Jaarplan 2016
Mogelijke aanvullingen volgen na de Strategische Conferentie van 14 oktober
Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................................................. 1 1
Inleiding .......................................................................................................................................................... 2
2
Management samenvatting: EFP 2016 in grote lijn ....................................................................................... 3
3
Management en toezicht ............................................................................................................................... 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
Projecten ...................................................................................................................................................... 11 4.1
4.2
4.3
4.4
5
Leiderschap ............................................................................................................................................ 6 Medewerkers ......................................................................................................................................... 6 Organogram ...................................................................................................................................... 7 Financiën ............................................................................................................................................... 7 Veiligheid ............................................................................................................................................... 8 Toezichtstructuur .................................................................................................................................. 8 Raad van Toezicht ............................................................................................................................. 8 Programmaraad ................................................................................................................................ 9
Projectmanagement ............................................................................................................................ 11 Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) ................................................................................. 11 Zorgaanbod in de forensische zorg ................................................................................................. 11 Stoornis en Risico ............................................................................................................................ 13 E-Health, KeerJeKans ....................................................................................................................... 13 Doorontwikkeling Forensische Prestatie-indicatoren verslagjaar 2017 .......................................... 14 Leren en Implementeren ................................................................................................................. 14 Long-term Forensic Psychiatric Care, European Cooperation in Science and Technology ............. 14 Landelijke databanken en applicaties.................................................................................................. 15 Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement ............................................... 15 Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) ...................................................... 16 Landelijke Databank Forensische Zorg ............................................................................................ 16 Kennismanagement ............................................................................................................................. 16 Kennisdatabanken Onderzoek (PILLO), Instrumenten en Literatuur .............................................. 16 Organisatie van studiedagen, symposia en congressen .................................................................. 17 Samenwerkingsverbanden en kenniskringen.................................................................................. 17 Kennisdeling en communicatie ....................................................................................................... 18 Kwaliteitsnetwerken ............................................................................................................................ 19 Kwaliteitsnetwerk FPA’s .................................................................................................................. 19 Kwaliteitsnetwerk De Borg .............................................................................................................. 20 Kwaliteitsnetwerk Forensische Verslavingszorg.............................................................................. 20
Mogelijk nieuwe projecten in 2016 .............................................................................................................. 22
Bijlage I: Overzicht projecten ................................................................................................................................... I
Voorwoord Wat gaat het EFP in 2016, en de komende jaren doen? Hoe ziet het landschap waarbinnen wij werken er uit? Welke projecten kunnen we starten of afbouwen? Welke invalshoek nemen we daarbij? Deze vragen hebben we in 2015 voorgelegd aan onze achterban. Een brede dwarsdoorsnede van onze stakeholders en samenwerkingspartners hebben we geïnterviewd om onze programmering goed onder de loep te nemen, te evalueren én aan te scherpen. Het resultaat is een zeer vruchtbare consultatieronde geweest die we bij het schrijven van dit jaarplan nog niet hebben afgerond. We zijn nog druk bezig om alle input die we hebben gekregen om te vormen naar een concreet meerjarenprogramma. Welke onderwerpen moeten we oppakken, welke werkwijze past daar bij, welk rol verwacht het veld van het EFP? Allemaal vragen die we op 14 oktober gaan bespreken tijdens een Strategische (invitational) conferentie, waarvan de uitkomsten zullen leiden tot een gedegen programma voor de komende jaren. Daarbij staat uiteraard wel voorop dat het EFP een flink aantal (langlopende) projecten in beheer heeft die gewoon doorgang blijven vinden. Voor een groot deel staat onze programmering vast en hebben we commitment van het veld voor de komende jaren. Te denken valt aan de combinatie van de Landelijke Databank Risicotaxatie-tbs (LDR-tbs) en de Forensic Outcome Monitor (FOM) in het project De Lerende Praktijk, en de Kwaliteitsnetwerken die in 2015 met veel enthousiasme door het veld zijn opgepikt en waarbinnen men ongedwongen samenwerkt en kennis deelt. En ook het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ), waarbij vele onderzoeksprojecten worden gestart, zal de komende jaren voor een groot deel onze programmering bepalen. Hoe we deze lopende projecten voortzetten in 2016 staat in dit jaarplan beschreven. De uitkomsten van onze consultatieronde en de Strategische Conferentie kunnen we dit najaar in een meerjarenprogramma beschrijven. De uitkomsten die direct effect zullen hebben op ons werk in 2016 voegen we na de strategische conferentie op onderdelen aan dit jaarplan toe. Vast staat wel dat we in 2016 met hart en ziel zullen werken aan onze projecten en de kwaliteit van onze dienstverlening aan al onze stakeholders. Daarnaast bouwen we ruimte in om nieuwe projecten te starten, of andere accenten te leggen binnen onze huidige werkwijze. Wij hebben de consultatieronde met het veld als zeer waardevol en vruchtbaar ervaren. We gaan met alle input ons werk aanscherpen en verbeteren. Hoe we dat voor ogen hebben kunt u in dit jaarplan, en de latere toevoegingen, lezen.
Gijs Bakkum Augustus 2015
Pagina 1 van 46
1 Inleiding Het EFP werkt vol enthousiasme, samen met het veld, aan diverse projecten. De taakverdeling is daarbij als volgt: inhoud en expertise worden geleverd door het veld, het EFP coördineert en faciliteert. Het gaat veelal om samenwerkingsprojecten die de individuele instellingen overstijgen. Het EFP neemt het veld daarmee werk uit handen en zorgt door projectmanagement en ondersteuning dat de zorginstellingen hun tijd kunnen besteden aan hun core business. Maar hoe komen deze projecten tot stand? Voldoet de huidige programmering aan de wensen van onze stakeholders? Met die vraag zijn we in 2015 aan de slag gegaan om zo onze programmering voor de komende jaren af te stemmen op de behoefte die er is in het veld. Op dit moment is het EFP bezig om samen met het veld door middel van interviews en een Strategische Conferentie de programmering aan te scherpen en toekomstbestendig te maken. De uitkomsten van deze consultatieronde zijn op het moment van schrijven nog niet bekend maar krijgen vorm na de conferentie op 14 oktober. Accentverschillen, wijzigingen in de werkzaamheden van het EFP of nieuwe projecten zullen dan in een bijlage of anderszins aan dit jaarplan worden toegevoegd. Het jaarplan dat hier nu voorligt is een zakelijke opsomming en inventarisatie van de verschillende projecten die het EFP in elk geval zal uitvoeren in 2016. Dat zijn de lopende projecten zoals KFZ, Kwaliteitsnetwerken en de databanken. Per deelterrein wordt in grote lijn aangegeven in hoeverre de verschillende werkzaamheden van het EFP bijdragen aan de missie van het EFP. Ook is een onderdeel opgenomen waarin de managementstructuur en -doelstellingen van het EFP staan omschreven. Latere aanscherping volgt en zal plaatsvinden in nauw overleg met het veld. Het jaarplan 2016 is als volgt opgebouwd: 1. In hoofdstuk 2, de management samenvatting, wordt in grote lijn aangegeven welke projecten we binnen welke deelterreinen uitvoeren in 2016 en in hoeverre zij bijdragen aan de missie van het EFP. 2. In het derde hoofdstuk staat de managementdoelstelling van het EFP omschreven op het gebied van leiderschap, medewerkers, financiën en veiligheid. 3. Het vierde hoofdstuk geeft een nader overzicht van elk project: wat zijn de doelstellingen en de verwachte resultaten? De tekst is zo opgemaakt dat men kan doorklikken naar de bijlage waarin de nadere uitwerking staat. De lezer kan zo kiezen voor meer verdieping. 4. In het vijfde hoofdstuk schetsen we kort welke mogelijke nieuwe projecten we kunnen starten in 2016. 5. Bijlage 1 biedt een overzicht van de projecten die staan omschreven in hoofdstuk 4.
Pagina 2 van 46
2 Management samenvatting: EFP 2016 in grote lijn In dit hoofdstuk staat omschreven wat het veld van het EFP kan verwachten in 2016. Het is een overzicht op hoofdlijnen van de werkterreinen, welke projecten daar onder vallen en hoe deze bijdragen aan de missie en doelstelling van het EFP. Missie Het EFP ondersteunt het veld van de forensische zorg bij het verhogen van de kwaliteit van zorg, met als doel het bevorderen van de maatschappelijke veiligheid. De rol van het EFP is het bijeenbrengen van experts en expertise en het stimuleren van samenwerking en kennisdeling. Het EFP doet dit betrokken en resultaatgericht. Visie Het EFP brengt de kennis en kunde van wetenschappers, professionals en bestuurders binnen het veld van de forensische zorg bij elkaar. Hieraan voegt het EFP eigen kennis van projectmanagement en implementatie toe. Het EFP bundelt krachten, bevordert (internationale) samenwerking, maakt bestaande kennis breed toegankelijk en stimuleert de ontwikkeling van nieuwe methoden en initiatieven. EFP-projecten overstijgen de reikwijdte van individuele instellingen en zijn gericht op het verhogen van de kwaliteit van forensische zorg. Werkterreinen 1) Project- en programmamanagement Het EFP neemt voor het veld het projectmanagement van diverse programma's en projecten op zich. Het EFP biedt procesmatige en inhoudelijke ondersteuning van deze projecten en programma's. Dit varieert van het opstellen van plannen van aanpak, het uitvoeren en bewaken van de voortgang, tot het opleveren van producten. Het EFP richt zich hierbij op overkoepelende activiteiten zoals het samenbrengen van landelijke (onderzoeks-)gegevens, het faciliteren van zorgprogrammering, of het ondersteunen van een veldbreed programma als Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ). Het EFP voert deze taken betrokken en resultaatgericht uit. 2) Databanken en applicaties Het EFP ontwikkelt en beheert landelijke databanken. Dit behelst mede het vormgeven van alle bijbehorende technische, organisatorische en administratieve processen. Hieronder valt ook het verzamelen en beveiligen van alle gegevens. Het betreft risicotaxatiegegevens, recidivecijfers en behandel- en administratieve gegevens. Daarnaast worden methodes en applicaties ontwikkeld om data te analyseren, presenteren en visualiseren. Tevens maakt het EFP de databanken toegankelijk voor het veld ten behoeve van onderzoek. In overleg met betrokkenen bepaalt het EFP de randvoorwaarden voor het gebruik van de databanken en bewaakt het EFP de naleving daarvan. 3) Kennismanagement Het EFP deelt kennis en kunde. Hoe meer professionals hun kennis delen, hoe groter de 'collectieve intelligentie' van het forensische veld. Het EFP stimuleert dan ook continu het contact tussen deskundigen, verzamelt kennis en maakt deze toegankelijk. Dit gebeurt via vele activiteiten en projecten en de inzet van diverse communicatiemiddelen. De werkzaamheden zijn gevarieerd: het EFP organiseert congressen, laat literatuur- en haalbaarheidsonderzoek uitvoeren of faciliteert verschillende samenwerkingsverbanden. De komende jaren wordt het onderdeel Leren & Implementeren verder ontwikkeld, waarbij bestaande kennis en opgeleverde producten door opleiding en training daadwerkelijk in het veld worden ingezet en gebruikt.
