uit?
Personen die functioneren op het niveau van de ‘ eerste identificatie’ krijgen interesse voor groepsregels, normen, waarden en eigen mogelijkheden. Er is sprake van een zeker sympathie en een prille gewetensvorming. Het is voor die mensen belangrijk iemand te zijn en om werk te kunnen leveren dat resultaat geeft. Het is goed om te werken rond thema’s en in groep te werken aan bvb productie voor een markt. Personen met een emotionele ontwikkeling op eerste identificatieniveau willen belangrijk zijn en gaan van daaruit vaak zaken overnemen van begeleiding of ouders, zoals zorgen voor een ander. Het is een levendige groep. Het is knap om te zien hoe vriendschappen ontstaan en opgebouwd worden. De blauwe groep is een dynamische productiegroep. De gasten werken aan resultaat en er wordt van hen gevraagd om oog te hebben voor het resultaat. De kerstmarkt van 2010 was opnieuw mooi aangekleed met tal van goed afgewerkte producten uit de blauwe groep. De gasten waren terecht fier op hun resultaat. De houtbewerking, naaiwerken, kaarsenatelier en andere creawerken verkochten goed. Naast de productieactiviteiten is er tijdens de werking ook ruimte voorzien voor vorming en het werken aan schoolse vaardigheden. Tenslotte zijn er een aantal gasten in blauw die werk maken van het onderhoud van de tuin aan de Werkplek.
Hoe ziet de dagbesteding in groen en paars er uit? Pas in de realiteitsbewustwordingsfase gaan mensen reflecteren over zichzelf, hun gedrag en hun omgeving. Hierin hebben ze nog heel wat ondersteuning nodig van begeleiding. Personen op dit niveau reflecteren ook over hun toekomst. Het is voor deze mensen dan ook boeiend te kunnen werken rond persoonlijke toekomstplanning en bijscholing. Naast het reflecteren en bouwen aan eigen normen en waardenkader, groeit ook het zelfvertrouwen. Het is in dit kader belangrijk dat mensen op realiteitsbewustwordingsniveau taken of jobs kunnen uitvoeren die hen een plaats, een rol geeft in de ruimere omgeving.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
5
De groene gasten zijn gasten die eerder gericht zijn op het helpen, het assisteren van de begeleider. Zij voeren heel wat deeltaken uit in de gele groep. De paarse gasten zijn gasten die talrijke jobs zelfstandig kunnen uitvoeren en liefst niet te veel drukte om zich heen hebben. Zij hebben hun parcours in het dagcentrum en komen regelmatig bijtanken in rood.
Welke activiteiten bieden we aan buiten de basisgroepen? Wekelijks terugkerend aanbod: Vanuit respect voor de eigenheid van de gasten stellen we een geïndividualiseerde dagbesteding voor met een evenwichtig gedifferentieerd aanbod, met als doel de maximale ontplooiing van elke gast te bereiken. Naast het werk in de basisgroepen, bieden we dagelijks een activiteitenpakket aan. Gedurende een week is er een evenwichtig aanbod van: • Sport/beweging/beleving • Creativiteit/productie/artistiek werk • Expressie • Arbeidsintensieve activiteiten • Tuin/Verzorging van dieren • Vorming • Ontspanning Variabel aanbod: Naast het wekelijks weerkerend activiteitenaanbod is er ook een variabel activiteitenaanbod: Gastenraad (maandelijks), Wandelingen, Muurklimmen, Fuiven, Kermis Gent, Gentse feesten, Op Stap in de Vlaamse Ardennen, Sport Mee Aalter, Special Mania, Fit-o-special, Atletiekmeeting, Babbeluten maken, Fietstochten, Rock voor Specials, Popeiland, Dikke Truiendag, Paas-Kerst-Nieuwjaarsfeesten, Week van het bos, Vormingsactiviteiten, Barbecue, Film, Confituren maken, (Dag)Uitstappen, Playback, Relaxatie, Ouder(s)namiddag met petanque en wandeling,...
Als gast heb je recht van spreken Keuzevrijheid binnen het centrum De gasten van Centrum OBRA hebben niet alleen het recht op zelfbepaling, zij worden hierin ook maximaal ondersteund. De mogelijkheden rond hun dagbesteding worden individueel aangeboden, besproken en aangepast. Naar gelang de mogelijkheden van de gast wordt de dagbesteding flexibel afgestemd op de wisselende draagkracht van de gast. Het flexibel aanpassen betekent voor de ene gast meerdere malen per dag het aanbod opnieuw afstemmen, terwijl het bij een andere gast gaat om het 3maandelijks herbekijken van een programma of gewoon jaarlijks bekijken met begrip en respect voor moeilijkere periodes waarin het programma dan eveneens wordt aangepast. Ook de handelingsafspraken, die grotendeels hun ondersteuning/begeleiding bepalen, worden met de gasten besproken en bepaald. Indien het verbaal onmogelijk is om met de gast die zaken te overlopen, richten we ons tot hun wettelijke vertegenwoordigers. Gelijkwaardige gesprekspartner Binnen Centrum OBRA hechten we veel belang aan de mening en keuze van de gast. Wij staan voor open communicatie. We willen onze gasten niet enkel horen en informeren, we gaan met onze gasten in overleg. Elke gast en medewerker is een gelijkwaardige gesprekspartner. We maken hierbij dankbaar gebruik van ondersteunende communicatiemiddelen, leidraden zoals tevredenheidsmetingen en verschillende overlegorganen, zoals bvb de gastenraad. De tevredenheidmeting Het voorbije jaar baseerden we ons voor de evaluatie op de individuele tevredenheidsmetingen bij de gasten. Gasten vinden heel gemakkelijk de weg naar de coördinator, sociale dienst of ortho-agoog om tevredenheid, ontevredenheid, successen of knelpunten te melden.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
6
Daaruit blijkt een goede tevredenheid. En waar meldingen kwamen, namen we die zo snel mogelijk op. De verbeterpunten die aangehaald werden in 2010 hebben vooral betrekking op de groene en paarse gasten. Daar maken we dan ook werk van in 2011. Eind 2011 bereidden we de tevredenheidsmeting van 2012 voor. De gastenraad De gastenraad blijft het centraal inspraak- en overlegorgaan voor onze gasten. Deze vergadering komt maandelijks samen om verschillende aspecten van de werking te bespreken. Gasten kunnen hier hun vragen om verduidelijking, wensen tot verandering of verbetering, tevredenheid of zorgen betreffende de werking uiten. De gastenraad wordt voorgezeten door een gast. De voorzitter en secretaris worden in hun functie ondersteund door een coach. De coach bewaakt de regels en afspraken van de gastenraad en kadert de vragen in een juiste context. In 2009 groeide de gastenraad uit tot een nog degelijker inspraakorgaan, waarin zaken goed worden doorgesproken en mogelijke oplossingen geformuleerd worden. In 2010 namen we de gastenraad ook op als officieel collectief overlegorgaan in ons kwaliteitssysteem. Met andere woorden, de werking van de gastenraad staat nu ook beschreven in het kwaliteitshandboek. Gebruikersraad De gebruikersraad is een raad van gasten en/-of hun vertegenwoordigers, waarin ten minste twee gasten zetelen. Ook de sociale dienst is aanwezig op de gebruikersraad. De gebruikersraad heeft een officieel karakter en gaat minstens drie maal per jaar door. In de gebruikersraad komen dezelfde thema’s aan bod als in de gastenraad. De meeste punten voor de gebruikersraad worden in de gastenraad voorbereid. De gebruikersraad wordt voorgezeten door een ouder, dhr. Valeer Delsaert. Hij is ook afgevaardigde van de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering.
Dossierwerking: agogisch dossier Binnen onze missie stellen we dat we de gast zijn levenskwaliteit wil maximaliseren. Dit realiseren we door begeleiding af te stemmen en dagbesteding op maat te bieden. Gezien de ondersteuning van elke gast over meerdere mensen gedragen wordt, is een goede beeldvorming en dus ook een degelijke dossierwerking noodzakelijk. Een goede dossierwerking stoelt op goede en consequente rapportage. Elke gast heeft in het Dagcentrum een agogisch en een sociaal-medisch dossier. Mede door onze goede dossierwerking garanderen we een goede informatieoverdracht bij een hulpvraag aan derden of een vraag naar opname in Tehuis Niet Werkende of kortverblijf. Het agogisch dossier omvat ten eerste de recent aangevulde en bijgestuurde documenten van de individuele handelingsplanning en ten tweede verschillende verslagen (zie hieronder). Alle verslagen hebben betrekking op de handelingsplanning van de gast.
Documenten Individuele Handelingsplanning
Basisverslag
Het basisverslag is het document dat een weergave geeft van de mogelijkheden en de ondersteuningsnood van de gast. Dit document is opgebouwd naar de elementen aangegeven in de definitie volgens AAIDD1. Concreet bespreken we volgende thema's in elk basisverslag: diagnose, medische aandachtspunten, sociale gegevens, persoonlijke geschiedenis, fysische gegevens, communicatie, zelfredzaamheid, aspecten van het wonen, sociaal leven, persoonlijkheid, emotionele ontwikkeling, functionele verstandelijke vaardigheden, ontspanning, werken, veiligheid. Vanuit dit persoonsbeeld kunnen we kernachtig de ondersteuningsvraag van de gast formuleren. Op basis van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de gast formuleren we ook de gewenste klemtonen binnen het begeleiden van die persoon. Beiden zijn samen met de doelstellingen geformuleerd op het laatste blad van het verslag.
1
AAIDD = American Association on Intellectual and Developmental Disabilities, zie www.aaidd.org (vroegere AAMR)
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
7
Handelingsplan
Het handelingsplan beschrijft de doelstellingen en klemtonen binnen begeleiding waarnaar men de komende periode gaat werken. De doelstellingen worden geformuleerd op basis van aandachtspunten en de ondersteuningsvraag die terug te vinden zijn in het basisverslag. Het handelingsplan wordt geconcretiseerd en geactualiseerd in dagelijks handelen, het weekprogramma, extra individuele activiteiten en eventuele andere aandachtspunten.
Begeleidingsplan
Voor een groot deel van de gasten werd reeds het begeleidingsplan opgesteld. Dit is een werkdocument voor begeleiding. Het begeleidingsplan is een concrete vertaling van de doelstellingen en klemtonen in begeleiding zoals omschreven in het handelingsplan. We nemen dit verder op in 2011.
Verslagen • De opvolgingsfiches
Een opvolgingsfiche is een bundeling van de besprekingen of geregistreerde observaties van de gast. Een bundeling hiervan is terug te vinden in het agogisch dossier. De meest recente versie is steeds terug te vinden op de PC. Jaarlijks wordt er ook een uitprint toegevoegd aan het papieren agogisch dossier. De meldingen die te lezen zijn in de opvolgingsfiches zijn door begeleiding terug te vinden in teamverslagen of mededelingen op het wit bord (mededelingsbord in vergaderruimte). • SIS De SIS (Support Intensity Scale) is een instrument dat gebruikt wordt om de ondersteuningsnood van een gast in te schatten. Op basis van zo’n ingevulde schaal zou het moeten mogelijk zijn te bepalen hoeveel en welke begeleiding iemand nodig heeft of zal hebben. We bewaren dit verslag of de ingevulde schaal in het agogisch dossier. • Tevredenheidmetingen Met regelmaat, maar voornamelijk volgens de behoefte die zich voordoet, worden de gasten bevraagd betreffende hun tevredenheid over hun dagbesteding en begeleiding. • SEO en ESSEON De SEO is een meetinstrument dat de sociaal-emotionele ontwikkeling van een persoon in kaart brengt. De sociaal-emotionele ontwikkeling van een persoon geeft informatie over belangrijke klemtonen in begeleiding, nodige ondersteuning, het soort dagbesteding waar iemand zich goed bij voelt en de beste groepsgenoten. De ESSEON is hetzelfde meetinstrument als de SEO, maar met meer items, waardoor het correct inschalen gemakkelijker verloopt. Maar zoals we reeds eerder vermeldden scoort de ESSEON de gast vaak hoger in, wat een foutief beeld geeft. In 2011 gaan we verschillende gasten opnieuw inschalen met de uitgewerkte versie van de SEO vanuit SENSEO. • Individuele gesprekken Wanneer individuele gesprekken doorgaan met de gast, die kaderen binnen een bepaald thema of vraag uit de handelingsplanning, wordt hiervan verslag genomen en in het agogisch dossier bewaard. We noemen deze de ondersteunende gesprekken. Uiteraard worden veel meer gesprekken gevoerd met de gast dan enkel deze in het agogisch dossier. Neerslag kan hiervan opgenomen zijn in de opvolgingsfiches.
