Jaarverslag 2013 Nieuwkoop
Vastgesteld in het algemeen bestuur van 30 juni 2014
1
2
Inhoud 1.
2.
3.
4.
5.
6.
COMMUNICATIE, OPDRACHTGEVER EN SAMENLEVING..................................................................... 5 1.1 Inleiding ......................................................................................................................... 5 1.2 Strategienota en uitvoeringsplan................................................................................... 5 1.3 Duurzaamheidsagenda .................................................................................................. 6 1.4 Samenleving ................................................................................................................... 6 1.5 Opdrachtgever ............................................................................................................... 7 1.6 Gerealiseerde uren Communicatie Opdrachtgever & Samenleving .............................. 7 BEDRIJVEN ........................................................................................................................... 9 2.1 Inleiding ......................................................................................................................... 9 2.2 Actuele ontwikkelingen ................................................................................................. 9 2.3 Reguleren Milieuactiviteit ............................................................................................ 12 2.4 Milieutoezicht .............................................................................................................. 13 2.5 Milieutoezicht .............................................................................................................. 16 2.6 Gerealiseerde uren Bedrijven ...................................................................................... 17 PRETTIG, GEZOND EN VEILIG ................................................................................................... 19 3.1 Inleiding ....................................................................................................................... 19 3.2 Geluid en verkeer ......................................................................................................... 19 3.3 Lucht en geur ............................................................................................................... 21 3.4 Externe veiligheid......................................................................................................... 22 3.5 Asbest .......................................................................................................................... 23 3.6 Ecologie ........................................................................................................................ 23 3.7 Gerealiseerde uren Prettig, gezond en veilig ............................................................... 23 DUURZAME INRICHTING ........................................................................................................ 24 4.1 Inleiding ....................................................................................................................... 24 4.2 Duurzame inrichting: Ordening en inrichting .............................................................. 24 4.3 Bodem- en waterbodembeheer .................................................................................. 25 4.4 Beleid en beleidsontwikkelingen bodem- en waterbodembeheer.............................. 26 4.5 Gerealiseerde uren Duurzame inrichting ..................................................................... 26 DUURZAME WERELD ............................................................................................................. 28 5.1 Inleiding ....................................................................................................................... 28 5.2 Energie en klimaat ....................................................................................................... 28 5.3 Duurzaam bouwen ....................................................................................................... 28 5.4 Prestaties Duurzame wereld ........................................................................................ 29 5.5 Gerealiseerde uren Duurzame wereld ......................................................................... 29 URENREALISATIE EN FINANCIËN ............................................................................................... 30 6.1 Budgettair neutraal voor de deelnemer ...................................................................... 30 6.2 Niet-Budgettair neutraal voor de deelnemer .............................................................. 31 6.3 Exploitatieresultaat ...................................................................................................... 33 6.4 Afrekening van de deelnemersbijdrage en het exploitatieresultaat ........................... 33
3
Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van 2013. De Omgevingsdienst West-Holland sluit af met een negatief exploitatieresultaat van € 198.757. Het is een bewogen jaar geweest. Een jaar waarin de dienst zich heeft opgemaakt voor een andere manier van werken. Begin 2013 is geconcludeerd dat het fundament waarop de oude Milieudienst was gebouwd niet afdoende is voor een robuuste, toekomstbestendige Omgevingsdienst. Daarbij is geconcludeerd dat de dienstverlening naar een hoger plan moet worden getild, de dienst meer dan anders moet functioneren in netwerken en meer kwaliteit moet leveren met minder financiële middelen. Een lastige opgave, maar geen onmogelijke. Het jaar 2013 heeft in het teken gestaan van het ontwikkelen van plannen om de doelstellingen te realiseren. De basis op orde brengen is een opgave, waarmee de dienst in 2013 is gestart. Een gezamenlijke producten- en dienstencatalogus is ontwikkeld met de vier collega Omgevingsdiensten binnen de provincie. Middels workshops hebben we een zaaktypencatalogus (ZTC) ontwikkeld met een deel van onze opdrachtgevers. De ZTC gaat ons in 2014 helpen om de opdrachtgever beter te bedienen en zaakgericht werken in te voeren, waardoor snellere levertijden mogelijk zijn en de kwaliteit van dienstverlening naar een hoger plan wordt getild. Ook kunnen wij daardoor meer dan voorheen onze informatie op een gestructureerde wijze delen met de opdrachtgevers en partners in de keten. Wij zijn trots op wat de organisatie en haar medewerkers voor elkaar hebben gekregen. 2013 Was ook het jaar van veel in gesprek zijn met onze eigenaren en opdrachtgevers. Waar staan we, wat verwachten we van elkaar en hoe moeten we de toekomst vormgeven, zodat we beter in de toekomst op elkaar zijn ingespeeld. Op dit punt starten we in 2014 met het beter bedienen van ons bestuur. Zo zijn er voorportalen ingericht, waardoor bestuursstukken zo maximaal mogelijk zijn afgestemd. Daarnaast is het plan ontstaan en uitgewerkt om accounthouders aan te wijzen. De leden van ons managementteam nemen elk een opdrachtgever voor haar of zijn rekening. Op deze wijze wordt het gesprek op bestuursniveau en ambtelijk managementniveau beter en bestendiger vormgegeven. De ingeslagen weg van 2013 zullen we voortzetten in 2014. Het zal een spannend jaar worden, maar –terugkijkend op 2013 – heb ik heb er alle vertrouwen in.
Drs. D.W.M. Eskes Directeur Omgevingsdienst West-Holland
4
1. Communicatie, opdrachtgever en samenleving 1.1 Inleiding Het jaar 2013 stond in het teken van de toekomst van de Omgevingsdienst. In de strategienota zijn de bestuurlijke ambities voor de komende jaren geformuleerd en op basis van het bijbehorende uitvoeringsplan is een start gemaakt met de verdere professionalisering van de organisatie en bedrijfsvoering. Verder heeft de Omgevingsdienst gewerkt aan de doelen uit de Duurzaamheidsagenda. Daarnaast ging in 2013 het meerjarenprogramma Milieucommunicatie het laatste jaar in met een aantal succesvolle projecten en is gewerkt aan een nieuw programma voor de komende periode. De Omgevingsdienst heeft de woordvoering over milieuzaken voor de deelnemers verzorgd en bedrijven en deelnemers geïnformeerd over ontwikkelingen in de organisatie en het werkveld. Ten slotte heeft de Omgevingsdienst een aantal toetredingen voorbereid en gewerkt aan de offerte voor de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn. Ook is aan de hand van de resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek een aantal quick wins doorgevoerd.
1.2 Strategienota en uitvoeringsplan In 2013 heeft het bestuur de strategienota ‘Richting kiezen' vastgesteld. Daarin zijn de bestuurlijke ambities voor de periode 2013-2017 geformuleerd. Om deze ambities te kunnen realiseren, is de dienst van start gegaan met de verdere professionalisering van de organisatie en de bedrijfsvoering op basis van het uitvoeringsplan ‘Omgevingsdienst WestHolland - Een organisatie in verandering'. Belangrijke pijlers hierin zijn: verbetering van de dienstverlening ontwikkeling naar netwerkspeler meer kwaliteit met minder middelen Ambities De Omgevingsdienst brengt met het uitvoeringsplan niet alleen de dienstverlening op een hoger niveau, maar realiseert ook de landelijke ambities voor omgevingsdiensten. De ontwikkeling van de organisatie naar een netwerkspeler die op verschillende schaalniveaus opereert, is daarbij van groot belang. De Omgevingsdienst zet hierbij sterk in op harmonisatie en samenwerking met de omgevingsdiensten in Zuid-Holland en de provincie als regisseur van de RUD-vorming. Achtergrond daarvan is het feit dat dit netwerk een sterke ontwikkelkracht laat zien, wat leidt tot grotere kwaliteit, doelmatigheid, efficiëntie en transparantie. Samenwerking Een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle implementatie van het uitvoeringsplan is samenwerking en afstemming met de deelnemers en andere partners. Gemeenten en provincie worden daarom uitgebreid betrokken bij de implementatie van dit plan.
5
1.3 Duurzaamheidsagenda De Duurzaamheidsagenda, voor zover uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de Omgevingsdienst, is voor het grootste deel verweven in de reguliere werkzaamheden van de Omgevingsdienst. Wat wij hiervoor in 2013 hebben gedaan is terug te vinden in het jaarverslag bij de verschillende reguliere taken. Extra activiteiten die voor uw gemeente specifiek zijn uitgevoerd, worden hieronder benoemd. Over het gedeelte waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, wordt in dit jaarverslag niet gerapporteerd. De Omgevingsdienst was aanwezig op de duurzaamheidsmarkt die door Nieuwkoop is georganiseerd.