Pagina 3 van 46
4) Kwaliteitsnetwerken Het EFP is met de Kwaliteitsnetwerken een nieuwe weg ingeslagen die de komende jaren verder wordt voortgezet. De kwaliteitsnetwerken zijn gebaseerd op een methodiek uit Engeland van self- en peerreview; het 'Quality Network for Forensic Mental Health Services'. Het is een cyclische methode die start met het gezamenlijk bepalen van standaarden. Op basis hiervan volgt een zelfevaluatie en een reviewbezoek waarbij professionals van verschillende instellingen elkaar bevragen. De bevindingen worden opgenomen in een instellingsrapport en een landelijk rapport, die leiden tot het vaststellen van nieuwe acties en ontwikkelpunten voor het volgende jaar. De kwaliteitsnetwerken richten zich op het zoeken en delen van best practices tussen instellingen om zo te leren van elkaar. Patiënten en professionals hebben een actieve rol in deze kwaliteitsslag. De kwaliteitsnetwerken kunnen voor verschillende instellingen en expertisegebieden worden ingezet. Het EFP verzorgt het projectmanagement van de kwaliteitsnetwerken en zorgt dat alle verschillende werkzaamheden, waaronder het trainen van reviewers, het begeleiden van reviewbezoeken en het opstellen van rapporten, soepel verlopen. Ad 1) Projectmanagement en programmamanagement 1. Programma Kwaliteit Forensische Zorg 2. Zorgaanbod in de forensische zorg a. Basiszorgprogramma (basis ZP) b. Zorgprogramma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) c. Zorgprogramma Psychische Stoornissen (ZP PSyS) d. Zorgprogramma Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) e. Zorgprogramma Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) f. Zorgprogramma Forensische Verslavingszorg g. Task Force Licht Verstandelijk Beperking (TF LVB) 3. Stoornis en Risico 4. E-Health, KeerJeKans 5. Doorontwikkeling Forensische Prestatie-indicatoren verslagjaar 2017 6. Leren & Implementeren 7. Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC), European Cooperation in Science and Technology (COST) Ad 2) Databanken en Applicaties 1. Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement 2. Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) 3. Datamanagement in de Forensische sector Ad 3) Kennismanagement 1. Kennisdatabanken: Onderzoek (PILLO); Literatuur; Instrumenten 2. Organisatie van studiedagen, symposia en congressen 3. Samenwerkingsverbanden en kenniskringen 4. Kennisdeling en communicatie Ad 4) Kwaliteitsnetwerken 1. Kwaliteitsnetwerk FPA 2. Kwaliteitsnetwerk De Borg 3. Kwaliteitsnetwerk Forensische Verslavingszorg Lerende forensische praktijk De verschillende activiteiten van het EFP zijn met elkaar verbonden. Zo ontstaat er een geïntegreerd aanbod van ‘makelen en schakelen’. Bijvoorbeeld: lacunes in wetenschappelijke evidentie die uit de Pagina 4 van 46
zorgprogrammering naar voren komen, kunnen een aanzet tot wetenschappelijk onderzoek geven. Dit onderzoek kan weer met behulp van de landelijke databank worden uitgevoerd om de resultaten daarvan te integreren in de relevante zorgprogramma’s. Naar aanleiding van de resultaten kunnen projecten worden gestart. Zo ontwikkelt zich een lerende praktijk in de forensische zorg, waar nieuwe inzichten voortdurend de zorg kunnen verfijnen en verbeteren. Het EFP heeft hierin een signalerende en coördinerende rol. Ook KFZ en de kwaliteitsnetwerken zijn een voorbeeld van deze manier van werken. Stakeholders Het EFP werkt intensief samen met partners uit het veld. Het EFP faciliteert en levert diensten op het gebied van projectmanagement, en indien gewenst inhoudelijke ondersteuning. De stakeholders bestrijken een groot deel van het veld van de forensische zorg. Het betreft partners met wie de Directie Forensische Zorg (DForZo/DJI) zorg- en inkoopcontracten heeft afgesloten: de forensisch psychiatrische centra (fpc’s), forensisch psychiatrische afdelingen (fpa’s), en forensisch psychiatrische klinieken (fpk’s). Sinds 2013 maakt ook de gehele forensische verslavingszorg deel uit van onze stakeholders hetgeen ons draagvlak en mogelijkheden substantieel heeft uitgebreid. In 2014 is een concrete start gemaakt met projecten voor de forensische verslavingszorg. Deze projecten worden in 2016 voortgezet dan wel afgerond. Op 3 september jl. hebben het EFP en de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) een samenwerkingsconvenant ondertekend. Hiermee is de intentie voor intensieve samenwerking bekrachtigd. Door het delen van kennis en expertise op het gebied van verslaving, reclassering en forensische psychiatrie worden de werkvelden van de SVG en het EFP met elkaar verbonden met als doel de kwaliteit van het uitvoerende werk te verhogen. In 2016 wordt onderzocht welke diensten we kunnen leveren aan de ambulante forensische zorg. Afgevaardigden van al deze instellingen zijn vertegenwoordigd in de Programmaraad, Raad van Toezicht, onderdelen van het programma KFZ en de vele project- en werkgroepen. Financiering De projecten van het EFP worden gefinancierd vanuit de jaarlijks vastgestelde begroting. Als er in de loop van het jaar nieuwe projecten bijkomen of aanvullende werkzaamheden nodig zijn dan zoekt het EFP waar nodig, volgens afspraak met de stakeholders, met de betrokken partners aanvullende financiering. Het is dus mogelijk om in 2016 nieuwe projecten toe te voegen wanneer financiering en personele inzet gerealiseerd kunnen worden. Projecten De projecten en activiteiten die het EFP in 2016 gaat uitvoeren zijn onderverdeeld in de genoemde vier werkterreinen. De werkterreinen worden hieronder kort omschreven en de projecten die er binnen vallen worden in hoofdstuk 4, en in bijlage I uitgebreid omschreven. Evaluatie Na het verschijnen van de evaluatie 2014 heeft het EFP een plan van aanpak opgesteld om de aanbevelingen uit te voeren. Dit heeft eind 2014 en heel 2015 zijn beslag gekregen en wordt in 2016 vervolgd. Een van de speerpunten uit de evaluatie is dat betrokkenheid van het veld noodzakelijk is om de effectiviteit en daarmee de impact van het werk van het EFP ten behoeve van het veld te versterken. Hiertoe is het EFP in gesprek met de verschillende partijen in het veld, onder andere tijdens de driejaarlijkse door het EFP georganiseerde strategische conferentie, om met elkaar thema’s en prioriteiten te bepalen voor de komende jaren. Naast vertegenwoordigers van de stakeholders (fpc’s, fpa’s, fpk’s en forensische verslavingszorg) zijn hierbij ook sleutelfiguren uit aanpalende sectoren zoals Reclassering, universiteiten, OM en advocatuur betrokken. Dit geeft richting aan de koers van de Programmaraad van het EFP en de programmacommissie KFZ en is te gebruiken als input voor het EFP Meerjarenplan 2015-2018 en het jaarplan 2016. Het EFP zal evenals in 2015 ook in 2016 implementatie van projectresultaten nadrukkelijker op de agenda gaan zetten. Pagina 5 van 46
3 Management en toezicht In dit hoofdstuk leest u hoe het EFP werkt aan (personeel)management en leiderschap, welke uitgangspunten worden gehanteerd en hoe dit wordt vormgegeven. Hierbij gaan wij in op de onderdelen leiderschap, medewerkers, financiën, veiligheid en toezicht.
3.1 Leiderschap Het EFP-team bestaat uit 20 medewerkers (17,78 fte). Het managementteam (MT) van het EFP stuurt de organisatie en de medewerkers aan. Het managementteam (MT) wordt gevormd door de directeur en de bestuurssecretaris. De directeur is verantwoordelijk voor de algemene gang van zaken en de financiële situatie van het EFP. De bestuurssecretaris is de leidinggevende van de medewerkers en in de dagelijkse gang van zaken hun aanspreekpunt. Waar nodig kunnen de MT-leden elkaar direct vervangen. De bestuurssecretaris is hiertoe plaatsvervangend directeur. Het MT komt elke twee weken bijeen tijdens het reguliere managementoverleg, indien nodig vaker. In die overleggen bespreekt het MT onderwerpen als de (dagelijkse) gang van zaken, de financiële situatie van het EFP, de relatie met stakeholders, de stand van zaken en voortgang van de lopende projecten, mogelijk nieuwe projecten, de bemensing van projecten, de bezetting van het EFP en de ontwikkeling van de medewerkers. Het EFP is een laagdrempelige organisatie: de lijnen zijn kort en het management is toegankelijk en bereikbaar. Het MT hecht hier aan en werkt hier bewust aan. Het MT meent dat dit juist in een kleine organisatie goed te realiseren is en het teamgevoel bevordert.
3.2 Medewerkers Ten behoeve van het ‘makelen en schakelen’ ligt het accent van de EFP-medewerkers in hun dagelijkse werk op projectmanagement en – ondersteuning en waar nodig inhoudelijke inbreng. Het aannameen personeelsbeleid zijn hier op gericht. De meeste medewerkers zijn universitair opgeleid waarvan er enkele zijn gepromoveerd. Een aantal medewerkers heeft zich verder gespecialiseerd in bijvoorbeeld projectmanagement (via opleidingen en praktijkervaring). Het MT hecht belang aan de continue ontwikkeling van de medewerkers. Alle medewerkers ontwikkelen zich ‘on the job’ onder begeleiding van een meer ervaren medewerker en/of de leidinggevende of directeur. Ook door middel van intervisie scherpen de medewerkers hun kennis en vaardigheden aan. In de (formele) gesprekken met de leidinggevende is opleiding en training een vast onderwerp van gesprek. Met een persoonlijk jaarlijks budget kan elke medewerker op maat kiezen welke opleidingen, trainingen en congressen voor hem of haar relevant zijn. Op basis van de functies, competenties en rollen vindt de indeling in projectteams op soepele wijze plaats en zijn de diverse teams gevarieerd samengesteld waarbij de medewerkers goed met elkaar samenwerken. Voor een deel ligt de organisatie hiervan en de verantwoordelijkheid hiervoor bij de medewerkers, te weten de projectleiders en projectcoördinatoren, zelf. Dit past in het meer zelfsturend werken van de medewerkers waarbij meer samenwerking en kruisbestuiving tussen de projectgroepen beoogd wordt. De betrokken medewerkers organiseren en bewaken met elkaar de planning, inzet van mensen en middelen en de voortgang van projecten. Het MT wordt actief op de hoogte gehouden van alles rondom de projecten en de ervaringen van het team en de individuele leden met deze nieuwe manier van werken. In april 2016 wordt deze werkwijze geëvalueerd. Op basis van output, gedrag en gesprekken met de medewerkers monitoren directeur en bestuurssecretaris of de medewerkers met plezier, enthousiasme en inzet bij het EFP werken, en sturen daarop. Pagina 6 van 46
De bestuurssecretaris voert periodieke voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Voor (inhoudelijk) werkoverleg komen alle medewerkers eenmaal per maand bij elkaar en zijn er diverse (project)overleggen. Het functiegebouw van het EFP met de functiebeschrijvingen kent twee groeipaden: doorgroei van projectcoördinator tot projectleider (via medior naar senior) en van junior medewerker ICT via medior naar senior medewerker ICT. Er zijn momenteel drie medewerkers die een dergelijk ontwikkeltraject hebben ingezet en dit in 2016 zullen vervolgen. Een kleine organisatie als het EFP moet flexibel zijn en dat betekent dat binnen het EFP niet met functiebeschrijvingen met vaste takenpakketten wordt gewerkt. De EFP-medewerkers voeren met elkaar alle taken uit die nodig zijn om het EFP succesvol te laten functioneren.
Organogram
3.3 Financiën Het EFP wordt gefinancierd door de Directie Forensische Zorg (DForZo) en de forensische zorginstellingen met wie DForZo zorg- en inkoopcontracten heeft afgesloten, de stakeholders. De bijdrage van DForZo is vast, de bijdragen van de instellingen worden jaarlijks opnieuw vastgesteld op basis van een gezamenlijk overeengekomen methodiek. Zowel DForZo als de stakeholders hebben een vijfjarig financieel commitment voor het EFP uitgesproken waarmee de financiering van het EFP voor de periode 2016 tot 2020 is geborgd. Het jaarplan is afgestemd op de begroting van het EFP. De voortgang van de reguliere lopende projecten binnen de vier werkterreinen van het EFP is daarmee gewaarborgd. Een (klein) deel van het budget is bestemd voor nieuwe, extra, projecten die zich in de loop van het jaar voordoen. Daarnaast kan het EFP extra projecten uitvoeren wanneer er additionele financiering gerealiseerd wordt, hetzij vanuit een opdrachtgever hetzij via subsidie(s).
Pagina 7 van 46
Voor het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) heeft DForZo, los van de begroting van het EFP, een subsidie toegekend welke wordt beheerd door het EFP. Uit deze subsidie worden alle activiteiten en projecten van KFZ inclusief de ondersteuning van het programma KFZ door het EFP betaald vanuit de begroting van KFZ.
3.4 Veiligheid Rondom de taken projectmanagement en het beheer van data spelen diverse veiligheidsvraagstukken. De focus van het EFP is hierbij primair informatiebeveiliging. Het EFP werkt continu aan een adequate beveiliging van de eigen omgeving en maakt afspraken met externe partijen als daar veiligheidsvraagstukken aan de orde zijn. De methodiek van Privacy Impact Analyses (PIA) zoals gevolgd voor het project Lerende Praktijk zal standaard voor nieuwe applicaties worden toegepast. De beveiligingsaspecten binnen het EFP zijn vastgelegd in het Informatiebeveiligingsplan (IBP). Jaarlijks wordt een review uitgevoerd op basis waarvan een verbeterplan voor het daaropvolgende jaar wordt gerealiseerd. Gedurende het jaar wordt bovendien bij alle aanpassingen op bestaande systemen en bij nieuwe projecten bekeken of de gerealiseerde en/of voorgenomen beveiligingsmaatregelen voldoen aan de normen van het IBP. Het EFP realiseert zich dat menselijk handelen een risicofactor vormt: veiligheid staat en valt met de perceptie hiervan binnen de organisatie. Het is dan ook een belangrijk onderdeel van het veiligheidsbeleid van het EFP om de eigen medewerkers en de gebruikers en stakeholders te blijven wijzen op de risico´s en hun verantwoordelijkheden, en hen te ondersteunen bij een goede uitvoering hiervan.
3.5 Toezichtstructuur Aan het EFP zijn een Raad van Toezicht en een Programmaraad verbonden. In deze raden hebben leden zitting die vrijwel allemaal werkzaam zijn of waren bij stakeholders, hetgeen bijdraagt aan de betrokkenheid van het forensische zorgveld bij het EFP.
Raad van Toezicht De Raad van Toezicht ziet toe op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken bij het EFP. Tevens is de Raad van Toezicht klankbord voor het bestuur. Twee leden zijn werkzaam binnen forensische zorginstellingen waaraan het EFP diensten levert. De voorzitter en twee leden zijn niet verbonden aan een van de forensische zorginstellingen: de voorzitter was werkzaam in de publieke sector, één lid was bestuurder in het forensische veld, de ander vervulde een onafhankelijke financiële toezicht- en adviesfunctie. In 2016 is de samenstelling als volgt: Dhr. mr. A. Wolfsen, voormalig burgemeester Utrecht, voorzitter Dhr. drs. A.H.M. van Amerongen, voormalig Hoofd Afdeling Business Controlling (concern controller) Sociale Verzekeringsbank Dhr. drs. J.A. Poelmann, forensisch gedragskundige, voormalig voorzitter Raad van Bestuur PFC Pompestichting, voormalig voorzitter Forensisch Netwerk GGZ Nederland Dhr. drs. M.A. Polak, voorzitter Raad van Bestuur Fivoor Dhr. drs. R.J.Th. Rutten, bestuurder Tactus Verslavingszorg Vacature De vergaderfrequentie van de RvT is viermaal per kalenderjaar (eenmaal per kwartaal).
Pagina 8 van 46
Taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht (RvT) richt zich bij zijn toezichthoudende taak op het beleid van het EFP, de algemene gang van zaken en bestuurlijke zaken als geld en risico’s. Tevens vervult de Raad van Toezicht de rol van werkgever van de bestuurder en heeft de Raad een adviserende rol. De RvT keurt de besluiten van het bestuur van het EFP betreffende de strategie van het EFP en de financiering daarvan goed. De RvT besteedt daarom veel aandacht aan de strategie, de financiering en de jaarstukken. Dit betreft het goedkeuren van de jaarrekening, het jaarplan en de daarbij behorende jaarverslag en begroting. Deze onderwerpen komen zowel in overleggen van de RvT aan de orde als in gesprekken tussen voorzitter, een lid en de directeur van het EFP.
