JAARVERSLAG 2013 “Elke burger telt en elke klacht is er één teveel”, dat is het uitgangspunt van de Gemeentelijke Ombudsman. Dat wil niet zeggen dat de burger altijd gelijk krijgt, noch dat hij alles van de overheid mag verlangen. Wel betekent het dat ik als ombudsman moet ‘luisteren, oplossen en leren’. Burgers willen bovenal gehóórd worden. Ze vinden het een verademing als je even de tijd voor ze neemt, echt luistert. Ze willen, liever dan een juridisch oordeel, een oplossing. En voor zover het binnen mijn vermogen ligt, help ik ze bij het vinden van die oplossing. Merkwaardig genoeg vinden ze het ook vaak acceptabel als er ‘nee’ verkocht wordt, zolang er maar geluisterd is en duidelijk uitgelegd wordt waarom iets niet kan. Burgers hebben met hun klachten vaak niet uitsluitend hun eigen belang voor ogen. Ze willen ook voorkomen dat andere burgers hetzelfde overkomt. Daarom moet er geleerd worden van elke klacht. Dat leren van klachten wil ik samen doen. Samen met mijn medewerkers, met burgers, ambtenaren en politiek: samen werken aan een betere dienstverlening. Ik beschouw het dan ook als een voorrecht om als ombudsman te mogen werken voor de burgers en bedrijven in de Metropool Amsterdam. Mijn bureau groeide onder mijn voorganger Ulco van de Pol uit van een kleine -soms lastige- luis in de pels van het Amsterdamse stadhuis, tot een onafhankelijke, professionele organisatie die zich voor meerdere gemeenten inzet. Maar ook buiten het bureau heeft hij zijn stempel nagelaten. Eén van zijn verdiensten is de inrichting van de gemeentelijke klachteninfrastructuur. Gemeentelijke diensten kregen een eigen klachtenprocedure en er werd een stelsel van klachtencoördinatoren gevormd waarmee de ombudsman intensief- en constructief samenwerkt. Voor de burgers en bedrijven betekent dit dat ze bij iedere dienst altijd goed terecht kunnen met hun klacht. Tijdens mijn spreekuur hoor ik soms aangrijpende verhalen van burgers met ernstige problemen op het gebied van financiën, opvoeding of gezondheid. Hoewel ik met mijn medewerkers zoveel mogelijk probeer actief naar een oplossing te zoeken, kunnen we deze helaas niet altijd bieden. De ombudsman is immers geen zorgverlener. Wel mag hij zorgverleners aansporen hun uiterste best te doen om maatwerk te leveren en de menselijke maat altijd in het oog te houden. Het grote aantal mensen dat met een zorgvraag bij mij aanklopt, wil ik niet zonder meer de deur wijzen of ‘koud doorverwijzen’ naar een andere instantie. Daarom wil ik in de komende periode onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om via betere verbindingen met hulpverlening of andere interventies deze zorgzoekende burgers beter van dienst te zijn. Tegelijkertijd besef ik dat de overheid niet al het leed kan voorkomen en dat de burger ook zijn eigen verantwoordelijkheden heeft. Het met de burger bespreken van deze ‘handelingsverlegenheid’, het onder ogen durven zien dat niet alles oplosbaar is, reken ik eveneens tot mijn professionele plicht.
