BELEIDSPLAN ’13-’16 VERPLEEGKUNDIGE ADVIESRAAD
Inhoudsopgave 1. INLEIDING 2 2. DE VAR: EEN ONMISBAAR EXPERTISEPLATFORM 3 3. MISSIE, VISIE EN HOOFDDOELSTELLINGEN 4 3.1. Missie 3.2. Visie 3.3. Hoofddoelstellingen 4. SPEERPUNTEN 4.1. Verpleegkundig Leiderschap 5 4.2 Optimalisering van professionele kwaliteit van het verpleegkundig beroep 7 4.2.1. Deskundigheid bevorderen 4.2.2. Evidence Based Practice (EBP) 4.2.3. De verpleegkundig specialist 4.2.4. De verpleegkundig generalist 4.2.5. Stimuleren patiëntenparticipatie in de zorg 4.2.6. Verbeteren van het loopbaanperspectief voor verpleegkundigen 4.2.7. Kwaliteitsnormen en veiligheid denken 4.2.8. Communicatie, samenwerking door de verpleegkundige en op strategisch niveau 4.3. Optimaliseren van de verpleegkundige inzet 12 4.3.1. Speerpunt 1 Basisformatie 4.3.2. Speerpunt 2 Optimalisering van de verpleegkundige inzetbaarheid 4.3.3. Speerpunt 3 Behouden en aantrekken van verpleegkundigen1 1
De inhoud hiervan is ontleend aan Amerikaanse concept van Magnet Hospitals, welke door de V&VN is vertaald naar het ‘excellente zorg’-programma
1. Inleiding Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) heeft de ambitie om het meest patiëntgerichte en patiëntveilige ziekenhuis van Nederland te zijn. Het ziekenhuis wil daarbij in de komende jaren de thema’s veilig, gastvrij, open en vernieuwend centraal stellen. De Verpleegkundige Adviesraad2 sluit met dit beleidsplan aan bij die ambitie. De benoemde speerpunten en activiteiten dragen de komende jaren bij aan het realiseren van deze ambitie. Ontwikkelingen sinds 2009 Dit beleidsplan zet de beleidslijn door zoals die in 20093 door de VAR is ingezet. Veel van de thema’s binnen de destijds genoemde speerpunten zijn inmiddels in ontwikkeling. De professionaliseringsslag van het VAR-‐bestuur4 heeft vorm gekregen. De visie op de verpleegkundige professional5 is opgesteld en wordt ziekenhuisbreed gedragen. De inzet van verschillende taakfunctieprofielen voor verpleegkundige niveaus 4 en 5 en verpleegkundig leiderschap komen terug in het jaarplan van de RVE’s. Er is een visie op het loopbaanperspectief voor de verpleegkundige in de organisatie. De kerngroep verpleegkundig dossier in EPD6 is geïnstalleerd en heeft mandaat, gelijkwaardig aan de kerngroep medisch specialisten. Daarnaast zijn verpleegkundigen steeds vaker vertegenwoordigd in JBZbrede werk-‐ en projectgroepen die het verpleegkundig proces in het ziekenhuis raken. De eerste stappen naar evidence based werken zijn gemaakt. VAR 2013-‐2016 De VAR gaat de komende jaren vooral door met het professionaliseren van de verpleegkundige beroepsgroep. Het voortzetten van de implementatie en borging van de verpleegkundige visie op de verpleegkundig professional is daarbij een ’must’. De VAR zal zich dan ook actief bezig blijven houden met het ziekenhuisbreed uitdragen van deze visie. Deskundigheidsbevordering behoort onderdeel te worden van de PKKK cyclus7. Loopbaanontwikkeling moet verder vorm krijgen en landelijke ontwikkelingen zoals beroepsprofielen 20208 worden daarbij gevolgd. In de PKKK moet tevens permanent aandacht zijn voor een veilige verpleegkundige formatie. De VAR signaleert een toenemende vorm van specialisatie binnen het verpleegkundig beroep als reactie op een steeds groter aanbod van patiënten met multimorbiditeit. Specialisatie leidt ertoe dat patiënten in het JBZ hoogwaardige zorg krijgen. In ogen van de VAR is een gevaar van specialisatie het ontstaan van blinde vlekken ten aanzien van problemen die buiten het eigen specialisme vallen. Om die reden richt de VAR zich naast de specialistische ontwikkelingen vooral op de verpleegkundig generalist die in de breedte is opgeleid om de patiënt optimaal te kunnen bedienen en daarmee