1.4 Samenleving Meerjarenprogramma Milieucommunicatie Afgelopen jaar was het laatste jaar van de programmaperiode Meerjarenprogramma Milieucommunicatie 2010-2013. In 2013 vond een aantal succesvolle projecten gericht op inwoners en jeugd voor de laatste keer plaats. Ook werd er gewerkt aan de voorbereidingen voor een nieuw programma. Groene voetstappen Groene Voetstappen is een initiatief van het Klimaatverbond. De Omgevingsdienst faciliteerde dit landelijke project in de regio. Ruim 4600 leerlingen van 25 basisscholen verzamelden Groene Voetstappen. Ze deden dit door een week lang zoveel mogelijk lopend en fietsend naar school te gaan. Meedoen betekende het stimuleren van leerlingen, ouders en leerkrachten tot een veilige, gezonde en milieu- en klimaatvriendelijke manier van reizen. Wethouder Guus Elkhuizen bezocht De Tamboerijn in Nieuwveen bij de start van de actie. Milieubende Welke school heeft de meeste milieuhelden? In het voorjaar bood de Omgevingsdienst twaalf basisscholen uit de gemeenten in de Leidse regio gratis de voorstelling en workshop Hoe word ik een milieuheld? van de Stichting Milieubende aan. De Milieubende is interactief theater en een educatieve workshop in één. Het zet kinderen uit de groepen zeven en acht aan mee te denken over oplossingen voor de huidige milieu- en klimaatproblematiek. Woordvoering De Omgevingsdienst verzorgt de woordvoering over milieuzaken voor de deelnemers. Bij politiekgevoelige onderwerpen vindt afstemming plaats met de communicatieadviseur van de opdrachtgever. Verder heeft de pers in 2013 geregeld aandacht gehad voor het werk van de Omgevingsdienst. Zo interviewde een regionale krant een toezichthouder tijdens geluidscontroles tijdens het Leidens Ontzet op drie oktober en liep een journalist mee tijdens vuurwerkcontroles op de laatste dag van het jaar. Verder werd het afdelingshoofd Bedrijven geïnterviewd over de werkwijze bij Wabo-procedures. Hierover verscheen een artikel in het vakblad ROM magazine. Nieuwsbrieven De nieuwsbrief Signaal verscheen in 2013 driemaal. De nieuwsbrief richt zich op de ambtelijke contactpersonen van de Omgevingsdienst. Signaal bevat nieuws en ontwikkelingen in en over het werkgebied van Omgevingsdienst. De nieuwsbrief Bedrijf & Milieu is specifiek gericht op de bedrijven in de regio die onder de Wet milieubeheer vallen en verscheen driemaal in 2013.
6
1.5 Opdrachtgever In 2013 is de gemeente Noordwijk toegetreden. Tevens hebben de gemeenten Noordwijkerhout en Katwijk besloten medio 2014 toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling. In het kader van de voorgenomen herindeling van de gemeenten Alphen aan den Rijn, Rijnwoude (beide Omgevingsdienst West-Holland) en Boskoop (Omgevingsdienst Midden Holland) heeft de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn besloten de milieutaken bij één dienst onder te willen brengen. De voorkeur van de nieuwe gemeente gaat uit naar een fusie van beide diensten Deze optie is door de Omgevingsdienst Midden Holland vooralsnog afgewezen. Omgevingsdienst West-Holland heeft aangegeven hier niet afwijzend tegenover te staan. Dit betekent dat de nieuwe gemeente besloten heeft een verzoek tot uitreding in te dien bij het AB. Medio 2014 zal het AB van de Omgevingsdienst West-Holland de voorwaarden bepalen waaronder de uittreding kan plaatsvinden. Begin 2013 zijn naar aanleiding van het klanttevredenheidsonderzoek bilaterale gesprekken gevoerd met de opdrachtgevers op managementniveau over de ervaringen met de Omgevingsdienst en de gewenste verbeteringen. Dit heeft geresulteerd in een aantal quick wins die in 2013 is uitgevoerd. Het betreft het werken op locatie, productoverzichten en een aantal verbeteringen in de ROM-advisering. In het Uitvoeringsplan Richting Kiezen zijn deze vertaald in structurele verbetervoorstellen en is dienstverlening een belangrijke pijler, omdat de Omgevingsdienst: dichtbij de deelnemers staat en weet wat deze verwachten direct toegankelijk is voor vragen en het bieden van oplossingen omgevingsbewust, betrouwbaar, proactief is en transparant opereert. Om deze bestuurlijke ambities vorm te geven, zet de Omgevingsdienst in op het versterken van het overleg tussen de deelnemers en de Omgevingsdienst, zowel op het niveau van de individuele deelnemer als het gezamenlijke overleg. Heldere communicatie (doel, status en agenda van het overleg zijn duidelijk) en het vooraf afstemmen van verwachtingen zijn daarbij de uitgangspunten. In 2014 wordt gestart met een nieuwe invulling van de afstemmingsstructuur die gebaseerd is op de werkwijze bij Omgevingsdienst Midden Holland en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. Met iedere deelnemer heeft de Omgevingsdienst in 2013 op ambtelijk niveau overleg plaatsgevonden over de begroting, de uitvoering en eventuele bijsturing van de uitvoering.
1.6 Gerealiseerde uren Communicatie Opdrachtgever & Samenleving Ureninzet
Programmering & verantwoording Opdrachtgever Samenleving MILIEUCOMMUNICATIE EN VOORLICHTING
Begroting Offertes Begroting + Werkelijk t/m 2013 2013 offertes 2013 31-12-2013 224 428 179 831
0 0 0 0
224 428 179 831
Verschil t/m 31-12-2013
307 479 181 967
-83 -51 -2 -136
Tabel 1: Ureninzet Door afstemming over enkele bijzondere kwesties (evaluatie budgetoverschrijding 2012, opstellen RO-projectenlijst, offerte duurzaamheidsmarkt, dossier darmspoelerij en dossier bodemadvisering Noordse Buurt) zijn meer uren gerealiseerd dan begroot.
7
Voor afstemming over de strategienota, Klanttevredenheidsonderzoek en de bijbehorende veranderagenda is meer tijd nodig geweest dan voorzien.
8
2. Bedrijven 2.1 Inleiding De Omgevingsdienst voert namens haar opdrachtgevers een wettelijke taak uit met betrekking tot bedrijven. De afdeling Bedrijven ontwikkelt het (strategisch) uitvoeringsbeleid gericht op bedrijven en vuurwerkevenementen. De Omgevingsdienst zorgt voor de naleving van de milieuwetgeving door vergunningverlening, afhandeling van meldingen en advisering op het gebied van ruimtelijke ordening over bedrijven. De dienst zorgt ook voor toezicht en handhaving, afhandeling van klachten en het uitvoeren van preventieve en stimulerende bedrijfsgerichte milieutaken.
2.2 Actuele ontwikkelingen In 2013 is gewerkt aan de uitvoering van de wettelijke taak van toezicht, handhaving en vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In het werkgebied van de Omgevingsdienst vallen circa 13.000 bedrijven onder deze regelgeving. Sinds 1 juli 2013 voert de Omgevingsdienst deze taken ook uit voor de gemeente Noordwijk. Naast de milieutaken is de Omgevingsdienst ook verantwoordelijk voor toezicht en handhaving van bouw- en RO taken en het toezicht op de Drank- en horecawet voor Noordwijk. De vergunningverlening, het toezicht en de handhaving vindt op een eenduidige wijze plaats binnen het werkgebied. Toch kent elke opdrachtgever zijn eigen dynamiek. Hierbij moet men denken aan naleefgedrag, het al dan niet op beheersniveau zijn en een specifieke bedrijfstak zoals de land- en tuinbouw of complexe bedrijven. De uitvoering van wettelijke taken is aan verandering onderhevig. Nieuwe of gewijzigde regelgeving zoals de Omgevingsvergunning of wijzigingen van het Activiteitenbesluit zijn van invloed op zowel de inhoud als de omvang van de werkzaamheden. De hieronder genoemde zaken zijn voor het gehele werkgebied van de Omgevingsdienst opgepakt en ontwikkeld. Richtlijn industriële emissies Op 1 januari 2013 is een nieuwe Richtlijn industriële emissies (RIE) van kracht geworden. In deze richtlijn zijn, ten opzichte van de oude richtlijn, hogere grenzen voor de opslagcapaciteit van gevaarlijke afvalstoffen (zoals asbest) opgenomen, waardoor veel gemeentewerven niet meer onder de RIE vallen. Consequentie hiervan is dat sinds 1 januari 2013 voor veel gemeentewerven geen vergunning meer nodig is. Alleen de algemene regels van het Activiteitenbesluit zijn van toepassing. Tegelijkertijd is in het Activiteitenbesluit een paragraaf Gemeentelijke milieustraat opgenomen. Hierin staat bijvoorbeeld welke afvalstromen in de gemeentelijke milieustraat gescheiden moeten worden en blijven. In 2013 is extra handhavingsenergie gestoken in deze ontwikkeling en is weer een belangrijke stap gezet in het recyclen van schaarse stoffen. Bodemenergiesystemen Per 1 juli 2013 moeten gesloten bodemenergiesystemen (WKO-installaties) gemeld worden bij de Omgevingsdienst (gemeente is bevoegd gezag). Open bodemenergiesystemen vallen onder het bevoegd gezag van de provincie. Bij een melding
9
bodemenergiesysteem wordt met name gelet op de locatie, de interferentie met andere bodemenergiesystemen en het rendement van de WKO. Daarnaast kan ook het lozen van afvalwater wat vrij komt bij de installatie van het systeem een rol spelen. Registreren dieraantallen In 2013 is de Omgevingsdienst begonnen met het bijhouden van de dieraantallen met bijbehorende stalsystemen per veehouderij in het gehele werkgebied. Deze gegevens worden bepaald aan de hand van een in het verleden verleende milieuvergunning/milieumelding, en een bijbehorende plattegrondtekening. Project landelijke VTH-kwaliteitscriteria 2.1 Vergunningverleners, toezichthouders en handhavers (VTH) van het omgevingsrecht (Wabo) moeten volgens de aankomende wet VTH, op 1 januari 2015 aan de landelijke kwaliteitscriteria 2.1 voldoen. In 2013 heeft de Omgevingsdienst via een zelfevaluatietool de kwaliteiten van haar organisatie, medewerkers en processen geïnventariseerd. Deze tool en vervolgens het verbeterplan maken inzichtelijk of de kwaliteit van vergunningverlening, handhaving en toezicht op peil is en op welke punten verbetering moet komen. Voor een aantal onderwerpen voldoet de Omgevingsdienst nog niet aan de kwaliteitscriteria. De Omgevingsdienst stelt samen met een aantal gemeenten uit de regio in het eerste kwartaal 2014 een gezamenlijk verbeterplan op voor de VTH taken van milieu, bouwen en ruimtelijke ordening. Landelijke EV-netwerkorganisatie Binnen het Programma Uitvoering met Ambitie is een model ontwikkeld voor de inrichting van een kennisinfrastructuur voor de uitvoering van het omgevingsrecht. Deze kennisinfrastructuur is nodig bij de uitvoering van VTH taken en bij advisering van het omgevingsrecht door decentrale overheden en uitvoeringsorganisaties. Bij de praktische invulling van het model zijn in 2013 een drietal thema’s uitgewerkt. Externe veiligheid was er daar een van. De landelijke netwerkorganisatie is opgericht om de benodigde kennis te ontwikkelen, beter te ontsluiten en uitwisseling en samenwerking te bevorderen. Beoordeling Activiteitenbesluit Sinds 1 januari 2013 vallen landbouw- en glastuinbouwactiviteiten onder het Activiteitenbesluit. Voor alle bedrijven die hieronder vallen is beoordeeld of ze nog vergunningplichtig zijn (Type C) of meldingsplichtig (Type B). De beoordeling is uitgevoerd aan de hand van speciaal daarvoor opgestelde checklisten. De vergunningverlener beoordeelt het dossier aan de hand van de checklist en stelt een conclusie vast of de vergunning moet worden veranderd of dat maatwerkvoorschriften aan de inrichting moet worden verbonden. Er zijn voornamelijk afvalbedrijven, betoncentrales en agrarische bedrijven beoordeeld aan de Richtlijn Industriële Emissies, het Activiteitenbesluit en het vergunningenplan. Vuurwerkbesluit In 2013 zijn alle 39 vuurwerkverkooppunten in het beheersgebied van de Omgevingsdienst meerdere malen bezocht. De controle op het opslaan en het verkopen van consumentenvuurwerk bestaat uit meerdere controles. De voorcontroles vinden eind november, begin december plaats. Deze zijn dit jaar gezamenlijk uitgevoerd met de brandweer. Tijdens de voorcontrole wordt voornamelijk gekeken naar de brandwerendheid van de kluizen en de installaties om een eventuele brand te bestrijden. Tijdens verkoopdagen worden de bedrijven minimaal één keer bezocht. Hierbij wordt gekeken of de gedragsregels worden nageleefd.
