Halfjaarverslag 2015 BNG Deposito Fonds (voorheen: BNG Fido Geldmarktselect)
2
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
■ BNG Deposito Fonds (fonds voor gemene rekening) Raad van Toezicht Drs. B. Vliegenthart (voorzitter) Prof. Dr. R.M.W.J. Beetsma Drs. M.H.M.P. van Oorschot Beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. Bezoekadres: Koninginnegracht 2 2514 AA Den Haag Tel.: 070 – 3750245 Fax: 070 – 3750929
Postadres: Postbus 16450 2500 BL Den Haag
Website: www.bngvermogensbeheer.nl Bewaarder (met ingang van 22 juli 2014) KAS Trust & Depositary B.V. Bezoekadres: Nieuwezijds Voorburgwal 225 1012 RL Amsterdam
Postadres: Postbus 24001 1000 DB Amsterdam
Accountant Deloitte Accountants B.V. Bezoekadres: Gustav Mahlerlaan 2970 1081 LA Amsterdam
Dit document dient alleen ter informatie en biedt in principe onvoldoende basis om een beleggingsbeslissing te nemen. U wordt geadviseerd om het prospectus te lezen en een beleggingsadviseur te raadplegen alvorens een beleggingsbeslissing te nemen. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. De behaalde resultaten van elke belegging worden beïnvloed door gemaakte (transactie)kosten. BNG Deposito Fonds is bedoeld voor belegging op middellange tot lange termijn. Beleggen bij wie en in welke vorm dan ook brengt financiële risico’s mee. Door te beleggen in deze beleggingsinstelling kunt u vermogenswinst behalen maar het is ook mogelijk dat u verlies lijdt. BNG Deposito Fonds is als beleggingsinstelling geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten. De beheerder BNG Vermogensbeheer B.V. beschikt over een vergunning als bedoeld in art. 2:65 lid 1 sub a respectievelijk art. 2:96 Wft. Prospectus en essentiële beleggersinformatie zijn kosteloos verkrijgbaar bij BNG Vermogensbeheer B.V., Postbus 16540, 2500 BL, Den Haag, tel. (070) 3750 245, en zijn eveneens te raadplegen via de website: www.bngvermogensbeheer.nl.
3
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
INHOUDSOPGAVE BNG Deposito Fonds
05
Verslag van de beheerder Beleggingen Halfjaarrekening Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening Overige gegevens Belangen van de directie van de beheerder Periodieke uitkering
06 11 13 14 15 16 17 33 33 33
4
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
5
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
Verslag van de beheerder Kerncijfers (x € 1.000) 2015 t/m juni
2014
2013
2012
2011
34.974 364.972 3.203 0 45.919 (332.425)
36.514 376.133 4.085 0 22.546 (360.119)
49.214 577.034 6.987 0 18.356 (541.709)
96.876 1.288.867 17.646 0 68.292 (1.355.429)
104.365 1.250.265 16.798 23 28.297 (1.309.014)
Fondsvermogen plus vaste looptijd tranches
116.643
79.159
109.882
116.252
90.734
Totaal bedrijfsopbrengsten Lasten
3.793 (1.407)
17.618 (3.897)
16.470 (9.891)
83.885 (18.985)
4.337 (26.230)
2.386
13.721
6.579
64.900
(21.893)
Aantal participaties: - Vaste Looptijd Tranches - Egalisatie Tranche II - Egalisatie Tranche I
32.509,27 5.660,05 115,50
33.987,84 5.660,05 115,50
48.297,36 9.013,06 115,50
134.016,58 9.330,80 115,50
123.443,27 12.003,01 115,50
Intrinsieke waarde per participatie: - Egalisatie Tranche II - Egalisatie Tranche I
14.407,13 0,00
13.985,61 0,00
12.191,45 0,00
12.458,90 0,00
6.715,02 0,00
Financiële vaste activa Beleggingen Vorderingen Overige activa Liquide middelen Kortlopende schulden
Resultaat
De waarde en het resultaat van de verschillende tranches per participatie is afhankelijk van de met de participant gesloten overeenkomst.
Resultaten De beleggingsdoelstelling van BNG Deposito Fonds is erop gericht om door een zorgvuldige selectie van krediet- en renterisico, een zo hoog mogelijk risicogewogen rendement na te streven ten opzichte van de fondsverplichtingen. Hierbij geldt dat het fonds belegt in hoogwaardige vastrentende waarden of afgeleide instrumenten daarvan conform de richtlijnen van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) van april 2009. De balanswaarde van het BNG Fido Geldmarktselect nam in het eerste halfjaar van 2015 toe met circa € 10 miljoen van € 439 miljoen naar € 449 miljoen. De stijging was grotendeels toe te schrijven aan een toename van de Vaste Looptijd Tranches (VLT). Daarnaast nam de waarde van Egalisatie Tranches II (ET2) toe. Dit was het gevolg van positieve beleggingsresultaten waardoor de beleggingsportefeuille een hoger rendement behaalde dan de geprognosticeerde rendementen van de VLT en ET2. De prognoserendementen op de VLT daalden gemiddeld in lijn met de Euribortarieven gedurende de verslagperiode. Driemaands Euribor daalde bijvoorbeeld van 0,078% eind 2014 naar -0,014% eind juni 2015. De opslagen lagen voor alle looptijden constant op 10 basispunten boven de Euribortarieven. Het beleid was erop gericht de gemiddelde kredietkwaliteit in stand te houden en een goede “carry” (het verschil in rendement tussen de beleggingen en verplichtingen) te onderhouden.
Marktomstandigheden De eerste maanden van 2015 zette de kapitaalmarktrente van de eurozone de in 2014 begonnen daling voort. Medio april begon de lange rente te stijgen. De 10-jaars swaprente nam in het eerste halfjaar van 2015 per saldo met bijna 35 basispunten (0,35 procentpunt) toe tot 1,15%. Kortere looptijden kenden een geringere rentestijging. De rente op 3-jaars swaps bleef nagenoeg onveranderd en bij nog kortere looptijden was er sprake van een rentedaling. Ook op de geldmarkt gingen de tarieven verder naar beneden. 3-maands euribor daalde met 9 basispunten tot -0,01%, waarmee dit tarief voor het eerst in de geschiedenis negatief werd. In de verslagperiode kende de obligatiemarkt van de eurozone een ongewone mate van bewegelijkheid. We nemen de Duitse 10-jaars staatslening als voorbeeld. De rente op deze obligatie bedroeg eind 2014 0,54% en daalde tot een historisch dieptepunt van 0,05% op 17 april. Daarna zette een stijging in. Vooral eind april, begin mei en de eerste helft van juni was er sprake van een forse toename van de rente. Het hoogtepunt lag op 10 juni toen het niveau van 1,06% werd bereikt. De Duitse 10-jaars rente eindigde het halfjaar op 0,76%. Onder invloed van de perikelen rond Griekenland steeg de rente in de perifere landen van de eurozone harder dan die in de kernlanden, die deels van het ‘flight-to-quality’ effect profiteerden. De 10-jaars renteverschillen met Duitsland liepen op, variërend van ca. 10 ba-
6
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
sispunten voor Portugal en 20 voor Ierland en Italië tot meer dan 45 voor Spanje. Griekenland kende, met een toename van het renteécart bijna 550 basispunten, een eigen dynamiek.
van bedrijfsobligaties ten opzichte van hoge kwaliteit staatsleningen omhoog. De gemiddelde ‘spread’ van obligaties van Europese financiële ondernemingen met een AA-rating en een 5-jaars looptijd steeg met 40 basispunten tot tegen de 80 basispunten.
In een omgeving waarin beleggers weinig risico’s wilde nemen gingen de risico-opslagen Figuur 1. Rentecurve (euro swap)
Figuur 2. Creditspreads voor de financiële sector versus staatsrente, 5-jaars
Figuur 3. Landenspreads ten opzichte van Duitsland, 10-jaars
7
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
Economische omgeving Na een periode met zwakkere cijfers in de eerste maanden van het jaar, trok de Amerikaanse economie in het tweede kwartaal weer aan. Na een aanvankelijke dip nam de banengroei weer toe en toonden ook de consumentenbestedingen en de persoonlijke inkomens een stijgende lijn. Het consumentenvertrouwen steeg tot het hoogste niveau sinds 2007. De data over de huizenmarkt waren eveneens sterk. De huizenverkopen en de bouwvergunningen stegen fors. Alleen de industriële productie ontwikkelde zich, met een daling van het groeitempo, teleurstellend. Het producentenvertrouwen, gemeten aan de hand van de inkoopmanagersindex, daalde maar handhaafde zich op een peil dat op verdere toename van de bedrijvigheid duidt. De Amerikaanse inflatie daalde tot 0,1% op jaarbasis. Binnen de Federal Reserve bleef men discussiëren over het tijdstip van een eerste renteverhoging. In Azië bleef de Chinese economische groei haperen. De centrale bank van het land verlaagde een aantal malen de rente om de economie vlot te trekken. De Japanse economie kende in de tweede kwartaal een opleving. Net als in de VS vormde de industriële productie hier de uitzondering op de regel. Ook in Europa waren de meeste economische data positief. Het Verenigd Koninkrijk bleef het Figuur 4. Inflatie EMU versus olieprijsontwikkeling
goed doen. In de eurozone wees het merendeel van de macro-economische indicatoren op een toenemende activiteit. Zo stegen het consumentenvertrouwen en het producentenvertrouwen en nam ook de groei van de industriele productie toe. De werkloosheid daalde en de geldgroei en de kredietverlening trokken aan. De groei van de detailhandelsverkopen nam iets af, maar bleef op een relatief hoog peil. De inflatie werd weer positief en kwam in juni uit op 0,2%, waarbij de kerninflatie, exclusief energie en voedsel, steeg tot 0,8% op jaarbasis. De Europese Commissie stelde de groeiverwachtingen voor de eurozone naar boven toe bij. De ECB gaf aan dat de inflatie de bodem heeft bereikt en dat het economische herstel is verbreed. Het opkoopprogramma van obligaties (quantitative easing, QE) door de centrale banken van de eurozone is voortvarend van start gegaan. Nadat de kapitaalmarktrente fors was gestegen meldde ECB-voorzitter Draghi dat van het stoppen van programma geen sprake kon zijn en dat beleggers maar moeten wennen aan de toegenomen volatiliteit op de obligatiemarkt. Naar aanleiding van de situatie rond Griekenland gaf hij aan zo nodig alle instrumenten in te zullen zetten om de eurozone bijeen te houden.