de kwaliteit van zorg te waarborgen. Tot slot signaleert de VAR de tendens dat hoogopgeleide verpleegkundigen, zoals de verpleegkundig specialist en de verplegingswetenschapper, hun uitdaging zoeken buiten de verpleegafdelingen. De VAR streeft er de komende jaren naar om de kennis en deskundigheid van de verpleegkundig specialist in te zetten op de verpleegafdelingen voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg aan het bed van de patiënt. Opbouw beleidsplan In dit beleidsplan treft u de missie, visie en de daaruit voortvloeiende hoofddoelstellingen van de VAR aan. Vanuit deze hoofddoelstellingen heeft de VAR drie speerpunten geformuleerd. Deze speerpunten vormen de leidraad voor focus van de VAR tot en met het jaar 2016. 2
Verpleegkundige Adviesraad, hierna ‘VAR’ genoemd ‘De verpleegkundige zorg naar een hoger plan’ beleidsplan VAR 2009-2012 Hervormingsplan uit beleidsplan VAR 2009-2012 5 Visie op de Verpleegkundige Professional in het JBZ, juni 2010 6 EPD: elektronisch patiëntendossier 7 PKKK cyclus= cyclus van productie, kosten, kwaliteit van zorg en kwaliteit van arbeid. Ieder kwartaal wordt aan de hand van deze systematiek de managementrapportage gemaakt en besproken. 8 V&VN Leren van de toekomst, maart 2012 3 4
2
2. De VAR: een onmisbaar expertiseplatform De VAR is een expertiseplatform op het gebied van de verpleegkundige zorg9. De VAR oefent invloed uit op het ziekenhuisbeleid door het geven van gevraagd-‐ en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur. Het hoofddoel van de VAR hierbij, is het bewaken en optimaliseren van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. De professionalisering enerzijds en beleidsbeïnvloeding anderzijds zijn de twee middelen om het doel – optimale zorg -‐ te bereiken. Daarnaast is de VAR de verbindende factor tussen verschillende RVE’s met betrekking de verpleegkundige zorg en expert voor wat betreft de beleving van verpleegkundigen en verzorgenden op het gebied van veranderprocessen. De VAR heeft geen wettelijk verplicht instemmingsrecht bij beleidsveranderingen. De Raad van Bestuur erkent echter de expertise van de VAR en betrekt de VAR dan ook actief bij beleid-‐ en besluitvorming aangaande verpleegkundige zorggerelateerde zaken. Daarnaast oefent de VAR invloed uit op zorginhoudelijke onderwerpen door middel van rechtstreeks overleg met het Bestuur Vereniging Medische Staf (BVMS). De VAR handhaaft en versterkt deze meerwaarde ook in de komende periode, mede door verdere professionalisering van de werkzaamheden. Hierbij blijft de VAR zich te allen tijde focussen op de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Nieuwe structuur VAR bestuur10 Per 1 januari 2011 is er een nieuw VAR-‐bestuur samengesteld. Deze bestaat uit een voorzitter en drie bestuursleden, ondersteund door een ambtelijk secretaris en een secretaresse. In de komende periode richt de VAR zich op verdere ontwikkeling van het functioneren van het VAR-‐ beraad, waardoor meer verpleegkundigen worden betrokken bij beleidsvorming en professionalisering van het verpleegkundig beroep. 9
Waar in dit document verpleegkundige of verpleegkundige beroepsgroep wordt genoemd kan men ook verzorgende lezen. Dit om de leesbaarheid te bevorderen. 10 Hervormingsplan van de VAR, VAR beleidsplan 2009-2012
3
