Jaarverslag 2013 BNG Fido Optimaalselect
2
JAARVERSLAG
2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
■ BNG Fido Optimaalselect (fonds voor gemene rekening) Raad van Toezicht Drs. B. Vliegenthart (voorzitter) Prof. Dr. R.M.W.J. Beetsma Drs. M.H.M.P. van Oorschot Beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. Bezoekadres: Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag Tel.: 070 – 3750245 Fax: 070 – 3750929
Postadres: Postbus 16450 2500 BL Den Haag
Website: www.bngvermogensbeheer.nl Bewaarder Stichting ITS Bewaarder BNG Fido Optimaalselect Adres: Storkstraat 15a-15b 3833 LB Leusden
Postadres: Storkstraat 15a-15b 3833 LB Leusden
Accountant Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 DP Amsterdam
Dit document dient alleen ter informatie en biedt in principe onvoldoende basis om een beleggingsbeslissing te nemen. U wordt geadviseerd om het prospectus te lezen en een beleggingsadviseur te raadplegen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De behaalde resultaten van elke belegging worden beïnvloed door gemaakte (transactie)kosten. BNG Fido Optimaalselect is bedoeld voor belegging op middellange tot lange termijn. Beleggen bij wie en in welke vorm dan ook brengt financiële risico’s mee. Door te beleggen in deze beleggingsinstelling kunt u vermogenswinst behalen maar het is ook mogelijk dat u verlies lijdt. BNG Fido Optimaalselect is vrijgesteld van vergunningplicht voor deze activiteit op grond van de Wft. De beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als bedoeld in art. 2:65 lid 1 sub a respectievelijk art. 2:96 Wft. Het prospectus is kosteloos verkrijgbaar bij BNG Vermogensbeheer B.V., Postbus 16540, 2500 BL, Den Haag, tel. (070) 3750 245, en is eveneens te raadplegen via de website: www.bngvermogensbeheer.nl.
3
JAARVERSLAG
2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
INHOUDSOPGAVE BNG FIDO Optimaalselect
05
Verslag van de Raad van Toezicht Verslag van de beheerder Beleggingen Jaarrekening Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening Overige gegevens Belangen van de directie van de beheerder Stembeleid op aandelen in beleggingsportefeuille Periodieke uitkering Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
06 07 14 17 18 19 20 21 36 36 36 36 36
4
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
JAARVERSLAG
2013
BNG FIDO OPTIMAALSELECT
5
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Verslag van de Raad van Toezicht Hierbij presenteren wij u het financiële verslag over 2013 van BNG Fido Optimaalselect. De raad van toezicht heeft tot taak in het belang van de participanten toezicht te houden op het beleid en de taakuitoefening van de Beheerder en de Bewaarder en op de algemene gang van zaken binnen de onder zijn toezicht gestelde Fondsen. De raad van toezicht komt in vergadering bijeen met de beheerder en de bewaarder om het beleid en de taakuitoefening van de beheerder en de bewaarder en de algemene gang van zaken binnen de onder zijn toezicht gestelde fondsen in het belang van de participanten te beoordelen. Dit gebeurt in de regel viermaal per jaar en voorts zo dikwijls als de raad van toezicht dat nodig zou oordelen. Gedurende het jaar 2013 heeft de raad van toezicht viermaal vergaderd, steeds in aanwezigheid van de beheerder en de bewaarder. In de verslagperiode is met de beheerder en de bewaarder uitvoerig aan de hand van periodieke rapportages van gedachten gewisseld over de gevolgen van de economische crisis, over het beleggingsbeleid en de daarmee gepaard gaande risico’s, de behaalde resultaten van de fondsen en de ontwikkeling van het belegde vermogen. Tijdens het verslagjaar werd in het bijzonder veel aandacht besteed aan de crisis rondom de schulden van de overheden in de eurozone. Hierbij werd niet alleen gekeken naar de directe gevolgen die de crisis heeft gehad op het schuldpapier van deze overheden, maar ook naar de indirecte gevolgen van de crisis voor de kredietwaardigheid van banken en de verhandelbaarheid van schuldpapier uit de eurozone in het algemeen. Met name de minder liquide beleggingen hadden daarbij onze bijzondere aandacht. Aangezien alle beleggingen van de fondsen dienen te voldoen aan de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo) van de Wet fido, waarin naast eisen aan de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling of het waardepapier ook eisen worden gesteld aan de kredietwaardigheid van het land van vestiging van de uitgevende instelling was er tevens sprake van verscherpte aandacht voor de beheersing van de landenrisico’s. Met betrekking tot schatkistbankieren (SKB) heeft de Raad in vrijwel alle vergaderingen aandacht besteed aan de mogelijke gevolgen voor de participanten en de informatieverstrekking rondom SKB aan de participanten. Daarnaast is er tijdens de vergaderingen aandacht besteed aan compliance en aan de relevante ontwikkelingen op het gebied van
regelgeving in het bijzonder de implementatie van de AIFMD-richtlijn per 22 juli 2014. In de vergadering gehouden in februari 2013 zijn er geen bijzondere onderwerpen besproken. In april 2013 zijn de jaarverslagen van de fondsen over 2012 en het accountantsverslag met de externe accountant besproken. De bepalingen voor integere bedrijfsvoering schrijven voor dat een fondsbeheerder, de (zelfstandige) beleggingsinstelling of de bewaarders daarvan moeten zorgdragen voor onafhankelijk toezicht op de uitvoering van het beleid en de procedures en maatregelen van de organisatie van de fondsbeheerder. De beheerder heeft de maatregelen ter bescherming van de participanten verder aangescherpt door de invoering van een Fund Governance Code, gebaseerd op de uitgangspunten die Dutch Fund and Asset Management Association (Dufas), de brancheorganisatie van beleggingsinstellingen in Nederland, in 2008 bij wege van zelfregulering heeft gepubliceerd. Deze Code is van toepassing op alle Fido-proof fondsen die door de beheerder worden aangeboden. Aan de hand van rapportages van de compliance officer of de beheerder heeft de raad van toezicht, welke tevens fungeert als toezichthouder inzake fund governance, beoordeeld of de in de Code opgenomen maatregelen en principes zijn nageleefd. De jaarlijkse Fund Governance rapportage is in aanwezigheid van de raad van commissarissen van BNG Vermogensbeheer in augustus 2013 met de raad van toezicht besproken. De raad van toezicht heeft op grond van de rapportage van de compliance officer en eigen waarneming geconstateerd dat de beheerder de in de Code opgenomen principes naleeft. Fund governance vormt een vast agendapunt op de vergaderingen van de raad van toezicht. In 2013 is de samenstelling van de raad van toezicht niet gewijzigd. In 2014 loopt de zittingsduur van de heer drs. B. Vliegenthart als lid van de raad van toezicht af. De heer Vliegenthart is voorgedragen voor herbenoeming voor een nieuwe termijn van vier jaar. De jaarrekening is door Deloitte Accountants BV gecontroleerd. Voor de uitkomsten van de controle verwijzen wij u naar de controleverklaring die is opgenomen in het onderdeel ‘Overige gegevens’ van dit financieel verslag. Den Haag, 14 maart 2014 Raad van toezicht Drs. B. Vliegenthart, voorzitter Prof. dr. R.M.W.J. Beetsma Drs. M.H.M.P. van Oorschot
6
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Verslag van de beheerder Kerncijfers (X € 1.000) 2013 31 december
2012 31 december
2011 31 december
2010 31 decmber
2009 31 december
Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden
59.771 903 (71)
63.592 1.119 (83)
60.695 567 (74)
59.929 762 (75)
52.332 941 (69)
Fondsvermogen
60.603
64.628
61.188
60.616
53.204
Totaal bedrijfsopbrengsten
(2.339)
4.399
768
7.106
(2.988)
(185)
(190)
(196)
(2.524)
4.209
572
Lasten
Resultaat Aantal participaties: BNGOMS01 BNGOMS02 BNGOMS03 BNGOMS04 BNGOMS06 BNGOMS07 BNGOMS08 Intrinsieke waarde per participatie: BNGOMS01 BNGOMS02 BNGOMS03 BNGOMS04 BNGOMS06 BNGOMS07 BNGOMS08
49.700.000 2.484.961 250.000 250.000 693.384
1,1261 1,3538 1,1628 1,0992 1,0148
49.700.000 1.500.000 2.484.961 250.000 250.000 693.384
1,1730 1,0085 1,4234 1,1647 1,1025 1,0304
750.000 49.700.000 2.200.000 2.500.000 250.000 250.000 0
0,9966 1,1030 0,9606 1,1831 1,1112 1,0828 -
(194)
6.912
(193)
(3.181)
750.000 49.700.000 2.200.000 2.500.000 250.000 250.000 -
750.000 49.700.000 2.200.000 2.500.000 -
0,9850 1,1003 0,9762 1,0117 1,0316 1,0386 -
0,9680 0,9629 0,9948 0,9740 -
De waarde en het resultaat van de verschillende subfondsen per participatie is afhankelijk van de met de participant gesloten overeenkomst
Algemeen Het BNG Fido Optimaalselect is een fonds voor gemene rekening dat collectief wordt aangeboden aan overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. De beleggingsdoelstelling van BNG Fido Optimaalselect (OMS) is erop gericht om op basis van een zorgvuldige selectie en afweging van risico’s een zo hoog mogelijk (risicogewogen) rendement te bieden aan de participanten en ten minste de inleg uit te keren aan de participanten na expiratie van de looptijd van het subfonds. De beheerder tracht dit te bereiken door in de eerste plaats een deel van de inleg te beleggen in een of meerdere financiële instrumenten en/of technieken die dat doel (het uitkeren van de inleg aan de participant) kunnen verwezenlijken. In de tweede plaats zal de beheerder een deel van de inleg beleggen in andere financiële in-
strumenten die passen in het betreffende beleggingsthema van het subfonds, met als doel het behalen van een zo hoog mogelijk risicogewogen rendement. Het fonds is onderverdeeld in verschillende subfondsen en biedt participanten de mogelijkheid te kiezen voor een specifiek beleggingsthema binnen een bepaald subfonds. Het doel van elk subfonds is dat de participanten van dat subfonds na expiratie van de looptijd van het subfonds minimaal hun inleg terugkrijgen. Op 31 december 2013 staan zes subfondsen uit, namelijk: BNGOMS02, BNGOMS03, BNGOMS04, BNGOMS06, BNGOMS07 en BNGOMS08.