Programmaraad De Programmaraad adviseert de Raad van Toezicht en directie van het EFP. De Programmaraad houdt hierbij rekening met de belangen van patiënten, de veiligheid van de samenleving, de verschillende sectoren die diensten afnemen van het EFP, het ministerie van Veiligheid en Justitie en de Directie Forensische Zorg. De Programmaraad bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en vijf leden; de leden zijn werkzaam bij stakeholders. In de zomer periode zijn vier nieuwe leden aangezocht waarmee de Programmaraad in 2016 bestaat uit negen leden en de voorzitter. In 2016 is de samenstelling als volgt: Mw. prof. dr. Ch. van Nieuwenhuizen, Manager behandelzaken GGzE Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, Programmaleider Onderzoeksgroep Forensische Geestelijke Gezondheidszorg, Behandelaar De Catamaran, kliniek voor forensische jeugdpsychiatrie & orthopsychiatrie, Hoogleraar Forensische Geestelijke Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg, Gasthoogleraar Hogeschool Gent, vakgroep orthopedagogie, voorzitter Dhr. drs. H. Beintema, directeur behandeling FPC. Dr. S. van Mesdag Dhr. drs. A.G. van Bergen, beleidsmedewerker DG Straffen en Beschermen, Directie Sanctietoepassing en Jeugd, afdeling Toezicht en Behandeling, ministerie van Veiligheid en Justitie Dhr. dr. J.M. L. G. à Campo, Manager Zorg Centrum Forensisch Psychiatrische Zorg Mondriaan (Radix) hoofd Forensisch Research Lab Mondriaan (nieuw lid per september 2015) Mw. Dr. M.J. Cima, associate professor Radboud Universiteit, hoofd Onderzoek Conrisq Groep, honorary assistent professor Universiteit Maastricht, hoofd Onderzoek fpc De Rooyse Wissel, honorary researcher JJI Het Keerpunt (nieuw lid per september 2015) Dhr. dr. H. A. de Haan, 1e geneeskundige/psychiater, Tactus Verslavingszorg Dhr. prof. dr. J.W. Hummelen, hoofd Behandeling GGNet, Locatie De Boog en bijzonder hoogleraar Forensische Psychiatrie, Universiteit Groningen Mw. prof. dr. J. P. van der Leun, hoogleraar Criminologie Universiteit Leiden, Wetenschappelijk directeur Instituut voor Strafrecht & Criminologie (nieuw lid per september 2015) Mw. dr. N. Tenneij, strategisch adviseur, Afdeling Beleid, Directie Beleid en Bestuursondersteuning Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) Mw. Dr. V. de Vogel, hoofd Onderzoek fpc De Forensische Zorgspecialisten (nieuw lid per september 2015) De vergaderfrequentie van de Programmaraad is driemaal per kalenderjaar. De Raad van Toezicht en de voorzitter van de Programmaraad voeren eenmaal per jaar overleg; de voorzitters van de Programmaraad en het programma KFZ eveneens. Taken, bevoegdheden en rol van de Programmaraad De Programmaraad (PR) adviseert de Raad van Toezicht en directie van het EFP ten aanzien van het algemeen meerjarenbeleid en het jaarplan van het EFP. De PR heeft voor het EFP, en daarmee ook voor het veld, een onmisbare inhoudelijk richtinggevende rol: de PR bespreekt nieuwe projecten en Pagina 9 van 46
initiatieven, brengt thema’s en ideeën in, bepaalt (mede) prioriteiten, ondersteunt en inspireert. Tevens fungeert de PR voor het EFP als klankbordgroep. De PR heeft zo zicht op eventuele lacunes. De adviezen van de PR hebben betrekking op het bepalen en afbakenen van de terreinen waarop het EFP werkzaam is en de prioritering daarbinnen. Specifieke aandacht besteedt de PR aan de afstemming van de werkzaamheden van de PR met die van de Programmacommissie KFZ (Kwaliteit Forensische Zorg). De Programmaraad zal in 2016 haar inhoudelijk richtinggevende en ondersteunende rol voortzetten en de ruimte blijven nemen om ideeën en thema’s te opperen en initiëren.
Pagina 10 van 46
4 Projecten In dit hoofdstuk worden de projecten die het EFP in 2016 uitvoert besproken.
4.1 Projectmanagement Programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) De forensische zorgsector hecht belang aan het gezamenlijk verder werken aan kwaliteitsverbetering en transparantie, alsook aan legitimering en versterking van de sector en werkt onder de vlag van KFZ de komende jaren gezamenlijk aan de verdere ontwikkeling van de kwaliteit en transparantie van de zorg, met de vermindering van recidive als belangrijkste speerpunt. Een Stuurgroep en een Programmacommissie sturen dit proces aan waarbij de Programmacommissie verantwoordelijk is voor de uitvoering. Het EFP heeft een belangrijke rol in het programmamanagement. De ontwikkelingen rondom het meerjarige programma KFZ zijn van grote invloed op de koers en manier van werken van het EFP. Het KFZ fungeert daarbij als kapstok voor verschillende projecten en ontwikkelingen en maakt het mogelijk systematisch en geprotocolleerd producten te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. De uitvoering van de projecten en activiteiten volgt zoveel mogelijk de methodiek van Resultaten Scoren. De doelen van het programma KFZ zijn: 1. De kwaliteit van de forensische zorg ontwikkelen en verbeteren 2. De kwaliteit van de forensische zorg zichtbaar maken aan de hand van objectieve en eenduidig gedefinieerde indicatoren op het punt van recidive, incidenten, instroom, doorstroom en uitstroom 3. Het scheppen van voorwaarden voor en het stimuleren van de implementatie van de binnen het KFZ-programma ontwikkelde producten. Voor nadere informatie over KFZ en de projecten die onder KFZ vallen, wordt verwezen naar de Jaarplannen KFZ en de website www.kfz.nl. Beoogde resultaten 2016 Projectmanagement en adviezen over de call-producten uitgevoerd naar tevredenheid van de programmacommissie KFZ Uitgezette calls Ondersteuning implementatie (Voor meer informatie over Kwaliteit Forensische Zorg, zie bijlage I)
Zorgaanbod in de forensische zorg De inventarisatie van het zorgaanbod en de bijbehorende wetenschappelijke evidentie. Zorgprogrammering a) Basiszorgprogramma (basis ZP) b) Zorgprogramma Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) c) Zorgprogramma Psychische Stoornissen (ZP PSyS) d) Zorgprogramma Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) e) Zorgprogramma Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) f) Zorgprogramma Forensische Verslavingszorg g) Task Force Licht Verstandelijke Beperking (TF LVB) Pagina 11 van 46
Het EFP biedt de zorgprogramma’s aan in pdf op de EFP-website. Door de manier van updaten, namelijk per thema, kan het EFP snel veranderingen doorvoeren. Zorgprogrammering In 2008 zijn door het EFP, in samenwerking met het forensische zorgveld, de eerste versies van de verschillende zorgprogramma’s opgeleverd. Ten behoeve van de bruikbaarheid van de zorgprogramma’s vindt een doorlopend proces van actualisatie en stroomlijning plaats. Doel van het project is te komen tot meer transparantie, standaardisering en een betere kwaliteit van de behandeling. De status van de zorgprogramma’s is als volgt: Beoogde resultaten 2016 Geactualiseerde werklijst ‘Actualisatie 2016’. Nieuwe inzichten/informatie om ZP’s te kunnen updaten. Meest up to date versies van alle ZP’s. (Voor meer informatie over Zorgprogrammering, zie bijlage I) Zorgprogramma Forensische Verslavingszorg Als aanvulling op de bestaande zorgprogramma’s van het EFP is in 2015 gestart met de ontwikkeling van een zorgprogramma forensische verslavingszorg. In eerste instantie was het doel van het project om een bijlage bij de bestaande zorgprogramma’s van het EFP te voegen, gericht op de forensische verslavingszorg. In een later stadium heeft SVG (Stichting Verslavingsreclassering GGZ) de wens uitgesproken om een zorgprogramma te ontwikkelen rond de relevante kennis op het gebied van middelengebruik en criminaliteit voor de verslavingsreclassering. Omdat het een wens is om breder te kijken dan alleen het terrein van de verslavingsreclassering en er al een project gestart was voor de ontwikkeling van een bijlage forensische verslavingszorg voor de zorgprogramma’s, is besloten deze componenten samen te voegen tot een losstaand zorgprogramma forensische verslavingszorg. Beoogde resultaten 2016 Afronden werkgroep bijeenkomsten Afgerond zorgprogramma forensische verslavingszorg Het zorgprogramma forensische verslavingszorg is beschikbaar voor en bekend bij het veld (Voor meer informatie over Zorgprogramma Forensische Verslavingszorg, zie bijlage I) Task Force Licht Verstandelijke Beperking (TF LVB) Ongeveer een derde van de forensisch psychiatrische cliënten (veroordeelden en verdachten) heeft een totaal IQ-score lager dan 90. Een effectieve behandeling van psychiatrische problematiek van deze doelgroep vereist de juiste specifieke diagnostiek en risicotaxatie. De reguliere instrumenten zijn veelal niet zonder meer toepasbaar bij mensen met een LVB. Een samenhangend aanbod van diagnostische en risicotaxatie instrumenten specifiek voor deze doelgroep ontbreekt. In het (forensische) zorgveld is veel kennis over en ervaring met risicotaxatie en diagnostiek bij deze doelgroep en de zorg voor en behandeling van mensen met een (licht) verstandelijke beperking. De Task Force LVB bundelt deze kennis en expertise en maakt deze beschikbaar. Zo vormt het veld met het EFP een platform binnen de (forensische) zorg voor samenwerking en expertisevorming. Het project is een initiatief van betrokken experts en daarmee bottom up van start gegaan.
Pagina 12 van 46
De TF LVB, bestaande uit de werkgroepen Diagnostiek en Risicotaxatie inventariseert voor de doelgroep geschikte diagnostiek- en risicotaxatie instrumenten. De inventarisatie uit 2012 beschrijft de state of the art van diagnostiek en risicotaxatie bij deze doelgroep. Beoogde resultaten 2016 Up-to-date versies van (onderdelen e/o thema’s van) de bestaande inventarisaties (Voor meer informatie over Task Force LVB, zie bijlage I)
Stoornis en Risico Dit traject startte medio 2010 uit de wens te komen tot een eenduidige en forensisch relevante (her)definitie van de gebezigde concepten van een psychische stoornis en haar relatie met het risico binnen de pro Justitia rapportage en behandeling. De huidige concepten voldoen niet. Zo lijkt een categorale DSM diagnose geen voorspellende waarde te hebben en lijkt er geen causaal verband met het delictrisico te kunnen worden gelegd. Daarnaast vond er in de strafrechtspleging een paradigmaverschuiving plaats waarmee de nadruk op de recidivepreventie kwam te liggen (Wet op de Forensische Zorg, en What Works methode tbs). Daarmee verschuift de focus van de toerekeningsvatbaarheid naar risicotaxatie en behandelbaarheid. In de eerste fase van dit project leidden twee Invitational Conferences tot een conceptualisering van het probleem en een serie uitgangspunten voor de oplossing daarvan. Ten behoeve van de doelmatigheid en het bewaken van de samenhang, wordt er verder in projectvorm aan gewerkt. In de tweede fase van het project wordt door concept mapping gekomen tot delictrelevante functiestoornissen en persoonlijkheidskenmerken. In de concept map is een vraag geformuleerd welke professionals beantwoorden waardoor verschillende factoren geïdentificeerd worden die vervolgens geclusterd en geprioriteerd worden. Zo kan worden bepaald welke psychologische functies en persoonlijkheidskenmerken een rol spelen bij een (bepaald type) delict. Dit wordt in eerste instantie voor een type delict gedaan, namelijk seksuele delicten, waarna de volgende stap in het project wordt bepaald. Beoogde resultaten 2016 Nieuwe ronde concept mapping afgerond Symposium over het project (Voor meer informatie over Stoornis en Risico, zie bijlage I)
E-Health, KeerJeKans1 Het project KeerJeKans startte in 2010 om een serious game te ontwikkelen voor forensische patiënten die de behandelbereidheid zou vergroten. Het streven is de bestaande game door te ontwikkelen voor de doelgroep forensische patiënten en beschikbaar te maken voor aanverwante doelgroepen. Begin 2014 is de game KeerJeKans opgeleverd. Een eerste onderzoek met het concept in 2013 toonde dat deze game een positief effect heeft op de behandelbereidheid: patiënten geven aan graag op korte termijn te willen starten met de behandeling. Beoogde resultaten 2016 De vervolgstappen vanaf 2016 zijn nog afhankelijk van de uitkomsten van 2015 en 2016. Er zijn nu nog geen specifieke activiteiten voor dit project in 2016. 1
Binnen KFZ worden verschillende E-Health projecten uitgevoerd. Zie voor meer informatie www.kfz.nl.
Pagina 13 van 46
Doorontwikkeling Forensische Prestatie-indicatoren verslagjaar 2017 Op verzoek van DForZo verzorgt het EFP het projectmanagement van de doorontwikkeling van de forensische prestatie-indicatoren. Het EFP heeft dit voor de verslagjaren 2014 t/m 2016 op zich genomen en zal dit ook voor 2017 uitvoeren. Er wordt gewerkt naar het komen tot zo veel mogelijk uitkomstindicatoren in plaats van procesindicatoren. In overleg stellen DForZo en het EFP de ontwikkelagenda vast waarbij sinds 2015 ook een component normering is toegevoegd. Aangezien het ontwikkeltraject nu aanzienlijk minder tijd vraagt dan in de eerste jaren heeft DForZo het EFP verzocht de ontwikkeling van de PI 2017 op zich te nemen binnen de bestaande begroting. Het EFP heeft hiermee ingestemd, mits de kosten niet onverwacht alsnog hoog zullen zijn. Beoogde resultaten 2016 Concept set voor besluitvorming binnen het Forensisch Netwerk (FN) en DForZo De set voor publicatie door DForZo (Voor meer informatie over Doorontwikkeling Forensische Prestatie-indicatoren verslagjaar 2017, zie bijlage I)
Leren en Implementeren Het Forensisch Netwerk heeft het EFP in 2014 de opdracht verstrekt om de onderwerpen Opleidingen (Leren) en Implementeren verder uit te werken en vorm te geven, op basis van de input en wensen vanuit het forensisch zorgveld. Binnen het Programma KFZ zijn hiervoor middelen gereserveerd. Medio 2015 is besloten tot een koerswijziging waarin naast onderhoud van de ingerichte toolkit voor Leren het onderdeel Implementeren op een andere wijze wordt vormgegeven: van een wetenschappelijke aanpak naar promotie en ondersteuning bij de implementatie van KFZ-producten. Er is in 2015 een ‘toolkit leren’ beschikbaar gekomen op de KFZ-website. Om de implementatie van producten van KFZ structureel te bevorderen en te faciliteren is een scala aan maatregelen nodig. Een deel hiervan is reeds in 2015 afgerond. Voor sommige stappen is sprake van een inhaalslag. Er wordt vanuit gegaan dat bij het einde project (1 juli 2016) de maatregelen dusdanig zijn vormgegeven dat het binnen de staande KFZ-organisatie kan worden opgenomen. Beoogde resultaten 2016 Jaarcongres KFZ en themabijeenkomsten Ondersteuning Kennisuitwisseling Implementatiegids Promotie- cq instructiefilm Workshops Ambassadeurs Inzicht in de implementatie van KFZ-producten (Voor meer informatie over Leren en Implementeren, zie bijlage I)
Long-term Forensic Psychiatric Care, European Cooperation in Science and Technology Het project startte in 2009 met de ontwikkeling van een zorgprogramma voor LFPZ-patiënten. In 2011 werd de Special Interest Group Long-term Forensic Psychiatric Care (SIG LFPC) opgericht. Dit internationale samenwerkingsverband bestaat uit professionals werkzaam binnen de langdurige forensisch psychiatrische zorg. In 2013 kende de Europese Unie subsidie toe in het kader van het European Cooperation in Science and Technology (COST) programma ter bevordering van de vorming van internationale netwerken tussen onderzoekers. Er doen 18 Europese landen mee aan dit project.