3. Missie, visie en hoofddoelstellingen 3.1. Missie De VAR streeft vanuit de beroepsinhoudelijke optiek naar een organisatie waarin de verpleegkundige beroepsgroep op professionele wijze werkzaam is en waar de kwaliteit van de verpleegkundige zorg optimaal is. Met optimale kwaliteit van de verpleegkundige zorg bedoelt de VAR, zorg die veilig, patiëntgericht, effectief (bij voorkeur EBP), tijdig, efficiënt en gelijk wordt gerealiseerd. Dit betekent voor de VAR de juiste zorg op het juiste moment door de juiste professional. 3.2. Visie Een optimale kwaliteit van zorg is te bereiken door vanuit de specifieke deskundigheid van de verpleegkundige en de verzorgende beroepsgroep invloed uit te oefenen op het ziekenhuisbeleid en door professioneel handelen als norm te hanteren. 3.3. Hoofddoelstellingen Voortvloeiend vanuit de missie en visie heeft de VAR de volgende hoofddoelstellingen: • Implementeren,borgen en uitdragen van de JBZ-‐brede visie op de verpleegkundige professional. • Vanuit specifieke deskundigheid op het gebied van de verpleegkunde invloed uitoefenen op het korte-‐ en lange termijn beleid van de organisatie. • Stimuleren van de professionaliteit van de verpleegkundige beroepsgroep. • De organisatie van de verpleegkundige zorg afstemmen op het verlenen van patiëntgerichte11 en patiëntveilige zorg. 11
Zorg waarbij de patiënt en zijn naasten centraal staan en de relatie tussen patiënt en zorgaanbieder gebaseerd is op wederzijds respect (Cluster Kwaliteit en Organisatie (2009) en NCPF 2008 Ons Ziekenhuis Patiëntgericht
4
4. Speerpunten Het JBZ heeft de ambitie om het meest patiëntgerichte en patiëntveilige ziekenhuis van Nederland te zijn. De verpleegkundige heeft hierbij een cruciale rol, omdat deze professional 24 uur per dag betrokken is bij de patiënt en een coördinerende rol heeft in zijn zorgproces. Als expertiseplatform van de verpleegkundige beroepsgroep levert de VAR zijn bijdrage aan het behalen van de ambities van het JBZ. Om dit te bereiken heeft de VAR sinds 2009 ingezet op de volgende kenmerken12: • het focussen op het leveren van kwaliteit (van zorg) • een grotere patiënttevredenheid • gelijkwaardige werkrelaties tussen verpleegkundigen en andere professionals • een hogere arbeidstevredenheid • vooruitstrevende opleidingskansen en loopbaanperspectief voor verpleegkundigen • meer autonomie voor verpleegkundigen met betrekking tot het zorgplan van hun patiënten • een lager verloop onder verpleegkundigen. Als voorzetting van het beleidsplan van de VAR 2009-‐2012 heeft de VAR voor de komende periode van 2013-‐2016 de volgende drie inhoudelijke speerpunten geformuleerd: Speerpunt 1: Implementeren, borgen en uitdragen van verpleegkundig leiderschap Speerpunt 2: Optimaliseren van de professionele kwaliteit van de verpleegkundige beroepsgroep Speerpunt 3: Optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid 4.1. Speerpunt 1: Verpleegkundig Leiderschap De VAR heeft in opdracht van de RvB in 2010 een ziekenhuisbreed gedragen visie op de verpleegkundige professional geschreven als onderdeel van de zorgvisie van het JBZ13. In dit visiedocument staat de herziening en positionering van de verpleegkundige professional centraal. In de visie wordt gesteld dat professionalisering van de verpleegkundige beroepsgroep zal leiden tot verbetering van de kwaliteit van verpleegkundige zorg en een sterkere positie van de verpleegkundige in de organisatie. Vanuit deze visie zal de VAR ‘verpleegkundig leiderschap’ verder vormgeven binnen de organisatie De verpleegkundigen vormen de grootste beroepsgroep in de zorg en nemen hierin tevens een prominente rol in. Om inhoudelijk verpleegkundige expertise op alle niveaus te realiseren is het van belang om de verpleegkundige professional in alle lagen van de organisatie te vertegenwoordigen. Daarnaast is het van belang dat de verpleegkundige op elke plek die hij/zij binnen de organisatie inneemt staat voor het verpleegkundig vak en bijdraagt aan de professionalisering van het verpleegkundig beroep. Verpleegkundig leiderschap vindt op alle niveaus van zorg plaats en is verweven in alle taakgebieden. Leiderschap omvat zowel persoonlijke eigenschappen als kenmerken van een proces.
