Halfjaarverslag 2013 BNG Fido Kapitaalmarktselect BNG Fido Geldmarktselect
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FONDSEN
■ BNG Fido Kapitaalmarktselect ■ BNG Fido Geldmarktselect (fondsen voor gemene rekening) Raad van Toezicht Drs. B. Vliegenthart (voorzitter) Prof. Dr. R.M.W.J. Beetsma Drs. M.H.M.P. van Oorschot Beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. Bezoekadres: Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag Tel.: 070 – 3750245 Fax: 070 – 3750929
Postadres: Postbus 16450 2500 BL Den Haag
Website: www.bngvermogensbeheer.nl Bewaarder Stichting ITS Bewaarder BNG Fondsen Adres: Storkstraat 15a-15b 3833 LB Leusden
Postadres: Storkstraat 15a-15b 3833 LB Leusden
Accountant Deloitte Accountants B.V. Orlyplein 10 1043 DP Amsterdam
Dit document dient enkel ter informatie en biedt in principe onvoldoende basis om een beleggingsbeslissing te nemen. U wordt geadviseerd om het prospectus te lezen en een beleggingsadviseur te raadplegen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De behaalde resultaten van elke belegging worden beïnvloed door gemaakte (transactie)kosten. BNG Fido Kapitaalmarktselect en BNG Fido Geldmarktselect zijn bedoeld voor belegging op middellange tot lange termijn. Beleggen bij wie en in welke vorm dan ook brengt financiële risico’s mee. Door te beleggen in deze beleggingsinstellingen kunt u vermogenswinst behalen maar het is ook mogelijk dat u verlies lijdt. BNG Fido Kapitaalmarktselect en BNG Fido Geldmarktselect zijn als beleggingsinstelling geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten. De beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als bedoeld in art. 2:65 lid 1 sub a respectievelijk art. 2:96 Wft. Prospectus en essentiële beleggersinformatie zijn kosteloos verkrijgbaar bij BNG Vermogensbeheer B.V., Postbus 16540, 2500 BL, Den Haag, tel. (070) 3750 245, en zijn eveneens te raadplegen via de website: www.bngvermogensbeheer.nl.
3
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FONDSEN
INHOUDSOPGAVE BNG Fido Kapitaalmarktselect
05
Verslag van de beheerder Beleggingen Halfjaarrekening Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening Overige gegevens Belangen van de directie van de beheerder Periodieke uitkering
06 11 15 16 17 18 19 34 34 34
BNG Fido Geldmarktselect
35
Verslag van de beheerder Beleggingen Halfjaarrekening Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening Overige gegevens Belangen van de directie van de beheerder Periodieke uitkering
36 41 45 46 47 48 49 63 63 63
4
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
HALFJAARVERSLAG
2013
BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
5
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
Verslag van de beheerder Kerncijfers (x € 1.000) 2013
2012
2011
2010
2009
t/m juni Beleggingen Vorderingen Liquiditeiten Kortlopende schulden Fondsvermogen
326.756 3.877 18.803 (290) 349.146
343.249 5.067 13.078 (193) 361.201
327.221 6.065 9.179 (209) 342.256
491.774 10.921 8.050 (650) 510.095
444.637 9.625 33.532 (12.898) 474.896
Totaal bedrijfsopbrengsten Lasten
2.876 (720)
21.774 (1.382)
(4.971) (1.698)
879 (2.334)
27.727 (1.276)
Resultaat
2.156
20.392
(6.669)
(1.455)
26.451
Aantal participaties: - Relatief Rendement Tranche I
204,66
1.242,02
1.349,77
1.347,98
1.460,87
- Relatief Rendement Tranche II - Relatief Rendement Tranche III - Absoluut Rendement Tranche A
2.149,64 1.021,27 24.952,81
2.149,64 1.021,27 24.862,97
2.134,57 990,64 24.495,44
2.127,05 1.129,27 35.019,71
2.088,64 346,44 32.490,31
- Absoluut Rendement Tranche B - Absoluut Rendement Tranche C
3.582,97 513,78
3.636,20 908,12
3.539,63 901,37
6.106,37 2.153,15
4.948,58 2.261,16
Relatief Rendement Tranche I Relatief Rendement Tranche II Relatief Rendement Tranche III Absoluut Rendement Tranche A
9.940,52 10.842,37 14.566,87 10.495,84
9.953,10 10.938,94 14.585,65 10.401,22
9.952,92 10.524,59 13.402,28 9.987,65
9.919,15 10.148,56 12.975,49 10.509,16
9.920,93 9.954,88 12.762,25 10.862,64
- Absoluut Rendement Tranche B - Absoluut Rendement Tranche C
11.515,03 11.227,88
11.447,60 11.228,69
10.981,38 10.603,32
11.332,77 10.807,78
11.620,01 10.947,24
Intrinsieke waarde per participatie: -
De w aarde en het resultaat van de verschillende tranches per participatie is afhankelijk van de met de participant gesloten overeenkomst.
Resultaten BNG Fido Kapitaalmarktselect (KMS) bestaat uit zes tranches: Relatief Rendement Tranches I, II en III en Absoluut Rendement Tranches A, B en C. Het totale fondsvermogen nam af van circa € 361,2 miljoen per 31 december 2012 naar circa € 349,1 miljoen per 30 juni 2013. Absoluut Rendement Tranches A, B en C en Relatief Rendement Tranche 1 kenden een uitstroom van gelden van participanten. De intrinsieke waarden van Relatief Rendement Tranches I, II en III en Absoluut Rendement Tranche C zijn gedaald. De intrinsieke waarden van Absoluut Rendement Tranches A en B zijn gestegen. Per saldo nam het fondsvermogen van Absoluut Rendement Tranche A toe van € 258,6 miljoen naar € 261,9 miljoen. De fondsvermogens van de overige Tranches zijn gedaald. Het fondsvermogen van Absoluut Rendement Tranche B ging van € 41,6 miljoen naar € 41,3 miljoen en dat van Absoluut Rendement Tranche C van € 10,2 miljoen naar € 5,8 miljoen. Het fondsvermogen van Relatief Rendement Tranche I daalde van € 12,4 miljoen naar € 2,0 miljoen en dat van Relatief Rendement Tranche II van € 23,5 miljoen naar € 23,3 miljoen. De daling van Relatief Rendement Tranche I is een gevolg van het feit dat wij vanwege het relatief lage verwachte rendement van het fonds uit hoofde van onze
zorgplicht de participanten in februari 2013 hebben geadviseerd om over te stappen naar Absoluut Rendement Tranche A. Het fondsvermogen van Relatief Rendement Tranche III is vrijwel gelijk gebleven op € 14,9 miljoen. De rendementen van alle tranches zijn in tabel I weergegeven. Tabel I: rendement KMS 1e halfjaar 2013 Na Voor Benchkosten kosten mark RRTI -0,13% 0,08% -0,21% RRTII -0,88% -0,70% -1,24% RRTIII -0,13% 0,05% -0,22% ARTA 0,91% 1,12% n.v.t. ARTB 0,59% 0,81% n.v.t. ARTC -0,01% 0,21% n.v.t. Relatief Rendement Tranches Relatief Rendement Tranches I en III behaalden over de verslagperiode na aftrek van kosten een rendement van -0,13%. Relatief Rendement Tranche II behaalde een netto rendement van -0,88%. Alle Relatief Rendement Tranches behaalden een outperformance ten opzichte van hun benchmarks. In het eerste halfjaar van 2013 stegen de rentes op de kapitaalmarkt. De Tranches profiteer-
6
HALFJAARVERSLAG
den in relatieve zin van het feit dat ze een lagere rentegevoeligheid hadden dan hun respectievelijke benchmarks. Vanwege de visie dat de rentes op de kapitaalmarkt zouden stijgen lag de gemiddelde looptijd van de portefeuilles van de verschillende Tranches gedurende het halfjaar onder die van de benchmark. Om het renterisico af te dekken werden futures op swaps en op staatsobligaties verkocht. Omdat de rente op de onderliggende waarden van deze futures steeg, werd met het afdekken een positief resultaat behaald. Absoluut Rendement Tranches De Absoluut Rendement Tranches behaalden over de verslagperiode een netto rendement variërend van -0,01% voor Absoluut Rendement Tranche C tot 0,91% voor Absoluut Rendement Tranche A. Absoluut Rendement Tranche B zat daar met 0,59% tussen in. In het algemeen gold, hoe korter de gemiddelde looptijd en hoe hoger het percentage dat in obligaties van financiële instellingen was belegd, des te hoger het rendement. Vanwege de visie dat de rentes op de kapitaalmarkt zouden stijgen, lagen gedurende de verslagperiode de durations aan de onderkant van de bandbreedtes die als neutraal kunnen worden beschouwd. Dit is geëffectueerd door futures op swaps en op staatsobligaties te verkopen. Omdat de rente op de onderliggende waarden van deze futures steeg, leverde het afdekken een positieve bijdrage aan de performance. Marktomstandigheden De Europese swaprentes zijn in het eerste halfjaar van 2013 toegenomen. Zo is de 10-jaars swaprente met 44 basispunten (0,44 procentpunt) gestegen tot 2,01% per eind juni. Korte rentes namen slechts licht toe. Driemaands Euribor steeg bijvoorbeeld met 3 basispunten naar 0,22% (zie figuur 1). Het afgelopen halfjaar zijn de renteverschillen van een aantal landen binnen de eurozone ten opzichte van Duitsland, dat als het meest veilige land wordt gezien, afgenomen. De Duitse 10jaars staatsrente steeg in lijn met de swaprente, maar in Griekenland, Spanje en Portugal daalde de rente. In deze landen werden bezuinigingen en hervormingen doorgevoerd. Vooral Spanje bevond zich in de luwte en zag de druk om bij het Europese noodfonds aan te kloppen afnemen. Portugal begaf zich voor het eerst sinds 2011 op de kapitaalmarkt met de uitgifte van een 10-jaars lening en kreeg, samen met Ierland, van de Europese Unie zeven jaar extra om de verleende noodhulp terug te betalen. De ‘spread’ van Italië ten opzichte van Duitsland nam wel toe. Dit was het gevolg van de politieke onzekerheid in dat land. Er waren verkiezingen waarbij de stemmen zeer verdeeld waren. Hierdoor kon er niet direct een regering worden gevormd. Samen met het feit dat zowel de eurokritische partij van Berlusconi als de anti-
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
establishment beweging van Grillo veel kiezers wisten te trekken, zorgde dit voor onrust op de financiële markten. Pas nadat president Napolitano was herkozen, wat de weg effende voor de vorming van een breed gesteunde regering onder leiding van de nieuwe premier Letta, keerde de rust enigszins terug. Ook de verkiezingen in Cyprus trokken de aandacht. De pro-Europese Conservatieven wonnen, wat het sein was om de onderhandelingen met de Trojka van EU, ECB en IMF te starten over een pakket aan noodhulp. Er kwam een overeenkomst, waarbij alle spaarders bij de Cypriotische banken een heffing zouden moeten betalen. Het Cypriotische parlement keurde het reddingspakket af en de ECB dreigde de liquiditeitssteun aan de banken te staken. De banken gingen dicht en er kwamen restricties om een kapitaalsvlucht te voorkomen. Er werd een nieuw akkoord bereikt, waarbij spaargeld tot EUR 100.000 werd ontzien.. Een andere opvallende gebeurtenis was de eerdere nationalisatie van SNS Reaal door de Nederlandse staat, waarbij de houders van aandelen en achtergestelde leningen werden onteigend. Gewone, ‘ongedekte’ senior obligaties bleven buiten schot, maar minister Dijsselbloem gaf aan er aan te hebben gedacht ook de gewone senior obligatiehouders te laten meedelen in de verliezen en zich hiervoor in Europa sterk te willen maken bij toekomstige nationalisaties. Tegen het einde van de verslagperiode werd tijdens een EU-topontmoeting door de Europese regeringsleiders het idee om in de toekomst obligatiehouders te laten meebetalen aan de redding van banken bekrachtigd. Onder invloed van de ontwikkelingen rond Cyprus en SNS namen de risico-opslagen op obligaties van financiële ondernemingen aanvankelijk toe. Later, toen de grootste paniek was weggeebd, daalden de ‘spreads’ weer. Tijdens de EU-top in Brussel eind juni hebben zich geen verrassingen voorgedaan. Het meest markant was het voornemen om groei te stimuleren en jeugdwerkeloosheid aan te pakken. Zo zal de European Investment Bank een rol spelen bij het identificeren van projecten en het financieren via het EU-budget van het midden- en kleinbedrijf. Verder werd tijdens de top uitgesproken dat een verdere complementering van een bankenunie prioriteit heeft. De afgesproken maatregelen die ervoor moeten zorgen dat banken zich herkapitaliseren kwamen moeizaam tot stand en gingen voor menige partij niet ver genoeg. Er werd geen vooruitgang geboekt ten aanzien van het vormen van een fiscale, economische en politieke unie. De Euro Stoxx 50 aandelenindex sloot het halfjaar per saldo licht lager af. De euro daalde ten opzichte van de dollar iets in waarde en eindigde de maand juni op exact 1,30.
7
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
Figuur 1. Rentecurve (euro swap) Rentecurve (effectief rendement euro swap)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Jun-13
0
Mar-13
2,50 2,25 2,00 1,75 1,50 % 1,25 1,00 0,75 0,50 0,25 0,00 jaar 28-mrt-13
28-jun-13
Figuur 2. Creditspreads voor de financiële sector versus staatsrente, 5-jaars Credit spreads versus Staatsobligaties (5-jaars looptijden) 2,25 2,00 1,75 1,50 1,25 % 1,00 0,75 0,50 0,25
Banken AAA 5-jaars
Banken AA 5-jaars
Dec-12
Sep-12
Jun-12
Mar-12
Dec-11
Sep-11
Jun-11
Mar-11
Dec-10
Sep-10
Jun-10
Mar-10
Dec-09
Sep-09
Jun-09
Mar-09
Dec-08
Sep-08
Jun-08
0,00
Swap 5-jaars
Figuur 3. Landenspreads ten opzichte van Duitsland, 10-jaars 10 jaars landenspreads vs. Duitsland
Spanje
Italie
Portugal
Jul-13
Apr-13
Jan-13
Oct-12
Jul-12
Apr-12
Jan-12
Oct-11
Jul-11
Apr-11
Jan-11
Oct-10
Jul-10
Apr-10
Jan-10
Oct-09
Jul-09
16,00 15,00 14,00 13,00 12,00 11,00 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
8
HALFJAARVERSLAG
Economische omgeving In Azië toonde de economie van China aanvankelijk veerkracht, maar in de laatste maanden van de verslagperiode waren er zorgen over de economische vooruitzichten. In Japan werden gedurende het eerste halfjaar door premier Shinzo Abe groeibevorderende maatregelen genomen, die ook wel “Abenomics” worden genoemd. Deze maatregelen steunen op drie pijlers, namelijk aanzienlijke fiscale stimulering, agressievere monetaire versoepeling door de Japanse centrale bank en structurele hervormingen van de Japanse economie. De maatregelen leidden in de eerste maanden sinds de invoering in februari tot een drastische verzwakking van de yen en tot een stijging van de Japanse aandelenmarkten. De macro-economische cijfers over de eerste maanden waren sterk.
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
productie iets af. De Federal Reserve, de centrale bank van de VS, liet de rente ongemoeid, maar liet bij monde van voorzitter Bernanke weten dat de neerwaartse risico’s voor de economie en de arbeidsmarkt zijn verminderd en dat, als deze trend zich zal voortzetten, de Fed later dit jaar minder obligaties zal gaan opkopen. De centrale bank denkt medio 2014 met het opkoopprogramma klaar te zijn. De werkloosheid zal dan naar verwachting ca. 7% bedragen en daarna verder dalen tot 6,5%. Bernanke zei er wel bij dat het beleid niet al definitief is vastgesteld en afhankelijk is van de economische data. In de eurozone is de economie gekrompen en is de werkloosheid als percentage van de beroepsbevolking opgelopen tot boven de 12%. Toch waren er diverse lichtpuntjes. Zo namen de dalingen van de detailhandelsverkopen en de industriële productie af en stegen het consumenten- en het producentenvertrouwen. Begin mei verlaagde de ECB de herfinancieringsrente met 25 basispunten tot 0,50%. Voorzitter Draghi stelde dat de centrale bank zo lang als nodig is een ruim monetair beleid zal voeren en bereid is om nadere actie te ondernemen zo snel als de economische omstandigheden daar aanleiding toe zouden geven.
Ook in de Verenigde Staten (VS) waren de macro-economische data overwegend positief van aard. De Amerikaanse huizenmarkt trok aan, met onder meer sterk stijgende woningverkopen en hogere huizenprijzen. Jaar-op-jaar gemeten stegen de huizenprijzen volgens de bekende S&P/Case-Shiller-index met circa 12%. Ook de arbeidsmarkt bleef aan de beterende hand, met een verdere toename van het aantal banen en een afname van de werkloosheid (tot 7,6% van de beroepsbevolking). Het consumentenvertrouwen kwam uit op het hoogste niveau sinds februari 2008. Ook het producentenvertrouwen, gemeten aan de hand van de inkoopmanagersindex, steeg. Aan de andere kant zwakten de groeipercentages van consumentenbestedingen, inkomens en industriële
In de VS daalde de consumentenprijsinflatie tot onder de 1,5% op jaarbasis. De kerninflatie (geschoond voor voedsel- en energieprijzen) lag hier net iets boven. Ook in de eurozone daalde de ‘gewone’ inflatie, tot net boven de 1,5%. De kerninflatie was nog een paar tien. den van een procent lager.
