JAARVERSLAG 2013 VERPLEEGKUNDIGE ADVIESRAAD
Verpleegkundige Adviesraad
J
aarverslag
2013
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Secretariaat VAR, locatie H2.07.016 Postbus 90153 5200 ME ’s-‐Hertogenbosch Telefoon 073-‐5533049 E-‐mail
[email protected] Dit jaarverslag is ook te vinden op www.jeroenboschziekenhuis.nl en op de pagina van de Verpleegkundige Adviesraad op JBZ-‐net
Jaarverslag VAR JBZ 2013
I
nhoudsopgave
Inleiding
4
Adviezen VAR in 2013
§ § §
Uitgebrachte gevraagde adviezen Uitgebrachte ongevraagde adviezen
5
9
Overige inspraak in ziekenhuisbeleid 9 -‐Beleidsplan VAR 2013-‐2016 9 -‐Ontwikkelingen Verpleegkundig Specialisten 10 -‐Visie optimaliseren verpleegkundige inzetbaarheid 10 -‐JCI 11 -‐Ontwikkelingen EPD en keuze classificatiesysteem verpleegkundig dossier 11 -‐NANDA Netwerk 12 -‐Medicatieveiligheid 13 -‐Inrichting verpleegkundig functiehuis 14
Overige activiteiten § IHI Forum Londen van‘ What’s the matter’ naar What matters to you?’ 17 § Ontwikkelingen verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek 18 § Symposium ‘Gluren bij de buren’ 18 PR Publicaties en presentaties (externe profilering) en vragen andere ziekenhuizen: Presentaties
§ § §
Presentatie TEDx
21
Communicatie tussen arts en verpleegkundige
21
§ §
Invloedrijke VAR
Symposium verpleegkundige in 2020 Publicaties: Supernurses Vragen andere ziekenhuizen: Activiteiten: Forumdiscussie VAR je kunt er niet omheen
21 21 22 22
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Bijlage:
Algemene informatie over de VAR § Wat is de VAR?
I
I
Organisatie en werkwijze § VAR Bestuur § VAR Beraad § Taken van de VAR § Vergaderingen § Werk-‐ en projectgroepen § Afvaardiging in werkgroepen en commissies in het JBZ § Afvaardiging in commissies buiten het JBZ § Overleg Raad van Bestuur1 § Overleg met de Raad van Toezicht § Overleg met RVE managers/managers stafafdeling § Overleg overige medezeggenschapsorganen § Scholing en training VAR-‐leden V Samenstelling VAR in 2013
1
Raad van Bestuur = in het overige document RvB genoemd
Jaarverslag VAR JBZ 2013
I
nleiding
2013 is het jaar waarin verpleegkundig leiderschap in het JBZ een begrip werd. In het platform verpleegkundig leiderschap is vanuit de ‘Visie op de verpleegkundige professional’ het fundament gelegd voor de implementatie van het daadwerkelijke onderscheid tussen de niveau4 en niveau5-‐ verpleegkundige. Duidelijk omschreven functieprofielen werden ontwikkeld in lijn met de beroepsprofielen 2020 en er werd invulling gegeven aan het generieke en specifieke curriculum. Een professionaliseringsslag die vraagt om daadkracht en lef, waarbij grote stappen zijn gezet in de verpleegkundige beroepsontwikkeling in het JBZ. Deze ontwikkelingen hebben het JBZ in 2013 onderscheidend gemaakt van de rest van de ziekenhuizen in Nederland. Op landelijk niveau, onder andere via V&VN, heeft dit er toe geleid dat de VAR bewust en onbewust veel aan externe profilering heeft gedaan. Er liggen nog veel uitdagingen in de implementatie van het onderscheid in de niveau4 en 5-‐ verpleegkundige, maar de VAR is nog altijd overtuigd van het succes. Ook in 2014 zal op vergelijkbare wijze geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van het verpleegkundig beroep. De VAR is er trots op dat we in het Jeroen Bosch ziekenhuis iedere verpleegkundige professional in zijn kracht willen zetten. Tamara Schalken -‐ Brekelmans Voorzitter van de Verpleegkundige Adviesraad
4
Jaarverslag VAR JBZ 2013
A
dviezen in 2013
De primaire taak van de VAR is het adviseren van de Raad van Bestuur over de totstandkoming en uitwerking van beleid met betrekking tot de verpleegkundige zorg. De VAR brengt gevraagde adviezen uit, maar doet ook ongevraagd beleidsvoorstellen aan de RvB. In 2013 heeft de VAR in totaal zeven adviezen uitgebracht aan de RvB, waarvan één ongevraagd. Hieronder volgen korte beschrijvingen van de adviezen die de VAR heeft uitgebracht.
Uitgebrachte gevraagde adviezen Advies met betrekking tot voorgenomen besluit implementeren Service2care G/V en kinderafdeling. In 2011 ontving de VAR een adviesaanvraag aangaande de pilot service2care, een belangrijke stap op weg naar klantgerichtheid, verandervoorstel voor Verloskunde, Gynaecologie en Kindergeneeskunde. De VAR heeft destijds positief geadviseerd ten aanzien van de pilot. De VAR is derhalve van mening dat de pilot niet zonder meer vertaalbaar is naar reguliere afdelingen. Een belangrijk punt is dat de verpleegkundige altijd verantwoordelijk blijft voor ‘voeding’ ten aanzien van de patiënt. In februari 2012 ontving de VAR de tussentijdse evaluatie van de pilot. Als reactie hierop heeft de VAR wederom benadrukt dat het concept service2care niet direct vertaalbaar is naar andere afdelingen, hiervoor verschillen de afdelingen waar de pilot draait in patiëntencategorie en opzet te veel van andere afdelingen. In de zomer 2012 ontving de VAR de eindevaluatie van de pilot. De VAR heeft hierop gereageerd door te benoemen dat de tijdswinst voor de verpleegkundige beroepsgroep nader gespecificeerd dient de worden. Daarnaast heeft de VAR hier haar eerdere standpunten bekrachtigd ten aanzien van voeding en vertaalbaarheid. In navolging op de eindevaluatie van de pilot Service2Care heeft de VAR in 2013 een adviesbrief geschreven aan de RvB aangaande het voorgenomen besluit over te gaan tot implementatie. Samenvattend adviseert de VAR om de daadwerkelijke tijdswinst die het concept Service2Care voor de verpleegkundigen kan betekenen, verder de specificeren. De VAR heeft daarnaast geadviseerd om te evalueren of de veelheid aan aangeboden specialistische kennis voldoende beklijft bij de medewerkers, teneinde de kwaliteit van zorg te waarborgen. Tot slot heeft de VAR geadviseerd om inventarisering van de uitrol van het concept Service2Care elders in de organisatie altijd gepaard te laten gaan met een individuele pilot per RVE. De aard en complexiteit van zorg per RVE zijn dermate divers dat een nieuwe pilot zal moeten uitwijzen of deze wijze van werken binnen die RVE de patiëntveiligheid en daarmee kwaliteit van zorg voldoende ondersteunt. 5
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Advies mbt Span of control unithoofden In 2012 heeft een evaluatie van het operationeel leidinggevend kader in de in 2010 ingevoerde RVE -‐ structuur plaatsgevonden De destijds geformuleerde uitgangspunten waren: 1. Er is slechts één managementlaag onder het RVE management, de unithoofden. 2. Span of control van een unithoofd is niet te groot, richtsnoer: 25 fte. 3. Beargumenteerd kan het leidinggeven gedeeld worden met een operationeel leidinggevende en enkele coördinerende functies (meewerkend voorman-‐principe). 4. Waar nodig en mogelijk worden de resultaatgebieden met bijbehorende verantwoordelijkheden van het RVE-‐ management doorvertaald naar het niveau van de unithoofden (accent op de dagelijkse operationele aansturing / sleutelfunctie in de kwaliteit en continuïteit). Invulling van het duaal leiderschap op unit-‐niveau dient vorm te krijgen. Op basis van deze evaluatie werd (o.a.) aan de RvB voorgesteld de norm voor de span of control te laten vervallen. De VAR heeft over dit voorstel negatief geadviseerd aan de RvB. Op basis van het advies van de VAR en de OR heeft de RvB definitieve besluitvorming aangehouden. Eerst draagt zij zorg voor een evaluatie over 2012 door de afdelingen HR en K&V. Dit zal input zijn voor een discussiebijeenkomst over dit thema die de RvB wil organiseren met vertegenwoordigers van het RVE-‐management, HR en de JBA. De resultaten van het MTO 2013 kunnen daarvoor als input worden gebruikt. Definitieve besluitvorming heeft in 2013 niet plaatsgevonden.
