De verpleegkundige zorg naar een hoger plan Beleidsplan VAR 2009 – 2012
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
Jeroen Bosch Ziekenhuis Secretariaat VAR, locatie GZG Postbus 90153 5200 ME ’s-Hertogenbosch Telefoon 073-6993049 E-mail
[email protected] Eindredactie: Femke Berends, ambtelijk secretaris VAR Tweede druk, mei 2010
2
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
I
nhoudsopgave
1. INLEIDING
4
2. DE VAR: EEN ONMISBAAR EXPERTISEPLATFORM VOOR DE RAAD VAN BESTUUR
5
3. MISSIE, VISIE EN HOOFDDOELSTELLINGEN 3.1. 3.2. 3.3.
Missie Visie Hoofddoelstellingen
4. SPEERPUNTEN 4.1.
‘JBZ-brede visie op verpleegkundige zorg’
4.2.
‘Optimalisering van de professionele kwaliteit van het verpleegkundig beroep’ 4.2.1. Deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige beroepsgroep 4.2.2. Verbetering van het loopbaanperspectief voor verpleegkundigen 4.2.3. Evidence Based Practice
6 6 6 5 7 8 9 9 9 9
4.3. ‘Behoud en aantrekken van competente verpleegkundigen’ 11 4.3.1. Verpleegkundig leiderschap 11 4.3.2. Professionele zorgmodellen 11 4.3.3. Communicatie, samenwerking en afstemming met andere professionals 11 4.3.4. Imago van het verpleegkundige beroep 12 4.3.5. Professionele ontwikkeling 12
5. HERVORMING ORGANISATIESTRUCTUUR VAR
13
6. WERKWIJZE
14
7. BIJLAGE De nieuwe organisatie van de VAR
15
3
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
1. Inleiding Het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) zet de komende jaren sterk in op kwaliteit van zorg. Patiënten moeten ‘Duidelijk Beter’ worden in een slagvaardig en naar buiten georiënteerd ziekenhuis. De klant staat centraal en deskundige professionals zetten zich in voor doelmatige en veilige patiëntenzorg. Kwaliteitsdenken en kwaliteit verbeteren, als dagelijks onderdeel van de zorgverlening, is nooit zo actueel geweest als nu. Kwaliteitsprojecten vragen om actieve verpleegkundigen die zich bewust zijn van het belang van verbeteringen en dit integreren in hun dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast wordt de zorg steeds complexer en hebben verpleegkundigen in toenemende mate te maken met korte en intensieve zorgcontacten, hoge turn-over en schoksgewijze veranderingen. Ook dit vereist een andere manier van het uitoefenen van hun beroep, waarbij kwaliteitsdenken geïntegreerd is. Dit betekent voor verpleegkundigen steeds meer uitdaging in hun dagelijkse werkzaamheden. Nu ervaren verpleegkundigen het werken aan kwaliteitsverbetering echter nog te vaak als een extra taak naast de primaire zorgverlening. Bij het streven naar een patiëntgericht en veilig ziekenhuis, is het van belang te focussen op de verpleegkundige en verzorgende professional die het beleid mede vorm geven.
Wat wil de VAR voor de verpleegkundigen in 2009-2012? De verpleegkundige is de belangrijkste factor voor het verbeteren van de kwaliteit van de patiëntenzorg. Daarom moet het potentieel van hun vaardigheden, deskundigheden en ervaringen daartoe goed wordt benut. Dit betekent onder andere investeren in het bevorderen van de verpleegkundige deskundigheid en het behouden en aantrekken van competente verpleegkundigen. Hiervoor is het noodzakelijk dat we ons, als professionals en managers van het JBZ, gezamenlijk afvragen wat de visie van het JBZ is op de verpleegkundige zorg en hoe de verpleegkundige van de (nabije) toekomst er uit moet zien.
Hoe is dit beleidsplan opgebouwd? In dit beleidsplan vindt u de missie, visie en daaruit voortvloeiend de hoofddoelstellingen van de VAR. Vanuit deze hoofddoelstellingen heeft de VAR drie speerpunten geformuleerd en bij twee speerpunten een aantal specifieke aandachtspunten. In het hoofdstuk ‘Werkwijze’ staat beschreven hoe de VAR deze aandachtspunten wil aanpakken. Deze acties zal de VAR steeds afstemmen met de Raad van Bestuur en de directeur Patiëntenzorg. Om deze acties efficiënter en effectiever te kunnen uitvoeren is de VAR genoodzaakt om zijn eigen organisatiestructuur te hervormen. In het hoofdstuk ‘Hervorming van de organisatiestructuur van de VAR’ leest u hier meer over.
Verpleegkundige Adviesraad JBZ.