Samenwerking met het sociale netwerk De contacten met het sociale netwerk verlopen voornamelijk via de sociale dienst. De dienst is verantwoordelijk voor de dagelijkse link tussen het dagcentrum en de thuissituatie. Deze contacten kunnen verlopen via telefoon, e-mail, huisbezoeken, gesprekken op het dagcentrum of een spontaan bezoek.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
8
Met welke vragen komt men bij ons? Alle vragen met betrekking tot onze werking, maar ook administratieve vragen zoals: informeren omtrent Vlaams Agentschapdossiers, aanvragen of herzieningen inkomensvervangende- en integratietegemoetkoming, formulieren kinderbijslagfonds, zorgverzekering, mutualiteit,…. Steeds vaker wordt de vraag tehuis niet-werkenden gesteld ten gevolge van de leeftijd van de ouders en/of de complexe zorgsituatie. Wij ondersteunen de ouders en de gast hierin om samen op zoek te gaan naar de meest geschikte setting voor betrokkene. Dit houdt ook een aantal praktische elementen in, zoals aanmelding op CRZ en ouders informeren over de lange wachtlijsten voor hun zorgvraag. Zij dienen op de hoogte te zijn van de huidige problematiek van het tekort aan open plaatsen. Jaarlijks organiseren wij ook een aantal activiteiten waarvoor ouders/familie/vrienden/… expliciet een uitnodiging krijgen. Hieronder vindt u het overzicht van de collectieve activiteiten met bijhorende aanwezigheidsgraad. Nieuwjaarsfeest De Molen (29/01/10)
59 %
Optreden toneelgroep in de Werkplek op 4, 11 en 18 mei 2010 (11 gasten deden mee en iedereen was vertegenwoordigd)
100 %
Sportieve namiddag in de Hoge Wal op 16 en 21 september 2010
42 %
Kerstmarkt in de Werkplek (10/12/10)
64 %
Andere georganiseerde contactmomenten met het directe netwerk zijn de besprekingen van het basisverslag. Deze bespreking verloopt samen met de sociale dienst en de ortho-agoog. Ons streefdoel is om iedereen tweejaarlijks uit te nodigen. Het doel van dit gesprek is, om aan de hand van het basisverslag, ideeën en gedachten uit te wisselen. Op die manier kunnen we onze begeleiding en zorg voor de gast verder optimaliseren. Indien de ouders zich niet kunnen verplaatsen brengt de sociale dienst een huisbezoek om het basisverslag te bespreken. Indien nodig of gewenst kunnen ook tussentijdse gesprekken plaatsvinden met ortho-agoog en/of sociale dienst. Naast deze georganiseerde ontmoetingsmomenten staan onze deuren altijd open. Men hoeft op voorhand geen afspraak te maken, iedereen is steeds welkom. Sommige ouders/familieleden springen regelmatig binnen of komen zelf hun gast ophalen (we raden hen dan wel aan een seintje te geven, want vele activiteiten gaan door buiten de gebouwen van het dagcentrum). De samenwerking met het sociale netwerk betekent ook ondersteuning voor, na of buiten de opname van een gast. Op de sociale dienst komen heel wat vragen toe van externe mensen met een handicap of hun familie. De vraag om ondersteuning is niet altijd in functie van een opname. Soms gaat het om een hulpvraag om door de papiermolen te geraken, om dossiers in orde te brengen (dossiers voor het Ministerie van Sociale Voorzorg, voor mutualiteiten, voor het Vlaams Agentschap,...). Op die momenten staan wij in voor een algemene sociale dienstverlening en doen wij de nodige doorverwijzing.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
9
NETWERKING BINNEN DE MAATSCHAPPIJ Zoals het in onze missie beschreven is, staat Centrum OBRA voor het maximaliseren van de kansen tot optimale levenskwaliteit. Verschillende van onze doelen verwijzen naar samenwerking met anderen binnen de maatschappij. • Wij steunen en creëren initiatieven die ten goede komen aan mensen met een handicap, ook buiten de voorziening. • Wij erkennen het sociaal netwerk ten volle. Onze dienstverlening kan verder gaan dan erkende uren en dagen. • Wij bouwen aan de kennis en vaardigheden binnen en buiten ons Centrum. • Wij staan voor samenwerking om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen
Samenwerking met anderen Andere voorzieningen Eén gast woont zelfstandig onder het statuut van begeleid wonen, onder begeleiding van Kompas. Eén gast woont onder het statuut van beschermd wonen binnen Den Dries. Vier gasten worden begeleid door een dienst van pleegzorg, waarvan drie door Open Thuis en één door Open Gezin. Multidisciplinair overleg Frequent worden wij aangesproken over de problemen in de thuissituatie. In het kader van de evoluties binnen het thuiszorglandschap stellen wij vast, dat wij meer en meer geconfronteerd worden met complexe probleemsituaties. Multidisciplinair overleg en intersectoraal overleg dringt zich dan ook op. Om een optimale ondersteuning te kunnen bieden, doen ook wij beroep op een zorgcoördinator. Hij of zij coördineert de samenwerking tussen verschillende diensten rond een bepaald dossier. Vaak is het zo dat de mutualiteit van betrokkene hierin een centrale rol speelt. De thuiszorgcoördinator ondersteunt de organisatie en het verloop van een multidisciplinair overleg. Deze ondersteuning betekent voor allen een meerwaarde. Soms is het zo dat een gast naar ons dagcentrum komt, maar aanvullend ook nog extra ondersteuning krijgt van een andere voorziening. In dit geval gaan wij frequent in overleg met de andere voorziening of dienst om een stappenplan uit te werken in functie van de draagkracht van de gast. Extra ondersteuning Voor sommige gasten is extra psychische, psychiatrische en/of neuro-psychiatrische ondersteuning nodig. Het is steeds de gast zelf en het sociaal netwerk, de huisarts van de gast, of een andere dienst die initiatief neemt om dergelijke ondersteuning op te starten. Vanuit het Dagcentrum wordt hierin wel ondersteuning geboden in de vorm van advies, verzorgen van observaties met daarbij horende verslagen en opvolging. De gast of zijn sociaal netwerk kunnen ook vragen aan sociale dienst om aanwezig te zijn op het overleg met de specialist. Voor sommige gasten of hun ouders is er extra ondersteuning vereist binnen de thuissituatie op het vlak van zorg. Wij kijken dan samen welke diensten hiervoor kunnen ingeschakeld worden. Dit kan bijvoorbeeld gaan om Familiezorg, Witgele Kruis of andere thuiszorgprojecten. Vakantie- en vrijetijdsaanbod Verschillende gasten stellen aan ons de vraag om samen met hen op zoek te gaan naar een leuke vakantie. Wij kijken dan samen binnen het aanbod van georganiseerde vakanties door vrijetijdsdiensten. In dat geval gaan we samen op zoek naar de meest geschikte/betaalbare vakantie. Naast georganiseerde vakanties en reizen is er ook de mogelijkheid tot kortverblijf. We merken dat steeds meer gasten hier beroep doen op kortverblijf van Kompas in Deinze, Oranje in Brugge, De Klaproos in Beveren of OC Ebergiste in Vurste. De duur, de frequentie en de reden van het verblijf varieert sterk. Voor sommige gasten is het een vakantie, voor anderen een regelmatige opvang, soms is het ook een tijdelijke noodoplossing. Het verblijf wordt door onze gasten als zeer positief ervaren. Ook voor de ouders merken wij dat het een moment is om even tot rust te kunnen komen in de dagelijkse zorg voor hun gast. Kortverblijf kan ook gezien worden als een voorbereiding op een latere opname binnen een tehuis. Op die manier leren zowel de gasten, als de ouders omgaan met een andere leefomgeving dan de thuissituatie.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
10
Doorstromen naar tehuis niet-werkenden Met Den Dries is er een zeer nauwe samenwerking op gebied van het vinden van een definitief verblijf voor sommige van onze gasten. Maar we merken dat het steeds moeilijker wordt om aanspraak te maken op een open plaats, gezien de strengere voorwaarden opgelegd door het VAPH. Daarom gaan we nu bij aanvragen voor tehuis niet-werkenden ruimer kijken. We nemen alle open plaatsen in Vlaanderen op in onze zoektocht naar de geschikte woonvorm voor de gast. De laatste jaren werd oa beroep gedaan op OC Broeders Ebergiste te Vurste en De Heide in Merelbeke. Momenteel hebben wij 10 gasten op het dagcentrum die een dringende vraag stellen voor een opname in een tehuis nietwerkenden, type bezigheid of nursing. Sommige ouders hebben een specifieke voorkeur voor een bepaalde voorziening, anderen geven enkel een regiogebonden voorwaarde aan. Eén van de gasten wordt al 4 jaar aangemeld zonder resultaat. Een andere gast verblijft al bijna 3 jaar in een psychiatrische voorziening, in afwachting van een open plaats. In het voorbije jaar werd voor één van onze gasten van het Dagcentrum een dossier noodsituatie opgestart, met aansluitend een goedkeuring voor knelpuntdossier na noodsituatie. Dit gebeurde naar aanleiding van de melding dat de moeder van de gast terminaal ziek was. Betrokkene kreeg vanuit het Vlaams Agentschap een budget individuele convenant toegekend voor nursingtehuis tot 31 december 2010. Dit zorgde ervoor dat betrokkene kon opgenomen worden in een geschikte setting. Als voorwaarde werd wel gesteld dat wij, als contactpersoon, de gast blijvend kandidaat stellen voor de gemelde open plaatsen met een passend profiel. Enkele dagen na zijn opname, overleed moeder. Open plaatsen in ons Dagcentrum Een goedkeuring van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) volstaat niet om gebruik te kunnen maken van de dienstverlening van VAPH-diensten, of om opgenomen te kunnen worden in VAPH-voorzieningen. Alle zorgvragen moeten eerst geregistreerd worden op de Centrale Registratie Zorgvragen (CRZ). De sociale dienst van het Dagcentrum staat in voor deze contacten met de CRZ. Als contactorganisatie staat de sociale dienst in voor de zorgbemiddeling van de gebruikers. Dit wil zeggen dat ze trachten om zo snel mogelijk een gepast antwoord te vinden op de zorgvragen van deze geregistreerde gebruikers. Binnen deze zorgbemiddeling dienen de richtlijnen van de zorgregie strikt worden gevolgd. Er wordt momenteel volop gewerkt aan een nieuwe prioriteitsbepaling voor de zorgregie. In 2011 wenst men over te stappen naar deze nieuwe prioriteitsbepaling, en de daaraan aangepaste webapplicatie.
Samenwerkingsverbanden op niveau van de organisatie CRZ (Centrale Registratie Zorg) De zorgbemiddelingsvergaderingen werden afgelopen jaar opnieuw opgestart. Het betreft de zorgvormen residentieel, dagbesteding en ambulant. Deze bemiddeling heeft als voornaamste doel een antwoord te vinden op de ondersteuningsvragen van personen met een handicap, geregistreerd via de CRZ. RWOM (Regionaal Welzijnsoverleg Meetjesland) Het RWOM is een structureel platform waar op continue basis overleg kan plaatsvinden m.b.t. de organisatie van het welzijnswerk en de gezondheidszorg in de regio. Het staat open voor alle welzijnsen gezondheidsinstellingen uit de twaalf gemeenten van het Meetjesland. Bedoeling is de samenhang tussen de sociale voorzieningen te versterken en de kwaliteit van de dienstverlening te optimaliseren. Platform Meerderjarigen ROG Oost-Vlaanderen In het kader van het meerjarenzorgplan 2010 – 2014, werden er een aantal krachtlijnen in een zestal thema’s gevat. In oktober werden er per thema debatten georganiseerd. Doel is per thema in discussie te gaan en aan te geven welke doelstellingen prioritair dienen gerealiseerd te worden in de periode 2010 – 2014.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
11
Vrijwilligers Onze vrijwilliger, Emerik, is ondertussen al zo goed als een ancien geworden voor de gasten. Behalve zijn regelmatige inzet op maandag voor het paardrijden mogen we hem ook voor andere activiteiten vragen. Zo ging hij terug mee naar ‘Rock voor Specials’. Gedurende het schooljaar kunnen we regelmatig beroep doen op studenten van Hogent, die vanuit ‘netwerkondersteuning’ een aantal uren meewerken met onze gasten (paardrijden, zwemmen, sportieve uittappen ed.). Ook vanuit hun ‘projectwerking’ organiseerden 2 groepjes studenten creatieve en expressieve activiteiten. Op onze Kerstmarkt zorgden 12 vrijwilligers voor een vlot verloop. Deze vrijwilligers bestaan uit enkele studenten en familie van het personeel.
Bezoeken aan het Dagcentrum Elk jaar komen ook verschillende groepen op bezoek in het Dagcentrum. Het gaat hier vooral om studenten, maar evenzeer over geïnteresseerden vanuit andere sectoren, landen en projecten. Vanuit het Gebruikersplatform (VGPH Provincie Oost-Vlaanderen) mochten we coördinator Caroline Callens verwelkomen. Vanuit de school ‘Bert Carlier’ kwam er een leerlingenbegeleidster, samen met haar collega vanuit het CLB Stedelijk Onderwijs Gent. Op die manier maakten zij kennis met voorzieningen waar hun jongeren terecht kunnen nadat ze de school verlaten hebben. Met regelmaat ontvangen we ook studenten van verscheidene scholen. Verder kregen we nog bezoek van: • • • • • • • • • •
2 wijkagenten Medewerkers van Sportcentrum Hoge Wal en schepen Yoeri De Martelaere Studenten ROC ZAdkine Rotterdam Studenten Hogeschool Rotterdam 3 studenten Polyvalent verzorgende vanuit de VDAB Kumen Maatschappelijk werkster van ‘School aan de Waterkant’ 4 sociale assistenten van het OCMW van Evergem die door ons werden uitgenodigd 2 klassen van GBS Evergem, 6e leerjaar 4 leerkrachten van het BuSO, DeTriangel, Lovendegem
Stages Studenten worden opgeleid om mensen met een handicap te ondersteunen. Door het aanbieden van stageplaatsen en een nauwe stagebegeleiding, willen we de studenten zowel inhoudelijke als organisatorische aspecten van het werken met mensen met een handicap in een dagcentrum bijbrengen. Anderzijds betekent de hulp van stagiairs vaak ook een meerwaarde voor ons en onze gasten. Er is meer ruimte voor individuele activiteit, uitstappen, administratie en verdieping in bepaalde thema’s. Ook in 2010 kregen we een uitgebreide vraag van studenten. We hadden samenwerkingen met: I.V.V. St.-Vincentius Gent en Koninklijk Lyceum Gent, opvoeders A2; Hogent, orthopedagogie; Hogent Vesalius, ergotherapie; Ugent, orthopedagogiek. Vanuit Hogent afdeling Orthopedagogie kregen we ook extra ondersteuning vanuit hun projectwerking en netwerkondersteuning. Een korte maar zekere meerwaarde. Vanuit verschillende andere scholen, die niet met de zorgsector werken, groeit de vraag voor inleefstages, vrijwilligerswerking, in functie van vak ethiek, godsdienst, ... We blijven waakzaam opdat die vraag niet onze draagkracht overschrijdt. Verschillende scholen organiseren jaarlijks een stagementorenontmoetingsdag: voor 2010 => Vesalius en Hogent. Dit jaar werkte gedurende 50 uur een student in het kader van polyvalent verzorgende. Dit was een vraag van Solidariteit voor het Gezin.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
12
Informatieverstrekking door Centrum OBRA Jaarlijks krijgt Centrum OBRA meerdere vragen over werking. In de mate van het mogelijke proberen we daar zo goed mogelijk op te antwoorden. We beantwoorden zeker alle brieven, ook als we niet echt informatie kunnen geven. In dergelijke gevallen verwijzen we de mensen door naar andere diensten en/of voorzieningen. Ook de website werd regelmatig geraadpleegd. (www.obra.be)
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
13
ONZE GASTEN IN CIJFERS Onze werking in de gevangenis met geïnterneerde verstandelijk gehandicapten is hier niet in verrekend. Zie hiervoor het jaarverslag van ‘Ontgrendeld’.