Advies strategische netwerksamenwerking UMC St Radboud en JBZ. Op 25 april 2013 ontving de VAR ter advisering het voorgenomen besluit tot een strategische netwerksamenwerking van het Jeroen Bosch Ziekenhuis met het UMC St. Radboud. Het JBZ staat, samen met andere ziekenhuizen in Nederland voor een grote uitdaging. Ten aanzien van de kwaliteit van zorg wordt verwacht dat deze meer en meer stijgt, waarbij juist het verschil in kwaliteit tussen de verschillende ziekenhuizen moet dalen. En dit allemaal in een periode waarin kostenbeheersing een belangrijke rol speelt. Daarnaast neemt de vergrijzing, maar ook de mondigheid van de patiënt toe: die wenst, terecht, behoud van regie over zijn leven en over zijn eigen behandeling. Deze uitdaging wensen het JBZ en het UMC St. Radboud graag samen op te gaan pakken. Binnen dit samenwerkingsverband hebben beide instellingen voor ogen onderscheidende kwaliteit van de zorg en innovatie in de patiëntenzorg te leveren. Alles ten gunste van de patiënten. Samenwerking zal zich richten op verschillende facetten van de zorg zoals het ontwikkelen van gezamenlijke zorgpaden, opleidingsactiviteiten, wetenschappelijk onderzoek, activiteiten op het gebied van kwaliteit en veiligheid en ook het uitwisselen van professionals. De VAR juicht deze ontwikkeling toe en heeft positief geadviseerd ten aanzien van het voorgenomen besluit. De VAR is ervan overtuigd dat deze ontwikkeling past bij de strategische kernwaarden van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Op 25 september 2013 werd de netwerksamenwerking tussen beide ziekenhuizen een feit. 6
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Advies Projectplan Verbetering Schoonmaak In juni 2013 zijn tijdens een onaangekondigd bezoek van de Inspectie voor Gezondheidszorg rond het thema Hygiëne en infectiepreventie, een aantal tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van de schoonmaak in het Jeroen Bosch ziekenhuis. Het ziekenhuis kreeg de opdracht om binnen drie maanden verbetering in te zetten, zodat het JBZ voldoet aan de kwaliteitseisen ter voorkoming, beheersing en preventie van ziekenhuispreventies. In opdracht van de RvB heeft het Servicebedrijf een projectplan opgesteld om de schoonmaakwerkzaamheden te verbeteren in samenwerking met de afdeling Hygiëne en Infectiepreventie en CleanCare. De VAR herkende de kritische opmerkingen van de Inspectie. Allerlei verschillende medewerkers van Clean Care, huishoudelijke of andere medewerkers reinigen de verpleegafdelingen, poli’s en andere ruimten. Dit gebeurde onder verschillende omstandigheden en met verschillende materialen en instructies. De omslag naar uniforme werkwijze, materialen en protocollen was een grote verandering met flinke impact voor de betrokken medewerkers. Binnen een kort tijdbestek dienden er vele veranderingen te worden ingevoerd. Het instellen van een speciaal desinfectieteam voor kamerreiniging bij (bepaalde) isolaties is een effectieve interventie om eenduidige werkwijze te realiseren. De VAR vraagt in haar advies hierbij aandacht voor duidelijke afspraken over de beschikbaarheid van dit team. De VAR adviseerde om naast huishoudelijke -‐ en Clean Caremedewerkers tevens aandacht te besteden aan andere medewerkers, zoals zorgassistenten, verpleegkundigen, radiologisch laboranten, etc. Ook deze groepen medewerkers voeren in de praktijk vaak een (deel van de) reiniging uit en moeten worden betrokken bij kennisverbreding en instructies. De VAR benadrukte daarbij het belang van eenduidige en laagdrempelige isolatie-‐ en reiniginginstructies naar alle medewerkers toe (bijvoorbeeld instructiekaarten) en eenduidige communicatie over alle onderdelen van het project. Daarnaast adviseerde de VAR bij de herziening van de isolatie protocollen in het kader van de nieuwe BRMO-‐ en MRSA-‐richtlijnen breder aandacht te besteden aan praktische zaken zoals bijvoorbeeld de hygiëneregels rondom voedingverstrekking en afval-‐ en linnengoedverwerking. De RvB heeft het advies van de VAR gecommuniceerd naar het servicebedrijf en met name de overige medewerkers die schoonmaakwerkzaamheden uitvoeren te betrekken, is overgenomen. De isolatieprotocollen en instructiekaarten zijn inmiddels op de isolatiekaarten verwerkt en de isolatiekaarten hangen bij de isolatiekamers en aan de schoonmaakkar.
7
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Adviesaanvraag Regelingen inzake beleid taakherschikking PA en VS De VAR heeft op 21 augustus jl de adviesaanvraag ten aanzien van het voorgenomen besluit RvB: regelingen inzake beleid taakherschikking PA en VS, ontvangen. De VAR en de VS zien het als een positieve ontwikkeling dat naast de eerder dit jaar vastgestelde functiebeschrijvingen VS en PA, nu ook overige praktische beleidskaders zijn vastgesteld op gebied van taakherschikking en voorschrijfbevoegdheid voor deze ‘nieuwe’ beroepsgroepen. Zowel de regeling taakherschikking PA en VS als de regeling voorschrijfbevoegdheid PA en VS voorzien in praktische vertaling van wettelijke taken en bevoegdheden van beide beroepsgroepen. Dit maakt het voor alle betrokkenen in het JBZ concreter welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden op de VS en PA van toepassing zijn. Daarnaast verheldert het welke eisen aan de VS en PA gesteld worden. Ten aanzien van het ontwikkelen van de JBZ-‐beleidsprocedure taakherschikking is door de ontwikkelaars van opgestelde documenten bewust gekozen geen inhoudelijke afstemming te zoeken met de VS en PA. Vanuit de beroepsgroep VS en VAR werden inhoudelijke verbeterpunten opgemerkt, welke in overeenstemming met de beleidsmakers zijn overgenomen. In ogen van de VAR en VS heeft dit geleid tot een mooi eindresultaat. De VAR heeft dan ook positief geadviseerd ten aanzien van de (gewijzigde) adviesaanvraag van 24-‐ 10-‐2013. In januari 2014 zijn de stukken bij bestuursbesluit officieel vastgesteld.
Advies bevoegdheid en bekwaamheid JBZ In oktober 2013 werd de VAR de adviesaanvraag ‘Bevoegdheid en bekwaamheid in het JBZ’ , commissie voorbehouden handelingen ‘nieuwe stijl’, voorgelegd. Deze beleidsnotitie maakt inzichtelijk op welke wijze het JBZ eisen stelt aan haar zorgprofessionals ten aanzien van voorbehouden en risicovolle handelingen. De VAR onderschrijft dat hiermee de kwaliteit van de beroepsprofessionals in de vier zuilen (medisch behandelaars, verplegend & verzorgend, paramedisch en medisch ondersteunend) wordt bevorderd en bewaakt, als ook de bevordering van patiëntveilige zorg. Ten aanzien van de samenstelling van de commissie is gekozen voor een kerncommissie die zich desgewenst kan laten ondersteunen door zorgprofessionals waarop de dan ter zake doende kwestie betrekking heeft. In dergelijke situaties worden ad hoc deelcommissies opgericht. In de kerncommissie zijn geen zorgprofessionals afkomstig uit de zuilen verpleging & verzorging, paramedisch en medisch vertegenwoordigd. De VAR acht het, gezien de constructie waarbij ad hoc deelcommissies in het leven geroepen kunnen worden, niet noodzakelijk dat de samenstelling van de kerncommissie wordt aangevuld met vertegenwoordiging uit de ontbrekende zuilen. De VAR heeft wel het belang van de vakinhoudelijke input vanuit de ad hoc deelcommissies ten aanzien van strategische taken van de kerncommissie onderstreept. De VAR heeft ingestemd met voorgestelde beleidsnotitie. Ten aanzien van de toetslast heeft de VAR geadviseerd om deze in samenwerking met het Platform Verpleegkundig Leiderschap goed te bewaken. De beleidsnotitie beschrijft namelijk niet expliciet op welke wijze de toetslast wordt vastgesteld voor een bepaalde beroepsgroep. De kerncommissie B&B stelt in samenwerking met intern betrokken leidinggevende vast welke generieke en specifieke vaardigheden de medewerker moet beheersen. Echter er worden steeds vaker verplichte modules ingesteld door niet-‐zorg-‐ afdelingen, bijvoorbeeld vanuit laboratorium en medische technologie. Dit maakt dat de toetslast per medewerker te groot kan zijn. De VAR heeft om inhoudelijke informatie verzocht met betrekking tot implementatie en commu-‐ nicatie van deze beleidsnotitie, alvorens tot uitvoering wordt overgegaan in 2014. 8
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Uitgebrachte ongevraagde adviezen Advies nieuwe werkwijze zorgonderwijs Sinds april 2013 neemt de VAR zitting in de Klankbordgroep ‘Naar een nieuwe werkwijze binnen het zorgonderwijs’. Ten aanzien van de begeleiding voor verpleegkundigen in opleiding heeft per september 2013 een wijziging plaatsgevonden. De VAR heeft de inhoud van de ontwikkelingen nieuwe werkwijze zorgonderwijs positief ontvangen. De wijziging zit enerzijds in een verandering van de rolvervulling van de leerprocesbegeleider (LPB) en werkbegeleider (verpleegkundigen op de afdeling) en de praktijkopleider (JBA), waarbij meer nadruk komt te liggen op de begeleiders op de afdeling. Anderzijds in het werken volgens een nieuw format van begeleiden en beoordelen middels KPB, intervisie en COM -‐momenten. De aanloop naar deze nieuwe werkwijze heeft echter tot veel onrust geleid binnen de beroepsgroep, de klankbordgroep en ook onder de unithoofden en RVE-‐managers. Onrust die vooral te verklaren is door het korte tijdsbestek tussen de aankondiging van de nieuwe werkwijze en het daadwerkelijke startmoment. Vooral verzwaard door het feit dat de verpleegkundigen die de rol van LPB’er op zich gaan nemen per september 2013 in de zomervakantieperiode wegens vakantie en krappe bezetting zich onvoldoende kunnen verdiepen in hun nieuwe rol en de nieuwe formats (welke op dat moment nog niet ontwikkeld waren). De onrust binnen de organisatie heeft er uiteindelijk toe geleid dat de VAR zich genoodzaakt voelde via formele weg de signalen vanuit de organisatie ten aanzien van het proces kenbaar te maken aan de RvB middels een brief. Ondanks de onrust in de organisatie is met instemming van de RvB de nieuwe werkwijze zorgonderwijs volgens vooraf vastgesteld tijdspad ingevoerd. Hetzij met enkele wijzigingen op de inhoud van het programma en toezeggingen vanuit het JBA dat de begeleiding door de praktijkbegeleiders in ieder geval tot januari 2014 gegarandeerd was. De VAR blijft betrokken in de klankbordgroep ‘Naar een nieuwe werkwijze binnen het zorgonderwijs’.