Figuur 4. Inflatie EMU versus olieprijsontwikkeling Inflatie en kerninflatie E.M.U (% jaar-op-jaar, linker schaal) en olieprijs (in euro's, rechter schaal) 100 4 3,6
90
3,2
80
2,8
70 Kerninflatie
2,4 60 2
Inflatie
1,6
50
1,2
40
0,8
30
0,4 20 0 10
-0,4
Jul-13
Jan-13
Jul-12
Jan-12
Jul-11
Jan-11
Jul-10
Jan-10
Jul-09
Jan-09
Jul-08
Jan-08
Jul-07
Jan-07
Jul-06
Jan-06
Jul-05
Jan-05
Jul-04
Jan-04
0
Jul-03
-0,8
Olieprijs
9
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
Figuur 5. Detailhandelsverkopen (Retail Sales), industriële productie (Industrial Production), consumenten- en producentenvertrouwen (Consumer Confidence and Industrial Confidence) EMU Detailhandelsverkopen & Industriele Productie (% jaar-op-jaar, linker schaal) en Consumentenvertrouwen & Producentenvertrouwen E.M.U. 10
20
8 6
10
Detailhandelsverkopen
4 2
0
0 -2
Industriele produktie
-10
-4 -6 -8
-20
Consumentenvertrouwen
-10 -12
-30
-14 -16
Producentenvertrouwen
-40
-18 -20
-50
Marktvooruitzichten Naar onze mening heeft de vergadering van 19 juni jl. van het beleidscomité van de Fed het rentelandschap veranderd. Het voornemen om geleidelijk minder obligaties te gaan opkopen heeft er, samen met de sterke economische cijfers, voor gezorgd dat het adagium van ‘lage rentes voor lange tijd’ niet langer op lijkt te gaan. Hiermee lijkt er, in ieder geval in de VS, voorzichtig een nieuwe trend naar hogere kapitaalmarktrentes te zijn ingezet. De rentebewegingen zullen hierbij de komende maanden volatiel kunnen zijn omdat het monetaire beleid afhankelijk is gemaakt van de economische data, die soms zullen meevallen en soms zullen tegenvallen. Gegeven de hoge correlatie van de Europese rentemarkten met die van de VS zullen ook de rentes op staatsobligaties uit de eurozone meer dan voorheen een opwaartse druk ondervinden, ook al bevindt de economie van de eurozone zich in een andere fase van de conjunctuur dan de VS. Dit betreft vooral obligaties met een looptijd langer dan een paar jaar. De ECB zal haar beleid voorlopig niet verkrappen. Kort na het einde van het halfjaar gaf de ECB zelfs expliciet aan te verwachten dat haar rentetarieven voor een langere tijdsperiode op het huidige of zelfs een lager niveau zullen blijven. Mogelijke rentestijgingen zullen daarom bij kortlopende obligaties relatief beperkt kunnen blijven. BNG Vermogensbeheer staat op het standpunt dat de eurozone door de politieke en monetaire autoriteiten in stand zal worden gehouden. De weg naar verdere Europese integratie zal echter lang en niet zonder hobbels zijn. We blijven van mening dat een groot deel van de rentedaling van de afgelopen jaren kan worden verklaard doordat marktpartijen die in euro’s beleggen ervoor kozen te ‘vluchten’ in als veilige haven beschouwde Duitse staatsleningen. Omdat we denken dat de Europese schuldencrisis stap voor stap zal worden opgelost zullen de rentes op staatsobligaties van de eurozone naar elkaar toe gaan bewegen, met hogere
jul-13
jan-13
jul-12
jan-12
jul-11
jan-11
jul-10
jan-10
jul-09
jan-09
jul-08
jan-08
jul-07
jan-07
jul-06
jan-06
jul-05
jan-05
jul-04
jan-04
jul-03
-22
rentes in kernlanden zoals Duitsland. De Nederlandse lange rente steeg in deze periode het meest ten opzichte van andere Europese AAA-landen en zelfs ten opzichte van de Franse rente. Dit was het gevolg van toenemende zorgen over de Nederlandse economische groei bij beleggers. We houden daarom bij voorkeur de duration (rentegevoeligheid) van de beleggingen in de kernlanden relatief laag en dan vooral bij Nederlandse staatsleningen. We adviseren om een deel van de lage duration in de kernlanden te compenseren met beleggingen in de periferie, als de ratingvereisten van de portefeuille dat toelaten. Economische groei lijkt, na een periode van een focus op bezuinigingen, het de nieuwe mantra van de Europese beleidsmakers te zijn geworden. Deze verhoogt de kans om uit de crisis te groeien en verlaagt het risico op protesten van burgers die ‘bezuinigingsmoe’ zijn. Met het zogenaamde OMT (Outright Monetary Transactions) programma als achtervang, waarmee de ECB staatsobligaties van landen die noodsteun krijgen kan opkopen, vormen vooral kortlopende staatsobligaties uit de periferie relatief veilige beleggingen. De gebeurtenissen in Cyprus en de nationalisatie van SNS Reaal door de Nederlandse staat hadden ons al geleerd dat houders van bankobligaties er niet langer op kunnen rekenen te worden gespaard als er een bank van de ondergang moet worden gered. De risicoopslagen van ‘ongedekte’ bankobligaties (senior en achtergesteld) zullen naar onze mening volatieler worden en op een hoger niveau komen te liggen dan voorheen. We willen daarom de procentuele belangen in ongedekte obligaties van financiële ondernemingen binnen de beleggingsportefeuille verlagen en de wegingen in staats- en staatsgegarandeerde obligaties en covered bonds verhogen. Den Haag, 27 augustus 2013 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
10
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
11
BELEGGINGEN Per 30-06-2013 Om schrijv ing
Marktwaarde
Opgelopen interest
% van de beleggingen
x € 1.000
x € 1.000
%
114.684 2.061 5.732 2.059 961 3.474 1.964 114 107 1.823 982 2.296 2.524 2.460 598 831 103 1.483 754 1.499 691 4.149 319 425 221 3.019 705 601 1.999 100 3.698 1.398 1.525 4.806 432 630 110 2.348 337 590 5.459 3.411 559 579 1.167 300 322 1.178 296 895 901 1.169 3.427 3.932 3.764 2.220 634 248 2.509 1.731 1.006 3.423 364 621 625
1.550 23 210 34 9 2 12 0 1 25 11 69 92 88 21 28 1 1 2 12 5 10 1 10 7 28 0 0 1 0 1 1 14 2 3 9 1 10 9 22 183 2 4 4 29 5 10 7 4 16 8 11 180 0 1 3 9 4 84 58 0 2 8 0 14
Obligaties Staat en semi-staat 4% ALLIED IRISH BANKS PLC 3/19/2015 4,375% ASFINAG 7/8/2019 4% BANK OF IRELAND 1/28/2015 4% BELGIUM KINGDOM 3/28/2022 var% BELGIUM KINGDOM 5/2/2018 4,25% BRADFORD & BINGLEY PLC 5/4/2016 4,875% BRADFORD & BINGLEY PLC 6/28/2017 2,75% BUNDESOBLIGATION 4/8/2016 3,25% BUNDESOBLIGATION 1/4/2020 2,5% DEUTSCHLAND REP 1/4/2021 3,5% DEUTSCHLAND REP 7/4/2019 4,25% DEUTSCHLAND REP 7/4/2017 4,25% DEUTSCHLAND REP 7/4/2018 4,75% DEUTSCHLAND REP 7/4/2028 4,75% DEUTSCHLAND REP 7/4/2034 4% EBS BUILDING SOCIETY 2/25/2015 0,75% EFSF 6/5/2017 1% EFSF 3/12/2014 1,125% EFSF 11/30/2017 1,5% EFSF 1/22/2020 2% EFSF 5/15/2017 2,625% EFSF 5/2/2019 2,75% EFSF 7/18/2016 3,375% EFSF 7/5/2021 1,125% ERSTE ABW ICKLUNGSANSTALT 8/30/2017 var% ERSTE ABWICKLUNGSANSTALT 8/15/2016 var% ERSTE ABWICKLUNGSANSTALT 1/23/2014 var% ERSTE ABWICKLUNGSANSTALT 10/31/2016 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 1/15/2016 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 1/15/2020 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 1/15/2018 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 7/25/2015 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 7/27/2016 3,5% EUROPEAN INVESTMENT BANK 4/15/2016 2,5% EUROPEAN UNION 12/4/2015 3,25% EUROPEAN UNION 4/4/2018 3,375% EUROPEAN UNION 5/10/2019 3,875% FI GOVT. BOND 9/15/2017 4,375% FINNISH GOVERNMENT 7/4/2019 3,875% FLEMISH COMMUNITY 7/20/2016 var% FMS WERTMANAGEMENT 2/2/2015 4% FRANCE (GOVT OF) OAT 4/25/2055 4,25% FRANCE (GOVT OF) OAT 4/25/2019 4,25% FRANCE (GOVT OF) OAT 10/25/2023 2,25% FRENCH TREASURY 10/25/2022 5% IRISH TREASURY 10/18/2020 2,1% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 9/15/2016 3,75% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 3/1/2021 4% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 2/1/2037 6% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 5/1/2031 6,5% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 11/1/2027 5,2% JUNTA ANDALUCIA 7/15/2019 var% LANDWIRTSCH. RENTENBANK 6/22/2018 var% LANDWIRTSCH. RENTENBANK 9/1/2017 0,75% NETHERLANDS GOVERNMENT 4/15/2015 3,75% NETHERLANDS GOVERNMENT 1/15/2023 4% NETHERLANDS GOVERNMENT 1/15/2037 4% NETHERLANDS GOVERNMENT 7/15/2018 4% NETHERLANDS GOVERNMENT 7/15/2019 var% NORDRHEIN WESTFALEN 8/26/2016 var% NRW BANK 2/9/2017 6,4% PORTUGUESE TREASURY 2/15/2016 1,95% REPUBLIC OF AUSTRIA 6/18/2019 3,4% REPUBLIC OF AUSTRIA 10/20/2014
33,3 0,6 1,7 0,6 0,3 1,0 0,6 0,0 0,0 0,5 0,3 0,7 0,8 0,7 0,2 0,3 0,0 0,4 0,2 0,4 0,2 1,2 0,1 0,1 0,1 0,9 0,2 0,2 0,6 0,0 1,1 0,4 0,4 1,4 0,1 0,2 0,0 0,7 0,1 0,2 1,6 1,0 0,2 0,2 0,3 0,1 0,1 0,3 0,1 0,3 0,3 0,3 1,0 1,1 1,1 0,6 0,2 0,1 0,7 0,5 0,3 1,0 0,1 0,2 0,2
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
12
BELEGGINGEN (VERVOLG) Per 30-06-2013 Om schrijving
Marktwaarde
x € 1.000 3,5% REPUBLIC OF AUSTRIA 9/15/2021 4,65% REPUBLIC OF AUSTRIA 1/15/2018 3,25% SPAIN GOVERNMENT BOND 4/30/2016 4% SPAIN GOVERNMENT BOND 4/30/2020 4,8% SPAIN GOVERNMENT BOND 1/31/2024 4,9% SPAIN GOVERNMENT BOND 7/30/2040 var% STATE OF BERLIN 4/12/2018 3,625% SWEDISH EXPORT CREDIT 5/27/2014 4,805% XUNTA DE GALICIA 3/26/2020 Financiële dienstverlening 3,375% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 6/8/2015 3,625% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 10/14/2016 4,25% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 4/12/2021 3,625% ABN AMRO BANK NV 6/22/2020 4,25% ACHMEA HYPO,BANK NV 2/26/2014 4,75% ALLIANZ FINANCE II BV 7/22/2019 2,25% AXA BANK EUROPE SCF 4/19/2017 4% AYT CEDULAS CAJAS FONDO TIT. 4/7/2014 3% BANK NL GEMEENTEN 3/30/2017 3,75% BANK NL GEMEENTEN 1/14/2020 4,375% BANK OF SCOTLAND PLC 7/13/2016 2,25% BARCLAYS BANK PLC 2/22/2017 4,875% BBVA SENIOR FIN 1/23/2014 var% BNP PARIBAS 9/16/2013 2,5% BOLIGKREDIT 6/23/2015 3,5% CIF EUROMORTGAGE 6/17/2020 var% CREDIT LOGEMENT SA 6/15/2017 3,25% DANSKE BANK A/S 3/9/2016 3,5% DANSKE BANK A/S 4/16/2018 4,5% DANSKE BANK A/S 7/1/2016 var% DEPFA PFANDBRIEFBANK AG 2/26/2016 var% DEUTSCHE PFANDBRIEFBANK AG 4/4/2016 3,5% DEXIA MUN. AGENCY 9/16/2016 2,375% DNB NOR BOLIGKREDITT 8/31/2017 var% DNB NOR BOLIGKREDITT 3/1/2016 var% HSBC FRANCE 12/6/2013 4,875% HSBC FRANCE 1/15/2014 2,25% ING BANK NV 8/31/2015 3% ING BANK NV 9/30/2014 3,25% ING BANK NV 3/3/2016 4,75% LB BADEN-WUERTT 12/30/2015 3,375% LLOYDS TSB BANK PLC 3/17/2015 2,375% NEDER W ATERSCHAPSBANK 6/4/2015 4,25% NEDER WATERSCHAPSBANK 9/16/2014 4,375% NEDER W ATERSCHAPSBANK 1/22/2018 1,375% NORDEA BANK AB 4/12/2018 4,5% NORDEA BANK AB 5/12/2014 var% NORDEA BANK AB 1/10/2014 4,125% NORTHERN ROCK ASSET MGT. PLC 3/27/2017 2,375% OP MORTGAGE BANK 6/15/2015 1,25% POHJOLA BANK PLC 5/14/2018 3% POHJOLA BANK PLC 9/8/2017 4,5% POHJOLA BANK PLC 5/22/2014 3% RABOBANK NEDERLAND 2/16/2015 3,875% RABOBANK NEDERLAND 4/20/2016 4,125% RABOBANK NEDERLAND 7/14/2025 4,375% RABOBANK NEDERLAND 1/22/2014 5,875% RABOBANK NEDERLAND 5/20/2019 0% RABOBANK NEDERLAND 10/25/2018 var% RABOBANK NEDERLAND 8/21/2013 var% RABOBANK NEDERLAND 7/17/2013 4% ROYAL BANK OF SCOTLAND PLC 3/15/2016 3,5% SNS BANK NV 10/27/2015 3,5% SNS BANK NV 9/28/2020 3,625% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 2/16/2016 3,75% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 2/24/2017
Opgelopen
% van de
interest
beleggingen
x € 1.000
%
395 2.207 607 791 499 286 2.203 4.635 2.397
10 40 3 5 10 13 2 15 31
0,1 0,6 0,2 0,2 0,2 0,1 0,6 1,3 0,7
181.201 1.262 6.402 116 5.245 6.559 9.294 522 3.548 3.232 6.259 110 2.610 51 100 4.877 6.370 95 3.730 331 4.319 2.600 1.500 6.585 1.997 3.631 7.105 819 4.343 206 2.661 107 6.806 4.151 838 344 198 9.166 201 1.881 2.277 1.474 955 6.323 7.484 700 556 716 3.280 13.986 3.001 200 1.192 2.802 4.905 6.198 326
2.100 2 152 1 4 92 357 2 32 23 95 4 20 1 0 2 7 0 35 2 175 1 1 168 37 2 2 18 78 4 26 2 63 7 27 6 1 53 1 18 2 2 22 29 79 5 20 13 19 0 1 0 13 63 119 77 4
52,5 0,4 1,9 0,0 1,5 1,9 2,8 0,2 1,0 0,9 1,8 0,0 0,8 0,0 0,0 1,4 1,8 0,0 1,1 0,1 1,3 0,7 0,4 1,9 0,6 1,0 2,0 0,2 1,3 0,1 0,8 0,0 2,0 1,2 0,3 0,1 0,1 2,6 0,1 0,5 0,7 0,4 0,3 1,8 2,2 0,2 0,2 0,2 0,9 4,0 0,9 0,1 0,4 0,8 1,4 1,8 0,1
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
13
BELEGGINGEN (VERVOLG) Per 30-06-2013 Om schrijving
Marktwaarde
x € 1.000 4,875% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 3/25/2014 3,625% SWEDBANK HYPOTEK AB 10/5/2016
Totaal
Opgelopen
% van de
interest
beleggingen
x € 1.000
%
517 4.137
6 101
0,2 1,2
295.885
3.650
85,8
4.142 4.083 4.269 4.251 14.126
-
1,2 1,2 1,2 1,2 4,0
30.871
-
8,8
Beleggingsfondsen in v astrentende waarden 7,176% BNG FIDO GMS ET2 11/4/2015 8,38% BNG FIDO GMS ET2 8/31/2016 8,657% BNG FIDO GMS ET2 3/31/2016 0,118% BNG FIDO GMS VLT 7/31/2013 BNG FIDO KMS RRT3
Liquiditeiten
Totaal beleggingen inclusief liquiditeiten
18.803
345.559
5,4
3.650
100,0
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
14
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
HALFJAARREKENING
2013
BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
15
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
BALANS PER 30 JUNI 2013 na resultaatverdeling 30-06-2013
31-12-2012
x € 1.000
x € 1.000
295.885
315.882
(1)
Beleggingen
Obligaties Beleggingsfondsen in vastrentende waarden Totaal beleggingen
30.871
27.367
326.756
343.249
3.650
4.961
(2)
Vorderingen Te vorderen interest
(2a)
Overige vorderingen en overlopende activa
227
106
3.877
5.067
18.803
13.078
290
193
22.390
17.952
349.146
361.201
Ov erige activa Liquiditeiten Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva Uitkomst van vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Uitkomst van activa min kortlopende schulden Fondsv erm ogen (3)
(3a)
Relatief Rendement Tranche I
(3b)
Relatief Rendement Tranche II
(3c)
Relatief Rendement Tranche III Absoluut Rendement Tranche A Absoluut Rendement Tranche B Absoluut Rendement Tranche C
(3d) (3e) (3f)
2.034
12.362
23.307
23.515
14.877
14.896
261.901
258.605
41.258
41.626
5.769
10.197
349.146
361.201
(*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening
16
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
WINST- EN VERLIESREKENING 01-01-2013 t/m 30-06-2013 x € 1.000
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
Baten Opbrengsten uit beleggingen Interestresultaat obligaties (4) Interest op liquiditeiten (5) Dividend
3.867 (1) -
9.530 3 421
3.866
9.954
443
2.740
1
1
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen (6)
Obligaties
Beleggingsfondsen in vastrentende waarden
(6)
(7)
Futures
1.353
(6.275)
1.797
(3.534)
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties
(6)
Beleggingsfondsen in vastrentende waarden
(3.240) (6)
453 (2.787)
Som der opbrengsten Lasten
3.508 15.354 21.774
(8)
Kosten (8)
Som der lasten Resultaat
(*)
2.876
11.846
(720)
(1.382)
(720)
(1.382)
2.156
Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening
20.392
17
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
KASSTROOMOVERZICHT 01-01-2013 t/m 30-06-2013 x € 1.000 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeverschillen Ongerealiseerde waardeverschillen
2.156 (444) 2.787
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
20.392 (2.741) (15.354)
Aankopen van beleggingen
(65.376)
(102.521)
Verkopen van beleggingen
79.527
104.588
1.189
998
Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
97
(16)
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
19.936
5.346
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten bij uitgifte participaties
9.006
16.121
Betaald bij inname participaties Uitkeringen aan deelnemers Kasstroom uit financieringsactiviteiten
(23.217) (14.211)
(11.779) (5.789) (1.447)
Netto Kasstroom
5.725
3.899
Liquiditeiten begin verslagperiode/boekjaar
13.078
9.179
Liquiditeiten eind verslagperiode/boekjaar
18.803
13.078
Mutatie liquiditeiten
5.725
3.899
18
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING ■ Algemeen BNG Fido Kapitaalmarktselect (“het Fonds”), gevestigd te Den Haag, is een fonds voor gemene rekening dat voor rekening en risico van de participanten het vermogen belegt in vastrentende waarden en hoofdsomgegarandeerde beleggingen, uitgegeven door (semi-) overheidsinstellingen respectievelijk door eersteklas debiteuren uit de financiële sector die gevestigd zijn in de landen van de Europese Economische Ruimte, luidend in euro of de voormalige valuta van de aan de EMU deelnemende landen. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als beheerder van beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 2:65 lid 1 sub a Wet op het financieel toezicht (Wft). BNG Fido Kapitaalmarktselect heeft een ‘open-end’ karakter in die zin dat, onder de in het prospectus genoemde voorwaarden, uitgifte respectievelijk vervreemding van participaties aan het Fonds op een handelsdag mogelijk is. Naar aanleiding van verzoeken van participanten is besloten om de mogelijkheid te bieden vaker een handelsdag in te stellen en participanten zowel in nieuwe als in reeds gevormde Tranches te kunnen laten deelnemen. In beginsel kunnen dagelijks nieuwe Tranches worden ingesteld en/of participaties in bestaande Tranches worden uitgegeven. Participaties zijn onder voorwaarden royeerbaar. Mocht royement van participaties, gezien de omstandigheden op de markten waarop activa en passiva van het Fonds worden verhandeld of gezien het belang van de overige participanten in het Fonds, naar het oordeel van de beheerder bezwaarlijk zijn, dan heeft hij de bevoegdheid het royement van de betreffende participaties op te schorten. Indien en zodra opschorting van het royement naar het oordeel van de beheerder geen doel meer dient, zal uitbetaling aan de participant plaatsvinden. In het geval van opschorting ontvangt de participant die om royement had verzocht een betaling gebaseerd op de voorwaarden van de Tranche ter zake waarvan royement van participaties en uitbetaling werden opgeschort, gebaseerd op de intrinsieke waarde op het moment waarop royement en uitbetaling uiteindelijk plaatsvinden. Het Fonds kent een zogenaamde modulaire structuur. Dit houdt in dat het vermogen van het Fonds intern is onderverdeeld in verschillende Tranches. De participanten in een Tranche zijn in economische zin gerechtigd tot het gemeenschappelijke vermogen van de desbetreffende Tranche. Iedere participatie in een Tranche geeft recht op een pro rata parte aandeel in het vermogen van die Tranche. BNG Vermogensbeheer B.V. fungeert als beheerder en is als zodanig belast met het beheer van het Fonds. De Stichting ITS Bewaarder BNG Fondsen fungeert als bewaarder en is als zodanig belast met de bewaring van de vermogensbestanddelen van het Fonds. De beheerder heeft namens het fonds een overeenkomst gesloten met Stichting ITS Bewaarder BNG Fondsen, gevestigd te Leusden ("de Stichting"). De Stichting treedt op als bewaarder van de bezittingen (liquide middelen en beleggingen) van het fonds. In de halfjaarrekening van het fonds zijn de liquide middelen en beleggingen die op naam staan van de Stichting, verwerkt, aangezien het economisch eigendom hiervan bij het fonds berust en alleen het juridisch eigendom bij de Stichting.