Voltijds – deeltijds In het Dagcentrum verblijven 57 gasten (situatie op 31/12/10). Onder hen tellen we 34 voltijdsen en 23 deeltijdsen.
2 dagen 2 3%
1 dag 2 4%
3 dagen 11 19%
voltijds 34 60%
4 dagen 8 14%
Welk is de verhouding tussen mannen en vrouwen? We hebben 38 mannelijke en 17 vrouwelijke gasten.
vrouwen 17 30%
mannen 40 70%
Hoe oud zijn onze gasten? Onze oudste gast is 64 jaar, onze jongste gast is 20 jaar. Gemiddelde leeftijd van onze gasten is 36 jaar. 1 < 20
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
13
11
6
4
7
6
4
3
21-25 26-30 31-35 36-40 41-45 46-50 51-55 56-60
Jaarverslag 2010
2 >60
14
Waar wonen onze gasten? Vier busritten:
Eeklo, Adegem, Maldegem, Ursel Evergem, Sleidinge, Waarschoot, Lovendegem St-Amandsberg, Gent, Wondelgem, Mariakerke Lembeke, Boekhoute, Assenede, Zelzate, Wachtebeke, Ertvelde
Van de 57 gasten maken er 42 gasten gebruik van busvervoer georganiseerd vanuit het Dagcentrum. Acht gasten worden door familieleden gebracht en opgehaald. Zes gasten maken gebruik het openbaar vervoer en één gast komt met Taxi Hendriks naar ons dagcentrum. Het busvervoer wordt steeds moeilijker om georganiseerd te krijgen. Hierbij liggen een aantal factoren aan de basis. Ten eerste is er de groeiende zorgvraag van verschillende gasten. Gasten met een grote zorgvraag (lage draagkracht, bijkomende problematiek) stellen makkelijker gedrag dat de rust op de busrit vermindert. Het gebeurt dat de busrit voor sommige gasten omwille van probleemgedrag tijdelijk niet haalbaar is. Ten tweede is er ook de regio waarbinnen de gasten dienen opgehaald te worden. De woonplaatsen van de gasten liggen behoorlijk verspreid, waardoor sommige gasten lang op de bus dienen te zitten. Aanvullend zijn er ook gasten die zich aanmelden met een zorgprofiel die specifiek vervoer vraagt. Als dagcentrum hebben wij niet de nodige personele middelen. Vraag en aanbod dienen voldoende op elkaar afgestemd te worden. Dit kan als gevolg hebben dat wij onze busritten anders zullen moeten organiseren.
Hoelang verblijven de gasten reeds in ons Dagcentrum dat nu 35 jaar bestaat?
2
17
15
4
8
1
5
5
<1 j
1-5 j
6-10 j
11-15 j
16-20 j
21-25 j
26-30 j
> 30 j
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
15
Waar verblijven onze gasten ’s avonds en in het weekend?
bij broer/zus 6 10%
beschermd wonen 1 2%
zwaar zorgbehoevend 33 58%
bij moeder of vader alleen 12 21%
begeleid wonen bij moeder 1 2%
bij beide ouders 33 58%
Welk is de graad van handicap van onze gasten? LVG = licht verstandelijke handicap MVG = matig verstandelijke handicap EVG = ernstig verstandelijke handicap DVH = diep verstandelijke handicap NAH = niet-aangeboren hersenletsel
NAH 1 2%
DVH 3 5%
Zorgzwaarte overeenkomstig gegevens volgens dagprijscriterium
zwaar zorgbehoevend 33 58%
LVG 10 17%
andere 24 42%
EVG 18 32% MVG 25 44%
46 gasten hebben een bijkomende handicap (volgens code Vlaams Agentschap) Chronische ziekte (code 32)
15
32,6 %
Motorische handicap (code 31)
16
34,8 %
Ernstige gedragsstoornissen (code 41)
12
26,1 %
Zintuiglijke handicap – marginaal (code 29)
10
21,7 %
Spraak- taalstoornissen - communicatieve handicap (code 5)
5
10,9 %
Cognitieve stoornissen
1
2,2 %
Psychische stoornis (code 42)
3
6,5 %
Psychische handicap – marginaal (code 49)
6
13,0 %
Fysieke handicap – marginaal (code 39)
7
15,2 %
Stoornissen uit het autisme spectrum (code 6)
5
10,9 %
Visuele handicap (code 21)
3
6,5 %
Auditieve handicap (code 22)
2
4,4 %
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
16
Hoeveel personen genieten een speciaal beschermingsstatuut?
31
8
18
Verlengd minderjarig
Voorlopige bewindvoerder
Geen
In- en uitstroom In 2010 kenden we drie nieuwe opnames: 1 schoolverlater en 2 gasten vanuit een thuissituatie. In datzelfde jaar vertrokken er eveneens drie gasten vanuit ons dagcentrum. Zij gingen alle drie naar een tehuis niet-werkenden. Bij twee gasten was dit omwille van de ziekte van Huntington en bij de derde gast was dit omwille van het overlijden van de moeder/het wegvallen van het netwerk. Bij alle drie deze gasten was een gespecialiseerde en specifieke hulpverlening vereist.
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
17
PERSONEELSPLOEG VAN HET DAGCENTRUM Agogisch team Als begeleider werk je het dichtst bij de gasten. Met een opleiding als opvoeder A2 of Bachelor, of als ergotherapeut (kinesitherapeut), heeft ons agogisch team heel wat potentieel in zijn mars. Dit potentieel wordt, afhankelijk van de competenties, talenten en interesses optimaal ingezet in de basisgroepswerking en/of in de activiteitenwerking. In 2010 kregen we extra ondersteuning door Sociale Maribel uren en een waardevolle aanvulling met een verzorgende vanuit ‘deeltijds leren - deeltijds werken’ (19u). De begeleiders worden dagelijks ondersteund door 2 coördinatoren en 1 ortho-agoge. Behalve het dagelijks overleg, zorgen vergaderingen voor een goede en constructieve communicatie. Alle begeleiders die verantwoordelijk zijn voor 1 van de 4 basisgroepen hebben wekelijks 1 uur vergadering. Maandelijks zorgt een overkoepelende vergadering (alle begeleiders, coördinatoren en de ortho-agoge) voor een algemene continuïteit. 2x per jaar wordt er een telkens 2 uur durende avondvergadering voorzien.
Omkaderend personeel Het keukenpersoneel, zijnde de kok en de hulpkok, bereidt dagelijks een volwaardig en gezond middagmaal. Men houdt daarbij rekening met het streng dieet van bepaalde gasten. De schoonmaakploeg neemt het algemeen onderhoud van de beide gebouwen, de vaat en de logistieke ondersteuning dagdagelijks voor haar rekening. De technische dienst verzorgt de technische taken maar ook het vervoer. Het vervoer bestaat uit de rit die ‘s morgens en ‘s avonds de gasten van en naar huis brengt en ook het vervoer van gasten tussen het Dagcentrum en De Werkplek en naar activiteiten buitenshuis. Hieronder ziet u de verdeling van het personeel per personeelsgroep, volgens uitgeoefende functie. Naast het agogisch team dragen nog heel wat andere diensten bij tot een geslaagde werking van het Dagcentrum
TD-vervoer 106,4 13%
keuken-poets 142,5 17%
directie 38 5%
zwaar zorgbehoevend 33 medisch 58% 2 0% sociaal 25 3% agogisch 431,25 53%
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
18
De Instellingsstaf: iedereen vertegenwoordigd Van elke dienst is er een afgevaardigde, met name de sectorverantwoordelijke, aanwezig op de instellingsstaf. Iedereen is op de hoogte van de zaken die elk personeelslid aanbelangt. Maandelijks komt deze groep samen. Een overzicht van de leden: de directie, de sectorverantwoordelijken van het secretariaat, technische dienst, steundienst, ortho-agoog, coördinatoren van het Dagcentrum en ‘Ontgrendeld’, sociale dienst. Het verslag wordt aan alle personeelsleden schriftelijk gegeven. In 2011 voorzien we een evaluatie van dit orgaan.
Een lerende organisatie Overzicht vorming 18.01.2010: 21.01.2010: 05.02.2010: 01.03.2010: 25.03.2010: 01.04.2010: 22 en 28.04.2010: 06.05.2010: 1en 8.06.2010: 08.06.2010: 10.06.2010: 10.06.2010: 07 – 09/2010: 05.08.2010: 07.09.2010: 7.09.10-28.06.11: 28.10.2010: 10.11.2010: 18.11.2010: 27.11.2010:
Boterhammen in de kring, RWO - De kring - Meetjesland 10° dag van de preventieadviseur, Mediwet Competentie gericht leiding geven, Artevelde Hogeschool Met zorg op weg naar de volwassenheid, WRG Studiedag verpleegkundigen werkzaam in gehandicaptenzorg, NVKVV Duodis, Artevelde Hogeschool Seksualiteit bij mensen met een beperking, VMG Seksualiteit bij mensen met een beperking, VMG Sociaal plattegrond Oost-Vlaanderen Competent van kop tot teen, Vivo- Esfproject EHBO, Centrum OBRA 11° dag van de preventieadviseur, Mediwet Teamvergaderingen met vorming over rouw en rouwverwerking bij mensen met verstandelijke beperking en omgaan met agressie. Seksualiteit en verstandelijke beperking, Centrum OBRA EHBO, Centrum OBRA Opleiding inrichten van de woning, handwerk, CVO Emotionele ontwikkeling Optimalisatie van de zorg voor mensen met verstandelijke beperking en een verslavingsprobleem, POPOVGGZ Autisme en depressie, VVA Infonamiddag Dio, MOSO
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
19
Centrum OBRA vzw - Dagcentrum
Jaarverslag 2010
20
Geïnterneerde personen met een verstandelijke beperking in de gevangenis van Gent
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
1
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL...................................................................................................... 2 WERKING ONTGRENDELD..................................................................................... 4 MISSIE EN VISIE VAN CENTRUM OBRA ................................................................................ 4 DOELGROEP ................................................................................................................. 4 TRAJECTVERLOOP IN ONZE WERKING................................................................................... 5 DE WERKING IN CIJFERS ...................................................................................... 6 AANMELDINGEN ............................................................................................................. 6 DEELNAME ................................................................................................................... 6 GESLACHT ................................................................................................................... 7 LEEFTIJD ..................................................................................................................... 7 NATIONALITEIT EN REGIO VAN HERKOMST ............................................................................ 7 HANDICAP ................................................................................................................... 8 BIJKOMENDE PROBLEMEN ................................................................................................. 8 GEECHTELIJKE ACHTERGROND ........................................................................................... 9 DEELNEMERS: ERKENNINGEN VLAAMS AGENTSCHAP .............................................................. 10 UITSTROOM UIT DE WERKING ......................................................................................... 10 DE DAGELIJKSE WERKING ................................................................................... 12 INLEIDING ................................................................................................................. 12 ONS ACTIVITEITENAANBOD............................................................................................. 12 Intramuraal aanbod: ............................................................................................. 12 Extramuraal aanbod .............................................................................................. 14 (Pre)therapeutisch aanbod..................................................................................... 15 Individuele trajectbegeleiding ................................................................................ 15 PERSONELE BEZETTING ....................................................................................... 16 STUDENTEN/ONDERZOEK ............................................................................................... 16 VORMINGSMOMENTEN ................................................................................................... 17 NETWERK EN SAMENWERKING ......................................................................................... 17 OVERLEG ................................................................................................................... 18 AGOGISCH WERKEN............................................................................................ 20 INDIVIDUELE HANDELINGSPLANNING ................................................................................. 20 WAT WILLEN WE MET ONZE BEELDVORMING BIEDEN? ............................................................ 20 ZORG OP MAAT EN ZORGNETWERKEN ................................................................................ 22 TER INFO: WETENSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ....................................... 23 TOT SLOT............................................................................................................ 24
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
2
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
3
WERKING ONTGRENDELD Missie en visie van Centrum OBRA Als geïnterneerde hoor je niet thuis in de gevangenis. Je hebt recht op aangepaste zorg en ondersteuning. In de praktijk blijven geïnterneerden veelal langer dan hun veroordeelde ‘collega’s’ hangen in de gevangenis. Met onze werking in de gevangenis willen we de geïnterneerden voorbereiden om hun re-integratie in de samenleving. Re-integratie vertalen we als de maximaal haalbare participatie aan de samenleving. Met onze werking willen we enerzijds zicht krijgen op de functioneringswijze van onze deelnemers (sterktes/zwaktes waaronder het risicogedrag) en anderzijds de wijze waarop hun toekomstige omgeving moet afgestemd zijn (bvb. begrenzing, time out?). Het streven naar re-integratie gebeurt vanuit de vraagstelling naar wat haalbaar is voor zowel de deelnemer (zelfredzaamheid, verantwoordelijkheid, risico) als de samenleving (veiligheid). In die zin is voor velen een tussenstap via een aangepast en beveiligde zorgsetting een must om gradueel te leren omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid. Ook voor de geïnterneerden met een beperking stellen we het bevorderen van de kwaliteit van leven voorop. De grote opdracht is een aangepaste benadering uitwerken om de situatie van de geïnterneerde te verbeteren, zowel binnen als buiten de muren. Dit vergt een aanpassing van onze begeleiding aan zijn functioneringswijze en een aanpassing van de omgeving (de gevangenis, de toekomstige opvang in de samenleving...). Dat dit niet altijd evident is in de context van justitie spreekt voor zich.