4
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
2. De VAR: een onmisbaar expertiseplatform voor de Raad van Bestuur De Verpleegkundige Adviesraad is een expertiseplatform op het gebied van de verpleegkundige zorg. De VAR oefent invloed uit op het ziekenhuisbeleid door het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur. Het hoofddoel van de VAR hierbij is het bewaken en optimaliseren van de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Daarnaast is de VAR de verbindende factor tussen verschillende clusters met betrekking de verpleegkundige zorg en expert voor wat betreft de beleving van verpleegkundigen en verzorgenden op het gebied van veranderprocessen. Anders dan bijvoorbeeld de Cliëntenraad en de Ondernemingsraad heeft de VAR geen wettelijke positie. Dat wil zeggen dat ziekenhuizen niet verplicht zijn om een VAR te hebben. De aanwezigheid van een VAR is slechts als aanbeveling opgenomen in de CAO voor ziekenhuizen. Er is geen wet die de Raad van Bestuur verplicht om de VAR om instemming te vragen voor beleidsveranderingen. Dat de Raad van Bestuur de VAR zeer regelmatig om advies vraagt geeft daarom aan dat de VAR een duidelijke meerwaarde heeft voor de Raad van Bestuur. De VAR is zeer gemotiveerd om deze meerwaarde ook in de komende periode te handhaven door kwalitatief goede adviezen te geven, die afgestemd zijn op de behoefte van de ziekenhuisorganisatie. Hierbij blijft de VAR zich te allen tijde focussen op de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Geen wettelijke basis betekent ook dat de VAR zelf kan bepalen over welke beleidsonderwerpen hij adviseert. Deze keuze stemt de adviesraad dan wel vooraf af met de Raad van Bestuur en de directeur Patiëntenzorg. Om gericht keuzes te maken en prioriteiten te kunnen stellen stelt de VAR iedere drie jaar een beleidsplan op.
5
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
3. Missie, visie en hoofddoelstellingen 3.1 Missie De VAR heeft de volgende missie: De VAR streeft vanuit de beroepsinhoudelijke optiek naar een organisatie waarin de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep op professionele wijze werkzaam is en waar de kwaliteit van de verpleegkundige zorg optimaal is. Met optimale verpleegkundige zorg bedoelt de VAR verpleegkundige zorg die doelmatig en betrouwbaar is (best practice). Doelmatige zorg betekent voor de VAR de juiste zorg op het juiste moment: patiëntgericht. Betrouwbare zorg is voor de VAR patiëntveilige zorg, de juiste zorg op het juiste moment door de juiste professional.
3.2 Visie Om deze missie te bereiken gaat de VAR uit van de volgende visie: Een optimale kwaliteit van zorg is te bereiken door vanuit de specifieke deskundigheid van de verpleegkundige en de verzorgende beroepsgroep invloed uit te oefenen op het ziekenhuisbeleid en door het werken aan professionaliteit als norm te hanteren.
3.3 Hoofddoelstellingen Voortvloeiend vanuit de missie en visie heeft de VAR de volgende hoofddoelstellingen: Vanuit specifieke deskundigheid op het gebied van verpleging en verzorging invloed uitoefenen op het korte- en langetermijnbeleid van de organisatie. Stimuleren van de professionaliteit van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep. De organisatie van de verpleegkundige zorg afstemmen op het verlenen van patiëntgerichte, patiëntveilige en doelmatige patiëntenzorg.
6
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
4. Speerpunten Het JBZ heeft de ambitie om het meest patiëntgerichte en patiëntveilige ziekenhuis van Nederland te worden. De verpleegkundige heeft hierbij een cruciale rol, omdat ze 24 uur per dag betrokken is bij de patiënt en een coördinerende rol heeft in zijn zorgproces. Als expertiseplatform van de verpleegkundige beroepsgroep zal de VAR zijn bijdrage leveren voor het behalen van de ambities van het JBZ. Om dit te bereiken heeft de VAR het ‘Magneetconcept’ omarmt en op de agenda gezet van het JBZ. Dit is de Nederlandse vertaling1 van de Amerikaanse Magnet Hospitals. ‘Magneetziekenhuizen’ kenmerken zich door het focussen op het leveren van kwaliteit (van zorg); een hogere patiënttevredenheid; betere werkrelaties tussen verpleegkundigen en andere professionals; een hogere arbeidstevredenheid; vooruitstrevende opleidingskansen en loopbaanperspectief voor verpleegkundigen; meer autonomie voor verpleegkundigen met betrekking tot het zorgplan van hun patiënten; een lager verloop en verzuim onder verpleegkundigen. Daartoe heeft de VAR voor de beleidsperiode 2009-2012 drie inhoudelijke speerpunten geformuleerd: Speerpunt 1: Het actualiseren van een JBZ-brede visie op verpleegkundige zorg, die geworteld is in de organisatie.