Naast het rechtzetten van zaken waarin iets verkeerd is gelopen, zie ik voor de Gemeentelijke Ombudsman ook een preventief sturende rol weggelegd. Het is immers beter om problemen te voorkomen dan om ze te genezen. Dit houdt in dat ik mij tevens zal richten op preventie en systeemverbeteringen. Daarnaast wil ik ook betrokken zijn bij het aanjagen of opstarten van potentieel belangrijke, maatschappelijke vernieuwingen. Op basis van ingediende klachten zal ik met overheidsorganisaties en maatschappelijke partijen voorkomende vormen van overheidsdisfunctie bespreken. En wanneer uit deze gesprekken innovaties voortvloeien, wil ik graag betrokken zijn bij de uitwerking daarvan en tevens zoeken naar ingangen om deze te agenderen. In april 2014 heb ik een brief aan de nieuwe gemeenteraad van Amsterdam reeds een aantal suggesties voor innovaties gedaan die in min- of meerdere mate ook voor andere alle gemeenten bruikbaar zijn. Mijn verzoek aan alle gemeenteraden is dan ook om in overleg met de ambtelijke diensten te bespreken in hoeverre deze innovaties ook in hun gemeente een bijdrage zouden kunnen leveren aan de dienstverlening. Hieronder zal ik ze nogmaals kort toelichten. BRP-inschrijving Steeds meer mensen komen bij mij met adresregistratie-problemen. Het gaat daarbij om dak- en thuislozen, couchsurfers en andere burgers die om allerlei redenen geen vast adres hebben. Voor hen zou er een adresvoorziening moeten komen en een 'escalatietafel' waar de complexe situaties van deze burgers met alle betrokken partijen wordt besproken. Deze ambtelijke voorziening zal ook een bestuurlijke component moeten hebben, omdat in al deze situaties belangenafweging een rol speelt. Burgers die wel over een eigen adres beschikken ondervinden vaak problemen met het aanvragen van toeslagen of parkeervergunningen doordat er onbekenden op hun adres geregistreerd staan. De wijze waarop de gemeenten de registratie uitvoert is vaak zowel administratief- als technologisch achterhaald. Dit gaat ten koste van de capaciteit en de effectiviteit van het register. Een betere uitwisseling van gegevens met woningcorporaties, onderwijsinstellingen en nutsbedrijven kan ervoor zorgen dat er minder misgaat, terwijl er tegelijkertijd minder werkkracht nodig is. Parkeren Met een paar kleine aanpassingen zou veel parkeerleed kunnen worden voorkomen. Wanneer de grenzen van tariefgebieden beter zouden aansluiten op evidente gebiedsgrenzen zou dat al veel boetes schelen. Een tweede verbetering, voor gemeenten met kenteken-parkeren, is het beter zichtbaar maken van het kenteken dat door de burger bij de parkeerpaal is ingevoerd. Typefouten kunnen namelijk niet achteraf worden gereconstrueerd. De burger ervaart het als onrechtvaardig als hij wel heeft betaald maar later toch een boete krijgt. Er zijn verschillende technische opties om typefouten direct zichtbaar te maken. Het zou ook een mooi gebaar aan de parkeerders zijn wanneer het sterk toegenomen aantal parkeercontroles tevens zou worden benut om gestolen, vermiste of anderszins afgevoerde auto's op te sporen en de rechtmatige eigenaren hierop te attenderen. En het is wel zo netjes om voorafgaand aan het wegslepen van auto’s bij geplande werkzaamheden, de eigenaren te bellen. Bij het verwijderen van verkeerd geparkeerde
auto’s van gehandicaptenparkeerplaatsen na tien uur ’s avonds mag naar mijn mening juist strenger worden opgetreden. Schuldhulpverlening Schulden beheersen je leven en kunnen leiden tot sociale isolatie. De toename van het aantal burgers met problematische schulden levert de nodige druk op bij de schuldhulpverlening. Maar de effectiviteit van de schuldhulp kan wel worden verbeterd. Zo is er geen deugdelijk netwerk van overheidsdienaren dat op dit terrein bij CJIB, Belastingdienst, UWV, DUO en de gemeenten werkzaam is. Door deze professionals meer met elkaar verbinden en meer discretionaire ruimte geven zal wordt hun werk niet alleen interessanter, maar vooral ook nuttiger en effectiever. Zo zouden veel onnodige verhogingen van schulden worden voorkomen wanneer het CJIB en de Rijksbelastingdienst de mogelijkheden van early