Pagina 14 van 46
Binnen het COST-project bundelen onderzoekers en behandelaars expertise en onderzoeksactiviteiten voor vergelijkend onderzoek naar behandeleffectiviteit en de ontwikkeling van best pratices in de langdurige forensisch psychiatrische zorg in Europa. De Short Term Scientific Missions (STSM) coördinator, welke het EFP levert, zet voor jonge onderzoekers (studenten en promovendi) kortdurende opdrachten uit, waarvan de onderzoeksvraag gelinkt is aan het project. Voor jonge onderzoekers is er de jaarlijkse trainingschool waarbij zij opgeleid kunnen worden in bijvoorbeeld het gebruik van een risicotaxatie-instrument. Beoogde resultaten 2016 Coördinatie rondom Short Term Scientific Missions (STSM) Deelname aan maandelijkse conference call met core group COST Deelname aan halfjaarlijkse meetings van COST Deelname aan jaarlijkse meeting Special Interest Group op AFMHS congres (Voor meer informatie over Long-term Forensic Psychiatric Care, zie bijlage I)
4.2 Landelijke databanken en applicaties Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement Duurzame veiligheid in de samenleving is een eerste doelstelling van forensische zorg. Het verminderen van (de kans op) recidive door behandeling is een bij wet geregelde taak van forensisch psychiatrische centra en klinieken. Om antwoord te krijgen op de vraag waarom juist die persoon, in die context, met dat delict, op dat moment is gerecidiveerd, is dieper inzicht nodig in het recidief en de geboden behandeling: leren van dat wat fout is gegaan. De Stuurgroep LDR-tbs heeft samen met het EFP het project ‘Naar een Lerende Praktijk van Behandeling en Risicomanagement’ vormgegeven als opschaling van de LDR-tbs, afgekort ‘De Lerende Praktijk’. Binnen De Lerende Praktijk wordt gewerkt met twee databanken: de Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) en de Forensic Outcome Monitor (FOM). In de bijlage zijn twee aparte formats opgenomen met de planning voor de LDR-tbs en de FOM. Het doel van De Lerende Praktijk is om een sluitende feedbackloop van prognose en resultaatmeting te maken. Waar in de LDR-tbs de prognose wordt verzameld in de vorm van de uitkomsten van risicotaxatie instrumenten, wordt in de FOM de methodologie voor de verwerking van recidive- en delictgeschiedenis gewaarborgd. Door de koppeling van resultaatmetingen aan informatie over de behandeling van de individuele patiënten kan een inhoudelijke terugkoppeling gemaakt worden naar de behandeling. Subdoelen zijn: grootschalig wetenschappelijk onderzoek verrichten met empirische risicotaxatiegegevens; aansluiten van deze gegevens met recidivegegevens, zodat verdere ontwikkeling en valideren van de verschillende risicotaxatie-instrumenten mogelijk is; het tot stand brengen van een inhoudelijke feedbackloop naar behandeling en risicomanagement van tbs gestelden; het ontwikkelen en internationaal beschikbaar stellen van een groot, eenduidig, kwalitatief integer databestand dat verder onderzoek initieert en faciliteert. Beoogde doelstellingen LDR-tbs 2016 Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data. Tijdige en zorgvuldige afwikkeling van onderzoeksaanvragen. Uitbreiding van de databank met extra gegevens. Meer bekendheid voor de LDR-tbs in Nederland en buitenland. Pagina 15 van 46
Beoogde doelstellingen FOM 2016 Pilot visualisatie software afgerond. Aanvullen van de databank met extra gegevens. Zorgvuldig monitoren kwaliteit en beheer data. Bekendheid voor FOM. (Voor meer informatie over Forensic Outcome Monitor, zie bijlage I)
Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) Het FPA/FPK directieberaad heeft in 2009 de wens uitgesproken te komen tot een databank, om zodoende zelf beter gebruik te kunnen maken van de veelheid aan informatie die nu reeds aan derden wordt aangeleverd. Het doel van de databank is om de belangrijkste knelpunten, vragen en verbeterpunten inzichtelijk te krijgen, waardoor een sectorbrede verbetercyclus mogelijk wordt. Er is voor gekozen deze databank primair te richten op de fpa’s. Beoogde resultaten 2016 Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data. Rapporteren data aan Stuurgroep FPA en FPA/FPK directieberaad. In overleg met stuurgroep aanvullen van databank met andere data. (Voor meer informatie over Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa, zie bijlage I)
Landelijke Databank Forensische Zorg Het doel van dit project is het realiseren van een landelijke databank voor de forensische zorg (LDFZ). De LDFZ maakt het mogelijk om de forensische patiënt te volgen door de keten van begin tot einde titel en indien mogelijk ook in het traject daarna. Op basis van dit hoofddoel dient de LDFZ de volgende doelen: wetenschappelijk onderzoek, profieltracking en jaarlijkse kengetallenuitgave. Beoogde resultaten 2016 Geplande resultaten voor fase 1 zijn: o overeenstemming bereiken over de (definitie van de) gegevens uit paragraaf 6 van het projectvoorstel. o een technische informatieanalyse Fase 1 eindigt op 1 april 2017 (Voor meer informatie over Landelijke Databank Forensische Zorg, zie bijlage I)
4.3 Kennismanagement Kennisdatabanken Onderzoek (PILLO), Instrumenten en Literatuur Het EFP biedt met drie kennisdatabanken digitaal toegankelijke overzichten van 1) lopende onderzoeken in het forensisch psychiatrische veld (PILLO), 2) een digitaal integraal literatuuroverzicht en 3) een registratie van de gehanteerde instrumenten in het forensische veld. Het EFP ontwikkelt en beheert deze databanken en zorgt ervoor dat beschikbare informatie inzichtelijk en toegankelijk wordt gemaakt voor het veld. In 2014 is onderzoek gestart naar het gebruik van PILLO door onderzoekers. De resultaten worden op het moment van schrijven nog afgewacht. Dit betekent voor dit jaarplan dat een eventuele planning pas later dit jaar concreet kan worden gemaakt. Pagina 16 van 46
Beoogde resultaten 2016 Overzicht (lopende) onderzoeken Actueel overzicht gebruikte instrumenten binnen de forensische zorg Actueel literatuuroverzicht binnen de forensische zorg
Organisatie van studiedagen, symposia en congressen Organisatie van studiedagen, symposia en congressen Indien nodig en mogelijk zal het EFP ter ondersteuning van de (project-)doelstellingen expertmeetings, symposia en congressen (mede-) organiseren, zoals het Festival Forensische Zorg (FFZ). Het EFP zal ook verschillende nationale en internationale expertmeetings, symposia en congressen bijwonen. In de dienstverlening naar het veld neemt het EFP op dat vier keer per jaar een studiedag/ expertmeeting kan worden georganiseerd voor een partij in het veld. Het EFP let hierbij op een eerlijke verdeling onder de verschillende stakeholders. Themabijeenkomsten Om invulling te geven aan de kerntaak ‘makelen en schakelen’ organiseert het EFP vanaf 2009 themabijeenkomsten voor en met het forensisch zorgveld. Doel van het project is het faciliteren van discussies over thema’s die leven in het forensisch veld en het bieden van een gelegenheid tot netwerken. De themabijeenkomsten zijn kosteloos. Beoogde resultaten 2016 Drie themabijeenkomsten bij het EFP. Festival Forensische Zorg (FFZ) DForZo organiseert jaarlijks het Festival Forensische Zorg (FFZ), een dag waarop medewerkers uit de sector elkaar kunnen ontmoeten en kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Het EFP levert diverse bijdragen. Vanaf 2010 neemt het EFP jaarlijks de FFZ-Academie voor zijn rekening. Het EFP is betrokken bij de ontwikkeling van het programma door deelname aan de Projectgroep (organisatie FFZ) en de Programmaraad (inhoud FFZ). Beoogde resultaten 2016 KFZ als vast onderdeel Organisatie FFZ-Academie (inhoud nog nader in te vullen, mogelijk gekoppeld aan KFZ) Deelname EFP aan Projectgroep en Programmaraad
Samenwerkingsverbanden en kenniskringen Scientific Council De Scientific Council is het internationale netwerk van het EFP dat bestaat uit vooraanstaande, internationale wetenschappers binnen de forensische psychiatrie ten behoeve van het Nederlandse forensisch psychiatrische veld. Het EFP faciliteert internationale uitwisseling van bestaande kennis en expertise, nieuwe ontwikkelingen en onderzoeksresultaten. Ook kan het EFP bemiddelen bij het wederzijds consulteren van de Scientific Council in zijn geheel, dan wel van individuele leden. Leden Scientific Council - Professor H.J.C. van Marle, Erasmus MC (Nederland), voorzitter - Professor D. Cooke, Glasgow Caledonian University, Douglas Inch Centre (UK) - Professor V. Dittman, Institut für Rechtsmedizin (Zwitserland) - Professor J. Folino, National University of La Plata (Argentinië) Pagina 17 van 46
-
Professor I. Freckelton, Monash University, Melbourne (Australië) Professor K. Hanson, Corrections Research, Public Safety (Canada) Dr. R. Hare, Department of Psychology, University of British Columbia (Canada) Professor J. Hirdes, PhD, Health Studies and Gerontology, University of Waterloo (Canada) Professor S. Hodgins, Dep. of Forensic Mental Health Science, King’s College, London, (UK) Dr. R. Müller-Isberner, Vitos Klinik für forensische Psychiatrie, Haina (Duitsland) Professor Craig Neumann, Professor of Psychology, University of North Texas (USA) Professor J. Ogloff, Centre for Forensic Behavioural Science, Monash University (Australië) Professor P. Taylor, Wales College of Medicine, Cardiff University (UK) Professor G. Vervaeke, Hoge Raad voor Justitie, Universiteit Leuven Faculteit Rechtsgeleerdheid (België)
Commissie Ethiek in de forensische psychiatrie De commissie ‘Ethiek in de forensische psychiatrie’ is in 2009 opgericht, op initiatief van betrokkenen in het veld. De commissie Ethiek bestaat experts uit het (forensische) veld, te weten behandelaars, ethici en juristen uit wetenschap en praktijk: prof. dr. Guy Widdershoven (hoogleraar medische filosofie en ethiek) voorzitter; prof. dr. Frans Koenraadt (hoogleraar forensische psychiatrie en psychologie); drs. Gerco Blok (psychiater/geneesheer-directeur ); drs. Swanny Kremer (onderzoeker / filosoof, Promovenda VUmc en RUg);mr. Yvo van Kuijck (vicepresident Gerechtshof Arnhem); prof. dr. Hjalmar van Marle (hoogleraar forensische psychiatrie); drs. Carolien Sijbrandij (psychiater); mr. Tineke Stikker (jurist) en dr. Jaap van Vliet (beleidsadviseur Marketing & Kwaliteit, Reclassering en Jeugdzorg). De commissie bespreekt ethische dilemma’s in het forensische veld, betrekt het forensische veld hierbij en zorgt voor ondersteuning bij voorkomende problemen, onder andere door expertmeetings en casusbesprekingen (Moreel Beraad) op de werkvloer te organiseren en via adviezen en publicaties. De rol van het EFP is het faciliteren van twee à drie overleggen/expertmeetings per jaar. Doelstellingen 2016 Zichtbaar en bespreekbaar maken van ethische dilemma’s die zich binnen de forensisch psychiatrische praktijk voordoen door het organiseren van expertmeetings. Stimulering ethische bewustzijn op de werkvloer door Moreel Beraad naar aanleiding van casus. Hulp bieden aan praktijkbeoefenaren bij ethische kwesties.
Kennisdeling en communicatie Website De website is een belangrijk communicatiemiddel van het EFP om het veld te informeren. Op de website is informatie en nieuws te vinden over het EFP, forensische zorg, actueel wetenschappelijk onderzoek en de projecten. De inhoud wordt voortdurend actueel gehouden en daarbij wordt gebruik gemaakt van stukken die het veld en de EFP-medewerkers aanleveren. Een deel van de informatie op de website is in het Engels beschikbaar. Naast de EFP-website beheert het EFP vanaf 2013 ook de website van het programma KFZ. Beoogde resultaten 2016 Nieuwe vormgeving en verbeterde functionaliteit is doorgevoerd. Aansluiting met KNapp is gereed Website doorlopend onder beheer; de inhoud is geactualiseerd en de technische omgeving is volgens de nieuwste methoden geüpdatet. De statistieken van de website zijn maandelijks geanalyseerd en de website is naar aanleiding van die bevindingen aangepast.