10
Risicogerichte samenwerking met Veiligheidsregio en Omgevingsdienst Midden-Holland Op 14 februari 2013 is het Convenant Omgevingsdiensten ondertekend door de Omgevingsdiensten West en Midden-Holland en de Veiligheidsregio Hollands Midden. Uitgangspunt is om vanuit een gezamenlijke visie op het gebied van risicobeheersing, rampenbestrijding en crisisbeheersing de samenwerking te optimaliseren en te operationaliseren. Op basis van het convenant worden er nadere afspraken gemaakt over het vormgeven en uitvoeren van risicogericht toezicht. Op basis van een plan van aanpak worden er pilotprojecten uitgevoerd: PGS-15 opslagen, kamerverhuurbedrijven en ziekenhuizen. Deze pilotprojecten worden regiobreed uitgevoerd en gebruikt om de afspraken, die in het kader van deze pilotprojecten worden gemaakt, als vaststaande samenwerkingsafspraken te kunnen gebruiken. Deze afspraken hangen samen met de Procesafspraken 2010 en gelden voor samenwerking in het toezicht. Meerjarenafspraken energiebesparing Op landelijk niveau zijn er met diverse sectoren afspraken gemaakt over efficiënter gebruik van energie door het bedrijfsleven. Deze afspraken zijn vastgelegd in de Meerjarenafspraak Energie-efficiency 3 (MJA3). In onze regio zijn er ongeveer twintig bedrijven en instellingen op vijftig locaties die deelnemen aan de MJA3. In 2013 zijn er van diverse MJA deelnemers nieuwe energie-efficiencyplannen voor de komende vier jaar ontvangen. De Omgevingsdienst heeft deze getoetst en ermee ingestemd. Project Ketentoezicht grondstromen 2012-2016 Ketentoezicht grondstromen is toezicht op de grondstroom keten (producent transporteur - eindverwerker). Omdat er in de regio veel overschrijdende grondstromen plaatsvinden, is het belangrijk dat er bij deze vorm van toezicht intensief wordt samengewerkt met andere bevoegde gezagen. Het samenwerkingsproject Ketentoezicht grondstromen is in 2012 geïnitieerd door Omgevingsdienst West-Holland met als partners Omgevingsdienst Midden-Holland, provincie Zuid-Holland en politie Hollands Midden. In 2013 zijn conform het Plan van Aanpak Ketentoezicht grondstromen 2012-2016 ketenonderzoeken bij een aantal grondlocaties en -bedrijven (zandwinningslocaties, illegale grondstorten, grondhandels e.d.), gezamenlijk met de eerdergenoemde toezicht- en handhavingspartners, gedaan. Dit ketenonderzoek was zowel administratief als ter plaatse (opslag, toepassen, transport, reinigen en mengen). In een aantal gevallen heeft er zowel een bestuurs- als een strafrechtelijke vervolging plaatsgevonden. Gezien de ervaringen in 2013 zullen er in 2014 meer ketenonderzoeken worden gestart n.a.v. bodemsaneringen met (zwaar) verontreinigde grond. Bibob Met de ondertekening van de nieuwe gemeenschappelijke regeling is het per 1 juli 2013 mogelijk om Bibob-onderzoeken uit te voeren naar de integriteit van de aanvragers van vergunningen, subsidies en aanbestedingen. Een Bibob-onderzoek is een bestuurlijk instrument om mogelijk crimineel misbruik van overheidsdiensten tegen te gaan. Bij de Omgevingsdienst wordt nu invulling gegeven aan de Wet Bibob. Ontwikkelingen BRZO De regionale uitvoeringsdiensten in Zuid-Holland en Zeeland hebben 25 april 2013 een samenwerkingsovereenkomst met de DCMR Milieudienst Rijnmond getekend. Naast de vergunningverlening, toezicht en handhaving bij de risicovolle bedrijven, worden ook kwaliteitseisen, monitoring en communicatie op elkaar afgestemd zodat bij alle
11
uitvoeringsdiensten van Zeeland en Zuid-Holland dezelfde werkwijze en kwaliteit wordt gehanteerd. De DCMR, één van de zes gespecialiseerde RUD’s voor risicovolle bedrijven in Nederland, coördineert nu vergunningverlening, toezicht en handhaving bij risicovolle bedrijven in de provincies Zuid-Holland en Zeeland. Zuid-Holland en Zeeland lopen hiermee in Nederland voorop in de formalisering van de Brzo-RUD. Nieuw crisisteam en bereikbaarheid MT/Teamleiders Vanaf 1 januari 2014 is de piketregeling aangescherpt. Aanleiding was de uitbreiding van taken bij onze dienst met bouwtoezicht- en handhaving. En dus ook een uitbreiding van de taken voor de crisisbeheersing met bouwaspecten. Daarnaast is het noodzakelijk dat de MT-leden en teamleiders bereikbaar zijn voor ingrijpende handhavingsbesluiten en voor het besluiten tot het opleggen van een Bestuurlijke Straf Beschikking (BSB).
2.3 Reguleren Milieuactiviteit Op grond van de Wet milieubeheer en de Wabo heeft een bedrijf verschillende verplichtingen om voorgenomen bedrijfsactiviteiten uit te voeren. Een bedrijf moet een vergunning hebben of een melding doen en vervolgens de regels naleven. Doel van de Wet milieubeheer en de Wabo is dat bedrijven een optimaal milieuresultaat behalen. De Omgevingsdienst kan een vergunning waar nodig actualiseren. Ook kan de dienst maatwerkvoorschriften opleggen bij een bedrijf dat onder het Activiteitenbesluit valt. In maatwerkvoorschriften kan beter aangesloten worden bij de specifieke situatie van een bedrijf in zijn omgeving.
Nieuwkoop 60
52 45
50 40 30
werkelijk
20 10
8
9
gepland
3
1
Maatwerkvoorschriften
meldingen 8.40
verleende vergunningen
0
Figuur 1: Vergunningen Onderstaande tekst geeft een toelichting op de werkzaamheden van het team Vergunningen in de gemeente Nieuwkoop in 2013. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) Naast bovenstaande producten is tevens een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets aangevraagd en verleend. De OBM is sinds 1 januari 2011 opgenomen in het Besluit Omgevingsrecht en verschilt van een gewone omgevingsvergunning (zo zijn er geen voorschriften aan een OBM verbonden, in tegenstelling tot een reguliere omgevingsvergunning).