Doelgroep De criteria voor onze doelgroep zijn vastgelegd in het convenant van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), namelijk: onderworpen zijn aan een interneringsmaatregel verblijven in de gevangenis van Gent een (verstandelijke) handicap hebben ingeschreven en erkend zijn door het Vlaams Agentschap (of ervoor in aanmerking komen) perspectief hebben op re-integratie in de samenleving Verstandelijke handicap? We volgen de definitie opgesteld door de AAIDD2 (vroegere AAMR) van 2002 waarin staat dat om van een handicap te spreken er sprake moet zijn van (kort samengevat en vrij vertaald): beperkingen in het intellectuele functioneren beperkingen in adaptief gedrag zoals tot uiting komt in praktische, sociale en conceptuele adaptieve vaardigheden leeftijd van begin: vóór 18 jaar Voorts drukt de definitie erop dat ook de omgeving bepalend is voor de mate waarin een handicap al dan niet sterker naar voor komt. Binnen verstandelijke handicap kunnen er groepen onderscheiden worden: lichte, matige, ernstige en diepe. Binnen ons publiek gaat het voornamelijk om licht verstandelijke handicap (IQ 50-55 tot 70-75) en matig verstandelijke handicap (IQ 35-40 tot 50-55). Op basis van informatie uit de psychiatrische deskundige verslagen, onze observaties, testgegevens en/of de gegevens van het Vlaams Agentschap zelf, kunnen we nagaan wie voor ons in aanmerking komt.
2 AAIDD = American Association on Intellectual and Developmental Disabilities, zie www.aaidd.org Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
4
Interneringsmaatregel? De internering is geen straf maar een beschermingsmaatregel, zowel voor de persoon in kwestie als voor de maatschappij. Internering wordt uitgesproken wanneer een strafbaar feit is gepleegd en de rechtbank van oordeel is - na advies van een psychiater en/of een psycholoog - dat de dader niet in staat is zijn/haar daden te controleren en een gevaar is voor zichzelf en de maatschappij. De dader wordt ontoerekeningsvatbaar verklaard voor zijn daden. Eén keer de internering is uitgesproken door de onderzoeksrechter (Raadkamer, Kamer van Inbeschuldigingstelling) of het vonnisgerecht (Correctionele Rechtbank, Hof van Beroep, Hof van Assisen), wordt de verdere opvolging overgelaten aan de Commissie tot Bescherming van de Maatschappij (CBM). Deze staat verder in voor de beslissingen aangaande de internering, uitgangspermissies en verloven en ten slotte de Vrijheid op Proef (VOP) en verdere opvolging tijdens deze VOP.
Trajectverloop in onze werking Binnen de werking ‘Ontgrendeld’ doorlopen we een aantal stappen met elke cliënt: aanmelding, verzameling achtergrondinformatie kennismakingsgesprek voorstelling op het team ‘Ontgrendeld’: verdelen taken, toewijzen aandachtsbegeleider weekprogramma: eerste fase enkel intramuraal aanbod (met regelmatige bijsturing in gesprek met de aandachtsbegeleider) aanmelding psychologe: indien een nood/vraag naar therapeutische begeleiding rond seksualiteit, verwerken van het verleden (o.a. gepleegde delicten), impulscontrole, agressieregulatie, cliënten die vastlopen op bepaalde zaken (bijv. onverwerkte rouw) opstellen basisverslag van het functioneren + individuele handelingsplanning (waar willen we met deze persoon aan werken met tussentijdse bijsturingen en aanpassingen) weekprogramma: intramurale en indien mogelijk extramurale werking (regelmatige evaluatie en bijsturing in gesprek met de aandachtsbegeleider) (idealiter) doorstroom naar een gepaste voorziening eventuele nazorg (sociale dienst, ortho-agoge) Vanaf dat de persoon start in onze werking start ook het proces van beeldvorming en individuele handelingsplanning (zie verder). Ons activiteitenaanbod is daarnaast een middel om een relatie op te bouwen met elke persoon en hem te activeren en te motiveren tot een dagritme, weekstructuur. De werking ‘Ontgrendeld’ ijvert ervoor om mensen ‘goed’ voor te bereiden op de toekomstige re-integratie. We trachten ons aanbod zoveel mogelijk af te stemmen op het toekomstperspectief. Dit is de rode draad in de intramurale en extramurale activiteitenwerking en indien mogelijk wordt de persoon stapsgewijs voorbereid in zijn nieuwe leefsituatie.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
5
DE WERKING IN CIJFERS Aanmeldingen Via verschillende kanalen worden personen bij ons aangemeld: justitieel welzijnswerk, de penitentiaire beambte, de persoon zelf maar vooral via de PSD en het Zorgteam. Zij zien immers als eerste elke nieuwe binnenkomende gedetineerde in de gevangenis voor een onthaalgesprek. In 2010 waren er 58 nieuwe aanmeldingen. Na screening kwamen daarvan 19 personen in aanmerking om in de werking te starten en bleven een zestal dossiers in afwachting van een duidelijke diagnosestelling rond beperking, autismespectrumstoornis (ASS) of niet aangeboren hersenletsel (NAH) om een aanvraag VAPH te kunnen opstarten. De overige aanmeldingen kwamen niet in aanmerking omwille van het niet voldoen aan de voorwaarden rond internering en/of (in aanmerking komen voor een) erkenning van het Vlaams Agentschap. Een minderheid van die 19 vertrok al op transfer naar een andere gevangenis (1) of ging op vrijheid op proef (VOP) (2) vooraleer ze konden opstarten in de werking. In totaal namen 47 geïnterneerden effectief deel aan onze werking in 2010. Daarvan waren 31 reeds in 2009 of eerder opgestart. Naast geïnterneerden (ook iemand die tijdens zijn detentie voor een veroordeling via een artikel 26 omgezet werd naar internering), begeleidden we 1 veroordeelde persoon en 1 persoon met een TBR-maatregel (ter beschikking stelling van de regering). We kozen ervoor deze mensen toch in onze begeleiding op te nemen omdat zij evenveel nood hebben aan begeleiding omwille van hun beperking. Dit geldt overigens ook voor personen die nog in beklaagdenstatuut zitten; met hen startten we ook al op in afwachting van hun internering of andere uitspraak. Verder werd bij 2 personen een aanvraag voor een erkenning bij het Vlaams Agentschap afgekeurd, waardoor we hen ook niet verder konden opvolgen. Zij werden doorverwezen naar het Zorgteam. Binnen de groep nieuwe deelnemers (16) waren er 7 wederopnames vanuit een VOP: 3 personen pleegden nieuwe feiten waarvan twee binnen het jaar dat de VOP uitgesproken werd, het ging telkens om ambulante situaties met beperkte begeleiding en/of controle. Bij 4 andere personen ging het om het niet naleven van de voorwaarden van de VOP (1), problematische functioneren in de voorziening waar men was opgenomen of niet naleven van de afdelingsregels zoals bijvoorbeeld medicatie innemen. Bij één hiervan was het de beslissing van de psychiatrische voorziening om de behandeling stop te zetten wegens onbehandelbaarheid omwille van een verstandelijke beperking. De man werd bij gebrek aan alternatief opgesloten in de gevangenis van Gent! Bij de overige nieuwe aanmeldingen ging het om eerste detenties, hoewel twee van hen wel al een hele weg onder statuut van gedwongen opnames in psychiatrie hadden afgelegd.
Deelname Tussen januari en december 2010 hebben 47 personen meegedraaid in onze werking. Onderstaande tabel toont het gemiddeld aantal deelnemers per maand. Gedurende de zomerperiode (juni-aug.) zagen we een lichte daling van het aantal deelnemers om naar het eind van het jaar te pieken naar 30 en meer. Globaal genomen zien we een duidelijke stijging van het aantal personen naar het einde van het jaar. We hebben er steeds voor geopteerd om alle personen een aanbod te geven, ook al overschreed de groep onze erkenning voor 16 deelnemers! Jan. 27
Febr. 28
Maart 29
April 28
Mei 28
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Juni 26
Juli 24
Aug. 27
Sept. 28
Okt. 30
Jaarverslag 2010
Nov. 31
Dec. 32
6
Geslacht Ons publiek bestaat overwegend uit mannelijke geïnterneerden omdat de gevangenis van Gent slechts uitzonderlijk vrouwelijke geïnterneerden opvangt (doorgaans worden zij geplaatst in het Penitentiair Complex te Brugge waar er een afdeling is voor vrouwelijke geïnterneerden). Afgelopen jaar volgden we 2 vrouwen op waarvan één geïnterneerde en één veroordeelde. De begeleiding van deze vrouwen gebeurt individueel. De huidige situatie in de gevangenis van Gent en de ondervertegenwoordiging van een vrouwelijk publiek maken een gemengde benadering voorlopig zeer moeilijk.
Leeftijd De gemiddelde leeftijd van onze deelnemers was 34,6 jaar, de oudste deelnemer was 53 en de jongste 19 jaar. In onderstaande tabel zien we de verdeling over de verschillende leeftijdsgroepen.
>44 jaar 21%
19-24 jaar 23%
25-29 jaar 19%
40-44 jaar 11%
35-39 jaar 17%
30-34 jaar 9%
Nationaliteit en regio van herkomst Afgelopen jaar hadden bijna alle deelnemers de Belgische nationaliteit, met uitzondering van één persoon van Slowaakse origine (Roma) die illegaal in ons land verbleef. De grootste groep is afkomstig uit Oost-Vlaanderen (29), waarna West-Vlaanderen (17). Deze regionale spreiding is voor een groot deel juridisch bepaald. Indien mogelijk adviseren we ook de persoon zo dicht mogelijk bij de regio van herkomst te laten verblijven, wat gelijk loopt met de betrachting van justitie. Dit is belangrijk in functie van het beperken van de detentieschade (contacten met sociaal en familiaal netwerk zoveel mogelijk behouden) en in functie van de re-integratie. Als er nog contact is met het sociaal netwerk kan dit immers een sterkte vormen om de reclassering voor te bereiden en uit te werken. Uitgaansvergunningen of penitentiaire verloven bij familie of vrienden kunnen een eerste stap zijn om zich te bewijzen in de vrijheid. Het kan echter ook niet wenselijk zijn om terug te keren naar de regio van herkomst omwille van de feiten en eventuele slachtoffervoorwaarden, of omwille van de 'negatieve' invloed van het sociaal netwerk op de geïnterneerde (misbruiksituaties, normloosheid, overvraging van de persoon...).
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
7
Handicap Het diagram toont de verdeling van verstandelijke handicap binnen ons publiek. De grootste groep functioneert op het niveau van een licht verstandelijke handicap (31) en daarnaast op matig niveau (10). Eén persoon had een ernstige verstandelijke beperking. Zoals eerder uitgelegd volgen we een bredere kijk op de handicap dan enkel het cognitieve functioneren (zie definitie AAIDD). Van de 5 personen met een lichte verstandelijke beperking had één een auditieve handicap en waren er 4 personen met een niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Wij betrokken deze mensen ook in onze werking omwille van hun zwakker functioneren en nood aan (recht op) een zorgerkenning binnen het Vlaams Agentschap (VAPH). Verder waren er vier personen met een gekende autismespectrumstoornis van in de kindertijd. normaalbegaafd 8% zwakbegaafd 11%
matige verstandelijke handicap 23%
lichte verstandelijke handicap 58%
Bijkomende problemen Typerend voor ons publiek is de veelheid aan diagnoses of psychiatrische labels bovenop hun handicap in hun dossiers. In hun deskundig psychiatrisch verslag of andere achtergrondgegevens vinden we geregeld de diagnose persoonlijkheidsstoornis (borderline, antisociale, ...) of gedragsstoornissen terug. Het label 'psychopaat' kwam in 2 gevallen uitgesproken naar voor (vastgesteld aan de hand van de PCLR) in het CBM dossier. Het ontbreekt ons vaak aan een goede, laat staan multidisciplinaire beeldvorming en diagnostiek rond de problematieken. Dit is nochtans heel belangrijk in het opzetten van een goede benadering. Soms overheerst de psychiatrische problematiek immers de verstandelijke beperking (cf. psychose). Gedragsstoornissen dan weer kunnen bij ons publiek ook vaak een uiting zijn van een ander onderliggende psychische problematiek (bvb. depressie, …). Verder merken we op dat sommige personen nieuwe problematieken ontwikkelen tijdens de detentie omwille van hun uitzichtloze en onaangepaste situatie. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de diagnoses vermeld in de deskundige verslagen: Gedragsstoornissen (+ ADHD 2)
19
Parafiliën
15
Middelenmisbruik
9
Persoonlijkheidsstoornissen (borderline 3, antisociaal 4)
7
Impulscontrolestoornissen
5
Psychotische stoornissen/schizofrenie
5
Automutilatie en/of suïcideneigingen
5
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen (o.m. autismespectrumstoornissen)
4
Psychopathie
2
Stemmingsstoornissen
1
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
8
Geechtelijke achtergrond De feiten waarvoor onze deelnemers geïnterneerd worden zijn divers en bij een grote groep komen feiten gecombineerd voor. We tellen de soorten feiten waarvoor onze deelnemers zitten. De grootste groep pleegde één of meerdere seksuele feiten (24 van de 47). Zoals uit voorgaande tabel van bijkomende problemen blijkt, moet men bij deze groep niet automatisch denken aan parafilieën. Vaak gaat het ook om personen die seksueel grensoverschrijdend gedrag stellen vanuit hun lage sociaal emotionele ontwikkeling en niet zozeer om een afwijkende seksuele voorkeur of gerichtheid. Bij raadpleging van bestaande literatuur wordt ook gesuggereerd dat parafilieën bij mensen met een verstandelijke handicap minder voorkomen omwille van een tekort aan cognitieve en imaginaire mogelijkheden (Day, 1994)3. Slechts in een beperkt aantal gevallen kan er gesproken worden van een afwijkende seksuele voorkeur, een groot deel van de seksuele misdrijven door deze doelgroep gepleegd, zijn het gevolg van de verstandelijke handicap en inherent hieraan onwetendheid, gebrek aan seksuele kennis, inadequate sociale voorlichting of opleiding en een slecht ontwikkelde of afwezige zelfcontrole (Cooper, 1995)4. De resultaten uit onze studie gaven aan dat bij ongeveer één op drie (35.6%) subjecten uit de onderzochte groep sprake is van een afwijkende seksuele voorkeur. Een andere subgroep die hierbinnen onderscheiden kan worden, is de groep die seksueel grensoverschrijdend gedrag stelt vanuit een algemeen antisociaal gedragspatroon (antisociale persoonlijkheden). Bij 14 van de 47 personen ging het om agressie- of geweldsdelicten (misdaden tegen personen). Bij de meerderheid hieronder waren deze feiten gecombineerd met andere feiten zoals diefstal of seksuele delicten, bij de anderen ging het om agressie en geweld op zichzelf. Bij deze laatste komt de agressie meer voort vanuit een psychiatrische problematiek (bvb. psychose) of vanuit de verstandelijke beperking met de bijhorende impulscontroleproblemen. Bij een paar gevallen ging het om agressie en geweld binnen de voorziening. 11 van de 47 personen pleegden misdaden tegen eigendommen zoals diefstal, inbraak, brandstichting… ook hier geldt de opmerking dat sommige echte recidivisten zijn waar het bij anderen eerder om eenmalige of enkele feiten. En hoewel we regelmatig te maken hebben met middelenmisbruik als bijkomend probleem, is er slechts één persoon die ook voor feiten tegen de drugswetgeving geïnterneerd werd. We baseren ons voor onderstaande tabel op de indeling die in het strafwetboek gemaakt wordt. Misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en openbare zeden (24 op 47 personen) Openbare zedenschennis
1
Verkrachting minderjarigen
20
Verkrachting meerderjarigen
4
Aanranding eerbaarheid minderjarigen
5
Misdaden en wanbedrijven tegen personen (18 op 47 personen) Bedreiging / overlast / belaging
7
Opzettelijke slagen en verwondingen met A.O.5 Opzettelijke slagen en verwondingen zonder A.O.