Overige inspraak in ziekenhuisbeleid Beleidsplan VAR 2013 – 2016 In 2013 heeft de VAR haar beleidsplan geactualiseerd. Dit beleidsplan zet de beleidslijn door zoals die in 2009 door de VAR is ingezet. Veel van de thema’s binnen de destijds genoemde speerpunten zijn inmiddels in ontwikkeling. De speerpunten voor de komende jaren zijn: • Verpleegkundig leiderschap •
Optimaliseren van de professionele kwaliteit van het verpleegkundig beroep
•
Optimaliseren verpleegkundige inzetbaarheid.
De RvB heeft met veel genoegen en met grote waardering kennisgenomen van dit beleidsplan en kan zich in hoge mate vinden in de inhoud en de richting van de ontwikkelingen zoals beschreven. De RvB beschouwt dit beleidsplan daarmee als deel uitmakend van het strategisch beleid van ons ziekenhuis en heeft in november 2013 het RVE management nadrukkelijk aanbevolen om gezamenlijk uitvoering te geven aan dit plan.
9
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Ontwikkelingen Verpleegkundig Specialisten2 Zie ook ‘Adviesaanvraag Regelingen inzake beleid taakherschikking PA en VS’. In 2013 waren in het JBZ veertien VSen werkzaam en twee VSen i.o. Dit jaar hebben de VSen zich geformeerd tot de Vakgroep verpleegkundig specialist in vervolg VVS (waarvoor in 2014 een officieel bestuursbesluit tot installatie van de vakgroep zal worden ingediend) . De belangrijkste doelstelling van de vakgroep is het profileren en positioneren van de functie verpleegkundig specialist in het JBZ. Om die reden is een strategisch beleidsplan VS binnen het JBZ ontwikkeld. Daarnaast wil de vakgroep de intercollegiale overlegstructuur, samenwerking en ondersteuning bevorderen van de VS onderling. Op deze wijze willen de verpleegkundig specialisten een bijdrage leveren aan kwaliteit van zorg en zo een deskundige (vak)groep formeren. Er zijn vier VSen die samen met de manager JBA zijn aangesteld als dagelijkse bestuur (DB). Maandelijks hebben zij overleg. Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor het uitzetten van strategische doelen, lobby trajecten en netwerken met strategische partners (intra-‐ en extramuraal), het genereren van verpleegkundig onderzoek en voor inhoudelijke vakdossiers welke van belang zijn voor de verpleegkundig specialisten. De VVS wil door middel van haar activiteiten bijdragen aan optimale verpleegkundige en medische zorg binnen het JBZ. Essentieel is de ontwikkeling en verankering van de VS als kerndiscipline binnen de organisatie. Om dit te bereiken is ontwikkeling van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek noodzakelijk. In het kader van Evidence Based Practice (EBP) zal de VS een bijdrage leveren aan het kennisdomein door middel van ondersteuning van onderwijs aan verpleegkundigen in de eigen organisatie Een continue aandacht voor kwaliteit van zorg is belangrijk. Het tonen van verpleegkundig leiderschap is hierbij onmisbaar. Om die reden zijn VS-‐werkgroepen geïnstalleerd. Vanuit het DB wordt de komende jaren vooral ingezet op het sturen op en waar mogelijk faciliteren van uitkomsten en productie van deze werkgroepen. Het betreft de werkgroepen: Werkgroep Beroepsbelangen, Werkgroep Kwaliteit & Veiligheid, Werkgroep Deskundigheidsbevordering en Werkgroep wetenschappelijk onderzoek.
Visie op optimaliseren van verpleegkundige inzetbaarheid In opdracht van de RvB heeft de VAR in november 2013 de ‘visie op optimaliseren van verpleegkundige inzetbaarheid’ geschreven. Er is sprake van toenemende multi-‐morbiditeit en de complexiteit van zorg is de afgelopen decennia steeds verder toegenomen. Om de kwaliteit van zorg aan de patiënt te kunnen blijven waarborgen is het daarom van groot belang dat de verpleegkundige van nu en de toekomst breed is opgeleid. Om in te kunnen spelen op de (dagelijkse) pieken en dalen in het patiëntenaanbod, de zorgzwaarte en de toenemende druk op budgetten, wil het JBZ flexibel om kunnen gaan met de personeelsinzet door de inzetbaarheid op een efficiënte wijze te vergroten. Waar bevindt zich het optimum in termen van kwaliteit van arbeid en kwaliteit van zorg? In 2010 heeft de VAR met de ‘visie op de verpleegkundige professional’ in grote lijnen een aantal kaders gesteld waarbinnen deze optimalisering inzetbaarheid vorm kan worden gegeven. Op verzoek van de RvB heeft de VAR deze kaders voor optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid nu verder uitgewerkt. 2
Verpleegkundig Specialist(en): VS(en)
10
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Optimaliseren wordt door de VAR als volg gedefinieerd: ‘Optimalisering van verpleegkundige inzetbaarheid is een strategisch instrument om de inzet van verpleegkundig personeel aan te passen aan de zorgbehoefte van de patiënt en aan de arbeids-‐ gerelateerde behoeften van de verpleegkundige’. Met dit visiedocument heeft de VAR de basis gelegd voor het ontwerp van optimalisering van de verpleegkundige inzetbaarheid in het JBZ, waarbij de kwaliteit van zorg en kwaliteit van arbeid centraal staan. Deze visie beschrijft naast een mogelijk optimaliseringsmodel duidelijke randvoorwaarden waaronder optimalisering van verpleegkundige inzetbaarheid volgens de VAR moet plaatsvinden. De RvB kan zich vinden in de visie van de VAR en gaf de stafdelingen HR en JBA de opdracht om deze visie uit te werken. Het platform verpleegkundig leiderschap pakt dit op. De ondernemingsraad ontving van de RvB dit document ter kennisname waarna een afspraak volgde tussen VAR en ondernemingsraad om met elkaar van gedachten te wisselen over de inzet van flexibele medewerkers.