7
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Resultaten Subfonds
BNGOMS02 BNGOMS03 BNGOMS04 BNGOMS06 BNGOMS07 BNGOMS08
Start subfonds
Expiratie subfonds
30-mei-07 01-aug-08 31- mrt-09 22-feb-10 22-feb-10 9-feb-12
30-mei-17 01-aug-13 31-mrt-34 15-jan-17 15-jan-15 15-jan-17
Inleg subfonds
€ € € € € €
Waarde ultimo 2012
49.700.000 1.500.000 2.500.000 250.000 250.000 693.384
BNGOMS02 Dit subfonds is uitgegeven binnen het thema “Duurzaam”. BNGOMS02 belegt in een zero obligatie uitgegeven door de Rabobank en aandelen in het Phaunos Timber Fund. De zero obligatie beoogt op einde looptijd minimaal de inleg terug te betalen, terwijl de belegging in het Phaunos Timber Fund ernaar streeft op een duurzame wijze een hoger rendement te behalen dan wat op vastrentende markten behaald kan worden. Het Phaunos Timber Fund is een closed-end beleggingsfonds dat als oogmerk heeft verantwoord te beleggen in een wereldwijd gespreide portefeuille van beleggingen in de bosbouw en bosbouwgerelateerde activiteiten. Het Phaunos Timber Fund werd tot december 2013 beheerd door FourWinds Capital Management. FourWinds Capital Management is teruggetreden als beheerder van het fonds. De Board of Directors van het Phaunos Timber Fund heeft daartoe besloten omdat zij de kosten van het fonds wilden terugbrengen, voornamelijk door het elimineren van performance fees, en daarover niet tot overeenstemming kon komen met FourWinds Capital Management. De nieuwe beheerder is een nieuw opgestarte dochteronderneming van Phaunos Timber Fund, genaamd Phaunos Boston, Inc. De meerderheid van het personeel van FourWinds Capital Management dat verantwoordelijk was voor het beheren van Phaunos Timber Fund is een baan aangeboden bij Phaunos Boston, Inc. Het fonds was in 2013 min of meer vol belegd met aan bosbouw gerelateerde activiteiten. De koers van het Phaunos Timber Fund daalde echter van USD 0,585 op 31 december 2012 naar USD 0,51 op 31 december 2013. Ook de waarde van de zero obligatie nam door de gestegen rentes af. De waarde van de participaties van dit subfonds daalde daardoor per saldo met 3,99%. De intrinsieke waarde per aandeel Phaunos Timber Fund bedroeg op 30 juni 2013 USD 0,85 (de intrinsieke waarde per 31 december 2013 is op moment van schrijven niet bekend, op 31 december 2012 bedroeg de intrinsieke waarde USD 0,91). Een groot deel van waardevermindering van de intrinsieke waarde is toe te schrijven aan wisselkoerseffecten. De beurskoers handelt op jaareinde met een flink disagio ten opzichte van de intrinsieke waarde. De Board of Directors heeft gedurende het jaar aangegeven dit als groot
€ € € € € €
58.296.661 1.512.777 3.537.171 291.181 275.617 714.447
Waarde ultimo 2013/ waarde op einddatum
€ € € € € €
YTD Performance 2013
55.968.278 1.502.301 3.364.162 290.694 274.788 703.624
-3,99% -0,69% -4,89% -0,17% -0,30% -1,51%
aandachtspunt te beschouwen en verschillende maatregelen te nemen om het disagio te verkleinen. BNGOMS03 Dit subfonds is uitgegeven binnen het thema “Indices”. BNGOMS03 beoogt op einde looptijd de inleg en een rendement uit te keren dat afhankelijk is van de koersontwikkeling van de FTSE4Good Europe 50 index. De FTSE4Good Index is ontworpen om de aandelenperformance te meten van ondernemingen die voldoen aan wereldwijd erkende criteria voor verantwoord beleggen. Het fonds expireerde per 1 augustus 2013 en betaalde iets meer dan de inleg uit. De optie die tot doel had een stijging in de FTSE4Good Europe 50 index uit te betalen expireerde waardeloos, omdat sinds de start gemeten de index is gedaald en de index onder het uitoefenniveau is geëindigd. BNGOMS04 “Duurzaam”. Het duurzame thema wordt ingevuld door de belegging in Zeewind1, dat een subfonds is van het Meewind paraplufonds dat wordt beheerd door Seawind Capital Partners B.V. Het Zeewind1-subfonds1 heeft als doel windmolenparken in zee te financieren. Het Zeewind1-subfonds heeft geïnvesteerd in het windpark Belwind. Het restant van de inleg is belegd in vastrentende waarden uitgegeven door de Bank Nederlandse Gemeenten en de Nederlandse staat die als doel hebben op einde looptijd de inleg plus een redelijke inflatievergoeding terug te betalen. De intrinsieke waarde van de participaties in Zeewind1 steeg gedurende 2013 van EUR 1.170,3295 naar EUR 1.240,9965. In mei is gekozen voor uitkering van stockdividend (2,5%). De onderliggende obligaties (zero-coupon leningen) daalden in waarde door de gestegen rente. De intrinsieke waarde van de participaties van BNGOMS04 daalde over het verslagjaar per saldo met 4,89%. BNGOMS06 Dit subfonds is uitgegeven onder het thema “Duurzaam”. Het duurzame thema wordt ingevuld door de belegging in het Oikocredit Nederland fonds. Het Oikocredit Nederland fonds verstrekt (micro)kredieten aan groepen men1
Meer informatie over Zeewind 1 is te vinden op www.meewind.nl en www.seewindcapitalpartners.nl
8
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
sen in ontwikkelingslanden. Het restant is belegd in vastrentende waarden uitgegeven door de Nederlandse staat met als doel op eindelooptijd de inleg terug te betalen. De intrinsieke waarde van de participaties van dit subfonds daalde gedurende de verslagperiode met 0,17%. De licht negatieve waardeontwikkeling was voornamelijk toe te schrijven aan een daling van de waarde van de vastrentende waarden, die weer het gevolg was van een stijging van de kapitaalmarktrentes. BNGOMS07 Dit subfonds is net als BNGOMS06 uitgegeven onder het thema “Duurzaam”. Het duurzame thema wordt ook ingevuld door een belegging in het Oikocredit Nederland fonds. Het Oikocredit Nederland fonds verstrekt (micro) kredieten aan groepen mensen in ontwikkelingslanden Het restant is belegd in vastrentende waarden uitgegeven door de Nederlandse staat met als doel op einde looptijd de inleg terug te betalen. De intrinsieke waarde van de participaties van dit subfonds daalde over de verslagperiode met 0,3%. De licht negatieve waardeontwikkeling was voornamelijk toe te schrijven aan een daling van de waarde van de vastrentende waarden, die weer het gevolg was van een stijging van de kapitaalmarktrentes. BNGOMS08 Dit subfonds heeft dezelfde beleggingsdoelstelling als BNGOMS03 en is een afsplitsing van het BNGOMS03. De splitsing heeft op 9 februari 2012 plaatsgevonden. Tijdens de splitsing is het vastrentende deel vervangen dat tot doel heeft de inleg te borgen. Dat deel bestond bij BNGOMS03 uit een Italiaanse zero en is vervangen door een langer lopende Nederlandse gestripte staatsobligatie. Dit subfonds beoogt net als BNGOMS03 op einde looptijd de inleg en een rendement uit te keren dat afhankelijk is van de koersontwikkeling van de FTSE4Good Europe 50 index. De FTSE4Good Index is ontworpen om de aandelen-performance te meten van ondernemingen die voldoen aan wereldwijd erkende criteria voor verantwoord beleggen. De call-optie op de FTSE4Good Index die ervoor moet zorgen dat geprofiteerd wordt van een stijging van de index, is waardeloos geëxpireerd per 30 juli 2013. De FTSE4Good Index is lager geëindigd dan het uitoefenniveau. Het subfonds bevat nu enkel de Nederlandse gestripte staatsobligatie. Tijdens de verslagperiode nam de totale waarde van dit subfonds af met 1,51%, hetgeen geheel is toe te rekenen aan de waardedaling van de Nederlandse gestripte staatsobligatie.