12
Deze kenmerken zijn ontleend aan Amerikaanse concept van Magnet Hospitals, welke door de V&VN is vertaald naar het ‘excellente Zorg’- programma 13 Zorgvisie JBZ http://jbznet/Publicaties/53397/Visie
5
Met verpleegkundig leiderschap wordt voornamelijk bedoeld vakinhoudelijk leiderschap en hiërarchisch leiderschap. Dit resulteert in de door de VAR beschreven tweeledige betekenis van verpleegkundig leiderschap: 1. De verpleegkundigen, op alle opleidingsniveaus, stimuleren, doceren, inspireren elkaar om excellente zorg te verlenen. Verpleegkundig leiderschap is collega-‐verpleegkundigen vanuit intrinsieke overtuiging enthousiasmeren om aan de slag te gaan met zorgvernieuwingen, om hen te leren effectief samen te werken met collega’s en overige professionals, prioriteiten te stellen en om zich in te zetten voor de kwaliteit van zorg. Verpleegkundigen hebben het gevoel dat leidinggevenden achter hen staan. 2. De verpleegkundige beroepsgroep is vertegenwoordigd op tactisch en operationeel niveau in diverse organen van het JBZ. De VAR wil zich inzetten voor het initiëren en borgen van verpleegkundig leiderschap binnen het JBZ door: • Het ingestelde Platform Verpleegkundig Leiderschap mede vorm en inhoud te geven en zo verpleegkundig leiderschap te borgen en uit te dragen in de organisatie en het management. • Het sturen op verpleegkundig leiderschap op hoger management-‐ en bestuurlijk niveau. Dit heeft voor wat betreft het verpleegkundig beleid,invloed op het tactische en operationele niveau, met name het stimuleren van een actieve en essentiële bijdrage in de verwerking van verpleegkundige uitgangspunten in het RVE beleid. • Het versterken van de rol en invloed van het VAR-‐beraad. • Het stimuleren van zeggenschap over het verpleegkundig beleid door vanuit vakinhoudelijke kennis het gesprek aan te gaan met andere professionals in het ziekenhuis. • Bewustwording en ‘empowerment’ van verpleegkundigen te creëren: stimuleren van verbeterinitiatieven, stimuleren en faciliteren bij deelname in werkgroepen, beleidsvorming en door bewustwording over de noodzaak van verpleegkundig empowerment bij unithoofden te vergroten (Management Development traject)
6
4.2. Speerpunt 2: Optimalisering van de professionele kwaliteit van de verpleegkundige beroepsgroep Om de professionele kwaliteit van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep te verbeteren zal de VAR zich in de periode 2013-‐2016 focussen op: 4.2.1.Deskundigheid bevorderen van de verpleegkundige beroepsgroep Deskundigheidsbevordering is een continu aandachtspunt van de VAR en voor de verpleegkundigen een randvoorwaarde, om verpleegkundig leiderschap te kunnen tonen. Daarom zal de VAR zich ervoor inzetten dat verpleegkundigen door het JBZ in staat worden gesteld gebruik te maken van een breed scala aan opleidings-‐ en ontwikkelingsmogelijkheden. Het LeerManagementSysteem (LMS) speelt hierbij een belangrijke ondersteunende rol. De volgende punten hebben voor de VAR de komende jaren de aandacht: • Ontwikkelingen bewaken ten aanzien van verpleegkundig generiek profiel. • Ontwikkelingskansen voor verpleegkundigen die zichzelf breder willen ontwikkelen over de muren van het eigen specialisme heen. Wat inhoudt dat de verpleegkundige haar kennis vergroot door binnen het JBZ op een andere specialistische afdeling kennis op te doen, maar ook kennis van eigen vakgebied deelt. Op die manier wordt tegemoet gekomen aan zowel de individuele behoeften van de verpleegkundige als de flexibele inzetbaarheid van het personeel. • RVE opleidingsplannen in PKKK. • Duidelijk beleid ten aanzien van de implementatie van het beleid omtrent bekwaamheidsverklaringen. • Nieuwe ontwikkelingen rondom functie-‐invulling niveau 4-‐5 en verpleegkundig specialisten. • Voortgang bewaken van ontwikkelingen rondom inzet, gebruik en profiel eisen van LMS. 4.2.2. Evidence Based Practice De afkorting EBP staat voor evidence based practice. Dit betekent vrij vertaald ‘handelen, op basis van bewezen zinvolheid’. Het streven is het verpleegkundig handelen zoveel mogelijk te baseren op wetenschappelijke feiten, praktijkervaring van verpleegkundigen en op de behoeften van de patiënt. De VAR is van mening dat het invoeren en borgen van Evidence Based Practice (EBP)14 in de verpleegkundige zorg essentieel is om een optimale kwaliteit van zorg te bereiken. De verpleegkundige en de verpleegkundig