JCI In 2012 heeft de VAR positief geadviseerd over het voornemen van het ziekenhuis te kiezen voor een accreditatie van de Joint Commission International. In 2013 heeft de projectstructuur ten behoeve van deze accreditatie verder vormgegeven. Tamara Schalken, voorzitter VAR, is lid van de Stuurgroep JCI. Daarnaast zijn verpleegkundigen in diverse projectgroepen vertegenwoordigd. De Stuurgroep Duidelijk Beter, zoals ook geadviseerd door de VAR, is opgeheven. Daarvoor is in 2013 de raad Kwaliteit & Veiligheid opgericht. De Raad K&V is een gezamenlijke commissie van medische staf en JBZ, waarmee de zorgprofessionals een zeer belangrijke stem in het kwaliteits-‐ en veiligheidsbeleid van het JBZ krijgen. De staf commissie Kwaliteitsoverleg Medisch Specialisten is opgeheven en tevens is door de RvB de stuurgroep ‘Duidelijk Beter’ opgeheven. Met de start van de Commissie K&V zijn medisch specialisten en arts-‐assistenten, verpleegkundigen en paramedici aan zet om aan de RvB en bestuur VMS gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen over thema’s op het gebied van kwaliteit en veiligheid. Gynaecologe Brenda Pijlman is voorzitter van de commissie K&V.
Ontwikkelingen EPD en keuze classificatiesysteem verpleegkundig dossier In 2013 heeft het project selectie EPD/ZL3 een advies uitgebracht voor de keuze van het EPD/ZL systeem, de VAR was in deze projectgroep vertegenwoordigd. Aan de leveranciers zijn vragen gesteld ten aanzien van de verpleegkundige verslaglegging en de mogelijkheden in het gehele dossier vanuit verpleegkundig perspectief. De kerngroep verpleegkundig dossier heeft daarbij op allerlei moment in het proces input geleverd. Voor het invoeren van het EPD is een verdiepingsslag met het verpleegkundig dossier van belang en daarom vroeg de VAR de RvB in juni 2013 een bestuursbesluit te nemen aangaande het verpleegkundig classificatiesysteem NANDA/NOC/NIC4 en de ‘kerngroep verpleegkundig dossier’, de opdracht te geven dit verder in een plan uit te werken.
3 4
EPD/ZL: elektronisch patiëntendossier/Zorglogistiek NANDA: De North American Nursing Diagnosis Association. De NANDA classificeert de diagnoses NOC: Nursing Outcomes Classification. De NOC is een classificatie van zorgresultaten NIC: Nursing Intervention Classification. De NIC classificeert elke behandeling die een verpleegkundige op grond van haar deskundig oordeel en klinische kennis uitvoert ten behoeve van een patiënt
11
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Doel: Voor de invoering van het EPD in 2015 werken alle verpleegkundig professionals in het JBZ volgens Gordon met de verdiepingsslag naar NANDA/NOC/NIC. Het verpleegsysteem dat het Jeroen Bosch ziekenhuis hanteert is verpleegmethodiek Gordon. De anamnese is opgebouwd vanuit dit verpleegsysteem. Hierin komen de verpleegproblemen van de patiënt naar voren middels de elf gezondheidspatronen. Gordon maakt het mogelijk door systematische ordening verpleegkundige diagnoses te filteren. De VAR ondersteunt de wijze van informatie verzamelen die Gordon voorschrijft, echter het verpleegsysteem wordt niet ten volle benut. Verpleegkundigen moeten zorg verlenen aan de hand van verpleegkundige diagnoses, doelen en interventies, zodat: § De kwaliteit en veiligheid van de verpleegkundige zorg wordt verbeterd. § Eenduidige verslaglegging tot stand komt. § Doelgericht en efficiënt wordt geschreven en gewerkt. § Evidence Based wordt gewerkt. § Het professioneel handelen van de verpleegkundige wordt bevorderd. § Er aansluiting is bij de opleiding van de verpleegkundige. § Het herkenbaar/toepasbaar is voor externe partijen. Op de vooravond van de introductie van het EPD is het urgentiebesef voor verpleegstandaarden en eenduidige verslaglegging, het werken met en vanuit verpleegdiagnoses, doelen en interventies alleen maar toegenomen. De RvB heeft dit bestuursbesluit overgenomen en de kerngroep Verpleegkundig dossier de opdracht gegeven. Aan de implementatie zal in 2014 verder vorm worden gegeven.
NANDA Netwerk De VAR heeft zich aangesloten bij het landelijk NANDA netwerk, onderdeel van het internationale NANDA netwerk. Bij dit netwerk zijn nog tien andere Nederlandse ziekenhuizen aangesloten. (meer informatie zie: http://nandanl.wordpress.com/) Alle ziekenhuizen willen een verdiepingsslag maken met de verpleegkundige dossiervoering gericht op de toekomst; werken met een elektronisch patiëntendossier. Kerntaken van het netwerk zijn: § Uitdragen van de ideologie ter bevordering van gemeenschappelijk taalgebruik in de verpleegkunde § Een deskundige gesprekspartner zijn voor stakeholders § Het verbeteren van de verpleegkundige zorg door de bevordering van eenheid van taal § Het meetbaat/zichtbaar maken van verpleegkundige zorg § Het mogelijk maken van benchmarking van verpleegkundige zorg In september 2013 heeft de VAR meegewerkt aan een landelijke enquête over het EPD voor de V&VN.
12
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Medicatieveiligheid Binnen het VMS programma5 lag in 2013 de nadruk op ‘Medicatieoverdracht bij opname en ontslag’ en de verbetering van de veiligheid rondom High Risk Medicatie ‘Klaarmaken en toedienen parenteralia’. In dit jaar heeft de VAR met twee verpleegkundigen geparticipeerd in de werkgroep Medicatieoverdracht bij opname en ontslag. Medicatieoverdracht bij opname en ontslag In 2013 werd het project Medicatieoverdracht gefaseerd uitgerold en geïmplementeerd op bijna alle verpleegafdelingen. Op een enkele afdeling is dit project nog niet volledig geïmplementeerd. De implementatie van dit project heeft een grote inspanning gevergd van de afdelingen. De intensieve samenwerking heeft eind 2013 geresulteerd in het feit dat bij 93% van de opnames en 82 % van de ontslagen (risico patiënten) medicatieverificatie door de apotheek is uitgevoerd. Aan de hand van reguliere voortgangsrapportages werd het project gemonitord. Op afdelingsniveau vond dit o.a. plaats door de Medicatie VMS-‐trimester gesprekken6 tussen afdeling en apotheek. Op organisatieniveau wordt een klankbordgroep ingericht met inbreng vanuit de apotheek en ziekenhuis (onder andere verpleegkundigen). Veilige Medicatieoverdracht Bij iedere patiënt met een opname duur >24 uur is tijdens zijn klinische opname bij ieder overdrachtsmoment een actueel medicatie overzicht (AMO) beschikbaar. Doelstelling JBZ: 1. Medicatieoverdracht bij opname en ontslag Het JBZ streeft er naar om bij alle risico patiënten (patiënt > 70 jaar of op indicatie arts toch in risicogroep) medicatie overdracht uit te voeren door apothekersassistente. Bij dit project inventariseert een apothekersassistente bij risico patiënten het actuele medicatiegebruik van de patiënt bij opname en bij ontslag. Bij ontslag voert de apothekersassistente een ontslaggesprek met patiënt en/of naaste en draagt zij zorg voor doorsturen van recepten naar apotheek. De medicatieverificatie van de niet-‐risco patiënt wordt volgens afdelingsprotocol door arts uitgevoerd. 2. Terugdringen fouten bij medicatie overdracht binnen de zorgketen. In afstemming met openbare apotheken en regionale zorginstellingen. Zo zijn er speciale afspraken gemaakt met verpleeg-‐ en verzorgingstehuizen. Medicatie overdracht bij klinische interne overplaatsing: afspraken/ processen zijn opnieuw ingericht Klaarmaken en toedienen parenteralia Uit de landelijke Centrale Medicatiefouten Registratie (CMR) blijkt dat de meeste medicatiefouten optreden bij parenterale geneesmiddelen. Bijna de helft van de geregistreerde fouten vindt plaats tijdens het toedienproces.
5 6
Veiligheids management systeem; http://www.vmszorg.nl/Themas Medicatie VMS op afdeling: drie maal per jaar vindt er op de verpleegafdeling een meting en rapportage plaats t.a.v. veiligheid rond werken met medicatie. Hierin wordt o.a. aandacht besteed aan naleven voorschriften Voor toediening Gereedmaken, en de resultaten 13 van Medicatieoverdracht.
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Het bereiden en toedienen van IV medicatie op de afdelingen wordt voornamelijk door verpleegkundigen verricht. Gezien het hoge risico op fouten én de directe betrokkenheid van de verpleegkundigen organiseerde de VAR op 28 mei 2013 een presentatie in het VAR-‐beraad met het thema ‘IV medicatie bereiden door apotheek is veiliger!?’. Sander Rijnders (Zanob) zette die middag uiteen wat de risico’s zijn bij het klaarmaken van IV medicatie. Hoe meer handelingen er moeten worden verricht om IV medicatie te bereiden des te hoger het risico. Er kunnen zowel fouten worden gemaakt in contaminatie als in het oplossen (dosering en/of oplosmiddel). Ook het aantal toedieningen op een afdeling of het soort medicatie is van invloed op het risico op fouten of schade. Op deze wijze inzicht krijgen in de risico’s die elke dag bestaan, was een ‘eye opener’ voor de aanwezigen en heeft geleid tot reflectie op eigen handelen.