■ Grondslagen voor de opstelling van de halfjaarrekening Algemeen De halfjaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten met inachtneming van het hiernavolgende. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van
19
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
de verslagperiode, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de halfjaarrekening bekend zijn geworden.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva (1) Beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke op balansdatum is gelijkgesteld aan de marktprijs geldend op het einde van de balansdatum. Voor de waardering van beleggingen wordt in principe gebruik gemaakt van externe koersbronnen, zoals Bloomberg. Voor de waardering van illiquide beleggingen (dit betreft beleggingen waarin naar maatstaven van de beheerder te weinig handel plaatsvindt) wordt gebruik gemaakt van alternatieve, door de beheerder goedgekeurde koersbronnen en waarderingsmodellen. Binnen de gehanteerde waarderingsmodellen wordt gebruik gemaakt van inputvariabelen verkregen uit open bronnen, zoals rating curves, CDS-spreads of peer bonds. Transactiekosten bij aankoop van beleggingen worden verwerkt als onderdeel van de kostprijs van de belegging. Transactiekosten bij verkoop van beleggingen worden in mindering gebracht op de verkoopopbrengst. Uit de beleggingen in de egalisatietranches van BNG Fido Geldmarktselect vloeien voor het Fonds geen kosten voort. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen worden verantwoord in de winsten verliesrekening. (2) Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden opgenomen tegen nominale waarde, waar nodig rekening houdend met voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en schulden worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Tenzij anders vermeld, bijvoorbeeld indien er sprake is van agio of disagio en transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs van de vorderingen en schulden gelijk aan de nominale waarde.
Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop zij betrekking hebben. (4) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode. (5) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (7) Futures Het resultaat op futures is het cumulatieve resultaat van alle nog openstaande en reeds gesloten contracten gedurende de verslagperiode. Het resultaat van de per balansdatum nog openstaande contracten wordt bepaald door het verschil te nemen tussen de slotkoers per balansdatum en de transactiewaarde op moment van aangaan van de contracten. Het resultaat van de gesloten posities wordt bepaald door het verschil tussen de eindwaarde bij sluiting van de contracten en de koers waartegen de contracten zijn aangegaan of de waardering aan het begin van de verslagperiode. De futures worden op dagbasis afgerekend. Derhalve is geen waarde zichtbaar in de balans. Verbonden partijen Het fonds kan beleggen in financiële producten die worden beheerd door de beheerder van het fonds of die werden ontwikkeld door een aan de beheerder van het fonds verbonden partij. Het fonds kan ook transacties aangaan met gelieerde partijen. Deze transacties kunnen onder meer beleggingstransacties en overeenkomsten tot bewaring van effecten betreffen. In deze gevallen is er sprake van transacties tussen verbonden partijen. Hierbij worden normale marktvoorwaarden toegepast en worden normale, marktconforme vergoedingen in rekening gebracht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, tenzij anders aangegeven. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquiditeiten. Ontvangen interest, ontvangen coupons, waardeverschillen op beleggingen worden opgenomen onder de kasstroom uit beleggingsactiviteiten. Ontvangsten bij geplaatste participaties en uitkeringen aan participanten worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De posten ‘aankopen van beleggingen’ en ‘verkopen van beleggingen’ en de posten ‘ontvangsten bij uitgifte participaties’ en ‘betaald bij inname par-
20
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
ticipaties’ en ‘uitkering aan deelnemers’ zijn omwille van het inzicht opgenomen volgens de directe methode.
■
Risico’s samenhangend met beleggen in het fonds
Algemeen Transacties in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat financiële risico’s door het fonds worden verkregen of overgedragen aan een andere partij. De beheerder ziet toe op beheersing van de risico’s. Aangezien voor elke Tranche een eigen beleggingsbeleid wordt gevoerd, kunnen de risico’s per Tranche variëren. De risico’s die verbonden zijn aan de beleggingen en het beleggingsbeleid van elke Tranche zijn, voor zover zij betrekking hebben op financiële instrumenten, als volgt te omschrijven: Marktrisico De prijzen van (een categorie van) beleggingstitels in een markt kunnen door verschillende oorzaken dalen, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen van het Fonds kunnen worden beïnvloed. Als belangrijkste oorzaken kunnen worden genoemd:
Economisch risico Hieronder wordt verstaan risico’s met betrekking tot inkomens en economische structuur, economische groei verwachtingen, fiscale flexibiliteit, collectieve staatsschuld en monetair beleid. Politiek risico Hieronder wordt verstaan risico’s met betrekking tot stabiliteit en legitimiteit van politieke instituten, ordelijke opvolging van de politieke leiders, transparantie bij de economische besluitvorming, nationale veiligheid en geopolitieke risico's. Structuurrisico Hieronder wordt verstaan risico’s met betrekking tot de veiligheid en het veiligheidsgevoel in een land en verstoring van het “mondiaal” financieel stelsel. Het risico van een algehele crisis op één of meerdere markten door economische, politieke of structuuroorzaken is moeilijk in te perken anders dan door spreiding in de beleggingen. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is de som van alle risico’s die bij een beleggingportefeuille aan de orde zijn. Het betreft meer specifiek, echter niet uitputtend, de volgende risico’s:
Renterisico Het Fonds belegt in vastrentende waarden, zoals bijvoorbeeld obligaties, deposito’s, medium term notes of afgeleide instrumenten daarvan. De waardeontwikkeling van het Fonds is afhankelijk van de waardeontwikkeling van deze beleggingstitels. De waardeontwikkeling van de beleggingen is afhankelijk van de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente en de kredietrisico-opslagen op de beleggingen. Wanneer de kapitaalmarktrente stijgt, zal de waarde van beleggingen in vastrentende waarden dalen en omgekeerd. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de partial duration van de portefeuille per looptijden segment. Tabel 1 Partial duration per looptijden segment
Looptijd
ARTA 30-06-2013 31-12-2012
ARTB 30-06-2013 31-12-2012
ARTC 30-06-2013 31-12-2012
0 tot 1
0,12
0,04
0,11
0,05
0,06
0,05
1 tot 3
0,04
0,06
0,27
0,26
0,29
0,11
3 tot 5
0,61
0,91
0,70
0,95
1,15
0,80
5 tot 7
0,23
-0,21
0,53
0,25
0,39
0,85
7 tot 10
-0,10
-0,08
0,04
0,27
0,03
0,43
10+
-0,05
-0,07
-0,21
-0,43
0,23
-0,02
0,85
0,66
1,43
1,35
2,15
2,23
Totaal
21
HALFJAARVERSLAG
Looptijd
RRT1 30-06-2013 31-12-2012
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
RRT2 30-06-2013 31-12-2012
22
RRT3 30-06-2013 31-12-2012
0 tot 1
0,06
0,12
0,02
0,04
0,02
0,01
1 tot 3
0,28
0,08
0,12
0,10
0,19
0,13
3 tot 5
0,00
0,14
1,18
0,82
0,27
0,28
5 tot 7
0,23
0,09
1,94
2,34
0,96
0,82
7 tot 10
0,00
0,00
0,25
0,25
0,84
0,87
10+
0,00
0,00
0,00
0,00
5,83
6,02
Totaal
0,57
0,43
3,50
3,56
8,11
8,13
Kredietrisico Aan een belegging in vastrentende waarden is debiteurenrisico verbonden. De waarde van de beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Veranderende inzichten ten aanzien van de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen, of zelfs van sectoren, kunnen de waarde van de beleggingen zowel positief als negatief beïnvloeden. Bepalend is hier de inschatting in hoeverre een debiteur “tijdig” kan voldoen aan zijn betalingsverplichting van rente en aflossing. De beheerder stelt hoge eisen aan de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen ten tijde van het aangaan van de belegging. Niet uit te sluiten echter is een onverwachtse verslechtering van de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling ten gevolge waarvan de waarde van een beleggingstitel kan dalen. In tabel 2 is een overzicht opgenomen van de kredietwaardigheid van de portefeuille per 30 juni 2013 ten opzichte van het vorige boekjaar. De beheerder tracht het beleggingsrisico bestaande uit rente- en kredietrisico door het voeren van een actief beleggingsbeleid binnen het in de fondsvoorwaarden beschreven verwachte risicoprofiel te houden.
Tabel 2 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid
ARTA
ARTB
30-06-2013 31-12-2012
ARTC
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
AAA
41,4
37,8
44,6
40,8
49,7
AA
41,5
43,9
39,6
42,5
28,9
34,0
A
12,6
10,4
10,0
10,1
16,9
12,3
BBB
47,7
4,6
7,1
5,8
5,6
2,7
4,9
BB
-
-
-
-
1,8
1,0
B
-
0,7
-
1,1
-
-
CCC
-
-
-
-
-
-
CC
-
-
-
-
-
-
C
-
-
-
-
-
-
100
100
100
100
Totaal
Kredietwaardigheid
100
100
RRT1
RRT2
30-06-2013 31-12-2012
RRT3
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
AAA
67,4
67,0
82,8
83,3
30,1
AA
32,6
30,5
12,5
15,1
32,2
30,5
A
-
2,5
-
-
-
35,7
BBB
-
-
4,7
1,7
35,2
-
BB
-
-
-
-
2,5
-
B
-
-
-
-
-
-
CCC
-
-
-
-
-
-
CC
-
-
-
-
-
-
C
-
-
-
-
-
-
100
100
100
100
100
100
Totaal
33,7
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
23
Concentratierisico Een concentratie van de risico’s in componenten binnen de beleggingsportefeuille, zoals een spreiding over slechts enkele debiteuren, een spreiding over slechts enkele landen of een spreiding over slechts enkele looptijden, zal het risico van het fonds verhogen. Doordat de beleggingen door het Fonds (en de daaraan gestelde voorwaarden) zijn afgestemd op de normen die gesteld zijn aan het beheer van gemeenschapsgelden als neergelegd in de Wet Fido zijn enerzijds de kredietrisico’s beperkt tot de sector financials en beleggingen met een solvabiliteitsvrije status. Anderzijds brengt dit een hoger concentratierisico met zich mee naar die sectoren. De beheerder zal bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille streven naar adequate spreiding van risico’s naar de verschillende risicocomponenten. In tabel 3 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per 30 juni 2013 ten opzichte van het vorige boekjaar weergegeven. In tabel 4 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per 30 juni 2013 ten opzichte van het vorige boekjaar.
Tabel 3 Grootste debiteuren van de portefeuille in procenten van het vermogen Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde BNG Fondsen
ARTA
ARTB
30-06-2013 31-12-2012
ARTC
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
10,5
9,3
6,5
4,0
12,1
4,4
Rabobank Nederland
8,9
8,0
9,0
8,9
7,7
8,5
Rekening courant
4,6
-
4,1
-
-
-
European Investment Bank
3,6
-
-
-
-
-
Pohjola Bank Plc
3,4
-
-
-
-
-
Svenska Handelsbanken
-
3,5
-
3,4
-
-
HSBC Holdings PLC
-
3,5
-
-
5,4
-
ALLIANZ Finance II B.V.
-
-
3,8
3,8
-
-
BK Nederlandse Gemeenten
-
3,4
-
-
-
-
NORDEA Bank AB
-
-
3,8
3,9
-
-
Neder W aterschapsbank
-
-
-
-
6,1
6,0
Bundesobligation I/L
-
-
-
-
-
4,5
DNB Bank ASA
-
-
-
-
-
4,2
EFSF
-
-
-
-
3,9
-
Royal BK Of Scotland PLC
-
-
-
-
-
-
Banco Bilbao Vizcaya ARG
-
-
-
-
-
-
Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde
RRT1
RRT2
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
RRT3 30-06-2013 31-12-2012
Bundesrepubliek Deutschland
-
-
40,2
30,9
16,6
20,5
Buoni Poliennalie Del Tel
-
-
-
-
22,2
23,9 -
Bundesobligation I/L Netherlands Government French Treasury note BNG Fondsen RABOBANK Nederland EFSF
-
29,7
-
7,8
-
19,8
14,1
18,8
23,5
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9,7
-
-
-
-
10,0
7,7
5,6
7,1
7,2
7,5 -
7,4
6,2
-
-
-
Republic of Austria
-
-
12,3
12,7
-
-
France (Govt OF)
-
-
-
-
17,8
16,3 9,7
Bonos Y Oblig Del Estado
-
-
-
-
10,8
Rekening courant
19,4
-
-
-
-
-
UBS AG
10,4
-
-
-
-
-
-
-
4,1
-
-
-
Finnish Government
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
24
Tabel 4 Landenverdeling van de portefeuille in percentage van het vermogen Landenverdeling
ARTA
ARTB
30-06-2013 31-12-2012
ARTC
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
Nederland (NL)
39,5
37,4
31,5
29,4
38,8
34,6
Duitsland (DE)
12,3
12,6
12,3
15,6
7,5
14,6
-
-
1,3
-
-
-
8,0
9,5
9,0
9,9
7,2
8,0
Italië Zweden (SE) Verenigd Koninkrijk (GB)
7,1
7,1
8,4
9,0
9,9
7,9
Frankrijk (FR)
6,7
7,0
8,3
8,3
10,6
8,4
Spanje (ES)
3,2
5,7
3,2
4,4
2,7
4,9
Supranationaal (SNAT)
7,2
6,1
9,4
6,3
9,3
6,4
Noorwegen (NO)
3,4
3,4
3,7
3,7
3,7
4,2
Ierland (IE)
1,4
1,4
1,3
1,3
1,8
1,0
Finland (FI)
3,4
2,8
3,3
3,4
3,6
3,1
Denemarken (DK)
2,8
2,8
2,9
2,1
3,0
1,1
Oostenrijk (AT)
2,1
1,9
2,3
2,3
-
1,2
Belgie (BE)
2,2
2,9
1,7
3,1
2,2
2,0
Cyprus (CY)
-
0,7
-
1,1
-
-
Zwitserland (CH)
-
-
-
1,0
-
2,2
Landenverdeling
RRT1
RRT2
RRT3
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
30-06-2013 31-12-2012
Nederland (NL)
59,6
35,3
28,8
35,0
18,0
17,9
Duitsland (DE)
10,2
35,1
40,2
38,7
16,6
20,5 23,9
Italie (IT)
-
-
2,8
-
22,2
Zweden (SE)
5,2
6,7
2,3
3,8
-
-
Verenigd Koninkrijk (GB)
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Frankrijk (FR)
4,9
4,9
-
-
17,8
16,3
-
-
1,9
1,7
10,8
9,7
12,3
9,4
5,2
4,3
-
-
-
-
-
-
-
-
Spanje (ES) Supranationaal (SNAT) Noorwegen (NO) Ierland (IE)
-
-
-
-
2,2
2,1
Finland (FI)
2,6
3,5
6,4
3,8
0,7
0,7
-
-
-
-
-
-
5,2
5,2
12,3
12,7
2,7
2,7
Portugal (PT)
-
-
-
-
2,5
-
Belgie (BE)
-
-
-
-
6,5
6,1
Cyprus (CY)
-
-
-
-
-
-
Zwitserland (CH)
-
-
-
-
-
-
Denemarken (DK) Oostenrijk (AT)
-
Liquiditeitsrisico De liquiditeit van de beleggingen van de Tranches is de mate van verhandelbaarheid van de beleggingstitels waarin door de Tranches wordt belegd. Een beperkte liquiditeit in een beleggingstitel kan ertoe leiden dat de beleggingstitel tegen een substantieel lagere prijs wordt verhandeld dan de theoretische waarde van de beleggingstitel. De beheerder stelt zich ten doel bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille voldoende liquiditeit op Trancheniveau te waarborgen. Dit laat echter onverlet dat onder bepaalde omstandigheden, zoals een bedreiging van de ordelijkheid van het financiële stelsel, tijdelijke of langdurige verstoringen in de liquiditeit van de beleggingsportefeuille op kunnen treden.