Marktomstandigheden De rentes op de kapitaalmarkt van de eurozone zijn in 2013 gestegen. Zo is de 10-jaars swaprente met ca. 60 basispunten (0,6 procentpunt) toegenomen tot het niveau van 2,16%. Korte kapitaalmarktrentes en geldmarktrentes zijn minder gestegen. Het 3maands euribor-tarief is bijvoorbeeld met 10 basispunten toegenomen, tot het niveau van 0,29%. De rentecurve is steiler geworden. In 2013 is de kans op een goede afloop van de Europese schuldencrisis verder toegenomen. De renteverschillen van de landen uit de periferie van de eurozone ten opzichte van Duitsland, dat in de markt als het meest veilige land wordt gezien, zijn het afgelopen jaar sterk afgenomen. Er was positief nieuws over diverse perifere landen. Zo won in Italië de regering van premier Letta, die aan het bezuinigen en hervormen is, een cruciale vertrouwensstemming en werd Berlusconi uit de senaat gezet. Ierland kreeg de laatste betaling aan noodhulp uitgekeerd en Spanje voldeed eveneens aan de eisen om het hulpprogramma van de EU, de ECB en het IMF te beëindigen. Het land lag in 2012 nog zwaar onder druk op de financiële marken, maar het afgelopen jaar klom het uit een recessie dankzij een strak bezuinigings- en hervormingsprogramma. De bankensector werd geherkapitaliseerd. Probleembank Bankia, die in 2012 nog vele miljarden verlies maakte, liet weer winst zien. De kredietbeoordelaars pasten hun oordeel over het vooruitzicht voor de rating van Spanje naar boven toe bij. Beleggers kregen meer vertrouwen in de financierbaarheid van de Spaanse overheidsschuld. De ‘spread’ van 10-jaars staatsobligaties ten op van Duitsland daalde van ca. 390 tot ca. 220 basispunten. Als gevolg van de verbeterde economische cijfers namen in het kielzog van de kleinere renteverschillen tussen landen ook de ‘creditspreads’ van Europese financiële instellingen af. De gemiddelde opslag boven staatsleningen van 5-jaars obligaties van senior AAdebiteuren daalde van ca. 110 tot nog geen 50 basispunten.
9
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Figuur 1. Rentecurve (euro swap) Rentecurve (effectief rendement euro swap)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Dec-13
0
Sep-13
2,75 2,50 2,25 2,00 1,75 1,50 % 1,25 1,00 0,75 0,50 0,25 0,00 jaar 31-dec-12
31-dec-13
Figuur 2. Creditspreads voor de financiële sector versus staatsrente, 5-jaars Credit spreads versus Staatsobligaties (5-jaars looptijden) 2,25 2,00 1,75 1,50 1,25 % 1,00 0,75 0,50 0,25
Banken AAA 5-jaars
Banken AA 5-jaars
Jun-13
Mar-13
Dec-12
Sep-12
Jun-12
Mar-12
Dec-11
Sep-11
Jun-11
Mar-11
Dec-10
Sep-10
Jun-10
Mar-10
Dec-09
Sep-09
Jun-09
Mar-09
Dec-08
Sep-08
Jun-08
0,00
Swap 5-jaars
Figuur 3. Landenspreads ten opzichte van Duitsland, 10-jaars 10 jaars landenspreads vs. Duitsland
Spanje
Economische omgeving De wereldeconomie nam in 2013 in kracht toe. In Azië was het beeld wat betreft China wisselend, maar in Japan wierp een groeibevorderend monetair beleid vruchten af. Er kwamen daar sterke macro-economische cijfers uit en
Italie
Dec-13
Sep-13
Jun-13
Mar-13
Dec-12
Sep-12
Jun-12
Mar-12
Dec-11
Sep-11
Jun-11
Mar-11
Dec-10
Sep-10
Jun-10
Mar-10
Dec-09
Sep-09
16,00 15,00 14,00 13,00 12,00 11,00 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
Portugal
de inflatie liep op tot 1,5% per jaar, wat het hoogste percentage sinds oktober 2008 was. In de Verenigde Staten (VS) waren de macroeconomische data het afgelopen jaar overwe-
10
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
gend positief. Het aantal banen nam toe en de werkloosheid daalde tot 6,7% van de beroepsbevolking; het laagste niveau sinds november 2008. Het herstel van de huizenmarkt zette door, met stijgende woningverkopen, bouwaanvragen en huizenprijzen. Het producentenen het consumentenvertrouwen namen toe. Hetzelfde gold voor de groei van de industriële productie. De consumentenbestedingen bleven op peil. De belangrijkste tegenvaller was de afname van de groei van de persoonlijke inkomens.
producentenvertrouwen stegen ook. De werkloosheid stabiliseerde op het nog altijd hoge niveau van rond de 12%. In mei en in november verlaagde de ECB haar belangrijkste rentetarief, de zogenaamde refirente, met in totaal 50 basispunten tot 0,25%. Het depositotarief, waartegen banken hun overtollige middelen bij de ECB kunnen stallen, bleef staan op 0,00%. De centrale bank gaat uit van een verdere verbetering van de economie, maar voorzitter Draghi vertelde dat de ECB zo lang als nodig is een ruim monetair beleid zal voeren en bereid is nadere actie te ondernemen als de economische omstandigheden mochten verslechteren.
De Federal Reserve (Fed), de centrale bank van de VS, kondigde aan te gaan starten met het terugschroeven van het tempo van aankopen van obligaties (‘tapering’). Fed-voorzitter Bernanke meldde wel dat de rente mogelijk nog lang laag zal blijven, zelfs als de werkloosheid tot onder de 6,5% zal zijn gezakt.
De inflatie bleef wereldwijd beperkt. In de VS daalde de consumentenprijsinflatie van 1,7% tot 1,5% op jaarbasis. De Amerikaanse kerninflatie (geschoond voor voedsel- en energieprijzen) daalde van 1,9% tot 1,7%. In de eurozone nam de inflatie sterker af; van 2,2% tot 0,8%. De kerninflatie daalde hier van 1,5% tot 0,7%.
In de eurozone was sprake van enig economisch herstel, na een lange periode van negatieve groei. De detailhandelsverkopen en de industriële productie veerden op. Vooruitlopende indicatoren als het consumenten- en het Figuur 4. Inflatie EMU versus olieprijsontwikkeling
Inflatie en kerninflatie E.M.U (% jaar-op-jaar, linker schaal) en olieprijs (in euro's, rechter schaal) 100 4 90
3,6 3,2
80
2,8
70
Kerninflatie
2,4 60 2 1,6
50
1,2
40
0,8
30
0,4 20 0
Dec-13
Jun-13
Dec-12
Jun-12
Dec-11
Jun-11
Dec-10
Jun-10
Dec-09
Jun-09
Dec-08
Jun-08
Dec-07
Jun-07
Dec-06
Jun-06
Dec-05
Jun-05
0
Dec-04
-0,8
Jun-04
10
Dec-03
-0,4
Inflatie Olieprijs in euro's
11
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Figuur 5. Detailhandelsverkopen (Retail Sales), industriële productie (Industrial Production), consumenten- en producentenvertrouwen (Consumer Confidence and Industrial Confidence) EMU Detailhandelsverkopen & Industriele Productie (% jaar-op-jaar, linker schaal) en Consumentenvertrouwen & Producentenvertrouwen E.M.U. 10
20
8 6
10
Detailhandelsverkopen
4 2
0
0 -2
Industriele produktie
-10
-4 -6 -8
-20
Consumentenvertrouwen
-10 -12
-30
-14 -16
Producentenvertrouwen
-40
-18 -20 -22
Marktvooruitzichten De vergadering van 19 juni 2013 van het beleidscomité van de Fed heeft volgens ons het internationale rentelandschap veranderd. Het voornemen om minder obligaties te gaan opkopen heeft het begin van het einde van het adagium van ‘lage rentes voor lange tijd’ gemarkeerd. Inmiddels is de zogenoemde ‘tapering’ een feit. Op de kapitaalmarkt is de Amerikaanse 10-jaars staatsrente sinds de eerste signalen van een mogelijk minder ruim monetair beleid met meer dan een procentpunt gestegen. Met het in het Amerikaanse Congres bereikte akkoord over de overheidsbegroting voor de komende twee jaar lijken een nieuwe ‘government shutdown’ en de negatieve economische repercussies die dat heeft, te zijn afgewend. Gegeven het herstel van de Amerikaanse economie en de ‘tapering’, is de ingezette trend van hogere kapitaalmarktrentes in de VS naar onze mening nog niet voorbij. Gezien de hoge correlatie van de Europese rentemarkten met die van de VS en de ook in Europa verbeterende economie zullen de rentes op staatsobligaties uit de eurozone een opwaartse druk ondervinden. Dit betreft vooral obligaties met een looptijd langer dan een of twee jaar. Omdat de ECB heeft aangegeven haar rentetarieven voorlopig op het huidige niveau of lager te houden zullen mogelijke rentestijgingen bij kortlopende obligaties beperkt kunnen blijven. Bij voorkeur houden we de duration van de beleggingen in de kernlanden relatief laag. We
dec-13
jun-13
dec-12
jun-12
dec-11
jun-11
dec-10
jun-10
dec-09
jun-09
dec-08
jun-08
dec-07
jun-07
dec-06
jun-06
dec-05
jun-05
dec-04
jun-04
dec-03
-50
blijven van mening dat een groot deel van de rentedaling van de afgelopen jaren kan worden verklaard doordat marktpartijen die in euro’s beleggen ervoor kozen te ‘vluchten’ in als veilige haven beschouwde Duitse staatsleningen. Omdat we denken dat de Europese schuldencrisis stap voor stap zal worden opgelost zullen volgens ons de rentes op staatsobligaties van de eurozone naar elkaar toe bewegen, met hogere rentes in kernlanden als Duitsland als gevolg. We compenseren een deel van de lage duration in de kernlanden met beleggingen in de periferie. We voelen ons hierin gesterkt door de positieve economische ontwikkelingen in de meeste perifere landen. Uiteraard blijven we de ontwikkelingen op het gebied van de economische groei en zeker ook de inflatie in de VS en Europa nauwgezet volgen. Het proces van Europese integratie gaat door. Ook in 2013 zijn er stappen gezet richting meer gemeenschappelijk beleid. De weg naar een bankenunie is ingeslagen, met de ECB als centrale toezichthouder. De Europese regeringsleiders hebben besloten dat er bij een dreigend faillissement van banken zal worden overgegaan tot zogenoemde ‘bail-ins’, waarbij er zal worden gekort op de aanspraken van kapitaalverschaffers. Verder komt er een gemeenschappelijk afwikkelfonds, dat in 2025 door de banken zelf zal moeten zijn volgestort.