warning zouden benutten. Ook is het verstandig om bij gezinnen die bij jeugdzorg zijn aangemeld na te gaan of er sprake is van schuldenproblematiek en deze vervolgens direct aan te pakken. Door het wegnemen van allesoverheersende geldzorgen creëer je immers de noodzakelijke ruimte voor het oplossen van andere problemen. Jeugd en Onderwijs Op het terrein van onderwijs heeft de ombudsman weinig formele bevoegdheden, omdat het vaak om niet-gemeentelijke organisaties gaat. Toch hoor ik in mijn spreekkamer regelmatig onderwijsgerelateerde problemen. De uitval van MBOleerlingen door gebrek aan stageplaatsen leidt bijvoorbeeld weer tot andere problemen. Bij de leerplicht ligt de nadruk op verzuim. Verzuim is echter niet altijd de oorzaak is van de problemen, maar kan juist ook het gevolg kan zijn van andere problemen. In die gevallen zou de leerplicht minder op repressie moeten focussen en meer op bemiddeling gericht moeten zijn. En bij armoedebestrijding en schuldhulp wordt ook niet altijd voldoende rekening gehouden met de belangen en specifieke situaties van kinderen in het gezin. Zij gaan vaak letterlijk gebukt onder de armoede, schulden, verslavingen en vechtscheidingen van hun ouders. Kinderen helpen hiermee om te gaan en hen expliciet een rol en positie geven, uiteraard afhankelijk van hun leeftijd, kan tot veel positieve effecten leiden. Bijstand De gemeentelijke hulp aan bijstandsgerechtigden richt zich vooral op re-integratie. Voor de gemeentelijke professionals die zich hiermee bezighouden koester ik veel bewondering want het is niet eenvoudig om met deze klantengroep de gestelde beleidsdoelen te halen. Toch hoor ik veel klachten van re-integratieklanten die niet tevreden zijn over hun traject. Een aantal van hen kan wel aan het werk maar wil dat simpelweg niet, maar er zijn ook mensen met beperkingen op psychisch, fysiek of sociaal gebied. Ik heb de indruk dat de diagnosestelling op dit terrein bij de gemeente te zwak ontwikkeld is waardoor bepaalde burgers in 'trajecten' terechtkomen die hun ontwikkeling bepaald niet ten goede komen. In de communicatie met de cliënten kan ook veel verbeterd worden. Zo belt DWI -net als veel andere overheidsinstanties- met afgeschermde telefoonnummers. Maar burgers met schulden of andere problemen vertrouwen deze telefoontjes niet en nemen niet op.
Brieven aan cliënten zijn vaak ondoorgrondelijk door sterk juridisch geformuleerd taalgebruik. Aan de andere kant wordt iedere vorm van niet-communiceren door de burger vaak beschouwd als 'niet voldoen aan de informatieplicht' en worden gemaakte fouten worden vaak als 'fraude' bestempeld. In het licht van alle digitale informatie die gemeenten al kunnen hebben, is de administratieve bewijslast voor burgers aan de hoge kant. Dak- en thuislozen De verhalen van dak- en thuislozen op mijn spreekuur zijn soms schrijnend. Wat opvalt is dat de overheid eerder onderdeel van het probleem is, dan onderdeel van de oplossing. Andere burgers durven uit angst voor verlies van eigen rechten niet meer te helpen. Wie tijdelijk een dakloze opvangt, loopt het risico om huurtoeslag, uitkering, schuldhulpbemiddeling, of welke andere regeling dan ook, kwijt te raken. Er wordt dan ook steeds minder hulp wordt geboden door de sociale netwerken waar hulpzoekers zich in bevinden. De gemeente zou kunnen experimenteren met vormen van zelforganiserende hulp, waarbij de hulpbieders de garantie krijgen dat hun hulp niet leidt tot strafkortingen. Dat is niet alleen goedkoper dan de opvang door professionele, institutionele partijen, het zou ook nog wel eens kunnen helpen bij de bestrijding van eenzaamheid en sociale isolatie. Gemeentelijke belastingdienst Het vermogensbegrip dat bij kwijtscheldingen gehanteerd wordt moet geharmoniseerd worden met het begrip dat de sociale zekerheid in deze hanteert. Ook moet bij kwijtschelding een vaste peildatum gebruikt worden, die ook bij andere regelingen wordt gebruikt (1 januari). Dat maakt de regelingen makkelijker te begrijpen en bespaart zowel de burger als de dienst veel administratieve rompslomp. Ondernemers Vooral kleine ondernemers worden regelmatig