Inrichting verpleegkundig functiehuis
Generieke functiereeks Verpleegkundig Opvoedkundig en Verzorgend personeel (VOV) Verpleegkundig Functiehuis In april werd door de RvB de nieuwe Generieke functiereeks Verpleegkundig Opvoedkundig en Verzorgend personeel (VOV) vastgesteld. Deze reeks wordt ook wel het Verpleegkundig Functiehuis genoemd. JBZ kende tot dan toe een grote hoeveelheid verschillende verpleegkundige functies door de hele organisatie waarbij structuur en eenduidigheid ontbrak . Het aantal verpleegkundige functies werd teruggebracht en generieke functieprofielen werden opgesteld met daarbij behorende functiewaardering. Het VAR document Visie op de verpleegkundige professional (2011) is leidend geweest voor het beschrijven van het nieuwe verpleegkundige functiehuis en met name de invoering van de verpleegkundige functie niveaus 4 en 5. In het nieuwe functiehuis worden drie verpleegkundige functieniveaus onderscheiden: • Verpleegkundige B (niveau 4 /MBO-‐ V), • Verpleegkundige A (niveau 5 /HBO-‐V), • Verpleegkundig Specialist (MANP). Daarnaast is er een indeling gemaakt naar specialisatie of werkgebied. In het functiehuis wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen de MBO-‐ en HBO-‐opgeleide zorgprofessionals aangaande competenties, taken, functies en verantwoordelijkheden zodat overvraging van MBO-‐ers en onderbenutting van HBO-‐ers voorkomen wordt. De VAR heeft in verschillende fases van het tot stand komen van de functies inhoudelijk commentaar gegeven op concept-‐documenten inzake het verpleegkundig functiehuis. Niveau5 verpleegkundige De nieuwe niveau5 verpleegkundige richt zich naast haar algemene verpleegkundige taken op complexe coördinatie van zorg rondom de patiënt en houdt zich bezig met evidence based care, verpleegkundig klinisch redeneren, interdisciplinair samenwerken, maatschappelijk handelen en organisatie en professionaliteit. Zij zullen de kartrekkers vormen van verpleegkundige innovatie en het verbeteren van zorgkwaliteit. 14
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Niveau 4 verpleegkundige De niveau verpleegkundige is een MBO-‐V opgeleide verpleegkundige, een deskundige en bekwame zorgprofessional die handelt in zorgsituaties die in het algemeen relatief stabiel zijn. Het professioneel handelen en professioneel gedrag, het communicatievermogen en het vermogen tot samenwerken zijn belangrijke elementen in het competentieprofiel van de MBO verpleegkundige. Er wordt minder beroep gedaan op (het ontwikkelen) van Evidence Based Practice en het vermogen tot risico-‐inschatting, vroegsignalering, probleemherkenning, interventie, monitoring en evaluatie in complexe situaties. De verdeling in verantwoordelijkheden en taken tussen niveau4 en niveau5 verpleegkundigen zijn in de functieprofielen uitvoerig beschreven. In de organisatie vond echter nog veel discussie plaats over de concrete invulling van de functies. De VAR heeft in deze discussies geparticipeerd via VAR-‐beraad, tijdens unithoofdenoverleg en presentaties op verscheidene verpleegafdelingen.
Loopbaanmogelijkheden Het nieuwe Verpleegkundig Functiehuis vormt een belangrijke basis voor de verdere ontwikkeling van de professionalisering van de verpleegkundigen en de verbetering van de loopbaan-‐ en ontwikkelingsmogelijkheden voor verpleegkundigen binnen het JBZ. De loopbaan mogelijkheden en opleidingsroutes voor zowel MBO-‐ als HBO-‐opgeleide verpleegkundigen zijn nu in kaart gebracht. Voor zowel MBO-‐ als HBO-‐opgeleid verpleegkundigen zijn er mogelijkheden ontstaan om zich o.a. te specialiseren, zich te ontwikkelen naar bijvoorbeeld niveau5 verpleegkundige of Verpleegkundig Specialist, een functie in Verpleegkundig Management of juist als consulent verpleegkundige. Implementatie Verpleegkundig Functiehuis: overgangsregeling De invoering van deze nieuwe functie indeling stelde de organisatie wel voor een aantal uitdagingen. In de uitgangssituatie zijn er nog weinig HBO-‐V opgeleide verpleegkundigen werkzaam. En met de invoering van de niveau4 en niveau5 verpleegkundige kwam de functie verpleegkundig coördinator (veco) te vervallen. Ook de verhouding MBO/HBO-‐opgeleide verpleegkundigen moet worden vastgesteld. De HBO-‐V opgeleide veco’s kunnen onder voorwaarden doorstromen naar de niveau5-‐functie op die afdeling. Een aanzienlijk deel van de veco’s is echter niet HBO-‐V opgeleid. Voor deze groep medewerkers is een overgangsregeling gecreëerd met daarbij de mogelijkheid tot het volgen van verkorte HBO-‐V opleiding. De implementatie vindt gefaseerd door de organisatie plaats. Alle verpleegafdelingen maken of hebben reeds een implementatieplan en tijdpad, om een nieuwe gewenste verhouding MBO/HBO te bereiken. Bij de implementatieplannen ligt de focus op het onderscheiden van de HBO-‐functie en -‐profiel met aandacht voor de overgangssituatie. Er wordt vormgegeven aan ontwikkeltrajecten voor niveau5 verpleegkundigen. Ook aan het versterken van het MBO-‐karakter en -‐profiel van de niveau4 verpleegkundigen wordt aandacht besteed. 15
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Advisering In oktober ontving de VAR een adviesaanvraag van de RvB over het Implementatieplan Verpleegkundige boom. De VAR heeft in verschillende fases van het tot stand komen van het implementatieplan inhoudelijk commentaar gegeven en heeft positief geadviseerd over het voorliggende plan. Via het ‘platform verpleegkundig leiderschap’ worden de plannen vertaald naar de praktijk.
16
Jaarverslag VAR JBZ 2013
O
verige activiteiten
Een belangrijke taak van de VAR is het bijdragen aan de deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige beroepsgroep. Dit doet de VAR door middel van het adviseren aan de RvB en in gesprek met de Jeroen Bosch Academie en Sociale zaken, maar ook door de beroepsgroep te informeren over belangrijke beroepsinhoudelijke ontwikkelingen, waar de verpleegkundigen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis mee te maken krijgen en door het uitdragen van de geformuleerde visie, zowel intern als extern.
IHI Forum in London: Van ‘what’s the matter’ naar ‘what matters to you?’
Van 16 tot en met 19 april vond in London het IHI7 International Forum on Quality & Safety in Healthcare plaats. Ruim 3000 deelnemers uit 30 landen deelden hun kennis en ervaringen in het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg. Tijdens deze dagen stonden de thema’s patient empowerment en empathy centraal in vele inspirerende lezingen en workshops. Een bescheiden delegatie van het JBZ was vertegenwoordigd, waaronder één van de VAR bestuursleden. Het Great Ormond Street Hospital for Children werd bezocht. ‘Zero Harm, no waste and no waits’ was hier de kwaliteitsmissie: ouders en kinderen werden tijdens opname gevraagd om ‘incidenten’ schriftelijk te melden (vergelijk vim’s). Opmerkelijk was dat de overlap met de gemelde fouten door verpleegkundigen klein was. Ouders melden vaak heel andere zaken dan het personeel. In een inspirerende openingsspeech door Maureen Bisongnano (CEO IHI) werd het centrale thema verder toegelicht. Niet de houding ‘What’s the matter?’, maar de empathische attitude ‘What matters you?’ maakt dat we als zorgverleners de patiënt echt centraal zetten. Het gaat vaak niet om de gezondheidsfeiten rond de zorgvrager, maar om de vraag waardoor hij of zij zich het meest beperkt voelt en aan welke ondersteuning de patiënt echt behoefte heeft. De aandacht moet uitgaan naar datgene wat de zorgvrager belangrijk vindt: zie ook: http://www.youtube.com/watch?v=cDDWvj_q-‐o8
‘Ontwikkelingen verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek Evidence Based Nursing’ Hester Vermeulen De ontwikkeling van Evidence based practice en verpleegkundig onderzoek heeft ook in 2013 ruimschoots aandacht gekregen binnen het JBZ. Op basis van het plan van aanpak verpleegkundig onderzoek is aan de hand van voortschrijdend inzicht het plan van aanpak EBP en onderzoek door verpleegkundigen in het JBZ 2.0 tot stand gekomen. In overleg met het kernteam wetenschap & innovatie, manager JBA en andere gremia. De VAR heeft middels participatie in het landelijk STZ netwerk verpleegkundig onderzoek samen met andere STZ ziekenhuizen de richting bepaalt voor de 7
Institute for Healthcare Improvement
17
Jaarverslag VAR JBZ 2013
komende jaren. In navolging van het AMC zal er gewerkt worden volgens het expert-‐gebruiker-‐volger systeem daar waar het Evidence Based Practice betreft Op 1 oktober 2013 heeft een symposium plaatsgevonden waar Hester Vermeulen, gepromoveerd verpleegkundige AMC, vertelde over haar ervaringen met de opzet van Evidence Based Nursing. Van ‘roepende in de woestijn’ naar een ware EBP cultuur. In navolging van dit symposium en de landelijke ontwikkelingen vinden er gesprekken plaats over het uitvoeren van Pilots EBP op de verpleegafdelingen.