6 1
(poging tot) moord
3
Verboden wapendracht
1
Misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen (11 op 47 personen) Diefstal met geweld
4
Diefstal zonder geweld
3
Brandstichting
4
Inbraak
4
Inbreuk op de drugswetgeving (1 op 47 personen) Verdovende middelen
1
3
Day, K. (1994). Male handicapped sex offenders. British Journal of Psychiatry, 165, 630-639. Cooper, A. (1995). Review of the role of two antibidinal drugs in the treatment of sex offender with mental retardation. Mental Retardation, 33, 42-48. 5 A.O. = arbeidsongeschiktheid 4
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
9
Deelnemers: Erkenningen Vlaams Agentschap Bij de aanmelding wordt steeds nagegaan of de persoon een erkenning heeft van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH). Vaak is dit niet het geval of stellen we vast dat de erkenning de reële zorgvraag niet dekt. Er worden heel wat personen bij ons aangemeld met vage diagnoses of onduidelijke zorgvragen. Onze dienst onderzoekt deze vragen door informatie op te vragen over belangrijke domeinen: schoolverleden, woonsituatie, intelligentie, … Vooral bij organische problematieken (NAH) en autismespectrumstoornissen is er heel wat vooronderzoek nodig om de hulpvraag goed uit te klaren. Doorgaans is er geen deskundige of multidisciplinaire diagnosestelling gebeurd en blijft het bij vermoedens. Indien mogelijk starten we een aanvraag (tot aanpassing) op tijdens de detentie. In samenwerking met de betrokken mutualiteiten (als MDT, multidisciplinair team) wordt een VAPH-dossier ingediend. Erkenningen ZORG Tehuis niet-werkenden bezigheid
21
Dagcentrum
1
Beschermd Wonen
6
Tehuis Werkenden
7
Begeleid Wonen
3
Opvang in een pleeggezin
1
Dossier in AANVRAAG
4
Dossier vroegtijdig stopgezet wegens niet haalbaar binnen VAPH
3
Dossier GEWEIGERD
1
Uitstroom uit de werking In totaal vertrokken 25 personen uit onze werking afgelopen jaar. Daarvan werden 13 personen op transfer geplaatst naar een andere gevangenis (beslissing directie gevangenis wegens o.a. overbevolking). Twee personen bij wie de aanvraag erkenning bij het VAPH geweigerd werd, hebben we overgedragen aan het Zorgteam van de gevangenis voor verdere opvolging. Een vrijheid op proef (VOP) werd voor 12 personen goedgekeurd door de CBM. Onze sociale dienst begeleidde daarvan 7 cliënten actief in de overstap naar de voorziening, soms in meerdere begeleidingsmomenten. In januari 2010 begeleidde ze onze Slowaakse cliënt die in zijn thuisland geplaatst moest worden in een psychiatrisch centrum (wegens illegaal verblijf in ons land). Geestelijke Gezondheid Forensische afdeling psychiatrie
1
Reguliere afdeling psychiatrie
1
Beschut wonen
1
Gehandicaptenzorg (VAPH) Tehuis niet-werkenden voor geïnterneerden
2
Regulier tehuis niet-werkenden
1
Thuissituatie Inwonen bij familie
2
Zelfstandige woonst
1
Dagbesteding Arbeidszorg/dagcentrum
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
2
Jaarverslag 2010
10
In bovenstaande tabel geven we de voorzieningen waar mensen naar toe gingen. Een aantal mensen zijn in hun thuissituatie of naar een zelfstandige woonst gegaan, dit doorgaans in combinatie met dagbesteding via begeleid vrijwilligerswerk of arbeidszorg. Verdere stappen naar therapie of psychiatrische opvolging moesten dan van buiten genomen worden. We zien wel dat deze reclasseringsvormen fragiel zijn, daar er van deze mensen ook een aantal weer hervallen zijn. Een voorwaarde voor de meer ambulante reclasseringsvormen bij ons publiek is dat het om goed uitgebouwde hulpverleningsnetwerken gaat waarbij de verschillende diensten goed samenwerken rond de cliënt. Veelvuldig overleg en afstemming is daarbij een must!
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
11
DE DAGELIJKSE WERKING Inleiding Ook in 2010 zijn we verder op zoek gegaan naar alternatieve mogelijkheden om ook die mensen te bereiken die omwille van regimegebonden aspecten en/of hun ernstige psychiatrische of gedragsstoornissen niet aan bod komen in onze groepswerking. De groter wordende zorgvraag binnen de muren van de gevangenis is een feit. Door meer 1 op 1 momenten in te zetten rond zelfzorg, vrije tijd, werk, … trachten we ook hen stapsgewijze weer naar een groepsgebeuren te brengen. Het vergt een continue afstemming met de gevangenis om dit publiek toch een aangepaste benadering te kunnen bieden en toch ook de veiligheidsaspecten niet uit het oog te verliezen. Tegelijk is onze extramurale werking verder uitgediept met de opstart van nieuwe projecten: het dierenproject, de dopjesactie ten voordele van de Belgisch Centrum voor Geleidehonden (BCGH), … De pre-therapeutische werking die in 2009 opgestart was door de seksuologe, is verder uitgebouwd door haar opvolgster en kreeg een meer psychotherapeutische vorm (zie ook verder).
Ons activiteitenaanbod Orde, regelmaat en structuur zijn erg belangrijk in het leven van mensen met een verstandelijke handicap. Het opstellen van een wekelijks terugkerend activiteitenprogramma draagt hiertoe bij. Hieronder volgt een overzicht van onze begeleidingen en activiteiten. Intramuraal aanbod:
Begeleiding
Begeleiding bij de activiteiten van het dagelijks leven (ADL) Individuele ondersteuning op het vlak van de persoonlijke zorg en hygiëne, netheid op de cel,…. Aanvullend hebben de ADL-momenten een sociaal en preventief karakter. (vb. opvolgen medicatiegebruik, detecteren van bepaalde probleemsituaties, bemiddelen in het samenleven op cel…) Begeleiding bij de werkactiviteiten in de gevangenis Individuele ondersteuning tijdens het werken in de werkhuizen van de gevangenis. Deze ondersteuning wordt intensief geboden aan de werkers op de zorgzaal (werk organiseren, voordoen, meehelpen...) en meer op afstand voor de andere werkhuizen of werksituaties (opvolging door gesprek met de persoon, zijn werkchef...) Ondersteuning bij het budgetbeheer Ondersteuning bij het beheren van de inkomsten (uitkering, loon werk, ...) en uitgaven (bestellingen kantinelijst) tijdens de detentie, … Praktisch vertaalt zich dit in begeleiding bij het invullen van de bestellijsten en opvolgen, controleren, begrenzen waar nodig. Begeleiding helpt rond te komen met het vaak zeer karige budget. Deze groep wordt steeds groter. De meeste onder hen krijgen geen extra middelen van buiten uit. (geen familieleden die op regelmatig tijdstippen geld storten). Daarnaast zijn zij omwille van diverse redenen niet in de mogelijkheid om te werken, hebben geen inkomen binnen de gevangenis, waardoor men voor deze groep meer en meer genoodzaakt is om een beroep te doen op het steunfonds 6 (wat ook niet uitputtelijk is). Individuele gesprekken in de gevangenis Elke deelnemer heeft een aandachtsbegeleidster tot wie hij zich kan richten voor zijn praktische en emotionele vragen. Deze begeleiders hebben een belangrijke signaalfunctie: zij volgen de dagdagelijkse situatie van de deelnemer heel nauw op, waardoor tijdig een probleem, vraagstelling kan ondervangen worden. Individuele gesprekken in de gevangenis met de psychologe
6
Steunfonds van de gevangenis, een budget waarop men bij uitzondering kan terugvallen bij ontbreken van een eigen budget bij de gedetineerde
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
12
Deze individuele gesprekken richten zich voornamelijk naar de subgroep cliënten die seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben gesteld of cliënten die vragen hebben rond relaties en seksualiteit. Het bespreekbaar stellen van het (seksueel) grensoverschrijdend gedrag is de belangrijkste doelstelling bij deze subgroep. In deze gesprekken gaan we op zoek naar een gemeenschappelijke taal om te (leren) praten over zichzelf, het gezin van herkomst, het grensoverschrijdend gedrag, het verleden… De gehanteerde methodieken worden afgesteld op het cognitief en sociaal-emotioneel functioneren van de deelnemer. Er wordt veel gebruik gemaakt van non-verbale technieken, zoals het werken met tekenen, (ervaringsgerichte) oefeningen, duplo’s,… Dit is niet steeds evident binnen de context van de gevangenis. Dit levert echter wel vaak een ingangspoort om te spreken met deze mensen. Daarnaast biedt de psychologe ook individuele vorming rond het thema relaties en seksualiteit aan aangepast aan de mogelijkheden van de doelgroep. Deze vormingsmomenten hebben o.a. als thema: zelfbeeld (wie ben ik?), lichaamsbeeld, gevoelens, seksuele voorlichting (veelal beschikken zij over foutieve seksuele kennis), attitudes, relationele vaardigheden, waarden/normen, gepast/ongepast gedrag, vriendschapsrelaties, verliefd zijn, hulpverleningsrelaties, sociaal netwerk……
Groepsactiviteiten
Creatieve activiteiten in de gevangenis Het activiteitenaanbod is een insteek om te werken aan o.a. de persoonlijke en sociale vaardigheden van de deelnemers. Voorbeelden van activiteiten zijn schilderen, tekenen, houtbewerking,… Via deze activiteitsvorm krijgt de deelnemer de kans om zich creatief te uiten binnen een groepssituatie. Koken in de gevangenis Af en toe wordt ruimte gemaakt om samen te koken (een gegeerde activiteit in de gevangenis!). Daarbij wordt gewerkt rond de huishoudelijke taken die erbij horen, gezondheid (voedingsdriehoek), zelfredzaamheid, … Daarnaast gebeurt dit ook als ontspanning en sociaal moment. Sport in de gevangenis Voorbeeldactiviteiten zijn balsporten, fitness, conditietraining,…. De deelnemer wordt tijdens het sporten vaak geconfronteerd met lichamelijke contacten die kunnen uitlopen tot emotionele spanningen. Via de sport proberen we deze frustraties, ongenoegen op een sociaal aanvaardbare manier te kanaliseren, bespreekbaar te stellen. Individuele bewegingsmomenten Hierbij worden aan de individuele bewegingsmomenten therapeutische doeleinden gekoppeld (psychomotorische therapie) Deze individuele bewegingsmomenten zijn voor sommige deelnemers de ideale insteek om over zichzelf te praten en/of een uitlaatklep om hun emotionele spanningen, frustraties,…. op een sociaal aanvaardbare manier te uiten.