12
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Het nieuwe beleid ten aanzien van de redding van banken en de hieraan voorafgaande gebeurtenissen in Cyprus en de nationalisatie van SNS Reaal hebben ons geleerd dat houders van bankobligaties er niet langer op kunnen rekenen te worden gespaard als een financiële onderneming van de ondergang moet worden gered. De risico-opslagen van ‘ongedekte’ bankobligaties zullen naar onze mening volatieler worden en op een hoger niveau komen te liggen. We willen in voorkomende gevallen bij voorkeur beleggen in staats- en staatsgegarandeerde obligaties en covered bonds (obligaties met een onderpand als extra zekerheid). Risk management en compliance Het fonds maakt gebruik van financiële instrumenten. De hiermee samenhangende risico’s zijn nader omschreven in de toelichting op de balans en winst- en verliesrekening en in het prospectus. Er wordt belegd binnen de limieten zoals die in het prospectus zijn vastgesteld. De beleggingen van het fonds dienen te voldoen aan de Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo) van de Wet fido, waarin naast eisen aan de kredietwaardigheid van de uitgevende instelling of aan het waardepapier ook eisen worden gesteld aan de kredietwaardigheid van het land van vestiging van de uitgevende instelling. Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Bij de beheerder fungeert een Risk Management Committee, waarin risicoanalyses worden besproken en dat besluiten rondom risico’s aan de directie van de beheerder voorlegt. De afdeling Risk Control van BNG Bank kwalificeert, kwantificeert en monitort onafhankelijk de risico’s en rapporteert deze aan het Risk Management Committee. De directie van de beheerder heeft in de verslagperiode gesproken over zaken met betrekking tot risicobeheer en compliance, hetgeen ook onderwerp van bespreking is geweest met de raad van toezicht. Er is uitvoerig van gedachten gewisseld over de (macro) economische en politieke ontwikkelingen, over de gevolgen van de economische crisis, over het beleggingsbeleid en de daarmee gepaard gaande risico’s, de behaalde resultaten en de ontwikkeling van het belegde vermogen. Tijdens het verslagjaar werd in het bijzonder veel aandacht besteed aan de crisis rondom de schulden van de overheden in de eurozone, waarbij niet alleen werd gekeken naar de directe gevolgen die de crisis heeft gehad op het schuldpapier van deze overheden, maar ook naar de indirecte gevolgen van de crisis voor de kredietwaardigheid van banken en de verhandelbaarheid van schuldpapier uit de eurozone in het algemeen. Daarnaast werd uiteraard ook aandacht besteed aan landenrisico’s. Ook is in het verslagjaar de nodige aandacht besteed aan het aanscherpen van risicorapportages voor de bewaking bij het gebruik
van afgeleide instrumenten, zoals futures en swaps. Er hebben zich overigens geen incidenten voorgedaan ten aanzien van het gebruik van afgeleide instrumenten. Eerder heeft de beheerder de maatregelen ter bescherming van de participanten verder aangescherpt door de invoering van een Fund Governance Code, die van toepassing is op alle Fido-proof fondsen die door de beheerder worden aangeboden. Aan de hand van rapportages van de compliance officer of de beheerder heeft de raad van toezicht, welke tevens fungeert als toezichthouder inzake fund governance, beoordeeld of de in de Code opgenomen maatregelen en principes zijn nageleefd. De jaarlijkse Fund Governance rapportage is in aanwezigheid van de raad van commissarissen van BNG Vermogensbeheer met de raad van toezicht besproken. De directie van de beheerder is van mening dat met het hiervoor geschetste raamwerk op adequate en efficiënte wijze invulling wordt gegeven aan de eis van onafhankelijk toezicht op de gang van zaken bij de beleggingsinstelling Inrichting van de bedrijfsvoering De beheerder beschikt voor het fonds over een systeem van bedrijfsvoering, dat op schrift is gesteld. De beheerder heeft gedurende het afgelopen verslagjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij deze werkzaamheden hebben wij geen constatering gedaan dat de beschrijving niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in de Wet op het financieel toezicht of dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar niet effectief of niet overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. Den Haag, 14 maart 2014 De beheerder BNG Vermogensbeheer B.V.
13
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
14
BELEGGINGEN Per 31-12-2013
nominaal /aantal
OpgeMarktlopen waarde interest (x € 1.000) (x € 1.000)
Kostprijs (x € 1.000)
BNGOMS02 Obligaties Financiële dienstverlening 0% RABOBANK NEDERLAND 5/30/2017
49.700.000
47.332
-
31.744
21.153.846
7.829
-
16.651
55.161
-
48.395
876
-
Beleggingsfondsen PHAUNOS TIMBER FUND LTD Totaal beleggingen subfonds Liquiditeiten Beleggingen subfonds inclusief liquiditeiten
56.037
876 49.271
BNGOMS04 Obligaties Financiële dienstverlening 0% BNG AAA ZERO ISMA 3/31/2034
3.750.000
1.891
-
1.269
Staat 0% NETHERLANDS GOVT STRIP 1/15/2014
44.000
44
-
40
0% NETHERLANDS GOVT STRIP 1/15/2019
43.000
40
-
31
0% NETHERLANDS GOVT STRIP 1/15/2024
44.000
35
-
24
0% NETHERLANDS GOVT STRIP 1/15/2029
44.000
29
-
19
Beleggingsfondsen MEEWIND SUBFONDS ZEEWIND1
1.056
Totaal beleggingen subfonds Liquiditeiten Beleggingen subfonds inclusief liquiditeiten
1.310
-
1.091
3.349
-
2.474
18
-
3.367
18 2.492
BNGOMS06 Obligaties Staat 0% NETHERLAND GOVT STRIP 1/15/2017
250.000
246
-
205
Beleggingsfondsen OIKOCREDIT NL FONDS
210
Totaal beleggingen subfonds Liquiditeiten Beleggingen subfonds inclusief liquiditeiten
43
-
41
289
-
246
2
-
291
2 248
BNGOMS07 Obligaties Staat 0% NETHERLAND GOVT STRIP 1/15/2015
250.000
249
-
223
Beleggingsfondsen OIKOCREDIT NL FONDS Totaal beleggingen subfonds Liquiditeiten Beleggingen subfonds inclusief liquiditeiten
121
25
-
24
274
-
247
1
-
275
1 248
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
15
BELEGGINGEN (VERVOLG) Per 31-12-2013
nominaal /aantal
OpgeMarktlopen waarde interest (x € 1.000) (x € 1.000)
Kostprijs (x € 1.000)
BNGOMS08 Obligaties Financiële dienstverlening 0% NETHERLAND GOVT STRIP 1/15/2017
Totaal beleggingen subfonds Liquiditeiten Beleggingen subfonds inclusief liquiditeiten
710.000
698
-
661
698
-
661
6
-
704
6 667
Totaal beleggingen
59.771
-
52.023
Totaal beleggingen inclusief liquiditeiten
60.674
-
52.926
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
16
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
JAARREKENING 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
17
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
18
BALANS PER 31 DECEMBER 2013 Na resultaatverdeling
31-12-2013 x € 1.000 Beleggingen
31-12-2012 x € 1.000
( 1)
- BNGOMS02 - BNGOMS03 - BNGOMS04 - BNGOMS06 - BNGOMS07 - BNGOMS08
55.161 3.349 289 274 698 59.771
57.303 1.508 3.513 288 274 706 63.592
903
1.119
71
83
832
1.036
60.603
64.628
- BNGOMS02 - BNGOMS03
55.969 -
58.297 1.513
- BNGOMS04 - BNGOMS06 - BNGOMS07 - BNGOMS08
3.364 291 275 704
3.537 291 276 714
60.603
64.628
Overige activa Liquide middelen
(2)
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva Uitkomst van vorderingen en overige activa min kortlopende schulden
Uitkomst van activa min kortlopende schulden
Fondsvermogen
( 3)
(*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
WINST- EN VERLIESREKENING 01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
Baten Opbrengsten uit beleggingen Rente op liquide middelen Dividendinkomsten
31 31
(4)
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligatie Derivaten Koers-/en omrekeningsverschillen
(5)
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Beleggingsfondsen Obligaties Derivaten Koers-/en omrekeningsverschillen
(5)
0 0
Som der opbrengsten
2 747 749
316 (312) 4
250 (234) (1) 15
(1.482) (1.162) 287 (17) (2.374)
(1.807) 5.242 202 (2) 3.635
(2.339)
4.399
(152) (10) (4) (19)
(155) (9) (6) (20)
(185)
(190)
Lasten Kosten Kosten beheer en administratie Vergoeding Raad van Toezicht Bankkosten Overige kosten Som der lasten Resultaat
(*)
(6)
(2.524)
Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.