Symposium ‘Gluren bij de buren’
Op 26 november 2013 vond het geslaagde, drukbezochte symposium ‘Gluren bij de buren’ plaats waar met veel enthousiasme 9 projecten werden gepresenteerd. Er zijn in de afgelopen jaren veel projecten opgestart in het JBZ waarin patiëntgerichtheid centraal staat, maar zijn wij ons bewust van alle projecten die geïnitieerd zijn? Kunnen wij van elkaar leren? Hoe voorkomen we dat elke afdeling opnieuw het(zelfde) wiel uit gaat vinden? Kortom: hoe haal je de meerwaarden uit samenwerking en kennisdeling? De theatergroep ‘JA MAAR’ zette op lachwekkende wijze met een serieuze ondertoon de deelnemers aan tot anders denken op een positieve manier waar je energie van krijgt. Met behulp van een omdenkclinic werd in een wervelend tempo onweerlegbaar duidelijk dat in plaats van ‘ja-‐maar-‐ denken’, het ja-‐en-‐denken nog knap lastig is!
Omschrijving van de diabeteszorg in de kliniek Als eerste pitch liet Annet Ek met een filmpje zien dat het van belang is dat het altijd duidelijk is wie de leiding heeft. Wanneer een gespecialiseerde diabetesverpleegkundige als vast aanspreekpunt beschikbaar is voor de kliniek, bevordert dit de continuïteit en de kwaliteit van zorg, waarbij er ondersteuning wordt geboden op de afdelingen op haar vakgebied waar bij afdelingsverpleegkun-‐ digen leren gebruik te maken van de expertise van genoemd gespecialiseerd verpleegkundige.
18
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Bloom Serious Game ‘Patiëntgerichtheid’ Vervolgens toonde Martine Vlugter wat een serious game (een methode waarbij het behalen van serieuze doelstellingen voorop staat, maar dan wel op een speelse en uitdagende manier) kan brengen om de ‘Patiëntgerichtheid’ te bevorderen onder alle medewerkers van het ziekenhuis. De leerinterventie is geschikt om in korte tijd grote groepen te bereiken doordat de basis van het spel een digitale omgeving is , zonder dat het de productie verstoort.
Het cardiologisch patiëntendossier Merit Michielsen liet vanuit het specialisme cardiologie door een duidelijk toneelspel zien hoe belangrijk het is om tijdens de gehele opname één dossier te hebben De cardiologische patiënt wordt bij verplaatsingen op de units van de cardiologie gezien als een nieuwe opname en niet als een overplaatsing. Dit resulteert in het opnieuw uitwerken van een patiëntendossier. Dit leidt tot het maken van fouten, is belastend voor de patiënt en kost administratief veel tijd wat leidt tot minder tijd aan het bed.
Groene en rode kaarten: Effectief meten van patiënttevredenheid Vivian Dijkmeijer liet samen met meerdere medewerkers van de RVE radiologie zien dat het invoeren van rode en groene kaarten met als doel op een laagdrempelige manier om informatie te verzamelen van patiëntenervaringen en instructies. Vervolgens worden er maandelijks aanbevelingen gedaan aan het management. Belangrijk is om de bezoekers te attenderen op de mogelijkheid om deze kaarten in te vullen en niet in de rol van de klachtenfunctionaris te stappen.
Maatjessysteem: patiënttoewijzing Vanuit de afdeling chirurgie laat Margo Fokker als laatste pitch voor de pauze, het belang zien van het ‘maatjessysteem’ bij toewijzing aan patiënten. Door zorg te verlenen waarbij verpleegkundigen samenwerken met een maatje wordt de kwaliteit en continuïteit gewaarborgd. Aandachtspunten zijn dan wel het overleg tussen de maatjes, de studenten optimaal begeleiden, de verdeling van de werkdruk coördineren en communicatie met andere disciplines.
Zorgpad stervensfase Na de pauze vertelt Matthea Kooijman (Afdeling oncologie/hematologie) het belang van het zorgpad/stervensfase ( ZS). Het zorgpad is een instrument voor het leveren van goede palliatieve zorg. Het instrument is een hulpmiddel om de kwaliteit van zorg, de communicatie met de patiënt en zijn naasten en de samenwerking tussen de professionals te waarborgen. Bij professionals op C5Zuid ontbreekt het aan uniformiteit in handelen en communicatie m.b.t. de zorg rondom de stervende patiënt en zijn naasten. Bij hen rijst de vraag of de kwaliteit van zorg voor de patiënt in de terminale fase voldoende is. Vanaf 1 april 2013 wordt bij elke patiënt voorafgaand aan het overlijden op C5Zuid het zorgpad stervensfase gestart. 19
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Gezondheidsvaardigheden ‘Checklist mondelinge patiëntencommunicatie’ Anke Voet van afdeling patiëntencommunicatie geeft weer hoe belangrijk een goede mondelinge communicatie tussen zorgverlener en patiënt is. Zorgverleners zijn zich bewust van communicatieproblemen die samenhangen met lage gezondheidsvaardigheden bij patiënten. Afdelingen kunnen een checklist inzetten bij verbetertrajecten. Dit bevordert therapietrouw; verstevigt relatie zorgverlener-‐patiënt; verbetert voorbereiding door patiënt op onderzoek en operatie. Door aandacht te hebben voor genoemde zaken neemt patiëntveiligheid en patiëntgerichtheid toe.
Check, check, dubbelcheck Remove before flight Frank Smulders, dialyseverpleegkundige laat het belang zien van het ‘dubbelchecken’ van de dialysemachine. Middels het ophangen van rode linten die na de dubbelcheck verwijderd wordt. Hij vergelijkt dit tijdens zijn duidelijke presentatie met de organisatie van een visuele check in de luchtvaart. Het dubbel checken gebeurt altijd binnen 20 minuten na aansluiten van de patiënt , het is eenvoudig visueel controleerbaar of het wel of niet gebeurd is. Wanneer de dubbelcheck consequenter gebeurt, zijn instellingsfouten sneller gesignaleerd . Dit voorkomt onvoldoende dialyse behandeling van de patiënt.
Medicatieveiligheid Dianne van Abeelen bespreekt vanuit de ZANOB dat naar aanleiding van de uitslag van de Audit die in 2012 plaatsvond, er verbeterslagen gemaakt moeten worden. Medicatieveiligheid was onvoldoende onder de aandacht van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Om dit te verbeteren is een plan van aanpak geschreven en is de projectgroep medicatieveiligheid opgericht. Deze projectgroep brengt dit plan ten uitvoer zodat medicatieveiligheid verankerd wordt in de dagelijkse praktijk in de hele organisatie. Terwijl de jury in beraad gaat over de ‘beste pitch’, geven Marjolijn Scholman en Corine van Buren (afdeling Marketing en Communicatie) uitgebreide informatie over het kenniscafé in het Jeroen Bosch ziekenhuis. De VAR kijkt terug op een zeer geslaagd symposium en is verheugd dat na een week, in vervolg hierop al de eerste berichten binnenkwamen dat het ‘Gluren bij de buren’ letterlijk in de praktijk is gebracht doordat verschillende afdelingen in elkaars keuken keken en daar veel van leerden!