12
Rofok en Rodenburg In 2013 is voor varkenshouderij Rofok in Ter Aar een omgevingsvergunning onderdeel milieu verleend voor het plaatsen van luchtwassers. Daarnaast is eind 2013 voor varkenshouderij Rodenburg in Ter Aar een omgevingsvergunning met beperkte milieutoets ter inzage gegaan voor het plaatsen van een luchtwassysteem waarop geen zienswijzen zijn ingekomen. Beide bedrijven hebben lange tijd in de belangstelling gestaan vanwege geurproblematiek en klachten. Met de plaatsing van luchtwassers zal de geuremissie van beide bedrijven afnemen. Schapenhouderij Koot In 2012 is de vergunningprocedure voor een nieuw te bouwen stal voortgezet. Na een uitspraak van de rechtbank bleek dat de milieuvergunning verleend kon worden. Op 1 januari 2013 is het nieuwe Activiteitenbesluit in werking getreden. Hierdoor zijn sommige agrarische activiteiten, waaronder het houden van minder dan tweeduizend schapen, onder algemene regels komen te vallen. Echter, in het geval van Koot moet de gevraagde vergunning eerst verleend worden. Daarna wordt pas het Activiteitenbesluit van toepassing. De ontwerpvergunning is ter inzage gelegd en de ingediende zienswijzen hebben geleid tot nieuwe inzichten en een nieuwe ontwerp-beschikking. Om eenieder in de gelegenheid te stellen nieuwe zienswijzen in te dienen, is opnieuw een ontwerpbeschikking afgegeven die ter inzage ligt. Bull Casing products Het bedrijf betreft een darmspoelerij, gevestigd aan de rand van een bedrijventerrein vlakbij woningen. De problematiek die speelt betreft geuroverlast er is tevens sprake van strijdigheid met het bestemmingsplan. Er wordt momenteel bekeken hoe de situatie kan worden gelegaliseerd. Autobedrijf Avanti Autobedrijf Avanti aan de Kerkweg in ter Aar had voorheen een LPG-tankstation met shop en herstelinrichting. De eigenaar heeft in december 2012 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning. De aanvraag heeft betrekking op het oprichten van een onbemand tankstation. Vanwege de korte afstand van het tankstation tot panden van derden is het bedrijf vergunningsplichtig. In het onbemande tankstation wordt geen LPG meer afgeleverd. De omgevingsvergunning is in mei 2013 verleend. RIE-bedrijven Binnen de gemeente Nieuwkoop bevinden zich twee IRIE-bedrijven. Het betreft T. Hoogeveen en G.C. Snoek. Het College van Burgemeester en wethouders is voor deze bedrijven het bevoegd gezag.
2.4 Milieutoezicht Doel van het toezicht: verbetering naleefgedrag De Omgevingsdienst voldoet bij de uitvoering van het toezicht op de naleving van de Wet milieubeheer en de Wabo (Wet algemene bepaling omgevingsrecht) aan de kwaliteitseisen voor een professionele organisatie, zoals deze door het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn gesteld. Dit betekent dat op basis van een risicoanalyse prioriteiten zijn gesteld en het toezicht hierop is afgestemd. De professionele werkwijze voorziet bovendien in een evaluatie van de werkzaamheden en een borging van de kwaliteit in een kwaliteitsysteem. De provincie Zuid-Holland toetst regelmatig of de Omgevingsdienst haar taken volgens de vastgestelde werkwijze uitvoert. Dit is vastgelegd in het Handhavingsplan 2011-2014.
13
Handhavingsplan 2011-2014 In oktober 2010 heeft het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst het Handhavingsplan 2011-2014 vastgesteld. Voor 2013 was dit handhavingsplan de basis voor het handelen tijdens het toezicht en de wijze waarop de handhaving heeft plaatsgevonden. Handhaving In het Handhavingsplan 2011-2014 van de Omgevingsdienst zijn doelstellingen voor het naleefgedrag van bedrijven vastgelegd. De bedrijven zijn op basis van een model ingedeeld in vier categorieën: complex, standaard, eenvoudig en minimum. Weegfactoren in het model zijn het milieurisico en het naleefgedrag, maar ook energiegebruik en bijvoorbeeld het aantal klachten over het bedrijf. Op basis van het milieurisico wordt de controlefrequentie vastgelegd. Bij elke nieuwe controle wordt opnieuw vastgesteld of het risico en daarmee de controlefrequentie moet worden aangepast. De effectiviteit van de handhaving wordt uitgedrukt in een percentage van het aantal bedrijven waarbij tijdens een reguliere controle één of meer overtredingen van een kernvoorschrift zijn geconstateerd; het naleefgedrag. In Nieuwkoop zijn 169 initiële controles en 72 hercontroles uitgevoerd. Bij ongeveer 43% van de reguliere of opleveringscontroles waren één of meerdere hercontroles nodig. Dit is een daling ten opzichte van 2012. De Omgevingsdienst stuurt een schriftelijke waarschuwing naar bedrijven in overtreding, waarbij een termijn wordt gesteld om de overtreding op te heffen. Als dit achterwege blijft volgt een sanctie (bestuursdwang of dwangsom). Waar het een ernstige overtreding betreft legt de Omgevingsdienst direct een sanctie op. De politie wordt geïnformeerd over elke waarschuwing en sanctie. In 2013 hebben de volgende procedures plaatsgevonden; Acht voornemens besluit last onder dwangsom zijn opgestart Acht Besluiten last onder dwangsom zijn opgelegd Drie Besluiten last onder dwangsom zijn ingetrokken Twee verbeuringen van een Besluit last onder dwangsom Eén dwangbevel is opgelegd In 2013 zijn de volgende beroepen/bezwaren behandeld: Drie bezwaarschriften zijn behandeld bij de Commissie voor Bezwaar en Beroep Er is geen beroep behandeld bij de Rechtbank Er is geen hoger beroep behandeld bij de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
14
In 2013 heeft de Omgevingsdienst voor de gemeente de volgende producten geleverd.
Nieuwkoop 160
136
140 120 100 67
80 60 30
40
50
41
Werkelijk
43 16 15
20
Planning
7
6
niet WM
gecompliceerde bedrijven
standaard bedrijven
eenvoudige bedrijven
minimum bedrijven
0
Figuur 2: Controles Klachten Het aantal klachten in de gemeente bedroeg 33. Het aantal klachten kan jaarlijks verschillen en is afhankelijk van diverse omstandigheden, zoals het weer en de relatie van een potentiële klager met een bedrijf. De Omgevingsdienst heeft elke binnengekomen klacht onderzocht en behandeld en de klager hier van op de hoogte gebracht. Het grootste deel van de klachten had betrekking op geluid en geur.
Klachten 14
13 12
12 10
Aantal
8 8 6 4
lucht & geur geluid & verkeer
2
overig
0
Nieuwkoop Figuur 3: Klachten Calamiteiten In 2013 is één incident gemeld. Dit incident betrof een explosie van een autoclaaf bij de Haan Petfood B.V. De stoffen die hierbij zijn vrijgekomen waren stoom en honden- en kattenvoer. De oorzaak van de explosie is onbekend.
15
Stoppersregeling In 2013 zijn bedrijven bezocht die onder de Stoppersregeling van het Actieplan ammoniak vallen. Het Actieplan ammoniak is een uitwerking van het Besluit huisvesting waarin wordt geregeld dat varkens- en kippenhouderijen moeten voldoen aan maximale emissie-eisen. Bedrijven die ervoor kozen de goedgekeurde emissiebeperkende voorzieningen niet aan te leggen, konden voor alternatieve maatregelen treffen. Voorwaarde is dat ze uiterlijk per 1 januari 2020 stoppen met het varkens- of kippenbedrijf. Deze alternatieve maatregelen zijn minder ingrijpend, maar nog steeds vragen ze van het bedrijf een financiële investering of teruggang in het aantal dieren. Gedoogbeleid Het Actieplan ammoniak en de stoppersregeling vormen in feite gedoogbeleid. Hoewel het ministerie de randvoorwaarden heeft opgesteld voor dit gedoogbeleid, wijst zij er ook op dat het is gedoogbeleid van de gemeenten is. Resultaten In het gebied van de Omgevingsdienst zitten ongeveer 37 varkenshouders. Daarvan hebben zich 32 bedrijven in 2011 gemeld als ‘stopper’. Een aantal van de bedrijven bevindt zich in Nieuwkoop. Deze bedrijven moesten uiterlijk op 1 april 2013 voldoen aan de maximale emissie-eisen. Deze bedrijven zijn allen gecontroleerd. 15 Bedrijven waren inmiddels gestopt met het houden van varkens. Eén varkenshouder heeft alsnog besloten een luchtwassers te plaatsen. Eén bedrijf heeft een SKALl-certificaat, is dus biologisch en hoeft daarmee niet te voldoen aan de maximale emissie-eis. De rest van de kleinschalige boeren heeft alternatieve maatregelen getroffen. De gekozen maatregelen varieerden van ‘minder dieren houden’ tot ‘minder eiwit in het voer’ en ‘de mestkelder voor de helft met water vullen’. Het toezicht op de stoppersregeling heeft dit jaar veel tijd in beslag genomen en zal ook de komende jaren nog extra tijd kosten. De grotere varkens- en kippenhouderijen hebben, op een enkele na, luchtwassers(varkens) of warmtewisselaars (kippen) geplaatst.
2.5 Milieutoezicht Darmenspoelbedrijf Bull Casing b.v. Sinds 2009 heeft de Omgevingsdienst tientallen geurklachten ontvangen afkomstig uit het voormalige pand van slachterij van der Pijl in Ter Aar. In eerste instantie werd gedacht dat deze geurklachten afkomstig waren van huidenhandel gebr. De Groot, Hertog van Beijerenstraat 1A in Ter Aar. Bij dit bedrijf zijn vervolgens diverse maatregelen getroffen zoals het installeren van een ontgeuringsinstallatie. De geurklachten bleven echter en in samenwerking met het Hoogheemraadschap van Rijnland en de politie Midden-Holland heeft de Omgevingsdienst vastgesteld dat er onder andere sprake was van veel meer vuillast dan dat van de bedrijven aldaar bekend was. Vervolgens bleek er, verstopt achter twee laaddocks, een bedrijf illegaal gevestigd te zijn wat reeds jaren schapendarmen spoelt en verwerkt. Op verzoek van de gemeente Nieuwkoop heeft de Omgevingsdienst gemotiveerd (op basis van diverse geuronderzoeken) aangegeven dat het darmenspoelbedrijf aldaar met diverse geurbeperkende voorzieningen (gemodificeerde actief kool geurinstallatie, aanbrengen trommelzeven in afvalwaterinstallatie, neutralisatie geur door sterk werkend zout enz.) door een bestemmingsplanwijziging via een omgevingsvergunning legaliseerbaar is.