4.209
19
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
20
KASSTROOMOVERZICHT 01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeverschillen Ongerealiseerde w aardeverschillen Aankopen van beleggingen
(2.524) (4) 2.374 (31)
4.209 (15) (3.635) (684)
Verkopen van beleggingen Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
1.500 (12) 1.303
1.440 9 1.325
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten bij uitgifte participaties Betaald bij inname participaties Kasstroom uit financieringsactiviteiten
(1.502) (1.502)
693 (1.463) (770)
(199)
555
Netto kasstroom Koers-/en omrekenverschillen op geldmiddelen en valutatransacties
(17)
(3)
Netto kasstroom
(216)
552
Liquide middelen 1 januari Liquide middelen 31 december
1.119 903
567 1.119
Mutatie liquiditeiten
(216)
552
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING ■ Algemeen De naam van het fonds luidt: BNG Fido Optimaalselect. Het fonds is een fonds voor gemene rekening en is gestart met ingang van 3 april 2007. Het fonds is een niet in een rechtspersoon ondergebracht vermogen dat bestemd is ter collectieve belegging. Het fonds is gevestigd ten kantore van de beheerder te Den Haag. BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als beheerder van beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 2:65 lid 1 sub a Wet op het financieel toezicht (Wft). Het vermogen van het fonds is bestemd ter collectieve belegging voor gezamenlijke rekening en risico van de participanten. Participanten kunnen geen invloed uitoefenen op c.q. hebben geen inspraak in het beleggingsbeleid van en de commerciële, juridische, fiscale, financiële en organisatorische aangelegenheden betreffende het fonds. Het fonds kent een zogenaamde modulaire structuur. Dit houdt in dat het fonds intern is onderverdeeld in verschillende subfondsen. De participanten in een subfonds zijn in economische zin gerechtigd tot het gemeenschappelijke vermogen van het desbetreffende subfonds. Iedere participatie in een subfonds geeft recht op een pro rata parte aandeel in het vermogen van het desbetreffende subfonds. Elk subfonds zal een door de beheerder te bepalen beleggingsthema hebben. Een subfonds wordt ingesteld voor bepaalde tijd. Bij beëindiging van een subfonds door verloop van de looptijd waarvoor het is ingesteld, zal aan de participant in het desbetreffende subfonds in beginsel ten minste de inleg worden terugbetaald. De beheerder bepaalt welke subfondsen binnen het fonds worden ingesteld. De op de participaties ingelegde gelden worden belegd in financiële instrumenten die op subfondsniveau tezamen voldoen aan het doel en de strekking van de Wet fido. Dit fonds is vrijgesteld van de verplichtingen uit hoofde van de Wft en alle overige wet- en regelgeving van effectenrechtelijke aard, vanwege het minimum inlegvereiste van € 100.000,-, op grond van artikel 4 lid 1 sub a en artikel 15 en 34 van de Vrijstellingsregeling Wft. BNG Vermogensbeheer B.V. fungeert als beheerder en is als zodanig belast met het beheer van het fonds. De Stichting ITS Bewaarder BNG Fido Optimaalselect fungeert als bewaarder en is als zodanig belast met de bewaring van de vermogensbestanddelen van het fonds. De beheerder heeft namens het fonds een overeenkomst gesloten met Stichting ITS Bewaarder BNG Fido Optimaalselect, gevestigd te Leusden ("de Stichting"). De Stichting treedt uitsluitend op als bewaarder van de bezittingen (liquide middelen en beleggingen) van het fonds. In de jaarrekening van het fonds zijn de liquide middelen en beleggingen die op naam staan van de Stichting, verwerkt, aangezien het economisch eigendom hiervan bij het fonds berust en alleen het juridisch eigendom bij de Stichting. De euro dollar koers per 31-12-2013 is 1,3779 (31 december 2012: 1,3184). Deze wisselkoers is van toepassing op subfonds BNGOMS02
■ Grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening Algemeen
De jaarrekening is opgesteld volgens in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen van waardering en resultaatbepaling in overeenstemming met Richtlijn voor de jaarverslaggeving 615 "Beleggingsinstellingen". Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
21
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
(1) Beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen reële waarde, welke op balansdatum is gelijkgesteld aan de marktprijs geldend op het einde van de balansdatum. Voor de waardering van liquide beleggingen wordt gebruikgemaakt van koersbronnen, zoals bijvoorbeeld Bloomberg. Voor de waardering van illiquide beleggingen (beleggingen waarin op balansdatum geen of weinig handel plaatsvindt) wordt gebruikgemaakt van alternatieve, door de beheerder goedgekeurde koersbronnen en waarderingsmodellen. Binnen de gehanteerde waarderingsmodellen wordt gebruikgemaakt van open bronnen, zoals rating curves, CDS-spreads of peer bonds. Transactiekosten bij aankoop van beleggingen worden verwerkt als onderdeel van de kostprijs van de belegging. Transactiekosten bij verkoop van beleggingen worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen worden verantwoord in de winsten verliesrekening.
(2) Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden opgenomen tegen nominale waarde, waar nodig rekening houdend met voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en schulden worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Tenzij anders vermeld, bijvoorbeeld indien er sprake is van agio of disagio en transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs van de vorderingen en schulden gelijk aan de nominale waarde. Grondslagen voor de resultaatbepaling
Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop zij betrekking hebben. (4) Interest op liquiditeiten en dividendinkomsten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. Dividendinkomsten worden verantwoord op de ex-dividenddatum. (6) Beheervergoeding en kosten De beheervergoeding en kosten worden in overeenstemming met artikel 17 van de Fondsvoorwaarden ten laste van het fondsvermogen gebracht. Verbonden partijen Het fonds kan beleggen in financiële producten die worden beheerd door de beheerder van het fonds of die werden ontwikkeld door een aan de beheerder van het fonds verbonden partij. Het fonds kan ook transacties aangaan met gelieerde partijen. Deze transacties kunnen onder meer beleggingstransacties en overeenkomsten tot bewaring van effecten betreffen. In deze gevallen is er sprake van transacties tussen verbonden partijen. Hierbij worden normale marktvoorwaarden toegepast en worden normale, marktconforme vergoedingen in rekening gebracht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, tenzij anders aangegeven. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Ontvangen interest, ontvangen coupons en waardeverschillen op beleggingen worden opgenomen onder de kasstroom uit beleggingsactiviteiten. Ontvangsten bij geplaatste participaties en uitkeringen worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten.
22
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
■
Risico’s samenhangend met financiële instrumenten
Algemeen Transacties in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat financiële risico’s door het fonds worden verkregen of overgedragen aan een andere partij. De beheerder ziet toe op beheersing van de risico’s. Aangezien voor elk subfonds een eigen beleggingsbeleid wordt gevoerd, kunnen de risico’s per subfonds variëren. De risico’s die verbonden zijn aan de beleggingen en het beleggingsbeleid van elk subfonds zijn, voor zover zij betrekking hebben op financiële instrumenten, als volgt te omschrijven: Marktrisico’s De waarde van financiële instrumenten (daaronder worden onder meer verstaan: afgeleide instrumenten van vermogenstitels, aandelen, rechten van deelneming in beleggingsinstellingen, etc.) in een markt kan door verschillende oorzaken dalen. Een waardedaling van de financiële instrumenten waarin de op de participaties ingelegde gelden worden belegd kan een negatieve invloed hebben op het rendement van de beleggingen in het fonds. Op expiratiedatum van een subfonds doet zich dit met name voor in het beleggingsdeel dat niet is bedoeld om op expiratiedatum de inleg te restitueren. Gedurende de looptijd van een subfonds kan het vermogen van dit subfonds door verschillende marktrisicofactoren fluctueren in waarde. Als belangrijkste oorzaken van een waardedaling van financiële instrumenten kunnen in dit verband de volgende risico’s worden genoemd:
Economische risico’s Economische risico’s zijn risico’s met betrekking tot inkomens en economische structuur, economische groeiverwachtingen, fiscale flexibiliteit, collectieve staatsschuld en monetair beleid. Politieke risico’s Politieke risico’s zijn risico’s met betrekking tot (het ontbreken van) stabiliteit en legitimiteit van politieke instituten, ordelijke opvolging van politiek leiders, transparantie bij economische besluitvorming, nationale veiligheid en met betrekking tot geopolitieke risico’s. Structuurrisico’s Met structuurrisico’s worden de risico’s bedoeld die betrekking hebben op de veiligheid en het veiligheidsgevoel in een land en verstoring van het mondiaal financieel stelsel. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is de som van alle risico’s die bij een beleggingsportefeuille aan de orde zijn. Het betreft meer specifiek, echter niet uitputtend, de volgende risico’s:
Risico’s met betrekking tot financiële instrumenten en technieken Het fonds zal beleggen in een onlosmakelijke combinatie van financiële instrumenten en/of technieken die in beginsel als doel hebben de inleg na expiratiedatum van een subfonds te restitueren en andere financiële instrumenten, die als doel hebben een zo hoog mogelijk (risicogewogen) rendement te behalen (daaronder worden onder meer verstaan: afgeleide instrumenten van vermogenstitels, aandelen, rechten van deelneming in beleggingsinstellingen, etc.). De waardeontwikkeling van de beleggingen is onder meer afhankelijk van de kapitaalmarktrente (het renterisico) en de kredietwaardigheid van de tegenpartijen (tegenpartijrisico). Wanneer de kapitaalmarktrente stijgt, zal de waarde van de beleggingen in vastrentende waarden dalen en omgekeerd. Een bijzonder risico met betrekking tot financiële instrumenten en technieken betreft het tegenpartijrisico. Een subfonds belegt in één of meer financiële instrumenten en/of technieken die door bepaalde tegenpartijen worden uitgegeven of gegarandeerd. Het deel dat wordt belegd met het doel de inleg te restitueren zal een of meer tegenpartijen hebben die voldoen aan het doel en de strekking van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden van de Wet fido. Wanneer de kredietwaardigheid van de tegenpartij verslechtert, zal over het algemeen de waarde van de belegging dalen en omgekeerd. Door bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld een majeure verslechtering van de solvabiliteit van de desbetreffende tegenpartij(en), kan het voorkomen dat de bij de inschrijving voorgestelde rendementen niet kunnen worden behaald of een deel van de inleg of de gehele inleg niet kan worden gerestitueerd. Een ander risico verbonden aan tegenpartijen is een verslechtering van de rating gedurende de looptijd van een subfonds, zodanig dat het subfonds niet meer voldoet aan de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden van de Wet fido of andere relevante regelgeving of risicolimieten, waardoor een royement of herstructurering van de onderliggende beleggingen gewenst of verplicht is. Het kan voorkomen dat dit royement of deze herstructurering plaatsvindt tegen dusdanige
23
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
marktprijzen dat na expiratie van het desbetreffende subfonds de inleg niet geheel kan worden gerestitueerd. Naast de doelstelling om in beginsel de inleg na expiratie van de looptijd van een subfonds te restitueren, is het beleggingsbeleid erop gericht een bepaald rendement boven de restitutie van de inleg te behalen. Dit rendement kan worden uitgedrukt in een constante (vast percentage) of in een of meer variabelen (bijvoorbeeld gekoppeld aan een of meer indices). Het verwachte te behalen rendement na expiratie van de looptijd van een subfonds kan zijn beschreven op het inschrijvingsformulier. De beheerder zal ernaar streven dit rendement te behalen en uit te keren aan de participanten van het desbetreffende subfonds. Er kunnen zich echter bepaalde omstandigheden voordoen waardoor dit rendement niet of slechts ten dele kan worden behaald en uitgekeerd. Te denken valt aan onvoorziene situaties met een majeure impact op de solvabiliteit van de tegenpartij(en) die het rendement moet(en) uitbetalen of aan andere risico’s, zoals projectrisico’s, waardoor het te behalen rendement niet aan de verwachtingen voldoet.