Pagina 18 van 46
Nieuwsbrief Het EFP wil informatie van en over het EFP verspreiden, mensen met elkaar in contact brengen en kennis delen. Hiertoe verschijnt de Nieuwsbrief vier keer per jaar. Deze vestigt de aandacht op zaken die het EFP en het forensische zorgveld aangaan en dient tevens als doorverwijzing naar de website die meer achtergrond en inhoud geeft. Het EFP verstuurt indien nodig een internationale nieuwsbrief of kortere news flash naar de leden van het internationale netwerk. Beoogde resultaten 2016 Vier per jaar verschijnt de Nederlandse Nieuwsbrief Nederlandse inschrijvingen op verzendlijst: 1500 Twee per jaar verschijnt de Internationale Nieuwsbrief en / of news flash Internationale inschrijvingen op verzendlijst: 200 Social Media Het EFP maakt beperkt gebruik van Social Media, om zo ook via online platforms bereikbaar en zichtbaar te zijn. Het EFP biedt via LinkedIn, Twitter en KNapp online platforms aan professionals uit het veld om met elkaar kennis en informatie uit te kunnen wisselen. Het doel is professionals op meer plekken dan alleen via onze website in contact te brengen met het werk van het EFP en hen een platform(s) bieden om met elkaar in gesprek te gaan en kennis en informatie uit te wisselen. Het project beperkt zich tot Social Media die al breed bekend zijn in het veld en die op een zakelijke manier kunnen worden benut. Dat is primair LinkedIn (bedrijfsprofiel en discussiegroep) en daarnaast maken we beperkt gebruik van Twitter door alleen tweets te verzenden over EFP nieuws zoals aankondiging van studiedagen of updates van EFP-projecten. Interessante ontwikkelingen uit het veld worden evt. geretweet. Het EFP neemt hierbij geen deel aan debat of discussie over actualiteit/ politiek. Ook is het EFP aanwezig op Wikipedia. Beoogde resultaten 2016 Twitteraccount heeft 300 volgers EFP groep op LinkedIn heeft 1200 leden Wikipedia pagina is up-to-date
4.4 Kwaliteitsnetwerken Kwaliteitsnetwerk FPA’s In het project ‘de ideale fpa’ is een gezamenlijke visie beschreven omtrent hoe de fpa eruit zou moeten zien, en is deze visie uitgewerkt voor vier themagebieden in adviezen. Het project behelst het invoeren van een kwaliteitsnetwerk. Dit omvat niet alleen deelname aan een cyclus (bepalen van standaarden – uitvoeren zelfreview met deze standaarden – reviewbezoek door externe professionals en patiënt – instellingsrapport – landelijk rapport en dag) maar ook deelname aan een kennisnetwerk van professionals dat onderling actief best practices deelt. Implementatie gaat vergezeld van een onderzoek naar het effect van deelname. In fase 1 en 2 is de methode kwaliteitsnetwerk voor de Nederlandse situatie bewerkt, en is na een succesvolle pilot het kwaliteitsnetwerk uitgerold over alle fpa’s. Ook is een online kennisdeelplatform gebouwd en is een eerste wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar het effect van de methode op de kwaliteit. Voortbouwend hierop zal in fase 3 (tevens de laatste fase van dit project; daarna gaat het naar de staande organisatie) de focus liggen op het ondersteunen van de actiefase binnen de instellingen. Hoe kan het kwaliteitsnetwerk instellingen helpen om de inspiratie die de cyclus oplevert om te zetten in implementatie? Daartoe wordt het vizier gericht op projectmanagementtraining voor Pagina 19 van 46
projectleiders binnen de instelling, wordt onderzocht hoe we succesvolle parels verder kunnen promoten (publicaties, gastlessen) en onderzoeken we hoe kennis tussen instellingen gedeeld kan worden (bijvoorbeeld via job rotation). Het doel van dit project is voor de Nederlandse situatie bewerken en bij de fpa’s invoeren van de methodiek kwaliteitsnetwerk. Deze methodiek versterkt de kwaliteit door uitwisseling en het delen van parels, met de professional in the lead. Beoogde resultaten 2016 De kwaliteitsnetwerkcyclus is aangepast volgens de evaluatie van cyclus 2 Er is een werkwijze om de implementatie binnen de instellingen te ondersteunen en waar nodig te stimuleren (Voor meer informatie over Kwaliteitsnetwerk FPA’s, zie bijlage I)
Kwaliteitsnetwerk De Borg De Borginstellingen willen in navolging van de FPA een eigen kwaliteitsnetwerk starten waarin met de professional in de lead aan kwaliteit wordt gewerkt. De opdrachtgevers van dit project zijn de samenwerkende SGLVG-behandelcentra, georganiseerd in De Borg. De formele opdrachtgever van dit project wordt de programmaraad van De Borg. Er is een kerngroep gevormd die de invoering begeleid en die de standaarden opstelt. Deze zal worden gevormd door afvaardiging vanuit de vier instellingen. Het doel van dit project is voor de SGLVG-sector bewerken en bij de Borginstellingen invoeren van de methodiek kwaliteitsnetwerk. Deze methodiek versterkt de kwaliteit door uitwisseling en het delen van parels, met de professional in the lead. De rol van het EFP is tweeërlei: enerzijds voeren we het projectmanagement over het invoeren van het kwaliteitsnetwerk, anderzijds vervullen we een (in de toekomst waarschijnlijk structurele taak) van coördineren en faciliteren waar het gaat om de ondersteuning van het kwaliteitsnetwerk. Binnen het EFP wordt dit project bemenst door Jeantine Stam (projectleider en coördinator backoffice), Diewke de Haen en Inge Koomen en Lex van Rooy (ICT). Beoogde resultaten 2016 Tweede cyclus succesvol uitgevoerd Methodiek voor de SGLVG sector is verder ontwikkeld en zoveel mogelijk bekend (binnen de instellingen en bij stakeholders) (Voor meer informatie over Kwaliteitsnetwerk De Borg, zie bijlage I)
Kwaliteitsnetwerk Forensische Verslavingszorg De forensische verslavingszorginstellingen dragen sinds 2013 bij aan het EFP. Naar aanleiding daarvan heeft aan het eind van 2013 een inventarisatie plaatsgevonden van de wensen en behoeftes binnen in het veld. Vervolgens heeft een brainstorm met een aantal betrokkenen geleid tot een voorstel aan het Netwerk Verslavingszorg. In 2014 is een inventarisatie gehouden van de huidige behandelpraktijk en is een visiedocument op forensische verslavingszorg opgesteld. Gaande dit proces groeide het enthousiasme voor een kwaliteitsnetwerk en de mogelijkheid die dit biedt om samen kennis te delen en successen te herkennen. De wens daarbij is nadrukkelijk voor alle zorgvormen binnen de sector (ambulant, klinisch en beschermd wonen) de kwaliteit te versterken en kennis uit te wisselen.
Pagina 20 van 46
Beoogde resultaten 2016 Een set bruikbare standaarden voor de sector forensische verslavingszorg Een uitgevoerde kwaliteitsnetwerkcyclus Project is geëvalueerd en keuze is gemaakt over het al dan niet voortzetten van de cyclus (Voor meer informatie over Kwaliteitsnetwerk Forensische Verslavingszorg, zie bijlage I)
Pagina 21 van 46
5 Mogelijk nieuwe projecten in 2016 Zoals genoemd in het voorwoord en inleiding is het EFP in 2015 druk bezig met het aanscherpen van de programmering voor de komende jaren. Door middel van interviews en een Strategische conferentie op 14-10-2015 betrekken wij het veld bij het ontwikkelen en vaststellen van onze meerjarenagenda. Dat heeft consequenties voor dit jaarplan: we weten op dit moment van schrijven nog niet precies of en hoe onze programmering gaat veranderen. Op 14 oktober bespreken we met een selecte groep deelnemers onder leiding van voorzitter Ruben Maes een aantal thema’s en richtingen die uit de telefonische interviews met een dertigtal vertegenwoordigers uit het veld naar voren zijn gekomen. De nieuwe trends, onderwerpen en projecten die uit deze conferentie naar voren zullen komen, zullen mogelijk invloed hebben op onze programmering in 2016. Als dat het geval is zullen wij dit zo snel mogelijk aanpassen in dit jaarplan. Met de samenwerking tussen het EFP en de Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) is in 2015 een start gemaakt. Dit gaat plaatsvinden door uitwisseling van medewerkers en het opzetten van diverse projecten. Gestart is in het najaar met het meewerken van SVG aan het beschrijven van het zorgprogramma forensische verslavingszorg. Op de rol voor 2016 staat samenwerking bij het inrichten van een kennisplatform, het ontsluiten van kennisbanken en het leggen van verbindingen tussen diverse databases.
Pagina 22 van 46
Bijlage I: Overzicht projecten Kwaliteit Forensische Zorg Naam Project Partners Rol EFP
Korte omschrijving project
Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ) Opdrachtgever: GGZ Nederland/Forensisch Netwerk (FN) Het EFP ondersteunt het Programma KFZ en voert de volgende taken uit: Inhoudelijk en procesmatig ondersteunen Stuurgroep KFZ. Inhoudelijk en procesmatig ondersteunen Programmacommissie KFZ. Projectmanagement Programma KFZ Begeleiden opstellen, uitzetten en beoordelen calls. Beoordelen projectvoorstellen en voortgangsrapportages en hierover adviezen geven aan de Programmacommissie KFZ. Zorgen voor verbinding met andere projecten en ontwikkelingen in de sector. Ondersteunen en coördineren projecten binnen het Programma KFZ. Aanvragen en beheren (kassiersfunctie) van de subsidie voor het Programma KFZ bij DForZo. Projectleider: Gijs Bakkum Projectcoördinator: Malu Landman Wetenschappelijk adviseur: Ruud van der Horst, Elisabeth Pomp Communicatieadviseur: Renske de Zwart KFZ is een meerjarenprogramma, waarbij de Programmacommissie verantwoordelijk is voor de uitvoering. KFZ fungeert daarbij als kapstok voor verschillende projecten en ontwikkelingen en maakt het mogelijk systematisch en geprotocolleerd producten te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren. Programmacommissie: de programmacommissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Programma KFZ en bestaat uit drie bestuurders, drie wetenschappers en drie professionals.
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Stuurgroep: de stuurgroep fungeert als toezichthouder en bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en vertegenwoordigers van het ministerie van Veiligheid en Justitie/ DForZo en GGZ Nederland. De kwaliteit van de forensische zorg ontwikkelen en verbeteren. De kwaliteit van de forensische zorg zichtbaar maken aan de hand van objectieve en eenduidig gedefinieerde indicatoren op het punt van recidive, incidenten, instroom, doorstroom en uitstroom. Het scheppen van voorwaarden voor en het stimuleren van de implementatie van de binnen het KFZ-programma ontwikkelde producten. Begindatum: 2012 Einddatum: geen einddatum Projectmanagement en adviezen over de call-producten uitgevoerd naar tevredenheid van de programmacommissie KFZ Uitgezette calls Ondersteuning implementatie Resultaat: Projectmanagement en adviezen over de call-producten uitgevoerd naar tevredenheid van de programmacommissie KFZ Activiteit: Ondersteunen stuurgroep Ondersteunen programmacommissie Projectteam overleg Communicatie Verslaglegging Vraagbaak veld/ Externe contacten over project
I
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3 etc.
Status en vervolg
Jaarcyclus (jaarplan, -verslag, begroting) Begeleiden proces van opstellen, uitzetten, beoordelen calls Opstellen voortgangsrapportages Contracten opstellen Opstellen/beheren sjablonen (bijv Masterprotocol) Overleg subsidie verlener Financiële projectadministratie Gebruik Masterprocotol en MP light en vragen daarover Overleg gremia over afstemming Meerjarenbeleid Ad hoc taken Resultaat: Uitgezette calls Activiteit: Opstellen calls Uitzetten calls Beoordelen projectvoorstellen Beoordelen gedetailleerde plannen van aanpak Adviezen richting programmacommissie over calls obv stukken die binnenkomen Voortgangscontrole (inhoud): rapportages, begeleidingscommissie, werkbezoeken. Voortgangscontrole (proces): rapportages, begeleidingscommissie, werkbezoeken. Inventariseren onderzoeksvoorstellen/lacunes/behoeften aan onderzoek/suggesties voor calls uit veld Verwerken nieuwe inhoudelijke zaken Verbinding met andere projecten (bijv. zorgprogrammering) Vragen rond gunning en uitvoering (proces) Inhoudelijke vragen rond calls Resultaat: Ondersteuning implementatie Activiteit: Uniforme ontsluiting Opleidingen Implementatie Kwaliteitsbewaking Workshops Communicatie PR/draagvlak veld Actief verspreiden resultaten Afstemmen alle betrokkenen (DForZo, DSP, FN, Instellingen, etc.) Piekmomenten liggen rond het uitzetten en toewijzen van de calls, in het voorjaar en najaar.
II
Zorgprogrammering Naam Project Partners Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Status en vervolg
Zorgprogrammering Opdrachtgever: forensische zorgveld Projectgroep: EFP, vertegenwoordigers fpc’s, fpk’s, fpa's en universiteiten . Projectleider: Elisabeth Pomp Projectcoördinator: Malu Landman Wetenschappelijk adviseur: Elisabeth Pomp Sinds 2010 heeft het EFP een vijftal zorgprogramma’s opgeleverd. Deze zijn via de website van het EFP te downloaden. Ten behoeve van de bruikbaarheid van de zorgprogramma’s vindt een doorlopend proces van actualisatie en stroomlijning van de inhoud plaats. De status van de zorgprogramma’s is als volgt: Basiszorgprogramma – geactualiseerde versie april 2015 Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (ZP SGG) – geactualiseerde versie juli 2014 Psychotische stoornissen (ZP PSYS) – geactualiseerde versie april 2015 Persoonlijkheidsstoornissen (ZP PerS) – geactualiseerde versie sept 2014 Langdurige Forensisch Psychiatrische Zorg (LFPZ) – geactualiseerde versie nov 2014 Er wordt aansluiting gezocht bij het Programma KFZ om inzichten in effectiviteit van (nieuwe) interventies en overige onderzoeksbevindingen op te nemen in de zorgprogramma’s. Meer transparantie in de forensische zorg. Standaardisering in de forensische zorg. Betere kwaliteit van de behandeling in de forensische zorg. Formuleren van relevante onderzoeksvragen, waarmee een aanzet gegeven kan worden voor nieuw onderzoek. Begindatum: 2007 Einddatum: doorlopend Geactualiseerde werklijst ‘Actualisatie 2016’. Nieuwe inzichten/informatie om ZP’s te kunnen updaten. Meest up to date versies van alle ZP’s. Resultaat: Geactualiseerde werklijst ‘Actualisatie 2016’. Activiteit: Inventariseren onderwerpen die aandacht moeten krijgen. Inventariseren KFZ producten die verwerkt moeten worden. Resultaat: Nieuwe inzichten/informatie om ZP’s te kunnen updaten. Activiteit: Literatuuronderzoek uitvoeren. Relevante info verzamelen uit nieuwe producten binnen KFZ. Raadplegen van experts. Relevante info verzamelen uit werkgroep/symposium. Feedback/opmerkingen verzamelen. Resultaat: Meest up to date versies van alle ZP’s. Activiteit: Verwerken van resultaten literatuuronderzoek. Verwerken van nieuwe, relevante KFZ producten. Verwerken van kennis van experts. Verwerken van info uit werkgroep/symposium. Verwerken van feedback/opmerkingen. Het is nog niet duidelijk wanneer er piekmomenten zullen zijn in 2016. Dit komt doordat er continue gewerkt wordt aan het up-to-date houden van de zorgprogramma’s. Wel is het in de toekomst de bedoeling aandacht te gaan besteden aan implementatie van de zorgprogramma’s.