specialist spelen zelf hierbij een belangrijke rol. De VAR wil zich inzetten voor de invoering en borging van EBP in de verpleegkundige zorg van het JBZ door: • Te adviseren over, en draagvlak te creëren voor EBP, protocollering en borging van verpleegkundige best available practice. • Het stimuleren van initiatieven die verpleegkundigen aanzetten tot ‘kritisch denken’ in het kader van het eigen professionele handelen. • De verpleegkundige beroepsgroep leren EBP en (inter)nationale ontwikkelingen te vertalen naar de eigen praktijk. • Aandacht bij het RVE management voor creëren van tijd en ruimte voor de verpleegkundige om EBP te kunnen toepassen in de dagelijkse praktijk. • Het stimuleren van het uitvoeren van wetenschappelijk verpleegkundig onderzoek door verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. • Het stimuleren van publicaties van uitgevoerd onderzoek door verpleegkundigen en/of verpleegkundig specialisten in lokale, regionale, landelijke en internationale vakbladen. 14
Evidence Based Practice (EBP) : vrij vertaald: handelen op basis van bewezen zinvolheid
7
Classificatiesystemen (bijv. NIC-‐NOC-‐NANDA) gebruiken om wetenschappelijke inzichten rond diagnostiek, interventies en zorguitkomsten te implementeren binnen de verpleegkunde. Het borgen van EBP verpleegkundige dossiervoering in het Elektronisch Patiëntendossier. Het samenbrengen van verpleegkundige kennis en expertise over onderzoek in gestructureerde overlegvorm. • Het blijvend uitdragen van de EBP -‐boodschap en draagvlak creëren in de organisatie. Op basis van ervaringen en bewezen effectieve werkwijzen in ziekenhuisland zoeken en in praktijk brengen van de meest passende en effectieve werkwijze voor het JBZ-‐breed implementeren en borgen van EBP. • In 2014 te starten met casusbesprekingen (PICO) op verpleegafdelingen waarmee de praktijk het uitgangspunt vormt waar de juiste evidence bij wordt gezocht. • De verpleegkundig specialist als EBP-‐expert de verpleegkundigen op de afdeling te ondersteunen in het vertalen van de wetenschap naar de praktijk. 4.2.3.De verpleegkundig specialist In het JBZ signaleert de VAR de tendens dat hoogopgeleide verpleegkundigen, zoals de verpleegkundig specialist en de verplegingswetenschapper, hun uitdaging zoeken buiten de verpleegafdelingen. Zij komen verder van het bed te staan en zijn op dit moment vooral vertegenwoordigd in de poliklinische zorg. Deze ontwikkeling druist in tegen de visie van de VAR waarin de nadruk gelegd wordt op behoud van kennis en kunde van de hoogopgeleide verpleegkundige aan het bed op de verpleegafdelingen. Op deze manier kan evidence based werken en daarmee de kwaliteit van zorg een grote impuls krijgen. De komende jaren streeft de VAR naar ‘de verpleegkundig specialist op de verpleegafdelingen’. Door Verpleegkundig Specialisten verpleegafdelingen te laten ondersteunen in deskundigheidsbevordering wordt de juiste evidence naar de afdelingen gehaald. Verpleegkundig Specialisten kunnen verpleegkundigen helpen zoveel mogelijk evidence bases care aan te bieden. Tevens richt de VAR zich op de verdere optimalisatie van de verpleegkundige inzetbaarheid. 4.2.4.De verpleegkundig generalist Evenals bij andere disciplines is de afgelopen jaren binnen de verpleging de trend ontstaan dat verpleegkundigen een bepaalde richting kiezen. De patiënt met Multi morbiditeit en daaruit voortvloeiende multidisciplinaire teams leiden in de verpleging tot specialisaties binnen hun vakgebied. Het is de uidaging voor ‘de verpleegkundige’ om zich juist in de breedte te ontwikkelen en zo in te spelen op de Multi morbiditeit van de patiënt, zij moeten in staat zijn om naast de specialist, die zich op een gebeid heeft gespecialiseerd, de patiënt in zijn totaal te verplegen. Zij kan zich als ‘supernurse’ onderscheiden en de patiënt excellente zorg verlenen. Om in te kunnen spelen op de Multi morbiditeit van de patiënt , maar ook om de (dagelijkse) pieken en dalen in het patiëntenaanbod beter en efficiënter in te reguleren. De VAR streeft naar het optimaal omgaan met de personeelsinzet om zo de inzetbaarheid van verpleegkundigen op een efficiënte wijze te vergroten. Om die reden richt de VAR zich naast de specialistische ontwikkelingen vooral op de verpleegkundig generalist die in de breedte is opgeleid om de patiënt optimaal te kunnen verplegen en daarmee de kwaliteit van zorg te waarborgen. De Var zal zich de komende jaren inzetten om in het JBZ: • Het optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid met de nodige randvoorwaarden op de beleidsagenda te zetten15 • De ‘supernurse’ in staat te stellen zich te ontwikkelen, zowel in theorie als praktijk. • • •