16
Gemovers Gemovers Keramiek BV, aan de Nijverheidsweg 3a in Nieuwkoop, is een bedrijf voor de vervaardiging van huishoudelijk en sieraardewerk. Het bedrijf heeft een omgevingsvergunning en daarnaast ook voorschriften uit een lozingsvergunning, waaraan het zich moet houden. Tijdens een milieucontrole bij het bedrijf in juni 2013 en de hercontrole in september 2013 bleek dat de normen van de lozingsvergunning voor het afvalwater (met betrekking tot de parameters koper, lood, zink en onopgeloste bestanddelen) aanzienlijk waren overschreden en dat niet kon worden aangetoond dat het afvalwaterslib regelmatig werd afgevoerd naar een erkend bedrijf. Ook hield het bedrijf zich niet aan de eigen onderzoeksverplichting voor het afvalwater. Hiervoor is in 2013 een dwangsomprocedure gestart. Het bleek dat de verouderde afvalwaterzuivering niet naar behoren functioneerde, waarna het bedrijf met hulp van een externe adviseur en in overleg met de Omgevingsdienst een vernieuwde afvalwaterzuivering heeft geïnstalleerd. Door het nemen van controle monsters heeft het bedrijf aangetoond nu wel aan de normen van de lozingsvergunning voor het afvalwater te voldoen. Ook het afvalwaterslib is afgevoerd naar een erkend bedrijf. Tevens is het bedrijf verplicht om ieder half jaar zelf het afvalwater te laten onderzoeken en de resultaten hiervan aan de Omgevingsdienst te overleggen. Handhaving horecabedrijven Naar aanleiding van een aantal dwangsomprocedures is er in 2012 een bijeenkomst geweest voor een aantal horeca ondernemers van de gemeente Nieuwkoop. Vanuit deze bijeenkomst is besloten om de dwangsomprocedures bij een vijftal horeca inrichtingen (cafés ’t Leeuwtje, de Klinker, Happy Duck, Inn ’t Lely Veldt en ‘t Praathuis) op te schorten en deze horeca inrichtingen (nogmaals) de kans te geven om een akoestisch onderzoek in te dienen. Nadat de horeca inrichtingen alle noodzakelijke akoestische maatregelen hebben getroffen heeft de Omgevingsdienst tweemaal een geluidsmeting gedaan om te controleren of voldaan werd aan de geluidsnormen van het Activiteitenbesluit. Als er daarbij geen gegronde geluidsklachten meer zijn dan dienden de handhavingsbesluiten te worden ingetrokken. In 2013 hebben alle eerdergenoemde horeca-inrichtingen akoestische onderzoeken laten doen en zijn, na beoordeling door de Omgevingsdienst van de onderzoeken, akoestische maatregelen getroffen en is er twee keer gemeten. De eindconclusie is dat van vier van de vijf horeca inrichtingen het dwangsombesluit is ingetrokken. Bij café Happy Duck is tijdens de tweede geluidmeting wederom een overschrijding van de geluidsnorm geconstateerd en is inmiddels de dwangsom verbeurd.
2.6 Gerealiseerde uren Bedrijven Toelichting wijziging uren In de realisatie op het totaal aantal uren is een afwijking van 9% te zien. Dit wordt deels gecompenseerd door andere programma’s. Het aantal producten en de complexiteit van de bedrijven is, zowel technisch als bestuurlijk-politiek, hoog in de gemeente. Over het toezicht en de handhaving van een aantal specifieke bedrijven en bedrijfstakken zijn maatwerkafspraken met de gemeente gemaakt. Hierdoor is er relatief meer tijd aan deze controles besteed dan gebruikelijk. 17
In de gemeente is opvallend dat het aantal producten voor reguleren relatief hoog is en verhoudingsgewijs veel tijd kost in verband met de politiek-bestuurlijke belangstelling voor dit onderwerp en de complexe wet- en regelgeving op het gebied van de landbouw. Ureninzet
Reguleren milieuactiviteit Milieutoezicht BEDRIJVEN
Begroting Offertes Begroting + Werkelijk t/m 2013 2013 offertes 2013 31-12-2013 2.256 3.471 5.727
0 0 0
2.256 3.471 5.727
Verschil t/m 31-12-2013
2.437 3.821 6.258
-181 -350 -531
Tabel 2: Ureninzet
18
3. Prettig, gezond en veilig 3.1 Inleiding Hieronder worden de werkzaamheden per thema beschreven. Het gaat om de thema’s geluid, lucht, externe veiligheid, asbest en ecologie. Het eerste taartdiagram geeft de geschatte verdeling van uren weer. Het tweede taartdiagram geeft aan hoe de uren in 2013 uiteindelijk in werkelijkheid zijn verdeeld.
Nieuwkoop
Externe vei l igheid 27%
Lucht & geur 26%
Omgevi ngskwa l iteit 1% Schi phol 14%
Gel uid & verkeer 32%
Figuur 4: Raming uren Prettig, gezond en veilig
Nieuwkoop
Externe vei l igheid 30%
Omgevi ngskwa l iteit 8%
Lucht & geur 27%
Schi phol 9%
Gel uid & verkeer 26%
Figuur 5: Realisatie uren Prettig, gezond en veilig
3.2 Geluid en verkeer Reguliere werkzaamheden De Omgevingsdienst adviseerde gemeenten en provincie over geluid bij vergunningverlening en handhaving bij bedrijven, ruimtelijke plannen en 19
(verkeers)herinrichtingsprojecten. Daarnaast voerde de Omgevingsdienst de procedure hogere waarde uit en verrichtte geluidmetingen bij klachten en evenementen. Ook houdt de Omgevingsdienst de (inter)nationale beleidsontwikkelingen en wijzigingen in de regelgeving bij. Zo is begin 2013 een geactualiseerde versie van de richtlijnen hogere waarde vastgesteld door het bestuur van de Omgevingsdienst. Toetsend aan regels en voorschriften in de wetgeving streeft de Omgevingsdienst naar een zo goed mogelijke omgevingskwaliteit bij bouw- en herinrichtingsplannen. De Omgevingsdienst heeft in 2013 zienswijzen ingediend namens de betrokken gemeenten op een aantal documenten die van belang zijn voor het lokale geluidbeleid, zoals het register geluidproductieplafonds (van ministerie I&M) en het Ontwerp-actieplan geluid provinciale wegen van de provincie Zuid-Holland.
Evenementen en festiviteiten De Omgevingsdienst adviseerde over het evenementenbeleid, over de aanpassing van de festiviteitenregeling in de APV en over het afgeven van ontheffingen voor festiviteiten en dergelijke. Tevens voerde de Omgevingsdienst controlemetingen uit. Festiviteiten zijn gebonden aan een inrichting. Een voorbeeld hiervan is het optreden van een band in een horecagelegenheid. Evenementen zijn in principe niet gebonden aan een inrichting. Voorbeelden hiervan zijn het Leidens Ontzet, de kermis en de Najaarsfeesten. VerkeersMilieuKaart Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland heeft het verkeerskundig bureau 4cast de opdracht gegeven de regionale VerkeersMilieuKaart (RVMK) te actualiseren. De Omgevingsdienst heeft een adviserende rol hierbij. Door vertraging zijn de werkzaamheden hiervoor in 2013 nog niet afgerond. Zonebeheer Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het zonebeheer op de industrieterreinen binnen hun gemeente. Zonebeheer houdt in dat de gezamenlijke geluidsruimte van de bedrijven op het industrieterrein wordt beheerd. De Omgevingsdienst heeft adviezen voor bedrijven opgesteld, rekenmodellen op orde gebracht en maatwerkvoorschriften opgelegd om de geluidsruimte beter te verdelen. Ook heeft de Omgevingsdienst samen met de gemeenten bestemmingsplannen op het onderdeel geluidszonering gecontroleerd en geluidsreductieplannen opgesteld. Zonebeheer In 2013 is het zonebeheer van Menken Maritiem aangepast om het industrieterrein ‘van het slot’ te krijgen. Schiphol De Omgevingsdienst ondersteunt de deelname van de clustergemeenten aan de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS) en organiseert de ambtelijke en bestuurlijke afstemming met de provincies Zuid-Holland en Noord-Holland. De Omgevingsdienst ondersteunde daarbij alle gemeenten in het CROS cluster Zuid-West (Commissie Regionaal Overleg Schiphol) met de lobby over vliegtuiggeluid, en de gemeenten Kaag en Braassem en Nieuwkoop. In 2013 zijn de Alderstafel afspraken uit 2008 geëvalueerd. Na enkele jaren experimenteren met striktere regels voor het baangebruik is gerapporteerd over de effecten hiervan op geluidhinder. De Alderstafel heeft aan de staatssecretaris geadviseerd het nieuwe normen- en handhavingsstelsel om te zetten in wetgeving. In het hele traject van onderhandelingen, lobby en besluitvorming heeft de Omgevingsdienst de belangenbehartiging van de regio gecoördineerd, in nauw overleg met de wethouders en
20
bewonersvertegenwoordigers. Tevens is gefaciliteerd bij de bestuurlijke overleggen van cluster Zuid-West, BRS en de CROS. In oktober 2013 heeft de Omgevingsdienst samen met de CROS en luchtverkeerleiding een presentatie georganiseerd voor de bestuurders en bewonersvertegenwoordigers van cluster Zuid-West over geluidhinder in de Leidse regio, Voor acht gemeenten (Hillegom, Kaag en Braassem, Leiden, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest en Teylingen) heeft de Omgevingsdienst een rapportage opgesteld van hun geluidmeetposten die speciaal zijn neergezet voor het meten van vliegtuiglawaai. Eind november 2013 heeft de Omgevingsdienst een bijeenkomst georganiseerd met Holland Rijnland en de provincie voor alle milieuregisseurs, om hen bij te praten over de nieuwste ontwikkelingen. De Omgevingsdienst heeft de gemeente geadviseerd bij de voorbereidingen van de BRSen CROS-vergaderingen en de terugkoppeling van informatie over Schiphol. Ook is er contact geweest over de effecten en mogelijke zienswijzen over het nieuwe LIB, persberichten n.a.v. de Alderstafel en klachten van bewoners uit Nieuwkoop. Producten De Omgevingsdienst heeft 80 geluidmetingen verricht bij bedrijven, 22 geluidadviezen gegeven in het kader van ruimtelijke ordening en 5 geluidadviezen ten behoeve van milieuvergunningen en/of handhaving.