Vorming in de gevangenis
Sociale vaardigheden In groep leren spreken over o.a. emoties, frustraties en het leren van vaardigheden (luisteren, opkomen voor jezelf, omgaan met kwaadheid, etc.). Dit gebeurt met de inzichten vanuit verschillende (cognitief) gedragstherapeutische benaderingen. Deze worden vertaald naar het niveau van ons publiek en via herhaaldelijke oefening op verschillende manieren (creatief, groepsgesprek, gezelschapsspel, rollenspel, …) aangebracht in modules van een zestal sessies. Voor onze werkwijze worden elementen geplukt uit diverse methodieken zoals de Goldsteintherapie7, Sociale Vaardigheids Training (SVT) 8 en werkwijzes uit het onderwijs zoals de Axenroos9, …. Cognitieve gedragstherapeutische methodieken worden aangepast aan ons publiek. Het model van de vijf G’s is daar een voorbeeld van: gebeurtenis, gevoel, gedachte, gedrag, gevolg. Situaties worden stelselmatig in kaart gebracht. Bij onze doelgroep gebeurt het leren
7
www.goldstein.nl Sociaalvaardigheidstherapie: een cognitief gedragstherapeutische groepsbehandeling. CMJ van DAM-Baggen, FW Kraaimat. Uit de Praktijkreeks Gedragstherapie, Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem 2000. 9 Axenroos is een instrument gebruikt om interacties tussen mensen in kaart te brengen. Dieren worden als kapstok gebruikt om over bepaalde eigenschappen/posities in de interactie te spreken. Het werd opgesteld door Ferdinand Cuvelier en is geënt op de Roos van Leary. 8
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
13
vooral door het ‘doen’, de gedragsoefening, veelvuldige herhaling op verschillende manieren. Bij de oefening wordt heel concreet gedrag vooropgesteld, zoveel mogelijk vertrekkend en aansluitend op de dagelijkse ervaringen van de cliënten in het hier en nu. Voorbeelden zijn oefeningen rond communicatie met bvb. een PB en dan wordt gefocust op stemgebruik, oogcontact maken, afstand tot elkaar, spreekoefeningen… Daarnaast merken we dat er aandacht moet zijn voor de generalisatie van de geoefende vaardigheden. De deelnemers hebben vaak niet de mogelijkheid om zelf de transfer te maken van de geleerde vaardigheden naar de dagelijkse leefsituatie. De aandachtsbegeleiders kunnen dit mee bewaken en sturen. Naast de groepssessies werden er individuele vormingsmomenten gecreëerd voor personen die moeilijk in de groep stapten of te veel storend gedrag stellen in groep. Vorming Basisvaardigheden Een geïndividualiseerde ondersteuning en verdere vorming van de basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen,…) gericht op het verbeteren van de zelfredzaamheid. De link met actualiteit wordt gelegd en de verworven vaardigheden worden voor een stuk aan de praktijk getoetst bij bepaalde extramurale activiteiten (boodschappen doen, aankopen van een buskaart,… Initiatie Computer De opgestarte computerlessen in de zorgzaal worden door de deelnemers gegeerd. Er is een vlotte samenwerking met de onderwijscoördinator waardoor sommigen onder hen, op termijn, erin slagen om door te schuiven naar de reguliere Pc-lessen. Het reeds aanwezige, aangepaste lessenpakket werd verder uitgebreid waardoor nog meer op de vragen van de deelnemers kon beantwoord worden. De computer is voor de geïnterneerde met een verstandelijke beperking een uitstekend medium om aan andere vaardigheden te werken via aangepaste spel- en oefenprogramma’s (bvb. lezen, rekenen, euro…). Ook in deze groep staan de vraag en de interesses van de deelnemer centraal (bvb. via computer brieven schrijven naar voorzieningen). Extramuraal aanbod Individuele begeleiding buiten de gevangenis Individuele ondersteuning extramuraal op het vlak van praktische, sociale en maatschappelijke zelfredzaamheid in de samenleving, begeleiding bij de voorbereiding van de re-integratie (bvb. toekomstige voorziening leren kennen, kledij aankopen...), individuele ontspanningsmomenten om de detentieschade voor een stuk te reduceren (bvb gaan wandelen met een hond vanuit het asiel). Werkprojecten buiten de gevangenis (in groep) In deze werkprojecten wordt naast het werken aan arbeidsattitudes en goede werkvaardigheden, ook sterk het accent gelegd op integratie, de band met de samenleving door de samenwerking met externe partners. Individuele werkprojecten In deze één op één werksituatie wordt o.a. getoetst naar de draagkracht, werkattitude,….. van de deelnemer. Vanuit deze observaties wordt nagegaan of de deelnemer in de mogelijkheid is om door te stromen naar een groepsactiviteit. o Dierenproject Het werken in het dierenproject op de boerderij heeft enerzijds als doel de detentieschade te beperken bij hen die al een tijdje in de gevangenis verblijven. Anderzijds is het de opzet om de hechting, betrokkenheid te stimuleren. Het leren opnemen van verantwoordelijkheid, zorgen voor…
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
14
(Pre)therapeutisch aanbod (Pre-)therapeutische gesprekken (psychologe) Aanvankelijk richtte de prétherapie zich enkel tot die deelnemers die seksueel grensoverschrijdend gedrag (SGG) hebben gesteld of deze deelnemers die vragen hebben rond relaties en seksualiteit. De focus van de prétherapie ligt nog steeds op deze doelgroep (gezien de nood die werd vastgesteld bij de deelnemers om te praten over het SGG), maar werd eveneens uitgebreid naar een ruimere doelgroep. Dit vanuit de observatie dat sommige deelnemers vastlopen op bepaalde thema’s en dat een aanvullende psychologische opvolging hier een rol in kan spelen. Dit kan gaan van impulscontroleproblemen, middelenmisbruik, onverwerkte rouw tot identiteitsversterkend werken. Afhankelijk van het cognitief en emotioneel functioneren van de deelnemer wordt gezocht naar een insteek. Binnen deze individuele opvolging (focus op seksueel grensoverschrijdend gedrag) wordt gewerkt rond verschillende thema’s: Het opbouwen van een werkbare therapeutische relatie staat centraal in de beginfase van de gesprekken. Werken aan identiteitsvorming. Vaak is dit een eerste noodzakelijke stap, rekening houdend met de emotionele ontwikkeling van deelnemers. Dit wordt eveneens opgenomen door (aandachts) begeleiding, bij sommige deelnemers is het echter aangewezen om hier aanvullend rond te werken binnen de therapeutische gesprekken. Het leren (h)erkennen van gevoelens en benoemen bij zichzelf en de ander. Het leren bespreekbaar maken van het verleden en het grensoverschrijdend gedrag. Opnemen van verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag. Het leren herkennen van risicosituaties (hervalpreventie). Inzicht verwerven in de invloed van het (sociaal) netwerk op het functioneren. Opnemen van verantwoordelijkheid voor de eigen daden. Veelal zijn onze deelnemers ook slachtoffer geworden van misbruik/mishandeling/verwaarlozing. Erkenning krijgen voor dit slachtofferstuk kan helend werken. Werken rond grenzen … Een belangrijke doelstelling van deze gesprekken is het voorbereiden van de deelnemers op latere therapie. Zo kunnen deelnemers in een afgebakende context reeds spreken over het (seksueel) grensoverschrijdend gedrag en de verschillende factoren die hier een rol in hebben gespeeld tijdens hun tijd in de gevangenis. Bij een kleinere groep kan er doorgewerkt worden op de gepleegde feiten met het oog op bijbrengen van inzicht (‘(vereenvoudigde) delictketting’), op voorwaarde dat ze genoeg cognitieve vaardigheden hebben. Sociale normen komen ruim aan bod: wat kan en wat kan niet (op seksueel vlak) naar anderen toe, eigen grenzen leren bewaken, grenzen van de ander leren erkennen en respecteren. Het bijbrengen van slachtofferempathie is daarbinnen een moeilijke opdracht die al start bij het leren benoemen van gevoelens bij zichzelf en bij de ander. Voorts kunnen praktische zaken aan bod komen zoals de werking van libidoremmers. Individuele trajectbegeleiding Hieronder valt alles wat rond ‘reclassering’ ondernomen wordt. Ortho-agoge en sociale dienst werken samen aan het in kaart brengen van het toekomstperspectief en het onderzoeken van de mogelijkheden binnen de zorgsector. Vanuit haar specifieke deskundigheid vult de psychologe deze beeldvorming aan. Zij bekijken van daaruit wat door hen opgenomen kan worden in de reclassering. Dit gebeurt in afstemming met de PSD en andere diensten binnen de gevangenis (Zorgteam, JWW, VDAB…). De ortho-agoge bespreekt, evalueert, motiveert dit met de deelnemers in individuele gesprekken. De psychologe neemt dit ook op naar de groep seksuele delinquenten (motiveren tot behandeling, vergroten van therapievatbaarheid…). Hieronder valt ook onze ondersteuning bij een intake of bij een definitieve opname (plaatsing) in een instelling.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
15
PERSONELE BEZETTING In oktober 2010 startte een nieuwe psychologe nadat onze vorige psychologe/seksuologe ons verlaten had. Onze werking wordt momenteel gedragen door volgende personeelsleden: ortho-agoge: verantwoordelijke voor de werking, zij verzorgt ook het ortho-agogisch luik (o.m. handelingsplanning) en uitstippelen van het re-integratietraject coördinator: algemene opvolging en coördinatie van de werking op de werkvloer psychologe: verantwoordelijke voor het psycho-therapeutisch aanbod en de vormingen rond psychosociale en relationele vaardigheden. Zij staat ook in voor de psychologische beeldvorming en risicotaxatie. begeleiding (6 personen). Zij hebben als taken: individuele ondersteuning bieden, organiseren en begeleiden van activiteiten in groep of individueel, intra- en extramuraal. sociale dienst (2 personen): voorbereiden en opvolgen van het sociaal dossier en het VAPH-dossier (aanvraag opstarten, inschrijven op de Centrale Registratie Zorgvragen, ...), mee uitstippelen en begeleiden van het re-integratietraject (bvb. contacten leggen met voorzieningen, intakes begeleiden). technische dienst en vervoer (2 personen) opsteller (1 persoon)
orthoagoge
33,5
4
32
coördinator
20,25 19
42,5
psychologe begeleiding (6p) sociale dienst (2 p) TD en vervoer
126
opsteller
Studenten/onderzoek Ook afgelopen jaar kregen we weer veel vragen vanuit verschillende richtingen voor stages, interviews en gastlessen. Kansen geven aan studenten, kan soms tot een boeiende en ook voor ons leerrijke ervaring leiden. We lichten er enkele uit: Masterproject Ortho-pedagogiek (UGent): Motivational Interviewing technieken bij personen met een verstandelijke beperking (oktober ’10 – feb. ’11). Doelstelling was het bewegen van cliënten naar verandering van hun middelenmisbruik via een aantal groepssessies. De onderzoeksvraag behelsde de bruikbaarheid van de MI-technieken om met deze doelgroep rond middelenmisbruik te reflecteren. Ondertussen kreeg onze begeleiding een korte introductie in het gebruik van deze technieken. De resultaten worden nog verwerkt, maar een voorlopige conclusie was wel dat de groep heel weinig zelfvertrouwen en een heel laag zelfbeeld heeft. Voorts is blijvende herhaling en toetsing in verschillende situaties nodig om het geleerde te integreren in het dagelijks handelen.