15
Zie speerpunt 3: Optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid
8
4.2.5. Stimuleren patiëntenparticipatie in de zorg Een patiëntgerichte cultuur wordt de komende jaren in het JBZ verder ontwikkeld. De verpleegkundigen geven de patiënt de rol: de ervaringsdeskundigheid van patiënten kan gebruikt worden om de kwaliteit van zorg binnen het JBZ te verbeteren. Patiënten kunnen heel goed aangeven wat hun behoeftes zijn, waar hiaten zitten, wat goed en wat minder goed loopt. Zo ervaart een patiënt aan den lijve wat het voor hen betekent dat het zorgproces in verschillende onderdelen is opgedeeld. Marktwerking, transparantie, toegenomen administratieve druk en wetgeving sporen aan om 'patiëntgerichtheid' te agenderen. De verpleegkundige speelt een belangrijke rol bij de patientempowerment16 en bij het bevorderen van zelfmanagement en het stimuleren van preventief werken aan eigen gezondheid. Dit vraagt de juiste communicatieve vaardigheden (zie 4.2.7.) De VAR zet zich de komende jaren er voor in om patientempowerment en partnership vorm te geven in het ziekenhuis. De VAR ziet het als een grote uitdaging om patiëntgerichtheid verder in te bedden in de JBZ cultuur17. 4.2.6. Verbetering van het loopbaanperspectief voor verpleegkundigen In de visie op de verpleegkundige professional is het loopbaanperspectief van de verpleegkundige professional uiteengezet. Naar aanleiding daarvan hebben alle zorg gerelateerde RVE’s in hun meerjarenplan het onderscheid tussen de verpleegkundig functieniveau 4 en 5 opgenomen. De VAR zet zich de komende jaren in voor: • Het ontwikkelen van transparante loopbaanmogelijkheden, horizontaal en verticaal, richting management, opleiden, kwaliteit, beleidsvorming, wetenschappelijk onderzoek e.d. • De jaarlijkse onderbouwing in de zorggerelateerde RVE-‐plannen ten aanzien van gewenste formatie in relatie met kwaliteit, complexiteit, productie en veiligheid van de zorg. • Bij beleidsontwikkelingen aansluiten op landelijke ontwikkelingen door o.a. deel te nemen aan landelijke discussies ten aanzien van formatieplanning volgens het beroepenhuis V&VN 2020 en functiedifferentiatie. 4.2.7. Kwaliteitsnormen en veiligheid denken In de komende jaren wordt de focus op veiligheid binnen de organisatie verder versterkt en vormgegeven. Het accreditatietraject door de Joint Commission International (JCI)18 speelt hierbij een belangrijke rol. Dit traject zal naar verwachting het ‘veiligheidsdenken’ binnen de gehele organisatie sterk veranderen. Daarnaast nemen de kwaliteits-‐ en veiligheidseisen vanuit de omgeving van Inspectie, de zorgverzekeraars en cliënten steeds meer toe. De verpleegkundige heeft naast de medisch professional hierin een leidende rol. Het is aan de verpleegkundigen om de verantwoordelijkheid op te pakken. • De VAR is vertegenwoordigd in de stuurgroep JCI en er zijn verpleegkundigen afgevaardigd in de Commissie Kwaliteit en Veiligheid die de verantwoordelijkheid heeft om de kwaliteit en veiligheid in het Jeroen Bosch ziekenhuis te bewaken en te bevorderen. • De VAR zal op verschillende manieren een proactieve bijdrage leveren ten aanzien van het ontwikkelen van het ‘veiligheidsdenken’ , bijvoorbeeld door middel van activiteiten VAR-‐ beraad of advisering op basis van kwartaalrapportage CVIM. 16
Patientempowerment: een proces om mensen te helpen om controle te krijgen over de factoren die invloed hebben op hun leven. Dit omvat zowel de individuele verantwoordelijkheid in de gezondheidszorg en als de bredere institutionele, organisatorische of maatschappelijke verantwoordelijkheden waarmee mensen in staat worden gesteld om de verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid op zich nemen. 17 Centraal begeleidingsorgaan (CBO) 2013. 18 Joint commission International (JCI)= een private, non profit organisatie die gericht is op een permanente verbetering van de veiligheid en de kwaliteit van zorg. De Joint Commission staat in voor de accreditatie van zorginstellingen binnen de Verenigde Staten en neemt de accreditatie van zorginstellingen op internationaal vlak voor haar rekening.