Inflatierisico Inflatie is een belangrijke component van de vergoeding die investeerders eisen voor het beschikbaar stellen van kapitaal. Immers de inflatie zorgt voor geldontwaarding. Om het geïnvesteerde kapitaal in stand te houden dient de vergoeding minimaal even groot te zijn als het inflatiepeil. Stijgende inflatie leidt tot een hogere geëiste vergoeding door investeerders voor het beschikbaar stellen van kapitaal. In de regel zal een hogere inflatie leiden tot hogere kapitaalmarktrente en hogere kapitaalmarktrente leidt tot een lagere waarde van vastrentende beleggingen. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een stijging van de inflatie een negatieve invloed heeft op de reële waarde van effecten.
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
Flexibiliteitsrisico De participaties zijn niet verhandelbaar of overdraagbaar aan derden, als gevolg waarvan er geen flexibiliteit bestaat ten aanzien van uitstappen, anders dan op grond van royement voor zover dit is toegestaan, en het overschakelen op andere aanbieders indien de prijzen en de waarde van de beleggingen van het fonds mochten dalen. Rendementsrisico Het risico van de Tranches kan variëren op grond van de keuzes die mogelijk zijn op basis van het beleggingsbeleid. Als gevolg van een keuze voor financiële instrumenten en/of gebrek aan mogelijkheden in te spelen op ontwikkelingen in de vastrentende markt, kan het verwachte rendement afnemen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat participanten geen rendement behalen en/of hun inleg geheel of gedeeltelijk verliezen. Er zijn geen waarborgen afgegeven ten aanzien van de waardeontwikkeling van de participaties noch van de Tranches of het Fonds.
Risico gebruik derivaten Voor de Tranches kan gebruik worden gemaakt van derivaten overeenkomstig het beleggingsbeleid. Het gebruik van derivaten is toegestaan binnen de kaders van de Wet fido. Dit houdt in dat het niet toegestaan is dat het gebruik van derivaten leidt tot een hefboomwerking. Met behulp van een risicomanagementsysteem wordt door de beheerder het risico van beleggingen in derivaten berekend en beheerd. Afwikkelingsrisico Voor het Fonds kan niet (tijdige) of onjuiste betaling dan wel aanlevering van financiële instrumenten door een tegenpartij tot gevolg hebben dat afwikkeling via een handelssysteem niet, niet op tijd of niet conform verwachting plaatsvindt. Bewaarnemingsrisico De financiële instrumenten in de beleggingsportefeuille van de Tranches worden gezamenlijk in bewaring gegeven bij een door het Fonds benoemde (onder)bewaarnemer (custodian). Het Fonds loopt een risico dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de benoemde (onder)bewaarnemer, bij die (onder)bewaarnemer in bewaring gegeven activa van het Fonds verloren gaan. Wetgevingsrisico Het risico op wetswijzigingen is inherent aan wetgeving in het algemeen. Als financiële en fiscale weten regelgeving veranderen, kan een (gunstige) omstandigheid ten tijde van toetreding ten nadele van de Participant dan wel het Fonds wijzigen. Hierbij wordt opgemerkt dat het van toepassing zijnde fiscale regime kan veranderen gedurende het bestaan van het Fonds, als gevolg van veranderingen, al dan niet met terugwerkende kracht, in (fiscale) wetgeving, jurisprudentie en het teruggavenbeleid. Voorts geldt dat wijzigingen in het van toepassing zijnde belastingregime van het land waar een belegging van het Fonds plaatsvindt een negatieve impact zullen hebben op de waardeontwikkeling van die belegging.
25
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
■ Toelichting op de balans (1) Beleggingen Deze betreffen beleggingen in obligaties, afgeleide instrumenten (‘derivaten’), zoals opties, interest rate swaps en futures, en beleggingsfondsen in vastrentende waarden. Voor nadere informatie over de futures posities wordt verwezen naar punt 7 van de Toelichting op de winst- en verliesrekening. Het verloop van de beleggingen was als volgt: Obligaties x € 1.000
Deposito's x € 1.000
Derivaten x € 1.000
Bel.fondsen x € 1.000
Totaal x € 1.000
Stand 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen
304.985 93.897 (97.586) 14.586
-
0 0 0 0
22.236 8.624 (7.002) 3.509
327.221 102.521 (104.588) 18.095
Stand 1 januari 2013 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen
315.882 50.573 (67.773) (2.797)
-
0 0 0 0
27.367 14.803 (11.754) 455
343.249 65.376 (79.527) (2.342)
Stand 30 juni 2013
295.885
-
0
30.871
326.756
Omloopfactor De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 30 juni 2013 is 58,61% op jaarbasis (31 december 2012: 50,65%; 31 december 2011: 29,78%1). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld. 2
Gewogen gemiddelde intrinsieke waarde
(2) Vorderingen (2a) Overige vorderingen en overlopende activa De overige vorderingen betreffen transitoire posten per 30 juni 2013. looptijd van ten hoogste 1 jaar.
De vorderingen hebben een
Overige activa Liquiditeiten Per 30 juni 2013 is een totaalbedrag ad € 3.518.471,70 (2012: € 1.850.687,31) aangemerkt als cash margin in verband met derivatenposities van het fonds. Voor het overige staan de liquide middelen ter vrije beschikking van het fonds.
Herberekend op basis van 53 meetmomenten. Was 29,61% op basis van 5 meetmomenten. Zie pagina 32 voor een toelichting op de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde. 1
.
26
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
HALFJAARVERSLAG
27
(3) Fondsvermogen De mutaties in het vermogen van de verschillende Tranches gedurende de periode zijn als volgt:
(3a) Relatief Rendement Tranche I Het verloop van de intrinsieke waarde was als volgt:
Aantal
Stand begin
1.242
Uitgifte
-
Inname
(1.037)
Periodieke uitkering Stand eind
01-01-2012
t/m
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
01-01-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
12.362
13.434
13.361
(10.175) -
205
2.187
205
2.034
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
01-01-2013
(153)
14 (1.070)
28 15
(68)
(135)
12.310
13.269
52 12.362
165 13.434
Op basis van de berekening per de handelsdag van het Fonds bedraagt de intrinsieke waarde per 30 juni 2013 € 2.034.445,67 (31 december 2012: € 12.361.973,71; 31 december 2011: € 13.434.183,38) verdeeld in 204,66 (31 december 2012: 1.242,02; 31 december 2011: 1.349,77 participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 9.940,52 (31 december 2012: € 9.953,10; 31 december 2011: € 9.952,92). Tussen de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft (28 juni 2013) en het moment dat de halfjaarrekening wordt opgesteld kunnen fluctuaties in koersen en kosten optreden.
(3b) Relatief Rendement Tranche II Het verloop van de intrinsieke waarde was als volgt:
Aantal
Stand begin
2.150
01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
23.515
22.465
21.586
Uitgifte
-
-
157
Inname
-
-
-
Periodieke uitkering Stand eind
2.150
23.515
2.150
23.307
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
01-01-2011
(208)
69 -
(188)
(386)
22.434
21.269
1.081
1.196
23.515
22.465
Op basis van de berekening per de handelsdag van het Fonds bedraagt de intrinsieke waarde per 30 juni 2013 € 23.307.214,11 (31 december 2012: € 23.514.791,07; 31 december 2011: € 22.465.436,72) verdeeld in 2.149,64 (31 december 2012: 2.149,64; 31 december 2011: 2.134,57) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 10.842,37 (31 december 2012: € 10.938,94; 31 december 2011: € 10.524,59). Tussen de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft (28 juni 2013) en het moment dat de halfjaarrekening wordt opgesteld kunnen fluctuaties in koersen en kosten optreden.
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
(3c) Relatief Rendement Tranche III Het verloop van de intrinsieke waarde was als volgt:
Aantal
Stand begin
1.021
01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
14.896
13.277
Uitgifte
-
-
421
Inname
-
-
-
Periodieke uitkering Stand eind
1.021
14.896
1.021
14.877
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
01-01-2011
(19)
14.653 -108 (1.800)
(444) 13.254 1.642 14.896
12.745 532 13.277
Op basis van de berekening per de handelsdag van het Fonds bedraagt de intrinsieke waarde per 30 juni 2013 € 14.876.752,15 (31 december 2012: € 14.895.931,29; 31 december 2011: € 13.276.764,99) verdeeld in 1.021,27 (31 december 2012: 1.021,27; 31 december 2011: 990,64) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 14.566,87 (31 december 2012: € 14.585,65; 31 december 2011: € 13.402,28). Tussen de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft (28 juni 2013) en het moment dat de halfjaarrekening wordt opgesteld kunnen fluctuaties in koersen en kosten optreden.
(3d) Absoluut Rendement Tranche A Het verloop van de intrinsieke waarde was als volgt:
Aantal
Stand begin
01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
01-01-2011 t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000 368.024
24.863
258.605
244.652
Uitgifte
849
8.890
14.314
24.841
Inname
(759)
(7.961)
(10.624)
(133.106)
(4.259)
(7.613)
244.083
252.146
Periodieke uitkering Stand eind
24.953
259.534
24.953
261.901
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
2.367
14.522 258.605
(7.494) 244.652
Op basis van de berekening per de handelsdag van het Fonds bedraagt de intrinsieke waarde per 30 juni 2013 € 261.900.832,78 (31 december 2012: € 258.605.356,76; 31 december 2011: € 244.651.941,52) verdeeld in 24.952,81 (31 december 2012: 24.862,97; 31 december 2011: 24.495,44) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 10.495,84 (31 december 2012: € 10.401,22; 31 december 2011: € 9.987,65). Tussen de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft (28 juni 2013) en het moment dat de halfjaarrekening wordt opgesteld kunnen fluctuaties in koersen en kosten optreden.
28
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
HALFJAARVERSLAG
(3e) Absoluut Rendement Tranche B Het verloop van de intrinsieke waarde was als volgt:
Aantal
Stand begin
3.636
Uitgifte
-
Inname
(53)
Periodieke uitkering Stand eind
01-01-2012
t/m
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
01-01-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
41.626
38.870
69.200
14
1.057
9.126
-
(37.512)
(614) -
3.583
41.026
3.583
41.258
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
01-01-2013
232
(667)
(1.253)
39.260
39.561
2.366 41.626
(691) 38.870
Op basis van de berekening per de handelsdag van het Fonds bedraagt de intrinsieke waarde per 30 juni 2013 € 41.258.024,66 (31 december 2012: € 41.625.750,98; 31 december 2011: € 38.870.064,88) verdeeld in 3.582,97 (31 december 2012: 3.636,20; 31 december 2011: 3.539,63) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 11.515,03 (31 december 2012: € 11.447,60; 31 december 2011: € 10.981,38). Tussen de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft (28 juni 2013) en het moment dat de halfjaarrekening wordt opgesteld kunnen fluctuaties in koersen en kosten optreden.
(3f) Absoluut Rendement Tranche C Het verloop van de intrinsieke waarde was als volgt:
Aantal
Stand begin
908
Uitgifte
-
Inname
(394)
Periodieke uitkering Stand eind
01-01-2012
t/m
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
01-01-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
10.197
9.558
102
158
(4.467) -
514
5.832
514
5.769
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
01-01-2013
(63)
23.271 906
(85)
(13.934)
(163)
(308)
9.468
9.935
729 10.197
(377) 9.558
Op basis van de berekening per de handelsdag van het Fonds bedraagt de intrinsieke waarde per 30 juni 2013 € 5.768.637,44 (31 december 2012: € 10.196.978,49; 31 december 2011: € 9.557.525,66) verdeeld in 513,78 (31 december 2012: 908,12; 31 december 2011: 901,37 participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 11.227,88 (31 december 2012: € 11.228,69; 31 december 2011: € 10.603,32). Tussen de laatste handelsdag van de eerste jaarhelft (28 juni 2013) en het moment dat de halfjaarrekening wordt opgesteld kunnen fluctuaties in koersen en kosten optreden.
(3g) Wettelijke reserve Ter hoogte van de immateriële activa wordt een wettelijke reserve aangehouden. De toevoegingen en de onttrekkingen aan de wettelijke reserve komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. De wettelijke reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten van de Absoluut Rendement Tranches. De wettelijke reserve gedurende het eerste halfjaar 2013 (en het boekjaar 2012) was nihil.
29
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
(3h) Algemene reserve De algemene reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten van de Absoluut Rendement Tranches. De algemene reserve gedurende het eerste halfjaar 2013 (en het boekjaar 2012) was nihil. (3i) Resultaat boekjaar Het verloop van het resultaat boekjaar was als volgt: 01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
x € 1.000
x € 1.000
Stand begin Resultaat verslagperiode/boekjaar Naar: Tranches fondsvermogen Stand eind
-
-
2.156
20.392
(2.156)
(20.392)
-
-
30
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
■ Toelichting op de winst- en verliesrekening (4) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest op de vorige balansdatum. (5) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (6) Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen, zijnde het verschil tussen de kostprijs inclusief transactiekosten en de verkoopprijs minus transactiekosten dan wel de actuele waarde, worden verantwoord in de winst- en verliesrekening van het fonds. (7) Futures
Er is gedurende het boekjaar gebruik gemaakt van derivaten ten einde bepaalde renterisico’s in de beleggingsportefeuille af te dekken. Het resultaat op futures wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van het contract bij aanvang van de positie en de waarde op het moment van cash settlement, aan het einde van de handelsdag. Per 30 juni 2013 was er een positie in de volgende futures: Futures
FUT SEP 13 EURO 5 Y SWAPNOTE FUT SEP 13 EURO 10 Y SWAPNOTE FUT SEP 13 EURO BTP FUTURE FUT SEP 13 EURO BUXL 30Y BND FUT SEP 13 EURO LIF 3 M EURO EURIBOR FUT SEP 13 EURO OAT FUT SEP 13 EURO-BOBL FUT SEP 13 EURO-BUND FUT SEP 13 EURO-SCHATZ FUT SEP 13 EURO
2 Y SWAPNOTE
aantal
(139) (19) (81) (3) 9 (3) 2 (417) (69) (460)
(8) Kosten Deze post betreft: de kosten van beheer en toezicht: aan het eind van iedere maand is een beheervergoeding verschuldigd voor de door de beheerder, bewaarder en de depotbank verrichte activiteiten berekend over het fondsvermogen aan het begin van die maand. De beheervergoeding bedraagt 0,0292% (exclusief btw) over het fondsvermogen voor de Absoluut Rendement Tranches en 0,025% (exclusief btw) over het fondsvermogen voor de Relatief Rendement Tranches. alle overige kosten, betrekking hebbend op het toezicht door toezichthouders, alsmede de overige kosten die verband houden met de beleggingen. De vergoeding voor administratie en bewaring bedraagt 1/12 van 0,03% (exclusief btw) over het fondsvermogen op maandbasis en de vergoeding voor bewaarneming bedraagt 1/12 van 0,0119% (exclusief btw) over het fondsvermogen op maandbasis. de accountantskosten die in rekening zijn gebracht voor het verrichten van de wettelijk verplichte accountantscontrole van het fonds door Deloitte Accountants B.V. Er zijn gedurende het eerste halfjaar 2013 geen (2012: nihil) bedragen in rekening gebracht voor niet -reguliere fiscale, advies- of overige werkzaamheden. De aan het fonds in rekening gebrachte kosten samenhangend met de bewaring van de activa bedragen € 24.210,17 (2012 € -9.238,763).
3
De kosten samenhangend met bewaring van activa in 2012 zijn negatief vanwege een éénmalige afboeking van in het verleden opgebouwde reserveringen.
31
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
De kosten zijn als volgt te specificeren:
01-01-2013 t/m 30-06-2013 x € 1.000 Kosten v an beheer en toezicht: Beheervergoeding Vergoeding Raad van Toezicht Overige kosten: Administratie Accountant Toezicht AFM/DNB Bewaarloon Bankkosten
Totaal
594 5 599 65 17 7 24 8 121 720
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000 1.183 9 1.192 126 42 12 (9) 19 190 1.382
Total Expense Ratio De Total Expense Ratio (TER) over de periode tot en met 30 juni 2013 is 0,40% op jaarbasis (31 december 2012: 0,39%), waarvan 0,34% (31 december 2012: 0,34%) voor de kosten van beheer en toezicht. De werkelijke kosten wijken niet materieel af van de verwachte kosten (0,40%), zoals vermeld in het prospectus van het fonds. De total expense ratio wordt berekend door de kosten, exclusief de rentelasten, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde gedurende het jaar. Berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde De methode van berekenen van de gemiddelde intrinsieke waarde (“gemiddelde NAV”) als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor conform artikel 3:23 lid 3 (oud) van de NRgfo, waarin vijf meetmomenten voor de bepaling van de gemiddelde NAV werden voorgeschreven, is in 2011 vervallen. Op grond van artikel 5.2 NRgfo dient voor de berekening van de gemiddelde NAV van de Committee of European Securities Regulators (CESR) Guidelines te worden uitgegaan. Bij toepassing van de CESR methodiek zal bij de berekening van de gemiddelde NAV de normale frequentie van de intrinsieke waarde berekening van het fonds als basis worden genomen. Dit betekent dat het fonds bij de berekening van de gemiddelde NAV over de periode 30 juni 2012 tot en met 30 juni 2013 als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor uitgaat van 53 meetmomenten, bestaande uit de reguliere handelsdagen en 30 juni 2012 en 30 juni 2013. Hierbij worden de bedragen per 30 juni 2012 en 30 juni 2013 voor ieder 50% meegenomen. Het toepassen van de CESR methodiek heeft niet geleid tot een materiele verandering van de kosten- en de omloopfactor over 2012 en de eerste helft van 2013 in vergelijking tot de eerder toegepaste berekeningswijze. Onder totale kosten worden begrepen de kosten van beheer en toezicht, de overige kosten, de kosten van vreemd vermogen, alsmede de afschrijving immateriële activa. Voor de goede orde zij vermeld dat de transactiekosten onderdeel vormen van de kostprijs respectievelijk de verkoopprijs. Uitbesteding aan derden De Beheerder is gerechtigd zich bij het uitoefenen van zijn beheertaken te laten bijstaan door derden, mits de Beheerder de volledige eindverantwoordelijkheid voor de beheertaken houdt. Het beleggingsbeleid zal door de Beheerder niet worden uitbesteed aan derden. Het voeren van de fondsenadministratie (waaronder begrepen het verwerken van de beleggingstransacties en de inkomsten en uitgaven, het voeren van de participantenadministratie en de berekening van de netto vermogenswaarde) is krachtens overeenkomst uitbesteed aan een derde partij, te weten Institutional Trust Services B.V. (ITS) te Leusden. ITS voert daarnaast de directie van de bewaarder van andere door BNG Vermogensbeheer aangeboden beleggingsinstellingen, voor zover deze in de structuur van een fonds voor gemene rekening zijn opgezet. De beheerder heeft voorts de kantoorautomatisering uitbesteed aan een externe partij, te weten Exibit B.V. te Den Haag. Aan de Beheerder staan verder krachtens overeenkomst bepaalde expertise en faciliteiten inzake ondersteunende niet-effecten diensten (zoals juridische zaken en risk management) van BNG Bank ter beschikking.