8
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
Figuur 5. Detailhandelsverkopen (Retail Sales), industriële productie (Industrial Production), consumenten- en producentenvertrouwen (Consumer Confidence and Industrial Confidence) EMU
Marktvooruitzichten In de Verenigde Staten nadert de periode van een zeer ruim monetair beleid het einde. Het tijdstip van de eerste renteverhoging is afhankelijk van de kracht van de data over de economische groei en de ontwikkeling van de inflatie. De economische cijfers wijzen op een aantrekkende Amerikaanse economie. De werkgelegenheid groeit, waarbij het werkloosheidspercentage zo langzamerhand het niveau heeft bereikt waarop er loondruk kan ontstaan. Het opkopen van obligaties door de ECB zorgt in beginsel voor een neerwaartse druk op de rente in de eurozone. De ervaringen met QE in de VS, het VK en Japan hebben ons echter geleerd dat fundamentele factoren als groei en inflatie uiteindelijk belangrijker zijn voor de ontwikkeling van de rente. QE is bedoeld om de groei te bevorderen, de inflatie aan te wakkeren en beleggers te verleiden om uit staatsobligaties en in meer risicovolle assets als aandelen en high yield obligaties te stappen. De economie van de eurozone is aan de beterende hand. Het ruime monetaire beleid vormt, samen met de gedaalde koers van de euro en de lage olie-prijs, een extra stimulans voor verder economisch herstel. De inflatie zal daarbij naar ver-wachting oplopen. Gevoegd bij het feit dat een eerste renteverhoging in de VS dichterbij komt, zal dit alles moeten leiden tot een hogere kapitaalmarktrente. Met de beweging van de laatste maanden is technisch gesproken de neergaande trend van de lange rente verbroken. We houden de duration (maatstaf voor de rentegevoeligheid) bij voorkeur op of onder het marktgemiddelde. Hierbij hanteren we een neutrale positionering op de rentecurve en hebben we geen voorkeur voor een specifiek looptijdsegment. Langlopende obligaties hebben het meeste last van een stijging van de effectieve rendementen, terwijl kortlopende obligaties veelal een onaantrekkelijk effectief rendement van rond de 0% kennen.
Als gevolg van QE worden er steeds minder obligaties vrij verhandelbaar. Daarnaast nemen banken vanwege meer stringente regelgeving als Basel III minder obligaties op hun boeken. Dit betekent een verminderde liquiditeit op de obligatiemarkt, met grotere koersuitslagen tot gevolg. Vooral voor grote beleggers die transacties van tientallen miljoenen of meer doen is de lage liquiditeit een probleem. BNG Vermogensbeheer heeft er minder last van. Een eventueel faillissement of een uittreding uit de EMU van Griekenland (Grexit) zal volgens ons niet leiden tot fors hogere effectieve rendementen in de overige landen van de periferie. De situatie is duidelijk anders dan in 2011. De ECB heeft meer instrumenten in handen om een ‘besmetting’ te voorkomen, de economieën van de perifere landen staan er veel beter voor, de Europese banken zijn beter gekapitaliseerd en de belangen in Griekse leningen zijn sterk afgebouwd. In een omgeving van lage rentes in de kernlanden en verbeterende economieën in de perifere landen zullen er- , naast de ECB, kopers zijn voor obligaties uit de periferie. We handhaven daarom vooralsnog de posities in landen als Ierland, Italië, Spanje, Portugal en Slovenië. De invoering van de zogenaamde bail-in regelgeving in de EU, waarbij de kapitaalverschaffers in plaats van de overheid opdraaien voor verliezen bij een dreigend bankroet van financiële instellingen, heeft verstrekkende gevolgen voor de markt van bankobligaties. Een gedegen debiteurenselectie is belangrijker dan ooit. In het algemeen geldt dat gewone’, ongedekte obligaties van financiële ondernemingen een qua risico minder aantrekkelijke beleggingscategorie zijn geworden. Wat dat betreft vormen covered bonds (bankobligaties met een onderpand als extra zekerheid) een goed alternatief. Covered bonds waren naar verhouding duur geworden, maar met de recent opgelopen ‘spreads’ zijn ze naar onze mening
9
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
weer koopwaardig. Omdat we denken dat de inflatie gaat stijgen, vormen ook inflationlinked-bonds een interessant beleggingsalternatief. Den Haag, 25 augustus 2015 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
10
HALFJAARVERSLAG 2015 BNG DEPOSITO FONDS
11
BELEGGINGEN Per 30-06-2015 Omschrijving
Amortisatie-/ marktwaarde
Opgelopen interest
% van de beleggingen
x € 1.000
x € 1.000
%
Held-to-Maturity (amortisatiewaarde) DISAGIO FINANCIELE INSTRUMENTEN Held-to-Maturity (nominaal) 5,971% CREDIT AGRICOLE 2/1/2018 var% DEPFA ACS BANK 12/15/2015 var% DEXIA CREDIT LOCAL 3/16/2016 3,5% ING BANK NV 9/16/2020
34.974 526 35.500 4.000 4.500 20.000 7.000
291 0 291 97 1 0 193
8,2 0,1 8,3 1,0 1,0 4,6 1,7
Staat en semi-staat 4% BTPS 9/1/2020 2,1% BTPS 9/15/2017 1,5% BTPS 8/1/2019 2,5% CAISSE D'AMORT. LA DETTE SOC 10/25/2022 var% CCTS 12/15/2020 1,5% DEUTSCHLAND REP 4/15/2016 4,375% INSTITUTO CREDITO OFICIAL 5/20/2019 4,375% REPUBLIKA SLOVENIJA 1/18/2021 4,125% REPUBLIKA SLOVENIJA 1/26/2020 4% REPUBLIC OF SLOVENIA 3/22/2018 5,85% SPAIN GOVERNMENT BOND 1/31/2022 5,4% SPAIN GOVERNMENT BOND 1/31/2023
64.105 5.671 6.106 5.103 5.609 5.010 11.731 5.633 2.311 2.263 2.190 6.274 6.204
601 66 30 31 85 2 36 24 39 35 22 120 111
15,0 1,3 1,4 1,2 1,3 1,2 2,7 1,3 0,6 0,5 0,5 1,5 1,5
244.236 2.427 3.592 4.529 2.334 4.995 2.023 1.216 3.308 5.340 4.268 5.287 17.489 64.167 8.283 2.199 2.165 2.414 1.970 2.298 5.218 7.322 2.054 4.986 7.522 4.602 2.334 6.134 5.864 8.705 23.240 4.985 9.881 2.990 5.267 2.828
1.287 20 81 82 89 1 75 18 132 84 58 21 3 0 74 3 4 1 5 0 83 51 6 1 47 7 13 16 93 192 0 1 10 5 5 6
57,0 0,6 0,8 1,1 0,5 1,2 0,5 0,3 0,8 1,2 1,0 1,2 4,1 14,9 1,9 0,5 0,5 0,6 0,5 0,5 1,2 1,7 0,5 1,1 1,8 1,1 0,5 1,4 1,4 2,1 5,4 1,2 2,3 0,7 1,2 0,7
343.315
2.179
80,2
Obligaties
Financiële dienstverlening 4,25% ABN AMRO BANK NV 4/6/2021 3,5% ABN AMRO BANK NV 9/21/2022 2,5% ABN AMRO BANK NV 9/5/2023 4,75% ALLIANZ FINANCE II BV 7/22/2019 var% BANK OF SCOTLAND PLC 3/21/2017 5% BANQUE FED. DU CREDIT MUTUEL 9/30/2015 6% BAYERISCHE LNDBK 3/10/2020 5,431% BNP PARIBAS 9/7/2017 1,75% CAISSE FR DE FIN 7/16/2020 1,875% CREDIT AGRICOLE 9/20/2019 1,5% DEPFA PFANDBRIEFBANK AG 3/18/2020 var% DEUTSCHE BANK AG 9/20/2016 0% HSBC BANK PL 12/29/2015 1,625% HSBC FRANCE 12/3/2018 var% HSH NORDBANK AG 2/14/2017 1,875% ING BANK NV 5/22/2023 0,125% NEDER FINANC MAATSCHAPPIJ 4/20/2022 1,25% NIBC BANK NV 4/8/2019 4% NORDEA BANK AB 6/29/2020 2,25% NORDEA BANK AB 10/5/2017 2% NORDEA BANK AB 2/17/2021 1,375% NORDEA BANK AB 4/12/2018 var% NORDEA BANK AB 6/5/2020 2% POHJOLA BANK PLC 3/3/2021 1,25% POHJOLA BANK PLC 5/14/2018 5,875% RABOBANK NEDERLAND 5/20/2019 4,75% RABOBANK NEDERLAND 6/6/2022 4% RABOBANK NEDERLAND 1/11/2022 3,75% RABOBANK NEDERLAND 11/9/2020 0% RABOBANK NEDERLAND 10/25/2018 var% RABOBANK 5/29/2020 var% SANPAOLO IMI 2/20/2018 var% SANTANDER ISSUANCES 7/25/2017 2,25% SVENSKA HANDELSBANKEN AB 6/14/2018 1,25% UNICREDIT BK AG 4/22/2020
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
12
BELEGGINGEN (VERVOLG) Per 30-06-2015 Omschrijving
Derivaten Interest Rate Swaps var% BNP IRS FLOATING LEG 12/20/2035 4,14% BNP IRS FIXED LEG 12/20/2035
Beleggingsfondsen in vastrentende waarden 0% BNG HOOFDSOMGARANTIE 02 HIGH YIELDING 5/30/2017
Liquiditeiten
Totaal beleggingen inclusief liquiditeiten
Amortisatie-/ marktwaarde
Opgelopen interest
% van de beleggingen
x € 1.000
x € 1.000
%
-17.059 (17.059)
0 0 0
(4,0) (4,0)
(17.059)
0
(4,0)
56.630
0
13,1
56.630
0
13,1
45.919
428.805
10,7
2.179
100,0
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
HALFJAARREKENING 2015 BNG DEPOSITO FONDS
13
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
BALANS PER 30 JUNI 2015 na resultaatverdeling
30-06-2015
31-12-2014
x € 1.000
x € 1.000
308.341 56.631 364.972
319.554 56.579 376.133
2.179
3.061
1.024
1.024
3.203
4.085
34.974
36.514
45.919
22.546
80.893
59.060
(1)
(1)
Beleggingen Obligaties Beleggingsfondsen Vorderingen
(2)
Te vorderen interest
(2a)
Overige vorderingen en overlopende activa Overige activa Financiële vaste
(3) (1)( (3a) activa a)
Liquiditeiten
Kortlopende schulden
(2)
Vaste Looptijd Tranches Derivaten
(5a)
290.325
340.340
(1)
17.059
19.499
(1)
25.041
280
332.425
360.119
Overige schulden en overlopende passiva
Uitkomst van vorderingen en overige activa min kortlopende schulden Uitkomst van activa min kortlopende schulden
Lang lopende schulden
(2) (5)
Vaste Looptijd Tranches
(5a)
Fondsverm ogen
116.643
35.098
(296.974) 79.159
-
(4b)
(4)
Egalisatie Tranches II
(248.329)
(4a)
Uitkomst van Fondsvermogen plus langlopende schulden
81.545 81.545
79.159 79.159
116.643
79.159
(*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.