Stage studente Jeugd en Gehandicaptenzorg (Stedelijk Centrum voor Volwassenonderwijs – Sité Antwerpen). Zij loopt mee in de werking voor 14u per week. Deze aanvullende begeleiding bood ons kansen om cliënten met probleemgedrag toch via een 1 op 1 begeleiding in groepsactiviteiten mee te nemen.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
16
Wij gaven zelf ook vorming aan verschillende groepen en werden uitgenodigd als gastspreker voor de Hogeschool Gent: 25/05/2010 23/06/2010 14/10/2010 21/10/2010 25/11/2010
09/12/2010
Voorstelling “de problematiek van geïnterneerden met een verstandelijke beperking in de gevangenis” (samen met Mr. Heimans, voorzitter van de CBM) op de syndicale gespreksdag (ACOD, Gent) Voorstelling van de werking Ontgrendeld aan de ledengroep SIMILES Voorstelling van onze visie en de werking in de gevangenis (met rondleiding) voor het Zorgteam van Brugge Voorstelling van de werking Ontgrendeld, gastles voor tweedejaarsstudenten orthopedagogie (Hogeschool Gent Gent) Voorstelling van de visie en werking Ontgrendeld met rondleiding in de gevangenis, bezoek van een delegatie zorgverleners en de beleidsmedewerker van het Gevangeniswezen van Nederland (Trajectum, IPSE De Bruggen, De Borg, Dichterbij). Het bezoek werd georganiseerd op hun vraag om expertise uit te wisselen rond de opstart van een werking voor personen met een verstandelijke beperking in de gevangenis. Voorstelling van de werking Ontgrendeld, gastles voor laatstejaars studenten orthopedagogie (Hogeschool Gent Gent)
Vormingsmomenten Verdere vorming van ons personeel is een must in een evoluerende werking. Jaarlijks wordt er intensief vorming gevolgd en organiseren we zelf een drietal avondvormingen. 11/01/2010 05/02/2010 19/03/2010 08/06/2010 17/06/2010 07/10/2010 22/10/2010
Therapeutisch werken met poppen (IPSOC Kortrijk) Complead, management (Hogeschool Gent) Diagnostiek bij licht verstandelijk gehandicapten: een vak apart. (NIFP, Nederland) Competenties (studiedag Brussel) Seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking (seksuologe Ontgrendeld, avondvorming Centrum OBRA) Voorstelling van de werking rond slachtoffers (CAW Visserij Gent, dienst slachtofferhulp) (Avondvergadering Centrum OBRA) Just Care Symposium PFPCG Gent
Netwerk en samenwerking Eenmaal in de gevangenis krijgt de gedetineerde/geïnterneerde met verschillende mensen en diensten te maken. Sommige nemen actief een taak op in de detentie van de persoon, op andere diensten en aanbod kan de persoon zelf ingaan indien hij dit wenst. De ene persoon zal daardoor meer tijd doorbrengen in zijn cel, terwijl een andere dagelijks naar allerlei activiteiten, gesprekken, bezoek, enz. gaat. In de eerste cirkel gaat het om dagdagelijks contact met diensten en personeel en hoe verder je gaat hoe meer om formelere contacten of om groepsactiviteiten. In de context van een detentie kan het familiale/natuurlijke sociale netwerk niet meer op de eerste lijn staan. Omwille van de praktische beperkingen in de contacten (enkel via bezoek, telefonisch of briefwisseling) komen zij vaak verderaf te staan. Voor veel van onze deelnemers is het heel moeilijk de banden met hun familiale netwerk goed te onderhouden. Veelal zijn deze al zwaar belast door het verleden, maar ook omwille van hun beperkingen op allerlei vlakken lukt het hen dikwijls niet (financieel onvoldoende draagkracht, weinig te vertellen, …). Voor onze werking is het van belang met deze diensten samen te werken of af te stemmen. Met sommige diensten is er slechts sporadisch contact (bvb. voor afstemming beleid), met andere is er een intensieve samenwerking op de werkvloer (cf. zorgteam, pb’s zorg…). Er zijn de diensten vanuit Justitie en de diensten van de Vlaamse Gemeenschap, enz. Onze werking valt sinds de opstart van de beleidsmedewerker in de gevangenis van Gent onder de koepel van de Vlaamse Gemeenschap. Hieronder geven we een overzicht van de betrokken diensten.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
17
Partners Justitie
Partners Vlaamse Gemeenschap
Directie gevangenis
Beleidsmedewerker Vlaamse Gemeenschap
Zorg :
Zorg :
Penitentiair kader :
Cultuur en vorming :
Expertise en reclassering:
Justitieel welzijnwerk (JWW):
Medische Dienst
Werk :
Administratieve diensten:
Onderwijs:
- Zorgteam - Pb’s zorg
- Pa’s - Pb’s van de verschillende vleugels - Pb’s culturele dienst - Verantwoordelijken en pb’s werkhuizen - Psychosociale dienst (PSD) - Commissie ter Bescherming van de Maatschappij (CBM) -o.m. de (psychiatrisch) verpleegkundigen - Griffie - secretariaat CBM -…
- Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (Eclips) -Suggnomé (herstelbemiddeling) - Sociaal-cultureel werker - De Rode Antraciet - Openbare bibliotheek - V.M.G. (vormingsdienst personen met een handicap) - Trajectbegeleiders (TB) - Organisatieondersteuners (OO) - Directe Sociale Omgeving (DSO) - Consulente VDAB
- onderwijscoördinator
Sport :
- sportfunctionaris
Daarnaast is er ook een samenwerking gegroeid met diensten in de maatschappij voor ondersteuning of activiteiten rond individuele deelnemers of groepen (buiten de gevangenis) zoals o.m. CAW Artevelde (Daderhulp), vzw Den Dries, vzw Jongerenhuis, …. Voor de afstemming van ons aanbod binnen de muren op het vervolgtraject in de maatschappij namen we met verscheidene diensten contact zoals met APZ Sint Lucia, Fides, …
Overleg De werking ‘Ontgrendeld’ wordt gedragen door volgende overlegorganen binnen de eigen dienst: Teamvergadering ‘Ontgrendeld’ (wekelijks voormiddag): zowel praktische (weekplanning) als agogische (cliënten, individuele handelingsplanning, …) worden besproken. In dit overleg zitten de begeleiders, de coördinator, ortho-agoge en psychologe samen. Agogisch Beleidscomité (om de 14 dagen): enerzijds is er overleg rond het beleid van Centrum OBRA algemeen, anderzijds is er overleg rond het beleid en de visie van de Werking Ontgrendeld specifiek. Visie, doelstellingen en methodieken voor de verschillende werkingen van het huis (Dagcentrum, werking ‘Ontgrendeld’, …) worden voorbereid, geëvalueerd, …. In dit overleg zitten de directie, ortho-agogen en coördinatoren samen. Overleg ortho-sociale dienst (tweewekelijks): overlopen nieuwe aanmeldingen, uitstippelen van reintegratietrajecten, …. Overleg activiteitenbegeleiding (op vraag): de activiteitenbegeleiding en de ortho-agoge of de psychologe komen regelmatig samen om de activiteiten inhoudelijk voorbereiden, de grote lijnen uitzetten, bijsturen van de aanpak binnen de activiteiten…
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
18
Daarnaast kan onze werking maar bestaan door intens overleg met andere betrokken diensten in en rond de gevangenis. Zowel informeel als formeel overleg, maken dat de machine goed draait! De formele overlegstructuren zijn overigens uitgegroeid tot platformen met een duidelijke agenda en vertegenwoordiging sinds de komst van de beleidsmedewerker van de Vlaamse Gemeenschap. Zowel de penitentiaire diensten als de diensten van de Vlaamse Gemeenschap zitten zoveel mogelijk als evenwaardige partners aan de tafel. Hieronder volgt een overzicht van de bestaande overlegorganen: Zorgteamvergadering (wekelijks): alle leden van het zorgteam en directie gevangenis. Hierop sluit onze ortho-agoge aan om de samenwerking rond gemeenschappelijke cliënten/activiteiten te bespreken. Cort-vergadering (om de 3 weken): Coördinatieteam Hulp- en Dienstverlening aan gedetineerden Gevangenis Gent. Op dit overleg, onder leiding van de beleidsmedewerker van de Vlaamse Gemeenschap, zijn directie van de gevangenis, VDAB, JWW, culturele dienst gevangenis, Zorgteam, Onderwijs en Sport vertegenwoordigd. Onze coördinator sluit aan om onze doelgroep te vertegenwoordigen in algemeen beleid van vorming en onderwijs in de gevangenis. Het opzet van dit forum is het afstellen van het activiteitenprogramma van de verschillende actoren op elkaar. Op die manier kan overlap voorkomen worden en het vooropgestelde aanbod zo nodig bijgestuurd worden. Vierhoeksoverleg (3 x per jaar): PSD, JWW, Ontgrendeld, Zorgteam, beleidsmedewerker en directie gevangenis zijn hierop vertegenwoordigd. Structurele, inhoudelijke en organisatorische thema’s ivm de samenwerking komen aan bod, zo bijvoorbeeld het afstemmen van de onthaalprocedures en verwerking en uitwisseling van cliëntgegevens door de verschillende diensten. Hieruit kunnen kleinere werkgroepen rond afgebakende thema’s opgericht worden. Werkgroepen: Wij namen deel aan de werkgroep GGZ, werkgroep agressie en de werkgroep sport waarin telkens verschillende leden vanuit Justitie en vanuit Vlaamse Gemeenschap samen tot een aanpak komen rond het gestelde thema. Met onze werking streven we een verbetering van de situatie van geïnterneerden met een handicap na. Dat wil zeggen dat wij ook andere actoren benaderen. Zo is er deelname aan overleg met andere voorzieningen of met beleidsinstanties: Jaarlijks overleg forensische initiatieven: de VAPH voorzieningen voor geïnterneerden met een handicap komen samen om knowhow uit te wisselen en visie en beleid af te stemmen. Naast Ontgrendeld zijn daarop de coördinatoren, maatschappelijk werkers en ortho-agogen/psychologen van de tehuizen niet-werkenden voor geïnterneerden (LIMES, Itinera en Amanis) en ABAGG van DVC ‘t Zwart Goor uitgenodigd. Stuurgroep Internering VAPH: directies van bovenvermelde initiatieven en de beleidsverantwoordelijken van het VAPH zijn hierop aanwezig. Boven lokale Werkgroep Justitie – Vlaamse Gemeenschap: afgelopen jaar werden we hier samen met alle andere partners op uitgenodigd om de samenwerking Justitie en Vlaamse gemeenschap te evalueren. We nemen steeds ook een adviserende rol op naar andere diensten/voorzieningen die te maken krijgen met ons publiek (bvb. sociale werkplaats, beschut wonen, …).
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
19
AGOGISCH WERKEN Individuele handelingsplanning Een korte voorstelling van het proces van individuele handelingsplanning kan als volgt gegeven worden: eerste handelingsplan op basis van achtergrondinfo observatiefase: min. eerste 2 maanden bespreking (team) en opstellen basisverslag van het functioneren individueel handelingsplan en handelingsprogramma’s uitwerken regelmatige bijsturing en aanpassing individueel handelingsplan herbekijken van het basisverslag (jaarlijks) enz. Onze analyse van het dagelijkse functioneren en gedrag is in eerste instantie ortho-agogisch. De inzichten van J. Heijkoop, ‘herstel van het gewone leven’, de contextuele visie (Boszormenyi-Nagy) en de ontwikkelingspsychiatrische benadering van A. Došen zijn een leidraad om een goed begrip op te bouwen van de persoon zijn functioneren. In deze laatste benadering wordt boven de cognitieve ontwikkeling, vooral de sociaal emotionele ontwikkeling van de persoon als basis gezien om onze begeleiding op af te stemmen. Eenvoudig gesteld: als we de basale emotionele behoeften van elke persoon kunnen inschatten, kunnen we hem beter begeleiden. In plaats van ons te richten op iemands ‘kunnen’, gaan we ons meer afstemmen op iemands ‘aankunnen’ (draagkracht). Het schept ook een belangrijk kader om onze ‘therapeutische’ verwachtingen bij te stellen. In plaats van te vertrekken van activiteitsgerichte doelstellingen, willen we ons aanbod én doelstellingen op ieders niveau afstemmen. Met andere woorden, persoon A kan niet samenwerken met anderen omdat hij nog niet in de socialisatiefase zit (geen behoefte tot sociale bezigheden), persoon B kan niet tot zelfcontrole komen en zal altijd begeleiding nodig hebben om hem te begrenzen… Bijkomende psychologische beeldvorming wordt opgebouwd rond de deelnemers die seksueel grensoverschrijdend gedrag gesteld hebben. Aanvullende diagnostiek en screening kan door de psychologe opgenomen worden om een beter beeld te krijgen op hun seksualiteitsbeleving en hun problematiek. De aanmeldingsklacht (d.i. het seksueel of andere grensoverschrijdend gedrag) wordt gezien als een symptoom van een onderliggende dynamiek: patronen, noden en behoeften (cf. Good Lives Model). Op macroniveau wordt een analyse gemaakt van de voorgeschiedenis (waarbij specifiek aandacht wordt geschonken aan het opsporen van probleemgebieden en algemene psychopathologie). Op microniveau wordt gefocust op enkele (vaak problematische) domeinen die verband houden met seksualiteit, terwijl op delictniveau specifiek ingezoomd wordt op de totstandkoming van de gepleegde feiten en hun gevolgen. Dit laatste is niet met alle deelnemers mogelijk. Op basis van informatie uit verschillende bronnen (o.a. gesprekken met geïnterneerde, informatie vanuit begeleiding, dossierinformatie) wordt een voorlopige probleemsamenhang opgesteld en worden verschillende hypotheses getoetst. Nadien wordt een holistische theorie opgesteld die de basis vormt voor het behandelplan (Hermans, Eelen, Orlemans, 2007). Voor verdere diagnostiek wordt doorgaans de vraag gesteld aan de psychologen van de PSD (intelligentieonderzoek) of externe partners voor het onderzoek op bvb. autismespectrumstoornissen. In dat laatste geval zorgen we dan voor de screening (schaal sociaal emotionele leeftijd SEO, AVZ-R, ...) en verzamelen we de nodige observatiegegevens.
Wat willen we met onze beeldvorming bieden? een ‘totaal’ beeld: we vormen een beeld van het functioneren van de geïnterneerde op verschillende gebieden zoals zijn zelfredzaamheid, communicatie, sociale vaardigheden, seksualiteit, emotionele aspecten, werk, vrije tijd, ...
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
20
Een beeld van ‘sterktes en zwaktes’ van de persoon. Niet enkel de beperkingen, ook de mogelijkheden en positieve vaardigheden worden belicht. Ze geeft een goed inzicht in de zorgvraag van de persoon. Draagkracht en draaglast worden mee in kaart gebracht. een ‘actueel’ beeld: observatie van het functioneren in het ‘hier en nu’ is het vertrekpunt, op verschillende momenten van het dagelijks leven. een zoveel mogelijk ‘multidisciplinair’ beeld: we maken gebruik van de verschillende bronnen en disciplines betrokken rond de situatie van die geïnterneerde, zoveel mogelijk naast elkaar. een ‘herkenbaar’ beeld, in de eerste plaats voor de deelnemer met plaats voor zijn eigen verhaal. Zijn levenslijn, zijn stamboom, zijn ‘zelfbeeld’ (bvb. ‘wie ben ik’), zijn beleving van de feiten (vb. delictketting)… wordt veelvuldig bevraagd, beluisterd en verwerkt. een ‘handelingsgerichte’ beeldvorming: we willen handvaten meegeven voor de (dagelijkse) begeleiding. Ze is ook de basis om onze handelingen te plannen, om doelen te stellen en methodieken uit te werken voor onze omgang met die bepaalde persoon. Onze agogische en psychologische beeldvorming is ten slotte een ‘proces’ waarbij we evoluties in gedrag, houding, zorgvraag nauw willen opvolgen. Beeldvorming en begeleiding/werken met de deelnemer gaan hand in hand. Het inzicht en begrip van de persoon met zijn problematiek is niet alleen voor ons als begeleiding van belang, hijzelf heeft er alle baat bij hierin mee te zijn! Terugkerende werkpunten: Naast het creëren van een basisveiligheid door een vast en terugkerend weekprogramma (orde, regelmaat, structuur), is het werken aan adaptieve vaardigheden een rode draad. Werkpunten die steeds terugkeren in onze individuele handelingsplanning zijn: communicatieve en sociale vaardigheden: verbeteren van de mogelijkheden om zich verbaal uit te drukken, om te luisteren naar anderen, enz. Vaak is het moeilijk om zich aangepast te gedragen in verschillende situaties, om op een aangepaste manier contact te leggen, om conflicten op te lossen, om om te gaan met kritiek, … Zowel impliciet (bvb. samenspel sport) als expliciet (bvb. rollenspel vorming sociale vaardigheden) wordt hieraan gewerkt aangepast op ieders niveau. emotionele vaardigheden: bij veel personen ligt de kern van de hulpvraag in hun problematische zelfbeeld. Hoe aanvaard ik mijn handicap, het feit dat ik hulp nodig heb, dat ik ontoerekeningsvatbaar ben verklaard (internering), dat ik ‘dader’ ben, enz. Door het samen werken in situaties waarin zij begeleiding en zorg op een positieve manier kunnen ervaren, willen we hier aanzetten in doen. Om het probleeminzicht te bevorderen en het bespreekbaar stellen van de feiten, worden de beginselen van de client-centered therapie of Rogeriaanse therapie gehanteerd, hierbij staat de ervaring van de betrokkene met zichzelf centraal en wordt eveneens het empatische aspect gestimuleerd. seksuele socialisatie: zoals eerder al gesteld, zagen we de noodzaak om te werken rond de seksuele problematiek op maat van mensen(!) met een verstandelijke handicap steeds groter worden. Met de aanwerving van onze seksuologe-psychologe zijn we eind 2009 gestart met het uitbouwen van een aangepaste benadering binnen de muren. Vertrekkende van deze beeldvorming, onderscheiden we in grote lijnen drie groepen van plegers van seksuele feiten: bij één groep komt het grensoverschrijdende gedrag voort vanuit de handicap en daarmee samenhangende lage sociaal emotionele ontwikkeling, bij een andere groep komt het vooral voort uit een algemeen antisociaal gedragspatroon en ten slotte nog de groep bij wie sprake is van een parafilie (bvb. pedofilie). Hoewel er algemeen gesproken heel wat onwetendheid bestaat binnen onze doelgroep kunnen we stellen dat deze onwetendheid, in combinatie met het zwakke socio-emotionele functioneren binnen de eerste groep van plegers, primair een rol speelt in het tot stand komen van het seksueel grensoverschrijdende gedrag. Grenzen en normen zijn op dit domein vaak vaag of onvoldoende ontwikkeld. We gaan ervan uit dat (herhaalde) voorlichting en vorming rond seksualiteit in een aantal gevallen (sociaal) aangepast gedrag kan bevorderen. Concreet wordt in deze populatie vooral gewerkt met seksuele voorlichtingspakketten en het bespreekbaar stellen van gepast en ongepast gedrag.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
21
Plegers met een parafiel daderprofiel, kenmerken zich veelal door een hoge mate van hyperseksualiteit. Zij beperken hun seksuele fantasieën, gedachten en gedrag veelal uitsluitend tot een bepaalde populatie (bijvoorbeeld jongens onder de leeftijd van 12 jaar) en gaan vaak eerder planmatig tewerk (zoeken bijvoorbeeld specifiek plaatsen op waar veel jonge kinderen zijn, proberen bewust het vertrouwen van kinderen te winnen met het oog op het seksueel grensoverschrijdende gedrag, etc.). In deze populatie wordt voornamelijk gewerkt aan de hand van de delictketting. Deze delictketting kan zowel als psychodiagnostisch en als therapeutisch instrument worden beschouwd. Er wordt tevens gewerkt vanuit cognitieve gedragstherapeutische invalshoek. Hiermee doelen we op het werken aan cognitieve distorties die dader in staat stellen het grensoverschrijdende gedrag voor zichzelf te rechtvaardigen. Dit is enkel haalbaar voor diegenen die cognitief en sociaal-emotioneel over een zekere draagkracht beschikken. Daarnaast gaan we op zoek naar de onderliggende behoeften (‘primary goods’; bijv. gevoel van verbondenheid, gevoel ergens bij te horen) die een dader tracht in te vullen door het plegen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en gaan we op zoek welke interne en externe voorwaarden nodig zijn om deze goods te bereiken. De derde groep bestaat uit een populatie waarbinnen voornamelijk een antisociale problematiek heerst. Deze daders kenmerken zich door een aantal kenmerken die wijzen op psychopathie (hierbij geldt dezelfde opmerking als voor wat betreft parafilie: in welke mate kunnen we van psychopathie spreken bij mensen met een verstandelijke beperking?). Het seksueel grensoverschrijdende gedrag kan binnen deze populatie gekaderd worden binnen een algemeen patroon van grensoverschrijdend gedrag. In deze populatie wordt voornamelijk beoogd grenzen aan te bieden. In de gesprekken wordt aandacht gevestigd op het leren bewaken van de eigen grenzen, grenzen van de ander leren erkennen en respecteren. Sociale normen en sociaal wenselijk gedrag komen eveneens aan bod. Vanuit het idee ‘boven verdenking, buiten gevaar’ wordt samen met de cliënt gezocht naar mogelijke risico- en beschermende factoren.