Producten Prettig, Gezond & Veilig
90
80
80 70
adviezen op milieuvergunningen e.d.
Aantal
60 50
Geluid-adviezen
40 30
22
geluidmetingen bedrijven
20 10
5
sloopmeldingen
0
Nieuwkoop Figuur 6: Producten Prettig, gezond en veilig
3.3 Lucht en geur Reguliere werkzaamheden De Omgevingsdienst adviseerde gemeenten over lucht- en geuraspecten bij vergunningverlening en handhaving bij bedrijven en over ruimtelijke plannen. Daarnaast adviseerde de Omgevingsdienst over het volgen van (inter)nationale beleidsontwikkelingen en over wijzigingen in de regelgeving. Ook beantwoordde de Omgevingsdienst vragen van bestuurders en ambtenaren en bracht adviezen uit over luchtkwaliteit na bijvoorbeeld klachten van inwoners. Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Op grond van de Europese Richtlijn Luchtkwaliteit moet sinds 1 januari 2005 voldaan worden aan de grenswaarden voor fijnstof. Sinds 1 januari 2010 moet voldaan worden 21
aan de grenswaarden voor stikstofdioxide. Nederland heeft met het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) gebruik gemaakt van de uitstelmogelijkheden binnen de Europese richtlijn voor de overschrijdingen van de grenswaarden. Op een paar regionale uitzonderingen na gold voor fijnstof uitstel tot 11 juni 2011. Voor stikstofdioxide geldt een uitstel tot 15 januari 2015. Om te voldoen aan de grenswaarden zijn in het NSL diverse maatregelen opgenomen. De Omgevingsdienst voert de NSL-taken uit voor alle gemeenten in Holland Rijnland. In 2013 is subsidie toegekend aan Alphen aan den Rijn. De subsidie geld voor de aanschaf van auto’s op aardgas en had alleen betrekking op de meerprijs. De regio Holland Rijnland, behalve de gemeente Leiden, voldoet op alle gemeentelijke wegen aan de grenswaarden voor fijnstof en stikstofdioxide. Geurverordening Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij kunnen gemeenten een geurverordening vaststellen waarmee ze afwijken van de geurnormen en vaste afstanden die de wet voorschrijft. Om te komen tot een geurverordening is de geurbelasting binnen de gemeente in beeld gebracht. Dit gebeurde door een quickscan, waarbij de geuremissie van alle veehouderijbedrijven geïnventariseerd en gevisualiseerd is. Op basis van de quickscan is een geurgebiedsvisie opgesteld. Op 12 december 2013 is in de gemeenteraad van de gemeente de verordening geurhinder en veehouderij vastgesteld. De Omgevingsdienst heeft hiervoor de geurgebiedsvisie opgesteld en de inhoudelijke behandeling van zienswijzen voorbereid.
3.4 Externe veiligheid De werkzaamheden rond externe veiligheid worden uitgevoerd op basis van het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2011-2014. De Veiligheidsregio Hollands Midden en de twee omgevingsdiensten hebben voor de uitvoering een gezamenlijk programma opgesteld. De Omgevingsdienst ontvangt hiervoor subsidie van het Rijk via de provincie. De taken die binnen het uitvoeringsprogramma zijn uitgevoerd zijn onder andere: adviseren op ruimtelijke plannen en Wabo-vergunningen (onderdeel Milieu), bijhouden van het landelijk Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en opstellen van verantwoordingsnotities voor het groepsrisico. In 2013 zijn de gegevens van alle bedrijven binnen het gebied van Holland Rijnland gecontroleerd en waar nodig geactualiseerd. Deze werkzaamheden zijn uitgevoerd naar aanleiding van de rapportage stand van zaken risicokaart van de provincie Zuid-Holland. Naar aanleiding van de invoering van het Besluit externe veiligheid voor buisleidingen is er in 2013 aandacht besteed aan het oplossen van knelpunten bij hogedrukaardgasleidingen. Het gaat hierbij met name om de Oost-West leiding A515 langs Alphen aan den Rijn en Hazerswoude-Rijndijk. De Omgevingsdienst onderhoudt hierover contact met Gasunie en RIVM. Naast de reguliere taken heeft de Omgevingsdienst aandacht besteed aan de actualisatie van de regionale visie externe veiligheid en de doorwerking in gemeentelijke visies. Met Veiligheidsregio Hollands Midden zijn procesafspraken gemaakt om externe veiligheid in ruimtelijke ordening processen en bij vergunningverlening te borgen.
22
3.5 Asbest In 2013 heeft de Omgevingsdienst onderzocht op welke wijze de dienstverlening op het gebied van asbest zou kunnen worden uitgebreid. Deze uitbreiding is met name tot stand gekomen door een uitbreiding van de adviesdiensten voor de gemeenten Leiden en Oegstgeest.
3.6 Ecologie De Omgevingsdienst adviseert sinds 2012 ook in het kader van ecologie bij ruimtelijke ontwikkelingen. Op het gebied van ecologie vindt dan toetsing plaats aan de Natuurbeschermingswet (Nbw), de Flora- en faunawet en het provinciaal ecologisch beleid. In 2013 was met name de toetsing aan de Nbw actueel, vanwege de stikstofproblematiek: in de Nbw is bepaald dat bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening moet zijn gehouden met de gevolgen van het plan op de Natura 2000-gebieden. Vanwege de actualisatieverplichting uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) werden veel bestemmingsplannen buitengebied herzien. Ondanks dat deze veelal een conserverend karakter hebben, moeten deze plannen getoetst worden aan de Nbw. Mogelijke stikstofdepositie van planologische toegestane uitbreidingen vormt daarbij vaak een knelpunt. Hetzelfde geldt voor plannen waarbij een verkeerstoename kan ontstaan. In Nederland sneuvelen regelmatig plannen bij de afdeling waarbij onvoldoende is beschreven en gemotiveerd welke effecten door het plan ontstaan op de nabijgelegen Natura 2000-gebieden en hoe groot deze effecten zijn. Om dit te voorkomen toetst de Omgevingsdienst zorgvuldig de plannen en bijbehorende toelichtingen. Ook enkele plannen van Zoeterwoude zijn in 2013 getoetst.
3.7 Gerealiseerde uren Prettig, gezond en veilig Het totaal aantal gerealiseerde uren voor Prettig, gezond en veilig is lager (74 uur) dan geraamd.
Ureninzet
Lucht en geur Geluid en verkeer Schiphol Omgevingskwaliteit Externe Veiligheid PRETTIG, GEZOND & VEILIG
Begroting Offertes Begroting + Werkelijk t/m 2013 2013 offertes 2013 31-12-2013 80 232 100 9 194 615
114 0 0 0 0 114
194 232 100 9 194 729
Verschil t/m 31-12-2013
175 168 59 53 201 655
19 65 41 -44 -6 74
Tabel 3: Ureninzet
23
4. Duurzame inrichting 4.1 Inleiding Onder Duurzame inrichting vallen de productgroepen Ordening en inrichting en Bodem en waterbodembeheer. In deze productgroepen staan de werkzaamheden voor wat betreft de ruimte centraal.
4.2 Duurzame inrichting: Ordening en inrichting De ruimtelijke plannen van de opdrachtgevers zijn voorzien van een milieuparagraaf waarin aspecten van m.e.r.-plicht (milieueffectrapportage), zonering bedrijven, bodem, geluid, lucht, externe veiligheid, energie en duurzaam bouwen worden meegenomen. Bij enkele opdrachtgevers worden de aspecten ecologie en archeologie ook meegenomen. De Omgevingsdienst levert onder andere tekstuele bijdragen, toetst plannen of onderzoeken, stelt zelf een onderzoek op of assisteert haar opdrachtgever bij binnengekomen zienswijzen. De Omgevingsdienst levert haar inbreng bij alle ruimtelijke plannen, zoals bestemmingsplannen en ruimtelijke onderbouwingen bij Wabo-plannen. Ook op MERplannen adviseert de Omgevingsdienst haar opdrachtgevers. Daarnaast neemt de Omgevingsdienst bij gebiedsontwikkeling zitting in projectgroepen. Ook wordt soms het interne ruimtelijke ordening-overleg van een gemeente bijgewoond. Tenslotte organiseert de Omgevingsdienst themabijeenkomsten om gemeenten te informeren over actuele zaken over een bepaald milieuaspect. Het totaalbeeld van de ROM-advisering (ruimtelijke ordening en milieu) van de Omgevingsdienst is uit onderstaande grafiek af te lezen. In de grafiek staat per jaar het aantal ROM-adviezen per gemeente weergegeven.