14
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
WINST- EN VERLIESREKENING 01-01-2015
01-01-2014
t/m
t/m
30-06-2015
31-12-2014
x € 1.000
x € 1.000
4.222
10.863
Baten Opbrengsten uit beleggingen Interestresultaat obligaties
(6)
Interestresultaat deposito's Interest op liquiditeiten
-
(7) (8)
(8)
(83)
(27) 4.195
(11) 10.769
3.013
4.952
(9)
Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties Vrijval agio/disagio Futures
418
(10)
3.131
(80) 3.351
(10.983) (2.900)
(6.287)
22.676
(9)
Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Obligaties
(11)
Geamortiseerde agio/disagio Interest rate swaps Beleggingsfondsen in vastrentende waarden
42
(831)
2.440
(12.706)
52 (3.753)
Som der opbrengsten Lasten (12) Kosten Interestkosten Vaste Looptijd Tranches Som der lasten Resultaat
3.793
(5)
(920)
610 9.749 17.618
(2.136)
(487)
(1.761)
(1.407)
(3.897)
2.386
(*) Nummers verwijzen naar de toelichting op de balans en de winst- en verliesrekening.
13.721
15
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
KASSTROOMOVERZICHT 01-01-2015 t/m 30-06-2015 x € 1.000 Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeverschillen Ongerealiseerde waardeverschillen
2.386
01-01-2014 t/m 31-12-2014 x € 1.000
13.721
(3.431)
(8.083)
3.753
(9.749)
Aankopen van beleggingen
(179.399)
(353.070)
Verkopen van beleggingen
189.338
597.209
882
2.902
Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
24.761
(945)
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
38.290
241.985
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten bij uitgifte Vaste Looptijd Tranches
814.448
2.120.328
(829.852)
(2.265.440)
Betaald bij inname Vaste Looptijd Tranches Opgelopen rente Vaste Looptijd Tranches
487
Betaald bij inname participaties Egalisatie Tranches
-
Deposito Kasstroom uit financieringsactiviteiten Netto kasstroom Liquiditeiten begin verslagperiode/boekjaar Liquiditeiten eind verslagperiode/boekjaar Mutatie liquiditeiten
(14.917)
1.761 (44.444) (50.000) (237.795)
23.373
4.190
22.546
18.356
45.919 23.373
22.546 4.190
16
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
TOELICHTING OP DE BALANS EN DE WINST- EN VERLIESREKENING ■ Algemeen BNG Fondsen – BNG Deposito Fonds (hierna ook: “het Fonds”) is geïntroduceerd op 3 april 2007 als BNG Fido Geldmarktselect Fonds. Op 22 juli 2014 is dit fonds ondergebracht in het paraplufonds BNG Fondsen, waarbij gelijktijdig de naam van het fonds is gewijzigd in BNG Deposito Fonds. De op de participaties ingelegde gelden worden grotendeels belegd in financiële instrumenten en/of technieken die zijn uitgegeven of worden gegarandeerd door financiële ondernemingen als banken en verzekeraars, en in financiële instrumenten waarvoor een solvabiliteitsweging van 0% geldt (veelal waardepapier uitgegeven of gegarandeerd door overheden en supranationale instellingen). Onder financiële instrumenten en/of technieken dienen in dit verband te worden verstaan vastrentende waardenproducten, zoals banktegoeden, deposito’s, certificates of deposit, commercial paper, medium term notes, floating rate notes (schuldbewijzen met een variabele rente), hoofdsomgarantieproducten en obligaties met een resterende of rentetypische looptijd. BNG Kapitaalmarkt Fonds (hierna ook: “het Fonds”) is een zogenaamd fonds voor gemene rekening naar Nederlands recht. Bij een fonds voor gemene rekening brengen de deelnemers in het fonds, de participanten, vermogen bijeen dat door een beheerder voor hun rekening en risico wordt belegd. De beleggingen en de overige tot het fonds behorende vermogensbestanddelen worden voor rekening van de participanten gehouden door een entiteit, de juridisch eigenaar, met als enig statutair doel het houden van de juridische eigendom van de activa van een of meer beleggingsfondsen, al dan niet tezamen met het bewaren en administreren van de activa. De uiteindelijke bewaring van het fondsvermogen wordt door de beheerder en de juridisch eigenaar opgedragen aan een van de beheerder onafhankelijke bewaarder. BNG Vermogensbeheer B.V. treedt op als de beheerder van BNG Kapitaalmarkt Fonds en beschikt daartoe over een vergunning voor het beheren van beleggingsinstellingen op grond van artikel 2:65 Wft. BNG Vermogensbeheer B.V. en (de subfondsen van) het fonds zijn door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) opgenomen in het register als bedoeld in artikel 1:107 Wft. Alle aandelen in de beheerder worden gehouden door BNG Bank. Het Fonds heeft een zogenaamde “open-end structuur”. Dit betekent dat het fonds, bijzondere omstandigheden uitgezonderd, op verzoek van (potentiële) participanten op een handelsdag participaties in één of meerdere subfondsen of deelfondsen zal kunnen uitgeven of inkopen zoals nader omschreven in de fondsvoorwaarden. De beheerder kan op ieder moment de instelling van subfondsen en deelfondsen of de uitgifte van participaties staken of opschorten, indien de intrinsieke waarde niet kan worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 16.5 van de fondsvoorwaarden, het fonds niet (onmiddellijk) kan voldoen aan de hoeveelheid of omvang van verzoeken tot uitgifte van participaties, of de beheerder zulks noodzakelijk of in het belang van de participanten acht. Indien zich een van deze situaties voordoet, maakt de beheerder hier onverwijld melding van op de website. Het BNG Kapitaalmarkt Fonds is gestructureerd als een zogenaamd paraplufonds. Dit betekent dat de participaties zijn onderverdeeld in verschillende series. Elke serie participaties wordt aangeduid als een subfonds waaraan een gedeelte van het vermogen van het fonds wordt toegerekend. De participanten in een subfonds zijn in economische zin gerechtigd tot het gemeenschappelijke vermogen dat is toe te rekenen aan het desbetreffende subfonds. Iedere participatie in een subfonds geeft recht op een evenredig aandeel in het vermogen van dat subfonds. KAS Trust & Depositary Services B.V. is de bewaarder van het fonds en is als zodanig door de AFM als bewaarder voor het Fonds in het register als bedoeld in artikel 1:107 Wft opgenomen. De bewaarder heeft een vergunning als beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 2:96 Wft. Alle aandelen in de bewaarder worden gehouden door KAS Bank N.V.