Risico’s met betrekking tot beleggingsinstellingen Het fonds kan, afhankelijk van het beleggingsthema van een bepaald subfonds, (een deel van) de door participanten ingelegde gelden (mede) beleggen in andere beleggingsinstellingen die (mogelijk) worden beheerd door andere beheerders dan de beheerder. Dit brengt met zich mee dat die andere beheerders bepalen waarin de door het fonds geselecteerde beleggingsinstellingen op hun beurt gaan beleggen. Het fonds wordt daarmee mede afhankelijk van het risicoprofiel van deze beleggingsinstellingen en de kwaliteit van dienstverlening van de beheerders van deze beleggingsinstellingen. Tevens kunnen risico’s aan de orde zijn die betrekking hebben op de waardebepaling, de opschorting, het royement, beëindiging en eventueel de beschikbaarheid van beleggingen. Het fonds zal mogelijk beleggen in beleggingsinstellingen die niet onder toezicht staan van een toezichtautoriteit zoals de AFM. De beheerder tracht de risico’s met betrekking tot beleggingsinstellingen te beperken door een zorgvuldige selectie van de beleggingsinstellingen waarin het fonds zal beleggen. Liquiditeitsrisico Afhankelijk van de liquiditeit van het fonds, dat wil zeggen de in het fonds aanwezige liquiditeiten alsmede de niet-liquide vermogenstitels van het fonds die eenvoudig liquide te maken zijn, kan het voorkomen dat het fonds bij royement door een participant van diens participaties dan wel een deel daarvan zijn verplichtingen moet opschorten. Bovendien kan een beperkte liquiditeit in voornoemde zin ertoe leiden dat een beleggingstitel tegen een substantieel lagere prijs wordt verhandeld dan de theoretische waarde van de beleggingstitel. Kasstroomrisico Kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een monetair financieel instrument in omvang zullen fluctueren. Indien bijvoorbeeld sprake is van een schuldinstrument met een variabele rente dan resulteren dergelijke fluctuaties in een verandering van de effectieve interestvoet van het financiële instrument, veelal zonder een overeenkomstige veranderingen in de bijbehorende reële waarde. Concentratierisico Indien een participant zijn ingelegde gelden slechts belegt in één of enkele subfondsen en deze niet spreidt over meerdere subfondsen, kan het risico met betrekking tot zijn belegging worden verhoogd. Valutarisico Het fonds kan beleggingstitels in non-euro denominaties aanhouden, hetgeen een valutarisico met zich meebrengt (tenzij dit wordt afgedekt). Het beleggingsdeel dat tot doel heeft de inleg na expiratie van de looptijd van een subfonds te restitueren zal echter altijd in euro’s, in nationale valuta’s van voor de introductie van de euro of in locale valuta’s van de lidstaten van de Europese Unie die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU) gedenomineerd zijn. Project- en themagerelateerde risico’s Het fonds kan, afhankelijk van het beleggingsthema, (een deel van) de door participanten ingelegde gelden (mede) direct beleggen in verschillende projecten die specifieke project- en/of themagerelateerde risico’s met zich meebrengen. Voorbeelden hiervan zijn klimaat- en/of milieugerelateerde projecten waaraan specifieke risico’s verbonden kunnen zijn.
24
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Risico uitlenen financiële instrumenten2 Bij transacties tot het uitlenen van financiële instrumenten loopt het subfonds, waarvan financiële instrumenten uit de beleggingsportefeuille worden uitgeleend, het risico dat de inlener niet aan zijn verplichting kan voldoen tot teruggave van de ingeleende financiële instrumenten op de afgesproken datum of tot verstrekking dan wel aanvulling van gevraagde zekerheden. Het uitleenbeleid van het fonds is erop gericht om deze risico’s zoveel mogelijk te beheersen. Afwikkelingsrisico Voor het fonds kunnen niet (tijdige) of onjuiste betaling dan wel aanlevering van financiële instrumenten door een tegenpartij tot gevolg hebben dat afwikkeling via een handelssysteem niet, niet op tijd of niet conform verwachting plaatsvindt. Bewaarnemingsrisico De financiële instrumenten in de beleggingsportefeuille van het fonds worden in bewaring gegeven bij een door het fonds benoemde (onder)bewaarnemer (custodian). Het fonds loopt een risico dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de door het fonds benoemde (onder)bewaarnemer, bij die (onder)bewaarnemer in bewaring gegeven activa van het fonds verloren gaan. Inflatierisico Door inflatie zal een bepaald geldbedrag in de toekomst in reële termen minder waard worden. Als een subfonds bijvoorbeeld tot doel heeft alleen de inleg na expiratie van het subfonds te restitueren, kan het daardoor zo zijn dat de inleg na expiratie in reële termen minder waard is geworden. Ook kan het zijn dat de gemeten inflatie achteraf, bijvoorbeeld na expiratie van een subfonds, anders uitpakt dan waarmee vooraf, bijvoorbeeld bij het instellen van een subfonds, rekening is gehouden. Een ander risico is dat een subfonds een bepaalde inflatie-index volgt, bijvoorbeeld Europese inflatie, en dat die index niet geheel representatief is voor de inflatie waarmee een participant wordt geconfronteerd, bijvoorbeeld de Nederlandse inflatie. Risico’s met betrekking tot belastingen Wijzigingen in het van toepassing zijnde belastingregime van het land waar een belegging van het fonds plaatsvindt, kan een negatieve impact hebben op de waardeontwikkeling van die belegging. Inrichting van de bedrijfsvoering Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Bij de beheerder fungeert een Risk Management Committee, waarin risicoanalyses worden besproken en dat besluiten rondom risico’s aan de directie van de beheerder voorlegt. De afdeling Risk Control van BNG Bank kwalificeert, kwantificeert en monitort onafhankelijk de risico’s en rapporteert deze aan het Risk Management Committee.
2
Tot op heden zijn er nog geen financiële instrumenten uitgeleend.
25
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
■
26
Toelichting op de balans
(1) Beleggingen Dit betreft beleggingen in obligaties, beleggingsfondsen in vastrentende waarden, deposito’s en afgeleide instrumenten (‘derivaten’). Het verloop van de beleggingen was als volgt: Beleggings-
Subfonds: BNGOMS02
Obligaties
fondsen
Derivaten
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand per 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
43.137
11.244 -
-
54.381
4.780
(1.858)
-
2.922
Stand per 31 december 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
47.917
9.386
-
57.303
(585)
(1.557)
-
(2.142)
Stand per 31 december 2013
47.332
7.829
-
55.161
-
-
-
-
-
De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is nihil op jaarbasis (31 december 2012: nihil; 31 december 2011: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. Aangezien er gedurende de verslagperiode geen aan- of verkopen van beleggingen hebben voorgedaan wordt de omloopfactor derhalve op nihil gesteld. BNG Fido Optimaalselect participeert in 2013 voor gemiddeld 1,68% (2012: 16,75%) in het beleggingsfonds Phaunos Timber Fund Limited dat deel uitmaakt van tranche BNGOMS02. Het Phaunos Timber Fund Limited staat onder toezicht van de FSA (Financial Services Authority), is gestart per 28 september 2006 en is gevestigd te Guernsey. De beheerder van het fonds is FourWinds Capital Management. Het fonds is een closed-end beleggingsinstelling. De nettovermogenswaarde van de rechten van deelneming in Phaunos Timber Fund Limited bedraagt per 30 juni 2013, datum van de meest recente beschikbare gegevens, USD 0,85 (ultimo 2012: USD 0,91) per gewoon aandeel. De aandelen van Phaunos Timber Fund Ltd. zijn genoteerd aan de London Stock Exchange. De beleggingen van het fonds bestaan per 30 juni 2013 uit kasmiddelen en banktegoeden (2,27% van de nettovermogenswaarde; ultimo 2012: 5,07%) en zijn overigens gerelateerd aan bosbouwactiviteiten. Het beleggingsresultaat over het eerste halfjaar 2013 bedraagt ruim USD -7,6 miljoen (2012: USD -14,4 miljoen) en bestaat uit ongerealiseerde waardemutaties van de portefeuille (USD 5,1 miljoen; 2012: USD -20,7 miljoen) en voor het overige uit operationeel resultaat en overige inkomsten. De samenstelling van de beleggingsportefeuille en het totaal van de activa is op hoofdlijnen als volgt:
Diverse Timber Linked beleggingen Green Resources AS National Timber Partners Timber Plus + Fund I, LP Kasmiddelen en banktegoeden Overige Totaal activa
30-06-2013 x USD 1.000
31-12-2012 x USD 1.000
188.819 89.740 10.605 176.337 465.501
192.485 97.088 3.129 15.135 188.642 496.479
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
27
Phaunos Timber Fund Limited draagt kosten, zoals Investment Manager’s fees, Legal and Professional fees, Transaction costs en overige kosten. Deze kosten worden gedurende de periode in mindering gebracht op de nettovermogenswaarde van Phaunos Timber Fund Limited. Op basis van de jaarrekening 2012 van Phaunos Timber Fund Limited is de TER van deze belegging 6,04% (2011: 6,47%).