III
Zorgprogramma Forensische Verslavingszorg Naam Project Partners Rol EFP Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Status en vervolg
Zorgprogramma voor de forensische verslavingszorg Opdrachtgever: Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) en forensische zorgveld Projectleider: Malu Landman Wetenschappelijk adviseur: Elisabeth Pomp Sinds 2010 heeft het EFP een vijftal zorgprogramma’s opgeleverd. In 2016 komt daar een zesde zorgprogramma bij, namelijk het zorgprogramma forensische verslavingszorg. In het kader van het project Forensische Verslavingszorg is er in 2014 een inventarisatie gedaan van de behandelpraktijk bij dertien forensische verslavingszorgaanbieders. Tijdens een landelijke bijeenkomst in november 2014 kwam naar voren dat de forensische verslavingszorgaanbieders graag de (state of the art) kennis op het gebied van de forensische verslavingszorg willen bundelen. Het was in eerste instantie de bedoeling om dit als bijlage bij de bestaande zorgprogramma’s van het EFP te voegen. In een later stadium heeft SVG de wens uitgesproken om een zorgprogramma te ontwikkelen rond de relevante kennis op het gebied van middelengebruik en criminaliteit voor de verslavingsreclassering. Aangezien het EFP het terrein van verslavingsreclassering te beperkt vindt en er al een project gestart was voor de ontwikkeling van een bijlage forensische verslavingszorg voor de zorgprogramma’s, is besloten deze componenten samen te voegen tot een op zich zelf staand zorgprogramma forensische verslavingszorg. Meer transparantie in de forensische verslavingszorg Standaardisering in de forensische verslavingszorg Betere kwaliteit van de behandeling in de forensische verslavingszorg Formuleren van relevante onderzoeksvragen, waarmee een aanzet gegeven kan worden voor nieuw onderzoek Begindatum: juni 2015 Einddatum: september 2016 (daarna onderhoud) Afronden werkgroep bijeenkomsten Afgerond zorgprogramma forensische verslavingszorg Het zorgprogramma forensische verslavingszorg is beschikbaar voor en bekend bij het veld Resultaat: Afronden werkgroep bijeenkomsten Activiteit: Plannen laatste bijeenkomst Gereed hebben van een vergevorderd zorgprogramma forensische verslavingszorg om in te brengen tijdens de laatste bijeenkomst Resultaat: Afgerond zorgprogramma forensische verslavingszorg Activiteit: Literatuuronderzoek uitvoeren Raadplegen van experts Kennis uit werkgroep (bijeenkomsten) en literatuur verwerken in het zorgprogramma Relevante info verzamelen uit nieuwe producten binnen KFZ Feedback/opmerkingen verzamelen (Eind)redactionele slag Resultaat: Het zorgprogramma forensische verslavingszorg is beschikbaar voor en bekend bij het veld Activiteit: Aanbieden van het zorgprogramma via de EFP-website Een artikel in de EFP-Nieuwsbrief (najaar) Communicatie via andere kanalen Na de afronding van het zorgprogramma vinden periodieke updates plaats
IV
Task Force LVB Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Status en vervolg
Task Force Licht Verstandelijke Beperking (TF LVB) Opdrachtgever: het forensisch zorgveld Projectgroep: EFP, behandelaren en onderzoekers vanuit zowel klinische als ambulante, forensische en niet-forensische instellingen met LVB als specialisme. Het EFP verzorgt het projectmanagement en het voorzitterschap van bijeenkomsten. Het EFP coördineert en faciliteert de voortgang van de actualisatie van de werkdocumenten, verzorgt de eindredactie en stimuleert het gebruik van (de bevindingen uit) de inventarisatie. Projectleider: Petra van der Veer Projectcoördinator: nnb Ongeveer een derde van de forensisch psychiatrische cliënten (veroordeelden en verdachten) heeft een totaal IQ-score lager dan 90. Een effectieve behandeling van psychiatrische problematiek van deze doelgroep vereist de juiste specifieke diagnostiek en risicotaxatie. De reguliere instrumenten zijn veelal niet zonder meer toepasbaar bij mensen met een LVB. Een samenhangend aanbod van diagnostische en risicotaxatie instrumenten specifiek voor deze doelgroep ontbreekt. In het (forensische) zorgveld is veel kennis over en ervaring met risicotaxatie en diagnostiek bij deze doelgroep de zorg voor en behandeling van mensen met een (licht) verstandelijke beperking. De Task Force LVB bundelt deze kennis en expertise en maakt deze beschikbaar. Zo vormt het veld met het EFP een platform binnen de (forensische) zorg voor samenwerking en expertisevorming. Het project is een initiatief van betrokken experts en daarmee bottom up van start gegaan. De TF LVB, bestaande uit de werkgroepen Diagnostiek en Risicotaxatie inventariseert voor de doelgroep geschikte diagnostiek- en risicotaxatie instrumenten. De inventarisatie uit 2012 beschrijft de state of the art van diagnostiek en risicotaxatie bij deze doelgroep. Het stimuleren van samenwerking en expertisevorming op het gebied van diagnostiek en risicotaxatie voor de doelgroep mensen met een (licht) verstandelijke beperking Het bundelen van kennis en expertise en beschikbaar maken in de vorm van een inventarisatie, ondersteund met literatuur, van voor de doelgroep geschikte diagnostiek- en risicotaxatie instrumenten Het stimuleren en faciliteren van het veld om (bevindingen uit) het rapport te gebruiken. Het doen van aanbevelingen voor het gebruik van deze instrumenten en nader onderzoek Regelmatig updates met het veld Begindatum: medio 2007 Einddatum: doorlopend of datum, jaartal Up-to-date versies van (onderdelen e/o thema’s van) de bestaande inventarisaties.
Resultaat: Up-to-date versies van (onderdelen e/o thema’s van) de bestaande inventarisaties Activiteit: Nog te bepalen aantal bijeenkomsten met experts Verwerken input door betrokkenen en EFP Afronding en eindredactie door EFP Optioneel: studiedag(deel) De piekmomenten zullen zijn rondom de momenten dat er werkgroepen bijeenkomen, tijdens de afronding van stukken en in de periode rondom de voorbereiding van de eventuele studiedag. Na 2016 zal naar verwachting de voor 2016 voorgenomen werkwijze worden voortgezet.
V
Stoornis en Risico Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Status en vervolg
Stoornis en Risico Opdrachtgever: Thomas Rinne (NIFP). Projectgroep: Thomas Rinne (NIFP), Maarten Beukers (NIFP), Erik Bulten (Pompe), Wim Kramer. Het EFP heeft een coördinerende en meedenkende rol waarin zij zich beperkt bezig houdt met de inhoud en met name stuurt op resultaten. Projectleider: Malu Landman Met concept mapping wordt geprobeerd te komen tot (delict)relevante functiestoornissen en persoonlijkheidskenmerken. In de concept map is een vraag geformuleerd, die door professionals wordt ingevuld, waardoor verschillende factoren geïdentificeerd worden. Vervolgens worden de factoren geclusterd en geprioriteerd. Aan de hand daarvan kan bepaald worden welke psychologische functies en persoonlijkheidskenmerken een rol spelen bij een (bepaald type) delict. Dit wordt in eerste instantie voor een type delict gedaan, namelijk seksuele delicten, waarna de volgende stap in het project wordt bepaald. Herdefiniëring van het stoornisbegrip als forensisch (delict)relevante functiestoornis Komen tot een verandering in de werkwijze van de rapporteurs op het gebied van functionele diagnostiek en risicodiagnostiek t.b.v. recidivepreventieve behandeling Begindatum: juni 2010 Einddatum: onbekend Nieuwe ronde concept mapping afgerond Symposium over het project Resultaat: Nieuwe ronde concept mapping afgerond Activiteit: Bepalen nieuw delicttype Benaderen van experts Experts begrippen laten bepalen Begrippen/factoren terugbrengen tot maximaal 98 door werkgroep. Experts laten prioriteren en clusteren Data-invoer Data-analyse Rapportage Resultaat: Symposium over het project Activiteit: Bepalen locatie/datum Programma opstellen/sprekers bepalen Deelnemers uitnodigen Andere organisatorische werkzaamheden Piekmomenten zullen liggen rond het organiseren van het symposium (voorjaar 2016) en de data –analyse (eind 2016). Na deze ronde concept mapping zal worden bekeken hoe het project wordt voortgezet.
VI
Doorontwikkeling Forensische Prestatie-indicatoren verslagjaar 2017 Naam Project Partners Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Status en vervolg
Doorontwikkeling Forensische Prestatie-indicatoren verslagjaar 2017 Opdrachtgever: DForZo. De ontwikkeling gebeurt met alle relevante stakeholders in het forensische zorgveld Het EFP verzorgt het projectmanagement. Projectleider: Inge Koomen, projectleider NNB, projectcoördinator Op verzoek van DForZo verzorgt het EFP het projectmanagement van de doorontwikkeling van de forensische prestatie-indicatoren. Het EFP heeft dit voor de verslagjaren 2014 t/m 2016 op zich genomen en zal dit ook voor 2017 uitvoeren. Er wordt gewerkt naar het komen tot zo veel mogelijk uitkomstindicatoren in plaats van procesindicatoren. In overleg stellen DForZo en het EFP de ontwikkelagenda vast waarbij sinds 2015 ook een component normering is toegevoegd. Aangezien het ontwikkeltraject nu aanzienlijk minder tijd vraagt dan in de eerste jaren heeft DForZo het EFP verzocht de ontwikkeling van de PI 2017 op zich te nemen binnen de bestaande begroting. Het EFP heeft hiermee ingestemd, mits de kosten niet onverwacht alsnog hoog zullen zijn. Het doorontwikkelen van de forensische prestatie-indicatoren naar uitkomstindicatoren. Begindatum: 1 november 2015 Einddatum: 1 oktober 2016 Per 1 juni 2016 is een (geteste) concept set gereed voor besluitvorming binnen het Forensisch Netwerk (FN) en DForZo Per 1 september 2016 is de set gereed voor publicatie door DForZo Resultaat: Per 1 juni 2015 is een definitieve (geteste) concept set gereed voor besluitvorming binnen het Forensisch Netwerk (FN) en DForZo Activiteit: Samenstellen Voorbereidingsgroep Inplannen ontwikkelagenda Opstellen concept set Concept set laten testen door praktijktesters Definitieve concept set afronden voor besluitvorming Resultaat: Per 1 september 2015 is de definitieve set gereed voor publicatie door DForZo Activiteit: Concept set ter besluitvorming voorleggen aan FN Concept set ter besluitvorming voorleggen aan DForZo Eventueel aanpassen van de concept set Set voorleggen voor decharge aan Stuurgroep Definitieve set voor publicatie aanbieden aan DForZo Het zwaartepunt van het project zal in de eerste helft van 2016 liggen. Na evaluatie van het project met DForZo bepaalt DForZo of ook de doorontwikkeling voor verslagjaar 2018 bij het EFP wordt belegd.
VII
Leren en Implementeren Naam Project Partners Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen Looptijd Geplande projectresultaten in 2016
Resultaat activiteiten 1
en
Resultaat activiteiten 2
en
Resultaat activiteiten 3
en
Resultaat activiteiten 4
en
Leren en Implementeren Opdrachtgever: Forensisch Netwerk (FN) Stuurgroep: Joke Groeneweg (Pompestichting), Petra de Rijke (GGZ Drenthe) Het EFP verzorgt het projectmanagement. Projectleider: Inge Koomen Projectcoördinator: Malu Landman Communicatieadviseur: Renske de Zwart Het Forensisch Netwerk heeft het EFP in 2014 de opdracht verstrekt om de onderwerpen Opleidingen (Leren) en Implementeren verder uit te werken en vorm te geven, op basis van de input en wensen vanuit het forensisch zorgveld. Binnen het Programma KFZ zijn hiervoor middelen gereserveerd. Medio 2015 is besloten tot een koerswijziging waarin naast onderhoud van de ingerichte toolkit voor Leren het onderdeel Implementeren op een andere wijze wordt vormgegeven: van een wetenschappelijke aanpak naar promotie en ondersteuning bij de implementatie van KFZ-producten. Er is in 2015 een ‘toolkit leren’ die beschikbaar gekomen op de KFZwebsite. Om de implementatie van producten van KFZ structureel te bevorderen en te faciliteren is een scala aan maatregelen nodig. Een deel hiervan is reeds in 2015 afgerond. Voor sommige stappen is sprake van een inhaalslag. Er wordt vanuit gegaan dat bij het einde project (1 juli 2016) de maatregelen dusdanig zijn vormgegeven dat het binnen de staande KFZ-organisatie kan worden opgenomen. Het centraal bevorderen en faciliteren van de implementatie van de producten van KFZ. Begindatum: 1 juli 2014 Einddatum: 1 juli 2016 Jaarcongres KFZ en themabijeenkomsten Ondersteuning Kennisuitwisseling Implementatiegids Promotie- cq instructiefilm Workshops Ambassadeurs Inzicht in de implementatie van KFZ-producten Resultaat: Jaarcongres KFZ en themabijeenkomsten Activiteit: Eind januari 2016: Aandacht op FFZ voor opgeleverde producten en de implementatie daarvan. Tot 1 juli 2016 organiseren van themabijeenkomsten op locatie van de ontwikkelaar om bekendheid te geven aan KFZ-producten. Resultaat: Ondersteuning Kennisuitwisseling Activiteit: Implementatie afgerond per 1 november 2015. Tot 1 juli 2016 ondersteuning in en stimuleren van het gebruik. Resultaat: Implementatiegids Activiteit: Per product wordt een implementatiegids samengesteld. In 2016 wordt tot 1 juli 2016 een gids samengesteld van alle (implementeerbare) KFZ-producten die worden opgeleverd vanaf december 2015. Resultaat: Promotie- cq instructiefilm Activiteit:
VIII
Resultaat activiteiten 5
en
Resultaat activiteiten 6
en
Resultaat activiteiten 7
en
Status en vervolg
Tot 1 juli 2016 wordt voor alle (implementeerbare) producten die vanaf december 2015 worden opgeleverd een film ontwikkeld voor de KFZ-website. Resultaat: Workshops Activiteit: In het eerste halfjaar van 2016 worden 2 cycli georganiseerd. Resultaat: Ambassadeurs Activiteit: In 2016 worden de in 2015 geïnventariseerde ambassadeurs zo veel mogelijk betrokken bij de ontwikkelingen. Resultaat: Inzicht in de implementatie van KFZ-producten Activiteit: Voor 1 juli 2016 is de jaarlijkse inventarisatie voorbereid. Er wordt aan het Forensisch Netwerk en de Programmacommissie KFZ een advies afgegeven over het structureel voortzetten van de in gang gezette activiteiten.