17
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
■ Grondslagen voor de opstelling van de halfjaarrekening Algemeen De halfjaarrekening is opgesteld volgens de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten met inachtneming van het hiernavolgende. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van de verslagperiode, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de halfjaarrekening bekend zijn geworden. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva (1) Beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, welke op balansdatum is gelijkgesteld aan de marktprijs geldend op het einde van de balansdatum. Voor de waardering van beleggingen wordt in principe gebruikgemaakt van externe koersbronnen, zoals Bloomberg. Voor de waardering van illiquide beleggingen (dit betreft beleggingen waarin naar maatstaven van de beheerder te weinig handel plaatsvindt) wordt gebruikgemaakt van alternatieve, door de beheerder goedgekeurde koersbronnen en waarderingsmodellen. Binnen de gehanteerde waarderingsmodellen wordt gebruikgemaakt van inputvariabelen verkregen uit open bronnen, zoals rating curves, CDS-spreads of peer bonds. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen worden verantwoord in de winsten verliesrekening. Een deel van de beleggingsportefeuille is, door de intentie van de beheerder om de beleggingen aan te houden tot het einde van de looptijd, geclassificeerd als “Held-to-Maturity (HtM)”. HtM-beleggingen worden initieel gewaardeerd tegen de nominale waarde (aflossingswaarde), vermeerderd of verminderd met het nog aan het resultaat toe te rekenen bedrag van agio of disagio. Agio of disagio wordt bepaald als het verschil tussen de kostprijs en de nominale waarde (aflossingswaarde) op het moment van aanschaf of classificatie als HtM. Het agio of disagio wordt vervolgens gedurende de resterende looptijd, dat wil zeggen tot het moment van aflossing van de belegging, ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening geamortiseerd, volgens de lineaire amortisatiemethode. (2) Vorderingen en schulden Vorderingen en schulden worden opgenomen tegen nominale waarde, waar nodig rekening houdend met voorzieningen voor oninbaarheid. De vorderingen en schulden worden vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Tenzij anders vermeld, bijvoorbeeld indien er sprake is van agio of disagio en transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs van de vorderingen en schulden gelijk aan de nominale waarde. (5a) Kort- en langlopende schulden De onder de kort- en langlopende schulden opgenomen Vaste Looptijd Tranches worden gewaardeerd tegen de nominale waarde vermeerderd met de opgelopen rente op balansdatum en verminderd met eventueel gealloceerde verliezen. De opgelopen rente wordt verantwoord als Interestkosten Vaste Looptijd Tranches. De waarde van Egalisatie Tranche I respectievelijk de waarde van Egalisatie Tranche II wordt bepaald door het door de participanten in de desbetreffende Tranche ingelegde vermogen per balansdatum te verhogen dan wel te verlagen met de aan de desbetreffende Tranche gealloceerde rendementen door het Fonds behaald per balansdatum. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop zij betrekking hebben.
18
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
(6) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit het saldo van betaalde en ontvangen interest bij aankopen en verkopen, ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest aan het eind van de vorige verslagperiode. (7) Interestresultaat deposito’s Het interestresultaat deposito’s is de resultante van ontvangen coupons en het verschil tussen de opgelopen interest aan het eind en begin van de verslagperiode. (8) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (10) Futures Het resultaat op futures is het cumulatieve resultaat van alle nog openstaande en reeds gesloten contracten gedurende de verslagperiode. Het resultaat van de per balansdatum nog openstaande contracten wordt bepaald door het verschil te nemen tussen de slotkoers per balansdatum en de transactiewaarde op moment van aangaan van de contracten. Het resultaat van de gesloten posities wordt bepaald door het verschil tussen de eindwaarde bij sluiting van de contracten en de koers waartegen de contracten zijn aangegaan of de waarde aan het begin van de verslagperiode. De futures worden op dagbasis afgerekend. Derhalve is geen waarde zichtbaar in de balans. (11) Verwerking (dis)agio financiële instrumenten Het agio of disagio wordt gedurende de resterende looptijd, dat wil zeggen tot het moment van aflossing van de belegging, lineair ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening geamortiseerd, met inachtneming van de bepalingen van RJ 290.516. Verbonden partijen Het Fonds kan beleggen in financiële producten die worden beheerd door de beheerder van het Fonds of die werden ontwikkeld door een aan de beheerder van het Fonds verbonden partij. Het Fonds kan ook transacties aangaan met gelieerde partijen. Deze transacties kunnen onder meer beleggingstransacties en overeenkomsten tot bewaring van effecten betreffen. In deze gevallen is er sprake van transacties tussen verbonden partijen. Hierbij worden normale marktvoorwaarden toegepast en worden normale, marktconforme vergoedingen in rekening gebracht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, tenzij anders aangegeven. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquiditeiten. Ontvangen interest, ontvangen coupons en waardeverschillen op beleggingen worden opgenomen onder de kasstroom uit beleggingsactiviteiten. Ontvangsten bij geplaatste participaties en uitkeringen aan participanten worden opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. De posten ‘aankopen van beleggingen’ en ‘verkopen van beleggingen’ en de posten ‘ontvangsten bij uitgifte van Vaste Looptijd Tranches’ en ‘betaald bij inname van Vaste Looptijd Tranches’ zijn omwille van het inzicht opgenomen volgens de directe methode.
■
Risico’s samenhangend met beleggen in het Fonds
Algemeen Potentiële Participanten in het Fonds worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan een belegging financiële risico's zijn verbonden. De waarde van een Participatie in het Fonds is afhankelijk van de ontwikkelingen op de financiële markten. De waarde van een Participatie kan hierdoor zowel stijgen als dalen en u kunt mogelijk minder terugkrijgen dan u heeft ingelegd. Ook kan de vorming van een Tranche of uitgifte van Participaties of (terug)betaling daarop worden opgeschort en kan het gebeuren dat een Tranche in het geheel niet wordt gevormd of dat Participaties in het geheel niet worden uitgegeven. De Beheerder meent dat de volgende risicofactoren relevant zijn voor het beleggen in het Fonds. Deze risicofactoren kunnen in meerdere of mindere mate de waarde en het rendement van de Participaties negatief beïnvloeden en zijn vermeld in volgorde van omvang en relevantie. De hierna vermelde opsomming van risicofactoren is echter niet limitatief. Het is derhalve mogelijk dat er zich omstandigheden zullen voordoen die hier niet zijn beschreven maar die tot gevolg kunnen hebben dat de werkelijke rendementen afwijken van de prognoserendementen en de in het verleden behaalde rendementen zoals weergegeven in dit Prospectus. Voorafgaand aan de beslissing om te beleggen in het Fonds dienen potentiële Participanten naast de risicofactoren ook de overige informatie in dit Prospectus zorgvuldig in hun overweging mee te nemen.
19
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
Marktrisico Marktrisico’s kunnen verschillen per categorie belegging maar nemen toe door beperking van de spreiding van de beleggingen tot een bepaalde regio, sector en/of door de keuze van individuele beleggingen. Het is mogelijk dat de hele markt of een bepaalde regio of sector daalt. Een belegging in het Fonds brengt meerdere risico’s met zich mee, vergelijkbaar met het marktrisico in geval van een directe investering in de onderliggende financiële instrumenten. De beleggingen van het Fonds zijn blootgesteld aan normale marktschommelingen en risico’s inherent aan het beleggen in financiële instrumenten. De waarde van de onderliggende beleggingen kan van tijd tot tijd fluctueren. Binnen de categorie vastrentende waarden verschillen de marktrisico’s per soort debiteur (overheid versus private onderneming). De waarde van beleggingen in vastrentende waarden fluctueert als gevolg van veranderingen in de marktrente en in de risico-opslagen (credit spreads). Voor veranderingen in de marktrente is verandering in de verwachte ontwikkeling van de inflatie en van de economische groei een belangrijke factor. Ook het beleid van centrale banken en het begrotingsbeleid van landen spelen een belangrijke rol. Ook speelt de verwachte kredietwaardigheid van een bepaalde debiteur of groep van debiteuren een belangrijke (additionele) factor. Door goede spreiding en goed beheer van de beleggingsportefeuille kan deze (ook in mindere tijden) relatief aantrekkelijk blijven voor Participanten, hoewel waardedalingen als gevolg van veranderde economische, politieke of marktomstandigheden het uiteindelijke rendement in belangrijke mate negatief kunnen beïnvloeden. De marktrisico’s verschillen voor de drie soorten Tranches. De marktrisico’s van de beleggingsportefeuille zullen voornamelijk effect hebben op de meest achtergestelde Tranches en die een buffer vormen voor de overige tranches. Zo zijn de Vaste Looptijd Tranches beschermd voor marktrisico’s vanuit de beleggingsportefeuille zolang er een positieve waarde van de Egalisatie Tranches is. Beleggingsrisico Het beleggingsrisico is de som van alle risico’s die bij een beleggingsportefeuille aan de orde zijn. Het betreft meer specifiek, echter niet uitputtend, de volgende risico’s: Renterisico De waarde van de beleggingen is gevoelig voor veranderingen in de marktrente. Bij een stijgende rente zal de waarde van een obligatie over het algemeen dalen. De beheerder beperkt dit risico door de beleggingsportefeuille te spreiden en de gemiddelde looptijd van de beleggingen aan te passen. De renterisico’s verschillen voor de drie soorten tranches. De renterisico’s van de beleggingsportefeuille zullen voornamelijk effect hebben op de meest achtergestelde tranches en die een buffer vormen voor de overige tranches. Zo zijn de Vaste Looptijd Tranches beschermd voor renterisico’s vanuit de beleggingsportefeuille zolang er een positieve waarde van de Egalisatie Tranches is. Kredietrisico Het Fonds belegt in vastrentende waarden die worden gekenmerkt door een kredietrisico. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden wordt beïnvloed door een positieve of negatieve ontwikkeling van de kredietwaardigheid van de desbetreffende uitgevende instelling, de debiteur. De Beheerder neemt de nodige zorgvuldigheid in acht bij het selecteren van deze vastrentende waarden en zal een inschatting maken van de kans op tijdige voldoening van rente- en aflossingsverplichtingen door de debiteur. Toch kan het niet uitgesloten worden dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Dit kan leiden tot verliezen van het Fonds. De kredietrisico’s verschillen voor de drie soorten tranches. De kredietrisico’s van de beleggingsportefeuille zullen voornamelijk effect hebben op de meest achtergestelde tranches en die een buffer vormen voor de overige tranches. Zo zijn de Vaste Looptijd Tranches beschermd voor kredietrisico’s vanuit de beleggingsportefeuille zolang er een positieve waarde van de Egalisatie Tranches is.