32
HALFJAARVERSLAG
Personeel Het Fonds heeft geen personeel in dienst.
Den Haag, 27 augustus 2013 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
33
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO KAPITAALMARKTSELECT
OVERIGE GEGEVENS ■ Belangen van de directie van de beheerder Op 1 januari 2013 en 30 juni 2013 hadden de leden van de directie van de beheerder de volgende totale persoonlijke belangen bij de beleggingen van het fonds: EUR 36.000,- nominaal 4,125% Rabobank Nederland juli 14 25. Voorts hadden de leden van de directie van de beheerder geen belangen als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo.
■ Periodieke uitkering Het resultaat gedurende het boekjaar is toegevoegd aan het vermogen. Besluiten over het doen van periodieke uitkeringen aan participanten worden genomen door de Raad van Toezicht op basis van een daartoe strekkend voorstel van de beheerder (artikel 16.7 van de voorwaarden van beheer en bewaring).
■ Accountant Op het halfjaarverslag 2013 van BNG Fido Kapitaalmarktselect is geen accountantscontrole toegepast.
34
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
HALFJAARVERSLAG
2013
BNG FIDO GELDMARKTSELECT
35
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
VERSLAG VAN DE BEHEERDER Kerncijfers (x € 1.000) 2013
2012
2011
2010
2009
98.105 1.076.744
96.876 1.288.867
104.365 1.250.265
130.913 1.015.647
129.943 1.042.568
33.517 0
17.646 0
16.798 23
14.531 480
11.811 818
t/m juni Financiële vaste activa Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden Fondsvermogen plus vaste looptijd tranches Totaal bedrijfsopbrengsten
9.262
68.292
28.297
16.446
22382
(1.115.362)
(1.355.429)
(1.309.014)
(1.074.529)
(1.098.913)
102.266
116.252
90.734
103.488
108.609
4.182
83.885
4.337
19.502
80.966
Lasten
(6.164)
(18.985)
(26.230)
(21.159)
(36.558)
Resultaat
(1.982)
64.900
(21.893)
(1.657)
Aantal participaties: - Vaste Looptijd Tranches - Egalisatie Tranche II - Egalisatie Tranche I Intrinsieke waarde per participatie: - Egalisatie Tranche II - Egalisatie Tranche I
44.408
107.902,82
134.016,58
123.443,27
104.689,09
99.387,22
9.091,77
9.330,80
12.003,01
12.159,57
12.540,67
115,50
115,50
115,50
115,50
115,50
11.248,22 0,00
12.458,90 0,00
6.715,02 0,00
8.511,12 0,00
8.661,14 0,00
De w aarde en het resultaat van de verschillende tranches per participatie is afhankelijk van de met de participant gesloten overeenkomst.
Resultaten De beleggingsdoelstelling van BNG Fido Geldmarktselect (GMS) is erop gericht om een zo hoog mogelijk risico gewogen rendement na te streven en daarbij minimaal de geprognosticeerde rendementen te behalen. Hierbij geldt dat het fonds belegt in vastrentende waarden of afgeleide instrumenten daarvan conform de richtlijnen van de Wet fido. De balanswaarde van het BNG Fido Geldmarktselect daalde in het eerste halfjaar van 2013 met circa € 254 miljoen van € 1.472 miljoen naar € 1.218 miljoen. De daling was grotendeels toe te schrijven aan een afname van de Vaste Looptijd Tranches (VLT) met circa € 263 miljoen. De teruggang in VLT is doelbewust ingezet, omdat het bufferkapitaal in de vorm van Egalisatie Tranches II (ET2) afnam en de wens bestond om de omvang van de VLT in lijn te brengen met het verminderde bufferkapitaal. De afname van Egalisatie Tranches II (ET2) met circa € 14 miljoen werd voor het grootste deel veroorzaakt door de afloop van een Egalisatie Tranche II. De prognoserendementen op de VLT stegen licht in lijn met de Euribortarieven gedurende de verslagperiode. Driemaands Euribor steeg van 0,187% eind 2012 naar 0,218% eind juni 2013. Het beleid was erop gericht de gemiddelde kredietkwaliteit in stand te houden en een goede “carry” tussen de beleggingen en de verplichtingen te onderhouden.
Marktomstandigheden De Europese swaprentes zijn in het eerste halfjaar van 2013 toegenomen. Zo is de 10-jaars swaprente met 44 basispunten (0,44 procentpunt) gestegen tot 2,01% per eind juni. Korte rentes namen slechts licht toe. Driemaands Euribor steeg bijvoorbeeld met 3 basispunten naar 0,22% (zie figuur 1). Het afgelopen halfjaar zijn de renteverschillen van een aantal landen binnen de eurozone ten opzichte van Duitsland, dat als het meest veilige land wordt gezien, afgenomen. De Duitse 10-jaars staatsrente steeg in lijn met de swaprente, maar in Griekenland, Spanje en Portugal daalde de rente. In deze landen werden bezuinigingen en hervormingen doorgevoerd. Vooral Spanje bevond zich in de luwte en zag de druk om bij het Europese noodfonds aan te kloppen afnemen. Portugal begaf zich voor het eerst sinds 2011 op de kapitaalmarkt met de uitgifte van een 10-jaars lening en kreeg, samen met Ierland, van de Europese Unie zeven jaar extra om de verleende noodhulp terug te betalen. De ‘spread’ van Italië ten opzichte van Duitsland nam wel toe. Dit was het gevolg van de politieke onzekerheid in dat land. Er waren verkiezingen waarbij de stemmen zeer verdeeld waren. Hierdoor kon er niet direct een regering worden gevormd. Samen met het feit dat zowel de euro-kritische partij van Berlusconi als de anti-establishment beweging van Grillo veel kiezers wisten te trekken, zorgde dit voor onrust op de financiële markten. Pas na-
36
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
dat president Napolitano was herkozen, wat de weg effende voor de vorming van een breed gesteunde regering onder leiding van de nieuwe premier Letta, keerde de rust enigszins terug. Ook de verkiezingen in Cyprus trokken de aandacht. De pro-Europese Conservatieven wonnen, wat het sein was om de onderhandelingen met de Trojka van EU, ECB en IMF te starten over een pakket aan noodhulp. Er kwam een overeenkomst, waarbij alle spaarders bij de Cypriotische banken een heffing zouden moeten betalen. Het Cypriotische parlement keurde het reddingspakket af en de ECB dreigde de liquiditeitssteun aan de banken te staken. De banken gingen dicht en er kwamen restricties om een kapitaalsvlucht te voorkomen. Er werd een nieuw akkoord bereikt, waarbij spaargeld tot EUR 100.000 werd ontzien. Een andere opvallende gebeurtenis was de eerdere nationalisatie van SNS Reaal door de Nederlandse staat, waarbij de houders van aandelen en achtergestelde leningen werden onteigend. Gewone, ‘ongedekte’ senior obligaties bleven buiten schot, maar minister Dijsselbloem gaf aan er aan te hebben gedacht ook de gewone senior obligatiehouders te laten meedelen in de verliezen en zich hiervoor in Europa sterk te willen maken bij toekomstige nationalisaties. Tegen het einde van de verslagperiode werd tijdens een EU-topontmoeting door de Europese regeringsleiders het idee om in de toekomst obligatiehouders te laten meebetalen aan de redding van banken bekrachtigd. Onder invloed van de ontwikkelingen rond Cyprus en SNS namen de risico-opslagen op obligaties van financiële ondernemingen aanvankelijk toe. Later, toen de grootste paniek was weggeëbd, daalden de ‘spreads’ weer. Tijdens de EU-top in Brussel eind juni hebben zich geen verrassingen voorgedaan. Het meest markant was het voornemen om groei te stimuleren en jeugdwerkeloosheid aan te pakken. Zo zal de European Investment Bank een rol spelen bij het identificeren van projecten en het financieren via het EU-budget van het midden- en kleinbedrijf. Verder werd tijdens de top uitgesproken dat een verdere complementering van een bankenunie prioriteit heeft. De afgesproken maatregelen die ervoor moeten zorgen dat banken zich herkapitaliseren kwamen moeizaam tot stand en gingen voor menige partij niet ver genoeg. Er werd geen vooruitgang geboekt ten aanzien van het vormen van een fiscale, economische en politieke unie. De Euro Stoxx 50 aandelenindex sloot het halfjaar per saldo licht lager af. De euro daalde ten opzichte van de dollar iets in waarde en eindigde de maand juni op exact 1,30.
37
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
Figuur 1. Rentecurve (euro swap) Rentecurve (effectief rendement euro swap)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
Jun-13
0
Mar-13
2,50 2,25 2,00 1,75 1,50 % 1,25 1,00 0,75 0,50 0,25 0,00 jaar 28-mrt-13
28-jun-13
Figuur 2. Creditspreads voor de financiële sector versus staatsrente, 5-jaars Credit spreads versus Staatsobligaties (5-jaars looptijden) 2,25 2,00 1,75 1,50 1,25 % 1,00 0,75 0,50 0,25
Banken AAA 5-jaars
Banken AA 5-jaars
Dec-12
Sep-12
Jun-12
Mar-12
Dec-11
Sep-11
Jun-11
Mar-11
Dec-10
Sep-10
Jun-10
Mar-10
Dec-09
Sep-09
Jun-09
Mar-09
Dec-08
Sep-08
Jun-08
0,00
Swap 5-jaars
Figuur 3. Landenspreads ten opzichte van Duitsland, 10-jaars 10 jaars landenspreads vs. Duitsland
Spanje
Italie
Portugal
Jul-13
Apr-13
Jan-13
Oct-12
Jul-12
Apr-12
Jan-12
Oct-11
Jul-11
Apr-11
Jan-11
Oct-10
Jul-10
Apr-10
Jan-10
Oct-09
Jul-09
16,00 15,00 14,00 13,00 12,00 11,00 10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
38
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
Economische omgeving In Azië toonde de economie van China aanvankelijk veerkracht, maar in de laatste maanden van de verslagperiode waren er zorgen over de economische vooruitzichten. In Japan werden gedurende het eerste halfjaar door premier Shinzo Abe groeibevorderende maatregelen genomen, die ook wel “Abenomics” worden genoemd. Deze maatregelen steunen op drie pijlers, namelijk aanzienlijke fiscale stimulering, agressievere monetaire versoepeling door de Japanse centrale bank en structurele hervormingen van de Japanse economie. De maatregelen leidden in de eerste maanden sinds de invoering in februari tot een drastische verzwakking van de yen en tot een stijging van de Japanse aandelenmarkten. De macro-economische cijfers over de eerste maanden waren sterk.
productie iets af. De Federal Reserve, de centrale bank van de VS, liet de rente ongemoeid, maar liet bij monde van voorzitter Bernanke weten dat de neerwaartse risico’s voor de economie en de arbeidsmarkt zijn verminderd en dat, als deze trend zich zal voortzetten, de Fed later dit jaar minder obligaties zal gaan opkopen. De centrale bank denkt medio 2014 met het opkoopprogramma klaar te zijn. De werkloosheid zal dan naar verwachting ca. 7% bedragen en daarna verder dalen tot 6,5%. Bernanke zei er wel bij dat het beleid niet al definitief is vastgesteld en afhankelijk is van de economische data. In de eurozone is de economie gekrompen en is de werkloosheid als percentage van de beroepsbevolking opgelopen tot boven de 12%. Toch waren er diverse lichtpuntjes. Zo namen de dalingen van de detailhandelsverkopen en de industriële productie af en stegen het consumenten- en het producentenvertrouwen. Begin mei verlaagde de ECB de herfinancieringsrente met 25 basispunten tot 0,50%. Voorzitter Draghi stelde dat de centrale bank zo lang als nodig is een ruim monetair beleid zal voeren en bereid is om nadere actie te ondernemen zo snel als de economische omstandigheden daar aanleiding toe zouden geven.
Ook in de Verenigde Staten (VS) waren de macro-economische data overwegend positief van aard. De Amerikaanse huizenmarkt trok aan, met onder meer sterk stijgende woningverkopen en hogere huizenprijzen. Jaar-op-jaar gemeten stegen de huizenprijzen volgens de bekende S&P/Case-Shiller-index met circa 12%. Ook de arbeidsmarkt bleef aan de beterende hand, met een verdere toename van het aantal banen en een afname van de werkloosheid (tot 7,6% van de beroepsbevolking). Het consumentenvertrouwen kwam uit op het hoogste niveau sinds februari 2008. Ook het producentenvertrouwen, gemeten aan de hand van de inkoopmanagersindex, steeg. Aan de andere kant zwakten de groeipercentages van consumentenbestedingen, inkomens en industriële
In de VS daalde de consumentenprijsinflatie tot onder de 1,5% op jaarbasis. De kerninflatie (geschoond voor voedsel- en energieprijzen) lag hier net iets boven. Ook in de eurozone daalde de ‘gewone’ inflatie, tot net boven de 1,5%. De kerninflatie was nog een paar tienden van een procent lager. ..........................................
Figuur 4. Inflatie EMU versus olieprijsontwikkeling Inflatie en kerninflatie E.M.U (% jaar-op-jaar, linker schaal) en olieprijs (in euro's, rechter schaal) 100 4 3,6
90
3,2
80
2,8
70 Kerninflatie
2,4 60 2
Inflatie
50
1,6 1,2
40
0,8
30
0,4 20 0
Jul-13
Jan-13
Jul-12
Jan-12
Jul-11
Jan-11
Jul-10
Jan-10
Jul-09
Jan-09
Jul-08
Jan-08
Jul-07
Jan-07
Jul-06
Jan-06
Jul-05
Jan-05
Jul-04
0
Jan-04
10
-0,8
Jul-03
-0,4
Olieprijs
39
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
Figuur 5. Detailhandelsverkopen (Retail Sales), industriële productie (Industrial Production), consumenten- en producentenvertrouwen (Consumer Confidence and Industrial Confidence) EMU Detailhandelsverkopen & Industriele Productie (% jaar-op-jaar, linker schaal) en Consumentenvertrouwen & Producentenvertrouwen E.M.U. 10
20
8 6
10
Detailhandelsverkopen
4 2
0
0 -2
Industriele produktie
-10
-4 -6 -8
-20
Consumentenvertrouwen
-10 -12
-30
-14 -16
Producentenvertrouwen
-40
-18 -20
-50
Marktvooruitzichten Naar onze mening heeft de vergadering van 19 juni jl. van het beleidscomité van de Fed het rentelandschap veranderd. Het voornemen om geleidelijk minder obligaties te gaan opkopen heeft er, samen met de sterke economische cijfers, voor gezorgd dat het adagium van ‘lage rentes voor lange tijd’ niet langer op lijkt te gaan. Hiermee lijkt er, in ieder geval in de VS, voorzichtig een nieuwe trend naar hogere kapitaalmarktrentes te zijn ingezet. De rentebewegingen zullen hierbij de komende maanden volatiel kunnen zijn omdat het monetaire beleid afhankelijk is gemaakt van de economische data, die soms zullen meevallen en soms zullen tegenvallen. Gegeven de hoge correlatie van de Europese rentemarkten met die van de VS zullen ook de rentes op staatsobligaties uit de eurozone meer dan voorheen een opwaartse druk ondervinden, ook al bevindt de economie van de eurozone zich in een andere fase van de conjunctuur dan de VS. Dit betreft vooral obligaties met een looptijd langer dan een paar jaar. De ECB zal haar beleid voorlopig niet verkrappen. Kort na het einde van het halfjaar gaf de ECB zelfs expliciet aan te verwachten dat haar rentetarieven voor een langere tijdsperiode op het huidige of zelfs een lager niveau zullen blijven. Mogelijke rentestijgingen zullen daarom bij kortlopende obligaties relatief beperkt kunnen blijven. BNG Vermogensbeheer staat op het standpunt dat de eurozone door de politieke en monetaire autoriteiten in stand zal worden gehouden. De weg naar verdere Europese integratie zal echter lang en niet zonder hobbels zijn. We blijven van mening dat een groot deel van de rentedaling van de afgelopen jaren kan worden verklaard doordat marktpartijen die in euro’s beleggen ervoor kozen te ‘vluchten’ in als veilige haven beschouwde Duitse staatsleningen. Omdat we denken dat de Europese schuldencrisis stap voor stap zal worden opgelost zullen de rentes op staatsobligaties van de eurozone naar elkaar toe gaan bewegen, met hogere
jul-13
jan-13
jul-12
jan-12
jul-11
jan-11
jul-10
jan-10
jul-09
jan-09
jul-08
jan-08
jul-07
jan-07
jul-06
jan-06
jul-05
jan-05
jul-04
jan-04
jul-03
-22
rentes in kernlanden zoals Duitsland. De Nederlandse lange rente steeg in deze periode het meest ten opzichte van andere Europese AAA-landen en zelfs ten opzichte van de Franse rente. Dit was het gevolg van toenemende zorgen over de Nederlandse economische groei bij beleggers. We houden daarom bij voorkeur de duration (rentegevoeligheid) van de beleggingen in de kernlanden relatief laag en dan vooral bij Nederlandse staatsleningen. We adviseren om een deel van de lage duration in de kernlanden te compenseren met beleggingen in de periferie, als de ratingvereisten van de portefeuille dat toelaten. Economische groei lijkt, na een periode van een focus op bezuinigingen, het de nieuwe mantra van de Europese beleidsmakers te zijn geworden. Deze verhoogt de kans om uit de crisis te groeien en verlaagt het risico op protesten van burgers die ‘bezuinigingsmoe’ zijn. Met het zogenaamde OMT (Outright Monetary Transactions) programma als achtervang, waarmee de ECB staatsobligaties van landen die noodsteun krijgen kan opkopen, vormen vooral kortlopende staatsobligaties uit de periferie relatief veilige beleggingen. De gebeurtenissen in Cyprus en de nationalisatie van SNS Reaal door de Nederlandse staat hadden ons al geleerd dat houders van bankobligaties er niet langer op kunnen rekenen te worden gespaard als er een bank van de ondergang moet worden gered. De risicoopslagen van ‘ongedekte’ bankobligaties (senior en achtergesteld) zullen naar onze mening volatieler worden en op een hoger niveau komen te liggen dan voorheen. We willen daarom de procentuele belangen in ongedekte obligaties van financiële ondernemingen binnen de beleggingsportefeuille verlagen en de wegingen in staats- en staatsgegarandeerde obligaties en covered bonds verhogen.