Speerpunt 2: Optimalisering van de professionele kwaliteit van de verpleegkundige beroepsgroep.
Speerpunt 3: Behouden en aantrekken van competente verpleegkundigen.
1
1
1
De V&VN en de NPCF hebben dit Amerikaanse concept vertaalt naar de Nederlandse situatie en in kaart gebracht aan welke voorwaarden Nederlandse ziekenhuizen moeten voldoen om Magneetziekenhuis te worden.
7
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
4.1 Speerpunt ‘JBZ-brede visie op verpleegkundige zorg’ De VAR wil zich ervoor inzetten dat er de verpleegkundige zorg in het JBZ zodanig wordt georganiseerd dat deze patiëntgericht, patiëntveilig en efficiënt is. Voor een goede verpleegkundige zorg is het noodzakelijk dat deze zich blijft aanpassen aan maatschappelijke, demografische en technische ontwikkelingen, nieuwe medische inzichten en overheidsmaatregelen. Voor het JBZ komen daar nog bij: de fusie van de verschillende locaties, de noodzaak tot efficiënter werken en de intrek in een nieuw gebouw. Dit vraagt een andere organisatie rondom het primaire proces. Hiervoor is in het JBZ een integrale, breed gedragen visie op zorg noodzakelijk. De VAR gaat zich ervoor inzetten dat er in 2009 een ziekenhuisbreed gedragen actuele visie op verpleegkundige zorg wordt geformuleerd als onderdeel van de zorgvisie van het JBZ. In deze visie zijn de speerpunten van de VAR opgenomen.
8
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
4.2 Speerpunt ‘Optimalisering van de professionele kwaliteit van de verpleegkundige beroepsgroep’ Om de professionele kwaliteit van de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep te verbeteren zal de VAR zich in de periode 2009-2012 focussen op: 1. 2. 3.
deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige beroepsgroep; verbetering van het loopbaanperspectief voor verpleegkundigen; invoering van Evidence Based Practice in de verpleegkundige zorg.
4.2.1 Deskundigheidsbevordering van de verpleegkundige beroepsgroep Deskundigheidsbevordering blijft een belangrijk aandachtspunt voor de VAR. De VAR zal zich ervoor inzetten dat verpleegkundigen het vanzelfsprekend vinden dat zij hun deskundigheid continu op peil blijven houden, zowel de algemene verpleegkundige kennis als de specialistische kennis en dat zij daarbij optimaal gefaciliteerd en gestimuleerd worden door de organisatie. De VAR heeft een actieve adviserende rol. Bij het signaleren dat de kwaliteit van de verpleegkundige zorg te lijden heeft van een kennishiaat of van onvoldoende vaardigheid bij de beroepsgroep, zal de VAR de Raad van Bestuur adviseren over de aanpak van dit probleem. 4.2.2 Verbetering van het loopbaanperspectief voor verpleegkundigen Om verpleegkundigen te behouden en aan te trekken en om hen te stimuleren hun deskundigheid op peil te houden is het noodzakelijk dat verpleegkundigen een loopbaanperspectief hebben. Verpleegkundigen moeten niet alleen kunnen doorgroeien in leidinggevende functies maar met name ook in het verpleegkundig domein. De VAR zal zich ervoor inzetten dat verpleegkundigen meer gestimuleerd en gefaciliteerd worden om zich te ontwikkelen van MBO- naar HBO2- en van HBO- naar academische geschoolde verpleegkundigen. Ook zal de VAR aandacht vragen voor doorgroei naar verpleegkundige specialisaties en naar de functies nurse practitioner en physician assistent. 4.2.3. Evidence Based Practice De afkorting EBP staat voor evidence based practice. Dit bekent vrij vertaald ‘handelen, op basis van bewezen zinvolheid’3. Het verpleegkundig handelen is hierbij gebaseerd op wetenschappelijke feiten, praktijkervaring van verpleegkundigen en op de behoefte van de patiënt.
2
Volgens de beroepsvereniging V&VN leidt een verhoging van het percentage HBO-verpleegkundigen in een ziekenhuis met 5% tot een verlaging van vermijdbare sterfte met 10%. 3 Deze definitie wordt landelijk gebruikt en is afkomstig van het Landelijk Expertisecentrum voor Verpleegkundigen en Verzorgenden (LEVV).