Herregistratie BIG voor de verpleegkundige De Wet BIG (de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg) bestaat sinds 1997 en is een van de wetten die de kwaliteit van de zorg bevorderen en bewaken. Het beroep verpleegkundige valt onder deze wet ( artikel 3) Vanaf 1 januari 2009 ben je als verpleegkundige verplicht je iedere 5 jaar te registreren. Met deze herregistratie toon je aan dat je voldoet aan de minimumnorm. De Verpleegkundige Adviesraad heeft precies op een rijtje gezet wat men moet doen voor de her-‐ registratie en hoe de kosten hieraan verbonden, kunnen worden gedeclareerd bij het ziekenhuis. Deze informatie is gecommuniceerd via intranet. 20
Jaarverslag VAR JBZ 2013
PR Publicaties en presentaties (externe profilering) en vragen andere ziekenhuizen Presentatie TEDx
In april 2013 sprak de voorzitter van de VAR op TEDx8. Een hele eer om als verpleegkundige te mogen spreken op een internationale conferentie georganiseerd in Nijmegen met als thema: ‘accelerate from age 0 to 110’
De kern van het TEDx-‐verhaal was de oproep aan de verpleegkundige om naast de specialist als generalist, de supernurse, op te staan en de patiënt als totaal te verplegen anders dan de specialist die slechts een onderdeel van de patiënt behandeld. Titel: ‘Where nurses and doctors differ’. Link naar filmpje: . http://www.youtube.com/watch?v=WzccQYjP_s0
Communicatie tussen arts en verpleegkundige, april 2013 Ede
Tijdens het 2e nationaal congres Communicatie in de zorg sprak de voorzitter van de VAR over ‘Communicatie arts&verpleegkundige:belang voor de patiënt’ Het was een duo presentatie met drs.Bernice Theeuwes (kinderarts in het JBZ). Daar spraken zij samen over de implementatie van de SABAR methode in het JBZ.
Symposium Verpleegkundige in 2020, november 2013 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht De voorzitter van de VAR sprak in een duo presentatie met Esther Kluijtmans (HRM, JBZ) tijdens een symposium over het onderscheid tussen niveau4 en 5 verpleegkundigen in het JBZ. Over het proces van de ‘verpleegkundig professional’ in 2010 en de ontwikkeling die daarna heeft plaats gevonden. In het JBZ zijn we daarmee een voorbeeld voor vele andere ziekenhuizen in het land.
Publicaties Invloedrijke VAR (TvZ nr: 4 augustus 2013)De VAR van het JBZ wordt landelijk als voorbeeld gezien ten aanzien van invloed op het verpleegkundig beleid op strategisch niveau. De verworven positie van expertise platform voor de RvB ten aanzien van verpleegkundig beleid. Het ontwikkelen van beleid dat vervolgens door de organisatie verder wordt uitgewerkt zoals ‘De visie op de verpleegkundig professiona’ is daar een bekend voorbeeld van.
8
TEDx: Technology, Entertainment, Design. Een bijeenkomst die in 1984 voor het eerst gehouden werd in Californië. Sprekers worden uitgenodigd om in 8 minuten "de presentatie van hun leven" te geven over hun gebied van expertise, over een bepaald project, of iets waarvan zij vinden dat het een idee is dat verspreid moet worden. Tijdens een conferentie komen tientallen sprekers aan het woord, afgewisseld door diverse korte dans- en muziekuitvoeringen. De inhoud van de lezingen bevat geen zware theoretische kost, maar wordt zo toegankelijk mogelijk gemaakt. Men probeert begrip en bewustzijn te kweken en toepassingen van de wetenschap te laten zien die kunnen bijdragen aan een betere wereld. De gehele conferentie is tegen betaling via een live-stream te volgen en sinds 2006 zijn opnames van afzonderlijke presentaties beschikbaar via de website van TED en via andere kanalen zoals YouTube. (bron:wikipedia) 21
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Supernurses (BijzijnXL nr: 5 mei 2013) Een bijdrage naar aanleiding van het TEDx praatje in april. Over de supernurse, de verpleegkundige die zich horizontaal, in de breedte ontwikkeld, om daarmee de complexe patiënt met comorbiditeit in zijn totaal te kunnen verplegen.
Vragen andere ziekenhuizen De professionaliseringsslag die we de afgelopen jaren hebben doorgemaakt met de verpleegkundige beroepsontwikkeling maakt ons tot pioniers. Wij zijn een voorbeeld voor vele ziekenhuizen met het onderscheidt in verpleegkundige niveaus, ons functiehuis en het generieke-‐specifieke curriculum. Het afgelopen jaar zijn we door de V&VN en andere ziekenhuizen bevraagt op deze thema’s, onder andere door: St. Elisabeth ziekenhuis, Bernhoven ziekenhuis, St. Radboudziekenhuis, Albert Schweitzer ziekenhuis, Isala kliniek, Atrium ziekenhuis, Martini ziekenhuis, Elkerliekziekenhuis.
Activiteiten Forumdiscussie ‘VAR je kunt er niet omheen’, oktober 2013 V&VN Utrecht Tijdens de jaarlijkse netwerkdag voor de VAR/ZARren in Nederland, georganiseerd door de V&VN, was de voorzitter van de VAR één van de gesprekspartners tijdens de forumdiscussie. Tijdens de discussie ging het over ontwikkeling, profilering, professionalisering, invloed van VAR/ZAR. In de middag was er ruimte om met elkaar onderwerp gerelateerd het gesprek aan te gaan. Een van de onderwerpen die tijdens het nagesprek een verdere ontwikkeling zal door maken is het oprichten van een landelijke VAR in samenwerking met de V&VN.
22
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Bijlage:
A
lgemene informatie over de VAR
VAR Bestuur en toetreding VAR? Sinds november 2001 bestaat er in het Jeroen Bosch Ziekenhuis een Verpleegkundig Adviesraad of kortweg: VAR. De VAR richt zich specifiek op verpleegkundige vraagstukken en zijn belangrijkste taak is het adviseren van de RvB over beleidszaken, die gevolgen hebben voor de verpleegkundige zorg in het JBZ. Het hoofddoel van de VAR is het bewaken en optimaliseren van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg in het JBZ.
Organisatie en werkwijzen
Bestuur De VAR bestaat vanaf 2011 uit een VAR-‐bestuur van 4-‐6 leden ondersteund door de ambtelijk secretaris, een VAR-‐secretariaat en een VAR-‐beraad. Dit beraad is een klankbordgroep van verpleegkundigen. Deze VAR-‐bestuursleden zijn allen verpleegkundigen, die op verschillende niveaus en functies werkzaam zijn in het JBZ. Elk bestuurslid draagt de verantwoordelijkheid voor een specifiek aandachtsgebied. De taken van het bestuur zijn de volgende: § verantwoordelijk voor aansturen beraad en werkgroepen § verantwoordelijk voor beleidsplan en jaarplan § contact onderhouden met gesprekspartners van de VAR § adviesaanvragen afhandelen, in overleg met Beraad
VAR-‐Beraad Zoals bovengenoemd vermeld, wordt het VAR-‐bestuur bij haar taak ondersteund door het VAR-‐ beraad. Het VAR-‐beraad adviseert het VAR-‐bestuur, signaleert knelpunten. De beraadsleden nemen deel aan project-‐ en werkgroepen etc. In 2013 telde het VAR-‐beraad 15 actieve leden. Deze VAR-‐beraadsleden werden geïnformeerd over ontwikkelingen in de VAR en het JBZ. Ook is het VAR-‐beraad een belangrijke plek om ervaringen uit te wisselen en te leren van elkaars werkwijze en oplossingen. Het beraad is opgericht om meer input te krijgen van de verpleegkundigen van de werkvloer voor advisering en om een zo breed I
Jaarverslag VAR JBZ 2013
mogelijk draagvlak te creëren voor de uit te brengen adviezen. Alle (student)verpleegkundigen, werkzaam in het JBZ, kunnen zich voor dit beraad aanmelden. Het streven is om per unit minstens één verpleegkundige als vertegenwoordiger in het Beraad te hebben.