20
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
21
Tabel 1 Kredietwaardigheid van de portefeuille in procenten van het vermogen Kredietwaardigheid
30-06-2015
31-12-2014
% van het vermogen
% van het vermogen
AAA
13,5
14,3
AA+
1,8
1,9
AA
8,1
15,8
49,0
43,6
A+
0,0
0,0
A
0,0
2,6
A-
3,1
0,0
BBB+
1,6
2,0
14,9
9,8
BBB-
4,1
5,7
BB+
2,3
2,2
B+
0,0
1,0
B
1,1
0,0
B-
0,5
0,0
CCC+
0,0
1,1
CCC
0,0
0,0
100,0
100,0
AA-
BBB
Totaal
Concentratierisico Indien meerdere beleggingen in eenzelfde sector, geografisch gebied of beleggingscategorie plaatsvinden kunnen concentraties in dergelijke sectoren, gebieden of categorieën plaatsvinden waardoor het risico bestaat dat de beleggingsportefeuille als gevolg van deze concentratie in haar geheel gevoeliger wordt voor algemene en specifieke marktbewegingen in deze sectoren, gebieden en categorieën. De Beheerder streeft er naar om het risico voor de belegger tot een acceptabel niveau terug te brengen door een zekere mate van spreiding van de beleggingen alsmede door ernaar te streven niet meer dan een beperkt percentage van het vermogen direct dan wel indirect te beleggen in één en dezelfde debiteur. In tabel 2 is de grootste concentratie van debiteurenrisico per 30 juni 2015 ten opzichte van het vorige boekjaar weergegeven. In tabel 3 treft men een overzicht aan van het percentage beleggingen per land per 30 juni 2015 ten opzichte van het vorige boekjaar. Tabel 2 Grootste debiteuren van de portefeuille in procenten van het vermogen Grootste debiteuren op basis van percentage totale waarde
30-06-2015
31-12-2014
% van het vermogen
% van het vermogen
HSBC Holdings PLC
17,8
17,5
BNG Fondsen
13,9
13,5
Rabobank Nederland
12,7
11,2
Nordea Bank AB
5,4
5,4
Dexia Credital Local
4,8
-
-
4,7
Bonos Y Oblig del Estado
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
Tabel 3 Landenverdeling van de portefeuille in percentage van het vermogen Landenverdeling
30-06-2015
31-12-2014
% van het vermogen
% van het vermogen
Nederland (NL)
36,5
35,2
Verenigd Koninkrijk (GB)
16,3
17,8
Frankrijk (FR)
12,5
12,0
Duitsland (DE)
10,2
8,3
Italië (IT)
7,5
2,2
Zweden (SE)
6,4
7,6
Spanje (ES)
5,0
6,5
Finland (FI)
2,9
2,9
Slovenië (SI)
1,6
1,0
Ierland (IE)
1,1
1,1
België (BE)
0,0
4,1
Supranationaal (SNAT)
0,0
1,3
100,0
100,0
Liquiditeitsrisico De hoogte van feitelijke aan- en verkoopkoersen van financiële instrumenten waarin het Fonds belegt, is mede afhankelijk van de liquiditeit van de desbetreffende financiële instrumenten. Het is mogelijk dat beleggingen niet tijdig en/of tegen ongunstige voorwaarden kunnen worden verkocht vanwege gebrek aan liquiditeit in de markt in het kader van vraag en aanbod. Inflatierisico Door inflatie (waardevermindering van geld) kunnen de reële beleggingsopbrengsten worden aangetast. Inflexibiliteitsrisico De Participaties zijn niet verhandelbaar of overdraagbaar aan derden, als gevolg waarvan er geen flexibiliteit bestaat ten aanzien van uitstappen, anders dan op grond van Inkoop voor zover dit is toegestaan, en het overschakelen op andere aanbieders indien de prijzen en de waarde van de beleggingen van het Fonds mochten dalen. Rendementsrisico Het risico bestaat dat het door u verwacht rendement op uw belegging zich niet heeft gerealiseerd op het moment dat u uw belegging verkoopt. Daarnaast staat niet vast dat het Fonds zijn beleggingsdoelstelling zal halen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat Participanten geen rendement behalen en hun inleg geheel of gedeeltelijk verliezen. Er zijn geen waarborgen afgegeven ten aanzien van de waardeontwikkeling van de Participaties noch het Fonds. Prognoserendementen en de Inleg zijn derhalve niet gegarandeerd. Bij beëindiging van de deelname in het Fonds kan de actuele waarde minder bedragen dan de oorspronkelijke Inleg. De rendementsrisico’s verschillen voor de drie soorten Tranches. De rendementsrisico’s van de beleggingsportefeuille zullen voornamelijk effect hebben op de meest achtergestelde Tranches en die een buffer vormen voor de overige Tranches. Zo zijn de Vaste Looptijd Tranches beschermd voor rendementsrisico’s vanuit de beleggingsportefeuille zolang er een positieve waarde van de Egalisatie Tranches is. Het rendement van de beleggingsportefeuille van het Fonds is afhankelijk van de waardeontwikkeling van de beleggingen en/of de directe opbrengsten van deze beleggingen. De waarde van beleggingen fluctueert met koerswijzigingen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. Koerswijzigingen kunnen het gevolg zijn van algemene risicofactoren (marktrisico) en van specifieke risicofactoren die alleen gelden voor een individuele belegging. De Beheerder kan binnen de beleggingsportefeuille van het Fonds de verdeling van de belegging en over de diverse categorieën aanpassen, op basis van de marktvooruitzichten. Dit kan uiteindelijk zowel een positieve als negatieve invloed hebben op het rendement en het risico.
22
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
Selectierisico Het rendement van de beleggingsportefeuille van het Fonds zal afhankelijk zijn van de bekwaamheid van de Beheerder om goede beleggingen te selecteren. De waarde van de geselecteerde individuele beleggingen kunnen een negatief koersverloop hebben als gevolg van ontwikkelingen in de geselecteerde ondernemingen. De Beheerder zal in beginsel een portefeuille aanhouden die niet exact ‘de markt’ weerspiegelt. Dit zal leiden tot een verschil in het beleggingsresultaat van het Fonds en dat van de markt in het algemeen. Er is derhalve geen garantie dat de beleggingen van het Fonds succesvol zullen zijn. Beleggingsbeleidrisico Het Fonds is verplicht om te beleggen conform het beleggingsbeleid zoals beschreven in het Prospectus en kan derhalve niet inspelen op ontwikkelingen in financiële instrumenten en markten die niet passen binnen het beleggingsbeleid van het Fonds. Risico erosie vermogen Het Fonds is onderhevig aan risico's van waardeveranderingen van het vermogen, met inbegrip van het potentiële risico van erosie als gevolg van Inkoop van Participaties en uitkeringen die hoger zijn dan het behaalde beleggingsresultaat in enig boekjaar. Risico met betrekking tot overdraagbaarheid Participaties Omdat de Egalisatie Tranches van het Fonds een open-end structuur hebben, kan het in theorie op ieder moment worden geconfronteerd met een groot aantal verzoeken tot Inkoop. In een dergelijk geval moeten op korte termijn beleggingen worden verkocht om aan de daaruit voortvloeiende betalingsverplichting te voldoen. Dit kan nadelig zijn voor de resultaten van het Fonds. In uitzonderlijke situaties zal het Fonds voor korte of lange tijd geen Participaties kunnen inkopen of uitgeven. De Beheerder heeft de bevoegdheid om verzoeken tot Inkoop of Uitgifte (tijdelijk) op te schorten of te limiteren zoals beschreven in hoofdstuk 3 ‘Uitgifte en Inkoop van Participaties’. Dit kan leiden tot verminderde overdraagbaarheid van de Participaties. Risico wijziging fiscale wetgeving Voor een aantal belangrijke fiscale aspecten van het Fonds wordt verwezen naar hoofdstuk 10 ‘Fiscale positie’. Hierbij wordt opgemerkt dat het van toepassing zijnde fiscale regime kan veranderen gedurende het bestaan van het Fonds, als gevolg van veranderingen, al dan niet met terugwerkende kracht, in de (fiscale) wetgeving, jurisprudentie en het teruggavebeleid. Hierdoor is het niet mogelijk de juiste, van toepassing zijnde, fiscale behandeling op enig moment te voorspellen. Potentiële Participanten die twijfels hebben over hun fiscale positie wordt geadviseerd hun eigen belastingadviseur te raadplegen. Afwikkelingsrisico Het Fonds is gevoelig voor het risico dat een afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet op tijd of niet zoals verwacht plaatsvindt. Wederpartijrisico Een uitgevende instelling of andere wederpartij kan in gebreke blijven. Bij aan- en verkooptransacties zullen in het algemeen slechts kortlopende vorderingen ontstaan waardoor het risico laag is, aangezien levering pas plaatsvindt tegen (vrijwel) gelijktijdige ontvangst van de tegenprestatie. Deze risico’s worden beperkt door een zorgvuldige selectie van wederpartijen. Risico’s bij beleggingen in andere beleggingsinstellingen Het Fonds kan beleggen in andere beleggingsinstellingen of instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) in de zin van de Wft, waaronder Verbonden Beleggingsinstellingen. Het Fonds is in dat geval mede afhankelijk van het rendement, de kwaliteit van de dienstverlening en het risicoprofiel van de beleggingsinstellingen of de icbe’s waarin wordt belegd. Dit risico wordt beperkt door een zorgvuldige selectie van beleggingsinstellingen of icbe’s waarin wordt belegd. Bewaarnemingsrisico Het Fonds loopt het risico van verlies van in bewaring gegeven financiële instrumenten als gevolg van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de (onder)bewaarder van die financiële instrumenten. De Beheerder tracht dit risico te beheersen door dergelijke overeenkomsten alleen met gerenommeerde en financieel gezonde partijen aan te gaan en door regelmatig overleg met dergelijke partijen te voeren.