9
Beleidsplan VAR 2009 – 2012 De VAR is van mening dat de invoering van EBP in de verpleegkundige zorg essentieel is om een optimale kwaliteit van zorg te bereiken. De VAR wil zich inzetten voor de invoering van EBP in de verpleegkundige zorg van het JBZ door: de verpleegkundige beroepsgroep te informeren over EBP en deze werkwijze bij deze groep te promoten; te adviseren over, en draagvlak te creëren voor, evidence based protocollering en borging van best available practice; externe ontwikkelingen op het gebied van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek te volgen en deze informatie zonodig te gebruiken voor advisering over aanpassing van verpleegkundige handelingen of aanpassing van beleid; te adviseren over ondersteuning en stimulering van verpleegkundig wetenschappelijk onderzoek in het JBZ.
10
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
4.3 Speerpunt ‘Behoud en aantrekken van competente verpleegkundigen’ Op dit moment is er op een aantal verpleegafdelingen in het JBZ sprake van een groot verloop binnen het verpleegkundig team. Deze afdelingen hebben veel moeite om de ontstane vacatures in te vullen. De VAR is van mening dat het JBZ er alles aan moet doen om competente verpleegkundigen te behouden en aan te trekken. De VAR zet hiervoor in op de volgende magneetkenmerken: 1. 2. 3. 4. 5.
Verpleegkundig leiderschap Professionele zorgmodellen Communicatie, samenwerking en afstemming met andere professionals Het imago van de verpleging Professionele ontwikkeling
4.3.1 Verpleegkundig leiderschap Verpleegkundig leiderschap heeft voor de VAR twee betekenissen: 1.
Leidinggevende en niet-leidinggevende verpleegkundigen, op alle niveaus, stimuleren, doceren en inspireren verpleegkundigen om excellente zorg te verlenen. Verpleegkundig leiderschap is collega-verpleegkundigen enthousiasmeren om aan de slag te gaan met zorgvernieuwing, om hen te leren effectief samen te werken met collega’s en overige professionals, prioriteiten te stellen en om zich in te zetten voor de kwaliteit van zorg. Verpleegkundigen hebben het gevoel dat leidinggevenden achter hen staan.
2.
Verpleegkundigen zijn vertegenwoordigd in alle hiërarchische lagen van de organisatie.
In zijn adviezen over het nieuwe besturingsconcept van het JBZ zal de VAR ervoor pleiten om bij de invulling van hogere managementfuncties de voorkeur te geven aan personen met een verpleegkundige achtergrond. 4.3.2. Professionele zorgmodellen Op basis van diverse zorgmodellen4 heeft de verpleegkundige verantwoordelijkheid en gezag over de directe patiëntenzorg. Modellen zijn gebaseerd op de unieke behoefte van de patiënt en bevorderen bekwame verpleegkundigen om de gewenste klinische uitkomsten te behalen.
4
Een zorgmodel is een middel voor het methodisch verlenen van verpleegkundige zorg. In het zorgmodel is opgenomen: informatie over de zorgontvanger, oorzaken van problemen die om verpleegkundige interventie vragen, de verpleegkundige diagnose, het proces van planning en formuleren van doelstellingen, het zwaartepunt van de verpleegkundige interventie, het proces van evaluatie van de kwaliteit van zorg en de eindresultaten.
11
Beleidsplan VAR 2009 – 2012 De VAR zet zich in voor de invoering van evidence based verpleegkundige zorg in het JBZ (zie aandachtspunt 4.1.2 op pagina 8). Andere aandachtspunten zijn het implementeren van verpleegkundige methodiek in het elektronisch patiëntenzorg en de organisatie rondom de digitale databank voor protocollen, DKS-E. De VAR is van mening dat de invoering van het Elektronische Patiëntendossier (EPD) de kwaliteit en de veiligheid van de patiëntenzorg ten goede zal komen, mits het systeem goed ontworpen is en op de juiste wijze geïmplementeerd en gebruikt wordt. Het is hierbij essentieel dat verpleegkundigen betrokken worden bij het ontwerp en bij de keuze van de inhoud van het EPD. De VAR zet zich ervoor in dat verpleegkundigen worden geïnformeerd over, en betrokken worden bij, de keuzes voor de vorm en inhoud van het EPD die gevolgen kunnen hebben voor de verpleegkundige beroepsuitoefening. 4.3.3 Communicatie, samenwerking en afstemming met andere professionals Voor de komende jaren staat het ziekenhuisbeleid in het teken van patiëntveiligheid. Voor deze veiligheid is een goede communicatie en samenwerking tussen de verpleegkundige en andere zorgprofessionals essentieel. De VAR zal zich met name richten op de verbetering van de communicatie, samenwerking en afstemming tussen de verpleegkundige en de medisch specialist. 4.3.4 Imago van het verpleegkundig beroep De VAR streeft ernaar dat verpleegkundigen in het JBZ door andere beroepsgroepen, maar ook door zichzelf, gezien worden als professionals die een essentiële bijdrage leveren aan de patiëntenzorg. De VAR zet zich ervoor in om het aanzien van de verpleegkundige beroepsgroep te verbeteren door zichzelf te profileren als deskundige op het gebied van de verpleegkundige zorg met een duidelijke meerwaarde voor het JBZ. Daarnaast dragen VAR-leden binnen en buiten het JBZ uit hoeveel zij van hun vak houden. Daarbij stimuleren zij hun collega’s op hun afdeling om dat ook te doen. De VAR verzorgt de rubriek ‘Weeklog van een verpleegkundige’ op het intranet van het JBZ, ‘JBZ-net’. Deze rubriek heeft als doel de medewerkers van het JBZ te laten zien hoe boeiend het beroep verpleegkundige is. De VAR zal in 2010 een boekje uitgeven met daarin de mooiste weeklogs. In 2010 en 2011 zal de VAR het beroep verpleegkundige promoten op de jaarlijkse open dag van het JBZ. 4.3.5 Professionele ontwikkeling Zie hiervoor het speerpunt ‘Optimaliseren van de professionaliteit van de verpleegkundige beroepsgroep’ (paragraaf 4.1. op pagina 8).