Den Haag, 27 augustus 2013 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
40
HALFJAARVERSLAG 2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
41
BELEGGINGEN Per 30-06-2013 Om schrijv ing
Amortisatie-/
Opgelopen
% van de
marktwaarde
interest
beleggingen
x € 1.000
x € 1.000
%
Obligaties Held-to-Maturity (amortisatiewaarde) DISAGIO FINANCIELE INSTRUMENTEN Held-to-Maturity (nominaal) 5,971% CREDIT AGRICOLE 2/1/2018 var% DEPFA ACS BANK 12/15/2015 var% DEXIA CREDIT LOCAL 3/16/2016 3,5% ING BANK NV 9/16/2020 4% LEGAL & GENERAL 6/8/2025 0% RABOBANK NEDERLAND 7/6/2017 0% ROYAL BANK OF SCOTLAND PLC 11/8/2013
98.105 4.395 102.500 4.000 4.500 20.000 7.000 2.000 15.000 50.000
296 0 296 97 1 0 193 5 0 0
8,4 (0,4) 8,8 0,4 0,4 1,7 0,6 0,2 1,3 4,3
Staat en semi-staat 4% ALLIED IRISH BANKS PLC 3/19/2015 4% BANK OF IRELAND 1/28/2015 0,625% BANQUE PSA FINANCE 4/8/2016 3,5% BELGIUM KINGDOM 6/28/2017 4% BELGIUM KINGDOM 3/28/2017 var% BELGIUM KINGDOM 2/15/2016 4,25% BRADFORD & BINGLEY PLC 5/4/2016 4,875% BRADFORD & BINGLEY PLC 6/28/2017 0% CERT DI CREDITO DEL TES 9/30/2013 var% CERT DI CREDITO DEL TES 7/1/2016 1,5% DEUTSCHLAND REP 4/15/2016 var% DEXIA CREDIT LOCAL 3/28/2014 0,875% EFSF 4/16/2018 1,125% EFSF 11/30/2017 1,625% EFSF 9/15/2017 2% EFSF 5/15/2017 1,301% EINDHOVEN MUNICIPALITY 3/30/2015 2,625% EUROPEAN INVESTMENT BANK 3/16/2020 3,125% EUROPEAN INVESTMENT BANK 3/3/2017 4,75% EUROPEAN INVESTMENT BANK 10/15/2017 var% EUROPEAN INVESTMENT BANK 7/27/2016 3% FLEMISH COMMUNITY 1/31/2018 var% FORTIS BANK NED 5/7/2014 5% FRANCE (GOVT OF) OAT 10/25/2016 0,45% FRENCH TREASURY 7/25/2016 4% IRISH TREASURY 1/15/2014 4,6% IRISH TREASURY 4/18/2016 5,5% IRISH TREASURY BILL 10/18/2017 2,1% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 9/15/2016 2,15% IT BUONI POLIENNALI DEL TESORO 9/15/2014 var% JYSKE BANK A/S 3/31/2014 0,875% KINGDOM OF SWEDEN 1/31/2018 1,25% NETHERLANDS GOVERNMENT 1/15/2019 3,5% SNS BANK NV 3/10/2014 2,125% UNEDIC 6/1/2018
303.045 8.243 2.059 1.996 16.377 11.084 5.062 33.832 17.116 4.993 4.844 6.096 5.043 11.782 4.497 6.130 10.371 5.088 5.331 5.421 5.796 5.006 3.959 5.030 5.698 10.757 10.206 16.091 7.749 26.767 7.405 4.995 9.998 9.987 5.112 3.124
2.086 90 34 3 3 103 5 206 4 0 31 18 0 22 35 93 25 17 38 51 168 2 46 7 170 44 182 138 269 151 38 0 36 1 54 5
26,2 0,7 0,2 0,2 1,4 1,0 0,4 2,9 1,5 0,4 0,4 0,5 0,4 1,0 0,4 0,5 0,9 0,4 0,5 0,5 0,5 0,4 0,3 0,4 0,5 0,9 0,9 1,4 0,7 2,3 0,6 0,4 0,9 0,9 0,4 0,3
Financiële dienstverlening 3,125% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 6/30/2014 3,375% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 6/8/2015 3,625% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 10/5/2017 3,625% ABBEY NAT. TRES. SERV. PLC/LONDON 10/14/2016 3,25% ABN AMRO BANK NV 9/21/2015 3,5% ABN AMRO BANK NV 9/21/2022 4,25% ABN AMRO BANK NV 4/6/2021 var% ABN AMRO BANK NV 6/8/2015 4% ALLIANZ FINANCE II BV 11/23/2016 2,25% AXA BANK EUROPE SCF 4/19/2017 3,75% BANCO COMERC PORTUGUES 10/8/2016 3,875% BANCO SANTANDER SA 5/27/2014 2,5% BANK NL GEMEENTEN 11/15/2017 3,375% BANK NL GEMEENTEN 6/1/2015
717.188 3.079 5.257 3.292 5.426 17.956 3.315 2.321 2.312 3.840 6.781 4.978 20.495 5.318 2.113
6.453 0 10 80 129 427 81 20 1 84 29 136 72 78 5
62,1 0,3 0,5 0,3 0,5 1,6 0,3 0,2 0,2 0,3 0,6 0,4 1,8 0,5 0,2
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
42
BELEGGINGEN (VERVOLG) Per 30-06-2013 Om schrijving
var% BANK OF SCOTLAND PLC 3/21/2017 var% BANQUE FED. DU CREDIT MUTUEL 2/10/2016 5% BANQUE FED. DU CREDIT MUTUEL 9/30/2015 2,25% BARCLAYS BANK PLC 2/22/2017 3,25% BBVA SENIOR FIN 4/23/2015 0% BK NEDERLANDSE GEMEENTEN 9/4/2015 3,5% BNP PARIBAS 3/7/2016 5,431% BNP PARIBAS 9/7/2017 4,125% BNP PARIBAS HOME LOAN 1/15/2014 2,5% BOLIGKREDIT 6/23/2015 1,5% BPCE SFH 2/28/2018 2,25% CIE FIN. FONCIER 8/21/2015 3,125% CM-CIC COVERED B 1/21/2015 1,875% CREDIT AGRICOLE 9/20/2019 2,125% CREDIT AGRICOLE HOME LOAN 7/10/2017 2,875% CREDIT AGRICOLE HOME LOAN 9/9/2016 var% CREDIT LOGEMENT SA 6/15/2017 3,25% DANSKE BANK A/S 3/9/2016 3,25% DANSKE BANK A/S 10/7/2015 var% DEKABANK 8/14/2015 1,5% DEPFA PFANDBRIEFBANK AG 3/18/2020 1,625% DEUT PFANDBRIEFBANK AG 7/4/2017 2,125% DEUT PFANDBRIEFBANK AG 6/3/2019 var% DEUTSCHE BANK AG 1/16/2014 var% DEUTSCHE BANK AG 9/22/2015 var% DEUTSCHE BANK AG 9/20/2016 2,375% DNB BOLIGKREDITT 4/11/2017 2,625% DNB NOR BOLIGKREDITT 1/11/2016 2,75% DNB NOR BOLIGKREDITT 4/20/2015 1,036% DNB NOR BOLIGKREDITT 3/1/2016 2,25% EUROHYPO AG 6/15/2015 0% HSBC BANK PL 12/29/2015 var% HSH NORDBANK AG 2/14/2017 2,25% ING BANK NV 8/31/2015 3,25% ING BANK NV 3/3/2016 var% ING BANK NV 3/18/2016 1,125% KBC BANK NV 12/11/2017 var% LANDESBK SAHSEN 6/2/2015 1,375% LB BADEN-WUERTT 6/1/2018 3,375% LLOYDS TSB BANK PLC 3/17/2015 3,5% LLOYDS TSB BANK PLC 1/11/2017 var% LLOYDS TSB BANK PLC 7/9/2016 2,875% NATIONWIDE BUILDING SOC. 9/14/2015 3,375% NEDER WATERSCHAPSBANK 1/19/2016 1,375% NORDEA BANK AB 4/12/2018 2,25% NORDEA BANK AB 10/5/2017 2,75% NORDEA BANK AB 8/11/2015 3,625% NORDEA BANK AB 2/11/2016 3,625% NORTHERN ROCK ASSET MGT. PLC 4/20/2015 3,875% NORTHERN ROCK ASSET MGT. PLC 11/16/2020 4,125% NORTHERN ROCK ASSET MGT. PLC 3/27/2017 2,375% OP MORTGAGE BANK 6/15/2015 3,25% OP MORTGAGE BANK 4/1/2016 1,25% POHJOLA BANK PLC 5/14/2018 3% POHJOLA BANK PLC 9/8/2017 4,5% POHJOLA BANK PLC 5/22/2014 2,7% RABOBANK NEDERLAND 9/30/2015 3,375% RABOBANK NEDERLAND 4/21/2017 3,5% RABOBANK NEDERLAND 10/17/2018 3,75% RABOBANK NEDERLAND 11/9/2020 3,875% RABOBANK NEDERLAND 4/20/2016 4,375% RABOBANK NEDERLAND 6/7/2021 4,375% RABOBANK NEDERLAND 5/5/2016 5,875% RABOBANK NEDERLAND 5/20/2019 0% RABOBANK NEDERLAND 10/25/2018 var% RABOBANK NEDERLAND 2/1/2016
Amortisatie-/
Opgelopen
% van de
marktwaarde
interest
beleggingen
x € 1.000
x € 1.000
%
4.632 2.971 2.145 9.398 5.084 1.497 8.502 3.348 10.206 6.744 5.028 2.066 5.203 4.040 6.742 5.306 10.405 5.328 5.286 5.011 4.933 2.555 3.095 2.997 11.743 16.972 5.250 17.810 6.028 10.085 7.229 55.636 3.719 20.680 5.323 9.544 1.989 4.002 2.027 13.193 4.342 4.825 4.192 2.672 6.917 15.068 5.211 2.137 15.791 5.604 28.216 3.105 5.343 4.422 5.303 5.183 2.083 7.515 5.439 8.186 21.542 5.692 30.140 2.302 19.980 5.003
1 2 75 71 30 0 88 132 188 3 25 39 68 58 134 116 4 50 118 2 21 40 5 7 2 5 26 208 31 35 6 0 8 374 53 3 12 1 2 122 65 12 91 37 21 241 122 28 106 120 274 3 40 7 121 24 40 45 123 192 151 14 185 13 0 5
0,4 0,3 0,2 0,8 0,4 0,1 0,7 0,3 0,9 0,6 0,4 0,2 0,5 0,4 0,6 0,5 0,9 0,5 0,5 0,4 0,4 0,2 0,3 0,3 1,0 1,5 0,5 1,6 0,5 0,9 0,6 4,8 0,3 1,8 0,5 0,8 0,2 0,3 0,2 1,1 0,4 0,4 0,4 0,2 0,6 1,3 0,5 0,2 1,4 0,5 2,5 0,3 0,5 0,4 0,5 0,5 0,2 0,7 0,5 0,7 1,9 0,5 2,6 0,2 1,7 0,4
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
43
BELEGGINGEN (VERVOLG) Per 30-06-2013 Om schrijving
var% RABOBANK NEDERLAND 9/20/2017 3% ROYAL BANK OF SCOTLAND PLC 9/8/2015 4% ROYAL BANK OF SCOTLAND PLC 3/15/2016 4,25% ROYAL BANK OF SCOTLAND PLC 5/11/2016 var% SANPAOLO IMI 2/20/2018 var% SANTANDER ISSUANCES 7/25/2017 3,25% SOCIETE GENERALE SFH 6/6/2016 2,125% SPAREBANKEN VEST 4/7/2017 1,5% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 7/6/2015 2,25% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 6/14/2018 3,375% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 7/17/2017 3,625% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 2/16/2016 3,75% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 2/24/2017 3% UBS AG/LONDON 10/6/2014 1,25% UNICREDIT BK AG 4/22/2020 var% UNICREDITO ITALIANO 2/18/2015
Derivaten Interest Rate Swaps 4,14% BNP IRS FIXED LEG 12/20/2035 var% BNP IRS FLOATING LEG 12/20/2035
Beleggingsfondsen in v astrentende waarden BNGOMS02
Kortgeld faciliteit 0,7% KAS BANK NV 7/5/2013
Liquiditeiten
Totaal beleggingen inclusief liquiditeiten
Amortisatie-/
Opgelopen
% van de
marktwaarde
interest
beleggingen
x € 1.000
x € 1.000
%
9.742 10.487 5.417 6.434 8.755 2.706 5.562 3.115 3.041 5.145 16.148 5.343 2.174 2.064 2.634 1.969
1 242 59 35 12 6 11 15 44 5 483 67 26 44 6 1
0,8 0,9 0,5 0,6 0,8 0,2 0,5 0,3 0,3 0,4 1,4 0,5 0,2 0,2 0,2 0,2
1.118.338
8.835
96,7
615.909 (8.143) -
0 0
52,9 (0,7) -
(8.143)
0
(0,7)
56.511
0
4,9
56.511
0
4,9
(20.000)
-1
(1,7)
(20.000)
-1
(1,7)
-
9.262
1.155.968
0,8
8.834
100,0
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
44
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
HALFJAARREKENING
2013
BNG FIDO GELDMARKTSELECT
45
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
46
BALANS PER 30 JUNI 2013 na resultaatverdeling
30-06-2013
31-12-2012
x € 1.000
x € 1.000
1.020.233 56.511 1.076.744
1.230.570 58.297 1.288.867
8.834
16.617
(1)
Beleggingen Obligaties Beleggingsfondsen Vorderingen
(2)
Te vorderen interest
(2a)
Overige vorderingen en overlopende activa (3)
Ov erige activ a (3a)
Financiële vaste activa
(1)( a)
Liquiditeiten
24.683
1.029
33.517
17.646
98.105
96.876
9.262
68.292
107.367
165.168
1.081.583
1.343.859
8.143
10.071
(2)
Kortlopende schulden Vaste Looptijd Tranches Derivaten
(5a)
(1) (1)
Kortgeldfaciliteit
20.000
Overige schulden en overlopende passiva
Uitkomst van vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Uitkomst van activa min kortlopende schulden
Egalisatie Tranches II
1.499
1.115.362
1.355.429
(974.478)
(1.172.615)
102.266
116.252
102.266 102.266
116.252 116.252
102.266
116.252
(4b)
(4)
Fondsverm ogen
-
5.636
(4a)
Uitkomst van Fondsvermogen plus langlopende schulden
(*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
WINST- EN VERLIESREKENING 01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
x € 1.000
x € 1.000
Baten Opbrengsten uit beleggingen Interestresultaat obligaties (6) Interestresultaat deposito's (7) Interestresultaat interest rate sw aps Interest op liquiditeiten (8)
(8)
13.970 (1) 13.969
28.047 (89) (323) 22 27.657
1.628 2.569 4.197
7.367 823 (10.409) (2.219)
(9)
Gerealiseerde waardev eranderingen van beleggingen Obligaties Vrijval agio/disagio Futures (10) (9)
Ongerealiseerde waardev eranderingen van beleggingen Obligaties (11) Geamortiseerde agio/disagio Interest rate sw aps Beleggingsfondsen in vastrentende w aarden
Som der opbrengsten
(15.355) 1.229 1.928 (1.786) (13.984)
56.226 1.688 (2.943) 3.476 58.447
4.182
83.885
Lasten (12) Kosten (5) Interestkosten Vaste Looptijd Tranches Som der lasten
(2.491) (3.673) (6.164)
(4.619) (14.366) (18.985)
Resultaat
(1.982)
64.900
(*)
Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening
47
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
KASSTROOMOVERZICHT 01-01-2013 t/m 30-06-2013 x € 1.000 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat
(1.982)
Gerealiseerde w aardeverschillen
(1.628)
Ongerealiseerde w aardeverschillen
13.984
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
64.900 (8.190) (58.447)
Aankopen van beleggingen
(188.805)
(868.474)
Verkopen van beleggingen
405.415
836.941
Mutatie kortlopende vorderingen
(15.871)
Mutatie kortlopende schulden Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
4.137 215.250
(824) 256 (33.838)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten bij uitgifte Vaste Looptijd Tranches Betaald bij inname Vaste Looptijd Tranches Opgelopen rente Vaste Looptijd Tranches Betaald bij inname participaties Egalisatie Tranches Kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto Kasstroom Liquiditeiten begin verslagperiode/boekjaar Liquiditeiten eind verslagperiode/boekjaar Mutatie liquiditeiten
1.204.834
3.803.501
(1.470.783)
(3.714.786)
3.673
14.366
(12.004)
(29.248)
(274.280)
73.833
(59.030)
39.995
68.292 9.262 (59.030)
28.297 68.292 39.995
48
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING ■ Algemeen BNG Fido Geldmarktselect, (“het Fonds”), gevestigd te Den Haag, is een fonds voor gemene rekening dat voor rekening en risico van de participanten het vermogen belegt in vastrentende waarden en hoofdsomgegarandeerde beleggingen, uitgegeven door (semi-) overheidsinstellingen respectievelijk door eersteklas debiteuren uit de financiële sector die gevestigd zijn in de landen van de Europese Economische Ruimte, luidend in euro of de voormalige valuta van de aan de EMU deelnemende landen. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als beheerder van beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 2:65 lid 1 sub a Wet op het financieel toezicht (Wft). BNG Fido Geldmarktselect heeft een ‘open-end’ karakter in die zin dat, onder de in het prospectus genoemde voorwaarden, uitgifte respectievelijk vervreemding van participaties aan het fonds op een handelsdag mogelijk is. Naar aanleiding van verzoeken van participanten is besloten om de mogelijkheid te bieden vaker een handelsdag in te stellen en participanten zowel in nieuwe als in reeds gevormde tranches te kunnen laten deelnemen. In beginsel kunnen dagelijks nieuwe tranches worden ingesteld en/of participaties in bestaande tranches worden uitgegeven. Participaties in Egalisatie Tranches zijn onder voorwaarden royeerbaar. Mocht royement van participaties, gezien de omstandigheden op de markten waarop activa en passiva van het fonds worden verhandeld of gezien het belang van de overige participanten in het fonds naar het oordeel van de beheerder bezwaarlijk zijn, dan heeft hij de bevoegdheid het royement van de betreffende participaties op te schorten, zo nodig tot het einde van de looptijd van de betreffende tranche. Indien en zodra opschorting van het royement naar het oordeel van de beheerder geen doel meer dient, zal uitbetaling aan de participant plaatsvinden. In het geval van opschorting ontvangt de participant die om royement had verzocht een betaling die gelijk is aan: a) de inleg vermeerderd met het prognoserendement naar rato van de deelgenomen periode danwel b) de contante waarde van de participaties tegen de op dat moment geldende marktomstandigheden onder de voorwaarden van de tranche indien deze lager is. BNG Vermogensbeheer B.V. fungeert als beheerder en is als zodanig belast met het beheer van het fonds. De Stichting ITS Bewaarder BNG Fondsen fungeert als bewaarder en is als zodanig belast met de bewaring van de vermogensbestanddelen van het fonds. De beheerder heeft namens het fonds een overeenkomst gesloten met Stichting ITS Bewaarder BNG Fondsen, gevestigd te Leusden ("de Stichting"). De Stichting treedt op als bewaarder van de bezittingen (liquide middelen en beleggingen) van het fonds. In de halfjaarrekening van het fonds zijn de liquide middelen en beleggingen die op naam staan van de Stichting, verwerkt, aangezien het economisch eigendom hiervan bij het fonds berust en alleen het juridisch eigendom bij de Stichting.