23
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
Risico gebruik derivaten Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten overeenkomstig zijn beleggingsbeleid. Dit beleid houdt in dat derivaten alleen worden ingezet ter beperking van risico’s en het daarom bijvoorbeeld niet toegestaan is dat het gebruik van derivaten leidt tot een hefboomwerking. Met behulp van een risicomanagementsysteem wordt door de Beheerder het risico van beleggingen in derivaten geschat en beheerd. Kasstroomrisico De door de beleggingen gegenereerde kasstromen die zijn aangegaan om de Inleg en de Prognoserendementen te kunnen uitkeren aan de Participanten, kunnen onverwacht anders zijn. Onverwacht andere kasstroomprofielen kunnen zich zowel voordoen bij de beleggingen van het Fonds als bij de verplichtingen van het Fonds jegens de Participanten in de Vaste Looptijd Tranches (vanwege het vaste looptijdkarakter van deze Tranches). Factoren die zorgen dat deze kasstroomprofielen zich anders kunnen voordoen dan verwacht zijn bijvoorbeeld variabele rentes, in- en uitstroom van gelden en vervroegde aflossingen. Crisisrisico In de financiële markten kunnen zich bepaalde economische en marktomstandigheden voordoen die niet algemeen verwacht worden en die grote onverwachte implicaties kunnen hebben op de rendementen van de beleggingen. Voorbeelden hiervan zijn de kredietcrisis die begon in 2008 en de eurocrisis die begon eind 2009. Risico uitlenen van financiële instrumenten De Beheerder kan financiële instrumenten uit de beleggingsportefeuille van het Fonds uitlenen aan andere financiële instellingen (“securities lending”). Deze activiteiten dragen het risico met zich mee dat een verlies moet worden gedragen door het Fonds wanneer de tegenpartij de voorwaarden uit de overeenkomst op grond waarvan financiële instrumenten worden uitgeleend niet nakomt, zoals de teruggave van de ingeleende financiële instrumenten op de afgesproken datum of verstrekking van de gevraagde zekerheden. Risico’s met betrekking tot de juridische structuur van het Fonds Risico met betrekking tot de onderverdeling van het Fondsvermogen Het Fonds is zo ingericht dat het Fondsvermogen voor de Participanten is onderverdeeld in Tranches. Door het invoeren van Tranches is er een onderscheid aangebracht met betrekking tot de gerechtigdheid tot het gemeenschappelijke vermogen alsmede de resultaten van de respectieve Tranches. De Participanten zijn in economische zin gerechtigd tot het gemeenschappelijke vermogen dat is toe te rekenen aan de Tranche(s) waarin zij Participaties houden. Er is echter geen sprake van een juridisch afgescheiden vermogen per Tranche. De onderverdeling van het Fondsvermogen in Tranches heeft derhalve alleen “interne werking” en geen “externe werking”. Dit houdt in dat ten aanzien van verplichtingen c.q. schulden van het Fonds ten opzichte van derden/schuldeisers er geen onderscheid bestaat tussen de Tranches. Gevolg hiervan is dat schuldeisers hun schade kunnen verhalen op het gehele Fondsvermogen, ook als een verplichting c.q. schuld is aangegaan die – in economische zin – uitsluitend betrekking heeft op een specifieke Tranche. Risico met betrekking tot achterstelling van Tranches Participanten in Egalisatie Tranche I zijn achtergesteld bij de Participanten in Egalisatie Tranches II, aangezien de Participanten in Egalisatie Tranche I eerst rendement op hun Participaties behalen indien de Participanten in de Egalisatie Tranches II hun gemaximeerde rendement (zie artikel 8 van de Fondsvoorwaarden) hebben gerealiseerd. Voorts geldt dat Participanten in de Egalisatie Tranche II zijn achtergesteld bij de Participanten in de Vaste Looptijd Tranches, aangezien de Participanten in de Egalisatie Tranche II eerst rendement behalen indien de Participanten in de Vaste Looptijd Tranches Prognoserendement hebben gerealiseerd. Restitutierisico In het geval het Fonds bij beëindiging van een of meer Vaste Looptijd Tranches niet in staat is aan een of meer Participanten in de desbetreffende Vaste Looptijd Tranche(s) het bedrag van hun Inleg te betalen, dan wordt het tekort in de eerste plaats ten laste gebracht van het Fondsvermogen dat specifiek is toe te rekenen aan Egalisatie Tranche I. Mocht het vermogen van Egalisatie Tranche I (de totale Waarde Egalisatie Tranche I) hiervoor niet toereikend zijn, dan wordt het verdere tekort ten laste gebracht van het Fondsvermogen dat specifiek is toe te rekenen aan de Egalisatie Tranches II. Mocht ook het vermogen van de Egalisatie Tranches II (de totale Waarde Egalisatie Tranches II) hiervoor niet toereikend zijn, dan wordt het dan nog resterende tekort ten laste gebracht van het resterende Fondsvermogen door dit pro rata parte hiervoor aan te wenden. Gevolg hiervan is dat Participanten in Egalisatie Tranche I en de Egalisatie Tranches II een bepaald risico lopen het bedrag van hun Inleg te verliezen. Participanten in een Vaste Looptijd Tranche, ten slotte, lopen een bepaald risico dat indien – in voorkomend geval - het vermogen dat specifiek is toe te rekenen aan de Egalisatie Tranches niet toereikend zou zijn om tekorten in de hiervoor bedoelde zin aan te vullen, zij geen rendement op hun
24
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
Inleg zullen ontvangen en dat zij het bedrag van hun Inleg mogelijk niet, althans niet geheel terugbetaald krijgen. Risico van herkwalificatie Het Fonds is een fonds voor gemene rekening. Het Fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid. De Fondsvoorwaarden zijn zo geredigeerd dat het Fonds geen personenvennootschap is. In de Fondsvoorwaarden is opgenomen dat de Participanten onderling geen overeenkomst aangaan, niet samenwerken en de verplichting tot het betalen van een tegenprestatie voor een Participatie alleen een verbintenis is jegens de Beheerder en de Juridisch Eigenaar. Indien in strijd met deze bepalingen wordt gehandeld, waardoor een rechter kan oordelen dat Participanten toch onderling een overeenkomst zijn aangegaan, samenwerken en/of jegens elkaar een verplichting hebben tot het betalen van een tegenprestatie voor een Participatie, kan een rechter het Fonds aanmerken als een personenvennootschap. Indien het Fonds wordt aangemerkt als een personenvennootschap, kunnen bepalingen in de Fondsvoorwaarden in strijd worden geoordeeld met dwingend recht. Hierdoor zou jegens derden geen beroep kunnen worden gedaan op artikel 3.4 en artikel 10.4 van de Fondsvoorwaarden en zou een Participant aansprakelijk kunnen zijn voor verplichtingen van het Fonds.
■ Toelichting op de balans (1) Financiële vaste activa inclusief agio/disagio Het verloop van de financiële vaste activa was als volgt:
Stand begin nominale waarde
2015
2014
HtM
HtM
Obligaties
Obligaties
x € 1.000
x € 1.000
37.500
52.500
Aankopen
-
Verkopen
(2.000)
Stand eind nominale waarde
35.500
Agio/disagio
(526)
Stand 30 juni 2015 (marktwaarde)
34.974
(15.000) 37.500 (986) 36.514
De amortisatiewaarde van de HtM-portefeuille per 30 juni 2015 is € 34.974.383,82. Geen van de onderdelen van de HtM-portefeuille is per 30 juni 2015 duurzaam in waarde verminderd. De waarde van de beleggingen in portefeuille uitgedrukt in actuele waarde (marktwaarde) per 30 juni 2015 bedraagt € 34.974.383,82 (2014: € 36.513.578,51). Agio/disagio financiële instrumenten Het verloop van het agio/disagio financiële instrumenten was als volgt:
01-01-2015
Stand begin Geamortiseerde agio/disagio
01-01-2014
t/m
t/m
30-06-2015
31-12-2014
x € 1.000
x € 1.000
986 (42)
Vrijval agio/disagio
(418)
Stand eind
526
3.286 831 (3.131) 986
(1) Beleggingen Dit betreft beleggingen in obligaties, afgeleide instrumenten (‘derivaten’), zoals interest rate swaps en futures, en beleggingsfondsen in vastrentende waarden. Voor nadere informatie over de futures posities wordt verwezen naar punt 10 van de toelichting op de winst- en verliesrekening.