12
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
5. Hervorming van de organisatiestructuur van de VAR De VAR heeft een plan opgesteld voor de hervorming van zijn organisatiestructuur. De VAR beoogt met deze nieuwe organisatievorm: -
de adviesprocedure te bekorten; de kwaliteit van de inhoud van de adviezen te verbeteren; een betere afspiegeling te zijn van de verpleegkundige beroepsgroep; meer draagvlak te creëren in de organisatie voor zijn adviezen; minder tijdsinvestering per individueel VAR-lid voor participatie in de VAR.
De VAR heeft zijn reorganisatieplan beschreven in ‘De nieuwe organisatie van de VAR. Voorstel voor een effectievere en efficiënter werkwijze van de VAR’. Deze is als bijlage toegevoegd aan dit document. De VAR legt dit reorganisatieplan gelijktijdig met dit beleidsplan ter accordering voor aan de Raad van Bestuur. Na vaststelling door de Raad van Bestuur zal de VAR in overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur en directeur Patiëntzorg een plan van aanpak opstellen.
13
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
6. Werkwijze 1.
De VAR adviseert de Raad van Bestuur en/of andere geledingen van het JBZ. De adviezen hebben betrekking op de verpleegkundige beroepsinhoud en worden aangedragen door de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep van het JBZ of vloeien voort uit landelijke ontwikkelingen op het gebied van de verpleegkundige zorg De VAR brengt gelegitimeerde adviezen uit door vooraf het draagvlak te toetsen bij de Raad van Bestuur.
2.
De VAR onderhoudt voor zijn inbreng een draagvlak bij de Raad van Bestuur door op te treden als gesprekspartner, die deskundig is op het gebied van de verpleegkundige zorg. Ieder kwartaal vindt er een overleg plaats, waarbij leden van de VAR en de voorzitter van de Raad van Bestuur en de directeur Patiëntenzorg elkaar wederzijds informeren. De VAR evalueert hiermee het draagvlak van zijn adviezen. Daarnaast vindt er zonodig extra overleg plaats van VAR met de directeur Patiëntenzorg.
3.
De VAR oefent invloed uit op het ziekenhuisbeleid door participatie van een VAR-lid, of een vertegenwoordiger uit de beroepsgroep, in werk- en projectgroepen van het JBZ. Voorwaarde hierbij is dat de doelstelling van de werk- of projectgroep past binnen de missie en visie van de VAR.
4.
De VAR onderhoudt structureel formele en informele contacten met het lijnmanagement met als doel het wederzijds informeren en om draagvlak te creëren voor adviezen van de VAR.
5.
De VAR organiseert jaarlijks minimaal één themabijeenkomst voor de verpleegkundige beroepsgroep. Deze themamiddag behandelt een actueel onderwerp en draagt bij aan de professionalisering van verpleegkundigen en verzorgenden in het JBZ.
6.
De VAR informeert de verpleegkundige beroepsgroep via de interne media van het JBZ, zoals het JBZ-net (intranet), over zijn activiteiten en over ontwikkelingen in de zorg, die van belang zouden kunnen zijn voor de verpleegkundigen en verzorgenden van het JBZ.