■ Grondslagen voor de opstelling van de halfjaarrekening Algemeen De halfjaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten met inachtneming van het hiernavolgende. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van de verslagperiode, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de halfjaarrekening bekend zijn geworden.
49
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva
(1) Beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke op balansdatum is gelijkgesteld aan de marktprijs geldend op het einde van de balansdatum. Voor de waardering van beleggingen wordt in principe gebruik gemaakt van externe koersbronnen, zoals Bloomberg. Voor de waardering van illiquide beleggingen (dit betreft beleggingen waarin naar maatstaven van de beheerder te weinig handel plaatsvindt) wordt gebruik gemaakt van alternatieve, door de beheerder goedgekeurde koersbronnen en waarderingsmodellen. Binnen de gehanteerde waarderingsmodellen wordt gebruik gemaakt van inputvariabelen verkregen uit open bronnen, zoals rating curves, CDS-spreads of peer bonds. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen worden verantwoord in de winsten verliesrekening. Een deel van de beleggingsportefeuille is, door de intentie van de beheerder om de beleggingen aan te houden tot het einde van de looptijd, geclassificeerd als “Held-to-Maturity (HtM)”. HtM beleggingen worden initieel gewaardeerd tegen de nominale waarde (aflossingswaarde), vermeerderd of verminderd met het nog aan het resultaat toe te rekenen bedrag van agio of disagio. Agio of disagio wordt bepaald als het verschil tussen de kostprijs en de nominale waarde (aflossingswaarde) op het moment van aanschaf of classificatie als HtM. Het agio of disagio wordt vervolgens gedurende de resterende looptijd, dat wil zeggen tot het moment van aflossing van de belegging, ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening geamortiseerd, volgens de lineaire amortisatie methode. (2) Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden opgenomen tegen nominale waarde, waar nodig rekening houdend met voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en schulden worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Tenzij anders vermeld, bijvoorbeeld indien er sprake is van agio of disagio en transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs van de vorderingen en schulden gelijk aan de nominale waarde.
(5a) Kort- en lang lopende schulden De onder de kort- en langlopende schulden opgenomen Vaste Looptijd Tranches worden gewaardeerd tegen de nominale waarde vermeerderd met de opgelopen rente op balansdatum en verminderd met eventueel gealloceerde verliezen. De opgelopen rente wordt verantwoord als Interestkosten Vaste Looptijd Tranches. De waarde van Egalisatie Tranche I respectievelijk de waarde van Egalisatie Tranche II wordt bepaald door het door de participanten in de desbetreffende Tranche ingelegde vermogen per balansdatum te verhogen dan wel te verlagen met de aan de desbetreffende Tranche gealloceerde rendementen door het fonds behaald per balansdatum. Grondslagen voor de resultaatbepaling
Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop zij betrekking hebben. (6) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode. (7) Interestresultaat deposito’s Het interestresultaat deposito’s is de resultante van ontvangen coupons en het verschil tussen de opgelopen interest aan het eind en begin van de verslagperiode. (8) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (10) Futures Het resultaat op futures is het cumulatieve resultaat van alle nog open staande en reeds gesloten contracten gedurende de verslagperiode. Het resultaat van de per balansdatum nog openstaande contracten wordt bepaald door het verschil te nemen tussen de slotkoers per balansdatum en de transactiewaarde op moment van aangaan van de contracten. Het resultaat van de gesloten posities wordt bepaald door het verschil tussen de eindwaarde bij sluiting van de contracten en de koers waartegen de contracten zijn aangegaan of de waarde aan het begin van de verslagperiode. De futures worden op dagbasis afgerekend. Derhalve is geen waarde zichtbaar in de balans.
50
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
(11) Verwerking (dis)agio financiële instrumenten Het agio of disagio wordt gedurende de resterende looptijd, dat wil zeggen tot het moment van aflossing van de belegging, lineair ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening geamortiseerd, met inachtneming van de bepalingen van RJ 290.516. Verbonden partijen Het fonds kan beleggen in financiële producten die worden beheerd door de beheerder van het fonds of die werden ontwikkeld door een aan de beheerder van het fonds verbonden partij. Het fonds kan ook transacties aangaan met gelieerde partijen. Deze transacties kunnen onder meer beleggingstransacties en overeenkomsten tot bewaring van effecten betreffen. In deze gevallen is er sprake van transacties tussen verbonden partijen. Hierbij worden normale marktvoorwaarden toegepast en worden normale, marktconforme vergoedingen in rekening gebracht. Uit de beleggingen in BNG Fido Optimaalselect vloeien voor het fonds kosten voort. De Total Expense Ratio (TER) van deze beleggingsinstelling bedroeg over het boekjaar 2012 0,30% (2011:0,33%). Deze kosten komen voor een deel ten gunste van de beheerder van BNG Fido Geldmarktselect en kunnen worden beschouwd als een marktconforme beheervergoeding. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, tenzij anders aangegeven. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquiditeiten. Ontvangen interest, ontvangen coupons, waardeverschillen op beleggingen worden opgenomen onder de kasstroom uit beleggingsactiviteiten. Ontvangsten bij geplaatste participaties en uitkeringen aan participanten worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De posten ‘aankopen van beleggingen’ en ‘verkopen van beleggingen’ en de posten ‘ontvangsten bij uitgifte van Vaste Looptijd Tranches’ en ‘betaald bij inname van Vaste Looptijd Tranches’ zijn omwille van het inzicht opgenomen volgens de directe methode.
■
Risico’s samenhangend met beleggen in het fonds
Algemeen Transacties in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat financiële risico’s door het fonds worden verkregen of overgedragen aan een andere partij. De beheerder ziet toe op beheersing van de risico’s. De risico’s die verbonden zijn aan de beleggingen en het beleggingsbeleid van het Fonds zijn, voor zover zij betrekking hebben op beleggingen in het fonds, als volgt te omschrijven: Marktrisico De prijzen van (een categorie van) beleggingstitels in een markt kunnen door verschillende oorzaken dalen, waardoor de prijs en de waarde van de beleggingen van het Fonds kunnen worden beïnvloed. Als belangrijkste oorzaken kunnen worden genoemd:
Economisch risico Hieronder wordt verstaan risico’s met betrekking tot inkomens en economische structuur, economische groei verwachtingen, fiscale flexibiliteit, collectieve staatsschuld en monetair beleid. Politiek risico Hieronder wordt verstaan risico’s met betrekking tot stabiliteit en legitimiteit van politieke instituten, ordelijke opvolging van de politieke leiders, transparantie bij de economische besluitvorming, nationale veiligheid en geopolitieke risico's.
Structuurrisico Hieronder wordt verstaan risico’s met betrekking tot de veiligheid en het veiligheidsgevoel in een land en verstoring van het “mondiaal” financieel stelsel. Het risico van een algehele crisis op één of meerdere markten door economische, politieke of structuuroorzaken is moeilijk in te perken anders dan door spreiding in de beleggingen. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is de som van alle risico’s die bij een beleggingportefeuille aan de orde zijn. Het betreft meer specifiek, echter niet uitputtend, de volgende risico’s:
Renterisico Het Fonds belegt in vastrentende waarden, zoals bijvoorbeeld obligaties, deposito’s, medium term notes of afgeleide instrumenten daarvan. De waardeontwikkeling van het Fonds is afhankelijk van de waardeontwikkeling van deze beleggingstitels. De waardeontwikkeling van de beleggingen is afhankelijk van de ontwikkeling van de kapitaalmarktrente en de kredietrisico-opslagen op de beleggingen.
51
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
52
Wanneer de kapitaalmarktrente stijgt, zal de waarde van beleggingen in vastrentende waarden dalen en omgekeerd.
Kredietrisico Aan een belegging in vastrentende waarden is debiteurenrisico verbonden. De waarde van de beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instellingen, de debiteuren. Veranderende inzichten ten aanzien van de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen, of zelfs van sectoren, kunnen de waarde van de beleggingen zowel positief als negatief beïnvloeden. Bepalend is hier de inschatting in hoeverre een debiteur “tijdig” kan voldoen aan zijn betalingsverplichting van rente en aflossing. De beheerder stelt hoge eisen aan de kredietwaardigheid van uitgevende instellingen ten tijde van het aangaan van de belegging. Niet uit te sluiten echter is een onverwachtse verslechtering van de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling ten gevolge waarvan de waarde van een beleggingstitel kan dalen. In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de kredietwaardigheid van de portefeuille per 30 juni 2013 ten opzichte van het vorige boekjaar. De beheerder tracht het beleggingsrisico bestaande uit rente- en kredietrisico door het voeren van een actief beleggingsbeleid binnen het in de fondsvoorwaarden beschreven verwachte risicoprofiel te houden.
Tabel 1 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid
30-06-2013
31-12-2012
% van het vermogen
% van het vermogen
AAA
31,0
40,7
AA+
9,2
4,8
AA
19,4
18,5
AA-
14,1
10,8
A+
1,3
1,3
A
1,4
2,5
A-
7,1
6,0
12,1
6,7
BBB
1,5
5,3
BBB-
1,1
1,0
BB+
1,0
1,5
BB
-
0,3
B+
0,4
-
BB-
-
0,3
BBB+
B-
-
0,4
CCC+
0,3
-
Totaal
100,0
100,0
Concentratierisico Een concentratie van de risico’s in componenten binnen de beleggingsportefeuille, zoals een spreiding over slechts enkele debiteuren, een spreiding over slechts enkele landen of een spreiding over slechts enkele looptijden, zal het risico van het fonds verhogen. Doordat de beleggingen door het Fonds (en de daaraan gestelde voorwaarden) zijn afgestemd op de normen die gesteld zijn aan het beheer van gemeenschapsgelden als neergelegd in de Wet Fido zijn enerzijds de kredietrisico’s beperkt tot de sector financials en beleggingen met een solvabiliteit vrije status. Anderzijds brengt dit een hoger concentratierisico met zich mee naar die sectoren. De beheerder zal bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille streven naar adequate spreiding van risico’s naar de verschillende risicocomponenten. In tabel 2 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per 30 juni 2013 ten opzichte van het vorige boekjaar weergegeven. In tabel 3 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per 30 juni 2013 ten opzichte van het vorige boekjaar.
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
53
Tabel 2 Grootste debiteuren van de portefeuille in procenten van het vermogen Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde Rabobank Nederland
30-06-2013
31-12-2012
% van het vermogen
% van het vermogen
11,1
10,7
Bundesobligation I/L
-
9,1
HSBC Holdings PLC
4,7
5,7
Royal Bk Of Scotland PLC
6,1
4,9
-
4,3
BNG Fondsen
4,8
-
Bradford & Bingley PLC
4,3
-
ABN AMRO BANK NV
Tabel 3 Landenverdeling van de portefeuille in percentage van het vermogen Landenverdeling
30-06-2013
31-12-2012
% van het vermogen
% van het vermogen
25,6
29,5
Duitsland (DE)
6,5
13,9
Zweden (SE)
6,1
3,3
Verenigd Koninkrijk (GB)
24,4
20,1
Frankrijk (FR)
10,2
10,6
Spanje (ES)
2,4
3,1
Supranationaal (SNAT)
4,6
3,0
Noorw egen (NO)
4,2
3,5
Ierland (IE)
4,2
1,8
Finland (FI)
2,0
1,7
Denemarken (DK)
1,3
1,4
Belgie (BE)
3,3
3,9
Italie (IT)
4,6
3,5
Portugal (PT)
0,4
0,3
Zwitserland (CH)
0,2
0,5
100,0
100,0
Nederland (NL)
Liquiditeitsrisico De liquiditeit van de beleggingen van het fonds is de mate van verhandelbaarheid van de beleggingstitels waarin door het fonds wordt belegd. Een beperkte liquiditeit in een beleggingstitel kan ertoe leiden dat de beleggingstitel tegen een substantieel lagere prijs wordt verhandeld dan de theoretische waarde van de beleggingstitel. De beheerder stelt zich ten doel bij het samenstellen van de beleggingsportefeuille voldoende liquiditeit op fondsniveau te waarborgen. Dit laat echter onverlet dat onder bepaalde omstandigheden, zoals een bedreiging van de ordelijkheid van het financiële stelsel, tijdelijke of langdurige verstoringen in de liquiditeit van de beleggingsportefeuille op kunnen treden.
Inflatierisico Inflatie is een belangrijke component van de vergoeding die investeerders eisen voor het beschikbaar stellen van kapitaal. Immers de inflatie zorgt voor geldontwaarding. Om het geïnvesteerde kapitaal in stand te houden dient de vergoeding minimaal even groot te zijn als het inflatiepeil. Stijgende inflatie leidt tot een hogere geëiste vergoeding door investeerders voor het beschikbaar stellen van kapitaal. In de regel zal een hogere inflatie leiden tot hogere kapitaalmarktrente en hogere kapitaalmarktrente leidt tot een lagere waarde van vastrentende beleggingen. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een stijging van de inflatie een negatieve invloed heeft op de reële waarde van effecten. Flexibiliteitsrisico De participaties zijn niet verhandelbaar of overdraagbaar aan derden, als gevolg waarvan er geen flexibiliteit bestaat ten aanzien van uitstappen, anders dan op grond van royement voor zover dit is toegestaan, en het overschakelen op andere aanbieders indien de prijzen en de waarde van de beleggingen van het fonds mochten dalen.
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
Rendementsrisico Het risico van het fonds kan variëren op grond van de keuzes die mogelijk zijn op basis van het beleggingsbeleid. Als gevolg van een keuze voor financiële instrumenten en/of gebrek aan mogelijkheden in te spelen op ontwikkelingen in de vastrentende markt, kan het verwachte rendement afnemen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat participanten geen rendement behalen en/of hun inleg geheel of gedeeltelijk verliezen. Er zijn geen waarborgen afgegeven ten aanzien van de waardeontwikkeling van de participaties noch van het Fonds. Vooraf geprognosticeerde rendementen en de inleg zijn derhalve niet gegarandeerd. Bij beëindiging van de deelname in het Fonds kan de actuele waarde minder bedragen dan de oorspronkelijke inleg.
Risico gebruik derivaten Voor het fonds kan gebruik worden gemaakt van derivaten overeenkomstig het beleggingsbeleid. Het gebruik van derivaten is toegestaan binnen de kaders van de Wet fido. Dit houdt in dat het niet toegestaan is dat het gebruik van derivaten leidt tot een hefboomwerking. Met behulp van een risicomanagementsysteem wordt door de beheerder het risico van beleggingen in derivaten berekend en beheerd. Afwikkelingsrisico Voor het Fonds kan niet (tijdige) of onjuiste betaling dan wel aanlevering van financiële instrumenten door een tegenpartij tot gevolg hebben dat afwikkeling via een handelssysteem niet, niet op tijd of niet conform verwachting plaatsvindt. Bewaarnemingsrisico De financiële instrumenten in de beleggingsportefeuille van het fonds worden gezamenlijk in bewaring gegeven bij een door het Fonds benoemde (onder)bewaarnemer (custodian). Het Fonds loopt een risico dat als gevolg van liquidatie, faillissement, insolventie, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de benoemde (onder)bewaarnemer, bij die (onder)bewaarnemer in bewaring gegeven activa van het Fonds verloren gaan. Wetgevingsrisico Het risico op wetswijzigingen is inherent aan wetgeving in het algemeen. Als financiële en fiscale weten regelgeving veranderen, kan een (gunstige) omstandigheid ten tijde van toetreding ten nadele van de Participant dan wel het Fonds wijzigen. Hierbij wordt opgemerkt dat het van toepassing zijnde fiscale regime kan veranderen gedurende het bestaan van het Fonds, als gevolg van veranderingen, al dan niet met terugwerkende kracht, in (fiscale) wetgeving, jurisprudentie en het teruggavenbeleid. Voorts geldt dat wijzigingen in het van toepassing zijnde belastingregime van het land waar een belegging van het Fonds plaatsvindt een negatieve impact zullen hebben op de waardeontwikkeling van die belegging.
54
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
■ Toelichting op de balans (1) Financiële vaste activa inclusief agio/disagio Het verloop van de financiële vaste activa was als volgt:
Stand begin nominale w aarde
2013
2012
HtM
HtM
Obligaties
Obligaties
x € 1.000
x € 1.000
102.500
112.500
Aankopen
-
-
Verkopen
-
(10.000)
Stand eind nominale waarde
102.500
Agio/disagio
(4.395)
Stand 30 juni 2013 (marktwaarde)
98.105
102.500 (5.624) 96.876
De amortisatie waarde van de HtM portefeuille per 30 juni 2013 is € 98.104.827,42. Geen van de onderdelen van de HtM portefeuille is per 30 juni 2013 duurzaam in waarde verminderd. De waarde van de beleggingen in portefeuille uitgedrukt in actuele waarde (marktwaarde) per 30 juni 2013 bedraagt € 98.104.827,42 (2012: € 96.876.042,75). Agio/disagio financiële instrumenten Het verloop van het agio/disagio financiële instrumenten was als volgt: 01-01-2013
Stand begin Geamortiseerde agio/disagio Vrijval agio/disagio
01-01-2012
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
x € 1.000
x € 1.000
5.624
8.135
(1.229)
(1.688)
-
Stand eind
(823)
4.395
5.624
(1) Beleggingen Deze betreffen beleggingen in obligaties, afgeleide instrumenten (‘derivaten’), zoals opties, interest rate swaps en futures en beleggingsfondsen in vastrentende waarden. Voor nadere informatie over de futures posities wordt verwezen naar punt 10 van de Toelichting op de winst- en verliesrekening. Het verloop van de beleggingen was als volgt: Obligaties
Deposito's
Derivaten
Bel.fondsen
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand 1 januari 2012 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen
1.195.444 662.474 (690.941) 63.593
(70.000) 206.000 (136.000) -
(7.128) (2.943)
Stand 1 januari 2013 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen
1.230.570 188.805 (385.415) (13.727)
(20.000) -
(10.071) 1.928
Stand 30 juni 2013
1.020.233
(20.000)
(8.143)
54.821 3.476
1.173.137 868.474 (826.941) 64.126
58.297 (1.786)
1.278.796 188.805 (405.415) (13.585)
56.511
1.048.601
55
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
56
Omloopfactor De omloopfactor (portfolio turnover rate) over de periode tot en met 30 juni 2013 is nihil op jaarbasis (31 december 2012: nihil; 31 december 2011: nihil). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het fonds. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de omzet (turnover) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de omloopfactor op nihil gesteld.