Meerjarenbeeld adviezen ROM 70 60 50 40 65
30
49 20
39 28
25
20
10 0
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Figuur 7: Meerjarenbeeld adviezen ROM
24
Meerjarenbeeld ROM-adviezen deelnemers Noordwijk Provincie
590
Lisse Alphen aan den Rijn
490
Hillegom Kaag en Braassem
390 290 190
Leiden Leiderdorp Nieuwkoop
Oegstgeest Rijnwoude
90
Teylingen Zoeterwoude
-10 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Figuur 8: Meerjarenbeeld ROM-adviezen deelnemende gemeenten
4.3 Bodem- en waterbodembeheer De volgende reguliere bodemwerkzaamheden zijn in 2013 uitgevoerd.
Producten Bodem 40 35
34
35
31
30
Bodemadviezen (inclusief RO)
25
Adviezen op bouwaanvragen
20
Meldingen en adviezen grondv erzet
15
Handhavi ngsbezoeken grondverzet
10 5 5
4 1
Overig bodem Calamiteiten
0
Nieuwkoop Figuur 9: Producten Bodem Reorganisatie Bodemwerk in XO (RBXO) In 2013 heeft de Omgevingsdienst het project RBXO verder uitgevoerd en geïmplementeerd, met name de fine-tuning van de provinciale taken. Het project omvat het invoeren van zaakgericht werken voor de afdeling Bodem met gebruikmaking van het ‘digitale werken’ en een reorganisatie van de afdeling Bodem en het cluster Procedurekamer. Hierbij is het productenboek van de afdeling vertaald naar een Zaaktypencatalogus (ZTC). Deze is vervolgens ingericht in een workflowsysteem (Squit XO). Per zaaktype is het werkproces digitaal beschreven en gekoppeld aan de betreffende zaak. In 2014 worden kentallen voor bodemproducten gehanteerd die zijn gebaseerd op de ervaringsgegevens van 2013. 25
Archeologie In 2013 heeft de Omgevingsdienst voornamelijk geadviseerd in het kader van ruimtelijke ordening en de Wabo. Daarnaast heeft de Omgevingsdienst begin 2013 het archeologisch onderzoek ten behoeve van de nieuwbouwlocatie De Verwondering afgerond. En is de dienst eind 2013 een onderzoek gestart ter plaatse van de beoogde uitbreiding van het industrieterrein Schoterhoek II. Verwacht wordt dat dit onderzoek in februari 2014 zal zijn afgerond. Noordse Buurt De uitvoering van het project Noordse Buurt is in 2013 beëindigd. Hiermee is de begeleiding van het opgestelde raamcontract en de complexe bijbehorende advisering gestopt.
4.4 Beleid en beleidsontwikkelingen bodem- en waterbodembeheer Regionaal bodembeheerbeleid Het Bouwstoffenbesluit is in 2008 opgevolgd door het Besluit bodemkwaliteit. Deze kent de mogelijkheid om in plaats van een algemeen gedefinieerd generiek beleid ook eigen gebiedsspecifiek beleid op te stellen. Dat kan zowel strenger als minder streng zijn. Het doel van het beleid is daarbij een integrale benadering vanuit verschillende belangen mogelijk te maken. Voorwaarde is dat er nooit overschrijding van risiconormen mag zijn. De Omgevingsdienst heeft dit beleid uitgewerkt. Het beleid is vrijwel afgerond en zal begin 2014 in de verschillende gemeenteraden vastgesteld worden. In het kader van dit beleid zijn voor alle gemeenten bodemfunctieklassenkaarten opgesteld en door de colleges vastgesteld. Op deze kaarten worden de functies van een gebied in relatie tot het bodemgebruik weergegeven. Zo kan ook bepaald worden wat een bij een gebied horende duurzame kwaliteit is. Dit is een wettelijke verplichting.
4.5 Gerealiseerde uren Duurzame inrichting Ureninzet
Ordening en inrichting Bodem- en waterbodembeheer DUURZAME INRICHTING
Begroting Offertes Begroting + Werkelijk t/m 2013 2013 offertes 2013 31-12-2013 1.175 1.207 2.382
63 0 63
1.238 1.207 2.445
Verschil t/m 31-12-2013
1.135 972 2.107
103 235 338
Tabel 4: Ureninzet Prestaties Ordening en inrichting De Omgevingsdienst heeft in 2013 25 ROM-adviezen uitgebracht. Er is vier keer een procedure hogere waarde (geluid) doorlopen. De urenbesteding in 2013 is nagenoeg conform de begroting. Vermeldenswaardige projecten waarbij de Omgevingsdienst intensief met de gemeente heeft samengewerkt zijn bestemmingsplan Kern Nieuwkoop, bestemmingsplan Noorden, Woerdense Verlaat en Vrouwenakker en bestemmingsplan Ter Aar West. Bodem en waterbodembeheer In 2013 heeft de Omgevingsdienst relatief meer uren besteed aan toezicht en handhaving en beoordeling van bodemonderzoeken en relatief minder uren aan advisering dan begroot. Fluctuaties in realisering zijn vooral merkbaar bij de kleinere gemeentes waar het al of niet afronden van grotere projecten een grote impact hebben op het relatief kleine aantal begrote uren.
26
De inschakeling bij de zogenaamde privaatrechtelijke bodemkwesties heeft geleid tot een verstoring van de werkvoorraad, Dit houdt in dat er een significante afname van adviesvragen en beoordeling bodemonderzoeken was sinds juli.
27
5. Duurzame wereld 5.1 Inleiding Onder Duurzame wereld vallen de productgroepen Energie en klimaat en Duurzaam bouwen. In deze productgroepen staan de werkzaamheden voor wat betreft energie en duurzaamheid centraal.
5.2 Energie en klimaat De TU Delft heeft een regionale energievisie opgesteld. De Omgevingsdienst heeft het onderzoek begeleid. In de vorm van pilotprojecten is op lokaal niveau aanvullend onderzoek verricht. De pilot projecten Lokale Energievisie hebben plaatsgevonden in Teylingen, Leiderdorp en Katwijk. Ook deze studies zijn door de Omgevingsdienst begeleid. Begin 2013 is de Omgevingsdienst gestart met de oriëntatiefase van de actie Zonnestroom. Geconcludeerd is dat, binnen de gestelde randvoorwaarden, het niet mogelijk is de zonnepanelenactie aan te bieden. De regionale actie zou Europees aanbesteed moeten worden, de actie vergt meer uren en materieel budget dan begroot. Een Europese aanbesteding prijst lokale ondernemers uit de markt en de actie Zonnestroom 2013 zou strijd kunnen opleveren met lokale zonnepanelen acties van lokale initiatieven. Het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst heeft besloten de beschikbare middelen per gemeente in te zetten voor ondersteuning van lokale initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Ook is besloten de website Energieservicepunt te benutten voor ondersteuning van lokale initiatieven. Per gemeente zijn voor 2013 afspraken gemaakt en vastgelegd. Hierdoor ontstond de mogelijkheid aan te sluiten bij lokale initiatieven. Overigens zijn in 2013 bij het Energieservicepunt tientallen offertes aangevraagd. Er zijn drie bedrijven bijgekomen die deelnemen aan het Energieservicepunt.
5.3 Duurzaam bouwen Actualisatie regionaal beleid Op verzoek van de opdrachtgevers is het regionale beleid voor duurzaam bouwen en duurzame stedelijke ontwikkeling herzien. Uitgangspunt is een duidelijk en handzaam pakket aan regionale ambities voor duurzaam bouwen en duurzame stedelijke ontwikkeling. Daarvoor zijn het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw en de regionale DuBo-plus richtlijn 2008-2012 herzien. In 2013 is deze herziening afgerond en voorgelegd aan de gemeenten.
28
Meerjarenbeeld DuBo adviezen deelnemers 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
Provincie Lisse Alphen aan den Rijn
Hilleg om Kaag en Braassem Leiden
Leiderdorp Nieuwkoop Oeg stg eest
Rijnwoude Teylingen Zoeterw oude
2013
Figuur 10: Meerjarenbeeld dubo-adviezen deelnemers Meerjarenbeeld DuBo adviezen Nieuwkoop 3 2 1
0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Figuur 11: Meerjarenbeeld dubo-adviezen Nieuwkoop
5.4 Prestaties Duurzame wereld Het totaal aantal uren voor Energie en Klimaatbeleid is hoger dan de uren zoals opgenomen in de begroting 2013. Dit heeft te maken met aanvullende opdrachten die de Omgevingsdienst in 2013 heeft uitgevoerd. Deze zijn niet in de begroting 2013 verwerkt. De uren voor Duurzaam bouwen vallen lager uit ten opzichte van de begroting 2013. Dit heeft te maken met weinig vragen van Nieuwkoop op het terrein van duurzaam bouwen. Ook zijn er minder reguliere overleggen georganiseerd. Het actualiseren van het duurzaam bouwen beleid was halverwege 2013 al afgerond.
5.5 Gerealiseerde uren Duurzame wereld Ureninzet
Energie en klimaatbeleid Duurzaam bouwen DUURZAME WERELD
Begroting Offertes Begroting + Werkelijk t/m 2013 2013 offertes 2013 31-12-2013 97 68 165
0 0 0
97 68 165
Verschil t/m 31-12-2013
88 13 101
9 55 64
Tabel 5: Ureninzet
29
6. Urenrealisatie en financiën De Omgevingsdienst rekent af op basis van werkelijk bijdrage (gemaakte uren en kosten). Daarnaast vindt er een afrekening plaats van het exploitatieresultaat.
6.1 Budgettair neutraal voor de deelnemer In de onderstaande tabel zijn de taken opgenomen die de Omgevingsdienst in principe budgettair neutraal voor de deelnemer uitvoert. Behalve de ureninzet worden hier ook alle materiële budgetten inzichtelijk gemaakt. Budgettair neutraal voor de deelnemer: Nieuwkoop Uren t.l.v. subsidies & inkomsten
Prettig, gezond en veilig: externe veiligheid Duurzame inrichting: Bodeminformatie Uren t.l.v. subsidies & inkomsten Uren * tarief
Begroting 2013
Offertes 2013
Begroting + Werkelijk offertes 2013 t/m 31-12M 2013 N
Verschil M-N
Toelichting
194
0
194
201
55
0
55
54
1
249
0
249
254
-5
€ 19.761
€0
€ 19.761
€ 20.145
€ 832
€0
€ 832
€ 1.562
-€ 16.234
€0
-€ 16.234
-€ 17.464
-6
-€ 384
a.
b.