Bijeenkomsten Beraad VAR Beraad Het VAR-‐bestuur wordt bij haar taak ondersteund door het VAR-‐beraad. Het VAR-‐beraad adviseert het VAR-‐bestuur, signaleert knelpunten;de beraadsleden nemen deel aan project-‐ en werkgroepen. In 2013 telde het VAR beraad 12 actieve leden. De VAR-‐beraadsleden worden geïnformeerd over ontwikkelingen in de VAR het JBZ. Ook is het VAR-‐beraad een belangrijke plek om ervaringen uit de wisselen en te leren van elkaars werkwijze en oplossingen. Het VAR-‐beraad bestaat uit (student) verpleegkundigen en unithoofden van afdelingen welke input willen leveren alsmede hun gedachten willen laten circuleren aangaande recente onderwerpen over verpleegkundig beleid. Het Beraad kwam in 2013 zes maal bijeen. Tijdens deze bijeenkomsten zijn er onderwerpen besproken zeer verschillend van aard. De bijeenkomsten van het VAR-‐beraad bestaan uit een informerend gedeelte vanuit het VAR-‐Bestuur waarna veelal een spreker is uitgenodigd en wordt er een specifiek thema belicht. Een VAR-‐ bestuurslid zit hierbij de vergadering voor en laat ruimte voor discussie. De thema’s die in 2013 o.a. aan bod kwamen, waren: § Verpleging niveau 4 en 5 / Verpleegkundig leiderschap § VMS Veiligheidsthema ‘lijnsepsis’ § Reanimatiebeleid in het JBZ § Complementaire zorg § Richtlijn VTGM Parenteralia § Aanscherping zorgplan Basiszorg indicatoren § Morbiditeit-‐ en mortaliteitscommissie § Evidence Based Practice § Optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid § VAR beleidsplan 2013 – 2016
Taken van de VAR §
§ § § § §
Gevraagd en ongevraagd adviseren over beleid, met betrekking tot de verpleegkundige zorg en het beroepsprofiel van de verpleegkundigen en verzorgenden. De VAR adviseert primair de RvB, maar richt zijn adviezen zo nodig ook aan anderen in het JBZ, zoals commissies en managers. Bijdragen aan de deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep. Een voorbeeld hiervan is het organiseren van themabijeenkomsten. Signaleren en onder de aandacht brengen van specifieke knelpunten in de verpleegkundige zorg en hier zo nodig over adviseren. Signaleren en bestuderen van verpleegkundige ontwikkelingen,zowel nationaal als interna tio-‐ naal, en hier zo nodig over adviseren. Adviseren over de kwaliteitseisen met betrekking tot de verpleegkundige zorg. Bevorderen van de samenhang van de verpleegkundige zorg tussen de verschillende verpleegafdelingen, clusters (RVE’s) en locaties. II
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Vergaderingen Het bestuur komt in de nieuwe organisatie één keer in de twee weken voor een overleg van twee uur bijeen. Bij deze vergaderingen worden de lopende zaken besproken. Daarnaast hebben de bestuursleden nog 7 uur per week om hun eigen taken gerelateerd aan de specifieke aandachtsgebieden uit te voeren.
Afvaardiging in werkgroepen en commissies JBZ Ook in 2013 heeft de VAR geparticipeerd in werkgroepen of commissies in het JBZ. De criteria voor deelname zijn: raakvlakken met de verpleegkundige zorg, de benodigde tijdsinvestering voor deelname en deelname past binnen het beleids-‐ en activiteitenplan van de VAR. De VAR participeerde in 2013 in de volgende ziekenhuiscommissies: § Klankbordgroep wijziging Zorgonderwijs § Adviesgroep EPD zorglogistiek verpleegkundig dossier § Denktank Kwaliteitsweek 2014 § Werkgroep Medicatieveiligheid § JCI Stuurgroep § Projectgroep EPD § Platform Verpleegkundig leiderschap
Afvaardiging in commissies buiten het JBZ Daarnaast participeert de VAR ook nog in externe commissies. Voor deelname hanteert de VAR dezelfde criteria als voor deelname aan interne commissies. Deze commissies zijn: § STZ 9 leiderschapsnetwerk ten aanzien van het Veiligheidsmanagementsysteem § STZ netwerk voor verpleegwetenschappelijk onderzoek § NANDA Netwerk § V&VN discussiegroep ontwikkelen VARcode 10
Overleg met de Raad van Bestuur In de regel is er ieder kwartaal overleg tussen de RvB en een afvaardiging van de VAR. In deze vergaderingen worden de adviezen van de VAR teruggekoppeld en wordt de VAR geïnformeerd over beleidsontwikkelingen in het JBZ. De VAR heeft in 2013 zes maal overleg gehad met de voorzitter van de RvB.
Overleg met de Raad van Toezicht Er vindt gezamenlijk met de RvB een overleg plaats met de Raad van Toezicht. In 2013 heeft eenmaal een overleg met de Raad van Toezicht plaatsgevonden.
9 10
STZ: Stichting Topklinische Ziekenhuizen VARcode: gedragsregels voor een succesvolle VAR
III
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Overig overleg In 2013 heeft (een delegatie van) de VAR overleg gehad met de managers van respectievelijk de stafafdeling Kwaliteit & Organisatie, de JBA en het cluster Sociale Zaken. De VAR heeft het afgelopen jaar regelmatig gebruik gemaakt van de expertise van stafafdeling Kwaliteit en Organisatie om de VAR adviezen goed aan te laten sluiten bij het huidige kwaliteitsbeleid van het Jeroen Bosch Ziekenhuis.
Overleg met overige medezeggenschapsorganen Ondernemingsraad Overleg van het bestuur van de VAR met het DB van de Ondernemingsraad (OR) vindt structureel twee maal per jaar plaats en daarnaast indien nodig ad hoc.. Bij deze overleggen zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: ‘Verdikking RVE’s’, Span of control Unithoofden JCI , evaluatie beleidsmiddag , functieprofielen niveau4 en 5, flexibiliseren/optimaliseren verpleegkundige inzet, implementatie verpleegkundige boom en schoonmaak.
Cliëntenraad In 2013 heeft een delegatie van de VAR twee maal overleg gehad met het bestuur van de Cliëntenraad. Hierbij is o.a. gesproken over Pilot medicijnvoorziening kinderdafdeling, Service2care,Voeding (ombuigingsmaatregel). Diversiteit van protocollen bespreekruimten op de verpleegafdelingen, hygiëne: handen wassen, sieraden en kleding, VIM-‐meldingen en samenstelling VIM-‐commissie, Complementaire zorg : Therapeutic touch.
Vereniging Medische Staf Het streven van het stafbestuur van de VMS en het dagelijks bestuur van de VAR is om ten minste vier maal per jaar bij elkaar te komen. In 2013 heeft er vier maal overleg plaatsgevonden tussen beide besturen. Bij deze overleggen zijn de volgende onderwerpen aan bod gekomen: reanimatiebeleid en complementaire zorg,naleving protocollen, overdracht, Inspectie medische technologie.
IV
Jaarverslag VAR JBZ 2013
S
amenstelling VAR in 2013
Tamara Schalken, voorzitter Functie in JBZ:
Verpleegkundig coördinator afdeling Neurologie Cluster Hart, Long, Neurologie Aandachtsgebieden VAR: Veiligheidsmanagementsysteem, stuurgroep JCI Visie met o.a. Functiehuis verpleegkundigen (niveau4,5) Visie optimaliseren verpleegkundige inzetbaarheid Verpleegkundig Leiderschap Kerngroep verpleegkundig proces in EPD
Riëtte Koekkoek
Functie in JBZ: Verpleegkundig coördinator afdeling MDL RVE Interne Geneeskunde, Geriatrie, Reumatologie, Long en Neurologie Aandachtsgebieden VAR Visie met o.a. Functiehuis verpleegkundigen (niveau4, 5 etc) Verpleegkundig Leiderschap Medicatieveiligheid VTGM en geneesmiddelendistributie Ethiek Optimalisering verpleegkundige inzetbaarheid JBZ leerplein (bevoegd en bekwaam, deskundigheidsbevordering) VAR beraad
Sharon van de Ven Functie in JBZ: Coördinator polikliniek geriatrie Studie afgerond: Augustus 2012: ‘Master Zorgmanagement’ na onderzoek gedaan te hebben naar ‘Arbeidsflexibilisatie en prettig werken?’ Aandachtsgebieden VAR: Notitie verpleegkundig onderzoek Evidence Based Practice Optimalisering van verpleegkundige inzetbaarheid Visie met o.a. Functiehuis verpleegkundigen (niveau4, 5 etc) Verpleegkundig Leiderschap Service2Care IPortal Centrale Protocollencommissie Publiciteit Visie verpleegkundige professional Weblog V
Jaarverslag VAR JBZ 2013
Britt van Merriënboer Functie in het JBZ Verpleegkundig specialist oncologie Aandachtsgebieden VAR De rol van de verpleegkundige specialist Medicatieveiligheid Visie met o.a. Functiehuis verpleegkundigen (niveau4, 5 etc) JBZ-‐ leerplein Zorgonderwijs JBZ
Ella Oostenbruggen, ambtelijk secretaris Taken: Beleidsvoorbereidende ondersteuning van de VAR, begeleiding van VAR-‐leden Aandachtsgebieden VAR: Samenwerking BVMS BIG-‐registratie verpleegkundigen JBZ Documentenbeheersysteem Beleidsplan 2013-‐2016
Ellen Nass, secretaresse Taken:
Administratieve ondersteuning van de VAR-‐(bestuursleden) organisatie Bestuursvergaderingen (agenda, notuleren, voortgangsbewaking) Aanspreekpunt VAR Beheer JBZ -‐net Organisatie VAR-‐activiteiten (bijv. overleggen, symposium)
VI