(2) Vorderingen
(2a) Overige vorderingen en overlopende activa De overige vorderingen betreffen transitoire posten per 30 juni 2013. De vorderingen hebben een looptijd van ten hoogste 1 jaar. In de overige vorderingen is een vordering op Kaupthing Bank inzake maturity FLTG Kaupthing Bank MAY 21 09 opgenomen bestaande uit een bedrag ad € 1.000.000,- (zijnde 40% van de hoofdsom) en een coupon van € 24.474,33. Kaupthing Bank verkeert in moratoriumstatus. Er is een claim ingediend bij de Winding up Committee van Kaupthing ter hoogte van de hoofdsom plus de niet-ontvangen coupons en een rentevergoeding. De uitkomst van deze claim is per balansdatum nog niet bekend.
(3) Overige activa Liquiditeiten Per 30 juni 2013 is een bedrag ad € 7.911.255,87 (2012: € 3.621.420,83) aangemerkt als cash margin en een bedrag ad € 7.474.000,-- (2012: € 9.587.000,--) als cash collateral, beide in verband met derivatenposities van het fonds. Voor het overige staan de liquide middelen ter vrije beschikking van het fonds.
(4) Fondsvermogen
(4a) Egalisatie Tranches II Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Aantal
Stand begin Uitgifte Inname Stand eind
9.331 (239) 9.092
Opgelopen rente Aandeel onverdeelde winst
Stand eind
01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
116.252 (12.004)
80.600 (29.248)
103.488 (995)
104.248 4.601 (6.583) (1.982)
9.092
01-01-2011
102.266
51.352
102.493
1.434 63.466 64.900
9.349 (31.242) (21.893)
116.252
80.600
Per 30 juni 2013 bedraagt de intrinsieke waarde € 102.266.259,76 (31 december 2012: € 116.251.537,07; 31 december 2011: € 80.600.419,67) verdeeld in 9.091,77 (31 december 2012: 9.330,80; 31 december 2011: 12.003,01) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 bedroeg € 11.248,22 (31 december 2012: € 12.458,90; 31 december 2011: € 6.715,02).
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
57
De uitsplitsing van de intrinsieke waarde per tranche (voor en na resultaatverdeling) is als volgt:
30-06-2013
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2012
Voor resultaat-
Na resultaat-
Voor resultaat-
Na resultaat-
verdeling
verdeling
x € 1.000
verdeling
x € 1.000
verdeling
x € 1.000
x € 1.000 20.769
Egalisatie Tranche 2 / 4 apr 2016 / 120 maands 4.28630%
26.702
19.780
26.083
Egalisatie Tranche 2 / 4 jul 2016 / 120 maands 4.59000%
27.168
21.295
26.539
22.273
Egalisatie Tranche 2 / 29 dec 2015 / 9 jaar 1.56%*HICP+0.9%+P
48.581
38.064
47.630
39.871
Egalisatie Tranche 2 / 3 jan 2018 / 120 maands 7.55000%
10.841
11.333
10.633
10.931
Egalisatie Tranche 2 / 4 nov 2015 / 84 maands 7.17600%
4.142
4.142
4.002
4.002
Egalisatie Tranche 2 / 31 mrt 2016 / 84 maands 8.65700%
4.269
4.269
4.097
4.097
Egalisatie Tranche 2 / 6 mei 2013 / 48 maands 49.5954% Egalisatie Tranche 2 / 31 aug 2016 / 84 maands 8.38000%
-
-
10.476
10.476
4.083
4.083
3.923
3.923
126.278
102.266
133.681
116.252
Overlopende posten
-
-
102.266
116.252
Het verschil tussen de intrinsieke waarde per tranche voor- en na resultaatverdeling wordt veroorzaakt door de cumulatieve resultaten vanaf de start van het fonds.
(4b) Egalisatie Tranche I Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Aantal
Stand begin Uitgifte Inname Stand eind Aandeel onverdeelde winst Stand eind
01-01-2013
01-01-2012
t/m
t/m
01-01-2011 t/m
30-06-2013
31-12-2012
31-12-2011
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
116 -
-
-
-
116
-
-
-
116
-
-
-
De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2013 was nihil. Het oorspronkelijk participatiekapitaal bedroeg € 1.000.000,00 (4c) Wettelijke reserve Ter hoogte van de immateriële activa wordt een wettelijke reserve aangehouden. De toevoegingen en de onttrekkingen aan de wettelijke reserve komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. De wettelijke reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten van Egalisatie Tranches I en II. De wettelijke reserve gedurende het eerste halfjaar 2013 (en het boekjaar 2012) was nihil.
(4d) Algemene reserve De algemene reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten van Egalisatie Tranche I en II. De algemene reserve gedurende het eerste halfjaar 2013 (en het boekjaar 2012) was nihil.
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
(4e) Onverdeelde winst Het verloop van de onverdeelde winst was als volgt: 01-01-2013 t/m 30-06-2013 x € 1.000 Stand begin
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000
-
Resultaat boekjaar Naar/van: Tranches fondsvermogen Stand eind
-
(1.982)
64.900
1.982
(64.900)
-
-
(5) Kort- en lang lopende schulden Er is geen Vaste Looptijd Tranche met een looptijd langer dan 1 jaar uitgegeven c.q opgenomen onder langlopende schulden. Kortlopende schulden Vaste Looptijd Tranches bedraagt € 1.081.583.068,16
(5a) Vaste Looptijd Tranches Het verloop van de Vaste Looptijd Tranches was als volgt:
Aantal
Stand begin Uitgifte Inname Opgelopen rente Stand eind
134.017 120.483 (146.597)
107.903
01-01-2013 t/m 30-06-2013
01-01-2012 t/m 31-12-2012
01-01-2011 t/m 31-12-2011
Totaal x € 1.000
Totaal x € 1.000
Totaal x € 1.000
1.343.859 1.204.834 (1.470.783) 3.673
1.240.778 3.803.501 (3.714.786) 14.366
1.051.986 4.424.093 (4.256.023) 20.722
1.081.583
1.343.859
1.240.778
De intrinsieke waarde per participatie is afhankelijk van de met de participant gesloten overeenkomst.
58
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
De uitsplitsing van de marktwaarde naar de afzonderlijke Vaste Looptijd Tranches is als volgt:
Marktwaarde Vaste Looptijd Tranches x € 1.000
VLT01192 VLT01209 VLT01224 VLT01241 VLT01242 VLT01244 VLT01245 VLT01259 VLT01271 VLT01272 VLT01273 VLT01274 VLT01275 VLT01284 VLT01285 VLT01287 VLT01288 VLT01302 VLT01308 VLT01312 VLT01313 VLT01319 VLT01320 VLT01324 VLT01326 VLT01330 VLT01341 VLT01342 VLT01344 VLT01350 VLT01351 VLT01353 VLT01353B VLT01355 VLT01359 VLT01361 VLT01362 VLT01363 VLT01365 VLT01371 VLT01372 VLT01373 VLT01374 VLT01375 VLT01376 VLT01377 VLT01378 VLT01381
BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS BNGFGS
VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT VLT
/ 11 / 18 / 31 / 31 / 30 / 30 / 30 / 30 / 31 / 30 / 30 / 31 / 30 / 30 / 30 / 29 / 30 / 30 / 31 / 29 / 30 / 31 / 30 / 30 / 28 / 31 / 30 / 30 / 31 / 31 / 30 / 31 / 30 / 30 / 30 / 31 / 30 / 30 / 29 / 30 / 18 / 31 / 30 / 30 / 31 / 29 / 30 / 31
dec 2013 / 18 mnds met 1,18800% jul 2013 / 12 mnds met 1,03000% jul 2013 / 12 mnds met 0,98300% jul 2013 / 11 mnds met 0,78000% aug 2013 / 12 mnds met 0,82500% aug 2013 / 12 mnds met 0,79300% aug 2013 / 12 mnds met 0,76700% sep 2013 / 12 mnds met 0,69700% okt 2013 / 12 mnds met 0,62700% aug 2013 / 10 mnds met 0,57100% sep 2013 / 11 mnds met 0,60200% okt 2013 / 12 mnds met 0,63700% okt 2013 / 12 mnds met 0,56700% aug 2013 / 9 mnds met 0,46000% sep 2013 / 10 mnds met 0,50400% nov 2013 / 12 mnds met 0,58000% okt 2013 / 11 mnds met 0,54200% okt 2013 / 10 mnds met 0,46900% jul 2013 / 6 mnds met 0,37000% nov 2013 / 10 mnds met 0,53500% dec 2013 / 11 mnds met 0,57400% jul 2013 / 5 mnds met 0,30100% aug 2013 / 6 mnds met 0,34300% dec 2013 / 10 mnds met 0,49800% feb 2014 / 12 mnds met 0,57100% jul 2013 / 4 mnds met 0,25100% aug 2013 / 5 mnds met 0,29400% sep 2013 / 6 mnds met 0,33600% mrt 2014 / 12 mnds met 0,54900% jul 2013 / 3 mnds met 0,20600% aug 2013 / 4 mnds met 0,24600% okt 2013 / 6 mnds met 0,31900% okt 2013 / 6 mnds met 0,31900% dec 2013 / 8 mnds met 0,38400% apr 2014 / 12 mnds met 0,51800% jul 2013 / 2 mnds met 0,15900% aug 2013 / 3 mnds met 0,19900% sep 2013 / 4 mnds met 0,23200% nov 2013 / 6 mnds met 0,29700% mei 2014 / 12 mnds met 0,47300% dec 2013 / 6 mnds met 0,32000% jul 2013 / 1 mnds met 0,11800% aug 2013 / 2 mnds met 0,17000% sep 2013 / 3 mnds met 0,21500% okt 2013 / 4 mnds met 0,25500% nov 2013 / 5 mnds met 0,29200% dec 2013 / 6 mnds met 0,33500% mrt 2014 / 9 mnds met 0,44600%
12.152 30.298 37.047 40.263 20.293 101 805 955 418 50.182 50.191 50.203 50.178 1.003 3.009 56.006 25.080 11.026 3.015 2.210 2.807 28.130 6.929 713 74.599 2.001 12.009 3.078 5.693 1.804 34.038 10.005 14.008 5.912 11.343 17.091 42.068 5.001 36.913 912 80.538 55.763 13.012 44.018 52.357 58.194 12.016 6.196 1.081.583
59
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
■ Toelichting op de winst- en verliesrekening (6) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest op de vorige balansdatum. (7) Interestresultaat deposito’s Het interestresultaat deposito’s is de resultante van ontvangen coupons en het verschil tussen de opgelopen interest aan het eind en begin van de verslagperiode. (8) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (9) Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen, zijnde het verschil tussen de kostprijs inclusief transactiekosten en de verkoopprijs minus transactiekosten dan wel de actuele waarde, worden verantwoord in de winst- en verliesrekening van het fonds. (10) Futures Er is gedurende het boekjaar gebruik gemaakt van futures en swaps teneinde bepaalde renterisico’s in de beleggingsportefeuille af te dekken. Het resultaat op futures wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van het contract bij aanvang van de positie en de waarde op het moment van cash settlement, aan het einde van de handelsdag. Per 30 juni 2013 was er een positie in de volgende futures: Futures
EURO-BOBL EURO-OAT EURO-SCHATZ
aantal
FUT SEP 13 FUT SEP 13 FUT SEP 13
(2.498) (110) (1.998)
(11) Verwerking (dis)agio financiële instrumenten Het agio of disagio wordt gedurende de resterende looptijd, dat wil zeggen tot het moment van aflossing van de belegging, lineair ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening geamortiseerd, met inachtneming van de bepalingen van RJ 290.516. (12) Kosten Deze post betreft: de kosten van beheer en toezicht: aan het eind van iedere maand is een beheervergoeding verschuldigd voor de door de beheerder, bewaarder en de depotbank verrichte activiteiten van 0,025% (exclusief BTW) berekend over het fondsvermogen aan het begin van die maand. Voor doeleinden van berekening van de beheervergoeding wordt de totale positie VLT als onderdeel van het fondsvermogen beschouwd. alle overige kosten, betrekking hebbend op het toezicht door toezichthouders, alsmede de overige kosten die verband houden met de beleggingen. De vergoeding voor administratie en bewaring bedraagt 1/12 van 0,03% (exclusief BTW) over het fondsvermogen op maandbasis en de vergoeding voor bewaarneming bedraagt 1/12 van 0,0119% (exclusief BTW) over het fondsvermogen op maandbasis. - de accountantskosten die in rekening zijn gebracht voor het verrichten van de wettelijk verplichte accountantscontrole van het fonds door Deloitte Accountants B.V. Er zijn gedurende het eerste halfjaar 2013 geen (2011: nihil) bedragen in rekening gebracht voor niet-reguliere, advies- of overige werkzaamheden. De aan het fonds in rekening gebrachte kosten samenhangend met de bewaring van de activa bedragen € 92.079,45 (2012: € -121.556,314).
4 De kosten samenhangend met bewaring van activa in 2012 zijn negatief vanwege een éénmalige afboeking van in het verleden opgebouwde reserveringen.
60
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
De kosten zijn als volgt te specificeren:
01-01-2013 t/m 30-06-2013 x € 1.000 Kosten v an beheer en toezicht: Beheervergoeding Vergoeding Raad van Toezicht Overige kosten: Administratie Accountant Toezicht AFM/DNB Bewaarloon Bankkosten
Totaal
2.049 5 2.054 260 30 29 92 26 437 2.491
01-01-2012 t/m 31-12-2012 x € 1.000 4.048 9 4.057 497 80 50 (122) 57 562 4.619
Total Expense Ratio De Total Expense Ratio (TER) over de periode tot en met 30 juni 2013 is 0,34% op jaarbasis (31 december 2012: 0,35%), waarvan 0,30% (31 december 2012: 0,31%) voor de kosten van beheer en toezicht. De werkelijke kosten wijken niet materieel af van de verwachte kosten (0,41%), zoals vermeld in het prospectus van het fonds. De totale kosten van het fonds zijn gerelateerd aan het fondsvermogen inclusief de Vaste Looptijd Tranches. De total expense ratio wordt berekend door de kosten, exclusief de rentelasten, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde gedurende het jaar. Berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde De methode van berekenen van de gemiddelde intrinsieke waarde (“gemiddelde NAV”) als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor conform artikel 3:23 lid 3 (oud) van de NRgfo, waarin vijf meetmomenten voor de bepaling van de gemiddelde NAV werden voorgeschreven, is in 2011 vervallen. Op grond van artikel 5.2 NRgfo dient voor de berekening van de gemiddelde NAV van de Committee of European Securities Regulators (CESR) Guidelines te worden uitgegaan. Bij toepassing van de CESR methodiek zal bij de berekening van de gemiddelde NAV de normale frequentie van de intrinsieke waarde berekening van het fonds als basis worden genomen. Dit betekent dat het fonds bij de berekening van de gemiddelde NAV over de periode 30 juni 2012 tot en met 30 juni 2013 als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor uitgaat van 13 meetmomenten, bestaande uit de reguliere handelsdagen en 30 juni 2012 en 30 juni 2013. Hierbij worden de bedragen per 30 juni 2012 en 30 juni 2013 voor ieder 50% meegenomen. Het toepassen van de CESR methodiek heeft niet geleid tot een materiële verandering van de kosten- en de omloopfactor over 2012 en de eerste helft van 2013 in vergelijking tot de eerder toegepaste berekeningswijze. Om beter inzicht te verschaffen in de totale kosten gerelateerd aan het fondsvermogen in vergelijking tot het prospectus van het fonds wordt met ingang van het boekjaar 2012 ook de totale positie ‘opgelopen interest’ te betalen over vaste looptijden tranches beschouwd als onderdeel van het vermogen van het fonds in de berekening van de gemiddelde NAV, als basis voor de berekening van de kostenen de omloopfactor. Onder totale kosten worden begrepen de kosten van beheer en toezicht, de overige kosten, de kosten van vreemd vermogen, alsmede de afschrijving immateriële activa. Uitbesteding aan derden De Beheerder is gerechtigd zich bij het uitoefenen van zijn beheertaken te laten bijstaan door derden, mits de Beheerder de volledige eindverantwoordelijkheid voor de beheertaken houdt. Het beleggingsbeleid zal door de Beheerder niet worden uitbesteed aan derden. Het voeren van de fondsenadministratie (waaronder begrepen het verwerken van de beleggingstransacties en de inkomsten en uitgaven, het voeren van de participantenadministratie en de berekening van de intrinsieke waarde ) is krachtens overeenkomst uitbesteed aan een derde partij, te weten Institutional Trust Services B.V. (ITS) te Leusden. ITS voert daarnaast de directie van de bewaarder van andere door BNG Vermogensbeheer aangeboden beleggingsinstellingen, voor zover deze in de structuur van een fonds voor gemene rekening zijn opgezet. De beheerder heeft voorts de kantoorautomatisering uitbesteed aan een externe partij, te weten Exibit B.V. te Den Haag. Aan de Beheerder staan verder krachtens over-
61
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
eenkomst bepaalde expertise en faciliteiten inzake ondersteunende niet-effecten diensten (zoals juridische zaken en risk management) van BNG Bank ter beschikking. Personeel Het Fonds heeft geen personeel in dienst.
Den Haag, 27 augustus 2013 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
62
HALFJAARVERSLAG
2013 BNG FIDO GELDMARKTSELECT
OVERIGE GEGEVENS ■ Belangen van de directie van de beheerder Op 1 januari 2013 hadden de leden van de directie van de beheerder de volgende totale belangen bij de beleggingen van het fonds: EUR 25.000,- nominaal 4,375% Rabobank Nederland jun 07 21 en EUR 10.000,- nominaal 3,375% Bank Nederlandse Gemeenten jun 01 15. Op 30 juni 2013 hadden de leden van de directie van de beheerder de volgende totale persoonlijke belangen bij de beleggingen van het fonds: EUR 25.000,- nominaal 4,375% Rabobank Nederland jun 07 21. Voorts hadden de leden van de directie van de beheerder gedurende de verslagperiode geen belangen als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo.
■ Periodieke uitkering Het resultaat gedurende het boekjaar is toegevoegd aan het vermogen. Gedurende de looptijd van de Vaste Looptijd Tranches en Egalisatie Tranches II worden aan de daarin deelnemende participanten geen uitkeringen gedaan. De beleggingsopbrengsten worden in beginsel herbelegd (artikel 17.7 van de voorwaarden van beheer en bewaring). Besluiten over het doen van periodieke uitkeringen aan participanten in Egalisatie Tranche I worden genomen door de beheerder. De beheerder heeft niet het voornemen om periodieke uitkeringen aan de participanten in Egalisatie Tranche I te doen.
■ Accountant Op het halfjaarverslag 2013 van BNG Fido Geldmarktselect is geen accountantscontrole toegepast.
63