het slachtoffer van de grote hoeveelheid gemeentelijke regels. Ook krijg ik de indruk dat ondernemers die brutaalweg zonder vergunningen aan de slag gaan er vaak beter vanaf komen, dan ondernemers die zich netjes aan de regels willen houden. Omdat ik met enige regelmaat dit soort signalen ontvang wil ik dit in de loop van 2014 nader onderzoeken. De ambtelijke organisatie Hoewel ambtenaren zich over het algemeen inspannen voor een goede dienstverlening is hun effectiviteit soms te laag. Ik zie daarvoor drie oplossingsrichtingen. Allereerst zou het aantal interne regels en richtlijnen waaraan de ambtelijke organisatie zich moet houden teruggedrongen moeten worden. Daarnaast zijn er teveel beleidsvormende activiteiten hetgeen ten koste gaat van de beleidsuitvoering. Tot slot zouden de professionals minder moeten opereren vanuit hun eigen koker en zich meer moeten verplaatsen in de leefwereld van de burger. Wanneer deze professionals meer discretionaire ruimte krijgen en nemen bij de uitvoering van hun taak, slagen zij er beter in om voor de burger optimale oplossingen te vinden.
Veranderingen binnen de Gemeentelijke Ombudsman De huidige veranderingen en bezuinigingen binnen het openbaar bestuur en de veranderende relatie tussen overheid en samenleving vragen tevens om een herbezinning op de positie, de taken, de werkwijze en de organisatiestructuur van de Gemeentelijke Ombudsman. Deze tijd vraagt niet om een boven de partijen staand instituut dat vooral juridisch georiënteerde oordelen uitspreekt. Veeleer is er behoefte aan een onafhankelijke interventie-kracht, die partijen tot elkaar brengt en hen helpt om tot een voor iedereen werkzame oplossing te komen. Naar aanleiding van klachten zal ik op zoek gaan naar structurele tekortkomingen en in samenwerking met de gemeente interactief lerend op zoek gaan naar verbeteringen. En omdat voorkomen beter is dan genezen, zal ik tevens inzetten op het voorkomen van klachten. Hoewel de werkwijze en de organisatiestructuur van de Gemeentelijke Ombudsman aan een kritische blik zullen worden onderworpen en er nieuwe werkwijzen zullen worden verkend, blijven de burgers en ondernemers die door tekortschietende dienstverlening van de overheid in de problemen zijn geraakt bij de Gemeentelijke Ombudsman centraal staan. Zij moeten hun verhaal kwijt kunnen bij een laagdrempelige, onafhankelijke klachtbehandelaar die het probleem vanuit hun perspectief benadert en daarbij integer en oplossingsgericht te werk gaat. Daar wil ik mij samen met mijn medewerkers de komende periode graag voor inzetten. Namens alle medewerkers van het bureau gemeentelijke ombudsman,
Arre Zuurmond, Gemeentelijke Ombudsman
Bureau en organisatie 2013 Aantallen 2013 In 2013 ontving de Gemeentelijk Ombudsman 2324 klachten, een lichte daling ten opzichte van 2012, toen het recordaantal van 2436 klachten werd ingediend. In vergelijking tot eerdere jaren blijft de instroom nog altijd hoog. Dit leidt tot een hoge werkdruk die met name het front office voelbaar is. Vergeleken met het voorgaande jaar werden wel aanzienlijk minder rapporten uitgebracht. Dit valt te verklaren uit het feit dat er gedurende de vijf maanden tussen het vertrek van scheidend ombudsman Ulco van de Pol en de benoeming van de huidige ombudsman Arre Zuurmond, geen fulltime ombudsman aan het bureau verbonden was. Ook de uitvoering van het jaarplan heeft hierdoor enkele maanden vertraging opgelopen. De productie bleef op peil: in 2012 werden 2290 zaken afgehandeld, in 2013 waren dat er 2225. Totaal aantal klachten per jaar 3000
2500
2000
1500
1000 2009
2010
2011
2012
2013
Over de gemeente Amsterdam kwamen er in 2013 in totaal 1899 klachten binnen, zo’n 8% minder dan in 2012 (2064 klachten). Over de gemeenten Landsmeer, Weesp, de stadsregio Amsterdam en de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland werden eveneens minder klachten ontvangen dan in 2012. Het aantal klachten over Diemen daalde licht. Bij de gemeenten Almere en Zaanstad viel echter een stijging van het aantal klachten waar te nemen. Een overzicht van alle cijfers vindt u aan het eind van dit hoofdstuk.