14
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
7. Bijlage De nieuwe organisatie van de VAR Een effectievere en efficiëntere Verpleegkundige Adviesraad (VAR)
Inleiding Op initiatief van een aantal verpleegkundigen en een intensieve voorbereiding van de VoorVAR werd in november 2001 de eerste VAR van het Jeroen Bosch Ziekenhuis geïnstalleerd. Alhoewel de organisatie van de VAR beschreven was in een reglement en de VAR ook een eigen beleidsplan had voor de eerste drie jaar, kreeg de VAR alle vrijheid om zich naar eigen inzicht verder te ontwikkelen (uiteraard in nauwe samenspraak met de secretaris van de Raad van Bestuur). Gestart werd met een organisatievorm zoals de OR met de intentie om deze aan te passen zodra dat voor het goed functioneren van de VAR nodig zou blijken te zijn. Inmiddels is het reglement van de VAR aangepast aan het principebesluit van de VAR in 2005 om niet als belangenbehartiger op te treden voor de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep, maar als verpleegkundig expertiseplatform. Indien de VAR geen belangenbehartiger is voor de verpleegkundigen en verzorgenden is het niet logisch meer dat de VAR gekozen wordt door deze beroepsgroep. De verkiezingen zijn daarom sinds 2005 vervangen door een sollicitatieprocedure. Het principebesluit geen belangbehartiger te zijn en de verkiezingen te vervangen door een sollicitatieprocedure is een eerste grote stap in de verdere professionalisering van de VAR. Wil de VAR als adviesorgaan voor het verpleegkundige beleid nog een grotere meerwaarde hebben voor het JBZ, dan is echter een professionaliseringsslag nodig: de aanpassing van de organisatiestructuur van de VAR.
Aanleiding Er zijn zes aanleidingen om de organisatiestructuur van de VAR aan te passen: 1. De behoefte van het JBZ aan een meer proactieve VAR (dit is tijdens de evaluatie van de eerste termijn van de VAR als verbeterpunt aangegeven door de voorzitter van de Raad van Bestuur en de directeur Patiëntenzorg). 2. De te grote tijdsinvestering van de individuele VAR-leden in activiteiten voor de VAR. 3. Het voortbestaan van de VAR is onzeker door overbelasting dagelijks bestuur. 4. Doordat niet alle specialismen vertegenwoordigd zijn in de VAR heeft de VAR voor zijn adviezen een te smal en te eenzijdig draagvlak in de organisatie. 5. Doordat niet alle specialismen vertegenwoordigd zijn in de VAR mist de VAR input vanuit bepaalde afdelingen of clusters. 6. Te weinig tijd voor VAR-leden om tijdig en adequaat te kunnen adviseren over belangrijke ontwikkelingen in het JBZ.
15
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
Doelstelling De doelstelling van het veranderen van de organisatiestructuur van de VAR is 1. Het verkrijgen van een efficiëntere en effectievere werkwijze van de VAR. 2. Het vergroten van de meerwaarde van de VAR voor het JBZ, doordat a. de VAR in beter staat is om een proactieve rol te spelen in de beleidsontwikkeling van de verpleegkundige zorg in het JBZ; b. de expertise van verpleegkundigen met betrekking tot de verpleegkundige zorg optimaal wordt benut; c. het draagvlak voor de adviezen van de VAR wordt vergroot; d. alle verpleegkundige disciplines worden vertegenwoordigd in de VAR.
Nieuwe organisatievorm In plaats van uit een Dagelijks Bestuur en een Algemeen Bestuur zal de nieuwe VAR zal bestaan uit een VAR-bestuur, een VAR-beraad en een VAR-secretariaat. VAR-bestuur Vorm Het VAR-bestuur bestaat uit vier tot zes leden en houdt zich bezig met de ontwikkeling en evaluatie van het verpleegkundig beleid. werkzaamheden screenen adviesaanvragen signaleren van ontwikkelingen in de zorg, die beleidsaanpassingen noodzakelijk maken legitimeren en contracteren adviesaanvragen bewaken aandachtsgebieden aansturen Beraad aansturen werkgroepen / projectleiders formuleren van gevraagde en ongevraagde adviezen opstellen beleidsplan en jaarplan VAR ontwikkelen en uitvoeren beleid VAR onderhouden contact gesprekspartners van de VAR Elk bestuurslid is verantwoordelijk voor één specifiek terrein, te denken valt hierbij aan: algemeen -> voorzitter professionele kwaliteit -> bestuurslid nieuwbouw en innovaties -> bestuurslid patiëntveiligheid -> bestuurslid coördinatie VAR-beraad -> bestuurslid contacten met derden -> voorzitter en ambt. secretaris De taakverdeling wordt gerelateerd aan de speerpunten benoemd in het beleidsplan. Vergaderfrequentie Het VAR-bestuur komt één maal per week ongeveer twee uur bijeen, van deze bijeenkomsten worden besluitenlijsten gemaakt.