9
4.2.8. Communicatie en samenwerking op patiënten-‐ en op strategisch niveau De verpleegkundige draagt zorg voor een effectieve communicatie met de patiënt, communiceert vanuit het perspectief van de patiënt en interpreteert informatie in de juiste context. Het gaat om communiceren ‘op maat’, met een groot inlevingsvermogen en op een open en respectvolle manier. De verpleegkundige streeft naar een effectief contact waarbij zij de patiënt en zijn naasten betrekt in de besluitvorming. Daarbij maakt zij gebruik van informatie-‐ en communicatietechnologie en ondersteunt de patiënt bij het zoeken naar betrouwbare (online) informatie over diagnose en behandeling. De verpleegkundige deelt kennis en informatie en is gericht op samenwerking en overdracht in de keten. Hij/zij doet dit vanuit het perspectief van de continuïteit van de zorg voor het individu. De verpleegkundige is vanuit het perspectief van de ondersteuning van het zelfmanagement in eerste termijn gericht op de samenwerking met de patiënt en diens naasten. Zij is zich bewust van het belang van deze relatie als basisvoorwaarde voor de verpleegkundige zorgverlening. De verpleegkundige ondersteunt en begeleidt de mantelzorg of (daar waar mantelzorg ontbreekt) het sociale netwerk. In het kader van de samenwerking legt de verpleegkundige de informatie, die nodig is om de juiste zorg te kunnen geven, schriftelijk of digitaal vast en houdt een adequate statusvoering bij. Hij/zij draagt de zorg ook mondeling over aan collega’s van eigen en andere disciplines. • De VAR wil de komende periode de verpleegkundigen vooral stimuleren vanuit hun eigen kennis en deskundigheid op gelijkwaardig niveau het gesprek aan te gaan met de arts en/of andere professionals in het ziekenhuis. Daarbij moet de verpleegkundige autonomie19 meer tot uitdrukking komen. • De verpleegkundige kan met haar kennis en expertise een belangrijke bijdrage hebben bij het verplegen van de chronisch zieken over de muren van het ziekenhuis heen. Het is een landelijke ontwikkeling die de VAR verder zal volgen en hiermee mogelijk een extra dimensie geven aan het verpleegkundig vak en de zorg voor de patiënt. Communicatie en samenwerking op strategisch niveau In de afgelopen periode (tot 2012) heeft de VAR zich allereerst gericht op de interne hervorming van de VAR-‐organisatie en haar rol als adviesorgaan van de Raad van Bestuur. De VAR heeft ook een overlegstructuur opgebouwd met de overige adviesorganen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, het Stafbestuur, de Ondernemingsraad en de Cliëntenraad. Daarnaast heeft de VAR geïnvesteerd in de relatie met de diverse organisatieonderdelen, zoals Stafafdeling Kwaliteit & Veiligheid, Jeroen Bosch Academie en Stafafdeling HR. Aan de communicatie met de verpleegkundige beroepsgroep in het ziekenhuis is de afgelopen jaren hard gewerkt, echter dit blijft een punt van aandacht. 19
Binnen het Magnet hospital princiepe wordt autonomie niet opgevat als organisatorische autonomie (vrijheid tot handelen en vrijheid van bureaucratische regels) of als taakautonomie (de vrijheid om de werkdag zelf in te delen en zelf te bepalen in welke volgorde taken worden uitgevoerd), maar als klinisch autonomie: De vrijheid om zelfstandig te handelen op basis van wat je weet en om zelf beslissingen te nemen, zelfs als dit betekent dat je je op het terrein van een andere discipline begeeft, en dit alles in het belang van de patient. Bron: Handboek Excellente zorg Deel I Algemene informatie 1. Pilot Excellente zorg. 8 oktober 2009 V&NV/NPCF
10
De VAR wil de komende beleidsperiode zich specifiek richten op: • De verbetering van de communicatie tussen de verpleegkundigen en het VAR-‐bestuur. • De gezamenlijkheid met de BVMS opzoeken over het (verpleegkundig)beleid in het ziekenhuis en daarin meer gezamenlijk optrekken. • Verpleegkundige participatie in JBZbrede stuurgroepen zoals de stuurgroep JCI waar de VAR participeert naast de BVMS en RvB. • Meer extern profileren, door presentatie in STZ-‐leiderschapsnetwerk, via V&VN en door het zoeken van contact met collega-‐VARren.