Amsterdamse diensten
In 2013 werden over de meeste Amsterdamse gemeentelijke diensten minder klachten ontvangen. Over Waternet en de Dienst Stadstoezicht ontving de ombudsman echter iets meer klachten dan in 2012. Over Cition werden 160 klachten ingediend, beduidend meer dan in het voorgaande jaar (114). Scheidend ombudsman Ulco van de Pol heeft in de eerste maanden van het jaar overzichten uitgebracht over DWI en WZS. Ingekomen klachten per dienst 300 250 200
2012 2013
150 100 50
D B I St ad st oe zi ch t
er ne t W at
D
W ZS
G A B D
iti on C
D
W I
0
De stadsdelen Bij de stadsdelen Centrum, Nieuw West en Noord constateerde de ombudsman een daling van het aantal klachten. Het aantal klachten over stadsdeel Oost bleef min of meer gelijk. Over de stadsdelen West, Zuid en Zuidoost werden juist meer klachten ontvangen. Ingekomen klachten per Stadsdeel 150
100
2012
2013
50
oo rd N
ie uw
W
es t
os t N
O os t
W es t
Zu id
id o Zu
C
en tr um
0
Rapporten en aanbevelingen In 2013 werden 49 rapporten gepubliceerd, bijna de helft minder dan in 2012 (92). Deze sterke afname valt te verklaren uit het feit dat er vanaf eind april tot half september 2013 geen ombudsman fulltime aan het bureau verbonden was. Aan de rapporten over 2013 waren in totaal 380 aanbevelingen verbonden. Op 1 januari 2014 waren er 204 aanbevelingen overgenomen. Behoorlijkheidsvereisten Het behoorlijkheidsvereiste van “goede organisatie werd in 2013 het meest geschonden. Dit vereiste wordt in de behoorlijkheidswijzer van de Nationale ombudsman als volgt omschreven: “De overheid zorgt ervoor dat haar organisatie en administratie de dienstverlening aan de burger ten goede komt. Zij werkt secuur en vermijdt slordigheden. Eventuele fouten worden zo spoedig mogelijk hersteld.” Top 5 geschonden behoorlijkheidsvereisten: Vereiste 1. Goede organisatie 2. Fair play Voortvarendheid Goede informatieverstrekking 3. Professionaliteit 4. Betrouwbaarheid 5. Motivering
Aantal malen geschonden 14 8 8 8 7 6 4
Hoorzittingen raadscommissies en kennismakingsgesprekken Doel van een hoorzitting is om de feiten in een zaak op een rij te krijgen en achtergrondinformatie te verzamelen. Voor de burger is een hoorzitting een gelegenheid om zijn bezwaren tegen het handelen van de overheid nog eens naar voren te brengen. De ombudsman heeft in 2013 één hoorzitting over het handelen van de gemeente Amsterdam gehouden. Het ging daarbij om de afwijzing van een verhuiskostenvergoeding door stadsdeel Nieuw West. Deze was aangevraagd door een man die zich door ernstige overlast van hangjongeren gedwongen zag te verhuizen. In het rapport over deze zaak oordeelde de ombudsman het stadsdeel zich voldoende had ingespannen om de overlast tegen te gaan en de man te beschermen. Ook was er een hoorzitting naar aanleiding van een klacht over de informatieverstrekking met betrekking tot de staat waarin de fundering van een koopwoning verkeerde. Nadat een rapport is uitgebracht, wordt het geagendeerd voor de betreffende (deel)raadscommissie in Amsterdam of, in het geval van Zaanstad, voor het Zaans Beraad. Vaak is de agendering ter kennisneming, maar zeker wanneer er aanbevelingen aan een rapport verbonden zijn, wordt het inhoudelijk met de ombudsman en de verantwoordelijke portefeuillehouder besproken in de commissie. In de periode tot 25 april 2013 verscheen Ulco van de Pol zes keer in commissievergaderingen van de centrale stad en de stadsdelen van Amsterdam. In 2013 woonde hij geen vergaderingen in andere gemeenten bij.