IX
Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC), European Cooperation in Science and Technology (COST) Naam Project Partners
Rol EFP Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Resultaat en activiteiten 4
Long-term Forensic Psychiatric Care (LFPC), European Cooperation in Science and Technology (COST) Opdrachtgever: het forensische zorgveld. Projectgroep: EFP en de verschillende (internationale) instellingen die langdurige forensisch psychiatrische zorg verlenen en die deelnemen aan het samenwerkingsverband (COST). Projectleider: Denise van Eeden Binnen het COST-project bundelen onderzoekers en behandelaars expertise en onderzoeksactiviteiten om een basis op te zetten voor vergelijkend onderzoek over behandeleffectiviteit en de ontwikkeling van best pratices in de langdurige forensisch psychiatrische zorg in Europa. Het doel is het ontwikkelen van kosteneffectief beleid in de forensische zorg, evidence-based behandelmethoden in de langdurige forensisch psychiatrische zorg en de kwaliteit van leven van de patiënten te optimaliseren. De Short Term Scientific Missions (STSM) coördinator zet een aantal ‘calls’ uit waarvoor jonge onderzoekers (studenten en promovendi) zich kunnen aanmelden. De calls zijn korte projecten, waarvan de onderzoeksvraag gelinkt is aan het project. Ze versterken bestaande netwerken en samenwerkingsverbanden binnen het COST project. De onderzoeker krijgt zo de kans om mee te werken aan het project en kan daarnaast stage lopen bij een buitenlandse universiteit of instelling. Daarnaast wordt jaarlijks een trainingschool georganiseerd waarbij jonge onderzoekers de kans krijgen opgeleid te worden in bijvoorbeeld het gebruik van een risicotaxatieinstrument. Uitwisseling van internationale ervaringen, best practices en onderzoeksresultaten. Samenwerking op Europees en internationaal niveau. Begindatum: oktober 2013 Einddatum: oktober 2017 Coördinatie rondom Short Term Scientific Missions (STSM) Deelname aan maandelijkse conference call met core group COST Deelname aan halfjaarlijkse meetings van COST Deelname aan jaarlijkse meeting Special Interest Group op AFMHS congres Resultaat: Coördinatie rondom Short Term Scientific Missions (STSM) Activiteit: Opstellen calls Versturen calls naar management comité en website Beoordelen calls Verzorgen documentatie rondom calls Resultaat: Deelname aan maandelijkse conference call met core group COST Activiteit: Voorbereiden call Acties oppakken naar aanleiding van call Resultaat: Deelname aan halfjaarlijkse meetings van COST Activiteit: Voorbereiden meetings Deelnemen aan vergadering met core group Deelnemen aan vergaderingen met werkgroep Mede organiseren en bijwonen jaarlijks congres over LFPC Acties oppakken naar aanleiding van meetings Resultaat:
X
Status en vervolg
Deelname aan jaarlijkse meeting Special Interest Group en symposium LFPC op IAFMHS congres Activiteit: Indienen voorstel voor symposium Voorzitten symposium Bijwerken contactpersonenlijst voor SIG Na 2016 loopt het COST project nog steeds, namelijk tot en met oktober 2017. Vooralsnog blijft vanuit het EFP iemand bij dit project betrokken in de rol van Short Term Scientific Missions coördinator. De piekmomenten voor dit project liggen in januari, april, juni en oktober, wanneer de calls voor de STSM worden uitgezet en de halfjaarlijkse meeting en/of het IAFMHS plaatsvinden.
XI
Landelijke Databank Risicotaxatie tbs Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd
Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Resultaat en activiteiten 4
Landelijke Databank Risicotaxatie tbs (LDR-tbs) Opdrachtgever: Stuurgroep LDR-tbs en de partners binnen de Samenwerkingsovereenkomst LDR-tbs. Stuurgroep: Jos Poelmann (vz.), Sanne Verwaaijen (De Rooyse Wissel), Rein Souwerbren (De Forensische Zorgspecialisten), Eva de Spa (De Forensische Zorgspecialisten), Bas van der Hoorn (Fivoor) en Lex van Rooy (EFP). Adviseurs: Dick Raes en Lobke Keune. Projectleider: Denise van Eeden Projectcoördinator: Jeantine Stam Ict-coördinatie: Lex van Rooy Binnen de tbs-sector is in 2008, op initiatief van alle forensisch psychiatrische centra (fpc’s) en forensisch psychiatrische klinieken (fpk’s), de LDR-tbs gestart. In deze databank worden alle risicotaxaties vastgelegd die jaarlijks worden afgenomen bij alle terbeschikkinggestelden. De LDR-tbs is opgezet met het doel om grootschalig wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken, op basis waarvan de risicotaxatieinstrumenten kunnen worden aangescherpt. In 2015 is de LDR-tbs uitgebreid met extra risicotaxatie-instrumenten. Meer inzicht verkrijgen in de huidige praktijk van risicotaxatie binnen de forensische zorg. De kwaliteit van de risicotaxatie verbeteren. De risicotaxatie-instrumenten verfijnen. Begindatum: 2008 Beheer- en doorontwikkelingsfase vanaf januari 2012. Einddatum: doorlopend Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data. Tijdige en zorgvuldige afwikkeling van onderzoeksaanvragen. Uitbreiding van de databank met extra gegevens. Meer bekendheid voor de LDR-tbs in Nederland en buitenland. Resultaat: Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data. Activiteit: Verzamelen en verwerken aangeleverde datasets van instellingen. Regelmatig contact onderhouden met lokale projectleiders. Jaarlijkse controle van data met behulp van in databank ingebouwde techniek en functionele analyse. Resultaat: Tijdige en zorgvuldige afwikkeling van onderzoeksaanvragen. Activiteit: In behandeling nemen onderzoekaanvragen. Doorsturen onderzoeksaanvragen ter goedkeuring naar Stuurgroep en LBHIV. Uitleveren databestanden na goedkeuring aanvragen. Resultaat: Uitbreiding van de databank met extra gegevens. Activiteit: Verwerken recidivegegevens uit WODC Recidivemonitor. Koppeling met databank Lerende praktijk (voor delict-, recidive- en diagnoseinformatie) voor interne onderzoekers. Resultaat: Meer bekendheid voor de LDR-tbs in Nederland en buitenland. Activiteit: Bijwonen van verschillende congressen en daar een bijdrage leveren (bijvoorbeeld IAFMHS en FFZ).
XII
Status en vervolg
Presentaties geven over LDR-tbs in klinieken, bij het Onderling Directeuren Overleg (ODO) en Landelijk Beraad Hoogst Inhoudelijk Verantwoordelijken (LBHIV). Updates over LDR-tbs in nieuwsbrief en LinkedIn. Het project bevindt zich in de beheerfase, er zijn geen concrete vervolgstappen. De piek van het werk ligt in januari/februari en augustus/september, wanneer de instellingen hun data aanleveren.
XIII
Forensic Outcome Monitor Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Forensic Outcome Monitor (FOM) Opdrachtgever: Stuurgroep LDR-tbs en de partners binnen de Samenwerkingsovereenkomst LDR-tbs. Stuurgroep: Jos Poelmann (vz.), Sanne Verwaaijen (De Rooyse Wissel), Rein Souwerbren (De Forensische Zorgspecialisten), Eva de Spa (De Forensische Zorgspecialisten) en Lex van Rooy (EFP). Momenteel is er nog een vacature voor een plek in de stuurgroep. Daarnaast zijn de volgende adviseurs betrokken bij het project: Dick Raes en Lobke Keune. Projectleider: Denise van Eeden Projectcoördinator: Jeantine Stam, Marenne de Boer, Mirjam van Wingerden Ict-coördinatie: Lex van Rooy De FOM is een opschaling van de LDR-tbs waarmee resultaatmetingen worden toegevoegd aan de databank LDR-tbs. De FOM is een databank waarin valide analyse van delict- en recidive informatie op patiëntniveau mogelijk wordt gemaakt. Instellingen kunnen leren van individuele recidives van patiënten, doordat behandelgerelateerde gegevens en volledige delicthistorie afgezet kunnen worden tegen landelijke recidivecijfers. Door inhoudelijke analyses van de recidives wordt meer inzicht verschaft in de risicofactoren die geleid hebben tot het delict. Recidiveonderzoek in de keten levert empirische aangrijpingspunten op ter verbetering van behandeling, risicotaxatie en risicomanagement. In 2012 is de eerste tranche van het project begonnen met de ontwikkeling en het testen van de databank. Eind 2013 is deze succesvol afgerond. In 2014 heeft er een pilot gelopen waarbij voor drie instellingen de justitiële uittreksels zijn ingevoerd. Zodoende kon de FOM uitgebreid getest worden; werkt de software naar behoren en geven de berekeningen in de databank de juiste uitkomsten. Begin 2015 is de tweede tranche van het project gestart. Hierbij is de databank en de methodiek landelijk uitgerold over alle fpc’s/fpk’s en is de databank gevuld met de justitiële uittreksels van alle patiënten die zijn uitgestroomd in de cohorten 2004 t/m 2008 en 2009 t/m 2013. 2016 zal het einde van de tweede tranche behelzen waarin de vervolgstappen verder geconcretiseerd zullen gaan worden. Resultaatmeting toevoegen aan LDR-tbs. Betrouwbaar en valide recidivemeting op patiëntniveau. Verbetering van behandeling, risicotaxatie en risicomanagement. Begindatum: 1 mei 2015 Einddatum: 31 december 2016 Pilot visualisatie software afgerond. Aanvullen van de databank met extra gegevens. Zorgvuldig monitoren kwaliteit en beheer data. Bekendheid voor FOM. Resultaat: Pilot visualisatie software afgerond Activiteit: Testen visualisatie software op alle data Resultaat: Aanvullen van de databank met extra gegevens Activiteit: Koppeling met databank LDR-tbs. Mogelijkheid creëren voor opnemen extra variabelen (bijvoorbeeld diagnostiek of behandelgegevens). Resultaat: Zorgvuldig monitoren kwaliteit en beheer data Activiteit: Regelmatig contact onderhouden met lokale projectleiders
XIV
Resultaat en activiteiten 4
Status en vervolg
Protocol opstellen en eventueel bijstellen voor interne en externe afhandeling onderzoekaanvragen De Lerende Praktijk. Resultaat: Bekendheid voor FOM Activiteit: Bijwonen van verschillende congressen en daar een bijdrage leveren (bijvoorbeeld IAFMHS en FFZ). Presentaties geven over FOM in instellingen, bij Onderling Directeuren Overleg (ODO) en Landelijk Beraad Hoogst Inhoudelijk Verantwoordelijken (LBHIV). Updates over FOM in nieuwsbrief en LinkedIn. In 2016 wordt de tweede tranche van het project afgerond en wordt het eindverslag gemaakt. Dan zal met de instellingen en de Stuurgroep LDR-tbs verder worden besproken of en zo ja, hoe het project wordt voorgezet.
XV
Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3
Status en vervolg
Landelijke Databank Forensische Zorg, module fpa (LDFZ fpa) Opdrachtgever: FPA/FPK directieberaad Stuurgroep: Evert-Jan van Maren (GGZ NHN), Floor van Dijk (Fivoor), Eddy Adolfsen (GGNet) en Gerard Koorman (Lentis). Overige partners: contactpersonen binnen de fpa’s die zorg dragen voor de aanlevering en kwaliteit van de data en de ICT-contactpersonen die betrokken zijn bij installatie van programmatuur. Het EFP verzorgt het projectmanagement. Projectleider: Denise van Eeden Projectcoördinator: Mirjam van Wingerden Ict-coördinatie: Olmo Landman Het FPA/FPK directieberaad sprak in 2009 de wens uit te komen tot een databank, om zodoende zelf beter gebruik te kunnen maken van de veelheid aan informatie die nu reeds aan derden wordt aangeleverd. Het doel van de databank was om de belangrijkste knelpunten, vragen en verbeterpunten inzichtelijk te krijgen, waardoor een sectorbrede verbetercyclus mogelijk wordt. Er is voor gekozen deze databank primair te richten op de fpa’s. Realiseren van een vergelijk- en verbetersysteem dat structurele kwaliteitsverbetering binnen de sector mogelijk maakt. Het veld de mogelijkheid geven om, op basis van gegevens over de bedrijfsvoering, de eigen performance af te zetten tegen die van collega-instellingen. Begindatum: februari 2010 Einddatum: doorlopend Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data Rapporteren data aan Stuurgroep FPA en FPA/FPK directieberaad In overleg met stuurgroep aanvullen van databank met andere data. Resultaat: Tijdige en zorgvuldige monitoring van aanlevering en kwaliteit van data Activiteit: Contact onderhouden moet lokale projectleiders en/of ICT-ers rondom kwartaalleveringen Inbouwen automatische kwaliteitscontrole in databank Resultaat: Rapporteren data aan Stuurgroep FPA en FPA/FPK directieberaad Activiteit: Dashboard inrichten voor de rapportage-mogelijkheid aan directie van de fpa’s Periodiek rapporteren aan Stuurgroep FPA (4 keer per jaar) Periodiek rapporteren aan FPA/FPK directieberaad (2 keer per jaar) Resultaat: In overleg met stuurgroep aanvullen van databank met andere data Activiteit: Tijdens stuurgroep vergaderingen dit punt agenderen en bespreken (6 keer per jaar) Indien gewenst uitbouwen van de databank met extra modules om andere data in op te kunnen nemen Vanaf 2017, als de opgezette databank en modules allemaal werken kan de databank verder worden uitgebouwd zodat er meer gegevens kunnen worden opgenomen. Ook kan gedacht wordt aan uitrol naar andere instellingen, buiten de fpa’s om. De piekmomenten voor dit project liggen rondom de aanlevermomenten en rapportagemomenten. Dit is rond maart, juni, september en december.