25
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
26
Het verloop van de beleggingen was als volgt: Obligaties
Derivaten
Bel.fondsen
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Stand 1 januari 2014 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen
521.065 353.070 (582.209) 27.628
(6.793) (12.706)
55.969 610
570.241 353.070 (582.209) 15.532
Stand 1 januari 2015 Aankopen Verkopen Gerealiseerde en ongerealiseerde koersverschillen
319.554 179.399 (187.338) (3.274)
(19.499) 2.440
56.579 52
356.634 179.399 (187.338) (782)
Stand 30 juni 2015
308.341
(17.059)
56.631
347.913
Portefeuille Omloop Factor (POF) De portefeuille omloop factor (pof) over de periode tot en met 30 juni 2015 is nihil op jaarbasis (31 december 2014: nihil; 31 december 2013: nihil). De POF geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de activa van het Fonds. De POF wordt bepaald door het bedrag van de omzet (omloop) uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde 1. Het bedrag van de omloop wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van inkopen en uitgifte van eigen participaties. Indien het totaal van de effectentransacties lager is dan het totaal van de transacties van de deelnemingsrechten dan wordt de POF op nihil gesteld. (2) Vorderingen (2a) Overige vorderingen en overlopende activa De overige vorderingen betreffen transitoire posten per 30 juni 2015. De vorderingen hebben een looptijd van ten hoogste 1 jaar. In de overige vorderingen is een vordering op Kaupthing Bank inzake maturity FLTG Kaupthing Bank MAY 21 09 opgenomen bestaande uit een bedrag van € 1.000.000,- (zijnde 40% van de hoofdsom) en een coupon van € 24.474,33. Kaupthing Bank verkeert in moratoriumstatus. Er is een claim ingediend bij de Winding up Committee van Kaupthing ter hoogte van de hoofdsom plus de niet-ontvangen coupons en een rentevergoeding. De uitkomst van deze claim is per balansdatum nog niet bekend. (3) Overige activa Liquiditeiten Per 30 juni 2015 is een bedrag van € 2.804.230,64 (2014: € 1.908.474,--) aangemerkt als cashmargin en een bedrag van € 16.452.000,-- (2014: € 18.914.000,--) als cash collateral, beide in verband met derivatenposities van het fonds. Voor het overige staan de liquide middelen ter vrije beschikking van het Fonds. (4) Fondsvermogen (4a) Egalisatie Tranches II Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Aantal
Stand begin Uitgifte Inname Stand eind
01-01-2014
t/m
t/m
01-01-2013 t/m
30-06-2015
31-12-2014
31-12-2013
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
5.660 -
79.159 -
109.882 (44.444)
116.252 (12.948)
5.660
79.159
Opgelopen rente Aandeel onverdeelde winst
Stand eind
01-01-2015
2.392 (6) 2.386 5.660
81.545
65.438 958 12.763 13.721 79.159
103.304 7.271 (693) 6.578 109.882
Per 30 juni 2015 bedraagt de intrinsieke waarde € 81.545.040,36 (31 december 2014: € 79.159.239,03; 31 december 2013: € 109.882.280) verdeeld in 5.660,05 (31 december 2014: 1
Voor de wijze van berekening van de gewogen gemiddelde intrinsieke waarde zie op pagina 31 de toelichting op de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
27
5.660,05; 31 december 2013: 9.013,06;) participaties. De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2015 bedroeg € 14.407,13 (31 december 2014: € 13.985,61; 31 december 2013: € 12.191,45). De uitsplitsing van de intrinsieke waarde per tranche (voor en na resultaatverdeling) is als volgt: 30-06-2015
30-06-2015
31-12-2014
31-12-2014
31-12-2013
31-12-2013
Voor resultaat-
Na resultaat-
Voor resultaat-
Na resultaat-
Voor resultaat-
Na resultaat-
verdeling
verdeling
verdeling
verdeling
verdeling
verdeling
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Egalisatie Tranche 2 / 4 apr 2016 / 120 maands 4.28630%
29.350
26.142
28.670
25.465
27.346
21.816
Egalisatie Tranche 2 / 4 jul 2016 / 120 maands 4.59000%
29.862
27.704
29.170
27.015
27.823
23.343
Egalisatie Tranche 2 / 29 dec 2015 / 9 jaar 1.56%*HICP+0.9%+P
48.088
40.146
13.108
13.108
12.639
12.639
11.756
11.585
Egalisatie Tranche 2 / 4 nov 2015 / 84 maands 7.17600%
4.757
4.757
4.596
4.596
4.289
4.289
Egalisatie Tranche 2 / 31 mrt 2016 / 84 maands 8.65700%
5.039
5.039
4.836
4.836
4.451
4.451
Egalisatie Tranche 2 / 31 aug 2016 / 84 maands 8.38000%
4.795
4.795
4.608
4.608
4.252
4.252
86.911
81.545
84.519
79.159
128.005
109.882
Egalisatie Tranche 2 / 3 jan 2018 / 120 maands 7.55000%
-
-
Overlopende posten
-
-
-
-
81.545
-
79.159
109.882
Het verschil tussen de intrinsieke waarde per tranche voor- en na resultaatverdeling wordt veroorzaakt door de cumulatieve resultaten vanaf de start van het fonds. (4b) Egalisatie Tranche I Het verloop van het participatiekapitaal was als volgt:
Aantal
Stand begin Uitgifte Inname
01-01-2015
01-01-2014
t/m
t/m
01-01-2013 t/m
30-06-2015
31-12-2014
31-12-2013
Totaal
Totaal
Totaal
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
116 -
-
-
-
Stand eind
116
-
-
-
Aandeel onverdeelde winst Stand eind
116
-
-
-
De intrinsieke waarde per participatie per 30 juni 2015 was nihil. Het oorspronkelijk participatiekapitaal bedroeg € 1.000.000,00 (4c) Wettelijke reserve Ter hoogte van de immateriële activa wordt een wettelijke reserve aangehouden. De toevoegingen en de onttrekkingen aan de wettelijke reserve komen ten laste respectievelijk ten gunste van de algemene reserve. De wettelijke reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten van Egalisatie Tranches I en II. De wettelijke reserve gedurende het eerste halfjaar 2015 (en het boekjaar 2014) was nihil. (4d) Algemene reserve De algemene reserve wordt pro rata parte toegerekend aan de participanten van Egalisatie Tranche I en II. De algemene reserve gedurende het eerste halfjaar 2015 (en het boekjaar 2014) was nihil. (4e) Onverdeelde winst Het verloop van de onverdeelde winst was als volgt:
01-01-2015 t/m 30-06-2015 x € 1.000 Stand begin Resultaat boekjaar Naar: Tranches fondsvermogen Stand eind
01-01-2014 t/m 31-12-2014 x € 1.000
-
-
2.386
13.721
(2.386)
(13.721)
-
-
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
(5) Kort- en langlopende schulden De volgende Vaste Looptijd Tranches hebben een looptijd langer dan 1 jaar en zijn opgenomen onder de lang lopende schulden voor een totaal bedrag van € 35.098.307,13: VLT01667 27 februari 2015 – 28 februari 2017 met prognoserendement 0,345% € 35.041.256,25 VLT01674 19 maart 2015 – 30 december 2016 met prognoserendement 0,312% € 57.050,88 Kortlopende schulden Vaste Looptijd Tranches bedraagt € 290.324.326,16 (5a) Vaste Looptijd Tranches Het verloop van de Vaste Looptijd Tranches was als volgt:
Aantal
Stand begin Uitgifte Inname Opgelopen rente
33.988 81.444 (82.923)
Stand eind
32.509
01-01-2015 t/m 30-06-2015
01-01-2014 t/m 31-12-2014
01-01-2013 t/m 31-12-2013
Totaal x € 1.000
Totaal x € 1.000
Totaal x € 1.000
340.340 814.448 (829.852) 487
483.691 2.120.328 (2.265.440) 1.761
1.343.859 2.178.810 (3.044.523) 5.545
340.340
483.691
325.423
De intrinsieke waarde per participatie is afhankelijk van de met de participant gesloten overeenkomst.