De beheerder heeft geen afspraken gemaakt met Phaunos Timber Fund Limited of haar beheerder omtrent een eventuele verdeling van kosten. De meest recente (half-)jaarrekening en het meest recente (half-)jaarverslag van het beleggingsfonds Phaunos Timber Fund Limited zijn verkrijgbaar ten kantore van de beheerder BNG Vermogensbeheer en/of via de internetsite van het fonds www.phaunostimber.com.
Subfonds: BNGOMS03
Obligaties
Beleggingsfondsen
Derivaten
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand per 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
2.043
Stand per 31 december 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Stand per 31 december 2013
56 -
2.099
(668)
-
(22)
(690)
116
-
(17)
1.491
-
17
1.508
-
(1.500)
9
-
(17)
-
-
-
-
(1.500)
-
-
99
-
(8) -
De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is nihil op jaarbasis (31 december 2012: nihil; 31 december 2011: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. Het totaal van de effectentransacties gedurende de verslagperiode (€ 1.500.000,--), is lager dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten (€ 1.502.301,19). De omloopfactor is derhalve op nihil gesteld.
Subfonds: BNGOMS04
Obligaties
Beleggingsfondsen
Derivaten
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand per 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
1.769 -
Stand per 31 december 2012
2.307
538
1.155 -
-
2.924
51
-
589
-
3.513
1.206
-
Aankopen
-
30
-
30
Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
-
-
-
-
74
-
(194)
-
3.349
Stand per 31 december 2013
(268) 2.039
1.310
De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is 0,87% op jaarbasis (31 december 2012: nihil; 31 december 2011: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
28
van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. De omloopfactor wordt als volgt berekend: 2013 x € 1.000
BNGOMSO4
2012 x € 1.000
Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen
30 -
-
Absolute som
30
-
Inkopen van eigen participaties Uitgifte van eigen participaties
-
20 -
Absolute som
-
20
30
(20)
3.466
3.259
0,87
Nihil
Totaal aan- en verkopen gecorrigeerd voor inkoop en uitgifte Gew ogen gemiddelde intrinsieke w aarde Omloopfactor van de portefeuille (%)
BNG Fido Optimaalselect participeert sinds 31 maart 2009 in het subfonds Zeewind1 van het paraplufonds Meewind dat wordt beheerd door Seawind Capital Partners B.V. Meewind heeft een vergunning van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Meewind is een open-end fonds voor gemene rekening en heeft derhalve geen rechtspersoonlijkheid. Het Zeewind1-subfonds draagt kosten, zoals beheervergoeding, bewaarkosten, accountantskosten, toezichtskosten en marketingkosten. De hoogte van die kosten kunnen per subfonds verschillen. Daarnaast wordt bij toetreding een opslag in rekening gebracht, bij uittreding een afslag en bij omwisseling een omzettingsvergoeding. Op basis van de jaarrekening 2012 van het Meewind fonds is de aan het Zeewind1-subfonds toe te rekenen TER 2,97%. De beheerder heeft geen afspraken gemaakt met Meewind of haar beheerder omtrent een eventuele verdeling van kosten. De meest recente jaarrekening van het Meewind-paraplufonds is verkrijgbaar ten kantore van de beheerder BNG Vermogensbeheer en/of via de internetsite van het fonds www.meewind.nl. De intrinsieke waarde per participatie bedraagt per 31 december 2013 € 1.241,Beleggings-
Subfonds: BNGOMS06
Obligaties
fondsen
Derivaten
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
233
41
-
274
Aankopen
-
1
-
1
Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
-
-
-
-
13
-
-
13
42
288
Stand per 1 januari 2012
Stand per 31 december 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
246
Stand per 31 december 2013
246
-
1 -
-
-
-
-
43
-
1 -
289
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
29
De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is 0,34% op jaarbasis (31 december 2012: 0,35%; 31 december 2011: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. De omloopfactor wordt als volgt berekend:
BNGOMSO6
2013
2012
x € 1.000
x € 1.000
Aankopen van beleggingen Verkopen van beleggingen
1 -
1 -
Absolute som
1
1
Inkopen van eigen participaties Uitgifte van eigen participaties
-
-
Absolute som
-
-
Totaal aan- en verkopen gecorrigeerd voor inkoop en uitgifte
1
1
Gew ogen gemiddelde intrinsieke w aarde
290
285
Omloopfactor van de portefeuille (%)
0,34
0,35
Beleggings-
Subfonds: BNGOMS07
Obligaties
fondsen
Derivaten
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand per 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
244 -
Stand per 31 december 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
249
Stand per 31 december 2013
249
5
25 -
-
269
-
-
5
25
274
-
-
-
-
-
-
25
-
-
-
274
De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is nihil op jaarbasis (31 december 2012: nihil; 31 december 2011: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. Aangezien er gedurende de verslagperiode geen aan- of verkopen van beleggingen hebben voorgedaan wordt de omloopfactor derhalve op nihil gesteld.
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
30
Beleggings-
Subfonds: BNGOMS08
Obligaties
fondsen
Derivaten
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand per 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
661 -
-
22
-
37
-
(14)
Stand per 31 december 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen
698
-
8
-
-
-
-
-
(8)
(8)
Stand per 31 december 2013
698
-
-
-
683 23
706
698
De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 31 december 2013 is nihil op jaarbasis (31 december 2012: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. Aangezien er gedurende de verslagperiode geen aan- of verkopen van beleggingen hebben voorgedaan wordt de omloopfactor derhalve op nihil gesteld.
(2) Liquide middelen Dit betreft direct opeisbare banksaldi.
(3) Fondsvermogen De mutaties in het vermogen gedurende de periode zijn als volgt: Subfonds: BNGOMS02 Het participatiekapitaal betreft het saldo van de uitgegeven en ingenomen participaties tegen de op het moment van uitgifte en inname geldende intrinsieke waarde. Per 31 december 2013 bedraagt het gestort participatiekapitaal € 49.700.000,00 verdeeld in 49.700.000 participaties. Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Verloop vermogen Stand begin bij: - plaatsing van participaties - resultaat Stand eind
01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
58.297
54.821
(2.328)
3.476
55.969
58.297
-
De intrinsieke waarde van het fonds per 31 december 2013 bedraagt € 55.968.277,52 (31 december 2012: € 58.296.660,70; 31 december 2011: € 54.821.466.01) verdeeld in 49.700.000 (31 december 2012: 49.700.000; 31 december 2011: 49.700.000) participaties. De intrinsieke waarde per participa-
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
31
tie per 31 december 2013 bedraagt € 1,1261 (31 december 2012: € 1,1730; 31 december 2011: € 1,1030). Subfonds: BNGOMS03 Het participatiekapitaal betreft het saldo van de uitgegeven en ingenomen participaties tegen de op het moment van uitgifte en inname geldende intrinsieke waarde. Per 31 december 2013 bedraagt het gestort participatiekapitaal € 0,00 verdeeld in 0,00 participaties. Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Stand begin bij: - plaatsing van participaties - resultaat
01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
1.513
2.113
(11)
-
1.502
93 2.206
1.502
693
af: - terugname van participaties Stand eind
-
1.513
De intrinsieke waarde van het fonds per 31 december 2013 bedraagt € 0,00 (31 december 2012: € 1.512.807,62; 31 december 2011: € 2.113.338,90) verdeeld in 0,00 (31 december 2012: 1.500.000; 31 december 2011: 2.200.000) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 31 december 2013 bedraagt € 0,00 (31 december 2012: € 1,0085; 31 december 2011: € 0,9606). Subfonds: BNGOMS04 Het participatiekapitaal betreft het saldo van de uitgegeven en ingenomen participaties tegen de op het moment van uitgifte en inname geldende intrinsieke waarde. Per 31 december 2013 bedraagt het gestort participatiekapitaal € 2.479.944,51 verdeeld in 2.484.960,5106 participaties. Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Stand begin bij: - plaatsing van participaties - resultaat
01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
3.537
2.958
(173) (173)
599
599
af: - terugname van participaties Stand eind
-
3.364
20
3.537
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
32
De intrinsieke waarde van het fonds per 31 december 2013 bedraagt € 3.364.162,08 (31 december 2012: € 3.537.170,96; 31 december 2011: € 2.957.759,64;) verdeeld in 2.484.960,5106 (31 december 2012: 2.484.960,5106: 31 december 2011: 2.500.000) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 31 december 2013 bedraagt € 1,3538 (31 december 2012: € 1,4234: 31 december 2011: € 1,1831). Subfonds: BNGOMS06 Het participatiekapitaal betreft het saldo van de uitgegeven en ingenomen participaties tegen de op het moment van uitgifte en inname geldende intrinsieke waarde. Per 31 december 2013 bedraagt het gestort participatiekapitaal € 250.000,00 verdeeld in 250.000 participaties. Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt: 01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000 Stand begin bij: - plaatsing van participaties - resultaat Stand eind
291 -
291
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000 278 -
13 291
De intrinsieke waarde van het fonds per 31 december 2013 bedraagt € 290.694,39 (31 december 2012: € 291.181,26; 31 december 2011: € 277.806,56) verdeeld in 250.000 (31 december 2012:250.000; 31 december 2011: 250.000) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 31 december 2013 bedraagt € 1,1628 (31 december 2012 € 1,1647; 31 december 2011; € 1,1112). Subfonds: BNGOMS07 Het participatiekapitaal betreft het saldo van de uitgegeven en ingenomen participaties tegen de op het moment van uitgifte en inname geldende intrinsieke waarde. Per 31 december 2013 bedraagt het gestort participatiekapitaal € 250.000,00 verdeeld in 250.000 participaties. Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000 Verloop vermogen Stand begin bij: - plaatsing van participaties - resultaat Stand eind
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
276
271
(1)
-
275
5 276
De intrinsieke waarde van het fonds per 31 december 2013 bedraagt € 274.787,90 (31 december 2012 € 275.616,51; 31 december 2011 € 270.696,12) verdeeld in 250.000 (31 december 2012: 250.000; 31 december 2011: 250.000) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 31 december 2013 bedraagt € 1,0992 (31 december 2012: € 1,1025; 31 december 2011: € 1,0828).