Zorg op maat en zorgnetwerken We zetten onze middelen in daar waar de nood het hoogst is. We zoeken voor elke persoon naar aangepaste antwoorden op zijn individuele zorgvraag. We trachten iedereen een aanbod te doen en zoeken steeds naar een proactieve benadering, ook als we moeilijk contact krijgen met iemand omwille van verschillende redenen (regimebeperkingen van de gevangenis, Bijzondere Veiligheidsregimes of Maatregelen, toestandsproblemen, …). We trachten ook steeds vanuit de zorgvraag van de persoon te vertrekken voor een invulling van zijn reclasseringsperspectief. Deze wordt door verschillende factoren bepaald: persoonlijke (sterktes en zwaktes), sociale en familiale (draagkracht netwerk), maatschappelijke (bescherming) en juridische (veiligheid). Uit de cijfergegevens in het eerste deel van het jaarverslag, kon men al opmaken dat de persoonlijke factoren op zich al zeer divers en complex zijn. De sociale en familiale factoren zijn dat zeker ook (deze hier in kaart brengen zou ons te ver leiden)! Het maakt een groot verschil als een cliënt steun krijgt van zijn ouders/omgeving dan wel of hij ‘alleen in de wereld’ staat. In het algemeen verloopt de re-integratie makkelijker als er nog een positief steunend netwerk is. Vanuit de maatschappelijke kant, moeten we de verschillen in aanbod en mogelijkheden mee in acht nemen. Hoewel cliënt X gebaat is bij een opname in een tehuis niet-werkenden, zijn er eerst specifieke brandveiligheidsmaatregelen nodig die veel voorzieningen niet hebben. De oplossing buiten de gevangenis zal dus altijd een antwoord moeten geven ‘op maat’ van elke individuele zorgvraag, rekening houdend met alle voorwaarden en verwachtingen. Voorts blijven we zoeken naar een benadering die een invulling geeft aan de verschillende levensgebieden: wonen, werken, vrije tijd en specifiek naar therapie of behandeling toe. We vertrekken van de idee dat we aan alle aspecten aandacht moeten geven om een kwaliteitsvol leven mogelijk te maken. Soms is therapie of behandeling een tussenstap naar een uitwerking van de andere domeinen. Het blijft echter van belang om toch een perspectief te geven op deze levensdomeinen.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
22
TER INFO: WETENSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Ook afgelopen jaar stelden wij onze kennis en deskundigheid verder ten dienste van wetenschappelijk onderzoek. “Treatment of mentally ill offenders”, een delphistudie onder de leiding van Mr. S. Vandevelde en Mw. Wing Ting To (Hogeschool Gent ). Wij werden als één van de experten in de zorg voor geïnterneerden geraadpleegd om een aantal stellingen rond de behandeling in het toekomstig FPC aan af te toetsen. De resultaten zijn verwerkt in “de behandeling van geïnterneerden in forensisch psychiatrische contexten. Een exploratief multimethod onderzoek naar effectieve behandelingsmodellen en voorwaarden ter implementatie in een forensisch psychiatrisch centrum” (12/10/2010). “Violence Risk Appraisal Guide (VRAG): voorspellen van agressie bij personen met een verstandelijke beperking”, onderzoek van het Forensisch Kenniscentrum Rekem. In dit onderzoek wil men een risicotaxatie-instrument testen in de verschillende praktijken met geïnterneerden met een verstandelijke beperking (de tehuizen niet werkenden Itinera, Amanis, Limes) en de ambulante werkingen in de gevangenis (Centrum OBRA, Zwart Goor). Dit onderzoek loopt nog verder in 2011. SEN SEO – project 2009 – 2011: toetsing van de vertaling van de schaal Sociaal Emotionele Ontwikkeling. We namen deel aan de klankbordgroep voor de aanpassing van het instrument en de klankbordgroep van de vertaalslag naar de praktijk. Deze projectgroepen worden ondersteund door het SEN (Steunpunt Expertise Netwerken).
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
23
TOT SLOT Bij het opmaken van een jaarverslag, staan we stil bij onze werking, werkwijze en visie. Van huize uit hebben we de gewoonte om onze dagdagelijkse praktijk ook regelmatig in vraag te stellen en bij te sturen. De psychotherapeutische werking is verder verdiept en kreeg een bredere aanpak. De problematiek van de groep plegers van seksuele feiten onder ons publiek krijgt zo steeds meer aandacht en dit leidde al tot een doorverwijzing naar de residentiële zorg afgelopen jaar! Er wordt hard gewerkt en nauw samengewerkt met verschillende diensten. Deze samenwerking is alleen maar gegroeid het afgelopen jaar. In het licht van deze steeds breder wordende samenwerking, komen deontologische vraagstukken scherper naar voor. We zijn afgelopen jaar gestart met het uitwerken en aftoetsen van een eigen deontologische visie en dit wordt het komende jaar in een code gegoten. Het doel is praktische handvaten geven om in elke situatie weer opnieuw een goede afweging te kunnen maken. We blijven immers voorstander van een flexibele zorg op maat van elke persoon. De toename van het aantal aanbodverstrekkers onder de vleugels van de Vlaamse Gemeenschap, resulteerde in een breder aanbod waaruit elke gedetineerde kan kiezen. Een gegeven dat enkel maar kan toegejuicht worden. Ook naar werk in de gevangenis zien we een groep van ons publiek steeds beter de weg vinden en mits wat extra ondersteuning goed meedraaien. Door de concentratie van het aanbod tijdens de daguren (activiteiten, lessen, bezoek, werk,….), worden we geconfronteerd met allerlei beperkingen (bureauruimtes, leslokalen, deelname, ….). Voor het komende jaar breiden we onze uren uit om hieraan tegemoet te komen. We streven dus naar een integrale en inclusieve benadering, maar door de detentie is er één luik dat ‘afgesneden’ is: het familiaal/sociaal netwerk. De detentieschade op vlak van sociale relaties en sociaal netwerk is enorm en vaak nog groter bij ons publiek, omdat zij zelf minder in mogelijkheid zijn deze relaties te onderhouden omwille van hun beperkingen (geen brieven schrijven, minder financiële mogelijkheden, …). Ook de netwerken van onze deelnemers zijn veelal beperkt op verschillende vlakken, waardoor de kansen op een het onderhouden van de sociale relaties verkleinen (financieel, praktisch, cognitief, …). Sommige deelnemers hebben een steunend netwerk dat meer of minder initiatief neemt om hun familielid te helpen in de detentie. Echter, veel van onze deelnemers hebben weinig intacte sociale relaties en ontvangen weinig bezoek. Relaties zijn soms al van in de kindertijd verbroken wegens veelvoorkomende opvoedings- en/of gedragsproblemen. Plaatsingen door de JRB komen vaak voor in de levenslijn van onze deelnemers. Het werken aan onderhouden of herstellen van deze relaties is belangrijk, niet alleen in functie van de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemer (zelfbeeld, zelfwaarde, …) maar ook in functie van zijn kansen op een geslaagde reclassering. Het zoeken naar ‘hulpbronnen’, hoe klein ook, is hierin cruciaal. Het komende werkjaar willen we een aanspreekpunt voor familie en andere betrokkenen uitwerken waar men terecht kan met vragen rond functioneren in de gevangenis, rond dagelijks leven in de gevangenis, rond begeleiding bij bepaalde moeilijkheden van hun familielid (bvb. financieel). Ook hier zal afstemming, maar meer nog afbakening ten opzicht van het aanbod van de andere diensten, nodig zijn (DSO van JWW, maatschappelijk werkster ZT, PSD…). Daarnaast werken we nu al mee aan aangepaste bezoekmogelijkheden met begeleiding, zowel intramuraal (begeleide bezoekactiviteit) als extramuraal (begeleiding bij een uitgaansvergunning naar familie). Het blijvende probleem van de overbevolking in de Vlaamse gevangenissen heeft zeker zijn weerslag op het dagelijks leven in de Gentse gevangenis. Geïnterneerden en andere categorieën van gedetineerden zitten allemaal al onder hetzelfde regime (cf. situatie van arresthuis), maar door de overbevolking ligt het steeds moeilijker om mensen individuele cellen te geven, wat gezien hun problematiek doorgaans een noodzaak is. De setting kan daardoor ook weinig groeien naar een meer aangepaste aan de specifieke behoeften van onze doelgroep. Zo is er nood aan meer afgebakende leefruimtes, meer aangepaste rust- of isoleerruimtes, een aangepast ‘tucht’regime, beter afgestemde loonsituatie, enz. Met onze erkenning voor 16 plaatsen, bieden we reeds meerdere jaren rond de 30 geïnterneerden ondersteuning. Begin 2011 kregen we van het VAPH een uitbreiding tot 20 plaatsen. De werking ABAGG (Zwart Goor) in Merksplas kreeg ook uitbreiding en daarnaast start er in de Antwerpse gevangenis een nieuw initiatief door het centrum Openlucht Opvoeding (OLO).
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
24
Het kan niet genoeg worden aangeklaagd: het schrijnende tekort aan plaatsen in de gehandicaptenzorg! In de reguliere voorzieningen van het VAPH, zijn onze geïnterneerden dan ook de eerste die uit de boot vallen, omdat zij moeilijker plaatsbaar zijn of omdat zij tenminste een dak boven het hoofd hebben (nl. de gevangenis). In de aangepaste voorzieningen voor geïnterneerden (de drie tehuizen niet-werkenden Itinera, Amanis, Limes) zijn de wachtlijsten zeer lang omdat zij dichtslibben. Een uitbreiding van hun plaatsen zit er voorlopig niet in om tal van redenen. Dit maakt het werken aan re-integratie niet makkelijker, maar in de eerste plaats demotiveert het de cliënt! Een bijkomende probleem dat we bij sommige ‘langblijvers’ zien opduiken is dat ze zich gaan ‘nestelen’ in de gevangenis. Begin dit jaar stond zo één van de geïnterneerden, die vrij op proef was in een voorziening, terug aan de gevangenispoort met de vraag zich weer te laten opsluiten! De zorgvraag binnen de muren wordt o.i. ook steeds zwaarder. Meer en meer worden we geconfronteerd met cliënten die naast hun verstandelijke beperking één of meerdere psychiatrische problemen hebben. Door hun lange verblijf in de gevangenis en het ontbreken van de juiste kaders merken we dat, bij een aantal van hen, deze psychiatrische problematiek de bovenhand krijgt op de verstandelijke beperking. De detentie laat bij hen des te scherper zijn sporen na. Het sneeuwbaleffect zorgt er op de duur voor dat men met zo’n complexe problematiek overal tussen de mazen van het net valt.
Centrum OBRA vzw - Werking ‘Ontgrendeld’
Jaarverslag 2010
25