28
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
De uitsplitsing van de marktwaarde naar de afzonderlijke Vaste Looptijd Tranches is als volgt:
Marktw aarde Vaste Looptijd Tranches x € 1.000
VLT01515 VLT01542 VLT01556 VLT01572 VLT01587 VLT01588 VLT01590 VLT01604 VLT01605 VLT01630 VLT01633 VLT01635 VLT01645 VLT01646 VLT01648 VLT01651 VLT01653 VLT01660 VLT01662 VLT01664 VLT01666 VLT01667 VLT01668 VLT01669 VLT01672 VLT01673 VLT01674 VLT01675 VLT01679 VLT01682 VLT01683 VLT01684 VLT01685 VLT01691 VLT01694 VLT01695 VLT01696 VLT01697 VLT01705 VLT01706C7 VLT01707 VLT01708 VLT01708A VLT01708B VLT01709 VLT01711 VLT01712 VLT01718 VLT01719 VLT01720
0,719% VLT 30 apr 2014-30 dec 2015 0,537% VLT 30 jun 2014-30 jun 2015 0,539% VLT 31 jul 2014-31 jul 2015 0,464% VLT 5 sep 2014-31 aug 2015 0,363% VLT 30 sep 2014-31 aug 2015 0,392% VLT 30 sep 2014-30 sep 2015 0,376% VLT 8 okt 2014-30 sep 2015 0,39% VLT 31 okt 2014-30 okt 2015 0,39% VLT 31 okt 2014-30 apr 2016 0,349% VLT 30 dec 2014-30 sep 2015 0,428% VLT 30 dec 2014-30 dec 2015 0,367% VLT 6 jan-30 okt 2015 0,238% VLT 30 jan-31 jul 2015 0,261% VLT 30 jan-31 aug 2015 0,308% VLT 30 jan-30 okt 2015 0,377% VLT 30 jan 2015-29 jan 2016 0,34% VLT 19 feb 2015-29 jan 2016 0,219% VLT 27 feb-31 aug 2015 0,256% VLT 27 feb-30 okt 2015 0,298% VLT 27 feb-30 dec 2015 0,345% VLT 27 feb 2015-29 feb 2016 0,345% VLT 27 feb 2015-28 feb 2017 0,237% VLT 10 mrt-30 okt 2015 0,233% VLT 11 mrt-30 okt 2015 0,221% VLT 17 mrt-30 okt 2015 0,312% VLT 19 mrt 2015-31 mrt 2016 0,312% VLT 19 mrt 2015-30 dec 2016 0,217% VLT 20 mrt-30 okt 2015 0,121% VLT 31 mrt-30 jun 2015 0,189% VLT 31 mrt-30 sep 2015 0,205% VLT 31 mrt-30 okt 2015 0,222% VLT 31 mrt-30 nov 2015 0,238% VLT 31 mrt-30 dec 2015 0,19% VLT 10 apr-30 okt 2015 0,084% VLT 30 apr-30 jun 2015 0,099% VLT 30 apr-31 jul 2015 0,121% VLT 30 apr-31 aug 2015 0,144% VLT 30 apr-30 sep 2015 0,171% VLT 24 apr-30 okt 2015 0% VLT 26 jun-1 jul 2015 0,046% VLT 29 mei-30 jun 2015 0,068% VLT 29 mei-31 jul 2015 0,068% VLT 29 mei-31 jul 2015 0,068% VLT 29 mei-31 jul 2015 0,087% VLT 29 mei-31 aug 2015 0,129% VLT 29 mei-30 okt 2015 0,15% VLT 29 mei-30 nov 2015 0,26% VLT 29 mei 2015-31 mei 2016 0,127% VLT 2 jun-30 okt 2015 0,04% VLT 19 jun-20 jul 2015
5.540 503 14.114 1.004 602 1.805 702 423 15.039 2.893 13.028 7.013 3.037 1.001 1.001 252 300 2.135 1.303 501 23.956 35.041 550 450 6.504 300 57 3.002 36.533 6.672 100 400 300 2.001 7.470 5.316 101 800 350 751 35.118 1.517 3.001 3.001 36.002 6.006 10.669 500 1.750 25.009 325.423
29
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
■ Toelichting op de winst- en verliesrekening (6) Interestresultaat obligaties Het interestresultaat obligaties bestaat uit het saldo van betaalde en ontvangen interest bij aankopen respectievelijk verkopen, ontvangen couponrente en opgelopen interest aan het eind van de verslagperiode minus de opgelopen interest aan het eind van de vorige verslagperiode. (7) Interestresultaat deposito’s Het interestresultaat deposito’s is de resultante van ontvangen coupons en het verschil tussen de opgelopen interest aan het eind en begin van de verslagperiode. (8) Interest op liquiditeiten Dit betreft interestinkomsten behaald op liquide middelen gedurende de periode. (9) Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeverschillen op beleggingen, zijnde het verschil tussen de kostprijs inclusief transactiekosten en de verkoopprijs minus transactiekosten dan wel de actuele waarde, worden verantwoord in de winst- en verliesrekening van het Fonds. (10) Futures Er is gedurende het boekjaar gebruikgemaakt van futures en swaps teneinde bepaalde renterisico’s in de beleggingsportefeuille af te dekken. Het resultaat op futures wordt bepaald door het verschil tussen de waarde van het contract bij aanvang van de positie en de waarde op het moment van cash settlement, aan het einde van de handelsdag. Per 30 juni 2015 was er een positie in de volgende futures: Futures
EURO-BOBL EURO-BUND EURO-SCHATZ
aantal
FUT SEP 15 FUT SEP 15 FUT SEP 15
(500) (250) (900)
(11) Verwerking (dis)agio financiële instrumenten Het agio of disagio wordt gedurende de resterende looptijd, dat wil zeggen tot het moment van aflossing van de belegging, lineair ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening geamortiseerd, met inachtneming van de bepalingen van RJ 290.516. (12) Kosten Deze post betreft: de kosten van beheer en toezicht: aan het eind van iedere maand is een beheervergoeding verschuldigd voor de door de beheerder, bewaarder en de depotbank verrichte activiteiten van 0,025% (exclusief btw) berekend over het fondsvermogen aan het begin van die maand. Voor doeleinden van berekening van de beheervergoeding wordt de totale positie VLT als onderdeel van het fondsvermogen beschouwd. alle overige kosten, betrekking hebbend op het toezicht door toezichthouders, alsmede de overige kosten die verband houden met de beleggingen. De vergoeding voor administratie en bewaring bedraagt 1/12 van 0,03% (exclusief btw) over het fondsvermogen op maandbasis en de vergoeding voor bewaarneming bedraagt 1/12 van 0,03025% (inclusief btw) over het fondsvermogen op maandbasis. - de accountantskosten die in rekening zijn gebracht voor het verrichten van de wettelijk verplichte accountantscontrole van het fonds door Deloitte Accountants B.V. Er zijn gedurende het boekjaar halfjaar 2015 geen (2014: nihil) bedragen in rekening gebracht voor niet-reguliere, advies- of overige werkzaamheden. De aan het fonds in rekening gebrachte kosten samenhangend met de bewaring van de activa bedragen € 32.060,31 (2014: € 104.167,30). De verhoging van de kosten komen door invoering van AIFMD.
30
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
De kosten zijn als volgt te specificeren: 01-01-2015 t/m 30-06-2015 x € 1.000 Kosten v an beheer en toezicht: Beheervergoeding Vergoeding Raad van Toezicht Ov erige kosten: Administratie Accountant Toezicht AFM/DNB Bewaarloon Bankkosten Overig
Totaal
01-01-2014 t/m 31-12-2014 x € 1.000
720 5 725
1.677 10 1.687
98 25 21 32 13 6 195
216 60 26 104 32 11 449
920
2.136
Lopende Kosten Factor (LKF) De Lopende Kosten Factor (LKF) over de periode tot en met 30 juni 2015 is 0,39% op jaarbasis (31 december 2014: 0,38%), waarvan 0,31% (31 december 2014: 0,30%) voor de kosten van beheer en toezicht. De werkelijke kosten wijken niet materieel af van de verwachte kosten (0,41%), zoals vermeld in het prospectus van het Fonds. De totale kosten van het Fonds zijn gerelateerd aan het fondsvermogen inclusief de Vaste Looptijd Tranches. De Lopende Kosten Factor (LKF) wordt berekend door de kosten, exclusief de rentelasten, te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde gedurende het jaar. Berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde Bij de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde wordt de normale frequentie van de berekening van de intrinsieke waarde van het Fonds als basis genomen. Dit betekent dat het fonds bij de berekening van de gemiddelde NAV over de periode 30 juni 2014 tot en met 30 juni 2015 als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor uitgaat van 13 meetmomenten, bestaande uit de reguliere handelsdagen en 30 juni 2014 en 30 juni 2015. Hierbij worden de bedragen per 30 juni 2014 en 30 juni 2015 ieder voor 50% meegenomen. Onder totale kosten worden begrepen de kosten van beheer en toezicht, de overige kosten, de kosten van vreemd vermogen, alsmede de afschrijving van immateriële activa. Uitbesteding aan derden De beheerder is gerechtigd zich bij het uitoefenen van zijn beheertaken te laten bijstaan door derden, mits de beheerder de volledige eindverantwoordelijkheid voor de beheertaken houdt. Het beleggingsbeleid zal door de beheerder niet worden uitbesteed aan derden. Het voeren van de fondsenadministratie (waaronder begrepen het verwerken van de beleggingstransacties en de inkomsten en uitgaven, het voeren van de participantenadministratie en de berekening van de intrinsieke waarde ) is krachtens overeenkomst uitbesteed aan een derde partij, te weten Institutional Trust Services B.V. (ITS) te Leusden. De beheerder heeft voorts de kantoorautomatisering uitbesteed aan een externe partij, te weten Exibit B.V. te Den Haag. Aan de beheerder staan verder krachtens overeenkomst bepaalde expertise en faciliteiten inzake ondersteunende niet-effecten diensten (zoals juridische zaken en risk management) van BNG Bank ter beschikking. Personeel Het Fonds heeft geen personeel in dienst. Fiscale status Het Fonds is fiscaal transparant en is daardoor niet onderworpen aan vennootschapsbelasting. Overige toelichtingen Er zijn door het Fonds geen retourprovisies ontvangen inzake effectentransacties. Het Fonds heeft gedurende de periode geen financiële instrumenten uitgeleend en daarvoor ook geen vergoedingen ontvangen.
31
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die van invloed zijn op de huidige halfjaarrekening.l
Den Haag, 25 augustus 2015 De beheerder: BNG Vermogensbeheer B.V.
32
HALFJAARVERSLAG
2015 BNG DEPOSITO FONDS
OVERIGE GEGEVENS ■ Belangen van de directie van de beheerder Op 1 januari 2015 hadden de leden van de directie van de beheerder geen persoonlijke en parallelle belangen bij de beleggingen van het Subfonds. Per 30 juni 2015 hadden de leden van de directie van de beheerder de volgende totale parallelle belangen bij de beleggingen van het Subfonds: -1 contract EURO-BOBL FUTURE SEP 2015. Voorts hadden de leden van de directie van de beheerder geen belangen als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo.
■ Periodieke uitkering Gedurende de looptijd van de Vaste Looptijd Tranches en Egalisatie Tranches II worden aan de daarin deelnemende participanten geen uitkeringen gedaan. De beleggingsopbrengsten worden in beginsel herbelegd (artikel 17.7 van de voorwaarden van beheer en bewaring). Besluiten over het doen van periodieke uitkeringen aan participanten in Egalisatie Tranche I worden genomen door de beheerder. De beheerder heeft niet het voornemen om periodieke uitkeringen aan de participanten in Egalisatie Tranche I te doen.
■ Accountant Op het halfjaarverslag 2015 van BNG Deposito Fonds is geen accountantscontrole toegepast.
33