Arre Zuurmond was in Amsterdam aanwezig bij een raadsvergadering waarin een ombudsmanrapport over de tilservice van het kamer-tot-kamervervoer werd besproken. De nieuwe ombudsman heeft ook kennismakingsgesprekken gevoerd met de gemeenteraden van Almere, Zaanstad, Diemen en Waterland en de gemeentesecretarissen van Amsterdam en Zaanstad. Front office Het front office is het eerste aanspreekpunt voor burgers die zich tot de ombudsman wenden. Veel praktische problemen worden door deze afdeling in overleg met diensten en stadsdelen, direct opgelost. Van de 2334 ingekomen klachten die de ombudsman het afgelopen jaar ontving werden er 1195 door het front office afgehandeld. Wanneer na vooronderzoek van het front office blijkt dat een meer diepgaand onderzoek noodzakelijk is, wordt het dossier overgedragen aan een onderzoeker van het back office. Naast dossiers handelde het front office in 2013 ook 2823 telefoongesprekken met verzoeken om informatie en advies af. In 2012 waren dat er nog 2685. Personeel Onderstaand schema geeft de opbouw van het bureau in 2013 weer. In dit jaar werd de bezetting van 20 fte ingevuld door 23 medewerkers.
Gemeentelijke ombudsman
Hoofd bureau
Communicatie
Facilitair bureau
Back office
Front office
Bezetting Om de instroom op te kunnen vangen zijn er in 2012 twee tijdelijke medewerkers aangetrokken. Met het oog op het terugbrengen van de kosten is het contract van één van hen niet verlengd. De aanstelling van de andere medewerker is met een half jaar verlengd om het zwangerschap- en bevallingsverlof van een medewerkster op te vangen. Een onderzoeker die in 2012 gedetacheerd werd naar de Bestuursdienst is in 2013 overgestapt naar DJZ en vervult daar momenteel de functie van centrale klachtencoördinator. Een andere medewerker is boventallig verklaard, in het kader van de reorganisatie. Hierdoor is de afdeling communicatie met 1 fte teruggebracht. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim over 2013 ligt met 3.7 % hoger dan in 2012 (2.75%). Een medewerker is langdurig ziek.
Cijfers Gemeenten/ regio’s Amsterdam Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2064 1924 73
2013 1899 1798 41
Weesp Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 13 11 2
2013 12 13 0
Almere Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 171 185 176 185 6 4
Zaanstad Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 136 134 8
2013 196 196 4
Diemen Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 21 19 17 24 1 0
Stadsregio Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 12 2 13 2 0 0
Landsmeer Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 9 6 8 5 0 0
Veiligheidsregio Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 1 0 1 0 0 0
Waterland Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 9 5 6 2 2 0
Totaal Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2436 2290 92
2013 2324 2225 49
Amsterdamse diensten DBI Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 60 58 1
2013 50 47 0
DWZS Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 108 94 106 101 7 6
DBGA Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 161 168 5
2013 147 139 4
Cition Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 114 118 7
2013 160 140 3
Dienst Stadstoezicht Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 19 16 3
2013 22 18 3
Waternet Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 75 74 3
2013 79 74 2
DWI Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 288 284 15
2013 248 234 7
Centrum Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 128 118 13
2013 123 123 5
West Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 57 81 52 68 12 5
Nieuw West Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 68 66 5
2013 54 57 6
Zuid Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 89 95 86 86 10 8
Noord Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 48 58 5
2013 45 45 3
Zuidoost Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 2013 49 66 44 62 1 5
Oost Ingekomen Afgehandeld Rapporten
2012 73 69 6
2013 74 71 8
Amsterdamse stadsdelen