XVI
Landelijke Databank Forensische Zorg Naam Project Partners Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd
Geplande projectresultaten in 2016
Resultaat en activiteiten 1 Resultaat en activiteiten 2
Status en vervolg
Landelijke Databank Forensische Zorg (LDFZ) Meerjarenoverleg Forensische Zorg, Forensisch Netwerk, SBG en alle zorgaanbieders met een overeenkomst met DForZo. Projectleider: Denise van Eeden Projectcoördinator: nnb ICT: nnb In oktober 2015 is de informatie-analyse van de LDFZ afgerond en wordt gestart met een nieuw project: ontwikkeling en bouw van de LDFZ. Dit project kent 3 fasen: Fase 1: duur 1,5 jaar In fase 1 wordt overeenstemming bereikt over de (definitie van de) gegevens uit paragraaf 6. Daarnaast vindt een technische informatieanalyse plaats. Fase 2: duur 0,5 jaar Alle aanleverende partijen doen een proefaanlevering aan het EFP. In deze fase wordt ook de PIA uitgevoerd en dienen kosten te worden gemaakt voor de aansluiting op Zorg/TTP. Fase 3: duur 1 jaar In deze fase vindt de daadwerkelijke bouw van de LDFZ plaats. Ook worden in deze fase alle af te sluiten overeenkomsten gerealiseerd. In de junivergadering van het FN wordt besloten of conform bovenstaand scenario wordt gewerkt of via een scenario van verbreding en verdieping van de LDR-TBS en de FOM. Dit stuk gaat uit van het eerste scenario. Het realiseren van een landelijke databank voor de forensische zorg. Het hoofddoel van de LDFZ formuleren we als volgt: “De LDFZ maakt het mogelijk om de forensische patiënt te volgen door de keten van begin tot einde titel en indien mogelijk ook in het traject daarna”. Op basis van dit hoofddoel dient de LDFZ de volgende doelen: Wetenschappelijk onderzoek Profieltracking Jaarlijkse kengetallenuitgave Begindatum: naar verwachting oktober 2015 Einddatum: het project eindigt oktober 2018. Deze en volgende data zijn onder voorbehoud en in afwachting van bespreking en besluitvorming in het Landelijk Beraad Hoogst Inhoudelijk Verantwoordelijken (LBHIV) en het Onderling Directeuren Overleg (ODO) in september 2015. Geplande resultaten voor fase 1 zijn: overeenstemming bereiken over de (definitie van de) gegevens uit paragraaf 6 van het projectvoorstel. een technische informatieanalyse Fase 1 eindigt op 1 april 2017 overeenstemming bereiken over de (definitie van de) gegevens uit paragraaf 6 van het projectvoorstel: een door de zorgaanbieders gedragen set in de LDFZ te verzamelen gegevens, die op eenduidige wijze wordt geregistreerd. een technische informatieanalyse: inzicht in de wijze waarop de gevraagde gegevens momenteel worden geregistreerd inzicht in waar deze worden geregistreerd inzicht in gegevens die momenteel (nog) niet worden geregistreerd en overeenstemming over de vastlegging hiervan Het project start naar verwachting in oktober 2015 en de eerste fase kent een looptijd van 1,5 jaar. Het eindigt dan op 1 april 2017. Fase 2 en 3 zijn globaal omschreven. Voor afloop van fase 1 wordt fase 2 meer geconcretiseerd.
XVII
Kwaliteitsnetwerk FPA’s Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd
Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Kwaliteitsnetwerk FPA Opdrachtgever: FPA/FPK directieberaad Stuurgroep: Gerard Koorman (Forint), Floor van Dijk (Fivoor), Evert Jan van Maren (GGZ Noord-Holland-Noord), vacature (GGNet) Adviesraad: Hanneke Kooi (Lentis), Theodoor Visser (GGz Friesland), Lotte Holscher (Kijvelanden), Sesaja van de Heuvel (Reinier van Arkel), Frank Pieplenbosch (Kompas), Harold schilderman (Vincent van Gogh), Stefan van Bokkem (GGz NHN), Sophie van Meel (GGz WNB), Mignon Tekelenburg (Radix), Wouter Radius/vacature (GGNet), Martijn Koerhuis/vacature (Palier), Petra de Leede (Altrecht), Wilke Kats (GGz WNB), twee patiëntreviewers. Het EFP verzorgt het projectmanagement. Projectleider: Diewke de Haen Projectcoördinator: Riëlle Mohr Ict-coördinatie: Olmo Landman Om te komen tot een gedeelde doelstelling en taakinvulling, transparantie en kwaliteitsverbetering hebben de fpa’s in 2013 een visiedocument en adviezen inzake zorgprogrammering, fysieke en relationele beveiliging, uitstroom en vervolgbehandeling en risicomanagement en risicotaxatie opgesteld. Deze adviezen dienden als startpunt voor het te ontwikkelen kwaliteitsnetwerk. Via deze (van oorsprong Engelse) methodiek worden gezamenlijk standaarden vastgesteld waarna elke instelling zich langs deze meetlat legt. Via jaarlijkse zelfreview en reviewdagen benoemen en delen instellingen best practices en denken zij samen na over (het oplossen van) gedeelde knelpunten. Na het afronden van alle reviewbezoeken wordt ‘de stand van de sector’ en de gevonden best practices gedeeld via een landelijk rapport en een landelijke dag. Na de pilot in fase 1 is in fase 2 een tweede cyclus uitgevoerd met alle fpa’s, heeft het onderzoek naar de kwaliteit van het kwaliteitsnetwerk geresulteerd in een artikel en is er gewerkt aan de ontwikkeling van een digitaal kennisdeelplatform. In fase 3 zal er worden gewerkt aan het ondersteunen van de instellingen in het implementeren van best practices/verbeteringen in de kwaliteit van zorg. Komen tot een gedeelde doelstelling en taakinvulling en gezamenlijk werken aan transparantie en kwaliteitsverbetering Doelen huidige fase: Verdere kwaliteitsverbetering van de kwaliteitsnetwerkcyclus De implementatie binnen de instellingen ondersteunen Begindatum: fase 3 start 1 januari 2016 Einddatum: fase 3 (en het project als geheel) 31 december 2016. Daarna is het kwaliteitsnetwerk een staande organisatie. De kwaliteitsnetwerkcyclus is aangepast volgens de evaluatie van cyclus 2 Er is een werkwijze om de implementatie binnen de instellingen te ondersteunen en waar nodig te stimuleren Resultaat: De kwaliteitsnetwerkcyclus is aangepast volgens de evaluatie van cyclus 2 Activiteit: Cyclus 2 evalueren Cyclus aanpassen volgens de evaluatie De adviesraad heeft een visie ontwikkeld op de toekomst van het kwaliteitsnetwerk Deze visie is afgestemd met de stuurgroep, de overkoepelende stuurgroep indien nodig en met het veld Er is een plan om deze visie te implementeren Resultaat: Er is een werkwijze om de implementatie binnen de instellingen te ondersteunen en waar nodig te stimuleren Activiteit:
XVIII
Status en vervolg
In de nazorgbezoeken in het najaar 2015 inventariseren waar de behoefte ligt ten aanzien van veranderingen, verbeteringen en ondersteuning. Samen met het project Leren & Implementeren en met het veld wordt een toolkit samengesteld van instrumenten die kunnen helpen bij het implementeren van veranderingen. Na 2016 wordt het kwaliteitsnetwerk onderdeel van de staande organisatie. In 2016 zijn de piekmomenten april/mei/juni wanneer de reviewbezoeken plaatsvinden.
XIX
Kwaliteitsnetwerk De Borg Naam Project Partners
Rol EFP
Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd
Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Status en vervolg
Kwaliteitsnetwerk De Borg Opdrachtgever: Borgbestuur Stuurgroep: Floor van Dijk (Fivoor), Lies Terpstra (Trajectum), Fred Fillekens (Ipse de Borg), Harm Wijgergangs (Stevig Dichterbij), Adri Benschop (De Borg) Kerngroep: Jeroen Louter (Altrecht Aventurijn), Jolande Sak (Trajectum), Jacqueline Roos (Ipse de Burggen), Chretiënne van Lieshout (Stevig Dichterbij), Petra Sterken (De Borg) Het EFP verzorgt het projectmanagement, coördineert en faciliteert. Projectleider: Jeantine Stam Projectcoördinator: Riëlle Mohr Ict-coördinatie: Olmo Landman Het kwaliteitsnetwerk is een methode om de kwaliteit van zorg te verhogen, gedragen door professionals waarbij leren en inspireren van elkaar voorop staan. Het is een cyclische methode, die start met het gezamenlijk bepalen van standaarden waarop professionals van De Borg instellingen elkaar (en waar mogelijk met cliënten) bevragen. Op basis van de uitkomsten gaat men aan de slag met verbeteringen en evaluatie, om vervolgens weer een nieuwe cyclus te starten. Op de landelijke dag wordt het landelijk rapport gepresenteerd waarin de stand van zaken in de sector beschreven wordt en best practices gedeeld worden. Gezamenlijk delen van kennis en ervaring om kwaliteit zorg te verbeteren zodat De Borg instellingen de huidige en toekomstige ontwikkelingen in de sector verantwoord en succesvol tegemoet treden. Onderlinge samenwerking versterken Best practices in kaart brengen In afwachting van de evaluatie van cyclus 1 is het voornemen om de methodiek verder te ontwikkelen en een nieuwe cyclus te starten. Begindatum: 1 januari 2016 Einddatum: 31 december 2016 Tweede cyclus succesvol uitgevoerd Methodiek voor de SGLVG sector is verder ontwikkeld en zoveel mogelijk bekend (binnen de instellingen en bij stakeholders) Resultaat: Tweede cyclus succesvol uitgevoerd Activiteit: Standaarden en thema bijstellen Training reviewers Training coördinatoren Uitvoeren zelfreviews Uitvoeren reviewbezoeken Instellingsrapporten en landelijk rapport opstellen Landelijke dag organiseren Evaluatie cyclus 2 standaarden en methodiek Resultaat: Methodiek voor de SGLVG sector is verder ontwikkeld en zoveel mogelijk bekend (binnen de instellingen en bij stakeholders) Activiteit: Evaluatie methodiek cyclus 1 verwerken en door ontwikkelen Samenwerken met andere kwaliteitsnetwerken Bijwonen verschillende congressen en daar bijdragen leveren Stukken in vakbladen publiceren Symposium organiseren in samenwerking met Kwaliteitsnetwerk FPA Nieuwsbrieven verspreiden Online kennis delen mogelijk maken Na 2016 volgt idealiter een jaarlijkse cyclus.
XX
Wanneer het project gecontinueerd wordt is in 2016 het piekmoment op het moment van de reviewbezoeken. Aangezien de planning afhankelijk is van de planning van de verschillende kwaliteitsnetwerken is dit moment nu nog niet aan te geven.
XXI
Kwaliteitsnetwerk Forensische Verslavingszorg Naam Project Partners
Rol EFP Korte omschrijving project
Doelstelling project algemeen
Looptijd Geplande projectresultaten in 2016 Resultaat en activiteiten 1
Resultaat en activiteiten 2
Resultaat en activiteiten 3 etc.
Status en vervolg
Kwaliteitsnetwerk Forensische Verslavingszorg Opdrachtgever: Netwerk Verslavingszorg Partners: de instellingen die forensische verslavingszorg leveren. Er is een lijst van 13 instellingen; momenteel wordt nog geïnventariseerd welke instellingen daadwerkelijk mee gaan doen met dit project. Projectleiders: Diewke de Haen en Inge Koomen Projectcoördinator: vacature De forensische verslavingszorginstellingen dragen sinds 2013 bij aan het EFP. Naar aanleiding daarvan heeft aan het eind van 2013 een inventarisatie plaatsgevonden van de wensen en behoeftes binnen in het veld. Vervolgens heeft een brainstorm met een aantal betrokkenen geleid tot een voorstel aan het Netwerk Verslavingszorg. In 2014 is een inventarisatie gehouden van de huidige behandelpraktijk en is een visiedocument op forensische verslavingszorg opgesteld. Gaande dit proces groeide het enthousiasme voor een kwaliteitsnetwerk en de mogelijkheid die dit biedt om samen kennis te delen en successen te herkennen. De wens daarbij is nadrukkelijk voor alle zorgvormen binnen de sector (ambulant, klinisch en beschermd wonen) de kwaliteit te versterken en kennis uit te wisselen. Instellingen krijgen een beeld van hun sterke kanten en van hun uitdagingen Instellingen in de forensische verslavingszorg leren van elkaars best practices Professionals van de verschillende instellingen leren elkaar kennen De sector verbetert de kwaliteit in de hele keten van forensische verslavingszorg Begindatum: het project start in de tweede helft van 2015 Einddatum: het project eindigt na 1,5 jaar Een set bruikbare standaarden voor de sector forensische verslavingszorg Een uitgevoerde kwaliteitsnetwerkcyclus Project is geëvalueerd en keuze is gemaakt over het al dan niet voortzetten van de cyclus Resultaat: Een set bruikbare standaarden voor de sector forensische verslavingszorg Activiteit: Met (in tweede helft 2015 te formeren) kerngroep longlist standaarden opstellen Toetsen standaarden aan bruikbaarheid voor ambulant, klinisch en beschermd wonen Samen met veld vaststellen van standaarden Resultaat: Een uitgevoerde kwaliteitsnetwerkcyclus Activiteit: Uitvoeren zelfreview Reviewbezoeken uitvoeren Instellings- en landelijk rapport maken en toesturen Organiseren landelijke dag Resultaat: Project is geëvalueerd en keuze is gemaakt over al dan niet voortzetten van de cyclus Activiteit: Project evalueren met coördinatoren, reviewers, deelnemers landelijke dag en opdrachtgevers De keuze over al dan niet voortzetten binnen staande organisatie wordt voorgelegd aan stuurgroep Afhankelijk van het besluit de cyclus voort te zetten zijn er in 2017 vervolgstappen. Het (kwaliteitsnetwerk wordt dan een staande organisatie. Piekmomenten in 2016 zijn nog afhankelijk van het tijdstip van de start van het project.
XXII