16
Beleidsplan VAR 2009 – 2012 Contacten Het VAR-bestuur heeft structureel overleg met Raad van Bestuur Directeur Patiëntenzorg VAR-beraad Secretaris Raad van Bestuur Bestuur VMS Cliëntenraad Ondernemingsraad Daarnaast hebben zij afhankelijk van het onderwerp ook contact/overleg met: Clustermanagers Patiëntenzorg, Leerhuis, CKO en Sociale Zaken Raad van Toezicht Unithoofden Overigen, zoals leden van ziekenhuiscommissies Urenvergoeding Een bestuurslid besteedt per jaar ongeveer 250 uur aan overleggen met de andere bestuursleden en participatie in ziekenhuisbrede projecten, 40 uur aan het voorbereiden en bijwonen van het plenaire beraad, 40 uur aan het voorbereiden en voorzitten van werkgroepvergaderingen en 64 uur aan overige activiteiten voor de VAR, zoals scholing, bijscholing, opstellen jaarplan/beleidsplan en het bijhouden van ontwikkelingen in de zorg. In totaal komt dit neer op 394 uur per jaar dat is 394/18785= 0,2 FTE Voor de voorzitter komt daar 64 uur bij voor contacten met derden, dat is 292/1878= 0,16 FTE. Voor een bestuur, dat uit vijf leden bestaat is (behoudens de ambtelijk secretaris) 4 X 0, 2 FTE + 0,16 FTE = 0.96 FTE nodig. Deze uren worden betaald uit een centraal budget, waarin alle clusters Patiëntenzorg en de relevantie clusters Ondersteuning Patiëntenzorg naar rato een aantal FTE’s afdragen. VAR-beraad Vorm en taken Het VAR-beraad bestaat uit drie tot vier afgevaardigden (verpleegkundigen en/of unithoofden) per cluster Patiëntenzorg en per relevante cluster Ondersteunende Patiëntenzorg. Het minimum aantal afgevaardigden per cluster is twee, minimaal twintig beraadsleden6. Beraadsleden hebben zitting in autonome werk- en projectgroepen, die ieder gespecialiseerd zijn in een bepaald thema. Projectgroepen worden afhankelijk van de thema’s waar de VAR op dat moment mee bezig is geformeerd. Werk- en projectgroepen
5
Een fulltimer werkt 1878 uur per jaar. Deze berekening is gebaseerd op de bestaande situatie. Naar rato moeten er per specialisme verpleegkundigen zijn afgevaardigd in het Beraad.
6
17
Beleidsplan VAR 2009 – 2012 buigen zich in opdracht van het VAR-bestuur over een bepaald vraagstuk. Zo nodig wordt een werk- of projectgroep (tijdelijk) aangevuld door een niet-verpleegkundige. Taken van het VAR-beraad De taken van het VAR-beraad zijn: Het VAR-bestuur adviseren over die onderdelen van beleidsnotities, die gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van de verpleegkundige zorg. Het signaleren van knelpunten in de verpleegkundige zorg en deze aankaarten bij het VAR-bestuur. Het organiseren van themabijeenkomsten en andere deskundigheidsbevorderende activiteiten voor de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroep. Vergaderfrequentie Het VAR-beraad komt één keer per zes weken bijeen (acht keer per jaar). Van deze bijeenkomst wordt een verslag gemaakt, dat openbaar is. Deze vergadering wordt gekoppeld aan een korte relevante themabijeenkomst c.q. lezing. Doel plenair beraad Voorlichten van de beraadsleden over actuele en relevante interne en externe ontwikkelingen in de zorg. Verkrijgen van input voor het opstellen van adviezen. Informeren van beraadsleden over ontwikkelingen in de VAR. Het creëren van draagvlak bij verpleegkundigen voor beleidsvoorstellen. Urenvrijstelling De uren die een beraadslid besteedt aan de VAR komen ten laste van het cluster, waarin het betreffende beraadslid werkzaam is. Dit komt neer op (8 X 2,5) 20 uur per jaar per beraadslid voor het voorbereiden en bijwonen van het plenaire beraad met daarnaast ook ongeveer 40 uur per jaar voor voorbereiden en participatie in een werk- of projectgroep. Ieder jaar 16 uur te besteden aan scholing, bezoeken van congressen gerelateerd aan de onderwerpen die relevant zijn voor de VAR/ziekenhuis. Voor een cluster, waarvan drie medewerkers participeren in de VAR, kost dit in totaal 3(76)/18787= 0,12 FTE. Jaarlijks wordt geëvalueerd hoeveel uur individuele beraadsleden hebben geïnvesteerd in de VAR. Werk- en projectgroepen Aan de hand van de speerpunten en adviesaanvragen van de VAR worden werk- en projectgroepen geformeerd. Een werkgroep heeft een opdracht voor een onbepaalde tijd en een projectgroep voor een bepaalde tijd; als de opdracht is uitgevoerd wordt de projectgroep opgeheven.
7
Een fulltimer werkt 1878 uur per jaar.