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
33
Subfonds: BNGOMS08 Het participatiekapitaal betreft het saldo van de uitgegeven en ingenomen participaties tegen de op het moment van uitgifte en inname geldende intrinsieke waarde. Per 31 december 2013 bedraagt het gestort participatiekapitaal € 693.384,30 verdeeld in 693.384 participaties. 01-01-2013 t/m 31-12-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
Verloop vermogen
714
Stand begin bij: - plaatsing van participaties - resultaat
-
(10)
694 20
Stand eind
704
714
De intrinsieke waarde van het fonds per 31 december 2013 bedraagt € 703.624,18 (31 december 2012 € 714.446,63) verdeeld in 693.384 (31 december 2012: 693.384) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 31 december 2013 bedraagt € 1,0148 (31 december 2012: € 1,0304).
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
■ Toelichting op de winst- en verliesrekening (4) Interest op liquide middelen en dividendinkomsten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. De dividendinkomsten betreffen de volgende posten: Meewind Subfonds Zeewind1 € 30.249,14 Oikocredit NL € 1.009,54 (5) Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen, zijnde het verschil tussen de kostprijs inclusief transactiekosten en de verkoopprijs minus transactiekosten dan wel de reële waarde, worden verantwoord in de winst- en verliesrekening van het fonds.
(6) Kosten Deze post betreft: de kosten van beheer en toezicht: aan het eind van iedere maand is een beheervergoeding verschuldigd voor de door de beheerder, bewaarder en de depotbank verrichte activiteiten. De beheervergoeding bedraagt 0,24% (exclusief btw) over de inleg. De vergoeding voor administratie en bewaring bedraagt 1/12 van 0,03% (exclusief btw) over het fondsvermogen op maandbasis en de vergoeding voor bewaarneming bedraagt 1/12 van 0,0119% (exclusief btw) over het fondsvermogen op maandbasis. alle overige kosten, betrekking hebbend op het toezicht door toezichthouders, alsmede de overige kosten die verband houden met de beleggingen. - de accountantskosten ad € 18,500,- (2012: € 20.057,-) die in rekening zijn gebracht voor het verrichten van de accountantscontrole van het fonds (door Deloitte Accountants B.V.). Er zijn gedurende het boekjaar 2013 geen (2012: nihil) bedragen in rekening gebracht voor niet-reguliere, advies- of overige werkzaamheden. De aan het fonds in rekening gebrachte kosten samenhangend met de bewaring van de activa bedragen € 3.695,35 (2012: € 6.158,63).
Lopende Kosten Factor (LKF)3 De Lopende Kosten Factor (LKF) over de periode tot en met 31 december 2013 is 0,30% (31 december 2012: 0,30%) op jaarbasis. De Lopende Kosten Factor gerelateerd aan de totale inleg is 0,34%: € 184.864,14 / € 54.893.384; (2012; 0,34% € 189.876,54 / € 55.643.384). De in het prospectus van het fonds vermelde maximale expenseratio is 0,35%. De berekende LKF komt 5 basispunten lager uit dan de in het prospectus vermelde LKF van 0,35% over de totale waarde van de inleg in de tranches, vanwege de stijging van het Gemiddeld Fonds Vermogen ten opzichte van de inleg.
Gew ogen gemiddelde intrinsieke w aarde Totale kosten Lopende Kosten Factor
(4) -4
2013 x € 1.000
2012 x € 1.000
62.128
62.309
185
190
0,30%
0,30%
De Lopende Kosten Factor (LKF) wordt berekend door de kosten, exclusief de rentelasten, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde gedurende het jaar. 4
3
De term ‘Total Expense Ratio’ (TER) is door Wetswijziging komen te vervallen en vervangen door de term ‘Lopende Kosten Factor’. Voor de wijze van berekening van de gewogen gemiddelde intrinsieke waarde zie op pagina 35 de toelichting op de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde. 4
34
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde Op grond van artikel 5.2 NRgfo dient voor de berekening van de gemiddelde NAV van de Committee of European Securities Regulators (CESR) Guidelines te worden uitgegaan. Bij toepassing van de CESR-methodiek wordt bij de berekening van de gemiddelde NAV de normale frequentie van de intrinsiekewaardeberekening van het fonds als basis genomen. Dit betekent dat het fonds bij de berekening van de gemiddelde NAV over 2013 als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor uitgaat van 13 meetmomenten, bestaande uit de reguliere handelsdagen en 31 december 2012 en 31 december 2013. Hierbij worden de bedragen per 31 december 2012 en 31 december 2013 ieder voor 50% meegenomen. Onder totale kosten worden begrepen de kosten van beheer en toezicht, de overige kosten, alsmede de kosten van vreemd vermogen. Voor de goede orde zij vermeld dat de transactiekosten onderdeel vormen van de kostprijs respectievelijk de verkoopprijs. De synthetische total expense ratio geeft de kosten weer van de verschillende beleggingsinstellingen die zijn opgenomen in het BNG Fido Optimaalselect die gemiddeld meer dan 10% van het totale vermogen van BNG Fido Optimaalselect bedragen, gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van die beleggingsinstellingen. De kosten betreffen de totale exploitatiekosten die door de onderliggende beleggingsinstelling (gewogen op basis van de relatieve omvang van de belegging) worden doorberekend. De synthetische total expense ratio is op jaarbasis: 1,68% van 6,04% (Phaunos) + 4,61% van 2,97% (Meewind)(total expense ratio onderliggende beleggingen) + 0,30% (total expense ratio BNG Fido Optimaalselect) = 0,54% (2011:= 1,42%). Uitbesteding aan derden De beheerder is gerechtigd zich bij het uitoefenen van zijn beheertaken te laten bijstaan door derden, mits de beheerder de volledige eindverantwoordelijkheid voor de beheertaken houdt. Het beleggingsbeleid zal door de beheerder niet worden uitbesteed aan derden. Het voeren van de fondsenadministratie (waaronder begrepen het verwerken van de beleggingstransacties en de inkomsten en uitgaven, het voeren van de participantenadministratie en de berekening van de nettovermogenswaarde) is krachtens overeenkomst uitbesteed aan een derde partij, te weten Institutional Trust Services B.V. (ITS) te Leusden. ITS voert daarnaast de directie van de bewaarder van andere door BNG Vermogensbeheer aangeboden beleggingsinstellingen, voor zover deze in de structuur van een fonds voor gemene rekening zijn opgezet. De beheerder heeft voorts de kantoorautomatisering uitbesteed aan een externe partij, te weten Exibit B.V. te Den Haag. Aan de beheerder staan verder krachtens overeenkomst bepaalde expertise en faciliteiten inzake ondersteunende niet-effecten diensten (zoals juridische zaken en risk management) van BNG Bank ter beschikking. Personeel Het fonds heeft geen personeel in dienst. Fiscale status Het fonds is fiscaal transparant en is daardoor niet onderworpen aan vennootschapsbelasting. Overige toelichtingen Er zijn door het fonds geen retourprovisies ontvangen inzake effectentransacties. Het fonds heeft gedurende de periode geen financiële instrumenten uitgeleend en daarvoor ook geen vergoedingen ontvangen. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de huidige jaarrekening. Ondertekening van de jaarrekening
Den Haag, 14 maart 2014 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
35
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
OVERIGE GEGEVENS ■ Belangen van de directie van de beheerder De leden van de directie van de beheerder hadden gedurende de verslagperiode geen belangen in beleggingen van het fonds.
■ Stembeleid op aandelen in beleggingsportefeuille Het beleid van de beheerder ten aanzien van het uitoefenen van stemrecht en informatie over het daadwerkelijke stemgedrag gedurende het boekjaar zijn te vinden op de internetsite van de beheerder: www.bngvermogensbeheer.nl.
■ Periodieke uitkering Het resultaat gedurende het boekjaar is toegevoegd aan het vermogen. Gedurende de looptijd van een subfonds worden in beginsel aan de participanten geen uitkeringen gedaan en worden opbrengsten van een subfonds herbelegd, tenzij in het inschrijvingsformulier anders is aangegeven.
■ Controleverklaring van de onafhankelijke accountant De controleverklaring van de onafhankelijke accountant is opgenomen op de volgende pagina.
36
JAARVERSLAG 2013 BNG FIDO OPTIMAALSELECT
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de participanten en de beheerder van BNG Fido Optimaalselect Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van BNG Fido Optimaalselect te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-enverliesrekening over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de beheerder De beheerder van het Fonds is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving Hoofdstuk 615 “Beleggingsinstellingen’’. De beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de het Fonds. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de beheerder gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van BNG Fido Optimaalselect per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving Hoofdstuk 615 “Beleggingsinstellingen’’.
Amsterdam, 14 maart 2014 Deloitte Accountants B.V.
Was getekend: drs. W.H.E. van Ommeren RA MBA
37