11
4.3. Speerpunt 3: Optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid In Visie op de Verpleegkundige Professional wordt het belang beschreven van een veilige verpleegkundige formatie. De kwaliteit van de formatie is van directe invloed op de kwaliteit van de verleende zorg. Hierbij gaat het zowel om de kwantiteit als kwaliteit van de verpleegkundige inzet. Inmiddels is er steeds meer aandacht voor een kwalitatieve formatie en zijn er allerlei initiatieven in de organisatie ontwikkeld. De VAR is van mening dat het JBZ zich daarbij optimaal moet inspannen om competente verpleegkundigen te behouden en aan te trekken. 4.3.1. Basisformatie Er is steeds meer aandacht voor een kwalitatieve formatie op de verpleegafdelingen. De praktische functie inhoud en met name het onderscheid tussen de verpleegkundige niveaus 4 en 5 moet op de afdeling soms nog vorm krijgen. In de PKKK rapportages moet expliciet aandacht worden besteed aan de kwalitatieve en kwantitatieve verpleegkundige formatie. De VAR zet zich de komende jaren in voor onder andere: • Het vaststellen van gefundeerde veilige basisformatie per verpleegafdeling in relatie tot zorgzwaarte, complexiteit en productiviteit waarbij kwaliteit van zorg en veiligheid leidend zijn. • Expliciete onderbouwing van de kwalitatieve en kwantitatieve verpleegkundige formatie in de PKKK rapportages, zodat deze ontwikkeling de komende jaren verder doorzet en het JBZ is voorbereid op de toekomst. • Duidelijkheid over invulling van het taakfunctieprofiel van niveau 4 en 5 verpleegkundigen met hierbij met name aandacht voor verdere ontwikkeling van de niveau 5 functie t.a.v. denk-‐ en beslissingsniveau, meer gericht op collegiale coaching, op kwaliteitsontwikkeling, teamoverstijgend handelen etc. • Het volgen en zo nodig bijsturen van verdere ontwikkelingen op verschillende verpleegafdelingen zoals de taakinvulling van de coördinerend medewerker, met het doel wildgroei van verpleegkundige functiebenaming en uitvoering te voorkomen. • Het onderzoeken van mogelijkheden tot onderbouwde besluitvorming (evidence) ten aanzien van juiste verhouding niveau 4 en niveau 5 verpleegkundigen. 4.3.2. Optimaliseren van de verpleegkundige inzetbaarheid Om in te kunnen spelen op een toenemend aanbod van patiënten met multimorbiditeit, de dagelijkse pieken en dalen in het patiëntenaanbod, het toenemende personeelstekort en de persoonlijke ambities van verpleegkundigen, wil de organisatie flexibel om kunnen gaan met de inzetbaarheid van het personeel. Elke verpleegafdeling moet een kwantitatieve en kwalitatieve basisbezetting hebben die optimale kwaliteit van zorg mogelijk maakt. Daarnaast moet de kwantiteit van de verpleegkundigen enigszins flexibel worden ingezet als door de zorgzwaarte geen optimale zorg kan worden geleverd. De VAR is van mening dat de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid hierin leidend moeten zijn. Door optimalisatie van verpleegkundige inzetbaarheid vanuit het perspectief van de medewerker te bekijken kan er een win-‐win situatie gecreëerd worden; tevreden medewerkers èn efficiënte inzet die gezamenlijk de kwaliteit van zorg verhogen. De VAR onderscheidt hierbij verschillende vormen van flexibiliteit: flexibiliteit van inzetbaarheid van verpleegkundigen en meer flexibel plaatsen van patiënten over de afdelingen. Het is van belang om de kwaliteiten van alle verpleegkundigen (niveau 4-‐5, verpleegkundig specialisten) optimaal te benutten en in te zetten. Afstemming in zorgbehoefte en kwalitatieve inzetbaarheid zijn dan van belang.
12
De VAR zet zich in voor de optimalisering van verpleegkundige inzetbaarheid door te pleiten voor: • Flexibilisering binnen duidelijke kaders, onder andere: veilige basisformatie, scholingsmogelijkheden en –eisen, verbreding deskundigheid, continuïteit van kwalitatieve zorg en centrale monitoring van flexibele verpleegkundigen. • Verpleegkundigen die flexibel inzetbaar wensen te zijn, dienen binnen de specialismen van hun voorkeur scholing en een inwerkperiode ‘op maat’ te ontvangen. Hiermee wordt de patiëntveiligheid binnen het JBZ ondersteund. • Onderzoeken van ondersteunende mogelijkheden ten aanzien van het roosteren van verpleegkundig personeel in relatie met het project capaciteitsmanagement. De VAR stimuleert het centraal monitoren van de scholingen en bevoegdheden van (flexibele) verpleegkundigen. De VAR zal voor een passende beloningssystematiek voor breed inzetbare verpleegkundigen pleiten. 4.3.3. Behouden en aantrekken van verpleegkundigen Als het JBZ erin slaagt om bovenstaande ten aanzien van verpleegkundige loopbaanontwikkeling, deskundigheidsbevordering, flexibilisering, kwalitatieve formatie, verpleegkundig leiderschap te verwezenlijken, dan wordt en blijft het JBZ een aantrekkelijke en interessante werkgever voor competente en getalenteerde verpleegkundigen. De VAR zal zich de komende jaren inzetten om dit beleidsplan met de benoemde speerpunten te verwezenlijken en zal daarbij met trots voor het verpleegkundig beroep naar buiten treden.
13