18
Beleidsplan VAR 2009 – 2012 Vorm en taak De werk- en projectgroepen bestaan uit beraadsleden en worden voorgezeten door een bestuurlid. De werk- en projectgroepen krijgen concrete opdrachten van het VAR-bestuur ten behoeve van de inhoud van de adviezen van de VAR. De voorzitter is verantwoordelijk voor de terugkoppeling van de bevindingen en adviezen van de werk- of projectgroep naar het bestuur. Vergaderfrequentie De vergaderfrequentie wordt bepaald door de voorzitter van de werk- of projectgroep en is afhankelijk van de opdracht. VAR-secretariaat Het secretariaat bestaat uit een ambtelijk secretaris. Haar taken zijn het voeren van het secretariaat van de VAR. Voor de secretariële ondersteuning en beleidsvoorbereidende ondersteuning aan de bestuursleden(binnen de door de VAR aangegeven kaders) is dit 0,56 FTE.
Competentieprofielen VAR-bestuursleden Van de leden van het VAR-bestuur wordt een hoog abstract intelligentieniveau en een visie op het beleid voor de verpleegkundige zorg in het JBZ verwacht. Zij dienen goed in staat te zijn ziekenhuisbeleid te vertalen naar de gevolgen daarvan op de verpleegkundige zorg op afdelingsniveau, en andersom moeten zij ook de knelpunten van de verpleegkundige zorg op afdelingsniveau kunnen vertalen naar verpleegkundig beleid. Daarnaast dienen zij te beschikken over politiek/strategisch inzicht. Competentieprofiel voorzitter De essentie van de functie: sociabel, netwerker Resultaatgebieden: 1. VAR op de kaart zetten en houden. Competenties: a. Sociabiliteit/netwerken b. Organisatiebewustzijn c. Visie VAR uitdragen d. Coachen (managen/delegeren) 2. VAR naar resultaten brengen. Competenties: a. Resultaatgerichtheid b. Conceptueel denken
19
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
Competentieprofiel overige bestuursleden De essentie functie: proactieve kartrekker Resultaatgebieden: werkgroep in vastgestelde tijd aan de hand van een concrete opdracht m.b.t. een inhoudelijk vraagstuk tot resultaat brengen. 1. Richting geven aan werkgroep Competenties: a. Probleemanalyse b. resultaatgerichtheid c. initiatief nemen 2.
Samenwerking binnen VAR bevorderen Competenties: a. samenwerken b. leiding geven aan groep
VAR-beraadsleden VAR-beraadsleden hebben een verpleegkundige of verzorgende achtergrond en zijn werkzaam in het JBZ. De voorkeur gaat hierbij uit naar verpleegkundigen en/of unithoofden. Beraadsleden zijn geïnteresseerd in het ziekenhuisbeleid en zijn bereid zich in te zetten voor verbetering van de verpleegkundige zorg.
Werving & Selectie VAR-bestuursleden De leden van het verpleegkundig bestuur hebben een verpleegkundige achtergrond en zijn werkzaam in het JBZ. Zij worden geworven door middel van een interne sollicitatieprocedure in samenwerking met het cluster Sociale Zaken. De sollicitanten worden in eerste instantie geselecteerd door een VAR-bestuurslid en de ambtelijk secretaris van de VAR. Zij dragen geschikte kandidaten voor aan de voorzitter van de Raad van Bestuur en de directeur Patiëntenzorg, die een stem hebben in de uiteindelijke keuze. Indien nodig wordt er een eenvoudige assesment gedaan. Niet het hebben van competenties wordt als voorwaarde gesteld, maar de bereidheid om deze te ontwikkelen. Kandidaten moeten wel de potentie hebben om de juiste competenties te ontwikkelen. Hier kun je achter komen door de juiste vragen te stellen. Sociale Zaken kan hierbij ondersteunen. VAR zelf kan dit door twee kennismakingsgesprekken met de kandidaat te organiseren: 1. in het eerste kennismakingsgesprek wordt de kandidaat geïnformeerd over de VAR 2. in het tweede wordt besproken wat de kandidaat de VAR te bieden heeft en andersom (ontplooiing t.b.v. verder carrière, ontwikkeling/training competenties). VAR-beraadsleden Clustermanagers zijn er zelf verantwoordelijk voor dat hun cluster voldoende vertegenwoordigd wordt in de VAR.
20
Beleidsplan VAR 2009 – 2012
Zittingstermijn VAR-bestuursleden De voorzitter wordt telkens voor een vastgestelde termijn van drie jaar aangesteld. Het voorzitterschap kan maximaal met 3 termijnen verlengd worden. Bij voorkeur wordt een nieuwe voorzitter drie tot zes maanden ingewerkt door de vertrekkende voorzitter. VAR-beraadsleden De zittingstermijn van de beraadsleden wordt aan de betreffende clusters zelf overgelaten.
21