Prettig gezond & veilig: externe veiligheid Bij: materieel budget externe veiligheid Af: subsidie externe veiligheid
€ 730€ 1.231
Duurzame inrichting: Bodem Bij: kosten automatisch factureren
€0
€0
€0
€ 960
-€ 960
a.
Af: inkomsten bodeminformatie
-€ 4.360
€0
-€ 4.360
-€ 962
-€ 3.398
a.
Totaal subsidies & inkomsten:
€0
€0
€0
€ 4.241
-€ 4.241
Tabel 6: Uren t.l.v. subsidies en inkomsten Toelichting met betrekking tot de uren en materiële kosten ten laste van subsidies en inkomsten: De werkzaamheden zijn niet budgettair neutraal uitgevoerd. De overschrijdingen zijn hieronder toegelicht. a. Saldo Bodeminformatie aan makelaars (urenbesteding vs. Opbrengsten) ad. € 4.241 negatief Bedrijven en particulieren kunnen gratis bodeminformatie inzien op de website van het Bodemloket. De Omgevingsdienst voedt dit systeem met informatie die voldoet aan de eisen van het SIKB (Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer). Daarnaast is er de betaalde dienst van het Bodeminformatiepunt. Daarvoor werkt de Omgevingsdienst sinds eind 2012 met de automatische makelaarsmodule. Makelaars en adviesbureaus kunnen via een inlogcode zelf hun bodeminformatie van internet downloaden. Deze wijziging heeft geleid tot een lage inzet in uren door de Omgevingsdienst. Wel worden er nu materiële kosten bij de deelnemers in rekening gebracht voor het automatisch factureren en de softwarekosten die hiermee gepaard gaan.
30
Door de aanhoudende crisis op de woningmarkt wordt er minder gebruik gemaakt van deze service dan verwacht. Verder is het grootste deel van de aanvragen afkomstig van adviesbureau’s. Doordat zij complexere aanvragen doen, is er alsnog veel menskracht nodig om de aanvragen af te handelen. Deze zaken samen maken dat het huidige model niet langer kostendekkend is. Er zal daarom een voorstel tot aanpassing van de informatievoorziening worden opgesteld, opdat deze weer kostendekkend wordt.
6.2 Niet-Budgettair neutraal voor de deelnemer In de onderstaande schema’s wordt de werkelijke bijdrage ten opzichte van de geraamde bijdrage (inclusief aanvullende offertes), die voor rekening komen van de deelnemer, schematisch weergegeven. Behalve de ureninzet worden hier ook alle materiële budgetten inzichtelijk gemaakt. Niet budgettair neutraal voor de gemeente: Uren t.l.v. de gemeente
Begroting 2013
Communicatie opdrachtgever & samenleving Bedrijven
831
Uren * tarief
Verschil M-N
Toelichting
831
967
-136
5.727
0
5.727
6.258
-531
421
114
535
455
80
2.327
63
2.390
2.053
337
Duurzame wereld Uren t.l.v. gemeente:
Begroting + Werkelijk offertes 2013 t/m 31-12M 2013 N 0
Prettig, gezond en veilig Duurzame inrichting
Offertes 2013
165
0
165
101
64
9.471
177
9.648
9.834
-186
€ 750.557
€ 14.027
€ 764.584
€ 779.365
-€ 14.781
b.
Overige uitgaven & inkomsten Communicatie , Opdrachtgever en Samenleving Bij: Projectkosten
€ 8.097
€0
€ 8.097
€ 8.097
€0
c.
Bij: Duurzaam consumeren: Milieucommunicatie
€ 4.328
€0
€ 4.328
€ 2.384
€ 1.944
d.
€0
€0
€0
-€ 5.395
€ 5.395
€ 251
€0
€ 251
€ 691
-€ 440
€ 1.030
€0
€ 1.030
€ 1.022
€8
€ 679
€0
€ 679
€0
€ 679
e.
€ 543
€0
€ 543
€ 769
-€ 227
f.
Bij:Archiefverwerking
€0
€0
€0
€ 608
-€ 608
h.
Bij:Duurzaamheidsmarkt
€0
€0
€0
€ 240
-€ 240
i.
Bij: Raad van State (Kade 15, Zevenhoven) en kosten bezwaarschriften
€0
€0
€0
€ 2.251
-€ 2.251
€ 765.484
€ 14.027
€ 779.511
€ 794.273
-€ 14.761
Af: Duurzaam consumeren: Milieucommunicatie (restant 2010 tm 2012)
d.
Overige uitgaven & inkomsten Bedrijven: Bij: Indirecte lozingen
g.
Overige uitgaven & inkomsten Prettig,gezond &veilig: Bij: Nme-steunpunt Overige uitgaven & inkomsten Duurzame inrichting: Bij: Bodem/ Bodemkwaliteitskaarten Overige uitgaven & inkomsten Duurzame Wereld : Bij: Materiële kosten Duurzaam Bouwen Overige uitgaven & inkomsten Diversen:
Totale bijdrage gemeente
Tabel 7: Uren t.l.v. de gemeente
Toelichting met betrekking tot de bijdrage: Hieronder zijn de afwijkingen in de realisatie ten opzichte van de begroting (inclusief aanvullende offertes) toegelicht. b. Aantal uur * tarief: meerkosten van € 14.781 nadeel.
31
j.
Hierbij verwijzen we naar de toelichtingen bij de tabellen aan het einde van de hoofdstukken 1 tot en met 5. c. Projectkosten In 2013 zijn er kosten gemaakt voor het opstellen van de Strategienota en het bijbehorende Uitvoeringsplan. Daarnaast zijn er ook kosten gemaakt voor de fusie Alphen aan den Rijn, Rijnwoude en Boskoop. Hierdoor is het materiële projectenbudget van de Omgevingsdienst met € 75.253 overschreden in verband met de nodige inhuur van medewerkers, adviesbureaus en juridische hulp. De interne uren zijn verwerkt bij Programmering en Verantwoording en de benodigde extra inhuur komt ten laste van de projectkosten milieubeleidsplan (dit is het jaarlijkse projectenbudget van de Omgevingsdienst). d. Duurzaam Consumeren: Milieucommunicatie Door tussentijdse aanpassingen in het programma zijn niet alle projecten volgens plan uitgevoerd en is het budget niet ieder jaar volledig ingezet. Voor 2010, 2011 en 2013 geldt dat een deel van het budget niet is gebruikt, onder andere door een lagere frequentie van het blad Bedrijf & Milieu en minder aanmeldingen voor de basisschoolprojecten dan verwacht. e. Bodemkwaliteitskaarten Bij de jaarrekening 2012 is een bestemmingsreserve gevormd ter dekking van de jaarlijkse afschrijvingskosten van de bodemkwaliteitskaarten. Uit deze bestemmingsreserve kunnen de afschrijvingskosten van 2013 en 2014 gedekt worden. In de begroting 2013 is hiervoor materieel budget opgenomen. f. Duurzaam Bouwen De materiële kosten voor duurzaam bouwen zijn hoger dan begroot. Dit is het gevolg van een wijziging in pakketvorm in 2012. We hebben nu een 'onbeperkte bundel' en niet meer een maximaal aantal GPR aanvragen per jaar. g. Indirecte lozingen Dit betreft de kosten voor contra-expertise monsters. Deze monsters zijn genomen bij Gemovers Keramiek BV, Nijverheidsweg 3a, en bij Van ’t Riet Zuiveltechnology, Energieweg 20. Bij Gemovers Keramiek zijn meerdere monsters genomen van het bedrijfsafvalwater, omdat er een handhavingsactie is uitgevoerd en maatwerkvoorschriften zijn opgelegd. h. Archiefverwerking Dit betreft de maandelijkse kosten voor opslag van uw uitgeleende dossiers. i. Kosten duurzaamheidsmarkt ad €240,Voor het promoten van het Energieservicepunt zijn relatiegeschenken aangeschaft en aan de bezoekers uitgereikt. j. Raad van State (Kade 15, Zevenhoven) Dit betreft de Raad van State zaak tegen Veehouderij Koot waarbij de Omgevingsdienst in het ongelijk gesteld is. We zijn veroordeeld in de kosten, ook in die van de veehouder.
32
6.3 Exploitatieresultaat In 2013 bedraagt het exploitatieresultaat € 198.757,- negatief. Conform de afspraken in de nota Planning en Control wordt de algemene reserve aangesproken. De deelnemers hoeven geen extra bijdrage te doen.
6.4 Afrekening van de deelnemersbijdrage en het exploitatieresultaat Hieronder is inzichtelijk gemaakt wat de deelnemer nog dient te betalen / nog ontvangt na verrekening van de werkelijke bijdrage met het exploitatieresultaat en de voorschotten. De bedragen zijn exclusief BTW. Dit jaar bepalen de frictiekosten ook een deel van deze afrekening. De frictiekosten (ten behoeve van de taakstelling van tien procent per gemeente, DB besluit december 2012 en juni 2013) die gemaakt zijn in 2013, zijn op basis van de verdeling, die is afgesproken in het DB, verdeeld over de gemeenten. Deze uitgaven zullen via een aparte nota in rekening gebracht worden.
Nieuwkoop Budgettair neutrale bijdrage Niet budgettair neutrale bijdrage Totale werkelijke bijdrage Bijdrage aan exploitatieresultaat Totaal werkelijke bijdrage en exploitatieresultaat Voorschotten Nog te betalen door deelnemer (negatief is te ontvangen) Frictiekosten 2013 Nog te betalen door deelnemer (negatief is te ontvangen)
€ 4.241 € 790.032 € 794.273 0 € 794.273 -€ 765.484 € 28.789 € 18.907 € 47.696
Tabel 8: Afrekening per gemeente
33